Ostfriesische Kirchen - Stichting Oude Groninger Kerken

Transcription

Ostfriesische Kirchen - Stichting Oude Groninger Kerken
Groninger Kerken
2 8 s t e j a a r g a n g n r. 2 - a p r i l 2 0 1 1
Middeleeuwse
kerken
in
Groningen
en
Ostfriesland
Ostfriesische Kirchen
Mittelalterliche Kirchen im Groningerland und in Ostfriesland
inhoud
28ste jaargang nr. 2 - april 2011
1 Leermens / Grimersum

31
De Stichting
32
In dit katern vindt u onder meer een overzicht van nieuwsfeiten, kerkrestauraties, een interview, een overzicht van
nieuwe aanwinsten en aandacht voor enkele activiteiten
in het komende seizoen.
Rijk versierde laatromaanse koorgevels •
Reich geschmückte spätromanische Chorgiebel
2 ’t Zandt / Bunde

29

Siermetselwerk aan de buitenmuren •
Ziermauerwerk an den Aussenmauern

Vroege gesloten doksalen • Frühe geschlossene Lettner
41
Bonte gewelfdecoratie • Bunte Gewölbedekoration
12 Loppersum / Pilsum

42
4 Leermens / Visquard
Het Laatste Oordeel op de koorgrens •
Das Jüngste Gericht auf der Chorgrenze

43

44

45

46

Kasteelachtige pastorieën • Schlossartige Pfarrhäuser
47
3 Holwierde / Campen
11 Krewerd / Holtrop


Laatromaanse Godslammeren op het koorgewelf •
Spätromanische Lämmer Gottes auf dem Chorgewölbe
5 Woldendorp / Rysum
33
34
13 Kantens / Uphusen

35

36
Nauw verwante Bentheimer doopvonten •
Eng verwandte Bentheimer Taufsteine
Dubbelschalige muren • Doppelschalige Wände
6 Zuidbroek / Stapelmoor
Laatromaanse kruiskerken •
Spätromanische Kreuzkirchen
7 Groningen (Martinikerk) / Norden
 37
(Ludgerikirche)
14 Krewerd / Rysum
Middeleeuwse orgels in eenvoudige dorpskerken •
Mittelalterliche Orgeln in einfachen Dorfkirchen
15 Appingedam / Uphusen
Portretzerken van twee neven-Houwerda •
Bildnisgrabmale von zwei Vettern-Houwerda
Verwante laatgotische omgangskoren •
Verwandte spätgotische Umgangschöre
16 Appingedam / Dornum
8 Noordbroek / Campen
Drie vrijwel identieke epitafen •
Drei nahezu identische Epitaphien

38
Losstaande lage kerktorens •
Freistehende niedrige Kirchtürme
9 Opwierde / Victorbur
17 Westeremden / Stapelmoor

39
Uitgemetselde sacramentshuisjes •
Ausgemauerte Sakramentshäuschen
10 Holwierde / Manslagt

Trechtervormige piscina’s • Trichterförmige Piscinen
Stichting Oude Groninger Kerken opgericht 13 mei 1969
Beschermheer
Drs. M.J. van den Berg,
Commissaris van de Koningin
in de provincie Groningen
Bestuur en directie
G.H. van den Bremen, voorzitter
Mevrouw M. Hendrikse-Ouweleen,
vice-voorzitter
R. Wobbes, secretaris
J. Wolters, penningmeester
J.A. de Vries
Mevrouw J.G. Vlietstra
P.G.J. Breukink, directeur
Adres
Coehoornsingel 14
9711 bs Groningen
telefoon (050) 312 35 69
telefax (050) 314 25 84
e-mail [email protected]
www.groningerkerken.nl
ABN AMRO 48 61 14 333
40
18 Wirdum / Loquard
 48
De calvinistische ‘Beeldenstorm’ tegenover de ‘bewarende
kracht van het lutheranisme’ • Kalvinistischer ‘Bildersturm’ gegenüber ‘bewahrender Kraft des Luthertums’
Stichting Der Aa-kerk Groningen opgericht 1 maart 1985
Redactie Groninger Kerken
Dr. Regn. Steensma, voorzitter
Drs. M. Hillenga, secretaris
Drs. R.H. Alma
Dr. J.E.A. Kroesen
J. Oldenhuis
Dr. C.P.J. van der Ploeg
Katern ‘De Stichting’
Redactieadres
Martin Hillenga en Lotte Kleijssen
Coehoornsingel 14
Donateurschap
9711 bs Groningen
Minimaal  17,50 per jaar
e-mail [email protected]
Tijdschrift  15,- per jaar
Advertenties
Informatie en tarieven worden
verstrekt door Stichting Oude
Groninger Kerken
telefoon (050) 312 35 69
contact Lotte Kleijssen, e-mail:
[email protected] of
e-mail [email protected]
Drukwerk en verzending
Zalsman Groningen bv, Groningen
Vormgeving en productie
Ekkers & Paauw, Groningen
Het tijdschrift Groninger Kerken is een uitgave van de Stich­ting Oude Gronin­ger Kerken. Het tijdschrift verschijnt viermaal per jaar.
Abonnement, alleen voor dona­teurs van de Stichting Oude Gronin­ger Kerken,  15,00 per jaar. Nieu­we donateurs ont­vangen
Gro­nin­ger Kerken het eerste jaar gratis.
ISSN 0169 - 3719
Foto omslag: Laatromaanse Godslammeren op het koorgewelf in Leermens (boven) en Visquard (onder) [ foto’s Regnerus Steensma & Justin Kroesen]
Groningen & Ostfriesland: Een gedeeld middeleeuws verleden • Eine geteilte
mittelalterliche Vergangenheit
Groninge n & Os t f r ie sland
Een gedeeld middeleeuws verleden Eine geteilte mittelalterliche Vergangenheit
Wer bei Neuschanz die Grenze überquert, kann feststellen dass
die Landschaft in der niederländischen Provinz Gro­ningen und
dem deutschen Ostfriesland eine grosse Ähnlichkeit zeigt. Die
niederländisch-deutsche Grenze stammt in ihrer endgültigen
Form aus dem neunzehnten Jahrhundert. Während des Mittel­
alters gab es diese Grenze nicht und bildeten beide Gebiete nicht
nur in landschaft­licher Hinsicht eine Einheit, sondern auch auf
wirtschaft­lichem, politischem, kirchlichem und kulturellem Gebiet.
Historisch gehörten Groningen und Ostfriesland zu den friesischen Landen, die sich ursprünglich von Nordholland bis an Dänemark ausdehnten. In diesem Gebiet wurden Varianten der friesischen Sprache gesprochen, nämlich das Ostlauwers-
Friesische in dem Groninger Umland und das Ostfriesische in Ostfriesland. In beiden Gegenden wurde das Friesische später von dem Sächsischen (bzw. Groningischen und Plattdeutschen)
verdrängt. Die Wirtschaft des Gebietes war auf den Export von
landwirtschaftlichen Produkten über die offenen Verbindungen
zum Meer (Reitdiep, Ems, Jade) ausgerichtet. Im späten Mittel­
alter entstanden enge Beziehungen mit der Hanse, die den Handel
im Gebiet um die Nord- und Ostsee beherrschte. Kirchlich bildete
das Groninger Umland und der Westen von Ostfriesland eine Einheit als nördliche Exklave des Bistums Münster. Die gemeinschaftliche Zugehörigkeit zu dem Bischof von Münster ist eine wichtige Ursache für die auffallenden Ähnlichkeiten die zwischen
den etwa 105 noch existierenden mittelalterlichen Kirchen in Groningen und den etwa 125 mittelalterlichen Kirchen in Ostfriesland wahrnehmbar sind. Dabei fallen insbesondere die reich
geschmückten spätromanischen Kirchen mit ihrem Backsteinflechtwerk und ihren Kuppelgewölben ins Auge, aber auch im Inneren der Kirchen kann man treffende Ähnlichkeiten zeigen.
In dieser Themanummer der Zeitschrift Groninger Kerken stehen die Parallelen zwischen den mittelalterlichen Kirchen in Groningen und Ostfriesland im Mittelpunkt. Der Anlass dazu
Wie bij Nieuweschans de grens oversteekt, kan vaststellen dat het
landschap in de Nederlandse provincie Groningen en het Duitse
Ostfriesland een sterke gelijkenis vertoont. De Nederlands-Duitse
grens dateert in zijn definitieve vorm uit de negen­t iende eeuw. Gedurende de middel­eeuwen bestond die grens niet en vormden
beide gebieden niet alleen in landschappelijk opzicht een eenheid,
maar ook op economisch, politiek, kerkelijk en cultureel gebied. Historisch behoorden Groningen en Ostfriesland beide tot de Friese landen, die zich oorspronkelijk uitstrekten van NoordHolland tot aan Denemarken. In het gebied werden varianten van de Friese taal gesproken, te weten Oosterlauwers-Fries in de
Groninger Ommelanden en Oost-Fries in Ostfriesland. In beide
streken werd het Fries later door het Saksisch (resp. Gronings en
Plat-Duits) verdrongen. De economie van het gebied was gericht
op de export van landbouwproducten via de open verbindingen
met de zee (Reitdiep, Eems, Jade). In de late middeleeuwen ontstonden nauwe verbindingen met de Hanze, die de handel in het
gebied rond de Noord- en Oostzee beheerste. Kerkelijk vormden
de Groninger Ommelanden en het westen van Ostfriesland een
eenheid als noordelijke exclave van het bisdom Munster. De ge­
zamenlijke onderhorigheid aan de bisschop van Munster is een
belangrijke oorzaak van de opvallende gelijkenissen die tussen de ca. 105 nog bestaande middeleeuwse kerken in Groningen en
de ca. 125 middeleeuwse kerken in Ostfriesland waarneembaar
zijn. Daarbij springen vooral de rijk versierde laatromaanse kerken
met hun baksteenvlechtwerk en koepelgewelven in het oog, maar
ook in het interieur van de kerken zijn treffende gelijkenissen aan te wijzen.
In dit themanummer van het tijdschrift Groninger Kerken staan
de parallellen tussen de middeleeuwse kerken van Gro­ningen en
Ostfriesland centraal. De aanleiding hiervoor is de afronding, in het voorjaar van 2011, van een onderzoeksproject waaraan ondergetekenden vanaf het jaar 2000 hebben gewerkt. Alle middeleeuwse kerken van Ostfriesland werden door ons n
e /
e
z
o r d
o
n
o
r
d
e
s e
bis
do
om
/b
is t u
m utre
ch t
te
/ bi
ns
s t um mü
bi
sd
om
/ bi
s t um
m
sd
m
u
is t
/b
bi
r
m
bisdo
br
em
en
o sna brück
Kustlijn ca. 1300 / Küste um 1300
Huidige kustlijn / Heutige Küste
(29
30 )
bezocht, beschreven en gefotografeerd, waarbij we steeds de vraag
stelden welke elementen in en aan het gebouw nog herinneren aan
de middeleeuwse eredienst: de misviering. De resultaten van dit
onderzoek worden in mei 2011 in boekvorm gepubliceerd onder de titel Kirchen in Ostfriesland. Die mittelalterliche Ausstattung (Petersberg: Michael Imhof ). Bij deze gelegenheid wijdt het Schloss­
museum in Jever een tentoonstelling aan hetzelfde onderwerp.
Deze tentoonstelling zal in de zomer van 2012 te zien zijn in het
Openluchtmuseum Het Hoogeland in Warffum.
De studie van het middeleeuwse kerkinterieur in Ostfriesland is
vooral vanuit het Groningse perspectief boeiend. Terwijl het gebied
aan weerszijden van de Eemsmonding in de middeleeuwen tezamen een gemeenschappelijk cultuurlandschap vormde, sloegen
beide regio’s met de Reformatie een eigen weg in. Met de Reductie
van Groningen gingen Stad en Ommeland geheel over naar het calvinisme, terwijl in Ostfriesland een confessionele mix ontstond. In het westen van Ostfriesland, in de Krummhörn rondom
Emden, overheerste het calvinisme, maar de rest van het
schiereiland werd overwegend luthers. Terwijl de calvinistische
kerken overal grondig werden ‘gezuiverd’ van alles wat aan de
katholieke eredienst herinnerde, bleef met name in de lutherse
kerken van Ostfriesland veel van de middeleeuwse kerkinrichting
bewaard – altaren, retabels, sacramentshuisjes, heiligenbeelden
en doopvonten. Hierdoor geven de Oostfriese kerken vandaag de dag tot op zekere hoogte een indruk van het Groningse kerk­
interieur vóór de Reformatie, toen ze nog waren ingericht voor de
katholieke misviering.
In dit tweetalige nummer worden achttien onderwerpen uit­
gelicht, aan de hand van telkens een object of voorstelling uit
Groningen, geflankeerd door een parallel uit Ostfriesland. Bert van der Vliet vertaalde onze Nederlandse teksten in het Duits,
en daarvoor willen we hem van harte danken. Moge dit nummer in woord en beeld bijdragen aan de versterking van het gedeelde
geheugen aan beide zijden van de Eems.
Justin Kroesen en Regnerus Steensma
e
z e
d
r
n o o
/ n
r
o
d
e
s e
O16
O7
Justin Kroesen und Regnerus Steensma
O12
O4
O1
O9
O10
G13
G17
G2 G11/G14
G3/G10
G1/G4
G12
ist der Abschluss, im Frühling 2011, eines Forschungprojekts, an
dem die Unterzeichneten ab dem Jahr 2000 gearbeitet haben. Alle
mittelalterlichen Kirchen Ostfrieslands wurden von uns besucht,
beschrieben und fotografiert, wobei wir immer die Frage stellten
welche Elemente im Gebäude und ums Gebäude noch erinnern an den mittelalterlichen Gottesdienst: die Messe. Die Ergebnisse
dieser Forschung werden im Mai 2011 in einem Buch veröffentlicht
unter dem Titel Kirchen in Ostfriesland. Die mittelalterliche Ausstattung
(Petersberg: Michael Imhof ). Anlässlich dieser Gelegenheit widmet das Schlossmuseum in Jever demselben Thema eine Ausstellung, die nachher, im Sommer 2012, im Freilichtmuseum
Het Hoogeland in Warffum zu besuchen sein wird.
Die Untersuchung des mittelalterlichen Kircheninneren in Ostfriesland ist namentlich aus der Groninger Perspektive interessant. Während das Gebiet auf beiden Seiten der Ems­
mündung im Mittelalter eine gemeinschaftliche Kulturlandschaft
bildete, sind beide Regionen nach der Reformation eigene Wege
gegangen. Mit der ‘Reduktion’ Groningens traten Stadt und Umland gänzlich zum Kalvinismus über, während in Ostfriesland
eine konfessionelle Mischung entstand. Im Westen Ostfrieslands,
in der Krummhörn um Emden, herrschte der Kalvinismus vor,
aber der Rest der Halbinsel wurde vorwiegend lutherisch. Während die kalvinistischen Kirchen überall gründlich ‘ge­
säubert’ wurden von allem was an an den katholischen Gottesdienst erinnerte, blieb namentlich in den lutherischen Kirchen
von Ostfriesland ein grosser Teil der Kirchenausstattung erhalten
– Altäre, Altaraufsätze, Sakramentshäuschen, Heiligenskulpturen
und Taufen. Dadurch vermitteln die ostfriesischen Kirchen heutzutage in gewissem Masse einen Eindruck von dem Groninger
Kircheninneren vor der Reformation, als sie noch für die katho­
lische Messe ausgestattet war.
In dieser zweisprachigen Nummer werden achtzehn Themen
aufgegriffen, anhand jeweils eines Objektes oder einer Dar­
stellung aus Groningen, flankiert von einem Parallelbeispiel aus Ostfriesland. Bert van der Vliet
übersetzte unsere Texte ins Deutsche,
und dafür wollen wir ihm herzlich
danken. Möge diese Nummer in Wort
und Bild zu der Verstärkung des geteilten Gedächtnisses auf beiden Seiten der Ems beitragen.
O18
O5/O14
O3/O8
O11
Alle foto’s in dit nummer/
alle Aufnahmen in diesem Heft:
Regnerus Steensma & Justin Kroesen
O13/O15
G18 G15/G16
G9
Alle beschreven kerken op de kaart gezet:
Alle beschriebenen Kirchen auf der Karte gezeigt:
G5
G=Groningen O=Ostfriesland
G7
G8
G6
O2
O6/O17
1
L eer me n s Grimer s um
Rijk versierde laatromaanse koorgevels • Reich geschmückte spätromanische
Chorgiebel
In de dertiende eeuw kwam in Groningen een eigen laatromaanse
bouwstijl tot bloei, die traditioneel als ‘romano-gotiek’ wordt aangeduid. De pracht en kracht van deze stijl komt bijzonder sterk tot
uitdrukking in een aantal koorgevels. In Leermens is het benedendeel ingedeeld in vijf lange, smalle rondboognissen die van elkaar
gescheiden worden door kolonnetten. In de middelste drie nissen
zijn vensters aangebracht, terwijl die aan de zijkanten gevuld zijn
met speels baksteenvlechtwerk. De topgevel is nog rijker behandeld: ter weerszijden van de drie nissen in het midden ziet men
kleinere klimmende velden en erboven een driehoek met een
ruiten­structuur. Al deze nissen zijn gevuld met vlechtwerk in verschillende vormen en, evenals de vensters, omringd met kraalprofielen of rondstaven. Dit fraaie versieringspatroon is uitgevoerd in baksteen met een kleurenpalet in diverse rode tinten. De bouwtijd is ca. 1240. Een dusdanig rijk versierde koorgevel kan men in Nederland buiten de provincie Groningen nauwelijks
aantreffen.
Uitzonderlijk rijk is ook de decoratie in het Oostfriese Grimersum, gebouwd omstreeks 1270-1280. Ook hier bestaat het onderste deel van de gevel uit drie vensters met aan weerszijden een
blinde nis. Het onderste deel van de topgevel had zes smalle hoge
nissen, waarvan de middelste twee gewijzigd zijn om een wijzerplaat aan te kunnen brengen. Links en rechts zijn in de onderste
punt van de driehoek twee lage nissen aangebracht. De top van de gevel is evenals in Leermens gevuld met een ruitpatroon. In
Grimersum, Dornum en Uphusen, alle gelegen in de Krummhörn,
zijn de koorgevels extra verlevendigd doordat onderdelen wit gepleisterd zijn, iets wat in Groningen nauwelijks meer voorkomt,
maar bij een aantal kerken wel gedocumenteerd is. Deze drie gevels behoren tot de topstukken van de middeleeuwse kerkbouw
in Ostfriesland.
Leermens
Im dreizehnten Jahrhundert blühte in Groningen ein eigener
Baustil auf, der traditionsgemäss als ‘Romano-Gotik’ bezeichnet
wird. Die Pracht und Kraft dieses Stils kommt sehr stark zum
Ausdruck in einer Anzahl von Chorgiebeln. In Leermens ist der
untere Teil eingegliedert in fünf langen, schmalen Rundbogen­
nischen die durch Dienste voneinander getrennt werden. In den
mittleren drei Nischen sind Fenster angebracht, während die Nischen auf den Seiten mit spielerischem Backsteinflechtwerk gefüllt sind. Der obere Teil des Giebels ist noch reicher behandelt:
auf beiden Seiten der drei mittleren Nischen in der Mitte sieht
man kleinere steigende Spiegel und darüber ein Dreieck mit Rautenmuster. Alle Nischen sind gefüllt mit Flechtwerk in verschiedenen Formen und sind, ebenso wie die Fenster, umgeben
mit Perlenprofilen oder Rundstäben. Dieses schöne Verzierungsmuster ist in Backstein mit einer Farbenpalette in verschiedenen
roten Schattierungen ausgeführt. Die Bauzeit ist um 1240. Ein
derartig verzierter Chorgiebel kann man in den Niederlanden ausserhalb der Provinz Groningen kaum vorfinden.
Ausserordentlich reich ist auch die Dekoration im ost­
friesischen Grimersum, gebaut um 1270-1280. Auch hier besteht
der untere Teil des Giebels aus drei Fenstern mit auf beiden Seiten
eine Blendnische. Der untere Teil des Giebeldreiecks hat sechs
schmale hohe Nischen, deren mittlere zwei abgeändert sind um
ein Zifferblatt anbringen zu können. Links und rechts sind in den
unteren Ecken des Dreiecks zwei niedrige Nischen angebracht.
Die Spitze des Giebels ist ebenso wie in Leermens gefüllt mit einem Rautenmuster. In Grimersum, Dornum und Uphusen, alle in der Krummhörn, sind die Chorgiebel zusätzlich verlebendigt,
in dem Teile weiss verputzt sind. Dies kommt im Groningerland
kaum noch vor, ist aber bei einer Anzahl von Kirchen wohl dokumentiert. Diese drei Giebel gehören zu der Spitze des mittel­
alterlichen Kirchenbaus in Ostfriesland.
(31
Grimersum
2
’ t Z a nd t B und e
Siermetselwerk aan de buitenmuren • Ziermauerwerk an den Aussenmauern
Een opvallend kenmerk van veel laatromaanse kerkgebouwen is de verlevendiging van de buitenmuren met siermetselwerk. Door
de rijke variatie in metselverbanden onderscheiden de Groninger
kerken zich duidelijk van kerken in andere delen van Nederland.
De kerk in ’t Zandt, gebouwd in het derde kwart van de dertiende eeuw, bestaat uit vier traveeën waarvan het muurwerk is ingedeeld in twee zones. Deze hebben beneden blinde spaarvelden
en twee ingangen. Elke travee heeft in de bovenzone in het midden een of twee vensters met aan weerszijden een of twee nissen,
alle gevuld met siermetselwerk. De westelijke travee heeft aan de
zuidzijde drie nissen met metselwerk in verschillende patronen.
Links is dit een keperverband met strekken of smalle zijden van de stenen naar voren, bij de tweede een keperverband met stenen
op hun plat en rechts en staand vlechtwerk. In het laatste geval
zijn de stenen zodanig geplaatst dat de indruk van een gevlochten
mat wordt gewekt. De openingen tussen de strekken zijn gevuld
met een kleine steen. Bij deze kerk treft men minstens zes variaties aan.
Aan de kerken uit dezelfde bouwtijd in Ostfriesland vinden we
ook siermetselwerk, zij het minder uitbundig dan in Groningen.
De kerk in Bunde heeft nissen met twee variaties bij het dwarspand en het koor, die uit dezelfde tijd als de kerk in ’t Zandt dateren. In de oostgevel is de linker nis gevuld met keperwerk in horizontale richting. De rechter toont een keperverband in
overhoekse richting.
32 )
’t Zandt
Ein auffälliges Merkmal vieler spätromanischen Kirchen ist die
Verlebendigung der Aussenmauern mittels Ziermauerwerk. Durch
die reiche Variation in Mauerverbänden unterscheiden sich die
Groninger Kirchen deutlich von Kirchen in anderen Teilen der
Niederlande.
Die Kirche in ’t Zandt, erbaut im dritten Viertel des dreizehnten
Jahrhunderts, besteht aus vier Jochen deren Mauerwerk in zwei
Zonen eingeteilt ist. Diese haben unten Blenden und zwei Ein­
gänge. Jedes Joch hat in der oberen Zone in der Mitte ein oder zwei Fenster mit auf beiden Seiten eine oder zwei Nischen, alle gefüllt mit Ziermauerwerk. Das westliche Joch hat an der Südseite drei Nischen mit Mauerwerk in verschiedenen Mustern.
Links ist dies ein Heringgrätenverband mit Läufern oder schmalen Seiten der Steine nach vorn gerichtet, bei der zweiten
ein Heringgrätenverband mit Steinen flach gemauert und rechts
ein stehendes Flechtwerk. Im letzten Fall sind die Steine in solcher
Weise angebracht dass der Eindruck einer geflochtenen Matte erweckt wird. Die Öffnungen zwischen den Läufern sind mit einem kleinen Ziegel gefüllt. An dieser Kirche findet man mindestens sechs Variationen vor.
An den Kirchen aus derselben Bauzeit in Ostfriesland finden
wir auch Ziermauerwerk, wenn auch weniger überschwänglich als in Groningen. Die Kirche in Bunde hat Nischen mit zwei Variationen im Querschiff und im Chor, die aus derselben Zeit wie die Kirche in ’t Zandt stammen. Im Ostgiebel ist die linke Nische mit Heringgrätenwerk in waagerechter Richtung gefüllt.
Die rechte zeigt einen Heringgrätenverband in übereckiger Richtung.
Bunde
3
H o lw ierd e C a mpe n
Bonte gewelfdecoratie • Bunte Gewölbedekoration
Een kenmerk in het interieur van de laat- romaanse kerken is het halfronde koepelgewelf. Bij veel van die gewelven komen
de acht ribben in het centrum samen in
een rozet die op uiteen­lopende manieren
gevormd kan zijn. De rozet van het vieringsgewelf in Holwierde, ontstaan ca. 1300, bestaat uit een grote cirkel die is gevuld met zes driepassen rond een
kleine centrale ring. In elk van de drie­
passen zijn drie lelies geschilderd. Lelies
treffen we ook aan binnen de sluitring
van het vieringgewelf van Westeremden
en het westelijk gewelf van Appingedam,
beide uit het derde kwart van de dertiende
eeuw en iets eenvoudiger van samen­
stelling dan in Holwierde. Rozetten in diverse vormen vinden we verder o.a. in Leermens, ’t Zandt en Zuidbroek. De bouw van koepelgewelven in baksteen, geïnspireerd vanuit
Westfalen, is een verschijnsel dat buiten Groningen en Ostfriesland vrijwel niet voorkwam.
De gewelven werden aan de onderzijde gepleisterd en beschilderd in een rijke variatie aan kleuren en motieven. In een aantal
kerken is deze oorspronkelijke beschildering (deels) bewaard gebleven. Uitzonderlijk rijk is de vormgeving en beschildering van de gewelven in de kerk van Campen. In het westelijke gewelf
komen de acht ribben samen in ringvormig met elkaar verbonden
rondbogen. In het middelste gewelf komen zij samen in een grote
cirkel met zestien radiaal gevormde segmenten. Deze bestaan afwisselend twee bij twee uit velden met een beschildering in patronen en uit velden met jachtscènes op een witte ondergrond.
De rijke vormgeving van de gewelven komt tot een climax in het
oostelijke gewelf, boven het altaar in het koor. Ook hier komen de ribben samen in de grote ronde cirkel met in het midden een
sluitring met daarin nog eens vier cirkels met vierpassen.
Campen
Holwierde
Ein Merkmal im Inneren der spätromanischen Kirchen ist das halbrunde Kuppelgewölbe. Bei vielen dieser Gewölbe kommen die acht Rippen in der Mitte zusammen in einer Rosette, die auf
unterschiedliche Weise gebildet sein kann. Die Rosette des um
1300 entstandenen Vierungsgewölbes in Holwierde besteht aus einem grossen Kreis, der mit sechs Dreiblättern um einen kleinen
zentralen Ring gefüllt ist. In jedem der Dreiblätter sind drei Lilien
gemalt. Lilien finden wir auch vor innerhalb des Schlussringes des Vierunggewölbes in Westeremden und des westlichen Gewölbes in Appingedam, beide aus dem dritten Viertel des dreizehnten Jahrhunderts und etwas einfacher zusammengesetzt als
in Holwierde. Rosetten in unterschiedlichen Formen finden wir
weiterhin u.a. in Leermens, ’t Zandt und Zuidbroek. Der Bau von
Kuppelgewölben in Backstein, angeregt aus Westfalen ist ein Phänomen, dass ausserhalb von Groningen und Ostfriesland fast
nicht vorkam.
Die Gewölbe wurden auf der unteren Seite verputzt und bemalt
in einer reichen Variation an Farben und Figuren. In einer Anzahl
von Kirchen ist diese ursprüngliche Bemalung (teilweise) erhalten
geblieben. Ausserordentlich reich ist die Gestaltung und Bemalung der Ge­wölbe in der Kirche von
Campen. Im westlichen Gewölbe kommen acht
Rippen zusammen in ringförmig mit einander
verbundenen Rundbögen. Im mittleren Gewölbe
kommen sie zusammen in einem grossen Kreis
mit sechzehn radial gebil­deten Segmenten. Diese
bestehen jeweils zwei zu zwei aus Spiegeln mit einer Bemalung in Mustern und aus Spiegeln mit
Jagdszenen auf weissem Untergrund. Die reiche
Gestaltung der Gewölbe erreicht einen Höhepunkt
im östlichen Gewölbe, über dem Altar im Chor.
Auch hier kommen die Rippen zusammen im
grossen runden Kreis mit einem Schlussring in
der Mitte und darin noch einmal vier Kreise mit
Vierblättern.
(33
34 )
4
L eer me n s Vis qua rd
Laatromaanse Godslammeren op het • Spätromanische Lämmer Gottes auf dem
koorgewelfChorgewölbe
In een aantal Groninger kerken, waaronder Leermens, ’t Zandt, Holwierde, Bierum en Godlinze
vormen schilderingen van het Lam Gods op het
koorgewelf de stille herinneringen aan de altaren
die er ooit onder stonden. In Ostfriesland vinden
we een Lam Gods op het gewelf van de kerk in
Visquard.
De koorpartijen in Leermens en Visquard werden gebouwd omstreeks het midden van de dertiende eeuw en overwelfd in laatromaanse stijl. In
Leermens was het koor het enige gedeelte van de
kerk dat in steen overwelfd was, in Visquard gaat
het om het enige bewaarde van oorspronkelijk vier
gewelfvakken. Zowel in Leermens als in Visquard
is het gewelf in acht segmenten verdeeld, van elkaar gescheiden door sierribben die in een fraaie
sluitring bij elkaar komen. In beide ringen prijkt
het Lam Gods in het midden. In Leermens wordt
het Lam omgeven door halfronde zijvakken met
daarin de symbolen van de vier evangelisten, afgewisseld met ornamenten. In Visquard staat het lam in een cirkel die omgeven wordt door ornamentele schilderingen. Uit de borst van het dier vloeit bloed in een (mis)kelk.
Het Lam Gods gold bij uitstek als het beeld van het offer, dat in het denken over de mis centraal stond. Het zingen van de hymne Agnus Dei door de priester was een vast onderdeel van iedere misviering. De eerste regel van de tekst luidt in het Latijn
‘Agnus Dei / qui tollis peccata mundi / miserere nobis’ (vertaald
‘Lam Gods / dat wegneemt de zonden der wereld / ontferm U over
ons’). Het mooiste Lam Gods in de regio, op het koorgewelf in
Loppersum, dateert van omstreeks 1480. Hier is het lam voorzien
van een tekstband waarop alleen nog de woorden ‘Agnus Dei
qui….’ leesbaar zijn.
Visquard
Leermens
In einigen Groninger Kirchen, zu denen Leermens, ’t Zandt, Holwierde, Bierum und Godlinze zählen, bilden Malereien des
Lammes Gottes auf dem Chorgewölbe die stillen Erinnerungen an die Altäre die einst darunter standen. In Ostfriesland finden
wir ein Lamm Gottes auf dem Gewölbe der Kirche zu Visquard.
Die Chorpartien in Leermens und Visquard wurden gebaut um
die Mitte des dreizehnten Jahrhunderts und überwölbt im spät­
romanischen Stil. In Leermens war der Chor der einzige Teil der
Kirche der in Stein überwölbt war, in Visquard betrifft es das einzige erhaltene der ursprünglich vier Joche. Sowohl in Leermens
wie in Visquard ist das Gewölbe in acht Segmenten verteilt, von
einander getrennt durch Zierrippen die in einem schönen Schlussring zusammenkommen. In beiden Ringen prangt das Lamm
Gottes in der Mitte. In Leermens wird das Lamm umgeben von
halbrunden Seitenfeldern, in denen die Symbole der vier Evangelisten, abgewechselt
mit Ornamenten, gemalt sind. In Visquard steht
das Lamm Gottes in einem Kreis, der von ornamentalen Malereien umgeben wird. Aus der
Brust des Tieres fliesst Blut in einen Messkelch.
Das Lamm Gottes galt ganz besonders als das Bild des Opfers, das im Denken über die
Messe im Mittelpunkt stand. Das Singen der
Hymne Agnus Dei durch den Priester war ein fester Bestandteil jeder Messefeier. Die erste
Zeile des Textes lautet auf lateinisch ‘Agnus Dei
/qui tollis peccata mundi /miserere nobis’
(übersetzt: ‘Lamm Gottes /das die Sünden der
Welt wegnimmt /erbarme dich unser’). Das
schönste Lamm Gottes in der Region, auf dem
Chorgewölbe in Loppersum, stammt aus etwa
1480. Hier ist es mit einem Textband versehen,
auf dem nur noch die Worte ‘Agnus Dei qui…’
leserlich sind.
5
Wo l d e nd o rp R y s um
Dubbelschalige muren • Doppelschalige Wände
Aan weerszijden van de Eems vinden we enkele kerken met muren
in een dubbele aanleg, ook wel ‘dubbelschalige muren’ genoemd.
In Groningen zijn dat Termunten, Woldendorp en voorheen ook
Finsterwolde. In Ostfriesland betreft het de kerken van Hatzum,
Bunde, Rysum, Engerhafe, Marienhafe en Osteel. Deze opbouw
gaat waarschijnlijk terug op Westfaalse voorbeelden, in het bijzonder op het in 1272 voltooide koor van de Dom in Osnabrück.
De meeste van deze kerken dateren uit de tweede helft van de dertiende eeuw.
In Woldendorp bleef van een kruiskerk uit het derde kwart van
de dertiende eeuw alleen de schippartij bewaard. De wanden van
de oostelijke travee hebben vensters binnen twee hoge spitsboognissen, die geflankeerd worden door lage rondboognissen. Het
dubbelschalige karakter komt hier duidelijk tot uitdrukking door
de vrijstaande zuiltjes tussen de nissen. In Termunten worden de bogen rond de vensters niet gedragen door zuilen, maar door
kolonnetten.
In Rysum dateert het rechtgesloten koor uit het begin van de
veertiende eeuw. Deze ruimte heeft aan de zuid-, west- en oost­
zijde drie hoge, smalle rondboogvensters binnen soortgelijke nissen. De beide nissen terzijde worden door een lage zuil gescheiden van een smalle blinde nis. De oorspronkelijke situatie
van de muuropbouw werd hersteld bij de restauratie in 2007-2008.
In 1585 werd dit koor met een verdieping verhoogd om zo als toren
te fungeren. Dit betekent dat men hier niet van een oorspronkelijke koortoren kan spreken, zoals wel het geval is in Eilsum en
Groothusen. Deze bouwwijze komt in Groningen niet voor.
Woldendorp
Auf beiden Seiten der Ems finden wir einige Kirchen mit doppelschaligen Wänden. In Groningen sind das Termunten, Woldendorp und ehemals auch Finsterwolde. In Ostfriesland
betrifft es die Kirchen von Hatzum, Bunde, Rysum, Engerhafe
und Osteel. Dieser Aufbau geht wahrscheinlich zurück auf westfälische Vorbilder, insbesondere auf den 1272 fertiggestellten
Chor des Domes in Osnabrück. Die meisten dieser Kirchen stammen aus der zweiten Hälfte des dreizehnten Jahrhunderts.
In Woldendorp blieb von einer Kreuzkirche aus dem dritten
Viertel des dreizehnten Jahrhunderts nur das Schiff erhalten. Die
Wände des östlichen Joches haben Fenster innerhalb von zwei hohen Spitzbogennischen, die von niedrigen Rundbogennischen
flankiert werden. Der doppelschalige Charakter kommt hier deutlich zum Ausdruck durch die freistehenden Säulchen zwischen
den Nischen. In Termunten werden die Bögen um die Fenster
nicht von Säulen, sondern von Diensten getragen.
In Rysum stammt der Chor mit geradem Abschluss aus dem
Anfang des vierzehnten Jahrhunderts. Dieser Raum hat auf der
Süd-, West- und Ostseite drei hohe, schmale Rundbogenfenster
innerhalb von ähnlichen Nischen. Die beiden seitlichen Nischen
werden durch niedrige Säulen von schmalen Blendnischen ge­
trennt. Die ursprüngliche Lage des Maueraufbaus wurde bei der
Restaurierung 2007-2008 wiederhergestellt. Im Jahre 1585 wurde
dieser Chor um ein Stockwerk erhöht um in dieser Weise als Turm zu fungieren. Das bedeutet dass man hier nicht von einem
ursprünglichen Chorturm reden kann, wie dies wohl der Fall ist in Eilsum und Groothusen. Diese Bauart kommt in Groningen nicht vor.
(35
Rysum
36 )
6
Z uid bro ek S ta pel m o o r
Laatromaanse kruiskerken • Spätromanische Kreuzkirchen
Opvallend in Groningen en Ostfriesland is dat een aantal laatromaanse kerken is gebouwd op een kruisvormig grondplan.
Dertiende- en veertiende-eeuwse kruis­
kerken in Groningen vinden we in Leens,
Holwierde, Loppersum, Stedum, Zeerijp en Garmerwolde op het Hogeland en in
Zuidbroek en Noordbroek in Oldambt (de
kruiskerk van Midwolda werd geheel en die
in Woldendorp en Finsterwolde grotendeels
afgebroken). Kruiskerken in Ostfriesland
vinden we in Bunde, Pilsum, Reepsholt,
Norden (Ludgerikerk) en Stapelmoor (in
Hatzum en Osteel zijn de dwarspanden later
verdwenen). Elders in Nederland en Duitsland was deze bouwwijze in deze vroege fase – zeker voor dorpskerken – een grote
uitzondering, zodat de laatromaanse kruiskerk voor beide gebieden als kenmerkend
mag gelden. Een oorzaak kan zijn gelegen in het grote aantal
kloosters aan beide zijden van de Eems. Met hun vaak monumentale kruiskerken kunnen de kloosterkerken voor de dorpskerken
als model hebben gediend.
De kruiskerken van Zuidbroek en Stapelmoor werden beide in
één bouwcampagne aan het eind van de dertiende eeuw opgetrokken; beide gebouwen zijn vrijwel onveranderd bewaard gebleven.
De kerk van Zuidbroek volgt de gebruikelijke opzet met een schip
van twee traveeën en een koor van één enkele travee. De vierkante
gewelven in schip, viering en koor hebben acht ribben, de rechthoekige dwarsarmen elk vier. Anders dan in Zuidbroek heeft de
kerk in Stapelmoor de plattegrond van een Grieks kruis met vier
armen van gelijke lengte. Afwijkend aan de plattegrond van Stapelmoor is ook de vorm van de viering, die niet vierkant maar
rechthoekig is. Koor en schip hebben elk een gewelf met acht ribben, de dwarspanden hebben een ribloos koepelgewelf, alle op een vierkant grondplan. Stapelmoor
Zuidbroek
Auffallend in Groningen und Ostfriesland ist, dass eine Anzahl
von spätromanischen Kirchen auf einem kreuzförmigen Grund­
riss gebaut ist. Kreuzkirchen aus dem dreizehnten und vier­
zehnten Jahrhundert in Groningen finden wir in Leens, Holwierde, Loppersum, Stedum, Zeerijp und Garmerwolde auf
dem Hogeland und in Zuidbroek und Noordbroek im Oldambt
(die Kreuzkirche von Midwolda wurde ganz und die in Woldendorp und Finsterwolde grösstenteils abgetragen). Kreuzkirchen in Ostfriesland finden wir in Bunde, Pilsum, Reepsholt, Norden
(Ludgerikirche) und Stapelmoor (in Hatzum und Osteel sind die Querschiffe später verschwunden). Anderswo in den Niederlanden und in Deutschland war diese Bauweise in dieser frühen
Phase – sicher für Dorfkirchen – eine grosse Ausnahme, so dass
die spätromanische Kreuzkirche für beide Gebiete als charakteristisch gelten darf. Eine Ursache könnte die grosse Anzahl von
Klöstern auf beiden Seiten der Ems gewesen sein. Mit ihren oft
monumentalen Kreuzkirchen können die Klosterkirchen für die
Dorfkirchen als Modell gedient haben.
Die Kreuzkirchen von Zuidbroek und Stapelmoor wurden beide
in einer Baukampagne am Ende des dreizehnten Jahrhunderts errichtet; beide Gebäude sind fast unverändert
erhalten geblieben. Die Kirche von Zuidbroek
folgt dem üblichen Entwurf mit einem Schiff
von zwei Jochen und einem Chor aus einem einzigen Joch. Die viereckigen Gewölbe im
Schiff, Vierung und Chor haben acht Rippen,
die rechteckigen Querschiffe jeweils vier. Anders als in Zuidbroek hat die Kirche in Stapelmoor den Grundriss eines griechischen
Kreuzes mit vier Armen die gleich lang sind.
Abweichend ist auch die Form der Vierung, die
nicht viereckig, sondern rechteckig ist. Chor
und Schiff haben je ein Gewölbe mit acht Rippen, die Querschiffe haben ein rippenloses
Kuppel­gewölbe, alle auf einem viereckigen
Grundriss.
7
Gronin ge n ( M a r t inik erk ) N o rd e n (L ud gerik irche)
Verwante laatgotische omgangskoren • Verwandte spätgotische Umgangschöre
Tussen 1410 en 1430 werd de Martinikerk in de stad Groningen voorzien van een zeszijdig gesloten koorpartij met een brede omgang. Dit koor kreeg een niet
eerder vertoonde hoogte van 25 meter en wordt van de
omgang gescheiden door een arcade van dertien ronde
kolommen.
De vorm en opzet van het koor van de Ludgerikerk
in Norden in Ostfriesland stemmen zozeer met het
koor van de Groninger Martinikerk overeen, dat wordt
aangenomen dat de ontwerpen voor beide bouw­
werken van dezelfde hand zijn. Aangezien hier pas in 1445 met de bouw werd begonnen, moet het Norder
koor als een verkleinde navolging van het Groninger
model worden beschouwd.
De overeenkomsten tussen beide gotische koor­
partijen zijn treffend. In beide plaatsen vinden we
rond de sluitstenen in de omgang een beschildering
van de gewelf­ribben in afwisselend wit, zwart en rood
en in beide koren valt op dat er een kolom op de as van
het bouwwerk staat, en niet – zoals veel gebruikelijker
was – de kruin van een arcadeboog. In beide koren
stonden twee (nu verdwenen) zijaltaren op dezelfde
plaats in de kooromgang opgesteld. Hieraan her­
inneren in Norden twee brede boognissen in de wand
links en rechts van de kooras, die oorspronkelijk
plaats boden aan een altaarretabel of beeldengroep. Bij de restauratie van de Martinikerk in 1962-1975 trof architect P.L. de Vrieze twee nissen aan op dezelfde plaats; hier werden ze echter niet geopend.
Norden
Groningen
Zwischen 1410 und 1430 wurde die Martinskirche in Groningen
mit einer sechsseitig geschlossenen Chorpartie mit einem breiten
Umgang versehen. Dieser Chor bekam eine nicht vorher gezeigte Höhe von 25 Metern und wird durch eine Arkade von dreizehn
runden Säulen vom Umgang getrennt.
Die Form und der Entwurf des Chores der Ludgerikirche in
Norden in Ostfriesland ent­sprechen so sehr dem
Chor der Martinskirche in Groningen, dass an­
genommen wird dass die Entwürfe für beide Bauwerke von dem selben Baumeister sind. Weil
man erst 1445 mit dem Bau des Chores in Norden
anfing, muss er als eine verkleinerte Nachahmung
des Groninger Modells betrachtet werden.
Die Ähnlichkeiten zwischen beiden gotischen
Chorpartien sind treffend. In beiden Städten finden wir um die Schlusssteine im Umgang eine Bemalung der Gewölberippen in abwechselnd weiss,
schwarz und rot und in beiden Chören fällt auf,
dass eine Säule auf der Achse des Bauwerkes steht,
und nicht – wie viel üb­licher war – die Krönung eines Arkadebogens. In beiden Chören standen
zwei (jetzt nicht mehr existierende) Seitenaltäre an
der gleichen Stelle im Chorumgang. Daran erinnern in Norden zwei breite flache Bogennischen in der Wand links und rechts der Chorachse, die
ursprünglich einem Altaraufsatz oder einer Skulpturengruppe Platz boten. Bei der Restaurierung der
Martinskirche in den Jahren 1962-1975 fand Architekt P.L. de Vrieze zwei Nischen an der gleichen
Stelle vor; hier wurden sie aber nicht geöffnet.
(37
38 )
8
N o o rd bro ek C a mpe n
Losstaande lage kerktorens • Freistehende niedrige Kirchtürme
Naast forse torens, zoals in Loppersum, Stedum en Middelstum,
treffen we in Groningen ook verschillende lage torens aan, bijvoorbeeld in Baflo en Garmerwolde. Een aantal daarvan heeft
meer het karakter van een fors stenen klokhuis; voorbeelden vinden we vooral in het oosten van de provincie, onder meer in
Noordbroek en Zuidbroek. Dit fenomeen sluit aan bij het torenlandschap van Ostfriesland, waar bij verscheidene kerken een laag stenen klokhuis staat. Overigens komen ook daar forse torens voor, bijvoorbeeld in Marienhafe en Hage.
De toren in Noordbroek, daterend uit de eerste helft van de
veertiende eeuw, vormt een overgang tussen beide vormen. Het is een lage toren met een zadeldak en galmgaten in het bovendeel
van de muren. De beide sluitgevels hebben een rondbogig spaarveld, geflankeerd door twee spaarvelden met klimmende rond­
bogen. Aan de westzijde heeft het middelste spaarveld enig siermetselwerk. Door het ontbreken van vensters heeft de toren een
gesloten, bijna defensief karakter.
In verschillende Oostfriese dorpen hangen de klokken in een
laag gebouw dat zich eerder als klokhuis dan als toren laat aanduiden. De klokhuizen in onder meer Hinte, Loquard en Midlum
zijn lager dan dat in Noordbroek en ook minder gesloten, daar ze ook openingen hebben in het onderste deel. Verwantschap met Noordbroek toont de toren in Campen, die hoger is dan de
voornoemde en grotendeels gesloten muurwerk heeft. Het jaartal
1295 van de grote klok is mogelijk ook het bouwjaar van de toren.
Zowel in Noordbroek als in Campen is de oude spitsbogige toegang gedicht.
Noordbroek
Neben massiven Türmen, wie in Loppersum, Stedum und Middelstum, finden wir in Groningen auch mehrere niedrige Türme vor, zum Beispiel in Baflo und Garmerwolde. Einige von
ihnen haben mehr den Charakter eines massiven steinernen Glockenhauses. Beispiele finden wir vor allem im Osten der Provinz, u.a. in Noordbroek und Zuidbroek. Dieses Phänomen
entspricht der Turmlandschaft von Ostfriesland, wo bei ver­
schiedenen Kirchen ein niedriges steinernes Glockenhaus steht.
Übrigens kommen auch da massive Türme vor, zum Beispiel in Marienhafe und Hage.
Der Turm in Noordbroek, der aus der ersten Hälfte des vierzehnten Jahrhunderts stammt, bildet einen Übergang zwischen
beiden Formen. Es ist ein niedriger Turm mit einem Satteldach
und Schalllöchern im oberen Teil der Mauern. Die beiden Schlussgiebel haben eine rundbögige Blende, flankiert von zwei Blenden
mit gesteigerten Rundbögen. Auf der westlichen Seite hat die mittlere Blende ein wenig Ziermauerwerk. Weil Fenster fehlen, hat der Turm einen geschlossenen, fast defensiven Charakter.
In verschiedenen ostfriesischen Dörfern hängen die Glocken in
einem niedrigen Gebäude das sich eher als Glockenhaus denn als
Turm bezeichnen lässt. Die Glockenhäuser in u.a. Hinte, Loquard
und Midlum sind niedriger als das Glockenhaus in Noordbroek
und sie sind auch weniger geschlossen, weil sie auch Öffnungen
im unteren Teil aufzeigen. Verwandtschaft mit Noordbroek zeigt
der Turm in Campen, der höher ist als der Turm in Noordbroek
und grösstenteils geschlossenes Mauerwerk hat. Die Jahreszahl
1295 der grossen Glocke ist möglicherweise auch das Baujahr des Turmes. Sowohl in Noordbroek wie in Campen ist der alte
Spitzbogeneingang zugemauert.
Campen
9
O p w ierd e Vi c t o rbur
Uitgemetselde sacramentshuisjes • Ausgemauerte Sakramentshäuschen
In 1215 werd bepaald dat de hostie, het lichaam van Christus, na de misviering veilig achter slot en grendel bewaard moest worden om schennis en diefstal te voorkomen. Een veilige plaats
was een nis in de muur van de kerk waarvan het deurtje met een
slot afgesloten kon worden. Op den duur kwamen de kastjes uit de
muur naar voren en kregen ze vaak een torenachtige bekroning.
Het geheel werd daarmee een soort muurkast.
In Opwierde bestaat de muurkast uit een hoge smalle uitmetseling in de noordwand van het koor. Deze kast dateert niet uit de
bouwtijd van de kerk, de late dertiende eeuw, maar werd later toegevoegd, waarschijnlijk in de eerste helft van de zestiende
eeuw. De sacramentsnis zelf is omgeven door vier platen rode
zandsteen. In de dubbele sponning bevinden zich nog twee paar
gehengduimen voor de scharnieren van de verdwenen deurtjes. De buitenste rand rond de nis bestaat uit een rondstaaf die uitloopt op kraagsteentjes waarop waarschijnlijk kleine beeldjes stonden.
In het Oostfriese Victorbur bestaat het centrale deel van het sacramentshuis uit een met zandsteen bekleed kastje met geprofileerde randen. Resten van het hang- en sluitwerk herinneren ook
hier aan een verdwenen traliedeurtje. Het vlak boven het kastje is in twee boogvelden verdeeld, elk met een kleine console waarop
waarschijnlijk een beeldje heeft gestaan. Het geheel wordt bekroond door een kruis met versierde uiteinden, alles uitgevoerd in zandsteen. Het vlak onder het kastje wordt door drie baksteenstaven in twee velden gedeeld. Dit sacramentshuis dateert tezamen met het koor uit de vijftiende eeuw.
Opwierde
Im Jahre 1215 wurde bestimmt, dass die Hostie, der Leib Christi,
nach der Messefeier sicher hinter Schloss und Riegel aufbewahrt
werden musste um Schändung und Diebstahl zu verhindern. Ein
sicherer Ort war eine Nische in der Wand der Kirche deren Tür mit einem Schloss zugeschlossen werden konnte. Auf die Dauer
traten die Gehäuse aus der Wand hervor und bekamen sie oft eine turmartige Bekrönung. Das Ganze wurde damit eine Art
Wandschrank.
In Opwierde besteht der Wandschrank aus einer hohen schmalen Ausmauerung in der Nordwand des Chores. Dieser
Schrank stammt nicht aus der Bauzeit der Kirche, dem späten
dreizehnten Jahrhundert, aber wurde später hinzugesetzt, wahrscheinlich in der ersten Hälfte des sechzehnten Jahrhunderts. Die
Sakramentsnische selbst ist umgeben von vier Platten aus rotem
Sandtein. In dem doppelten Falz befinden sich noch zwei Paar
Haspen für die Gelenke der verschwundenen Türen. Der äussere
Rand um die Nische besteht aus einem Rundstab der ausläuft auf
Kragsteine auf denen wahrscheinlich kleine Figuren standen.
Im ostfriesischen Victorbur besteht der zentrale Teil des Sakramentshauses aus einem mit Sandstein bekleideten Schrank
mit profilierten Rändern. Reste des Beschlages erinnern auch hier
an eine verschwundene Gittertür. Die Fläche über dem Schrank ist in zwei Bogenfeldern verteilt, jeweils mit einer kleinen Konsole
auf der wahrscheinlich eine Figur stand. Das Ganze wird gekrönt
durch ein Kreuz mit verzierten Enden, alles ausgeführt in Sandstein. Die Fläche unter dem Schrank wird durch drei Backstein­
stäbe in zwei Spiegeln geteilt. Dieses Sakramentshaus stammt wie der Chor aus dem fünfzehnten Jahrhundert.
(39
Victorbur
10 H o lw ierd e M a n sl a g t
Trechtervormige piscina’s • Trichterförmige Piscinen
Volgens kerkelijk voorschrift was in iedere kerk een wasbekken
aanwezig voor de handwassing van de priester vóór de mis en voor de reiniging van zijn vingers en het gewijde vaatwerk na de
communie. Dit bekken bevond zich als regel in de muur naast het
altaar en had een afvoer naar buiten, waardoor het water op de gewijde grond van het kerkhof terechtkwam. Piscina is het Latijnse
woord voor waterbekken. Men zou veronderstellen dat als voor het
liturgisch gebruik van de kerk een wasbekken noodzakelijk was,
dit direct bij de bouw in de muur geplaatst werd. Er zijn echter diverse aanwijzingen dat de piscina in veel kerken pas naderhand
in de muur ingekapt is. Het inkappen van piscina’s in de vijftiende
en zestiende eeuw lijkt te wijzen op een toenemende behoefte aan sacrale waterafvoer. Waarschijnlijk hangt dit samen met de
toename van de verering van het heilig sacrament in de vorm van
de geconsacreerde hostie.
Er is een opvallende overeenkomst in de vormgeving van de piscinanissen in de kerken van Holwierde en Manslagt, gelegen
aan weerszijden van de Eems. Mogelijk werden beide piscina’s
door dezelfde hand vervaardigd. In het Groningse Holwierde zien
we een piscina in een soort trechtervorm waarbij de zijkanten en
de bovenkant schuin toelopen naar de achterkant, met daarin een
gat voor de afvoer. In het Oostfriese Manslagt loopt de achterkant
van de muurnis ook trechtervormig af. Het vroeggotische koor in
Holwierde dateert uit het begin van de veertiende eeuw, de kerk in Manslagt van ca. 1400. Bij beide kerken werd de piscina later ingekapt, mogelijk pas aan het begin van de zestiende eeuw.
40 )
Holwierde
Nach kirchlicher Vorschrift gab es in jeder Kirche ein Wasch­
becken für die Handwaschung des Priesters vor der Messe und für die Reinigung seiner Finger und der geweihten Gefässe nach
der Kommunion. Dieses Becken befand sich meistens in der Wand
neben dem Altar und hatte einen Abfluss nach aussen, wodurch
das Wasser auf den geweihten Boden des Kirchhofes floss. Piscina
ist das lateinische Wort für Wasserbecken. Man würde annehmen
dass wenn für den liturgischen Gebrauch der Kirche ein Waschbecken notwendig war, dieses gleich beim Bau in die Wand ge­
setzt wurde. Es gibt aber verschiedene Hinweise, dass die Piscina
in vielen Kirchen erst später in der Wand eingehauen ist. Das Einhauen von Piscinen im fünfzehnten und sechzehnten Jahr­
hundert scheint auf einen zunehmenden Bedarf an sakralem
Wasser­abfluss hinzuweisen. Wahrscheinlich hängt dies mit dem Wachsen der Verehrung des heiligen Sakraments in der Form der konsekrierten Hostie zusammen.
Es gibt eine auffallende Ähnlichkeit in der Gestaltung der Piscinanischen in den Kirchen von Holwierde und Manslagt, gelegen auf beiden Seiten der Ems. Möglicherweise wurden beide
Piscinen von der selben Hand angefertigt. Im Groninger Hol­
wierde sehen wir eine Piscina in einer Art Trichterform wobei die
Seiten und die Oberseite schräg auf die Rückseite zulaufen, mit einem Loch für den Abfluss. Im ostfriesischen Manslagt senkt
sich die Rückseite der Wandnische auch trichterförmig. Der frühgotische Chor in Holwierde stammt aus dem Anfang des vier­zehnten Jahrhunderts, die Kirche in Manslagt aus etwa 1400.
Bei beiden Kirchen wurde die Piscina später eingehauen, möglicherweise erst am Anfang des sechzehnten Jahrhunderts.
Manslagt
2 8 / 2 a p r i l 2 0 1 1
De Stichting
Het voorjaar is bij uitstek het jaargetijde om er op uit te trekken. De Stichting Oude Groninger Kerken heeft dan ook tal
van activiteiten die hiertoe uitnodigen. Zo zijn op 27 en 28 mei de eeuwenoude kerken in en rond Loppersum het podium
van Terug naar het begin. Wilt u op eigen gelegenheid de provincie in, dan kunt u op de website zes nieuwe kerkentochten
downloaden. In deze aflevering van De Stichting verder nieuws over het ‘werk in uitvoering’: van de synagoge in de
Folkingestraat tot het orgel van Noordwijk. ‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid’ geldt voor die laatste plaats letterlijk.
In Westeremden ‘géén geur van onbruik’
Int erv ie w me t Henk Hel m ant el
Over recente aandacht voor het werk van schilder Henk
Helmantel (Westeremden, 1945) valt niet te klagen. In twee
Groninger musea wordt de komende maanden een selectie van
zijn werken getoond. Uiteraard in de Weem in Westeremden,
het atelier van Helmantel dat dit jaar 25 jaar bestaat. In het
klooster Ter Apel zijn, verlengd, tot en met de kerstvakantie
naast schilderijen ook ook een grote collectie middeleeuwse
beeldhouwwerken, meubels en gebruiksvoorwerpen te zien
uit de collectie van de schilder en diens echtgenote Babs.
Kerk- en kloosterinterieurs spelen in het oeuvre van Helmantel
een grote rol. Voor de documentaire ‘Helmantel’, uitgezonden
door RTV Noord, schilderde hij het koor van de dertiende-eeuwse
Andreaskerk in zijn woonplaats. Op 1 maart onthulde hij in de Remonstrantse kerk in Groningen, het onderkomen van de Stichting Oude Groninger Kerken (SOGK), een schilderij van het
interieur van de Donatuskerk in Leermens. Op dit imposante doek
is een reconstructie te zien van het grotendeels verdwenen doksaal
van de kerk uit circa 1250.
van Loppersum. Ik was nog nooit in een gerestaureerde kerk geweest en wist niet dat er zoiets moois bestond.’ Kerkinterieurs
zijn voor hem sindsdien een geliefd thema. ‘De aandacht voor
middeleeuwse kerken is begonnen in het eigen gebied, boven de grote rivieren, maar heeft zich steeds meer uitgebreid. Vanaf
ongeveer 2000 maakte ik ook enkele reizen naar het buitenland,
bijvoorbeeld naar Zuid-Frankrijk, Praag, Sachsen-Anhalt en Bourgondië’.
Helmantel wordt in de door hem geschilderde kerken ‘vooral getroffen door de schoonheid van de architectuur.’ ‘Tezelfdertijd
heb ik een diep besef van waarvoor de kerken ooit gebouwd werden.’
Dat laatste brengt hem tot een typering van zijn eigen buurman, de Andreaskerk: ‘Als je de kerk binnenkomt, voel je dat ‘ie
gebruikt wordt. Het ruikt er niet naar onbruik.’ Helmantel hoopt
dan ook dat de Stichting ‘ook in de toekomst in staat is kerken te restaureren en onderhoud te plegen waar nodig, maar tevens
een invulling weet te vinden passend bij de kerk.’ ‘Jongeren moeten hun verantwoordelijkheid nemen, door zitting te nemen
in de plaatselijke commissies.’
Band
De Leermster kerk is een van de kerken waarmee de schilder naar eigen zeggen een bijzondere band heeft, hij is er een beetje mee
‘getrouwd’. Bijzonder mag ook de relatie tot de SOGK heten. Helmantel typeert deze zelf als ‘lang en stevig’. ‘Kort na de op­
richting maakte ik al kennis met het werk van de Stichting op de kunstmarkt van Op Roakeldais in Warffum, waar zowel de
Groninger Kerken als ik een stand hadden. Kees Reinders uit Middelstum toonde er kerkenfoto’s.’ Toen de Andreaskerk in de jaren zeventig werd gerestaureerd, woonde hij regelmatig de
bouwvergaderingen bij. Die belangstelling kwam mede voort uit
de verbondenheid tussen de kerk en de door Helmantel weer op­gebouwde middeleeuwse pastorie. ‘De vorm en het materiaalgebruik van de topgevels vertonen een grote gelijkenis met die van de kerk.’ In de jaren vóór de restauratie legde de schilder de
Andreaskerk al een aantal malen vast, ‘van de buitenzijde, opgenomen in het landschap en ook het interieur’. Dat laatste schilderij, in 1979 voltooid op basis van eerdere tekeningen, was vooral
bedoeld ‘als document’. Inmiddels is Helmantel al jaren voorzitter
van de Plaatse­lijke commissie van de kerk in Westeremden.
De interesse voor Groninger kerken dateert al van vroeger datum.
‘In 1965 kwam ik voor een expositie in de Petrus en Pauluskerk
• Zomerexpositie: Henk Helmantel, keuze uit eigen collectie - 65 stillevens en kerkinterieurs in Museum De Weem in Westeremden van 28 april t/m 27 augustus 2011.
• De middeleeuwen van Helmantel. Klooster Ter Apel, t/m de kerstvakantie.
Zie voor meer informatie de Agenda.
foto: Omke Oudeman
Zo iets moois
nieuws
Nieuwe fotowedstrijd
De fotowedstrijd die de Stichting Oude Groninger Kerken
vorig jaar uitschreef voor de kerkenkalender 2011 was een
groot succes. Meer dan driehonderd inzendingen kwamen
binnen. Het resultaat was een prachtige, gevarieerde
kerken­kalender voor het jaar 2011. Niet alleen de Stichting
zelf was verheugd, maar ook u liet massaal weten erg blij te zijn dat er eindelijk weer een echte kerkenkalender was.
Deze was dan ook al voor de jaarswisseling uitverkocht! De
kritieken waren lovend. Voor de Stichting genoeg redenen
om opnieuw een fotowedstrijd uit te schrijven om zo ook
een kalender voor 2012 te kunnen presenteren.
Hiermee opnieuw de oproep aan iedere (amateur)foto­
graaf om foto’s van één van de kerken of kerkhoven die onder de Stichting vallen via de website in te sturen. Misschien heeft u daarvoor nog opnamen in uw fotoarchief?
Maar wellicht vindt u het ook wel een uitdaging om de provincie in te trekken en een mooi plaatje van één van de kerken of kerkhoven te schieten. Dit jaar willen wij u uitdagen om, naast kerken die in de buitenlucht gefoto­
grafeerd zijn, ook naar binnen te gaan en foto’s van bijvoorbeeld het interieur te maken. Meer informatie over
deelname aan de fotowedstrijd vindt u op onze website
www.groningerkerken.nl/fotowedstrijd.
Zes nieuwe kerkentochten op de website
Sinds kort kunt u via de site www.groningerkerken.nl uw
eigen kerkentocht downloaden. U heeft daarbij de keus uit
vier fiets- en twee auto- of bustochten.
Schetsontwerp van Inkstone door Huang Yong Ping
De kerkentochten zijn samengesteld door een aantal van
onze vrijwilligers. De fietstochten lopen door het Reitdiepgebied, een korte en een lange tocht, startplaats Groningen
en door Fivelingo, een noord- en zuidroute, startpunten
Loppersum en Stedum. De auto- of bustochten voeren door
het oostelijk en het westelijk deel van de provincie. Deze
starten bij het Hoofdstation in de stad. Uiteraard komt u in deze tochten langs een aantal kerken van de Stichting.
De autotochten kunnen desgewenst ook per bus gemaakt worden en voor de begeleiding tijdens deze tocht
kunnen wij zorgen. We hebben gidsen beschikbaar die van uw dag uit een bijzondere ervaring zullen maken!
Op Hoogte Gedacht
De Groninger historische kerkhoven op een bijzondere manier onder de aandacht van een groter publiek brengen,
dat is de drijfveer achter Op Hoogte Gedacht, het in 2004
begonnen project rond beeldende kunst op kerkhoven. In
samenwerking met de Stichting Kunst en Openbare Ruimte
uit Amsterdam en de Provincie Groningen werd invulling
gegeven aan de plannen. Voor het project werden negen
kunstenaars geselecteerd, die allen een plan indienden
voor acht kerkhoven. De door hen te realiseren werken reflecteren op eigen wijze de specifieke functie en betekenis
van de plek van plaatsing. Net als deze locaties heeft ieder
werk een permanent karakter. Beeldende kunst fungeert op de wijze als een link tussen heden en verleden: de tijd
mag zijn gang gaan.
De twee meest recente werken
• ‘Inkstone’ van Huang Yong Ping
Begin oktober 2010 werd begonnen met de realisatie van
het werk van Huang Yong Ping bij de kerk van Vierhuizen.
Dit voorstel van Ping draagt de titel ‘Inkstone or Protective
Stone’ en voorziet in de realisatie van een stenen platform,
met daarop langs de rand een watergeul en een fonteintje.
De vorm van het platform, waarop de bezoeker kan zitten,
is gebaseerd op een oosterse inktsteen en een westerse
grafsteen die als het ware met elkaar zijn versmolten. Op de
rand is de tekening van een draak uitgekerfd.
• ‘Irréel’ van Meschac Gaba
In mei 2009 is het kunstwerk van de Afrikaanse kunstenaar
Meschac Gaba gerealiseerd. Voor het kerkhof van Wierhuizen, waarvan de kerk tijdens de kerstvloed van 1717 wegspoelde, maakte hij een skelet van een kerk uit zijn geboorteland Benin. Dit bijna vier meter hoge werk, uitgevoerd in
betonstaal en in de verzinkerij werd het in glanzend brons
of koper gekleurd. In het midden van de sculptuur werden
twee metalen stoelen en een tafel geplaatst als symbool
voor een nieuwe ontmoeting.
Voor een overzicht van de kunstenaars die meewerken aan
dit project kunt u kijken op de website van de Stichting:
www.groningerkerken.nl.
Donaties en giften
Onder de titel ‘Beschermengel gezocht’ voerden wij aan het
einde van het jaar een mediacampagne voor het werven van
nieuwe donateurs. Het resultaat was heel bemoedigend.
Nieuwe donateurs: heel hartelijk welkom!
Maar ook de bestaande groep donateurs liet zich in de afgelopen periode niet onbetuigd. Wij ontvingen prachtige
periodieke schenkingen en giften waaruit blijkt dat onze
achterban zeer betrokken is bij het werk van de Stichting.
Er waren ook andere, bijzondere verrassingen. Zo stemden de meeste medewerkers van de afdeling EMIC van de faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen op onze Stichting en ontvingen wij ¤ 1000 die anders aan het verzenden van kerstkaarten
waren besteed. De Groninger Hulpverleningsdienst verraste ons in het kader van zijn eindejaarsactie opnieuw met
een bijdrage van ¤ 280. Drie verjaardagsgiften van respectievelijk ¤ 225, ¤ 500 en ¤ 550 kunnen aan het lijstje bijzondere giften worden toegevoegd. Ook een gift van ¤ 750 ter
gelegenheid van twee verjaardagen en een huwelijksfeest
mag niet onvermeld blijven. Een echtpaar schonk ¤ 969,35
voor het toekomstig herstel van het orgel in Den Andel.
De financiële positie van de Stichting Van Tuikwerd
Fonds van de SOGK werd opnieuw versterkt met een belangrijke periodieke schenking. De heer F.H.Oswald en
mevrouw A.L. Oswald-van Driessen legateerden ¤ 25.000
aan onze Stichting.
De Stichting Oude Groninger Kerken heeft ook een nieuw
Fonds op Naam: de Stichting Ausema-de Jong Fonds. Dit
ondersteunt de algemene doelstelling van de Stichting.
Daarnaast zorgt het voor de instandhouding van de familie­
graven van de families Ausema en De Jong in Groningen en Friesland.
Overdracht synagoge Appingedam
Op 29 december werd de voormalige synagoge van
Appingedam overgedragen aan de Stichting Oude Gro­ninger Kerken. De synagoge was van 1801 tot in 1942 in gebruik bij de joodse gemeente. Vanaf 1945 vond de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt hier onderdak.
Door intensieve samenwerking tussen burgerlijke gemeente, kerkgenootschappen, maatschappelijke orga­
nisaties en de Stichting is het mogelijk om de historische
kerkgebouwen in het centrum van Appingedam een nieuwe
invulling te geven. Hierbij is het de bedoeling dat kerkelijk
gebruik gecombineerd gaat worden met maatschappelijk
en cultureel gebruik. De Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt
zal op termijn haar intrek nemen in de kerk en pastorie aan
de Dijkstraat, gebouwd door de bekende architect Egbert
Reitsema (1892-1976), terwijl de burgerlijke gemeente
Appingedam zalencentrum Kabzeël zal gaan gebruiken
voor verschillende maatschappelijke functies. De vrij­
gekomen synagoge aan de Broerstraat werd overgenomen
door de Stichting, die het gebouw geschikt gaat maken
voor erfgoedlogies. Daarnaast gaat de synagoge als startpunt dienen voor een cultuurhistorische wandeling. Behoud en hergebruik van de monumentale kerken zijn
speerpunten van het gemeentelijk beleid zoals geformuleerd in het ‘Ontwikkelperspectief 2030’.
Orgel van Noordwijk
Het schilderwerk aan het Van Oeckelenorgel in de kerk van Noordwijk is voltooid. Gedurende vele weken hebben
de dames Veldman en Veltman geschuurd, gestopt, gemarmerd, gebeitst en geschilderd. Bakkersgeel of postkoetszwart, klimmend en klauterend in en rond het orgel eindigde het vakwerk, met als klapstuk het aanbrengen van gouden randen op de voorzijde van de bekasting van het orgel.
 
Het orgel is, vrij naar de beginregels van het Gronings
volkslied, weer een echt ‘pronkjuweel met een gouden
rand’. Veel belangstellenden kwamen de afgelopen maanden kijken. Ook RTV Noord verscheen ten tonele en interviewde onder anderen de restauratoren en orgelkenner professor Hans Fidom over de wetenswaardigheden van dit in 1871 gebouwde instrument.
 
Het pijpwerk is weer teruggeplaatst, hetgeen een megaklus
genoemd mag worden. Dit gebeurde door de firma Elbertse, orgelrestaurateur te Soest, die de totale orgelrestauratie
voor zijn rekening nam. Het zal nog enkele maanden duren
voordat het orgel weer helemaal bespeelbaar is en weer officieel in gebruik wordt genomen. We houden u op de
hoogte.
Achtergrond
Het orgel van Noordwijk werd in 1871 door de firma P. van
Oeckelen en Zonen geleverd. De plaatsing was het sluitstuk
van werkzaamheden aan het interieur van de kerk van
Noordwijk in de jaren zestig en zeventig van de negentiende eeuw. Het orgel was meer dan een eeuw later in zo’n
slechte staat, dat een serieuze restauratie noodzakelijk was geworden. Het instrument was dit meer dan waard: het is een karakteristiek en representatief voorbeeld uit het oeuvre van de gerenommeerde orgelmakers. De kerk,
het kerkhof en uiteraard het orgel behoren alle tot het bezit van de Stichting Oude Groninger Kerken.
werk in uitvoering
‘Het is een compliment als men
Als je voor het eerst door de Folkinge­
straat loopt, zal het wellicht niet
direct opvallen.
Tussen de winkels aan het begin van
‘De restauratie is een behoorlijk karwei en niet te
vergelijken met het restaureren van bijvoorbeeld
middeleeuwse kerken. In deze tijd werden veel
verschillende soorten materialen gebruikt. Ook
de synagoge is hier een voorbeeld van. Ook hier
wordt nauwkeurig en verfijnd omgegaan met
deze straat is een heel bijzonder
gebouw te zien: de synagoge. Sinds 2010
is het gebouw in eigendom van de
Stichting Oude Groninger Kerken.
‘Dit jaar voeren wij een groot restauratie­project
uit’, vertelt Jur Bekooy, bouwkundige van de
Stichting. ‘De voornaamste reden hiervoor is dat de voorgevel hoognodig hersteld moet worden’. Bekooy laat het ontwerp zien dat door de restauratiearchitect is gemaakt en wijst op een aantal opmerke­lijke details.
Toelichting tekening
- Op deze bouwtekening zien we alle onderdelen die vervangen of gerestaureerd
moeten worden. Het is van belang dat
het oorspronkelijk materiaal hergebruikt
wordt.
- Het roosvenster: Dit opvallende glasin-lood wordt volledig hersteld.
- Ter uitvoering van de restauratie wordt
een grote steiger gebouwd om de restau­
ratie uit te kunnen voeren. De steiger
zal ingenieus neergezet moeten worden,
zodat deze de doorgang van de Folkingestraat niet belemmert.
- Van een aantal ramen wordt het be­
schermende kunststof vervangen
door echt glas.
- Met name het metsel- natuursteenen voegwerk behoeft grondig herstel.
het materiaalgebruik. Een mooie uitdaging dus’.
denkt dat er niets is gedaan’
‘Dit project vind ik een nieuwe
uitdaging voor de Groninger
Kerken. Het gebouw is een combinatie van Neo-byzantijnse en
jugendstilarchitectuur. In een
artikel van Wout van Bekkum en
Kees van der Ploeg in het oktobernummer van 2008 van Groninger
Kerken wordt hier uitgebreid op
ingegaan. Het is onze taak om die
uitstraling ook na de restauratie
te behouden. Er wordt wel eens
verontwaardigd gereageerd na een
restauratie. Men ziet dan niet dat
er iets gedaan is. Dát is nu juist het
mooiste compliment. We proberen
zo goed mogelijk te restaureren en
niet te vernieuwen.’
donateurs service
Groningen onbewolkt
Fotograaf Peter Elenbaas maakte na vier succesvolle delen Amsterdam onbewolkt onlangs een prachtig boek
met luchtfoto’s van de Nederlandse eilanden en het Waddengebied: De Wadden onbewolkt. Nu heeft hij zijn
koers verlegd naar het vasteland. Deze zomer voerde het vluchtplan naar de provincie Groningen, waar
Elenbaas ons van Delfzijl tot Zoutkamp voert. We zien naast klassiekers als de Martinitoren,
de veenkoloniën en het vestingstadje Bourtange ook de wierdedorpen Ezinge en Warffum
Vaste prijs ¤ 29,50
en de Blauwe Stad in het Oldambtmeer.
De codeersleutel
Hoe waren oude bouwmeesters in staat prachtige grootse bouwwerken, zoals de goti­
sche kathedraal Notre Dame of de paltskerk in Aken, neer te zetten? Auteur Jan Battjes
ontrafelt in De codeersleutel ontwerpgeheimen van bouwmeesters uit het verleden aan de
hand van geometrische en mathematische methoden. Daarbij neemt hij de lezer mee
tot ver in de middeleeuwen. Met slechts een passer en liniaal werden toen architectoni­
sche hoogstandjes gebouwd. De cirkel, het vierkant en het pentagram speelden daarbij leidende rollen. De auteur licht
Vaste prijs ¤ 32,50
zijn visie toe met voorbeelden uit de religieuze en wereldlijke architectuur. Met uitstapjes naar de verre Hagia Sofia in
Istanbul tot bouwwerken even over de grens. En dichterbij huis, de kerken op het Groningerland.
Rondje Groningen en
Routeboekje Internationale Dollard route
Met de zomermaanden voor de deur hebben we weer een aantal mooie fietsroutes
door de provincie Groningen in ons assortiment opgenomen. Groningen is een
fietsprovincie bij uitstek. Iets wat steeds meer mensen ontdekken. Het boekje Rondje
Groningen voert u in twaalf beschreven routes door de mooiste natuurgebieden, langs
wierden en over het vlakke land, langs watergebieden en historische plaatsen.
Het Routeboekje Internationale Dollard route is een internationale fietsroute rondom
de Dollard. De tocht voert u langs Delfzijl, Winschoten, Nieuweschans, Weener en
Emden, dus ook het gebied waar veel van de zomerdagtochten plaats gevonden hebben en nog steeds plaats vinden. Romaanse kerken
en pronkvolle polderhoeves zijn getuigen van een landelijke cultuur in deze fietsroute. Wanneer u nu beide fietsroutes samen met onze
kerkenkaart bestelt, ontvangt u een korting van € 2,49 op de totaalprijs van deze drie artikelen!
Vaste prijs Rondje Groningen: ¤ 4,99
De kerkenkaart is een kaart van de provincie Groningen waar alle kerken van de stichting op
Vaste prijs Dollard Route: ¤ 1,50
staan aangegeven. Samen met een sleutellijst zit deze kaart in een handzaam plastic mapje:
Vaste prijs beide fietsroutes + kerkenkaart
een ideale kaart om mee te nemen tijdens uw fietstocht!
samen: ¤ 8,50 (normaal: ¤ 10,99)
Alle middeleeuwse kerken in Groningen en Drenthe
Drie jaar geleden verscheen het boek Alle middeleeuwse kerken van Harlingen tot Wilhelmshaven, een bijna
duizend pagina’s tellend boek met ongeveer vierhonderd kerken uit Friesland, Groningen, Drenthe en
Ostfriesland. Het boek was erg gewild en zowel de eerste als de tweede druk waren in korte tijd uit­
verkocht. Later bleek behoefte te zijn aan een handzamer formaat en vriendelijker geprijsd boek waarin
deze kerken per provincie zijn gebundeld. Dit heeft geleid tot de uitgave van twee paperbacks: een deel
over Friesland en een deel over Groningen en Drenthe. Wij bieden u het (alsnog 360 pagina’s tellende!)
boek Alle middeleeuwse kerken in Groningen en Drenthe aan. Een absolute aanrader voor iedereen die de
duurdere, gebonden en inmiddels dus uitverkochte totaaluitgave heeft gemist.
Vaste prijs ¤ 24,95
Zo bestelt u: elders in dit tijdschrift vindt u de bestelkaart van onze donateursservice. Vul deze in, plak er een postzegel
op en doe hem op de bus. U ontvangt uw bestelling dan zo snel mogelijk thuis. Verzend- en administratiekosten zijn € 4,- per
bestelling. Bij uw bestelling zit een nota voor uw betaling. De inkomsten komen ten goede aan de Stichting Oude Groninger Kerken.
Wanneer u meer informatie wilt over uw bestelling kunt u contact opnemen met het bureau van de Stichting, (050) 312 35 69.
A ll e ui tg ave n z ijn o o k t e ko o p v ia o nz e we b w inke l: w w w.g ro ning e r ke r ke n.nl/ w inke l
donateurs service
e
x
c
u
r
s
i
e
s
Paaswandeling Midwolde-landgoed Nienoord
Tweede paasdag, 25 april, organiseert de stichting een paaswandeling
van de kerk van Midwolde naar Landgoed Nienoord. Deze wandeling is
het begin van een nieuwe traditie die de stichting lanceert. Vanaf dit
jaar wil de stichting twee keer per jaar een wandeling organiseren als
alternatief voor de winterwandelingen. De eerste wandeling vindt
plaats op tweede paasdag in de provincie. De tweede wandeling vindt
(onder voorbehoud) plaats op tweede kerstdag in de stad Groningen.
De paaswandeling vertrekt vanuit Midwolde. Vanaf 12.00 staat de deur
van de kerk open en bent u van harte welkom voor een kopje koffie of
thee. Vervolgens krijgt u een rondleiding door de kerk en zal een gids
over de kerk en het orgel vertellen. Ter afsluiting van de rondleiding
speelt een organist op het orgel. De kerk van Midwolde is vooral bekend vanwege het imposante praalgraf van Rombout Verhulst. Na de
rondleiding gaat u op pad voor een stevige wandeling naar landgoed
Nienoord. De lengte hiervan is ongeveer 2 km. Tijdens de wandeling
vertelt bioloog Wijnand Dijkstra over de omgeving en het landschap
waar u doorheen loopt. Eenmaal aangekomen op landgoed Nienoord
krijgt u een rondleiding (met gids) door de borg en het depot van Het
Nationaal Rijtuigmuseum. Na afloop loopt u rechtstreeks terug naar
Midwolde (ongeveer 1,5 km) waar de middag in het Theehuis naast de
kerk rond 16.00 uur wordt afgesloten met een zeer uitgebreide High
Tea.
De kosten zijn ¤ 30,00 per persoon voor donateurs. Niet donateurs betalen ¤ 35,00 per persoon. De prijs is inclusief koffie en thee bij ontvangst, rondleiding door de kerk, uitleg door de gids tijdens de wandeling, rondleiding in het Rijtuigmuseum en de High Tea.
Opgave door middel van de antwoordkaart in het midden van dit tijdschrift, [email protected] of telefonisch 050 - 312 35 69.
‘Even kieken bie’: de Folkingestraat Synagoge
Op vrijdag 20 mei organiseert de Stichting Oude Groninger Kerken
een mini-excursie naar de Folkingestraat Synagoge.
De Folkingestraat Synagoge werd in april 2009 overgedragen aan de
SOGK. De belangrijkste reden voor de overdracht is de specifieke
kennis en ervaring die de Stichting heeft met het onderhoud van gebouwen met een religieuze bestemming. Na inspectie bleek dat groot
onderhoud van het pand op korte termijn noodzakelijk is. Op dit
moment wordt de synagoge dan ook grondig onder handen genomen
en is dientengevolge gesloten voor het publiek… maar niet voor ons.
Wij gaan zien hoe de stand van zaken nu is en welke maatregelen getroffen worden om straks weer over een geheel opgeknapte sjoel te
kunnen beschikken. En misschien krijgt u ook nog een kleine toegift!
De excursie staat onder leiding van een bouwkundige van de Stichting
Oude Groninger Kerken. Alle deelnemers ontvangen bij binnenkomst
in de Remonstrantse kerk een uitgebreid documentatiepakket.
Programma:
Aanvang: 10.00 uur Remonstrantse kerk
Ontvangst met een kopje koffie/thee
Daarna lopen wij gezamenlijk naar de Folkingestraat Synagoge.
Einde excursie: ca. 14.00 uur
Opgave door middel van de antwoordkaart in het midden van dit tijdschrift.
Prijs: ¤ 7,50, donateursprijs: ¤ 5,00. Dit bedrag kan contant worden
voldaan bij aanvang van de excursie in de Remonstrantse kerk.
Donateursdag 2011 in en om de Remonstrantse kerk te Groningen
‘Een kijkje in de keuken van de SOGK’
De jaarlijkse Donateursdag vindt plaats op zaterdag 7 mei in en om de
Remonstrantse kerk in Groningen, het kantoor van de Stichting Oude
Groninger Kerken. U vindt deze kerk op loopafstand van het Hoofd­
station. Deze dag willen wij u graag ons werk laten zien, een ‘kijkje in
de keuken’.
Toen de Remonstrantse gemeente in 2004 haar kerk overdroeg aan
de SOGK was dat niet zonder aarzeling. De kerkgangers hadden het
gebouw eind negentiende eeuw immers met dubbeltjes en kwartjes
bij elkaar gespaard en waren er altijd trots en zuinig op geweest. Maar
juist omdat de kerk zo mooi is, was het jammer dat die zo weinig meer
werd gebruikt. De nieuwe ‘huisbaas’ combineerde het hoognodige
onderhoud met een ingrijpende verbouwing (onder leiding van de
Japanse architect Moriko Kira). Zo werd de Remonstrantse kerk een
prachtige ’nieuwe’ kerk én een multifunctioneel gebouw. De kerkelijke
gemeente kerkt er op zondagochtend nog steeds.
U bent tussen 9.30 en 16.00 uur van harte welkom bij de diverse activiteiten. Zo worden er rondleidingen gegeven door het gebouw en de
tuin, medewerkers van de SOGK laten zien en horen waar ze mee bezig
zijn, schrijfster Ynskje Penning, van onder andere de historische thriller
Emo’s labyrint, is aanwezig en zij leest voor uit dit boek en signeert
desgewenst. Verder is er muziek, gaan we kijken in de Der Aa-kerk
hoe het restauratiewerk aan het beroemde Schnitger-orgel vordert, de
‘Kerkenkoos’ neemt u mee op kerkentocht, Organisatiebureau Geert
Lameris vertelt over het festival Terug naar het begin van 27 en 28 mei in
de kerken van Loppersum en omgeving, de mediatheek is open voor
bezoek, de afdeling educatie laat van zich horen, in de kerkzaal is een
kleine foto-expositie over de Remonstrantse kerk u kunt ook zelf aan
de slag met het metselen van ‘boogjes’, u kunt op de foto als beschermengel en de winkel van de SOGK houdt uitverkoop. Kortom u hoeft zich
deze dag niet te vervelen!
Het programma is gratis toegankelijk voor onze donateurs. Koffie en
thee zijn ook gratis, broodjes en soep zijn ter plaatse te koop.
We hopen u allen te mogen begroeten op zaterdag 7 mei vanaf 9.30
uur. Laat u verrassen!
Kijk op de website voor meer gedetailleerde informatie.
U hoeft zich voor deze dag niet op te geven, maar wanneer u aan de eenvoudige lunch wilt deelnemen, horen we dit graag van u. De lunch wordt
geserveerd tussen 12.00 uur en 13.30 uur. Opgave voor de lunch kan telefonisch op 050-3123569 of via de mail: [email protected]
n
v
u
l
e
n
•
De codeersleutel
prijs: ¤ 32,50
aantal: 
Groningen onbewolkt
prijs: ¤ 29,50
aantal: 
l
U
i
t
s
h
e
u
r
Alle middeleeuwse kerken in
Groningen en Drenthe
prijs: ¤ 24,95
aantal: 
e
r
e
n
e-mail
•
O
p
s
geboortedatum
woonplaats
t
u
r
Totaal aantal personen ____ , van wie ____ donateurs en ____ niet-donateurs
Voor donateurs zijn de kosten ¤ 30,00, niet donateurs betalen ¤ 35,00
Totaal aantal personen ____ , van wie ____ donateurs en ____ niet-donateurs
Voor donateurs zijn de kosten ¤ 5,00, niet donateurs betalen ¤ 7,50
Dit bedrag kan contant worden voldaan bij aanvang van de excursie in de Remonstrantse kerk.
handtekening
geboortedatum
telefoonnummer overdag / ’s avonds
woonplaats
Paaswandeling Midwolde-landgoed Nienoord
telefoonnummer overdag / ’s avonds
datum e-mail
geboortedatum
naam ik meld me aan voor
e
!
 m  v*
n
 m  v (a.u.b. aankruisen)
Paaswandeling Midwolde-landgoed Nienoord
handtekening
postcode
adres
naam
e-mail
handtekening
k
Het eerste jaar ontvang ik het tijdschrift Groninger Kerken gratis.
Ik wacht met betalen op de nota.
postcode datum n
De minimale donatie bedraagt  17,50 per jaar.
woonplaats
a
Het behoud van cultureel erfgoed in Groningen is ook mij veel waard.
Daarom word ik donateur van de Stichting Oude Groninger Kerken.
postcode  m  v (a.u.b. aankruisen)
r
Ja, ik word donateur
F
Inschrijfkaart
•
adres
‘Even kieken bie’: de Folkingestraat Synagoge
n
adres
naam ik meld me aan voor
e
Rondje Groningen en Routeboekje
Internationale Dollard route
• prijs Rondje Groningen: ¤ 4,99
aantal: 
• prijs Dollard Route: ¤ 1,50
aantal: 
• prijs beide fietsroutes + kerkenkaart samen: ¤ 8,50
aantal: 
c
‘Even kieken bie’: de Folkingestraat Synagoge
Ik bestel:
Bestelkaart
I
naam adres
postcode
m v*
Stichting Oude Groninger Kerken
Plak hier uw
postzegel
Stichting Oude Groninger Kerken
Coehoornsingel 14
Plak hier uw
postzegel
woonplaats
e-mail
handtekening
Coehoornsingel 14
9711 bs Groningen
(*a.u.b. aankruisen)
telefoonnummer overdag
9711 bs Groningen
Stichting Oude Groninger Kerken
Coehoornsingel 14
Stichting Oude Groninger Kerken
Plak hier uw
postzegel
Coehoornsingel 14
9711 bs Groningen
Plak hier uw
postzegel
9711 bs Groningen
activiteit uitgelicht
Hopen of geloven Vierde editie cultureel festival Terug naar het begin
Met het thema Hopen of geloven vindt vrijdag 27 en zaterdag 28 mei de vierde editie plaats van Terug naar het begin. Eeuwenoude kerken in en rond Loppersum zijn podium en decor van een gevarieerd cultureel festival.
dijs te eindigen, maar ook de pijn over zonde en het geloof
op vergeving, zijn belangrijke elementen van de christelijke
middeleeuwse muziek. Het gedicht ‘Stabat Mater’ is daarvan een voorbeeld en was inspiratie voor veel componisten.
Kijk voor actuele informatie op www.terugnaarhetbegin.nl
Openingsavond: Drang tot godsdienst
Vanaf de eerste editie van Terug naar het begin adviseerde
Henk van Os en werkte hij mee aan het festival. Ook dit jaar
is hij er bij betrokken, nu samen met zijn zoon Pieter van
Os, politiek redacteur bij NRC-Handelsblad. Op de openingsavond lezen zij brieven aan elkaar voor over ‘Drang tot
godsdienst’, een intieme uitwisseling van gedachten en gevoelens. Het openingsprogramma wordt omlijst met liederen uit ‘La mia più bella preghiera’, gecomponeerd en begeleid door Kees de Wijs, gezongen door het solistenkwartet van de Amsterdamse Obrechtkerk.
Dagprogramma zaterdag: Van dorp naar dorp
Op de zaterdag tonen we een breed scala aan kunstvormen
in de verschillende festivalkerken. Gedurende de gehele
dag zijn er voorstellingen, concerten, lezingen, en is er de
gelegenheid lekker tot rust te komen. Er wordt opgetreden
en geconcerteerd door kunstenaars van uiteenlopende disciplines en culturen. Niet alleen gerenommeerde artiesten
komen aan bod, ook is er ruimte voor jonge kunstenaars,
die tijdens het festival hun talenten kunnen tonen. We zoeken naar muziek uit verschillende religies, culturen en
tijdsperken, en er is uitgebreid aandacht voor theater, poëzie en beeldende kunst. Uniek is dat het publiek deze kunsten ervaart op bijzondere locaties, in de entourage van eeuwenoude kerken en
met de schoonheid van het Groninger landschap en zijn
oude wierdedorpen. In deze omgeving is het heerlijk om
van de ene kerk naar de andere kerk te rijden, per auto of
per fiets en voorstellingen van het festival te bezoeken.
Voor de mensen die gebruik willen maken van het openbaar vervoer, rijdt langs alle festivaldorpen een speciale
Hop On - Hop Off bus.
Slotavond: Het hemelse paradijs
Herman Finkers maakte een vernieuwde uitvoering van
zijn ‘St. Joris Mis’. Onder leiding van dirigent Klaas Stok
wordt het concert uitgevoerd door het Valerius Ensemble in
samenwerking met het koor Consensus Vocalist. We combineren dit met de ‘Stabat Mater’ van Pergolesi in vertaling
van Willem Wilmink. De hoop om na het leven in het paraVoor meer informatie over programma en kaartverkoop, ga naar www.terugnaarhetbegin.nl of bel met Stichting Oude Groninger Kerken, 050-312 35 69 of Organisatie­bureau Geert Lameris, 050-5 777 858.
Foto Dennis F. Beek
Foto Dennis F. Beek
Henk van Os: ‘Ik vind het fantastisch dat oude kerken in
Groningen met dit festival een nieuwe betekenis krijgen die
past bij de traditie van cultureel erfgoed. Terug naar het begin
gaat uit van de vroegste geschiedenis van Groningen, en is
toch elk jaar weer uiterst actueel’.
Een greep uit het festivalprogramma
Ik wou het helemaal zeggen - maar ik kan het toch niet zeggen.
Met Johannette Zomer (zang), Marjoleine de Vos (voordracht), Fred Jacobs (theorbe) en Leo van Doeselaar (orgel en piano)
Langs de vleugels van het orgel
Met Pieter de Mast (fluit, saxofoon), Sebastiaan van
Delft (orgel), Niti Ranjan Biswas (tabla), Kamel Hors
(ud) en Oene van Geel (altviool).
Het Onzegbare
Met Meindert Talma, voordracht en muziek.
Songs about Faith and Hope
Met Pol Wijnberg (zang), Anne Kraster (gitaar) en
Tjeerd Bakker (piano).
Verdwaald verlangen
Met Dominic van Vree (verhalen), Hesther le Grand
(zang en spel) en Niels Smit Duyzentkunst (muziek en
spel).
Vlaggen en banieren
Met Dorine Niezing (zang) en Henk de Jonge (piano).
Weerom noar t oer. Veur pelgrim lopen
Een nieuwe voorstelling van Stichting Peerd. Ben Smit
(regie), Nico van der Wijk (tekst) en Theo de Groot (artistiek leider).
Blauwdruk
Theatergroep Mina, met Michel Kasper, Arjan van Dalen, Zippora Tieman, Bram Staats en Willem van der
Tuuk
Horen zonder oren, zien zonder ogen
Naar concept van Sjoerd-Jeroen Moendandar, Hora Est
met gasten.
de mediatheek
De mediatheek is toegankelijk voor een breed publiek: voor
donateurs van de Stichting Oude Groninger Kerken, voor
leerlingen of studenten die informatie zoeken voor werkstuk, spreekbeurt of scriptie, voor mensen die monumenten een warm hart toedragen. Kortom, voor een ieder die
geïnteresseerd is in de collectie van de Stichting.
Uitlening is niet mogelijk, wel is het mogelijk kopieën of
prints te maken.
De collectie van de mediatheek breidt zich continu uit.
Hieronder vindt u een overzicht van aanwinsten in het
laatste kwartaal. De catalogus van de mediatheek kunt u
online raadplegen: http://catalogus.groningerkerken.nl/
G. Boonstra en H. Companjen (eindred.), Tussen toen en
nu. Wonen en leven in de oude gemeente Adorp, 2010
Fotoboek met uitgebreide toelichting over de regionale geschiedenis van Adorp, Sauwerd en Wetsinge (Groot en
Klein Wetsinge), en de buurtschappen Harssensbosch,
Hekkum en Wetsingermeeden. Met een hoofdstuk over het kerkelijk leven, over scholen, en over de landbouw. Ook is er een korte bijdrage over voetpaden of kerkpaden,
met een getekende kaart van het ‘Steenen voetpad van Groningen naar Winsum’ en een hoogtekaart met het Munnikepad (de oude verbinding tussen Aduard en Adorp).
E. Hofman, Rouw, rijkdom en revolutie. De eigendoms­
geschiedenis van rouwborden in de Ommelanden, 2010.
In het achtste deeltje in de Groninger Kerkhovenserie wordt
de geschiedenis van de rouwborden in enkele Ommelander
kerken beschreven. Ook is er aandacht voor de functie van
de borden, en de sociale positie van degenen die ze plaatsten.
E. Hofman, De historische eigendomsverhoudingen van
rouwborden in de Ommelander kerken, 2010
Essay waarin wordt ingegaan op de historische eigendomsverhoudingen van rouwborden, met name vanaf het moment van plaatsing in de kerk tot aan het begin van de
twintigste eeuw. Het gaat hierbij om een cultuurhistorische
benadering. Bijlage 1 bevat een inventarisatie van Gro­
ninger rouwborden, bijlage II een inventarisatie van uit kerken verdwenen rouwborden.
Y. Penning, Emo’s labyrint, 2010
Historische thriller gebaseerd op de kroniek van Emo van
Romerswerf, proost en latere abt van Nijeklooster. (In deze
kroniek beschreef Emo zijn reis naar Rome, en gaf hij een
gedetailleerd beeld van het kloosterleven).
Natuur op kerkterreinen, 2010
Cursusmap bij de cursus Natuur op Kerkterreinen die door
Landschapsbeheer Groningen en de Stichting Oude Groninger Kerken is ontwikkeld. Deze cursus is gegeven binnen het samenwerkingsproject Landmerken. De cursus be-
staat uit drie modules: Beheer van kerkhoven in eigendom van de SOGK, en Bomen op kerkhoven; Mossen en korstmossen, en Bijzondere planten op kerkterreinen; Kerk­
uilen, Zoogdieren op kerkterreinen, en Gierzwaluwen.
P. Elenbaas en F. Poelman, Groningen onbewolkt, 2010
Stad en provincie Groningen in beeld. Luchtfoto’s van wadden en wierden, dorpskerken, nieuwe stadsplan van
Groningen, kwelders, polders en akkerland, borgen en vestingstadjes, waterwijken, bedrijven.
G. van Essen, Bouwheer en bouwmeester. Bouwkunst
in Groningen, stad en lande (1594-1795). Groninger
Historische Reeks 38, 2010
Boek over de totstandkoming van gebouwen in het gewest
Stad en Lande tijdens de Republiek. Deel I gaat over de organisatie van het bouwen, de Groninger gilden, stadsbouwmeesters en stadsmeesters, provinciale ambachts­
meesters en aannemers. Deel II gaat in op bouwheren en de bouwpraktijk. In dit deel is een hoofdstuk gewijd aan kerkbouw in de Groningen en de stadsjurisdicties
(koepelkerk van Sappemeer, Groninger Noorderkerk, Damkerk Hoogezand, Kiel-Windeweer, en de torens van de kerk in Eenrum en de Der Aa-kerk te Groningen). In een hoofdstuk over particuliere bouwheren is aandacht
voor kerkbouw van gereformeerde kerken met de collator
als bouwheer, de dorpsbevolking als opdrachtgeefster en
financiering door middel van legaten. Psaalms & Gezangen. Beriemd deur kemizzie kerklaiden
van Liudgerstichten, 2010
Liedboek met psalmen en gezangen in Groninger streektaal.
Handboek behoud en beheer van kerkgebouwen, 2009
Opvolger van ‘Cursus Kerkbeheer’ van de VBMK. Het handboek is opgebouwd uit zeven hoofdstukken, die afzonderlijk van elkaar verschijnen als module: 1 Multifunctioneel
gebruik: organisatie, organisatiemodellen, administratie,
wetten en regels; 2 Financiële administratie; 3 Verhuur en activiteiten: organisatie, culturele programmering,
commerciële programmering, toerisme en rondleidingen,
merchandising, kleine catering; 4-6: Nog te verschijnen; 7 Behoud en onderhoud: monumenten, onderhoud en restauratie, financiering, roerend religieus erfgoed (ICN, SKKN, SHNI), gebruiksgoederen, veiligheid.
J. Boer, Onner zoo’n hoog gewölf van blauwe lucht, 1997
Een bloemlezing uit de gedichten van de Groninger schrijver en dichter Jan Boer (1899-1983). Samengesteld en ingeleid door Derwin Schorren.
A. Loosjes, Kerken en Godshuizen, z.j. [ca. 1930]
Fotoboek van kerkgebouwen en gasthuizen in heel Nederland.
agenda uitgelicht
De middeleeuwen van Helmantel
Henk Helmantel (Westeremden 1945) behoeft als beeldend
kunstenaar geen nadere introductie. Zijn stillevens en
schilderijen van kerken en kloosters, al met al een geweldig
oeuvre, werden en worden over de hele wereld geëxposeerd
en zijn in het bezit van musea en kunstverzamelaars. Minder bekend is het feit dat hij samen met zijn vrouw Babs in de loop der jaren een prachtige verzameling heeft opgebouwd van middeleeuwse sculpturen, voornamelijk
heiligenbeelden, meubels en gebruiksvoorwerpen. Maar
ook werk van door hen bewonderde hedendaagse beeldend
kunstenaars.
Een uitgebreide collectie is tot en met de kerstvakantie
tentoon­gesteld in vrijwel alle zalen van het klooster Ter Apel. Openingstijden: dinsdag tot en met zaterdag van 10.00-17.00 uur, zon- en feestdagen 13.00-17.00 uur. Meer informatie op www.kloosterterapel.nl.
Orgeltocht Alle registers open za 2 juli 2011
‘Ze geven stem aan de oeroude kerkjes rond de stad Groningen: prachtige orgels. Het ene met een verrassend
groots geluid, het andere juist poëtisch en ingetogen.’ Op zaterdag 2 juli kunt u weer mee met een dagvullende orgelexcursie, georganiseerd door de orgelcommissie van
de Stichting Oude Groninger Kerken. Onder leiding van
een of meerdere (orgel)gidsen gaan we op pad naar een
aantal van deze ‘des duivels fluitenkasten’. We gaan die dag
langs de orgels van Zuidwolde, Noordwolde en Middelbert.
Ook brengen we nog een bezoek aan Mense Ruiter orgelmakers b.v. in Zuidwolde. We lunchen bij Moeke Vaatstra in
Zuidwolde . Tijdens deze tocht komt u alles te weten over
orgels wat u altijd al had willen weten! Vorig jaar zijn wij
gestart met het aanbieden van orgelexcursies onder de
naam ‘Alle registers open’. Op dit moment zijn nadere details over deze tocht nog niet bekend, maar houdt onze site
in de gaten. Opgave kan t.z.t. via de website of telefonisch.
Tour des Cimetières: tocht door het
Westerkwartier
Ook dit voorjaar zal er weer een Tour des Cimetières georganiseerd worden en wel op donderdag 28 april. De tocht
voert dit keer door het Westerkwartier. We gaan onder andere naar Leek en Marum en deze tour wordt afgesloten in
Midwolde, het ‘klapstuk’ van deze tocht volgens een enthousiaste gids. We lunchen in of nabij Leek en we sluiten
af met een kopje koffie of thee in Gasterij Het Theehuis in
Midwolde (tegenover de kerk).
Met de Tour des Cimetières willen Arriva Touring en de
Stichting Oude Groninger Kerken het publiek laten kennismaken met de schoonheid van Groninger kerkhoven. De
grafstenen in onze provincie zijn vaak rijk aan symboliek
en poëzie en bevinden zich op bijzondere plekken. Samen
met Landschapsbeheer Groningen spant de Stichting Oude
Groninger Kerken zich in voor het behoud van historische
kerkhoven.
In alle kerken die de Stichting Oude Groninger Kerken beheert
worden bijzondere activiteiten aangeboden. In deze rubriek lichten
we een aantal daarvan uit. Voor een compleet en actueel overzicht
kunt u terecht op de website www.groningerkerken.nl/agenda.
Mocht u geen beschikking over een internet­verbinding hebben,
dan kunt u contact op­nemen met het secretariaat van de Stichting.
De medewerkers kunnen u van een papieren agenda voorzien.
De bus voor bovenstaande tocht vertrekt om 10.00 uur bij
het Hoofdstation in Groningen. Opgave is zoals altijd voor
de Tour de Cimetières bij Arriva Touring: h.dejong@arriva.
nl of via de telefoon 050-5260268. U ontvangt dan van hen
een bevestiging. Deze tocht kost ¤ 37,50 per persoon.
De overige data voor de tochten dit jaar zijn: donderdag
21 juli en dinsdag 18 oktober. Zie ook onze website voor
meer informatie over deze en andere tochten.
‘Verbinding in beweging’, Cecil
Kemperink  
Expositie in het glazen Toegangsgebouw van de
Remonstrantse kerk, Coehoornsingel 14, Groningen. 
Het keramische werk van Cecil Kemperink bestaat uit installaties en autonome objecten. De objecten en instal­
laties, bedoeld voor wand of vloer, zijn samengesteld uit
veel onderdelen. Ze zijn groot, nemen een belangrijk deel
van de ruimte in beslag en hebben een monumentale uitstraling. Ritme, groei, beweging en verwondering zijn
in haar werk belangrijke thema’s. De laatste jaren speelt
ook traagheid een rol: arbeidsintensieve repeterende handelingen komen vaker voor. Het is een paradox; een
aantal werken lijken gebreid van draden klei en kunnen van vorm veranderen. De statisch gebakken klei is soepel
door de losse onderdelen en maakt bij beweging een bijzonder geluid. Ideeën voor de vorm haalt de kunstenares
onder andere uit de natuur en uit het materiaal zelf.
Kemperink over haar werk: ‘Ik ben steeds bezig de grenzen van de klei op te zoeken.
Ik gebruik vaak combinaties van materialen. Zo speel ik
graag met zachte klei en textiele materialen en technieken.
Uiteindelijk wil ik een stenen beeld laten zien dat de sugges­
tie van beweging in zich heeft. De tegenstelling ‘flexibel’
(klei en textiel) versus ‘statisch’ (aardewerk en steen) boeit
mij. Ik maak graag keramische objecten die de kijker op
andere gedachten brengen.’
 
De expositie is van 4 april t/m 27 mei tijdens kantooruren
vrij toegankelijk. Daarnaast is er op de laatste dag een ‘Keramiek, koffie en koek-lezing’. Deze vindt plaats op 27 mei van 14.00-15.00 uur in het Toegangsgebouw door
Cecil Kemperink. Aansluitend geeft zij een rondleiding
langs haar werk. Opgave voor 23 mei bij Kunstbureau Albion Putti: [email protected] of 050 - 850 17 07.
De Stichting is een uitgave van de Stichting Oude Groninger Kerken. Dit katern verschijnt vier maal per jaar, los en als onderdeel van het tijdschrift Groninger Kerken,
voor donateurs van de stichting. • Redactie: Lotte Kleijssen en Martin Hillenga • Vormgeving en productie: Ekkers en Paauw • Drukwerk en verzending:
Zalsman Groningen • Adres: Coehoornsingel 14 • 9711 bs Groningen • telefoon (050) 312 35 69 • e-mail: [email protected] • www.groningerkerken.nl
11 K re w erd H o lt ro p
Vroege gesloten doksalen • Frühe geschlossene Lettner
Een kenmerk van het middeleeuwse kerkinterieur is de aanwezigheid van een afscheiding tussen de ruimte voor de geestelijken en
die voor de leken, oftewel tussen koor en schip. In grotere kerken
groeide deze koorafscheiding in de loop der eeuwen uit tot een
verhoogde tribune: het doksaal. In Groningen en Ostfriesland
werden stenen doksalen ook in eenvoudige dorpskerken gebouwd;
in Groningen bleven er twee bewaard, in Ostfriesland vijf. Elders
in Nederland en Duitsland komen doksalen in dorpskerken niet
(meer) voor en ook in Duitse dorpskerken buiten Ostfriesland zijn
er slechts twee of drie te noemen.
Twee vroege voorbeelden vinden we in het Groningse Krewerd
en het Oostfriese Holtrop. In Krewerd ontstond het doksaal rond
1300, kort na de bouw van de kerk. Van de drie bogen is de middelste geopend als een toegang tot het koor. De twee bogen terzijde
hebben een gesloten achterwand, waarvóór oorspronkelijk twee
altaren stonden opgesteld. Aan deze altaren herinneren de lage
zijvensters in de buitenwanden van de kerk, die de priester licht op
zijn handen bood, en de zogenaamde ‘squints’ in de achterwand.
Deze ‘kijkspleten’ boden vanaf de zijaltaren zicht op het hoog­
altaar in het koor.
De kerk van Holtrop, die evenals Krewerd werd gebouwd in de
dertiende eeuw, kreeg een doksaal aan het eind van de veertiende
eeuw. Hier gaat het om een dubbele structuur, bestaande uit een
gesloten achterwand en open arcade ervoor. Evenals in Krewerd
werden terzijde in de buitenmuren lage zij­vensters ingebroken en
werd in de gesloten achterwand aan weerszijden van de centrale
doorgang een squint aangebracht.
Krewerd
Ein Charakeristikum des mittelalterlichen Kirchenraumes ist die Anwesendheit einer Abtrennung zwischen dem Raum für die
Geistlichen und dem für die Laien – zwischen Chor und Schiff. In grösseren Kirchen wuchs diese Chortrennung im Laufe der Jahrhunderte zu einer erhöhten Tribüne: dem Lettner. In Groningen und Ostfriesland wurden steinerne Lettner auch in
einfachen Dorfkirchen eingebaut. In Groningen blieben zwei erhalten, in Ostfriesland fünf. Anderswo in den Niederlanden und Deutschland kommen Lettner in Dorfkirchen nicht (mehr)
vor und auch in deutschen Dorfkirchen ausserhalb Ostfrieslands
kann man nur zwei oder drei finden.
Zwei frühe Beispiele finden wir in Krewerd in Groningen und im ostfriesischen Holtrop. In Krewerd entstand der Lettner
um 1300, kurz nach dem Bau der Kirche. Von den drei Bögen ist der mittlere geöffnet als Eingang zum Chor. Die zwei Bögen
auf beiden Seiten haben eine geschlossene Rückwand, wovor ursprünglich zwei Altäre aufgestellt waren. An diese Altäre erinnern
die niedrigen Seitenfenster in den Aussenmauern der Kirche, die
dem Priester Licht auf seine Hände gaben, und die so genannten
‘squints’ in der Rückwand. Durch diese ‘Guckspalten’ konnte man auf den Hochaltar im Chor sehen.
Die Kirche in Holtrop, die ebenso wie die in Krewerd im dreizehnten Jahrhundert gebaut wurde, bekam einen Lettner am Ende des vierzehnten Jahr­hunderts. Es betrifft hier eine doppelte
Struktur, bestehend aus einer geschlossenen Rückwand und einer
offenen Arkade davor. Ebenso wie in Krewerd wurden auf den Seiten in den Aussen­mauern niedrige Seitenfenster eingebrochen
und wurde in der geschlossenen Rückwand auf beiden Seiten des zentralen Durchgangs ein squint angebracht.
(41
Holtrop
42 )
12 L o pper s um Pil s um
Het Laatste Oordeel op de koorgrens • Das Jüngste Gericht auf der Chorgrenze
In verscheidene kerken aan weerszijden van de Eems bleven middeleeuwse muurschilderingen bewaard, zij het in Groningen
aanmerkelijk meer dan in Ostfriesland. In beide gebieden is het Laatste Oordeel de meest voorkomende voorstelling: in Groningen acht en in Ostfriesland negen. Het aantal is dus vrijwel gelijk, maar de artistieke kwaliteit in Groningen is hoger. Voorstellingen met gedetailleerde taferelen van hemel en hel, zoals in Huizinge, Middelstum en Noordbroek, treffen we in Ostfriesland niet aan.
Vergelijkbaar van opbouw zijn de voorstellingen in de kerken
van Loppersum (ca. 1500) en Pilsum (ca. 1470), waarvan de laatste
sterk gehavend is. In beide taferelen is Christus als Rechter het
centrale element met links Maria en rechts Johannes de Doper. Zij doen de voorbede voor de mensen die uit hun graven opstaan.
In Pilsum bleef van Maria de buste bewaard en van Johannes alleen het hoofd. Christus is gezeten op de regenboog, waarvan in Pilsum slechts een fragment bewaard bleef. Datzelfde geldt
voor de figuren die uit hun graven opstaan: in Loppersum zijn er
twee duidelijk te zien, in Pilsum alleen ter rechterzijde een deel
van één verrezene. De tekstbanden bij het hoofd van Christus in
Loppersum ontbreken in Pilsum. Beide voorstellingen houden het midden tussen de uitvoerige taferelen met hel en hemel, zoals
in Huizinge en Noordbroek, en die waarop alleen de oordelende
Christus is te zien, zoals bijvoorbeeld in Hinte.
Een verdere overeenkomt tussen de Laatste Oordelen van Loppersum en Pilsum is de plaats van de schildering in de kerk:
beide bij de grens van koor en schip. Daardoor waren de taferelen
goed zichtbaar voor de kerkgangers, voor wie de vermanende
boodschap van het oordeel aan het Einde der Tijden bedoeld was.
In Loppersum is dat de noordzijde van het koor en in Pilsum de
westzijde van de triomfboog.
Loppersum
In mehreren Kirchen zu beiden Seiten der Ems blieben mittel­
alterliche Wandmalereien Erhalten, wenn auch in Groningen erheblich mehr als in Ostfriesland. In beiden Gebieten ist das
Jüngste Gericht die am meisten vorkommende Darstellung: in
Groningen acht und in Ostfriesland neun. Die Anzahl ist also fast gleich, aber die künstlerische Qualität in Groningen ist höher.
Darstellungen mit detaillierten Szenen von Himmel und Hölle,
wie in Huizinge, Middelstum und Noordbroek, finden wir in Ostfriesland nicht vor.
Vergleichbar im Aufbau sind die Darstellungen in den Kirchen
von Loppersum (etwa 1500) und Pilsum (etwa 1470), von denen letztere stark lädiert ist. In beiden Szenen ist Christus als Richter
das zentrale Element mit auf der linken Seite Maria und auf der rechten Seite Johannes der Täufer. Sie tun Fürbitte für die
Menschen die aus ihren Gräbern auferstehen. In Pilsum blieb von Maria nur die Büste erhalten und von Johannes nur der Kopf.
Christus sitzt auf dem Regenbogen, von dem in Pilsum nur ein
Fragment erhalten blieb. Das gleiche gilt für die Figuren die aus
ihren Gräbern auferstehen. In Loppersum kann man zwei deutlich unterscheiden, in Pilsum sieht man nur auf der rechten Seite
einen Teil eines Auferstandenen. Die Textbänder beim Haupte
Christi in Loppersum fehlen in Pilsum. Beide Darstellungen halten die Mitte zwischen ausführlichen Szenen mit Hölle und
Himmel, wie in Huizinge und Noordbroek, und denen worauf nur der richtende Christus zu sehen ist, wie zum Beispiel in Hinte.
Eine weitere Übereinstimmung zwischen den Jüngsten Gerichten von Loppersum und Pilsum ist die Stelle der Malerei in der Kirche: beide an der Grenze zwischen Chor und Schiff. Dadurch waren die Szenen gut erkennbar für die Kirchgänger, für die die mahnende Botschaft des Urteils am Ende der Zeiten gemeint war. In Loppersum ist das die Nordseite des Chores und in Pilsum die Westseite des Triumphbogens.
Pilsum
13 K a n t e n s Uphu se n
Nauw verwante Bentheimer doopvonten • Eng verwandte Bentheimer Taufsteine
Tot in de veertiende eeuw was onderdompeling bij de doop de
meest gangbare praktijk. Daartoe moest de kuip van het vont van
een zodanige grootte zijn dat een kind daarin gedompeld kon
worden. In Ostfriesland behoren 39 vonten uit de periode 1200 tot
1275 tot het zogenaamde Bentheimer type. In Groningen bleven
slechts drie Bentheimer vonten bewaard. Bij de plaats Bentheim
komt zandsteen aan de oppervlakte die gemakkelijk te bewerken
is. De vonten werden ter plaatse gemaakt en vervolgens over de
Eems naar het noorden vervoerd.
Een treffende overeenkomst vertonen de vonten in het Gro­
ningse Kantens en het Oostfriese Uphusen. Beide vonten hebben
onderaan een fries met gestileerde ranken en bovenaan een fries
met een geometrisch boogmotief. De friezen worden van elkaar
gescheiden door dubbele touwranden, die ook aan de bovenzijde
zijn aangebracht. Het totaalbeeld is kenmerkend voor de ‘groepMarienhafe’ uit het begin van de dertiende eeuw. Het lancetblad in het onderste fries wijst vooruit naar de kenmerken van de
‘groep-Hage’ uit ca. 1220 tot 1240. We mogen beide vonten der­halve dateren rond 1225.
Het vont in Uphusen heeft onder de kuip op de hoeken van de vierkante voetplaat vier liggende leeuwen. Waarschijnlijk is dat vroeger ook bij het vont in Kantens het geval geweest. De gladde ronde voet en voetplaat die dit vont nu heeft, zijn voor Bentheimer vonten niet gebruikelijk en lijkt te zijn bijgewerkt. Het vont in Uphusen stond lange tijd in de tuin van de pastorie,
dat in Kantens diende na de Reformatie als tuinvaas op de nabijgelegen Klinkenborg.
Kantens
Bis ins vierzehnte Jahrhundert war das Untertauchen bei der Taufe
die gängige Praxis. Dafür musste die Wanne des Taufbeckens eine derartige Grösse besitzen, dass ein Kind darin eingetaucht
werden konnte. In Ostfriesland gehören 39 Taufsteine aus der Periode 1200 bis 1275 zu dem so genannten Bentheimer Typus. In Gro­ningen blieben nur drei Bentheimer Taufsteine erhalten. In
der Nähe des Ortes Bentheim kommt Sandstein an die Oberfläche der leicht zu bearbeiten ist. Die Taufsteine wurden an Ort und
Stelle gefertigt und dann über die Ems in den Norden befördert.
Eine treffende Ähnlichkeit zeigen die Taufsteine in Kantens in Groningen und im ostfriesischen Uphusen. Beide Fünten haben
unten einen Fries mit stilisierten Ranken und oben einen Fries mit
einem geometrischen Bogenmuster. Die Friese werden voneinander getrennt durch doppelte Tauornamentgürtel, die auch auf der
Oberseite angebracht sind. Das Gesamtbild ist charakteristisch
für die ‘Gruppe-Marienhafe’ aus dem Anfang des dreizehnten Jahrhunderts. Das Lanzetblatt im unteren Fries zeigt voraus nach
den Merkmalen der ‘Gruppe-Hage’ aus 1220 bis 1240. Wir dürfen
beide Fünten also als stammend aus etwa 1225 bezeichnen.
Der Taufstein in Uphusen hat unter der Wanne an den Ecken
der viereckigen Schwelle vier liegende Löwen. Wahrscheinlich ist das früher bei der Fünte in Kantens auch der Fall gewesen. Der
glatte runde Fuss und die Schwelle die diese Fünte jetzt hat, sind
für Bentheimer Taufbecken nicht üblich und scheint überarbeitet
zu sein. Die Fünte in Uphusen stand lange im Garten des Pfarrhauses, die in Kantens diente nach der Reformation als Garten­
vase auf dem naheliegenden Klinkenborg.
(43
Uphusen
44 )
14 K re w erd R y s um
Middeleeuwse orgels in eenvoudige • Mittelalterliche Orgeln in einfachen
dorpskerken Dorfkirchen
In heel Europa bleef slechts hier en daar een middeleeuws orgel in een dorpskerk bewaard. Het orgel in het Groningse Krewerd
vindt een Oostfriese pendant in Rysum bij
Emden. De orgelrijkdom zette zich ook na de Reformatie voort: in de zeventiende en de
achttiende eeuw ontwikkelde Groningen zich
samen met het Noord-Duitse Hanzegebied
tot de één van de rijkste orgellandschappen
van heel Europa.
Het orgel in Krewerd werd gesticht in 1531
en staat nog altijd op zijn oorspronkelijke
plaats op het doksaal van omstreeks 1300.
Het vlakke front is in vijf vakken verdeeld en
verheft zich boven een veld met briefpanelen
en geschilderde engeltjes. De beschildering
van de luiken met pijpen dateert uit de negen- tiende eeuw.
In Rysum staat het orgel op een galerij aan de westzijde van het schip. De datering in het jaar 1513 is te lezen op de uitstulpende
organistenzetel in het midden: ‘Hec structu(r)a i(n)cepta e(st)
te(m)po(r)e Victoris Vriese eq(ui)tis aurati et d(omi)ni edonis de
westwolda cu(r)ati Anno MCCCCCXIII’, vertaald: ‘Deze bouw is
begonnen in de tijd van de met goud versierde ridder Victor Vriese
en de geestelijke, heer Edo van Westerwolde in het jaar 1513’. De kern wordt waarschijnlijk nog gevormd door het werk dat in 1457 werd gemaakt door een zekere meester Harmannus uit
Groningen. Het vlakke front bestaat uit een middenpartij in twee
etages en twee zijvelden, bekroond door kielbogen met pinakels
en kruisbloemen. De gotische luiken met schilderingen van zon,
maan en sterren dateren van de restauratie in 1959-1961.
Rysum
Krewerd
In ganz Europa blieb nur an wenigen Orten eine mittelalterliche
Orgel in einer Dorfkirche erhalten. Die Orgel in Krewerd in Groningen findet ein ostfriesisches Gegenstück in Rysum bei Emden. Der Orgelreichtum setzte sich auch nach der Reformation
fort: Im siebzehnten und achtzehnten Jahrhundert entwickelte
Groningen sich zusammen mit dem norddeutschen Hansegebiet
zu einer der reichsten Orgellandschaften in ganz Europa.
Die Orgel in Krewerd wurde 1531 gestiftet und steht noch immer an ihrer ursprünglichen Stelle auf dem Lettner aus etwa
1300. Die flache Vorderseite ist in fünf Fächern verteilt und erhebt
sich über einen Spiegel mit Faltwerkfüllung und bemalten Engeln.
Die Bemalung der Flügelklappen mit Pfeifen
stammt aus dem neunzehnten Jahrhundert.
In Rysum steht die Orgel auf einer Empore an
der Westseite des Schiffes. Die Datierung im Jahr
1513 kann man lesen auf dem vorspringenden Organistensessel in der Mitte: ‘Hec structu(r)a
I(n)cepta e(st) te(m)po(r)e Victoris Vriese eq(ui)tis
aurati et d(omi)ni edonis de westwolda cu(r)ati
Anno MCCCCCXIII’, übersetzt: ‘Dieser Bau hat
angefangen in der Zeit des mit Gold geschmückten Ritters Victor Vriese und des Geistlichen, Herrn Edo van Westerwolde im Jahre 1513’. Der
Kern bildet wahrscheinlich noch das Werk das
1457 von einem gewissen Meister Harmannus aus Groningen gefertigt wurde. Die flache Vorderseite besteht aus einer Mittelpartie in zwei
Stockwerken und zwei Seitenspiegeln, gekrönt
von Kielbögen mit Fialen und Kreuzblumen. Die gotischen Flügelklappen mit Malereien von
Sonne, Mond und Sternen stammen von der Restaurierung 1959-1961.
15 A ppin ged a m Uphu se n
Portretzerken van twee neven-Houwerda • Bildnisgrabmale von zwei Vettern-Houwerda
Van de vijftiende tot en met de achttiende eeuw ontstond door huwelijksbanden een sterke verwantschap tussen de Groninger en
Oostfriese adel. In Appingedam en Uphusen vinden we portretzerken voor twee neven-Houwerda, Snelger en Ailke. Snelger was
de zoon van Menno Houwerda, hoofdeling in Appingedam. Diens
broer, die ook Snelger heette, huwde een Oostfriese. Uit dat huwelijk werd Ailke geboren, die de stamvader werd van de Oostfriese
Houwerda’s.
De zandstenen grafzerk voor Snelger Houwerda, gestorven omstreeks 1523, is nog geheel in gotische stijl uitgevoerd. De overledene is voorgesteld als een geharnaste ridder met een zwaard in
de schede aan zijn gordel. Terwijl het bovenlichaam is geplaatst in
een liggende positie met het hoofd op een kussen, staan de voeten
stram naast elkaar op de grond. Naast zijn voeten liggen handschoenen en een gepluimde helm. Het portret wordt omgeven
door een randschrift in gotische letters, met wapenschilden in cirkels in de hoeken.
De hardstenen grafzerk in Uphusen behoort toe aan Ailke Houwerda, die stierf in 1510. De steen dateert uit 1545, het sterfjaar van zijn echtgenote Fie tho Nesse. Hoewel de structuur van de
zerk nog verwant is met de zerk in Appingedam getuigt de stijl van
het beeldhouwwerk van de komst van de Renaissance. Vergeleken
met Appingedam is de centrale ridderfiguur, hier met zwaard en
strijdbijl in de hand, veel beweeglijker uitgebeeld. Het randschrift
is geschreven in classicistische majuskels. De zerk draagt de letters VL, de initialen van de beroemde Friese beeldhouwer Vincent Lucas.
Appingedam
Vom fünfzehnten bis ins achtzehnte Jahrhundert entstand durch
Ehebande eine starke Verwandtschaft zwischen dem Groninger
und Ostfriesischen Adel. In Appingedam und Uphusen finden wir Bildnisgrabmale fùr zwei Vettern-Houwerda, Snelger und Ailke. Snelger war der Sohn von Menno Houwerda, Häuptling in Appingedam. Dessen Bruder, der ebenfalls Snelger hiess, heiratete eine Ostfriesin. Aus dieser Ehe wurde Ailke geboren, der der Stammvater der ostfriesischen Houwerdas wurde.
Der sandsteinerne Grabstein für Snelger Houwerda, gestorben
um 1523, ist noch ganz in gotischem Stile ausgeführt. Der Ver­
storbene wird als geharnischter Ritter mit einem Schwert in der Scheide am Gurt dargestellt. Während der Oberkörper sich in einer liegenden Position mit dem Haupt auf einem Kissen befindet, stehen die Füsse stramm nebeneinander auf dem Boden.
Neben seinen Füssen liegen Handschuhe und ein gefiederter
Helm. Das Bild wird von einer Umschrift in gotischen Buchstaben
umgeben, mit Wappenschildern in Kreisen in den Ecken.
Der blausteinerne Grabstein in Uphusen gehört Ailke Houwerda zu, der 1510 starb. Der Stein stammt aus 1545, dem Sterbejahr
seiner Ehefrau Fie tho Nesse. Obwohl die Struktur des Steines
noch eine Verwandtschaft mit dem in Appingedam zeigt, zeugt
der Stil der Skulptur von dem Nahen der Renaissance. Im Vergleich zu Appingedam ist die zentrale Ritterfigur, hier mit
Schwert und Streitaxt in der Hand, viel beweglicher dargestellt.
Die Umschrift ist in klassizistischen Majuskeln geschrieben. Der Grabstein trägt die Buchstaben VL, die Anfangsbuchstaben
des berühmten westfriesischen Bildhauers Vincent Lucas.
(45
Uphusen
46 )
16 A ppin ged a m D o rnum
Drie vrijwel identieke epitafen • Drei nahezu identische Epitaphien
In Appingedam en in het Oostfriese Dornum hangen in totaal drie
ronde stenen epitafen die een sprekende verwantschap vertonen.
De stenen platen doen sterk denken aan rouwborden uit de vroege
zestiende eeuw elders in Duitsland, maar die zijn doorgaans uitgevoerd in hout. In Groningen is de epitaaf zowel naar vorm als
materiaalgebruik een uitzondering. In de noordelijke zijkapel in de Nicoilaikerk van Appingedam
herinnert de plaat aan hoofdeling Gert van Dornum, die in 1515 in Appingedam sneuvelde. De in Drenthe geboren Gert van Dornum, alias Gert van den Clooster, huwde in 1471 Almuth von Kankena en werd daarmee de stamvader van de Dornumer
Van den Cloosters (in het Duits: Von Closter). Het midden van de epitaaf wordt ingenomen door een wapen met een adelaar en
een helm met een helmteken waarin opnieuw een adelaarskop is voorgesteld tussen korenschoven op vlaggen. Het geheel wordt
omgeven door sierlijk bladwerk. Het randschrift in hoofdletters
vermeldt de naam van de overledene en zijn sterfdatum: ‘Ao 1515
am 15 Februarii staerf de erenthveste Gerdt tho Dornum unde Withmunde hovetlinck’. Zijn familie zal de epitaaf in de kerk in
Appingedam hebben laten aanbrengen. Dat men daarbij koos voor vorm en materiaal uit de eigen traditie, blijkt uit twee stenen
epitafen in de kerk van Dornum. Beide dragen het wapen Kankena
met de adelaar. De eerste steen, voor Hero Mauritius tho Dornum,
dateert getuige het randschrift van 1549; de tweede, voor Hicko
van Dornum, uit 1554.
Hoewel de stenen een sprekende gelijkenis vertonen, mogen we hieruit niet zonder meer concluderen dat Groningen en Ostfriesland een adellijke grafcultuur deelden. Dat hij in Appingedam
stierf, was een toevalligheid. Was hij elders gesneuveld, dan had
epitaaf daar in de kerk gehangen.
Appingedam
In Appingedam und im ostfriesischen Dornum hängen insgesamt
drei runde steinerne Epitaphien die eine treffende Verwandtschaft
zeigen. Die steinernen Platten erinnern stark an Trauertafeln aus
dem frühen sechzehnten Jahrhundert anderswo in Deutschland,
aber die sind meistens aus Holz. In Groningen ist das Epitaph sowohl was die Form als auch den Materialgebrauch betrifft eine
Ausnahme.
In der nördlichen Seitenkapelle in der Nicolaikirche von
Appingedam erinnert die Platte an Häuptling Gert van Dornum,
der 1515 in Appingedam fiel. Der in Drenthe geborene Gert van
Dornum, auch Gert van den Clooster genannt, heiratete 1471 Almuth von Kankena und wurde damit der Stammvater der Dornumer Van den Cloosters (auf Deutsch: Von Closter). Die Mitte des Epitaphs besteht aus einem Wappen mit einem Adler
und einem Helm mit einem Helmzeichen in dem wiederum ein
Adlerkopf zwischen Getreidegarben auf Fahnen dargestellt ist.
Das Ganze wird umgeben von zierlichem Laubwerk. Die Umschrift in Grossbuchstaben erwähnt den Namen des Verstorbenen
und sein Sterbedatum: ‘Ao 1515 am 15 Februarii staerf de erenth­
veste Gerdt tho Dornum unde Withmunde hovetlinck’. Seine Familie wird das Epitaph in der Kirche in Appingedam haben aufstellen lassen. Dass man dabei Form und Material aus der eigenen Tradition wählte, geht aus zwei steinernen Epitaphien in der Kirche zu Dornum hervor. Beide tragen das Wappen Kankena mit dem Adler. Der erste Stein, für Hero Mauritius tho Dornum, stammt wie die Umschrift beweist aus 1549; der
zweite, für Hicko van Dornum, aus 1554.
Obschon die Steine eine treffende Ähnlichkeit zeigen, dürfen
wir daraus nicht ohne Weiteres schliessen dass Groningen und Ostfriesland eine adlige Grabkultur teilten. Dass er in
Appingedam starb, war ein Zufall: Wäre er woanders gefallen, so hätte sein Epitaph dort in der Kirche gehangen.
Dornum
17 We s t ere md e n S ta pel m o o r
Kasteelachtige pastorieën • Schlossartige Pfarrhäuser
In de middeleeuwen stond in elk dorp een weem als woonhuis van de pastoor. Het overgrote deel van de wemen is in de loop der
eeuwen verdwenen. De weem in Westeremden, die in 1912 was afgebroken, is tussen 1974 en 1985 herbouwd door de kunstschilder
Henk Helmantel. De reconstructie was mogelijk op grond van bodemvondsten en met hulp van oude foto’s. Het bouwwerk bestaat uit een hoog oprijzend dwars voorhuis op een grondslag van 7,25 x 14,75 m., een zogenaamd ‘krusselwarck’, en een haaks
daarop staande schuur. Het voorhuis heeft met zijn kleine ramen
het uiterlijk van een middeleeuws steenhuis waarbij het gesloten
karakter duidt op een beschermende functie in tijden van gevaar.
De belangrijkste ruimte op de begane grond is de grote ‘sael’, die in de middeleeuwen dienst deed als ontvangstruimte. De eerste verdieping diende destijds als woonruimte. Bij de weem in Warffum, die qua uiterlijk negentiende-eeuws aandoet, bleef de middeleeuwse kern goed bewaard; datzelfde is het geval in
Scheemda (eig. Eexta).
In Ostfriesland bleef in vier dorpen de oude weem bewaard,
waaraan meer oorspronkelijk muurwerk te zien is dan in Gro­
ningen. Dit betreft Ditzum, Dornum, Nesse en Stapelmoor. Bij de weem in Stapelmoor vermeldt een reliëf met letters van baksteen het bouwjaar: ‘An(n)o d(o)m(ini) MCCCCXXIX co(n)structa
e(st) h(aec) dom(us) (tem)p(or)e d(o)m(ini) thyabra(n)di curati loci isti(us)’, vertaald: ‘In het jaar des Heren 1429 is dit huis gebouwd in de tijd van heer Thyabrand, pastoor van deze plaats’. Dit opschrift is aangebracht in de blinde nissen van een van de
topgevels. Het is een van de oudste nog bewoonde pastorieën in
Duitsland. De andere drie wemen dateren uit de zestiende eeuw en zijn woonhuizen met twee verdiepingen.
Westeremden
Im Mittelalter stand in jedem Dorf ein ‘weem’ (Pfarrhof ) als
Wohnhaus des Pastors. Der grösste Teil der ‘weme’ ist im Laufe
der Jahrhunderte verschwunden. Der ‘weem’ in Westeremden, der
1912 abgerissen worden war, wurde zwischen 1974 und 1985 von
dem Maler Henk Helmantel wiedererrichtet. Die Rekonstruktion
war möglich aufgrund Bodenfunde und mithilfe alter Fotos. Das Bauwerk besteht aus einem hoch aufragenden querstehenden
Vorderhaus auf einer Grundlage von 7,25 x 14,75 m., einem so genannten ‘krusselwarck’, und einer rechtwinklig darauf stehenden Scheune. Das Vorderhaus hat mit seinen kleinen Fenstern das Äussere eines mittelalterlichen Steinhauses, wobei
der geschlossene Charakter auf eine schützende Funktion in Zeiten der Gefahr deutet. Der wichtigste Raum im Erdgeschoss ist der grosse ‘sael’, der im Mittelalter als Empfangraum diente.
Der erste Stock diente damals als Wohnraum. Bei dem ‘weem’ in Warffum, der was das Äussere betrifft den Eindruck eines Hauses aus dem neunzehnten Jahrhundert vermittelt, blieb der mittelalterliche Kern gut erhalten; Das ist auch der Fall in
Scheemda (eig. Eexta).
In Ostfriesland blieb in vier Dörfern der alte ‘weem’ erhalten,
woran mehr ursprüngliches Mauerwerk zu sehen ist als in Groningen. Dies betrifft Ditzum, Dornum, Nesse und Stapelmoor.
Auf dem ‘weem’ in Stapelmoor erwähnt ein Relief mit Buchstaben
aus Backstein das Baujahr: ‘an(n)o d(o)m(ini) MCCCCXXIX
co(n)structa e(st) h(aec) dom(us) (tem)p(or)e d(o)m(ini)
thyabra(n)di curati loci isti(us)’, übersetzt: ‘Im Jahre des Herrn
1429 ist dieses Haus gebaut in der Zeit des Herrn Thyabrand, Pastor dieses Ortes’. Diese Inschrift ist in den Blendnischen eines der Giebeldreiecke angebracht. Es ist eines der ältesten noch bewohnten Pfarrhäuser in Deutschland. Die anderen drei ‘weme’ stammen aus dem sechzehnten Jahrhundert und sind Wohnhäuser mit zwei Stockwerken.
(47
Stapelmoor
18 Wird um L o qua rd
De calvinistische ‘Beeldenstorm’ tegenover • Kalvinistischer ‘Bildersturm’ gegenüber
de ‘bewarende kracht van het lutheranisme’ ‘bewahrender Kraft des Luthertums’
Terwijl Groningen en Ostfriesland in de middeleeuwen zowel op
het gebied van kerkpolitiek als in kunst en cultuur een eenheid
vormden, weken de ontwikkelingen gedurende de zestiende eeuw
definitief uiteen. Terwijl Ostfriesland – met uitzondering van de
Krummhörn in het westen – vanaf 1528 overwegend luthers werd,
ging het Groningerland met de Reductie van 1594 over tot het calvinisme. Lutheranen en calvinisten hadden een heel verschillende
kijk op de inrichting van kerkgebouwen. Calvinisten wilden alles
wat herinnerde aan de katholieke eredienst grondig verwijderen,
terwijl lutheranen hierin veel milder te werk gingen.
De verschillende uitwerking van vier eeuwen calvinisme of lutheranisme wordt treffend geïllustreerd door het interieur van
de kerken in Wirdum en Loquard. Beide kerken werden gebouwd
rond het midden van de dertiende eeuw, maar de sfeer in beide
kerken is sterk verschillend. In Wirdum is het koor een lege ruimte, waarin slechts de verhoging van de vloer nog herinnert aan de
oorspronkelijke functie als ruimte voor de katholieke misviering;
van het altaar is ieder spoor uitgewist.
Het dorp Loquard vormt een lutherse enclave in de overwegend
calvinistische Krummhörn. In het koor is het gotische bakstenen
altaar met aan de voorkant drie blindnissen en een piscina aan de
zijkant bewaard gebleven. Op het altaar prijkt de middenschrijn
van een monumentaal houten retabel uit ca. 1520 met een voorstelling van de kruisiging, omgeven door enkele passiescènes. Altaar en retabel zijn vóór de Reformatie ontstaan, maar werden
door de lutheranen gehandhaafd. 48 )
Wirdum
Während Groningen und Ostfriesland im Mittelalter sowohl im
Bereich der Kirchenpolitik als in Kunst und Kultur eine Einheit
bildeten, zerfielen die Entwicklungen während des sechzehnten
Jahrhunderts endgültig. Während Ostfriesland – mit Ausnahme
der Krummhörn im Westen – ab 1528 vorwiegend lutherisch wurde, trat das Groningerland mir der ‘Reduktion’ von 1594 zum Kalvinismus über. Lutheraner und Kalvinisten hatten eine
grundverschiedene Auffassung über die Ausstattung von Kirchengebäuden. Kalvinisten wollten alles was an den katholischen Gottesdienst erinnerte gründlich beseitigen, während Lutheraner
in dieser Hinsicht viel milder vorgingen.
Die unterschiedliche Wirkung von vier Jahrhunderten Kalvinismus oder Luthertum wird treffend durch das Innere der Kirchen
von Wirdum und Loquard illustriert. Beide Kirchen wurden um
die Mitte des dreizehnten Jahrhunderts gebaut, die Atmosphäre in beiden Kirchen ist aber sehr unterschiedlich. In Wirdum ist der Chor ein leerer Raum, in dem nur die Erhöhung des Bodens
noch an die ursprüngliche Funktion als Raum für die katholische
Messfeier erinnert; Vom Altar ist jede Spur ausradiert.
Das Dorf Loquard bildet eine lutherische Enklave in der überwiegend kalvinistischen Krummhörn. Im Chor ist der gotische
Ziegelaltar mit auf der Vorderseite drei Blendnischen und einer
Piscina auf der Seite erhalten geblieben. Auf dem Altar prangt der Mittelschrein eines monumentalen hölzernen Altaraufsatzes
aus etwa 1520 mit einer Darstellung der Kreuzigung, umgeben
von einigen Passionszenen. Altar und Altaraufsatz sind vor der
Reformation entstanden, aber wurden von den Lutheranern beibehalten.
Loquard
Korte Hemmen, restauratie luidklok
Leek, N.H. Kerk, carillon
Orgel te Tolbert. Gerestaureerd in 2001
Lohman-orgel te Zuidwolde (restauratie 2010)
MENSE RUITER orgelmakers b.v.
Oosterseweg 13
9785 AD Zuidwolde (Gron.)
Tel. 050-3010550 - Fax 050-3010560
E-mail: [email protected]
www.menseruiterorgelmakers.nl
Orgelmakerij Reil b.v.
Postweg 50b Heerde
Postbus 21 8180 AA Heerde
telefoon: 0578 - 691676
fax: 0578 - 695565
[email protected]
www.reil.nl
Het succes van automatisering
Het klinkt misschien wat vreemd, maar… Het succes van automatiseren begint met koffie drinken
bij de klant. Vanaf de start hanteert Arrix Automatisering deze aanpak. Je moet immers eerst
een goed beeld vormen van de klantsituatie, voordat er gedacht kan worden aan automatiseren.
Naast het persoonlijk contact is klare taal een onmisbaar gegeven. Onze medewerk(st)ers
gebruiken geen ingewikkelde ICT-termen, maar communiceren in begrijpelijk Nederlands.
De klant staat bij Arrix centraal en wij verplaatsen ons graag in zijn situatie
(“Voelen hoe het voelt”). Daarmee creëren wij altijd een win-win-situatie.
Meer weten? Kijk op onze website naar onze relatiegedreven aanpak
of bel geheel vrijblijvend voor een persoonlijk gesprek.
Het succes van automatiseren begint met koffiedrinken…
Heideanjer 2, Drachten, T. 0512 - 543 221, Meer weten? www.arrix.nl
Leidekkersbedrijf Ellens
opdrachtgever: fam. Visser, Heresingel te Groningen
Nieuwe koperen dakkapel
Ellens Leidekkersbedrijf B.V.
Wigbold van Ewsumstraat 30, 9882 PN Kommerzijl
Tel. 0594 - 21 35 37 - Fax 0594 - 21 35 05
Allevoorkomendebouwwerkzaamhedenvoorbedrijf
en particulier; renovatie en restauratie
Hoofdweg 23 9795 pa Woltersum
telefoon: 050 - 30 21 555 telefax: 050 - 30 21 060
Voor al uw - voegwerken
- voegwerkrestauratie
- gevelreiniging
Noordveenkanaal n.z. 21
7831 aw Nieuw Weerdinge
tel. 0591 - 522 258 / 522 770
fax 0591 - 521 016
CONTACT
ONTWERPEN & ADVIEZEN
IN RESTAURATIES EN
VERBOUW & NIEUWBOUW
ADRES
TEL (050) 313 61 15
HOGE DER A 34
FAX (050) 313 96 57
9712 AE GRONINGEN
[email protected]
Oostzijde kerk te Dorkwerd
H O LSTEIN
r es ta uratie architectuur
Kantoren Insulinde
Bankastraat 42 J
9715 CD Groningen
tel.: 050 5770059
fax: 050 5771904
foto Omke Oudeman
[email protected]
www.holstein-restauratie.nl
Van Lierop
Conserveert & Herstelt Hout | Verdrijft Vocht
eu,
Van Lierop
Van Lierop
Een gezonde kijk op onroerend goed
Houtinsectenbestrijding | Zwamsanering
Houtrestauratie met epoxytechniek | Isochips®-kruipruimteisolatie
Vochtwering | Kruipruimterenovatie | Constructiedroging
Heteluchtmethode | Zuurstofarmeluchtmethode | Microgolvenmethode
Onderzoek met de videoscope | Inspectieabonnementen
Vestigingen in: Alphen aan den Rijn | Liempde | Echt
Heerhugowaard | Assen | Mechelen (B)
www.vanlierop.nl
Van
Lierop
Van Lierop
Van Lierop