Eindverslag - Cadcollege

Transcription

Eindverslag - Cadcollege
Afstudeeropdracht voor de studie “AutoCAD HBO Traject”. De opdracht is begeleid door
Ronald Boeklagen.
Auteur: Patricia van Leeuwen
Eindverslag “Customization AutoCAD 2006”
AutoCAD Certified Engineer
System Manager
Eindverslag
“Customization AutoCAD 2006”
Student: Patricia van Leeuwen
Docent: Ronald Boeklagen.
Studie: AutoCAD HBO Traject
Vught, November 2005
Pagina 1
Eindverslag “Customization AutoCAD 2006”
Voorwoord
Deze opleiding ben ik gaan doen dankzij onze systeem beheerder. Hij had in het Autodesk
Magazine over deze opleiding gelezen en mij erop geattendeerd. Hij wist dat ik zeer
geïnteresseerd ben in AutoCAD. Ik wil AutoCAD zo kennen dat ik het optimale eruit kan halen
om mijn werk zo goed en snel mogelijk te kunnen doen.
Dit is natuurlijk niet in een keer gekomen, maar dat is begonnen met het onderzoeken hoe de
lisproutines werken, hoe de afkortingen tot stand zijn gekomen voor de AutoCAD
commando’s, hoe ik afkortingen kan toe kennen aan ons eigen commando’s.
Toen ik deze dingen aan het onderzoeken was ben ik er achter gekomen dat AutoCAD uit
verschillende menu’s bestaat en hoe ze werken.
Dit is natuurlijk een zeer beknopte omschrijving van wat mijn interesse in AutoCAD heeft
opgewekt. Dit is in de loop der tijd steeds meer gegroeid.
Dit verslag wordt tevens ook gebruikt om de collega’s te informeren wat er allemaal veranderd
is, dus het is verteld zodat zij het ook kunnen begrijpen.
Vught, November 2005
Patricia van Leeuwen
Pagina 2
Eindverslag “Customization AutoCAD 2006”
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1… … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … .. 4
1.1 Inleiding… … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … …
1.2 Goudstikker de Vries b.v… … … … … … … … … … … … … … … … … … … ..
1.3 Organisatiestructuur… … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … . 5
1.4 Mijn plaats in het bedrijf… … … … … … … … … … … … … … … … … … … .. 6
Hoofdstuk 2… … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … .. 7
2.1 Huidige situatie… … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … .
2.2 Wat leidt tot problemen… … … … … … … … … … … … … … … … … … … … 8
2.3 Knelpunten… … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … 9
Hoofdstuk 3… … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … .. 10
3.1 Structuur voor de wijzigingen.… … … … … … … … … … … … … … … … … ..
3.2 De start van een nieuwe tekening… … … … … … … … … … … … … … … … . 11
3.2.1 De nieuwe lege tekening… … … … … … … … … … … … … … … … … …
3.2.2 De tekenvellen, stempels en renvooien… … … … … … … … … … … … 12
3.3 De lisproutines en VBA code… … … … … … … … … … … … … … … … … … 13
3.4 De blocks… … … … … … ..… … … … … … … … … … … … … … … … … … … 14
3.5 Het AutoCAD menu… … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … .. 16
Hoofdstuk 4… … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … ..
4.1 De nieuwe plaats voor de veranderingen… … … … … … … … … … … … … ..
4.2 De nieuwe manier van het starten van een lege tekening… .… … … … … …
4.2.1 De nieuwe lege tekening… … … … … … … … … … … … … … … … … …
4.2.2 De tekenvellen, stempels en renvooien… … … … … … … … … … … … .
4.3 De gewijzigde Lisproutines en de nieuwe VBA codes… … … … … … … …
4.3.1 Gecontroleerde Lisproutines… … … … … … … … … … … … … … … …
4.3.2 Uitwerking VBA code… … … … … … … … … … … … … … … … … … ..
4.3.2.1 Het stroomschema… … … … … … … … … … … … … … … … … … .
4.3.2.2 Omzetting stroomschema naar VBA code… … … … … … … … …
4.3.2.3 Werking van VBA code… … … … … … … … … … … … … … … …
4.3.2.4 Het alternatief… … … … … … … … … … … … … … … … … … … …
4.3.3 Lisproutine en VBA verwerking… … … … … … … … … … … … … … .
4.4 De gewijzigde blocks… … … … … … … … … … … … … … … … … … … … …
4.5 Het nieuwe AutoCAD menu… .… … … … … … … … … … … … … … … …
4.5.1 De verwijspaden… … … … … … … … … … … … … … … … … … … … …
4.5.2 Overige instellingen… … … … … … … … … … … … … … … … … … … ..
4.5.3 Het AutoCAD menu met zijn toolbars… … … … … … … … … … … … ..
18
19
21
25
26
27
28
30
31
34
35
Samenvating… … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … . 40
Bijlagen
Pagina 3
Eindverslag “Customization AutoCAD 2006”
Hoofdstuk 1
1.1
Inleiding
In dit verslag wordt behandeld hoe een verouderd werksysteem wordt omgezet tot een systeem
die alle mogelijke onderdelen gebruikt wat AutoCAD te bieden heeft. Niet iedereen kan goed
omgaan met veranderingen, dus alle veranderingen moeten goed doordacht doorgevoerd
worden, zodat er zo weinig mogelijk hinder wordt ondervonden door de medegebruikers.
Er wordt een korte samenvatting weergegeven over hoe het bedrijf tot stand is gekomen, hoe de
organisatie eruit ziet en wat mijn positie is binnen Goudstikker-de Vries.
1.2 Goudstikker de Vries b.v.
In 1954 werd door de heer S.H. Goudstikker in Scheveningen de basis gelegd voor de huidige
Goudstikker-de Vries organisatie. De heer Goudstikker onderhield goede contacten met een
firma die wapeningsnetten (in die tijd een nieuw product) verkocht aan aannemers. Door het
toepassen van wapeningsnetten met een beduidend hogere staalkwaliteit dan het gebruikelijke
wapeningsstaal kon veel staal bespaard worden in betonconstructies. Omdat in de naoorlogse
periode materiaal schaars en duur was, was er veel belangstelling voor dit product. Goudstikker
verzorgde, in opdracht van vele aannemers, de volledige engineering. In 1962 werd de heer J.
de Vries benoemd tot medefirmant en werd de naam Goudstikker-de Vries een feit. De heer de
Vries ontwikkelde het product wapeningsnetten door en stond aan de wieg van de ontworpen
en gereduceerde wapeningsnetten.
In de jaren ‘60 en ‘70 groeide het bureau uit tot drie vestigingen (Zoetermeer, Emmen en ‘sHertogenbosch) en werd het bureau in toenemende mate ook betrokken bij het adviseren en
uitwerken van grootschalige hoofddraagconstructies. De engineering van de nieuwbouw van de
NOS-studio’s was in die tijd bijvoorbeeld een aansprekend project. In tegenstelling tot veel
andere bureaus uit die tijd, had Goudstikker-de Vries veel affiniteit met uitvoerende partijen.
Ook was het bureau betrokken bij vele ontwikkelingen in het vakgebied. Onder andere op het
gebied van de ontwikkeling van de normen en het opstellen van praktisch hanteerbare
tabellenboeken heeft Goudstikker-de Vries een rol gespeeld.
In de jaren ‘80 is het bureau uitgebreid met de vestiging te Almere. De bouwcrisis aan het
begin van de jaren ‘80 heeft voor het bureau slechts beperkte gevolgen gehad. Goudstikker-de
Vries kon zich doorontwikkelen tot een gedegen en betrouwbare adviseur op het gebied van
bouwconstructies, waarbij de aandacht in toenemende mate ook op de ontwerpkant van het
construeren kwam te liggen.
In 1994 is de heer de Vries uit het bureau getreden en heeft een management buy-out
plaatsgehad door de zittende directies. Vanaf dat moment is het beleid er meer op gericht om
Goudstikker de Vries als één bureau te profileren. Eind jaren 90 verhuist de vestiging te
Zoetermeer naar Capelle a/d IJssel, na acquisitie van een ingenieursbureau uit Dordrecht.
Tevens is er een vestiging in Almere geopend.
In de laatste jaren is met name gewerkt aan een verdere professionalisering van de organisatie
en het bundelen van de aanwezige kennis en ervaring. Kwaliteit en kennismanagement zijn dan
ook belangrijke beleidsdoelstellingen voor het bureau geworden.
Pagina 4
Eindverslag “Customization AutoCAD 2006”
In de 50 jaar van haar bestaan is Goudstikker-de Vries uitgebouwd tot een krachtige en
professionele organisatie, bestaande uit betrokken teams van kundige medewerkers. In het
bureau is veel kennis en ervaring aanwezig, die ingezet kunnen worden op een veelheid aan
projecten, in welke fase dan ook, en voor een grote groep aan vaste en trouwe opdrachtgevers.
Goudstikker-de Vries profileert zich daarmee nadrukkelijk als een specialist op het gebied van
bouwkundige constructies. Goudstikker-de Vries wil in dat specialisme zo breed mogelijk
kunnen opereren en in elke fase van het bouwproces een toegevoegde waarde leveren.
De functie van onze onderneming is dienstverlening op het gebied van de bouwkunde en de
civiele techniek op een zo breed mogelijk terrein, met optimale kwaliteit en service.
1.3 Organisatiestructuur
De organisatie Goudstikker-de Vries bestaat naast de overkoepelende besloten vennootschap Goudstikker-de Vries B.V. gevestigd te ’s-Hertogenbosch uit vier
werkmaatschappijen, eveneens besloten vennootschappen, die zijn gevestigd te Almere,
Capelle aan den IJssel, Emmen en ’s-Hertogenbosch. De Goudstikker-de Vries organisatie
is 100% dochtermaatschappij van CollmaG Nederland B.V..
De aandelen van CollmaG Nederland B.V. zijn gecertificeerd en worden beheerd door een
SAK-bestuur dat samengesteld is uit een aantal bestuurders met ruime ervaring in diverse
disciplines, doch zonder directe binding met Goudstikker-de Vries. De certificaten zijn in
het bezit van het management van Goudstikker-de Vries.
Goudstikker-de Vries B.V. voert de directie over de werkmaatschappijen en ontwikkelt, in
nauwe samenwerking met het management van de werkmaatschappijen, beleid op
technisch, organisatorisch en financieel gebied.
Goudstikker-de vries B.V. is contractpartner voor de uit te voeren projecten. De projecten
worden uitgevoerd door één of meer werkmaatschappijen.
Certificaathouders
SAK-Bestuur
CollmaG Nederland B.V.
Goudstikker-de Vries B.V.
Goudstikker-de Vries
Almere B.V.
Goudstikker-de Vries
Capelle a/d IJssel B.V.
Goudstikker-de Vries
Emmen B.V.
Goudstikker-de Vries
's-Hertogenbosch B.V.
Figuur 1. Juridische structuur Goudstikker-de Vries
De directie van Goudstikker-de Vries B.V. bestaat uit 3 personen.
Pagina 5
Eindverslag “Customization AutoCAD 2006”
Binnen de overkoepelende organisatie Goudstikker-de Vries B.V. zijn daarnaast 5 personen
werkzaam op het gebied van secretariaat, personeelszaken en administratie.
De overige medewerkers zijn werkzaam in de als techinsiche directuren, adviseurs,
constructeurs, tekenaars en projectleiderswerkmaatschappijen, die hieronder weergegeven
is.
Het totale medewerkersbestand bedraagt 91personen.
1.4 Mijn plaats in het bedrijf
Ik werk sinds 2002 in de vestiging ’s-Hertogenbosch als tekenaar. Sinds kort ben ik ook het
aanspreekpunt voor AutoCAD.
Wat de functie tekenaar precies inhoud kunt u lezen in bijlage 1.
Over het algemeen werk ik tekeningen uit die gebruikt worden op de bouwplaats om de
constructie te verwezenlijken. Per project is het verschillend wat er uitgewerkt dient te worden.
Hieronder staan een paar type projecten die ik zoal moet uitwerken:
• Woningen
• Kantoren
• Appartementen
• Bedrijfshallen
• Prefab elementen uitwerken
Over het algemeen zijn het nieuwbouwprojecten en daarbij horen vaak de volgende soort
tekeningen:
• Palenplan
• Matenplan fundering
• Details van de fundering
• Alle verschillende verdiepingsvloeren uitwerken
• Details van de verdieping maken
• Wanduitslagen maken en wapenen
• Funderingsbalk uitslagen en wapenen
Omdat ik sinds 2 jaar intensief bezig ben met AutoCAD ben ik het directe aanspreekpunt
geworden voor vragen over AutoCAD. De collega’s komen naar mij toe als iets niet werk, als
ze iets willen doen en niet precies weten hoe ze dat het beste kunnen doen en ze komen naar
mij toe met ideeën en/of ik die zou kunnen doorvoeren.
Pagina 6
Eindverslag “Customization AutoCAD 2006”
Hoofdstuk 2
2.1 Huidige situatie
Per vestiging is er een structuur wat de basis is om projecten uit te werken.
Directeur
Projectleider
Constructeur /
adviseur
Projecttekenaar
Tekenaar
Figuur 2. Structuur Goudstikker-de Vries
In de praktijk is deze verdeling alleen toepasbaar bij zeer grote projecten. In onze vestiging is
vaak de projectleider ook de constructeur en de project tekenaar is de enige tekenaar op dat
project.
Als we een opdracht binnen krijgen wordt er een projectleider toegewezen aan het project,
tevens wordt er gekeken of de projectleider ook de constructie gaat berekenen of dat een andere
constructeur dit gaat doen. Dit hangt natuurlijk af van wie er daar op dit moment tijd voor heeft
en in welk tijdsbestek de nieuwe opdracht gereed dient te zijn.
Als het project team bekent is dan worden de desbetreffende personen ingelicht over wat de
opdracht inhoud en wat er uitgewerkt dient te worden.
Afhankelijk van het soort opdracht worden er in verschillende fases gewerkt wordt. Van een
ontwerp fase tot definitieve werktekeningen.
De constructeur berekend de constructie en vaak tijdens zijn werkzaamheden start de tekenaar
met het tekenwerk.
Afhankelijk van het project wordt er door de projectleider duidelijk gemaakt in welke fase de
tekeningen dienen uitgewerkt te worden.
Er zijn 4 fases:
• Voorlopig ontwerp
• Definitief ontwerp
• Bestek
• Uitvoering
Pagina 7
Eindverslag “Customization AutoCAD 2006”
Wat er per fase op de tekening dient te staan kan ik vinden in het kwaliteitshandboek. Daar
staat per fase en onderdeel beschreven welke gegevens er op de tekening dienen te komen
staan. Ook staat in dit boek beschreven welke lijndiktes toegepast dienen te worden bij de
verschillende onderdelen.
Dit is allemaal vastgelegd in het kwaliteitshandboek om te zorgen dat de tekeningen van de
verschillende tekenaars er hetzelfde eruit komen te zien. Eigenlijk horen de tekeningen van alle
vestigingen hetzelfde eruit te zien. In praktijk lijkt dit toch erg moeilijk, op de tekeningen uit de
vestiging Den Bosch zitten al duidelijke verschillen.
Op constructieve vlak is dat alleen op te lossen door voorbeeld tekeningen te maken en die zo
goed mogelijk aan te houden, maar de onderdelen die standaard op te tekening komen te staan
kunnen makkelijk gestandaardiseerd worden.
Op dit moment zijn er verschillende onderdelen gemaakt om het werk te vergemakkelijken,
maar daar is zo’n 7 jaar niet meer naar gekeken en het dient verbetering. Dit is een van de
problemen waar ik aan ga werken.
2.2 Wat leidt tot problemen
In ons bedrijf is dus een tekenstandaard opgesteld, ondanks dat die tekenrichtlijnen aanwezig
zijn lukt het niet om de tekeningen hetzelfde eruit te laten zien.
De hulpmiddelen om de tekeningen er hetzelfde eruit te laten zien zijn in de loop der jaren door
verschillende mensen gewijzigd en daardoor is er een wildgroei ontstaan . Eerst worden de
hulpmiddelen in Den Bosch in orde gemaakt. Daarna worden de hulpmiddelen uit de andere
vestigen nagekeken en eventueel verwerkt in ons nieuwe systeem.
De volgende hulpmiddelen waren aanwezig, maar verspreid in 3 mappen:
• Stempels die op de tekening komen (zoals rechter onderhoek)
• Renvooien die op de tekeningen komen
• Tekeningkaders
• Templates
• Lisproutines
• Verschillende blocks die in de tekening gebruikt worden (zoals staalprofielen,
paaldoorsneden, houtdoorsneden, bevestigingsmiddelen)
• Standaard details.
Als er nieuwe medewerker bij ons komt werken dan weet hij/zij zich geen raad waar ze wat
kunnen vinden.
Er zijn verschillende stempels die hetzelfde zijn op het eerste gezicht maar toch kleine
verschillen hebben. Hoe weet iemand dan wat hij/zij moet toepassen?
Er zijn vroeger lisproutines gemaakt die heel handig zijn, maar sommige ervan heeft AutoCAD
nu standaard aanwezig.
Deze lisproutines worden uitgezocht , worden verwijderd, aangepast of omgezet in VBA code.
Pagina 8
Eindverslag “Customization AutoCAD 2006”
2.3 Knelpunten
Tijdens het uitzoeken en wijzigen van de gegevens ben ik wel tegen een paar punten
aangelopen. De collega’s willen eigenlijk niet of weinig merken van de wijzigingen, dus bij
alles wat ik aanpas, moet ik goed nadenken wat de gevolgen zijn. Zijn het grote wijzigingen die
de werkwijze echt anders maken, dan moet ik dit noteren en later een verslag van maken en een
presentatie houden om mijn collega’s goed te informeren over de wijzigingen.
Dus het eindresultaat van de wijzigingen moet zeer duidelijk zijn, de oorspronkelijke
onderdelen mogen niet van afkorting veranderd zijn. Nieuwe onderdelen moeten ergens
beschreven zijn met de beschrijving hoe ze werken.
We hebben dus niet 1 groot knelpunt, maar verschillende kleine. Daarom wordt er in dit
verslag verschillende onderdelen uitgelicht om te laten zien hoe de knelpunten verbeterd zijn.
Pagina 9
Eindverslag “Customization AutoCAD 2006”
Hoofdstuk 3
3.1 Structuur voor de wijzigingen
Alle hulpmiddelen die we gebruiken voor AutoCAD zijn ondergebracht onder 3 mappen.
Daarom moet er besloten worden of de basis wordt aangehouden van de bestaande mappen of
dat er op een ander plek een nieuwe structuur geplaatst gaat worden. De eerste optie vindt ik
niet duidelijk genoeg. De mappen hebben een te brede naam voor het geen ze allemaal
bevatten. Bijvoorbeeld de map stikker, deze bevat kaders, stempels, renvooien, asbollen,
gronddekkingssymbolen. In de map beton zitten de paaldoorsnedes, sonderingstekens,
wapeningsaanduidingen.
Figuur 3. Oude mappen structuur
Pagina 10
Eindverslag “Customization AutoCAD 2006”
Daarom heb ik er voor gekozen om een nieuwe schijf aan te maken die alleen gebruikt gaat
worden voor AutoCAD. Deze schijf wordt dan alleen toegankelijk om gegevens vanaf te halen
en wordt geblokkeerd als er iemand iets wil wijzigen of erop wil zetten. De enige personen die
dan toegang hebben tot die harde schijf zijn de systeembeheerder en ik.
Ook moeten de padnamen zo kort mogelijk worden gehouden en geen map in een map
geplaatst gaat worden (als dit mogelijk is) omdat dit problemen gaat gegevens als de volledige
padnaam meer dan 256 karakters gaat krijgen.
3.2 De start van een nieuwe tekening
Een project wordt altijd begonnen met een nieuw bestand waarin getekend gaat worden. Als
eerste wordt er een bestand aangemaakt en vervolgens wordt er een kader met stempel
geplaatst. Je hebt namelijk altijd wel een idee van welk formaat tekenvel je wilt gaan
gebruiken.
3.2.1 De nieuwe lege tekening
Als we met een nieuwe tekening beginnen is de huidige situatie zo dat je een lege tekening
opent en hem opslaat met een nieuwe naam. Iedereen kan hem nu per ongelijk overschrijven
als ze niet “opslaan als” doen. Als ze in die tekening onbewust een paar systeem variabelen
wijzigen of laagnamen veranderen, dan worden deze wijzigingen meteen mee opgeslagen. Het
probleem is dat als iemand anders die tekening gaat gebruiken dan worden vaak die
wijzigingen niet opgemerkt. Al zouden ze opgemerkt worden, niet iedereen neemt de moeite
om dit door te geven.
De bedoeling is om een standaard lege tekening te maken, waarin de volgende elementen
correct staan:
• Lagen namen, zoals ze in het kwaliteitshandboek beschreven staan.
• Systeem variabelen.
• Één layout (paperspace) in orde maken waarin een tekenvel staat met een stempel.
• Standaard een start schaal instellen waarvan iedereen op de hoogte is.
• GdV maatvoeringstijlen
• Lijnpatronen
• Tekststijl
• Tabelstijl
Tevens moet de tekening onmogelijk worden gemaakt voor overschrijvingen. Met AutoCAD
is dat mogelijk door van de originele tekening een template te maken.
Pagina 11
Eindverslag “Customization AutoCAD 2006”
3.2.2 De tekenvellen, stempels en renvooien
Bij een nieuwe tekening hoort natuurlijk ook een tekenkader met een rechter onderhoek. Op dit
moment wordt alles in modelspace verwerkt. Het kader plaatsen in de lege tekening wordt door
middel van een lisproutine gedaan.
De lisproutine vraagt de volgende vragen:
1. Op welke schaal wil je gaan werken:
2. Een of 4 lagen:
3. Wat wordt het tekeningformaat A (0/1/2/3/4) :
4. Waar moet de rechter onderhoek van het kader komen:
Figuur 4. Nieuwe lege tekening met kader en stempel
Het is de bedoeling dat voortaan het kader, stempel en renvooi geplaatst gaan worden in
paperspace. Er zijn 2 redenen om paperspace te gebruiken, namelijk:
• Het afdrukken van de tekeningen wordt makkelijker
• Lagen aan en uitzetten bij het afdrukken in paperspace makkelijker
Er zijn natuurlijk nog veel meer mogelijkheden met paperspace, maar voor ons hebben die op
het moment nog geen voordeel.
Pagina 12
Eindverslag “Customization AutoCAD 2006”
Het afdrukken van de tekeningen is makkelijker in paperspace, omdat je een standaard file kunt
maken waarin alle formaten kaders staan. In deze standaard file kunnen ook stempels en
renvooien toegevoegd worden, dat moeten dan bestanden zijn die voor elke tekening gebruikt
kunnen worden.
In deze file ga je de instellingen zoals printers, plotinstellingen en de afdruk bereik alvast
invoeren.
Lagen aan- en uitzetten kun je in paperspace alvast in orde maken. Als je dit namelijk alvast in
paperspace doet dan hoef je bij het afdrukken niet na te denken of de juiste lagen aan/of uit
staan. Als het kader in modelspace geplaatst wordt, dan moet je alles nog instellen wat bij de
paperspace bladen al standaard gebeurd is.
Er worden dus paperspacebladen gemaakt waarin alle meest gebruikte formaten tekenvellen in
staan met de stempel.
We krijgen vaak opdrachten van dezelfde opdrachtgevers en sommige opdrachtgevers hebben
speciale renvooien en/of stempels die altijd op de tekening staan. Door het veelvuldige gebruik
maken van dezelfde stempels en renvooien wordt er dus ook paperspacebladen gemaakt die
gebruikt dienen te worden bij die opdrachten.
3.3 De lisproutines en VBA codes
Lisproutines zijn commando’s die met AutoCAD gebruikt kunnen worden. Onze lisproutines
worden automatisch bij het openen van een tekening geladen. Deze routines zijn onder een
button verwerkt of kunnen door middel van afkortingen gestart worden.
De lisproutines die om het moment gebruikt worden zijn al een aantal jaren in het bedrijf
aanwezig. Ze zijn ook niet meer nagekeken of ze nog wel actueel zijn. Alleen de naam alleen al
schep onduidelijkheid. Hieronder zie je een aantal namen van lisproutines:
Figuur 5. Voorbeeld van de namen Lisproutines
Pagina 13
Eindverslag “Customization AutoCAD 2006”
De namen van deze lisproutines zijn zeer onduidelijk en ik zie routines waar ik nog nooit mee
gewerkt heb, daarom ga ik ze een voor een bekijken. Tijdens het controleren let ik op de
volgende punten:
• Heeft AutoCAD deze routine niet standaard
• De naam, is deze logisch, zoniet dan wordt de naam veranderd.
• Kan ik deze routine nu in VBA zetten of is hij op het moment nog te ingewikkeld
• Is de routine kort en duidelijk of dient hij aanpassingen
Uiteindelijk is het de bedoeling om geen lisproutines meer te hebben en dat alles omgezet gaat
worden naar VBA. Aangezien het tijdsbestek kort is, is het niet mogelijk om alles al omgezet te
hebben voor dit verslag.
Er zijn nog helemaal geen VBA codes aanwezig op het moment, dus ik kan beginnen met een
schoon .dvb bestand. Dit bestand ga ik in een aparte map plaatsen waarin alleen spullen voor
VBA geplaatst mogen worden.
De bedoeling is dat alle commando’s in “Thisdrawing” komen te staan op alfabetische
volgorde, om zo snel mogelijk door de codes heen te kunnen gaan. Het zoeken wordt hiermee
ook vergemakkelijkt.
Het enige nadeel van VBA is dat ik niet direct aan de code een afkorting kan geven. De
afkortingen die de collega’s kennen, die moeten gehandhaafd blijven. De enige manier om dit
voor elkaar te krijgen is door een lisproutine te maken, waarin alle VBA codes een lisproutine
naam krijgen. Deze file wordt dan geladen als een tekening geopend wordt.
3.4 De blocks
Er zijn veel blocks aanwezig om het tekenwerk te vereenvoudigen. Een block is eigenlijk een
kleine tekening. Dit kan bijvoorbeeld een paaldoorsnede zijn, maar het kan ook een detail zijn.
Deze tekeningen worden blocks genoemd, omdat je ze in de tekening binnen haalt als een
geheel. De paal doorsnede laat je een geheel, maar een details wordt geëxplodeerd, omdat je
anders het detail niet kan aanpassen.
Op het moment zijn de blocks onderverdeeld in 3 mappen. Een voorbeeld hiervan is al
genoemd in hoofdstuk 3.1 en een voorbeeld is te zien in figuur 3.
De huidige structuur blijft niet gehandhaafd, dus alle bestaande blocks zullen herverdeeld
worden in mappen die wel duidelijk zijn. De volgende soorten blocks zijn aanwezig:
• Paal doorsneden
• Staalprofielen
• Hout doorsneden
• Wapeningsnetten
• Tekenvellen
• Stempels
• Renvooien
• Bevestigingsmiddelen
• Aanduidingen
• Details
Dit is een compacte opsomming van de blocks die er aanwezig zijn.
De huidige manier om blocks binnen te halen is door het commando “Insert” te gebruiken. Je
gaat dan naar de harde schijf, door de mappen heen het bestand selecteren. Het is ook mogelijk
om via de designcenter de blocks binnen te halen, maar dan moet je ook door de mappen
structuur heen voordat het desbetreffende bestand hebt gevonden die je wilt gaan gebruiken.
Pagina 14
Eindverslag “Customization AutoCAD 2006”
De blocks kunnen op een makkelijker en geordende manier binnen gehaald worden en dat is
door middel van de Tool palette. Deze mogelijkheid is pas vanaf AutoCAD 2004.
Er is ook een mogelijkheid om de blocks via een image menu binnen te halen. Dan zou er
onder een button een pulldown menu te voorschijn komen waar de alle varianten blocks in
zouden staat voor dat onderdeel.
Er wordt gekozen om de tool palettes te gaan gebruiken. De tool palette is zeer makkelijk te
maken. Als ik de tool palette koppel aan het netwerk voor alle medewerkers, dan zijn
wijzigingen makkelijk door te voeren. Dan wijzig ik een Palette en iedereen heeft gelijk de
correcte wijzigingen.
Bij de tool palette is het ook mogelijk om aan de blok verschillende eigenschappen mee te
geven, zoals:
• Een beschrijving geven over het blok
• Keuze om het bestand als een blok binnen te halen of als een x-ref
• Je kan er een standaard schaal aangegeven of een schaal laten uitlezen
• Een voorafgaande rotatie meegeven of laten roteren als je hem binnen haalt. Je kan ook
gewoon geen van beide doen en dan komt het blok binnen zoals je het in het bestand
ziet
• Kan het blok al geëxplodeerd binnen laten komen
• Het blok op een bepaalde laag binnen halen, kleur en lijntypes ByLayer zetten
Deze voordelen hebben ervoor gezorgd dat de tool palette gebruikt gaat worden om de blocks
binnen te kunnen halen.
Pagina 15
Eindverslag “Customization AutoCAD 2006”
3.5 Het AutoCAD menu
Het AutoCAD menu is een van de belangrijkste onderdelen in AutoCAD. Naar het menu kijk
en werk je de hele dag, dus het menu moet duidelijk en overzichtelijk zijn. Op dit moment zijn
de menu’s niet erg overzichtelijk. De buttons hebben de namen van de lisproutines en zoals
eerder verteld is zijn die namen niet echt duidelijk.
De bedoeling is dat de buttons een duidelijk plaatje krijgen. Het plaatje verteld dan wat er
gebeurd en door middel van de “Description” kun je er duidelijk vertellen gebeurd als je deze
routine gaat gebruiken. Ik had de buttons ook hetzelfde kunnen laten, omdat de meeste
gebruikers dat gewend waren, maar voor deze verandering kies ik wel. Dit is gedaan met de
gedachte aan de toekomst. Als er nieuwe werknemers komen werken, dan zijn onze menu’s
absoluut niet duidelijk. Dit spreek ik namelijk uit eigen ervaring. Voordat ik bij dit bedrijf
kwam werken ben ik op 3 andere tekenbureau’s werkzaam geweest, maar bij de werkwijze van
dit bureau het de meeste moeite om het aan te leren.
Figuur 6. Overzicht oude menu GdV
Pagina 16
Eindverslag “Customization AutoCAD 2006”
Het AutoCAD menu wordt bij elke wijziging die je maakt opgeslagen. Dit bestand staat onder
je eigen profiel op de harde schijf C. Ik zou er voor kunnen kiezen om het AutoCAD menu op
het netwerk te kunnen zetten van X. Het voordeel is als er wijzigingen door mij gemaakt
worden aan het AutoCAD menu, zoals er worden nieuwe routines toegevoegd aan een button,
dan krijgen de gebruikers bij het opnieuw opstarten van AutoCAD mijn nieuwe menu. Dus
heel handig voor wijzigingen van mijn kant, maar het grote nadeel is voor de gebruiker.
Sommige gebruikers op dit kantoor doen hun menu wijzigen nadat ze dat van mij hebben
gekregen. Dus als ik het menu op het netwerk ga plaatsen dan mogen ze niet meer wijzigen wat
X is beschermt tegen schrijven.
De keuzen is toch gevallen om het menu op het netwerk te plaatsen, omdat het voordeel
zwaarder weegt dan het nadeel. Het nadeel ga ik zo minimaal mogelijk maken, door het
switchen tussen toolbars mogelijk te maken. In AutoCAD 2006 is dit mogelijk door de nieuwe
tool “Workspaces”.
Bij het opstarten van AutoCAD en het openen van een tekening moet voortaan de huidige
schaal weergegeven worden. Dit wil ik doen omdat er veel VBA Applicaties worden gekoppeld
aan de schaal. Zo wordt in een blik duidelijk op welke schaal de op het moment aan het werken
zijn. De mogelijkheid om dit toe te passen is door in de Acad.lsp een Diesel commando toe te
voegen. De Acad.lsp wordt geladen als de gebruiker een tekening opent.
Om er voor te zorgen dat de acad.lsp gebruikt wordt die GdV heeft aangepast worden de
verwijspaden naar de map geplaast waar dit bestand in staat.
Dit geldt natuurlijk voor alle onderdelen die van X gebruikt gaan worden. In de options “Seach
Fil Support Path” worden alle paden aangegeven waarin AutoCAD moet gaan zoeken.
Bijvoorbeeld: sommige lisproutines gebruiken een hulpmiddel en deze hulpmiddelen staan in
de map “OnderdelenLisproutines”. Dit pad moet dus in de “Seach File Support Path” staan
want anders kan de lisproutine de hulpmiddellen niet vinden.
Alle gewijzigde lisproutines en nieuwe VBA codes moeten nog verwerkt gaan worden in het
nieuwe AutoCAD menu. Omdat ik niet het AutoCAD menu wil gaan gebruiken van AutoCAD
zelf wordt het menu van AutoCAD gekopieerd en opgeslagen met een nieuwe naam: “GdV”.
Dit wordt gedaan met het oog op de toekomst. Als er een nieuwe versie komt, laad je het
bestaande GdV menu naast het AutoCAD eigen menu en dan kun je altijd nog kijken naar de
toolbars van AutoCAD om de eventuele vernieuwingen of wijzigen te zien. Deze kunnen dan
daarna verwerkt worden in het GdV Menu.
De toolbars in het GdV menu worden ook begonnen met “GdV” zodat je gelijk kan zien met
welke toolbar je bezig bent.
Er worden dus toolbars gemaakt met AutoCAD commando’s, Lisproutines en VBA codes. Het
nieuwe menu wordt wel gebaseerd op het oude menu, zoals de standaard gegevens blijven
bovenin staan, laaggegevens, blijven boven in staan, het tekenen en wijzigen blijft links van het
menu staan. Zo worden de veranderingen toch in de basis hetzelfde.
Er wordt ook een boekje gemaakt waarin alle GdV Toolbars beschreven worden. Daar wordt
ook aangegeven welke button daar in staan en als er een macro in verwerkt is dan wordt deze
daarbij beschreven.
In dit boekje worden niet alleen de toolbars beschreven, maar alles wat de maken heeft met
AutoCAD 2006, zoals:
• Veranderingen in het programma ten opzicht van de laatste versie
• Veranderingen in de GdV werkwijze
• Alle lisproutines + VBA codes met hun daarbij behorende afkortingen
Pagina 17
Eindverslag “Customization AutoCAD 2006”
Hoofdstuk 4
4.1 De nieuwe plaats voor de veranderingen
De nieuwe schijf gaat op het netwerk komen en krijgt de letter X. De naam voor de nieuwe
schijf wordt ”GdVAcad”. De keuze om de letter X te kiezen heeft ook een bepaalde reden.
Deze schijf naam heeft geen enkele vestiging in gebruik. Als alle veranderingen en wijzigingen
in orde zijn gemaakt dan zou ik alles wat op X staat kunnen kopiëren naar de andere
vestigingen en die kunnen het dan zo gebruiken.
Daarom worden ook de gegevens uit de andere vestigingen verwerkt. Nog een reden om alle
vestigingen dezelfde schijf naam te geven is, omdat alles in AutoCAD gekoppeld is naar X.
Zou er in de andere vestigingen onze structuur toegepast worden, maar alleen naar de schijf die
hun gebruiken, dan zou alles opnieuw gekoppeld worden. Door dus een nieuwe ongebruikte
naam te kiezen voorkom ik extra handelingen. Op de nieuwe schijf kunnen ook nu ongemerkt
veranderingen plaats vinden, omdat nog niemand de nieuwe schijf kent.
Allereerst zijn er mappen gemaakt waarin de bestaande hulpmiddelen verwerkt zijn. De meeste
namen van de hulpmiddelen zijn aangepast. Sommige namen beschreven niet werkelijk wat het
bestand inhield, bijvoorbeeld: een renvooi waarin de eigenschappen van beton beschreven
staan heette eerst “stempel 6”. Dat is natuurlijk geen duidelijke beschrijving om naar te zoeken
als je zo’n renvooi wilt gebruiken. Daarom heeft deze renvooi de naam gekregen “GdVBeton”.
Alle namen hebben geen spaties gekregen. Dit is bewust gedaan in verband met de totale lengte
van het bestandsnaam.
Figuur 7. Nieuwe mapstructuur
Pagina 18
Eindverslag “Customization AutoCAD 2006”
4.2 De nieuwe manier van het starten van een lege tekening
4.2.1 De nieuwe lege tekening
De nieuwe lege tekening is gemaakt door van het originele .dwg bestand een .dwt bestand te
maken. Zo maak je namelijk een template. De template kun je openen, maar als je hem opslaat
wordt het een automatische opslaan als.
Om de lege tekening te starten kun je voortaan op het button new drukken of intoetsen. Dit
ingeval als AutoCAD al open staat. Als je AutoCAD net heb geopend ga je naar de tabblad
“Use a Template”
Je krijgt vervolgens het volgende figuur:
Figuur 8. De dialoogbox voor een nieuwe lege tekening
Als je een normale lege tekening wilt hebben selecteer je “GdV lege tekening”
Bij de Template Description kun je zien wat deze file inhoud. Hij staat nu automatisch
ingesteld op de schaal 1:100, omdat dit de meest gangbare schaal is. Er zit ook al een
paperspaceblad in met een tekenvel van het formaat A1. Er is gekozen voor formaat A1, omdat
dit het voorkeursformaat is om mee te werken.
De template kun je op deze manier uitlezen omdat bij de option in AutoCAD is gekoppeld naar
mijn map “Templates” op de harde schijf X
Pagina 19
Eindverslag “Customization AutoCAD 2006”
Figuur 9. Options menu
In deze nieuwe lege tekening zijn natuurlijk ook de volgende onderdelen verwerkt :
• De correcte laagnamen
• Systeem variabelen die een pre zijn
• GdV maatvoeringstijlen
• Tekststijl
• Tabelstijl
Alle lagen staan erin met hun juiste eigenschappen. De lagen hebben hun juiste naam, kleur en
lijnstijl.
Pagina 20
Eindverslag “Customization AutoCAD 2006”
De systeem variabelen zijn nou zo ingesteld dat ze voor ons het best zijn. Mocht er in de
toekomt blijken dat er toch een variabele veranderd moet worden, dan is dat nu heel eenvoudig
door de originele tekening aan te passen, dan opslaan als een template en vervolgens werkt
iedereen met de nieuwe tekening. Dit is omdat bij iedereen de options hetzelfde is ingesteld en
dat is naar de harde schijf X.
Aan de lege tekening wordt een standaard file gekoppeld, waar onze instellingen in verwerk
zijn, ook de standaard lagen. Als ze nu een laag toevoegen die het standaard file niet herkend
maakt AuoCAD hier een melding van. Ze kunnen er wel mee door werken, maar nu weet de
gebruiker wel dat ze afwijken van de tekenrichtlijnen.
4.2.2 De tekenvellen, stempels en renvooien
Er is een file gemaakt waarin verschillende layout gemaakt zijn. Per layout zijn de volgende
gegevens verwerkt:
• Een kader
• Een stempel
• Plotter ingesteld
• Afdrukbereik is bepaald
• Plotinstelling is ingesteld
• Tekenvelformaat bij de plotinstellingen
De lay-outs hebben de naam gekregen van het formaat kader wat er in verwerkt is.
Figuur 10. File met layouts
Pagina 21
Eindverslag “Customization AutoCAD 2006”
Zoals in het figuur te zien is, is er een layout geselecteerd, layout A1. In dit layout zie je het
tekenkader met ons eigen stempel rechts onderin.
Dit zie je in alle lay-outs, maar dan met een andere afmetingen. Het loopt van A0 tot A0
verlengt, maar bevat ook A4 en A3 formaten tekeningen.
In de “page setup” zijn alle instelling gemaakt voor het afdrukken zelf.
Figuur 11. Page setup
Zoals je in het figuur zien zijn de plotter, plotinstellingen en papier formaat geselecteerd. Voor
onze plotter is het ook perse nodig op “Plot upside-down” aan te zetten.
In paperspace plot je altijd 1:1 en door midden van viewports in de layout regel je de schaal.
In figuur 10 kun je een rode lijn zien die in het midden loopt. Dit is de onderste lijn van de
viewport. Deze viewport staat standaard ingesteld op 1:100 omdat de standaard lege tekening
ook 1:100 staat.
Als mijn complete file met de layouts in orde is wordt er een template van gemaakt. Deze
template wordt in de map geplaatst template op X. Net zoals de template van de lege tekening.
In ons geval heb ik de template de naam gegeven “Paperspacebladen GdV”
Omdat we met enkele opdrachtgevers vaak werken zijn er ook paperspacebladen gemaakt voor
deze opdrachtgever. Het enige verschil is dat de stempel al ingevuld is voor de opdrachtgever,
soms een anders stempels en er een renvooi geplaatst is die altijd nodig is.
Door er aparte paperspacebladen van te maken, maak je het voor de gebruiker makkelijker
doordat hij minder handelingen hoeft te verrichten.
Pagina 22
Eindverslag “Customization AutoCAD 2006”
Het oproepen van deze template “Paperspacebladen GdV”gaat op een andere manier dan een
lege tekening openen. Deze ga je pas oproepen als je al een lege tekening hebt geopend. Daar
staat een standaard layout in met een formaat A1. Wil je een A0 formaat hebben om mee te
werken dan moet het volgende gedaan worden:
1. In de toolbar “GdV Viewports” selecteer je de button “Layout from Template” en dan krijg
je het volgende scherm te zien
Figuur 12. Layout from Template
2. Dan moet je de Paperspacebladen GdV selecteren en vervolgens krijg je het hieronder
staande scherm te zien. In dit figuur zie je alle layout die ik gemaakt heb. Je ziet dat de
namen van de lay-outs hierin terug komen. Hij neemt dus alles over wat ik in dat layout
getekend en ingevoerd heb.
Figuur 13. Paperspacebladen GdV
Pagina 23
Eindverslag “Customization AutoCAD 2006”
Als je dan de A0 selecteert dan wordt er een extra layout toegevoegd in de tekening.
Figuur 14. De nieuwe layout is ingevoegd
Als je doormiddel van een handeling een nieuwe kader kun toevoegen die de juiste instellingen
heeft, dan is het veel sneller dan een kader opnieuw binnen de halen in modelspace. Daar zou
je nu nog eerst alles instellen voor het afdrukken.
Het is mogelijk om alles van layout A1 te kopiëren en dan te plaatsen in layout A0. Ook de
viewport. Stel dat je de stempel al ingevuld had en de viewport al op schaal was gezet, dan zou
dat zonde zijn omdat opnieuw in te moeten stellen.
Wij tekenen vaak palenplannen en matenplan funderingen. De palen worden tijdens het
tekenen onder de fundering geplaatst. In een uitwerkfase wordt alles uitgewerkt. In deze
tekening komt altijd het volgende te staan:
• Maatvoering voor de fundering en palen
• Funderingslijnen, bouwmuren
• Palen nummeren
• Detail doorsneden
• Overige aanschrijvingen
Omdat het 2 tekeningen worden, krijg je ook 2 lay-outs, een voor het palenplan en de andere
voor matenplan fundering. Voor de tekening van het palenplan moet er geen maatvoering
komen van de fundering. Dan kun je heel makkelijk in de layout verwerken. Je selecteert de
viewport door er dubbel op te klikken (dan ga je in paperspace naar modelspace toe). Als je
Pagina 24
Eindverslag “Customization AutoCAD 2006”
daar vervolgens lagen bevriest en weer terug naar paperspace gaan d.m.v. dubbel klikken
buiten de viewport. Als je vervolgens in de andere layout daar de lagen bevriest die je in die
tekening nodig hebt, is dit voor altijd geregeld in deze tekening. Als je in modelspace kijkt
staan alle lagen aan en in paperspace zie je de lagen uit. Nu kun je zo altijd afdrukken zonder er
rekening mee hoeft te houden of de je de lagen wel bevroren heb. Uit ervaring weet ik namelijk
dat je dat zeer snel vergeet.
4.3 De gewijzigde Lisproutines en de nieuwe VBA codes
4.3.1 Gecontroleerde Lisproutines
Alle lisproutines zijn nagekeken daaruit is gebleken dat alle lisproutines een andere naam
hebben gekregen. Er zijn er best veel verwijderd, omdat AutoCAD ze al standaard heeft. Of ze
zijn verwijderd, omdat ze gewoon niet gebruikt worden en in de toekomst ook niet gebruikt
gaan worden.
Van wat daarover is gebleven, is de helft omgezet in VBA code, een voorbeeld hiervan is het
plaatsen van palen met maatvoering. Deze routine heette eerst “PLZ” en heet nu
“PalenPlaatsenMetMaatvoering”. Zo kun je in VBA gelijk zien wat de code is en wat hij
inhoud. De oude lisproutine is te zien in bijlage 3 en de uitwerking van de nieuwe
“PalenPlaatsenMetMaatvoering” in 4.3.2 Uitwerking VBA code.
Bij de routines die nog niet omgezet zijn in VBA zijn de meeste wel aangepast. Bijvoorbeeld
de routine “Verdeellijn”.
Deze lisproutine tekent een lijn met aan weerzijde een pijlpunt.
Maar net zoals bij veel andere routines worden er veel vragen gesteld voordat de routine
daadwerkelijk gaat doen, wat je van hem verlangt.
Als je de routine gaat gebruiken, vraagt hij de volgende gegevens:
• Op welke laag de verdeellijn moet komen
• Op welke schaal de verdeellijn moet worden getekend
• Of de verdeellijn horizontaal of verticaal moet gaan, hij kan niet eens schuin gaan onder
een willekeurige hoek
• 1e punt en 2e punt en vervolgens de plaats
Alle routines die hetzelfde principe hebben als die van de “Verdeellijn” worden aangepast.
Als eerste moet de routine de schaal zelf gaan uitlezen. Bij het tekenwerk wordt toch eerst de
schaal bepaald waarop ze gaan tekenen. Deze wordt ingesteld en in de gaten gehouden. Dus als
er toch al opgelet gaat worden, dan kan ik beter de lisproutine zo maken dat ze daar niet meer
over hoeven na te denken.
Het is wel per routine afhankelijk maar bij sommige routines kun je van te voren al zeggen op
welke laag getekend gaat worden. Dus de routine gaat eerst de huidige laag uitlezen en
vervolgens de nieuwe laag toevoegen, op kleur zetten en dan actief maken. De laag moet wel
toegevoegd worden, voor het geval als de laag niet meer aanwezig is, anders zou de routine
vast lopen.
Bij deze “Verdeellijn” kunnen we een vaste laag aan toekennen, maar zou je er geen laag aan
toekennen, dan wordt deze getekend op de huidige laag instelling.
Pagina 25
Eindverslag “Customization AutoCAD 2006”
De verdeellijn is nu ook zo gemaakt dat hij alle kanten op kan gaan. Maakt niet uit van je van
boven naar onder gaat, rechts naar links of schuin tekent, hij kan het nu allemaal zonder dat je
dat van te voren aan hoeft te geven.
Als je deze routine start hoef je alleen nog maar van te voren kijken of de schaal correct staat
en vervolgens 2 punten selecteren en de “Verdeellijn” is getekend.
Tevens zijn er meerdere varianten gemaakt van de verdeellijn, zoals met aan een zijde een
punt, een grotere punt of een fijnere punt. Als een routine goed is dan is het natuurlijk heel
gemakkelijk om daarvan uit nieuwe hulpmiddelen te ontwikkelen.
4.3.2 Uitwerking VBA code
Als voorbeeld neem ik het plaatsen van palen met maatvoering. Als eerste wordt er een
stroomschema gemaakt om de werking van het programma duidelijk te maken. Het wordt een
stroom schema voor het plaatsen van hei- of boorpalen met maatvoering en deze geplaatste
objecten worden gelijk op de juiste laag geplaatst zonder dat de huidige instellingen gewijzigd
worden. Het uiteindelijke resultaat moet worden dat het juiste paal symbool, met de juiste
afmeting en op de juiste laag geplaatst wordt die de gebruiker ingevoerd heeft. Het programma
gaat net zolang door totdat er door de gebruiker een onjuiste invoer wordt gedaan.
4.3.2.1 Het Stroomschema:
Figuur 15. Het stroomschema palen plaatsen met maatvoering
Pagina 26
Eindverslag “Customization AutoCAD 2006”
4.3.2.2 Omzetting stroomschema naar VBA code
Het stroom schema moet omgezet worden naar het uiteindelijke VBA code.
In het begin van de code wordt worden de woorden HuidigeLaag, PaalLaag en
MaatvoeringsLaag gedefinieerd.
Het is de bedoeling dat alle instellingen, zoals variabele settings en huidige laagnaam, na
beëindigen van de code weer terug komen in de oorspronkelijke instellingen voordat ze de code
starten. Dus eerst worden de variabele settings en huidige laag uitgelezen, omdat deze tijdens
de routine veranderd gaan worden.
Er worden vragen gesteld aan de gebruiker, maar de gebruiker kan ook typefouten maken of
foute antwoorden invoeren. Daarom wordt er een foutafhandeling geplaatst.
Zogauw er een foute invoer wordt gegeven dan gaat de routine naar de foutafhandeling. Deze
foutafhandeling wordt uitgelezen en er komt een boodschap voor de gebruiker dat hij een foute
invoer heeft gedaan. De routine begint automatisch dan weer opnieuw.
Vervolgens worden de naam van het paalsymbool, de afmeting en naar het eerste punt waar de
paal moet komen op gevraagd.
De laag waarop de paal geplaatst wordt, wordt actief gezet en de paal wordt op het eerste punt
gezet. Het tweede punt wordt gevraagd. Bij deze vraag heb ik aangegeven waar het eerste punt
zich bevind, zodat de gebruiker een gestippelde lijn ziet vanaf het eerste punt. De gebruiken
kan nu ook een afstand geven, die de computer dan optelt vanaf het eerste punt.
De tweede paal wordt geplaatst op het opgegeven punt.
De coördinaten van het tweede punt worden in een andere codenaam gezet, in dit geval
“VolgendePaalPunt” . Deze coördinaten heb ik dadelijk nog nodig.
Om de maatvoering bij de palen te plaatsen wordt om de plek gevraagd waar de gebruiker de
maatvoeringlijn wilt hebben. Daarna wordt eerst de laag actief gemaakt waarop de
maatvoeringlijn geplaatst moet worden. Dan wordt de maatvoeringlijn geplaatst, doordat hij de
punten uitleest die eerder doorgegeven waren en plaatst maatvoeringlijn op de opgegeven
plaats.
De oorspronkelijke laag wordt weer actief gemaakt.
Om te kunnen stoppen met de routine wordt er een foutafhandeling gemaakt door te zeggen
“Als er een ongeldige bewerking wordt gedaan, dan moet de code naar het woord
‘NaarHetEinde’ te gaan”. Als hij namelijk naar het einde gaat worden de oorspronkelijke
variabele settings weer goed gezet en het programma stopt.
Dus door de fouthandeling kan ik stoppen wanneer ik wil, maar je hebt ook de mogelijkheid
om door te gaan als dat nodig is. Er is gekozen om de routine zo te maken dat alleen
horizontale of verticale palen plaatsen mogelijk is. Anders komt de maatvoering er niet goed
bij te staan. Dit kan natuurlijk ook door elke keer opnieuw de plek van de maatvoeringlijn op te
vragen, maar ik wil juist de routine zo maken dat de vragen minimaal blijven.
De routine vraagt telkens opnieuw de nieuwe plaatst van de volgende paal en de
maatvoeringlijn wordt op dezelfde plek door gegaan. Bij de vraag van de palen leest hij telkens
de gegevens uit van de laatst geplaatste paal. De routine stopt als de gebruiker de Esc toets
gebruikt.
Hoe de code er daadwerkelijk eruit ziet kun je terug vinden in bijlage 4
Pagina 27
Eindverslag “Customization AutoCAD 2006”
4.3.2.3 Werking van VBA code
De werking van het programma is in de volgende afbeelding duidelijk gemaakt:
Figuur 16. Symboolnaam invoeren
Figuur 17. Afmeting paal invoeren
Figuur 18. Plaats eerste paal
Figuur 19. Foutmelding indien foute invoer is geweest
Pagina 28
Eindverslag “Customization AutoCAD 2006”
Als die melding is gegeven, vraagt hij de bovenstaande gegevens opnieuw in te voeren en
vervolgens gaat hij door met de volgende vragen.
Figuur 20. Waar komt de tweede paal te staan
Figuur 21. Waar moet de maatvoering komen.
Figuur 22. Je kan nu de volgende paal aan wijzen of stoppen
Pagina 29
Eindverslag “Customization AutoCAD 2006”
4.3.2.4 Het alternatief
Bij het palen plaatsen met maatvoering moet je perse 2 palen plaatsen en ook in die richting
palen blijven plaatsen. Dat vind ik een nadeel en daarom is er ook een code gemaakt die alleen
palen plaatst zonder maatvoering. Met deze code kun je de palen plaatsen waar je wilt. Het
uitgangspunt om de volgende paal te plaatsen is altijd het laatst geplaatste paal. Deze code is te
vinden in bijlage 5. Zoals daar kunt zien is deze code ook een stuk eenvoudiger
De uitwerking van dit programma is hetzelfde als bij het vorige programma, alleen hij vraagt
de vragen over het maatvoeren niet.
Natuurlijk zijn er nog meer VBA Codes gemaakt. Sommige zijn zeer klein en eenvoudige,
maar dit komt omdat de lisproutines omgezet zouden worden. Ook al worden er sommige bijna
niet gebruikt, toch wil ik geen hulpmiddelen verwijderen zonder zeker er van te zijn dat ze niet
meer gebruikt worden. In bijlage 6 worden nog een paar gemaakt codes weergegeven.
In deze codes vindt je geen dialoogboxen en formulieren, omdat die juist bij ons zo weinig
mogelijk gebruikt moeten worden als het om simpele routines gaat. Als je de code toepast moet
er gelijk resultaat zijn en niet te veel vragen behandeld en geselecteerd worden.
Een dialoogbox en formulier worden pas gebruikt als een zeer groot en uitgebreid programma
geschreven dient te worden, waarmee verschillende optie en combinatie mogelijkheden
gekozen dienen te worden. Op dit moment is zo’n programma niet nodig.
4.3.3 Lisproutine en VBA verwerking
Alle lisproutines en VBA codes zijn verwerkt onder een button en/of hebben een afkorting
gekregen. Al deze routines heb ik verwerkt in excel file. Daarin wordt aangegeven, in welke
toolbar ze zitten, welke afkorting ze hebben (gekregen), wat ze inhouden en wordt aangegeven
of het een lisproutines is of een VBA code. Omdat ik daar ook AutoCAD commando’s ga
verwerken heb ik ook aangegeven of het standaard AutoCAD commando’s zijn of dat het door
Goudstikker- de Vries is gemaakt.
Dit boekje wordt dan voor alle werknemers zichtbaar, dus voor eventuele vragen over
commando’s kunnen ze eerst het boekje nakijken. Alle commando zijn in alfabetische volgorde
weergegeven. Bijlage 7 is het boekje te zien.
Het boekje wordt voor de systeembeheerder uitgebreid met informatie die de overige
gebruikers niet nodig hebben. Bijvoorbeeld daarin worden aparte VBA lijsten in gemaakt zodat
er een duidelijk overzicht is voor eventuele wijzigingen of toevoegingen.
Pagina 30
Eindverslag “Customization AutoCAD 2006”
4.4 De gewijzigde blocks
Zoals verteld is in 4.1 is er een nieuwe mappen structuur gekomen op het netwerk.
Alle blocks die nog op de oude plek staan, worden een voor een bekeken. Bij ieder block wordt
naar het volgende gekeken:
• Blocknaam
• In welke map de block moet komen
• Staat het object, detail, enz. op de goed laag, en staan alle eigenschappen zoals kleur en
lijntype op ByLayer
• Moet er van het block een andere variant komen
Als alle blocken zover gereed zijn dan kun je er een tool palette van maken. Dit kun je doen in
de “Designcenter”. Ik maak van iedere map een aparte palette. In de designcenter ga je de map
opzoeken en de map selecteren. Als je op de rechter muisknop klik dan krijg je een menu
waaruit je “Create Tool Palette of Blocks” kunt kiezen.
Figuur 23. Designceter
Pagina 31
Eindverslag “Customization AutoCAD 2006”
Hij maakt nu van de palen map een palette met dezelfde naam als de map “Palen”.
Dit ga je met alle mappen doen waar blocks in zitten die gebuikt gaan worden.
Figuur 24. Tool Palettes
In het figuur hierboven zie enkele palettes staan, maar dit zijn niet alle palettes die er zijn.
Als je met je muis klik waar de pijl wijst dan krijg je een overzicht van de overige palettes.
Omdat er ondertussen veel palettes zijn gekomen wordt het niet meer overzichtelijk waar ik iets
kan vinden en daarom maak ik groepen. Groepen worden gemaakt met “Custumize”. Je maakt
een map in de vak “Groep Palettes” en sleep de desbetreffende palettes naar de groepen.
Figuur 25. Customize Tool Palettes
Pagina 32
Eindverslag “Customization AutoCAD 2006”
Bij ons zijn er in totaal 7 groepen gemaakt. Om de juiste groep te kunnen selecteren ga je op de
rechterbalk in de tool palette staan en met de rechter muisknop krijg je een menu waaruit je uit
alle groepen kun kiezen of uit de mogelijkheid om alle palettes zichtbaar te laten worden.
Figuur 26. de groepen selecteren
De tool palette is in principe klaar maar je kan er nog extra eigenschappen aan toevoegen. Per
block die in het tool palette verwerkt is kun je eigenschappen toevoegen.
Figuur 27. Tool Properties
Pagina 33
Eindverslag “Customization AutoCAD 2006”
Bij de block kun je het pad zien waar het block staat. In dit voorbeeld wordt het block op een
vaste laag binnen gehaald. Het block heeft al de werkelijke grote dus hij hoeft niet verschaalt
worden. Er is wel een mogelijkheid gegeven om te kunnen roteren als je het block de tekening
in sleept. Dat is ook de werking van het block, op het plaatje klikken of naar de tekening toe
slepen en het geselecteerde block staat in de tekening.
Het tool palette staat ook op de schijf opgeslagen. Je kan de plek zelf bepalen in de “Options”
Daar staat de tool palette aangegeven en in ons geval wordt hij op X geplaatst in de map
ToolPalette. Omdat de tool palette op X wordt gezet, is hij behoed voor wijzigingen door
onbevoegden. Als de systeembeheerder of ik wijzigingen doorvoeren dan heeft iedereen na het
opnieuw opstarten van AutoCAD die nieuwe wijzigingen.
4.5 Het nieuwe AutoCAD menu
4.5.1 De verwijspaden
Er is gekozen om het menu op het netwerk te plaasten zodat het bewerkbaar blijft voor de
systeembeheerder. Als er dan wijzigingen komen dan hebben de gebruikers gelijk de nieuwe
menu’s. Om dit voor elkaar te krijgen moeten de paden die in options onder het tabblad file
staan goed aangewezen worden. Dit is heel belangrijk, omdat door het vergeten van
bijvoorbeeld 1 pad juist alles niet zou kunnen werken.
Alles wat naar X verwezen kan worden is in dit geval ook gebeurd, hieronder een klein
overzicht van de “Seach File Search Map”.
Figuur 28. Instellen in options “Seach File Search Map”
Pagina 34
Eindverslag “Customization AutoCAD 2006”
4.5.2 Overige instellingen
AutoCAD lisp wordt elke keer opnieuw geladen bij het openen van een tekening. Hij laad dan
ook gegevens die ik zelf toegevoegd heb. Om een overzicht te houden van de gegevens die
extra toevoeg aan standaard AutoCAD files, bewaar ik deze extra informatie ook in aparte files.
Als er een nieuwe versie AutoCAD komt, dan kan ik de nieuwe file gaan gebruiken en dan het
gedeelte wat ik nodig heb daarin kopiëren.
Als ik dit niet zo zou doen en het bestaande Acad.lsp zou gaan gebruiken, zou ik nooit weten of
er wijzigingen zijn geweest in het bestand. Dit geldt natuurlijk voor alles eigen materialen.
Daarom heeft ons menu ook een eigen naam. De Acad eigen toolbars blijven dan gewoon
behouden en kan ik de nieuwe onderdelen in het nieuwe programma gewoon uitproberen langs
ons eigen menu.
4.5.3 Het AutoCAD menu met zijn toolbars
De toolbars zijn zo compleet mogelijk gemaakt. Doordat niet alle buttons regelmatig gebruikt
worden is het ook niet nodig om die de hele tijd zichtbaar te hebben, daarom zou je van een
toolbar een flyout kunnen maken. Dan zie je maar een button, maar rechts onderin de button
staat een klein vinkje en dan weet je als je de button selecteert dan wordt de toolbar uitgeklapt.
Dat is ook hetgeen wat ik bij ons veel gedaan heb.
Ik heb toolbars gemaakt op onderdeel, heeft de routine te maken met bijv. blocks, zoals ze
veranderen, hernoemen, herladen, dan worden deze routines in een toolbar geplaatst met de
naam “GdV Block Tools”. Deze toolbar wordt veel gebruikt, dus dan wordt als een flyout in
het menu verwerkt.
Hieronder zie je de toolbar uitgebeeld. Al deze routines hebben met de blok te maken en de
gebruiker weet door het symbool wat je op de buttons veelvuldig terug komt dat het met een
blok te maken heeft. Door de naam eronder kun je het verschil zien.
Figuur 29. Toolbar “GdV Block Tools”
Natuurlijk lukt het nooit op het plaatje super duidelijk te maken omdat de ruimte gewoon te
klein is. Daarom staat er een korte naam als je erboven gaat hangen en onderin AutoCAD kun
je de volledige beschrijving lezen die toegevoegd is aan de button. Daar kan in beschreven zijn,
hoe de routine werk, wat er al voor bewerkt is zoals “Komt gelijk op de juiste laag en schaal
binnen”. Deze extra informatie is handig omdat je sommige buttons heel lang niet gebruikt en
niet meer precies weet wat deze inhoud.
Pagina 35
Eindverslag “Customization AutoCAD 2006”
Alle lisproutines en VBA codes zijn zo verwerkt. Natuurlijk zijn ook de AutoCAD
commando’s verwerkt in de GdV Toolbars.
Hieronder in het figuur is te zien welke toolbars het GdV menu op dit moment bevat.
Figuur 30. Overzicht van alle aanwezige toolbars
Pagina 36
Eindverslag “Customization AutoCAD 2006”
Zoals je in het figuur kunt zien zijn niet alle toolbars zichtbar. De meeste ongebruikte toolbars
zijn namelijk verwerkt in de ander toolbars.
Hieronder zie het AutoCAD menu, zoals we standaard gaan werken.
Figuur 31. Ons AutoCAD menu
Door de extra’s die AutoCAD 2006 biedt kun je het daadwerkelijke tekenscherm nog groter
maken door de command line uit te schakelen. Alle gegevens komen pas aan de kruisdraden te
hangen als je daadwerkelijk een commando gaat uitvoeren.
Standaard laat ik ook het properties menu (links) en tool palette (rechts) dicht gevouwd staan.
Deze gaan open als je er boven gaat hangen. Je kan ze ook standaard open zetten, maar op deze
manier blijft het tekenscherm veel groter.
Aan alle moet goed over na gedacht worden omdat iedereen dit scherm gaat krijgen als de
gebruiker AutoCAD gaat openen. Ook al maken ze veranderingen in het menu, de volgende
keer als ze AutoCAD opstarten dan wordt dit standaard menu weer zichtbaar. Dus de basis
waarvan uit de gebruiker gaat werken die moet alles bevatten om te kunnen werken.
Voor speciale gevallen ga ik gebruik maken van de “Workspaces”. Dit is pas voor het eerst in
AutoCAD 2006.
Als je sommige toolbars wel helemaal zichtbaar wilt hebben tijdens het tekenwerk en andere
weer niet dan kun je hier een standaard bestand van maken via de “Workspaces”. Een
workspace maken is heel eenvoudig. In de toolbar “Workspaces” zit een controlebox waar
Pagina 37
Eindverslag “Customization AutoCAD 2006”
onder “Save Current As” zit. Je kunt nu je huidige situatie van de toolbars opslaan. Deze geef
ik de naam “Standaard”.
Figuur 32. De nieuwe workspace opslaan
Als je bijvoorbeeld een palen- en matenplan fundering gaat tekenen kan ik de toolbars
aanzetten die ik hier speciaal gemaakt hebt. In deze toolbars zitten routines die daar nodig hebt,
maar ook extra’s zoals tekenen gelijk op een laag die alleen voor het palen- en matenplan
fundering gebruikt worden. Vervolgens kan ik deze zetting opslaan als “Palen- en matenplan
fundering”.
Figuur 33. Overzicht als palen- en matenplan fundering aan staat
Pagina 38
Eindverslag “Customization AutoCAD 2006”
Nu kun je dus switchen tussen de toolbars door een commando. Wil je de basis opstelling
hebben dan klik je op “Standaard”. Wil je aan een matenplan fundering werken, dan klik je op
“Palen- en Matenplan fundering”. Zo kun je natuurlijk voor verschillende onderdelen alles
instellen.
Figuur 34. De inhoud van de control box op de toolbar “GdV Workspaces”
Door deze mogelijkheid te maken om verschillende “Worckspaces” te maken wordt het nadeel
voor de gebruiker zo minimaal mogelijk gemaakt. Een ander voordeel voor de gebruiker wordt
wel, dat bij toekomstige wijzigingen ze niet meer hoeven te wennen aan het nieuwe menu,
want de basis blijft vanaf nu hetzelfde (indien mogelijk).
Pagina 39
Eindverslag “Customization AutoCAD 2006”
Samenvatting
Er zijn een aantal belangrijke werkwijzen door gevoerd die soms veel verschillen met de oude
manier. Het is de bedoeling om met de nieuwe manier sneller en makkelijker gewerkt kan
worden. Dit is gebeurd door fouten eruit te halen, vergissingen onmogelijk te maken, een
duidelijk plek te maken voor alle hulpmiddelen.
Toch zijn deze veranderingen soms ook ongemerkt door gevoerd. Dit is gebeurd door de
afkortingen niet te wijzigen die bij de commando’s hoorde die ze al kenden. Het commando
zelf kan aangepast zijn, maar die zijn er altijd op vooruit gegaan, dus daar kunnen de
problemen niet bij liggen.
De commando’s zijn nu vooral opgebouwd uit VBA codes en meestal vereenvoudigd. De
nieuwe commando’s vragen niet zo veel meer voordat ze daadwerkelijk gaan doen wat jij wilt.
Deze veranderingen zijn nog niet doorgevoerd, dus de praktijk moet uitwijzen of alles juist
aangepakt is en of het uiteindelijk ook werkt zoals ik in gedachten had.
Maar door de keuze om alles naar het netwerkt (harde schijf X) te koppelen, kan ik wijzigingen
doorvoeren en iedereen heeft gelijk de wijzigingen. In de oude werkwijze moest ik bij
sommige wijzigingen bij elke computer met AutoCAD de wijziging doorvoeren. Dit is
natuurlijk zeer tijd rovend.
Ten slotte is er een boekje gemaakt voor de systeem beheerder van AutoCAD. In 4.3.3. is hier
ook al in het kort over geschreven. Hieronder is een overzicht te zien van de onderwerpen die
er in verwerkt zijn.
• Veranderingen in AuoCAD 2006 ten opzichte van AutoCAD 2005
• Veranderingen in de GdV Werkwijze
• De meest gebruikte AutoCAD Commando’s, lisproutines en VBA codes met hun
daarbij behorende afkortingen. Tevens staat er aangegeven in welke toobar je deze kunt
vinden
• Aparte lijst van de lisproutines, VBA codes en toolbars
• Een beschrijving hoe AutoCAD met eigen menu geïnstalleerd dient te worden bij de
andere gebruikers
• Een beschrijving voor de gebruikers als de AutoCAD thuis willen installeren met de
hulpmiddelen van GdV
• Lijsten met informatie die toegevoegd worden aan AutoCAD routines, zodat je een
overzicht hebt wat er bij een nieuwe versie toegevoegd dient te worden
• Overzicht met commando’s waar de gebruiker een keer uitgebreid naar dient te kijken,
omdat ze handig kunnen zijn met het tekenwerk
Dit boekje is te zien in bijlage 7.Het gedeelte over de AutoCAD commando’s, lisproutines en
VBA codes wordt ook aan de gebruikers overhandigd. Zo kunnen ze snel zien hoe het
commando werkt, wat de afkorting ervoor is en in welke toolbar het commando te vinden is.
Pagina 40

Similar documents

Algemeen Tekeningbeheersysteem

Algemeen Tekeningbeheersysteem de opleiding voor AutoCAD System Manager gaan volgen omdat het een vrij brede studie is waarmee je heel veel richtingen uit kunt. Van jongs af aan ben ik al geïnteresseerd in techniek. Ik wilde met...

More information

NEN 5152-symbolen binnen AutoCAD

NEN 5152-symbolen binnen AutoCAD internet  rondgekeken  naar  het  aanbod  van  geschikte  cursussen.  De  cursus  ACE  System  Manager sprak me aan omdat ik me zo verder kon gaan verdiepen in AutoCAD. Nadat het  bedrijf waar ik w...

More information