maart 2013 - Midden-Delfland Vereniging

Transcription

maart 2013 - Midden-Delfland Vereniging
nummer 152 | zevenendertigste jaargang nr. 1
Midden-Delfkrant
maart 2013
Colofon
Redactioneel
Midden-Delfkrant nr. 152
37e jaargang nummer 1, maart 2013
Uitgave van de Midden-Delfland
Vereniging
www.middendelflandvereniging.nl
Verschijnt viermaal per jaar
Losse nummers € 3,00
Gedrukt op chloorvrij gebleekt papier
We staan te trappelen om het voorjaar
te verwelkomen. De mooie winter,
die kwam en ging en weer kwam en
wispelturig bleef hangen, heeft ons
ongeduldig gemaakt. De natuur past zich
aan en wacht haar kans af.
De vereniging heeft haar lustrumjaar
afgesloten en ook de MiddenDelfkrant opent een nieuw seizoen.
Natuurchroniquer Kees van Paassen
begint aan een nieuwe serie over
paradijselijk Midden-Delfland, over
reigers dit keer. In dit nummer leest u
het portret van een markant MiddenDelflands vak: de rietdekkerij van Paul
Voogt. De Ackerdijksepolder komt
tweemaal in beeld: Frits van Ooststroom
beschrijft de eeuwenoude boerderij
Ackerdijk en Huub van ’t Hart vertelt
over de boomgaard met dezelfde
naam, gelegen aan de oorspronkelijke
boerderijlaan. We doen verslag van het
symposium ter gelegenheid van de
afsluiting van het reconstructieproces,
Redactie
Annemiek van Adrichem
Katinka Buters (eindredacteur)
Pia van Oord (hoofdredacteur)
Frits van Ooststroom
[email protected]
Burgemeester Musquetiersingel 40
2636 GG Schipluiden
Opmaak en druk
Stout Grafische Dienstverlening,
Vlaardingen
Vormgeving: Klaas Bloem
Kopij en suggesties voor artikelen zijn
van harte welkom bij de redactie
Overname van artikelen is in veel
gevallen mogelijk na overleg met de
redactie
Verantwoording
Publicatie van artikelen hoeft niet te
betekenen dat hiermee de mening van
de Midden-Delfland Vereniging wordt
weergegeven
Abonnementen
Door lid te worden van de MiddenDelfland Vereniging ontvangt u dit blad.
Minimum contributie is € 17,50 per jaar.
Aanmelding door storting op 3928463
(ING) of 143775367 (Rabobank) ten
name van Midden-Delfland Vereniging
Schipluiden o.v.v. ‘nieuw lid’ en uw
naam, adres, woonplaats
Opzegging uitsluitend schriftelijk
met inachtneming van vier weken
opzegtermijn aan het eind van het jaar
2 |
Midden-Delfkrant 152
INHOUD
Medewerkers aan dit nummer:
Roelof uit Beijerse, Huub van ’t Hart,
Tiny van der Meer, Govert van Oord,
Willem Overkleeft, Kees van Paassen,
Nico van der Wel, Gemma van WindenTetteroo, Van der Kruijt evenementen.
3
4
7
8
10
13
15
16
18
19
20
23
24
25
26
28
28
wat de vraag opwerpt hoe ook onszelf
te vernieuwen. En we publiceren het
eerste deel van een tweeluik over een
duurzaam grondbeleid voor agrariërs.
In dit nummer twee bladzijden met
allerlei nieuwtjes uit het gebied: in
Vlaardingen is een nieuw molenboek
verschenen en er wordt in Kethel
een hooiberg gezocht. Ook de vaste
rubrieken vindt u terug: Vockestaert
vertelt over haar nieuwe projecten die
op stapel staan, er komen drie nieuwe
themawandelingen, de vereniging heeft
weer veel nieuws te melden – waaronder
de oproep om mensen voor te dragen
voor de Midden-Delfland Prijs 2013 –
en op de achterpagina stellen we aan
kinderen voor om naar de stilte te gaan
luisteren.
Veel leesplezier gewenst en een
inspirerend voorjaar. Trek er vooral op uit!
Geluid / Ben van der Velde
Passie voor rietdekken doorgegeven van vader op zoon /
Gemma van Winden-Tetteroo
Oude namen weer terug in de polder / Pia van Oord
Resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst /
Govert van Oord
De boerderij van Ackerdijk, ver van de bewoonde wereld /
Frits van Ooststroom
Boomgaard Ackerdijk (Tuintje van Jo Nell) / Huub van ’t Hart
Jaar van de Boerderij 2013 / Frits van Ooststroom
Boeren, burgers en buitenlui, over grondprijzen en de melkveehouderij / Katinka Buters en Pia van Oord
Het Vlaardings molenboek / Frits van Ooststroom
Infocentrum A4. Hooiberg gezocht
Paradijselijk Midden-Delfland, de blauwe reiger / Kees van Paassen
Vockestaert: Projecten op stapel / Nico van der Wel
Uit de winkel
Themawandelingen
Verenigingsnieuws
Beeld / Roelof uit Beijerse
Eén minuut stilte
Foto voorzijde: De Barnevelder, een
van de bekendste Nederlandse rassen,
is een statige en kortgebouwde kip met
een vriendelijk karakter. Een van de
kleurslagen is zwart. De strakke enkele
kam en de oranje-rode oogkleur zijn
opvallend. Deze kippen scharrelen rond
op het boerderijtje aan de einde van de
Kwakelweg.
Foto Tiny van der Meer.
Rechterpagina: Springende koeien in de
Dijkpolder. Op de achtergrond boerderij
Vijverberg aan de Westgaag.
Foto Tiny van der Meer.
Geluid
Een nieuw geluid hoort bij een nieuwe lente, of is het juist
andersom? Eigenlijk maakt de volgorde niet zo veel uit.
Een nieuwe lente geeft hoop. En hoop zorgt
voor leven, dus geluid. Rumoer of leven is wat
bij het voorjaar hoort. Natuurlijk genieten we
van het nieuwe geluid in de polders en op de
boerderijen. Geweldig toch, dat nieuwe leven in
de polders te zien en te horen.
Maar ook op een andere manier moeten de polders van zich laten horen. Want het landschap,
de polders, moeten het eigenlijk uitschreeuwen.
Niet omdat ze dreigen te verdwijnen, zo’n vaart
zal het niet lopen. Maar omdat het agrarisch
gebruik van de polders onder druk staat.
En omdat een groot deel van het gebied nu juist
Stiltegebied is wil de Midden-Delfland Vereniging fungeren als een luidruchtige spreekbuis.
Schaalvergroting en ook het ontbreken van
opvolging op de boerderij kan leiden tot het
verdwijnen van de koe in de wei. Ik wil daar
niet al te nostalgisch over doen, maar die koe is wel het
icoon van onze streek. Het is aan de verschillende overheden, die door regelgeving en steun waar mogelijk dat
icoon moeten bewaken. De Midden-Delfland Vereniging
zal daar onvermoeid en luidkeels aandacht voor blijven
vragen.
Evenzogoed blijven we werken aan het recreatief gebruik
van de polders. Er is ruimte genoeg om te wandelen
en te fietsen en zo te genieten van het landschap. De
vereniging roept op; maak gebruik van dit
unieke stukje Randstad. Ook de stedelingen!
Zo vragen we ook aandacht voor de vele
streekproducten, van zuivel tot verschillende
soorten jam, van honing tot appelsap. Te veel
om op te noemen en te koop om de hoek! Het
hele jaar door zullen we daarmee bezig gaan.
Het jaarthema voor 2013 is dan ook:
De tafel van Midden-Delfland. Ik nodig ook
u uit aan die tafel, om te praten en om te
eten. De vereniging doet dat met het nodige
rumoer en dan niet alleen omdat we gehoord
willen worden, maar omdat ons gebied die
aandacht verdient.
Hoe sterker de Midden-Delfland Vereniging
is hoe meer aandacht we kunnen genereren.
U, de leden, kunt de vereniging sterker
maken door de doelstellingen uit te dragen.
En hoewel ik besef dat het in deze tijd lastig is, vraag ik
u nogmaals de vereniging bekend te maken in uw eigen
kring. Dus leden te werven zodat we nog meer geluid
kunnen maken.
Ben van der Velde
voorzitter Midden-Delfland Vereniging
zevenendertigste jaargang nr 1, maart 2013 | 3
Schipluiden – Een rieten dak ziet er zowel deftig als
nostalgisch uit maar als je je verdiept in de wijze
waarop een dak van riet voorzien wordt, kun je alleen
maar diep ontzag hebben voor het ambachtelijke werk
van de rietdekker. Met twinkelende ogen vertelt Paul
Voogt (33) over zijn werk dat tevens zijn passie is. Het
familiebedrijf, dat zijn oorsprong vindt in 1957, is nog
een van de ongeveer 300 rietdekbedrijven die Nederland
kent. Je moet inderdaad van je beroep houden als je,
dag in dag uit, op het dak en in de buitenlucht je werk
doet. En je moet een goede leermeester hebben want
rietdekken is een vak apart!
P
Rietdekken mooier dan sla
snijden
Opa Pau Voogt werkte als 15-jarige
jongen bij een Maaslandse tuinder
wiens vader rietdekker was. In de
drukke tijd mocht Pau helpen met
het aangeven van riet. Zo kwam
hij met het ambacht in aanraking.
Eigenlijk vond Pau rietdekken veel
mooier dan werken in de tuin en hij
wilde er wel mee verder gaan. Maar
toen hij er drie jaar dienstplicht
in Indië op had zitten, bleek Cent
Romijn zijn plek bij rietdekker Van
Walsem ingenomen te hebben. Pau
ging toen werken bij rietdekker Van
den Berg in Schipluiden en in 1957
kon hij dat bedrijf overnemen. Hij
vestigde zich aan de Dorpsstraat van
Schipluiden.
assie voor rietdekken
4 |
Midden-Delfkrant 152
Vlietlanden
Zijn oudste zoon Siem komt op zijn
vijftiende bij zijn vader in loondienst en de mannen vormen later
een Vennootschap onder Firma. In
1979 nemen zij daarnaast ook het
bedrijf van Cent Romijn over en de
Schipluidenaren hebben nu klanten
tot in Voorne Putten. Jan, de broer
van Siem, komt er ook bij en korte
tijd later trekt Pau zich op 65-jarige
leeftijd terug uit de zaak. Pau en
Siem waren apetrots toen (klein-)
zoon Paul in 1995 in hun voetsporen
trad. ‘Ik vond het altijd geweldig als
ik mee mocht naar de Vlietlanden als
klein jochie’, vertelt Paul. Opa Pau
kon de Vlietlanden pachten van de
Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten. Hij begon met de
oogst van 3 hectare maar al spoedig
was het een oppervlakte van 25 ha.
groot. ‘Riet moet je, als het één jaar
oud is, in de winter oogsten. Dan is
het uitgegroeid en het blad is er af. Er
werd geoogst van december tot eind
maart want dan komen de nieuwe
toppen alweer tussen de rietstengels
op. Een rietdekker zit doorgaans
van april tot december op het dak.
Maar als het hard regende of flink
gevroren had, kon je het dak niet
op. Ook daarom werden de wintermaanden gebruikt om te oogsten.
Bovendien kon je bij de werkzaam-
Opa Pau bundelde
het riet terwijl
zoon Siem
maaide.
Foto’s archief
familie Voogt.
heden regelmatig dankbaar gebruik
maken van het ijs. Opa heeft in die
periode nog wel rietmatten gevlochten in de schuur. Hij verkocht die aan
de tuinders om het platglas mee af te
dekken tegen de kou.’
Paul Voogt bij
Hoeve Arkestijn
aan de Zouteveenseweg in
Schipluiden.
Foto Gemma van
Winden-Tetteroo.
Herinneringen
Paul heeft geweldige herinneringen
aan zijn jeugd. ‘Zodra het licht werd,
gingen opa, oom Jan en mijn vader
naar de Kwakelweg om van daaruit
naar de Vlietlanden te gaan om te
maaien. Ik vond het prachtig als ik
mee mocht! Gewapend met thermoskannen met koffie, dikke warme
polsmoffen om die door oma gebreid
waren en dan met de schuit naar de
rietvelden. Als het riet gesneden was,
werd het schoongekamd van blad en
onkruid. Daarna werd het gebundeld
doorgegeven van vader op zoon
en aan de waterkant opgestapeld.
Dat stapelen was een kunst apart.
Dooie takken en afvalriet werden
onder de bossen gelegd om ze van de
grond af te houden. De bovenste laag
verweerde een beetje maar de rest
was prima. Als tienjarige mocht ik
mee helpen sjouwen. Misschien deed
ik maar twintig bossen, maar ik vond
het schitterend, lekker schooieren.
‘Kijk Paultje, zag je die roerdomp of
dat uiltje?’ zei opa dan.’ Op zijn vijftiende liep Paul trots voor het eerst
achter de maaimachine. ‘Het was
de kunst om zoveel mogelijk bossen
riet per dag te maken, 100 bossen
per persoon was geen uitzondering.
’s Avonds was je wel een beetje rozig.
Maar het blijven geweldige herinneringen.’
‘Na een paar maanden drogen werd
het riet in het voorjaar met de schuit
opgehaald en bij Boekestijn aan het
begin van de Gaagweg op grote stapels gelegd of meteen naar een dak
getransporteerd. Voor het eind van
de zomer moest al het riet wel uit de
Vlietlanden weg zijn. Soms werd het
overschot verkocht. Tot ongeveer
2002 had onze firma die rietlanden
in onderhoud. Jammer dat het over
is, ik had nog best tien jaar door
willen ploeteren, o.a. om mijn eigen
zoontje Thijs diezelfde ervaringen
te gunnen. Maar het rietsnijden is
niet rendabel meer, je kunt nu het
hele jaar door goedkoop riet uit het
buitenland krijgen. Uiteraard moet je
de kwaliteit goed in de gaten houden.
Maar eerlijk gezegd zou ik het liefst
Nederlands riet gebruiken.’ De
Vlietlanden worden nu door vrijwilligers onderhouden maar het riet is
daarmee verloren gegaan. ‘Het duurt
jaren eer je goede rietvlakken hebt
en dat moet je steeds bijhouden om
overwoekering te voorkomen.’
Mooi en isolerend
Al vanaf het begin van onze jaartelling maken mensen gebruik van riet
voor het bedekken van hun woningen. In de middeleeuwen stonden de
huizen dicht bij elkaar en was het
brandgevaar groot, daarom ging men
in de steden over op lei- en pannendaken. Op het platteland bleef men
wel riet gebruiken. Het grootste
voordeel was de isolatie, zowel in de
zomer als in de winter. Bovendien is
Bij de Lindehoeve
in ’t Woudt wordt
met man en
macht gewerkt om
een mooi rieten
dak te realiseren
na de grote brand
van 2004.
zevenendertigste jaargang nr 1, maart 2013 | 5
Siem Voogt bij
één van zijn vele
klussen.
6 |
riet vochtabsorberend en ventilerend, wat voor de boerenstallen prettig was. Het brandgevaar is nu veel minder
groot door de nieuwste methode van rietdekken. Bovendien moet er een goede vonkenvanger op de schoorsteen
van een open haard komen. ‘We werken liever niet met
een speciaal impregneermiddel tegen brand omdat dit de
levensduur van de bedekking verkort. Riet moet kunnen
ademen.’ Soms wordt een sprinklerinstallatie op het
rieten dak aangebracht.
Er zijn tientallen soorten riet. ‘Brakwaterriet is minder
geschikt want het is tweemaal zo lang en de stengel is
grover. Dakriet moet hard, taai, dun, recht en in één jaar
volgroeid zijn. Lengte 1,25 à 2 meter en in zoetwater
gegroeid, dan gaat het later ook minder gemakkelijk
schimmelen.’ Een rieten laag gaat, afhankelijk van de
hellingshoek van een dak, zeker 25 jaar mee.
worden tenslotte afgewerkt met een kammetje van zand
en cement waardoor het riet goed aan de nok vasthecht.
Het dak op
In 2001 begon Jan, de broer van Siem, zijn eigen rietdekkersbedrijf maar soms wordt er nog wel samengewerkt.
Als in 2006 Siem Voogt geheel onverwacht op 54-jarige
leeftijd komt te overlijden, zet Paul het familiebedrijf
in zijn eentje voort. Het was een heel moeilijke periode
want de mannen waren bijzonder op elkaar (in)gesteld
en deelden dezelfde passie. Paul heeft weliswaar nu een
eenmansbedrijf maar voor het gemak is het handig om
een tweede man in te huren, of bij een grote klus zelfs
meerdere mensen.
Wanneer de steiger rond een huis is aangebracht, worden
de rietbossen opgegooid. Daarna legt men eerst een
sprei- of vlijlaag van riet op het raamwerk van het dak.
Pas daarna wordt de deklaag, minstens 30 centimeter
dik, van onder naar boven laagsgewijs aangelegd. Dan
wordt het riet tot de vereiste dikte en in vorm geklopt.
Over iedere rietlaag wordt een draad gespannen en met
een grote naald en een gootje wordt deze gaarde vastgezet. Bij dakkapellen en het hoogste punt van het dak
wordt iets dunner en korter riet gebruikt. De nokvorsten
Een echte passie
Hoewel het lichamelijk zwaar werk is, zou Paul niet
anders willen. ‘Het is mijn lust en mijn leven. Ik werk
iedere keer op een andere plek en zie altijd heel veel vanaf
mijn bevoorrechte plek hoog op het dak.’ Paul vindt het
prachtig dat hij het familiebedrijf van zijn opa en zijn
veel te jong gestorven vader kan voortzetten. Of ooit de
volgende generatie Voogt op het dakstoeltje zal klimmen,
moeten we nog afwachten. Maar kleine Thijs van 3 jaar
kent inmiddels wel het verschil tussen een rieten dak en
dakpannen. En hij vindt het prachtig als hij eventjes met
zijn vader mee mag om bij een klus te gaan kijken.
Wie ook belangstelling heeft voor dit ambachtelijke vak
kan kijken op www.favoogt.nl. Hier zijn niet alleen tal
van indrukwekkende projecten te zien, maar je kunt
ook aardig volgen hoe zo’n dak voorzien wordt van een
dikke deken van riet. Wie weet kan Paul ooit een erkend
leerbedrijf worden, om deze mooie vorm van pure en
natuurlijke kunst door te geven!
Midden-Delfkrant 152
Voorbeelden
Het rietdekkersbedrijf heeft heel veel panden van een
prachtige rietlaag voorzien en in onderhoud. Bekende
voorbeelden in de omgeving zijn de Lickebaertshoeve aan
de Gaagweg, de Dijkmolen in Maasland en molen Korpershoek in Schipluiden, de Lindehoeve in ’t Woudt en
allerlei hooibergen. In Midden-Delfland wordt bovenop
het riet van een een hooiberg of een karnmolen vaak een
omgekeerde melktest gelegd, een aardewerkschaal die de
punt beschermt tegen weersinvloeden en de nestelende
vogels. ‘Ik vind het mooi om die gewoonte te handhaven
en ik heb bij Tineke van Gils in Schipluiden al een paar
maal nieuwe testen laten bakken.’
Gemma van Winden-Tetteroo
Oude namen weer
terug in de polder
In de Zouteveense Polder,
ten zuiden van Schipluiden,
heeft onlangs een aantal
weggetjes een eigen naam
gekregen. Het bijzondere
aan die namen is hun
historische verwijzing. De
wegen zijn ongeveer tien
jaar geleden aangelegd
in het kader van de
reconstructie van MiddenDelfland.
Vrouw Avenpad
Tussen de Vlaardingsekade en de
Zouteveenseweg (ter hoogte van
de Zuidkade) loopt nu het Vrouw
Avenpad, een fiets- en wandelpad.
Het ontleent zijn naam aan de Vrou
Aven Sloot, die Kruikius vermeldt
op zijn kaart van Delfland uit 1712
(zie pijl). De sloot vormde de grens
tussen het ambacht Dorp en het
ambacht Schipluiden. Om dit punt te
markeren stond er aan de oostkant
van de Zouteveenseweg een Scheyt
Paal (grenspaal). Deze sloot komt al
onder deze naam voor in een document uit 1439.
Wie vrouw Aven was, weten we niet
zeker. Wel blijkt dat de naam Aefgen
(Aafje) meerdere malen voorkomt
in het adellijke geslacht Van Dorp.
Omdat het een grenssloot van de
ambachtsheerlijkheid Dorp betreft
sluiten we niet uit dat de naam
verwijst naar een ambachtsvrouwe
Van Dorp.
Gedichten van H.K. Poot
Tussen het Vrouw Avenpad en het
zorgcentrum Akkerleven, dat aan het
Veldvreugd ligt, loopt een fietspad.
Onlangs kreeg dat de naam Rozemond. Deze drie nieuwe namen zijn
ontleend aan gedichten van Hubert
Kornelis Poot. Rozemond is een personage dat in één van zijn gedichten
voorkomt. De beide andere straatnamen zijn titels van zijn gedichten.
Laan van Piet van der Ende
Iets verder naar het zuiden ligt een
pad, dat deels op de oprijlaan van de
ver in de polder gelegen boerderij Ora
et Labora ligt. Vóór de boerderij buigt

de weg naar rechts en loopt dan
over het terrein van een gesloopte
kas weer naar de Vlaardingsekade.
Aangelegd als bouwweg voor de aannemers biedt het Schipluidenaren nu
de mogelijkheid van een mooi wandelrondje, waar dankbaar gebruik
van wordt gemaakt. Al direct kreeg
deze wandeling een eigen naam: het
rondje over de laan van Piet van der
Ende. Zo werd zij in de volksmond al
genoemd, toen de zondagse wandeling nog door de boomgaard en over
het erf van de boerderij zelf liep.
Sinds 1909 pachtte Pieter Martinus
van der Ende deze boerderij. Zoon
Piet droeg niet alleen zijn vaders
naam, maar nam in 1963 ook de
boerderij over, die nu al weer heel
wat jaren in handen is van (klein-)
zoon Chris. Op de verjaardag van
Piet van der Ende, 15 april, kreeg het
weggetje zijn oude naam weer terug:
Laan van Piet van der Ende. De hele
buurt liep uit bij het onthullen van
het nieuwe straatnaambordje.
Fragment van
kaart van Kruikius, 1712.
De hele buurt
komt kijken, hoe
de Laan van Piet
van der Ende een
straatnaambordje
krijgt, april 2012.
Foto auteur.
Pia van Oord
Met dank aan Jacques Moerman.
zevenendertigste jaargang nr 1, maart 2013 | 7
Het is nu officieel: de Reconstructie van MiddenDelfland is afgerond en de Reconstructiecommissie
(RC) is ontbonden en uitgewuifd. Dat gebeurde op 12
oktober 2012 met een feestelijke bijeenkomst bij
Op Hodenpijl. Sprekers waren Christiaan van der Kamp,
oud-voorzitter van de RC, Richard Mentink, één uit de rij
voorzitters van het Bureau van Uitvoering, Arie van den
Berg, ooit langharig activist namens de jonge boeren en
nu vernieuwend agrarisch ondernemer en tenslotte Eric
Luiten, hoogleraar aan de TU. Allemaal mannen, want
landinrichting was toen vooral een mannenzaak.
Reconstructie van Midden-Delfland afgesloten
Resultaten uit het verleden bieden
De titel van het symposium Resultaten uit het verleden, een garantie voor
de toekomst? was veelzeggend. Het
reconstructieproces van MiddenDelfland is in veel gevallen baanbrekend en vernieuwend geweest.
Dat begon 36 jaar geleden al met de
samenstelling van de ‘gebiedscommissie’ (dat werd de RC), waarin ook
een vreemde lokale organisatie een
officiële plaats kreeg: de gloednieuwe
Midden-Delfland Vereniging. De
traditionele landbouworganisaties
vonden die nieuwkomer maar niks
en reisden af naar Den Haag om de
zetel van deze bont samengestelde
streekvereniging voor de boeren te
claimen. Dat werd gelukkig door de
minister afgewezen en (onder andere) daarom bestaat de Midden-Delfland Vereniging ook vandaag nog als
een breed samengestelde streekorganisatie. Er was veel vernieuwing
in de werkwijze bij de reconstructie.
Epko Bult - nog steeds actief in het
gebied - inventariseerde als jonge
student voor het eerst de archeologische, en anderen de cultuurhistorische waarden in een landinrichtingsproject. Nu standaardprocedure,
toen gewaagd. Ook kwam de kennis
over historische boerderijen, waterstaatkundige monumenten (molens,
gemalen etc.) op papier en werd
8|
Midden-Delfkrant 152
onderdeel van het ontwikkelplan.
Midden-Delfland ontwikkelde zich
gaandeweg tot een voorbeeld voor
andere gebiedsplannen. Volgens oudvoorzitter (en -wethouder) Van der
Kamp loopt ons gebied nog steeds
‘10 jaar vóór’ op de rest van groen
Nederland. ‘Alleen’, voegde hij eraan
toe, ‘zoiets geeft geen garanties voor
de toekomst’. De RC mag haar werk
dan beëindigd hebben, de ontwikkeling van Midden-Delfland en het
denken over de groene buitengebieden van de Randstad gaan gewoon
verder. Met dubbele snelheid lijkt het
soms wel!
Midden-Delfland werd opgezet als
een rijksbufferzone, een groene,
afgeschermde zone tussen de
steden. Bijzonder was dat het Rijk
hier slechts een deel van het gebied
opkocht en mikte op het handhaven
van een agrarische economie. In andere gevallen, zoals bij Spaarnwoude,
werd het hele gebied opgekocht en
alle agrarische activiteit stopgezet.
Markant was in Midden-Delfland
de ommekeer in het denken over
de reconstructie. Tot midden jaren
negentig werd deze ervaren als iets
dat het gebied was ‘opgelegd’. Maar
vanaf die tijd werd de reconstructie
van Midden-Delfland een instrument voor de bewoners en bestuur-
ders om het gebied ook bestuurlijk
zelfstandig te houden. Uiteindelijk
resulteerde die omslag in 2004 in
een grasgemeente Midden-Delfland,
met de speciale missie om het gebied
open en vitaal te houden.
Een voorsprong verdedigen is hard
werken, weet agrarisch ondernemer
Van den Berg. Boer Arie is niet langer
langharig, eerder kalend, maar zeker
niet bezadigd of behoudend. Hij
schetst gedurende de bijeenkomst uit
dagelijkse ervaring de uitdagingen
die een ondernemer in MiddenDelfland moet overwinnen. De oorspronkelijke reconstructiegedachte,
dat het agrarisch ondernemen kon
worden gescheiden van de stedelijke
recreatie en de natuurontwikkeling,
werkt niet. Stad en natuur maken
inmiddels deel uit van de agrarische
bedrijfsvoering. De nabijheid van
de stad biedt ondernemers juist
kansen. Agrarische ondernemers
moeten daarom de stedelijke economie steeds meer integreren in hun
bedrijfsvoering. Stil zitten en doen
wat boeren altijd al hebben gedaan,
is in zijn ogen geen optie (meer) in
Midden-Delfland.
Om die verdere ontwikkeling te illustreren gaat professor Eric Luiten zich
vervolgens te buiten aan gedachten-
Ondergrond:
Zwanen neergestreken in de Zouteveensepolder.
Foto Pia van
Oord.
geen garantie voor de toekomst
Symposium van
het einde van de
Reconstructie
Midden-Delfland.
V.l.n.r. Arie
van den Berg,
Christiaan van
der Kamp, Hans
Horlings, Ben van
der Velde, Saskia
Bolten en Erik
Luiten.
Foto provincie
Zuid-Holland.
experimenten over de toekomst
van Midden-Delfland. Die leiden tot
minder scherpe overgangen tussen
stad en open polderlandschap. Zijn
provocerende stellingen over het
heilig verklaren van ons platteland
draaien ten diepste om de vraag, wie
voortaan de garanties gaat bieden
voor de kwaliteit en openheid van
het landschap. De stedelijke druk
is enorm, de geldstromen naar het
groene gebied drogen op en de opvattingen over wat een mooi landschap
is, lopen steeds meer uiteen. Mooi en
nuttig liggen voor sommige bestuurders dicht bij elkaar. Wie heeft nog
het gezag om het gebied open te houden? Wie heeft het charisma en biedt
de inhoud om anderen mee te krijgen
voor een blijvend open landschap?
Vervelende vragen, maar helaas wel
realistische.
Uit de toespraken en de discussie
wordt duidelijk dat Midden-Delfland
wel een goede startpositie heeft voor
een blijvend groene toekomst. Maar
simpelweg herhalen dat het hier zo
mooi is en dat we hier zo goed bezig
zijn, zal het verschil niet maken! Het
Midden-Delfland dat door de RC is
achtergelaten, is een gebied waarin
geld verdiend moet worden, door
ondernemers én door overheden. Om
het gebied en de bewoners en bedrij-
ven op de been te houden. Een
gebied waar kwaliteit continu zal
moeten worden bewaakt en bewezen.
Waar weeffouten uit het inmiddels
dertig jaar oude ontwerp actief
moeten worden hersteld. Waar de
verstedelijking een steeds grotere rol
speelt, niet alleen door verstening
en asfalt, maar ook door de eisen
die vanuit de stad aan het gebied
worden gesteld. Midden-Delfland is
géén park geworden maar een levend
landschap gebleven. Daar zijn we
blij mee, maar er zitten veel uitdagingen aan vast. De gemeenten die
Midden-Delfland beheren staan voor
de taak om kwaliteit en (financieel)
draagvlak op een nieuwe manier
veilig te stellen, zonder veel hulp van
buitenaf. En laten we het onder ogen
zien, Midden-Delfland is geen Hoge
Veluwe; het is niet bijzonder genoeg
om voor zichzelf te kunnen zorgen!
Vernieuwen om te overleven
Tijdens het afscheid van de RC werd
de schijnwerper even gericht op
IJsbrand van Woerden, melkveehouder in ruste, die 35 jaar lid was van
de RC. Terecht, want dankzij mensen
als hij is de reconstructie geworden
wat ze is. Maar de schijnwerper had
net zo goed gericht kunnen worden
op de Midden-Delfland Vereniging,
die ook 35 jaar met alle inzet en
veel menskracht gewerkt heeft aan
een levend en gedragen MiddenDelfland. De vereniging was als
streekorganisatie in 1977 zijn tijd
ver vooruit. Voorzitter Ben van der
Velde deed ook terecht mee aan de
slotdiscussie. De Midden-Delfland
Vereniging staat nu echter ook voor
dezelfde uitdaging als ondernemer/
boer Van den Berg en de gemeenten
van Midden-Delfland: vernieuwen
om te overleven! Wat is de nieuwe
rol van de vereniging, waar komt
haar vernieuwingskracht vandaan?
De antwoorden daarop komen niet
vanzelf en zijn er ook nog niet.
Het is een goed moment voor de
vereniging, na het afsluiten van de
reconstructie, om met leden een
brede en fundamentele discussie te
voeren over een effectieve rol. Hoe
scheppen we nieuw draagvlak voor
Midden-Delfland, hoe bewaken we
de kwaliteit van de open polder. Dat
zijn heel urgente vragen.
In een tijd van een terugtredende en
helaas niet zo standvastige overheid,
is een krachtige vereniging één van
de weinige, zo niet de enige garantie
voor de in Midden-Delfland zo gewenste resultaten in de toekomst.
Govert van Oord
zevenendertigste jaargang nr 1, maart 2013 | 9
Bouwhistorische verkenning
De boerderij van Ackerdijk,
De oprijlaan naar de boerderij van
Ackerdijk is vanaf de parallelweg naast de
A13 ongeveer een kilometer lang. Vóór de
aanleg van deze rijksweg begon de laan
helemaal bij de Rotterdamseweg en was
dus bijna dubbel zo lang. Vanaf de oprijlaan
zijn in de verte de contouren van Delft
en Rotterdam te zien, maar je waant je
in the middle of nowhere. De boerderij
zelf ligt tussen het groen verscholen
vlakbij de Ackerdijksche Plassen, het
natuurgebied van Natuurmonumenten. Tot
omstreeks 1977 boerde Cor van Vliet op
de boerderij. Daarna gingen het pand en
de landerijen over naar Vogelbescherming
Nederland en de provincie. In 2003 nam
Natuurmonumenten het beheer over,
waarna in 2007 ook het eigendom naar
Natuurmonumenten ging. De boerderij
wordt gebruikt als informatie- en
vergadercentrum.
10|
Midden-Delfkrant 152
De boerderij van Ackerdijk is een
mooi voorbeeld van het Delflandse
boerderijtype.
Dit type ontstond al in de zestiende
eeuw toen in deze contreien voor het
eerst boerderijen in steen gebouwd
werden. Hoe oud de boerderijplaats
van de boerderij van Ackerdijk is, is
mogelijk door archeologisch onderzoek te achterhalen. In ieder geval
stond hier al in 1611 een boerderij.
Deze is weergegeven op een kaart
van Delfland door Floris Balthasars.
In die tijd was het gebruikelijk dat
in het voorhuis van de boerderij
gewoond en gewerkt werd. Daar was
een grote schouw met open vuur en
daar werd boter en kaas gemaakt. Er
was een directe verbinding met de
kelder, waar de melk koel bewaard
kon worden. De toegangsdeur tot de
boerderij zat in de voorgevel. Toen
in de zeventiende eeuw de vraag
naar zuivelproducten toenam gingen
de boeren zich meer toeleggen op
de zuivelbereiding. Het wonen en
werken werd gesplitst. Er kwam een
werkruimte in het achterhuis, met
een nieuwe schouw en vaak werd de
stal verlengd om meer vee te kunnen
houden.
De ontwikkeling van de boerderij
van Ackerdijk is niet anders geweest.
De werkruimte in het achterhuis,
de boenhoek, is nog goed herkenbaar. De schouwpartij daar heeft
nu negentiende-eeuwse kenmerken
met een aangebouwde bakoven en
een waterfornuis. In de bakoven
werd - eens per week - brood gebakken. In het waterfornuis werd water
verwarmd door een vuur onder de
grote ketel te stoken; voor het maken
van kaas was warm water nodig. De
ketel werd ook gebruikt voor het
koken van de was of van veevoer.
De roodgeschilderde schouwbalk
vertoont zeventiende-eeuwse decoraties. Mogelijk is deze balk afkomstig
van de vroegere grote schouw in het
voorhuis.
In de boenhoek werd ook boter gekarnd. De grote ronde steen met een
uitgehakte ring waar de karnton op
stond, wordt nu gebruikt als stoepsteen voor de deur van de boenhoek
aan de niet-erfzijde van de boerderij.
Er moet daar een karnmolen gestaan
hebben, maar daar is geen spoor
meer van aanwezig. In de karnmolen
liep een paard rond dat een groot
tandwiel boven zijn hoofd aandreef.
Via een haakse overbrenging in de
boenhoek ging in de karnton een
stok met een schijf met gaten op
en neer. Zo werd in ongeveer drie
De schouwpartij
in de boenhoek,
met op de voorgrond het waterfornuis en in
de schouw het
deurtje van de
bakoven.
uitgevoerd en dateert van de negentiende eeuw. De kastenwand in
het voorhuis is juist bijzonder luxe
uitgevoerd met fraaie paneeldeuren.
De aankleding van deze kamer en
ook de zesruits vensters zijn typisch
negentiende-eeuws. Opvallend aan
De vroegere stal lag direct achter
de boenhoek. In de stal stonden
’s winters ter weerszijden van de
middengang (de boes) de koeien
opgesteld. De vroegere indeling van
deze ruimte is niet goed meer te
herkennen. Op het eerste gezicht
Linkerpagina:
Luchtopname van
het boerderijcomplex. De grote
schuur op het erf
is inmiddels afgebroken. Deze foto
hangt in ‘de hal’
van de boerderij.
ver van de bewoonde wereld
kwartier de room van de melk tot
boter gekarnd, met karnemelk als
restproduct. Omdat de melk eerst
werd afgeroomd, werd in de streek
magere, Leidse kaas gemaakt die
extra smaak kreeg door komijnzaad
aan de wrongel toe te voegen. De
kaas en boter werden wekelijks met
paard en wagen naar de markt in
Delft gebracht.
Omdat het voorhuis niet meer als
werkruimte werd gebruikt kwam de
voordeur in de voorgevel in onbruik
en werd vervangen door een extra
raam. De nieuwe toegang tot de
boerderij kwam nu in de boenhoek.
Ook werd er een nieuwe verbinding
gemaakt tussen de boenhoek en de
kelder. In de boerderij van Ackerdijk
werd er zelfs een extra keldertje
gemaakt met een extra opkamer.
Deze kleine opkamer is vanuit
het voorhuis bereikbaar via een
trapje dat is opgenomen in een fraaie
negentiende-eeuwse kastenwand
met bedstee. Een ander trapje leidt
vanuit het voorhuis naar de grote
opkamer. Traditioneel bevindt zich
in de opkamer een kastenwand met
bedstee. Deze is hier zeer eenvoudig
het balkenplafond zijn een paar extra
dwarsbalken. Daar heeft kennelijk
een trapgat gezeten. Op de plafondbalken tekent zich een spoor af van
een scheidingswand in het voorhuis.
Deze scheidingswand herinnert aan
de vroegere indeling van de boerderij
met een middenbeuk en twee lage
zijbeuken.
zijn er enkele dekbalkgebinten die de
zoldervloer dragen. Kijken we echter
op de zolder boven deze ruimte, dan
blijken de dekbalkgebinten eigenlijk
ankerbalkgebinten te zijn waarvan
de stijlen op zolder doorlopen en
de ondersteuningsbalk van het dak
dragen. Nemen we de tussenmaat
tussen de stijlen in aanmerking dan
blijkt dat we op de begane grond te
Linkerpagina:
Fragment van
de kaart van
Delfland door
Floris Balthasars
uit 1611.
De boerderij
Ackerdijk ligt in
de rode cirkel.
Negentiendeeeuwse kastenwand in het
voorhuis.
zevenendertigste jaargang nr 1, maart 2013 | 11
maken hebben met een van oorsprong zestiende-eeuwse stalruimte
met een zeer brede middendeel.
Zo’n stalindeling is in de regio nu
erg zeldzaam. Het in smeedijzer
uitgevoerde jaartal 1666, dat ooit de
voorgevel sierde, moet dan ook niet
gezien worden als het stichtingsjaar,
maar geeft vermoedelijk een grote
verbouwing of renovatie aan.
Dwars op deze vroegere stal is aan
de niet-erfzijde van de boerderij een
extra stal aangebouwd, zodat de
boerderij een U-vormige plattegrond
heeft. Dergelijke U-vormige boerderijen komen alleen in Delfland voor
en zijn dus bijzonder. De huidige
extra stal is in de tweede helft van
de negentiende eeuw gebouwd, maar
waarschijnlijk had de boerderij al in
de zeventiende eeuw deze U-vorm.
De stal is een zogenoemde Hollandse
stal met een smalle middengang
en ter weerszijden de koestanden.
Daarachter ligt de grup, een goot om
de mest op te vangen. Tussen de grup
en de buitenmuur loopt het kruipad
waarlangs de mest naar buiten kon
worden gekruid. In de achtergevel
van de stal zitten drie deuren: twee
mestdeuren en een hooideur. Of die
hooideur ooit is gebruikt om het hooi
door naar binnen te transporteren
is de vraag, want de hooibergen
stonden precies aan de andere kant
van de boerderij op het erf. Het hooi
zal wel via de deur van de oude stal
naar binnen zijn gekomen. Op een
kadasterkaart uit ongeveer 1820
staan de twee hooibergen duidelijk
aangegeven. Het zijn een zes- en een
vijfroedige hooiberg.
Op het erf staat nu nog een bijgebouw. Het is het kantoor en de
woning van de beheerder. Vroeger
was het gedeeltelijk een wagenschuur
en voor een ander deel mogelijk een
stal voor de stier en voor jongvee of
er waren varkens gehuisvest. Naar
verluidt is dit bijgebouw naar hier
verplaatst vanuit Berkel en Rodenrijs.
Dit bijgebouw staat op de grens
van het erf en de boomgaard. De
boomgaard vormt een belangrijk
onderdeel van het boerderijterrein.
Er staan en stonden veel verschillende soorten fruitbomen, vooral
appels en peren. Doordat de diverse
soorten fruit verschillende eigenschappen hebben kon het boeren-
12 |
Midden-Delfkrant 152
gezin daar vrijwel het hele jaar door
van profiteren. Er was fruit dat vroeg
rijp was, maar ook fruit dat pas tegen
de winter geconsumeerd kon worden.
Fruit werd vers gegeten, maar ook
gedroogd of ingemaakt. Om het fruit
te drogen werd gebruik gemaakt van
een droogkast die op de zolder boven
de schouw staat. Naast de droogkast
bevindt zich een verbreding van het
rookkanaal, de rookkast, waar vlees
werd gerookt om het langer houdbaar te maken.
Ook vóór de boerderij ligt een boomgaard. Hier is de voorgevel van de
boerderij goed te zien, met rechts de
opkamervensters en daaronder een
groot kelderluik. Aan sporen in het
metselwerk is te zien dat er ooit twee
kleinere kelderluiken zijn geweest.
Boven deze kelderluiken is een kruis
met de letters IHS geschilderd. IHS
vormt de afkorting van het Griekse
woord voor Jezus of het Latijnse In
Hoc Signo, dat betekent: In dit teken
(zult ge overwinnen). Boeren getuigden met dit kruis van hun katholieke
geloof. Het teken vormt ook een
afweer tegen boze krachten die de
melk in de kelder zouden kunnen
bederven. Het kruis weert de duivel
van melk en zuivel luidt het gezegde.
Dergelijke IHS-tekens boven kelderluiken komen alleen in de regio rond
Delft voor.
Fraai is ook de zwarte smetplint
onderlangs de gevel. Daarboven
een brede witte band waarmee de
boerin van haar properheid getuigde.
Nu deze band wat afgesleten is, is
een oranje sierlijst zichtbaar met
daarboven een blauw gesausde band.
De blauwe kleur zou de vliegen weren
en werd in de negentiende eeuw
ook binnen toegepast, in kelder en
boenhoek.
Een deel van de
voorgevel met
rechts de kelder en
de opkamer. Op
de plaats van het
zesruits venster
was vroeger de
voordeur van de
boerderij.
Behalve een boomgaard was er
natuurlijk op het boerderijterrein
ook een grote moestuin. Daarnaast
waren er veel knotbomen en geriefhoutbosjes die voor hout zorgden.
De slieten en takken werden voor
veel doeleinden gebruikt, o.a. om te
stoken, maar ook om afrasteringen
of gereedschapstelen van te maken,
of bijvoorbeeld bonenstokken. Nog
steeds vormen het groen rond de
boerderij en de boerderij zelf een
sieraad voor het landschap.
Frits van Ooststroom
Vergroot kelderluik en dichtgezet
kelderluik met
IHS-tekens
erboven.
Foto’s auteur.
Boomgaard Ackerdijk
(Tuintje van Jo Nell)
Dit oude boomgaardje ligt in
het deel van de Ackerdijkse
Polder tussen de Rotterdamseweg en de A13, langs
het voormalige uitpad van
de boerderij van Natuurmonumenten in de Ackerdijkse
Plassen, een kilometer
verderop. De ligging van het
boomgaardje midden in de
polder langs dat uitpad is
bijzonder te noemen. Buurman Paul Struijk: ‘De oude
eigenaar van de weilanden
en de boomgaard, boer Jo
Nell, zou zich van plezier in
zijn graf omdraaien, als hij
wist dat de boomgaard met
moestuin weer opgeknapt
wordt.’

Op de vraag waarom de boomgaard
zo midden in de weilanden is
ontstaan, vertelt Paul dat er naar
verluidt vroeger een buitenplaats,
De Kriellaart heeft gelegen. De boomgaard zou een onderdeel van de tuin
zijn geweest. Het land ter plaatse
wordt door de omwonenden nog
steeds De Kriel genoemd. Paul stelde
voor als eerbetoon de boomgaard
Tuintje van Jo Nell te noemen. Zo
gezegd, zo gedaan.
Over de ligging van het oude uitpad
(al aanwezig op de kaart van Kruikius van 1712) vertelt een andere
buurman, Arie van den Berg van
Hoeve Ackerdijk:
‘Alle boerderijen hadden vroeger een
eigen uitpad op de Rotterdamseweg.
De boerderij waar nu de Prinsenstad
manege is, had een uitpad, evenals
de boerderij van Heinsbroek. Deze
laatste staat langs de Zwethkade,
nog een 500 meter verder dan de beheerboerderij van Natuurmonumenten. De boerderij van Heinsbroek
heeft nu ook een uitpad richting
Berkel. Vroeger had deze alleen een
uitpad naar de Rotterdamseweg, wel
meer dan 2 kilometer lang. Als je
langs de parkeerplaats van de Zwethheul kijkt, (noot: het sterrenrestaurant langs de Schie bij de plek waar
de Berkelse Zweth uitmondt) loopt
hier nog een stukje een afgescheiden
Fragment van
de kaart van
Kruikius met bij
de pijl de plaats
waar een stukje
oprijlaan werd
opgegraven.
Het gerestaureerde boomgaardje
met houtwal,
nieuw hek en
nieuwe perenbomen, met op de
achtergrond de
Rotterdamseweg
langs de Schie.
zevenendertigste jaargang nr 1, maart 2013 | 13
Het begin van de
oude oprijlaan
aan de Schie van
de beheerboerderij
van Natuurmonumenten bij
de Ackerdijkse
Plassen.
De oude oprijlaan
ligt onder het
grasdijkje, hier
gezien vanaf de
Schie. Op 500
meter ligt het
boomgaardje
aan het pad.
Weer 500 meter
verder zijn de
populieren langs
de A13 zichtbaar
en aan de andere
kant van de A13
gaat het pad nog
circa 1000 meter
verder tot aan de
beheerboerderij
bij de Ackersdijkse
Plassen.
pad langs het fietspad, dit is de voormalige toegangsweg. En mooi dat
jullie een stukje oude bestrating van
de beheerboerderij van Natuurmonumenten gevonden hebben. Voor ons
is dat de boerderij van Van Vliet, de
laatste bewoner.’ Zijn conclusie is dat
het landschap ons veel van het rijke
boerenverleden kan vertellen.
De boomgaard met houtwal is door
de KNNV afdeling Delfland in 2008
in opdracht van de Dienst Landelijk
Gebied en in overleg met Groenservice Zuid-Holland gerestaureerd.
De zes vitale oude kroosjespruimen
(Mirabelle de Nancy) en kleiperen
Bloeiende
kroosjespruim.
Foto’s auteur.
14 |
Midden-Delfkrant 152
zijn voorzichtig gesnoeid. Zes nieuwe
hoogstamperen zijn geplant: Beurre
Hardy, Gieser Wildeman en Conference. Een nieuwe moestuin met
bessen is aangelegd: gele en rode
framboos, rode en groene kruisbes,
rode aalbes en blauwe bosbes. Een
deel van de oude braamstruiken is
blijven staan en gesnoeid. De omheining is vernieuwd.
Vóór de houtwal, bestaande uit een
rij bomen bedoeld als windvang,
is ter afrastering voor de schapen
een houtril aangelegd; dit is een
opstapeling van dode takken gevat
tussen palen. De boomgaard wordt
beweid met schapen en bijgemaaid
met de bosmaaier. Langs het boomgaardje loopt het Ackerdijkse Pad
van de Agrarische Natuurvereniging
Vockestaert. De ingang van het pad
bevindt zich aan het Zwethpad bij de
Kandelaarbrug over de Schie. Dit is
tevens Ommetje 15, het Boerenlandpad van de werkgroep Paden van de
Midden-Delfland Vereniging. Buiten
het weidevogelseizoen is dit pad
open voor de wandelaars. Voor de
wandelroute zie www.middendelflandvereniging.nl.
Huub van ’t Hart
secretaris KNNV afdeling Delfland
Hoeve Vrijlust aan de Woudweg in Schiedam.
Jaar van de
Boerderij 2013
Historische boerderijen en erven zijn bepalend
voor het unieke karakter van het Nederlandse
landelijk gebied. Elke provincie, elke landstreek
kent een eigen typerende bouwwijze, met
bijbehorende materialen, kleuren en inrichting
van huis, bedrijf en erf. Oude boerderijen
bieden bewoners en bezoekers herkenning en
trots, sfeer en aantrekkelijkheid, én – heel
belangrijk – ook werk en inkomen. Er is alle
reden om er naar te streven het agrarisch
erfgoed te behoeden voor achteruitgang.
De boerderij Rehoboth aan de Rijksstraatweg in Schipluiden werd gebouwd in 1906.
Foto’s Frits van Ooststroom
Het Jaar van de Boerderij 2013 vindt plaats
tien jaar na het Jaar van de Boerderij in
2003. In dat jaar is met succes aandacht
gevraagd voor de problematiek van het
in hoog tempo verdwijnende agrarische
erfgoed. Toch is er nog steeds reden voor
grote zorg. Ook nu nog vallen té veel
oudere boerderijen ten prooi aan gebrek
aan visie, aan verkeerde vernieuwingsdrift, aan falend beleid en gebrekkig
toezicht, alle goedbedoelde maatregelen
ten spijt.
Vanaf 2003 is het erfgoedbeleid en het
beleid voor het landelijk gebied sterk
veranderd. De huidige financiële en
economische crisis vraagt om nieuwe
oplossingen en biedt nieuwe mogelijkheden. Natuur en monumenten worden
anders beleefd, en identiteit heeft een
heel andere lading gekregen. Agrarisch
erfgoed heeft met dergelijke ontwikkelingen te maken.
www.agriwiki.nl
Agriwiki is de nieuwe landelijke database over boerderijen. Op deze website
kunt u alles vinden over agrarisch erfgoed, historische boerderijen en erven.
En u kunt zelf uw kennis, feiten, verhalen en foto’s toevoegen.
Agriwiki is er voor iedereen die zich interesseert en zich inzet voor het
behoud van historische boerderijen en erven. De site wordt gemaakt door
en voor bewoners en gebruikers van boerderijen, boerderijdeskundigen
en buitenmensen. Het ultieme doel is om zo veel mogelijk informatie over
agrarisch erfgoed bijeen te brengen. Agriwiki wordt u aangeboden door de
Nederlandse boerderijenstichtingen verzameld in de Stichting Agrarisch
Erfgoed Nederland.
Daarom wordt in 2013 verspreid over
het land en over het jaar, het Jaar van de
Boerderij georganiseerd. Het programma
bestaat uit activiteiten voor iedereen:
boerderijbewoners, belangstellenden,
specialisten en beleidsmakers. Boerderijstichtingen overal in Nederland en
Agrarisch Erfgoed Nederland organiseren dit.
Op www.boerderij2013.nl is informatie
te vinden over de diverse activiteiten die
plaatsvinden.
Lezing
Voor wat betreft Midden-Delfland kan
gemeld worden dat boerderijkenner
Frits van Ooststroom voor het komende
lezingenseizoen (najaar/winter 2013) een
lezing voorbereidt onder de titel Verschil
moet er zijn… In zijn rijk geïllustreerde
verhaal zullen diverse streekeigen
boederijtypen en -onderdelen de revue
passeren, evenals regionale verschillen in
aankleding en gebruik van boerenerven.
Datum en plaats zijn nog niet bekend.
Contact: [email protected]. (FvO)
Nog steeds is het magazine Cultureel
Erfgoed Midden-Delfland te bestellen
(zie blz. 24).
zevenendertigste jaargang nr 1, maart 2013 | 15
Over grondprijzen en de melkveehouderij
Boeren, burgers en
Dit gezegde duidt op de verschillen
die er van oudsher waren tussen die
stadse types en de nuchtere boeren.
Daar tussenin zaten de bewoners uit
de dorpen, de buitenlui. En de boer,
hij ploegde voort, en zorgde voor het
eten op het bordje van de stadse types,
die hun neus ophaalden voor het
boerenland.
16 |
Midden-Delfkrant 152
Tegenwoordig is deze tegenstelling
veel minder scherp. De stedelingen
recreëren graag in de dorpen en op
het boerenland, of ze gaan er wonen,
zoals in Midden-Delfland. Zoals u
weet, zet de Midden-Delfland Vereniging zich in om dit mooie gebied in
stand te houden in al haar facetten.
Het polderland van Midden-Delfland, dat we nu zo waarderen, is
het resultaat van de eeuwenlange
inspanningen van de boeren met
hun melkvee. De kilometerslange
sloten, die jaarlijks moeten worden
uitgebaggerd, de knotbomen langs
de boerderijlanen, de geriefbosjes, de
zorg voor nesten van weidevogels bij
het maaien, de erven met hun fruit-
bomen en moestuinen. En vergeet
niet de koe, die hoort in de wei.
Dat vinden we allemaal een lust voor
het oog en zo willen we het houden.
In Midden-Delfland stáán gelukkig
de meeste koeien in de wei, slechts
een enkele boer houdt zijn koeien het
hele jaar op stal. Ook het duurzaam
boeren, waarbij agrariërs zoeken
naar een evenwichtige kringloop in
hun bedrijfsvoering, is hier inmiddels trend. Melkveehouders willen
niet persé om economische redenen
een enorme veestapel. Een goed
koeienbeleid op een overzichtelijke
schaal is minstens zo belangrijk, en
leidt bijvoorbeeld tot een gezondere
veestapel en een betere bodemhuis-
dan de agrarische opbrengstwaarde.
Natuurlijk gaat dit niet zonder slag
of stoot, en vaak met pijn in het hart.
Maar als je grond je oudedagsvoorziening is, ga je voor de hoogste prijs.
De collega die wilde uitbreiden, of
een starter, kan deze hogere prijs
niet betalen en heeft het nakijken.
buitenlui
Linkerpagina:
Schapen in de
Dorppolder met
op de achtergrond
de Trambrug in
Schipluiden.
Foto Willem
Overkleeft.
Kievitseieren in
het weiland in
de Dijkpolder te
Maasland.
Nestbeschermer
in het pas
gemaaide weiland
in de Dijkpolder te
Maasland.
Deze koe heeft zin
in de wei.
Foto’s Tiny van
der Meer tenzij
anders vermeld.
houding. Kortom, de boer is onze
bondgenoot in het behoud van het
landschap van Midden-Delfland.
Wat is grasland waard?
Dit open gebied van Midden-Delfland wordt echter bedreigd, omringd
als het is door stedelijk gebied en
glastuinbouw, waardoor opties voor
ander gebruik altijd op de loer liggen.
Zo kan het nu gebeuren dat een
melkveehouder die stopt, zijn land
niet verkoopt aan een buurman die
wil uitbreiden, maar aan iemand die
land zoekt om paarden te weiden of
hoopt op een andere bestemming
in de toekomst. Dan verkoopt een
boer zijn land voor een hogere prijs
De praktijk
Jan van de Berg is melkveehouder
in de Klaas Engelbrechtspolder en
bestuurslid van de Midden-Delfland
Vereniging. Zijn zoon heeft het
bedrijf inmiddels overgenomen. Zijn
kijk op de grondprijs is eenvoudig:
‘In Midden-Delfland is de grond
meer waard dan het ‘opbrengend
vermogen’ ervan. De wet van vraag
en aanbod is hier dus verstoord.’ Het
opbrengend vermogen van grond
zou moeten worden afgeleid van
wat er met melkvee mee kan worden
verdiend, rekening houdend met een
reeël gezinsinkomen voor de boer.
Maar een melkveehouder heeft te
maken met stijgende prijzen voor
ruwvoer en zijn bedrijfskosten heeft
hij niet allemaal in de hand. ‘Meer
dan 2,50 euro per m2 is de grond dan
niet waard, maar minder dan 6 euro
wordt er momenteel niet geboden. Er
blijkt nogal eens een koopkrachtige
vraag te zijn van mensen met een
ruime beurs, die niet uit ondernemingsnoodzaak maar uit liefhebberij
grond willen kopen. En dat drijft de
grondprijzen hier op. Een bedrijfsopvolger in de familiesfeer kan,
als de andere kinderen mee wil-
len werken, dit dilemma nog wel
omzeilen, maar een jonge boer die
geheel zelfstandig een eigen bedrijf
wil beginnen, kan hier niet tegenop
boksen.’
Ziehier het probleem dat met het
project grondinstrument moet worden
opgelost. Voor dit project is geld beschikbaar gekomen uit de Integrale
Ontwikkeling tussen Delft en Schiedam (IODS), de compensatie voor de
aanleg van de A4.
Met dit grondinstrument bestaan
er mogelijkheden om de prijs van
de grond te drukken. Dan kun je
denken aan maatregelen in de sfeer
van planologische beperkingen, het
vestigen van erfdienstbaarheden
(zoals het toelaten van wandelaars
op het land) of van langjarige kwalitatieve verplichtingen (bijvoorbeeld
weidevogelbeheer of slootkantbeheer) in ruil voor een afwaardering
van de grond. Daar kun je met
boeren afspraken over maken. De
gemeente Midden-Delfland kreeg in
2008 de taak om dit grondinstrument
samen met haar partners verder uit
te werken.
Inbreken op de markt?
De discussie die nu voorligt is of je
met dit inbreken op de markt van
vraag en aanbod, mogelijk toch de
grondprijs opdrijft. En zullen de
IODS gelden, zo’n 7 à 8 miljoen, dan
wel voldoende zijn? En last but not
least, de overheid mag de boeren
niet sponsoren volgens normen die
gelden voor de hele Europese Unie.
Over mogelijke oplossingen om de
agrarische grondprijzen in de hand
te houden en de gevolgen ervan arrangeert de redactie binnenkort een
gesprek met een melkveehouder, een
vertegenwoordiger van de gemeente
en een bestuurslid van de vereniging.
Indien u ideeën hebt of andere zaken
wilt inbrengen over dit onderwerp
vernemen we dit graag: redactie@
middendelflandvereniging.nl.
Een verslag van dit gesprek verschijnt als vervolg op dit artikel in
het zomernummer.
Katinka Buters
Pia van Oord
zevenendertigste jaargang nr 5, maart 2013 | 17
De Nieuwe Molen
aan de Vlaardingervaart,
afgebeeld op een
negentiendeeeuws houten
paneel. De molen
stond tussen de
huidige adressen
Trekkade 21 en
Trekkade 22. Foto
Frits van Ooststroom. (Deze
afbeelding staat
niet in het boek.)
Verschenen:
Het Vlaardings Molenboek
November 2013 werd in de kantine van kanovereniging Natsec aan de Vlaardingervaart het Vlaardings Molenboek gepresenteerd. Deze plaats was gekozen
omdat het clubgebouw vrijwel op de plaats staat waar vroeger de Grote Molen
van de Broekpolder stond. De twee molens die de Broekpolder droogmaalden
zijn verdwenen, evenals alle andere poldermolens op Vlaardings grondgebied. Alleen de Babbersmolen (nu op Schiedamse bodem) is er nog en werd
onlangs gerestaureerd. Het Molenboek, geschreven door Frans Assenberg
en Arie van der Hoek, haalt de vroegere molens terug in de herinnering. Het
geeft een uitgebreid overzicht van alle windmolens die ooit in Vlaardingen en
Vlaardinger-Ambacht hebben gestaan. Er zijn veel foto’s en andere illustraties in opgenomen en het bevat een interessante dvd over de nog bestaande
korenmolen Aeolus aan de Kortedijk. Het eerste boekdeel gaat over de
industriemolens, waarbij de Aeolus een bijzondere plaats krijgt. Vervolgens maakt de lezer kennis met de poldermolens van VlaardingerAmbacht, dus ook met molens die op thans Schipluidens grondgebied
stonden en met de Kleine Broekmolen en de molens van de AalkeetBuitenpolder die op Maaslandse grond stonden.
Al met al geeft het boek een rijke hoeveelheid informatie. Toch lijkt
het hier en daar wat te snel samengesteld en zijn niet alle beschikbare bronnen voldoende benut. Maar het boek is dan ook niet bedoeld
als wetenschappelijk werk. Een duidelijke omissie is het gebrek aan
bronvermelding bij de afbeeldingen. (FvO)
Uitgave Stichting Exploitatie Molen Aeolus.
ISBN 978-90-9027250-4, 180 pagina’s, prijs € 25,--.
18 |
Midden-Delfkrant 152
Kennen wij uw e-mail adres?
De vereniging probeert het ledenbestand up-to-date te houden.
Dan kunnen we u tijdig informeren
over het laatste nieuws van de
vereniging of over andere zaken
die Midden-Delfland aangaan. De
vereniging doet dit niet alleen via
deze krant maar regelmatig óók
per e-mail. Ons e-mailadressenbestand is helaas niet up-to-date.
Als u nog géén digitaal nieuws
van ons ontvangt, dan kennen wij
uw e-mailadres niet. Als u het op
prijs stelt om die berichten wel
te ontvangen, wilt u ons dan een
berichtje mailen vanaf het juiste
adres, onder vermelding van uw
achternaam, voorletters, postcode
en bij voorkeur uw lidnummer. Ons
e-mailadres is secretariaat@
middendelflandvereniging.nl.
Ook als u van adres verandert horen
wij dit natuurlijk graag. En mocht
u geen prijs meer stellen op onze
berichten, laat dit ons dan weten,
zodat we u uit de verzendlijst
verwijderen. Dan ontvangt u geen
berichten meer van ons.
Informatiecentrum A4
Oktober 2012 opende Rijkswaterstaat aan de Woudweg te Schiedam
een informatiecentrum over de
aanleg van de A4. Hier wordt u
ingelicht over de aanleg van dit veel
besproken stuk asfalt, zoals de techniek die gebruikt zal gaan worden en
welke voorzieningen er, als pleister
op de wonde, zijn getroffen voor de
natuur. Vanaf een uitkijkpunt naast
het centrum kunt u de vorderingen
van de aanleg volgen en een indruk
vormen van de impact die deze weg
op het gebied zal hebben. U kunt er
alvast virtueel over de weg rijden. U
kunt horen welk geluid de weg voort
zal brengen, waarbij er vanuit gegaan
wordt dat er vooral elektrische auto’s
rijden op het moment dat de weg
in gebruik genomen wordt (2017).
En u krijgt informatie over de wijze
waarop de IODS-gelden (gelden
die ter compensatie beschikbaar
gesteld worden) gebruikt zullen gaan
worden. De gemeente Schiedam zou
hiermee graag een sportcomplex
aanleggen op het dak van de tunnel.
De gemeente Midden-Delfland
wil onder andere kassen saneren,
recreatievoorzieningen aanleggen
en agrariërs in het gebied ondersteunen. Het centrum geeft een compleet
beeld, maar als voorvechter voor
behoud van het landschap verlaat ik
het gebouwtje met lood in de schoenen. Met name het uitzicht vanaf
het uitkijkpunt maakt diepe indruk,
terwijl ook ik weet dat ik straks via
de A4 naar Rotterdam zal sjezen al is
het dan met spijt in het hart om wat
we het landschap hebben aangedaan.
(AvA)
Hooiberg gezocht
De bewoners van een gerestaureerde boerderij aan de
Groeneweg in Kethel willen de hooiberg die vroeger naast
de stal van de boerderij stond herbouwen. Om dit te
realiseren zijn zij op zoek naar hooibergonderdelen. Het
gaat hierbij zowel om het houtwerk (roeden, lanen, spar-
ren, etc.) als om de ijzeren onderdelen (vitten of haken,
beugels, etc.). Mocht u dergelijke onderdelen bezitten
en zoekt u daar een passende nieuwe bestemming voor,
neem dan contact op met de bewoners van de boerderij:
telefoon 010-4719600.
Aanleg van de A4,
gezien vanaf de
Oostveenseweg
richting Delft.
Foto Willem
Overkleeft.
Octave
DeKoninck
tekende de
hooiberg op
het erf van de
boerderij aan de
Groeneweg.
zevenendertigste jaargang nr 1, maart 2013 | 19
HET LEVEN IS MOOI
Als je in Midden-Delfland woont en met je 80-ste levensjaar bezig bent, is het leuk om terug- en vooruit
te kijken en te zien hoe sterk de manier van leven en van denken is veranderd in de afgelopen eeuw. Je
hebt nu de tijd om allerlei dingen te doen die je interessant vindt want je pensioen en AOW-uitkering
komen automatisch elke maand binnen. Heerlijk kanoën, fietsen, fotograferen en thuis diverse keren
opnieuw genieten van de foto’s via een grootbeeld-TV. Daarnaast de natuur onderzoeken vanuit je kano
door goed om je heen te kijken naar planten, dieren en de omgeving en je dan af te vragen: waarom zit
dat zo in elkaar? Juist Midden-Delfland, op zo’n tien kilometer van de kust, heeft vooral in voor- en najaar
soms fantastisch mooie wolkenluchten, ik geniet er intens van. Vroeger wilde ik eigenlijk kunstschilder
worden. Het romantische zit nog steeds in mij. Pannenkoeken bakken op een kampvuurtje, met de
kleinkinderen en hun vriendjes, op de boerderij van mijn schoonzoon Henk en dochter Els is voor mij
nog steeds een grenzeloos genoegen. Verwen zo nu en dan de geliefden rondom je maar vergeet ook
niet jezelf een beetje te verwennen. Het leven is mooi, maar je moet het wel willen zien en je moet er wat
voor over hebben.
ParadijselijkMidden-Delfland
De Blauwe
Reiger
Onze natuurchroniqueur Kees van Paassen
heeft zijn blik verlegd van de hermelijnen
naar de reigers, die hij gadeslaat vanuit zijn
kano. Wij mogen hiervan getuige zijn en in
een aantal afleveringen komen we achter de
geheimen van deze bekende poldervogel.
20 |
Midden-Delfkrant 152
Vissende blauwe reiger
De winter van 2011/2012 begon met
een extreem warme periode waardoor eind januari rondom ons huis
nog 23 verschillende soorten planten
in bloei stonden, zoals goudsbloem,
leeuwenbek, lobelia en campanula.
Toen voorspelde ijsmeester Aad
van Winden mij dat er een stevige
schaatswinter in aantocht was. En ja
hoor, eind januari werd het plotseling koud, met een stevige oostenwind, waardoor het buitenwater
snel afkoelde. Toen de wind wegviel
lag er binnen twee dagen schaatsijs
om Vlaardingse moppen te halen,
Linkerpagina:
Regenboog bij
een romantische
boerderij in de
Duifpolder langs
de Vlaardingervaart, in het
najaar.
Hiernaast:
Kop van de
blauwe reiger met
prachtige schuin
omhoog staande
kuif en enkele
biesvormige
sierpluimen.
een hele week lang. Zaterdagmiddag 11 februari, met heerlijk zonnig
weer, passeerden er per uur ca. 7000
schaatsers bij het Rechthuis aan de
Vlaardingervaart. Dat was in het
licht besneeuwde landschap leuk om
te zien. Mijn dag kon niet meer stuk,
want op diezelfde zaterdagmiddag
had ik aan de rand van een klein
rietveldje tweemaal een roerdomp
zien opvliegen.
De felle korte winter was plotseling verdwenen want op maandag
stond er al flink water op het 25
cm dikke ijs, en vrijdag 17 februari
zag ik de eerste blauwe reiger staan
vissen in een 5 cm diepe laag water
op het smeltende ijs. Zijn oranjegelige snavel wees erop dat hij in
de paartijd was en dus minstens
zijn derde lente tegemoet ging. Hij
had erg veel honger want hij bleef
vissen vangen terwijl ik langzaam
schuifelend en fotografend, toch heel
dichtbij kwam. De vissen hadden
zeker ook behoefte aan het zuurstofrijkere water boven op het ijs want
de blauwe reiger had in 26 minuten
drie kleine en één handgrote vis
verorberd. Tientallen wandelaars en
fietsers hebben het schouwspel van
de vissende reiger en de schuifelende
fotograaf gadegeslagen, want het
gebeurde bij het slootje naast het
fietspad dat dwars door de Schipluidense golfbaan loopt. Grappig was
dat de reiger na de vismaaltijd de
zijkanten van zijn snavel zorgvuldig
aan een paaltje ging afvegen voordat
hij opvloog. Opvallend was de hoge
snelheid waarmee hij de gevangen
vissen naar binnen werkte. De grootste vis werd met een snelle kronkelbeweging van zijn soepele lange hals
in de juiste positie gemanoeuvreerd
en weg was de vis, uit het zicht van
de fotograaf.
Linkerpagina:
Volwassen blauwe
reiger op een
meerpaal, loerend
naar een vis die
2 meter lager
zwemt. De vele
dunne biesvormige sierveren op
kop, borst en rug,
dienen wellicht
ook om na een
duik het aanhangende water sneller af te voeren
voor het drogen.
De blauwe reiger
heeft toegeslagen:
in de dunne
waterlaag op het
smeltende ijs
heeft hij weer een
vis te pakken.
Blauwe reiger met
een flinke kronkel
in zijn hals, om de
gevangen vis in
de beste positie te
kunnen draaien
om door te slikken.
Foto’s auteur.
zevenendertigste jaargang nr 1, maart 2013 | 21
Vliegen en vluchten
De blauwe reiger heeft met gestrekte
hals een lengte van ca. één meter en
zijn vleugelspanwijdte bedraagt ca.
1,7 meter. Hij heeft een langzame
vleugelslag en dat komt omdat
hij, in verhouding tot zijn geringe
gewicht, relatief grote vleugels heeft.
Een blauwe reiger is met zijn 1,2 kg
zelfs nog lichter dan een wilde eend
die 1,5 kg weegt. De wilde eend en
vooral ook de fuut zijn relatief zwaar
met naar verhouding kleine vleugels,
waardoor zij een hoge vleugelslagfrequentie nodig hebben. De blauwe
reiger kan na een huppelsprong
met zijn stevige lange poten direct
wegvliegen met zijn grote vleugels.
Zware vogels met relatief kleine
vleugels hebben een soort aanloop
nodig om te gaan vliegen zoals
bijvoorbeeld de fuut, de meerkoet,
de aalscholver en vooral de zwaan.
De knobbelzwaan heeft weliswaar
een vleugelspanwijdte van ca. 2,2
meter, dus nog 0,5 meter groter dan
de blauwe reiger, maar hij is met
een gewicht van ca. 12 kg. ongeveer
tien maal zwaarder dan een blauwe
reiger. Daardoor heeft hij een flinke
aanloop nodig om in de lucht te komen en is zijn vleugelslagfrequentie
ongeveer het dubbele.
Blauwe reigers zie je bijna altijd
zonder partner in de buurt, en als je
ze rustig met de fiets of met de auto
passeert blijven ze vaak onbeweeglijk
staan als geduldige jagers of vissers.
Indien je echter dichtbij de blauwe
reiger je snelheid verandert dan
vliegt hij snel weg. Bij harde wind
of storm kan hij verschrikt opvliegen, en onverwachte buitelingen
ondergaan als de wind plotseling vat
krijgt op zijn grote vleugeloppervlak.
Op een stormachtige dag zag ik een
opvliegende blauwe reiger in het water gesmakt worden, vlak voor mijn
kano. Dit lijkt erger dan het is, want
de meeste vogels kunnen nadat ze in
het water gekomen zijn, binnen één
of twee vleugelslagen weer het luchtruim kiezen. De blauwe reiger kan
niet zwemmen maar je ziet hem toch
meestal bij ’t water, loerend naar
vissen. Als hij op een meerpaal of
hoge waterkant staat te vissen duikt
hij (als u niet te dicht bij hem komt)
in gestrekte houding pijlsnel naar de
vis in het water en komt er dan ook
met of zonder vis in zijn dolkvor-
22 |
Midden-Delfkrant 152
mige snavel weer snel uit. Daarna
droogt hij zich in een karakteristieke
houding, als het mogelijk is met zonneschijn tegen zijn borstveren.
Op een stormachtige zondagmiddag, zo’n 45 jaren geleden, voer ik
met de zelfgemaakte houten kano in
de Zijde, dichtbij de tuin van familie
Van Wijk. Ik zag toen een poes aan
de slootkant tussen lang gras in
springhouding omhoog loeren en
plotseling opspringen toen een kokmeeuw laag aan kwam vliegen vanuit
de polder. De kokmeeuw kon nog
juist op tijd uitwijken maar omdat de
poes heel hoog sprong werd hij met
de stormwind meegevoerd en kwam
in de sloot terecht. Het was, vóór hij
in het water belandde, een mooie
poes maar een natte kat vind ik toch
een beetje zielig. Gelukkig was het
niet koud.
Kees van Paassen
Volgende keer: Reiger en kikker
Na het verorberen van drie kleine en
één grote vis, veegt de blauwe reiger zijn
snavel schoon aan een paal op de oever
van het slootje.
Een blauwe reiger kan vanuit stilstand
heel snel accelereren, want hij is relatief
licht (1,2 kg) en heeft grote vleugels en
sterke lange poten.
Blauwe reiger op het moment van
afzetten voor een pijlsnelle duik in de
Vlaardingervaart vanaf een paal.
Na een duik gaat de blauwe reiger vaak
gericht naar het zonnetje staan in de
karakteristieke drooghouding, met zijn
grote vleugels in een wijde boog achter
zijn rug.
Projecten op stapel
Agrarische Natuurvereniging Vockestaert
heeft voor dit jaar een
medewerker aangesteld
die een aantal nieuwe
projekten gaat vormgeven.
In dit artikel geeft de
voorzitter een toelichting
op drie ervan.
Ontwikkeling vliegende wandelpaden
Een vliegend wandelpad duidt erop dat
gedurende een deel van het jaar een
wandelpad door de polder opengesteld
wordt. Er worden loopplanken over
sloten gelegd en eventueel klaphekken
gemaakt. Via borden wordt de route aangegeven, waarop ook ruimte is voor extra
uitleg. Voor deze openstelling krijgen de
boeren een vergoeding uitgekeerd.
Bijzonder is dat je op deze manier
middenin prachtige polders komt waar
anders geen mogelijkheid voor is. Dat
wordt extra genieten van rust en ruimte!
Honden en mountainbikers zijn niet toegestaan op deze wandelpaden. Belangrijk is goed gedrag van de wandelaars om
dit project succesvol te laten verlopen,
zodat er in de toekomst meer landeigenaren enthousiast worden om hun land
hiervoor open te stellen.
Educatie middelbare scholieren op
boerderijen
Op beperkte schaal zijn er nu al lessen
voor tieners in het buitengebied. Dit
geeft veel enthousiaste reacties. Er wordt
bijvoorbeeld aandacht gegeven aan deze
onderwerpen of schoolvakken:
De waterhuishouding – polders, gemalen,
boezemwater, waterzuivering, zoet en
zout water, Nieuw Amsterdams Peil.
De bodem – wat voor grondslag, zavel,
klei, veen, humusgehalte, wat kan er op
groeien, grondwaterstand.
De geschiedenis – wat heeft er in de
afgelopen eeuwen plaatsgevonden, wat
is er gebouwd en waarom, hoe hebben
mensen afspraken gemaakt.
Dieren en voeding – waarom koe in de
wei, meststoffen, zuivel, mais, Rotter-
Ook een vorm van
vliegend wandelpad – hier vormen
hazen een tijdelijk
pad.
Foto Vockestaert.
damse haven, kringlooplandbouw,
voortplanting.
Er zijn talloze mogelijkheden om het
platteland te ervaren en dat te koppelen
aan wat op school zoal gedoceerd wordt.
Zoals bijvoorbeeld het vak Nederlands:
denk maar eens aan alle spreekwoorden en gezegden die onder de boeren
ontstaan zijn en die ter plekke bekeken
kunnen worden. Er wordt naar gestreefd
meer middelbare scholieren een les in
Midden-Delfland mee te laten maken.
Houten landhekken
In vroeger tijden was het normaal dat er
in het buitengebied houten landhekken
stonden.
Er was in de streek een bepaald idee hoe
zo’n hek eruit moest zien. Toch maakten
veel boeren op hun eigen manier zo’n
hek, waardoor er binnen een bepaalde
streek variaties ontstonden. Om praktische redenen koos men tientallen jaren
geleden veelal voor gegalvaniseerde
stalen hekken. Om de kwaliteit van ons
gebied tot uitdrukking te brengen willen
we graag kansen bieden om weer houten
hekken te plaatsen. Het onderhoud
kost tegenwoordig minder tijd en
het gebruiksgemak is inmiddels sterk
verbeterd.
Ook kunnen er op het hek naamplaten
bevestigd worden van het betreffende
perceel. Soms kunnen dat heel oude namen zijn zoals: de Braak, de Acht-hond of
de Zes morgen. Ook in de eenentwintigste
eeuw bestaan nog klinkende namen in
ons mooie gebied.
Deze projecten zijn nu nog in ontwikkeling. Voor meer info kijk op de website:
www.vockestaert.nl of wendt u tot
projectmedewerker Janet Vijverberg.
Nico van der Wel
Een mooi
voorbeeld van een
Midden-Delflands
hek.
Foto Henk
Groenendaal.
zevenendertigste jaargang nr 1, maart 2013 | 23
Uit de winkel
Al deze artikelen zijn ook zeer geschikt
om cadeau te doen.
Bestellen?
U kunt deze artikelen bestellen door het bedrag over te maken op
giro 3928463 t.n.v. Midden-Delfland Vereniging te Schipluiden, o.v.v. aantal
en omschrijving van het artikel. Ook kunt u deze uitgaven kopen bij het
secretariaat in Schipluiden of Boerenbont winkeltje in Maasland. U betaalt
dan een lagere prijs zonder verzendkosten.
Speciale uitgaven van de
Midden-Delfkrant
Water &
Waterwegen
Mapjes met 6 handzame
wandelkaarten
52 pagina’s; veel informatie,
(kleuren)foto’s en illustraties.
€ 7,25
Met beschrijvingen van de bezienswaardigheden
door Frits van Ooststroom
no 1, 2 of 3
Kwaliteit &
Landschap
Prijs leden per mapje € 6,00 /
niet leden € 7,00
60 pagina’s; veel informatie,
(kleuren)foto’s en illustraties.
Fietskaart Cultuur & Historie
Prijs € 3,50
€ 7,25
Waterkaart Water & Oevers
Prijs € 3,50
Hergebruik &
Herbestemming
In combinatie met de special ‘Water & Waterwegen’
kunt u de waterkaart bestellen voor € 9,75.
52 pagina’s; veel informatie,
(kleuren)foto’s en illustraties.
Boeken
‘Kreen en Gruizig’
Henk Tetteroo
€ 14,50
‘Wonen in Woorden
Henk Tetteroo
€ 17,50
‘IJsmoppen uit Vlaardingen’
Gertruud en Frank Hazenberg
€ 28,00
Cultureel erfgoed
Midden-Delfland
Inspiratiebron voor beheer en ontwikkeling van
het agrarische cultuurlandschap en streekeigen
boerenerven.
Een uitgave van Midden-Delfland is Mensenwerk
en Vockestaert.
€ 7,25
24 |
Midden-Delfkrant 152
€ 7,25
Markant Midden-Delfland,
een wereld apart
Fotoboek door Gemma
M.M. van Winden-Tetteroo
€ 26,00
T-shirts L en XL geel of groen
€ 10,00
Kinder T-shirts maat 128 en 152 wit met opdruk
koe of boer
€ 10,00
Vlag Mooi Dichtbij (150x225 cm)
€ 15,00
Maandelijkse themawandelingen
De werkgroep Paden van de Midden-Delfland Vereniging organiseert maandelijkse
wandelingen onder leiding van een gids. Alle wandelingen zijn op zaterdag, starten om
13.00 uur en duren ongeveer twee uur (met kans op wat uitloop). Kosten 1 euro per
persoon. Opgeven per mail of telefonisch: [email protected] of
06-42105407. Er kunnen maximaal 20 mensen deelnemen. Lidmaatschap MiddenDelfland Vereniging is een pré!
6
april
4
mei
Krekenwandeling
Een uitstapje naar het Bieslandse Bos. Een bijzonder natuurgebied buiten het ons bekende
Midden-Delfland, behorend bij de ecologische hoofdstructuur.
Start: Informatiebord op parkeerterrein naast Noordeindseweg 70, Delfgauw
Gids: Herman Groenewegen
Midden-Delflandgids: Piet van der Eijk en/of Michel van Ruiven
Boerderijenwandeling
Een interessante wandeling aan de
rand van Midden-Delfland waar we
bijzondere boerderijen aantreffen en
er één van dichtbij gaan bekijken.
Start: parkeerterrein begin Kandelaarsweg nabij Spoorwegovergang
Kethel (Schiedam)
Gids: Frits van Ooststroom
Midden-Delflandgids: Rudolf von
Stein en/of Piet van der Eijk
Aquarel van een boerderij aan de
Groeneweg in Kethel.
Gemeentearchief Rotterdam
1
juni
Bijenwandeling
De imker van de Oostveenseweg,
Hugo Koole, vertelt ons het verhaal
van zijn volk. Tijdens de wandeling
wordt vooral gelet op de gewassen
waar zich bijen bevinden. We lopen
een gedeelte van een oud kerkenpad
naar Maasland.
Start: Oostveenseweg 15a,
Schipluiden
Gids: Hugo Koole
Midden-Delflandgids: Piet van der
Eijk en/of Eef Boeve
Bijenvolk in de Broekpolder.
Foto Tiny van der Meer.
zevenendertigste jaargang nr 1, maart 2013 | 25
Midden-Delfland
Vereniging
Bestuur
Ben van der Velde, voorzitter
010-460 02 93, [email protected]
Cees Tromp, penningmeester
06-516 074 71, [email protected]
Roelof uit Beijerse
015-380 51 26, [email protected]
Michel van Ruijven
015-380 88 70, [email protected]
Rudolf von Stein
06-109 454 70, [email protected]
Jan van den Berg
015-380 86 77, [email protected]
Annemiek van Adrichem
015-213 64 16, [email protected]
Midden-Delfland Vereniging
www.middendelflandvereniging.nl
[email protected]
Burgemeester Musquetiersingel 40
2636 GG Schipluiden
telefoon 06-421 054 07 (overdag)
ING 392 8463, Rabobank 1437 75367
Verenigingsregister Haaglanden V 40397143
Werkgroep Bomen
p/a Michel van Ruijven
015-380 88 70, [email protected]
Werkgroep Historie en Landschap
p/a Frits van Ooststroom
010-474 25 98, [email protected]
Werkgroep Paden
p/a Hein van Bohemen
015-380 99 40, [email protected]
Werkgroep Gebiedsontwikkeling
p/a Roelof uit Beijerse
015-380 51 26, [email protected]
Werkgroep Infrastructuur
p/a Ben van der Velde
010-460 02 93, [email protected]
26 |
Midden-Delfkrant 152
Verenigingsnieuws
Niet vergeten!
De jaarlijkse ledenvergadering wordt
gehouden op woensdagavond 24
april. Graag begroeten wij u daar.
De Midden-Delfland Dag komt eraan! Hou 15 juni vrij in uw agenda.
Van de werkgroep
paden
Van de 40 ommetjes die in 2012
gerealiseerd zijn was de eerste druk
binnen enkele weken op, de tweede
druk ligt inmiddels klaar. De ommetjes zullen dit voorjaar nog de
nodige aandacht krijgen zodat er
met deze korte wandelingen veel
aandacht komt voor ons mooie open
gebied in de Randstad. Mogelijk
worden ze uitgebreid met enkele
korte wandelingen in Ackerdijk en de
Schieveense polder. Met GZH wordt
meegedacht over boerenland-paden
of natte-laarzen-paden, een project
dat met IODS-gelden gefinancierd
kan worden. Het initiatief van
enkele bewoners van Den Hoorn om
het dorp groener te maken en door
middel van groene linten beter aan
te sluiten op het buitengebied wordt
van harte ondersteund. Het overleg
met de gemeente verloopt traag maar
de werkgroep is positief en hopelijk
gaan de bestuurders positief om met
dit soort initiatieven van bewoners.
(MvR)
Informatiecentrum
Hooiberg
Inmiddels heeft de Stichting Op
Hodenpijl de opdracht voor de bouw
van de hooiberg, waar het informatiecentrum in moet komen, gegeven.
De stichting Informatiecentrum
Midden-Delfland is opgericht en kan
i.s.m. de gemeente de inrichting gaan
vormgeven. Een belangrijke uitdaging voor de stichting is het verkrijgen van aansprekende informatie.
Weet u aansprekende korte impressies van Midden-Delfland te vinden,
laat het ons weten. Mogelijk kunnen
we er goed gebruik van maken:
[email protected].
(MvR)
Natuursprong
Natuursprong, een project van
Staatsbosbeheer en Jantje Beton,
wil kinderen stimuleren om meer
buiten te gaan spelen. Natuur wordt
tegenwoordig steeds vaker via de
computer en het digibord naar binnen gehaald. Maar nat regenen, de
wind door je haren voelen en vies
worden, dát mis je als je binnen
blijft. Buiten krijgen kinderen de
ruimte om dingen te ontdekken. Dit
leidt tot een betere concentratie en
een verbeterde motoriek. Bovendien
blijkt dat als kinderen vaker naar
buiten gaan ze ook meer interesse
tonen voor natuur. Redenen genoeg
Boerderij met moestuin, Kwakelweg 13
(zie ook Beste Redactie).
Foto Tiny van der Meer.
dus om ook Midden-Delfland kennis
te laten maken met dit project. Zo
zullen tijdens de Midden-Delfland
Dag bij Op Hodenpijl kinderen bruggen van bamboe en wilgenhout
bouwen. In het kader van dit project
zal er de komende twee jaar nog veel
meer te doen zijn. Kijk voor meer
informatie over Natuursprong op
www.vanderkruit.nl
(AvA)
Midden-Delfland
Prijs 2013
In 2013 zal opnieuw de Midden-Delfland Prijs uitgereikt worden. Deze
prijs wordt elke twee jaar gegeven
aan iemand die zich met overtuiging
heeft ingezet voor de handhaving,
verbetering of bescherming van het
Midden-Delflandgebied. Iedereen
kan kandidaten voordragen, leden
van de vereniging en anderen. De
prijs bestaat uit een oorkonde en
een kunstwerk. De Midden-Delfland
Prijs is in 1997 ingesteld bij het
afscheid van F.W. van Ooststroom
als bestuurslid, die vanaf de oprichting in 1977 de vereniging o.a. als
secretaris/penningmeester heeft
gediend. Kent u iemand die naar uw
idee voor deze prijs in aanmerking
komt? Draag hem of haar dan voor
vergezeld van een motivatie. Een
deskundige jury zal de aanmeldingen beoordelen. De laatste winnaar
was Huub van ’t Hart van de KNNV
Delfland, die de prijs in 2011 in
ontvangst nam.
(AvA)
Tunneldak met
groene vingers
De werkgroep Infrastructuur
heeft namens de Midden-Delfland
Vereniging een brief aan de gemeente Schiedam gestuurd. In die
brief wordt gepleit voor een groene
invulling van het dak dat tussen
Vlaardingen en Schiedam over de
A4 komt. En met groen bedoelen we
juist geen sport-voorzieningen, maar
een meer natuurlijke invulling. Nu
eens geen stedelijke vingers in het
groene gebied, maar groene vingers
in het stedelijke gebied. Wat zou het
geweldig zijn om Midden-Delfland
door te trekken tot aan het Kethelplein. Nu de A4 er toch komt biedt de
overkluizing tussen de twee steden
een uitgelezen kans om die groene
strook te behouden. Sportvoorzieningen zullen ’s avonds verlicht moeten worden en veel van die velden
bestaan uit kunstgras. En dat is wel
het laatste wat we willen.
(BvdV)
De Tafel van
Midden-Delfland
Het overkoepelde thema voor de
Midden-Delfland Dag, de Special
van de Midden-Delfkrant en een
aantal andere evenementen dit jaar
is De Tafel van Midden-Delfland. Het
gaat hierbij vooral om wat er in
Midden-Delfland op tafel staat, maar
natuurlijk is ook interessant wat
er zoal over Midden-Delfland aan
die tafel besproken wordt. Om het
thema concreet vorm te geven hebben we de oude burgemeesterstafel
van de gemeente Midden-Delfland
gekregen, die vanwege de verhuizing
overcompleet werd. Deze tafel zal dit
jaar door het gebied reizen. Mocht u
een gelegenheid hebben waarbij de
tafel een passende rol kan vervullen
dan kunt u er gebruik van maken.
Neem daarvoor contact op met het
secretariaat van de vereniging.
(AvA)
Beste redactie
Naar aanleiding van het vorige Delflands Diep ontvingen wij een reactie. Dita Molenaar-Boekestijn schreef
ons over de boom en de bewoners van haar ouderlijk
huis, de boerderij aan de Kwakelweg 13, Maasland.
Voor 1875 stond op die plaats een andere boerderij, met
het woonhuis gericht naar het land in de Duifpolder. In
1875 is de boerderij op dezelfde plaats herbouwd, maar nu
met het woonhuis naar de weg gericht. Het lijkt inderdaad
waarschijnlijk dat de taxus bij de nieuwbouw in 1875
geplant is.
Omstreeks 1888 zijn overgrootouders Willem Verboon en
Geertruida Rip op de boerderij gekomen. Overgrootvader
overleed op vrij jonge leeftijd waarna het boerenbedrijf
is voorgezet door zijn weduwe en hun kinderen. Er werd
toen ook boter en kaas gemaakt. De zussen trouwden en
de broers Willem en Arie Verboon bleven boeren aan de
Kwakelweg. Dat het familieverhaal van Dita Molenaar
bijzonder is, blijkt al uit één zin van haar lange brief.
‘Mijn opa Nicolaas Boekestijn is in 1933 gestorven op het
Vlietland tijdens het hooien. Mijn oma Dirkje Verboon
heeft haar grote gezin (met haar eigen tien kinderen,
de kinderen uit het eerste huwelijk van mijn opa, én de
kinderen uit het eerste huwelijk van mijn opa’s eerste
vrouw – dus drieërlei kinderen) door de crisisjaren en de
oorlogsjaren geloodst. Eén van hun zonen, Arie Boekestijn,
werkte en woonde bij ‘de omes’ en hij nam de boerderij in
de jaren ’50 over. Arie trouwde in 1960 met Jaantje Bijl,
de weduwe van Dirk van Staalduijnen, die toen met haar
kinderen aan de Kwakelweg kwam wonen. Samen kregen
Arie en Jaantje daarna nog 2 dochters.’
Dit is een echo uit een tijd waar wij vandaag geen idee
meer van hebben. We hopen er nog eens op terug te
komen. (Redactie)
Informatiepunt bij
Boerenbont
Sinds 1 februari heeft de MiddenDelfland Vereniging een informatiepunt in de winkel van Boerenbont,
aan de Korte Buurt in Maasland. In
deze winkel hebben wij een speciale
hoek ingericht waar de vereniging
zich profileert, tussen de streekproducten en het tuingereedschap.
Daar zijn deze krant, onze specials
en fiets- en wandelkaarten te koop.
Mocht u op zoek zijn naar een echt
Midden-Delflands cadeau dan kunt u
hier zeker goed terecht.
(AvA)
Boerenbont winkeltje in Maasland met
Midden-Delfland afdeling.
Foto Annemiek van Adrichem.
zevenendertigste jaargang nr 1, maart 2013 | 27
Beeld
Het cliché wil, dat een beeld meer zegt dan duizend
woorden. En iedereen die wel eens een traantje
wegpinkt bij een hartverscheurende foto op de
buitenlandpagina van de krant, wier traanbuizen
ontstoppen bij een emotioneel rake filmscène, of
wiens waterlanders oncontroleerbaar zijn als een
sporter na een verbeten strijd tegen zichzelf de
prestatie van zijn leven neerzet, die weet wat ik
bedoel.
Beelden spreken omdat ze emoties oproepen.
Soms welkom, soms onwelkom, maar vrijwel altijd
onverwacht. Machteloosheid bij de foto op de
buitenlandpagina, ontroering bij de filmscène,
euforie bij het sportmoment.
Voor sommigen komt het wellicht wat vreemd over,
maar ik kan hetzelfde hebben op mijn regelmatige
fiets-, hardloop- en wandeltochten door MiddenDelfland. Een prachtige zonsopgang in een
knisperend sneeuwlandschap met kristalhelder de
skyline van de enige echte stad van Nederland op de
achtergrond of een ooievaarsechtpaar foeragerend
op een net omgeploegde akker. Onverwachte en
welkome levende stillevens die in één beeld de
urgentie van gebiedsbescherming weergeven.
Ik kruis dagelijks het talud van de A4 en zie twee
maal per dag het beeld van een schrikbarend brede
rijbaan die zich gestaag een weg door het gebied
vreet. Die twee maal per dag is er een veelheid aan
emoties die om voorrang vechten; trots, over de tijd
die gedreven actievoerders de aanleg hebben weten
te rekken; weemoed, over dat vermaledijde stuk
asfalt dat Midden-Delfland in twee kleiner wordende
stukjes rijt; en moedeloosheid, omdat de volgende
infrastructurele bedreigingen zich alweer aandienen.
Het is maar goed dat emotioneel overleven zonder
relativeringsvermogen onmogelijk is en dat beelden
ook weer slijten, anders zou je als enthousiaste
gebiedsbeschermer toch zomaar eens de handdoek
in de ring willen gooien.
Roelof uit Beijerse
beijzaak.wordpress.com
28 |
Midden-Delfkrant 152
Foto Annemiek van Adrichem.
Eén minuut
stilte
Nu het voorjaar in de lucht zit en de
natuur weer tot leven komt is het fijn
om lekker naar buiten te gaan. In het
voorjaar hoor je héél veel geluiden.
Zoals vogels die weer terugkomen
uit hun winterverblijf. En alle
vogels die een nest gaan bouwen en
een mannetje of vrouwtje zoeken.
Mensen die weer naar buiten gaan.
De koeien die de wei in gaan en de
boer die weer op zijn trekker door
het land rijdt. Alles begint ook weer
heerlijk te ruiken. Neem je vriendjes
en vriendinnetjes eens mee naar
buiten naar een rustige plek. Neem
een horloge en pen en papier mee.
Zoek een plekje op waar je allemaal
kunt zitten of liggen. Luister nu
1 minuut naar alle geluiden die je
hoort en schrijf die allemaal op. Wie
hoort het meest? En weet je ook wat
je hoort? Als het vogels of insecten
zijn, weet je ook hoe ze heten? Wie
aan het eind van het spel de meeste
geluiden gehoord heeft en ook weet
te vertellen welke dier of welk ander
geluid hij of zij gehoord heeft, heeft
gewonnen. Ga nu een ander plekje
opzoeken en luister opnieuw. Als je
een vogel gehoord en gezien hebt kan
je op de site van de vogelbescherming
Nederland in een vogelgids opzoeken
welke vogel het is. Je zou natuurlijk
ook een verrekijker mee kunnen
nemen om de vogels en insecten die
je ziet goed te kunnen bekijken.
Uit de gids Natuursprong van
Staatsbosbeheer. Een project
dat uitgevoerd wordt door
evenementenburo Van der Kruit.