De moleculaire en microbiële
Transcription
De moleculaire en microbiële
o Ro ting U Jaargang 3, nummer 2 Juni 2012 Voor de vermeerdering en productie van zacht fruit heeft Jiffy de oplossing We zien de laatste jaren steeds meer dat zacht fruit geteeld wordt op substraat. Vanaf de start tot het einde van de teelt. Debet hieraan is dat telers er steeds vaker ervoor kiezen om op stellingen of in kassen te gaan telen. Dit geeft een betere productie en de teelt is veel meer te sturen en te controleren. Enkele van de soorten zacht fruit, die op substraat worden geteeld zijn; aardbeien, frambozen, blauwe bes, rode bes en zwarte bes. Daarbij is aardbeien veruit (85-90% van het areaal) de grootste teelt op substraat. De teelt op substraat kan in 2 segmenten verdeeld worden: vermeerdering en productie. Het is een feit dat er vele soorten teeltmethoden bestaan. Daarom heeft Jiffy een passend concept/substraat voor elke kweker. Vermeerdering Het vermeerderen van zacht fruit gebeurd door middel van stekken en weefselkweek. De vermeerdering door stek is de meest gangbare methode, maar het vermeerderen door middel van weefselkweek neemt toe. Jiffy heeft de volgende opties om deze stekken te laten bewortelen: - Steksubstraat voor losgevulde pluggen en/of trays - Jiffy 7C pellets - Preforma plantpluggen - Jiffy Growblocks Met alle hierboven genoemde 'systemen' is ervaring opgedaan, waarbij goede resultaten zijn behaald. Het vermeerderingssubstraat dient te voldoen aan de volgende 'algemene' specificaties. De pH dient tussen de 5,7 en 6,0 te zijn. De EC tussen de 0,6 en 0,8. Fysisch gezien moet het substraat voldoende fijn zijn om goede aansluiting van de stek te krijgen. Verder dient het luchtgehalte zo hoog mogelijk te zijn, moet het een goede wateropname en drainage heb- ben. De systemen en substraten van Jiffy voldoen hier allen aan. Systeem Uniform product Diverse teeltmethoden worden gebruikt in de zachtfruitsector. Hierbij is te denken aan; - Teelt op goten - Teelt op stellingen - Teelt op ruggen - Teelt in vollegrond - Teelt in containers Daarnaast wordt er beschermd en onbeschermd geteeld. Beschermd houdt in onder folie en glas. Onbeschermd is in de buitenlucht. Goed en machinaal te trans- Systeem Voordelen Klantspecifiek naar de eisen van de teelt Losgevuld Te verwerken in elke afmeting plug Fysische en chemische flexibiliteit in het substraat Uniform product Jiffy Growblock Gemakkelijk te verwerken Jiffy 7C Productie zachtfruit planten Klantspecifiek naar de eisen van de teelt Selectie moment inpassen Ready to use Preforma Perfect te transplanten Zeer luchtig Voordelen Flexibel werken Losgevuld Elke tray te vullen Snel leverbaar in elke gewenste hoeveelheid Fysische en chemische flexibiliteit in het substraat Uniform product Jiffy Growbag Gemakkelijk te verwerken Volledig kokos Verschillende afmetingen Schoon werken Aardbei in Jiffy Growblock Aardbei in Jiffy 7C Aardbei in Preforma Jiffy heeft de volgende 'systemen' beschikbaar, los substraat en Jiffy Growbag. Het medium voor de meeste soorten zacht fruit moet voldoen aan de volgende eisen; - pH = 5,6-6,0 - EC = 0,6-1,0 - Zo luchtig mogelijk - Stabiel - Hoge wateropnamecapaciteit - Goed drainerend - Goede waterverdeling Conclusie Jiffy heeft voor u als teler een klantspecifieke oplossing voor de teelt van elke soort zacht fruit. U kunt samen met uw adviseur tot de voor u beste oplossing komen. Wilt u uw teelt optimaliseren, neem dan contact op met uw Jiffy adviseur. Jurian Hordijk en Willem-Jan de Kort Ro(o)uting 2 Jaargang 3, nummer 2 De moleculaire en microbiële verdedigingsmechanismen van veen Veengronden zijn duizenden jaren gebruikt als bewaarplaats voor allerlei materialen. Voordat ze de zeilen hesen, verzamelden de Noormannen water uit veenmos, omdat dit water minstens een maand vers bleef. Scandinavische vissers en boeren conserveerden vis, vlees en zuivelproducten in turfgrond. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd gedroogd Sphagnum gebruikt om wonden te verbinden. Het mos stond bekend om zijn antibacteriële activiteit en zijn vermogen om vocht (en bloed) vast te houden. In het handboek van het Amerikaanse leger uit 1970 wordt het gebruik van Sphagnum nog steeds aanbevolen. In veenland zijn 1000 tot 2000 jaar oude, goed geconserveerde menselijke lichamen, brood, gedroogd fruit en karkassen van dieren aangetroffen! Waar huid, ogen, hersenen en andere lipide/proteïne-houdende delen intact en bruinachtig gelooid zijn, ontbreken de beenderen of zijn deze zacht als kraakbeen geworden. Veen bevat talloze micro-organismen en zou biologisch materiaal dus vrij snel moeten kunnen afbreken. Microschimmels spelen een belangrijke rol in de ontbinding van fytomassa in veen, maar ook bacteriën hebben hierin een aandeel. Een eenvoudige extractie van veengrond brengt maar liefst 26 verschillende gramnegatieve bacteriën en 11 verschillende grampositieve bacteriën aan het licht in slechts één specifiek medium. De bacteriepopulatie (dichtheid en diversiteit) is groter in laagveen (doorgaande vertering van plantresten) dan in hoogveen. Bacteriën in hoogveen worden over het algemeen geremd door factoren als anaerobe organismen, lage pH/temperatuur/beschikbaarheid van minerale voedingsstoffen, bacteriedodende stoffen en toxische fenolverbindingen. De microbiële activiteit van nat veen is waarschijnlijk slechts een miljoenste fractie van de activiteit van rottend gras in een septic tank. Bij proeven met Fusarium op meloen bleek dat de aantasting zich sneller verspreidde onder zaailingen die in veengrond werden uitgeplant dan onder zaailingen die in zand werden gezet. Lage biologische activiteit en microbiële diversiteit kan in het voordeel van een pathogene infectie werken. Licht verteerd veen (H2-H3) kan bijvoorbeeld bodemziekten onderdrukken, terwijl een donkere veengrond met een geringe microbiële activiteit de groei van pathogene schimmels juist kan bevorderen. In dit onderzoek is echter geen verschil tussen de verschillende veensoorten gevonden. Tot nu toe zijn er wereldwijd 601 schimmelsoorten in veengronden geïdentificeerd, waarbij de Ascomyceten en Basidiomyceten de grootste klassen vertegenwoordigen (519 soorten; 86%). Binnen deze groepen domineren Penicillium en Galerina met respectievelijk 48 en 41 soorten. De meeste schimmels in veengronden zijn generalisten die grote hoeveelheden sporen vormen en snel groeien. Bovendien hebben ze in vergelijking met bacteriën een groter aandeel in de vertering van organische stof. Ze scheiden extracellulaire enzymen af die verschillende oplossende activiteiten vertonen, bijvoorbeeld de afbraak van cellulose en lignine. Het vermogen van de schimmelklassen om verschillende chemische structuren in planten af te breken, van koolhydraten (eenvoudig) tot lignine (moeilijk), loopt uiteen. Sommige saprofyten worden geassocieerd met gespecialiseerde substraatspecificiteiten. Basidiomyceten (met name witrotschimmels) hebben de sterkste saprofytische activiteit door de afscheiding van peroxidasen. Het zijn de schimmels die de ligninedelen en andere in hoge mate geoxideerde, zeer resistente verbindingen zoals humuszuren en melanoidine afbreken. Ascomyceten hebben over het algemeen een veel geringer vermogen tot het afbreken van fenolverbindingen en zetten voornamelijk suikers/cellulose en zetmeel om. Er is slechts een klein aantal pathogene schimmels (voor Sphagnum) bekend in veengrond. De microbiële levensgemeenschap in veengrond verandert stadiumgewijs, afhankelijk van het oorspronkelijk beschikbare substraat, de transformatiesnelheid en de polymeerconcentraties. De microbiële levensgemeenschap in veen en de functie daarvan kan door een nieuw substraat worden bepaald. Een onbalans in veenmos na sterilisatie kan ertoe leiden dat oudere microbiële levensgemeenschappen het substraat opnieuw infecteren, maar biedt ook ruimte aan nieuwe invasieve soorten (nieuwe schimmels of bacteriën). Sterilisatie van veengrond met microgolven leidt tot groei van nieuwe schimmels (van sporekieming tot de vorming van microkoloniën). Bij warmtesterilisatie wordt mogelijk niet alleen een deel van de in de veengrond aanwezige microben gedood, maar worden ook chemische en structurele verbindingen geïnactiveerd, hetgeen het veen vatbaarder maakt voor verdere microbiële en enzymatische aanvallen. Polymere producten van Sphagnum (humusstoffen) met veel anionische groepen en een hoge kationenomwisselingscapaciteit (CEC) beschikken over een hoog metaalbindend vermogen. Sphagnum kan dus essentiële sporenelementen van micro-organismen isoleren en hun groei blokkeren. Sphagnum kan ook als koolstofbron dienen wanneer concurrerende metalen de plaats innemen van gelijkaardige metalen in cellulose en hemicellulose, zodat dit tijdelijk beschikbaar is voor microbiële vertering. Daarnaast leidt een verhoging van de pH ook tot een toename van microbiële aanvallen, zoals tuinders die op veensubstraat telen hebben kunnen constateren. Dit komt doordat deprotonerende, chelaterende resten van veenmossen metalen afgeven en cellulose/hemicellulose of andere koolstofbronnen door structurele veranderingen blootstellen aan microben. Humuszuren onderdrukken schimmelgroei, terwijl ze tegelijkertijd veensaprofyten zoals Penicillium of Scytalidium acidophilum als zuurtolerante schimmels stimuleren. Fulvozuren hebben een grotere invloed op de groei en het metabolisme van micro-organismen. Ze remmen schimmels bij alle geteste concentraties en pH-waarden (pH 8,0 en pH 2,0). Humusverbindingen (bijvoorbeeld humuszuren en fulvozuren) hebben voornamelijk func- Ro(o)uting 3 Jaargang 3, nummer 2 De moleculaire en microbiële verdedigingsmechanismen van veen tionele carbonzuur- en fenolzuurgroepen en in mindere mate secundaire en tertiaire amine- of imidegroepen. De zuurgroepen spelen ook een rol in de vorming van metaalcomplexen, zoals eerder besproken. Humuszuren zijn oplosbaar in neutrale en basische waterige oplossingen, maar slaan neer in zure oplossingen. Fulvozuren zijn oplosbaar bij alle pH-waarden. De buffercapaciteit van suspensies met humuszuren is het hoogst bij lage pH-waarden (pH 3,3 tot pH 5,0) en bereikt een maximum bij pH~4 (ontbinding van carbonzuurgroepen), maar bij een hogere pH spelen de fenolzuur- of aminogroepen een grotere rol in de buffering. Humuszuren in grond hebben een hoge CEC en een groot watervasthoudend vermogen. Een karakteristieke humuszuurstructuur is de lineaire polymethyleenketen die een brug tussen twee aromatische ringen vormt. Sphagnum in hoogveen bevat ongeveer 25% humuszuren. Na een aantal jaren van humificatie worden humuszuren meer polydispers met meer geoxideerde aromatische/carbonylgroepen. Bovendien neemt de fractie alifatische koolwaterstoffen toe (afbeelding 1). Er bestaan een aantal hypothesen over de wisselwerking tussen eiwitten en veen/humuszuren, bijvoorbeeld fysische adsorptie, fysische binding, inkapseling en chemische binding. Humuszuren bevatten een hoog gehalte aan eiwitachtige stoffen als amiden/amino's. Aminozuurresiduen in peptiden en eiwitten kunnen zowel fysisch als chemisch (covalent) aan humuszuren worden gebonden. Dit biedt een methode om stikstof uit te omgeving permanent te immobiliseren en accumuleren, met name in waterige systemen. Onlangs werd aangetoond dat humusstoffen (HS) het vermogen hebben om eiwitactiviteit in terrestrische en aquatische omgevingen fysisch te binden en intact te houden via elektrostatische aantrekking of hydrofobische effecten. Afbeelding 1: Chemische eigenschappen van humusstoffen (bewerkt naar Metzger, 2008; Stevenson, 1982) De inactivering van veengrond door sterilisatie (middels warmte, stoom of microgolven) vernietigt niet alleen de flora en fauna van het veen, maar wellicht ook humusstoffen en antibiotische bestanddelen. Bovendien kunnen er metalen vrijkomen en wordt cellulose blootgesteld aan microbiële aanvallen. Dit resulteert in een luilekkerland voor nieuwe invasieve schimmels en bacteriën. De beste sterilisatiemethode is waarschijnlijk door middel van straling, waarbij de aanwezige humusstructuren actief blijven. De recente ontdekking van humuszuren als capillair-actieve stoffen, metaalcoördinatoren en krachtige fysische en chemische eiwitbinders biedt mogelijk een verklaring voor de manier waarop veengronden dode lichamen, dieren en ander materiaal gedurende lange tijd beschermen: humusstoffen leggen eiwitten door fysische adsorptie of chemische binding vast in een beschermend omhulsel en voorkomen hun desintegratie, terwijl andere materialen (zoals beenderen) bloot blijven staan aan microben. Dit kan verklaren waarom veenlijken geen beenderen bevatten. Humusstoffen kunnen ook sporen van invasieve microben en inactieve microbiële enzymen en eiwitten binden. Ze kunnen in de toekomst wellicht worden ingezet als een biotechnologisch hulpmiddel voor het stabiliseren van enzymen en het conserveren van voedsel. Meer leesstof en referenties kunnen worden verschaft. Herald Reiersen Product Development [email protected] Ro(o)uting 4 Jaargang 3, nummer 2 Competitive Technical Intelligence binnen Productontwikkeling - Uw betrokkenheid "Innovatie is de primaire driver voor groei, welvaart en kwaliteit van leven" - Paul Romer, Stanford University Het is duidelijk dat technologische innovaties in onze huidige maatschappij drivers voor bedrijfsgroei zijn. De ontwikkeling van ideeën voor nieuwe concepten en het beheer van het ontstaansproces van nieuwe producten en diensten vormen een bron van rijkdom en concurrentievoorTechnical sprong. Competitive Intelligence (CTI) verzamelt informatie over de wetenschappelijke en technologische aspecten van het innovatieproces en biedt inzichten voor het nemen van effectieve besluiten. De mogelijkheid om gebruik te kunnen maken van uw kennis en ervaring in de praktijk is van het grootste belang voor ons succes in de toekomst. Het team Productontwikkeling verwelkomt uw ideeën en stelt uw deelname zeer op prijs. Competitive Technical Intelligence kan worden gezien als een belangrijke en soms meer complexe benadering van Business Competitive Intelligence. Binnen onze Productontwikkeling kunnen we CTI inzetten voor het analyseren van octrooien, wetenschappelijke publicaties en andere technische en wetenschappelijke bronnen, met het doel om trends, kansen en bedreigingen te identificeren. De toepassing van Competitive Intelligence (CI) wint nieuw terrein. De traditionele, tactische benadering van het verzamelen en opslaan van informatie over concurrenten schuift steeds verder op in de richting van het volgen en analyseren van een uitgebreide reeks indicatoren. Deze opkomende benadering van CI legt de nadruk op het identificeren van veranderingen die op belangrijke verschuivingen in de toekomst duiden, en op de tijdige verschaffing van uitvoerige informatie over het externe milieu met het expliciete doel om de strategieontwikkeling te ondersteunen. Waarom is dit belangrijk? Succes hangt af van het inzicht in de behoeften van de klant en de mogelijkheden van concurrerende bedrijven. Om te slagen, moeten producten potentiële marktbehoeften vertegenwoordigen. U kunt als Jiffy-medewerker helpen bij het effectief verzamelen van informatie door samen te werken met het team Productontwikkeling en uw technische specialisatie en kennis van branchenormen in te brengen. Een effectief Competitive Intelligence proces probeert trends en richtingveranderingen van de markt zo vroeg mogelijk te identificeren en brengt de concurrentieomgeving van het bedrijf en de plaats die het bedrijf daarbinnen inneemt in kaart. John K. Ward Product Development Manager Resources: Eduardo Bermudez, Competitive Intelligence foundation W. Bradford Ashton, Concurrent Technologies Corporation Bonnie Hohhof, Society of Competitive Intelligence Professionals Larry Kahaner, Competitive Intelligence Ben Gilad, Business Blindspots Stephen Miller, Competitive Intelligence - An Overview Kenneth Sawka, The Analyst Corner Jan Herring, Key Intelligence Topics- A Process to Identify and Define Intelligence Needs Barbara Ettorre, Managing Competitive Intelligence Ro(o)uting 5 Jaargang 3, nummer 2 LUFA: op commerciële schaal voedsel verbouwen op daken de gebouw gecreëerd, kostbaar regenwater wordt gebruikt voor de gewassen, maar het belangrijkste: er wordt lokaal voedsel geproduceerd (geen food-miles!). LUFA is gestart in 2010 en heeft laten zien dat productie op daken mogelijk is en betaalbaar! Er zijn plannen om een nieuwe kas te bouwen van 1ha, die klaar moet zijn in 2012 omdat de vraag groter is dan de productie. Kassen op daken: de skyline van de toekomst… Arjan van Leest JPI BV Lufa Farms is gevestigd in het centrum van Montreal (https://lufa.com/en). Bovenop een industrieel gebouw heeft LUFA een kas gebouwd om groenten te kweken in het 'koude' Montreal, meer dan 50 graden ten noorden van de Evenaar. Een kweker heeft normaal gesproken de keuze om zijn gewas in de volle grond te telen of in een substraat, bovenop een gebouw is er maar 1 optie: substraat. Omdat het geheel binnen de filosofie van LUFA past om milieuvriendelijk te kweken was de keuze voor Jiffy kokos Growbags snel gemaakt. Jiffy kokos is organisch, schoon, milieuvriendelijk (geen afval: hergebruik) en bespaart op watergebruik door de buffer capaciteit. De reden waarom dit project is opgezet was de uitdaging om lokaal voedsel te kweken. Door een steeds groter wordende vraag naar voedsel (groeiende populatie) en een stijging van het aantal mensen dat in stedelijke gebieden woont, werd de vraag gesteld: kunnen we voedsel verbouwen in de stad? En wat is dan beter dan te proberen of er gekweekt kan worden op daken? Er is geen open stuk land nodig, er wordt een beter klimaat in het onderliggen- Beurzen Datum Beurs Stand nr. 1121 Plaats Land 14-17 juli OFA Short Course Columbus, Ohio USA 25 juli Fruit Focus 25 Kent UK 22-25 augustus Plantarium 104 Boskoop Nederland 4-5 september Four Oaks 26-28 september Macfruit Cesena Italie 3-5 oktober Groot Groen Plus Zundert Nederland 3-4 oktober Expo Tree Centre Opheusden Opheusden Nederland C21,C22,C29,C30 Lower Withington UK