Voorbereiding voor opname

Transcription

Voorbereiding voor opname
Handleiding
*
Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
*
Windows© staat officieel bekend als: ‘Microsoft® Windows® besturingssysteem’.
*
Apple en Macintosh zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Inc.
*
Mac OS is een handelsmerk van Apple Inc.
*
Alle in dit document genoemde productnamen zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun
respectievelijke eigenaars.
*
Het SD logo (
*
MMP (Moore Microprocessor Portfolio) verwijst naar een patent portfolio dat zich met microprocessor architectuur
bezig houdt, welke door Technology Properties Limited (TPL) werd ontworpen. Roland heeft een licentie voor de
technologie van de TPL groep.
) en SDHD logo (
) zijn handelsmerken van SD-3C, LLC.
Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties getiteld ‘Het apparaat op een veilige manier
gebruiken’(p.4), en ‘Belangrijke opmerkingen’(p. 6). In deze secties vindt u belangrijke informatie over het op juiste
wijze gebruiken van het apparaat.
Bovendien kunt u de gebruikershandleiding in zijn geheel doorlezen om een goed beeld te krijgen van alles dat dit
te bieden heeft. Bewaar deze handleiding zodat u er later aan kunt refereren.
Copyright © 2010 BOSS CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag, in welke vorm dan ook, zonder schriftelijke toestemming
van BOSS CORPORATION gereproduceerd worden.
BOSS is een geregistreerd handelsmerk van BOSS CORPORATION in de verenigde Staten van Amerika en/of andere
landen.
Snelle start
Opnamestroom op de BR-800
Voorbereiding
voor opname
Voorbereiding voor opname
Aansluitingen maken (p.32)
De stroom aan/uitzetten (p.34)
Opnemen/
afspelen
Opnemen/afspelen
Opnemen (p.36)
Afspelen (p.41)
Het Insert-effect aan/uitzetten (p.55)
Het Insert-effect op eenvoudige wijze
bewerken (p.55)
Opnemen terwijl het ritme wordt beluisterd
Ritme aan/uitzetten (p.90)
Patronen spelen (p.91)
Tracks kopiëren of wissen (p.105)
De song een naam geven (p.108)
Een song masteren
Mastering gebruiken voor het creëren van een
song (p.112)
Mastering
Bewerken
Een song bewerken
Ritme
gebruiken
Effecten
gebruiken
Opnemen met toegepaste effecten
3
Appendix
Handige
functies
USB
gebruiken
Na Mastering van songs gebruikmaken
(p.116)
ºUSING THE UNIT SAFELY
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG opmerkingen
Over de symbolen
Het
symbool wijst de gebruiker op belangrijke
instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis
van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich
binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit
geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken
voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen,
of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van overlijden of zwaar letsel,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van letsel of materiële schade,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
Het
symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die
nooit verplaatst mogen worden (verboden). De
specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden,
wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen
de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan
de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit
uit elkaar gehaald mag worden.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten
aanzien van het huis en al het
aanwezige meubilair, en tevens aan
huisdieren kunnen optreden.
Het
wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd
moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd
moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel
aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de
linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de
daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING
002c
• Maak het apparaat en zijn adaptor niet open en
voer geen interne modificaties uit.
.........................................................................................................
• Tracht het apparaat niet te repareren of onderdelen in het apparaat te vervangen (behalve
wanneer daartoe specifieke instructies in de
handleiding staan). Ga voor alle onderhoud naar
uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland
Service Centrum of een erkende Roland distributeur die u
op de ‘Informatie’ pagina kunt vinden.
.........................................................................................................
004
• Installeer het apparaat nooit op de volgende
locaties.
• Locaties die aan extreme temperaturen onderhevig zijn (bijvoorbeeld direct zonlicht in een
afgesloten voertuig, dichtbij een warmtekanaal of bovenop warmte genererende
apparatuur, of
• die vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers,
wasruimtes, op natte vloeren, of
• aan stoom of rook blootstaan of die
• aan zout blootstaan of die
• aan regen blootstaan of die
• stoffig of zanderig zijn of
• aan een hoge mate van vibratie en schokken onderhevig
zijn.
.........................................................................................................
007
• Zorg dat het apparaat altijd zo wordt geplaatst,
dat het waterpas staat en stabiel zal blijven.
Plaats het nooit op standaards die kunnen
wiebelen of op hellende oppervlakken.
003
.........................................................................................................
• Gebruik alleen de adaptor die bij het apparaat
hoort. Controleer ook of het lijnvoltage met het
ingangsvoltage overeenkomt, dat op de
behuizing van de adaptor wordt vermeld.
Andere adaptors kunnen een andere polariteit
gebruiken of op een ander voltage zijn ontworpen. Het
gebruik daarvan kan derhalve tot schade, storingen of
elektrische schok leiden.
.........................................................................................................
008c
4
WAARSCHUWING
009
• Buig of draai het netsnoer niet overmatig en
plaats er geen zware objecten bovenop. Hierdoor
kan het snoer beschadigen, elementen kunnen
afbreken en kortsluiting kan ontstaan. Beschadigde snoeren brengen risico’s van brand en
schok met zich mee!
.........................................................................................................
010
• Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie
met een versterker en koptelefoon of
luidsprekers, kan geluidsniveaus produceren die
permanent gehoorsverlies kunnen veroorzaken.
Gebruik het apparaat niet gedurende langere tijd
op een hoog of oncomfortabel volumeniveau. Indien u last
heeft van enig gehoorsverlies of een piep in de oren, moet u
het apparaat niet meer gebruiken en een oorarts raadplegen.
.........................................................................................................
011
• Zorg dat er geen objecten (bijvoorbeeld
brandbaar materiaal, munten of spelden) of
vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het
apparaat terechtkomen.
.........................................................................................................
012c
• Zet direct de stroom uit, haal het netsnoer uit het
stopcontact en breng het apparaat voor
onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend
Roland distributeur, te vinden op de ‘Informatie’
pagina, indien:
• De adaptor of het netsnoer is beschadigd, of
• er rook of een ongewone geur optreedt
• er objecten of vloeistof in het apparaat terecht zijn
gekomen, of
• het apparaat in de regen heeft gestaan (of op andere wijze
nat is geworden), of
• het apparaat niet normaal schijnt te functioneren of een
duidelijke verandering in werking laat zien.
.........................................................................................................
WAARSCHUWING
• In huishoudens met kleine kinderen moet een
volwassene toezicht houden, totdat het kind in
staat is de regels die essentieel zijn voor een
veilige bediening van het apparaat op te volgen.
.........................................................................................................
VOORZICHTIG
107d
• Wanneer het netsnoer of zijn stekkers in het
apparaat of het stopcontact wordt gestoken en u
de kabel vasthoudt, mogen uw handen nooit nat
zijn.
.........................................................................................................
• Bescherm het apparaat tegen zware schokken.
(Laat het niet vallen!)
108b
.........................................................................................................
• Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een
stopcontact waar een buitensporig aantal andere
apparaten gebruik van maakt. Wees in het
bijzonder voorzichtig bij het gebruik van
verlengsnoeren – de totale hoeveelheid stroom
die door alle aangesloten apparaten wordt gebruikt, mag
nooit de stroom classificatie (watts/ampères) van het
verlengsnoer overschrijden. Door overmatige ladingen kan
de isolatie van het snoer verhit raken, en uiteindelijk smelten.
.........................................................................................................
016
• Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat
gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper,
het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of
een erkend Roland distributeur. Deze zijn te
vinden op de ‘Informatie’ pagina..
.........................................................................................................
019
• Batterijen mogen nooit worden opgeladen,
verhit, uit elkaar worden gehaald of in vuur of
water worden geworpen.
.........................................................................................................
109b
• Voordat het apparaat wordt schoongemaakt, zet u de stroom
uit en haalt u de adaptor uit het stopcontact (p.32).
015
.........................................................................................................
• Stel batterijen nooit aan overmatige hitte bloot,
zoals zonlicht, vuur en dergelijke.
027
VOORZICHTIG
101b
• De plaatsing van het apparaat en de adaptor
dient zodanig te zijn, dat de juiste ventilatie niet
wordt gehinderd.
.........................................................................................................
• Wanneer de stekker van de adaptor in het
stopcontact of in dit apparaat wordt gestoken of
eruit wordt gehaald, houdt u deze altijd bij de
stekker vast, niet bij de kabel.
• Voordat het apparaat wordt verplaatst,
ontkoppelt u de adaptor en alle snoeren van
externe apparaten.
.........................................................................................................
• Wanneer er onweer in uw omgeving wordt
verwacht, haalt u de adaptor uit het stopcontact.
110b
.........................................................................................................
111: Selection
• Wanneer op onjuiste wijze gebruikt, kunnen
batterijen exploderen of lekken, en schade of
verwondingen veroorzaken. Voor de
veiligheid leest en neemt u de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht (p.19).
• Volg de installatie-instructies voor batterijen
zorgvuldig op, en zorg dat u de juiste
polariteit in acht neemt.
• Gebruik nieuwe batterijen niet samen met
gebruikte. Bovendien mogen verschillende
types batterijen niet gemengd worden.
• Verwijder de batterijen wanneer het apparaat
gedurende langere tijd niet gebruikt zal
worden.
• Als een batterij heeft gelekt, gebruikt u een zacht stuk stof
of keukenpapier om alle resten van de vloeistof uit het
batterijcompartiment weg te vegen. Installeer dan nieuwe
batterijen. Om huidontsteking te voorkomen moet u
zorgen dat de batterijvloeistof niet met uw handen of
huid in aanraking komt.
• Wees uitermate voorzichtig zodat de vloeistof niet in de
buurt of in uw ogen terechtkomt.
• Als er vloeistof in de ogen terecht is gekomen, spoelt u
het betreffende gebied direct met water.
• Bewaar batterijen nooit samen met metalen objecten zoals
balpennen, kettingen, haarspelden, enz.
.........................................................................................................
112
• Gebruikte batterijen moeten weggegooid worden
volgens de voorschriften voor het veilig verwijderen van dit soort afval in uw regio.
102d
.........................................................................................................
• Haal de stekker van de adaptor regelmatig uit
het stopcontact, en gebruik een droge doek om
stof en andere opeenhopingen van de pinnen te
verwijderen. Haal de stekker ook uit het
stopcontact wanneer u het apparaat langere tijd
niet zult gebruiken. Ophoping van stof tussen de stekker en
het stopcontact kan tot verminderde isolatie leiden en brand
veroorzaken.
.........................................................................................................
104
• Probeer het in de knoop raken van de snoeren en
kabels te vermijden. Zorg er ook voor dat u alle
snoeren en kabels buiten het bereik van kinderen
plaatst.
103b
.........................................................................................................
• Ga niet op het apparaat staan en plaats er geen
zware voorwerpen op.
.........................................................................................................
• Bewaar schroeven of kaartdeksels die u mogelijk
verwijdert en de meegeleverde SD-kaart op een
veilige plaats buiten het bereik van kinderen,
zodat deze geen onderdelen per ongeluk kunnen
inslikken.
.........................................................................................................
120
• Zet de fantoomvoeding altijd uit als een ander
apparaat dan een condensator microfoon, die
fantoomvoeding vereist, wordt aangesloten. U
riskeert beschadigingen als u een dynamische
microfoon, apparaten voor het afspelen van
geluid of andere apparaten waarvoor geen fantoomvoeding
vereist wordt, per ongeluk van fantoomvoeding voorziet.
Controleer de specificaties van de microfoon die u gaat
gebruiken, in de bij het apparaat behorende handleiding.
(De fantoomvoeding van dit apparaat: 48 V DC, 10 mA Max)
.........................................................................................................
118c
106
.........................................................................................................
5
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Stroomvoorziening:
Gebruik van batterijen
• Sluit dit apparaat niet op hetzelfde stopcontact aan dat
door een elektrisch apparaat wordt gebruikt waar een
omvormer bij te pas komt (zoals een koelkast, wasmachine, magnetronoven of airconditioner) of dat een motor
bevat. Afhankelijk van de manier waarop het apparaat
wordt gebruikt, kan de ruis van de stroomvoorziening
veroorzaken dat dit apparaat storingen gaat vertonen of
hoorbare ruis produceert. Wanneer het niet mogelijk is
om een apart stopcontact te gebruiken, plaatst u een ruisfilter tussen dit apparaat en het stopcontact.
• De adaptor zal na urenlang onafgebroken gebruik warmte
afgeven. Dit is normaal, en geen reden tot ongerustheid.
• Gebruik van eenadaptor wordt aanbevolen, aangezien het
stroomverbruik van dit apparaat relatief hoog is. Wanneer
u het gebruik van batterijen verkiest, gebruik dan het
alkaline type.
• Als het apparaat naar een locatie met een zeer afwijkende
temperatuur en/of vochtigheid wordt verplaatst, kunnen
er waterdruppels (condensatie) binnen in het apparaat
worden gevormd. Wanneer u het apparaat in deze staat
gaat gebruiken, kunnen schade en storingen ontstaan.
Daarom moet u het apparaat, voordat u het in gebruik
neemt, enige uren laten staan, totdat de condensatie volledig is verdampt.
• Afhankelijk van het materiaal en de temperatuur van het
oppervlak waarop u het apparaat plaatst, kunnen zijn
rubber voeten het oppervlak doen verkleuren of beschadigen.
U kunt een stukje vilt of doek onder de rubber voeten
plaatsen om dit te voorkomen. Als u dit doet, moet u
oppassen dat het apparaat niet glijdt of per ongeluk wordt
verplaatst.
Onderhoud
• Wanneer batterijen geïnstalleerd of vervangen worden,
zet u dit apparaat en andere apparaten die u mogelijk
heeft aangesloten altijd uit. Op die manier kunt u storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers of andere
apparaten voorkomen.
• Voor het dagelijks schoonhouden van het apparaat
gebruikt u een zachte, droge doek of één die met water
licht vochtig is gemaakt. Om hardnekkig vuil te verwijderen gebruikt u een doek met een mild, niet-schurend reinigingsmiddel.Daarna veegt u het apparaat grondig met
een zachte, droge doek af.
• Voordat u dit apparaat op andere apparaten aansluit,
moeten alle apparaten worden uitgeschakeld, om storingen en/of schade aan luidsprekers te voorkomen.
• Gebruik geen benzeen, thinner, alcohol of oplosmiddelen,
omdat deze vervorming of kleurverandering kunnen veroorzaken.
Plaatsing
Reparaties en data
• Wanneer het apparaat in de buurt van krachtversterkers
(of andere apparatuur welke grote stroom transformators
bevat) wordt gebruikt, kan ruis worden opgewekt. Om dit
probleem te verzachten, verandert u de richting van dit
apparaat of plaatst u het verder weg van de storingsbron.
• Wees er op bedacht dat alle data in het geheugen van dit
apparaat verloren kunnen gaan wanneer het apparaat ter
reparatie wordt aangeboden. Sla belangrijke data altijd op
een SD-kaart of in een computer op of maak er een notitie
van (indien mogelijk). Tijdens reparaties wordt altijd
geprobeerd om het verlies van data te vermijden, maar in
bepaalde gevallen spijt het ons dat de opgeslagen inhoud
niet meer hersteld worden (bijvoorbeeld als het circuit
voor de geheugensectie zelfs niet meer werkt). Roland is
niet aansprakelijk voor dit soort verlies van data.
• Dit apparaat kan storing in radio en televisieontvangst
veroorzaken. Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid
van dit soort ontvangers.
• Ruis kan veroorzaakt worden wanneer draadloze communicatieapparaten zoals mobiele telefoons in de buurt
van dit apparaat worden gebruikt. Dit soort ruis kan
optreden bij het ontvangen of starten van een gesprek of
tijdens de conversatie. Als u dit soort problemen ondervindt, dient u deze draadloze apparaten op meer afstand
van dit apparaat gebruiken of uit te zetten.
• Stel het apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het
niet in de buurt van apparaten die warmte afgeven, laat
het niet in een afgesloten voertuig achter en onderwerp
het niet aan temperatuur extremen. Door overmatige hitte
kan het apparaat vervormen of verkleuren.
Aanvullende
voorzorgsmaatregelen
• Wees er op bedacht dat de inhoud van het geheugen door
een storing of onjuist gebruik van het apparaat onherstelbaar verloren kan gaan. Om uzelf tegen het risico van verlies van belangrijke data te beschermen, raden wij u aan
om van tijd tot tijd een reservekopie van belangrijke data
die u in het geheugen van het apparaat heeft opgeslagen
op een SD-kaart of in een computer op te slaan.
• De inhoud van data die in het geheugen van het apparaat
of op een SD-kaart is opgeslagen, kan soms helaas niet
meer hersteld worden nadat deze verloren is gegaan.
Roland Corporation is niet verantwoordelijk voor dit
soort dataverlies.
6
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
• Behandel de knoppen, schuifregelaars of andere bedieningsknoppen van dit apparaat met gepaste voorzichtigheid. Dit geldt ook voor het gebruik van de stekkers en
aansluitingen. Ruwe behandeling kan tot storingen leiden.
• U mag nooit hard op het display slaan of drukken.
• Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle kabels,
houdt u deze bij de aansluiting zelf vast – trek nooit aan
de kabel. Op deze manier vermijdt u kortsluiting of
schade aan de interne elementen van de kabel.
• Om te vermijden dat u uw buren stoort, probeert u het
volume van dit apparaat op een redelijk niveau te houden. U kunt ervoor kiezen om een koptelefoon te gebruiken, zodat u zich geen zorgen om de personen in uw
naaste omgeving hoeft te maken (‘s nachts in het bijzonder.)
• Wanneer u het apparaat moet transporteren, verpakt u het
zo mogelijk in de originele doos (inclusief schokabsorberend materiaal). Anders zult u soortgelijk verpakkingsmateriaal moeten gebruiken.
• Gebruik alleen het gespecificeerde expressiepedaal
(Roland EV-5, BOSS FV-500L/FV-500H, apart verkrijgbaar). Als een ander expressiepedaal wordt aangesloten,
riskeert u storingen en beschadigingen aan het apparaat.
• Sommige aansluitingskabels bevatten weerstanden.
Gebruik voor het aansluiten van dit apparaat geen kabels
die weerstanden hebben. Bij gebruik van dit soort kabels
kan het geluidsniveau extreem laag of zelfs niet hoorbaar
zijn. Informatie over kabelspecificaties kunt u bij de fabrikant van de kabel verkrijgen.
Voordat SD-kaarten worden
gebruikt
SD-kaarten gebruiken
• Steek de SD-kaart voorzichtig helemaal in – totdat deze
stevig op zijn plaats zit.
• Om beschadigingen aan kaarten van statische elektriciteit te voorkomen, moet mogelijke statische elektriciteit van uw eigen lichaam ontladen worden voordat u
met de kaarten gaat werken.
• Raak het contactgedeelte van de kaarten niet aan, en
zorg dat deze niet met metaal in aanraking komen.
• De kaarten mogen niet gebogen worden, laat ze niet
vallen en stel ze niet aan sterke schokken of vibratie
bloot.
• Bewaar de kaarten niet in direct zonlicht, in afgesloten
voertuigen of soortgelijke locaties.
• Laat de kaarten niet nat worden.
• De kaarten mogen niet uit elkaar gehaald of gewijzigd
worden.
Behandeling van DVD-ROMs
• Vermijd het aanraken of krassen van de glanzende onderkant (gecodeerd oppervlak) van de disk. Beschadigde of
vuile DVD-ROM disks kunnen niet goed gelezen worden.
Houd uw disks met een in de winkel verkrijgbaar DVD
reinigingsproduct schoon.
Auteursrecht
• Het onbevoegd opnemen, dupliceren, verspreiden, verkopen, leasen, publiekelijk uitvoeren, uitzenden of soortgelijke handelingen van een volledig werk of gedeelte daarvan (muzikale compositie, video, uitzending, publiekelijke uitvoering enz.) waarvan het auteursrecht bij een
derde partij ligt, is bij de wet verboden.
• Dit product kan gebruikt worden voor het opnemen of
dupliceren van geluid of visueel materiaal zonder beperkingen van bepaalde technologische kopieerbeveiligingsmaatregelen. Dit komt doordat dit product voor het produceren van origineel muziek of beeldmateriaal is
bedoeld, en om die reden zo is ontworpen dat materiaal
dat geen inbreuk maakt op auteursrechten die aan anderen behoren (bijvoorbeeld uw eigen, originele werken)
vrijelijk opgenomen of gedupliceerd kan worden.
• Gebruik dit product niet voor doeleinden die het auteursrecht van een derde partij kunnen overtreden. We nemen
geen enkele verantwoordelijkheid met betrekking tot
overtredingen van derde partij auteursrechten, die middels uw gebruik van dit apparaat optreden.
Knoppen bedienen
705
• Raak de terminals van de SD-kaart nooit aan. Vermijd
tevens het vies worden van de contactpunten.
• SD-kaarten worden met gebruik van precisiecomponenten vervaardigd. Behandel de kaarten met zorg, en let
vooral op het volgende:
• In de volgende situaties kunnen de knoppen mogelijk niet
correct reageren.
• Als u deze bedient terwijl u handschoenen draagt.
• Als u deze met een pen of ander object dan uw vinger
bedient.
• Als er waterdruppels op de BR-600 zijn gevormd
• Als er een object op de BR-800 ligt
• Als twee of meer knoppen worden aangeraakt
7
Inhoud
Opnamestroom op de BR-800................. 3
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE
MANIER GEBRUIKEN ........................... 4
BELANGRIJKE OPMERKINGEN.......... 6
Hoofdkenmerken.................................... 12
Paneelbeschrijvingen ............................. 13
Bovenpaneel.............................................. 13
Voorpaneel Panel ..................................... 17
Achterpaneel............................................. 18
Zijpaneel .................................................... 19
Batterijen installeren ................................ 20
Snelle start ......................... 23
De demosongs beluisteren .................... 24
De ingangsgevoeligheid aanpassen ...... 39
Het opnameniveau aanpassen ............... 40
De track(s) die u wilt opnemen
selecteren ................................................... 40
V-Tracks selecteren .................................. 41
Het stereo-gevoel van het
invoergeluid aanpassen (PAN) .............. 42
Opnemen ................................................... 42
Loop Recording ........................................ 43
Afspelen..................................................... 43
Aanvullende uitvoeringen opnemen
(Overdubben) ..........................................44
Herhaald afspelen (Repeat) ...................45
De Repeat regio specificeren .................. 45
De Repeat regio op een exact
interval instellen....................................... 46
1. Aansluitingen maken .......................... 24
2. De stroom aanzetten............................ 25
3. De demosongs beluisteren.................. 26
Alleen een vergissing opnieuw
opnemen (Punch-In/Out)......................47
Opnemen met de EZ Recording
functie...................................................... 28
Handmatige Punch-In/Out.................... 47
Auto Punch-In/Out ................................. 48
1. Maak opname-instellingen ................. 28
2. Opnemen............................................... 29
3. Afspelen................................................. 31
EZ Recording parameterlijst................... 32
Een handeling annuleren (UNDO/
REDO).......................................................50
Naar de vorige status terugkeren
(UNDO) ..................................................... 50
De Undo annuleren (REDO)................... 50
Voorbereiding voor opname33
Informatie over de song bekijken .........51
Aansluitingen maken............................. 34
De resterende opnametijd bekijken....... 51
Songinformatie bekijken ......................... 51
De snoerhaak gebruiken ......................... 35
De stroom aan/uitzetten ....................... 36
De stroom aanzetten................................ 36
De stroom uitzetten ................................. 36
Opnemen/afspelen............. 37
Opnemen ................................................. 38
Een nieuwe song creëren
(SONG NEW) ........................................... 38
Een song selecteren (SONG SELECT)... 38
De ingangsbron selecteren...................... 39
8
Eenvoudige opname
(SONG SKETCH) ....................................52
Naar Song Sketch modus
overschakelen ........................................... 52
Opnemen ................................................... 52
Afspelen..................................................... 53
Een WAV-bestand wissen....................... 53
Een WAV-bestand een naam geven ...... 54
Informatie over het
WAV-bestand bekijken ........................... 54
Inhoud
Effecten gebruiken .............. 53
De drumklanken veranderen
(Drum Kit)................................................95
Inserteffecten gebruiken ........................ 54
Een drumkit selecteren............................ 95
Effect Patches en banken......................... 54
Het Insert-effect aan/uitzetten .............. 55
Het Insert-effect op eenvoudige wijze
bewerken (EZ TONE).............................. 55
De Insert effectinstellingen bewerken... 56
De Insert effectinstellingen opslaan
(Write)........................................................ 57
De locatie van het Insert effect
veranderen (LOCATION)....................... 58
Algoritme lijst ........................................... 59
Parameterlijst ............................................ 64
Een origineel arrangement creëren ......96
Bewerken ......................... 103
Een gevoel van ruimtelijkheid
toevoegen................................................. 83
De locatie waarop een geluid begint of
eindigt opzoeken (Scrub/Preview) ....104
De diepte van het Loop effect
aanpassen .................................................. 83
.................................................................... 83
Het Loop effect bewerken....................... 84
Parameterlijst ............................................ 84
Bewerken................................................105
Een stap invoegen .................................... 98
Een stap wissen ........................................ 98
Een arrangement een naam geven......... 99
Een arrangement kopiëren ................... 100
Een arrangement wissen ....................... 101
Het afspelen van het patroon of
arrangement vertragen (OFFSET) ......102
Ritme gebruiken ................. 87
Trackbewerking...................................... 105
Een song kopiëren (SONG COPY) ...... 107
Een song wissen (SONG ERASE) ........ 107
De song een naam geven
(SONG NAME)....................................... 108
Een song beveiligen
(SONG PROTECT)................................. 108
Een song opslaan (SAVE CURRENT
STATE)..................................................... 109
Overzicht van de ritmesectie ................ 88
Mastering ......................... 111
De klank van elk track aanpassen........ 86
De Track EQ bewerken ........................... 86
Parameterlijst ............................................ 86
Patronen en arrangementen ................... 88
Over de drumklanken (Drum Kits)....... 89
Het ritme aan/uitzetten .......................... 90
Afwisselen tussen Pattern modus en
Arrangement modus ............................... 90
Patronen spelen ...................................... 91
Het tempo veranderen ............................ 92
De [TAP TEMPO] knop gebruiken
om het tempo in te stellen....................... 92
Een arrangement spelen ........................ 93
Het tempo veranderen ............................ 94
De [TAP TEMPO] knop gebruiken
om het tempo in te stellen....................... 94
Mastering gebruiken bij het creëren
van een song ..........................................112
De Mastering effectinstellingen
bewerken ................................................. 114
De Mastering effect-instellingen
opslaan (Write) ....................................... 115
Parameterlijst .......................................... 115
Na mastering van songs
gebruikmaken........................................116
Op de computer van songs
gebruikmaken......................................... 116
De gemasterde song op een extern
apparaat opnemen ................................. 116
9
Inhoud
USB gebruiken.................. 117
stemapparaat specificeren .................... 131
Voordat USB wordt gebruikt.............. 118
Het geluid van een geluids-apparaat
mixen (LINE IN MIX)...........................132
Over de ‘BR-800 DVD-ROM’ ............... 118
De USB-driver installeren ..................... 118
Datastructuur op de SD-kaart .............. 118
De BR-800 als een audio interface
gebruiken ............................................... 119
Uitvoerinstellingen (OUTPUT)...........133
Uitvoerinstellingen voor LINE OUT
en koptelefoon (OUTPUT MODE) ...... 133
Het koptelefoonvolume aanpassen
(PHONES LEVEL).................................. 133
Geluid van de BR-800 op de computer
opnemen.................................................. 119
De BR-800 gebruiken om songs die
door de computer worden
afgespeeld te horen................................ 119
De BR-800 gebruiken om songs die door
de computer worden afgespeeld op te
nemen ...................................................... 119
De fabrieksinstellingen herstellen
(FACTORY RESET)...............................136
De BR-800 voor software-besturing
gebruiken ............................................... 120
Een SD-kaart initialiseren
(FORMAT) .............................................137
SONAR LE gebruiken ........................... 120
Controllers die in Control Surface
modus gebruikt kunnen worden........ 120
Het gebruik van de SD-kaart bekijken
(SD CARD INFORMATION) ..............138
Data met de computer uitwisselen .... 121
De BOSS BR Serie Wave Converter
gebruiken ................................................ 121
WAV-bestanden overbrengen.............. 121
Data op de computer opslaan
(Backup/Recover) ................................ 123
Instellingen voor USB functionaliteit
maken ..................................................... 125
Parameterlijst .......................................... 125
Handige functies............... 127
Het display contrast bijstellen ............ 128
Een voetschakelaar/expressiepedaal
gebruiken ............................................... 129
Een expressiepedaal gebruiken ........... 129
Een voetschakelaar gebruiken ............. 129
Een instrument stemmen (TUNER)... 130
Naar het stemapparaat overschakelen 130
Stemmen.................................................. 130
De referentietoonhoogte van het
10
Frases oefenen (PHRASE TRAINER).134
De snelheid omlaag brengen (TIME
STRETCH) ............................................... 134
Geluiden in het midden minimaliseren
(CENTER CANCEL).............................. 135
Het batterijverbruik reduceren
(POWER SAVE).....................................139
Een condensator microfoon gebruiken
(PHANTOM POWER)..........................140
Appendix.......................... 141
SD-kaarten die met de BR-800
gebruikt kunnen worden .....................142
Arrangement / patronenlijst ...............144
Preset arrangementlijst.......................... 144
Preset patronenlijst ................................ 145
Probleemoplossing ...............................146
Problemen met de stroomvoorziening 146
Problemen met het geluid..................... 146
Problemen met de SD-kaart.................. 147
Problemen met USB ............................... 148
Problemen met de knoppen ................. 148
Lijst met foutmeldingen .......................149
Specificaties............................................152
Index .......................................................153
Hoofdkenmerken
De BR-800 is een digitale recorder waarmee zelfs beginners op eenvoudige wijze songs kunnen creëren.
Van opnemen tot masteren, met dit handige apparaat zult u binnen de kortste keren genieten van de voordelen van digitaal
opnemen.
Vier-track gelijktijdig
opnemen/acht-track
gelijktijdig afspelen
De BR-800 voorziet in opnamemogelijkheden die aan
een brede reeks eisen voldoen.
Talloze effecten van hoge
kwaliteit (p.53, p.111)
• COSM-effecten voor elektrische gitaar/bas komen van
de BOSS GT-10/10B.
• Effecten voor vocalen waarmee toonhoogtecorrectie
uitgevoerd kan worden, en effecten die het geluid van
een akoestische gitaar op realistische wijze modelleren
zijn beschikbaar.
• Aangezien de BR-800 is uitgerust met
Masteringeffecten die u op elk moment kunt
gebruiken, alsmede loopeffecten, kunt u alleen met dit
apparaat al een aantal werkelijk hoogwaardige songs
te creëren.
Verbinden via USB (p.117)
Er zijn drie manieren om het apparaat van stroom te
voorzien: met eenadaptor, met batterijen of door het op
een USB-bus aan te sluiten. Dit betekent dat u de BR800 vrijwel overal kunt gebruiken.
Ingebouwde stereo
microfoons
Met de ingebouwde stereo microfoons kunt u op
handige wijze de uitvoering van uw band of
akoestische instrumenten opnemen.
Drievoudige
stroomvoorziening
De BR-800 kan werken met gebruik van eenadaptor,
batterijen of USB-bus voeding.
Ritmefunctie (p.87)
Wordt geleverd met ritmeproductie functie die
drumklanken van hoge kwaliteit biedt.
U kunt deze als leidraad tijdens de opname gebruiken
of uw eigen originele ritmeparts creëren en die samen
met uw uitvoering opnemen.
EZ Recording functie (p.26)
De EZ Recording functies biedt een snelle opstelling
voor verschillende opnametypes.
Song Sketch functie (p.50)
Met de Song Sketch functie kunt u stereo WAVbestanden opnemen en afspelen.
Dit is een handige manier om geluidsmemo’s van uw
muzikale ideeën en frases op te nemen.
Over COSM (Composite Object Sound
Modeling)
Composite Object Sound Modeling – afgekort
‘COSM’ – is BOSS/Roland’s innovatieve en krachtige
technologie die voor het digitaal recreëren van het
geluid van klassieke muziekinstrumenten en effecten
wordt gebruikt. COSM analyseert de vele factoren
waaruit het oorspronkelijke geluid is opgebouwd –
inclusief zijn elektrische en fysieke kenmerken – en
creëert een digitaal model dat het origineel op
accurate wijze reproduceert.
11
Paneelbeschrijvingen
Bovenpaneel
fig.TopPanel.eps
1
2
8
3
7
6
4
5
1
MIC L/R (interne stereo microfoons L/R)
U kunt deze microfoons gebruiken om in stereo op te
nemen.
‘De ingangsbron selecteren’ (p.37).
* Luidsprekers zijn niet ingebouwd. Om het geluid te horen
moet u een koptelefoon gebruiken of versterkte luidsprekers
op de LINE OUT Jacks aansluiten.
2
De indicator licht op ongeveer –6 dB onder het niveau
waarop vervorming begint op. Gebruik de INPUT SENS
knoppen om de ingangsgevoeligheid aan te passen,
zodat de PEAK indicators af en toe oplichten, wanneer u
harder speelt.
‘De ingangsgevoeligheid aanpassen’ (p.37).
INPUT SENSE (Input Sensitivity) [1], [2] knoppen
Met deze knoppen wordt de ingangsgevoeligheid van de
apparaten die op de INPUT 1 en 2 Jacks zijn aangesloten
aangepast.
INPUT SENSE (Input Sensitivity)
[3/MIC L], [4/MIC R] knoppen
Met deze knoppen wordt de ingangsgevoeligheid van de
apparaten die op de INPUT 3 en 4 Jacks zijn aangesloten of
van de interne stereo microfoons aangepast.
‘De ingangsgevoeligheid aanpassen’ (p.37).
12
PEAK indicators
Deze geven aan of vervorming optreedt met betrekking tot
INPUT 1-4 Jacks of tot de interne stereo microfoons
(ingangsbronnen).
[REC LEVEL] (Recording Level) knop
Met deze knop wordt het volume van de opname op de
track aangepast.
* Als u de [REC LEVEL] knop tijdens de opname laag draait
om het afluistervolume af te laten nemen, wordt de
ingangsbron op een lager volume opgenomen. Hierdoor zal
ruis meer waarneembaar zijn als u het volume van de track
tijdens het afspelen verhoogt.
Als u het afluistervolume wilt verlagen, dient u de
[MASTER] schuifregelaar te gebruiken om het volume te
verlagen. Als u het volume tijdens het afspelen wilt
Paneelbeschrijvingen
veranderen, past u de [TRACK] schuifregelaars van elke
track aan.
‘Het opnameniveau aanpassen’ (p.38).
3
Track [1]-[7/8] schuifregelaars
Deze schuifregelaars passen het afspeelvolume van elke
track aan.
[RHYTHM] schuifregelaar
Deze schuifregelaar past het volume van het ritme aan.
‘Patronen spelen’ (p.91)
‘Een arrangement spelen’ (p.93)
[MASTER] schuifregelaar
Met deze schuifregelaar wordt het algehele volume
bijgesteld.
4
Track 1-7/8 [PLAY] knoppen
Deze knoppen selecteren de tracks die zullen spelen.
Niet verlicht:
track die geen data bevat (niet
opgenomen)
Verlicht:
track die zal spelen (bevat data)
Knipperend:
track die niet zal spelen (bevat data)
Track 1-7/8 [REC] knoppen
Deze knoppen selecteren de tracks die opgenomen zullen
worden.
Niet verlicht:
track die niet opgenomen zal worden
Verlicht:
track die opgenomen zal worden
Knipperend:
track die volgens loop-recording
opgenomen zal worden
‘Opnemen’ (p.36)
[TAP TEMPO] knop
U kunt het tempo van het ritme instellen door deze
knop herhaaldelijk op de gewenste timing in te
drukken.
‘Masteren’ (p.111)
5
[RETRY] knop
Deze knop keert terug naar de tijdslocatie waar u voor het
laatst met opnemen begon.
[REPEAT] knop
Gebruik deze knop om een gewenste sectie die u herhaald
wilt beluisteren te specificeren.
‘Herhaaldelijk afspelen (Repeat)’ (p.43)
[ZERO] knop
Deze knop brengt u naar de 00:00:00-00:0 tijdslocatie.
[REW] (Rewind) knop
De song zal voortdurend worden teruggespoeld terwijl u
deze knop ingedrukt houdt.
[FF] (Fast-Forward) knop
De song zal voortdurend vooruitgespoeld worden als u
deze knop ingedrukt houdt.
[STOP] knop
Deze knop stopt de opname of het afspelen.
‘Opnemen’ (p.40)
‘Afspelen’ (p.41)
[PLAY] knop
Deze knop speelt de song. Als de [REC] knop knippert, en u
op de [PLAY] knop drukt, zal de opname starten. Deze
knop is groen verlicht tijdens opnemen of afspelen.
‘Opnemen’ (p.40)
‘Afspelen’ (p.41)
[REC] (Recording) knop
Dit is de opnameknop. Behalve voor normale opname
handelingen wordt deze ook voor Punch In/Out gebruikt.
In de opname-standby modus knippert deze knop rood, en
tijdens de opname is de knop voortdurend rood verlicht.
‘Opnemen’ (p.40)
‘Handmatige Punch-In/Out’ (p.45)
‘De [TAP TEMPO] knop gebruiken om het tempo in te
stellen’ (p.92), (p.94)
[MASTER FX] (Mastering effect) knop
Deze knop bidet toegang tot een scherm waarin u het
Mastering effect aan/uit kunt zetten en zijn
instellingen kunt bewerken.
13
Paneelbeschrijvingen
fig.TopPanel.eps
1
2
8
3
7
6
4
5
6
[TRACK] knop
Met deze knop kunt u de klankkwaliteit van elke track
aanpassen of de track bewerken (p.105).
[MENU] knop
Deze knop geeft toegang tot verschillende functies, zoals
instellingen voor de gehele BR-800.
[EXIT] knop
Deze knop brengt u naar het vorige scherm terug of
annuleert een handeling.
[ENTER] knop
Deze knop bevestigt een selectie of voltooit een invoer.
Draaiknop
Gebruik deze om de huidige locatie van de song te
veranderen (vooruitspoelen of terugspoelen). Wanneer u
instellingen voor verscheidene functies maakt, wordt deze
knop gebruikt om waardes te bewerken.
CURSOR knoppen
Deze knoppen verplaatsen de cursor.
14
7
[EFFECTS] knop
Deze knop geeft toegang tot een scherm waar u het Insert
effect (p.54) aan/uit kunt zetten en zijn instellingen kunt
bewerken.
[RHYTHM] knop
Deze knop geeft toegang tot een scherm waarin u het ritme
aan en uit kunt zetten, en zijn instellingen kunt bewerken.
‘Overzicht van de ritmesectie’ (p.88)
[SONG SKETCH] knop
Deze knop brengt u naar de Song Sketch modus.
‘Eenvoudig opnemen (SONG SKETCH)’ (p.50)
[EZ REC] (EZ Recording) knop
Met deze knop gaat u naar de EZ Recording modus.
‘Opnemen met de EZ Recording functie’ (p.26)
Paneelbeschrijvingen
8
6 Tempo
Dit geeft het tempo van het ritme aan.
Display
fig.Display.eps
2
3
4
7 Level meter
5
Dit geeft het volume aan.
6
1
7
Onderdeel
INPUT
TRACK
Dit toont verschillende types informatie, afhankelijk van de
instelling die u maakt, zoals volumeniveaus,
menuschermen en schermen voor parameterbewerkingen.
RHY
LR
Als u de informatie in het display moeilijk kunt lezen, kijkt
u bij ‘Het display contrast bijstellen’ (p.128).
Uitleg
Dit geeft het volume van de invoer aan.
Dit geeft het volume van de uitvoer
van elke track aan.
Dit geeft het volume van de uitvoer
van het ritme aan.
Dit geeft het volume van de uitvoer
volgend op de [MASTER] schuifregelaar aan.
Over het Play scherm
1 Song
Dit toont de songnaam.
2 Time
Dit toont de huidige tijdslocatie in de song, uitgedrukt
in ‘** uren (h) ** minuten (m) ** seconden (s)’.
Op de BR-800 wordt het hoofdscherm dat (bijvoorbeeld)
verschijnt vlak nadat de stroom is aangezet (zie onder),
wordt het ‘Play scherm’ genoemd.
D_Play.eps
3 Frame
Dit toont het framenummer van de huidige positie in
de song.
4 Measure
Dit toont de huidige locatie in de song.
Vanaf links geven de waardes het ‘maatnummer’telnummer’ aan.
5 Power
Dit geeft de status van de stroomvoorziening aan.
Indicatie
Uitleg
Stroom wordt door de adaptor geleverd.
Stroom wordt door de computer geleverd.
De uitleg in deze handleiding bevat illustraties die
afbeelden wat er kenmerkend in het display
getoond zal worden. Uw apparaat kan echter een
nieuwere, verbeterde versie van het systeem
hebben (d.w.z. dat nieuwere geluiden bevat), dus
wat u daadwerkelijk in het display ziet, kan
mogelijk niet altijd overeenkomen met dat wat in de
handleiding verschijnt.
De batterijen zijn in goede staat.
De batterijen raken leeg.
De batterijen zijn bijna leeg. Installeer
zo snel mogelijk nieuwe batterijen.
De batterijen zijn leeg. Installeer nieuwe batterijen.
15
Paneelbeschrijvingen
Voorpaneel
fig.FrontPanel.eps
1
2
1 PHONES Jack (stereo)
Sluit hier een apart verkrijgbare stereo koptelefoon aan. Via een koptelefoon kunt u hetzelfde geluid als dat van de LINE
OUT Jack uitgangen horen.
Gebruik de [MASTER] schuifregelaar om het volume van de koptelefoon aan te passen.
Als de OUTPUT MODE (p.133) op ‘SPLIT’ is ingesteld, wordt alleen het geluid van de ritmetrack via de PHONES
Jack uitgestuurd.
2 GUITAR/BASS Jack
Sluit hier een gitaar of bas aan. Dit is een hoogohmige ingangsjack.
16
Paneelbeschrijvingen
Achterpaneel
fig.RearPanel.eps
1
2
1 Veiligheidsslot (
3
4
5
)
http://www.kensington.com/
2 LINE OUT Jacks
Dit zijn analoge audio uitgangsjacks. U kunt deze op externe geluidsapparatuur aansluiten (bijv. een stereo versterker)
of op een CD-recorder of soortgelijk apparaat om de analoge uitvoer van de BR-800 op te nemen (p.116).
3 FOOT SW/EXP PEDAL (Foot Switch/Expression Pedal) Jack
Hier kan een apart verkrijgbare voetschakelaar (BOSS FS-5U, Roland DP-2) of expressiepedaal (Roland EV-5, BOSS FV500L/FV-500H) worden aangesloten.
Als een voetschakelaar is aangesloten, kunt u uw voet gebruiken om het afspelen van de song te starten of stoppen of
om punch/in/out uit te voeren.
Als een expressiepedaal is aangesloten kunt u uw voet gebruiken om het Insert effect te besturen.
‘Een voetschakelaar/expressiepedaal gebruiken’ (p.129)
4 LINE IN Jack
Dit is een ingangsjack voor analoge geluidssignalen. U kunt de uitgang van een draagbare geluidsspeler of soortgelijk
apparaat op deze Jack aansluiten.
5 INPUT 1–4 Jacks
Dit zijn microfoon/lijninvoer Jacks/aansluitingen. Twee types zijn beschikbaar: mono Jacks en gebalnceerde XLR
aansluitingen.
De XLR aansluiting van INPUT 4 kan in 48V fantoomvoeding voorzien. De mono Jacks accepteren zowel gebalanceerde
als ongebalanceerde aansluitingen.
‘Een condensatormicrofoon gebruiken (PHANTOM POWER)’ (p.140)
* U kunt de mono phone Jack en de XLR aansluiting niet gelijktijdig voor dezelfde ingang gebruiken. Sluit geen pluggen tegelijkertijd
op beide aan.
17
Paneelbeschrijvingen
Zijpaneel
fig.SidePanel.eps
1
2
3
4
1 MEMORY CARD (SD card) ruimte
Steek een SD-kaart in. Opnemen is niet mogelijk tenzij een SD-kaart is ingestoken.
‘SD-kaarten die met de BR-800 gebruikt kunnen worden’ (p.142)
2 USB-aansluiting
•
•
•
•
Met deze aansluiting kunt u de BR-800 via een USB-kabel met een computer verbinden. Als de BR-800 op een computer
is aangesloten, kunt u de volgende dingen doen.
De BR-800 als een audio interface en regelpaneel gebruiken.
Geluidsdata van en naar de computer sturen.
Originele ritmes en drumkits creëren.
Reservekopieën van data maken.
‘USB gebruiken’ (p.117)
3 [POWER] schakelaar
Dit is de aan/uit schakelaar. Hiermee wordt de BR-800 aan- en uitgezet (p.34).
Positie
ON
OFF
USB
Uitleg
Stroom is aan, wanneer de bijgeleverde adaptor of batterijen worden gebruikt
Stroom is uit
Stroom is aan wanneer via een USB-kabel is verbonden.
USB (voedingbus) kan gebruikt worden als de BR-800 via een USB-kabel met een computer is verbonden.
Stroom wordt van de computer geleverd via de USB-kabel. Als busvoeding wordt gebruikt, stelt u de aan/
uit schakelaar op de USB-positie in.
* Voordat u het apparaat via een USB bus van stroom kunt voorzien, moet u eerst de geschikte driver op de
computer installeren (p.118).
* Afhankelijk van de computer kan de BR-800 mogelijk niet werken met gebruik van busvoeding. In dat geval
gebruikt u de adaptor.
4 DC IN (adaptor) Jack
Sluit hier de bijgeleverde adaptor aan (p.32).
• Gebruik alleen de meegeleverde adaptor. Als een andere adaptor wordt gebruikt, kan oververhitting en storing
optreden.
• Belangrijke data kunnen beschadigen als de adaptor tijdens gebruik wordt ontkoppeld.
18
Paneelbeschrijvingen
Batterijen installeren
1
2
3
Zorg dat de [POWER] schakelaar op ‘OFF’ staat.
Draai de BR-800 om.
Verwijder het batterijdeksel.
fig.Batt01.eps
Batterijdeksel
4
Plaats zes AA batterijen in het batterijcompartiment.
Let op dat u de juiste richting in acht neemt (+/richting).
fig.Batt02.eps
5
Bevestig het batterijdeksel.
• Als u het apparaat omkeert, plaatst u een stapeltje
kranten of tijdschriften onder de vier hoeken aan
beide kanten, om beschadigingen aan knoppen en
regelaars te voorkomen. Probeer het apparaat
altijd zo te plaatsen dat knoppen en regelaars niet
kunnen beschadigen.
• Als u het apparaat omkeert, behandelt u het
voorzichtig en zorgt u dat het niet kan (om)vallen.
• Wanneer onjuist gebruikt, kunnen batterijen
exploderen of lekken en beschadigingen of
verwondingen veroorzaken. In het belang van
veiligheid leest en neemt u de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
• Volg de installatie-instructies voor batterijen
zorgvuldig en neem de juiste polariteit in acht.
• Gebruik geen nieuwe batterijen samen met
gebruikte batterijen. Bovendien mogen
verschillende types batterijen niet samen
worden gebruikt.
• Verwijder de batterijen wanneer het apparaat
gedurende langere tijd niet gebruikt zal worden.
• Als een batterij heeft gelekt, gebruikt u een
zachte doek of keukenpapier om de resten van
de ontlading uit het batterijcompartiment te
vegen. Installeer dan nieuwe batterijen. Om
ontsteking van de huid te voorkomen, moet u
zorgen dat de batterijontlading niet in aanraking
komt met uw handen of huid. Wees uitermate
voorzichtig en zorg dat er geen ontlading in de
buurt van uw ogen komt. Spoel het betreffende
gebied direct onder stromend water als er
ontlading in de ogen terecht is gekomen.
• Bewaar batterijen nooit samen met metalen
objecten zoals balpennen, kettingen,
haarspelden, enz.
• We adviseren u om alkaline batterijen te
gebruiken, die een langere levensduur hebben.
• Wanneer de batterijen leeg raken, wordt ‘Battery
Low!’ in het display weergegeven. Als deze
boodschap verschijnt, vervangt u de batterijen zo
snel mogelijk.
• De levensduur van de batterijen is afhankelijk van
de manier van gebruik en het batterijmodel. Dit
wordt tevens beïnvloed door het type SD-kaart en
de capaciteit daarvan.
19
MEMO
20
Snelle
start
21
De demosongs beluisteren
De bij de BR-800 behorende SD-kaart bevat demosongs. Hier ziet u hoe de demosongs afgespeeld kunnen worden.
1. Aansluitingen maken
Terwijl de BR-800 en de monitor luidsprekers zijn uitgezet, maakt u aansluitingen zoals hieronder wordt getoond.
fig.Quick_EZ1-e.eps
Monitor luidsprekers
Adapter
Naar de LINE OUT jacks
Naar de GUITAR/BASS jack
Stereo koptelefoon
Als u een koptelefoon
gebruikt, sluit u deze op de
PHONES jack aan.
22
Elektrische gitaar
Snelle start
De demosongs beluisteren
Voorbereiding
voor opname
2. De stroom aanzetten
* U moet de volgende procedure gebruiken om de stroom aan te zetten. Als een verkeerde volgorde wordt aangehouden, kunnen
storingen of beschadigingen aan luidsprekers ontstaan.
1
Verlaag de [MASTER] schuifregelaar van de BR-800.
2
Zet de [POWER] schakelaar aan.
3
Zet de stroom van de monitor luidsprekers aan.
Effecten
gebruiken
Opnemen/
afspelen
fig.Quick_DemoSong2-1.eps
Mastering
Bewerken
Ritme
gebruiken
fig.Quick_DemoSong2-2.eps
2
Zet de stroom van de monitor luidsprekers uit.
3
Zet de [POWER] schakelaar uit.
Handige
functies
Zorg dat het afspelen van de song is gestopt.
Als de song wordt afgespeeld, drukt u op de [STOP] knop om het
afspelen te stoppen.
* Zet de stroom niet uit als de ‘Keep power on!’ indicatie wordt getoond.
23
Appendix
1
USB
gebruiken
De stroom uitzetten
De demosongs beluisteren
3. De demosongs beluisteren
1
Druk op de [MENU] knop.
Het MENU scherm verschijnt.
D_Menu_Input.eps
2
Gebruik de CURSOR [ ] [
druk op de [ENTER] knop.
] knoppen om de cursor naar ‘SONG’ te verplaatsen en
Het SONG scherm verschijnt.
D_Song_New.eps
3
Gebruik de CURSOR [ ] [
druk op de [ENTER] knop.
] knoppen om de cursor naar ‘SELECT’ te verplaatsen en
Het SONG SELECT scherm verschijnt.
4
Gebruik de CURSOR [ ] [ ] knoppen om de cursor naar ‘DemoSong’ te verplaatsen
en druk op de [ENTER] knop.
Het speelscherm verschijnt.
24
Voorbereiding
voor opname
Stel de schuifregelaars op de hieronder getoonde posities in.
fig.Quick_DemoSong3-5-e.eps
Trackfaders op nominale positie.
Druk op de [PLAY] knop.
Het afspelen van de song zal beginnen. Verhoog langzaam de [MASTER] schuifregelaar om het
volume aan te passen.
Effecten
gebruiken
6
Opnemen/
afspelen
[MASTER] schuifregelaar op het
minimum.
7
Verschuif de trackfaders om het volume van elke track naar wens aan te passen.
8
Druk op de [STOP] knop om het afspelen te stoppen.
Ritme
gebruiken
fig.Quick_DemoSong3-6.eps
Mastering
Bewerken
fig.Quick_DemoSong3-5.eps
USB
gebruiken
• Het gebruik van de bij dit product geleverde song voor andere doeleinden dan strikt
privé, zonder toestemming van de auteursrechthouder, is bij de wet verboden.
Bovendien mag deze data niet gekopieerd of in een tweede auteursrechtelijk beschermd
werk gebruikt worden zonder toestemming van de auteursrechthouder.
Handige
functies
• Music Data Copyright: © 2010 BOSS Corporation
25
Appendix
5
Snelle start
De demosongs beluisteren
Opnemen met de EZ Recording functie
EZ Recording is een functie die de start bvan een opname gemakkelijk maakt. Selecteer simpelweg een opnamebron en de
gewenste muziekstijl. Het meest geschikte effect en ritme-instellingen zullen automatisch gemaakt worden.
Bij wijze van voorbeeld ziet u hier hoe u een gitaar kunt opnemen.
Voor details over aansluitingen en het aanzetten van de stroom kijkt u bij ‘1. Aansluitingen maken’ (p.22) en ‘2. De
stroom aanzetten’ (p.23).
1. Maak opname-instellingen
1
Druk op de [EZ REC] knop.
Het EZ REC-1 scherm verschijnt.
D_EZ_Rec_New.eps
2
Gebruik de CURSOR [ ] [ ] knoppen om de cursor naar ‘NEW SONG’ te
verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
Het EZ REC-2 scherm verschijnt.
D_EZ_Rec_Souce.eps
Een nieuwe song zal gecreëerd worden als u ‘NEW
SONG’ selecteert (p.36).
Als u EZ Recording met de op dat moment
geselecteerde song wilt gebruiken, selecteert u
‘CURRENT SONG’.
3
Gebruik de CURSOR [ ] [
‘CATEGORY’ te kiezen.
] knoppen en draaiknop om de ‘SOURCE’ en
Aangezien u een gitaar gaat invoeren, kiest u ‘E. GUITAR’ als de SOURCE.
Als de CATEGORY kiest u de stijl die het meest in de buurt komt bij wat u voor de song in uw hoofd
heeft.
D_EZ_Rec_Category.eps
Voor details over de parameters voor SOURCE en
CATEGORY kijkt u bij ‘EZ Recording
parameterlijst’ (p.30).
26
Druk op de [ENTER] knop.
Voorbereiding
voor opname
4
Het EZ REC-3 scherm verschijnt.
Het effect en ritme voor de geselecteerde SOURCE en CATEGORY worden getoond.
D_EZ_Rec_Result_Guitar.eps
Opnemen/
afspelen
U kunt de CURSOR [
][
] knoppen en de
draaiknop gebruiken om het effect of ritme te
veranderen.
Druk op de [ENTER] knop.
Hiermee zijn de opname-instellingen voltooid.
Effecten
gebruiken
5
Snelle start
Opnemen met de EZ Recording functie
1
Ritme
gebruiken
2. Opnemen
Stel de schuifregelaars op de posities die hieronder worden getoond in.
fig.Quick_DemoSong3-5-e.eps
Bewerken
Trackfaders op nominale positie.
Draai aan de [REC LEVEL] knop om het opnameniveau aan te passen.
Pas het niveau zo aan, dat de INPUT niveaumeter binnen de reeks van –12 (tussen –24 en –6)-0
beweegt.
USB
gebruiken
fig.Quick_EZ2-2.eps
Handige
functies
Aanpassen
tot -12–0 dB
27
Appendix
2
Mastering
[MASTER] schuifregelaar op het
minimum.
Opnemen met de EZ Recording functie
3
Verhoog langzaam de [MASTER] schuifregelaar om het volume aan te passen zodat het
geschikt is voor afluistering.
fig.Quick_EZ2-3.eps
4
Druk op de [REC] knop.
De [REC] knop knippert rood. De BR-800 bevindt zich nu in de opname-standby modus.
fig.Quick_EZ2-4-e.eps
Knipperend
5
Druk op de [PLAY] knop.
De [PLAY] knop is groen verlicht, de [REC] knop is rood verlicht en de opname begint.
Op het moment dat de opname start, begint het ritme te klinken.
fig.Quick_EZ2-5-e.eps
Verlicht
6
Druk op de [STOP] knop om met opnemen te stoppen.
De track 1 [PLAY] knop is groen verlicht, wat aangeeft dat er op track 1 een opname is uitgevoerd.
fig.Quick_EZ2-6.eps
28
Snelle start
Opnemen met de EZ Recording functie
1
Voorbereiding
voor opname
3. Afspelen
Druk op de [ZERO] knop om naar het begin van de song terug te keren.
De huidige tijdslocatie verandert in 00:00:00-00:0
Opnemen/
afspelen
fig.Quick_EZ3-1.eps
Het afspelen van de song begint. Gebruik de [MASTER] schuifregelaar om het afspeelvolume aan te
passen.
Ritme
gebruiken
fig.Quick_EZ3-2.eps
Effecten
gebruiken
Druk op de [PLAY] knop.
Handige
functies
USB
gebruiken
Mastering
Bewerken
Hiermee is opnemen met gebruik van de EZ Recording functie voltooid.
Ga uw gang en probeer dezelfde methode met andere instrumenten of de interne microfoons .
29
Appendix
2
Opnemen met de EZ Recording functie
EZ Recording parameterlijst
SOURCE
Kies de instelling die geschikt is voor de ingangsbron die u
opneemt.
Parameter
E.GUITAR
AC.GUITAR
(GTR IN)
AC.GUITAR
(MIC)
BASS
VOCAL (MIC)
VOCAL (IN4)
SIMUL
(E+IN4)
SIMUL
(AC+IN4)
SIMUL
(E+MIC)
KEYBOARD
MIC
IN1&IN2
LINE IN
USB
30
Uitleg
Kies dit als u een elektrische gitaar, die
op de GUITAR/BASS Jack is aangesloten, opneemt.
Kies dit als u een akoestische gitaar,
die op de GUITAR/BASS Jack is
aangesloten, opneemt.
Kies dit als u een akoestische gitaar via
de interne stereo microfoons opneemt.
Kies dit als u een elektrische bas, die
op de GUITAR/BASS Jack is aangesloten, opneemt.
Kies dit als u vocalen via de interne
stereo microfoons opneemt.
Kies dit als u vocalen opneemt via een
microfoon die op de INPUT 4 Jack is
aangesloten.
Kies dit als u een gitaar, die op de
GUITAR/BASS Jack is aangesloten,
tegelijk met de vocalen via een microfoon die op de INPUT4 Jack is
aangesloten wilt opnemen.
Kies dit als u een akoestische gitaar,
die op de GUITAR/BASS Jack is
aangesloten, tegelijk met de vocalen
via een microfoon die op de INPUT 4
Jack is aangesloten wilt opnemen.
Kies dit als u een akoestische gitaar,
die op de GUITAR/BASS Jack is
aangesloten, tegelijk met de vocalen
via de interne stereo microfoons wilt
opnemen.
Kies dit als u een toetsenbord, dat in
stereo op de INPUT 1 Jack en INPUT 2
Jack is aangesloten, wilt opnemen.
Kies dit als de interne stereo microfoons worden gebruikt.
Kies dit als u opneemt via microfoons
die op de INPUT 1 Jack en INPUT 2
Jack zijn aangesloten.
Kies dit als u geluid van een draagbare
geluidsspeler of ander apparaat dat op
de LINE IN Jack is aangesloten wilt
opnemen.
Kies dit als u geluid dat via de USBaansluiting wordt ingevoerd wilt opnemen.
Parameter
4CH INPUT
Uitleg
Kies dit als u via microfoons of andere
apparaten die op de INPUT 1-4 Jacks
zijn aangesloten wilt opnemen.
CATEGORY
Kies de muziekstijl die het dichtst ligt bij hetgeen u voor de
song in uw hoofd heeft.
Parameter
ROCK
METAL
POP
BALLAD
BLUES
R&B
JAZZ
FUSION
COUNTRY
Voorbereiding
voor
opname
31
Aansluitingen maken
Maak aansluitingen zoals in de illustraties hieronder wordt getoond. Zorg dat alle apparatuur is uitgeschakeld voordat u
aansluitingen maakt.
fig.panel-e.eps
■ Voorpaneel
Elektrische gitaar
of bas
Stereo koptelefoon
■ Achterpaneel
Draagbare
geluidsspeler, enz.
Monitor
luidsprekers enz.
Microfoon
Voetschakelaar
(FS-5U, enz.)
Expressiepedaal
(Roland EV-5, enz.)
Toetsenbord, enz.
■ Zijpaneel
Adaptor
Computer
32
Dit aparaat is uitgerust met gebalanceerde XLR
Jacks. Bedradingschema’s voor deze Jacks worden
hieronder getoond. Maak aansluitingen nadat u
eerst de bedradingschema’s van andere apparatuur
die wilt aansluiten heeft gecontroleerd.
De XLR aansluiting van INPUT 4 kan 48 V
fantoomvoeding leveren, zodat u een
condensatormicrofoon kunt aansluiten (p.140).
fig.00-130.eps
Polariteitsschakelaar
• Gebruik alleen het gespecificeerde expressiepedaal
(Roland EV-5, BOSS FV-500L/FV500H, apart verkrijgbaar). Als andere expressiepedalen worden aangesloten, riskeert u storingen en/of beschadigingen
van het apparaat.
Snelle start
Voorbereiding
voor opname
• Als u een expressiepedaal gebruikt, stelt u het MIN
volume van het pedaal op ‘0’ in.
Een sleuf (snoerhaak) voor het vastzetten van het
adaptorsnoer bevindt zich aan de onderkant van de BR-800.
fig.CordHook02.eps
• Gebruik geen overmatige kracht als u het snoer in
de snoerhaak duwt. Hierdoor kan het snoer breken.
• Als u het apparaat omkeert, neemt u een stapeltje
kranten of tijdschriften die u onder de vier hoeken
aan beide kanten plaatst om te voorkomen dat
knoppen en regelaars beschadigen. Ook moet u
proberen het apparaat zo te plaatsen dat knoppen
en regelaars niet kunnen beschadigen.
• Behandel het apparaat zorgvuldig als u het
omkeert. Pas op dat het niet (om)valt.
33
Appendix
Om de onopzettelijke stroomonderbreking naar het
apparaat te voorkomen (als de stekker er per ongeluk wordt
uitgetrokken), en om te voorkomen dat de adaptor Jack
overmatig wordt belast, zet u het netsnoer met gebruik van
de snoerhaak vast, zoals in de illustratie wordt getoond.
Handige
functies
De snoerhaak gebruiken
USB
gebruiken
Mastering
Bewerken
fig.XLR/TRSJack.eps
• Wanneer de FS-5U voetschakelaar (apart verkrijgbaar) wordt gebruikt, moet de polariteitsschakelaar
worden ingesteld zoals hieronder wordt getoond.
Effecten
gebruiken
• Een rondzingend geluid kan geproduceerd worden,
afhankelijk van de locatie van microfoons ten
opzichte van de luidsprekers. Dit kan verholpen
worden door:
1. de richting van de microfoon(s) te veranderen.
2. de microfoon(s) op meer afstand van de
luidsprekers te plaatsen.
3. het verlagen van volumeniveaus.
• Sommige aansluitkabels bevatten weerstanden.
Wanneer aansluitkabels met weerstanden worden
gebruikt, kan het geluidsniveau uitermate laag of
zelfs onhoorbaar zijn. Voor informatie over kabelspecificaties raadpleegt u de fabrikant van de kabel.
Ritme
gebruiken
• Om storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen, draait u het
volume altijd helemaal laag, en zet u alle apparaten
uit voordat aansluitingen worden gemaakt.
Opnemen/
afspelen
Aansluitingen maken
De stroom aan/uitzetten
De stroom aanzetten
Nadat de aansluitingen zijn gemaakt (p.32), zet u de
verschillende apparaten in de gespecificeerde volgorde aan.
Wanneer apparaten in de verkeerde volgorde worden
aangezet, riskeert u storingen en/of beschadigingen aan
luidsprekers en andere apparaten.
1
Controleer het volgende voordat u de stroom aanzet.
De stroom uitzetten
1
2
3
❒ Zijn de aansluitingen met de externe apparatuur op
juiste wijze gemaakt?
❒ Zijn de volumeregelaars van de BR-800 en de
aangesloten apparatuur op de minimum positie
ingesteld?
4
Zorg dat het afspelen van de song is stopgezet.
Zet de apparatuur uit, in omgekeerde volgorde van de
manier waarop deze werd aangezet.
Controleer of ‘Keep power on!’ niet in het display van
de BR-800 wordt weergegeven.
Zet de [POWER] schakelaar van de BR-800 uit.
❒ Is de SD-kaart ingestoken? (p.142).
2
Verlaag de [MASTER] schuifregelaar van de BR-800.
fig.P-On01.eps
• Zorg dat de recorder is gestopt voordat u de BR800 uitzet. Als u de stroom tijdens opnemen of
afspelen uitzet, zullen de data, mixerinstellingen
of effect Patch-data verloren gaan.
• Als de adaptor wordt gebruikt, moet u zorgen dat
de adaptor tijdens gebruik niet wordt ontkoppeld. Data kan verloren gaan als de adaptor tijdens gebruik wordt ontkoppeld.
3
4
• Wanneer het apparaat via een USB-bus van
stroom wordt voorzien, moet u zorgen dat de
USB-kabel er niet wordt uitgetrokken terwijl het
apparaat in gebruik is. Data kan beschadigen als
de USB-kabel wordt ontkoppeld.
Zet de stroom van de apparatuur die op de
ingangsjacks (GUITAR/BASS, INPUT, LINE IN)
Jacks is aangesloten aan.
Zet de [POWER] schuifregelaar op het zijpaneel aan.
fig.P-On02.eps
• Als de stroom wordt uitgezet terwijl ‘Keep power
on!’ in het display wordt getoond, kan data verloren gaan. Zet de stroom nooit uit terwijl deze indicatie wordt weergegeven.
• Dit apparaat is met een beveiligingscircuit uitgerust. Nadat het apparaat is opgestart duurt het
daarom enkele seconden voordat het apparaat
normaal zal werken.
• Vanuit de fabriek is een SD-kaart in de MEMORY
CARD sleuf van de BR-800 aangebracht.
• Zorg dat het volumeniveau altijd laag staat voordat u de stroom aanzet. Zelfs als het volume helemaal laag staat, kan er nog steeds geluid te horen
zijn als de stroom wordt aangezet Dit is normaal
en duidt niet op een storing.
5
34
Zet de stroom van apparatuur die op de LINE OUT
Jacks is aangesloten aan.
• Raak de knoppen niet aan terwijl de stroom van
de BR-800 wordt aangezet.
Het apparaat kan storingen vertonen als u de
stroom aanzet terwijl u een knop aanraakt.
Opnemen/
afspelen
35
Opnemen
Een nieuwe song creëren
(SONG NEW)
De BR-800 beheert uw opnames in eenheden die ‘songs’
worden genoemd.
Om een nieuwe song op te nemen, voert u onderstaande
procedure uit.
1
2
Druk op de [MENU] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘SONG’ te verplaatsen, en druk op de
[ENTER] knop.
Een song selecteren (SONG
SELECT)
Selecteer de song die u wilt opnemen.
1
2
Druk op de [MENU] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘SONG’ te verplaatsen, en druk op de
[ENTER] knop.
D_Song_New.eps
D_Song_New.eps
3
3
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘NEW’ te verplaatsen en druk op de
[ENTER] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘SELECT’ te verplaatsen, en druk op de
[ENTER] knop.
Het SONG SELECT scherm verschijnt.
D_Song_Select.eps
Het SONG NEW scherm verschijnt.
D_SongNew.eps
Een ‘*’ wordt naast de op dat moment geselecteerde
song getoond.
4
4
Druk op de [ENTER] knop.
Gebruik de CURSOR [
song te selecteren.
][
] knoppen om een
In het display wordt gevraagd ‘Are you sure?’
5
5
Druk op de [ENTER] knop.
Een nieuwe song zal gecreëerd worden, en u keert naar
het Play scherm terug.
* Het display geeft ‘Keep power on!’ aan terwijl de data wordt
bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze boodschap
wordt getoond.
36
Druk op de [ENTER] knop.
De song wordt geselecteerd en u keert naar het Play
scherm terug.
* Het display geeft ‘Keep power on!’ aan terwijl de data wordt
bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze boodschap
wordt getoond.
D_Input.eps
Instelling
INPUT
OFF
MONO
REC
STEREO
REC
SIMUL
REC
4TRACK
REC
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘INPUT’ te verplaatsen, en gebruik de
draaiknop om de ingangsbron die u wilt opnemen te
selecteren.
Instelling
GUITAR/
BASS
MIC L/R
INPUT
1&2
INPUT4
LINE IN
USB
GTR &
MIC L/R
Uitleg
Kies dit als een gitaar of bas die op de
GUITAR/BASS Jack is aangesloten
wordt opgenomen.
Kies dit als de interne stereo microfoons worden gebruikt.
Kies dit als een microfoon of instrumenten die op de INPUT 1 Jack en
INPUT 2 Jack zijn aangesloten worden
opgenomen.
Kies dit als een microfoon of instrument dat op de INPUT 4 Jack is aangesloten wordt opgenomen.
Kies dit als het geluid van een draagbare geluidsspeler of ander apparaat
dat op de LINE IN Jack is aangesloten
wordt opgenomen.
Kies dit als het geluid dat via de USBaansluiting wordt ingevoerd wordt
opgenomen.
Kies dit als een gitaar of bas, die op de
GUITAR/BASS Jack is aangesloten,
tegelijk met de vocalen via de interne
stereo microfoons wordt opgenomen.
Uitleg
Invoer is uitgeschakeld (er zal niet
opgenomen worden)
De opname vindt op twee tracks
plaats (stereo).
Elke invoer zal gelijktijdig op een
aparte track worden opgenomen.
Vier tracks worden gelijktijdig opgenomen.
* De beschikbare MODE instellingen zijn afhankelijk van de
ingangsbron die u bij INPUT kiest.
5
Snelle start
Voorbereiding
voor opname
De opname vindt op één track plaats.
Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar
het Play scherm terug te keren.
Mastering
3
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘MODE’ te verplaatsen, en gebruik de
draaiknop om het aantal tracks dat u gaat opnemen te
kiezen.
Effecten
gebruiken
4
De ingangsgevoeligheid
aanpassen
Pas de ingangsgevoeligheid aan, passend bij de
ingangsbron.
Input
INPUT 1–4 Jacks
Internal stereo
microphones
GUITAR/BASS
Jack
LINE IN Jack
USB connector
Om de gevoeligheid aan te
passen
Gebruik de INPUT SENS knop
van elke ingang om de ingangsgevoeligheid aan te passen. Pas de
gevoeligheid zo aan, dat de PEAK
indicator tijdens de hardste geluiden kort oplicht.
Pas het volume op het externe
apparaat dat is aangesloten aan.
De ingangsgevoeligheid kan niet
op de BR-800 worden aangepast.
37
USB
gebruiken
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘INPUT SELECT’ te verplaatsen, en druk op
de [ENTER] knop.
Handige
functies
2
INPUT 1-4
Druk op de [MENU] knop.
Appendix
1
Ritme
gebruiken
GTR &
INPUT4
Hier ziet u hoe de ingangsbron wordt geselecteerd, en het
aantal tracks dat u wilt gebruiken wordt gespecificeerd.
Uitleg
Kies dit als een gitaar of bas, die op de
GUITAR/BASS Jack is aangesloten,
tegelijk met de vocalen via een microfoon die op de INPUT4 Jack is aangesloten wordt opgenomen.
Kies dit wanneer microfoons of andere
apparaten die op de INPUT 1-4 Jacks
zijn aangesloten worden opgenomen.
Bewerken
Instelling
De ingangsbron selecteren
Opnemen/
afspelen
Opnemen
Opnemen
Het opnameniveau
aanpassen
Hier ziet u hoe het volume van de opname op de track
wordt aangepast.
1
2
3
Verlaag de [MASTER] schuifregelaar.
Indicator
Niet verlicht
Verlicht
Knipperend
fig.Rec01.eps
Draai de [REC LEVEL] knop naar het midden, en
verhoog langzaam de [MASTER] schuifregelaar.
Gebruik de [REC LEVEL] knop om het
opnameniveau aan te passen.
Pas het niveau zo aan, dat de INPUT niveaumeter binnen de reeks van –12 (tussen –24 en –6) –0 dB beweegt.
De track(s) die geselecteerd kunnen worden zijn afhankelijk van de MODE die u bij INPUT heeft geselecteerd.
MODE
I
Probeer op het hardst mogelijke volume op te
nemen, juist voordat het geluid begint te
vervormen. Als u het monitorvolume wilt laten
afnemen, verlaagt u de [MASTER] schuifregelaar.
4
MONO REC
STEREO REC
Gebruik de [MASTER] schuifregelaar om het volume
in te stellen zodat het geschikt is voor beluistering.
* Als u een aansluitkabel die een ingebouwde weerstand bevat
gebruikt, kan het volume op het aangesloten apparaat
onvoldoende zijn. In dit geval gebruikt u een aansluitkabel
zonder ingebouwde weerstand (zoals een kabel uit de Roland
PCS serie).
SIMUL REC
De track(s) die u wilt
opnemen selecteren
1
4TRACK REC
Druk op één van de track 1-7/8 [REC] knoppen om de
track(s) waarop opgenomen zal worden te selecteren.
De indicators op de knoppen tonen de trackstatus als
volgt:
38
Uitleg
Track die niet opgenomen zal worden.
Tracks die opgenomen zal worden.
Track die door middel van LoopRecording opgenomen zal worden
(p.41).
Uitleg
Mono opname die één track
gebruikt.
U kunt één van de tracks 1-4 kiezen.
U kunt ook in stereo opnemen
door op de track 5/6 [REC] of
track 7/8 [REC] knop te drukken.
Stereo opname met gebruik van
twee tracks.
Druk op de track 1 [REC] of track
2 [REC] knop om het trackpaar 1
en 2 te selecteren of druk op de
track 3 [REC] of track 4 [REC]
knop om het trackpaar 3 en 4 te
selecteren.
Gelijktijdige opname met gebruik
van twee tracks.
Druk op de track 1 [REC] of track
2 [REC] knop om het trackpaar 1
en 2 te selecteren of druk op de
track 3 [REC] of track 4 [REC]
knop om het trackpaar 3 en 4 te
selecteren.
Gelijktijdige opname met gebruik
van vier tracks.
Druk op één van de track 1-4
[REC] knoppen om de vier tracks
1-4 te selecteren of druk op de
track 5/6 [REC] of track 7/8 [REC]
knop om de vier tracks 5-8 te selecteren.
Alle BR-800 tracks bevatten acht ‘V-Tracks’, en u kunt één
van deze V-Tracks kiezen voor opname of afspelen.
Met gebruik van V-Tracks kunt u meerdere takes (opnames)
van een gitaarsolo of vocaal opnemen en vergelijken, en dan
de track die u het beste vindt gebruiken.
2
Elke track bestaat uit acht virtuele tracks, die voor
opname of afspelen gekozen kunnen worden. Dit
betekent dat u maximaal 64 tracks kunt opnemen, en
dan acht tracks kunt selecteren om af te spelen. Deze
virtuele tracks waaruit de werkelijke tracks bestaan,
worden ‘V-Tracks’ genoemd.
Druk op de [TRACK] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘V-TRACK’ te verplaatsen, en druk op de
[ENTER] knop.
V-Track1
V-Track2
V-Track3
V-Track4
V-Track5
V-Track6
V-Track7
V-Track8
Snelle start
Effecten
gebruiken
1
Wat zijn V-Tracks?
Opnemen/
afspelen
V-Tracks selecteren
Voorbereiding
voor opname
Opnemen
Het V-TRACK scherm verschijnt.
Ritme
gebruiken
D_V-Track.eps
Uitleg
Huidige geselecteerde V-Track
(opgenomen data bestaat)
Huidig geselecteerde V-Track (geen
opgenomen data)
Bewerken
Indicatie
V-Track die opgenomen data bevat
4
Gebruik de track 7/8 [REC] knoppen of de CURSOR
[ ] [ ] knoppen om de track waarvan u de
V-Track wilt veranderen te selecteren.
USB
gebruiken
3
Mastering
V-Track die geen opgenomen data
bevat
Gebruik de draaiknop om de V-Track te veranderen.
Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar
het Play scherm terug te keren.
39
Appendix
5
Handige
functies
* V-MST van track 7/8 is de V-Track voor Masteren. Deze
wordt ook voor conventioneel opnemen gebruikt.
Opnemen
Het stereo-gevoel van het
invoergeluid aanpassen (PAN)
U kunt het stereo-gevoel (pan) van het invoergeluid van het
instrument aanpassen.
1
2
Opnemen
1
Druk op de [REC] knop.
De [REC] knop knippert rood, en de BR-800 wordt in
de opname-standby modus geplaatst.
fig.Rec03-e.eps
Druk op de [TRACK] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘PAN’ (panorama) te verplaatsen en druk
op de [ENTER] knop.
Blinking
2
Het PAN scherm verschijnt.
Druk op de [PLAY] knop.
De opname zal beginnen.
D_Pan.eps
De [PLAY] knop is groen verlicht en de [REC] knop is
rood verlicht.
fig.Rec04-e.eps
Verlicht
3
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
invoer of track, waarvan u de instelling wilt
bewerken, te selecteren.
* U kunt de cursor naar elke track verplaatsen door op de
[REC] knop van de betreffende track te drukken.
4
5
Om de opname te stoppen drukt u op de [STOP]
knop.
De track [PLAY] knop is groen verlicht, wat aangeeft
dat er op die track geluid is opgenomen.
Gebruik de draaiknop om de pan aan te passen
terwijl u naar het invoergeluid luistert.
* Het is niet mogelijk om geluid dat korter is dan een seconde
af te spelen.
De paninstelling die u hier maakt wordt automatisch
op de pan van de track waarop u gaat opnemen toegepast. Dit betekent dat als u afspeelt, u het geluid met
dezelfde panning als tijdens de opname zult horen.
* ‘Keep power on!’ wordt in het display weergegeven terwijl de
data wordt bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze
boodschap wordt weergegeven.
Als u opnieuw wilt opnemen
Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar
het Play scherm terug te keren.
Als u nieuw materiaal opneemt terwijl u naar eerder
opgenomen materiaal luistert, kan het u opvallen dat
het geluid dat u speelt onder het eerder opgenomen
geluid bedolven wordt, zodat het moeilijk te horen
is. In dat soort gevallen kunt u uzelf gemakkelijker
horen als u de pan aanpast. U zult het misschien
handig vinden om de afspeeltracks naar links (of
rechts) te pannen en uw huidige uitvoering naar
rechts (of links) te pannen.
40
3
Verlicht
Druk op de [RETRY] knop om terug te keren naar de
tijdslocatie waar u voor het laats met opnemen
begon. Zelfs tijdens opnemen of afspelen kunt u op
deze knop drukken om terug te keren.
Dit is handig als u ‘Keep power on!’ wordt in het
display weergegeven terwijl de data wordt
bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze
boodschap wordt weergegeven.
1
De tijdslocatie van de song keert naar 00:00:00-00:0
terug.
Met gebruik van Loop Recording kunt u op eenvoudige
wijze geloopte frases creëren, die dezelfde frase een aantal
malen herhalen.
2
fig.looprec-e.eps
Druk op de [ZERO] knop.
Opnemen/
afspelen
Loop Recording is een functie waarmee de opgenomen data
gekopieerd wordt als u stopt met opnemen, zodat deze
ongeveer 200 maten in beslag neemt.
Druk op de [PLAY] knop.
De [PLAY] knop is groen verlicht, en het afspelen
begint.
U kunt de trackfaders gebruiken om het afspeelvolume
van elk spoor aan te passen.
1
Ongeveer 200 maten
3
Om het afspelen te stoppen drukt u op de [STOP]
knop.
Ritme
gebruiken
De opname starten
De opname stoppen
Voorbereiding
voor opname
Afspelen
Effecten
gebruiken
Loop Recording
Snelle start
Opnemen
Druk een aantal malen op de gewenste track 1-7/8
[REC] knop om de track 1-7/8 [REC] knop te laten
knipperen.
fig.LoopRec.eps
Neem op, volgens de beschrijving in ‘Opnemen’
(p.40).
Handige
functies
USB
gebruiken
Als de opname eindigt, zal de opgenomen data
gekopieerd worden (ongeveer 200 maten).
41
Appendix
2
Mastering
Bewerken
Knipperend
Aanvullende uitvoeringen
opnemen (Overdubben)
Tracks waarvan de [PLAY] knop verlicht is of knippert,
bevatten reeds opgenomen geluid.
Het proces van het luisteren naar eerder opgenomen geluid
terwijl u aanvullend materiaal op een andere track opneemt
wordt ‘overdubben’ genoemd. Hiermee kunt u gedeeltes
zoals bas, gitaar en vocalen op aparte tracks opnemen, en
dan hun volumebalans en panning achteraf bijstellen of de
uitvoering van een specifiek gedeelte opnieuw opnemen.
1
Druk op één van de track 1-7/8 [REC] knoppen om de
track die u wilt afspelen te selecteren.
5
Als u klaar bent met opnemen, drukt u op de [STOP]
knop.
• Let op, als u opneemt op een track die als
opgenomen geluid bevat, wordt de vorige
opname gewist.
• Als u geluid opneemt dat korter is dan één
seconden, kan dat geluid niet afgespeeld worden.
De status van elke track wordt getoond door de manier
waarop de [PLAY] knop is verlicht.
Een handige tip voor overdubben
Indicator
Niet verlicht
Verlicht
Knipperend
2
3
Uitleg
Track zonder data (niet opgenomen)
Track die gespeeld zal worden
Track die niet gespeeld zal worden
Gebruik de trackfaders om het volume van de tracks
die gespeeld zullen worden aan te passen.
Druk op de [REC] knop.
[REC] knippert rood, en de BR-800 wordt in de
opname-standby modus geplaatst.
4
Druk op de [PLAY] knop.
De opname begint.
De [PLAY] knop is groen verlicht en de [REC] knop is
rood verlicht.
Alleen het geluid dat u nu speelt wordt op de nieuwe
track opgenomen. Het geluid van de tracks die
afgespeeld worden zal niet opgenomen worden.
Als u de [REC LEVEL] knop tijdens de opname
verlaagt om het geluid van de ingangsbron te verlagen,
zal het geluid op de track op een lager volume worden
opgenomen. Hierdoor kan ruis duidelijker hoorbaar
zijn als u het volume van de track tijdens afspelen
verhoogt.
* Als u het afluisteringvolume van de ingangsbron tijdens de
opname wilt verlagen, gebruikt u daarvoor de [MASTER]
schuifregelaar.
Als u het volume van afgespeelde opnames wilt bijstellen,
gebruikt u de trackfaders van de betreffende track.
42
Als u nieuw materiaal opneemt terwijl u naar
eerder opgenomen materiaal luistert, kan het
geluid dat u speelt onder het eerder opgenomen
geluid worden bedolven, zodat u zichzelf moeilijk
kunt horen. Als dit het geval is, kunt u zichzelf
gemakkelijker horen als u de schuifregelaars van
de afspeeltracks verlaagt of de pan van de
afspeeltracks helemaal naar links (rechts) draait
terwijl u de pan van het geluid dat u speelt
helemaal naar rechts (links) draait.
‘Het stereo-gevoel van het invoergeluid aanpassen
(PAN)’ (p.40).
4
De Repeat regio
specificeren
Met gebruik van de ‘Repeat’ functie kunt u een
gespecificeerde regio herhaaldelijk afspelen.
Snelle start
Als u de gespecificeerde Repeat regio wilt opslaan,
slaat u de song op.
‘Een song opslaan (SAVE CURRENT STATE)’ (p.109).
Opnemen/
afspelen
De Repeat regio zal als volgt herhaaldelijk worden
afgespeeld.
fig.01-570
Tijd
Start herhalen
(A)
Druk op de [REPEAT] knop op het punt waar u met
herhalen wilt beginnen (punt A).
• Als u de [REPEAT] knop indrukt op een locatie
dichter dan één seconden van het Repeat
startpunt (A), zal het Repeat startpunt (A)
opnieuw op die locatie worden ingesteld.
Het Repeat A symbool (
Ritme
gebruiken
fig.Repeat01.eps
) zal in het scherm
Druk op de [REPEAT] knop op het punt waar u de
herhaling wilt beëindigen (punt B).
Mastering
2
Bewerken
verschijnen, waarmee wordt aangegeven dat het begin
van de herhaling (punt A) gespecificeerd is.
fig.Repeat01.eps
) zal in het scherm
USB
gebruiken
Het Repeat B symbool (
verschijnen, wat aangeeft dat de herhaal regio (A-B) is
gespecificeerd.
Als u de Repeat instelling wilt wissen, drukt u
nogmaals op de [REPEAT] knop.
Handige
functies
3
De Repeat instellingen worden gewist, en het Repeat
symbool verdwijnt uit het scherm.
43
Appendix
1
Einde herhalen
(B)
• Er moet minstens één seconde tussen de Repeat
start (A) en eind (B) punten zijn. U kunt het
eindpunt niet dichter dan één seconde van het
startpunt instellen.
Effecten
gebruiken
Repeat (herhalen)
Voorbereiding
voor opname
Herhaald afspelen (Repeat)
Herhaald afspelen (Repeat)
De Repeat regio op een
exact interval instellen
Gewoonlijk worden de Repeat start/eindpunten ingesteld
op het moment dat u de [REPEAT] knop indrukt, wat
betekent dat de Repeat regio mogelijk niet precies zoals
bedoeld wordt ingesteld.
In dat soort gevallen kunt u de ‘Quantize’ optie gebruiken,
zodat de Repeat regio in nauwkeurige eenheden van één
maat wordt ingesteld, ongeacht de timing waarmee u op de
[REPEAT] knop drukt.
Om Quantize te gebruiken maakt u de volgend instellingen.
1
2
3
Druk op de [MENU] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘SYSTEM’ te verplaatsen, en druk op de
[ENTER] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘AB QUANTIZE’ te verplaatsen, en
gebruik de draaiknop om de instelling in ‘ON’ te
veranderen.
Als dit op OFF staat, wordt Quantize niet toegepast.
D_System_AB.eps
4
Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar
het Play scherm terug te keren.
Als u Quantize gebruikt tijdens het specificeren van
de Repeat regio, en u het tempo verandert nadat de
instelling is gemaakt, komen de Repeat start/
eindpunten niet meer overeen met het begin en
eind van de maat.
44
Als u de [REPEAT] knop twee keer op dezelfde
locatie indrukt, kunt u de Repeat regio op één
enkele maat instellen.
Afspelen
Opnemen
Afspelen
Tijd
Start
[PLAY]
Punch-In
[REC]
Punch-Out
[REC]
Stop
[STOP]
5
Op de BR-800 kunt u ‘handmatige Punch-In/Out’ of ‘auto
Punch-In/Out’ gebruiken.
Handmatige Punch-In/Out
Met deze methode kunt u de [REC] knop of een voetschakelaar gebruiken om Punch-In/Out handelingen uit te
voeren.
Ga naar een positie in de song die ligt voor het punt
waarop u opnieuw wilt opnemen, en druk dan op de
[PLAY] knop om af te spelen.
Op het moment dat u met opnieuw opnemen wilt
beginnen, drukt u op de [REC] knop.
Punch-In wordt uitgevoerd, en u bevindt zich in de
opname modus.
6
Als u klaar bent om Punch-Out te gebruiken, drukt u
nogmaals op de [REC] knop (of druk op de [PLAY]
knop).
Elke keer dat u op de [REC] knop drukt, wisselt u
tussen punch-in en punch-out af. U kunt deze
procedure zo vaak u wilt herhalen, als er andere regio’s
zijn die u opnieuw wilt opnemen.
* Wanneer handmatige Punch-In/Out wordt gebruikt, moet u
zorgen dat er minimaal 1.0 seconde tussen Punch-In en
Punch-Out is.
Voorbereiding
voor opname
Opnemen/
afspelen
4
fig.01-170
Effecten
gebruiken
Terwijl u luistert, om de track die opnieuw opgenomen
zal worden met de ingangsbron te vergelijken,
gebruikt u de [REC LEVEL] knop om de ingangsbron
bij te stellen, zodat er geen verschil in volume is.
Terwijl de track speelt, kunt u ‘punch-in’ gebruiken om van
afspelen naar opnemen over te schakelen. Dan kunt u
‘punch-out’ gebruiken om met afspelen verder te gaan, en
dit alles zonder te stoppen.
Punch-In op het punt waar u opnieuw wilt opnemen, en
Punch-Out waar u wilt stoppen met het opnieuw opnemen.
Speel de song af, en gebruik de [REC LEVEL] knop
om het volume van de ingangsbron aan te passen.
Ritme
gebruiken
3
Bewerken
Als u opneemt, kunnen er momenten zijn waarop u een fout
maakt of niet kunt spelen zoals u bedoelde. In dat soort
gevallen kunt u Punch-In/Out gebruiken om alleen een
gespecificeerd deel opnieuw op te nemen.
Snelle start
Alleen een vergissing opnieuw
opnemen (Punch-In/Out)
* Terwijl de data wordt bijgewerkt, wordt ‘Keep power on!’ in
het display getoond. Zet de stroom nooit uit terwijl deze
boodschap wordt weergegeven.
USB
gebruiken
Druk op de track 1 [REC] knop.
Om te stoppen met opnemen drukt u op de [STOP]
knop.
De track 1 [REC] knop is verlicht.
8
2
Stel de track [1] schuifregelaar op de positie die in de
illustratie wordt getoond.
fig.Panchin01.eps
Beluister het opnieuw opgenomen resultaat.
Ga terug naar een punt eerder dan het punt waarop u
begon met opnemen, en speel af.
Gebruik de track [1] schuifregelaar om het volume van
track 1 aan te passen.
U kunt de Undo functie (p.48) gebruiken om naar
de status van voor de nieuw gemaakte opname
terug te keren.
45
Handige
functies
1
7
Appendix
In dit voorbeeld leggen we uit hoe u handmatige Punch-In/
Out kunt gebruiken om een gedeelte van de eerder
opgenomen track 1 opnieuw op te nemen.
Mastering
■ De [REC] knop gebruiken
Alleen een vergissing opnieuw opnemen (Punch-In/Out)
■ Een voetschakelaar gebruiken
Als u zelf een instrument bespeelt en tegelijkertijd het
opnamesysteem bedient, is het gemakkelijk om een apart
verkrijgbare voetschakelaar te gebruiken (zoals een BOSS
FS-5U of Roland DP-2), zodat handelingen met de voet
uitgevoerd kunnen worden.
Sluit de voetschakelaar op de FOOT SW / EXP PEDAL Jack
aan, en verander de functie van de FOOT SW / EXP PEDAL
Jack als volgt.
1
2
Auto Punch-In/Out
‘Auto Punch-In/Out’ is de handeling van het automatisch
toepassen van Punch-In en Punch-Out op locaties die u van
te voren aangeeft.
Dit is handig als u Punch-In/Out op nauwkeurige locaties
wilt toepassen of als u wilt dat de Punch-In/Out
automatisch wordt toegepast, zodat u zich op uw spel kunt
concentreren.
* Wanneer auto Punch-In/Out wordt gebruikt, moet er meer
dan 1.0 seconde tussen de Punch-In en Punch-Out punten
zijn.
Druk op de [MENU] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘SYSTEM’ te verplaatsen, en druk op de
[ENTER] knop.
■ De locaties specificeren
U moet de Punch-In en Punch-Out locaties specificeren
voordat u met opnemen begint.
D_System_LCD.eps
1
2
3
4
Gebruik de CURSOR [
][
‘FOOT SWITCH’ te selecteren.
] knoppen om
Druk op de [MENU] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘AUTO Punch In/Out’ te verplaatsen, en
druk op de [ENTER] knop.
D_Punch_On.eps
Gebruik de draaiknop om ‘REC’ te selecteren.
D_System_FS_Rec.eps
3
5
Instelling
ON
Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar
het Play scherm terug te keren.
U kunt Punch-In uitvoeren door de voetschakelaar
tijdens het afspelen van de song in te drukken, en
Punch-Out uitvoeren door de voetschakelaar
nogmaals in te drukken.
46
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘ON/OFF’ te verplaatsen en draai aan de
draaiknop om ‘ON’ te kiezen.
OFF
Uitleg
Auto Punch-In/Out is ingeschakeld.
Auto Punch-In/Out is uitgeschakeld.
Instelling
TIME
MEASURE
Uitleg
De locaties in tijdeenheden specificeren.
De locaties in maateenheden specificeren.
In dit voorbeeld leggen we uit hoe de auto Punch-In/Out
locatie vooraf gespecificeerd wordt, en dan nemen we een
gespecificeerde regio van de eerder opgenomen track
opnieuw op.
1
Druk op de track 1 [REC] knop.
De track 1 [REC] knop is verlicht.
2
Snelle start
■ Opnemen
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘DISP’ te verplaatsen, en draai aan de
draaiknop om de eenheden waarin u de locaties gaat
specificeren te kiezen.
Stel de track [1] schuifregelaar op de in de illustratie
getoonde positie in.
Opnemen/
afspelen
4
Voorbereiding
voor opname
Alleen een vergissing opnieuw opnemen (Punch-In/Out)
Terwijl u luistert om de track die opnieuw wordt
opgenomen met de ingangsbron te vergelijken,
gebruikt u de [REC LEVEL] knop om de ingangsbron
bij te stellen, zodat er geen verschil in volume is.
U kunt naar de huidige locatie gaan door de
[ENTER] knop in te drukken.
Druk op de [REC] knop om naar de opname-standby
modus te gaan, en druk dan op de [PLAY] knop.
Punch-In vindt automatisch plaats op de locatie die u
heeft gespecificeerd. Maak nu een nieuwe opname.
6
7
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘OUT’ te verplaatsen, en draai aan de
draaiknop om de Punch-Out locatie te specificeren.
Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar
het Play scherm terug te keren.
‘A. PUNCH’ wordt in het display getoond, wat
aangeeft dat de Punch-In/Out locatie zijn
gespecificeerd.
Het afspelen gaat automatisch verder na de
gespecificeerde Punch-Out locatie.
5
Als u klaar bent met opnemen, drukt u op de [STOP]
knop om te stoppen.
* Terwijl data wordt bijgewerkt, wordt ‘Keep power on!’ in het
display getoond. Zet nooit de stroom uit terwijl deze
boodschap wordt weergegeven.
6
Ritme
gebruiken
Ga naar een locatie die ligt voor de locatie waarop u
met opnieuw opnemen wilt beginnen.
Mastering
4
USB
gebruiken
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘IN’ te verplaatsen, en draai aan de
draaiknop om de Punch-In locatie te specificeren.
Bewerken
Speel de song af, en gebruik de [REC LEVEL] knop
om het volume van de ingangsbron aan te passen.
Handige
functies
5
3
Beluister het opnieuw opgenomen resultaat.
Keer terug naar een punt dat ligt voor het punt waarop
u met opnemen begon, en speel af.
Gebruik de track [1] schuifregelaar om het volume van
track 1 aan te passen.
47
Appendix
Nadat de tijd in bovenstaande procedure is
gespecificeerd, kan een ‘+’verschijnen om aan te
geven dat er een discrepantie is tussen de
werkelijke huidige positie en de weergegeven
positie.
Als u de locaties met gebruik van maten
specificeren, specificeert u de locaties in elk scherm
met gebruik van de draaiknop om de discrepantie
te elimineren.
Effecten
gebruiken
fig.Panchin01.eps
Een handeling annuleren (UNDO/REDO)
Het kan gebeuren dat u het resultaat van een handeling
ongedaan wilt maken. Misschien heeft u tijdens het
opnemen bijvoorbeeld niet precies kunnen opnemen wat u
bedoelde of mogelijk heeft u tijdens het bewerken van
instellingen een fout gemaakt.
3
Als u op de [ENTER] knop drukt, zal de meest recente
opname of bewerkingsoperatie geannuleerd worden.
Als u besluit Undo niet uit te voeren, drukt u op de
[EXIT] knop.
In dit soort gevallen kunt u ‘Undo’ gebruiken.
Undo betekent terugkeren naar de status van voor de meest
recente handeling. Als u besluit Undo te annuleren, kunt u
‘Redo’ gebruiken.
Laten we zeggen dat u Punch-In Recording gebruikte, en
dezelfde regio twee keer achter elkaar heeft opgenomen.
Als u de meest recente opname wilde annuleren en naar de
status net na de eerste opname terug wilde keren, zou u
‘Undo’ gebruiken.
Nadat Undo is uitgevoerd, kunt u Redo uitvoeren om de
Undo te annuleren en naar de status van net na de tweede
opname terugkeren.
• Nadat Undo is uitgevoerd, kan alleen Redo
worden uitgevoerd.
Om Undo uit te voeren drukt u op de [ENTER] knop.
De Undo annuleren (REDO)
Als u besluit de Undo handeling die u zojuist heeft
uitgevoerd ongedaan te maken, kunt u Redo uitvoeren.
1
2
Druk op de [MENU] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘UNDO/REDO’ te verplaatsen, en druk op
de [ENTER] knop.
Het UNDO/REDO scherm verschijnt.
D_Redo.eps
• Undo is op geluidsdata die op een track is
opgenomen van toepassing.
Naar de vorige status
terugkeren (UNDO)
3
Om de Redo uit te voeren drukt u op de [ENTER] knop.
De vorige Undo handeling wordt ongedaan gemaakt.
1
2
Druk op de [MENU] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘UNDO/REDO’ te verplaatsen, en druk op
de [ENTER] knop.
De UNDO/REDO verschijnt.
D_Undo.eps
48
Als u besluit Redo niet uit te voeren, drukt u op de
[EXIT] knop.
Snelle start
Informatie over de song bekijken
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘SYSTEM’ te verplaatsen, en druk op de
[ENTER] knop.
3
3
Voorbereiding
voor opname
Druk op de [MENU] knop.
2
2
Druk op de [MENU] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘REMAIN INFO’ te verplaatsen, en
gebruik de draaiknop om ‘ON’ te kiezen.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘SONG’ te verplaatsen, en druk op de
[ENTER] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘INFORMATION’ te verplaatsen, en druk
op de [ENTER] knop.
D_Song_Info.eps
Ritme
gebruiken
1
Bewerken
D_System_Remain.eps
De songinformatie wordt weergegeven.
Instelling
ON
OFF
4
Uitleg
De resterende opnametijd wordt als
‘uren : minuten : seconden’ getoond.
De resterende opnametijd wordt niet
getoond.
Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar
het Play scherm terug te keren.
Vanuit het Play scherm drukt u op de [REC] knop om
naar de opname-standby modus te gaan (de [REC]
knop knippert).
Het TIME weergave gebied zal de resterende tijd
tonen.
SONG
INFORMATION
NAME
SIZE
Uitleg
Naam van de op dat moment
geselecteerde song
Ruimte die de song in beslag
neemt
* De feitelijke grootte van de song wordt in eenheden van
megabytes getoond, elk bestaand uit 1,048,576 bytes. De
weergegeven hoeveelheid is bij benadering.
4
Opnemen/
afspelen
1
Effecten
gebruiken
Hier ziet u hoe informatie over de song bekeken kan
worden.
Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar
het Play scherm terug te keren.
Mastering
Hier ziet u hoe u kunt zorgen dat het opname-standby of
opnamescherm de resterende opnametijd toont.
Songinformatie bekijken
USB
gebruiken
De resterende opnametijd
bekijken
49
Appendix
Handige
functies
fig.Remain.eps
Eenvoudige opname (SONG SKETCH)
Door de BR-800 in de Song Sketch modus te plaatsen, kunt
u deze als een stereo WAV-bestand recorder/player
gebruiken. Dit biedt een gemakkelijke manier om uw
songideeën en frases op te nemen.
Naar Song Sketch modus
overschakelen
Opnemen
1
Druk op de [SONG SKETCH] knop.
Het SONG SKETCH scherm verschijnt.
D_Song_Sketch.eps
Druk op de [SONG SKETCH] knop om naar de Song Sketch
modus te gaan. Het SONG SKETCH scherm verschijnt.
Druk op de [EXIT] knop om naar de normale modus terug
te keren. Het SONG SKETCH scherm toont de volgende
informatie.
fig.SongScketch-e.eps
Tijdens afspelen:
lengte van het bestand
Tijdens opnemen:
resterende opnametijd
2
3
Bestandsnaam
Huidige tijd
Tijdens afspelen:
uitgangsniveau
Tijdens opnemen:
ingangsniveau
Ritme
U kunt de volgende instellingen bewerken door de cursor
naar de bestandsnaam, de huidige tijd of het ritme te
verplaatsen, en dan aan de draaiknop te draaien.
4
Druk op de [MENU] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘INPUT SELECT’ te verplaatsen, en druk
op de [ENTER] knop.
Gebruik de draaiknop om de ingangsbron die u wilt
opnemen te selecteren.
Instelling
Onderdeel
Bestandsnaam
Huidige tijd
Uitleg
Selecteert het bestand dat afgespeeld
wordt
Verplaats de tijdlocatie
GUITAR/
BASS
MIC L/R
fig.SongScketch_Rhythm-e.eps
Zet het ritme aan/uit
INPUT
1&2
Ritme
Stel het tempo in
Selecteer een patroon
INPUT4
LINE IN
• U kunt maximaal 999 songs opslaan/spelen.
• U kunt de Repeat functie gebruiken (p.43) om een
gespecificeerde regio herhaaldelijk af te spelen.
U kunt het geluid van elke ingang als WAVformaat data opnemen. WAV-formaat wordt als
44.1 kHz 16-bit data opgenomen.
• Geluid wordt in stereo opgenomen.
• Als u opneemt terwijl een ritme speelt, zal het
geluid van het ritme ook worden opgenomen.
50
5
Uitleg
Kies dit als u een gitaar of bas, aangesloten op de GUITAR/BASS Jack,
opneemt.
Kies dit als de interne stereo microfoons worden gebruikt.
Kies dit als microfoons of instrumenten die op de INPUT 1 Jack en INPUT
2 Jack zijn aangesloten worden opgenomen.
Kies dit als u van een microfoon of
instrument dat op de INPUT 4 Jack is
aangesloten opneemt.
Kies dit als het geluid van een draagbare geluidsspeler of ander apparaat
dat op de LINE IN Jack is aangesloten
wordt opgenomen.
Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar
het SONG SKETCH scherm terug te keren.
De [PLAY] knop is groen verlicht en de [REC] knop is
rood verlicht.
Een WAV-bestand wissen
fig.Rec04-e.eps
Verlicht
Hier ziet u hoe u een WAV-bestand kunt wissen.
1
7
2
De opgenomen data kan in een track geïmporteerd
worden.
‘Song Sketch data in een track importeren’ (p.106)
Druk op de [SONG SKETCH] knop.
Het SONG SKETCH scherm verschijnt.
Als u klaar bent met opnemen, drukt u op de [STOP]
knop.
De opgenomen data wordt in de SKETCH map (p.118)
opgeslagen.
3
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar de bestandsnaam te verplaatsen, en
gebruik de draaiknop om het bestand dat u wilt
wissen te selecteren.
Druk op de [MENU] knop.
Over bestandsnamen
4
5
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘FILE’ te verplaatsen, en druk op
[ENTER].
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘ERASE’ te verplaatsen en druk op
[ENTER].
Het FILE ERASE scherm verschijnt.
Mastering
Wanneer een WAV-bestand wordt opgeslagen,
wordt een bestandsnaam automatisch als volgt
toegevoegd.
(Voorbeeld)
_BR_001.WAV
:
_BR_999.WAV
De bestandsnaam bestaat uit _BR_ gevolgd door een
opeenvolgend nummer en de bestandsextensie
.WAV.
Snelle start
Opnemen/
afspelen
Verlicht
Effecten
gebruiken
De opname zal beginnen.
Om het afspelen te beëindigen drukt u op de [STOP]
knop.
Ritme
gebruiken
4
Druk op de [REC] knop.
Bewerken
6
Voorbereiding
voor opname
Eenvoudige opname (SONG SKETCH)
D_Song_Sketch_File_Erase.eps
Afspelen
Druk op de [SONG SKETCH] knop.
Het SONG SKETCH scherm verschijnt.
2
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar de bestandsnaam te verplaatsen, en
gebruik de draaiknop om het bestand dat u wilt
afspelen te selecteren.
6
Als u het bestand wilt wissen, drukt u op de [ENTER]
knop.
In het scherm wordt ‘Are you sure?’ gevraagd.
7
Handige
functies
1
USB
gebruiken
Hier ziet u hoe u een WAV-bestand dat in de SKETCH map
is opgeslagen kunt afspelen.
Druk op de [ENTER] knop.
Druk op de [PLAY] knop.
Het afspelen zal beginnen.
* In het scherm wordt ‘Keep power on!’ aangegeven terwijl
data wordt bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze
boodschap wordt weergegeven.
51
Appendix
Het bestand zal gewist worden.
3
Eenvoudige opname (SONG SKETCH)
Een WAV-bestand een
naam geven
Het staat u vrij een WAV-bestand van een naam te voorzien.
1
2
3
4
5
6
7
Druk op de [SONG SKETCH] knop.
Informatie over het
WAV-bestand bekijken
Hier ziet u hoe u informatie over het WAV-bestand kunt
bekijken.
1
Het SONG SKETCH scherm verschijnt.
Het SONG SKETCH scherm verschijnt.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar de bestandsnaam te verplaatsen, en
gebruik de draaiknop om het bestand dat u van een
naam wilt voorzien te selecteren.
Druk op de [MENU] knop.
Druk op de [SONG SKETCH] knop.
2
3
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘FILE’ te verplaatsen, en druk op de
[ENTER] knop.
4
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘NAME’ te verplaatsen en druk op de
[ENTER] knop.
5
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar de bestandsnaam te verplaatsen, en
gebruik de draaiknop om het bestand waarvan u de
informatie wilt bekijken te selecteren.
Druk op de [MENU] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘FILE’ te verplaatsen en druk op de
[ENTER] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘INFORMATION’ te verplaatsen en druk
op de [ENTER] knop.
D_Song_Sketch_Info.eps
Druk op de [ENTER] knop.
Het FILE NAME scherm verschijnt.
D_Song_Sketch_Name.eps
Informatie over het bestand zal weergegeven worden.
BESTANDSINFORMATIE
8
9
NAME
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar het teken dat u wilt veranderen te
verplaatsen.
Kies met de draaiknop om het gewenste teken.
SIZE
Uitleg
Naam van het huidig geselecteerde bestand
Ruimte die door het bestand in
beslag wordt genomen
* De feitelijke grootte van de song wordt in eenheden van
megabytes getoond, elk bestaand uit 1,048,576 bytes. De
weergegeven hoeveelheid is bij benadering.
10
Als u de naam heeft gespecificeerd, drukt u een
aantal malen op de [EXIT] knop om naar het SONG
SKETCH scherm terug te keren.
52
6
Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar
het SONG SKETCH scherm terug te keren.
Effecten
gebruiken
53
Inserteffecten gebruiken
De BR-800 heeft onafhankelijke processors voor vier
verschillende soorten effecten: inserteffecten, loopeffecten,
track EQ en mastering effecten.
U kunt deze gelijktijdig gebruiken, en gewenste instellingen
voor elk effect maken.
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe de Insert effectprocessor bewerkt wordt, en hoe de bewerkte instellingen
opgeslagen worden.
‘Een gevoel van ruimtelijkheid toevoegen’ (p.83)
‘De klank van elke track aanpassen’ (p.86)
Niet alleen kunt u een inserteffect tijdens opnemen
gebruiken, u kunt ook tijdens de mixdown een
effect op het geluid van elke track toepassen.
Voor details kijkt u bij ‘De locatie van het
Inserteffect veranderen (LOCATION)’ (p.58).
Effect Patches zijn binnen elke bank als volgt georganiseerd.
Preset Patches
Preset Patches bevatten al Patch-data. Hoewel het u vrij
staat deze instellingen te bewerken, kunt u gewijzigde
instellingen niet in preset Patches opslaan.
User Patches
User Patches kunnen herschreven worden, en de User
Patch-data wordt in het interne geheugen van de BR-800
opgeslagen. Als u een Patch heeft gecreëerd en deze ook in
een andere song wilt gebruiken, is het gemakkelijk om deze
als een User Patch op te slaan.
Song Patches
Song Patches kunnen op dezelfde manier als User Patches
herschreven worden, maar de Patch-data wordt samen met
de songdata op de SD-kaart opgeslagen.
Dit is handig als u de Patch gebruikte toen een uitvoering
werd opgenomen, en deze samen met de song wilt opslaan.
fig.03-020.eps
SD-kaart
BR-800
Song
Effect Patches en banken
Preset
patch
Door ‘effect Patches’ op te roepen kunt u de effecten die
door het inserteffect worden gebruikt en de parameters van
elk effect veranderen.
De BR-800 biedt een verscheidenheid aan effect Patches die
met vocalen en verschillende instrumenten gebruikt
kunnen worden. Deze effect Patches zijn op type in zes
‘banken’ ondergebracht.
User
patch
Song
patch
Song Patches (S) kunnen niet geselecteerd worden
als er geen SD-kaart is ingestoken.
fig.03-010.eps
BANK
MICROGUITAR PHONE
LINE
SIMUL 4INPUT
8TRACK
COMP
Preset
Patch
P01
..
P80
P01
..
P30
P01
..
P25
P01
..
P15
P01
..
P05
P01
.
.
P05
User
Patch
U01
..
U80
U01
..
U30
U01
..
U25
U01
..
U15
U01
..
U05
U01
..
U05
Song
Patch
S01
.
.
S80
S01
.
.
S30
S01
.
.
S25
S01
.
.
S15
S01
.
.
S05
S01
..
S05
54
Vanuit de fabriek bevatten de User Patches (U) van
elke bank en de song Patches (S) van de BR-800
dezelfde Patches als de preset Patches (P).
Druk op de [EFFECTS] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘EZ TONE’ te verplaatsen en druk op de
[ENTER] knop.
Het EZ TONE scherm verschijnt.
De [EFFECTS] knop is verlicht, en het Insert effect
wordt aangezet.
fig.effect_on_off.eps
4
Gebruik de [CURSOR] knoppen om het klankrooster
te bedienen, om de gewenste klank te verkrijgen.
Voor de GUITAR bank
EZ-Tone_Guitar1-e.eps
Geschikt voor solo
Met EZ Tone kunt u uw geluid op gemakkelijke wijze
creëren, zonder dat parameters tot in detail bewerkt hoeven
te worden.
* EZ Tone is niet beschikbaar als 4INPUT of 8TRACK
COMP als de effectbank is geselecteerd (p.54).
1
Snelle start
Hard geluid
Effecten
gebruiken
Het Insert-effect op
eenvoudige wijze
bewerken (EZ TONE)
Zacht geluid
Geschikt voor achtergrond
of
EZ-Tone_Guitar2-e.eps
Meer body resonantie
Warm geluid
Helder geluid
Minder body resonantie
Bewerken
Druk nog een keer op de [EFFECTS] knop om het
Insert effect uit te zetten. De [EFFECTS] knop dooft uit.
Voorbereiding
voor opname
1
3
Ritme
gebruiken
Het Insert-effect aan/uitzetten
Opnemen/
afspelen
Inserteffecten gebruiken
Voor de MICROPHONE of LINE banken
EZ-Tone_Mic-e.eps
Delay: luid
Druk op de [EFFECTS] knop.
Warm geluid
Helder geluid
Delay: zacht
Voor de SIMUL bank
Het EFFECT scherm verschijnt.
USB
gebruiken
EZ-Tone_Sim-e.eps
Delay: luid
Selecteer de effectpatch die het meest lijkt op het
geluid dat u in uw hoofd heeft.
P: preset / S: song / U: user
Nummer
Zacht geluid
Hard geluid
Handige
functies
Gebruik de [CURSOR] knoppen en draaiknop om de
bank, preset/song/user en het nummer te selecteren.
Delay: zacht
Bank
Patchnaam
Algoritme naam
55
Appendix
2
Mastering
Het EFFECT scherm verschijnt.
Inserteffecten gebruiken
5
P: preset / S: song / U: user
Nummer
Als u de huidige effectinstellingen wilt opslaan, gaat
u verder volgens de beschrijving van ‘De Insert
effectinstellingen opslaan (Write)’ (p.57).
De effectinstellingen die u bewerkt zijn tijdelijk. Als
u het effect bewerkingsscherm verlaat zonder de
bewerkte effectpatch op te slaan, wordt een ‘*’ voor
de Patchnaam getoond. Als u een andere Patch
selecteert als deze ‘*’indicatie wordt getoond, zal de
bewerkte effectpatch naar zijn oorspronkelijke staat
terugkeren, en gaan de veranderingen die u heeft
gemaakt verloren.
Bank
Patchnaam
Algoritme naam
3
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘Patch’ te verplaatsen, en druk op de
[ENTER] knop.
Het effectbewerkingscherm verschijnt, en het algoritme
(de beschikbare effecten en hun verbindingsvolgorde)
wordt zichtbaar.
D_Effect_Edit.eps
De Insert effectinstellingen
bewerken
Om een nieuw effectgeluid te creëren, kiest u een bestaande
Patch die lijkt op dat wat u in uw hoofd heeft, en bewerkt u
deze. Wanneer de bewerkte Patch wordt opgeslagen, slaat u
deze als een User Patch of song Patch op.
4
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar elk effect te verplaatsen, en gebruik de
draaiknop om de aan/uit status van elke effect te
specificeren.
De iconen tonen de status van elk effect als volgt:
Als er een specifiek effect is dat u wilt gebruiken,
moet u een Patch kiezen waarvan het algoritme dat
effect bevat.
De beschikbare effecten verschillen per algoritme.
Voor details over de effecten voor elk algoritme
kijkt u bij ‘Algoritme lijst’ (p.59).
Indicatie
Uitleg
Effect aan (geselecteerd)
Effect aan
Effect uit (geselecteerd)
Effect uit
1
Druk op de [EFFECTS] knop.
Het EFFECT scherm verschijnt.
5
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar het effect waarvan u de parameters wilt
bewerken te verplaatsen, en druk op de [ENTER]
knop.
Het parameter-bewerkingscherm voor dat effect
verschijnt.
D_Effect_Comp.eps
2
Selecteer een effect Patch.
Gebruik de CURSOR knoppen en draaiknop om de
bank, preset/song/user en het nummer te selecteren.
56
Als u een Patchnaam wilt invoeren, drukt u op de
CURSOR [
] knop.
Wanneer u de Patchnaam niet hoeft te veranderen,
gaar u verder met stap 6.
D_Effect_Name.eps
Als u de huidige effectinstellingen wilt opslaan, gaat
u verder volgens de beschrijving in ‘De Insert
effectinstellingen opslaan’ (de volgende sectie).
5
De effectinstellingen die u bewerkt zijn tijdelijk. Als
u het effectbewerkingscherm verlaat zonder de
bewerkte effectpatch op te slaan, wordt een ‘*’ voor
de Patchnaam getoond. Als u een andere
effectpatch selecteert terwijl deze ‘*’indicatie wordt
getoond, zal de bewerkte effectpatch naar zijn
oorspronkelijke staat terugkeren, en gaan de
veranderingen die u heeft gemaakt verloren.
6
7
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen en de
draaiknop om de gewenste Patchnaam in te voeren.
Als u de Patchnaam heeft ingevoerd, drukt u op
CURSOR [ ].
Met gebruik van de CURSOR knoppen en de
draaiknop kiest u de Effect Patch als opslagbestemming.
Nadat u de bestemming, waarin de effectpatch
opgeslagen zal worden, heeft gespecificeerd, drukt u
op de [ENTER] knop.
De bevestigingsboodschap ‘Are you sure?’ verschijnt.
8
Hier ziet u hoe u een naam toewijst (Patchnaam) aan de
effectinstellingen die u heeft bewerkt, en deze als een
nieuwe effectpatch opslaat.
1
2
Druk op de [EFFECTS] knop.
Als u zeker weet dat u de instellingen wilt opslaan,
drukt u op de [ENTER] knop. Als u besluit te
annuleren zonder op te slaan, drukt u op de [EXIT]
knop.
Wanneer de data zijn opgeslagen, keert u naar het
EFFECT scherm terug.
* ‘Keep power on!’ wordt in het display weergegeven terwijl data
wordt bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze boodschap
wordt weergegeven.
USB
gebruiken
De Insert effectinstellingen
opslaan (Write)
Snelle start
Opnemen/
afspelen
4
Effecten
gebruiken
8
Als er andere effecten zijn die u wilt bewerken, drukt
u op de [EXIT] knop om naar het vorige scherm terug
te keren, en herhaalt u stappen 5-6.
Ritme
gebruiken
7
Bewerken
3
Mastering
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om een
parameter te selecteren, en gebruik de draaiknop om
zijn waarde te bewerken.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘NAME/WRITE’ te verplaatsen, en druk
op de [ENTER] knop.
Het Write scherm verschijnt.
Handige
functies
D_Effect_Write.eps
57
Appendix
6
Voorbereiding
voor opname
Inserteffecten gebruiken
Inserteffecten gebruiken
fig.03-120.eps
De locatie van het Insert effect
veranderen (LOCATION)
Op de BR-800 kunt u de locatie van het Insert effect veranderen, zodat u het voor verschillende doeleinden kunt
gebruiken.
1
In het EFFECT scherm drukt u op de CURSOR [ ]
knop om de cursor naar ‘LOCATION’ te verplaatsen.
Druk dan op de [ENTER] knop.
Het LOCATION scherm verschijnt.
D_Effect_Location.eps
TRACK 1
(REC)
■ TRACK 1–8, 1/2, 3/4, 5/6, 7/8,
1–4, 5–8, 1–8
Deze instellingen passen het Insert effect op het geluid dat
van de track wordt afgespeeld toe. Gebruik deze instellingen als u verschillende effecten wilt uitproberen nadat
het droge geluid is opgenomen of als u een effect alleen op
een specifieke track wilt toepassen.
* Afhankelijk van de geselecteerde combinatie van effect en
bank, wordt het effect mogelijk niet op alle tracks toegepast.
fig.03-130.eps
TRACK 1
(PLAY)
2
3
Draai aan de draaiknop om de locatie waar het Insert
effect ingevoegd zal worden te specificeren.
■ RHYTHM
Deze instelling past het Insert effect op het ritmegeluid toe.
fig.03-140.eps
Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar
het Play scherm terug te keren.
* ‘Keep power on!’ wordt in het display weergegeven terwijl
data wordt bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze
boodschap wordt weergegeven.
Invoerlocaties voor het Insert effect
■ INPUT <NORMAL>
Met deze instelling kunt u het geluid dat door het Insert
effect is gegaan beluisteren, en het geluid dat door het Insert
effect is gegaan zal opgenomen worden. Normaalgesproken
gebruikt u deze instelling.
RHYTHM
■ MASTER
Deze instelling verbindt het Insert effect onmiddellijk voor
het Mastering effect (p.112). Gebruik deze instelling als u
het Insert effect op het algehele geluid wilt toepassen, zoals
tijdens het aanpassen van de klankkwaliteit tijdens
Masteren of om een speciaal effect te verkrijgen.
fig.03-150.eps
fig.03-110.eps
TRACK 1
(PLAY)
TRACK 1
(REC)
■ INPUT <REC DRY>
Met deze instelling kunt u het geluid dat door het Insert
effect is gegaan beluisteren, maar het geluid dat niet door
het effect is beïnvloed (d.w.z: het droge geluid) zal
opgenomen worden. Gebruik deze instelling als u na het
opnemen verschillende effecten wilt uitproberen.
58
TRACK 8
(PLAY)
RHYTHM
Snelle start
Inserteffecten gebruiken
De algoritmes die geselecteerd kunnen worden, verschillen per bank. Om het algoritme dat u wilt gebruiken te selecteren,kiest u eerst de effectbank die het betreffende algoritme bevat, en selecteer een Patch die het gewenste algoritme
gebruikt.
De lijn of lijnen die de algoritmes verbinden, geven aan of het effect mono uitvoer (enkele lijn) of stereo uitvoer (twee
lijnen) heeft.
(Voorbeeld)
–[COMP/LM]–[WAH]–
–[MOD]=[DLY]=
BANK : GUITAR
1. E.GUITAR MULTI
Dit biedt een versterkergeluid met gebruik van een voorversterker en luidspreker simulator.
Dit is een multi-effect, ontworpen voor de elektrische gitaar.
Hiermee kunt u een elektrische gitaar gebruiken om
geluiden die op een akoestische gitaar lijken produceren.
fig.EGuitarMulti.eps
fig.AcousticSim.eps
Bewerken
Compressor/Limiter
Wah
Distortion
Amp
Equalizer
Noise Suppressor
Modulation
- Enhancer
- Guitar Sim
- Slow Gear
- Sitar Sim
- Octave
- Pitch Shifter
- Phaser
- Flanger
- Tremolo
- Rotary
- Uni-v
- Pan
- Vibrato
- Ring Mod
- Chorus
- Doubling Delay
Delay
[CHO]=[DLY]=
Acoustic Simulator
Compressor/Limiter
Equalizer
Noise Suppressor
Mastering
[EQ]-[NS]-[MOD]=[DLY]=
-[ASIM]-[COMP/LM]-[EQ]-[NS]
Chorus
Delay
USB
gebruiken
-[COMP/LM]-[WAH]-[DIST]-[AMP]
Handige
functies
Dit is een multi-effect, ontworpen voor elektrische gitaar.
2. ACOUSTIC SIM
Ritme
gebruiken
Uitvoer: Stereo
59
Appendix
Uitvoer: Mono
Effecten
gebruiken
fig.03-160
Opnemen/
afspelen
De algoritmes (de beschikbare effecten en hun verbindingsvolgorde) die als een Insert effect gebruikt kunnen worden, vindt
u hieronder.
Voorbereiding
voor opname
Algoritme lijst
Inserteffecten gebruiken
3. GUITAR TO BASS
5. BASS MULTI
Simuleert de klank van een basgitaar.
Dit is een multi-effect, ontworpen voor basgitaar.
U kunt het geluid van een basgitaar verkrijgen terwijl u een
elektrische gitaar bespeelt.
* Wanneer de GUITAR TO BASS wordt gebruikt, moet u het
spelen van akkoorden vermijden.
Geschikt voor het creëren van een standaard basklank.
fig.GuitarToBass.eps
-[G->B]-[COMP/LM]-[WAH]-[DIST]
fig.BassMulti.eps
-[COMP/LM]-[WAH]-[DIST]-[AMP]
[EQ]-[NS]-[MOD]=[DLY]=
Compressor/Limiter
[AMP]-[EQ]-[NS]-[MOD]=
Guitar to Bass
Compressor/Limiter
Wah
Distortion
Amp
Equalizer
Wah
Distortion
Amp
Equalizer
Noise Suppressor
Modulation
Noise Suppressor
- Enhancer
Modulation
- Bass Sim
- Enhancer
- Slow Gear
- Slow Gear
- Defretter
- Defretter
- Octave
- Octave
- Pitch Shifter
- Pitch Shifter
- Phaser
- Phaser
- Flanger
- Flanger
- Tremolo
- Tremolo
- Pan
- Vibrato
- Ring Mod
- Chorus
- Doubling Delay
- Pan
- Vibrato
- Ring Mod
- Chorus
- Doubling Delay
Delay
4. A.GUITAR MULTI
Dit is een multi-effect, ontworpen voor akoestische gitaar.
Zelfs als een elektrische-akoestische gitaar op lijnniveau is
aangesloten, biedt dit een warme klank, gelijk aan dat wat
via een microfoon wordt verkregen.
fig.AGuitarMulti.eps
-[ACP]-[COMP/LM]-[EQ]-[NS]-[CHO]=[DLY]=
Acoustic Processor
Compressor/Limiter
Equalizer
Noise Suppressor
Chorus
Delay
60
BANK : MICROPHONE
BANK : LINE
6. VOCAL MULTI
8. STEREO MULTI
Het biedt effecten die geoptimaliseerd zijn voor vocalen.
Dit algoritme verbindt zeven types effecten, allemaal in
stereo.
fig.VocalMulti.eps
fig.StereoMulti.eps
[DB/HR]=[DLY]=
=[COMP/LM]=[LOFI]=[EQ]=[NS]
[MOD]=[CHO]=[DLY]=
Pitch Correct
Compressor/Limiter
Dynamics
Lo-fi
Tone/SFX
Equalizer
Equalizer
Noise Suppressor
Noise Suppressor
Modulation
Double/Harmony
- Enhancer
Delay
- Slow Gear
Ritme
gebruiken
- Pitch Shifter
7. MIC MULTI
- Phaser
- Flanger
Het biedt de basiseffecten die voor gebruik met een
microfoon nodig zijn.
fig.MICMulti.eps
-[L. CUT]-[COMP/LM]-[EQ]-[NS]
- Tremolo
- Rotary
Bewerken
Dit is een multi-effect voor microfoon.
- Pan
- Vibrato
- Ring Mod
- Doubling Delay
Low Cut
Chorus
Compressor/Limiter
Delay
Mastering
[MOD]=[DLY]=
Snelle start
Opnemen/
afspelen
-[PCR]-[DYN]-[SFX]-[EQ]-[NS]
Effecten
gebruiken
Dit is een multi-effect voor vocalen.
Voorbereiding
voor opname
Inserteffecten gebruiken
Equalizer
Noise Suppressor
Modulation
USB
gebruiken
- Enhancer
- Pitch Shifter
- Phaser
- Flanger
- Tremolo
Handige
functies
- Pan
- Vibrato
- Ring Mod
- Chorus
Delay
61
Appendix
- Doubling Delay
Inserteffecten gebruiken
BANK : SIMUL
9. VO + GT.AMP
Dit algoritme is te gebruiken wanneer een stem en een elektrische gitaar tegelijk worden opgenomen.
Voor de gitaar kunt u een versterkergeluid creëren met gebruik van een voorversterker en luidspreker simulator.
(GUITAR)
(MIC)
fig.VOGTAMPGuitar.eps
fig.VOGTAMPMic.eps
-[COMP/LM]-[AMP]-[EQ]-[NS]-[MOD]-[DLY]-
-[COMP/LM]-[EQ]-[NS]-[MOD]-[DLY]-
Compressor/Limiter
Compressor/Limiter
Amp
Equalizer
Equalizer
Noise Suppressor
Noise Suppressor
Modulation
Modulation
- Enhancer
- Pitch Shifter
- Guitar Sim
- Phaser
- Slow Gear
- Flanger
- Sitar Sim
- Tremolo
- Octave
- Vibrato
- Pitch Shifter
- Ring Mod
- Phaser
- Chorus
- Flanger
- Doubling Delay
- Tremolo
- Rotary
- Uni-v
- Vibrato
- Ring Mod
- Chorus
- Doubling Delay
Delay
62
- Enhancer
Delay
Dit algoritme wordt gebruikt wanneer een stem en een
elektrische gitaar tegelijk worden opgenomen.
Dit algoritme kan gebruikt worden wanneer een stem en
een akoestische gitaar tegelijk worden opgenomen.
Voor de gitaar kunt u het elektrische gitaargeluid als een
akoestische gitaar laten klinken.
Voor de gitaar kunt u een warme klank produceren,
gelijkend op de klank wanneer een microfoon wordt
gebruikt, zelfs als een elektrische-akoestische gitaar via een
rechtstreekse lijn is aangesloten.
(GUITAR)
fig.VOACSIMGuitar.eps
-[ASIM]-[COMP/LM]-[EQ]-[NS]-[CHO]-[DLY]-
(GUITAR)
fig.VOAcousticGuitar.eps
Acoustic Simulator
-[ACP]-[COMP/LM]-[EQ]-[NS]-[CHO]-[DLY]-
Voorbereiding
voor opname
11. VO + ACOUSTIC
Opnemen/
afspelen
10. VO + AC.SIM
Snelle start
Inserteffecten gebruiken
Equalizer
Acoustic Processor
Noise Suppressor
Compressor/Limiter
Chorus
Equalizer
Delay
Noise Suppressor
Effecten
gebruiken
Compressor/Limiter
Chorus
Ritme
gebruiken
Delay
(MIC)
fig.VOACSIMMic.eps
Compressor/Limiter
Equalizer
(MIC)
fig.VOAcousticMic.eps
-[COMP/LM]-[EQ]-[NS]-[DLY]-
Noise Suppressor
Compressor/Limiter
Modulation
Equalizer
- Enhancer
Noise Suppressor
- Pitch Shifter
Delay
Bewerken
-[COMP/LM]-[EQ]-[NS]-[MOD]-[DLY]-
- Phaser
Mastering
- Flanger
- Tremolo
- Vibrato
- Ring Mod
- Chorus
USB
gebruiken
- Doubling Delay
63
Appendix
Handige
functies
Delay
Inserteffecten gebruiken
BANK : 4INPUT
Parameterlijst
De in dit document genoemde handelsmerken zijn
handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars,
die aparte bedrijven van BOSS zijn. Deze bedrijven
zijn niet verbonden met BOSS en hebben geen
licentie verleend voor de BOSS BR-800, noch is deze
door hen geautoriseerd. Hun merknamen worden
slechts gebruikt voor het identificeren van de
apparatuur waarvan het geluid door de BR-800 van
BOSS wordt gesimuleerd.
12. 4-INPUT MULTI
Dit is een effect voor vier-kanaals microfoon opname.
Het voorziet in de effecten die nodig zijn voor het opnemen
met meerdere microfoons.
fig.4-InputMulti.eps
-[L.CUT]-[COMP/LM]-[EQ]-[NS]-[L.CUT]-[COMP/LM]-[EQ]-[NS]-[L.CUT]-[COMP/LM]-[EQ]-[NS]-[L.CUT]-[COMP/LM]-[EQ]-[NS]Low Cut
Compressor/Limiter
Equalizer
Noise Suppressor
BANK : 8TRACK COMP
13. 8-TRACK COMP/LIM
COMPRESSOR/LIMITER
Dit is een effect dat een lange sustain produceert, door het
volumeniveau van het ingangssignaal gelijkmatig te maken.
U kunt dit naar een Limiter omschakelen om alleen de
geluidspieken te onderdrukken en vervorming te
voorkomen.
Parameter/
Reeks
Uitleg
ON/OFF
OFF, ON
Zet het COMPRESSOR/LIMITER-effect
aan/uit.
MODE
Dit voorziet in een onafhankelijke compressor/limiter voor
elke track.
Selecteert de COMPRESSOR/LIMITER modus.
COMPRESSOR
Het effect werkt als een Compressor.
Hiermee kunt u het afspeelvolume van elke track consistenter maken.
LIMITER
Het effect werkt als een Limiter.
TYPE
-[COMP/LM]-[COMP/LM]-[COMP/LM]-[COMP/LM]=[COMP/LM]=
=[COMP/LM]=
LIMITER
Compressor/Limiter
COMPRESSOR
fig.8trackComplim.eps
BOSS COMP
Modelleert de BOSS CS-3 compacte effectprocessor.
HI-BAND
Dit is een Compressor die een nog sterker
effect aan het Hoog toevoegt.
LIGHT
Dit is een Compressor met een licht effect.
D-COMP
Dit modelleert een MXR DynaComp.
ORANGE
Dit modelleert een DAN ARMSTRONG
ORANGE SQUEEZER.
FAT
Wanneer zwaar toegepast, biedt dit Compressor-effect een vette klank met een
geaccentueerde middenreeks.
MILD
Wanneer zwaar toegepast, produceert dit
Compressor-effect een aangename klank
waarbij het Hoog wordt afgekapt.
BOSS LIM
Dit selecteert een stereo Limiter.
RACK 160 D
Dit modelleert een DBX 160X.
VTG RACK U Dit modelleert een UREI 1178.
SUSTAIN *1
64
0–100
Past de reeks (tijd) aan waarbinnen signalen op laag niveau worden geaccentueerd. Grotere waardes resulteren in een
langere sustain.
Parameter/
Reeks
Met deze Limiter kunt u het ingangssignaal
in vier aparte banden verdelen – ultralaag,
laag, hoog en ultrahoge frequentiereeksen –
en verschillende instellingen op de lage en
hoge frequentiereeksen toepassen. U kunt
de frequenties, die elke band scheiden, met
gebruik van de XOVER F L, M en H parameters instellen.
SATTACK
Past de sterkte van de ‘picking attack’ aan,
als de snaren worden bespeeld. Hogere
waardes resulteren in een scherpere
attack (dynamiek), hetgeen een helderder
gedefinieerd geluid produceert.
0–100
Uitleg
XOVER F M
XOVER F L
XOVER F H
TONE *1
0–100
Pas dit aan, passend bij het ingangssignaal van de gitaar. Als het ingangssignaal
dit drempelniveau overschrijdt, wordt
Limiting toegepast.
MULTI
BAND
Ultralage
frequentiereeks
Hoge
frequentiereeks
Lage
frequentiereeks
Frequentie
Effecten
gebruiken
Past de klank aan.
THRESHOLD *2
LIMITER
-50–+50
Voorbereiding
voor opname
Uitleg
Opnemen/
afspelen
Parameter/
Reeks
Snelle start
Inserteffecten gebruiken
Ultrahoge
frequentiereeks
Past de tijd aan vanaf het moment dat het
signaalniveau tot onder de drempel daalt,
totdat Limiting wordt verwijderd.
LEVEL
0–100
Past het volume aan.
**1 Instelling beschikbaar als MODE op COMPRESSOR is
ingesteld.
*2 Instelling beschikbaar als MODE op LIMITER is ingesteld.
Met ‘BASS MULTI’ algoritmes
Parameter/
Reeks
NATURAL
SUSTAIN *1
0–100
Uitleg
0–100
Zet het COMPRESSOR/LIMITER-effect
aan/uit.
Past de sterkte van de ‘picking attack’ aan,
als de snaren worden bespeeld. Hogere
waardes resulteren in een scherpere attack,
hetgeen een helderder gedefinieerd geluid
produceert.
TONE
-50–+50
Past de klank aan.
THRESHOLD *3
BOSS
COMP
Modelleert de BOSS CS-3 compacte effectprocessor.
D-COMP
Dit modelleert een MXR DynaComp.
BOSS LIM
Dit selecteert een stereo Limiter.
RACK 160 D Dit modelleert een DBX 160X.
0–100
Als het ingangssignaalniveau dit drempelniveau overschrijdt, zal Limiting worden
toegepast.
RATIO *3
1:1–∞:1
Dit selecteert de compressieratio die
gebruikt wordt voor signalen die het drempelniveau overschrijden. Hogere waardes
creëren een sterker compressie-effect.
VTG RACK
Dit modelleert een UREI 1178.
U
65
Appendix
LIMITER
COMPRESSOR
TYPE
Past de reeks (tijd) aan waarbinnen signalen op laag niveau worden geaccentueerd.
Grotere waardes resulteren in een langere
Sustain.
ATTACK *2
ON/OFF
OFF, ON
Deze Compressor is met gebruik van
dezelfde frequentiedivisies als MULTI
BAND geconfigureerd, maar met vereenvoudigde parameterinstellingen.
USB
gebruiken
0–100
Bewerken
RELEASE *2
Mastering
De Limiter wordt niet op de ultra lage
reeks toegepast, die van absoluut
belang is voor de basklank, en niet op
de ultra hoge reeks toegepast, die de
nuance van de attack beïnvloedt.
Dit selecteert de compressieratio die
gebruikt wordt voor signalen die het
drempelniveau overschrijden.
Handige
functies
1:1–∞:1
Ritme
gebruiken
RATIO *2
Inserteffecten gebruiken
Uitleg
RELEASE *3
0–100
Past de tijd vanaf het moment dat het
signaalniveau tot onder de drempel daalt,
totdat Limiting wordt verwijderd aan.
LO THRES *4
0–100
Als het ingangssignaal dit drempelniveau
in de lage frequentiereeks overschrijdt, zal
Limiting worden toegepast.
LO RATIO *4
1:1–∞:1
In de lage frequentiereeks selecteert dit de
compressie ratio die voor signalen die het
drempelniveau overschrijden wordt
gebruikt. Hogere waardes creëren een sterker compressie-effect.
HI THRES *4
0–100
Als het ingangssignaal dit drempelniveau
in de hoge frequentiereeks overschrijdt, zal
Limiting worden toegepast.
HI RATIO *4
1:1–∞:1
In de hoge frequentiereeks selecteert dit de
compressie ratio die voor signalen die het
drempelniveau overschrijden wordt
gebruikt. Hogere waardes creëren een sterker compressie-effect.
WAH
Het Wah-effect creëert een unieke klank door de frequentierespons eigenschappen van een filter te veranderen.
Parameter/
Reeks
ON, OFF
Selecteert de Wah-modus.
TOUCH
U kunt een Wah-effect produceren waarbij
het filter verandert in reactie op het gitaar/
basniveau.
PEDAL
Het Wah-effect wordt in realtime door een
expressiepedaal, aangesloten op de FOOT
SW/EXP PEDAL Jack, bestuurd.
TYPE
Selecteert de Wah-modus.
Dit stelt de frequentie die de ultralage en
lage frequentiereeksen verdeeld in.
2.50kHz–
10.0kHz
Dit stelt de frequentie die de hoge en ultrahoge frequentiereeksen verdeeld in.
PEDAL
Dit stelt de frequentie die de lage en hoge
frequentiereeksen verdeeld in.
XOVER F H (Crossover Frequency High) *4
Past de reeks (tijd) aan waarbinnen signalen op laag niveau worden geaccentueerd. .
Grotere waardes resulteren in een langere
Sustain.
Dit creëert een Wah-effect over een smalle
frequentiereeks.
VO WAH
Dit modelleert het geluid van de VOX
V846.
FAT WAH
Dit is een Wah-geluid met een vette klank.
LIGHT
WAH
Deze Wah heeft een elegant geluid zonder
ongewone kenmerken.
Deze uitgebreide Wah heeft een variabele
7STR WAH
reeks, compatibel met zevensnarige en
*1
bariton-gitaren.
Past het volume aan.
*1 Instelling beschikbaar wanneer TYPE op BOSS COMP of
D-COMP is ingesteld.
*2 Instelling beschikbaar wanneer TYPE op BOSS COMP,
D-COMP, BOSS LIM, RACK 160 D of VTG RACK U is
ingesteld.
*3 Instelling beschikbaar wanneer TYPE op BOSS LIM,
RACK 160 D of VTG RACK U is ingesteld.
*4 Instelling beschikbaar wanneer TYPE op MULTI BAND is
ingesteld.
*5 Instelling beschikbaar wanneer TYPE op NATURAL is
ingesteld.
66
BPF
RESO
WAH
LEVEL
0–100
Dit creëert een Wah-effect over een brede
frequentiereeks.
Deze Wah is speciaal aangepast voor
gebruik in de basregisters.Inclusie van de
BASS WAH
lage frequentiereeks in het Wah-geluid pro*2
duceert een robuust Wah-effect, zonder
verdunning van het geluid.
DRIVE *5
0–100
LPF
Dit modelleert het geluid van het CRY
CRY WAH BABY Wah-pedaal, dat in de jaren ’70
populair was.
XOVER F M (Crossover Frequency Middle) *4
100Hz–4.00kHz
Zet het Wah-effect aan/uit.
MODE
XOVER F L (Crossover Frequency Low) *4
32Hz–315Hz
Uitleg
ON/OFF
TOUCH
Parameter/
Reeks
Dit geheel originele effect biedt verbeteringen voor de karakteristieke resonanties die
door analoge synth filters worden geproduceerd.
POLARITY *3
Selecteert de richting waarin het filter zal veranderen in reactie op de invoer.
DOWN
De frequentie van het filter zal dalen.
UP
De frequentie van het filter zal stijgen.
SENS (Sensitivity) *3
0–100
Past de gevoeligheid aan waarop het filter
zal veranderen in de richting die door de
POLARITY instelling is vastgesteld.
Hogere waardes resulteren in een sterkere
respons. Met een instelling van 0 zal de
sterkte van de aanslag geen effect hebben.
0–100
Selecteert de klank die geproduceerd wordt
als de hiel van het pedaal wordt ingedrukt.
DIST
Selecteert de klank die geproduceerd wordt
als de top van het pedaal wordt ingedrukt.
E.LEVEL (Effect Level)
D.LEVEL (Direct Level)
0–100
Past het volume van het directe geluid aan.
*1 Instelling beschikbaar als het algoritme op GUITAR MULTI
is ingesteld.
*2 Instelling beschikbaar als het algoritme op BASS MULTI is
ingesteld.
*3 Instelling beschikbaar als MODE op TOUCH is ingesteld.
CLASSIC
Past het volume van het effectgeluid aan.
MODERN
0–100
DISTORTION
Dit geeft een basaal, traditioneel vervormd
geluid.
MILD DS
Dit is een vervormd geluid met een milde
vervorming.
MID DS
Dit vervormde geluid heeft een geaccentueerde middenreeks.
RAT
Dit modelleert een Proco RAT.
GUV DS
Dit modelleert een Marshall GUV’ NOR.
DST+
Dit modelleert een MXR DISTORTION+.
MODERN
DS
Dit is het diepe Distortiongeluid van een
grote High-gain versterker.
SOLID DS
Dit is een Distortiongeluid met een ‘edge’
effect.
STACK
Een vet geluid met een toegevoegd element
van de vervorming van een stack versterker.
LOUD
Dit is een vervormd geluid dat ideaal is
voor het spelen van heavy riffs.
METAL
ZONE
Dit is het geluid van de BOSS MT-2. Het
produceert een brede reeks Metalklanken,
van old style tot slash metal.
LEAD
Produceert een Distortiongeluid met de
regelmaat van een Overdrive samen met
een diepe vervorming.
’60s FUZZ
Dit modelleert een FUZZFACE.
Dit produceert een vet Fuzzgeluid.
Dit effect vervormt het geluid om een lange sustain te
creëren.
Parameter/
Reeks
METAL
*4 Instelling beschikbaar als MODE op PEDAL is ingesteld.
DISTORTION
Uitleg
Zet het DISTORTION effect aan/uit.
TYPE
BOOSTER
Selecteert het type vervorming.
MID
BOOST
Dit is een booster met unieke kenmerken in
de middenreeks.
Als de verbinding wordt gemaakt voor de
COSM versterker, wordt geluid dat
geschikt is voor solo’s geproduceerd.
CLN
BOOST
Dit functioneert niet alleen als een booster,
maar produceert ook een clean geluid met
een punch, zelfs wanneer het alleen wordt
gebruikt.
TREB
BOOST
Dit is een booster met versterking in het
hoog.. .
FUZZ
ON/OFF
OFF, ON
Dit is het High-gain Overdrivegeluid van
de BOSS OD-2.
WARM OD Dit is een warme overdrive.
PEDAL MAX (Pedal Maximum) *4
0–100
Voorbereiding
voor opname
T-SCREAM Dit modelleert een Ibanez TS-808.
TURBO OD
PEDAL MIN (Pedal Minimum) *4
Dit is het geluid van de BOSS OD-1.
Dit produceert een aangename, milde vervorming.
OCT FUZZ Dit modelleert een ACETONE FUZZ.
MUFF
FUZZ
Dit modelleert een Electro-Harmonix Big
Muff π..
Effecten
gebruiken
Past de positie van het Wah-pedaal aan.
OD-1
Ritme
gebruiken
0–100
NATURAL Dit is een Overdrivegeluid dat vervorming
OD
met een natuurlijk gevoel biedt.
Hogere waardes produceren een sterkere
klank die het Wah-effect meer benadrukt.
Met een waarde van 50 wordt een standaard Wah-geluid geproduceerd.
PEDAL POS (Pedal Position) *4
Een glansrijk Crunchgeluid met een toegevoegd element van versterker vervorming.
Bewerken
0–100
CRUNCH
Mastering
Past de manier waarop het Wah-effect op het gebied rond de
middenfrequentie wordt toegepast aan.
Dit is een Crunchgeluid van de BOSS BD-2.
Dit produceert vervorming die de nuances
BLUES OD
van ‘picking’ op getrouwe wijze reproduceert.
USB
gebruiken
PEAK *3
OD
0–100
Past de middenfrequentie van het Waheffect aan.
BLUES
FREQUENCY *3
Uitleg
Opnemen/
afspelen
Parameter/
Reeks
DRIVE
0–120
Past de diepte van vervorming aan.
BOTTOM
-50–+50
Past de klank van de lage frequentiereeks
aan. Als dit naar links wordt
gedraaid(tegen de wijzers van de klok in),
wordt een klank geproduceerd waarvan
het low end wordt afgekapt. Als dit naar
rechts wordt gedraaid, wordt het low end
van het geluid geaccentueerd.
67
Handige
functies
Uitleg
Appendix
Parameter/
Reeks
Snelle start
Inserteffecten gebruiken
Inserteffecten gebruiken
Parameter/
Reeks
Uitleg
TONE
-50–+50
Parameter/
Reeks
Uitleg
E.LEVEL (Effect Level)
Past de klank aan.
0–100
Past het volume van het effectgeluid aan.
E.LEVEL (Effect Level)
D.LEVEL (Direct Level)
0–100
0–100
Past het volume van het effectgeluid aan.
D.LEVEL (Direct Level)
0–100
Past het volume van het directe geluid aan.
0–100
Met ‘BASS MULTI’ of ‘GUITAR TO BASS’
algoritmes
Parameter/
Reeks
Uitleg
ON/OFF
OFF, ON
Zet het DISTORTION effect aan/uit.
TYPE
Selecteert het type vervorming.
BOOSTER
Dit functioneert niet alleen als een booster,
maar produceert ook een clean geluid met
een punch, zelfs wanneer het alleen wordt
gebruikt.
NATURAL
Dit is een Overdrivegeluid dat vervorming
met een natuurlijk gevoel biedt.
COSM technologie simuleert verschillende voorversterker
karakteristieken, luidsprekerafmetingen en vormen van de
behuizing.
Parameter/
Reeks
OFF, ON
Dit stelt het type voorversterker in.
Distortion, speciaal afgestemd om met bassen te gebruiken.
GUV DS
Dit modelleert een Marshall GUV’ NOR.
BASS MT
Wild, radicaal distortiongeluid voor bas.
Dit is het geluid van de BOSS MT-2.
METAL ZONE Het produceert een brede reeks metalklanken, van old style tot slash metal.
BASS FUZZ
Fuzz, afgestemd om met bassen te gebruiken.
MUFF FUZZ
Dit modelleert een Electro-Harmonix Big
Muff π.
Met dit effect wordt vervorming alleen op
de hoge frequentiegeluiden toegepast, en
HI BAND DRV
niet op de geluiden in de lage frequentiereeks.
DRIVE
0–100
Past de diepte van vervorming aan.
TONE
-50–+50
68
Past de klank aan.
JC CLEAN
BASS DS
Zet het AMP-effect aan/uit.
TYPE
TW CLEAN
BLUES OD
Dit is een Crunchgeluid van de BOSS BD-2.
Dit produceert vervorming die de nuances
van ‘picking’ op getrouwe wijze reproduceert.
Uitleg
ON/OFF
BOSS CLEAN
Dit is een clean geluid, vloeiend en
warm.
JC-120
Dit is het geluid van de Roland JC-120.
JAZZ COMBO
Dit is een geluid dat geschikt is voor
jazz.
Dit is een geluid met een vlakke resFULL RANGE ponse.
Goed voor akoestische gitaar.
CLEAN TWIN
Dit modelleert een Fender TWIN
REVERB.
PRO CRNCH
Dit modelleert een Fender PRO
REVERB.
TWEED
Dit modelleert een Fender Bassman 4 x
10’’Combo.
DELUX
CRNCH
Dit modelleert een Fender DELUXE
REVERB.
Dit is een Crunchgeluid dat de nuances
BOSS CRNCH van ‘picking’ op getrouwe wijze kan
reproduceren.
CRUNCH
Overdrive, speciaal afgestemd om met bassen te gebruiken.
Haalt de lage frequentie componenten van
de geluidsinvoer naar dit effect, en past de
hoeveelheid die aan het effectgeluid wordt
toegevoegd aan.
AMP
Modelleert de TECH21 SANSAMP BASS
BASS DRIVER
DRIVER DI.
BASS OD
Past het volume van het directe geluid aan.
BOTTOM
BLUES
Dit is een geluid dat geschikt is voor
blues.
WILD CRNCH
Dit is een Crunchgeluid met een radicale vervorming.
STACK
CRNCH
Dit is een Crunchgeluid met hoge gain.
Dit is een drivegeluid dat een fantastische vervorming produceert.
SLDN
Dit modelleert een Soldano SLO-100.
Dit is het kenmerkende geluid van de
jaren tachtig.
Dit modelleert het sologeluid van de
VOX AC-30TB.
VO CLEAN
Dit modelleert het cleane geluid van de
VOX AC-30TB.
MATCH
DRIVE
Dit modelleert de geluidsinvoer naar de
linkeringang op een Matchless D/C-30.
Een simulatie van de meest recente buizenversterker die veel in verschillende
stijlen, van blues tot rock, wordt
gebruikt.
FAT MATCH
Dit modelleert het geluid van een
Matchless met een gewijzigde high gain.
MATCH
LEAD
Dit modelleert de geluidsinvoer naar de
rechteringang op een Matchless D/C30.
0–120
BG LEAD
Dit modelleert het sologeluid van de
MESA/Boogie comboversterker.
Het geluid van een buizenversterker,
typerend voor eind jaren zeventig en
jaren tachtig.
BG DRIVE
Dit modelleert een MESA/Boogie met
TREBLE SHIFT SW aan.
MIDDLE
BG RHYTHM
Dit modelleert het ritmekanaal van een
MESA/Boogie.
0–100
MS1959 I
Dit modelleert de geluidsinvoer naar
Input I en II op een Marshall 1959.
Dit is een ‘trebly’ geluid, geschikt voor
hardrock.
MS1959 I+II
Dit modelleert de geluidsinvoer naar
Input I en II van de gitaarversterker in
parallel, en creëert een geluid met een
sterke low end dan I.
Voorbereiding
voor opname
BOSS DRIVE
VO LEAD
Een krachtig sologeluid met extreme
vervorming.
BOSS METAL
Dit is een Metalgeluid, geschikt voor
heavy riffs.
5150 DRIVE
Dit modelleert het solokanaal van een
Peavey EVH 5150.
METAL LEAD
Dit is een sologeluid, geschikt voor
metal.
EDGE LEAD
Dit is een scherp geluid, geschikt voor
solospel.
GAIN
Past de klank van de lage frequentiereeks aan.
Past de klank van de middenfrequentiereeks aan.
TREBLE
0–100
Ritme
gebruiken
Past de vervorming van de versterker
aan.
BASS
0–100
Effecten
gebruiken
HEAVY LEAD
Opnemen/
afspelen
LEAD STACK Dit is een sologeluid met high gain.
Past de klank van de hoge frequentiereeks aan.
Bewerken
METAL
Uitleg
PRESENCE
LEVEL
MS HIGAIN
Dit modelleert het geluid van een Marshall met een gewijzigde middenreeks
boost.
0–100
MS SCOOP
Dit is een Marshall geluid dat ‘getweaked’ is voor een metal geluid.
BRIGHT
R-FIER VNT
Modelleert het geluid van een Channel 2
VINTAGE modus op de MESA/Boogie
DUAL Rectifier.
R-FIER MDN
Modelleert het geluid van een Channel 2
MODERN modus op de MESA/Boogie
DUAL Rectifier.
R-FIER CLN
Modelleert het geluid van een Channel 1
CLEAN modus op de MESA/Boogie
DUAL Rectifier.
T-AMP LEAD
Dit modelleert een Hughes & Kettner
Triamp AMP3.
T-AMP
CRNCH
Dit modelleert een Hughes & Kettner
Triamp AMP2.
T-AMP
CLEAN
Dit modelleert een Hughes & Kettner
Triamp AMP1.
Past het volume van de gehele voorversterker aan.
Mastering
Past de klank van de ultrahoge frequentiereeks aan.
* Wees voorzichtig en stel de Level
instelling niet te hoog in.
Zet de Bright instelling aan/uit.
* De BRIGHT parameterinstelling is alleen gedeeltelijk
beschikbaar bij sommige JC CLEAN, TW CLEAN, CRUNCH
of BG LEAD instellingen bij Preamp Type.
OFF
Bright wordt niet gebruikt.
ON
Bright wordt ingeschakeld voor een
lichtere en spankelende klank.
GAIN SW
69
USB
gebruiken
0–100
Handige
functies
Dit modelleert het Drivegeluid van een
VOX AC-30TB.
Dit is een geluid dat past bij Britse pop
uit de jaren zestig.
Parameter/
Reeks
Appendix
T-AMP
R-FIER
MS MODERN
MS CLASSIC
BG LEAD
MATCH
COMBO
VO DRIVE
Uitleg
HI-GAIN
Parameter/
Reeks
Snelle start
Inserteffecten gebruiken
Inserteffecten gebruiken
Parameter/
Reeks
LOW,
MIDDLE,
HIGH
Uitleg
Biedt de mogelijkheid tot selecteren van
drie niveaus vervorming: LOW,
MIDDLE en HIGH.
Vervorming zal successief toenemen bij
instellingen van LOW, MIDDLE en
HIGH.
* Het geluid van elk type is gecreëerd met
de veronderstelling dat de Gain op
MIDDLE is ingesteld. Stel dit daarom
gewoonlijk op MIDDLE in.
SP TYPE (Speaker Type)
Selecteer het luidsprekertype.
Parameter/
Reeks
Uitleg
FLAT
Simuleert een microfoon met een perfecte vlakke response. Produceert een
geluidsbeeld dat lijkt op het beluisteren
van geluid dat rechtsreeks uit de luidsprekers komt (on site).
MIC DIS (Mic Distance)
Simuleert de afstand tussen de microfoon en de luidspreker.
OFF MIC
Deze instelling richt de microfoon van
de luidspreker af.
ON MIC
Biedt omstandigheden waarin de microfoon meer in de richting van de luidspreker wordt geplaatst.
OFF
Dit zet de luidsprekersimulator uit.
MIC POS (Mic Position)
ORIGINAL
Dit is de ingebouwde luidspreker van
de versterker die u met PREAMP TYPE
heeft geselecteerd.
Dit simuleert de positie van de microfoon.
1x8”
Dit een compacte luidsprekerkast, open
aan de achterkant, met een 8-inch luidspreker.
CENTER
Simuleert de situatie waarin de microfoon in het midden van de luidsprekerkern is geplaatst.
1–10
Simuleert de situatie waarin de microfoon weg van het midden van de luidsprekerkern is geplaatst.
1x10”
Dit een compacte luidsprekerkast, open
aan de achterkant, met een 10-inch luidspreker.
Dit een compacte luidsprekerkast, open
aan de achterkant, met een 12-inch luidspreker.
0–100
1x12”
0–100
2x12”
Dit is een luidsprekerkast, open aan de
achterkant, met twee 12-inch luidsprekers.
4x10”
Dit is een luidsprekerkast met vier
10-inch luidsprekers.
Met ‘BASS MULTI’ of ‘GUITAR TO BASS’
algoritmes
4x12”
Dit is een luidsprekerkast met vier
12-inch luidsprekers.
Parameter/
Reeks
8x12”
Dit is een ‘double stack’ van twee kasten, elk met vier 12-inch luidsprekers.
ON/OFF
MIC TYPE
Deze instelling selecteert het gesimuleerde microfoontype.
DYN57
DYN421
Dit is het geluid van de SHURE SM-57.
Algemene dynamische microfoon, die
voor instrumenten en vocalen wordt
gebruikt. Werkt optimaal wanneer deze
voor gitaarversterkers wordt gebruikt.
Dit is het geluid van de SENNHEISER
MD-421.
Dynamische microfoon met een uitgestrekt laag.
CND451
Dit is het geluid van de AKG C451B.
Kleine condensatormicrofoon die voor
instrumenten wordt gebruikt.
CND87
Dit is het geluid van de NEUMANN
U87.
Condensatormicrofoon met een vlakke
response.
MIC LEV (Mic Level)
D.LEVEL (Direct Level)
OFF, ON
Past het volume van het directe geluid
aan.
Uitleg
Zet het AMP-effect aan/uit.
TYPE
Dit stelt het type van de voorversterker in.
SUPER FLAT
Een versterker met een vlakke response.
FLIP TOP
Modelleert de Ampeg B-15.
B MAN
Modelleert de Fender Bassman 100.
CONCERT 810 Modelleert de Ampeg SVT.
BASS 360
Modelleert de Acoustic 360.
T.E.
Modelleert de Trace Elliot AH600SMX.
SESSION
Modelleert de SWR SM-400.
AC BASS
Een versterker die ideaal is voor ACOUSTIC
BASS.
GAIN
0–100
Past de vervorming van de versterker aan.
BASS
0–100
70
Past het volume van de microfoon aan.
Past de klank van de lage frequentiereeks
aan.
Dit een compacte luidsprekerkast, open aan
de achterkant, met één 15-inch luidspreker.
1x18”
Dit een compacte luidsprekerkast, open aan
de achterkant, met één 18-inch luidspreker.
2x15”
Dit is een luidsprekerkast, open aan de achterkant, met twee 15-inch luidsprekers.
4x10”
Dit is een luidsprekerkast voor een grote,
ingesloten versterker met vier 10-inch luidsprekers.
8x10”
Dit is een ‘double stack’ van twee kasten, elk
met vier 10-inch luidsprekers.
MID FREQ (Middle Frequency) *1
Specificeert het midden van de frequentie220Hz, 800Hz,
reeks die door de Mid Freq. Bijgesteld
3.0kHz
wordt.
TREBLE
0–100
Past de klank van de hoge frequentiereeks
aan.
PRESENCE *2
0–100
Past de klank van de ultrahoge frequentiereeks aan.
LEVEL
0–100
Dit simuleert de positie van de microfoon.
CENTER
Simuleert de situatie waarin de microfoon in
het midden van de luidsprekerkern is
geplaatst.
1–10
Simuleert de situatie waarin de microfoon
weg van het midden van de luidsprekerkern
is geplaatst.
BRIGHT *3
MIC LEV (Mic Level)
Zet de Bright instelling aan/uit.
0–100
OFF
Bright wordt niet gebruikt.
D.LEVEL (Direct Level)
ON
Bright wordt aangezet om een lichtere en
krokantere klank te creëren.
DEEP *4
OFF, ON
Deze schakelaar verandert het karakter van
de lage reeks.
ULTRA LO *5
-, 0, +
Dit bestuurt het karakter van de lage reeks.
ULTRA HI *5
OFF, ON
Dit bestuurt de ultrahoge frequentiereeks na
treble.
PRE SHAPE *6
OFF, 1, 2
Dit is een vormschakelaar die een bepaalde
nuance aan de middenreeks toevoegt.
Snelle start
MIC POS (Mic Position)
Past het volume van de gehele voorversterker aan.
* Let op dat u de Level instelling
(volumeniveau) niet te hoog instelt.
Voorbereiding
voor opname
Past de klank van de middenfrequentiereeks
aan.
1x15”
0–100
Effecten
gebruiken
0–100
Uitleg
Ritme
gebruiken
MIDDLE
Parameter/
Reeks
Past het volume van de microfoon aan.
Past het volume van het directe geluid aan.
**1 Instelling beschikbaar als TYPE op FLIP TOP, B MAN,
CONCERT 810, T.E. of SESSION is ingesteld.
*2 Instelling beschikbaar als TYPE op SUPER FLAT of AC
BASS is ingesteld.
*3 Instelling beschikbaar als TYPE op FLIP TOP, CONCERT
810 of BASS 360 is ingesteld.
Bewerken
Uitleg
*4 Instelling beschikbaar als TYPE op B MAN is ingesteld.
Mastering
Parameter/
Reeks
Opnemen/
afspelen
Inserteffecten gebruiken
*5 Instelling beschikbaar als TYPE op CONCERT 810 is
ingesteld.
*6 Instelling beschikbaar als TYPE op T.E is ingesteld.
*7 Instelling beschikbaar als TYPE op SESSION is ingesteld.
RESPONSE *1
BASS, FLAT
Dit regelt de algehele versterkerkenmerken.
Selecteer de positie die met de kenmerken
van één van de twee geluidstypes correspondeert.
EQUALIZER
Dit past de klank als een Equalizer aan. Een parametrisch
type wordt toegevoegd voor het hoog-midden en het laagmidden.
SP TYPE (Speaker Type)
Parameter/
Reeks
Selecteert het luidsprekertype.
ON/OFF
OFF
Dit zet de luidsprekersimulator uit.
OFF, ON
LOW CUT (Low Cut Filter)
ORIGINAL
Dit is de ingebouwde luidspreker van de
versterker die u met PREAMP TYPE heeft
geselecteerd.
Uitleg
Handige
functies
Dit regelt de helderheid en Presence van het
geluid.
Zet het EQUALIZER effect aan/uit.
71
Appendix
0–100
USB
gebruiken
ENHANCER *7
Inserteffecten gebruiken
Parameter/
Reeks
Uitleg
FLAT,
55Hz–800Hz
Dit stelt de frequentie in, waarop het low cut
filter in werking begint te treden. Als ‘FLAT’
is geselecteerd, heeft het low cut filter geen
effect.
LOW GAIN
-20–+20dB
Past de klank van de lage frequentiereeks
aan.
NOISE SUPPRESSOR
Dit effect reduceert de ruis en brom die door gitaarelementen worden opgepikt. Aanzien dit de ruis in synchronisatie met de envelope van de gitaarklank onderdrukt (de
manier waarop de gitaarklank na bepaalde tijd wegsterft),
heeft dit zeer weinig effect op de gitaarklank, en zal het
natuurlijke karakter van de klank onveranderd blijven.
LOW-MID F (Low Middle Frequency)
20.0Hz–
10.0kHz
Specificeert het midden van de frequentiereeks die door de LO-MID G zal worden
aangepast.
LOW-MID Q (Low Middle Q)
0.5–16
Past de breedte van het gebied dat door de
EQ, gecentreerd op de LO-MID F, aan.
Hogere waardes maken het gebied smaller.
Parameter/
Reeks
ON/OFF
OFF, ON
Past de klank van de laag-midden frequentiereeks aan.
HI-MID F (High Middle Frequency)
20.0Hz–
10.0kHz
0–100
Specificeert het midden van de frequentiereeks die door de HI-MID G zal worden aangepast.
Past de breedte van het gebied dat door de
EQ, gecentreerd op de LO-MID F, aan.
Hogere waardes maken het gebied smaller.
HI-MID G (High Middle Gain)
-20–+20dB
Past de klank van de hoog-midden frequentiereeks aan.
HIGH GAIN
-20–+20dB
Past de klank van de hoge frequentiereeks
aan.
HIGH CUT (High Cut Filter)
Dit stelt de frequentie in, waarop het high
cut filter in werking begint te treden. Als
700Hz–
11.0kHz, FLAT ‘FLAT’ is geselecteerd, heeft het high cut filter geen effect.
LEVEL
-20–+20dB
72
Past het algehele volumeniveau van de
Equalizer aan.
Past de parameter aan, passend bij het
volume van de ruis.
Als het ruisniveau hoog is, is een hogere
instelling meer geschikt. Als het ruisniveau
laag is, zal een lagere instelling voldoen.
Verander deze waarde totdat de Decay van
de gitaarklank zo natuurlijk mogelijk is.
* Hoge instellingen voor de Threshold
parameter kunnen leiden tot het niet
uitvoeren van geluid als u speelt terwijl het
gitaarvolume laag staat.
HI-MID Q (High Middle Q)
0.5–16
Zet het NOISE SUPPRESSOR effect aan/uit.
THRESHOLD
LOW-MID G (Low Middle Gain)
-20–+20dB
Uitleg
RELEASE
0–100
Past de tijd vanaf het moment dat de ruisonderdrukker begint te functioneren, totdat
het ruisniveau ‘0’ bereikt aan.
Uitleg
Gebruik TYPE om het effect dat u wilt gebruiken te selecteren.
LOW LEVEL
Parameter/
Reeks
HIGH FREQ (High Frequency)
800Hz–
8.00kHz
0–100
Simulatie van de kenmerken van bepaalde gitaarcomponenten, zoals elementen en verschillende klankkasten
maakt dat u kunt afwisselen tussen een aantal verschillende
gitaartypes, terwijl u slecht één enkele gitaar gebruikt.
ENHANCER
Enhancer
P.73
GTR SIM
Guitar Simulator
P.73
BASS SIM
Bass Simulator
P.74
SLOW GEAR
Slow Gear
P.74
DEFRETTER
Defretter
P.74
SITAR SIM
Sitar Simulator
p. 75
Parameter/
Reeks
OCTAVE
Octave
p. 75
TYPE
P SHIFTER
Pitch Shifter
p. 75
Selecteert het type gitaar simulator.
PHASER
Phaser
p. 76
FLANGER
Flanger
p. 76
TREMOLO
Tremolo
p. 76
ROTARY
Rotary
p. 77
UNI-V
Uni-Vibe
p. 77
PAN
Pan
p. 77
VIBRATO
Vibrato
p. 77
RING MOD
Ring Modulator
p. 77
CHORUS
Chorus
p. 78
DBL DELAY
Doubling Delay
p. 78
Uitleg
S→H
Verandert van een enkelspoel element in
een humbucking element.
H→S
Verandert van een humbucking element in
een enkelspoel element.
H→HF
Verandert van een humbucking element in
een enkelspoel element halftoon.
S→HOLLOW
Verandert een enkelspoel element in een
volledig akoestische gitaarklank met toegevoegde body resonantie.
Verandert een humbucking element in een
H→HOLLOW volledig akoestische gitaarklank met toegevoegde body resonantie.
LOW
ENHANCER
-50–+50
Dit is een effect dat de contouren van het ingangssignaal
accentueert, door de attack van geluid, volgend op veranderingen in het ingangsniveau, te benadrukken.
Parameter/
Reeks
Uitleg
0–100
LOW FREQ (Low Frequency)
31.5Hz–125Hz
Stelt de lage frequentiereeks voor het Enhancer geluid in.
Past de klank van de lage frequentiereeks
aan.
HIGH
-50–+50
Past de klank van de hoge frequentiereeks
aan.
BODY
SENS (Sensitivity)
Dit past de gevoeligheid van de Enhancer
aan.
Hoe meer de waarde toeneemt,hoe zachter u
kunt spelen terwijl het effect nog steeds wordt
toegepast.
Effecten
gebruiken
GTR SIM (Guitar Simulator)
Ritme
gebruiken
* De beschikbare types zijn afhankelijk van het algoritme. Voor
details over de types die met elk algoritme gebruikt kunnen
worden, kijkt u bij ‘Lijst van algoritmes’ (p.59).
Past het Enhancer volume voor de hoge
frequentiereeks aan.
Bewerken
Dit selecteert het type modulatie.
Opnemen/
afspelen
HIGH LEVEL
Mastering
Zet het MODULATION effect aan/uit.
MOD TYPE (Modulation Type)
0–100
Past de manier waarop de body klinkt als
Type op S → HOLLOW of H → HOLLOW is
ingesteld aan.
De bodyklank neemt toe als de waarde
wordt verhoogd. Vermindering van de
waarde produceert een klank gelijkend op
die van een piëzo-element.
USB
gebruiken
OFF, ON
Stelt de hoge frequentiereeks voor het
Enhancer geluid in.
Handige
functies
ON/OFF
Past het Enhancer volume voor de lage
frequentiereeks in.
LEVEL
0–100
Past het volume aan.
73
Appendix
Uitleg
0–100
Voorbereiding
voor opname
Parameter/
Reeks
MODULATION
Snelle start
Inserteffecten gebruiken
Inserteffecten gebruiken
BASS SIM (Bass Simulator)
SLOW GEAR
Simulatie van de eigenschappen van bepaalde bascomponenten, zoals elementen en verschillende bas-klankkasten,
zorgt ervoor dat u kunt wisselen tussen een aantal verschillende bastypes, terwijl u slechts één bas gebruikt.
Dit produceert een volumezwelling effect (‘vioolachtige’
klank).
Parameter/
Reeks
SENS (Sensitivity)
Uitleg
Parameter/
Reeks
TYPE
Selecteert het type bassimulator.
0–100
Uitleg
Past de gevoeligheid van de Slow Gear aan.
Als dit op een lage waarde is ingesteld, kan
het effect van de Slow Gear alleen met een
sterkere aanslag worden verkregen, terwijl
geen effect wordt verkregen met een zwakkere aanslag.
Als de waarde hoger is ingesteld, wordt het
effect zelfs met een zwakkere aanslag verkregen.
PAS→ACT
Verandert van een passief type element in
een actief type element.
ACT→PAS
Verandert van een actief type element in een
passief type element.
SGL→HUM
Verandert van een enkelspoel element in
een humbucking element.
RISE TIME
HUM→SGL
Verandert van een humbucking element in
een enkelspoel element.
0–100
SLD→HLW
Verandert een massieve basklank in een
holle body basklank met toegevoegde body
resonantie.
SGL→ACO
Verandert een enkelspoel element in een
akoestische basklank.
Dit simuleert een fretloze basgitaar.
HUM→ACO
Verandert een humbucking element in een
akoestische basklank.
Parameter/
Reeks
LOW
-50–+50
74
-50–+50
Past de hoeveelheid vervaging tussen de
noten aan.
0–100
Dit regelt de ingangsgevoeligheid van de
Defretter.
ATTACK
Past de manier waarop de body klinkt als
Type op SLD → HLW, SGL → ACO of HUM
→ ACO is ingesteld aan.
De bodyklank neemt toe als de waarde
wordt verhoogd. Vermindering van de
waarde produceert een klank gelijkend op
die van een piëzo-element.
0–100
Past het volume aan.
Past de attack van het picking geluid aan.
E.LEVEL (Effect Level)
0–100
Past het volume van net Defretter geluid
aan.
D.LEVEL (DIRECT Level)
0–100
LEVEL
0–100
Uitleg
SENS (Sensitivity)
Past de klank van de hoge frequentiereeks
aan.
BODY
0–100
DEFRETTER
TONE
Past de klank van de lage frequentiereeks
aan.
HIGH
-50–+50
Past de tijd aan waarbinnen het volume een
maximum bereikt, vanaf het moment dat u
begint te spelen.
Past het volume van het directe geluid aan.
P SHIFTER
Dit simuleert de klank van een sitar.
Dit effect verandert de toonhoogte van het oorspronkelijke
geluid (omhoog of omlaag) binnen een reeks van twee
octaven.
0–100
Dit past de hoeveelheid van het effect dat
wordt toegepast aan.
RESONANCE
0–100
Dit past de golfbeweging van de resonantie
aan.
BUZZ
0–100
Selecteert de handmatige Pitch Shifter ‘MANUAL’ of pedaal
Pitch Shifter ‘PEDAL’.
MANUAL
Dit is een eenvoudige Pitch Shifter.
PEDAL
Het effect zal als een pedaal Pitch Shifter
functioneren.
Het effect van het Wah-pedaal kan verkregen worden door bediening van het expressiepedaal.
Voor een gedetailleerde uitleg kijkt u bij
‘Een expressiepedaal gebruiken’ (p.129).
MODE
DEPTH
0–100
TYPE
Selectie voor de Pitch Shifter modus.
FAST,
MEDIUM,
SLOW
Past het volume van de sitar klank aan.
-50–+50
D.LEVEL (Direct Level)
0–100
Past het volume van het directe geluid aan.
Dit voegt een noot op een octaaf lager toe, hetgeen een
rijkere klank creëert.
Past de hoeveelheid feedback van het in
toonhoogte verschoven geluid aan.
LEVEL
0–100
Past het volume van de Pitch Shifter aan.
D.LEVEL (Direct Level)
0–100
Parameter/
Reeks
Past de tijd vanaf het moment dat het directe
geluid hoorbaar is, totdat de in toonhoogte
verschoven klanken worden ingevoerd aan.
Gewoonlijk kunt u dit op 0ms laten staan.
FBK (Feedback)
0–100
Omdat de toonhoogte geanalyseerd moet worden,
kunnen akkoorden (twee of meer klanken die gelijktijdig
worden gespeeld) niet gespeeld worden.
Maak verfijnde aanpassingen voor het interval.
De hoeveelheid verandering in de Fine100 is
gelijkwaardig aan dat van de Pitch 1.
PRE DELAY
0ms–300ms
OCTAVE
Past de hoeveelheid Pitch Shift (de mate van
tussenpozen) in stappen van halve tonen
aan.
FINE
E.LEVEL (Effect Level)
0–100
De respons is langzamer in de volgorde
FAST, MEDIUM en SLOW, maar de modulatie vermindert in dezelfde volgorde.
PITCH
-24–+24
Past de hoeveelheid kenmerkende ‘Buzz’
aan, geproduceerd door de ‘Buzz Bridge’ als
de snaren hiermee contact maken.
Past het volume van het directe geluid aan.
Uitleg
Handige
functies
OCT LEVEL (Octave Level)
0–100
Opnemen/
afspelen
Past de gevoeligheid van de sitar aan.
Als dit op een lage waarde is ingesteld,
wordt er geen effect van de sitar verkregen
met een zwakke aanslag, terwijl een sterkere
aanslag het effect produceert.
Als het op een hogere waarde is ingesteld,
kan het effect van de sitar verkregen worden
met zowel een zwakke als een sterke aanslag.
Uitleg
Effecten
gebruiken
SENS (Sensitivity)
Parameter/
Reeks
Ritme
gebruiken
-50–+50
Dit past de klank aan.
Het hoog wordt geaccentueerd als de
waarde toeneemt.
Bewerken
TONE
Mastering
Uitleg
USB
gebruiken
Parameter/
Reeks
Snelle start
SITAR SIM (Sitar Simulator)
Voorbereiding
voor opname
Inserteffecten gebruiken
Past het volume van de klank een octaaf
lager aan.
D.LEVEL (Direct Level)
Past het volume van het directe geluid aan.
75
Appendix
0–100
Inserteffecten gebruiken
PHASER
FLANGER
Door gevarieerde fasegedeeltes aan het directe geluid toe te
voegen, geeft het Phasereffect het geluid een zwiepend,
golvend karakter.
Het Flanging effect geeft het geluid een zwepend, vliegtuigachtig karakter.
Parameter/
Reeks
Uitleg
TYPE
Selecteert het aantal stadia dat het Phasereffect zal gebruiken.
Parameter/
Reeks
RATE
0–100
4 STAGE
Dit is een vierfasen effect. Een licht Phasereffect wordt verkregen.
DEPTH
8 STAGE
Dit is een achtfase effect. Dit is een populair
Phasereffect.
MANUAL
12 STAGE
Dit is een twaalffase effect. Een diep Phasereffect wordt verkregen.
0–100
BI-PHASE
Dit is de Phaser met twee faseverschuiving
circuits die in serie zijn verbonden.
RATE
0–100
0–100
Bepaalt de diepte van het Phasereffect.
RESONANCE
0–100
Bepaalt de hoeveelheid resonantie (feedback). Verhoging van de waarde benadrukt
het effect, en creëert een ongebruikelijke
klank.
STEP RATE
OFF, 0–100
Dit stelt de cyclus van de Step functie in, die
de snelheid en diepte verandert.
Als dit op een hogere waarde staat, is de verandering verfijnder. Zet dit op ‘OFF’ als de
Step functie niet wordt gebruikt.
E.LEVEL (Effect Level)
0–100
0–100
Past het volume van het directe geluid aan.
Past de middenfrequentie waarop het effect
toegepast zal worden aan.
Bepaalt de hoeveelheid resonantie (feedback).
Als de waarde wordt verhoogd, zal het
effect benadrukt worden, hetgeen een ongebruikelijke klank creëert.
Past de diffusie aan. De diffusie neemt toe
als de waarde hoger wordt.
E.LEVEL (Effect Level)
0–100
Past het volume van de Flanger aan.
D.LEVEL (Direct Level)
0–100
Past het volume van het directe geluid aan.
TREMOLO
Tremolo is een effect dat een cyclische verandering in
volume creëert.
Parameter/
Reeks
Uitleg
WAVE SHAPE
Past het volume van de Phaser aan.
D.LEVEL (Direct Level)
Bepaalt de diepte van het Flangereffect.
SEPARATION
0–100
Past de middenfrequentie van het Phasereffect aan.
Dit bepaalt de snelheid van het Flangereffect.
RESONANCE
0–100
MANUAL
0–100
0–100
Dit stelt de snelheid van het Phasereffect in.
DEPTH
Uitleg
0–100
Past veranderingen in volumeniveau aan.
Een hogere waarde maakt de vorm van de
golf steiler.
RATE
0–100
Past de frequentie (snelheid) van de verandering aan.
DEPTH
0–100
76
Past de diepte van het effect aan.
PAN
Dit produceert een effect als van een roterende luidspreker.
Als u geluid in stereo speelt en het volumeniveau van de
linker- en rechterkante afwisselend verandert, kunt u een
effect verkrijgen dat het gevoel geeft dat de gitaarklank
tussen de luidsprekers heen en weer vliegt.
SLOW, FAST
Deze parameter verandert de gesimuleerde
roterende snelheid van de luidspreker
(SLOW of FAST).
Parameter/
Reeks
WAVE SHAPE
RATE-SLOW
0–100
Deze parameter past de SPEED SEL van
rotatie aan, wanneer op ‘SLOW’ ingesteld.
0–100
RATE-FAST
0–100
Deze parameter past de SPEED SEL van
rotatie aan, wanneer op ‘FAST’ ingesteld.
RATE
Deze parameter past de tijd aan waarbinnen
de rotatie SPEED SEL verandert, wanneer
van ‘SLOW’ naar ‘FAST’ wordt geschakeld.
DEPTH
RISE TIME
0–100
FALL TIME
0–100
Deze parameter past de tijd aan waarbinnen
de rotatie SPEED SEL verandert, wanneer
van ‘FAST’ naar ‘SLOW’ wordt geschakeld.
Uitleg
0–100
0–100
Past de veranderingen in volumeniveau
aan.
Een hogere waarde maakt de vorm van de
golf steiler.
Past de frequentie (snelheid) van de verandering aan.
Past de diepte van het effect aan.
VIBRATO
Dit effect creëert vibrato door het lichtelijk moduleren van
de toonhoogte.
DEPTH
0–100
Deze parameter past de hoeveelheid diepte
in het Rotary-effect aan.
Opnemen/
afspelen
SPEED SEL (Speed Select)
Effecten
gebruiken
Uitleg
Parameter/
Reeks
Ritme
gebruiken
Parameter/
Reeks
Snelle start
ROTARY
Voorbereiding
voor opname
Inserteffecten gebruiken
Uitleg
RATE
Hoewel dit op een Phasereffect lijkt, biedt dit ook een
unieke golfbeweging die met een reguliere Phaser niet
verkregen kan worden.
Uitleg
RATE
RING MOD (Ring Modulator)
Dit creëert een belachtig geluid door de gitaarklank met het
signaal van de interne oscillator te ‘ringmoduleren’. Het
geluid kan onmuzikaal zijn en een gebrek aan kenmerkende
toonhoogtes hebben.
Parameter/
Reeks
Uitleg
FREQUENCY
Past het volume aan.
0–100
Past de frequentie van de interne oscillator
aan.
USB
gebruiken
Past de diepte van het UNI-V-effect aan.
LEVEL
0–100
Past de diepte van het vibrato aan.
Past de snelheid van het UNI-V-effect aan.
DEPTH
0–100
0–100
E.LEVEL (Effect Level)
0–100
Past het volume van het effectgeluid aan.
D.LEVEL (Direct Level)
0–100
Past het volume van het directe geluid aan.
77
Handige
functies
0–100
DEPTH
Appendix
Parameter/
Reeks
Past de snelheid van het vibrato aan.
Bewerken
Dit modelleert een Uni-Vibe.
0–100
Mastering
UNI-V (Uni-Vibe)
Inserteffecten gebruiken
CHORUS
DBL DELAY (Doubling Delay)
In dit effect wordt een licht ontstemd geluid aan het
originele geluid toegevoegd, om het dieper en breder te
maken.
Door een lichtelijk vertraagd geluid aan het directe geluid
toe te voegen, produceert dit de indruk dat meerdere
bronnen samen klinken (een ‘verdubbelingeffect’). De beste
resultaten worden verkregen met stereo-opnames.
Parameter/
Reeks
Uitleg
MODE
Selectie voor de Chorus modus.
Parameter/
Reeks
DLY TME (Delay Time)
MONO
Dit Chorus-effect voert hetzelfde geluid via
zowel het L-kanaal als het R-kanaal uit.
0.5–50.0 ms
STEREO1
Dit is een stereo Chorus-effect dat verschillende Chorusklanken aan de linker- en rechterkanalen toevoegt.
SEPARATION
STEREO2
Deze stereo Chorus gebruikt ruimtelijke
synthese, met de uitvoer van het directe
geluid in het L-kanaal en de uitvoer van het
effectgeluid in het R-kanaal.
Past de snelheid van het Chorus-effect aan.
DEPTH
Past de diepte van het Chorus-effect aan.
0–100
Om dit als verdubbelingeffect te
gebruiken, stelt u de waarde op 0 in.
PRE DELAY
0.0ms–40.0ms
Past de tijd aan waarbinnen het effectgeluid
wordt uitgestuurd nadat het directe geluid
is uitgestuurd.
Door een langere pre-delaytijd in te stellen,
kunt u een effect verkrijgen dat klinkt alsof
meer dan één geluid tegelijk wordt gespeeld
(verdubbelingeffect).
E.LEVEL (Effect Level)
0–100
78
-50–+50
Deze parameter past de Delaytijd aan
(d.w.z: het interval waarop geluiden vertraagd worden).
Past de diffusie aan. De panning van het
directe geluid en effectgeluid kan naar links
en rechts worden gespreid.
Dit effect wordt verkregen met stereoopname (met gebruik van twee tracks).
E.LEVEL (Effect Level)
RATE
0–100
Uitleg
Past het volume van het effectgeluid aan.
0–120
Dit past het volume van het Delaygeluid
aan.
Dit echo-effect voegt een vertraagd geluid aan het directe
geluid toe om het meer body te geven of wordt gebruikt om
speciale effecten te creëren.
Uitleg
Parameter/
Reeks
ON/OFF
ON/OFF
Zet het DELAY effect aan/uit.
TYPE
OFF, ON
Dit selecteert het type Delay.
TYPE
Dis is een eenvoudige Delay.
Deze Delay is specifiek voor stereo uitvoer.
Hiermee kunt u het Tap Delay-effect verkrijgen dat de Delaytijd verdeelt, en deze dan
naar de L en R-kanalen sturen.
fig.04-050
PAN
E.LEVEL
INPUT
DELAY
Selecteert het type akoestische simulator.
S→AC
Verandert een enkelspoel element in een
akoestische gitaarklank.
H→AC
Verandert een humbucking element in een
akoestische gitaarklank.
TAP TIME
OUTPUT L
LOW
DLY TIME
OUTPUT R
-50–+50
Past de klank voor de lage frequentiereeks
aan.
HIGH
FEEDBACK
DLY TIME (Delay Time)
1ms–3400ms
Dit bepaalt de Delaytijd.
-50–+50
BODY
FEEDBACK
Dit stelt in hoeveel van het Delaygeluid naar
de invoer wordt teruggestuurd.
Een hogere waarde verhoogt het aantal
Delay herhalingen.
Past de klank voor de hoge frequentiereeks
aan.
Effecten
gebruiken
STANDARD
Zet het ACOUSTIC SIMULATOR effect
aan/uit.
Ritme
gebruiken
OFF, ON
Uitleg
0–100
0–100
Past de manier waarop de body klinkt als
Type op S → AC of H → AC is ingesteld aan.
Het geluid van de body neemt toe als de
waarde wordt verhoogd. Als de waarde
wordt gereduceerd wordt een klank die lijkt
op die van een piëzo-element geproduceerd.
Bewerken
Parameter/
Reeks
Simulatie van de karakteristieken van bepaalde gitaarcomponenten zoals elementen en verschillende klankkasten,
zodat u tussen een aantal verschillende gitaartypes kunt
afwisselen, terwijl u slechts één gitaar gebruikt.
Voorbereiding
voor opname
ACOUSTIC SIMULATOR
Opnemen/
afspelen
DELAY
Snelle start
Inserteffecten gebruiken
LEVEL
Dit stelt de frequentie waarop het high cut
700Hz–11kHz, filter in werking treedt in. Als ‘FLAT’ is
geselecteerd, zal het high cut filter geen
FLAT
effect hebben.
E.LEVEL (Effect Level)
0–120
GUITAR TO BASS
Simuleert de klank van een basgitaar. U kunt de klank van
een basgitaar verkrijgen terwijl u een elektrische gitaar
speelt.
Past het volume van het Delaygeluid aan.
D.LEVEL (Direct Level)
0–100
Past het volume aan.
Mastering
HIGH CUT (High Cut Filter)
0–100
Past het volume van het directe geluid aan.
USB
gebruiken
Feedback stuurt een Delaysignaal naar de
invoer terug.
Wanneer de GUITAR TO BASS wordt gebruikt, moet u
het spelen van akkoorden altijd vermijden.
0–100%
Past de Delaytijd van de linkerkanaal delay
aan.
Deze instelling past de Delaytijd van het Lkanaal aan, relatief aan de Delaytijd van het
R-kanaal (wordt als 100% gezien).
Parameter/
Reeks
Handige
functies
TAP TIME
Uitleg
ON/OFF
OFF, ON
Zet het GUITAR TO BASS effect aan/uit.
79
Appendix
*1 Instelling beschikbaar als TYPE op PAN is ingesteld.
Inserteffecten gebruiken
Parameter/
Reeks
Uitleg
TYPE
Parameter/
Reeks
Uitleg
ON/OFF
Selecteer het type GUITAR TO BASS processor.
OFF, ON
JB
Het geluid van een Fender Jazz Bass.
TYPE
PB
Het geluid van een Fender Precision Bass.
Selecteer het type PITCH CORRECT.
REAR VOL (Rear Volume) *1
0–100
Stelt het volume van het achterste element
in. Op 0 ingesteld is er geen geluid.
FRONT VOL (Front Volume) *1
0–100
Stelt het volume van het voorste element in.
Op 0 ingesteld is er geen geluid.
TONE
0–100
SOFT
De toonhoogte wordt vloeiend gecorrigeerd.
HARD
De toonhoogte wordt snel gecorrigeerd.
ELECTRIC
Corrigeert toonhoogtevariatie naar een
trapsgewijze verandering.
ROBOT
Corrigeert de toonhoogte naar die van de
gespecificeerde noot.
SCALE *1
Past de klank aan.
LEVEL
0–100
Zet het PITCH CORRECT effect aan/uit.
Past het volume aan.
*1 Instelling beschikbaar als TYPE op JB is ingesteld.
De toonhoogte wordt naar die van de
CHROMATIC dichtstbijzijnde chromatische halve toon
gecorrigeerd.
MAJ (MIN)
De toonhoogte wordt volgens de toonhoogte instelling gecorrigeerd.
KEY *2
ACOUSTIC PROCESSOR
Dit transformeert de elementuitvoer van een electro-akoestische gitaar in een rijkere klank, alsof het met gebruik van
een microfoon is opgenomen.
Parameter/
Reeks
Uitleg
Zet het ACOUSTIC PROCESSOR effect
aan/uit.
TYPE
Selecteer het type akoestische processor.
BRIGHT
Dit is een heldere klank die de snaarresonanties benadrukt.
WARM
Dit is een warme klank die de body resonanties benadrukt.
BODY
0–100
Fixeert de toonhoogte.
GENDER
Verandert uw stem in mannelijk of vrouwelijk.
OCTAVE
-1OCT, 0,
+1OCT
Specificeert de mate waarin de toonhoogte
zal veranderen.
*1 Instelling beschikbaar als TYPE op SOFT, HARD of
ELECTRIC is ingesteld.
*2 Instelling beschikbaar als SCALE op MAJ (MIN) is ingesteld.
*3 Instelling beschikbaar als TYPE op ROBOT is ingesteld.
DYNAMICS
Parameter/
Reeks
Uitleg
ON/OFF
Past het volume aan.
PITCH CORRECT
Corrigeert onjuistheden in de toonhoogte.
Met bepaalde instellingen kan Pitch Correct de toonhoogte
op een grofweg ‘trapsgewijze’ manier veranderen om een
mechanische vocale klank te creëren.
80
C–B
Maakt het volume consistenter.
Dit past de klank van de body resonanties
aan. Het regelt de klankwarmte, kenmerkend voor een akoestische gitaar.
LEVEL
0–100
Specificeert de toonhoogte van de song die u
zingt.
NOTE *3
-10–0–+10
ON/OFF
OFF, ON
C–B, Cm–Bm
OFF, ON
Zet het DYNAMICS effect aan/uit.
DEPTH
0–100
Past de diepte van DYNAMICS aan.
ENHANCE
0–10
Past de diepte van het Enhance-effect aan.
Hogere instellingen maken dat het geluid
scherper gedefinieerd wordt.
Produceert een ‘double-tracking’ effect.
-1OCT– +1OCT
Als u de toonsoort van een song heeft
gespecificeerd zal harmonie, passend bij de
toonsoort, worden toegevoegd op het interval dat u hier specificeert.
UNISON
Door het vocale karakter te veranderen,
produceert dit de indruk dat een andere
persoon dezelfde melodie met u meezingt.
Zet het TONE/SFX effect aan/uit.
TYPE
DISTORTION
Produceert een vervormde stem.
RADIO
Produceert een radio stem.
PART1DBL (Part 1 Double) *1
STROBE
Snijdt de stem op verfijnde wijze.
CHORUS
Maakt de stem rijker.
LIGHT,
NORMAL,
DEEP
FLANGER
Voegt een ‘zwiepende’ modulatie toe.
PART1LEVEL *2
DRIVE *1
0–100
Past de mate van vervorming aan.
Past het klankkarakter aan.
Transformeert de stem door deze een mannelijk of vrouwelijk karakter te geven.
Past de diepte van CHORUS aan.
*1 Instelling beschikbaar als TYPE op DISTORTION is
ingesteld.
*2 Instelling beschikbaar als TYPE op STROBE of FLANGER is
ingesteld.
*3 Instelling beschikbaar als TYPE op CHORUS is ingesteld.
DOUBLE/HARMONY
Produceert een ‘double-tracked’ effect of Harmony-effect.
U kunt maximaal twee gedeeltes stapelen (PART 1 en PART
2).
L50–CENTER– Specificeert de panning (stereopositie) van
R50
het geluid.
PART2TYPE
DOUBLE
Produceert een ‘double-tracking’ effect.
Als u de toonsoort van uw song heeft
gespecificeerd zal harmonie, passend bij de
-1OCT– +1OCT
toonsoort, worden toegevoegd op het interval dat u hier specificeert.
UNISON
Ritme
gebruiken
Specificeert de snelheid.
DEPTH *3
0–100
-10–0–+10
PART1PAN
SPEED *2
0–100
Past het volume van het Part aan.
PART1GENDER *2
TONE *1
-50–0–+50
Past de intensiteit van het Double-effect in
drie niveaus aan (LIGHT / NORMAL /
DEEP).
Door het vocale karakter te veranderen,
produceert dit de indruk dat een andere
persoon dezelfde melodie met u meezingt.
Bewerken
0–100
Voorbereiding
voor opname
DOUBLE
Uitleg
ON/OFF
OFF, ON
PART1TYPE
PART2DBL (Part 2 Double) *1
LIGHT,
NORMAL,
DEEP
Past de intensiteit van het Double-effect in
drie niveaus aan (LIGHT / NORMAL /
DEEP).
PART2LEVEL *2
0–100
Mastering
Parameter/
Reeks
Uitleg
Opnemen/
afspelen
Past het klankkarakter aan of past speciale effecten toe.
Parameter/
Reeks
Effecten
gebruiken
TONE/SFX
Snelle start
Inserteffecten gebruiken
Past het volume van het Part aan.
L50–CENTER– Specificeert de panning (stereopositie) van
R50
het geluid.
KEY *2
C–B, Cm–Bm
Specificeert de toonsoort van de song die u
zingt.
*1 Instelling beschikbaar als TYPE op DOUBLE is ingesteld.
*2 Instelling beschikbaar als TYPE op –1OCT - +1OCT of
UNISON is ingesteld.
ON/OFF
OFF, ON
PART2PAN
Handige
functies
Uitleg
Transformeert de stem door deze een mannelijk of vrouwelijk karakter te geven.
Zet het DOUBLE/HARMONY effect aan/
uit.
81
Appendix
Parameter/
Reeks
-10–0–+10
USB
gebruiken
PART2GENDER *2
Wat is ‘double-tracking’?
Dit is een populaire studiotechniek waarbij een zanger
een melodie opneemt, en dan een tweede uitvoering van
dezelfde melodie samen met de eerste opname opneemt
(overdubben). Als de twee uitvoeringen samen worden
afgespeeld, geeft dit het effect van een dikke en rijke
enkele stem.
Inserteffecten gebruiken
LOW CUT
Dit filter kapt vocale ploppen en andere ongewenste
laagband ruis af.
Parameter/
Reeks
FILTER *3
0–100
100:0–0:100
OFF, ON
Deze parameter stelt de frequentie waaronder vocale ploppen en andere ongewenste
lage reeks ruis uitgefilterd zal worden.
OFF, 15–1
Uitleg
ON/OFF
Zet het LO-FI effect aan/uit.
Met deze parameter kunt u de samplesnelheid wijzigen.
Selecteert het type lo-fi box.
Het geluid klinkt alsof het op een AM radio
wordt gespeeld.
Door ‘TUNING’ aan te passen kunt u de
overgangsgeluiden, die optreden wanneer u
de radiofrequentie aanpast, simuleren.
Wijzigt het aantal databits. Als dit is uitgeschakeld blijft het aantal databits hetzelfde.
Wanneer een extreem laag aantal bits wordt
geselecteerd, kunnen bepaalde ingangsbronnen luide ruisgeluiden invoeren, zelfs als er
geen invoergeluid is. In dat geval verhoogt u
de drempel van de ruisonderdrukker.
POST FILTER *4
TYPE
RADIO
Dit filter reduceert de hoeveelheid digitale
vervorming. Als dit is uitgeschakeld, kunt u
een intensief lo-fi geluid met digitale vervorming creëren.
BIT *4
Dit effect wordt gebruikt voor het produceren van een lo-fi
geluid.
OFF, ON
Dit past de balans van de volumes van het
directe geluid en effectgeluid aan.
SAMPLE RATE *4
OFF,
1/2–1/32
LO-FI
Parameter/
Reeks
Deze parameter past het filter aan.
PRE FILTER *4
Zet het LOW CUT effect aan/uit.
DEPTH
20 –2000 Hz
Uitleg
D:E *3
Uitleg
ON/OFF
OFF, ON
Parameter/
Reeks
OFF, ON
Dit filter reduceert de hoeveelheid digitale
vervorming die door de lo-fi wordt geproduceerd. Door dit uit te zetten kunt u een
extreem lo-fi geluid creëren.
E.LEVEL (Effect Level) *4
0–100
Past het algehele volume van het lo-fi geluid
aan.
D.LEVEL (Direct Level) *4
VINYL
Het geluid klinkt alsof het op een grammofoon wordt gespeeld.
Het geluid van de naald dat door krassen en
stof wordt veroorzaakt wordt ook gesimuleerd.
OFF
Er wordt geen wijzigingfilter gebruikt.
LPF
Een laagpas-filter zal gebruikt worden.
DIGITAL
Met deze instelling kunt u een lo-fi geluid
creëren door de samplesnelheid te verlagen
en/of het aantal bits te verminderen.
Met een bank van in realtime veranderbare
filters die in serie zijn verbonden kan het
geluid vrijelijk veranderd worden.
BPF
Een bandpas filter zal gebruikt worden.
HPF
Een hoogpas-filter zal gebruikt worden.
TUNING *1
0–100
Deze parameter wordt met de RADIO instelling gebruikt.
Dit simuleert de overgangsgeluiden die
optreden als u de stemmingfrequentie van
een AM radio aanpast.
WOW FLUTTER *2
0–100
Deze parameter wordt met de VINYL instelling gebruikt.
Het simuleert het jengelen dat optreedt als de
snelheid van de draaitafel niet constant is.
NOISE *3
0–100
82
Deze parameter wordt gebruikt voor het
simuleren van ruis.
0–100
Past het volume van het directe geluid aan.
MODIFY FIL (Modify Filter) *4
Selecteer het effect van het wijzigingfilter.
CUTOFF F *4
0–100
Deze parameter past de cutoff frequentie aan.
RESONANCE *4
0–100
Deze parameter past de resonantie aan.
GAIN *4
0– +24 dB
Past het volumeniveau van het geluid dat
door het wijzigingfilter is gegaan aan.
*1 Instelling beschikbaar als TYPE op RADIO is ingesteld.
*2 Instelling beschikbaar als TYPE op VINYL is ingesteld.
*3 Instelling beschikbaar als TYPE op RADIO of VINYL is
ingesteld.
*4 Instelling beschikbaar als TYPE op DIGITAL is ingesteld.
U kunt de effectdiepte aanpassen door het zendniveau van
elke ingang of track naar het Loop effect bij te stellen.
Omdat elke ingang en track hun eigen onafhankelijke
zendniveau hebben, kunt u aanpassingen apart maken. U
kunt bijvoorbeeld diepe weerkaatsing op de stem
toepassen, maar alleen een oppervlakkige weerkaatsing op
de drums toepassen.
4
Wanneer u de zendniveaus heeft aangepast, drukt u
een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het
speelscherm terug te keren.
Snelle start
Effecten
gebruiken
De diepte van het Loop
effect aanpassen
Voorbereiding
voor opname
Om het zendniveau van de ingangsbron aan te passen
verplaatst u de cursor naar ‘INPUT’. Om het zendniveau
van het ritme aan te passen verplaatst u de cursor naar
‘RHY’. Gebruik vervolgens de draaiknop om de instelling te
bewerken.
Met gebruik van de ingebouwde ‘Loop Effects’ van de BR800, kunt u een gevoel van ruimtelijkheid en diepte aan een
opname toevoegen.
Opnemen/
afspelen
Een gevoel van ruimtelijkheid toevoegen
2
Druk op de [TRACK] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] om de cursor naar
‘REVERB’ of ‘CHO/DLY’ te verplaatsen, en druk op
de [ENTER] knop.
Bewerken
1
Ritme
gebruiken
Hier ziet u hoe het zendniveau van elke track aangepast
wordt, om de diepte van het Loop effect te veranderen.
Het Zendniveau bewerkingsscherm verschijnt.
Voor REVERB
Mastering
D_Reverb_Track1.eps
Voor CHO/DLY
Handige
functies
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen en de
draaiknop om het zendniveau van elke track aan te
passen.
* U kunt de cursor naar elke track verplaatsen door op de track
[REC] knop van de betreffende track te drukken.
83
Appendix
3
USB
gebruiken
D_Chorus.eps
Een gevoel van ruimtelijkheid toevoegen
Het Loop effect bewerken
1
2
Druk op de [TRACK] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘REVERB’ of ‘CHO/DLY’ te verplaatsen,
en druk op de [ENTER] knop.
Het zendniveau scherm verschijnt.
D_Reverb.eps
Het Loop effect heeft geen ‘Patches’.Loop effect
instellingen worden als onderdeel van de songdata
opgeslagen.
Parameterlijst
REVERB
Dit effect voegt weerkaatsing aan het geluid toe.
Parameter/
Reeks
Uitleg
TYPE
3
Selecteer het type Reverb.
Verschillende simulaties van ruimtes worden geboden.
AMBIENCE
Simuleert een Ambience microfoon (off-mic,
geplaatst op afstand van de geluidsbron) die
voor opnames en andere toepassingen
wordt gebruikt.
Eerder dan het benadrukken van de weerkaatsing, wordt deze Reverb gebruikt om
een gevoel van openheid en diepte te creëren.
ROOM
Simuleert de weerkaatsing in een kleine
kamer; een warme galm.
HALL 1
Simuleert de weerkaatsing in een concertzaal; een heldere en ruimtelijke galm.
HALL 2
Simuleert de weerkaatsing in een concertzaal; een milde galm.
PLATE
Simuleert plaatgalm (een Reverb-apparaat
dat de vibratie van een metalen plaat
gebruikt).
Biedt een metaalachtige klank met onderscheidende hoge reeks.
SPRING
Dit simuleert het geluid van de ingebouwde
veer-reverb van een gitaarversterker.
MODULATE
Deze Reverb voegt het wapperende geluid
dat in Hall Reverb is te vinden toe, om een
extreem plezierig Reverbgeluid te creëren.
Druk op de [ENTER] knop.
Het Loop Effect parameter bewerkingsscherm
verschijnt.
Voor REVERB
D_Reverb_Edit.eps
Voor CHO/DLY
D_Chorus_Edit.eps
4
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om een
parameter te selecteren, en gebruik de draaiknop om
de waarde te bewerken.
REV TIME (Reverb Time)
0.1s–10.0s
Voor details over de parameters van elk effect
raadpleegt u de ‘Parameterlijst’ (p.84).
5
Als u klaar bent met bewerken, drukt u een aantal
malen op de [EXIT] knop om naar het speelscherm
terug te keren.
Past de lengte (tijd) van weerkaatsing aan.
PRE DELAY
0ms–500ms
Past de tijd totdat het Reverbgeluid verschijnt aan.
LOW CUT (Low Cut Filter)
FLAT,
55Hz–800Hz
Dit stelt de frequentie waarop het Low Cut
filter in werking treedt in. Als ‘FLAT’ is
geselecteerd, heeft het Low Cut filter geen
effect.
HIGH CUT (High Cut Filter)
84
Past het volume van het Reverbgeluid aan.
DELAY
Dit creëert een dikker geluid door een vertraagd geluid op het directe geluid toe te
passen.
SPRG SENS (Spring Sensitivity) *1
0–100
Past de gevoeligheid van het veer Reverbeffect aan. Als de waarde hoger is ingesteld,
wordt het effect zelfs met een zwakke aanslag verkregen.
*1 Instelling beschikbaar als TYPE op SPRING is ingesteld.
Voorbereiding
voor opname
Een geluid met een subtiel verschoven toonhoogte wordt aan het directe geluid toegevoegd, zodat de uiteindelijke uitvoer dikker
en breder is.
Opnemen/
afspelen
0–100
CHORUS
RATE *1
0 – 100
Past de snelheid van het Chorus-effect aan.
DEPTH *1
0 – 100
Past de diepte van het Chorus-effect aan.
Effecten
gebruiken
E.LEVEL (Effect Level)
Selecteert het type effect.
PRE DLY (Pre Delay) *1
0.5 – 50.0ms
Past de tijd die in beslag wordt genomen om
het effectgeluid uit te sturen aan, nadat het
directe geluid is uitgestuurd.
E.LEVEL (Effect Level) *1
0 – 100
Past het volume van het effectgeluid aan.
Ritme
gebruiken
Past de dichtheid van het Reverbgeluid aan.
TYPE
DLY TME (Delay Time) *2
10 – 1000ms
Deze parameter past de Delaytijd aan
(d.w.z: het interval waarop geluid wordt
vertraagd).
FEEDBACK *2
0 – 100
Deze parameter past de hoeveelheid Feedback aan. Als de hoeveelheid Feedback
wordt veranderd, zal het aantal keren dat
het vertraagde geluid wordt herhaald ook
veranderen.
E.LEVEL (Effect Level) *2
0 – 100
Dit past het volume van het Delaygeluid
aan.
Bewerken
0–10
Uitleg
Mastering
DENSITY
Parameter/
Reeks
REV SEND (Reverb SEND) *2
0 – 100
Past het volume van de Reverb die op het
vertraagde geluid wordt toegepast aan.
*1 Instelling beschikbaar als TYPE op CHORUS is ingesteld.
*2 Instelling beschikbaar als TYPE op DELAY is ingesteld.
USB
gebruiken
Dit stelt de frequentie waarop het High Cut
700Hz–11kHz, filter in werking treedt in. Als ‘FLAT’ is
geselecteerd, heeft het High Cut filter geen
FLAT
effect.
CHORUS/DELAY
Handige
functies
Uitleg
85
Appendix
Parameter/
Reeks
Snelle start
Een gevoel van ruimtelijkheid toevoegen
De klank van elk track aanpassen
De BR-800 biedt een 3-band equalizer, onafhankelijk voor
elke track. U kunt deze gebruiken om de klankkwaliteit van
elke track aan te passen.
De Track EQ bewerken
1
2
De Track EQ heeft geen ‘Patches’. Track EQ
instellingen worden als onderdeel van de songdata
opgeslagen.
Druk op de [TRACK] knop.
Parameterlijst
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘EQ’ te verplaatsen, en druk op de
[ENTER] knop.
Parameter/
Reeks
Het EQ bewerkingsscherm verschijnt.
OFF, ON
D_EQ.eps
Uitleg
ON/OFF
Zet het EQUALIZER effect aan/uit.
LOW GAIN
-12–+12dB
Past de klank van de lage frequentie aan.
LOW FREQ (Low Frequency)
40Hz–1.6kHz
3
MID GAIN (Middle Gain)
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen en de
draaiknop om de EQ van elke track op ‘On’ of ‘Off’ te
zetten.
* U kunt de cursor naar elke track verplaatsen door de Track
[REC] knop van de betreffende track in te drukken.
4
Specificeert het midden van de frequentiereeks die door de LOW GAIN aangepast zal
worden.
-12–+12dB
Past de klank van de middenfrequentiereeks
aan.
MID FREQ (Middle Frequency)
20Hz–10kHz
Specificeert het midden van de frequentiereeks die door de MID GAIN zal worden
aangepast.
MID Q (Middle Q)
Druk op de [ENTER] knop.
Het EQ parameter bewerkingsscherm verschijnt.
0.5–16
D_EQ_Edit.eps
Past de breedte van het gebied dat door de
EQ, gecentreerd op de MID FREQ., wordt
beïnvloed.
Hogere waardes maken het gebied smaller.
HIGH GAIN
-12–+12dB
Past de klank van de hoge frequentiereeks
aan.
HIGH FREQ (High Frequency)
5
400Hz–16kHz
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om een
parameter te selecteren, en gebruik de draaiknop om
de waarde te bewerken.
Meer over de track EQ parameters vindt u in de
‘Parameterlijst’ (p.86).
6
86
Als u klaar bent met bewerken, drukt u meerdere
malen op de [EXIT] knop om naar het speelscherm
terug te keren.
Specificeert het midden van de frequentiereeks die door de HIGH GAIN aangepast
zal worden.
Als u de Equalizer bijstelt terwijl u het geluid
beluistert, kunt u een klikkende ruis horen. Dit is
geen storing. Als deze ruis bezwaarlijk is, maakt u
aanpassingen wanneer het geluid niet wordt
gespeeld.
Ritme
gebruiken
87
Overzicht van de ritmesectie
De BR-800 voorziet in een speciale ritmegenerator, die los
staat van de geluidstracks 1-7/8.
U kunt dit ritme als een leidraad tijdens het opnemen
gebruiken of een origineel achtergrondritme creëren door
verschillende interne ritmes zo te arrangeren dat deze met
de structuur van de song overeenkomen.
Patronen en
arrangementen
Grofweg gesproken bestaan de ritmes van de BR-800 uit
‘patronen’ en ‘arrangementen’.
■ Patronen
Een drummer in een band speelt herhaaldelijk vaststaande
sequensen met een lengte van één of twee maten.
Op de BR-800 worden deze basale herhaalde eenheden
‘patronen’ genoemd.
Een voorbeeld van een patroon
Voor een ritme met vier tellen in de maat wordt
performancedata zoals de volgende herhaaldelijk
gespeeld.
fig.04-onpu.eps
Snaredrum
Herhaling
Basdrum
De preset patronen bevatten patronen voor intro,
couplet, fill en einde. Onderdelen kunnen van
elkaar onderscheiden worden met de tekens aan het
eind van de patroonnaam.
(Voorbeeld)
ROCK1-IN (intro)
ROCK1-V1 (couplet 1)
ROCK1-V2 (couplet 2)
ROCK1-F1 (fill 1)
ROCK1-F2 (fill 2)
ROCK1-E (einde)
‘Preset patronenlijst’ (p.145)
IN (intro)
Deze patronen zijn geschikt voor een intro
(introductie).
V (couplet) 1, 2
Dit zijn hoofdpatronen.
1 is het basispatroon en 2 is een variatie op 1.
F (fill) 1, 2
Dit zijn decoratieve patronen die tussen twee
fraseveranderingen worden gevoegd. Kies 1 of 2,
afhankelijk van het patroon dat op de fill volgt.
E (einde)
Deze patronen zijn geschikt voor het einde van een
song.
* Deze preset patronen kunnen niet bewerkt worden en
de data kan niet overschreven worden.
Patroon
Songpatronen (S001-S100)
Voor elke song kunnen honderd patronen op een SD-kaart
worden opgeslagen.
Preset patronen (P001-P327)
De BR-800 biedt 327 ‘Preset patronen’ (P001-P327) die
geschikt zijn voor diverse muziekstijlen, zoals rock of jazz.
* Deze patronen kunnen niet bewerkt worden en de data kan
niet overschreven worden.
Voor details over het spelen van patronen kijkt u bij
‘Patronen spelen’ (p.91).
88
BR-800 Rhythm Editor gebruiken
Met gebruik van ‘BR-800 Rhythm Editor’ kunt u
eigen originele patronen, arrangementen en drumkits
creëren, met gebruik van een computer.
‘BR-800 Rhythm Editor’ bevindt zich op de ‘BR-800
DVD-ROM’. Voor details over de locatie van ‘BR-800
Rhythm Editor’ raadpleegt u ‘ReadmeEN.txt’ op de
‘BR-800 DVD-ROM’.
* U kunt geen patronen of drumkits creëren als u
uitsluitend de BR-800 gebruikt.
* U moet de USB-driver installeren voordat u de
BR-800 op de computer aansluit (p.118).
Hoewel een patroon op zichzelf gebruikt kan worden als
een metronoom of leidraad voor oefeningen, zou dit
betekenen dat het ritme niet verandert van het begin tot het
eind van de song.
Als u een song wilt creëren die muzikale variatie bevat, zult
u verschillende patronen in een geschikte volgorde willen
plaatsen, zoals intro → break → einde.
Op de BR-800 wordt data, die patronen in een specifieke
volgorde voor een uitvoering plaatst, een ‘arrangement’
genoemd.
Over de drumklanken
(Drum Kits)
Normaalgesproken gebruikt een drumperformance een set
die verschillende percussie-instrumenten bevat (zoals een
basdrum en Snaredrum), geschikt voor de betreffende
muziekstijl.
De BR-800 biedt negen verschillende drumsets die voor
diverse stijlen geschikt zijn. Elke set wordt een ‘drumkit’
genoemd.
Snelle start
Voorbereiding
voor opname
■ Arrangementen
Opnemen/
afspelen
Overzicht van de ritmesectie
fig.04-010.eps
Effecten
gebruiken
Intro
Verse
Fill
Tempo: 120.0 Tempo: 110.0 Tempo: 130.0
Preset arrangementen (P01-P50)
De BR-800 bevat vijftig ‘preset arrangementen’ (P01P50) die geschikt zijn voor stijlen als rock of jazz.
Ritme
gebruiken
* Deze patronen kunnen niet bewerkt worden en de data
kunnen niet overschreven worden.
Bewerken
De preset arrangementen (behalve Metro 4/4) hebben
een BREAK van drie maten (rust) na E (einde), en
herhalen dan V1 (couplet 1).
‘Lijst met Preset arrangementen’ (p.144).
Song arrangementen (S01-S05)
Mastering
U kunt vijf arrangementen voor elke song op een SDkaart opslaan.
89
Appendix
Handige
functies
USB
gebruiken
Om arrangementen te kunnen spelen moet de BR-800
zich in de Arrangement modus bevinden.
Meer hierover vindt u bij ‘Een arrangement
spelen’(p.93).
Overzicht van de ritmesectie
Het ritme aan/uitzetten
1
In de Arrangement modus
D_Type_Arrange.eps
Druk op de [RHYTHM] knop.
De [RHYTHM] knop is verlicht, en het ritme wordt
aangezet.
fig.rhythm_on_off-e.eps
Lit
3
Draai aan de draaiknop om de gewenste ritme modus
te selecteren.
Instelling
PATTERN
ARRANGE
Als u nogmaals op de [RHYTHM] knop drukt, zal de
[RHYTHM] knop uitdoven. Het ritme wordt uitgezet.
4
Afwisselen tussen Pattern
modus en Arrangement
modus
Op de BR-800 kunt u ritme in deze twee modes gebruiken:
Pattern modus en Arrangement modus.
Pattern modus
Het geselecteerde patroon wordt herhaaldelijk van het
begin tot het eind van de song gespeeld.
Arrangement modus
Patronen veranderen tijdens de voortgang van de song,
volgens de volgorde van patronen die in het arrangement is
gespecificeerd.
1
2
Druk op de [RHYTHM] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘TYPE’ te verplaatsen.
In de Pattern modus
D_Type_Pattern.eps
90
Uitleg
Pattern modus wordt geselecteerd.
Arrangement modus wordt
geselecteerd.
Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar
het speelscherm terug te keren.
4
5
Snelle start
Om het afspelen te stoppen, drukt u op de [STOP]
knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘TYPE’ te verplaatsen.
Draai aan de draaiknop en selecteer ‘PATTERN’.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘PATRN’ te verplaatsen.
• Vanuit de fabriek bevatten de songpatronen
(S001-S100) van de BR-800 geen data, dus er zal
niets gespeeld worden als u deze selecteert.
• Het patroon ‘P327: BREAK’ bevat alleen rusten. Er
zijn geen geluiden hoorbaar als u dit patroon
selecteert.
Ritme
gebruiken
3
9
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen en de
draaiknop om het patroon dat u wilt spelen te
selecteren.
Mastering
Uitleg
Preset patronen 1-327
Songpatronen 1–100 *1
Op de computer kunt u eigen, originele patronen
creëren met gebruik van ‘BR-800 Rhythm Editor’.
USB
gebruiken
*1
Bewerken
D_Rhythm_Pattern.eps
Instelling
P001–P327
S001–S100
‘BR-800 Rhythm Editor gebruiken’ (p.88).
7
Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar
het speelscherm terug te keren.
Handige
functies
6
Opnemen/
afspelen
Druk op de [RHYTHM] knop.
De [RHYTHM] knop is verlicht, wat aangeeft dat ritme
is aangezet.
2
Gebruik de [RHYTHM] schuifregelaar en de
[MASTER] schuifregelaar om het volume op
passende wijze aan te passen.
Druk op de [PLAY] knop.
De recorder start en het ritme wordt toegevoegd.
91
Appendix
1
8
Effecten
gebruiken
Hier ziet u hoe één van de interne patronen geselecteerd
kan worden, en hoe u dit herhaaldelijk af kunt laten spelen.
Voorbereiding
voor opname
Patronen spelen
Patronen spelen
Het tempo veranderen
Hier ziet u hoe het afspeeltempo van het patroon verandert
kan worden als u zich in het speelscherm bevindt.
1
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar de tempo-indicatie te verplaatsen.
D_Play_Tempo.eps
2
Draai aan de draaiknop om het tempo aan te passen.
Het afspeeltempo van het patroon verandert.
De [TAP TEMPO] knop
gebruiken om het tempo in
te stellen
U kunt het afspeeltempo van het patroon veranderen door
de [TAP TEMPO] knop op de gewenste timing in te
drukken.
Druk tenminste vier keer achter elkaar op de [TAP TEMPO]
knop. Het tempo wordt ingesteld op de timing waarmee u
de knop indrukte.
fig.04-290.eps
• Het patroontempo wordt opgeslagen wanneer de
opname eindigt of als u de song opslaat (p.109).
Eén tempo-instelling wordt voor elke song
opgeslagen.
• Het tempo is voor alle patronen hetzelfde. U kunt
geen ander tempo voor elk patroon specificeren.
• U kunt het tempo binnen een reeks van 25.0-250.0
aanpassen.
92
Snelle start
Druk op de [RHYTHM] knop.
3
4
5
10
Om het afspelen te stopen, drukt u op de [STOP]
knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘TYPE’ te verplaatsen.
Draai aan de draaiknop en selecteer ‘ARRANGE’.
Vanuit de fabriek bevatten de song arrangementen
(S01-S05) van de BR-800 geen data, dus er zal niets
gespeeld worden als u deze selecteert.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘ARRNG’ te verplaatsen.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen en de
draaiknop om het arrangement dat u wilt spelen te
kiezen.
Uitleg
Preset arrangementen 1–50
Song arrangementen 1–5
Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar
het speelscherm terug te keren.
USB
gebruiken
7
Mastering
Instelling
P01–P50
S01–S05
Bewerken
D_Rhythm_Arrange.eps
6
Opnemen/
afspelen
De [RHYTHM] knop is verlicht, wat aangeeft dat ritme
is aangezet.
2
Gebruik de [RHYTHM] schuifregelaar en de
[MASTER] schuifregelaar om het volume op
passende wijze aan te passen.
Ritme
gebruiken
1
9
Effecten
gebruiken
Hier ziet u hoe één van de interne arrangementen
geselecteerd en gespeeld kan worden.
Voorbereiding
voor opname
Een arrangement spelen
Druk op de [ZERO] knop.
Druk op de [PLAY] knop.
De recorder start en het geselecteerde arrangement
wordt toegevoegd.
93
Appendix
8
Handige
functies
U keert naar het begin van de song terug.
Een arrangement spelen
Het tempo veranderen
Hier ziet u hoe het afspeeltempo van het arrangement
verandert kan worden als u zich in het speelscherm
bevindt.
1
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar de tempo indicatie te verplaatsen.
D_Play_Tempo.eps
2
Draai aan de draaiknop om het tempo aan te passen.
Het afspeeltempo van het arrangement verandert.
De [TAP TEMPO] knop
gebruiken om het tempo in
te stellen
U kunt het afspeeltempo van het arrangement tijdelijk
veranderen, door de [TAP TEMPO] knop op de gewenste
timing in te drukken.
Druk tenminste vier keer achter elkaar op de [TAP TEMPO]
knop. Het tempo wordt ingesteld op de timing waarmee u
de knop indrukte.
fig.04-290.eps
• Het tempo dat voor het arrangement is
gespecificeerd, wordt tijdelijk genegeerd.
• De tempoverandering is tijdelijk. Als u het tempo
van het arrangement wilt veranderen en opslaan,
kijkt u bij ‘Een origineel arrangement creëren’
(p.96).
• U kunt het tempo binnen een reeks van 25.0-250.0
aanpassen.
94
Een drumkit selecteren
Met gebruik van ‘BR-800 Rhythm Editor’ kunt u vijf
originele drumkits creëren. Drumkits worden voor elke
song op de SD-kaart opgeslagen.
1
‘BR-800 Rhythm Editor gebruiken’ (p.88).
2
De arrangementen en patronen worden met gebruik van de
instrumentklanken van de drumkit gespeeld.
Druk op de [RHYTHM] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘KIT’ te verplaatsen.
In de Pattern modus
fig.04-030.eps
Preset Drum Kit 9
Preset Drum Kit 3
Preset Drum Kit 2
Preset Drum Kit 1
SD Card
Snelle start
D_Kit_Pattern.eps
SONG
SONG
SONG
Effecten
gebruiken
BR-800
Opnemen/
afspelen
Een drumkit is een set die verscheidene instrumentklanken
bevat. De BR-800 bevat negen ‘preset drum kits’.
Voorbereiding
voor opname
De drumklanken veranderen (Drum Kit)
Song Drum Kit
Kick
Snare
In de Arrangement modus
D_Kit_Arrange.eps
Draai aan de draaiknop om een drumkit te selecteren.
4
P3
ROOM
P4
HARD
P5
P6
P7
JAZZ
HIP-HOP
HOUSE
P8
REGGAE
P9
808
S1
S2
S3
S4
S5
SongKit1
SongKit2
SongKit3
SongKit4
SongKit5
Uitleg
Standaard drumkits
Een drumkit met een gepaste
hoeveelheid Ambience
Een drumkit geschikt voor
hardrock
Een drumkit geschikt voor jazz
Mastering
Instelling
P1
STD 1
P2
STD 2
Een drumkit geschikt voor
dance muziek
Een drumkit geschikt voor reggae
Een drumkit gebaseerd op de
klassieke Roland TR-808 drummachine.
De originele drumkits die in
elke song zijn opgeslagen.
Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar
het speelscherm terug te keren.
95
USB
gebruiken
• De drumkit kan niet veranderd worden als een
Preset arrangement voor de Arranger modus is
geselecteerd.
Handige
functies
3
Appendix
• De drumkit wordt voor elk arrangement
opgeslagen.
Bewerken
Ritme
gebruiken
Kick
Snare
Closed Hi-hat
Open Hi-hat
Een origineel arrangement creëren
Met de BR-800 kunt u patronen in de gewenste volgorde
plaatsen om een arrangement te maken, en op die manier
de structuur van de gehele song, van begin tot eind, creëren.
Nadat u een arrangement heeft gecreëerd, kunt u dit als een
song arrangement opslaan.
Laten we nu eens proberen om daadwerkelijk een
arrangement te creëren.
1
Een arrangement kan uit maximaal 999 maten bestaan.
De [RHYTHM] knop is verlicht.
2
Stappen
U creëert een song arrangement door ‘stappen’ te
specificeren. Elke stap bestaat uit een
patroonnummer en het maatnummer waarop die
stap zal beginnen.
3
Als u bijvoorbeeld een song met de volgende
structuur wilt creëren:
Sectie
Intro
Maatlengte
2 maten
Patroon
Patroon P001
4
➝
16 maten
Melodie B
8 maten
Break
8 maten
Einde
2 maten
Patroon S002
➝
Melodie A
Patroon S003
Druk op de [RHYTHM] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar TYPE’ te verplaatsen.
Draai aan de draaiknop en selecteer ‘ARRANGE’.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘EDIT’ te verplaatsen, en druk op de
[ENTER] knop.
* Als u een preset arrangement selecteert, kunt u niet
verdergaan met de rest van deze procedure.
➝
Patroon S099
➝
Patroon P006
Om de hierboven beschreven songstructuur te
creëren, zou u de volgende stappen in het
arrangement plaatsen.
Stapnummer
Stap 1
Begin maat
1
5
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘STEP’ te verplaatsen, en druk op de
[ENTER] knop.
Het ARRANGE STEP scherm verschijnt.
fig.04-510-e.eps
Stap
Patroonnummer
P001: ROCK-1 IN
Patroonnummer
Beginmaat
Tempo
➝
Stap 2
3
S002: OriginalA
➝
Stap 3
19
S003: OriginalB
➝
Stap 4
27
S099: OriginalC
➝
Stap 5
35
Patroon maatsoort
Patroonnaam
P006: ROCK-1 E
➝
Stap 6
37
P327: BREAK
De secties van zelfs de structuur van een lange
song kunnen met gebruik van slechts enkele
stappen gespecificeerd worden. Met de BR-800
kunt u maximaal vijftig stappen gebruiken.
96
6
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar de ‘step’ positie te verplaatsen, en gebruik
de draaiknop om de stap die u wilt bewerken te
selecteren.
U kunt naar de vorige stap gaan door de [REW] knop
in te drukken of naar de volgende stap gaan door de
[FF] knop in te drukken.
Starting measure
Dit specificeert de maat waarop het huidige patroon
begint te spelen.
fig.04-520.eps
Beginmaat
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Intro
(4 maten)
Couplet
(4 maten)
Fill
(4 maten)
001
005
009
013
Stel de beginmaat op
‘007’ in bij stap 2
Stap 1
Beginmaat
Intro
(6 maten)
001
Stap 2
Stap 3
Couplet
Fill
(2 maten) (4 maten)
005
007
009
013
• De beginmaat kan niet hetzelfde zijn als de vorige
stap of van maten daarvoor.
• U kunt geen instelling maken die zich uitstrekt
voorbij de beginmaat van de volgende stap.
• Als u een arrangement in het speelscherm
afspeelt, en het helemaal tot het eind van het
arrangement is gespeeld, zal het patroon dat aan
de laatste stap is toegewezen voortdurend
herhaald worden.
• Als u wilt dat het arrangement stopt nadat de
laatste stap is gespeeld, wijst u preset patroon
‘P327 BREAK (rest!)’ aan de laatste stap toe. Dit
maakt dat er voortdurend rusten worden
gespeeld, hetgeen feitelijk hetzelfde is als het
stoppen van het arrangement afspelen.
fig.04-540.eps
(Voorbeeld)
Dit selecteert het patroon. Zoals in onderstaande
illustratie wordt getoond, specificeert dit een patroon
voor elke stap.
Stap 1
Intro
Stap 2
Couplet
Einde
P327
BREAK
fig.04-530.eps
Stap 1
Intro
(2 maten)
Tempo: 120.0
Beginmaat
001
Stap 2
Snelle start
Stap 20 Laatste stap
Bewerken
Pattern number
Voorbereiding
voor opname
Door op de [PLAY] knop te drukken kunt u het
patroon van de op dat moment geselecteerde stap (het
huidige patroon) beluisteren.
• De beginmaat van stap is altijd ‘001’. Dit kan niet
veranderd worden.
Effecten
gebruiken
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar de parameter die u wilt bewerken te
verplaatsen, en gebruik de draaiknop om de waarde
te bewerken.
Ritme
gebruiken
7
Opnemen/
afspelen
Een origineel arrangement creëren
Stap 3
Couplet
Fill
(1 maten)
(1 maten)
Tempo: 110.0 Tempo: 110.0
003
004
Mastering
Time signature
Dit geeft de maatsoort van het huidige patroon aan.
Tempo
Dit specificeert het tempo waarop het huidige patroon
gespeeld zal worden.
Als u klaar bent met het creëren van het arrangement,
drukt u een aantal malen op de [EXIT] knop.
Handige
functies
U zult naar het speelscherm terugkeren, en het door u
gecreëerde arrangement wordt opgeslagen.
* In het display wordt ‘Keep power on!’ aangegeven, terwijl
data wordt bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze
boodschap wordt weergegeven.
97
Appendix
8
USB
gebruiken
Reeks: 25.0-250.0
Een origineel arrangement creëren
Een stap invoegen
Een stap wissen
Hier ziet u hoe een nieuwe stap op de huidige stap wordt
ingevoegd.
Hier ziet u hoe de geselecteerde stap gewist kan worden. De
gewiste stap zal de inhoud van de volgende stap krijgen.
fig.04-550.eps
fig.04-570.eps
Couplet
Invoegen
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Intro
Couplet
Fill
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Intro
Couplet
Couplet
Fill
Ga naar het ARRANGE STEP scherm, volgens de
beschrijving in stappen 1-5 van ‘Een origineel
arrangement creëren’ (p.96).
2
2
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Intro
Couplet
Fill
Couplet
Wissen
1
1
Stap 1
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen en de
draaiknop om de locatie (stapnummer) waarop u een
stap wilt invoegen te selecteren.
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Intro
Couplet
Couplet
Ga naar het ARRANGE STEP scherm, volgens de
beschrijving in stappen 1-5 van ‘Een origineel
arrangement creëren’ (p.96).
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen en de
draaiknop om de stap die u wilt wissen te selecteren.
D_Arrange_Step.eps
D_Arrange_Step.eps
3
3
Druk op de CURSOR [
4
Druk op de [ENTER] knop.
De geselecteerde stap wordt gekopieerd en ingevoegd.
Als de handeling is voltooid, zult u automatisch naar
het ARRANGE STEP scherm terugkeren.
98
] knop.
Een boodschap verschijnt, waarin wordt gevraagd:
‘Erase?’
] knop.
Een boodschap verschijnt waarin wordt gevraagd:
‘Insert?’
Druk op de CURSOR [
4
Druk op de [ENTER] knop.
De data zal gewist worden. Als de handeling is
voltooid, zult u automatisch naar het ARRANGE STEP
scherm terugkeren.
D_Arrange_Name.eps
Het staat u vrij een naam (arrangement naam) van
maximaal acht tekens aan een song arrangement toe te
wijzen.
3
4
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘TYPE’ te verplaatsen.
9
Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar
het speelscherm terug te keren.
In het scherm wordt ‘Keep power on!’ aangegeven, en
het bewerkte arrangement zal opgeslagen worden.
Draai aan de draaiknop om ‘ARRANGE’ te
selecteren.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘ARRNG’ te verplaatsen.
De naam van een preset arrangement kan niet
bewerkt worden.
Ritme
gebruiken
2
Druk op de [RHYTHM] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen en de
draaiknop om de tekens te bewerken.
Effecten
gebruiken
8
1
Opnemen/
afspelen
Voorbereiding
voor opname
Een arrangement een naam
geven
Snelle start
Een origineel arrangement creëren
Bewerken
D_Rhythm_Arrange.eps
Mastering
USB
gebruiken
7
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘EDIT’ te verplaatsen, en druk op de
[ENTER] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘NAME’ te verplaatsen, en druk op de
[ENTER] knop.
Handige
functies
6
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen en de
draaiknop om een song arrangement te selecteren
(S01-S-05).
Het ARRANGE NAME scherm verschijnt.
99
Appendix
5
Een origineel arrangement creëren
Een arrangement kopiëren
Als u een preset arrangement lichtelijk wilt wijzigen of een
variatie op een bestaand arrangement wilt creëren, kunt u
dat doen door het als een song arrangement te kopiëren en
vervolgens de kopie te bewerken.
1
2
3
4
5
6
7
Druk op de [ENTER] knop.
Het kopieer bevestigingscherm verschijnt.
D_Arrange_Erase_Sure.eps
Druk op de [RHYTHM] knop.
10
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘TYPE’ te verplaatsen.
Draai aan de draaiknop om ‘ARRANGE’ te
selecteren.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘ARRNG’ te verplaatsen.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen en de
draaiknop om het kopieerbron arrangement te
selecteren (P01-P50, S01-S05).
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘EDIT’ te verplaatsen, en druk op
[ENTER].
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘COPY’ te verplaatsen, en druk op de
[ENTER] knop.
Het ARRANGE COPY scherm verschijnt.
D_Arrange_Copy.eps
8
9
Gebruik de draaiknop om het song arrangement dat
als kopieerbestemming zal fungeren te selecteren
(S01-S05).
100
Druk nogmaals op de [ENTER] knop.
‘Keep power on!’ wordt in het scherm weergegeven, en
de kopie wordt uitgevoerd.
11
Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar
het speelscherm terug te keren.
U kunt niet naar een preset arrangement kopiëren.
D_Arrange_Erase_Sure.eps
Snelle start
Een origineel arrangement creëren
Stap 1 wordt niet gewist, maar blijft behouden en wordt op
‘Metro’ (metronoom) ingesteld.
1
8
Druk op de [RHYTHM] knop.
Als u zeker weet dat u het arrangement wilt wissen,
drukt u op de [ENTER] knop.
Als u besluit te annuleren, drukt u op de [EXIT] knop.
4
5
* ‘Keep power on!’ wordt in het scherm weergegeven, en de
inhoud van het arrangement zal gewist worden.
9
Draai aan de draaiknop om ‘ARRANGE’ te
selecteren.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘EDIT’ te verplaatsen, en druk op de
[ENTER] knop.
Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar
het speelscherm terug te keren.
Ritme
gebruiken
3
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘TYPE’ te verplaatsen.
U kunt een preset arrangement niet wissen.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘ERASE’ te verplaatsen, en druk op de
[ENTER] knop.
Bewerken
2
Effecten
gebruiken
Hier ziet u hoe stap 2 en alle daaropvolgende stappen van
het song arrangement gewist kunnen worden.
Opnemen/
afspelen
Voorbereiding
voor opname
Een arrangement wissen
Het ARRANGE ERASE scherm verschijnt.
Het ARRANGE ERASE scherm verschijnt.
Gebruik de draaiknop om het song arrangement (S01S05) dat u wilt wissen te selecteren.
Druk op de [ENTER] knop.
Handige
functies
7
Een bevestigingsboodschap verschijnt.
101
Appendix
6
USB
gebruiken
Mastering
D_Arrange_Erase.eps
Het afspelen van het patroon of
arrangement vertragen (OFFSET)
Hier ziet u hoe een offset tijd kunt specificeren waarmee het
patroon of arrangement vertraagd zal worden, relatief aan
het afspeelgeluid van de geluidstracks.
1
2
Druk op de [RHYTHM] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘OFFSET’ te verplaatsen, en druk op de
[ENTER] knop.
D_Rhythm_Offset.eps
3
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen en de
draaiknop om de gewenste offset tijd te specificeren.
Reeks: 00:00:00-00:0-23:59:59-29:9
Als u bijvoorbeeld wilt dat het patroon of arrangement
moet beginnen wanneer de geluidstracks
‘00h00m30s00’ bereiken, dan zou u dit op ’00:00:30:00’
instellen.
Als de [ENTER] knop wordt ingedrukt, zal de
huidige tijd als deze instelling worden toegewezen.
4
Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar
het spelscherm terug te keren.
De offset wordt voor elke song onthouden.
102
Bewerken
103
De locatie waarop een geluid begint
of eindigt opzoeken (Scrub/Preview)
Scrub functie
fig.02-030.eps
Tijdens het bewerken van een song moet u soms de exacte
locatie waarop een geluid begint of de regio waarbinnen u
auto punch-in recording wilt uitvoeren opzoeken.
Scrub punt
Cursor
De BR-800 voorziet in een ‘Scrub’ functie, die een
gemakkelijke manier biedt voor het opzoeken van dit soort
locaties.
Met gebruik van de Scrub functie wordt een extreem korte
regio (ongeveer 45 milliseconden), die op de huidige locatie
begint of eindigt, herhaaldelijk gespeeld.
Preview functie
De Preview functie speelt ongeveer één seconde voor of na
de huidige locatie.
2
Met gebruik van deze functie en de Scrub functie terwijl u
de huidige locatie beetje bij beetje verschuift, kunt u de
grenzen tussen frases gemakkelijk vinden.
Draai aan de draaiknop om de huidige locatie beetje
bij beetje te verplaatsen, en zoek het punt waarop de
volgende frase begint (d.w.z: het moment dat het
geluid begint).
fig.02-020.eps
Now tijd
3
Geluidsdata
Tijd
SCRUB
naar
Ongeveer 45 msec
PREVIEW
TO
Ongeveer 1.0 msec
1
SCRUB
van
Ongeveer 45 msec
PREVIEW
FROM
Ongeveer 1.0 msec
Houd de [STOP] knop ingedrukt en druk op de
[PLAY] knop.
De [PLAY] knop knippert en het Scrub afspelen zal
beginnen.
Het tempo indicator gebied toont ofwel ‘
’
(SCRUB FROM) of ‘
’ (SCRUB TO), wat het Scrub
punt voor de huidige locatie aangeeft.
Als de cursor zich op de Scrub punt indicatie bevindt,
kunt u de draaiknop gebruiken om het Scrub punt te
veranderen.
104
Als u de exacte locatie waarop het geluid begint heeft
gevonden, drukt u op de [STOP] knop om het Scrub
afspelen te stoppen.
De Preview functie gebruiken
• Als u de [PLAY] knop indrukt tijdens Scrub
afspelen, kunt u het geluid volgens het op dat
moment gespecificeerde Scrub punt beluisteren.
:
PREVIEW FROM
:
PREVIEW TO
• Door de volgende handelingen tijdens Scrub
Afspelen uit te voeren, kunt u het geluid van
tevoren beluisteren.
De [FF] knop indrukken:
PREVIEW FROM
De [REW] knop indrukken: PREVIEW TO
Snelle start
Een boodschap ‘Are you sure?’ verschijnt.
U kunt tracks kopiëren of wissen of song sketch data
importeren.
6
De resultaten van een trackbewerking worden in de
song opgeslagen als u naar het speelscherm
terugkeert.
■ Trackdata kopiëren
Hier ziet u hoe alle data van de gespecificeerde track naar
een andere track wordt gekopieerd.
2
Druk op de [ENTER] knop.
De kopie wordt uitgevoerd.
* ‘Keep power on!’ wordt in het display getoond terwijl de data
wordt bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze
boodschap wordt weergegeven.
7
Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar
het speelscherm terug te keren.
Druk op de [TRACK] knop.
Ritme
gebruiken
1
Om de data te kopiëren drukt u op de [ENTER] knop.
Opnemen/
afspelen
5
Effecten
gebruiken
Trackbewerking
Voorbereiding
voor opname
Bewerken
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘TRACK EDIT’ te verplaatsen. Druk dan
op de [ENTER] knop.
4
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘COPY’ te verplaatsen, en druk op de
[ENTER] knop.
USB
gebruiken
3
Mastering
Bewerken
D_Track_Edit_Copy.eps
Gebruik de CURSOR knoppen en de draaiknop om
de kopieerbron track/V-track en kopieerbestemming
track/V-track te selecteren.
105
Appendix
Handige
functies
D_Track_Copy.eps
Bewerken
■ Trackdata wissen
1
2
Druk op de [TRACK] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘TRACK EDIT’ te verplaatsen, en druk op
de [ENTER] knop.
D_Track_Edit_Copy.eps
■ Song sketch data in een track
importeren
1
2
4
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘ERASE’ te verplaatsen en druk op de
[ENTER] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen en de
draaiknop om de track/V-track die u wilt wissen te
selecteren.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘TRACK EDIT’ te verplaatsen, en druk op
de [ENTER] knop.
D_Track_Edit_Copy.eps
3
3
Druk op de [TRACK] knop.
4
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘SONG SKETCH IMPORT’ te verplaatsen,
en druk op de [ENTER] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen en de
draaiknop om te specificeren hoe de data geïmporteerd
moet worden.
D_Track_Inport.eps
D_Track_Erase.eps
Parameter
DISP
5
SOURCE
Om de wissen drukt u op de [ENTER] knop.
‘Are you sure?’ wordt in een boodschap getoond.
6
DEST
START
Druk op de [ENTER] knop.
De data wordt gewist.
* ‘Keep power on!’ wordt in het display getoond terwijl de data
wordt bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze
boodschap wordt weergegeven.
5
Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar
het speelscherm terug te keren.
106
Om data te importeren drukt u op de [ENTER] knop.
Een boodschap met ‘Are you sure?’ verschijnt.
6
7
Uitleg
Selecteert de eenheden die door
START worden aangegeven.
Kies TIME of MEASURE.
De song sketch data die geïmporteerd zal worden.
De track waarin de data geïmporteerd zal worden.
De locatie waarop de data in de import bestemmingstrack zal worden
gevoegd.
Druk op de [ENTER] knop.
De data zal geïmporteerd worden.
* ‘Keep power on!’ wordt in het display getoond terwijl de data
wordt bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze
boodschap wordt weergegeven.
1
2
3
Druk op de [MENU] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘SONG’ te verplaatsen, en druk op de
[ENTER] knop.
2
3
Druk op de [MENU] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘SONG’ te verplaatsen, en druk op de
[ENTER] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘ERASE’ te verplaatsen, en druk op de
[ENTER] knop.
Het SONG ERASE scherm verschijnt.
D_Song_Erase_Select.eps
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘COPY’ te verplaatsen, en druk op de
[ENTER] knop.
Het SONG COPY scherm verschijnt.
D_SongCopy.eps
Voorbereiding
voor opname
1
Opnemen/
afspelen
Hier ziet u hoe de op dat moment geselecteerde song
gekopieerd kan worden.
Hier ziet u hoe een song van een SD-kaart gewist kan worden.
Effecten
gebruiken
Een song kopiëren (SONG
COPY)
Een song wissen (SONG ERASE)
Ritme
gebruiken
Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar
het speelscherm terug te keren.
4
5
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
song die u wilt wissen te selecteren.
Bewerken
7
Snelle start
Bewerken
Om de song te wissen, drukt u op de [ENTER] knop.
6
‘Are you sure?’ wordt in een boodschap getoond.
5
Druk op de [ENTER] knop.
Druk op de [ENTER] knop.
De song zal gewist worden.
* ‘Keep power on!’ wordt in het display getoond terwijl de data
wordt bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze
boodschap wordt weergegeven.
De song wordt gekopieerd.
7
Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar
het speelscherm terug te keren.
Handige
functies
Nadat het kopiëren is voltooid, zult u naar het
speelscherm terugkeren.
Als ‘Card Full!’ in het scherm wordt
getoond
Als deze boodschap verschijnt voordat u kopieert, is er
onvoldoende ruimte op de SD-kaart. Verwijder
onnodige data van de SD-kaart.
USB
gebruiken
Om de song te kopiëren drukt u op de [ENTER] knop.
Als u de song die u op dat moment gebruikt wist,
wordt automatisch een song van de SD-kaart
geselecteerd. Als er geen andere song aanwezig is,
zal een nieuwe song gecreëerd worden.
107
Appendix
4
Mastering
In een boodschap wordt gevraagd ‘Are you sure?’
Bewerken
De song een naam geven
(SONG NAME)
Als u een nieuwe song creëert, krijgt deze automatisch een
naam zoals ‘SONG 0001’ toegewezen. Als een song
helemaal af is, is het een goed idee om de song een
passende naam te geven, zodat de songdata gemakkelijker
te beheren is.
1
Druk op de [MENU] knop.
Een song beveiligen (SONG
PROTECT)
Een song die u heeft gecreëerd kan onopzettelijk opnieuw
opgenomen of per ongeluk gewist worden.
Om dit soort ongelukken te voorkomen, kunt u de songdata
tegen herschrijven beveiligen (Song Protect).
Als Song Protect is ingeschakeld, kunnen de volgende
handelingen niet worden uitgevoerd:
• Opnemen
• Trackbewerking
• De songnaam veranderen
2
• Song wissen
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘SONG’ te verplaatsen, en druk op de
[ENTER] knop.
• Ritme bewerken
• Opslaan in de song effect Patches
• Undo/Redo
• Factory Reset (SONG EFFECT/RHYTHM/ALL)
3
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘NAME’ te verplaatsen, en druk op de
[ENTER] knop.
Het SONG NAME scherm verschijnt.
1
2
D_SongName.eps
3
4
5
6
Druk op de [MENU] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘SONG’ te verplaatsen, en druk op de
[ENTER] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘PROTECT’ te verplaatsen, en druk op de
[ENTER] knop.
Het SONG PROTECT scherm verschijnt.
D_SongPro.eps
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar het teken dat u wilt bewerken te
verplaatsen.
Draai aan de draaiknop om het gewenste teken te
selecteren.
Als u de songnaam heeft gespecificeerd, drukt u een
aantal malen op de [EXIT] knop om naar het
speelscherm terug te keren.
* ‘Keep power on!’ wordt in het display getoond terwijl de data
wordt bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze
boodschap wordt weergegeven.
108
4
5
Gebruik de draaiknop om de ‘ON’ instelling te
selecteren.
Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar
het speelscherm terug te keren.
Als een song is beveiligd, wordt het songbeveiliging
symbool in het scherm getoond.
Snelle start
Bewerken
Een song opslaan (SAVE
CURRENT STATE)
• Opgenomen data
• De status van de mixer (pan, track EQ, enz.)
Opnemen/
afspelen
• Song Patches voor het Insert effect
• Song Patches voor het mastering effect.
• Arrangement/patroon
• Loop effect
De bovenstaande inhoud wordt opgeslagen als u stopt met
opnemen of als u naar net speelscherm terugkeert.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘SAVE CURRENT STATE’ te verplaatsen,
en druk op de [ENTER] knop.
Het SAVE CURRENT STATE scherm verschijnt.
4
Om de song op te slaan, drukt u op de [ENTER] knop.
* ‘Keep power on!’ wordt in het display getoond terwijl de data
wordt bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze
boodschap wordt weergegeven.
5
Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar
het speelscherm terug te keren.
109
Bewerken
Mastering
3
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘SONG’ te verplaatsen, en druk op de
[ENTER] knop.
USB
gebruiken
2
Druk op de [MENU] knop.
Handige
functies
1
Ritme
gebruiken
Het scherm zal een boodschap tonen waarin het opslaan
wordt bevestigd, dus u hoeft zich hier niet specifiek bewust
van te zijn. Als u echter de song in zijn huidige staat wilt
opslaan, gaat u als volgt verder.
Effecten
gebruiken
• Utilities
Appendix
‘Keep power on!’ wordt in het display getoond terwijl de data
wordt bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze
boodschap wordt weergegeven.
Op de BR-800 wordt de volgende inhoud als songdata
opgeslagen:
Voorbereiding
voor opname
fig.Protect.eps
MEMO
110
Mastering
111
Mastering gebruiken bij het
creëren van een song
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe de opgenomen tracks
naar slechts twee tracks worden gemixed, en hoe een
‘Mastering effect’ wordt toegepast om een voltooide song
met het optimale volumeniveau te creëren
Het geluid van het ritme en van de ingangsbron die met
INPUT SELECT (p.37) is geselecteerd kunnen op dat
moment ook gecombineerd worden.
fig.mastering-e.eps
INPUT
SELECT
TRACK 8-V1
TRACK 4-V1
TRACK 7-V1
TRACK 3-V1
TRACK 6-V1
TRACK 2-V1
TRACK 5-V1
TRACK 1-V1
Track 1–8
Mastering
effect
TRACK 8-VMST
TRACK 7-VMST
RHYTHM
Ritme
Wat is het mastering effect?
Als een CD van uw opgenomen songs wordt gecreëerd, is
het belangrijk om het algehele volume te besturen, zodat de
luidste sectie van de songs binnen het beschikbare bereik
van de CD zal blijven. Hierdoor wordt echter het algehele
volume verlagen, waardoor de muziek minder krachtig
klinkt.
Bovendien kan overmatig geluid in de lage frequentiereeks,
dat door het menselijke oor moeilijk te horen is,
veroorzaken dat de niveaumeter helemaal naar het
maximum stijgt, ondanks het feit dat het werkelijke geluid
niet luid lijkt te zijn. Dit kan ook maken dat de muziek
minder krachtig klinkt.
Met gebruik van het Mastering effect kunt u het volume van
de song consistenter maken en de balans van de lage
frequentiereeks corrigeren. We adviseren u het Mastering
effect te gebruiken om uw song helemaal af te maken.
* Het Mastering effect biedt 19 ‘preset Patches’ (P01-P16), 19
herschrijfbare ‘User Patches’ (U01-U19) en 19 ‘song
Patches’ (S01-S19) die voor elke song worden opgeslagen.
fig.03-020.eps_80
Mastering bestemmingstracks
SD-kaart
BR-800
Song
Preset
patch
User
patch
Song
patch
Het Mastering effect kan zelfs als u zich niet in de
Mastering modus bevindt worden aangezet.
Als u het Mastering effect tijdens normale opname
gebruikt, kunt u het gemasterde geluid horen
terwijl u opneemt.
112
2
Druk op de [MENU] knop.
6
Druk op de [MASTER FX] knop.
De [MASTER FX] knop licht op, en het Mastering effect
wordt aangezet.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘MASTERING’ te verplaatsen, en druk op
de [ENTER] knop.
Het MASTER FX scherm verschijnt.
MasteringFX-e.eps
Voorbereiding
voor opname
1
Snelle start
Mastering gebruiken bij het creëren van een song
P: preset / S: song / U: user
3
Gebruik de draaiknop om MASTERING op ‘ON’ in
te stellen.
Opnemen/
afspelen
Nummer
Patchnaam
4
Druk een aantal malen op de [EXIT] knop.
7
Het MASTERING scherm verschijnt.
Kies een mastering effect.
Gebruik de CURSOR [
Mastering-e.eps
Effecten
gebruiken
U bevindt zich nu in de Mastering modus.
][
] knoppen en de
: V-tracks die data bevatten
: V-tracks die geen data bevatten
Opnamebestemming tracks
Als de opnamebestemming zal track 1/8 VMST als de
V-tracks voor Matsering worden geselecteerd.
9
Druk op de [EXIT] knop om naar het speelscherm
terug te keren.
Bewerken
8
Ritme
gebruiken
draaiknop om preset/song/user en het gewenste
nummer te selecteren.
Druk op de [ZERO] knop om naar tijdslocatie
00:00:00-00:0 terug te keren.
Als u op andere tracks wilt opnemen, gebruikt u de
Speel uw song af, en gebruik de trackfaders om de
volumebalans aan te passen.
fig.Rec03-e.eps
Blinking
Als er tracks zijn die u niet in de mix wilt horen,
verlaagt u hun schuifregelaars.
* Als u het ritme als onderdeel van de mix wilt opnemen,
verhoogt u de [RHYTHM] schuifregelaar.
11
USB
gebruiken
Gebruik de [MASTER] schuifregelaar om het algehele
volume aan te passen.
U moet het volume zo ver mogelijk verhogen, zonder
dat het geluid gaat vervormen.
Mastering
Druk op de [REC] knop.
De [REC] knop knippert rood, en de BR-800 wordt in
de opname-standby modus geplaatst.
Druk op de [PLAY] knop.
De opname begint.
De [PLAY] knop licht groen op, en de [REC] knop is
rood verlicht.
fig.Rec04-e.eps
Verlicht
Verlicht
113
Handige
functies
5
10
Appendix
CURSOR knoppen en de draaiknop om de gewenste
opnametracks te selecteren.
Mastering gebruiken bij het creëren van een song
12
Als u klaar bent met Masteren, drukt u op de [STOP]
knop.
2
Kies een mastering effect.
Gebruik de CURSOR [
Het resultaat wordt op de mastering-bestemmingstrack
opgeslagen, en het PREVIEW scherm verschijnt.
][
] knoppen en de
draaiknop om preset/song/user en het gewenste
nummer te selecteren.
D_Master_Preview.eps
3
Druk op de [ENTER] knop.
Het Mastering effectbewerkingscherm verschijnt.
D_MTK.eps
Als u op de [PLAY] knop drukt, zal het resultaat van
Mastering worden afgespeeld.
Gebruik de [MASTER] schuifregelaar om het volume
aan te passen.
Druk op de [EXIT] knop om naar het MASTERING
scherm terug te keren.
4
* ‘Keep power on!’ wordt in het display getoond terwijl de data
wordt bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze
boodschap wordt weergegeven.
13
Voor details over de effectinstellingen raadpleegt u de
volgende sectie ‘Parameterlijst’ (p.115).
Om de MASTERING modus te verlaten, zet u
MASTERING op ‘OFF’.
De Mastering
effectinstellingen bewerken
Om een nieuwe Patch te creëren, kiest u de bestaande Patch
die het meest lijkt op dat wat u in uw hoofd heeft, en
bewerk dan de betreffende instellingen.
Als u de bewerkte instellingen wilt behouden, slaat u deze
als een User Patch of song Patch op.
1
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar elke parameter te verplaatsen, en gebruik
de draaiknop om instellingen te maken.
Druk op de [MASTER FX] knop.
Het MASTER FX selectiescherm verschijnt.
MasteringFX-e.eps
P: preset / S: song / U: user
Nummer
Patchnaam
114
5
Als u de huidige effectinstellingen wilt opslaan, gaat
u verder volgens de beschrijving in de volgende
sectie ‘De Mastering effectinstellingen opslaan
(Write)’ (p.115).
De veranderingen die u aanbrengt zijn tijdelijk. Als
u het bewerkingsscherm verlaat zonder de
bewerkte Patch op te slaan, wordt een ‘*’ getoond
bij de Patch indicatie. Als u een andere Patch
selecteert wanneer dit ‘*’ wordt getoond, keert de
bewerkte Patch naar zijn oorspronkelijke staat terug
en gaan uw veranderingen verloren.
2
Als u een patchnaam wilt invoeren, drukt u op de
CURSOR [ ] knop.
-20–+20
Als u de patchnaam niet hoeft te veranderen, gaat u
verder met stap 5.
D_Master_FX_Name.eps
TONE
3
4
5
6
7
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen en de
draaiknop om een patchnaam in te voeren.
Als u de patchnaam heeft ingevoerd, drukt u op de
CURSOR [ ] knop.
-6–+6
Druk op de [ENTER] knop om de instelling op te
slaan of druk op de [EXIT] knop als u besluit te
annuleren.
Als u deze instelling verhoogt, worden de
lage en hoge frequentiereeksen geaccentueerd, en wordt een agressievere klank
geproduceerd.
Als u deze instelling verlaagt, zullen de
lage en hoge frequenties niet geaccentueerd worden, en zal de klank mild zijn.
Op 0 ingesteld zal de Patch zijn standaard
effect produceren.
NATURAL
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen en de
draaiknop om het gewenste opslagbestemming
Mastering effect te selecteren.
Nadat u de bestemming waarin het Mastering effect
opgeslagen zal worden heeft geselecteerd, drukt u op
de [ENTER] knop.
Een bevestiging vraagt ‘Are you sure?’
Snelle start
Opnemen/
afspelen
Hiermee wordt de variatie in volume tussen luide en zachte passages in de uitvoering aangepast. Als deze instelling wordt
verhoogd, neemt de variatie in volume af.
Hoewel dit een gemakkelijke manier is
om de algehele luidheid van de song te
verbeteren, zal de natuurlijke dynamiek
van de song afnemen.
Als deze instellingen worden verlaagd,
zal de variatie in volume toenemen. Terwijl dit het moeilijk maakt om algehele
luidheid voor de song te verkrijgen, ligt
de muziek dichter bij de natuurlijke dynamische variatie van de originele uitvoering.
Op 0 ingesteld zal de Patch zijn standaard
effect produceren.
Effecten
gebruiken
D_Master_FX_Write.eps
Uitleg
Ritme
gebruiken
Parameter/
waarde
DYNAMICS
Bewerken
Het Write scherm verschijnt.
Parameterlijst
Mastering
In het Mastering effect selectiescherm drukt u op de
CURSOR [ ] knop om de cursor naar ‘NAME/
WRITE’ te verplaatsen. Druk dan op de [ENTER]
knop.
-50–+50
Als u deze instelling verhoogt, zal het
Mastering effect milder worden toegepast, hetgeen een meer natuurlijke indruk
produceert. Aangezien plotselinge pieken
in volume nog steeds zonder wijziging
geproduceerd worden, maakt dit het
moeilijker om de algehele luidheid accentueren.
Als u deze instelling verlaagt, wordt het
mastering effect sneller toegepast op plotselinge volumepieken, maar het natuurlijke gevoel wordt verminderd.
Op 0 ingesteld zal de Patch het standaard
effect produceren.
115
USB
gebruiken
1
Handige
functies
Hier ziet u hoe u een naam aan de door u gecreëerde Patch
kunt toewijzen, en deze als een nieuwe Patch kunt opslaan.
Nadat het opslaan is voltooid, zult u naar het Master
effect selectiescherm terugkeren.
* Het display geeft ‘Keep power on!’ aan terwijl de data wordt
bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze boodschap
wordt weergegeven.
Appendix
De Mastering effectinstellingen opslaan (Write)
Voorbereiding
voor opname
Mastering gebruiken bij het creëren van een song
Na mastering van songs gebruikmaken
Op de computer van songs
gebruikmaken
Songs die u met gebruik van de BR-800 heeft gecreëerd
kunnen met gebruik van de ‘BOSS BR Series Wave
Converter’ naar WAV/AIFF bestanden geconverteerd
worden.
De volgende dingen worden mogelijk nadat u de songs
naar WAV/AIFF formaat heeft geconverteerd.
• Uw songs met gebruik van de computersoftware
afspelen.
De gemasterde song op een
extern apparaat opnemen
Hier ziet u hoe uw gemasterde song op een CD-recorder of
ander apparaat opgenomen kan worden.
1
Verbind de LINE OUT Jacks van de BR-800 met de
ingangsjacks van de recorder.
fig.02-730.eps
• Originele CD’s creëren
• Songs op een draagbare geluidsspeler beluisteren
nadat u deze heeft geïmporteerd.
* Voor details raadpleegt u de gebruikershandleiding van de
software.
‘BOSS BR Series Wave Converter gebruiken’ (p.121).
CD Recorder etc.
2
3
4
116
Plaats de recorder in de opname modus.
Druk op de [PLAY] knop van de BR-800 om de
opgenomen data af te spelen.
Als het afspelen is voltooid, stopt u de opname op de
recorder en drukt u op de [STOP] knop van de
BR-800.
USB
gebruiken
117
Voordat USB wordt gebruikt
De BR-800 is uitgerust met een USB-aansluiting. Als dit met
een computer is verbonden, kunt u de volgende handelingen uitvoeren:
● De BR-800 als een audio interface of control
surface gebruiken (p.119, 120).
● Geluidsdata tussen de BR-800 en de computer
verzenden (p.121).
● Originele ritmes en drumkits creëren die op de
BR-800 gebruikt kunnen worden (p.88).
Datastructuur op de
SD-kaart
De mappen en bestanden die op de SD-kaart worden
gecreëerd, hebben de volgende structuur.
* Mappen of bestanden die op de SD-kaart zijn gecreëerd
mogen nooit verwijderd worden. Ook mag de betreffende
naam niet veranderd worden.
fig.05-010.eps
● Een reservekopie van BR-800 data maken (p.123).
Voor details over de USB besturingsvereisten kijkt u op
de Roland website (http://www.roland.com/
Over de ‘BR-800 DVD-ROM’
Vanuit de fabriek bevat de BR-800 een DVD-ROM met
daarop de drivers die u nodig heeft als u aansluitingen op
een computer maakt. De DVD-ROM bevat ook handige
software.
Voor details over de inhoud van de ‘BR-800 DVD-ROM’
bekijkt u de ‘ReadmeEN.txt’ op de ‘BR-800 DVD-ROM’.
De USB-driver installeren
U moet de USB-driver op de computer installeren voordat
de BR-800 via USB op de computer wordt aangesloten.
Root Directory
ROLAND map
BR0 map
Disk Information
SONG0000 map
Song informatie
Effect parameter
Patroon sequensdata
Arrangement sequensdata
Drum kit geluidsdata
Opgenomen data
Opgenomen tijdelijke data
Opgenomen Event data
SONG0001 map
De mappen worden voor
elke song gecreëerd
SKETCH map
WAV-bestand
De USB-driver bevindt zich op de meegeleverde ‘BR-800
DVD-ROM’.
ROLAND map
De data van de BR-800 wordt in de volgende mappen
opgeslagen.
Voor details over de locatie van de USB-driver bekijkt u de
‘ReadmeEN.txt’ op de ‘BR-800 DVD-ROM’.
BR0 map
Een map van elke song bevat de songdata.
Tevens dient u het ‘Readme.htm’ bestand in de map die de
driver voor elk besturingssysteem bevat te lezen.
SKETCH map
Deze map bevat de WAV-bestanden die in de Song
Sketch modus worden gebruikt.
Als u een WAV-bestand van de computer in deze map
plaatst, kunt u dit op de BR-800 afspelen.
WAV-bestanden die op de BR-800 zijn gecreëerd,
kunnen ook van de SKETCH map naar de computer
gekopieerd worden.
Voor details, zie ‘WAV-bestanden overbrengen’
(p.121).
118
U kunt ook instellingen maken met betrekking tot het signaal dat door de BR-800 wordt uitgestuurd.
1
2
‘OUT POSITION (Output Position)’ (p.126)
1
2
3
Voor meer informatie over het veranderen van de
ingangsbron raadpleegt u de gebruikershandleiding
behorend bij de software.
Voorbereiding
voor opname
Snelle start
In de software voor het afspelen van geluid op de
computer schakelt u de geluid uitvoerbestemming
naar de BR-800.
Voor details over het schakelen van de uitvoerbestemming kijkt u in de gebruikershandleiding van de
gebruikte software.
Gebruik een USB-kabel om de BR-800 op de
computer aan te sluiten.
In de opnamesoftware van de computer moet u de
ingangsbron veranderen, zodat de BR-800
geselecteerd is.
Gebruik een USB-kabel om de BR-800 met de
computer te verbinden.
Effecten
gebruiken
Met gebruik van USB kan geluid dat u op de BR-800 invoert
of het geluid van tracks die worden afgespeeld, door uw
computersoftware worden opgenomen.
Ritme
gebruiken
Geluid van de BR-800 op de
computer opnemen
Hier ziet u hoe geluidsdata die door de computer wordt
afgespeeld, via USB naar de BR-800 gestuurd kan worden,
en op de tracks van de BR-800 kan worden opgenomen.
Druk op [MENU].
Het MENU scherm verschijnt.
4
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘INPUT SELECT’ te verplaatsen en druk
op de [ENTER] knop.
Bewerken
U moet de USB-driver installeren voordat de
BR-800 op de computer wordt aangesloten (p.118).
De BR-800 gebruiken om songs
die door de computer worden
afgespeeld op te nemen
Opnemen/
afspelen
De BR-800 als een audio interface gebruiken
1
2
Gebruik een USB-kabel om de BR-800 met de
computer te verbinden.
In de software voor het afspelen van geluid op de
computer schakelt u de geluid uitvoerbestemming
naar de BR-800.
Voor details over het schakelen van de uitvoerbestemming kijkt u in de gebruikershandleiding van de
software.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘INPUT’ te verplaatsen, en gebruik de
draaiknop om USB te kiezen.
USB
gebruiken
D_InputSelect_USB.eps
6
7
Handige
functies
Hier ziet u hoe geluid dat door de computer wordt afgespeeld via USB naar de BR-800 gestuurd kan worden, en via
een uitvoerapparaat dat op de BR-800 is aangesloten beluisterd kan worden.
5
Druk een aantal malen op [EXIT] om naar het
speelscherm terug te keren.
Neem op volgens de aanwijzingen in ‘Opnemen’
(p.36).
119
Appendix
De BR-800 gebruiken om
songs die door de computer
worden afgespeeld te horen
Mastering
Het INPUT SELECT scherm verschijnt.
De BR-800 voor software-besturing gebruiken
SONAR LE gebruiken
U moet de USB-driver installeren voordat de
BR-800 op de computer wordt aangesloten (p.118).
De BR-800 kan via USB uw muziekproductie-software
besturen (DAW software).
* Het apparaat kan als een audio interface worden gebruikt,
zelfs terwijl het zich in de Control Surface modus bevindt.
* Plaats de BR-800 in de Control Surface modus voordat u de
DAW-software opstart. Als u de DAW software opstart
voordat het apparaat in de Control Surface modus is
geplaatst, kan de status van de verschillende indicators
mogelijk niet correct worden weergegeven.
1
Gebruik een USB-kabel om de BR-800 op de
computer aan te sluiten.
SONAR LE is op de ‘BR-800 DVD-ROM’ te vinden. Voor
details over de locatie van SONAR LE raadpleegt u ‘ReadmeEN.txt’ op de ‘BR-800 DVD-ROM’.
Voor details over installatie en instellingen raadpleegt u de
SONAR LE Startup Guide op de ‘BR-800 DVD-ROM’.
* De meegeleverde SONAR LE is software voor Windows.
Wees ervan bewust dat dit niet compatibel is met Mac OS.
Controllers die in Control
Surface modus gebruikt
kunnen worden
U kunt de volgende controllers gebruiken voor het besturen
van de DAW software.
Controller
Track faders
2
3
Druk op de [MENU] knop.
[MASTER] schuifregelaar
Het MENU scherm verschijnt.
Track [PLAY] knoppen
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘USB’ te verplaatsen, en druk op de
[ENTER] knop.
Het USB-scherm verschijnt.
4
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘CONTROL SURFACE’ te verplaatsen, en
druk op de [ENTER] knop.
De BR-800 bevindt zich nu in de Control Surface
modus.
5
6
Start de DAW software op.
Maak de passende Control Surface instellingen in de
DAW software.
Specificeer ‘Mackie control’ als het type control surface.
Voor details over het maken van control surface instellingen raadpleegt u de gebruikershandleiding van de
software.
7
Om de Control Surface modus te verlaten, drukt u
een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het
speelscherm terug te keren.
120
Track [REC] knoppen
[TAP TEMPO] knop
[MASTER FX] knop
[ENTER] knop
Draaiknop
[CURSOR] knoppen
[REW] knop
[STOP] knop
[PLAY] knop
[FF] knop
[REC] knop
Functie
De schuifregelaar van de
geselecteerde track besturen.
De MASTER schuifregelaar
besturen
De geselecteerde track dempen
(Mute)
De geselecteerde track in de
opname-standby modus plaatsen
De trackgroep verschuiven (-)
De trackgroep verschuiven (+)
Een selectie of invoer bevestigen
Een waarde bewerken
De cursor verplaatsen
Terugspoelen
Opnemen/afspelen stoppen
Afspelen
Vooruitspoelen
Opnemen
* De track 1-7/8 trackfaders, track [PLAY] knoppen en track
[REC] knoppen corresponderen met trackgroepen 1-6 in de
DAW software. Om andere tracks te besturen gebruikt u de
[TAP TEMPO] knop of [MASTER FX] knop om de
geselecteerde groep te verschuiven.
* De volgende controllers hebben in de Control Surface modus
geen functie.
•
•
•
•
•
•
•
•
[RHYTHM] schuifregelaar
[RHYTHM] knop
[SONG SKETCH] knop
[EZ REC] knop
[TRACK] knop
[RETRY] knop
REPEAT] knop
[ZERO] knop
Snelle start
Data met de computer uitwisselen
Voorbereiding
voor opname
• U moet de USB-driver installeren voordat de BR800 op de computer wordt aangesloten (p.118).
WAV-bestanden
overbrengen
De BR-800 kan WAV-bestanden in het volgende
formaat gebruiken.
Bestanden in een ander formaat kunnen niet
gespeeld worden.
Van data met een lange bestandsnaam zal de
bestandsnaam niet correct worden weergegeven.
Laat de naam uit maximaal acht tekens bestaan,
los van de bestandsnaam extensie.
• Stereo
(Voorbeeld)
Effecten
gebruiken
• Samplesnelheid: 44.1 kHz
123MUSIC.WAV (acht tekens)
• Samplegrootte: 16-bit
De BR-800 kan de volgende tekens gebruiken.
A-Z (Engelse hoofdletters)
Ritme
gebruiken
Het MENU scherm verschijnt.
3
‘BOSS BR Series Wave Converter’ bevindt zich op de
‘BR-800 DVD-ROM’.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘USB’ te verplaatsen en druk op de
[ENTER] knop.
Het USB-scherm verschijnt.
D_USB.eps
Mastering
Voor details over de locatie van ‘BOSS BR Series Wave Converter’ raadpleegt u ‘ReadmeEN.txt’ op de ‘BR-800 DVDROM’.
Druk op de [MENU] knop.
Bewerken
Met gebruik van de ‘BOSS BR Series Wave Converter’ kunt
u BR-800 geluidsdata naar WAV/AIFF bestanden converteren of WAV/AIFF bestanden van de computer naar BR-800
geluidsdata converteren.
2
Gebruik een USB-kabel om de BR-800 op de
computer aan te sluiten.
4
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘BACKUP’ te verplaatsen, en druk op de
[ENTER] knop.
USB
gebruiken
De BOSS BR Serie Wave
Converter gebruiken
1
Het BACKUP scherm verschijnt.
D_USB_Backup.eps
Handige
functies
_ (Underscore)
121
Appendix
0-9 (Nummers)
Opnemen/
afspelen
• De BR-800 ondersteunt geen lange
bestandsnamen.
Data met de computer uitwisselen
5
Druk op [ENTER].
7
Het Idling scherm verschijnt.
Stop de verbinding tussen de BR-800 en de computer.
Windows gebruikers
In Deze Computer klikt u met de rechter muisknop op
het ‘BOSS_BR-800’ icoon (of het ‘removable disk (*:)’
icoon), en kies ‘Eject’.
D_USB_Idling.eps
Mac OS gebruikers
Sleep het ‘BR-800’ icoon naar het ‘Eject’ icoon.
Een ‘BOSS_BR-800’ icoon (of een ‘removable disk (*:)’
icoon) zal op de computer verschijnen.
* Als het Idling scherm niet verschijnt, kunt u niet verdergaan
met de volgende stappen. Controleer de aansluiting.
6
Het WAV-bestand overbrengen
8
Druk op [EXIT].
U zult naar het Play scherm terugkeren.
* Als het volgende scherm verschijnt, drukt u op de [ENTER]
knop.
D_USB_Disconnect.eps
Een WAV-bestand van de BR-800 naar de
computer kopiëren
1. Dubbelklik het ‘BOSS_BR-800’ icoon (of het
‘removable disk (*:)’ icoon). De ‘ROLAND map
verschijnt.
De opgeslagen geluidsbestanden worden in de
‘SKETCH’ map binnen de ‘ROLAND’ map getoond.
2. Met gebruik van ‘drag en drop’ sleept u de gewenste WAV-bestanden uit de SKETCH map en
kopieert u deze naar een map op de computer.
Nadat het kopiëren is voltooid, zal het Idling
scherm opnieuw verschijnen.
Een WAV-bestand van de computer naar de
BR-800 kopiëren
1. Dubbelklik het ‘BOSS_BR-800’ icoon (of het ‘removable disk (*:)’ icoon). De ‘ROLAND map verschijnt.
De opgeslagen geluidsbestanden worden in de
‘SKETCH’ map binnen de ‘ROLAND’ map getoond.
De ‘SKETCH’ map die zich binnen de ‘ROLAND’
map bevindt verschijnt.
2. Met gebruik van ‘drag en drop’ sleept u het gewenste WAV-bestand van de computer naar de
SKETCH map.
Nadat het kopiëren is voltooid, zal het Idling
scherm opnieuw verschijnen.
122
De SD-kaart kan beschadigen als u de verbinding
tussen de BR-800 en de computer niet volgens de
correcte procedure stopzet.
U moet de USB-driver installeren voordat de
BR-800 op de computer wordt aangesloten (p.118).
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘BACKUP’ te verplaatsen, en druk op de
[ENTER] knop.
Het BACKUP scherm verschijnt.
Voorbereiding
voor opname
4
Snelle start
Data op de computer opslaan
(Backup/Recover)
D_USB_Backup.eps
De volgende songdata zullen opgeslagen worden:
5
• Opgenomen data
• Mixer status (pan, track EQ, enz.)
Effecten
gebruiken
Het is een goed idee om regelmatig reservekopieen te
maken, als beveiliging voor het onverwacht falen van de
SD-kaart.
Opnemen/
afspelen
Als de SD-kaart vol raakt of als u belangrijke data op de
computer wilt opslaan, kunt u een ‘backup’ (reservekopie)
creëren.
Druk op [ENTER].
Het Idling scherm verschijnt.
D_USB_Idling.eps
• Insert effect song Patches
• Arrangementen (song)
• Loop effect
3
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘USB’ te verplaatsen en druk op de
[ENTER] knop.
Het USB-scherm verschijnt.
D_USB.eps
De data opslaan of herstellen
Om op te slaan
1) Dubbelklik het ‘BOSS_BR-800’ icoon (of het
‘removable disk (*:)’ icoon).
2) Gebruik drag en drop om de ‘ROLAND’ map naar
een map op de computer te slepen.
Mastering
Het MENU scherm verschijnt.
6
Nadat het opslaan is voltooid, zal het Idling scherm
opnieuw verschijnen.
Om te herstellen
Gebruik drag en drop om de ‘ROLAND’ map naar het
‘BOSS_BR-800’ icoon (of het ‘removable disk (*:)’
icoon)’te slepen.
Nadat het opslaan is voltooid, zal het Idling scherm
opnieuw verschijnen.
* Boss is een onderdeel van Roland Corporation, Japan.
123
USB
gebruiken
Druk op de [MENU] knop.
* Als het Idling scherm niet verschijnt, kunt u niet verdergaan
met de volgende stappen. Controleer de aansluiting.
Handige
functies
2
Gebruik een USB-kabel om de BR-800 op de
computer aan te sluiten.
Appendix
1
Een ‘BOSS_BR-800’ icoon (of een ‘removable disk (*:)’
icoon) zal op de computer verschijnen.
Bewerken
• Patronen (song)
Ritme
gebruiken
• Mastering effect song Patches
Data op de computer opslaan (Backup/Recover)
• Tijdens het opslaan of herstellen moet de
volledige ‘ROLAND’ map gesleept en geplaatst
worden.
Als u slechts een gedeelte van de mappen
kopieert, kan de data mogelijk niet bruikbaar zijn
op de BR-800.
• Tijdens de hersteloperatie kan de computer in
sommige gevallen een boodschap tonen, waarin
gevraagd wordt of u het overschrijven wilt
bevestigen. Kies ‘Yes’ voor alle vensters. Als u
‘No’ kiest, is de herstelling incompleet, en kunnen
op den duur storingen optreden wanneer u de BR800 bedient.
• Als u de data herstelt, zal de data op de SD-kaart
worden overschreven.
7
Stop de verbinding tussen de BR-800 en de computer.
Windows gebruikers
In Deze Computer klikt u met de rechter muisknop op
het ‘BOSS_BR-800’ icoon (of het ‘removable disk (*:)’
icoon), en kies ‘Eject’.
Mac OS gebruikers
Sleep het ‘BR-800’ icoon naar het ‘Eject’ icoon.
Druk op [EXIT].
U zult naar het speelscherm terugkeren.
* Als het volgende scherm verschijnt, drukt u op de [ENTER]
knop.
D_USB_Disconnect.eps
De SD-kaart kan beschadigen als u de verbinding
tussen de BR-800 en de computer niet volgens de
correcte procedure stopzet.
124
Audio IN
USB OUT
USB IN
Het USB-scherm verschijnt.
Monitor
luidsprekers
DIR MONITOR
D_USB.eps
BR-800
invoergeluid
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘SETTING’ te verplaatsen, en druk op de
[ENTER] knop.
OFF
Het SETTING scherm verschijnt.
D_USB_Setting.eps
ON
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar de parameter die u wilt bewerken te
verplaatsen, en gebruik de draaiknop om de waarde
te bewerken.
Voor details van elke parameter raadpleegt u de
‘Parameterlijst’ (p.125).
5
Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar
het speelscherm terug te keren.
Snelle start
Koptelefoon
Kies de OFF instelling als de geluidsdata
via ‘Thru’ naar de computer worden
gestuurd.
Als deze instelling is geselecteerd, zult u
geen geluid horen tenzij Thru op de computer is ingeschakeld.
De geluidsinvoer van de BR-800 zal rechtstreeks worden uitgevoerd. Kies de ON
instelling als u de BR-800 op zichzelf
gebruikt, zonder deze op een computer
aan te sluiten. (Als u de OFF instelling
kiest, wordt alleen het geluid dat via USB
IN wordt ingevoerd uitgestuurd).
INPUT LEVEL
4
Voorbereiding
voor opname
LINEOUT
PHONES
3
Effecten
gebruiken
Audio OUT
Dit past het niveau van het signaal dat via
USB wordt ingevoerd aan.
OUTPUT LEVEL
Dit past het niveau van het signaal dat via
-20–+20 dB
USB wordt uitgevoerd aan.
INPUT MIX
Dit specificeert op de USB-invoer met de uitvoer van de
BR-800 gemixed zal worden.
-20–+20 dB
* Als INPUT SELECT (p.37) op ‘USB’ is ingesteld, wordt
de INPUT MIX instelling genegeerd.
De invoer van USB zal niet met de BR-800
OFF
uitvoer worden gemixed.
De invoer van USB zal met de BR-800 uitON
voer worden gemixed.
125
Ritme
gebruiken
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘USB’ te verplaatsen en druk op de
[ENTER] knop.
Computer
Geluidssignalen
Bewerken
2
fig.block-direct_e.eps
Mastering
Het MENU scherm verschijnt.
USB
gebruiken
Druk op de [MENU] knop.
Parameter/
Uitleg
waarde
DIR MONITOR (Direct monitor)
Dit specificeert of de BR-800 geluidsuitvoer naar de
PHONES Jack en LINE OUT Jacks zal worden gestuurd.
Handige
functies
1
Parameterlijst
Appendix
In deze sectie wordt uitgelegd hoe instellingen voor de aan
USB gerelateerde functionaliteit van de BR-800 gemaakt
worden. Maak instellingen die passen bij de manier waarop
u de BR-800 gebruikt.
Opnemen/
afspelen
Instellingen voor USB functionaliteit maken
Instellingen voor USB functionaliteit maken
Parameter/
Uitleg
waarde
OUT POSITION (Output position)
Dit specificeert welk signaal van de BR-800 via USB uitgestuurd zal worden.
* In de Control Surface modus zal het signaal, zoals het is
direct nadat het door de [REC LEVEL] knop is gegaan,
worden uitgestuurd.
Het signaal wordt zoals het is, direct
MASTER
nadat het door de [MASTER] schuifregelaar is gegaan, uitgestuurd.
Het signaal wordt zoals het is, direct
nadat het door de [REC LEVEL] knop is
gegaan, uitgestuurd (m.a.w: het signaal
dat op de BR-800 wordt opgenomen zal
REC LEV
uitgestuurd worden).
* Als ‘INPUT 1-4’ voor INPUT SELECT
(p.37) is ingesteld, worden alleen de
signalen van INPUT 1, 2 uitgestuurd.
126
Handige
functies
127
Het display contrast bijstellen
Afhankelijk van de locatie waar de BR-800 is geplaatst of de
gebruiksomstandigheden, kan het display soms moeilijk te
lezen zijn. In dat geval gaat u als volgt verder om het
display contrast bij te stellen.
1
2
3
Druk op de [MENU] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘SYSTEM’ te verplaatsen, en druk op de
[ENTER] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘LCD CONTRAST’ te verplaatsen, en
gebruik de draaiknop om het contrast bij te stellen.
D_System_LCD.eps
Reeks: 1–16
4
Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar
het speelscherm terug te keren.
128
Een voetschakelaar
gebruiken
fig.ConnectFootSW-e.eps
3
Expressiepedaal
(Roland EV-5, enz.)
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘FOOT SWITCH’ te verplaatsen, en
gebruik de draaiknop om de functie van de
voetschakelaar te specificeren.
D_System_FS_Play.eps
Waarde
PLAY
• Wanneer een expressiepedaal wordt gebruikt,
stelt u het MIN volume van het pedaal op ‘0’in.
REC
Een expressiepedaal
gebruiken
Het expressiepedaal kan gebruikt worden als het Insert
effect is ingeschakeld.
Snelle start
Bewerken
• Gebruik alleen het gespecificeerde
expressiepedaal (Roland EV-5, BOSS FV-500L/
FV-500H, apart verkrijgbaar).
Als andere expressiepedalen worden aangesloten,
riskeert u storingen en/of beschadigingen aan het
apparaat.
4
Uitleg
De song wisselt af tussen spelen en
stoppen, elke keer dat de voetschakelaar wordt ingedrukt.
De voetschakelaar voert dezelfde
handeling uit als het indrukken van
de [REC] knop.
Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar
het speelscherm terug te keren.
Mastering
Voetschakelaar
(FS-5U, enz.)
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘SYSTEM’ te verplaatsen, en druk op de
[ENTER] knop.
Effecten
gebruiken
2
Stel de polariteitschakelaar in,
zoals hieronder wordt getoond.
Druk op de [MENU] knop.
Ritme
gebruiken
1
Opnemen/
afspelen
Hier ziet u hoe de functie van de voetschakelaar
toegewezen kan worden.
USB
gebruiken
Als u een voerschakelaar (zoals de apart verkrijgbare BOSS
FS-5U of Roland DP-2) op de FOOT SW/EXP PEDAL Jack
op het achterpaneel aansluit, kunt u sommige functies met
uw voet besturen.
Voorbereiding
voor opname
Een voetschakelaar/expressiepedaal gebruiken
Afhankelijk van de effectinstellingen zal dit als volgt
functioneren.
• Als het PITCH SHIFTER (p.75) TYPE op ‘PEDAL’ is
ingesteld, zal het expressiepedaal als een Pitch Shifter
pedaal functioneren.
• Als WAH en PITCH SHIFTER zijn uitgeschakeld, zal
het expressiepedaal als een volumepedaal
functioneren.
129
Appendix
Handige
functies
• Als het WAH (p.66) TYPE op ‘PEDAL’ is ingesteld, zal
het expressiepedaal als een Wah-pedaal functioneren.
Een instrument stemmen (TUNER)
De BR-800 heeft een chromatisch stemapparaat waarmee
een instrument gemakkelijk gestemd kan worden. Het
ingebouwde stemapparaat ondersteunt gitaar of basgitaar.
Hier ziet u hoe een gitaar wordt gestemd.
■ Indicaties tijdens het stemmen
Het ingebouwde stemapparaat van de BR-800 toont de
referentietoonhoogte, nootnaam en stemmingsleidraad.
fig.06-080-e.eps
Nootnaam
* Afspelen of opnemen is niet mogelijk terwijl het
stemapparaat wordt gebruikt.
Zorg eerst dat:
• De gitaar op de GUITAR/BASS INPUT Jack is
aangesloten.
• De INPUT SELECT (p.37) INPUT instelling op
‘GUITAR/BASS’ staat.
Naar het stemapparaat
overschakelen
1
2
Druk op de [MENU] knop.
Stemmingsleidraad
Referentietoonhoogte
De stemmingsleidraad geeft het verschil tussen de
invoertoonhoogte en de weergegeven nootnaam aan. Als
het verschil tussen de invoer en de correcte toonhoogte
binnen +/- 50 cent is, toont de stemmingsleidraad het
verschil.
Stemmen
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘TUNER’ te verplaatsen en druk op de
[ENTER] knop.
1
Het TUNER scherm verschijnt.
Speel een enkele noot op de open snaar die u stemt.
De nootnaam die het dichtst bij de toonhoogte van de
snaar die u speelt ligt, wordt in het display getoond.
D_Tuner_Start.eps
* U moet een ‘cleane’ enkele noot op alleen de snaar die u
stemt spelen.
2
3
Om het stemapparaat uit te zetten, drukt u op de
[EXIT] knop.
Als u wilt dat er geen geluid te horen is terwijl u
stemt, verlaagt u de [MASTER] schuifregelaar.
130
Stem het instrument zo, dat de juiste nootnaam van
de snaar die u stemt in het display verschijnt.
Standaard stemming
7e
6e
5e
4e
3e
2e
1ste
snaar snaar snaar snaar snaar snaar snaar
Gitaar
B
E
A
D
G
B
E
Bas
B
E
A
D
G
Terwijl u naar de stemmingsleidraad kijkt, stemt u
het instrument zodat de indicator verlicht is.
Als het verschil binnen +/- 50 cent van de correcte
toonhoogte ligt, zal de stemmingsleidraad het verschil
tussen het instrument en de weergegeven toonhoogte
tonen.
Als uw instrument te hoog is
D_Tuner_E_high.eps
De referentietoonhoogte
van het stemapparaat
specificeren
Als een instrument wordt gestemd, wordt de
referentietoonhoogte traditiegetrouw als de frequentie van
de A 4 noot gegeven (de middelste A op een pianoklavier).
De referentietoonhoogte van het stemapparaat kan binnen
de reeks 435-445 Hz worden aangepast.
In het TUNER scherm kunt u de draaiknop gebruiken om
de referentietoonhoogte in te stellen.
Snelle start
Voorbereiding
voor opname
3
Opnemen/
afspelen
Een instrument stemmen (TUNER)
Als uw instrument met de weergegeven
toonhoogte overeenkomt
D_Tuner_E_just.eps
Ritme
gebruiken
De referentietoonhoogte wordt binnen de BR-800
opgeslagen.
Effecten
gebruiken
Vanuit de fabriek is dit op 440 Hz ingesteld.
Als uw instrument te laag is
Bewerken
D_Tuner_E_low.eps
Mastering
Herhaal stappen 1-3 om elke snaar van het instrument
te stemmen.
Handige
functies
USB
gebruiken
Als u een gitaar met een tremolo stemt, kan het
stemmen van één snaar ervoor zorgen dat de
andere snaren ontstemmen. Begin met elke snaar bij
benadering te stemmen, zodat de correcte
nootnaam wordt weergegeven, en stem dan alle
snaren opeenvolgend opnieuw, net zo vaak als
nodig.
131
Appendix
4
Het geluid van een geluidsapparaat mixen (LINE IN MIX)
‘Line In Mix’ is een functie waarmee de invoer van LINE IN
met de uitvoer van LINE OUT gemixed kan worden.
1
Met gebruik van ‘Line In Mix’ heeft u het voordeel dat u
geen extern mengpaneel hoeft te gebruiken. Het geluid van
het externe geluidsapparaat zal binnen de BR-800 met de
eigen uitvoer van de BR-800 worden gemixed.
2
fig.06-130.eps
LINE IN MIX: OFF
3
Extern mengpaneel
Druk op de [MENU] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘SYSTEM’ te verplaatsen, en druk op de
[ENTER] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘LINE IN MIX’ te verplaatsen, en gebruik
de draaiknop om de instelling op ‘ON’ te zetten.
D_System_LineMix.eps
LINE OUT
OUTPUT
Instelling
OFF
ON
4
fig.06-140-e.eps
Uitleg
Line In Mix is uitgeschakeld.
Line In Mix is ingeschakeld.
Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar
het speelscherm terug te keren.
LINE IN MIX: ON
LINE
IN
Geluiden van LINE IN
worden rechtsreeks in
LINE OUT gemixed.
132
LINE
OUT
Als de INPUT SELECT (p.37) INPUT instelling
‘LINE IN’ is, zal de Mine In Mix functie niet
werken, ondanks dat LINE IN MIX op ‘ON’ is
ingesteld.
OUTPUT
Instelling
NORMAL
SPLIT
5
4
Uitleg
Het geluid van de tracks en het ritmegeluid worden zowel via LINE
OUT als PHONES worden uitgestuurd.
Het geluid van de tracks zal via LINE
OUT worden uitgestuurd, en het ritmegeluid zal via PHONES worden
uitgestuurd.
Snelle start
Opnemen/
afspelen
Effecten
gebruiken
D_Output_Phones.eps
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘OUTPUT MODE’ te verplaatsen, en
gebruik de draaiknop om ‘SPLIT’ te selecteren.
D_Output_Split.eps
4
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘PHONES LEVEL’ te verplaatsen, en
gebruik de draaiknop om het koptelefoonvolume aan
te passen.
Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar
het speelscherm terug te keren.
Mastering
3
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘OUTPUT’ te verplaatsen, en druk op de
[ENTER] knop.
3
Als u de BR-800 aanzet, wordt het ‘PHONES
LEVEL’ opnieuw op ‘100’ ingesteld.
USB
gebruiken
2
Druk op de [MENU] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘OUTPUT’ te verplaatsen, en druk op de
[ENTER] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘PHONES’ te verplaatsen, en gebruik de
draaiknop om het koptelefoonvolume aan te passen.
Handige
functies
1
2
Druk op de [MENU] knop.
Ritme
gebruiken
Dit is gemakkelijk als u het geluid van de tracks via de
LINE OUT Jacks wilt afspelen, terwijl het geluid van alleen
het ritme via de koptelefoon is te horen.
1
Bewerken
Het geluid van de tracks en het ritmegeluid kan tussen de
LINE OUT Jacks en PHONES Jack uitvoer worden
verdeeld.
Het koptelefoonvolume
aanpassen (PHONES LEVEL)
Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar
het speelscherm terug te keren.
133
Appendix
Uitvoerinstellingen voor
LINE OUT en koptelefoon
(OUTPUT MODE)
Voorbereiding
voor opname
Uitvoerinstellingen (OUTPUT)
Frases oefenen (PHRASE TRAINER)
De BR-800 voorziet in een Phrase Trainer functie, waarmee
u de afspeelsnelheid omlaag kunt brengen (Time Stretch) of
een stem of gitaarsolo die zich in het midden van het
geluidsveld bevindt minimaliseren (Center Cancel), zodat u
uw instrument kunt oefenen door met een opname mee te
spelen.
* Phrase Trainer kan alleen met tracks 5/6 worden gebruikt.
De snelheid omlaag
brengen (TIME STRETCH)
* Hier ziet u hoe de snelheid van het afspeelgeluid gehalveerd
kan worden, zonder dat de toonhoogte verandert.
* Time Stretch kan alleen met tracks 5/6 worden gebruikt.
1
2
3
4
Gebruik tracks 5/6 om de frase die u wilt oefenen op
te nemen.
Druk op de [MENU] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘PHRASE TRAINER’ te verplaatsen, en
druk op de [ENTER] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘TIME STRETCH’ te verplaatsen, en
gebruik de draaiknop om dit op ‘ON’ in te stellen.
D_Trainer_Stretch.eps
Instelling
ON
OFF
5
Uitleg
De afspeelsnelheid wordt half zo
snel, zonder dat de toonhoogte
wordt beïnvloed.
De toonhoogte en de afspeelsnelheid
zullen beide niet veranderen.
Druk op [PLAY] om af te spelen.
De frase die op tracks 5/6 is opgenomen, wordt op
134
halve snelheid afgespeeld.
• Terwijl Phrase Trainer (Time Stretch of Center
Cancel) wordt gebruikt, kunt u geen
opnameoperaties uitvoeren.
• Het ritme is niet hoorbaar als u Phrase Trainer
gebruikt.
Snelle start
Frases oefenen (PHRASE TRAINER)
D_Trainer_Boost.eps
5
* Center Cancel kan alleen met tracks 5/6 worden gebruikt.
1
Druk op de [MENU] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘CENTER ADJUST’ te verplaatsen, en
gebruik de draaiknop om de instelling zo aan te
passen dat het geluid dat u wilt weghalen
geminimaliseerd wordt.
Opnemen/
afspelen
Met deze functie kunt u de geluiden die in het midden
geplaatst zijn (zoals vocalen of gitaarsolo) minimaliseren.
Dit is handig als u oefent met een song als begeleiding.
Voorbereiding
voor opname
Geluiden in het midden
minimaliseren (CENTER
CANCEL)
3
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘PHRASE TRAINER’ te verplaatsen en
druk op de [ENTER] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘CENTER CANCEL’ te verplaatsen en
gebruik de draaiknop om dit op ‘ON’ te zetten.
6
Druk op de [EXIT] knop om naar het speelscherm
terug te keren.
Ritme
gebruiken
2
Effecten
gebruiken
D_Trainer_Adjust.eps
Bewerken
D_Trainer_Center.eps
• Afhankelijk van de opgenomen frase kan het
geluid mogelijk niet volledig geëlimineerd
worden.
Als het geluid niet naar verwachting geminimaliseerd
wordt of als u het geluid van de bas wilt accentueren,
gaat u als volgt verder.
U kunt de Time Stretch en Center Cancel functies
tegelijkertijd gebruiken.
Als u het geluid van de bas wilt accentueren, gebruikt
u de CURSOR [
][
] knoppen om de cursor
naar ‘LOW BOOST’ te verplaatsen. Gebruik de
draaiknop om het geluid van de bas naar wens aan te
passen.
Handige
functies
4
Mastering
OFF
• Het geluid dat wordt afgespeeld is mono.
USB
gebruiken
ON
Uitleg
Geluiden die vanuit het midden te
horen zijn (bijv. vocalen of gitaarsolo) worden geminimaliseerd.
Het geluid wordt normaal afgespeeld.
135
Appendix
Instelling
De fabrieksinstellingen
herstellen (FACTORY RESET)
Met de ‘Factory Reset’ handeling wordt de BR-800 opnieuw
in de fabrieksinstellingen ingesteld.
D_FactoryReset_Sure.eps
U kunt ook de reeks instellingen die naar de
fabrieksinstellingen zullen terugkeren specificeren.
1
2
Druk op de [MENU] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘FACTORY RESET’ te verplaatsen, en
druk op de [ENTER] knop.
D_FactoryReset.eps
3
Gebruik de draaiknop om de dingen die u opnieuw
op de fabrieksinstellingen wilt zetten te selecteren.
Parameter
ALL
Onderdelen die geïnitialiseerd
worden
• Systeemparameters
• Ritme (arrangementen/
patronen/drumkits) *1
• Effect User Patches
SYSTEM
RHYTHM
USER
EFFECT
SONG
EFFECT
*1
4
• Effect song Patches *1
Systeemparameters
Ritme (arrangementen/patronen/
drumkits) *1
Effect User Patches
Effect song Patches *1
De instellingen van de op dat moment geselecteerde
song zullen geïnitialiseerd worden.
Druk op de [ENTER] knop.
Met de boodschap ‘Are you sure?’ wordt om een
bevestiging gevraagd.
136
5
Druk op de [ENTER] knop als u de Factory Reset
handeling wilt uitvoeren of druk op de [EXIT] knop
als u besluit te annuleren.
Als u op de [ENTER] knop drukt, zal de Factory Reset
worden uitgevoerd. Daarna keert u naar het
speelscherm terug.
D_SD_Format.eps
• Voordat u een in de winkel verkrijgbare SD-kaart
gebruikt, moet u deze op de BR-800 formatteren.
4
Snelle start
Ritme
gebruiken
D_SD_Format2.eps
Bewerken
• Verwijder nooit de SD-kaart en zet nooit de
stroom uit terwijl ‘Keep power on!’ wordt
getoond. Hierdoor kan de data op de SD-kaart
vernietigd worden of kan de SD-kaart zelf
beschadigen.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘FORMAT’ te verplaatsen en druk op de
[ENTER] knop.
Druk op de [ENTER] knop.
De bevestigingsboodschap ‘Are you sure?’ verschijnt.
D_SD_Format_Sure.eps
Mastering
• Afhankelijk van de capaciteit van de SD-kaart kan
het formatteren enkele minuten duren. Dit duit
niet op een storing. Zet de stroom niet uit voordat
het formatteren is voltooid.
3
5
Druk op de [ENTER] knop om de kaart te formatteren
of druk op de [EXIT] knop als u besluit te annuleren
zonder te formatteren.
Als u op de [ENTER] knop drukt, zal het formatteren
worden uitgevoerd. U zult daarna naar het
speelscherm terugkeren.
Dan zal ‘Keep power on! Song creating…’ in het
display worden aangegeven, en een nieuwe song
wordt automatisch gecreëerd.
Als de song is gecreëerd, zult u naar het speelscherm
terugkeren.
137
USB
gebruiken
• Zorg dat de stroom van de BR-800 is uitgezet
voordat een SD-kaart wordt ingestoken of
verwijderd.
Als een SD-kaart wordt ingestoken of verwijderd
terwijl de stroom aan is, kan de data op de SDkaart vernietigd worden of kan de SD-kaart zelf
beschadigen.
Voorbereiding
voor opname
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘SD CARD’ te verplaatsen en druk op de
[ENTER] knop.
Handige
functies
• Als u de bij de BR-800 behorende SD-kaart
formatteert, zal de demosong data verloren gaan.
2
Appendix
• Als u een kaart formatteert, zal de gehele inhoud
van die kaart verloren gaan. Maak een
reservekopie van belangrijke data voordat u
verder gaat.
Druk op de [MENU] knop.
Opnemen/
afspelen
1
Effecten
gebruiken
Een SD-kaart initialiseren (FORMAT)
Het gebruik van de SD-kaart
bekijken (SD CARD INFORMATION)
Hier ziet u hoe de gebruiksstatus van de SD-kaart bekeken
kan worden.
1
2
3
Druk op de [MENU] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘SD CARD’ te verplaatsen en druk op de
[ENTER] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘INFORMATION’ te verplaatsen. Druk
op de [ENTER] knop.
D_SD_Info2.eps
De gebruiksstatus van de SD-kaart wordt getoond.
SD CARD
INFORMATIE
TOTAL SIZE
REMAIN SIZE
REMAIN TIME
Uitleg
Totale capaciteit van de SDkaart
Resterende vrije ruimte op de
SD-kaart
Resterende opneembare tijd
* De feitelijke grootte van de song wordt in eenheden van één
megabyte aangegeven, elk bestaande uit 1,048,576 bytes. De
getoonde grootte is bij benadering.
4
Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar
het speelscherm terug te keren.
138
Als de Power Save functie actief is, zal het volgende in het
display worden getoond.
■ De Power Save modus verlaten
Als u een knop of de draaiknop bedient, zult u de Power
Save status verlaten.
Power Save werkt niet terwijl u opneemt of een song
afspeelt.
Voorbereiding
voor opname
Deze functie dimt de achtergrondverlichting van het
display en de knoppen om stroom te besparen, wanneer
gedurende een bepaalde tijd geen schakelaar of draaiknop
is bediend.
Snelle start
Het batterijverbruik reduceren
(POWER SAVE)
3
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘SYSTEM’ te verplaatsen, en druk op de
[ENTER] knop.
Ritme
gebruiken
2
Druk op de [MENU] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘POWER SAVE’ te verplaatsen, en
gebruik de draaiknop om de tijd (minuten), die
verstrijkt voordat de Power Save functie wordt
geactiveerd, te specificeren.
Bewerken
1
Effecten
gebruiken
Opnemen/
afspelen
D_PowerSave.eps
Mastering
D_System_PowerSave.eps
Handige
functies
Druk op de [EXIT] knop om naar het speelscherm
terug te keren.
139
Appendix
4
USB
gebruiken
Instelling: OFF, 1min, 3 min, 5min, 10min
Een condensator microfoon
gebruiken (PHANTOM POWER)
Als u een condensator microfoon gebruikt waarvoor
fantoomvoeding wordt vereist, zet u de fantoomvoeding als
volgt aan.
De BR-800 kan een condensator microfoon, die op de XLRaansluiting van INPUT 4 is aangesloten, van +48 V
fantoomvoeding voorzien.
• U moet fantoomvoeding uitzetten tenzij u een
condensator microfoon heeft aangesloten,
waarvoor fantoomvoeding nodig is. Als een
dynamische microfoon of afspeelapparaat van
fantoomvoeding wordt voorzien kan storing
optreden. Details van de specificaties van de
microfoon vindt u in de gebruikershandleiding
van de microfoon die u gebruikt. (
De fantoomvoeding van de BR-800 is DC 48V,
10mA Max).
• Voordat de fantoomvoeding aan of uit wordt
gezet, moet u controleren of de [MASTER]
schuifregelaar, INPUT SENS [4/MIC R] knop en
de [REC LEVEL] knop geminimaliseerd zijn. Als u
de fantoomvoeding aan/uitzet terwijl deze
schuifregelaars of knoppen zijn verhoogd, zal een
ruis op een hoog volume geproduceerd worden,
die de versterker of luidsprekers mogelijk
beschadigt.
• Omdat gebruik van fantoomvoeding het
stroomverbruik verhoogt, raden wij u aan de
adaptor te gebruiken.
• Als u de BR-800 aanzet, wordt de fantoomvoeding
instelling opnieuw op ‘OFF’ ingesteld. U moet
deze elke keer dat u dit wilt gebruiken op ‘ON’
instellen.
• Als u een externe microfoon voorversterker of een
speciale externe fantoomvoeding voorziening
gebruikt, hoeft u de fantoomvoeding van de
BR-800 niet te gebruiken. In dat geval zet u de
fantoomvoeding op ‘OFF’.
140
1
2
3
Druk op de [MENU] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘SYSTEM’ te verplaatsen, en druk op de
[ENTER] knop.
Gebruik de CURSOR [
][
] knoppen om de
cursor naar ‘PHANTOM POWER’ te verplaatsen, en
gebruik de draaiknop om de instelling op ‘ON’ te
zetten.
D_System_Phantom.eps
Instelling
ON
OFF
4
Uitleg
De XLR-aansluiting van INPUT 4
wordt van fantoomvoeding voorzien.
Fantoomvoeding wordt niet
gebruikt.
Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar
het speelscherm terug te keren.
Appendix
141
SD-kaarten die met de BR-800
gebruikt kunnen worden
De BR-800 gebruikt SD-kaarten om op te nemen en af te
spelen.
■ SD-kaarten waarvan bekend is
dat ze werken
Als u een andere SD-kaart gebruikt dan de meegeleverde
kaart, raadpleegt u de Roland website (http://
www.roland.com) voor de meest recente informatie over
kaarten waarvan bekend is dat deze met de BR-800 werken.
■ Een SD-kaart formatteren
Als u een commercieel verkrijgbare kaart gebruikt, moet
deze voor gebruik geformatteerd worden.
Formatteer de kaart volgens de beschrijving van ‘Een SDkaart initialiseren (FORMAT)’ (p.137).
■ De kaartafdekking verwijderen
Vanuit de fabriek is de kaartafdekking van de BR-800 met
een schroef op het apparaat vastgezet, om diefstal van de
SD-kaart te verhinderen.
Hier ziet u hoe de afdekking wordt verwijderd.
• De BR-800 ondersteunt SD/SDHC kaarten met
een maximum van 32 GB.
• Sommige SD-kaart types of SD-kaarten van
sommige fabrikanten kunnen mogelijk niet zoals
het hoort op de BR-800 worden afgespeeld.
■ Opnametijd
1
2
Draai de BR-800 om.
Gebruik een kruiskopschroevendraaier om de
schroef van de kaartafdekking op het onderpaneel te
verwijderen.
fig.CardSlot01.eps
De volgende tabel toont de opnamelengte die op een enkele
kaart mogelijk is.
SD-kaart
capaciteit
1GB
2GB
4GB
8GB
16GB
32GB
Opnametijd
Normale opname
Song Sketch
(berekend als 1
modus
track)
Ongeveer 520
Ongeveer 90
minuten
minuten
Ongeveer 17 uur
Ongeveer 3 uur
Ongeveer 34 uur
Ongeveer 6 uur
Ongeveer 68 uur
Ongeveer 12 uur
Ongeveer 136 uur
Ongeveer 24 uur
Ongeveer 272 uur
Ongeveer 48 uur
• De bovenstaande opnametijden zijn bij
benadering. Ze kunnen iets korter zin, afhankelijk
van het aantal gecreëerde songs.
• Voor normale opname gaan de gegeven
opnametijden van slechts één track uit. Als u
bijvoorbeeld alle acht tracks gebruikt om op te
nemen, is de beschikbare opnametijd voor elke
track 1/8ste van de hierboven genoemde tijd.
• De samplesnelheid is 44.1 kHz. De
samplesnelheid kan niet veranderd worden.
142
3
Trek de kaartafdekking in de richting die met de pijl
in onderstaande illustratie wordt aangegeven.
fig.CardSlot02.eps
4
Duw de SD-kaart voorzichtig naar binnen, en laat dan uw
vinger los.
De SD-kaart zal eruit springen, zodat u deze kunt
verwijderen.
Snelle start
■ Een SD-kaart verwijderen
Om te voorkomen dat de verwijderde schroef
verloren gaat, gebruikt u een
kruiskopschroevendraaier om deze op de locatie die
in onderstaande illustratie wordt getoond te
bevestigen.
Voorbereiding
voor opname
SD-kaarten die met de BR-800 gebruikt kunnen worden
• Raak de contactpunten van de SD-kaart niet aan,
en zorg dat deze niet vies worden.
• Een SD-kaart mag nooit ingestoken of
verwijderd worden terwijl de stroom van het
apparaat aan is. Hierdoor kan data in het
apparaat of op de SD-kaart beschadigd raken.
Effecten
gebruiken
• Steek de SD-kaart voorzichtig helemaal naar
binnen – totdat deze stevig op zijn plaats zit.
Opnemen/
afspelen
fig.CardSlot03.eps
Ontgrendel de schrijfbeveiliging om data op de SD-kaart te
verwijderen.
Bewerken
• Bewaar schroeven en de kaartafdekking die u
mogelijk verwijdert, en de meegeleverde SDkaart, op een veilige plaats buiten het bereik van
kinderen, zodat er geen kans bestaat dat zij deze
per ongeluk inslikken.
De inhoud van de SD-kaart kan beveilig worden door een
schrijfbeveiliging toe te passen. Om een kaart tegen
schrijven te beveiligen, schuift u de
schrijfbeveiligingschakelaar aan de zijkant van de SD-kaart
op de ‘LOCK’ positie.
fig.SD_SW-e.eps
Schrijven toegestaan
Mastering
• Wanneer u het apparaat omkeert behandelt u het
voorzichtig, pas op dat het niet kan (om)vallen.
■ De schrijfbeveiliging van de SDkaart (LOCK)
Ritme
gebruiken
NOTE
• Wanneer u het apparaat omkeert, neemt u een
stapeltje kranten of tijdschriften die u onder de
vier hoeken aan beide kanten plaatst, om
beschadigingen aan knoppen en regelaars te
voorkomen.
■ Een SD-kaart insteken
Steek de SD-kaart zo in, dat de contactpunten naar boven
wijzen.
Handige
functies
USB
gebruiken
Schrijven verboden (LOCK)
143
Appendix
fig.InsCard.eps
Arrangement / patronenlijst
Preset arrangementlijst
Alle preset arrangementen (behalve Metro4/4) zijn zo ingesteld dat een BREAK van drie maten, gevolgd door V1 (couplet)
na het E (einde) komt.
Nr.
Arrangementnaam
P01
P02
P03
P04
P05
P06
P07
P08
P09
P10
P11
P12
P13
P14
P15
P16
P17
P18
P19
P20
P21
P22
P23
P24
P25
P26
P27
P28
P29
P30
P31
P32
P33
P34
P35
P36
P37
P38
P39
P40
P41
P42
P43
P44
P45
P46
P47
P48
P49
P50
ROCK1
ROCK2
ROCK3
ROCK4
ROCK5
ROCK6
HdRck1
HdRck2
HdRck3
HdRck4
HdRck5
HEAVY1
HEAVY2
HEAVY3
HEAVY4
HEAVY5
POP1
POP2
POP3
POP4
POP5
POP6
POP7
POP8
BALLAD1
BALLAD2
BLUES1
BLUES2
BLUES3
BLUES4
R&B1
R&B2
R&B3
R&B4
R&B5
JAZZ1
JAZZ2
JAZZ3
FUSION1
FUSION2
HipHop1
HipHop2
FUNK
HOUSE
Cntry1
Cntry2
Other1
Other2
Other3
Metro4/4
144
Begintempo
130
130
118
118
104
86
130
98
126
120
118
210
120
120
162
109
118
118
118
118
140
96
66
151
70
89
124
192
124
148
110
154
108
96
94
140
140
140
120
118
93
102
110
114
118
118
96
118
125
120
Maat
soort
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
Beginmaat
IN
V1
F1
V2
F2
V2
END
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
2
3
3
5
5
2
5
3
5
4
2
5
3
3
3
5
3
3
3
3
3
3
4
5
5
2
2
5
3
5
5
3
5
5
5
3
5
5
5
2
2
3
2
3
3
2
2
5
2
-
4
5
6
8
8
9
8
10
8
7
5
11
9
9
9
8
6
6
6
6
6
6
7
8
8
5
5
12
10
8
8
6
8
12
8
5
7
12
12
5
9
10
4
6
6
5
9
7
5
-
6
7
7
9
9
10
9
11
9
8
6
13
11
11
11
9
7
7
7
7
7
7
8
9
9
6
6
13
11
9
9
7
9
13
9
7
9
13
13
6
10
11
6
7
7
6
10
9
6
-
8
9
10
12
12
17
12
18
12
11
9
19
17
17
17
12
10
10
10
10
10
10
11
16
12
9
9
20
18
12
12
10
12
20
12
9
11
20
20
9
17
18
8
10
10
9
17
11
9
-
10
11
11
13
13
18
13
19
13
12
10
21
19
19
19
13
11
11
11
11
11
11
12
17
13
10
10
21
19
13
13
11
13
21
13
11
13
21
21
10
18
19
10
11
11
10
18
13
10
-
12
13
15
15
15
22
15
23
15
15
12
25
21
21
21
15
13
13
13
13
13
13
14
21
15
12
13
25
23
15
15
13
15
25
15
13
15
25
25
12
22
23
12
13
13
12
22
15
12
-
BREAK
V1
Drum
Kit
16
17
17
19
17
24
18
25
20
18
13
29
23
24
24
16
17
15
15
17
15
15
16
24
18
14
16
29
26
17
18
18
18
26
19
15
17
30
29
15
23
25
13
15
14
14
24
19
14
-
19
20
20
22
20
27
21
28
23
21
16
32
26
27
27
19
20
18
18
20
18
18
19
27
21
17
19
32
29
20
21
21
21
29
22
18
20
33
32
18
26
28
16
18
17
17
27
22
17
-
ROOM
ROOM
ROOM
ROOM
ROOM
STD 2
ROOM
HARD
ROOM
ROOM
ROOM
HARD
HARD
HARD
ROOM
ROOM
ROOM
STD1
ROOM
ROOM
ROOM
STD 1
STD 2
STD 1
ROOM
STD 2
STD 2
STD 1
STD 2
STD 1
STD 1
STD 1
STD 2
STD 1
STD 1
JAZZ
JAZZ
JAZZ
STD2
ROOM
HIP-HOP
808
HIP-HOP
HOUSE
JAZZ
JAZZ
REGGAE
STD 2
ROOM
STD 1
Preset patronenlijst
130
130
118
118
104
86
130
98
126
120
118
210
120
120
162
109
118
118
118
118
140
96
66
151
70
89
124
192
124
148
110
154
108
96
94
140
140
140
120
118
93
102
110
114
118
118
96
118
125
-
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
4/4
-
1
2
2
4
4
1
4
2
4
3
1
4
2
2
2
4
2
2
2
2
2
2
3
4
4
1
1
4
2
4
4
2
4
4
4
2
4
4
4
1
1
2
1
2
2
1
1
4
1
-
2
2
2
2
2
4
2
4
2
2
1
4
2
2
2
2
2
2
2
1
1
2
2
2
2
2
4
4
2
2
2
2
2
4
2
2
2
4
4
2
4
4
2
2
1
2
4
2
2
-
2
2
1
1
1
1
1
1
1
1
1
2
2
2
2
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
2
2
1
1
1
1
1
2
1
1
1
1
2
1
-
2
2
2
2
2
4
2
4
2
2
1
4
2
2
2
2
2
2
2
1
1
2
2
4
2
2
4
4
2
2
2
2
2
4
2
2
2
4
4
2
4
4
2
2
1
2
2
2
2
-
2
2
1
1
1
1
1
1
1
1
1
2
2
2
2
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
2
2
1
1
1
1
1
2
1
1
1
1
2
1
-
4
4
2
4
2
2
3
2
5
3
1
4
2
3
3
1
4
2
2
4
2
2
2
3
3
2
3
4
3
2
3
5
3
1
4
2
2
5
4
3
1
2
1
2
1
2
2
4
2
-
Opnemen/
afspelen
E
Effecten
gebruiken
F2
Ritme
gebruiken
V2
Bewerken
F1
Mastering
V1
USB
gebruiken
IN
Handige
functies
Maatsoort
Voorbereiding
voor opname
Maat
Begintempo
145
Appendix
Patroonnaam
(afkorting die in het
display wordt getoond)
ROCK1
ROCK2
ROCK3
ROCK4
ROCK5
ROCK6
Hard Rock 1(HdRc1)
Hard Rock 1(HdRc2)
Hard Rock 1(HdRc3)
Hard Rock 1(HdRc4)
Hard Rock 1(HdRc5)
HEAVY1 (HEVY1)
HEAVY2 (HEVY2)
HEAVY3 (HEVY3)
HEAVY4 (HEVY4)
HEAVY5 (HEVY5)
POP1
POP2
POP3
POP4
POP5
POP6
POP7
POP8
BALLAD1 (BALD1)
BALLAD2 (BALD2)
BLUES1 (BLUS1)
BLUES2 (BLUS2)
BLUES3 (BLUS3)
BLUES4 (BLUS4)
R&B1
R&B2
R&B3
R&B4
R&B5
JAZZ1
JAZZ2
JAZZ3
FUSION1 (FUSN1)
FUSION2 (FUSN2)
HipHop1 (H.Hp1)
HipHop2 (H.Hp2)
FUNK
HOUSE
Cntry1 (Cnty1)
Cntry2 (Cnty2)
OTHER1 (Othr1)
OTHER2 (Othr1)
OTHER3 (Othr1)
Metro
BREAK
Snelle start
Arrangement / patronenlijst
Probleemoplossing
Deze sectie bevat tips om u met het oplossen van problemen te helpen.
Als u zelfs met deze informatie het probleem niet kunt oplossen, neemt u contact op met een klantendienst locatie, die aan
het eind van deze handleiding wordt vermeld.
Problemen met de stroomvoorziening
Onderdeel
Stroom gaat niet
aan
Uitleg
Is de Power schakelaar van de BR-800 correct ingesteld?
Zorg dat de aan/uit schakelaar van de BR-800 op ‘USB’ staat als u USB busvoeding gebruikt of op ‘ON’ als u de adaptor of batterijen gebruikt.
Wordt er voldoende stroom naar de computer of USB-hub gevoerd?
De verbinding kan niet gemaakt worden als de BR-800 onvoldoende van stroom wordt
voorzien. Zorg dat de volgende gevallen niet van toepassing zijn.
• Als u een notebook computer gebruikt die op een batterij werkt, kan in het geval
van sommige computers de bediening instabiel zijn. In dit geval sluit u een
adaptor op de computer aan.
• De Power Management instellingen van de computer kunnen de stroom die op
USB wordt toegevoerd beperken. Controleer de instellingen op de computer.
In sommige gevallen kan de BR-800 niet met busgevoede hubs worden gebruikt (USBhubs die geen stroomvoorziening bevatten). Gebruik een hub met een eigen stroomvoorziening (een hub die een stroomvoorziening bevat).
Pag.
p. 18
–
Problemen met het geluid
Onderdeel
Geen geluid
Kan geen WAVbestand afspelen
Onvoldoende
volume van een
apparaat dat op de
GUITAR/BASS
Jack of LINE IN
Jack is
aangesloten
Geen geluid van
een specifieke
track
146
Uitleg
Is de stroom naar de BR-800 en aangesloten apparatuur aangezet?
Is het PHONES LEVEL op 0 ingesteld?
Zijn de geluidskabels correct aangesloten?
Kan een geluidskabel gebroken zijn?
Kan het volume op de aangesloten versterken of mengpaneel verlaagd zijn?
Kan de [MASTER] schuifregelaar zijn verlaagd?
Is een SD-kaart ingestoken?
Is een SD-kaart die niet door de BR-800 wordt ondersteund ingestoken?
Probeert u een frase van minder dan 1.0 seconden af te spelen?
Frases korter dan 1.0 seconden kunnen niet worden afgespeeld.
Pag.
p. 34
p. 133
p. 32
–
–
–
p. 142
p. 142
Probeert u een WAV-bestand in een formaat dat niet wordt ondersteund af te spelen?
p. 121
–
Gebruikt u een aansluitkabel met een weerstand?
Gebruik een aansluitkabel zonder weerstand.
–
Is het volume van de externe apparaat op juiste wijze aangepast?
–
Is het volumeniveau van de track verlaagd?
Is de verkeerde V-track geselecteerd?
Is de track gedempt (Mute)?
p. 38
p. 39
p. 13
Oscillatie treedt op
–
p. 37
Snelle start
Pag.
p. 137
Handige
functies
Data op de
SD-kaart is
beschadigd
Uitleg
Data op de SD-kaart kan beschadigen door de volgende redenen. Formatteer de SDkaart.
• Heeft u de stroom uitgezet terwijl de recorder in werking was?
• Heeft de SD-kaart aan een sterke, fysieke schok blootgestaan?
• Heeft u de stroom uitgezet terwijl er toegang tot de SD-kaart werd gezocht?
• Gebruikt u een SD-kaart die op een computer of digitale camera is geformatteerd?
Voorbereiding
voor opname
–
Problemen met de SD-kaart
Onderdeel
Opnemen/
afspelen
p. 37
Ritme
gebruiken
Opgenomen geluid
bevat ruis of
vervorming
p. 83
Bewerken
U wilt de reverb
uitzetten
p. 120
Mastering
Kan niet opnemen
Pag.
p. 37
p. 37
p. 38
p. 125
p. 108
p. 142
p. 138
p. 143
p. 134
p. 104
USB
gebruiken
Kan de
ingangsbron niet
horen
Uitleg
Is INPUT SELECT correct ingesteld?
Heeft u de INPUT SENS knop aangepast?
Is de [REC LEVEL] knop geminimaliseerd?
Is DIR MONITOR op ‘OFF’ ingesteld?
Is de song beveiligd?
Is een SD-kaart ingestoken?
Is er onvoldoende vrije ruimte op de SD-kaart?
Is de SD-kaart tegen schijven beveiligd (LOCK)?
Gebruikt u dePhrase Trainer?
Is Scrub afspelen in gebruik?
Is de Control Surface modus in gebruik?
Op de BR-800 kan in de Control Surface modus niet opgenomen worden.
Controleer het Reverb-zendniveau voor het Loop effect.
De BR-800 biedt Reverb als een Loop effect.
Reverb wordt standaard toegepast. Als u het Reverbeffect wilt uitschakelen, stelt u het
zendniveau van elke track op ‘0’in.
Is de ingangsgevoeligheid correct?
Het opgenomen geluid zal vervormen als de ingangsgevoeligheid te hoog is, en er zal
een overmatige ruis zijn als de ingangsgevoeligheid te laag is. Pas de ingangsgevoeligheid aan, zodat de PEAK indicator kort oplicht tijdens de meest luide passages.
Zijn de track uitgangsniveaus geschikt?
Als er ruis of vervorming na de matsering is, zijn de track uitgangsniveaus te hoog.
Is een microfoon met hoge ingangsimpedantie rechtstreeks op de BR-800 aangesloten?
Aangezien de INPUT 1-4 Jacks voor een lage ingangsimpedantie is ontworpen, kan het
opnameniveau te laag zijn, afhankelijk van de eigenschappen van de microfoon. In dat
geval stuurt u het signaal door een apart verkrijgbare microfoon voorversterker voordat
u het opneemt.
Is INPUT SELECT op ‘USB’ ingesteld?
Als INPUT SELECT op ‘USB’ is ingesteld, kunnen de instellingen van de software veroorzaken dat het geluidssignaal gelooped wordt. In dit geval kunt u het probleem oplossen door één van de volgende acties te ondernemen.
• Stop het afspelen in de software of zet de Soft Thru functie uit.
• Zet de geluidsinvoer van de software uit.
• Stel INPUT SELECT op een andere instelling dan ‘USB’ in.
147
Appendix
Onderdeel
Effecten
gebruiken
Probleemoplossing
Probleemoplossing
Problemen met USB
Onderdeel
Uitleg
Is de USB-kabel op juiste wijze aangesloten?
Wordt de BR-800 door het besturingssysteem van de computer ondersteund?
Pag.
p. 32
p. 118
Geluid dat via USB
wordt ingevoerd is
niet hoorbaar
Is INPUT MIX op ‘OFF’ ingesteld?
p. 125
Control Surface
modus werkt niet
correct
Heeft u de DAW software gestart voordat de BR-800 op Control Surface modus ingesteld was?
Heeft u de juiste instellingen in de DAW software gemaakt?
Om de BR-800 als een Control Surface met de DAW software te gebruiken, moet de Control Surface instelling van de DAW software op ‘Mackie Control’ zijn ingesteld. Voor details raadpleegt u de gebruikershandleiding van de DAW software die u gebruikt.
Idling scherm verschijnt niet
p. 120
–
Problemen met de knoppen
De BR-800 gebruikt contactsensors. De knoppen reageren als u deze rechtsreeks met uw vinger aanraakt.
Onderdeel
Knopreactie is
onvoldoende/
reageert niet
148
Uitleg
Bedient u de knoppen terwijl u handschoenen draagt?
Bedient u de knoppen met een ander object in plaats van uw vingers, zoals een pen?
Zijn er waterdruppels op de BR-800?
Zet de stroom uit, veeg de waterdruppels eraf en zet de stroom weer aan.
Ligt er iets op de BR-800?
Zet de stroom uit, haal het object van de BR-800 en zet de stroom weer aan.
Drukt u twee of meer knoppen gelijktijdig in?
De BR-800 kan alleen detecteren dat twee knoppen worden ingedrukt wanneer de Scrub
handeling wordt geactiveerd (houd de [STOP] knop ingedrukt en druk op de [PLAY]
knop).
In andere situaties zal een handeling niet juist werken als meerdere knoppen gelijktijdig
worden ingedrukt.
Pag.
–
–
–
–
–
Snelle start
Een foutmelding zal in het display verschijnen als u een ongeldige handeling probeert uit te voeren of als een handeling niet
correct uitgevoerd kon worden.
Onderneem passende actie voor getoonde foutmelding.
Cannot erase!
Cannot insert!
Cannot undo!/
redo!
Card full!
Card locked!
Card read
error!
Data kon niet correct van de SDkaart worden gelezen.
Card write
error!
Er storing is opgetreden tijdens het
schrijven van data op de SD-kaart.
Data too short!
U probeerde een WAV-bestand te
importeren dat korter is dan een
seconde.
p. 123
Voer twee of meer stappen in voordat een stap
wordt gewist.
p. 96
Wis een stap die data bevat.
p. 96
Een song arrangement kan niet meer dan 50 stappen hebben.
Een song arrangement kan niet meer dan 999 maten
hebben.
p. 96
p. 96
Voer Undo/Redo uit, nadat u een bewerkingsgeschiedenis heeft achtergelaten.
–
Maak een reservekopie van belangrijke data op de
computer, en verwijder ongewenste data van de
kaart.
p. 125
Zet de stroom uit, verwijder de SD-kaart en zet
Lock uit.
p. 143
Zet de stroom uit, steek de SD-kaart opnieuw stevig
in, en zet dan de stroom weer aan.
Als dezelfde melding verschijnt nadat u de hierboven beschreven actie heeft uitgevoerd, kan de SDkaart beschadigd zijn.
Formatteer de SD-kaart.
Als dezelfde melding verschijnt nadat u de hierboven beschreven actie heeft uitgevoerd, kan de SDkaart beschadigd zijn.
Formatteer de SD-kaart. De songdata die u probeerde op te slaan zal verloren gaan.
Als dezelfde melding verschijnt nadat u de hierboven beschreven actie heeft uitgevoerd, kan de SDkaart beschadigd zijn.
Om het WAV-bestand te kunnen importeren, moet
het langer zijn dan één seconde.
Opnemen/
afspelen
Verander de bestandsnaam met gebruik van de
computer.
Effecten
gebruiken
Cannot change
file name!
p. 19
p. 142
Ritme
gebruiken
De batterijen zijn leeg.
De bestandsnaam bevat tekens die
niet compatibel zijn met de BR-800 of
de bestandsnaam is te lang (bestandsnaam (excl. extensie) kan uit max.
acht tekens bestaan).
U probeerde een stap uit een song
arrangement dat slechts één stap
bevat te wissen.
U probeerde een stap uit een song
arrangement dat geen data bevat te
wissen.
Het song arrangement overschrijdt
50 stappen.
Het song arrangement overschrijdt
999 maten.
Undo/Redo is niet mogelijk omdat
er niet voldoende vrije ruimte op de
SD-kaart is.
Opnemen of kopiëren is niet mogelijk omdat er niet voldoende vrije
ruimte op de SD-kaart is.
Opslaan of wissen kan niet uitgevoerd worden omdat de Lock optie
van de SD-kaart is ingeschakeld.
Bewerken
Battery low!
–
Mastering
Er is een bestand met dezelfde naam.
Pag.
p. 137
p. 137
–
149
USB
gebruiken
Already exists!
Actie
Creëer het bestand met gebruik van een andere
naam.
Vervang de batterijen zo snel mogelijk.
Handige
functies
Oorzaak
Appendix
Melding
Voorbereiding
voor opname
Lijst met foutmeldingen
Lijst met foutmeldingen
Melding
Drive busy!
Oorzaak
Data kon niet snel genoeg gelezen of
geschreven worden omdat de data
op de SD-kaart op een versnipperde
manier is opgeslagen.
Anders kan het zijn dat u een SDkaart gebruikt die niet snel genoeg is.
Dit probleem zal eerder optreden als
u frases opgenomen data) van
slechts enkele seconden lang samenvoegt, zoals bij Punch-in/out recording het geval is.
Het maximale aantal events dat de
BR-800 in één song kan verwerken is
overschreden.
Actie
Verminder het aantal tracks dat gelijktijdig wordt
gespeeld. Gebruik de Mastering functie om tracks
te combineren, en wis de tracks die u niet hoeft af te
spelen. Speel dan opnieuw af.
Pag.
p. 112
Reduceer het aantal tracks dat gelijktijdig wordt
opgenomen.
p. 38
Wis onnodige tracks.
p. 105
Wat is een event?
Event full!
No card!
No file!
No song!
Not available!
150
Een ‘event’ is de kleinste eenheid die door de BR-800 wordt gebruikt voor het beheren van data die op
een SD-kaart is opgenomen.
Ongeveer 30.000 events worden voor elke nieuw gecreëerde song toegewezen.
Voor elke track neemt elke opnameoperatie twee events in beslag. Handelingen zoals Punch-in/out en
Track Copy nemen ook events in beslag.
Het aantal verbruikte events verandert op een ingewikkelde manier, afhankelijk van de omstandigheden.
Als er bijvoorbeeld daadwerkelijk vrije ruimte op de SD-kaart is, is verdere opname of trackbewerking
niet mogelijk als alle events zijn opgebruikt. Als dit gebeurt, zal de foutmelding ‘Event Full!’ verschijnen.
U voerde een recorder of SD-kaart
handeling uit, terwijl er geen SDkaart was ingestoken of niet heleZet de stroom uit, steek de SD-kaart opnieuw stevig
maal was ingestoken.
p. 142
in, en zet de stroom weer aan.
U verwijderde de SD-kaart nadat
data op de SD-kaart werd geselecteerd.
Tijdens het importeren van WAVdata bleek het te importeren bestand
Maak het bestand dat geïmporteerd wordt gereed.
–
niet te bestaan.
De SD-kaart bevat geen songs.
Creëer een nieuwe song.
p. 36
Opgeslagen data van de computer opnieuw in de
De songmap bevat incorrecte data of
BR-800 plaatsen.
p. 123
bevat de benodigde data niet.
* Zet de gehele ‘ROLAND’ map in de BR-800 terug.
Als u zich in de Sketch Mode bevond:
Druk op de [SONG SKETCH] knop om de Song
p. 50
Sketch modus te verlaten, en voer dan de handeling
uit.
De gewenste handeling kan in de
Als u zich in de Mastering modus bevond:
huidige modus niet uitgevoerd worZet MASTERING op ‘OFF’ om de Matsering modus
p. 112
den.
te verlaten, en voer dan de handeling uit.
Als u zich in de Control Surface modus bevond:
Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om de
p. 120
Control Surface modus te verlaten, en voer dan de
handeling uit.
System error!
Opslaan in het geheugen van de
BR-800 is mislukt.
Too many
songs!
U probeerde meer dan 1.000 bestanden in Song Sketch modus te creëren.
U probeerde meer dan 100 songs te
creëren.
Unformatted
card!
Het type SD-kaart kan niet op de
BR-800 gebruikt worden.
Unsupported
card!
Een SD-kaart die niet door de BR-800
wordt ondersteund is ingestoken.
Een SD-kaart met een formaat dat
niet door de BR-800 gebruikt kan
worden is ingestoken.
U probeerde een WAV-bestand dat
de BR-800 niet ondersteunt te importeren.
Een grotere hoeveelheid MIDI-boodschappen dan correct verwerkt kan
worden werd via USB ontvangen.
De song is groter dan 1 GB.
Het song arrangement overschrijdt
50 stappen.
Too many files!
Unsupported
format!
USB buffer full!
Memory full!
p. 134
Druk op de [STOP] knop om het afspelen of opnemen stop te zetten.
–
Het kan zijn dat de BR-800 een storing heeft vertoond. Neem contact op met Roland klantenservice
of uw handelaar.
–
Verwijder onnodige bestanden.
Zet de stroom uit, steek de SD-kaart stevig opnieuw
in en zet dan de stroom weer aan.
Formatteer de kaart op de BR-800.
Zet de stroom uit, steek de SD-kaart stevig opnieuw
in en zet dan de stroom weer aan.
Gebruik een SD-kaart die door de BR-800 wordt
ondersteund.
p. 107
–
p. 137
p. 142
p. 137
Controleer het formaat van het WAV-bestand.
p. 121
Wis onnodige tracks.
Een song arrangement kan niet meer dan 50 stappen bevatten.
Snelle start
p. 51
Formatteer de kaart op de BR-800.
Reduceer de hoeveelheid MIDI-boodschappen die
naar de BR-800 worden gestuurd.
Voorbereiding
voor opname
Zet de Time Stretch en Center Cancel functie op
‘OFF’.
Opnemen/
afspelen
p. 108
Ritme
gebruiken
Stop recorder!
Zet Song Protect op ‘OFF’.
p. 19
–
p. 106
Bewerken
Stop P.Trainer!
U probeerde data op te slaan in een
song waarvan de Song Protect instelling op ‘ON’ staat.
De gewenste handeling kan niet uitgevoerd worden terwijl de Phrase
Trainer (p.134) in werking is.
De gewenste handeling kan niet uitgevoerd worden terwijl de recorder
in werking is (d.w.z: tijdens afspelen
of opnemen).
–
Mastering
Protected!
Pag.
p. 96
USB
gebruiken
Power down!
Het voltage van de interne stroomvoorziening is tot onder de toegestane reeks voor recorder bediening
gedaald.
Actie
Als u de adaptor gebruikt:
Het kan zijn dat de kabel is gebroken of de adaptor
stuk is. Neem contact op met Roland klantenservice
of uw handelaar.
Als u batterijen gebruikt:
installeer nieuwe batterijen.
Handige
functies
Oorzaak
151
Appendix
Melding
Effecten
gebruiken
Lijst met foutmeldingen
Specificaties
BR-800 : digitale recorder
Tracks
Samplesnelheid
Frequentiebereik
AD conversie
DA conversie
Nominaal
ingangsniveau
Ingangsimpedantie
Nominaal uitgangsniveau
Uitgangsimpedantie
Aanbevolen
belastingsimpedantie
Resterend ruisniveau
Display
Aansluitingen
Stroomvoorziening
Vermogen
Afmetingen
Gewicht
Accessoires
Opties
Sporen:
8
Gelijktijdige opnamesporen:
4
V-track:
64 (8 V-tracks voor elke track)
44.1 kHz
20 Hz to 20 kHz (+1/-3 dB)
24-bit
24-bit + AF-AD (GUITAR/BASS)
24-bit
GUITAR/BASS Jack: -10 dBu
INPUT 1–4 Jacks:
-50 – -20 dBu (XLR type)
-26 – +4 dBu (1/4” TRS phone type)
LINE IN Jack:
-10 dBu
GUITAR/BASS Jack: 1M ohm
INPUT 1–4 Jacks:
3k ohms (XLR type)
47k ohms (1/4” TRS phone type)
LINE IN Jack:
10 k ohms
LINE OUT Jacks:
-10 dBu
LINE OUT Jacks:
1 k ohm
LINE OUT Jacks:
20 k ohms of meer
PHONES Jack:
32–100 ohms
LINE OUT Jacks:
-85 dBu of minder (IHF-A Typ.)
128 x 64 stippen (LCD met achtergrondverlichting)
GUITAR/BASS Jack (1/4’’)
INPUT 1-4 Jacks (XLR type / 1/4’)
LINE IN (stereo miniatuur tulpstekker)
FOOT SW/EXP PEDAL Jack (1/4’’)
LINE OUT Jacks (tulp)
PHONES Jack (stereo 1/4'’)
USB-aansluiting
DC IN Jack
DC 9V: adaptor, AA droge batterij x 6 (alkaline batterijen aanbevolen), USB-busvoeding
280 mA (DC IN), 480 mA (USB-busvoeding)
Alkaline batterijen: ongeveer 5.5 uur.
* Kan variëren afhankelijk van gebruiksomstandigheden, fantoomvoeding, stroom, batterijen en type
SD-kaart.
289 (B) x 184 (D) x 58 (H) mm
890 gram (zonder batterijen)
SD-kaart (1 GB)
adaptor
USB-kabel
BR-800 DVD-ROM
Gebruikershandleiding
Voetschakelaar: FS-5U
Pedaalschakelaar: DP-2 (Roland)
Expressiepedaal: EV-5 (Roland), FV-500L/FV-500H
Beschermhoes:
BA-CB1
* In het belang van productverbetering kunnen de specificaties en/of het uiterlijk van dit apparaat zonder voorafgaande mededeling
veranderd worden.
* 0 dBu = 0.775 Vrms
* AF methode (Adaptive Focus methode)
Adaptive Focus is een unieke Roland/BOSS technologie, waarmee de signaal ruis (S/N) ratio’s van AD- en DA-omzetters
aanzienlijk wordt verbeterd.
152
B
BACKUP .................................................................................. 123
BANK
4INPUT ................................................................................. 64
8TRACK COMP ................................................................... 64
GUITAR ................................................................................ 59
LINE....................................................................................... 61
MICROPHONE.................................................................... 61
SIMUL ................................................................................... 62
Banken........................................................................................ 54
BASS MULTI ............................................................................. 60
BASS SIM (Bass Simulator) ................................................73-74
Batterij ........................................................................................ 19
Beveiligen................................................................................. 108
C
CATEGORY............................................................................... 30
CENTER CANCEL ................................................................. 135
CHO/DLY ................................................................................. 83
E.GUITAR MULTI .................................................................... 59
Effect
Insert effect...................................................................... 54, 83
Loop effect ............................................................................ 83
Mastering effect.................................................................. 112
Track EQ................................................................................ 86
Effect Patch ................................................................................ 54
EFFECTS..........................................................................14, 55-57
ENHANCER.............................................................................. 73
ENTER ........................................................................................ 14
EQ................................................................................................ 86
EQUALIZER.............................................................................. 72
ERASE....................................................................................... 101
EXIT ...................................................................................... 14, 50
EXP PEDAL ............................................................................. 129
EZ REC ................................................................................. 14, 26
EZ Recording............................................................................. 26
EZ TONE.................................................................................... 55
F
Factory Reset (fabieksinstellingen)....................................... 136
FF................................................................................................. 13
FLANGER ............................................................................ 73, 76
FOOT SW/EXP PEDAL........................................................... 17
FOOT SWITCH ................................................................. 46, 129
Frame .......................................................................................... 15
Opnemen/
afspelen
Voorbereiding
voor opname
Snelle start
E
Effecten
gebruiken
DBL DELAY......................................................................... 73, 78
DC IN.......................................................................................... 18
DEFRETTER .........................................................................73-74
DELAY........................................................................................ 79
Display................................................................................ 15, 128
DISTORTION ............................................................................ 67
DOUBLE/HARMONY ............................................................ 81
Drumkit ...................................................................................... 95
DYNAMICS ............................................................................... 80
Ritme
gebruiken
D
Bewerken
Aansluiting ................................................................................ 32
A. GUITAR MULTI .................................................................. 60
AC adaptor (stroom) ................................................................ 18
ACOUSTIC PROCESSOR........................................................ 80
ACOUSTIC SIM ........................................................................ 59
ACOUSTIC SIMULATOR ....................................................... 79
Afspelen
Song ....................................................................................... 41
Song Sketch........................................................................... 51
AMP............................................................................................ 68
Arrangement
Kopiëren.............................................................................. 100
Gecreëerd .............................................................................. 96
Wissen ................................................................................. 101
Een stap wissen.................................................................... 98
Een stap invoegen................................................................ 98
Een naam geven................................................................... 99
Spelen .................................................................................... 93
Tempo.................................................................................... 94
Arrangement modus ................................................................ 90
Audio interface ....................................................................... 119
AUTO Punch In/Out ............................................................... 46
Auto punch/in.......................................................................... 46
Auto punch/out ....................................................................... 46
Mastering
A
CHORUS .............................................................................. 73, 78
CHORUS/DELAY.................................................................... 85
COMPRESSOR/LIMITER ....................................................... 64
Contrast .................................................................................... 128
Control Surface........................................................................ 120
COPY ........................................................................................ 100
COSM ......................................................................................... 11
USB
gebruiken
4-INPUT MULTI ....................................................................... 64
8-TRACK COMP/LIM............................................................. 64
G
Guitar Simulator ....................................................................... 73
GTR SIM..................................................................................... 73
153
Appendix
Nummers
Handige
functies
Index
Index
GUITAR TO BASS .............................................................. 60, 79
GUITAR/BASS ......................................................................... 16
H
Herhalen..................................................................................... 43
I
INFORMATION
SD-KAART ......................................................................... 138
Informatie ......................................................................................
Song ....................................................................................... 49
Song Sketch........................................................................... 52
Ingangsbron............................................................................... 37
INPUT ............................................................................ 17, 37, 58
INPUT SENS ............................................................................. 12
Insert effect ................................................................................ 54
Een naam geven................................................................... 57
Instelling ............................................................................... 56
K
KIT .............................................................................................. 95
Kopiëren
Arrangement ...................................................................... 100
Song ..................................................................................... 107
Track .................................................................................... 105
Koptelefoon ....................................................................... 16, 133
L
LINE IN ..................................................................................... 17
LINE IN MIX ........................................................................... 132
LINE OUT.................................................................................. 17
LOCATION ............................................................................... 58
LO-FI........................................................................................... 82
Loop effect ................................................................................. 83
LOOP REC ................................................................................. 41
Loop recording.......................................................................... 41
LOW CUT .................................................................................. 82
M
Maat ............................................................................................ 15
MASTER............................................................................... 13, 58
MASTER FX............................................................................... 13
Mastering ................................................................................. 112
Mastering effect....................................................................... 112
Een naam geven................................................................. 115
Opslaan ............................................................................... 115
MEMORY CARD...................................................................... 18
MENU ........................................................................................ 14
MIC ............................................................................................. 12
MIC MULTI ............................................................................... 61
MODULATION ........................................................................ 73
154
N
Naam geven
Arrangement ........................................................................ 99
Insert effect............................................................................ 57
Mastering effect.................................................................. 115
Song ..................................................................................... 108
Song Sketch........................................................................... 52
NAME....................................................................................... 115
NOISE SUPPRESSOR............................................................... 72
O
OCTAVE .............................................................................. 73, 75
OFFSET..................................................................................... 102
Opnemen
Song ....................................................................................... 40
Song Sketch........................................................................... 50
Opnameniveau.......................................................................... 38
Opslaan
Insert effect............................................................................ 57
Mastering effect.................................................................. 115
Song ..................................................................................... 109
OUTPUT................................................................................... 133
Overdubben............................................................................... 42
P
P SHIFTER ................................................................................. 73
PAN ................................................................................ 40, 73, 77
Patroon ....................................................................................... 88
Afspelen ................................................................................ 91
Tempo.................................................................................... 92
Pattern modus ........................................................................... 90
PEAK .......................................................................................... 12
PHASER ............................................................................... 73, 76
PHRASE TRAINER ................................................................ 134
PITCH....................................................................................... 131
PITCH CORRECT..................................................................... 80
PITCH SHIFTER ....................................................................... 75
PLAY........................................................................................... 13
POWER....................................................................................... 18
Preset Arrangement................................................................ 144
Preset patron............................................................................ 145
Preview..................................................................................... 104
Punch-In ..................................................................................... 45
Punch-Out.................................................................................. 45
Q
Quantiseren ............................................................................... 44
R
REC ............................................................................................. 13
REC LEVEL.......................................................................... 12, 38
UNDO......................................................................................... 48
UNI-V ................................................................................... 73, 77
Uni-Vibe ............................................................................... 73, 77
USB...................................................................................... 18, 118
USB-driver ............................................................................... 118
Voorbereiding
voor opname
Opnemen/
afspelen
Effecten
gebruiken
Ritme
gebruiken
U
Z
ZERO .......................................................................................... 13
Mastering
WAH-bestand............................................................................ 66
Wissen
Arrangement ...................................................................... 101
Song ..................................................................................... 107
Song Sketch........................................................................... 51
Track .................................................................................... 106
Bewerken
W
USB
gebruiken
SCRUB ...................................................................................... 104
SD CARD
FORMAT (Formatteren) ................................................... 137
INFORMATION (Informatie).......................................... 138
SD-kaart ............................................................................. 18, 142
Sitar ............................................................................................. 75
SITAR SIM ........................................................................... 73, 75
Sitar Simulator .................................................................... 73, 75
SLOW GEAR ........................................................................73-74
Snoerhaak .................................................................................. 33
SONAR LE............................................................................... 120
SONG ......................................................................................... 36
Song
Kopiëren.............................................................................. 107
Creëren .................................................................................. 36
Wissen ................................................................................. 107
Informatie ............................................................................. 49
Naam geven........................................................................ 108
Afspelen ................................................................................ 41
Opnemen..........................................................................40-41
Opslaan ............................................................................... 109
Selecteren .............................................................................. 36
SONG SKETCH .................................................................. 14, 50
Song Sketch
Wissen ................................................................................... 51
Importeren .......................................................................... 106
Informatie ............................................................................. 52
Naam geven.......................................................................... 52
Afspelen ................................................................................ 51
Opnemen............................................................................... 50
SOURCE..................................................................................... 30
Speelscherm............................................................................... 15
Stap ............................................................................................. 96
STEP............................................................................................ 96
STEREO MULTI........................................................................ 61
STOP ........................................................................................... 13
TAP TEMPO .................................................................. 13, 92, 94
TEMPO ........................................................................... 15, 92, 94
Tijd .............................................................................................. 15
TIME STRETCH ...................................................................... 134
TONE/SFX ................................................................................ 81
TRACK ................................................................................. 14, 58
Track ........................................................................................... 13
Kopiëren.............................................................................. 105
Wissen ................................................................................. 106
Selecteren .............................................................................. 38
Track EQ..................................................................................... 86
TREMOLO ........................................................................... 73, 76
TUNER (stemapparaat) ......................................................... 130
TUNING................................................................................... 130
TYPE ............................................................................... 68, 70, 79
Handige
functies
S
T
155
Appendix
Recover..................................................................................... 123
REDO.......................................................................................... 48
Referentie toonhoogte............................................................ 131
REPEAT...........................................................................13, 43-44
RETRY .................................................................................. 13, 40
REVERB.................................................................................83-84
REW ............................................................................................ 13
RHYTHM..................................................................13-14, 58, 90
Rhythm Editor........................................................................... 88
RING MOD.......................................................................... 73, 77
Rong Modulator.................................................................. 73, 77
ROTARY .............................................................................. 73, 77
Snelle start
Index
MEMO
156
fig.15_WEEE_Small.eps
Voor EU-Landen
fig.16_ChineseRoHS.eps
157
fig.09B-17.eps
Voor EU-Landen
Dit product voldoet aan de voorwaarden van de Europese richtlijn 2004/108/EC.
fig.14.eps
158