deze Coolia in PDF - Nederlandse Mycologische

Transcription

deze Coolia in PDF - Nederlandse Mycologische
Ontwerp en foto’s omslag: Maurice van der Molen.
De Nederlandse Mycologische Vereniging
Opgericht in 1908, heeft de Vereniging als doel de beoefening van de mycologie in ruime zin
te bevorderen. In voor- en najaar worden wekelijks excursies georganiseerd, verder worden
er werkweken gehouden en in de winter verscheidene landelijke bijeenkomsten. Tevens is de
NMV actief in de natuurbescherming waar het paddenstoelen betreft.
De bibliotheek van de NMV is gehuisvest in het Centraal Bureau voor Schimmelcultures
(CBS), Uppsalalaan 8, Postbus 85167, 3508 AD Utrecht. Inlichtingen bij de bibliothecaris,
G. Verkley (tel. 030-2122684 (CBS)).
Het contactblad van de vereniging, Coolia, verschijnt viermaal per jaar en wordt aan de
leden toegestuurd.
De contributie voor de NMV bedraagt Euro 20,– voor gewone leden (Euro 25,– indien
adres in het buitenland), en Euro 10,– voor huisgenootleden (krijgen geen Coolia) en junior­
leden (nog geen 25 jaar; krijgen Coolia). Lidmaatschap voor het leven: Euro 340,–; voor
huisgenootleden Euro 170,–.
Informatie is verkrijgbaar bij de secretaris (adres achterin).
Nieuwe leden en adreswijzigingen dienen gemeld te worden bij: Marjo Dam, Hooischelf 13,
6581 SL Malden, tel. 024-3582421, e-mail: [email protected]
Webstek: http://www.mycologen.nl/
Index Coolia (vanaf 1983) op http://www.mycologen.nl/nieuws.htm
Karteringswebstek: http://www.paddestoelenkartering.nl
Verenigingsmededelingen vallen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur,
de inhoud van de rubrieken onder die van de samensteller.
INLEVERDATA KOPIJ
Het drukklaar maken van Coolia kost enige tijd. We verzoeken auteurs, ook die van de vaste
rubrieken, daarom vriendelijk zich strikt aan de volgende inleverdata te houden:
Aflevering
51(1)
51(2)
51(3)
51(4)
1
Artikelen
14 november
14 februari
14 mei
14 augustus
Vaste rubrieken1
1 december
1 maart
1 juni
1 september
Column, excursie-aankondigingen, verenigingsmededelingen.
Coolia
CONTACTBLAD VAN DE NEDERLANDSE MYCOLOGISCHE VERENIGING
ISSN: 0929-783
kaft_voor.indd 1
1-9-2007 14:42:09
In memoriam
Frans Tjallingii (1909-2007)
Op 27 juni 2007 overleed Frans Tjallingii op 98-jarige leeftijd. Hij was erelid van zowel de
Nederlandse Mycologische Vereniging als van de KNNV (afdeling Wageningen). Met zijn
heengaan is een eind gekomen aan een lange periode waarin hij en zijn vrouw Dien een
onuitwisbare rol hebben gespeeld in onze vereniging. Het belang van Frans Tjallingii voor
de Nederlandse Mycologische Vereniging en de mycologie in Nederland in het algemeen is
niet los te denken van Dien: samen vormden ze een onverbrekelijke twee-eenheid. Al vanaf
het midden van de zestiger jaren waren Frans en Dien prominent aanwezig op verenigingsactiviteiten, waarbij ze niet alleen uit waren op het vergaren van kennis, maar vooral ook
op het delen van die kennis met anderen. Ze ontfermden zich over de jongere leden om ze
de basisbeginselen van de mycologie bij te brengen. Dat deden ze op onnavolgbare wijze.
Beiden bezaten de gave om hun kennis en enthousiasme over te dragen, en daar zijn we ze
zelf, en met ons vele tientallen anderen, nog altijd zeer dankbaar voor.
Frans kon op onnavolgbare wijze verhalen over de zaken die hem interesseerden. Zo
was het de gewoonte om tijdens de werkweken ‘s avonds een rondje te doen over de meest
interessante vondsten van die dag. Frans liet een soort de ronde doen waarbij hij een uitgebreid verhaal hield. Tot slot zei hij: “Nou ja, ik weet van deze soort eigenlijk niet zoveel.”,
waarop Kees Bas met een lach antwoordde: “Frans, dan wil ik je wel eens een verhaal horen
houden over een soort die je goed kent”! Dat was typerend voor de grondigheid en uitvoerigheid waarmee Frans de mycologie benaderde. Talrijk waren zijn bijdragen in de vorm
van lezingen en artikelen voor het verenigingsblad Coolia. Dat heeft hij tot op hoge leeftijd
volgehouden.
Zich bewust zijnde van de voetangels en klemmen van de mycologie en bij het op naam
brengen van soorten, zocht Frans contact met deskundigen op dat gebied. Niet alleen buitenlandse experts zoals prof. Moser, maar ook de mycologen van het (toen nog) Rijksherbarium
in Leiden vonden met grote regelmaat brieven en pakjes op hun bureau met het verzoek om
een identificatie te bevestigen of een probleem op te lossen.
De belangrijkste wapenfeiten van Frans Tjallingii hebben echter te maken met de
IJsselmeerpolders en met de werkgroep “Hygrophorus laetus” in Wageningen.
Toen aan het eind van de zestiger jaren bleek dat de nieuwe polders een eldorado waren voor paddenstoelen, stortten Frans en Dien Tjallingii zich op dit unieke onderzoeksterrein. Dat leidde uiteindelijk tot de oprichting van de Werkgroep Mycologisch Onderzoek
IJsselmeerpolders. Met niet aflatende ijver verrichtten zij, met een dertigtal werkgroepleden,
tientallen jaren intensief onderzoek in de nieuwe polders. Frans zette hiervoor een strak schema op en hield ook de lijsten met vondsten bij. Jarenlang rapporteerden zij over de voortgang
van het onderzoek tijdens verenigingsbijeenkomsten en schreven artikelen over bijzondere
soorten. Veel van die gegevens zijn vervat in het boek over de Paddenstoelen van Flevoland,
dat in 2000 bij de KNNV uitgeverij is verschenen.
In 1965 werd in Wageningen een paddenstoelenwerkgroep opgericht. De werkruimte in
de kelder van Frans en Dien op de Marterlaan is sindsdien een begrip voor vele paddenstoelenliefhebbers: jong en oud, beginner of gevorderde, lid van NMV of KNNV of niet,
allen waren welkom. Gastvrij werden we ontvangen, de verzamelde paddenstoelen en de
microscopen stonden al klaar, er was koffie en thee, en wie van de werkgroepleden herinnert
169
InMemoriam_FransTjallingii.indd 169
24-8-2007 17:08:17
zich niet de heerlijke paddenstoelensoep met Sinterklaas? Gedurende 34 jaar hebben wij
ons daar onder de inspirerende en enthousiaste leiding van Frans en Dien in de mycologie
kunnen verdiepen, waarbij de werkgroep ook langzaam aan een regionaal karakter kreeg, met
deelnemers niet alleen uit Wageningen, maar ook uit Arnhem, Apeldoorn en Nijmegen.
We hebben grote bewondering voor de manier waarop Frans, na het overlijden van Dien,
tot aan begin 2000 deze bijeenkomsten is blijven verzorgen, met blijvend enthousiasme. Eén
van de laatste keren stond hij ons met de parapluie op in de regen op te wachten. Iedereen
moest eerst even in de tuin naar enkele mooie paddenstoelen kijken die juist verschenen waren. Tot slot zei hij: “Ga nu maar snel naar binnen, je wordt zo nat.” Maar zelf bleef hij op zijn
post totdat iedereen gearriveerd was. De laatste jaren kreeg hij problemen met zijn gehoor,
en werd de leiding aan ondergetekende (Lies Jansen) overgedragen. Dat hij daarbij volledig
betrokken bleef, moge duidelijk zijn aan de instructies die de kersverse leidster de eerste keer
kreeg, voor het begin van het traditionele ‘rondje om de tafel’. “Jij moet daar plaats nemen,
ik zit hier rechts van je, en dan moet je aan je linkerkant met het rondje beginnen.” Toen de
werkgroep door het vertrek van Frans naar Mooiland naar een andere lokatie moest verhuizen
hebben we hem gevraagd of we de naam ‘Tjallingii Werkgroep’ mochten gebruiken. Maar
daar voelde Frans niets voor. “Over enkele jaren, als ik er niet meer ben, weet niemand wie
die Tjallingii’s waren. Bovendien riekt het wel wat naar persoonsverheerlijking, en daar ben
ik altijd erg op tegen geweest.”
Het anderen laten delen in hun kennis van en vreugde in paddenstoelen is een rode draad
in het leven van Frans geweest. Typerend hiervoor moge een citaat zijn uit een brief die
Frans al in 1930 aan de secretaresse van de NJN, afdeling Rotterdam, schreef: “... Ik geloof
dat ik door mijn werk (voor de NJN (red.)) de jongeren iets kan geven dat hun leven mooier,
rijker, zuiverder maakt, iets van positieve waarde, een geestelijke rijkdom.” Vele jaren later,
in een interview met het lokale KNNV contactblad Urtica, voor de vraag gesteld of iets
van dat ideaal, het doorgeven van de liefde voor de natuur, is verwezenlijkt, durft Frans die
vraag met een ja te beantwoorden, op grond van de trouw waarmee de leden van de paddenstoelenwerkgroep al die jaren hebben meegedaan, en de diepe waardering die door enkelen
van hen is uitgesproken. Maar hij haastte zich er bij te zeggen dat hij dat werk op een heel
bescheiden wijze gedaan had, namelijk slechts met dat wat hij goed kon. Veel mensen heeft
hij op weg mogen helpen, en hij is daar dankbaar voor. Daar dankbaar voor mogen zijn, dat
tekent Frans.
De vereniging zal Frans en Dien Tjallingii vooral in dankbaarheid gedenken als een echtpaar met onverwoestbaar enthousiasme en ijver, en om hun grote vermogen om anderen
daarin te laten delen. En daarnaast als mensen met een unieke vorm van samenwerking. Hun
kenmerkende roep klinkt nog na in onze oren, als we in de uitgestrekte bossen van de Eifel
of de Ardennen op paddenstoelenjacht waren. Op die manier peilden ze niet alleen elkaars
positie, maar aan de mate van opgewondenheid van hun rollende “prrrt” kon je ook afleiden
of ze iets bijzonders meenden gevonden te hebben. Ze waren ook altijd in een, naar het
soms leek, eeuwigdurend opgewonden gesprek gewikkeld. Toen iemand eens opmerkte dat
ze altijd aan het ruziën waren reageerde Frans als door een wesp gestoken: “Wij maken nooit
ruzie met elkaar, maar we bekvechten de hele dag voor de goede zaak”. En dat was het: een
goede zaak, de betrokkenheid van Frans Tjallingii met de mycologie. Hij gaat de annalen van
onze vereniging in als een groot mycoloog en een beminnelijk mens.
Lies Jansen
Chiel Noordeloos
170
InMemoriam_FransTjallingii.indd 170
24-8-2007 17:08:17
Ectomycorrhizavormende ascomyceten
Thomas W. Kuyper
sectie Bodemkwaliteit, Wageningen Universiteit, Postbus 47, 6700 AA Wageningen
Kuyper, Th.W. 2007. Ascomycetes that form ectomycorrhiza. Coolia 50(4): 171–176.
An overview is given of genera of ascomycetes that occur in the Netherlands, and where ectomyco­
rrhiza has been reported or suspected.
T
oen we, inmiddels al weer meer dan tien jaar geleden, begonnen met het Overzicht
van de Paddenstoelen in Nederland, wilden we voor alle soorten aangeven tot welke
functionele groep zij gerekend worden. Voor de basidiomyceten leek dat redelijk goed
te doen. Maar voor ascomyceten, en vooral de terrestrische soorten, bleek het aanmerkelijk
lastiger. Natuurlijk, van sommige ascomyceten was al heel lang bekend dat ze ectomycor­
rhiza vormen, zoals Echte truffels (Tuber) en Hertentruffels (Elaphomyces); tenslotte vond
het mycor­rhiza-onderzoek zijn oorsprong in pogingen van de Pruisische regering om truffels
te kweken (Frank, 1885). Van sommige andere truffelachtigen werd ook algemeen geac­
cepteerd dat ze ectomycorrhiza vormen. Ten­slotte was er nog een enkele recente melding in
de literatuur over ectomycorrhiza (inclusief ectendomycorrhiza, een type dat zeer veel lijkt
op en functioneel equivalent is aan ectomycorrhiza) bij ascomyceten. Maar voor veel soorten
was er onvol­doende informatie voorhanden. Op basis van veldervaring hebben we zo goed
mogelijk ons ‘deskundigenoordeel’ gegeven. Bij dat deskundigenoordeel of een soort mycor­
rhiza vormt, lieten we ons leiden door waarnemingen of een soort altijd bij ectomycorrhiza­
vormende bomen werd waargenomen; of de soort dan een voorkeur had voor strooiselarme
of humus­arme plekken; of de soort een patroon van achteruitgang vertoonde dat leek op dat
van ecto­mycorrhizapaddenstoelen; en of de soort bij voorkeur in de zomer en vroege herfst
fructifi­ceerde. Maar een aantal vraagtekens in het Overzicht geeft aan dat de twijfels deels
bleven.
In het afgelopen decennium is onze kennis van ectomycorrhizavorming bij ascomyce­
ten flink toegenomen. Als aanwijzingen voor ectomycorrhizavorming kunnen worden be­
schouwd, in volgorde van toenemende bewijskracht: (1) het signaal van koolstofisotopen;
(2) moleculaire identificatie van worteltopjes; (3) direct verband tussen vruchtlichaam, myce­
lium en ectomycorrhiza. Doordat ascomyceten over het algemeen maar weinig mycelium
vormen, is een dergelijk rechtstreekse relatie slechts hoogst zelden aangetoond. De methode
van het signaal van koolstofisotopen maakt, kort gezegd, gebruik van het feit dat de verhou­
ding van verschillende koolstofisotopen in een vruchtlichaam iets zegt over de ouderdom van
die kool­stof. Doordat mycorrhiza­paddenstoelen leven van recent door de plant vastgelegde
koolstof (dat dus weken tot hoogstens enkele maanden oud is) en saprotrofe paddenstoelen
leven van koolstof in gedeeltelijk of geheel verteerd strooisel (dat de leeftijd van enkele
jaren tot decennia kan hebben), vertonen beide functionele groepen dus een verschillend
signaal van koolstof­isotopen. De methode is niet perfect, maar levert wel sterke aanwijzin­
Deel 11 in de serie over recent ecologisch onderzoek aan paddenstoelen. (Deel 10 in Coolia
50(1): 39–41.)
171
NHE11.indd 171
1­9­2007 14:34:33
gen. De meeste ge­gevens in dit overzicht zijn echter afkomstig van moleculaire identificatie
van gemycorrhi­zeerde wortels. We kunnen deze moleculaire gegevens ook gebruiken om
verwantschaps­verhoudingen vast te stellen, en daarmee te toetsen in hoeverre dit ecologische
kenmerk (mycorrhizavorming) ook taxonomische waarde heeft.
De bedoeling van deze bijdrage is niet alleen om een overzicht te geven van deze nieuwe
kennis, maar ook om mycologen uit te nodigen bij het melden van soorten voor de karte­
ring meer aandacht te besteden aan standplaats­gegevens, en in het bijzonder aan het melden
van geassocieerde organismen (gastheer­boom). Want we weten nu weliswaar dat sommige
soorten ectomycorrhiza vormen, maar over gastheerkeuze en gastheervoorkeur is nog vrij­
wel niets bekend. Om enkele voorbeelden te geven uit het karteringsbestand (en voor het
verschaffen van die gegevens gaat mijn dank uit naar Ad van den Berg): De meest gemelde
bomen bij Tarzetta-soorten (Leemkelkjes) zijn hazelaar en eik, terwijl de soort slechts zelden
bij beuk of haagbeuk wordt gemeld. Humaria hemisphaerica (Kleine bruine bekerzwam) is
vrijwel uitsluitend bij loofbomen gevonden, al is er ook een waarneming (op mest?) bij dat
het geassocieerde organisme een koe is. De enige waarneming in het bestand van Geopyxis
carbonaria (Gewoon brandplekkelkje) waar een boom bij gemeld is betreft iep, die overi­
gens geen ectomycorrhiza vormt.
Welke ascomyceten vormen mycorrhiza?
Het overzicht hieronder (in alfabetische volgorde) geeft aan bij welke geslachten het
Overzicht de mogelijkheid van ectomycorrhiza noemde, of waar recent onderzoek ectomycor­
rhiza heeft aangetoond.
Balsamia: Met een vraagteken gemeld in het Overzicht. De soort werd aangetroffen in een
vegetatie waarin uitsluitend de ectomycorrhizavormende plant Adenostoma fasciculatum
groeide (Allen et al., 1999). Palfner & Agerer (1998) beschreven de ectomycorrhiza op den.
Ook het koolstofsignaal (Hobbie et al., 2001) wees op ectomycorrhizavorming. Balsamia
en Helvella zijn nauw verwant (Tedersoo et al., 2006), wat dus ook door dit ecologische
ken­merk wordt ondersteund.
Caloscypha: Met een vraagteken gemeld in het Overzicht. Het koolstofsignaal wijst niet op
mycorrhizavorming (Hobbie et al., 2001). De soort, inclusief haar ongeslachtelijke stadium
Gen­iculodendron pyriforme, is bekend als een pathogeen van zaad van coniferen (Paden et
al., 1989).
Elaphomyces: Een kleurenplaat van de ectomycorrhiza van E. granulatus met spar is te
vinden op http://www.deemy.de/.
Flavoscypha: Met een vraagteken gemeld in het Overzicht. De soort wordt in de nieuwste
overzichten (Perry et al., 2007) weer in Otidea (een geslacht dat ectomycorrhiza vormt)
ge­plaatst en als O. concinna gemeld (Plaat 2).
Genea: De eerste melding dat de soort ectomycorrhiza kan vormen is te vinden in Fontana &
Centrella (1967). Een kleurenplaat van de ectomycorrhiza van G. hispidula met beuk is te
vin­den op http://www.deemy.de/. Op basis van moleculaire gegevens wordt het geslacht
door Tedersoo et al. (2006) gemeld in associatie met beuk, berk, populier en eik. Genea is
de zus­tergroep van het eveneens ectomycorrhizavormende geslacht Humaria, dus ook hier
blijkt het vermogen om ectomycorrhiza te vormen een belangrijk taxonomisch kenmerk
(Perry et al., 2007).
Geopora: In het Overzicht als saprotroof aangegeven. Door Fujimura et al. (2005) en
172
NHE11.indd 172
1­9­2007 14:34:33
Tedersoo et al. (2006) op grond van moleculaire analyses als ectomycorrhizavormer ge­
meld. De roodbruine, gladde mycor­rhizas zijn aangetroffen op wortels van den, berk en
linde. Geopora is nauw verwant met het ectomycorrhiza vormende genus Tricharina (Perry
et al., 2007). Voor G. sumneriana zie Plaat 4.
Geopyxis carbonaria: De soort is bekend als brandplekfungus en groeit op wortels van
naald­bomen die door het vuur vaak verzwakt zijn. Door Vrålstad et al. (1998) is de soort
aangege­ven als biotrofe parasiet op worteltoppen die eruit zien als ectomycor­rhizas. De
nauwst ver­wante taxa met G. carbonaria zijn de genera Tarzetta en Stephensia, die beide
ectomycor­rhiza vormen (Perry et al., 2007).
Helvella: Bij Helvella was ik toentertijd uiterst onzeker. Als algemene opmerking schreef
ik: “In het algemeen wordt aangenomen dat Helvella-soorten saprotroof zijn. Het is niet
uitgeslo­ten dat veel soorten (obligaat?) mycorrhiza vormen met bomen.” In een recent
artikel meld­den Tedersoo et al. (2006) ectomycorrhizas van tenminste vier verschillende
Helvella-soorten. De ectomycorrhizas zijn roodbruin met een blekere (wittige tot gelige)
top en een gladde man­tel. Helvella-soorten vormen mycorrhiza met in elk geval spar, eik en
beuk. Ook het kool­stofsignaal wijst erop dat Kluif­zwammen mycorrhiza vormen (Högberg
et al., 1999; Hobbie et al., 2001).
Humaria hemisphaerica: De soort vormt ectomycorrhiza met zowel naaldbomen (den) als
loofbomen (linde, beuk, eik, hazelaar). De nauwste verwant van H. hemisphaerica (Plaat 1)
is het eveneens ectomycorrhizavormende geslacht Genea (Perry et al., 2007).
Hydnobolites: In het Overzicht gemeld als waarschijnlijk ectomycorrhiza vormend. Door
Smith et al. (2007) als ectomycorrhizavormer bij eik beschreven.
Hydnotria: In het Overzicht gemeld als waarschijnlijke mycorrhizasymbiont. Ecto­mycorrhiza
is gerapporteerd door Tedersoo et al. (2006). Ook het koolstofsignaal (Hobbie et al., 2001)
doet vermoeden dat de soorten uit dit genus ectomycorrhiza vormen.
Leotia: In het Overzicht staat “saprotroof, mogelijk ectomycorrhizavormend”. Die mogelijk­
heid was gebaseerd op het gegeven dat alle vondsten van de Groene glibberzwam in bossen
waren gedaan, en dat het patroon van achteruitgang van die soort opvallende gelijkenis
ver­toonde met de achteruitgang van ectomycorrhiza­paddenstoelen onder invloed van ver­
mesting en verzuring. Er zijn geen aan­wijzingen dat de soort ectomycorrhiza kan vormen.
De meest recente phylogenie (Wang et al., 2005) plaatst deze soort naast soorten van het
geslacht Microglossum (en ver verwijderd van andere aardtongen), die als saprotroof wor­
den be­schouwd, en die ook gevoelig zijn voor vermesting en verruiging.
Marcelleina: In het Overzicht als saprotroof gemeld. Door Smith et al. (2007) als ecto­
mycorrhizavormer bij eik beschreven. De nauwste verwant van Marcelleina is “Peziza”
gerardii (Hansen et al., 2005), een soort waarbij ectomycorrhiza (nog) niet gemeld is.
Morchella: Soorten van dit geslacht vormen weliswaar mycorrhiza-achtige structuren op
wortels, maar ook van planten die normaliter geen ectomycorrhiza vormen (Buscot, 1994).
Het koolstofsignaal geeft geen duidelijke aanwijzingen dat de soort ectomycorrhiza vormt
(Hobbie et al., 2001).
Otidea: In het Overzicht staat ectomycorrhizavormend (?). Vorming van ectomycorrhiza is
aangetoond in zowel Zweden (Toljander et al., 2006) als Noord-Amerika (Kennedy et al.,
2003; Smith et al., 2007). Op basis van het koolstofsignaal hadden Hobbie et al. (2001,
2002) al gesuggereerd dat Otidea-soorten ectomycorrhiza vormen.
Pachyphloeus: In het Overzicht als mycorrhizasymbiont aangegeven. Ectomycorrhiza bij
173
NHE11.indd 173
1­9­2007 14:34:33
loofbomen is aangetoond door Tedersoo et al. (2006).
Peziza. Bij het bewerken van dit genus was ik vrij zeker dat het genus saprotroof was en geen
ectomycorrhiza vormt. Ik had het bij het verkeerde eind. Peziza, zoals thans omschreven,
is een heterogeen geslacht (Hansen et al., 2005) dat wellicht opgesplitst moet worden. In
tenminste drie (vier) groepen van Peziza sensu lato komt ectomycorrhiza voor (Tedersoo et
al., 2006), te weten (1) de groep van P. gerardii en Marcelleina (zie hierboven); (2) de groep
van P. depressa en P. badia; (3) de groep van P. michelii en P. succosa. (De vierde groep is
het genus Sarcosphaera (Plaat 3), wier bestaansrecht naast Peziza twijfelachtig is.) Hansen
et al. (2005) wijzen er op dat sommige morfo­logische kenmerken duiden op een nauwere
verwant­schap tussen de P. badia-groep en de P. succosa-groep (sporen­ornamentatie, aan­
wezigheid van 2 oliedruppels in de sporen, hymeniumkleur, Melzer reactie over de hele
ascustop). Het feit dat in beide groepen ectomycorrhiza voorkomt wijst ook op een nau­
were verwantschap. Ectomycorrhiza komt ook voor bij de zeer nauw verwante, nog niet uit
Nederland bekende, geslachten Terfezia en Tir­mania, die ectomycorrhiza met zonneroosjes
en Cistus-soorten vormen (Gutiérrez et al., 2003). De ectomycorrhizas van P. succosa moe­
ten nogal opvallen want ze zijn geelgroen tot olijfgroen (Tedersoo et al., 2006).
Pulvinula. In het Overzicht aangegeven als saprotroof op mossen. Onderzoek door Amicucci
et al. (2001) heeft laten zien dat P. constellatio ectomycorrhiza vormt met jonge donseikjes
die geënt waren met truffels. Ook in kwekerijen met fijnspar zijn mycorrhiza’s van deze
soort gevonden (Trocha et al., 2006).
Sowerbyella: In het Overzicht als saprotroof aangegeven. Waarnemingen aan het koolstof­
signaal (Hobbie et al., 2001, 2002) suggereren sterk dat de soorten ecto­mycor­rhiza vormen.
Een moleculaire bevestiging van dat vermoeden is nog niet gemeld.
Sphaerosporella: Door Danielson (1984) als vormer van ect(end)omycorrhiza gemeld. In
Europa is de soort als ectomycorrhizavormer op brandplekken gemeld door Meotto &
Carraturo (1988) en De Román & De Miguel (2005). De zustergroep van Sphaerosporella
bevat Trichophaea woolhopeia, waarvan eveneens ectomycorrhiza bekend is (Tedersoo et
al., 2006).
Stephensia: In het Overzicht als mogelijk ectomycorrhizavormend aangegeven. Het kool­
stofsignaal (Hobbie et al., 2001) is daarmee in overeenstemming. De positie van Stephensia
als nauwe verwant van Geopyxis carbonaria en Tarzetta wijst ook op de vorming van ecto­
mycorrhiza (Perry et al., 2007).
Tarzetta: In het Overzicht als saprotroof aangegeven. Tedersoo et al. (2006) rapporteerden
een ectomycorrhiza van T. catinus op beuk. Tarzetta vormt met Stephensia en Geopyxis
carbona­ria een groep van nauw verwante genera (Perry et al., 2007).
Tricharina: In het Overzicht als saprotroof aangegeven. Mycorrhizas zijn gerapporteerd door
Rudawska et al. (2006) en Trocha et al. (2006) uit Polen. Tricharina is de nauwste verwant
van het ectomycorrhizavormende geslacht Geopora (Perry et al., 2007).
Trichophaea: In het Overzicht werd Trichophaea als saprotroof gekarakteriseerd. Phylogene­
tisch is Trichophaea niet natuurlijk en valt het in twee gescheiden groepen uiteen (Perry et
al., 2007). Opmerkelijk genoeg is ectomycorrhiza gerapporteerd in beide groepen. De ene
groep, met T. woolhopeia en T. abundans is de zustergroep van Sphaerosporella; de andere
groep met T. hemisphaerioides en T. hybrida is de zustergroep van Wilcoxina. Tedersoo
et al. (2006) rapporteerden ectomycorrhizas van zowel T. woolhopeia (met berk) als T. cf
hybrida (met spar).
174
NHE11.indd 174
1­9­2007 14:34:34
Tuber: Ook het koolstofsignaal (Hobbie et al., 2001, 2002) gaf aan dat Echte truffels ec­
tomycorrhiza vormen. Kleurenafbeeldingen van ectomycorrhizas, met hun karakteristieke
borstelvormige cystiden, van verschillende truffelsoorten (T. aestivum, T. melanosporum,
T. mesentericum, T. puberulum, T. uncinatum) zijn te vinden op http://www.deemy.de/.
Wilcoxina: Dit genus staat niet in het Overzicht, wel in de aanvullingen (http://www.
mycologen.nl/ - W. mikolae). Wilcoxina vormt ect(end)omycorrhiza met zaailingen van
den, spar, berk en wilg (Scales & Peterson, 1991; Tedersoo et al., 2006). Wilcoxina is de
zustergroep van een deel van Trichophaea (T. cf hybrida).
Ten slotte
Het onderzoek aan ectomycorrhizavormende ascomyceten leverde ook verdere verrassin­
gen op. Allereerst Pezizella ericae (thans Rhizoscyphus ericae), een zeer algemene soort
die eri­coide mycorrhiza vormt bij heideachtigen, maar waarvan vruchtlichamen nog nooit
in het veld zijn waargenomen. Uit recent onderzoek blijkt dat de groep schimmels waartoe
deze soort behoort, samen met enkele ongeslachtelijke verwanten, ook ectomycorrhiza kan
vormen. Sommige stammen kunnen zowel ectomycorrhiza als ericoide mycorrhiza vormen,
zodat er een ondergronds netwerk is wat naaldbomen en hun ondergroei van heideachtigen
verbindt (Villarreal-Ruiz et al., 2004).
Literatuur
Allen, M.F., L.M. Egerton-Warburton, E.B. Allen & O. Karén 1999. Mycorrhizae in Adenostoma
fasciculatum Hook. & Arn.: a combination of unusual ecto- and endo-forms. Mycorrhiza 8: 225–
228.
Amicucci, A., A. Zambonelli, C. Guidi & V. Stocchi 2001. Morphological and molecular characterisation
of Pulvinula constellatio ectomycorrhizae. FEMS Microb. Lett. 194: 121–125.
Buscot, F. 1994. Ectomycorrhizal types and endobacteria associated with ectomycorrhizas of Morchella
elata (Fr.) Boudier with Picea abies (L.) Karst. Mycorrhiza 4: 223–232.
Danielson, R.M. 1984. Ectomycorrhiza formation by the operculate discomycete Sphaerosporella
brunnea (Pezizales). Mycologia 76: 454–461.
De Román, M. & A.M. de Miguel 2005. Post-fire, seasonal and annual dynamics of the ectomycorrhizal
community in a Quercus ilex L. forest over a 3-year period. Mycorrhiza 15: 471–482.
Fontana, A. & E. Centrella 1967. Ectomicorrize prodotte da funghi ipogei. Allionia 13: 149–175.
Frank, B. 1885. Ueber die auf Wurzelsymbiose beruhende Ernährung gewisser Bäume durch
unterirdischer Pilze. Ber. Deutsch. Bot. Ges. 3: 128–145. [ook toegankelijk via www.biologie.unihamburg.de/b-online/fo33/frank/frank.htm ]
Fujimura, K.E., J.E. Smith, T.R. Horton, N.S. Weber & J.W. Spatafora 2005. Pezizalean mycorrhizas
and sporocarps in ponderosa pine (Pinus ponderosa) after prescribed fires in eastern Oregon, USA.
Mycorrhiza 15: 79–86.
Gutiérrez, A., A. Morte & M. Honrubia 2003. Morphological characterization of the mycorrhiza formed
by Helianthemum almeriense Pau with Terfezia claveryi Chatin and Picoa lefebvrei (Pat.) Maire.
Mycorrhiza 13: 299–307.
Hansen, K., K.F. LoBuglio & D.H. Pfister 2005. Evolutionary relationships of the cup-fungus Peziza
and Pezizaceae inferred from multiple nuclear genes; RPB2, ß-tubulin, and LSU rDNA. Mol. Phyl.
Evol. 36: 1–23.
Hobbie, E.A., N.S. Weber & J.M. Trappe 2001. Mycorrhizal vs saprotrophic status of fungi: the isotopic
evidence. New Phytol. 150: 601–610.
Hobbie, E.A., N.S. Weber, J.M. Trappe & G.J. van Klinken 2002. Using radiocarbon to determine the
mycorrhizal status of fungi. New Phytol. 156: 129–136.
175
NHE11.indd 175
1­9­2007 14:34:34
Högberg, P., A.H. Plamboeck, A.F.S. Taylor & P.M.A. Fransson 1999. Natural 13C abundance levels
reveals trophic status of fungi and host-origin of carbon in mycorrhizal fungi in mixed forests. Proc.
Nat. Acad. Sci. USA 96: 8534–8539.
Kennedy, P.G., A.D. Izzo & T.D. Bruns 2003. There is high potential for the formation of common
mycorrhizal networks between understorey and canopy trees in a mixed evergreen forest. J. Ecol.
91: 1071–1080.
Meotto, F. & P. Carraturo 1988. Ectomicorrizia di Sphaerosporella brunnea (A. & S.) Svrçek and
Kubicka in piantine tartufigene. Allionia 28, 109–116.
Paden, J.W., J.R. Sutherland & T.A.D. Woods 1978. Caloscypha fulgens (Ascomycetidae, Pezizales)
– perfect state of conifer seed pathogen Geniculodendron pyriforme (Deuteromycotina,
Hyphomycetes). Can. J. Bot. 56: 2375–2379.
Palfner, G. & R. Agerer 1998. Balsamia alba Harkness + Pinus jeffreyi Grev. & Balf. Descr. Ectomyc. 3:
1–6.
Perry, B.A., K. Hansen & D.H. Pfister 2007. A phylogenetic overview of the family Pyronemataceae
(Ascomycota, Pezizales). Mycol. Res. 111: 549–571.
Rudaskwa, M., T. Leski, L.K. Trocha & R. Gornowicz 2006. Ectomycorrhizal status of Norway spruce
seedlings from bare-root forest nurseries. For. Ecol. Manag. 236: 375–384.
Scales, P.F. & R.L. Peterson 1991. Structure of ectomycorrhizae formed by Wilcoxina mikolae var.
mikolae with Picea mariana and Betula alleghaniensis. Can. J. Bot. 69: 2149–2157.
Smith, M.E., G.W. Douhan & D.M. Rizzo 2007. Ectomycorrhizal community structure in a xeric
Quercus woodland based on rDNA sequence analysis of sporocarps and pooled roots. New Phytol.
174: 847–863.
Tedersoo, L., K. Hansen, B.A. Perry & R. Kjøller 2006. Molecular and morphological diversity of
pezizalean ectomycorrhiza. New Phytol. 170: 581–596.
Toljander, J.F., U. Eberhardt, Y.K. Toljander, L.R. Paul & A.F.S. Taylor 2006. Species composition of
an ectomycorrhizal fungal community along a local nutrient gradient in a boreal forest. New Phytol.
170: 873–884.
Trocha, L.K., M. Rudawska, T. Leski & M. Dabert 2006. genetic diversity of naturally established
ectomycorrhizal fungi on Norway spruce seedlings under nursery conditions. Microb. Ecol. 52:
418–425.
Villarreal-Ruiz, L., I.C. Anderson & I.J. Alexander 2004. Interaction between an isolate from the
Hymenoscyphus ericae aggregate and roots of Pinus and Vaccinium. New Phytol. 164: 183-192.
Vrålstadt, T., A. Holst-Jensen & T. Schumacher 1998. The postfire discomycete Geopyxis carbonaria
(Ascomycota) is a biotrophic root associate with Norway spruce (Picea abies) in nature. Mol.
Ecol. 7: 609–616.
Wang, Z., M. Binder & D.S. Hibbett 2005. Life history and systematics of the aquatic discomycete
Mitrula (Helotiales, Ascomycota) based on cultural, morphological and molecular studies. Amer.
J. Bot. 92: 1565–1574.
176
NHE11.indd 176
1­9­2007 14:34:34
Hier
Sterrenparadijs
aan de kust, de Zeeuwse kust
Henk Remijn
Poolsterstraat 14 4356 BT Oostkapelle
Remijn, H. 2007. A paradise for earthstars. Coolia 50(4): 177–180.
This paper presents an overview of recent finds of Earthstars (Geastrum spp.) in the province of
Zeeland, with an emphasis on Walcheren.
O
m maar gelijk met de deur in huis te vallen: we hebben het niet over de populaire
Zeeuwse muziekbands BLØF of RACOON die inmiddels tot nationale popsterren
zijn gepromoveerd. Nee, de Zeeuwse kust produceert namelijk een geheel ander
type sterren. We hebben het dan over allerlei soorten aardsterren die we in de binnenduinrand
kunnen vinden.
De afgelopen jaren heb ik menig uurtje in de duinen rondgestruind op zoek naar deze
juweeltjes van paddenstoelen. In de loop van de tijd heb ik aan de Walcherse kust inmiddels
al een aardig aantal soorten gevonden, en het vinden van aardsterren is voor mij altijd een
feest. Sommige soorten, zoals de Peperbus (Myriostoma coliforme), zijn internationaal zeer
zeldzaam. Andere soorten, zoals de Gekraagde aardster (Geastrum triplex), zijn zeer algemeen en in allerlei biotopen te vinden.
Veel soorten aardsterren staan op de rode lijst. Een van de belangrijkste oorzaken van de
achteruitgang van de aardsterren is wel het dichtgroeien van de duinen. Hierdoor verliezen
de aardsterren een belangrijk biotoop om zich voort te planten.
Het herkennen van aardsterren als zodanig is niet zo moeilijk, maar het op naam brengen
van de soort kan soms toch nog een lastige klus zijn. Belangrijke kenmerken zijn groten-
'i1
f
" 0
h
=
0
0
CU
Figuur 1. Belangrijke kenmerken van de mondopening en omgeving. a. gevoord-geplooid met
duidelijke ringvoor; b. idem, maar laag kegelvormig; c. gevoord-geplooid zonder ringvoor of
hof; d. gewimperd met ringvoor en hof; e. gewimperd met hof zonder ringvoor; f. gewimperd
zonder hof of ringvoor; g. idem maar laag kegelvormig; h. meerdere ronde openingen; i.en j.
onregelmatige opening of scheur zonder mondzone. (Uit Jalink (1995).)
177
aardsterren.indd 177
1-9-2007 12:25:53
Figuur 2. Kenmerken van de steel en de basis van het bolletje: a. ongesteeld; b. kort gesteeld;
c. gesteeld met onduidelijke apophyse; d. gesteeld met duidelijke apophyse; e. gesteeld met
geplooide apophyse. (Uit Jalink (1995).)
deels macroscopisch waar te nemen. Een enkele keer moet de sporenmaat uitsluitsel geven.
Kenmerken waar we op moeten letten zijn onder andere de mondopening van het bolletje: die
mondopening kan geplooid, gevoord of gewimperd zijn (Figuur 1). Is het bolletje gesteeld of
ongesteeld? Aan de basis van het bolletje zit ook een belangrijk kenmerk, de zgn. apophyse
(Figuur 2). En zijn de slippen van het stervormige lichaam vlak of krullen ze naar boven of
beneden?
Zeeuwse vondsten
De Gekraagde aardster (zie voorplaat) is op
Walcheren wel de algemeenste aardster en in de
binnenduinen van Walcheren overal wel te vinden. De duinen bij Dishoek en Valkenisse zijn
bekende vindplaatsen, maar ook in Oranjezon en
op de Buitenplaats Berkenbosch worden elk jaar
wel Gekraagde aardsterren gevonden. Eenmaal
vond ik tussen Westkapelle en Zoutelande langs
het fietspad ter hoogte van hotel Zuiderduin het
spectaculaire aantal van zo’n honderd (100!)
exemplaren bij elkaar. De Gekraagde aardster is
een soort die nogal eens in een heksenkring wil
groeien. Op de Buitenplaats Berken­bosch vonden we tijdens een paddenstoelenexcursie van de plantenwerkgroep drie heksenkringen dicht
bij elkaar. Ook in het Oranjebos groeit al jaren een heksenkring van Gekraagde aardsterren.
In tegenstelling tot veel andere aardsterren vinden we de Gekraagde aardster voornamelijk op
voedselrijke, min of meer ruderale plaatsen. In de open buitenduinen vinden we veelal kleine
soorten, zoals de Kleine aardster (Geastrum minimum) en de Ruwe aardster (G. campestre).
De Kleine aardster moeten we zoeken in open mosrijke vegetaties met o.a. Duinsterretje.
In de duinen van Walcheren, en dan met name tussen Domburg en Vrouwenpolder, is de
Kleine aardster vrij algemeen. De argeloze duinwandelaar zal deze soort niet zo snel opmerken. Het is een vrij kleine soort die je gemakkelijk over het hoofd ziet.
De Ruwe aardster (G. campestre) is een zeldzame soort die in de regel iets groter is dan
de Kleine aardster. De mondopening samen met het ruwe oppervlak van het bolletje en het
opkrullen van de slippen bij opdrogen leiden tot een goede determinatie. In het duin is de
Ruwe aardster te vinden in oppervlakkig ontkalkte duinmosvegetaties. Meestal staan ze meer
in het open binnenduin.
178
aardsterren.indd 178
1-9-2007 12:25:54
'
1/'
De Baretaardster (G. striatum) vond ik voor het eerst in 1994 onder meidoornstruweel op de Vier Hoogten in Oostkapelle. Jaren heeft de soort hier
standgehouden. Helaas is de vindplaats enkele jaren terug flink verstoord door
'#' :
een schatgraver met een metaaldetector die meende hier iets uit te moeten
graven. Ook in de duinen bij Westkapelle vond ik eenmaal de Baretaardster.
Kenmerkend is het bolletje dat als een baret over de steel is gevormd.
De Peperbus (Myriostoma coliforme) is een
soort aardster die onmiskenbaar is: meerdere
openingen in het bolletje en het bolletje staat op
meerdere steeltjes. De Peperbus staat in de top
tien van meest bedreigde Europese paddenstoelen. Het feit dat de Peperbus in de duinen van
Walcheren voorkomt moet voor de beheerders
van de duinen een extra stimulans zijn om het
biotoop geschikt te houden voor deze bijzondere
stuifzwam. In Oranjezon vond ik de Peperbus
op diverse plaatsen. Helaas laat hij het hier de
laatste jaren afweten op de bekende vindplaatsen. Onder andere door het dichtgroeien van de
standplaats lijkt de soort nu uit Oranjezon verdwenen. Op andere bekende vindplaatsen komt
de Peperbus tot nu toe elk jaar terug. Eenmaal vond ik een Peperbus langs een ruiterpad in
de Veerse meerduintjes. Andere vindplaatsen zijn de Vrouwenpolderse duinen (mondelinge
mededeling Eef Arnolds) en Fort den Haak.
Een andere zeer zeldzame soort aardster is de Lederster (Mycenastrum corium). De
Lederster is eigenlijk geen aardster, maar in de literatuur wordt deze soort wel bij de aardsterren behandeld. Op de grens van Oranjezon met het achterland vinden we de derde vindplaats
van Nederland. Wim Kuijs meldt de soort in Zeeuws-Vlaanderen en verder is de Lederster
een keer gevonden op Goedereede en in 2001, tijdens een NMV-excursie, op de vroongronden in Schouwen. Herkenning is bij deze soort niet moeilijk. Verse exemplaren willen echter
nog wel eens verwarring geven met de Reuzenbovist (Langermannia gigantea). De verwarring berust mede op het feit dat de Lederster door zijn zeldzame voorkomen bij weinig
mensen bekend is. Eenmaal een keer gezien is direct duidelijk dat we met een bijzonder soort
aardster van doen hebben. De opperhuid is van een zeldzame stevigheid die verwarring met
andere soorten uitsluit. Eenmaal stervormig opengespreid is de stevigheid van de buitenwand
goed te zien en te voelen. In de duinen van Oranjezon fructificeert de Lederster inmiddels al
zo`n 10 jaar achtereen. De standplaats is een beweide dijk waar regelmatig de koeien worden
bijgevoerd.
In 2006 is de Forse aardster (G. coronatum) in Fort den Haak gevonden. De Forse aardster is een nieuwe soort voor Walcheren. Het is een middelgrote aardster met een gesteeld
bolletje met apophyse. De mondopening is gewimperd. De standplaats is wat voedselrijk, in
een meidoornbosje met een open ondergroei.
Eveneens in Fort den Haak vonden we in 2006 nog twee andere soorten aardsterren,
namelijk de Bruine aardster (G. elegans) en de Heideaardster (G. schmidelii). De Bruine
aardster is een zeer kleine soort met naar onder krullende slippen (saccaat). Het bolletje is ongesteeld, en de mondopening is gevoord-geplooid. De Heideaardster is eveneens een kleine
..
~'
179
aardsterren.indd 179
1-9-2007 12:25:55
soort. Het bolletje is kort gesteeld, de mondopening is gevoord-geplooid met een opvallende
ringvoor. De laatste twee soorten zijn in het verleden al eens meer op Walcheren gevonden.
In het rapport van Wim Kuijs ‘De paddestoelen van Walcheren’ (1995) worden uit de
binnenduinen nog drie andere soorten aardsterren vermeld, namelijk de Viltige aardster
(G. saccatum), de Gewimperde aardster (G. fimbriatum) en de Grote aardster (G. pectinatum).
Deze laatste drie zijn tot nu toe op Walcheren nog niet teruggevonden.
Na een oproep in het verenigingsblaadje van de KNNV afdeling Walcheren kreeg ik een
melding van de Stichting Landschapbeheer Zeeland dat in de duinen van Valkenisse ook
aardsterren van verschillende grootte waren gevonden. Dat was een interessante mededeling. Van de gehele zuidwestkust van Walcheren zijn namelijk alleen vele meldingen van de
Gekraagde aardster bekend, en tussen Zoutelande en Westkapelle enkele meldingen van de
Baretaardster. Bij deze nieuwe melding kon wel eens een nieuwe soort voor de zuidwestkust
van Walcheren zitten.
Tijdens een excursie begin februari 2007 togen we naar het duin bij Valkenisse. Eerst bekeken we de aardstervondsten van de medewerkster van landschapbeheer. En jawel hoor: zij
had een Forse aardster en een Baretaardster gevonden. Dat was een mooie start. In het duin
vonden we na verloop van tijd zowaar vijf verschillende aardsterren, te weten: Gekraagde
aardster, Kleine aardster, Baretaardster, Forse aardster en de Peperbus. Zowaar met stip een
nieuw sterrenparadijs naast het sterrenparadijs de Vier Hoogten bij Oostkapelle met eveneens
vijf soorten en Fort den Haak bij Vrouwenpolder met vier soorten aardsterren.
Blijft de vraag waarom de aardsterren in Valkenisse ineens tevoorschijn komen. Of
hebben ze hier altijd al gestaan en zijn ze nooit opgemerkt? Dit laatste lijkt me niet onwaarschijnlijk. Bij de KNNV-afdeling Walcheren is in de jaren ’70 een inventarisatierapport verschenen. Hierin wordt hoofdzakelijk verslag gedaan van de botanische flora, vogels,
vlinders, zoogdieren. De mycoflora wordt afgedaan met zes soorten, waaronder Gekraagde
aardster, Gewone morielje (Morchella esculenta) en Vingerhoedje (Verpa conica). Uit deze
paddenstoelensoorten blijkt dat er is geïnventariseerd in het plantenseizoen, en dat alleen de
makkelijk herkenbare paddenstoelen zijn genoteerd. In de late herfst was er voor de botanici
niets meer te zoeken en zijn de verschillende aardsterren, zo ze hier al groeiden, waarschijnlijk nooit opgemerkt.
Een andere hypothese kan zijn dat door de huidige zandsuppleties voor de kust het zand
meer is gaan stuiven en er meer kalkrijk zand het duin instuift. De groeiomstandigheden voor
aardsterren kunnen hierdoor gunstiger zijn geworden. Daarnaast wordt er door de Stichting
Landschapbeheer Zeeland de laatste 5 jaar in het duin beheerswerk uitgevoerd ten bate van
de duinparelmoervlinder. Hierdoor wordt de vegetatie gemaaid en afgevoerd en struikgewas
wordt eveneens gerooid en op rillen gezet. Deze beheerwerkzaamheden voor de duinparelmoervlinder lijken nu een gunstig neveneffect te hebben voor de aardsterren.
Literatuur
Maas Geesteranus, R.A. 1971. Gasteromycetes van Nederland. Coolia 15(3): 49–92.
Jalink, L.M. 1995. De Aardsterren van Nederland en België. Coolia 38 supplement .
Kuijs, W.D.J. 1995. De paddestoelen van Walcheren.
Met dank aan Leo Jalink voor de nadeterminatie van enkele vondsten en het gebruik van
figuren 1 en 2. De overige figuren zijn overgenomen uit Maas Geesteranus (1971).
180
aardsterren.indd 180
1-9-2007 12:25:55
Dia’s digitaliseren: scannen of fotograferen?
Johan Steketee
Jan Vethlaan 9, 3141 KJ Maassluis
Steketee, J. 2007. Digitising colour slides – scanning or photography? Coolia 50(4): 181–183.
Slide projectors have been superseded by beamers. Anyone wishing to make use of colour slides in
a beamer presentation must digitise them. Two methods, scanning and digital photography, are evaluated. Conclusions are: 1) The Epson Perfection 700 is well suited to scanning slides. Its predecessor,
the Epson Perfection 3200, is also satisfactory and can be obtained via the internet for less than € 100.
The EP V700 (or V750 Pro) costs more than € 500, but can scan 12 slides at a time – as opposed to 4
with the EP 3200 – in a very high resolution; 2) Anyone with a Canon digital reflex camera and the EF-S
60 mm macro lens can digitise slides quickly with results comparable to the EP 3200.
D
e laatste tijd wordt heel veel geprojecteerd met beamers in plaats van diaprojectoren.
Wil je die prachtige dia’s die je ooit hebt gemaakt ook eens op die manier laten
zien, dan zul je ze moeten digitaliseren. Tot voor kort kon dat alleen met een zeer
dure diascanner, waarbij vaak de dia uit het raampje gehaald moest worden: een omslachtige
procedure.
Scannen
Sinds kort zijn er ook flatbedscanners, bijvoorbeeld de Epson Perfection V700 (of de iets
duurdere, maar iets snellere V750 Pro), waarmee ook dia’s in hoge resolutie gescand kunnen
worden. In een speciaal masker kunnen 12 dia’s geklemd worden, en na een Preview (duur
ongeveer 1,5 min, inclusief opwarmtijd van de lamp) zijn alle 12 dia’s gereed om gescand te
worden, iedere dia met zijn eigen aparte kleur-, contrast- en helderheidsinstellingen. Zo kan
men hele series dia’s achtereen scannen, waarbij de totale gemiddelde scantijd minder dan
een minuut per dia bedraagt voor de 2400 dpi-stand. Voor projectie met een hoogwaardige
beamer (1400×1050 pixels) is dit meer dan voldoende. Men kan uiteraard ook kiezen voor
een hogere scanresolutie (4800 dpi) als men van de dia bij voorbeeld een grote poster (60×40
cm) wil afdrukken. De scantijd wordt dan aanzienlijk langer. Wie meer wil weten over deze
scanner kan kijken op www.photo-i.co.uk/Reviews/interactive/Epson%20V700/page1.htm
waar Vincent Oliver alle mogelijke details van deze scanner beschrijft. In dit uitgebreide
testverhaal vertelt Oliver dat hij aanvankelijk nogal sceptisch stond tegenover een flatbed­
scanner voor dia’s, maar zeer verrast was dat de resultaten nog beter waren dan die met zijn
Nikon 4000 diascanner.
Enkele algemene opmerkingen met betrekking tot het scannen:
1. De verleiding is altijd groot om filters als “Unsharp mask” toe te passen (een nogal
verwarrende term die de indruk wekt alsof er een masker over het beeld wordt gelegd
om onscherpte te creëren; bedoeld wordt natuurlijk “onscherpte maskeren”) maar zowel
Vincent Oliver als andere professionals geven er de voorkeur aan om dit, als het al nodig
zou zijn, pas in een latere bewerking in een fotobewerkingsprogramma (bijv. Photoshop)
te doen. Daarin kan men onder “Unsharp mask” precies de mate van verscherping instellen en het effect ervan van te voren bestuderen.
181
diascan.indd 181
4-9-2007 21:21:44
2. Een stofverwijderingsfilter moet men te allen tijde vermijden. Ik ben daarmee patrijspoortjes en lantaarnpaaltjes in het beeld kwijtgeraakt, die het programma gemakshalve
maar als stof beschouwde. Ook dat kan men beter zelf uitvoeren in Photoshop.
3. In scans van een testdia bleek dat de scherpte bij hogere resoluties dan 4800 dpi (de fysieke
resolutie van de scanner) eerder afnam dan toenam. Misschien rijst de vraag waarom een
scanner deze hogere resolutiewaarden kent als die toch geen verbetering in de resolutie
geven en alleen maar leiden tot enorm grote bestanden (bij mij in 12800 dpi meer dan
500 Mb!). Het antwoord daarop is dat deze hoge scanwaarden de mogelijkheid bieden om
zeer grote afdrukken te maken zonder dat de afzonderlijke pixels zichtbaar worden (blokkenpatroon). De scanner vult als het ware de 4800 aan tot 12800 middels interpolatie.
Sommige leveranciers willen wel eens schermen met deze zeer hoge resolutiewaarden.
Men zij gewaarschuwd: probeer altijd de fysieke resolutie te achterhalen.
Fotograferen
Een tweede mogelijkheid om dia’s te digitaliseren is fotograferen met een digitale camera.
Mijn eerdere ervaringen met deze vorm van scannen voor presentatie met beamers waren
ronduit onbevredigend. Vooral te harde kleuren en een te groot contrast vereisten heel veel
correctiewerk in Photoshop en zelfs dan was het resultaat zeker niet te vergelijken met scans
van de EP750 Pro.
Een collega liet mij onlangs mooie resultaten zien van opnamen met de Canon 350D en
het fameuze Canon EF-S 60 mm Macro-objectief (waarover Mich Buschman ooit in Focus
schreef: Als ik alleen dit objectief had, zou ik in staat zijn om er een body bij te kopen). Reden
voor mij om met een Canon 400D en het genoemde objectief eens testdia’s te fotograferen en
te vergelijken met de scans van de EP 750.
In eerste instantie gebruikte ik als verlichting een soort diasorteerapparaat en de camera
op statief. Om trillingen te voorkomen kan de
spiegel van de reflexcamera vooraf worden
opgeklapt en de sluiter bediend worden met
een afstandsbediening. Om hele series dia’s
op deze manier te fotograferen is dit natuurlijk wel een wat fragiele opstelling, die grote
oplettendheid vereist of er niets verschoven
wordt. Een Repro-standaard (fig. 1), gemaakt
door Co van Ekeren (www.Ekeren3d.com) is
daarbij een zeer handig hulpstuk. De testresulFiguur 1. Repro-apparaat voor het fotografe- taten lieten zien dat er nagenoeg geen verschil
was tussen de Canon-opnamen en de EP750
ren van dia’s (Co van Ekeren).
scans in 3200 dpi. Voor projectie met beamers
(1400×1050) is de kwaliteit dus meer dan voldoende en kan men zelfs nog zonder gevaar een
uitsnede maken.
Nu zegt zo’n resolutietest natuurlijk nog lang niet alles. Belangrijk is hoe de helderheid,
de kleurweergave en het contrast van de beelden overkomen. Dat kan men zelf beoordelen in
Fig. 2 en Fig. 3 waarin links de EP V750 scans staan en rechts de Canon opnamen. Beide opnamen zijn gemaakt met diafragmavoorkeuze F/6,3, en een kleine correctie van het contrast
182
diascan.indd 182
4-9-2007 21:21:44
Figuur 2. Digitalisatie van een dia met Vliegenzwammen. Scan met EP V750 in 4800 dpi
(links) en opnamen met Canon EF-S 60 mm macro-objectief (rechts).
(−2) en het belichtingsniveau (−1). De witbalans werd handmatig ingesteld door de camera
te laten kijken naar het witte veld zonder dia.
Conclusies
1. Voor het scannen van dia’s is de Epson Perfection 700 zeer geschikt. Ook zijn voorganger, de Epson Perfection 3200 voldoet uitstekend. Die wordt hier en daar op het internet
nog wel aangeboden voor een prijs beneden de € 100. De EP V700 (of V750 Pro) kost
weliswaar meer dan € 500, maar biedt daarvoor wel de mogelijkheid om 12 dia’s - in
plaats van 4 bij de EP 3200 - tegelijk te scannen in een zeer hoge resolutie.
2. Wie de beschikking heeft over een Canon digitale spiegelreflex en het Macro objectief
EF-S 60 mm, kan zeer snel dia’s digitaliseren die vergelijkbaar zijn met de EP 3200
resultaten.
Figuur 3. Digitalisatie van een dia met detailrijk landschap. Scan met EP V750 in 4800 dpi
(links) en opnamen met Canon EF-S 60 mm macro-objectief (rechts).
183
diascan.indd 183
4-9-2007 21:21:44
COLUMN
DIEVEN EN MOORDENAARS
door Eef Arnolds
U wist het wellicht nog niet, maar onze vereniging heeft een zeker crimineel gehalte. Tijdens
excursies word ik regelmatig door toevallige passanten vermanend toegesproken als ik een
geplukt paddenstoeltje zorgzaam in een doosje wil stoppen. Soms zijn dat educatieve terechtwijzingen in de trant van: “U moet die paddenstoelen laten staan, want ze zijn nuttig in
het bos” of, wat assertiever: “Hé daar! Afblijven! Laat anderen er ook van genieten”. Vaker
word ik regelrecht uitgemaakt voor paddenstoelendief en één maal ben ik uitgescholden voor
zwamverkrachter. U ziet, dat gaat de verkeerde kant op.
Maar het kan erger. Een paar jaar terug was ik bij de Westerplas op Schiermonnikoog bezig een aardige foto te arrangeren van de Verblekende wasplaat die in deze schrale duinweide
bij honderden groeide. Ik had één paddenstoeltje geplukt en op zijn zijkant gelegd, zodat de
onderkant met dooiergele aflopende lamellen goed te zien was. Dat was een voorbijganger
niet ontgaan. “Paddenstoelenmoordenaar!!!”, beet hij mij toe. Aan zijn toegeknepen ogen
in een rood aangelopen gezicht viel te zien dat er met hem niet te spotten viel. Ik deed een
zwakke poging om mijn daad te rechtvaardigen, maar de man vervolgde zijn tocht met straffe
tred. Met moordenaars discussieert men immers niet.
Sinds de IVN-campagnes tegen het plukken van paddenstoelen in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw is het respect voor paddenstoelen kennelijk goed verankerd in het
Nederlandse collectieve bewustzijn. Het heeft ertoe geleid dat binnen mycologische kringen
het traditionele paddenstoelenmandje taboe geworden is, al is dat voor grote vruchtlichamen
beslist het beste vervoermiddel. Schielijk plukken en ongezien in een doosje stoppen, dat is
nu ons credo.
De laatste jaren is er sprake van enige normvervaging, maar dat wordt vooral toegeschreven aan buitenlanders. Polen bijvoorbeeld, die in hun land zijn grootgebracht met het idee
dat oogsten van wilde paddenstoelen een leuke hobby is en soms een aardige bijverdienste.
Ze verbazen zich hier over de prachtige boleten die wij in bossen en bermen laten wegrotten
en ontfermen zich er met graagte over.
Het algehele respect voor De Paddenstoel heeft z’n positieve kanten. In onze bossen
staan gelukkig heel wat paddenstoelen, ondanks de hoge recreatiedruk. Slechts zelden worden paddenstoelen moedwillig omgeschopt of vernield. Wat dat betreft is een gemiddeld
bushokje vandaalgevoeliger. En inmiddels vervaardigd van vandaalbestendige materialen.
Dat kun je van paddenstoelen niet zeggen, enkele stoere boomzwammen als de Tonderzwam
daargelaten.
Mycologisch vandalisme komt soms uit onverwachte hoek. In mijn woonplaats Beilen is
het enige aardige bouwwerk de oude kerk aan het einde van een lange, statige beukenlaan.
De afgelopen dertig jaar groeiden er nauwelijks paddenstoelen, maar in de natte augustus
van vorig jaar stond het er plotseling vol met eekhoorntjesbrood, heksenboleten en ander
schoons. Veel wandelaars genoten van de vroege herfstpracht en iedereen liet de paddenstoelen ongemoeid. Zo niet de groendienst van de gemeente, die de anderhalve grasspriet
zonodig moest maaien. De laan lag bezaaid met brokstukken van paddenstoelen.
Als ik een paddenstoelenmoordenaar ben, dan is dit optreden van de overheid welhaast
mycologische genocide!
184
Column50-4.indd 184
24-8-2007 22:12:21
Verwacht en nu verschenen:
Phyllotopsis nidulans
Bert Tolsma
Couwenhoven 43–16, 3703 EH Zeist
Tolsma, L.P. 2007. Expected, and now arrived: Phyllotopsis nidulans. Coolia 50(4): 185–186.
The Orange Mock Oyster was described in part two of the Flora Agaricina Neerlandica although at
the time it had not yet been found in The Netherlands. This first find from the Amelisweerd estate in the
province of Utrecht in March 2007 is described and the taxonomy briefly discussed, with a suggestion
for a Dutch name (Oranje schijnoesterzwam).
B
egin maart 2007 belde Wim Appelhof uit De Bilt mij op of ik naar een vondst van
hem uit Amelisweerd wilde kijken; hij dacht op beukenhout een soort uit het geslacht
Hohenbuehelia gevonden te hebben maar was niet overtuigd. Ik bekeek het ook voor
mij volkomen onbekende materiaal en vond onder de microscoop allantoide sporen, ongeveer dubbel zo lang als breed. Dat kon zeker geen Hohenbuehelia zijn, vooral ook omdat de
karakteristieke, grote, dikwandige cystiden met vaak loslatende kristallenkrans om de top
ontbraken. Ondertussen belde Wim op met de mededeling dat de sporee van deze soort roze
was en dat deed het hart plots sneller kloppen, want dat beperkte de zoektocht aanzienlijk.
Het werd daarna al snel duidelijk dat het hier de eerste vondst in Nederland van Phyllotopsis
nidulans betrof. Phyllotopsis nidulans (Pers.: Fr.) Singer wordt door Kees Bas in deel 2 van
FAN beschreven, alsof hij al voorzag dat de soort eerdaags in Nederland zou opduiken. Met
de volgende beschrijving heb ik materiaal opgestuurd naar Jaap Wisman.
Beschrijving van de vondst (Plaat 6)
Op de oprijlaan naar landgoed Oud-Amelisweerd bij Utrecht (km-hok 140 × 453) bovenop
een boomstronk van een beuk die reeds jaren geleden moet zijn gekapt, groeiden ongeveer
15 exemplaren van Phyllotopsis nidulans, breed aangehecht aan het rottende hout (Plaat X).
Materiaal werd meegenomen op 5 maart 2007. Door langdurige regenval waren de vruchtlichamen doorweekt en daardoor slecht van kleur en kwaliteit. Ik ben zeker nog een keer of
vijf gaan kijken of het mogelijk was een paar mooie foto’s te maken, maar dat viel tegen;
eenmaal doornat is het mooie er definitief af. De hoeden bereiken een breedte van zo’n 11
cm en staan tot 7 cm van het hout af; de uiteinden van de grotere exemplaren zijn gelobd. De
hoeden zijn dicht bedekt met (plukjes) haar; alleen de lobben zijn wat kaler. Aan die lobben
is de kleur van de hoeden nog redelijk te onderscheiden, n.l. bleekoranje; naar de aanhechting
toe is de kleur van bleekbruin naar wittig. Vooral de lamellen zijn opvallend oranjerood en
de sporee is lichtoranje tot rozekleurig. Daarnaast zijn de vorm en de grootte van de sporen
belangrijke kenmerken: boonvormig (allantoid) en ca. 2× zo lang als breed n.l. 5–6 × 2,5–3
μm. Ook de geur van (rottende) kool bij vooral opdrogende exemplaren is zeer karakteristiek
en smakelijk is hij zeker niet.
Phyllotopsis nidulans wordt nogal eens verward met Paxillus (Tapinella) panuoides, de
Ongesteelde krulzoom, die in z’n typische vorm bruin is met een olijfzweem en vaak naar
185
Phnidulans.indd 185
1-9-2007 14:39:03
anijs ruikt. In tegenstelling tot Phyllotopsis
nidulans
veroorzaakt
deze Paxillus bruinrot
en groeit hij uitsluitend
op naaldhout (dikwijls op bewerkt hout).
Ook de soorten uit het
geslacht
Crepidotus
(oorzwammetjes) vertonen
overeenkomst,
maar zijn doorgaans
bleker van kleur, het oppervlak van de hoed is
glad en de sporee meer
(ijzer)roestkleurig.
Er zijn diverse pogingen gedaan deze soort – de enige in het geslacht Phyllotopsis, hoewel
Jaap in de literatuur ook nog de naam subnidulans tegenkwam – in een ander genus onder te
brengen en wel in de genera Agaricus, Crepidotus, Panus, Panellus en Pleurotus. Toch bleek
hij uiteindelijk daar niet te handhaven en kreeg/hield zo zijn eigen genusnaam, Phyllotopsis
nidulans. Phyllon = blad en opsis = gelijkend op; gelijkend op een herfstblad. Bij nidulans
moeten we denken aan iets dat op een nest lijkt.
Wat de naamgeving in de ons omringende landen betreft wordt de kleur van de vruchtlichamen gebruikt om hem in de eigen taal aan te duiden. In het Duits heet hij Orangeseitling
en in het Engels Orange Mock Oyster. Een passende naam in het Nederlands zou daarom
kunnen zijn: Oranje schijnoesterzwam. In de literatuur zijn veel afbeeldingen van deze soort
te vinden; hieronder een kleine selectie.
Met dank aan Jaap Wisman voor waardevolle aanwijzigingen en literatuurgegevens.
Literatuur
Bas, C. 1990. Phyllotopsis. Flora Agaricina Neerlandica, vol. 2. Balkema, Rotterdam.
Breitenbach, J & Kränzlin, F. 1991. Pilze der Schweiz. Deel 3. Mykologia Verlag, Luzern.
Courtecuisse, R & Duhem, B. 1994. Les Champignons de France, Eclectis.
Hrouda, P. 2001. Pleurotoid fungi of the family Polyporaceae, in the Czech republic and Slovakia.
Czech Mycol. 53: 29–88.
Ludwig, E. 2001. Pilzkompendium. Band 1. IHW-Verlag.
Moser, M.M. 1983. Die Röhrlinge und Blätterpilze. Kleine Kryptogamenflora, Band IIb/2. Gustav
Fischer Verlag, Stuttgart.
Ryman, S & Holmåsen, I. 1992. Pilze. Bernhard Thalacker Verlag, Braunschweig.
186
Phnidulans.indd 186
1-9-2007 14:39:03
CRISTELLA–WEEKEND MEI 2007
Bernhard de Vries1 & Hermien Wassink 2
1
Roerdomplaan 222, 7905 EL Hoogeveen
2
Wiersseweg 22, 7261 AB Ruurlo
de Vries, B. & Wassink, H. 2007. The Aphyllophorales weekend of May 2007. Coolia 50(4): 187–
191.
The Aphyllophorales working group “Cristella” met over the weekend of 4–6 May 2007 near Winterswijk. We report on some of the interesting species found there and compare some records in the last
plot with observations on Juniper and Yew made in 1979 and 1988.
H
et was al enige tijd zomers en het leek alsof het nooit meer anders zou worden. Toen
we aankwamen, op 4 mei, en moesten kiezen waar we onze maaltijden zouden nuttigen werd het al heel gauw buiten onder de parasol. Dankzij het mooie weer hebben
we deze keus later niet betreurd. Op deze manier hielden we werkruimte genoeg over in ons
gasthuis “De Rekelershof” aan de Vosseveldseweg 17, 7107 AD te Winterswijk – Kotten. U
merkt al: we moeten zuinig zijn op het adres, niet vergeten. Alles was er zo goed ingericht en
schoon dat het verblijf daar voor herhaling vatbaar is. We sliepen in tweepersoonskamers of
in kleine zaaltjes. Er was een nette keuken beschikbaar en dankzij het mooie weer hadden we
plenty werkruimte. De omgeving is rijk aan leuke bosjes die eventueel lopend of op de fiets
kunnen worden bereikt.
Onze vrijdagmiddagexcursie ging naar twee bosjes dichtbij in de buurtschap Kotten en
een paar enthousiastelingen besloten die dag in nog een derde te kijken.
Op zaterdag gingen we per fiets naar het walhalla voor vegetatiekundigen: Bekendelle
waar de “bek” zover was opgedroogd dat we er helemaal doorheen konden. Op verzoek
hebben we nog gezocht naar Taxusbomen. In 1988 waren hierop namelijk leuke korstjes
gevonden. Het resultaat van deze survivaltocht was slechts één oude Taxus zonder het zo
begeerde dode hout. Daarna was Vragenderveen aan de beurt en daarna verkozen de topfitten nog een tochtje naar Wooldseveen; terwijl de rest min of meer uitgeput de gehuurde
fietsen weer inleverde.
Op zondag ten slotte kwam Willinks Weust aan de beurt, waar we ons de hele morgen in
het fraaie parklandschap hebben vermaakt.
Beken en bosjes
Zodra de werkzaal is ingericht en de weekendtas onder een bed geslingerd begint het tijdelijk-thuis gevoel en wil je naar buiten. Dicht bij ons logeeradres stonden bosjes-naast-de
beek op de kaart en die combinatie lijkt veelbelovend, te meer daar het dezelfde beek (de
Bovenslinge) betrof als die van Bekendelle (de Slinge). Bovendien hadden we ze al gezien
vanaf de weg N319; dus een gemakkelijk doelwit. Het eerste beekbos was landschappelijk
al zeer fraai. De stroom meanderde onder de hangende bomen door en de zon speelde in het
water. Dood hout was er ook genoeg; alleen waren we al spoedig door het terrein heen. De
teller bleef staan op 39 soorten, ondanks de pogingen om met behulp van Asco’s en Myxo’s
het aantal wat op te schroeven.
187
Cristella.indd 187
4-9-2007 21:06:44
Iets dichter bij huis waren nog andere bosrestanten waar we, heel verrassend, nog een
Grote aardster (Geastrum pectinatum) vonden. Overigens was het een beetje armoe troef met
10 soorten.
Een bijzondere vondst aan de beek
De eerste Nederlandse vondst van Cristinia rhenana Grosse-Brauckm. was in 2002 in een
rommelbosje bij de Slinge in Borculo. Bij toeval werd toen de vluchtige violetkleuring vastgesteld hetgeen een zeer constant en kenmerkend detail van deze vrij zeldzame paddenstoel
blijkt te zijn. De determinatie werd bevestigd door Dr. Grosse-Brauckmann, de auteur van
deze soort. Ook de (2e?) vondst tijdens dit weekend werd gedaan in de beekberm van de
Bovenslinge, op een dode loofhouttak met een doorsnee van ca. 15 cm (Plaat 5). Het korstje
is in verse toestand crèmekleurig en krijgt na droging een opvallend licht zalmroze kleur.
Het dunne vruchtlichaam zit losjes op het substraat, het hymenium is spinnenwebachtig
met een vezelige gemakkelijk te verwijderen rand. Een druppel KOH op het (liefst verse)
vruchtlichaam vertoont onmiddellijk een violetverkleuring die zeer snel weer verdwenen
is en vaak een gele vlek achterlaat (zie foto; de inzet is van een opname direct na de druppel KOH). Microscopisch is er ook het een en ander te zien (figuur 1). Opvallend zijn de
siderofiele korrels in de onrijpe basidiën, het kenmerk waaraan dit geslacht zijn Nederlandse
naam (Krentebrijkorstje) te danken heeft. In katoenblauw zijn deze korrels goed zichtbaar.
De basidiën meten 22–28 × 5–7 μm. De cyanofiele sporen zijn dikwandig, vaak enigszins
hoekig, meestal met één grote oliedruppel en ze meten (4)4,5–6(6,5) μm. Basidiën en hyfen
met gespen, hyfen 3,5–5 μm. Subiculumhyfen 4–7(8) μm, af en toe zonder gespen, wat binnen het geslacht Cristinia kenmerkend is voor deze soort.
=7
10llm
Figuur 1. Cristinia rhenana. Sporen, basidiën met siderofiele korrels, en hyfen met of zonder
gespen. Tekening: Hermien Wassink.
188
Cristella.indd 188
4-9-2007 21:06:44
Bekendelle en ander nats
Ons bezoek aan Bekendelle was min of meer bedoeld als “snoepje van de week”, maar de
droogte had ook hier toegeslagen. Het vreemde is dat als je gaat zoeken op de dan nog
enigszins natte plekken je nauwelijks iets vindt terwijl hogerop nog wel, zij het verdroogde,
fungi aanwezig zijn.
Het bosje bestaat eigenlijk uit delen die een verschillende herkomst hebben. Rond de
dan iets gekanaliseerde beek is op de oude kaart van 1850 nog open terrein met vrijstaande
bomen. Zoals toen gebruikelijk zal er in droge zomers wel vee gelopen hebben.
Het aantal Agaricales was in dit terrein het hoogst: zeven soorten met o.a. de fraaie
Tijgertaaiplaat (Lentinus tigrinus) en de kleine beauty Oranje dwergmycena (Mycena acicula). Het aantal Aphyllophorales lag met 36 soorten hoger. Veel daarvan waren algemene
soorten. De Rondsporige stinkkorstzwam (Scytinostroma hemidichophyticum) was reeds in
het veld herkenbaar. Bij de ascomyceten waren een paar bijzonderheden: de Rietgrasmollisia
(Mollisia phalaridis), het Zwart pokzwammetje (Nitschkia grevillei) en het Ankerwasbekertje
(Orbilia inflatula). De Nitschkia werd gevonden door Nel Bulthuis. Het is een zwart dingetje
dat lijkt op een Nectria die bij opdrogen de vorm van een bekertje krijgt.
Het gebeurt niet zelden dat een excursielijst, tot misnoegen van de “tikker”, op een veel te
laat tijdstip nog wordt aangevuld. Deze keer was de eerste auteur daaraan schuldig. Soms heb
je dat; dat je tegen een lastig ding aanhikt en het maar voor je uit schuift. Het betrof een vliezig wit dingetje. Het lijkt op een Athelia, die los op het substraat zit, maar een beetje dikker.
Onder het vruchtlichaam zitten kleine rhizomorfen die zichtbaar zijn door de droogtebarsten.
De rand is onopvallend, een
beetje dunner en spinwebachtig. De spoortjes zijn
10
klein: 3,5–4,5 × 2–2,5 μm.
r'\
Zijdelings gezien zijn ze aan
ö\jQ
de buikzijde vlak of iets ingedeukt. De basidiën zitten
in bundels en zijn 12–18 × 4
μm. Het subhymenium laat
zich niet tekenen, zo onduidelijk zijn de hyfen dooreen
geweven. Daaronder zitten
prachtige duidelijke hyfen
met gespen en korte naaldvormige kristalletjes. Ze zijn
2–4 μm breed. (Fig. 2). We
kwamen uit op Fibulomyces
mutabilis (Vergelende vlies-
\0
0
0
1 ~lm
Figuur 2.
Fibulomyces mutabilis. Sporen,
basidiën, hyfen met kristallen
en gespen. Tekening: Bernhard
de Vries.
189
Cristella.indd 189
4-9-2007 21:06:49
zwam); een soort die slechts af en toe op naaldhout te vinden is. De score voor Bekendelle
kwam hiermee op 63 soorten uit.
De tocht naar Vragenderveen gaf ons geen mycologische stimulansen. Was het daarom
dat we in dit bos om het veen niet meer vonden dan 26 soorten? De topervaring was een natte
plek met Waterviolieren. Mycologisch waren Vlokkig veenmosklokje (Galerina paludosa)
en Veenmosgrauwkop (Tephrocybe palustris) wel aardig. De korstjes veroorzaakten geen
verrukte uitroepen.
Taxus
Het laatste terrein, Willinks Weust op zondagmorgen, gaf ons genoeg dood hout voor vele
kruiwagens vol korstjes. De inheemse naaldbomen Jeneverbes en Taxus kwamen ruimschoots
aan bod. De in Bekendelle lang vergeefs gezochte Jeneverbeskorstzwam (Amylostereum
laevigatum; Plaat 7) vonden we hier op de zelfde plek als op 22 november 1988 op Taxus.
Was het voorheen een klein plekje waar ik indertijd een helft van had geoogst, nu was het
behoorlijk veel meer en niet alleen aan de uiterste stamvoet maar ook iets hoger.
Het was de enige ontdekte groeiplaats, in tegenstelling tot 1988 toen de soort ook groeide
op andere plekjes op kaal hout en op een liggende tak.
Verder viel het aantal soorten op Taxus een beetje tegen. In het verleden zaten er meer soorten. Het aantal soorten op Jeneverbes was daarentegen juist groter (zie Tabel 1). Waarschijnlijk
is dat te danken aan het feit dat veel dikke Jeneverbestakken geheel of gedeeltelijk waren
afgebroken. Het aantal takken met Kristalstertandjeszwam (Resinicium bicolor) was in beide
periodes op Jeneverbes talrijk; een combinatie die ik verder, in 42 jeneverbesterreinen, alleen maar vond bij Ommen (Eerderveld) en bij Rijssen (Brekeld). De Penseeltandjeszwam
(Hyphodontia nespori) was in het verleden al talrijk op dood Taxushout (Bekendelle in 1988
Tabel 1. Vergelijking van de vondsten op Taxus en Jeneverbes in de jaren 1979 en 1988 met
die in 2007. x = aanwezig, ! = talrijk.
79-88 2007 79-88 2007
Jenev. Jenev. Taxus Taxus
Amylostereum laevigatum
x
x
x
Botryobasidium subcoronatum
x
Ceratobasidium cornigerum
x
Cerocorticium confluens
x
x
Dacrymyces stillatus
x
x
Flagelloscypha minutissima
x
Hyphodontia alutaria
x
Hyphodontia nespori
x
x
x
Orbilia luteorubella
x
Pellidiscus pallidus
x
Resinicium bicolor
x !
x!
Rogersella sambuci
x
Sistotrema brinkmannii
x
Sistotrema efibulatum
x
Trechispora cohaerens
x
Trechispora mollusca
x
190
Cristella.indd 190
4-9-2007 21:06:49
meer dan 20 vondsten). Tegenwoordig zit deze soort op bijna elke dode naaldhoutstam en
soms zelfs op dood loofhout. In de tabel is ook mooi te zien dat Dacrymyces in het natte
seizoen gemakkelijker wordt gevonden dan in een droge meimaand.
Natuurlijk hebben we ook andere houtsoorten bekeken. Op Haagbeuk werd Melogramma
campylosporium gevonden en op een toevallig in de berm gevonden tak van Ratelpopulier
zat de Roze populierenschorszwam (Peniophora polygonia). Van de eerste vindt u een beschrijving in de Vries et al. (2006) op blz. 193. Peniophora polygonia is een stevig vuilroze
korstje met een bultig uiterlijk dat uitsluitend op populieren voorkomt.
Over het hele weekend werden 130 soorten genoteerd en dat is in een droge lente geen
slechte score.
Het fijne van korstjes verzamelen is dat je niet alleen in het veld geniet maar ook thuis
veel moois vindt. Het is gewoon twee maal feest en het weekend laat soms heel lange sporen
achter.
Literatuur
Arnolds, E. & al. 1995. Overzicht van de Paddestoelen in Nederland. NMV
de Vries, B.W.L. & Kuyper, Th.W. 1990. Holzbewohnende Pilze auf Eibe (Taxus baccata). Zeitschr.
Mykologie 56: 87–94
de Vries, B.W.L., Dam, N. & Wassink, H. 2006. Op stap met polderjongens. Coolia 49(4): 191–196.
Scytinostroma hemidichophyticum (Rondsporige stinkkorstzwam) (Foto: Nico Dam)
191
Cristella.indd 191
4-9-2007 21:06:51
UITBREIDING NEDERLANDSE NAMENLIJST VOOR
ASCOMYCETEN
Henk Lammers, Leon Raaijmakers en Hans van Hooff
Natuurstudiegroep “Coalescens”, Hoofdstraat 92, 5706 AM Helmond
Lammers, H., Raaijmakers, L. & van Hooff, H. 2007. Expanded Dutch Name List for ascomycetes.
Coolia 50(4): 192–227.
With the 1995 Checklist of Dutch Macromycetes vernacular names were introduced for many ascometes. Since then, numerous additional species of ascomycetes have been found in The Netherlands.
With this paper, in collaboration with the Society’s Commission on Vernacular Names, the authors now
provide an update of Dutch names for ascomycetes, covering all records up to about december 2006.
The table comprises new Dutch names for 733 species of ascomycetes, in the following format: Column 1: Registration number in the Netherlands’ fungus mapping database; column 2: scientific name;
column 3: proposed vernacular name.
H
et heeft iets weg van een “continuing story”. Nadat de Nederlandse namenlijst voor
Myxomyceten werd gepubliceerd in Coolia 43-3, werd vervolgens de Nederlandse
Namenlijst voor Aphyllophorales en Phragmobasidiomycetes uitgebreid in Coolia
45-2. Voor de Myxomyceten kwam er nog een vervolg met de publicatie van de Standaardlijst
voor Nederlandse Myxomyceten (Slijmzwammen) in Coolia 49-4.
Er ontbrak nog een grote groep in dit geheel en dat waren de Ascomyceten. Bij het verschijnen van het Overzicht van de Paddestoelen in Nederland werd aan een groot aantal
soorten een Nederlandse naam toebedeeld, waarvan met name de Sinterklaasschijfjes breed
werden uitgemeten in de landelijke media. Maar na het verschijnen van het overzicht werd
het stil. Niet met de Ascomyceten want dankzij beter toegankelijke literatuur stijgt de belangstelling voor deze groep bij de Nederlandse mycologen. Dit blijft niet onopgemerkt,
want met name het aantal soorten dat als “nieuw” voor ons land wordt ontdekt, vormt het
leeuwendeel in vergelijking met de vondsten uit andere groepen.
Een probleem, dat ook al voor de Aphyllophorales en Phragmobasidiomycetes werd gesignaleerd doet zich in minstens gelijke mate voor bij de Asco’s. Het barst van de synoniemen
en steeds weer nieuwe inzichten in de nomenclatuur laten om de haverklap de wetenschappelijke namen weer veranderen. Alleen dit gegeven vraagt al om een meer stabiele factor en
dat kunnen de Nederlandse namen zijn. Dat hiermee de mycologie ook beter toegankelijk
wordt voor niet-mycologen behoeft geen nadere uitleg.
Na een lange voorbereiding en dankzij de Nederlandse namencommissie, waarvan Joop
Kortselius na enige tijd het voortouw nam, kon de klus worden geklaard. Ruben Walleyn zit
namens de Belgische mycologen in deze commissie en zorgde voor de afstemming over de
grens. Tot slot willen wij Stip Helleman nog bedanken die de conceptlijst nog van kritische
opmerkingen heeft voorzien.
192
asconamen.indd 192
4-9-2007 21:39:43
ASCOMYCETEN
Code
A
Genus / Soort
Voorgestelde Nederlandse Naam
756.00.0 Acanthonitschkea Speg.
Stekelkringzwam
Esdoornstekelkringzwam
756.01.0 Acanthonitschkea tristis (Pers.) Nannf.
757.00.0 Acanthophiobolus Berl.
Zee-egelzwammetje
757.01.0 Acanthophiobolus helicosporus (Berk. & Broome) J.Walker
Wormsporig zee-egelzwammetje
794.00.0 Acrospermum Tode : Fr.
Stengeltongetje
794.01.0 Acrospermum compressum Tode : Fr.
Draadsporig stengeltongetje
Acrospermum graminum Lib.
Grasstengeltongetje
550.06.0 Aleuria congrex (P.Karst.) Svrček
Kamsporige oranje bekerzwam
Aleuria luteonitens (Berk. & Broome) Gill.
Prachtige oranje bekerzwam
Kelkje
783.00.0 Allophylaria (P.Karst.) P.Karst.
Amicodisca Svrček
Vriendenkelkje
Amicodisca svrčekii Raitviir & Huhtinen
Kleinsporig vriendenkelkje
890.00.0 Amphiporthe Petr.
Knikkertje p.p.
890.01.0 Amphiporthe hranicensis (Petr.) Petr.
Lindeknikkertje
890.02.0 Amphiporthe leiphaemia (Fr. : Fr.) Butin
Eikenknikkertje
874.00.0 Amphisphaeria Ces. & De Not.
Ballonnetje p.p.
Amphisphaeria bufonia (Berk. & Broome) Ces. & De Not.
Eikenballonnetje
874.02.0 Amphisphaeria millepunctata (Fuckel) Petr.
Veelpuntig ballonnetje
874.01.0 Amphisphaeria umbrina (Fr.) De Not.
Iepenballonnetje
Anomalemma Sivan.
Kruitzwam p.p.
Anomalemma epochnii (Berk. & Broome) Sivan.
Korstjeskruitzwam
844.00.0 Anthostomella Sacc.
Schoorsteentje p.p.
Anthostomella arenaria O.E. Erikss.
Dwergcelschoorsteentje
844.01.0 Anthostomella formosa Kirschst.
Dennenschoorsteentje
Anthostomella limitata Sacc.
Spiraalspletig schoorsteentje
Links: Amphisphaeria bufonia (Eikenballonetje).
Rechts: Caryospora striata (Streepsporig kruikje).
~_~J
~~
,
~,
<......
193
asconamen.indd 193
4-9-2007 21:39:45
844.04.0 Anthostomella phaeosticta (Berk.) Sacc.
Grasschoorsteentje
Anthostomella punctulata (Roberge ex Desm.) Sacc. Stippelschoorsteentje
844.02.0 Anthostomella rubicola (Speg.) Sacc. & Trotter
Braamschoorsteentje
A70.00.0 Apiognomonia Höhn.
Snavelkogeltje p.p.
Apiognomonia errabunda (Roberge ex Desm.) Höhn. Beukenbladsnavelkogeltje
A70.01.0 Apiognomonia erythrostoma (Pers.) Höhn.
Steenvruchtsnavelkogeltje
A71.00.0 Apioplagiostoma M.E.Barr
Snavelkogeltje p.p.
A71.01.0 Apioplagiostoma carpinicola (Höhn.) M.E.Barr
Haagbeuksnavelkogeltje
838.00.0 Apioporthe Höhn. Uitbreekkogeltje p.p.
838.01.0 Apioporthe vepris (Delacr.) Wehm.
Kleinsporig uitbreekkogeltje
Punthoofdje p.p.
891.00.0 Apiosordaria Arx & W.Gams 891.01.0 Apiosordaria verruculosa (C.N.Jensen) Arx & W.Gams
Wratsporig punthoofdje
892.00.0 Apiospora Sacc.
Zoolspoortje p.p.
892.01.0 Apiospora montagnei Sacc.
Graszoolspoortje
892.02.0 Apiospora parallela (P.Karst.) Sacc.
Hennegraszoolspoortje
Apiosporopsis (Trav.) Mar.
Dekselkogeltje
Apiosporopsis carpinea (Fr.) Traverso
Bladdekselkogeltje
Webkogeltje
A72.00.0 Arachnocrea J.Moravec
A72.01.0 Arachnocrea stipata (Fuckel) J.Moravec
Bleek webkogeltje
553.03.0 Arachnopeziza candidofulva (Schwein.) Korf
Bont spinragschijfje
Arachnopeziza variepilosa (R.Galan & Raitv.) Huhtinen
Bescheiden spinragschijfje
805.00.0 Arnium Nitschke ex G.Winter
Spinselbolletje
805.02.0 Arnium apiculatum (Griffiths) N.Lundq.
Klitspinselbolletje
805.01.0 Arnium olerum (Fr.) N.Lundq. & J.C.Krug
Koolspinselbolletje
Arthrocladiella Vassilkov
Meeldauw p.p.
Arthrocladiella mougeotii (Lév.) Vassilkov
Boksdoornmeeldauw
554.24.0 Ascobolus elegans J.Klein
Elegant spikkelschijfje
554.23.0 Ascobolus epimyces (Cooke) Seaver
Tonvormig spikkelschijfje
556.00.0 Ascocorticiellum Jülich & B. de Vries
Zakwaasjeszwam
555.00.0 Ascocorticium Bref.
Schorsvlekje p.p.
Kloofjeszwam
807.00.0 Ascodichaena Butin
807.01.0 Ascodichaena rugosa Butin
Slakkenkloofjeszwam
559.00.0 Ascotremella Seaver
Zakjestrilzwam
559.01.0 Ascotremella faginea (Peck) Saev.
Beukenzakjestrilzwam
894.00.0 Ascotricha Berk.
Kroeshaarzwam
894.01.0 Ascotricha bosei D.Hawksw.
Stengelkroeshaarzwam
894.02.0 Ascotricha chartarum Berk.
Afvalkroeshaarzwam
Asteromassaria Höhn.
Joekelspoorzwam p.p.
Asteromassaria macrospora (Desm.) Höhn.
Beukenjoekelspoorzwam
B
Balsamia vulgaris Vittad.
Gewone balsemtruffel
563.00.0 Belonium Sacc.
Mollisia p.p.
Belonium excelsius (P.Karst.) Boud.
Langsporige kristalmollisia
563.02.0 Belonium incurvatum Graddon
Gevlekte mollisia
564.01.0 Belonopsis graminea (P.Karst.) Sacc. & P.Sydow
Grootsporige grasviltmollisia
Belonopsis iridis (P.Crouan & H.Crouan) Graddon Oevermollisia
644.31.0 Belonopsis junciseda (P.Karst.) Le Gal & F.Mangenot
Langsporige russenmollisia
194
asconamen.indd 194
4-9-2007 21:39:45
782.00.0 Berlesiella Sacc.
Stromabesje
782.01.0 Berlesiella nigerrima (R.R.Bloxam ex Currey) Sacc. Groensporig stromabesje
744.00.0 Bertia De Not.
Wrattenzwammetje
744.01.0 Bertia moriformis (Tode : Fr.) De Not. Moerbeiwrattenzwammetje
Bertiella (Sacc.) Sacc. & P.Syd. Knapzakzwammetje p.p.
Bertiella rhodospila (Berk. & M.A.Curtis) M.E.Barr Spletig knapzakzwammetje
566.05.0 Bisporella scolochloae (De Not.) Spooner
Rietschijfzwammetje
Blumeria Golovin ex Speer
Meeldauw p.p.
Blumeria graminis (DC.) Speer
Grasmeeldauw
895.00.0 Blumeriella Arx
Bladschijfje p.p.
895.01.0 Blumeriella jaapii (Rehm) Arx
Vleeskleurig bladschijfje
Bombardia Fr.
Raketje
Bombardia bombarda (Batsch Fr.) Schröt.
Houtraketje
Bombardioidea C.Moreau ex N.Lundq.
Mestbommetje
Bombardioidea stercoris (DC.) N.Lundq.
Grootsporig mestbommetje
896.00.0 Botryosphaeria Ces. & De Not.
Clusterkogeltje
Botryosphaeria obtusa (Schwein.) Shoemaker
Takclusterkogeltje
896.01.0 Botryosphaeria rhodina (Berk. & M.A.Curtis) Arx Gewoon clusterkogeltje
896.02.0 Botryosphaeria stevensii Shoemaker
Essenclusterkogeltje
Botryotinia calthae Hennebert & M.E.Elliott
Dotterknolkelkje
Botryotinia ficariarum Hennebert Speenkruidknolkelkje
589.00.0 Brunnipila Baral
Franjekelkje p.p.
589.17.2 Brunnipila fagicola (W.Phillips) Baral
Beukennapfranjekelkje
Moskommetje
848.00.0 Bryoscyphus Spooner
848.03.0 Bryoscyphus atromarginatus Verkley, Aa & G.W. de Cock
Rouwrandmoskommetje
848.01.0 Bryoscyphus dicrani (Ade & Höhn.) Spooner Gaffeltandmoskommetje
870.00.0 Bryostroma Döbbeler
Moskogeltje
870.01.0 Bryostroma trichostomi (Rolland) Döbbeler
Bladokselmoskogeltje
627.00.0 Byssonectria P.Karst.
Zandschijfje
C
897.00.0
897.02.0
897.03.0
897.01.0
808.00.0
808.01.0
569.02.0
569.06.0
569.05.0
569.01.0
849.01.0
Calonectria De Not.
Calonectria colhounii Peerally
Calonectria crotalariae (Loos) D.K.Bell & Sobers
Calonectria theae Loos
Calosphaeria Tul. & C.Tul.
Calosphaeria cyclospora (Kirschst.) Petr.
Calosphaeria dryina (Currey) Nitschke
Calosphaeria pulchella (Pers. : Fr.) J.Schröt.
Calosphaeria wahlenbergii Nitschke
Calospora Sacc.
Calospora arausiaca (Fabre) Sacc.
Calycellina chlorinella (Ces.) Dennis
Calycellina dennisii Raschle
Calycellina fagina (Ant.Schmidt & Arendh.) Baral
Calycellina ochracea (Grelet & De Crozals) Dennis
Calycellina phalaridis (Lib. ex P.Karst.) Höhn.
Calycellina populina (Fuckel) Höhn. Calycina cruentata (P.Karst.) O.Kuntze
Calycina discreta (P.Karst.) Kuntze
Meniezwammetje p.p.
Azaleameniezwammetje
Kasmeniezwammetje
Rododendronmeniezwammetje
Nestbolletje p.p.
Hoefsporig nestbolletje
Eikennestbolletje
Verborgen nestbolletje
Kringnestbolletje
Perforeerzwam p.p.
Eikenperforeerzwam
Brandneteldonsschijfje
Loofdonsschijfje
Beukendonsschijfje
Molmdonsschijfje
Rietgrasdonsschijfje
Populierendonsschijfje
Russenpoederkelkje
Klein poederkelkje
195
asconamen.indd 195
4-9-2007 21:39:45
Links: Cercophora coprophila (Ruig mestpiekhaartonnetje). Rechts: Coronophora gregaria
(Kuddespaanzakje).
Camarops lutea (Alb. & Schwein. : Fr.) Shear Geelvlekkige kogelzwam
898.00.0 Capnodium Mont.
Roetpeertje
898.01.0 Capnodium salicinum Mont.
Wilgenroetpeertje
Capnodium tiliae (Fuckel) Sacc.
Linderoetpeertje
A56.00.0 Capronia Sacc.
Kransbolletje
Capronia moravica (Petr.) E.Müll., Petrini, P.J.Fisher, Samuels & Rossman
Kleinsporig kransbolletje
A56.01.0 Capronia pilosella (P.Karst.) E.Müll., Petrini, P.J.Fisher, Samuels & Rossman
Variakransbolletje
Capronia pulcherrima (Munk) E.Müll., Petrini, P.J.Fisher, Samuels & Rossman
Muurspoorkransbolletje
Caryospora De Not.
Kruikje p.p.
Caryospora striata (Niessl) Scheinpflug
Streepsporig kruikje
875.00.0 Caudospora Starbäck Dropschijfje
875.01.0 Caudospora taleola (Fr. : Fr.) Starbäck Eikendropschijfje
563.00.0 Cejpia Velen.
Mollisia p.p.
Pijpenstrootjesmollisia
563.01.0 Cejpia hystrix (De Not.) Baral
572.00.0 Cenangiopsis Rehm
Splijter p.p.
572.01.0 Cenangiopsis quercicola (Romell) Rehm
Eikenbastsplijter
573.00.0 Cenangium Fr. : Fr.
Splijter p.p.
573.01.0 Cenangium acicolum (Fuckel) Rehm
Dennennaaldsplijter
573.02.0 Cenangium ferruginosum Fr. : Fr.
Dennenbastsplijter
Ceratocystis Ellis & Halsted
Kogelbuisje p.p.
Ceratocystis adiposa (E.J.Butler) C.Moreau
Halvemaansporig kogelbuisje
Ceratocystis autographa B.K.Bakshi Bastkevergalkogelbuisje
Ceratocystis fimbriata Ellis & Halsted Hoedsporig kogelbuisje
Ceratocystis pilifera (Fr.) C. Moreau
Ambrosiakeverkogelbuisje
Ceratocystis stenoceras (Robak) C.Moreau
Obscuur kogelbuisje
809.00.0 Ceratosphaeria Niessl
Stekelbolletje p.p.
809.01.0 Ceratosphaeria lampadophora (Berk. & Broome) Niessl
Loofhoutstekelbolletje
196
asconamen.indd 196
4-9-2007 21:39:45
787.00.0 Cercophora Fuckel
Piekhaartonnetje
787.01.0 Cercophora arenicola R.Hilber
Zandpiekhaartonnetje
787.03.0 Cercophora caudata (Currey) N.Lundq.
Verzonken piekhaartonnetje
Cercophora coprophila (Fr.) N.Lundq.
Ruig mestpiekhaartonnetje
Cercophora mirabilis Fuckel
Gekraagd piekhaartonnetje
787.04.0 Cercophora solaris (Cooke & Ellis) R.Hilber & O.Hilber
Geschoren piekhaartonnetje
787.02.0 Cercophora sulphurella (Sacc.) R.Hilber
Groengeel piekhaartonnetje
Ceriophora v. Höhn.
Barcodezwammetje
Ceriophora palustris ( Berk. & Broome) Zeggebarcodezwammetje
Ceriospora Niessl
Knikkertje p.p.
Ceriospora dubyi Niessl
Hopknikkertje
A63.01.0 Ceriospora polygonacearum (Petr.) Piroz. & Morgan-Jones
Pluggenknikkertje
899.00.0 Chaetapiospora Petr.
Zoolspoortje p.p.
899.01.0 Chaetapiospora rhododendri (Tengwall) Arx
Rododendronzoolspoortje
781.00.0 Chaetomium Kunze : Fr.
Kwastkopje p.p.
Chaetomium atrobrunneum L.M.Ames
Stijfharig kwastkopje
781.02.0 Chaetomium bostrychodes Zopf Spiraalharig kwastkopje
781.03.0 Chaetomium crispatum (Fuckel) Fuckel Kronkelharig kwastkopje
781.01.0 Chaetomium elatum Kunze : Fr.
Antenneharig kwastkopje
Chaetomium erectum Skolko & J.W.Groves Geweiharig kwastkopje
781.04.0 Chaetomium globosum Kunze : Fr.
Kromharig kwastkopje
781.05.0 Chaetomium gracile Udagawa Sierharig kwastkopje
781.06.0 Chaetomium indicum Corda Gaffelharig kwastkopje
781.07.0 Chaetomium murorum Corda Stafharig kwastkopje
781.08.0 Chaetomium seminudum L.M.Ames
Dunharig kwastkopje
714.00.0 Chaetosphaerella E.Müll. & C.Booth Viltzwam
714.02.0 Chaetosphaerella fusca (Fuckel) E.Müll. & C.Booth Donkergrijze viltzwam
714.01.0 Chaetosphaerella phaeostroma (Durieu & Mont.) E.Müll. & C.Booth
Zwarte viltzwam
777.00.0 Chaetosphaeria Tul. & C.Tul.
Tweespanzwam
777.03.0 Chaetosphaeria callimorpha (Mont.) Sacc.
Bramentweespanzwam
777.04.0 Chaetosphaeria innumera Berk. & Broome ex Tul. & C.Tul.
Kale tweespanzwam
777.01.0 Chaetosphaeria myriocarpa (Fr.) C.Booth
Ruwe tweespanzwam
845.01.0 Chaetosphaeria ovoidea (Fr.) Constant., K.Holm & L.Holm
Gewone tweespanzwam
777.02.0 Chaetosphaeria pulviscula (Currey) C.Booth
Stoffige tweespanzwam
Chaetosphaeria vermicularioides (Sacc. & Roum.) W.Gams & Hol.-Jech.
Gebroken tweespanzwam
617.01.0 Cheilymenia carota (Boedijn & Overeem)
Vals borstelbekertje
Choiromyces Vittad.
Meandertruffel
Choiromyces meandriformis Vittad.
Gewone meandertruffel
577.11.0 Ciboria juncorum Velen.
Russenmummiekelkje
720.00.0 Ciliolarina Svrček
Rijpkelkje p.p.
720.01.0 Ciliolarina laricina (Raitv.) Svrček
Lariksrijpkelkje
Ciliolarina ligniseda (Velen.) Svrček
Naaldhoutrijpkelkje
720.03.0 Ciliolarina neglecta Huhtinen
Dennenrijpkelkje
Ciliolarina pinicola (Henn. & Plöttn.) Huhtinen Grootsporig rijpkelkje
197
asconamen.indd 197
4-9-2007 21:39:46
Cistella albidolutea (Feltgen) Baral
Bosbiesrijpkelkje
Cistella deflexa (Graddon) Raitviir
Wandelstokrijpkelkje
578.06.0 Cistella geelmuydenii Nannf.
Askleurig rijpkelkje
Cistella graminicola (Raitviir) Raitviir
Moerasrijpkelkje
Clypeosphaeria Fuckel
Schoorsteentje p.p.
Clypeosphaeria perfidiosa (De Not.) M.E. Barr
Esdoornschoorsteentje
Kronkelstafje
A49.00.0 Coccomyces De Not.
A49.01.0 Coccomyces coronatus (Schumach.) De Not.
Bladkronkelstafje
779.00.0 Coleroa Rabenh.
Kraterbultje
779.01.0 Coleroa robertiani (Fr.) E.Müll. Robertskruidkraterbultje
Spleetlip p.p.
738.00.0 Colpoma Wallr.
738.01.0 Colpoma quercinum (Pers. : Fr.) Wallr. Eikenspleetlip
Colpoma crispum (Pers. : Fr.) Sacc.
Brede spleetlip
784.00.0 Coniochaeta (Sacc.) Cooke Korrelkernzwam
784.04.0 Coniochaeta angustispora D.Hawksw. & H.Y.Yip
Smalsporige korrelkernzwam
784.05.0 Coniochaeta hansenii (Oudem.) Cain
Veelsporige korrelkernzwam
784.06.0 Coniochaeta leucoplaca (Berk. & Ravenel) Cain
Korte mestkorrelkernzwam
784.02.0 Coniochaeta ligniaria (Grev.) Massee
Houtkorrelkernzwam
784.03.0 Coniochaeta malacotricha (Auersw. ex Niessl) Traverso
Dennenkorrelkernzwam
Coniochaeta pulveracea (Ehrh. : Fr.) Munk
Kortharige korrelkernzwam
784.07.0 Coniochaeta scatigena (Berk. & Broome) Cain
Lange mestkorrelkernzwam
784.08.0 Coniochaeta subcorticalis (Fuckel) Munk
Verborgen korrelkernzwam
784.01.0 Coniochaeta velutina (Fuckel) Cooke
Fluwelige korrelkernzwam
A01.00.0 Coniochaetidium Malloch & Cain Spleetbolletje p.p.
A01.01.0 Coniochaetidium savoryi (C.Booth) Malloch & Cain Jeneverbesspleetbolletje
Coprotus disculus Kimbr., Luck-Allen & Cain
Doorschijnend mestdwergschijfje
Cordyceps (Fr. : Fr.) Link
Parasietknotszwam
Coronophora Fuckel
Spaanzakje p.p.
Coronophora gregaria (Lib.) Fuckel
Kuddespaanzakje
A02.00.0 Corynascus Arx
Spleetbolletje p.p.
A02.01.0 Corynascus sepedonium (C.W.Emmons) Arx
Piekhaarspleetbolletje
Coryne Nees
Glibberzwam p.p.
Coryne atrovirens (Pers. : Fr.) Sacc. Knotsglibberzwam
585.00.0 Crumenulopsis J.W.Groves
Groepsschoteltje
585.01.0 Crumenulopsis pinicola (Rebent.) J.W.Groves Dennengroepsschoteltje
758.00.0 Cryptodiaporthe Petr.
Uitbreekkogeltje p.p.
758.02.0 Cryptodiaporthe aesculi (Fuckel) Petr.
Kastanjeuitbreekkogeltje
Cryptodiaporthe aubertii (Westendorp) Wehm.
Gageluitbreekkogeltje
Cryptodiaporthe castanea (Tul.) Wehrmeyer
Bobbeluitbreekkogeltje
758.03.0 Cryptodiaporthe hystrix (Tode : Fr.) Petr. Zwartlinie-uitbreekkogeltje
Cryptodiaporthe populea (Sacc.) Butin ex Butin Populierenuitbreekkogeltje
758.04.0 Cryptodiaporthe pulchella (Sacc.) Butin ex Butin Peppelbladuitbreekkogeltje
Cryptodiaporthe pyrrhocystis (Berk. & Broome) Wehm.
Tandsporig uitbreekkogeltje
Cryptodiaporthe salicella (Fr.) Petr.
Wilgenuitbreekkogeltje
758.07.0 Cryptodiaporthe salicina (Currey) Wehm. Breedsporig wilgenuitbreekkogeltje
797.00.0 Cryptodiscus Corda
Houtputje
797.01.0 Cryptodiscus rhopaloides Sacc.
Grillig houtputje
A73.00.0 Cryptosphaeria Ces. & De Not.
Lijnkogeltje
198
asconamen.indd 198
4-9-2007 21:39:46
Plaat 1. Kleine bruine bekerzwam (Humaria hemisphaerica), vormt ectomycorrhiza met loofen naaldbomen. (Foto: Maurice vd Molen)
Plaat 2. Geel varkensoor (Flavoscypha cantharellus = Otidea concinna), zeer waarschijnlijk
ectomycorrhizavormend, net als andere Otidea-soorten. (Foto: Nico Dam)
199
kleurenkatern.indd 199
4-9-2007 21:34:44
Plaat 3: Sarcosphaera coronaria, nauw verwant met Peziza, en ectomycorrhizavormend.
(Foto: Nico Dam)
Plaat 4: Cedergrondbekerzwam (Geopora sumneriana). Van verschillende soorten uit dit
geslacht is vorming van ectomycorrhiza aangetoond. (Foto: Maurice vd Molen)
200
kleurenkatern.indd 200
4-9-2007 21:34:48
Plaat 5. Cristinia rhenana, uit een bosje bij Winterswijk. De inzet linksonder toont de (vluchtige) reactie met loog. (Foto: Hermien Wassink)
Plaat 6: De eerste Nederlandse vondst van Phyllotopsis nidulans
(voorstel: Oranje schijnoesterzwam), in Amelisweerd. (Foto: Bert
Tolsma)
201
kleurenkatern.indd 201
4-9-2007 21:34:50
Plaat 7: Jeneverbeskorstzwam (Amylostereum laevigatum), in Willinks Weust. (Foto: Henk
Huijser)
202
kleurenkatern.indd 202
4-9-2007 21:34:51
A73.01.0 Cryptosphaeria eunomia (Fr.) Fuckel
Taklijnkogeltje
Cryptosphaeria populina (Pers.) Sacc.
Populierenlijnkogeltje
A04.00.0 Cryptosporella Sacc.
Collectiefzwammetje
A04.01.0 Cryptosporella hypodermia (Fr. : Fr.) Sacc.
Iepencollectiefzwammetje
Cryptovalsa (Ces. & De Not.) Fuckel
Spaanzakje p.p.
Cryptovalsa protacta (Pers.) De Not.
Essenspaanzakje
Muurspoorbolletje p.p.
788.00.0 Cucurbitaria Gray 788.01.0 Cucurbitaria berberidis (Pers.) Grev. Zuurbesmuurspoorbolletje
788.02.0 Cucurbitaria elongata (Fr.) Grev. Robiniamuurspoorbolletje
A05.00.0 Curreya Sacc.
Muurspoorbolletje p.p.
A05.01.0 Curreya pithyophila (J.C.Schmidt & Kunze : Fr.) Arx & E.Müll.
Naaldhoutmuurspoorbolletje
587.11.0 Cyathicula fraxinophila (Svrček) Baral
Essengeleikelkje
587.10.0 Cyathicula pallida Velen.
Esdoorngeleikelkje
Spleetlip p.p.
798.00.0 Cyclaneusma DiCosmo, Peredo & Minter
798.01.0 Cyclaneusma minus (Butin) DiCosmo, Peredo & Minter
Opgezwollen spleetlip
D
847.01.0
A06.00.0
A06.02.0
A06.01.0
590.02.0
740.00.0
740.01.0
740.05.0
740.02.0
740.06.0
740.03.0
740.04.0
A51.00.0
Daldinia occidentalis Child
Dasyscyphella claviculata (Velen.) Baral & Svrček
Delitschia Auersw.
Delitschia didyma Auersw.
Delitschia pachylospora Luck-Allen & Cain
Delitschia winteri (W.Phillips & Plowr.) Sacc.
Dematioscypha richonis (Boud.) Huhtinen
Dematioscypha richonis var. olivacea Huhtinen
Dermea ariae (Pers. : Fr.) Tul. & C.Tul. ex P.Karst.
Dermea prunastri (Pers. : Fr.) Fr.
Dermea tulasnei J.W.Groves
Diaporthe Nitschke
Diaporthe arctii (Lasch) Nitschke
Diaporthe circumscripta Fuckel
Diaporthe decedens (Fr.) Fuckel
Diaporthe decorticans (Lib.) Sacc. & Roum.
Diaporthe dulcamarae Nitschke
Diaporthe eres Nitschke
Diaporthe hederae Wehm.
Diaporthe inaequalis (Currey) Nitschke
Diaporthe incarcerata (Berk. & Broome) Nitschke Diaporthe leiphaemia (Fr. : Fr.) Sacc.
Diaporthe linearis (Nees) Nitschke
Diaporthe medusaea Nitschke Diaporthe oncostoma (Duby) Fuckel
Diaporthe pardalota (Mont.) Nitschke ex Fuckel
Diaporthe perniciosa Marchal & É.J.Marchal Diaporthe pustulata (Desm.) Sacc.
Diaporthe scobina Nitschke Diaporthe strumella (Fr.) Fuckel
Diaporthe trinucleata Niessl
Diaporthopsis Fabre
Sokkelhoutskoolzwam
Stralend franjekelkje
Mesthaarbolletje p.p..
Scheefsporig mesthaarbolletje
Schamel mesthaarbolletje
Konijnenmesthaarbolletje
Donkerrood franjekelkje
Donkergroen franjekelkje
Lijsterbesleerschijfzwam
Pruimenleerschijfzwam
Essenleerschijfzwam
Uitbreekkogeltje p.p.
Klituitbreekkogeltje
Vlieruitbreekkogeltje
Hazelaaruitbreekkogeltje
Twijguitbreekkogeltje
Bitterzoetuitbreekkogeltje
Gewoon uitbreekkogeltje
Breedsporig klimopuitbreekkogeltje
Bremuitbreekkogeltje
Rozenuitbreekkogeltje
Eikenuitbreekkogeltje
Lijnuitbreekkogeltje
Langhals robinia-uitbreekkogeltje
Korthals robinia-uitbreekkogeltje
Vlekkenuitbreekkogeltje
Vogelkersuitbreekkogeltje
Esdoornuitbreekkogeltje
Essenuitbreekkogeltje
Ribesuitbreekkogeltje
Koninginnenkruiduitbreekkogeltje
Uitbreekkogeltje p.p.
203
asconamen.indd 203
4-9-2007 21:39:46
A51.01.0 Diaporthopsis angelicae (Berk.) Wehm.
Schermbloemuitbreekkogeltje
593.04.0 Diatrypella pulvinata Nitschke
Kussenvormig schorsschijfje
876.00.0 Didymella Sacc.
Poriebultje p.p.
876.01.0 Didymella applanata (Niessl) Sacc.
Braamporiebultje
876.02.0 Didymella bryoniae (Fuckel) Rehm
Heggenrankporiebultje
Didymella equisetina (Syd.) Petr.
Paardenstaartporiebultje
876.03.0 Didymella eupyrena Sacc.
Netelbladporiebultje
876.07.0 Didymella exigua (Niessl) Sacc.
Kruidenporiebultje
Didymella glacialis Rehm
Grasporiebultje
876.04.0 Didymella ligulicola (K.F.Baker, Dimock & L.H.Davis) Arx
Chrysantenporiebultje
876.05.0 Didymella lycopersici Kleb.
Tomatenporiebultje
876.08.0 Didymella prominula (Speg.) Piroz. & Morgan-Jones Varenporiebultje
Didymella proximella (P.Karst.) Sacc.
Zeggeporiebultje
876.06.0 Didymella urticicola Aa & Boerema
Brandnetelporiebultje
760.00.0 Didymosphaeria Fuckel
Poriebultje p.p.
760.01.0 Didymosphaeria conoidea Niessl
Zakjeszwamporiebultje
760.02.0 Didymosphaeria futilis (Berk. & Broome) Rehm
Harig poriebultje
Didymosphaeria massarioides Speg.
Streepsporig poriebultje
877.03.0 Didymosphaeria oblitescens (Berk. & Broome) Sacc. Variabel poriebultje
Diehliomyces Gilkey
Truffel p.p.
A07.00.0 Diplocarpon F.A.Wolf
Bladkringenzwam
A07.01.0 Diplocarpon rosae F.A.Wolf
Rozenbladkringenzwam
A08.00.0 Discohainesia Nannf.
Schoteltje p.p.
A08.01.0 Discohainesia oenotherae (Cooke & Ellis) Nannf.
Loverschoteltje
810.00.0 Discostroma Clem.
Kogelzwam p.p.
810.01.0 Discostroma tostum (Berk. & Br.) Brockmann
Wilgenroosjeskogelzwam
761.00.0 Ditopella De Not.
Stippelkringzwam
761.01.0 Ditopella ditopa (Fr. : Fr.) J.Schröt.
Elzenstippelkringzwam
A09.00.0 Dothidea Fr. : Fr.
Speldenkussenzwam
Links: Delitschia didyma (Scheefsporig mesthaarbolletje).
Rechts: Karstenia lonicerae (Kamperfoelie­kraterje).
204
asconamen.indd 204
~o -6-~
4-9-2007 21:39:47
A09.01.0
878.00.0
878.01.0
A10.00.0
A10.01.0
A10.02.0
598.03.0
E
Dothidea noxia Ruhland
Dothidotthia Höhn.
Dothidotthia ramulicola (Peck) M.E.Barr
Drepanopeziza (Kleb.) Höhn. Drepanopeziza populi-albae (Kleb.) Nannf.
Drepanopeziza ribis (Kleb.) Höhn. Drepanopeziza sphaeroides (Pers.) Nannf.
Durella macrospora Fuckel
Ruïneuze speldenkussenzwam
Stromadruifje
Variabel stromadruifje
Bladpukkel
Abelenbladpukkel
Ribesbladpukkel
Wilgenbladpukkel
Grootsporig roetschoteltje
789.00.0 Echinula Graddon
Schijfzwammetje p.p.
Elaphomyces asperulus Vitt.
Blozende hertentruffel
Thermozwammetje
A11.00.0 Eleutherascus Arx
A11.01.0 Eleutherascus tuberculatus Samson & Luiten
Knobbelig thermozwammetje
Vleugelspoorbolletje
A13.00.0 Emericellopsis J.F.H.Beyma
A13.01.0 Emericellopsis glabra (J.F.H.Beyma) Backus & Orpurt
Glad vleugelspoorbolletje
A13.02.0 Emericellopsis robusta Emden & W.Gams
Fors vleugelspoorbolletje
A13.03.0 Emericellopsis terricola J.F.H.Beyma
Grondvleugelspoorbolletje
Enchnoa Fr.
Webbolletje
Enchnoa infernalis (Kunze : Fr.) Fuckel
Eikenwebbolletje
600.04.0 Encoelia glauca Dennis
Blauwgroene schijfzwam
600.03.0 Encoelia petrakii Gremmen
Dennenschijfzwam
A14.00.0 Encoeliopsis Nannf.
Schijfzwam p.p.
A14.01.0 Encoeliopsis rhododendri (Ces. ex Rabenh.) Nannf. Rododendronschijfzwam
799.00.0 Endoxyla Fuckel Houtmoffelzwam
799.01.0 Endoxyla cirrhosa (Pers. : Fr.) E.Müll. & Arx
Ampulhoutmoffelzwam
626.00.0 Entoleuca Syd.
Kogelzwam p.p.
626.12.0 Entoleuca mammata (Wahlenb.) J.D. Rogers & Y.-M. Ju
Bultige kogelzwam
601.00.0 Epichloë (Fr.) Tul. & C.Tul. Verstikker
601.01.0 Epichloë typhina (Pers. : Fr.) Tul. & C.Tul. Halmverstikker
Epichloë clarkei White
Witbolverstikker
839.00.0 Eriopezia (Sacc.) Rehm
Spinragschijfje p.p.
839.01.0 Eriopezia caesia (Pers.) Rehm
Krentenpapspinragschijfje
Erysiphe R.Hedw. ex DC. : Fr.
Meeldauw p.p.
Erysiphe aquilegiae DC. Akeleimeeldauw
Erysiphe biocellata Ehrenb.
Muntmeeldauw
Erysiphe circaeae L.Junell
Heksenkruidmeeldauw
Erysiphe convolvuli DC.
Windemeeldauw
Erysiphe cruciferarum Opiz ex L.Junell
Koolmeeldauw
Erysiphe cynoglossi (Wallr.) U.Braun
Smeerwortelmeeldauw
Erysiphe depressa (Wallr.) Schltdl.
Klitmeeldauw
Erysiphe galeopsidis DC. Hennepnetelmeeldauw
Erysiphe galii S.Blumer
Walstromeeldauw
Erysiphe heraclei DC.
Schermbloemmeeldauw
Erysiphe knautiae Duby
Beemdkroonmeeldauw
Erysiphe pisi DC.
Vlinderbloemmeeldauw
Erysiphe polygoni DC.
Duizendknoopmeeldauw
Erysiphe sordida L.Junell
Voetspoormeeldauw
Erysiphe ulmariae Desm.
Moerasspireameeldauw
205
asconamen.indd 205
4-9-2007 21:39:47
F
G
626.10.0
603.03.0
880.00.0
880.01.0
Erysiphe urticae (Wallr.) S.Blumer
Euepixylon Füisting
Euepixylon udum (Pers. : Fr.) Laessoe & Spooner
Eutypa scabrosa (Bull.) Auersw.
Eutypella cerviculata (Fr. : Fr.) Sacc.
Eutypella prunastri (Pers.) Sacc.
Exarmidium P.Karst.
Exarmidium hemisphaericum (Fr. : Fr.) Aptroot
Brandnetelmeeldauw
Kogelzwam p.p.
Verzonken kogelzwam
Scherpe korstkogelzwam
Gerimpeld schorsschijfje
Prunusschorsschijfje
Stippelkogeltje p.p.
Vlierstippelkogeltje
604.06.0
658.04.0
Farrowia D.Hawksw.
Farrowia seminuda (L.M.Ames) D.Hawksw.
Fenestella Tul. & C.Tul.
Fenestella fenestrata (Berk. & Broome) J.Schröt.
Fenestella salicis (Rehm) Sacc.
Fimaria ripensis (E.C.Hansen) Korf
Flavoscypha Harmaja
Kwastkopje p.p.
Dunharig kwastkopje
Muurspoorbolletje p.p.
Clustermuurspoorbolletje
Wilgenmuurspoorbolletje
Sclerotiummestbekertje
Varkensoor p.p.
Halmdoder
872.00.0 Gaeumannomyces Arx & D.L.Olivier Gaeumannomyces caricis J.Walker
Zeggehalmdoder
872.01.1 Gaeumannomyces graminis (Sacc.) Arx & D.L.Olivier
Grashalmdoder
A17.00.0 Gelasinospora Dowding
Kraterspoorzwam
A17.01.0 Gelasinospora calospora (Mouton) C.Moreau & M.Moreau
Varia kraterspoorzwam
A17.02.0 Gelasinospora cerealis Dowding
Graankraterspoorzwam
A17.03.0 Gelasinospora retispora Cain Lijntjeskraterspoorzwam
Geoglossum difforme Fr. : Fr
Grillige aardtong
Geoglossum glabrum Pers. : Fr.
Gladde aardtong
606.07.0 Geoglossum simile Peck
Tengere aardtong
607.02.0 Geopyxis majalis (Fr.) Sacc.
Vroeg brandplekkelkje
762.00.0 Gibberella Sacc.
Gitklompje
Gibberella cyanogena (Desm.) Sacc.
Blauw gitklompje
762.01.0 Gibberella pulicaris (Fr. : Fr.) Sacc.
Variabel gitklompje
762.02.0 Gibberella zeae (Schwein.) Petch
Grasgitklompje
Gloeotinia M.Wilson, Noble & E.G.Gray
Mummiekelkje p.p.
Gloeotinia granigena (Quél.) T.Schumacher
Raaigrasmummiekelkje
A18.00.0 Glomerella Spaulding & H.Schrenk
Wimpertolletje
A18.01.0 Glomerella cingulata (Stoneman) Spaulding & H.Schrenk
Kruidenwimpertolletje
A18.03.0 Glomerella tucumanensis (Speg.) Arx & E.Müll.
Graswimpertolletje
804.00.0 Gloniopsis De Not.
Spleetlip p.p.
804.02.0 Gloniopsis curvata (Fr.) Sacc.
Streepsporige spleetlip
804.01.0 Gloniopsis praelonga (Schwein.) Underw. & Earle Braamspleetlip
871.00.0 Gnomonia Ces. & De Not.
Snavelkogeltje p.p.
Gnomonia amoena (Nees : Fr.) Fuckel
Hazelaarsnavelkogeltje
871.01.0 Gnomonia cerastis (Riess) Ces. & De Not.
Esdoornsnavelkogeltje
Gnomonia comari P.Karst.
Kruidensnavelkogeltje
Gnomonia gnomon (Tode : Fr.) J.Schröt.
Naaldsporig snavelkogeltje
871.02.0 Gnomonia padicola (Lib.) Kleb. Prunussnavelkogeltje
758.01.0 Gnomonia rostellata (Fr. : Fr.) Bref. Tweecellig braamsnavelkogeltje
206
asconamen.indd 206
4-9-2007 21:39:47
H
871.04.0
A74.00.0
A74.01.0
608.00.0
608.02.0
608.03.0
608.04.0
608.04.0
610.00.0
610.01.0
A20.00.0
A20.01.0
Gnomonia setacea (Pers. : Fr.) Ces. & De Not.
Gnomoniella Sacc.
Gnomoniella rubicola Pass.
Godronia Moug. & Lév. Godronia callunigera (P.Karst.) P.Karst.
Godronia cassandrae Peck
Godronia fuliginosa (Pers. : Fr.) Seaver
Godronia ribis (Fr.) Seaver
Gremmeniella M.Morelet
Gremmeniella abietina (Lagerb.) M.Morelet
Guignardia Viala & Ravaz
Guignardia philoprina (Berk. & M.A.Curtis) Aa
Guignardia punctoidea (Cooke) Schroter
Berkensnavelkogeltje
Snavelkogeltje p.p.
Eencellig braamsnavelkogeltje
Zwermkommetje p.p.
Heidezwermkommetje
Grootsporig zwermkommetje
Wilgenzwermkommetje
Ribeszwermkommetje
Zwermkommetje p.p.
Naaldhoutzwermkommetje
Bladstipje
Hulstbladstipje
Eikenbladstipje
792.00.0
792.02.0
792.01.0
729.00.0
729.01.0
614.16.0
648.00.0
648.02.0
811.02.0
618.11.0
618.06.0
618.10.0
618.01.9
618.07.0
618.08.0
618.12.0
618.09.0
621.02.0
622.31.0
622.15.0
622.08.2
A75.00.0
578.07.0
802.01.0
A48.00.0
A48.01.0
623.08.0
623.09.0
774.00.0
Haglundia Nannf.
Mollisia p.p.
Haglundia perelegans (Haglund) Nannf.
Bruinharige mollisia
Haglundia sarmentorum Svrček
Bramenmollisia
Hamatocanthoscypha ocellata Huhtinen
Naaldhoutschorswaterkelkje
Helminthosphaeria Fuckel
Parasietkogeltje
Helminthosphaeria clavariarum (Desm.) Fuckel
Koraalzwamparasietkogeltje
Helminthosphaeria corticiorum Höhn.
Korstzwamparasietkogeltje
Helvella confusa Harmaja
Aangebrande kluifzwam
Herpotrichia Fuckel
Pluisbolletje p.p.
Herpotrichia macrotricha (Berk. & Broome) Sacc. Ongebonden pluisbolletje
Humaria Fuckel
Bekerzwam p.p.
Humaria aurantia (Clem.) Häffner, Benkert & Krisai Humusbekerzwam
Hyalopeziza niveocincta (Graddon) Raschle
Zonnig piekhaarkelkje
Hyaloscypha daedaleae Velen.
Wigsporig waterkelkje
Hyaloscypha fuckelii Nannf.
Gewoon waterkelkje
Hyaloscypha herbarum Velen.
Spireawaterkelkje
Hyaloscypha hyalina (Pers.: Fr.) Boud. Doorschijnend waterkelkje
Hyaloscypha intacta Svrček
Maagdelijk waterkelkje
Hyaloscypha paludosa Dennis
Moeraswaterkelkje
Hyaloscypha quercicola (Velen.) Huhtinen
Cambiumwaterkelkje
Hyaloscypha vitreola (P.Karst.) Boud.
Haakcelwaterkelkje
Hydnotrya confusa Spooner
Flappensporige doolhoftruffel
Hymenoscyphus bryophilus (Fr.) W.Phillips
Mosvoetvlieskelkje
Hymenoscyphus limonium (Cooke & Peck) Dennis Geel kruidenvlieskelkje
Hymenoscyphus phyllophilus (Desm.) Kuntze
Beukenbladvlieskelkje
Hymenoscyphus rhytidiadelphi Svrček
Haakmoskommetje
Hymenoscyphus rokebyensis (Svrček) Matheis
Beukendopvlieskelkje
Hymenoscyphus vitellinus (Rehm) Kuntze
Spireavlieskelkje
Hyphodiscus Kirschst.
Franjekelkje p.p.
Hyphodiscus hymeniophilus (P.Karst.) Baral Buisjeszwamrijpkelkje
Hyphodiscus theiodeus (Cooke & Ellis) W.Y.Zhuang Korstzwamfranjekelkje
Hypocopra (Fr.) Kickx
Mesturntje
Hypocopra pachyalax J.C.Krug & Cain
Kortspletig mesturntje
Hypocrea argillacea W.Phillips & Plowr.
Takkussentjeszwam
Hypocrea pilulifera J.Webster & Rifai
Lilliputkussentjeszwam
Hypoderma De Not.
Bootje
207
asconamen.indd 207
4-9-2007 21:39:47
774.02.0 Hypoderma commune (Fr.) Duby
Kruidenbootje
Hypoderma hederae (T.Nees ex Mart.) De Not.
Klimopbootje
Hypoderma ilicinum De Not.
Eikenbladbootje
774.01.0 Hypoderma rubi (Pers.: Fr.) DC.
Bramenbootje
Hypoderma scirpinum DC.
Biezenbootje
625.08.0 Hypomyces albidus Rehm
Dennenbloedzwameter
625.03.0 Hypomyces odoratus G.R.W.Arnold
Kamferzwameter
Hypospilina (Sacc.) Traverso
Snavelkogeltje p.p.
Hypospilina bifrons (DC.) Traverso
Eikenbladsnavelkogeltje
Hypoxylon intermedium (Schwein. : Fr.) Y.M.Ju & J.D.Rogers
Gewelfde essenkogelzwam
626.07.5 Hypoxylon petriniae M.Stadler & J.Fournier
Vlakke essenkogelzwam
795.00.0 Hysterium Pers. : Fr.
Spleetkooltje p.p.
795.01.0 Hysterium angustatum Alb. & Schwein. : Fr.
Schorsspleetkooltje
795.02.0 Hysterium pulicare Pers. : Fr.
Loofbosspleetkooltje
Hysterographium Corda
Spleetkooltje p.p.
Hysterographium fraxini (Pers. : Fr.) De Not.
Essenspleetkooltje
Hysterostegiella typhae Syd.
Lisdoddedekselbekertje
Hysterostegiella valvata (Mont.) Höhn.
Helmdekselbekertje
I
873.00.0 Immotthia M.E.Barr
Papilbolletje p.p.
873.01.0 Immotthia hypoxylon (Ellis & Everh.) M.E.Barr
Kogelzwampapilbolletje
A76.00.0 Incrupila Raitv.
Korsthaarkelkje
A76.01.0 Incrupila aspidii (Lib.) Raitv.
Varenkorsthaarkelkje
Inermisia Rifai
Mosschijfje p.p.
Inermisia pilifera (Cooke) Dennis & Itzerott
Flets mosschijfje
A57.00.0 Ionomidotis E.J.Durand ex Thaxt.
Schijfzwam p.p.
A57.01.0 Ionomidotis fulvotingens (Berk. ex M.A.Curt.) E.K.Cash
Geplooide schijfzwam
J
K
A77.00.0 Kalmusia Niessl
Ballonnetje p.p.
A77.01.0 Kalmusia clivensis (Berk. & Broome) M.E.Barr
Okersporig ballonnetje
Karstenia Fr.
Kratertje p.p.
Karstenia lonicerae (Velen.) Sherwood
Kamperfoeliekratertje
881.00.0 Keissleriella Höhn. Kruinhaarbolletje
881.02.0 Keissleriella culmifida (P.Karst.) S.K.Bose
Graskruinhaarbolletje
881.01.0 Keissleriella ocellata (Niessl) S.K.Bose
Hertshooikruinhaarbolletje
Kernia Nieuwl.
Tentakelzwammetje
Kernia nitida (Sacc.) Nieuwl.
Glanzend tentakelzwammetje
882.00.0 Kirschsteiniothelia D.Hawksw.
Papilbolletje p.p.
882.01.0 Kirschsteiniothelia aethiops (Berk. & M.A.Curtis) D.Hawksw.
Loofhoutpapilbolletje
882.02.0 Kirschsteiniothelia maritima (Linder) D.Hawksw.
Drijfhoutpapilbolletje
Klasterskya Petr.
Kokerbolletje
Klasterskya acuum (Mouton) Petr.
Dennenkokerbolletje
Kotlabaea Svrček
Zandbekertje
710.00.0 Kretzschmaria Fr.
Houtskoolzwam p.p.
Jobellisia Barr
Jobellisia saliciluticola P. Leroy
Kussenbolletje
Wilgenkussenbolletje
208
asconamen.indd 208
4-9-2007 21:39:47
Links: Kernia nitida (Glanzend tentakelzwammetje). Rechts: Laetinaevia pustulata (Eiken­
bladsplijtbekertje).
L
632.05.0 Lachnellula calycina (Vuill. : Fr.) Sacc.
Dennenharsviltkelkje
Lachnellula resinaria (Cooke & W.Phillips) Rehm Sparrenharsviltkelkje
Lachnum caricis (Desm.) Höhn. Zeggefranjekelkje
589.14.0 Lachnum distinguendum Rick
Espenfranjekelkje
589.51.0 Lachnum eburneum Kirschst.
Ivoorfranjekelkje
Lachnum humuli (W.Phillips) ined.
Hopfranjekelkje
589.52.0 Lachnum impudicum Baral
Loofhoutfranjekelkje
589.47.0 Lachnum juncinum Spooner
Cypergrasfranjekelkje
Lachnum pteridialis Graddon
Witharig varenfranjekelkje
589.38.0 Lachnum rhodoleucum (Sacc.) Rehm
Grasfranjekelkje
589.46.0 Lachnum roseum (Rehm) Rehm
Roze franjekelkje
589.48.0 Lachnum salicariae (Rehm) Raitv.
Kattenstaartfranjekelkje
589.36.0 Lachnum soppitii (Massee) Raitv.
Bladfranjekelkje
793.00.0 Laetinaevia Nannf.
Splijtbekertje
793.01.0 Laetinaevia carneoflavida (Rehm) Nannf. ex B.Hein Brandnetelsplijtbekertje
Laetinaevia pustulata Graddon
Eikenbladsplijtbekertje
737.00.0 Lambertella Höhn. Kelkje p.p.
633.16.0 Lamprospora arvensis (Velen.) Svrček
Maansporig mosschijfje
Lamprospora astroidea (Hazsl.) Boud.
Gladsporig mosschijfje
633.18.0 Lamprospora campylopodis W.D.Buckley
Kronkelsteeltjesmosschijfje
633.13.0 Lamprospora dicranellae Benkert
Pluisjesmosschijfje
633.09.0 Lamprospora dictydiola Boud.
Muursterretjesmosschijfje
633.17.0 Lamprospora faroensis Benkert
Richelsporig mosschijfje
633.10.0 Lamprospora maireana Seaver
Rastersporig mosschijfje
Lamprospora polytrichi (Schumach. : Fr.) Le Gal
Netkousmosschijfje
633.14.0 Lamprospora retinosa (Velen.) T.Schumach.
Honingraatmosschijfje
633.11.0 Lamprospora retispora (Itzerott & Thate) T.Schumach.
Mazensterrentjesmosschijfje
633.15.0 Lamprospora tortulae-ruralis Benkert
Duinsterretjesmosschijfje
209
asconamen.indd 209
4-9-2007 21:39:48
63.12.0 Lamprospora tuberculata Seaver
Bultsporig mosschijfje
828.01.0 Lanzia vacini (Velen.) Spooner
Bosstromakelkje
634.00.0 Lasiobolus Sacc.
Borstelbekertje
Lasiobolus cuniculi Velen.
Mestborstelbekertje
716.00.0 Lasiosphaeria Ces. & De Not.
Ruigkogeltje
716.04.0 Lasiosphaeria canescens (Pers. : Fr.) P.Karst.
Bruingrijs ruigkogeltje
716.07.0 Lasiosphaeria caudata (Fuckel) Sacc.
Verzonken ruigkogeltje
716.03.0 Lasiosphaeria hirsuta (Fr. : Fr.) Ces. & De Not.
Harig ruigkogeltje
716.05.0 Lasiosphaeria hispida (Tode : Fr.) Fuckel
Echt ruigkogeltje
716.01.0 Lasiosphaeria ovina (Pers. : Fr.) Ces. & De Not.
Eivormig ruigkogeltje
716.08.0 Lasiosphaeria phyllophila Mouton
Stralend ruigkogeltje
716.02.0 Lasiosphaeria spermoides (Hoffm. : Fr.) Ces. & De Not.
Stronkruigkogeltje
716.06.0 Lasiosphaeria strigosa (Alb. & Schwein. : Fr.) Sacc. Schraal ruigkogeltje
749.00.0 Lecanidion Endl. Rouwschoteltje
749.01.0 Lecanidion atratum (Hedw. : Fr.) Rabenh.
Foprouwschoteltje
635.00.0 Leotia Pers.: Fr.
Glibberzwam
719.00.0 Leptosphaeria Ces. & De Not.
Vulkaantje p.p.
719.01.0 Leptosphaeria acuta (Moug. & Nestl.) P. Karst.
Brandnetelvulkaantje
719.11.0 Leptosphaeria agnita (Desm.) Ces. & De Not.
Koninginnenkruidvulkaantje
719.08.0 Leptosphaeria coniothyrium (Fuckel) Sacc.
Braamvulkaantje
Leptosphaeria cruchetii E.Müll. Galigaanvulkaantje
Leptosphaeria culmifraga (Fr.) Ces. & De Not. Pluizig vulkaantje
719.02.0 Leptosphaeria doliolum (Pers. : Fr.) Ces & De Not. Kruidenvulkaantje
719.03.0 Leptosphaeria maculans (Desm.) Ces. & De Not.
Zwartvlekkig vulkaantje
719.13.0 Leptosphaeria ogilviensis (Berk. & Broome) Ces. & De Not.
Composietenvulkaantje
Leptosphaeria passeriniana Sacc.
Rijzend vulkaantje
719.10.0 Leptosphaeria praetermissa (P.Karst.) Sacc.
Frambozenvulkaantje
719.06.0 Leptosphaeria purpurea Rehm
Purpervlekkig vulkaantje
Links: Leptosphaeria culmifraga (Pluizig vulkaantje).
Rechts: Melanconis ribis (Ribesrijszwammetje).
210
asconamen.indd 210
4-9-2007 21:39:49
Leptosphaeria rubicunda Rehm ex G.Winter
Naaldsporig vulkaantje
Leptosphaeria salicaria Pass. Kattenstaartvulkaantje
Leptosphaeria scitula Syd.
Kleefkruidvulkaantje
A23.00.0 Leptosphaerulina McAlpine
Muurspoorbolletje p.p.
A23.01.0 Leptosphaerulina australis McAlpine
Mondiale muurspoorzwam
Leptosphaerulina trifolii (Rostovzev) Petr.
Klavermuurspoorzwam
735.00.0 Leptospora Rabenh. Inktpuntje p.p.
735.01.0 Leptospora rubella (Pers. : Fr.) Fr. Purperrood inktpuntje
636.00.0 Leptotrochila P.Karst.
Bladschijfje p.p.
636.01.0 Leptotrochila cerastiorum (Wallr. : Fr.) Schüepp
Hoornbloembladschijfje
636.03.0 Leptotrochila porri Arx & Boerema
Preibladschijfje
636.02.0 Leptotrochila ranunculi (Fr.) Schüepp
Boterbloembladschijfje
A54.00.0 Letendraea Sacc.
Bleekhoofdje
A54.01.0 Letendraea helminthicola (Berk. & Broome) Weese Parasietbleekhoofdje
763.00.0 Leucostoma (Nitschke) Höhn. Nestbolletje p.p.
763.03.0 Leucostoma curreyi (Nitschke) Défago
Lorkennestbolletje
763.05.0 Leucostoma persoonii (Nitschke) Höhn. Lijsterbesnestbolletje
763.02.0 Leucostoma translucens (De Not.) Höhn. Doorschijnend nestbolletje
Leveillula G.Arnaud
Meeldauw p.p.
Leveillula taurica (Lév.) G.Arnaud
Zonneroosjesmeeldauw
Leveillula verbasci (Jacz.) Golovin
Toortsmeeldauw
Lichenopeltella Höhn. Rotondezwammetje p.p.
Lichenopeltella alpestris (Sacc.) P.M.Kirk ined. Grassenrotondezwammetje
Lichenopeltella pinophylla (Höhn.) P.M.Kirk ined. Dennenrotondezwammetje
Lichenopeltella salicis J.P. Ellis
Wilgenbladrotondezwammetje
A24.00.0 Linospora Fuckel
Bladsnavelbolletje
A24.01.0 Linospora capreae (DC.) Fuckel
Wilgenbladsnavelbolletje
Loculoascomycetes
Holtezwammen
836.00.0 Lophiostoma (Fr.) Ces. & De Not.
Knapzakje p.p.
Lophiostoma caulium (Fr.) Ces. & De Not.
Veranderlijk knapzakje
Lophiostoma compressum (Pers.) Ces. & De Not. Muurspoorknapzakje
836.01.0 Lophiostoma fuckelii Sacc.
Bramenknapzakje
836.03.0 Lophiostoma macrostomum (Tode : Fr.) Ces. & De Not.
Ruim knapzakje
836.04.0 Lophiostoma myriocarpum Fuckel
Clusterknapzakje
883.01.0 Lophiostoma nucula (Fr.) Ces. & De Not.
Loofhoutknapzakje
836.05.2 Lophiostoma origani var. rubidum (Sacc., Rouss. & Bomm.) Chesters & Bell
Roodhuidknapzakje
836.02.0 Lophiostoma semiliberum (Desm.) Ces. & De Not. Rietknapzakje
836.05.0 Lophiostoma vagabundum Sacc.
Kruidenknapzakje
883.00.0 Lophiotrema Sacc.
Knapzakje p.p.
883.02.0 Lophiotrema culmifragum (Speg.) Sacc.
Halmknapzakje
Lophiotrema curreyi Sacc.
Frambozenknapzakje
841.00.0 Lophium Fr. : Fr.
Kokkelzwam
841.01.0 Lophium mytilinum (Pers. : Fr.) Fr.
Grote kokkelzwam
746.00.0 Lophodermium Chevall.
Spleetlip p.p.
746.01.0 Lophodermium arundinaceum (Schrad. : Fr.) Chevall.
Rietspleetlip
746.12.0 Lophodermium caricinum (Roberge ex Desm.) Duby Zeggespleetlip
746.06.0 Lophodermium conigenum (Brunaud) Hilitzer
Kegelspleetlip
211
asconamen.indd 211
4-9-2007 21:39:49
746.08.0
746.04.0
746.09.0
746.11.0
746.05.0
746.03.0
746.10.0
746.07.0
746.02.0
M
Lophodermium culmigenum (Fr.) P.Karst.
Lophodermium gramineum (Fr.) Chevall.
Lophodermium juniperinum (Fr.) De Not.
Lophodermium maculare (Fr.) De Not.
Lophodermium petiolicola Fuckel Lophodermium piceae (Fuckel) Höhn. Lophodermium pinastri (Schrad. : Fr.) Chevall.
Lophodermium pini-excelsae S.Ahmad
Lophodermium seditiosum Minter, Staley & Millar
Lophodermium typhinum (Fr.) Lambotte
Slijmspoorspleetlip
Grasspleetlip
Jenerverbesspleetlip
Bosbesspleetlip
Eikenbladspleetlip
Sparrenspleetlip
Dennennaaldspleetlip
Grijze spleetlip
Dennentakspleetlip
Lisdoddespleetlip
Massaria De Not.
Joekelspoorzwam p.p.
Massaria inquinans (Tode : Fr.) De Not.
Esdoornjoekelspoorzwam
Massaria xanthoxyli (Peck) Petr.
Iepenjoekelspoorzwam
884.00.0 Massarina Sacc.
Stippelkogeltje p.p.
884.01.0 Massarina arundinacea (Sowerby) Leuchtm.
Rietstippelkogeltje
884.02.0 Massarina corticola (Fuckel) L.Holm
Schorsstippelkogeltje
884.03.0 Massarina eburnea (Tul. & C.Tul.) Sacc.
Beukenstippelkogeltje
Massarina emergens (P.Karst.) L.Holm
Populierenstippelkogeltje
Massarina microcarpa (Fuckel) Sacc.
Berkenfamiliestippelkogeltje
884.04.0 Massarina rubi (Fuckel) Sacc.
Bramenstippelkogeltje
Massariosphaeria (E.Müll.) Crivelli
Vulkaantje p.p.
Massariosphaeria typhicola (P.Karst.) Leuchtm. Moerasvulkaantje
Melanconis Tul. & C.Tul.
Rijszwammetje p.p.
Melanconis ribis (Henn. & Plöttn.) Sacc. & Trotter Ribesrijszwammetje
721.00.0 Melanomma Nitschke ex Fuckel
Kruitzwam
721.02.0 Melanomma fuscidulum Sacc.
Rijzende kruitzwam
721.01.0 Melanomma pulvis-pyrius (Pers. : Fr.) Fuckel
Zwarte kruitzwam
812.00.0 Melanopsamma Niessl
Stekelbolletje p.p.
812.01.0 Melanopsamma pomiformis (Pers.) Sacc.
Collapsstekelbolletje
764.00.0 Melanospora Corda
Poliepzwammetje p.p.
764.01.0 Melanospora brevirostris (Fuckel) Höhn.
Bekerpoliepzwammetje
764.03.0 Melanospora fallax Zukal
Knolpoliepzwammejte
Melanospora leucotricha Corda Bleekgeel poliepzwammetje
Melanospora zamiae Corda
Zomppoliepzwammetje
764.04.0 Melanospora zobelii (Corda) Fuckel
Truffelpoliepzwammetje
Melastiza asperula Spooner Stippelsporig korthaarschijfje
A78.00.0 Mellitiosporium Corda
Spleetschijfje
A78.01.0 Mellitiosporium pteridinum (W.Phillips & Buckn.) Sacc.
Varenspleetschijfje
A79.00.0 Melogramma Fr.
Korstschijfje
A79.01.0 Melogramma campylosporum Fr.
Maansikkelsporig korstschijfje
813.00.0 Melomastia Nitschke ex Sacc.
Rijszwammetje p.p.
813.01.0 Melomastia mastoidea (Fr.) J.Schröt.
Loofhoutrijszwammetje
Metasphaeria Sacc.
Spleetbolletje p.p.
Metasphaeria coccodes (P.Karst.) Sacc. Rietspleetbolletje
Metasphaeria rustica (P.Karst.) Sacc.
Stengelspleetbolletje
745.00.0 Micropeziza Fuckel
Mollisia p.p.
745.01.0 Micropeziza cornea (Berk. & Broome) Nannf.
Getande mollisia
Micropeziza karstenii Nannf.
Schildmollisia
212
asconamen.indd 212
4-9-2007 21:39:49
Links: Microsphaera alphitoides (Eikenmeeldauw). Rechts: Microthyrium ciliatum (Hulst­
rotondezwammetje).
A80.00.0
A80.01.0
644.22.0
644.21.0
944.24.0
644.05.0
644.07.0
678.02.0
644.26.0
578.03.0
644.30.0
Microscypha Syd. & P.Syd.
Microscypha arenula (Alb. & Schwein. : Fr.) Svrček
Microsphaera Lév.
Microsphaera alphitoides Griffon & Maubl.
Microsphaera astragali (DC.) Trevis.
Microsphaera berberidis (DC.) Lév.
Microsphaera divaricata (Wallr.) Lév.
Microsphaera euonymi (DC.) Sacc.
Microsphaera hedwigii Lév.
Microsphaera hypericacearum U.Braun
Microsphaera lonicerae (DC.) G.Winter
Microsphaera penicillata (Wallr.: Fr.) Lév.
Microsphaera tortilis (Wallr.: Fr.) Speer
Microsphaera trifolii (Grev.) U.Braun
Microthyrium Desm.
Microthyrium ciliatum Gremmen & De Kam
Microthyrium microscopicum Desm.
Microthyrium pinophyllum (Höhn.) Petr.
Mollisia caesia (Fuckel) Sacc.
Mollisia caespiticia P.Karst.
Mollisia caricina Fautrey
Mollisia cinerella Sacc.
Mollisia cirsiicola Gremmen
Mollisia coerulans Quél.
Mollisia escharodes (Berk. & Broome) Gremmen Mollisia fallens P.Karst.
Mollisia humidicola Graddon
Mollisia incrustata Ellis
Mollisia juncina (Pers.) Rehm
Puntschoteltje p.p.
Varenpuntschoteltje
Meeldauw p.p.
Eikenmeeldauw
Hokjespeulmeeldauw
Zuurbesmeeldauw
Vuilboommeeldauw
Kardinaalsmutsmeeldauw
Sneeuwbalmeeldauw
Hertshooimeeldauw
Kamperfoeliemeeldauw
Elzenmeeldauw
Kornoeljemeeldauw
Honingklavermeeldauw
Rotondezwammetje p.p.
Hulstrotondezwammetje
Eikenrotondezwammetje
Franjerotondezwammetje
Grijsgroene mollisia
Sombere mollisia
Variabele mollisia
Dwergmollisia
Verheven distelmollisia
Koninginnenkruidmollisia
Kruidenmollisia
Membraammollisia
Zeggemollisia
Schorsschijfjesmollisia
Biezenmollisia
213
asconamen.indd 213
4-9-2007 21:39:50
644.28.0 Mollisia lycopi Rehm
Wolfspootmollisia
644.13.0 Mollisia palustris (Roberge ex Desm.) P.Karst.
Moerasmollisia
644.29.0 Mollisia poaeoides Rehm
Beemdgrasmollisia
644.25.0 Mollisia polygoni (Lasch) Gillet
Duizendknoopmollisia
644.23.0 Mollisia rabenhorstii (Auersw.) Rehm
Kleinsporige eikenbladmollisia
644.16.0 Mollisia ramealis (P.Karst.) P.Karst.
Oranje mollisia
644.17.0 Mollisia revincta (P.Karst.) Rehm
Gemêleerde mollisia
644.27.0 Mollisia spectabilis Kirschst.
Grootsporige eikenbladmollisia
644.33.0 Mollisia strobilicola (Rehm) ined.
Kegelviltmollisia
Mollisia stromaticola Dennis & Spooner
Stromamollisia
644.18.0 Mollisia ventosa P.Karst.
Geelgroene mollisia
645.00.0 Mollisina Höhn. ex Weese Glaskelkje
645.01.0 Mollisina acerina (Mouton) Höhn. Esdoornglaskelkje
645.03.0 Mollisina oedema (Desm.) Dennis
Roestglaskelkje
645.02.0 Mollisina rubi (Rehm) Höhn.
Bramenglaskelkje
861.00.0 Mollisiopsis Rehm
Mollisia p.p.
644.10.0 Mollisiopsis lanceolata (Gremmen) D.Hawksw.
Spireamollisia
Slijmspoorzwam p.p.
A25.00.0 Monascostroma Höhn.
A25.01.0 Monascostroma innumerosa (Desm.) Höhn.
Russenslijmspoorzwam
Montagnula Berl.
Muurspoorbolletje p.p.
Montagnula spartii (Castagne) Aptroot Wrattig muurspoorbolletje
722.00.0 Mycosphaerella Johanson
Puntkogeltje
722.04.0 Mycosphaerella aucupariae Johanson
Lijsterbespuntkogeltje
722.07.0 Mycosphaerella brassicicola (Duby) Lindau
Koolpuntkogeltje
722.14.0 Mycosphaerella brunneola (Fr.) Allesch. & Schnabl Lelietje-van-dalenpuntkogeltje
Mycosphaerella dianthi (C.C.Burt) Jørstad
Anjerpuntkogeltje
Mycosphaerella equiseticola Bond.-Mont.
Paardenstaartpuntkogeltje
Mycosphaerella fragariae (Tul.) Lindau
Aardbeipuntkogeltje
722.08.0 Mycosphaerella grossulariae (Fr.) Lindau
Bramenpuntkogeltje
722.09.0 Mycosphaerella iridis (Auersw.) J.Schröt.
Kleinsporig lispuntkogeltje
722.10.0 Mycosphaerella latebrosa (Cooke) J.Schröt.
Esdoornpuntkogeltje
Mycosphaerella macrospora (Cooke) J.Schröt.
Grootsporig lispuntkogeltje
Mycosphaerella maculiformis (Pers. : Fr.) Schröt.
Eikenbladpuntkogeltje
722.11.0 Mycosphaerella pinodes (Berk. & A.Bloxam) Vestergren
Erwtenpuntkogeltje
722.13.0 Mycosphaerella podagrariae (Fr. : Fr.) Petr.
Zevenbladpuntkogeltje
722.05.0 Mycosphaerella punctiformis (Pers. : Fr.) Starbäck Gewoon puntkogeltje
722.01.0 Mycosphaerella pyri (Auersw.) Boerema
Perenpuntkogeltje
Mycosphaerella recutita (Fr.) Johanson
Kleinsporig graspuntkogeltje
722.12.0 Mycosphaerella rosigena (Ellis & Everhart) Lindau ex McMurran
Rozenpuntkogeltje
722.02.0 Mycosphaerella rubella (Niessl & J.Schröt.) Magnus Engelwortelpuntkogeltje
722.03.0 Mycosphaerella superflua (Auersw.) Petr.
Brandnetelpuntkogeltje
722.06.0 Mycosphaerella tassiana (De Not.) Johanson
Kruidenpuntkogeltje
Mycosphaerella typhae (Lasch) Schröter
Lisdoddepuntkogeltje
Mytilinidion Duby
Kokkelzwam p.p.
Mytilinidion mytilinellum (Fr.) H.Zogg
Kleine kokkelzwam
N
649.00.0 Naevala B.Hein
Bladschijfje p.p.
649.01.0 Naevala perexigua (Roberge ex Desm.) K.Holm & L.Holm
214
asconamen.indd 214
4-9-2007 21:39:50
O
885.00.0 Navicella Fabre
885.01.0 Navicella pileata (Tode : Fr.) Fabre
650.35.0 Nectria arenula (Berk. & Broome) Berk.
650.20.0 Nectria consors (Ellis & Everh. ) Seaver
650.29.0 Nectria cosmariospora (Ces. & De Not.)
650.22.0 Nectria ditissima Tul. & C.Tul.
Nectria haematococca Berk. & Broome 650.31.0 Nectria lamyi (Desm.) De Not.
Nectria magnusiana Rehm 650.15.0 Nectria mammoidea W.Phillips & Plowr. 650.25.0 Nectria neomacrospora C.Booth & Samuels
650.26.0 Nectria ochroleuca (Schwein.) Berk.
650.27.0 Nectria pityrodes (Mont.) Mont.
650.12.0 Nectria purtonii (Grev.) Berk.
889.00.0 Nectriella Nitschke ex Fuckel
889.01.0 Nectriella dacrymycella (Nyl.) Rehm
Nectriella paludosa Fuckel 625.05.0 Nectriopsis broomeana (Tul. & C.Tul.) W.Gams Nemania Gray
626.09.1 Nemania effusa (Nitschke) Pouzar
Nemania chestersii (J.D.Rogers & Whalley) Pouzar
626.13.0 Nemania confluens (Tode : Fr.) Laessøe & Spooner
651.02.0 Neobulgaria lilacina (Wulfen) Fr.
Neopeckia Sacc. Neopeckia fulcita (Bucknall) Sacc.
653.03.0 Neottiella albocincta (Berk. & M.A.Curtis) Sacc.
A27.00.0 Neurospora Shear & B.O.Dodge
A27.01.0 Neurospora sitophila Shear & B.O.Dodge
A28.00.0 Niesslia Auersw.
A28.04.0 Niesslia exilis (Alb. & Schwein. : Fr.) G.Winter
A28.05.0 Niesslia exosporioides (Desm.) G.Winter
Niesslia ilicifolia (Cooke) G.Winter
717.00.0 Niptera Fr.
717.01.0 Niptera eriophori (L.A.Kirchn.) Rehm
Niptera pulla (W.Phillips & Keith) Boud.
Niptera ramealis P.Karst. sensu Rehm
773.00.0 Nitschkia G.H.Otth ex P.Karst.
773.03.0 Nitschkia collapsa (Romell) Chenantais
Nitschkia confertula (Schwein.) Nannf.
773.01.0 Nitschkia cupularis (Pers. : Fr.) P.Karst.
773.02.0 Nitschkia grevillei (Rehm) Nannf.
773.04.0 Nitschkia parasitans (Schwein.) Nannf.
Nodulosphaeria Rabenh.
Nodulosphaeria dolioloides Auersw. 765.03.0 Nodulosphaeria pontica (Petr.) L.Holm
Eikenbladschijfje
Knapzakje p.p.
Grootsporig knapzakje
Goudgeel meniezwammetje
Robijnmeniezwammetje
Wratsporig meniezwammetje
Beukenkankermeniezwammetje
Parasietmeniezwammetje
Zuurbesmeniezwammetje
Schorsschijfjesmeniezwammetje
Stippelmeniezwammetje
Zilversparmeniezwammetje
Okergeel meniezwammetje
Zuidelijk meniezwammetje
Gelatineus meniezwammetje
Meniezwammetje p.p.
Ingebed meniezwammetje
Ruig meniezwammetje
Dennenmoorderkorrelzwam
Kogelzwam p.p.
Langgerekte korstkogelzwam
Streepsporige korstkogelzwam
Vlekkige kogelzwam
Opaalknoopzwam
Pluisbolletje p.p.
Stijf pluisbolletje
Rimpelmosbekertje
Kogelmatje
Flessenhalskogelmatje
Stekelbolletje p.p.
Naaldboomstekelbolletje
Grasstekelbolletje
Hulststekelbolletje
Weekbekertje
Moerasweekbekertje
Grasweekbekertje
Witbepoederd weekbekertje
Pokzwammetje
Gedeukt pokzwammetje
Essenpokzwammetje
Papilpokzwammetje
Zwart pokzwammetje
Meniepokzwammetje
Inktpuntje p.p.
Boerenwormkruidinktpuntje
Knoopkruidinktpuntje
775.00.0 Ocellaria (Tul. & C.Tul.) P.Karst.
775.01.0 Ocellaria ocellata (Pers. : Fr.) J.Schröt.
654.09.0 Octospora bridei Caillet & Moyne
Oogbekertje
Oranje oogbekertje
Eendagsmosschijfje
215
asconamen.indd 215
4-9-2007 21:39:50
654.10.0 Octospora bryi-argentei Benkert
Kleinsporig zilvermosschijfje
654.11.0 Octospora coccinea (P.Crouan & H.Crouan) Brumm. Knikmosschijfje
654.12.0 Octospora crosslandii (Dennis & Itzerott) Benkert Kleimosschijfje
Octospora fissidentis Benkert & Brouwer
Wratsporig vedermosschijfje
654.16.0 Octospora gemmicola Benkert
Korrelknikmosschijfje
654.13.0 Octospora lilacina (Seaver) Svrček & Kubicka
Vleeskleurig mosschijfje
Octospora neerlandica Benkert & Brouwer
Sterretjesmosschijfje
Octospora nemoralis Benkert & Brouwer
Gladsporig vedermosschijfje
654.14.0 Octospora orthotricha (Cooke & Ellis) K.B.Khare & V.P.Tewari
Haarmutsmosschijfje
654.15.0 Octospora phagospora (Flageolet & Los Rios) Dennis & Itzerott
Matjesmosschijfje
654.18.0 Octospora rubens (Boud.) M.M.Moser
Regenboogmosschijfje
654.17.0 Octospora rustica (Velen.) J.Moravec
Vals mosschijfje
Olla Velen.
Piekhaarkelkje p.p.
Olla transiens (Höhn.) Baral Zaagvlakpiekhaarkelkje
Ombrophila ambigua Höhn.
Liesgrasknoopje
656.00.0 Onygena Pers. : Fr.
Hoornzwam
Onygena equina (Willd.) Pers.
Hoefzwam
765.00.0 Ophiobolus Riess
Inktpuntje p.p.
765.01.0 Ophiobolus acuminatus (Sowerby : Fr.) Duby
Distelinktpuntje
Ophiobolus erythrosporus (Riess) G.Winter
Brandnetelinktpuntje
Ophiobolus mathieui (Westend.) Sacc.
Excentrisch inktpuntje
765.02.0 Ophiobolus niesslii Bäumler
Kruideninktpuntje
Ophioceras Sacc.
Inktpuntje p.p.
Ophioceras leptosporum (S.H.Iqbal) J.Walker
Schermbloeminktpuntje
Links: Ophiostoma piceae (Sparrenkogelbuiszwam).
Rechts: Pleospora infectoria (Gewoon muurspoorbolletje).
o
(JO
o~
Ç)
0
o
'.(~':~-
--
~,·~·t"'""'.:.
.
-~
:""')~~
.. \}#j~~~~:;;
216
asconamen.indd 216
4-9-2007 21:39:50
A81.00.0
A81.01.0
A30.00.0
A30.02.0
816.00.0
816.01.0
754.00.0
754.01.0
657.01.0
613.01.0
657.02.0
657.05.0
657.14.0
A31.00.0
A31.01.0
P
Ophiognomonia (Sacc.) Sacc.
Ophiognomonia melanostyla (DC. : Fr.) Sacc.
Ophiostoma Syd. & P.Syd.
Ophiostoma narcissi Limber
Ophiostoma olivaceum Math.-Käärik
Ophiostoma piceae (Münch) Syd. & P.Syd.
Ophiostoma ulmi (Buisman) Nannf.
Ophiovalsa Petr.
Ophiovalsa betulae (Tul. & C.Tul.) Petr.
Ophiovalsa corylina (Tul. & C.Tul.) Petr.
Ophiovalsa suffusa (Fr.) Petr.
Orbicula Cooke
Orbicula parietina (Schrad. : Fr.) S.Hughes
Orbilia aurantiorubra Boud.
Orbilia carpoboloides (P.Crouan & H.Crouan) Baral Orbilia comma Graddon
Orbilia inflatula (P.Karst.) P.Karst.
Orbilia leucostigma (Fr.) Fr.
Orbilia vinosa (Alb. & Schwein. : Fr.) P.Karst.
Otidea apophysata (Cooke & W.Phillips) Sacc. Ovulinia F.A.Weiss
Ovulinia azaleae F.A.Weiss
Inktpuntje p.p.
Lindebladinktpuntje
Kogelbuiszwam p.p.
Narciskogelbuiszwam
Punkkogelbuiszwam
Sparrenkogelbuiszwam
Iepenkogelbuiszwam (Iepziekte)
Nestbolletje p.p.
Berkennestbolletje
Hazelaarnestbolletje
Elzennestbolletje
Troepzwammetje p.p.
Gladsporig troepzwammetje
Wormsporig wasbekertje
Speerwasbekertje
Kommasporig wasbekertje
Ankerwasbekertje
Bleek wasbekertje
Langsporig wasbekertje
Aangebrand hazenoor
Knolkelkje p.p.
Rododendronknolkelkje
675.02.0 Pachyella violaceonigra (Rehm) Pfister
Donker beekschijfje
Paradidymella Petrak
Kogeltje p.p.
Paradidymella clarkii D.Hawksw. & Swan.
Braamkogeltje
Paradidymella holci (Berk & Broome) Kuntze
Graskogeltje
719.00.0 Paraphaeosphaeria O.E.Eriksson
Vulkaantje p.p.
719.07.0 Paraphaeosphaeria michotii (Westend.) O.E.Eriksson Grasvulkaantje
Paratrichophaea Trigaux
Pelsbekertje p.p.
Paratrichophaea michiganensis (Kanouse) Pfister
Dwergpelsbekertje
837.00.0 Patellariopsis Dennis
Roetschoteltje p.p.
837.01.0 Patellariopsis atrovinosa (A.Bloxam ex Currey) Dennis
Hazelaarroetschoteltje
660.03.0 Perrotia phragmiticola (Henn. & Plöttner) Dennis
Vleeskleurig franjekelkje
661.12.0 Pezicula frangulae (Pers. : Fr.) Fuckel
Vuilboomschorsbekertje
Peziza asterigma (Vuill.) Sacc. & Traverso
Gesteelde compostbekerzwam
662.44.0 Peziza moravecii (Svrček) Svrček
Stippelsporige mestbekerzwam
Peziza retiderma Cooke
Rimpelige bekerzwam
Peziza saniosa Schrad.
Blauwe melkbekerzwam
Peziza subretincola Svrček
Wratsporige bekerzwam
Pezizella fagi (Jaap) Matheis
Beukenknopschoteltje
Pezizella leucostigma (Fuckel) Sacc.
Glazig schoteltje
663.12.0 Pezizella parilis (P.Karst.) Dennis
Tweedelig takschoteltje
663.13.0 Pezizella turgidella (P.Karst.) Sacc.
Zeggeschoteltje
Knoopje p.p.
A50.00.0 Pezoloma Clem.
A50.01.0 Pezoloma iodocyanescens (Dennis & Korf) Korf
Moerasknoopje
817.00.0 Phacidium Fr.
Schoteltje p.p.
817.02.0 Phacidium coniferarum (G.G.Hahn) DiCosmo, Nag Raj & W.B.Kendr.
Dennenschoteltje
217
asconamen.indd 217
4-9-2007 21:39:51
Phacidium lacerum Fr.
Lenteschoteltje
817.03.0 Phacidium vaccinii Fr.
Bosbesschoteltje
817.05.2 Phacidium vincae Fuckel
Maagdenpalmschoteltje
664.07.0 Phaeohelotium extumescens (P.Karst.) Dennis
Ecru sapbekertje
664.08.0 Phaeohelotium lilacinum (Bres.) Dennis
Lila sapbekertje
Phaeosphaeria I.Miyake Vulkaantje p.p.
Phaeosphaeria licatensis (Sacc.) Shoemaker & C.E. Babc.
Smalsporig lisdoddevulkaantje
Phaeosphaeria culmorum (Auersw. ex Rehm) Leuchtm.
Wijdsporig vulkaantje
719.22.0 Phaeosphaeria epicalamia (Riess) L.Holm
Veldbiesvulkaantje
719.09.0 Phaeosphaeria eustoma (Fuckel) L.Holm
Vierdelig grasvulkaantje
Phaeosphaeria fuckelii (Niessl ex W.Voss) L.Holm Rietgrasvulkaantje
719.23.0 Phaeosphaeria graminis (Fuckel) L.Holm
Meercellig grasvulkaantje
719.16.0 Phaeosphaeria herpotrichoides (De Not.) L.Holm
Braillevulkaantje
Phaeosphaeria juncicola (Rehm ex G.Winter) L.Holm
Grootsporig vulkaantje
719.24.0 Phaeosphaeria juncina (Auersw.) L.Holm Kleinsporig vulkaantje
719.21.0 Phaeosphaeria luctuosa (Niessl ex Sacc.) Otani & Mikawa
Rijvormig vulkaantje
Phaeosphaeria microscopica (P.Karst.) O.E.Eriksson Papilleus vulkaantje
Phaeosphaeria nigrans (Roberge & Desm.) L.Holm Gezellig vulkaantje
719.15.0 Phaeosphaeria nodorum (E.Müll.) Hedjar.
Halmvulkaantje
Phaeosphaeria norfolcia (Cooke) Leuchtmann
Ruwsporig vulkaantje
719.25.0 Phaeosphaeria pontiformis (Fuckel) Leuchtm.
Knopsporig vulkaantje
Phaeosphaeria stellariae (Rostr.) Leuchtm.
Muurvulkaantje
Phaeosphaeria tritici (Garov.) Hedjar.
Graanvulkaantje
719.04.0 Phaeosphaeria typharum (Desm.) L.Holm
Breedsporig lisdoddevulkaantje
Phaeosphaeriopsis M.P.S.Câmara, M.E.Palm & A.W.Ramaley
Vulkaantje p.p.
Phaeosphaeriopsis glaucopunctata (Grev.) M.P.S.Câmara, M.E.Palm & A.W.Ramaley
Muizendoornvulkaantje
Knikkertje p.p.
868.00.0 Phomatospora Sacc.
868.03.0 Phomatospora berkeleyi Sacc.
Lenteknikkertje
Phomatospora coprophila M.J.Richardson
Mestknikkertje
868.01.0 Phomatospora dinemasporium J.Webster
Grasknikkertje
Phomatospora endopteris (Plowr. ex Buckdall) Phill. & Plowr.
Varenknikkertje
868.02.0 Phomatospora hyalina (Griffiths) Cain
Glazig knikkertje
Phomatospora therophila (Desm.) Sacc.
Russenknikkertje
Phragmiticola Sherwood
Rietstengelbekertje
Phragmiticola rhopalospermum (Kirschst.) Sherwood
Vleeskleurig rietstengelbekertje
886.00.0 Phragmoporthe Petr.
Stippelkogeltje p.p.
886.01.0 Phragmoporthe conformis (Berk. & Broome) Petr. Elzenstippelkogeltje
Phyllachora Nitschke ex Fuckel
Zwartkorstje
Phyllachora graminis (Pers. : Fr.) Fuckel
Graszwartkorstje
Phyllachora junci (Alb. & Schwein. : Fr.) Fuckel
Biezenzwartkorstje
A98.00.0 Phyllactinia Lév.
Meeldauw p.p.
A98.02.0 Phyllactinia fraxini (DC.) Fuss
Essenmeeldauw
218
asconamen.indd 218
4-9-2007 21:39:51
778.00.0
778.02.0
66.00.0
A32.00.0
A32.03.0
A32.01.0
A32.02.0
867.00.0
867.01.0
715.00.0
715.01.0
766.00.0
766.01.0
719.12.0
766.02.0
766.03.0
766.05.0
766.03.0
766.04.0
766.06.0
649.00.0
649.01.0
829.01.0
667.00.0
668.00.0
668.01.0
753.00.0
753.06.0
753.10.0
753.11.0
753.01.0
753.04.0
Phyllactinia guttata (Wallr. : Fr.) Lév.
Pirottaea Sacc.
Pirottaea symphyti Nannf.
Pithya Fuckel
Plagiosphaera Petr.
Plagiosphaera immersa (Trail) Petr.
Plagiostoma Fuckel
Plagiostoma alnea (Fr.) v. Arx
Plagiostoma devexum (Desm.) Fuckel Plagiostoma euphorbiae (Fuckel) Fuckel Plagiostoma inclinatum (Desm.) M.E.Barr
Plagiostoma pustula (Pers.) v. Arx
Plagiostoma tormentillae (Lind) Bolay
Platychora Petr.
Platychora ulmi (Schleich. : Fr.) Petr.
Plectania Fuckel
Pleomassaria Speg.
Pleomassaria siparia (Berk. & Broome) Sacc.
Pleospora Rabenh. ex Ces. & De Not.
Pleospora abscondita Sacc. & Roum.
Pleospora calvescens (Fr.) Tul. & C.Tul.
Pleospora cytisi Fuckel
Pleospora herbarum (Pers. : Fr.) Rabenh. Pleospora infectoria Fuckel Pleospora papaveracea (De Not.) Sacc.
Pleospora penicillus Fuckel
Pleospora rubelloides (Plowr. ex Cooke) J.Webster Pleospora scrophulariae (Desm.) Höhn. Pleospora shepherdiae Peck
Pleospora straminis Sacc. & Speg. Pleospora vagans Niessl
Ploettnera P.Henn.
Ploettnera exigua (Niessl) Höhn. Ploettnera solidaginis (De Not.) B.Hein
Poculum myricae Spooner & Dennis
Podophacidium Niessl.
Podosordaria Ellis & Holway
Podosordaria tulasnei (Nitschke) Dennis
Podosphaera Kunze
Podosphaera clandestina (Wallr.) Lév.
Podosphaera myrtillina (Schubert) Kunze
Podosphaera tridactyla (Wallr.) de Bary
Podospora Ces.
Podospora aloides (Fuckel) J.H.Mirza & Cain
Podospora appendiculata (Auersw. ex Niessl) Niessl
Podospora argentinensis (Speg.) J.H.Mirza & Cain
Podospora collapsa (Griffiths) Cain
Podospora communis (Speg.) Niessl
Podospora conica (Fuckel) A.E.Bell & Mahoney
Podospora curvicolla (G.Winter) Niessl
Hazelaarmeeldauw
Kommetje p.p.
Smeerwortelkommetje
Besbekertje
Knikkertje p.p.
Netelknikkertje
Knikkertje p.p.
Elzenbladknikkertje
Duizendknoopknikkertje
Wolfsmelkknikkertje
Draadsporig knikkertje
Eikenbladknikkertje
Ganzenrikknikkertje
Holtenkussentje
Iepenholtenkussentje
Matjesbekerzwam
Muurspoorbolletje p.p.
Berkenmuurspoorbolletje
Muurspoorbolletje p.p.
Rietbladmuurspoorbolletje
Kruidenmuurspoorbolletje
Bremmuurspoorbolletje
Kaal muurspoorbolletje
Gewoon muurspoorbolletje
Klaproosmuurspoorbolletje
Ruig muurspoorbolletje
Purpervlekkig muurspoorbolletje
Krulharig muurspoorbolletje
Meidoornmuurspoorbolletje
Strogeel muurspoorbolletje
Grasmuurspoorbolletje
Bladschijfje p.p.
Blauwgroen bladschijfje
Guldenroedebladschijfje
Gagelstromakelkje
Schoteltje p.p.
Mesturntje p.p.
Konijnenkeutelmesturntje
Meeldauw p.p.
Meidoornmeeldauw
Bosbesmeeldauw
Kersenmeeldauw
Menhirzwammetje
Kuifmenhirzwammetje
Witkopmenhirzwammetje
Maxima menhirzwammetje
Knikkerzakmenhirzwammetje
Kromharig menhirzwammetje
Kleefharig menhirzwammetje
Veelsporig menhirzwammetje
219
asconamen.indd 219
4-9-2007 21:39:51
753.01.0 Podospora curvula (de Bary ex G.Winter) Niessl
Baardig menhirzwammetje
753.07.0 Podospora decipiens (G.Winter ex Fuckel) Niessl
Flapsporig menhirzwammetje
Podospora ellisiana (Griffiths) J.H.Mirza & Cain
Nekharig menhirzwammetje
753.12.0 Podospora excentrica N.Lundqvist
Kwastharig menhirzwammetje
753.16.0 Podospora fimiseda (Ces. & De Not.) Niessl Ruig menhirzwammetje
Podospora globosa (Massee & E.S.Salm.) Cain
Kaal menhirzwammetje
821.05.0 Podospora glutinans (Cain) Cain
Grootsporig menhirzwammetje
753.08.0 Podospora leporina (Cain) Cain
Schemermenhirzwammetje
753.13.0 Podospora miniglutinans J.H.Mirza & Cain
Kortharig menhirzwammetje
753.02.0 Podospora perplexens (Cain) Cain
Spitsharig menhirzwammetje
753.14.0 Podospora pleiospora (G.Winter) Niessl
Befmenhirzwammetje
753.05.0 Podospora setosa (G.Winter) Niessl
Stijfharig menhirzwammetje
Podospora squamulosa (P.Crouan & H.Crouan) Niessl
Ovaalsporig menhirzwammetje
753.03.0 Podospora tetraspora (G.Winter) Cain
Viersporig menhirzwammetje
753.15.0 Podospora unicaudata (C.Moreau & M.Moreau ex Smith) Cain
Onbedekt menhirzwammetje
821.02.0 Podospora vesticola (Berk. & Broome) Cain & J.H.Mirza ex Kobayasi
Kortborstelig menhirzwammetje
A82.00.0 Podostroma P.Karst.
Kussentjeszwam p.p.
A82.01.0 Podostroma alutaceum (Pers. : Fr.) G.F.Atk.
Knotskussentjeszwam
669.00.0 Polydesmia Boud.
Kernzwamknopje
Vlechtkussentje
A33.00.0 Potebniamyces Smerlis
A33.01.0 Potebniamyces pyri (Berk. & Broome) Dennis
Perenvlechtkussentje
A34.00.0 Preussia Fuckel
Segmentatiezwam p.p.
A45.01.0 Preussia dispersa (Clum) Cain)
Zaadsegmentatiezwammetje
A34.02.0 Preussia fleischhakii (Auersw.) Cain
Huisdiersegmentatiezwam
A34.03.0 Preussia vulgaris (Corda) Cain
Gewone segmentatiezwam
741.00.0 Proliferodiscus J.H.Haines & Dumont
Franjekelkje p.p.
741.01.0 Proliferodiscus pulveraceus (Alb. & Schwein. : Fr.) Baral
Melig franjekelkje
671.01.0 Propolis Fr. Houtschijfje
671.00.0 Propolis farinosa (Pers.) Fr. Grijswit houtschijfje
Prosthecium Fresen.
Perforeerzwam p.p.
Prosthecium platanoidis (Pers.) M.E.Barr
Esdoornperforeerzwam
Protocrea farinosa (Berk. & Broome) Petch Melige kussentjeszwam
A35.00.0 Pseudeurotium J.F.H.Beyma
Ruitenballetje
A35.01.0 Pseudeurotium ovale Stolk
Mestruitenballetje
803.00.0 Pseudohelotium Fuckel
Stipschoteltje
803.01.0 Pseudohelotium pineti (Batsch : Fr.) Fuckel
Naaldhoutstipschoteltje
Pseudomassaria Jackz.
Zoolspoortje p.p.
Pseudomassaria sepincoliformis (De Not.) Arx
Rozenzoolspoortje
Pseudomassaria polystigma (Ellis & Everh.) v. Arx Eikenbladzoolspoortje
842.00.0 Pseudombrophila Boud.
Mestbekertje p.p.
842.01.0 Pseudombrophila merdaria (Fr.) Brumm.
Bruinspikkelig mestbekertje
604.06.0 Pseudombrophila ripensis (E.C. Hansen) Brumm. Sclerotiummestbekertje
A36.00.0 Pseudonectria Seaver
Meniezwammetje p.p.
A36.01.0 Pseudonectria pachysandricola B.O.Dodge
Sierplantmeniezwammetje
A36.02.0 Pseudonectria rousselliana (Mont.) Wollenw.
Stijfharig meniezwammetje
673.00.0 Pseudopeziza Fuckel
Schijnbekertje
220
asconamen.indd 220
4-9-2007 21:39:51
673.03.0
673.02.0
673.01.0
732.02.0
A83.00.0
A83.01.0
676.04.0
678.01.0
644.02.0
644.03.0
678.11.0
678.08.0
678.15.0
678.14.0
644.08.0
678.09.0
678.03.0
Pseudopeziza calthae (W.Phillips) Massee
Pseudopeziza medicaginis (Lib.) Sacc.
Pseudopeziza morthieri Sacc.
Pseudopeziza trifolii (Biv.) Fuckel
Pseudoplectania sphagnophila (Pers.) Kreisel
Pseudovalsa Ces. & De Not.
Pseudovalsa lanciformis (Fr.) Ces. & De Not.
Pseudovalsa umbonata (Tul. & C.Tul.) Sacc.
Psilachnum acutum (Velen.) Raitv.
Psilachnum asemum (Phill.) Dennis
Psilocistella Svrček
Psilocistella conincola (Velen.) Svrček
Psilopezia Berk.
Psilopezia nummularia Berk.
Pulvinula salmonicolor (Seaver) Pfister
Pyrenomycetes
Pyrenopeziza adenostylidis (Rehm) Gremmen Pyrenopeziza aquosa (Berk. & Broome) Baral)
Pyrenopeziza arctii (W.Phillips ex Buckn.) Nannf. Pyrenopeziza arenivaga (Desm.) Boud.
Pyrenopeziza artemisiae (Lasch) Sacc.
Pyrenopeziza benesuada (Tul.) Gremmen
Pyrenopeziza betulicola Fuckel
Pyrenopeziza carduorum Rehm
Pyrenopeziza chailletii (Pers.) Fuckel
Pyrenopeziza chamaenerii Nannf.
Pyrenopeziza depressuloides (Gremmen) Gremmen
Pyrenopeziza digitalina (W.Phillips) Sacc.
Pyrenopeziza foliicola (P.Karst.) Sacc.
Pyrenopeziza fuckelii Nannf.
Dotterbloemschijnbekertje
Rupsklaverschijnbekertje
Bramenschijnbekertje
Klaverschijnbekertje
Veenmosbekerzwam
Kerfzwammetje
Berkenkerfzwammetje
Eikenkerfzwammetje
Witbolfranjekelkje
Broekfranjekelkje
Rijpkelkje p.p.
Dennenappelrijpkelkje
Beekschijfje p.p.
Oranjebruin beekschijfje
Zalmkleurig moskussentje
Kernzwammen
Berenklauwuitbreekkommetje
Eikenuitbreekkommetje
Grootsporig klituitbreekkommetje
Helmuitbreekkommetje
Bijvoetuitbreekkommetje
Kleinsporig takuitbreekkommetje
Berkenuitbreekkommetje
Disteluitbreekkommetje
Kruidenuitbreekkommetje
Wilgenroosjesuitbreekkommetje
Kleinsporig klituitbreekkommetje
Vingerhoedskruiduitbreekkommetje
Elzenbladuitbreekkommetje
Wilgenbladuitbreekkommetje
Links: Pyxidiophora groovei (Bleke kapspoorzwam).
Rechts:
Rebentischia
massalongii
(Schors­
staartspoorzwam).
o
o~o
~
~
~
ettL.o.~
--======)
)~
~=---==-
asconamen.indd 221
221
4-9-2007 21:39:54
678.12.0 Pyrenopeziza karstenii Sacc. Grasuitbreekkommetje
678.10.0 Pyrenopeziza lychnidis (Desm.) Rehm
Koekoeksbloemuitbreekkommetje
678.13.0 Pyrenopeziza maculata Graddon
Bramenbladuitbreekkommetje
Pyrenopeziza mercurialis (Fuckel) Boud.
Bingelkruiduitbreekkommetje
Pyrenopeziza millegrana Boud.
Moerasspireauitbreekkommetje
678.18.0 Pyrenopeziza nervicola (Desm.) Boud.
Nerfuitbreekkommetje
644.14.0 Pyrenopeziza pastinacae (Nannf.) Gremmen Pastinaakuitbreekkommetje
678.05.0 Pyrenopeziza plantaginis Fuckel Weegbreeuitbreekkommetje
678.17.0 Pyrenopeziza pulveracea (Fuckel) Gremmen
Zwart uitbreekkommetje
678.06.0 Pyrenopeziza rubi (Fr.) Rehm
Frambozenuitbreekkommetje
Pyrenopeziza thalictri (Peck) Sacc.
Ruituitbreekkommetje
678.07.0 Pyrenopeziza urticicola (W.Phillips) Boud.
Brandneteluitbreekkommetje
768.00.0 Pyrenophora Fr.
Muurspoorbolletje p.p.
768.02.0 Pyrenophora tritici-repentis (Died.) Drechsler)
Roggemuurspoorbolletje
768.01.0 Pyrenophora typhicola (Cooke) E.Müll. Lisdoddemuurspoorbolletje
Pyxidiophora Bref. & Tavel emend. N.Lundq.
Kapspoorzwam
Pyxidiophora grovei (D.Hawksw. & J.Webster) N.Lundq.
Bleke kapspoorzwam
R
Ramgea Brumm.
Schijfje p.p.
887.00.0 Rebentischia P.Karst.
Staartspoorzwam
887.01.0 Rebentischia massalongii (Mont.) Sacc.
Schorsstaartspoorzwam
Oliebolzwam
681.00.0 Rhizina Fr. : Fr.
A62.00.0 Rhizodiscina Hafellner
Dropjeszwam
A62.01.0 Rhizodiscina lignyota (Fr.) Hafellner
Houtdropjeszwam
734.00.0 Rhopographus Nitschke ex Fuckel
Streepzwam
734.01.0 Rhopographus filicinus (Fr.) Nitschke ex Fuckel
Adelaarsvarenstreepzwam
Inktvlekkenzwam
682.00.0 Rhytisma Fr.
682.01.0 Rhytisma acerinum (Pers. : Fr.) Fr.
Esdoorninktvlekkenzwam
682.02.0 Rhytisma salicinum (Pers. : Fr.) Fr.
Wilgeninktvlekkenzwam
683.00.0 Roesleria Thümen & Pass. Poederkopje p.p.
Roesleria subterranea (Weinmann) Redhead Parasietpoederkopje
762.05.0 Rosellinia britannica L.E.Petrini, Petrini & S.M.Francis
Afgeplat tepelkogeltje
726.04.0 Rosellinia corticium (Schwein.) Sacc.
Slijmsporig tepelkogeltje
Rosellinia necatrix (R.Hartig) Berl. ex Prill.
Kortspletig tepelkogeltje
Troepzwammetje p.p.
820.00.0 Roumegueriella Speg.
820.01.0 Roumegueriella rufula (Berk. & Broome) Malloch & Cain
Wratsporig troepzwammetje
684.12.0 Rutstroemia maritima (Roberge ex Desm.) Dennis Helmstromakelkje
S
685.07.0
A84.00.0
A84.01.0
565.00.0
565.01.0
565.01.0
Saccobolus beckii Heimerl
Saccobolus citrinus Boud. & Torrend
Saccothecium Fr.
Saccothecium sepincola (Fr.) Fr.
Sarea Fr.
Sarea difformis (Fr.) Fr.
Sarea resinae (Fr. : Fr.) Kuntze
Sawadaea Miyabe
Sawadaea bicornis (Wallr.) Homma
Knobbelsporig spikkelschijfje
Stekelsporig spikkelschijfje
Spleetbolletje p.p.
Lengteseptig spleetbolletje
Harsbekertje
Zwart harsbekertje
Oranje harsbekertje
Meeldauw p.p.
Esdoornmeeldauw
222
asconamen.indd 222
4-9-2007 21:39:54
Schizothecium Corda
Menhirzwammetje p.p.
Schizothecium nanum N.Lundq.
Langschubbig menhirzwammetje
A37.00.0 Schizothyrium Desm.
Schildkorstje
A37.01.0 Schizothyrium pomi (Mont. & Fr.) Arx
Wisselvallig schildkorstje
Scirrhia Nitschke ex Fuckel
Spleetbolletje p.p.
Scirrhia aspidiorum (Lib.) Bubák
Adelaarsvarenspleetbolletje
Scirrhia osmundae (Peck & Clinton) Arx
Koningsvarenspleetbolletje
Sclerophora Chevall.
Poederkopje p.p.
683.01.0 Sclerophora pallida ( Pers.) Y.J. Yao & Spooner Gewoon poederkopje
688.18.0 Sclerotinia homoeocarpa F.T.Benn.
Grasknolkelkje
769.00.0 Scopinella Lév.
Poliepzwammetje p.p.
769.01.0 Scopinella caulincola (Fuckel) Malloch
Eikeldoppoliepzwammetje
Scopinella solani (Zukal) Malloch
Strooiselpoliepzwammetje
834.00.0 Seaverinia Whetzel
Knolkelkje p.p.
690.00.0 Selenaspora R.Heim & LeGal
Bekertje p.p.
869.00.0 Selinia P.Karst.
Kussentjeszwam p.p.
869.01.0 Selinia pulchra (G.Winter) Sacc.
Mestkussentjeszwam
Knolkelkje p.p.
796.00.0 Septotinia Whetzel ex J.W.Groves & M.E.Elliott
796.02.0 Septotinia podophyllina Whetzel
Strooiselknolkelkje
796.01.0 Septotinia populiperda Waterman & E.K.Cash ex Sutton
Abelenknolkelkje
Sepultaria (Cooke) Lambotte
Grondbekerzwam p.p.
Sepultaria semiimmersa (P. Karst.) Kutorgo.
Heldergele grondbekerzwam
Sillia P.Karst.
Draadspoorzwam
Sillia ferruginea (Pers. : Fr.) P.Karst.
Hazelaardraadspoorzwam
866.00.0 Smardaea Svrcek
Bekertje p.p.
733.00.0 Sordaria Ces. & De Not.
Mestvaasje
733.03.0 Sordaria fimicola (Rob. ex Desm.) Ces. & De Not. Klittenmestvaasje
733.02.0 Sordaria humana (Fuckel) G.Winter
Carnivoormestvaasje
733.01.0 Sordaria macrospora Auersw. Grootsporig mestvaasje
Sordaria superba De Not.
Schamelharig mestvaasje
693.00.0 Spathularia Pers. : Fr.
Spatelzwam
693.01.0 Spathularia flavida Pers. : Fr.
Dooiergele spatelzwam
Korrelwebzwam p.p.
A85.00.0 Sphaerostilbella (Henn.) Sacc. & D.Sacc.
A85.01.0 Sphaerostilbella aureonitens (Tul. & C.Tul.) Seifert, Samuels & W.Gams
Goudgele korrelwebzwam
Sphaerotheca Lév.
Meeldauw p.p.
Sphaerotheca balsaminae (Wallr.) Kari ex U.Braun Balsemienmeeldauw
Sphaerotheca epilobii (Link) de Bary
Basterdwederikmeeldauw
Sphaerotheca euphorbiae (Castagne) E.S.Salmon
Wolfsmelkmeeldauw
Sphaerotheca fugax Penz. & Sacc.
Ooievaarsbekmeeldauw
Sphaerotheca fuliginea (Schltdl. : Fr.) Pollacci
Roetkleurige meeldauw
Sphaerotheca fusca (Fr.) S.Blumer Zonnebloemmeeldauw
Sphaerotheca macularis (Wallr. : Fr.) Lind
Bramenmeeldauw
Sphaerotheca plantaginis (Castagne) L.Junell
Weegbreemeeldauw
823.00.0 Splanchnonema Corda
Kruikje p.p.
Splanchnonema argus (Berk. & Broome) Kuntze
Berkenkruikje
Splanchnonema foedans (Fr.) Kuntze
Iepenkruikje
Splanchnonema loricatum (Tul. & C.Tul.) M.E.Barr Beukenkruikje
Splanchnonema pupula (Fr.) Kuntze
Esdoornkruikje
223
asconamen.indd 223
4-9-2007 21:39:55
,
,
I
~'_I
Links: Splanchnonema pupula (Esdoornkruikje). Rechts: Sporormiella leporina (Gesteelde
brokkelspoorzwam).
A38.00.0 Sporormia De Not.
Brokkelspoorzwam p.p.
A38.01.0 Sporormia lignicola W.Phillips & Plowr.
Houtbrokkelspoorzwam
824.00.0 Sporormiella Ellis & Everh.
Brokkelspoorzwam p.p.
824.06.0 Sporormiella affinis (Sacc., E. Bommer & M. Rousseau) S.I. Ahmed & Cain
Achtcellige brokkelspoorzwam
824.03.0 Sporormiella australis (Speg.) S.I.Ahmed & Cain
Viercellige brokkelspoorzwam
824.01.0 Sporormiella bipartis (Cain) S.I.Ahmed & Cain
Taillebrokkelspoorzwam
824.07.0 Sporormiella dubia S.I.Ahmed & Cain
Rechtseptige brokkelspoorzwam
824.04.0 Sporormiella intermedia (Auersw.) S.I.Ahmed & Cain ex Kobayashi
Kromspletige brokkelspoorzwam
824.08.0 Sporormiella lageniformis (Fuckel) S.I.Ahmed & Cain
Schuinseptige brokkelspoorzwam
Sporormiella leporina (Niessl) S.I.Ahmed & Cain
Gesteelde brokkelspoorzwam
824.02.0 Sporormiella megalospora (Auersw.) S.I.Ahmed & Cain
Megabrokkelspoorzwam
Sporormiella minima (Auersw.) S.I.Ahmed & Cain Gewone brokkelspoorzwam
824.05.0 Sporormiella ovina (Desm.) S.I.Ahmed & Cain
Gigabrokkelspoorzwam
Sporormiella pilosa (Cain) S.I.Ahmed & Cain
Harige brokkelspoorzwam
824.09.0 Sporormiella teretispora S.I.Ahmed & Cain ex J.C.Krug
Parallelspletige brokkelspoorzwam
Stictis Pers. : Fr.
Kratertje p.p.
Stictis arundinacea Pers.
Graskratertje
Stictis dissociativus nom. prov.
Rietkratertje
Stictis elevata (P.Karst.) P.Karst.
Russenkratertje
Stictis minor Sherwood
Kortsporig kratertje
770.03.0 Stictis pusilla Speg.
Zeggekratertje
770.02.0 Stictis radiata (L.) Pers.
Loofhoutkratertje
770.01.0 Stictis stellata Wallr.
Kruidenkratertje
224
asconamen.indd 224
4-9-2007 21:39:55
A55.00.0 Stomiopeltis Theiss.
Stofzwammetje
A55.01.0 Stomiopeltis betulae J.P.Ellis
Berkenstofzwammetje
A86.00.0 Strattonia Cif.
Punthoofdje p.p.
A86.01.0 Strattonia carbonaria (W.Phillips & Plowr.) N.Lundq.
Brandplekpunthoofdje
696.03.0 Stromatinia narcissi Drayton & J.W.Groves
Narcisstromabekertje
A39.00.0 Sydowia Bres.
Spleetbolletje p.p.
A39.01.0 Sydowia polyspora (Bref. & Tavel) E.Müll.
Dennenspleetbolletje
731.00.0 Symphyosirinia E.A.Ellis Steelschoteltje
731.01.0 Symphyosirinia angelicae E.A.Ellis
Engelwortelsteelschoteltje
Symphyosirinia galii E.A.Ellis
Walstrosteelschoteltje
Syspastospora P.F.Cannon & D.Hawksw.
Poliepzwammetje p.p.
Syspastospora parasitica (Tul.) P.F.Cannon & D.Hawksw.
Parasietpoliepzwammetje
T
697.06.0
739.00.0
739.07.0
739.02.0
739.01.0
739.06.0
934.02.0
739.04.0
739.03.0
825.00.0
825.01.0
698.00.0
698.02.0
771.00.0
771.01.0
A42.00.0
A42.01.0
A87.00.0
Tapesia evilescens (P. Karst.) P.Karst. Tapesia lividofusca (Fr.) Rehm
Taphrina Fr. : Fr. Taphrina alni (Berk. & Broome) Gjaerum
Taphrina betulina Rostr.
Taphrina caerulescens (Desm. & Mont.) Tul.
Taphrina deformans (Berk.) Tul.
Taphrina johansonii Sadeb.
Taphrina padi (Jacz.) Mix Taphrina populina (Fr.) Fr.
Taphrina pruni Tul. Taphrina sadebeckii Johanson
Taphrina tosquinetii (Westend.) Magnus Taphrophila Scheuer
Taphrophila cornu-capreoli Scheuer
Teichospora Fuckel
Teichospora hispida Fuckel
Teichospora obduscens (Schumacher) Fuckel Thecotheus Boud.
Thecotheus apiculatus Kimbrough
Thecotheus holmskjoldii (E.C. Hansen) Chenant.
Thecotheus strangulatus (Velen.) Aas
Therrya Sacc.
Therrya pini (Alb. & Schwein. : Fr.) Höhn.
Thielavia Zopf
Thielavia hyalocarpa Arx
Thyridaria Sacc.
Thyridaria macrostomoides (De Not.) M.E. Barr
Thyridaria maculans (Fabre) M.E. Barr
Thyridaria rubronotata (Berk. & Broome) Sacc.
Thyridium Nitschke
Thyridium vestitum (Fr. : Fr.) Fuckel
Trematosphaeria Fuckel
Trematosphaeria hydrela (Rehm) Sacc.
Trichobelonium (Sacc.) Rehm
Kleinsporige grasviltmollisia
Smoezelige viltmollisia
Heksenbezem
Elzenvlag
Berkenheksenbezem
Eikenbladblaasje
Perzikkrulziekte
Peppelvlag
Vogelkersnarrentasje
Peppelbladblaasje
Narrentasje
Elzenbladblaasje
Elzenkrulziekte
Reebokzwammetje
Moerasreebokzwammetje
Muurspoorbolletje p.p.
Stijfharig muurspoorbolletje
Essenmuurspoorbolletje
Schijfje p.p.
Spitssporig schijfje
Sierspoorschijfje
Wratsporig schijfje
Splijtknopje
Naaldhoutsplijtknopje
Spleetbolletje p.p.
Verborgen spleetbolletje
Draadbolletje
Wilgendraadbolletje
Vlekkerig draadbolletje
Bloedkorreldraadbolletje
Muurspoorbolletje p.p.
Loofbosmuurspoorbolletje
Stippelkogeltje p.p.
Grootsporig stippelkogeltje
Mollisia p.p.
225
asconamen.indd 225
4-9-2007 21:39:55
A87.01.0 Trichobelonium asteroma (Fuckel) Rehm
Zeggeviltmollisia
Trichobolus sphaerosporus Kimbr.
Knikkerzaksinterklaasschijfje
888.00.0 Trichodelitschia Munk
Mesthaarbolletje p.p.
888.01.0 Trichodelitschia bisporula (P.Crouan & H.Crouan) Munk
Tweeledig mesthaarbolletje
703.02.0 Trichoglossum tetrasporum Sinden & Fitzpatrick
Viersporige aardtong
A60.00.0 Trichopezizella Dennis ex Raitv.
Franjekelkje p.p.
A60.01.0 Trichopezizella horridula (Desm.) Raitv.
Bruinharig grasfranjekelkje
Trichopezizella relicina var macrospora (Raitv.) Haines
Omgebogen franjekelkje
704.08.0 Trichophaea albospadicea (Grev.) Boud.
Smalsporig pelsbekertje
Trichophaeopsis tetraspora Dissing & M.D.Paulsen Mestpelsbekertje
A88.00.0 Trichosphaerella E.Bommer, M.Rousseau & Sacc. Stekelbolletje p.p.
Trichosphaerella ceratophora (Höhn.) E.Müll.
Vertakt stekelbolletje
A88.01.0 Trichosphaerella decipiens E.Bommer, M.Rousseau & Sacc.
Deelsporig stekelbolletje
A43.00.0 Trichosphaeria Fuckel
Puistzwam
Trichosphaeria notabilis Mouton
Ruigharige puistzwam
A43.01.0 Trichosphaeria pilosa (Pers.) Fuckel
Stekelharige puistzwam
772.00.0 Tubeufia Penz. & Sacc.
Kruikje
772.02.0 Tubeufia cerea (Berk. & M.A.Curt.) Höhn.
Olijfgeel kruikje
Tubeufia helicomyces Höhnel
Graskruikje
772.01.0 Tubeufia paludosa (P.Crouan & H.Crouan) Rossman Moeraskruikje
Tubeufia trichella (Sacc., Bomm. & Rouss.) Scheuer Gekroond kruikzwammetje
U
708.03.0
791.00.0
708.02.0
Uncinula Lév.
Uncinula adunca (Wallr. : Fr.) Lév.
Uncinula necator (Schwein.) Burrill
Uncinula prunastri (DC.) Sacc.
Unguicularia costata (Boud.) Dennis Unguicularia incarnatina (Quél.) Nannf. Unguiculella Höhn. Unguiculella hamulata (Feltgen) Höhn.
Urceolella Boud.
Urceolella aspera (Fr.) Boud.
Urceolella crispula (P.Karst.) Boud.
Urceolella ulmariae Boud.
Meeldauw p.p.
Wilgenmeeldauw
Wijnstokmeeldauw
Sleedoornmeeldauw
Russenwaterkelkje
Vleeskleurig waterkelkje
Waterkelkje p.p.
Brandnetelwaterkelkje
Piekhaarkelkje p.p.
Koningsvarenpiekhaarkelkje
Tangentiaal piekhaarkelkje
Spireapiekhaarkelkje
V
826.00.0
826.01.0
826.02.0
826.03.0
826.05.0
826.04.0
826.06.0
Valsa Fr. Valsa ambiens (Pers. : Fr.) Fr.
Valsa ceratophora Tul. & C.Tul.
Valsa coenobitica Ces. & De Not.
Valsa coronata (Hoffm.) Fr.
Valsa cypri (Tul.) Tul. & C.Tul.
Valsa nivea (Hoffm. : Fr.) Fr. Valsa pini (Alb. & Schwein.) Fr.
Valsa pustulata Auersw. ex Nitschke
Valsa salicina (Pers. : Fr.) Fr.
Valsa sordida Nitschke
Valsaria Ces. & De Not.
Karafjeszwam
Grootsporige karafjeszwam
Bramenkarafjeszwam
Berkenkarafjeszwam
Meidoornkarafjeszwam
Legiokarafjeszwam
Grijswitte karafjeszwam
Dennenkarafjeszwam
Puistige karafjeszwam
Wilgenkarafjeszwam
Populierenkarafjeszwam
Bastvlekje
226
asconamen.indd 226
4-9-2007 21:39:55
Valsaria insitiva (Tode : Fr.) Ces. & De Not. Loofhoutbastvlekje
711.00.0 Velutarina Korf ex Korf
Takbekertje
785.00.0 Venturia Sacc.
Schurft
Wilgenbladschurft
Venturia chlorospora (Ces.) P.Karst.
Venturia crataegi Aderh.
Meidoornbladschurft
785.01.0 Venturia fraxini (Fr. : Fr.) Aderh.
Essenbladschurft
785.03.0 Venturia inaequalis (Cooke) G.Winter
Appelschurft
Venturia maculiformis (Desm.) G.Winter
Basterdwederikschurft
Venturia pyrina Aderh.
Perenschurft
785.02.0 Venturia rumicis (Desm.) G.Winter
Zuringbladschurft
A64.00.0 Venturiocistella Raitv.
Penseelbekertje
A64.01.0 Venturiocistella diversipila (Graddon) Baral
Bladpenseelbekertje
Venturiocistella pini (Höhn.) Baral
Dennenpenseelbekertje
712.00.0 Verpa Swartz : Fr.
Klepelzwam
A44.00.0 Vialaea Sacc.
Zoolspoortje p.p.
A44.01.0 Vialaea insculpta (Fr. : Fr.) Sacc.
Hulstzoolspoortje
748.03.0 Vibrissea leptospora (Berk. & Broome) W.Phillips Getand draadspoorschijfje
Vibrissea truncorum (Alb. & Schwein. : Fr.) Fr.
Oranjegeel draadspoorschijfje
827.00.0 Viennotidia Negru & Verona ex Rogerson
Poliepzwammetje p.p.
827.01.0 Viennotidia fimicola (Marchal) P.F.Cannon & D.Hawksw.
Mestpoliepzwammetje
827.02.0 Viennotidia humicola (Samson & W.Gams) P.F.Cannon & D.Hawksw.
Humuspoliepzwammetje
W
Wettsteinina Höhn. Slijmspoorzwam p.p.
Wettsteinina moniliformis Van Ryck. & Aptroot
Kettingslijmspoorzwam
Wettsteinina niesslii E.Müll. Rietslijmspoorzwam
A46.00.0 Wilcoxina Chin S.Yang & Korf
Alliantiebekerzwam
A46.01.0 Wilcoxina mikolae (Chin S.Yang & H.E.Wilcox) Chin S.Yang & Korf
Naaldboomalliantiebekerzwam
X
713.00.0 Xylaria Hill. ex Schrank
713.07.0 Xylaria digitata (L. : Fr.) Grev.
713.08.0 Xylaria guepini (Fr.) Ces.
Z
Geweizwam
Werkhoutgeweizwam
Mestgeweizwam
Zygospermella Cain
Zygospermella insignis (Mouton) Cain
Flaconzwammetje
Holstaartflaconzwammetje
Links: Stictis minor (Kortsporig kratertje).
Rechts: Wettsteinia moniliformis (Kettingslijmspoor­
zwam).
00
o
..
0.
~; ,
\~~
~.
227
asconamen.indd 227
4-9-2007 21:39:56
Boekbesprekingen
Bernicchia, A., 2005. Polyporaceae s.l. Fungi Europaei, volume 10.
Edizione Candusso, Alassio SV, Italia. ISBN 88-901057-5-5. Prijs ca.
€ 85,– .
I
n 2005 is deel 10 van de prachtige Italiaanse boekenserie “Fungi
Europaei” verschenen. Dit deel behandelt de gaatjeszwammen, ook wel
houtzwammen of Polyporen genoemd. Dit is een groep van onderling
niet allemaal nauw verwante groepen zwammen, die gemeen hebben dat de
oppervlaktevergrotende structuur van het hymenium bestaat uit (meestal)
gaatjes. Veel soorten hebben ook een leerachtig taaie tot houtige consistentie. Een groot aantal van de soorten bestaat uit houtsaprofyten. Het Gewoon elfenbankje is wel de bekendste
vertegenwoordiger van deze groep. Dat alle Europese soorten in één boek behandeld worden
is bijzonder praktisch. Dit boek is te beschouwen als de opvolger van een publicatie waarin
de polyporen van Italië behandeld werden (Bernicchia, 1990). Ook in het hier besproken
boek wordt bij de beschrijving van de ecologie en verspreiding van de soorten voornamelijk
de Italiaanse situatie vermeld.
In het eerste hoofdstuk komt de ecologie van de fungi aan bod, de plaats van de fungi
in het ecosysteem, met het bekende onderscheid in (biotrofe en necrotrofe) parasitaire, saprotrofe en symbiotische schimmels. Daarna volgt een uiteenzetting over het mediterrane
milieu; de diverse klimaatzones die in Italië zijn te onderscheiden en de effecten van de mens
op landschap en vegetatie door de eeuwen heen. Het derde hoofdstuk gaat over de macro- en
microscopische kenmerken van de polyporen, en beschrijft ook welke indicatorfunctie ze
hebben voor bepaalde milieuomstandigheden.
De determineersleutels zijn grotendeels ontleend aan die van Ryvarden en Gilbertson
(1993-4) waar de extra soorten die in Noord-Europa ontbreken, ingevoegd zijn. Deze sleutels
werken in het algemeen goed. Irritant is wel dat de (enkele) foutjes die in de oorspronkelijke
sleutels staan zijn overgenomen.
In de rest van het boek worden 271 soorten besproken, waarvan er 250 met een kleurenfoto afgebeeld worden. Elke soortbeschrijving bevat een tekst en een duidelijke tekening
van de microscopische structuren. De Italiaanse tekst is steeds voorzien van een beknopte
Engelse vertaling. De tekeningen zijn niet bijzonder fraai, want de lijnen zijn van ongelijkmatige dikte, wat een rommelig en soms onjuist beeld geeft.
De sterke kant van het boek is de volledigheid, hoewel strikt Noord-Europese soorten
alleen in de sleutels benoemd, maar niet beschreven worden. Heel waardevol zijn de foto’s.
Van sommige soorten zijn meerdere foto’s opgenomen om de variatie te illustreren. Toch is
een moeilijkheid dat diverse soorten houtzwammen zo variabel zijn, vaak nog meer dan bij
‘gewone paddenstoelen’ het geval is, dat het nog niet meevalt een karakteristieke afbeelding
te maken. Dat geldt natuurlijk vooral voor de diverse witte, resupinaat groeiende soorten,
maar toch ook voor vele andere hoedenvormende soorten. Het determineren door middel van
plaatjes kijken is voor veel soorten dan ook uitgesloten. Het plaatje kan een bevestiging opleveren van de determinatie, maar ook voor extra twijfel zorgen wanneer de foto een andere
vorm van dezelfde soort toont dan de zojuist gedetermineerde vondst. Zo is bij Rigidoporus
228
laatstepags.indd 228
1-9-2007 13:17:26
ulmarius een resupinaat stukje poriën afgebeeld, terwijl deze soort grote console- of hoefvormige vruchtlichamen vormt. De afbeelding van Polyporus brumalis laat veel grotere poriën
zien dan deze soort in onze contreien heeft; misschien is P. arcularius afgebeeld? En onder
Grifola frondosa staat Polyporus umbellatus afgebeeld.
Deze opmerkingen mogen het belang van dit boek niet ondergraven. Nog niet eerder
verscheen een zo compleet boek over Polyporen, met zovele veelal goede afbeeldingen.
Bijzonder interessant is de toevoeging van relatief onbekende soorten van mediterrane bossen en bomen. Voor de serieuze liefhebber is dit boek een zeer welkome aanvulling op de
andere boeken over deze groep van soorten.
Peter-Jan Keizer
Literatuur
Ryvarden, L. & Gilbertson, R.L. 1993, 1994. European Polypores I, II. Fungiflora, Oslo, Noorwegen.
Bernicchia, A. 1990. Polyporaceae s.l. in Italia. Inst. di Patalogia Vegetale. Universita Bologna, Italië.
__-
_...... ..
n ..""<;'_Iw.'.L>;FATI
_.- _-_~­
...-_ ..
Haan, A. de & R. Walleyn. 2002, 2006. Studies in Galerina. Galerina
Flandriae 1 en 2. Fungi non delineati, vol. 23 en 33. Edizioni Candusso, Alassio
(Italië). ISSN-1128-6008. Prijs € 11,– per deeltje.
D
e serie Fungi non delineati is bedoeld voor de publicatie van kleurenafbeeldingen en beschrijvingen van paddenstoelen waarvan weinig of geen
afbeeldingen in de literatuur te vinden zijn. Tot nu toe zijn 36 deeltjes
verschenen. Sinds de aanvang van deze reeks heeft een verschuiving plaatsgevonden van collages van willekeurige bijzondere soorten naar meer samenhangende publicaties waarin soorten van een bepaalde taxonomische groep worden behandeld. Daardoor is
het belang ervan sterk toegenomen.
In deze bespreking wil ik aandacht besteden aan twee afleveringen over Mosklokjes (het
geslacht Galerina), verschenen in 2002 en 2006, die van grote betekenis zijn voor Nederlandse
mycologen. Er zijn al veel publicaties verschenen over mosklokjes, maar determinatie blijft
problematisch. Galerina is zelfs een van de weinige geslachten waarvoor een wereldmonografie is gepubliceerd (Smith & Singer,1964). De soortopvattingen in dit boek zijn echter
zeer discutabel en de determinatietabellen ronduit beroerd. De bewerking voor Nederland
door Barkman (1969) is geheel achterhaald. De hierboven genoemde publicaties komen dus
als geroepen. Ze zijn in het Engels geschreven door de Vlaamse mycologen André de Haan
en Ruben Walleyn en behandelen de soorten die in Vlaanderen zijn aangetroffen. Daardoor
is de overeenkomst met de Nederlandse mosklokjesflora groot. In twee afleveringen zijn
32 taxa behandeld. Daarvan is alleen Galerina tundrae nog niet uit ons land bekend, maar
waarschijnlijk schuilt deze soort onder de tientallen collecties die in Leiden als Galerina
spec. zijn opgeborgen. Het soortconcept van onze Vlaamse collega’s stemt in het algemeen
goed overeen met de tamelijk wijde opvattingen van Nederlandse mycologen. In afwijking
van ons Overzicht worden bijvoorbeeld het Naaldbosmosklokje (Galerina sideroides) en het
Kleverig mosklokje (G. stylifera) als één soort beschouwd. Anderzijds worden de twee variëteiten van het Barnsteenmosklokje (G. vittaeformis var. vittaeformis en var. atkinsoniana)
229
laatstepags.indd 229
1-9-2007 13:17:27
als afzonderlijke soorten behandeld. Het Kaal veenmosklokje (Galerina tibiicystis) is recent
in twee soorten gesplitst die nu Galerina mairei en G. hybrida moeten heten.
Van alle behandelde taxa wordt eerst de oorspronkelijke diagnose geciteerd, gevolgd door
een gedetailleerde oorspronkelijke beschrijving, doorgaans gebaseerd op de studie van omvangrijk materiaal. Van Galerina atkinsoniana werden bijvoorbeeld 52 collecties bekeken.
De microscopische kenmerken zijn weergegeven in bijzonder fraaie lijntekeningen. Van alle
taxa is ten minste één kleurenfoto opgenomen, meestal van uitstekende kwaliteit. Alleen de
foto van het Groot mosklokje (G. clavata) in deel 1 vind ik slecht herkenbaar. In totaal zijn 40
foto’s opgenomen. Die platen zijn bijzonder welkom, want mosklokjes komen er in populaire
boeken bekaaid af. In de gids van Gerhardt (2006) zijn bijvoorbeeld slechts zeven soorten
afgebeeld. De foto’s bevestigen op het eerste gezicht de algemeen verbreide indruk dat al
die mosklokjes verrekt veel op elkaar lijken, maar bij nadere beschouwing blijken er toch
aanzienlijke verschillen te bestaan in habitus, hoedkleur en steelbekleding, waardoor een
opmerkelijk groot aantal soorten naar mijn ervaring toch in het veld reeds herkenbaar is.
De gebruiker zal in deze boekjes een determinatiesleutel node missen. Recent heeft De
Haan (2006) echter een goede sleutel voor mosklokjes in Vlaanderen gepubliceerd in het
tijdschrift van de Antwerpse Mycologische Kring. Deze tabel is uitstekend in combinatie
met de twee deeltjes van Fungi non delineati te gebruiken. De auteurs hopen in de nabije
toekomst met een derde aflevering de bewerking van Galerina voor Vlaanderen af te ronden.
Hopelijk zullen zij in het laatste deel van hun trilogie ook een sleutel opnemen om zo de
toegankelijkheid van hun voortreffelijke werk te vergroten.
Eef Arnolds
Literatuur
Barkman, J.J. 1969. Het geslacht Galerina in Nederland. Coolia 14: 49-86.
De Haan, A. 2006. Galerina in Vlaanderen. Mededelingen van de KAMK, 2006.3.64–76.
Gerhardt, E. 2006. De grote paddenstoelengids voor onderweg. 2e druk. Tirion, Baarn.
Smith, A.H. & Singer, R. 1964. A monograph of the genus Galerina Earle. Hafner, New York.
Willebrands, M. & van ’t Hoog, A. 2006. Franciscus van Sterbeeck:
Traktaat van de kampernoeljes, genaamd duivelsbrood. 104 pp, met 20
afbeeldingen. ISBN 90-6550-917-8. Prijs: € 13,– .
O
nlangs verscheen een alleraardigste herpublicatie van de eerste
Nederlandstalige tekst over paddenstoelen, gepubliceerd in 1668
door Franciscus van Sterbeeck: “Tractaet van de campernoillien,
ghenaemt duyvelsbroot” en verschenen als hoofdstuk in het boek “De verstandige kock”. Het Tractaet, dat slechts 13 pagina’s telt, is een lofzang op de paddenstoel.
Van Sterbeeck vond de toen alom heersende mycofobie ergerlijk, en dichtte: “Geen kennis en
geen benul, / U heeft niets met ’t zwammenspul. / Waarom toch, bent u zo straf / En schrijft u
de mens in het graf? / Goede fungi juist bereid / Eet men zonder zwarigheid.” De tekst staat
vol van de prachtigste passages: “Wat betreft de aard van de paddenstoel in het algemeen: hij
is een vochtig en zeer koud, sponsachtig gezwel, dat ontstaan is uit een overmaat aan schimmel, een slijkerige, verderfelijke nattigheid, waarmee de aarde vol zit.”
230
laatstepags.indd 230
1-9-2007 13:17:28
Het Tractaet omvat veel: van het herkennen en bewaren van paddenstoelen tot het schoonmaken, kweken en bereiden daarvan. Ook wordt aandacht besteed aan remedies tegen de
consumptie van ‘verkeerde’ paddenstoelen en aan de heilzame werking van sommige soorten.
Het boekje omvat zowel een weergave van de oorspronkelijke tekst (in normaal lettertype,
dus niet facsimile weergegeven) als een hertaling. Wat de publicatie interessant maakt is de
begeleidende tekst, die de publicatie in een maatschappelijk en natuurwetenschappelijk kader
van die tijd plaatst. De recepten van Van Sterbeeck zijn het uitproberen niet waard omdat ze
niet gebaseerd zijn op smaak maar op de toen heersende mening dat de samenstelling van
de gerechten moest voldoen aan de eisen die gesteld worden door de temperamentenleer.
Gelukkig hebben de auteurs ook Van Sterbeeck’s recepten vertaald in bereidingen die we
heden ten dage appreciëren!
Aad Termorshuizen
Zwijmelzwammen
De Coolia’s van het jubileumjaar 2008 hopen we op te vrolijken met Uw Mooiste Foto’s!
Stuur uw foto’s in voor 1 november 2007, zodat we er al een aantal in de eerste aflevering
van volgend jaar kunnen plaatsen.
Zie Coolia 50(2) van dit jaar, pag. 114, voor details.
Algemene Ledenvergadering & Bibliotheekmiddag
zaterdag 9 februari 2008
De Algemene ledenvergadering wordt in 2008 weer gecombineerd met de Open Middag
van de bibliotheek, en wel op zaterdag 9 februari 2008. Programma volgt, in de volgende
Coolia.
Rectificaties
De foto van de Groene aardtong (plaat 3) in Coolia 50(2) is gemaakt door Elze Dijkman, niet
door Atte vd Berg.
In Coolia 50(3) worden op blz. 167 ten onrechte de internetsites Waarneming.nl en
Soortenbank.nl in één adem genoemd. Laatstgenoemde is echter geen platform waarop soorten kunnen worden gemeld. Die webstek valt dus geheel buiten het bestek van de betreffende
alinea in het WPN-verslag, en had daar niet vermeld moeten worden.
231
laatstepags.indd 231
1-9-2007 13:17:28
Nieuwjaarsbijeenkomst
Onze nieuwjaarsbijeenkomst in het jubileumjaar zal zijn op zaterdag 12 januari 2008 in
Wageningen. Iedereen die een praatje (bij voorkeur met plaatjes) wil houden kan zich voor
1 november opgeven bij de secretaris, Jac Gelderblom, graag met de duur van het praatje, de
titel en eventueel benodigde hulpmiddelen (beamer, diaprojector o.i.d.).
Het programma en eventuele verdere bijzonderheden zullen in de volgende Coolia gepubliceerd worden.
Chemicaliën
Zoals bekend worden op de nieuwjaarsbijeenkomst diverse chemicaliën verkocht.
Deze zijn echter alleen op bestelling leverbaar. Omdat de laatste jaren het aantal bestellingen sterk is toegenomen, is het bijna onmogelijk geworden om dit in een week
tijd te realiseren. Vandaar dat wij uw bestelling graag voor 1 december tegemoet
zien (i.p.v. zoals gebruikelijk begin januari).
Bestellingen voor 1 december 2007 worden zeker gehonoreerd. Van bestellingen die later
binnenkomen is het niet zeker of wij ze op de nieuwjaarsbijeenkomst hebben.
De volgende chemicaliën kunnen worden besteld: Ammonia, KOH 5% en KOH 10%,
Melzer’s reagens, Katoenblauw, Congorood en immersieolie, dekglaasjes en objectglaasjes.
Bestellingen voor 1 december bij Dora Stalpers, email: [email protected] of telefonisch na 19.00 uur 035-5417475.
Verder hebben enkele van onze leden sites gevonden waar eventueel ijzersulfaat kristallen te
bestellen zijn. Deze adressen komen van Henk Gremmer:
Een Belgische site http://www.champignons-passion.be/main.htm heeft veel spullen;
verder nog twee Duitse sites: http://www.pilzzentrum.de/ en http://pilzkurs.de/
Vlaams–Nederlands Mycologisch weekend
Dit weekend wordt gehouden van donderdag 1 tot zondag 4 november 2007. We verblijven
op Schouwen-Duiveland (Zeeland) in de groepsaccomodatie “De Schouwse Boer”, op basis van vol pension en 2-persoons kamers. De prijs voor dit weekend bedraagt € 181,– pp
(exclusief lakenpakket à € 7,–). Neem bij interesse contact op met de werkweekcoördinator
(Stip Helleman; tel. 0485-577213; e-mail: [email protected]) om te vernemen of er nog
plaatsen beschikbaar zijn.
Cristella-weekend
Van 16 t/m 18 november 2007 vind het najaarsweekend van de Aphyllophorales-werkgroep
“Cristella” plaats. Lokatie: Nivonhuis ‘Den Broam’ in Buurse (Ov.). Er is plaats voor maximaal 30 personen, en er is nog wat ruimte vrij. Deelnemers dienen zelf een microscoop en zo
mogelijk determinatieliteratuur mede te brengen.
Inlichtingen bij Marjo en Nico Dam, tel 024-3582421.
232
laatstepags.indd 232
1-9-2007 13:17:29
BESTUUR VAN DE NEDERLANDSE MYCOLOGISCHE VERENIGING
L.M. Jalink, voorzitter, Jan Vermeerlaan 33, 2343 CT Oegstgeest, tel. 071-5156768
J.N.J. Gelderblom, secretaris, Guido Gezellelaan 102, 4873 GG Etten-Leur, tel. 076-5016130.
Secretariaatsadres (voorlopig): Centraalbureau voor Schimmelcultures, postbus 85167, 3508
AD Utrecht, tel. (receptie): 030-2122600, e-mail: [email protected]
Dr. W.G. van der Sluis, penningmeester, Beatrixstraat 28, 4101 HK Culemborg, tel. 0345-513348,
gironummer 90902, e-mail: [email protected]
M.W. Boomsluiter, publiciteitscoördinator, T. van Lohuizenstraat 34, 8172 XL Vaassen, tel. 0578574108, e-mail: [email protected]
S.B.R. Helleman, werkweekcoördinator, Sweelinck 78, 5831 KT Boxmeer, tel. 0485-577213
Dr. J.A. Stalpers, vertegenwoordiger Wetenschappelijke Commissie, Torenlaan 43, 3742 CR
Baarn, tel. 035-5417475
A. Stroo, excursiecoördinator, Haarlemmerstraat 73H, 2312 DL Leiden, tel. 071-5135472, e-mail:
[email protected]
LEDENADMINISTRATIE
Mw. M.J. Dam, Hooischelf 13, 6581 SL Malden, tel. 024-3582421, [email protected]
REDACTIE COOLIA
Postadres: redactie Coolia, t.a.v. M.M. Nauta, NHN, Postbus 9514, 2300 RA Leiden
E-mail adres: [email protected]
Eindredactie
N.J. Dam, Hooischelf 13, 6581 SL Malden, tel. 024-3582421
Mw. Y. Dijkman, G. van Dinterstraat 13, 5246 EJ Rosmalen, tel. 073-6420472
Mw. M.M. Nauta, Jan Vermeerlaan 33, 2343 CT Oegstgeest, tel. 071-5156768
M.N. van der Molen, Wagenaarstraat 370, 1093 CX Amsterdam, tel. 020-6943541
Buitenredactie
R. Chrispijn, Jodenweg 1, 8385 GP Vledderveen, tel. 0521-381934
M.M. Groenendaal, de Ruyterstraat 91, 1792 AM Oudeschild, tel. 0222-322321
M.J.H. Kortselius, Morsebellaan 88, 2343 BN Oegstgeest, tel. 071-5172966
S. Lomas, Akkerhoornbloem 7, 2317 KP Leiden, tel. 071-5211972
M.E. Noordeloos, Solingenstraat 12, 2804 XT Gouda, tel. 0182-538684
OPROEP AAN AUTEURS
Kopij is van harte welkom, en dient te worden gezonden naar het redactie-adres. Wilt u de redactie van Coolia wat werk uit handen nemen, neem dan vooraf contact op met de redactie over uw
plannen. De redactie behoudt zich het recht voor teksten aan te passen of in te korten.
Als de kopij digitaal wordt aangeleverd, dan het liefst met zo weinig mogelijk opmaak. Tabellen
dienen aangeleverd te worden door de kolommen te scheiden met behulp van één ‘tab’ en niet
met spaties. Indien u uw bijdrage per e-mail wilt verzenden: graag de bestandsnaam van uw
bijdrage beginnen met ‘Coolia-...’. Tekeningen, grafieken en zwart-wit platen ontvangen wij het
liefst als origineel. Indien u ze toch zelf wilt scannen: tekeningen op 1200 dpi, zwart-wit platen op
300 dpi op origineel formaat van Coolia. Opsturen kan per e-mail, op flop of op CD-Rom.
COPYRIGHT
Het copyright voor tekst en illustraties van de artikelen berust bij de Nederlandse Mycologische
Vereniging. Auteurs behouden te allen tijde het recht om onderdelen van de tekst en de illustraties voor andere doeleinden te gebruiken. Voor overname van hele artikelen is toestemming van
de redactie vereist.
kaft_achter.indd 1
1-9-2007 14:43:04