hier nummer 1

Transcription

hier nummer 1
Nummer 1 - April 2011 | jaargang 2
C o assistenten
WETENSCHAPPELIJK TIJDSCHRIFT HAGAZIEKENHUIS
S pecial
HagaScoop
HagaZiekenhuis
van de wetenschap
8
10
4
12
14
20
I N H O U D S O P G AV E
Voorwoord dr. M. (Mark) Van Houdenhoven,
lid Raad van Bestuur HagaZiekenhuis
2
Interview met dr. T.C.A.M. (Theo) van Woerkom,
decaan/affiliatiecoördinator en onderwijscoördinator
L. (Lilian) Brijson over de HagaAcademie
4
Dermatologie: coassistent Marina van Dassen en
opleider dermatoloog A. (Andrea) Stouthamer
6
Gynaecologie & Verloskunde: semi-arts Fenna Jansen en
opleider gynaecoloog A.M.L.D. (Anne-Marie) van Haaften - de Jong
8
Heelkunde: coassistent Britt Nievaart en
opleider vaatchirurg dr. B. (Bob) Knippenberg
10
Interne Geneeskunde: coassistent Roos Vlug en
opleider internist dr. H. (Hessel) van Houten
12
Kindergeneeskunde: coassistent Marthe Roex en
opleider kindercardioloog dr. R.H. (Rob) Lopes Cardozo
14
KNO-heelkunde: coassistent Margreeth van den Berg en
opleider KNO-arts dr. E. (Evert) Rijntjes
16
Neurologie: coassistent Hanna van Steenbergen met
opleider neuroloog dr. P. (Paul) Wirtz
18
Oogheelkunde: coassistent Margriet van Bemmelen met
opleider oogarts dr. N.(Nicola) Kuiper
20
Overzicht medische opleidingen in het HagaZiekenhuis
22
Colofon
23
HagaScoop | April 2011
1
“Opleiden en onderwijs geven zijn belangrijke doel­
“Als topklinisch opleidingsziekenhuis investeren wij
stellingen van het HagaZiekenhuis. Dat geldt met
optimaal in goed onderwijs aan deze doelgroepen.
name voor onderwijs aan coassistenten en semi­
Zij krijgen in het HagaZiekenhuis te maken met
artsen, want zij zijn de artsen van de toekomst.”
veel patiëntencontact en een diversiteit aan ziekte­
Aan het woord is dr. M. (Mark) Van Houdenhoven,
beelden. Een ideale leer- en werkomgeving.”
lid Raad van Bestuur van het HagaZiekenhuis.
Kennis en vaardigheden overdragen:
een must en vooral erg leuk
Vanwege het positieve opleidingsklimaat is het Haga­Ziekenhuis
een ideale setting voor arts-assistenten, coassistenten,
maar ook voor paramedici en (gespecialiseerd) verpleeg­
kundigen. Jaarlijks voltooien ruim vierhonderd coassistenten/
semi-artsen hun stage in het HagaZiekenhuis. “Kennis en
vaardigheden overdragen aan jonge artsen is een must, en het is
bovenal erg leuk”, vertelt Van Houdenhoven. “Onze opleiders
hebben daarin een voorbeeldfunctie. Wij willen als topklinisch
opleidingsziekenhuis onze verantwoordelijkheid nemen
om coassistenten op te leiden tot bekwame artsen.
Artsen die met vertrouwen aan hun carrière bouwen.
'Wij willen als topklinisch opleidings­
ziekenhuis onze verantwoordelijkheid
nemen om coassistenten op te leiden
tot bekwame artsen'
Menig coassistent zien wij terug als hij zijn semiarts-stage
of een arts-assistentenopleiding bij ons gaat volgen. Dat is
een van de maatstaven die laat zien hoe je het als opleidings­
ziekenhuis doet. Opleiden houdt ons scherp om op het hoogste
niveau zorg en kwaliteit te blijven leveren. De houding naar
de patiënt is daarbij essentieel.”
2
HagaScoop | April 2011
Coassistenten maken in het HagaZiekenhuis kennis met zowel
basiszorg als vaak onderscheidende topklinische functies.
“Dat is het voordeel van een topklinisch opleidingsziekenhuis ten
opzichte van een algemeen ziekenhuis.”, weet Van Houdenhoven.
Voorbeelden van topklinische functies zijn kindergeneeskunde,
oncologie, hematologie, hartcentrum, het cystic fibrosis centrum,
orthopedie en oogheelkunde. “Bovendien huisvest het ziekenhuis de drukst bezochte SEH van Nederland. Voor coassistenten
betekent dit een interessante werk- en leeromgeving.
Bij een aantal coschappen maakt de coassistent tevens kennis
met meerdere locaties en specialisaties van het ziekenhuis zoals
de acute zorg op locatie Leyweg en de Geneeskunde bij kinderen
in ons ‘eigen’ Juliana Kinderziekenhuis. Hierdoor bieden wij
coassistenten de mogelijkheid om uit een scala van vakgebieden
kennis en praktische ervaring op te doen in diverse settings”,
aldus Van Houdenhoven.
Gericht commentaar
Van Houdenhoven: “Analoog aan het Nieuwe Opleiden
krijgt directe feedback een steeds prominentere plaats in
het onderwijs aan de coassistenten. Dat vinden wij belangrijk,
omdat de ervaring leert dat een coassistent, bij het leren
van geneeskunde in de praktijk, veel baat heeft bij gericht
commentaar van de opleiders. Hierdoor kunnen coassistenten
hun klinische competentie verbeteren. Naast feedback over zijn
medische kennis en vaardigheden, krijgt de coaasisstent ook
voor w oord
‘Opleiden leert
ons ook veel’
dr. M. (Mark) Van Houdenhoven,
lid Raad van Bestuur
gerichte feedback over diens communicatie, samenwerking
en professioneel gedrag. Uiteraard wordt dat in een veilige
setting gegeven en op een opbouwende wijze gegeven.
Omgekeerd horen wij van de coassistent graag hoe hij zijn
coschap in ons ziekenhuis heeft ervaren en of hij suggesties
heeft ter verbetering van het onderwijs. Ook wij staan open
voor feedback en leren graag.
Opleidingsinstituut HagaAcademie
Het opleidingsinstituut van het HagaZiekenhuis,
de Haga­Academie, onderhoudt nauwe contacten met
het Leids Universitair Medisch Centrum en het Erasmus
Medisch Centrum, Met deze academische ziekenhuizen
heeft het HagaZiekenhuis een affiliatieovereenkomst voor
coassistenten. De Haga­Academie begeleidt de coassistenten
bij binnenkomst en organiseert tweewekelijks onderwijs
tijdens een co­assistentenlunch, waarbij praktijkervaringen
worden uit­gewisseld en een medisch thema bediscussieerd
wordt. Alle afdelingen waar coassistenten onderwijs krijgen,
hebben een eigen onderwijscoördinator met secretariaat.
De onderwijscoördinatoren vormen met decaan/affiliatie­
coördinator (dr. Theo van Woerkom) van de HagaAcademie
en de opleidingscoördinator van het bureau voor het co­
assistenten­onderwijs (Lilian Brijson) de Centrale Coassistenten
Commissie (CCoC).
In deze speciale uitgave van het weten­schappelijk
tijdschrift HagaScoop van het HagaZiekenhuis geeft
dr. M. (Mark) Van Houdenhoven, lid Raad van Bestuur
het belang van goed onderwijs aan. Decaan T.C.A.M.
(Theo) van Woerkom en L. (Lilian) Brijson vertellen
waar de HagaAcademie voor staat en wat coassistenten van hun coschap in het HagaZiekenhuis kunnen
verwachten, maar ook wat het HagaZiekenhuis van
de co­assistenten mag verwachten. Acht coassistenten
delen hun ervaringen met hun coschap in het HagaZiekenhuis. Ook de opleiders komen aan het woord.
Zij vertellen hoe zij tegen onderwijs aankijken en
wat zij de coassistenten graag willen leren.
Op de website www.hagaziekenhuis.nl/wetenschap
zijn alle edities van HagaScoop in te zien.
HagaScoop | April 2011
3
4
HagaScoop | April 2011
intervie w
Het HagaZiekenhuis ontvangt jaarlijks 425 coassistenten. Voor sommigen van hen is het de eerste
echte kennismaking met de medische praktijk. Anderen komen voor hun semi-arts stage. Allemaal
worden ze opgevangen en wegwijs gemaakt door de HagaAcademie. Opleidings­coördinator
L. (Lilian) Brijson en decaan/affiliatiecoördinator dr. T.C.A.M. (Theo) van Woerkom vertellen waar
de HagaAcademie voor staat en wat coassistenten van hun coschap kunnen verwachten.
De HagaAcademie,
wegwijzer voor coassistenten
“Een coschap begint altijd met een introductie bij de Haga­
Academie”, vertelt Lilian Brijson. “Ik vertel iets over het ziekenhuis
en licht mijn rol als opleidingscoördinator toe. Als het even kan
maken de coassistenten kennis met dr. van Woerkom,
de affiliatiecoördinator. Theo is vanuit het HagaZiekenhuis
eindverantwoordelijk voor de coschappen en medische vervolgopleidingen. Hij is bovendien de vertrouwenspersoon voor onze
coassistenten. Zij kunnen bij hem terecht met problemen
of vragen. Voor alle organisatorische aangelegenheden ben ik
de aangewezen persoon.”
Op de dag van ontvangst worden de coassistenten geregistreerd
en ontvangen ze bedrijfskleding. Ook een bezoek aan de
bedrijfsverpleegkundige staat op het programma. Deze checkt
de vaccinatiestatus en andere medische bijzonderheden. Na een
rondje door het ziekenhuis draagt Lilian de coassistenten over
aan de opleider voor de coschappen van de betreffende afdeling.
Feedback
Een van de onderwerpen die tijdens de introductie aan bod
komt, is het zorgconcept van het HagaZiekenhuis. “Wij werken
hier vanuit het Planetree-concept”, licht Lilian toe. “Dat komt er
in het kort op neer dat we persoonlijke zorg bieden waarbij we
de patiënt centraal stellen. Goede communicatie is daarbij
cruciaal. Artsen en andere hulpverleners moeten zich kunnen
verplaatsen in de patiënt. Wat vindt hij of zij belangrijk,
wat betekent de aandoening voor hem of haar? Het is een onderwerp dat ook tijdens de co-lunches - het discipline-overstijgende
onderwijs dat de HagaAcademie aanbiedt - regelmatig
terugkeert.”
“In de opleiding tot arts gaat het steeds meer om kennis
én communicatie”, vult dr. van Woerkom aan. “Als je niet goed
communiceert, kom je immers niet ver met je kennis. Het gaat
er niet alleen om dat je een onderzoek goed leert uitvoeren
maar ook dat je goed contact maakt met de patiënt. Beide leer je
vooral door te doen en feedback te krijgen. Tijdens de co­
schappen krijg je die feedback on the spot. Vroeger deed je als
coassistent een intake en vervolgens besprak je je bevindingen
met je opleider. Nu zit de opleider erbij tijdens de intake
en kan na afloop gerichte feedback geven, zowel wat betreft
de medische als de communicatieve vaardigheden.”
Goed voorbeeld
De opleidersgroep (specialisten en arts-assistenten) binnen
het HagaZiekenhuis is erg gemotiveerd om coassistenten
op te leiden. Lilian: “Zij zien het als een investering in de eigen
kweekvijver. Het gebeurt nogal eens dat een coassistent voor
een bepaald specialisme kiest op grond van zijn of haar goede
ervaringen tijdens het coschap.”
“Ook voor de specialisten zelf is het waardevol om artsen in spe
op te leiden”, vindt Theo. “Praktijkonderwijs geven is hardop
denken en hardop denken is de beste feedback die je jezelf
geven kunt. Je bent daardoor heel bewust met je eigen vak
en je eigen gedrag bezig. Dat houdt je scherp. Je dwingt jezelf
om het goede voorbeeld te geven. En voor een coassistent
is niets zo inspirerend als het goede voorbeeld.”
Hard nodig
Naast gemotiveerde opleiders draagt het algehele opleidings­
klimaat bij aan het succes van een coschap. Coassistenten
moeten het maximale uit hun coschap kunnen halen. Om de
kwaliteit van het opleidingsklimaat te bewaken, heeft het
HagaZiekenhuis vorig jaar een centrale coassistentencommissie
ingesteld. Lilian: “Deze commissie houdt bijvoorbeeld de
uitkomsten van de periodieke enquêtes onder coassistenten
nauwlettend in de gaten. De uitkomsten geven, samen met
informatie uit gesprekken met coassistenten en werkbezoeken
van het LUMC, een indruk wat er goed gaat en waar het
beter kan.”
“Maar het moet wel van twee kanten komen”, stelt Theo.
Daarom heeft hij als tip voor de coassistenten: “Kom niet met
de gedachte dat je hier slechts tijdelijk bent en dat het je alleen
maar tijd kost. Kom met de overtuiging dat jij ons iets te bieden
hebt, dat wij jou net zo hard nodig hebben als jij ons.”
HagaScoop | April 2011
5
Marina van Dassen
Leeftijd: 23
Coschap Dermatologie
6
HagaScoop | April 2011
D ermatologie
Coassistent Marina van Dassen had ‘helemaal niets’ met het vakgebied dermatologie.
Maar het coschap op de afdeling Dermatologie in het HagaZiekenhuis veranderde haar mening
en ze begon het zelfs leuk te vinden. Vooral toen Marina de theorie en de praktijk kon verenigingen
werd het voor haar interessant. Ze mocht al snel zelf nieuwe patiënten zien en ‘statussen’.
Het viel me in het ziekenhuis op
dat iedereen elkaar groet
Marina van Dassen classificeert het Haga­
Ziekenhuis als een prima opleidingsziekenhuis.
“Er is in dit ziekenhuis duidelijk aandacht voor
coassistenten en opleidingen in het algemeen.
Onze groep coassistenten werd de eerste dag
uitstekend ontvangen door de HagaAcademie.
Ook op de afdeling merkte ik dat iedereen
bereidwillig is om je iets uit te leggen. Ik kon
altijd vragen stellen. Dat geldt sowieso voor
het hele ziekenhuis. Ik werd overal vriendelijk
geholpen. Opvallend vond ik dat er veel gegroet
wordt in het ziekenhuis. In andere ziekenhuizen
ervaar ik dat wel een anders, zoals medewerkers
die gewoon stug langs elkaar heen lopen.”
“Het allerbelangrijkste tijdens een coschap bij
een specialisme vind ik een veilige en prettige
leeromgeving,” zegt Marina. “Als zo’n cultuur
er niet is, voel je je niet op je gemak en is het
moeilijk om iets te leren. En dat is immers
waarvoor je je coschappen loopt. Door veel van
het specialisme te zien zoals ziektebeelden,
maar ook door handelingen en onderzoeken
zelf te mogen doen, leer je het meest.”
Veel patiënten
Op de afdeling Dermatologie zag Marina veel
patiënten met uiteenlopende aandoeningen.
“Ik mocht al snel zelf nieuwe patiënten zien.
In een perifeer ziekenhuis zoals het Haga­
Ziekenhuis leer je veel over de basiszorg,
hoe een ‘normale’ aandoening eruit ziet.
Dat vind ik prima. In een academisch ziekenhuis
zie je als coassistent veel minder patiënten
en dan gaat het vaak nog om bijzondere
aandoeningen die je in je verdere carrière
waarschijnlijk niet meer zal tegenkomen.”
Theorie en praktijk
Op de vraag of Marina goed was voorbereid op
dit coschap antwoord ze: “Ja, aan de ene kant
wel, maar aan de andere kant voorziet de studie
geneeskunde niet in voldoende theoretische
kennisleerstof op het gebied van de derma­
tologie. Deze kennislacune moest ik dan ook
met behulp van dit coschap inhalen. Dat had
wel als gevolg dat mijn eerste twee weken
uit theorielessen bestonden. Daarna vond ik
het coschap pas echt leuk worden, omdat ik
vanaf dat moment de theorie en praktijk
kon verenigen. Door te vragen wat er op
de afdeling mogelijk was, kon ik initiatieven
nemen. Ik wilde bijvoorbeeld graag leren om
biopten te doen en daar was alle ruimte voor.”
“Tijdens mijn coschap op de dermatologie
was er veel aandacht voor het goed afnemen
van de anamnese, het lichamelijk onderzoek
en het beschrijven van de dermatologische
diagnose. Het coschap was in mijn beleving
overigens te kort om alles van de derma­
tologie te zien en te begrijpen.”
“Terwijl ik er eerst helemaal niets mee had,
ben ik het vak dermatologie leuk gaan
vinden, maar ik zal er niet in verdergaan”,
vertelt Marina. “Mijn keuze ligt bij
de psychiatrie.”
Opleider dermatoloog A. (Andrea) Stouthamer
Vertrouwd raken met omgang met patiënten
“Momenteel is dermatologie het eerste
specialisme waar alle coassistenten hun
coschap mee beginnen. Het is daardoor
de eerste keer in hun loopbaan dat ze als arts
zelf in direct contact komen met patiënten.
Ik vind het belangrijk dat coassistenten
vertrouwd raken met het omgaan met ‘echte’
patiënten, maar ook dat ze leren samenwerken
met het vaste personeel van de polikliniek
zoals de secretaresse, baliemedewerkers,
doktersassistenten. Als opleider probeer ik
voor coassistenten makkelijk toegankelijk
te zijn en een veilige sfeer te creëren zodat ze
al hun vragen durven te stellen. Verder hoop ik
mijn enthousiasme voor het vak dermatologie
over te brengen aan de coassistent.”
HagaScoop | April 2011
7
Fenna Jansen
Leeftijd: 26
Semi-arts stage (6e jaars),
Gynaecologie & Verloskunde
8
HagaScoop | April 2011
& V erlos k unde
Uitdagend, soms stressvol... maar altijd leerzaam en absoluut leuk bij de hartelijke groep
van Gynaecologie & Verloskunde van het HagaZiekenhuis. Dat is de mening van Fenna Jansen
die er zestien weken als semi-arts stage liep en snel werd opgenomen als teamlid. “Plezierig vond ik
dat ik mijn programma, met uiteraard bepaalde basiseisen, grotendeels zelf kon samenstellen.”
Als semi-arts heeft Fenna Jansen alle co­
schappen doorlopen en koos heel bewust
voor deze semi-stage. “Ik merkte dat ik, tijdens
mijn eerste -relatief rustige- derdelijns coschap
Gynaecologie & Verloskunde in het Leids
Universitair Medisch Centrum, het nodige
gemist heb aan de snelle basiszorg van
de tweede lijn. Zwangerschapshypertensie
en verdenking gebroken vliezen had ik
bijvoorbeeld weinig gezien.”
Veel verantwoordelijkheid
“De eerste weken bij een coschap zijn altijd
wat onwennig”, ervaart Fenna. “Alles is nieuw
en je doet veel indrukken op. Op Gynaecologie
& Verloskunde werd voldoende tijd besteed
aan uitleg en er was altijd iemand aan wie je
je vragen kon stellen. Gynaecologie & Verlos­
kunde is een onvoorspelbaar vak door
de spoedeisende zaken die er voorkomen.
Maar dat maakt het tevens een heel
boeiend vak.”
Volgens Fenna biedt de afdeling Gynaecologie
en Verloskunde voldoende ruimte voor eigen
inbreng en is de begeleiding prima.
“De specialisten zijn zeer goed benaderbaar
en betrokken. Ze geven als dat nodig is extra
uitleg aan coassistenten op individueel niveau.
Daarnaast wordt er onderwijs gegeven
over disciplines die niet standaard aan bod
komen in het curriculum. En de vakken
die het curriculum wel biedt, worden flink
uitgediept. Daarnaast is er ruimte voor
zelfontplooiing. Onder voorafgestelde
Fenna Jansen kreeg als semi-arts, onder
supervisie, al relatief veel verantwoordelijkheid
door de zorg voor een hele afdeling. “Dat was
aanvankelijk even slikken omdat je dat niet
gewend bent, maar het is natuurlijk wel
belangrijk om dat te leren. Er komt een
moment dat je die verantwoordelijkheid
zelfstandig moet kunnen dragen.
G y naecologie
Ruimte voor zelfontplooiing
voorwaarden, mocht ik mijn eigen
planning maken. Zo heb ik een periode
op de afdeling gewerkt, nachtdiensten
gedraaid en op de verlos­kamers gestaan.
Wat ik ook waardevol vond was het leren
samenwerken met verpleegkundigen
en het visite lopen. Dat is iets wat ik tijdens
mijn andere coschappen weinig heb
gedaan. Dat is een waardevolle aanvulling
geweest tijdens mijn semi-arts stage.”
Geslaagd coschap
Voor Fenna zijn goede feedback,
benader­bare en vriendelijke assistenten
en specialisten en ruimte voor zelf­
ontplooiing belangrijke criteria voor
een geslaagd coschap. De Gynaecologie &
Verloskunde voldeed wat haar betreft aan
al die criteria. Wat Fenna als specialisatie wil
kiezen weet ze nog niet zeker, maar ze heeft
wel een sterke voorkeur gekregen voor
de Gynaecologie & Verloskunde.
Opleider gynaecoloog A.M.L.D. (Anne-Marie) van Haaften-de Jong
Een coassistent moet zich veilig en vrij voelen
“Coassistenten moeten tijdens hun coschap
in staat worden gesteld alle facetten van
ons vak mee te maken. Met de opbouw van
het coschap in ons ziekenhuis proberen we
dat te realiseren. De coassistenten moeten,
na het beëindigen van hun coschap, patiënten
met gynaecologische en obstetrische
problematiek op eerstelijns niveau kunnen
diagnosticeren en behandelen. Mocht een
coassistent interesse hebben voor ons vak,
dan hoop ik dat onze opleiding de doorslag
geeft bij de beslissing hierin verder te gaan.“
“Het aantal coassistenten wisselt per periode.
Er is in ons ziekenhuis ook ruimte voor opleiding
aan keuzecoassistenten en semi-artsen.
Doelstelling binnen onze maatschap is voldoende opleidingsmomenten in de verschillende
disciplines te geven. Tussenbeoordelingen
en feedback geven vinden wij belangrijk.
Coassistenten moeten zich veilig en vrij voelen
bij het uitvoeren van handelingen en het stellen
van vragen. Vanwege onze kliniek met bilocatiemodel hebben wij twee begeleiders/aanspreekpunten, mijn collega-gynaecoloog Tjeerd
Huisman en ik.”
HagaScoop | April 2011
9
Britt Nievaart
Leeftijd: 24
Masterfase, coschap Heelkunde
10
HagaScoop | April 2011
H eel k unde
Britt Nievaart weet na haar coschap op de Heelkunde zeker dat zij snijdend arts wil worden.
“Ik ben zonder specifieke verwachtingen dit coschap ingegaan. Het werd een leuk en leerzaam
coschap. Ik was blij verrast door het enthousiasme van de specialisten en arts-assistenten in het
HagaZiekenhuis. Ze nemen alle tijd om de leerstof uit te leggen, zijn geduldig als je als zoveelste
coassistent dezelfde vraag nogmaals stelt en vinden het nooit vervelend als je bij een ingreep
komt kijken. Er is een goede balans tussen het onderwijs -overigens van goede kwaliteit- en
de praktijkervaring.”
Heelkunde is een fijne leeromgeving
Britt vindt het prettig dat ze ruimte kreeg om
haar eigen dag- en weekindeling te bepalen.
“Zo had ik grote invloed op mijn eigen
leercurve”, legt ze uit. “Als coassistent wil je
een realistisch beeld van een bepaald vak­
gebied krijgen. Dat is alleen haalbaar als je
overal en met iedereen mag meekijken.
Vragen die ik daarbij had: ‘Wat houdt het
specialisme in, welke subspecialismen zijn er
en is het wat voor mij?
Bij de Heelkunde kreeg Britt alle ruimte
voor eigen initiatief. “Zelf iets doen vind ik
is belangrijk. Daar leer je het meeste van.
Hechten, wondjes plakken, snijden, patiënten
zien, steriel staan op de OK en overleggen met
de specialisten… ik heb het allemaal gedaan.”
“Het rooster was gevarieerd”, vertelt Britt.
“We kregen elke week een e-mail met het
weekrooster waardoor ik mij kon voorbereiden
op de poli’s, OK’s of POK’s. Daarnaast wilde
iedereen graag weten wie ik was. Dat gaf
een welkom gevoel! De borrel op vrijdag­avond op de Heelkunde en de bakjes koffie
op de afdeling zijn erg gezellig geweest.
Uiteraard werd er ook hard gewerkt.
Als ik vragen had, wist ik bij wie ik terecht kon.
Het kwam ook nogal eens voor dat ik gepiept
werd om ‘nu onmiddellijk’ naar de OK te komen
omdat ze me nodig hadden om te assisteren,
whoop!”
Britt vond dat ze theorietechnisch niet goed
was voorbereid op haar heelkunde-coschap.
“De theoretische studie in de doctoraalfase
beperkt zich vooral tot de interne genees­
kunde. Hoewel het geen al te groot obstakel
was, zou er in de basisopleiding meer aandacht
besteed moeten worden aan anatomie,
bewegingsleer en wondverzorging. Overigens
kun je de technische vaardigheden van het vak
Heelkunde alleen maar in de praktijk leren.
Ik had al wel graag tijdens de studie leren
hechten voordat ik op de heelkunde kwam.”
Te kort
Als het aan Britt lag, had haar coschap
op Heelkunde veel langer mogen duren.
“Ten eerste omdat ik de chirurgie een
prachtig vak vind en ten tweede omdat
de heelkunde zo’n allesomvattend en breed
vakgebied is dat het bijna onmogelijk is
om een goede indruk te krijgen in slechts
acht weken. De bereidwilligheid van
de artsen om onderwijs te geven
en het vertrouwen dat ik van hen kreeg
om handelingen zelfstandig uit te voeren,
vond ik bijzonder.
Is er dan helemaal geen kritiek te geven
op het coschap? Britt: “Jawel. Ik had al wel
verwacht dat ik moeite zou hebben om
’s ochtends om half zes op te staan.
Die verwachting is uitgekomen…”
Opleider vaatchirurg dr. B. (Bob) Knippenberg
De patiënt heeft een centrale positie
“Als opleider heb ik een voorbeeldfunctie,
daar ben ik mij van bewust en daar handel ik
naar. De meest belangrijke uiting daarvan is
dat je de coassistenten laat zien dat de patiënt
centraal staat. Daar moeten wij als zorg­
professionals van doordrongen zijn.
Dat betekent dat we er voor zorgen dat
de patiënt de juiste behandeling krijgt, maar
ook dat we goed luisteren naar zijn vragen
en die zo goed mogelijk beantwoorden.”
“Voor een opleider vind ik ‘eerlijkheid’
de meest belangrijke eis. Eerlijk zijn naar
de coassistenten én naar je collega’s.
Een onderdeel daarvan is ook uiting geven
aan je twijfel. In de geneeskunde zijn er immers
zelden zwart-wit-situaties. Elke keuze voor
een medische behandeling heeft een
beredenering, een motief. Die maak ik graag
bespreekbaar; daar kunnen we, de opleider
en de coassistent van leren.
HagaScoop | April 2011
11
Roos Vlug
Leeftijd: 26
Coschap Interne Geneeskunde
12
HagaScoop | April 2011
G enees k unde
Voor aanvang van haar coschap Interne Geneeskunde was Roos Vlug niet zo zeker van haar
theoretische kennis, maar die onzekerheid bleek onterecht. Met de sociale en psychische kant van
de behandeling van de patiënt had Roos het soms moeilijk. “Het is onmogelijk om je emotioneel
volledig voor te bereiden op alles wat komen gaat.”
Tijdens haar coschap sprak Roos Vlug regel­
matig met patiënten die langdurig in het
ziekenhuis verbleven en met patiënten die te
horen kregen dat ze ongeneeslijk ziek waren.
“Het viel mij op dat deze mensen zo positief
in het leven bleven staan, konden lachen
en vriendelijk waren tegen artsen en verpleegkundigen. En ondanks hun ziekte bleven ze
geïnteresseerd in mij, hun zaalgenoten
en andere mensen om zich heen. Ik vind het
bijzonder om te zien dat deze mensen,
ondanks alle ellende, toch nog konden
genieten.”
Vooral haar eerste ervaringen in uitzichtloze
situaties tijdens behandeling van patiënten
waren voor Roos moeilijk. “Er valt niets
voor te bereiden als je voor het eerst bij
een slechtnieuwsgesprek zit en ‘jouw’ patiënt
te horen krijgt dat hij ongeneeslijk ziek is.
Er valt niets voor te bereiden als ‘jouw’ patiënt
plotseling overlijdt. En er valt niets voor te
bereiden als ‘jouw’ patiënt na een reanimatie,
ondanks alle inspanningen, het toch niet haalt.
Die emotionele situaties moet je in de praktijk
meemaken om er de volgende keren hopelijk
beter mee om te kunnen gaan. Dat leer je niet
in een nagespeelde setting.”
Belang patiënt voorop
Roos: “Wat ik met name een waardevolle les
vind, is dat wij –artsen- niet altijd moeten
handelen naar onze eigen inzichten en ons
eigen kunnen, maar dat we vooral naar
de mening van de patiënt moeten luisteren.
Sommige patiënten hebben genoeg mee­
gemaakt in hun leven en hebben vrede
met het feit dat dit in korte tijd zal eindigen.
Zij zitten niet meer te wachten op een
heroïsche actie van dokterszijde. Dat was
een belangrijk leerpunt voor mij, te leren
denken en handelen in het belang van
de patiënt en niet altijd in het vermogen
van de arts.”
I nterne
Een arts moet denken en handelen
in het belang van de patiënt
De eerste dagen op de afdeling voelde
Roos zich nog onwennig. Maar dat gevoel
verdween na een week. “De sfeer op de
afdeling is gemoedelijk. Er is geen afstand
tussen specialisten en coassistenten.
De specialisten en de arts-assistenten
waren altijd bereid me iets te leren.
Hun verwachtingen en onze taken waren
duidelijk. Ondanks dat ik had verwacht
meer poliklinische patiënten te zien,
voldeed het coschap inhoudelijk aan mijn
verwachtingen. Er werd regelmatig ‘bedside
teaching’ gegeven. Leuk en leerzaam!
Dat gold ook voor het onderwijs van
long­artsen, hematologen, reumatologen
en cardiologen.
Roos heeft al jaren een voorkeur voor
Tropengeneeskunde. De vier weken
op de afdeling Infectieziekten hebben
haar interesse in tropische ziekten en
infectieziekten alleen maar versterkt.
Opleider internist dr. H. (Hessel) van Houten
Enthousiasme voor het vakgebied overbrengen
“Onze vakgroep Interne Geneeskunde biedt
coassistenten een stimulerende leeromgeving.
We dragen onze kennis en ervaring over in
één-op-één situaties en tijdens ons uitgebreide
onderwijsprogramma in plenair verband.
Wij vinden het belangrijk dat coassistenten
hun vragen laagdrempelig kunnen stellen.
Waar dat mogelijk en verantwoord is, moedigen
we het aan om initiatieven te ondernemen
en zelfstandig te werken. Het ontwikkelen
en uitoefenen van een adequate professionele
houding tegenover patiënten, verpleeg­
kundigen en collega’s vind ik daarnaast
van groot belang.”
“Mijn taak is om een uitnodigend stage­
programma op te zetten met een gedoseerde
opbouw. Coassistenten zijn in het begin
schuchter bij dit eerste grote en breed
georiënteerde coschap in ons grote ziekenhuis
en hebben vragen en onzekerheden zoals
‘Waar ga ik aan beginnen? Het overzicht
ontbreekt bij mij geheel…’. Ze moeten kunnen
werken in een vertrouwde omgeving waarbij
problemen bespreekbaar zijn. Ik probeer
coassistenten bovenal enthousiasme bij te
brengen voor ons interessante vakgebied met
zijn vele facetten. En ik laat hen een gedegen
kennis van onze vakgebieden opdoen, waarmee
ze in hun verdere carrière vooruit kunnen.”
HagaScoop | April 2011
13
Marthe Roex
Leeftijd: 24
Coschap (6e jaars)
Kindergeneeskunde
14
HagaScoop | April 2011
Kindergenees k unde
Coassistent Marthe Roex liep haar Kindergeneeskunde coschap in het Juliana Kinderziekenhuis.
“Kindergeneeskunde is een bijzonder vak. Je ziet kinderen variërend in de leeftijd van nul tot
zestien jaar. De manier van werken met kinderen en hun ouders vergt andere communicatieve
vaardigheden van een arts. Dat maakt het coschap zo heel anders dan alle andere coschappen.
Het is totaal niet te vergelijken met de volwassenenzorg.”
In het Juliana Kinderziekenhuis
voelde ik me echt nuttig
“Ik vind het een uitdaging om te proberen met
kinderen een vertrouwensband op te bouwen,
zodat ze vervolgens toelaten dat je hen
onder­zoekt. Alle kinderen zijn hierin verschillend. Het gaf me vooral een kick om heel
verlegen kinderen via korte gesprekjes en
spelletjes zo op hun gemak te stellen dat ze
van de schoot van mama of papa afkwamen
en met jou meewerkten”, vertelt Marthe Roex,
die haar coschap kindergeneeskunde in
het Juliana Kinderziekenhuis (JKZ) liep.
Marthe: “Ouders maken zich vaak zorgen over
hun kind, maar kinderen zelf hebben daar niet
zo veel last van. Bij dit coschap heb ik nogmaals
het belang van goede communicatie en
voorlichting gezien. Ouders kunnen vaak al
door goede uitleg gerustgesteld worden.
Het kost misschien even tijd, maar het effect
ervan is heel groot!”
Tweestrijd tussen geluk en zorgen
Marthe vond het een unieke ervaring om
als coassistent op de Spoedeisende Hulp
van het JKZ mee te lopen. “Soms was het rustig,
maar vaker overvol! In korte tijd kon ik veel
patiënten zien en daarmee veel leren over
de acute en minder acute kindergeneeskunde.
Wat ik ook speciaal vond, was een week
op de Neonatologie. Het is heel intens om de
tweestrijd tussen het geluk van nieuw leven en
daarnaast de zorgen die te vroeg geborenen
met zich meebrengen, te mogen ervaren.
Ook de aanwezigheid bij geboortes zal mij
altijd bijblijven. De spanning die rond een
bevalling hangt, de emoties van de ouders
en de opluchting wanneer een baby het goed
blijkt te doen: dat ik daar deel van mocht
uitmaken, was echt bijzonder.”
“De berichten over het JKZ zijn positief,
dus wat dat betreft waren mijn verwachtingen
hoog. Die zijn helemaal waargemaakt tijdens
dit coschap”, aldus Marthe. “Op de poli werd
echt gerekend op de coassistenten die de
nieuwe patiënten zien. Hierdoor voelde ik me
als coassistent nuttig en ik werd gemist
als ik niet op de poli was.”
Leuke manier van onderwijs
“Op verschillende momenten werd ik
gestimuleerd tot zelf nadenken. Zoals op
de poli wanneer ik een nieuwe patiënt
had gezien en deze besprak met een van
de kinderartsen. Of tijdens bijvoorbeeld de
endocrinologiebespreking, waarbij casussen
uit de praktijk werden besproken. Vier dagen
per week was er aan eind van de middag
ongeveer 45 minuten onderwijs. Door een van
de kinderartsen of arts-assistenten en door
elke coassistent was er een praatje over een
praktijkcasus. Een leuke manier van onderwijs.”
Het allerliefst wil Marthe een specialisatie
doen met een brede patiëntenpopulatie,
waarbij zowel analytisch denken als ‘bezig zijn
met je handen’ aan bod komt. “Op dit moment
neig ik naar een breed vak, zoals interne
geneeskunde. En door het coschap kinder­
geneeskunde ben ik mij gaan realiseren dat ik
het leuk vind om een vak te kiezen waarbij je
ook kinderen ziet. Ik ben dan ook benieuwd
naar de KNO-heelkunde.”
Opleider kinderarts dr. R.H. (Rob) Lopes Cardozo
Door van fouten te leren groei je
in de rol van arts
“Ik wil mijn coassistenten graag leren dat
zij zoveel mogelijk gebruik moeten maken
om, in deze vertrouwde omgeving, van fouten
te leren en te groeien in de rol van arts.
Direct na deze fase hebben zij de verant­
woordelijkheid naar de patiënt en collegae
om optimaal en met volledige inzet te
functioneren. Hierbij wil ik als opleider zorgen
voor een stimulerende en veilige leeromgeving
waarin patiëntenzorg, onderwijs en wetenschap hand in hand gaan.”
HagaScoop | April 2011
15
Margreeth van den Berg
Leeftijd: 24
Coschap KNO-heelkunde
16
HagaScoop | April 2011
K N O - heel k unde
De KNO-heelkunde had bij voorbaat al de interesse van coassistent Margreeth van den Berg.
Na drie weken intensief coschap is dat alleen maar gegroeid. “KNO-heelkunde (KNO) is een divers
vakgebied: veel spreekuren met poliklinische ingrepen en verschillende grote en kleinere operaties.
De patiëntenpopulatie varieert van heel jong tot oud. Wat mij aansprak tijdens mijn coschap
was dat op de afdeling niet alleen naar ‘het KNO-probleem’ werd gekeken, maar dat er ook goed
werd geluisterd naar de anamnese van de patiënt.”
Mijn KNO-coschap bevestigde nog meer
dat ik KNO wil gaan doen
Een paar weken voordat Margreeth van den
Berg met haar KNO-coschap begon, volgde zij
met medestudenten op de medische faculteit
een aantal dagen les over het KNO-vak.
Margreeth: “Dat was vooral om de theoretische
kennis op te frissen, het lichamelijk onderzoek
te herhalen en te oefenen op elkaar. Hierdoor
werd de enigszins weggezakte kennis na ruim
twee jaar weer opgefrist.”
Margreeth voelde zich direct welkom
in het HagaZiekenhuis en op de afdeling KNO.
“De HagaAcademie organiseerde een intro­
ductie met rondleiding en zorgde meteen voor
een jas en personeelspas. Op de KNO was
de samenwerking binnen de afdeling prettig
en er was een goede sfeer. Zowel de specialisten
als de verpleegkundigen waren altijd bereid
om mij wegwijs te maken.”
KNO is veelomvattend
Behalve de KNO-arts werken er diverse para­
medici rondom de zorg van de KNO-patiënt.
Dat maakt de KNO een veelomvattend
en gevarieerd vak. “Ik mocht zelf nieuwe
patiënten onderzoeken en besprak het resultaat
daarna met de KNO-specialist. Zo leerde ik
het lichamelijk onderzoek goed onder de knie
te krijgen. Ik vond het interessant om mee
te lopen met de audiometrist en logopedist,
daardoor kreeg ik een goed beeld van hun
vakgebieden. En ik heb het KNO-spreekuur
in het Juliana Kinderziekenhuis kunnen
mee­maken. Zo heb ik verschillende aspecten
van het vakgebied kunnen aanschouwen.
Wat ik echt bijzonder vond is dat ik mijn eerste
tonsillectomie op de OK heb mogen doen,
natuurlijk onder supervisie.”
Op de KNO-heelkunde wordt van elke co­
assistent verwacht dat deze een praatje houdt
over een wetenschappelijk onderwerp. Het is
de bedoeling dat zo’n praatje stof voor discussie
oplevert. Aan het eind van het coschap volgt
een uitgebreid gesprek met de opleider over
het functioneren tijdens het coschap en over
de toekomstplannen van de coassistent.”
Vooruitstrevend
De KNO-afdeling in het HagaZiekenhuis
is vooruitstrevend vindt Margreeth.
“De vakgroep heeft een eigen website
KNOcare.nl. Daarop wordt een duidelijk
overzicht gegeven van het KNO-vakgebied
met diverse filmpjes van operaties die door
de specialisten van het HagaZiekenhuis zelf
zijn uitgevoerd. Voor coassistenten is dat
een waardevolle aanvulling op de lesstof.
Naast de website wordt op twitter getweet
over nieuwe ontwikkelingen op KNO-gebied
en over het reilen en zeilen van de afdeling.”
Margreeth wilde graag langer op KNO blijven
om meer ervaring op te kunnen doen.
“Ik kan mij voorstellen dat het dan mogelijk is
om nog meer cases te bestuderen en andere
OK’s mee te maken. KNO heeft echt mijn
interesse, ik ben nog enthousiaster
geworden dan ik al was.”
Opleider KNO-arts dr. E. (Evert) Rijntjes
Drempelloos benaderbaar zijn
Ik probeer in een relatief korte periode
de coassistenten kennis te laten maken met
de KNO-heelkundige problematiek in de
breedste zin des woords. Dit gebeurt zowel
op de poli­kliniek, als in de kliniek en op de OK.
Het geeft veel voldoening wanneer je je eigen
enthousiasme voor je vak kunt overdragen
op een coassistent.”
“Als opleider probeer ik drempelloos benaderbaar te zijn en voortdurend te zoeken naar de
lacunes in kennis en ervaring bij de coassistent.
Verder wil ik als opleider voortdurend stimulerend en enthousiasmerend te zijn. Het is fantastisch wanneer je later je eigen coassistenten
weer terug ziet als AIOS in de Keel-, Neus- en
Oorheelkunde. Dan heb ik een voldaan gevoel.”
HagaScoop | April 2011
17
Hanna van Steenbergen
Leeftijd: 22
Coschap Neurologie (5e jaars)
18
HagaScoop | April 2011
N eurologie
Coassistent Hanna van Steenbergen vindt een coschap geslaagd als ze aan het eind een behoorlijk
goed beeld heeft van de inhoud van het specialisme. “De essentie is ervaring en kennis opdoen.
Op de neurologie werd dat versterkt door de goede sfeer op de afdeling tussen de coassistenten
onderling en de omgang met de arts-assistenten en specialisten. Ik vond het fijn dat ik iets kon
bijdragen aan de patiëntenzorg dat zowel nuttig voor de artsen was als leerzaam voor mezelf.”
Wat patiënten soms meemaken
zet je wel aan het denken
Hanna van Steenbergen is door haar coschap bij
neurologie meer bewust geworden van het
enorme verlies dat een patiënt kan leiden,
bijvoorbeeld na een herseninfarct. “Vaak zijn het
ouderen, maar soms gaat het om jonge mensen
die daarvoor altijd gezond waren. Plotsklaps
raken ze gedeeltelijk verlamd of kunnen ze niet
meer goed praten. Voor hun verzorging zijn ze
grotendeels op anderen aangewezen. Indrukwekkend, het zette mij aan het denken of het
leven op zo’n manier nog de moeite waard is. Pas
wanneer je zelf in zo’n situatie komt kan je er echt
over oordelen. Iedere patiënt gaat er op zijn eigen
manier mee om.”
Hanna’s coschap begon met een oefendag in het
Leids Universitair Medisch Centrum. Die kon zij
goed gebruiken, want Hanna vindt dat er in het
curriculum te weinig aandacht wordt besteed
aan het vak neurologie en het neurologisch
onderzoek. “In je coschap loop je daar dan tegen
aan. Je mist de vaardigheid om een neurologisch
onderzoek vloeiend te kunnen uitvoeren. Dat kan
voor de patiënt vervelend zijn. En voor je zelf is
het in ieder geval niet fijn.”
Hanna vond haar coschap neurologie in het
HagaZiekenhuis afwisselend. “Het staat goed
aangeschreven. Terecht vind ik, je leert hier veel
in zes weken. Er wordt ruim aandacht besteed
aan de herkenning en behandeling van veel voorkomende neurologische aandoeningen. Het
HagaZiekenhuis heeft een zeer gevarieerde
patiëntenpopulatie in leeftijd en afkomst. Ik heb
met diverse subspecialismen meegelopen zoals
de Spoedeisende Hulp, Klinische Neurofysiologie
en specifieke poliklinieken zoals de TIA-poli,
hernia-poli. Bijzonder is dat coassistenten in het
HagaZiekenhuis een week met de vakgroep
neurochirurgie kunnen meelopen. Dat kan niet in
elk ziekenhuis. Het is een bijzonder vak met
precisiewerk.”
Ervaringen uitwisselen
Hanna: "Om de week was er een lunch met alle
coassistenten uit het ziekenhuis en kregen we
van een Haga-specialist onderwijs. Goed om zo
ook over andere specialismen te horen en
tegelijkertijd gezellig om alle coassistenten te
zien en ervaringen uit te wisselen.”
De zes weken coschap neurologie mag van
Hanna twee weken langer duren. “Neurologie
is een groot en belangrijk specialisme met veel
voorkomende ziektebeelden zoals beroerte,
hoofdpijn, hernia. Ik vind het belangrijk dat je
als arts later voldoende van de neurologie
afweet, zodat je bijvoorbeeld als huisarts goed
kunt inschatten wanneer je een patiënt moet
insturen naar een neuroloog.”
Vaak onderwijs
Hanna: “Zeer positief vond ik het frequente onderwijs op neurologie: vier keer per week drie
kwartier tot een uur onderwijs van een
neuroloog of assistent. Ook was er wekelijks
een hele middag onderwijs, zowel voor de
arts-assistenten als voor de coassistenten. Een
van de artsen presenteerde dan een patiënt
en de oudste co hield een eindpraatje. Echt
leerzaam! Het coschap neurologie was meer
dan geslaagd, maar de Interne Geneeskunde
past meer bij mij.”
Opleider neuroloog dr. P. (Paul) Wirtz
Extra tevreden als een coassistent
de neurologie een boeiend vak vindt
“Een randvoorwaarde voor een goed coschap
is dat je als opleider zorgt voor een prettige
werksfeer waarin de coassistent zich snel
vertrouwd voelt. Daarnaast is het leerzaam als
er veel verschillende patiënten gezien kunnen
worden, waarbij de coassistent onder supervisie een eigen verantwoordelijkheid krijgt. Het
coschap neurologie van het HagaZiekenhuis
biedt beiden. Gedurende het coschap worden
coassistenten steeds enthousiaster. Hun begrip
van het neurologisch denken en handelen zie
je toenemen. Na de eindbeoordeling vraag ik
ook altijd wat ze van hun coschap vonden. De
meesten stappen er blanco in, maar concluderen dat zij neurologie een boeiend vak vinden.
Dan ben ik extra tevreden.”
HagaScoop | April 2011
19
Margriet van Bemmelen
Leeftijd: 26
Coschap Oogheelkunde
20
HagaScoop | April 2011
O ogheel k unde
Margriet van Bemmelen wilde tijdens haar coschap op de oogheelkunde het liefst zelf zo veel
mogelijk (spoed)patiënten zien. “Ik heb het meest geleerd door eerst zelf goed na te denken,
een differentiaal diagnose op te stellen en die vervolgens met de specialist te overleggen. Ik werd
daarin goed begeleid. Het wordt steeds boeiender als je gaandeweg meer begrijpt van het oog­
heelkundig vak en kleine verrichtingen zelfstandig kan uitvoeren. Bijvoorbeeld een corpus alienum
in het oog mocht ik op een gegeven moment zelfstandig verwijderen.”
Oogheelkunde wordt steeds boeiender
als je er meer van begrijpt
Het coschap bij het specialisme oogheelkunde
was voor coassistent Margriet van Bemmelen
meer dan geslaagd. “Als ik straks moet wachten
op een opleidingsplek, kan ik in het Haga­
Ziekenhuis bij de oogheelkunde misschien als
AGNIO aan de slag. Dat zou een welkome plek
voor mij zijn. Mijn keuze voor de toekomst ligt
bij de huisartsgeneeskunde, maar dan mogelijk
wel gespecialiseerd in de oogheelkunde.
Zo’n AGNIO-plek zou dus voor mij zeker
meerwaarde hebben.”
Onderscheid kunnen maken
Bij de oogheelkunde in het HagaZiekenhuis
kreeg Margriet de kans om veel patiënten
zelf te zien. “De gevarieerdheid en het aantal
patiënten én de diversiteit aan aandoeningen
is groot bij oogheelkunde. Ik leerde goed
onderscheiden wat heel goed door een
huisarts behandeld kan worden en wat zeker
doorgestuurd moet worden naar een oogarts.
Het was voor mij waardevolle kennis.”
Goede afwisseling
“Er werd veel aandacht en tijd besteed aan het
oefenen en het gebruik van de spleetlamp en
het spiegelen”, vertelt Margriet. “Het kostte in
het begin best wat moeite om dat goed onder
de knie te krijgen.” Vooral kleine verrichtingen
doen heeft Margriets voorkeur. “Wat dat betreft
kon ik mijn hart ophalen. Dat vindt volop plaats
bij de oogheelkunde in het HagaZiekenhuis.
De poliklinische spreekuren, de poliklinische
verrichtingen en de verschillende OK’s
zorgen voor een goede afwisseling van
het programma. Voor mij als coassistent is
het gevarieerd genoeg geweest. Ik had graag
nog meer verrichtingen zelfstandig willen
doen, maar het coschap was helaas niet lang
genoeg om dat al te mogen en kunnen.”
Margriet heeft bij Oogheelkunde een prima
tijd gehad en leerde er veel. “Ik adviseer
mijn mede-co’s zeker om voor het Haga­
Ziekenhuis te kiezen als ze hun coschap
oogheelkunde moeten doen. De technische
vaardigheden kan je hier goed leren,
de polikliniek is de grootste van regio
Haaglanden. Nagenoeg alle patiënten
met een oogaandoening uit de regio
worden in het HagaZiekenhuis behandeld
en er worden veel operaties en laser­
behandelingen uitgevoerd. De oogartsen,
acht in totaal, krijgen ondersteuning van
optometristen, orthoptisten en technisch
oogheelkunde assistenten. Leuk om met
deze deskundigen mee te kijken en te leren
wat hun functie inhoudt. Als je als co­
assistent het vak oogheelkunde in de
praktijk goed wilt leren en toepassen,
kom je hier zeker goed aan je trekken.”
Opleider oogarts N. (Nicola) Kuiper
Je houding als arts naar de patiënt is essentieel
“Coassistenten zijn de artsen van de toekomst.
Motivatie is een belangrijk aspect om de lange
opleidingstijd te volbrengen. Als opleider moet
je een voorbeeld zijn en een coassistent
optimaal begeleiden zodat hij zijn eigen plaats
kan bepalen in de hedendaagse gezondheidszorg. Dit is natuurlijk een groeiproces. Ook je
houding als arts naar de patiënt is daarbij
essentieel.”
“Het oog is een klein orgaan, maar ons vak­
gebied is groot en gevarieerd. In het Haga­
Ziekenhuis zien wij, naast de algemene
oogheelkundige pathologie, een breed scala
aan gecompliceerde oogheelkundige aan­
doeningen zoals de acute oogheelkundige
pathologie, vitreoretinale aandoeningen, kinderoogheelkunde. Voor de coassistenten is dit
dé kans om kennis te maken met alle facetten
van de oogheelkunde. Als opleider probeer je
hen daarin goed te begeleiden en de mogelijkheid te geven zoveel mogelijk patiënten zelf
te zien. Een coassistent moet na zijn coschap
oogheelkunde in staat zijn zelfstandig de basale
oogheelkundige pathologie te herkennen:
‘het pluis–niet pluis gevoel, wanneer moet ik
de patiënt doorsturen naar de oogarts?’.
Wat ik geweldig vind is, als wij een coassistent
als toekomstig oogarts mogen begroeten.
Dat is al menig keer voorgekomen.”
HagaScoop | April 2011
21
HagaZiekenhuis
van de opleidingen
Medische opleidingen in het HagaZiekenhuis
Specialisme
Instantie
Anesthesiologie
J.A.M. (Jan) de Haas
Plv.: dr. M. (Matthias) Pantel
B
Apotheek
dr. P.P.H. (Paul) Le Brun
Plv.: dr. D.J. (Daan) Touw
Specialisme
Instantie
Klinische Chemie
dr. P.F.H. (Paul) Franck
dr. F. (Francisca) Hudig
A
KNO
dr. H.M. (Henk) Blom
Plv.: dr. E. (Evert) Rijntjes
B
Cardiologie
dr. B.J. (Ben) Delemarre
Plv.: dr. M.J.W. (Marco) Gotte
A
Longziekten
dr. H.M. (Harry) Heijerman
Plv.: H.E. (Henk) Codrington
A
Gynaecologie/obstetrie
dr. B.W.J. (Bart) Hellebrekers
Plv.: dr. B. (Bernd) Berning
B
Medische Microbiologie
Mw. E.P.M. (Erica) van Elzakker
Plv.: R.W. (Ronald) Brimicombe
B
Heelkunde
dr. J.W.S. (Jos) Merkus
Plv.: dr. W.H. (Willem Hans) Steup
B
Medische Psychologie
Mw. D.T. (Nicolette) Verbeet
Neurologie
dr. S.F.T.M. (Bas) de Bruijn
Plv.: R.W.M. (Ruud) Keunen
A
B
Orthopedie
dr. R.L.M (Ruud) Deijkers
Plv.: dr. T. (Tom) Hogervorst
B
Hematologie
M.R. (Martin) Schipperus
J.P. (Pierre) Wijermans
B
Pathologie
F.J. (Freek) Bot
Plv.: R. Natté
B
MDL
dr. J.J. (Jan) Nicolai
dr. M.H.M.G. (Martin) Houben
B
Radiologie
dr. H. (Hans) van Overhagen
dr. A.P.G. (Adrianus) van Gils
A
Reumatologie
dr. H.K. (Karel) Ronday
Plv.: R.W.M. (Ruud) Keunen
B
Kinderradiologie
Mw. dr. H.C. Holscher
A
B
SEH
H.G.W.M. (Hub) van der Meulen
Plv.: dr. B.J.M. (Ben) Delemarre
Urologie
F.M.J.A. (Frank) Froeling
Plv.: dr. H. (Hossain) Roshani
B
Longchirurgie
dr. W.H. (Willem Hans) Steup
B
Interne Geneeskunde
dr. M.O. (Maarten) van Aken
Plv.: M. (Marjolein) van Buren
Kindergeneeskunde
dr. F. (Frank) Brus
D. (Dick) Mul
Huisartsgeneeskunde
HVRC
Stage SEH
Huisartsgeneeskunde
HVRC
Stage kindergeneeskunde
Huisartsgeneeskunde
HVRC
Stage psychiatrie
HagaScoop | April 2011
23
Het HagaZiekenhuis is het grootste ziekenhuis
in de regio Haaglanden met ruim 3500 mede­werkers
en circa 210 medisch specialisten. Het beschikt over
vrijwel alle specialismen en werkt op drie locaties
en twee buiten­poliklinieken. Het Haga­Ziekenhuis
bouwt aan de beste Zorg van Den Haag.
Zo vernieuwt het ziekenhuis de organisatie
en gebouwen en werkt continue aan zorg met
de menselijke maat. Dit gebeurt met behulp van
het zorgconcept Planetree.
Locatie Leyweg
De locatie Leyweg in de wijk Leyenburg is de grootste
vestiging van het HagaZiekenhuis. Hier ligt het accent op
spoedeisende en complexe zorg. Zo zijn daar een omvang­
rijk operatiecomplex, een moderne Intensive Care en een
grote afdeling Spoedeisende Hulp ondergebracht. De SEH
wordt bij rampen in de regio Haaglanden ook als trauma­
centrum gebruikt. Daarnaast is het Hartcentrum op de
Leyweg gevestigd. Bijna alle specialismen houden op deze
locatie spreekuur. De komende jaren wordt het ziekenhuis­
gebouw op deze locatie grondig gerenoveerd en uitgebreid.
Locatie Sportlaan
De locatie Sportlaan ligt tegen de duinen van de Haagse
Vogelwijk aan. Op deze locatie ligt het accent op de
planbare zorg. Er bevinden zich onder meer een geboorte­
hotel en een orthopedisch centrum op de Sportlaan.
Ook wordt er een zorghotel gerealiseerd voor patiënten
die verpleegkundige zorg nodig hebben, maar niet meer in
het ziekenhuis hoeven te verblijven. Bijna alle specialismen
houden hier spreekuur.
Locatie Juliana Kinderziekenhuis
Naast de locatie Sportlaan ligt de locatie Juliana Kinder­
ziekenhuis. Dit is het enige niet-academische kinderzieken­
huis van Nederland. In het Juliana Kinderziekenhuis zijn
alle voorzieningen afgestemd op kinderen. Voor onderzoek
en behandeling hoeven kinderen dus vrijwel nooit naar
ween afdeling voor volwassenen, zoals in de meeste andere
kinderziekenhuizen wel het geval is. Dit zorgt ervoor dat
het Juliana Kinderziekenhuis voor zowel de kinderen
als hun ouders een zeer prettige omgeving is.
C olofon
Deze HagaScoop is het wetenschappelijk tijdschrift van
het HagaZiekenhuis, uitgegeven door de HagaAcademie.
Abonnementen kunnen aangevraagd worden bij de afdeling
Communicatie van het HagaZiekenhuis.
Uitgave: April 2011
Hoofdredactie:
Drs. J.E. (Jørgen) van Overbeek, directeur HagaAcademie
Dr. T.C.A.M. (Theo) van Woerkom, decaan HagaAcademie
HagaZiekenhuis
Locatie Buitenpolikliniek
Wateringse veld
De Buitenpolikliniek Wateringse Veld ligt in
de Vinex-wijk Wateringse Veld in Den Haag
Zuid. Een aantal specialismen houdt hier
spreekuur. Hierdoor biedt het HagaZieken­
huis voor deze wijk een aantal basis­
voorzieningen dicht bij huis.
Redactieraad HagaZiekenhuis:
M.J.D.H.M. (Marnix) Beekmans,
manager Communicatie
Dr. S. (Stanley) Oei, AIOS Radiologie,
voorzitter arts-assistenten
Dr. H.G.M. (Harry) Heijerman, longarts,
voorzitter Centrale OpleidingsCommissie (COC)
Dr. M. (Mark) Van Houdenhoven,
lid Raad van Bestuur
Dr. M.R. (Martin) Schipperus, hematoloog,
voorzitter Medische Staf
Dr. D.J. (Daan) Touw, ziekenhuisapotheker
Redactie:
E.G. (Elly) van Schaik (coördinatie en eindredactie),
Communicatie HagaZiekenhuis
R. (Rob) van Es, Vorm en Inhoud
Drs. P. (Petrick) de Koning, DeKoningschrijft
S. (Selma) Lagewaardt, De Nieuwe Lijn
H. (Harriët) Maat, Communicatie HagaZiekenhuis
C. (Carolien) Noordhuizen, Communicatie HagaZiekenhuis
Fotografie: Hans Oostrum Fotografie
Vormgeving: De VormCompagnie, Houten
Productie en contact:
HagaZiekenhuis, afdeling Communicatie,
Leyweg 293, 2545 CJ Den Haag
telefoon 070-210 40 22
[email protected]
Oplage: 3.000 exemplaren
© Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd,
opgeslagen in een automatisch gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige
vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën,
opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming
Locatie Zorgplein Westland
Op het Zandeveltplein in 's-Gravenzande
bevindt zich het Zorgplein Westland.
Het HagaZiekenhuis houdt hier spreekuur
in apotheek De Klipper. Voor diverse
specialismen kunnen inwoners van
het Westland hier terecht.
van de uitgever. Uitgever en auteurs verklaren dat deze uitgave op zorgvuldige
wijze en naar beste weten is samengesteld. Evenwel kunnen uitgever en auteurs
op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie.
Uitgever en auteurs aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van
welke aard dan ook, die het gevolg is van handelingen en of beslissingen die
gebaseerd zijn op bedoelde informatie.
Locatie Leyweg
Leyweg 275
2545 CH Den Haag
Telefoon 070 - 210 00 00
Locatie Sportlaan
Sportlaan 600
2566 MJ Den Haag
Telefoon 070 - 210 00 00
Locatie Juliana Kinder­ziekenhuis
Sportlaan 600
2566 MJ Den Haag
Telefoon 070 - 210 00 00
Locatie Zorgplein Westland
Zandeveltplein 39
2692 AH ’s Gravenzande
Telefoon 0174 - 417 227
Locatie Buitenpolikliniek Wateringse Veld
Dublinweg 1-3
2548 TM Den Haag
Telefoon 070 - 372 11 00
www.hagaziekenhuis.nl