Bundel van alle lespakketten - Huis van het Nederlands Stad
Transcription
Bundel van alle lespakketten - Huis van het Nederlands Stad
Lespakket - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 2 INHOUD Woordje van het Huis van het Nederlands en het Red Star Line Museum LESPAKKETTEN ALFA …………………………………………………………………………………..P. 4 RG 1.2 ………………………………………………………………………………… P. 40 RG 2.1 EN 2.2 ……………………………………………………………………….. P. 82 RG 2.3 EN 2.4 ……………………………………………………………………….. P. 126 RG 3 EN 4 …………………………………………..………………………………..P. 153 EXTRA BEELDMATERIAAL NUTTIGE LINKS AANVRAAGFORMULIER TRANSIT VERHALENBUS Lespakket - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 3 Beste docent Het Huis van het Nederlands Antwerpen en het Red Star Line Museum stellen met gepaste trots dit lespakket voor. De activiteiten uit dit pakket, bereiden jouw cursisten voor op een bezoek aan de Transit Verhalenbus van het Museum. In het toekomstige Red Star Line Museum ligt de focus op het historische verhaal van meer dan 2 miljoen Europeanen die een eeuw geleden via Antwerpen naar Amerika vertrokken. De geschiedenis van de Red Star Line en haar passagiers wordt verteld als illustratie van een breder, tijdloos en universeel fenomeen: de groeiende menselijke mobiliteit en migratie. Het is dan ook vanzelfsprekend dat er in de vaste opstelling ruimte zal zijn voor hedendaagse migratieverhalen. Sinds 18 december 2010 rijdt, in het kader van het NANE-traject, de Transit Verhalenbus rond om verhalen te verzamelen. Deze verhalen bieden een boeiende inkijk in de gedachten en emoties van een zeer diverse groep. De concrete omstandigheden verschillen van persoon tot persoon maar de gevoelens van angst, verwachting en hoop zijn universeel. Wij hopen dat dit lespakket je cursisten via verschillende luister-, spreek-, lees- en schrijfactiviteiten warm maakt om hun migratieverhaal te vertellen en de Transit Verhalenbus te bezoeken. Tenslotte willen we de docenten NT2, die deze pakketten samenstelden, hartelijk bedanken voor hun fantastisch werk. Antwerpen, oktober 2011 Huis van het Nederlands Antwerpen – www.nt2antwerpen.be/verhalenbus Red Star Line Museum - www.redstarline.be Lespakket - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 4 LESPAKKET VOOR ALFA DOOR TANIA POLAK Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 5 INHOUD LESPAKKET ALFA 0 INLEIDING 1 INLEIDENDE TEKST OVER RED STAR LINE 2 OEFENING MET SCHILDERIJ AFSCHEID VAN ENGELAND 3 OEFENING AFFICHES RED STAR LINE MET WERKBLAADJES 4 OEFENING SCHILDERIJ MET MENSEN AAN DE KADE 5 KRUISWOORDRAADSEL RED STAR LINE 6 DINSKA BRONSKA 7 AFFICHE TONEEL 8 HIER BEN IK: PANELENOEFENING IN DE KLAS 9 VERHALEN UIT DE BUS BIJLAGEN Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 6 INLEIDING Doelgroep Dit lespakket bevat oefeningen voor cursisten alfa, maar je kunt ze makkelijk aanpassen voor andere groepen NT2. Het is ook niet de bedoeling dat je al deze oefeningen in de klas doet. Je maakt een keuze uit de oefeningen naargelang het niveau van je groep en de doelstellingen van je les. Duur 30 minuten Materiaal Foto’s Red Star Line (zie extra beeldmateriaal achteraan in deze bundel) Introfilm Red Star Line: http://youtu.be/JWJ0Mw7Riq8 Doelen De cursisten kunnen informatie uit een tekst en of affiche/afbeelding halen en kunnen onderwerp ‘voorspellen’. De cursisten kunnen het globale onderwerp uit een tekst halen. Lesverloop Laat foto’s zien van de Red Star Line. (zie extra beeldmateriaal achteraan) Wat zie je op de foto’s? Wanneer zouden die foto’s genomen zijn? Lang geleden of onlangs? Hoe lang geleden? Wat gaan de mensen doen? Wat doen de mensen? Zijn ze blij? … Noteer de verschillende antwoorden op bord (kort) zonder te zeggen of de antwoorden correct zijn of niet. Introfilm Red Star Line: http://youtu.be/JWJ0Mw7Riq8 Zijn de mogelijke antwoorden die genoteerd zijn op het bord nog correct? Info bijvoegen? Info weglaten? Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 7 1 INLEIDENDE TEKST OVER RED STAR LINE Materiaal Inleidende tekst Red Star Line (werkblad 1) Werkblad bij inleidende tekst (werkblad 1) Lesverloop Laat de cursisten de tekst over de Red Star Line lezen. Bij zwakkere groepen of Alfagroepen lees je de tekst zelf voor. Overloop terug de info op het bord. Is de info nog correct? Info bijvoegen of weglaten? Zo wordt het verhaal/de inleiding van de RSL stilletjes aan gereconstrueerd. Maak de Juist- / Foutoefening (10 minuten). Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 8 2 OEFENING MET SCHILDERIJ AFSCHEID VAN ENGELAND Duur 20 minuten Doelen De cursisten kunnen hun mening geven. De cursisten kunnen een beschrijving geven. De cursisten kunnen in een gesprekssituatie hun beleving (wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar de beleving van de gesprekspartner. Materiaal Werkblad 2 Afbeelding schilderij van Ford Madox (Afscheid van Engeland) op werkblad 2. Lesverloop Het schilderij toont een groep mensen die Engeland verlaten en hun geluk gaan zoeken in een ander land. Het schilderij is gebaseerd op een echte gebeurtenis. Ford Madox Brown had een vriend, de beeldhouwer Thomas Woolner, die in 1855 met vrouw en kind naar Australië emigreerde. Het is een verhaal over landverhuizers. Indien het past in de groep laat dan het schilderij zien van Ford Madox (Afscheid van Engeland) en bespreek in de klas met vragen van het werkblad. Nabespreking: Vind je het schilderij mooi? Waarom? Zou dat vandaag ook nog gebeuren? (eventuele verwijzing naar bootvluchtelingen?) Hoe verhuizen mensen naar een ander land vandaag? Waarom? Zo kun je al polsen of mensen zelf met hun verhaal naar buiten willen treden en of ze het eventueel in de bus willen vertellen. Vragen en antwoorden van het werkblad 2 1. Hoe voelt de man op de voorgrond zich? (kijk naar zijn gezicht) Aan de frons op zijn voorhoofd en de starende ogen kunnen we zien dat de man boos en vastberaden is, en misschien ook een beetje bang. 2. Hoe voelt de vrouw op de voorgrond zich? (kijk naar haar gezicht) De vrouw kijkt in de verte en ziet er verdrietig uit. Misschien huilt ze zelfs. Ze houdt de hand van de man stevig vast om troost te zoeken. Waarschijnlijk zijn ze getrouwd. 3. De vrouw heeft iets in haar linkerhand. Wat is het en wat zegt het over de vrouw? In haar linkerhand houdt de vrouw een kinderhandje. Rechts onder haar cape is vaag het hoofdje van het kind te zien. Waarschijnlijk is het het kind van de man en de vrouw. 4. Het is duidelijk dat deze mensen zich aan boord van een schip bevinden. Maar waar is het schip? Op de achtergrond zijn witte kalkrotsen te zien. Daarom bevindt het schip zich waarschijnlijk voor de zuidkust van Engeland, misschien in de buurt van Dover. 5. Hoe heet het schip? Kijk achter op de reddingsboot. Het schip heet ‘Eldorado’. Dit was de naam van een verzonken land met gouden bergen. Nu wordt de naam gebruikt voor elke plaats met grote rijkdommen en mogelijkheden. Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 9 6. Hoe zien de hemel en de zee eruit? De zee is ruw en de hemel dreigend. Bovendien waait het hard. De man heeft zijn hoed met een koord vastgemaakt aan de knoop van zijn jas, zodat hij niet kan wegwaaien. 7. Wat hangt er op de voorgrond aan de touwen en waarom? (dit is een moeilijke vraag, maar ook wel belangrijk). Er hangen kolen aan de touwen op de voorgrond. Het zoute water houdt ze vers. In kool zit veel vitamine C, die de passagiers op een lange reis nodig hadden om geen scheurbuik te krijgen. Daaruit kunnen we afleiden dat de ‘Eldorado’ lang op zee zal blijven. Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 10 3 OEFENING AFFICHES RED STAR LINE MET WERKBLAADJES Duur 10 minuten Materiaal Afbeeldingen affiches Red Star Line op werkblad 3 Werkblad 3 oefeningen affiches Red Star Line Doelen De cursisten kunnen uit mondelinge of schriftelijke informatie eenvoudige, concrete gegevens begrijpen en/of noteren. 4 OEFENING SCHILDERIJ MET MENSEN AAN DE KADE Duur: 5 minuten + nabespreking Doelen De cursisten kunnen hun mening geven. De cursisten kunnen een beschrijving geven. De cursisten kunnen in een gesprekssituatie hun beleving (wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar de beleving van de gesprekspartner. Materiaal Afbeelding schilderij mensen aan de kade op werkblad 4 Werkblad 4 oefeningen schilderij mensen aan de kade Lesverloop Dit is een aanvulling op de klassikale oefening met het schilderij van Madox. 5 KRUISWOORDRAADSEL RED STAR LINE Duur: 20 minuten Doelen De cursisten kunnen uit mondelinge of schriftelijke informatie eenvoudige, concrete gegevens begrijpen en/of noteren. Materiaal Inleidende tekst Red Star Line op werkblad 1 Werkblad 5 met puzzel Red Star Line Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 11 Lesverloop Dit is een extra oefening op de inleidende tekst die je eventueel klassikaal kan laten maken. Antwoorden: 1. Waar gingen de mensen naartoe? Amerika 5. Hoeveel mensen zijn er naar Amerika vertrokken? Bijna 33 miljoen 2. Wat was de naam van de firma met de grote boten? Red Star Line 3. Hoe gingen de mensen naar Amerika? Met de boot. 4. Uit welke stad vertrokken de mensen? Antwerpen Maak eventueel een aangepaste puzzel aan het niveau van je groep en de tekst of doelstelling. http://puzzlemaker.discoveryeducation.com/code/BuildCrissCross.asp 6 DINSKA BRONSKA Duur: 30 minuten of langer Doelen De cursisten kunnen hun mening geven. De cursisten kunnen een beschrijving geven. De cursisten kunnen in een gesprekssituatie hun beleving (wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar de beleving van de gesprekspartner. De cursisten kunnen het globale onderwerp uit een tekst halen. Materiaal Gedicht Dinska Bronska van Karel van den Oever op werkblad 6 Werkblad 6 gedicht Eventueel extra materiaal (zie extra oefeningen) Lesverloop Bespreek eerst enkele moeilijke woorden op voorhand: haarlok, Plocka in Polen, inktvlek op papier, knoflook, spar, tranen in de ogen, Dinska Bronska (voornaam/naam), almanak, … Je kan de cursisten een woordkaartje geven en naar de betekenis laten zoeken of gissen en dit klassikaal bespreken. Je kan er een matchoefening van maken (zie werkblad). Je kan de matchoefening ook vergroten en klassikaal maken aan het bord. Lees nadien het gedicht voor. 1 keer globaal. Nadien per stukje. Je kan extra oefeningen geven: Hoeveel kleuren hoor je? Hoeveel keer hoor je Dinska? … Stel inhoudsvragen: Naar waar gaat Dinska? Welke kleur heeft haar hoofddoek? … Verdere mogelijke extra oefeningen met het gedicht Dinska Bronska: Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 12 Geef de cursisten een kleur (kaart of potlood): bruin, blauw, geel… Auditieve discriminatie: als je een kleur hoort steek dan het juiste potlood omhoog. Je kan de foto’s (matchoefening) ook combineren met grotere stukken uit het gedicht afhankelijk van het niveau. Welk gezicht past bij dit gedicht? (zoek eventueel andere emotiegezichtjes op www.sclera.be) Maak grote kaarten met pictogrammen of apart werkblad. Aanleiding tot gesprekje over het onderwerp. Voorlezen terwijl je een woord weglaat. Cursisten volgen mee en vullen aan. Eventueel gatentekst (schriftelijk) Matchoefening met prenten en woorden uit het gedicht (variatie op het werkblad hierboven) Deel woordkaartjes uit met verschillende woorden die in het gedicht voorkomen. Cursisten bespreken eerst (per 2) het/de woord(en) op hun kaartje(s). Wat zou het kunnen betekenen? Maak een goede zin met het woord. Breng het voor de klas. Nadien lees je het gedicht nog eens voor en de cursisten steken hun woordkaartje in de lucht wanneer ze hun woord horen. Gebruik eventueel de muzikale versie: Dinska Bronska door ‘De Vaganten’ (muziek: Paul Heyninck). Gebruik eventueel filmpje op YouTube: Dinska Bronska gezongen door NT2-koor Antwerpen http://www.youtube.com/watch?v=hZ84IufN7cc. 7 AFFICHE TONEEL Duur 15 minuten Doelen De cursisten kunnen het globale onderwerp uit een tekst halen. De cursisten kunnen uit schriftelijke informatie eenvoudige, concrete gegevens begrijpen en/of noteren. De cursisten kunnen een korte informatieve tekst zoals een berichtje schrijven. Materiaal Affiches met aankondigingen/uitnodigingen over Red Star Line (authentiek materiaal: toneel, opening museum, tentoonstelling, aankondiging busbezoek, …). Gebruik actueel materiaal. Zie ook werkblad 7. Werkblad 7 Lesverloop Dit werkblad is een voorbeeld. Je kan Juist- / Foutoefeningen maken, meerkeuzevragen, invuloefeningen of al naargelang het onderwerp of de doelstelling de cursisten een kattenbelletje laten schrijven. Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 13 8 HIER BEN IK: PANELENOEFENING IN DE KLAS Duur voorzie zeker 1 uur Doelen De cursisten kunnen het globale onderwerp uit een tekst halen. De cursisten kunnen informatie uit een tekst chronologisch rangschikken. De cursisten kunnen relevante gegevens selecteren en/of overzichtelijk ordenen uit informatieve teksten. Materiaal Panelen van de tentoonstelling ‘Hier ben ik’. De panelen zijn op kleiner formaat uitgebracht zodat ze in de klas kunnen gebruikt worden. Je kunt ze ook downloaden als pdf. Werkblad 8 ‘Hier ben ik’. Lesverloop Voorbeelden van oefeningen met panelen in de klas Hang de panelen op in de klas. Laat cursisten rondlopen en de panelen bekijken/lezen. Cursisten kunnen gaan staan bij de foto of de tekst die hen het meest aanspreekt. Zij verwoorden nadien waarom ze dat paneel hebben gekozen. Eventueel klasgesprek. Je kan ze zowel laten kiezen aan de hand van de foto’s die erop staan als aan de hand van de teksten (al naargelang je een mondelinge of schriftelijke groep hebt). Carrousel spel voor hogere modules of niveaus: deel de klas op in een aantal groepen (evenveel als de panelen die je gebruikt). De cursisten krijgen per groepje een paneel dat ze samen moeten lezen en bespreken. Elke groep krijgt een nummer of letter of kleur. Nadien worden de groepen gehergroepeerd zodat er nieuwe groepen zijn met in elke groep mensen met een verschillend nummer of verschillende letter of kleur. Zij vertellen aan elkaar wat er op hun paneel stond. Nadien controle of alles goed is doorverteld en begrepen. Gemakkelijke (auditieve) variatie hierop: je verdeelt de klas in groepjes. Van elk groepje moet er iemand naar buiten. Je leest voor de rest van de klas het verhaal voor (van een van de panelen). De cursisten die buiten staan komen terug binnen en gaan bij hun groepje zitten. Het groepje tracht zoveel mogelijk over het paneel te vertellen aan die cursist. De cursisten die buiten zijn gaan staan moeten nadien het ‘Wie ben ik’-verhaal zo goed mogelijk trachten na te vertellen en elkaar aanvullen. Klopt het verhaal dan met het oorspronkelijke? De educatieve leest het nog een voor. Gebruik de oefeningen uit de werkbladen: de cursisten vullen dit in (eventueel in groepjes van 2) terwijl ze door de klas wandelen en zoeken naar de juiste panelen. Ze kiezen een persoon en vullen het paspoortje in waarna ze de persoon eventueel nog eens klassikaal voorstellen. Ze kunnen ook een individueel paspoortje invullen. Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 14 9 VERHALEN UIT DE BUS Duur ongeveer 40 minuten Doelen Algemeen: met deze oefening kun je het ‘busbezoek’ specifiek voorbereiden of nabespreken. De cursisten kunnen het globale onderwerp uit een tekst halen. De cursisten kunnen informatie uit een tekst chronologisch rangschikken. De cursisten kunnen relevante gegevens selecteren en/of overzichtelijk ordenen uit informatieve teksten. Materiaal Werkblad 9 met authentieke verhalen op papier of te beluisteren. Lesverloop De teksten kunnen ofwel voorgelezen worden of door cursisten zelf worden gelezen (zie vereenvoudigde versie). Je kunt als educatieve nog extra oefeningen bijmaken al naargelang de groep. Juist-/Foutoefeningen Meerkeuzevragen Invuloefeningen Sorteeroefeningen (de tekst in stroken verknippen, een zin voorlezen en de cursisten zoeken de juiste strook) Woordverklaring: trek een lijn tussen woord en tekst of maak hiervan een matchoefening. Woorden aanduiden in de tekst (of woorden laten overschrijven, evt. als huiswerk). Kijken naar hoofdletters en leestekens. Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 15 BIJLAGEN LESPAKKET ALFA WERKBLAD 1INLEIDENDE TEKST RED STAR LINE WERKBLAD 2 SCHILDERIJ Afscheid van Engeland WERKBLAD 3AFFICHES RED STAR LINE WERKBLAD 4SCHILDERIJ MENSEN AAN DE KADE WERKBLAD 5KRUISWOORDRAADSEL RED STAR LINE WERKBLAD 6DINSKA BRONSKA WERKBLAD 7AFFICHE TONEEL WERKBLAD 8HIER BEN IK! WERKBLAD 9VERHALEN UIT DE BUS Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 16 WERKBLAD 1 of INLEIDENDE TEKST RED STAR LINE © Red Star Line Museum © uit http://redstarlinerode.blogspot.com/2010_10_01_archive.html 150 jaar geleden, einde 19de eeuw. Het leven is moeilijk in Europa. Niet alleen in België maar ook in veel andere landen. Er is oorlog, slechte politiek en slechte economie. Er is veel armoede. Veel mensen moeten vluchten. In Amerika is er veel werk en veel land. Veel mensen willen naar Amerika. Zij willen een nieuw leven met hun familie. In Antwerpen is er een grote haven. Er varen grote boten van Antwerpen naar Amerika en Canada. Mensen komen uit heel Europa naar Antwerpen. Zij kopen een ticket voor Amerika bij de Red Star Line. Tussen de jaren 1850 en 1930 verhuizen 33 miljoen mensen uit Europa naar Amerika. Veel mensen gaan met de Red Star Line. Er zijn plaatsen voor rijke mensen en ook voor arme mensen. De arme mensen moeten beneden in de boot. De rijke mensen boven. Zieke mensen mogen niet mee. Veel mensen blijven dan maar in Antwerpen. Op de plaats waar de mensen op de boot stapten, komt in 2012 een museum. Het museum brengt verhalen van mensen die van hun land verhuizen naar een ander land: vroeger en vandaag. Het museum heet: Red Star Line Museum. Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 17 Omcirkel Juist of Fout 1. De mensen gaan dit jaar met de Red Star Line naar Amerika. Juist / Fout 2. De Red Star Line vaarde meer dan 100 jaar geleden naar Amerika Juist / Fout 3. De Red Star Line vertrok in Antwerpen. Juist / Fout 4. Alleen rijke mensen vertrokken naar Amerika. Juist / Fout 5. 3300 mensen verhuisden naar Amerika. Juist / Fout 6. Mensen uit heel Europa vertrokken in Antwerpen naar Amerika. Juist / Fout 7. Zieke mensen mogen mee. Juist / Fout 8. In 2012 komt er een museum over de Red Star Line. Juist / Fout Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 18 WERKBLAD 2 SCHILDERIJ Afscheid van Engeland © Afscheid van Engeland - 1855 - Ford Madox Brown Voorbeeld van oefeningen met schilderij ‘Afscheid van Engeland’, uit 1855 door Ford Madox Brown. (uit ‘Het Kunst Pakket Junior’ ISBN 90 216 1429 4) Wat is het verhaal? Probeer erachter te komen door volgende vragen te beantwoorden. 1. Hoe voelt de man op de voorgrond zich? (kijk naar zijn gezicht) 2. Hoe voelt de vrouw op de voorgrond zich? (kijk naar haar gezicht) 3. De vrouw heeft iets in haar linkerhand. Wat is het en wat zegt het over de vrouw? 4. Het is duidelijk dat deze mensen zich aan boord van een schip bevinden. Maar waar is het schip? Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 19 5. Hoe heet het schip? Kijk achter op de reddingsboot. 6. Hoe zien de hemel en de zee eruit? 7. Wat hangt er op de voorgrond aan de touwen en waarom? (dit is een moeilijke vraag, maar ook wel belangrijk). Nabespreking: Vind je het schilderij mooi? Waarom? Zou dat vandaag ook nog gebeuren? (eventuele verwijzing naar bootvluchtelingen?) Hoe verhuizen mensen naar een ander land vandaag? Waarom? Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 20 WERKBLAD 3 AFFICHES RED STAR LINE © Affiche (1899), ontwerp Henri Cassiers, collectie Letterenhuis Antwerpen Welk land lees je hier? …………………………………………………………………… Welke stad lees je hier? …………………………………………………………………. Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 21 © Red Star Line affiche – Henri Cassiers – MAS Nationaal Scheepvaartmuseum De boot vaart van Antwerpen naar: 1 ……………………………………………………………………………………………….. 2 ………………………………………………………………………………………………... Wat is de naam van de boot? …………………………………………………………………………………………………. Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 22 WERKBLAD 4 SCHILDERIJ MENSEN AAN DE KADE © Schilderij Eugeen van Mieghem Wat doen deze mensen? Omcirkel. a. b. c. d. e. Je mag meer antwoorden geven. dansen werken slapen wachten instappen Wat vind je van deze tekening? Omcirkel. a. b. c. d. e. Je mag meer antwoorden geven. Mooi Niet zo mooi Lelijk Triestig Blij Welk gezicht past bij deze tekening? Omcirkel. Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 23 WERKBLAD 5 KRUISWOORDRAADSEL RED STAR LINE Lees tekst WERKBLAD 1 over Red Star Line Van links naar rechts 1. Waar gingen de mensen naartoe? 5. Hoeveel mensen zijn er naar Amerika vertrokken? Bijna 3……………………. Van boven naar beneden 2. Wat was de naam van de firma met de grote boten? 3. Hoe gingen de mensen naar Amerika? Met de................................................ 4. Uit welke stad vertrokken de mensen? Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 24 WERKBLAD 6 DINSKA BRONSKA Karel van den Oever Uit een oud dorp, - kameelbruin als de steppe uit Plocka, kwam Dinska Bronska. Haar hoofddoek was pruisisch-blauw en haar haar vlas-geel; ook waren haar ogen blauw als fjord-water. Zij rook naar knoflook en spar, zij droeg laarzen en ging zeer zwaar en gauw. In het "Hotel Lapland" zat zij bij een tafel aan het straat-raam zij schreef 'n brief. Een haarlok viel laag op haar rode kaak en zij stak haar tong uit, want ze schreef moeilijk die brief en daaronder "Dinska Bronska", haar naam. Ze stak ook de penstok in haar mond en zocht met haar ogen langs het plafond. Op het papier waren 'n inktvlek en groot gestompel van letters: zij kocht het voor tien centiem in de kruidenierszaak over het hotel. Er was 'n beetje inkt aan heur kaak. O, Dinska Bronska; gij vertrekt naar Canada: de verroeste stoomboot wacht langs de kaai. Gij laast op een almanak der "Red Star Line" dat Canada grotere appels, o, hoger en geler koren heeft dan Plocka. Het moet in Canada veel beter zijn! O, Dinska Bronska, met je zeer dikke vingers: je schrijft zo moeilijk die brief. Je ogen zoeken vliegen op het plafond. "Moj Boze!" Er zit 'n tranen-veeg, o zo verdrietig, van je blauwe ogen naar je mond. O, Dinska Bronska! Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 25 Trek een lijn Haarlok Plocka in Polen Inktvlek op het papier Knoflook en spar Red Star Line: boot langs de kaai Tranen in de ogen Canada Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 26 © Belgische Landverhuizers (1890), olie op doek van Louis van Engelen, collectie Koninklijk Museum voor Schone Kunsten van Antwerpen © uit http://redstarline-rode.blogspot.com/2010_10_01_archive.html © Affiche collectie Museum aan de Stroom Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 27 © Red Star Line. Triple-Screw Belgenland. 27.200 Tons, prentbriefkaart, collectie MAS -| Nationaal Scheepvaartmuseum © Eugeen Van Mieghem, 1925 Echtscheiding van zijn tweede vrouw, vakantie in Blankenberge - Van Mieghemmuseum Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 28 WERKBLAD TONEEL 7 AFFICHE Mortsel speelt 6, 7, 12, 13 mei 2011 20u15 8, 15 mei 2011 15u in Mark Liebrecht Schouwburg Heilig Kruisstraat 14 2640 Mortsel De Red Star Line van Alex Van Haecke door Ronny Verheyen Epische vertelling over een authentiek stuk Antwerpse geschiedenis Omcirkel Juist of Fout Dit is een affiche over toneel. Juist / Fout Het toneel is in Deurne. Juist / Fout Het toneel is in 2011. Juist / Fout Ik kan op 5 mei naar toneel. Juist / Fout Ik kan op 13 mei naar toneel. Juist / Fout Ik kan op 10 mei naar toneel. Juist / Fout Ik kan op 6 mei om 15u naar toneel. Juist / Fout Ik kan op 12 mei om 20u15 naar toneel. Juist / Fout Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 29 Schrijf een briefje voor je vriend of vriendin. Je wilt naar toneel. Stel afspraak voor (dag, uur en plaats). Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 30 WERKBLAD 8 HIER BEN IK! Zoek de foto. Trek een lijn naar de juiste naam. © Afbeeldingen uit panelen tentoonstelling Hier ben ik! Van het Red Star Line Museum en Ontmoetingscentrum Atlas Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 31 Waar zijn zij geboren? Kwok Fan Cheung? Orly Vetury? 4 Myriam Jaidi? 5 Véronique Kabonga? 2 Razia Alibhai? 3 1 Schrijf de letters uit de grijze vakjes hieronder op de juiste plaats. Als het juist is, krijg je het lekker warm! 1 3 2 4 5 ………………………………………………………………………………………………… Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 32 Hier ben ik! Dit is................................................................................................................................ Hij / Zij woont in ............................................................................................................. Hij / Zij heeft................... kinderen. Hij / Zij is geboren in .................................................... in het jaar………………………. Hij / Zij is in het jaar.......................................... naar België gekomen. Hij / Zij spreekt Nederlands en ..................................................................................... Dit kan ik nog over deze persoon schrijven: ………………………………………………………………………………………………….. .…………………………………………………………………………………………………. .…………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 33 En jij? Ik ben ............................................................................................................................. Ik woon in ...................................................................................................................... Ik heb...................kinderen. Ik ben geboren in .....................................................in het jaar ..................................... Ik ben in het jaar…………..................... naar België gekomen. Ik spreek Nederlands en ................................................................................................ Dit kan ik nog over mezelf schrijven: ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 34 WERKBLAD 9 VERHALEN UIT DE BUS of (te combineren met authentieke opnames) © Verhalenbus – Red Star Line Museum Mijn naam is Amalia Axinia. Ik woon al 4 jaar in België. Ik kom uit Roemenië. Ik ben getrouwd met een Belg. Wij zijn in België komen wonen, in Menen. Dat ligt aan de grens met Frankrijk. Ik heb in België zorgkunde gestudeerd. Binnenkort begin ik te werken in Roeselare. Mijn eerste dag in België? Eerlijk? Ik dacht dat wij in het echte communisme zaten. Veel regels, strenge mensen, alle huizen dicht op elkaar, de gordijnen dicht. Het was winter en het was donker. In Roemenië zie je veel meer mensen op straat. Na 4 jaar denk ik daar nog steeds hetzelfde over, echt waar. De eerste 2 maanden in België waren heel moeilijk voor mij. Ik ben onmiddellijk begonnen met een taalopleiding en een opleiding als zorgkundige. Mijn man zei dat ik best een beetje zou wachten, maar ik wou niet. Ik ben heel actief. Ik las veel: vooral brochures. Ik spaar ze ook allemaal. Zo heb ik veel Nederlands geleerd. Met mijn man spreek ik geen Nederlands, maar Frans. Dat is een gewoonte. Mijn man spreekt Nederlands in dialect. Niet gemakkelijk te verstaan. Maar hij zei tegen mij: ‘als je Nederlands met mij praat, krijg je een kindje’, dus misschien praat ik binnenkort Nederlands met mijn man. Ik ga 1 keer per jaar terug naar Roemenië. Als ik niet regelmatig terug kan gaan word ik heel nerveus. Misschien verhuis ik ooit terug naar Roemenië. Ik voel me daar gelukkiger. Eerlijk. Er is daar meer natuur en meer muziek. En ik mis mijn familie. Zij zijn allemaal in 2007 naar hier gekomen, op mijn trouwfeest. Mijn vader en mijn zus Felicia zijn een jaar later nog eens teruggekomen. Dat was een verrassing voor mij. In 2009 heb ik voor mijn broer en zijn familie tickets betaald naar België en in 2010 heb ik hetzelfde gedaan voor mijn zus en haar familie. Dit jaar komt mijn jongste zus nog eens terug. Ik blijf ook met hen in contact via Messenger. Op de foto zie je mijn màrtisor. Dat brengt geluk. In Roemenië kan je dit krijgen of weggeven op 1 maart, voor de lente. Je kan er verschillende krijgen maar dus ook weggeven. Je hebt màrtisors met een bloemetje, met een speldje met een koordje… Ik draag altijd mijn màrtisor. Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 35 Vereenvoudigde versie: Mijn naam is Amalia Axinia. Ik woon 4 jaar in België. Ik kom uit Roemenië. Ik ben getrouwd met een Belg. Mijn eerste dag in België? Dat was niet plezant. De mensen lijken soms boos. Zij lachen niet veel. De gordijnen van de huizen zijn altijd dicht. In de winter is het donker. De mensen zitten binnen in de huizen. In Roemenië zijn er meer mensen op straat. Ik moet 1 keer per jaar terug naar Roemenië. Anders word ik nerveus. Ik verhuis later misschien terug naar Roemenië. Ik ben daar meer gelukkig. Echt waar. Er is meer natuur en meer muziek. Ik mis mijn familie. Op de foto zie je mijn màrtisor. Dat is een juweel. Dat brengt geluk. Dat is een cadeau dat mensen geven in Roemenië. Ik draag altijd mijn màrtisor. Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 36 of © Verhalenbus – Red Star Line Museum Ik ben Monique Kakonga. Ik kom uit RDC-Congo. Ik ben getrouwd en heb 3 kinderen: 2 hier en 1 in Congo. Ik heb ook 2 kleinkinderen. Ik ben in 1992 met het vliegtuig naar België gekomen. Er waren toen politieke problemen. Ik was toen samen met een man die hooggeplaatst was in de regering van Mobutu. Hij is toen gevlucht. Toen zijn ze mij komen lastig vallen en bedreigen. Ik ben vastgehouden in de gevangenis. Ze wilden weten waar mijn man was, maar dat wist ik niet. Ze hebben mijn vingers gebroken met een geweer en hebben mij verkracht. Toen ben ik naar België gevlucht. Ik heb mijn kinderen verstopt bij een oom in Brazzaville. 2 zijn er later naar België overgekomen. Mijn man heb ik nooit meer teruggezien. Ik heb om hem gerouwd. Ik was toen 36 jaar en gaf in Congo Engelse les aan het personeel van een vliegtuigmaatschappij. Ik was al veel in België geweest voor mijn werk. In Congo ben je ofwel heel arm ofwel heel rijk. Toen ik in België kwam had ik geen papieren. Ik moest alles opnieuw uitleggen. Ik moest persoonlijke dingen vertellen. Ze waren heel hard voor mij. Ze beschuldigden mij dat ik om die problemen zelf had gevraagd, ook de verkrachting. Maar uiteindelijk ben ik toch in België mogen blijven. Gelukkig. Mijn 2 oudste kinderen die zijn overgekomen naar België studeerden hier niet goed. Ze moesten teveel inhalen. Ze zijn snel gaan werken. Mijn jongste kind is nu 23 jaar en woont nog altijd in Congo bij mijn zus. In Congo liet ik mij regelmatig testen op HIV. In 1990 was ik nog negatief. Toen ik mij opnieuw liet testen in België, in 1992, bleek ik seropositief. Ik ben toen preventie gaan geven in de Afrikaanse gemeenschap als vrijwilligster. Ik ga spreken voor groepen over hoe je HIV en aids kan vermijden maar ook hoe je ermee om moet gaan. Ik vind het mijn plicht om dit te doen. Alleen op televisie komen met mijn werk doe ik niet graag omdat mijn kinderen dit moeilijk vinden. Ondertussen heb ik een lieve man leren kennen en ben ik opnieuw getrouwd. Sinds ik weet dat ik HIV-positief ben, wil ik mijn leven nog meer zelf in handen houden. Ik durf niet meer in het vliegtuig en zeker niet meer naar Congo. Een paar jaar geleden heb ik van familie en vrienden een ticket gekregen naar Congo. Ik werd heel ziek in de vliegtuig, van de angst. Ik ben op de luchthaven van Kinshasa in paniek geraakt en heb het eerste vliegtuig terug naar België genomen. Ik ben zelfs niet uit de luchthaven geweest. Van mijn moeder die heel gelovig was heb ik een medaillon gekregen met Maria op. Dat draag ik nu nog altijd. Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 37 Vereenvoudigde versie: Ik ben Monique Kakonga. Ik kom uit Congo. Ik ben getrouwd en heb 3 kinderen. Ik heb ook 2 kleinkinderen. Ik ben in 1992 naar België gekomen. Er waren toen politieke problemen. Mijn man is door de politie meegenomen. Ik heb hem nooit meer terug gezien. Ik ben naar de gevangenis gemoeten. Ik ben daar geslagen en verkracht. Toen ik vrij was, ben ik naar België gevlucht. In België liet ik mij testen op HIV. Toen kwam slecht nieuws. Ik ben seropositief. Ik ga veel spreken voor groepen. Ik vertel de mensen wat HIV is en hoe je gezond kan blijven. Ik heb een nieuwe man leren kennen en ik ben getrouwd. Ik durf niet meer naar Congo. Een paar jaar geleden ben ik naar Congo geweest. In de vlieghaven werd ik heel bang. Ik was in paniek. Ik heb het eerste vliegtuig terug naar België genomen. Ik ben niet uit de vlieghaven geweest. Mijn moeder was heel gelovig. Zij heeft mij een juweel gegeven met Maria op. Dat draag ik nu nog altijd. Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 38 of © Verhalenbus – Red Star Line Museum Ik ben Christiana Ajufon Ik ben 44 jaar en kom uit Nigeria. Ik ben al 5,5 jaar in België. Ik ben naar België gekomen om te studeren. Ik deed mijn doctoraat in Leuven en ben daar nu nog altijd mee bezig. Mijn werk gaat over de integratie van dove kinderen in het gewone onderwijs. Ik doe ook naschoolse begeleiding van Afrikaanse kinderen. Ik ben al 22 jaar getrouwd met mijn man en heb 5 kinderen tussen 2,5 jaar en 20 jaar. Zij wonen allemaal in België. Ik mis vooral mijn familie in Nigeria. Zij hebben mijn steun uit België hard nodig. Ik mis ook het Nigeriaans eten: de traditionele schotels. Hier kan je wel een en ander kopen, maar het is niet vers. Ik heb mijn waarden meegenomen uit Nigeria. Dat is vooral respect. Het groeten en respecteren van de ouders is heel belangrijk. Dat is voor Belgische kinderen soms anders. Hier zie je ook meisjes op straat roken. Ik hoop dat mijn dochters dit nooit zullen doen. Vereenvoudigde versie: Ik ben Christiana Ajufon Ik ben 44 jaar. Ik kom uit Nigeria. Ik ben 5,5 jaar in België. Ik ben naar België gekomen om te studeren Ik ben al 22 jaar getrouwd en heb 5 kinderen. Zij wonen allemaal in België. Ik mis vooral mijn familie in Nigeria. Ik mis ook het Nigeriaans eten. In Nigeria is er meer respect. Respect voor de ouders is belangrijk. Ook het groeten van de ouders. Dat is voor Belgische kinderen soms anders. Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 39 Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 40 LESPAKKET VOOR RG 1.2 DOOR KIRSTEN DE MAESSCHALK – MAITHÉ DILLE – KATIA WOLFF Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 41 INHOUD LESPAKKET RG 1.2 LESBLOK 1 IN DE KLAS 1 VOORBEREIDING 2 INLEIDING 3 HET MIGRATIEVERHAAL VAN HAMET BA 4 HOEKENWERK 5 TERUGKOPPELING LESBLOK 2 BUITENSCHOOLSE OPDRACHT EN VERHALENBUS 6 TERUGKOPPELING 7 VERHALENBUS EN INTERVIEW/ENQUETE BIJLAGEN Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 42 LESBLOK 1 IN DE KLAS 1 VOORBEREIDING De leerkracht vraagt de cursisten om een object mee te brengen uit hun land waaraan ze veel waarde hechten en een foto van zichzelf die ook te maken heeft met hun land van herkomst. bv.: een foto waar ze samen met hun familie opstaan of een foto van zichzelf getrokken in hun land,… 2 INLEIDING Lesduur 20 minuten Werkvorm Klasgesprek Materiaal 4 A4 bladen met themawoorden op (bijlage 1) Lesverloop De leerkracht vertelde in de vorige les waarover deze les ongeveer zal gaan en vraagt de cursisten een object mee te brengen waaraan ze veel herinneringen hebben of veel waarde hechten. Met andere woorden een object dat de cursisten relateren aan hun land van herkomst. Niet alle cursisten zullen dit doen, maar dat is niet het doel. Het doel is dat de leerkracht een inleidend klas gesprek kan voeren met de cursisten over hun land van herkomst en hun vertrek uit dat land. De cursisten vertellen over hun voorwerp en waarom het zo belangrijk is voor hen. De leerkracht hangt tijdens het gesprek 4 papieren op het bord met de woorden: vertrek onderweg aankomst vandaag Na het gesprek legt de leerkracht de papieren met de thema’s op vier afzonderlijke tafels. De cursisten kiezen naargelang hun interesses aan welke tafel ze gaan zitten. De leerkracht begeleidt dit zodat aan elke tafel ongeveer evenveel cursisten zitten. Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 43 3 HET MIGRATIEVERHAAL VAN HAMET BA (FILM) Lesduur 50 minuten Werkvorm Luisteroefening, spelvorm Materiaal filmpje migratieverhaal Hamet Ba - http://youtu.be/kHPG519y6TA A4 foto’s emoties (eventueel color cards of foto’s die de leerkracht zelf voorziet), kaartjes domino emoties (bijlage 2) kaartjes matching oefening omdat-zin (bijlage 3) vragenlijst film (bijlage 4) Lesverloop F1: De cursisten bekijken het filmfragment van Hamet Ba, een jongeman uit Mauretanië die drie jaar geleden in Antwerpen aankwam. In de film vertelt hij waarom hij moest vluchten en hoe hij in Antwerpen terecht kwam. Zowel vertrek, onderweg, aankomst als zijn leven vandaag komen aan bod. F2: Elke groep krijgt dezelfde vragen over de film. (Kan eventueel ook klassikaal.) F3: De leerkracht vraagt aan de cursisten welke emoties ze gehoord of gezien hebben in de film. De leerkracht ondersteunt eventueel met foto’s. De cursisten zeggen op welk moment Hamet zich zo voelde. De leerkracht helpt het gevoel te verwoorden indien de cursisten dit woord nog niet kennen. Woorden worden op bord geschreven (semantisch veld rond ‘het gevoel’). Bord: Bang Verdrietig Blij Zenuwachtig … F4: Inslijpen woordenschat gevoelens aan de hand van domino emoties (bijlage 2). F5: Matching oefening met ‘omdat’ en ‘want’ constructie (bijlage 3). Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 44 4 HOEKENWERK ROND DE VIER FASES VAN MIGRATIE: VERTREK – ONDERWEG – AANKOMST - VANDAAG Lesduur 50 minuten Doelen De cursisten kunnen informatie geven over hun ervaringen. De cursisten kunnen over een ervaring, gevoel of droom schrijven. De cursisten kunnen samenwerken en luisteren naar elkaar. Werkvorm Groepswerk, groepsgesprek Materiaal themamateriaal ter inspiratie (zelf mee te brengen) vragenstrookjes hoekenwerk (bijlage 5) antwoordenblad (bijlage 6) sjabloon poster (bijlage 7) wereldkaart (zelf mee te brengen) Lesverloop F1: De cursisten werken rond het gekozen thema, gelinkt aan emoties. Op elke tafel ligt (foto)materiaal dat inspiratie kan opwekken: een familiefoto, een vliegtuig, een huurcontract, een inschrijvingsformulier van de school, een wereldkaart (!Tafel onderweg), een paspoort, een uitwijzingsbevel, foto’s van eten, mensen met typisch westerse kleding,... Er liggen strookjes met concrete vragen op de tafels rond het gekozen thema. Om de beurt neemt een cursist een strookje en stelt de vraag aan de andere cursisten. De cursisten geven antwoord op de vragen. De andere cursisten krijgen een antwoordenblad waarop ze kort de antwoorden van de andere cursisten noteren. F2: Met het resultaat van de groepsgesprekken wordt een poster gemaakt. De cursisten krijgen een sjabloon met de foto van een andere cursist uit hun groepje. Hierop vullen ze de informatie in van deze cursist in de derde persoon (in de rechthoek op het sjabloon) F3: Afronden. Hierna volgt een klassikale afrondingsfase waarin de cursisten aan de hand van het sjabloon mondeling informatie geven over de andere cursist in de derde persoon enkelvoud. Tenslotte krijgen ze hun eigen sjabloon terug en vullen het wolkje zelf in. Deze plaats is voorbehouden om hun dromen voor de toekomst weer te geven! Hoe ze dit doen, mogen de cursisten zelf kiezen. Ze kunnen bijvoorbeeld iets schrijven of iets tekenen. Het doel van deze poster is dat ze later een houvast hebben om hun verhaal te vertellen in de Transit Verhalenbus. Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 45 5 TERUGKOPPELING NAAR DE RED STAR LINE Lesduur 30 minuten Doelen De cursisten kunnen in groep nadenken over het migratieverleden van Europa. De cursisten kunnen samenwerken. Werkvorm Quiz, luisteroefening Materiaal foto’s groepsherverdeling (bijlage 8) quizvragen (bijlage 9) sleutel quizvragen (bijlage 10) filmpje Red Star Line (http://www.youtube.com/watch?v=ZUJ4YmVyL8U) Lesverloop De groepjes van vorige fase worden herverdeeld in nieuwe groepen. Dit kun je doen aan de hand van foto’s van de RSL. De cursisten zoeken andere cursisten met dezelfde foto/prent en vormen zo een nieuw groepje. Als de cursisten in hun nieuwe groepen zitten vraagt de leerkracht of ze denken dat er ooit vanuit België of Europa een grote migratiestroom naar een ander werelddeel is geweest. Het is niet de bedoeling dat hier klassikaal diep op ingegaan wordt. De cursisten denken hier in hun groepjes over na aan de hand van een quiz. Elke groep krijgt een papier met multiple choice vragen. Wanneer iedereen klaar is, wordt er klassikaal gekeken naar het filmpje van de RSL. Het is jammer dat het in het Engels is, maar het schept een zeer duidelijk beeld. De cursisten verbeteren de vragenlijst van een ander groepjes. Wie de meeste vragen correct heeft beantwoord, krijgt… Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 46 LESBLOK 2 BUITENSCHOOLSE OPDRACHT EN VERHALENBUS 6 TERUGKOPPELING NAAR DE RED STAR LINE Zie lesblok 1. Indien je hier vorige les niet toe gekomen bent, kan dit ook perfect hier. 7 VERHALENBUS EN INTERVIEW/ENQUETE Lesduur 90 minuten Doelen De cursisten kunnen zich kort voorstellen aan een onbekend persoon. De cursisten kunnen een kort interview doen met een onbekend persoon. De cursisten kunnen de resultaten van een enquête vergelijken. De cursisten kunnen hun migratieverhaal vertellen. (niet verplicht!) Materiaal enquêtes/vragenlijst (bijlage 11) schrijftabletten resultatenblad enquête/conclusies (bijlage 12) Lesverloop F1: In deze tweede les komt de Transit Verhalenbus naar de school. De cursisten die naar de Transit Verhalenbus gaan, kunnen een kopie (leerkracht neemt op voorhand kopies) van hun deel van de klasposter meenemen naar de bus. Terwijl een aantal cursisten hun verhaal doen in de Transit Verhalenbus, trekken de andere cursisten per twee de straat op. Ze gaan mensen die hier niet geboren zijn interviewen. Overloop deze vragenlijst op voorhand in de klas. Elk duo interviewt 10 mensen. Ze wisselen onderling af in de rollen als interviewer en schrijver. F2: Klassikale afronding Als de duo’s hun 10 interviews hebben afgenomen, komen ze terug naar de klas. In de klas gaan ze hun informatie uitwisselen en vergelijken. Ze krijgen hiervoor een blad van de leerkracht waarop ze hun conclusies kunnen noteren. De leerkracht stelt tenslotte klassikaal nog enkele vragen waarbij begrippen zoals: ‘meer dan’, ‘minder dan’, ‘veel’, ‘weinig’, ‘meeste’, ‘minste’,… aan bod komen. Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 47 BIJLAGEN LESPAKKET 1.2 BIJLAGE 1A4 BLADEN THEMA’S BIJLAGE 2DOMINO EMOTIES BIJLAGE 3MATCHING OEFENING GEVOELENS BIJLAGE 4VRAGENLIJST FILM BIJLAGE 5VRAGENSTROOKJES HOEKENWERK BIJLAGE 6ANTWOORDENBLAD BIJLAGE 7SJABLOON POSTER BIJLAGE 8KAARTJES HERVERDELEN GROEPJES BIJLAGE 9QUIZVRAGEN BIJLAGE 10QUIZVRAGEN SLEUTEL BIJLAGE 11STRAATINTERVIEW BIJLAGE 12 CONCLUSIES STRAATINTERVIEW Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 48 BIJLAGE 1A4 BLADEN THEMA’S Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 49 VERTREK Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 50 ONDERWEG Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 51 AANKOMST Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 52 VANDAAG Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 53 BIJLAGE 2 KAARTJES DOMINO EMOTIES START VERLIEFD BANG VERDRIETIG VERBAASD Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 54 BLIJ BOOS ZENUWACHTIG TROTS EINDE Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 55 BIJLAGE 3 KAARTJES OEFENING MATCHING Hij is verliefd Hij heeft schrik WANT dit meisje is wel heel speciaal voor hem. OMDAT de familie van zijn vriendin hem dood wil. Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 56 Hij is verdrietig OMDAT Hij is verbaasd WANT Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 57 hij zijn familie moet achterlaten. zijn vader is niet dood. Hij is blij Hij is boos Hij is zenuwachtig WANT OMDAT WANT Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 58 hij heeft nu een appartement en werk. de mensen in zijn land racistisch zijn. hij weet niet waar hij heen gaat. Hij is trots WANT hij spreekt al goed Nederlands Hij is ongeduldig WANT hij wil zijn moeder snel terugzien. Hij is bang WANT hij heeft nog nooit sneeuw gezien. Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 59 Dank je wel! Hij is dankbaar OMDAT Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 60 zijn stiefmoeder heel veel voor hem gedaan heeft. BIJLAGE 4VRAGENLIJST FILM Wat weten julllie over Hamet Ba? Zoek samen een antwoord op de vragen. 1. Uit welk land komt Hamet? o Uit Guinea o Uit Senegal o Uit Mauretanië o Uit België 2. Hoelang woont Hamet in België? o 3 jaar o Bijna 4 jaar o Bijna 5 jaar 3. Welk soort vluchteling is Hamet? o Een politiek vluchteling o Een economisch vluchteling 4. Waarom heeft de familie van Hamet geen vader? o De vader is gestorven door een ziekte. o De vader is verdwenen tijdens de oorlog. o De vader is vermoord tijdens de oorlog. o De vader is militair in Ivoorkust. 5. Wat is het beroep van Hamet in zijn land? o Hij heeft geen beroep. Hij is student. o Hij werkt in de winkel van zijn moeder. o Hij heeft een winkel. Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 61 6. Waarom moet Hamet vluchten uit zijn land? o Het is er gevaarlijk door de oorlog. o Hij heeft een relatie met een Arabisch meisje. o Hij wil werken in Europa om voor zijn familie te zorgen. 7. Wie helpt Hamet om naar België te komen? o Zijn broer o Zijn nonkel o Een vriend van zijn vader 8. Hoe komt Hamet naar België? o Met de boot. o Met het vliegtuig. o Met de vrachtwagen. 9. Hoelang is Hamet onderweg naar Europa? o 1 week o 2 weken o 3 weken 10. Wat moet Hamet eerst doen als hij in België komt? o Hij moet asiel vragen. o Hij moet vluchten voor de politie. o Hij moet het adres zoeken van zijn vriend. 11. Wat vond Hamet moeilijk in België? (meer dan 1 oplossing) o De mensen in België begroeten elkaar niet. o Het is heel koud in België. o Het eten is niet lekker. o De huizen zijn lelijk. Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 62 12. Wie vindt Hamet terug in België? o Zijn vader o Zijn beste vriend o Zijn nonkel 13. Wat is vandaag de droom van Hamet? o Hij wil een gezin. o Hij wil in Mauretanië gaan wonen. o Hij wil ander werk. Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 63 BIJLAGE 5 VRAGENSTROOKJES HOEKENWERK (in stroken knippen) VERTREK Wanneer ben je vertrokken? Waarom ben je vertrokken? Ben jij snel vertrokken of heb je lang moeten wachten? Wat heb je meegenomen? Van wie heb je afscheid genomen? Van wie heb je geen afscheid genomen? Hoe ben je vertrokken? Was je bang? Waarom? Was je blij? Waarom? Was je zenuwachtig? Waarom? Was je verdrietig? Waarom? Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 64 (in stroken knippen) ONDERWEG Hoelang ben je onderweg geweest? Ben je direct naar België gekomen? Heeft iemand jou geholpen? Was het een moeilijke reis? Waarom? Hoe ben je naar België gekomen? (vervoer) Via welke landen ben je naar België gekomen? Duid aan op de kaart. Was je bang? Waarom? Was je blij? Waarom? Was je zenuwachtig? Waarom? Was je verdrietig? Waarom? Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 65 (in stroken knippen) AANKOMST Wat vond je moeilijk de eerste weken in België? Wat was anders dan in jouw land? Wat was hetzelfde als in jouw land? Wie was de eerste Belg met wie je sprak? Waarover ging dit gesprek? Was deze persoon vriendelijk? Hoe ben je naar België gekomen? (vervoer) Waar ben je gaan wonen? Had je een adres? Was je bang? Waarom? Was je blij? Waarom? Was je zenuwachtig? Waarom? Was je verdrietig? Waarom? Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 66 (in stroken knippen) VANDAAG Wat vind je moeilijk in België? Hoelang ben je nu in België? Wat is het grootste verschil tussen België en jouw land? Heb je soms heimwee? Wie of wat mis je het meest? Wat is je grootste wens voor de toekomst? Ben je gelukkig met je situatie in België? Wat zou je willen veranderen? Ben je soms bang in België? Waarom? Ben je soms blij dat je nu in België woont? Waarom? Waarvan word je zenuwachtig in België? Waarom? Ben je soms verdrietig in België? Waarom? Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 67 BIJLAGE 6ANTWOORDENBLAD VERTREK Schrijf kort de antwoorden van de anderen op. - Wanneer ben je vertrokken? - Waarom ben je vertrokken? - Wat heb je meegenomen? - Hoe ben je vertrokken? - Was je bang? Waarom? - Was je blij? Waarom? Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 68 ONDERWEG Schrijf kort de antwoorden van de anderen op. - Hoelang ben je onderweg geweest? - Ben je direct naar België gekomen? - Heeft iemand jou geholpen? - Hoe ben je naar België gekomen? - Was je bang? Waarom? - Was je blij? Waarom? Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 69 AANKOMST Schrijf kort de antwoorden van de anderen op. - Wat vond je moeilijk de eerste weken in België? - Wat was anders dan in jouw land? - Wat was hetzelfde als in jouw land? - Hoe ben je naar België gekomen? - Was je bang? Waarom? - Was je blij? Waarom? Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 70 VANDAAG Schrijf kort de antwoorden van de anderen op. - Wat vind je moeilijk in België? - Hoelang ben je nu in België? - Heb je soms heimwee? Wie of wat mis je het meest? - Wat is het grootste verschil tussen België en jouw land? - Ben je soms bang in België? Waarom? - Ben je soms blij dat je nu in België woont? Waarom? Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 71 BIJLAGE 7POSTER Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.72 BIJLAGE 8 PRENTEN/FOTO’S RED STAR LINE VOOR HERVERDELING GROEPJES © Red Star Line Museum Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.73 BIJLAGE 9 QUIZ 1. In welke periode zijn er heel veel Europeanen gemigreerd? o 1850-1900 o 1890-1915 o 1945-1960 2. Naar welk land vertrokken de Europese migranten? o Congo o Rusland o De Verenigde Staten o Engeland 3. Hoelang waren de Europese migranten onderweg? o 14 tot 18 dagen o Minder dan 14 dagen o Meer dan 20 dagen 4. Waarom gingen zoveel mensen weg uit Europa? o Omdat er hongersnood was. o Omdat ze meer geld wilden verdienen. o Omdat het oorlog was. o Omdat er veel racisme was. 5. Vanuit welke stad vertrokken deze mensen? o Parijs o Londen o Antwerpen o Barcelona Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.74 6. Hoe vertrokken de migranten? o Met de boot o Met het vliegtuig o Te voet of met de fiets o Met paard en kar 7. Was de reis comfortabel? o Ja. Iedereen kreeg een bed en 3 maaltijden per dag. o Neen. De passagiers hadden bijna geen plaats, stonden en sliepen dicht op elkaar. o Alleen de rijke mensen kregen een goede plaats. 8. Wat namen de mensen mee op hun reis? o Een koffer per persoon o Een koffer per persoon en hun dieren (hond, kat, koe, paard, …) o Een beetje geld en verder niets o Al hun bezittingen (kleding, meubels, dieren, …) 9. Was het in die tijd gemakkelijk om te migreren? o Ja. Mensen konden in die tijd vrij reizen. o Neen. Je moest een geldig visum hebben. o Neen. Je moest gezond zijn en een paspoort hebben. 10. Hoeveel mensen gingen er in die periode weg uit Europa? …………………………………………………. Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.75 BIJLAGE 10 SLEUTEL QUIZVRAGEN 1. In welke periode zijn er heel veel Europeanen gemigreerd? o 1850-1900 o 1890-1915 o 1945-1960 2. Naar welk land vertrokken de Europese migranten? a. Congo b. India c. De Verenigde Staten d. Engeland 3. Hoelang waren de Europese migranten onderweg? a. 14 tot 18 dagen b. Minder dan 14 dagen c. Meer dan 20 dagen 4. Waarom gingen zoveel mensen weg uit Europa? a. Omdat er hongersnood was. b. Omdat ze meer geld wilden verdienen. c. Omdat het oorlog was. d. Omdat er veel racisme was. 5. Vanuit welke stad vertrokken deze mensen? a. Parijs b. Londen c. Antwerpen d. Barcelona Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.76 6. Hoe vertrokken de migranten? a. Met de boot b. Met het vliegtuig c. Te voet of met de fiets d. Met paard en kar 7. Was de reis comfortabel? a. Ja. Iedereen kreeg een bed en 3 maaltijden per dag. b. Neen. De passagiers hadden bijna geen plaats, stonden en sliepen dicht op elkaar. c. Ja en neen. De rijke passagiers hadden een ticket voor een luxueuze eerste klasse reis. De passagiers in tweede klasse stonden en sliepen dicht op elkaar en hadden bijna geen lucht. 8. Wat namen de mensen mee op hun reis? a. Een koffer per persoon b. Een koffer per persoon en hun dieren (hond, kat, koe, paard, …) c. Een beetje geld en verder niets d. Al hun bezittingen (kleding, meubels, dieren, …) 9. Was het in die tijd gemakkelijk om te migreren? a. Ja. Mensen konden in die tijd vrij reizen. b. Neen. Je moest een geldig visum hebben. c. Neen. Je moest gezond zijn en een paspoort hebben. 10. Hoeveel mensen gingen er in die periode weg uit Europa? (meer dan 2 000 000) Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.77 BIJLAGE 11 STRAATINTERVIEW STRAATINTERVIEW NR ………. 1. Bent u hier geboren? JA (ga naar vraag 2) NEE (het interview stopt) ……………………………………………………………………………… 2. Hoe heet jij? 3. Uit welk land kom je? ………………………………………………………………………. 4. Wanneer ben je naar België gekomen? …………………………………………………. 5. Waarom ben je naar België gekomen? o Om te werken. o Omdat het hier veilig is. o Om te trouwen. o ………………………….. 6. Hoe ben je naar België gekomen? (kruis aan) o Auto o Vliegtuig o Boot o Te voet o Trein o Te voet o Vrachtwagen o ………………. Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.78 7. Wat vind je moeilijk/gemakkelijk in België? Moeilijk: ………………………………………………………………………………………….. Gemakkelijk: ……………………………………………………………………………………. 8. Waar heb je Nederlands geleerd? o Op straat o Met vrienden en familie o Op het werk o Op school o Spreekt geen Nederlands o …………………………………. 9. Ben je gelukkig in België? Ja / Neen Waarom wel / niet? …………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… 10. Wil je later graag terug in je eigen land wonen? o Ja o Neen Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.79 BIJLAGE 12 CONCLUSIES STRAATINTERVIEWS Hoeveel mensen heb je geïnterviewd? ............... Vraag 1 - Hoeveel mensen komen uit ...? Europa Afrika Amerika Azië Oceanië Vraag 5 - Hoeveel mensen zijn naar België gekomen ...? om te werken omdat het hier veilig is om te trouwen andere reden Vraag 6 - Hoeveel mensen zijn naar België gekomen ...? met de auto met het vliegtuig met de boot met de trein te voet met de vrachtwagen andere => Resultaat: De meeste mensen zijn …………………………… naar België gekomen. Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.80 Vraag 8 - Hoeveel mensen hebben Nederlands geleerd ...? op straat met vrienden of familie op het werk op school spreken geen Nederlands => Resultaat: De meeste mensen hebben …………………………… Nederlands geleerd. Vraag 9 - Hoeveel mensen zijn gelukkig/niet gelukkig in België? Gelukkig Niet gelukkig => Resultaat: De meeste mensen zijn …………………………… in België. Vraag 10 - Hoeveel mensen willen ooit terug in hun eigen land wonen? Wel Niet Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.81 Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.82 LESPAKKET VOOR RG 2.1 en 2.2 DOOR JES LEYSEN (m.m.v. Joyce Peeters) Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.83 INHOUD LESPAKKET RG 2.1 EN 2.2 DEEL 1 OPWARMER. DE WERELD IN DE KLAS DEEL 2 KOMEN EN GAAN. VAN STATION NAAR STATION STATION 1: HET VERHAAL VAN YUSUF EN EVA STATION 2: FRAGMENT UIT HET LIED VAN LOT (STEF BOS) STATION 3: POËZIE/TEKST – MIGRATIEGEDICHTJES STATION 4: INFORMATIE – RED STAR LINE DEEL 3 AFSLUITEN BIJLAGEN Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.84 DEEL 1 OPWARMER – DE WERELD IN DE KLAS (bron: De slaper en andere verhalen/Wablieft stap 8) Lesduur 20 minuten Werkvorm Individueel en klassikaal Lesdoelen Schrijven De cursisten kunnen informatie over kenmerkende dingen/personen van hun land beknopt noteren. Lezen/spreken De cursisten kunnen aan de hand van de informatie en eventuele extra vraagstelling het correcte land en de naam van een medecursist aan de informatie koppelen. Materiaal Een enveloppe voor iedere cursist om de productjes uit de stations in te verzamelen. Kaartjes om info te noteren. Wereldkaart Kaartjes/vlaggen/etiketjes met de namen van de cursisten om op de wereldkaart te hangen. Lesverloop Iedere cursist krijgt een enveloppe om de producten uit de verschillende stations in te verzamelen. De cursist zet zijn naam op de enveloppe. We kijken al even naar de foto’s die op de enveloppe gekopieerd werden: het Red Star Line busje van de Red Star Line rederij. Wie weet hier iets over? (De docent geeft nog geen extra uitleg over de bus op dit punt) De cursist krijgt een kaartje en noteert 1 of 2 bekende personen en 1 of 2 bekende/kenmerkende dingen uit het land van herkomst. De cursist schrijft zijn/haar naam – land niet op het kaartje. De docent haalt de kaartjes op (zonder naam en zonder vermelding van het land) en deelt ze opnieuw uit. De docent zorgt ervoor dat de cursisten een kaartje van een andere cursist krijgen. Tip: haal eerst de kaartjes op van de ene klashelft en daarna van de andere klashelft. Wissel de stapels, zo heb je weinig kans dat toch iemand zijn eigen kaartje terugkrijgt. Klassikaal: Van welke cursist heb jij het kaartje? Over welk land gaat het? De docent noteert de naam van de cursist en het jaar dat de cursist naar België is gekomen bij op het kaartje en hangt het kaartje op de wereldkaart. Als op die manier de wereldkaart dreigt te verdwijnen onder de kaartjes, kan de docent ervoor opteren om de kaartjes rond de wereldkaart te hangen en met pijlen te werken vanuit de desbetreffende landen naar de kaartjes van de cursisten. Tip: als er meer dan 12 cursisten in de klasgroep zitten, kan de docent de cursisten eerst snel in duo’s laten overleggen van wie ze het kaartje hebben. Zo wordt de klassikale fase korter. Product Het kaartje met de namen van bekende/kenmerkende personen of dingen uit het herkomstland komt op het einde van het lesblok in de Red Star Line enveloppe. Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.85 DEEL 2 KOMEN EN GAAN. VAN STATION NAAR STATION Lesduur 120 minuten Werkvorm Rotatie met 4 groepen: 4x30 min. Verdeel de klas in 4 groepen. Groep 1 start in station 1, groep 2 in station 2, groep 3 in station 3, groep 4 in station 4. Na 30 minuten wordt er doorgeschoven. Groep 1 naar station 2, groep 2 naar station 3, enz. Na 120 minuten zouden de 4 groepen ook de 4 stations bezocht moeten hebben. Alternatieve werkvorm Rotatie met 3 groepen: 3x30 min. Het derde station met de poëzie vervalt. Zo blijft er op het einde van de les meer tijd om eventueel klassikaal naar een paar verhalen van cursisten te luisteren. De docent regisseert het geheel en kijkt na of de cursisten de opdrachtenbladen begrijpen en of ze ook effectief aan een productje werken. De docent zorgt er ook voor dat voor het doorschuiven, de materialen van de stations ordelijk worden achtergelaten zodat een volgende groep zonder problemen aan de slag kan. Materiaal zie elk station apart de Red Star Line enveloppe waarin de cursisten hun producten verzamelen opdrachtenblad per station (bijlage 2) 1 of 2 computers om in station 4 videofragmenten te bekijken of OLC of computerklas 3 mp3-spelers + oortjes (met 2 cursisten aan 1 set oortjes) of Cd-speler of internetcomputer voor station 2 We vrezen dat het geluid in station 2 en 4 in eenzelfde lokaal storend kan zijn, vandaar dat we pleiten voor mp3, maar station 2 met het liedje kan evt. ook ingericht worden in de gang met een cd-speler. Indien er gebruik kan gemaakt worden van een OLC is er natuurlijk geen enkel probleem. Dan verloopt alles via de computers en oortjes. Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.86 STATION 1: HET VERHAAL VAN YUSUF EN EVA Doelen Lezen (strategie) De cursisten kunnen gegevens uit informatieve teksten over migratieverhalen sorteren en koppelen aan bijbehorende afbeeldingen. Schrijven De cursisten kunnen naar analogie van de voorbeelden uit de strategische leesoefening, zelf korte informatieve tekstjes schrijven over hun eigen migratiesituatie. Materiaal Opdrachtenblad 1 (bijlage 2 – opdrachtenblad station 1) Hand-out station 1 (bijlage 1 hand-out station 1) 1 pagina per cursist met daarop de 3 kaartjes voor station 1. ‘In mijn land’: __________________________________________ ‘Onderweg naar België’: _________________________________ ‘In België’: ____________________________________________ uit pdf HBI_panelen telkens twee maal kopiëren op A3 Yusuf Özer en Eva Vergaelen Yusuf: http://www.nt2antwerpen.be/files/pdf/verhalenbus/panelen/HBI_paneel%20yosef.pdf Eva: http://www.nt2antwerpen.be/files/pdf/verhalenbus/panelen/HBI_paneel_eva.pdf 1 kopie = sleutel (bijlage 4) 1 kopie het label met de persoonsgegevens van Eva en Yusuf, de titel en de lead uit de poster knippen. Deze gegevens in enveloppe met nummer 1 steken. station 1: Eva Vergaelen foto’s: Link: http://www.nt2antwerpen.be/foto_s_eva_vergaelen_lespakket_wie_ben_ik tekstjes (bijlage 3). Foto’s en losgeknipte onderschriften in enveloppe met nummer 2 steken. Tip: Schrijf op elke foto en op elk strookje met tekst het nummer van de enveloppe, anders raken de materialen in de war.Station 1: Yusuf Özer foto’s: Link: http://www.nt2antwerpen.be/lespakket_wie_ben_ik___rg_2_1_en_2_2 (Ozer 1- 6) tekstjes (bijlage 4). Foto’s en losgeknipte onderschriften in enveloppe met nummer 3 steken. Tip: Schrijf op elke foto en op elk strookje met tekst het nummer van de enveloppe, anders raken de materialen in de war. Lesverloop De cursisten krijgen enveloppe 1. Daarin zitten de namen en de labels met gegevens van Yusuf en Eva. In de enveloppe zitten ook de titels, de leads. De cursisten lezen de gegevens en leggen de titel, de lead en het label bij de correcte naam. Vervolgens krijgen ze opnieuw twee enveloppen: 2 en 3. In enveloppe 2 zitten de losse foto’s en losse onderschriften van Eva. De cursisten koppelen de onderschriften en foto’s. In enveloppe 3 zitten de losse foto’s en onderschriften van Yusuf. Dezelfde werkwijze. Als dat gelukt is krijgen ze de volledige posters te zien en kunnen ze vergelijken. Nu krijgt iedere cursist de hand-out met daarop 3 kadertjes. Ze bekijken nogmaals de foto’s van Eva en Yusuf en denken na over foto’s (echte of beelden in hun hoofd). Als de cursisten echte foto’s hebben, kunnen ze die gebruiken om notities bij te maken. Op de hand-out noteren de cursisten belangrijke momenten uit hun leven. (cf. onderschriften bij de foto’s van de tentoonstelling) Tip: Als het schrijven niet wil vlotten kan je hen de opdracht geven om in elk kadertje één zin te schrijven over iets wat goed/slecht was/is in hun land, onderweg en in België. Product De hand-out met zinnen over belangrijke momenten uit hun leven komen in de Red Star Line enveloppe. Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.87 STATION 2: FRAGMENT UIT HET LIED VAN LOT (STEF BOS) Doelen Luisteren/lezen De cursisten kunnen een liedje over migratie, ondersteund met de lyrics, globaal begrijpen en uit een lijst met een opsomming van verschillende gevoelens, die emotie(s) selecteren die volgens hen in het lied zit(ten). Attitude De cursisten willen uit de lijst met gevoelens eigen emoties over eigen migratie selecteren en op hun hand-out bevestigen. Materiaal Liedje Stef Bos: http://www.youtube.com/watch?v=_JrMf72B1WY&feature=related Hand-out station 2 uit hand-outs (bijlage 1) De hand-out van station 2 heeft op de voorkant een korte intro tot het lied: waarover gaat het? Vervolgens staat er de link naar het internet en de tekst van het liedje (met een aantal verklaringen). Op de achterkant van de hand-out staat de vraag naar de emotie die in het lied zit + vraag naar hun eigen emoties: In mijn eigen land – Onderweg naar België – In België. Een blad met daarop kaartjes waarop verschillende emoties staan afgebeeld en verwoord.(hand-out station 2 uit bijlage 1) Iedere cursist krijgt dit blad met alle kaartjes zodat hij zelf een keuze kan maken. De kaartjes van hun keuze komen op de hand-out. Er staan ook lege kaartjes die ze desgevallend nog kunnen invullen. Lijm/nietjesmachines/scharen om de kaartjes met de emoties uit te knippen en op de hand-out te kleven/te nieten. Tip: in het OLC op de verschillende computers de links voor station 2 en station 4 op het bureaublad beschikbaar zetten, zodat de cursisten maar moeten doorklikken. Lesverloop De cursisten krijgen een hand-out met een intro en de tekst van het liedje van Stef Bos en op de achterkant van de hand-out plaats om de kaartjes met de emoties te kleven. De cursisten lezen eerst de intro op de hand-out. De cursisten luisteren minstens 2 keer naar het liedje (en lezen desgevallend de tekst op de hand-out). De cursisten kiezen op het blad met de emoties het kaartje (of: kaartjes) dat volgens hen het best bij het liedje past. Ze knippen uit en bevestigen het kaartje (of de kaartjes) op de handout. Dan denken ze na over de emoties die zij zelf hebben gevoeld of voelen toen ze in hun land vertrokken, onderweg naar het nieuwe land en aangekomen in België. Ze knippen uit en bevestigen opnieuw op de hand-out. Ze mogen ook zelf emoties noteren. Er zijn lege kaartjes. Product De hand-out met het liedje en de kaartjes met de emoties komt in de enveloppe. Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.88 STATION 3 POËZIE/TEKST – MIGRATIEGEDICHTJES Opmerking vooraf: Deze hoek kan je laten vallen, zo blijft er meer tijd over op het einde van het lesblok om eventueel naar verhalen van cursisten te luisteren. We laten het aan de inschatting van de docent om het wel of niet te proberen. Bij het proefdraaien van het materiaal gaven de cursisten van 2.1 en 2.2 aan dat dit het moeilijkste station is en dat 30 minuten kort is om zelf een tekst te schrijven. Toch hebben heel wat cursisten in de proefgroepen fijne dingen geschreven bij het zintuiggedicht ‘België – Mijn land’. Doelen Lezen (‘literaire tekst’ / leesplezier) De cursisten kunnen een aantal (poëtische) teksten over migratie lezen en globaal begrijpen. Schrijven (creatief) De cursisten kunnen een poëtische tekst die gepresenteerd wordt in een schrijfkader creatief aanvullen. Materiaal (Bron: het Vreemde Gedicht 2010, Artikel Vonk poëzie) 15 gedichten uit het Vreemde Gedicht op A4 kaarten (bijlage 5 - gedichten station 3) hand-out station 3 (uit bijlage 1 hand-outs) met daarop op de voorkant een invulgedicht en/of op de achterkant twee zintuiggedichten die ze zelf kunnen aanvullen. Lesverloop Leg de kaarten met de verschillende gedichten in het groepje. De cursisten mogen een aantal gedichten kiezen en lezen. Welk gedicht spreekt hen aan? Ze nemen de hand-out voor station 3 en kiezen welk gedicht ze zullen aanvullen. Ze mogen ook meerdere gedichten aanvullen. Product De hand-out met de aangevulde gedichten komt in de Red Star Line enveloppe. Originele versie van het invulgedicht Mijn gewonde land In alle mooie gezichten zie ik je gezicht. In alle magische ogen zie ik je oog. In alle glimlachende lippen zie ik je charmante glimlach. In het licht van de dag zie ik je licht en de zon schijnt van je gezicht. In de engelachtige stemmen, in de meest prachtige muziek hoor ik je stem. Je bent altijd en voor eeuwig in mijn hart. Je stem in mijn oren, je naam op mijn tong: Irak, Irak, Irak. Land van de beschaving, land van de uitdaging. Ik huil om je vertrek als het huilen van de weeskinderen. Ik mis je als de dorstige woestijn de regen mist. Mijn gewonde land Wanneer helen je wonden? Wanneer doven je vuren ? Ik hou van je, mijn gewonde land, ik hou van je. Evan Fathulla Jassem, Irak Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.89 STATION 4: INFORMATIE – RED STAR LINE Doelen Luisteren / (ondersteunend) schrijven De cursisten kunnen uit een informatief luisterfragment specifieke gegevens halen en de gegevens noteren in de hand-out. Spreken / (ondersteunend) schrijven De cursisten kunnen de informatie uit het luisterfragment al sprekend vergelijken met de informatie van een medecursist en indien nodig hun hand-out aanvullen. Lesmateriaal Beeldmateriaal 1) Landverhuizers – http://blip.tv/cvo-tv/red-star-line-landverhuizers-5229460 – eerste drie minuten 2) Red Star Line van A tot Z deel 1 – http://blip.tv/cvo-tv/red-star-line-van-a-tot-z-deel-15229470 - eerste 3 minuten Optioneel maken: enkel voor sterke groepen 2.2) hand-out station 4 (bijlage 1 hand-outs station 4) met daarop een tekst over Red Star Line en luistervragen voor de beeldfragmenten. Tip: in het OLC op de verschillende computers de links voor station 2 en station 4 op het bureaublad beschikbaar zetten, zodat de cursisten maar moeten doorklikken. Luistervragen bij het fragment ‘Landverhuizers’ – 3 minuten Link: http://blip.tv/cvo-tv/red-star-line-landverhuizers-5229460 Luister verschillende keren naar de eerste 3 minuten van het fragment 1. Waarom vertrokken de mensen naar Amerika? - verdrukking (bv. Joodse mensen) - armoede - avonturiers 2. Wat controleerde men tijdens de medische controle? - besmettelijke ziekten, bijvoorbeeld: oogziekten, cholera … 3. Hoe konden de landverhuizers aan informatie komen? - gelezen in de plaatselijke krant - over gehoord - brieven van mensen uit Amerika aan de thuisblijvers 4. Waarover schrijven de mensen uit Amerika? Over gewone dingen, bijvoorbeeld: - de gezondheidstoestand van de mensen - over het weer in Amerika - over de hoop om eens terug te komen naar Antwerpen (bijvoorbeeld om te werken in de nieuwe haven) Er is niets te beleven in Amerika. Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.90 Optioneel voor heel sterke 2.2 groepen: Luistervragen bij het fragment ‘Van a tot z deel 1’ Link: http://blip.tv/cvo-tv/red-star-line-van-a-tot-z-deel-1-5229470 Luister naar de eerste 3 minuten van het fragment 1. Hoeveel mensen verhuizen er op ongeveer 100 jaar tijd van Europa naar Amerika? 23 miljoen 2. Hoeveel van die mensen nemen een boot van de Red Star Line? Meer dan 2 miljoen 3. Hoeveel procent landverhuizers komt terug naar Europa? 30% 4. Hoe lang duurde de tocht naar Amerika? Vrij kort eigenlijk: 8 à 10 dagen De cursisten luisteren eerst een paar keer en proberen individueel de hand-out in te vullen. Dan gaan ze in duo’s hun oplossingen vergelijken en luisteren ze nogmaals. Product De hand-out komt in de Red Star Line enveloppe. Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.91 DEEL 3 AFSLUITEN. Lesduur 20 minuten Doel Attitude/spreken De cursisten willen aan de hand van de producten uit de verschillende stations hun migratieverhaal vertellen. Lesverloop We bekijken nu de enveloppe waarin ze hun producten hebben verzameld. Daarop staat een foto van Red Star Line affiche. Hier de link maken met de luisterfragmenten en de leestekst van station 4. Wat hebben zij allemaal gehoord? Extra uitleg geven over het Red Star Line Museum. We bekijken ook de foto van het busje (zie extra beeldmateriaal). We schetsen duidelijk het doel van het busje migratieverhalen verzamelen. Sommige verhalen zullen in het museum gebruikt worden. Er is geen enkele verplichting om het verhaal in het busje te vertellen. Duidelijk uitleggen dat de producten die de cursisten in hun Red Star Line enveloppe hebben verzameld voor de medewerkers van het busje een aanzet kunnen vormen om met de cursist te praten. Eventueel een paar cursisten een deel van hun verhaal laten vertellen aan de hand van hun producten. Dit kan ook verschoven worden naar een volgend lesblok. De cursisten die willen gaan dan naar het busje hun verhaal vertellen en anderen vertellen het – als ze dat willen – in de klas. Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.92 BIJLAGEN LESPAKKET RG 2.1 EN 2.2 BIJLAGE 1HAND-OUTS BIJLAGE 2OPDRACHTENBLADEN STATIONS BIJLAGE 3TEKSTJES STATION 1 – EVA VERGAELEN BIJLAGE 4TEKSTJES STATION 1 – YUSUF ÖZER EN SLEUTEL BIJLAGE 5GEDICHTEN STATION 3 Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.93 BIJLAGE 1 HAND-OUTS Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.94 HAND-OUT STATION 1 KAARTEN In mijn land ___________________________________________________________________ _______________ ___________________________________________________________________ ________________ ___________________________________________________________________ ________________ ___________________________________________________________________ ________________ Onderweg naar België ___________________________________________________________________ ________________ ___________________________________________________________________ ________________ ___________________________________________________________________ ________________ ___________________________________________________________________ ________________ In België ___________________________________________________________________ ________________ ___________________________________________________________________ ________________ ___________________________________________________________________ ________________ ___________________________________________________________________ ________________ Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.95 HAND-OUT STATION 2 ‘HET LIED VAN LOT’ (ZANGER: STEF BOS) Intro Dit liedje gaat over een vrouw. Ze heet Lot. Ze gaat weg uit haar land. Haar stad is kapot. De huizen zijn kapot. Haar stad is een ruïne. Maar weggaan is moeilijk. Ze twijfelt: zal ze echt weggaan? Of zal ze toch blijven? Ze staat op een grens. Een grens tussen het leven in haar land en het nieuwe land en tussen haar leven vroeger en haar nieuwe leven. Ze wil in een ander land opnieuw beginnen. Ze heeft geen toekomst meer in haar eigen land, maar ze houdt ook van haar land. Klik op deze link: http://www.youtube.com/watch?v=_JrMf72B1WY&feature=related. Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.96 Opdracht: Luister één of 2 maal goed naar het liedje. Je krijgt de tekst. Welke emotie zit in het liedje? Het Lied van Lot – Stef Bos Ik sta op de grens van vroeger en later Voor mij een ruimte die ik nog niet ken Achter mij alles wat ik achter moet laten Ik sta hier met niets meer dan alleen wie ik ben Ik maak van wat was een veilige haven Al heb ik die stad daar al tijden vervloekt Toch lukt het me niet het verleden te laten Voor dat wat het is: een gesloten boek En als ik nu omkijk ben ik verloren (grens = lijn tussen landen) (ruimte= plaats) (achterlaten = niet kunnen Meenemen) (Ik heb niets meer. Ik heb alleen mezelf.) (veilige haven=hier: goede plaats) (vervloeken= lelijke dingen zeggen) (Ik moet aan vroeger denken) (een gesloten boek= een verhaal dat gedaan is) (omkijken=naar achter kijken) (verloren zijn=kwijt zijn /hier: ik weet niet wat ik moet doen) Maar iets houdt me tegen om verder te gaan Als ik nu omkijk dan blijf ik voor altijd Gevangen in alles wat niet meer bestaat (gevangen = vastzitten) En al zou ik ook teruggaan, er is niets meer over Ik weet het en toch ligt de twijfel nog dwars Al vind ik niet meer dan ruïnes en spoken (ruïnes=kapotte gebouwen, huizen) spoken= Het laat me niet los, wat houdt mij nog vast Ik kan nog niet breken met dat wat voorbij is Ik woon in mijn dromen nog steeds waar ik was (Ik kan vroeger niet vergeten) (dromen doe je ’s nachts in je bed) Ik sta op de grens van vroeger en later En achter mij ligt daar een brandende stad branden= Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.97 Welke emotie past bij dit liedje? Kies een kaartje. Kleef het kaartje op dit papier. Welke emotie voelde jij? Kies nog kaartjes met emoties of schrijf je emoties op. In je land? Onderweg naar België? In België? Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.98 verdrietig gelukkig / content ongelukkig / niet content het gaat prima bang / angstig boos afscheid nemen veel zorgen in je hoofd denken aan gezin / familie slechte dingen denken goede dingen denken niet weten wat je moetdoen genieten hard roepen samen lachen mensen missen vrienden maken twijfelen: ja? Nee? ongeduldig / hoe lang nog? verliefd troosten blij weerzien studeren ___________________ ____________________ _____________________ ___________________ _____________________ _____________________ er niet bij horen Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.99 HAND-OUT STATION 3 POËZIE Opdracht: Kies zelf woorden en schrijf ze in de tekst. Mijn .............................................. land! In alle mooie gezichten zie ik je gezicht. In alle magische ogen zie ik je oog. In alle .............................................. zie ik je .................................................................................. In het licht van de dag zie ik je licht en de zon schijnt van je gezicht. In .............................................. hoor ik je stem. Je bent altijd en voor eeuwig in mijn hart. Je stem in mijn oren, je naam op mijn tong: ................................................................................... Land van .............................................. , land van ......................................................................... Ik huil om je vertrek als het huilen van de ...................................................................................... Ik mis je als ………………………………………………………………………………………………. Mijn .............................................. land Wanneer …………………………………………………………………………………………………? Wanneer …………………………………………………………………………………………………? Ik hou van je, mijn ..............................................land, ik hou van je. Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.100 België … Mijn land … Ruikt als boerenjasmijnen tussen korenbloemen in een vaas op de tuintafel. Ruikt als ……………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………. Voelt als de armen van mijn kinderen. Voelt als ……………………………………………………………………… Ziet eruit als de bollen van het atomium en oude mensen op een elektrische fiets. Ziet eruit als ………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………. Smaakt als een puntzak frieten met stoofvlees en tartaarsaus. Smaakt als …………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………….. Klinkt als ‘twee meisjes op het strand’ van de zanger Raymond van het Groenewoud. Klinkt als……………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………. Nederlands (Rose en Joëlle, 2.3 CVO KHN Brussel) Mijn taal … Smaakt als wit koud bier met citroen. Smaakt als …………………………………………………………………… Het klinkt als het lawaai van de mosselschelpen op de Vlaamse feesten. Klinkt als ……………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………. Het voelt als het zand van de Noordzee. Voelt als ……………………………………………………………………… Het ziet eruit als een regenboog. Ziet eruit als …………………………………………………………………. Het ruikt als smoutebollen. Ruikt als ……………………………………………………………………… Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.101 HAND-OUT STATION 4 RED STAR LINE © Zicht op s/s Belgenland II van op Linkeroever (ca. 1925), foto, collectie MAS | Nationaal Scheepvaartmuseum Op het einde van de 19de eeuw is het moeilijk in Europa. Niet alleen in België, maar ook in veel andere landen. Er is oorlog, slechte politiek en slechte economie. De mensen zijn arm. Veel mensen vluchten. Ze willen weg uit hun land. In Amerika is er veel werk, dus willen de mensen naar Amerika. Zij willen een nieuw leven beginnen met hun familie. In Antwerpen is er een grote haven. Er varen grote boten van Antwerpen naar Amerika en Canada. Er komen mensen uit heel Europa naar de haven van Antwerpen. Zij kopen een ticket naar Amerika bij de Red Star Line. Tussen de jaren 1843 en 1930 verhuizen 23 miljoen mensen uit Europa naar Amerika. Heel veel mensen nemen de boot van de Red Star Line. Er zijn plaatsen voor rijke mensen en ook voor arme mensen. De arme mensen moeten beneden in de boot. De rijke mensen boven. Zieke mensen mogen niet mee. Veel mensen blijven dan maar in Antwerpen. Op de plaats waar de mensen op de boot stapten, komt in 2012 een museum: Het museum brengt verhalen van mensen die van hun land verhuizen naar een ander land. Het zijn verhalen van vroeger, maar ook van vandaag. De naam van het museum is: Red Star Line. Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 102 © Red Star Line. Triple-Screw Belgenland. 27.200 Tons, prentbriefkaart, collectie MAS -| Nationaal Scheepvaartmuseum Luistervragen bij het fragment ‘Landverhuizers’ Link: http://blip.tv/cvo-tv/red-star-line-landverhuizers-5229460 Luister naar de eerste 3 minuten van het fragment. 1. Waarom vertrokken de mensen naar Amerika? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… 2. Wat controleerde men tijdens de medische controle? ………………………………………………………………………………………………… 3. Hoe konden de landverhuizers aan informatie komen? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… 4. Waarover schrijven de mensen uit Amerika? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 103 Luistervragen bij het fragment ‘Van a tot z deel 1’ Link: http://blip.tv/cvo-tv/red-star-line-van-a-tot-z-deel-1-5229470 Luister naar de eerste 3 minuten van het fragment. 1. Hoeveel mensen verhuizen er op ongeveer 100 jaar tijd van Europa naar Amerika? ………………………………………………………………………………………………… 2. Hoeveel van die mensen nemen een boot van de Red Star Line? ………………………………………………………………………………………………… 3. Hoeveel procent landverhuizers komt terug naar Europa? ………………………………………………………………………………………………… 4. Hoe lang duurde de tocht naar Amerika? ………………………………………………………………………………………………… Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 104 BIJLAGE 2 OPDRACHTENBLADEN Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 105 OPDRACHTENBLAD STATION 1 1. Open omslag nummer 1. Je vindt hierin informatie over 2 personen: Yusuf en Eva. Leg de informatie bij de juiste persoon. 2. Open de omslagen 2 en 3. Je vindt hierin foto’s en kleine tekstjes van Yusuf en Eva. Leg de foto’s en tekstjes samen en leg ze dan bij de juiste persoon. 3. Neem de posters. Vergelijk jullie oplossingen met de posters. 4. Neem de hand-out station 1: In mijn land Onderweg naar België In België Kijk nog eens naar de tekstjes van Yusuf en Eva bij de foto’s. Schrijf nu zelf één of meer tekstjes over jouw leven op de hand-out. Steek de hand-out in de enveloppe. Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 106 OPDRACHTENBLAD STATION 2 1. Neem de hand-out station 2. Lees eerst de intro bij het liedje. Luister 1 of 2 keer goed naar het liedje. Je hoeft niet alles te begrijpen. Je vindt de tekst op de hand-out. Je kan de tekst lezen terwijl je luistert. Welke emotie zit in het liedje? Misschien wel meer dan 1 emotie? 2. Neem het blad met kaartjes met emoties, een schaar en lijm (of nietjesmachine). Wat is jouw opinie? Kies een kaartje met de emotie die volgens jou in het liedje zit. Knip het kaartje uit en maak het vast op de hand-out. 3. Denk na over jouw emoties. Wat heb jij gevoeld toen je wegging uit je land? toen je onderweg was naar het nieuwe land? toen je aankwam in België? Knip de gepaste emoties uit en maak ze vast op de hand-out. Er zijn ook lege kaartjes, je kan er zelf een emotie op schrijven. Steek de hand-out in de enveloppe. Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 107 OPDRACHTENBLAD STATION 3 Op de tafel liggen allemaal kaarten met teksten. Op elke kaart staat een tekst. Het zijn teksten van mensen die ook geëmigreerd zijn. Ze komen uit een boekje: ‘Het vreemde gedicht 2010’. 1. Kies en lees een paar teksten. Welke tekst vind je goed? 2. Neem de hand-out station 3. Je ziet teksten, maar ze zijn niet af. Jij mag één of meer teksten verder afmaken. Zoek woorden die jij passend vindt en schrijf ze in de tekst. Zo wordt het jouw tekst. Steek de hand-out in de enveloppe. Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 108 OPDRACHTENBLAD STATION 4 1. Neem hand-out station 4. Lees de tekst over de Red Star Line. 2. Kijk en luister naar 1of 2 videofragmenten. Je mag verschillende keren kijken en luisteren. Klik eerst op ‘Landverhuizers’ en luister ongeveer 3 minuten. Los de vragen op. Klik dan op ‘A tot Z deel 1’ en luister ongeveer 3 minuten. Los de vragen op. 3. Vergelijk jouw oplossingen met die van een collega en vul je hand-out verder aan. Je kan natuurlijk nog eens opnieuw luisteren. Steek de hand-out in de enveloppe. Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 109 BIJLAGE 3 TEKSTJES STATION 1 – EVA VERGAELEN Melancholie: zonsondergang, Citadel, Caïro Stuurloos dobberen: Lake Qarun, Fayoum Bruine papa met blankgele mama met kindjes: tekening van dochter Lina Ik op de Leopold, een Belgisch marineschip op doorvaart, Suez Ik aan de computer, aan het skypen met mijn moeder in België Heimwee naar de vertrouwde koude: Malmédy Verlangen naar geborgenheid: vader en dochter Dahab Mama in haar tuin, aan het beeld ‘Zwangere dochter’, gemaakt door moeder en kunstenares Mariette Coppens Egyptische visjes kijken: dochter Nora in het aquarium van de Antwerpse Zoo Telkens afscheid nemen van de stad waarvan ik hou: dochter Lina in een speeltuin aan de Schelde op Linkeroever, Antwerpen. Wachten aan de bushalte in de Sinaï woestijn Foto van dochter Lina aan de Noordzee op de kast, thuis in Caïro Schrijven als pijnstiller: een verlaten tikmachine op een binnenplaats in Damascus, Syrië Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 110 BIJLAGE 4TEKSTJES STATION 1 YUSUF ÖZER EN SLEUTEL Een klasfoto van Elif haar school in de Offerandestraat. Op korte tijd is er veel veranderd. Mijn dochter Elif was toen nog de enige ‘allochtoon’ in de klas. Nu ziet de verhouding autochtoon/allochtoon er wellicht helemaal anders uit. Verjaardagstaart eten en kaarsjes uitblazen. Onze kinderen waren voor ons onbedoeld gidsen die ons wegwijs maakten in deze samenleving. Mijn kleindochters Semma en Ayda. Meer en meer zullen onze kinderen (kinderen van migranten) een essentiële bijdrage leveren aan onze samenleving. Drie van mijn dochters hebben een relatie met een Belgische man. Daar heb ik totaal geen problemen mee. Elif, derde van links bovenaan. Carnaval, wat was carnaval in hemelsnaam? En zie: mijn dochter als punkster met een pintje in haar hand – had ze helemaal zelf verzonnen. Ik laat mijn kinderen vrij in hun keuzes, ongeacht wat de familie ervan denkt. Sleutel Özer 1: Verjaardagstaart eten en kaarsjes uitblazen. Onze kinderen waren voor ons onbedoeld gidsen die ons wegwijs maakten in deze samenleving. Özer 2: Elif, derde van links bovenaan. Carnaval, wat was carnaval in hemelsnaam? En zie: mijn dochter als punkster met een pintje in haar hand – had ze helemaal zelf verzonnen. Özer 3: Een klasfoto van Elif haar school in de Offerandestraat. Op korte tijd is er veel veranderd. Mijn dochter Elif was toen nog de enige ‘allochtoon’ in de klas. Nu ziet de verhouding autochtoon/allochtoon er wellicht helemaal anders uit. Özer 4: Ik laat mijn kinderen vrij in hun keuzes, ongeacht wat de familie ervan denkt. Özer 5: Drie van mijn dochters hebben een relatie met een Belgische man. Daar heb ik totaal geen problemen mee. Özer 6: Mijn kleindochters Semma en Ayda. Meer en meer zullen onze kinderen (kinderen van migranten) een essentiële bijdrage leveren aan onze samenleving. Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 111 BIJLAGE 5 GEDICHTEN STATION 3 MIJN LAND Oh mijn land … Ik mis het echt. Elke dag heb ik heimwee. Elke nacht droom ik erover. Oh mijn land… Ik mis mijn land. Ik mis elke straat. Ik mis alles. Oh mijn land… Ik mis mijn familie. Mijn vrienden, mijn school en … mijn alles. Maar ik heb hier een nieuw leven gevonden. Daarom moet ik gewoon verder met mijn leven. Siham Kohout, Marokko Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 112 IK BEN CHAMA Chama is een vrouw. Ik ben Chama Ik ben een Marokkaanse vrouw. Ik ben Chama Ik ben een vrouw als andere vrouwen. Ik ben Chama Ik ben een landverhuizer-vrouw Ik ben Chama Soms blij en soms kwaad. Ik ben Chama Ik hou van vrienden. Ik ben Chama Ik hou van Site. Ik ben Chama Ik hou van de wereld. Ik ben Chama…! Chama Lechhab, Marokko Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 113 Nieuwe taal Nieuwe mensen Een nieuw appartement, Nieuwe meubels Alles is nieuw… Maar??? Vergeten we de ouders? Vergeten we de zussen? Vriendinnen en familie? Alles is nieuw… Maar??? Pijn, pijn, pijn Pijn in het hart Alles is donker en grauw Ik mis mijn familie Ik mis mijn vrienden Ik mis mijn spulletjes Ik heb heimwee Pijn, pijn, pijn Terug naar mijn familie? Terug naar mijn oude leven? Ik weet het niet Ik voel me verloren in dit nieuwe leven Kwijt, kwijt, kwijt… Ayadi Naoual, Marokko Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 114 IK BEN EN IK Ik heb een vraag, Ik heb een vraag, Wie (ben) ik? Wie (ben) ik? Jij bent Jeevan. Jij bent Jeevan. Nee, nee; Nee, nee; Dat ben ik niet; Dat is mijn naam. Wie (ben) ik? Wie (ben) ik? Jij bent een man. Jij bent een man. Nee, nee; Nee, nee; Dat ben ik niet Dat is mijn geslacht. Wie (ben) ik? Wie (ben) ik? Jij bent tamil. Jij bent tamil. Nee, nee; Nee, nee; Dat ben ik niet; Dat is mijn taal. Wie (ben) ik? Wie (ben) ik? Jij bent hindu. Jij bent hindu. Nee, nee; Nee, nee; Dat ben ik niet; Dat is mijn religie. Wie (ben) ik? Wie (ben) ik? Jij bent afwasser. Jij bent afwasser. Nee, nee; Nee, nee; Dat ben ik niet; Dat is mijn werk. Wie (ben) ik? Wie (ben) ik? Jij bent een mens. Jij bent een mens. Nee, nee; Nee, nee; Dat ben ik niet; Dat is mijn lichaam. Zeg het maar, Zeg het maar, Wie (ben) ik? Wie (ben) ik? Jeevakumar Rajah, Sri Lanka Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 115 De tijd is gekomen, waar ik zo op gehoopt en gewacht heb. Het is tijd voor hoop en dromen, een tijd vol met licht. Ik kwam aan, ik kwam aan! Ik weet niet of dit de plek is waar ik wilde aankomen, maar ik weet dat ik er ben, hier in het verre buitenland. Het buitenland dat gevuld is met hoop en dromen, het buitenland dat gewenst is door de arme landen. Is dit het, is dit wat ik me voorstelde, is dit mijn buitenland, ik weet het niet. Ik weet dat ik hier ben en dat dit een nieuw begin is, een begin gevuld met veel hoop en dromen! Klement Ivanchev, Bulgarije Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 116 Bangkok Nu veel lawaai Maar toen ook Een beetje anders Nog niet horen Nog een beetje ver weg Maar ik wist het: “Ik wil hier weg” Want niet goed Zeker Heel veel geld Voor een beetje mensen Dan voor de eerste keer Regen En Nederlands Ik was blij Mijn hart open Open voor België Sencham Bayan, Thailand Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 117 Twee honden In Turkije Ze hadden elkaar En ze hadden mij. We waren samen zo gelukkig. Toen was er een schot En bloed in de straat. Een hond was dood Toen, kon ik nog, Samen huilen. Enkele maanden later Stond ik daar nog helemaal Alleen met mijn tranen Een tweede kogel Een tweede dode hond. België! Wat is dit een zalig land. Voor dieren. Maar ook vooral Voor de mensen. Gürbüz Hayri, Turkije Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 118 Somalië Mogadishu Vier dagen geleden Een bom In moskee 40 dood 80 met pijn naar ziekenhuis Ik kijk hier TV Beter hier Rustig wenen Mohamed Hussein Omar, Marokko Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 119 Ik kom uit Bulgarije. Mijn man werkt hier. Ik woon niet graag apart. Ik kom met mijn zoon met de auto. Hij zit rustig in de auto. Hij is rustig mijn zoon. Shshshsht Ik hou van een mooi appartement. Mijn living is in een rustige straat Dichtbij het park, ik speel graag met mijn zoon in het park. Zo is het goed Zo is het goed Ik hou nog van Nederlands spreken. Het is heel belangrijk voor mij. In België Ik ga graag naar de les Mijn lerares is heel vriendelijk. Nedime, Bulgarije Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 120 ik zit op het strand ik denk aan jou ik wacht op de dag dat ik naar jou kom ik wil je zien ik wil je kennen ik ben hier maar ik wacht op de dag om naar daar te kunnen ik heb mijn land Portugal achtergelaten met de hoop op mijn aankomst naar jouw België jij bent het land van goede chocolade Teresa, Portugal Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 121 Ik Wil graag Een klein Wit huisje Met een Raam Raam Raam Met een Groene tuin Ik hou van rode rozen In België zijn mooie bloemen Bloemen bloemen In Congo Kinshasa Gouden oorbellen En ringen Nu ben ik hier En kom ik zingen zingen zingen Marie, Congo Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 122 Ik hou van mijn klein appartementje Ik hou van mooi weer in België Ik hou van lekker eten maken Taart of tomatensoep met balletjes Mijn zoon speelt buiten op straat straat straat Mijn lieve dochter helpt mee mee mee Ik hou van veel babbelen babbelen Met vrienden in de klas Of op straat Movlathan Malgieva, Kazakstan Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 123 DE AANKOMST Heel goed Antwerpen centraal station o o het is mooi mooi station Oude, oude hoofdstad Brussel In de winter Het sneeuwt Is mooi Nee, nee het is koud weer Zoo, zoo Bezoek veel mensen het is belangrijk kijken goed, goed zoo goed Mooi, mooi zoo mooi Ja, België is goed vriendelijke mensen Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 124 DE AANKOMST De eerste keer, alles is nieuw voor mij. Allez, ik ben toerist! Nee grapje. Dat was vroeger. Nu kan ik alles doen. Een nieuw leven Begin. Ik ga de eerste keer nooit vergeten. De eerste keer is super plezant. Ik hou van de kou, Heel anders dan in Brazilië. Maar ik ben blij met alle plaatsen waar ik ga Met mijn vrouw of met mijn familie. België voor mij is een mooi land. Ik vind dat wel. Ik blijf hier voor een lange tijd. Hier ga ik proberen Mijn leven Als een man getrouwd Sauir Ariellas, Brazilië Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 125 Irak is mooi Irak is rijk Irak heeft altijd een probleem Mensen kennen Irak van oorlog Vele kinderen hebben dode vaders Maar de mensen zijn altijd blij Irak is zoals België 2 talen Noord-Irak spreekt Koerdisch En Zuid-Irak spreekt Arabisch Ik ben heel blij in België Maar ik mis Altijd Mijn familie en vrienden Ik hoop Dat alle problemen snel verdwijnen Ik wil graag een kleine familie hier en blijven Ik moet goed Nederlands leren Iedereen wil ik begrijpen België is toch mijn tweede land Abdellah Abdelsalam Satar, Irak Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 126 LESPAKKET VOOR RG 2.3 EN 2.4 DOOR NELE VANHEX EN ADRIANE LEILICH Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen INHOUD LESPAKKET RG 2.3 EN 2.4 DEEL 1INTRODUCTIE: ‘DE GROTE MEERPAAL’ + DE LANDVERHUIZERS DEEL 2DE MIGRATIECARROUSEL HALTE 1. AMERIKAANSE DROOM BEGON IN ANTWERPEN HALTE 2. DE BOOT HALTE 3. STELLINGEN BESPREKEN EN MENING GEVEN HALTE 4. PERSOONELIJK MIGRATIEVERHALEN DEEL 3NABESPREKING + BUS + HUISWERK DEEL 4VERHALENBUS BIJLAGEN Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.128 DEEL 1INTRODUCTIE: ‘DE GROTE MEERPAAL’ + DE LANDVERHUIZERS Lesduur 40 minuten Werkvorm Individueel en klassikaal, luisteroefening, klasgesprek Materiaal Filmpje - Publiek geheim ‘Alain Pels en de grote meerpaal’ http://www.youtube.com/watch?v=oZUcqQzli6Q Opdrachtenblad deel 1 luisteroefening (bijlage 2) Filmpje de Landverhuizers (COBRA) http://www.cobra.be/cm/cobra/cobra-mediaplayer/kunsten/1.684833 Doel De cursisten kunnen specifieke info halen uit een authentieke bron (filmpje). Lesverloop De leerkracht toont een grote afbeelding van een meerpaal/of inleidend stukje film. De vraagjes worden klassikaal besproken. 1. Wat is dat? Hoe heet het? 2. Waar ligt zo’n meerpaal? (leerkracht brengt woord kaai/kade aan) 3. Wat kan je ermee doen? 4. Waarom is deze meerpaal zo groot, volgens jullie? De cursisten bekijken het filmpje (zonder opdrachtenblad). De vragen worden samen overlopen en de cursisten bekijken het filmpje nog eens en vullen de vragen verder aan. (Indien nodig kan er nog en extra keer geluisterd worden.) Klasgesprek over de Red Star Line: Inleiding op het filmpje de ‘Landverhuizers’ (leerkracht probeert moeilijke woorden uit de tekst zoals verdrukking, … aan te brengen). 1. Waarom denk je dat deze mensen naar Amerika immigreerden? 2. Wanneer denk je dat de meeste mensen vanuit Antwerpen naar Amerika immigreerden? 3. Waren het alleen Belgen die de Red Star Line namen? Het filmpje ‘de landverhuizers’ wordt bekeken en de vragen worden beantwoord. Nabespreking filmpjes 1. Wisten jullie dat zoveel mensen vanuit Antwerpen naar Amerika verhuisd zijn? 2. Hadden jullie al over de Red Star Line gehoord? 3. Om welke redenen immigreren mensen in de 21 ste eeuw? 4. Welke moeilijkheden hebben mensen nu als ze immigreren? Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.129 DEEL 2DE MIGRATIE-CLIM Lesduur 100 minuten Werkvorm Carrousel De klas wordt verdeeld in 4 groepen. Er zijn verschillende opdrachten (=haltes) rond migratie. Er wordt ongeveer 25 minuten per halte uitgetrokken. De leerkracht bewaakt de tijd en zegt wanneer er een nieuwe opdracht wordt gegeven. De 4 haltes van de migratie-CLIM: HALTE 1. SPREKEN - STELLINGEN BESPREKEN EN MENING GEVEN HALTE 2. LEZEN - AMERIKAANSE DROOM BEGON IN ANTWERPEN (HET VERHAAL VAN SAM FOX) HALTE 3. SPREKEN - DE BOOT (WAT ZOU JIJ MEENEMEN ALS JE MOEST IMMIGREREN?) HALTE 4. SPREKEN - PERSOONLIJKE MIGRATIEVERHALEN Het materiaal voor de opdrachten zit telkens in een grote enveloppe. In deze enveloppe vinden de cursisten ook elke keer een opdrachtenblad, zodat zij zelfstandig aan de opdrachten kunnen werken. Iedere cursist in zijn of haar groepje krijgt een rol Eén cursist is schrijver Eén cursist is de baas (hij coördineert alles en leidt ook de discussies) Eén cursist is materiaalmeester (hij zorgt ervoor dat al het materiaal ook weer netjes in de enveloppen terechtkomt, hij legt de kaartjes van de stellingen tafel etc.) Eén cursist is tenslotte woordvoerder (hij is degene die vragen stelt aan de leerkracht als er iets niet duidelijk is; hij vertelt ook de migratieverhalen uit zijn groepje aan de rest van de klas, en hij leest ook telkens het opdrachtenblad voor aan de andere cursisten). De verschillende rollen van de cursisten staan uitgeschreven op een blad (bijlage 1 Rollen voor cursisten) dat de cursisten krijgen aan het begin van de migratie-CLIM, vóórdat ze aan de opdrachten beginnen. De cursisten beslissen in hun groepje wie welke rol krijgt. Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.130 HALTE 1. STELLINGEN Doel De cursisten kunnen hun mening geven rond het thema ‘migratie’. Materiaal In de enveloppe voor de cursisten zit het volgende materiaal: opdrachtenblad halte 1 (bijlage 3: Opdrachtenbladen deel 2 – haltes) (afdrukken op geel papier) één blad met een overzicht van de te gebruiken taalhandelingen ivm opinie geven (bijlage 3 Opdrachtenbladen deel 2 - haltes) kaartjes met de verschillende stellingen erop uit (bijlage 3: Opdrachtenbladen deel 2 – haltes) Verloop De kaartjes met de stellingen worden omgekeerd op tafel gelegd. Om de beurt neemt een cursist een kaartje en hij/zij leest de stelling hardop voor. De cursisten geven duidelijk hun opinie (met de correcte taalhandelingen) en argumenten. HALTE 2. LEZEN - AMERIKAANSE DROOM BEGON IN ANTWERPEN Doel De cursisten kunnen specifieke info halen uit een authentieke leestekst. Materiaal In de enveloppe voor de cursisten zit het volgende materiaal: één opdrachtenblad (afdrukken op geel papier) (bijlage 3: Opdrachtenbladen deel 2 - haltes) vier leesteksten (bijlage 4)(voor elke cursist één exemplaar) één antwoordenblad (bijlage 5) (afdrukken op A3-formaat) Verloop Eerst lezen de cursisten het opdrachtenblad en verdelen ze hun taken: wie gaat welke vragen beantwoorden. Daarna lezen de cursisten individueel de tekst en onderstrepen ze in hun tekst de antwoorden op de vragen die ze hebben gekregen. Dan vertellen de cursisten aan elkaar welke antwoorden ze gevonden hebben en dit wordt door de schrijver van de groep op het grote A3-blad genoteerd. Let op: dit hoeft niet in volzinnen, kort en met kernwoorden is goed. De cursisten laten dit A3-blad ook nog controleren door de leerkracht. Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.131 HALTE 3. DE BOOT Materiaal Fase 1: lijst met 20 objecten, opdrachtenblad, foto met een vluchtelingenboot uit (bijlage 3: Opdrachtenbladen deel 2 - haltes) Fase 2: opdrachtenblad.(bijlage 3) Verloop Groepswerk (spreken): studenten krijgen een lijst van de leerkracht met mogelijke objecten die ze kunnen meebrengen van hun thuisland naar België. Cursisten discussiëren welke objecten ze zouden kiezen en moeten tot een eindbeslissing komen. Ze moeten ook voor elk object zeggen waarom ze het meenemen. Situatie: De groepjes vormen elk een familie die met de boot immigreren (cursisten krijgen een foto met boot) Lijst: Antieke kast, fotoalbum, dagboek, zaklamp, visgerei, diploma’s, zakmes, warme dekens, laptop, favoriet boek, gsm, fles sterke drank, water, medicijnen, de juwelen van je grootmoeder, je chicste kostuum, je huisdier, een rugzak vol eten, een zwemvest, een comfortabel hoofdkussen. Nabespreking In een nabespreking vertellen de cursisten wat ze zelf hebben meegenomen toen ze hun land verlieten en wat ze hebben moeten achterlaten. HALTE 4. PERSOONLIJKE MIGRATIEVERHALEN Doel De cursisten kunnen verhalen vertellen over hun leven in hun afkomstland, hun reis naar hier en hun eerste periode in België. Materiaal Kaartjes met verschillende vragen die uitnodigen tot vertellen over eigen migratieverhaal uit (bijlage 3: Opdrachtenbladen deel 2 - haltes) Verloop De kaartjes liggen omgedraaid op de tafel. Eén voor één wordt er een kaart voorgelezen. Elke cursist geeft een antwoord op deze vraag. Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.132 DEEL 3NABESPREKING + BUS + HUISWERK De essentie van de migratie-CLIM is komen tot persoonlijke migratieverhalen. De leerkracht vraagt aan de cursisten of ze interessante verhalen hebben gehoord. Indien ja, worden de interessante verhalen verteld en kunnen cursisten uit andere groepjes vragen stellen. Lesduur 20 à 30 minuten Verloop Leerkracht laat op de beamer een grote afbeelding zien van de Transit Verhalenbus (extra beeldmateriaal) en vraagt de cursisten wat ze denken bij de foto. Leerkracht stelt vragen aan de cursisten om het gesprek te sturen in de richting van de bedoeling van de verhalenbus. Hierna volgen concrete afspreken wie zijn verhaal wil doen en wanneer. Huiswerk: studenten krijgen de opdracht om één object mee te brengen volgende les waar ze heel erg aan gehecht zijn en dat ze hebben meegebracht van hun thuisland naar België. De leerkracht moet er echt op aandringen dat iedereen iets meeneemt! DEEL 4 VERHALENBUS De cursisten vertellen over hun objecten en degene die willen, gaan naar de Transit Verhalenbus. De Transit Verhalenbus kun je reserveren via het reservatieformulier. Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.133 BIJLAGEN LESPAKKET 2.3 en 2.4 BIJLAGE 1 ROLLEN VOOR CURSISTEN BIJLAGE 2OPDRACHTENBLAD DEEL 1 LUISTEROEFENING BIJLAGE 3OPDRACHTENBLADEN DEEL 2 – HALTES BIJLAGE 4LEESTEKST HALTE 2 BIJLAGE 5ANTWOORDENBLAD HALTE 2 Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.134 BIJLAGE 1 ROLLEN VOOR CURSISTEN MIJN TAAK TIJDENS DE OPDRACHTEN Dadelijk beginnen jullie aan een groepswerk. Dit groepswerk zal bestaan uit vier grote opdrachten. Deze opdrachten doen jullie samen. Maar iedereen in jullie groep krijgt ook nog eens een aparte taak die jullie tijdens het groepswerk moeten doen. Er zijn vier taken. Verdeel de taken zo, zodat iedereen één taak heeft binnen de groep. Hieronder zie je de vier verschillende taken. Noteer op de stippellijn wie welke taak gaat doen. 1. SCHRIJVER: ……………………………………………………………………………... Jij bent degene die noteert, als er iets moet opgeschreven worden. 2. WOORDVOERDER: …………………………………………………………………... Jij bent degene die uitleg vraagt aan de leerkracht als er problemen zijn. Jij leest ook de opdrachten voor aan de rest van je groep. Jij bent degene die communiceert met de rest van de klas. 3. MATERIAALMEESTER: ……………………………………………………………….. Jij controleert het materiaal en zorgt ervoor dat al het materiaal weer netjes en volledig in de enveloppen wordt gestoken. Als er kaartjes zijn voor een opdracht, verdeel jij ook de kaartjes of leg jij de kaartjes op tafel. 4. DE BAAS: ……….……………………………………………………………………… Jij leidt je groepje. Jij zorgt ervoor dat iedereen actief meewerkt en iedereen aan het woord komt. Iedereen luistert naar jou! Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.135 BIJLAGE 2 OPDRACHTENBLAD DEEL 1 LUISTEROEFENING DE GROTE MEERPAAL + DE LANDVERHUIZERS LUISTEREN: Publiek geheim: de meerpaal van de Schelde http://www.youtube.com/watch?v=oZUcqQzli6Q 1. Waarom is deze meerpaal zo groot? .................................................................................................................................. 2. Het Red Star Line ‘Belgenland II’ was een heel groot schip. Welke informatie heb je gehoord over de grootte van het schip? .................................................................................................................................. ........…………………................................................................................................. .......………………….................................................................................................. 3. Hoeveel passagiers konden er op de Red Star Line? .................................................................................................................................. 4. Kregen alle passagiers dezelfde rechten? .................................................................................................................................. .................................................................................................................................. .................................................................................................................................. 5. Wat was de bestemming van de Red Star Line? .................................................................................................................................. Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.136 LUISTEREN: DE LANDVERHUIZERS http://www.cobra.be/cm/cobra/cobra-mediaplayer/kunsten/1.684833 1. Wat betekent de titel van het filmpje? .................................................................................................................................. 2. In welke periode verhuisden ze? .................................................................................................................................. 3. Wat waren de redenen om te verhuizen? .................................................................................................................................. .................................................................................................................................. 4. Waar gebeurden de medische controles? .................................................................................................................................. 5. Hoe komt het dat er passagiers van heel Europa naar Antwerpen kwamen? .................................................................................................................................. .................................................................................................................................. 6. Waren alle immigranten gelukkig in Amerika? Leg uit. .................................................................................................................................. .................................................................................................................................. 7. Mocht iedereen bij aankomst in Amerika blijven? .................................................................................................................................. .................................................................................................................................. .................................................................................................................................. 8. Wat gebeurde er in de jaren ‘20? .................................................................................................................................. .......................................................................... ............................................................. Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.137 BIJLAGE 3 OPDRACHTENBLAD - HALTE 1 STELLINGEN A. De materiaalmeester legt de kaartjes met de stellingen omgekeerd op tafel. B. Jullie nemen om de beurt een kaartje en lezen de stelling voor aan de rest van de groep. C. Jullie geven je opinie en gebruiken de taalhandelingen in verband met opinie geven. D. De materiaalmeester zorgt ervoor dat al het materiaal opnieuw in de enveloppe wordt gestoken. Opgelet. De baas coördineert de discussie: 1. Hij / zij zorgt ervoor dat iedereen zijn mening geeft en dat er niet door elkaar gesproken wordt. Laat elkaar uitspreken! 2. Hij / zij controleert ook of de correcte taalhandelingen gebruikt worden. Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.138 Blad met taalhandelingen + - Daar ben ik het helemaal mee eens. - Dat vind ik ook. - - Daar ben ik het helemaal niet mee eens. - Dat vind ik niet. +/- - Dat hangt ervan af. - Soms wel, soms niet. - Daar ben ik het gedeeltelijk mee eens. ? - Ik heb geen flauw idee. - Ik zou het niet weten. Als je wilt reageren op de mening van iemand anders: - Ik sluit me (niet) aan bij … … … - Ik denk (niet) hetzelfde als … … … Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.139 Stellingen Terugkeren is eigenlijk opnieuw immigreren. Alles in België is perfect, mooi en goed. Nieuwe communicatiemogelijkheden (bijvoorbeeld Skype, e-mail…) vergemakkelijken de migratie. Ik durf aan mijn familie niet te vertellen hoe het leven hier écht is. Europa moet zijn grenzen sluiten voor nieuwe migranten. Gemengde relaties vragen om problemen. Samenleven met mensen uit andere culturen is gemakkelijk. Op vakantie gaan naar mijn land kost erg veel land. Ik wou absoluut naar België komen, een ander land was geen optie. Ik begrijp niet dat Belgen migreren. Ze hebben het hier toch zo goed. Ik zou zeker nog eens opnieuw willen migreren. Migreren betekent je volledig aanpassen aan de plaatselijke gewoontes en cultuur. Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.140 OPDRACHTENBLAD HALTE 2 AMERIKAANSE DROOM BEGON IN ANTWERPEN IN GEEL AFDRUKKEN Jullie werken in groepjes van vier. A. Iedereen leest eerst individueel de tekst over ‘Amerikaanse droom begon in Antwerpen’. B. Er zijn vier thema’s en iedereen moet rond één thema vragen oplossen. Verdeel de thema’s onder elkaar. 1. Leven in Oekraïne 2. De reis van Sam Fox’ vader 3. De reis van de rest van de familie 4. Leven in Amerika C. Als de thema’s verdeeld zijn, krijgt iedereen een GROEN kaartje. Hierop staan de vragen per thema. D. Zoek de antwoorden op de vragen (bij jouw thema) in de tekst en onderstreep ze. E. Vertel aan elkaar welke antwoorden je gevonden hebt. F. De schrijver noteert alles op het grote A3-blad. Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.141 THEMAKAARTJES HALTE 2 AMERIKAANSE DROOM BEGON IN ANTWERPEN IN GROEN AFDRUKKEN LEVEN IN OEKRAINE: - Waar woonden ze? - Welke problemen waren er? - Wat gebeurde er in 1914? DE REIS VAN SAM FOX’ VADER: - Wat gebeurde er op Ellis Island? - Welke jobs had Sam Fox’ vader? - Wat weet je over het dorp Desloges? DE REIS VAN DE FAMILIE: - Wanneer vertrok de rest van de familie? - Wat gebeurde er in Warschau? - Hoe was de bootreis? Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.142 LEVEN IN AMERIKA: - Was er nog contact met de familie in Oekraïne? - Wat vond Sam Fox van het dorp Desloges? - Hoe zag het latere leven van Sam Fox eruit? Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.143 OPDRACHTENBLAD HALTE 3 DE BOOT Jullie hebben de kans om met dit bootje je land te verlaten. Jullie kunnen echter alleen 5 objecten meenemen. Jullie moeten akkoord zijn met heel de groep! Probeer zoveel de zinnen uit de kader te gebruiken. een antieke kast een fotoalbum een dagboek een zaklamp visgerei diploma’s een zakmes een warm deken een laptop een goed boek … een gsm een fles sterke drank water medicijnen de juwelen van je grootmoeder jouw chicste kostuum jouw huisdier een rugzak vol eten een zwemvest een comfortabel hoofdkussen … Een voorstel doen: - Zullen we een goed boek meenemen? Dan vervelen we ons niet tijdens de reis Laten we een goed boek meenemen. Reageren op een voorstel: - Kunnen we niet beter medicijnen meebrengen, dat is veel noodzakelijker. Als we nu eens medicijnen meebrengen… + Dat is een goed idee! Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.144 Noteer welke 5 objecten jullie hebben gekozen… Noteer ook waarom! Schrijf jullie antwoorden rond de boot. Spreekoefening Als jullie klaar zijn met de opdracht, vertel dan aan elkaar welke objecten je hebt meegenomen en welke je hebt moeten thuislaten. Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.145 OPDRACHTENBLAD HALTE 4 PERSOONLIJKE MIGRATIEVERHALEN Vragen herkomstland (kopieer op roos papier en maak kaartjes) Hoe was de situatie in je land voor je migreerde? Waarom wilde je migreren? Wie liet je achter? Welke objecten liet je achter? Waar was je bang voor? Kan je iets vertellen over de dag van je vertrek? Wat weten de mensen in jouw land over België? Was het een moeilijke beslissing om te migreren? Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.146 Vragen Aankomst (kopieer op blauw papier en maak kaartjes) Wat was je eerste indruk van België? Hoe was jouw eerste periode in België? Wat waren de eerste verschillen die je moeilijk vond? Wat was je eerste beste ervaring? Wat was je eerste slechte ervaring? Wat miste je? Wat was het eerste dat je deed toen je in België aankwam? Wat hoopte je in België te vinden? Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.147 Vragen Reis (kopieer op groen papier en maak kaartjes) Hoe ben je naar België gekomen? Hoelang was je onderweg? Beschrijf je reis. Hoe voelde je je tijdens de reis? Ontmoette je andere mensen tijdens je reis? Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.148 OPDRACHTENBLAD STUDENTEN De baas beslist wie het eerste kaartje mag trekken. 1) 2) 3) 4) 5) Trek een kaartje. Bespreek in groep deze vraag. De volgende cursist trekt een kaartje (volg de wijzers van de klok). Bespreek. … Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.149 BIJLAGE 5 LEESTEKST HALTE 2 - AMERIKAANSE DROOM BEGON IN ANTWERPEN Amerikaanse Droom begon in Antwerpen donderdag 20 maart 2008 Auteur: Evita Neefs BRUSSEL - CLOSE-UP MET DE BOOT NAAR EEN NIEUW LEVEN Op 10 februari 1921 stapte Fanny Gold met niets dan de kleren aan haar lijf in Antwerpen op een boot van de Red Star Line naar Amerika. Haar zoon, Sam Fox, is vandaag ambassadeur in België. Van onze redactrice 'Mijn ouders woonden in een sjtetl (een dorpje of stadje met een significante joodse gemeenschap, red.) in Oekraïne, niet ver van Kiev. Maar Oekraïne was in die tijd geen veilige plek voor joden', vertelt Sam Fox, de Amerikaanse ambassadeur in België. 'Dronken Kozakken trokken geregeld plunderend, moordend en verkrachtend door de joodse dorpen. En nooit werd er ook maar één vervolgd en gestraft. Niet echt een plaats om kinderen op te voeden, vonden mijn ouders.' 'Dus toen mijn moeder zwanger werd, beslisten ze dat mijn vader naar Amerika zou vertrekken. Dat was in 1914. Mijn moeder en mijn zus zouden nakomen zodra mijn vader genoeg geld had verdiend voor hun ticket.' 'Zonder een rooie duit op zak kwam mijn vader aan in het immigratiecentrum op Ellis Island, New York. Hij ging er binnen als Michel Fuks, een Oekraïense vluchteling, en stapte er buiten als Max Fox, een Amerikaanse immigrant.' 'Kort nadien vond mijn vader zijn eerste baan, als melkboer. Maar al snel trok hij naar een tante in St Louis, in Missouri. Daar ging hij in een schoenenfabriek werken voor vijf dollar per week - goed geld voor die tijd. Maar hij aardde niet in de stad, hij was een jongen uit de sjtetl. Dus schraapte zijn tante 25 dollar bijeen voor een oud paard en een wagen en vertrok mijn vader opnieuw.' 'Na honderd kilometer stierf het paard. En zo eindigde mijn vaders tocht in Desloges, in Missouri, een dorp van 1.500 inwoners, ongeveer zoals zijn sjtetl in Oekraïne.' 'Na zeven jaar had hij eindelijk genoeg geld om mijn moeder en mijn zus te laten komen. Samen met haar schoonzus en haar twee kinderen reisde ze naar Warschau, waar een agentschap was gevestigd dat Oost-Europese joden hielp met hun overtocht naar Amerika. Hun luttele spaarcentjes hadden ze in hun kleren genaaid. Bagage hadden ze niet.' 'Mijn moeder en mijn zus kregen een plaats op een boot in Antwerpen. Mijn tante moest nog twee maanden wachten. Drie weken duurde de reis over de oceaan, benedendeks in derde klas, bij de armoezaaiers.' Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.150 'In Desloges kregen mijn ouders nog zes kinderen. Ik werd als jongste geboren, in 1929. We hielden contact met de familie in Oekraïne. Maar eind jaren 1930 stopten de foto's en de brieven - al onze verwanten waren door de nazi's uitgemoord.' 'Desloges was tijdens de depressie een godvergeten nest: wat boerderijen, een secundaire school met vier leraars... Veel leerde je er niet. Toen ik mijn diploma op zak had, pakte ik mijn spullen in een kartonnen valies - mijn moeder deed er nog een riem rond opdat ze niet zou openvallen - en vertrok ik naar St Louis, de grote stad...' Sam Fox boerde goed met zijn investeringsmaatschappij Harbour Group, hevelde een deel van de winst over naar de verkiezingskas van George Bush en werd daarvoor beloond met de ambassadeurspost in Brussel. En zo komt het dat de zoon van Fanny Gold - een van de drie miljoen Europeanen die tussen 1873 en 1935 met de Red Star Line naar de VS voeren - gisteren de expositie 'Antwerpen=Amerika=Red Star Line' opende. Of hoe de Amerikaanse Droom soms echt is. Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.151 BIJLAGE 6 ANTWOORDENBLAD HALTE 2 AMERIKAANSE DROOM BEGON IN ANTWERPEN Zoek de antwoorden in de tekst en vul het portret van Sam Fox aan: Leven in Oekraïne De reis van Sam Fox’ vader 1. Waar 1. Ellis Island 2. Problemen 2. Jobs in Amerika 3. 1914 3. het dorp Desloges De reis van de familie Leven in Amerika 1. Wanneer 1. Contact met de familie 2. Warschau 2. het dorp Desloges 3. De bootreis 3. Sam Fox © Italiaanse migrant met koffer op schouder, foto, collectie Vrienden van de Red Star Line Antwerpen Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.152 LESPAKKET VOOR RG 3 EN 4 DOOR KAREN LOYSON EN MACHTELD VAN DEN CAMP Lespakket voor RG 3 en 4 –Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen - p. 153 INHOUD LESPAKKET RG 3 EN 4 LES 1 RED STAR LINE, HISTORISCHE MIGRATIE LES 2 RED STAR LINE, HEDENDAAGSE MIGRATIE BIJLAGEN Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.154 LES 1 RED STAR LINE, HISTORISCHE MIGRATIE Lesduur 1.30 u à 2 u Doelen De cursisten kunnen hypotheses formuleren over de inhoud van een informatieve tekst. De cursisten kunnen het globale onderwerp bepalen van een luistertekst. De cursisten kunnen specifieke info halen uit informatieve teksten. De cursisten kunnen op structurerend niveau informatie vragen en geven over informatieve teksten. De cursisten kunnen een samenvatting geven van een informatieve tekst. Lesmateriaal Videofragment: Alain Pels en de grote meerpaal (Uit: Publiek Geheim, Canvas http://www.youtube.com/watch?v=oZUcqQzli6Q) Videofragment: Landverhuizers (Bron: Cobra tv: http://www.cobra.be/cm/cobra/cobra-mediaplayer/kunsten/1.684833) Audiofragment: Red Star Line van A tot Z (Bron: Cobra tv http://www.cobra.be/cm/1.684850?view=popupPlayer) Werkblad A: Red Star Line van A tot Z (bijlage 1 werkbladen) Werkblad B: Landverhuizers (bijlage 1 werkbladen) Controleblad A: Landverhuizers (bijlage 2 controlebladen) Controleblad B: Red Star Line van A tot Z (bijlage 2 controlebladen) Correctiesleutel Luisteroefening (bijlage 3 sleutel) Lesverloop Intro Videofragment: ‘Alain Pels en de grote meerpaal’, fragment uit Publiek Geheim (http://www.youtube.com/watch?v=oZUcqQzli6Q) - klassikaal bekijken tot 0:17 vraag: Wat is volgens jullie het verhaal achter deze grote meerpaal? - tot 1:17 antwoord: de Red Star Line, “een gigantisch schip meerde hier aan” Wat was die Red Star Line? Red Star Line: historische migratie fase 1: De klas wordt in twee groepen verdeeld. Groep 1 beluistert Red Star Line van A tot Z, een interview met Mandy Nauwelaerts (cobra.be). Groep 2 bekijkt Landverhuizers, een rondleiding met Jef Vrelust (cobra.be). De cursisten noteren zoveel mogelijk informatie in trefwoorden. Daarvoor gebruiken ze de luisterfiche op de werkbladen (werkblad A: Red Star Line van A tot Z en werkblad B: Landverhuizers). fase 2: Cursist 1 uit groep 1 gaat samen zitten met cursist 2 uit groep twee. Beide lezen ze eerst de vragen op de controlebladen (controleblad A: Landverhuizers en controleblad B: Red Star Line van A tot Z). Cursist 1 vertelt de inhoud van het luisterfragment aan de hand van de ingevulde luisterfiche. Cursist 2 luistert aandachtig en vinkt de vragen aan waarop hij een antwoord krijgt. Daarna worden de rollen omgedraaid. fase 3: De cursisten beluisteren/bekijken het tweede fragment en zoeken de antwoorden op de vragen die ze niet hebben aangevinkt. fase 4: link naar Transit Verhalenbus Klasgesprek over het Red Star Line Museum, centrum voor historische en hedendaagse migratie Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.155 Vraag: Op welke manier zou het Red Star Line Museum hedendaagse migrantenverhalen kunnen verzamelen? Tekst: Red Star Line op zoek naar uw verhaal over migratie Aankondiging komst Transit Verhalenbus in volgende les. Huiswerk Volgende les brengen de cursisten een voorwerp mee dat zij associëren met één van de volgende elementen: vertrek - onderweg zijn - aankomst (het museum is opgebouwd rond deze 3 grote pijlers). Voorbeelden hedendaagse migratieverhalen, link op blackboard plaatsen: http://www.facebook.com/RedStarLineMuseum?sk=notes Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.156 LES 2 RED STAR LINE, HEDENDAAGSE MIGRATIE Lesduur 1.30 u à 2 u Doelen De cursisten kunnen op structurerend niveau informatie vragen en geven. De cursisten kunnen hun beleving verwoorden en vragen naar de beleving van de gesprekspartner. Lesverloop Tijdens de verhalenbus (of ervoor) Cursisten leggen hun voorwerpen in het midden van de klas. De docent haalt er een voorwerp uit. Vragen: Wat roept het op? Van wie zou het kunnen zijn? Waarom? Welk verhaal zou er aan kunnen verbonden zijn? Van wie is het? Wat is het echte verhaal? De cursisten die terugkomen van de Transit Verhalenbus vertellen over hun ervaring. Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.157 BIJLAGEN LESPAKKET 3 en 4 BIJLAGE 1 WERKBLADEN BIJLAGE 2CONTROLEBLADEN BIJLAGE 3SLEUTEL WERKBLADEN Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.158 BIJLAGE 1 WERKBLADEN Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.159 WERKBLAD A RED STAR LINE VAN A TOT Z Beluister het audiofragment Red Star Line van A tot Z, een interview met Mandy Nauwelaerts. Noteer zoveel mogelijk informatie in trefwoorden. Gebruik daarvoor de onderstaande fiche. Straks vertel je aan een collega de inhoud van het fragment zo nauwkeurig mogelijk na aan de hand van de trefwoorden die je genoteerd hebt. Antwerpse Red Star Line globale context van internationale mobiliteit op zoek naar een beter leven reisomstandigheden sociale klassen Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.160 impact voor Antwerpen neergang Red Star Line verband met de actualiteit © Affiche (1899), ontwerp Henri Cassiers, collectie Letterenhuis Antwerpen Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.161 WERKBLAD B LANDVERHUIZERS Bekijk het videofragment Landverhuizers, een rondleiding met Jef Vrelust. Noteer zoveel mogelijk informatie in trefwoorden. Gebruik daarvoor de onderstaande fiche. Straks vertel je aan een collega de inhoud van het luisterfragment zo nauwkeurig mogelijk na aan de hand van de trefwoorden die je genoteerd hebt. landverhuizers en hun motieven medische controles voor vertrek Red Star Line informatie hoop om terug te keren Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.162 de aankomst het einde van de Red Star Line © Affiche (1899), ontwerp Henri Cassiers, collectie Letterenhuis Antwerpen Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.163 BIJLAGE 2 CONTROLEBLADEN Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.164 CONTROLEBLAD A LANDVERHUIZERS Luister naar een collega die de inhoud van het videofragment Landverhuizers zo nauwkeurig mogelijk zal reconstrueren. Terwijl je luistert, vink je aan op welke vragen je een antwoord krijgt. Wie waren de zogenaamde ‘landverhuizers’? Wat waren hun beweegredenen? Op welke ziektes werden de immigranten voor het vertrek onder andere gecontroleerd? Hoe voerde de Red Star Line promotie? Hoe werd er in Europa informatie over de Verenigde Staten verspreid? Waarover schreven de immigranten in hun brieven aan het oude continent? Hoe ervaarden de landverhuizers hun verblijf in de VS? Wat gebeurde er bij aankomst? Wat waren de concrete gevolgen van de immigratiestop in de VS? Waarom werd de VS voor de afgekondigde immigratiestop ‘het Beloofde Land’ genoemd? Bekijk Landverhuizers en ga op zoek naar de antwoorden op de vragen die je niet hebt kunnen aanvinken. Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.165 CONTROLEBLAD B RED STAR LINE VAN A TOT Z Luister naar een collega die de inhoud van het audiofragment ‘Red Star Line van A tot Z’ zo nauwkeurig mogelijk zal reconstrueren. Terwijl je luistert, vink je aan op welke vragen je een antwoord krijgt. In welke historische context wordt het verhaal van de Red Star Line gesitueerd? Hoeveel mensen zijn er met de RSL van Europa naar de Verenigde Staten gereisd? Hoeveel immigranten keerden er weer terug naar Europa? Hoe waren de reisomstandigheden op de Red Star Line en hoe lang duurde de overtocht? Waarom werden de immigranten voor vertrek medisch gecontroleerd? Wat was de impact van de Red Star Line op Antwerpen? Geef twee oorzaken van de neergang van de Red Star Line. Welke nieuwe bestemming krijgen de gebouwen van de Red Star Line op de Rijnkaai? Wat is kettingmigratie? Wat wordt er bedoeld met zogenaamde 'push and pull'-factoren Beluister Red Star Line van A tot Z en ga op zoek naar de antwoorden op de vragen die je niet hebt kunnen aanvinken. Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.166 BIJLAGE 3 SLEUTEL WERKBLADEN Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.167 SLEUTEL WERKBLAD A RED STAR LINE VAN A TOT Z Beluister het audiofragment ‘Red Star Line van A tot Z’, een interview met Mandy Nauwelaerts. Noteer zoveel mogelijk informatie in trefwoorden. Gebruik daarvoor de onderstaande fiche. Straks vertel je aan een collega de inhoud van het fragment zo nauwkeurig mogelijk na aan de hand van de trefwoorden die je genoteerd hebt. Antwerpse Red Star Line = scheepvaartmaatschappij, dochteronderneming van een Amerikaans bedrijf globale context van internationale mobiliteit zowel van goederen als van mensen miljoenen mensen beginnen eind 19e eeuw te reizen (vooral migranten) op 100 jaar tijd: 23 miljoen mensen van Europa naar VS, meer dan 2 miljoen neemt de RSL op zoek naar een beter leven gebaseerd op ongelijkheid tussen verschillende werelden lukt niet altijd: 30% komt terug (Italianen: 50%), velen proberen het telkens opnieuw meestal vertrekt eerst de man, als dat lukt laat hij vrouw en kinderen overkomen illustere voorbeelden: Golda Meir, Irvin Berlin reisomstandigheden beginperiode: niet zo schitterend, bij elkaar op tussendekken tamelijk vlug regelgeving: kleinere ruimtes, verluchting bijster slecht in vergelijking met nu vrij korte overtocht: 8 à 10 dagen sociale klassen controles bij vertrek en aankomst voor vertrek: derdeklassepassagiers medisch gecontroleerd probleem voor de maatschappij: passagiers moesten op hun kosten terug getransporteerd (= cargo) worden als ze in NY geweigerd werden verschillende arbeidsomstandigheden volgens sociale klasse tamelijk grote eerste klasse: zakenlui, kunstenaars, prins Albert impact voor Antwerpen - prestige, A’pen op wereldkaart van scheepvaartmaatschappijen - werkgelegenheid in haven: laden en lossen, honderden havenarbeiders en bedrijven, horeca Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.168 neergang Red Star Line - vanaf ’21: zeer strenge antimigratiewetgeving in VS migratiestroom droogt op RSL schakelt over op toerisme (democratisering, ontstaan middenklasse): cruises rond de wereld - crisis ’29: luidt definitieve einde in - ’34: boeken sluiten verband met de actualiteit in de RSL-gebouwen op de Rijnkaai: uitwerken tot centrum van hedendaagse en historische migratie parallellen, zelfde fenomenen: kettingmigratie (kennissen of familie vervoegen), 'push and pull' (op de vlucht, aangetrokken door andere wereld) Bron: http://www.facebook.com/note.php?note_id=183322448348573 Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.169 SLEUTEL WERKBLAD B LANDVERHUIZERS Bekijk het videofragment ‘Landverhuizers’, een rondleiding met Jef Vrelust. Noteer zoveel mogelijk informatie in trefwoorden. Gebruik daarvoor de onderstaande fiche. Straks vertel je aan een collega de inhoud van het luisterfragment zo nauwkeurig mogelijk na aan de hand van de trefwoorden die je genoteerd hebt. landverhuizers en hun motieven = immigranten die vanaf 1843 via haven van A’pen immigreerden naar Amerika hun motieven: - in verdrukking (vb. Poolse Joden) - armoede (ook in Vlaanderen en Wallonië) - avonturiers medische controles voor vertrek op de kaai, gewoonlijk in openlucht, later in gebouw veel schrik van oogziekten, cholera = besmettelijke ziekten Red Star Line grootste rederij die vanuit A’pen naar VS voer prezen zichzelf aan met affiches, verspreid over heel Europa informatie over gelezen in de pers over gehoord via brieven van familieleden of dorpsgenoten briefwisseling van Antwerpse familie: over de gezondheid van de familie, het weer hoop om terug te keren werken in A’pen eind 19e eeuw: werkgelegenheid? verdienen meer aan de overkant maar er is niets te beleven, dag in dag uit bomen en hout de aankomst niet voor iedereen een succes, opnieuw strenge controles: wie niet voldeed (ziekte of kreupel) werd teruggestuurd, strenger dan in Europa het einde van de Red Star Line jaren ’20: immigratiestop in Amerika afgekondigd: werkgelegenheid en grond enkel nog voor Amerikanen, moeilijker om het land in te komen daarvoor Beloofde Land: eerst verblijfsvergunning, later staatsburgerschap, grond claimen RSL past zich aan: cruises, toeristenschepen Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.170 SLEUTEL CONTROLEBLAD B RED STAR LINE VAN A TOT Z Luister naar een collega die de inhoud van het audiofragment ‘Red Star Line van A tot Z’ zo nauwkeurig mogelijk zal reconstrueren. Terwijl je luistert, vink je aan op welke vragen je een antwoord krijgt. In welke historische context wordt het verhaal van de Red Star Line gesitueerd? In een globale context van internationale mobiliteit. Miljoenen mensen beginnen eind 19e eeuw te reizen. Op honderd jaar tijd trekken 23 miljoen Europeanen naar de VS. Hoeveel mensen zijn er met de RSL van Europa naar de Verenigde Staten gereisd? Twee miljoen. Hoeveel immigranten keerden er weer terug naar Europa? 30% (van de Italianen 50%) Hoe waren de reisomstandigheden op de Red Star Line en hoe lang duurde de overtocht? In het begin waren de omstandigheden niet zo schitterend. Alle reizigers zaten samen op de tussendekken. Tamelijk snel kwam er een regelgeving: kleinere ruimtes, verluchting. De overtocht duurde 8 à 10 dagen. Waarom werden de immigranten voor vertrek medisch gecontroleerd? Wie in New York geweigerd werd moest op kosten van de maatschappij terug getransporteerd worden. Wat was de impact van de Red Star Line op Antwerpen? Het zette Antwerpen op de wereldkaart van de scheepvaartmaatschappijen. Het zorgde voor werkgelegenheid in de haven: honderden havenarbeiders voor het laden en lossen, bedrijven, de horeca. Geef twee oorzaken van de neergang van de Red Star Line. - vanaf ’21: strenge antimigratiewetgevind in de VS - crisis ‘29 Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.171 Welke nieuwe bestemming krijgen de gebouwen van de Red Star Line op de Rijnkaai? een centrum van hedendaagse en historische migratie Wat is kettingmigratie? migratie die nieuwe migratie tot gevolg heeft: kenissen of familie volgen Wat wordt er bedoeld met zogenaamde 'push and pull'-factoren push: op de vlucht pull: aangetrokken door een andere wereld Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.172 SLEUTEL CONTROLEBLAD A LANDVERHUIZERS Luister naar een collega die de inhoud van het videofragment ‘Landverhuizers’ zo nauwkeurig mogelijk zal reconstrueren. Terwijl je luistert, vink je aan op welke vragen je een antwoord krijgt. Wie waren de zogenaamde ‘landverhuizers’? immigranten die vanaf 1843 via de haven van Antwerpen immigreerden naar Amerika Wat waren hun beweegredenen? - verdrukking (vb. Poolse Joden) - armoede (ook in Vlaanderen en Wallonië) - avonturiers Op welke ziektes werden de immigranten voor het vertrek onder andere gecontroleerd? o.a. oogziektes (daar had men in de VS schrik van) en cholera Hoe voerde de Red Star Line promotie? via affiches die in heel Europa verspreid werden Hoe werd er in Europa informatie over de Verenigde Staten verspreid? via de pers en brieven van de landverhuizers Waarover schreven de immigranten in hun brieven aan het oude continent? over gewone dingen: gezondheid, het weer gretig naar nieuws over Antwerpen Hoe ervaarden de landverhuizers hun verblijf in de VS? De hoop om ooit terug te keren bleef bestaan. Ze verdienden er meer maar er was niets te beleven, dag in dag uit bomen en hout. Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.173 Wat gebeurde er bij aankomst? Er waren opnieuw strenge controles (strenger dan in Europa). Wie niet voldeed, werd teruggestuurd. Wat waren de concrete gevolgen van de immigratiestop in de VS? Werkgelegenheid en grond werden voorbehouden voor Amerikanen. Het werd moeilijker om het land binnen te komen. Waarom werd de VS voor de afgekondigde immigratiestop ‘het Beloofde Land’ genoemd? Immigranten kregen onmiddellijk een verblijfsvergunning en een beetje later het staatsburgerschap. Ze konden ook grond claimen. Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.174 EXTRA BEELDMATERIAAL © Ford tractor met platte wagen voor de gebouwen van Red Star Line (s.d.), foto, collectie Vrienden van de Red Star Line Antwerpen © Vreemden (1903), olie op doen, private collectie Antwerpen Lespakket voor RG 3 en 4 –Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen - p. 175 © Landverhuizer wachtend op vertrek (1920), tekening van Eugeen Van Mieghem, collectie MAS, Nationaal Scheepvaartmuseum Extra beeldmateriaal – p.176 © Aankomst op Ellis Island New York (s.d.), foto, collectie Ellis Island Immigration Museum Extra beeldmateriaal – p.177 © Poolse migrante (s.d.), foto, collectie National Archives Ottowa Canada Extra beeldmateriaal – p.178 © Vertrek van een stoomschip van de Red Star Line (1910), prentbriefkaart, collectie Vrienden van de Red Star Line Antwerpen © Migranten op dek (s.d.), foto, collectie Vrienden van de Red Star Line Antwerpen Extra beeldmateriaal – p.179 © Red Star Line gebouw (2008), foto, collectie MAS | Nationaal Scheepvaartmuseum Extra beeldmateriaal – p.180 © Affiche (1899), ontwerp Henri Cassiers, collectie Letterenhuis Antwerpen Extra beeldmateriaal – p.181 © Affiche (1899), ontwerp Henri Cassiers, collectie Letterenhuis Antwerpen Extra beeldmateriaal – p.182 © Affiche (ca. 1910), ontwerp François Royon, collectie Letterenhuis Antwerpen Extra beeldmateriaal – p.183 © Detailopname van het halfmodel van het passagiersschip Belgenland II (ca. 1924), scheepsmodel, collectie MAS | Nationaal Scheepvaartmuseum Extra beeldmateriaal – p.184 © Prentbriefkaart (s.d.), ontwerp Henri Cassiers, collectie MAS | Nationaal Scheepvaartmuseum © Plannetje uit Duitse folder (1933), ontwerp Henri Cassiers, collectie MAS | Nationaal Scheepvaartmuseum Extra beeldmateriaal – p.185 © Passagiers op de loopplank van de s/s Finland (1909), foto, collectie MAS | Nationaal Scheepvaartmuseum © Red Star Line gebouwen (1923), foto, collectie Vrienden van de Red Star Line Antwerpen Extra beeldmateriaal – p.186 © Transit Verhalenbus – Red Star Line Museum Extra beeldmateriaal – p.187 OVERZICHT LINKS Introfilm Red Star Line: http://youtu.be/JWJ0Mw7Riq8 Filmpje migratieverhaal Hamet Ba - http://youtu.be/kHPG519y6TA Filmpje Red Star Line (http://www.youtube.com/watch?v=ZUJ4YmVyL8U) Filmpje - Publiek geheim ‘Alain Pels en de grote meerpaal’ http://www.youtube.com/watch?v=oZUcqQzli6Q Filmpje de Landverhuizers (COBRA tv) http://www.cobra.be/cm/cobra/cobra-mediaplayer/kunsten/1.684833 Audio: Red Star Line van A tot Z (Cobra tv) http://www.cobra.be/cm/1.684850?view=popupPlayer PANELEN TENTOONSTELLING HIER BEN IK Paneel Yosef Özer http://www.nt2antwerpen.be/files/pdf/verhalenbus/panelen/HBI_paneel%20yosef.pdf Paneel Eva Vergaelen http://www.nt2antwerpen.be/files/pdf/verhalenbus/panelen/HBI_paneel_eva.pdf Links – p. 188 AANVRAAGFORMULIER TRANSIT VERHALENBUS In 2013 opent het Red Star Line Museum op de Rijnkaai. Dit museum vertelt het verhaal van twee miljoen mensen die vertrokken naar Amerika. Daar gingen zij op zoek naar een beter leven. Maar migratie is niet enkel geschiedenis. Migratie is van alle tijden. Het museum is op zoek naar verhalen. Verhalen van migranten maar ook verhalen van kinderen en kleinkinderen van migranten. Het Red Star Line Museum rijdt rond met de Transit Verhalenbus om deze verhalen te vangen. Als docent kun je de Transit Verhalenbus boeken voor een bezoek aan jouw school. Cursisten krijgen dan de kans om hun migratieverhaal te vertellen. Om de bus te reserveren, stuur je een mailtje naar Nadia Babazia van het Red Star Line Museum: [email protected]. Aanvraagformulier Transit Verhalenbus - p 189