Tartuffe - Theater aan de Stroom
Transcription
Tartuffe - Theater aan de Stroom
Lesmap - Tartuffe Theater aan de stroom – educatief Beste leerkracht Deze lesmap kan dienen als handleiding bij het verwerkingsproces van de voorstelling Tartuffe. U vindt in deze map enerzijds extra informatie en anderzijds hapklare verwerkingsopdrachten. De verwerkingsopdrachten zijn op hun beurt onderverdeeld per categorie. Er zijn opdrachten die de nadruk leggen op de personages, andere op de inhoud. Er kan ook gewerkt worden met het semiotisch analysemodel om diepgaander in te zoomen op deelaspecten van de theatervoorstelling. Eens u de structuur en opbouw van deze lesmap doorziet, kan u binnen de hoofdstukken oefeningen sprokkelen en zelf een aanbod op maat van uw leerlingen samenstellen. Naast de verwerking is er ook aandacht besteed aan hoe u de leerlingen kan voorbereiden op het theaterbezoek. Je kan oriënteren op auteur en tijdsgeest. Opdrachten om de historische context uit te klaren kunnen zeker zinvol genoemd worden. Ook aan afspraken die je met de leerlingen kan maken voor en tijdens een theaterbezoek werd gedacht. Graag benadruk ik hier nog even dat het de leerkracht is die het best aanvoelt welke oefeningen geschikt zijn voor de leerlingen. Deze lesmap is een zo ruim mogelijk dossier waarin voor ieder wat wils aangeboden wordt. Er werd aandacht besteed aan zowel achtergrondinformatie als didactische suggesties ter verwerking van de theatervoorstelling. U kan dus naar hartenlust een persoonlijk pakket samenstellen. Veel leesplezier ! TAS-educatief Medewerkers aan deze lesmap: Anne Leemans, stagiaire project kunstvakken, lerarenopleiding Karel de Grote-Hogeschool Anny Sempels, educatief medewerkster Theater aan de Stroom Ronny Smet, educatief eindverantwoordelijke Theater aan de Stroom Contact: [email protected] Tel.: 0472 22 26 70 2 Inhoudstafel Korte inhoud 5 Over Molière 6 Inleiding Leven en werk Stijl en thematiek Bibliografie 6 6 10 11 Over “Tartuffe” 12 Inleiding Controverse en erkenning Citaten uit Tartuffe 12 12 16 Thema’s 17 Religieuze hypocrisie tegenover echte christelijke deugd Obsessie en buitensporigheid tegenover rede en matigheid Trouw en toewijding tegenover ontrouw en verraad 17 18 18 Cast & Crew 19 Het theaterbezoek voorbereiden 20 De oriëntatiefase Personages - Stamboom Historische context – Voorbereidend groepswerk Semiotisch analysemodel 20 21 22 22 3 Het theaterbezoek 26 Het theaterbezoek verwerken 27 Personages – Stamboom Personages - Blind date Personages – Tartuffe Personages – Improvisatie Personages – Naspelen Inhoud – Tijdlijn Inhoud – Vragen Thema’s – Naïviteit Thema’s - Religieuze hypocrisie <-> christelijke deugd Thema’s – Hypocrisie Technische / Dramatische aspecten - Semiotisch model Technische / Dramatische aspecten - Maquette Nabespreking door zintuigen te prikkelen 27 35 36 38 38 40 41 41 42 42 43 43 44 Bijlagen 46 Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage 46 47 48 61 62 64 65 77 78 I: Affiche “Tartuffe” II : Personagekaartjes III: Een oriëntatie op de 17e eeuw IV: Extra’s uit Wikipedia V: Vragenlijst voor het personage VI: Improvisatiekaartjes met plaatsen VII: Scènes VIII: Opdrachtenblad IX: Samenvatting per scène Webliografie 80 4 Korte inhoud Het verhaal speelt zich af in het huis van de rijke Orgon. Samen met zijn vrouw en twee kinderen leeft hij vrij luxueus met het nodige personeel. Sinds kort heeft hij er een nieuwe huisgenoot bij, Tartuffe. Deze listige schurk heeft zich op slinkse wijze weten inwerken in het gezin. Hij stelt zich voor als geestelijke leidsman maar is in feite niets meer dan een hypocriete mooiprater. Orgon laat zich echter inpakken door zijn praatjes en is al snel verstrikt in Tartuffes net van leugens. Het gaat zelfs zo ver dat Orgon Tartuffe verkiest boven zijn gezin. Hij is zo in de ban van Tartuffe dat hij voorstelt om zijn dochter, Mariane met hem te laten trouwen. Dit is het keerpunt. De familie beseft dat er iets moet gebeuren. Ze bedenken een plan. Elmire, Orgons vrouw, was al te weten gekomen dat Tartuffe een oogje op haar had en dat besluit ze te gebruiken. Ze lokt Tartuffe naar het salon waar Orgon zich onder de salontafel schuilhoudt. Daar hoort Orgon met zijn eigen oren dat Tartuffe zijn vrouw het hof maakt. Op dat moment beseft hij dat hij zich in de luren heeft laten leggen. Ziedend van woede verbiedt hij Tartuffe ooit nog zijn huis te betreden. Maar Tartuffe zou Tartuffe niet zijn als hij hier niet was op voorzien. In een vroeger stadium had hij Orgon zo ver gekregen om hem enige erfgenaam te maken. Het hele huis staat dus op zijn naam. De rollen worden omgedraaid en het is Tartuffe die het gezin van Orgon op straat zet. Het stuk lijkt in mineur te eindigen tot een bode van de koning langskomt. Die is te weten gekomen wat er allemaal aan de hand was en omdat Orgon altijd trouw aan de koning was, wordt zijn trouw nu beloond. De koning laat Tartuffe arresteren. De schurk verdwijnt achter slot en grendel. Het kwaad is verdreven en het stuk eindigt met een vrolijke noot, een bruiloft tussen Mariane en Valère. “Tartuffe is jammer genoeg geen alleenstaand geval. Toen niet en ook nu niet. De frappante gelijkenis met wat er het afgelopen jaar in kerkelijke middens aan het licht is gekomen, heeft de programmatie van deze 350 jaar jonge komedie haast onontkoombaar gemaakt. Theater aan de Stroom zorgt voor een geactualiseerde versie van één van Molières grootste klassiekers.”1 1 Introductietekst op flyer “Tartuffe” uitgegeven door Theater aan de Stroom 5 Over Molière Inleiding Franse toneelschrijver en acteur Geboren op 15 januari 1622 te Parijs Overleden op 17 februari 1673 te Parijs "Ik wil me met de belachelijke trekjes van de mensheid bezighouden en de tekortkomingen van de wereld theatraal aangenaam verbeelden." "De taal is de mens gegeven om zijn gedachten te verbergen." Afbeelding 1: Molière 2 Molière verwierf bekendheid met satirische komedies. Zijn meest bekende werken zijn Dom Juan, Tartuffe en L'Avare (De Vrek). Zijn pseudoniem Molière zou afkomstig zijn van de Franse woorden "mot" (= woord) en "lierre" (= klimop) omwille van zijn vloeiende schrijfstijl. Leven en werk Molière wordt in januari 1622 geboren als Jean-Baptiste Poquelin. Hij is de zoon van een rijke Parijse koopman en hofstoffeerder. Als kind leert hij het theater kennen door zijn grootvader, die hem wekelijks meeneemt naar allerlei voorstellingen. Alles wijst erop dat Molière in de voetsporen van zijn vader zal treden. Aan het befaamde Jezuïetencollege van Clermont, in het gezelschap van zonen uit de hogere burgerij en de adel en vele latere libertijnse geesten, bestudeert hij de Griekse en Latijnse literatuur. Tijdens zijn rechtenstudies in Orléans (1640) ontmoet Molière de 23-jarige Madeleine Béjart, telg uit een vermaard acteursgeslacht en zelf een bekende actrice. Terug in Parijs wordt Molière een trouw bezoeker van de twee theaters van dat ogenblik, het Théâtre du Marais van Mondory en het gezelschap van Belleroze in het Hotel de Bourgogne. Waarschijnlijk neemt hij rond die tijd ook lessen bij de beroemde Italiaanse pantomimespeler Tiberio Fiorelli, bijgenaamd Scaramouche, 2 Afbeelding 1: Bron: http://www.theatre-moliere.com/index.php 6 die in 1640 naar Parijs gekomen is. In 1642 begeleidt Molière zijn vader op een reis naar de Languedoc. Het vermoeden is groot dat hij Madeleine Béjart hier opnieuw ontmoet, een ontmoeting die aanleiding geeft voor de gissing dat Molière de vader zou zijn van het kind dat Madeleine Béjart het jaar daarop zal baren. Dat kind is Armande Béjart, waarmee Molière in 1662 in het huwelijk treedt… Na het afronden van zijn rechtenstudie in 1642 richt Molière, in plaats van een voor hem weggelegde functie aan het hof te aanvaarden, zijn eigen theatergezelschap op. Op 30 juni 1643 zetten Molière, Madeleine en enkele andere Béjarts hun handtekening onder het stichtingsverdrag van het Illustre-Théâtre. 3 Afbeelding 2: Molière Vanaf 1644 speelt de groep in Parijs. Ook Molière acteert en heeft de leiding. Zijn talent blijkt echter nog onvoldoende gerijpt om tegen de concurrentie van de gevestigde gezelschappen op te kunnen. Hij neemt de toneelnaam Molière aan, want het theater loopt slecht en hij wil de naam van zijn familie hoog houden. Uiteindelijk doen de financiële problemen van het gezelschap hem zelfs in de gevangenis belanden. Na zijn vrijlating sluiten Molière en de zijnen zich aan bij een rondreizend gezelschap en trekt hij met zijn geliefde, de actrice Madeleine Béjart, en andere leden van zijn 'toneelfamilie' dertien jaar rond door het zuiden van Frankrijk. Molières leerschool binnen dit rondtrekkend theatergezelschap (hij was acteur, schrijver en tevens directeur) is hard maar grondig. Bij de kapper pikt hij het plaatselijke nieuws op en verwerkt dat in zijn teksten. In 1653 richt Molière opnieuw een eigen gezelschap op. Op het einde van de jaren '50 begint hij zelf komische eenakters te schrijven. In 1653 schrijft hij zijn eerste klucht, De verliefde dokter, die meteen veel succes heeft. Gestimuleerd door het succes van het gezelschap, zoekt Molière een zaal in Parijs. In 1658 wordt het Théâtre du Mariais gehuurd en komt het gezelschap onder de hoge bescherming te staan van de broer van Lodewijk XIV. In Parijs mogen enkel toneelgroepen optreden als de koning dat goedkeurt. In 1658 kan de groep van Molière terugkeren naar Parijs, omdat Philippe d'Orléans, de broer van Lodewijk XIV, het gezelschap heeft uitgenodigd voor een optreden. In oktober 1658 is het zover. Molières gezelschap speelt in Paleis het Louvre de tragedie Nicomède van Pierre Corneille, gevolgd door een kluchtig naspel. Dit optreden is niet alleen een Afbeelding 2: Bron: http://www.music.umich.edu/performances_events/productions/past/02-03/uprodinvalid.html 3 7 primeur voor het Parijse publiek, maar tevens voor de koning, die speciaal voor deze gelegenheid is uitgenodigd. Lodewijk vindt het kluchtig naspel zeer vermakelijk. Koning Lodewijk XIV geeft hen een theater en Molière legt zich naast acteren toe op toneelschrijven. In 1659 schrijft Molière de komedie Les Précieuses Ridicules. Dit stuk bestaat uit slechts één bedrijf. Het voldoet niet aan de regels van Aristoteles, maar het is spitsvondig en herkenbaar geschreven en het valt in de smaak bij het publiek. Les Précieuses Ridicules (De lachwekkende dames of De malle modieuze dames) is een parodie op de Parijse saloncultuur. Vanaf de eerste woorden spitst het publiek de oren. De parterre blijft schateren om de onnozele freules die Molière opvoert. De loges zwijgen. Het stuk wordt meteen verboden door de adellijke stadsbestuurders. Maar de koning besluit dat het, met enkele kleine wijzigingen en een vriendelijk woord vooraf, toch weer mag worden opgevoerd. Het Parijse publiek geniet van de stukken van Molière, die fel van leer trekt tegen de leugenachtigheid, zelfzucht en machtsspelletjes van zijn medeburgers. Hij doet dit echter op een manier die de menselijkheid van zijn veelal tragische karakters benadrukt. Het succes van Les Précieuses Ridicules in 1659 betekent de grote doorbraak voor de auteur en zijn 'Troupe de Monsieur'. Vanaf 1661 maken Molière en de componist Lully gezamenlijk hun zogeheten ballet-comédies (in het Frans 'comédies-ballets'). Dit zijn blijspelen waarbij, tussen de bedrijven van het eigenlijke toneelstuk, korte balletten worden uitgevoerd die het karakter hebben van een divertissement. Voor hun ballet-comédies - waarin, zoals bij Molière gebruikelijk is, allerlei zeden en gewoonten op een satirische manier worden afgeschilderd - schrijft Molière de dialogen en componeert Lully de muziek voor de dans-tussenspelen; voorts treden beiden hierin ook als dansers op, want Molière geldt eveneens als een bekwaam danser. De eerste balletkomedie van Molière en Lully is het stuk De brutale bemoeiallen (Les Fâcheux), dat in 1661 in première gaat. Op 26 december 1662 vindt in het Palais-Royal, inmiddels de vaste standplaats van het gezelschap, de première plaats van L'Ecole des femmes. Het stuk ontketent een rel omdat Molière er 2 steunpilaren van het christendom (het klooster en het huwelijk) in vraag stelt. Een groep fanatiekelingen, waarachter men de Confrérie du Saint-Sacrément, een machtige religieuze vereniging, kan vermoeden, wil het stuk laten verbieden. In datzelfde jaar trouwt Molière met de jonge dochter van Madeleine Bèjart, Armande. Molière heeft veel tegenstanders aan het hof, en rond zijn stuk Tartuffe (1664) breekt een rel uit. Opnieuw trekt de Confrérie tegen Molière ten strijde. Het stuk moet van de affiche gehaald en mag pas in 1669 in een aangepaste versie opnieuw vertoond worden. Hetzelfde lot ondergaat Dom Juan, dat na de creatie in 1665 wegens godslasterlijk van het repertoire moet verdwijnen. Het tij keert 8 echter: in 1665 verleent Lodewijk het gezelschap de naam Le Troupe du Roi en geeft hen daarmee 'persoonlijke bescherming'. Tevens wordt Molière ingezet als 'maître de plaisir' te Versailles. In 1665 wordt Molière ziek - hij zal nooit meer gezond worden. Bovendien is hij ongelukkig in zijn privéleven: zijn twee kinderen sterven en zijn vrouw Armande Béjart is in een aantal verhoudingen verwikkeld. Hij kan enkele maanden niet spelen en schrijft Le Misanthrope, waarin hij bij de creatie in 1666 zelf de rol van Alceste speelt. In De Misantroop wordt zijn komische levensopvatting somberder en zijn mensbeschouwing filosofischer. Eigenlijk is het een studie van de tegenstelling in de mens tussen zijn eigen persoonlijkheid en zijn behoeften als sociaal dier. De centrale figuur is Alceste bij wie de holle beleefdheid die gepaard gaat met sociaal leven woede en verveling opwekt; waarom, zo vraagt hij zich af, zou hij een slecht sonnet moeten prijzen waarover men hem zijn mening vraagt of buigen en glimlachen naar een man die hij niet meer wil ontmoeten? Tot zijn eigen afkeer voelt hij zich aangetrokken tot de jonge, vrolijke, kokette weduwe Célimène en het grootste deel van de komedie is hij bezig met het volgen van zijn afkeer van haar dwaasheden en zijn paradoxaal verlangen haar te bezitten. Daarmee contrasteert de goedgeluimde, inschikkelijke Philinte, die, ondanks de absurditeiten, bereid is de plichtplegingen te aanvaarden en te voldoen aan de gebruiken. Célimènes frivoliteit wordt uitvoerig getoond, maar zelfs het besef van haar kleingeestigheid kan zijn liefde voor haar niet stukmaken. Hij stemt toe haar te vergeven op voorwaarde dat ze hem volgt in de zelf gekozen eenzaamheid... Na Amphitryon, George Dandin en L'Avare (1668) volgen enkele balletkomedies, waaronder Le Bourgeois Gentilhomme en Psyché. Het beroemdste comédie-ballet van Lully en Moliere is wellicht 'Le Bourgeois Gentilhomme', (De burgerlijke edelman). Met 'Le Bourgeois Gentilhomme' neemt Molière net zoals in zijn andere stukken, de menselijke tekortkomingen op een luchtige manier op de korrel. Tegenwoordig wordt dit stuk gewoonlijk zonder dans uitgevoerd. Molières stukken hebben wisselend succes. Op 17 februari 1673 sterft hij, nadat hij is ingestort tijdens de vierde voorstelling van De Ingebeelde Zieke (Le Malade imaginaire), waarin hij de hoofdrol speelt. Men weigert hem een begrafenis in gewijde aarde, maar door ingrijpen van zijn beschermheer, koning Lodewijk XIV, kan hij uiteindelijk toch in ere begraven worden. 9 Stijl en thematiek Van Molières stukken zijn er 32 bewaard gebleven. Hij schreef uitsluitend blijspelen, die in drie groepen onder te verdelen zijn: • Kluchten, die veel te danken hebben aan de commedia dell'arte, zoals die in Parijs bekend was door de voorstellingen van de Comédiens ltaliens, een Italiaans commedia dell'artegezelschap dat met veel succes in Parijs speelde. • Comédies-ballets, een vorm van muziektheater waarbij gezongen en gedanst werd. De muziek hierbij werd geschreven door Lully. Molière probeerde de balletten ook in zijn andere stukken te integreren. De Ingebeelde Zieke is daarvan een goed voorbeeld. • De 'serieuze' blijspelen, zedenkomedies waarbij Molière vaak een menselijke zwakte tot uitgangspunt nam, zoals schijnheiligheid, gierigheid of hypochondrie. Deze vorm van sociale satire werd niet altijd als aangenaam ervaren door de wereld om hem heen. De zwakheden en de slordigheid van stijl, die vele stukken vertonen, zijn voornamelijk een gevolg van de haast waarmee ze zijn geschreven, omdat ze voor een bepaalde gelegenheid klaar moesten zijn; in tal van komedies echter toont Molière zijn gevoeligheid voor de nuances van het Franse vers. Ook als acteur en regisseur had hij grote gaven. De precisie van zijn mises-en-scène, waarbij iedere beweging telde, werd door zijn tijdgenoten zeer bewonderd. Molière wordt algemeen beschouwd als de grootste Franse komedieschrijver. Molière bouwde zijn werken steeds op volgens eenzelfde stramien: het hoofdpersonage is telkens een geobsedeerd man. Nu eens wordt hij geplaagd door zijn gierigheid (in De Vrek), dan weer door zijn innige wens ooit tot de adel te behoren (De burgerlijke edelman), een andere maal gooit hij zich in wat hij aanneemt devotie te zijn (Tartuffe) of kennis (Les Femmes Savantes). In De Ingebeelde Zieke tenslotte lijdt hij in hoge mate aan hypochondrie. Steeds weer is hij in feite het slachtoffer van zijn eigen waanbeeld. Dit is op zichzelf reeds een tragische toestand, ware het niet dat de geobsedeerde bovendien niet aan de neiging kan weerstaan alles en iedereen op te offeren aan dit idée fixe. Dit type vader zadelt zijn kinderen steeds weer op met huwelijkskandidaten die tegemoetkomen aan zijn eigen obsessie. Zo wil Argan (De Ingebeelde Zieke) zijn dochter uithuwelijken aan de belachelijke Thomas Diafoirus, wat neerkomt op een kostenbesparende investering op lange 10 termijn: met een dokter-schoonzoon aan de hand, komt men door gans ziektenland. In Le Bourgeois Gentilhomme is de dochter voorbestemd om te huwen met een 'man van stand'. De andere Molière-vaders zijn al geen haar beter… Bron: www.kunstbus.nl Bibliografie • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • Le Médecin volant (1645) La Jalousie du barbouillé (1650) L'Étourdi ou les Contretemps (1655) Le Dépit amoureux (1656) Le Docteur amoureux (1658), deze tekst is verloren gegaan, gespeeld voor Lodewijk XIV Les Précieuses ridicules (1659) Sganarelle ou le Cocu imaginaire (1660) Dom Garcie de Navarre ou le Prince jaloux (1661) L'École des maris (1661) Les Fâcheux (1661) L'École des femmes (1662) La Jalousie du Gros-René (1663), tekst verloren gegaan La Critique de l'école des femmes (1663) L'Impromptu de Versailles (1663) Le Mariage forcé (1664) Gros-René, petit enfant (1664), tekst verloren gegaan La Princesse d'Élide (1664) Tartuffe ou l'Imposteur (1664) Dom Juan ou le Festin de pierre (1665) L'Amour médecin (1665) Le Misanthrope ou l'Atrabilaire amoureux (1666) Le Médecin malgré lui (1666) Mélicerte (1666) ; Pastorale comique (1667) Le Sicilien ou l'Amour peintre (1667) Amphitryon (1668) George Dandin ou le Mari confondu (1668) L'Avare ou l'École du mensonge (1668) Monsieur de Pourceaugnac (1669) Les Amants magnifiques (1670) Le Bourgeois gentilhomme (1670) Psyché (1671) Les Fourberies de Scapin (1671) La Comtesse d'Escarbagnas (1671) Les Femmes savantes (1672) Le Malade imaginaire (1673) Bron: Wikipedia. 11 Over “Tartuffe” Inleiding Tartuffe is Molières bekendste stuk over schijnheilige bedriegers en naïeve goedzakken. Met 'Tartuffe' wilde Molière afrekenen met de hypocrisie in het wereldje rondom hem. Als vriend aan het hof van Lodewijk XIV kreeg hij dagelijks te maken met hofintriges en schijnvromen. Molière had uiteraard nu en dan zijn problemen aan het hof. Toen hij 'Tartuffe' geschreven had moest hij het maar liefst drie keer herschrijven voor hij het mocht laten opvoeren. Dit kwam voornamelijk door de verwijzingen naar de geestelijkheid met Tartuffe als symbool voor de sluwe, gemene, valse en zelfs geile kant van de clerus in de 17e eeuw. Tartuffe is een schijnheilige bedrieger. Door te liegen en zich als geestelijke te gedragen wint hij al snel het vertrouwen van de naïeve Orgon, een lid van de Parijse bourgoisie. Tartuffe krijgt Orgon zo ver, dat hij hem zijn dochter en huis schenkt. Blind voor de waarschuwingen van zijn huisgenoten loopt Orgon in de val. Wanneer zijn vrouw, Elmire, een valstrik spant voor Tartuffe, ziet Orgon het ware gelaat achter het masker. Te laat? Molière schreef voor dit stuk twee einden: De hele familie wordt opgesloten en Tartuffe krijgt alle bezittingen van Orgon. Tartuffe wordt door de koning ontmaskerd als misdadiger en opgesloten. Orgon wordt in ere hersteld en krijgt al zijn bezittingen terug.‖ Bron: http://wijsheden.net/nl/auteur/moliere/biografie Controverse en erkenning Tijdens zijn leven kende Molière grote populariteit bij het publiek. Hij stond onder de persoonlijke bescherming van koning Lodewijk XIV, maar was tegelijk slachtoffer van de censuur. Sommige van zijn grootste werken werden verboden en hij ondervond strenge veroordeling van de kant van de kerk en het burgerlijk bestuur. Molière had ook een grote internationale reputatie gedurende zijn leven en zijn stukken werden opgevoerd in Engeland, Duitsland en Nederland. Margaret Webster heeft in ―An Introduction to Molière‖ (1950) zijn blijvende literaire betekenis beschreven en stelde dat hij in zijn eigen taal een even overweldigende figuur was als Shakespeare in het Engels. De oorspronkelijke opvoering van ―Tartuffe‖ in 1664 lag aan de basis van een vijf jaar durende controverse waarbij de Franse koning, het stadsbestuur van Parijs, 12 de katholieke autoriteiten , het gewone publiek en zelfs Molières eigen bekende theatergezelschap betrokken waren. Als de moderne lezer de impact van dit stuk op het oorspronkelijk publiek wil leren kennen, loont het de moeite om de omslachtige weg die ―Tartuffe‖ aflegde van bittere controverse tot immense populariteit even in detail te bekijken. ―Tartuffe‖ werd voor het eerst opgevoerd als een toneelstuk in drie bedrijven voor koning Lodewijk XIV gedurende een grote festiviteit in het paleis van Versailles. Hoewel de koning zelf tevreden was over het stuk en het niet als aanstootgevend beschouwde, werd hij onder druk gezet door machtige religieuze groeperingen om verdere opvoeringen van het stuk te verbieden. 4 Afb.3: Tartuffe-uitgave uit 1669 door Molière zelf Het stuk werd een paar maanden later opnieuw gehekeld door de voorzitter van het Parijse Parlement en niet lang daarna door de aartsbisschop van Parijs. Gertrud Mander geeft in ―Molière‖ (1973) commentaar op deze aanklachten: De hoogste wereldlijke machten beschouwden “Tartuffe” als een zeer gevaarlijke zaak, een revolutionair document dat bij het Parijse theaterpubliek revolutionaire ideeën zou opwekken tegen de staat en de godsdienst en zo de gevestigde orde zou bedreigen. Verdere pogingen van Molière om ―Tartuffe‖ op het toneel te brengen stuitten telkens weer op een verbod, zowel bij de overheidsinstanties als bij de kerkelijke autoriteiten. In 1667, voerde het Théâtre du Palais Royale een herwerkte versie op in vijf bedrijven onder de titel ―L’Imposteur‖. 4 Afbeelding 3: http://nl.wikipedia.org/wiki/Tartuffe 13 Anna van Oostenrijk, de koningin-moeder wist de publicatie van Le Tartuffe jaren te vertragen Lodewijk XIV geeft op 1 februari 1669 toestemming tot publicatie, drie jaar na overlijden van zijn moeder en 5 jaar na de eerste creatie. 5 Afb. 4 en 5 Maar, aangezien de koning op dat ogenblik voor een militaire operatie afwezig was, verboden het hoofd van de politie en de aartsbisschop het stuk, sloten het theater en dreigden met excommunicatie voor iedereen die er naar ging kijken. Molière verdedigde zijn stuk onbevreesd door een publieke brief te schrijven en brieven naar de koning te sturen, waarin hij pleitte voor de toestemming om zijn stuk te spelen. Pas in 1669 werd het verbod opgeheven en kende het stuk een enorm succes, zowel hij het theaterpubliek als in de gedrukte versie. ―Tartuffe‖ werd het grootste financiële succes in de carrière van Molière. Meer dan drie eeuwen internationale erkenning hebben een massa kritieken opgeleverd over het werk van Molière. Na zijn dood ging de discussie dikwijls over de autobiografische elementen in zijn werk, met name over de parallellen tussen zijn eigen leven en carrière met die van zijn hoofdrollen. Later ging het vooral over de vraag in hoeverre Molière een morele boodschap met zijn stukken wilde overbrengen en zo ja, welke die dan was. Een belangrijk keerpunt in de kritiek over Molière kwam tot stand in het midden van de twintigste eeuw, toen de nadruk gelegd werd op Molière als toneelschrijver en niet perse als moralist. Andere critici in de tweede helft van de twintigste eeuw deden onderzoek naar de sociale en politieke context van de zeventiende eeuw om de stukken van Molière toe te lichten. Hallam Walker beschreef de kritiek op de auteur in ―Molière‖ (1990) als een amalgaam van benaderingen doorheen de twintigste eeuw, zodat vandaag ―onderzoek gedaan wordt naar Molière in de komische traditie, in het klimaat van zijn tijd, als een commentator op de menselijke natuur en een schepper van theater‖. 5Afb.4en5: bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Tartuffe Meer dan drie eeuwen na de oorspronkelijke voorstelling is ―Tartuffe‖ een wereldberoemd meesterstuk van Frankrijks grootste komische toneelauteur en blijft het één van zijn meest opgevoerde stukken.‖ Walker beschrijft de blijvende aantrekkingskracht van ―Tartuffe‖ als stuk dat hardnekkige universele thema‘s behandelt: Het onderwerp van ―Tartuffe‖ was controversieel in 1664 en is vandaag niet minder interessant en stimulerend omdat we het werk niet kunnen bekijken of lezen zonder ons bewust te worden van de juistheid van de voorstelling van de effecten van geloof, liefde, lust en macht op de mens. 6 7 6 7 Afb.6: Tartuffe T-shirt created by Loriramay Afb.7: Le Tartuffe, cover van de uitgave van 1669 door Molière Afb. 6: Bron: http://www.zazzle.com/tartuffe_by_moliere_tshirt-235799292289086036 Afb. 7: Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Tartuffe 15 Citaten uit Tartuffe (Engelstalige bron: lessuggestie; laten vertalen) One is easily fooled by that which one loves. You are a fool in three letters, my son. There is no rampart that will hold out against malice. Those whose conduct gives room for talk Are always the first to attack their neighbours. And knowing money is a root of evil, in Christian charity, he'd take away whatever things may hinder your salvation. A woman always has her revenge ready. Heaven forbids, it is true, certain gratifications, but there are ways and means of compounding such matters. The envious will die, but envy never. Although I am a pious man, I am not the less a man. To create a public scandal is what's wicked; To sin in private is not a sin Bron: http://www.literary-quotations.com/t/tartuffe.html 8 Afb.8:Le Tartuffe The English (and French) word hypocrite comes from the Greek word hypokrites, meaning "actor." For the original French audience the name Tartuffe probably suggested the French word truffe, or "truffle," which is slang for "big nose" or "fool." The verb truffer means "to stuff" or "to cram." Molière's play has been so popular over the years that Tartuffe's name has entered the modern French language as the word tartufe, which means "false devotion" or "hypocrisy." 9 8 9 Afb.8: Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Tartuffe Bron: http://en.wikipedia.org/wiki/Hypocrisy 16 Thema’s Religieuze hypocrisie tegenover echte christelijke deugd Het centrale thema van ―Tartuffe‖ is het tonen van religieuze hypocrisie in tegenstelling tot ware christelijke deugd. Tartuffe is een hypocriet omdat hij zich oppervlakkig voordoet als een man van extreme vroomheid en religieuze devotie, terwijl hij heimelijk een leven van misdaad en immoreel gedrag leidt. Doorheen het stuk, noemen verscheidene figuren Tartuffe een hypocriet en zien ze duidelijk in dat hij niet toepast wat hij predikt. Zo zal Tartuffe bij voorbeeld zijn knecht opdragen aan iedereen te verkondigen dat hij zich bezighoudt met liefdadigheid tegenover de armen en verworpenen, terwijl hij in werkelijkheid bezig is met het verleiden van de vrouw van zijn vriend. Tartuffe legt ook met veel uiterlijk vertoon van vroomheid aan iedereen in de huishouding op hoe ze zich moeten gedragen en beroept zich daarbij op zijn zogenaamde morele autoriteit. In tegenstelling tot het hypocriete gedrag van Tartuffe i.v.m. vroomheid, toont Molière ook een figuur met ware christelijke deugd in het karakter van Cléante. Doorheen het stuk verkondigt Cléante zijn ideeën over christelijke deugd tegenover religieuze hypocrisie. Cléante wijst Orgon erop dat er vele mensen zijn die een waar deugdelijk leven leiden zonder dat ze de noodzaak voelen aan anderen te bewijzen hoe vroom ze zijn. ―De ware vrome zielen .. zijn niet diegenen die er een grote show van maken‖, beweert Cléante. Hij voegt eraan toe dat ―echte vroomheid niet moeilijk te herkennen is‖; hij beschrijft echte moreel hoogstaanden als mensen die niet met hun devotie te koop lopen, maar in de praktijk brengen waar ze voor staan, in die zin dat ze oordelen met mededogen en de mensen ,een goed hart toedragen. Het enige wat zij nastreven is het leiden van een deugdelijk leven. Cléante voegt eraan toe dat hij er geen behoefte aan heeft van zijn devotie een vertoning te maken voor anderen want ―God ziet mijn hart‖. In de laatste scènes, toont Cléante opnieuw zijn diep doorvoelde toewijding tot christelijke moraal, in het bijzonder de waarde van vergiffenis. Als Orgon hoort dat Tartuffe aangehouden is voor een lange reeks misdaden, wil hij Tartuffe zien lijden omwille van zijn verraad. Het is Cléante die Tartuffe onderbreekt om hem erop te wijzen dat hij geen wraak op Tartuffe moet willen nemen, maar moet hopen dat Tartuffe berouw heeft van zijn zonden en zelfs zou moeten hopen dat Tartuffe een lichtere straf krijgt van de koning. Op die manier verwoordt Cléante de boodschap van het stuk i.v.m. het verschil tussen het leiden van een echt deugdelijk leven en dat van een religieuze hypocriet die niet toepast wat hij predikt. 17 Obsessie en buitensporigheid tegenover rede en matigheid Dit vormt een belngrijk theama in het stuk. Tartuffe is zelf een figuur die de gevaren van buitensporigheid belichaaamt; hij wordt voorgesteld als een veelvraat die zonder mate eet en drinkt op de kosten van een ander. Orgon is ook buitensporig, maar zijn overdrijving neemt de vorm aan van een obsessie. Orgon raakt zo bezeten van Tartuffe dat hij elke zin voor rede verliest, met als gevolg dat hij bijna zijn familie te gronde richt. Zelfs als Orgon de ware natuur van Tartuffe , een valse hypocriet, ontdekt, is zijn eerste reactie extreem: hij bepaalt dat hij nooit nog een ander mens zal vertrouwen en dat hij iedereen die beweert deugdzaam te zijn zal vervloeken. Cléante daarentegen vertegenwoordigt de stem van de rede als hij Orgon duidelijk maakt dat matigheid altijd beter is dan extremen. Hij zegt tegen Orgon: ―U bent nooit tevreden met matigheid … u fladdert voortdurend van het ene uiterste naar het andere.‖ Cléante geeft Orgon de raad dat zijn ervaring met Tartuffe er niet moet toe leiden dat hij alle mensen die deugdelijk zijn moet vervloeken, maar in tegendeel moet proberen alle extreem gedrag te vermijden en minder impulsief te handelen en te oordelen. Wat religieuze hypocrisie betreft, verwoordt Cléante de belangrijkste boodschap van het stuk, nl. dat matigheid en rede altijd beter zijn dan extremen of obsessies. Trouw en toewijding tegenover ontrouw en verraad Dit vormt een ander thema in ―Tartuffe‖. Tartuffe verraadt het vertrouwen en de vriendschap van Orgon op elke mogelijke manier. Orgon biedt Tartuffe zijn vriendschap, zijn huis, zijn voedsel, zijn vertrouwen, zijn fortuin en zijn dochter aan. Tartuffe gebruikt Orgon voor eigen materieel en sociaal profijt. Tartuffe misbruikt de vrijgevigheid en toewijding van Orgon door te proberen zijn vrouw te verleiden, zijn bezit in handen te krijgen en hem te laten arresteren. Onder invloed van Tartuffe, verraadt Orgon zelfs tijdelijk zijn eigen familie; Orgon verraadt zowel Mariane als Valère door hun verloving, waarin hij aanvankelijk toestemde, te verbreken om Mariane met Tartuffe te laten trouwen. Valère belichaamt trouw, toewijding en vriendschap. Valère toont zijn grote toewijding en loyaliteit tegenover Orgon wanneer hij een groot persoonlijk risico loopt om Orgon te redden van arrestatie. Valère komt naar Orgons huis met een koets en raadt hem aan onmiddellijk te vluchten om arrestatie te vermijden. Hij geeft Orgon ook een grote som geld om zijn vlucht te vergemakkelijken en belooft hem mee te gaan op zijn tocht. Valère riskeert zelf gearresteerd te worden door Orgon in strijd met de wet te helpen. Op het einde van het stuk, verkondigt Orgon dat hij Valère zal belonen voor zijn ―ware toewijding‖, door zijn huwelijk met Mariane te regelen. Het thema van de trouw komt ook tot uiting in verband met het respect dat Orgon toont voor de koning. Op het einde van het stuk krijgt Orgon van de 18 koning gratie voor het verbergen van de kist met documenten, omdat hij gedurende de burgeroorlogen (bekend als ―de Fronde‖) dapper gevochten heeft aan de zijde van de koning. Zodoende wordt Tartuffe op het einde gestraft voor zijn verraad van Orgon; Orgon en Valère worden beloond voor hun trouw en toewijding.‖ Cast & Crew Personages MEVROUW PERNELLE, moeder van Orgon Gerda Marchand ORGON, echtgenoot van Elmire Frans Maas ELMIRE, tweede vrouw van Orgon Anneleen Cooreman DAMIS, zoon van Orgon Koen Vijverman (understudy: Nicolas Dillen) MARIANE, dochter van Orgon, verliefd op Valère Pascale Wouters VALERE, verliefd op Mariane Thomas Claessens CLÉANTE, neef van Elmire Ludo Hellinx TARTUFFE, schijnvrome Bob Snijers DORINE, meid van Mariane Magda Cnudde MIJNHEER LOYAL, deurwaarder Bross Verplancke Crew REGIE Bob Snijers DRAMATURGIE Benjamin Van Crombrugge SCENOGRAFIE & LICHTONTWERP Marc Cnops KOSTUUMS Annie Bruyndonckx PRODUCTIEASSISTENTIE Hilda Hofman Het stuk speelt ten huize van Orgon. vertaling: Peter Verstegen 19 Het theaterbezoek voorbereiden De oriëntatiefase Laat de leerlingen de flyer lezen van deze voorstelling. Bekijk samen ook even de affiche. (zie bijlagen) Welke informatie vind je terug over deze productie? Welke informatie vind je niet terug en zou je wel willen hebben? Wat verwacht je van deze voorstelling? Spreekt het toneelstuk je aan? Zou je uit eigen beweging naar dit toneelstuk gaan kijken? Waarom wel/niet? Bezoek de website van Theater aan de Stroom en laat leerlingen deze even vrij verkennen. www.theateraandestroom.be Spreekt de website Gebruiksvriendelijk? je aan? Is ze duidelijk? Overzichtelijk? Welk soort theater brengt TAS? Zijn er bepaalde producties die je zou willen zien? Ken je enkele van de acteurs? Waarvan? Waar is het theater gelegen? Hoe bestel je tickets? Wat is de kostprijs? Wat weten de leerlingen over de auteur? Laat hen opzoeken op het internet. Vraag naar afbeeldingen, citaten, opmerkelijke weetjes. Zorg ervoor dat de schrijver een gezicht krijgt. Vraag je leerlingen naar hun ervaringen met theaterbezoek. Wie gaat er regelmatig naar theater? Waarom wel/niet? Maak duidelijke afspraken omtrent houding en gedrag tijdens het theaterbezoek. Stilte tijdens de voorstelling, geen GSM gebruiken, zaal netjes houden, ordelijk plaats nemen en zaal verlaten,…enz. Een theatervoorstelling is iets totaal anders dan een bioscoopbezoek. Een toneelstuk kan pas echt tot haar recht komen indien ook het publiek meewerkt. Alles gebeurt live, ongepaste of storende reacties uit het publiek kunnen een voorstelling zware schade toebrengen. Wederzijds respect tussen acteurs en toeschouwers is daarom van groot belang voor een geslaagde opvoering. 20 Personages - Stamboom Alvorens het stuk te bekijken, kan het interessant zijn de personages met elkaar in verband te brengen. Wie is familie van wie? Wie is getrouwd met wie? Wie zijn de dienstmeiden? Aan de hand van kaartjes met daarop de personages kan er aan het bord een stamboom gemaakt worden. Zo is de beginsituatie meteen helder en kan de volledige aandacht naar de inhoud van de voorstelling gaan. De kaartjes met de personages vindt u terug in de bijlagen. Huisvader Orgon, die vervalt in blinde verering voor Tartuffe, een door hem uit de goot opgeraapte geloofsfanaticus. Tartuffe intrigeert er lustig op los en lijkt eerder uit op de vrouw des huizes, dan op een plaatsje in het hiernamaals. Elmire, Orgons vrouw, spant de valstrik voor Tartuffe die Orgon doet inzien dat Tartuffe een bedrieger is. Dorine, de schoonmaakster, die Orgon met alle middelen wil beschermen tegen het bedrog van Tartuffe. Mariane en Damis, zijn kinderen. Orgon wil Mariane uithuwelijken aan Tartuffe maar dat ziet zij niet zitten. Reden hiervoor is haar liefde voor Valère. Valère, verloofde van Mariane die op het einde Orgon nog probeert te behoeden voor een totale ondergang. Madamme Pernelle, Orgons moeder en even blind voor het geveins van Tartuffe. Cléante, zijn zwager, is een vrijdenker. Als lid van deze beweging binnen het humanisme ondervond hij veel tegenstand van zijn huisgenoten, op een onbeleefde, zelfs spottende manier. Als vrijdenker zoekt Cléante met een nuchtere geest een oplossing voor het probleem. (Mijnheer Loyal, deurwaarder.) Mevrouw Prenelle Orgon Damis Dorine Elmire Mariane Flipote 21 Cléante Valère Tartuffe Historische context – Voorbereidend groepswerk De klas wordt in groepjes verdeeld. Elk groepje zoekt iets op over het leven in Frankrijk in de 17e eeuw. Enkele onderwerpen: geloof in de 17e eeuw – schrijvers in de 17e eeuw – theater in de 17e eeuw – de 17e eeuwse hofhouding – politiek in de 17e eeuw -… Hun bevindingen moeten ze dan op een originele manier presenteren aan hun klasgenootjes. Meer informatie over de 17e eeuw vindt u in de bijlagen. Wanneer de tijdsgeest geschetst is, kunnen leerlingen meer informatie vergaren over Molière en het toneelstuk. Dit kan opnieuw in groep gebeuren maar kan ook perfect individueel via een werkblad. Enkele richtvragen kunnen zijn: o Waar komt het woord ―Tartuffe‖ vandaan? o Hoe werd het stuk in het begin onthaald? o Waarom is het nog steeds actueel? o Wat vind je van Molières schrijfstijl? o Hoe staat Molière tegenover religie? U kan alvast enkele interessante links meegeven zodat de leerlingen gericht kunnen zoeken. Links vindt u achteraan in de bibliografie. Meer informatie over ―Tartuffe‖ en Molière vindt u uiteraard ook in de vorige onderdelen van deze lesmap of in de bijlagen. Semiotisch analysemodel U kan er ook voor kiezen de leerlingen op voorhand een kijkinstructie te geven. Ze moeten dan bijvoorbeeld letten op één aspect van het analysemodel op volgende bladzijde, een semiotisch model dat de ‗tekentaal‘ van het theater volledig ontrafelt. 22 De volgende aspecten kunnen in een analyse aan bod komen: I Productiecontext: Gegevens: wie, wat, waar, wanneer, hoe, waarom? II Drama/ theateranalyse (vorm/formeel en inhoud) A De theatrale laag: Theatrale middelen: 1. Acteurs: Houding Scènes Beweging Teksten Gebaar Beelden Mimiek Ontwikkeling Stemgebruik Verloop Kostuum Fragmenten Grime Kapsel 4. Toneelbeeld, ruimte: 2. Spel: Locatie Speelruimte Karaktertrekken Speelvlak Motieven Indeling van het speelvlak Emoties Plaats van het publiek Handelingen Verplaatsingen van de acteurs Acties en interacties Decor 3. Verhaalelementen: Rekwisieten Licht Personages Geluid Bedrijven Muziek Film- en videomateriaal 23 Samenhang: Hoe zijn de theatrale middelen geordend in ruimte en tijd 5. (Regie)concept: de ideeën en uitgangspunten van de regisseur en andere vormgevers. 6. Vormgeving: het gebruik van de middelen door de vormgevers: acteur, regisseur, decor-, kostuum-, licht-, geluid-, beeld- en muziekontwerpers. 7. Enscenering: de wijze waarop middelen zijn samengevoegd tot het geheel van de voorstelling. B De narratieve laag: 1. De inhoud: Waar gaat het theaterstuk over? Wat zegt de titel van het stuk? Wat wordt er verteld? Wat is het onderwerp? Het thema? Wordt er natuurlijk of gestileerd gespeeld? Welke emoties komen er aan bod? Wat is de sfeer van de voorstelling? 2. Soort verhaal: Zijn de situaties en gebeurtenissen opgenomen in een duidelijk verhaal? Zijn de situaties en gebeurtenissen tragisch, komisch, absurd? Zijn er meerdere verhaallijnen? 3. Ontwikkeling: Welke situaties en gebeurtenissen spelen zich af? Waar gebeurt het? Wanneer? Welke personages spelen er in mee? Wat gebeurt er met die personages? Wat doen die personages? Waarom? 4. Sfeer: Wat is de sfeer? Wisselt de sfeer? Is er spanning, een conflict, een hoogtepunt? C De symbolische laag: 1. Wat is de boodschap van het theaterstuk? Wat leert het stuk jou? 2. Wat willen de makers bereiken? 24 3. Waar is de regisseur van uitgegaan? Een toneeltekst? Welke? Van wie? Van wanneer? Of worden er eigen ervaringen gebruikt, een eigen verhaal? 4. Vanuit welke opvatting werkt de regisseur? Levensbeschouwelijk Esthetisch Religieus, ritueel, viering (anti-)Schoonheid, inleving, herkenning, vervreemding, confrontatie Status, huldiging, protest, bewustwording Werk, reclame Opvoeding, therapie, zelfreflectie, voorlichting, informatief Amusement, decoratie, expressie, verpozing Politiek Economisch Educatief Vermaak 10 Armande Béjart als Elmire; Du Croisy als Tartuffe 10 Bron: http://faculty.gvsu.edu/websterm/Tartuffe.htm 25 Het theaterbezoek Enkele tips voor een geslaagd theaterbezoek: Zorg voor voldoende begeleidende leerkrachten om er op toe te zien dat het bezoek rustig en ordelijk verloopt. Herinner leerlingen voor de voorstelling nog even aan de afspraken. o Geen GSM o Geen snoep of drank o Stilte en aandacht o Respect voor andere toeschouwers en acteurs o ... Zorg dat leerlingen die zich niet gedragen de voorstelling niet verstoren voor de anderen. Vaak verzieken slechts enkele leerlingen de sfeer voor alle anderen én voor de acteurs, verwijder deze desnoods uit de zaal. Neem plaats tussen je leerlingen. Observeer zo nu en dan je leerlingen: o Zijn ze geboeid? o Hoe reageren zij op het stuk? o Wordt er gelachen? Met welke personages? Met welke scènes? o Zijn er bepaalde scènes die hen duidelijk sterk aangrijpen? o Welke appreciatie illustreert het applaus dat ze geven? Sprokkel tijdens de pauze en onmiddellijk na de voorstelling spontane reacties. De informatie die je observatie opleverde en de directe commentaar van de leerlingen kan je gebruiken tijdens de nabespreking. 26 Het theaterbezoek verwerken Personages - Stamboom Mevrouw Perenelle Orgon Damis Elmire Mariane Dorine Cléante Valère Tartuffe Na het stuk kan het interessant zijn om weer terug te grijpen naar de stamboom. De leerlingen krijgen opnieuw kaartjes maar ditmaal staan er voorwerpen op. Die voorwerpen staan symbool voor de verschillende personages. Veelal staan ze symbool voor een uitgesproken karaktertrek van de personages. De bedoeling is dat ze de stamboom opnieuw proberen te maken met de voorwerpen en dat ze kunnen uitleggen waarom een bepaald voorwerp bij dat personage past. Voor deze oefening is inzicht in de personages nodig. Het vervangt als het ware de klassieke personagebeschrijving en ditmaal komt het initiatief vanuit de leerlingen. Nadien kan de leerkracht uiteraard de stamboom overlopen en de volledige uitleg geven. Extra: De leerlingen kunnen eventueel zelf een stamboom maken met een echt houten geraamte. Ze kunnen dan zelf voorwerpen zoeken die een bepaald personage weerspiegelen. Dit kan eventueel in groep gebeuren. Nadien kan je de oefening opnieuw doen maar dan met de voorwerpen van de leerlingen. Die kan je dan ook echt aan de stamboom bevestigen. 27 28 Madame Pernelle ―Madame Pernelle is de moeder van Orgon, schoonmoeder van Elmire en grootmoeder van Mariane en Damis. Madame Pernelle zegt in de openingsscène dat ze het huis van Orgon wil verlaten omdat ze het niet eens is met de manier waarop de andere leden van het huishouden (behalve Orgon) Tartuffe afkraken. Zij bekritiseert de anderen omdat ze deelnemen aan feesten en allerlei sociale evenementen, die zij als immoreel beschouwt. Zij zegt hen dat ze zouden moeten luisteren naar Tartuffes morele veroordeling van dergelijke activiteiten en moeten proberen zijn raad op te volgen. De anderen protesteren dat er niets verkeerd is met sociale contacten met hun vrienden en dat Tartuffe een verachtelijke figuur is die niet toepast wat hij predikt. Tegen het einde van het stuk keert Madame Pernelle terug naar het huis van Orgon. Wanneer Orgon probeert haar te vertellen dat Tartuffe hem verraden heeft en geprobeerd heeft zijn vrouw te verleiden, weigert Madame Pernelle hem te geloven en benadrukt dat Tartuffe een goed mens is. Als ze echter ziet dat Tartuffe de bezittingen van Orgon heeft ingepikt en geprobeerd heeft hem te laten arresteren, geeft Madame Pernelle uiteindelijk toe dat Tartuffe niet is wie hij voorgeeft te zijn.‖ Nertssjaal Een nertssjaal kan niet iedereen zich permitteren. Het straalt een zekere klasse uit. Denk maar aan het beeld van oude, verzuurde vrouwen in bontmantel en nertssjaal. Bij de nertssjaal hangt de nerts met de kop naar beneden. Je zou kunnen interpreteren dat de nerts, net als Madame Pernelle neerkijkt op de rest. De nerts heeft ook scherpe tandjes waarmee hij venijnig kan uithalen. 29 Orgon ―Orgon is de echtgenoot van Elmire, vader van Mariane en Damis en de zoon van Madame Pernelle. Het stuk speelt zich af in het huis van Orgon, waar hij woont met zijn familie en verscheidene huisgasten. Als het stuk begint, heeft Orgon Tartuffe in een kerk ontmoet en, onder de indruk van zijn vroomheid, heeft hij de vreemdeling uitgenodigd om voor onbepaalde tijd in zijn huis te verblijven. Orgon is erg ingenomen met Tartuffe en behandelt hem beter dan zijn eigen familie. Hij beschouwt Tartuffe als zijn religieuze leider en is blind voor het gekonkel van Tartuffe. Als zijn vrienden en familieleden hem ervan proberen te overtuigen dat de vroomheid van Tartuffe geveinsd is, slaat Orgon hun raadgevingen in wind. In de ogen van Orgon is Tartuffe een model van religieuze devotie, dat ze allemaal zouden moeten evenaren. Hij vertelt zijn dochter dat hij wil dat ze met Tartuffe trouwt, hoewel hij al beloofd had dat ze met Valère mocht trouwen. Als Damis onthult aan Orgon dat Tartuffe geprobeerd heeft Elmire te verleiden, gelooft Orgon hem niet. Hij beschuldigt Damis ervan dat hij Tartuffe wil beledigen en stuurt hem onmiddellijk het huis uit. Hij kondigt aan dat hij zijn zoon wil onterven om van Tartuffe zijn enige erfgenaam te maken. Elmire vraagt Orgon zich te verstoppen onder de tafel terwijl ze met Tartuffe praat, zodat hij zelf kan horen wat voor man Tartuffe echt is. Als Orgon hoort dat Tartuffe Elmire probeert te verleiden, beseft hij dat hij verraden is. Orgon wijst Tartuffe onmiddellijk de deur, maar deze waarschuwt hem dat hij voldoende middelen heeft om zich te wreken. Orgon heeft Tartuffe een kistje gegeven met documenten waarin hij zichzelf beschuldigt en al zijn eigendommen overmaakt aan Tartuffe. Zo slaagt Tartuffe erin Orgon te laten arresteren en de familie uit hun huis te zetten. Op het einde van het stuk verneemt Orgon dat hij gratie gekregen heeft van de koning en dat hij zijn eigendommen terugkrijgt, terwijl Tartuffe gearresteerd wordt voor een lange lijst eerder begane misdaden. In de laatste regels kondigt Orgon aan dat hij naar de koning zal gaan om hem te bedanken en dan te zorgen voor het huwelijk tussen Valèr en Mariane.‖ Klei De klei staat symbool voor de kneedbaarheid van Orgon. Hij is erg beïnvloedbaar door Tartuffe. Maar eens hij ergens van overtuigd is, blijft hij bij zijn standpunt. Net als klei, die onverwoestbaar is als hij is opgedroogd. 30 Elmire ―Elmire is de vrouw van Orgon, stiefmoeder van Mariane en Damis en zus van Cléante.Aangezien echtscheiding erg ongewoon zou geweest zijn in de 17de eeuw, wordt het aan de toeschouwer overgelaten te veronderstellen dat Orgon een eerste vrouw had, de moeder van Mariane en Damis , die jong gestorven is. Bijgevolg kan verondersteld worden dat Elmire de tweede vrouw van Orgon is. Hoewel zij de stiefmoeder is van Mariane en Damis, behandelt Elmire hen als haar eigen kinderen en zij schijnen haar ook als dusdanig te accepteren. In het stuk heeft Elmire een gesprek met Tartuffe waarin hij haar probeert te verleiden om een verhouding met hem te beginnen. Elmire wijst de avances van Tartuffe beleefd maar beslist af. Zij zegt hem dat ze niets over zijn gedrag zal vertellen aan haar echtgenoot als hij belooft Orgon ervan te overtuigen dat hij Mariane met Valère moet laten trouwen. Deze afspraak blijkt onnodig als Damis deze conversatie overbrieft aan zijn vader. Omdat Orgon weigert te geloven dat Tartuffe zijn vrouw probeerde te verleiden, beschuldigt hij Elmire ervan Tartuffe zwart te maken en de belangen van Damis en Mariane te ondersteunen. Om Orgon te bewijzen dat Tartuffe hem verraden heeft, raadt Elmire hem aan zich te verstoppen onder de tafel als zij met Tartuffe praat. Orgon verstopt zich en Elmire zegt tegen Tartuffe dat ze een verhouding met hem wil beginnen. Tartuffe antwoordt dat ze dit moet bewijzen door een handeling van fysieke passie. Op dat ogenblik is Orgon overtuigd dat Tartuffe hem verraden heeft en hij beveelt hem onmiddellijk te vertrekken.‖ Pleister De pleister staat symbool voor Elmire omdat ze een typische moeder is. Ze vecht voor haar kinderen en zorgt dat hen geen onrecht aangedaan wordt. Ze lokt ook bewust het verraad uit bij Tartuffe, dus in die zin doet ze Orgon pijn. Dit echter om hem de ernst van de situatie te laten inzien en nadien vangt ze Orgon goed op. Ze is als het ware de pleister op de wonde. 31 Cléante ―Cléante is de broer van Elmire en schoonbroer van Orgon. Cléante probeert Orgon ervan te overtuigen dat Tartuffe niet oprecht is in zijn religieuze devotie en Orgon gebruikt omwille van zijn geld en invloed. Hij stelt vast dat Tartuffe een show maakt van zijn religieuze devotie, maar niet toepast wat hij predikt. Hij wijst Orgon erop dat er veel vrome mensen bestaan, die een moreel verantwoord leven leiden zonder van hun vroomheid een publieke vertoning te maken. Orgon is echter niet overtuigd door de argumenten van Cléante en negeert zijn raadgevingen . In de laatste scènes van het stuk, geeft Cléante Orgon de raad naar de koning te gaan en hem te bedanken voor de arrestatie van Tartuffe en de teruggave van zijn eigendom. Hij stelt Orgon voor geen wrok te koesteren tegenover Tartuffe maar te hopen dat Tartuffe op een dag zijn dwalingen zal inzien en een oprecht vroom man zal worden. Veel critici beweren dat Cléante de stem van het gezond verstand vertegenwoordigt, een figuur die richtlijnen verschaft voor de beoefening van oprechte christelijke moraliteit in tegenstelling tot de gehuichelde vroomheid van Tartuffe.‖ Gloeilamp Cléant kan als buitenstaander de zaak helder overzien en merkt zo dat er iets niet pluis is. Hij is zowat de tegenpool van Tartuffe. Hij staat recht in zijn schoenen en beschikt over een gezonde dosis verstand. Vandaar de gloeilamp. 32 Damis ―Damis is de zoon van Orgon, stiefzoon van Elmire en broer van Mariane. Van al de personages is Damis het meest verontwaardigd over het gedrag van Tartuffe. Hij reageert impulsief en dreigt verscheidene keren met geweld. Damis is ontzet als hij hoort dat Orgon wil dat Mariane met Tartuffe trouwt. Damis is verloofd met de zus van Valère en vreest dat als de verloving van Mariane en Valère verbroken wordt, Valère‘s zus dan ook met hem zal breken. Damis verbergt zich in een kast om een gesprek tussen Elmire en Tartuffe af te luisteren. Zo is hij er getuige van dat Tartuffe Elmire probeert te verleiden. Als hij dat hoort is Damis buiten zichzelf en vertelt zijn vader alles. Maar, Orgon straft Damis omdat hij zoiets over Tartuffe durft te beweren. Hij gooit Damis het huis uit en wil zijn zoon onterven. Zodra Orgon het bedrog van Tartuffe ontdekt, neemt hij Damis terug in huis en verzekert hem van zijn wettelijke erfenis. Damis, een emotionele en impulsieve jongeman, stelt voor Tartuffe te vermoorden uit wraak maar krijgt de raad geduld te oefenen tot een redelijker plan bedacht is om met Tartuffe af te rekenen.‖ Pingpongpallet De pingpongset staat voor de impulsiviteit en agressiviteit van Damis. Hij denkt niet na. Zijn reactie is gewoon het logische gevolg op een voorgaande actie. De agressiviteit komt terug in het enerverende, dwingende geluid van het getik van het pingpongballetje. Mariane ―Mariane is de dochter van Orgon, de stiefdochter van Elmire en zus van Damis. Mariane is verliefd op Valère, bij het begin van het stuk had ze de toestemming van haar vader om met Valère te trouwen, maar hij zegt haar dat zij met Tartuffe en niet met Valère moet trouwen. Mariane is ontzet, maar ze is te gehoorzaam om tegen de wil van haar vader in te gaan. Ze zegt tegen Dorine dat ze zelfmoord zal plegen als ze gedwongen wordt met Tartuffe te trouwen. Dorine raadt haar aan wel in opstand te komen en erop te staan met Valère te trouwen, maar Mariane verzekert haar dat ze te bang is om weerstand te bieden aan haar vaders wil. Dorine verzekert haar dat ze een manier zullen vinden om met Valère te trouwen. In de laatste regels van het stuk verklaart Orgon dat ze allemaal moeten zorgen voor het huwelijk van het ―liefhebbende paar‖, Mariane en Valère.‖ Kompas Mariane is voorbeeldig, trouw en gehoorzaam. Ze volgt gewoon wat haar wordt ingegeven en zal nooit van die koers afwijken. Een kompas zal ook altijd het noorden aanwijzen en daar nooit van afwijken. 33 Valère ―Valère is verliefd op Mariane. In het begin van het stuk is Valère, met toestemming van Orgon, verloofd met Mariane. Als hij hoort dat de verloving verbroken is en dat Mariane met Tartuffe moet trouwen, is Valère hierdoor erg van streek. Als hij Mariane confronteert met haar verloving met Tartuffe, doet Mariane alsof ze niets geeft om Valère, en Valère zegt ook dat hij graag met iemand anders wil trouwen. Dorine echter, brengt Valère en Mariane samen en dwingt hen allebei om toe te geven dat ze nog van elkaar houden en nog altijd met elkaar willen trouwen. Aan het einde van het stuk doet Valère dapper alles wat hij kan om te vermijden dat Orgon gearresteerd wordt. Hij komt aan bij Orgons huis met een voertuig en geld om Orgon te helpen ontsnappen. Orgon wordt weldra vrijgesproken en moet dus niet vluchten of gebruik maken van het geld van Valère. Orgon is evenwel zo dankbaar voor de hulp die Valère hem wou bieden dat hij aankondigt dat het huwelijk van Valère en Mariane onmiddellijk zal bezegeld worden om Valères trouw te belonen.De echte loyaliteit van Valère t.o.v. Orgon staat in contrast met de valse vriendschap van Tartuffe. Op dezelfde manier contrasteert de ware en eerbare liefde van Valère voor Mariane met de lustgevoelens van Tartuffe voor Elmire.‖ Harnas Valère is hoffelijk, dapper, ridderlijk. Vandaar de logische keuze voor het harnas. Hij helpt ook bij de ontsnapping van Orgon en blijft strijden voor zijn liefde voor Mariane. Hij heeft het wel even moeilijk op het moment dat Mariane hem in het harnas jaagt. Dorine ―Dorine is de kamenier van Mariane. Zij is weliswaar een dienstbode, maar Dorine heeft een sterke persoonlijkheid en is nooit bang om haar mening uit te spreken tegenover Orgon of om het even wie als zij ergens niet mee akkoord gaat. Als Orgon tegen Mariane zegt dat ze met Tartuffe moet trouwen, protesteert Dorine hier onmiddellijk tegen. Ze argumenteert tegen Orgon dat als hij Mariane dwingt te trouwen met een man van wie ze niet houdt, ze dan onvermijdelijk ontrouw zal zijn aan haar ongewenste echtgenoot. Dorine zegt later tegen Mariane dat ze zich absoluut moet verzetten tegen haar vader en moet eisen dat ze mag trouwen met Valère, de man die ze liefheeft. Dorine helpt Mariane om de gekwetste gevoelens tussen Valère en Mariane te verzoenen als Valère hoort van de verloving met Tartuffe en ze verzekert de jonge geliefden dat ze een plan zal bedenken om hen met elkaar te laten trouwen.‖ Vuurpook Dorine kan vergeleken worden met een vuurpook. Ze is zo‘n sterke persoonlijkheid. Een pook durft zelfs het gevaarlijke vuur aan te wakkeren. Zij is ook nooit bang om haar mening te zeggen. Ze richt zich altijd rechtstreeks tot haar toehoorder net zoals de pook zich richt op het vuur. 34 Tartuffe ―Tartuffe is een crimineel. De anderen noemen hem een hypocriet en een valsaard. Tartuffe doet zich voor als een vrome man die zijn leven wijdt aan godsdienst en moreel gedrag. Tartuffe ontmoette Orgon in een kerk, waar hij zo‘n show maakte van zijn vroomheid, dat Orgon besluit hem in huis te nemen als godsdienstige leidsman. Tartuffe heeft grote macht over Orgon, die hem vereert alsof hij een heilige is en zijn eigen familie benadeelt ten gunste van de vreemdeling. Orgon besluit zijn dochter te laten trouwen met Tartuffe en onterft zijn enige zoon om van Tartuffe zijn enige erfgenaam te maken. Als Damis aan Orgon meldt dat Tartuffe geprobeerd heeft zijn vrouw te verleiden, wil Orgon dat niet geloven en verwijt hij Damis dat hij Tartuffe wil zwart maken. Als Orgon zich echter onder de tafel verstopt en hoort hoe Tartuffe nog eens probeert haar te verleiden, ziet hij uiteindelijk in dat hij bedrogen is. Orgon geeft Tartuffe opdracht zijn huis onmiddellijk te verlaten en Tartuffe dreigt met wraak. Tartuffe vertrekt en laat Orgon arresteren en zijn bezittingen ontnemen. Op het laatste ogenblik echter arresteert een Koninklijke gardist Tartuffe en deelt Orgon mee dat hij zijn bezittingen terug- krijgt. De gardist legt uit dat Tartuffe een hele reeks misdaden gepleegd heeft onder een andere naam en dat hij naar de gevangenis zal gaan.‖ Cactus met bloem Deze foto past perfect bij Tartuffe. Zoals bij deze cactus zie je ook bij Tartuffe eerst de mooie buitenkant, zijn mooie praatjes. Nadien voel je de pijn die hij heeft aangericht. De scherpe stekels van de cactus komen pas na de pracht van de bloem. Personages - Blind date Voorbereiding De leerkracht geeft de opdracht aan de leerlingen om na te denken over vragen die ze graag hadden gesteld aan één van de personages. Die vragen schrijven ze op aparte strookjes. Vooraan staan verschillende doosjes, elk personage heeft zijn eigen doosje. De vragen worden in elk doosje verzameld. Verwerking De leerlingen krijgen een personage toegewezen van de leerkracht. Dat personage moeten ze dan verder uitdiepen door het vragenblad dat ze krijgen, in te vullen voor het personage. Dit alles gebeurt in groepjes van twee tot drie leerlingen. Het vragenblad vindt u achteraan in de bijlagen. Ook krijgen zij per groepje, het doosje met vragen gericht aan hun personage. Ze proberen een antwoord te formuleren op die vragen. 35 Blind date De leerlingen hebben voldoende tijd gekregen om hun personage uit te diepen. Nu kunnen we beginnen aan het echte werk. Eén van de leerlingen wordt aangeduid als vrijwilliger. Voor deze leerling wordt een partner gekozen. Als de leerling een meisje is, worden enkel de mannelijke personages (Cléante, Damis, Orgon, Tartuffe, Valère) naar voor geroepen. Wanneer de leerling een jongen is, worden de vrouwelijke personages (Dorine, Elmire, Flipote, Mariane, Madam Pernelle) uitgenodigd. Telkens één iemand van het groepje dat het personage heeft uitgediept, stelt zich kandidaat. Het spel kan eventueel twee keer gespeeld worden, indien iedereen aan bod wil komen. De leerkracht is de spelleider. Het is dus de bedoeling dat er een partner gezocht wordt. Er zijn verschillende rondes. Ronde 1: ―Stel u even kort voor, zonder uw naam te vernoemen uiteraard.‖ Ronde 2: ―Stel, wij zijn een koppel, hoe ziet dan een ideale dag er volgens u uit?‖ Ronde 3: Vragenronde. De leerling krijgt de kans om de kandidaten enkele vragen naar keuze te stellen. (eventueel de vragen uit het doosje) Op het einde moet de leerling kiezen wie haar/zijn hart veroverd heeft. Einde Op het einde overloopt de leerkracht de verschillende kandidaten en moeten alle leerlingen raden wie welk personage vertolkte. Leerlingen die dan nog met een vraag zaten die ze aan een bepaald personage wilde stellen, krijgen nu nog de kans om hun vraag rechtstreeks aan hun personage te stellen. De personages hebben die vragen al kunnen voorbereiden en zouden dus vlot moeten kunnen antwoorden op die vragen. Wanneer de klas het niet eens is met een antwoord dat gegeven is door een personage, kan hierover gediscussieerd worden. De leerkracht houdt de discussie wel in de hand. Personages - Tartuffe Bij deze opdracht moeten de leerlingen in de huid van Tartuffe kruipen. Het is een heel complex personage en dat gaan we op verschillende manieren proberen te doorgronden. Aan de hand van een (filosofisch) gesprek Is Tartuffe echt een hypocriet? Vindt hij van zichzelf dat hij een hypocriet is? Wat drijft hem? Aan de hand van een groepswerk (eventueel over de 17e eeuw) Eén iemand neemt tijdens het groepswerk de rol van Tartuffe op. Wie van de groep dat is, mag niet geweten zijn. Deze persoon probeert op slinkse manier het groepswerk te saboteren en naar zijn hand te zetten. 36 Aan de hand van dramatische oefeningen Lucht verkopen -> dramaoefening waarbij de leerlingen een belachelijk voorwerp moeten zien te verkopen. Wie verkoopt zijn waren? Liegen -> Drie leerlingen komen naar voor. Alle drie vertellen ze een verhaal over een bijzondere gebeurtenis in hun leven. Eén van hen verzint echter een gebeurtenis. De andere leerlingen moeten de leugenaar ontmaskeren. Aan de hand van een rode draad Doorheen heel de verwerking van het stuk kan er gewerkt worden met een rode draad. De leerkracht maakt papiertjes met daarop de namen van alle leerlingen. Deel ze willekeurig uit zodat iedereen een kaartje krijgt met daarop de naam van een medeleerling. De bedoeling is dat je tijdens de hele verwerking slijmt bij de persoon die op het kaartje staat. Maar net zoals in het stuk mag de andere persoon niet merken dat je aan het slijmen bent. Nadien kunnen de leerlingen raden wie bij hen moest slijmen. De leerlingen die ontmaskerd worden, zijn geen goede Tartuffes. Enkel de leerlingen die ongemerkt hebben kunnen slijmen krijgen de titel, Tartuffe. Na deze oefening kan er uiteraard een nabespreking volgen. Aan de hand van een beeldende oefening De leerling moeten een Tartuffe ontwerpen. Dit doen ze aan de hand van de collagetechniek. Door verschillende onderdelen uit oude tijdschriften te scheuren, kunnen ze hun eigen Tartuffe samenstellen. De leerkracht moet duidelijk uitleggen dat ze voornamelijk symbolisch moeten werken. Vb: zwarte kledij omdat hij een duistere persoonlijkheid heeft,… Leg de link met hoe andere slechteriken worden weergegeven in tekenfilms en stripverhalen. http://nl.wikipedia.org/wiki/Tartuffe 37 Personages - Improvisatie Deze oefening kan best uitgevoerd worden wanneer de leerlingen al kennis hebben gemaakt met de personages. Het is namelijk zo dat ze in deze oefening in de huid kruipen van een personage en dat levensecht neerzetten. Per twee komen de leerlingen naar voor. Ze grabbelen in een zakje met plaatsen en elk van hen trekt ook een personagekaartje. Het is de bedoeling dat ze met de gegevens die ze gekregen hebben een improvisatieoefening opvoeren. De andere leerlingen moeten nadien raden welke personages er vertolkt werden. Ze kunnen eventueel tips geven over hoe zij het hadden aangepakt. De kaartjes zijn te vinden in de bijlagen. Personages - Naspelen De leerkracht kan er ook voor kiezen om scènes uit het stuk over te nemen en letterlijk te spelen in de klas. Dit is misschien wel een nuttige oefening aangezien de taal niet zo makkelijk in de mond ligt. De leerlingen zullen eerst even moeten nadenken over de manier waarop ze de tekst geloofwaardig kunnen overbrengen. Bovendien vraagt deze oefening weerom een goede kennis van het personage. Om het helemaal groots aan te pakken kan de leerkracht de opdracht geven de scène van een gepast decor te voorzien of met gepaste kledij te spelen,… Hier kan de leraar zover in gaan als hij zelf wil. Om met de juiste gevoelens aan de slag te gaan, zijn er enkele scènes met een bijhorende voorbereiding. In die voorbereiding worden de leerlingen rechtstreeks geconfronteerd met de emoties die in de scène aan bod zouden moeten komen. De uitgeschreven scènes vindt u terug in de bijlagen. Eerste bedrijf, SCENE I Mariane, Cléante Madame Pernelle <-> Elmire, Dorine, Damis, Madame Pernelle snapt de rest niet. Ze vindt enkel haar standpunt begrijpelijk. Blinde voetbal We spelen voetbal zoals we het allemaal kennen maar deze keer geblinddoekt. Per team is er één coach die buiten het veld staat en wel kan zien. Die coach mag instructies geven aan zijn ploeg. Wie het eerst scoort wint. Door deze oefening zal er vooral frustratie ontstaan bij de coach. ―Doe dan toch wat ik zeg.‖ De geblinddoekte voetbalspelers doen hun best de instructies zo goed mogelijk op te volgen maar slagen soms niet omdat de opdracht zo moeilijk is. De gevoelens van de coach kunnen vergeleken worden met de gevoelens van Madame Pernelle. ―Waarom snappen ze mij nu niet.‖ Die gevoelens nemen we mee bij het naspelen van de scène. De leerkracht kan de klas verdelen en de leerling een rol geven. De scène kan echt ingeoefend worden en dramatisch gebracht worden, de tekst kan ook klassikaal doorgelezen worden, er kan tegelijkertijd gewerkt worden aan intonatie, uitspraak, inleving,… 38 Eerste bedrijf, SCENE VI Orgon <-> Cléante De discussie tussen Orgon en Cléante berust op slechte communicatie. Ze praten langs elkaar heen en kunnen niet tot elkaar doordringen. Ieder is zo overtuigd van zijn gelijk dat ze elkaar niet willen begrijpen. Ik geef het bestek gekruist door. Dit is een spel waarbij twee mensen op de hoogte moeten zijn van de spelregels. De leerlingen zitten in een kring en de leerkracht zegt dat ze een spel zullen spelen om hun intelligentie te testen omdat Tartuffe ook over een zekere intelligentie beschikt. Dit is echter niet de echte bedoeling van het spel. De echte bedoeling is dat ze de frustratie ondervinden die de rest van de bewoners voelen ten opzichte van Orgon. Ze kunnen maar niet tot hem doordringen omdat hij als het ware een andere taal spreekt. De leerlingen geven het bestek door aan elkaar. Dat doen ze op een bepaalde manier. Ofwel geven ze het bestek rechtdoor door, ofwel geven ze het bestek gekruist door. Dit hangt echter niet af van de manier waarop ze het bestek doorgeven maar wel van de manier waarop ze hun benen houden. Wanneer ze hun benen over elkaar geslagen hebben, moeten ze zeggen dat ze hun bestek gekruist doorgeven. Wanneer hun benen naast elkaar staan, moeten ze zeggen dat ze hun bestek rechtdoor doorgeven. De manier waarop ze hun bestek doorgeven is niet belangrijk. De leerkracht moet tijdens het spel doen alsof dit spel het gemakkelijkste is dat er bestaat. Ze moet geveinsd gefrustreerd zijn over de domme houding van haar studenten. De leerlingen beginnen gefrustreerd te worden omdat ze niet snappen wat de bedoeling is maar ze kunnen met hun twijfel nergens terecht want niemand begrijpt hen zogezegd. Nadien volgt een evaluatiegesprek. De leerkracht vraagt nadien aan de leerlingen om een gelijkaardige situatie voor de geest te halen uit hun eigen leefwereld. Hoe voelden ze zich? Hoe reageerden ze? Vb. Ze vroegen aan hun leerkracht uitstel voor een test omdat ze tegen die dag al veel te doen hadden, maar de leerkracht hield voet bij stuk en liet de test doorgaan. Derde bedrijf, SCENE VI Orgon, Tartuffe <-> Damis In deze scène is Damis zo woedend dat hij een impulsief besluit neemt. Zonder na te denken over de gevolgen van zijn daden, vertelt hij alles tegen zijn vader. Die neemt hem natuurlijk niet serieus en verbant hem zelfs uit huis. Om de roekeloosheid van Damis te illustreren doen we volgende oefening. De leerlingen krijgen een opdrachtenblad met een reeks oefeningen. De leerkracht geeft als instructie dat het een oefening is die binnen de minuut volbracht moet worden en dat ze eerst alle opdrachten goed moeten lezen. De leerlingen krijgen hun blad en beginnen alle oefeningen op te lossen. Onderaan het blad staat de laatste opdracht waarin gezegd wordt, maak enkel de eerste opdracht. Veel leerlingen zullen echter niet eerst alle opdrachten lezen zoals de leerkracht had aangeraden, maar gaan zo snel mogelijk te werk. Dat 39 deed Damis ook. Moraal van het verhaal, bezint eer ge begint. Denk goed na voor je ergens aan begint. De gejaagdheid waarmee de leerlingen hun oefening gemaakt hebben moet duidelijk terug te vinden zijn in het stuk. Het opdrachtenblad is terug te vinden in de bijlagen. Inhoud - Tijdlijn Er worden kaartjes voorzien met daarop de belangrijkste gebeurtenissen van het stuk. Aan de hand van die kaartjes kunnen er verschillende opdrachten uitgevoerd worden. Madame Pernelle steekt een tirade af en verdwijnt. Dorine probeert Orgon te overtuigen om Mariane uit vrije wil te laten trouwen. Dorine speelt bemiddelaar en verzoent Mariane en Valère. Damis vertelt alles aan zijn vader. Cléante geeft Orgon de raad om Tartuffe niet al te veel te vertrouwen. Dorine moedigt Mariane aan om haar zin door te drijven. Orgon wil Mariane uithuwelijken aan Tartuffe Ruzie vanwege een misverstand tussen Mariane en Valère. Tartuffe ontboezemt zijn Damis luistert het liefde voor Elmire. gesprek waarin Tartuffe zijn liefde uit, af. Orgon jaagt Damis het Orgon benoemt Tartuffe huis uit. tot enige erfgenaam. Elmire bedenkt een plan. Tartuffe zet het gezin op straat. Orgon verstopt zich Tartuffe valt door de onder de tafel en luistert mand. het gesprek af. hele De koning geeft Orgon Mariane en Valère gratie en laat Tartuffe mogen trouwen. oppakken. 1. Gebeurtenissen chronologisch plaatsen. De leerlingen krijgen kaartjes met daarop de verschillende gebeurtenissen uit het stuk. De bedoeling is dat ze die kaartjes in chronologische volgorde leggen en zo het verhaal vormen. 2. Bij een volgende opdracht kunnen ze bij de gebeurtenissen een eigen voorval zoeken uit de eigen leefwereld. Dit kunnen ze eventueel met elkaar delen tijdens een kringgesprek. 3. Ten slotte kunnen ze improviseren rond een gebeurteniskaartje maar dan met een eigen voorval. De leerlingen worden opgedeeld in groepjes. Per groepje krijgen ze een gebeurtenis uit het stuk. Die gebeurtenis moeten ze dan omvormen naar een situatie uit hun eigen leefwereld. Die situatie bereiden ze voor en spelen ze nadien voor de hele klasgroep. De rest van de klas moet dan raden om welke gebeurtenis uit het stuk het gaat. In de bijlagen vindt u nog eens een kort overzicht van de verschillende scènes en wat er juist in gebeurt. 40 Inhoud - Vragen Bij de (thematische) verwerking van het stuk kan de leerkracht een klasgesprek op gang brengen. Hieronder vindt u enkele richtvragen die u kan gebruiken als input voor het gesprek. Wie heeft de macht in het stuk en wanneer? Waarom protesteert Mariane niet wanneer ze met Tartuffe moet trouwen? Waarom is dit stuk een komedie? Werkt dit? Wie heeft er op welk moment ‗macht‘ in het toneelstuk en waarom? Hoe denk je dat Molière stond tegenover religie? Hoe komt het dat Orgon zo‘n gemakkelijk slachtoffer vormt voor Tartuffe? Vind je Tartuffe echt een hypocriet? Denkt hij zélf dat hij een hypocriet is? Wat drijft hem? Vind je dat de bedrogen personages echt geleerd hebben om redelijker te zijn? Zegeviert de ‗rede‘ uiteindelijk? Thema’s - Naïviteit Het kan ook interessant zijn om aan de slag te gaan met de thema‘s binnen het stuk. Dit zijn meestal abstracte begrippen die we zo tastbaar mogelijk proberen te maken voor de leerlingen. Hieronder vindt u enkele opdrachten. Bedenk een omschrijving van het woord naïviteit. Wat zijn de plus –en minpunten van naïviteit? Kansen-gevaren? Hoe wordt naïviteit verwerkt in het stuk? Probeer naïviteit vast te leggen op foto. Filosofeer rond naïviteit. Voordelen-nadelen? ―Naïviteit (bijbehorend adjectief naïef, van het Franse naïf, dat kinderlijk, natuurlijk, eenvoudig, ongevaarlijk betekent) is een geesteshouding die gekenmerkt wordt door onbevangenheid, eenvoud, ongekunsteldheid en openhartigheid. Het begrip wordt gebruikt om zowel de onbevangen waarnemingen aan te duiden als de gedragingen van een persoon die zich weinig bewust is van zijn eigen handelingen en het effect van zijn mededelingen, die argeloos en daardoor gemakkelijk te verleiden is. De betekenis kan liggen tussen twee polen, met aan de positieve zijde een onbevangen en niet door kennis gecorrumpeerde zuiverheid ("Deze waarneming is van een ontroerende naïviteit"), en aan de negatieve zijde onnozelheid, gebrek aan wereldwijsheid en verwijtbare onwetendheid ("Hij struikelde als gevolg van zijn politieke naïviteit"). 41 De term naïviteit wordt ook wel gebruikt voor een handeling die voortkomt uit de naïeve geesteshouding, zoals tot uitdrukking komt in de zin: "Ik stel zijn naïviteiten niet op prijs". Het woord wordt soms gespeld als Naïveteit.[1] De spellingvarianten komen ook zonder trema voor. De kenmerken van naïviteit (onschuldige blik, eenvoud van uitdrukking, onwetendheid, onnozelheid) worden niet zelden doelbewust geïmiteerd om naïviteit voor te wenden. Hiermee worden bepaalde effecten beoogd, zoals: het opwekken van vertedering, het oproepen van een sfeer waarin dingen gezegd kunnen worden die anders onbesproken blijven. De Duitse dichter Friedrich von Schiller maakt in zijn verhandeling Über naive und sentimentale Dichtung onderscheid tussen 'kinderachtige naïviteit' (gebrek aan verstand en onvermogen) en 'kinderlijke naïviteit' (onschuld en natuurlijke waarheidsliefde). In de beeldende kunst komt naïef voor in het begrip Naïeve kunst.‖ Bron: Wikipedia Thema’s - Religieuze hypocrisie <-> christelijke deugd Richtvragen: Zoek voorbeelden van dit thema in de actualiteit. Schrijf hierover een kritisch essay. o Hierover kan dan een klasgesprek volgen. Ken je geestelijke leiders die de titel van Tartuffe verdienen? Ken je geestelijken die terecht geprezen mogen worden? Vind je hiervan ook in de politiek voorbeelden? Had Molière de bedoeling om religie en geloof belachelijk te maken met dit stuk? Wat vind je van TV-evangelisten? Waarom denk je dat mensen zo‘n predikanten geloven en geld geven? Thema’s - Hypocrisie Richtvragen: Bedenk een omschrijving van het woord hypocrisie. Wie zijn de beroemde ‗Tartuffes‘ van vandaag? M.a.w. wie doet zich voor als oprecht, devoot en eerlijk om geld, bezit en macht te vergaren? Ken je voorbeelden uit de actualiteit? Ken je ook voorbeelden van mensen die wel degelijk erkenning verdienen omwille van hun eerlijkheid en oprechtheid? 42 Wie is voor jou het verstandigste, meest wijze personage uit het stuk? Waarom? Ken je zelf iemand die je zou omschrijven als ‗hypocriet‘? Hoe zou je een ‗hypocriet‘ omschrijven? ―Hypocrisie of huichelarij is het voorwenden van geloof, gevoelens, moraal of deugden zonder daar volledig achter te staan of de daaraan verbonden normen en waarden zelf in praktijk te brengen, in het bijzonder bij het bekritiseren van anderen. Hypocrisie kan dus worden gezien als een gedragsvorm die erop gericht is beter voor de dag te treden dan strikt genomen verdedigbaar is, zowel gezien vanuit oprechtheid als vanuit noodzaak door omstandigheden.‖ Bron: Wikipedia Technische / Dramatische aspecten - Semiotisch model U kan er tijdens de nabespreking voor kiezen om te werken met het semiotisch model (zie blz.23). U hoeft uiteraard niet alles te overlopen, u kan gemakkelijk inzoomen op bepaalde deelaspecten. Technische / Dramatische aspecten - Maquette Om de technische kant helemaal te benadrukken kan u de leerlingen uitdagen het gehele decor inclusief lichtstanden, meubels,…na te bouwen als maquette. Als basisvorm kan u bijvoorbeeld vertrekken van een schoendoos die ze zwart schilderen. Licht kan u simuleren met kleine zaklampjes, zie volgende afbeeldingen: Geluiden kan u toevoegen door met het programma Audacity te werken. Dit gebruiksvriendelijke programma biedt de mogelijkheid geluiden en muziek samen te voegen en te bewerken. Leerlingen kunnen eventueel zelf iets inspreken. Om Audacity te downloaden gebruik je best onderstaande link. http://audacity.sourceforge.net/download/?lang=nl 43 Meubels en andere decorstukken kunnen vervaardigd worden uit knutselmateriaal en eventueel kosteloos materiaal zoals bijvoorbeeld lege eierdozen, wc-rolletjes,…Dit hangt af van de creativiteit van uw leerlingen. U kan hen eventueel ook met Playmobil mannetjes of zelfgemaakte mannetjes hun favoriete scène laten uitbeelden en eventueel laten naspelen. Wanneer u hier echt veel tijd aan wilt spenderen, kan u zelfs opteren om een stopmotionfilm van hun opstelling te maken. Dit kan heel gemakkelijk met het programma MonkeyJam. http://monkeyjam.en.softonic.com/ Door verschillende foto‘s achter elkaar te plaatsen verkrijg je een bewegend filmpje. Het is een heel secuur werkje waar wel wat tijd in kruipt maar het resultaat loont de moeite. De leerlingen kunnen zo op een heel andere manier bezig zijn met het stuk. Natuurlijk kunnen leerlingen ook een eigen decor vorm geven, anders dan het decor van de voorstelling. Nabespreking door zintuigen te prikkelen Het opzet van deze verwerkingsopdracht is om de leerlingen op een heel bewuste manier te betrekken bij de bespreking van de voorstelling. En hoe kan dat bewuster dan te werken met het eigen lichaam, meer bepaald de zintuigen. Oren: maak zelf een bepaald geluid / een passend muziekje bij een bepaalde scène. De geluiden moeten de juiste sfeer zien op te roepen. Neus: er worden verschillende geurzakjes voorzien. De leerlingen mogen aan de zakjes ruiken en de geur linken met een scène of een personage uit het stuk. Geuren: o Wierook = Tartuffe o Zware, oude parfum = Madame Pernelle o Geur van eten/ kruiden = scène waarin Orgon aan Dorine vraagt of Tartuffe lekker gegeten heeft. o Bloemen = bruidsboeket van Mariane en Valère. Tast: De leerlingen krijgen een voeldoos. Dit is een schoendoos met vooraan een gat in ter grote van een hand. Om beurten mogen ze grabbelen en voelen aan een kaartje. Het is de bedoeling om twee dezelfde kaartjes te trekken, hetzelfde principe als memorie. De leerling 44 die een paar heeft, moet het kaartje ook linken met een persoon, gebeurtenis,…uit het stuk. Het is de bedoeling dat elke leerling één paar kaartjes voorziet en uitwerkt. Zo bevat het stuk meteen voldoende kaarten. Voorbeelden: o o o Bont = jas van Madame Pernelle Braille = Orgon is blind voor de leugens van Tartuffe Hostie = de hele thematiek van de kerk 45 Bijlagen Bijlage I: Affiche “Tartuffe” 46 Bijlage II : Personagekaartjes Madame Orgon Pernelle Damis Mariane Valère Cléante Tartuffe Dorine Elmire 47 Bijlage III: Een oriëntatie op de 17e eeuw Het leven aan het hof van Louis XIV Het ontstaan van de Hofcultuur in Frankrijk. In de zeventiende eeuw was Frankrijk veruit het machtigste land van Europa. Dat zowel op politieke basis, als cultureel en economisch. De hofsamenleving van het ancien régime bereikte haar hoogtepunt onder leiding van Lodewijk XIV. De zogenaamde Zonnekoning leefde van 1638 tot 1715. Alles draaide om hem. De uitspraak ‗L‘état c‘est moi‘ geeft zijn eigen perspectief goed weer. Naast zijn persoonlijke heerschappij bestond er helemaal geen staat als publieke gemeenschap die hij zou moeten dienen. Lodewijk XIV had geen apart appartement in Versailles. Zijn slaapkamer gebruikte hij ceremonieel om voorrechten te verdelen of rangverschillen te scheppen. Aanwezig te mogen zijn bij het opstaan van de koning was bijvoorbeeld zo‘n voorrecht. Voor Lodewijk XIV was het voortdurend beheersen van zijn hof van veel groter belang dan zijn privacy. De adel moest zich aan de etiquette houden. Niet meedoen betekende het opgeven van privileges, daling van rang en machtsverlies. Zo dwongen de aristocraten elkaar tot statusconcurrentie. De koning kon deze concurrentie in zijn eigen belang manipuleren. Zelf was hij ook aan het ceremonieel gebonden, maar hij kon het als enige vorm geven en gebruiken. De etiquette In Lodewijks paleis Versailles moest de hele hofhouding zich aan een lange reeks etiquette en staatsceremonieën houden. Lodewijk had dit ceremonieel niet zelf bedacht. Ook zijn voorgangers gebruikten dit om de adel aan zich te verbinden. Lodewijk heeft het wel verder ontwikkeld. Zo was de adel afhankelijk van de koning voor hun prestige en sociale positie. Iemand die aan het hof een rol van betekenis wilde spelen moest zich wel onderwerpen aan deze gang van zaken. Aan de privileges die de koning aan bepaalde personen verleende was duidelijk de status af te lezen. Hoe dichter men de koning mocht benaderen hoe hoger in rang de persoon was. Een bekend voorbeeld van zo'n ceremonie is de manier waarop het opstaan van de koning geregeld was, het 'lever'. Ook hier gold hoe hoger men in rang was hoe eerder men bij het opstaan aanwezig mocht zijn. De etiquette was tevens de oorzaak van jaloezie. Aan Lodewijks hof bepaalden gekonkel tussen de hovelingen onderling en hun machtsverhoudingen dan ook de dagelijkse gang van zaken. Maîtresses? Een heel normaal verschijnsel. Het erop nahouden van één of meerdere maîtresses gold voor de absolute vorst Lodewijk als een dubbelstatus. Aangezien dynastieke huwelijken altijd uit politieke berekening en vrijwel nooit vanwege persoonlijke genegenheid tot stand kwamen, nam de kerk, zowel de katholieke als de lutherse en de orthodoxe, het hebben van relaties buiten het huwelijk om niet zo nauw. Een voorbeeld van zo‘n politiek huwelijk was dat van Lodewijk en de Spaans-Habsburgse Maria Theresia. Zij was het onderwerp van een vredesverdrag. Zij werd getergd door het feit dat haar man er maîtresses op na hield en dat zij deze ook maar moest accepteren. Men koppelde de term liefde niet aan het aspect huwelijk, want wie trouwde hield niet van een ander en wie verliefd was, dacht nauwelijks aan het huwelijk. Dat was dan ook 48 geheel in overstemming met de aan het hof heersende zeden dat ook getrouwde vrouwen hun minnaars hadden. Van hygiëne was verre van sprake. Het paleis Versailles mocht er dan misschien van de buitenkant heel indrukwekkend uit zien, comfortabel was het niet. In de zomer was het er bloedheet en 's winters ijskoud. Ziekten als jicht, blaasontsteking, koorts en reumatiek kwamen veel voor. Er waren geen toiletten. Vrouwen deden hun behoefte gewoon staande, uit het zicht door de dubbele rokken die ze droegen. Mannen gebruikten hoekjes achter de trap, zuilen, gordijnen of wandtapijten. Ook de lichaamsverzorging liet veel te wensen over. Het enige wat men deed was ‗s morgens even een vochtig doekje over het gezicht en wat wijnazijn om de ergste slaaplucht te verdrijven. Een bad werd door de dokters aan het hof afgeraden. Om alle vieze luchten te kunnen verdragen werd er rijkelijk gebruik gemaakt van parfum. Bijna alles wat je maar kan bedenken werd geparfumeerd. Door de ontzettend slechte hygiëne was er veel ongedierte. Met name de gewoonte om grote pruiken te gaan dragen, zorgde ervoor dat luizen vrij spel hadden. Behalve daar nestelde het ongedierte zich ook in matrassen en gordijnen. De vele verschillende wisselende seksuele contacten van edellieden zorgden er ook voor dat syfilis wijd verspreid was. Symptomen van deze aandoening waren: kaalheid en vlekken op de huid. Deze vlekken werden ook zoveel mogelijk verborgen door bijvoorbeeld handschoenen te dragen of door er een dikke laag poeder over te smeren. Een andere reden hiervoor was dat een gezonde natuurlijke kleur te veel deed denken aan het gewone volk of boeren die de hele dag in de buitenlucht verbleven. Adellijke lieden wilden er natuurlijk niet mee geassocieerd worden. Ze vermeden de zon en probeerden hun huid nog bleker te maken met behulp van poeder. De verschillen tussen de hofcultuur in Frankrijk en de burgerlijke cultuur in de Republiek der Nederlanden waren behoorlijk groot, zowel op sociaal vlak als op kunstgebied. In de hofcultuur in Frankrijk was er sprake van directe seksualiteit. Men draaide er niet om heen, maar leefde volop en genoot ervan. Afgezien van alle intriges met maîtresses van de koning zelf werd er tussen de hovelingen en vrouwen aan het hof een hoop uitgespookt. In de Republiek der Nederlanden heerste er juist sfeer van schijnheiligheid. In de eerste instantie de perfecte burger uithangen, maar ondertussen…. Hier was dan ook sprake van een soort indirecte seksualiteit. Men deed net alsof ze er niets van af wilde weten. In de kunst kwam deze schijnheiligheid ook in grote mate terug. De kunst in de Republiek stond ‗ter leeringhe ende vermaeck‘, ofwel ze stond bol van de dubbelzinnigheid. De Nederlandse burger behoorde zich netjes te gedragen, dus trouw aan je partner en geen overmaat aan genotsmiddelen. Maar met schilderijen zoals van Jan Steen werd duidelijk gemaakt dat de Nederlandse burger toch wel eens de bloemetjes buiten zette. Het aspect seksualiteit kwam in de kunst van de hofcultuur op een totaal andere manier terug. Alles draaide om de representatie van macht en status. Echter macht en status staan juist wel gauw in verbinding met genot. Wat nog een laatste belangrijk verschil is, is dat in de Republiek der Nederlanden de vrouw op seksueel gebied erg benadeeld was. De Nederlandse vrouw was in zo‘n mate benadeeld dat wanneer zij een seksuele relatie aanging buiten haar huwelijk om, ze haar eer verloor, terwijl de man met buitenechtelijke seksuele veroveringen juist zijn mannelijkheid kon bewijzen. Echter aan het hof van Lodewijk konden vrouwen een goede positie bekleden. Juist omdat ze op seksueel gebied niet benadeeld werden.‖ Bron: kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis 49 Religie in de 17e eeuw ―Een meerderheid in de noordelijke provincies was inmiddels calvinist, of behoorde althans tot de Nederduits Gereformeerde Kerk (later Nederlandse Hervormde Kerk). Deze kerk was geen toonbeeld van eensgezindheid. In het begin van de 17e eeuw werd de Republiek verscheurd door bittere tegenstellingen tussen de 'preciezen' en de 'rekkelijken'. Laatstgenoemden, de remonstranten, geloofden niet in predestinatie (voorbeschikking tot hemel of hel, ongeacht iemands levenswandel) en pleitten voor vrijheid van geweten. Hun meer dogmatische tegenstanders, die zich contraremonstranten noemden, wonnen het pleit bij de synode van Dordrecht. Het grote aantal vertakkingen binnen de Nederlandse protestantisme zal er wellicht toe bijgedragen hebben dat de onderlinge tegenstellingen na verloop van tijd afzwakten en daarmee de onderlinge verdraagzaamheid weer toenam. Na de Synode van Dordrecht komt er onder de behoudende Calvinistische predikers een beweging op gang tot verdere doorwerking en verbreiding van het Bijbelse ideaal in leer en leven in 'bevindelijke' zin. Deze stroming staat bekend als de Nadere Reformatie. De bekende hoogleraar Gisbertus Voetius was de grote man van deze stroming. Het beginpunt van deze ontwikkeling ligt in het boek van de Zeeuwse predikant Willem Teellinck uit 1647 Noodtwendigh Vertoogh. Het boek, circa 500 pagina's, bevat een omvangrijk programma tot reformatie van het volksleven. Ook het humanisme, dat in de 16e eeuw was opgekomen en dat in Desiderius Erasmus zo niet de geestelijk vader dan toch een belangrijk pleitbezorger had, had nog steeds veel invloed en droeg bij aan een klimaat van tolerantie. Het viel niet mee om de genoemde tolerantie ook naar katholieken tentoon te spreiden. Religie had immers (naast politieke en economische motieven) een belangrijke rol gespeeld in de opstand tegen Spanje, de Tachtigjarige Oorlog. Met geld kon echter veel bereikt worden. Zo konden katholieken na betaling van steekpenningen gedaan krijgen dat het houden van een mis (in een schuilkerk) oogluikend werd toegestaan, maar openbare ambten waren voor hen onbereikbaar. Hetzelfde gold voor doopsgezinden en voor joden. De relatief grote verdraagzaamheid was niet geheel van principiële aard; handelsbelangen en onverschilligheid speelden ook een rol. In ieder geval kwamen er grote aantallen mensen die in omringende landen om hun religie vervolgd werden, naar Nederland om daar in relatieve vrijheid te leven. Te denken valt aan de (vaak gefortuneerde) joodse kooplieden uit Portugal (de sefardim). Uit Frankrijk kwamen, na de intrekking van het Edict van Nantes in 1685 veel hugenoten en joden; velen van hen waren gespecialiseerde handwerkslieden en geleerden. Dat de tolerantie niet ongelimiteerd was ondervond filosoof Baruch Spinoza (1632-1677) - hij werd wegens zijn opvattingen door de Joodse gemeenschap uitgestoten. Wijselijk liet hij zijn controversiële Tractatus Theologico-Politicus anoniem in het Latijn verschijnen, en ook dat was niet zonder risico. Radicale vrijdenkers als Adriaen Koerbagh kregen ook van overheidswege met repressie te maken; hij eindigde zijn leven als dwangarbeider in het Amsterdamse Rasphuis.‖ Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Gouden_Eeuw#Religie 50 Franse literatuur in de 17e eeuw ―De 17e eeuw begint in de Franse geschiedenis met de uitvaardiging van het Edict van Nantes door Hendrik van Navarra in 1598, wat een einde maakte aan de godsdienstoorlogen die Frankrijk in de voorgaande eeuw in de greep hielden, en eindigt met het overlijden van Lodewijk XIV in 1715. Het is een stabiele periode in Frankrijk en aan het einde van de eeuw is het land het machtigste in Europa. De Franse cultuur wordt de dominante van Europa. Dat is ook te merken in de kunsten, en met name in de literatuur. De Franse taal en literatuur werden gezien als belangrijkste bewijs van de Franse superioriteit en elegantie, en maakte zo deel uit van de cultuur die over heel Europa werd verspreid. Ook in Frankrijk zelf genoot de taal veel aanzien. In 1635 werd de Académie française opgericht, die zich bezighoudt met de correcte spelling van het Frans. In 1694 brengen zij een woordenboek uit, de Dictionnaire de l'Académie française, die de norm in de spelling voorschrijft. Deze norm is sindsdien nagenoeg onveranderd gebleven, zodat eeuwenoude schrijvers zelfs makkelijk te lezen zijn voor het publiek van de 21e eeuw. Naast een groot aantal stijlen en stromingen, zijn er twee stromingen die de Franse literatuur in de 17e eeuw bepalen: het classicisme en de barok. De twee sloten elkaar echter niet uit. Een aantal belangrijke schrijvers, onder wie Pierre Corneille, is in gelijke mate beïnvloed door beide stromingen. Aan het einde van de eeuw verdwijnen de bestaande stromingen in de Verlichting. Lodewijk XIV, de Zonnekoning, zit dan al stevig in het zadel en Frankrijk is het machtigste land van Europa geworden. De barok is een stroming die uit Italië, en dan voornamelijk Toscane is gekomen met de aankomst van Catharina de' Medici aan het Franse hof. Deze stroming is een reactie op de sobere reformatie en bruist van het leven. Sensualiteit en frivoliteit staan centraal en in de literatuur is dat terug te zien in stijlfiguren als elegante woordspelletjes. Het blijft vrij onschuldig allemaal, de omgangsvormen in deze eeuw zijn erg streng vastgelegd, maar het libertinisme hangt al wel in de lucht en er wordt al een groot aantal satirische romans geschreven. De Précieuses, vaak vrouwen van aristocratische afkomst die zich af willen zetten tegen de ruwe omgangsvormen aan het hof van Hendrik IV en daarna dat van Lodewijk XIII, zijn binnen de barok het meest op zoek naar verfijning en elegantie. Zij behoren tot de Europese stroming van het maniërisme. Ze hebben een bijzondere aandacht voor literatuur en houden zich daar voornamelijk mee bezig in de salons van Madame de Scudérie en Cathérine de Rambouillet. Men heeft een grote voorkeur voor onalledaags taalgebruik, als het gebruik van archaïsmen, neologismen of parafrases van hele zinnen, en dit alles om maar geen gangbare woorden te hoeven gebruiken. Twee thema's genoten de voorkeur van de Précieuses: de pastorale poëzie, die het landleven verheerlijkte, en de liefde (onder andere de studie van de liefde en heldendichten met een liefdesplot). Een van de belangrijkste werken is L'Astrée van Honoré d'Urfée, dat tevens de eerste roman fleuve in de Franse literatuur is (meerdere romans die in hetzelfde milieu spelen maar afzonderlijk gelezen kunnen worden). 51 De andere kant van de barok, die het plezier niet zoekt in de verfijning maar juist in de aardse plezieren, is het libertinisme dat in de loop van de eeuw de kop opsteekt. Ze hebben een hekel aan het gekunstelde en vormelijke van het maniërisme. Ze laten het christendom los en neigen tot uitspattingen. Aan de andere kant verbinden zij de humanisten uit de renaissance met de Verlichtingsfilosofen van de 18e eeuw. Meest emblematisch voor deze levenshouding is Don Juan. Deze vorm van de barok zal het langst meegaan, omdat het aansluit bij de opvattingen van de verlichting, waarin de verheerlijking van het hemelse wordt opgegeven en gezocht wordt naar de beleving en de verklaring van het aardse. Het classicisme, over het algemeen meer bekend van de bouwkunst en de beeldende kunst, betekent in Frankrijk een ware bloeiperiode van de literatuur. Het is een reactie op de barok, in de ogen van de classicisten veel te betekenisloos en rommelig. De classicistische literatuur staat onder directe invloed van de denkbeelden van Descartes (Verhandeling over de methode, 1637), en Pascal (Pensées, eerste versie 1670). Binnen het classicisme is de rede het hoogste goed. De belangrijkste vorm van literatuur in deze tijd is niet het proza maar zijn theaterteksten. Proza wordt gezien als een onzuivere vorm en romans worden geassocieerd met de immorele précieuses. Nicolas Boileau heeft de literaire esthetiek volgens deze denkbeelden beschreven in Art Poétique. Hij baseert zich op de grote schrijvers en denkers uit de Klassieke oudheid en dan met name Aristoteles. De theaterstukken moeten aan bijna mathematische regels voldoen. Het begrip vraisemblance, werkelijkheidsgelijkend, bepaalt de stijl, gebaseerd op bienséance (kuis) en imitatie van de fysieke wereld. Het is niet belangrijk of de imitatie ook daadwerkelijk op de fysieke wereld lijkt, zolang het publiek maar oordeelt dat het lijkt. Om de werkelijkheidsgelijkenis van een stuk te vergroten, is er de regel van de drie eenheden: het stuk dient te handelen over één actie, op één plaats in één dag. Voor de thematiek wordt er vaak teruggegrepen op de Griekse en Romeinse oudheid. Met name Griekse teksten zijn een dankbare inspiratiebron. Drie toneelschrijvers zijn typerend voor de classicistische literatuur: Pierre Corneille, Jean Racine en Molière. Corneille bevindt zich op het scharnierpunt tussen de barok en het classicisme. Er kan dan ook gesteld worden dat zijn werk beide stromingen in zich verenigt. Van het veertigtal werken dat hij geschreven heeft, zijn er een groot aantal gebaseerd op stukken uit de Oudheid, waaronder Mélite, 1629; Médée, 1635; Œdipe, 1659 en Attila, 1667. Maar hij inspireert zich verder ook op andere, minder oude, legendes, zoals in zijn bekendste stuk, Le Cid, 1636. Een ander zeer bekend stuk van hem is L'illusion Comique, 1636. Karakteristieken van Corneilles werk zijn: wilskracht en heldendom, integriteit, het conflict tussen twee verschillende standpunten en de dichtheid en literaire kracht van zijn teksten. 52 De specialiteit van Racine is de tragedie, met een duidelijke jansenistische invloed. Zijn stukken handelen vaak over personages die bezeten worden door hun passies en zich in situaties bevinden waarin dat onmogelijk is. Ook hij kiest hiervoor thema's uit de oudheid, bijvoorbeeld Phèdre, 1677. Phèdre (Phaedra) is een koningin die in de ban raakt van een onmogelijke liefde voor haar stiefzoon. Andere bekende stukken van de hand van Racine zijn Andromaque, 1667 (over Andromache) en Britannicus, 1669. Molière is bekend om zijn komedies. Niet alleen heeft hij ze zelf geschreven, maar met zijn gezelschap voert hij ze ook op, waarbij hijzelf vaak de hoofdrol speelt. Dit deed hij zo succesvol, dat zijn theatergroep zelfs het officiële gezelschap aan het hof van Lodewijk XIV werd. In tegenstelling tot zijn tijdgenoten laat hij zich niet inspireren door de Oudheid, maar door de uit Italië overgewaaide commedia dell'arte. Zijn stukken voeren vaak 'typetjes' op die uit deze theatervorm afkomstig zijn. Deze personages worden beheerst door hun passies, zoals dat in de thematiek van het classicisme normaal is. Bij Molière neemt dit echter komische vormen aan. Zo is Tartuffe (1664) het archetype van de bedrieger. Meestal geven de titels van zijn stukken al aan welke "passie" hij aan de kaak wil stellen: Le misanthrope ("de mensenhater", 1666), L'avare ("de vrek", 1668), Le malade imaginaire ("de ingebeelde zieke", 1673). Eenmaal werkzaam aan het hof, permitteert Molière zich zelfs maatschappijkritische stukken te vertonen. In Les précieuses ridicules (1659) maakt hij de adellijke vrouwen die zich met barokke literatuur inlaten belachelijk. Scherper zijn echter zijn aanvallen op het generatieprobleem (in L'école des femmes, 1662, waarin vagelijk de verlichting al aangekondigd wordt) en de geestelijkheid (in Tartuffe). Ook de classicistische poëzie voldeed aan strenge regels. De belangrijkste dichter was François de Malherbe. De enige schrijver die voor deze stijl wel aanvaardbare proza schreef, was Madame de La Fayette. Haar bekendste werk is La princesse de Clèves. Een vorm van geschreven kunst die erg populair was bij de classicisten was die van de maximes, aforismen of spreuken, en korte verhandelingen over moreel gedrag en misstanden in de wereld. De meeste filosofen uit deze tijd en uit de Verlichting hebben enkele bundels met dergelijke teksten gepubliceerd, sommigen hebben alleen deze werken nagelaten. Schrijvers en denkers uit deze stroming worden de moralisten genoemd. Dit moet echter niet verward worden met de moderne, Nederlandstalige betekenis van het woord moralist. Deze moralisten stelden zich enkel tot doel het beschrijven van de omgangsvormen en mores uit hun tijd, zonder daarover te willen oordelen. De belangrijkste moralistische schrijver is Blaise Pascal, die naast zijn belangrijke theologische, natuur- en wiskundige werken als tijdverdrijf een aantal lichtere moralistische werken geschreven heeft. Hoewel de meeste van zijn theoretische en theologische werken niet tot de literatuur gerekend kunnen worden, kan dat van de Lettres Provinciales wel worden gezegd. De Lettres zijn een aantal brieven waarin Pascal 53 zich voordoet als een provinciebewoner, die zich verbaast over de positie van de jezuïeten. Op deze manier uit Pascal zeer duidelijke kritiek op deze orde, wat veel stof deed opwaaien. Een andere belangrijke moralist is Jean de La Fontaine, die zich voornamelijk bediende van het genre de fabel. In deze fabels schetst hij bepaalde misstanden in de maatschappij door als hoofdpersonen dieren te nemen. Veel van deze fabels zijn een onderdeel geworden van de canon van de westerse literatuur, zoals De krekel en de mier en De haas en de schildpad. Schrijvers die met name bekend zijn geworden om hun aforismen zijn Nicolas Chamfort en La Rochefoucauld. Ook Jean de la Bruyère heeft daar een groot aantal van geschreven, maar deze laatste schrijver is met name bekend geworden door satirische beschrijvingen van stereotiepe persoonlijkheden. Een laatste belangrijke moralist die genoemd moet worden is Madame de Sévigné die in een aantal brieven wijze raad geeft aan haar dochter.‖ Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Franse_literatuur_in_de_17e_eeuw Theater in de 17e eeuw onder Lodewijk XIV ―By the 1660s, classicism had finally imposed itself on French theatre. The key theoretical work on theatre from this period was François Hedelin, abbé d'Aubignac 's "Pratique du théâtre" (1657), and the dictates of this work reveal to what degree "French classicism" was willing to modify the rules of classical tragedy to maintain the unities and decorum (d'Aubignac for example saw the tragedies of Oedipus and Antigone as unsuitable for the contemporary stage). Although Pierre Corneille continued to produce tragedies to the end of his life, the works of Jean Racine from the late 1660s on totally eclipsed the late plays of the elder dramatist. Racine's tragedies—inspired by Greek myths, Euripides , Sophocles and Seneca -- condensed their plot into a tight set of passionate and duty-bound conflicts between a small group of noble characters, and concentrated on these characters' double-binds and the geometry of their unfulfilled desires and hatreds. Racine's poetic skill was in the representation of pathos and amorous passion (like Phèdre 's love for her stepson) and his impact was such that emotional crisis would be the dominant mode of tragedy to the end of the century. Racine's two late plays ("Esther" and "Athalie") opened new doors to biblical subject matter and to the use of theatre in the education of young women. Tragedy in the last two decades of the century and the first years of the eighteenth century was dominated by productions of classics from Pierre Corneille and Racine, but on the whole the public's enthusiasm for tragedy had greatly diminished: theatrical tragedy paled beside the dark economic and demographic problems at the end of the century and the "comedy of manners" (see below) had incorporated many of the moral goals of tragedy. Other later century tragedians include: Claude Boyer , Michel Le Clerc , Jacques Pradon , Jean Galbert de Campistron , Jean de la Chapelle , Antoine d'Aubigny 54 de la Fosse , l'abbé Charles-Claude Geneste , Prosper Jolyot de Crébillon . At the end of the century, in the plays of Crébillon in particular, there occasionally appeared a return to the theatricality of the beginning of the century: multiple episodes, extravagant fear and pity, and the representation of gruesome actions on the stage. Early French opera was particularly popular with the royal court in this period, and the composer Jean-Baptiste Lully was extremely prolific (see the composer's article for more on court ballets and opera in this period). These musical works carried on in the tradition of tragicomedy (especially the "pièces à machines") and court ballet, and also occasionally presented tragic plots (or "tragédies en musique"). The dramatists that worked with Lully included Pierre Corneille and Molière , but the most important of these librettists was Philippe Quinault , a writer of comedies, tragedies, and tragicomedies. Comedy in the second half of the century was dominated by Molière . A veteran actor, master of farce, slapstick, the Italian and Spanish theatre (see above), and "regular" theatre modeled on Plautus and Terence , Molière's output was large and varied. He is credited with giving the French " comedy of manners " ("comédie de mœurs") and the "comedy of character ("comédie de caractère") their modern form. His hilarious satires of avaricious fathers, " précieuses ", social parvenues, doctors and pompous literary types were extremely successful, but his comedies on religious hypocrisy (" Tartuffe ") and libertinage (" Don Juan ") brought him much criticism from the church, and "Tartuffe" was only performed through the intervention of the king. Many of Molière's comedies, like "Tartuffe", "Don Juan" and the " Le Misanthrope " could veer between farce and the darkest of dramas, and the endings of "Don Juan" and the "Misanthrope" are far from being purely comic. Comedy to the end of the century would continue on the paths traced by Molière: the satire of contemporary morals and manners and the "regular" comedy would dominate, and the last great "comedy" of Louis XIV's reign, Alain-René Lesage 's "Turcaret", is an immensely dark play in which almost no character shows redeeming traits.‖ Select list of French theatre after 1659: Molière (pseudonym of Jean-Baptiste Poquelin) (1622–1673) o Les précieuses ridicules (comedy) - 1659 o L'Ecole des femmes (comedy) - 1662 o Tartuffe ou L'Imposteur (comedy) - 1664 o Don Juan ou Le festin de pierre (comedy) - 1665 o Le Misanthrope (comedy) - 1666 o L'Avare (comedy) - 1668 o Le Bourgeois gentilhomme (comedy) - 1670 o Les Fourberies de Scapin (comedy) - 1671 o Les Femmes savantes (comedy) - 1672 o Le Malade imaginaire (comedy) - 1673 Thomas Corneille (1625–1709) - brother of Pierre Corneille o Timocrate (tragedy) - 1659, the longest run (80 nights) recorded of any play in the century 55 o Ariane (tragedy) - 1672 o Circée (tragicomedy) - 1675 (cowritten with Donneau de Visé ) o La Devineresse (comedy) - 1679 (cowritten with Donneau de Visé ) o Bellérophon (opéra) - 1679 Philippe Quinault (1635–1688). o Alceste (musical tragedy) - 1674 o Proserpine (musical tragedy) - 1680 o Amadis de Gaule (musical tragicomedy) - 1684, based on the Renaissance chivalric novel o Armide (musical tragicomedy) - 1686, based on Tasso 's Jerusalem Delivered Jean Racine (1639–1699) o Andromaque (tragedy) - 1667 o Les Plaideurs (comedy) - 1668, Racine's only comedy o Bérénice (tragedy) - 1670 o Bajazet (tragedy) - 1672 o Iphigénie (tragedy) - 1674 o Phèdre (tragedy) - 1677 o Britannicus (tragedy) - 1689 o Esther (tragedy) - 1689 o Athalie (tragedy) - 1691 Jacques Pradon (1632–1698) o Pyrame et Thisbé (tragedy) - 1674 o Tamerlan, ou la mort de Bajazet (tragedy) - 1676 o Phèdre et Hippolyte (tragedy) - 1677, this play, released at the same time as Racine's, had a momentary success Jean-François Regnard (1655–1709) o Le Joueur (comedy) - 1696 o Le Distrait (comedy) - 1697 Jean Galbert de Campistron (1656–1723) o Andronic (tragedy) - 1685 o Tiridate (tragedy) - 1691 Florent Carton Dancourt (1661–1725) o Le Chevalier à la mode (comedy) - 1687 o Les Bourgeoises à la mode (comedy) - 1693 o Les Bourgeoises de qualité (comedy) - 1700 Alain-René Lesage (1668–1747) o Turcaret (comedy) - 1708 Prosper Jolyot de Crébillon (1674–1762) o Idoménée (tragedy) - 1705 o Atrée et Thyeste (tragedy) - 1707 o Electre (tragedy) - 1709 o Rhadamiste et Zénobie (tragedy) - 1711 o Xerxes (tragedy) - 1714 o Sémiramis (tragedy) -1717 Bron: http://translate.google.be/translate?hl=nl&langpair=en%7Cnl&u=http://en.wikipedia.org/wiki/The atre_of_France 56 Politiek onder Lodewijk XIV ―Toen Lodewijk XIV in 1661 zelf ging regeren, riep hij zichzelf uit tot koning bij de gratie van God, plaatsvervanger van God op aarde; dit is het zogenaamde droit divin. Lodewijk meende dat de koning boven de wet stond. Om dit te verklaren gebruikte hij ideeën van het Romeinse recht, waarin dat vorstelijk absolutisme religieus verantwoord werd. De theoloog Bossuet goot deze absolutistische theorie in theologische vormen, en werd beloond met een schitterende carrière als bisschop. Voor een eerste minister met een positie zoals Mazarin had gehad, was geen plaats. De superintendent van Financiën, Nicolas Fouquet, die op die post gehoopt had, werd in de plaats daarvan met hulp van Jean-Baptiste Colbert beschuldigd van verduistering, waarna hij tot verbanning werd veroordeeld, hetgeen door Lodewijk werd omgezet in levenslange gevangenisstraf. De koning regeerde alleen. Onder de absolute vorst hadden de Franse Parlementen (geen volksvertegenwoordigingen, maar (adellijke) rechtbanken, waarin de onderdanen konden protesteren tegen koninklijke beslissingen), en de Staten-Generaal, in feite geen macht en ook de ministers stonden volledig onder zijn gezag. Hij slaagde erin het Remonstratierecht van de Parlementen op te schorten: de Parlementen konden nog wél protesteren, maar pas ná de registratie van de koninklijke edicten. Vermoedelijk heeft de traumatische ervaring van la Fronde, die deels in de Parlementen begonnen was, hierin een belangrijke rol gespeeld: Lodewijk wilde voorkomen dat anderen ooit zo veel macht zouden kunnen krijgen dat zij de rust in het koninkrijk konden bedreigen. Om zijn absolute macht in veiligheid te stellen probeerde Lodewijk de adel, zijn voornaamste binnenlandse rivaal, uit te schakelen. De adel diende voortdurend aan het hof aanwezig te zijn; de belangrijksten kregen er appartementen. Hovelingen moesten optreden als figuranten in ingewikkelde rituelen waarvan de koning het centrum was. Zij moesten zich rond zijn persoon verdringen om titels, eerbewijzen, functies en geld te ontvangen. Wegblijven kon het koninklijk ongenoegen opwekken. De zonen en dochters van de beruchte "frondeurs" kibbelden wie het Koninklijk Ontwaken mocht bijwonen, wie het Koninklijke Hemd mocht aanreiken en wie voorrang had, dat wil zeggen wie vóór wie in de stoet mocht lopen. (Hierover werden processen gevoerd, door Saint-Simon tegen de hertog van Luxemburg.) Aan Lodewijk XIV wordt wel de uitspraak "L'état, c'est Moi" ("De Staat, dat ben Ik") toegeschreven, maar dat is historisch niet juist. Maar de koning heeft wel "Quand on a l'état en vue, on travaille pour soi" gezegd. Bossuet stelde "tout l'état etst en lui". Een protestants criticus stelde in een pamflet dat "Le Roi a pris la place de l'état". Hierin klinkt de kritiek dat de koning door zijn autocratische bestuur de Franse constitutie schond. Lodewijk werd ook met God vereenzelvigd. Hij was een "image vivante de Dieu". Hij werd ook als de Heilige Lodewijk afgebeeld en zo in processies meegedragen. Deze idolatrie werd in het buitenland, met name in Rome en in de protestantse naties, afgekeurd. Als uitvloeisel van zijn met chrisma gezalfde koningschap ging Lodewijk na zijn kroning ook de hand opleggen om huidziekten te genezen. 57 In 1671 werd Lodewijk XIV op een in Parijs geslagen penning voor het eerst "LOUIS LE GRAND" genoemd. Het werd tijdens zijn regering gebruikelijk om de naam van de koning en dit epitheton (eretitel) steeds in hoofdletters te drukken, ook wanneer de rest van de tekst in onderkast (kleine letters) was gezet. Deze persoonsverheerlijking nam gedurende de succesvolle periode van het regime tot ongeveer 1690 steeds grotere vormen aan. De bijnaam "De Grote" beklijfde niet. Lodewijk wordt nog wel als "De Zonnekoning" aangeduid. In Parijs herinnert het Lycée Louis-le-Grand aan de koning. Veel van zijn monumenten werden in de Franse Revolutie verwoest. Om zijn macht te versterken en de rust te bewaren gingen Lodewijk XIV en minister Colbert per Edict van 1667 over tot een hervorming van de politie. Onder LuitenantGeneraal van Politie Gabriel Nicolas de La Reynie werden de vier concurrerende politiemachten onder controle gebracht. Een netwerk van spionnen (mouches en moutons) voorzag sindsdien de Franse koningen van informatie. La Reynie controleerde met harde hand de drukpers en voerde de Lettres de cachet uit. Het eerste deel van zijn regeerperiode werd Lodewijk XIV gezien als een heel goede koning, die Frankrijk vooruit hielp op allerlei vlakken. De Hollandse Oorlog, die begon in 1672, brak uit omdat de Republiek weigerde mee te werken aan het plan van Lodewijk om de Spaanse Nederlanden te verdelen tussen Frankrijk en de Republiek. (Al in de jaren dertig had Frankrijk hierop aangedrongen, maar de Republiek had ook toen al liever een bufferzone onder controle van het verzwakte Spanje dan een grens met het steeds machtiger wordende Frankrijk.) Het jaar 1672 ging vooral wegens de Franse invasie als Rampjaar voor de Nederlandse Republiek de geschiedenis in. Het stadhouderloze regentenregime van Johan de Witt stortte in en prins Willem III van Oranje kwam als stadhouder aan de macht. Hij zou de rest van zijn leven een anti-Franse politiek voeren. Lodewijk bereikte in die oorlog het hoogtepunt van zijn macht, mede dankzij zijn bekwame ministers Jean-Baptiste Colbert (financiën en handel) en de markies de Louvois (defensie). Aan beide zijden hadden zowel protestantse als katholieke mogendheden hun eigen redenen om mee te doen De Republiek kreeg voormalig aartsvijand Spanje nu ineens als bondgenoot. Voor Engeland leek deze oorlog een geschikte gelegenheid om af te rekenen met de belangrijkste rivaal ter zee, zodat de Derde Engels-Nederlandse Oorlog tegelijk met de Hollandse oorlog uitbrak. Het Prinsbisdom Münster liep in 1674 over van het Franse naar het anti-Franse kamp. Bij de Vrede van Nijmegen in 1678 lijfde Frankrijk de Franche-Comté in en speelde Lodewijk voor scheidsrechter tussen andere Europese mogendheden. Rond 1681 veroverde hij de Elzas en in 1683 en 1684 had hij succes met de veroveringen van een deel van de Spaanse Nederlanden. Lodewijk had zich ondertussen in heel Europa wel de status van de grote boeman verworven, waartegen steeds succesvollere coalities gesmeed zouden worden. Prins Willem III speelde hierin een hoofdrol. Hij was bovendien betrokken bij de veroordeling van de Spaanse mysticus Miguel de Molinos. De laatste 25 jaar van zijn regering liepen de zaken daarom heel wat minder. De Negenjarige Oorlog (1688-1697) barstte los, 'alleen maar' omdat Lodewijk zich bemoeide met de opvolging van de bisschop van Keulen, die ook keurvorst van het Heilige Roomse Rijk was. De Liga van Augsburg tegen Frankrijk kreeg hierdoor vaste vorm; deze bestond uit maar liefst zeven mogendheden, waarvan drie protestants en vier katholiek. Hieruit bleek eens temeer dat het beteugelen van de Franse hegemonie in Europa de hoogste 58 prioriteit had gekregen. Er werden vooral in de Zuidelijke Nederlanden en in het Duitse Rijnland geweldige verwoestingen aangericht. De afloop, vastgelegd als de Vrede van Rijswijk, werd als een gelijkspel beschouwd, dat zowel volgens Frankrijk als haar vijanden een vervolg eiste. Dat vervolg kwam er dan ook, toen Lodewijk probeerde een van zijn kleinzonen op de in 1700 vacant geworden Spaanse troon geplaatst te krijgen. Frankrijks tegenstanders, zowel protestanten als katholieken, vreesden dat vereniging van Frankrijk en Spanje zou leiden tot een geheel onbeheersbare hegemonie van Frankrijk, waarmee de Spaanse Successieoorlog (1701-1713) onvermijdelijk werd. De inmiddels ook koning van Engeland geworden stadhouder Willem III speelde hierin tot zijn dood in 1702 weer de rol van tegenspeler van Lodewijk. In deze oorlog leed Frankrijk vanaf 1704 een aantal zware nederlagen in veldslagen, wat het sinds 1643 niet meer gewend was. Frankrijks hoofddoel in die oorlog, het verenigen van de Spaanse en Franse kroon, werd niet bereikt al kwam Lodewijks kleinzoon, en daarmee een tak van het Huis Bourbon, wel op de Spaanse troon als Filips V van Spanje. Alle oorlogvoerenden raakten uitgeput, maar Frankrijk was nog steeds het machtigste land van Europa. Het in 1707 verenigde Koninkrijk Groot-Brittannië was nog het minst tevreden; het had zich tot belangrijkste rivaal van Frankrijk ontwikkeld, mede door het voortschrijdende verval van Spanje en het beginnende verval van de Nederlandse Republiek. Op religieus gebied probeerde de koning de Kerk in zijn macht te krijgen, en hij versterkte het Gallicanisme, een doctrine die de Franse katholieke Kerk onafhankelijkheid van de paus benadrukte. Hij bestreed afwijkingen zoals het Jansenisme en hij draaide de (relatieve) religieuze tolerantie voor een groot deel terug. Een belangrijke stap in dit verband was het herroepen van het Edict van Nantes in 1685, wat gepaard ging met pesterijen (zoals dragonnades) van afwijkende stromingen en kerkgenootschappen. Veel Hugenoten vluchtten naar de Nederlandse Republiek, Pruisen en de Palts. Om een eind te maken aan de Jansenistische controverses in de Franse katholieke Kerk, drong de op zijn eigen manier steeds vromer wordende koning bij paus Clemens XI aan het Jansenisme te veroordelen, waarbij echter al te veel inmenging in de interne aangelegenheden van de Gallicaanse Kerk vermeden diende te worden. Dit leidde in 1713 tot de bul Unigenitus. Deze zaaide niettemin grote verdeeldheid in de Franse katholieke Kerk en verstoorde de relatie met het Vaticaan. De aartsbisschop van Parijs, kardinaal Louis Antoine de Noailles, die met het Jansenisme sympathiseerde, werd zelfs met afzetting bedreigd en ook de relatie tussen Lodewijk en de Parlementen werd verstoord. Ten tijde van Lodewijks dood in 1715 was de kwestie nog niet opgelost. Lodewijks minister Colbert slaagde er door middel van zijn politiek van het mercantilisme in de economische slagkracht van Frankrijk aanzienlijk te verbeteren ten opzichte van de twee belangrijkste concurrenten, Engeland en de Nederlanden, destijds een machtige handelsnatie. Desalniettemin leidden de dure hofhouding (zie onder) en de vele oorlogen tot grote financiële problemen, zeker na Colberts dood in 1683. Lodewijk liet bij zijn dood zijn land achter in een desastreuze toestand. De vele oorlogen hadden aanvankelijk wel terreinwinst opgeleverd, maar er zat duidelijk een neerwaartse trend in en het land was met een enorme schuld opgezadeld. De belastingheffing was gebrekkig en onrechtvaardig: de adel en geestelijkheid betaalden vrijwel niets. Het corrupte systeem belette goed bestuur, en bracht het volk soms op de rand van de 59 hongerdood. Een reeks van hongerwinters (onder meer in 1709) had de bevolking gedecimeerd. Ondanks vierenvijftig jaar autoritair bestuur was Lodewijk er niet in geslaagd de saboterende en vaak opstandige Parlementen te hervormen. De luxe van Versailles stak schril af tegen de situatie van het volk, waardoor aan het eind van zijn bewind het gevoel overheerste dat Lodewijk te ver was gegaan in het gebruiken van land en volk voor zijn persoonlijke eerzucht. Samenvattend kan gesteld worden dat Lodewijks absolutistische manier van regeren niet alleen maar negatieve gevolgen had. De hoge belastingdruk en de militaire nederlagen waren voor Frankrijk toen nog wel overkomelijk. Frankrijk was nog niet zo uitgeput als Spanje aan het eind van het bewind van Filips II. Het had een grotere veerkracht en zou nog tot ver in de 19e eeuw een voortdurende bron van zorg voor andere Europese mogendheden blijven. De kansen die Lodewijk XIV had laten liggen om de situatie recht te trekken, beter te besturen en de Parlementen te verpletteren deden zich na zijn dood nog steeds voor. Op zijn sterfbed biechtte hij toch nog één grote zonde op: "J'aimais trop la guerre" (dat hij teveel van oorlog had gehouden). Lodewijk XIV werd opgevolgd door zijn achterkleinzoon Lodewijk XV die nog maar 5 jaar oud was.‖ Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Lodewijk_XIV_van_Frankrijk#Politiek 60 Bijlage IV: Extra’s uit Wikipedia Tartuffe (Originele titel: Le Tartuffe ou l’Imposteur) is een komedie van Molière in 5 akten gecreëerd in het theater van het Palais Royal te Parijs op 12 mei 1664. Het onderwerp is een reactie op de opgang van de Compagnie du Saint-Sacrement, een geheime religieuze orde van "devoten" opgericht in 1627 waarvan ook koningin-moeder Anna van Oostenrijk lid was. Betekenis Dit stuk behandelt reële onderwerpen die op zich nauwelijks amusant zijn: schijnheiligheid, hypocrisie en religie maar ook tirannie, egoïsme en wat tegenwoordig seksisme heet. De humor ligt vooral in de context waarin men grote woorden als zonde, hel, verleiding, devotie, vergiffenis, liefdadigheid, geweten en zegening hanteert. Molière levert in de eerste plaats gewaagde kritiek op de clerus en dan met name op de Compagnie du Saint-Sacrement; de meest godsdienstige personen in het stuk - Orgon en Mme Pernelle - zijn tevens het meest naïef. Voor het personage van de naïeve Madame Pernelle moet de auteur de koninginmoeder in gedachten hebben gehad, terwijl de koning via zijn vertegenwoordiger model stond voor de deus ex machina die het verhaal tot een goed einde brengt. Het personage van Tartuffe zelf was volgens Saint-Simon en Choisy gebaseerd op Gabriel de Roquette (1623-1707), later bisschop van Autun. Opvoeringen In mei 1664 werd het stuk aan de koning voorgelegd, waarna de dévotes zeer verontwaardigd reageerden. De Compagnie du Saint-Sacrement, die in het stuk een aanval op de godsdienst zag, slaagde er dankzij haar invloed aanvankelijk in het stuk te verbieden. In augustus 1667 probeerde Molière het stuk opnieuw te presenteren onder de naam Panulphe ou l’Imposteur, maar ook deze versie werd verboden en de aartsbisschop van Parijs, Hardouin de Péréfixe de Beaumont, dreigde zelfs met de excommunicatie van iedereen die zou proberen het stuk op te voeren of ernaar te kijken. Op 1 februari 1669, bijna vijf jaar na de eerste creatie op 12 mei 1664 en drie jaar na het overlijden van de koningin-moeder op 20 januari 1666, werd het stuk uiteindelijk definitief door de koning goedgekeurd. Hoewel koning Lodewijk XIV Molière en zijn gezelschap door de band carte blanche gaf, zag de auteur zich genoodzaakt het stuk minder scherp te maken, tot de huidige versie uit 1667, die uiteindelijk in 1669 in eigen beheer werd uitgegeven. Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Tartuffe 61 Bijlage V: Vragenlijst voor het personage 1. Wat is de naam van je personage? 2. Wie ben je? Vb. De man die altijd loopt. De vrouw die tegen de deur aanliep. De cafébaas die iedereen kent. 3. Heb je broers of zussen? 4. Waar ben je geboren? 5. Wat past het best bij je? Horen – zien – zwijgen? 6. Je lievelingskleur? Waarom? 7. Wat heb je altijd bij je? 8. Wat is het mooiste moment van de dag? 9. Kies: vierkant of cirkel? 10. Wat zou je erg graag willen, maar weet je dat je nooit zal krijgen? 11. Heb je ooit iets gedaan waar je je ongelooflijk voor schaamt? 12. Maak volgende zinnen af: Ik kan mooi … Ik ben nog nooit … Als ik droom dan droom ik van … Ik wil nu … 13. Kies: water – vuur – aarde – lucht 14. Ben je ooit vernederd? 15. Wat doe je altijd alleen? 16. Wie is het sterkst mannen of vrouwen? Waarom? 17. Kies: kat of hond? 18. Wat maakt je bang? 19. Welke kleur haat je? Waarom? 20. Als je de stilte zou kunnen vastpakken, als het een ding zou zijn, wat zou het dan zijn? 21. Welke uitspraak van je vader kan je niet meer horen? 62 22. Welke uitspraak van je moeder kan je niet meer horen? 23. Voor welke fictieve figuur heb je bewondering? 24. Je hebt altijd een schoendoos bij. Wat zit er in? Wat sleur je mee? 25. Is er iemand van de ander personages familie van je? En welke relatie heb je dan? 26. Wat is geluk? 27. Waar wordt je droevig van? 28. Wat durf je alleen maar in het donker vertellen? 29. Wat is er mis met je? Volgens jezelf? Volgens je omgeving? 30. Wat vind je een mooi woord? Waarom? Gebruik het in een zin. 31. Welke plek op je lichaam mag niet aangeraakt worden? 32. Wat is je grootste eigenaardigheid? 33. Stel je mag een foto maken van jezelf, hoe moet die foto er uit zien? Geef alle details: kleren die je draagt, wat heb je in je hand, hoe sta je, … 34. Heb je ooit iemand dood gewenst? Wie? En had je aandeel in die dood? 63 Bijlage VI: Improvisatiekaartjes met plaatsen Dierentuin Woonkamer Restaurant Sauna Fuif Kelder Begraafplaats Kerk Keuken Strand Vliegtuig Kermis Op straat In de ruimte Park Bakker School Op de scène Ziekenhuis Politiekantoor Pashokje Kleerkast Zolder Tram 64 Bijlage VII: Scènes EERSTE BEDRIJF Scène I (MEVROUW PERNELLE, ELMIRE, MARIANE, CLÉANTE, DAMIS, DORINE) PERNELLE Ja, ik verlaat dit huis en ik ben kwaad! Als ik iets uitleg wordt er niet geluisterd, Geen grein respect… iedereen spreekt mij tegen. Het is een janboel hier in huis, ik ga! DORINE Maar als u… PERNELLE Meisje, gij hebt voor een meid Veel te veel praat en brutaliteit! DAMIS Maar… PERNELLE Gij, Damis, zijt in één woord een dwaas, En ’t is uw grootmoeder die u dat zegt. Ik heb mijn zoon, uw vader, vaak gezegd, Dat ge een nietsnut zijt, dat ge niet deugt, Dat hij met u niets dan ellende krijgt! MARIANE Ik vind… PERNELLE Ochot, z’n zus, dat lieve kind, Altijd zo argeloos, zo zacht en pril! Maar stille waters hebben diepe gronden En ge voert heimelijk vast iets in uw schild. ELMIRE Moeder… PERNELLE Schoondochter, ‘k zeg u met permissie: uw doen en laten is niet zoals ’t hoort. Ge zou een voorbeeld voor hen moeten zijn Zoals hun moeder was… Gij kunt alleen maar Met geld smijten; het doet me pijn te zien Hoe gij u kleedt als een vorstin. Als gij Alleen uw eigen man behagen wou, 65 Dan hadt ge lak aan al die pronk en opschik. CLÉANTE Maar al met al… PERNELLE U bent haar neef, meneer, En als zodanig wil ‘k u respecteren, Maar als ik in de plaats was van mijn zoon, Orgon, Dan vroeg ik u hier uit de buurt te blijven: Die levenslesjes waar u mee te koop loopt, Die zijn, meneer, zonder meer immoreel! Ik spreek vrijuit, dat ben ik zo gewend, Mijn hart ligt op mijn tong. DAMIS Uw vriend, meneer Tartuffe, heeft het getroffen… PERNELLE Tartuffe is een vroom man, een man van wijsheid, En ik verdraag het niet, het maakt me razend, Als hij kritiek krijgt van een dwaas als gij. DAMIS Moet ik verdragen dat zo’n huichelaar, Zo’n zedenpreker ons de wet voorschrijft? Dat hij ons elk pleziertje wil verbieden Als hij er niet zijn zegen aan wil geven! DORINE Als ge die wijsheden van hem moet geloven, Kunt ge niets doen zonder te zondigen. Die vrome zeveraar keurt alles af. PERNELLE Als hij iets afkeurt doet hij dat met reden. Hij wijst de Weg Omhoog; mijn zoon moet zorgen Dat gij allemaal hem in uw hart sluit. DAMIS Er is geen vader en geen macht op aarde Die me daartoe kan pressen, ’t Zou verraad Zijn aan mezelf als ik iets anders zei. Ik moet hem nog maar zien of ‘k word al razend, En als ’t zo doorgaat zie ik er van komen Dat ‘k nog eens op de vuist ga met die zak. DORINE Er is geen mens die er iets van begrijpt: Een onbekende die de baas komt spelen, 66 Een bedelaar die niet eens schoenen had, Zijn hele plunje geen drie duiten waard… En zo iemand is zo zichzelf vergeten Dat ’t lijkt of hij hier heer en meester is. PERNELLE God zij dank, alles zou beter zijn Als gij u allemaal liet leiden door zijn vroomheid. DORINNE U ziet in hem een soort van heilige, Maar het is allemaal schijnheiligheid. PERNELLE Iedereen versmaadt hem en beschimpt hem. Waarom? Omdat hij u de waarheid zegt, Omdat hij al die zonde niet kan aanzien: Hij laat zich leiden door de wil des Heren. DORINE Is het dan soms tegen de wil des Heren Dat wij in eigen huis bezoek ontvangen? Als we de laatste tijd visite kregen, Dan ging hij als een razende tekeer. Wat zou daar achter zitten? Volgens mij (ze wijst op Elmire) Is hij jaloers als anderen haar zien… PERNELLE Zwijg toch, denk na en zeg die dingen niet. Hij is het niet alleen die nijdig wordt Van al die aanloop hier, al dat gedrang De hele buurt spreekt er al schande van. Goed, ik neem aan dat er niets schandelijks Gebeurt, maar dat is niet waarom het gaat: Waar het om gaat is dat er wordt gepráát. CLÉANTE U kan de mensen ’t kletsen niet verbieden. Het zou een droevig leven zijn wanneer we Uit vrees voor rare praatjes het gezelschap Van onze beste vrienden moesten mijden. En zelfs als ge zo ver zou willen gaan, Dan brengt dat nog niet elke tong tot zwijgen. Er is geen kruid gewassen tegen roddel; Er niet op letten, dat is nog het best. Als we onszelf niets hoeven te verwijten, 67 Laten die praatjesmakers dan maar praten. DORINE Die roddel komt toch van hiernaast, van Dafne, En van dat sullig mannetje van haar? Wie zelf een scheve schaats rijdt is altijd De eerste om een ander zwart te maken, Wat anderen doen, of in hún ogen doen, Moet blijkbaar excuseren wat ze zelf doen, En ze proberen onder ’t mom van onschuld Hun eigen slinkse daden te maskeren. PRENELLE Dat heeft er allemaal niets mee te maken; Madame Orante leeft hoe dan ook een vroom, Godvrezend leven en ik weet dat zij Ook aanstoot neemt aan al dat komen en gaan. DORINE Een mooi gekozen voorbeeld, wat een vrouw! ’t Is waar, nu leidt ze een voorbeeldig leven, Maar ’t is de leeftijd die er haar toe dwingt: Haar zedigheid is tegen wil en dank. Zolang ze in de smaak viel bij de heren Leek het of zij er nooit genoeg van kreeg. Maar nu de glans gedoofd is in haar ogen, Nu zweert ze af wat haar heeft afgezworen: En in haar rusteloze eenzaamheid Ziet ze geen ander leven voor zichzelf Dan een bestaan als preutse zedenpreekster. Niet uit vroomheid, ’t is gewoon uit pure Afgunst: als zij te oud is voor de liefde, Dan mag een ander ook niet meer genieten. PERNELLE Dat is een sprookje van het soort dat gij Weet te waarderen, is het niet, Elmire? En ik moet hier in huis mijn mond dichthouden, Want als madame daar praat, stopt ze niet meer. Toch zal ik u eens zeggen wat ik vind: Ik zeg u dat mijn zoon zijn leven lang Nog nooit zo wijs gehandeld had als toen hij, Tartuffe, die vrome man, bij zich in huis nam, En dat de hemel zelf hem heeft gestuurd Om u van zinsverbijstering te genezen; 68 En dat het voor uw bestwil is om goed Naar hem te luisteren, en dat hij niets Veroordeelt als dat niet hoognodig is. Als die visites, al die bals en al die feestjes, Al dat geconverseer, ’t is uit den boze! Hoort ge hier ooit een stichtelijk gesprek? Nee, loze praatjes, zang en zotteklap. (ze wijst op Cléante) Kijk, kijk meneer heeft alweer binnenpretjes! Als er te lachen valt, dan niet om mij! (tot Elmire) Adieu schoondochter, ‘k heb genoeg gezegd; Uw huishouden kan mij gestolen worden En ’t kan lang duren voor ge mij hier terugziet. _______ EERSTE BEDRIJF Scène VI (ORGON, CLÉANTE) CLÉANTE Orgon, ze lacht u uit in uw gezicht, En in mijn hart geef ik haar nog gelijk ook. Ge hebt die gril echt veel te ver gedreven! Is ’t mogelijk dat een man u zo betovert Dat u al ’t andere voor hem vergeet? Eerst hebt ge u hem kleren en geld gegeven En nu is ’t al zo ver… ORGON Genoeg, Cléante. Het gaat om iemand die ge niet eens kent! CLÉANTE Goed, ik geef toe, ik ken hem niet zo goed, Maar ‘k kan vermoeden wat voor man het is. ORGON Cléante, als ge hem kende zoals ik, Dan waart ge net zo in zijn ban geraakt. Het is een man die… eh… kortom, een man… Een echte man! Nu ik zijn lessen volg, Voel ik een diepe innerlijke vrede 69 En zie ik hoe verrot de wereld is. Ik ben een ander mens sinds ik hem ken: Hij leert me om me nergens aan te hechten En alle tedere banden af te kappen. Nu ben ik al zover dat ik mijn moeder, Broer, kinderen of echtgenote kan Zien sterven zonder dat het me iets doet. CLÉANTE Man, zo te horen wordt gij nog een echte mens! ORGON Waart ge erbij geweest toen ‘k hem ontmoette, Dan waart gij ook een vriend van hem geworden. ’t Was in de kerk; daar viel hij dagelijks Vol ootmoed voor mij op zijn knieën neer. Iedereen keek naar hem, zo vurig zond Hij zijn gebeden naar de hemel op. Hij zuchtte en steunde uit het diepste van Zijn ziel en kuste nederig de grond; En als ik wegging, rende hij vooruit Om me een kruis met wijwater te geven. Iemand die eigenlijk een leerling van hem is, Vertelde me wat voor een man hij is En van hun armoede. Ik gaf hem geld, Maar hij was zo bescheiden in zijn wensen Dat hij er telkens weer een deel van teruggaf. ‘Dat is te veel’, zei hij, ‘de helft te veel, Ik heb uw medelijden niet verdiend.’ En als ik weigerde ’t geld terug te nemen, Gaf hij het, waar ik bijstond, aan de armen. De hemel zei me om die man in huis Te nemen, en sindsdien gaat alles hier Veel beter. Er is niets dat hem ontgaat: Hij waakt over de eer van mijn Elmire, Om mijnentwil vertelt hij wie naar haar Durft lonken, hij lijkt tienmaal zo jaloers Als ik. Ge gelooft het niet als ik vertel Hoever hij in zijn ijver al gegaan is. Wat voor een ander maar een bagatel is, Dat rekent hij zichzelf als zonde aan. Vorige week had hij weer iets misdaan Waar hij verschrikkelijke spijt van had: 70 Onder ’t gebed kreeg hij een vlieg te pakken, Die had hij in zijn woede doodgeknepen! CLÉANTE Orgon, speelt gij ’n spelletje met mij Of zijt ge zot geworden? Wat bedoelt ge Met dit rare verhaal: ’t bevalt me niets. ORGON En wat gij zegt riekt naar vrijdenkerij. Ik dacht het wel, dat ge daarmee besmet waart. Maar ík heb u gewaarschuwd: als ge zo Doorgaat loopt het straks treurig met u af. CLÉANTE Denkt ge nu echt dat ge mij bang kunt maken? Ik weet wat ik gezegd heb en ik hoef Mij nergens voor te schamen: wij zijn niet De dupe van die mooipraters van u: Geloof kan, net als dapperheid, geveinsd zijn. De grootste schreeuwers zijn daarom nog Niet het dapperst in de strijd; zo is het ook Met ware vromen die ons voorbeeld zijn, Die hebben al die drukte echt niet nodig. ORGON Cléante, gij zijt vast een groot geleerde Die alles weet wat er te weten valt; Gij zijt het licht der wereld, een orakel; Naast u en bij u vergeleken zijn Andere mensen waardeloze dwazen. CLÉANTE Orgon, ik zeg niet dat ik zo geleerd ben; Ik weet heel weinig, maar ik weet één ding: En dat is echt en vals te onderscheiden. Ik heb voor niets ter wereld zo’n respect Als vroomheid waar ik echt in kan geloven, En mijn bewondering kent geen grenzen voor Het heilig vuur van een groot ideaal. Maar er is niets dat ik zozeer afschuw Als het vernisje van geveinsde vroomheid. Er zijn bedriegers, charlatans, schijnvromen, die, door eigenbaat gedreven, Godsvrucht tot handelswaar hebben gemaakt, Die op krediet en mooie baantjes azen 71 Met vals gelonk en stichtelijk gepraat, Er zijn teveel van dat soort valse vromen, Maar de echte zijn niet moeilijk te herkennen; Die lopen niet zo met hun deugd te koop, En hebben niet op iedereen kritiek. Doen niet alsof ze ’t hemelse gerecht Kunnen verbeteren. Díe mensen zijn Een voorbeeld dat ik graag probeer te volgen, Maar die Tartuffe van u, neem me niet kwalijk, Is van een ander soort; gij gelóóft in hem, Ge méént het, maar voor mij zijt ge verblind. ORGON Zijt ge nu uitgepraat, mijn beste vriend? CLÉANTE Ja. ORGON ‘k Ben u zeer verplicht. CLÉANTE Orgon, wacht even. Iets anders: ge hebt toch uw woord gegeven Dat Mariane mag trouwen met Valère? ORGON Ja. CLÉANTE En de trouwdag was vastgesteld? ORGON Ja. CLÉANTE Waarom wordt die dag dan uitgesteld? ORGON Dat weet ik niet. CLÉANTE Hebt ge nu andere plannen? ORGON Misschien. CLÉANTE Wilt ge dan uw belofte breken? ORGON Dat zeg ik niet. CLÉANTE Er is toch geen beletsel 72 Waardoor ge u niet aan uw woord kunt houden? ORGON Dat ligt eraan. CLÉANTE Wees toch eens duidelijk! Valère heeft me gevraagd om u te polsen. ORGON God zij geloofd. CLÉANTE Maar wat moet ik hem zeggen? ORGON Wat ge maar wilt. CLÉANTE Maar het is nodig dat Ge me vertelt wat uw bedoeling is. ORGON Ik zal doen wat de hemel mij gebiedt. CLÉANTE Orgon, in ernst, ge hebt uw woord gegeven. Komt ge daar nu op terug? ORGON Tot ziens, Cléante. CLÉANTE (alleen) ‘k Begin het ergste voor Valère te vrezen, Ik moet hem zeggen wat hier gaande is. _________ DERDE BEDRIJF Scène VI (ORGON, DAMIS, TARTUFFE) ORGON Oh God, ’t is toch niet waar! Moet ik dit geloven? TARTUFFE Ja, broeder, ‘k ben bedorven, schuldig, slecht, Een diep gezonkene, een poel van zonde. Doortrapter mens dan ik heeft nooit bestaan, Mijn hele leven was infaam en eerloos, Alleen maar wandaden en smerigheid. 73 De hemel heeft deze gelegenheid Gekozen om mij eindelijk te doen boeten. Ondanks de ernst van de beschuldiging Ontken ik niets, dat zou hovaardig zijn. Geloof hem gerust, verzamel al uw woede En jaag mij als een tuchthuisboef uw huis uit. Met hoeveel smaad ik ook word overladen, ’t Is nooit genoeg, ik had nog meer verdiend. ORGON (tot zijn zoon) Ellendeling, hoe durft ge met uw leugens Een smet te werpen op zo’n zuiver mens? DAMIS Die huichelaar: hij hoeft maar wat te zalven En u denkt dat ik lieg. . ORGON Mond dicht, Stuk vuil! TARTUFFE Beschuldig hem niet valselijk! Geloof toch wat hij zegt, uw vriendelijkheid Verdien ik niet; hoe kunt gij weten waar Ik toe in staat ben? Ge gaat af op mijn Betrouwbaar uiterlijk, maar schijn bedriegt. Ik ben de man niet die ik lijk te zijn. Ik een fatsoenlijk mens? De waarheid is Dat ik waardeloos en nietswaardig ben. (tot Damis) Mijn zoon, vertel het hem, zeg hem maar dat Ik een ellendige verrader ben. Scheld me maar uit voor dief en moordenaar En al het ergste dat ge kunt bedenken, Ik heb ’t verdiend, ik ben het er mee eens. Geknield zal ik de schande ondergaan Als straf voor alles wat ik heb misdreven. ORGON Broeder, genoeg! (tot Damis) Krijgt ge nog geen berouw, Adder! DAMIS Dat hij u zo gemakkelijk 74 Omverpraat! ORGON Zwijg! (hij helpt Tartuffe overeind) Ik smeek u, broer, sta op… (tot Damis) Serpent! DAMIS Hij kan… ORGON Bek dicht! DAMIS Oh, ik word zot! ORGON Ik breek uw nek als ge nog één woord zegt! TARTUFFE Beheers uw drift, broeder, in naam des Heren… Liever doorsta ik zelf het zwaarste lijden Dan dat ge hem om mijnentwil kastijdt. ORGON (tot Damis) Rotzak! TARTUFFE Laat hem! Moet ik het op mijn knieën Afsmeken? Laat genade gelden… ORGON (die ook op zijn knieën valt en Tartuffe omhelst) Ach! Kunt ge dat menen? (tot Damis) Ziet ge nu zijn goedheid, Stuk ongeluk! DAMIS Maar… ORGON Zwijg! DAMIS Maar ik… ORGON Zwijg, zeg ik! Ik weet wel wat u drijft om over hem Te liegen, ge haat hem allemaal. 75 Mijn eigen vrouw, de kinderen, de meiden, Ze spannen allemaal tegen hem samen; Zij grijpen schaamteloos elk middel aan Om deze heilige van mij te scheiden. Hoe meer gij probeert om hem hier Vandaan te krijgen, des te meer zorg ik Dat hij hier altijd blijft en des te sneller Zal ik hem laten trouwen met Mariane. Ik weet wel raad met al uw koppigheid. DAMIS Denkt u dat u haar dwingen kan? ORGON Jazeker, Niksnut, nog deze zelfde avond. Ik daag u uit, ge zult eindelijk weten Dat hier gehoorzaamd wordt, dat ik de baas ben. Herroep uw leugenpraat, en nu meteen, Val op uw knieën, smeek hem om vergeving! DAMIS ORGON Vergeving vragen aan zo’n charlatan…! Gij weigert, smeerlap, durft gij hem Beledigen! (tot Tartuffe) Hou me niet tegen! (tot Damis) Mijn huis uit, gij! En waag het niet Hier nog een voet te zetten! DAMIS Goed, ik ga, Maar ik… ORGON Weg, zeg ik. En vlug! ik spreek een vloek Over u uit. Onterven zal ik u! 76 Bijlage VIII: Opdrachtenblad Lees eerst goed alle opdrachten! 1. Schrijf je naam in de rechter bovenhoek van je blad. 2. Noteer de namen van de kinderen van Orgon. ………………………………………………………………………………………… 3. Bedenk een woord dat rijmt op Tartuffe…………………………………………… 4. Hoe heet de dienstmeid van Mariane? …………………………………………… 5. Schrijf hier je mening over het stuk in 15 regels. ………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… 6. Voer enkel opdracht 1 uit! 77 Bijlage IX: Samenvatting per scène Synopsis: Ondanks waarschuwingen van zijn schoonbroer Cléante en de dienstmeid Dorine, valt de schijnheilige en onhandige Orgon (met zijn moeder, Mevrouw Pernelle) voor de manipulatie van Tartuffe, die hem helemaal in zijn macht krijgt. Terwijl Orgon zijn dochter Mariane ten huwelijk aanbiedt – die al verloofd is - probeert Tartuffe ook Elmire te verleiden. Zoon Damis waarschuwt zijn vader, maar wordt niet geloofd, onterfd en uit het huis gezet. Pas als Elmire haar echtgenoot via een list weet te overtuigen dat zijn blind vertrouwen wordt misbruikt (Orgon luistert mee onder de tafel terwijl Tartuffe zijn vrouw probeert te verleiden), zet Orgon de valse devote aan de deur. Maar dan is het eigenlijk al te laat. Tartuffe beschikt namelijk over schenkingspapieren en compromitterende brieven waardoor het huis van hem is. Wanneer hij naar de koning stapt om zijn rechten te laten gelden, maakt Tartuffe echter een fatale inschatting. De koning blijft loyaal aan de getrouwen die hem eerder hebben gediend, vergeeft Orgon zijn misstap en arresteert Tartuffe. eerste bedrijf Het stuk begint met het beladen vertrek van Mevrouw Pernelle, moeder van Orgon, die teleurgesteld is en verontwaardigd om de levenswijze van haar kinderen, schoondochter en schoonzoon. Deze akt begint met andere woorden bij de chaos die Tartuffe gecreëerd heeft in deze kleinburgerlijke familie. Vervolgens komt Orgon op. Emotioneel vertelt hij Cléante over zijn eerste ontmoeting met Tartuffe en vraagt hoe het nu met hem is. Cléante maakt zich echter zorgen over het huwelijk van Mariane en Valère. Alleen Orgon en zijn moeder staan immers achter Tartuffe; de anderen verdenken hem er (terecht) van hypocriet te zijn. tweede bedrijf Eigenlijk wil Orgon zijn belofte aan Valère breken en zijn dochter Mariane met Tartuffe laten trouwen, hoewel Mariane dit zelf niet wil. Dit nieuws veroorzaakt ruzie tussen beide geliefden, een ruzie die snel wordt opgelost door dienster Dorine, die een plan heeft om de rust in het huis te herstellen. derde bedrijf Tartuffe probeert Elmire te verleiden. Damis hoort vanuit een aangrenzend vertrek het gesprek tussen hen en waarschuwt zijn vader. Maar Damis wordt niet geloofd, doordat Tartuffe uitstekend de vermoorde 78 onschuld kan spelen. In plaats daarvan wordt Damis ervan beschuldigd Tartuffe zwart te maken, onterfd en uit het huis gezet. vierde bedrijf Ondanks de protesten van zowel Cléante als Mariane probeert Orgon het huwelijk tussen Tartuffe en zijn dochter te bespoedigen. Cléante dringt er bij Tartuffe tevergeefs op aan te bemiddelen bij de verzoening tussen Damis en Orgon. Tartuffe trapt in de list van Elmire en Orgon ontdekt dat niet zijn zoon maar Tartuffe de bedrieger is. vijfde bedrijf Alleen Mme Pernelle gelooft nog in de goedheid van Tartuffe. Om zijn schenkingspapieren te verzilveren, eist Tartuffe de arrestatie van Orgon, als verrader van de koning; hij is in handen gekomen van een stel brieven die een vogelvrij verklaarde vriend aan Orgon heeft geschreven. De deus ex machina keert echter prompt de rollen om. Als beloning voor eerder geleverde diensten vergeeft de koning Orgon de compromitterende briefwisseling, verklaart de schenkingspapieren nietig en laat Tartuffe arresteren voor eerder begane misdaden.‖ 79 Webliografie (alfabetische rangschikking) http://faculty.gvsu.edu/websterm/Tartuffe.htm http://nl.wikipedia.org/wiki/Tartuffe http://novaonline.nvcc.edu/eli/eng252/tartuffestudy.htm http://www.bookrags.com/studyguide-tartuffe/ http://www.cliffsnotes.com/study_guide/literature/Tartuffe-PlaySummary.id-128.html http://www.cliffsnotes.com/study_guide/literature/Tartuffe-SummaryAnalysis-and-Original-Text-Scene-1.id-128,pageNum-7.html http://www.cummingsstudyguides.net/Guides2/Tartuffe.html http://www.enotes.com/tartuffe http://www.music.umich.edu/performances_events/productions/past/0203/uprod-invalid.html http://www.theatre-moliere.com/index.php http://www3.uakron.edu/dtaa/pdf/Tartuffe_STUDY_GUIDE.pdf 80