Tartuffe - Theater aan de Stroom

Transcription

Tartuffe - Theater aan de Stroom
Lesmap - Tartuffe
Theater aan de stroom – educatief
Beste leerkracht
Deze lesmap kan dienen als handleiding bij het verwerkingsproces van de
voorstelling Tartuffe. U vindt in deze map enerzijds extra informatie en
anderzijds hapklare verwerkingsopdrachten.
De verwerkingsopdrachten zijn op hun beurt onderverdeeld per categorie. Er zijn
opdrachten die de nadruk leggen op de personages, andere op de inhoud. Er kan
ook gewerkt worden met het semiotisch analysemodel om diepgaander in te
zoomen op deelaspecten van de theatervoorstelling. Eens u de structuur en
opbouw van deze lesmap doorziet, kan u binnen de hoofdstukken oefeningen
sprokkelen en zelf een aanbod op maat van uw leerlingen samenstellen.
Naast de verwerking is er ook aandacht besteed aan hoe u de leerlingen kan
voorbereiden op het theaterbezoek. Je kan oriënteren op auteur en tijdsgeest.
Opdrachten
om de historische context uit te klaren kunnen zeker zinvol
genoemd worden. Ook aan afspraken die je met de leerlingen kan maken voor
en tijdens een theaterbezoek werd gedacht.
Graag benadruk ik hier nog even dat het de leerkracht is die het best aanvoelt
welke oefeningen geschikt zijn voor de leerlingen. Deze lesmap is een zo ruim
mogelijk dossier waarin voor ieder wat wils aangeboden wordt. Er werd aandacht
besteed aan zowel achtergrondinformatie als didactische suggesties ter
verwerking van de theatervoorstelling. U kan dus naar hartenlust een persoonlijk
pakket samenstellen.
Veel leesplezier !
TAS-educatief
Medewerkers aan deze lesmap:
Anne Leemans, stagiaire project kunstvakken, lerarenopleiding Karel de Grote-Hogeschool
Anny Sempels, educatief medewerkster Theater aan de Stroom
Ronny Smet, educatief eindverantwoordelijke Theater aan de Stroom
Contact: [email protected]
Tel.: 0472 22 26 70
2
Inhoudstafel
Korte inhoud
5
Over Molière
6
Inleiding
Leven en werk
Stijl en thematiek
Bibliografie
6
6
10
11
Over “Tartuffe”
12
Inleiding
Controverse en erkenning
Citaten uit Tartuffe
12
12
16
Thema’s
17
Religieuze hypocrisie tegenover echte christelijke deugd
Obsessie en buitensporigheid tegenover rede en matigheid
Trouw en toewijding tegenover ontrouw en verraad
17
18
18
Cast & Crew
19
Het theaterbezoek voorbereiden
20
De oriëntatiefase
Personages - Stamboom
Historische context – Voorbereidend groepswerk
Semiotisch analysemodel
20
21
22
22
3
Het theaterbezoek
26
Het theaterbezoek verwerken
27
Personages – Stamboom
Personages - Blind date
Personages – Tartuffe
Personages – Improvisatie
Personages – Naspelen
Inhoud – Tijdlijn
Inhoud – Vragen
Thema’s – Naïviteit
Thema’s - Religieuze hypocrisie <-> christelijke deugd
Thema’s – Hypocrisie
Technische / Dramatische aspecten - Semiotisch model
Technische / Dramatische aspecten - Maquette
Nabespreking door zintuigen te prikkelen
27
35
36
38
38
40
41
41
42
42
43
43
44
Bijlagen
46
Bijlage
Bijlage
Bijlage
Bijlage
Bijlage
Bijlage
Bijlage
Bijlage
Bijlage
46
47
48
61
62
64
65
77
78
I: Affiche “Tartuffe”
II : Personagekaartjes
III: Een oriëntatie op de 17e eeuw
IV: Extra’s uit Wikipedia
V: Vragenlijst voor het personage
VI: Improvisatiekaartjes met plaatsen
VII: Scènes
VIII: Opdrachtenblad
IX: Samenvatting per scène
Webliografie
80
4
Korte inhoud
Het verhaal speelt zich af in het huis van de rijke Orgon. Samen met zijn vrouw
en twee kinderen leeft hij vrij luxueus met het nodige personeel. Sinds kort heeft
hij er een nieuwe huisgenoot bij, Tartuffe. Deze listige schurk heeft zich op
slinkse wijze weten inwerken in het gezin. Hij stelt zich voor als geestelijke
leidsman maar is in feite niets meer dan een hypocriete mooiprater. Orgon laat
zich echter inpakken door zijn praatjes en is al snel verstrikt in Tartuffes net van
leugens. Het gaat zelfs zo ver dat Orgon Tartuffe verkiest boven zijn gezin. Hij is
zo in de ban van Tartuffe dat hij voorstelt om zijn dochter, Mariane met hem te
laten trouwen. Dit is het keerpunt. De familie beseft dat er iets moet gebeuren.
Ze bedenken een plan. Elmire, Orgons vrouw, was al te weten gekomen dat
Tartuffe een oogje op haar had en dat besluit ze te gebruiken. Ze lokt Tartuffe
naar het salon waar Orgon zich onder de salontafel schuilhoudt. Daar hoort
Orgon met zijn eigen oren dat Tartuffe zijn vrouw het hof maakt. Op dat moment
beseft hij dat hij zich in de luren heeft laten leggen. Ziedend van woede verbiedt
hij Tartuffe ooit nog zijn huis te betreden. Maar Tartuffe zou Tartuffe niet zijn als
hij hier niet was op voorzien. In een vroeger stadium had hij Orgon zo ver
gekregen om hem enige erfgenaam te maken. Het hele huis staat dus op zijn
naam. De rollen worden omgedraaid en het is Tartuffe die het gezin van Orgon
op straat zet. Het stuk lijkt in mineur te eindigen tot een bode van de koning
langskomt. Die is te weten gekomen wat er allemaal aan de hand was en omdat
Orgon altijd trouw aan de koning was, wordt zijn trouw nu beloond. De koning
laat Tartuffe arresteren. De schurk verdwijnt achter slot en grendel. Het kwaad is
verdreven en het stuk eindigt met een vrolijke noot, een bruiloft tussen Mariane
en Valère.
“Tartuffe is jammer genoeg geen alleenstaand geval. Toen niet en ook nu niet.
De frappante gelijkenis met wat er het afgelopen jaar in kerkelijke middens aan
het licht is gekomen, heeft de programmatie van deze 350 jaar jonge komedie
haast onontkoombaar gemaakt. Theater aan de Stroom zorgt voor een
geactualiseerde versie van één van Molières grootste klassiekers.”1
1
Introductietekst op flyer “Tartuffe” uitgegeven door Theater aan de Stroom
5
Over Molière
Inleiding
Franse toneelschrijver en acteur
Geboren op 15 januari 1622 te Parijs
Overleden op 17 februari 1673 te
Parijs
"Ik wil me met de belachelijke trekjes van
de
mensheid
bezighouden
en
de
tekortkomingen van de wereld theatraal
aangenaam verbeelden."
"De taal is de mens gegeven om zijn
gedachten te verbergen."
Afbeelding 1: Molière
2
Molière verwierf bekendheid met satirische komedies. Zijn meest bekende
werken zijn Dom Juan, Tartuffe en L'Avare (De Vrek). Zijn pseudoniem Molière
zou afkomstig zijn van de Franse woorden "mot" (= woord) en "lierre" (=
klimop) omwille van zijn vloeiende schrijfstijl.
Leven en werk
Molière wordt in januari 1622 geboren als Jean-Baptiste Poquelin. Hij is de zoon
van een rijke Parijse koopman en hofstoffeerder. Als kind leert hij het theater
kennen door zijn grootvader, die hem wekelijks meeneemt naar allerlei
voorstellingen. Alles wijst erop dat Molière in de voetsporen van zijn vader zal
treden. Aan het befaamde Jezuïetencollege van Clermont, in het gezelschap van
zonen uit de hogere burgerij en de adel en vele latere libertijnse geesten,
bestudeert hij de Griekse en Latijnse literatuur. Tijdens zijn rechtenstudies in
Orléans (1640) ontmoet Molière de 23-jarige Madeleine Béjart, telg uit een
vermaard acteursgeslacht en zelf een bekende actrice.
Terug in Parijs wordt Molière een trouw bezoeker van de twee theaters van dat
ogenblik, het Théâtre du Marais van Mondory en het gezelschap van Belleroze in
het Hotel de Bourgogne. Waarschijnlijk neemt hij rond die tijd ook lessen bij de
beroemde Italiaanse pantomimespeler Tiberio Fiorelli, bijgenaamd Scaramouche,
2
Afbeelding 1: Bron: http://www.theatre-moliere.com/index.php
6
die in 1640 naar Parijs gekomen is. In 1642
begeleidt Molière zijn vader op een reis naar
de Languedoc. Het vermoeden is groot dat hij
Madeleine Béjart hier opnieuw ontmoet, een
ontmoeting die aanleiding geeft voor de
gissing dat Molière de vader zou zijn van het
kind dat Madeleine Béjart het jaar daarop zal
baren. Dat kind is Armande Béjart, waarmee
Molière in 1662 in het huwelijk treedt…
Na het afronden van zijn rechtenstudie in 1642
richt Molière, in plaats van een voor hem
weggelegde functie aan het hof te aanvaarden,
zijn eigen theatergezelschap op. Op 30 juni
1643 zetten Molière, Madeleine en enkele
andere Béjarts hun handtekening onder het
stichtingsverdrag van het Illustre-Théâtre.
3
Afbeelding 2: Molière
Vanaf 1644 speelt de groep in Parijs. Ook Molière acteert en heeft de leiding. Zijn
talent blijkt echter nog onvoldoende gerijpt om tegen de concurrentie van de
gevestigde gezelschappen op te kunnen. Hij neemt de toneelnaam Molière aan,
want het theater loopt slecht en hij wil de naam van zijn familie hoog houden.
Uiteindelijk doen de financiële problemen van het gezelschap hem zelfs in de
gevangenis belanden. Na zijn vrijlating sluiten Molière en de zijnen zich aan bij
een rondreizend gezelschap en trekt hij met zijn geliefde, de actrice Madeleine
Béjart, en andere leden van zijn 'toneelfamilie' dertien jaar rond door het zuiden
van Frankrijk. Molières leerschool binnen dit rondtrekkend theatergezelschap (hij
was acteur, schrijver en tevens directeur) is hard maar grondig. Bij de kapper
pikt hij het plaatselijke nieuws op en verwerkt dat in zijn teksten.
In 1653 richt Molière opnieuw een eigen gezelschap op. Op het einde van de
jaren '50 begint hij zelf komische eenakters te schrijven. In 1653 schrijft hij zijn
eerste klucht, De verliefde dokter, die meteen veel succes heeft. Gestimuleerd
door het succes van het gezelschap, zoekt Molière een zaal in Parijs. In 1658
wordt het Théâtre du Mariais gehuurd en komt het gezelschap onder de hoge
bescherming te staan van de broer van Lodewijk XIV. In Parijs mogen enkel
toneelgroepen optreden als de koning dat goedkeurt. In 1658 kan de groep van
Molière terugkeren naar Parijs, omdat Philippe d'Orléans, de broer van Lodewijk
XIV, het gezelschap heeft uitgenodigd voor een optreden. In oktober 1658 is het
zover. Molières gezelschap speelt in Paleis het Louvre de tragedie Nicomède van
Pierre Corneille, gevolgd door een kluchtig naspel. Dit optreden is niet alleen een
Afbeelding 2: Bron: http://www.music.umich.edu/performances_events/productions/past/02-03/uprodinvalid.html
3
7
primeur voor het Parijse publiek, maar tevens voor de koning, die speciaal voor
deze gelegenheid is uitgenodigd. Lodewijk vindt het kluchtig naspel zeer
vermakelijk. Koning Lodewijk XIV geeft hen een theater en Molière legt zich
naast acteren toe op toneelschrijven.
In 1659 schrijft Molière de komedie Les Précieuses Ridicules. Dit stuk bestaat uit
slechts één bedrijf. Het voldoet niet aan de regels van Aristoteles, maar het is
spitsvondig en herkenbaar geschreven en het valt in de smaak bij het publiek.
Les Précieuses Ridicules (De lachwekkende dames of De malle modieuze dames)
is een parodie op de Parijse saloncultuur. Vanaf de eerste woorden spitst het
publiek de oren. De parterre blijft schateren om de onnozele freules die Molière
opvoert. De loges zwijgen. Het stuk wordt meteen verboden door de adellijke
stadsbestuurders. Maar de koning besluit dat het, met enkele kleine wijzigingen
en een vriendelijk woord vooraf, toch weer mag worden opgevoerd.
Het Parijse publiek geniet van de stukken van Molière, die fel van leer trekt
tegen de leugenachtigheid, zelfzucht en machtsspelletjes van zijn medeburgers.
Hij doet dit echter op een manier die de menselijkheid van zijn veelal tragische
karakters benadrukt. Het succes van Les Précieuses Ridicules in 1659 betekent
de grote doorbraak voor de auteur en zijn
'Troupe de Monsieur'. Vanaf 1661 maken Molière en de componist Lully
gezamenlijk hun zogeheten ballet-comédies (in het Frans 'comédies-ballets'). Dit
zijn blijspelen waarbij, tussen de bedrijven van het eigenlijke toneelstuk, korte
balletten worden uitgevoerd die het karakter hebben van een divertissement.
Voor hun ballet-comédies - waarin, zoals bij Molière gebruikelijk is, allerlei zeden
en gewoonten op een satirische manier worden afgeschilderd - schrijft Molière de
dialogen en componeert Lully de muziek voor de dans-tussenspelen; voorts
treden beiden hierin ook als dansers op, want Molière geldt eveneens als een
bekwaam danser. De eerste balletkomedie van Molière en Lully is het stuk De
brutale bemoeiallen (Les Fâcheux), dat in 1661 in première gaat.
Op 26 december 1662 vindt in het Palais-Royal, inmiddels de vaste standplaats
van het gezelschap, de première plaats van L'Ecole des femmes. Het stuk
ontketent een rel omdat Molière er 2 steunpilaren van het christendom (het
klooster en het huwelijk) in vraag stelt. Een groep fanatiekelingen, waarachter
men de Confrérie du Saint-Sacrément, een machtige religieuze vereniging, kan
vermoeden, wil het stuk laten verbieden. In datzelfde jaar trouwt Molière met de
jonge dochter van Madeleine Bèjart, Armande.
Molière heeft veel tegenstanders aan het hof, en rond zijn stuk Tartuffe (1664)
breekt een rel uit. Opnieuw trekt de Confrérie tegen Molière ten strijde. Het stuk
moet van de affiche gehaald en mag pas in 1669 in een aangepaste versie
opnieuw vertoond worden. Hetzelfde lot ondergaat Dom Juan, dat na de creatie
in 1665 wegens godslasterlijk van het repertoire moet verdwijnen. Het tij keert
8
echter: in 1665 verleent Lodewijk het gezelschap de naam Le Troupe du Roi en
geeft hen daarmee 'persoonlijke bescherming'. Tevens wordt Molière ingezet als
'maître de plaisir' te Versailles.
In 1665 wordt Molière ziek - hij zal nooit meer gezond worden. Bovendien is hij
ongelukkig in zijn privéleven: zijn twee kinderen sterven en zijn vrouw Armande
Béjart is in een aantal verhoudingen verwikkeld. Hij kan enkele maanden niet
spelen en schrijft Le Misanthrope, waarin hij bij de creatie in 1666 zelf de rol van
Alceste speelt.
In De Misantroop wordt zijn komische levensopvatting somberder en zijn
mensbeschouwing filosofischer. Eigenlijk is het een studie van de tegenstelling in
de mens tussen zijn eigen persoonlijkheid en zijn behoeften als sociaal dier. De
centrale figuur is Alceste bij wie de holle beleefdheid die gepaard gaat met
sociaal leven woede en verveling opwekt; waarom, zo vraagt hij zich af, zou hij
een slecht sonnet moeten prijzen waarover men hem zijn mening vraagt of
buigen en glimlachen naar een man die hij niet meer wil ontmoeten? Tot zijn
eigen afkeer voelt hij zich aangetrokken tot de jonge, vrolijke, kokette weduwe
Célimène en het grootste deel van de komedie is hij bezig met het volgen van
zijn afkeer van haar dwaasheden en zijn paradoxaal verlangen haar te bezitten.
Daarmee contrasteert de goedgeluimde, inschikkelijke Philinte, die, ondanks de
absurditeiten, bereid is de plichtplegingen te aanvaarden en te voldoen aan de
gebruiken. Célimènes frivoliteit wordt uitvoerig getoond, maar zelfs het besef van
haar kleingeestigheid kan zijn liefde voor haar niet stukmaken. Hij stemt toe
haar te vergeven op voorwaarde dat ze hem volgt in de zelf gekozen
eenzaamheid... Na Amphitryon, George Dandin en L'Avare (1668) volgen enkele
balletkomedies, waaronder Le Bourgeois Gentilhomme en Psyché.
Het beroemdste comédie-ballet van Lully en Moliere is wellicht 'Le Bourgeois
Gentilhomme', (De burgerlijke edelman). Met 'Le Bourgeois Gentilhomme' neemt
Molière net zoals in zijn andere stukken, de menselijke tekortkomingen op een
luchtige manier op de korrel. Tegenwoordig wordt dit stuk gewoonlijk zonder
dans uitgevoerd.
Molières stukken hebben wisselend succes. Op 17 februari 1673 sterft hij, nadat
hij is ingestort tijdens de vierde voorstelling van De Ingebeelde Zieke (Le Malade
imaginaire), waarin hij de hoofdrol speelt. Men weigert hem een begrafenis in
gewijde aarde, maar door ingrijpen van zijn beschermheer, koning Lodewijk XIV,
kan hij uiteindelijk toch in ere begraven worden.
9
Stijl en thematiek
Van Molières stukken zijn er 32 bewaard gebleven. Hij schreef uitsluitend
blijspelen, die in drie groepen onder te verdelen zijn:
• Kluchten, die veel te danken hebben aan de commedia dell'arte, zoals
die in Parijs bekend was door de voorstellingen van de Comédiens ltaliens,
een Italiaans commedia dell'artegezelschap dat met veel succes in Parijs
speelde.
• Comédies-ballets, een vorm van muziektheater waarbij gezongen en
gedanst werd. De muziek hierbij werd geschreven door Lully.
Molière probeerde de balletten ook in zijn andere stukken te integreren.
De Ingebeelde Zieke is daarvan een goed voorbeeld.
• De 'serieuze' blijspelen, zedenkomedies waarbij Molière vaak een
menselijke zwakte tot uitgangspunt nam, zoals schijnheiligheid, gierigheid
of hypochondrie. Deze vorm van sociale satire werd niet altijd als
aangenaam ervaren door de wereld om hem heen.
De zwakheden en de slordigheid van stijl, die vele stukken vertonen, zijn
voornamelijk een gevolg van de haast waarmee ze zijn geschreven, omdat ze
voor een bepaalde gelegenheid klaar moesten zijn; in tal van komedies echter
toont Molière zijn gevoeligheid voor de nuances van het Franse vers. Ook als
acteur en regisseur had hij grote gaven. De precisie van zijn mises-en-scène,
waarbij iedere beweging telde, werd door zijn tijdgenoten zeer bewonderd.
Molière wordt algemeen beschouwd als de grootste Franse komedieschrijver.
Molière bouwde zijn werken steeds op volgens eenzelfde stramien: het
hoofdpersonage is telkens een geobsedeerd man. Nu eens wordt hij geplaagd
door zijn gierigheid (in De Vrek), dan weer door zijn innige wens ooit tot de adel
te behoren (De burgerlijke edelman), een andere maal gooit hij zich in wat hij
aanneemt devotie te zijn (Tartuffe) of kennis (Les Femmes Savantes). In De
Ingebeelde Zieke tenslotte lijdt hij in hoge mate aan hypochondrie. Steeds weer
is hij in feite het slachtoffer van zijn eigen waanbeeld.
Dit is op zichzelf reeds een tragische toestand, ware het niet dat de
geobsedeerde bovendien niet aan de neiging kan weerstaan alles en iedereen op
te offeren aan dit idée fixe. Dit type vader zadelt zijn kinderen steeds weer op
met huwelijkskandidaten die tegemoetkomen aan zijn eigen obsessie. Zo wil
Argan (De Ingebeelde Zieke) zijn dochter uithuwelijken aan de belachelijke
Thomas Diafoirus, wat neerkomt op een kostenbesparende investering op lange
10
termijn: met een dokter-schoonzoon aan de hand, komt men door gans
ziektenland. In Le Bourgeois Gentilhomme is de dochter voorbestemd om te
huwen met een 'man van stand'. De andere Molière-vaders zijn al geen haar
beter…
Bron: www.kunstbus.nl
Bibliografie
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Le Médecin volant (1645)
La Jalousie du barbouillé (1650)
L'Étourdi ou les Contretemps (1655)
Le Dépit amoureux (1656)
Le Docteur amoureux (1658), deze tekst is verloren gegaan,
gespeeld voor Lodewijk XIV
Les Précieuses ridicules (1659)
Sganarelle ou le Cocu imaginaire (1660)
Dom Garcie de Navarre ou le Prince jaloux (1661)
L'École des maris (1661)
Les Fâcheux (1661)
L'École des femmes (1662)
La Jalousie du Gros-René (1663), tekst verloren gegaan
La Critique de l'école des femmes (1663)
L'Impromptu de Versailles (1663)
Le Mariage forcé (1664)
Gros-René, petit enfant (1664), tekst verloren gegaan
La Princesse d'Élide (1664)
Tartuffe ou l'Imposteur (1664)
Dom Juan ou le Festin de pierre (1665)
L'Amour médecin (1665)
Le Misanthrope ou l'Atrabilaire amoureux (1666)
Le Médecin malgré lui (1666)
Mélicerte (1666) ;
Pastorale comique (1667)
Le Sicilien ou l'Amour peintre (1667)
Amphitryon (1668)
George Dandin ou le Mari confondu (1668)
L'Avare ou l'École du mensonge (1668)
Monsieur de Pourceaugnac (1669)
Les Amants magnifiques (1670)
Le Bourgeois gentilhomme (1670)
Psyché (1671)
Les Fourberies de Scapin (1671)
La Comtesse d'Escarbagnas (1671)
Les Femmes savantes (1672)
Le Malade imaginaire (1673)
Bron: Wikipedia.
11
Over “Tartuffe”
Inleiding
Tartuffe is Molières bekendste stuk over schijnheilige bedriegers en naïeve
goedzakken. Met 'Tartuffe' wilde Molière afrekenen met de hypocrisie in het
wereldje rondom hem. Als vriend aan het hof van Lodewijk XIV kreeg hij
dagelijks te maken met hofintriges en schijnvromen. Molière had uiteraard nu en
dan zijn problemen aan het hof. Toen hij 'Tartuffe' geschreven had moest hij het
maar liefst drie keer herschrijven voor hij het mocht laten opvoeren. Dit kwam
voornamelijk door de verwijzingen naar de geestelijkheid met Tartuffe als
symbool voor de sluwe, gemene, valse en zelfs geile kant van de clerus in de 17e
eeuw.
Tartuffe is een schijnheilige bedrieger. Door te liegen en zich als geestelijke te
gedragen wint hij al snel het vertrouwen van de naïeve Orgon, een lid van de
Parijse bourgoisie. Tartuffe krijgt Orgon zo ver, dat hij hem zijn dochter en huis
schenkt. Blind voor de waarschuwingen van zijn huisgenoten loopt Orgon in de
val. Wanneer zijn vrouw, Elmire, een valstrik spant voor Tartuffe, ziet Orgon het
ware gelaat achter het masker. Te laat?
Molière schreef voor dit stuk twee einden:
De hele familie wordt opgesloten en Tartuffe krijgt alle bezittingen van
Orgon.
Tartuffe wordt door de koning ontmaskerd als misdadiger en opgesloten.
Orgon wordt in ere hersteld en krijgt al zijn bezittingen terug.‖
Bron: http://wijsheden.net/nl/auteur/moliere/biografie
Controverse en erkenning
Tijdens zijn leven kende Molière grote populariteit bij het publiek. Hij stond
onder de persoonlijke bescherming van koning Lodewijk XIV, maar was tegelijk
slachtoffer van de censuur. Sommige van zijn grootste werken werden verboden
en hij ondervond strenge veroordeling van de kant van de kerk en het burgerlijk
bestuur. Molière had ook een grote internationale reputatie gedurende zijn leven
en zijn stukken werden opgevoerd in Engeland, Duitsland en Nederland.
Margaret Webster heeft in ―An Introduction to Molière‖ (1950) zijn blijvende
literaire betekenis beschreven en stelde dat hij in zijn eigen taal een even
overweldigende figuur was als Shakespeare in het Engels.
De oorspronkelijke opvoering van ―Tartuffe‖ in 1664 lag aan de basis van een vijf
jaar durende controverse waarbij de Franse koning, het stadsbestuur van Parijs,
12
de katholieke autoriteiten , het gewone
publiek en zelfs Molières eigen bekende
theatergezelschap betrokken waren. Als de
moderne lezer de impact van dit stuk op
het oorspronkelijk publiek wil leren kennen,
loont het de moeite om de omslachtige weg
die
―Tartuffe‖
aflegde
van
bittere
controverse tot immense populariteit even
in detail te bekijken.
―Tartuffe‖ werd voor het eerst opgevoerd
als een toneelstuk in drie bedrijven voor
koning Lodewijk XIV gedurende een grote
festiviteit in het paleis van Versailles.
Hoewel de koning zelf tevreden was over
het stuk en het niet als aanstootgevend
beschouwde, werd hij onder druk gezet
door machtige religieuze groeperingen om
verdere opvoeringen van het stuk te
verbieden.
4
Afb.3: Tartuffe-uitgave uit 1669 door Molière zelf
Het stuk werd een paar maanden later opnieuw gehekeld door de voorzitter van
het Parijse Parlement en niet lang daarna door de aartsbisschop van Parijs.
Gertrud Mander geeft in ―Molière‖ (1973) commentaar op deze aanklachten:
De hoogste wereldlijke machten beschouwden “Tartuffe” als een zeer
gevaarlijke zaak, een revolutionair document dat bij het Parijse
theaterpubliek revolutionaire ideeën zou opwekken tegen de staat en de
godsdienst en zo de gevestigde orde zou bedreigen.
Verdere pogingen van Molière om ―Tartuffe‖ op het toneel te brengen stuitten
telkens weer op een verbod, zowel bij de overheidsinstanties als bij de kerkelijke
autoriteiten. In 1667, voerde het Théâtre du Palais Royale een herwerkte versie
op in vijf bedrijven onder de titel ―L’Imposteur‖.
4
Afbeelding 3: http://nl.wikipedia.org/wiki/Tartuffe
13
Anna van Oostenrijk, de koningin-moeder
wist de publicatie van Le Tartuffe jaren te
vertragen
Lodewijk XIV geeft op 1 februari 1669
toestemming tot publicatie, drie jaar na
overlijden van zijn moeder en 5 jaar na de
eerste creatie.
5
Afb. 4 en 5
Maar, aangezien de koning op dat ogenblik voor een militaire operatie afwezig
was, verboden het hoofd van de politie en de aartsbisschop het stuk, sloten het
theater en dreigden met excommunicatie voor iedereen die er naar ging kijken.
Molière verdedigde zijn stuk onbevreesd door een publieke brief te schrijven en
brieven naar de koning te sturen, waarin hij pleitte voor de toestemming om zijn
stuk te spelen. Pas in 1669 werd het verbod opgeheven en kende het stuk een
enorm succes, zowel hij het theaterpubliek als in de gedrukte versie. ―Tartuffe‖
werd het grootste financiële succes in de carrière van Molière.
Meer dan drie eeuwen internationale erkenning hebben een massa kritieken
opgeleverd over het werk van Molière. Na zijn dood ging de discussie dikwijls
over de autobiografische elementen in zijn werk, met name over de parallellen
tussen zijn eigen leven en carrière met die van zijn hoofdrollen. Later ging het
vooral over de vraag in hoeverre Molière een morele boodschap met zijn stukken
wilde overbrengen en zo ja, welke die dan was.
Een belangrijk keerpunt in de kritiek over Molière kwam tot stand in het midden
van de twintigste eeuw, toen de nadruk gelegd werd op Molière als
toneelschrijver en niet perse als moralist. Andere critici in de tweede helft van de
twintigste eeuw deden onderzoek naar de sociale en politieke context van de
zeventiende eeuw om de stukken van Molière toe te lichten. Hallam Walker
beschreef de kritiek op de auteur in ―Molière‖ (1990) als een amalgaam van
benaderingen doorheen de twintigste eeuw, zodat vandaag ―onderzoek gedaan
wordt naar Molière in de komische traditie, in het klimaat van zijn tijd, als een
commentator op de menselijke natuur en een schepper van theater‖.
5Afb.4en5:
bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Tartuffe
Meer dan drie eeuwen na de oorspronkelijke voorstelling is ―Tartuffe‖ een
wereldberoemd meesterstuk van Frankrijks grootste komische toneelauteur en
blijft het één van zijn meest opgevoerde stukken.‖
Walker beschrijft de blijvende aantrekkingskracht van ―Tartuffe‖ als stuk dat
hardnekkige universele thema‘s behandelt:
Het onderwerp van ―Tartuffe‖ was controversieel in 1664 en is vandaag niet
minder interessant en stimulerend omdat we het werk niet kunnen bekijken of
lezen zonder ons bewust te worden van de juistheid van de voorstelling van de
effecten van geloof, liefde, lust en macht op de mens.
6
7
6
7
Afb.6: Tartuffe T-shirt created by Loriramay
Afb.7: Le Tartuffe, cover van de uitgave van 1669 door Molière
Afb. 6: Bron: http://www.zazzle.com/tartuffe_by_moliere_tshirt-235799292289086036
Afb. 7: Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Tartuffe
15
Citaten uit Tartuffe
(Engelstalige bron: lessuggestie; laten vertalen)
One is easily fooled by that which one loves.
You are a fool in three letters, my son.
There is no rampart that will hold out against malice.
Those whose conduct gives room for talk
Are always the first to attack their neighbours.
And knowing money is a root of evil, in Christian charity, he'd take away
whatever things may hinder your salvation.
A woman always has her revenge ready.
Heaven
forbids,
it
is
true,
certain
gratifications, but there are ways and means
of compounding such matters.
The envious will die, but envy never.
Although I am a pious man, I am not the less
a man.
To create a public scandal is what's wicked;
To sin in private is not a sin
Bron: http://www.literary-quotations.com/t/tartuffe.html
8
Afb.8:Le Tartuffe
The English (and French) word hypocrite comes from the Greek word hypokrites,
meaning "actor." For the original French audience the name Tartuffe probably suggested
the French word truffe, or "truffle," which is slang for "big nose" or "fool." The verb
truffer means "to stuff" or "to cram." Molière's play has been so popular over the years
that Tartuffe's name has entered the modern French language as the word tartufe, which
means "false devotion" or "hypocrisy." 9
8
9
Afb.8: Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Tartuffe
Bron: http://en.wikipedia.org/wiki/Hypocrisy
16
Thema’s
Religieuze hypocrisie tegenover echte christelijke deugd
Het centrale thema van ―Tartuffe‖ is het tonen van religieuze hypocrisie in
tegenstelling tot ware christelijke deugd. Tartuffe is een hypocriet omdat hij zich
oppervlakkig voordoet als een man van extreme vroomheid en religieuze
devotie, terwijl hij heimelijk een leven van misdaad en immoreel gedrag leidt.
Doorheen het stuk, noemen verscheidene figuren Tartuffe een hypocriet en zien
ze duidelijk in dat hij niet toepast wat hij predikt. Zo zal Tartuffe bij voorbeeld
zijn knecht opdragen aan iedereen te verkondigen dat hij zich bezighoudt met
liefdadigheid tegenover de armen en verworpenen, terwijl hij in werkelijkheid
bezig is met het verleiden van de vrouw van zijn vriend. Tartuffe legt ook met
veel uiterlijk vertoon van vroomheid aan iedereen in de huishouding op hoe ze
zich moeten gedragen en beroept zich daarbij op zijn zogenaamde morele
autoriteit.
In tegenstelling tot het hypocriete gedrag van Tartuffe i.v.m. vroomheid, toont
Molière ook een figuur met ware christelijke deugd in het karakter van Cléante.
Doorheen het stuk verkondigt Cléante zijn ideeën over christelijke deugd
tegenover religieuze hypocrisie. Cléante wijst Orgon erop dat er vele mensen zijn
die een waar deugdelijk leven leiden zonder dat ze de noodzaak voelen aan
anderen te bewijzen hoe vroom ze zijn. ―De ware vrome zielen .. zijn niet
diegenen die er een grote show van maken‖, beweert Cléante. Hij voegt eraan
toe dat ―echte vroomheid niet moeilijk te herkennen is‖; hij beschrijft echte
moreel hoogstaanden als mensen die niet met hun devotie te koop lopen, maar
in de praktijk brengen waar ze voor staan, in die zin dat ze oordelen met
mededogen en de mensen ,een goed hart toedragen.
Het enige wat zij
nastreven is het leiden van een deugdelijk leven. Cléante voegt eraan toe dat hij
er geen behoefte aan heeft van zijn devotie een vertoning te maken voor
anderen want ―God ziet mijn hart‖. In de laatste scènes, toont Cléante opnieuw
zijn diep doorvoelde toewijding tot christelijke moraal, in het bijzonder de
waarde van vergiffenis. Als Orgon hoort dat Tartuffe aangehouden is voor een
lange reeks misdaden, wil hij Tartuffe zien lijden omwille van zijn verraad. Het is
Cléante die Tartuffe onderbreekt om hem erop te wijzen dat hij geen wraak op
Tartuffe moet willen nemen, maar moet hopen dat Tartuffe berouw heeft van
zijn zonden en zelfs zou moeten hopen dat Tartuffe een lichtere straf krijgt van
de koning. Op die manier verwoordt Cléante de boodschap van het stuk i.v.m.
het verschil tussen het leiden van een echt deugdelijk leven en dat van een
religieuze hypocriet die niet toepast wat hij predikt.
17
Obsessie en buitensporigheid tegenover rede en matigheid
Dit vormt een belngrijk theama in het stuk. Tartuffe is zelf een figuur die de
gevaren van buitensporigheid belichaaamt; hij wordt voorgesteld als een
veelvraat die zonder mate eet en drinkt op de kosten van een ander. Orgon is
ook buitensporig, maar zijn overdrijving neemt de vorm aan van een obsessie.
Orgon raakt zo bezeten van Tartuffe dat hij elke zin voor rede verliest, met als
gevolg dat hij bijna zijn familie te gronde richt. Zelfs als Orgon de ware natuur
van Tartuffe , een valse hypocriet, ontdekt, is zijn eerste reactie extreem: hij
bepaalt dat hij nooit nog een ander mens zal vertrouwen en dat hij iedereen die
beweert
deugdzaam
te
zijn
zal
vervloeken.
Cléante
daarentegen
vertegenwoordigt de stem van de rede als hij Orgon duidelijk maakt dat
matigheid altijd beter is dan extremen. Hij zegt tegen Orgon: ―U bent nooit
tevreden met matigheid … u fladdert voortdurend van het ene uiterste naar het
andere.‖ Cléante geeft Orgon de raad dat zijn ervaring met Tartuffe er niet moet
toe leiden dat hij alle mensen die deugdelijk zijn moet vervloeken, maar in
tegendeel moet proberen alle extreem gedrag te vermijden en minder impulsief
te handelen en te oordelen. Wat religieuze hypocrisie betreft, verwoordt Cléante
de belangrijkste boodschap van het stuk, nl. dat matigheid en rede altijd beter
zijn dan extremen of obsessies.
Trouw en toewijding tegenover ontrouw en verraad
Dit vormt een ander thema in ―Tartuffe‖. Tartuffe verraadt het vertrouwen en de
vriendschap van Orgon op elke mogelijke manier. Orgon biedt Tartuffe zijn
vriendschap, zijn huis, zijn voedsel, zijn vertrouwen, zijn fortuin en zijn dochter
aan. Tartuffe gebruikt Orgon voor eigen materieel en sociaal profijt. Tartuffe
misbruikt de vrijgevigheid en toewijding van Orgon door te proberen zijn vrouw
te verleiden, zijn bezit in handen te krijgen en hem te laten arresteren. Onder
invloed van Tartuffe, verraadt Orgon zelfs tijdelijk zijn eigen familie; Orgon
verraadt zowel Mariane als Valère door hun verloving, waarin hij aanvankelijk
toestemde, te verbreken om Mariane met Tartuffe te laten trouwen. Valère
belichaamt trouw, toewijding en vriendschap. Valère toont zijn grote toewijding
en loyaliteit tegenover Orgon wanneer hij een groot persoonlijk risico loopt om
Orgon te redden van arrestatie. Valère komt naar Orgons huis met een koets en
raadt hem aan onmiddellijk te vluchten om arrestatie te vermijden. Hij geeft
Orgon ook een grote som geld om zijn vlucht te vergemakkelijken en belooft
hem mee te gaan op zijn tocht. Valère riskeert zelf gearresteerd te worden door
Orgon in strijd met de wet te helpen.
Op het einde van het stuk, verkondigt Orgon dat hij Valère zal belonen voor zijn
―ware toewijding‖, door zijn huwelijk met Mariane te regelen.
Het thema van de trouw komt ook tot uiting in verband met het respect dat
Orgon toont voor de koning. Op het einde van het stuk krijgt Orgon van de
18
koning gratie voor het verbergen van de kist met documenten, omdat hij
gedurende de burgeroorlogen (bekend als ―de Fronde‖) dapper gevochten heeft
aan de zijde van de koning. Zodoende wordt Tartuffe op het einde gestraft voor
zijn verraad van Orgon; Orgon en Valère worden beloond voor hun trouw en
toewijding.‖
Cast & Crew
Personages
MEVROUW PERNELLE, moeder van
Orgon
Gerda Marchand
ORGON, echtgenoot van Elmire
Frans Maas
ELMIRE, tweede vrouw van Orgon
Anneleen Cooreman
DAMIS, zoon van Orgon
Koen Vijverman
(understudy: Nicolas Dillen)
MARIANE, dochter van Orgon, verliefd
op Valère
Pascale Wouters
VALERE, verliefd op Mariane
Thomas Claessens
CLÉANTE, neef van Elmire
Ludo Hellinx
TARTUFFE, schijnvrome
Bob Snijers
DORINE, meid van Mariane
Magda Cnudde
MIJNHEER LOYAL, deurwaarder
Bross Verplancke
Crew
REGIE
Bob Snijers
DRAMATURGIE
Benjamin Van Crombrugge
SCENOGRAFIE & LICHTONTWERP
Marc Cnops
KOSTUUMS
Annie Bruyndonckx
PRODUCTIEASSISTENTIE
Hilda Hofman
Het stuk speelt ten huize van Orgon.
vertaling: Peter Verstegen
19
Het theaterbezoek voorbereiden
De oriëntatiefase
Laat de leerlingen de flyer lezen van deze voorstelling. Bekijk samen ook even de
affiche. (zie bijlagen)
Welke informatie vind je terug over deze productie?
Welke informatie vind je niet terug en zou je wel willen hebben?
Wat verwacht je van deze voorstelling?
Spreekt het toneelstuk je aan?
Zou je uit eigen beweging naar dit toneelstuk gaan kijken? Waarom
wel/niet?
Bezoek de website van Theater aan de Stroom en laat leerlingen deze even vrij
verkennen.
www.theateraandestroom.be
Spreekt de website
Gebruiksvriendelijk?
je
aan?
Is
ze
duidelijk?
Overzichtelijk?
Welk soort theater brengt TAS?
Zijn er bepaalde producties die je zou willen zien?
Ken je enkele van de acteurs? Waarvan?
Waar is het theater gelegen?
Hoe bestel je tickets? Wat is de kostprijs?
Wat weten de leerlingen over de auteur? Laat hen opzoeken op het internet.
Vraag naar afbeeldingen, citaten, opmerkelijke weetjes. Zorg ervoor dat de
schrijver een gezicht krijgt.
Vraag je leerlingen naar hun ervaringen met theaterbezoek. Wie gaat er
regelmatig naar theater? Waarom wel/niet?
Maak duidelijke afspraken omtrent houding en gedrag tijdens het theaterbezoek.
Stilte tijdens de voorstelling, geen GSM gebruiken, zaal netjes houden, ordelijk
plaats nemen en zaal verlaten,…enz. Een theatervoorstelling is iets totaal anders
dan een bioscoopbezoek. Een toneelstuk kan pas echt tot haar recht komen
indien ook het publiek meewerkt. Alles gebeurt live, ongepaste of storende
reacties uit het publiek kunnen een voorstelling zware schade toebrengen.
Wederzijds respect tussen acteurs en toeschouwers is daarom van groot belang
voor een geslaagde opvoering.
20
Personages - Stamboom
Alvorens het stuk te bekijken, kan het interessant zijn de personages met elkaar
in verband te brengen. Wie is familie van wie? Wie is getrouwd met wie? Wie zijn
de dienstmeiden? Aan de hand van kaartjes met daarop de personages kan er
aan het bord een stamboom gemaakt worden. Zo is de beginsituatie meteen
helder en kan de volledige aandacht naar de inhoud van de voorstelling gaan. De
kaartjes met de personages vindt u terug in de bijlagen.
Huisvader Orgon, die vervalt in blinde verering voor Tartuffe, een door hem uit de
goot opgeraapte geloofsfanaticus.
Tartuffe intrigeert er lustig op los en lijkt eerder uit op de vrouw des huizes, dan
op een plaatsje in het hiernamaals.
Elmire, Orgons vrouw, spant de valstrik voor Tartuffe die Orgon doet inzien dat
Tartuffe een bedrieger is.
Dorine, de schoonmaakster, die Orgon met alle middelen wil beschermen tegen
het bedrog van Tartuffe.
Mariane en Damis, zijn kinderen. Orgon wil Mariane uithuwelijken aan Tartuffe
maar dat ziet zij niet zitten. Reden hiervoor is haar liefde voor Valère.
Valère, verloofde van Mariane die op het einde Orgon nog probeert te behoeden
voor een totale ondergang.
Madamme Pernelle, Orgons moeder en even blind voor het geveins van Tartuffe.
Cléante, zijn zwager, is een vrijdenker. Als lid van deze beweging binnen het
humanisme ondervond hij veel tegenstand van zijn huisgenoten, op een
onbeleefde, zelfs spottende manier. Als vrijdenker zoekt Cléante met een
nuchtere geest een oplossing voor het probleem.
(Mijnheer Loyal, deurwaarder.)
Mevrouw Prenelle
Orgon
Damis
Dorine
Elmire
Mariane
Flipote
21
Cléante
Valère
Tartuffe
Historische context – Voorbereidend groepswerk
De klas wordt in groepjes verdeeld. Elk groepje zoekt iets op over het
leven in Frankrijk in de 17e eeuw. Enkele onderwerpen: geloof in de 17e
eeuw – schrijvers in de 17e eeuw – theater in de 17e eeuw – de 17e
eeuwse hofhouding – politiek in de 17e eeuw -… Hun bevindingen moeten
ze dan op een originele manier presenteren aan hun klasgenootjes.
Meer informatie over de 17e eeuw vindt u in de bijlagen.
Wanneer de tijdsgeest geschetst is, kunnen leerlingen meer informatie
vergaren over Molière en het toneelstuk. Dit kan opnieuw in groep
gebeuren maar kan ook perfect individueel via een werkblad. Enkele
richtvragen kunnen zijn:
o Waar komt het woord ―Tartuffe‖ vandaan?
o Hoe werd het stuk in het begin onthaald?
o Waarom is het nog steeds actueel?
o Wat vind je van Molières schrijfstijl?
o Hoe staat Molière tegenover religie?
U kan alvast enkele interessante links meegeven zodat de leerlingen
gericht kunnen zoeken. Links vindt u achteraan in de bibliografie. Meer
informatie over ―Tartuffe‖ en Molière vindt u uiteraard ook in de vorige
onderdelen van deze lesmap of in de bijlagen.
Semiotisch analysemodel
U kan er ook voor kiezen de leerlingen op voorhand een kijkinstructie te geven.
Ze moeten dan bijvoorbeeld letten op één aspect van het analysemodel op
volgende bladzijde, een semiotisch model dat de ‗tekentaal‘ van het theater
volledig ontrafelt.
22
De volgende aspecten kunnen in een analyse aan bod komen:
I Productiecontext:
Gegevens: wie, wat, waar, wanneer, hoe, waarom?
II Drama/ theateranalyse (vorm/formeel en inhoud)
A De theatrale laag:
Theatrale middelen:
1. Acteurs:
Houding
Scènes
Beweging
Teksten
Gebaar
Beelden
Mimiek
Ontwikkeling
Stemgebruik
Verloop
Kostuum
Fragmenten
Grime
Kapsel
4. Toneelbeeld, ruimte:
2. Spel:
Locatie
Speelruimte
Karaktertrekken
Speelvlak
Motieven
Indeling van het speelvlak
Emoties
Plaats van het publiek
Handelingen
Verplaatsingen van de acteurs
Acties en interacties
Decor
3. Verhaalelementen:
Rekwisieten
Licht
Personages
Geluid
Bedrijven
Muziek
Film- en videomateriaal
23
Samenhang: Hoe zijn de theatrale middelen geordend in ruimte en tijd
5.
(Regie)concept: de ideeën en uitgangspunten van de regisseur en andere
vormgevers.
6.
Vormgeving: het gebruik van de middelen door de vormgevers: acteur, regisseur,
decor-, kostuum-, licht-, geluid-, beeld- en muziekontwerpers.
7.
Enscenering: de wijze waarop middelen zijn samengevoegd tot het geheel van de
voorstelling.
B De narratieve laag:
1. De inhoud:
Waar gaat het theaterstuk over? Wat zegt de titel van het stuk?
Wat wordt er verteld?
Wat is het onderwerp? Het thema?
Wordt er natuurlijk of gestileerd gespeeld?
Welke emoties komen er aan bod?
Wat is de sfeer van de voorstelling?
2. Soort verhaal:
Zijn de situaties en gebeurtenissen opgenomen in een duidelijk verhaal?
Zijn de situaties en gebeurtenissen tragisch, komisch, absurd?
Zijn er meerdere verhaallijnen?
3. Ontwikkeling:
Welke situaties en gebeurtenissen spelen zich af?
Waar gebeurt het?
Wanneer?
Welke personages spelen er in mee?
Wat gebeurt er met die personages?
Wat doen die personages? Waarom?
4. Sfeer:
Wat is de sfeer?
Wisselt de sfeer?
Is er spanning, een conflict, een hoogtepunt?
C
De symbolische laag:
1. Wat is de boodschap van het theaterstuk? Wat leert het stuk jou?
2. Wat willen de makers bereiken?
24
3. Waar is de regisseur van uitgegaan? Een toneeltekst? Welke? Van wie? Van
wanneer? Of worden er eigen ervaringen gebruikt, een eigen verhaal?
4. Vanuit welke opvatting werkt de regisseur?
Levensbeschouwelijk
Esthetisch
Religieus, ritueel, viering
(anti-)Schoonheid, inleving, herkenning,
vervreemding, confrontatie
Status, huldiging, protest, bewustwording
Werk, reclame
Opvoeding,
therapie,
zelfreflectie,
voorlichting, informatief
Amusement,
decoratie,
expressie,
verpozing
Politiek
Economisch
Educatief
Vermaak
10
Armande Béjart als Elmire; Du Croisy als Tartuffe
10
Bron: http://faculty.gvsu.edu/websterm/Tartuffe.htm
25
Het theaterbezoek
Enkele tips voor een geslaagd theaterbezoek:
Zorg voor voldoende begeleidende leerkrachten om er op toe te zien dat
het bezoek rustig en ordelijk verloopt.
Herinner leerlingen voor de voorstelling nog even aan de afspraken.
o Geen GSM
o Geen snoep of drank
o Stilte en aandacht
o Respect voor andere toeschouwers en acteurs
o ...
Zorg dat leerlingen die zich niet gedragen de voorstelling niet verstoren
voor de anderen. Vaak verzieken slechts enkele leerlingen de sfeer voor
alle anderen én voor de acteurs, verwijder deze desnoods uit de zaal.
Neem plaats tussen je leerlingen.
Observeer zo nu en dan je leerlingen:
o
Zijn ze geboeid?
o
Hoe reageren zij op het stuk?
o
Wordt er gelachen? Met welke personages? Met welke scènes?
o
Zijn er bepaalde scènes die hen duidelijk sterk aangrijpen?
o
Welke appreciatie illustreert het applaus dat ze geven?
Sprokkel tijdens de pauze en onmiddellijk na de voorstelling spontane
reacties.
De informatie die je observatie opleverde en de directe commentaar van
de leerlingen kan je gebruiken tijdens de nabespreking.
26
Het theaterbezoek verwerken
Personages - Stamboom
Mevrouw Perenelle
Orgon
Damis
Elmire
Mariane
Dorine
Cléante
Valère
Tartuffe
Na het stuk kan het interessant zijn om weer terug te grijpen naar de stamboom.
De leerlingen krijgen opnieuw kaartjes maar ditmaal staan er voorwerpen op. Die
voorwerpen staan symbool voor de verschillende personages. Veelal staan ze
symbool voor een uitgesproken karaktertrek van de personages. De bedoeling is
dat ze de stamboom opnieuw proberen te maken met de voorwerpen en dat ze
kunnen uitleggen waarom een bepaald voorwerp bij dat personage past. Voor
deze oefening is inzicht in de personages nodig. Het vervangt als het ware de
klassieke personagebeschrijving en ditmaal komt het initiatief vanuit de
leerlingen. Nadien kan de leerkracht uiteraard de stamboom overlopen en de
volledige uitleg geven.
Extra: De leerlingen kunnen eventueel zelf een stamboom maken met een echt
houten geraamte. Ze kunnen dan zelf voorwerpen zoeken die een bepaald
personage weerspiegelen.
Dit kan eventueel in groep gebeuren. Nadien kan je de oefening opnieuw doen
maar dan met de voorwerpen van de leerlingen. Die kan je dan ook echt aan de
stamboom bevestigen.
27
28
Madame Pernelle
―Madame Pernelle is de moeder van Orgon, schoonmoeder van Elmire en grootmoeder
van Mariane en Damis. Madame Pernelle zegt in de openingsscène dat ze het huis van
Orgon wil verlaten omdat ze het niet eens is met de manier waarop de andere leden van
het huishouden (behalve Orgon) Tartuffe afkraken. Zij bekritiseert de anderen omdat ze
deelnemen aan feesten en allerlei sociale evenementen, die zij als immoreel beschouwt.
Zij zegt hen dat ze zouden moeten luisteren naar Tartuffes morele veroordeling van
dergelijke activiteiten en moeten proberen zijn raad op te volgen. De anderen
protesteren dat er niets verkeerd is met sociale contacten met hun vrienden en dat
Tartuffe een verachtelijke figuur is die niet toepast wat hij predikt. Tegen het einde van
het stuk keert Madame Pernelle terug naar het huis van Orgon. Wanneer Orgon probeert
haar te vertellen dat Tartuffe hem verraden heeft en geprobeerd heeft zijn vrouw te
verleiden, weigert Madame Pernelle hem te geloven en benadrukt dat Tartuffe een goed
mens is. Als ze echter ziet dat Tartuffe de bezittingen van Orgon heeft ingepikt en
geprobeerd heeft hem te laten arresteren, geeft Madame Pernelle uiteindelijk toe dat
Tartuffe niet is wie hij voorgeeft te zijn.‖
Nertssjaal
Een nertssjaal kan niet iedereen zich permitteren. Het straalt een zekere klasse uit. Denk
maar aan het beeld van oude, verzuurde vrouwen in bontmantel en nertssjaal. Bij de
nertssjaal hangt de nerts met de kop naar beneden. Je zou kunnen interpreteren dat de
nerts, net als Madame Pernelle neerkijkt op de rest. De nerts heeft ook scherpe tandjes
waarmee hij venijnig kan uithalen.
29
Orgon
―Orgon is de echtgenoot van Elmire, vader van Mariane en Damis en de zoon van
Madame Pernelle. Het stuk speelt zich af in het huis van Orgon, waar hij woont met zijn
familie en verscheidene huisgasten. Als het stuk begint, heeft Orgon Tartuffe in een kerk
ontmoet en, onder de indruk van zijn vroomheid, heeft hij de vreemdeling uitgenodigd
om voor onbepaalde tijd in zijn huis te verblijven. Orgon is erg ingenomen met Tartuffe
en behandelt hem beter dan zijn eigen familie. Hij beschouwt Tartuffe als zijn religieuze
leider en is blind voor het gekonkel van Tartuffe. Als zijn vrienden en familieleden hem
ervan proberen te overtuigen dat de vroomheid van Tartuffe geveinsd is, slaat Orgon hun
raadgevingen in wind. In de ogen van Orgon is Tartuffe een model van religieuze devotie,
dat ze allemaal zouden moeten evenaren. Hij vertelt zijn dochter dat hij wil dat ze met
Tartuffe trouwt, hoewel hij al beloofd had dat ze met Valère mocht trouwen. Als Damis
onthult aan Orgon dat Tartuffe geprobeerd heeft Elmire te verleiden, gelooft Orgon hem
niet. Hij beschuldigt Damis ervan dat hij Tartuffe wil beledigen en stuurt hem
onmiddellijk het huis uit. Hij kondigt aan dat hij zijn zoon wil onterven om van Tartuffe
zijn enige erfgenaam te maken.
Elmire vraagt Orgon zich te verstoppen onder de tafel terwijl ze met Tartuffe praat, zodat
hij zelf kan horen wat voor man Tartuffe echt is. Als Orgon hoort dat Tartuffe Elmire
probeert te verleiden, beseft hij dat hij verraden is. Orgon wijst Tartuffe onmiddellijk de
deur, maar deze waarschuwt hem dat hij voldoende middelen heeft om zich te wreken.
Orgon heeft Tartuffe een kistje gegeven met documenten waarin hij zichzelf beschuldigt
en al zijn eigendommen overmaakt aan Tartuffe. Zo slaagt Tartuffe erin Orgon te laten
arresteren en de familie uit hun huis te zetten. Op het einde van het stuk verneemt
Orgon dat hij gratie gekregen heeft van de koning en dat hij zijn eigendommen
terugkrijgt, terwijl Tartuffe gearresteerd wordt voor een lange lijst eerder begane
misdaden. In de laatste regels kondigt Orgon aan dat hij naar de koning zal gaan om
hem te bedanken en dan te zorgen voor het huwelijk tussen Valèr en Mariane.‖
Klei
De klei staat symbool voor de kneedbaarheid van Orgon. Hij is erg beïnvloedbaar door
Tartuffe. Maar eens hij ergens van overtuigd is, blijft hij bij zijn standpunt. Net als klei,
die onverwoestbaar is als hij is opgedroogd.
30
Elmire
―Elmire is de vrouw van Orgon, stiefmoeder van Mariane en Damis en zus van
Cléante.Aangezien echtscheiding erg ongewoon zou geweest zijn in de 17de eeuw, wordt
het aan de toeschouwer overgelaten te veronderstellen dat Orgon een eerste vrouw had,
de moeder van Mariane en Damis , die jong gestorven is. Bijgevolg kan verondersteld
worden dat Elmire de tweede vrouw van Orgon is. Hoewel zij de stiefmoeder is van
Mariane en Damis, behandelt Elmire hen als haar eigen kinderen en zij schijnen haar ook
als dusdanig te accepteren. In het stuk heeft Elmire een gesprek met Tartuffe waarin hij
haar probeert te verleiden om een verhouding met hem te beginnen. Elmire wijst de
avances van Tartuffe beleefd maar beslist af. Zij zegt hem dat ze niets over zijn gedrag
zal vertellen aan haar echtgenoot als hij belooft Orgon ervan te overtuigen dat hij
Mariane met Valère moet laten trouwen. Deze afspraak blijkt onnodig als Damis deze
conversatie overbrieft aan zijn vader. Omdat Orgon weigert te geloven dat Tartuffe zijn
vrouw probeerde te verleiden, beschuldigt hij Elmire ervan Tartuffe zwart te maken en de
belangen van Damis en Mariane te ondersteunen. Om Orgon te bewijzen dat Tartuffe
hem verraden heeft, raadt Elmire hem aan zich te verstoppen onder de tafel als zij met
Tartuffe praat. Orgon verstopt zich en Elmire zegt tegen Tartuffe dat ze een verhouding
met hem wil beginnen. Tartuffe antwoordt dat ze dit moet bewijzen door een handeling
van fysieke passie. Op dat ogenblik is Orgon overtuigd dat Tartuffe hem verraden heeft
en hij beveelt hem onmiddellijk te vertrekken.‖
Pleister
De pleister staat symbool voor Elmire omdat ze een typische moeder is. Ze vecht voor
haar kinderen en zorgt dat hen geen onrecht aangedaan wordt. Ze lokt ook bewust het
verraad uit bij Tartuffe, dus in die zin doet ze Orgon pijn. Dit echter om hem de ernst van
de situatie te laten inzien en nadien vangt ze Orgon goed op. Ze is als het ware de
pleister op de wonde.
31
Cléante
―Cléante is de broer van Elmire en schoonbroer van Orgon. Cléante probeert Orgon ervan
te overtuigen dat Tartuffe niet oprecht is in zijn religieuze devotie en Orgon gebruikt
omwille van zijn geld en invloed. Hij stelt vast dat Tartuffe een show maakt van zijn
religieuze devotie, maar niet toepast wat hij predikt. Hij wijst Orgon erop dat er veel
vrome mensen bestaan, die een moreel verantwoord leven leiden zonder van hun
vroomheid een publieke vertoning te maken. Orgon is echter niet overtuigd door de
argumenten van Cléante en negeert zijn raadgevingen . In de laatste scènes van het
stuk, geeft Cléante Orgon de raad naar de koning te gaan en hem te bedanken voor de
arrestatie van Tartuffe en de teruggave van zijn eigendom. Hij stelt Orgon voor geen
wrok te koesteren tegenover Tartuffe maar te hopen dat Tartuffe op een dag zijn
dwalingen zal inzien en een oprecht vroom man zal worden.
Veel critici beweren dat Cléante de stem van het gezond verstand vertegenwoordigt, een
figuur die richtlijnen verschaft voor de beoefening van oprechte christelijke moraliteit in
tegenstelling tot de gehuichelde vroomheid van Tartuffe.‖
Gloeilamp
Cléant kan als buitenstaander de zaak helder overzien en merkt zo dat er iets niet pluis
is. Hij is zowat de tegenpool van Tartuffe. Hij staat recht in zijn schoenen en beschikt
over een gezonde dosis verstand. Vandaar de gloeilamp.
32
Damis
―Damis is de zoon van Orgon, stiefzoon van Elmire en broer van Mariane. Van al de
personages is Damis het meest verontwaardigd over het gedrag van Tartuffe. Hij
reageert impulsief en dreigt verscheidene keren met geweld. Damis is ontzet als hij hoort
dat Orgon wil dat Mariane met Tartuffe trouwt. Damis is verloofd met de zus van Valère
en vreest dat als de verloving van Mariane en Valère verbroken wordt, Valère‘s zus dan
ook met hem zal breken. Damis verbergt zich in een kast om een gesprek tussen Elmire
en Tartuffe af te luisteren. Zo is hij er getuige van dat Tartuffe Elmire probeert te
verleiden. Als hij dat hoort is Damis buiten zichzelf en vertelt zijn vader alles. Maar,
Orgon straft Damis omdat hij zoiets over Tartuffe durft te beweren. Hij gooit Damis het
huis uit en wil zijn zoon onterven.
Zodra Orgon het bedrog van Tartuffe ontdekt, neemt hij Damis terug in huis en
verzekert hem van zijn wettelijke erfenis. Damis, een emotionele en impulsieve
jongeman, stelt voor Tartuffe te vermoorden uit wraak maar krijgt de raad geduld te
oefenen tot een redelijker plan bedacht is om met Tartuffe af te rekenen.‖
Pingpongpallet
De pingpongset staat voor de impulsiviteit en agressiviteit van Damis. Hij denkt niet na.
Zijn reactie is gewoon het logische gevolg op een voorgaande actie. De agressiviteit komt
terug in het enerverende, dwingende geluid van het getik van het pingpongballetje.
Mariane
―Mariane is de dochter van Orgon, de stiefdochter van Elmire en zus van Damis. Mariane
is verliefd op Valère, bij het begin van het stuk had ze de toestemming van haar vader
om met Valère te trouwen, maar hij zegt haar dat zij met Tartuffe en niet met Valère
moet trouwen. Mariane is ontzet, maar ze is te gehoorzaam om tegen de wil van haar
vader in te gaan. Ze zegt tegen Dorine dat ze zelfmoord zal plegen als ze gedwongen
wordt met Tartuffe te trouwen. Dorine raadt haar aan wel in opstand te komen en erop
te staan met Valère te trouwen, maar Mariane verzekert haar dat ze te bang is om
weerstand te bieden aan haar vaders wil. Dorine verzekert haar dat ze een manier zullen
vinden om met Valère te trouwen. In de laatste regels van het stuk verklaart Orgon dat
ze allemaal moeten zorgen voor het huwelijk van het ―liefhebbende paar‖, Mariane en
Valère.‖
Kompas
Mariane is voorbeeldig, trouw en gehoorzaam. Ze volgt gewoon wat haar wordt
ingegeven en zal nooit van die koers afwijken. Een kompas zal ook altijd het noorden
aanwijzen en daar nooit van afwijken.
33
Valère
―Valère is verliefd op Mariane. In het begin van het stuk is Valère, met toestemming van
Orgon, verloofd met Mariane. Als hij hoort dat de verloving verbroken is en dat Mariane
met Tartuffe moet trouwen, is Valère hierdoor erg van streek. Als hij Mariane
confronteert met haar verloving met Tartuffe, doet Mariane alsof ze niets geeft om
Valère, en Valère zegt ook dat hij graag met iemand anders wil trouwen. Dorine echter,
brengt Valère en Mariane samen en dwingt hen allebei om toe te geven dat ze nog van
elkaar houden en nog altijd met elkaar willen trouwen. Aan het einde van het stuk doet
Valère dapper alles wat hij kan om te vermijden dat Orgon gearresteerd wordt. Hij komt
aan bij Orgons huis met een voertuig en geld om Orgon te helpen ontsnappen. Orgon
wordt weldra vrijgesproken en moet dus niet vluchten of gebruik maken van het geld van
Valère. Orgon is evenwel zo dankbaar voor de hulp die Valère hem wou bieden dat hij
aankondigt dat het huwelijk van Valère en Mariane onmiddellijk zal bezegeld worden om
Valères trouw te belonen.De echte loyaliteit van Valère t.o.v. Orgon staat in contrast met
de valse vriendschap van Tartuffe. Op dezelfde manier contrasteert de ware en eerbare
liefde van Valère voor Mariane met de lustgevoelens van Tartuffe voor Elmire.‖
Harnas
Valère is hoffelijk, dapper, ridderlijk. Vandaar de logische keuze voor het harnas. Hij
helpt ook bij de ontsnapping van Orgon en blijft strijden voor zijn liefde voor Mariane. Hij
heeft het wel even moeilijk op het moment dat Mariane hem in het harnas jaagt.
Dorine
―Dorine is de kamenier van Mariane. Zij is weliswaar een dienstbode, maar Dorine heeft
een sterke persoonlijkheid en is nooit bang om haar mening uit te spreken tegenover
Orgon of om het even wie als zij ergens niet mee akkoord gaat. Als Orgon tegen Mariane
zegt dat ze met Tartuffe moet trouwen, protesteert Dorine hier onmiddellijk tegen. Ze
argumenteert tegen Orgon dat als hij Mariane dwingt te trouwen met een man van wie
ze niet houdt, ze dan onvermijdelijk ontrouw zal zijn aan haar ongewenste echtgenoot.
Dorine zegt later tegen Mariane dat ze zich absoluut moet verzetten tegen haar vader en
moet eisen dat ze mag trouwen met Valère, de man die ze liefheeft. Dorine helpt Mariane
om de gekwetste gevoelens tussen Valère en Mariane te verzoenen als Valère hoort van
de verloving met Tartuffe en ze verzekert de jonge geliefden dat ze een plan zal
bedenken om hen met elkaar te laten trouwen.‖
Vuurpook
Dorine kan vergeleken worden met een vuurpook. Ze is zo‘n sterke persoonlijkheid. Een
pook durft zelfs het gevaarlijke vuur aan te wakkeren. Zij is ook nooit bang om haar
mening te zeggen. Ze richt zich altijd rechtstreeks tot haar toehoorder net zoals de pook
zich richt op het vuur.
34
Tartuffe
―Tartuffe is een crimineel. De anderen noemen hem een hypocriet en een valsaard.
Tartuffe doet zich voor als een vrome man die zijn leven wijdt aan godsdienst en moreel
gedrag. Tartuffe ontmoette Orgon in een kerk, waar hij zo‘n show maakte van zijn
vroomheid, dat Orgon besluit hem in huis te nemen als godsdienstige leidsman. Tartuffe
heeft grote macht over Orgon, die hem vereert alsof hij een heilige is en zijn eigen
familie benadeelt ten gunste van de vreemdeling. Orgon besluit zijn dochter te laten
trouwen met Tartuffe en onterft zijn enige zoon om van Tartuffe zijn enige erfgenaam te
maken. Als Damis aan Orgon meldt dat Tartuffe geprobeerd heeft zijn vrouw te
verleiden, wil Orgon dat niet geloven en verwijt hij Damis dat hij Tartuffe wil zwart
maken. Als Orgon zich echter onder de tafel verstopt en hoort hoe Tartuffe nog eens
probeert haar te verleiden, ziet hij uiteindelijk in dat hij bedrogen is. Orgon geeft Tartuffe
opdracht zijn huis onmiddellijk te verlaten en Tartuffe dreigt met wraak. Tartuffe vertrekt
en laat Orgon arresteren en zijn bezittingen ontnemen. Op het laatste ogenblik echter
arresteert een Koninklijke gardist Tartuffe en deelt Orgon mee dat hij zijn bezittingen
terug- krijgt. De gardist legt uit dat Tartuffe een hele reeks misdaden gepleegd heeft
onder een andere naam en dat hij naar de gevangenis zal gaan.‖
Cactus met bloem
Deze foto past perfect bij Tartuffe. Zoals bij deze cactus zie je ook bij Tartuffe eerst de
mooie buitenkant, zijn mooie praatjes. Nadien voel je de pijn die hij heeft aangericht. De
scherpe stekels van de cactus komen pas na de pracht van de bloem.
Personages - Blind date
Voorbereiding
De leerkracht geeft de opdracht aan de leerlingen om na te denken over vragen
die ze graag hadden gesteld aan één van de personages. Die vragen schrijven ze
op aparte strookjes. Vooraan staan verschillende doosjes, elk personage heeft
zijn eigen doosje. De vragen worden in elk doosje verzameld.
Verwerking
De leerlingen krijgen een personage toegewezen van de leerkracht. Dat
personage moeten ze dan verder uitdiepen door het vragenblad dat ze krijgen, in
te vullen voor het personage. Dit alles gebeurt in groepjes van twee tot drie
leerlingen. Het vragenblad vindt u achteraan in de bijlagen. Ook krijgen zij per
groepje, het doosje met vragen gericht aan hun personage. Ze proberen een
antwoord te formuleren op die vragen.
35
Blind date
De leerlingen hebben voldoende tijd gekregen om hun personage uit te diepen.
Nu kunnen we beginnen aan het echte werk. Eén van de leerlingen wordt
aangeduid als vrijwilliger. Voor deze leerling wordt een partner gekozen. Als de
leerling een meisje is, worden enkel de mannelijke personages (Cléante, Damis,
Orgon, Tartuffe, Valère) naar voor geroepen. Wanneer de leerling een jongen is,
worden de vrouwelijke personages (Dorine, Elmire, Flipote, Mariane, Madam
Pernelle) uitgenodigd. Telkens één iemand van het groepje dat het personage
heeft uitgediept, stelt zich kandidaat. Het spel kan eventueel twee keer gespeeld
worden, indien iedereen aan bod wil komen.
De leerkracht is de spelleider. Het is dus de bedoeling dat er een partner gezocht
wordt. Er zijn verschillende rondes.
Ronde 1: ―Stel u even kort voor, zonder uw naam te vernoemen
uiteraard.‖
Ronde 2: ―Stel, wij zijn een koppel, hoe ziet dan een ideale dag er
volgens u uit?‖
Ronde 3:
Vragenronde. De leerling krijgt de kans om de
kandidaten enkele vragen naar keuze te stellen. (eventueel de
vragen uit het doosje)
Op het einde moet de leerling kiezen wie haar/zijn hart veroverd heeft.
Einde
Op het einde overloopt de leerkracht de verschillende kandidaten en moeten alle
leerlingen raden wie welk personage vertolkte. Leerlingen die dan nog met een
vraag zaten die ze aan een bepaald personage wilde stellen, krijgen nu nog de
kans om hun vraag rechtstreeks aan hun personage te stellen. De personages
hebben die vragen al kunnen voorbereiden en zouden dus vlot moeten kunnen
antwoorden op die vragen. Wanneer de klas het niet eens is met een antwoord
dat gegeven is door een personage, kan hierover gediscussieerd worden. De
leerkracht houdt de discussie wel in de hand.
Personages - Tartuffe
Bij deze opdracht moeten de leerlingen in de huid van Tartuffe kruipen. Het is
een heel complex personage en dat gaan we op verschillende manieren proberen
te doorgronden.
Aan de hand van een (filosofisch) gesprek
Is Tartuffe echt een hypocriet? Vindt hij van zichzelf dat hij een hypocriet is? Wat
drijft hem?
Aan de hand van een groepswerk (eventueel over de 17e eeuw)
Eén iemand neemt tijdens het groepswerk de rol van Tartuffe op. Wie van de
groep dat is, mag niet geweten zijn. Deze persoon probeert op slinkse manier
het groepswerk te saboteren en naar zijn hand te zetten.
36
Aan de hand van dramatische oefeningen
Lucht verkopen -> dramaoefening waarbij de leerlingen een belachelijk voorwerp
moeten zien te verkopen. Wie verkoopt zijn waren?
Liegen -> Drie leerlingen komen naar voor. Alle drie vertellen ze een verhaal
over een bijzondere gebeurtenis in hun leven. Eén van hen verzint echter een
gebeurtenis. De andere leerlingen moeten de leugenaar ontmaskeren.
Aan de hand van een rode draad
Doorheen heel de verwerking van het stuk kan er gewerkt worden met een rode
draad. De leerkracht maakt papiertjes met daarop de namen van alle leerlingen.
Deel ze willekeurig uit zodat iedereen een kaartje krijgt met daarop de naam van
een medeleerling. De bedoeling is dat je tijdens de hele verwerking slijmt bij de
persoon die op het kaartje staat. Maar net zoals in het stuk mag de andere
persoon niet merken dat je aan het slijmen bent. Nadien kunnen de leerlingen
raden wie bij hen moest slijmen. De leerlingen die ontmaskerd worden, zijn geen
goede Tartuffes. Enkel de leerlingen die ongemerkt hebben kunnen slijmen
krijgen de titel, Tartuffe. Na deze oefening kan er uiteraard een nabespreking
volgen.
Aan de hand van een beeldende oefening
De leerling moeten een Tartuffe ontwerpen. Dit doen ze aan de hand van de
collagetechniek. Door verschillende onderdelen uit oude tijdschriften te scheuren,
kunnen ze hun eigen Tartuffe samenstellen. De leerkracht moet duidelijk
uitleggen dat ze voornamelijk symbolisch moeten werken. Vb: zwarte kledij
omdat hij een duistere persoonlijkheid heeft,… Leg de link met hoe andere
slechteriken worden weergegeven in tekenfilms en stripverhalen.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Tartuffe
37
Personages - Improvisatie
Deze oefening kan best uitgevoerd worden wanneer de leerlingen al kennis
hebben gemaakt met de personages. Het is namelijk zo dat ze in deze oefening
in de huid kruipen van een personage en dat levensecht neerzetten.
Per twee komen de leerlingen naar voor. Ze grabbelen in een zakje met plaatsen
en elk van hen trekt ook een personagekaartje. Het is de bedoeling dat ze met
de gegevens die ze gekregen hebben een improvisatieoefening opvoeren. De
andere leerlingen moeten nadien raden welke personages er vertolkt werden. Ze
kunnen eventueel tips geven over hoe zij het hadden aangepakt. De kaartjes zijn
te vinden in de bijlagen.
Personages - Naspelen
De leerkracht kan er ook voor kiezen om scènes uit het stuk over te nemen en
letterlijk te spelen in de klas. Dit is misschien wel een nuttige oefening aangezien
de taal niet zo makkelijk in de mond ligt. De leerlingen zullen eerst even moeten
nadenken over de manier waarop ze de tekst geloofwaardig kunnen
overbrengen. Bovendien vraagt deze oefening weerom een goede kennis van het
personage. Om het helemaal groots aan te pakken kan de leerkracht de opdracht
geven de scène van een gepast decor te voorzien of met gepaste kledij te
spelen,… Hier kan de leraar zover in gaan als hij zelf wil. Om met de juiste
gevoelens aan de slag te gaan, zijn er enkele scènes met een bijhorende
voorbereiding. In die voorbereiding worden de leerlingen rechtstreeks
geconfronteerd met de emoties die in de scène aan bod zouden moeten komen.
De uitgeschreven scènes vindt u terug in de bijlagen.
Eerste bedrijf, SCENE I
Mariane, Cléante
Madame Pernelle <-> Elmire, Dorine, Damis,
Madame Pernelle snapt de rest niet. Ze vindt enkel haar standpunt begrijpelijk.
 Blinde voetbal
We spelen voetbal zoals we het allemaal kennen maar deze keer geblinddoekt.
Per team is er één coach die buiten het veld staat en wel kan zien. Die coach mag
instructies geven aan zijn ploeg. Wie het eerst scoort wint.
Door deze oefening zal er vooral frustratie ontstaan bij de coach. ―Doe dan toch wat ik
zeg.‖ De geblinddoekte voetbalspelers doen hun best de instructies zo goed mogelijk op
te volgen maar slagen soms niet omdat de opdracht zo moeilijk is.
De gevoelens van de coach kunnen vergeleken worden met de gevoelens van Madame
Pernelle. ―Waarom snappen ze mij nu niet.‖ Die gevoelens nemen we mee bij het
naspelen van de scène. De leerkracht kan de klas verdelen en de leerling een rol geven.
De scène kan echt ingeoefend worden en dramatisch gebracht worden, de tekst kan ook
klassikaal doorgelezen worden, er kan tegelijkertijd gewerkt worden aan intonatie,
uitspraak, inleving,…
38
Eerste bedrijf, SCENE VI
Orgon <-> Cléante
De discussie tussen Orgon en Cléante berust op slechte communicatie. Ze praten langs
elkaar heen en kunnen niet tot elkaar doordringen. Ieder is zo overtuigd van zijn gelijk
dat ze elkaar niet willen begrijpen.
 Ik geef het bestek gekruist door.
Dit is een spel waarbij twee mensen op de hoogte moeten zijn van de spelregels.
De leerlingen zitten in een kring en de leerkracht zegt dat ze een spel zullen
spelen om hun intelligentie te testen omdat Tartuffe ook over een zekere
intelligentie beschikt. Dit is echter niet de echte bedoeling van het spel. De echte
bedoeling is dat ze de frustratie ondervinden die de rest van de bewoners voelen
ten opzichte van Orgon. Ze kunnen maar niet tot hem doordringen omdat hij als
het ware een andere taal spreekt.
De leerlingen geven het bestek door aan elkaar. Dat doen ze op een bepaalde
manier. Ofwel geven ze het bestek rechtdoor door, ofwel geven ze het bestek
gekruist door. Dit hangt echter niet af van de manier waarop ze het bestek
doorgeven maar wel van de manier waarop ze hun benen houden. Wanneer ze
hun benen over elkaar geslagen hebben, moeten ze zeggen dat ze hun bestek
gekruist doorgeven. Wanneer hun benen naast elkaar staan, moeten ze zeggen
dat ze hun bestek rechtdoor doorgeven. De manier waarop ze hun bestek
doorgeven is niet belangrijk. De leerkracht moet tijdens het spel doen alsof dit
spel het gemakkelijkste is dat er bestaat. Ze moet geveinsd gefrustreerd zijn over
de domme houding van haar studenten. De leerlingen beginnen gefrustreerd te
worden omdat ze niet snappen wat de bedoeling is maar ze kunnen met hun
twijfel nergens terecht want niemand begrijpt hen zogezegd. Nadien volgt een
evaluatiegesprek.
De leerkracht vraagt nadien aan de leerlingen om een gelijkaardige situatie voor
de geest te halen uit hun eigen leefwereld. Hoe voelden ze zich? Hoe reageerden
ze?
Vb. Ze vroegen aan hun leerkracht uitstel voor een test omdat ze tegen die dag al
veel te doen hadden, maar de leerkracht hield voet bij stuk en liet de test
doorgaan.
Derde bedrijf, SCENE VI
Orgon, Tartuffe <-> Damis
In deze scène is Damis zo woedend dat hij een impulsief besluit neemt. Zonder na te
denken over de gevolgen van zijn daden, vertelt hij alles tegen zijn vader. Die neemt
hem natuurlijk niet serieus en verbant hem zelfs uit huis. Om de roekeloosheid van
Damis te illustreren doen we volgende oefening.
 De leerlingen krijgen een opdrachtenblad met een reeks oefeningen. De leerkracht
geeft als instructie dat het een oefening is die binnen de minuut volbracht moet
worden en dat ze eerst alle opdrachten goed moeten lezen.
De leerlingen krijgen hun blad en beginnen alle oefeningen op te lossen.
Onderaan het blad staat de laatste opdracht waarin gezegd wordt, maak enkel de
eerste opdracht. Veel leerlingen zullen echter niet eerst alle opdrachten lezen
zoals de leerkracht had aangeraden, maar gaan zo snel mogelijk te werk. Dat
39
deed Damis ook. Moraal van het verhaal, bezint eer ge begint. Denk goed na voor
je ergens aan begint. De gejaagdheid waarmee de leerlingen hun oefening
gemaakt hebben moet duidelijk terug te vinden zijn in het stuk. Het
opdrachtenblad is terug te vinden in de bijlagen.
Inhoud - Tijdlijn
Er worden kaartjes voorzien met daarop de belangrijkste gebeurtenissen van het
stuk. Aan de hand van die kaartjes kunnen er verschillende opdrachten
uitgevoerd worden.
Madame Pernelle steekt
een
tirade
af
en
verdwijnt.
Dorine probeert Orgon te
overtuigen om Mariane
uit vrije wil te laten
trouwen.
Dorine
speelt
bemiddelaar en verzoent
Mariane en Valère.
Damis vertelt alles aan
zijn vader.
Cléante geeft Orgon de
raad om Tartuffe niet al
te veel te vertrouwen.
Dorine moedigt Mariane
aan om haar zin door te
drijven.
Orgon
wil
Mariane
uithuwelijken
aan
Tartuffe
Ruzie
vanwege
een
misverstand
tussen
Mariane en Valère.
Tartuffe ontboezemt zijn Damis
luistert
het
liefde voor Elmire.
gesprek waarin Tartuffe
zijn liefde uit, af.
Orgon jaagt Damis het Orgon benoemt Tartuffe
huis uit.
tot enige erfgenaam.
Elmire bedenkt een plan.
Tartuffe zet het
gezin op straat.
Orgon
verstopt
zich Tartuffe valt door de
onder de tafel en luistert mand.
het gesprek af.
hele De koning geeft Orgon Mariane
en
Valère
gratie en laat Tartuffe mogen trouwen.
oppakken.
1. Gebeurtenissen chronologisch plaatsen. De leerlingen krijgen kaartjes met
daarop de verschillende gebeurtenissen uit het stuk. De bedoeling is dat
ze die kaartjes in chronologische volgorde leggen en zo het verhaal
vormen.
2. Bij een volgende opdracht kunnen ze bij de gebeurtenissen een eigen
voorval zoeken uit de eigen leefwereld. Dit kunnen ze eventueel met
elkaar delen tijdens een kringgesprek.
3. Ten slotte kunnen ze improviseren rond een gebeurteniskaartje maar dan
met een eigen voorval. De leerlingen worden opgedeeld in groepjes. Per
groepje krijgen ze een gebeurtenis uit het stuk. Die gebeurtenis moeten ze
dan omvormen naar een situatie uit hun eigen leefwereld. Die situatie
bereiden ze voor en spelen ze nadien voor de hele klasgroep. De rest van
de klas moet dan raden om welke gebeurtenis uit het stuk het gaat.
In de bijlagen vindt u nog eens een kort overzicht van de verschillende scènes en
wat er juist in gebeurt.
40
Inhoud - Vragen
Bij de (thematische) verwerking van het stuk kan de leerkracht een klasgesprek
op gang brengen. Hieronder vindt u enkele richtvragen die u kan gebruiken als
input voor het gesprek.
Wie heeft de macht in het stuk en wanneer?
Waarom protesteert Mariane niet wanneer ze met Tartuffe moet
trouwen?
Waarom is dit stuk een komedie? Werkt dit?
Wie heeft er op welk moment ‗macht‘ in het toneelstuk en waarom?
Hoe denk je dat Molière stond tegenover religie?
Hoe komt het dat Orgon zo‘n gemakkelijk slachtoffer vormt voor
Tartuffe?
Vind je Tartuffe echt een hypocriet? Denkt hij zélf dat hij een hypocriet
is? Wat drijft hem?
Vind je dat de bedrogen personages echt geleerd hebben om redelijker
te zijn? Zegeviert de ‗rede‘ uiteindelijk?
Thema’s - Naïviteit
Het kan ook interessant zijn om aan de slag te gaan met de thema‘s binnen het
stuk. Dit zijn meestal abstracte begrippen die we zo tastbaar mogelijk proberen
te maken voor de leerlingen. Hieronder vindt u enkele opdrachten.
Bedenk een omschrijving van het woord naïviteit.
Wat zijn de plus –en minpunten van naïviteit?
Kansen-gevaren?
Hoe wordt naïviteit verwerkt in het stuk?
Probeer naïviteit vast te leggen op foto.
Filosofeer rond naïviteit.
Voordelen-nadelen?
―Naïviteit (bijbehorend adjectief naïef, van het Franse naïf, dat kinderlijk,
natuurlijk, eenvoudig, ongevaarlijk betekent) is een geesteshouding die
gekenmerkt wordt door onbevangenheid, eenvoud, ongekunsteldheid en
openhartigheid. Het begrip wordt gebruikt om zowel de onbevangen
waarnemingen aan te duiden als de gedragingen van een persoon die zich
weinig bewust is van zijn eigen handelingen en het effect van zijn
mededelingen, die argeloos en daardoor gemakkelijk te verleiden is. De
betekenis kan liggen tussen twee polen, met aan de positieve zijde een
onbevangen en niet door kennis gecorrumpeerde zuiverheid ("Deze
waarneming is van een ontroerende naïviteit"), en aan de negatieve zijde
onnozelheid, gebrek aan wereldwijsheid en verwijtbare onwetendheid ("Hij
struikelde als gevolg van zijn politieke naïviteit").
41
De term naïviteit wordt ook wel gebruikt voor een handeling die voortkomt uit
de naïeve geesteshouding, zoals tot uitdrukking komt in de zin: "Ik stel zijn
naïviteiten niet op prijs". Het woord wordt soms gespeld als Naïveteit.[1] De
spellingvarianten komen ook zonder trema voor.
De kenmerken van naïviteit (onschuldige blik, eenvoud van uitdrukking,
onwetendheid, onnozelheid) worden niet zelden doelbewust geïmiteerd om
naïviteit voor te wenden. Hiermee worden bepaalde effecten beoogd, zoals:
het opwekken van vertedering, het oproepen van een sfeer waarin dingen
gezegd kunnen worden die anders onbesproken blijven.
De Duitse dichter Friedrich von Schiller maakt in zijn verhandeling Über naive
und sentimentale Dichtung onderscheid tussen 'kinderachtige naïviteit'
(gebrek aan verstand en onvermogen) en 'kinderlijke naïviteit' (onschuld en
natuurlijke waarheidsliefde).
In de beeldende kunst komt naïef voor in het begrip Naïeve kunst.‖
Bron: Wikipedia
Thema’s - Religieuze hypocrisie <-> christelijke deugd
Richtvragen:
Zoek voorbeelden van dit thema in de actualiteit. Schrijf hierover een
kritisch essay.
o Hierover kan dan een klasgesprek volgen.
Ken je geestelijke leiders die de titel van Tartuffe verdienen?
Ken je geestelijken die terecht geprezen mogen worden?
Vind je hiervan ook in de politiek voorbeelden?
Had Molière de bedoeling om religie en geloof belachelijk te maken met dit
stuk?
Wat vind je van TV-evangelisten? Waarom denk je dat mensen zo‘n
predikanten geloven en geld geven?
Thema’s - Hypocrisie
Richtvragen:
Bedenk een omschrijving van het woord hypocrisie.
Wie zijn de beroemde ‗Tartuffes‘ van vandaag? M.a.w. wie doet zich voor
als oprecht, devoot en eerlijk om geld, bezit en macht te vergaren? Ken je
voorbeelden uit de actualiteit?
Ken je ook voorbeelden van mensen die wel degelijk erkenning verdienen
omwille van hun eerlijkheid en oprechtheid?
42
Wie is voor jou het verstandigste, meest wijze personage uit het stuk?
Waarom?
Ken je zelf iemand die je zou omschrijven als ‗hypocriet‘?
Hoe zou je een ‗hypocriet‘ omschrijven?
―Hypocrisie of huichelarij is het voorwenden van geloof, gevoelens, moraal of
deugden zonder daar volledig achter te staan of de daaraan verbonden normen
en waarden zelf in praktijk te brengen, in het bijzonder bij het bekritiseren van
anderen. Hypocrisie kan dus worden gezien als een gedragsvorm die erop gericht
is beter voor de dag te treden dan strikt genomen verdedigbaar is, zowel gezien
vanuit oprechtheid als vanuit noodzaak door omstandigheden.‖
Bron: Wikipedia
Technische / Dramatische aspecten - Semiotisch model
U kan er tijdens de nabespreking voor kiezen om te werken met het semiotisch
model (zie blz.23). U hoeft uiteraard niet alles te overlopen, u kan gemakkelijk
inzoomen op bepaalde deelaspecten.
Technische / Dramatische aspecten - Maquette
Om de technische kant helemaal te benadrukken kan u de leerlingen uitdagen
het gehele decor inclusief lichtstanden, meubels,…na te bouwen als maquette.
Als basisvorm kan u bijvoorbeeld vertrekken van een schoendoos die ze zwart
schilderen. Licht kan u simuleren met kleine zaklampjes, zie volgende
afbeeldingen:
Geluiden kan u toevoegen door met het programma Audacity te werken. Dit
gebruiksvriendelijke programma biedt de mogelijkheid geluiden en muziek
samen te voegen en te bewerken. Leerlingen kunnen eventueel zelf iets
inspreken. Om Audacity te downloaden gebruik je best onderstaande link.
http://audacity.sourceforge.net/download/?lang=nl
43
Meubels
en
andere
decorstukken
kunnen
vervaardigd
worden
uit
knutselmateriaal en eventueel kosteloos materiaal zoals bijvoorbeeld lege
eierdozen, wc-rolletjes,…Dit hangt af van de creativiteit van uw leerlingen.
U kan hen eventueel ook met Playmobil mannetjes of zelfgemaakte mannetjes
hun favoriete scène laten uitbeelden en eventueel laten naspelen.
Wanneer u hier echt veel tijd aan wilt spenderen, kan u zelfs opteren om een
stopmotionfilm van hun opstelling te maken. Dit kan heel gemakkelijk met het
programma MonkeyJam.
http://monkeyjam.en.softonic.com/
Door verschillende foto‘s achter elkaar te plaatsen verkrijg je een bewegend
filmpje. Het is een heel secuur werkje waar wel wat tijd in kruipt maar het
resultaat loont de moeite. De leerlingen kunnen zo op een heel andere manier
bezig zijn met het stuk.
Natuurlijk kunnen leerlingen ook een eigen decor vorm geven, anders dan het
decor van de voorstelling.
Nabespreking door zintuigen te prikkelen
Het opzet van deze verwerkingsopdracht is om de leerlingen op een heel
bewuste manier te betrekken bij de bespreking van de voorstelling. En hoe kan
dat bewuster dan te werken met het eigen lichaam, meer bepaald de zintuigen.
Oren: maak zelf een bepaald geluid / een passend muziekje bij een
bepaalde scène. De geluiden moeten de juiste sfeer zien op te roepen.
Neus: er worden verschillende geurzakjes voorzien. De leerlingen mogen
aan de zakjes ruiken en de geur linken met een scène of een personage
uit het stuk.
Geuren:
o Wierook = Tartuffe
o Zware, oude parfum = Madame Pernelle
o Geur van eten/ kruiden = scène waarin Orgon aan Dorine vraagt of
Tartuffe lekker gegeten heeft.
o Bloemen = bruidsboeket van Mariane en Valère.
Tast: De leerlingen krijgen een voeldoos. Dit is een schoendoos met
vooraan een gat in ter grote van een hand. Om beurten mogen ze
grabbelen en voelen aan een kaartje. Het is de bedoeling om twee
dezelfde kaartjes te trekken, hetzelfde principe als memorie. De leerling
44
die een paar heeft, moet het kaartje ook linken met een persoon,
gebeurtenis,…uit het stuk. Het is de bedoeling dat elke leerling één paar
kaartjes voorziet en uitwerkt. Zo bevat het stuk meteen voldoende
kaarten.
Voorbeelden:
o
o
o
Bont = jas van Madame Pernelle
Braille = Orgon is blind voor de leugens van Tartuffe
Hostie = de hele thematiek van de kerk
45
Bijlagen
Bijlage I: Affiche “Tartuffe”
46
Bijlage II : Personagekaartjes
Madame Orgon
Pernelle
Damis
Mariane
Valère
Cléante
Tartuffe Dorine
Elmire
47
Bijlage III: Een oriëntatie op de 17e eeuw
Het leven aan het hof van Louis XIV
Het ontstaan van de Hofcultuur in Frankrijk.
In de zeventiende eeuw was Frankrijk veruit het machtigste land van Europa. Dat zowel
op politieke basis, als cultureel en economisch. De hofsamenleving van het ancien régime
bereikte haar hoogtepunt onder leiding van Lodewijk XIV. De zogenaamde Zonnekoning
leefde van 1638 tot 1715. Alles draaide om hem. De uitspraak ‗L‘état c‘est moi‘ geeft zijn
eigen perspectief goed weer. Naast zijn persoonlijke heerschappij bestond er helemaal
geen staat als publieke gemeenschap die hij zou moeten dienen.
Lodewijk XIV had geen apart appartement in Versailles. Zijn slaapkamer gebruikte hij
ceremonieel om voorrechten te verdelen of rangverschillen te scheppen. Aanwezig te
mogen zijn bij het opstaan van de koning was bijvoorbeeld zo‘n voorrecht. Voor Lodewijk
XIV was het voortdurend beheersen van zijn hof van veel groter belang dan zijn privacy.
De adel moest zich aan de etiquette houden. Niet meedoen betekende het opgeven van
privileges, daling van rang en machtsverlies. Zo dwongen de aristocraten elkaar tot
statusconcurrentie. De koning kon deze concurrentie in zijn eigen belang manipuleren.
Zelf was hij ook aan het ceremonieel
gebonden, maar hij kon het als enige vorm geven en gebruiken.
De etiquette
In Lodewijks paleis Versailles moest de hele hofhouding zich aan een lange reeks
etiquette en staatsceremonieën houden. Lodewijk had dit ceremonieel niet zelf bedacht.
Ook zijn voorgangers gebruikten dit om de adel aan zich te verbinden. Lodewijk heeft het
wel verder ontwikkeld. Zo was de adel afhankelijk van de koning voor hun prestige en
sociale positie. Iemand die aan het hof een rol van betekenis wilde spelen moest zich wel
onderwerpen aan deze gang van zaken.
Aan de privileges die de koning aan bepaalde personen verleende was duidelijk de status
af te lezen. Hoe dichter men de koning mocht benaderen hoe hoger in rang de persoon
was. Een bekend voorbeeld van zo'n ceremonie is de manier waarop het opstaan van de
koning geregeld was, het 'lever'. Ook hier gold hoe hoger men in rang was hoe eerder
men bij het opstaan aanwezig mocht zijn.
De etiquette was tevens de oorzaak van jaloezie. Aan Lodewijks hof bepaalden gekonkel
tussen de hovelingen onderling en hun machtsverhoudingen dan ook de dagelijkse gang
van zaken.
Maîtresses? Een heel normaal verschijnsel. Het erop nahouden van één of meerdere
maîtresses gold voor de absolute vorst Lodewijk als een dubbelstatus. Aangezien
dynastieke huwelijken altijd uit politieke berekening en vrijwel nooit vanwege
persoonlijke genegenheid tot stand kwamen, nam de kerk, zowel de katholieke als de
lutherse en de orthodoxe, het hebben van relaties buiten het huwelijk om niet zo nauw.
Een voorbeeld van zo‘n politiek huwelijk was dat van Lodewijk en de Spaans-Habsburgse
Maria Theresia. Zij was het onderwerp van een vredesverdrag. Zij werd getergd door het
feit dat haar man er maîtresses op na hield en dat zij deze ook maar moest accepteren.
Men koppelde de term liefde niet aan het aspect huwelijk, want wie trouwde hield niet
van een ander en wie verliefd was, dacht nauwelijks aan het huwelijk. Dat was dan ook
48
geheel in overstemming met de aan het hof heersende zeden dat ook getrouwde
vrouwen hun minnaars hadden.
Van hygiëne was verre van sprake. Het paleis Versailles mocht er dan misschien van de
buitenkant heel indrukwekkend uit zien, comfortabel was het niet. In de zomer was het
er bloedheet en 's winters ijskoud. Ziekten als jicht, blaasontsteking, koorts en reumatiek
kwamen veel voor. Er waren geen toiletten. Vrouwen deden hun behoefte gewoon
staande, uit het zicht door de dubbele rokken die ze droegen. Mannen gebruikten
hoekjes achter de trap, zuilen, gordijnen of wandtapijten. Ook de lichaamsverzorging liet
veel te wensen over. Het enige wat men deed was ‗s morgens even een vochtig doekje
over het gezicht en wat wijnazijn om de ergste slaaplucht te verdrijven. Een bad werd
door de dokters aan het hof afgeraden. Om alle vieze luchten te kunnen verdragen werd
er rijkelijk gebruik gemaakt van parfum. Bijna alles wat je maar kan bedenken werd
geparfumeerd.
Door de ontzettend slechte hygiëne was er veel ongedierte. Met name de gewoonte om
grote pruiken te gaan dragen, zorgde ervoor dat luizen vrij spel hadden. Behalve daar
nestelde het ongedierte zich ook in matrassen en gordijnen. De vele verschillende
wisselende seksuele contacten van edellieden zorgden er ook voor dat syfilis wijd
verspreid was. Symptomen van deze aandoening waren: kaalheid en vlekken op de huid.
Deze vlekken werden ook zoveel mogelijk verborgen door bijvoorbeeld handschoenen te
dragen of door er een dikke laag poeder over te smeren. Een andere reden hiervoor was
dat een gezonde natuurlijke kleur te veel deed denken aan het gewone volk of boeren die
de hele dag in de buitenlucht verbleven. Adellijke lieden wilden er natuurlijk niet mee
geassocieerd worden. Ze vermeden de zon en probeerden hun huid nog bleker te maken
met behulp van poeder.
De verschillen tussen de hofcultuur in Frankrijk en de burgerlijke cultuur in de Republiek
der Nederlanden waren behoorlijk groot, zowel op sociaal vlak als op kunstgebied. In de
hofcultuur in Frankrijk was er sprake van directe seksualiteit. Men draaide er niet om
heen, maar leefde volop en genoot ervan.
Afgezien van alle intriges met maîtresses van de koning zelf werd er tussen de
hovelingen en vrouwen aan het hof een hoop uitgespookt. In de Republiek der
Nederlanden heerste er juist sfeer van schijnheiligheid. In de eerste instantie de perfecte
burger uithangen, maar ondertussen…. Hier was dan ook sprake van een soort indirecte
seksualiteit. Men deed net alsof ze er niets van af wilde weten. In de kunst kwam deze
schijnheiligheid ook in grote mate terug. De kunst in de Republiek stond ‗ter leeringhe
ende vermaeck‘, ofwel ze stond bol van de dubbelzinnigheid. De Nederlandse burger
behoorde zich netjes te gedragen, dus trouw aan je partner en geen overmaat aan
genotsmiddelen. Maar met schilderijen zoals van Jan Steen werd duidelijk gemaakt dat
de Nederlandse burger toch wel eens de bloemetjes buiten zette. Het aspect seksualiteit
kwam in de kunst van de hofcultuur op een totaal andere manier terug. Alles draaide om
de representatie van macht en status. Echter macht en status staan juist wel gauw in
verbinding met genot. Wat nog een laatste belangrijk verschil is, is dat in de Republiek
der Nederlanden de vrouw op seksueel gebied erg benadeeld was. De Nederlandse vrouw
was in zo‘n mate benadeeld dat wanneer zij een seksuele relatie aanging buiten haar
huwelijk om, ze haar eer verloor, terwijl de man met buitenechtelijke seksuele
veroveringen juist zijn mannelijkheid kon bewijzen. Echter aan het hof van Lodewijk
konden vrouwen een goede positie bekleden. Juist omdat ze op seksueel gebied niet
benadeeld werden.‖
Bron: kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis
49
Religie in de 17e eeuw
―Een meerderheid in de noordelijke provincies was inmiddels calvinist, of behoorde
althans tot de Nederduits Gereformeerde Kerk (later Nederlandse Hervormde Kerk). Deze
kerk was geen toonbeeld van eensgezindheid. In het begin van de 17e eeuw werd de
Republiek verscheurd door bittere tegenstellingen tussen de 'preciezen' en de
'rekkelijken'. Laatstgenoemden, de remonstranten, geloofden niet in predestinatie
(voorbeschikking tot hemel of hel, ongeacht iemands levenswandel) en pleitten voor
vrijheid van geweten. Hun meer dogmatische tegenstanders, die zich contraremonstranten noemden, wonnen het pleit bij de synode van Dordrecht. Het grote aantal
vertakkingen binnen de Nederlandse protestantisme zal er wellicht toe bijgedragen
hebben dat de onderlinge tegenstellingen na verloop van tijd afzwakten en daarmee de
onderlinge verdraagzaamheid weer toenam. Na de Synode van Dordrecht komt er onder
de behoudende Calvinistische predikers een beweging op gang tot verdere doorwerking
en verbreiding van het Bijbelse ideaal in leer en leven in 'bevindelijke' zin. Deze stroming
staat bekend als de Nadere Reformatie.
De bekende hoogleraar Gisbertus Voetius was de grote man van deze stroming. Het
beginpunt van deze ontwikkeling ligt in het boek van de Zeeuwse predikant Willem
Teellinck uit 1647 Noodtwendigh Vertoogh. Het boek, circa 500 pagina's, bevat een
omvangrijk programma tot reformatie van het volksleven.
Ook het humanisme, dat in de 16e eeuw was opgekomen en dat in Desiderius Erasmus
zo niet de geestelijk vader dan toch een belangrijk pleitbezorger had, had nog steeds
veel invloed en droeg bij aan een klimaat van tolerantie.
Het viel niet mee om de genoemde tolerantie ook naar katholieken tentoon te spreiden.
Religie had immers (naast politieke en economische motieven) een belangrijke rol
gespeeld in de opstand tegen Spanje, de Tachtigjarige Oorlog. Met geld kon echter veel
bereikt worden. Zo konden katholieken na betaling van steekpenningen gedaan krijgen
dat het houden van een mis (in een schuilkerk) oogluikend werd toegestaan, maar
openbare ambten waren voor hen onbereikbaar. Hetzelfde gold voor doopsgezinden en
voor joden.
De relatief grote verdraagzaamheid was niet geheel van principiële aard;
handelsbelangen en onverschilligheid speelden ook een rol. In ieder geval kwamen er
grote aantallen mensen die in omringende landen om hun religie vervolgd werden, naar
Nederland om daar in relatieve vrijheid te leven. Te denken valt aan de (vaak
gefortuneerde) joodse kooplieden uit Portugal (de sefardim). Uit Frankrijk kwamen, na de
intrekking van het Edict van Nantes in 1685 veel hugenoten en joden; velen van hen
waren gespecialiseerde handwerkslieden en geleerden. Dat de tolerantie niet
ongelimiteerd was ondervond filosoof Baruch Spinoza (1632-1677) - hij werd wegens zijn
opvattingen door de Joodse gemeenschap uitgestoten. Wijselijk liet hij zijn controversiële
Tractatus Theologico-Politicus anoniem in het Latijn verschijnen, en ook dat was niet
zonder risico. Radicale vrijdenkers als Adriaen Koerbagh kregen ook van overheidswege
met repressie te maken; hij eindigde zijn leven als dwangarbeider in het Amsterdamse
Rasphuis.‖
Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Gouden_Eeuw#Religie
50
Franse literatuur in de 17e eeuw
―De 17e eeuw begint in de Franse geschiedenis met de uitvaardiging van het Edict van
Nantes door Hendrik van Navarra in 1598, wat een einde maakte aan de
godsdienstoorlogen die Frankrijk in de voorgaande eeuw in de greep hielden, en eindigt
met het overlijden van Lodewijk XIV in 1715. Het is een stabiele periode in Frankrijk en
aan het einde van de eeuw is het land het machtigste in Europa. De Franse cultuur wordt
de dominante van Europa. Dat is ook te merken in de kunsten, en met name in de
literatuur. De Franse taal en literatuur werden gezien als belangrijkste bewijs van de
Franse superioriteit en elegantie, en maakte zo deel uit van de cultuur die over heel
Europa werd verspreid.
Ook in Frankrijk zelf genoot de taal veel aanzien. In 1635 werd de Académie française
opgericht, die zich bezighoudt met de correcte spelling van het Frans. In 1694 brengen
zij een woordenboek uit, de Dictionnaire de l'Académie française, die de norm in de
spelling voorschrijft. Deze norm is sindsdien nagenoeg onveranderd gebleven, zodat
eeuwenoude schrijvers zelfs makkelijk te lezen zijn voor het publiek van de 21e eeuw.
Naast een groot aantal stijlen en stromingen, zijn er twee stromingen die de Franse
literatuur in de 17e eeuw bepalen: het classicisme en de barok. De twee sloten elkaar
echter niet uit. Een aantal belangrijke schrijvers, onder wie Pierre Corneille, is in gelijke
mate beïnvloed door beide stromingen.
Aan het einde van de eeuw verdwijnen de bestaande stromingen in de Verlichting.
Lodewijk XIV, de Zonnekoning, zit dan al stevig in het zadel en Frankrijk is het
machtigste land van Europa geworden.
De barok is een stroming die uit Italië, en dan voornamelijk Toscane is gekomen met de
aankomst van Catharina de' Medici aan het Franse hof. Deze stroming is een reactie op
de sobere reformatie en bruist van het leven. Sensualiteit en frivoliteit staan centraal en
in de literatuur is dat terug te zien in stijlfiguren als elegante woordspelletjes. Het blijft
vrij onschuldig allemaal, de omgangsvormen in deze eeuw zijn erg streng vastgelegd,
maar het libertinisme hangt al wel in de lucht en er wordt al een groot aantal satirische
romans geschreven.
De Précieuses, vaak vrouwen van aristocratische afkomst die zich af willen zetten tegen
de ruwe omgangsvormen aan het hof van Hendrik IV en daarna dat van Lodewijk XIII,
zijn binnen de barok het meest op zoek naar verfijning en elegantie. Zij behoren tot de
Europese stroming van het maniërisme. Ze hebben een bijzondere aandacht voor
literatuur en houden zich daar voornamelijk mee bezig in de salons van Madame de
Scudérie en Cathérine de Rambouillet. Men heeft een grote voorkeur voor onalledaags
taalgebruik, als het gebruik van archaïsmen, neologismen of parafrases van hele zinnen,
en dit alles om maar geen gangbare woorden te hoeven gebruiken.
Twee thema's genoten de voorkeur van de Précieuses: de pastorale poëzie, die het
landleven verheerlijkte, en de liefde (onder andere de studie van de liefde en
heldendichten met een liefdesplot). Een van de belangrijkste werken is L'Astrée van
Honoré d'Urfée, dat tevens de eerste roman fleuve in de Franse literatuur is (meerdere
romans die in hetzelfde milieu spelen maar afzonderlijk gelezen kunnen worden).
51
De andere kant van de barok, die het plezier niet zoekt in de verfijning maar juist in de
aardse plezieren, is het libertinisme dat in de loop van de eeuw de kop opsteekt. Ze
hebben een hekel aan het gekunstelde en vormelijke van het maniërisme. Ze laten het
christendom los en neigen tot uitspattingen. Aan de andere kant verbinden zij de
humanisten uit de renaissance met de Verlichtingsfilosofen van de 18e eeuw. Meest
emblematisch voor deze levenshouding is Don Juan. Deze vorm van de barok zal het
langst meegaan, omdat het aansluit bij de opvattingen van de verlichting, waarin de
verheerlijking van het hemelse wordt opgegeven en gezocht wordt naar de beleving en
de verklaring van het aardse.
Het classicisme, over het algemeen meer bekend van de bouwkunst en de beeldende
kunst, betekent in Frankrijk een ware bloeiperiode van de literatuur. Het is een reactie op
de barok, in de ogen van de classicisten veel te betekenisloos en rommelig. De
classicistische literatuur staat onder directe invloed van de denkbeelden van Descartes
(Verhandeling over de methode, 1637), en Pascal (Pensées, eerste versie 1670). Binnen
het classicisme is de rede het hoogste goed.
De belangrijkste vorm van literatuur in deze tijd is niet het proza maar zijn
theaterteksten. Proza wordt gezien als een onzuivere vorm en romans worden
geassocieerd met de immorele précieuses.
Nicolas Boileau heeft de literaire esthetiek volgens deze denkbeelden beschreven in Art
Poétique. Hij baseert zich op de grote schrijvers en denkers uit de Klassieke oudheid en
dan met name Aristoteles. De theaterstukken moeten aan bijna mathematische regels
voldoen.
Het begrip vraisemblance, werkelijkheidsgelijkend, bepaalt de stijl, gebaseerd op
bienséance (kuis) en imitatie van de fysieke wereld. Het is niet belangrijk of de imitatie
ook daadwerkelijk op de fysieke wereld lijkt, zolang het publiek maar oordeelt dat het
lijkt. Om de werkelijkheidsgelijkenis van een stuk te vergroten, is er de regel van de drie
eenheden: het stuk dient te handelen over één actie, op één plaats in één dag.
Voor de thematiek wordt er vaak teruggegrepen op de Griekse en Romeinse oudheid.
Met name Griekse teksten zijn een dankbare inspiratiebron. Drie toneelschrijvers zijn
typerend voor de classicistische literatuur: Pierre Corneille, Jean Racine en Molière.
Corneille bevindt zich op het scharnierpunt tussen de barok en het classicisme. Er kan
dan ook gesteld worden dat zijn werk beide stromingen in zich verenigt. Van het
veertigtal werken dat hij geschreven heeft, zijn er een groot aantal gebaseerd op stukken
uit de Oudheid, waaronder Mélite, 1629; Médée, 1635; Œdipe, 1659 en Attila, 1667.
Maar hij inspireert zich verder ook op andere, minder oude, legendes, zoals in zijn
bekendste stuk, Le Cid, 1636. Een ander zeer bekend stuk van hem is L'illusion Comique,
1636.
Karakteristieken van Corneilles werk zijn: wilskracht en heldendom, integriteit, het
conflict tussen twee verschillende standpunten en de dichtheid en literaire kracht van zijn
teksten.
52
De specialiteit van Racine is de tragedie, met een duidelijke jansenistische invloed. Zijn
stukken handelen vaak over personages die bezeten worden door hun passies en zich in
situaties bevinden waarin dat onmogelijk is. Ook hij kiest hiervoor thema's uit de
oudheid, bijvoorbeeld Phèdre, 1677. Phèdre (Phaedra) is een koningin die in de ban raakt
van een onmogelijke liefde voor haar stiefzoon. Andere bekende stukken van de hand
van Racine zijn Andromaque, 1667 (over Andromache) en Britannicus, 1669.
Molière is bekend om zijn komedies. Niet alleen heeft hij ze zelf geschreven, maar met
zijn gezelschap voert hij ze ook op, waarbij hijzelf vaak de hoofdrol speelt. Dit deed hij zo
succesvol, dat zijn theatergroep zelfs het officiële gezelschap aan het hof van Lodewijk
XIV werd.
In tegenstelling tot zijn tijdgenoten laat hij zich niet inspireren door de Oudheid, maar
door de uit Italië overgewaaide commedia dell'arte. Zijn stukken voeren vaak 'typetjes'
op die uit deze theatervorm afkomstig zijn.
Deze personages worden beheerst door hun passies, zoals dat in de thematiek van het
classicisme normaal is. Bij Molière neemt dit echter komische vormen aan. Zo is Tartuffe
(1664) het archetype van de bedrieger. Meestal geven de titels van zijn stukken al aan
welke "passie" hij aan de kaak wil stellen: Le misanthrope ("de mensenhater", 1666),
L'avare ("de vrek", 1668), Le malade imaginaire ("de ingebeelde zieke", 1673).
Eenmaal werkzaam aan het hof, permitteert Molière zich zelfs maatschappijkritische
stukken te vertonen. In Les précieuses ridicules (1659) maakt hij de adellijke vrouwen
die zich met barokke literatuur inlaten belachelijk. Scherper zijn echter zijn aanvallen op
het generatieprobleem (in L'école des femmes, 1662, waarin vagelijk de verlichting al
aangekondigd wordt) en de geestelijkheid (in Tartuffe).
Ook de classicistische poëzie voldeed aan strenge regels. De belangrijkste dichter was
François de Malherbe.
De enige schrijver die voor deze stijl wel aanvaardbare proza schreef, was Madame de La
Fayette. Haar bekendste werk is La princesse de Clèves.
Een vorm van geschreven kunst die erg populair was bij de classicisten was die van de
maximes, aforismen of spreuken, en korte verhandelingen over moreel gedrag en
misstanden in de wereld. De meeste filosofen uit deze tijd en uit de Verlichting hebben
enkele bundels met dergelijke teksten gepubliceerd, sommigen hebben alleen deze
werken nagelaten. Schrijvers en denkers uit deze stroming worden de moralisten
genoemd. Dit moet echter niet verward worden met de moderne, Nederlandstalige
betekenis van het woord moralist. Deze moralisten stelden zich enkel tot doel het
beschrijven van de omgangsvormen en mores uit hun tijd, zonder daarover te willen
oordelen.
De belangrijkste moralistische schrijver is Blaise Pascal, die naast zijn belangrijke
theologische, natuur- en wiskundige werken als tijdverdrijf een aantal lichtere
moralistische werken geschreven heeft. Hoewel de meeste van zijn theoretische en
theologische werken niet tot de literatuur gerekend kunnen worden, kan dat van de
Lettres Provinciales wel worden gezegd. De Lettres zijn een aantal brieven waarin Pascal
53
zich voordoet als een provinciebewoner, die zich verbaast over de positie van de
jezuïeten. Op deze manier uit Pascal zeer duidelijke kritiek op deze orde, wat veel stof
deed opwaaien.
Een andere belangrijke moralist is Jean de La Fontaine, die zich voornamelijk bediende
van het genre de fabel. In deze fabels schetst hij bepaalde misstanden in de
maatschappij door als hoofdpersonen dieren te nemen. Veel van deze fabels zijn een
onderdeel geworden van de canon van de westerse literatuur, zoals De krekel en de mier
en De haas en de schildpad.
Schrijvers die met name bekend zijn geworden om hun aforismen zijn Nicolas Chamfort
en La Rochefoucauld. Ook Jean de la Bruyère heeft daar een groot aantal van
geschreven, maar deze laatste schrijver is met name bekend geworden door satirische
beschrijvingen van stereotiepe persoonlijkheden. Een laatste belangrijke moralist die
genoemd moet worden is Madame de Sévigné die in een aantal brieven wijze raad geeft
aan haar dochter.‖
Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Franse_literatuur_in_de_17e_eeuw
Theater in de 17e eeuw onder Lodewijk XIV
―By the 1660s, classicism had finally imposed itself on French theatre. The key
theoretical work on theatre from this period was François Hedelin, abbé d'Aubignac 's
"Pratique du théâtre" (1657), and the dictates of this work reveal to what degree "French
classicism" was willing to modify the rules of classical tragedy to maintain the unities and
decorum (d'Aubignac for example saw the tragedies of Oedipus and Antigone as
unsuitable for the contemporary stage).
Although Pierre Corneille continued to produce tragedies to the end of his life, the works
of Jean Racine from the late 1660s on totally eclipsed the late plays of the elder
dramatist. Racine's tragedies—inspired by Greek myths, Euripides , Sophocles and
Seneca -- condensed their plot into a tight set of passionate and duty-bound conflicts
between a small group of noble characters, and concentrated on these characters'
double-binds and the geometry of their unfulfilled desires and hatreds. Racine's poetic
skill was in the representation of pathos and amorous passion (like Phèdre 's love for her
stepson) and his impact was such that emotional crisis would be the dominant mode of
tragedy to the end of the century. Racine's two late plays ("Esther" and "Athalie") opened
new doors to biblical subject matter and to the use of theatre in the education of young
women.
Tragedy in the last two decades of the century and the first years of the eighteenth
century was dominated by productions of classics from Pierre Corneille and Racine, but
on the whole the public's enthusiasm for tragedy had greatly diminished: theatrical
tragedy paled beside the dark economic and demographic problems at the end of the
century and the "comedy of manners" (see below) had incorporated many of the moral
goals of tragedy. Other later century tragedians include: Claude Boyer , Michel Le Clerc ,
Jacques Pradon , Jean Galbert de Campistron , Jean de la Chapelle , Antoine d'Aubigny
54
de la Fosse , l'abbé Charles-Claude Geneste , Prosper Jolyot de Crébillon . At the end of
the century, in the plays of Crébillon in particular, there occasionally appeared a return to
the theatricality of the beginning of the century: multiple episodes, extravagant fear and
pity, and the representation of gruesome actions on the stage.
Early French opera was particularly popular with the royal court in this period, and the
composer Jean-Baptiste Lully was extremely prolific (see the composer's article for more
on court ballets and opera in this period). These musical works carried on in the tradition
of tragicomedy (especially the "pièces à machines") and court ballet, and also
occasionally presented tragic plots (or "tragédies en musique"). The dramatists that
worked with Lully included Pierre Corneille and Molière , but the most important of these
librettists was Philippe Quinault , a writer of comedies, tragedies, and tragicomedies.
Comedy in the second half of the century was dominated by Molière . A veteran actor,
master of farce, slapstick, the Italian and Spanish theatre (see above), and "regular"
theatre modeled on Plautus and Terence , Molière's output was large and varied. He is
credited with giving the French " comedy of manners " ("comédie de mœurs") and the
"comedy of character ("comédie de caractère") their modern form. His hilarious satires of
avaricious fathers, " précieuses ", social parvenues, doctors and pompous literary types
were extremely successful, but his comedies on religious hypocrisy (" Tartuffe ") and
libertinage (" Don Juan ") brought him much criticism from the church, and "Tartuffe"
was only performed through the intervention of the king. Many of Molière's comedies,
like "Tartuffe", "Don Juan" and the " Le Misanthrope " could veer between farce and the
darkest of dramas, and the endings of "Don Juan" and the "Misanthrope" are far from
being purely comic.
Comedy to the end of the century would continue on the paths traced by Molière: the
satire of contemporary morals and manners and the "regular" comedy would dominate,
and the last great "comedy" of Louis XIV's reign, Alain-René Lesage 's "Turcaret", is an
immensely dark play in which almost no character shows redeeming traits.‖
Select list of French theatre after 1659:
Molière (pseudonym of Jean-Baptiste Poquelin) (1622–1673)
o Les précieuses ridicules (comedy) - 1659
o L'Ecole des femmes (comedy) - 1662
o Tartuffe ou L'Imposteur (comedy) - 1664
o Don Juan ou Le festin de pierre (comedy) - 1665
o Le Misanthrope (comedy) - 1666
o L'Avare (comedy) - 1668
o Le Bourgeois gentilhomme (comedy) - 1670
o Les Fourberies de Scapin (comedy) - 1671
o Les Femmes savantes (comedy) - 1672
o Le Malade imaginaire (comedy) - 1673
Thomas Corneille (1625–1709) - brother of Pierre Corneille
o Timocrate (tragedy) - 1659, the longest run (80 nights) recorded of any play in
the century
55
o Ariane (tragedy) - 1672
o Circée (tragicomedy) - 1675 (cowritten with Donneau de Visé )
o La Devineresse (comedy) - 1679 (cowritten with Donneau de Visé )
o Bellérophon (opéra) - 1679
Philippe Quinault (1635–1688).
o Alceste (musical tragedy) - 1674
o Proserpine (musical tragedy) - 1680
o Amadis de Gaule (musical tragicomedy) - 1684, based on the Renaissance
chivalric novel
o Armide (musical tragicomedy) - 1686, based on Tasso 's Jerusalem Delivered
Jean Racine (1639–1699)
o Andromaque (tragedy) - 1667
o Les Plaideurs (comedy) - 1668, Racine's only comedy
o Bérénice (tragedy) - 1670
o Bajazet (tragedy) - 1672
o Iphigénie (tragedy) - 1674
o Phèdre (tragedy) - 1677
o Britannicus (tragedy) - 1689
o Esther (tragedy) - 1689
o Athalie (tragedy) - 1691
Jacques Pradon (1632–1698)
o Pyrame et Thisbé (tragedy) - 1674
o Tamerlan, ou la mort de Bajazet (tragedy) - 1676
o Phèdre et Hippolyte (tragedy) - 1677, this play, released at the same time as
Racine's, had a momentary success
Jean-François Regnard (1655–1709)
o Le Joueur (comedy) - 1696
o Le Distrait (comedy) - 1697
Jean Galbert de Campistron (1656–1723)
o Andronic (tragedy) - 1685
o Tiridate (tragedy) - 1691
Florent Carton Dancourt (1661–1725)
o Le Chevalier à la mode (comedy) - 1687
o Les Bourgeoises à la mode (comedy) - 1693
o Les Bourgeoises de qualité (comedy) - 1700
Alain-René Lesage (1668–1747)
o Turcaret (comedy) - 1708
Prosper Jolyot de Crébillon (1674–1762)
o Idoménée (tragedy) - 1705
o Atrée et Thyeste (tragedy) - 1707
o Electre (tragedy) - 1709
o Rhadamiste et Zénobie (tragedy) - 1711
o Xerxes (tragedy) - 1714
o Sémiramis (tragedy) -1717
Bron:
http://translate.google.be/translate?hl=nl&langpair=en%7Cnl&u=http://en.wikipedia.org/wiki/The
atre_of_France
56
Politiek onder Lodewijk XIV
―Toen Lodewijk XIV in 1661 zelf ging regeren, riep hij zichzelf uit tot koning bij de gratie
van God, plaatsvervanger van God op aarde; dit is het zogenaamde droit divin. Lodewijk
meende dat de koning boven de wet stond. Om dit te verklaren gebruikte hij ideeën van
het Romeinse recht, waarin dat vorstelijk absolutisme religieus verantwoord werd. De
theoloog Bossuet goot deze absolutistische theorie in theologische vormen, en werd
beloond met een schitterende carrière als bisschop.
Voor een eerste minister met een positie zoals Mazarin had gehad, was geen plaats. De
superintendent van Financiën, Nicolas Fouquet, die op die post gehoopt had, werd in de
plaats daarvan met hulp van Jean-Baptiste Colbert beschuldigd van verduistering,
waarna hij tot verbanning werd veroordeeld, hetgeen door Lodewijk werd omgezet in
levenslange gevangenisstraf. De koning regeerde alleen.
Onder
de
absolute
vorst
hadden
de
Franse
Parlementen
(geen
volksvertegenwoordigingen, maar (adellijke) rechtbanken, waarin de onderdanen konden
protesteren tegen koninklijke beslissingen), en de Staten-Generaal, in feite geen macht
en ook de ministers stonden volledig onder zijn gezag. Hij slaagde erin het
Remonstratierecht van de Parlementen op te schorten: de Parlementen konden nog wél
protesteren, maar pas ná de registratie van de koninklijke edicten. Vermoedelijk heeft de
traumatische ervaring van la Fronde, die deels in de Parlementen begonnen was, hierin
een belangrijke rol gespeeld: Lodewijk wilde voorkomen dat anderen ooit zo veel macht
zouden kunnen krijgen dat zij de rust in het koninkrijk konden bedreigen. Om zijn
absolute macht in veiligheid te stellen probeerde Lodewijk de adel, zijn voornaamste
binnenlandse rivaal, uit te schakelen. De adel diende voortdurend aan het hof aanwezig
te zijn; de belangrijksten kregen er appartementen. Hovelingen moesten optreden als
figuranten in ingewikkelde rituelen waarvan de koning het centrum was. Zij moesten zich
rond zijn persoon verdringen om titels, eerbewijzen, functies en geld te ontvangen.
Wegblijven kon het koninklijk ongenoegen opwekken. De zonen en dochters van de
beruchte "frondeurs" kibbelden wie het Koninklijk Ontwaken mocht bijwonen, wie het
Koninklijke Hemd mocht aanreiken en wie voorrang had, dat wil zeggen wie vóór wie in
de stoet mocht lopen. (Hierover werden processen gevoerd, door Saint-Simon tegen de
hertog van Luxemburg.)
Aan Lodewijk XIV wordt wel de uitspraak "L'état, c'est Moi" ("De Staat, dat ben Ik")
toegeschreven, maar dat is historisch niet juist.
Maar de koning heeft wel "Quand on a l'état en vue, on travaille pour soi" gezegd.
Bossuet stelde "tout l'état etst en lui". Een protestants criticus stelde in een pamflet dat
"Le Roi a pris la place de l'état". Hierin klinkt de kritiek dat de koning door zijn
autocratische bestuur de Franse constitutie schond.
Lodewijk werd ook met God vereenzelvigd. Hij was een "image vivante de Dieu". Hij
werd ook als de Heilige Lodewijk afgebeeld en zo in processies meegedragen. Deze
idolatrie werd in het buitenland, met name in Rome en in de protestantse naties,
afgekeurd. Als uitvloeisel van zijn met chrisma gezalfde koningschap ging Lodewijk na
zijn kroning ook de hand opleggen om huidziekten te genezen.
57
In 1671 werd Lodewijk XIV op een in Parijs geslagen penning voor het eerst "LOUIS LE
GRAND" genoemd. Het werd tijdens zijn regering gebruikelijk om de naam van de koning
en dit epitheton (eretitel) steeds in hoofdletters te drukken, ook wanneer de rest van de
tekst in onderkast (kleine letters) was gezet. Deze persoonsverheerlijking nam
gedurende de succesvolle periode van het regime tot ongeveer 1690 steeds grotere
vormen aan. De bijnaam "De Grote" beklijfde niet. Lodewijk wordt nog wel als "De
Zonnekoning" aangeduid. In Parijs herinnert het Lycée Louis-le-Grand aan de koning.
Veel van zijn monumenten werden in de Franse Revolutie verwoest.
Om zijn macht te versterken en de rust te bewaren gingen Lodewijk XIV en minister
Colbert per Edict van 1667 over tot een hervorming van de politie. Onder LuitenantGeneraal van Politie Gabriel Nicolas de La Reynie werden de vier concurrerende
politiemachten onder controle gebracht. Een netwerk van spionnen (mouches en
moutons) voorzag sindsdien de Franse koningen van informatie. La Reynie controleerde
met harde hand de drukpers en voerde de Lettres de cachet uit.
Het eerste deel van zijn regeerperiode werd Lodewijk XIV gezien als een heel goede
koning, die Frankrijk vooruit hielp op allerlei vlakken. De Hollandse Oorlog, die begon in
1672, brak uit omdat de Republiek weigerde mee te werken aan het plan van Lodewijk
om de Spaanse Nederlanden te verdelen tussen Frankrijk en de Republiek. (Al in de jaren
dertig had Frankrijk hierop aangedrongen, maar de Republiek had ook toen al liever een
bufferzone onder controle van het verzwakte Spanje dan een grens met het steeds
machtiger wordende Frankrijk.) Het jaar 1672 ging vooral wegens de Franse invasie als
Rampjaar voor de Nederlandse Republiek de geschiedenis in. Het stadhouderloze
regentenregime van Johan de Witt stortte in en prins Willem III van Oranje kwam als
stadhouder aan de macht. Hij zou de rest van zijn leven een anti-Franse politiek voeren.
Lodewijk bereikte in die oorlog het hoogtepunt van zijn macht, mede dankzij zijn
bekwame ministers Jean-Baptiste Colbert (financiën en handel) en de markies de Louvois
(defensie). Aan beide zijden hadden zowel protestantse als katholieke mogendheden hun
eigen redenen om mee te doen De Republiek kreeg voormalig aartsvijand Spanje nu
ineens als bondgenoot. Voor Engeland leek deze oorlog een geschikte gelegenheid om af
te rekenen met de belangrijkste rivaal ter zee, zodat de Derde Engels-Nederlandse
Oorlog tegelijk met de Hollandse oorlog uitbrak. Het Prinsbisdom Münster liep in 1674
over van het Franse naar het anti-Franse kamp. Bij de Vrede van Nijmegen in 1678 lijfde
Frankrijk de Franche-Comté in en speelde Lodewijk voor scheidsrechter tussen andere
Europese mogendheden. Rond 1681 veroverde hij de Elzas en in 1683 en 1684 had hij
succes met de veroveringen van een deel van de Spaanse Nederlanden. Lodewijk had
zich ondertussen in heel Europa wel de status van de grote boeman verworven,
waartegen steeds succesvollere coalities gesmeed zouden worden. Prins Willem III
speelde hierin een hoofdrol. Hij was bovendien betrokken bij de veroordeling van de
Spaanse mysticus Miguel de Molinos.
De laatste 25 jaar van zijn regering liepen de zaken daarom heel wat minder. De
Negenjarige Oorlog (1688-1697) barstte los, 'alleen maar' omdat Lodewijk zich bemoeide
met de opvolging van de bisschop van Keulen, die ook keurvorst van het Heilige Roomse
Rijk was. De Liga van Augsburg tegen Frankrijk kreeg hierdoor vaste vorm; deze bestond
uit maar liefst zeven mogendheden, waarvan drie protestants en vier katholiek. Hieruit
bleek eens temeer dat het beteugelen van de Franse hegemonie in Europa de hoogste
58
prioriteit had gekregen. Er werden vooral in de Zuidelijke Nederlanden en in het Duitse
Rijnland geweldige verwoestingen aangericht. De afloop, vastgelegd als de Vrede van
Rijswijk, werd als een gelijkspel beschouwd, dat zowel volgens Frankrijk als haar
vijanden een vervolg eiste. Dat vervolg kwam er dan ook, toen Lodewijk probeerde een
van zijn kleinzonen op de in 1700 vacant geworden Spaanse troon geplaatst te krijgen.
Frankrijks tegenstanders, zowel protestanten als katholieken, vreesden dat vereniging
van Frankrijk en Spanje zou leiden tot een geheel onbeheersbare hegemonie van
Frankrijk, waarmee de Spaanse Successieoorlog (1701-1713) onvermijdelijk werd. De
inmiddels ook koning van Engeland geworden stadhouder Willem III speelde hierin tot
zijn dood in 1702 weer de rol van tegenspeler van Lodewijk. In deze oorlog leed Frankrijk
vanaf 1704 een aantal zware nederlagen in veldslagen, wat het sinds 1643 niet meer
gewend was. Frankrijks hoofddoel in die oorlog, het verenigen van de Spaanse en Franse
kroon, werd niet bereikt al kwam Lodewijks kleinzoon, en daarmee een tak van het Huis
Bourbon, wel op de Spaanse troon als Filips V van Spanje. Alle oorlogvoerenden raakten
uitgeput, maar Frankrijk was nog steeds het machtigste land van Europa.
Het in 1707 verenigde Koninkrijk Groot-Brittannië was nog het minst tevreden; het had
zich tot belangrijkste rivaal van Frankrijk ontwikkeld, mede door het voortschrijdende
verval van Spanje en het beginnende verval van de Nederlandse Republiek.
Op religieus gebied probeerde de koning de Kerk in zijn macht te krijgen, en hij
versterkte het Gallicanisme, een doctrine die de Franse katholieke Kerk onafhankelijkheid
van de paus benadrukte. Hij bestreed afwijkingen zoals het Jansenisme en hij draaide de
(relatieve) religieuze tolerantie voor een groot deel terug. Een belangrijke stap in dit
verband was het herroepen van het Edict van Nantes in 1685, wat gepaard ging met
pesterijen (zoals dragonnades) van afwijkende stromingen en kerkgenootschappen. Veel
Hugenoten vluchtten naar de Nederlandse Republiek, Pruisen en de Palts. Om een eind te
maken aan de Jansenistische controverses in de Franse katholieke Kerk, drong de op zijn
eigen manier steeds vromer wordende koning bij paus Clemens XI aan het Jansenisme te
veroordelen, waarbij echter al te veel inmenging in de interne aangelegenheden van de
Gallicaanse Kerk vermeden diende te worden. Dit leidde in 1713 tot de bul Unigenitus.
Deze zaaide niettemin grote verdeeldheid in de Franse katholieke Kerk en verstoorde de
relatie met het Vaticaan. De aartsbisschop van Parijs, kardinaal Louis Antoine de Noailles,
die met het Jansenisme sympathiseerde, werd zelfs met afzetting bedreigd en ook de
relatie tussen Lodewijk en de Parlementen werd verstoord. Ten tijde van Lodewijks dood
in 1715 was de kwestie nog niet opgelost.
Lodewijks minister Colbert slaagde er door middel van zijn politiek van het mercantilisme
in de economische slagkracht van Frankrijk aanzienlijk te verbeteren ten opzichte van de
twee belangrijkste concurrenten, Engeland en de Nederlanden, destijds een machtige
handelsnatie. Desalniettemin leidden de dure hofhouding (zie onder) en de vele oorlogen
tot grote financiële problemen, zeker na Colberts dood in 1683.
Lodewijk liet bij zijn dood zijn land achter in een desastreuze toestand. De vele oorlogen
hadden aanvankelijk wel terreinwinst opgeleverd, maar er zat duidelijk een neerwaartse
trend in en het land was met een enorme schuld opgezadeld. De belastingheffing was
gebrekkig en onrechtvaardig: de adel en geestelijkheid betaalden vrijwel niets. Het
corrupte systeem belette goed bestuur, en bracht het volk soms op de rand van de
59
hongerdood. Een reeks van hongerwinters (onder meer in 1709) had de bevolking
gedecimeerd.
Ondanks vierenvijftig jaar autoritair bestuur was Lodewijk er niet in geslaagd de
saboterende en vaak opstandige Parlementen te hervormen.
De luxe van Versailles stak schril af tegen de situatie van het volk, waardoor aan het eind
van zijn bewind het gevoel overheerste dat Lodewijk te ver was gegaan in het gebruiken
van land en volk voor zijn persoonlijke eerzucht.
Samenvattend kan gesteld worden dat Lodewijks absolutistische manier van regeren niet
alleen maar negatieve gevolgen had. De hoge belastingdruk en de militaire nederlagen
waren voor Frankrijk toen nog wel overkomelijk. Frankrijk was nog niet zo uitgeput als
Spanje aan het eind van het bewind van Filips II. Het had een grotere veerkracht en zou
nog tot ver in de 19e eeuw een voortdurende bron van zorg voor andere Europese
mogendheden blijven. De kansen die Lodewijk XIV had laten liggen om de situatie recht
te trekken, beter te besturen en de Parlementen te verpletteren deden zich na zijn dood
nog steeds voor. Op zijn sterfbed biechtte hij toch nog één grote zonde op: "J'aimais trop
la guerre" (dat hij teveel van oorlog had gehouden). Lodewijk XIV werd opgevolgd door
zijn achterkleinzoon Lodewijk XV die nog maar 5 jaar oud was.‖
Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Lodewijk_XIV_van_Frankrijk#Politiek
60
Bijlage IV: Extra’s uit Wikipedia
Tartuffe (Originele titel: Le Tartuffe ou l’Imposteur) is een komedie van
Molière in 5 akten gecreëerd in het theater van het Palais Royal te Parijs op 12
mei 1664. Het onderwerp is een reactie op de opgang van de Compagnie du
Saint-Sacrement, een geheime religieuze orde van "devoten" opgericht in 1627
waarvan ook koningin-moeder Anna van Oostenrijk lid was.
Betekenis
Dit stuk behandelt reële onderwerpen die op zich nauwelijks amusant zijn:
schijnheiligheid, hypocrisie en religie maar ook tirannie, egoïsme en wat
tegenwoordig seksisme heet. De humor ligt vooral in de context waarin men
grote woorden als zonde, hel, verleiding, devotie, vergiffenis, liefdadigheid,
geweten en zegening hanteert. Molière levert in de eerste plaats gewaagde
kritiek op de clerus en dan met name op de Compagnie du Saint-Sacrement; de
meest godsdienstige personen in het stuk - Orgon en Mme Pernelle - zijn tevens
het meest naïef.
Voor het personage van de naïeve Madame Pernelle moet de auteur de koninginmoeder in gedachten hebben gehad, terwijl de koning via zijn vertegenwoordiger
model stond voor de deus ex machina die het verhaal tot een goed einde brengt.
Het personage van Tartuffe zelf was volgens Saint-Simon en Choisy gebaseerd
op Gabriel de Roquette (1623-1707), later bisschop van Autun.
Opvoeringen
In mei 1664 werd het stuk aan de koning voorgelegd, waarna de dévotes zeer
verontwaardigd reageerden. De Compagnie du Saint-Sacrement, die in het stuk
een aanval op de godsdienst zag, slaagde er dankzij haar invloed aanvankelijk in
het stuk te verbieden. In augustus 1667 probeerde Molière het stuk opnieuw te
presenteren onder de naam Panulphe ou l’Imposteur, maar ook deze versie werd
verboden en de aartsbisschop van Parijs, Hardouin de Péréfixe de Beaumont,
dreigde zelfs met de excommunicatie van iedereen die zou proberen het stuk op
te voeren of ernaar te kijken. Op 1 februari 1669, bijna vijf jaar na de eerste
creatie op 12 mei 1664 en drie jaar na het overlijden van de koningin-moeder op
20 januari 1666, werd het stuk uiteindelijk definitief door de koning
goedgekeurd.
Hoewel koning Lodewijk XIV Molière en zijn gezelschap door de band carte
blanche gaf, zag de auteur zich genoodzaakt het stuk minder scherp te maken,
tot de huidige versie uit 1667, die uiteindelijk in 1669 in eigen beheer werd
uitgegeven.
Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Tartuffe
61
Bijlage V: Vragenlijst voor het personage
1.
Wat is de naam van je personage?
2.
Wie ben je?
Vb. De man die altijd loopt. De vrouw die tegen de deur aanliep.
De cafébaas die iedereen kent.
3.
Heb je broers of zussen?
4.
Waar ben je geboren?
5.
Wat past het best bij je? Horen – zien – zwijgen?
6.
Je lievelingskleur? Waarom?
7.
Wat heb je altijd bij je?
8.
Wat is het mooiste moment van de dag?
9.
Kies: vierkant of cirkel?
10.
Wat zou je erg graag willen, maar weet je dat je nooit zal krijgen?
11.
Heb je ooit iets gedaan waar je je ongelooflijk voor schaamt?
12.
Maak volgende zinnen af:

Ik kan mooi …

Ik ben nog nooit …

Als ik droom dan droom ik van …

Ik wil nu …
13.
Kies: water – vuur – aarde – lucht
14.
Ben je ooit vernederd?
15.
Wat doe je altijd alleen?
16.
Wie is het sterkst mannen of vrouwen? Waarom?
17.
Kies: kat of hond?
18.
Wat maakt je bang?
19.
Welke kleur haat je? Waarom?
20.
Als je de stilte zou kunnen vastpakken, als het een ding zou zijn, wat zou het dan
zijn?
21.
Welke uitspraak van je vader kan je niet meer horen?
62
22.
Welke uitspraak van je moeder kan je niet meer horen?
23.
Voor welke fictieve figuur heb je bewondering?
24.
Je hebt altijd een schoendoos bij. Wat zit er in? Wat sleur je mee?
25.
Is er iemand van de ander personages familie van je? En welke relatie heb je dan?
26.
Wat is geluk?
27.
Waar wordt je droevig van?
28.
Wat durf je alleen maar in het donker vertellen?
29.
Wat is er mis met je? Volgens jezelf? Volgens je omgeving?
30.
Wat vind je een mooi woord? Waarom? Gebruik het in een zin.
31.
Welke plek op je lichaam mag niet aangeraakt worden?
32.
Wat is je grootste eigenaardigheid?
33.
Stel je mag een foto maken van jezelf, hoe moet die foto er uit zien?
Geef alle details: kleren die je draagt, wat heb je in je hand, hoe sta je, …
34.
Heb je ooit iemand dood gewenst? Wie? En had je aandeel in die dood?
63
Bijlage VI: Improvisatiekaartjes met plaatsen
Dierentuin
Woonkamer
Restaurant
Sauna
Fuif
Kelder
Begraafplaats
Kerk
Keuken
Strand
Vliegtuig
Kermis
Op straat
In de ruimte
Park
Bakker
School
Op de scène
Ziekenhuis
Politiekantoor
Pashokje
Kleerkast
Zolder
Tram
64
Bijlage VII: Scènes
EERSTE BEDRIJF
Scène I
(MEVROUW PERNELLE, ELMIRE, MARIANE, CLÉANTE, DAMIS, DORINE)
PERNELLE Ja, ik verlaat dit huis en ik ben kwaad!
Als ik iets uitleg wordt er niet geluisterd,
Geen grein respect… iedereen spreekt mij tegen.
Het is een janboel hier in huis, ik ga!
DORINE
Maar als u…
PERNELLE Meisje, gij hebt voor een meid
Veel te veel praat en brutaliteit!
DAMIS
Maar…
PERNELLE Gij, Damis, zijt in één woord een dwaas,
En ’t is uw grootmoeder die u dat zegt.
Ik heb mijn zoon, uw vader, vaak gezegd,
Dat ge een nietsnut zijt, dat ge niet deugt,
Dat hij met u niets dan ellende krijgt!
MARIANE
Ik vind…
PERNELLE Ochot, z’n zus, dat lieve kind,
Altijd zo argeloos, zo zacht en pril!
Maar stille waters hebben diepe gronden
En ge voert heimelijk vast iets in uw schild.
ELMIRE
Moeder…
PERNELLE Schoondochter, ‘k zeg u met permissie:
uw doen en laten is niet zoals ’t hoort.
Ge zou een voorbeeld voor hen moeten zijn
Zoals hun moeder was… Gij kunt alleen maar
Met geld smijten; het doet me pijn te zien
Hoe gij u kleedt als een vorstin. Als gij
Alleen uw eigen man behagen wou,
65
Dan hadt ge lak aan al die pronk en opschik.
CLÉANTE
Maar al met al…
PERNELLE U bent haar neef, meneer,
En als zodanig wil ‘k u respecteren,
Maar als ik in de plaats was van mijn zoon, Orgon,
Dan vroeg ik u hier uit de buurt te blijven:
Die levenslesjes waar u mee te koop loopt,
Die zijn, meneer, zonder meer immoreel!
Ik spreek vrijuit, dat ben ik zo gewend,
Mijn hart ligt op mijn tong.
DAMIS
Uw vriend, meneer Tartuffe, heeft het getroffen…
PERNELLE Tartuffe is een vroom man, een man van wijsheid,
En ik verdraag het niet, het maakt me razend,
Als hij kritiek krijgt van een dwaas als gij.
DAMIS
Moet ik verdragen dat zo’n huichelaar,
Zo’n zedenpreker ons de wet voorschrijft?
Dat hij ons elk pleziertje wil verbieden
Als hij er niet zijn zegen aan wil geven!
DORINE
Als ge die wijsheden van hem moet geloven,
Kunt ge niets doen zonder te zondigen.
Die vrome zeveraar keurt alles af.
PERNELLE Als hij iets afkeurt doet hij dat met reden.
Hij wijst de Weg Omhoog; mijn zoon moet zorgen
Dat gij allemaal hem in uw hart sluit.
DAMIS
Er is geen vader en geen macht op aarde
Die me daartoe kan pressen, ’t Zou verraad
Zijn aan mezelf als ik iets anders zei.
Ik moet hem nog maar zien of ‘k word al razend,
En als ’t zo doorgaat zie ik er van komen
Dat ‘k nog eens op de vuist ga met die zak.
DORINE
Er is geen mens die er iets van begrijpt:
Een onbekende die de baas komt spelen,
66
Een bedelaar die niet eens schoenen had,
Zijn hele plunje geen drie duiten waard…
En zo iemand is zo zichzelf vergeten
Dat ’t lijkt of hij hier heer en meester is.
PERNELLE God zij dank, alles zou beter zijn
Als gij u allemaal liet leiden door zijn vroomheid.
DORINNE
U ziet in hem een soort van heilige,
Maar het is allemaal schijnheiligheid.
PERNELLE Iedereen versmaadt hem en beschimpt hem.
Waarom? Omdat hij u de waarheid zegt,
Omdat hij al die zonde niet kan aanzien:
Hij laat zich leiden door de wil des Heren.
DORINE
Is het dan soms tegen de wil des Heren
Dat wij in eigen huis bezoek ontvangen?
Als we de laatste tijd visite kregen,
Dan ging hij als een razende tekeer.
Wat zou daar achter zitten? Volgens mij
(ze wijst op Elmire)
Is hij jaloers als anderen haar zien…
PERNELLE Zwijg toch, denk na en zeg die dingen niet.
Hij is het niet alleen die nijdig wordt
Van al die aanloop hier, al dat gedrang
De hele buurt spreekt er al schande van.
Goed, ik neem aan dat er niets schandelijks
Gebeurt, maar dat is niet waarom het gaat:
Waar het om gaat is dat er wordt gepráát.
CLÉANTE
U kan de mensen ’t kletsen niet verbieden.
Het zou een droevig leven zijn wanneer we
Uit vrees voor rare praatjes het gezelschap
Van onze beste vrienden moesten mijden.
En zelfs als ge zo ver zou willen gaan,
Dan brengt dat nog niet elke tong tot zwijgen.
Er is geen kruid gewassen tegen roddel;
Er niet op letten, dat is nog het best.
Als we onszelf niets hoeven te verwijten,
67
Laten die praatjesmakers dan maar praten.
DORINE
Die roddel komt toch van hiernaast, van Dafne,
En van dat sullig mannetje van haar?
Wie zelf een scheve schaats rijdt is altijd
De eerste om een ander zwart te maken,
Wat anderen doen, of in hún ogen doen,
Moet blijkbaar excuseren wat ze zelf doen,
En ze proberen onder ’t mom van onschuld
Hun eigen slinkse daden te maskeren.
PRENELLE Dat heeft er allemaal niets mee te maken;
Madame Orante leeft hoe dan ook een vroom,
Godvrezend leven en ik weet dat zij
Ook aanstoot neemt aan al dat komen en gaan.
DORINE
Een mooi gekozen voorbeeld, wat een vrouw!
’t Is waar, nu leidt ze een voorbeeldig leven,
Maar ’t is de leeftijd die er haar toe dwingt:
Haar zedigheid is tegen wil en dank.
Zolang ze in de smaak viel bij de heren
Leek het of zij er nooit genoeg van kreeg.
Maar nu de glans gedoofd is in haar ogen,
Nu zweert ze af wat haar heeft afgezworen:
En in haar rusteloze eenzaamheid
Ziet ze geen ander leven voor zichzelf
Dan een bestaan als preutse zedenpreekster.
Niet uit vroomheid, ’t is gewoon uit pure
Afgunst: als zij te oud is voor de liefde,
Dan mag een ander ook niet meer genieten.
PERNELLE Dat is een sprookje van het soort dat gij
Weet te waarderen, is het niet, Elmire?
En ik moet hier in huis mijn mond dichthouden,
Want als madame daar praat, stopt ze niet meer.
Toch zal ik u eens zeggen wat ik vind:
Ik zeg u dat mijn zoon zijn leven lang
Nog nooit zo wijs gehandeld had als toen hij,
Tartuffe, die vrome man, bij zich in huis nam,
En dat de hemel zelf hem heeft gestuurd
Om u van zinsverbijstering te genezen;
68
En dat het voor uw bestwil is om goed
Naar hem te luisteren, en dat hij niets
Veroordeelt als dat niet hoognodig is.
Als die visites, al die bals en al die feestjes,
Al dat geconverseer, ’t is uit den boze!
Hoort ge hier ooit een stichtelijk gesprek?
Nee, loze praatjes, zang en zotteklap.
(ze wijst op Cléante)
Kijk, kijk meneer heeft alweer binnenpretjes!
Als er te lachen valt, dan niet om mij!
(tot Elmire)
Adieu schoondochter, ‘k heb genoeg gezegd;
Uw huishouden kan mij gestolen worden
En ’t kan lang duren voor ge mij hier terugziet.
_______
EERSTE BEDRIJF
Scène VI
(ORGON, CLÉANTE)
CLÉANTE
Orgon, ze lacht u uit in uw gezicht,
En in mijn hart geef ik haar nog gelijk ook.
Ge hebt die gril echt veel te ver gedreven!
Is ’t mogelijk dat een man u zo betovert
Dat u al ’t andere voor hem vergeet?
Eerst hebt ge u hem kleren en geld gegeven
En nu is ’t al zo ver…
ORGON
Genoeg, Cléante.
Het gaat om iemand die ge niet eens kent!
CLÉANTE
Goed, ik geef toe, ik ken hem niet zo goed,
Maar ‘k kan vermoeden wat voor man het is.
ORGON
Cléante, als ge hem kende zoals ik,
Dan waart ge net zo in zijn ban geraakt.
Het is een man die… eh… kortom, een man…
Een echte man! Nu ik zijn lessen volg,
Voel ik een diepe innerlijke vrede
69
En zie ik hoe verrot de wereld is.
Ik ben een ander mens sinds ik hem ken:
Hij leert me om me nergens aan te hechten
En alle tedere banden af te kappen.
Nu ben ik al zover dat ik mijn moeder,
Broer, kinderen of echtgenote kan
Zien sterven zonder dat het me iets doet.
CLÉANTE
Man, zo te horen wordt gij nog een echte mens!
ORGON
Waart ge erbij geweest toen ‘k hem ontmoette,
Dan waart gij ook een vriend van hem geworden.
’t Was in de kerk; daar viel hij dagelijks
Vol ootmoed voor mij op zijn knieën neer.
Iedereen keek naar hem, zo vurig zond
Hij zijn gebeden naar de hemel op.
Hij zuchtte en steunde uit het diepste van
Zijn ziel en kuste nederig de grond;
En als ik wegging, rende hij vooruit
Om me een kruis met wijwater te geven.
Iemand die eigenlijk een leerling van hem is,
Vertelde me wat voor een man hij is
En van hun armoede. Ik gaf hem geld,
Maar hij was zo bescheiden in zijn wensen
Dat hij er telkens weer een deel van teruggaf.
‘Dat is te veel’, zei hij, ‘de helft te veel,
Ik heb uw medelijden niet verdiend.’
En als ik weigerde ’t geld terug te nemen,
Gaf hij het, waar ik bijstond, aan de armen.
De hemel zei me om die man in huis
Te nemen, en sindsdien gaat alles hier
Veel beter. Er is niets dat hem ontgaat:
Hij waakt over de eer van mijn Elmire,
Om mijnentwil vertelt hij wie naar haar
Durft lonken, hij lijkt tienmaal zo jaloers
Als ik. Ge gelooft het niet als ik vertel
Hoever hij in zijn ijver al gegaan is.
Wat voor een ander maar een bagatel is,
Dat rekent hij zichzelf als zonde aan.
Vorige week had hij weer iets misdaan
Waar hij verschrikkelijke spijt van had:
70
Onder ’t gebed kreeg hij een vlieg te pakken,
Die had hij in zijn woede doodgeknepen!
CLÉANTE
Orgon, speelt gij ’n spelletje met mij
Of zijt ge zot geworden? Wat bedoelt ge
Met dit rare verhaal: ’t bevalt me niets.
ORGON
En wat gij zegt riekt naar vrijdenkerij.
Ik dacht het wel, dat ge daarmee besmet waart.
Maar ík heb u gewaarschuwd: als ge zo
Doorgaat loopt het straks treurig met u af.
CLÉANTE
Denkt ge nu echt dat ge mij bang kunt maken?
Ik weet wat ik gezegd heb en ik hoef
Mij nergens voor te schamen: wij zijn niet
De dupe van die mooipraters van u:
Geloof kan, net als dapperheid, geveinsd zijn.
De grootste schreeuwers zijn daarom nog
Niet het dapperst in de strijd; zo is het ook
Met ware vromen die ons voorbeeld zijn,
Die hebben al die drukte echt niet nodig.
ORGON
Cléante, gij zijt vast een groot geleerde
Die alles weet wat er te weten valt;
Gij zijt het licht der wereld, een orakel;
Naast u en bij u vergeleken zijn
Andere mensen waardeloze dwazen.
CLÉANTE
Orgon, ik zeg niet dat ik zo geleerd ben;
Ik weet heel weinig, maar ik weet één ding:
En dat is echt en vals te onderscheiden.
Ik heb voor niets ter wereld zo’n respect
Als vroomheid waar ik echt in kan geloven,
En mijn bewondering kent geen grenzen voor
Het heilig vuur van een groot ideaal.
Maar er is niets dat ik zozeer afschuw
Als het vernisje van geveinsde vroomheid.
Er zijn bedriegers, charlatans, schijnvromen,
die, door eigenbaat gedreven,
Godsvrucht tot handelswaar hebben gemaakt,
Die op krediet en mooie baantjes azen
71
Met vals gelonk en stichtelijk gepraat,
Er zijn teveel van dat soort valse vromen,
Maar de echte zijn niet moeilijk te herkennen;
Die lopen niet zo met hun deugd te koop,
En hebben niet op iedereen kritiek.
Doen niet alsof ze ’t hemelse gerecht
Kunnen verbeteren. Díe mensen zijn
Een voorbeeld dat ik graag probeer te volgen,
Maar die Tartuffe van u, neem me niet kwalijk,
Is van een ander soort; gij gelóóft in hem,
Ge méént het, maar voor mij zijt ge verblind.
ORGON
Zijt ge nu uitgepraat, mijn beste vriend?
CLÉANTE
Ja.
ORGON
‘k Ben u zeer verplicht.
CLÉANTE
Orgon, wacht even.
Iets anders: ge hebt toch uw woord gegeven
Dat Mariane mag trouwen met Valère?
ORGON
Ja.
CLÉANTE
En de trouwdag was vastgesteld?
ORGON
Ja.
CLÉANTE
Waarom wordt die dag dan uitgesteld?
ORGON
Dat weet ik niet.
CLÉANTE
Hebt ge nu andere plannen?
ORGON
Misschien.
CLÉANTE
Wilt ge dan uw belofte breken?
ORGON
Dat zeg ik niet.
CLÉANTE
Er is toch geen beletsel
72
Waardoor ge u niet aan uw woord kunt houden?
ORGON
Dat ligt eraan.
CLÉANTE
Wees toch eens duidelijk!
Valère heeft me gevraagd om u te polsen.
ORGON
God zij geloofd.
CLÉANTE
Maar wat moet ik hem zeggen?
ORGON
Wat ge maar wilt.
CLÉANTE
Maar het is nodig dat
Ge me vertelt wat uw bedoeling is.
ORGON
Ik zal doen wat de hemel mij gebiedt.
CLÉANTE
Orgon, in ernst, ge hebt uw woord gegeven.
Komt ge daar nu op terug?
ORGON
Tot ziens, Cléante.
CLÉANTE
(alleen)
‘k Begin het ergste voor Valère te vrezen,
Ik moet hem zeggen wat hier gaande is.
_________
DERDE BEDRIJF
Scène VI
(ORGON, DAMIS, TARTUFFE)
ORGON
Oh God, ’t is toch niet waar! Moet ik dit geloven?
TARTUFFE Ja, broeder, ‘k ben bedorven, schuldig, slecht,
Een diep gezonkene, een poel van zonde.
Doortrapter mens dan ik heeft nooit bestaan,
Mijn hele leven was infaam en eerloos,
Alleen maar wandaden en smerigheid.
73
De hemel heeft deze gelegenheid
Gekozen om mij eindelijk te doen boeten.
Ondanks de ernst van de beschuldiging
Ontken ik niets, dat zou hovaardig zijn.
Geloof hem gerust, verzamel al uw woede
En jaag mij als een tuchthuisboef uw huis uit.
Met hoeveel smaad ik ook word overladen,
’t Is nooit genoeg, ik had nog meer verdiend.
ORGON
(tot zijn zoon)
Ellendeling, hoe durft ge met uw leugens
Een smet te werpen op zo’n zuiver mens?
DAMIS
Die huichelaar: hij hoeft maar wat te zalven
En u denkt dat ik lieg.
.
ORGON
Mond dicht,
Stuk vuil!
TARTUFFE Beschuldig hem niet valselijk!
Geloof toch wat hij zegt, uw vriendelijkheid
Verdien ik niet; hoe kunt gij weten waar
Ik toe in staat ben? Ge gaat af op mijn
Betrouwbaar uiterlijk, maar schijn bedriegt.
Ik ben de man niet die ik lijk te zijn.
Ik een fatsoenlijk mens? De waarheid is
Dat ik waardeloos en nietswaardig ben.
(tot Damis)
Mijn zoon, vertel het hem, zeg hem maar dat
Ik een ellendige verrader ben.
Scheld me maar uit voor dief en moordenaar
En al het ergste dat ge kunt bedenken,
Ik heb ’t verdiend, ik ben het er mee eens.
Geknield zal ik de schande ondergaan
Als straf voor alles wat ik heb misdreven.
ORGON
Broeder, genoeg!
(tot Damis)
Krijgt ge nog geen berouw,
Adder!
DAMIS
Dat hij u zo gemakkelijk
74
Omverpraat!
ORGON
Zwijg!
(hij helpt Tartuffe overeind)
Ik smeek u, broer, sta op…
(tot Damis)
Serpent!
DAMIS
Hij kan…
ORGON
Bek dicht!
DAMIS
Oh, ik word zot!
ORGON
Ik breek uw nek als ge nog één woord zegt!
TARTUFFE Beheers uw drift, broeder, in naam des Heren…
Liever doorsta ik zelf het zwaarste lijden
Dan dat ge hem om mijnentwil kastijdt.
ORGON
(tot Damis)
Rotzak!
TARTUFFE Laat hem! Moet ik het op mijn knieën
Afsmeken? Laat genade gelden…
ORGON
(die ook op zijn knieën valt en Tartuffe omhelst)
Ach!
Kunt ge dat menen?
(tot Damis)
Ziet ge nu zijn goedheid,
Stuk ongeluk!
DAMIS
Maar…
ORGON
Zwijg!
DAMIS
Maar ik…
ORGON
Zwijg, zeg ik!
Ik weet wel wat u drijft om over hem
Te liegen, ge haat hem allemaal.
75
Mijn eigen vrouw, de kinderen, de meiden,
Ze spannen allemaal tegen hem samen;
Zij grijpen schaamteloos elk middel aan
Om deze heilige van mij te scheiden.
Hoe meer gij probeert om hem hier
Vandaan te krijgen, des te meer zorg ik
Dat hij hier altijd blijft en des te sneller
Zal ik hem laten trouwen met Mariane.
Ik weet wel raad met al uw koppigheid.
DAMIS
Denkt u dat u haar dwingen kan?
ORGON
Jazeker,
Niksnut, nog deze zelfde avond.
Ik daag u uit, ge zult eindelijk weten
Dat hier gehoorzaamd wordt, dat ik de baas ben.
Herroep uw leugenpraat, en nu meteen,
Val op uw knieën, smeek hem om vergeving!
DAMIS
ORGON
Vergeving vragen aan zo’n charlatan…!
Gij weigert, smeerlap, durft gij hem
Beledigen!
(tot Tartuffe)
Hou me niet tegen!
(tot Damis)
Mijn huis uit, gij! En waag het niet
Hier nog een voet te zetten!
DAMIS
Goed, ik ga,
Maar ik…
ORGON
Weg, zeg ik. En vlug! ik spreek een vloek
Over u uit. Onterven zal ik u!
76
Bijlage VIII: Opdrachtenblad
Lees eerst goed alle opdrachten!
1. Schrijf je naam in de rechter bovenhoek van je blad.
2. Noteer de namen van de kinderen van Orgon.
…………………………………………………………………………………………
3. Bedenk een woord dat rijmt op Tartuffe……………………………………………
4. Hoe heet de dienstmeid van Mariane? ……………………………………………
5. Schrijf hier je mening over het stuk in 15 regels.
…………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………
6. Voer enkel opdracht 1 uit!
77
Bijlage IX: Samenvatting per scène
Synopsis:
Ondanks waarschuwingen van zijn schoonbroer Cléante en de dienstmeid Dorine,
valt de schijnheilige en onhandige Orgon (met zijn moeder, Mevrouw Pernelle)
voor de manipulatie van Tartuffe, die hem helemaal in zijn macht krijgt. Terwijl
Orgon zijn dochter Mariane ten huwelijk aanbiedt – die al verloofd is - probeert
Tartuffe ook Elmire te verleiden. Zoon Damis waarschuwt zijn vader, maar wordt
niet geloofd, onterfd en uit het huis gezet.
Pas als Elmire haar echtgenoot via een list weet te overtuigen dat zijn blind
vertrouwen wordt misbruikt (Orgon luistert mee onder de tafel terwijl Tartuffe zijn
vrouw probeert te verleiden), zet Orgon de valse devote aan de deur. Maar dan is
het eigenlijk al te laat. Tartuffe beschikt namelijk over schenkingspapieren en
compromitterende brieven waardoor het huis van hem is. Wanneer hij naar de
koning stapt om zijn rechten te laten gelden, maakt Tartuffe echter een fatale
inschatting. De koning blijft loyaal aan de getrouwen die hem eerder hebben
gediend, vergeeft Orgon zijn misstap en arresteert Tartuffe.
eerste bedrijf
Het stuk begint met het beladen vertrek van Mevrouw Pernelle, moeder
van Orgon, die teleurgesteld is en verontwaardigd om de levenswijze van
haar kinderen, schoondochter en schoonzoon. Deze akt begint met andere
woorden bij de chaos die Tartuffe gecreëerd heeft in deze kleinburgerlijke
familie. Vervolgens komt Orgon op. Emotioneel vertelt hij Cléante over
zijn eerste ontmoeting met Tartuffe en vraagt hoe het nu met hem is.
Cléante maakt zich echter zorgen over het huwelijk van Mariane en
Valère. Alleen Orgon en zijn moeder staan immers achter Tartuffe; de
anderen verdenken hem er (terecht) van hypocriet te zijn.
tweede bedrijf
Eigenlijk wil Orgon zijn belofte aan Valère breken en zijn dochter Mariane
met Tartuffe laten trouwen, hoewel Mariane dit zelf niet wil. Dit nieuws
veroorzaakt ruzie tussen beide geliefden, een ruzie die snel wordt opgelost
door dienster Dorine, die een plan heeft om de rust in het huis te
herstellen.
derde bedrijf
Tartuffe probeert Elmire te verleiden. Damis hoort vanuit een
aangrenzend vertrek het gesprek tussen hen en waarschuwt zijn vader.
Maar Damis wordt niet geloofd, doordat Tartuffe uitstekend de vermoorde
78
onschuld kan spelen. In plaats daarvan wordt Damis ervan beschuldigd
Tartuffe zwart te maken, onterfd en uit het huis gezet.
vierde bedrijf
Ondanks de protesten van zowel Cléante als Mariane probeert Orgon het
huwelijk tussen Tartuffe en zijn dochter te bespoedigen. Cléante dringt er
bij Tartuffe tevergeefs op aan te bemiddelen bij de verzoening tussen
Damis en Orgon. Tartuffe trapt in de list van Elmire en Orgon ontdekt dat
niet zijn zoon maar Tartuffe de bedrieger is.
vijfde bedrijf
Alleen Mme Pernelle gelooft nog in de goedheid van Tartuffe. Om zijn
schenkingspapieren te verzilveren, eist Tartuffe de arrestatie van Orgon,
als verrader van de koning; hij is in handen gekomen van een stel brieven
die een vogelvrij verklaarde vriend aan Orgon heeft geschreven. De deus
ex machina keert echter prompt de rollen om. Als beloning voor eerder
geleverde diensten vergeeft de koning Orgon de compromitterende
briefwisseling, verklaart de schenkingspapieren nietig en laat Tartuffe
arresteren voor eerder begane misdaden.‖
79
Webliografie
(alfabetische rangschikking)
http://faculty.gvsu.edu/websterm/Tartuffe.htm
http://nl.wikipedia.org/wiki/Tartuffe
http://novaonline.nvcc.edu/eli/eng252/tartuffestudy.htm
http://www.bookrags.com/studyguide-tartuffe/
http://www.cliffsnotes.com/study_guide/literature/Tartuffe-PlaySummary.id-128.html
http://www.cliffsnotes.com/study_guide/literature/Tartuffe-SummaryAnalysis-and-Original-Text-Scene-1.id-128,pageNum-7.html
http://www.cummingsstudyguides.net/Guides2/Tartuffe.html
http://www.enotes.com/tartuffe
http://www.music.umich.edu/performances_events/productions/past/0203/uprod-invalid.html
http://www.theatre-moliere.com/index.php
http://www3.uakron.edu/dtaa/pdf/Tartuffe_STUDY_GUIDE.pdf
80