nieuwsbrief 9 Praktijkonderwijs 2.indd
Transcription
nieuwsbrief 9 Praktijkonderwijs 2.indd
uitgave platform praktijkonderwijs april 2013 NIEUWSBERICHT Hoe ga je van ‘zeer zwak’ naar ‘basisarrangement’ in een jaar: Je moet zelf de regie nemen Wat geen enkele school wil, gebeurde in 2011 bij DaCapo Praktijkonderwijs te Geleen. De school kreeg van de Inspectie het oordeel ‘zeer zwak’. Een hele schok voor ouders, team en schoolleiding. Het oordeel kwam hard aan, maar zorgde ook voor een impuls. In één jaar tijd werden de bakens verzet, zodanig dat de school in februari 2013 weer geldt als een school met een regulier toezichtsarrangement. Belangrijke succesfactor in dit verhaal: ‘je moet zelf de regie nemen’. NIEUWS BERICHT Roerige tijd We spreken op de school met Dory-Anne van de Weem, locatiedirecteur en Ben Grondijs, teamleider. Ze zetten uiteen dat het Inspectiebezoek in februari 2011 ongelegen kwam. ‘Er was net een vacature in de schoolleiding, we hadden geen leiding op dat moment’, zo leggen ze uit. ‘Eigenlijk begonnen we ons toen net te realiseren dat we als team met de school al een paar jaar op een verkeerd spoor waren beland’, vertelt Dory-Anne van de Weem. ‘Zo wist ik helemaal niets van het bestaan van Stimulans, daar kwam ik later pas achter.’ Ben Grondijs vult aan: ‘en we zaten net met nieuwbouw waarvan duidelijk was geworden dat deze op diverse punten niet voldeed.’ De jaren vóór het Inspectiebezoek waren bovendien onrustig. Er waren tussen 2002 en 2008 nog twee locaties, één te Sittard en één te Geleen. Op de ene locatie zat de onder- en de middenbouw, op de andere de bovenbouw. De locaties waren inhoudelijk eigenlijk niet goed met elkaar verbonden. In 2008 kwamen de locaties samen in één gebouw; er kwam ook een nieuwe directeur. Maar dit leidde nog niet tot de nodige inhoudelijke integratie. ‘Er was te weinig één visie,’ vertellen Dory-Anne van de Weem en Ben Grondijs. ‘En we waren niet of nauwelijks aangesloten op landelijke ontwikkelingen in het praktijkonderwijs. We keken teveel naar het ‘gewone’ voortgezet onderwijs.’ de Inspectie over de rapportage: ‘maar daar heeft de school zich verder niet mee hoeven bemoeien.’ Uiteindelijk bedong hij daarbij wel een ‘tussenevaluatie’, af te nemen in december 2012. Locatieleiding en team beseften in de zomer van 2011 dat een integrale aanpak nodig was. Door contact op te nemen met het Platform Praktijkonderwijs kreeg men zicht op het traject Stimulans. De begeleider uit de regio, Wim Sijbers, kwam langs om te vertellen hoe dit kwaliteitszorgsysteem werkt. In januari 2012 startte de school met het afnemen van de eerste enquêtes. Na de zomer van 2011 kwam de school ook in contact met Anneke Lassing en Mary Huisman-Bakker, eveneens verbonden aan het Platform. Zij mochten vervolgens een audit doen op de school; deze werd gefaciliteerd door het CvB. Uit de audit in november bleek dat ‘docenten zich vooral richtten op het welbevinden van de individuele leerling’, aldus Jan van Nierop, ‘en geen oog hadden voor de processen die daaromheen spelen: hoe sluit je op elkaar aan – bijvoorbeeld rondom stages – en hoe houd je ontwikkelingen bij?’ Door de rapportage van Anneke Lassing en Mary Huisman-Bakker kon het team het oordeel van de Inspectie beter duiden en koppelen aan de eigen rol en werkzaamheden in de school. Onder begeleiding van Lassing en Huisman-Bakker werden en zijn sindsdien uitgebreide en verschillende verbeteracties in gang gezet. de Inspectiebrief komt, je verhaal op orde hebben. De pers komt er sowieso achter, daarom kun je hen beter pro-actief benaderen.’ ‘Het inspectieoordeel heeft geleid tot een herbezinning op de opdracht van de school. Gezamenlijk is een missie-visiedocument geformuleerd dat door iedereen letterlijk is onderschreven. Daarna heeft het team van DaCapo laten zien dat je met ‘eigenaarschap’ samen bergen kunt verzetten en een nieuwe toekomst kunt creëren. Petje af! Anneke Lassing-van Midden, begeleider ‘Misschien wel te hard, want we moesten in de gaten houden dat het team niet overwerkt raakte.’ De MR houdt de werkdruk in beeld. Want een tijdje hard werken voor de school is niet erg, ‘dat kun je ook zien als achterstallig onderhoud’. Maar als de crisissituatie achter de rug is moet de werkdruk wel weer normaliseren, zo stellen Chris Bux en Peter Ploum. Belangrijk voor de MR was overigens ook dat er een nieuwe schoolleider kwam uit het praktijkonderwijs zelf en niet uit het andere voortgezet onderwijs. ‘Eentje die het praktijkonderwijs écht kent.’ Dit lukte uiteindelijk doordat in het voorjaar van 2012 DoryAnne van de Weem met steun van het team werd benoemd tot locatiedirecteur. Hard werken Volgens Chris Bux en Peter Ploum, beiden betrokken bij de medezeggenschapsraad, speelde de problematiek op de school al langer. ‘Alleen de leiding pakte het niet op, we misten steeds de boot. We zaten erg op een spoor van het vmbo en hadden niet door dat in het praktijkonderwijs van alles gaande was. We dachten dat we goed bezig waren.’ Vanuit de medezeggenschap is vervolgens aangedrongen op versnelling van het verbeterproces. Er werden gelukkig snel inhoudelijke richtpunten neergezet. ‘Die waren erg belangrijk want daardoor zag het team waarlangs ze zich konden ontwikkelen.’ Er werd vervolgens door iedereen in de school heel erg hard gewerkt. ‘Iedere collega heeft zich afgevraagd: doe ik wel de goede dingen en doe ik ze goed. Zo werd negatieve energie omgebogen in positieve energie. De begeleiding die wij gaven was een bijdrage aan het proces, maar die kan alleen werken als daar ook goed leiding aan wordt gegeven. En dat gebeurde hier.’ Mary Huisman-Bakker, begeleider Begin van een aanpak Het Inspectiebezoek in februari 2011 was door het ontbreken van een schoolleider achteraf gezien niet goed voorbereid. Veel gegevens waren niet voorhanden of niet voldoende inzichtelijk voor de inspecteur. De inspecteur stelde na afloop dat zijn beeld niet positief was, en dat in juni 2011 een vervolgonderzoek zou volgen. Een paar weken later stelde het College van Bestuur een interimschoolleider aan. Deze had tot taak te zorgen voor verbindend leiderschap en de voorbereiding van het Inspectieonderzoek. ‘Dat is op zich heel goed gegaan’, vertelt Dory-Anne van de Weem, ‘alleen was in juni natuurlijk wel helder dat het oordeel van de Inspectie zeker niet voldoende zou zijn.’ Het oordeel van de Inspectie kwam hard aan. Ook bij het College van Bestuur. Voorzitter Jan van Nierop was het niet met het oordeel eens. ‘Ik vond bijvoorbeeld dat de school wel opbrengsten behaalde; omdat de Inspectie gebruik maakte van bepaalde standaardformuleringen stond dat er echter niet.’ Jan van Nierop ging daarom de discussie aan met In februari 2012 werd het oordeel van de Inspectie openbaar. Er kwam een algemene ouderavond. CvBvoorzitter Jan van Nierop heeft op deze avond de brief van de Inspectie toegelicht. ‘Dit oordeel valt immers onder mijn verantwoordelijkheid, dus ik moet het uitleggen.’ Dory-Anne van de Weem heeft op de avond aan de ouders uitgelegd wat op dat moment al in gang was gezet. In die periode is ook de lokale pers benaderd. Van Nierop: ‘Je moet als IOP en zorg Voor het werken aan verbetering is aan alle teamleden gevraagd mee te doen. Er was een regiegroep en er waren verschillende inhoudelijke werkgroepen. Mensen konden kiezen waar ze op in wilden stappen. Zo is er in een jaar tijd enorm veel werk verzet NIEUWS BERICHT rondom de individuele ontwikkelingsplannen (iop’s). Voor álle leerlingen in alle groepen is er nu een iop. Het iop wordt nu opgesteld als de leerlingen instromen; dit gebeurt op basis van een competentiekaart die samen met ouders en leerlingen wordt ingevuld. Het contact en de communicatie met ouders is mede daardoor veel intensiever geworden. Ook het zorgplan is volledig onder handen genomen. Zorgcoördinator Bianca Lardinois vertelt: ‘Voorheen deden we veel dingen op de automatische piloot en intuïtief. Nu zetten we alle stappen op papier. Daardoor wordt de zorg beter geborgd. Het is veel overzichtelijker geworden. Het plan wordt jaarlijks geëvalueerd.’ Dory-Anne van de Weem geeft aan dat dit op veel terreinen is gebeurd. Ze laat met enige trots zien dat nu alle relevante documenten overzichtelijk geordend aanwezig zijn: iop’s, uitstroomresultaten, aan/afwezigheid van leerlingen, schoolplan, schoolvisie, enzovoorts enzovoorts. De werkgroepen hebben overigens steeds onderling inhoudelijk afgestemd. Daardoor is het iop nu bijvoorbeeld ook verbonden aan het stagetraject van de leerling. Het onderwijs is daardoor meer samenhangend geworden. Na een nieuwe audit, een nieuw oordeel In 2011 was het een schok voor de school om te horen dat ze zeer zwak waren. Men is aan de slag gegaan, op basis van een eerste audit, met diverse verbeterpunten. In de loop van 2012 is dat allemaal in gang gezet. In november 2012 ondergaat de school een tweede audit, dit keer een externe van de VO-raad. Vier deskundigen – waaronder schoolleider praktijkonderwijs Frans van Efferink - bezoeken de school om te bezien of er afdoende acties in gang gezet zijn. In het rapport van deze audit valt een positief oordeel over de school te lezen: de school is zeer zeker ‘in ontwikkeling’ en daarmee dus op de goede weg. Dit is al een opsteker voor de school. ‘je moet je “Het team van DaCapo heeft in een onwaarschijnlijk snel tempo het basisarrangement bereikt. Het team heeft het gedaan maar de rol van de directeur was ook belangrijk: met passie, doorzettingsvermogen en vooral met respect voor de leerlingen en het team heeft zij een koers uitgezet. En die heeft ze ook vastgehouden. Dan kun je samen heel wat bereiken!” Frans van Efferink, lid auditteam Leren successen vieren’ is één van de aanbevelingen uit het rapport, en dat doet het team dan ook naar aanleiding van de uitkomst. Nog beter wordt het na het Inspectiebezoek in december 2012. De school rekent niet op een positief oordeel, maar wil wel graag aan de inspecteur laten zien wat allemaal is verbeterd en wat men heeft geleerd. En dat doet men! In februari 2013 krijgt de school officieel te horen dat de school wordt teruggezet naar ‘basisarrangement’. Een prestatie van formaat. Wat helpt? De school is erg blij met de nieuwe status, maar men beseft ook dat dit pas het begin is. Er zijn nu plannen en ‘papier’, het moet nu ook indalen in de lessen en ingesleten raken in de werkwijzen van docenten. Dat zal nog wat tijd vergen, maar men heeft het volste vertrouwen dat dit gaat lukken. Welke tips heeft DaCapo Praktijkonderwijs voor scholen die onverhoopt hetzelfde overkomt? Enkele paar punten uit de gesprekken: • De kracht ligt in het team; heb vertrouwen in elkaar en spreek commitment uit; dat heb je gewoon nodig omdat het hard werken wordt. • Wees open en eerlijk in de communicatie, zowel in de school als ook naar buiten toe; de steun van MR en ouders is nodig. • Schakel goede begeleiding in met kennis van praktijkonderwijs; de begeleiders moeten kijken wat er béter kan in huidige werkwijzen en niet hun eigen ideeën opleggen aan het team. • Zorg voor verbinding met landelijke trajecten, zoals Stimulans; je hoeft niet alles zelf uit te vinden, er is al veel ontwikkeld en beschikbaar voor het praktijkonderwijs; het Platform heeft hier zicht op. Belangrijk is verder dat het Inspectieoordeel wordt ‘aanvaard’ als een mening van een deskundige buitenstaander. Ontkennen van het oordeel heeft geen zin, integendeel: er kan veel van geleerd worden. Het team van DaCapo wist ergens wel dat het niet goed ging met de school, dat men op een verkeerd spoor zat. Het Inspectieoordeel was een wake up call, een aanzet om zelf het heft in handen te nemen. DoryAnne van de Weem: ‘Je moet immers niet ergens aan gaan werken omdat de Inspectie dat wil. Je moet voor jezelf en de leerlingen aan de zaken werken. Je moet de regie in eigen hand nemen.’ Voor meer informatie over de gevolgde aanpak kunt u contact opnemen met het secretariaat van het Platform Praktijkonderwijs: Dennis Heijnens, [email protected] of 06 12 308 818.