Staatsblad Moniteur

28544
BELGISCH STAATSBLAD — 20.05.2010 − Ed. 3 — MONITEUR BELGE
B.6. Zum Zeitpunkt der Verkündung der Verweisungsentscheidung hielt die Klägerin vor dem vorlegenden
Richter sich illegal im Land auf und beantragte ein Niederlassungsrecht gemäß Artikel 40 § 6 des Gesetzes vom
15. Dezember 1980. Durch einen Brief vom 1. März 2010 hat der Ministerrat dem Hof zur Kenntnis gebracht, dass der
Klägerin nunmehr ein unbegrenzter Aufenthalt in Anwendung der Artikel 9 § 3 und 13 des Gesetzes vom
15. Dezember 1980 erlaubt sei.
Angesichts dieses neuen Elements ist die Rechtssache an den vorlegenden Richter zurückzuverweisen, damit er
die Auswirkung dieser Änderung der Rechtsstellung auf die ihm unterbreitete Streitsache bestimmen kann.
Aus diesen Gründen:
Der Hof
verweist die Rechtssache an den vorlegenden Richter zurück.
Verkündet in französischer und niederländischer Sprache, gemäß Artikel 65 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989
über den Verfassungsgerichtshof, in der öffentlichen Sitzung vom 22. April 2010.
Der Kanzler,
Der Vorsitzende,
P.-Y. Dutilleux.
M. Melchior.
*
COUR CONSTITUTIONNELLE
[2010/202821]
Avis prescrit par l’article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989
Par jugement du 26 mars 2010 en cause de N.H. et L.B. contre l’Etat belge, dont l’expédition est parvenue au greffe
de la Cour le 12 avril 2010, le Tribunal de première instance de Liège a posé la question préjudicielle suivante :
« Les articles 12bis, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 46 et 47 de la loi du 15 décembre 1980 sur l’accès au territoire, le séjour,
l’établissement et l’éloignement des étrangers, lus isolément ou en combinaison avec l’article 10, § 1, 1o de la même loi,
violent-ils les articles 10, 11, 22 et 191 de la Constitution et/ou les articles 8, 12 et 14 CEDH, ainsi que le principe de libre
circulation des citoyens européens et des membres de leur famille, interprétés en ce sens que l’étranger demandeur de
regroupement familial avec un ressortissant non communautaire admis à séjourner en Belgique est lui-même admis de
plein droit au séjour à défaut de réponse dans un délai de neuf mois, éventuellement prorogé, suivant la date du dépôt
de sa demande de visa, sans prévoir une même admission au séjour au profit de l’étranger demandeur de
regroupement familial avec un conjoint belge ou communautaire lorsque aucune réponse n’a été apportée à sa
demande de visa à l’expiration d’un délai déterminé, traitant ainsi ce dernier de manière différente, sans justification
objective, raisonnable ni proportionnée ? ».
Cette affaire est inscrite sous le numéro 4915 du rôle de la Cour.
Le greffier,
P.-Y. Dutilleux.
GRONDWETTELIJK HOF
[2010/202821]
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989
Bij vonnis van 26 maart 2010 in zake N.H. en L.B. tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het
Hof is ingekomen op 12 april 2010, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Luik de volgende prejudiciële vraag
gesteld :
« Schenden de artikelen 12bis, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 46 en 47 van de wet van 15 december 1980 betreffende de
toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, al dan niet in samenhang
gelezen met artikel 10, § 1, 1o, van dezelfde wet, de artikelen 10, 11, 22 en 191 van de Grondwet en/of de artikelen 8,
12 en 14 van het EVRM, alsmede het beginsel van het vrije verkeer van de Europese burgers en van hun familieleden,
in die zin geïnterpreteerd dat de vreemdeling die een gezinshereniging aanvraagt met een nietgemeenschapsonderdaan die tot het verblijf in België is toegelaten zelf van rechtswege tot het verblijf wordt toegelaten
bij ontstentenis van antwoord binnen een termijn van negen maanden, eventueel verlengd, volgend op de datum van
indiening van zijn visumaanvraag, zonder te voorzien in eenzelfde toelating tot het verblijf ten gunste van de
vreemdeling die een gezinshereniging aanvraagt met een echtgenoot die Belg of gemeenschapsonderdaan is, wanneer
geen enkel antwoord werd gegeven op zijn visumaanvraag bij het verstrijken van een bepaalde termijn, waarbij
aldus laatstgenoemde zonder objectieve, redelijke noch evenredige verantwoording op verschillende wijze wordt
behandeld ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 4915 van de rol van het Hof.
De griffier,
P.-Y. Dutilleux.
VERFASSUNGSGERICHTSHOF
[2010/202821]
Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989
In seinem Urteil vom 26. März 2010 in Sachen N.H. und L.B. gegen den belgischen Staat, dessen Ausfertigung am
12. April 2010 in der Kanzlei des Hofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Lüttich folgende präjudizielle
Fragen gestellt:
«Verstoßen die Artikel 12bis, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 46 und 47 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 über die Einreise
ins Staatsgebiet, den Aufenthalt, die Niederlassung und das Entfernen von Ausländern, an sich oder in Verbindung mit
Artikel 10 § 1 Nr. 1 desselben Gesetzes, gegen die Artikel 10, 11, 22 und 191 der Verfassung und/oder die Artikel 8, 12
und 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention sowie gegen das Prinzip der Freizügigkeit der europäischen
Bürger und ihrer Familienangehörigen, dahingehend ausgelegt, dass einem Ausländer, der eine Familienzusammenführung mit einem Ehepartner, der Nicht-EU-Staatsangehöriger ist und dem der Aufenthalt in Belgien gestattet wurde,
beantragt, falls nach Ablauf einer - ggf. verlängerten - First von neun Monaten ab dem Datum der Hinterlegung seines
28545
BELGISCH STAATSBLAD — 20.05.2010 − Ed. 3 — MONITEUR BELGE
Visumantrags keine Antwort vorliegt, der Aufenthalt wohl gestattet wird, ohne dass die gleiche Aufenthaltszulassung
für einen Ausländer vorgesehen ist, der eine Familienzusammenführung mit einem Ehepartner, der belgischer oder
europäischer Staatsangehöriger ist, beantragt, wenn sein Visumantrag nach Ablauf einer bestimmten Frist nicht
beantwortet wurde, wobei Letzterer somit ohne objektive, angemessene und verhältnismäßige Rechtfertigung
unterschiedlich behandelt wird?».
Diese Rechtssache wurde unter der Nummer 4915 ins Geschäftsverzeichnis des Hofes eingetragen.
Der Kanzler,
P.-Y. Dutilleux.
*
SELOR
SELECTIEBUREAU VAN DE FEDERALE OVERHEID
SELOR
BUREAU DE SELECTION DE L’ADMINISTRATION FEDERALE
Werving. — Uitslag
Recrutement. — Résultat
[2010/202897]
[2010/202897]
Vergelijkende selectie van Franstalige
neutrale calltaker. — Uitslag
Sélection comparative de calltaker,
d’expression française. — Résultat
De vergelijkende selectie van Franstalige neutrale calltaker (m/v)
(niveau C) voor de FOD Binnenlandse Zaken (AFG09886) werd
afgesloten op 11 mei 2010.
Er zijn 8 geslaagden.
La sélection comparative de calltaker (m/f) (niveau C), d’expression
française, pour le Service public fédéral Intérieur (AFG09886) a été
clôturée le 11 mai 2010.
Le nombre de lauréats s’élève à 8.
*
FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN
SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES
[2010/41305]
[2010/41305]
Rentenfonds
Fonds des Rentes
Hypothecaire kredieten. — Veranderlijkheid der rentevoeten.
Referte-indexen. — Artikel 9, § 1, van de wet van 4 augustus 1992
op het hypothecair krediet. — Bericht
Crédits hypothécaires. — Variabilité des taux d’intérêt. — Indices de
référence. — Article 9, § 1er, de la loi du 4 août 1992 relative au
crédit hypothécaire. — Avis
De lijst der referte-indexen van de maand mei 2010 is samengesteld
als volgt :
La liste des indices de référence du mois de mai 2010 est composée
comme suit :
Index A (schatkistcertificaten 12 maanden) :
0,618
Indice A (certificats de trésorerie 12 mois) :
0,618
Index B (lineaire obligaties 2 jaren) :
1,049
Indice B (obligations linéaires 2 ans) :
1,049
Index C (lineaire obligaties 3 jaren) :
1,500
Indice C (obligations linéaires 3 ans) :
1,500
Index D (lineaire obligaties 4 jaren) :
1,970
Indice D (obligations linéaires 4 ans) :
1,970
Index E (lineaire obligaties 5 jaren) :
2,391
Indice E (obligations linéaires 5 ans) :
2,391
Index F (lineaire obligaties 6 jaren) :
2,707
Indice F (obligations linéaires 6 ans) :
2,707
Index G (lineaire obligaties 7 jaren) :
2,946
Indice G (obligations linéaires 7 ans) :
2,946
Index H (lineaire obligaties 8 jaren) :
3,150
Indice H (obligations linéaires 8 ans) :
3,150
Index I (lineaire obligaties 9 jaren) :
3,319
Indice I (obligations linéaires 9 ans) :
3,319
Index J (lineaire obligaties 10 jaren) :
3,463
Indice J (obligations linéaires 10 ans) :
3,463
De overeenstemmende periodieke indexen worden hierna medegedeeld :
Les indices périodiques correspondants sont communiqués ci-après :
Periodiciteit
Périodicité
Index
Maandelijks
Trimestrieel
Semestrieel
Indice
Mensuelle
Trimestrielle
Semestrielle
A
0,0514
0,1541
0,3085
A
0,0514
0,1541
0,3085
B
0,0870
0,2612
0,5231
B
0,0870
0,2612
0,5231
C
0,1241
0,3729
0,7472
C
0,1241
0,3729
0,7472
D
0,1627
0,4889
0,9802
D
0,1627
0,4889
0,9802
E
0,1971
0,5925
1,1884
E
0,1971
0,5925
1,1884
F
0,2228
0,6700
1,3445
F
0,2228
0,6700
1,3445
G
0,2422
0,7285
1,4623
G
0,2422
0,7285
1,4623
H
0,2588
0,7784
1,5628
H
0,2588
0,7784
1,5628
I
0,2725
0,8196
1,6460
I
0,2725
0,8196
1,6460
J
0,2841
0,8547
1,7168
J
0,2841
0,8547
1,7168