berichten - Ekonomika Alumni

Transcription

berichten - Ekonomika Alumni
EKONOMIKA
Magazine van de Ekonomika Alumni
Driemaandelijks • 63ste jaargang • april - mei - juni 2006
Afgiftekantoor 3000 Leuven 1
berichten
Grethe Schepers,
leven en werken
in ‘the City’
Walter Herssens, terugblik
op drie jaar voorzitterschap
p. 10
Toon Desmet, onderhandelen
met de vakbonden
p. 20
Leo Tindemans brengt
hulde aan Albert Coppé
p. 27
G&CO
De BMW 5 Reeks.
Zowel op de weg naar zakelijk succes als op die naar het plezier is de BMW 5 Reeks Berline sinds jaar en dag de leider in zijn
klasse. En met recht en reden: zijn krachtige, zuinige motoren en de luxueuze binnenruimte en standaarduitrusting maken
hem tot de businesswagen bij uitstek. Van de gloednieuwe en zeer zuinige BMW 520d tot de uitermate exclusieve BMW 550i.
De BMW 5 Reeks Touring weet dan weer een sterke persoonlijkheid te combineren met een praktische ingesteldheid.
Zijn panoramische open dak, zijn kofferklep die in twee afzonderlijke delen geopend kan worden en zijn royale binnenruimte
zijn hiervan slechts enkele voorbeelden. Met als bonus een voorbeeldige zuinigheid, koppel en vermogen.
Bepaalde BMW 5 Reeks modellen zijn uitgerust met de integrale transmissie xDrive. In functie van de toestand van het wegdek
zorgt deze BMW exclusiviteit in een fractie van een seconde voor een optimale verdeling van het vermogen over de vier wielen.
BMW Financial Services biedt u innovatieve financiële formules aan. Voor meer informatie, bel naar 03 890 51 05.
BMW 5 Reeks
www.bmw.be
Echt rijplezier
Elke rit wordt puur plezier.
Beschikbare versies: BMW 523i, BMW 525i, BMW 525xi, BMW 530i, BMW 530xi, BMW 540i, BMW 550i, BMW 520d, BMW 525d, BMW 530d, BMW 530xd,
BMW 535d, BMW M5.
Milieu-informatie : www.bmw.be
Gemiddeld verbruik ( l/100km ) / CO2 - uitstoot ( g/km) : 14,8-5,9/357-158
Business law
•
Automotive
•
Banking & finance
•
Commercial law
•
Corporate law
and M&A
•
I
AV O C AT S
Uw keuze in de Benelux
Employment law,
compensation
& benefits and
pensions
•
A D V O C AT E N
EU, competition
& regulatory
•
IP, ICT and media law
•
Life sciences
•
Real estate
Tax law
•
General tax
•
Indirect tax
•
Private client
w w w. l o y e n s . c o m
Loyens is een onafhankelijk advocatenkantoor
dat geïntegreerd advies levert inzake fiscaliteit en
ondernemingsrecht. Door beide disciplines als
gelijkwaardige componenten te beschouwen,
bekleedt Loyens een unieke positie in de markt
en onderscheidt het kantoor zich van andere
nationale en internationale juridische dienstverleners. Voor Loyens staat een vindingrijke en
efficiënte dienstverlening op hoog juridisch niveau
voorop. In de kantoren te Brussel en Antwerpen
richten meer dan 100 advocaten zich voornamelijk
naar het (internationale) bedrijfsleven.
I
BRUSSELS
Woluwe Atrium, Neerveldstraat 101-103
B-1200 Brussel
T +32 2 743 43 43 - F +32 2 743 43 10
Loyens maakt deel uit van het internationale
kantoor Loyens & Loeff N.V. en telt wereldwijd meer
dan 1.300 mensen, waarvan zo’n 700 advocaten,
belastingadviseurs en notarissen. Loyens & Loeff N.V.
heeft 17 vestigingen, verspreid over de Benelux
en de belangrijkste financiële centra van Europa,
de VS, de Caraïben en Azië.
I
ANTWERP
Green Plaza, Generaal Lemanstraat 27
B-2018 Antwerpen
T +32 3 226 50 06 - F +32 3 213 07 18
AMSTERDAM • ANTWERPEN • ARNHEM • ARUBA • BRUSSEL • CURAÇAO • EINDHOVEN • FRANKFURT • GENÈVE
LONDEN • LUXEMBURG • NEW YORK • PARIJS • ROTTERDAM • SINGAPORE • TOKIO • ZÜRICH
Internationaal ondernemen is van vitaal belang voor Vlaanderen. Daarom heeft
de Vlaamse overheid Flanders Investment & Trade in het leven geroepen.
Dit agentschap bundelt de krachten van het voormalige Export
Vlaanderen en de Dienst Investeren in Vlaanderen, en biedt u
een ruime waaier aan dienstverlening.
• Hebt u vragen over marktselectie, handelsgebruiken, statistieken…?
• Bent u geïnteresseerd in financiële steun aan exporteurs?
• Bent u op zoek naar adressen van mogelijke invoerders of partners?
• Wil u meer weten over onze acties zoals zakenreizen, seminaries en beurzen?
Met deze en andere vragen kan u terecht bij ons exportcentrum in uw provincie.
Voor meer info, neem gerust een kijkje op onze website
www.flanderstrade.be
EDITORIAAL
ONZE ECONOMISTEN SCOREN
IN HET BUITENLAND
De Leuvense economisten hebben een zeer
goede reputatie. In eigen land bekleden velen
een interessante functie in het bedrijfsleven,
onderwijs of overheidsdiensten, en dit vaak na
jarenlang van hard en succesvol werken.
Maar ook in het buitenland scoren onze
economisten heel erg hoog. En wij vinden het
belangrijk dat wij hierover regelmatig relaas
kunnen uitbrengen in deze Ekonomika
Berichten. In dit nummer brengen we o.m.
het wedervaren van ons medelid Grethe
Schepers, die haar gezinsleven zo goed
mogelijk probeert te combineren met haar
professionele opdrachten in de Londense city.
Voorwaar geen evidentie, maar toch een heel
boeiend verhaal.
Wat hier uiteraard niet vreemd aan is, is de
succesvolle deelname van vele Leuvense studenten aan het Europese uitwisselingsprogramma Erasmus. Dit programma opent de
blik op Europa, versterkt de vaardigheden om
in een interculturele omgeving te functioneren, en verbetert ongetwijfeld de taalkennis.
Voor economisten die opgroeien in een kleine,
open economie als de onze is een houding
gericht op internationale contacten en samenwerking ongetwijfeld een pluspunt voor de uitbouw van een professionele loopbaan in de
internationale zakenwereld.
[ Fa QUIX ]
EDITORIAAL
Wij kunnen onze studenten, professoren en
Alumni alleen maar aanraden om de open blik
op Europa en op de wereld te blijven behouden.
Fa QUIX
Hoofdredacteur
INHOUD
6
QUO VADIS. Bestaat België nog in 2030? En zal onze
welvaart dan hoger of lager zijn dan vandaag? U
weet het niet? Niet erg, ook de eminente denkers van
Vlaanderen zijn het er niet over eens. Impressies van
een pittig debat in Leuven op 29 maart jl.
WALTER HERSSENS, past voorzitter van Ekonomika
Alumni, blikt terug op zijn driejarig voorzitterschap.
“Ik heb er veel tijd en energie in gestoken.” Gelukkig
kan hij nu rustig terug gaan werken!
12
INDIA. Of het verhaal van de galopperende
olifant in de diensteneconomie. Is India echt een
technologische grootmacht in wording? En hoe
kunnen onze bedrijven er hun voordeel mee doen?
JÜRGEN VANHAVERBEKE brengt het relaas in de
serie ‘Emerging Markets’.
16
GRETHE SCHEPERS. U kent haar (nog) niet, maar
wanneer u haar dagelijkse wedervaren in ‘the City’
heeft gelezen, komt daar beslist verandering in. Of
hoe onze Leuvense economisten overal goed terecht
komen.
Coverfoto: Grethe Schepers in Londen
Onderhandelen met de vakbonden. Bezint eer
ge begint. Ervaringsdeskundige TOON DESMET,
directeur Human Resources Philips België, legt u uit
hoe u die onderhandelingen succesvol kan afronden.
Maar dan moet u wel de vele valkuilen vermijden, die
hij u haarfijn zal aanwijzen.
25
Filmonomika. ‘ENRON: THE SMARTEST GUYS
IN THE ROOM’. Gewetenloze gangsters, anders
kan je de top van het smadelijk ten gronde gegane
Amerikaanse energieconcern Enron moeilijk noemen.
Dus mogen we niet blind zijn voor de excessen van
het kapitalisme. Een ‘eye opener’.
27
Eén van de grootste figuren in de geschiedenis van
onze faculteit ETEW was ongetwijfeld professor
ALBERT COPPÉ. Op 21 maart kreeg hij terecht
een grote huldeviering in Tervuren waarop vooral
zijn pionierswerk bij de start van de Europese Unie
geprezen werd. En ze waren met velen om dit te
huldigen.
INHOUD
april 2006 | EKONOMIKA berichten |
10
20
5
STUDENTEN
BELGIË 2030: QUO VADIS?
“Is de toekomstige welvaart van ons land in gevaar?”. Dat was één van de belangrijke
vragen die werden besproken op het debat dat Ekonomika-studenten samen met de kern
Brussel van Ekonomika Alumni heeft gehouden op woensdag 29 maart jl. in Leuven.
Voor een goed gevulde zaal van een 200-tal aanwezigen debatteerden volgende eminente
personen: Frank Vandenbroucke, Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming,
Herman Van Rompuy, volksvertegenwoordiger en oud-minister en tevens oud-voorzitter
CD&V, Paul De Grauwe, hoogleraar economie KULeuven en oud-VLD-senator, en tenslotte
ex-KBC-topman Remi Vermeiren. Een greep uit de vele uitspraken in dit debat.
[ Op de foto v.l.n.r.:
Frank Vandenbroucke,
Herman Van Rompuy,
Jules Ackermans (voorzitter
kern Brussel), Wilson De Pril
(moderator), Remi Vermeiren en
prof. Paul De Grauwe. ]
Industrie en welvaart
Prof. Paul De Grauwe: “Ik ben van mening dat
ik in dit thema vaak verkeerd geciteerd ben en
in elk geval verkeerd begrepen. Dat komt ook
omdat de media mij vragen om mijn standpunt in 30 seconden te kunnen vertolken.
Voor zo’n complexe aangelegenheid is dit
eigenlijk niet mogelijk, vandaar ook de vaak
eenzijdige informatie. Wat ik wil zeggen is dit.
De tewerkstelling in de industriële sector gaat
achteruit zowel in aantal als relatief t.o.v. de
dienstensectoren waar de tewerkstelling vooruit gaat. Onze economie is in volle transitiefase van een industriële naar een dienstensamenleving. Maar dat de industrie verdwijnt
klopt niet. En dat heb ik ook nooit gezegd.
Maar door de afname van het belang van de
tewerkstelling ontstaat de perceptie dat de
industrie verdwijnt, hetgeen dus niet het geval
is. De industriële prijzen dalen relatief t.o.v. de
prijzen van de diensten. Een voorbeeld: de
prijzen van PC’s dalen voortdurend, maar de
prijzen van vele diensten stijgen, bv. de prijzen
van mijn haarkapper, die nemen alsmaar toe.
Door die relatieve prijsdaling van de industrie
t.o.v. de dienstenprijzen verkleint het belang
van de industrie, zelfs wanneer de industriële
productie nog vooruitgaat. Voor alle duidelijkheid: de industrie in volume daalt niet, hetgeen
ook niet geval is voor de landbouw, ook al is die
sector maar amper 2 % meer van ons BNP.”
Houdt de euro stand?
Herman Van Rompuy: “Ik geloof dat de euro een
onomkeerbaar proces is. Trouwens, uittreden
uit de euro is lang niet zo eenvoudig. We
mogen niet vergeten dat vele landen precies
enorme budgettaire en economische inspanningen hebben geleverd om tot de euro te kunnen toetreden. Het uittreden uit de euro is geen
oplossing, maar een catastrofe, laat ons daarin
duidelijk zijn. Het is het erkennen van een
falen en het zal in de landen die uittreden bijzonder hard aankomen. Wij moeten vooral de
voordelen van de euro in de verf zetten.”
| EKONOMIKA berichten | april 2006
STUDENTEN
6
Remi Vermeiren: “Ik geloof ook niet dat het uittreden uit de euro een oplossing is. Ik zie eerder de euro uitbreiden en belangrijker worden.”
Paul De Grauwe: “Voor mij is het niet zeker dat
de euro op langere termijn kan overleven. Het
noodzakelijke politieke complement op de
muntunie bestaat niet, want er is geen echte
STUDENTEN
politieke unie. Heel wat bevoegdheden blijven
nationaal en zouden naar het Europese niveau
moeten worden overgeheveld zoals het budgettaire beleid en het economische beleid teneinde de munteenheid volledig te maken. Maar
dat gebeurt niet. Dat is dus een tijdbom onder
de euro. Het is voor mij geen uitgemaakte
zaak dat de euro op termijn zal standhouden.
Het alternatief? Er zullen bv. kleinere muntunies bestaan, een mini-euro bv. Benelux en
Duitsland, wie weet .”
Staatsstructuur belemmering voor
toekomstige welvaart?
Frank Vandenbroucke: “Het klopt dat onze
staatsstructuur niet optimaal is om een juist
sociaal-economisch beleid te kunnen voeren.
Ik pleit ervoor om een aantal bevoegdheden te
decentraliseren. Lees wel: decentraliseren wil
niet zeggen: splitsen! Wat we moeten decentraliseren? Het werkgelegenheidsbeleid, het
arbeidsmarktbeleid en het beleid inzake werkloosheid. Maar ik wil vooral onderlijnen dat de
gebrekkige staatsstructuur geen excuus mag
zijn om een aantal dingen niet te doen. We
kunnen hoe dan ook proberen om met kleine
maatregelen kleine successen te boeken. Ik
geef het voorbeeld van het langer werken van
ouderen. Eigenlijk kan Vlaanderen daar niet
veel aan doen. Maar ik heb een forse financiële
maatregel beslist die erin bestaat dat de werkgevers die een 50-plusser aanwerven een forse
tewerkstellingspremie krijgen. Is dat een mirakeloplossing? Neen. Maar het zal zeker helpen
om enkele duizenden 50-plussers aan het werk
te houden. Dat noem ik een succes. En daarmee kan ik bewijzen dat we zelfs met een
‘foute staatsstructuur’ toch een goed beleid
kunnen voeren. Wachten tot de staatsstructuur
is aangepast om iets te doen, is struisvogelpolitiek. Een ander voorbeeld: onderwijs. Het verminderen van de ‘drop-outs’ kan later heel wat
problemen vermijden op diverse beleidsniveaus, bv. ook het federale niveau: drop outs
kosten nogal veel aan de samenleving wanneer
zij bv. in de criminaliteit en in de gevangenis
belanden. Evenzo: wanneer we erin slagen van
meer allochtonen te integreren, dan is dit ook
ongetwijfeld welvaarts- en welzijnsbevorderend. Ik pleit er dus voor om het fatalisme
inzake onze staatsstructuur te doorbreken.”
Remi Vermeiren: “In het manifest van de groep
“In de Warande” hebben wij haarfijn uitgelegd
dat de huidige staatsstructuur nefast is voor
zowel Vlaanderen, Wallonië als Brussel. En dat
een splitsing perfect mogelijk is en zelfs voor
alle regio’s positief kan zijn. Het is natuurlijk
een radicale oplossing, maar wij kunnen met
een pragmatische aanpak dit in ieders belang
realiseren. Ik raad iedereen aan om dit manifest eens grondig te lezen!”.
[ Preses Louis Raes ]
STUDENTEN
Herman Van Rompuy: “Net zoals Frank
Vandenbroucke denk ik dat het “probleem
Brussel” een volledige splitsing onmogelijk
maakt. We zullen toch moeten gaan naar
onderhandelde oplossingen. Dat is het enig
haalbare. Want, wat is de waarde van een
Vlaams Parlement dat bv. zelf de onafhankelijkheid zou uitroepen? Niet veel. Zelfs notoire
separatisten erkennen dat alleen een onderhandelde oplossing de enige mogelijke is. En
dit is ongetwijfeld een proces van geven en
nemen. Want één regio zal nooit akkoord gaan
om zich éénzijdig te laten verarmen.”
Fa QUIX
Finance &
Human Resources
for Industry
Recruitment
Search & Selection
Louizalaan 149/bus 33 - 1050 Brussel
Tel.: +32 2 511 66 88 - Fax: +32 2 511 99 69
[email protected]
www.robertwalters.com
Recruitment
Search & Selection
Interim Management
General Management
Finance & HR
Logistics & IT
Sales & Marketing...
M em ber of
EUROPE USA
AU STRA L IA N E W ZE A L A N D S OUTH A FR IC A A S IA
april 2006 | EKONOMIKA berichten |
België en Luxemburg
Financial Services
Banking and
Insurance
7
WOORD VAN DE VOORZITTER
IN STIJGENDE LIJN
“Stel uw ambities hoog!” een gevleugelde uitspraak van gewezen premier Gaston Eyskens
tijdens de vele eindejaarsbanketten waar hij de
studenten toesprak als erevoorzitter van
Ekonomika Alumni vzw.
Ons nieuwe bestuur mikt hoog, zowel naar
aantal actieve bestuursleden als naar betalende
leden. En onmiskenbaar is er een duidelijke
correlatie tussen beiden: na een verjonging en
forse uitbreiding van ons dagelijks bestuur slagen wij erin om zowel in de regionale kernen
als in de diverse vakgroepen vele nieuwe
gezichten te verwelkomen. De vrijwillige en
belangenloze inzet is niet dood en verre van
afgeschreven; dat wordt elke dag opnieuw
beloond door uw aanwezigheid op onze activiteiten, in de provincies en op de diverse vormingsactiviteiten.
Ondertussen loopt onze strategische oefening
over missie, succesindicatoren, huidige performantie e.a. van Ekonomika als
Alumnivereniging van de Faculteit. We willen
grondig nadenken over het veranderende academische landschap en over de toegevoegde
waarde die een Alumnivereniging aan haar
leden en aan de Faculteit kan bieden. En
samen met de Faculteit denken we na wat deze
blijvend aan haar afgestudeerden kan bieden.
En wat ik vooral waardeer bij dit alles is dat
het allemaal gebeurt in een sfeer van vriendschap en enthousiasme. Bij deze ben ik een
citaat gaan opzoeken van onze gewaardeerde
oud-voorzitter prof. Karel Tavernier naar aanleiding van ons gouden lustrum: “Dat is het
wat Ekonomika Alumni in de eerste plaats
typeert: een open vriendenkring van mensen
van verschillende leeftijd, verschillende regio’s
en uit de meest uiteenlopende professionele
kringen. Het is een open vriendenkring, open
ook voor diegenen die soms sinds jaren niet
meespeelden maar weten dat zij onmiddellijk
weer kunnen aanpikken en zich onmiddellijk
weer thuis zullen voelen. Open vooral t.o.v.
jonge afgestudeerden die, zeker in het begin
van hun loopbaan, een vriendschappelijke
steun best kunnen gebruiken.”
De wetenschappelijke activiteiten, de sociale
inzet en het verenigingsleven zijn bij
Ekonomika op een ideale manier gecombineerd, zodat het Ekonomika van nu nog altijd
het devies van 75 jaar geleden trouw is: utile et
dulci.
Dat is vandaag alleen maar mogelijk door de
inzet van tientallen bestuursleden die ik hiervoor van harte wil bedanken. En ik reken erop
dat u dat ook doet: door u te laten verwelkomen op een van onze volgende activiteiten.
WOORD VAN DE
VOORZITTER
EKONOMIKA
Driemaandelijks magazine
van de Ekonomika Alumni
berichten
Vereniging van Alumni van de Faculteit Economische en Toegepaste
Economische Wetenschappen van de KU Leuven
p.a. Marijke Decabooter
Naamsestraat 69 - 3000 Leuven
Tel.: 016/32.66.90 - Fax. 016/32.66.89
e-mail: [email protected]
Hoofdredacteur:
Fa Quix
| EKONOMIKA berichten | april 2006
Kernredactie: Sara Coene, Luc Galoppin, Patrick Moermans,
Frank Vandenborre en Jürgen Vanhaverbeke
8
Vivat, Crescat, Floreat Ekonomika!
Freddy NURSKI
Voorzitter
Cartoons:
Eduard Verbeke (EVER)
Verantwoordelijke Uitgever:
Freddy Nurski
Pastoor Tillemansstraat 3 - 3051 Oud-Heverlee
Advertentiewerving:
Decom - Ann Camu
Tel. 0473/73.54.64 - Fax. 02/481.78.81
e-mail: [email protected]
Lidgeld
Ekonomika Alumni 2006:
Vergeet uw lidgeld van 30€
niet te betalen!
Op rek.nr. 431-0695271-42.
En bezoek onze vernieuwde website
www.ekonomika.be
PUBLIREPORTAGE
WIM VAN DER SMISSEN,
FINANCE & IT DIRECTOR BIJ UNILEVER BELGIË:
“DAT EXTRA PIGMENT”
Meteen na zijn afstuderen aan de KU Leuven als Handels- en Bedrijfseconomisch
Ingenieur in de Beleidsinformatica ging Wim Van der Smissen (45) aan de slag bij
Unilever. 22 jaar later heeft hij bij zijn eerste werkgever een zeer gevarieerd parcours
afgelegd, en heeft zijn Ekonomika-lidmaatschap altijd “dat extra pigment” toegevoegd
aan zijn contacten in de bedrijfswereld.
“Ik ben lid van Ekonomika sinds oktober
1978”, vertelt Wim Van der Smissen. “Dat
hoorde er gewoon bij en ik ben sindsdien
steeds actief lid gebleven van Ekonomika, vooral de vergaderingen van de vakgroep beleidsinformatica vond en vind ik zeer interessant.”
“Ik ben aangeworven bij Unilever op de ondertussen ‘klassieke’ manier, nl. via campus
recruitment: grote bedrijven komen zich op de
campus voorstellen om er te recruteren onder
laatstejaarsstudenten.” En ook nu nog voert hij
zelf – “als primus inter pares” – de relatief jonge
campus-recruitmentploeg aan die de Leuvense
Ekonomika-campus bezoekt.
[ Wim Van der Smissen: “Wat ik de
afgelopen 22 jaar bij Unilever vooral
heb weten te waarderen – ondanks
de sterke competitieve markt – is
het respect voor het individu.” ]
Brede vorming
Als finance & IT director rapporteert Wim Van
der Smissen de bedrijfsresultaten binnen de
Unilever-groep, verzekert hij de fiscale opvolging, begeleidt hij de belangrijkste IT-projecten en coördineert hij alle interne diensten.
Wat hij vooral weet te waarderen uit zijn opleiding is de brede vorming: “Zowel de wiskundige en wetenschappelijke inslag van de opleiding handelsingenieur als de specialisatie
beleidsinformatica op zich zijn van groot
belang gebleken in mijn verdere carrière bij
Unilever. In mijn 22 jaar ben ik 3 jaar actief
geweest in de logistiek, 8 jaar op de informatica-afdeling en de laatste 11 jaar is daar het
financiële luik bijgekomen.”
PUBLIREPORTAGE
Tijdens zijn loopbaan verbleef Wim Van der
Smissen in totaal 7 jaar in het Unilever-hoofdkantoor in Rotterdam. “Unilever is een multinational die sterk verankerd is in de lokale
markt. Dat heeft alles te maken met onze producten, die heel dicht bij de consument staan.
Een Magnum of Cornetto halen ze uit de diepvries, Dove staat bij hen in de badkamer. De
maatschappelijke discussie rond Dove – waar-
Hoe hij zijn verdere carrière bij Unilever ziet?
“Concrete plannen daaromtrent zijn er nog
niet, maar een volgende stap zet ik wellicht
weer naar het buitenland.”
We wensen hem in ieder geval veel succes!
april 2006 | EKONOMIKA berichten |
Respect voor het individu
bij in een campagne bewust gekozen werd
voor vrouwen die niet aan het algemene
schoonheidsideaal beantwoordden, nvdr – is
exemplarisch voor de manier waarop Unilever
met haar consumenten bezig is.
Klantgerichtheid zit echt in de bedrijfscultuur
van Unilever gebakken: alle afdelingen, ook IT,
denken aan hun collega’s als interne klanten.
Teamwork en een multidisciplinaire aanpak
zijn daar onontbeerlijk bij. Ook jonge mensen
krijgen al snel verantwoordelijkheden en worden aangespoord die ten volle te nemen. Maar
wat ik de afgelopen 22 jaar bij Unilever vooral
heb weten te waarderen – ondanks de sterke
competitieve markt – is het respect voor het
individu: iedereen voelt zich gesteund en
ondersteund, want we werken met elkaar, niet
tegen elkaar.”
9
TERUGBLIK
WALTER HERSSENS BLIKT TERUG
OP ZIJN DRIEJARIG VOORZITTERSCHAP
VAN EKONOMIKA ALUMNI
Op 1 januari 2006 is er een einde gekomen aan het driejarig voorzitterschap van
Walter Herssens (promotie 1967 – TEW). Die hele periode heeft hij zich getoond als
een energieke en gedecideerde voorzitter, gericht op een verdere professionalisering
van onze alumnivereniging. Op 1 januari nam Freddy Nurski de voorzittershamer over
en het is dus een geschikt moment om aan Walter Herssens te vragen wat hij van zijn
voorzitterschap vond en hoe hij de toekomst ziet.
Bij uw aantreden als voorzitter heeft u zeer
duidelijk gekozen voor het verder professionaliseren van onze vereniging: een hoger budget,
meer nadruk op permanente vorming, het
bereiken van alle afgestudeerden,…
Hoe is uw evaluatie na die drie jaar?
[ Walter Herssens ]
Walter Herssens: Ik denk dat één en ander wel
in de goede richting is geëvolueerd, maar ik
heb toch ook moeten vaststellen dat drie jaar
niet volstaat om dit allemaal te realiseren in
een complexe vereniging als de onze.
Complexe vereniging, want naast het centrale
bestuur zijn er ook de vele deelverenigingen
van regionale kernen, vakgroepen, junioren en
senioren, met elk hun eigen dynamiek die je
moet proberen te stroomlijnen. Ik denk dat op
het vlak van de permanente vorming nog het
meeste vooruitgang is geboekt, onder meer
dankzij de inzet van Frank Vandenborre en de
voorzitters van de vakgroepen. Het heeft mij
ook plezier gedaan dat de andere deelverenigingen al bij al goed draaiden.
TERUGBLIK
| EKONOMIKA berichten | april 2006
Ekonomika Alumni is gebaseerd op vrijwilligerswerk. Het budget is bovendien relatief
laag. Ik weet dat u erop gehamerd heeft dat wij
zouden moeten kunnen streven naar een hoger
budget. Waarom lukt dit zo moeilijk?
10
WH: Ekonomika Alumni is hoofdzakelijk
gebaseerd op vrijwilligerswerk. Dit heeft vooren nadelen. Het voordeel is dat je een brede
groep van leden kan aanspreken om iets te
doen. Maar het nadeel is dat sommigen vrijwilligerswerk verwarren met vrijblijvendheid.
Ik had toch liever gezien dat een aantal vrijwilligers hun engagement wat consequenter hadden opgenomen. Let wel, ik bedoel hier niet
de jongeren, want in tegenstelling tot wat men
soms zou denken, zijn het vooral de jongeren
geweest die hun engagementen het best zijn
nagekomen, althans dat is mijn ervaring.
En wat het budget betreft. Ik blijf erbij dat
€30 lidgeld per jaar te weinig is om al onze
ambities te kunnen realiseren. Bovendien is er
nood aan meer structurele sponsoring zowel
van de privé-sector als van de faculteit en universiteit.
Voor u was de samenwerking met de Faculteit
ETEW en de KULeuven zeer belangrijk.
Waarom?
WH: De samenwerking met de Faculteit
ETEW en de KULeuven is in wederzijds
belang. Voor de Faculteit en de Universiteit is
het belangrijk van te weten dat 46 % van de
eerstejaarsstudenten hun beslissing om naar
Leuven te komen nemen op basis van de
mond-aan-mondreclame van bijvoorbeeld
familie, of alumni, of vrienden. De alumnikringen zijn bijgevolg bijzonder goed
geplaatst voor de instroom van nieuwe studenten aan de Universiteit. Voor de Faculteit is het
bovendien van groot belang om te kunnen
rekenen op de steun van de alumni, bijvoorbeeld in onderzoeksprojecten, maar ook als
contacten met het bedrijfsleven. Daarom denk
ik ook dat de Faculteit Ekonomika Alumni
structureel beter zou moeten ondersteunen
(zowel financieel als qua secretariaat), omdat
dit ook in het belang is van de Faculteit zelf. Ik
stel vast dat mijn opvolger in de ingeslagen
weg verdergaat, en dat verheugt mij.
U zegt dat de grootste vooruitgang werd
geboekt op het vlak van de permanente
vorming. Hoe ziet u dat verder evolueren?
WH: Zelf ben ik elf jaar voorzitter geweest van
TERUGBLIK
SCAFF, de vakgroep voor Accountancy,
Fiscaliteit en Financiewezen. Toen, maar ook
daarna als voorzitter, heb ik uit mijn vele contacten met de leden vastgesteld dat zij meer
aandacht van de alumnivereniging vragen voor
permanente vorming. Zeg maar het Utilegedeelte in plaats van het Dulcigedeelte, gericht op het
amusement. Niet dat ik
dat laatste onbelangrijk
vind, maar er was duidelijk nood aan een accentverschuiving. Vandaar
ook onze contacten met
de Faculteit die op dat vlak
een meerwaarde kunnen
brengen in onze permanente vorming. Het was
ook mijn bedoeling om de
vakgroepen nog beter te
integreren in onze
Ekonomika Alumni-werking. Ik hoop dat dit verder
kan gerealiseerd worden met
de nieuwe bewindsploeg.
Welke grote uitdagingen ziet
u verder nog voor Ekonomika
Alumni?
in Hercoma, een fiduciaire die zich bezighoudt met boekhouding, fiscaliteit, vennootschapsrechtelijke zaken zoals vereffeningen,
herstructureringen, schuldbemiddeling, …
Daarnaast heb ik ook de onderneming
SEREM NV, een
TERUGBLIK
TERUGBLIK
april 2006 | EKONOMIKA berichten |
WH: Eén van de grote uitdaginmni
onomika Alu
gen is ongetwijfeld de hertekefeest van Ek
ar
Ja
t
he
lip
n
ofessor Fi
e zitting va
ning van het onderwijslandacademisch
vice -rec tor pr
r.
s tijdens de
c Vervenne,
en
ar
rel Tavernie
ss
M
er
Ka
or
s
H
ct
r
itu
re
te
schap. Dat komt door de invoeessor emer
lschap van
orzitter Wal
of
ze
vo
pr
ge
t
nd
er
tt
he
de
zi
re
in
or
,
Uitt
05
onomika-vo
ring van het bachelor-master22 ok tober 20
s, en ere-Ek
op zaterdag
r Joep Koning
so
es
of
pr
systeem, maar minstens ook
caan
Abraham, de
door de associaties met de hogescholen en andere universiteiten.
Zijn dit ook allemaal alumni van
verhuurbedrijf van
onze vereniging? Hoe maken we
auto’s (een 70-tal) waarbij ik een niche in de
hier een verstandige keuze om deze afgestumarkt van de verhuursector heb gevonden.
deerden niet in de kou te laten staan? Dat
heeft hoe dan ook belangrijk organisatorische
Ik verhuur namelijk auto’s op lange termijn
en financiële consequenties. Mijn vraag is of
aan mensen die door de bank worden
wij dat met onze vrijwilligersvereniging allegeweigerd voor financiering. In Amerika moet
maal gaan kunnen blijven opvangen.
je viermaal failliet geweest zijn vooraleer men
u ernstig neemt, in Europa is het juist het
tegenovergestelde. En ik moet vaststellen dat
U heeft uw voorzitterschap gecombineerd met
dit bedrijf zeer rendabel is, al lijkt dit op een
uw druk professioneel leven. Heeft u nu terug
eerste gezicht een risicovolle onderneming.
meer tijd voor uw eigenlijke job?
En daarnaast heb ik nog heel wat plannen
o.m. met de kleinkinderen.
WH: Ik heb inderdaad heel veel tijd en energie Neen, vervelen zal ik mij niet doen!
gestoken in het voorzitterschap van
En… de wijsheid komt met de ervaring,
Ekonomika Alumni. Maar ik heb dat heel
dus met de jaren en de grijze haren!
graag gedaan, en op mijn eigen en gekende
Fa QUIX
stijl. Toch was dit nog moeilijk vol te houden.
Nog eens drie jaar, aan dat ritme, zou allicht,
om gezondheidsredenen, te veel geweest zijn.
Professioneel ben ik nog altijd medevennoot
11
VAKGROEPEN
INDIA
TECHNOLOGISCHE GROOTMACHT
IN WORDING?
India is het op één na meest bevolkte land ter wereld en kent net als China de laatste
jaren sterke groeicijfers. Het is nog maar een kwestie van tijd of beide economieën
zullen de Europese economieën overvleugelen. Toch zijn er grote verschillen tussen
beide landen, daar waar China eerder de fabriek van de wereld is, kun je India stilaan
gaan beschouwen als de back office van de wereld. Veel call centers en IT services
van multinationals zijn er reeds gevestigd. Misschien vormt India daarom een nog
grotere bedreiging voor onze diensteneconomie dan China. Of biedt India juist enorme
mogelijkheden voor het Belgische zakenleven? Redenen genoeg om een boeiende avond
te wijden aan India in de derde aflevering in de serie Emerging Markets op 8 december jl.
Een niet te ontkennen potentieel
Karen Sterckx, regiomanager South & South
East Asia KBC, en Satish Tandon, managing
director van Alfa Laval India, schetsten eerst
het enorme potentieel van India. India beschikt
met zijn 1 miljard inwoners over een gigantisch reservoir aan arbeidskrachten. Er is daarbij een brede laag van gekwalificeerd personeel aanwezig. Zo beschikt het land na de
USA over de grootste pool van wetenschappers
en ingenieurs. Elk jaar studeren meer dan
200.000 ingenieurs af aan Indiase universiteiten. Bovendien spreken veel Indiërs vloeiend
Engels. En dit alles terwijl de loonkost amper
een derde bedraagt van normale Europese
lonen. Een bijkomend voordeel is dat de vakbonden en de arbeidswetgeving steeds flexibeler geworden zijn de laatste jaren waardoor het
bijvoorbeeld makkelijker wordt personeel te
| EKONOMIKA berichten | april 2006
VAKGROEPEN
12
VAKGROEPEN
ontslaan en aan te werven. Ook niet onbelangrijk bij dit alles is dat India de grootste democratie ter wereld is wat zorgt voor politieke stabiliteit.
Maar de Indiase markt zelf is ook van een
steeds groter belang. De Indiase economie
groeit aan een tempo van meer dan 6% op
jaarbasis voortgestuwd door de sterk expanderende dienstensector. Dankzij deze sterke groei
is er een middenklasse ontstaan van nu reeds
meer dan 40 miljoen huishoudens die steeds
meer consumeren. Voeg daar aan toe dat 35%
van de bevolking jonger is dan 15 jaar en het is
duidelijk dat de Indiase markt een enorm
potentieel aan afzetmogelijkheden biedt.
Tandon. Hij benadrukte dat het vooral belangrijk is om de culturele verschillen te begrijpen.
Zo is de duale maatschappij met een immense
inkomenskloof voor ons Westerlingen misschien wraakroepend, voor Indiërs is dit de
normaalste zaak van de wereld. Sociale contacten en het sociaal leven zijn ook heel wat
belangrijker dan in Europa. Uw product moet
niet alleen goed zijn, het sociaal contact is
misschien nog belangrijker, anders verkoop je
niets. Indiërs zijn ook gevoelig voor status. Zo
moet je als buitenlander de eerste stap zetten
om contacten te leggen. En geduld is een heel
mooie deugd als je zaken wil doen in India.
VAKGROEPEN
India is wel nog steeds
ontwikkelingsland
Ook Alfa Laval is reeds geruime tijd aanwezig
in India. Het bedrijf werd kort voorgesteld
door Jos Bellinkx, voorzitter van de raad van
bestuur van Alfa Laval (zie kaderstuk). De strategie in India werd toegelicht door Satish
Daarnaast is de budgettaire situatie evenmin
rooskleurig. Het land torst een hoge publieke
schuld en grote budgettaire tekorten. De
intrestvoeten blijven dan ook nog steeds vrij
hoog. De infrastructuur laat ten slotte nog
vaak te wensen over, hoewel er op dit vlak
grote inspanningen geleverd worden.
april 2006 | EKONOMIKA berichten |
Bovendien slaagt de overheid erin om de inflatie steeds verder terug te dringen tot zo een 3
tot 5% waardoor ook de rentevoeten (nu tussen de 6 en 9%) minder verstikkend werken.
De overheid spant zich ook in om de economie te liberaliseren en te privatiseren wat
mogelijkheden biedt voor buitenlandse ondernemingen. Dankzij deze hervormingen en de
opgesomde troeven van India, hebben reeds
meer dan 100 multinationals er R&D-filialen
gevestigd in de voorbije jaren. Daaronder
bekende namen zoals GM, Microsoft, IBM,
Intel en General Electric.
Maar ondanks dit succesverhaal, blijft India
nog steeds een ontwikkelingsland. Slechts een
beperkt deel van de bevolking kan een graantje
meepikken van het economische succesverhaal. Twee derde van de bevolking werkt nog
steeds in de landbouw en de armoede blijft
hardnekkig. Meer dan een derde van de bevolking leeft onder de armoedegrens en moet
rondkomen met een inkomen van minder dan
1 dollar per dag. De graad van alfabetisering is
er ook nog laag, zelfs naar de normen van ontwikkelingslanden, wat vreemd lijkt in een land
dat net op technologisch vlak hoge toppen
scheert. Het sociale systeem, gekenmerkt door
het bekende kastensysteem, is ook niet van
aard om daar snel verandering in te brengen.
13
VAKGROEPEN
Meer dan de helft van de offshore diensten
wereldwijd zijn nu reeds in India gevestigd.
Een fenomenaal cijfer. India is immers uniek
gepositioneerd om te profiteren van deze trend
en zal zijn dominante positie nog verder versterken. Eerst en vooral is er de aanzienlijke
pool van geschoold personeel. Ten tweede is de
loonkost er nog steeds laag. In combinatie met
het gekwalificeerd personeel en de kwaliteit
van de geleverde diensten, leidt dit tot een
hoge productiviteit. De Indiase overheid ondersteunt deze sector ook heel sterk door ICTbedrijven nog tot minstens 2009 vrij te stellen
van vennootschapsbelasting. Voorts is India
ook heel strategisch gelegen tussen Europa en
Amerika. Via vestigingen in India kan er een
24 uur service gewaarborgd worden.
[ Op 13 mei 2004 hield prof. Jagdish Bhagwati enkel toespraken over de gevolgen van de
globalisering voor de wereldhandel. Bhagwati is professor aan de Columbia University en van
Indische afkomst. V.l.n.r.: prof. dr. Marc De Clercq (Universiteit Gent), prof. Jagdish Bhagwati,
Walter Herssens (oud-voorzitter Ekonomika Alumni) en Marc De Kegel (Accenture). ]
Outsourcing van IT services in India
Nochtans zijn er nog heel wat uitdagingen.
De infrastructuur en nutsvoorzieningen zijn
vaak nog ontoereikend. Daarom voorzien vele
ondernemingen in hun eigen energievoorziening. Ten tweede is er door de scherpe competitie voor geschoold personeel een sterke looninflatie. De lonen stijgen er met meer dan
10% per jaar wat een opwaartse druk betekent
op de kosten. Ten derde is het ook moeilijk om
geschoold personeel te binden, en moeten er
steeds meer extra voordelen geboden worden
om personeel te kunnen behouden. Voorts
moet men ook rekening houden met de
bureaucratie van de overheid die nog steeds
loodzwaar is, en de reeds vermelde culturele
verschillen.
VAKGROEPEN
In een tweede deel ging Marc De Kegel, quality managing director van Accenture, dieper in
op de outsourcing van services naar India.
De laatste jaren is er een steeds sterker wordende tendens om IT (software en hardware)
en BPO-diensten (HR, call centers en administratieve diensten) te verhuizen naar het buitenland. Deze zogenaamde offshore services
groeien aan een tempo van 30% op jaarbasis
en maken nu reeds meer dan 5% uit van de
totale IT/BPO-diensten.
| EKONOMIKA berichten | april 2006
Investeren in India: praktijkvoorbeeld Alfa Laval
14
Alfa Laval is een Zweeds bedrijf met ongeveer 20 productievestigingen dat via verkoopskantoren en vertegenwoordigers
actief is in meer dan 90 landen.
Het haalde een omzet van ongeveer 2 miljard Euro en telt ongeveer 9400 werknemers wereldwijd.
Alfa Laval levert producten, systemen en diensten aan hun internationale klantenbasis om hen bij te staan in het
optimaliseren van allerlei industriële processen. Alfa Laval helpt hun klanten bij het verhitten, afkoelen, scheiden en
transporteren van zeer uiteenlopende producten zoals olie, water, chemicaliën, voedingsproducten en geneesmiddelen.
Alfa Laval produceert onder andere centrifuges om olie te zuiveren en olie van water te scheiden op boorplatforms.
Alfa Laval produceert voorts uitrustingsgoederen voor waterzuiverings- en ontziltingsinstallaties.
Het maakt ook warmtewisselaars voor onder andere airco installaties, en helpt de farmaceutische industrie om nieuwe
technieken te ontwikkelen voor de productie van geneesmiddelen.
Sedert 1937 is Alfa Laval ook actief in India waar het 64% van de aandelen bezit in Alfa Laval India. Alfa Laval India
haalde een omzet van 100 miljoen Euro in 2004 waarmee de omzet verviervoudigd is op amper 7 jaar tijd. Daarmee hoort
het tot de top 250 van ondernemingen in India. Het heeft er 5 productievestigingen en stelt er meer dan 1000 mensen te
werk. India is een belangrijke hoeksteen in de strategie van de Alfa Laval groep om de competitiviteit te versterken in de
internationale markten. De lagere productiekosten, 30% goedkoper dan in Europa, vormen het belangrijkste voordeel van
India. Belangrijk voor een onderneming als Alfa Laval is dat het opleidingsniveau vergelijkbaar is met dat van Europa.
Een vestiging in India geeft Alfa Laval ook een competitief voordeel in de sterk groeiende binnenlandse markt.
Amper 20% van de productie is immers bedoeld voor de export, de rest is bestemd voor de Indiase markt.
VAKGROEPEN
Contacten zijn belangrijker dan
contracten
Het juridische luik werd toegelicht door
Sandeep Katwala, India Practice Leader van
Linklaters. Linklaters staat buitenlandse bedrijven bij die wensen te investeren in India,
maar helpt ook Indiase bedrijven die willen
expanderen in buitenlandse markten en is dus
goed geplaatst om deze materie toe te lichten.
Positief is dat India over een wetgevend
systeem beschikt dat gebaseerd is op de
Engelse “common law ”. De basiswetteksten
zijn zelfs opgesteld in het Engels. Probleem is
wel dat India kampt met een chronisch tekort
aan rechters en advocaten in handelsrecht.
Het gevolg is dat de handelsrechtbanken overbelast zijn, waardoor handelszaken jaren kunnen aanslepen. Vastgoedzaken kunnen zowaar
nog langer aanslepen. Termijnen van 30 à 40
jaar zijn geen uitzondering. Al deze elementen
ondermijnen natuurlijk de rechtszekerheid.
Hierdoor is er een mentaliteit gegroeid om
vaak contracten niet te respecteren. Om een
deel van deze problemen op te lossen, is er nu
ook een tendens om steeds meer regulatoren
te installeren die een zekere juridische macht
hebben. Het gevolg van dit alles is echter dat
er weinig rechtszekerheid is voor langetermijnprojecten.
Wie als bedrijf wil investeren in India moet
zich wel aanpassen aan de manier van zakendoen in India. Contracten zijn voor Indiërs
vaak niet meer dan een stuk papier.
Miljardendeals worden soms afgesloten met
een handdruk. Indiërs hechten veel meer
belang aan relaties en goede sociale contacten.
De echte onderhandelingen beginnen trouwens vaak na het afsluiten van het contract.
De aangewezen manier om te investeren in
India is dan ook via een Joint Venture, waarbij
de ervaring van de lokale partner van goudwaarde is. In sommige sleutelsectoren zoals
de Telecom en retailsector, is dit zelfs de enige
mogelijkheid daar de overheid beperkingen
oplegt aan buitenlands aandeelhouderschap.
VAKGROEPEN
India is te groot om te ontkennen
“India is too large a market for anyone to ignore”. Misschien vat deze quote van Satish
Tandon nog het best samen hoe we over India
dienen te denken. India is een enorme markt
met een immens potentieel. India onderscheidt zich van veel andere groeilanden door
zijn enorme reservoir aan geschoolde arbeidskrachten. Nu reeds zijn vele IT-diensten gevestigd in Bangalore en andere IT hubs in India.
Ook al is India nog steeds een ontwikkelingsland, het lijkt goed op weg om een technologische grootmacht te worden. In de hoogtechnologische wereld waarin we leven, is India misschien wel dé toekomstige grootmacht, meer
nog dan China.
Jürgen VANHAVERBEKE
VOORDEELABONNEMENT OP HET TIJDSCHRIFT VOOR ECONOMIE EN MANAGEMENT
Alvast bedankt voor uw interesse!
Christophe Crombez, Hoofdredacteur
Joep Konings, Decaan
april 2006 | EKONOMIKA berichten |
De Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen vierde onlangs de vijftigste verjaardag van
het Tijdschrift voor Economie en Management. Het Tijdschrift verschijnt vier maal per jaar en bevat telkens een zestal
academische bijdrages die origineel wetenschappelijk onderzoek presenteren op een verteerbare manier.
Daarnaast kan u in het Tijdschrift ook besprekingen van boeken en eindverhandelingen vinden.
Dit jaar wordt het Tijdschrift grondig hernieuwd. Wij doen een extra inspanning om het Tijdschrift beter toegankelijk te
maken voor een breder niet-academisch publiek. Op die manier willen wij ook de band met de Ekonomika Alumni weer
nauwer aanhalen. De Ekonomika Alumni lagen vijftig jaar geleden trouwens mede aan de oorsprong van het Tijdschrift.
Elk nummer van het Tijdschrift zal een of meerdere forumartikels over een actueel thema bevatten van de hand van
vooraanstaande personen uit de economische wereld.
Het eerstvolgende nummer, dat verschijnt in juni, is een speciaal nummer dat handelt over human resource management
en wordt verzorgd door Prof. Luc Sels, Vice-Decaan van de Faculteit. Later dit jaar verschijnt er nog een speciaal nummer
ter gelegenheid van het emeritaat van Prof. Wim Moesen.
Als lid van de Ekonomika Alumni kan u zich abonneren op het Tijdschrift voor slechts 26 euro per jaar.
U kan dit doen door dat bedrag over te schrijven op rekeningnummer 432-0001871-74 op naam van het Tijdschrift voor
Economie en Management, met vermelding “DTH-ECMAN1-P3610”.
15
EXOTICA
“ALWAYS LOOK AT
THE BRIGHT SIDE OF LIFE!”
VAN ONZE CORRESPONDENTE
GRETHE SCHEPERS IN “THE CITY”
Ik was altijd al gefascineerd door Londen - sinds de dag dat we met onze kampeerbus
de stad gingen verkennen. Ik was ongeveer zeven, zeer onder de indruk van het grote
avontuur en volledig gecharmeerd door de magische bussen-dubbeldekkers en rode
telefooncellen. Mijn wereld leek veel te klein en Londen onbereikbaar groot en ver.
Dat bleek later allemaal wel mee te vallen. Via wat omwegen ben ik uiteindelijk in
Londen beland en heb hier nu mijn gezin, mijn werk, en mijn thuis. Na acht jaar ben
ik net zoveel Londenaar als de meeste andere bewoners, maar toch geniet ik nog
iedere dag van het toeristische spektakel wanneer ik langs de London Eye, Big Ben en
Westminster naar huis fiets.
Toen ik vanuit Nederland naar Leuven vertrok
om daar algemene economie te studeren, was
mijn hoop dat ik daar later veelzijdig en internationaal werk mee zou kunnen doen. Dat
bleek ook het geval, hoewel er soms wel wat
meer obstakels op mijn weg lagen dan ik had
verwacht en er nog veel dingen zijn die ik wel
graag zou willen doen.Uit interesse volgde ik
de studie economie op met een Masters in
International Relations in Londen. Door toeval
raakte ik vervolgens in Munchen verzeild,
waar ik een aantal jaar als econoom bij
HypoVereinsbank werkte. Dat was niet alleen
goed voor mijn Duits, maar ook voor mijn
inzicht in de financiële markten.
EXOTICA
| EKONOMIKA berichten | april 2006
Vanthienen & Van Hulle!
16
[ Grethe Schepers ]
Ergens in een grijs verleden herinnerde ik mij
een lichtgroene cursus waar ‘Bank- en
Kredietwezen - Vanthienen en Van Hulle’ op
stond. In de lessen was mij geloof ik het een
en ander ontgaan maar de uitleg over de interbank rentevoet stond mij echter nog bij als de
dag van gisteren. Voornamelijk omdat het mij
klinkklare onzin leek dat de banken in overleg
met de centrale bank op het midden van de
dag besloten wat de gezamenlijke rentevoet
was voor die dag. Wie schetste mijn verbazing
toen ik erachter kwam dat dit daadwerkelijk zo
gebeurde in de praktijk. En dat sommigen
onder ons ook echt handelden in ‘futures’ en
‘opties’. Bleek die cursus opeens toch goed van
pas te komen. Mijn gebrek aan realiteitszin
kon ik onmogelijk op Vanthienen en Van
Hulle schuiven maar de degelijke fundering
van mijn financiële kennis moest ik toch aan
hen toeschrijven.
A
EXOTICA
Hoewel tegen het aangename leven aan de
voet van de Alpen in een veelzijdige, schone
en comfortabele stad niets in te brengen viel,
was de roep van de metropool uiteindelijk toch
weer te sterk.Gewapend met mijn nieuwverworven ervaring trok ik weer naar Londen
waar ik deze keer als ‘Emerging Markets
Economist’ aan de slag ging, eerst bij Nikko en
vervolgens bij Schroder Investment
Management. Toen Schroders op spaarvlam
ging draaien stond de volledige economische
afdeling op straat - keerzijde natuurlijk van de
flexibele arbeidsmarkt en voor Europese
begrippen zeer lage werkloosheid. In diezelfde
periode breidde ons gezin zich verder uit dus
besloot ik om tijdelijk freelance te gaan werken, onder andere voor de Economist
Intelligence Unit en de FairTrade Foundation.
Nu de chaos van de gezinsuitbreiding enigszins geweken is werk ik weer fulltime bij
Market News International, een nieuwsdienst
voor de financiële markten.
UNIZO: connecting people!
Als econoom volg ik de ontwikkelingen in de
‘data’ – de officiële statistieken die de verschillende instanties zoals Eurostat, de Europese
Commissie, de Europese Centrale Bank en de
nationale statistische instituten iedere maand
of ieder kwartaal aan het publiek vrijgeven.
Ik krijg die informatie onder embargo en heb
dan 10 tot 50 minuten de tijd om er een zo
intelligent mogelijke analyse over te schrijven.
Dat is wel eens lastig maar met wat routine en
goede achtergrondinformatie die ik van alle
grote banken en onderzoeksinstituten krijg, is
dat iedere keer weer een spannende uitdaging.
Behalve een collectie anekdotes over gebeurtenissen die ik al lang weer vergeten was, bracht
Afgezien van de statistieken en actuele artikelen doen we bij Market News natuurlijk ook
verslag van alles wat met de centrale banken te
maken heeft. Dit leidt tot hectisch werk wanneer de ECB een persconferentie houdt of de
Bank of England haar kwartaalrapport publiceert, bij voorbeeld.
Intimiderend is het wel om in het bijzijn van
het volledige Engelse economisch ‘press corps’
de belezen gouverneur van de centrale bank,
de Bank of England, te vragen of er nu wel of
niet nog vrije capaciteit in de economie is.
Meestal zie ik de andere namen op televisie of
in de kranten. Ik geniet ervan om werk te
doen dat ik leuk vind en dat zo in lijn ligt met
mijn studies. Het is aangenaam vertoeven in
de bakermat van de economie voor een ‘zuivere econoom’ – wat in zichzelf al een frappante
uitdrukking is (alsof andere economen enigszins bezoedeld zijn door de onzuivere wereldse activiteiten in de sfeer van de onderneming.) Het werk van economen wordt gerespecteerd en is misschien ook meer gevraagd
dan elders.
april 2006 | EKONOMIKA berichten |
Als de ochtenddrukte voorbij is, heb ik tijd om
andere rapporten te schrijven over alles wat
ook maar van belang is voor de Europese
financiële markten. Tegen het einde van 2005,
bijvoorbeeld, toen het duidelijk werd dat de
ECB de rente wilde gaan verhogen, gonsden
de markten opeens van geruchten over stijgende loondruk in 2006. Voor de rentepolitiek is
de loondruk natuurlijk van groot belang. Om
onze klanten een beter idee te geven over de
verwachte loonontwikkeling in de monetaire
unie dit jaar, sprak ik met verschillende werkgeversorganisaties in Europa. Puur toevallig
kreeg ik ongeveer gelijktijdig een e-mail van
Karel van Eetvelt (topman van UNIZO), een
oude vriend uit mijn tijd bij Sportraad in
Leuven, met het bericht dat hij binnenkort in
Londen was voor een conferentie van werkgeversverenigingen.
Karel ook het een en ander aan nuttige informatie mee over de trend in lonen in België,
opgedist met een verademende openhartigheid
over de verdere arbeidsmarktproblematiek en,
naar wat ik later begreep van anderen, de
gebruikelijke dosis provocatie. Hoogst vermakelijk en uiterst instructief – interviews loskrijgen bij notabelen is meestal heel wat lastiger
dan dat!
17
EXOTICA
Beide grote politieke partijen hebben in principe zo’n referendum toegezegd maar de uitvoering op de lange termijn geschoven. Het resultaat van mijn enquête was instructief. Van de
21 mensen op kantoor stemden er 6 voor integratie in de EMU. Maar toen ik de buitenlanders, inclusief mezelf, uitgesloten had omdat
die niet mogen stemmen in dit soort nationale
aangelegenheden, waren er nog maar 2 vòòr
van de 17. En dat geldt als de ‘educated vote’.
Geen wonder dat de regering geen tijdstip wil
vastleggen voor zo’n referendum!
De situatie typeert de houding van de meeste
Engelsen. Met het Europese regelgevend denken dat wetten en richtlijnen ten overvloed
produceert heeft men niet veel op. Maar
Engeland was wel een van de weinige landen
die direct de grenzen openstelden voor Poolse
loodgieters en Tsjechische kindermeisjes toen
de EU zich uitbreidde. Werknemers uit de
nieuwe lidstaten kunnen hier legaal komen
werken en de gevolgen voor de Engelse economie zijn louter positief volgens de recentste
studies.
De euro? Neen bedankt!
| EKONOMIKA berichten | april 2006
In Londen heerst grote openheid en tolerantie, gepaard met de traditionele Engelse
beleefdheid, die het dagelijkse leven vergemakkelijkt. Maar wat mij het meest bevalt
aan de Engelsen is dat ze van nature geïnteresseerd zijn in wat ze niet kennen, of het
nu nieuwe trends, buitenlandse gewoontes
of gekke theorieën zijn. Niet allemaal
natuurlijk, en niet
altijd, maar meestal
wel.
18
Toen onlangs de discussie over ‘Europa’
(die aardrijkskundeles
waarin de geografie van Europa
werd behandeld
is niet goed blijven hangen bij de
meesten –
Engeland ligt
beslist niet in
Europa) over het
‘vasteland’ op kantoor
weer oplaaide, besloot
ik ter informatie een
‘straw poll’ uit te voeren en mijn collega’s
allemaal te vragen of ze voor of tegen opname in de Europese monetaire unie zouden
stemmen in het geval van een dergelijk
referendum.
Mijn ervaring is dat waar je ook werkt in
Londen, je werkt altijd met een gamma aan
buitenlanders die volledig geaccepteerd worden, en ook volledig gewaardeerd worden voor
hun bijdrage. Maar je moet wel zelf initiatief
tonen en verantwoordelijkheid nemen voor je
beslissingen. Schuilen achter autoriteiten is
hier duidelijk minder aanvaardbaar dan elders
waar ik gewoond heb.
Maar als het dan weer eens regent, de kinderen naar de familie vragen en we allemaal
snakken naar wat frisse lucht en open groen,
vraag ik me soms wel af of het leven in zo’n
grote stad wel de kosten waard is. Want die
kosten zijn er ook. Het is waarschijnlijk niet
nodig om het prijskaartje dat aan deze stad
hangt te beschrijven. Gewoonweg alles is duur
maar bovenal huisvesting. Ons huis hebben
wij gelukkig nog redelijk vroeg in de huidige
hausse gekocht maar met onze kroost van drie
zouden we wel graag iets meer ruimte hebben.
Onze tuin is vergelijkbaar met de ‘cour’ op kot
in Leuven – ook al niet bepaald indrukwekkend. Voor een 2-slaapkamer flat in een goede
buurt maar niet top-of-the-range (Fulham,
North Kensington, Shepherd’s Bush, Pimlico)
betaal je zo’ n £200-350 per week. Dus per
maand zo’ n £900-1400 (grofweg 1400 tot
2300 euro) exclusief lasten. Die worden niet
vast erboven geprijsd, maar gas/water/electriciteit/council tax (gemeentebelasting) kunnen
nog wel wat extra kosten natuurlijk.
Prijzen zijn per aantal slaapkamers, niet per
vierkante meter, omdat je die vaak moeilijk
EXOTICA
En er zijn nog wel meer stereotiepen waar
wel een bron van waarheid in zit. Om te
beginnen het openbaar vervoer. De Engelsen
lachen graag zelf met de standaardexcuses
voor vertragingen zoals ‘bladeren op de rails’
(beslist uniek voor dit land), ‘afwezigheid van
besturend personeel’ (in de omgang een ‘sickie’ genoemd), of, meest vermakelijk behalve
wanneer je in het donker en de kou staat te
wachten ‘The wrong kind of snow’. Echt
waar.
Misschien zou er met wat minder humor en
wat meer efficiëntie wat aan gedaan kunnen
worden. Maar dan vraagt de bestuurder van de
metro (hier niet metro maar meer toepasselijk
‘tube’ genoemd) vrolijk om te wachten met
instappen tot de anderen uitgestapt zijn,
gevolgd door een geinige gerichte opmerking
aan ‘the gentleman in the lovely blue coat
– I did mean to include you in that’; dan heb
je dat ook weer snel vergeten.
Poetsen schijnt al evenmin een nationale
hobby. Het volstaat de waarschuwing van mijn
vroedvrouw te herhalen, dat het beter was dat
ik mijn eigen poetsspullen mee naar het
ziekenhuis bracht voor het geval dat ik het in
mijn hoofd zou halen de badkamer daar te
gebruiken. Ook echt waar. Hoewel ik
heldhaftig probeer de Nederlands/Belgische
standaard hoog te houden knijpt mijn
schoonmoeder schijnbaar tegenwoordig
beleefd een oogje dicht wanneer ze in Londen
op bezoek komt.
Paul De Grauwe is top
Ondanks de drukte denk ik nog vaak terug aan
die heerlijke jaren in Leuven. Vanwege mijn
onduidelijke accent (een gevolg van verschillende buitenlandse invloeden) word ik vaak
naar mijn achtergrond gevraagd. Maar helaas
Mijn collega’s, economische journalisten met
een breed wereldbeeld, hebben over het algemeen grote waardering voor Professor De
Grauwe. Maar verder stuit, buiten het universitaire universum, de verklaring ‘Leuven’ veelal op een vragende blik en de ietwat provocerende beschrijving (categorie Oxford &
Cambridge) op een beleefd ‘hum hum’.
Hopelijk komt daar op termijn verandering in!
See you!
EXOTICA
Grethe SCHEPERS
Professionele bemiddeling bij verkoop en verhuur van bedrijfsmatig
en residentieel vastgoed. Deskundige schattingen. Beëdigde
landmetingen. Beheer: syndicus en rentmeester.
Meyskensstraat 222 . 1780 Wemmel (BRUSSELS)
Tel. +32 (0)2 460 80 46 . Fax +32 (0)2 460 81 53
zaakvoerder: Luc De Neve (Hir 1973)
april 2006 | EKONOMIKA berichten |
‘Life is too short’ zeggen de Engelsen dan, en
daar zit wel wat in. Voor mijn werk ben ik
meestal vòòr 7 uur ’s morgens de deur uit en
pas ’s avonds om 6 uur thuis. Voor Engelse
begrippen zijn dat normale tijden en voor de
‘City’, het financiële district in Londen, zijn
dat al zeer gunstige arbeidsvoorwaarden.
Maar het is wel zo dat ik af en toe de kinderen
naar school kan brengen en er verder niemand
de uren controleert die ik werk.
Natuurlijk vermeld ik graag en trots dat ik
onder Professor De Grauwe gestudeerd heb,
als er in de Financial Times een artikel van
hem verschijnt over de verdere eenwording
van Europa dat de Engelsen heuse stuipen op
het lijf jaagt.
WWW.STRUCTURA.BE
Sorry, verkeerd type van sneeuw
is er nog heel wat werk aan de winkel voor de
afdeling Marketing van onze alma mater.
UW PARTNER IN VASTGOED
kunt berekenen (er bestaan geen rechte hoeken in dit land – te veel oude huizen waar
geen vloerplannen meer van zijn – en meters
zijn sowieso niet populair).
19
HUMAN RESOURCES
ONDERHANDELEN MET VAKBONDEN:
WEES GOED VOORBEREID!
Eind 2005 stond het sociale overleg – of het gebrek eraan – weer in de actualiteit
met de stakingen en betogingen van de vakbonden naar aanleiding van het
Generatiepact. De arbeidsverhoudingen in ons land zijn zeer complex. Er is het
overleg op interprofessioneel niveau, maar ook op sectoraal vlak en uiteraard ook
op bedrijfsniveau. Soms is het overleg bilateraal tussen werkgevers en vakbonden,
maar soms ook “tripartite”: overheid, vakbonden en werkgevers. Komen zij wel van
dezelfde planeet? Die vragen stelden Luc Galoppin en Roel Kox van de Ekonomika
Vakgroep HR op 7 oktober jl. aan Toon Desmet, directeur Human Resources Philips
België en aan Bruno Melyn ([email protected]), consultant in Human
Resources. Beide personen hebben een grote reputatie en kennen het terrein.
HUMAN
RESOURCES
Toon Desmet (Philips België): “Je mag onderhandelingen met de vakbonden op bedrijfsvlak
nooit onderschatten. De onderhandelingscontext is per definitie complex. Een goede voorbereiding is essentieel. En onderschat vooral uw
syndicale gesprekspartners niet. Want zij zijn
zeker goed voorbereid. Het is mijn ervaring dat
80 % van het succes van de sociale onderhandelingen op bedrijfsvlak geboekt wordt door
een goede voorbereiding.” Dat was ook duidelijk de mening van de HR-consultant Bruno
Melyn: “De meest uitgebreide voorbereiding is
amper goed genoeg. Je moet een echt onderhandelingsteam smeden dat ook bovendien
kan terugvallen op een zgn. ‘back office’. En je
moet natuurlijk enorm goed afspreken vooraf.
Het is zelfs belangrijk dat je een aantal scenario’s vooraf uittekent en dit ook zo realistisch
mogelijk probeert weer te geven.”
| EKONOMIKA berichten | april 2006
Kanaries
20
Toon Desmet: “Wij houden een rollenspel om
te oefenen. Wij stellen ons duidelijk de vraag:
hoe gaat de dans verlopen? Want eigenlijk is
het toch dat: onderhandelingen met de vakbonden zijn een vorm van ritueel.” Hij wijst er
verder ook op dat het kennen van de onderhandelingscontext betekent dat je moet kunnen rekenen op een zo juist mogelijke kennis
van het terrein. Je hebt dan ook mensen nodig
in het bedrijf die zowat fungeren als “de kanaries in de vroegere steenkoolmijnen” die perfect kunnen opsnuiven wat er echt leeft op de
arbeidsvloer. “En het is mijn ervaring dat dit
soms verschilt van wat de vakbonden op hoger
niveau vertellen. Bij de voorbereiding moet je
dus ook de reële toestand op de bedrijfsvloer
kennen.”
[ Toon Desmet, Philips België ]
Dat sociale onderhandelingen zowel interprofessioneel, sectoraal als op bedrijfsniveau
soms zolang duren is voor Toon Desmet helemaal geen verrassing. Je moet nu eenmaal het
ritueel respecteren. En dit ritueel omvat een
aantal onvermijdelijke fases. In een eerste
fase, de ‘waarom-fase’, moet je eerst aftasten
hoe het klimaat is, waar de pijnpunten kunnen of zouden kunnen liggen. Een goed sociaal akkoord vraagt nu eenmaal tijd. En gun
jezelf en de syndicale partners de tijd om tot
echte onderhandelingen te komen. Er komt
trouwens ook vooraf heel wat bij kijken. Je
moet op een bepaald ogenblik in de onderhandelingen kunnen zeggen ‘stop, hier eindigt
HUMAN RESOURCES
mijn mandaat, ik kan niet verder, ik moet
terug naar mijn opdrachtgevers’. Dat zullen
trouwens de vakbonden ook zelf wel doen.
Probeer altijd het proces te sturen en speel
“mediator”, zonder de eigen belangen uit het
oog te verliezen,” aldus Toon Desmet.
“Er is tijdsdruk en tijdsdruk. Maar wie zich
onder tijdsdruk laat zetten, is meestal de verliezer. Vandaar ook mijn boodschap aan de
werkgevers: ook al lijkt het onderhandelingsproces langdurig en niet efficiënt, die tijd is
nu eenmaal nodig in de meeste gevallen om
tot een goed akkoord te komen,” zegt Desmet.
Objectieve bondgenoten
Sommige werkgevers vergeten dat in een
onderhandelingsproces met de vakbonden er
uiteindelijk een akkoord moet komen waar
iedereen zich moet in kunnen terugvinden.
M.a.w. je moet geven om te kunnen krijgen.
En er is pas een akkoord over de delen van het
akkoord als het geheel globaal rond is.
HUMAN
RESOURCES
Het is ook duidelijk dat er beter geen akkoord
komt dan een slecht akkoord waarbij één van
de partijen zich helemaal niet goed voelt. Dit
leidt achteraf tot problemen. Iedereen moet
zich in het akkoord kunnen vinden want iedereen moet het aan zijn achterban (hetzij werkgever, hetzij werknemers), ‘verkocht’ kunnen
krijgen. Zelfs al is men tegenstrever, toch zijn
de onderhandelaars van werkgeverszijde en de
vakbonden ook objectieve bondgenoten, want
ze hebben mekaar nodig om dat akkoord
goedgekeurd te krijgen bij hun respectievelijke
achterban. En ze moeten het akkoord achteraf
ook samen uitgevoerd krijgen.
Wisselgeld
Toon Desmet: “Een langdurig onderhandelingsproces moet uiteindelijk toch uitmonden in
een akkoord. De laatste fase is uiteraard de
belangrijkste, maar is ook een gevaarlijke fase.
Ik noem dat de fase van “het wisselgeld”. Er
komt altijd nog iets op tafel. Hou zelf ook nog
iets achter de hand tot op het laatste, want
eens het op tafel ligt ben je het kwijt. De vakbonden zijn daar meesters in.”
Finaal moeten de goede afspraken ook nog in
duidelijke teksten worden omgezet. En moet
er goed worden gecommuniceerd naar de achterban en ook extern. “Maak vooraf heel duidelijke afspraken over de externe communicatie:
wie communiceert wat en wanneer? Fouten op
het vlak van de externe communicatie kunnen
de onderhandelingen fel bemoeilijken of zelfs
doen mislukken”, aldus Desmet.
Melyn en Desmet beklemtonen dat de onderhandelaars van het bedrijf altijd consistent,
integer en credibel moeten blijven om een
goed onderhandelingsresultaat te kunnen
bereiken. Toon Desmet: “En vergeet ook niet
dat de onderhandelingen – niet alleen het
resultaat, maar ook het proces (staking of niet
bv.) – veel verder reiken dan alleen het concrete dossier, maar invloed hebben op alle stakeholders, bv. de aandeelhouders, de bankiers,
maar ook potentiële werknemers,…
De bedrijfsonderhandelaars moeten zich dus
bijgevolg ook van deze ruimere aspecten
bewust zijn”, zo besloot de directeur Human
Resources van Philips België.
Fa QUIX
april 2006 | EKONOMIKA berichten |
Een belangrijk punt is dat de onderhandelaars
goed moeten getraind zijn. Bruno Melyn: “Het
team moe zorgvuldig samengesteld zijn.
De hoogste in rang is normaal gesproken niet
aanwezig, alhoewel het onderhandelingsteam
van het bedrijf een volledig onderhandelingsmandaat meekrijgt. Maar de onderhandelaars
moeten altijd het mandaat dat zij meegekregen hebben in het oog houden. En nooit de
man spelen, wel de bal. Het vergt veel koelbloedigheid om in sommige onderhandelingen de kalmte te bewaren tegenover sommige
provocerende uitspraken van vakbondsonderhandelaars. Blijf altijd zoeken naar objectieve
elementen. Het is ook nodig om regelmatig
nieuwe invalshoeken te zoeken en niet vergeten: op spannende momenten kan humor
wonderen doen.
[ Toon Desmet (Philips België), Luc Galoppin (voorzitter Ekonomika Vakgroep HR)
en Bruno Melyn (HR-consultant). ]
21
PERSONALIA
HANS SWINNEN VERKOZEN TOT MARKETEER VAN HET JAAR
Ekonomika-lid Hans Swinnen (promotie 1989
- TEW), CEO van Thomas Cook Belgium,
werd in december verkozen tot Marketeer van
het Jaar.
Thomas Cook Belgium is marktleider in de
Belgische reisindustrie die enerzijds de touroperator en distributieactiviteiten van
Neckermann, Thomas Cook en Pegase en
anderzijds de airline-activiteiten van Thomas
Cook Airlines groepeert. Als CEO was Hans
verantwoordelijk voor de oprichting van
Thomas Cook Airlines en de rebranding van All
Seasons en Sunsnacks naar Thomas Cook.
Thomas Cook Belgium telt 838 medewerkers en
verzorgt de vakantie van 1,6 miljoen reizigers.
Marketeer van het Jaar is de meest prestigieuze marketingaward van het jaar. Een jury van
16 topmarketeers, vroegere laureaten en algemeen directeurs legden elke kandidaat op de
rooster. Ook de leden van Stichting Marketing
en de lezers van Trends hadden een belangrijke stem in de finale keuze. De kandidaten
moesten als hoofdactiviteit een strategische of
executieve marketingfunctie uitoefenen, over
minstens 10 jaar ervaring beschikken en een
uitgelezen reputatie in hun vak hebben.
PERSONALIA
DUBBEL SUCCES VOOR JAN CALLEWAERT
Voor Ekonomika Alumnilid Jan Callewaert (promotie 1979 – handelsingenieur), topman van
Option International, zal 2005 ongetwijfeld een
memorabel jaar in de geschiedenis blijven.
Hij boekte immers een uniek dubbel succes
door zowel de Onderneming van het Jaar te
worden als de Manager van het Jaar (Trends).
Het bedrijf uit Haasrode maakt PC-kaarten om
draadloos te internetten en data over te zetten.
Jan Callewaert is het type ondernemer die én de
entrepreneurial spirit behoudt én de managementkwaliteiten bezit om de onderneming optimaal te laten groeien. Met Option International
uit Haasrode hebben we dus meteen de
Onderneming en de Manager van het Jaar 2005
onder onze Ekonomika-rangen. Proficiat Jan!
FREDERIK DELAPLACE HOOFDREDACTEUR DE TIJD
Ekonomika-lid Frederik Delaplace (promotie
1993 – TEW) werd eind vorig jaar benoemd
tot de nieuwe hoofdredacteur van de zakenkrant De Tijd.
Frederik is een gedreven journalist die tegelijkertijd een klare visie heeft over de positionering van de krant. Enkele jaren terug deed hij
JUNIOREN
in zijn vrije tijd nog de eindredactie van deze
Ekonomika Berichten onder het toenmalige
hoofdredacteurschap van oud-preses Peter
Schelstraete. Zijn scherpe pen maar ook zijn
leiderscapaciteiten en een goed gevoel voor
humor maakten van hem een zeer gewaardeerd
lid van de redactie. Veel succes, Frederik.
JUNIOREN
| EKONOMIKA berichten | april 2006
3,2,1 CONFETTIIIIIII!!
22
Het betere oudjaar-feest-tafereel is sinds kort
niet meer exclusief voorgehouden aan een
bepaalde avond ergens in december. Als pasafgestudeerde gaat u een feestje meer of minder
uiteraard niet uit de weg. Niets zo goed als de
werkstress te begraven onder een berg slingers
en door te spoelen met een frisse Stella. De
afwezigen op de back 2 2005 hadden naar
goede gewoonte weer ongelijk (hoewel ze het
voordeel hebben dat ze twee weken later niet
nog overal confetti vinden) en vervolgfeestjes
staan dan ook in het verschiet.
De komende maanden willen we jullie alvast
verwennen met (in willekeurige volgorde): een
whiskey-tasting-initiatie, een Junioren-goeslocal en het nu al legendarische juniorenweekend.
Neem die rode pen ter hand en markeer alvast
elke eerste vrijdag van de maand (ook in de
maanden juli en augustus) als ‘bezet:
Junioren’.
Tot junioren!
Annick, Sofie & Filip
REGIONALE KERN ANTWERPEN
ALFACAM – HOLLYWOOD AAN DE SCHELDE
Een goede week nadat de kranten met toeters en bellen melding maakte van hoe een
klein landje groot kan zijn doordat een van zijn bedrijven het contract binnenrijfde voor
het maken van de opnamen van de Olympische Spelen in China, stond Ekonomika
Antwerpen op hun stoep om er het fijne van te weten. Toeval of niet maar de stoep sleet
al snel op 24 november doordat een 70-tal geïnteresseerden zich aanboden.
In 2000 haalde het tv-faciliteitenbedrijf het
nieuwe hogedefinitietelevisieformaat naar
Europa. Gabriël Fehervari vertelt gedreven
over de immense voordelen van de HDT
(High Definition TV) met zijn 1080 lijnen
tegenover de 625 lijnen van de analoge TV.
Euforisch wordt hij als hij kan uitpakken met
zijn vele wereldwijde realisaties (slechts 4%
van zijn werk gebeurt op Belgische bodem).
Wereldkampioenschappen tafeltennis,
Olympische Spelen, vliegshows, de UEFA
Cup, rockconcerten, de Koningin
Elisabethwedstrijd,… in alle belangrijke internationale evenementen heeft hij zijn hogedefinitievinger. Op dit ogenblik gaat zijn aandacht
ook uit naar de film. In de toekomst zullen
films in HD opgenomen worden in plaats van
op de klassieke pellicule.
Verder heeft hij met zijn firma EURO 1080
een eigen tv-zender gelanceerd: de HD1. Met
een kaart kan je via de satelliet de HD-beelden
ontvangen. Maar de HD2 is er ook al, en je
kunt nu al verwachten dat 3, 4 en zovoort niet
veraf zijn.
Een derde firma staat ook al in de startblokken: “Eurolinks”, dat zich met draadloze captatie zal bezig houden.
REGIONALE KERN
ANTWERPEN
STAD DER STEDEN
een budget van 1,2 Miljard Euro toog de ingeweken sinjoor aan de slag om de communicatiekanalen van de stad te reinigen. Onder de
gemeenschappelijke noemer “Antwerpen is de
stad der steden”, ging hij aan de slag. In een
mum van tijd schrapte hij zowat alle bestaande
logo’s van de stad en verving die door één “A”,
met enkele zweetdruppels rondom, die hij zonnestralen noemde. Als het kind maar een naam
heeft. T-shirts, balpennen, stickers, Brabo’s, . . .
je kunt het zo zot niet bedenken, of “het stad”
heeft het, met datzelfde “A”-logo erop. Een niet
te verstane slogan “zot van A” siert deze actie.
Dit heeft geleid tot een zeer herkenbare
Antwerpse identiteit. Hij spreekt hier ook duidelijk over “HET STAD” en niet over “De Stad”.
En zo hoort het ook in behoorlijk Antwerps.
Het marketingplan 2006 zal focussen op de
stadsontwikkeling, de propere stad, de sportieve
stad en aandacht schenken aan allerlei lokale
evenementen.
Pas in 2007 wordt het kanon internationaal
gericht. Hopelijk heeft hij dan geen slogans in
de zin van “kaavanaa” gelanceerd, want dat zal
qua vertaling wel enige problemen opleveren.
Eric DORPMANS
[ Co-voorzitter
Mark Van Rompaey ]
[ Een aandachtig publiek ]
april 2006 | EKONOMIKA berichten |
In een ludieke inleiding van co-voorzitter
Mark Van Rompuy, die een overzicht gaf van
de activiteiten van vorig jaar, werd nogmaals
benadrukt waar onze club naar streeft: het
voortzetten van gezellige activiteiten in een
vriendschapsatmosfeer in de regionale kern
Antwerpen.
De eerste spreker was tevens de gastheer, in de
persoon van Peter Van den Eynde van Price
WaterhouseCoopers, die eerst zijn firma voorstelde, beginnend met indrukwekkende cijfers
wat personeel en omzet betreft. Zij ontwikkelden een eigen Value Reporting Model met
vooral aandacht voor de niet-financiële indicatoren, om een bedrijf te analyseren. Tweede in
de rij was Wouter Villette, die blijkbaar van
zijn hobby een beroep gemaakt had en zich als
BTW-specialist verdiepte in situaties waar overheden die normaal niet BTW-plichtig zijn, werken laten uitvoeren en toch BTW kunnen
inbrengen.
Pierre Destrycker, bedrijfsdirecteur Marketing
en Communicatie van de stad Antwerpen,
begon over “City Marketing” en hoe we de stad
zien door de ogen van de klant. En in een eerste fase zijn die klanten de toeristen, bedrijven,
de werkenden en ook de bewoners zelf. Met
De firma is nu gevestigd in Duffel, in de oude
gebouwen van Sobemi. 10.000m2 opslaghall
werden omgetoverd in diverse opnamestudio’s. We herkenden duidelijk de decors van
“Eén jaar gratis” waar Herman van Molle en
Frank Gallan tijdelijk de scepter zwaaien. Met
een overdonderend presentatiefilmpje en een
dito receptie werd de avond afgesloten.
23
BOEKONOMIKA
EEN TEGENDRAADSE ECONOOM ONTDEKT
DE VERBORGEN KANT VAN BIJNA ALLES.
OF HOE STATISTIEKEN ALLES
KUNNEN BEWIJZEN...
Wat hebben schoolmeesters en sumoworstelaars gemeen? Wat is
gevaarlijker: een pistool of een zwembad? Waarom wonen drugsdealers
nog steeds bij hun ouders? Verrassende vragen die je niet meteen van een
hoogleraar economie zou verwachten. Maar het zijn wel de alledaagse
vragen die Steven Levitt, econoom aan de universiteit van Chicago, zich
stelt en waarop hij via diepgaande economische analyse een antwoord
tracht te bieden.
BOEKONOMICA
Levitt is duidelijk geen standaardeconomist,
die het graag heeft over interestvoeten, exportcijfers en jaarrekeningen. Eerder houdt hij
zich bezig met het onderzoeken van meer
‘human interest’-zaken zoals resultaten van
opvoeding, zelfmoorden, drugshandel en vooral de verbanden ertussen. Via eenvoudige
vraagstelling tracht hij verbanden tussen verschillende feiten te vinden en te ontrafelen.
Verder beweert de econoom ook dat het voor
de schoolresultaten van kinderen niet of weinig uitmaakt hoe sterk de ouders hiermee
bezig zijn door regelmatig verhalen voor te
lezen of musea te bezoeken. Gewoon de kinderen voor de televisie zetten, geeft dezelfde
resultaten. Vele opvoedingsdeskundigen zullen steigeren bij het lezen van dit hoofdstuk
van het boek.
Zo stelt Levitt dat het dalen van de misdaadcijfers in Amerika niet echt te maken heeft met
een beter werkende economie, maar alles met
de legalisering van abortus. Op zijn minst een
opmerkelijke uitspraak die hij uitgebreid verder
uitlegt in zijn boek. Minder ongewenste kinderen geeft minder criminaliteit, zo stelt hij.
De uitspraken van Levitt hebben dan ook in
verschillende kringen voor heel wat controverse gezorgd. Vele tegenbewijzen tegen zijn uitspraken werden verzameld. Of hoe je met cijfers en data zowat alles kan bewijzen en tegenbewijzen.
| EKONOMIKA berichten | april 2006
FREAKONOMICS – Steven D.Levitt en Stephen J.Dubner
Uitgeverij De Bezig Bij – 2005 – 261 p.
24
Levitt doet een goede poging, hoewel het misschien niet zijn bedoeling is, om het vak economie iets minder saai en serieus te maken en
dichter bij de dagdagelijkse problemen van de
mensen te brengen. Hij maakt ingewikkelde
structuren en processen beter begrijpbaar door
verrassende vragen te stellen en verbanden te
zoeken die de geheimen van zowat alles blootleggen. In het boek staat voor elk maatschappelijk probleem dat door Levitt onderzocht
werd, een uitgebreide en op zijn minst verrassende economische analyse, die op het eerste
zicht zeer logisch onderbouwd is. Doch
bekruipt je bij het lezen van het boek regelmatig het gevoel dat de stellingen eenzijdig zijn
onderzocht om de eigen ideeën van de econoom te bewijzen. Aan de andere kant is het
een zeer leuk en levendig geschreven boek
(auteur is Stephen Dubner van de New York
Times), dat een vernieuwende en speelse blik
werpt op de feiten en een mens zeker aan het
denken zet...
[ Een “verrassende” kijk op economie... ]
Sara COENE
FILMONOMIKA
ENRON
DE KEIZER HEEFT GEEN KLEREN
Het faillissement van Enron was waarschijnlijk één van de
grootste bedrijfsschandalen van de voorbije decennia.
Wat eens één van de meest succesvolle en winstgevende
ondernemingen leek, bleek in werkelijkheid niet meer dan
een zeepbel, gedoemd om uiteen te spatten. Een voor vele
Vlamingen bekend verhaal. Er zijn inderdaad gelijkenissen te
trekken met ons Vlaamse Enron Lernout & Hauspie.
Maar de ondergang van Enron was van een nog veel groter
kaliber. ‘Enron: The Smartest Guys in the Room’ doet het
feitenrelaas over de gebeurtenissen die de eens zo machtige
onderneming ten val brachten. Daarnaast is het vooral ook
een kritische en bij momenten vernietigende blik op de
excessen van het kapitalisme.
Enron, het oerdegelijke bedrijf, bleek al jarenlang zo goed als bankroet te zijn. De winsten
bleken niet meer dan een fabeltje te zijn. En
terwijl de top van Enron hun aandelen tijdig
verkochten en het zinkende schip als eersten
verlieten, bleven de personeelsleden berooid
achter. 20.000 mensen verloren van de ene
dag op de andere hun job. Hun pensioenplannen waren waardeloos geworden. Miljoenen
Amerikanen zagen hun zuurverdiende spaarcenten in rook opgaan.
FILMONOMIKA
Het was een sprookje, te mooi om waar te
zijn. In werkelijkheid was Enron niet meer
dan een “kaartenhuisje gebouwd op een poel
olie”. In 2001 stortte het kaartenhuisje op nauwelijks een maand tijd ineen. Toen de eerste
geruchten over frauduleuze praktijken de kop
opstaken ging de bal heel snel aan het rollen.
Geldhonger, hebzucht en arrogantie
Alex Gibney ‘s documentaire ‘Enron: The
Smartest Guys in the Room’ is een fascinerende documentaire die op een heldere manier
inzicht biedt in de gewetenloze bedrijfspraktijken en het schokkende morele vacuüm binnen
het bedrijf. Om de honger naar geld te stillen
moest alles wijken. Alles draaide rond de aandelenkoers. Die moest blijven stijgen en alle
middelen waren goed om dit doel te bereiken.
Al in de eerste jaren na de oprichting werd
een loopje genomen met ethische gedragsregels. Handelen met voorkennis werd toegelaten en gestimuleerd zolang er maar monsterwinsten werden geboekt.
De kwartaalwinsten werden telkens kunstmatig opgeblazen. Cruciaal daarbij was het ‘mark
to market’-principe om Wall Street een vertekend beeld te geven hoe Enron er financieel
aan toe was. Mark to market betekent dat je
voor elk fiscaal jaar niet de winst aangeeft die
je effectief maakt, maar wel de winst die je
hoopt te maken in de komende jaren. Je sluit
een deal van 50 miljoen dollar en je geeft die
april 2006 | EKONOMIKA berichten |
Enron werd opgericht in 1985 als een gas- en
oliebedrijf met zetel in Texas. Naarmate de
vraag naar energie en vooral elektriciteit toenam en de energiesector steeds meer werd
gedereguleerd, breidde Enron zijn activiteiten
uit naar het ‘traden’ van elektriciteit, gas en
andere energiegrondstoffen. Enron begon aan
een niet te stuiten opmars, legde jaar na jaar
fenomenale winst- en groeicijfers voor en
werd zo op een bepaald moment de zevende
grootste firma in de US met totale activa ten
belope van 70 miljard USD. Enron was één
van de meest verbluffende succesverhalen van
de Amerikaanse economie. Met mannen als
Jeff Skilling, Ken Lay en Andy Fastow aan het
roer leek alles wat Enron aanraakte te veranderen in goud. Het was ook de periode van de
grote beurshausse. Amerikanen kochten massaal aandelen en Enron was één van hun lievelingsaandelen. De koers van het aandeel
swingde werkelijk de pan uit.
25
FILMONOMIKA
50 miljoen aan als winst. In werkelijkheid
waren veel van die deals echter waardeloos. Zo
bouwde Enron een peperdure centrale in India
die echter nooit gewerkt heeft, en dus geen
cent opgebracht heeft. Toch droeg die centrale
op een miraculeuze wijze bij tot de winstcijfers. Het werd echter steeds moeilijker om de
schijn hoog te houden. Er konden en mochten
immers geen verliezen geboekt worden. De
aandelenkoers mocht niet dalen. Dus werd
Andy Fastow als CFO binnengehaald. Die
zette hele constructies op van nepbedrijven
waar de verliezen naar toe gesluisd konden
worden. Zo bleef Enron op papier sterk winstgevend.
Naarmate het bedrijf meer en meer in moeilijkheden raakte, ging men steeds verder. De
hebzucht had het bedrijf overgenomen. Het
meest hallucinante voorbeeld van de geldhonger en de arrogantie van Enron vond plaats op
het einde van de jaren negentig. Enron profiteerde van de deregulering in Californië om er
een energiecrisis te ontketenen. Het bedrijf
had geld nodig om de steeds oplopende verliezen goed te maken. Dus belden ‘traders’ de
elektriciteitscentrales in Californië op met de
dwingende vraag om de installatie plat te leggen. Het gevolg was dan ook dat er gigantische
kunstmatige tekorten aan elektriciteit ontstonden. Californië werd getroffen door grote black
outs wat onder andere tot de val van de democraten en de verkiezing van Arnold
Schwarzenegger tot gouverneur van Californië
leidde. De prijzen van elektriciteit swingden
de pan uit (ze stegen tot dertigmaal het normale niveau) en de traders van Enron konden
miljardenwinsten optekenen. De documentaire speelt trouwens audio-opnames af waarin
traders lachen met de ellende van grootmoedertjes die volledig in de duisternis zaten.
Moreel besef was volledig verdwenen.
Het had een moraliserende film kunnen zijn
over hoe de menselijke hybris en hebzucht uiteindelijk tot zijn ondergang leiden. Het verhaal van Enron is echter geen fictie, maar de
harde werkelijkheid. Een harde werkelijkheid
waar menig Amerikaan nog steeds de gevolgen van draagt. Op die manier is de documentaire een sterke aanklacht tegen het ongebreidelde, ongeremde kapitalisme. De makers van
de documentaire komen echter op geen enkel
moment belerend of moraliserend over.
Sensatiezucht is vreemd aan deze documentaire. De feiten spreken voldoende voor zich. Dit
onderscheidt de documentaire van de onverbloemde en weinig subtiele kritiek van de
docuficties zoals we die kennen van Michael
Moore waar beelden gemanipuleerd worden
en bepaalde feiten verdraaid worden. Verwacht
dan ook geen hippe, humoristische documentaire. Er zijn wel wat (schaarse) humoristische
momenten zoals een intern bedrijfsfilmpje of
in de muziekkeuze, maar het is vooral een
droge, nuchtere en zakelijke analyse van de
feiten. Er wordt daarbij echter niet te veel gefocust op de cijfers en de opgezette constructies
om verliezen en schulden te maskeren.
Hierdoor wordt de documentaire dan misschien wel wat lichter verteerbaar voor de leek,
aan de andere kant blijf je toch af en toe op je
honger zitten. Je wenste toch dat de filmmakers af en toe wat dieper ingingen op de
manier waarop de constructies opgebouwd
werden.
FILMONOMIKA
| EKONOMIKA berichten | april 2006
Vele medeplichtigen
26
De documentaire haalt ook scherp uit naar al
diegenen die al dan niet op de hoogte waren
van de massale fraude maar wijselijk de andere kant opkeken om hun deel van de koek te
kunnen krijgen. Analisten bleven het aandeel
unaniem aanprijzen. De enige analist die een
kritische noot liet optekenen werd door zijn
werkgever, de Amerikaanse zakenbank Merrill
Lynch, ontslagen. Als beloning werd de bank
twee grote contracten toegewezen door Ken
Lay. Auditeur Arthur Andersen keurde de jaarverslagen goed tegen betaling van gigantische
sommen en werd meegesleurd in de val van
Enron. En hoeft het enige verbazing te wekken, er waren ook minder frisse banden met
de familie Bush…
Overtuigende aanklacht
Er wordt ook weinig aandacht geschonken aan
het menselijke drama, zoals het lot van de
20.000 ontslagen werknemers. Maar ‘Enron:
The Smartest Guys in the Room’ is geen
human interest documentaire, het is een zakelijke analyse van de feiten. Misschien ligt de
kracht van de documentaire net daarin. Door
zich te concentreren op de pure feiten krijgen
we geen melodrama, maar groeit ‘Enron’ uit
tot een objectieve en overtuigende aanklacht
tegen de tirannie van het geld en hoe geld
mensen in gewetensloze schurken kan veranderen. Daarom verdienen deze documentaire
en het boek, waarop de documentaire is gebaseerd, misschien wel een plaats in elke cursus
van bedrijfsethiek, en waarom niet: bedrijfseconomie. Want Enron is helaas geen alleenstaand
geval. Het is wel een schoolvoorbeeld…
Jürgen VANHAVERBEKE
HOMMAGE
HULDEBETOON
PROFESSOR EMERITUS ALBERT COPPÉ
Op de eerste officiële lentedag van 2006 kwamen enkele honderden vrienden, familieleden
en sympathisanten hulde brengen aan wijlen
Professor Coppé (1911-1999), een gevierde
politicus en Professor. Eerst werd in Tervuren
een bronzen bas-reliëf ‘Albert Coppé. In dienst
van Europa’ onthuld en vervolgens was er de
academische zitting in het Koloniënpaleis met
een rits eminente sprekers.
Passeerden de revue op het spreekgestoelte:
Minister van Staat Leo Tindemans, Minister
van Staat Mark Eyskens, Hans-Gert Pöttering,
voorzitter van de EVP-ED-fractie in het
Europese Parlement, Pat Cox, Voorzitter van
de Europese Beweging Internationaal, en ten
slotte Europees Commissaris Viviane Redding.
Daniël Cardon de Lichtbuer, Voorzitter van het
Comité Hommage Albert Coppé, leidde de
sprekers in en bracht ook een persoonlijke
getuigenis van zijn jaren samen met Albert
Coppé.
[ De kleinzoon Joris, zoon van Francis Coppé, helpt bij de onthulling van het bas-reliëf.
Naast de burgemeester van Tervuren, Bruno Eulaerts, Leo Tindemans, Pat Cox en Hans-Gert
Pöttering. De spreker, Daniel Cardon de Lichtbuer, is de voorzitter van het comité Hommage
Albert Coppé. Leo Tindemans is de voorzitter van de academische zitting. ]
De sprekers brachten vooral Coppé’s pionierswerk in Europa aan de orde, met vooral de
medeoprichting van de Europese
Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) in
1952, waar hij lid was van de Hoge Autoriteit
tot 1967. Van 1967 tot 1973 was hij lid van de
Europese Commissie, waardoor hij in totaal
ruim 20 jaar een Europese topfunctie heeft
bekleed. Hij werkte in die beginperiode samen
met bezielende en visionaire Europeeërs zoals
Winston Churchill, Jean Monet, Robert
Schuman, Jean Rey, Sicco Mansholt, Paul
Henri Spaak, Konrad Adenauer,…
[ Mevr. en Mark Eyskens, Ekonomika-voorzitter Freddy Nurski
en Francis Coppé ]
HOMMAGE
Albert Coppé was ook een gevierde Professor
en gaf talrijke vakken in de Faculteit ETEW
van KULeuven. Hij gaf lessen zoals statistiek
en algemene economische bewegingen (conjunctuur) en doorspekte zijn lessen met spitante oneliners. Mark Eyskens: “Coppé was
een verstandig Keynesiaan. Hij erkende het
belang van de vraag. Maar anderzijds wist hij
als geen ander dat competitiviteit ook heel
belangrijk was. En dat de staat daarin een rol
moet spelen, maar hij zag de staat vooral als
een supernationale scheidsrechter”.
april 2006 | EKONOMIKA berichten |
Albert Coppé geloofde rotsvast in de toekomst
van Europa en de meerwaarde van een economische en politieke unie. Reeds in de jaren
‘70 merkte hij op dat “Europa alleen maar kan
werken als er met een gekwalificeerde meerderheid wordt beslist. Want op basis van unanimiteit gaat niets vooruit”. Volgens Coppé
had het interbellum dat laatste al afdoende
bewezen. Voor hem moest ook de economische eenmaking een politiek complement krijgen. “Anders regeert de wet van de sterkste, en
dan regeert bijgevolg het kapitaal”, zo oordeelde hij. “De Europese Unie moet er voor zorgen dat er structureel vrede komt in Europe”.
Tot zover is dit gelukt en heeft Coppé gelijk
gekregen.
27
HOMMAGE
ALBERT COPPÉ: HERINNERINGEN
AAN EEN GEPASSIONNEERDE PROFESSOR
Het feestelijke huldebetoon van Albert Coppé dat we met vele vrienden vierden op
21 maart was een excellente gelegenheid om de uitzonderlijke persoonlijkheid en de
rijk gevulde loopbaan van Albert Coppé in volle waardering te herdenken. Mijn eerste
kennismaking met de professor dateert van ongeveer zestig jaar geleden. In 1947 was
ik student voor zijn vak Handelseconomie en het jaar nadien voor Statistiek. Let wel, in
die tijd werd naar onze faculteit verwezen met de populaire term van “handelskot”. Aan
de KU Leuven heerste kort na Wereldoorlog II een bruisende sfeer. Als jongeren voelden
we dat ons naoorlogs tijdperk zwanger was van ingrijpende veranderingen met nieuwe
en beloftevolle projecten. Hierin profileerde zich de kersverse volksvertegenwoordiger en
jonge professor Coppé als een temperamentvolle gangmaker.
[ Prof. em. Louis Baeck, Prof. em. Karel Tavenier, Francis Coppé en zijn jongste zoon Joris
met het boek van zijn grootvader ]
Anders dan de meer monotone lesgevers kwam
hij naar voor met snedige taal over gevoelige
kwesties zoals de repressie en de koningskwestie. En hij sprak zich daarenboven uit over de
verantwoordelijkheden van studentenkringen
zoals Ekonomika, over de taak van de Vlamingen
in Europa en de wereld, alsook over de rol van de
economie in de toekomstige ontwikkeling. Hij
beperkte zich dus niet tot de materie van zijn
cursus maar waaierde breed uit over de algemene problematiek van mens, maatschappij en
politiek. Vanuit zijn intuïtieve ingesteldheid was
hij socioloog. En zijn ethische invalshoek zou
een merkteken blijven tot het einde. Onze prof
was hoegenaamd niet schuw van radicale uitspraken over het gebeuren. Hierbij lanceerde hij
rake beelden en treffende metaforen, die galmden door de collegezaal ter illustratie van het
thema en staving van zijn betoog. Hij was één
van de weinige profs die tijdens de colleges vragen uitlokte over enkele van zijn soms uitdagende en tegenstrijdige stellingnames. En in dit
intellectuele steekspel van speelsheid en ironie,
vaak afgewisseld met onstuitbare schaterlach van
de zaal, toonde hij zich een gewiekste debater
met bliksemsnel wederwoord. Professor Coppé
werd vlug de vedette van de eerste kandidatuur.
| EKONOMIKA berichten | april 2006
HOMMAGE
28
[ Economen op het appel: Michel Pauwels, Jules Ackermans, Paul Dequae,
Karel Tavenier en uiterst rechts: ere-rector Roger Dillemans ]
Over figuren zoals Coppé circuleerden vaak een
veelheid van legendes. In feite was hij daar niet
wars van en enkele uitschieters van het genre
lokte hijzelf uit. Bij de legendarische verhalen
was zijn vertelling over de wijze waarop hij zijn
verloofde en latere echtgenote heeft uitgekozen
een topper. Zoals ik het door hem hoorde vertellen in volle collegezaal in 1947, had het verhaal
een sprookjesachtige impact. Deze zou bij herhaling van de vertelling aan volgende generaties
allicht iets van zijn idyllische tinteling verliezen.
Maar ons studiejaar genoot zogezegd, de primeur! Ik probeer tekst en context hier nu zo
getrouw als mogelijk weer te geven Op een zonnige lentedag, tijdens het tweede lesuur, toen de
HOMMAGE
aandacht aan het verslappen was, gooide de prof
plots zijn betoog om en vertelde ons met tremolo in zijn stem dat hij op de leeftijd van 28 almeteen genoeg had van het leven als jonggezel. De
tijd leek hem rijp om zonder dralen een jonge
dame uit te kiezen ten einde met haar samen
een gezin op te starten.
Op het nakende dansfeest van de Vlaamse
Studentenbond zouden honderden jonge meisjes van goeden huize ook hun kans wagen met
dezelfde bedoelingen. Sinds oeroude tijden is
een dansfeest van studenten tevens een amoureuze markt, waar vraag en aanbod, met animo
en begeleid door muziek, elkaar kunnen vinden.
Aangezien de jongeman een intellectueel was
met professorale ambities, wenste onze prof dat
zijn toekomstige eega enige historische kennis
en vertrouwdheid met de wereld van ideeën kon
tonen.. Zoals aan ons verteld, stelde hij als inleidende toets om wegwijs teworden bij de keuze
éénzelfde vraag aan de danspartners, namelijk:
wie was Hannibal? In een gedicht dat alle
Vlaamse humaniorastudenten in mijn jeugd uit
het hoofd moesten kennen, komt de Carthaagse
veldheer naar voor als een onverschrokken veroveraar die met zijn leger over de Alpen “wild
omstoven door sneeuwjacht” trok, om Rome te
veroveren. Bij de eerste dans keek de jonge scho-
ne onze prof na het Hannibal-examen meer dan
verbluft en ietwat wantrouwig aan. Bij het einde
van de muziek en terug bij haar gezelschap gaf
ze enigszins aangeslagen het relaas aan de vriendinnen over de bizarre formulering van een aanzoek... De tweede danspartner liet na het stellen
van de vraag onze prof en de Hannibal-saga
prompt alleen achter op de dansvloer. Het was
de derde danspartner, met name Minette, die
Hannibal historisch wist te situeren en de prijs
won. En, zo besloot onze prof-verteller, “trokken
wij samen de Alpen over”. In één van zijn essays
stelt Goethe dat een boeiende verteller de kunst
verstaat om “Wahrheit und Dichtung” soepel
ineen te vlechten zodat de toehoorders de grensoverschrijding onbewust mee volgen en ervan
genieten. In dat genre van vertelkunst was professor Coppé een maestro.
Noteer alvast in uw
agenda:
Seniorendag
op vrijdag 5 mei
in de Faculty Club
in Leuven
HOMMAGE
Andersdenkende intellectueel
Een huldebetoon is geen heiligverklaring. En
zelfs met de grote charme van onze prof, bleven
we niet blind voor enkele onhebbelijkheden die
soms stekelig overkwamen. Zijn occasionele
bruuskerie paste bij zijn temperament. Twee
generaties studenten hebben van zijn lessen en
verhalen genoten. Later, toen ikzelf prof werd in
april 2006 | EKONOMIKA berichten |
29
HOMMAGE
ferentietafel ofwel in kleinere kring, met vrienden en een glas wijn. Hij hield van controversie
en van een debat met tegenstrijdige inbreng. .
[ Sprekers op het huldebetoon.
(in het midden): Hans-Gert Pöttering en Minister van Staat Leo Tindemans ]
Ik herinner me dat we in 1990, na een conferentie van “Christenen voor Europa” met volksvertegenwoordiger Van Geyt naar een Brussels cafetje trokken om er een drietal uren verder te discuteren over de aan gang zijnde “Umwertung
aller Werte”in de communistische wereld, China
incluis. Van Geyt was nog de enige en laatste
vertegenwoordiger van de communistische partij
in het Belgische Parlement, dus geen gelijkgezinde. Maar hij was een open en eerlijke andersdenkende met solide intellectuele bagage en
nieuwsgierig om horen wat wij, twee Leuvense
christen-democraten dachten over het culturele
nationalisme dat wereldwijd de kop opstak als
hefboom van ontwikkeling, vooral in Azië en in
de Islamwereld. De tact waarmede collega Coppé
zijn visie ontvouwde en de hoffelijkheid waarmede hij de opinie van de ideologische verliezer in
politiek correcte dimensie zette, heeft me diep
getroffen. Een wereld zonder marxistische tegenstanders maar gedynamiseerd door culturele gisting gaf aan het debat een onverwacht perspectief. We waren alle drie op zoek naar de nieuwe
canon van de geopolitiek.
Na de ideologische kentering van de jaren 1990
kwamen Zuid-Oost-Azië en het Verre Oosten
uitdrukkelijker in zijn blikveld. In het kielzog
van Deng Xiaoping’s opening van China’s economie naar de wereld en wegens het islamitische
reveil, kwam Europa voor nieuwe uitdagingen te
staan. Onze laatste gesprekken gingen over de
onstuitbare opmars van mondialisering en de
opkomst van een “economie zonder grenzen”.
Deze dynamiek boeide hem en met belangstelling voor de interculturele bots en weerbots van
landen en volkeren keek hij met scherpe blik toe
op het mondiale gebeuren. Collega Coppé’s gave
van synthese en de kunst van deze in gevatte
slagzinnen te formuleren, troffen iedereen. Bij
het lesgeven waren dit stimulerende troeven.
Onze gevierde was een eminente belichaming
van het kleine aantal docenten dat niet alleen
hun cursus afdreunen maar ook op inspirerende
wijze en met charisma, levenswijsheid meegeven aan de studerende jongeren. Hiervoor zal hij
in de herinnering voortleven van vele duizenden
Vlaamse economen.
De statuur van deze eminente intellectueel zal
beklijven als een vruchtbare synthese van uitstekende prof en politieke vernieuwer.
HOMMAGE
| EKONOMIKA berichten | april 2006
[ Kleinzoon Elias, de jongste zoon van de jongste dochter Sophie van Albert Coppé, geeft de
toga en baret terug aan oud-rector Dillemans, geholpen hiervoor door Leo Tindemans, en
onder de grote glimlach van Hans-Gert Pöttering en Pat Cox. ]
30
onze faculteit, onderhielden we persoonlijk contact wegens ons beider internationale perspectivering der dingen. Mijn mondiaal perspectief
doorkruiste en verstoorde soms zijn Europese
positionering. Maar zijn openheid van geest en
zijn vele reizen naar verre oorden, brachten ons
samen. Deze uitwisseling van gedachten en perspectieven had afwisselend plaats rond een con-
Het boek ‘Albert Coppé’ (met DVD) kan worden besteld door storting van
35 euro (port inbegrepen) op rekening nr. 000-0000004-04 van de Koning
Boudewijnstichting o.v.v. ‘L81459 Comité Hommage Albert Coppé’. Giften
zijn fiscaal aftrekbaar vanaf 30 euro. Voor meer informatie: Roger Peeters,
tel. 02-767 98 84 of 0475-86 54 97; e-mail [email protected].
Prof. em. Louis BAECK
Hoe je eigen zaak
uitbouwen onder de
hoede van een grote
bankverzekeraar?
Raf, 37 jaar
verzekeringsagent in Genk en Peer
www.kbc.be/jobs
Als zelfstandig verzekeringsagent met enkele medewerkers heb je te maken met een interessante
combinatie van commercialiteit, management en organisatie.
Mijn studie T.E.W. en mijn actieve deelname aan Ekonomika-activiteiten waren daarvoor de ideale
voorbereiding. Enerzijds kreeg ik een stevige basis mee op theoretisch vlak (o.a. accountancy,
fiscaliteit, wetgeving); anderzijds werden na de colleges de sociale vaardigheden wat aangescherpt...
en dat is nu net belangrijk in het zakendoen. Want soms is het belangrijker ’wie’ te kennen dan ’wat’
te kennen.
Gun jezelf een brede kijk op financiële jobs!
Financial Forces is jouw gespecialiseerde partner om op zoek te gaan naar
een eerste werkervaring.
Financial Forces werkt voor boekhoudkantoren, bedrijfsrevisoren,
beursgerelateerde instanties en bedrijven uit de meest diverse sectoren,
banken en verzekeringsmaatschapijen.
Voordelen:
• Je krijgt een brede kijk op het aanbod boekhoudkundige, financiële en
bancaire functies;
• Je kunt kiezen voor de job die het best bij je mogelijkheden en ambities past;
• Je krijgt de job die je op het lijf geschreven is;
• Wij blijven je volgen & coachen om het nog beter te doen.
Wij maken tijd voor jou!
Lid Federgon VG. 828/BU & B03.036 W.R.S.170 W.int.170
Als je bij ons aanklopt, willen we je goed leren kennen: sterke punten,
ervaring, specialisatie.
Voel jij je aangesproken? Contacteer ons!
Financial Forces – Leuven
Oude Markt 35
3000 Leuven
016/20 16 52
leuven@financialforces.be
www.financialforces.be