eud-1383_nl/1.0 - Aastra 5370/Aastra 5370ip

Transcription

eud-1383_nl/1.0 - Aastra 5370/Aastra 5370ip
Aastra Zakelijke Communicatie
Oplossing
Aastra 5370/Aastra 5370ip
Gebruiksaanwijzing
Ondersteunde platforms:
Aastra 415
Aastra 430
Aastra 470
In deze gebruikershandleiding worden de functies, de
configuratie en het gebruik van de Aastra 5370/5370ip
beschreven.
eud-1383_nl / 1.0 – R1.0 – © 10.2011
Werking en display elementen
Bedienings-elementen
5 1
67
2
16
16 17
17
8
9 10
11 12
13
14
15
[a]
19
3
16 17 4
1
Display
• Het bovenste gedeelte: status display met symbolen.
• In het midden: informatie ivm het telefoonverkeer.
• Het onderste gedeelte: display toont de beschikbare Foxtoets functies.
2
Indicatie LED
• Linker LED knippert: Oproep.
• Rood indicatielampje brandt: Voicemailbericht, bericht of terugbellen.
3
Toetsenblok
Geeft cijfers of letters.
4
Handsfree microfoon
5
Navigatietoets
• Omhoog: Resetten van Actieve functies.
• Naar rechts: Opent de Menu.
• Naar beneden: Opent Instellingen.
• Algemeen Scrolt vooruit/achteruit in de menu, navigeert door lijsten.
2
18
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Werking en display elementen
6
Foxtoets
De weergegeven functie met de toets uitvoeren. Foxtoetsen kunnen vrij
geconfigureerd worden.
7
Correctietoets
wist het laatste karakter of gaat één stap terug in de menu.
8
Aanwezigheidstoets met indicatielampje
Vooraf geconfigureerd als aanwezigheidsmenu. De aanwezigheidstoets kan
worden geconfigureerd als een functietoets of nummertoets.
9
Telefoongidsentoets
Opent telefoongidsen.
10
Herhaal toets
Selecteert de laatst gevormde telefoonnummers.
11
Microfoon toets
Handenvrij of hoorn microfoon uit/aan
12
Luidsprekertoets
Handenvrije werking aan/uit.
13
Volume/cursor toetsen
Past het volume aan.
14
Oproeptoets
Set up / beantwoorden van een oproep.
15
End toets
• Het gesprek beëindigen.
• Verlaat input zonder te bewaren en keert terug naar rusttoestand.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
c
3
Werking en display elementen
16
Configureerbare toetsen/lijntoetsen met LED
(incl. Aastra M530/Aastra M535 uitbreidingsmodul)
Vrij configureerbaar als nummer, functie of team toets:
• Nummertoets met twee geheugens: Druk één keer voor het eerste telefoonnummer en twee keer voor het tweede telefoonnummer (alleen op
de Aastra M530).
• Functietoets: Activeer/deactiveer functie.
• Teamtoets: Bellen of een oproep beantwoorden. Intercom bij een teampartner (druk 2 keer).
Als geconfigureerd als lijntoets: Set up of beantwoorden van een oproep
door de lijn te nemen.
Configureer toets: druk en hou ingedrukt.
17
Labels maken (incl. Aastra M530 uitbreidingsmodul)
Beschrijfbare labels voor de configureerbare toetsen kunt u vinden op de
Aastra 400 DocFinder als elektronisch document. U kan de velden invullen op
uw pc en onmiddellijk de labels uitprinten.
18
Shift toets op uitbreidingstoetsenmodule Aastra M535
Switch tussen de 3 views. Druk telkens 1 x om het volgende niveau te tonen.
19
LED display op Aastra M535 uitbreidingstoetsenmodule
Geeft aan welk van de 3 niveaus actief is.
4
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Werking en display elementen
Display symbolen
Status informatie
Gedetailleerde informatie beschikbaar
Andere Foxtoetsen beschikbaar (Foxtoets)
Zoekmode
Functie geactiveerd
Vermeldingen in de oproeplijst
Nieuwe tekstberichten
Omleiding geactiveerd
Oproepdoorschakeling bij geen antwoord geactiveerd
Nieuwe voicemail
• Voicemail is opgehaald
• Voicemailbegroeting met de mogelijkheid om een voicemailbericht in
te spreken
Voicemailbegroeting zonder de mogelijkheid om een voicemailbericht in te
spreken
Hi-Q gedurende een gesprek (verbeterde spraakkwaliteit) (alleen op de
Aastra 5370ip)
Gegevens- en stemcodering (alleen op
de Aastra 5370ip)
Oproep geparkeerd
Neem een geparkeerde oproep terug
(Foxtoets)
Activeren discrete oproep
Melodie is uitgeschakeld
Microfoon uitgeschakeld
Luidspreker/handsfree mode geactiveerd
Headset mode geactiveerd
Telefoon geblokkeerd
Telefoongids
Bedrijfsnummer
Prive nummer
Mobiel nummer
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
5
Werking en display elementen
Aanwezigheidsstatus
Beschikbaar (standaard)
Afwezig
Vergadering
Bezet
Niet beschikbaar
Display symbolen Aastra M535
Uitbreidingsmodule
6
Bedrijfsnummer
Prive nummer
Mobiel nummer
Lijn toets
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Productinformatie
Veiligheidsinformatie
Als u deze richtlijnen niet opvolgt, kan dit gevaarlijke situaties met zich meebrengen
die in strijd zijn met bepaalde wetten.
Aansluiten
Steek de connectors altijd in de daarvoor bestemde contactdoos. U mag deze niet zelf wijzigen op welke manier dan ook.
Netspanning
Gebruik alleen de originele voeding. Sluit de voeding uitsluitend aan op bronnen die voldoen aan de gegevens op de voeding. Het apparaat zal niet werken wanneer de stroomvoorziening van het communicatiesysteem uitvalt.
Retentie van metalen voorwerpen
Telefoontoestellen produceren magnetische velden die kleine metalen voorwerpen zoals
spelden en nietjes kunnen aantrekken. Om kwetsuren te vermijden, leg het toestel nooit
waar het dergelijke voorwerpen kan opnemen.
Onderhoud
Neem contact op met een vakman om installatie en reparatie werkzaamheden uit te voeren.
Gebruik altijd een zachte, licht vochtige of antistatische doek voor het schoonmaken van uw
apparaat. Gebruik nooit schoonmaakmiddelen of andere chemische producten.
1
5
20
Kostenbeheersing en gegevensbescherming
Bescherm de handset met een code, zodat niemand gebruik kan maken van uw handset en
op uw kosten kan bellen. De code beschermt ook uw persoonlijke instellingen.
Omgevingscondities
Gebruik het apparaat alleen binnen een temperatuur bereik van +5 °C tot ongeveer +40 °C.
Vermijd het blootstellen aan direct zonlicht of andere warmte bronnen.
Bescherm de handset tegen vocht, te veel stof, agressieve stoffen en dampen.
Stel uw apparaat niet bloot aan elektromagnetische velden (elektrische motoren, huishoud
apparatuur). De spraakkwaliteit kan hierdoor worden beïnvloed. Plaats de telefoon niet in de
buurt van, radio’s, TV’s, videospelers en andere telefoonsets.
Verwijderen van afval
Zorg dat u het toestel, accu's en de verpakking op milieuvriendelijke manier afvoert. Elektrische apparatuur hoort niet bij het huisvuil. Breng het naar een recyclagecentrum.
Accessoires
Gebruik alleen originele of specifiek goedgekeurde accessoires. Het gebruik van andere
accessoires kan de werking nadelig beïnvloeden of een risico voor uw gezondheid of veiligheid betekenen.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
7
Productinformatie
Gebruikersgegevens
DocFinder voor het Aastra 400-communiwww.aastra.com/docfinder
catieplatform:
© De gegevens, afbeeldingen en indelingen in deze gebruikersinformatie vallen onder het auteursrecht
en mogen niet worden gedupliceerd, gepresenteerd of verwerkt zonder schriftelijke toestemming van
Aastra Telecom Schweiz AG
Het product wordt geleverd met een verkorte gebruikershandleiding, veiligheidsinformatie en, indien van toepassing, andere productspecifieke informatie.
Dit document en alle andere gebruikersdocumenten kunnen worden gedownload
van de Aastra 400 DocFinder: www.aastra.com/docfinder als afzonderlijke documenten of als een documentenset. Het is uw eigen verantwoordelijkheid om op de
hoogte te blijven van alle functies, het juiste gebruik en de bediening van uw product.
• Zorg ervoor dat u over alle vereiste gebruikersdocumentatie beschikt om uw product op een efficiënte en juiste manier te bedienen.
• Controleer of de versies van de gebruikersdocumenten overeenkomen met de
softwareversie van de Aastra 400-producten die u gebruikt en of u over de nieuwste versies beschikt.
• Lees altijd eerst de gebruikersdocumenten voordat u uw product gebruikt.
• Hou de gebruikersinformatie ergens in de buurt en neem ze ter hand telkens wanneer er zich onzekerheden in verband met het product voordoen.
• Wanneer u uw product door derden laat gebruiken, geef dan zeker eerst de nodige
basisinformatie.
8
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Productinformatie
Doel en functie
Dit product is onderdeel van de Aastra 400 communicatieoplossing.
De Aastra 400 is een open, modulaire en geavanceerde communicatieoplossing voor
de zakelijke markt met meerdere communicatieservers met verschillende functies en
uitbreidingsmogelijkheden, een uitgebreide reeks telefoons en talloze uitbreidingen.
De oplossing bestaat onder andere uit een toepassingsserver voor Unified Communications en multimediaservices, een FMC-controller (Fixed Mobile Conversion) voor
integratie met mobiele telefoons, een open interface voor ontwikkelaars van toepassingen en talloze uitbreidingskaarten en modules.
De oplossing voor bedrijfscommunicatie met al zijn componenten is ontwikkeld om
volledig tegemoet te komen aan de communicatievereisten van bedrijven en organisaties op een manier die zowel gebruikers- als onderhoudsvriendelijk is. De afzonderlijke producten en componenten zijn volledig compatibel en moeten niet worden
gebruikt voor andere doeleinden of worden vervangen door producten of componenten van derden (tenzij het is om andere goedgekeurde netwerken, toepassingen
en telefoons aan te sluiten op de interfaces die speciaal voor dat doel zijn bestemd).
Eén nummer voor iedere gebruiker:
Uw systeembeheerder kan meerdere telefoons voor u instellen die allemaal hetzelfde
telefoonnummer hebben (volgens het concept één nummer voor iedere gebruiker). U
hebt slechts één naam en telefoonnummer waaraan andere bellers u kunnen herkennen, ongeacht welke telefoon u gebruikt om te bellen. Het voordeel hiervan is dat u
altijd bereikbaar bent onder hetzelfde telefoonnummer, waar u zich ook bevindt.
Met Persoonlijke gespreksroutering en Alleen bellen kunt u aangeven naar welke telefoon inkomende oproepen worden gerouteerd (zie het hoofdstuk "Persoonlijke
gespreksroutering activeren", pagina 62 en "Alleen bellen activeren", pagina 63). Uw
systeembeheerder kan instellen of u bezet bent voor nog meer inkomende oproepen
(bezet indien bezet). U kunt nog steeds bellen met de andere toestellen.
Oproeplijsten en contactpersonen zijn beschikbaar op al uw telefoons en worden
automatisch gesynchroniseerd.
Er wordt een intercomoproep weergegeven op alle telefoons die de intercomfunctie
ondersteunen.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
9
Productinformatie
Beveiliging tegen meeluisteren en opnemen
De Aastra 400-communicatieoplossing heeft functies waarmee gesprekken kunnen
worden gecontroleerd en opgenomen zonder dat de personen die elkaar bellen er
iets van merken. Deze functies kunnen alleen worden gebruikt in overeenstemming
met de lokale richtlijnen voor gegevensbeveiliging.
Kwaliteit en betrouwbaarheid
Alle onderdelen en componenten van de Aastra 400-communicatieoplossing zijn
gefabriceerd in overeenstemming met de ISO 9001-kwaliteitsrichtlijnen.
De relevante gebruikersinformatie is samengesteld met de allergrootste zorg. De
functies van de Aastra 400-producten zijn getest en goedgekeurd na uitgebreide conformiteitstests. Desondanks kunnen fouten niet geheel worden uitgesloten. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor indirecte schade als gevolg van onjuist gebruik van
het product. Potentiële risicogebieden worden vermeld in de desbetreffende sectie
van de gebruikersinformatie. Aansprakelijkheid bij verlies of vergoeding is altijd uitgesloten.
Handelsmerken
Aastra® is een geregistreerd handelsmerk van Aastra Technologies Limited.
Bluetooth® is een geregistreerd handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc. Alle andere handelsmerken, productnamen en logo's zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectieve eigenaren.
De toepassingen die in dit document voor software en hardware worden gebruikt,
zijn geregistreerde handelsmerken en vallen dan ook onder de van toepassing zijnde
voorschriften.
Document informatie
•
•
•
•
•
Documentnummer: eud-1383
Versie: 1.0
Geldig van: R1.0
Copyright © 10.2011 Aastra Technologies Limited
Klik in PDF Viewer op deze link om de nieuwste versie van dit document te downloaden:
• https://pbxweb.aastra.com/doc_finder/DocFinder/eud-1383_nl.pdf?get&DNR=eud-1383
10
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Inhoudsopgave
Werking en display elementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Productinformatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Nummer vormen en bellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Beantwoorden van een oproep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Oproepen maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
De display- en bedieningselementen gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Display. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Toetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Input. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Menu-instructies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Signaleringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Bijkomende functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Oproepen uitvoeren en beantwoorden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Functies gebruiken tijdens een oproep. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
U bent even van u plaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Functies voor speciale situaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Functies instellen via remote control . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
Organisatie binnen een team . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
Lijntoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
Persoonlijke instellingen van uw telefoon. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Display. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
Beltoon parameters instellen (Audio) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76
Handenvrij en headset instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
Algemene instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80
Beveiligingsinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84
Telefoonboek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85
Voicemail instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88
Uw aanwezigheid configureren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 89
Configureren van toetsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90
Programmeerbare lijntoetsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95
Functies maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 96
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
11
Installeren en inwerkingstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98
Voorziene uitrusting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99
Opties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .100
Ingebruikname en plaatsing van de telefoon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .101
Verbinden Aastra 5370 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .105
Verbinden Aastra 5370ip . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .106
Uitbreidingsmodul Aastra M530/Aastra M535 (optioneel). . . . . . . . . . . . . . . . . .108
De Aastra M530 uitbreidingsmodule labelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .110
Meer informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111
Foutzoeken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .112
Verklaring Open Source Software(Aastra 5370ip) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .113
Index . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 114
12
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Nummer vormen en bellen
De volgende delen leggen uit hoe U eenvoudige oproepen moet maken en de
functies die Uw toestel biedt wanneer U een oproep ontvangt.
Beantwoorden van een oproep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Oproepen maken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
13
Nummer vormen en bellen
Beantwoorden van een oproep
In dit gedeelte wordt de procedure beschreven van het beantwoorden van een
oproep.
Een oproep beantwoorden
Uw toestel rinkelt en de LED indicator knippert. Om te antwoorden, ga als volgt te
werk:
Neem de telefoonhoorn op.
Notitie:
Indien het telefoonnummer wordt meegestuurd wordt deze weergegeven op
het display. Als het telefoonnummer opgeslagen is in de persoonlijke telefoongids of in het systeem, toont de display de overeenstemmende naam.
Handsfree werking:
Druk de oproeptoets of luidsprekertoets in.
Notitie:
• Om te weten hoe een oproep te maken met een headset, ga naar hoofdstuk
"Een headset gebruiken", pagina 19.
• Om te weten hoe oproepen te maken in handenvrij mode of in automatisch
handsfree mode, ga naar hoofdstuk "Gebruik van de handsfree mode",
pagina 18 en hoofdstuk "Automatische hands-free mode", pagina 78 respectievelijk.
14
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Nummer vormen en bellen
Het gesprek beëindigen
U wilt het gesprek beëindigen.
Na de oproep wordt de duurtijd van het gesprek weergegeven. Gesprekskosten worden ook weergegeven, afhankelijk van de provider, na een extrern gesprek dat door
uzelf is gestart.
Leg de telefoonhoorn op de haak.
Een oproep beëindigen in handsfree mode:
Druk op de eindetoets of de luidsprekertoets.
Notitie:
• Om de oproep te verbreken haakt u gewoon de hoorn in.
• Om te weten hoe een oproep te maken met een headset, ga naar hoofdstuk
"Een headset gebruiken", pagina 19.
• Om te weten hoe oproepen te maken in handenvrij mode of in automatisch
handsfree mode, ga naar hoofdstuk "Gebruik van de handsfree mode",
pagina 18 en hoofdstuk "Automatische hands-free mode", pagina 78 respectievelijk.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
15
Nummer vormen en bellen
Oproepen maken
Dit gedeelte beschrijft de verschillende mogelijkheden om te telefoneren.
Kiezen met het telefoonnummer
U wilt iemand opbellen door het telefoonnummer te kiezen.
Oproep voorbereiding u wilt een telefoonnummer invoeren zonder dat deze automatisch wordt gebeld, zodat u de tijd heeft om het nummer te controleren en, indien
noodzakelijk, te wijzigen. Dit nummer wordt niet eerder gekozen totdat de telefoonhoorn van de haak wordt genomen, bijvoorbeeld; neem de hoorn van de haak.
Om ervoor te zorgen dat het communicatiesysteem (communicatieserver, OIP, Microsoft Outlook, TwixTel) een extern nummer kan herkennen, wordt u aangeraden het
nummer in te voeren in de officiële notatie (+landnummer (regionummer), telefoonnummer). Druk op de toets om een + in te voegen. U kunt het telefoonnummer in
een van de volgende notaties invoeren:
•
•
•
•
0-004132655xxxx
004132655xxxx
9-004132655xxxx
+41 (32) 655xxxx
<Telefoonnummer>
☛
Kies voorbereiding, voer het telefoonnummer in.
Druk op de toets om een + in te voeren.
U kunt de correctietoets gebruiken om een foute ingave te verbeteren.
Neem de telefoonhoorn op.
Of:
Druk de oproeptoets of de Opbellen Foxtoets.
➔De persoon wordt gebeld.
16
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Nummer vormen en bellen
Bellen via herhaalfunctie
U wil iemand bellen die u al gebeld heeft.
In de lijst van de gebelde nummers houdt u toestel automatisch de telefoonnummers
bij van de personen die u zelf heeft gebeld, met de naam, wanneer die beschikbaar is.
U kunt nu de betrokken persoon bellen door deze lijst te gebruiken.
De herhaallijst kan maximaal 10 telefoonnummers bevatten.
Druk op de herhaaltoets.
➔Herhaallijst wordt weergegeven.
Druk op de herhaaltoets meerdere keren of druk op de navigatietoets om te
scrollen door al uw laatst gevormde telefoonnummers.
Neem de telefoonhoorn op.
➔Het display toont het nummer dat wordt gekozen.
Het gebruik van de Luidspreker functie
U wilt meerdere mensen in de ruimte mee laten luisteren tijdens een gesprek.
De luidspreker functie activeert de luidspreker in de handset.
Tijdens een gesprek:
Druk op de Luidspreker toets.
➔Meeluistermode is nu geactiveerd,
is getoond.
Notitie:
U kunt verder gaan met het gesprek zoals u gewent bent met de handset.
Deactiveren van de luidspreker functie:
Druk voor de tweede maal op de Luidspreker toets.
➔De luidspreker is nu gedeactiveerd.
Notitie:
Het beëindigen van een gesprek in de luidspreker mode, druk op de Luidspreker toets en verbreek de verbinding. Wordt de handset alleen terug geplaatst,
de handset schakelt om in handsfree mode.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
17
Nummer vormen en bellen
Gebruik van de handsfree mode
U wilt meerdere mensen deel laten nemen tijdens een gesprek.
De handsfree mode functie activeert de luidspreker en de microfoon.
Tijdens een gesprek:
Druk op de Luidspreker toets.
➔Meeluistermode is nu geactiveerd,
is getoond.
Leg de telefoonhoorn op de haak.
➔De handsfree mode is nu geactiveerd,
is getoond.
Notitie:
• Zorg er voor dat de microfoon vrij blijft en niet wordt afgesloten tijdens de
handsfree mode.
• De geluidskwaliteit is dikwijls beter wanneer u het volume van uw toestel
op een lager niveau zet.
Om het gesprek te vervolgen met de hoorn:
Neem de telefoonhoorn op.
➔De luidspreker en handsfree microfoon zijn nu gedeactiveerd.
Notitie:
• Om te weten hoe een oproep te maken met een headset, ga naar hoofdstuk
"Een headset gebruiken", pagina 19.
• Om te weten hoe u automatisch handsfree mode activeert, ga naar hoofdstuk "Automatische hands-free mode", pagina 78.
Microfoon uitzetten
Tijdens een gesprek wilt u ruggespraak houden zonder dat uw gesprekspartner mee
kan luisteren.
Gedurende het gesprek kunt u de microfoon in en uitschakelen.
Schakel de microfoon uit:
Druk Microfoontoets.
➔De microfoon is nu uitgeschakeld,
is getoond.
De microfoon terug aanzetten:
Druk nogmaals op de microfoontoets.
18
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Nummer vormen en bellen
Een headset gebruiken
Om een oproep te maken met een headset.
Indien u een oproep beantwoordt in de headsetmodus door de oproeptoets of de
luidsprekertoets te gebruiken, wordt het gesprek via de headset gevoerd. Een alternatieve manier is de oproep beantwoorden via de hoorn.
Uw toestel rinkelt en de LED indicator knippert. Om te antwoorden doe
als volgt:
Druk de oproeptoets of luidsprekertoets in.
➔De oproep wordt op uw headset aangeboden.
Meeluisteren
Handsfree werking
Headset
Druk de Meeluisteren Foxtoets.
➔De luidspreker van het toestel is geactiveerd.
Druk de Handsfree Foxtoets.
➔De microfoon van het toestel wordt geactiveerd en de microfoon van de
headset wordt uitgeschakeld.
Druk de Headset Foxtoets.
➔Terug naar het headset bediening.
Het gesprek beëindigen:
Druk op de eindetoets of de luidsprekertoets.
Notitie:
• Om te weten hoe een headset te activeren, ga naar hoofdstuk "Voor het
activeren van de headset", pagina 79.
• Om een gebruiker te bellen, vorm zijn telefoonnummer en druk op de
oproeptoets of luidsprekertoets.
• Voor meer informatie, kijk naar de gebruikshandleiding van uw headset.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
19
De display- en bedieningselementen
gebruiken
De volgende delen leggen kort en duidelijk uit hoe uw toestel te gebruiken.
Display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Toetsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Input . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Menu-instructies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Signaleringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
20
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
De display- en bedieningselementen gebruiken
Display
Displaysymbolen en displaytekst
Nieuwe toestanden zoals een oproep bij afwezigheid, een nieuw bericht of geactiveerde functies (bvb. Omleiden) worden gesignaleerd op het display in de rusttoestand door een symbool of een displaytekst. U kan dan de relevante Foxtoetsen
gebruiken om de informatie op te roepen.
>>
Als er meer Foxtoetsen beschikbaar zijn:
Druk de >> Foxtoets.
Opvragen gedetailleerde informatie:
Druk de rechtse navigatietoets.
Functie geactiveerd:
De geactiveerde functie of geselecteerde setting is aangeduid door een teken.
Sluit
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Verwijderen van de displaytekst:
Druk de Sluit Foxtoets.
➔Het display komt terug in rusttoestand; de functie blijft geactiveerd.
21
De display- en bedieningselementen gebruiken
Toetsen
Bij het gebruik van de Foxtoets
De Foxtoets heeft verschillende functies. Deze functies worden weergegeven boven
de toets. Verschillende contacten worden opgeslagen onder de brede Foxtoets, wat
betekent dat u precies moet drukken juist onder de functie die u wil.
Druk op de Foxtoets juist onder de aanduiding van de functie die u wil.
<lang>
Hou de Foxtoets ingedrukt voor ongeveer 2 seconden.
De Aastra M535 uitbreidingstoetsenmodule gebruiken
De configureerbare toetsen van de uitbreidingstoetsenmodule Aastra M535 kunnen
worden bediend zoals alle andere configureerbare toetsen. Daarbij zijn er de volgende extra’s:
• Als u een Aastra M535 verwijdert of als u de volgorde van de aangesloten uitbreidingstoetsenmodules wijzigt, verandert de configuratie van de toetsen niet.
• Het M535 display contrast is van toepassing voor alle aangesloten Aastra M535 uitbreidingstoetsenmodules.
• De Aastra M535instelling voor de Verlichting van het display worden overgenomen
van de telefoon.
• De Aastra M535 heeft 3 niveaus met elk 15 configureerbare toetsen.
Shift + toets:
Doet switchen tussen de 3 views. Druk telkens 1 x om het volgende niveau te
tonen.
LED Display:
Geeft aan welk van de 3 niveaus actief is.
➔Als u zich bijvoorbeeld op niveau 3 van de Aastra M535-uitbreidingstoetsenmodule bevindt en er vindt een gebeurtenis op niveau 1 plaats, wordt
deze gebeurtenis aangegeven door de rood knipperend lampje in positie 1.
22
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
De display- en bedieningselementen gebruiken
Input
Cijfertoetsen
De karakters zijn toegewezen aan de cijfertoetsen als volgt. Druk herhaaldelijk op de
relevante cijfertoets tot het karakter dat u wenst wordt getoond.
-.?1!,:;’"¿¡
ABC2ÄÆÅÇ
abc2äæåàç
DEF3É
def3éèê
GHI4
ghi4ì
JKL5
jkl5
MNO6ÑÖØ
mno6ñöøò
PQRS7
pqrs7ß
TUV8Ü
tuv8üù
WXYZ9
wxyz9
+0
@*/()<=>%£$€¥ª&§
<Spatie> #
Invoer cijfers
De cijfertoetsen worden gebruikt voor het invoeren van de cijfers 0 - 9.
Geef de letters in
U kunt de cijfertoetsen tevens gebruiken voor het invoeren van letters en speciale
karakters. Een aantal letters en speciale karakters zijn toegewezen aan een toets.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
23
De display- en bedieningselementen gebruiken
Om letters in te geven met de cijfertoetsen moet u in tekstmode zijn. De tekstmode is
automatisch geactiveerd als het toestel een tekstingave verwacht. U kan afwisselen
tussen letters en cijfers tijdens uw ingave.
abc-->123
Afwisselen tussen cijfers en letters tijdens uw ingave:
Druk op abc-->123 or 123-->abc Foxtoets.
Omschakelen tussen hoofdletters en kleine letters
U wilt omschakelen tussen hoofdletters en kleine letters tijdens het invoeren in de
tekstmode.
Hoofdletters zijn automatisch geactiveerd bij het ingeven van de eerste letter. Dan
switcht de tekstmode automatisch naar kleine letters. U kunt kiezen of u de Foxtoets
gebruikt om handmatig om te schakelen tussen hoofdletters of kleine letters.
A>a
Switchen tussen hoofd- en kleine letters:
Druck op a>A of A>a Foxtoets.
Corrigeren foutieve invoer
U heeft een fout gemaakt bij het invoeren van een cijfer of karakter. U kan karakter per
karakter wissen of alles in één keer.
c
Verwijderen van de laatste invoer:
Druk op de Correctietoets.
Notitie:
Met de navigatietoets kan u naar het karakter gaan dat u wil wissen.
Stop de ingave zonder te bewaren:
Druk op de End-toets.
Het verplaatsen van de cursor
U wilt een bepaalde invoer verwijderen of corrigeren.
Met de navigatietoets kan u de cursor links of rechts bewegen.
Beweeg de cursor met de horizontale navigatietoets.
24
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
De display- en bedieningselementen gebruiken
Menu-instructies
Toegang tot het menu
Het toestel is in standby mode:
Menu
Druk Menu Foxtoets.
➔Het eerste menu wordt weergegeven.
Gebruik de verticale navigatietoets om het menu te overlopen.
Select
Druk Select Foxtoets.
➔Toegang tot het weergegeven menu.
De navigatietoets gebruiken
U kan een bepaald menu gemakkelijker en efficiënter terugvinden met behulp van de
navigatietoets. U kan de verschillende menu’s verticaal en horizontaal overlopen.
Horizontale navigatietoets:
Links: scrollt terug door het menu.
Rechts: opent weergegeven menu, scrollt vooruit door het menu, vindt gedetailleerde informatie terug.
Verticale navigatietoets:
Onderste regel: opent Instellingen, scrollt benedenwaarts in de lijst.
Bovenste regel: opent Instellingen, scrollt naar beneden in de lijst.
Handelingen annuleren
Om de stappen te annuleren, gaat u als volgt te werk:
Stop de ingave zonder te bewaren:
Druk op de End-toets.
Terug naar rusttoestand in het menu:
Druk op de End-toets.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
25
De display- en bedieningselementen gebruiken
Andere navigatie mogelijkheden
c
Terug scrollen door het menu:
Druk op de Correctietoets.
Reset van actieve functies
U kan alle geactiveerde functies opnieuw uitschakelen (vb. Doorschakelen, Blokkeren).
Menu
Reset
Druk op de pijl-omhoog van de navigatietoets.
➔Alle geactiveerde functies worden nu weergegeven.
Of:
Kan ook worden opgehaald via menu: Menu > Actieve functies.
Reset de desbetreffende functie.
➔De functie is nu uitgeschakeld.
Signaleringen
Signaleringen LED indicatie
Afhankelijk van de situatie knipperen de LEDs of blijven ze opgelicht..
Linker LED knippert:
➔Toestel rinkelt.
Rood indicatielampje brandt:
➔Nieuw voicemailbericht, bericht of terugbellen ontvangen.
Notitie:
Zie het hoofdstuk "De Aastra M535 uitbreidingstoetsenmodule gebruiken",
pagina 22 voor informatie over het indicatielampje op de Aastra M535-uitbreidingsmodule.
26
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Bijkomende functies
De volgende hoofdstukken verklaren de additionele functies van uw toestel
waardoor u efficiënter kunt werken en telefoneren.
Oproepen uitvoeren en beantwoorden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Functies gebruiken tijdens een oproep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
U bent even van u plaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Functies voor speciale situaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Functies instellen via remote control . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
Organisatie binnen een team . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
Lijntoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
27
Bijkomende functies
Oproepen uitvoeren en beantwoorden
Dit hoofdstuk verklaart enige makkelijke functies van uw toestel om te telefoneren.
Naamkeuze – (snelkeuze)
U wil een oproep maken door een naam te kiezen.
Met snelkiezen hoeft u slechts een cijfertoets te kiezen voor elke letter die u wenst en
deze slechts 1 maal in te drukken ook al zitten er meerdere letters onder. Een slim zoekalgoritme zorgt voor snelle resultaten.
Uitgangspunt: De naam en het overeenkomstig oproepnummer zijn opgeslagen in
één van de telefoongidsen van het systeem of in een externe telefoongids, aangesloten op het systeem.
De naam en voornaam dienen gescheiden te worden door een spatie (# toets), bijvoorbeeld "no s" (6 6 # 7) voor Noble Stephen. Afhankelijk van hoe de namen ingevoerd zijn kan deze volgorde anders zijn. Vraag uw beheerder hoe de namen in de lijsten zijn ingevoerd.
Notitie:
• Om via Quickdial in een externe telefoongids te zoeken, dient u op de *-toets of 0toets te drukken alvorens de eerste letter in te geven.
• De reactietijd kan variëren al naargelang de grootte en het aantal aangesloten
telefoongidsen.
☛
Quickdial:
Druk één maal op elk van de overeenkomstige toetsen om de beginletters van
de naam die u zoekt in te geven.
➔Voor elke letter wordt op de display een cijfer getoond, bijvoorbeeld het
cijfer "6" voor de letter "n".
Druk de telefoongidstoets.
➔De telefoon zoekt naar overeenkomende personen.
☛
U moet mogelijk nog een letter invoeren voordat de gewenste naam of een
lijst met personen wordt weergegeven.
Scroll door de lijst totdat de gebruiker wordt weergegeven die u zoekt. Selecteer het telefoonnummer die u wilt.
28
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Bijkomende functies
Notitie:
Indien het toestel de gevraagde gebruiker niet kan terugvinden, zal Lege lijst
verschijnen op het scherm.
Neem de telefoonhoorn op.
➔Het display toont het nummer dat wordt gekozen.
Oproepen vanuit de telefoongids
U wilt een persoon zoeken in een van de gekoppelde telefoongidsen.
De naam en voornaam dienen gescheiden te worden door een spatie, bijvoorbeeld
"no s" voor Noble Stephen. Afhankelijk van hoe de namen ingevoerd zijn kan deze
volgorde anders zijn. Vraag uw beheerder hoe de namen in de lijsten zijn ingevoerd.
Om te weten hoe u een nieuwe contact in uw persoonlijke telefoongids kan creëren,
ga naar hoofdstuk "Een nieuwe vermelding in het telefoonboek maken", pagina 85.
Druk de telefoongidstoets.
Zoek gegeven
Scroll naar Zoek gegeven en druk op Select Foxtoets.
Geef, indien nodig, de beginletters in van de naam die u zoekt (voornaam en
naam scheiden met een spatie) totdat de gebruiker of een lijst wordt weergegeven.
Notitie:
• Tekst mode is automatisch geactiveerd.
• Gebruik de #-toets om een spatie in te voegen.
Scroll door de lijst totdat de gebruiker wordt weergegeven die u zoekt. Selecteer het telefoonnummer die u wilt.
Neem de telefoonhoorn op.
➔Het display toont het nummer dat wordt gekozen.
Notitie:
• De zoek functie heeft geen invloed op hoofdletters, kleine letters en speciale karakters.
• Wanneer u in externe telefoongidsen zoekt, dient u steeds delen van de
voornaam en naam, en indien mogelijk de plaatsnaam in te geven.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
29
Bijkomende functies
Bellen via externe telefoongidsen
Indien u Geavanceerd zoeken, selecteert, kan u rechtstreeks in de aangesloten externe
telefoongidsen zoeken. Deze functie is niet beschikbaar wanneer er geen externe
telefoongidsen zijn aangesloten.
De naam, voornaam en plaatsnaam dienen elk gescheiden te worden door een spatie,
bijvoorbeeld "no s so" voor Noble Stephen in Solothurn. Afhankelijk van hoe de
namen ingevoerd zijn kan deze volgorde anders zijn. Vraag uw beheerder hoe de
namen in de lijsten zijn ingevoerd.
Druk de telefoongidstoets.
Geavanceerd zoeken
Scroll naar Geavanceerd zoeken en druk Select Foxtoets.
Geef de beginletters van de naam die u wenst (voornaam en naam gescheiden
door een spatie).
Geef, indien nodig, de beginletters van de stadsnaam in (naam en stadsnaam
gescheiden door een spatie) totdat de gebruiker of een lijst wordt weergegeven.
Notitie:
• Tekst mode is automatisch geactiveerd.
• Gebruik de #-toets om een spatie in te voegen.
Scroll door de lijst totdat de gebruiker wordt weergegeven die u zoekt.
Neem de telefoonhoorn op.
➔Het display toont het nummer dat wordt gekozen.
Notitie:
• De zoek functie heeft geen invloed op hoofdletters, kleine letters en speciale karakters.
• Wanneer u in externe telefoongidsen zoekt, dient u steeds delen van de
voornaam en naam, en indien mogelijk de plaatsnaam in te geven.
Oproepen vanuit de onbeantwoorde oproeplijst
U wilt iemand bereiken die u gebeld heeft tijdens uw afwezigheid.
Uw toestel slaat automatisch het telefoonnummer van deze gebruiker op in een
oproeplijst en op het display verschijnt Gemiste oproepen. U kunt die persoon nu
bereiken via de oproeplijst.
De lijst van onbeantwoorde oproepen bevat maximaal 10 oproepen.
30
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Bijkomende functies
Toon
Een gebruiker terugbellen:
Druk de Toon Foxtoets.
➔Het display toont de lijst van onbeantwoorde oproepen.
Scroll door de lijst totdat de gebruiker wordt weergegeven die u zoekt.
Neem de telefoonhoorn op.
➔Het display toont het nummer dat wordt gekozen. Nadat de verbinding tot
stand gekomen is wordt dit nummer automatisch uit de lijst verwijderd.
Sluit
"Gemiste oproepen" wissen van het scherm:
Druk de Sluit Foxtoets.
➔Wist het scherm. Het nummer blijft opgeslagen in de lijst met
woorde Oproepen.
Onbeant-
Notitie:
De oproeplijst met onbeantwoorde oproepen kan ook via het menu worden
geselecteerd: Menu > Oproeplijst > Onbeantwoorde oproepen.
Oproepen vanuit de beantwoorde oproeplijst
U wilt iemand terugbellen wiens oproep u beantwoordt heeft.
Uw toestel slaat automatisch het nummer op van een oproep die u beantwoordt
heeft. U kunt die persoon nu bereiken via de oproeplijst.
De lijst van beantwoorden oproepen bevat maximaal 10 nummers.
Menu
Druk de Menu Foxtoets.
Oproep lijst
Scroll naar Oproeplijst en druk Select Foxtoets.
Beantwoorde oproepen
Scroll naar de Beantwoorde oproepen Oproeplijst en druk Ok Foxtoets.
➔Het display toont de lijst met de laatste oproepen.
Scroll door de lijst totdat de gebruiker wordt weergegeven die u zoekt.
Neem de telefoonhoorn op.
➔Het display toont het nummer dat wordt gekozen.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
31
Bijkomende functies
Bellen via herhaalfunctie
U wil iemand bellen die u al gebeld heeft.
In de lijst van de gebelde nummers houdt u toestel automatisch de telefoonnummers
bij van de personen die u zelf heeft gebeld, met de naam, wanneer die beschikbaar is.
U kunt nu de betrokken persoon bellen door deze lijst te gebruiken.
De herhaallijst kan maximaal 10 telefoonnummers bevatten.
Druk op de herhaaltoets.
➔Herhaallijst wordt weergegeven.
Druk op de herhaaltoets meerdere keren of druk op de navigatietoets om te
scrollen door al uw laatst gevormde telefoonnummers.
Neem de telefoonhoorn op.
➔Het display toont het nummer dat wordt gekozen.
Notitie:
De herhaallijst kan ook worden geselecteerd via het menu: Menu > Oproeplijst
> Herhaallijst.
Selecteren met de configureerbare foxtoets
U wenst iemand te bellen wiens telefoonnummer is opgeslagen onder een Foxtoets.
U kan de persoon opbellen door op de overeenstemmende positie op de Foxtoets te
drukken.
Hoe een Foxtoets configureren, ga naar hoofdstuk "Configureren van toetsen", pagina 90.
Druk op de geconfigureerde foxtoets.
➔Het telefoonnummer dat aan de toets is toegewezen, wordt op het display
weergegeven.
Neem de telefoonhoorn op.
➔Het display toont het nummer dat wordt gekozen.
32
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Bijkomende functies
Kiezen met een vrij programmeerbare toets
U wilt iemand oproepen wiens nummer opgeslagen is onder een vrij programmeerbare toets.
U kan de persoon opbellen door op de corresponderende toets te drukken.
Hoe een configureerbare toets configureren, ga naar hoofdstuk "Configureren van
toetsen", pagina 90.
<één keer kort>
Activeer het telefoonnummer dat als eerste aan de toets is toegewezen:
Druk 1maal.
➔Het eerste telefoonnummer dat aan de toets is toegewezen, wordt weergegeven.
<twee keer kort>
Activeer het telefoonnummer dat als tweede aan de toets is toegewezen:
Druk tweemaal kort achter elkaar.
➔Het tweede telefoonnummer dat aan de toets is toegewezen, wordt weergegeven.
Neem de telefoonhoorn op.
➔Het telefoonnummer wordt opgebeld.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
33
Bijkomende functies
Terugbelverzoek
U wilt een persoon spreken. De persoon is bezet of antwoordt niet. U kunt een terugbel verzoek starten voor zowel interne als externe nummers (extern alleen als het
door de infrastructuur ondersteund wordt). Niet alle netwerk providers ondersteunen
deze functie.
Indien de opgeroepene bezet is, kan u het automatisch terugbellen activeren. In dit
geval begint uw toestel te rinkelen zodra gebelde persoon oplegt. Wanneer u de
hoorn opneemt, wordt de persoon die u wenst te bereiken meteen opgebeld.
Dit geldt ook als de gebelde persoon de oproep niet beantwoordt. De gebruiker ontvangt dan een bericht op zijn scherm met de melding van uw aanvraag tot terugbellen.
U heeft geprobeerd iemand te bereiken en hoort een bezet- of beltoon.
Terugoproep
Om terugbel verzoek te activeren:
Druk de Terugoproep Foxtoets.
Leg de telefoonhoorn op de haak.
➔Het display toont Opbellen.
Sluit
Terug naar rustsituatie:
Druk de Sluit Foxtoets.
➔Terugbellen blijft geactiveerd.
Notitie:
De terugoproep is opgeslagen in Menu > Actieve functies zolang het niet werd
beantwoord of geannuleerd door het systeem.
Reset
Terugbellen resetten:
Druk de Reset Foxtoets.
➔Terugbellen is uitgeschakeld.
Notitie:
U kan slechts 1 “Terugbellen” tegelijkertijd activeren en er kan slechts
1 “Terugbellen” van u worden verwacht. Dit verzoek wordt automatisch na een
half uur gewist door het systeem.
34
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Bijkomende functies
Om de aanvraag tot terugbellen te beantwoorden
Iemand heeft een terugbelverzoek achtergelaten. U kan dit merken aan de opgelichte
LED in rusttoestand. Het display toont Terugbellen aub.
Opbellen
Wissen
Om het terugbel verzoek te beantwoorden:
Druk de Opbellen Foxtoets.
➔Het telefoonnummer wordt opgebeld.
Wis terugoproep verzoek:
Druk de Wissen Foxtoets.
➔Terugoproep is uitgeschakeld.
Notitie:
De terugbellen kan gewijzigd worden via Menu > Active funties > Wissen of
Opbellen zolang het niet werd beantwoord of geannuleerd door het systeem.
2e oproep bij een interne gebruiker
U wilt spreken met een interne deelnemer. Echter deze persoon is in gesprek.
Doordat u een wachtende oproep activeerde hoort de interne deelnemer een toon en
ziet uw telefoonnummer en naam op de display. Deze persoon kan uw oproep beantwoorden, doorschakelen of afwijzen.
Uitgangspunt: Het is noodzakelijk dat de interne gebruiker de Tweede oproep functie
niet heeft geblokkeerd op zijn toestel (voor configuratie zie hoofdstuk "De beveiliging
tegen oproeptypen activeren", pagina 84).
Vraag aan uw systeembeheerder of de Tweede oproep functie is toegelaten in het
systeem.
2e oproep
De gebruiker is bezet:
Druk de 2e oproep Foxtoets.
➔U hoort een kiestoon.
Notitie:
Als de persoon uw oproepverzoek weigert of als de oproep niet in de wacht
kan worden gezet, wordt de verbinding, afhankelijk van de configuratie van
het systeem, verbroken (bezettoon) of omgeleid naar een vooraf geconfigureerde bestemming.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
35
Bijkomende functies
Beantwoorden van 2e oproep
U bent in gesprek en hoort de 2e oproep toon. Een andere persoon wil u dringend
spreken.
U kunt de oproep óf beantwoorden óf afwijzen.
Antwoorden
Oproep benantwoorden:
Druk de Antwoorden Foxtoets.
➔De eerste beller wordt in de wacht gezet. U bent nu verbonden met degene
die 2e oproep activeerde.
Notitie:
Voor meer gedetailleerde informatie over het pendelen tussen oproepers of
over het uitvoeren van een conference call, raadpleeg hoofdstuk "Pendelen tijdens een wisselgesprek", pagina 40 en "Een conferentiegesprek voeren",
pagina 40 respectievelijk.
Doorschakel
<Telefoonnummer>
☛
Oproep doorschakelen:
Druk de Doorschakel Foxtoets.
Geef het telefoonnummer in en bevestig met Ok Foxtoets.
➔De oproeper in wacht wordt doorgegeven.
Notitie:
U kan het telefoonnummer van de persoon die u zoekt eveneens opzoeken in
de telefoongids, de herhaallijst of de oproeplijst.
36
Afwijzen
Oproep afwijzen:
Druk de Afwijzen Foxtoets of End toets.
➔U blijft verbonden met het originele gesprek. Afhankelijk van de systeemconfiguratie hoort de beller een bezettoon of wordt omgeleid naar een
vooraf gedefinieerde bestemming.
Einde
Een huidige oproep beëindigen:
Druk de Einde Foxtoets.
➔Het éérste gesprek wordt beëindigd. U bent nu verbonden met degene die
2e oproep activeerde.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Bijkomende functies
Een intercomoproep starten
U wilt via de ingebouwde luidspreker van uw gebruiker, indien aanwezig, een algemene omroep doen zonder op antwoord te wachten (net als een intercom).
Uitgangspunt: Het is noodzakelijk dat de interne gebruiker zijn toestel niet geblokkeerd heeft tegen aankondiging (voor configuratie zie hoofdstuk "De beveiliging
tegen oproeptypen activeren", pagina 84).
Neem de telefoonhoorn op.
Intercom
Druk de Intercom Foxtoets.
<Bestemmingen>
Selecteer bestemming (Gebruiker of Groep) en bevestig met de Ok Foxtoets.
<Telefoonnummer>
☛
Geef het telefoonnummer in en bevestig met Ok Foxtoets.
➔De gebruiker wordt geattendeerd op de omroep. U kunt nu direct spreken.
Notitie:
U kan het telefoonnummer van de persoon die u zoekt eveneens opzoeken in
de telefoongids, de herhaallijst of de oproeplijst.
Of
Druk Menu > Oproep functies > Intercom > Gebruiker/Groep om de melding te
starten.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
37
Bijkomende functies
Een intercommelding ontvangen
U wordt door een geluidssignaal op de hoogte gesteld van deze tweede oproep en
op de display wordt Intercom weergegeven. U wordt toegesproken via de luidspreker.
U kunt het bericht uitluisteren of afbreken.
Om het beluisteren van de omroep voort te zetten:
Neem de telefoonhoorn op.
➔U bent nu verbonden met de persoon die de omroep startte.
Notitie:
Als de aankondiging gestuurd werd naar een groep, worden alle andere
groepsleden uitgesloten.
Om de omroep te stoppen:
Druk op de End-toets.
Privégesprek met PIN
U wilt een privé gesprek voeren op uw eigen toestel of dat van iemand anders.
Met behulp van uw PIN kan u om het even welk toestel gebruiken om een externe
oproep uit te voeren met uw persoonlijke instellingen, zelfs als dat toestel geblokkeerd is voor externe oproepen. De opgeroepene ziet het persoonlijke nummer van
uw eigen toestel en niet het nummer van het toestel van waar u belt. Om het even
welke opgelopen oproepkosten zullen u worden aangerekend.
Het door u gekozen nummer wordt niet opgeslagen in het nummer heraalregister.
☛
1. Voer functiecode #46 in, gevolgd door uw intern telefoonnummer.
2. Voer uw PIN code in.
3. Voer het externe nummer direct in zonder het netlijntoegangsnummer.
Neem de telefoonhoorn op.
➔Het toestel is nu vrijgegeven. Het nummer wordt gebeld.
Notitie:
De standaard PIN-instelling "0000" wordt niet geaccepteerd. Wijzig eerst de
PIN, zoals is beschreven in het hoofdstuk "Het wijzigen van uw persoonlijke
code (PIN)", pagina 81 of gebruik de functiecode *47 (zie de "User’s Guide
Function Codes" op de Aastra 400 DocFinder: www.aastra.com/docfinder). Als
u uw PIN bent vergeten, kan uw systeembeheerder de PIN opnieuw instellen
op de standaardinstelling.
38
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Bijkomende functies
Functies gebruiken tijdens een oproep
Dit hoofdstuk verklaart verschillende opties die uw toestel biedt indien u even
weg bent van uw toestel om te telefoneren.
Wisselgesprek gedurende een actieve verbinding
U wilt iemand oproepen zonder uw huidige gesprek te verbreken. Hierna wilt u met
de éérste partij verder praten.
Met de Ruggespraak functie kan u tijdens het gesprek een andere persoon opbellen
en uw eerste gesprekspartner in wacht plaatsen. U kunt een terugbel verzoek starten
voor zowel interne als externe nummers (extern alleen als het door de infrastructuur
ondersteund wordt).
Ruggespraak
☛
U bent aan de lijn / een gesprek aan het voeren:
Druk de Ruggespraak Foxtoets.
Voer het nummer in van uw ruggespraak partner.
➔Ruggespraak partij wordt opgebeld; eerste gesprekspartner wordt in wacht
geplaatst.
Notitie:
U kan het telefoonnummer van de persoon die u zoekt eveneens opzoeken in
de telefoongids, de herhaallijst of de oproeplijst.
Einde
Om de ruggespraakverbinding te verbreken:
Druk de Einde Foxtoets of the End toets.
➔U bent nu weer verbonden met de éérste verbinding.
Notitie:
• Als uw wisselgesprekspartner ophangt of u legt zelf per ongeluk de hoorn
neer dan hoort u een continue waarschuwingssignaal om u er aan te herinneren dat de éérste opbeller nog aan de lijn is. Indien u op de oproeptoets
drukt tijdens de ononderbroken beltoon, wordt u opnieuw verbonden met
uw eerste gesprekspartner.
• Indien de andere gebruiker niet antwoordt kunt u de ruggespraakoproep
beëindigen met de Einde Foxtoets, en het gesprek uit de wacht terugnemen.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
39
Bijkomende functies
Pendelen tijdens een wisselgesprek
U spreekt met een wisselgespreks partner en u heeft de éérste beller in de wacht. U
wilt pendelen tussen deze twee partijen.
In een wisselgesprek kunt u de functie pendelen gebruiken om tussen beide bellers te
schakelen. Deze functie werkt zowel op interne als externe gebruikers. U kunt ook
pendelen tussen een conferentiegesprek en een wisselgesprek partner.
Pendelen
Einde
Pendelen:
Druk de Pendelen Foxtoets.
➔U spreekt nu met de andere partij. Het originele gesprek staat in de wacht.
Om de huidige verbinding te verbreken:
Druk de Einde Foxtoets.
➔Verbinding beëindigen. U bent nu verbonden met de beller in de wacht.
Een conferentiegesprek voeren
U bent in gesprek en u heeft op hetzelfde moment een ander gesprek in wacht staan.
U wilt met beide partijen een conferentie opbouwen.
Met de conferentiefunctie kunt u een deelnemer toevoegen in het bestaande
gesprek. Vanuit een conferentie kunt u een wisselgesprek opbouwen met iemand
anders. U kan pendelen tussen de partijen van de conference call en de Ruggespraak
partij.
Afhankelijk van het systeem kan een conferentie bestaan uit maximaal 6 deelnemers.
De gebruikers kunnen zowel interne als externe gebruikers zijn.
Conferentie
Om iemand in de wacht toe te voegen aan een conferentie:
Druk de Conferentie Foxtoets.
➔De gesprekspartner die in wacht was, is nu mee in het gesprek opgenomen.
Notitie:
Afhankelijk van de configuratie van het systeem zal u al dan niet een attentietoon horen.
Hoe verlaat ik een conferentiegesprek:
Leg de telefoonhoorn op de haak.
➔De overige deelnemers blijven in de conferentie.
40
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Bijkomende functies
Een gesprek doorverbinden
U wilt een gesprek doorverbinden naar iemand anders.
Met de Ruggespraak functie kan de oproep doorverbonden worden. U kunt zowel
intern als extern doorverbinden.
Ruggespraak
☛
U maakt of beantwoordt een oproep
Druk de Ruggespraak Foxtoets.
Voer het nummer in van uw ruggespraak partner.
➔Ruggespraak partij wordt opgebeld; eerste gesprekspartner wordt in wacht
geplaatst.
Notitie:
U kan het telefoonnummer van de persoon die u zoekt eveneens opzoeken in
de telefoongids, de herhaallijst of de oproeplijst.
Doorverbinden met vooraankondiging:
Wacht totdat de gebelde persoon antwoordt. Kondig het gesprek aan.
Verbinden
Leg de hoorn op de haak of druk op de Verbinden Foxtoets.
➔De eerste beller en de andere persoon worden nu met elkaar verbonden.
Notitie:
Indien de andere gebruiker niet antwoordt kunt u de ruggespraakoproep
beëindigen met de Einde Foxtoets, en het gesprek uit de wacht terugnemen.
Verbinden zonder vooraankondiging:
Wacht totdat u beltoon hoort en leg neer.
➔De opgebelde wordt direct doorverbonden met de opbeller.
Notitie:
Heroproep: Als de gebelde persoon niet opneemt dan komt het doorverbonden gesprek terug bij uw toestel.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
41
Bijkomende functies
Een gesprek parkeren
U wilt het gesprek in de wacht plaatsen zonder een telefoonlijn te gebruiken.
U kunt uw gesprekspartner lokaal parkeren en op elk aan u toegewezen telefoon
weer terugnemen.
U kunt ook de Parkerenfunctie toekennen aan een vrij te configureren toets (zie
hoofdstuk "Configureren van toetsen", pagina 90).
Parkeer
Druk de Parkeer Foxtoets.
➔Jouw gesprekspartner is nu lokaal geparkeerd;
wordt weergegeven.
Leg de telefoonhoorn op de haak.
[P]
Om het geparkeerd gesprek terug te nemen:
Druk de [P] Foxtoets.
➔Verbonden in handsfree mode.
Om te bellen met het toestel:
Neem de telefoonhoorn op.
Notitie:
• Met de End toets keert het display terug in de rusttotestand. Zolang de
opbeller niet verbreekt zal deze geparkeerd blijven. U kunt de geparkeerde
oproep terug halen door gebruik te maken van Menu > Actieve functies > [P].
• U kunt de functiecode voor centraal parkeren vinden in de "User’s Guide
Function Codes" op de Aastra 400 DocFinder: www.aastra.com/docfinder.
42
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Bijkomende functies
U bent even van u plaats
Dit hoofdstuk verklaart verschillende opties die uw toestel biedt indien u even
van uw werkplek weg bent.
Met de functie Aanwezigheid kunt u snel uw persoonlijke aanwezigheidsstatus
instellen. U weet ook direct of de persoon die u wilt bellen, aanwezig of afwezig
is, zonder dat u hem of haar hoeft te bellen. Welke informatie wordt weergegeven, hangt af van het type telefoon.
Afwezigheid instellen met de aanwezigheidstoets
Uw telefoon is uitgerust met een aanwezigheidstoets waaronder u aanwezigheidsprofielen kunt opslaan. Door eenvoudigweg op de aanwezigheidstoets te drukken,
kunt u een oproepomleiding activeren.
Notitie:
U kunt de aanwezigheidstoets net als alle andere configureerbare toetsen configureren (zie het hoofdstuk "Configureren van toetsen", pagina 90).
U kunt kiezen uit 5 aanwezigheidsprofielen voor het instellen van uw aanwezigheidsstatus:
Aanwezigheidsstatus (aanwezigheidssymbool en aanwezigheidslampje)
Beschikbaar (standaard)
Niet beschikbaar
Afwezig
Vergadering
Bezet
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
43
Bijkomende functies
U kan in de volgende situaties de aanwezigheid van de gewenste persoon zien.
•
•
•
•
wanneer u een interne persoon belt;
vanuit het telefoongids of een oproeplijst;
tijdens het kiezen op naam;
via een teamtoets (alleen de bezetstatus wordt aangegeven; op de Aastra M535
wordt ook het bijbehorende aanwezigheidssysmbool weergegeven).
Notitie:
Externe toepassingen zoals Open Interfaces Platform (OIP) kunnen van invloed zijn
op uw aanwezigheidsstatus. Contacteer uw systeembeheerder voor meer informatie.
<Aanwezigh.profiel>
Het aanwezigheidsprofiel activeren:
Druk op de functietoets voor <Aanwezigheidsprofiel>.
Of:
Het aanwezigheidsprofiel kan ook worden geselecteerd via het menu: Menu >
Instellingen > Algemeen > Aanwezigheid.
Of:
Selecteer het gewenste profiel via het aanwezigheidsmenu en druk op de foxtoets Ok.
➔Het profiel is geactiveerd
<Aanwezigh.profiel>
Het aanwezigheidsprofiel deactiveren:
Druk op de functietoets voor <Aanwezigheidsprofiel>.
Of:
Selecteer het nieuwe profiel via het aanwezigheidsmenu en druk op de foxtoets Ok.
➔Het profiel wordt gedeactiveerd.
☛
44
De aanwezigheid van een persoon controleren:
Voer een volledige interne naam in en druk op de aanwezigheidstoets.
Of:
Selecteer de gewenste persoon in het telefoongids of in een oproeplijst.
Of:
Druk op de aanwezigheidstoets en vervolgens op een teamtoets.
➔De aanwezigheidsstatus wordt weergegeven.
Druk Oproepen Foxtoets.
➔Het telefoonnummer wordt opgebeld.
Druk de Sluit Foxtoets.
➔De persoon wordt niet gebeld, geen vermelding in de oproeplijst.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Bijkomende functies
Omleiden van oproepen (Oproepdoorschakeling)
U wilt uw werkplek verlaten. Oproepen voor u bedoeld worden omgeleid naar een
andere bestemming (b.v. toestel, voicemail, pager).
Met oproepdoorschakeling kunt u inkomende oproepen direct omleiden naar een
andere bestemming.
Notitie:
• Het omleiden is van toepassing op alle aangesloten telefoons.
• Er kan slechts één optie voor omleiden tegelijkertijd worden gebruikt.
Menu
Druk de Menu Foxtoets.
Omleiden
Blader naar Omleiden en druk de Select Foxtoets.
Oproepdoorschakeling
Blader naar Oproepdoorschakeling en bevestig dit met OkFoxtoets.
Gebruiker
Scroll naar Gebruiker en bevestig met de Ok Foxtoets.
Geef het telefoonnummer in en bevestig met Ok Foxtoets.
➔Omleiden wordt geactiveerd.
Notitie:
• U kan het telefoonnummer van de persoon die u zoekt eveneens opzoeken
in de telefoongids, de herhaallijst of de oproeplijst.
• Als u alleen omgeleid wilt worden indien u in gesprek bent. Kies dan Omleiden bij bezet.
• U kan ook omleiden naar de Voicemail (zie hoofdstuk "Omleiden naar voicemail", pagina 47) of naar a Bericht (zie hoofdstuk "Omleiden naar een
bericht", pagina 48).
• U kan de omleiding annuleren door Menu > Actieve functies > Reset.
• U kan een oproepdoorschakeling ook activeren via besturing op afstand, zie
hoofdstuk "Functies instellen via remote control", pagina 67.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
45
Bijkomende functies
Oproep doorschakeling bij niet beantwoorden (CFNR)
U wilt omroepen bestemd voor uw toestel doorschakelen naar een andere bestemming
Zowel uw eigen toestel als de andere bestemming zullen rinkelen. De systeemconfiguratie bepaald of er een vertraging is bij het doorschakelen. Degene die als eerste de
hoorn van de haak neemt beantwoordt de oproep. Afhankelijk van de systeeminstellingen kan de oproepdoorschakeling ook geactiveerd worden als uw toestel bezet is.
Notitie:
• Het omleiden is van toepassing op alle aangesloten telefoons.
• Er kan slechts één optie voor omleiden tegelijkertijd worden gebruikt.
Menu
Druk de Menu Foxtoets.
Omleiden
Blader naar Omleiden en druk de Select Foxtoets.
Omleiding vertraagd
Blader naar Omleiding vertraagd en bevestig met de Ok Foxtoets.
Gebruiker
Scroll naar Gebruiker en bevestig met de Ok Foxtoets.
Voer het telefoonnummer in van de bestemming waar de oproepen naar toe
moeten worden omgeleid en bevestig met de Ok Foxtoets.
➔Omleiden wordt geactiveerd.
Notitie:
• U kan het telefoonnummer van de persoon die u zoekt eveneens opzoeken
in de telefoongids, de herhaallijst of de oproeplijst.
• U kan de oproepen ook omleiden naar de Voicemail (zie hoofdstuk "Omleiden naar voicemail", pagina 47).
• U kan de omleiding annuleren door Menu > Actieve functies > Reset.
• U kan een oproepdoorschakeling ook activeren via besturing op afstand, zie
hoofdstuk "Functies instellen via remote control", pagina 67.
46
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Bijkomende functies
Omleiden naar voicemail
U bent momenteel niet bereikbaar op uw toestel. Indien u omleidt naar uw voicemail,
kan een gebruiker u een gesproken boodschap nalaten.
U kunt de algemene begroeting activeren of de eigen begroeting (zie hoofdstuk
"Voicemail instellingen", pagina 88).
Raadpleeg de "User’s Guide Voice Mail Systems" op de Aastra 400
DocFinder: www.aastra.com/docfinder voor meer informatie over voicemail.
Notitie:
• Het omleiden is van toepassing op alle aangesloten telefoons.
• Er kan slechts één optie voor omleiden tegelijkertijd worden gebruikt.
Menu
Druk de Menu Foxtoets.
Omleiden
Blader naar Omleiden en druk de Select Foxtoets.
Oproepdoorschakeling
Blader naar Oproepdoorschakeling en bevestig dit met OkFoxtoets.
Voicemail
Blader naar Voicemail en bevestig met de Ok Foxtoets.
➔Omleiden wordt geactiveerd.
Notitie:
• U kunt kan instellen of de voicemail direct antwoordt (Oproepdoorschakeling) of met vertraging (Omleiding vertraagd), of bij bezet (Omleiden bij
bezet).
• U kan de omleiding annuleren door Menu > Actieve functies > Reset.
• Een nieuw bericht wordt aangeduid met een tekstbericht op het display en
de indicator LED in de rusttoestand.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
47
Bijkomende functies
Omleiden naar een bericht
U wilt niet bereikbaar zijn op uw toestel. U wilt interne gebruikers een bericht geven
zodra deze u bellen. De beller hoort een bezettoon en ontvangt een bericht op het
display.
Uitgangspunt: De interne persoon moet een toestel met alfanumeriek display bezitten. Bellers met een toestel zonder alfanumeriek display worden doorgeschakeld naar
uw toestel of naar een voorgeprogrammeerde bestemming.
U kunt een van de tekstberichten die opgeslagen zijn in het systeem gebruiken of zelf
een bericht samenstellen.
Notitie:
• Het omleiden is van toepassing op alle aangesloten telefoons.
• Er kan slechts één optie voor omleiden tegelijkertijd worden gebruikt.
Menu
Druk de Menu Foxtoets.
Omleiden
Blader naar Omleiden en druk de Select Foxtoets.
Oproepdoorschakeling
Blader naar Oproepdoorschakeling en bevestig dit met OkFoxtoets.
Bericht
Blader naar Bericht en bevestig met de Ok Foxtoets.
<Bericht>
Selecteer één van de tekstberichten die opgeslagen zijn en druk op de Select
Foxtoets.
Wijzig of vul de tekst aan en bevestig met de Ok Foxtoets.
➔Omleiden wordt geactiveerd.
Notitie:
Indien u een andere directe omleiding op het toestel activeert wordt het
bericht dat u achtergelaten hebt automatisch uitgeschakeld.
48
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Bijkomende functies
Toestel blokkeren
U gaat van uw plaats en u wilt niet dat iemand de instellingen van uw toestel kan wijzigen, in uw privé telefoongids kan kijken of gesprekken voert via uw toestel.
U kunt het toestel blokkeren met een PIN bestaande uit twee tot tien cijfers. U kunt
deze code wijzigen via het menu (zie het hoofdstuk "Het wijzigen van uw persoonlijke
code (PIN)", pagina 81) of met de functiecode *47 (zie de "User’s Guide Function
Codes" op de Aastra 400 DocFinder: www.aastra.com/docfinder).
Menu
Druk de Menu Foxtoets.
Instellingen
Blader naar Instellingen en kies de Select Foxtoets.
Algemeen
Blader naar Algemeen en kies de Select Foxtoets.
Blokkeren
Blader naar Blokkeren en druk de Bewerk Foxtoets.
➔U wordt nu verzocht de PIN in te toetsen.
<PIN>
☛
<Niveau instellen>
Voer de PIN in en bevestig met de Ok Foxtoets.
Kies het gewenste blokkeringsniveau en bevestig met de Ok Foxtoets.
➔Het toestel is nu geblokkeerd; wordt weergegeven.
➔Als u al uw telefoons wilt vergrendelen, gebruikt u de functiecode
*33* <PIN> # (zie de "User’s Guide Function Codes" op de Aastra 400
DocFinder: www.aastra.com/docfinder).
Notitie:
U kunt kiezen of u alleen de configuratie (Configuratie vergrendeld) of het
gehele toestel blokkeert (Telefoon vergrendeld). Met de status Telefoon vergrendeld kunnen de privégegevens niet geopend worden en externe gesprekken
kunnen alleen plaatsvinden conform de systeeminstellingen.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
49
Bijkomende functies
Deblokkeer uw toestel
U wilt het toestel vrijgeven.
U moet uw code (PIN) gebruiken om het toestel vrij te geven. Als u uw PIN bent vergeten, kan uw systeembeheerder de PIN opnieuw instellen op de standaardinstelling.
Menu
Druk de Menu Foxtoets.
Actieve functies
Scroll naar Actieve functies en druk Select Foxtoets.
<Blokkeren>
Kies het blokkeringsniveau dat u wilt instellen en druk de Reset Foxtoets.
➔U wordt nu verzocht de PIN in te toetsen.
<PIN>
☛
Vrij
50
Voer de PIN in en bevestig met de Ok Foxtoets.
Blader naar Vrij en bevestig met de Ok Foxtoets.
➔Het toestel is vrijgegeven.
➔Als u al uw telefoons wilt ontgrendelen, gebruikt u de functiecode
#33* <PIN> # (zie de "User’s Guide Function Codes" op de Aastra 400
DocFinder: www.aastra.com/docfinder).
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Bijkomende functies
Functies voor speciale situaties
Deze sectie legt uit welke opties er zijn om met Uw toestel speciale situaties af te
handelen.
Functieselectie voor configureerbare toets
Deze sectie bevat een lijst met alle functies die u via het menu onder een configureerbare toets kunt opslaan. Contacteer uw systeembeheerder voor meer informatie.
In het hoofdstuk "Functies maken", pagina 96 vindt u meer informatie over de manier
waarop u functies onder een configureerbare toets kunt opslaan met functieopdrachten en functiecodes.
Functie
Beschrijving
Geen functie
Selecteer deze functie om de functietoetstoewijzing te verwijderen.
Oproepdoorschakeling
Met deze functie kunt u inkomende oproepen direct omleiden naar een
andere bestemming. Raadpleeg het hoofdstuk "Omleiden van oproepen
(Oproepdoorschakeling)", pagina 45 voor meer informatie.
Omleiden bij bezet
Met deze functie kunt u inkomende oproepen direct omleiden naar een
andere bestemming als u bezet bent. Raadpleeg het hoofdstuk "Omleiden van
oproepen (Oproepdoorschakeling)", pagina 45 voor meer informatie.
Omleiding vertraagd
Met deze functie leidt u inkomende oproepen die u op uw telefoon ontvangt,
om naar een andere bestemming. Raadpleeg het hoofdstuk "Oproep doorschakeling bij niet beantwoorden (CFNR)", pagina 46 voor meer informatie.
Schakelgroep
Met deze functie kunt u oproepen en functies routeren via schakelgroepen
(met twee schakelposities).
Stuuruitgang
U kunt externe elektrische apparatuur of installaties beheren met behulp van
stuuruitgangen. U kunt bijvoorbeeld het hek op afstand open doen of de verlichting aanzetten.
Welkomstbegroeting
Intercomservice voor inkomende interne en externe oproepen. Als u een
externe oproep na een vooraf ingestelde vertraging niet beantwoordt, krijgt
de beller een melding. Na de melding hoort de beller weer de belcontroletoon.
Blokkeren
Deze functie beschermt u tegen 2e oproep en intercom. Raadpleeg het hoofdstuk "De beveiliging tegen oproeptypen activeren", pagina 84 voor meer informatie.
Beheer op afstand
Met deze functie kunt u eenmalige of permanente toegang tot uw telefoon
instellen voor onderhoud op afstand.
MCID
Met deze functie kunt u een ongewenste oproep opsporen. Raadpleeg het
hoofdstuk "Ongewenste oproepen opsporen", pagina 62 voor meer informatie.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
51
Bijkomende functies
Functie
Beschrijving
ACD (Automatic Call Distribution)
De oproeproutering van oproepen in de wachtrij kan worden beheerd met een
ACD-toepassing.
Gebruikersgroep
In de gebruikersgroep worden inkomende en interne oproepen gerouteerd
naar een groep interne bestemmingen aan de hand van een vooraf geconfigureerde oproepverdeling.
HomeAlone
Als oproepen naar een gebruikersgroep maar door één gebruiker kunnen worden beantwoord, kan de desbetreffende gebruiker Home Alone activeren voor
een gebruikersgroep. Als de gebruiker vervolgens al een oproep heeft aangenomen, wordt voor alle daaropvolgende interne of externe oproepen naar een
gebruikersgroep een bezettoon weergegeven.
configureren
U kunt macro functies toepassen voor het definiëren van een functie naar
gelang uw persoonlijke behoeften. Een functie kan bestaan uit één of meerdere macro functies, functie codes en telefoonnummers. U kunt een functie
direct uitvoeren of opslaan onder een toets. Raadpleeg het hoofdstuk "Functies maken", pagina 96 voor meer informatie.
CLIR
Met deze functie voorkomt u dat uw telefoonnummer op de telefoon van de
beller wordt weergegeven. Raadpleeg het hoofdstuk "Het onderdrukken van
uw nummerweergave op de display bij de extern gebelde partij", pagina 61
voor meer informatie.
Doorschakel
Met deze functie kunt u een inkomende oproep doorschakelen naar een
andere gebruiker. Raadpleeg het hoofdstuk "Een oproep doorschakelen gedurende de oproepfase", pagina 54 voor meer informatie.
Headset
Met deze functie kunt u de headsetmodus activeren. Raadpleeg het hoofdstuk
"Een headset gebruiken", pagina 19 voor meer informatie.
Parkeer
Met deze functie plaatst u een beller in de wacht zonder een telefoonlijn te
gebruiken. Raadpleeg het hoofdstuk "Een gesprek parkeren", pagina 42 voor
meer informatie.
Niet Storen
Met deze functie worden inkomende oproepen automatisch omgeleid naar
een specifieke bestemming. Raadpleeg het hoofdstuk "De beveiliging tegen
oproeptypen activeren", pagina 84 voor meer informatie.
Handsfree werking
Met deze functie worden de luidspreker en de microfoon geactiveerd. Raadpleeg het hoofdstuk "Gebruik van de handsfree mode", pagina 18 voor meer
informatie.
Discrete oproep
Met deze functie gaat de telefoon slechts één keer over. Raadpleeg het hoofdstuk "Activeren/deactiveren van discrete oproep", pagina 61 voor meer informatie.
Begroeting
Met deze functie kunt u de gewenste begroeting activeren of deactiveren.
Raadpleeg het hoofdstuk "Persoonlijke begroetingen beheren", pagina 88
voor meer informatie.
Alleen bellen
Met deze functie kunt u opgeven op welke van uw telefoons een hoorbaar signaal wordt weergegeven bij inkomende oproepen (als onderdeel van het concept één nummer voor iedere gebruiker). Raadpleeg het hoofdstuk "Alleen bellen activeren", pagina 63 voor meer informatie.
52
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Bijkomende functies
Functie
Beschrijving
Pers. gespreksroutering
Met deze functie kunt u opgeven naar welke bestemming inkomende oproepen worden gerouteerd (als onderdeel van het concept één nummer voor
iedere gebruiker). Raadpleeg het hoofdstuk "Persoonlijke gespreksroutering
activeren", pagina 62 voor meer informatie.
Pers. gespreksrouteringsmenu
Menu voor het selecteren van uw persoonlijke gespreksroutering. Raadpleeg
het hoofdstuk "Persoonlijke gespreksroutering activeren", pagina 62 voor
meer informatie.
Ring off
Met deze functie gaat de telefoon slechts één keer over. Raadpleeg het hoofdstuk "Het instellen van de oproeptoon", pagina 77 voor meer informatie.
Fast take (Een oproep
overnemen)
U kunt een inkomende oproep of een actieve oproep van een andere telefoon
aannemen.
Aanwezigheidsmenu
Menu voor het selecteren van een aanwezigheidsprofiel. Raadpleeg het hoofdstuk "Afwezigheid instellen met de aanwezigheidstoets", pagina 43 voor meer
informatie.
Aanwezigheid
Menu voor het selecteren van een aanwezigheidsprofiel. Raadpleeg het hoofdstuk "Afwezigheid instellen met de aanwezigheidstoets", pagina 43 voor meer
informatie.
Aanwezigheidsprofiel
Menu voor het selecteren van een aanwezigheidsprofiel. Raadpleeg het hoofdstuk "Afwezigheid instellen met de aanwezigheidstoets", pagina 43 voor meer
informatie.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
53
Bijkomende functies
Een oproep doorschakelen gedurende de oproepfase
U wilt de oproep niet zelf beantwoorden maar door te schakelen naar een ander toestel.
Met de functie Doorschakel kunt u oproepen doorschakelen naar een intern of extern
nummer of de voice mail in de oproepfase.
Uw toestel rinkelt en de LED indicator knippert. Om te door te schakelen doe als volgt.
Doorschakel
Druk de Doorschakel Foxtoets.
<Telefoonnummer>
☛
Geef het telefoonnummer in en bevestig met Ok Foxtoets.
➔De oproep wordt doorgeschakeld naar de gewenste gebruiker.
Notitie:
• U kan het telefoonnummer van de persoon die u zoekt eveneens opzoeken
in de telefoongids, de herhaallijst of de oproeplijst.
• Als het gebruiker waarna u wilt afwijzen in gesprek is wordt de oproep niet
afgewezen. Op de display staat Bezet en het toestel gaat nog steeds over.
Een oproep afwijzen gedurende de oproepfase
U wilt de oproep niet beantwoorden.
U kunt een oproep afwijzen in de oproepfase
Afwijzen
54
Druk de Afwijzen Foxtoets of End toets.
➔De verbinding wordt afgewezen en de beller krijgt, afhankelijk van de
systeemconfiguratie, de bezettoon te horen of wordt omgeleid naar een
vooraf geconfigureerde bestemming.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Bijkomende functies
Luisteren naar voicemail berichten
Voicemail van wordt weergegeven en het indicatielampje knippert rood.
Notitie:
Afhankelijk van de systeemconfiguratie, kan uw systeembeheerder opgeven dat u
via e-mail op de hoogte wordt gehouden wanneer u een nieuw voicemailbericht
ontvangt (met het voicemailbericht als bijlage). Contacteer uw systeembeheerder
voor meer informatie.
Beluisteren
Menu
Naar nieuwe berichten luisteren:
Druk de Beluisteren Foxtoets.
➔Het bericht wordt afgespeeld.
Of:
Het voicemailbericht kan ook worden geselecteerd via het menu: Menu >
Oproeplijst > Onbeantwoorde oproepen > Beluisteren.
Om het bericht te wissen:
Druk de Menu Foxtoets.
Voicemail
Scroll naar Voicemail en druk op de Select Foxtoets.
Inbox
Scroll naar Inbox en druk Select Foxtoets.
Wissen
Druk de Wissen Foxtoets.
➔Het voicemailbericht wordt verwijderd.
Notitie:
• Om te weten hoe u uw toestel moet omleiden naar de voicemail, ga naar
hoofdstuk "Omleiden naar voicemail", pagina 47.
• Raadpleeg het hoofdstuk "Voicemail instellingen", pagina 88 of de "User’s
Guide Voice Mail Systems" op de Aastra 400
DocFinder: www.aastra.com/docfinder voor meer informatie over het configureren van een voicemailbericht.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
55
Bijkomende functies
Stuur tekst berichten
U wilt een bericht sturen naar een interne gebruiker.
U kan een bericht sturen naar een interne persoon. Het tekstbericht verschijnt op het
display van de persoon.
Uitgangspunt: De interne persoon moet een toestel met alfanumeriek display bezitten.
U kunt een van de tekstberichten die opgeslagen zijn in het systeem gebruiken of zelf
een tekstbericht samenstellen.
Menu
Druk de Menu Foxtoets.
Tekstbericht
Blader naar Tekstbericht en druk op de Select Foxtoets.
Nieuw
Blader naar Nieuw en druk op de Select Foxtoets.
<Tekstbericht>
Selecteer één van de tekstberichten die opgeslagen zijn en druk op de Select
Foxtoets.
<Tekst>
☛
Vervolledig of wijzig de tekst en druk op de Versturen Foxtoets.
<Bestemmingen>
Kies de bestemming en druk op e Select Foxtoets.
<Telefoonnummer>
☛
Voor een Gebruiker of Groep: Voer het telefoonnummer is en druk op de Versturen Foxtoets.
➔Het tekstbericht wordt verzonden.
Notitie:
Als er op de display de tekst Niet beschikbaar dat verschijnt dan kon het bericht
niet worden verstuurd.
Lees tekstberichten
Op uw display verschijnt Nieuw bericht en het envelope symbool. De rechter LED indicator brandt.
56
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Bijkomende functies
Toon
Tekstbericht weergeven:
Druk de Toon Foxtoets.
➔Het display toont de afzender en de datum/tijd informatie van het tekstbericht.
Lezen
Lees tekstberichten:
Selecteer het tekstbericht dat u wilt lezen en druk op de Lezen Foxtoets.
➔Als het tekstbericht langer is dan één regel gebruik dan de navigatietoets
om te bladeren.
Wissen
Tekstbericht verwijderen:
Druk de Wissen Foxtoets.
➔Het tekstbericht is gewist; het volgende tekstbericht wordt uit het geheugen gehaald.
Of:
Druk de Menu > Tekstbericht > Inbox om het tekstbericht te selecteren en ga
verder zoals hierboven beschreven.
Notitie:
U kunt een nieuw tekstbericht zelfs tijdens een actieve oproep selecteren en
lezen met Tekstbericht > Inbox.
Een oproep overnemen
U hoort ergens een telefoon overgaan en wilt deze beantwoorden.
Met de Overnemen functie kunt u een pick up uitvoeren met een ander toestel dan uw
eigen toestel.
Menu
Druk de Menu Foxtoets.
Oproepfuncties
Scroll naar Oproepfuncties en druk Select Foxtoets.
Overnemen
Scroll tot Overnemen en bevestig met de Ok Foxtoets.
Gebruiker
<Telefoonnummer>
☛
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Scroll naar Gebruiker en bevestig met de Ok Foxtoets.
➔Het display toont het nummer van het toestel waarvan u als laatste een
gesprek heeft overgenomen
Geef het nummer in van het toestel van welk u de pickup wil maken en bevestig met Ok Foxtoets.
➔U bent nu verbonden met de oproeper.
57
Bijkomende functies
Activeren/deactiveren van DTMF mode
U wilt uw telefoon gebruiken om andere apparatuur te beheren of om toegang te krijgen tot bepaalde services, zoals het op afstand beluisteren van berichten op een antwoordapparaat. Voor dit soort diensten moet uw toestel toonkeuze kunnen zenden,
de DTMF mode.
Tijdens de transparant DTMF mode genereert elke toetsdruk een toon Als u tijdens
een gesprek een nummer of naam intoetst dan hoort de andere partij deze toontjes.
U kan zelf beslissen of de DTMF mode algemeen geactiveerd moet worden of uitgeschakeld (zie hoofdstuk "Het instellen van DTMF mode", pagina 80). DTMF is standaard geactiveerd.
Indien de DTMF mode uitgeschakeld is, kan u het tijdelijk activeren en uitschakelen
tijdens een oproep.
U bent in gesprek en de DTMF mode is standaard gedeactiveerd U wilt de
DTMF mode tijdelijk activeren:
DTMF
Druk de DTMF Foxtoets.
➔Op display verschijnt Nummer ingeven DTMF. U kunt nu DTMF tonen zenden.
Reset
Reset DTMF mode:
Druk de Reset Foxtoets.
Notitie:
Zodra u de verbinding verbreekt wordt de DTMF mode nogmaals automatisch
gedeactiveerd.
58
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Bijkomende functies
Een gesprek voeren op een ander toestel
U wilt een gesprek voeren op een toestel van een ander met uw persoonlijke instellingen; bijvoorbeeld op het toestel van uw collega of in een vergaderruimte.
U kan een toestel van een ander activeren voor eigen gebruik zelfs indien het toestel
geblokkeerd is voor externe gesprekken.
U kan het toestel gebruiken voor bedrijf of prive oproep.
Zodra u de telefoon hebt geactiveerd met een functiecode en uw PIN, kunt u uw persoonlijke telefoongids gebruiken om te bellen.
De opgeroepene ziet het persoonlijke nummer van uw eigen toestel en niet het nummer van het toestel van waar u belt.
Om het even welke opgelopen oproepkosten zullen u worden aangerekend.
☛
1.
2.
3.
4.
Voer functiecode #36 in.
Voer uw interne telefoonnummer in.
Voer uw PIN code in.
Geef het intern of extern telefoonnummer in voorafgegaan van de access
code.
Neem de telefoonhoorn op.
➔Het display toont het nummer dat wordt gekozen.
Notitie:
Zodra u neergelegd hebt is het mogelijk om op naam of via het privé telefoongids gedurende een minuut een nieuw gesprek te voeren zonder de PIN
opnieuw in te voeren.
Of:
1. Voer functiecode #46 in voor een privégesprek.
2. Voer uw interne telefoonnummer in.
3. Voer uw PIN code in.
4. Voer het externe nummer direct in zonder het netlijntoegangsnummer.
5. Neem de telefoonhoorn op.
➔Het toestel is nu toegelaten om een externe gebruiker te bellen.
Notitie:
De standaard PIN-instelling "0000" wordt niet geaccepteerd. Wijzig eerst de
PIN, zoals is beschreven in het hoofdstuk "Het wijzigen van uw persoonlijke
code (PIN)", pagina 81 of gebruik de functiecode *47 (zie de "User’s Guide
Function Codes" op de Aastra 400 DocFinder: www.aastra.com/docfinder). Als
u uw PIN bent vergeten, kan uw systeembeheerder de PIN opnieuw instellen
op de standaardinstelling.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
59
Bijkomende functies
Een interne gebruiker oproepen via de centrale bel
U kunt een interne persoon niet bereiken en u wilt de persoon oproepen.
Wanneer de centrale bel is geconfigureerd in het systeem, kunt u naar een interne
persoon zoeken via de centrale bel. De opgeroepen persoon kan vanaf elk willekeurig
toestel de oproep beantwoorden.
Menu
Druk de Menu Foxtoets.
Oproepfuncties
Scroll naar Oproepfuncties en druk Select Foxtoets.
Zoeken
Scroll naar Zoeken en bevestig met de Ok Foxtoets.
<Telefoonnummer>
☛
Geef het telefoonnummer in van de persoon welke dient opgeroepen te worden en bevestig met de Ok Foxtoets.
➔De persoon wordt opgeroepen en krijgt uw telefoonnummer.
Beantwoorden van de centrale bel
Via de algemene bel kunt u een persoonlijk belritme horen of een algemeen belsignaal. Oproepen met als bestemming de algemene bel kunnen visueel of akoestisch
weergegeven worden door gebruik te maken van een externe apparatuur. De oproep
kan beantwoord worden vanaf gelijk welk toestel.
Vraag de systeembeheerder of er een algemene bel is aangesloten.
U kan vanaf elk willekeurig toestel beantwoorden.
Menu
Druk de Menu Foxtoets.
Oproepfuncties
Scroll naar Oproepfuncties en druk Select Foxtoets.
Overnemen
Scroll tot Overnemen en bevestig met de Ok Foxtoets.
Centrale bel
Scroll naar Centrale bel en bevestig met de Ok Foxtoets.
60
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Bijkomende functies
<Telefoonnummer>
☛
Geef uw telefoonnummer in en bevestig met de Ok Foxtoets.
➔U bent nu verbonden met de persoon die u wenst te bereiken.
Notitie:
U kunt een centrale bel ook beantwoorden met de functiecode *82 (persoonlijk belpatroon) en *83 (belsignaal).
Activeren/deactiveren van discrete oproep
U wilt niet gestoord worden op uw telefoon zonder deze uit te schakelen. U wenst
echter uw toestel niet buiten dienst te plaatsen.
Een discrete oproep is als alternatief beschikbaar op uw telefoon bij normaal gebruik.
Indien discreet bellen geactiveerd is, dan belt het toestel slechts éénmaal.
Deze functie dient opgeslagen te worden onder een Foxtoets of een functietoets (zie
hoofdstuk "Configureren van toetsen", pagina 90).
In de rustsituatie:
Druk de functietoets voor < Discrete oproep>.
➔Discrete oproep is geactiveerd en wordt weergegeven.
Het onderdrukken van uw nummerweergave op de display bij de
extern gebelde partij
U wilt niet dat uw nummer zichtbaar wordt op de display van een gebelde via het
openbare netwerk.
U heeft twee mogelijkheden:
• Indien u nooit uw nummer wenst mee te sturen, stel dan in CLIR Permanent.
• Om uw nummer te verbergen voor bepaalde oproepen, selecteer dan de functie
CLIR Per oproep vooraleer het nummer in te geven.
Deze functie dient opgeslagen te worden onder een Foxtoets of een functietoets (zie
hoofdstuk "Configureren van toetsen", pagina 90).
U kunt de functie ook uitvoeren met een functiecode (zie "User’s Guide Function
Codes" op de Aastra 400 DocFinder: www.aastra.com/docfinder).
Na het gesprek of de oproep:
Druk de functietoets in voor <CLIR>.
Notitie:
• CLIR functioneert slechts bij externe oproepen.
• Deze faciliteit is afhankelijk van de aangeboden operatordiensten.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
61
Bijkomende functies
Ongewenste oproepen opsporen
U wordt lastig gevallen met ongewenste telefoontjes. U wilt de beller hiervan identificeren.
Gebruik de MCID functie (Malicious Call Identification), de netwerkleverancier logt de
volgende oproep gegevens: Uw telefoonnummer, het telefoonnummer van de oproeper, en tijdstip van de oproep.
De MCID functie moet geactiveerd zijn bij de netwerkleverancier. De vastgelegde
gegevens komen beschikbaar via de netwerkleverancier en niet via de Ascotel centrale.
Deze functie dient opgeslagen te worden onder een Foxtoets of een functietoets (zie
hoofdstuk "Configureren van toetsen", pagina 90).
Tijdens een gesprek:
Druk op de functietoets voor MCID.
Na het gesprek, leg de hoorn niet neer: druk op functietoets voor MCID tijdens
de ingesprektoon.
Persoonlijke gespreksroutering activeren
U wilt opgeven welke van uw telefoons overgaat wanneer u een oproep ontvangt.
Als uw systeembeheerder zowel een telefoonnummer met meerdere telefoons als de
5 oproeprouteringen voor u heeft ingesteld, kunt u opgeven welke van uw telefoons
overgaat wanneer er een oproep binnenkomt door gebruik te maken van de persoonlijke gespreksroutering. Uw systeembeheerder kan maximaal 5 gespreksrouteringen
instellen. U kunt een oproep alleen beantwoorden op de telefoon die overgaat. Contacteer uw systeembeheerder voor meer informatie.
U kunt een gespreksroutering activeren voor alle telefoons. Als u geen gespreksroutering hebt geconfigureerd, wordt de standaardinstelling (alle telefoons gaan over)
gebruikt.
Deze functie dient opgeslagen te worden onder een Foxtoets of een functietoets (zie
hoofdstuk "Configureren van toetsen", pagina 90).
62
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Bijkomende functies
Persoonlijke gespreksroutering configureren:
Functietoetsen configureren en functies selecteren:
Persoonlijke gespreksroutering: een gespreksroutering activeren.
Menu Persoonlijke gespreksroutering: menu Overzicht.
☛
Persoonlijke gespreksroutering hernoemen:
Menu > Instellingen > Algemeen > Persoonlijke gespreksroutering > Bewerk.
Persoonlijke gespreksroutering in de rusttoestand:
Druk de functietoets in voor <Gespreksroutering>.
➔De persoonlijk gespreksroutering wordt geactiveerd.
Persoonlijke gespreksroutering in de rusttoestand deactiveren:
Druk de functietoets in voor <Gespreksroutering>.
➔De persoonlijke gespreksroutering wordt gedeactiveerd en de standaardinstelling wordt geactiveerd.
Of:
U kunt een Persoonlijke gespreksroutering door Menu > Actieve functies > Reset.
Alleen bellen activeren
U wilt opgeven welke van uw telefoons overgaat wanneer u een oproep ontvangt.
Wanneer uw systeembeheerder een telefoonnummer voor meerdere telefoons heeft
ingesteld, kunt u definiëren welke telefoons overgaan bij een inkomende oproep met
alleen bellen.
Wanneer u alleen bellen op een telefoon hebt ingeschakeld, wordt de beltoon voor
alle andere telefoons uitgeschakeld ( ). Een inkomende oproep wordt op het display
van alle telefoons weergegeven. U kunt de oproep op al uw telefoons aannemen.
Notitie:
Wanneer u alleen bellen hebt ingeschakeld, maar de persoonlijke gespreksroutering voor een telefoon
hebt uitgeschakeld, wordt er bij een inkomende oproep geen beltoon weergegeven, maar wordt de
oproep alleen op het display van de telefoon weergegeven.
Deze functie dient opgeslagen te worden onder een Foxtoets of een functietoets (zie
hoofdstuk "Configureren van toetsen", pagina 90).
In de rustsituatie:
Druk de functietoets voor <Alleen bellen>.
➔Alleen bellen is geactiveerd/gedeactiveerd.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
63
Bijkomende functies
Meeluisteren
Meeluisteren is een variant van de functie Opschakelen en wordt hoofdzakelijk
gebruikt in callcenters.
Een andere gebruiker kan inbreken in uw actieve oproep en meeluisteren met uw
gesprek zonder dat u en uw gespekspartner daar erg in hebben. In tegenstelling tot
Opschakelen, ontvangt u geen zichtbaar of hoorbaar signaal.
Dit houdt in dat u Meeluisteren niet kunt afwijzen. De microfoon van de andere
gebruiker blijft uitgeschakeld. Deze gebruiker kan echter wel op elk gewenst moment
Opschakelen in het gesprek door zijn microfoon in te schakelen of door op de functietoets Opschakelen te drukken.
Uw systeembeheerder kan deze functie aan een configureerbare toets toewijzen.
Notitie:
• Meeluisteren moet dan zijn ingeschakeld. Contacteer uw systeembeheerder voor
meer informatie.
• Meeluisteren kan inbreuk maken op de voorschriften voor de bescherming van
gegevens in uw land of alleen zijn toegestaan onder bepaalde omstandigheden.
• Als u deze functie wilt gebruiken, moet u de andere partij hiervan vooraf op de
hoogte stellen.
1. Voer het telefoonnummer in van de gebruiker die u wilt bellen.
2. Druk op toets 4, zodra u de bezettoon hoort.
➔Meeluisteren wordt ingeschakeld.
64
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Bijkomende functies
Free-seating
U beschikt niet over een eigen werkplek en deelt een bureau en telefoon met andere
werknemers.
Inloggen:
Met free-seating kunt u zich bij een telefoon aanmelden die speciaal voor dat doel is
ingesteld. Als u zich eenmaal hebt aangemeld, zijn uw persoonlijke oproeplijsten, uw
telefoongids, en al uw andere persoonlijke instellingen onmiddellijk beschikbaar.
Als uw profiel uitbreidingstoetsenmodules bevat, maar de telefoon waarbij u zich
heeft aangemeld bevat deze modules niet, zijn de desbetreffende toetsen niet
beschikbaar voor u. Allerlei reeksen uitbreidingstoetsenmodules worden correct herkend.
Notitie:
• U kunt zich alleen aanmelden bij een telefoon die u met andere gebruikers deelt
als zich nog geen andere gebruiker bij die telefoon heeft aangemeld.
• U kunt zich slechts één keer aanmelden bij een telefoon die u met anderen deelt.
Op het moment dat u zich aanmeldt bij een andere gedeelde telefoon, wordt u
automatisch afgemeld bij de oorspronkelijke telefoon.
Uitloggen:
Als u een telefoon weer beschikbaar wilt maken voor anderen, moet u zich weer
afmelden. Om ervoor te zorgen dat een telefoon niet is vergrendeld voor andere
gebruikers als u vergeet zich af te melden, kan uw systeembeheerder een procedure
instellen waarmee u na een bepaalde tijd automatisch wordt afgemeld:
• Na een bepaalde tijd nadat u zich hebt aangemeld (bijvoorbeeld na 6 uur en
30 minuten).
• Op een bepaalde tijd (bijvoorbeeld 16.30 )
Notitie:
• Als er momenteel geen gebruiker is aangemeld bij een gedeelde telefoon, kan de
telefoon alleen gebruikt worden voor noodoproepen. Dit is afhankelijk van de
systeemconfiguratie.
• Zolang u niet over uw eigen telefoon beschikt of niet bent aangemeld bij een
gedeelde telefoon, krijgt de persoon die u belt de bezettoon te horen of wordt
omgeleid naar een vooraf geconfigureerde bestemming, afhankelijk van de
systeemconfiguratie.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
65
Bijkomende functies
Inloggen
☛
Aanmelden bij een gedeelde telefoon:
Druk op de Inloggen Foxtoets.
Of:
De functie voor vrije plaatsing met een gedeelde telefoon kan ook worden
geselecteerd via het menu: Menu > Instellingen > Inloggen.
Voer het telefoonnummer en de PIN in en bevestig de invoer met de foxtoets
Ok.
➔U bent nu aangemeld en u kunt de gedeelde telefoon gebruiken met uw
persoonlijke instellingen.
Notitie:
De standaard PIN-instelling "0000" wordt niet geaccepteerd. Wijzig eerst de
PIN, zoals is beschreven in het hoofdstuk "Het wijzigen van uw persoonlijke
code (PIN)", pagina 81 of gebruik de functiecode *47 (zie de "User’s Guide
Function Codes" op de Aastra 400 DocFinder: www.aastra.com/docfinder). Als
u uw PIN bent vergeten, kan uw systeembeheerder de PIN opnieuw instellen
op de standaardinstelling.
Uitloggen
Afmelden bij een gedeelde telefoon:
Druk op de Uitloggen Foxtoets.
➔Het display met het telefoonnummer wordt weergegeven.
Voer, afhankelijk van de systeemconfiguratie, de PIN in en bevestig dit met de
foxkey Ok.
➔U bent nu afgemeld. De gedeelde telefoon is nu weer beschikbaar voor
andere gebruikers.
Notitie:
U wordt automatisch afgemeld als uw systeembeheerder een automatische
afmeldingsprocedure heeft ingesteld.
66
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Bijkomende functies
Functies instellen via remote control
Deze sectie legt uit hoe u de toestelinstellingen kan wijzigen ook al bent u niet
in de buurt van uw toestel.
U bent niet op uw plek en wilt functies activeren op uw telefoon vanaf een ander toestel.
U kan vele functies van uw toestel op afstand aan of uitzetten.
De besturing op afstand wordt gestart met een speciale functiecode. U kan vervolgens de functieopdrachten en functiecodes invoeren.
☛
Remote control gebruiken vanaf een third-party toestel:
1. Voer functiecode #36 in.
2. Toets uw telefoonnummer in.
3. Voer uw PIN code in.
4. Voer de gewenste functiecode in om de functie in- of uit te schakelen.
Neem de telefoonhoorn op.
➔U hoort een bevestigingstoon.
Leg de telefoonhoorn op de haak.
➔De functie is nu geactiveerd/uitgeschakeld.
Notitie:
De standaard PIN-instelling "0000" wordt niet geaccepteerd. Wijzig eerst de
PIN, zoals is beschreven in het hoofdstuk "Het wijzigen van uw persoonlijke
code (PIN)", pagina 81 of gebruik de functiecode *47 (zie de "User’s Guide
Function Codes" op de Aastra 400 DocFinder: www.aastra.com/docfinder). Als
u uw PIN bent vergeten, kan uw systeembeheerder de PIN opnieuw instellen
op de standaardinstelling.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
67
Bijkomende functies
Organisatie binnen een team
Dit hoofdstuk verklaart de verschillende opties die uw toestel biedt indien u
deel uitmaakt van een team.
Gebruik maken van de teamtoets
U en uw teamleden willen altijd bereikbaar zijn en snel met elkaar kunnen communiceren.
Door op één enkele toets te drukken kunt u een teampartner bellen of zijn/haar
oproep beantwoorden.
Indien een teampartner een gesprek voert zal de corresponderende teamtoets
oplichten, hierdoor weet u dat de teampartner bezet is. Als de teamtoets knippert
geeft dit aan dat deze gebeld wordt.
Als bvb level 3 van de Aastra M535 uitbreidingstoetsenmodule actief is en de teamtoets op level 1 ontvangt een oproep, wordt de oproep gesignaleerd door de rood
flikkerende LED op positie 1. Voor verdere informatie over de Aastra M535 uitbreidingstoetsenmodule, raadpleeg hoofdstuk "De Aastra M535 uitbreidingstoetsenmodule gebruiken", pagina 22.
Een teampartner oproepen
U wilt een teampartner zo snel mogelijk oproepen.
Uitgangspunt: U heeft een configureerbare toets als teamtoets ingericht en het nummer van de teampartner opgeslagen onder deze toets (zie hoofdstuk "Configureren
van toetsen", pagina 90).
Druk op de Teamtoets van de teampartner.
➔Het nummer en mogelijk de naam van de teampartner verschijnen op het
display. De teampartner wordt opgebeld.
68
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Bijkomende functies
Vervangingsdienst voor een teamlid
Uw Teampartner wordt gebeld. De Teamtoets knippert. U weet dat uw partner niet
achter zijn bureau zit op dit moment en u besluit te antwoorden voor deze partner.
U kunt antwoorden door de teamtoets te drukken. Zodra u antwoordt is de teampartner weer vrij.
Zolang de teamtoets knippert:
Neem de telefoonhoorn op.
➔U hoort een kiestoon.
Druk op de Teamtoets.
➔U heeft verbinding met degene die uw teampartner probeerde te bereiken.
Notitie:
Afhankelijk van de toetsconfiguratie bent u onmiddellijk verbonden met de
beller die uw teampartner belt zodra u de hoorn opneemt.
Een intercomoproep starten naar een teampartner
U wilt iets mededelen aan uw teampartner zonder op een antwoord te wachten.
Met de teamtoets kunt u direct een intercomoproep naar een teampartner doen.
Uitgangspunt: Het is essentieel dat de teampartner zijn/haar toestel niet geblokkeerd
heeft voor intercom (voor de configuratie zie hoofdstuk "De beveiliging tegen oproeptypen activeren", pagina 84).
Starten van een intercomoproep naar een teampartner met de hoorn:
Neem de telefoonhoorn op.
➔U hoort een kiestoon.
<twee keer kort>
Druk de Teamtoets van de teampartner 2 maal kort achter elkaar in.
➔U hoort een bevestigingstoon. Het display toont Intercom... U kunt nu direct
spreken.
<twee keer kort>
Een intercom oproep naar een teampartner kan in handsfree mode
plaatsvinden:
Druk de Teamtoets van de teampartner 2 maal kort achter elkaar in.
➔U hoort een bevestigingstoon. Het display toont Intercom... U kunt nu direct
spreken.
Notitie:
Afhankelijk van de toetsconfiguratie bent u onmiddellijk verbonden met de
beller die uw teampartner belt zodra u de hoorn opneemt.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
69
Bijkomende functies
Lijntoetsen
Dit hoofdstuk verklaart de verschillende opties die uw toestel biedt als uw toestel is geprogrammeerd met lijntoetsen. Lijntoetsen veranderen uw toestel in
een lijnkiezer.
Een lijn heeft een bepaald nummer dat kan gebruikt worden voor zowel een interne
als externe oproep. Eén of meerdere toestellen kunnen verbonden zijn met deze lijn,
bijvoorbeeld in geval van een reisbureau kunnen alle medewerkers die een bepaalde
bestemming (met een eigen nummer) behandelen dezelfde toets krijgen op hun toestel. Is deze lijn in gesprek dan zien alle medewerkers dit op het toestel d.m.v. een LED.
Als niveau 3 van de Aastra M535 uitbreidingstoetsenmodule bijvoorbeeld is geactiveerd en de lijntoets op niveau 1 ontvangt een oproep, wordt de oproep aangegeven
door de rood knipperend lampje op positie 1. Raadpleeg het hoofdstuk "De
Aastra M535 uitbreidingstoetsenmodule gebruiken", pagina 22 voor meer informatie
over de Aastra M535-uitbreidingstoetsenmodule.
U kunt uw eigen persoonlijke toets kiezen.
Beantwoorden van een oproep op een lijntoets
U wordt gebeld op 1 of meerdere lijntoetsen. De lijntoets begint snel te knipperen. U
kunt de oproep beantwoorden met de desbetreffende lijntoets.
Als u eerst een oproep op een andere lijn wilt beantwoorden, drukt u op de lijntoets
om de oproep aan te nemen. Als u simpelweg de hoorn opneemt beantwoordt u de
lijn met de hoogste prioriteit.
Neem de telefoonhoorn op.
➔Verbinding met de lijn met de hoogste prioriteit.
Of:
1. Druk op de lijntoets.
➔De lijn wordt geselecteerd.
2. Neem de telefoonhoorn op.
➔Verbinding met de lijn.
Notitie:
Indien u de opgelichte lijntoets ingedrukt houd gedurende ongeveer
2 seconden, dan verschijnt het nummer van de oproeper.
70
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Bijkomende functies
Bellen met de lijntoets
U wilt een gesprek voeren via een lijntoets.
U kunt een oproep maken via elke vrije lijntoets. Elke Lijntoets heeft zijn eigen externe
nummer, in andere woorden u geeft via nummerweergave het nummer weer van de
lijntoets en niet van uw toestel.
Oproepkosten worden apart geregistreerd voor elke lijntoets
☛
Voer het telefoonnummer in.
Druk op een vrije Lijntoets.
➔De lijntoets gaat branden. De lijn wordt geselecteerd.
Neem de telefoonhoorn op.
➔Het telefoonnummer wordt opgebeld.
Notitie:
Afhankelijk van de configuratie van een lijntoets wordt de opgeroepene in
handsfree mode opgebeld.
Parkeer de oproep op de lijntoets
U bent via een lijntoets verbonden met uw gesprekspartner en besluit dit gesprek te
parkeren.
U kunt dit gesprek op de huidige lijntoets parkeren.
Parkeer
Gesprek parkeren:
Druk de Parkeer Foxtoets.
➔De Lijntoets knippert langzaam.
Om het geparkeerd gesprek terug te nemen:
Druk op de relevante Lijntoets.
➔U bent nu weer verbonden met de persoon wiens oproep geparkeerd was.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
71
Bijkomende functies
Schakelen tussen lijnen
U bent in gesprek en wilt een tweede lijn aannemen of en nieuwe verbinding opbouwen.
U kunt pendelen tussen de lijnen door en toets druk. De actieve verbinding wordt
automatisch lokaal geparkeerd.
Een oproep parkeren en wisselen:
Druk op de Lijntoets die u wilt hebben.
➔De actieve verbinding wordt geparkeerd. De gekozen lijn is actief.
Om het geparkeerd gesprek terug te nemen:
Druk op de relevante Lijntoets.
➔U bent nu weer verbonden met de persoon wiens oproep geparkeerd was.
Notitie:
Het is niet mogelijk om een bezette lijn te nemen door op de corresponderende lijntoets te drukken.
72
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Persoonlijke instellingen van uw telefoon
Deze sectie legt uit hoe u de basisinstellingen van uw toestel kan personnaliseren.
Display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
Beltoon parameters instellen (Audio) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76
Handenvrij en headset instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
Algemene instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80
Beveiligingsinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84
Telefoonboek. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85
Voicemail instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88
Uw aanwezigheid configureren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 89
Configureren van toetsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90
Programmeerbare lijntoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95
Functies maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 96
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
73
Persoonlijke instellingen van uw telefoon
Display
Deze sectie legt uit hoe de display in te stellen.
Display instellen
Het display staat te licht of te donker ingesteld.
U kan het Contrast aanpassen.
Menu
Druk Menu Foxtoets.
Instellingen
Blader naar Instellingen en kies de Select Foxtoets.
Display
Scroll naar Display en druk op de Select Foxtoets.
<Display instellingen>
Scroll naar de gevraagde display instellingen en druk op de Bewerk Foxtoets.
<Niveau instellen>
74
Selecteer de gevraagde instellingen en bevestig met de Ok Foxtoets.
➔De instellingen worden opgeslagen en bewaard.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Persoonlijke instellingen van uw telefoon
Het display van de Aastra M535 instellen
U kan het M535 display contrast aanpassen.
De instellingen van de achtergrondverlichting van de display van de Aastra M535
worden overgenomen van het telefoontoestel.
Menu
Druk Menu Foxtoets.
Instellingen
Blader naar Instellingen en kies de Select Foxtoets.
Display
Scroll naar Display en druk op de Select Foxtoets.
<Display instellingen>
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Scroll naar de gevraagde display instellingen en druk op de Bewerk Foxtoets.
Selecteer de gevraagde instellingen en bevestig met de Ok Foxtoets.
➔De instellingen worden opgeslagen en bewaard.
75
Persoonlijke instellingen van uw telefoon
Beltoon parameters instellen (Audio)
Hierin wordt uitgelegd hoe u de oproep eigenschappen van de handset kunt
wijzigen.
Belvolume instellen tijdens het bellen
U wilt het geluidsvolume van de oproeptoon aanpassen.
U kan het geluidsvolume aanpassen tijdens een binnenkomende oproep.
Zachter: Druk op de– toets.
Harder: Druk op de+ toets.
Het geluidsvolume aanpassen
U wilt het geluidvolume aanpassen tijdens het gesprek. U moet het volume van de
hoorn en de luidspreker afzonderlijk instellen.
De nieuwe volume instelling wordt bewaard en opgeslagen ook nadat het gesprek is
beëindigd.
Zachter: Druk op de– toets.
Harder: Druk op de+ toets.
76
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Persoonlijke instellingen van uw telefoon
Het instellen van de oproeptoon
U wilt wijzigingen aanbrengen in de wijze van oproep eigenschappen.
U kan het Belvolume, de Interne melodie, de Externe melodie en het Ritme aanpassen.
Als u niet wilt worden gestoord gedurende een bepaalde tijd, kunt u de telefoon met
Ring off zo instellen dat deze niet overgaat. Als deze functie is ingeschakeld, wordt dit
aangeduid met .
Menu
Druk Menu Foxtoets.
Instellingen
Blader naar Instellingen en kies de Select Foxtoets.
Audio
Scroll naar Audio en druk op de Select Foxtoets.
<Audio instelling>
Scroll naar de gevraagde audio instellingen en druk op de Bewerk Foxtoets.
<Niveau instellen>
Selecteer de gevraagde instellingen en bevestig met de Ok Foxtoets.
➔De instellingen worden opgeslagen en bewaard.
Notitie:
Om al de instellingen weer te geven, gebruik de Test Foxtoets.
Notitie:
Om al de instellingen weer te geven, gebruik de Test Foxtoets.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
77
Persoonlijke instellingen van uw telefoon
Handenvrij en headset instellingen
Deze sectie legt uit op welke verschillende manieren u oproepen kan uitsturen
met uw toestel.
Automatische hands-free mode
U wilt gesprekken beantwoorden zonder de telefoonhoorn op te nemen of een toets
in te drukken.
U kan kiezen of uw toestel onmiddellijk en automatisch de handenvrij mode moet
activeren na 1 beltoon, dit voor interne en intercom oproepen.
Menu
Druk Menu Foxtoets.
Instellingen
Blader naar Instellingen en kies de Select Foxtoets.
Audio
Scroll naar Audio en druk op de Select Foxtoets.
Automtisch Handsfree
Scroll naar Automatisch handsfree en druk op de Bewerk Foxtoets.
<Niveau instellen>
78
Selecteer het type voor dewelke u automatisch handsfree wil activeren en
bevestig met de Ok Foxtoets.
➔De instellingen worden opgeslagen en bewaard.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Persoonlijke instellingen van uw telefoon
Voor het activeren van de headset
U heeft een headset aangesloten en wil nu de headsetmodus activeren.
Een headset kan in parallel aangesloten worden met de hoorn. U kan de headset
mode aan- en uitschakelen.
Indien u een oproep beantwoordt in de headsetmodus door de oproeptoets of de
luidsprekertoets te gebruiken, wordt het gesprek via de headset gevoerd. Een alternatieve manier is de oproep beantwoorden via de hoorn.
Deze telefoon ondersteunt hoofdtelefoons die de DHSG standaard gebruiken, waardoor u oproepen kunt beantwoorden en beëindigen. Vraag uw vertegenwoordiger
naar de meest geschikte headset voor dergelijk gebruik.
Notitie:
Om te weten hoe een oproep te maken met een headset, ga naar hoofdstuk "Een
headset gebruiken", pagina 19.
Menu
Druk Menu Foxtoets.
Instellingen
Blader naar Instellingen en kies de Select Foxtoets.
Audio
Scroll naar Audio en druk op de Select Foxtoets.
Headset
Scroll naar Headset en druk op de Bewerk Foxtoets.
<Niveau instellen>
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Activeren/uitschakelen van de headset mode en bevestig met de Ok Foxtoets.
➔De microfoon is nu uitgeschakeld, is getoond.
79
Persoonlijke instellingen van uw telefoon
Algemene instellingen
Deze sectie legt uit welke instellingen u nog kan wijzigen op uw toestel.
Taalkeuze
De display tekst staat niet in de taal aangegeven die u wenst.
U kan een andere taal selecteren. Het menu item welke taal er geselecteerd is wordt
aangegeven door een "*" voor het woord "Taal" die is gekozen, bijvoorbeeld: "*Language" voor Engels.
Menu
Druk Menu Foxtoets.
*Taal
<Niveau instellen>
Scroll naar *Taal en druk op de Bewerk Foxtoets.
➔De ingestelde taal wordt voorgesteld met .
Selecteer de gewenste taal en bevestig met de Ok Foxtoets.
➔De display tekst verschijnt nu in de geselecteerde taal.
Het instellen van DTMF mode
U wilt zelf besluiten of de DTMF mode standaard geactiveerd is op de telefoon.
Menu
Druk Menu Foxtoets.
Instellingen
Blader naar Instellingen en kies de Select Foxtoets.
Algemeen
Blader naar Algemeen en kies de Select Foxtoets.
DTMF
Scroll naar DTMF en druk op de Bewerk Foxtoets.
<Niveau instellen>
80
Activeren of uitschakelen en bevestig met de Ok Foxtoets.
➔De instellingen worden opgeslagen en bewaard.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Persoonlijke instellingen van uw telefoon
Het wijzigen van uw persoonlijke code (PIN)
U wenst de PIN code te wijzigen welke gebruikt wordt voor het blokkeren/deblokkeren van uw toestel (zie hoofdstuk "Toestel blokkeren", pagina 49 en "Deblokkeer uw
toestel", pagina 50).
De cijfercombinatie "0000" is standaard ingesteld. U kan elke combinatie van 2 tot en
met 10 cijfers voor uw nieuwe PIN selecteren.
Als u uw PIN bent vergeten, kan uw systeembeheerder de PIN opnieuw instellen op
de standaardinstelling. Of de functie beschikbaar is, hangt af van de systeeminstellingen.
Notitie:
Uw PIN is van toepassing op al uw telefoons.
Menu
Druk Menu Foxtoets.
Instellingen
Blader naar Instellingen en kies de Select Foxtoets.
Algemeen
Blader naar Algemeen en kies de Select Foxtoets.
PIN
<Oude PIN>
☛
<Nieuwe PIN>
☛
<Nieuwe PIN>
☛
Scroll naar Code en druk op de Bewerk Foxtoets.
➔Op de display verschijnt Oude code.
Geef de oude PIN in en bevestig met de Ok Foxtoets.
➔Op de display verschijnt Nieuwe code.
Geef de nieuwe PIN code in en bevestig met de Ok Foxtoets.
➔Op de display verschijnt Bevestiging.
Geef de nieuwe PIN code opnieuw in en bevestig met de Ok Foxtoets.
➔De nieuwe PIN code wordt opgeslagen.
Notitie:
• Voor iedere cijfer invoer verschijnt een "*" op de display.
• U kan de PIN ook wijzigen met functiecode *47 (zie "User’s Guide Function
Codes" op de Aastra 400 DocFinder: www.aastra.com/docfinder).
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
81
Persoonlijke instellingen van uw telefoon
Het invoeren van de display rusttekst
U wilt de display rusttekst wijzigen op uw telefoon.
Naast de datum en tijd kan u eveneens een persoonlijke rusttekst invoeren.
Menu
Druk Menu Foxtoets.
Instellingen
Blader naar Instellingen en kies de Select Foxtoets.
Algemeen
Blader naar Algemeen en kies de Select Foxtoets.
Rust-tekst
Scroll naar Rust-tekst en druk op de Bewerk Foxtoets.
<Tekst>
☛
Geef de tekst in en bevestig met de Ok Foxtoets.
➔De tekst wordt bewaard en opgeslagen.
Notitie:
• De tekst mode voor het invoeren van letters is automatisch geactiveerd.
• U kan de correctietoets gebruiken om een foute ingave te verbeteren.
De schermbeveiliging activeren (alleen op de Aastra 5370ip)
U wilt de schermbeveiliging activeren die een paar minuten na de rusttoestand op de
telefoon wordt weergegeven.
U kan een ronde of vierkante klok als schermbeveiliging selecteren.
Menu
Druk Menu Foxtoets.
Instellingen
Blader naar Instellingen en kies de Select Foxtoets.
Display
Scroll naar Display en druk op de Select Foxtoets.
82
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Persoonlijke instellingen van uw telefoon
Schermbeveiliging
Scroll tot Schermbeveiliging en druk op de Bewerk Foxtoets.
<Niveau instellen>
Schakel de schermbeveiliging in (met het gewenste type klok) of uit met de
foxtoets Ok.
➔De instellingen worden opgeslagen en bewaard.
Het communicatiesysteem identificeren
Deze telefoon kan op verschillende Aastra-communicatiesystemen worden aangesloten. U kunt controleren op welk systeem uw telefoon is aangesloten.
Menu
Druk Menu Foxtoets.
Instellingen
Blader naar Instellingen en kies de Select Foxtoets.
Algemeen
Blader naar Algemeen en kies de Select Foxtoets.
Eigen nr
Scroll tot Eigen nr en druk Select Foxtoets.
➔Naam, oproepnummer en communicatiesysteem worden weergegeven.
Lokale IP instellingen Aastra 5370ip
De IP-relevante data voor uw toestel is opgeslagen in deze menu. De inbreng van
deze data is beveiligd met een password, daarom kan het uitsluitend door de system
administrator worden vrijgegeven. Doch kan u de data oproepen.
Menu
Druk Menu Foxtoets.
Instellingen
Blader naar Instellingen en kies de Select Foxtoets.
Algemeen
Blader naar Algemeen en kies de Select Foxtoets.
Lokale instellingen
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Scroll tot Lokale instellingen en druk Select Foxtoets.
➔opvraagbare IP-relevante instellingen.
83
Persoonlijke instellingen van uw telefoon
Beveiligingsinstellingen
Deze sectie legt uit hoe u uzelf kan beveiligen tegen bepaalde oproepen.
De beveiliging tegen oproeptypen activeren
U wenst uzelf te beveiligen tegen bepaalde oproepen.
U kan uw toestel instellen zodanig dat deze functies niet toegelaten zijn op uw toestel:
• Niet storen: Inkomende oproepen worden automatisch omgeleid naar een
bepaalde bestemming.
• 2e oproep: U belt al of u beantwoordt al een oproep. U wordt door een wachttoon
en een telefoonnummer of naam op het display op de hoogte gesteld dat iemand
u probeert te bellen. U kan deze tweede oproep beantwoorden of afwijzen.
• Opschakelen: Een derde deelnemer kan inbreken in uw actieve oproep en uw
gesprek beluisteren.
• Intercom: U kan via de ingebouwde luidspreker van uw gebruiker, indien aanwezig,
een algemene omroep doen zonder op antwoord te wachten (net als een intercom).
• Omleiden: Inkomende oproepen worden rechtstreeks naar uw telefoon omgeleid.
Vraag uw systeembeheerder of deze functies toegestaan zijn of niet.
Menu
Druk Menu Foxtoets.
Instellingen
Blader naar Instellingen en kies de Select Foxtoets.
Beveiliging
Scroll naar Beveiliging en druk op de Select Foxtoets.
<Beveiligingsinstellingen>
<Niveau instellen>
Scroll naar de gewenste beveiligingsinstellingen en druk op de Bewerk Foxtoets.
Selecteer de gevraagde instellingen en bevestig met de Ok Foxtoets.
➔De instellingen worden opgeslagen en bewaard.
Notitie:
U kan een ingestelde beveiliging uitschakelen via Menu > Actieve functies >
Foxtoets Reset.
84
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Persoonlijke instellingen van uw telefoon
Telefoonboek
Deze sectie legt uit hoe u een nieuw contact kan ingeven in de telefoongids en
hoe een contact te wijzigen of te wissen.
Een nieuwe vermelding in het telefoonboek maken
U wilt uw persoonlijke telefoonnummers opslaan en bewaren. U kan uw eigen telefoonnummers opslaan in de prive telefoongids.
U kan meerdere telefoonnummervermeldingen opslaan (zakelijk, privé, mobiel) voor
één contactpersoon. Maak van een van deze nummers het standaardtelefoonnummer dat moet worden gebruikt wanneer u geen specifieke vermelding kiest.
Om ervoor te zorgen dat het communicatiesysteem (communicatieserver, OIP, Microsoft Outlook, TwixTel) een extern nummer kan herkennen, wordt u aangeraden het
nummer in te voeren in de officiële notatie (+landnummer (regionummer), telefoonnummer). Druk op de toets om een + in te voegen. U kan het telefoonnummer in
een van de volgende notaties opslaan:
•
•
•
•
0-004132655xxxx
004132655xxxx
9-004132655xxxx
+41 (32) 655xxxx
Druk de telefoongidstoets.
Privé contactpersoonen
Scroll naar Privé contactpersoonen en druk op de Select Foxtoets.
Nieuw
Druk op de Nieuw Foxtoets.
Opslaan
Standaard
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Voer de gegevens (naam, bedrijf, mobiel, privé) van de persoon in.
Gebruik de navigatietoets om te bladeren door de lijst. Druk op de eindetoets
als u de vermelding wilt sluiten zonder deze op te slaan.
Bevestig met de Opslaan Foxtoets.
➔De contact is nu opgeslagen.
Het standaardnummer opgeven:
1. Selecteer de gewenste contactpersoon.
2. Gebruik de pijl-rechts van de navigatietoets om de gegevens van de contactpersoon te openen en selecteer het gewenste telefoonnummer.
3. Stel het geselecteerde telefoonnummer in als standaardnummer met de
foxkey Standaard.
85
Persoonlijke instellingen van uw telefoon
Wijzigen of wissen van een telefoongidskaart
U wenst een nummer te wijzigen in uw prive telefoongids.
Notitie:
U kan geen wijzigingen aanbrengen in andere telefoongidsen.
Druk de telefoongids-toets.
Privé contactpersoonen
Scroll naar Privé contactpersoonen en druk op de Select Foxtoets.
<Telefoongidskaart>
<Naam, telefoonnummer>
Wijzigen:
Selecteer de gewenste telefoongidskaart en druk de Edit Foxtoets.
Wijzig de contactgegevens en bevestig de wijziging met de foxkey Ok.
☛
<Telefoongidskaart>
86
Een vermelding verwijderen:
Selecteer de gewenste kaart en druk de Wissen Foxtoets.
➔De kaart is nu verwijderd.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Persoonlijke instellingen van uw telefoon
Het telefoonnummer opslaan in het telefoonboek vanuit de
oproeplijst
U wilt een telefoonnummer uit een van de oproeplijsten opslaan in uw privételefoonboek.
U kan een telefoonnummer toevoegen aan een bestaande contactpersoon of een
nieuwe contactpersoon maken.
Menu
Druk Menu Foxtoets.
Oproep lijst
Scroll naar Oproeplijst en druk Select Foxtoets.
<Oproeplijst>
Selecteer de gewenste oproeplijst en gebruiker en druk op de foxtoets
Opslaan.
<Telefoongidsfiche>
Aanvullen cont:
Druk op de foxtoets Aanvullen contact, selecteer de gewenste contactpersoon
en het gewenste type nummer en bevestig uw keuze met de foxtoets Opslaan.
<Telefoongidsfiche>
Invoeren nieuw contact:
Druk op foxtoets Invoeren nieuw contact , selecteer het gewenste type nummer
en bevestig uw keuze met de foxtoets Opslaan.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
87
Persoonlijke instellingen van uw telefoon
Voicemail instellingen
Deze sectie legt uit hoe u uw voicemail dient in te stellen.
Persoonlijke begroetingen beheren
U kunt maximaal 3 verschillende begroetingen opnemen (bijvoorbeeld als u afwezig
bent of als u op vakantie bent). Geef elke begroeting de relevante naam.
Of een beller een bericht kan achterlaten, is afhankelijk van de systeemconfiguratie
(zie het hoofdstuk "Display symbolen", pagina 5 voor informatie over de symbolen).
Indien geen persoonlijk welkomstbericht is geactiveerd of opgeslagen dan wordt
automatisch het algemeen welkomstbericht geactiveerd indien deze laatste uiteraard
beschikbaar is. Contacteer uw systeembeheerder voor meer informatie.
Menu
Druk Menu Foxtoets.
Voicemail
Scroll naar Voicemail en druk op de Select Foxtoets.
<Begroeting>
Een begroeting hernoemen:
Selecteer het gewenste bericht en druk de foxtoets Bewerken.
➔Geef elk van uw persoonlijke begroetingen een relevante naam en bevestig
uw keuze met Ok.
<Begroeting>
Begroeting opnemen:
Selecteer het gewenste bericht en druk de Opnemen Foxtoets.
➔Nu kan u uw persoonlijk welkomstbericht opnemen.
Notitie:
U kunt de kwaliteit van de opname verbeteren door de tekst op te nemen via
de hoorn.
<Begroeting>
welkomstbericht beluisteren:
Selecteer het gewenste bericht en druk de Beluisteren Foxtoets.
➔U kan uw persoonlijk begroeting beluisteren en heropnemen indien nodig.
<Begroeting>
Selecteer het welkomstbericht:
Selecteer het gewenste bericht en bevestig met de Ok Foxtoets.
➔De aankondiging welk het laatst werd opgenomen wordt automatisch
geactiveerd.
Notitie:
• Om te weten hoe u uw toestel moet omleiden naar de voicemail, ga naar
hoofdstuk "Omleiden naar voicemail", pagina 47.
• Raadpleeg de "User’s Guide Voice Mail Systems" op de Aastra 400
DocFinder: www.aastra.com/docfinder voor meer informatie over voicemail.
88
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Persoonlijke instellingen van uw telefoon
Uw aanwezigheid configureren
U kunt uw huidige aanwezigheidsstatus instellen (zie het hoofdstuk "Afwezigheid
instellen met de aanwezigheidstoets", pagina 43).
U kunt kiezen uit 5 aanwezigheidsprofielen voor het instellen van uw aanwezigheidsstatus. Voor elk van deze aanwezigheidsprofielen kunt u de volgende instellingen
gebruiken:
• Beschrijving: Typ de tekst die u voor andere personen wilt weergeven als gedetailleerde informatie over uw aanwezigheidsstatus (bijvoorbeeld de naam van uw vervanger).
• Persoonlijke gespreksroutering: Geef de telefoons op waarop een oproep moet binnenkomen (zie het hoofdstuk "Persoonlijke gespreksroutering activeren", pagina
62). Selecteer Instellingen behouden als voorheen om de bestaande gespreksroutering toe te passen.
• Oproepdoorschakeling: Geef op naar welke telefoon een oproep moet worden
omgeleid (zie het hoofdstuk "Omleiden van oproepen (Oproepdoorschakeling)",
pagina 45). Selecteer Instellingen behouden als voorheen om de bestaande oproepomleiding toe te passen.
Het aanwezigheidsmenu openen:
Druk op de aanwezigheidstoets.
Of:
Druk op de functietoets voor <Aanwezigheidsmenu> (zie het hoofdstuk "Het
opslaan van een functie onder een toets – functietoets", pagina 92 voor informatie over het opslaan van functies onder een toets).
Of:
Het aanwezigheidsmenu kan ook worden geselecteerd via het menu: Menu >
Instellingen > Algemeen > Aanwezigheid.
➔Het aanwezigheidsmenu wordt weergegeven.
Bewerk
Bewerk
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
De functietoets instellen voor het aanwezigheidsprofiel:
1. Open het aanwezigheidsmenu, blader naar het gewenste profiel en druk op
de foxtoets Bewerk.
2. Selecteer de gewenste instelling en bevestig uw keuze met de foxtoets Ok.
➔Het profiel is gewijzigd.
Het aanwezigheidsprofiel wijzigen:
1. Open het aanwezigheidsmenu, blader naar het gewenste profiel en druk op
de foxtoets Bewerk.
2. Selecteer de gewenste instelling en bevestig uw keuze met de foxtoets Ok.
➔Het profiel is gewijzigd.
89
Persoonlijke instellingen van uw telefoon
Configureren van toetsen
Hierin wordt uitgelegd op welke wijze een telefoonnummer of functie kan worden toegewezen aan een toets.
Beschikbare toetsen
U kan telefoonnummers of functies plaatsen onder 2 verschillende type toetsen:
• aan een configureerbare toets of een aanwezigheidstoets – kan op elk moment
worden opgehaald
• onder de Foxtoets – enkel toegankelijk in rusttoestand
U kan aan elke toets een specifieke functie toewijzen en deze activeren door een simpele druk op de toets. Beschikbare keuze:
•
•
•
•
Nummertoets: opgeslagen telefoonnummer(s);
Functietoets: activeert/desactiveert uit een functie;
Teamtoets: overzicht status van de gebruikers binnen het team;
Lijntoets: Lijnkiezer instellen (lijntoetsen dienen geprogrammeerd te worden door
uw systeembeheerder).
Notitie:
Voor meer informatie over de Aastra M535 uitbreidingstoetsenmodule, zie hoofdstuk "De Aastra M535 uitbreidingstoetsenmodule gebruiken", pagina 22 en
"Uitbreidingsmodul Aastra M530/Aastra M535 (optioneel)", pagina 108.
90
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Persoonlijke instellingen van uw telefoon
Het opslaan van een telefoonnummer onder een toets – nummertoets
U wilt regelmatig telefoonnummers kiezen door simpelweg één toets in te drukken in
plaats van het nummer cijfer voor cijfer in te moeten voeren.
Onder elke Foxtoets kan één oproepnummer met een naam, en onder elke configureerbare toets kan u 2 oproepnummers opslaan met bijhorende namen. Deze toets
wordt automatische als nummertoets gedefinieerd.
Menu
Voor het opslaan van een telefoonnummer onder de Fox toets:
Druk Menu Foxtoets.
Instellingen
Blader naar Instellingen en kies de Select Foxtoets.
Foxtoets
Nummertoets
Scroll tot Toetsen >Foxtoets an druk de >Select Foxtoets.
➔Display toont de keuze van de toets types.
Scroll tot Nummertoets en druk Select Foxtoets.
Geef het telefoonnummer en naam in en bevestig met de Ok Foxtoets.
➔Het telefoonnummer is opgeslagen.
<lang>
Een telefoonnummer onder een configureerbare toets of aanwezigheidstoets opslaan:
Druk op de toets en houd deze enkele seconden ingedrukt
➔Display toont de keuze van de toets types.
Nummertoets
Scroll tot Nummertoets en druk Select Foxtoets.
Voer de telefoonnummers en namen in en bevestig de invoer met de foxtoets
Ok.
Als u over een Aastra M535-uitbreidingstoetsenmodule beschikt, kunt u ook
het type nummer selecteren (zakelijk nummer, mobiel nummer of privénummer).
Notitie:
• De tekst mode voor het invoeren van letters is automatisch geactiveerd.
• U kan de correctietoets gebruiken om een foute ingave te verbeteren.
• U kan slechts één oproepnummer opslaan onder een configureerbare toets
van de Aastra M535 uitbreidingstoetsenmodule.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
91
Persoonlijke instellingen van uw telefoon
Het opslaan van een functie onder een toets – functietoets
U wilt een veel gebruikte functie, bijvoorbeeld ”Omleiding vertraagd”, met één toets
bedienen in plaats van een procedure handeling. Normaal is de functie zo toegewezen zodat u:
• activeer de functie met de eerste toetsaanslag - het toetslampje gaat branden,
• en schakel de functie weer uit met de tweede toetsaanslag - het toetslampje gaat
uit.
Menu
Het opslaan van een functie onder een Fox toets:
Druk op Menu.
Instellingen
Blader naar Instellingen en kies de Select Foxtoets.
Foxtoets
Functietoets
<Functie>
Scroll tot Toetsen >Foxtoets an druk de >Select Foxtoets.
➔Display toont de keuze van de toets types.
Scroll tot Functietoets en druk Select Foxtoets.
➔De ingestelde functie wordt voorgesteld met
.
Selecteer de gewenste functie en druk Select Foxtoets.
➔Het verder verloop hangt af van de functie (zie hoofdstuk "Bijkomende functies", pagina 27). Wanneer alle instellingen zijn gedaan, is de functie opgeslagen onder de toets.
Notitie:
Behalve de voorgedefinieerde functies kunt u eveneens een functie definiëren
en instellen. Voor meer informatie, zie hoofdstuk "Macro functies", pagina 96.
Een functie onder een configureerbare toets of aanwezigheidstoets
opslaan:
Druk op de toets en houd deze enkele seconden ingedrukt
➔Display toont de keuze van de toets types.
Functietoets
<Functie>
Scroll tot Functietoets en druk Select Foxtoets.
➔De ingestelde functie wordt weergegeven met
.
Selecteer de gewenste functie en druk Select Foxtoets.
➔Het verder verloop hangt af van de functie (zie hoofdstuk "Bijkomende functies", pagina 27). Wanneer alle instellingen werden gedaan, is de functie
opgeslagen onder de toets.
Notitie:
Behalve de voorgedefinieerde functies kunt u eveneens een functie definiëren
en instellen. Voor meer informatie, zie hoofdstuk "Macro functies", pagina 96.
92
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Persoonlijke instellingen van uw telefoon
Het opslaan van een teamdeelnemer onder een toets – teamtoets
Samen met de andere leden kan u uzelf organiseren in het team zodat u enerzijds
altijd als team bereikbaar bent en anderzijds verzekeren dat er een wederzijdse vervanging is. U kunt een programmeerbare toets definiëren als zijnde een teamtoets en
toekennen aan uw teampartner. Een teamtoets is geconfigureerd voor elk teamlid,
ook uzelf:
• om naar elkaar te telefoneren met één enkele toetsaanslag;
• om een binnenkomde oproep te beantwoorden voor een ander teamlid met één
enkele toetsaanslag;
• en om te selecteren of de teamtoets met opgelicht led moet gepaard gaan met
een beltoon wanneer één van de teamleden wordt opgeroepen. U kan een beltijd
configureren voor de beltoon;
• om te kiezen tussen onmiddellijk te antwoorden door gebruik te maken van de
automatisch handsfree bediening, het opnemen van de handset, en op de Teamtoets te drukken.
De volgende audio instellingen zijn mogelijk: Belvolume, Melodie, Ritme, Antwoorden.
Notitie:
• Een teamtoets kan uitsluitend toegekend worden aan een configureerbare toets.
• Om te weten hoe een Teamtoets te gebruiken, zie hoofdstuk "Gebruik maken van
de teamtoets", pagina 68.
<lang>
Druk op de betreffende programmeerbare toets en houd deze enkele seconden ingedrukt.
➔Display toont de keuze van de toets types.
Teamtoets
Scroll tot Teamtoets en druk Select Foxtoets.
<Telefoonnummer,
naam>
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Een telefoonnummer invoeren of bewerken. Als de persoon in het systeem is
opgeslagen, wordt de naam automatisch ingevoerd. Bevestig met de Ok Foxtoets.
➔De display toont de eigenschappen waarmee u de teamtoets kan configureren.
93
Persoonlijke instellingen van uw telefoon
<Audio instellingen>
De audio-instellingen instellen:
Scroll naar de gevraagde audio instellingen en druk op de Bewerk Foxtoets.
Selecteer de gevraagde instellingen en bevestig met de Ok Foxtoets.
➔De instellingen worden opgeslagen en bewaard.
Instelmogelijkheden voor de beltoon:
• Off voor geen beltoon, On voor instant beltoon, en beltoon Vertr10s,
Vertr20s and Vertr30s en bevestig Ok met de Foxtoets.
• U kan naar elke instelling luisteren door gebruik te maken van Test Foxtoets.
Antwoorden
Instelling van de antwoordprocedure:
Scroll tot Antwoorden en druk Bewerk Foxtoets.
Selecteer de gevraagde instellingen en bevestig met de Ok Foxtoets.
➔De instellingen worden opgeslagen en bewaard.
Mogelijke instellingen voor beantwoorden:
Toets om de oproep te beantwoorden door op de lijntoets te drukken, Handset
om te antwoorden door de hoorn op te nemen en Handsfree om automatisch
te antwoorden met handsfree.
Notitie:
• De Handset en Handsfree de instellingen werken uitsluitend wanneer het
belsignaal is geactiveerd.
• Indien u antwoorden selecteert en gebruik maakt van Handset of Handsfree,
dient u ook Prioriteit te specifiëren, met 1 als hoogste prioriteit en 8 als laagste:
Toets wissen
U wilt de instellingen van een programmeerbare toets verwijderen en wissen.
Selecteer de functie Geen functie om de functietoetstoewijzing te verwijderen.
<lang>
Geen functie
<lang>
Geen functie
94
Om de Foxtoets vrij te maken:
Druk op de Fox toets.
➔De display toont het toets type.
Scroll tot Geen functie en bevestig met de Ok Foxtoets.
➔De toets instellingen zijn verwijderd en gewist.
Om een configureerbare toets vrij te maken:
Druk op de betreffende programmeerbare toets en houd deze enkele seconden ingedrukt.
➔De display toont het toets type.
Scroll tot Geen functie en bevestig met de Ok Foxtoets.
➔De toets instellingen zijn verwijderd en gewist.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Persoonlijke instellingen van uw telefoon
Programmeerbare lijntoetsen
Hierin wordt uitgelegd op welke wijze een lijntoets kan worden ingesteld aan
uw persoonlijke wensen.
De system administrator zal vaststellen of uw toestel over lijntoetsen beschikt.
Het instellen van een lijn toets
U wilt de reactie van een lijntoets instellen.
U kunt kiezen of bij een binnenkomende oproep op een lijn toets, zowel het oproep
signaal en Lijntoets indicatie geactiveerd moet worden. U kunt ook een oproep vertraging instellen voor de oproep toon.
Als u een oproep wilt beantwoorden, kunt u onmiddellijk antwoorden door op de lijntoets te drukken, de hoorn opnemen of de optie voor automatisch handsfree gebruiken.
Het beantwoorden van een externe oproep in handsfree mode is niet mogelijk.
De volgende audio instellingen zijn mogelijk: Belvolume, Melodie, Ritme, Antwoorden.
Notitie:
• Een lijntoets kan uitsluitend toegekend worden aan een configureerbare toets.
• Om te weten hoe u lijntoetsen moet gebruiken, zie hoofdstuk "Lijntoetsen",
pagina 70.
<lang>
Druk op de Lijn toets en houd deze enkele seconden ingedrukt.
➔De display toont de lijntoets en de eigenschappen waarmee u de lijntoets
kan configureren.
Notitie:
De persoonlijke eigen toets is tevens een lijntoets.
Lijn toets
Scroll tot Lijntoets en druk de Select Foxtoets.
<Audio instellingen>
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
De audio-instellingen instellen:
Scroll naar de gevraagde audio instellingen en druk op de Bewerk Foxtoets.
Selecteer de gevraagde instellingen en bevestig met de Ok Foxtoets.
➔De instellingen worden opgeslagen en bewaard.
Instelmogelijkheden voor de beltoon:
• Off voor geen beltoon, On voor instant beltoon, en beltoon Vertr10s,
Vertr20s and Vertr30s en bevestig Ok met de Foxtoets.
• U kan naar elke instelling luisteren door gebruik te maken van Test Foxtoets.
95
Persoonlijke instellingen van uw telefoon
Antwoorden
Instelling van de antwoordprocedure:
Scroll tot Antwoorden en druk Bewerk Foxtoets.
Selecteer de gevraagde instellingen en bevestig met de Ok Foxtoets.
➔De instellingen worden opgeslagen en bewaard.
Mogelijke instellingen voor beantwoorden:
Toets om de oproep te beantwoorden door op de lijntoets te drukken, Handset
om te antwoorden door de hoorn op te nemen en Handsfree om automatisch
te antwoorden met handsfree.
Notitie:
• De Handset en Handsfree de instellingen werken uitsluitend wanneer het
belsignaal is geactiveerd.
• Indien u antwoorden selecteerd en gebruik maakt van Handset of Handsfree,
dient u ook te specifiëren Prioriteit, met 1 als hoogste prioriteit en 8 als laagste.
Functies maken
In deze sectie wordt uitgelegd hoe u een afzonderlijke functie activeert, bijvoorbeeld voor het omleiden van oproepen met behulp van functieopdrachten en
functiecodes en hoe u deze aan een toets toewijst.
Macro functies
U kunt macro functies toepassen voor het definiëren van een functie naar gelang uw
persoonlijke behoeften. Een functie kan bestaan uit één of meerdere macro functies,
functie codes en telefoonnummers. U kan een functie onmiddellijk uitvoeren of het
opslaan onder een functietoets (selecteer configureerbare functie).
Tab. 1
De volgende functies zijn beschikbaar:
"A"
Het aannemen van een lijn met de hoogste prioriteit.
"I"
Lijn beleggen/aannemen
"X"
Verbinding verbreken/opleggen
"P"
1 seconde pauze voor de volgende bewerking
"Lxx"
Lijn xx beleggen (Lijn toets)
"N"
Invoer van telefoonnummer (kiesvoorbereiding)
"."
Controleer functie toets (up-circuit system)
"Z"
Activeren/deactiveren van DTMF mode
"R"
Laatst gekozen telefoonnummer
"Y"
Verbreken en opnieuw een lijn nemen
96
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Persoonlijke instellingen van uw telefoon
Tab. 2
Enkele voorbeelden voor het definiëren van een functie:
"IR"
Lijn beleggen ("I"),
Kies het laatst gekozen telefoonnummer ("R")
"I201"
Lijn beleggen ("I") en kies telefoonnummer 201
"I*21201X"
Lijn beleggen ("I"),
activeer oproepdoorschakeling ("*21") naar telefoonnummer 201,
en verbreek de verbinding ("X")
Notitie:
• De tekst mode moet geactiveerd zijn voor het invoeren van de macro codes.
• Functies die niet beschikbaar zijn via het menu, kunnen worden geactiveerd
met functiecodes (zie de "User’s Guide Function Codes" op de Aastra 400
DocFinder: www.aastra.com/docfinder).
• U kunt een functieopdracht of functiecode rechtstreeks invoeren of opslaan
onder een toets.
• U kunt bepaalde functiecodes alleen activeren als dezelfde functie niet via
het menu beschikbaar is.
• Welke functies er beschikbaar zijn, is afhankelijk van het systeem en de softwareversie
Functiecodes
Een lijst van alle functiecodes kunt u vinden in de "User’s Guide Function Codes" op de
Aastra 400 DocFinder als elektronisch document.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
97
Installeren en inwerkingstellen
Deze secties beschrijven de beschikbare setup opties met uw toestel.
Voorziene uitrusting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99
Opties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100
Ingebruikname en plaatsing van de telefoon. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101
Verbinden Aastra 5370 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
Verbinden Aastra 5370ip. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 106
Uitbreidingsmodul Aastra M530/Aastra M535 (optioneel) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108
De Aastra M530 uitbreidingsmodule labelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 110
98
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Installeren en inwerkingstellen
Voorziene uitrusting
Telefoontoestel en handset
Handset verbindingskabel
Telefoon verbindingskabel
Aastra 5370
De houder kan ook gebruikt worden Quick user's guide en veiligals muurophangsysteem
heidsinformatie
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
99
Installeren en inwerkingstellen
Opties
Netadapter
Aastra M530 uitbreidingstoetsenmodule met beschrijfbare labels (incl. stand en verbindingskabel)
Aastra M535-uitbreidingstoetsenmodule met display (inclusief houder en verbindingskabel)
100
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Installeren en inwerkingstellen
Ingebruikname en plaatsing van de telefoon
Met hulp van de bijgeleverde houder kunt u de telefoon als bureautelefoon
instellen of de telefoon aan de muur bevestigen.
De telefoon instellen als een bureautelefoon
U kan het toestel gebruiken onder een hoek van 40 of 25 gtraden voor een optimale
afleesbaarheid en bediening. Daarvoor dient u de houder in verschillende standen te
zetten achteraan het toestel totdat het in de juiste stand staat.
• Plaats de houder zoals aangeduid op het installatieschema tot wanneer het juist
staat.
• Aansluiten van de hoorn: De fiche aan het korte rechte uiteinde van de hoornsnoer
in de fiche van de hoorn inpluggen. De fiche aan de zijde van het langere rechte
uiteinde van het snoer inpluggen in de daarvoor voorziene fiche onderaan het toestel. Om de kabel te ontlasten dient u deze door een van de kabelgeleiders te voeren van de bureauvoet.
• Verbind het toestel zoals aangeduid in Hoofdstuk "Verbinden Aastra 5370", pagina
105 en "Verbinden Aastra 5370ip", pagina 106.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
101
Installeren en inwerkingstellen
2
25°
1
2
40°
102
1
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Installeren en inwerkingstellen
Muurbevestiging
U kan ook de telefoon tegen de muur plaatsen. De houder aan de muur vastschroeven en haak het toestel in de houder.
Notitie:
• Gezien er slechts een beperkte ruimte is tussen de connector aan de achterzijde
van het toestel en de muur waarop deze is bevestigd, dient u een ‘flat’kabel te
gebruiken met een korte plug. Vraag aan uw vertegenwoordiger een leverancierslijst van geschikte ‘flat’kabels (alleen Aastra 5370ip).
• U kan slechts één Aastra M530 en één Aastra M535 (optie) aansluiten als de telefoon op de muur is bevestigd.
• De vijzen van de houder vastschroeven ter beveiliging en plaats de houder (Figrur
A).
• Plug het handsetsnoer en de telefoonkabel in het toestel (Figuur B). Voor de juiste
verbindingsmethode zie hoofdstuk "Verbinden Aastra 5370", pagina 105 en
"Verbinden Aastra 5370ip", pagina 106.
• Het toestel horizontaal in de houder schuiven (Figuur C-1) en naar beneden schuiven (Figuur C-2).
• Schroef de nokken los om de handset vast te houden (Figuur D-1 - D-3).
• Plaatsen van de handset.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
103
65 mm
Installeren en inwerkingstellen
145 mm
130 mm
3.5 mm
151 mm
A
B
1
2
3
1
C
2
D
Afkoppeling van het toestel
Bureautelefoon:
• Verwijder het snoer /aansluitkabel uit het toestel.
• Voorzichtig de houder in de tegenovergestelde richting draaien.
Muurtoestel:
• Het toestel voorzichtig opwaarts uit de houder schuiven.
• Verwijder het snoer /aansluitkabel uit het toestel.
104
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Installeren en inwerkingstellen
Verbinden Aastra 5370
Aansluiten
Telefoonverbinding
Aansluiten van de hoorn
Aansluiten van de headset
Het aansluiten van de Aastra M530/Aastra M535 uitbreidingstoetsenmodule
of netvoeding
Aansluiten van uw telefoon op het systeem
• Verbind de plug van het aansluitsnoer van de telefoon in de daarvoor bestemde
aansluiting aan de onderzijde van het toestel.
• Alleen installatie op het bureau: Om de kabel te ontlasten dient u deze door een
van de kabelgeleiders te voeren van de bureauvoet.
• Verbind de plug, van het los overgebleven einde van het aansluitsnoer, in de daarvoor bestemde telefoonaansluiting
• Zet de kanaalkeuzeselectorswitch aan de onderzijde van het toestel. Contacteer
uw systeembeheerder voor meer informatie.
Het aanmelden van de telefoon
Om uw telefoon aan te melden moet het systeem voorbereid zijn door uw systeem
beheerder.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
105
Installeren en inwerkingstellen
Verbinden Aastra 5370ip
IP verbindingen
Verbinden met het IP netwerk
Verbinden van een PC (indien gewenst)
Aansluiten van de hoorn
Aansluiten van de headset
Aansluiten van de netadapter
De Aastra M530/Aastra M535-uitbreidingstoetsenmodule aansluiten
Notitie:
Uw systeembeheerder zal zorgen voor de IP-adressering en de programmatie van het toestel.
De IP addressen en andere informatie over uw toestel zijn beschikbaar in de setting mode.
OUT
LAN
IN
PC
Aansluiten van uw telefoon op het LAN
Dit toestel gebruikt dezelfde aansluiting als uw PC (IP network / LAN). Bijgevolg heeft
u geen aparte telefoonaansluiting nodig. Indien u twijfels heeft betreffende uw telefoonaansluiting, roep dan de hulp in van uw systeembeheerder.
• Verbind de plug van het LAN aansluitsnoer (niet meegeleverd) in het netwerkstopcontact.
• Sluit nu de netwerkkabel van het toestel aan via het netwerkstopcontact.
• Alleen installatie op het bureau: Om de kabel te ontlasten dient u deze door een
van de kabelgeleiders te voeren van de bureauvoet.
106
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Installeren en inwerkingstellen
Aansluiten van uw PC op het LAN
Indien gewenst, kan u de PC of een ander netwerkapparaat , bijvoorbeeld een printer,
aansluiten op het netwerk.
• Verbind het LAN aansluitsnoer (niet meegeleverd) met de netwerkaansluiting.
• Steek nu de andere kant van het aansluitsnoer aan de onderzijde van de telefoon in
de PC-aansluiting.
• Alleen installatie op het bureau: Om de kabel te ontlasten dient u deze door een
van de kabelgeleiders te voeren van de bureauvoet.
Aansluiten van de netadapter
Indien uw LAN netwerk Power-Over-Ethernet (PoE) ondersteund, de telefoon wordt
gevoed vanuit de LAN aansluiting, wordt de netadapter niet gebruikt.
Indien uw netwerk geen PoE ondersteunt of indien u een switch geïnstalleerd heeft
tussen het toestel en de telefooncentrale welke geen PoE ondersteunt, heeft u de
optionele externe voeding nodig om de telefoon te voeden.
Notitie:
Uitsluitend de originele optionele plug-in power adapter gebruiken.
• Steek het plugje afkomstig van de transformator in de daarvoor voorziene connector van het toestel.
• Alleen installatie op het bureau: Om de kabel te ontlasten dient u deze door een
van de kabelgeleiders te voeren van de bureauvoet.
• Steek de stekker van de transformator in het stopcontact.
Het aanloggen van het IP toestel
Om uw telefoon aan te melden moet het systeem voorbereid zijn door uw systeem
beheerder.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
107
Installeren en inwerkingstellen
Uitbreidingsmodul Aastra M530/Aastra M535 (optioneel)
U kan 1 Aastra M530 uitbreidingstoetsenmodule met 20 configureerbare toetsen of 1 Aastra M535 uitbreidingstoetsenmodule met 3 x 15 configureerbare
toetsen op uw toestel aansluiten. Elke module heeft tien programmeerbare
toetsen, voorzien van een optische LED indicatie.
Verbindingen
De Aastra M530/Aastra M535-uitbreidingstoetsenmodule aansluiten
Verder aansluiten van Aastra M530/Aastra M535 uitbreidingstoetsenmodules
(symbool op Aastra M530)
or
Verder aansluiten van Aastra M530/Aastra M535 uitbreidingstoetsenmodules
of netvoeding (symbool op Aastra M535)
WE 23
16:58
Aug Week 34
Office 80IP
Menu
OUT IN OUT IN
108
OUT IN
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Installeren en inwerkingstellen
De Aastra M530/Aastra M535 uitbreidingsmodul aansluiten
Notitie:
Verbreek altijd de netvoeding voordat een uitbreidingstoetsenbord
Aastra M530/Aastra M535 wordt geplaatst of losgenomen.
• Verwijder de telefoon aansluitplug, aan de onderzijde van de telefoon
• Sluit het Aastra M530/Aastra M535 uitbreidingsmodul aan rechts van uw toestel
tot wanneer u de klik hoort, zoals aangeduid in de handleiding.
• Het snoer inpluggen in de bijkomende sockets aan de onderzijde van het toestel
en het Aastra M530/Aastra M535 uitbreidingsmodul.
• Plaats de verbindingskabel in de kabelgoot aan de onderzijde van het
Aastra M530/Aastra M535 uitbreidingsmodul.
• Sluit opnieuw de telefoon aansluitplug, aan de onderzijde, aan op de daarvoor
bestemde aansluiting van de telefoon. De uitbreidingsmodule
Aastra M530/Aastra M535 is nu in werking en klaar voor gebruik.
• Afhankelijk van de gebruikte voeding, kan het nodig zijn om een bijkomende voedingseenheid voor de uitbreidingstoetsenmodule te voorzien. Als er te weinig voeding voorzien is, komt er een boodschap op de display. Contacteer uw systeembeheerder voor meer informatie.
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
109
Installeren en inwerkingstellen
De Aastra M530 uitbreidingsmodule labelen
Beschrijfbare labels voor de configureerbare toetsen kunt u vinden op de
Aastra 400 DocFinder als elektronisch document.
U kan de velden invullen op uw pc en onmiddellijk de labels uitprinten.
• Bereid de schrijflabels op de pc voor, druk ze af (met de optie voor het aanpassen
aan de pagina uitgeschakeld) en knip ze uit.
• Verwijder voorzichtig het transparante label venster naast de functie toetsen.
• Plaats de label in de daarvoor bestemde uitsparing naast de functie toetsen.
• Plaats voorzichtig het transparante venster terug.
110
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Meer informatie
De volgende delen bevatten nuttige informatie over uw toestel.
Foutzoeken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112
Verklaring Open Source Software(Aastra 5370ip) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
111
Meer informatie
Foutzoeken
Dit deel bevat enkele tips over wat u met uw toestel moet doen indien er zich
problemen voordoen.
Storingen
Uw gesprekspartner is niet te horen of u bent niet te horen door uw gesprekspartner.
Kijk na of het hoornsnoer op correcte wijze is ingeplugd in zowel de hoorn als het toestel (zie Hoofdstuk
"Installeren en inwerkingstellen", pagina 98).
De hoorn is opgenomen, maar geen kiestoon hoorbaar en geen display informatie.
Kijk na of het snoer van het toestel op correcte wijze is ingeplugd zowel in het toestel als in de LAN stekker (zie hoofdstuk "Installeren en inwerkingstellen", pagina 98).
De display toont "Niet geconfigureerd", de hoorn is opgenomen maar geen kiestoon hoorbaar.
Uw telefoon is niet voorzien van een nummer. Contacteer uw systeembeheerder voor meer informatie.
Display toont: "Probeert te registreren"
De telefoon kan niet worden aangemeld. Contacteer uw systeembeheerder voor meer informatie.
De display functioneert, maar de verbinding komt niet tot stand.
Het toestel is misschien geblokkeerd. Deblokkeer uw toestel (zie hoofdstuk "Deblokkeer uw toestel",
pagina 50).
De functie toetsen kunnen niet worden ingesteld.
De functie toetsen zijn misschien geblokkeerd. Deblokkeer uw toestel (zie hoofdstuk "Deblokkeer uw
toestel", pagina 50).
De toets voor een herconfiguratie is misschien geblokkeerd in het systeem. Contacteer uw systeembeheerder voor meer informatie.
De Aastra M530/Aastra M535-uitbreidingstoetsenmodule krijgt mogelijk niet voldoende stroom. Contacteer uw systeembeheerder voor meer informatie.
Onvoldoende display contrast
De instelling van het display contrast is onvoldoende. Wijzig de instellingen (zie hoofdstuk "Display
instellen", pagina 74).
Slechte geluidskwaliteit tijdens handsfree bediening
De geluidskwaliteit kan worden beïnvloed indien het volume te luid staat ingesteld – verlaag het
volume. Indien de geluidskwalitiet blijft schommelen, neem dan contact op met uw systeembeheerder.
Alleen noodoproepen zijn mogelijk
U wilt vanaf een gedeelde telefoon bellen, maar u hebt zich nog niet bij de telefoon aangemeld. Meld
u bij de telefoon aan (zie het hoofdstuk "Free-seating", pagina 65).
U kunt bellen, maar er worden geen namen weergegeven. De configuratie van de toetsen ontbreekt en de telefoon reageert niet op functieopdrachten
Beperkte modus na een software-update zonder updatelicentie.
Notitie:
Voor alle ander meldingen, fouten en vragen, neem contact op met uw systeembeheerder.
112
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Meer informatie
Verklaring Open Source Software(Aastra 5370ip)
Over Open Source Software
Dit product bevat Open Source Software van third-party leveranciers die onderworpen zijn aan GNU licence provisions GPL (GNU General Public License) en LGPL (GNU
Library/Lesser General Public License).
De hieronder vermelde licentieteksten voor de GPL en LGPL en voor de broncode van
de software secties zijn beschikbaar op www.aastra.be/docfinder ("Public GNU
source" document type).
De licentieteksten voor de GPL en de LGPL zijn ook op de terminal zelf opgeslagen en
kunnen worden weergegeven met de geïntegreerde webinterface (URL: <IP-adres
van uw telefoon>.
Gelieve de tekst aandachtig door te nemen om meer te weten te komen over uw
rechten met betrekking tot de licenties.
Dit product bevat de volgende software onderworpen aan de GPL bepalingen.
• De Linux-kernel is beschikbaar op www.kernel.org/
• De Busybox is beschikbaar op www.busybox.net/
Dit product bevat de volgende software onderworpen aan de LGPL bepalingen:
• De ucLibc is beschikbaar op www.ucLibc.org/
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
113
Index
Numerics
2e oproep:
Antwoorden ..............................................................36
Beveiligingsinstellingen .......................................84
bij een interne gebruiker ......................................35
A
Aansluiten (Veiligheidsinformatie) ............................ 7
Aansluiten:
IP-telefoon .............................................................. 106
IP-telefoon op het LAN ...................................... 106
op het systeem ...................................................... 105
Pc op het LAN ........................................................ 107
Telefoon .................................................................. 105
Voeding ................................................................... 107
Aanwezigheid .................................................................43
Aanwezigheidstoets ................................................3, 43
Aastra M530 .................................................................. 108
Accessoires (Veiligheidsinformatie) .......................... 7
Afkoppeling van het toestel ................................... 104
Afwezigheid instellen ...................................................43
Afwijzen .............................................................................54
Alleen bellen ....................................................................63
Alphanumerisch opzoeken ........................................29
Audio ..................................................................................76
Automatische hands-free mode ..............................78
B
Bedienings-elementen .................................................. 2
Bedientoestel ..................................................................70
Beheer op afstand ..........................................................67
Bellen:
in de externe telefoongidsen .............................30
met de configureerbare foxtoets ......................32
met een configureerbare toets ..........................33
met het telefoonnummer ....................................16
op naam .....................................................................28
vanuit de beantwoorde oproeplijst .................31
vanuit de onbeantwoorde oproeplijst ............30
vanuit de telefoongids ..........................................29
via herhaal ......................................................... 17, 32
Belmelodie .......................................................................77
114
Belritme .............................................................................77
Belvolume .........................................................................77
Beveiligingsinstellingen ..............................................84
Bevestigen ..................................................................... 101
Blokkeren ..........................................................................49
Bureautelefoon ............................................................ 101
C
Centrale bel:
Antwoorden ..............................................................60
Een interne persoon oproepen .........................60
Cijfertoetsen ....................................................................23
CLIP .....................................................................................61
CLIR .....................................................................................61
Communicatiesystem ..................................................83
Conferentiegesprek ......................................................40
Correctietoets ................................................................... 3
Corrigeren foutieve invoer .........................................24
D
De contactpersoon in het telefoonboek
opslaan ..............................................................................87
De gesprekstijd ...............................................................15
De navigatietoets gebruiken .....................................25
De schermbeveiliging activeren ..............................82
Deblokkeer .......................................................................50
Dempen ............................................................................18
Discrete oproep ..............................................................61
Display en bedienings elementen ...........................20
Display symbolen ............................................................ 5
Display weergave in rusttoestand ...........................82
Display:
Display contrast .......................................................74
Displaysymbolen ....................................................21
Displaytekst ...............................................................21
instellen ......................................................................74
M535 display contrast ...........................................75
Disposal (Veiligheidsinformatie) ................................ 7
Document informatie ...................................................10
Doel en functie ................................................................. 9
Doorschakel .....................................................................54
DTMF .......................................................................... 58, 80
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
E
I
Een gesprek doorverbinden ......................................41
Een gesprek parkeren ..................................................42
Eén nummer voor iedere gebruiker: ......................... 9
Een oproep afwijzen gedurende de oproepfase 54
Een oproep beantwoorden ........................................14
Een oproep doorschakelen gedurende
de oproepfase .................................................................54
Een oproep overnemen ..............................................57
END toets ............................................................................ 3
Indicatie LED .................................................................... 26
Inloggen ................................................................105, 107
Installeren ......................................................................... 98
Instellen ...........................................................................101
Instellen van het geluidsvolume in ......................... 76
Intercom:
Beveiligingsinstellingen ....................................... 84
ontvangen ................................................................. 38
starten ......................................................................... 37
Invoer cijfers .................................................................... 23
Invoer letters ................................................................... 23
Inwerkingstellen ............................................................ 98
F
Foutzoeken ................................................................... 112
Foxtoets ............................................................................... 3
Free-seating .....................................................................65
Functiecodes ...................................................................97
Functies maken ..............................................................96
Functieselectie voor configureerbare toets .........51
Functietoets .....................................................................92
G
Gebruik de Foxtoets .....................................................22
Gebruikersgegevens ....................................................... 8
Gegevensbescherming (Veiligheidsinformatie) ... 7
Gespreksroutering .........................................................62
GNU licence provisions ............................................. 113
H
Handelsmerken ..............................................................10
Handsfree microfoon ..................................................... 2
Handsfree werking ................................................ 18, 78
Headset .............................................................................19
Herhaal ...................................................................... 17, 32
Herhaal toets ..................................................................... 3
Het gesprek beëindigen ..............................................15
Het instellen van de oproeptoon .............................76
Het instellen van DTMF mode ...................................80
Het opslaan van een functie onder een toets .....92
Het opslaan van een teampartner
onder een toets ..............................................................93
Het opslaan van een telefoonnummer
onder een toets ..............................................................91
Het telefoonnummer in het telefoon
boek opslaan ...................................................................87
Het verplaatsen van de cursor ..................................24
Het wijzigen van uw persoonlijke code (PIN) ......81
Hoofdletters en kleine letters ....................................24
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
K
Kostenbeheersing (Veiligheidsinformatie) .............7
Kwaliteit en betrouwbaarheid .................................. 10
L
Labels ..........................................................................4, 110
Laden .................................................................. 15, 38, 59
LAN .........................................................................106, 107
LED ...................................................................................... 26
Legenda van toetsen .......................................................2
Lijn toets ........................................................................... 70
Lijn:
Beantwoorden van een oproep
op een lijntoets ........................................................ 70
Een gesprek voeren via een lijntoets ............... 71
Parkeer de oproep op de lijntoets .................... 71
Schakelen tussen lijnen ........................................ 72
Lokale IP instellingen ................................................... 83
Luidspreker toets ..............................................................3
M
M535-weergavesymbolen ............................................6
Macro functies ................................................................ 96
MCID ................................................................................... 62
Meeluisteren .............................................................17, 64
Meeluisteren en opnemen ......................................... 10
Menu-instructies ............................................................ 25
Metalen voorwerpen (Veiligheidsinformatie) ........7
Microfoon toets .................................................................3
Microfoon uitzetten ...................................................... 18
Mode .................................................................................. 58
Muurbevestiging .........................................................103
115
N
T
Naamkeuze ......................................................................29
Navigatietoetsen .............................................................. 2
Niet storen:
Beveiligingsinstellingen .......................................84
Nummertoets ..................................................................91
Taalkeuze ..........................................................................80
Team:
Een teampartner oproepen ................................68
Gebruik maken van de teamtoets ....................68
Intercomoproep naar een teampartner .........69
Organisatie binnen een team .............................68
Vervangingsdienst voor een teamlid ..............69
Teamtoets .........................................................................93
Tekstbericht:
lezen ............................................................................56
verzenden ..................................................................56
Tekstmode .......................................................................24
Telefoneren:
in handsfree mode .................................................18
Met bijkomende functies .....................................27
met headset ..............................................................19
op een telefoon van derden ...............................59
van de Luidspreker functie ..................................17
telefoon van derden .....................................................59
Telefoonboek toets ......................................................... 3
Telefoonboekvermelding:
maken .........................................................................85
wijzigen ......................................................................86
Wissen .........................................................................86
Telefoongids ............................................................ 29, 30
Terugoproep:
Antwoorden ..............................................................35
verzoek .......................................................................34
Toets:
instellingen ...............................................................90
Wissen .........................................................................94
Toetsen:
.......................................................................................22
Toetsenblok ....................................................................... 2
O
Omgevingscondities (Veiligheidsinformatie) ........ 7
Omleiden:
Beveiligingsinstellingen .......................................84
naar een bericht ......................................................48
naar voicemail ..........................................................47
Oproepdoorschakeling .........................................46
Oproepomleiding ...................................................45
Omleiding vertraagd ....................................................46
Onderhoud (Veiligheidsinformatie) .......................... 7
Ongewenste oproepen opsporen ...........................62
Open Source Software .............................................. 113
Oproep toets ..................................................................... 3
Oproeplijst ................................................................ 30, 31
Oproepomleiding .................................................. 45, 48
Opschakelen:
Beveiligingsinstellingen .......................................84
Opties .............................................................................. 100
P
Password ...........................................................................81
Pendelen ...........................................................................40
Pers. gespreksroutering ...............................................62
Persoonlijke begroetingen beheren .......................88
PoE ................................................................................... 107
Power-Over-Ethernet ................................................ 107
Privégesprek met PIN ...................................................38
Productinformatie ........................................................... 7
Programmeerbare lijntoetsen ...................................95
Programmeerbare toetsen ........................................... 4
R
Reset van actieve functies ..........................................26
Ring off ..............................................................................77
S
Shift + toets ........................................................................ 4
Signaleringen ..................................................................26
Snelkiezen ........................................................................28
Storingen ....................................................................... 112
Symbolen ....................................................................... 5, 6
116
U
Uitbreidingsmodule:
Aansluiten ............................................................... 108
aansluiten ............................................................... 109
Aastra M530 ........................................................... 108
gebruiken ..................................................................22
LED ...............................................................................22
Uw aanwezigheid configureren ...............................89
Uw nummer onderdrukken .......................................61
V
Veiligheidsinformatie ..................................................... 7
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Verbinden .........................................................................41
Voicemail ..........................................................................47
Voicemail:
instellingen ...............................................................88
Voicemailbericht:
beluisteren ................................................................55
Volume ..............................................................................76
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011
Volume/cursor toetsen ...................................................3
Voor het activeren van de headset ......................... 79
Voorziene uitrusting ..................................................... 99
W
Wisselgesprek gedurende een
actieve verbinding ........................................................ 39
117
Verklaring van overeenkomst
Aastra Telecom Schweiz AG verklaart hierbij dat
• de Aastra 400-producten voldoen aan de
basisvereisten en andere relevante bepalingen
van richtlijn 1999/5/EG.
• al onze producten worden gefabriceerd
conform de richtlijn betreffende de beperking
van het gebruik van schadelijke stoffen in
elektrische en elektronische apparatuur (EEA)
en de richtlijn betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur
(AEEA) (2002/95/EG en 2002/96/EG).
De productspecifieke verklaringen betreffende
conformiteit kunt u vinden op de Aastra 400
DocFinder: www.aastra.com/docfinder.
Kwaliteit en betrouwbaarheid
Aastra® is een geregistreerd handelsmerk van
Aastra Technologies Limited. Technische
wijzigingen en product beschikbaarheid kunnen
wijzigen zonder voorafgegane aankondiging.
Copyright © 2011 Aastra Technologies Limited