Een stageonderzoek bij VPRO Digitaal

Transcription

Een stageonderzoek bij VPRO Digitaal
Allemaal Digitaal
--------Een stageonderzoek bij VPRO Digitaal----------
Elize de Mul 3104958
MA Stage NMDC 200400969
[email protected]
Stagebegeleiders:
Marianne van den Boomen (UU)
[email protected]
Jos Schöttelndreier (Gids)
[email protected]
GertJan Kuiper (Digitaal)
[email protected]
2
Inhoudsopgave
Inleiding
Omleiding
4
7
1. Nederland Digitaal
1.1 Het begin (van dit verhaal)
1.2 Hacktic
1.2.1 Iedereen op Internet?
1.3 De Digitale Stad
9
9
9
12
13
2. VPRO Digitaal (‘de Zolder)
2.1 Mei 1994
2.2 Beeldstorm
2.2.1 Drijfveren
2.2.2 Virus?
2.3 September 1994
2.3.1 DigiTaal Woordenlijst
2.4 De Digitale Gids
2.4.1 Christopher Yavelow
2.5 De VPRO en Digitaal
2.5.1 Een kamer in de toekomst
2.6 Na de Digitale Maand
2.6.1 @Digitalia@
2.6.2 Een virtueel gesprek
15
15
16
17
20
22
23
26
27
30
31
32
33
36
3. Terug naar de toekomst
40
Uitleiding
Bronnenlijst
47
50
Bijlage A – Reflectieverslag
Bijlage B – E. de Mul, ‘Wijzer kijken’
53
57
3
Inleiding
In januari 2010 heb ik mijn bachelor Theater- Film en Televisiewetenschappen
(TFTv) aan de Universiteit Utrecht behaald, met een specialisatie in de Nieuwe
Media. Als vervolg hierop ben ik in februari 2010 gestart met twee masters; Nieuwe
Media en Digitale Cultuur (NMDC) aan de Universiteit Utrecht en Filosofie van de
Geesteswetenschappen aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, waarbij de tweede
dient als een aanvulling en verdieping van de eerste. Na de afronding van de
theorievakken van NDMC, begon ik in september 2010 met een stage, om in het
kader van het ‘individuele traject’ de lessen eens in de praktijk te brengen. In dat
kader heb ik drie maanden stage gelopen op de redactie van de VPRO-Gids. In de
extra bijlagen van deze paper zijn (in de versie voor de universiteit) het
reflectieverslag van deze stageperiode, plus een selectie uit de door mij geschreven
artikelen te vinden. De journalistieke stage is vervolgens in overleg verlengd met
twee maanden op de afdeling Digitaal van de VPRO. Deze tweede periode stond
geheel in het teken van een (archief)onderzoek naar de beginperiode van VPRO
Digitaal. Ik heb ervoor gekozen geen reflectieverslag over deze periode te schrijven,
daar het een toepassing van opgedane vaardigheden uit de eerste stage betreft.
Zoekend naar een onderwerp voor mijn stageonderzoek tijdens mijn eerste stage,
bleek al gauw dat het vinden van intern (archief)materiaal binnen de afdeling VPRO
Gids een vrij lastige onderneming is. Bij de afdeling VPRO Digitaal bleek eenzelfde
probleem te bestaan. Omdat er vrijwel geen werk bestaat dat een overzicht geeft van
de beginperiode van de afdeling Digitaal, er al veel materiaal verloren is gegaan en
er bovendien nog meer dreigt te verdwijnen door de voortschrijdende techniek en al
te fanatieke opruimbeurten, besloot ik in overleg een begin te maken aan een
geschiedschrijving van de afdeling. Aan de hand van archiefonderzoek in nog
bestaande bronnen, VPRO producties uit die tijd en interviewmateriaal maak ik met
deze scriptie een opzetje voor een verdere, meer uitgebreide geschiedschrijving. Ik
pretendeer absoluut niet volledig te zijn, daar was zowel te weinig tijd als ruimte
voor, maar ik hoop toch een representatief beeld te schetsen van het begin van de
‘digitale revolutie’, de heersende sfeer en van enkele van zijn eigenzinnige pioniers.
De vaardigheden die ik heb opgedaan tijdens mijn stage bij de redactie van de
VPRO-Gids, waaronder archiefonderzoek, interviewen en bronnen verwerken tot een
toegankelijk artikel, heb ik toegepast tijdens mijn tweede stage. De drie maanden
die ik bij de VPRO Gidsredactie door heb mogen brengen vertalen zich in de
4
werkwijze en uiteindelijke structuur van het onderzoek dat ik in mijn twee maanden
bij VPRO Digitaal heb gedaan. Ik heb er expliciet voor gekozen te schrijven vanuit
een eerste-persoonsperspectief waar dat gepast is, daar bij de voorbereiding bleek
dat mijn persoonlijke (nieuwe media) geschiedenis die van de VPRO regelmatig heeft
gekruist. In overleg met VPRO Digitaal is besloten mijn eigen ervaringen als rode
draad (losjes) door de geschiedschrijving te laten lopen. Verder was het de wens van
VPRO Digitaal om van de gevonden bronnen een toegankelijk verhaal te maken, dat
meer wegleest als een spannend avontuur dan als een droog wetenschappelijk
onderzoek. Uit respect voor de hackers op een zolderkamertje in een van de VPRO
Villa’s, waarmee het hele Digitale avontuur zo’n zestien jaar geleden begon, ga ik
graag op die wens in. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat het onderzoek wat vooraf is
gegaan niet wetenschappelijk verantwoord is, integendeel. Ik heb archiefonderzoek
gedaan, op de ouderwetse manier in de stoffige kast met oude jaargangen van de
gids, en op digitale wijze in de webarchieven van kranten en in oude weblogs van
diverse instellingen. Ik heb onuitgewerkt interviewmateriaal doorgenomen (waarvoor
extra dank aan Elja Looijestijn voor het vrijgeven ervan) en ben naar Amsterdam
gegaan voor een open interview met Ali Haselhoef. Zij maakte ooit het programma
Turbotuig waar ik als kind in heb ‘opgetreden’. Ik heb oude documentaires en
programma’s bekeken en vergeleken. Mijn stagebegeleider GertJan Kuiper sprak
mede hierom van een atypische stage; stagiaires dompelen zich doorgaans
gedurende enkele maanden onder in de afdeling Digitaal en draaien op volle toeren
mee. Ook ik dook de afdeling in, maar dan die van zo’n vijftien jaar geleden. En
vervolgens heb ik uit dit alles een kleine selectie gemaakt ten behoeve van enkele
verhaallijnen, die ik hier zal uitwerken. Het zwaartepunt ligt hierbij voornamelijk bij
de jaren waarin het internet, mede als gevolg van de introductie van het World Wide
Web, begon door te dringen bij het grote publiek (1993-1994) en bij de personen die
een grote rol hebben gespeeld in de manier waarop dit gebeurde. Toch zal ik ook
enkele projecten van digitaal en opvallendheden ná de ‘Digitale Maand’ van de
VPRO in september 1994 (kort) bespreken. Dit ten behoeve van een aanzet voor
verder onderzoek en ter illustratie van de activiteiten van de afdeling Digitaal na de
grootse aankondiging voor het VPRO-publiek (en de overige werknemers). Ter
afsluiting heb ik het uitgewerkte interview met Ali Haselhoef opgenomen. Haar
terugblik als televisiemaakster bij de VPRO op de tijd van de ‘digitale revolutie’ is,
doordat zij zich niet in de ‘internetscene’ bevond, een interessante aanvulling.
Bovendien maakt dit interview het cirkeltje rond wat betreft mijn eigen experiënties
met de VPRO. Naast de conclusie heb ik, op verzoek van GertJan Kuiper, enkele
5
voorstellen van mijn kant toegevoegd voor eventuele ‘delen B-Z’ als aanvulling op
het deel A dat ik hier aan de lezer voorleg. Want zoals al opgemerkt: dit is allerminst
een volledig verslag, maar eerder een startpunt voor verder onderzoek naar, en
geschiedschrijving van, VPRO Digitaal.
6
Omleiding
Onlangs nam mijn moeder haar kleinzoon van vijf mee naar de speeltuin. Een paar
uur later keerden ze terug, drie kilo zand en een olifant rijker. De knuffel had
eenzaam bij een bankje gelegen en mijn neefje had zich er daarom maar over
ontfermd. Toen ik mijn bezorgdheid over het geestelijk welzijn van het olifantje en
zijn (inmiddels waarschijnlijk hysterische) eigenaar uitte, zei hij luchtig: ‘Oh, maar
tante Elize, daar is wel een website voor hoor, kijk maar even op de computer’.
Natuurlijk had hij gelijk, de KuffelKwijtSijt voor gevonden Nederlandse knuffels – er
bleken zelfs meerdere ‘verloren knuffels sites’ te zijn - behoort waarschijnlijk nog tot
de minst rare dingen die je op het internet aan kunt treffen. Het was dan ook niet
zozeer de site die mij verbaasde, maar de vanzelfsprekendheid waarmee mijn neefje
mij naar de (hem nog onbekende) website doorverwees.
Knuffelkwijtsijt [http://www.knuffelkwijtsijt.nl/index.php/gevonden/]
De nieuwe generaties groeien op met (mobiel) internet, oma’s met een Ipad en ‘even
skypen’ met een oom op Bali. Nou vind ik mezelf met mijn drieëntwintig zomers
doorgaans ook niet stervensoud, maar prompt hoorde ik mezelf zeggen: ‘toen tante
Elize zo oud was als jij, toen hadden we nog niet zulke websites hoor, dan hing je
een briefje op bij de supermarkt’.1 Terwijl de ogen van mijn neefje glazig werden en
ik mijn reputatie van hippe, jonge tante met die paar woorden om zeep hielp, werd
1
Bij het uitten van mijn vermoeden dat mijn generatie ‘vroegoud’ is door het razendsnelle tempo waarin de
technologie zich ontwikkeld, verwees mijn stagebegeleider GertJan Kuipers mij door naar dit hilarische
fragment van cabaretier Ernst van der Pasch: ‘Toen papa nog klein was…’ Hierin beschrijft hij onder andere een
pen als een ‘handmatige miniprinter’ en tracht hij uit te leggen wat het proces van een brief sturen inhoudt. De
sketch van deze jonge ‘father-to-be’ illustreert op komische wijze hoe snel ontwikkelingen op het gebied van
nieuwe media gaan. [http://www.youtube.com/watch?v=mzO1vw6rYe8]
7
ik me misschien wel voor het eerst écht bewust van het tempo waarmee de nieuwe
media meer en meer bepalend zijn geworden voor onze leefomgeving.
Pas zo’n vijftien jaar geleden werd internet ook door Jan met de pet in gebruik
genomen, had een heel gezin samen één e-mail adres (want ze zouden ooit opraken)
en wapperde men de wilde voorspellingen van internetgoeroes nog weg. Zo’n vaart
zou het allemaal niet lopen, toch? Ik was destijds een jaar of zeven en vond het
allemaal wel spannend. Ik had een eigen website waarop ik de voor mij
wereldschokkende gebeurtenissen, zoals het overlijden van mijn konijn Floppie in
een tekening of gedicht probeerde te vangen en startte er een griezelclub waar
kinderen uit verschillende delen van Nederland mee konden schrijven aan een eng
verhaal. Hier kruist mijn geschiedenis voor het eerst die van de VPRO, meer in het
bijzonder met die van VPRO Digitaal en het handjevol programmamakers dat
enthousiast met de Nieuwe Media in de weer was. Als een pionier van de kleinste
soort en onderdeel van de ‘tussengeneratie’, die nog weet hoe het was vóór de
‘digitale revolutie’, maar evengoed van kinds af aan met nieuwe media is opgegroeid,
voelt het bijna alsof het zo moest zijn dat ik, nu mijn pad wederom dat van de VPRO
kruist, die roerige en spannende begintijd probeer te vangen op papier. Voor we
vergeten.
8
1. Nederland Digitaal
1.1 Het Begin (van dit verhaal)
Dit had ook een verhaal kunnen zijn over radiogolven die zich onverwachts niets
aan trekken van de bolle vorm van de aarde, een man die waarschijnlijk als eerste
mens ooit op een foto verschijnt, omdat hij toevallig net die dag besluit zijn
schoenen te laten poetsen, of een militair project dat een manier zoekt om
informatie zo op te slaan dat zelfs nucleaire aanvallen er machteloos tegenover
staan. Maar dat is het niet. Het verhaal wat nu voor de lezer ligt, is een soort van
deel A van de geschiedschrijving van VPRO Digitaal, waarop de delen B-Z hopelijk
ooit zullen volgen. Zoals vaker het geval bij een geschiedschrijving, bleek het
noodzakelijk om hier en daar af te wijken van het onderwerp. Bovendien zal ik af en
toe ook van het beoogde tijdsbestek (circa 1993 t/m 1995) afwijken. Ik bevind mij
nu eenmaal in de bevoorrechte positie om vooruit te spoelen om zo bijzonderheden
en eigenaardigheden te belichten. Dit verhaal begint ergens in het midden van de
gehele ‘historiae mediae’, maar is in meerdere opzichten ook een soort van begin.
Het begint hier.
1.2 Hack-tic
In 1989 verschijnt het
eerste nummer van HackTic, een tijdschrift over
computertechniek dat de
gewoonte heeft te
verschijnen op het moment
dat men net begint te
vermoeden dat de redactie
onder dwang
1.2a Hack-Tic 14/15 [http://www.hacktic.nl/magazine/1401.htm]
‘uit logeren’ is. Voor vier gulden en vijftig cent (en “voor f. 375,- heb je een
levenslang abonnement op Hack-tic dat zelfs na de dood testamentair op een ander
over kan gaan,”2) kan de geïnteresseerde, vanaf hier als ‘techno-anarchist’
aangeduid, alles lezen over hacken, phreaking - gratis bellen door middel van
2
Te lezen in het Colofon, in dit geval van het dubbelnummer 14/15/1991,
http://www.hacktic.nl/magazine/1402.htm
9
‘trucjes’ -, software/hardware, virussen, de overheid en de wetgeving rondom
computergebruik (of –misbruik).
De Nederlandse hacker Robbert Valentijn Gonggrijp (Amsterdam, 1968), beter
bekend als Rop Gonggrijp, is medeoprichter en hoofdredacteur van het blad. Hoewel
het tijdschrift nu al met een kritische blik kijkt naar ontwikkelingen op het gebied
van nieuwe media en al vroeg mogelijke negatieve consequenties onder de aandacht
brengt (bijvoorbeeld die van de totalitaire samenleving waarbij de overheid de
virtuele touwtjes in handen heeft), wil het toch vooral mensen online krijgen:
Het is belangrijk dat de Internet gemeenschap een meer evenwichtige
afspiegeling wordt van de ‘gewone’ wereld. Momenteel zijn mensen
met geld en macht oververtegenwoordigd. Maar computers zijn niet
meer de dure, elitaire apparaten van 10 jaar terug. Je hebt nu de
kans je informatie over de hele wereld te verspreiden. Get on-line!3
Het idealisme van de ‘Hack-Tics’ in een notendop: zoveel mogelijk maatschappelijke
groepen de mogelijkheden van het internet laten zien en zo hun technologische
achterstand verkleinen, het internet moet voor iedereen toegankelijk zijn, vrijheid
van meningsuiting, vooral ook vrije informatie (“Information wants to be free!”) en,
misschien wel het belangrijkste, nadenken over de structuur van het internet in de
toekomst.4 Het internet en andere nieuwe media zullen de samenleving en de wijze
waarop wij omgaan met informatie flink gaan veranderen, zo denkt Rop Gonggrijp.
(Al geeft hij toe dat het omzeilen van systemen toch ook ‘voor de kick’5 is.)
In het begin heeft Hack-Tic onder andere toegang tot het internet door het hacken
van universiteitsaccounts, maar in maart 1993 wordt dit verboden bij de wet.
1.2b Hack-Tic 20/21 [http://www.hacktic.nl/magazine/2018.htm]
3
Hack-Tic 20/21, 1993, p 18. http://www.hacktic.nl/magazine/2018.htm
Hack-Tic 20/21, 1993, p 18-19. http://www.hacktic.nl/magazine/2018.htm
5
Gijs Groenteman, Iedereen op Internet, Kleine Storm Mediaproducties, 2006. Terlevisiedocumentaire,
uitgezonden door de Humanistische Omroep.
4
10
Naar aanleiding hiervan beginnen Hack-Tic’s Rop Gonggrijp, Paul Jongsma en
Felipe Rodriquez in mei 1993 met het aanbieden van internet, eigenlijk vooral om
niet in de gevangenis te belanden.6 Toch blijven idealen een grote rol spelen. In een
interview voor de VPRO-Gids vertelt Felipe Rodriquez:
Wij hebben ons altijd ingezet voor openbaarmaking van informatie. We
hebben veelvuldig aangetoond dat er veel schort aan beveiliging van
computers en er zodoende altijd een risico is met betrekking tot privacy.
De laatste tijd houden we ons meer bezig met Internet omdat het Internet
een belangrijke stap kan worden in de ontwikkeling van onze toekomstige
maatschappij. Het is een verandering in de manier waarop mensen
informatie vergaren, het maakt het publiek daarin onafhankelijk. We willen
die ontwikkeling in ons land stimuleren.7
Dit houdt aan het begin in dat Gonggrijp’s Bijlmerflatje handig wordt volgestapeld
met inbelmodems, die geïnteresseerden toegang bieden tot het internet.
Het (onverwachts) enorme succes is letterlijk te groot voor het flatje. Het streven is
om binnen een half jaar vijfhonderd abonnees te hebben. Ze beginnen op één mei
en op twee mei is de vijfhonderdste al binnen. Vooraf bestond de angst dat er niet
genoeg animo zou zijn, maar dit was een probleem van een heel andere orde! Ze
verhuizen al snel na de oprichting naar een pand aan de Amsterdamse Prins
Hendrik Kade. Als instelling gaan ze, los van Hack-Tic, door onder de naam XS4ALL
(‘access for all’). Komisch genoeg heeft de nieuwe locatie inderdaad geen sloten en
slapen de mannen aanvankelijk bij hun apparatuur.8
1.2.1 Iedereen op Internet?
In 2006 brengt de Humanistische Omroep een documentaire uit onder regie van
Gijs Groenteman: Iedereen op Internet. Een Rop Gonggrijp met wat minder wilde
haren blikt terug op het Amsterdam van de jaren negentig, de hackersscene waarin
hij zat en de spannende ontdekkingen die hij deed als hacker van computers. Het
‘access for all’ principe gold niet alleen voor virtuele sloten. Zo kwam hij regelmatig
onder het treinstation van Amsterdam in een ondergronds tunnelsysteem, waar hij
stiekem rondleidingen gaf aan vrienden die op visite kwamen. Ondertussen is er het
een en ander veranderd. Door technologische ontwikkelingen op het gebied van
6
Gijs Groenteman, Iedereen op Internet.
VPRO Gids 1994, nr 36 3 september- 9 september, p 4.
8
http://www.xs4all.nl/overxs4all/geschiedenis/
7
11
security en het samenstellen van databanken lijkt de overheid steeds meer een
monopoliepositie op informatie te krijgen. Ten tijde van deze documentaire houdt
Gonggrijp zich onder andere bezig met het ontwikkelen van een ‘onkraakbare
telefoon’, waarop je kunt bellen zonder afgeluisterd te worden. Nu, begin 2011, lijkt
echter weer de echo te weerklinken van de motieven achter ‘XS4ALL’, nu de kranten
melden dat Gonggrijp banden heeft met de door Julian Assange opgerichte
klokkenluidersite Wikileaks.
Het is de eerste Nederlandse internet provider die particulieren internetdiensten
aanbiedt.9 De naam die aan de provider wordt gegeven spreekt eigenlijk al voor zich.
XS4ALL heeft een abonnement bij NLnet, een provider die zich vooral richt op
bedrijven en instellingen. Voor vijfentwintig gulden per maand kan men vervolgens
via XS4ALL toegang tot het internet krijgen.
Het beginnende bedrijfje heeft nog geen afdeling personeelszaken, dus worden er
vrienden bij geroepen. Gonggrijp:
“Als iemand twee weken bleef hangen was het van ‘zullen we die dan maar een baan
aanbieden?’ Dan kon diegene zelf zijn computer en bureaustoel gaan halen bij de
winkel.”10
Los van de idealen die bestaan bij de oprichters, is het wel de bedoeling van XS4ALL
een financieel gezond bedrijf te maken. Op één jaar na maken ze inderdaad steeds
winst, in 1998 wordt het bedrijf aangekocht door KPN en tot op de dag van vandaag
is XS4ALL nog steeds een grote provider. Marianne van den Boomen, die zich in de
jaren negentig manifesteerde als een journalistiek werkzame media-activiste, stelt
aan het begin van het millennium Felipe Rodriquez de vraag: wat was het geheim
van XS4ALL?
In de eerste plaats de mensen. De vier die het idee ontwikkelden, het
weinige startkapitaal bij elkaar schraapten, de techniek opzetten. Ook later
waren de mensen cruciaal, vrijwel iedere werknemer heeft iets bijgedragen
wat belangrijk was. De sfeer was altijd bijzonder, er werkten echt
superslimme mensen, veel slimmer dan ikzelf, en zonder dat intellectueel
kapitaal was het een middelmatig bedrijf geweest. En we begonnen precies
op het juiste moment. We begonnen omdat we het idee hadden dat er meer
mensen zoals wijzelf internet toegang wilden. (…). Naast de technologie
9
Documentaire: Gijs Groenteman, Iedereen op Internet.
Idem.
10
12
was er het maatschappelijke engagement als zeg maar unique selling point.
We kwamen deels voort uit de geëngageerde hackers-underground, en we
waren ervan overtuigd dat een bedrijf ook een maatschappelijke functie en
verantwoordelijkheid kan hebben. Van daaruit waren we nooit bang om
controversiële kwesties aan te pakken en ze juridisch op de spits te
drijven, zoals het aftappen door justitie, over publicatie vrijheid en
dergelijke.11
1.3 De Digitale Stad
Een klein jaar later, op 15 januari 1994, opent het Free-Net (gratis toegankelijk
netwerk) De Digitale Stad, een samenwerkingsverband tussen XS4ALL en cultureel
centrum De Balie. Marleen Stikker, tegenwoordig directeur van innovatieplatform
Waag Society, komt als werknemer bij De Balie in 1993 in aanraking met het
internet.
Ik werkte bij De Balie en wilde in contact komen met mensen in voormalig
Joegoslavië, waar destijds een culturele boycot heerste. Dat kon alleen via
het internet. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt en die zomer heb ik uit
boeken mezelf het besturingssysteem Unix eigen gemaakt. Het enige wat je
op je scherm zag was een knipperend streepje, maar ik vond het internet
fascinerend en wilde het aan iedereen laten zien. Ik vroeg subsidies aan en
heb mensen uit verschillende hoeken gevraagd om een project op te zetten:
informatiedeskundige Bert Mulder was erbij, de jongens van hackersclub
Hack-Tic, Felipe Rodriguez en Rop Gonggrijp van XS4ALL. Eind 1993 zijn
we begonnen met bouwen, en op 5 januari 1994 ging De Digitale Stad
online.12
De Digitale Stad laat zich inderdaad het beste omschrijven als een stad, maar dan
virtueel. Er is informatie te vinden over en van de gemeente Amsterdam, kranten,
tijdschriften, bibliotheken en politieke partijen.13 En dit allemaal nog een paar
maanden vóór het World Wide Web. Het project is een poging tot het samenbrengen
van politiek en burgerschap in een online gemeenschap en het aanbieden van
laagdrempelig internet voor ‘iedereen’. Felipe Rodriquez:
De eerste helft van de jaren negentig zou ik typeren als idealistisch en
gedreven. Mijn blik daarop is ongetwijfeld beïnvloed door de gemeenschap
11
Marianne van den Boomen, “Van Hacker tot Internetmiljonair”, De Groende Amsterdammer, 20-07-2002
Elja Looijestijn, “De ontdekking van het internet”, VPRO-Gids 6, 6-12 februari 2010, 13.
13
Idem, 11.
12
13
waarin ik destijds werkte, de groep rond XS4ALL en De Digitale Stad was
erg sociaal betrokken.14
Marleen Stikker:
De Digitale Stad ontstond uit louter idealisme. Ons doel was: toegang voor
iedereen, iedereen is maker en iedereen kan meedoen. We waren niet
alleen maar enthousiast, van: hoera het komt, we waren meteen bezig met
de vraag hoe we dit wilden vormgeven.15
Eenmaal aangemeld bij De Digitale Stad, heeft men een gratis account inclusief email adres en toegang tot het internet. In de ‘stad’ kan men er net als in het echt
‘rondslenteren’ of een ‘biertje pakken’ in een van de cafés, terwijl er al dan niet
nuttige discussies worden gevoerd met virtuele medebewoners. Draait het bij
XS4ALL vooral om ‘internettoegang’, bij De Digitale Stad gaat het vooral om
‘internetcontent’.16
De Digitale Stad ontsluit in 1994 informatiebestanden van de gemeente
Amsterdam en maakt deze via internet doorzoekbaar. Het stadhuis wordt
verbonden met DDS en internet.17
Ook communicatie speelt een grote rol naast informatie. Elke gebruiker krijgt een emailadres en er is volop ruimte voor gesprekken en discussies die al dan niet over
politiek gaan in de online gemeenschap. De toenmalige directeur van de ‘stad’,
Joost Flint, blikt terug:
Als voorlopers in Nederland zijn we in 1994 de eerste schelpen die op het
strand aanspoelen tengevolge van een veranderingsgolf die in korte tijd
globaal de wereld overspoelt.18
Ondanks het wel erg uitbundige metafoorgebruik maakt deze uitspraak duidelijk
dat het project De Digitale Stad een eerste in zijn soort is in Nederland en een groot
succes. Vooral de publiciteit rondom De Digitale Stad - elke dag verschijnt er wel
iets over op televisie of staat er een artikel in de krant of een tijdschrift - zet het
internet in Nederland voorgoed op de kaart.19
14
Marianne van den Boomen, “Van hacker tot internetmiljonair”, Groene Amsterdammer, 20-07-2002.
Elja Looijestijn, “De ontdekking van het internet”, VPRO-Gids 6, 6-12 februari 2010, 13.
16
Joost Flint, “DDS 10 jaar”, 6. http://www.dds.nl/dds/jarig.php?pageid=6
17
Idem, pageid=7
18
Idem, pageid=3
19
http://xs4all.nl/overxs4all/geschiedenis/
15
14
2. VPRO Digitaal (‘de Zolder’)
De Digitale Zolder [VPRO Archief]
2.1 Mei 1994
Erwin Blom:
VPRO collega Gerard Walhof spreekt me aan. "Blom, dit moet je gaan zien", zegt ie
enthousiast. Hij heeft het over een met computers volgestouwde zolder. Hij spreekt van
jonge honden die met spannende dingen als 'internet' bezig zijn. Hij zegt het op een toon
alsof ik moet weten wat dat is. Ik heb eerlijk gezegd geen flauw benul, maar heb de indruk
dat ik me belachelijk maak als ik dat toegeef. Dus doe ik maar net of het gesneden koek
voor me is en ga kijken op VPRO's Digitale Zolder. En ik ben snel verkocht. Dit is leuk. Dit is
spannend. Dit zijn mensen die met de toekomst bezig zijn, wat die toekomst ook moge
brengen. Bezeten zijn ze, de jongens en meiden van Digitaal. In een paar maanden moet de
VPRO op internet aanwezig zijn. Tot laat wordt er doorgewerkt. Met pizza's en bier.
20
Bruno Felix:
Dagelijks werkten we ongeveer tien uur en er werd ook heel veel gefeest. Het was de tijd van
de housemuziek, er was veel nachtwerk bij. We waren allemaal jong, er was geen rem. Werk
20
Erwin Blom, als programmamaker vanaf het begin bij VPRO Digitaal betrokken en van 1999 tot 2008 Hoofd
Digitssl, blikt terug op het begin van de afdeling. Erwin Blom, “Rock & Roll met Enen en Nullen”, november
2005. http://webwereld.nl/opninie/38307/rock--amp--roll-met-enen-en-nullen.html
15
en privé liepen door elkaar heen. Het voelde meer als een vriendengroep dan een baan. Je
wist niet wat er technologisch allemaal mogelijk was, dus je moest heel veel ideeën hebben
om dat te compenseren. We luisterden naar visionairen die praatten over vergezichten, een
verandering van de democratie. Het was allemaal heel groot, zwaar utopisch en euforisch.
Het heette niet voor niets de digitale revolutie. We hadden het idee dat de wereld in één klap
zou veranderen.21
2.2 Beeldstorm
We spoelen even een paar maanden terug. Frank Wiering (inmiddels hoofdredacteur
van VPRO Televisie) is begin 1994 bezig met voorbereidingen voor de VPRO
documentairereeks Beeldstorm22. In een interview met de VPRO-Gids, ter ere van
het vijftienjarige bestaan van VPRO Digitaal, vertelt hij:
Ik begon die serie eigenlijk te maken omdat ik me afvroeg waar het naartoe
ging met de televisie. Tijdens de research kwam ik in contact met het
begrip internet. Uiteindelijk ging Beeldstorm helemaal over de Digitale
Revolutie.23
In het tweede deel
van Beeldstorm staat
Louis Rosetto
centraal. De
oprichter van het
tijdschrift Wired, dat
niet zozeer over
technologie zelf maar
eerder over de
maatschappelijke
gevolgen van nieuwe
technologieën gaat,
spreekt daarbij met
een aantal
2.2a Louis Rosetto in gesprek met Jaron Lamier [Beeldstorm II]
21
Elja Looijestijn, “De ontdekking van het internet”, VPRO-Gids 6,, 6-12 februari 2010, 12.
De documentaireserie Beeldstorm is te bezien op HollandDoc onder ‘games en internet’:
http://www.hollanddoc.nl/kijk-luister/kunst-en-cultuur/games-eninternet.html?playurn=urn:vpro:media:program:3178495&currentPage=2
23
Elja Looijestijn, “De ontdekking van het internet”, p.14.
22
16
deskundigen (waaronder Peter Schwartz) over wat toen nog de ‘cyberkenetische
ruimte’ werd genoemd.
En er wordt nogal wat gezegd. Er wordt gesproken over een ‘krachtige technologie’
die beschikbaar wordt voor ‘gewone mensen’. Over de grootste revolutie ooit, die zijn
weerga niet kent in de geschiedenis. Enge woorden als exobreinen en superbreinen
komen voorbij, netwerken van menselijke hersenen waarbij de mens een neuron
wordt in dat superbrein, waar gedachtes zullen ontstaan die door die simpele
neurons niet meer zullen worden begrepen. Maar paradoxaal genoeg is het wel het
individu dat krachtiger wordt, vrijer. Overheden verliezen hun grip op informatie,
informatie is macht. Jaron Lanier voorspelt dat over vijf jaar iedereen met een
virtual reality helm op in de bus zal zitten.
William de Bruijn, momenteel onder andere reseacher voor het programma
Tegenlicht, noemt De Beeldstorm-reeks op het HollandDoc kanaal op Youtube
‘unieke televisie’. Hij omschrijft de serie documentaires als “heel erg jaren negentig,
heel erg gedreven in die revolutie. Het was een heel andere wereld die op ons
afkwam, het internet zou ons hele leven gaan beheersen.”24
2.2.1 Drijfveren
In de eerste aflevering van Beeldstorm staat vooral de information super highway
centraal en wordt er onderzocht wat voor een content deze snelweg zal betreden. Jo
Groebel, professor in massacommunicatie, stelt naast enkele anderen die aan het
woord komen dat het lang niet altijd de ideologie is die de content bepaald. Hoewel
veel initiatieven op het internet bedoeld zijn om iedereen betere informatie te
verschaffen, leggen zij het al snel af tegen dingen als amusement en seks. In de
VPRO-Gids verschijnt eind september dan ook een artikel over sekssites.
Mo Vollebregt rolt na zijn keurig afgeronde atheneumopleiding van het ene in het
andere baantje. De VPRO, waar hij als systeem- en netwerkbeheerder werkt, blijkt
zijn laatste werkgever te zijn. Inmiddels heeft hij namelijk een eigen bedrijf en is hij
aardig op weg een van de jongste miljonairs van Nederland te worden. Binnen zijn
bedrijf, de Intensive Care Computerinformatie BV, is het vooral één tak die hem
24
Karen van Dijk, “HollandDoc zomertip: Beeldstorm”, HollandDoc kanaal op Youtube, 2010.
http://www.youtube.com/watch?v=qWWekUk3YuY
17
“bijna slapend rijk25” maakt: seks per computer. Hiertoe staan er in de kelder van
een Amsterdams appartementencomplex enkele tientallen computers dicht
opeengepakt opgesteld. De lezer wordt al gauw meegenomen in een wereld van al
dan niet bewegende pornografische afbeeldingen, verschillende sekspakketten en
seksueel getinte chat gesprekken, maar toch vooral: die van de maker van een
dergelijke webomgeving.
Zonder overdrijving mag je stellen dat deze business loopt als een trein. Toen ik hier aan
begon, verklaarden vrienden in de computerwereld mij totaal voor gek. […]Ik heb één keer
mijn vakantiegeld geïnvesteerd en de rest geleend van vriendjes. Ik heb het knullige, met de
hand geschreven briefje nog, waarin ik bij de PTT informeerde hoe je een 06-nummer begint
en wat dat kost. Inmiddels is diezelfde PTT heel blij met mij, want zij vangen de helft van de
opbrengst van al die 06-nummers. Na aftrek van mijn kosten houd ik van elke gulden
vijftien cent over.26
Waar Jo Groebel seksualiteit schaart onder een van de grootste drijfveren van de
mens, ziet Vollebregt dat het vooral ook eenzaamheid is die mensen naar zijn
diensten lokt. Hij ondervindt dat een groot deel moeite lijkt te hebben met het
leggen van contact en dat de digitale weg een manier is toch met anderen in contact
te komen en eerder onuitgesproken fantasieën te delen. De online seksbusiness is
booming.
De soms ongelofelijke en futuristische gesprekselementen worden afgewisseld met
zo mogelijk nog enthousiastere futuristische reclames, vertoond door Louis Rosetto.
Zo komen drie verschillende reclames van het Amerikaanse telecommunicatiebedrijf
MCI uit 1993 voorbij. Hierin is een jonge Anna Paquin te zien in een bijzondere
natuurlijke, maar tegelijkertijd haast ‘technologisch gestroomlijnde’ omgeving.
Surrealistische, snel gemonteerde shots wisselen elkaar af waarbij het meisje met
de grote baret nu eens een vertraagde sprong maakt, dan weer indringend de
camera inkijkt. Ze spreekt op een dromerige maar indringende toon over een nieuwe
plek.
A new kind of road is being built. This road should not be thought of as
connecting two points because it will connect all points. It will not go from
25
Jeroen Bergeijk, “Het geeft een enorme kick om iemand klaar te tikken”, VPRO-Gids 39, 24-30 september
1994, 9.
26
Idem.
18
"here to there" because there will be no more "there." We will all27 be
"here," on a road where the speed limit is the speed of light.28
Dan huppelt ze het beeld uit, haar stem blijft achter en zingt een enigszins
naargeestige melodie. Het is zowel surrealistisch als intrigerend. It gets to you.
2.2b MCI reclame 1993 [http://www.youtube.com/watch?v=V-sfEOcYhfs]
Als Rosseto na het derde en laatste filmpje het televisietoestel naast zich
uitschakelt, stelt de interviewer de vraag of dit niet gewoon propaganda is. Hierop
valt Rosseto een moment stil. Wellicht is het een vorm van propaganda, besluit hij
dan. Maar hij ziet het liever als een ‘dream-commercial’. De nadelen van de nieuwe
technologieën zullen wellicht later blijken, maar die zijn op dit punt nog
onmogelijk aan te wijzen. Toen de auto net werd uitgevonden werd er in reclames
ook alleen over de ongekende mogelijkheden gesproken, dat van die CO2-uitstoot
had niemand kunnen weten, stelt hij. Rosetto’s enthousiasme werkt, ondanks de
wilde voorspellingen die de kijker om de oren vliegen, erg aanstekelijk.
27
De belofte van een plek waar we met zijn allen tegelijk kunnen zijn klinkt geweldig. Toch zijn er mensen die
na het kijken van Beeldstorm zo hun twijfels houden, blijkt uit een ingezonden brief. Wessel Meijer uit
Amsterdam prijst de documentaireserie en zegt ‘ademloos te hebben toegekeken’, maar merkt op dat
deelname in dit grote computernetwerk toch vooral afhangt van het bezitten van apparatuur, energie en een
stopcontact. “Ik ben zeer bezorgd over het lot van al die miljoenen die nooit deel kunnen nemen aan het
netwerk omdat er geen stopcontact in hun kameel zit. […] Misschien zit ik wel op het verkeerde spoor, laten we
het hopen want anders trapt de mensheid wederom in de val van de valse en utopische belofte op absolute
vrijheid, gelijkheid en computer-broederschap.”
Wessel Meijer, “Kameel”, VPRO-Gids 39, 24-30 september 1994, 13.
28
Anna Paquin in een MCI reclame, 1993. http://www.youtube.com/watch?v=V-sfEOcYhfs
19
Roeloef Kiers, destijds de televisiedirecteur van de VPRO, is samen met Wiering in
San Francisco voor de opnames met Louis Rosseto. Frank Wiering:
De avond na de ontmoeting met Rosetto zaten we in de bar van het Westin
San Francis hotel. Na een biertje of vijf zei Roelof: “Als we dit serieus
nemen, moeten we een voorloper zijn en er in Nederland mee beginnen.” Zo
begon wat toen nog “onderzoeksproject digitalisering” heette.29
Of hier de vijf biertjes30, het aanstekelijke enthousiasme (of is het een virus?) van
Rossetto, of toch de lijzige stem van het meisje met de baret spraken, zullen we
nooit zeker weten.
2.2.2 Virus?
Een paar maanden later spreekt Jeroen van Bergeijk in het kader van De Digitale
Maand met Louis Rosetto. Het is een interview waarin de onderwerpen uit
Beeldstorm II nog een dunnetjes worden overgedaan. Ook van Bergeijk valt Rosetto’s
ongebreideld positieve visie op de toekomst op: “Ik sta nu en dan met mijn oren te
klapperen als ik hem hoor uitweiden over de weldaden die de mensheid de komende
decennia staan te wachten: we worden allen rijker, beter opgeleid, we gaan beter
communiceren en het milieu zal weer gezond worden. Tja… Rosetto heeft vast dat
nieuwe ‘culturele zippie virus’ onder de leden, denk ik stiekem. Dat virus dat
blijkens een omslag van enkele maanden geleden typerend schijnt te zijn voor de
nieuwe digitale generatie. De symptonen? Verminderde stress, een sterk gevoel van
gemeenschap, plotselinge aanvallen van optimisme en uitbarstingen van pronoia;
het heimelijke gevoel dat anderen jou achter je rug om proberen te helpen” 31. ☺32.
29
Elja Looijestijn, “De ontdekking van het internet”, 12.
‘Bier als actor’ lijkt mij onderwerp dat uitnodigt tot verder onderzoek, daar alleen al in de geschiedenis van
het internet in Nederland briljante ingevingen verdacht vaak in het gezelschap van deze licht alcoholische
versnapering verkeren. Een snelle ronde door de digitale bibliotheek leert dat er al voorzichtige pogingen in die
richting zijn ondernomen: Jakob Demant, “When alchohol acts: an Actor-Network approach to teenagers,
alcohol and parties”, in: Body Society vol. 15-1, 2009, 25-46; Ole-Jorgen Skog, “The long waves of alcohol
consumption: A social network perspective on cultural change”, in: Social Networks vol. 8-1, 1986, 1-32.
31
Jeroen van Bergeijk, “Louis Rossetto: ‘Er ligt een beter wereld in het verschiet’”, VPRO-Gids 37, 10-16
september 1994, 5.
32
Microsoft Word maakt van mijn ‘:-)’ automatisch een ☺ en smsjes, twitters, facebook-berichten worden
inmiddels vaker wel dan niet door dergelijke typografische gezichtjes vergezeld. In 1994 echter blijkt het nog
noodzaak de onwetende lezer een handje te helpen bij het interpreteren van een dergelijke typografische
uitlating. Jeroen van Bergeijk schrijft: “Om aan dat probleem [misverstanden in digitale conversaties] het hoofd
te bieden zijn er typografische equivalenten van bepaalde gezichtsontwikkelingen ontwikkeld. Zo moet :-)
aangeven dat iets grappig bedoeld is. (Draai uw hoofd een kwart naar links en u ziet dat :-) een lachend
gezichtje voorstelt). Voor een bericht met een knipoog, is het volgende symbool bedacht ;-) en bij een droevige
opmerking hoort deze toetsenbordcombinatie :-(.” Om het geheel nog iets te verduidelijken is er tevens een
30
20
Feit is dat, eenmaal terug in Nederland, Bruno Felix (destijds eindredacteur bij het
kunstprogramma Primavista) door Wiering wordt aanbevolen bij Kiers als mogelijke
projectleider van dit nog vrij onduidelijke project. Bruno Felix is op dat moment zelf
veel bezig met nieuwe technologie en woont bovendien in een huis met allerlei
hackers, en lijkt dus wel thuis te zijn in ‘de scene’. Omdat zijn jaarcontract op het
punt staat af te lopen, raadt Wiering hem aan even langs Roelof Kiers te lopen.
Wiering: “Ik zie hem nog terug komen, een beetje trillend. Hij zei alleen: ‘Dat is
nogal wat.’”33 Roelof Kiers overlijdt twee maanden nadat hij de opdracht aan Felix
heeft gegeven.
2.2c Bruno Felix [Paul Oud – VPRO Archief]
Nu Roelof Kiers er niet meer is, begrijpt er binnen de VPRO eigenlijk bijna niemand
wat dat ‘project digitaal’ nou precies inhoudt. Bruno Felix:
De ene helft van de mensen vond het doodeng, de andere helft dacht dat
het onzin was. We waren op elkaar aangewezen. We kregen heel cynische
reacties. Mijn tijd bij de afdeling Digitaal was eigenlijk één grote strijd
tegen de scepsis. Dat was voor een deel ook wel terecht: we renden met
oogkleppen op keihard vooruit en hielden niet altijd even goed contact met
de rest van de omroep. We waren jong en nietsontziend, een stel eigenwijze
opgeschoten klootzakjes.34
schema bijgevoegd waar je de drie verschillende ‘smileys’ in drie stappen gedraaid ziet worden. Bergeijk, J. van,
“Allemaal Digitaal”, in: VPRO-Gids 1994, nr.36, 3-9 september, 5.
33
Elja Looijestijn, “De ontdekking van het internet”, VPRO-Gids 6 2010, 6-12 februari, 12.
34
Elja Looijestijn, 13.
21
2.3 September 1994
Erwin Blom:
Het is het zover. De VPRO is de eerste omroep op internet. En is ook nog eens gratis
provider. Een twintigtal modems staat roodgloeiend te zijn, want bij de VPRO kan iedereen
inbellen om een half uur gratis internet op te gaan. Bij de VPRO Gids wordt een cd-rom
meegeleverd met de benodigde software en bij de VPRO kan een modem worden gekocht.
Dat gebeurt in groten getale; veel mensen zullen via de VPRO voor het eerst kennis met
internet hebben gemaakt. VPRO Digitaal is in die dagen ook binnen eigen gelederen een
pionier. Want laten we eerlijk wezen, ook binnen de VPRO wordt de afdeling vreemd
aangekeken. "Een stelletje rare snijbonen dat zegt dat alles anders wordt. Het zal wel. We
gaan het zien", was de heersende reactie.35
Hoewel veel mensen, zowel buiten als binnen de omroep, nog weinig van de nieuwe
technologieën willen weten, broeit er iets en wordt men steeds nieuwsgieriger naar
de vermeende revolutie. Om deze reden wordt bij de VPRO de maand september in
1994 uitgeroepen tot ‘Digitale Maand’. Dit houdt diverse dingen in. Het
belangrijkste dat er die maand plaatsvindt, is het introduceren van de publieke
omroep VPRO op het internet.
Vanaf begin september zal de VPRO actief deel gaan uitmaken van
Internet, het wereldwijde, niet-commerciële netwerk van
computeraansluitingen.36
Verder maken VPRO-leden kennis met een van de eerste projecten – en tevens de
eerste cd-rom - van VPRO Digitaal: De Digitale Gids. Er zijn vier speciale
televisieavonden gewijd aan de ‘digitalisering van de maatschappij’. Deze ‘Digi-info’
op zondag wordt telkens gevolgd door een documentaire over dit onderwerp.37
Omdat veel mensen nog weinig kennis hebben over de mogelijkheden die de nieuwe
media en het internet te bieden hebben, besteedt de gids ook aandacht aan
computergebruik op een servicepagina en worden er diverse computergerelateerde
termen uitgelegd in een ‘Woordenlijst’ van ‘DigitTaal’. Verder verschijnen er de hele
maand artikelen die met nieuwe media van doen hebben in de VPRO-Gids.
35
Erwin Blom, “Rock & Roll met Enen en Nullen”, november 2005. http://webwereld.nl/opninie/38307/rock-amp--roll-met-enen-en-nullen.html
36
Hugo Blom, “Er gaat een digitale wereld open”, VPRO-Gids 35, 1994.
37
Idem.
22
2.3.1 DigiTaal Woordenlijst
Hoewel de woordenlijsten van ‘DigiTaal’ ongetwijfeld goedbedoeld zijn, blijken niet
alle omschrijvingen even duidelijk voor de gemiddelde computerleek. Paul Ulje uit
Alphen aan de Rijn kan het op den duur niet meer volgen en stuurt de volgende
brief naar de redactie van de gids:
Gedigitaliseerde rommel38
Prachtig die ‘Woordenlijst’ (bron: DigitTaal). De intrigerende
digitale wereld, metafysisch verklaard door Breinbaar Kwetal.
Wat hebben wij, oplettende lezertjes, daarvan zoal geleerd?
Voorbeeld 1: baud = 1 bit per seconde. Dat lijkt simpel genoeg.
Maar, dankzij ‘speciale modulatietechnieken’ wordt, ‘in tegenstelling
tot eenvoudige basebandsystemen’ bereikt dat 1 baud = meer bits
per seconde.
Voorbeeld 2: De ‘analoge perceptie’ bestaat uit ‘vloeibare bewegingen’.
Whauww! Voor ‘digitale’ computers (die uitsluitend ‘met binaire
signalen werken’) moeten de ‘vloeibare bewegingen’ in ‘stadia’ worden
vastgelegd. Vraag: Hoeveel binaire signalen zijn gelijk aan 1 stadium?
En hoeveel stadia gaan er in 1 vloeibare beweging?
Voorbeeld 3: Een modem zet seriële breedbandsignalen (mits ze digitaal
zijn) om in tonen voor de telefoonlijn. Vervolgens blijken ze
gemetaformoseerd tot binaire signalen, wier meerdere databits,
dankzij spectaculaire modulatietechniek, met 14,4 Kbauten
worden verstuurd.
Resteert de vraag. Heeft de redactie zo’n subtiel gevoel voor humor of is deze veel
verklarende ‘Woordenlijst’ een ejaculaat van de juveniele intellectueel Arnon Grunberg?
Paul Ulje uit Alphen aan de Rijn
Hieronder een overzicht van enkele projecten die rondom de Digitale Maand gestart
zijn, met daaraan toegevoegd enkele latere projecten waarover ik verderop nog op in
zal gaan. Dit is natuurlijk slechts een greep uit de vele projecten die vanuit VPRO
Digitaal zijn gestart (of nog steeds lopen).39
38
Paul Ulje, “Gedigitaliseerde rommel”, in: VPRO-Gids 38, 17-23 september 1994, 13.
Voor een (nagenoeg compleet) overzicht van projecten van VPRO Digitaal kan worden gekeken op
http://www.vpro.nl/data/projecten/5JAAR2HOOG/1.1/aflevering/aflevering-index-jaar.shtml.
De “2 Hoog” in de link slaat op de afdeling Digitaal, die zodanig naar zichzelf refereerden.
39
23
• Media
• Televisieprogra
• E-zine
mma
Digitale Gids op CD-
Beeldstorm [1994]
@Digitalia@[septemb
rom [Juli 1994-
Serie bestaande uit drie
er 1994-december
september 1994]
documentaires en een
1997]
De eerste VPRO CD-Rom
met een veelheid aan VPRO
fragmenten en met de
VPRO Gids van de maand
september '94 digitaal
discussieprogramma over de
Jeroen van Bergeijk
inhoud en gevolgen van ‘de digitale
schrijft gedurende drie
revolutie’. Onder redactie van
jaar de column
Frank Wiering en onder andere
@Digitalia@ over nieuwe
gepresenteerd door Louis Rosetto.
media, tweewekelijks te
lezen op internet en in
vertaalt.
de VPRO-Gids.
Onderwerpen variëren
van games, boeken tot
internetsites.
KerstFlop [december
W.E.B. [oktober 1994-mei
London Weekly
1994]
1996]
Hype [oktober 1994-
De Kerstflop is een diskette
Tweewekelijks programma over de
december 1994]
met daarop uitgebreide
ontwikkelingen van de nieuwe
In de tijd dat Villa 65-
informatie over alle
media en de (mogelijke)
verslaggever Erwin Blom
speelfilms, die in de week
maatschappelijke gevolgen ervan.
in London verblijft, doet
van kerstmis uitgezonden
Presentatie door Geert Timmers.
hij niet alleen op radio
worden op de Nederlandse
Het programma had een website
3, maar ook op de VPRO
hoofdzenders, België 1 & 2,
waarop informatie was te vinden
webserver in London
ARD, ZDF en BBC 1 & 2.
over de uitzendingen, links naar
Weekly Hype verslag van
relevante websites stonden en
zijn bevindingen. De
contact kon worden gelegd met de
rubriek draait om
makers.
nieuwtjes, trends en
hypes, die wekelijks
worden bijgewerkt een
aangevuld
24
Een Virtueel
Kamer in de toekomst
Gesprek40 [september
[september 1995]
1995]
In 1995 werd het dagelijkse
De tweede VPRO CD-rom
culturele radioprogramma De
‘Een Virtueel Gesprek’
Avonden opgericht. In dit jaar,
handelt over de vraag welke
waarin internet echt bekend werd
bedreigingen op de loer
onder het grote publiek, stelde het
liggen in de 21ste eeuw en
programma de vraag: wat
hoe we onze veiligheid
overkomt een mens alleen, een
kunnen garanderen. Het
week lang dag en nacht
gesprek is non-lineair en de
opgesloten met electronica? De
gebruikers bepalen het
schrijvers Helga Ruebsamen en
gespreksverloop.
Rogi Wieg verbeleven ieder een
.
week lang met enkel internet.
Loop & Grid [oktober
Turbotuig [1996-1998]
1994-januari 1995]
Televisieprogramma van de VPRO
Twee kunstprojecten op de
Jeugdafdeling onder regie van Ali
server van de VPRO. Loop
Haselhoef en Inge Willems.
is een
Kinderen laten in het programma
voorgeprogrammeerde
zien wat zij met de computer doen.
omgeving in het teken van
Door middel van animaties komen
herhaling, ter onderzoek
ook de kijkers in aanraking met de
van de manier waarop
computer en internet.
informatie wordt
opgevraagd. Grid is juist
niet voorgeprogrammeerd
en enkele instellingen
staan vrij de grenzen van
het WWW hier op te
zoeken.
40
Hoewel er een kopie van deze CD-rom voorhanden is, kunnen de nieuwere besturingssystemen deze helaas
niet meer afspelen. Wel bestaat er een filmpje waarop het gesprek in werking te zien is:
http://www.mefeedia.com/watch/31248948.
25
2.4 De Digitale Gids
“Verrassing”, staat er in vette
letters boven aan de pagina, “De
VPRO op cd-rom”. Onder de titel
‘VPRO’s digitale gids’ brengt de
VPRO als eerste publieke omroep
een cd-rom uit. Voor tien gulden
kan de cd-rom gekocht worden,
die zowel draait onder Windows
als Apple Macintosh.
2.4a Digitale Gids [http://www.vpro.nl/javascript/beeldvergroting/index.shtml?2233110]
De bedoeling is dat de gebruiker via de digitale gids op een nieuwe manier kennis
kan maken met de VPRO. Allereerst volgt er een uitleg van wat een cd-rom eigenlijk
precies is, want het is wellicht wat lastig warm worden voor iets wat je geheel niet
kent. “Verrassing! De VPRO via ingrafluster!” Ziet u, dat werkt niet.
Een cd-rom ziet er uit als een normale cd en werkt als een soort hard disc
van een computer. Er kan geen informatie op worden weggeschreven (rom=
read only memory). (…) Een cd-rom kan ongeveer 400 keer zoveel
informatie bevatten als een gewone flop41.
‘Nu bepaalt u zelf wat u van de VPRO wilt zien,’ is kortweg de boodschap van de
advertentie. Een eerste stap naar interactiviteit. Hoe zag die interactiviteit eruit42?
Welnu, de digitale gids geeft de gebruiker een uitgebreid overzicht van de verwachte
programma’s van de maand september, maar aanvullend op een ‘gewone’ gids wordt
41
Advertentie VPRO-Gids 35, 199427 augustus-2 september.
Na zware inspanningen van de afdeling Digitaal is het met het einde van dit onderzoek in zicht nog gelukt de
cd-rom werkend te krijgen. Er zijn filmpjes gemaakt waarop te zien is hoe De Digitale Gids wordt doorlopen.
Deze zijn te vinden op:
http://www.youtube.com/watch?v=i_p0LRAd33M
http://www.youtube.com/watch?v=m1nXECDYs78
http://www.youtube.com/watch?v=FE7vGuWH7Wg
http://www.youtube.com/watch?v=Apl0SZCmF1A
http://www.youtube.com/watch?v=uKOBjIiCtYk
42
26
deze informatie aangevuld met beeld en geluid. Korte clips en extra
achtergrondinformatie stellen de gebruiker in staat een duidelijk beeld te vormen
van het programma van interesse. De gebruiker bepaalt zelf zijn weg door de
informatie.
2.4b Digitale Gids [http://www.vpro.nl/javascript/beeldvergroting/index.shtml?2233126]
Verder kunnen er fragmenten uit eerder uitgezonden programma’s over nieuwe
media worden opgevraagd. Maar dat is nog niet alles: ook het aanbod van de VPRO
Publiekservice is te bekijken, evenals fragmenten uit eerder uitgezonden radio- en
televisieprogramma’s en stukjes Eigen-Wijs-cd’s. Boeken die de VPRO naar
aanleiding van programma’s uitgeeft kunnen worden ingekeken en de digitale gids
bevat natuurlijk ook een groot aantal artikelen uit diverse papieren gidsen. Ook alle
columns van Jan Blokker kunnen worden gelezen.
2.4.1 Christopher Yavelow
Jeroen van Bergeijk brengt voor de VPRO-Gids een bezoekje aan Christopher
Yavelow, de ‘regisseur’ van de Digitale Gids cd-rom. Hij treft hem in zijn studio; “een
schuurtje achter een rijtjeshuis in Zandvoort. Het optrekje staat volgestouwd met
computers en synthesizers. Tegen de muren staan kasten die tot het plafond reiken,
gevuld met talloze computerboeken en cd-roms.43” (Een flatje in de Bijlmer, een
43
Jeroen van Bergeijk, “Het belang van de User Interface”, VPRO-Gids 38, 1994, 5.
27
zolderkamertje in Hilversum, een kelder in Amsterdam, een schuurtje in Zandvoort;
een patroon begint zich af te tekenen.) Yavelow is een componist met enkele opera’s
op zijn naam, doceerde muziek aan verschillende universiteiten in Europa en de
Verenigde Staten en werkte onder andere met Steve Reich en Herbie Hancock.
Bovendien is hij in 1994 dé expert op het gebied van muzieksoftware voor AppleMacIntosh computers.44 Als ‘computercomponist’ werkt hij al vanaf de jaren zestig
met interactieve multimedia. Ten tijde van dit artikel heeft hij net het programma
Cybermozart geschreven, waarmee mensen met een paar klikken met hun muis een
heuse Mozart sonate kunnen componeren. Een ander recent project is de Digitale
Gids van de VPRO. Yavelow vergelijkt het productieproces van een cd-rom met dat
van een film.
Net als bij film is er niet één maker aan te wijzen. Meerdere mensen zijn bij het
productieproces betrokken, en allen drukken hun artistieke stempel op het uiteindelijke
resultaat. Maar net zoals een film een regisseur heeft, die doorgaans als belangrijkste
creatieve kracht wordt beschouwd, heeft een multimediale cd-rom een ontwerper van de
onderliggende structuur, van de wijze waarop de inhoud is georganiseerd.45
Met andere woorden, dankzij het werk van Yavelow is de Digitale Gids een
overzichtelijk en toegankelijk geheel. Naast de inhoud, noemt Bergeijk de user
interface het belangrijkste onderdeel van de cd-rom.
Een user interface is de verbinding tussen de machine en de gebruiker. Het dashboard van
een auto is een user interface, maar ook het bedieningspaneel van een videorecorder of het
toetsenbord van een computer. Bij een cd-rom bevindt de interface zich voor de gebruiker op
het beeldscherm. Met de computermuis moet men opgelichte woorden of knopjes
aanklikken. Een cd-rom valt of staat met de user interface.46
Yavelow stelt dat het belangrijkste van een interface is dat het de gebruiker niet laat
verdwalen in de aangeboden informatie. Yavelow: “Bij de VPRO hebben we veel met
de user interface geëxperimenteerd. Niemand bij de VPRO had ervaring me het
maken van een cd-rom. Het was hierdoor nog wel eens moeilijk mensen aan het
verstand gepraat te krijgen waarom de user interface zo belangrijk is.”
44
Jeroen van Bergeijk, “Het belang van de User Interface”, VPRO-Gids 38, 1994, 5.
Idem.
46
Idem.
45
28
En misschien nog wel het belangrijkste: “Op de Digitale Gids staat de software die
nodig is om te communiceren met de World Wide Web Server van de VPRO.”47
Er bestaat al een ‘super information highway’ in embryonale fase, namelijk
het wereldwijde computernetwerk internet. En dat computernetwerk is een
behoorlijk functionerend systeem dat niet wordt beheerst door
multinationals, waar een pluriformiteit aan meningen en ideeën is
vertegenwoordigd, en waarvan iedere burger tegen geringe kosten gebruik
kan maken. Het goede nieuws is nu, dat iedereen vanaf heden via de VPRO
gratis op dit internet kan rondkijken.48
Per één september is de World Wide Web Server van de VPRO vierentwintig uur per
dag online. De VPRO functioneert dus als internet provider. Mensen kunnen
inbellen op enkele modems in Hilversum en zo, gedurende een half uur, gratis
kennis maken met het internet. Op de site van de VPRO kunnen gebruikers zich
onder andere mensen in discussies over programma’s in verschillende
‘interessegroepen’. Ook zijn er op gezette tijden programmamakers van de VPRO
beschikbaar voor het beantwoorden van vragen of het voeren van een discussie.
Ook het internet ‘buiten’ de VPRO-site kan worden ontdekt. Het gebruik van e-mail
bijvoorbeeld, of het brengen van een bezoekje aan een van de vele news groups.
In deze gebieden, die elk een specifiek onderwerp hebben, staat het alle
gebieden vrij over het onderwerp te schrijven. Het aantal artikelen in een
gebied kan in duizenden lopen. Het aanbod van onderwerpen varieert van
tamelijk wonderlijke groepen waarin voornamelijk gediscussieerd wordt
over een voorkeur voor ‘furry animals’ via hoogst serieus bedoelde
verhandelingen over wie John F. Kennedy vermoordde tot praktische zaken
als geschiedenis, actualiteiten, politiek en natuurlijk computers.49
Door de introductie van het WWW en Hypertext, beiden als het ware een interface
tussen gebruiker en hard- en software, kunnen nu ook ‘leken’ relatief gemakkelijk
het werken met de computer en het ‘surfen’ op internet onder de knie krijgen.
Voorheen moesten alle commando’s en codes nog met de hand worden ingevoerd en
tastte men letterlijk in het donker op het ‘internet’, met slechts een knipperend
streepje op het scherm als metgezel. Nu gaat er achter dat scherm een hele nieuwe,
virtuele wereld open. Dat wil zeggen, voor de doorzetter. Van Bergeijk:
47
Hugo Blom, “Er gaat een digitale wereld open”, VPRO-Gids 35, 1994, 13.
Jeroen van Bergeijk, “Allemaal Digitaal”, VPRO-Gids 36,1994, 3.
49
Hugo Blom, “Er gaat een digitale wereld open”, VPRO-Gids 35, 1994, 13.
48
29
Het verkennen van dit wereldomspannende netwerk, of cyberspace zoals
internetgebruikers zeggen, is een avontuurlijke en tegelijkertijd
frustrerende bezigheid. Avontuurlijk, omdat je nooit weet welke ‘geheimen’
er in een computer in Dallas of Singapore verborgen liggen. Frustrerend
omdat het zoeken vaak weinig oplevert en de beginner zich een veelheid
aan jargon en computercommando’s moet eigen maken voor er zelfs maar
ingelogd kan worden. Maar de volhouder komt in een stimulerende
omgeving terecht. “De laatste versie van Word Perfect is er te vinden, de
Bijbel, de eerste twintig minuten van The Terminator, het nieuwste boek
van Stephen King en de complete werken van Shakespeare.50
2.5 De VPRO en Digitaal
Hoewel nog steeds maar een vrij selecte groep in Nederland ‘online’ is, waaronder de
jongens en meisjes van digitaal, neemt de publieke omroep dus toch het zekere voor
het onzekere. Maar wel met een gepaste kritische houding natuurlijk, getuige de
grote kop “Allemaal Digitaal” met in de bovenbalk in veel kleinere letters “BRAVE NEW
WORLD”51,
een verwijzing naar de sciencefiction roman van de Britse schrijver
Aldous Huxley. Van Bergeijk:
De wereld zal veranderen dankzij de nakende ‘digitale revolutie’. Zulks
beweren althans haar profeten. Evengoed is het hoog tijd dat u zich in die
omwenteling gaat verdiepen; want stel dat het allemaal waar is?52
Dat de publieke omroep VPRO de technologische ontwikkelingen met enige
terughoudendheid benaderd is natuurlijk niet zo vreemd. Naast vragen die (eigenlijk
nog steeds) voor ons allemaal gelden - Wat betekent deze nieuwe technologie voor
onze samenleving, het individu, democratie, onze perceptie van de werkelijkheid?komen daar voor de relatief kleine publieke omroep VPRO vragen bij als:
Wordt het aanbod straks gedicteerd door multinationals of zullen ook
kleinere organisaties en individuen hun informatie over de digitale snelweg
kunnen verspreiden? Krijgen we straks het digitale equivalent van RTL4 en
5 of is er ook ruimte voor organisaties als de VPRO?53
Hoewel deze vragen tot op de dag van vandaag nog steeds spelen, zowel bij de
publieke als de commerciële omroepen, is de VPRO wel meteen enthousiast over de
50
Jeroen van Bergeijk, “Allemaal Digitaal”, VPRO-Gids 36, 3.
Idem, p.2.
52
Idem.
53
Idem, 3.
51
30
mogelijkheden die het internet biedt voor de gebruikers. Interactiviteit is hierbij het
sleutelwoord. De Digitale Gids en de VPRO-site zijn er beiden op gemaakt om de
gebruiker meer vrijheid te geven en zelf een weg door het medium te laten vinden, in
plaats van informatiegolven ‘passief’ over zich heen te laten komen. Met een klik
met de muis kan de gewenste informatie worden opgevraagd en men kan zijn
mening kwijt over allerlei onderwerpen op de VPRO-site. Bovendien kunnen
anderen daar snel weer op reageren, inclusief bijvoorbeeld programmamakers of
medewerkers van VPRO Digitaal.
2.5.1 Een kamer in de toekomst/ verleden
Vragen rondom de gevolgen van nieuwe technologieën voor de maatschappij en het
individu zijn een jaar later, in september 1995, aanleiding tot het programma Een
kamer in de toekomst. Dit was het jaar waarin internet echt doorbrak bij het grote
publiek. Het culturele radioprogramma De Avonden (opgericht in 1995) stelde zich
de vraag: wat gebeurt er met een individu die een week lang, dag en nacht, wordt
opgesloten met elektronica? Bij wijze van experiment werden de schrijvers Helga
Ruebsamen en Rogi Wieg ieder een week lang opgesloten met enkel internet als
compagnon. Dagelijks brachten ze verslag uit van hun bevindingen onder de titel
Een kamer in de toekomst.
Vorig jaar, in 2010, slechts vijftien jaar later, is ‘opgesloten zijn met enkel internet’
geen vreemde toekomstmuziek meer (ik doe deze hele week al niets anders, geen
centje pijn). Het programma De Avonden besluit het experiment te herhalen, maar
nu in gespiegelde vorm. “Hoezeer heeft de behoefte aan continue communicatie
inmiddels bezit van ons genomen? Wat gebeurt er als we de illusie onafgebroken
met anderen in verbinding te staan verstoren? Tijd voor contra-expertise.”54 Elke
week wordt iemand naar een drijvende bungalow op het Lauwersmeer gestuurd,
zonder mobiele telefoon, internet, radio en televisie.
Vijftien jaar ‘digitale revolutie’ lijken hun stempel te hebben gezet en verplicht
‘afkicken’ van informatie heeft bizarre en soms hilarische gevolgen, zoals een
slepende hoofdpijn die plotsklaps voorbij is wanneer de veerman paracetamol komt
brengen en bezigheidstherapieën, die variëren van spontane kunstprojecten tot
zelfopgelegde landschapsrecreatie.
54
http://weblogs.vpro.nl/eenkamerinhetverleden/over-een-kamer-in-het-verleden/
31
2.6 Na de Digitale Maand
“Wat brengt de toekomst?55”, vraagt Hugo Blom zich af in de laatste gids van de
Digitale maand. Een vraag die zowel slaat op de toekomst van onze maatschappij in
tijden van rappe technologische vooruitgang, alsook op de toekomst van het ‘de
nieuwe media’ binnen de VPRO. De WWW-server wordt wat het laatste betreft “een
van de belangrijkste poorten voor het digitale tijdperk bij deze oproep.56” Deze server
moet afgezien van traditionele omroepzaken (Televisie, Radio en Gids) ook ruimte
gaan bieden aan ‘nieuwe mediaprojecten’. Loop en Grid57 zijn de experimentele
projectgebieden die van oktober 1994 tot januari 1995 op de server aanwezig zijn.
De voorgeprogrammeerde omgeving van Loop onderzoekt de manier waarop
gebruikers reageren op de manier waarop informatie wordt aangeboden en of de
wijze waarop mensen informatie opvragen te sturen is. De eeuwige herhaling is het
thema van het project, waarbij in tekst, geluid, beeld, ideeën en patronen een
eindeloze voortgang besloten ligt.
De basis voor dit idee vormde een uitspraak van Brian Eno, die zich kon
voorstellen dat de toekomst van de kunst zou kunnen liggen in kleine
softwaremachines die onbeperkt beeld zouden kunnen genereren in plaats
van het produceren van een enkel beeld.58
Gebruikers kunnen zelf content aanleveren, voorzien van tekst en uitleg, mits de file
niet groter is als 1 MB. Het moet immers wel downloadbaar blijven.
De omgeving van Grid is juist niet voorgeprogrammeerd, omdat het ‘opzoeken van
grenzen’ centraal staat in dit project. Deze vrije ruimte van 50 MB biedt de
mogelijkheid om na te denken over nieuwe manieren van informatieverwerking
(want velen zien “door de bits het bos niet meer59”) en nieuwe ontwerpen aan te
leveren. Interactie speelt dus ook hier weer een grote rol, daar het de bedoeling is
dat iedereen elkaars ontwerpen weer kan beoordelen en aanpassen. De deelnemers
bepalen uiteindelijk samen hoe het Grid eruit komt te zien.
De afdeling televisie blijft zich met nieuwe media bezighouden, onder andere in het
tweewekelijkse televisiemagazine W.E.B. (met Bruno Felix als een van de
redacteuren), wat per 9 oktober te zien is. Geert Timmers (ook wel bekent als Bob
55
Hugo Blom, “Wat brengt de toekomst?”, in: VPRO-Gids 39, 24-30 september 1994, 7.
Idem.
57
Van beide projecten is helaas nagenoeg niets bewaard gebleven.
58
Hugo Blom, “Wat brengt de toekomst?”, in: VPRO-Gids 39, 24-30 september 1994, 7.
59
Idem.
56
32
Fosko van De Raggende Manne) verdiept zich elke aflevering in de digitale wereld
vanuit het gezichtspunt van een leek. Al participerend in de reportages geeft hij
(gepaard met een hoop gevloek) uitleg bij de nieuwste ontwikkelingen op nieuw
mediagebied. Na anderhalf jaar houdt het programma op te bestaan. Timmers:
Ik vond het vooral een uitdaging om ingewikkelde materie op een voor
iedereen begrijpelijke wijze uit te leggen. Ook mijn moeder moest het
kunnen begrijpen. Maar ik merkte dat ze bij de VPRO toch meer naar het
intellectuele neigden. Het probleem zat dieper: de mensen met wie ik
samenwerkte wisten veel van nieuwe media, maar nauwelijks iets van
TV.60
In de gids blijft het na de Digitale maand opvallend stil. Op enkele sporadische
artikelen na, zijn het vooral de tweewekelijkse colums van Jeroen van Bergeijk die
nog herinneren aan de mensen op de zolder.
2.6.1 @Digitalia@
In @Digitalia@ bespreekt Jeroen van Bergeijk velerlei onderwerpen die met nieuwe
media te maken hebben. Hier een korte greep uit de onderwerpen.
Netwerkverslaving
Van Bergeijk is deze week geabonneerd op de digitale mailinglist The Internet
Addiction Support Group (IASG). Alle leden schrijven regelmatig bijdrages en sturen
die rond naar de hele groep. Net als in de AA stellen de leden zich eerst voor en
doen ze uit de doeken wat voor een effect hun verslaving op het dagelijks leven
heeft. De een stuurt en krijgt honderden e-mails per dag, de ander zit hele dagen in
chatboxen. Deze IASG heeft toch wel iets bizars. “Een praatgroepje voor
internetverslaafden op het internet. Het is alsof er een afkickcentrum voor
drugsverslaafden op nachtelijk Hoog Catharijne is gevestigd, alsof alcoholisten in de
kroeg bijeen komen. Ik denk dan ook dat de AISG een gewisse dood tegemoet gaat.
Degene die hun netwerkverslaving werkelijk serieus te lijf willen gaan, kunnen
immers geen abonnee blijven61.”
Chaos Control
Chaos Control is het nieuwe cd-i schietspel van Phillips, waarbij er zoveel mogelijk
60
61
Beeld en Geluid Wiki, informatie over WEB: http://www.beeldengeluidwiki.nl/index.php/WEB
Jeroen van Bergeijk, “@Digitalia@”, VPRO-Gids 20, 20-26 mei 1995, 21.
33
ruimteschepen moeten worden neergehaald. Het grootste nadeel volgens Van
Bergeijk is het feit dat je niet zelf je pad kan kiezen –zoals in bijvoorbeeld Doommaar dat alles voorgeprogrammeerd is. De gamer speelt vanuit het perspectief van
Jessica Darkhill. “‘Gut, wat aardig’, denk je nog, ‘een vrouwelijk perspectief in de
schietgrage computerwereld.’ Maar dar blijkt in de loop van het spel helaas niks
van. Ook voor Jessica is het: killed or be killed.62”
Medio Magazine
Medio Magazine is een Amerikaans maandelijks tijdschrift op CD-rom. Van Bergeijk
test de CD-rom op gebruiksvriendelijkheid. “Het is echt mogelijk: een CD-rom die
zomaar ineens werkt en die ook nog begrijpelijk in elkaar steekt. Geen eindeloze
pogingen om het ding überhaupt aan de praat te krijgen.63” Hij is voornamelijk
benieuwd naar de advertenties, want wat is een tijdschrift zonder reclame? Het blad
blijkt hier een lichtend voorbeeld: geen agressief knipperende banners, maar kleine
icoontjes onderaan elke pagina die de lezer zelf naar behoren kan aanklikken.
The Daedalus Encounter
Dit is een van de laatste aanwinsten in het genre van de interactieve speelfilm.
Doorgaans verdienen interactieve speelfilms deze titels nauwelijks en zijn het
gewoon computerspelletjes met zeer slecht geacteerde tussenfilmpjes. The Daedalus
Encounter lijkt met deze traditie te breken. “Elementaire zaken als montage, het
gebruik van verschillende camerahoeken en de wisseling tussen close-ups en
totalen, zijn in orde. De art-direction en de special-effects zijn uitstekend en er
worden zowaar echte acteurs (Tia Carrere en Cristian Bocher EdM) gebruikt.64”
Helaas stelt de interactie ook in de interactieve film wat teleur. Volgens Bergeijk is
er sinds The 7th Guest geen enkele vernieuwing meer aan het genre toegevoegd. De
gebruiker kan slechts puzzels oplossen of een voorwerp oppakken en hier iets mee
doen. Van hét voordeel van het genre (de gebuiker in staat stellen door een
driedimensionale wereld te lopen) wordt ook geen gebruik gemaakt. Het is wachten
op vernieuwing.
Wehkamp Veiling
Het Nederlandse bedrijfsleven begeeft zich als een speer op internet. Het merendeel
62
Jeroen van Bergeijk, “@Digitalia@”, VPRO-Gids 22, 3-9 juni 1995, 23
Jeroen van Bergeijk, “@Digitalia@”, VPRO-Gids 24, 17-23 juni 1995, 27
64
Jeroen van Bergeijk, “@Digitalia@”, VPRO-Gids 34, 26 augustus-1 september 1995, 31
63
34
van hun websites doet echter niet veel meer dan het digitale equivalent van een
huis- aan huisblaadje aanbieden. Er is meer dan dat nodig wil het internetpubliek
op een website afkomen. Postorderbedrijf Wehkamp lijkt dit principe wel te hebben
begrepen. Op hun website wordt er elke dag een interactieve online veiling
georganiseerd waar producten uit de catalogus op afslag worden verkocht. De
catalogusprijs is de inzet, vervolgens begint deze in een snel tempo te zakken. Het
bieden gaat zeer simpel: men drukt op de ‘mijn’-knop en het artikel wordt netjes
thuis afgeleverd. Onder in beeld is te zien hoeveel mensen er bij de veiling aanwezig
zijn, wat de spanning verhoogt. “Ik heb nog nooit de behoefte gevoeld ook maar een
paar sokken bij Wehkamp te bestellen, maar op deze website voel ik de onstuitbare
behoefte tot impulsaankopen.65”
De artikelen die in 1995 in de gids verschijnen (een stuk of vier) gaan op één na
over projecten die bestaan naast een al bestaand radio- of videoprogramma. Zo is er
een artikel over “Internet, cd’s en auteursrecht66”, naar aanleiding van een
experiment van VPRO-programma Lola da Musica. Er zijn muziekfragmenten van
trompettiste Saskia Laroo op het internet gezet, waarmee gebruikers overal ter
wereld aan de slag kunnen. Dit project brengt veel vragen teweeg wat betreft
auteursrechten op internet.
De VPRO doet in augustus verslag van ‘A Campingflight to Lowlands Paradise’ via
radio, televisie en internet67. De nadruk ligt hierbij op het samenwerken van de drie
afdelingen van de VPRO, die op het festival gezamenlijk opereren vanuit een Multimedia tent (de Zulu tent). Ook hier is interactiviteit weer het sleutelwoord:
Lowlandsbezoekers kunnen kennis maken met het internet, hun foto in een online
smoelenboek plaatsen, eerder opgenomen sfeerreportages bekijken en zelf camera’s
bedienen door een speciaal telefoonnummer te draaien. De speciaal door de digitale
afdeling ontworpen Lowlands site biedt op een visueel aantrekkelijke manier
informatie over het festival. Een leuke toevoeging is dat mensen doorlopend hun
oordeel over diverse muziekgroepen online kenbaar kunnen maken. Eind 1995 geldt
het Lowlands-festival binnen de VPRO als de meest verregaande vorm die is bereikt
op het gebied van nieuwe media binnen de omroep68. Elk medium, radio, televisie,
internet en interactieve televisie, verwijst naar elkaar.
65
Jeroen van Bergeijk, “@Digitalia@”, VPRO-Gids 47, 25 november-1 december 1995, 21
Hugo Blom, “Internet, cd’s en auteursrecht”, VPRO-Gids 5, 4-10 februari 1995, 2-3.
67
André Keij,”Lowlands op radio, internet en tv”, VPRO-Gids 35, 19-25 augustus, 1995, 8.
68
Louis Stiller, “De Toekomst op Zolder”, in: VPRO-Gids 1995, nr. 44, 21-27 oktober, 7.
66
35
Begin oktober start er een nieuw televisieprogramma in digitale sfeer: WEB
Wereldontvanger. Waar het programma WEB over de digitale revolutie rapporteerde,
komt WEB Wereldontvanger tot stand dankzij deze revolutie. Via het project
kunnen talloze (meestal niet-professionele) correspondenten uit de hele wereld
bijdragen aan het nieuws69. WEB Wereldontvanger is het eerste Nederlandse
televisieprogramma dat wordt gemaakt met directe hulp van het internet en is een
aanvulling op het programma WEB. Het laatste bericht over de gevolgen van de
digitale revolutie en de eerste komt tot stand dankzij deze revolutie. Redacteur Roos
van Duuren postte de maanden ervoor oproepen verspreid over het internet en er
werd zeer enthousiast op gereageerd. Doordat mensen zelf hun item in kunnen
sturen en hier vervolgens zelf over kunnen berichten ontstaat er een zeer diverse
nieuwsbeeld.
Eind 1995 is daar dan toch nog nieuws van de Digitale Zolder zelf. Een nieuw
project, de tweede VPRO cd-rom ‘Een Virtueel Gesprek’, is een feit. Naast de
aankondiging van de cd-rom in de gids, wordt er een antwoord gegeven op de vraag:
“wat spoken de ‘digiboys en –girls’ toch allemaal uit op die geheimzinnige zolder?70”
‘Goeiemorgen, waar wilt u heen?’
‘De VPRO.’
‘Radio of TV.’
‘Eh… Digitaal.’71
Naast het feit dat taxichauffeurs nog moeite lijken te hebben met de nieuwe
taakstellingen van de VPRO, blijkt dat ook veel medewerkers nauwelijks weten wat
er zich afspeelt op ‘die zolder’. Tijd voor een korte reportage. Bruno Felix vertelt bij
het licht van twaalf beeldschermen:
In mijn ogen is het een soort arrogantie om te denken dat je als VPRO
alleen op televisie en radio thuishoort. Tegelijkertijd willen we ook niet
beweren dat radio en televisie zullen verdwijnen en dat we zo dadelijk met
z’n allen op iets vaags als de elektronische snelweg terecht zullen komen.
Zeker niet, zo naïef zijn we niet. Radio en televisie blijven bestaan, maar
daarnaast zullen er vele andere media opkomen die ook door de VPRO
69
Jeroen van Bergeijk, “WEB Wereldontvanger completeert het ‘wereldnieuws’”, VPRO-Gids 39, 30 september6 oktober, 1995, 9.
70
Louis Stiller, “De Toekomst op Zolder”, VPRO-Gids 44, 1995, 6-7.
71
Idem, 6.
36
kunnen worden ingevuld. Ons antwoord is: onderzoek al die media en laat
je niet voorshands in een hoekje drijven. En dat is in grove lijnen wat we
tot nu toe hebben gedaan.72
2.6.2 Een virtueel gesprek
De tweede VPRO cd-rom verschijnt onder leiding van Bruno Felix in november 1995
onder de naam ‘Een Virtueel Gesprek73’. Voor 98 gulden is de cd-rom en
bijbehorend boek te bestellen bij de VPRO74. De vormgeving is door Mieke Gerritsen
verzorgd, voor de boekversie wint zij de prijs voor Best Verzorgde Boek. Ook bij dit
project is ‘interactie’ weer een sleutelwoord: de gebruiker kan zelf een discussie
redigeren. Er staan lange interviewsessies - afgenomen door Lex Runderkamp - op
de cd-rom, die zijn opgeknipt in verschillende onderwerpen zodat het lijkt alsof de
geïnterviewden op elkaar reageren. Op de cd-romhoes staat te lezen: “U leidt het
gesprek, u bepaalt de gespreksthema’s, u stelt uw eigen documentaire samen.75” In
de boxring: Arie van der Zwan, a.k.a “De econoom”, Wouter van Dieren, a.k.a “De
Milieustrijder”, Bert Mulder, a.k.a “De Informatiedeskundige” en Hylke Tromp, a.k.a
‘De Conflictkenner.
Het Virtueel Gesprek handelt over veiligheid en bedreiging in de 21e eeuw. “Aan het
eind van deze eeuw leeft in de Westerse samenleving een groeiend onbehagen over
onze toekomst. Tijdens de Koude Oorlog gingen complexe problemen schuil achter
een simpel ideologisch conflict. Nu krijgen deze problemen die al langer bestonden
een steeds dreigender karakter: milieuproblemen, sociale desintegratie en etnische
conflicten. […] Met dit Virtueel Gesprek wil de VPRO een bijdrage leveren aan het
denken over oplossingen voor onze problemen.76”
In de advertentie in de VPRO-Gids:
Dit debat is op cd-rom te beluisteren, waarbij de passieve luisteraar in een actieve gebruiker
verandert, maar tevens is dit debat in boekvorm uitgegeven. De cd-rom zit in de kaft van het
72
Idem, 6.
In het kader van dit onderzoek werden er pogingen ondernomen de cd-rom aan de praat te krijgen. Naar
aanleiding hiervan verscheen er op 12 februari 2011 een bericht op de weblog van VPRO Digitaal, met een kort
verslag over de cd-rom. “Het is niet meer mogelijk om die cd-rom te draaien op een hedendaagse Windows of
Mac systeem. Maar gelukkig is het wel mogelijk om op die systemen een emulator te draaien die Mac OS7 (!)
emuleert en zo hebben we het volgende filmpje kunnen maken.” Het filmpje is hier te vinden:
http://www.youtube.com/watch?v=yrWshbZ5Eak&feature=player_embedded
Het bericht waaruit het bovenstaande citaat komt is te lezen op de weblog van VPRO Digitaal:
http://weblogs.vpro.nl/digitaal/
74
VPRO-Gids,”Bibliofiele editie van VPRO’s Tweede cd-rom”, VPRO-Gids 5, 3-9 februari, 1996, 10.
75
VPRO Digitaal, “Een Virtueel Gesprek”, november 1995.
76
Idem.
73
37
boek. Elk hoofdstuk is een uitgebreide weergave van het basisgesprek dat werd gevoerd met
de vier deelnemers, waarin zij elk hun scenario voor de toekomst schetsen.77
De interviewfragmenten zijn te beluisteren op de cd-rom, waarbij er voortdurend
aanwijzingen op het scherm verschijnen wanneer één van de andere sprekers wil
reageren. Deze aanwijzing verschijnt in beeld als de naam van de spreker plus een
korte indicatie van zijn reactie. Door op de naam te klikken wordt het volgende
fragment afgespeeld. Op deze manier is het voor de gebruiker mogelijk zijn eigen
weg te kiezen door het in totaal 6,5 uur durende gesprek. Bovendien kan de
gebruiker citaten opnemen en in een zelfgekozen volgorde plaatsen, zodat er als het
ware een radioprogramma wordt gemaakt.
Louis Stiller probeert de cd-rom uit en doet zijn ervaringen uit de doeken voor de
VPRO-Gids:
Ik open het programma op de cd-rom en zie na verloop van tijd de draaiende hoofden van de
vier gesprekspartners […]. De belangrijkste ingang tot de cd-rom is echter het themascherm,
vol bombastische woorden als ‘Veiligheid’, ‘Internet’, ‘Milieu’ en ‘Economie’. Wanneer ik op
één ervan klik (‘Internet’) verdwijnen de anderen. Even later gebeuren er twee dingen: vier
woorden keren in matgrijs terug – de verwante thema’s – en op de gespreksbalk wordt
precies aangegeven waar de drie gespreksdelen staan over Internet […]. Ik selecteer de
laatste en hoor hoe de milieudeskundige begint te praten over het Internet als verspreider
van haat-boodschappen. Ik druk op de knop ‘opnemen quote’ onderaan het scherm, wacht
tot het citaat is afgelopen en druk vervolgens op ‘stop’. Teruggekeerd naar het hoofdscherm
zie ik nu onder de knop ‘geheugen’ een blokje getiteld ‘D’. Links en rechts staan
hulpmiddelen op het scherm, waarmee ik het gesprekblokje kan afluisteren, knippen,
plakken, verschuiven, van pijlen of commentaar voorzien. Daarna speur ik naar andere
citaten die deze boude uitspraak van Van Dieren kunnen ontkrachten of verzachten. Ben je
als gebruiker werkelijk in staatje eigen radio-programma te maken? Daarvan ben ik nog niet
geheel overtuigd. Radioprogramma’s bestaan immers niet alleen uit citaten, maar ook uit
eigen, gesproken commentaar – en deze afwisseling is niet te maken met Een Virtueel
Gesprek. Bovendien is het maar de vraag óf ik wel een eigen radioprogramma wil maken.
Radiomaken is een vak, en dat blijkt overduidelijk als ik na ruim twee uur luisteren en
klikken een compleet programma heb samengesteld; veel stelt het niet voor, mijn
radioprogramma. Citaatje hier, citaatje daar, maar wat is de essentie. Uiteindelijk besluit ik
de gesprekken gewoon netjes vanaf de eerste seconde te volgen, en dat blijkt een hele mooie,
77
VPRO-Gids,”Bibliofiele editie van VPRO’s Tweede cd-rom”, 10.
38
prettige weg. Na verloop van tijd begin ik echter weer te klikken en merk hoe het interactieve
gesprek zich als vanzelf aan elkaar rijgt. Met deze cd-rom kun je vele kanten op, zo blijkt.78
Het werk wat op de zolder wordt verricht is niet alleen gericht op externe
gebruikers, maar ook op interne gebruiker.
Naast de cd-rom’s, de diskettes, de Web-server, de interactieve tvuitzendingen (Lowlands) en de programma’s WEB en WEB
Wereldontvanger is een groot deel van de werkzaamheden de ‘de zolder’ op
de eigen medewerkers en structuur van de VPRO gericht. Elke medewerker
heeft zijn eigen internet-adres, kan beschikken over e-mail en heeft sinds
kort de mogelijkheid om het World Wide Web te bekijken. Een eigen
huismagazine op het Web een digitale Who’s Who en een
medewerkerforum completeren het geheel.79
Er zijn vierhonderd interne e-mailadressen die gezamenlijk zo’n vijfentwintigduizend
e-mails per maand versturen. Naast projecten hebben de medewerkers van Digitaal
allemaal een aandeel in het ondersteunen van het interne systeem en het geven van
onofficiële internet- en e-mailcursussen. Om deze reden en het feit dat de Digitale
Zolder een rol speelt in menig radio- en televisieprogramma, zitten ze nog steeds op
de zolder van een van de VPRO Villa’s en niet ergens in Amsterdam, zo legt
coördinator Charles Wessels uit. Voorbeelden van dergelijke programma’s zijn het
Jeugdprogramma Hongerige Wolf en Omstreken, waar de ‘elektronische brief van de
week’ een vast onderdeel heeft in elke uitzending en natuurlijk WEB
Wereldontvanger.
De nieuwe media ontwikkelen zich nog steeds razendsnel, veel sneller dan werd
verwacht. Op de vraag hoe dit precies te integreren in de publieke omroep de VPRO
is nog geen eenduidig antwoord gegeven. Bruno Felix:
Maar het is en blijft VPRO, want het wordt door ons ingevuld, met een
manier van werken die de VPRO-medewerkers goed beheersen. […] De
VPRO heeft een publieke verantwoordelijkheid, maar of dat in de toekomst
alleen op de bestaande media ingevuld moet worden, is voor mij al lang
geen vraag meer. Voor mij is de grootste vraag hoe de VPRO eruit kan zien
over vijf of tien jaar, en wat de beste manier is om dat te bereiken.
80”
78
Louis Stiller, “Een Virtueel Gesprek”, in: VPRO-Gids 1995, nr. 44, 21-27 oktober, 7.
Louis Stiller, “De Toekomst op Zolder”, in: VPRO-Gids 1995, nr. 44, 21-27 oktober, 6.
80
Louis Stiller, “De Toekomst op Zolder”, 7.
79
39
3. Terug naar de toekomst
Op September 1997, drie jaar na de ‘Digitale Maand’ – ik ben dan 10 jaar oud - ,
krijg ik het volgende mailtje:
From: "Ali Haselhoef" <[email protected]>
To: <[email protected]>
Subject: vpro-tv turbotuig
Date: Mon, 15 Sep 1997 12:40:42 +0100
MIME-Version: 1.0
Content-Type: text/plain; charset="iso-8859-1"
Content-Transfer-Encoding: 7bit
X-Mailer: Microsoft Office Outlook 12.0
Hallo Elize,
Eerst even voorstellen, wij zijn ali haselhoef en inge willems. We zijn
programmamakers voor de televisie. Op het moment zijn we bezig met het
maken van het tv-programma 'TURBOTUIG' voor VPRO-jeugd. We hebben al
eens contact met je gehad toen we je site op de digitale speeltuin
linkten.
Laten we maar met de deur in huis vallen, het lijkt ons heel leuk als je
eventueel mee zou willen doen aan het tv-programma TURBOTUIG. Het
programma gaat over kinderen op het internet. Er wordt iedere
aflevering een portretje gemaakt van een kind die op het internet zit en
het internet gebruikt voor 'een hobby'.
De afleveringen duren 7 minuten.
Bij jou zagen we dat je konijn dood is gegaan en dat je een site en een
tekening op het internet hebt gezet. Dat vinden we erg lief.
Als je zin hebt om eventueel mee te doen, mail dan je adres en
telefoonnummer. Dan nemen we kontakt met je op en met je ouders.
groetjes ali en inge
Turbotuig is een televisieprogramma van de VPRO Jeugdafdeling over nieuwe media
en internet. Elke aflevering wordt er een portret van een kind gemaakt dat op wat
voor manier dan ook actief is op de computer of het internet. Het programma heeft
bovendien ook zijn eigen website, waarop extra informatie en allerlei spelletjes te
vinden zijn. Na elke aflevering is er de mogelijkheid te chatten met de
geportretteerde. Mijn website hebben Ali Haselhoef en Inge Willems op internet
gevonden. Er staan diverse dingen op, waaronder een tekening en gedicht over mijn
dode konijn en mijn online ‘griezelclub’.
Benieuwd naar hun belangstelling voor de nieuwe media destijds en naar
ervaringen met de VPRO destijds vanuit de hoek van de afdeling televisie, trein ik
richting Amsterdam om na ruim dertien jaar Ali Haselhoef opnieuw te ontmoeten.
Surften we na de uitzending van ‘mijn’ aflevering nog achter een beeldscherm dat de
40
hele tafel in beslag nam, nu vind ik Ali Haselhoef achter een flinterdunne macBook
met een knalroze skullcandy koptelefoon ernaast. Het is een vreemde situatie: in
mijn ogen is ze geen dag ouder, maar ik ben bij lange
na niet meer dat kleine meisje in een foute jaren
negentig tuinbroek.
Eenmaal binnen zoek ik naar mijn kladblok en pen in
mijn tas.
3a Elize de Mul [Eigen archief]
Alvorens deze te vinden kom ik een minilaptop, een voice recorder (thuis heb ik
Dragon NaturallySpeaking, een programma dat het gesprek automatisch uit kan
typen), een nintendo DS en een telefoon tegen. En dertien jaar geleden was ik op
televisie omdat ik als een van de eerste Nederlandse kinderen een website had.
Ik weet eigenlijk niets meer van het maken van die site. Ik ben benieuwd of Ali
Haselhoef nog wel weet hoe zij in aanraking kwam met het nieuwe media en het
internet.
Haselhoef: “Ik kom uit Groningen en daar ontstond in 1985 de stichting
Mediamatic, oorspronkelijk een soort van ontmoetingsplaats of forum voor
videokunstenaars en televisiedissidenten, ik deed hier de publiciteit voor. Ik had
politicologie gestudeerd, daar zat toentertijd nog communicatiewetenschappen en
filmkunde bij. Mediapropaganda en film was mijn afstudeerrichting. Er was op dat
moment een golf van werkeloosheid in Nederland en ik kon moeilijk aan een baan
komen. Ik ben toen met een groep mensen begonnen met het maken van films in
een kraakpand, met een video die een jongen had geregeld via zijn opleiding. We
maakten bijvoorbeeld interviewreeksen met mensen uit de kunstwereld, met Paul
Groot en Rob Scholten bijvoorbeeld. Deze werden dan uitgezonden via Kunstkanaal.
Mediamatic nam ook commerciële opdrachten aan. Zo werden vanaf 1993 de eerste
interactieve filmpjes gemaakt voor de eerste CD-roms, daar was Mediamatic erg
fanatiek in. Dan had je bijvoorbeeld een filmpje voor een galerie en dan kon je op
kunstvoorwerpen klikken om de waarde te zien, of achtergrondinformatie.
Een ander project op CD-rom was Doors of Perception [wederom een verwijzing naar
auteur Aldous Huxley, EdM], waar het ging om de vraag of het boek zou overleven,
waar dan bijvoorbeeld via interviews over werd gediscussieerd. Er werden ook
conferenties georganiseerd in de RAI, waar allerlei internationale kunstenaars en
41
wetenschappers op af kwamen. Via Mediamatic kwam ik in dat wereldje, dat circuit
terecht. Mediamatic verhuisde al vroeg naar Amsterdam, naar een pand op de Prins
Hendrikkade. Hier zaten ook De Digitale Stad met Marleen Stikker en XS4ALL met
Rop Gonggrijp. Alle eerste experimenten vonden daar plaats. Het internet zag er
toen nog helemaal niet uit als het internet zoals we het nu kennen, er was alleen
een zwart beeld met een lijntje erop. Maar je kon wel al met andere mensen praten
online, er waren hele woonkamers waar je kon praten over alles wat je maar wou. Ik
kan me nog goed herinneren dat ik voor het eerst e-mail zag.
3b Doors of Perceptions 1 [http://www.mediamatic.net/page/5655/en]
Mediakunstenaar Gerard van de Kaap was ergens begin jaren negentig genomineerd
door het filmfestival Berlijn voor de Blindrom, een CD-rom die bij het
kunsttijdschrift Blind werd uitgebracht. Hier zag ik voor het eerst e-mail, want
Gerard had e-mail. Ik verstuurde daar mijn eerste mailtje. Vol vunzige taal
natuurlijk, want ik realiseerde me gewoon nog niet dat hij dat ook echt te lezen zou
krijgen. Het was te bizar om te geloven dat iets wat je op de ene computer typte, op
een hele andere computer te zien zou zijn.
Wat ik me ook nog goed kan herinneren is hoe traag de eerste websites waren.
Gigantisch lang duurde het, voor zo’n pagina eindelijk binnen was. Alles was ook
nog in html, dus via Mediamatic moest iedereen op cursus. Robin Verdegaal, die
onder andere de Turbotuig site maakte en nu nog bij Digitaal werkt, was een van de
eersten die aan de kunstacademie afstudeerde op html. De leraren hadden geen
idee hoe dat te beoordelen. Toen iedereen zijn eigen website kon knutselen, met
Anglefire bijvoorbeeld, kon je nog echt de blits maken met zo’n internetpagina. In
mijn herinnering kwam die ommezwaai rond 1995, daarvoor had je eigenlijk vooral
42
e-mail en nieuwsgroepen. Bedrijven raakten toen ook geïnteresseerd en er kwamen
steeds meer opdrachten voor websites binnen. Ik en Inge (Willems) vonden dat wel
interessant.
Toen lazen we dat er bij de VPRO mensen nodig waren voor de afdeling Jeugd. Dat
was destijds de aller-leukste afdeling, het was de tijd van Purno de Purno en Rembo
en Rembo. Iedereen die lol maakte en lekker grof was, met name veel
Rotterdammers, die zaten toen daar. De rest van de VPRO bestond een beetje uit
ouwelullen, maar Jeugd was echt flitsend. Wij wilden daar echt heel erg graag
tussen zitten, dus we besloten meteen een voorbeeldprogramma te maken. Mijn
dochter was destijds een jaar of zes en ze had een vriendinnetje met een computer.
Dat meisje maakte daar zelf geanimeerde poppetjes op. Het idee voor het
programma kwam eigenlijk door dat meisje. Het was een grappig gezicht, dat kleine
Surinaamse meisjes met staartjes die achter dat grote scherm met die poppetjes
bezig was. Als mijn dochter zo’n vriendinnetje had, dan waren er vast meer
kinderen die zoiets deden met de computer. Ik vroeg me af wat dan precies. En daar
was het idee voor Turbotuig geboren. De andere kinderen vonden we geloof ik via
zoekmachines, online.
Tijdens het opnemen van de
eerste serie Turbotuig zat
VPRO Digitaal nog op de
zolder. We hadden niet heel
veel met hen te maken.
Robin (Verdegaal) werkte
destijds bij Mediamatic waar
hij websites bouwde. Hij is
degene die de Turbotuig
website heeft gemaakt, met
veel leuke animaties erin.
3c Achter de Turbobox met Alice Haselhoef [eigen archief]
We zijn die toen wel gaan laten zien daarboven, maar daar werd toch een beetje
stug op gereageerd, dat voelde toch een beetje als hun domein.
43
Maar VPRO Jeugd in combinatie met de zolder was echt ontzettend vooruitstrevend
destijds, hoor. Ik herinner me een interactief programma waarbij je dieren moest
voeren, anders gingen ze dood. Dat was echt avant la lettre. En de chatbox die aan
het programma Turbotuig was gekoppeld, de Turbobox, dat was ook echt zijn tijd
vooruit. Je kon chatten terwijl dat toen eigenlijk nog nauwelijks werd gedaan. Dat
kon dan niet met meer dan dertig kinderen tegelijk, dan liep de chatbox vast, en dat
gebeurde dan ook erg vaak. Heel bijzonder was ook dat je letterlijk kon surfen met
alle kinderen die in de chatbox zaten. Je kon een leuke site invullen en dan ging je
daar met zijn allen naar toe.”
3d Achter de Turbobox met Inge Willems [eigen archief]
Hoe zit het, nu terugkijkend, met de verwachtingen die er waren bij de
programmamakers uit die tijd?
“De interactie tussen mensen, dat was echt het meest interessant. Eerder zaten
mensen meer ‘vast’, internet en interactieve CD-roms maakten daar ineens een
einde aan. Dat bracht veel creativiteit teweeg, mensen gingen experimenteren wat
hier allemaal mee kon worden gedaan. Bij de afdeling Jeugd uitte dit zich
bijvoorbeeld in spelletjes. Destijds was er het idee dat er enorme interactie tussen
44
televisie en internet zou komen. Dit wordt het, dachten we. Er zijn toen ook zeer
experimentele dingen geprobeerd. Na Turbotuig heb ik bijvoorbeeld meegewerkt aan
Typotoons en Tattletoons. Bij het eerste programma konden kinderen online met
letters vreemde woorden maken. Schrijvers als Paul van Loon maakten daar dan
live verhalen van en daar werd dan weer een animatie van gemaakt die op televisie
kwam. Na die uitzending konden kinderen meteen weer op internet nieuwe woorden
verzinnen. Tattletoons was een programma in samenwerking met IJsfontijn, een
bedrijf van de eerste ladingen nieuwe media studenten. Dat gedoe met woorden en
schrijvers lieten we varen, nu konden kinderen zelf een gedeeltelijk geleid verhaal
maken in een chat omgeving. De leukste ideeën werden dan uitgevoerd op televisie.
Uiteindelijk liep dit allemaal op niets uit. Kinderen keken gewoon liever Zaai.
De algemene sfeer bij de VPRO was overigens ook gewoon irritant, er was altijd
gedoe tussen de afdeling Televisie en Digitaal. De afdeling Jeugd viel onder televisie
en de hoofden snapten eigenlijk niet zo goed wat het was wat ze deden bij Digitaal.
Ze snapten niets van internet, e-mail of hoe een computer werkt. Er was een
structuur van mensen waarvan de ene helft te oud is om nog te leren en de andere
helft wel wil maar eigenlijk niets weet. Projecten kwamen moeilijk van de grond, er
was vaak geen interesse. VPRO Digitaal had overigens wel een potje en er waren ook
diverse fondsen, dus geld was er wel. Omroepen mochten officieel geen geld
uitgeven aan internet. De VPRO deed dit regelmatig wel en ook dat zorgde voor
problemen. De Mediawet stond verdere ontwikkelingen in de weg.
Toen internet populairder werd, wilden alle programma’s ineens een eigen website.
Digitaal moest dat allemaal maar maken, ‘die waren daar toch voor’. Voorheen had
de afdeling veel eigen projecten en bijzonder websites, het was echt een broedplaats
voor experimenten. Daarna kreeg de afdeling een meer faciliterende , dienende
functie. Projecten zijn meestal gekoppeld aan televisie, zoals je bijvoorbeeld bij de
Beagle zag.”
Heeft de publieke omroep de boot gemist dan?
“Nee, absoluut niet! De publieke omroep heeft juist ontzettend veel wat anderen niet
hebben omdat zij zo vroeg begonnen zijn. Denk aan Uitzending Gemist, alle
commerciële omroepen willen dat nu ook. Bovendien zijn de publieke omroepen na
Nu.nl en de Telegraaf qua nieuwsvoorziening het belangrijkste. Ik denk dat mislukte
projecten niet te wijten zijn aan de publieke omroep. Kijk naar digitale televisie, een
fantastisch idee, reclames doorspoelen, zelf bepalen wat je wanneer kijkt. Maar
komt Boer zoekt vrouw op televisie zit iedereen toch weer massaal tegelijk te kijken,
45
om erna massaal op internet meningen te spuien. Ik schrijf meteen erna een stukje,
gooi dat op het web en dat trekt dan tien- tot twintigduizend unieke bezoekers per
uur. Zo’n artikel wordt beter gelezen dan een artikel over die tien doden in Ethiopië.
Interactieve film is ook mislukt terrein. Mensen willen dat helemaal niet, er moet
gewoon een goede regisseur zijn die voor jou bepaald wat interessant is.”
46
Uitleiding
Hier eindigt dan voor nu deze sfeerschets van een veelbewogen en bijzondere tijd.
Met zeer veel plezier heb ik mij door het verzamelde archiefmateriaal heen bewogen
en ik kan alleen maar hopen dat mijn enthousiasme zich heeft weten te vertalen
naar papier.
Zoals al eerder gesteld, kan dit verslag het best worden gezien als een deel A, waar
deel B-Z hopelijk snel op zullen volgen. GertJan Kuiper kwam na het lezen van een
eerste verzie al met verscheidene voetnoten en op- en aanmerkingen op mijn
verhaal, die ‘zeker iets zijn voor delen B-Z’. Dit zie ik absoluut niet als een
tekortkoming van het verhaal van mijn kant, ik heb immers gekozen voor een
bepaalde invalshoek, maar juist als een gewenste reactie op dit verslag. Ik hoop dat
meerdere mensen dit ‘deel A’ zullen lezen en zich geroepen voelen er iets aan toe te
voegen, nuanceringen aan te brengen of met nieuw archiefmateriaal zullen komen.
Op verzoek geef ik hieronder enkele mogelijke suggesties – naar aanleiding van
opvallendheden in het archiefmateriaal - voor de delen A-Z, waartussen ook enkele
door GertJan Kuiper geopperde onderwerpen.
Voorspellingen spelen een grote rol in zowel documentaires als artikelen uit de
periode van de ‘Digitale Revolutie’. Sommigen blijken, ondanks het feit dat zij
toentertijd zeer futuristisch leken, zeer accuraat te zijn, waar anderen de plank
volledig mis hebben geslagen. Een onderzoek naar de voorspellingen - zowel gedaan
dóór als óver de publieke omroep VPRO en de afdeling Digitaal in het bijzonder leert veel over het vermogen en het inzicht van betrokkenen en hun onderlinge
verhoudingen en terugblikkend over de tijd waarin deze uitspraken zijn gedaan.
Van veel projecten en programma’s zijn beschrijvingen van de uitwerking vaak wel
te vinden. Het zou echter ook leerzaam zijn om er de drijfveren achter de
verschillende projecten en de ambities en verwachtingen van betrokkenen aan toe
te voegen. Van sommigen projecten is veel verloren gegaan, bijvoorbeeld het Loop en
Grid project. Ook hier zijn algemene beschrijvingen van terug te vinden, maar wat is
er uiteindelijk uit deze projecten voorgekomen? Wellicht dat er nog ‘persoonlijke
archieven’ aan te boren zijn?
Toegevoegd aan het vorige stelde GertJan Kuiper dat de ambities rond de eerste
Lowlands projecten en de praktische uitvoering ervan ook zeer zeker iets voor de
delen B-Z is.
47
De relatie tussen de verschillende afdelingen van de VPRO is ook een regelmatig
terugkerend onderwerp. Dat er spanningen zijn (geweest) moge duidelijk zijn, maar
ook de vruchtbare samenwerkingsprojecten moeten worden genoemd. Ik heb expres
meerdere kanten van het verhaal trachten te verlichten (Digitaal, Gids, Televisie),
waarbij bleek dat de verschillende visies nog steeds niet helemaal met elkaar
stroken. Na aanleiding van het interview met Ali Haselhoef, waarin zij onder andere
stelt dat de afdeling Digitaal een meer dienende functie heeft gekregen, reageerde
GertJan Kuiper bijvoorbeeld: “Dit is Ali’s mening, maar ze doet hier latere projecten
als de Beagle echt tekort. Ik snap zeker wat ze bedoelt, maar de verschuiving naar
een afdeling die meer geïntegreerd is met de rest van de VPRO is niet alleen
negatief.” De verschuiving van de plaats van de afdeling Digitaal en de
implicaties/gevolgen hiervan lijken mij een interessant onderwerp.
De afdeling VPRO Digitaal kan als een van de pioniers op het gebied van de nieuwe
media worden aangerekend. Het is opvallend hoe vooruitstrevend de afdeling in zijn
beginjaren was op zeer uiteenlopende gebieden, van het ontwikkelen van een shared
workspace tot het verzorgen van dieren in een interactieve digitale omgeving.81 Wat
voor een invloed hebben dergelijke projecten gehad op de ontwikkeling van nieuw
mediagebruik (zijn tamagotchi’s afgekeken van het laatste voorbeeld?) Was de
afdeling wellicht soms té vroeg met sommige projecten?
Als zich een algemene conclusie opdringt dan is het wel dat de ’Digitale Revolutie’
het werk is geweest van een relatief kleine groep pioniers. Anders dan bij veel
klassieke technologieën zien we dat veel van de beschreven ontwikkelingen hun
oorsprong vinden in achter zolderkamers, tuinschuurtjes en kelders. Wat opvalt is
dat deze pioniers enerzijds gedreven werden door een enorm – bijna euforisch –
optimisme met betrekking tot de sociale gevolgen van het internet,maar anderzijds
ook reeds een scherp bewustzijn hadden van de potentiële gevaren van het internet.
Inmiddels is internet niet meer weg te denken uit ons leven. Hoewel
commercialisering ook het internet in zijn greep houdt en ook de strijd om
informatie tussen overheid, bedrijfsleven en burgers nog altijd voortduurt (denk
bijvoorbeeld aan de omstreden OV-chipkaart en Wikileaks), is het internet nog
steeds een relatief vrije publieke ruimte. We vergeten vaak dat dit laatste niet
81
Het zou interessant zijn de relaties te onderzoeken tussen de experimenten als het verzorgen van dieren in
een digitale omgeving bij VPRO Digitaal en soortgelijke experimenten in andere landen, zoals The Telegarden,
die werd ontwikkeld aan de University of Southern California en in juni 1995 online werd gezet.
48
vanzelfsprekend is, maar mede te danken is aan de pioniers uit de beginjaren die in
deze beknopte geschiedenis centraal staan.
49
Bronnenlijst
Bergeijk, J. van, “Allemaal Digitaal”, in: VPRO-Gids 1994, nr.36, 3-9 september,3-5.
Bergeijk, J. van, “Het geeft een enorme kick om iemand klaar te tikken”, in: VPROGids 1994, nr. 39, 24-30 september,9.
Bergeijk, J. van, “Louis Rosetto: ‘Er ligt een betere wereld in het verschiet’”, in:
VPRO-Gids 1994, nr. 37, 10-16 september, 5.
Bergeijk, J. van, “Het belang van de User Interface”, in: VPRO-Gids 1994, nr. 38, 1723 september, 5.
Bergeijk, J., “WEB Wereldontvanger completeert het ‘wereldnieuws’”, in: VPRO-Gids
1995, nr. 39, 30 september-6 oktober,9.
Bergeijk, J., “@Digitalia@: Netwerkverslaving”, in: VPRO-Gids 1995, nr. 20, 20-26
mei, 21.
Bergeijk, J., “@Digitalia@: Chaos Control”, in: VPRO-Gids 1995, nr. 22, 3-9 juni, 23.
Bergeijk, J., “@Digitalia@: Medio Magazine”, in: VPRO-Gids, nr. 24, 17-23 juni, 27.
Bergeijk, J., “@Digitalia@: The Daedalus Encounter”, in: VPRO-Gids 1995, nr. 34,
26 augustus-1 september, 31.
Bergeijk, J., “@Digitalia@: Wehkamp Veiling”, in: VPRO-Gids 1995, nr. 47, 25
november-1 december, 21.
Blom, E., “Rock & Roll met Enen en Nullen”, november 2005.
http://webwereld.nl/opninie/38307/rock--amp--roll-met-enen-en-nullen.html
(laatst bezocht op 09-01-2011)
Blom, H., “Er gaat een digitale wereld open”, in: VPRO-Gids 1994, nr. 35, 27
augustus-3 september, 13.
Blom, H., “Wat brengt de toekomst?”, in: VPRO-Gids 1994, nr. 39, 24-30 september,
7.
Blom, H., “Internet, cd’s en auteursrecht”, in: VPRO-Gids 1995, nr.5, 4-10 februari,
2-3.
Boomen, M. van den, “Van Hacker tot Internetmiljonair”, De Groene Amsterdammer,
20-07-2002.
Flint, J., “DDS 10 jaar”, http://www.dds.nl/dds/jarig.php (laatst bezocht op 03-012011)
50
Keij, A.,”Lowlands op radio, internet en tv”, in: VPRO-Gids 1995, nr. 35, 19-25
augustus, 8.
Looijestijn, E., “De ontdekking van het internet”, in: VPRO-Gids 2010 6, 6-12
februari, 10-14.
Meijer, W., “Kameel”, in: VPRO-Gids 1994 nr. 39, 24-30 september, 13.
Stiller, L., “De Toekomst op Zolder”, in: VPRO-Gids 1995, nr. 44, 21-27 oktober, 6-7.
Stiller, L., “Een Virtueel Gesprek”, in: VPRO-Gids 1995, nr. 44, 21-27 oktober, p 7.
Ulje, P., “Gedigitaliseerde rommel”, in: VPRO-Gids 1994, nr. 38, 17-23 september,
13.
VPRO-Gids advertentie,”Bibliofiele editie van VPRO’s Tweede cd-rom”, 1996, gids 5,
3-9 februari, 1996, 10
Beeld:
Dijk, K. van, HollandDoc zomertip: Beeldstorm, HollandDoc kanaal op Youtube,
2010. http://www.youtube.com/watch?v=qWWekUk3YuY (laatst bezocht op 28-012011)
Groenteman, G., Iedereen op Internet, Kleine Storm Mediaproducties, 2006. Holland
doc. Uitgezonden door de Humanistische Omroep.
MCI reclame, 1993. http://www.youtube.com/watch?v=V-sfEOcYhfs (laatst bezocht
op 24-01-2011)
Schröder, R., Wiering, F., Vries, M. de, red., Beeldstorm, AVRO 1994. Zoals gezien
op: www.hollanddoc.nl/kijk-luister/kunst-en-cultuur/games-eninternet.html?playurn=urn:vpro:media:program:3178495&currentPage=2 (laatst
bezocht op 03-02-2011
Websites
Hack-Tic nr. 14/15, 1991. http://www.hacktic.nl/magazine/1402.htm (laatst
bezocht op 19-12-2010)
Hack-Tic nr. 20/21, 1993. http://www.hacktic.nl/magazine/2018.htm (laatst
bezocht op 23-12-2010)
Korte geschiedenis van XS4ALL op de website:
http://www.xs4all.nl/overxs4all/geschiedenis/
51
Overzicht van projecten van de afdeling VPRO Digitaal:
http://www.vpro.nl/data/projecten/5JAAR2HOOG/1.1/aflevering/afleveringindex-jaar.shtml
Het Virtueel Gesprek van VPRO Digitaal in werking:
http://www.mefeedia.com/watch/31248948.
De Digitale Gids van VPRO Digitaal in werking:
http://www.youtube.com/watch?v=i_p0LRAd33M
http://www.youtube.com/watch?v=m1nXECDYs78
http://www.youtube.com/watch?v=FE7vGuWH7Wg
http://www.youtube.com/watch?v=Apl0SZCmF1A
http://www.youtube.com/watch?v=uKOBjIiCtYk
Weblog een kamer in het verleden:
http://weblogs.vpro.nl/eenkamerinhetverleden/over-een-kamer-in-het-verleden/
Beeld en Geluid Wiki, informatie over WEB:
http://www.beeldengeluidwiki.nl/index.php/WEB
Afbeeldingen
‘Achter de Turbobox met Ali Haselhoef’ [eigen archief]
‘Achter de Turbobox met Inge Willems’ [eigen archief]
‘Bruno Felix’ [VPRO Archief]
‘Elize de Mul’ [eigen archief]
‘Hack-Tic 14/15’ [http://www.hacktic.nl/magazine/1401.htm]
‘Hack-Tic 20/21’ [http://www.hacktic.nl/magazine/2018.htm]
‘De Digitale Zolder’ [VPRO Archief]
‘Digitale Gids’ [http://www.vpro.nl/javascript/beeldvergroting/
index.shtml?2233110]
‘Digitale Gids’ [http://www.vpro.nl/javascript/beeldvergroting/
index.shtml?2233126]
‘Doors of Perceptions’ [http://www.mediamatic.net/page/5655/en]
‘Knuffelkwijtsijt’ [http://www.knuffelkwijtsijt.nl/index.php/gevonden/]
52
Bijlage A – Reflectieverslag
Voor aanvang van mijn eerste - aanvankelijk enige – stage bij de VPRO-Gids
redactie klonk mijn verantwoording voor mijn keuze van deze stageplaats als volgt:
De stageplek binnen de redactie van de VPRO Gids biedt de mogelijkheid deel te
nemen aan het arbeidsproces, in dit geval het bijdragen aan de productie van een
wekelijks uit te brengen gids. De stage biedt bovendien de mogelijkheid achter de
schermen te kijken van een groot Nederlands mediabedrijf, hetgeen een leerzame
praktische toevoeging is aan een theoretische master opleiding. Het werk zelf is
weliswaar vooral praktisch en journalistiek, maar er wordt meer dan genoeg ruimte
geboden voor academisch nieuwe media onderzoek met de redactieburelen als
uitvalsbasis. Bovendien is het uitdagend en vernieuwend om een nieuwe media
kwestie aan te snijden vanuit redactiewerk. Naast het bieden van een interessant
onderzoeksveld, creëert de stage de mogelijkheid journalistieke vaardigheden op te
doen.
In het volgende reflectieverslag ga ik na of mijn verwachtingen en uiteindelijke
ervaringen met elkaar stroken en kijk ik of hoe mijn van tevoren opgestelde
leerdoelen en uiteindelijk opgedane vaardigheden zich met elkaar verhouden.
1. Journalistieke vaardigheden
Een van mijn vooropgestelde leerdoelen was het ‘opdoen van journalistieke
vaardigheden. In mijn verantwoording stel ik dat de stage bij de VPRO de
mogelijkheid creëert journalistieke vaardigheden op te doen. Inderdaad bleek de
stageplek op de redactie mij zeer snel in te wijden in de ins en outs van de
journalistiek.
Vanaf dag één kreeg ik de verantwoordelijkheid voor het aandragen van items, het
vergaren van informatie en uiteindelijk voor het schrijven van een publiceerbaar
artikel dat past binnen de filosofie van de VPRO. De onderwerpen van de artikelen
die ik in de loop van de drie maanden die ik doorbracht op de redactie heb
geschreven lopen sterk uiteen, wat vaak inhield dat ik mij in korte tijd moest
inlezen in nog onbekende terreinen. Ook kreeg ik de mogelijkheid verschillende
vormen van journalistiek te bedrijven, van interviews met onder andere Jan Blokker
junior en Michiel Romeyn, recensies van documentaires en reportages. Omdat ik
geen eerdere ervaring heb in de journalistiek vond ik het vooral aan het begin soms
spannend om zomaar mensen op te bellen om aan informatie te komen of de ‘juiste’
vragen te bedenken voor interviews. Naarmate de tijd verstreek werd ik hier echter
steeds zekerder in en gingen de verschillende vormen van journalistiek me steeds
beter af. Elke woensdag besprak ik mijn geschreven artikelen van de week ervoor
met mijn stagebegeleidster Jos Schöttlendreier en het door mij bijgehouden logboek
laat zien dat er in de loop van de weken nauwelijks meer inhoudelijke kritiek van
haar kant kwam. Aan het einde van de stageperiode mocht ik dan ook een lang
‘redactioneel’ artikel schrijven over een zelfgekozen onderwerp. Ik heb hier gekozen
voor een artikel over computergames, daar het aansluit bij mijn master Nieuwe
Media en er bovendien in de geschiedenis van de VPRO-Gids nauwelijks iets over dit
53
onderwerp is verschenen. Om het wel te laten aansluiten bij de normale
onderwerpen van de VPRO-Gids heb ik mij vooral toegelegd op gewelddadige games
en jeugd. Ik ben hiervoor onder andere naar het Nederlands Jeugd Instituut
afgereisd om mediapsycholoog Peter Nikken te spreken. Ik vond dit een erg leuk
interview omdat deze man zich bezighoudt met dezelfde onderwerpen als de Nieuwe
Media Studies, maar deze vanuit een totaal andere hoek benaderd. Zie bijlage B
voor het uiteindelijke artikel.
Er was genoeg ruimte om creatief te zijn en zelf ideeën aan te dragen en om deze ‘uit
te proberen’. Aan het begin was ik hierin wat terughoudend, omdat ik nog een
beetje aan het aftasten was wat de VPRO-Gids stijl precies inhoudt. Uiteindelijk
durfde ik wel meer mijn mening te laten horen. Zo wilde de gidsredactie met
Wereldvoedseldag niets aan dit thema doen wegens het ‘muffige gehalte’ ervan. Daar
het thema dit jaar ‘verspilling’ was, stelde ik voor om op reportage te gaan en een
poging te wagen tot het zogenaamde ‘skippen’, oftewel weggegooid voedsel wat nog
prima te eten is uit de prullenbak redden. Ik kreeg groen licht en uiteindelijk kreeg
mijn reportage een hele pagina. Het interviewen van mensen op straat en
binnendringen op verboden terreinen van supermarkten gaf weer een heel nieuwe
dimensie aan mijn journalistieke ervaringen!
Naast het schrijven van artikelen heb ik ook diverse andere projecten gehad op de
redactie. Zo heb ik voor het festival Crossing Border zo’n 75 ‘nanobiografieën’
geschreven van schrijvers, bands en andere artiesten die hier kwamen optreden. In
80 woorden moet hierin de plaats van herkomst, geboortedata, belangrijke boeken,
CD’s, liedjes, prijzen e.d. worden bekend gemaakt en tevens op zo’n manier dat het
publiek enthousiast wordt. Deze tamelijk vermoeiende opdracht heb ik wel als zeer
leerzaam ervaren omdat je in zeer korte tijd heel veel feiten moet checken en
vervolgens met een zeer beperkt aantal woorden toch telkens weer creatief moet
zijn.
Ik heb ook een project met de afdeling beeld van de redactie gedaan waarin voor een
special van Andere Tijden een beeldcollage werd gemaakt uit verschillende oude
documentaires. Ik heb hiervoor met de redactie van Andere Tijden gesproken zodat
ik de beelden kon voorzien van mooie en leuke wetenswaardigheden. Dit vond ik erg
leuk om te doen omdat het interessant is de verschillende afdelingen vinnen de
VPRO te verkennen en met mensen uit verschillende disciplines te praten. Dit
brengt me tevens op het volgende leerdoel.
2. De organisatie van een groot mediabedrijf
Mijn tweede leerdoel was het ‘inzicht krijgen in de organisatie van een groot
mediabedrijf’. Hoewel mijn eerste stage zich bevond op de afdeling van de gids, heb
je continue te maken met de rest van de VPRO. Zo schreef ik regelmatig stukken
over VPRO-producties waarvoor je met de makers moet praten en ben je tijdens het
verzamelen van informatie constant buiten de redactie aan het werk. Bovendien
was ik vanaf dag één bezig met de vraag wat ik als onderwerp zou kunnen nemen
voor mijn uiteindelijke stageonderzoek. In het kader van mijn master Nieuwe Media
54
was het duidelijk dat het onderwerp hier bij zou moeten aansluiten en mijn eerste
verkenningen richtten zich dan ook op het gebruik van nieuwe media binnen de
VPRO. Binnen de redactie van de gids speelden vooral vragen als ‘moeten wij iets
doen met de iPad’ en daar dit niet meteen mijn aandacht trok keek ik als snel naar
andere afdelingen van de VPRO, met name VPRO Digitaal.
De VPRO geldt als een pionier in het gebruik van nieuwe media door de publieke
omroep en ik raakste geïnteresseerd in het thema ‘innovatie’. Tegen het einde van
de drie maanden stage bij de redactie had ik mijn eerste voorstel voor een
stageonderzoek ingeleverd, met als hoofdvraag: ‘hoe vindt innovatie plaats binnen
de VPRO (digitaal) en op welk punt in nieuwe media innovatie bevindt deze publieke
omroep zich nu?’ Ik maakte kennis met de werknemers van de afdeling Digitaal die
al meteen enthousiast met me mee wilden denken. Daar ze op het moment geen
stagiair op de afdeling Digitaal hadden werd al snel gevraagd of ik wellicht interesse
had in een stageplek voor de komende 2,5 maand. Dit leek me erg leuk en
interessant en dit aanbod nam ik dan ook dankbaar aan. Na enkele gesprekken met
mijn nieuwe begeleider GertJan Kuiper en voorbereidend (archief)onderzoek bleek
mijn eerste onderzoeksvraag lastig te benaderen en er bleek bovendien erg weinig
aan archiefmateriaal te bestaan om mee te werken. Ik raakte gefascineerd door
hetgeen ik wél terugvond en er werd in overleg besloten dat ik aan de slag zou gaan
als ‘geschiedschrijver’ van een eerste historie van de afdeling Digitaal. Zoals al
eerder gesteld in mijn uiteindelijke onderzoek zie ik mijn werkzaamheden daar als
een toetsing van de journalistieke vaardigheden die ik in mijn eerste stage bij de
gids heb opgedaan en ik ga hier dan verder ook niet diep in op mijn stage bij VPRO
Digitaal. Wel ben ik erg dankbaar dat ik zowaar de kans heb gekregen om niet op
één, maar twéé afdelingen van de VPRO te werken en dat ik hierdoor zeer veel heb
geleerd over de wekring van een groot mediabedrijf als de VPRO. Zoals bleek uit
mijn onderzoek gaat helaas vaak veel informatie verloren in een dergelijk groot
bedrijf en dat er tussen afdelingen onderling niet altijd een verstandelijke relatie
hoeft te bestaan. Ik had verder verwacht dat de organisatie binnen de VPRO heel
strak en doelgericht is, maar dit bleek ook in veel gevallen wel mee te vallen. Veelal
zijn de afdelingen vooral met hun eigen producties bezig en minder met de VPRO als
geheel.
Ik heb bij de gids geleerd om zelfstandig te werken en het feit dat ik bij Digitaal de
ruimte kreeg om volledig zelfstandig een groot onderzoek op te zetten en uit te
voeren heeft me veel zelfvertrouwen gegeven. Bovendien heb ik mogen ervaren hoe
het is echt ‘bevlogen’ te raken van iets en hoe leuk archiefonderzoek kan zijn. Dat
het onderzoek vervolgens met zo veel enthousiasme is ontvangen is voor mijn gevoel
echt de kers op de taart. Dit brengt me bij mijn derde en laatste leerdoel.
3. Een academische onderzoeksvraag koppelen aan praktijkervaring
Voor mijn gevoel loopt het academisch onderzoek en de praktijkervaring in de weg
die ik uiteindelijk ben ingeslagen moeiteloos in elkaar over. De mediageschiedenis
waar ik mij jarenlang middels ‘droge teksten’ heb mogen bezighouden, toonde zich
plotseling zeer levendig en spannend en andersom kreeg ik ineens de mogelijkheid
55
om van die bijzondere gebeurtenissen uit te praktijk een verhaal te maken wat
anderen helpt de nieuwe mediageschiedenis beter te begrijpen. Ik heb niet alleen
ontzettend veel nieuwe vaardigheden opgedaan, waaronder zelfstandig onderzoek,
journalistieke ervaring, goed overleggen, levendig schrijven, zelfstandig
archiefonderzoek, maar ook heel veel nieuwe inzichten gekregen. Het wonderlijke
van de geschiedenis van nieuwe media en de eigenaardige pioniers die in deze
historie een belangrijke rol hebben dringt misschien wel voor het eerst echt to me
door en dit vind ik zeer waardevol.
Samenvatten kan ik stellen dat de vrij brede leerdoelen die ik van tevoren voor
mijzelf had opgesteld niet alleen meer betekenis hebben gekregen naarmate ik
langer op beide stageplekken aanwezig was, maar dat ik hier uiteindelijk ook zeker
aan heb kunnen voldoen. Ik vond beide stages een leuke en leerzame ervaring,
waarin ik regelmatig tegen mijn eigen grenzen van onzekerheid aanliep en deze
vervolgens wel steeds verder heb weten te verleggen. Ik ben de VPRO dankbaar voor
het feit dat ze mij gedurende een half jaar hebben willen ontvangen en voor het feit
dat ik de kans heb gekregen een zeer zelfstandig stageonderzoek uit te voeren.
56