MRA Podium 2013 nummer 4 - Metropoolregio Amsterdam
Transcription
MRA Podium 2013 nummer 4 - Metropoolregio Amsterdam
JAARGANG 2-NR. 4-DECEMBER 2013 Nieuws uit de Metropoolregio Amsterdam Akkoord over Visie Noordzeekanaalgebied 2040 Landschap ontbeert Maarten van Poelgeest: Vernieuwing sterke stem “Samenwerking op inhoud centrum Zaanstad in intensiveren” vogelvlucht korte berichten >> Almere krijgt duinlandschap Voor een wandeling door de duinen kunnen metropoolbewoners- en bezoekers voortaan ook naar Almere. In april is al de eerste duintop aangelegd. Het is de bedoeling dat een kuststrook van meer dan drie kilometer wordt opgesierd met een duinlandschap. Het gebied wordt de komende tien jaar ook aantrekkelijk gemaakt voor nieuwe bewoners, die rond dit nieuwe landschap een huis kunnen bouwen. Informatie: www.duin.nl Start opleiding Food- en Procestechniek De eerste acht leerlingen zijn gestart aan de nieuwe opleiding Food- en Procestechniek. Dit kon gebeuren dankzij financiële steun van de Amsterdam Economic Board, het Regiocollege en de gemeente Zaanstad. De opleiding heeft nu een tijdelijke locatie, maar verhuist in januari 2014 naar de TechniekCampus Zaanstreek. Hier zijn al meerdere technische opleidingsinstituten gevestigd. Het betreft een unieke bundeling van krachten van onderwijs en bedrijfsleven. Informatie: Casper de Canne, [email protected] Samenvoeging Bussum, Muiden en Naarden GS van Noord-Holland starten de procedure om de Gooise gemeenten Bussum, Muiden en Naarden samen te voegen. Streven is dat de nieuwe gemeente per 1 januari 2016 een feit is. Voor de regionale samenwerking in het hele Gooi worden voor de middellange termijn drie scenario’s voor gemeentelijke herindeling nader onderzocht. Op lange termijn zien GS de vorming van één gemeente Gooi en Vechtstreek of een ge- In beweging ‘Stad zorgt voor economische groei en banen van de toekomst’ Amsterdam is een open en aantrekkelijke stad, voor iedereen. Jaarlijks vestigen zich hier ruim 100 nieuwe internationale bedrijven. Daarmee zijn we een van de koplopers in Europa. Ook bezoekers weten onze stad te vinden. Het afgelopen jaar passeerden we voor het eerst de magische grens van tien miljoen hotelovernachtingen. Amsterdam is natuurlijk ook een werkende stad. en is voortdurend in beweging. De wereld veran dert razendsnel, met ook grote gevolgen voor de Metropoolregio Amsterdam. Zo groeit de economische rol die steden internationaal spelen. De stad zorgt voor de economische groei en banen van de toekomst. Daarmee hebben zij ook een steeds grotere verantwoor delijkheid. De Amsterdamse regio staat er goed voor, maar in het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. De crisis heeft ons geleerd dat het belangrijk is om onze economie te verbreden en minder conjunctuur gevoelig te maken. Dat is goed voor de werkgelegenheid en stelt ons in staat 2 Podium 2 | 4 meente Gooi naast een gemeente Vechtstreek. GS zijn tot hun advies gekomen na consultatie van alle gemeenten in de Gooi en Vechtstreek en Provinciale Staten. Nieuwe generatie windparken De provincie Flevoland heeft het licht op groen gezet voor de tweede fase van het ‘Regioplanproces’. Dit houdt in dat molenaars, grondeigenaren en bewoners van het landelijk gebied de komende tijd projectplannen gaan opstellen om een nieuwe generatie windparken te realiseren. Het proces moet leiden tot een mooier landschap, minder molens, meer duurzame energie en een structurele economische stimulans. Om het proces te ondersteunen, heeft de provincie een financiële bijdrage van 340.000 euro beschikbaar gesteld. Carolien Gehrels, lid Amsterdam Economic Board, wethouder Economische Zaken van de gemeente Amsterdam klappen op te vangen. Behalve dat, heeft de crisis ook geleerd dat we als regio snel moeten kunnen inspringen op interessante ontwikkelingen. De samenwerking tussen kennisinstellingen, bedrijfsleven en overheid is de afgelopen periode geïntensiveerd. Partijen weten elkaar steeds beter te vinden. Dat heeft tot allerlei gezamenlijke investeringen in kennis en innovatie in de regio geleid. Het meest veel belovende voorbeeld is Amsterdam Metropo litain Solutions, een technologisch instituut voor stedelijke innovatie. Op dit moment zijn we in gesprek met TU Delft, Wageningen Universiteit en MIT en bedrijven als Shell, Philips, Cisco en IBM over het realiseren van dit instituut. Ik ben er van overtuigd dat dit initiatief onze economie een enorme impuls kan geven. Het is goed voor extra werkgele genheid, zorgt voor extra investeringen en allerlei nieuwe bedrijvigheid. Amsterdam bouwt voort op een sterke traditie. Toch zijn we nog maar net begonnen. Mobiliteitsopgave verandert FOTO: MICHIEL WIJNBERGH Bereikbaarheid staat volop in de publieke belangstelling: er is minder geld voor asfalt, terwijl tegelijkertijd de auto voor het eerst in haar bestaan aan populariteit inboet. Wat betekent dit voor de Metropoolregio Amsterdam? Wereldwijd veranderen de mobiliteitspatronen in snel tempo. Het afgelopen decennium was in de stad al een forse verschuiving zichtbaar van de auto en het openbaar vervoer naar de fiets. Vooral de afname van het binnenstedelijke autogebruik is opvallend. Behalve het gebruik, neemt ook het autobezit af, vooral onder twintigers: autodelen wint snel terrein. In het verkeer naar steden toe zien we een lichte verschuiving naar meer openbaar vervoer. Deze trends worden nog eens versterkt door het feit dat in afgelopen jaren de stad in populariteit gegroeid is: jongeren hadden al langer een voorkeur voor een stedelijke woonomgeving, die nu nog eens versterkt is. Ook gezinnen en ouderen blijven tegenwoordig langer in de stad wonen of keren terug. En waar altijd gedacht was dat ouderen van nu vooral autogericht zouden zijn, gaat deze groep steeds meer fietsen. Ongetwijfeld heeft dit laatste te maken met de opkomst van de elektrische fiets. Uiteraard heeft de crisis ook invloed, maar het gaat toch vooral om autonome ontwikkelingen. Nieuwe aanpak Henk Markerink, directeur Amsterdam ArenA en lid Amsterdam Economic Board De veranderende mobiliteit vraagt om aanpassing van de netwerken fiets, OV en weg. Ook het ministerie van IenM onderkent dat de opgave anders is komen te liggen. De focus van de bereikbaarheidsopgave verschuift langzamerhand in de richting van de stedelijke opgave. Vast staat inmiddels dat het Rijk gaat werken met de toepassing van de vijf I’s om knelpunten op te lossen: Innoveren, Informeren, Instandhouden, Inrichten en Investeren. De komende tijd kijkt het ministerie daarbij in ieder geval nadrukkelijker naar fiets en OV. Toepassing van de nieuwste technieken krijgt meer nadruk, zowel om de doorstroming op de weg te verbeteren als om de bestaande wegen beter te benutten. Bij het oplossen van wegknelpunten komt dus meer aandacht voor nieuwe technologieën en voor oplossingen in bijvoorbeeld de ruimtelijke inrichting of voor zaken als verschuiving van school -en werktijden. Het impulsprogramma Beter Benutten, dat in de breedte was gericht op het beter benutten van bestaande infrastructuur, krijgt in 2014 bovendien een vervolg. Consequenties MRA In de Amsterdamse regio is de afgelopen jaren door Rijk en regio veel geïnvesteerd in de bereikbaarheid, waardoor deze flink verbeterd is. De jongste analyses tonen echter aan dat een aantal knelpunten nog om oplossingen vraagt: denk aan A1, A8/A9, A5 en A6. Maar ook voor het faciliteren van de toename van het fietsen binnen steden zijn extra maatregelen nodig. Net zoals de afstemming met de ruimtelijke opgave. Verder is er nog veel winst te behalen door toepassing van de nieuwste technologieën: binnenkort vindt er al een proef plaats rond Amsterdam met persoonlijke ‘in-car’ route-informatie. Kansen liggen verder in het benutten van de mogelijkheden die de nieuwste technologie en open data bieden. Kortom, er is ook de komende jaren nog veel te doen als regio. Contactpersoon: Constance Winnips, [email protected] 2 | 4 Podium 3 Landschap ontbeert sterke stem FOTO: MICHIEL WIJNBERGH Het metropolitaan landschap is een rijk bezit voor de metropool. Bestuurders wijzen graag naar het gunstig effect van het groene, landelijk gebied op het woon- en vestigingsklimaat. Sinds het MRA-congres eerder dit jaar gebeurt dit met de slogan ‘Het landschap is van iedereen’. Maar dat is geen garantie voor de toekomst. Een nieuwe kijk op de bestuurlijke samenwerking is dringend nodig. Amsterdam als metropool toont een unieke lobbenstructuur van enerzijds stedelijk weefsel en anderzijds landschappelijk weefsel. Intensief overheidsbeleid heeft in de 20e eeuw geleid tot een gevarieerd gebruikslandschap, met agrarische gebieden in particulier bezit en natuur- en recreatiegebieden in (semi) overheidsbezit. Als regio hebben we dan ook een rijke erfenis gekregen van het Rijk, die het vestigingsklimaat van onze steden en dorpen enorm heeft verbeterd. Maar de erfenis behoeft wel zorg. Niet alleen omdat de maatschappij voortdurend verandert, maar ook omdat publieke financieringsmogelijkheden afnemen. De vraag is welke verantwoordelijkheid de provincies en de gemeenten in metropoolverband nemen voor een toekomstbestendig landelijk gebied. del- en fietspaden en biedt allerlei plekken voor sport en hobby. In bredere zin vervult het landschap functies zoals rust en ruimte, cultuurhistorie, identiteit, onthaasting en beleving, terwijl het tevens het decor vormt voor de veelheid van verkeerswegen tussen de steden en dorpen. Relatie stad-land Juist in het landschap krijgen nieuwe functies veelal een plek, denk aan het verbreden van het bestaande wegennet, het uitbreiden van woonwijken, bedrijventerreinen en havens, het realiseren van waterberging en de ontwikkeling van grotere agrarische bedrijven. Een belangrijk fenomeen is dat, naast overheden, juist bedrijven, instellingen en particulieren een belangrijke motor zijn voor dergelijke ontwikkelingen. Hoe voer je als bestuurder het gesprek met een ondernemer over zijn plan, hoe beoordeel je de toegevoegde waarde hiervan voor een gebied, welke randvoorwaarden geef je mee en zijn er mogelijkhe- Het metropolitaan landschap is een verzamelnaam voor het samenspel van natuur, recreatie, water, cultuurhistorie en landbouw in het landelijk gebied. Het speelt zich af buiten bebouwd gebied, maar wordt wel bezien in de specifieke relatie tot de verstedelijkte omgeving van de MRA: de stad-land-relatie. Het landschap is per definitie een dynamisch systeem, waarvan we allerlei vruchten plukken. In de eerste plaats hele praktische dingen, zoals voedsel, werkgelegenheid en rijkdom aan planten en dieren. Het landschap herbergt ook een netwerk van wan4 Podium 2 | 4 ‘Evenredige afweging belangen economie, bereikbaarheid en verstedelijking ontbreekt’ Omgaan met ontwikkelingen den om het plan te verrijken met maatschappelijke doelen? Een andere trend is het bieden van ruimte voor participatie door burgers. Hun energie en betrokkenheid bij een gebied kan veel meerwaarde opleveren. In praktische zin via vrijwilligerswerk en particulier initiatief en in bestuurlijke zin in meer bereidheid om mee te denken (co-creatie) over de plannen die in een gebied neerdalen. Naast regionale en lokale ontwikkelingen, zijn er ook diverse grootschalige plannen met nog ingrijpender gevolgen voor het landschap. Denk aan de grote gebiedsontwikkelingen tussen Schiphol en Almere, de ontwikkelingen van het Noordzeekanaalgebied en de plannen voor het uitbreiden van OV-knoop punten. Ook hier geldt, hoe voeren de overheden onderling het gesprek en hoe laat men het belang van landschap hierin doorklinken. Ontwikkelstrategieën Uit de verkenningen van een Bestuurlijke Denktank blijkt dat het landschap geen sterke stem heeft in de metropoolregio. Een evenredige afweging tussen de MRA-belangen op het gebied van economie, bereikbaarheid en verstedelijking is niet aan de orde. Reden is de nog steeds sectorale aanvliegroute bij de diverse ontwikkelingen in de metropool. De aanpak van de A10 nabij de RAI illustreert treffend hoe belangrijk het is om ‘landschap’ beter te positioneren in de diverse plannen (zie kader). Het Platform Ruimtelijke Ordening van de MRA zet zich hiervoor in. Zo is in de visie voor het Noordzeekanaalgebied landschap een specifiek aandachtspunt. Het Platform kan deze taak met meer succes oppakken wanneer er meer bekend is over de bestaande landschappelijke kwaliteiten en de ontwikkelkansen die er vanuit het landschap mogelijk zijn. Daarom heeft de Denktank het idee geopperd om op gebiedsniveau via zogenaamde ontwikkelstrategieën de samenwerking tussen overheden en afstemming met andere partijen te versterken. De vraag is of daar behoefte aan is en zo ja, of de bestuurlijke opstelling op dit gebiedsniveau versterking behoeft. Beheer depolitiseren ‘Besluitvorming over recreatieschappen gaat over bankjes, paadjes en maaifrequentie’ De Denktank heeft ook gekeken naar de aansturing van het beheer van de recreatiegebieden. De vraag is of de organisatie via de recreatieschappen nog past in deze tijd. De bestuurlijke besluitvorming gaat over bankjes, paadjes en maaifrequentie, terwijl de grotere vraagstukken slechts sporadisch aan de orde komen. Gevolg is dat onderwerpen als ‘hoe om te gaan met bezuinigingen’, ‘aanboren van verdienkapitaal’ en ‘verdeling van ontwikkelingskansen’ slechts gefragmenteerd aangepakt kunnen worden. Uit de verkenningen van de Denktank komt de suggestie voor het depolitiseren van het beheer en inhoudelijke vraagstukken op het juiste niveau te bespreken. De vraag is welk samenwerkingsmodel ons daarbij voor ogen staat. Jelle Blaauwbroek Contactpersoon: Mathea Mevissen, [email protected] Poort naar de Amstelscheg FOTO: MICHIEL WIJNBERGH Momenteel wordt de A10 ter hoogte van de RAI aangepakt, inclusief de Rozenoordbrug. Op het letterlijke niveau van de snelweg wordt veel energie gestopt in het maken van een weloverwogen ontwerp. Echter, op maaiveldniveau kruist de A10 de Amstel en hiermee de noordelijke punt van de Amstelscheg. Er was geen enkele verbinding tussen de plannen voor de A10 (verbeteren bereikbaarheid) en de Amstelscheg (toekomstbestendig landschap). Terwijl er volop kansen zijn om ter plaatse van de Rozenoordbrug en het Amstelpark een toeristisch knooppunt voor wandelaars en fietsers te maken, vanaf waar zij het landschap van de Amstel kunnen bezoeken. Een poort naar de Amstelscheg. Inmiddels zijn de eerste verkennende gesprekken gestart over een integratie van plannen. 2 | 4 Podium 5 Visie Noordzeekanaalgebied 2040 vastgesteld Belangrijke rode draad is dat bij ruimtevragen, zowel voor economische functies als woningbouw, er eerst geïntensiveerd moet worden op bestaande locaties. Voor de haven geldt dat wanneer deze intensivering zodanig gevorderd is en er aanwijsbaar behoefte is aan extra ruimte, het noordelijk deel van de Houtrakpolder gereserveerd is voor eventuele uitbreiding. Transformatie binnen de bestaande stad van werk naar andersoortig werk of gemengd woon-werkgebied is mogelijk, maar zal altijd in overleg met en vanuit het perspectief van de zittende bedrijven worden bekeken. FOTO: MICHIEL WIJNBERGH Op 31 oktober is de visie NZKG 2040 definitief vastgesteld door de stuurgroep. De vijf betrokken gemeenteraden en Provinciale Staten waren al eerder akkoord. Op 13 november heeft het Rijk bij monde van minister Schultz zich eveneens aan de visie gecommitteerd. Verder is er een ruimere 50 dB(A) contour geschetst en een daar vanaf geleide 55 dB(A) contour; op termijn ontstaat hierdoor meer vergunbare geluidsruimte. Tevens is de 55 dB(A) contour voor het hele gebied de grens tot waar nieuwbouw woningen mogen worden gebouwd. Onderzocht wordt of met name binnen Amsterdam er op een enkele locatie tot 60 dB(A) kan worden gegaan. Ontwikkeling van recreatief gebied en (recreatieve) verbindingen maken ook deel uit van de visie. Omdat zowel de economische ontwikkelingen als de woningmarkt zich moeilijk laten voorspellen, zijn afspraken gemaakt over monitoring van behoefte aan (nat) bedrijventerrein, woningbouw en de ontwikkeling van intensivering op bestaande locaties. Bestuursplatform NZKG Om de afspraken te effectueren is een bestuurlijke agenda opgesteld. Het Bestuursplatform NZKG, waarin overheden en bedrijfsleven zitting hebben, zal de uitvoering van de afspraken ter hand nemen onder voorzitterschap van gedeputeerde Post. Leidraad voor het handelen van het Bestuursplatform is niet langer het Masterplan NZKG, maar de Visie Noordzeekanaalgebied 2040. Voor meer informatie, kijk op www.visie-nzkg.nl Centrumstedelijk wonen blijft populair Er treden geen grote verschuivingen op in de toekomstige vraag naar de verschillende woonmilieus in de Metropoolregio Amsterdam. Dit blijkt uit de actualisatie van het onderzoek ‘Vraaggestuurd Bouwen 2012’ van de provincie Noord-Holland. Wat is de kwalitatieve en kwantitatieve woningbehoefte? En komt de huidige woningbouwopgave – 300.000 woningen tot 2040 - in voldoende mate tegemoet aan de toekomstige behoefte? Beide vragen stonden centraal in het aanvullende onderzoek naar vraaggestuurd bouwen van de provincie. Twijfels over actualiteitsgehalte Aanleiding waren twijfels bij gemeenten over het actualiteitsgehalte van het onderzoek van 2012. Belangrijk voor hen, want de uitkomsten hiervan vormen de basis voor afspraken over de regionale woningbouwprogrammering. Gezien de recessie en de malaise op de woningmarkt vroegen verschillende regio’s zich af of de onderzoeksbevindingen nog wel relevant zijn. Te meer daar een deel van het veldwerk in 2008 is uitgevoerd, dus nog voordat er sprake was van een crisis op de woningmarkt. 6 Podium 2 | 4 Accentverschillen FOTO: MICHIEL WIJNBERGH Inmiddels zijn de uitkomsten van het aanvullende onderzoek bekend (zie ook MRA website). De conclusie? Er is slechts sprake van accentverschillen. Zo is de behoefte aan centrumstedelijke woningen, het woonmilieu in Amsterdam binnen de ring, wat groter. Verder hebben de kleinstedelijke woonmilieus iets aan populariteit gewonnen, evenals centrumdorps wonen, terwijl de naoorlogse herstructureringswijken (gestapelde bouw) iets minder in trek zijn. Tot slot is in de huursector de vraag naar goedkopere huurwoningen enigszins toegenomen. Contactpersoon: Delia Hofman, [email protected] MIRT en Gebiedsagenda Op woensdag 13 november heeft het bestuurlijk overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (BO MIRT) de geactualiseerde Gebiedsagenda NoordHolland-Flevoland-Utrecht vastgesteld. De Gebiedsagenda bevat de ambities en opgaven voor de Noordvleugel. Tijdens het BO MIRT is afgesproken dat Rijk en regio samen een agenda gaan opstellen om beweging op de woningmarkt te stimuleren. Begin 2014 wordt hierover een apart bestuurlijk overleg belegd. Tijdens het overleg zijn ook afspraken gemaakt over het gezamenlijk starten van een aantal MIRT-onderzoeken, zoals naar de A9 (knooppunt Raasdorp en Kooimeer) , de A1 (Muiderberg Hoevelaken), naar de bereikbaarheid aan de oost- en noordkant van de MRA, naar de stedelijke bereikbaarheid in en rond Amsterdam en naar de grote woningbouwopgave in de Noordvleugel. Voor de A7/A8 start een MIRT-verkenning. Daarnaast zijn onder andere het lopende MIRT-onderzoek naar de bereikbaarheid van Lelystad Airport en de regionale betrokkenheid bij het spoordossier besproken. Voor SMASH is afgesproken dat er begin 2014 een nieuw bestuurlijk overleg volgt. Contactpersoon: Bart van der Heijden, [email protected] Noordkant Amsterdam straks filevrij Er komt een eind aan de dagelijkse files op de A7, A8 en de A9 ten noorden van Amsterdam. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu, de provincie NoordHolland en de Stadsregio Amsterdam hebben hiertoe de plannen ontvouwd. De gezamenlijke aanpak is vastgelegd in een uitvoeringsagenda. Deze is tot stand gekomen na een MIRT-onderzoek dat door de drie partijen gezamenlijk is uitgevoerd. De gezamenlijke agenda omvat de start van drie vervolgstudies om oplossingen verder uit te werken, namelijk: 1. Een MIRT-verkenning voor het traject Coentunnel – Purmerend-Noord, vooral gericht op capaciteitsuitbreiding van de corridor A7/A8/A10; 2. Een MIRT-onderzoek voor het traject A9 Raasdorp-Alkmaar, gericht op kansen om knelpunten op te lossen met innovatieve maatregelen; 3. Een planstudie om de A8, die nu ophoudt bij Westzaan, door te trekken naar de A9 bij Heemskerk en waarvoor de provincie een samenwerkings overeenkomst opstelt met de betrokken regionale partijen. MIRT-verkenning Purmerend-Noord-Coentunnel Provinciale planstudie A8-doortrekking MIRT-onderzoek A9 Kooimeer-Raasdorp Alle drie de studies gaan in 2014 van start. Contactpersoon: Theo van Eijk, [email protected] I&M_A8/A7-Varianten.indd 5 I&M_A8/A7-Varianten.indd 5 10/9/13 10/9/13 122352 122352 Schaalsprong Almere kan beginnen Minister Schultz van Haegen heeft met haar partners in de Noordvleugel overeenstemming bereikt over de uitvoering van de Structuurvisie Amsterdam-Almere-Markeermeer (RRAAM). Centraal staat de verdere groei van Almere met in principe 60.000 woningen. De afspraken zijn vastgelegd in de Uitvoerings overeenkomst Almere 2.0. Uitgangspunt is een hoogstedelijke ontwikkeling aan de westkant van de stad, met een IJmeerlijn als stip op de horizon. Dit alles gebeurt met een adaptieve aanpak: voor de opgave geldt geen einddatum en er wordt gebouwd op basis van de concrete marktvraag. Minister Schultz is trots op de bereikte resultaten: “De Rijksstructuurvisie gaat uit van een organische manier van ontwikkelen. Het is daarbij extra van belang dat je met elkaar goede afspraken maakt over hoe je dat proces gaat begeleiden en tegelijkertijd het toekomst perspectief vast blijft houden. Rijk en regio zijn het nu eens over wat in de Noordvleugel de komende jaren nodig is voor woningen, natuur en recreatie en bereikbaarheid. Voor de Almeerse wethouder Henk Mulder is het vooral van belang dat dit verantwoord gebeurt. “Dus niet alleen maar huizen laten bouwen, maar ook zorgen dat de voorzieningen in de pas lopen met de ontwikkelingen van een stad in de 21e eeuw. En dat de stad goed verbonden wordt met de rest van de Noordelijke Randstad.” Informatie: www.rraam.nl 2 | 4 Podium 7 Van lelijk eendje tot witte zwaan In 2003 gaf Zaanstad groen licht aan het Masterplan Inverdan, waarop een complete metamorfose van het centrum van Zaandam volgde. Tien jaar later telt de gemeente haar zegeningen: stijgende bezoekersaantallen, groeiende interesse van retailers en nationale en internationale waardering in de vorm van lovende artikelen en prestigieuze prijzen. Hoe het lelijke eendje van de noordelijke Randstad uitgroeide tot een witte zwaan. De eeuwwisseling was een periode van economische bloei, maar de groeicijfers van Zaanstad bleven achter in vergelijking met de rest van Nederland. Het gemeentebestuur had hier een aantal verklaringen voor. Geconstateerd werd onder meer dat Zaanstad een te eenzijdig economisch profiel had en dat het voorzieningenniveau onder de maat was, wat een negatieve invloed had op het vestigingsklimaat. Het stadshart van Zaandam, de grootste kern van de gemeente, functioneerde niet naar behoren. De sfeer en het winkelaanbod konden de toets der kritiek niet doorstaan. Zaankanters gingen liever ergens anders winkelen, bijvoorbeeld in Haarlem of Alkmaar. Drie hoofddoelstellingen Het gemeentebestuur besloot tot een grootschalige centrumvernieuwing onder de naam Inverdan. Drie hoofddoelstellingen werden onderscheiden: sociale en economische structuurversterking, ruimtelijke verbetering van het stadscentrum en versterking van de identiteit van de gemeente. Dit laatste kreeg vooral gestalte door de ontwikkeling van een stadshart waarin de inwoners zich konden herkennen. In een gebied van circa 100 hectare werden in een hoge dichtheid nieuwe functies ontwikkeld op het gebied van wonen, winkelen, werken, leisure en sociale voorzieningen. Het investeringsvolume bedroeg circa 1 650 miljoen, waarvan de markt ongeveer 1 450 miljoen voor zijn rekening nam. Zaans wonder Stedenbouwkundige Sjoerd Soeters ontwierp een ‘typisch Zaans’ centrum: met water, bruggetjes en spraakmakende architectuur, gebaseerd op de typisch Zaanse vormentaal. Een meesterzet was het ‘krimpen van de openbare ruimte’, door het toevoegen van functies en de aanleg van een gracht. Minstens even belangrijk was de doortastendheid van het gemeentebestuur. Er werd vastgehouden aan de hoge kwaliteitsambities, ook toen het economische tij keerde. Anno 2013 mag er rustig van een succesvolle metamorfose worden gesproken. De Zaankanters, ooit sceptisch tegenover wat zij ‘megalomane plannen’ noemden, hebben het nieuwe centrum in het hart gesloten. De bezoekersaantallen zijn met 30% gestegen en recent onderzoek toont aan dat men het centrum als ‘gezellig’ ervaart. Ook de pers, nationaal en internationaal, verbaast zich over het ‘Zaanse wonder’. Niet iedereen is onverdeeld enthousiast, maar dat de vernieuwingen van lef getuigen, daarover zijn voor- en tegenstanders het eens. Gedempte Gracht met Zaanse elementen 8 Podium 2 | 4 FOTO: MIKE BINK Bevestiging was er ook in de vorm van vakprijzen, onder meer de ‘FIABCI Prix d’Excellence the Netherlands 2011’ voor het nieuwe hotel en de ‘Parteon Architectuurprijs 2012’ voor het nieuwe stadhuis. En er waren meerdere prijzen voor het centrum als geheel. Inmiddels is het centrum genomineerd voor nog twee prijzen: het kwaliteitslabel ‘Beste Binnenstad 2013-2015’ en de ‘Gouden Piramide’, de rijksprijs voor exellent opdracht geverschap. Grotere investeringsbereidheid Helemaal af is het centrum nog niet, maar Inverdanwethouder Robert Linnekamp constateert dat het hoe dan ook al bijdraagt aan de uitstraling van heel Zaanstad en voor nieuw elan heeft gezorgd. “Er komen meer bezoekers, uit binnen en buitenland, en ze verblijven er langer. We constateren een toegenomen belangstelling van woningzoekenden, ook vanuit Amsterdam. Retailers en bedrijven tonen zich geïnteresseerd in een vestiging in of nabij het centrum. Zo gaat IKEA in Zuiderhout een vestiging openen en heeft Ahold zijn hoofdkantoor terugverhuisd naar Zaandam. Een mooi neveneffect is dat pandeigenaren inzien dat de tijd rijp is om zelf ook te investeren. De gemeente begeleidt en faciliteert dat door strikte regels voor gevelreclame en een ondersteuningsregeling voor gevelverbetering.” Ontwikkeling Met het nieuwe centrum is momentum gecreëerd. De gemeente wil doorpakken. RO-wethouder Dennis Straat: “We werken aan een aantal ambitieuze projecten waar de stad over een aantal jaren de vruchten van kan plukken. Goed voorbeeld is het ZaanIJ-programma en het daaraan gekoppelde Hembrugterrein en de Hemmes. Met deze ontwikkelingen willen we langs het waterfront spannende woon- en werkmilieus creëren. Dankzij de successen van het programma Inverdan is het eenvoudiger partijen hiervoor te interesseren.” Contactpersoon: Bob van Twisk, [email protected] In de startblokken voor benutten Europese fondsen In 2014 lanceert de Europese Commissie de nieuwe Europese subsidieprogramma’s 2014-2020. Voor de MRA liggen er kansen om projecten gefinancierd te krijgen die bijdragen aan economische groei en het vergroten van het innovatievermogen. De MRA Europawerkgroep inventariseert welke regionale ambities in aanmerking komen. Europese activiteiten vanuit de Metropoolregio Amsterdam effectiever organiseren. Met dat doel voor ogen is begin 2012 de MRA Europawerk groep van start gegaan. Door de regio meer bekendheid te geven bij andere Europese steden en regio’s, zal de MRA vaker worden gevraagd om mee te doen in gesubsidieerde projecten. Dit vergroot de mogelijkheden voor gemeenten, bedrijven en kennisinstellingen om deel te nemen aan Europese trajecten. Belangrijk is met name het nieuwe EFRO-programma ‘Kansen voor West II’. Bestuurlijk commitment In het kader van deze samenwerking is er een bestuurlijke delegatie naar Brussel afgereisd tijdens de Open Days 2012. Tijdens dit bezoek is de aftrap gegeven voor meer regionale samenwerking in Europees verband. Bedoeling is vanaf nu gezamenlijk de kansen te verkennen om optimaal gebruik te maken van de nieuwe Europese subsidie programma’s 2014-2020. Op basis van dit commitment is de werkgroep aan de slag gegaan om te inventariseren welke projecten de gemeenten de komende fondsen periode voor ogen hebben en is een inhoudelijke match gemaakt met de overkoepelende MRA-thema’s. Dit leverde vier kansrijke thema’s op: 1. Duurzaam vervoer, 2. Energiebesparing bestaande bouw, 3. E-health en 4. Creatieve industrie. Om binnen de vier thema’s verbindingen te leggen, vond half oktober in het Zaanse stadhuis een drukbezochte bijeenkomst plaats voor beleidsambtenaren uit de MRA-gemeenten. Partners gezocht Om voor Europese financiering in aanmerking te komen is het een voorwaarde dat overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen samenwerken. Na de matching tussen de gemeenten, is de volgende stap dus te zoeken naar partners in bedrijfsleven en kennisinstellingen, om gezamenlijk MRA-projecten op te zetten. Op dit moment worden projectideeën geformuleerd binnen de vier thema’s. Uiteraard is het mogelijk voor andere gemeenten, bedrijven en kennisinstellingen om ideeën aan te dragen en te participeren. Doel is om tot gezamenlijke MRA-projecten te komen die een bijdrage leveren aan het versterken van de economische positie van de metropool. FOTO: MIKE BINK Contactpersonen MRA Europawerkgroep: Tessa de Boer ([email protected]), Famke Kweekel ([email protected]) en Cathérine Konijnenbelt ([email protected]) 2 | 4 Podium 9 Zaanstad in vogelvlucht FOTO: VIA DRUPSTEEN 10 Podium 2 | 4 De afgelopen tien jaar heeft het Zaanse stadscentrum een ingrijpende metamorfose ondergaan. Stedenbouwkundige Sjoerd Soeters ontwierp in opdracht van het gemeentebestuur een ‘typisch Zaans’ centrum: met water, bruggetjes en spraakmakende architectuur, gebaseerd op de typisch Zaanse vormentaal. Een meesterzet was het ‘krimpen van de openbare ruimte’, door het toevoegen van functies en de aanleg van een gracht. Meer hierover op pagina 13. Hoewel nog niet helemaal af, is nu al duidelijk dat het nieuwe centrum in de smaak valt bij bewoners, ondernemers en bezoekers. Bekijk de foto 360° in het rond op de MRA-website! 2 | 4 Podium 11 FOTO: MICHIEL WIJNBERGH Wethouder Maarten van Poelgeest: “Samenwerking op inhoud intensiveren” De internationale concurrentie gaat steeds minder tussen landen en steeds meer tussen metropolen. Voor MRA-bestuurder Maarten van Poelgeest reden om in metropoolverband met versterkte inzet door te gaan op de ingeslagen weg. “Er kan op verschillende inhoudelijke terreinen een tandje bij.” Persoonlijke wens is het opzetten van een regionaal grondbedrijf. “Daar worden we met z’n allen beter van.” 12 Podium 2 | 4 De Amsterdamse wethouder Maarten van Poelgeest zet zich al bijna acht jaar in voor het versterken van de samenwerking in de Metropoolregio Amsterdam. Een jaar na zijn aantreden in 2006 verscheen het Ontwikkelingsbeeld Noordvleugel 2040. Dit document geeft volgens hem de marsroute aan om gezamenlijk toe te werken naar een duurzame, leefbare en internationaal concurrerende metropoolregio. Zijn we goed op weg? “Ik denk dat we er al zijn”, laat hij zelfverzekerd weten. “De Metropoolregio Amsterdam doet het gewoon goed. Binnen Nederland is het de regio die het snelst groeit. Internationaal gezien is Amsterdam binnen Europa bovendien één van de aantrekkelijkste plekken om een bedrijf te beginnen of op vakantie te gaan. Op allerlei manieren staat de regio op de kaart, ook omdat het vergeleken met andere wereldsteden een bijzondere metropool is. We hebben een enorme variatie aan woningen in een relatief klein gebied, dat redelijk goed ontsloten is en een hoog voorzieningenniveau heeft. Bijzonder is ook dat je in pakweg een goed kwartier vanuit de stad in een mooi groen gebied bent en omgekeerd.” Demografische motor Belangrijk voor de toekomstige kracht van de metropool is de bouw van voldoende woningen voor de verschillende doelgroepen. Daarbij ligt de lat zeer hoog, namelijk op 300.000 nieuwe woningen tot 2040. “Dit aantal is nodig om te voorzien in de woningbehoefte. Het is een gegeven dat een stad in hoge dichtheden zorgt voor een sterke economie en een hoog voorzieningenniveau. Dat heeft weer tot gevolg dat mensen met talenten hier graag naar toe komen.” Hij benadrukt dat de gemeente Amsterdam daarbij voor de gehele regio functioneert als demografische motor. “De mensen komen graag bij ons binnen. Op een gegeven moment verhuist een groot deel van hen naar andere gemeenten in de regio.” Van Poelgeest noemt het belangrijk dat die beweging, de roltrap, mogelijk blijft. “Nu gaat dat door de crisis even niet goed. De woningbouwproductie is ontzettend laag en dat slaat onmiddellijk terug op de bestaande voorraad. Er wordt gewoon niet verhuisd, omdat iedereen vast zit in zijn huidige huis. Dat is niet goed. De kracht van de woningmarkt is juist dat er verhuisd wordt. Als dat niet kan, zijn een heleboel mensen ontevreden. Elke levensfase brengt immers weer andere woonwensen met zich mee.” Organisch ontwikkelen Toch maakt Van Poelgeest zich geen grote zorgen over het feit dat de productie door de crisis is ingezakt. “Ik voorzie dat er over luttele jaren sprake zal zijn van enorme krapte op de woningmarkt in de regio. Dan zal er snel een inhaalslag volgen. Dat kan ook, want er zijn heel veel locaties waar morgen gebouwd kan worden. Alleen Amsterdam heeft al voor een miljard euro voorgeïnvesteerd in grond. Andere gemeenten hebben eveneens meer dan voldoende locaties klaarliggen.” Dat neemt niet weg dat mede door de crisis de ontwikkeling van al die locaties heel anders zal verlopen. “De hele grote gebiedsontwikkelingen met enorme aantallen woningen ‘Kleinschalige woningbouw levert een leukere metropool op’ tegelijk behoren definitief tot het verleden. Het zal veel organischer gaan via zelfbouw en kleine aannemers. Maar dat betekent zeker geen verslechtering, in tegendeel. Ik denk dat het een leukere metropool oplevert.” Die ontwikkeling kan de MRA zelfs een sterker internationaal profiel geven. “In de concurrentie tussen regio’s is met name het voorzieningenniveau en de kwaliteit van het leefmilieu bepalend of mensen naar je stad toekomen. Te meer daar, anders dan vroeger, mensen niet een bedrijf volgen maar bedrijven de mensen.” Lotsverbondenheid Van Poelgeest heeft de afgelopen jaren het enthousiasme voor de MRAsamenwerking zien groeien. “Ik denk dat we er steeds beter in slagen om in metropoolverband het gemeentelijke belang te overstijgen. Dat dit zo goed loopt, is mede te danken aan de keuze om de samenwerking op informele wijze in te richten. Ik ben er dan ook beducht voor om dat te veel te formaliseren. Een metropoolbestuur vind ik ongewenst.” Dit betekent niet dat er geen verbeteringen nodig zijn. Hoog op zijn verlanglijstje staat het op een metropoolniveau organiseren van de lotsverbondenheid op bepaalde onderwerpen. “Neem het opzetten van een regionaal grondbedrijf waar alle MRA-gemeenten hun grond inbrengen. Dat kan onderlinge concurrentie op de woningmarkt voorkomen. Nu profiteert iedere gemeente individueel van het in ontwikkeling brengen van een locatie, maar dat moet juist minder bepalend zijn. Het gaat er immers om dat een bedrijf of een instelling landt in de regio. Daar profiteren we met z’n allen van.” Landschap strakker organiseren Eenzelfde wens heeft hij ten aanzien van de andere impulsen. Op de verschillende inhoudelijke terreinen kan de MRA volgens de wethouder meer bereiken door een tandje hoger te schakelen. “Neem het succes van Plabeka waar dit al enige tijd gebeurt. Met als resultaat dat het overaanbod aan kantoren en bedrijventerreinen flinks is teruggedrongen. In die zin is Van Poelgeest blij dat er voor het Metropolitane Landschap een Plabeka-achtige samenwerking in de pijplijn zit. “Dit is belangrijk, want het versterken van onze groene kwaliteiten is een gedeeld belang. Iedereen maakt er immers gebruik van, terwijl als we even niet opletten verrommeling dreigt. Er is altijd de verleiding om er toch maar een volgend poldertje bij te pakken. Het zou mij een lief ding waard zijn als we dat op metropoolniveau strakker weten te organiseren. Bijvoorbeeld via een instantie of scheidsrechter die tegen gemeenten zegt dat een beoogde uitbreidingslocatie te veel ten koste gaat van het landschap.” Raden meer betrekken Een ander aandachtspunt voor de komende jaren vindt Van Poelgeest het vergroten van de bestuurlijke betrokkenheid op het niveau van de gemeenteraden. “Gemeenteraden staan soms te veel op afstand, daar moeten we meer energie insteken. Het leukste zou ik vinden als er op een gegeven moment jaarlijks een soort regioparlement bijeenkomt in de burgerzaal in het Paleis op de Dam. Dat vind ik een mooie stip op de horizon om naar toe te werken.” >> korte berichten Eén hotelstrategie Er komt een gezamenlijke strategie voor hotelontwikkelingen in de hele regio Amsterdam tot 2022. De colleges van B&W van Amsterdam en Haarlemmermeer hebben hier mee ingestemd. In deze twee gemeenten zijn verreweg de meeste hotels gevestigd. De overige 34 MRAgemeenten ondersteunen de strategie. Containerterminal Flevokust GS van Flevoland willen maximaal 5 miljoen euro uittrekken om grond aan te kopen voor de container terminal Flevokust. Ook wil de provincie geld lenen aan de gemeente Lelystad tegen een gunstige rente. De containerterminal is van groot belang voor het versterken van de economie en de werk gelegenheid in heel Flevoland. Nieuw Expocenter geopend Onlangs is het nieuwe BioBased Economy Expocenter op Schiphol Trade Park geopend. Dit is ingericht voor de presentatie van speciale gewassen die als grondstof kunnen dienen voor een Biobased Economy. Daarnaast is er plek voor onderzoek naar de toepassingsmogelijkheden van dit soort gewassen. Het gebouw biedt werkruimtes voor alle betrokkenen en mogelijkheden voor tijdelijke verblijfruimte van onderzoekers. Er is nauwe samenwerking met BioBased Connections, het programma dat private en publieke partijen in de Metropoolregio Amsterdam op dit onderwerp verbindt. Oostvaardersplassen in het zonnetje ‘De Nieuwe Wildernis’, de natuurfilm over de Oostvaardersplassen, is een kaskraker. De film heeft al meer dan 600.000 bezoekers getrokken. Neveneffect is dat het aantal bezoekers aan de Oostvaarders plassen inmiddels is verviervoudigd. Onlangs is de film uitgeroepen tot de belangrijkste toeristische recreatieve bijdrage van Flevoland in 2013. 2 | 4 Podium 13 Landschap Landbouw, stedelijk gebied en natuur en recreatie 1970 De metropoolregio is in de afgelopen veertig jaar sterk gegroeid (zie de figuren 1 en 2). Naar verwachting zal in de komende decennia veel minder buiten de bebouwde kom gebouwd worden. Tegelijkertijd groeit de bevolking van de MRA tot 2040 met bijna een half miljoen. Bovendien vragen de komende decennia allerlei vraagstukken rond waterveiligheid, energie en duurzaamheid om een oplossing. Dit alles betekent dat de druk op het landschap groot blijft. Door gericht samen te werken, worden landschappelijke kwaliteiten en ontwikkelkansen helder. De figuren 3 en 4 laten voor twee deelgebieden van het Groengebied Haarlem-Amsterdam de verschillende opgaven zien voor het versterken van de recreatieve potentie. De gekleurde speldenknopjes op het kaartje geven de recreatieve opgaven aan. De witte rondjes staan voor OV-knooppunten c.q. toegangspoorten tot het landschap. Figuur 1. Groen en rood anno 1970 Landbouw, stedelijk gebied en natuur en recreatie 2010 Figuur 2. Groen en rood anno 2010 Kansen liggen er ook voor private ondernemers. In de Oude IJ-Polders vooral voor intensieve recreatie, evenementen, horeca en verblijfsaccommodatie langs het kanaal en bij de forten van de Stelling van Amsterdam (op de kaart aangegeven met paarse sterretjes). Aan de oostrand van Velsen en Haarlem Stedelijk gebied Stedelijk gebied liggen voor ondernemers vooral kansen rond de Stedelijk gebied Stedelijk Natuur engebied recreatie forten en aan het water. Stedelijk gebied Natuur en recreatie Natuur en recreatie Landbouw Landbouw Landbouw Hoofd infrastructuur Hoofd infrastructuur Spoorlijn Hoofd infrastructuur Spoorlijn Spoorlijn Natuur en recreatie Stedelijk gebied Natuur en recreatie Natuur en recreatie Landbouw Landbouw Landbouw Hoofd infrastructuur Hoofd infrastructuur Hoofd infrastructuur Spoorlijn Spoorlijn Spoorlijn Figuur 3. Deelgebied Oude IJ-polders Figuur 4. Deelgebied Oostrand Velsen-Haarlem 14 Podium 2 | 4 Expatcenter breidt uit met Hilversum Sinds kort kunnen in Hilversum gevestigde kennismigranten gebruik maken van de diensten van het Expatcenter Amsterdam Area. Bedrijven in Hilversum reageren positief. EZ-wethouders Carolien Gehrels (Amsterdam) en Jan Rensen (Hilversum) hebben de samenwerking met het ondertekenen van een convenant bekrachtigd. Hilversum sluit zich hiermee aan bij Amsterdam, Amstelveen, Haarlemmermeer en Almere. De samenwerking is een pilot van één jaar, waarna op basis van de ervaringen van bedrijven en expats wordt besloten of de gemeente de dienstverlening voortzet. Expatcenter Het Expatcenter werd in 2008 in het leven geroepen. Aanleiding was dat de procedures om in Nederland aan het werk te kunnen een bron van ergernis waren voor veel bedrijven en hun internationale werknemers. Samen met de Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND) is daarom gezorgd voor een ‘one-stop-shop’ procedure om de benodigde inschrijvingen en vergunningen aan de balie van het Expatcenter voortaan te regelen. Hoe werkt het? Werkgevers dienen vier weken voor de komst van een kennismigrant uit het buitenland de aanvraag voor de verblijfsvergunning in. Na aankomst in Nederland kan deze met één bezoek aan het Expatcenter zijn verblijfsvergunning en Burgerservicenummer (BSN) ophalen en tegelijkertijd zijn inschrijving regelen bij de gemeente. Ook kan direct een aanvraag ingediend worden voor belastingvoordeel. Bovendien biedt het Expatcenter toegespitst advies bij allerlei belangrijke zaken waar expats mee te maken krijgen, onder meer via de website www.iamsterdam.com/living. Sinds de lancering trekt de website zo’n 60.000 unieke bezoekers per maand en voorziet daarmee duidelijk in een behoefte onder expats. Wereldspelers Vanuit hun thuisbasis in Hilversum bespelen veel bedrijven een wereldwijde markt. Zij hebben internationale klanten en ook recruitment van medewerkers stopt niet bij de grens. Zo is de Nike Campus een mondiale smeltkroes waar ruim 1400 mensen werken met 68 verschillende nationaliteiten. In de creatieve industrie zijn het snel groeiende bedrijven als MediaMonks en Spil Games die software developers en andere hooggekwalificeerde medewerkers uit het buitenland aantrekken. Dat is niet alleen nodig om groei te ondersteunen - technisch geschoold personeel is in Nederland schaars - maar ook om feeling te houden met wereldwijde ontwikkelingen en klanten. Voor deze en vele andere internationaal georiënteerde bedrijven en hun medewerkers zorgt de samenwerking met het Expat center voor meer gemak en tijdswinst. Informatie: www.iamsterdam.com/expatcenter Herbert Raat Wethouder Amstelveen Historisch besluit FOTO: BART HOMBURG Woensdagavond 6 november was voor Amstelveen een historische avond. Na ruim 2,5 jaar onderhandelen heeft de gemeenteraad ingestemd met de nieuwe samenwerkings overkomst voor de verbreding van de A9. Het contract van 100 miljoen euro met diverse bijkomende risico’s is van tafel. De opluchting is groot. Natuurlijk zijn ook wij van mening dat een overheid zich, net als iedereen, aan een contract moet houden. Maar door de slechte economie werd gebiedsontwikkeling onmogelijk. Al snel bleek dat een gemeente met een begroting van 170 miljoen euro nooit en te nimmer 100 miljoen kan opbrengen. Na diverse gesprek ken en een second opinion kregen wij van de minister en de overige partners, waaronder de Stadsregio Amsterdam, de ruimte om met een alternatief plan te komen. Hiervoor zijn we met name minister Schulz en onze grote buur Amsterdam dankbaar. Alleen zo kunnen we Amstelveen van een financiële misère redden en basisvoorzieningen als onderwijs en sport in stand houden. Het nieuwe plan omvat een overkapping ter hoogte van het Oude Dorp en een verdiepte ligging bij het Stadshart. Voor deze boven wettelijke maatregelen is alsnog diep in de buidel getast, maar in het belang van omwonenden en het bedrijfsleven investeren we in maatregelen die de leefbaarheid en bereik baarheid van deze omgeving verbeteren. Dit laatste is natuurlijk ook belangrijk voor de hele Metropoolregio Amsterdam. De aantrekkelijkheid van Amstelveen en het gebied eromheen is nu eenmaal onlosmake lijk verbonden met goede bereikbaarheid. We zijn er nog niet, de ondertekening van de nieuwe overeenkomst is slechts het begin. Het echte werk gaat nu pas beginnen! FOTO: MICHIEL WIJNBERGH 2 | 4 Podium 15 met een beperking kunnen werken of een kwekerij die schoolklassen les geeft op locatie over gezond eten.” Op die manier zijn er ook andere verbindingen te maken met onderwijs, economie, gezondheid en emancipatie. “Het gaat om innovatieve concepten, waar kleine en grotere coalities uit voort kunnen komen. Het vraagt een bijzonder type ondernemer. Mensen die er met hart en ziel in zitten, én een bedrijfsmatige visie hebben.” Recreatie en horeca Een tweede pijler voor Tuinen van West is horeca. Het investeringsbesluit, waarmee de grondexploitatie wordt vastgesteld, is bijna rond. Dit betekent dat vanaf het voorjaar de marktselectieprocedure kan worden opgestart om kavels uit te geven. Horeca is onmisbaar in het gebied. Er zijn fietsroutes, een natuurspeeltuin en wandelpaden. Daar hoort horeca bij, in de brede zin van het woord. Bijvoorbeeld voor een Welnesscentre, maar ook een klein hotel of bed en breakfast zijn welkom. Voor kleine evenementen, tot maximaal 5000 mensen, is een speciaal evenemententerrein aangelegd. Pionieren in Tuinen van West Horeca en stadslandbouw moeten zich ontwikkelen tot de pijlers van Tuinen van West, het recreatie- en stadslandbouwgebied tussen Amsterdam en Halfweg. Aanvullend zijn nieuwe financieringsvormen voor het beheer nodig om het financiële plaatje rond te krijgen. Tuinen van West was vroeger, toen het nog de West rand heette, een groengebied met kassen, boerderijen en autosloperijen. Veel boeren trokken weg en het 400 hectare tellende gebied bleef een beetje desolaat en rommelig achter. Inmiddels maken de weilanden en akkers meer en meer plaats voor natuur, recreatie en stadslandbouw, waardoor nu een bijzonder gebied aan het ontstaan is. “Het gebied is een absolute meerwaarde voor het vestigingsklimaat”, aldus stadsdeelbestuurder Ronald Mauer. Stadslandbouw plus Bij het vormgeven van een nieuwe toekomst is het stadsdeel op zoek naar maatschappelijk verantwoorde ondernemers. “Dat kan op heel verschillende manieren worden ingevuld”, vertelt Mauer. “Zo werken bij Kwekerij Osdorp mensen die een ‘opstap’ nodig hebben naar werk en bij Bierbrouwerij De 7 Deugden mensen met ‘afstand tot de arbeidsmarkt’. En er kan nog veel meer. Neem een boerderij waar mensen Wie gaat dat betalen? Het financiële plaatje is gezien de beheerkosten minder rooskleurig. Voor Mauer reden om te zoeken naar innovatieve manieren van beheren. “Als je dat wilt bereiken, moet je als bestuur durven loslaten. Ik denk aan: trusts, crowdfunders, particulieren die delen van het gebied gaan beheren.” Deze vormen ontstaan al. Eén van de ondernemers wil een moeraslandje naast zijn perceel inrichten en beheren. “Je ziet een verschuiving ontstaan: afnemers worden coproducent. Een geweldige ontwikkeling.” Eigenlijk is het ‘eigenaarschap van onderaf’. Mauer: “Particulieren voelen zich medeverantwoordelijk voor het gebied en dragen er aan bij. Het zijn trends en ontwikkelingen die we als bestuurders ruimte moeten geven. Dat is de manier om de stap te kunnen maken van rafelrand naar een volwaardig en bijzonder recreatiegebied.” Contactpersoon: Doesjka Porcelijn, d.porcelijn@ nieuwwest.amsterdam.nl FOTO: MICHIEL WIJNBERGH Stadsdeelbestuurder Ronald Mauer: “We zijn op zoek naar nieuwe maatschappelijke ondernemers” 16 Podium 2 | 4 Amsterdam Science Park verwelkomt Matrix VI tal bedrijven op Amsterdam Science Park. Daarbij gaat het zowel om flexibele kantoorruimte als om hoogwaardige vrij verhuurbare labruimte. In de Matrix-gebouwen werken jonge onderzoekers gebroederlijk naast multinationals. Geert Haksteen, directeur Matrix IC: “Alles draait hier om kennis intensieve bedrijven, veelal met een uitgesproken bètaprofiel zoals ICT, Life Sciences, chemie en technologie. Die ondersteunen we actief bij het realiseren van hun plannen. Deze bedrijven zijn veelal voort gekomen uit de universiteit en de onderzoeks instellingen. Maar ze komen ook van elders, juist vanwege de aanwezige kennis, de hoogwaardige onderzoeksfaciliteiten en de aanwezige ICTinfrastructuur op het park. Amsterdam Science Park is uniek door de talloze onderlinge samenwerkings verbanden, iets dat we ook actief stimuleren.” Opening Matrix VI Al enige jaren wordt Amsterdam Science Park aangeduid als het best bewaarde geheim van Amsterdam. Inmiddels heeft het gebied zich ontwikkeld tot een kennisgebied van inter nationale allure. De recente opening van een nieuw, ultramodern bedrijfsverzamelgebouw valt, misschien niet geheel toevallig, samen met de komst van een wereldspeler van formaat. In de zestiger jaren van de vorige eeuw vestigden zich de eerste fundamentele onderzoeksinstituten in het 17e eeuwse poldergebied. Nog steeds zijn deze ‘founding fathers’ van wereldfaam het fundament van Amsterdam Science Park. Maar anno 2013 herbergt het 70 hectare grote gebied ook één van de grootste clusters van fundamenteel bètaonderwijs en -onderzoek en innovatief ondernemerschap in Europa: in totaal hebben zo’n 10.000 wetenschappers, bètastudenten, ondernemers en medewerkers hier hun domicilie. In deze omgeving waar ontmoeting en uitwisseling van kennis centraal staat, werken zij optimaal samen aan internationale topprestaties. Bijzondere aandacht krijgen de grote vraagstukken voor de wereld van morgen op het gebied van onder andere energie, gezondheid en vervoer. Innovatieve bedrijfsverzamelgebouwen Op Amsterdam Science Park wordt druk gebouwd. Het moderne, duurzame gebouw Matrix VI is de meest recente ontwikkeling. Vrij verhuurbare labruimte voor hoogwaardige bedrijvigheid is schaars in de regio Amsterdam. Het stof van de hijskranen is dan ook nog nauwelijks neergedaald, maar toch is er al 70 procent verhuurd. Met de komst van nieuwe onderzoeksinstituten zoals het Advanced Research Center for Nano Lithography van ASML en SRON (Space Research Organization Netherlands) naar Amsterdam Science Park neemt de belangstelling en de vraag naar kantoor- en hoogwaardige labruimte toe. “Om daaraan tegemoet te komen, zijn we inmiddels gestart met de plannen voor Matrix VII”, aldus Geert Haksteen. De opening van Matrix VI viel vrijwel samen met de komst van het Innovation Lab Chemistry Amsterdam, kortweg ILCA. Met ruim 60 miljard omzet en circa 600.000 directe en indirecte arbeidsplaatsen is de chemische industrie in omvang de tweede pijler onder de Nederlandse economie. Evenals de nevenvestiging in Nijmegen biedt ILCA een breed scala aan innovatieve diensten voor starters in de duurzame chemie. In totaal telt Amsterdam Science Park nu, naast allerlei onderzoeks- en onderwijsinstellingen, zo’n 120 bedrijven. Samen maken zij het park tot een mondiaal knooppunt van onderzoek, innovatie en ondernemerschap, met grote aantrekkingskracht op bedrijven uit binnen- en buitenland. Informatie: www.amsterdamsciencepark.nl Contactpersoon: Geert Haksteen, [email protected] Matrix Innovation Center, bestaande uit meerdere bedrijfsverzamelgebouwen, huisvest een groot aan2 | 4 Podium 17 Met beide benen in de Media Valley Hilversum kiest voor een regionale aanpak in de nieuwe nota over de toekomst creatieve sector. De Gooise gemeente wil overheden, bedrijven en kennisinstellingen in het gebied tussen Amsterdam en Utrecht actief verbinden. tieve bedrijvigheid met voorrang te faciliteren. Voor hen gaat de ‘rode loper’ uit. Accountmanagement – een duidelijk aanspreekpunt voor bedrijven en een gemeente die actief meedenkt – is daarin essentieel. Met maar liefst 12.000 banen vormt de creatieve industrie het zwaartepunt in de economie van Hilversum, dat als middelgrote stad zelf 86.000 inwoners telt. Speerpunt voor de komende jaren is het stimuleren van de groei van de creatieve sector in de hele Noordvleugel. Dat is niet alleen goed voor de sector, maar ook voor de regio en daarmee de stad. Kansen Regionale samenwerking De Creatieve Sector is een van de negen Topsectoren uit het bedrijvenbeleid van het Rijk die onze toekomstige welvaart veilig moeten stellen. Ze zijn kennisintensief, exportgeoriënteerd en leveren een belangrijke bijdrage aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Hilversum wil en kan namens de regio de trekkersrol van het cluster Media en ICT invullen. Regionale samenwerking is om die reden één van de speerpunten in de beleidsnota voor de creatieve industrie. Hilversum is aangehaakt bij zowel de MRA als bij Utrecht om samen te zoeken naar gemene delers. De strategie in Hilversum is erop gericht om beeldbepalende, innovatieve of snel groeiende crea18 Podium 2 | 4 Van oorsprong heeft Hilversum als Mediastad een groot cluster aan omroepen en audiovisuele bedrijven. Druk op het budget voor de publieke omroep, samen met snelgaande technologische ontwikkelingen, maken dat grote mediabedrijven soms kwetsbaar zijn. Tegelijkertijd gaan juist in deze sector de ontwikkelingen razendsnel. Inmiddels is het meer tradi tionele kerncluster in toenemende mate crossmediaal actief. Bovendien zijn anno 2013 in Hilversum allerlei bedrijven gevestigd die tot de bredere ‘creatieve industrie’ behoren. Daarnaast dragen ook kleinere bedrijven en zzp’ers op het gebied van communicatie, vormgeving en digitale media hun steentje bij. Naast het versterken van de cross-mediasector, zet de gemeente in op het stimuleren van cross-sectorale groei. Deze relatief nieuwe loot aan de mediastam richt zich op kansrijke toepassingen van mediatoepassingen in andere sectoren, zoals zorg, onderwijs en toerisme. Dit wordt regionaal aangepakt, onder meer via innovatieplatform iZovator en door participatie in het programma Growing Games. Met dit programma wil een consortium van overheid, kennis instellingen en bedrijven de gaming sector opschalen. Contactpersoon: Lotte Volz, [email protected] Wilt u meer weten over hoe Hilversum de komende jaren de creatieve industrie wil stimuleren? Lees dan de volledige nota ‘Hilversum met beide benen in de Media Valley’. Deze is te downloaden via ‘www.mediastad.nl/publicaties’. Media Campus Recent onderzoek toont aan dat er sprake is van een (mis)match tussen opleidingen en (media)bedrijven. De gemeente Hilversum, Beeld en Geluid en iMMovator hebben daarop het initatief genomen tot het oprichten van ‘Hilversum Media Campus’. Onder deze vlag krijgen de komende jaren verschillende activiteiten vorm om de aansluiting te verbeteren. Zo onderzoeken iMMOvator en TNO momenteel de mogelijkheid voor het vestigen van een onderzoeks- en medialab bij Beeld en Geluid. Informatie: www.beeldengeluid.nl/ hilversummediacampus Metropool als showroom Veel overheden, wetenschappers en bedrijven uit het buitenland komen graag naar de Metropoolregio Amsterdam om te kijken hoe wij omgaan met grootstedelijke vraagstukken. Als goed gastheer worden zij met open armen ontvangen. Maar deze bezoeken kunnen veel meer voor de metropool opleveren. Met de groeiende wereldwijde verstedelijking is de mogelijke markt voor grootstedelijke vraagstukken – ook wel Urban Solutions genoemd – honderden miljarden waard. Nederland en de MRA in het bijzonder zou daar marktleider in kunnen zijn. De metropool heeft nu eenmaal het beste energienet ter wereld, het schoonste water, de nieuwste planningmethodieken, de snelste digitale verbindingen en een vooruitstrevend mobiliteitsmanagement systeem. Allemaal zaken waar niet één of twee partijen een bijdrage aan leveren, maar soms wel tien of vijftien. Amsterdamse methode Reden om het project Amsterdam Connects te lanceren en serieus werk te maken van het in publiekprivate samenwerking verkopen van deze ‘urban solutions’.De regionale overheden stellen voor dit project de komende twee jaar 1 300.000 beschikbaar en het bedrijfsleven zal jaarlijks 1 480.000 bijdragen. Essentieel van Amsterdam Connects is een gestructureerde aanpak. Met één verhaal over het DNA van de regio en de ‘Amsterdamse methode’. Hieruit worden vervolgens specifieke thema’s – afhankelijk van de gasten – uitgelicht. ‘Urban solutions’ verkopen Maar dat is pas het begin. Want Amsterdam Connects gaat zich vooral richten op de follow-up door onze buitenlandse bezoekers actief in contact te brengen met relevante bedrijven, overheden en kennisinstellingen en hen te blijven volgen om te zien tot welke business dit leidt. Ook het aangaan van langdurige relaties met buitenlandse steden en regio’s hoort hierbij. Het doel is om, net als Barcelona, Parijs of Helsinki, echt ‘business’ te maken van deze werkbezoeken en in de opstartfase minimaal voor 1 5 miljoen aan ‘urban solutions’ te verkopen. Contactpersoon: Ger Baron, [email protected] 2 | 4 Podium 19 A G E N D A JA N UA R I F E BRUA R I 23/01 BESTUURLIJK OVERLEG STUURGROEP VERSTEDELIJKING 12/02 BESTUURLIJK OVERLEG PLATFORM RUIMTELIJKE ORDENING 12/02 BESTUURLIJK OVERLEG PLATFORM BEREIKBAARHEID 19/02 BESTUURLIJK OVERLEG PLATFORM REGIONALE ECONOMISCHE STRUCTUUR Economie MAART COLOFON 19/03 GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN 2014 APRIL JUNI SEPTEMBER OKTOBER DECEM BER MRA Podium is het kwartaalblad van de Metropoolregio Amsterdam 16/04 BESTUURLIJK OVERLEG PLATFORM BEREIKBAARHEID Verstedelijking 18/06 BESTUURLIJK OVERLEG PLATFORM BEREIKBAARHEID 20/06 BESTUURLIJK OVERLEG PLATFORM REGIONALE ECONOMISCHE STRUCTUUR 12/09 BESTUURLIJK OVERLEG PLATFORM REGIONALE ECONOMISCHE STRUCTUUR Bereikbaarheid 22/10 BESTUURLIJK OVERLEG PLATFORM BEREIKBAARHEID De Metropoolregio Amsterdam is het samenwerkingsverband van lokale en regionale overheden in het noordelijke deel van de Randstad. Deelnemers zijn de gemeenten Aalsmeer, Almere, Amstelveen, Amsterdam, Beemster, Beverwijk, Blaricum, Bloemendaal, Bussum, Diemen, Edam-Volendam, Haarlem, HaarlemmerliedeSpaarnwoude, Haarlemmermeer, Heemskerk, Heemstede, Hilversum, Huizen, Landsmeer, Laren, Lelystad, Muiden, Naarden, Oostzaan, OuderAmstel, Purmerend, Uitgeest, Uithoorn, Velsen, Waterland, Weesp, Wijdemeren, Wormerland, Zaanstad, Zandvoort, Zeevang, de provincies Noord-Holland en Flevoland en de Stadsregio Amsterdam. WEBSITE www.metropoolregioamsterdam.nl 05/12 BESTUURLIJK OVERLEG PLATFORM REGIONALE ECONOMISCHE STRUCTUUR 10/12 BESTUURLIJK OVERLEG PLATFORM BEREIKBAARHEID REDACTIERAAD Louisan Pot, Debbie Lieuw-On, Jan de Graaf en Guus Knibbeler CORRESPONDENTEN Landschap Germa Bakker, Martin Bekker, Jacqueline Bouwmans, Jan Heijink, Steef de Looze, Lotte Volz en Harry Zondag EINDREDACTIE EN PRODUCTIE DG Communicatie HOOFDFOTO VOORPAGINA Michiel Wijnbergh INFOGRAPHIC K&B provincie Noord-Holland ONTWERP www.co3.org, Irma Bannenberg DRUK KDR Company M E E R I N FOR M AT I E Actueel nieuws, ook over de agenda, vindt u op de MRAwebsite. Via de website kunt u zich ook abonneren op de maandelijkse digitale MRA-nieuwsbrief. Het adres is: WWW.METROPOOLREGIOAMSTERDAM.NL Volg MRA ook op Twitter: @MRA_online OPLAGE 2800 exemplaren Duurzaamheid REDACTIEADRES Dienst Ruimtelijke Ordening Amsterdam t.a.v. Guus Knibbeler Postbus 2758 1000 CT Amsterdam 020-2551582 [email protected]