Voorbereiding voor opname
Transcription
Voorbereiding voor opname
Handleiding * Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation. * Windows© staat officieel bekend als: ‘Microsoft® Windows® besturingssysteem’. * Apple en Macintosh zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Inc. * Mac OS is een handelsmerk van Apple Inc. * Alle in dit document genoemde productnamen zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars. * Het SD logo ( * MMP (Moore Microprocessor Portfolio) verwijst naar een patent portfolio dat zich met microprocessor architectuur bezig houdt, welke door Technology Properties Limited (TPL) werd ontworpen. Roland heeft een licentie voor de technologie van de TPL groep. ) en SDHD logo ( ) zijn handelsmerken van SD-3C, LLC. Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties getiteld ‘Het apparaat op een veilige manier gebruiken’(p.4), en ‘Belangrijke opmerkingen’(p. 6). In deze secties vindt u belangrijke informatie over het op juiste wijze gebruiken van het apparaat. Bovendien kunt u de gebruikershandleiding in zijn geheel doorlezen om een goed beeld te krijgen van alles dat dit te bieden heeft. Bewaar deze handleiding zodat u er later aan kunt refereren. Copyright © 2010 BOSS CORPORATION Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag, in welke vorm dan ook, zonder schriftelijke toestemming van BOSS CORPORATION gereproduceerd worden. BOSS is een geregistreerd handelsmerk van BOSS CORPORATION in de verenigde Staten van Amerika en/of andere landen. Snelle start Opnamestroom op de BR-800 Voorbereiding voor opname Voorbereiding voor opname Aansluitingen maken (p.32) De stroom aan/uitzetten (p.34) Opnemen/ afspelen Opnemen/afspelen Opnemen (p.36) Afspelen (p.41) Het Insert-effect aan/uitzetten (p.55) Het Insert-effect op eenvoudige wijze bewerken (p.55) Opnemen terwijl het ritme wordt beluisterd Ritme aan/uitzetten (p.90) Patronen spelen (p.91) Tracks kopiëren of wissen (p.105) De song een naam geven (p.108) Een song masteren Mastering gebruiken voor het creëren van een song (p.112) Mastering Bewerken Een song bewerken Ritme gebruiken Effecten gebruiken Opnemen met toegepaste effecten 3 Appendix Handige functies USB gebruiken Na Mastering van songs gebruikmaken (p.116) ºUSING THE UNIT SAFELY HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN Over WAARSCHUWING en WAARSCHUWING VOORZICHTIG VOORZICHTIG opmerkingen Over de symbolen Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt. Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt. Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt. Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden. * Materiële schade verwijst naar schade of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden. Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden. NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT WAARSCHUWING 002c • Maak het apparaat en zijn adaptor niet open en voer geen interne modificaties uit. ......................................................................................................... • Tracht het apparaat niet te repareren of onderdelen in het apparaat te vervangen (behalve wanneer daartoe specifieke instructies in de handleiding staan). Ga voor alle onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkende Roland distributeur die u op de ‘Informatie’ pagina kunt vinden. ......................................................................................................... 004 • Installeer het apparaat nooit op de volgende locaties. • Locaties die aan extreme temperaturen onderhevig zijn (bijvoorbeeld direct zonlicht in een afgesloten voertuig, dichtbij een warmtekanaal of bovenop warmte genererende apparatuur, of • die vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers, wasruimtes, op natte vloeren, of • aan stoom of rook blootstaan of die • aan zout blootstaan of die • aan regen blootstaan of die • stoffig of zanderig zijn of • aan een hoge mate van vibratie en schokken onderhevig zijn. ......................................................................................................... 007 • Zorg dat het apparaat altijd zo wordt geplaatst, dat het waterpas staat en stabiel zal blijven. Plaats het nooit op standaards die kunnen wiebelen of op hellende oppervlakken. 003 ......................................................................................................... • Gebruik alleen de adaptor die bij het apparaat hoort. Controleer ook of het lijnvoltage met het ingangsvoltage overeenkomt, dat op de behuizing van de adaptor wordt vermeld. Andere adaptors kunnen een andere polariteit gebruiken of op een ander voltage zijn ontworpen. Het gebruik daarvan kan derhalve tot schade, storingen of elektrische schok leiden. ......................................................................................................... 008c 4 WAARSCHUWING 009 • Buig of draai het netsnoer niet overmatig en plaats er geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het snoer beschadigen, elementen kunnen afbreken en kortsluiting kan ontstaan. Beschadigde snoeren brengen risico’s van brand en schok met zich mee! ......................................................................................................... 010 • Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met een versterker en koptelefoon of luidsprekers, kan geluidsniveaus produceren die permanent gehoorsverlies kunnen veroorzaken. Gebruik het apparaat niet gedurende langere tijd op een hoog of oncomfortabel volumeniveau. Indien u last heeft van enig gehoorsverlies of een piep in de oren, moet u het apparaat niet meer gebruiken en een oorarts raadplegen. ......................................................................................................... 011 • Zorg dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het apparaat terechtkomen. ......................................................................................................... 012c • Zet direct de stroom uit, haal het netsnoer uit het stopcontact en breng het apparaat voor onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur, te vinden op de ‘Informatie’ pagina, indien: • De adaptor of het netsnoer is beschadigd, of • er rook of een ongewone geur optreedt • er objecten of vloeistof in het apparaat terecht zijn gekomen, of • het apparaat in de regen heeft gestaan (of op andere wijze nat is geworden), of • het apparaat niet normaal schijnt te functioneren of een duidelijke verandering in werking laat zien. ......................................................................................................... WAARSCHUWING • In huishoudens met kleine kinderen moet een volwassene toezicht houden, totdat het kind in staat is de regels die essentieel zijn voor een veilige bediening van het apparaat op te volgen. ......................................................................................................... VOORZICHTIG 107d • Wanneer het netsnoer of zijn stekkers in het apparaat of het stopcontact wordt gestoken en u de kabel vasthoudt, mogen uw handen nooit nat zijn. ......................................................................................................... • Bescherm het apparaat tegen zware schokken. (Laat het niet vallen!) 108b ......................................................................................................... • Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een stopcontact waar een buitensporig aantal andere apparaten gebruik van maakt. Wees in het bijzonder voorzichtig bij het gebruik van verlengsnoeren – de totale hoeveelheid stroom die door alle aangesloten apparaten wordt gebruikt, mag nooit de stroom classificatie (watts/ampères) van het verlengsnoer overschrijden. Door overmatige ladingen kan de isolatie van het snoer verhit raken, en uiteindelijk smelten. ......................................................................................................... 016 • Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur. Deze zijn te vinden op de ‘Informatie’ pagina.. ......................................................................................................... 019 • Batterijen mogen nooit worden opgeladen, verhit, uit elkaar worden gehaald of in vuur of water worden geworpen. ......................................................................................................... 109b • Voordat het apparaat wordt schoongemaakt, zet u de stroom uit en haalt u de adaptor uit het stopcontact (p.32). 015 ......................................................................................................... • Stel batterijen nooit aan overmatige hitte bloot, zoals zonlicht, vuur en dergelijke. 027 VOORZICHTIG 101b • De plaatsing van het apparaat en de adaptor dient zodanig te zijn, dat de juiste ventilatie niet wordt gehinderd. ......................................................................................................... • Wanneer de stekker van de adaptor in het stopcontact of in dit apparaat wordt gestoken of eruit wordt gehaald, houdt u deze altijd bij de stekker vast, niet bij de kabel. • Voordat het apparaat wordt verplaatst, ontkoppelt u de adaptor en alle snoeren van externe apparaten. ......................................................................................................... • Wanneer er onweer in uw omgeving wordt verwacht, haalt u de adaptor uit het stopcontact. 110b ......................................................................................................... 111: Selection • Wanneer op onjuiste wijze gebruikt, kunnen batterijen exploderen of lekken, en schade of verwondingen veroorzaken. Voor de veiligheid leest en neemt u de volgende voorzorgsmaatregelen in acht (p.19). • Volg de installatie-instructies voor batterijen zorgvuldig op, en zorg dat u de juiste polariteit in acht neemt. • Gebruik nieuwe batterijen niet samen met gebruikte. Bovendien mogen verschillende types batterijen niet gemengd worden. • Verwijder de batterijen wanneer het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt zal worden. • Als een batterij heeft gelekt, gebruikt u een zacht stuk stof of keukenpapier om alle resten van de vloeistof uit het batterijcompartiment weg te vegen. Installeer dan nieuwe batterijen. Om huidontsteking te voorkomen moet u zorgen dat de batterijvloeistof niet met uw handen of huid in aanraking komt. • Wees uitermate voorzichtig zodat de vloeistof niet in de buurt of in uw ogen terechtkomt. • Als er vloeistof in de ogen terecht is gekomen, spoelt u het betreffende gebied direct met water. • Bewaar batterijen nooit samen met metalen objecten zoals balpennen, kettingen, haarspelden, enz. ......................................................................................................... 112 • Gebruikte batterijen moeten weggegooid worden volgens de voorschriften voor het veilig verwijderen van dit soort afval in uw regio. 102d ......................................................................................................... • Haal de stekker van de adaptor regelmatig uit het stopcontact, en gebruik een droge doek om stof en andere opeenhopingen van de pinnen te verwijderen. Haal de stekker ook uit het stopcontact wanneer u het apparaat langere tijd niet zult gebruiken. Ophoping van stof tussen de stekker en het stopcontact kan tot verminderde isolatie leiden en brand veroorzaken. ......................................................................................................... 104 • Probeer het in de knoop raken van de snoeren en kabels te vermijden. Zorg er ook voor dat u alle snoeren en kabels buiten het bereik van kinderen plaatst. 103b ......................................................................................................... • Ga niet op het apparaat staan en plaats er geen zware voorwerpen op. ......................................................................................................... • Bewaar schroeven of kaartdeksels die u mogelijk verwijdert en de meegeleverde SD-kaart op een veilige plaats buiten het bereik van kinderen, zodat deze geen onderdelen per ongeluk kunnen inslikken. ......................................................................................................... 120 • Zet de fantoomvoeding altijd uit als een ander apparaat dan een condensator microfoon, die fantoomvoeding vereist, wordt aangesloten. U riskeert beschadigingen als u een dynamische microfoon, apparaten voor het afspelen van geluid of andere apparaten waarvoor geen fantoomvoeding vereist wordt, per ongeluk van fantoomvoeding voorziet. Controleer de specificaties van de microfoon die u gaat gebruiken, in de bij het apparaat behorende handleiding. (De fantoomvoeding van dit apparaat: 48 V DC, 10 mA Max) ......................................................................................................... 118c 106 ......................................................................................................... 5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Stroomvoorziening: Gebruik van batterijen • Sluit dit apparaat niet op hetzelfde stopcontact aan dat door een elektrisch apparaat wordt gebruikt waar een omvormer bij te pas komt (zoals een koelkast, wasmachine, magnetronoven of airconditioner) of dat een motor bevat. Afhankelijk van de manier waarop het apparaat wordt gebruikt, kan de ruis van de stroomvoorziening veroorzaken dat dit apparaat storingen gaat vertonen of hoorbare ruis produceert. Wanneer het niet mogelijk is om een apart stopcontact te gebruiken, plaatst u een ruisfilter tussen dit apparaat en het stopcontact. • De adaptor zal na urenlang onafgebroken gebruik warmte afgeven. Dit is normaal, en geen reden tot ongerustheid. • Gebruik van eenadaptor wordt aanbevolen, aangezien het stroomverbruik van dit apparaat relatief hoog is. Wanneer u het gebruik van batterijen verkiest, gebruik dan het alkaline type. • Als het apparaat naar een locatie met een zeer afwijkende temperatuur en/of vochtigheid wordt verplaatst, kunnen er waterdruppels (condensatie) binnen in het apparaat worden gevormd. Wanneer u het apparaat in deze staat gaat gebruiken, kunnen schade en storingen ontstaan. Daarom moet u het apparaat, voordat u het in gebruik neemt, enige uren laten staan, totdat de condensatie volledig is verdampt. • Afhankelijk van het materiaal en de temperatuur van het oppervlak waarop u het apparaat plaatst, kunnen zijn rubber voeten het oppervlak doen verkleuren of beschadigen. U kunt een stukje vilt of doek onder de rubber voeten plaatsen om dit te voorkomen. Als u dit doet, moet u oppassen dat het apparaat niet glijdt of per ongeluk wordt verplaatst. Onderhoud • Wanneer batterijen geïnstalleerd of vervangen worden, zet u dit apparaat en andere apparaten die u mogelijk heeft aangesloten altijd uit. Op die manier kunt u storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers of andere apparaten voorkomen. • Voor het dagelijks schoonhouden van het apparaat gebruikt u een zachte, droge doek of één die met water licht vochtig is gemaakt. Om hardnekkig vuil te verwijderen gebruikt u een doek met een mild, niet-schurend reinigingsmiddel.Daarna veegt u het apparaat grondig met een zachte, droge doek af. • Voordat u dit apparaat op andere apparaten aansluit, moeten alle apparaten worden uitgeschakeld, om storingen en/of schade aan luidsprekers te voorkomen. • Gebruik geen benzeen, thinner, alcohol of oplosmiddelen, omdat deze vervorming of kleurverandering kunnen veroorzaken. Plaatsing Reparaties en data • Wanneer het apparaat in de buurt van krachtversterkers (of andere apparatuur welke grote stroom transformators bevat) wordt gebruikt, kan ruis worden opgewekt. Om dit probleem te verzachten, verandert u de richting van dit apparaat of plaatst u het verder weg van de storingsbron. • Wees er op bedacht dat alle data in het geheugen van dit apparaat verloren kunnen gaan wanneer het apparaat ter reparatie wordt aangeboden. Sla belangrijke data altijd op een SD-kaart of in een computer op of maak er een notitie van (indien mogelijk). Tijdens reparaties wordt altijd geprobeerd om het verlies van data te vermijden, maar in bepaalde gevallen spijt het ons dat de opgeslagen inhoud niet meer hersteld worden (bijvoorbeeld als het circuit voor de geheugensectie zelfs niet meer werkt). Roland is niet aansprakelijk voor dit soort verlies van data. • Dit apparaat kan storing in radio en televisieontvangst veroorzaken. Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van dit soort ontvangers. • Ruis kan veroorzaakt worden wanneer draadloze communicatieapparaten zoals mobiele telefoons in de buurt van dit apparaat worden gebruikt. Dit soort ruis kan optreden bij het ontvangen of starten van een gesprek of tijdens de conversatie. Als u dit soort problemen ondervindt, dient u deze draadloze apparaten op meer afstand van dit apparaat gebruiken of uit te zetten. • Stel het apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het niet in de buurt van apparaten die warmte afgeven, laat het niet in een afgesloten voertuig achter en onderwerp het niet aan temperatuur extremen. Door overmatige hitte kan het apparaat vervormen of verkleuren. Aanvullende voorzorgsmaatregelen • Wees er op bedacht dat de inhoud van het geheugen door een storing of onjuist gebruik van het apparaat onherstelbaar verloren kan gaan. Om uzelf tegen het risico van verlies van belangrijke data te beschermen, raden wij u aan om van tijd tot tijd een reservekopie van belangrijke data die u in het geheugen van het apparaat heeft opgeslagen op een SD-kaart of in een computer op te slaan. • De inhoud van data die in het geheugen van het apparaat of op een SD-kaart is opgeslagen, kan soms helaas niet meer hersteld worden nadat deze verloren is gegaan. Roland Corporation is niet verantwoordelijk voor dit soort dataverlies. 6 BELANGRIJKE OPMERKINGEN • Behandel de knoppen, schuifregelaars of andere bedieningsknoppen van dit apparaat met gepaste voorzichtigheid. Dit geldt ook voor het gebruik van de stekkers en aansluitingen. Ruwe behandeling kan tot storingen leiden. • U mag nooit hard op het display slaan of drukken. • Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle kabels, houdt u deze bij de aansluiting zelf vast – trek nooit aan de kabel. Op deze manier vermijdt u kortsluiting of schade aan de interne elementen van de kabel. • Om te vermijden dat u uw buren stoort, probeert u het volume van dit apparaat op een redelijk niveau te houden. U kunt ervoor kiezen om een koptelefoon te gebruiken, zodat u zich geen zorgen om de personen in uw naaste omgeving hoeft te maken (‘s nachts in het bijzonder.) • Wanneer u het apparaat moet transporteren, verpakt u het zo mogelijk in de originele doos (inclusief schokabsorberend materiaal). Anders zult u soortgelijk verpakkingsmateriaal moeten gebruiken. • Gebruik alleen het gespecificeerde expressiepedaal (Roland EV-5, BOSS FV-500L/FV-500H, apart verkrijgbaar). Als een ander expressiepedaal wordt aangesloten, riskeert u storingen en beschadigingen aan het apparaat. • Sommige aansluitingskabels bevatten weerstanden. Gebruik voor het aansluiten van dit apparaat geen kabels die weerstanden hebben. Bij gebruik van dit soort kabels kan het geluidsniveau extreem laag of zelfs niet hoorbaar zijn. Informatie over kabelspecificaties kunt u bij de fabrikant van de kabel verkrijgen. Voordat SD-kaarten worden gebruikt SD-kaarten gebruiken • Steek de SD-kaart voorzichtig helemaal in – totdat deze stevig op zijn plaats zit. • Om beschadigingen aan kaarten van statische elektriciteit te voorkomen, moet mogelijke statische elektriciteit van uw eigen lichaam ontladen worden voordat u met de kaarten gaat werken. • Raak het contactgedeelte van de kaarten niet aan, en zorg dat deze niet met metaal in aanraking komen. • De kaarten mogen niet gebogen worden, laat ze niet vallen en stel ze niet aan sterke schokken of vibratie bloot. • Bewaar de kaarten niet in direct zonlicht, in afgesloten voertuigen of soortgelijke locaties. • Laat de kaarten niet nat worden. • De kaarten mogen niet uit elkaar gehaald of gewijzigd worden. Behandeling van DVD-ROMs • Vermijd het aanraken of krassen van de glanzende onderkant (gecodeerd oppervlak) van de disk. Beschadigde of vuile DVD-ROM disks kunnen niet goed gelezen worden. Houd uw disks met een in de winkel verkrijgbaar DVD reinigingsproduct schoon. Auteursrecht • Het onbevoegd opnemen, dupliceren, verspreiden, verkopen, leasen, publiekelijk uitvoeren, uitzenden of soortgelijke handelingen van een volledig werk of gedeelte daarvan (muzikale compositie, video, uitzending, publiekelijke uitvoering enz.) waarvan het auteursrecht bij een derde partij ligt, is bij de wet verboden. • Dit product kan gebruikt worden voor het opnemen of dupliceren van geluid of visueel materiaal zonder beperkingen van bepaalde technologische kopieerbeveiligingsmaatregelen. Dit komt doordat dit product voor het produceren van origineel muziek of beeldmateriaal is bedoeld, en om die reden zo is ontworpen dat materiaal dat geen inbreuk maakt op auteursrechten die aan anderen behoren (bijvoorbeeld uw eigen, originele werken) vrijelijk opgenomen of gedupliceerd kan worden. • Gebruik dit product niet voor doeleinden die het auteursrecht van een derde partij kunnen overtreden. We nemen geen enkele verantwoordelijkheid met betrekking tot overtredingen van derde partij auteursrechten, die middels uw gebruik van dit apparaat optreden. Knoppen bedienen 705 • Raak de terminals van de SD-kaart nooit aan. Vermijd tevens het vies worden van de contactpunten. • SD-kaarten worden met gebruik van precisiecomponenten vervaardigd. Behandel de kaarten met zorg, en let vooral op het volgende: • In de volgende situaties kunnen de knoppen mogelijk niet correct reageren. • Als u deze bedient terwijl u handschoenen draagt. • Als u deze met een pen of ander object dan uw vinger bedient. • Als er waterdruppels op de BR-600 zijn gevormd • Als er een object op de BR-800 ligt • Als twee of meer knoppen worden aangeraakt 7 Inhoud Opnamestroom op de BR-800................. 3 HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN ........................... 4 BELANGRIJKE OPMERKINGEN.......... 6 Hoofdkenmerken.................................... 12 Paneelbeschrijvingen ............................. 13 Bovenpaneel.............................................. 13 Voorpaneel Panel ..................................... 17 Achterpaneel............................................. 18 Zijpaneel .................................................... 19 Batterijen installeren ................................ 20 Snelle start ......................... 23 De demosongs beluisteren .................... 24 De ingangsgevoeligheid aanpassen ...... 39 Het opnameniveau aanpassen ............... 40 De track(s) die u wilt opnemen selecteren ................................................... 40 V-Tracks selecteren .................................. 41 Het stereo-gevoel van het invoergeluid aanpassen (PAN) .............. 42 Opnemen ................................................... 42 Loop Recording ........................................ 43 Afspelen..................................................... 43 Aanvullende uitvoeringen opnemen (Overdubben) ..........................................44 Herhaald afspelen (Repeat) ...................45 De Repeat regio specificeren .................. 45 De Repeat regio op een exact interval instellen....................................... 46 1. Aansluitingen maken .......................... 24 2. De stroom aanzetten............................ 25 3. De demosongs beluisteren.................. 26 Alleen een vergissing opnieuw opnemen (Punch-In/Out)......................47 Opnemen met de EZ Recording functie...................................................... 28 Handmatige Punch-In/Out.................... 47 Auto Punch-In/Out ................................. 48 1. Maak opname-instellingen ................. 28 2. Opnemen............................................... 29 3. Afspelen................................................. 31 EZ Recording parameterlijst................... 32 Een handeling annuleren (UNDO/ REDO).......................................................50 Naar de vorige status terugkeren (UNDO) ..................................................... 50 De Undo annuleren (REDO)................... 50 Voorbereiding voor opname33 Informatie over de song bekijken .........51 Aansluitingen maken............................. 34 De resterende opnametijd bekijken....... 51 Songinformatie bekijken ......................... 51 De snoerhaak gebruiken ......................... 35 De stroom aan/uitzetten ....................... 36 De stroom aanzetten................................ 36 De stroom uitzetten ................................. 36 Opnemen/afspelen............. 37 Opnemen ................................................. 38 Een nieuwe song creëren (SONG NEW) ........................................... 38 Een song selecteren (SONG SELECT)... 38 De ingangsbron selecteren...................... 39 8 Eenvoudige opname (SONG SKETCH) ....................................52 Naar Song Sketch modus overschakelen ........................................... 52 Opnemen ................................................... 52 Afspelen..................................................... 53 Een WAV-bestand wissen....................... 53 Een WAV-bestand een naam geven ...... 54 Informatie over het WAV-bestand bekijken ........................... 54 Inhoud Effecten gebruiken .............. 53 De drumklanken veranderen (Drum Kit)................................................95 Inserteffecten gebruiken ........................ 54 Een drumkit selecteren............................ 95 Effect Patches en banken......................... 54 Het Insert-effect aan/uitzetten .............. 55 Het Insert-effect op eenvoudige wijze bewerken (EZ TONE).............................. 55 De Insert effectinstellingen bewerken... 56 De Insert effectinstellingen opslaan (Write)........................................................ 57 De locatie van het Insert effect veranderen (LOCATION)....................... 58 Algoritme lijst ........................................... 59 Parameterlijst ............................................ 64 Een origineel arrangement creëren ......96 Bewerken ......................... 103 Een gevoel van ruimtelijkheid toevoegen................................................. 83 De locatie waarop een geluid begint of eindigt opzoeken (Scrub/Preview) ....104 De diepte van het Loop effect aanpassen .................................................. 83 .................................................................... 83 Het Loop effect bewerken....................... 84 Parameterlijst ............................................ 84 Bewerken................................................105 Een stap invoegen .................................... 98 Een stap wissen ........................................ 98 Een arrangement een naam geven......... 99 Een arrangement kopiëren ................... 100 Een arrangement wissen ....................... 101 Het afspelen van het patroon of arrangement vertragen (OFFSET) ......102 Ritme gebruiken ................. 87 Trackbewerking...................................... 105 Een song kopiëren (SONG COPY) ...... 107 Een song wissen (SONG ERASE) ........ 107 De song een naam geven (SONG NAME)....................................... 108 Een song beveiligen (SONG PROTECT)................................. 108 Een song opslaan (SAVE CURRENT STATE)..................................................... 109 Overzicht van de ritmesectie ................ 88 Mastering ......................... 111 De klank van elk track aanpassen........ 86 De Track EQ bewerken ........................... 86 Parameterlijst ............................................ 86 Patronen en arrangementen ................... 88 Over de drumklanken (Drum Kits)....... 89 Het ritme aan/uitzetten .......................... 90 Afwisselen tussen Pattern modus en Arrangement modus ............................... 90 Patronen spelen ...................................... 91 Het tempo veranderen ............................ 92 De [TAP TEMPO] knop gebruiken om het tempo in te stellen....................... 92 Een arrangement spelen ........................ 93 Het tempo veranderen ............................ 94 De [TAP TEMPO] knop gebruiken om het tempo in te stellen....................... 94 Mastering gebruiken bij het creëren van een song ..........................................112 De Mastering effectinstellingen bewerken ................................................. 114 De Mastering effect-instellingen opslaan (Write) ....................................... 115 Parameterlijst .......................................... 115 Na mastering van songs gebruikmaken........................................116 Op de computer van songs gebruikmaken......................................... 116 De gemasterde song op een extern apparaat opnemen ................................. 116 9 Inhoud USB gebruiken.................. 117 stemapparaat specificeren .................... 131 Voordat USB wordt gebruikt.............. 118 Het geluid van een geluids-apparaat mixen (LINE IN MIX)...........................132 Over de ‘BR-800 DVD-ROM’ ............... 118 De USB-driver installeren ..................... 118 Datastructuur op de SD-kaart .............. 118 De BR-800 als een audio interface gebruiken ............................................... 119 Uitvoerinstellingen (OUTPUT)...........133 Uitvoerinstellingen voor LINE OUT en koptelefoon (OUTPUT MODE) ...... 133 Het koptelefoonvolume aanpassen (PHONES LEVEL).................................. 133 Geluid van de BR-800 op de computer opnemen.................................................. 119 De BR-800 gebruiken om songs die door de computer worden afgespeeld te horen................................ 119 De BR-800 gebruiken om songs die door de computer worden afgespeeld op te nemen ...................................................... 119 De fabrieksinstellingen herstellen (FACTORY RESET)...............................136 De BR-800 voor software-besturing gebruiken ............................................... 120 Een SD-kaart initialiseren (FORMAT) .............................................137 SONAR LE gebruiken ........................... 120 Controllers die in Control Surface modus gebruikt kunnen worden........ 120 Het gebruik van de SD-kaart bekijken (SD CARD INFORMATION) ..............138 Data met de computer uitwisselen .... 121 De BOSS BR Serie Wave Converter gebruiken ................................................ 121 WAV-bestanden overbrengen.............. 121 Data op de computer opslaan (Backup/Recover) ................................ 123 Instellingen voor USB functionaliteit maken ..................................................... 125 Parameterlijst .......................................... 125 Handige functies............... 127 Het display contrast bijstellen ............ 128 Een voetschakelaar/expressiepedaal gebruiken ............................................... 129 Een expressiepedaal gebruiken ........... 129 Een voetschakelaar gebruiken ............. 129 Een instrument stemmen (TUNER)... 130 Naar het stemapparaat overschakelen 130 Stemmen.................................................. 130 De referentietoonhoogte van het 10 Frases oefenen (PHRASE TRAINER).134 De snelheid omlaag brengen (TIME STRETCH) ............................................... 134 Geluiden in het midden minimaliseren (CENTER CANCEL).............................. 135 Het batterijverbruik reduceren (POWER SAVE).....................................139 Een condensator microfoon gebruiken (PHANTOM POWER)..........................140 Appendix.......................... 141 SD-kaarten die met de BR-800 gebruikt kunnen worden .....................142 Arrangement / patronenlijst ...............144 Preset arrangementlijst.......................... 144 Preset patronenlijst ................................ 145 Probleemoplossing ...............................146 Problemen met de stroomvoorziening 146 Problemen met het geluid..................... 146 Problemen met de SD-kaart.................. 147 Problemen met USB ............................... 148 Problemen met de knoppen ................. 148 Lijst met foutmeldingen .......................149 Specificaties............................................152 Index .......................................................153 Hoofdkenmerken De BR-800 is een digitale recorder waarmee zelfs beginners op eenvoudige wijze songs kunnen creëren. Van opnemen tot masteren, met dit handige apparaat zult u binnen de kortste keren genieten van de voordelen van digitaal opnemen. Vier-track gelijktijdig opnemen/acht-track gelijktijdig afspelen De BR-800 voorziet in opnamemogelijkheden die aan een brede reeks eisen voldoen. Talloze effecten van hoge kwaliteit (p.53, p.111) • COSM-effecten voor elektrische gitaar/bas komen van de BOSS GT-10/10B. • Effecten voor vocalen waarmee toonhoogtecorrectie uitgevoerd kan worden, en effecten die het geluid van een akoestische gitaar op realistische wijze modelleren zijn beschikbaar. • Aangezien de BR-800 is uitgerust met Masteringeffecten die u op elk moment kunt gebruiken, alsmede loopeffecten, kunt u alleen met dit apparaat al een aantal werkelijk hoogwaardige songs te creëren. Verbinden via USB (p.117) Er zijn drie manieren om het apparaat van stroom te voorzien: met eenadaptor, met batterijen of door het op een USB-bus aan te sluiten. Dit betekent dat u de BR800 vrijwel overal kunt gebruiken. Ingebouwde stereo microfoons Met de ingebouwde stereo microfoons kunt u op handige wijze de uitvoering van uw band of akoestische instrumenten opnemen. Drievoudige stroomvoorziening De BR-800 kan werken met gebruik van eenadaptor, batterijen of USB-bus voeding. Ritmefunctie (p.87) Wordt geleverd met ritmeproductie functie die drumklanken van hoge kwaliteit biedt. U kunt deze als leidraad tijdens de opname gebruiken of uw eigen originele ritmeparts creëren en die samen met uw uitvoering opnemen. EZ Recording functie (p.26) De EZ Recording functies biedt een snelle opstelling voor verschillende opnametypes. Song Sketch functie (p.50) Met de Song Sketch functie kunt u stereo WAVbestanden opnemen en afspelen. Dit is een handige manier om geluidsmemo’s van uw muzikale ideeën en frases op te nemen. Over COSM (Composite Object Sound Modeling) Composite Object Sound Modeling – afgekort ‘COSM’ – is BOSS/Roland’s innovatieve en krachtige technologie die voor het digitaal recreëren van het geluid van klassieke muziekinstrumenten en effecten wordt gebruikt. COSM analyseert de vele factoren waaruit het oorspronkelijke geluid is opgebouwd – inclusief zijn elektrische en fysieke kenmerken – en creëert een digitaal model dat het origineel op accurate wijze reproduceert. 11 Paneelbeschrijvingen Bovenpaneel fig.TopPanel.eps 1 2 8 3 7 6 4 5 1 MIC L/R (interne stereo microfoons L/R) U kunt deze microfoons gebruiken om in stereo op te nemen. ‘De ingangsbron selecteren’ (p.37). * Luidsprekers zijn niet ingebouwd. Om het geluid te horen moet u een koptelefoon gebruiken of versterkte luidsprekers op de LINE OUT Jacks aansluiten. 2 De indicator licht op ongeveer –6 dB onder het niveau waarop vervorming begint op. Gebruik de INPUT SENS knoppen om de ingangsgevoeligheid aan te passen, zodat de PEAK indicators af en toe oplichten, wanneer u harder speelt. ‘De ingangsgevoeligheid aanpassen’ (p.37). INPUT SENSE (Input Sensitivity) [1], [2] knoppen Met deze knoppen wordt de ingangsgevoeligheid van de apparaten die op de INPUT 1 en 2 Jacks zijn aangesloten aangepast. INPUT SENSE (Input Sensitivity) [3/MIC L], [4/MIC R] knoppen Met deze knoppen wordt de ingangsgevoeligheid van de apparaten die op de INPUT 3 en 4 Jacks zijn aangesloten of van de interne stereo microfoons aangepast. ‘De ingangsgevoeligheid aanpassen’ (p.37). 12 PEAK indicators Deze geven aan of vervorming optreedt met betrekking tot INPUT 1-4 Jacks of tot de interne stereo microfoons (ingangsbronnen). [REC LEVEL] (Recording Level) knop Met deze knop wordt het volume van de opname op de track aangepast. * Als u de [REC LEVEL] knop tijdens de opname laag draait om het afluistervolume af te laten nemen, wordt de ingangsbron op een lager volume opgenomen. Hierdoor zal ruis meer waarneembaar zijn als u het volume van de track tijdens het afspelen verhoogt. Als u het afluistervolume wilt verlagen, dient u de [MASTER] schuifregelaar te gebruiken om het volume te verlagen. Als u het volume tijdens het afspelen wilt Paneelbeschrijvingen veranderen, past u de [TRACK] schuifregelaars van elke track aan. ‘Het opnameniveau aanpassen’ (p.38). 3 Track [1]-[7/8] schuifregelaars Deze schuifregelaars passen het afspeelvolume van elke track aan. [RHYTHM] schuifregelaar Deze schuifregelaar past het volume van het ritme aan. ‘Patronen spelen’ (p.91) ‘Een arrangement spelen’ (p.93) [MASTER] schuifregelaar Met deze schuifregelaar wordt het algehele volume bijgesteld. 4 Track 1-7/8 [PLAY] knoppen Deze knoppen selecteren de tracks die zullen spelen. Niet verlicht: track die geen data bevat (niet opgenomen) Verlicht: track die zal spelen (bevat data) Knipperend: track die niet zal spelen (bevat data) Track 1-7/8 [REC] knoppen Deze knoppen selecteren de tracks die opgenomen zullen worden. Niet verlicht: track die niet opgenomen zal worden Verlicht: track die opgenomen zal worden Knipperend: track die volgens loop-recording opgenomen zal worden ‘Opnemen’ (p.36) [TAP TEMPO] knop U kunt het tempo van het ritme instellen door deze knop herhaaldelijk op de gewenste timing in te drukken. ‘Masteren’ (p.111) 5 [RETRY] knop Deze knop keert terug naar de tijdslocatie waar u voor het laatst met opnemen begon. [REPEAT] knop Gebruik deze knop om een gewenste sectie die u herhaald wilt beluisteren te specificeren. ‘Herhaaldelijk afspelen (Repeat)’ (p.43) [ZERO] knop Deze knop brengt u naar de 00:00:00-00:0 tijdslocatie. [REW] (Rewind) knop De song zal voortdurend worden teruggespoeld terwijl u deze knop ingedrukt houdt. [FF] (Fast-Forward) knop De song zal voortdurend vooruitgespoeld worden als u deze knop ingedrukt houdt. [STOP] knop Deze knop stopt de opname of het afspelen. ‘Opnemen’ (p.40) ‘Afspelen’ (p.41) [PLAY] knop Deze knop speelt de song. Als de [REC] knop knippert, en u op de [PLAY] knop drukt, zal de opname starten. Deze knop is groen verlicht tijdens opnemen of afspelen. ‘Opnemen’ (p.40) ‘Afspelen’ (p.41) [REC] (Recording) knop Dit is de opnameknop. Behalve voor normale opname handelingen wordt deze ook voor Punch In/Out gebruikt. In de opname-standby modus knippert deze knop rood, en tijdens de opname is de knop voortdurend rood verlicht. ‘Opnemen’ (p.40) ‘Handmatige Punch-In/Out’ (p.45) ‘De [TAP TEMPO] knop gebruiken om het tempo in te stellen’ (p.92), (p.94) [MASTER FX] (Mastering effect) knop Deze knop bidet toegang tot een scherm waarin u het Mastering effect aan/uit kunt zetten en zijn instellingen kunt bewerken. 13 Paneelbeschrijvingen fig.TopPanel.eps 1 2 8 3 7 6 4 5 6 [TRACK] knop Met deze knop kunt u de klankkwaliteit van elke track aanpassen of de track bewerken (p.105). [MENU] knop Deze knop geeft toegang tot verschillende functies, zoals instellingen voor de gehele BR-800. [EXIT] knop Deze knop brengt u naar het vorige scherm terug of annuleert een handeling. [ENTER] knop Deze knop bevestigt een selectie of voltooit een invoer. Draaiknop Gebruik deze om de huidige locatie van de song te veranderen (vooruitspoelen of terugspoelen). Wanneer u instellingen voor verscheidene functies maakt, wordt deze knop gebruikt om waardes te bewerken. CURSOR knoppen Deze knoppen verplaatsen de cursor. 14 7 [EFFECTS] knop Deze knop geeft toegang tot een scherm waar u het Insert effect (p.54) aan/uit kunt zetten en zijn instellingen kunt bewerken. [RHYTHM] knop Deze knop geeft toegang tot een scherm waarin u het ritme aan en uit kunt zetten, en zijn instellingen kunt bewerken. ‘Overzicht van de ritmesectie’ (p.88) [SONG SKETCH] knop Deze knop brengt u naar de Song Sketch modus. ‘Eenvoudig opnemen (SONG SKETCH)’ (p.50) [EZ REC] (EZ Recording) knop Met deze knop gaat u naar de EZ Recording modus. ‘Opnemen met de EZ Recording functie’ (p.26) Paneelbeschrijvingen 8 6 Tempo Dit geeft het tempo van het ritme aan. Display fig.Display.eps 2 3 4 7 Level meter 5 Dit geeft het volume aan. 6 1 7 Onderdeel INPUT TRACK Dit toont verschillende types informatie, afhankelijk van de instelling die u maakt, zoals volumeniveaus, menuschermen en schermen voor parameterbewerkingen. RHY LR Als u de informatie in het display moeilijk kunt lezen, kijkt u bij ‘Het display contrast bijstellen’ (p.128). Uitleg Dit geeft het volume van de invoer aan. Dit geeft het volume van de uitvoer van elke track aan. Dit geeft het volume van de uitvoer van het ritme aan. Dit geeft het volume van de uitvoer volgend op de [MASTER] schuifregelaar aan. Over het Play scherm 1 Song Dit toont de songnaam. 2 Time Dit toont de huidige tijdslocatie in de song, uitgedrukt in ‘** uren (h) ** minuten (m) ** seconden (s)’. Op de BR-800 wordt het hoofdscherm dat (bijvoorbeeld) verschijnt vlak nadat de stroom is aangezet (zie onder), wordt het ‘Play scherm’ genoemd. D_Play.eps 3 Frame Dit toont het framenummer van de huidige positie in de song. 4 Measure Dit toont de huidige locatie in de song. Vanaf links geven de waardes het ‘maatnummer’telnummer’ aan. 5 Power Dit geeft de status van de stroomvoorziening aan. Indicatie Uitleg Stroom wordt door de adaptor geleverd. Stroom wordt door de computer geleverd. De uitleg in deze handleiding bevat illustraties die afbeelden wat er kenmerkend in het display getoond zal worden. Uw apparaat kan echter een nieuwere, verbeterde versie van het systeem hebben (d.w.z. dat nieuwere geluiden bevat), dus wat u daadwerkelijk in het display ziet, kan mogelijk niet altijd overeenkomen met dat wat in de handleiding verschijnt. De batterijen zijn in goede staat. De batterijen raken leeg. De batterijen zijn bijna leeg. Installeer zo snel mogelijk nieuwe batterijen. De batterijen zijn leeg. Installeer nieuwe batterijen. 15 Paneelbeschrijvingen Voorpaneel fig.FrontPanel.eps 1 2 1 PHONES Jack (stereo) Sluit hier een apart verkrijgbare stereo koptelefoon aan. Via een koptelefoon kunt u hetzelfde geluid als dat van de LINE OUT Jack uitgangen horen. Gebruik de [MASTER] schuifregelaar om het volume van de koptelefoon aan te passen. Als de OUTPUT MODE (p.133) op ‘SPLIT’ is ingesteld, wordt alleen het geluid van de ritmetrack via de PHONES Jack uitgestuurd. 2 GUITAR/BASS Jack Sluit hier een gitaar of bas aan. Dit is een hoogohmige ingangsjack. 16 Paneelbeschrijvingen Achterpaneel fig.RearPanel.eps 1 2 1 Veiligheidsslot ( 3 4 5 ) http://www.kensington.com/ 2 LINE OUT Jacks Dit zijn analoge audio uitgangsjacks. U kunt deze op externe geluidsapparatuur aansluiten (bijv. een stereo versterker) of op een CD-recorder of soortgelijk apparaat om de analoge uitvoer van de BR-800 op te nemen (p.116). 3 FOOT SW/EXP PEDAL (Foot Switch/Expression Pedal) Jack Hier kan een apart verkrijgbare voetschakelaar (BOSS FS-5U, Roland DP-2) of expressiepedaal (Roland EV-5, BOSS FV500L/FV-500H) worden aangesloten. Als een voetschakelaar is aangesloten, kunt u uw voet gebruiken om het afspelen van de song te starten of stoppen of om punch/in/out uit te voeren. Als een expressiepedaal is aangesloten kunt u uw voet gebruiken om het Insert effect te besturen. ‘Een voetschakelaar/expressiepedaal gebruiken’ (p.129) 4 LINE IN Jack Dit is een ingangsjack voor analoge geluidssignalen. U kunt de uitgang van een draagbare geluidsspeler of soortgelijk apparaat op deze Jack aansluiten. 5 INPUT 1–4 Jacks Dit zijn microfoon/lijninvoer Jacks/aansluitingen. Twee types zijn beschikbaar: mono Jacks en gebalnceerde XLR aansluitingen. De XLR aansluiting van INPUT 4 kan in 48V fantoomvoeding voorzien. De mono Jacks accepteren zowel gebalanceerde als ongebalanceerde aansluitingen. ‘Een condensatormicrofoon gebruiken (PHANTOM POWER)’ (p.140) * U kunt de mono phone Jack en de XLR aansluiting niet gelijktijdig voor dezelfde ingang gebruiken. Sluit geen pluggen tegelijkertijd op beide aan. 17 Paneelbeschrijvingen Zijpaneel fig.SidePanel.eps 1 2 3 4 1 MEMORY CARD (SD card) ruimte Steek een SD-kaart in. Opnemen is niet mogelijk tenzij een SD-kaart is ingestoken. ‘SD-kaarten die met de BR-800 gebruikt kunnen worden’ (p.142) 2 USB-aansluiting • • • • Met deze aansluiting kunt u de BR-800 via een USB-kabel met een computer verbinden. Als de BR-800 op een computer is aangesloten, kunt u de volgende dingen doen. De BR-800 als een audio interface en regelpaneel gebruiken. Geluidsdata van en naar de computer sturen. Originele ritmes en drumkits creëren. Reservekopieën van data maken. ‘USB gebruiken’ (p.117) 3 [POWER] schakelaar Dit is de aan/uit schakelaar. Hiermee wordt de BR-800 aan- en uitgezet (p.34). Positie ON OFF USB Uitleg Stroom is aan, wanneer de bijgeleverde adaptor of batterijen worden gebruikt Stroom is uit Stroom is aan wanneer via een USB-kabel is verbonden. USB (voedingbus) kan gebruikt worden als de BR-800 via een USB-kabel met een computer is verbonden. Stroom wordt van de computer geleverd via de USB-kabel. Als busvoeding wordt gebruikt, stelt u de aan/ uit schakelaar op de USB-positie in. * Voordat u het apparaat via een USB bus van stroom kunt voorzien, moet u eerst de geschikte driver op de computer installeren (p.118). * Afhankelijk van de computer kan de BR-800 mogelijk niet werken met gebruik van busvoeding. In dat geval gebruikt u de adaptor. 4 DC IN (adaptor) Jack Sluit hier de bijgeleverde adaptor aan (p.32). • Gebruik alleen de meegeleverde adaptor. Als een andere adaptor wordt gebruikt, kan oververhitting en storing optreden. • Belangrijke data kunnen beschadigen als de adaptor tijdens gebruik wordt ontkoppeld. 18 Paneelbeschrijvingen Batterijen installeren 1 2 3 Zorg dat de [POWER] schakelaar op ‘OFF’ staat. Draai de BR-800 om. Verwijder het batterijdeksel. fig.Batt01.eps Batterijdeksel 4 Plaats zes AA batterijen in het batterijcompartiment. Let op dat u de juiste richting in acht neemt (+/richting). fig.Batt02.eps 5 Bevestig het batterijdeksel. • Als u het apparaat omkeert, plaatst u een stapeltje kranten of tijdschriften onder de vier hoeken aan beide kanten, om beschadigingen aan knoppen en regelaars te voorkomen. Probeer het apparaat altijd zo te plaatsen dat knoppen en regelaars niet kunnen beschadigen. • Als u het apparaat omkeert, behandelt u het voorzichtig en zorgt u dat het niet kan (om)vallen. • Wanneer onjuist gebruikt, kunnen batterijen exploderen of lekken en beschadigingen of verwondingen veroorzaken. In het belang van veiligheid leest en neemt u de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. • Volg de installatie-instructies voor batterijen zorgvuldig en neem de juiste polariteit in acht. • Gebruik geen nieuwe batterijen samen met gebruikte batterijen. Bovendien mogen verschillende types batterijen niet samen worden gebruikt. • Verwijder de batterijen wanneer het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt zal worden. • Als een batterij heeft gelekt, gebruikt u een zachte doek of keukenpapier om de resten van de ontlading uit het batterijcompartiment te vegen. Installeer dan nieuwe batterijen. Om ontsteking van de huid te voorkomen, moet u zorgen dat de batterijontlading niet in aanraking komt met uw handen of huid. Wees uitermate voorzichtig en zorg dat er geen ontlading in de buurt van uw ogen komt. Spoel het betreffende gebied direct onder stromend water als er ontlading in de ogen terecht is gekomen. • Bewaar batterijen nooit samen met metalen objecten zoals balpennen, kettingen, haarspelden, enz. • We adviseren u om alkaline batterijen te gebruiken, die een langere levensduur hebben. • Wanneer de batterijen leeg raken, wordt ‘Battery Low!’ in het display weergegeven. Als deze boodschap verschijnt, vervangt u de batterijen zo snel mogelijk. • De levensduur van de batterijen is afhankelijk van de manier van gebruik en het batterijmodel. Dit wordt tevens beïnvloed door het type SD-kaart en de capaciteit daarvan. 19 MEMO 20 Snelle start 21 De demosongs beluisteren De bij de BR-800 behorende SD-kaart bevat demosongs. Hier ziet u hoe de demosongs afgespeeld kunnen worden. 1. Aansluitingen maken Terwijl de BR-800 en de monitor luidsprekers zijn uitgezet, maakt u aansluitingen zoals hieronder wordt getoond. fig.Quick_EZ1-e.eps Monitor luidsprekers Adapter Naar de LINE OUT jacks Naar de GUITAR/BASS jack Stereo koptelefoon Als u een koptelefoon gebruikt, sluit u deze op de PHONES jack aan. 22 Elektrische gitaar Snelle start De demosongs beluisteren Voorbereiding voor opname 2. De stroom aanzetten * U moet de volgende procedure gebruiken om de stroom aan te zetten. Als een verkeerde volgorde wordt aangehouden, kunnen storingen of beschadigingen aan luidsprekers ontstaan. 1 Verlaag de [MASTER] schuifregelaar van de BR-800. 2 Zet de [POWER] schakelaar aan. 3 Zet de stroom van de monitor luidsprekers aan. Effecten gebruiken Opnemen/ afspelen fig.Quick_DemoSong2-1.eps Mastering Bewerken Ritme gebruiken fig.Quick_DemoSong2-2.eps 2 Zet de stroom van de monitor luidsprekers uit. 3 Zet de [POWER] schakelaar uit. Handige functies Zorg dat het afspelen van de song is gestopt. Als de song wordt afgespeeld, drukt u op de [STOP] knop om het afspelen te stoppen. * Zet de stroom niet uit als de ‘Keep power on!’ indicatie wordt getoond. 23 Appendix 1 USB gebruiken De stroom uitzetten De demosongs beluisteren 3. De demosongs beluisteren 1 Druk op de [MENU] knop. Het MENU scherm verschijnt. D_Menu_Input.eps 2 Gebruik de CURSOR [ ] [ druk op de [ENTER] knop. ] knoppen om de cursor naar ‘SONG’ te verplaatsen en Het SONG scherm verschijnt. D_Song_New.eps 3 Gebruik de CURSOR [ ] [ druk op de [ENTER] knop. ] knoppen om de cursor naar ‘SELECT’ te verplaatsen en Het SONG SELECT scherm verschijnt. 4 Gebruik de CURSOR [ ] [ ] knoppen om de cursor naar ‘DemoSong’ te verplaatsen en druk op de [ENTER] knop. Het speelscherm verschijnt. 24 Voorbereiding voor opname Stel de schuifregelaars op de hieronder getoonde posities in. fig.Quick_DemoSong3-5-e.eps Trackfaders op nominale positie. Druk op de [PLAY] knop. Het afspelen van de song zal beginnen. Verhoog langzaam de [MASTER] schuifregelaar om het volume aan te passen. Effecten gebruiken 6 Opnemen/ afspelen [MASTER] schuifregelaar op het minimum. 7 Verschuif de trackfaders om het volume van elke track naar wens aan te passen. 8 Druk op de [STOP] knop om het afspelen te stoppen. Ritme gebruiken fig.Quick_DemoSong3-6.eps Mastering Bewerken fig.Quick_DemoSong3-5.eps USB gebruiken • Het gebruik van de bij dit product geleverde song voor andere doeleinden dan strikt privé, zonder toestemming van de auteursrechthouder, is bij de wet verboden. Bovendien mag deze data niet gekopieerd of in een tweede auteursrechtelijk beschermd werk gebruikt worden zonder toestemming van de auteursrechthouder. Handige functies • Music Data Copyright: © 2010 BOSS Corporation 25 Appendix 5 Snelle start De demosongs beluisteren Opnemen met de EZ Recording functie EZ Recording is een functie die de start bvan een opname gemakkelijk maakt. Selecteer simpelweg een opnamebron en de gewenste muziekstijl. Het meest geschikte effect en ritme-instellingen zullen automatisch gemaakt worden. Bij wijze van voorbeeld ziet u hier hoe u een gitaar kunt opnemen. Voor details over aansluitingen en het aanzetten van de stroom kijkt u bij ‘1. Aansluitingen maken’ (p.22) en ‘2. De stroom aanzetten’ (p.23). 1. Maak opname-instellingen 1 Druk op de [EZ REC] knop. Het EZ REC-1 scherm verschijnt. D_EZ_Rec_New.eps 2 Gebruik de CURSOR [ ] [ ] knoppen om de cursor naar ‘NEW SONG’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. Het EZ REC-2 scherm verschijnt. D_EZ_Rec_Souce.eps Een nieuwe song zal gecreëerd worden als u ‘NEW SONG’ selecteert (p.36). Als u EZ Recording met de op dat moment geselecteerde song wilt gebruiken, selecteert u ‘CURRENT SONG’. 3 Gebruik de CURSOR [ ] [ ‘CATEGORY’ te kiezen. ] knoppen en draaiknop om de ‘SOURCE’ en Aangezien u een gitaar gaat invoeren, kiest u ‘E. GUITAR’ als de SOURCE. Als de CATEGORY kiest u de stijl die het meest in de buurt komt bij wat u voor de song in uw hoofd heeft. D_EZ_Rec_Category.eps Voor details over de parameters voor SOURCE en CATEGORY kijkt u bij ‘EZ Recording parameterlijst’ (p.30). 26 Druk op de [ENTER] knop. Voorbereiding voor opname 4 Het EZ REC-3 scherm verschijnt. Het effect en ritme voor de geselecteerde SOURCE en CATEGORY worden getoond. D_EZ_Rec_Result_Guitar.eps Opnemen/ afspelen U kunt de CURSOR [ ][ ] knoppen en de draaiknop gebruiken om het effect of ritme te veranderen. Druk op de [ENTER] knop. Hiermee zijn de opname-instellingen voltooid. Effecten gebruiken 5 Snelle start Opnemen met de EZ Recording functie 1 Ritme gebruiken 2. Opnemen Stel de schuifregelaars op de posities die hieronder worden getoond in. fig.Quick_DemoSong3-5-e.eps Bewerken Trackfaders op nominale positie. Draai aan de [REC LEVEL] knop om het opnameniveau aan te passen. Pas het niveau zo aan, dat de INPUT niveaumeter binnen de reeks van –12 (tussen –24 en –6)-0 beweegt. USB gebruiken fig.Quick_EZ2-2.eps Handige functies Aanpassen tot -12–0 dB 27 Appendix 2 Mastering [MASTER] schuifregelaar op het minimum. Opnemen met de EZ Recording functie 3 Verhoog langzaam de [MASTER] schuifregelaar om het volume aan te passen zodat het geschikt is voor afluistering. fig.Quick_EZ2-3.eps 4 Druk op de [REC] knop. De [REC] knop knippert rood. De BR-800 bevindt zich nu in de opname-standby modus. fig.Quick_EZ2-4-e.eps Knipperend 5 Druk op de [PLAY] knop. De [PLAY] knop is groen verlicht, de [REC] knop is rood verlicht en de opname begint. Op het moment dat de opname start, begint het ritme te klinken. fig.Quick_EZ2-5-e.eps Verlicht 6 Druk op de [STOP] knop om met opnemen te stoppen. De track 1 [PLAY] knop is groen verlicht, wat aangeeft dat er op track 1 een opname is uitgevoerd. fig.Quick_EZ2-6.eps 28 Snelle start Opnemen met de EZ Recording functie 1 Voorbereiding voor opname 3. Afspelen Druk op de [ZERO] knop om naar het begin van de song terug te keren. De huidige tijdslocatie verandert in 00:00:00-00:0 Opnemen/ afspelen fig.Quick_EZ3-1.eps Het afspelen van de song begint. Gebruik de [MASTER] schuifregelaar om het afspeelvolume aan te passen. Ritme gebruiken fig.Quick_EZ3-2.eps Effecten gebruiken Druk op de [PLAY] knop. Handige functies USB gebruiken Mastering Bewerken Hiermee is opnemen met gebruik van de EZ Recording functie voltooid. Ga uw gang en probeer dezelfde methode met andere instrumenten of de interne microfoons . 29 Appendix 2 Opnemen met de EZ Recording functie EZ Recording parameterlijst SOURCE Kies de instelling die geschikt is voor de ingangsbron die u opneemt. Parameter E.GUITAR AC.GUITAR (GTR IN) AC.GUITAR (MIC) BASS VOCAL (MIC) VOCAL (IN4) SIMUL (E+IN4) SIMUL (AC+IN4) SIMUL (E+MIC) KEYBOARD MIC IN1&IN2 LINE IN USB 30 Uitleg Kies dit als u een elektrische gitaar, die op de GUITAR/BASS Jack is aangesloten, opneemt. Kies dit als u een akoestische gitaar, die op de GUITAR/BASS Jack is aangesloten, opneemt. Kies dit als u een akoestische gitaar via de interne stereo microfoons opneemt. Kies dit als u een elektrische bas, die op de GUITAR/BASS Jack is aangesloten, opneemt. Kies dit als u vocalen via de interne stereo microfoons opneemt. Kies dit als u vocalen opneemt via een microfoon die op de INPUT 4 Jack is aangesloten. Kies dit als u een gitaar, die op de GUITAR/BASS Jack is aangesloten, tegelijk met de vocalen via een microfoon die op de INPUT4 Jack is aangesloten wilt opnemen. Kies dit als u een akoestische gitaar, die op de GUITAR/BASS Jack is aangesloten, tegelijk met de vocalen via een microfoon die op de INPUT 4 Jack is aangesloten wilt opnemen. Kies dit als u een akoestische gitaar, die op de GUITAR/BASS Jack is aangesloten, tegelijk met de vocalen via de interne stereo microfoons wilt opnemen. Kies dit als u een toetsenbord, dat in stereo op de INPUT 1 Jack en INPUT 2 Jack is aangesloten, wilt opnemen. Kies dit als de interne stereo microfoons worden gebruikt. Kies dit als u opneemt via microfoons die op de INPUT 1 Jack en INPUT 2 Jack zijn aangesloten. Kies dit als u geluid van een draagbare geluidsspeler of ander apparaat dat op de LINE IN Jack is aangesloten wilt opnemen. Kies dit als u geluid dat via de USBaansluiting wordt ingevoerd wilt opnemen. Parameter 4CH INPUT Uitleg Kies dit als u via microfoons of andere apparaten die op de INPUT 1-4 Jacks zijn aangesloten wilt opnemen. CATEGORY Kies de muziekstijl die het dichtst ligt bij hetgeen u voor de song in uw hoofd heeft. Parameter ROCK METAL POP BALLAD BLUES R&B JAZZ FUSION COUNTRY Voorbereiding voor opname 31 Aansluitingen maken Maak aansluitingen zoals in de illustraties hieronder wordt getoond. Zorg dat alle apparatuur is uitgeschakeld voordat u aansluitingen maakt. fig.panel-e.eps ■ Voorpaneel Elektrische gitaar of bas Stereo koptelefoon ■ Achterpaneel Draagbare geluidsspeler, enz. Monitor luidsprekers enz. Microfoon Voetschakelaar (FS-5U, enz.) Expressiepedaal (Roland EV-5, enz.) Toetsenbord, enz. ■ Zijpaneel Adaptor Computer 32 Dit aparaat is uitgerust met gebalanceerde XLR Jacks. Bedradingschema’s voor deze Jacks worden hieronder getoond. Maak aansluitingen nadat u eerst de bedradingschema’s van andere apparatuur die wilt aansluiten heeft gecontroleerd. De XLR aansluiting van INPUT 4 kan 48 V fantoomvoeding leveren, zodat u een condensatormicrofoon kunt aansluiten (p.140). fig.00-130.eps Polariteitsschakelaar • Gebruik alleen het gespecificeerde expressiepedaal (Roland EV-5, BOSS FV-500L/FV500H, apart verkrijgbaar). Als andere expressiepedalen worden aangesloten, riskeert u storingen en/of beschadigingen van het apparaat. Snelle start Voorbereiding voor opname • Als u een expressiepedaal gebruikt, stelt u het MIN volume van het pedaal op ‘0’ in. Een sleuf (snoerhaak) voor het vastzetten van het adaptorsnoer bevindt zich aan de onderkant van de BR-800. fig.CordHook02.eps • Gebruik geen overmatige kracht als u het snoer in de snoerhaak duwt. Hierdoor kan het snoer breken. • Als u het apparaat omkeert, neemt u een stapeltje kranten of tijdschriften die u onder de vier hoeken aan beide kanten plaatst om te voorkomen dat knoppen en regelaars beschadigen. Ook moet u proberen het apparaat zo te plaatsen dat knoppen en regelaars niet kunnen beschadigen. • Behandel het apparaat zorgvuldig als u het omkeert. Pas op dat het niet (om)valt. 33 Appendix Om de onopzettelijke stroomonderbreking naar het apparaat te voorkomen (als de stekker er per ongeluk wordt uitgetrokken), en om te voorkomen dat de adaptor Jack overmatig wordt belast, zet u het netsnoer met gebruik van de snoerhaak vast, zoals in de illustratie wordt getoond. Handige functies De snoerhaak gebruiken USB gebruiken Mastering Bewerken fig.XLR/TRSJack.eps • Wanneer de FS-5U voetschakelaar (apart verkrijgbaar) wordt gebruikt, moet de polariteitsschakelaar worden ingesteld zoals hieronder wordt getoond. Effecten gebruiken • Een rondzingend geluid kan geproduceerd worden, afhankelijk van de locatie van microfoons ten opzichte van de luidsprekers. Dit kan verholpen worden door: 1. de richting van de microfoon(s) te veranderen. 2. de microfoon(s) op meer afstand van de luidsprekers te plaatsen. 3. het verlagen van volumeniveaus. • Sommige aansluitkabels bevatten weerstanden. Wanneer aansluitkabels met weerstanden worden gebruikt, kan het geluidsniveau uitermate laag of zelfs onhoorbaar zijn. Voor informatie over kabelspecificaties raadpleegt u de fabrikant van de kabel. Ritme gebruiken • Om storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen, draait u het volume altijd helemaal laag, en zet u alle apparaten uit voordat aansluitingen worden gemaakt. Opnemen/ afspelen Aansluitingen maken De stroom aan/uitzetten De stroom aanzetten Nadat de aansluitingen zijn gemaakt (p.32), zet u de verschillende apparaten in de gespecificeerde volgorde aan. Wanneer apparaten in de verkeerde volgorde worden aangezet, riskeert u storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers en andere apparaten. 1 Controleer het volgende voordat u de stroom aanzet. De stroom uitzetten 1 2 3 ❒ Zijn de aansluitingen met de externe apparatuur op juiste wijze gemaakt? ❒ Zijn de volumeregelaars van de BR-800 en de aangesloten apparatuur op de minimum positie ingesteld? 4 Zorg dat het afspelen van de song is stopgezet. Zet de apparatuur uit, in omgekeerde volgorde van de manier waarop deze werd aangezet. Controleer of ‘Keep power on!’ niet in het display van de BR-800 wordt weergegeven. Zet de [POWER] schakelaar van de BR-800 uit. ❒ Is de SD-kaart ingestoken? (p.142). 2 Verlaag de [MASTER] schuifregelaar van de BR-800. fig.P-On01.eps • Zorg dat de recorder is gestopt voordat u de BR800 uitzet. Als u de stroom tijdens opnemen of afspelen uitzet, zullen de data, mixerinstellingen of effect Patch-data verloren gaan. • Als de adaptor wordt gebruikt, moet u zorgen dat de adaptor tijdens gebruik niet wordt ontkoppeld. Data kan verloren gaan als de adaptor tijdens gebruik wordt ontkoppeld. 3 4 • Wanneer het apparaat via een USB-bus van stroom wordt voorzien, moet u zorgen dat de USB-kabel er niet wordt uitgetrokken terwijl het apparaat in gebruik is. Data kan beschadigen als de USB-kabel wordt ontkoppeld. Zet de stroom van de apparatuur die op de ingangsjacks (GUITAR/BASS, INPUT, LINE IN) Jacks is aangesloten aan. Zet de [POWER] schuifregelaar op het zijpaneel aan. fig.P-On02.eps • Als de stroom wordt uitgezet terwijl ‘Keep power on!’ in het display wordt getoond, kan data verloren gaan. Zet de stroom nooit uit terwijl deze indicatie wordt weergegeven. • Dit apparaat is met een beveiligingscircuit uitgerust. Nadat het apparaat is opgestart duurt het daarom enkele seconden voordat het apparaat normaal zal werken. • Vanuit de fabriek is een SD-kaart in de MEMORY CARD sleuf van de BR-800 aangebracht. • Zorg dat het volumeniveau altijd laag staat voordat u de stroom aanzet. Zelfs als het volume helemaal laag staat, kan er nog steeds geluid te horen zijn als de stroom wordt aangezet Dit is normaal en duidt niet op een storing. 5 34 Zet de stroom van apparatuur die op de LINE OUT Jacks is aangesloten aan. • Raak de knoppen niet aan terwijl de stroom van de BR-800 wordt aangezet. Het apparaat kan storingen vertonen als u de stroom aanzet terwijl u een knop aanraakt. Opnemen/ afspelen 35 Opnemen Een nieuwe song creëren (SONG NEW) De BR-800 beheert uw opnames in eenheden die ‘songs’ worden genoemd. Om een nieuwe song op te nemen, voert u onderstaande procedure uit. 1 2 Druk op de [MENU] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘SONG’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. Een song selecteren (SONG SELECT) Selecteer de song die u wilt opnemen. 1 2 Druk op de [MENU] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘SONG’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. D_Song_New.eps D_Song_New.eps 3 3 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘NEW’ te verplaatsen en druk op de [ENTER] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘SELECT’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. Het SONG SELECT scherm verschijnt. D_Song_Select.eps Het SONG NEW scherm verschijnt. D_SongNew.eps Een ‘*’ wordt naast de op dat moment geselecteerde song getoond. 4 4 Druk op de [ENTER] knop. Gebruik de CURSOR [ song te selecteren. ][ ] knoppen om een In het display wordt gevraagd ‘Are you sure?’ 5 5 Druk op de [ENTER] knop. Een nieuwe song zal gecreëerd worden, en u keert naar het Play scherm terug. * Het display geeft ‘Keep power on!’ aan terwijl de data wordt bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze boodschap wordt getoond. 36 Druk op de [ENTER] knop. De song wordt geselecteerd en u keert naar het Play scherm terug. * Het display geeft ‘Keep power on!’ aan terwijl de data wordt bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze boodschap wordt getoond. D_Input.eps Instelling INPUT OFF MONO REC STEREO REC SIMUL REC 4TRACK REC Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘INPUT’ te verplaatsen, en gebruik de draaiknop om de ingangsbron die u wilt opnemen te selecteren. Instelling GUITAR/ BASS MIC L/R INPUT 1&2 INPUT4 LINE IN USB GTR & MIC L/R Uitleg Kies dit als een gitaar of bas die op de GUITAR/BASS Jack is aangesloten wordt opgenomen. Kies dit als de interne stereo microfoons worden gebruikt. Kies dit als een microfoon of instrumenten die op de INPUT 1 Jack en INPUT 2 Jack zijn aangesloten worden opgenomen. Kies dit als een microfoon of instrument dat op de INPUT 4 Jack is aangesloten wordt opgenomen. Kies dit als het geluid van een draagbare geluidsspeler of ander apparaat dat op de LINE IN Jack is aangesloten wordt opgenomen. Kies dit als het geluid dat via de USBaansluiting wordt ingevoerd wordt opgenomen. Kies dit als een gitaar of bas, die op de GUITAR/BASS Jack is aangesloten, tegelijk met de vocalen via de interne stereo microfoons wordt opgenomen. Uitleg Invoer is uitgeschakeld (er zal niet opgenomen worden) De opname vindt op twee tracks plaats (stereo). Elke invoer zal gelijktijdig op een aparte track worden opgenomen. Vier tracks worden gelijktijdig opgenomen. * De beschikbare MODE instellingen zijn afhankelijk van de ingangsbron die u bij INPUT kiest. 5 Snelle start Voorbereiding voor opname De opname vindt op één track plaats. Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het Play scherm terug te keren. Mastering 3 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘MODE’ te verplaatsen, en gebruik de draaiknop om het aantal tracks dat u gaat opnemen te kiezen. Effecten gebruiken 4 De ingangsgevoeligheid aanpassen Pas de ingangsgevoeligheid aan, passend bij de ingangsbron. Input INPUT 1–4 Jacks Internal stereo microphones GUITAR/BASS Jack LINE IN Jack USB connector Om de gevoeligheid aan te passen Gebruik de INPUT SENS knop van elke ingang om de ingangsgevoeligheid aan te passen. Pas de gevoeligheid zo aan, dat de PEAK indicator tijdens de hardste geluiden kort oplicht. Pas het volume op het externe apparaat dat is aangesloten aan. De ingangsgevoeligheid kan niet op de BR-800 worden aangepast. 37 USB gebruiken Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘INPUT SELECT’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. Handige functies 2 INPUT 1-4 Druk op de [MENU] knop. Appendix 1 Ritme gebruiken GTR & INPUT4 Hier ziet u hoe de ingangsbron wordt geselecteerd, en het aantal tracks dat u wilt gebruiken wordt gespecificeerd. Uitleg Kies dit als een gitaar of bas, die op de GUITAR/BASS Jack is aangesloten, tegelijk met de vocalen via een microfoon die op de INPUT4 Jack is aangesloten wordt opgenomen. Kies dit wanneer microfoons of andere apparaten die op de INPUT 1-4 Jacks zijn aangesloten worden opgenomen. Bewerken Instelling De ingangsbron selecteren Opnemen/ afspelen Opnemen Opnemen Het opnameniveau aanpassen Hier ziet u hoe het volume van de opname op de track wordt aangepast. 1 2 3 Verlaag de [MASTER] schuifregelaar. Indicator Niet verlicht Verlicht Knipperend fig.Rec01.eps Draai de [REC LEVEL] knop naar het midden, en verhoog langzaam de [MASTER] schuifregelaar. Gebruik de [REC LEVEL] knop om het opnameniveau aan te passen. Pas het niveau zo aan, dat de INPUT niveaumeter binnen de reeks van –12 (tussen –24 en –6) –0 dB beweegt. De track(s) die geselecteerd kunnen worden zijn afhankelijk van de MODE die u bij INPUT heeft geselecteerd. MODE I Probeer op het hardst mogelijke volume op te nemen, juist voordat het geluid begint te vervormen. Als u het monitorvolume wilt laten afnemen, verlaagt u de [MASTER] schuifregelaar. 4 MONO REC STEREO REC Gebruik de [MASTER] schuifregelaar om het volume in te stellen zodat het geschikt is voor beluistering. * Als u een aansluitkabel die een ingebouwde weerstand bevat gebruikt, kan het volume op het aangesloten apparaat onvoldoende zijn. In dit geval gebruikt u een aansluitkabel zonder ingebouwde weerstand (zoals een kabel uit de Roland PCS serie). SIMUL REC De track(s) die u wilt opnemen selecteren 1 4TRACK REC Druk op één van de track 1-7/8 [REC] knoppen om de track(s) waarop opgenomen zal worden te selecteren. De indicators op de knoppen tonen de trackstatus als volgt: 38 Uitleg Track die niet opgenomen zal worden. Tracks die opgenomen zal worden. Track die door middel van LoopRecording opgenomen zal worden (p.41). Uitleg Mono opname die één track gebruikt. U kunt één van de tracks 1-4 kiezen. U kunt ook in stereo opnemen door op de track 5/6 [REC] of track 7/8 [REC] knop te drukken. Stereo opname met gebruik van twee tracks. Druk op de track 1 [REC] of track 2 [REC] knop om het trackpaar 1 en 2 te selecteren of druk op de track 3 [REC] of track 4 [REC] knop om het trackpaar 3 en 4 te selecteren. Gelijktijdige opname met gebruik van twee tracks. Druk op de track 1 [REC] of track 2 [REC] knop om het trackpaar 1 en 2 te selecteren of druk op de track 3 [REC] of track 4 [REC] knop om het trackpaar 3 en 4 te selecteren. Gelijktijdige opname met gebruik van vier tracks. Druk op één van de track 1-4 [REC] knoppen om de vier tracks 1-4 te selecteren of druk op de track 5/6 [REC] of track 7/8 [REC] knop om de vier tracks 5-8 te selecteren. Alle BR-800 tracks bevatten acht ‘V-Tracks’, en u kunt één van deze V-Tracks kiezen voor opname of afspelen. Met gebruik van V-Tracks kunt u meerdere takes (opnames) van een gitaarsolo of vocaal opnemen en vergelijken, en dan de track die u het beste vindt gebruiken. 2 Elke track bestaat uit acht virtuele tracks, die voor opname of afspelen gekozen kunnen worden. Dit betekent dat u maximaal 64 tracks kunt opnemen, en dan acht tracks kunt selecteren om af te spelen. Deze virtuele tracks waaruit de werkelijke tracks bestaan, worden ‘V-Tracks’ genoemd. Druk op de [TRACK] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘V-TRACK’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. V-Track1 V-Track2 V-Track3 V-Track4 V-Track5 V-Track6 V-Track7 V-Track8 Snelle start Effecten gebruiken 1 Wat zijn V-Tracks? Opnemen/ afspelen V-Tracks selecteren Voorbereiding voor opname Opnemen Het V-TRACK scherm verschijnt. Ritme gebruiken D_V-Track.eps Uitleg Huidige geselecteerde V-Track (opgenomen data bestaat) Huidig geselecteerde V-Track (geen opgenomen data) Bewerken Indicatie V-Track die opgenomen data bevat 4 Gebruik de track 7/8 [REC] knoppen of de CURSOR [ ] [ ] knoppen om de track waarvan u de V-Track wilt veranderen te selecteren. USB gebruiken 3 Mastering V-Track die geen opgenomen data bevat Gebruik de draaiknop om de V-Track te veranderen. Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het Play scherm terug te keren. 39 Appendix 5 Handige functies * V-MST van track 7/8 is de V-Track voor Masteren. Deze wordt ook voor conventioneel opnemen gebruikt. Opnemen Het stereo-gevoel van het invoergeluid aanpassen (PAN) U kunt het stereo-gevoel (pan) van het invoergeluid van het instrument aanpassen. 1 2 Opnemen 1 Druk op de [REC] knop. De [REC] knop knippert rood, en de BR-800 wordt in de opname-standby modus geplaatst. fig.Rec03-e.eps Druk op de [TRACK] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘PAN’ (panorama) te verplaatsen en druk op de [ENTER] knop. Blinking 2 Het PAN scherm verschijnt. Druk op de [PLAY] knop. De opname zal beginnen. D_Pan.eps De [PLAY] knop is groen verlicht en de [REC] knop is rood verlicht. fig.Rec04-e.eps Verlicht 3 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de invoer of track, waarvan u de instelling wilt bewerken, te selecteren. * U kunt de cursor naar elke track verplaatsen door op de [REC] knop van de betreffende track te drukken. 4 5 Om de opname te stoppen drukt u op de [STOP] knop. De track [PLAY] knop is groen verlicht, wat aangeeft dat er op die track geluid is opgenomen. Gebruik de draaiknop om de pan aan te passen terwijl u naar het invoergeluid luistert. * Het is niet mogelijk om geluid dat korter is dan een seconde af te spelen. De paninstelling die u hier maakt wordt automatisch op de pan van de track waarop u gaat opnemen toegepast. Dit betekent dat als u afspeelt, u het geluid met dezelfde panning als tijdens de opname zult horen. * ‘Keep power on!’ wordt in het display weergegeven terwijl de data wordt bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze boodschap wordt weergegeven. Als u opnieuw wilt opnemen Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het Play scherm terug te keren. Als u nieuw materiaal opneemt terwijl u naar eerder opgenomen materiaal luistert, kan het u opvallen dat het geluid dat u speelt onder het eerder opgenomen geluid bedolven wordt, zodat het moeilijk te horen is. In dat soort gevallen kunt u uzelf gemakkelijker horen als u de pan aanpast. U zult het misschien handig vinden om de afspeeltracks naar links (of rechts) te pannen en uw huidige uitvoering naar rechts (of links) te pannen. 40 3 Verlicht Druk op de [RETRY] knop om terug te keren naar de tijdslocatie waar u voor het laats met opnemen begon. Zelfs tijdens opnemen of afspelen kunt u op deze knop drukken om terug te keren. Dit is handig als u ‘Keep power on!’ wordt in het display weergegeven terwijl de data wordt bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze boodschap wordt weergegeven. 1 De tijdslocatie van de song keert naar 00:00:00-00:0 terug. Met gebruik van Loop Recording kunt u op eenvoudige wijze geloopte frases creëren, die dezelfde frase een aantal malen herhalen. 2 fig.looprec-e.eps Druk op de [ZERO] knop. Opnemen/ afspelen Loop Recording is een functie waarmee de opgenomen data gekopieerd wordt als u stopt met opnemen, zodat deze ongeveer 200 maten in beslag neemt. Druk op de [PLAY] knop. De [PLAY] knop is groen verlicht, en het afspelen begint. U kunt de trackfaders gebruiken om het afspeelvolume van elk spoor aan te passen. 1 Ongeveer 200 maten 3 Om het afspelen te stoppen drukt u op de [STOP] knop. Ritme gebruiken De opname starten De opname stoppen Voorbereiding voor opname Afspelen Effecten gebruiken Loop Recording Snelle start Opnemen Druk een aantal malen op de gewenste track 1-7/8 [REC] knop om de track 1-7/8 [REC] knop te laten knipperen. fig.LoopRec.eps Neem op, volgens de beschrijving in ‘Opnemen’ (p.40). Handige functies USB gebruiken Als de opname eindigt, zal de opgenomen data gekopieerd worden (ongeveer 200 maten). 41 Appendix 2 Mastering Bewerken Knipperend Aanvullende uitvoeringen opnemen (Overdubben) Tracks waarvan de [PLAY] knop verlicht is of knippert, bevatten reeds opgenomen geluid. Het proces van het luisteren naar eerder opgenomen geluid terwijl u aanvullend materiaal op een andere track opneemt wordt ‘overdubben’ genoemd. Hiermee kunt u gedeeltes zoals bas, gitaar en vocalen op aparte tracks opnemen, en dan hun volumebalans en panning achteraf bijstellen of de uitvoering van een specifiek gedeelte opnieuw opnemen. 1 Druk op één van de track 1-7/8 [REC] knoppen om de track die u wilt afspelen te selecteren. 5 Als u klaar bent met opnemen, drukt u op de [STOP] knop. • Let op, als u opneemt op een track die als opgenomen geluid bevat, wordt de vorige opname gewist. • Als u geluid opneemt dat korter is dan één seconden, kan dat geluid niet afgespeeld worden. De status van elke track wordt getoond door de manier waarop de [PLAY] knop is verlicht. Een handige tip voor overdubben Indicator Niet verlicht Verlicht Knipperend 2 3 Uitleg Track zonder data (niet opgenomen) Track die gespeeld zal worden Track die niet gespeeld zal worden Gebruik de trackfaders om het volume van de tracks die gespeeld zullen worden aan te passen. Druk op de [REC] knop. [REC] knippert rood, en de BR-800 wordt in de opname-standby modus geplaatst. 4 Druk op de [PLAY] knop. De opname begint. De [PLAY] knop is groen verlicht en de [REC] knop is rood verlicht. Alleen het geluid dat u nu speelt wordt op de nieuwe track opgenomen. Het geluid van de tracks die afgespeeld worden zal niet opgenomen worden. Als u de [REC LEVEL] knop tijdens de opname verlaagt om het geluid van de ingangsbron te verlagen, zal het geluid op de track op een lager volume worden opgenomen. Hierdoor kan ruis duidelijker hoorbaar zijn als u het volume van de track tijdens afspelen verhoogt. * Als u het afluisteringvolume van de ingangsbron tijdens de opname wilt verlagen, gebruikt u daarvoor de [MASTER] schuifregelaar. Als u het volume van afgespeelde opnames wilt bijstellen, gebruikt u de trackfaders van de betreffende track. 42 Als u nieuw materiaal opneemt terwijl u naar eerder opgenomen materiaal luistert, kan het geluid dat u speelt onder het eerder opgenomen geluid worden bedolven, zodat u zichzelf moeilijk kunt horen. Als dit het geval is, kunt u zichzelf gemakkelijker horen als u de schuifregelaars van de afspeeltracks verlaagt of de pan van de afspeeltracks helemaal naar links (rechts) draait terwijl u de pan van het geluid dat u speelt helemaal naar rechts (links) draait. ‘Het stereo-gevoel van het invoergeluid aanpassen (PAN)’ (p.40). 4 De Repeat regio specificeren Met gebruik van de ‘Repeat’ functie kunt u een gespecificeerde regio herhaaldelijk afspelen. Snelle start Als u de gespecificeerde Repeat regio wilt opslaan, slaat u de song op. ‘Een song opslaan (SAVE CURRENT STATE)’ (p.109). Opnemen/ afspelen De Repeat regio zal als volgt herhaaldelijk worden afgespeeld. fig.01-570 Tijd Start herhalen (A) Druk op de [REPEAT] knop op het punt waar u met herhalen wilt beginnen (punt A). • Als u de [REPEAT] knop indrukt op een locatie dichter dan één seconden van het Repeat startpunt (A), zal het Repeat startpunt (A) opnieuw op die locatie worden ingesteld. Het Repeat A symbool ( Ritme gebruiken fig.Repeat01.eps ) zal in het scherm Druk op de [REPEAT] knop op het punt waar u de herhaling wilt beëindigen (punt B). Mastering 2 Bewerken verschijnen, waarmee wordt aangegeven dat het begin van de herhaling (punt A) gespecificeerd is. fig.Repeat01.eps ) zal in het scherm USB gebruiken Het Repeat B symbool ( verschijnen, wat aangeeft dat de herhaal regio (A-B) is gespecificeerd. Als u de Repeat instelling wilt wissen, drukt u nogmaals op de [REPEAT] knop. Handige functies 3 De Repeat instellingen worden gewist, en het Repeat symbool verdwijnt uit het scherm. 43 Appendix 1 Einde herhalen (B) • Er moet minstens één seconde tussen de Repeat start (A) en eind (B) punten zijn. U kunt het eindpunt niet dichter dan één seconde van het startpunt instellen. Effecten gebruiken Repeat (herhalen) Voorbereiding voor opname Herhaald afspelen (Repeat) Herhaald afspelen (Repeat) De Repeat regio op een exact interval instellen Gewoonlijk worden de Repeat start/eindpunten ingesteld op het moment dat u de [REPEAT] knop indrukt, wat betekent dat de Repeat regio mogelijk niet precies zoals bedoeld wordt ingesteld. In dat soort gevallen kunt u de ‘Quantize’ optie gebruiken, zodat de Repeat regio in nauwkeurige eenheden van één maat wordt ingesteld, ongeacht de timing waarmee u op de [REPEAT] knop drukt. Om Quantize te gebruiken maakt u de volgend instellingen. 1 2 3 Druk op de [MENU] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘SYSTEM’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘AB QUANTIZE’ te verplaatsen, en gebruik de draaiknop om de instelling in ‘ON’ te veranderen. Als dit op OFF staat, wordt Quantize niet toegepast. D_System_AB.eps 4 Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het Play scherm terug te keren. Als u Quantize gebruikt tijdens het specificeren van de Repeat regio, en u het tempo verandert nadat de instelling is gemaakt, komen de Repeat start/ eindpunten niet meer overeen met het begin en eind van de maat. 44 Als u de [REPEAT] knop twee keer op dezelfde locatie indrukt, kunt u de Repeat regio op één enkele maat instellen. Afspelen Opnemen Afspelen Tijd Start [PLAY] Punch-In [REC] Punch-Out [REC] Stop [STOP] 5 Op de BR-800 kunt u ‘handmatige Punch-In/Out’ of ‘auto Punch-In/Out’ gebruiken. Handmatige Punch-In/Out Met deze methode kunt u de [REC] knop of een voetschakelaar gebruiken om Punch-In/Out handelingen uit te voeren. Ga naar een positie in de song die ligt voor het punt waarop u opnieuw wilt opnemen, en druk dan op de [PLAY] knop om af te spelen. Op het moment dat u met opnieuw opnemen wilt beginnen, drukt u op de [REC] knop. Punch-In wordt uitgevoerd, en u bevindt zich in de opname modus. 6 Als u klaar bent om Punch-Out te gebruiken, drukt u nogmaals op de [REC] knop (of druk op de [PLAY] knop). Elke keer dat u op de [REC] knop drukt, wisselt u tussen punch-in en punch-out af. U kunt deze procedure zo vaak u wilt herhalen, als er andere regio’s zijn die u opnieuw wilt opnemen. * Wanneer handmatige Punch-In/Out wordt gebruikt, moet u zorgen dat er minimaal 1.0 seconde tussen Punch-In en Punch-Out is. Voorbereiding voor opname Opnemen/ afspelen 4 fig.01-170 Effecten gebruiken Terwijl u luistert, om de track die opnieuw opgenomen zal worden met de ingangsbron te vergelijken, gebruikt u de [REC LEVEL] knop om de ingangsbron bij te stellen, zodat er geen verschil in volume is. Terwijl de track speelt, kunt u ‘punch-in’ gebruiken om van afspelen naar opnemen over te schakelen. Dan kunt u ‘punch-out’ gebruiken om met afspelen verder te gaan, en dit alles zonder te stoppen. Punch-In op het punt waar u opnieuw wilt opnemen, en Punch-Out waar u wilt stoppen met het opnieuw opnemen. Speel de song af, en gebruik de [REC LEVEL] knop om het volume van de ingangsbron aan te passen. Ritme gebruiken 3 Bewerken Als u opneemt, kunnen er momenten zijn waarop u een fout maakt of niet kunt spelen zoals u bedoelde. In dat soort gevallen kunt u Punch-In/Out gebruiken om alleen een gespecificeerd deel opnieuw op te nemen. Snelle start Alleen een vergissing opnieuw opnemen (Punch-In/Out) * Terwijl de data wordt bijgewerkt, wordt ‘Keep power on!’ in het display getoond. Zet de stroom nooit uit terwijl deze boodschap wordt weergegeven. USB gebruiken Druk op de track 1 [REC] knop. Om te stoppen met opnemen drukt u op de [STOP] knop. De track 1 [REC] knop is verlicht. 8 2 Stel de track [1] schuifregelaar op de positie die in de illustratie wordt getoond. fig.Panchin01.eps Beluister het opnieuw opgenomen resultaat. Ga terug naar een punt eerder dan het punt waarop u begon met opnemen, en speel af. Gebruik de track [1] schuifregelaar om het volume van track 1 aan te passen. U kunt de Undo functie (p.48) gebruiken om naar de status van voor de nieuw gemaakte opname terug te keren. 45 Handige functies 1 7 Appendix In dit voorbeeld leggen we uit hoe u handmatige Punch-In/ Out kunt gebruiken om een gedeelte van de eerder opgenomen track 1 opnieuw op te nemen. Mastering ■ De [REC] knop gebruiken Alleen een vergissing opnieuw opnemen (Punch-In/Out) ■ Een voetschakelaar gebruiken Als u zelf een instrument bespeelt en tegelijkertijd het opnamesysteem bedient, is het gemakkelijk om een apart verkrijgbare voetschakelaar te gebruiken (zoals een BOSS FS-5U of Roland DP-2), zodat handelingen met de voet uitgevoerd kunnen worden. Sluit de voetschakelaar op de FOOT SW / EXP PEDAL Jack aan, en verander de functie van de FOOT SW / EXP PEDAL Jack als volgt. 1 2 Auto Punch-In/Out ‘Auto Punch-In/Out’ is de handeling van het automatisch toepassen van Punch-In en Punch-Out op locaties die u van te voren aangeeft. Dit is handig als u Punch-In/Out op nauwkeurige locaties wilt toepassen of als u wilt dat de Punch-In/Out automatisch wordt toegepast, zodat u zich op uw spel kunt concentreren. * Wanneer auto Punch-In/Out wordt gebruikt, moet er meer dan 1.0 seconde tussen de Punch-In en Punch-Out punten zijn. Druk op de [MENU] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘SYSTEM’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. ■ De locaties specificeren U moet de Punch-In en Punch-Out locaties specificeren voordat u met opnemen begint. D_System_LCD.eps 1 2 3 4 Gebruik de CURSOR [ ][ ‘FOOT SWITCH’ te selecteren. ] knoppen om Druk op de [MENU] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘AUTO Punch In/Out’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. D_Punch_On.eps Gebruik de draaiknop om ‘REC’ te selecteren. D_System_FS_Rec.eps 3 5 Instelling ON Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het Play scherm terug te keren. U kunt Punch-In uitvoeren door de voetschakelaar tijdens het afspelen van de song in te drukken, en Punch-Out uitvoeren door de voetschakelaar nogmaals in te drukken. 46 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘ON/OFF’ te verplaatsen en draai aan de draaiknop om ‘ON’ te kiezen. OFF Uitleg Auto Punch-In/Out is ingeschakeld. Auto Punch-In/Out is uitgeschakeld. Instelling TIME MEASURE Uitleg De locaties in tijdeenheden specificeren. De locaties in maateenheden specificeren. In dit voorbeeld leggen we uit hoe de auto Punch-In/Out locatie vooraf gespecificeerd wordt, en dan nemen we een gespecificeerde regio van de eerder opgenomen track opnieuw op. 1 Druk op de track 1 [REC] knop. De track 1 [REC] knop is verlicht. 2 Snelle start ■ Opnemen Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘DISP’ te verplaatsen, en draai aan de draaiknop om de eenheden waarin u de locaties gaat specificeren te kiezen. Stel de track [1] schuifregelaar op de in de illustratie getoonde positie in. Opnemen/ afspelen 4 Voorbereiding voor opname Alleen een vergissing opnieuw opnemen (Punch-In/Out) Terwijl u luistert om de track die opnieuw wordt opgenomen met de ingangsbron te vergelijken, gebruikt u de [REC LEVEL] knop om de ingangsbron bij te stellen, zodat er geen verschil in volume is. U kunt naar de huidige locatie gaan door de [ENTER] knop in te drukken. Druk op de [REC] knop om naar de opname-standby modus te gaan, en druk dan op de [PLAY] knop. Punch-In vindt automatisch plaats op de locatie die u heeft gespecificeerd. Maak nu een nieuwe opname. 6 7 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘OUT’ te verplaatsen, en draai aan de draaiknop om de Punch-Out locatie te specificeren. Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het Play scherm terug te keren. ‘A. PUNCH’ wordt in het display getoond, wat aangeeft dat de Punch-In/Out locatie zijn gespecificeerd. Het afspelen gaat automatisch verder na de gespecificeerde Punch-Out locatie. 5 Als u klaar bent met opnemen, drukt u op de [STOP] knop om te stoppen. * Terwijl data wordt bijgewerkt, wordt ‘Keep power on!’ in het display getoond. Zet nooit de stroom uit terwijl deze boodschap wordt weergegeven. 6 Ritme gebruiken Ga naar een locatie die ligt voor de locatie waarop u met opnieuw opnemen wilt beginnen. Mastering 4 USB gebruiken Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘IN’ te verplaatsen, en draai aan de draaiknop om de Punch-In locatie te specificeren. Bewerken Speel de song af, en gebruik de [REC LEVEL] knop om het volume van de ingangsbron aan te passen. Handige functies 5 3 Beluister het opnieuw opgenomen resultaat. Keer terug naar een punt dat ligt voor het punt waarop u met opnemen begon, en speel af. Gebruik de track [1] schuifregelaar om het volume van track 1 aan te passen. 47 Appendix Nadat de tijd in bovenstaande procedure is gespecificeerd, kan een ‘+’verschijnen om aan te geven dat er een discrepantie is tussen de werkelijke huidige positie en de weergegeven positie. Als u de locaties met gebruik van maten specificeren, specificeert u de locaties in elk scherm met gebruik van de draaiknop om de discrepantie te elimineren. Effecten gebruiken fig.Panchin01.eps Een handeling annuleren (UNDO/REDO) Het kan gebeuren dat u het resultaat van een handeling ongedaan wilt maken. Misschien heeft u tijdens het opnemen bijvoorbeeld niet precies kunnen opnemen wat u bedoelde of mogelijk heeft u tijdens het bewerken van instellingen een fout gemaakt. 3 Als u op de [ENTER] knop drukt, zal de meest recente opname of bewerkingsoperatie geannuleerd worden. Als u besluit Undo niet uit te voeren, drukt u op de [EXIT] knop. In dit soort gevallen kunt u ‘Undo’ gebruiken. Undo betekent terugkeren naar de status van voor de meest recente handeling. Als u besluit Undo te annuleren, kunt u ‘Redo’ gebruiken. Laten we zeggen dat u Punch-In Recording gebruikte, en dezelfde regio twee keer achter elkaar heeft opgenomen. Als u de meest recente opname wilde annuleren en naar de status net na de eerste opname terug wilde keren, zou u ‘Undo’ gebruiken. Nadat Undo is uitgevoerd, kunt u Redo uitvoeren om de Undo te annuleren en naar de status van net na de tweede opname terugkeren. • Nadat Undo is uitgevoerd, kan alleen Redo worden uitgevoerd. Om Undo uit te voeren drukt u op de [ENTER] knop. De Undo annuleren (REDO) Als u besluit de Undo handeling die u zojuist heeft uitgevoerd ongedaan te maken, kunt u Redo uitvoeren. 1 2 Druk op de [MENU] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘UNDO/REDO’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. Het UNDO/REDO scherm verschijnt. D_Redo.eps • Undo is op geluidsdata die op een track is opgenomen van toepassing. Naar de vorige status terugkeren (UNDO) 3 Om de Redo uit te voeren drukt u op de [ENTER] knop. De vorige Undo handeling wordt ongedaan gemaakt. 1 2 Druk op de [MENU] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘UNDO/REDO’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. De UNDO/REDO verschijnt. D_Undo.eps 48 Als u besluit Redo niet uit te voeren, drukt u op de [EXIT] knop. Snelle start Informatie over de song bekijken Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘SYSTEM’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. 3 3 Voorbereiding voor opname Druk op de [MENU] knop. 2 2 Druk op de [MENU] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘REMAIN INFO’ te verplaatsen, en gebruik de draaiknop om ‘ON’ te kiezen. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘SONG’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘INFORMATION’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. D_Song_Info.eps Ritme gebruiken 1 Bewerken D_System_Remain.eps De songinformatie wordt weergegeven. Instelling ON OFF 4 Uitleg De resterende opnametijd wordt als ‘uren : minuten : seconden’ getoond. De resterende opnametijd wordt niet getoond. Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het Play scherm terug te keren. Vanuit het Play scherm drukt u op de [REC] knop om naar de opname-standby modus te gaan (de [REC] knop knippert). Het TIME weergave gebied zal de resterende tijd tonen. SONG INFORMATION NAME SIZE Uitleg Naam van de op dat moment geselecteerde song Ruimte die de song in beslag neemt * De feitelijke grootte van de song wordt in eenheden van megabytes getoond, elk bestaand uit 1,048,576 bytes. De weergegeven hoeveelheid is bij benadering. 4 Opnemen/ afspelen 1 Effecten gebruiken Hier ziet u hoe informatie over de song bekeken kan worden. Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het Play scherm terug te keren. Mastering Hier ziet u hoe u kunt zorgen dat het opname-standby of opnamescherm de resterende opnametijd toont. Songinformatie bekijken USB gebruiken De resterende opnametijd bekijken 49 Appendix Handige functies fig.Remain.eps Eenvoudige opname (SONG SKETCH) Door de BR-800 in de Song Sketch modus te plaatsen, kunt u deze als een stereo WAV-bestand recorder/player gebruiken. Dit biedt een gemakkelijke manier om uw songideeën en frases op te nemen. Naar Song Sketch modus overschakelen Opnemen 1 Druk op de [SONG SKETCH] knop. Het SONG SKETCH scherm verschijnt. D_Song_Sketch.eps Druk op de [SONG SKETCH] knop om naar de Song Sketch modus te gaan. Het SONG SKETCH scherm verschijnt. Druk op de [EXIT] knop om naar de normale modus terug te keren. Het SONG SKETCH scherm toont de volgende informatie. fig.SongScketch-e.eps Tijdens afspelen: lengte van het bestand Tijdens opnemen: resterende opnametijd 2 3 Bestandsnaam Huidige tijd Tijdens afspelen: uitgangsniveau Tijdens opnemen: ingangsniveau Ritme U kunt de volgende instellingen bewerken door de cursor naar de bestandsnaam, de huidige tijd of het ritme te verplaatsen, en dan aan de draaiknop te draaien. 4 Druk op de [MENU] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘INPUT SELECT’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. Gebruik de draaiknop om de ingangsbron die u wilt opnemen te selecteren. Instelling Onderdeel Bestandsnaam Huidige tijd Uitleg Selecteert het bestand dat afgespeeld wordt Verplaats de tijdlocatie GUITAR/ BASS MIC L/R fig.SongScketch_Rhythm-e.eps Zet het ritme aan/uit INPUT 1&2 Ritme Stel het tempo in Selecteer een patroon INPUT4 LINE IN • U kunt maximaal 999 songs opslaan/spelen. • U kunt de Repeat functie gebruiken (p.43) om een gespecificeerde regio herhaaldelijk af te spelen. U kunt het geluid van elke ingang als WAVformaat data opnemen. WAV-formaat wordt als 44.1 kHz 16-bit data opgenomen. • Geluid wordt in stereo opgenomen. • Als u opneemt terwijl een ritme speelt, zal het geluid van het ritme ook worden opgenomen. 50 5 Uitleg Kies dit als u een gitaar of bas, aangesloten op de GUITAR/BASS Jack, opneemt. Kies dit als de interne stereo microfoons worden gebruikt. Kies dit als microfoons of instrumenten die op de INPUT 1 Jack en INPUT 2 Jack zijn aangesloten worden opgenomen. Kies dit als u van een microfoon of instrument dat op de INPUT 4 Jack is aangesloten opneemt. Kies dit als het geluid van een draagbare geluidsspeler of ander apparaat dat op de LINE IN Jack is aangesloten wordt opgenomen. Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het SONG SKETCH scherm terug te keren. De [PLAY] knop is groen verlicht en de [REC] knop is rood verlicht. Een WAV-bestand wissen fig.Rec04-e.eps Verlicht Hier ziet u hoe u een WAV-bestand kunt wissen. 1 7 2 De opgenomen data kan in een track geïmporteerd worden. ‘Song Sketch data in een track importeren’ (p.106) Druk op de [SONG SKETCH] knop. Het SONG SKETCH scherm verschijnt. Als u klaar bent met opnemen, drukt u op de [STOP] knop. De opgenomen data wordt in de SKETCH map (p.118) opgeslagen. 3 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar de bestandsnaam te verplaatsen, en gebruik de draaiknop om het bestand dat u wilt wissen te selecteren. Druk op de [MENU] knop. Over bestandsnamen 4 5 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘FILE’ te verplaatsen, en druk op [ENTER]. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘ERASE’ te verplaatsen en druk op [ENTER]. Het FILE ERASE scherm verschijnt. Mastering Wanneer een WAV-bestand wordt opgeslagen, wordt een bestandsnaam automatisch als volgt toegevoegd. (Voorbeeld) _BR_001.WAV : _BR_999.WAV De bestandsnaam bestaat uit _BR_ gevolgd door een opeenvolgend nummer en de bestandsextensie .WAV. Snelle start Opnemen/ afspelen Verlicht Effecten gebruiken De opname zal beginnen. Om het afspelen te beëindigen drukt u op de [STOP] knop. Ritme gebruiken 4 Druk op de [REC] knop. Bewerken 6 Voorbereiding voor opname Eenvoudige opname (SONG SKETCH) D_Song_Sketch_File_Erase.eps Afspelen Druk op de [SONG SKETCH] knop. Het SONG SKETCH scherm verschijnt. 2 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar de bestandsnaam te verplaatsen, en gebruik de draaiknop om het bestand dat u wilt afspelen te selecteren. 6 Als u het bestand wilt wissen, drukt u op de [ENTER] knop. In het scherm wordt ‘Are you sure?’ gevraagd. 7 Handige functies 1 USB gebruiken Hier ziet u hoe u een WAV-bestand dat in de SKETCH map is opgeslagen kunt afspelen. Druk op de [ENTER] knop. Druk op de [PLAY] knop. Het afspelen zal beginnen. * In het scherm wordt ‘Keep power on!’ aangegeven terwijl data wordt bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze boodschap wordt weergegeven. 51 Appendix Het bestand zal gewist worden. 3 Eenvoudige opname (SONG SKETCH) Een WAV-bestand een naam geven Het staat u vrij een WAV-bestand van een naam te voorzien. 1 2 3 4 5 6 7 Druk op de [SONG SKETCH] knop. Informatie over het WAV-bestand bekijken Hier ziet u hoe u informatie over het WAV-bestand kunt bekijken. 1 Het SONG SKETCH scherm verschijnt. Het SONG SKETCH scherm verschijnt. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar de bestandsnaam te verplaatsen, en gebruik de draaiknop om het bestand dat u van een naam wilt voorzien te selecteren. Druk op de [MENU] knop. Druk op de [SONG SKETCH] knop. 2 3 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘FILE’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. 4 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘NAME’ te verplaatsen en druk op de [ENTER] knop. 5 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar de bestandsnaam te verplaatsen, en gebruik de draaiknop om het bestand waarvan u de informatie wilt bekijken te selecteren. Druk op de [MENU] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘FILE’ te verplaatsen en druk op de [ENTER] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘INFORMATION’ te verplaatsen en druk op de [ENTER] knop. D_Song_Sketch_Info.eps Druk op de [ENTER] knop. Het FILE NAME scherm verschijnt. D_Song_Sketch_Name.eps Informatie over het bestand zal weergegeven worden. BESTANDSINFORMATIE 8 9 NAME Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar het teken dat u wilt veranderen te verplaatsen. Kies met de draaiknop om het gewenste teken. SIZE Uitleg Naam van het huidig geselecteerde bestand Ruimte die door het bestand in beslag wordt genomen * De feitelijke grootte van de song wordt in eenheden van megabytes getoond, elk bestaand uit 1,048,576 bytes. De weergegeven hoeveelheid is bij benadering. 10 Als u de naam heeft gespecificeerd, drukt u een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het SONG SKETCH scherm terug te keren. 52 6 Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het SONG SKETCH scherm terug te keren. Effecten gebruiken 53 Inserteffecten gebruiken De BR-800 heeft onafhankelijke processors voor vier verschillende soorten effecten: inserteffecten, loopeffecten, track EQ en mastering effecten. U kunt deze gelijktijdig gebruiken, en gewenste instellingen voor elk effect maken. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe de Insert effectprocessor bewerkt wordt, en hoe de bewerkte instellingen opgeslagen worden. ‘Een gevoel van ruimtelijkheid toevoegen’ (p.83) ‘De klank van elke track aanpassen’ (p.86) Niet alleen kunt u een inserteffect tijdens opnemen gebruiken, u kunt ook tijdens de mixdown een effect op het geluid van elke track toepassen. Voor details kijkt u bij ‘De locatie van het Inserteffect veranderen (LOCATION)’ (p.58). Effect Patches zijn binnen elke bank als volgt georganiseerd. Preset Patches Preset Patches bevatten al Patch-data. Hoewel het u vrij staat deze instellingen te bewerken, kunt u gewijzigde instellingen niet in preset Patches opslaan. User Patches User Patches kunnen herschreven worden, en de User Patch-data wordt in het interne geheugen van de BR-800 opgeslagen. Als u een Patch heeft gecreëerd en deze ook in een andere song wilt gebruiken, is het gemakkelijk om deze als een User Patch op te slaan. Song Patches Song Patches kunnen op dezelfde manier als User Patches herschreven worden, maar de Patch-data wordt samen met de songdata op de SD-kaart opgeslagen. Dit is handig als u de Patch gebruikte toen een uitvoering werd opgenomen, en deze samen met de song wilt opslaan. fig.03-020.eps SD-kaart BR-800 Song Effect Patches en banken Preset patch Door ‘effect Patches’ op te roepen kunt u de effecten die door het inserteffect worden gebruikt en de parameters van elk effect veranderen. De BR-800 biedt een verscheidenheid aan effect Patches die met vocalen en verschillende instrumenten gebruikt kunnen worden. Deze effect Patches zijn op type in zes ‘banken’ ondergebracht. User patch Song patch Song Patches (S) kunnen niet geselecteerd worden als er geen SD-kaart is ingestoken. fig.03-010.eps BANK MICROGUITAR PHONE LINE SIMUL 4INPUT 8TRACK COMP Preset Patch P01 .. P80 P01 .. P30 P01 .. P25 P01 .. P15 P01 .. P05 P01 . . P05 User Patch U01 .. U80 U01 .. U30 U01 .. U25 U01 .. U15 U01 .. U05 U01 .. U05 Song Patch S01 . . S80 S01 . . S30 S01 . . S25 S01 . . S15 S01 . . S05 S01 .. S05 54 Vanuit de fabriek bevatten de User Patches (U) van elke bank en de song Patches (S) van de BR-800 dezelfde Patches als de preset Patches (P). Druk op de [EFFECTS] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘EZ TONE’ te verplaatsen en druk op de [ENTER] knop. Het EZ TONE scherm verschijnt. De [EFFECTS] knop is verlicht, en het Insert effect wordt aangezet. fig.effect_on_off.eps 4 Gebruik de [CURSOR] knoppen om het klankrooster te bedienen, om de gewenste klank te verkrijgen. Voor de GUITAR bank EZ-Tone_Guitar1-e.eps Geschikt voor solo Met EZ Tone kunt u uw geluid op gemakkelijke wijze creëren, zonder dat parameters tot in detail bewerkt hoeven te worden. * EZ Tone is niet beschikbaar als 4INPUT of 8TRACK COMP als de effectbank is geselecteerd (p.54). 1 Snelle start Hard geluid Effecten gebruiken Het Insert-effect op eenvoudige wijze bewerken (EZ TONE) Zacht geluid Geschikt voor achtergrond of EZ-Tone_Guitar2-e.eps Meer body resonantie Warm geluid Helder geluid Minder body resonantie Bewerken Druk nog een keer op de [EFFECTS] knop om het Insert effect uit te zetten. De [EFFECTS] knop dooft uit. Voorbereiding voor opname 1 3 Ritme gebruiken Het Insert-effect aan/uitzetten Opnemen/ afspelen Inserteffecten gebruiken Voor de MICROPHONE of LINE banken EZ-Tone_Mic-e.eps Delay: luid Druk op de [EFFECTS] knop. Warm geluid Helder geluid Delay: zacht Voor de SIMUL bank Het EFFECT scherm verschijnt. USB gebruiken EZ-Tone_Sim-e.eps Delay: luid Selecteer de effectpatch die het meest lijkt op het geluid dat u in uw hoofd heeft. P: preset / S: song / U: user Nummer Zacht geluid Hard geluid Handige functies Gebruik de [CURSOR] knoppen en draaiknop om de bank, preset/song/user en het nummer te selecteren. Delay: zacht Bank Patchnaam Algoritme naam 55 Appendix 2 Mastering Het EFFECT scherm verschijnt. Inserteffecten gebruiken 5 P: preset / S: song / U: user Nummer Als u de huidige effectinstellingen wilt opslaan, gaat u verder volgens de beschrijving van ‘De Insert effectinstellingen opslaan (Write)’ (p.57). De effectinstellingen die u bewerkt zijn tijdelijk. Als u het effect bewerkingsscherm verlaat zonder de bewerkte effectpatch op te slaan, wordt een ‘*’ voor de Patchnaam getoond. Als u een andere Patch selecteert als deze ‘*’indicatie wordt getoond, zal de bewerkte effectpatch naar zijn oorspronkelijke staat terugkeren, en gaan de veranderingen die u heeft gemaakt verloren. Bank Patchnaam Algoritme naam 3 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘Patch’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. Het effectbewerkingscherm verschijnt, en het algoritme (de beschikbare effecten en hun verbindingsvolgorde) wordt zichtbaar. D_Effect_Edit.eps De Insert effectinstellingen bewerken Om een nieuw effectgeluid te creëren, kiest u een bestaande Patch die lijkt op dat wat u in uw hoofd heeft, en bewerkt u deze. Wanneer de bewerkte Patch wordt opgeslagen, slaat u deze als een User Patch of song Patch op. 4 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar elk effect te verplaatsen, en gebruik de draaiknop om de aan/uit status van elke effect te specificeren. De iconen tonen de status van elk effect als volgt: Als er een specifiek effect is dat u wilt gebruiken, moet u een Patch kiezen waarvan het algoritme dat effect bevat. De beschikbare effecten verschillen per algoritme. Voor details over de effecten voor elk algoritme kijkt u bij ‘Algoritme lijst’ (p.59). Indicatie Uitleg Effect aan (geselecteerd) Effect aan Effect uit (geselecteerd) Effect uit 1 Druk op de [EFFECTS] knop. Het EFFECT scherm verschijnt. 5 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar het effect waarvan u de parameters wilt bewerken te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. Het parameter-bewerkingscherm voor dat effect verschijnt. D_Effect_Comp.eps 2 Selecteer een effect Patch. Gebruik de CURSOR knoppen en draaiknop om de bank, preset/song/user en het nummer te selecteren. 56 Als u een Patchnaam wilt invoeren, drukt u op de CURSOR [ ] knop. Wanneer u de Patchnaam niet hoeft te veranderen, gaar u verder met stap 6. D_Effect_Name.eps Als u de huidige effectinstellingen wilt opslaan, gaat u verder volgens de beschrijving in ‘De Insert effectinstellingen opslaan’ (de volgende sectie). 5 De effectinstellingen die u bewerkt zijn tijdelijk. Als u het effectbewerkingscherm verlaat zonder de bewerkte effectpatch op te slaan, wordt een ‘*’ voor de Patchnaam getoond. Als u een andere effectpatch selecteert terwijl deze ‘*’indicatie wordt getoond, zal de bewerkte effectpatch naar zijn oorspronkelijke staat terugkeren, en gaan de veranderingen die u heeft gemaakt verloren. 6 7 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen en de draaiknop om de gewenste Patchnaam in te voeren. Als u de Patchnaam heeft ingevoerd, drukt u op CURSOR [ ]. Met gebruik van de CURSOR knoppen en de draaiknop kiest u de Effect Patch als opslagbestemming. Nadat u de bestemming, waarin de effectpatch opgeslagen zal worden, heeft gespecificeerd, drukt u op de [ENTER] knop. De bevestigingsboodschap ‘Are you sure?’ verschijnt. 8 Hier ziet u hoe u een naam toewijst (Patchnaam) aan de effectinstellingen die u heeft bewerkt, en deze als een nieuwe effectpatch opslaat. 1 2 Druk op de [EFFECTS] knop. Als u zeker weet dat u de instellingen wilt opslaan, drukt u op de [ENTER] knop. Als u besluit te annuleren zonder op te slaan, drukt u op de [EXIT] knop. Wanneer de data zijn opgeslagen, keert u naar het EFFECT scherm terug. * ‘Keep power on!’ wordt in het display weergegeven terwijl data wordt bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze boodschap wordt weergegeven. USB gebruiken De Insert effectinstellingen opslaan (Write) Snelle start Opnemen/ afspelen 4 Effecten gebruiken 8 Als er andere effecten zijn die u wilt bewerken, drukt u op de [EXIT] knop om naar het vorige scherm terug te keren, en herhaalt u stappen 5-6. Ritme gebruiken 7 Bewerken 3 Mastering Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om een parameter te selecteren, en gebruik de draaiknop om zijn waarde te bewerken. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘NAME/WRITE’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. Het Write scherm verschijnt. Handige functies D_Effect_Write.eps 57 Appendix 6 Voorbereiding voor opname Inserteffecten gebruiken Inserteffecten gebruiken fig.03-120.eps De locatie van het Insert effect veranderen (LOCATION) Op de BR-800 kunt u de locatie van het Insert effect veranderen, zodat u het voor verschillende doeleinden kunt gebruiken. 1 In het EFFECT scherm drukt u op de CURSOR [ ] knop om de cursor naar ‘LOCATION’ te verplaatsen. Druk dan op de [ENTER] knop. Het LOCATION scherm verschijnt. D_Effect_Location.eps TRACK 1 (REC) ■ TRACK 1–8, 1/2, 3/4, 5/6, 7/8, 1–4, 5–8, 1–8 Deze instellingen passen het Insert effect op het geluid dat van de track wordt afgespeeld toe. Gebruik deze instellingen als u verschillende effecten wilt uitproberen nadat het droge geluid is opgenomen of als u een effect alleen op een specifieke track wilt toepassen. * Afhankelijk van de geselecteerde combinatie van effect en bank, wordt het effect mogelijk niet op alle tracks toegepast. fig.03-130.eps TRACK 1 (PLAY) 2 3 Draai aan de draaiknop om de locatie waar het Insert effect ingevoegd zal worden te specificeren. ■ RHYTHM Deze instelling past het Insert effect op het ritmegeluid toe. fig.03-140.eps Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het Play scherm terug te keren. * ‘Keep power on!’ wordt in het display weergegeven terwijl data wordt bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze boodschap wordt weergegeven. Invoerlocaties voor het Insert effect ■ INPUT <NORMAL> Met deze instelling kunt u het geluid dat door het Insert effect is gegaan beluisteren, en het geluid dat door het Insert effect is gegaan zal opgenomen worden. Normaalgesproken gebruikt u deze instelling. RHYTHM ■ MASTER Deze instelling verbindt het Insert effect onmiddellijk voor het Mastering effect (p.112). Gebruik deze instelling als u het Insert effect op het algehele geluid wilt toepassen, zoals tijdens het aanpassen van de klankkwaliteit tijdens Masteren of om een speciaal effect te verkrijgen. fig.03-150.eps fig.03-110.eps TRACK 1 (PLAY) TRACK 1 (REC) ■ INPUT <REC DRY> Met deze instelling kunt u het geluid dat door het Insert effect is gegaan beluisteren, maar het geluid dat niet door het effect is beïnvloed (d.w.z: het droge geluid) zal opgenomen worden. Gebruik deze instelling als u na het opnemen verschillende effecten wilt uitproberen. 58 TRACK 8 (PLAY) RHYTHM Snelle start Inserteffecten gebruiken De algoritmes die geselecteerd kunnen worden, verschillen per bank. Om het algoritme dat u wilt gebruiken te selecteren,kiest u eerst de effectbank die het betreffende algoritme bevat, en selecteer een Patch die het gewenste algoritme gebruikt. De lijn of lijnen die de algoritmes verbinden, geven aan of het effect mono uitvoer (enkele lijn) of stereo uitvoer (twee lijnen) heeft. (Voorbeeld) –[COMP/LM]–[WAH]– –[MOD]=[DLY]= BANK : GUITAR 1. E.GUITAR MULTI Dit biedt een versterkergeluid met gebruik van een voorversterker en luidspreker simulator. Dit is een multi-effect, ontworpen voor de elektrische gitaar. Hiermee kunt u een elektrische gitaar gebruiken om geluiden die op een akoestische gitaar lijken produceren. fig.EGuitarMulti.eps fig.AcousticSim.eps Bewerken Compressor/Limiter Wah Distortion Amp Equalizer Noise Suppressor Modulation - Enhancer - Guitar Sim - Slow Gear - Sitar Sim - Octave - Pitch Shifter - Phaser - Flanger - Tremolo - Rotary - Uni-v - Pan - Vibrato - Ring Mod - Chorus - Doubling Delay Delay [CHO]=[DLY]= Acoustic Simulator Compressor/Limiter Equalizer Noise Suppressor Mastering [EQ]-[NS]-[MOD]=[DLY]= -[ASIM]-[COMP/LM]-[EQ]-[NS] Chorus Delay USB gebruiken -[COMP/LM]-[WAH]-[DIST]-[AMP] Handige functies Dit is een multi-effect, ontworpen voor elektrische gitaar. 2. ACOUSTIC SIM Ritme gebruiken Uitvoer: Stereo 59 Appendix Uitvoer: Mono Effecten gebruiken fig.03-160 Opnemen/ afspelen De algoritmes (de beschikbare effecten en hun verbindingsvolgorde) die als een Insert effect gebruikt kunnen worden, vindt u hieronder. Voorbereiding voor opname Algoritme lijst Inserteffecten gebruiken 3. GUITAR TO BASS 5. BASS MULTI Simuleert de klank van een basgitaar. Dit is een multi-effect, ontworpen voor basgitaar. U kunt het geluid van een basgitaar verkrijgen terwijl u een elektrische gitaar bespeelt. * Wanneer de GUITAR TO BASS wordt gebruikt, moet u het spelen van akkoorden vermijden. Geschikt voor het creëren van een standaard basklank. fig.GuitarToBass.eps -[G->B]-[COMP/LM]-[WAH]-[DIST] fig.BassMulti.eps -[COMP/LM]-[WAH]-[DIST]-[AMP] [EQ]-[NS]-[MOD]=[DLY]= Compressor/Limiter [AMP]-[EQ]-[NS]-[MOD]= Guitar to Bass Compressor/Limiter Wah Distortion Amp Equalizer Wah Distortion Amp Equalizer Noise Suppressor Modulation Noise Suppressor - Enhancer Modulation - Bass Sim - Enhancer - Slow Gear - Slow Gear - Defretter - Defretter - Octave - Octave - Pitch Shifter - Pitch Shifter - Phaser - Phaser - Flanger - Flanger - Tremolo - Tremolo - Pan - Vibrato - Ring Mod - Chorus - Doubling Delay - Pan - Vibrato - Ring Mod - Chorus - Doubling Delay Delay 4. A.GUITAR MULTI Dit is een multi-effect, ontworpen voor akoestische gitaar. Zelfs als een elektrische-akoestische gitaar op lijnniveau is aangesloten, biedt dit een warme klank, gelijk aan dat wat via een microfoon wordt verkregen. fig.AGuitarMulti.eps -[ACP]-[COMP/LM]-[EQ]-[NS]-[CHO]=[DLY]= Acoustic Processor Compressor/Limiter Equalizer Noise Suppressor Chorus Delay 60 BANK : MICROPHONE BANK : LINE 6. VOCAL MULTI 8. STEREO MULTI Het biedt effecten die geoptimaliseerd zijn voor vocalen. Dit algoritme verbindt zeven types effecten, allemaal in stereo. fig.VocalMulti.eps fig.StereoMulti.eps [DB/HR]=[DLY]= =[COMP/LM]=[LOFI]=[EQ]=[NS] [MOD]=[CHO]=[DLY]= Pitch Correct Compressor/Limiter Dynamics Lo-fi Tone/SFX Equalizer Equalizer Noise Suppressor Noise Suppressor Modulation Double/Harmony - Enhancer Delay - Slow Gear Ritme gebruiken - Pitch Shifter 7. MIC MULTI - Phaser - Flanger Het biedt de basiseffecten die voor gebruik met een microfoon nodig zijn. fig.MICMulti.eps -[L. CUT]-[COMP/LM]-[EQ]-[NS] - Tremolo - Rotary Bewerken Dit is een multi-effect voor microfoon. - Pan - Vibrato - Ring Mod - Doubling Delay Low Cut Chorus Compressor/Limiter Delay Mastering [MOD]=[DLY]= Snelle start Opnemen/ afspelen -[PCR]-[DYN]-[SFX]-[EQ]-[NS] Effecten gebruiken Dit is een multi-effect voor vocalen. Voorbereiding voor opname Inserteffecten gebruiken Equalizer Noise Suppressor Modulation USB gebruiken - Enhancer - Pitch Shifter - Phaser - Flanger - Tremolo Handige functies - Pan - Vibrato - Ring Mod - Chorus Delay 61 Appendix - Doubling Delay Inserteffecten gebruiken BANK : SIMUL 9. VO + GT.AMP Dit algoritme is te gebruiken wanneer een stem en een elektrische gitaar tegelijk worden opgenomen. Voor de gitaar kunt u een versterkergeluid creëren met gebruik van een voorversterker en luidspreker simulator. (GUITAR) (MIC) fig.VOGTAMPGuitar.eps fig.VOGTAMPMic.eps -[COMP/LM]-[AMP]-[EQ]-[NS]-[MOD]-[DLY]- -[COMP/LM]-[EQ]-[NS]-[MOD]-[DLY]- Compressor/Limiter Compressor/Limiter Amp Equalizer Equalizer Noise Suppressor Noise Suppressor Modulation Modulation - Enhancer - Pitch Shifter - Guitar Sim - Phaser - Slow Gear - Flanger - Sitar Sim - Tremolo - Octave - Vibrato - Pitch Shifter - Ring Mod - Phaser - Chorus - Flanger - Doubling Delay - Tremolo - Rotary - Uni-v - Vibrato - Ring Mod - Chorus - Doubling Delay Delay 62 - Enhancer Delay Dit algoritme wordt gebruikt wanneer een stem en een elektrische gitaar tegelijk worden opgenomen. Dit algoritme kan gebruikt worden wanneer een stem en een akoestische gitaar tegelijk worden opgenomen. Voor de gitaar kunt u het elektrische gitaargeluid als een akoestische gitaar laten klinken. Voor de gitaar kunt u een warme klank produceren, gelijkend op de klank wanneer een microfoon wordt gebruikt, zelfs als een elektrische-akoestische gitaar via een rechtstreekse lijn is aangesloten. (GUITAR) fig.VOACSIMGuitar.eps -[ASIM]-[COMP/LM]-[EQ]-[NS]-[CHO]-[DLY]- (GUITAR) fig.VOAcousticGuitar.eps Acoustic Simulator -[ACP]-[COMP/LM]-[EQ]-[NS]-[CHO]-[DLY]- Voorbereiding voor opname 11. VO + ACOUSTIC Opnemen/ afspelen 10. VO + AC.SIM Snelle start Inserteffecten gebruiken Equalizer Acoustic Processor Noise Suppressor Compressor/Limiter Chorus Equalizer Delay Noise Suppressor Effecten gebruiken Compressor/Limiter Chorus Ritme gebruiken Delay (MIC) fig.VOACSIMMic.eps Compressor/Limiter Equalizer (MIC) fig.VOAcousticMic.eps -[COMP/LM]-[EQ]-[NS]-[DLY]- Noise Suppressor Compressor/Limiter Modulation Equalizer - Enhancer Noise Suppressor - Pitch Shifter Delay Bewerken -[COMP/LM]-[EQ]-[NS]-[MOD]-[DLY]- - Phaser Mastering - Flanger - Tremolo - Vibrato - Ring Mod - Chorus USB gebruiken - Doubling Delay 63 Appendix Handige functies Delay Inserteffecten gebruiken BANK : 4INPUT Parameterlijst De in dit document genoemde handelsmerken zijn handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars, die aparte bedrijven van BOSS zijn. Deze bedrijven zijn niet verbonden met BOSS en hebben geen licentie verleend voor de BOSS BR-800, noch is deze door hen geautoriseerd. Hun merknamen worden slechts gebruikt voor het identificeren van de apparatuur waarvan het geluid door de BR-800 van BOSS wordt gesimuleerd. 12. 4-INPUT MULTI Dit is een effect voor vier-kanaals microfoon opname. Het voorziet in de effecten die nodig zijn voor het opnemen met meerdere microfoons. fig.4-InputMulti.eps -[L.CUT]-[COMP/LM]-[EQ]-[NS]-[L.CUT]-[COMP/LM]-[EQ]-[NS]-[L.CUT]-[COMP/LM]-[EQ]-[NS]-[L.CUT]-[COMP/LM]-[EQ]-[NS]Low Cut Compressor/Limiter Equalizer Noise Suppressor BANK : 8TRACK COMP 13. 8-TRACK COMP/LIM COMPRESSOR/LIMITER Dit is een effect dat een lange sustain produceert, door het volumeniveau van het ingangssignaal gelijkmatig te maken. U kunt dit naar een Limiter omschakelen om alleen de geluidspieken te onderdrukken en vervorming te voorkomen. Parameter/ Reeks Uitleg ON/OFF OFF, ON Zet het COMPRESSOR/LIMITER-effect aan/uit. MODE Dit voorziet in een onafhankelijke compressor/limiter voor elke track. Selecteert de COMPRESSOR/LIMITER modus. COMPRESSOR Het effect werkt als een Compressor. Hiermee kunt u het afspeelvolume van elke track consistenter maken. LIMITER Het effect werkt als een Limiter. TYPE -[COMP/LM]-[COMP/LM]-[COMP/LM]-[COMP/LM]=[COMP/LM]= =[COMP/LM]= LIMITER Compressor/Limiter COMPRESSOR fig.8trackComplim.eps BOSS COMP Modelleert de BOSS CS-3 compacte effectprocessor. HI-BAND Dit is een Compressor die een nog sterker effect aan het Hoog toevoegt. LIGHT Dit is een Compressor met een licht effect. D-COMP Dit modelleert een MXR DynaComp. ORANGE Dit modelleert een DAN ARMSTRONG ORANGE SQUEEZER. FAT Wanneer zwaar toegepast, biedt dit Compressor-effect een vette klank met een geaccentueerde middenreeks. MILD Wanneer zwaar toegepast, produceert dit Compressor-effect een aangename klank waarbij het Hoog wordt afgekapt. BOSS LIM Dit selecteert een stereo Limiter. RACK 160 D Dit modelleert een DBX 160X. VTG RACK U Dit modelleert een UREI 1178. SUSTAIN *1 64 0–100 Past de reeks (tijd) aan waarbinnen signalen op laag niveau worden geaccentueerd. Grotere waardes resulteren in een langere sustain. Parameter/ Reeks Met deze Limiter kunt u het ingangssignaal in vier aparte banden verdelen – ultralaag, laag, hoog en ultrahoge frequentiereeksen – en verschillende instellingen op de lage en hoge frequentiereeksen toepassen. U kunt de frequenties, die elke band scheiden, met gebruik van de XOVER F L, M en H parameters instellen. SATTACK Past de sterkte van de ‘picking attack’ aan, als de snaren worden bespeeld. Hogere waardes resulteren in een scherpere attack (dynamiek), hetgeen een helderder gedefinieerd geluid produceert. 0–100 Uitleg XOVER F M XOVER F L XOVER F H TONE *1 0–100 Pas dit aan, passend bij het ingangssignaal van de gitaar. Als het ingangssignaal dit drempelniveau overschrijdt, wordt Limiting toegepast. MULTI BAND Ultralage frequentiereeks Hoge frequentiereeks Lage frequentiereeks Frequentie Effecten gebruiken Past de klank aan. THRESHOLD *2 LIMITER -50–+50 Voorbereiding voor opname Uitleg Opnemen/ afspelen Parameter/ Reeks Snelle start Inserteffecten gebruiken Ultrahoge frequentiereeks Past de tijd aan vanaf het moment dat het signaalniveau tot onder de drempel daalt, totdat Limiting wordt verwijderd. LEVEL 0–100 Past het volume aan. **1 Instelling beschikbaar als MODE op COMPRESSOR is ingesteld. *2 Instelling beschikbaar als MODE op LIMITER is ingesteld. Met ‘BASS MULTI’ algoritmes Parameter/ Reeks NATURAL SUSTAIN *1 0–100 Uitleg 0–100 Zet het COMPRESSOR/LIMITER-effect aan/uit. Past de sterkte van de ‘picking attack’ aan, als de snaren worden bespeeld. Hogere waardes resulteren in een scherpere attack, hetgeen een helderder gedefinieerd geluid produceert. TONE -50–+50 Past de klank aan. THRESHOLD *3 BOSS COMP Modelleert de BOSS CS-3 compacte effectprocessor. D-COMP Dit modelleert een MXR DynaComp. BOSS LIM Dit selecteert een stereo Limiter. RACK 160 D Dit modelleert een DBX 160X. 0–100 Als het ingangssignaalniveau dit drempelniveau overschrijdt, zal Limiting worden toegepast. RATIO *3 1:1–∞:1 Dit selecteert de compressieratio die gebruikt wordt voor signalen die het drempelniveau overschrijden. Hogere waardes creëren een sterker compressie-effect. VTG RACK Dit modelleert een UREI 1178. U 65 Appendix LIMITER COMPRESSOR TYPE Past de reeks (tijd) aan waarbinnen signalen op laag niveau worden geaccentueerd. Grotere waardes resulteren in een langere Sustain. ATTACK *2 ON/OFF OFF, ON Deze Compressor is met gebruik van dezelfde frequentiedivisies als MULTI BAND geconfigureerd, maar met vereenvoudigde parameterinstellingen. USB gebruiken 0–100 Bewerken RELEASE *2 Mastering De Limiter wordt niet op de ultra lage reeks toegepast, die van absoluut belang is voor de basklank, en niet op de ultra hoge reeks toegepast, die de nuance van de attack beïnvloedt. Dit selecteert de compressieratio die gebruikt wordt voor signalen die het drempelniveau overschrijden. Handige functies 1:1–∞:1 Ritme gebruiken RATIO *2 Inserteffecten gebruiken Uitleg RELEASE *3 0–100 Past de tijd vanaf het moment dat het signaalniveau tot onder de drempel daalt, totdat Limiting wordt verwijderd aan. LO THRES *4 0–100 Als het ingangssignaal dit drempelniveau in de lage frequentiereeks overschrijdt, zal Limiting worden toegepast. LO RATIO *4 1:1–∞:1 In de lage frequentiereeks selecteert dit de compressie ratio die voor signalen die het drempelniveau overschrijden wordt gebruikt. Hogere waardes creëren een sterker compressie-effect. HI THRES *4 0–100 Als het ingangssignaal dit drempelniveau in de hoge frequentiereeks overschrijdt, zal Limiting worden toegepast. HI RATIO *4 1:1–∞:1 In de hoge frequentiereeks selecteert dit de compressie ratio die voor signalen die het drempelniveau overschrijden wordt gebruikt. Hogere waardes creëren een sterker compressie-effect. WAH Het Wah-effect creëert een unieke klank door de frequentierespons eigenschappen van een filter te veranderen. Parameter/ Reeks ON, OFF Selecteert de Wah-modus. TOUCH U kunt een Wah-effect produceren waarbij het filter verandert in reactie op het gitaar/ basniveau. PEDAL Het Wah-effect wordt in realtime door een expressiepedaal, aangesloten op de FOOT SW/EXP PEDAL Jack, bestuurd. TYPE Selecteert de Wah-modus. Dit stelt de frequentie die de ultralage en lage frequentiereeksen verdeeld in. 2.50kHz– 10.0kHz Dit stelt de frequentie die de hoge en ultrahoge frequentiereeksen verdeeld in. PEDAL Dit stelt de frequentie die de lage en hoge frequentiereeksen verdeeld in. XOVER F H (Crossover Frequency High) *4 Past de reeks (tijd) aan waarbinnen signalen op laag niveau worden geaccentueerd. . Grotere waardes resulteren in een langere Sustain. Dit creëert een Wah-effect over een smalle frequentiereeks. VO WAH Dit modelleert het geluid van de VOX V846. FAT WAH Dit is een Wah-geluid met een vette klank. LIGHT WAH Deze Wah heeft een elegant geluid zonder ongewone kenmerken. Deze uitgebreide Wah heeft een variabele 7STR WAH reeks, compatibel met zevensnarige en *1 bariton-gitaren. Past het volume aan. *1 Instelling beschikbaar wanneer TYPE op BOSS COMP of D-COMP is ingesteld. *2 Instelling beschikbaar wanneer TYPE op BOSS COMP, D-COMP, BOSS LIM, RACK 160 D of VTG RACK U is ingesteld. *3 Instelling beschikbaar wanneer TYPE op BOSS LIM, RACK 160 D of VTG RACK U is ingesteld. *4 Instelling beschikbaar wanneer TYPE op MULTI BAND is ingesteld. *5 Instelling beschikbaar wanneer TYPE op NATURAL is ingesteld. 66 BPF RESO WAH LEVEL 0–100 Dit creëert een Wah-effect over een brede frequentiereeks. Deze Wah is speciaal aangepast voor gebruik in de basregisters.Inclusie van de BASS WAH lage frequentiereeks in het Wah-geluid pro*2 duceert een robuust Wah-effect, zonder verdunning van het geluid. DRIVE *5 0–100 LPF Dit modelleert het geluid van het CRY CRY WAH BABY Wah-pedaal, dat in de jaren ’70 populair was. XOVER F M (Crossover Frequency Middle) *4 100Hz–4.00kHz Zet het Wah-effect aan/uit. MODE XOVER F L (Crossover Frequency Low) *4 32Hz–315Hz Uitleg ON/OFF TOUCH Parameter/ Reeks Dit geheel originele effect biedt verbeteringen voor de karakteristieke resonanties die door analoge synth filters worden geproduceerd. POLARITY *3 Selecteert de richting waarin het filter zal veranderen in reactie op de invoer. DOWN De frequentie van het filter zal dalen. UP De frequentie van het filter zal stijgen. SENS (Sensitivity) *3 0–100 Past de gevoeligheid aan waarop het filter zal veranderen in de richting die door de POLARITY instelling is vastgesteld. Hogere waardes resulteren in een sterkere respons. Met een instelling van 0 zal de sterkte van de aanslag geen effect hebben. 0–100 Selecteert de klank die geproduceerd wordt als de hiel van het pedaal wordt ingedrukt. DIST Selecteert de klank die geproduceerd wordt als de top van het pedaal wordt ingedrukt. E.LEVEL (Effect Level) D.LEVEL (Direct Level) 0–100 Past het volume van het directe geluid aan. *1 Instelling beschikbaar als het algoritme op GUITAR MULTI is ingesteld. *2 Instelling beschikbaar als het algoritme op BASS MULTI is ingesteld. *3 Instelling beschikbaar als MODE op TOUCH is ingesteld. CLASSIC Past het volume van het effectgeluid aan. MODERN 0–100 DISTORTION Dit geeft een basaal, traditioneel vervormd geluid. MILD DS Dit is een vervormd geluid met een milde vervorming. MID DS Dit vervormde geluid heeft een geaccentueerde middenreeks. RAT Dit modelleert een Proco RAT. GUV DS Dit modelleert een Marshall GUV’ NOR. DST+ Dit modelleert een MXR DISTORTION+. MODERN DS Dit is het diepe Distortiongeluid van een grote High-gain versterker. SOLID DS Dit is een Distortiongeluid met een ‘edge’ effect. STACK Een vet geluid met een toegevoegd element van de vervorming van een stack versterker. LOUD Dit is een vervormd geluid dat ideaal is voor het spelen van heavy riffs. METAL ZONE Dit is het geluid van de BOSS MT-2. Het produceert een brede reeks Metalklanken, van old style tot slash metal. LEAD Produceert een Distortiongeluid met de regelmaat van een Overdrive samen met een diepe vervorming. ’60s FUZZ Dit modelleert een FUZZFACE. Dit produceert een vet Fuzzgeluid. Dit effect vervormt het geluid om een lange sustain te creëren. Parameter/ Reeks METAL *4 Instelling beschikbaar als MODE op PEDAL is ingesteld. DISTORTION Uitleg Zet het DISTORTION effect aan/uit. TYPE BOOSTER Selecteert het type vervorming. MID BOOST Dit is een booster met unieke kenmerken in de middenreeks. Als de verbinding wordt gemaakt voor de COSM versterker, wordt geluid dat geschikt is voor solo’s geproduceerd. CLN BOOST Dit functioneert niet alleen als een booster, maar produceert ook een clean geluid met een punch, zelfs wanneer het alleen wordt gebruikt. TREB BOOST Dit is een booster met versterking in het hoog.. . FUZZ ON/OFF OFF, ON Dit is het High-gain Overdrivegeluid van de BOSS OD-2. WARM OD Dit is een warme overdrive. PEDAL MAX (Pedal Maximum) *4 0–100 Voorbereiding voor opname T-SCREAM Dit modelleert een Ibanez TS-808. TURBO OD PEDAL MIN (Pedal Minimum) *4 Dit is het geluid van de BOSS OD-1. Dit produceert een aangename, milde vervorming. OCT FUZZ Dit modelleert een ACETONE FUZZ. MUFF FUZZ Dit modelleert een Electro-Harmonix Big Muff π.. Effecten gebruiken Past de positie van het Wah-pedaal aan. OD-1 Ritme gebruiken 0–100 NATURAL Dit is een Overdrivegeluid dat vervorming OD met een natuurlijk gevoel biedt. Hogere waardes produceren een sterkere klank die het Wah-effect meer benadrukt. Met een waarde van 50 wordt een standaard Wah-geluid geproduceerd. PEDAL POS (Pedal Position) *4 Een glansrijk Crunchgeluid met een toegevoegd element van versterker vervorming. Bewerken 0–100 CRUNCH Mastering Past de manier waarop het Wah-effect op het gebied rond de middenfrequentie wordt toegepast aan. Dit is een Crunchgeluid van de BOSS BD-2. Dit produceert vervorming die de nuances BLUES OD van ‘picking’ op getrouwe wijze reproduceert. USB gebruiken PEAK *3 OD 0–100 Past de middenfrequentie van het Waheffect aan. BLUES FREQUENCY *3 Uitleg Opnemen/ afspelen Parameter/ Reeks DRIVE 0–120 Past de diepte van vervorming aan. BOTTOM -50–+50 Past de klank van de lage frequentiereeks aan. Als dit naar links wordt gedraaid(tegen de wijzers van de klok in), wordt een klank geproduceerd waarvan het low end wordt afgekapt. Als dit naar rechts wordt gedraaid, wordt het low end van het geluid geaccentueerd. 67 Handige functies Uitleg Appendix Parameter/ Reeks Snelle start Inserteffecten gebruiken Inserteffecten gebruiken Parameter/ Reeks Uitleg TONE -50–+50 Parameter/ Reeks Uitleg E.LEVEL (Effect Level) Past de klank aan. 0–100 Past het volume van het effectgeluid aan. E.LEVEL (Effect Level) D.LEVEL (Direct Level) 0–100 0–100 Past het volume van het effectgeluid aan. D.LEVEL (Direct Level) 0–100 Past het volume van het directe geluid aan. 0–100 Met ‘BASS MULTI’ of ‘GUITAR TO BASS’ algoritmes Parameter/ Reeks Uitleg ON/OFF OFF, ON Zet het DISTORTION effect aan/uit. TYPE Selecteert het type vervorming. BOOSTER Dit functioneert niet alleen als een booster, maar produceert ook een clean geluid met een punch, zelfs wanneer het alleen wordt gebruikt. NATURAL Dit is een Overdrivegeluid dat vervorming met een natuurlijk gevoel biedt. COSM technologie simuleert verschillende voorversterker karakteristieken, luidsprekerafmetingen en vormen van de behuizing. Parameter/ Reeks OFF, ON Dit stelt het type voorversterker in. Distortion, speciaal afgestemd om met bassen te gebruiken. GUV DS Dit modelleert een Marshall GUV’ NOR. BASS MT Wild, radicaal distortiongeluid voor bas. Dit is het geluid van de BOSS MT-2. METAL ZONE Het produceert een brede reeks metalklanken, van old style tot slash metal. BASS FUZZ Fuzz, afgestemd om met bassen te gebruiken. MUFF FUZZ Dit modelleert een Electro-Harmonix Big Muff π. Met dit effect wordt vervorming alleen op de hoge frequentiegeluiden toegepast, en HI BAND DRV niet op de geluiden in de lage frequentiereeks. DRIVE 0–100 Past de diepte van vervorming aan. TONE -50–+50 68 Past de klank aan. JC CLEAN BASS DS Zet het AMP-effect aan/uit. TYPE TW CLEAN BLUES OD Dit is een Crunchgeluid van de BOSS BD-2. Dit produceert vervorming die de nuances van ‘picking’ op getrouwe wijze reproduceert. Uitleg ON/OFF BOSS CLEAN Dit is een clean geluid, vloeiend en warm. JC-120 Dit is het geluid van de Roland JC-120. JAZZ COMBO Dit is een geluid dat geschikt is voor jazz. Dit is een geluid met een vlakke resFULL RANGE ponse. Goed voor akoestische gitaar. CLEAN TWIN Dit modelleert een Fender TWIN REVERB. PRO CRNCH Dit modelleert een Fender PRO REVERB. TWEED Dit modelleert een Fender Bassman 4 x 10’’Combo. DELUX CRNCH Dit modelleert een Fender DELUXE REVERB. Dit is een Crunchgeluid dat de nuances BOSS CRNCH van ‘picking’ op getrouwe wijze kan reproduceren. CRUNCH Overdrive, speciaal afgestemd om met bassen te gebruiken. Haalt de lage frequentie componenten van de geluidsinvoer naar dit effect, en past de hoeveelheid die aan het effectgeluid wordt toegevoegd aan. AMP Modelleert de TECH21 SANSAMP BASS BASS DRIVER DRIVER DI. BASS OD Past het volume van het directe geluid aan. BOTTOM BLUES Dit is een geluid dat geschikt is voor blues. WILD CRNCH Dit is een Crunchgeluid met een radicale vervorming. STACK CRNCH Dit is een Crunchgeluid met hoge gain. Dit is een drivegeluid dat een fantastische vervorming produceert. SLDN Dit modelleert een Soldano SLO-100. Dit is het kenmerkende geluid van de jaren tachtig. Dit modelleert het sologeluid van de VOX AC-30TB. VO CLEAN Dit modelleert het cleane geluid van de VOX AC-30TB. MATCH DRIVE Dit modelleert de geluidsinvoer naar de linkeringang op een Matchless D/C-30. Een simulatie van de meest recente buizenversterker die veel in verschillende stijlen, van blues tot rock, wordt gebruikt. FAT MATCH Dit modelleert het geluid van een Matchless met een gewijzigde high gain. MATCH LEAD Dit modelleert de geluidsinvoer naar de rechteringang op een Matchless D/C30. 0–120 BG LEAD Dit modelleert het sologeluid van de MESA/Boogie comboversterker. Het geluid van een buizenversterker, typerend voor eind jaren zeventig en jaren tachtig. BG DRIVE Dit modelleert een MESA/Boogie met TREBLE SHIFT SW aan. MIDDLE BG RHYTHM Dit modelleert het ritmekanaal van een MESA/Boogie. 0–100 MS1959 I Dit modelleert de geluidsinvoer naar Input I en II op een Marshall 1959. Dit is een ‘trebly’ geluid, geschikt voor hardrock. MS1959 I+II Dit modelleert de geluidsinvoer naar Input I en II van de gitaarversterker in parallel, en creëert een geluid met een sterke low end dan I. Voorbereiding voor opname BOSS DRIVE VO LEAD Een krachtig sologeluid met extreme vervorming. BOSS METAL Dit is een Metalgeluid, geschikt voor heavy riffs. 5150 DRIVE Dit modelleert het solokanaal van een Peavey EVH 5150. METAL LEAD Dit is een sologeluid, geschikt voor metal. EDGE LEAD Dit is een scherp geluid, geschikt voor solospel. GAIN Past de klank van de lage frequentiereeks aan. Past de klank van de middenfrequentiereeks aan. TREBLE 0–100 Ritme gebruiken Past de vervorming van de versterker aan. BASS 0–100 Effecten gebruiken HEAVY LEAD Opnemen/ afspelen LEAD STACK Dit is een sologeluid met high gain. Past de klank van de hoge frequentiereeks aan. Bewerken METAL Uitleg PRESENCE LEVEL MS HIGAIN Dit modelleert het geluid van een Marshall met een gewijzigde middenreeks boost. 0–100 MS SCOOP Dit is een Marshall geluid dat ‘getweaked’ is voor een metal geluid. BRIGHT R-FIER VNT Modelleert het geluid van een Channel 2 VINTAGE modus op de MESA/Boogie DUAL Rectifier. R-FIER MDN Modelleert het geluid van een Channel 2 MODERN modus op de MESA/Boogie DUAL Rectifier. R-FIER CLN Modelleert het geluid van een Channel 1 CLEAN modus op de MESA/Boogie DUAL Rectifier. T-AMP LEAD Dit modelleert een Hughes & Kettner Triamp AMP3. T-AMP CRNCH Dit modelleert een Hughes & Kettner Triamp AMP2. T-AMP CLEAN Dit modelleert een Hughes & Kettner Triamp AMP1. Past het volume van de gehele voorversterker aan. Mastering Past de klank van de ultrahoge frequentiereeks aan. * Wees voorzichtig en stel de Level instelling niet te hoog in. Zet de Bright instelling aan/uit. * De BRIGHT parameterinstelling is alleen gedeeltelijk beschikbaar bij sommige JC CLEAN, TW CLEAN, CRUNCH of BG LEAD instellingen bij Preamp Type. OFF Bright wordt niet gebruikt. ON Bright wordt ingeschakeld voor een lichtere en spankelende klank. GAIN SW 69 USB gebruiken 0–100 Handige functies Dit modelleert het Drivegeluid van een VOX AC-30TB. Dit is een geluid dat past bij Britse pop uit de jaren zestig. Parameter/ Reeks Appendix T-AMP R-FIER MS MODERN MS CLASSIC BG LEAD MATCH COMBO VO DRIVE Uitleg HI-GAIN Parameter/ Reeks Snelle start Inserteffecten gebruiken Inserteffecten gebruiken Parameter/ Reeks LOW, MIDDLE, HIGH Uitleg Biedt de mogelijkheid tot selecteren van drie niveaus vervorming: LOW, MIDDLE en HIGH. Vervorming zal successief toenemen bij instellingen van LOW, MIDDLE en HIGH. * Het geluid van elk type is gecreëerd met de veronderstelling dat de Gain op MIDDLE is ingesteld. Stel dit daarom gewoonlijk op MIDDLE in. SP TYPE (Speaker Type) Selecteer het luidsprekertype. Parameter/ Reeks Uitleg FLAT Simuleert een microfoon met een perfecte vlakke response. Produceert een geluidsbeeld dat lijkt op het beluisteren van geluid dat rechtsreeks uit de luidsprekers komt (on site). MIC DIS (Mic Distance) Simuleert de afstand tussen de microfoon en de luidspreker. OFF MIC Deze instelling richt de microfoon van de luidspreker af. ON MIC Biedt omstandigheden waarin de microfoon meer in de richting van de luidspreker wordt geplaatst. OFF Dit zet de luidsprekersimulator uit. MIC POS (Mic Position) ORIGINAL Dit is de ingebouwde luidspreker van de versterker die u met PREAMP TYPE heeft geselecteerd. Dit simuleert de positie van de microfoon. 1x8” Dit een compacte luidsprekerkast, open aan de achterkant, met een 8-inch luidspreker. CENTER Simuleert de situatie waarin de microfoon in het midden van de luidsprekerkern is geplaatst. 1–10 Simuleert de situatie waarin de microfoon weg van het midden van de luidsprekerkern is geplaatst. 1x10” Dit een compacte luidsprekerkast, open aan de achterkant, met een 10-inch luidspreker. Dit een compacte luidsprekerkast, open aan de achterkant, met een 12-inch luidspreker. 0–100 1x12” 0–100 2x12” Dit is een luidsprekerkast, open aan de achterkant, met twee 12-inch luidsprekers. 4x10” Dit is een luidsprekerkast met vier 10-inch luidsprekers. Met ‘BASS MULTI’ of ‘GUITAR TO BASS’ algoritmes 4x12” Dit is een luidsprekerkast met vier 12-inch luidsprekers. Parameter/ Reeks 8x12” Dit is een ‘double stack’ van twee kasten, elk met vier 12-inch luidsprekers. ON/OFF MIC TYPE Deze instelling selecteert het gesimuleerde microfoontype. DYN57 DYN421 Dit is het geluid van de SHURE SM-57. Algemene dynamische microfoon, die voor instrumenten en vocalen wordt gebruikt. Werkt optimaal wanneer deze voor gitaarversterkers wordt gebruikt. Dit is het geluid van de SENNHEISER MD-421. Dynamische microfoon met een uitgestrekt laag. CND451 Dit is het geluid van de AKG C451B. Kleine condensatormicrofoon die voor instrumenten wordt gebruikt. CND87 Dit is het geluid van de NEUMANN U87. Condensatormicrofoon met een vlakke response. MIC LEV (Mic Level) D.LEVEL (Direct Level) OFF, ON Past het volume van het directe geluid aan. Uitleg Zet het AMP-effect aan/uit. TYPE Dit stelt het type van de voorversterker in. SUPER FLAT Een versterker met een vlakke response. FLIP TOP Modelleert de Ampeg B-15. B MAN Modelleert de Fender Bassman 100. CONCERT 810 Modelleert de Ampeg SVT. BASS 360 Modelleert de Acoustic 360. T.E. Modelleert de Trace Elliot AH600SMX. SESSION Modelleert de SWR SM-400. AC BASS Een versterker die ideaal is voor ACOUSTIC BASS. GAIN 0–100 Past de vervorming van de versterker aan. BASS 0–100 70 Past het volume van de microfoon aan. Past de klank van de lage frequentiereeks aan. Dit een compacte luidsprekerkast, open aan de achterkant, met één 15-inch luidspreker. 1x18” Dit een compacte luidsprekerkast, open aan de achterkant, met één 18-inch luidspreker. 2x15” Dit is een luidsprekerkast, open aan de achterkant, met twee 15-inch luidsprekers. 4x10” Dit is een luidsprekerkast voor een grote, ingesloten versterker met vier 10-inch luidsprekers. 8x10” Dit is een ‘double stack’ van twee kasten, elk met vier 10-inch luidsprekers. MID FREQ (Middle Frequency) *1 Specificeert het midden van de frequentie220Hz, 800Hz, reeks die door de Mid Freq. Bijgesteld 3.0kHz wordt. TREBLE 0–100 Past de klank van de hoge frequentiereeks aan. PRESENCE *2 0–100 Past de klank van de ultrahoge frequentiereeks aan. LEVEL 0–100 Dit simuleert de positie van de microfoon. CENTER Simuleert de situatie waarin de microfoon in het midden van de luidsprekerkern is geplaatst. 1–10 Simuleert de situatie waarin de microfoon weg van het midden van de luidsprekerkern is geplaatst. BRIGHT *3 MIC LEV (Mic Level) Zet de Bright instelling aan/uit. 0–100 OFF Bright wordt niet gebruikt. D.LEVEL (Direct Level) ON Bright wordt aangezet om een lichtere en krokantere klank te creëren. DEEP *4 OFF, ON Deze schakelaar verandert het karakter van de lage reeks. ULTRA LO *5 -, 0, + Dit bestuurt het karakter van de lage reeks. ULTRA HI *5 OFF, ON Dit bestuurt de ultrahoge frequentiereeks na treble. PRE SHAPE *6 OFF, 1, 2 Dit is een vormschakelaar die een bepaalde nuance aan de middenreeks toevoegt. Snelle start MIC POS (Mic Position) Past het volume van de gehele voorversterker aan. * Let op dat u de Level instelling (volumeniveau) niet te hoog instelt. Voorbereiding voor opname Past de klank van de middenfrequentiereeks aan. 1x15” 0–100 Effecten gebruiken 0–100 Uitleg Ritme gebruiken MIDDLE Parameter/ Reeks Past het volume van de microfoon aan. Past het volume van het directe geluid aan. **1 Instelling beschikbaar als TYPE op FLIP TOP, B MAN, CONCERT 810, T.E. of SESSION is ingesteld. *2 Instelling beschikbaar als TYPE op SUPER FLAT of AC BASS is ingesteld. *3 Instelling beschikbaar als TYPE op FLIP TOP, CONCERT 810 of BASS 360 is ingesteld. Bewerken Uitleg *4 Instelling beschikbaar als TYPE op B MAN is ingesteld. Mastering Parameter/ Reeks Opnemen/ afspelen Inserteffecten gebruiken *5 Instelling beschikbaar als TYPE op CONCERT 810 is ingesteld. *6 Instelling beschikbaar als TYPE op T.E is ingesteld. *7 Instelling beschikbaar als TYPE op SESSION is ingesteld. RESPONSE *1 BASS, FLAT Dit regelt de algehele versterkerkenmerken. Selecteer de positie die met de kenmerken van één van de twee geluidstypes correspondeert. EQUALIZER Dit past de klank als een Equalizer aan. Een parametrisch type wordt toegevoegd voor het hoog-midden en het laagmidden. SP TYPE (Speaker Type) Parameter/ Reeks Selecteert het luidsprekertype. ON/OFF OFF Dit zet de luidsprekersimulator uit. OFF, ON LOW CUT (Low Cut Filter) ORIGINAL Dit is de ingebouwde luidspreker van de versterker die u met PREAMP TYPE heeft geselecteerd. Uitleg Handige functies Dit regelt de helderheid en Presence van het geluid. Zet het EQUALIZER effect aan/uit. 71 Appendix 0–100 USB gebruiken ENHANCER *7 Inserteffecten gebruiken Parameter/ Reeks Uitleg FLAT, 55Hz–800Hz Dit stelt de frequentie in, waarop het low cut filter in werking begint te treden. Als ‘FLAT’ is geselecteerd, heeft het low cut filter geen effect. LOW GAIN -20–+20dB Past de klank van de lage frequentiereeks aan. NOISE SUPPRESSOR Dit effect reduceert de ruis en brom die door gitaarelementen worden opgepikt. Aanzien dit de ruis in synchronisatie met de envelope van de gitaarklank onderdrukt (de manier waarop de gitaarklank na bepaalde tijd wegsterft), heeft dit zeer weinig effect op de gitaarklank, en zal het natuurlijke karakter van de klank onveranderd blijven. LOW-MID F (Low Middle Frequency) 20.0Hz– 10.0kHz Specificeert het midden van de frequentiereeks die door de LO-MID G zal worden aangepast. LOW-MID Q (Low Middle Q) 0.5–16 Past de breedte van het gebied dat door de EQ, gecentreerd op de LO-MID F, aan. Hogere waardes maken het gebied smaller. Parameter/ Reeks ON/OFF OFF, ON Past de klank van de laag-midden frequentiereeks aan. HI-MID F (High Middle Frequency) 20.0Hz– 10.0kHz 0–100 Specificeert het midden van de frequentiereeks die door de HI-MID G zal worden aangepast. Past de breedte van het gebied dat door de EQ, gecentreerd op de LO-MID F, aan. Hogere waardes maken het gebied smaller. HI-MID G (High Middle Gain) -20–+20dB Past de klank van de hoog-midden frequentiereeks aan. HIGH GAIN -20–+20dB Past de klank van de hoge frequentiereeks aan. HIGH CUT (High Cut Filter) Dit stelt de frequentie in, waarop het high cut filter in werking begint te treden. Als 700Hz– 11.0kHz, FLAT ‘FLAT’ is geselecteerd, heeft het high cut filter geen effect. LEVEL -20–+20dB 72 Past het algehele volumeniveau van de Equalizer aan. Past de parameter aan, passend bij het volume van de ruis. Als het ruisniveau hoog is, is een hogere instelling meer geschikt. Als het ruisniveau laag is, zal een lagere instelling voldoen. Verander deze waarde totdat de Decay van de gitaarklank zo natuurlijk mogelijk is. * Hoge instellingen voor de Threshold parameter kunnen leiden tot het niet uitvoeren van geluid als u speelt terwijl het gitaarvolume laag staat. HI-MID Q (High Middle Q) 0.5–16 Zet het NOISE SUPPRESSOR effect aan/uit. THRESHOLD LOW-MID G (Low Middle Gain) -20–+20dB Uitleg RELEASE 0–100 Past de tijd vanaf het moment dat de ruisonderdrukker begint te functioneren, totdat het ruisniveau ‘0’ bereikt aan. Uitleg Gebruik TYPE om het effect dat u wilt gebruiken te selecteren. LOW LEVEL Parameter/ Reeks HIGH FREQ (High Frequency) 800Hz– 8.00kHz 0–100 Simulatie van de kenmerken van bepaalde gitaarcomponenten, zoals elementen en verschillende klankkasten maakt dat u kunt afwisselen tussen een aantal verschillende gitaartypes, terwijl u slecht één enkele gitaar gebruikt. ENHANCER Enhancer P.73 GTR SIM Guitar Simulator P.73 BASS SIM Bass Simulator P.74 SLOW GEAR Slow Gear P.74 DEFRETTER Defretter P.74 SITAR SIM Sitar Simulator p. 75 Parameter/ Reeks OCTAVE Octave p. 75 TYPE P SHIFTER Pitch Shifter p. 75 Selecteert het type gitaar simulator. PHASER Phaser p. 76 FLANGER Flanger p. 76 TREMOLO Tremolo p. 76 ROTARY Rotary p. 77 UNI-V Uni-Vibe p. 77 PAN Pan p. 77 VIBRATO Vibrato p. 77 RING MOD Ring Modulator p. 77 CHORUS Chorus p. 78 DBL DELAY Doubling Delay p. 78 Uitleg S→H Verandert van een enkelspoel element in een humbucking element. H→S Verandert van een humbucking element in een enkelspoel element. H→HF Verandert van een humbucking element in een enkelspoel element halftoon. S→HOLLOW Verandert een enkelspoel element in een volledig akoestische gitaarklank met toegevoegde body resonantie. Verandert een humbucking element in een H→HOLLOW volledig akoestische gitaarklank met toegevoegde body resonantie. LOW ENHANCER -50–+50 Dit is een effect dat de contouren van het ingangssignaal accentueert, door de attack van geluid, volgend op veranderingen in het ingangsniveau, te benadrukken. Parameter/ Reeks Uitleg 0–100 LOW FREQ (Low Frequency) 31.5Hz–125Hz Stelt de lage frequentiereeks voor het Enhancer geluid in. Past de klank van de lage frequentiereeks aan. HIGH -50–+50 Past de klank van de hoge frequentiereeks aan. BODY SENS (Sensitivity) Dit past de gevoeligheid van de Enhancer aan. Hoe meer de waarde toeneemt,hoe zachter u kunt spelen terwijl het effect nog steeds wordt toegepast. Effecten gebruiken GTR SIM (Guitar Simulator) Ritme gebruiken * De beschikbare types zijn afhankelijk van het algoritme. Voor details over de types die met elk algoritme gebruikt kunnen worden, kijkt u bij ‘Lijst van algoritmes’ (p.59). Past het Enhancer volume voor de hoge frequentiereeks aan. Bewerken Dit selecteert het type modulatie. Opnemen/ afspelen HIGH LEVEL Mastering Zet het MODULATION effect aan/uit. MOD TYPE (Modulation Type) 0–100 Past de manier waarop de body klinkt als Type op S → HOLLOW of H → HOLLOW is ingesteld aan. De bodyklank neemt toe als de waarde wordt verhoogd. Vermindering van de waarde produceert een klank gelijkend op die van een piëzo-element. USB gebruiken OFF, ON Stelt de hoge frequentiereeks voor het Enhancer geluid in. Handige functies ON/OFF Past het Enhancer volume voor de lage frequentiereeks in. LEVEL 0–100 Past het volume aan. 73 Appendix Uitleg 0–100 Voorbereiding voor opname Parameter/ Reeks MODULATION Snelle start Inserteffecten gebruiken Inserteffecten gebruiken BASS SIM (Bass Simulator) SLOW GEAR Simulatie van de eigenschappen van bepaalde bascomponenten, zoals elementen en verschillende bas-klankkasten, zorgt ervoor dat u kunt wisselen tussen een aantal verschillende bastypes, terwijl u slechts één bas gebruikt. Dit produceert een volumezwelling effect (‘vioolachtige’ klank). Parameter/ Reeks SENS (Sensitivity) Uitleg Parameter/ Reeks TYPE Selecteert het type bassimulator. 0–100 Uitleg Past de gevoeligheid van de Slow Gear aan. Als dit op een lage waarde is ingesteld, kan het effect van de Slow Gear alleen met een sterkere aanslag worden verkregen, terwijl geen effect wordt verkregen met een zwakkere aanslag. Als de waarde hoger is ingesteld, wordt het effect zelfs met een zwakkere aanslag verkregen. PAS→ACT Verandert van een passief type element in een actief type element. ACT→PAS Verandert van een actief type element in een passief type element. SGL→HUM Verandert van een enkelspoel element in een humbucking element. RISE TIME HUM→SGL Verandert van een humbucking element in een enkelspoel element. 0–100 SLD→HLW Verandert een massieve basklank in een holle body basklank met toegevoegde body resonantie. SGL→ACO Verandert een enkelspoel element in een akoestische basklank. Dit simuleert een fretloze basgitaar. HUM→ACO Verandert een humbucking element in een akoestische basklank. Parameter/ Reeks LOW -50–+50 74 -50–+50 Past de hoeveelheid vervaging tussen de noten aan. 0–100 Dit regelt de ingangsgevoeligheid van de Defretter. ATTACK Past de manier waarop de body klinkt als Type op SLD → HLW, SGL → ACO of HUM → ACO is ingesteld aan. De bodyklank neemt toe als de waarde wordt verhoogd. Vermindering van de waarde produceert een klank gelijkend op die van een piëzo-element. 0–100 Past het volume aan. Past de attack van het picking geluid aan. E.LEVEL (Effect Level) 0–100 Past het volume van net Defretter geluid aan. D.LEVEL (DIRECT Level) 0–100 LEVEL 0–100 Uitleg SENS (Sensitivity) Past de klank van de hoge frequentiereeks aan. BODY 0–100 DEFRETTER TONE Past de klank van de lage frequentiereeks aan. HIGH -50–+50 Past de tijd aan waarbinnen het volume een maximum bereikt, vanaf het moment dat u begint te spelen. Past het volume van het directe geluid aan. P SHIFTER Dit simuleert de klank van een sitar. Dit effect verandert de toonhoogte van het oorspronkelijke geluid (omhoog of omlaag) binnen een reeks van twee octaven. 0–100 Dit past de hoeveelheid van het effect dat wordt toegepast aan. RESONANCE 0–100 Dit past de golfbeweging van de resonantie aan. BUZZ 0–100 Selecteert de handmatige Pitch Shifter ‘MANUAL’ of pedaal Pitch Shifter ‘PEDAL’. MANUAL Dit is een eenvoudige Pitch Shifter. PEDAL Het effect zal als een pedaal Pitch Shifter functioneren. Het effect van het Wah-pedaal kan verkregen worden door bediening van het expressiepedaal. Voor een gedetailleerde uitleg kijkt u bij ‘Een expressiepedaal gebruiken’ (p.129). MODE DEPTH 0–100 TYPE Selectie voor de Pitch Shifter modus. FAST, MEDIUM, SLOW Past het volume van de sitar klank aan. -50–+50 D.LEVEL (Direct Level) 0–100 Past het volume van het directe geluid aan. Dit voegt een noot op een octaaf lager toe, hetgeen een rijkere klank creëert. Past de hoeveelheid feedback van het in toonhoogte verschoven geluid aan. LEVEL 0–100 Past het volume van de Pitch Shifter aan. D.LEVEL (Direct Level) 0–100 Parameter/ Reeks Past de tijd vanaf het moment dat het directe geluid hoorbaar is, totdat de in toonhoogte verschoven klanken worden ingevoerd aan. Gewoonlijk kunt u dit op 0ms laten staan. FBK (Feedback) 0–100 Omdat de toonhoogte geanalyseerd moet worden, kunnen akkoorden (twee of meer klanken die gelijktijdig worden gespeeld) niet gespeeld worden. Maak verfijnde aanpassingen voor het interval. De hoeveelheid verandering in de Fine100 is gelijkwaardig aan dat van de Pitch 1. PRE DELAY 0ms–300ms OCTAVE Past de hoeveelheid Pitch Shift (de mate van tussenpozen) in stappen van halve tonen aan. FINE E.LEVEL (Effect Level) 0–100 De respons is langzamer in de volgorde FAST, MEDIUM en SLOW, maar de modulatie vermindert in dezelfde volgorde. PITCH -24–+24 Past de hoeveelheid kenmerkende ‘Buzz’ aan, geproduceerd door de ‘Buzz Bridge’ als de snaren hiermee contact maken. Past het volume van het directe geluid aan. Uitleg Handige functies OCT LEVEL (Octave Level) 0–100 Opnemen/ afspelen Past de gevoeligheid van de sitar aan. Als dit op een lage waarde is ingesteld, wordt er geen effect van de sitar verkregen met een zwakke aanslag, terwijl een sterkere aanslag het effect produceert. Als het op een hogere waarde is ingesteld, kan het effect van de sitar verkregen worden met zowel een zwakke als een sterke aanslag. Uitleg Effecten gebruiken SENS (Sensitivity) Parameter/ Reeks Ritme gebruiken -50–+50 Dit past de klank aan. Het hoog wordt geaccentueerd als de waarde toeneemt. Bewerken TONE Mastering Uitleg USB gebruiken Parameter/ Reeks Snelle start SITAR SIM (Sitar Simulator) Voorbereiding voor opname Inserteffecten gebruiken Past het volume van de klank een octaaf lager aan. D.LEVEL (Direct Level) Past het volume van het directe geluid aan. 75 Appendix 0–100 Inserteffecten gebruiken PHASER FLANGER Door gevarieerde fasegedeeltes aan het directe geluid toe te voegen, geeft het Phasereffect het geluid een zwiepend, golvend karakter. Het Flanging effect geeft het geluid een zwepend, vliegtuigachtig karakter. Parameter/ Reeks Uitleg TYPE Selecteert het aantal stadia dat het Phasereffect zal gebruiken. Parameter/ Reeks RATE 0–100 4 STAGE Dit is een vierfasen effect. Een licht Phasereffect wordt verkregen. DEPTH 8 STAGE Dit is een achtfase effect. Dit is een populair Phasereffect. MANUAL 12 STAGE Dit is een twaalffase effect. Een diep Phasereffect wordt verkregen. 0–100 BI-PHASE Dit is de Phaser met twee faseverschuiving circuits die in serie zijn verbonden. RATE 0–100 0–100 Bepaalt de diepte van het Phasereffect. RESONANCE 0–100 Bepaalt de hoeveelheid resonantie (feedback). Verhoging van de waarde benadrukt het effect, en creëert een ongebruikelijke klank. STEP RATE OFF, 0–100 Dit stelt de cyclus van de Step functie in, die de snelheid en diepte verandert. Als dit op een hogere waarde staat, is de verandering verfijnder. Zet dit op ‘OFF’ als de Step functie niet wordt gebruikt. E.LEVEL (Effect Level) 0–100 0–100 Past het volume van het directe geluid aan. Past de middenfrequentie waarop het effect toegepast zal worden aan. Bepaalt de hoeveelheid resonantie (feedback). Als de waarde wordt verhoogd, zal het effect benadrukt worden, hetgeen een ongebruikelijke klank creëert. Past de diffusie aan. De diffusie neemt toe als de waarde hoger wordt. E.LEVEL (Effect Level) 0–100 Past het volume van de Flanger aan. D.LEVEL (Direct Level) 0–100 Past het volume van het directe geluid aan. TREMOLO Tremolo is een effect dat een cyclische verandering in volume creëert. Parameter/ Reeks Uitleg WAVE SHAPE Past het volume van de Phaser aan. D.LEVEL (Direct Level) Bepaalt de diepte van het Flangereffect. SEPARATION 0–100 Past de middenfrequentie van het Phasereffect aan. Dit bepaalt de snelheid van het Flangereffect. RESONANCE 0–100 MANUAL 0–100 0–100 Dit stelt de snelheid van het Phasereffect in. DEPTH Uitleg 0–100 Past veranderingen in volumeniveau aan. Een hogere waarde maakt de vorm van de golf steiler. RATE 0–100 Past de frequentie (snelheid) van de verandering aan. DEPTH 0–100 76 Past de diepte van het effect aan. PAN Dit produceert een effect als van een roterende luidspreker. Als u geluid in stereo speelt en het volumeniveau van de linker- en rechterkante afwisselend verandert, kunt u een effect verkrijgen dat het gevoel geeft dat de gitaarklank tussen de luidsprekers heen en weer vliegt. SLOW, FAST Deze parameter verandert de gesimuleerde roterende snelheid van de luidspreker (SLOW of FAST). Parameter/ Reeks WAVE SHAPE RATE-SLOW 0–100 Deze parameter past de SPEED SEL van rotatie aan, wanneer op ‘SLOW’ ingesteld. 0–100 RATE-FAST 0–100 Deze parameter past de SPEED SEL van rotatie aan, wanneer op ‘FAST’ ingesteld. RATE Deze parameter past de tijd aan waarbinnen de rotatie SPEED SEL verandert, wanneer van ‘SLOW’ naar ‘FAST’ wordt geschakeld. DEPTH RISE TIME 0–100 FALL TIME 0–100 Deze parameter past de tijd aan waarbinnen de rotatie SPEED SEL verandert, wanneer van ‘FAST’ naar ‘SLOW’ wordt geschakeld. Uitleg 0–100 0–100 Past de veranderingen in volumeniveau aan. Een hogere waarde maakt de vorm van de golf steiler. Past de frequentie (snelheid) van de verandering aan. Past de diepte van het effect aan. VIBRATO Dit effect creëert vibrato door het lichtelijk moduleren van de toonhoogte. DEPTH 0–100 Deze parameter past de hoeveelheid diepte in het Rotary-effect aan. Opnemen/ afspelen SPEED SEL (Speed Select) Effecten gebruiken Uitleg Parameter/ Reeks Ritme gebruiken Parameter/ Reeks Snelle start ROTARY Voorbereiding voor opname Inserteffecten gebruiken Uitleg RATE Hoewel dit op een Phasereffect lijkt, biedt dit ook een unieke golfbeweging die met een reguliere Phaser niet verkregen kan worden. Uitleg RATE RING MOD (Ring Modulator) Dit creëert een belachtig geluid door de gitaarklank met het signaal van de interne oscillator te ‘ringmoduleren’. Het geluid kan onmuzikaal zijn en een gebrek aan kenmerkende toonhoogtes hebben. Parameter/ Reeks Uitleg FREQUENCY Past het volume aan. 0–100 Past de frequentie van de interne oscillator aan. USB gebruiken Past de diepte van het UNI-V-effect aan. LEVEL 0–100 Past de diepte van het vibrato aan. Past de snelheid van het UNI-V-effect aan. DEPTH 0–100 0–100 E.LEVEL (Effect Level) 0–100 Past het volume van het effectgeluid aan. D.LEVEL (Direct Level) 0–100 Past het volume van het directe geluid aan. 77 Handige functies 0–100 DEPTH Appendix Parameter/ Reeks Past de snelheid van het vibrato aan. Bewerken Dit modelleert een Uni-Vibe. 0–100 Mastering UNI-V (Uni-Vibe) Inserteffecten gebruiken CHORUS DBL DELAY (Doubling Delay) In dit effect wordt een licht ontstemd geluid aan het originele geluid toegevoegd, om het dieper en breder te maken. Door een lichtelijk vertraagd geluid aan het directe geluid toe te voegen, produceert dit de indruk dat meerdere bronnen samen klinken (een ‘verdubbelingeffect’). De beste resultaten worden verkregen met stereo-opnames. Parameter/ Reeks Uitleg MODE Selectie voor de Chorus modus. Parameter/ Reeks DLY TME (Delay Time) MONO Dit Chorus-effect voert hetzelfde geluid via zowel het L-kanaal als het R-kanaal uit. 0.5–50.0 ms STEREO1 Dit is een stereo Chorus-effect dat verschillende Chorusklanken aan de linker- en rechterkanalen toevoegt. SEPARATION STEREO2 Deze stereo Chorus gebruikt ruimtelijke synthese, met de uitvoer van het directe geluid in het L-kanaal en de uitvoer van het effectgeluid in het R-kanaal. Past de snelheid van het Chorus-effect aan. DEPTH Past de diepte van het Chorus-effect aan. 0–100 Om dit als verdubbelingeffect te gebruiken, stelt u de waarde op 0 in. PRE DELAY 0.0ms–40.0ms Past de tijd aan waarbinnen het effectgeluid wordt uitgestuurd nadat het directe geluid is uitgestuurd. Door een langere pre-delaytijd in te stellen, kunt u een effect verkrijgen dat klinkt alsof meer dan één geluid tegelijk wordt gespeeld (verdubbelingeffect). E.LEVEL (Effect Level) 0–100 78 -50–+50 Deze parameter past de Delaytijd aan (d.w.z: het interval waarop geluiden vertraagd worden). Past de diffusie aan. De panning van het directe geluid en effectgeluid kan naar links en rechts worden gespreid. Dit effect wordt verkregen met stereoopname (met gebruik van twee tracks). E.LEVEL (Effect Level) RATE 0–100 Uitleg Past het volume van het effectgeluid aan. 0–120 Dit past het volume van het Delaygeluid aan. Dit echo-effect voegt een vertraagd geluid aan het directe geluid toe om het meer body te geven of wordt gebruikt om speciale effecten te creëren. Uitleg Parameter/ Reeks ON/OFF ON/OFF Zet het DELAY effect aan/uit. TYPE OFF, ON Dit selecteert het type Delay. TYPE Dis is een eenvoudige Delay. Deze Delay is specifiek voor stereo uitvoer. Hiermee kunt u het Tap Delay-effect verkrijgen dat de Delaytijd verdeelt, en deze dan naar de L en R-kanalen sturen. fig.04-050 PAN E.LEVEL INPUT DELAY Selecteert het type akoestische simulator. S→AC Verandert een enkelspoel element in een akoestische gitaarklank. H→AC Verandert een humbucking element in een akoestische gitaarklank. TAP TIME OUTPUT L LOW DLY TIME OUTPUT R -50–+50 Past de klank voor de lage frequentiereeks aan. HIGH FEEDBACK DLY TIME (Delay Time) 1ms–3400ms Dit bepaalt de Delaytijd. -50–+50 BODY FEEDBACK Dit stelt in hoeveel van het Delaygeluid naar de invoer wordt teruggestuurd. Een hogere waarde verhoogt het aantal Delay herhalingen. Past de klank voor de hoge frequentiereeks aan. Effecten gebruiken STANDARD Zet het ACOUSTIC SIMULATOR effect aan/uit. Ritme gebruiken OFF, ON Uitleg 0–100 0–100 Past de manier waarop de body klinkt als Type op S → AC of H → AC is ingesteld aan. Het geluid van de body neemt toe als de waarde wordt verhoogd. Als de waarde wordt gereduceerd wordt een klank die lijkt op die van een piëzo-element geproduceerd. Bewerken Parameter/ Reeks Simulatie van de karakteristieken van bepaalde gitaarcomponenten zoals elementen en verschillende klankkasten, zodat u tussen een aantal verschillende gitaartypes kunt afwisselen, terwijl u slechts één gitaar gebruikt. Voorbereiding voor opname ACOUSTIC SIMULATOR Opnemen/ afspelen DELAY Snelle start Inserteffecten gebruiken LEVEL Dit stelt de frequentie waarop het high cut 700Hz–11kHz, filter in werking treedt in. Als ‘FLAT’ is geselecteerd, zal het high cut filter geen FLAT effect hebben. E.LEVEL (Effect Level) 0–120 GUITAR TO BASS Simuleert de klank van een basgitaar. U kunt de klank van een basgitaar verkrijgen terwijl u een elektrische gitaar speelt. Past het volume van het Delaygeluid aan. D.LEVEL (Direct Level) 0–100 Past het volume aan. Mastering HIGH CUT (High Cut Filter) 0–100 Past het volume van het directe geluid aan. USB gebruiken Feedback stuurt een Delaysignaal naar de invoer terug. Wanneer de GUITAR TO BASS wordt gebruikt, moet u het spelen van akkoorden altijd vermijden. 0–100% Past de Delaytijd van de linkerkanaal delay aan. Deze instelling past de Delaytijd van het Lkanaal aan, relatief aan de Delaytijd van het R-kanaal (wordt als 100% gezien). Parameter/ Reeks Handige functies TAP TIME Uitleg ON/OFF OFF, ON Zet het GUITAR TO BASS effect aan/uit. 79 Appendix *1 Instelling beschikbaar als TYPE op PAN is ingesteld. Inserteffecten gebruiken Parameter/ Reeks Uitleg TYPE Parameter/ Reeks Uitleg ON/OFF Selecteer het type GUITAR TO BASS processor. OFF, ON JB Het geluid van een Fender Jazz Bass. TYPE PB Het geluid van een Fender Precision Bass. Selecteer het type PITCH CORRECT. REAR VOL (Rear Volume) *1 0–100 Stelt het volume van het achterste element in. Op 0 ingesteld is er geen geluid. FRONT VOL (Front Volume) *1 0–100 Stelt het volume van het voorste element in. Op 0 ingesteld is er geen geluid. TONE 0–100 SOFT De toonhoogte wordt vloeiend gecorrigeerd. HARD De toonhoogte wordt snel gecorrigeerd. ELECTRIC Corrigeert toonhoogtevariatie naar een trapsgewijze verandering. ROBOT Corrigeert de toonhoogte naar die van de gespecificeerde noot. SCALE *1 Past de klank aan. LEVEL 0–100 Zet het PITCH CORRECT effect aan/uit. Past het volume aan. *1 Instelling beschikbaar als TYPE op JB is ingesteld. De toonhoogte wordt naar die van de CHROMATIC dichtstbijzijnde chromatische halve toon gecorrigeerd. MAJ (MIN) De toonhoogte wordt volgens de toonhoogte instelling gecorrigeerd. KEY *2 ACOUSTIC PROCESSOR Dit transformeert de elementuitvoer van een electro-akoestische gitaar in een rijkere klank, alsof het met gebruik van een microfoon is opgenomen. Parameter/ Reeks Uitleg Zet het ACOUSTIC PROCESSOR effect aan/uit. TYPE Selecteer het type akoestische processor. BRIGHT Dit is een heldere klank die de snaarresonanties benadrukt. WARM Dit is een warme klank die de body resonanties benadrukt. BODY 0–100 Fixeert de toonhoogte. GENDER Verandert uw stem in mannelijk of vrouwelijk. OCTAVE -1OCT, 0, +1OCT Specificeert de mate waarin de toonhoogte zal veranderen. *1 Instelling beschikbaar als TYPE op SOFT, HARD of ELECTRIC is ingesteld. *2 Instelling beschikbaar als SCALE op MAJ (MIN) is ingesteld. *3 Instelling beschikbaar als TYPE op ROBOT is ingesteld. DYNAMICS Parameter/ Reeks Uitleg ON/OFF Past het volume aan. PITCH CORRECT Corrigeert onjuistheden in de toonhoogte. Met bepaalde instellingen kan Pitch Correct de toonhoogte op een grofweg ‘trapsgewijze’ manier veranderen om een mechanische vocale klank te creëren. 80 C–B Maakt het volume consistenter. Dit past de klank van de body resonanties aan. Het regelt de klankwarmte, kenmerkend voor een akoestische gitaar. LEVEL 0–100 Specificeert de toonhoogte van de song die u zingt. NOTE *3 -10–0–+10 ON/OFF OFF, ON C–B, Cm–Bm OFF, ON Zet het DYNAMICS effect aan/uit. DEPTH 0–100 Past de diepte van DYNAMICS aan. ENHANCE 0–10 Past de diepte van het Enhance-effect aan. Hogere instellingen maken dat het geluid scherper gedefinieerd wordt. Produceert een ‘double-tracking’ effect. -1OCT– +1OCT Als u de toonsoort van een song heeft gespecificeerd zal harmonie, passend bij de toonsoort, worden toegevoegd op het interval dat u hier specificeert. UNISON Door het vocale karakter te veranderen, produceert dit de indruk dat een andere persoon dezelfde melodie met u meezingt. Zet het TONE/SFX effect aan/uit. TYPE DISTORTION Produceert een vervormde stem. RADIO Produceert een radio stem. PART1DBL (Part 1 Double) *1 STROBE Snijdt de stem op verfijnde wijze. CHORUS Maakt de stem rijker. LIGHT, NORMAL, DEEP FLANGER Voegt een ‘zwiepende’ modulatie toe. PART1LEVEL *2 DRIVE *1 0–100 Past de mate van vervorming aan. Past het klankkarakter aan. Transformeert de stem door deze een mannelijk of vrouwelijk karakter te geven. Past de diepte van CHORUS aan. *1 Instelling beschikbaar als TYPE op DISTORTION is ingesteld. *2 Instelling beschikbaar als TYPE op STROBE of FLANGER is ingesteld. *3 Instelling beschikbaar als TYPE op CHORUS is ingesteld. DOUBLE/HARMONY Produceert een ‘double-tracked’ effect of Harmony-effect. U kunt maximaal twee gedeeltes stapelen (PART 1 en PART 2). L50–CENTER– Specificeert de panning (stereopositie) van R50 het geluid. PART2TYPE DOUBLE Produceert een ‘double-tracking’ effect. Als u de toonsoort van uw song heeft gespecificeerd zal harmonie, passend bij de -1OCT– +1OCT toonsoort, worden toegevoegd op het interval dat u hier specificeert. UNISON Ritme gebruiken Specificeert de snelheid. DEPTH *3 0–100 -10–0–+10 PART1PAN SPEED *2 0–100 Past het volume van het Part aan. PART1GENDER *2 TONE *1 -50–0–+50 Past de intensiteit van het Double-effect in drie niveaus aan (LIGHT / NORMAL / DEEP). Door het vocale karakter te veranderen, produceert dit de indruk dat een andere persoon dezelfde melodie met u meezingt. Bewerken 0–100 Voorbereiding voor opname DOUBLE Uitleg ON/OFF OFF, ON PART1TYPE PART2DBL (Part 2 Double) *1 LIGHT, NORMAL, DEEP Past de intensiteit van het Double-effect in drie niveaus aan (LIGHT / NORMAL / DEEP). PART2LEVEL *2 0–100 Mastering Parameter/ Reeks Uitleg Opnemen/ afspelen Past het klankkarakter aan of past speciale effecten toe. Parameter/ Reeks Effecten gebruiken TONE/SFX Snelle start Inserteffecten gebruiken Past het volume van het Part aan. L50–CENTER– Specificeert de panning (stereopositie) van R50 het geluid. KEY *2 C–B, Cm–Bm Specificeert de toonsoort van de song die u zingt. *1 Instelling beschikbaar als TYPE op DOUBLE is ingesteld. *2 Instelling beschikbaar als TYPE op –1OCT - +1OCT of UNISON is ingesteld. ON/OFF OFF, ON PART2PAN Handige functies Uitleg Transformeert de stem door deze een mannelijk of vrouwelijk karakter te geven. Zet het DOUBLE/HARMONY effect aan/ uit. 81 Appendix Parameter/ Reeks -10–0–+10 USB gebruiken PART2GENDER *2 Wat is ‘double-tracking’? Dit is een populaire studiotechniek waarbij een zanger een melodie opneemt, en dan een tweede uitvoering van dezelfde melodie samen met de eerste opname opneemt (overdubben). Als de twee uitvoeringen samen worden afgespeeld, geeft dit het effect van een dikke en rijke enkele stem. Inserteffecten gebruiken LOW CUT Dit filter kapt vocale ploppen en andere ongewenste laagband ruis af. Parameter/ Reeks FILTER *3 0–100 100:0–0:100 OFF, ON Deze parameter stelt de frequentie waaronder vocale ploppen en andere ongewenste lage reeks ruis uitgefilterd zal worden. OFF, 15–1 Uitleg ON/OFF Zet het LO-FI effect aan/uit. Met deze parameter kunt u de samplesnelheid wijzigen. Selecteert het type lo-fi box. Het geluid klinkt alsof het op een AM radio wordt gespeeld. Door ‘TUNING’ aan te passen kunt u de overgangsgeluiden, die optreden wanneer u de radiofrequentie aanpast, simuleren. Wijzigt het aantal databits. Als dit is uitgeschakeld blijft het aantal databits hetzelfde. Wanneer een extreem laag aantal bits wordt geselecteerd, kunnen bepaalde ingangsbronnen luide ruisgeluiden invoeren, zelfs als er geen invoergeluid is. In dat geval verhoogt u de drempel van de ruisonderdrukker. POST FILTER *4 TYPE RADIO Dit filter reduceert de hoeveelheid digitale vervorming. Als dit is uitgeschakeld, kunt u een intensief lo-fi geluid met digitale vervorming creëren. BIT *4 Dit effect wordt gebruikt voor het produceren van een lo-fi geluid. OFF, ON Dit past de balans van de volumes van het directe geluid en effectgeluid aan. SAMPLE RATE *4 OFF, 1/2–1/32 LO-FI Parameter/ Reeks Deze parameter past het filter aan. PRE FILTER *4 Zet het LOW CUT effect aan/uit. DEPTH 20 –2000 Hz Uitleg D:E *3 Uitleg ON/OFF OFF, ON Parameter/ Reeks OFF, ON Dit filter reduceert de hoeveelheid digitale vervorming die door de lo-fi wordt geproduceerd. Door dit uit te zetten kunt u een extreem lo-fi geluid creëren. E.LEVEL (Effect Level) *4 0–100 Past het algehele volume van het lo-fi geluid aan. D.LEVEL (Direct Level) *4 VINYL Het geluid klinkt alsof het op een grammofoon wordt gespeeld. Het geluid van de naald dat door krassen en stof wordt veroorzaakt wordt ook gesimuleerd. OFF Er wordt geen wijzigingfilter gebruikt. LPF Een laagpas-filter zal gebruikt worden. DIGITAL Met deze instelling kunt u een lo-fi geluid creëren door de samplesnelheid te verlagen en/of het aantal bits te verminderen. Met een bank van in realtime veranderbare filters die in serie zijn verbonden kan het geluid vrijelijk veranderd worden. BPF Een bandpas filter zal gebruikt worden. HPF Een hoogpas-filter zal gebruikt worden. TUNING *1 0–100 Deze parameter wordt met de RADIO instelling gebruikt. Dit simuleert de overgangsgeluiden die optreden als u de stemmingfrequentie van een AM radio aanpast. WOW FLUTTER *2 0–100 Deze parameter wordt met de VINYL instelling gebruikt. Het simuleert het jengelen dat optreedt als de snelheid van de draaitafel niet constant is. NOISE *3 0–100 82 Deze parameter wordt gebruikt voor het simuleren van ruis. 0–100 Past het volume van het directe geluid aan. MODIFY FIL (Modify Filter) *4 Selecteer het effect van het wijzigingfilter. CUTOFF F *4 0–100 Deze parameter past de cutoff frequentie aan. RESONANCE *4 0–100 Deze parameter past de resonantie aan. GAIN *4 0– +24 dB Past het volumeniveau van het geluid dat door het wijzigingfilter is gegaan aan. *1 Instelling beschikbaar als TYPE op RADIO is ingesteld. *2 Instelling beschikbaar als TYPE op VINYL is ingesteld. *3 Instelling beschikbaar als TYPE op RADIO of VINYL is ingesteld. *4 Instelling beschikbaar als TYPE op DIGITAL is ingesteld. U kunt de effectdiepte aanpassen door het zendniveau van elke ingang of track naar het Loop effect bij te stellen. Omdat elke ingang en track hun eigen onafhankelijke zendniveau hebben, kunt u aanpassingen apart maken. U kunt bijvoorbeeld diepe weerkaatsing op de stem toepassen, maar alleen een oppervlakkige weerkaatsing op de drums toepassen. 4 Wanneer u de zendniveaus heeft aangepast, drukt u een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het speelscherm terug te keren. Snelle start Effecten gebruiken De diepte van het Loop effect aanpassen Voorbereiding voor opname Om het zendniveau van de ingangsbron aan te passen verplaatst u de cursor naar ‘INPUT’. Om het zendniveau van het ritme aan te passen verplaatst u de cursor naar ‘RHY’. Gebruik vervolgens de draaiknop om de instelling te bewerken. Met gebruik van de ingebouwde ‘Loop Effects’ van de BR800, kunt u een gevoel van ruimtelijkheid en diepte aan een opname toevoegen. Opnemen/ afspelen Een gevoel van ruimtelijkheid toevoegen 2 Druk op de [TRACK] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] om de cursor naar ‘REVERB’ of ‘CHO/DLY’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. Bewerken 1 Ritme gebruiken Hier ziet u hoe het zendniveau van elke track aangepast wordt, om de diepte van het Loop effect te veranderen. Het Zendniveau bewerkingsscherm verschijnt. Voor REVERB Mastering D_Reverb_Track1.eps Voor CHO/DLY Handige functies Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen en de draaiknop om het zendniveau van elke track aan te passen. * U kunt de cursor naar elke track verplaatsen door op de track [REC] knop van de betreffende track te drukken. 83 Appendix 3 USB gebruiken D_Chorus.eps Een gevoel van ruimtelijkheid toevoegen Het Loop effect bewerken 1 2 Druk op de [TRACK] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘REVERB’ of ‘CHO/DLY’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. Het zendniveau scherm verschijnt. D_Reverb.eps Het Loop effect heeft geen ‘Patches’.Loop effect instellingen worden als onderdeel van de songdata opgeslagen. Parameterlijst REVERB Dit effect voegt weerkaatsing aan het geluid toe. Parameter/ Reeks Uitleg TYPE 3 Selecteer het type Reverb. Verschillende simulaties van ruimtes worden geboden. AMBIENCE Simuleert een Ambience microfoon (off-mic, geplaatst op afstand van de geluidsbron) die voor opnames en andere toepassingen wordt gebruikt. Eerder dan het benadrukken van de weerkaatsing, wordt deze Reverb gebruikt om een gevoel van openheid en diepte te creëren. ROOM Simuleert de weerkaatsing in een kleine kamer; een warme galm. HALL 1 Simuleert de weerkaatsing in een concertzaal; een heldere en ruimtelijke galm. HALL 2 Simuleert de weerkaatsing in een concertzaal; een milde galm. PLATE Simuleert plaatgalm (een Reverb-apparaat dat de vibratie van een metalen plaat gebruikt). Biedt een metaalachtige klank met onderscheidende hoge reeks. SPRING Dit simuleert het geluid van de ingebouwde veer-reverb van een gitaarversterker. MODULATE Deze Reverb voegt het wapperende geluid dat in Hall Reverb is te vinden toe, om een extreem plezierig Reverbgeluid te creëren. Druk op de [ENTER] knop. Het Loop Effect parameter bewerkingsscherm verschijnt. Voor REVERB D_Reverb_Edit.eps Voor CHO/DLY D_Chorus_Edit.eps 4 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om een parameter te selecteren, en gebruik de draaiknop om de waarde te bewerken. REV TIME (Reverb Time) 0.1s–10.0s Voor details over de parameters van elk effect raadpleegt u de ‘Parameterlijst’ (p.84). 5 Als u klaar bent met bewerken, drukt u een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het speelscherm terug te keren. Past de lengte (tijd) van weerkaatsing aan. PRE DELAY 0ms–500ms Past de tijd totdat het Reverbgeluid verschijnt aan. LOW CUT (Low Cut Filter) FLAT, 55Hz–800Hz Dit stelt de frequentie waarop het Low Cut filter in werking treedt in. Als ‘FLAT’ is geselecteerd, heeft het Low Cut filter geen effect. HIGH CUT (High Cut Filter) 84 Past het volume van het Reverbgeluid aan. DELAY Dit creëert een dikker geluid door een vertraagd geluid op het directe geluid toe te passen. SPRG SENS (Spring Sensitivity) *1 0–100 Past de gevoeligheid van het veer Reverbeffect aan. Als de waarde hoger is ingesteld, wordt het effect zelfs met een zwakke aanslag verkregen. *1 Instelling beschikbaar als TYPE op SPRING is ingesteld. Voorbereiding voor opname Een geluid met een subtiel verschoven toonhoogte wordt aan het directe geluid toegevoegd, zodat de uiteindelijke uitvoer dikker en breder is. Opnemen/ afspelen 0–100 CHORUS RATE *1 0 – 100 Past de snelheid van het Chorus-effect aan. DEPTH *1 0 – 100 Past de diepte van het Chorus-effect aan. Effecten gebruiken E.LEVEL (Effect Level) Selecteert het type effect. PRE DLY (Pre Delay) *1 0.5 – 50.0ms Past de tijd die in beslag wordt genomen om het effectgeluid uit te sturen aan, nadat het directe geluid is uitgestuurd. E.LEVEL (Effect Level) *1 0 – 100 Past het volume van het effectgeluid aan. Ritme gebruiken Past de dichtheid van het Reverbgeluid aan. TYPE DLY TME (Delay Time) *2 10 – 1000ms Deze parameter past de Delaytijd aan (d.w.z: het interval waarop geluid wordt vertraagd). FEEDBACK *2 0 – 100 Deze parameter past de hoeveelheid Feedback aan. Als de hoeveelheid Feedback wordt veranderd, zal het aantal keren dat het vertraagde geluid wordt herhaald ook veranderen. E.LEVEL (Effect Level) *2 0 – 100 Dit past het volume van het Delaygeluid aan. Bewerken 0–10 Uitleg Mastering DENSITY Parameter/ Reeks REV SEND (Reverb SEND) *2 0 – 100 Past het volume van de Reverb die op het vertraagde geluid wordt toegepast aan. *1 Instelling beschikbaar als TYPE op CHORUS is ingesteld. *2 Instelling beschikbaar als TYPE op DELAY is ingesteld. USB gebruiken Dit stelt de frequentie waarop het High Cut 700Hz–11kHz, filter in werking treedt in. Als ‘FLAT’ is geselecteerd, heeft het High Cut filter geen FLAT effect. CHORUS/DELAY Handige functies Uitleg 85 Appendix Parameter/ Reeks Snelle start Een gevoel van ruimtelijkheid toevoegen De klank van elk track aanpassen De BR-800 biedt een 3-band equalizer, onafhankelijk voor elke track. U kunt deze gebruiken om de klankkwaliteit van elke track aan te passen. De Track EQ bewerken 1 2 De Track EQ heeft geen ‘Patches’. Track EQ instellingen worden als onderdeel van de songdata opgeslagen. Druk op de [TRACK] knop. Parameterlijst Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘EQ’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. Parameter/ Reeks Het EQ bewerkingsscherm verschijnt. OFF, ON D_EQ.eps Uitleg ON/OFF Zet het EQUALIZER effect aan/uit. LOW GAIN -12–+12dB Past de klank van de lage frequentie aan. LOW FREQ (Low Frequency) 40Hz–1.6kHz 3 MID GAIN (Middle Gain) Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen en de draaiknop om de EQ van elke track op ‘On’ of ‘Off’ te zetten. * U kunt de cursor naar elke track verplaatsen door de Track [REC] knop van de betreffende track in te drukken. 4 Specificeert het midden van de frequentiereeks die door de LOW GAIN aangepast zal worden. -12–+12dB Past de klank van de middenfrequentiereeks aan. MID FREQ (Middle Frequency) 20Hz–10kHz Specificeert het midden van de frequentiereeks die door de MID GAIN zal worden aangepast. MID Q (Middle Q) Druk op de [ENTER] knop. Het EQ parameter bewerkingsscherm verschijnt. 0.5–16 D_EQ_Edit.eps Past de breedte van het gebied dat door de EQ, gecentreerd op de MID FREQ., wordt beïnvloed. Hogere waardes maken het gebied smaller. HIGH GAIN -12–+12dB Past de klank van de hoge frequentiereeks aan. HIGH FREQ (High Frequency) 5 400Hz–16kHz Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om een parameter te selecteren, en gebruik de draaiknop om de waarde te bewerken. Meer over de track EQ parameters vindt u in de ‘Parameterlijst’ (p.86). 6 86 Als u klaar bent met bewerken, drukt u meerdere malen op de [EXIT] knop om naar het speelscherm terug te keren. Specificeert het midden van de frequentiereeks die door de HIGH GAIN aangepast zal worden. Als u de Equalizer bijstelt terwijl u het geluid beluistert, kunt u een klikkende ruis horen. Dit is geen storing. Als deze ruis bezwaarlijk is, maakt u aanpassingen wanneer het geluid niet wordt gespeeld. Ritme gebruiken 87 Overzicht van de ritmesectie De BR-800 voorziet in een speciale ritmegenerator, die los staat van de geluidstracks 1-7/8. U kunt dit ritme als een leidraad tijdens het opnemen gebruiken of een origineel achtergrondritme creëren door verschillende interne ritmes zo te arrangeren dat deze met de structuur van de song overeenkomen. Patronen en arrangementen Grofweg gesproken bestaan de ritmes van de BR-800 uit ‘patronen’ en ‘arrangementen’. ■ Patronen Een drummer in een band speelt herhaaldelijk vaststaande sequensen met een lengte van één of twee maten. Op de BR-800 worden deze basale herhaalde eenheden ‘patronen’ genoemd. Een voorbeeld van een patroon Voor een ritme met vier tellen in de maat wordt performancedata zoals de volgende herhaaldelijk gespeeld. fig.04-onpu.eps Snaredrum Herhaling Basdrum De preset patronen bevatten patronen voor intro, couplet, fill en einde. Onderdelen kunnen van elkaar onderscheiden worden met de tekens aan het eind van de patroonnaam. (Voorbeeld) ROCK1-IN (intro) ROCK1-V1 (couplet 1) ROCK1-V2 (couplet 2) ROCK1-F1 (fill 1) ROCK1-F2 (fill 2) ROCK1-E (einde) ‘Preset patronenlijst’ (p.145) IN (intro) Deze patronen zijn geschikt voor een intro (introductie). V (couplet) 1, 2 Dit zijn hoofdpatronen. 1 is het basispatroon en 2 is een variatie op 1. F (fill) 1, 2 Dit zijn decoratieve patronen die tussen twee fraseveranderingen worden gevoegd. Kies 1 of 2, afhankelijk van het patroon dat op de fill volgt. E (einde) Deze patronen zijn geschikt voor het einde van een song. * Deze preset patronen kunnen niet bewerkt worden en de data kan niet overschreven worden. Patroon Songpatronen (S001-S100) Voor elke song kunnen honderd patronen op een SD-kaart worden opgeslagen. Preset patronen (P001-P327) De BR-800 biedt 327 ‘Preset patronen’ (P001-P327) die geschikt zijn voor diverse muziekstijlen, zoals rock of jazz. * Deze patronen kunnen niet bewerkt worden en de data kan niet overschreven worden. Voor details over het spelen van patronen kijkt u bij ‘Patronen spelen’ (p.91). 88 BR-800 Rhythm Editor gebruiken Met gebruik van ‘BR-800 Rhythm Editor’ kunt u eigen originele patronen, arrangementen en drumkits creëren, met gebruik van een computer. ‘BR-800 Rhythm Editor’ bevindt zich op de ‘BR-800 DVD-ROM’. Voor details over de locatie van ‘BR-800 Rhythm Editor’ raadpleegt u ‘ReadmeEN.txt’ op de ‘BR-800 DVD-ROM’. * U kunt geen patronen of drumkits creëren als u uitsluitend de BR-800 gebruikt. * U moet de USB-driver installeren voordat u de BR-800 op de computer aansluit (p.118). Hoewel een patroon op zichzelf gebruikt kan worden als een metronoom of leidraad voor oefeningen, zou dit betekenen dat het ritme niet verandert van het begin tot het eind van de song. Als u een song wilt creëren die muzikale variatie bevat, zult u verschillende patronen in een geschikte volgorde willen plaatsen, zoals intro → break → einde. Op de BR-800 wordt data, die patronen in een specifieke volgorde voor een uitvoering plaatst, een ‘arrangement’ genoemd. Over de drumklanken (Drum Kits) Normaalgesproken gebruikt een drumperformance een set die verschillende percussie-instrumenten bevat (zoals een basdrum en Snaredrum), geschikt voor de betreffende muziekstijl. De BR-800 biedt negen verschillende drumsets die voor diverse stijlen geschikt zijn. Elke set wordt een ‘drumkit’ genoemd. Snelle start Voorbereiding voor opname ■ Arrangementen Opnemen/ afspelen Overzicht van de ritmesectie fig.04-010.eps Effecten gebruiken Intro Verse Fill Tempo: 120.0 Tempo: 110.0 Tempo: 130.0 Preset arrangementen (P01-P50) De BR-800 bevat vijftig ‘preset arrangementen’ (P01P50) die geschikt zijn voor stijlen als rock of jazz. Ritme gebruiken * Deze patronen kunnen niet bewerkt worden en de data kunnen niet overschreven worden. Bewerken De preset arrangementen (behalve Metro 4/4) hebben een BREAK van drie maten (rust) na E (einde), en herhalen dan V1 (couplet 1). ‘Lijst met Preset arrangementen’ (p.144). Song arrangementen (S01-S05) Mastering U kunt vijf arrangementen voor elke song op een SDkaart opslaan. 89 Appendix Handige functies USB gebruiken Om arrangementen te kunnen spelen moet de BR-800 zich in de Arrangement modus bevinden. Meer hierover vindt u bij ‘Een arrangement spelen’(p.93). Overzicht van de ritmesectie Het ritme aan/uitzetten 1 In de Arrangement modus D_Type_Arrange.eps Druk op de [RHYTHM] knop. De [RHYTHM] knop is verlicht, en het ritme wordt aangezet. fig.rhythm_on_off-e.eps Lit 3 Draai aan de draaiknop om de gewenste ritme modus te selecteren. Instelling PATTERN ARRANGE Als u nogmaals op de [RHYTHM] knop drukt, zal de [RHYTHM] knop uitdoven. Het ritme wordt uitgezet. 4 Afwisselen tussen Pattern modus en Arrangement modus Op de BR-800 kunt u ritme in deze twee modes gebruiken: Pattern modus en Arrangement modus. Pattern modus Het geselecteerde patroon wordt herhaaldelijk van het begin tot het eind van de song gespeeld. Arrangement modus Patronen veranderen tijdens de voortgang van de song, volgens de volgorde van patronen die in het arrangement is gespecificeerd. 1 2 Druk op de [RHYTHM] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘TYPE’ te verplaatsen. In de Pattern modus D_Type_Pattern.eps 90 Uitleg Pattern modus wordt geselecteerd. Arrangement modus wordt geselecteerd. Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het speelscherm terug te keren. 4 5 Snelle start Om het afspelen te stoppen, drukt u op de [STOP] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘TYPE’ te verplaatsen. Draai aan de draaiknop en selecteer ‘PATTERN’. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘PATRN’ te verplaatsen. • Vanuit de fabriek bevatten de songpatronen (S001-S100) van de BR-800 geen data, dus er zal niets gespeeld worden als u deze selecteert. • Het patroon ‘P327: BREAK’ bevat alleen rusten. Er zijn geen geluiden hoorbaar als u dit patroon selecteert. Ritme gebruiken 3 9 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen en de draaiknop om het patroon dat u wilt spelen te selecteren. Mastering Uitleg Preset patronen 1-327 Songpatronen 1–100 *1 Op de computer kunt u eigen, originele patronen creëren met gebruik van ‘BR-800 Rhythm Editor’. USB gebruiken *1 Bewerken D_Rhythm_Pattern.eps Instelling P001–P327 S001–S100 ‘BR-800 Rhythm Editor gebruiken’ (p.88). 7 Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het speelscherm terug te keren. Handige functies 6 Opnemen/ afspelen Druk op de [RHYTHM] knop. De [RHYTHM] knop is verlicht, wat aangeeft dat ritme is aangezet. 2 Gebruik de [RHYTHM] schuifregelaar en de [MASTER] schuifregelaar om het volume op passende wijze aan te passen. Druk op de [PLAY] knop. De recorder start en het ritme wordt toegevoegd. 91 Appendix 1 8 Effecten gebruiken Hier ziet u hoe één van de interne patronen geselecteerd kan worden, en hoe u dit herhaaldelijk af kunt laten spelen. Voorbereiding voor opname Patronen spelen Patronen spelen Het tempo veranderen Hier ziet u hoe het afspeeltempo van het patroon verandert kan worden als u zich in het speelscherm bevindt. 1 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar de tempo-indicatie te verplaatsen. D_Play_Tempo.eps 2 Draai aan de draaiknop om het tempo aan te passen. Het afspeeltempo van het patroon verandert. De [TAP TEMPO] knop gebruiken om het tempo in te stellen U kunt het afspeeltempo van het patroon veranderen door de [TAP TEMPO] knop op de gewenste timing in te drukken. Druk tenminste vier keer achter elkaar op de [TAP TEMPO] knop. Het tempo wordt ingesteld op de timing waarmee u de knop indrukte. fig.04-290.eps • Het patroontempo wordt opgeslagen wanneer de opname eindigt of als u de song opslaat (p.109). Eén tempo-instelling wordt voor elke song opgeslagen. • Het tempo is voor alle patronen hetzelfde. U kunt geen ander tempo voor elk patroon specificeren. • U kunt het tempo binnen een reeks van 25.0-250.0 aanpassen. 92 Snelle start Druk op de [RHYTHM] knop. 3 4 5 10 Om het afspelen te stopen, drukt u op de [STOP] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘TYPE’ te verplaatsen. Draai aan de draaiknop en selecteer ‘ARRANGE’. Vanuit de fabriek bevatten de song arrangementen (S01-S05) van de BR-800 geen data, dus er zal niets gespeeld worden als u deze selecteert. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘ARRNG’ te verplaatsen. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen en de draaiknop om het arrangement dat u wilt spelen te kiezen. Uitleg Preset arrangementen 1–50 Song arrangementen 1–5 Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het speelscherm terug te keren. USB gebruiken 7 Mastering Instelling P01–P50 S01–S05 Bewerken D_Rhythm_Arrange.eps 6 Opnemen/ afspelen De [RHYTHM] knop is verlicht, wat aangeeft dat ritme is aangezet. 2 Gebruik de [RHYTHM] schuifregelaar en de [MASTER] schuifregelaar om het volume op passende wijze aan te passen. Ritme gebruiken 1 9 Effecten gebruiken Hier ziet u hoe één van de interne arrangementen geselecteerd en gespeeld kan worden. Voorbereiding voor opname Een arrangement spelen Druk op de [ZERO] knop. Druk op de [PLAY] knop. De recorder start en het geselecteerde arrangement wordt toegevoegd. 93 Appendix 8 Handige functies U keert naar het begin van de song terug. Een arrangement spelen Het tempo veranderen Hier ziet u hoe het afspeeltempo van het arrangement verandert kan worden als u zich in het speelscherm bevindt. 1 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar de tempo indicatie te verplaatsen. D_Play_Tempo.eps 2 Draai aan de draaiknop om het tempo aan te passen. Het afspeeltempo van het arrangement verandert. De [TAP TEMPO] knop gebruiken om het tempo in te stellen U kunt het afspeeltempo van het arrangement tijdelijk veranderen, door de [TAP TEMPO] knop op de gewenste timing in te drukken. Druk tenminste vier keer achter elkaar op de [TAP TEMPO] knop. Het tempo wordt ingesteld op de timing waarmee u de knop indrukte. fig.04-290.eps • Het tempo dat voor het arrangement is gespecificeerd, wordt tijdelijk genegeerd. • De tempoverandering is tijdelijk. Als u het tempo van het arrangement wilt veranderen en opslaan, kijkt u bij ‘Een origineel arrangement creëren’ (p.96). • U kunt het tempo binnen een reeks van 25.0-250.0 aanpassen. 94 Een drumkit selecteren Met gebruik van ‘BR-800 Rhythm Editor’ kunt u vijf originele drumkits creëren. Drumkits worden voor elke song op de SD-kaart opgeslagen. 1 ‘BR-800 Rhythm Editor gebruiken’ (p.88). 2 De arrangementen en patronen worden met gebruik van de instrumentklanken van de drumkit gespeeld. Druk op de [RHYTHM] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘KIT’ te verplaatsen. In de Pattern modus fig.04-030.eps Preset Drum Kit 9 Preset Drum Kit 3 Preset Drum Kit 2 Preset Drum Kit 1 SD Card Snelle start D_Kit_Pattern.eps SONG SONG SONG Effecten gebruiken BR-800 Opnemen/ afspelen Een drumkit is een set die verscheidene instrumentklanken bevat. De BR-800 bevat negen ‘preset drum kits’. Voorbereiding voor opname De drumklanken veranderen (Drum Kit) Song Drum Kit Kick Snare In de Arrangement modus D_Kit_Arrange.eps Draai aan de draaiknop om een drumkit te selecteren. 4 P3 ROOM P4 HARD P5 P6 P7 JAZZ HIP-HOP HOUSE P8 REGGAE P9 808 S1 S2 S3 S4 S5 SongKit1 SongKit2 SongKit3 SongKit4 SongKit5 Uitleg Standaard drumkits Een drumkit met een gepaste hoeveelheid Ambience Een drumkit geschikt voor hardrock Een drumkit geschikt voor jazz Mastering Instelling P1 STD 1 P2 STD 2 Een drumkit geschikt voor dance muziek Een drumkit geschikt voor reggae Een drumkit gebaseerd op de klassieke Roland TR-808 drummachine. De originele drumkits die in elke song zijn opgeslagen. Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het speelscherm terug te keren. 95 USB gebruiken • De drumkit kan niet veranderd worden als een Preset arrangement voor de Arranger modus is geselecteerd. Handige functies 3 Appendix • De drumkit wordt voor elk arrangement opgeslagen. Bewerken Ritme gebruiken Kick Snare Closed Hi-hat Open Hi-hat Een origineel arrangement creëren Met de BR-800 kunt u patronen in de gewenste volgorde plaatsen om een arrangement te maken, en op die manier de structuur van de gehele song, van begin tot eind, creëren. Nadat u een arrangement heeft gecreëerd, kunt u dit als een song arrangement opslaan. Laten we nu eens proberen om daadwerkelijk een arrangement te creëren. 1 Een arrangement kan uit maximaal 999 maten bestaan. De [RHYTHM] knop is verlicht. 2 Stappen U creëert een song arrangement door ‘stappen’ te specificeren. Elke stap bestaat uit een patroonnummer en het maatnummer waarop die stap zal beginnen. 3 Als u bijvoorbeeld een song met de volgende structuur wilt creëren: Sectie Intro Maatlengte 2 maten Patroon Patroon P001 4 ➝ 16 maten Melodie B 8 maten Break 8 maten Einde 2 maten Patroon S002 ➝ Melodie A Patroon S003 Druk op de [RHYTHM] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar TYPE’ te verplaatsen. Draai aan de draaiknop en selecteer ‘ARRANGE’. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘EDIT’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. * Als u een preset arrangement selecteert, kunt u niet verdergaan met de rest van deze procedure. ➝ Patroon S099 ➝ Patroon P006 Om de hierboven beschreven songstructuur te creëren, zou u de volgende stappen in het arrangement plaatsen. Stapnummer Stap 1 Begin maat 1 5 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘STEP’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. Het ARRANGE STEP scherm verschijnt. fig.04-510-e.eps Stap Patroonnummer P001: ROCK-1 IN Patroonnummer Beginmaat Tempo ➝ Stap 2 3 S002: OriginalA ➝ Stap 3 19 S003: OriginalB ➝ Stap 4 27 S099: OriginalC ➝ Stap 5 35 Patroon maatsoort Patroonnaam P006: ROCK-1 E ➝ Stap 6 37 P327: BREAK De secties van zelfs de structuur van een lange song kunnen met gebruik van slechts enkele stappen gespecificeerd worden. Met de BR-800 kunt u maximaal vijftig stappen gebruiken. 96 6 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar de ‘step’ positie te verplaatsen, en gebruik de draaiknop om de stap die u wilt bewerken te selecteren. U kunt naar de vorige stap gaan door de [REW] knop in te drukken of naar de volgende stap gaan door de [FF] knop in te drukken. Starting measure Dit specificeert de maat waarop het huidige patroon begint te spelen. fig.04-520.eps Beginmaat Stap 1 Stap 2 Stap 3 Intro (4 maten) Couplet (4 maten) Fill (4 maten) 001 005 009 013 Stel de beginmaat op ‘007’ in bij stap 2 Stap 1 Beginmaat Intro (6 maten) 001 Stap 2 Stap 3 Couplet Fill (2 maten) (4 maten) 005 007 009 013 • De beginmaat kan niet hetzelfde zijn als de vorige stap of van maten daarvoor. • U kunt geen instelling maken die zich uitstrekt voorbij de beginmaat van de volgende stap. • Als u een arrangement in het speelscherm afspeelt, en het helemaal tot het eind van het arrangement is gespeeld, zal het patroon dat aan de laatste stap is toegewezen voortdurend herhaald worden. • Als u wilt dat het arrangement stopt nadat de laatste stap is gespeeld, wijst u preset patroon ‘P327 BREAK (rest!)’ aan de laatste stap toe. Dit maakt dat er voortdurend rusten worden gespeeld, hetgeen feitelijk hetzelfde is als het stoppen van het arrangement afspelen. fig.04-540.eps (Voorbeeld) Dit selecteert het patroon. Zoals in onderstaande illustratie wordt getoond, specificeert dit een patroon voor elke stap. Stap 1 Intro Stap 2 Couplet Einde P327 BREAK fig.04-530.eps Stap 1 Intro (2 maten) Tempo: 120.0 Beginmaat 001 Stap 2 Snelle start Stap 20 Laatste stap Bewerken Pattern number Voorbereiding voor opname Door op de [PLAY] knop te drukken kunt u het patroon van de op dat moment geselecteerde stap (het huidige patroon) beluisteren. • De beginmaat van stap is altijd ‘001’. Dit kan niet veranderd worden. Effecten gebruiken Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar de parameter die u wilt bewerken te verplaatsen, en gebruik de draaiknop om de waarde te bewerken. Ritme gebruiken 7 Opnemen/ afspelen Een origineel arrangement creëren Stap 3 Couplet Fill (1 maten) (1 maten) Tempo: 110.0 Tempo: 110.0 003 004 Mastering Time signature Dit geeft de maatsoort van het huidige patroon aan. Tempo Dit specificeert het tempo waarop het huidige patroon gespeeld zal worden. Als u klaar bent met het creëren van het arrangement, drukt u een aantal malen op de [EXIT] knop. Handige functies U zult naar het speelscherm terugkeren, en het door u gecreëerde arrangement wordt opgeslagen. * In het display wordt ‘Keep power on!’ aangegeven, terwijl data wordt bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze boodschap wordt weergegeven. 97 Appendix 8 USB gebruiken Reeks: 25.0-250.0 Een origineel arrangement creëren Een stap invoegen Een stap wissen Hier ziet u hoe een nieuwe stap op de huidige stap wordt ingevoegd. Hier ziet u hoe de geselecteerde stap gewist kan worden. De gewiste stap zal de inhoud van de volgende stap krijgen. fig.04-550.eps fig.04-570.eps Couplet Invoegen Stap 1 Stap 2 Stap 3 Intro Couplet Fill Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Intro Couplet Couplet Fill Ga naar het ARRANGE STEP scherm, volgens de beschrijving in stappen 1-5 van ‘Een origineel arrangement creëren’ (p.96). 2 2 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Intro Couplet Fill Couplet Wissen 1 1 Stap 1 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen en de draaiknop om de locatie (stapnummer) waarop u een stap wilt invoegen te selecteren. Stap 1 Stap 2 Stap 3 Intro Couplet Couplet Ga naar het ARRANGE STEP scherm, volgens de beschrijving in stappen 1-5 van ‘Een origineel arrangement creëren’ (p.96). Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen en de draaiknop om de stap die u wilt wissen te selecteren. D_Arrange_Step.eps D_Arrange_Step.eps 3 3 Druk op de CURSOR [ 4 Druk op de [ENTER] knop. De geselecteerde stap wordt gekopieerd en ingevoegd. Als de handeling is voltooid, zult u automatisch naar het ARRANGE STEP scherm terugkeren. 98 ] knop. Een boodschap verschijnt, waarin wordt gevraagd: ‘Erase?’ ] knop. Een boodschap verschijnt waarin wordt gevraagd: ‘Insert?’ Druk op de CURSOR [ 4 Druk op de [ENTER] knop. De data zal gewist worden. Als de handeling is voltooid, zult u automatisch naar het ARRANGE STEP scherm terugkeren. D_Arrange_Name.eps Het staat u vrij een naam (arrangement naam) van maximaal acht tekens aan een song arrangement toe te wijzen. 3 4 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘TYPE’ te verplaatsen. 9 Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het speelscherm terug te keren. In het scherm wordt ‘Keep power on!’ aangegeven, en het bewerkte arrangement zal opgeslagen worden. Draai aan de draaiknop om ‘ARRANGE’ te selecteren. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘ARRNG’ te verplaatsen. De naam van een preset arrangement kan niet bewerkt worden. Ritme gebruiken 2 Druk op de [RHYTHM] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen en de draaiknop om de tekens te bewerken. Effecten gebruiken 8 1 Opnemen/ afspelen Voorbereiding voor opname Een arrangement een naam geven Snelle start Een origineel arrangement creëren Bewerken D_Rhythm_Arrange.eps Mastering USB gebruiken 7 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘EDIT’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘NAME’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. Handige functies 6 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen en de draaiknop om een song arrangement te selecteren (S01-S-05). Het ARRANGE NAME scherm verschijnt. 99 Appendix 5 Een origineel arrangement creëren Een arrangement kopiëren Als u een preset arrangement lichtelijk wilt wijzigen of een variatie op een bestaand arrangement wilt creëren, kunt u dat doen door het als een song arrangement te kopiëren en vervolgens de kopie te bewerken. 1 2 3 4 5 6 7 Druk op de [ENTER] knop. Het kopieer bevestigingscherm verschijnt. D_Arrange_Erase_Sure.eps Druk op de [RHYTHM] knop. 10 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘TYPE’ te verplaatsen. Draai aan de draaiknop om ‘ARRANGE’ te selecteren. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘ARRNG’ te verplaatsen. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen en de draaiknop om het kopieerbron arrangement te selecteren (P01-P50, S01-S05). Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘EDIT’ te verplaatsen, en druk op [ENTER]. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘COPY’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. Het ARRANGE COPY scherm verschijnt. D_Arrange_Copy.eps 8 9 Gebruik de draaiknop om het song arrangement dat als kopieerbestemming zal fungeren te selecteren (S01-S05). 100 Druk nogmaals op de [ENTER] knop. ‘Keep power on!’ wordt in het scherm weergegeven, en de kopie wordt uitgevoerd. 11 Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het speelscherm terug te keren. U kunt niet naar een preset arrangement kopiëren. D_Arrange_Erase_Sure.eps Snelle start Een origineel arrangement creëren Stap 1 wordt niet gewist, maar blijft behouden en wordt op ‘Metro’ (metronoom) ingesteld. 1 8 Druk op de [RHYTHM] knop. Als u zeker weet dat u het arrangement wilt wissen, drukt u op de [ENTER] knop. Als u besluit te annuleren, drukt u op de [EXIT] knop. 4 5 * ‘Keep power on!’ wordt in het scherm weergegeven, en de inhoud van het arrangement zal gewist worden. 9 Draai aan de draaiknop om ‘ARRANGE’ te selecteren. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘EDIT’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het speelscherm terug te keren. Ritme gebruiken 3 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘TYPE’ te verplaatsen. U kunt een preset arrangement niet wissen. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘ERASE’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. Bewerken 2 Effecten gebruiken Hier ziet u hoe stap 2 en alle daaropvolgende stappen van het song arrangement gewist kunnen worden. Opnemen/ afspelen Voorbereiding voor opname Een arrangement wissen Het ARRANGE ERASE scherm verschijnt. Het ARRANGE ERASE scherm verschijnt. Gebruik de draaiknop om het song arrangement (S01S05) dat u wilt wissen te selecteren. Druk op de [ENTER] knop. Handige functies 7 Een bevestigingsboodschap verschijnt. 101 Appendix 6 USB gebruiken Mastering D_Arrange_Erase.eps Het afspelen van het patroon of arrangement vertragen (OFFSET) Hier ziet u hoe een offset tijd kunt specificeren waarmee het patroon of arrangement vertraagd zal worden, relatief aan het afspeelgeluid van de geluidstracks. 1 2 Druk op de [RHYTHM] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘OFFSET’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. D_Rhythm_Offset.eps 3 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen en de draaiknop om de gewenste offset tijd te specificeren. Reeks: 00:00:00-00:0-23:59:59-29:9 Als u bijvoorbeeld wilt dat het patroon of arrangement moet beginnen wanneer de geluidstracks ‘00h00m30s00’ bereiken, dan zou u dit op ’00:00:30:00’ instellen. Als de [ENTER] knop wordt ingedrukt, zal de huidige tijd als deze instelling worden toegewezen. 4 Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het spelscherm terug te keren. De offset wordt voor elke song onthouden. 102 Bewerken 103 De locatie waarop een geluid begint of eindigt opzoeken (Scrub/Preview) Scrub functie fig.02-030.eps Tijdens het bewerken van een song moet u soms de exacte locatie waarop een geluid begint of de regio waarbinnen u auto punch-in recording wilt uitvoeren opzoeken. Scrub punt Cursor De BR-800 voorziet in een ‘Scrub’ functie, die een gemakkelijke manier biedt voor het opzoeken van dit soort locaties. Met gebruik van de Scrub functie wordt een extreem korte regio (ongeveer 45 milliseconden), die op de huidige locatie begint of eindigt, herhaaldelijk gespeeld. Preview functie De Preview functie speelt ongeveer één seconde voor of na de huidige locatie. 2 Met gebruik van deze functie en de Scrub functie terwijl u de huidige locatie beetje bij beetje verschuift, kunt u de grenzen tussen frases gemakkelijk vinden. Draai aan de draaiknop om de huidige locatie beetje bij beetje te verplaatsen, en zoek het punt waarop de volgende frase begint (d.w.z: het moment dat het geluid begint). fig.02-020.eps Now tijd 3 Geluidsdata Tijd SCRUB naar Ongeveer 45 msec PREVIEW TO Ongeveer 1.0 msec 1 SCRUB van Ongeveer 45 msec PREVIEW FROM Ongeveer 1.0 msec Houd de [STOP] knop ingedrukt en druk op de [PLAY] knop. De [PLAY] knop knippert en het Scrub afspelen zal beginnen. Het tempo indicator gebied toont ofwel ‘ ’ (SCRUB FROM) of ‘ ’ (SCRUB TO), wat het Scrub punt voor de huidige locatie aangeeft. Als de cursor zich op de Scrub punt indicatie bevindt, kunt u de draaiknop gebruiken om het Scrub punt te veranderen. 104 Als u de exacte locatie waarop het geluid begint heeft gevonden, drukt u op de [STOP] knop om het Scrub afspelen te stoppen. De Preview functie gebruiken • Als u de [PLAY] knop indrukt tijdens Scrub afspelen, kunt u het geluid volgens het op dat moment gespecificeerde Scrub punt beluisteren. : PREVIEW FROM : PREVIEW TO • Door de volgende handelingen tijdens Scrub Afspelen uit te voeren, kunt u het geluid van tevoren beluisteren. De [FF] knop indrukken: PREVIEW FROM De [REW] knop indrukken: PREVIEW TO Snelle start Een boodschap ‘Are you sure?’ verschijnt. U kunt tracks kopiëren of wissen of song sketch data importeren. 6 De resultaten van een trackbewerking worden in de song opgeslagen als u naar het speelscherm terugkeert. ■ Trackdata kopiëren Hier ziet u hoe alle data van de gespecificeerde track naar een andere track wordt gekopieerd. 2 Druk op de [ENTER] knop. De kopie wordt uitgevoerd. * ‘Keep power on!’ wordt in het display getoond terwijl de data wordt bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze boodschap wordt weergegeven. 7 Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het speelscherm terug te keren. Druk op de [TRACK] knop. Ritme gebruiken 1 Om de data te kopiëren drukt u op de [ENTER] knop. Opnemen/ afspelen 5 Effecten gebruiken Trackbewerking Voorbereiding voor opname Bewerken Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘TRACK EDIT’ te verplaatsen. Druk dan op de [ENTER] knop. 4 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘COPY’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. USB gebruiken 3 Mastering Bewerken D_Track_Edit_Copy.eps Gebruik de CURSOR knoppen en de draaiknop om de kopieerbron track/V-track en kopieerbestemming track/V-track te selecteren. 105 Appendix Handige functies D_Track_Copy.eps Bewerken ■ Trackdata wissen 1 2 Druk op de [TRACK] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘TRACK EDIT’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. D_Track_Edit_Copy.eps ■ Song sketch data in een track importeren 1 2 4 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘ERASE’ te verplaatsen en druk op de [ENTER] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen en de draaiknop om de track/V-track die u wilt wissen te selecteren. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘TRACK EDIT’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. D_Track_Edit_Copy.eps 3 3 Druk op de [TRACK] knop. 4 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘SONG SKETCH IMPORT’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen en de draaiknop om te specificeren hoe de data geïmporteerd moet worden. D_Track_Inport.eps D_Track_Erase.eps Parameter DISP 5 SOURCE Om de wissen drukt u op de [ENTER] knop. ‘Are you sure?’ wordt in een boodschap getoond. 6 DEST START Druk op de [ENTER] knop. De data wordt gewist. * ‘Keep power on!’ wordt in het display getoond terwijl de data wordt bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze boodschap wordt weergegeven. 5 Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het speelscherm terug te keren. 106 Om data te importeren drukt u op de [ENTER] knop. Een boodschap met ‘Are you sure?’ verschijnt. 6 7 Uitleg Selecteert de eenheden die door START worden aangegeven. Kies TIME of MEASURE. De song sketch data die geïmporteerd zal worden. De track waarin de data geïmporteerd zal worden. De locatie waarop de data in de import bestemmingstrack zal worden gevoegd. Druk op de [ENTER] knop. De data zal geïmporteerd worden. * ‘Keep power on!’ wordt in het display getoond terwijl de data wordt bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze boodschap wordt weergegeven. 1 2 3 Druk op de [MENU] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘SONG’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. 2 3 Druk op de [MENU] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘SONG’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘ERASE’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. Het SONG ERASE scherm verschijnt. D_Song_Erase_Select.eps Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘COPY’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. Het SONG COPY scherm verschijnt. D_SongCopy.eps Voorbereiding voor opname 1 Opnemen/ afspelen Hier ziet u hoe de op dat moment geselecteerde song gekopieerd kan worden. Hier ziet u hoe een song van een SD-kaart gewist kan worden. Effecten gebruiken Een song kopiëren (SONG COPY) Een song wissen (SONG ERASE) Ritme gebruiken Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het speelscherm terug te keren. 4 5 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de song die u wilt wissen te selecteren. Bewerken 7 Snelle start Bewerken Om de song te wissen, drukt u op de [ENTER] knop. 6 ‘Are you sure?’ wordt in een boodschap getoond. 5 Druk op de [ENTER] knop. Druk op de [ENTER] knop. De song zal gewist worden. * ‘Keep power on!’ wordt in het display getoond terwijl de data wordt bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze boodschap wordt weergegeven. De song wordt gekopieerd. 7 Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het speelscherm terug te keren. Handige functies Nadat het kopiëren is voltooid, zult u naar het speelscherm terugkeren. Als ‘Card Full!’ in het scherm wordt getoond Als deze boodschap verschijnt voordat u kopieert, is er onvoldoende ruimte op de SD-kaart. Verwijder onnodige data van de SD-kaart. USB gebruiken Om de song te kopiëren drukt u op de [ENTER] knop. Als u de song die u op dat moment gebruikt wist, wordt automatisch een song van de SD-kaart geselecteerd. Als er geen andere song aanwezig is, zal een nieuwe song gecreëerd worden. 107 Appendix 4 Mastering In een boodschap wordt gevraagd ‘Are you sure?’ Bewerken De song een naam geven (SONG NAME) Als u een nieuwe song creëert, krijgt deze automatisch een naam zoals ‘SONG 0001’ toegewezen. Als een song helemaal af is, is het een goed idee om de song een passende naam te geven, zodat de songdata gemakkelijker te beheren is. 1 Druk op de [MENU] knop. Een song beveiligen (SONG PROTECT) Een song die u heeft gecreëerd kan onopzettelijk opnieuw opgenomen of per ongeluk gewist worden. Om dit soort ongelukken te voorkomen, kunt u de songdata tegen herschrijven beveiligen (Song Protect). Als Song Protect is ingeschakeld, kunnen de volgende handelingen niet worden uitgevoerd: • Opnemen • Trackbewerking • De songnaam veranderen 2 • Song wissen Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘SONG’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. • Ritme bewerken • Opslaan in de song effect Patches • Undo/Redo • Factory Reset (SONG EFFECT/RHYTHM/ALL) 3 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘NAME’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. Het SONG NAME scherm verschijnt. 1 2 D_SongName.eps 3 4 5 6 Druk op de [MENU] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘SONG’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘PROTECT’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. Het SONG PROTECT scherm verschijnt. D_SongPro.eps Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar het teken dat u wilt bewerken te verplaatsen. Draai aan de draaiknop om het gewenste teken te selecteren. Als u de songnaam heeft gespecificeerd, drukt u een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het speelscherm terug te keren. * ‘Keep power on!’ wordt in het display getoond terwijl de data wordt bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze boodschap wordt weergegeven. 108 4 5 Gebruik de draaiknop om de ‘ON’ instelling te selecteren. Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het speelscherm terug te keren. Als een song is beveiligd, wordt het songbeveiliging symbool in het scherm getoond. Snelle start Bewerken Een song opslaan (SAVE CURRENT STATE) • Opgenomen data • De status van de mixer (pan, track EQ, enz.) Opnemen/ afspelen • Song Patches voor het Insert effect • Song Patches voor het mastering effect. • Arrangement/patroon • Loop effect De bovenstaande inhoud wordt opgeslagen als u stopt met opnemen of als u naar net speelscherm terugkeert. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘SAVE CURRENT STATE’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. Het SAVE CURRENT STATE scherm verschijnt. 4 Om de song op te slaan, drukt u op de [ENTER] knop. * ‘Keep power on!’ wordt in het display getoond terwijl de data wordt bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze boodschap wordt weergegeven. 5 Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het speelscherm terug te keren. 109 Bewerken Mastering 3 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘SONG’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. USB gebruiken 2 Druk op de [MENU] knop. Handige functies 1 Ritme gebruiken Het scherm zal een boodschap tonen waarin het opslaan wordt bevestigd, dus u hoeft zich hier niet specifiek bewust van te zijn. Als u echter de song in zijn huidige staat wilt opslaan, gaat u als volgt verder. Effecten gebruiken • Utilities Appendix ‘Keep power on!’ wordt in het display getoond terwijl de data wordt bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze boodschap wordt weergegeven. Op de BR-800 wordt de volgende inhoud als songdata opgeslagen: Voorbereiding voor opname fig.Protect.eps MEMO 110 Mastering 111 Mastering gebruiken bij het creëren van een song In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe de opgenomen tracks naar slechts twee tracks worden gemixed, en hoe een ‘Mastering effect’ wordt toegepast om een voltooide song met het optimale volumeniveau te creëren Het geluid van het ritme en van de ingangsbron die met INPUT SELECT (p.37) is geselecteerd kunnen op dat moment ook gecombineerd worden. fig.mastering-e.eps INPUT SELECT TRACK 8-V1 TRACK 4-V1 TRACK 7-V1 TRACK 3-V1 TRACK 6-V1 TRACK 2-V1 TRACK 5-V1 TRACK 1-V1 Track 1–8 Mastering effect TRACK 8-VMST TRACK 7-VMST RHYTHM Ritme Wat is het mastering effect? Als een CD van uw opgenomen songs wordt gecreëerd, is het belangrijk om het algehele volume te besturen, zodat de luidste sectie van de songs binnen het beschikbare bereik van de CD zal blijven. Hierdoor wordt echter het algehele volume verlagen, waardoor de muziek minder krachtig klinkt. Bovendien kan overmatig geluid in de lage frequentiereeks, dat door het menselijke oor moeilijk te horen is, veroorzaken dat de niveaumeter helemaal naar het maximum stijgt, ondanks het feit dat het werkelijke geluid niet luid lijkt te zijn. Dit kan ook maken dat de muziek minder krachtig klinkt. Met gebruik van het Mastering effect kunt u het volume van de song consistenter maken en de balans van de lage frequentiereeks corrigeren. We adviseren u het Mastering effect te gebruiken om uw song helemaal af te maken. * Het Mastering effect biedt 19 ‘preset Patches’ (P01-P16), 19 herschrijfbare ‘User Patches’ (U01-U19) en 19 ‘song Patches’ (S01-S19) die voor elke song worden opgeslagen. fig.03-020.eps_80 Mastering bestemmingstracks SD-kaart BR-800 Song Preset patch User patch Song patch Het Mastering effect kan zelfs als u zich niet in de Mastering modus bevindt worden aangezet. Als u het Mastering effect tijdens normale opname gebruikt, kunt u het gemasterde geluid horen terwijl u opneemt. 112 2 Druk op de [MENU] knop. 6 Druk op de [MASTER FX] knop. De [MASTER FX] knop licht op, en het Mastering effect wordt aangezet. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘MASTERING’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. Het MASTER FX scherm verschijnt. MasteringFX-e.eps Voorbereiding voor opname 1 Snelle start Mastering gebruiken bij het creëren van een song P: preset / S: song / U: user 3 Gebruik de draaiknop om MASTERING op ‘ON’ in te stellen. Opnemen/ afspelen Nummer Patchnaam 4 Druk een aantal malen op de [EXIT] knop. 7 Het MASTERING scherm verschijnt. Kies een mastering effect. Gebruik de CURSOR [ Mastering-e.eps Effecten gebruiken U bevindt zich nu in de Mastering modus. ][ ] knoppen en de : V-tracks die data bevatten : V-tracks die geen data bevatten Opnamebestemming tracks Als de opnamebestemming zal track 1/8 VMST als de V-tracks voor Matsering worden geselecteerd. 9 Druk op de [EXIT] knop om naar het speelscherm terug te keren. Bewerken 8 Ritme gebruiken draaiknop om preset/song/user en het gewenste nummer te selecteren. Druk op de [ZERO] knop om naar tijdslocatie 00:00:00-00:0 terug te keren. Als u op andere tracks wilt opnemen, gebruikt u de Speel uw song af, en gebruik de trackfaders om de volumebalans aan te passen. fig.Rec03-e.eps Blinking Als er tracks zijn die u niet in de mix wilt horen, verlaagt u hun schuifregelaars. * Als u het ritme als onderdeel van de mix wilt opnemen, verhoogt u de [RHYTHM] schuifregelaar. 11 USB gebruiken Gebruik de [MASTER] schuifregelaar om het algehele volume aan te passen. U moet het volume zo ver mogelijk verhogen, zonder dat het geluid gaat vervormen. Mastering Druk op de [REC] knop. De [REC] knop knippert rood, en de BR-800 wordt in de opname-standby modus geplaatst. Druk op de [PLAY] knop. De opname begint. De [PLAY] knop licht groen op, en de [REC] knop is rood verlicht. fig.Rec04-e.eps Verlicht Verlicht 113 Handige functies 5 10 Appendix CURSOR knoppen en de draaiknop om de gewenste opnametracks te selecteren. Mastering gebruiken bij het creëren van een song 12 Als u klaar bent met Masteren, drukt u op de [STOP] knop. 2 Kies een mastering effect. Gebruik de CURSOR [ Het resultaat wordt op de mastering-bestemmingstrack opgeslagen, en het PREVIEW scherm verschijnt. ][ ] knoppen en de draaiknop om preset/song/user en het gewenste nummer te selecteren. D_Master_Preview.eps 3 Druk op de [ENTER] knop. Het Mastering effectbewerkingscherm verschijnt. D_MTK.eps Als u op de [PLAY] knop drukt, zal het resultaat van Mastering worden afgespeeld. Gebruik de [MASTER] schuifregelaar om het volume aan te passen. Druk op de [EXIT] knop om naar het MASTERING scherm terug te keren. 4 * ‘Keep power on!’ wordt in het display getoond terwijl de data wordt bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze boodschap wordt weergegeven. 13 Voor details over de effectinstellingen raadpleegt u de volgende sectie ‘Parameterlijst’ (p.115). Om de MASTERING modus te verlaten, zet u MASTERING op ‘OFF’. De Mastering effectinstellingen bewerken Om een nieuwe Patch te creëren, kiest u de bestaande Patch die het meest lijkt op dat wat u in uw hoofd heeft, en bewerk dan de betreffende instellingen. Als u de bewerkte instellingen wilt behouden, slaat u deze als een User Patch of song Patch op. 1 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar elke parameter te verplaatsen, en gebruik de draaiknop om instellingen te maken. Druk op de [MASTER FX] knop. Het MASTER FX selectiescherm verschijnt. MasteringFX-e.eps P: preset / S: song / U: user Nummer Patchnaam 114 5 Als u de huidige effectinstellingen wilt opslaan, gaat u verder volgens de beschrijving in de volgende sectie ‘De Mastering effectinstellingen opslaan (Write)’ (p.115). De veranderingen die u aanbrengt zijn tijdelijk. Als u het bewerkingsscherm verlaat zonder de bewerkte Patch op te slaan, wordt een ‘*’ getoond bij de Patch indicatie. Als u een andere Patch selecteert wanneer dit ‘*’ wordt getoond, keert de bewerkte Patch naar zijn oorspronkelijke staat terug en gaan uw veranderingen verloren. 2 Als u een patchnaam wilt invoeren, drukt u op de CURSOR [ ] knop. -20–+20 Als u de patchnaam niet hoeft te veranderen, gaat u verder met stap 5. D_Master_FX_Name.eps TONE 3 4 5 6 7 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen en de draaiknop om een patchnaam in te voeren. Als u de patchnaam heeft ingevoerd, drukt u op de CURSOR [ ] knop. -6–+6 Druk op de [ENTER] knop om de instelling op te slaan of druk op de [EXIT] knop als u besluit te annuleren. Als u deze instelling verhoogt, worden de lage en hoge frequentiereeksen geaccentueerd, en wordt een agressievere klank geproduceerd. Als u deze instelling verlaagt, zullen de lage en hoge frequenties niet geaccentueerd worden, en zal de klank mild zijn. Op 0 ingesteld zal de Patch zijn standaard effect produceren. NATURAL Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen en de draaiknop om het gewenste opslagbestemming Mastering effect te selecteren. Nadat u de bestemming waarin het Mastering effect opgeslagen zal worden heeft geselecteerd, drukt u op de [ENTER] knop. Een bevestiging vraagt ‘Are you sure?’ Snelle start Opnemen/ afspelen Hiermee wordt de variatie in volume tussen luide en zachte passages in de uitvoering aangepast. Als deze instelling wordt verhoogd, neemt de variatie in volume af. Hoewel dit een gemakkelijke manier is om de algehele luidheid van de song te verbeteren, zal de natuurlijke dynamiek van de song afnemen. Als deze instellingen worden verlaagd, zal de variatie in volume toenemen. Terwijl dit het moeilijk maakt om algehele luidheid voor de song te verkrijgen, ligt de muziek dichter bij de natuurlijke dynamische variatie van de originele uitvoering. Op 0 ingesteld zal de Patch zijn standaard effect produceren. Effecten gebruiken D_Master_FX_Write.eps Uitleg Ritme gebruiken Parameter/ waarde DYNAMICS Bewerken Het Write scherm verschijnt. Parameterlijst Mastering In het Mastering effect selectiescherm drukt u op de CURSOR [ ] knop om de cursor naar ‘NAME/ WRITE’ te verplaatsen. Druk dan op de [ENTER] knop. -50–+50 Als u deze instelling verhoogt, zal het Mastering effect milder worden toegepast, hetgeen een meer natuurlijke indruk produceert. Aangezien plotselinge pieken in volume nog steeds zonder wijziging geproduceerd worden, maakt dit het moeilijker om de algehele luidheid accentueren. Als u deze instelling verlaagt, wordt het mastering effect sneller toegepast op plotselinge volumepieken, maar het natuurlijke gevoel wordt verminderd. Op 0 ingesteld zal de Patch het standaard effect produceren. 115 USB gebruiken 1 Handige functies Hier ziet u hoe u een naam aan de door u gecreëerde Patch kunt toewijzen, en deze als een nieuwe Patch kunt opslaan. Nadat het opslaan is voltooid, zult u naar het Master effect selectiescherm terugkeren. * Het display geeft ‘Keep power on!’ aan terwijl de data wordt bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze boodschap wordt weergegeven. Appendix De Mastering effectinstellingen opslaan (Write) Voorbereiding voor opname Mastering gebruiken bij het creëren van een song Na mastering van songs gebruikmaken Op de computer van songs gebruikmaken Songs die u met gebruik van de BR-800 heeft gecreëerd kunnen met gebruik van de ‘BOSS BR Series Wave Converter’ naar WAV/AIFF bestanden geconverteerd worden. De volgende dingen worden mogelijk nadat u de songs naar WAV/AIFF formaat heeft geconverteerd. • Uw songs met gebruik van de computersoftware afspelen. De gemasterde song op een extern apparaat opnemen Hier ziet u hoe uw gemasterde song op een CD-recorder of ander apparaat opgenomen kan worden. 1 Verbind de LINE OUT Jacks van de BR-800 met de ingangsjacks van de recorder. fig.02-730.eps • Originele CD’s creëren • Songs op een draagbare geluidsspeler beluisteren nadat u deze heeft geïmporteerd. * Voor details raadpleegt u de gebruikershandleiding van de software. ‘BOSS BR Series Wave Converter gebruiken’ (p.121). CD Recorder etc. 2 3 4 116 Plaats de recorder in de opname modus. Druk op de [PLAY] knop van de BR-800 om de opgenomen data af te spelen. Als het afspelen is voltooid, stopt u de opname op de recorder en drukt u op de [STOP] knop van de BR-800. USB gebruiken 117 Voordat USB wordt gebruikt De BR-800 is uitgerust met een USB-aansluiting. Als dit met een computer is verbonden, kunt u de volgende handelingen uitvoeren: ● De BR-800 als een audio interface of control surface gebruiken (p.119, 120). ● Geluidsdata tussen de BR-800 en de computer verzenden (p.121). ● Originele ritmes en drumkits creëren die op de BR-800 gebruikt kunnen worden (p.88). Datastructuur op de SD-kaart De mappen en bestanden die op de SD-kaart worden gecreëerd, hebben de volgende structuur. * Mappen of bestanden die op de SD-kaart zijn gecreëerd mogen nooit verwijderd worden. Ook mag de betreffende naam niet veranderd worden. fig.05-010.eps ● Een reservekopie van BR-800 data maken (p.123). Voor details over de USB besturingsvereisten kijkt u op de Roland website (http://www.roland.com/ Over de ‘BR-800 DVD-ROM’ Vanuit de fabriek bevat de BR-800 een DVD-ROM met daarop de drivers die u nodig heeft als u aansluitingen op een computer maakt. De DVD-ROM bevat ook handige software. Voor details over de inhoud van de ‘BR-800 DVD-ROM’ bekijkt u de ‘ReadmeEN.txt’ op de ‘BR-800 DVD-ROM’. De USB-driver installeren U moet de USB-driver op de computer installeren voordat de BR-800 via USB op de computer wordt aangesloten. Root Directory ROLAND map BR0 map Disk Information SONG0000 map Song informatie Effect parameter Patroon sequensdata Arrangement sequensdata Drum kit geluidsdata Opgenomen data Opgenomen tijdelijke data Opgenomen Event data SONG0001 map De mappen worden voor elke song gecreëerd SKETCH map WAV-bestand De USB-driver bevindt zich op de meegeleverde ‘BR-800 DVD-ROM’. ROLAND map De data van de BR-800 wordt in de volgende mappen opgeslagen. Voor details over de locatie van de USB-driver bekijkt u de ‘ReadmeEN.txt’ op de ‘BR-800 DVD-ROM’. BR0 map Een map van elke song bevat de songdata. Tevens dient u het ‘Readme.htm’ bestand in de map die de driver voor elk besturingssysteem bevat te lezen. SKETCH map Deze map bevat de WAV-bestanden die in de Song Sketch modus worden gebruikt. Als u een WAV-bestand van de computer in deze map plaatst, kunt u dit op de BR-800 afspelen. WAV-bestanden die op de BR-800 zijn gecreëerd, kunnen ook van de SKETCH map naar de computer gekopieerd worden. Voor details, zie ‘WAV-bestanden overbrengen’ (p.121). 118 U kunt ook instellingen maken met betrekking tot het signaal dat door de BR-800 wordt uitgestuurd. 1 2 ‘OUT POSITION (Output Position)’ (p.126) 1 2 3 Voor meer informatie over het veranderen van de ingangsbron raadpleegt u de gebruikershandleiding behorend bij de software. Voorbereiding voor opname Snelle start In de software voor het afspelen van geluid op de computer schakelt u de geluid uitvoerbestemming naar de BR-800. Voor details over het schakelen van de uitvoerbestemming kijkt u in de gebruikershandleiding van de gebruikte software. Gebruik een USB-kabel om de BR-800 op de computer aan te sluiten. In de opnamesoftware van de computer moet u de ingangsbron veranderen, zodat de BR-800 geselecteerd is. Gebruik een USB-kabel om de BR-800 met de computer te verbinden. Effecten gebruiken Met gebruik van USB kan geluid dat u op de BR-800 invoert of het geluid van tracks die worden afgespeeld, door uw computersoftware worden opgenomen. Ritme gebruiken Geluid van de BR-800 op de computer opnemen Hier ziet u hoe geluidsdata die door de computer wordt afgespeeld, via USB naar de BR-800 gestuurd kan worden, en op de tracks van de BR-800 kan worden opgenomen. Druk op [MENU]. Het MENU scherm verschijnt. 4 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘INPUT SELECT’ te verplaatsen en druk op de [ENTER] knop. Bewerken U moet de USB-driver installeren voordat de BR-800 op de computer wordt aangesloten (p.118). De BR-800 gebruiken om songs die door de computer worden afgespeeld op te nemen Opnemen/ afspelen De BR-800 als een audio interface gebruiken 1 2 Gebruik een USB-kabel om de BR-800 met de computer te verbinden. In de software voor het afspelen van geluid op de computer schakelt u de geluid uitvoerbestemming naar de BR-800. Voor details over het schakelen van de uitvoerbestemming kijkt u in de gebruikershandleiding van de software. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘INPUT’ te verplaatsen, en gebruik de draaiknop om USB te kiezen. USB gebruiken D_InputSelect_USB.eps 6 7 Handige functies Hier ziet u hoe geluid dat door de computer wordt afgespeeld via USB naar de BR-800 gestuurd kan worden, en via een uitvoerapparaat dat op de BR-800 is aangesloten beluisterd kan worden. 5 Druk een aantal malen op [EXIT] om naar het speelscherm terug te keren. Neem op volgens de aanwijzingen in ‘Opnemen’ (p.36). 119 Appendix De BR-800 gebruiken om songs die door de computer worden afgespeeld te horen Mastering Het INPUT SELECT scherm verschijnt. De BR-800 voor software-besturing gebruiken SONAR LE gebruiken U moet de USB-driver installeren voordat de BR-800 op de computer wordt aangesloten (p.118). De BR-800 kan via USB uw muziekproductie-software besturen (DAW software). * Het apparaat kan als een audio interface worden gebruikt, zelfs terwijl het zich in de Control Surface modus bevindt. * Plaats de BR-800 in de Control Surface modus voordat u de DAW-software opstart. Als u de DAW software opstart voordat het apparaat in de Control Surface modus is geplaatst, kan de status van de verschillende indicators mogelijk niet correct worden weergegeven. 1 Gebruik een USB-kabel om de BR-800 op de computer aan te sluiten. SONAR LE is op de ‘BR-800 DVD-ROM’ te vinden. Voor details over de locatie van SONAR LE raadpleegt u ‘ReadmeEN.txt’ op de ‘BR-800 DVD-ROM’. Voor details over installatie en instellingen raadpleegt u de SONAR LE Startup Guide op de ‘BR-800 DVD-ROM’. * De meegeleverde SONAR LE is software voor Windows. Wees ervan bewust dat dit niet compatibel is met Mac OS. Controllers die in Control Surface modus gebruikt kunnen worden U kunt de volgende controllers gebruiken voor het besturen van de DAW software. Controller Track faders 2 3 Druk op de [MENU] knop. [MASTER] schuifregelaar Het MENU scherm verschijnt. Track [PLAY] knoppen Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘USB’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. Het USB-scherm verschijnt. 4 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘CONTROL SURFACE’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. De BR-800 bevindt zich nu in de Control Surface modus. 5 6 Start de DAW software op. Maak de passende Control Surface instellingen in de DAW software. Specificeer ‘Mackie control’ als het type control surface. Voor details over het maken van control surface instellingen raadpleegt u de gebruikershandleiding van de software. 7 Om de Control Surface modus te verlaten, drukt u een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het speelscherm terug te keren. 120 Track [REC] knoppen [TAP TEMPO] knop [MASTER FX] knop [ENTER] knop Draaiknop [CURSOR] knoppen [REW] knop [STOP] knop [PLAY] knop [FF] knop [REC] knop Functie De schuifregelaar van de geselecteerde track besturen. De MASTER schuifregelaar besturen De geselecteerde track dempen (Mute) De geselecteerde track in de opname-standby modus plaatsen De trackgroep verschuiven (-) De trackgroep verschuiven (+) Een selectie of invoer bevestigen Een waarde bewerken De cursor verplaatsen Terugspoelen Opnemen/afspelen stoppen Afspelen Vooruitspoelen Opnemen * De track 1-7/8 trackfaders, track [PLAY] knoppen en track [REC] knoppen corresponderen met trackgroepen 1-6 in de DAW software. Om andere tracks te besturen gebruikt u de [TAP TEMPO] knop of [MASTER FX] knop om de geselecteerde groep te verschuiven. * De volgende controllers hebben in de Control Surface modus geen functie. • • • • • • • • [RHYTHM] schuifregelaar [RHYTHM] knop [SONG SKETCH] knop [EZ REC] knop [TRACK] knop [RETRY] knop REPEAT] knop [ZERO] knop Snelle start Data met de computer uitwisselen Voorbereiding voor opname • U moet de USB-driver installeren voordat de BR800 op de computer wordt aangesloten (p.118). WAV-bestanden overbrengen De BR-800 kan WAV-bestanden in het volgende formaat gebruiken. Bestanden in een ander formaat kunnen niet gespeeld worden. Van data met een lange bestandsnaam zal de bestandsnaam niet correct worden weergegeven. Laat de naam uit maximaal acht tekens bestaan, los van de bestandsnaam extensie. • Stereo (Voorbeeld) Effecten gebruiken • Samplesnelheid: 44.1 kHz 123MUSIC.WAV (acht tekens) • Samplegrootte: 16-bit De BR-800 kan de volgende tekens gebruiken. A-Z (Engelse hoofdletters) Ritme gebruiken Het MENU scherm verschijnt. 3 ‘BOSS BR Series Wave Converter’ bevindt zich op de ‘BR-800 DVD-ROM’. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘USB’ te verplaatsen en druk op de [ENTER] knop. Het USB-scherm verschijnt. D_USB.eps Mastering Voor details over de locatie van ‘BOSS BR Series Wave Converter’ raadpleegt u ‘ReadmeEN.txt’ op de ‘BR-800 DVDROM’. Druk op de [MENU] knop. Bewerken Met gebruik van de ‘BOSS BR Series Wave Converter’ kunt u BR-800 geluidsdata naar WAV/AIFF bestanden converteren of WAV/AIFF bestanden van de computer naar BR-800 geluidsdata converteren. 2 Gebruik een USB-kabel om de BR-800 op de computer aan te sluiten. 4 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘BACKUP’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. USB gebruiken De BOSS BR Serie Wave Converter gebruiken 1 Het BACKUP scherm verschijnt. D_USB_Backup.eps Handige functies _ (Underscore) 121 Appendix 0-9 (Nummers) Opnemen/ afspelen • De BR-800 ondersteunt geen lange bestandsnamen. Data met de computer uitwisselen 5 Druk op [ENTER]. 7 Het Idling scherm verschijnt. Stop de verbinding tussen de BR-800 en de computer. Windows gebruikers In Deze Computer klikt u met de rechter muisknop op het ‘BOSS_BR-800’ icoon (of het ‘removable disk (*:)’ icoon), en kies ‘Eject’. D_USB_Idling.eps Mac OS gebruikers Sleep het ‘BR-800’ icoon naar het ‘Eject’ icoon. Een ‘BOSS_BR-800’ icoon (of een ‘removable disk (*:)’ icoon) zal op de computer verschijnen. * Als het Idling scherm niet verschijnt, kunt u niet verdergaan met de volgende stappen. Controleer de aansluiting. 6 Het WAV-bestand overbrengen 8 Druk op [EXIT]. U zult naar het Play scherm terugkeren. * Als het volgende scherm verschijnt, drukt u op de [ENTER] knop. D_USB_Disconnect.eps Een WAV-bestand van de BR-800 naar de computer kopiëren 1. Dubbelklik het ‘BOSS_BR-800’ icoon (of het ‘removable disk (*:)’ icoon). De ‘ROLAND map verschijnt. De opgeslagen geluidsbestanden worden in de ‘SKETCH’ map binnen de ‘ROLAND’ map getoond. 2. Met gebruik van ‘drag en drop’ sleept u de gewenste WAV-bestanden uit de SKETCH map en kopieert u deze naar een map op de computer. Nadat het kopiëren is voltooid, zal het Idling scherm opnieuw verschijnen. Een WAV-bestand van de computer naar de BR-800 kopiëren 1. Dubbelklik het ‘BOSS_BR-800’ icoon (of het ‘removable disk (*:)’ icoon). De ‘ROLAND map verschijnt. De opgeslagen geluidsbestanden worden in de ‘SKETCH’ map binnen de ‘ROLAND’ map getoond. De ‘SKETCH’ map die zich binnen de ‘ROLAND’ map bevindt verschijnt. 2. Met gebruik van ‘drag en drop’ sleept u het gewenste WAV-bestand van de computer naar de SKETCH map. Nadat het kopiëren is voltooid, zal het Idling scherm opnieuw verschijnen. 122 De SD-kaart kan beschadigen als u de verbinding tussen de BR-800 en de computer niet volgens de correcte procedure stopzet. U moet de USB-driver installeren voordat de BR-800 op de computer wordt aangesloten (p.118). Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘BACKUP’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. Het BACKUP scherm verschijnt. Voorbereiding voor opname 4 Snelle start Data op de computer opslaan (Backup/Recover) D_USB_Backup.eps De volgende songdata zullen opgeslagen worden: 5 • Opgenomen data • Mixer status (pan, track EQ, enz.) Effecten gebruiken Het is een goed idee om regelmatig reservekopieen te maken, als beveiliging voor het onverwacht falen van de SD-kaart. Opnemen/ afspelen Als de SD-kaart vol raakt of als u belangrijke data op de computer wilt opslaan, kunt u een ‘backup’ (reservekopie) creëren. Druk op [ENTER]. Het Idling scherm verschijnt. D_USB_Idling.eps • Insert effect song Patches • Arrangementen (song) • Loop effect 3 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘USB’ te verplaatsen en druk op de [ENTER] knop. Het USB-scherm verschijnt. D_USB.eps De data opslaan of herstellen Om op te slaan 1) Dubbelklik het ‘BOSS_BR-800’ icoon (of het ‘removable disk (*:)’ icoon). 2) Gebruik drag en drop om de ‘ROLAND’ map naar een map op de computer te slepen. Mastering Het MENU scherm verschijnt. 6 Nadat het opslaan is voltooid, zal het Idling scherm opnieuw verschijnen. Om te herstellen Gebruik drag en drop om de ‘ROLAND’ map naar het ‘BOSS_BR-800’ icoon (of het ‘removable disk (*:)’ icoon)’te slepen. Nadat het opslaan is voltooid, zal het Idling scherm opnieuw verschijnen. * Boss is een onderdeel van Roland Corporation, Japan. 123 USB gebruiken Druk op de [MENU] knop. * Als het Idling scherm niet verschijnt, kunt u niet verdergaan met de volgende stappen. Controleer de aansluiting. Handige functies 2 Gebruik een USB-kabel om de BR-800 op de computer aan te sluiten. Appendix 1 Een ‘BOSS_BR-800’ icoon (of een ‘removable disk (*:)’ icoon) zal op de computer verschijnen. Bewerken • Patronen (song) Ritme gebruiken • Mastering effect song Patches Data op de computer opslaan (Backup/Recover) • Tijdens het opslaan of herstellen moet de volledige ‘ROLAND’ map gesleept en geplaatst worden. Als u slechts een gedeelte van de mappen kopieert, kan de data mogelijk niet bruikbaar zijn op de BR-800. • Tijdens de hersteloperatie kan de computer in sommige gevallen een boodschap tonen, waarin gevraagd wordt of u het overschrijven wilt bevestigen. Kies ‘Yes’ voor alle vensters. Als u ‘No’ kiest, is de herstelling incompleet, en kunnen op den duur storingen optreden wanneer u de BR800 bedient. • Als u de data herstelt, zal de data op de SD-kaart worden overschreven. 7 Stop de verbinding tussen de BR-800 en de computer. Windows gebruikers In Deze Computer klikt u met de rechter muisknop op het ‘BOSS_BR-800’ icoon (of het ‘removable disk (*:)’ icoon), en kies ‘Eject’. Mac OS gebruikers Sleep het ‘BR-800’ icoon naar het ‘Eject’ icoon. Druk op [EXIT]. U zult naar het speelscherm terugkeren. * Als het volgende scherm verschijnt, drukt u op de [ENTER] knop. D_USB_Disconnect.eps De SD-kaart kan beschadigen als u de verbinding tussen de BR-800 en de computer niet volgens de correcte procedure stopzet. 124 Audio IN USB OUT USB IN Het USB-scherm verschijnt. Monitor luidsprekers DIR MONITOR D_USB.eps BR-800 invoergeluid Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘SETTING’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. OFF Het SETTING scherm verschijnt. D_USB_Setting.eps ON Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar de parameter die u wilt bewerken te verplaatsen, en gebruik de draaiknop om de waarde te bewerken. Voor details van elke parameter raadpleegt u de ‘Parameterlijst’ (p.125). 5 Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het speelscherm terug te keren. Snelle start Koptelefoon Kies de OFF instelling als de geluidsdata via ‘Thru’ naar de computer worden gestuurd. Als deze instelling is geselecteerd, zult u geen geluid horen tenzij Thru op de computer is ingeschakeld. De geluidsinvoer van de BR-800 zal rechtstreeks worden uitgevoerd. Kies de ON instelling als u de BR-800 op zichzelf gebruikt, zonder deze op een computer aan te sluiten. (Als u de OFF instelling kiest, wordt alleen het geluid dat via USB IN wordt ingevoerd uitgestuurd). INPUT LEVEL 4 Voorbereiding voor opname LINEOUT PHONES 3 Effecten gebruiken Audio OUT Dit past het niveau van het signaal dat via USB wordt ingevoerd aan. OUTPUT LEVEL Dit past het niveau van het signaal dat via -20–+20 dB USB wordt uitgevoerd aan. INPUT MIX Dit specificeert op de USB-invoer met de uitvoer van de BR-800 gemixed zal worden. -20–+20 dB * Als INPUT SELECT (p.37) op ‘USB’ is ingesteld, wordt de INPUT MIX instelling genegeerd. De invoer van USB zal niet met de BR-800 OFF uitvoer worden gemixed. De invoer van USB zal met de BR-800 uitON voer worden gemixed. 125 Ritme gebruiken Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘USB’ te verplaatsen en druk op de [ENTER] knop. Computer Geluidssignalen Bewerken 2 fig.block-direct_e.eps Mastering Het MENU scherm verschijnt. USB gebruiken Druk op de [MENU] knop. Parameter/ Uitleg waarde DIR MONITOR (Direct monitor) Dit specificeert of de BR-800 geluidsuitvoer naar de PHONES Jack en LINE OUT Jacks zal worden gestuurd. Handige functies 1 Parameterlijst Appendix In deze sectie wordt uitgelegd hoe instellingen voor de aan USB gerelateerde functionaliteit van de BR-800 gemaakt worden. Maak instellingen die passen bij de manier waarop u de BR-800 gebruikt. Opnemen/ afspelen Instellingen voor USB functionaliteit maken Instellingen voor USB functionaliteit maken Parameter/ Uitleg waarde OUT POSITION (Output position) Dit specificeert welk signaal van de BR-800 via USB uitgestuurd zal worden. * In de Control Surface modus zal het signaal, zoals het is direct nadat het door de [REC LEVEL] knop is gegaan, worden uitgestuurd. Het signaal wordt zoals het is, direct MASTER nadat het door de [MASTER] schuifregelaar is gegaan, uitgestuurd. Het signaal wordt zoals het is, direct nadat het door de [REC LEVEL] knop is gegaan, uitgestuurd (m.a.w: het signaal dat op de BR-800 wordt opgenomen zal REC LEV uitgestuurd worden). * Als ‘INPUT 1-4’ voor INPUT SELECT (p.37) is ingesteld, worden alleen de signalen van INPUT 1, 2 uitgestuurd. 126 Handige functies 127 Het display contrast bijstellen Afhankelijk van de locatie waar de BR-800 is geplaatst of de gebruiksomstandigheden, kan het display soms moeilijk te lezen zijn. In dat geval gaat u als volgt verder om het display contrast bij te stellen. 1 2 3 Druk op de [MENU] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘SYSTEM’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘LCD CONTRAST’ te verplaatsen, en gebruik de draaiknop om het contrast bij te stellen. D_System_LCD.eps Reeks: 1–16 4 Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het speelscherm terug te keren. 128 Een voetschakelaar gebruiken fig.ConnectFootSW-e.eps 3 Expressiepedaal (Roland EV-5, enz.) Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘FOOT SWITCH’ te verplaatsen, en gebruik de draaiknop om de functie van de voetschakelaar te specificeren. D_System_FS_Play.eps Waarde PLAY • Wanneer een expressiepedaal wordt gebruikt, stelt u het MIN volume van het pedaal op ‘0’in. REC Een expressiepedaal gebruiken Het expressiepedaal kan gebruikt worden als het Insert effect is ingeschakeld. Snelle start Bewerken • Gebruik alleen het gespecificeerde expressiepedaal (Roland EV-5, BOSS FV-500L/ FV-500H, apart verkrijgbaar). Als andere expressiepedalen worden aangesloten, riskeert u storingen en/of beschadigingen aan het apparaat. 4 Uitleg De song wisselt af tussen spelen en stoppen, elke keer dat de voetschakelaar wordt ingedrukt. De voetschakelaar voert dezelfde handeling uit als het indrukken van de [REC] knop. Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het speelscherm terug te keren. Mastering Voetschakelaar (FS-5U, enz.) Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘SYSTEM’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. Effecten gebruiken 2 Stel de polariteitschakelaar in, zoals hieronder wordt getoond. Druk op de [MENU] knop. Ritme gebruiken 1 Opnemen/ afspelen Hier ziet u hoe de functie van de voetschakelaar toegewezen kan worden. USB gebruiken Als u een voerschakelaar (zoals de apart verkrijgbare BOSS FS-5U of Roland DP-2) op de FOOT SW/EXP PEDAL Jack op het achterpaneel aansluit, kunt u sommige functies met uw voet besturen. Voorbereiding voor opname Een voetschakelaar/expressiepedaal gebruiken Afhankelijk van de effectinstellingen zal dit als volgt functioneren. • Als het PITCH SHIFTER (p.75) TYPE op ‘PEDAL’ is ingesteld, zal het expressiepedaal als een Pitch Shifter pedaal functioneren. • Als WAH en PITCH SHIFTER zijn uitgeschakeld, zal het expressiepedaal als een volumepedaal functioneren. 129 Appendix Handige functies • Als het WAH (p.66) TYPE op ‘PEDAL’ is ingesteld, zal het expressiepedaal als een Wah-pedaal functioneren. Een instrument stemmen (TUNER) De BR-800 heeft een chromatisch stemapparaat waarmee een instrument gemakkelijk gestemd kan worden. Het ingebouwde stemapparaat ondersteunt gitaar of basgitaar. Hier ziet u hoe een gitaar wordt gestemd. ■ Indicaties tijdens het stemmen Het ingebouwde stemapparaat van de BR-800 toont de referentietoonhoogte, nootnaam en stemmingsleidraad. fig.06-080-e.eps Nootnaam * Afspelen of opnemen is niet mogelijk terwijl het stemapparaat wordt gebruikt. Zorg eerst dat: • De gitaar op de GUITAR/BASS INPUT Jack is aangesloten. • De INPUT SELECT (p.37) INPUT instelling op ‘GUITAR/BASS’ staat. Naar het stemapparaat overschakelen 1 2 Druk op de [MENU] knop. Stemmingsleidraad Referentietoonhoogte De stemmingsleidraad geeft het verschil tussen de invoertoonhoogte en de weergegeven nootnaam aan. Als het verschil tussen de invoer en de correcte toonhoogte binnen +/- 50 cent is, toont de stemmingsleidraad het verschil. Stemmen Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘TUNER’ te verplaatsen en druk op de [ENTER] knop. 1 Het TUNER scherm verschijnt. Speel een enkele noot op de open snaar die u stemt. De nootnaam die het dichtst bij de toonhoogte van de snaar die u speelt ligt, wordt in het display getoond. D_Tuner_Start.eps * U moet een ‘cleane’ enkele noot op alleen de snaar die u stemt spelen. 2 3 Om het stemapparaat uit te zetten, drukt u op de [EXIT] knop. Als u wilt dat er geen geluid te horen is terwijl u stemt, verlaagt u de [MASTER] schuifregelaar. 130 Stem het instrument zo, dat de juiste nootnaam van de snaar die u stemt in het display verschijnt. Standaard stemming 7e 6e 5e 4e 3e 2e 1ste snaar snaar snaar snaar snaar snaar snaar Gitaar B E A D G B E Bas B E A D G Terwijl u naar de stemmingsleidraad kijkt, stemt u het instrument zodat de indicator verlicht is. Als het verschil binnen +/- 50 cent van de correcte toonhoogte ligt, zal de stemmingsleidraad het verschil tussen het instrument en de weergegeven toonhoogte tonen. Als uw instrument te hoog is D_Tuner_E_high.eps De referentietoonhoogte van het stemapparaat specificeren Als een instrument wordt gestemd, wordt de referentietoonhoogte traditiegetrouw als de frequentie van de A 4 noot gegeven (de middelste A op een pianoklavier). De referentietoonhoogte van het stemapparaat kan binnen de reeks 435-445 Hz worden aangepast. In het TUNER scherm kunt u de draaiknop gebruiken om de referentietoonhoogte in te stellen. Snelle start Voorbereiding voor opname 3 Opnemen/ afspelen Een instrument stemmen (TUNER) Als uw instrument met de weergegeven toonhoogte overeenkomt D_Tuner_E_just.eps Ritme gebruiken De referentietoonhoogte wordt binnen de BR-800 opgeslagen. Effecten gebruiken Vanuit de fabriek is dit op 440 Hz ingesteld. Als uw instrument te laag is Bewerken D_Tuner_E_low.eps Mastering Herhaal stappen 1-3 om elke snaar van het instrument te stemmen. Handige functies USB gebruiken Als u een gitaar met een tremolo stemt, kan het stemmen van één snaar ervoor zorgen dat de andere snaren ontstemmen. Begin met elke snaar bij benadering te stemmen, zodat de correcte nootnaam wordt weergegeven, en stem dan alle snaren opeenvolgend opnieuw, net zo vaak als nodig. 131 Appendix 4 Het geluid van een geluidsapparaat mixen (LINE IN MIX) ‘Line In Mix’ is een functie waarmee de invoer van LINE IN met de uitvoer van LINE OUT gemixed kan worden. 1 Met gebruik van ‘Line In Mix’ heeft u het voordeel dat u geen extern mengpaneel hoeft te gebruiken. Het geluid van het externe geluidsapparaat zal binnen de BR-800 met de eigen uitvoer van de BR-800 worden gemixed. 2 fig.06-130.eps LINE IN MIX: OFF 3 Extern mengpaneel Druk op de [MENU] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘SYSTEM’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘LINE IN MIX’ te verplaatsen, en gebruik de draaiknop om de instelling op ‘ON’ te zetten. D_System_LineMix.eps LINE OUT OUTPUT Instelling OFF ON 4 fig.06-140-e.eps Uitleg Line In Mix is uitgeschakeld. Line In Mix is ingeschakeld. Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het speelscherm terug te keren. LINE IN MIX: ON LINE IN Geluiden van LINE IN worden rechtsreeks in LINE OUT gemixed. 132 LINE OUT Als de INPUT SELECT (p.37) INPUT instelling ‘LINE IN’ is, zal de Mine In Mix functie niet werken, ondanks dat LINE IN MIX op ‘ON’ is ingesteld. OUTPUT Instelling NORMAL SPLIT 5 4 Uitleg Het geluid van de tracks en het ritmegeluid worden zowel via LINE OUT als PHONES worden uitgestuurd. Het geluid van de tracks zal via LINE OUT worden uitgestuurd, en het ritmegeluid zal via PHONES worden uitgestuurd. Snelle start Opnemen/ afspelen Effecten gebruiken D_Output_Phones.eps Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘OUTPUT MODE’ te verplaatsen, en gebruik de draaiknop om ‘SPLIT’ te selecteren. D_Output_Split.eps 4 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘PHONES LEVEL’ te verplaatsen, en gebruik de draaiknop om het koptelefoonvolume aan te passen. Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het speelscherm terug te keren. Mastering 3 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘OUTPUT’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. 3 Als u de BR-800 aanzet, wordt het ‘PHONES LEVEL’ opnieuw op ‘100’ ingesteld. USB gebruiken 2 Druk op de [MENU] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘OUTPUT’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘PHONES’ te verplaatsen, en gebruik de draaiknop om het koptelefoonvolume aan te passen. Handige functies 1 2 Druk op de [MENU] knop. Ritme gebruiken Dit is gemakkelijk als u het geluid van de tracks via de LINE OUT Jacks wilt afspelen, terwijl het geluid van alleen het ritme via de koptelefoon is te horen. 1 Bewerken Het geluid van de tracks en het ritmegeluid kan tussen de LINE OUT Jacks en PHONES Jack uitvoer worden verdeeld. Het koptelefoonvolume aanpassen (PHONES LEVEL) Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het speelscherm terug te keren. 133 Appendix Uitvoerinstellingen voor LINE OUT en koptelefoon (OUTPUT MODE) Voorbereiding voor opname Uitvoerinstellingen (OUTPUT) Frases oefenen (PHRASE TRAINER) De BR-800 voorziet in een Phrase Trainer functie, waarmee u de afspeelsnelheid omlaag kunt brengen (Time Stretch) of een stem of gitaarsolo die zich in het midden van het geluidsveld bevindt minimaliseren (Center Cancel), zodat u uw instrument kunt oefenen door met een opname mee te spelen. * Phrase Trainer kan alleen met tracks 5/6 worden gebruikt. De snelheid omlaag brengen (TIME STRETCH) * Hier ziet u hoe de snelheid van het afspeelgeluid gehalveerd kan worden, zonder dat de toonhoogte verandert. * Time Stretch kan alleen met tracks 5/6 worden gebruikt. 1 2 3 4 Gebruik tracks 5/6 om de frase die u wilt oefenen op te nemen. Druk op de [MENU] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘PHRASE TRAINER’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘TIME STRETCH’ te verplaatsen, en gebruik de draaiknop om dit op ‘ON’ in te stellen. D_Trainer_Stretch.eps Instelling ON OFF 5 Uitleg De afspeelsnelheid wordt half zo snel, zonder dat de toonhoogte wordt beïnvloed. De toonhoogte en de afspeelsnelheid zullen beide niet veranderen. Druk op [PLAY] om af te spelen. De frase die op tracks 5/6 is opgenomen, wordt op 134 halve snelheid afgespeeld. • Terwijl Phrase Trainer (Time Stretch of Center Cancel) wordt gebruikt, kunt u geen opnameoperaties uitvoeren. • Het ritme is niet hoorbaar als u Phrase Trainer gebruikt. Snelle start Frases oefenen (PHRASE TRAINER) D_Trainer_Boost.eps 5 * Center Cancel kan alleen met tracks 5/6 worden gebruikt. 1 Druk op de [MENU] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘CENTER ADJUST’ te verplaatsen, en gebruik de draaiknop om de instelling zo aan te passen dat het geluid dat u wilt weghalen geminimaliseerd wordt. Opnemen/ afspelen Met deze functie kunt u de geluiden die in het midden geplaatst zijn (zoals vocalen of gitaarsolo) minimaliseren. Dit is handig als u oefent met een song als begeleiding. Voorbereiding voor opname Geluiden in het midden minimaliseren (CENTER CANCEL) 3 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘PHRASE TRAINER’ te verplaatsen en druk op de [ENTER] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘CENTER CANCEL’ te verplaatsen en gebruik de draaiknop om dit op ‘ON’ te zetten. 6 Druk op de [EXIT] knop om naar het speelscherm terug te keren. Ritme gebruiken 2 Effecten gebruiken D_Trainer_Adjust.eps Bewerken D_Trainer_Center.eps • Afhankelijk van de opgenomen frase kan het geluid mogelijk niet volledig geëlimineerd worden. Als het geluid niet naar verwachting geminimaliseerd wordt of als u het geluid van de bas wilt accentueren, gaat u als volgt verder. U kunt de Time Stretch en Center Cancel functies tegelijkertijd gebruiken. Als u het geluid van de bas wilt accentueren, gebruikt u de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘LOW BOOST’ te verplaatsen. Gebruik de draaiknop om het geluid van de bas naar wens aan te passen. Handige functies 4 Mastering OFF • Het geluid dat wordt afgespeeld is mono. USB gebruiken ON Uitleg Geluiden die vanuit het midden te horen zijn (bijv. vocalen of gitaarsolo) worden geminimaliseerd. Het geluid wordt normaal afgespeeld. 135 Appendix Instelling De fabrieksinstellingen herstellen (FACTORY RESET) Met de ‘Factory Reset’ handeling wordt de BR-800 opnieuw in de fabrieksinstellingen ingesteld. D_FactoryReset_Sure.eps U kunt ook de reeks instellingen die naar de fabrieksinstellingen zullen terugkeren specificeren. 1 2 Druk op de [MENU] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘FACTORY RESET’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. D_FactoryReset.eps 3 Gebruik de draaiknop om de dingen die u opnieuw op de fabrieksinstellingen wilt zetten te selecteren. Parameter ALL Onderdelen die geïnitialiseerd worden • Systeemparameters • Ritme (arrangementen/ patronen/drumkits) *1 • Effect User Patches SYSTEM RHYTHM USER EFFECT SONG EFFECT *1 4 • Effect song Patches *1 Systeemparameters Ritme (arrangementen/patronen/ drumkits) *1 Effect User Patches Effect song Patches *1 De instellingen van de op dat moment geselecteerde song zullen geïnitialiseerd worden. Druk op de [ENTER] knop. Met de boodschap ‘Are you sure?’ wordt om een bevestiging gevraagd. 136 5 Druk op de [ENTER] knop als u de Factory Reset handeling wilt uitvoeren of druk op de [EXIT] knop als u besluit te annuleren. Als u op de [ENTER] knop drukt, zal de Factory Reset worden uitgevoerd. Daarna keert u naar het speelscherm terug. D_SD_Format.eps • Voordat u een in de winkel verkrijgbare SD-kaart gebruikt, moet u deze op de BR-800 formatteren. 4 Snelle start Ritme gebruiken D_SD_Format2.eps Bewerken • Verwijder nooit de SD-kaart en zet nooit de stroom uit terwijl ‘Keep power on!’ wordt getoond. Hierdoor kan de data op de SD-kaart vernietigd worden of kan de SD-kaart zelf beschadigen. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘FORMAT’ te verplaatsen en druk op de [ENTER] knop. Druk op de [ENTER] knop. De bevestigingsboodschap ‘Are you sure?’ verschijnt. D_SD_Format_Sure.eps Mastering • Afhankelijk van de capaciteit van de SD-kaart kan het formatteren enkele minuten duren. Dit duit niet op een storing. Zet de stroom niet uit voordat het formatteren is voltooid. 3 5 Druk op de [ENTER] knop om de kaart te formatteren of druk op de [EXIT] knop als u besluit te annuleren zonder te formatteren. Als u op de [ENTER] knop drukt, zal het formatteren worden uitgevoerd. U zult daarna naar het speelscherm terugkeren. Dan zal ‘Keep power on! Song creating…’ in het display worden aangegeven, en een nieuwe song wordt automatisch gecreëerd. Als de song is gecreëerd, zult u naar het speelscherm terugkeren. 137 USB gebruiken • Zorg dat de stroom van de BR-800 is uitgezet voordat een SD-kaart wordt ingestoken of verwijderd. Als een SD-kaart wordt ingestoken of verwijderd terwijl de stroom aan is, kan de data op de SDkaart vernietigd worden of kan de SD-kaart zelf beschadigen. Voorbereiding voor opname Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘SD CARD’ te verplaatsen en druk op de [ENTER] knop. Handige functies • Als u de bij de BR-800 behorende SD-kaart formatteert, zal de demosong data verloren gaan. 2 Appendix • Als u een kaart formatteert, zal de gehele inhoud van die kaart verloren gaan. Maak een reservekopie van belangrijke data voordat u verder gaat. Druk op de [MENU] knop. Opnemen/ afspelen 1 Effecten gebruiken Een SD-kaart initialiseren (FORMAT) Het gebruik van de SD-kaart bekijken (SD CARD INFORMATION) Hier ziet u hoe de gebruiksstatus van de SD-kaart bekeken kan worden. 1 2 3 Druk op de [MENU] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘SD CARD’ te verplaatsen en druk op de [ENTER] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘INFORMATION’ te verplaatsen. Druk op de [ENTER] knop. D_SD_Info2.eps De gebruiksstatus van de SD-kaart wordt getoond. SD CARD INFORMATIE TOTAL SIZE REMAIN SIZE REMAIN TIME Uitleg Totale capaciteit van de SDkaart Resterende vrije ruimte op de SD-kaart Resterende opneembare tijd * De feitelijke grootte van de song wordt in eenheden van één megabyte aangegeven, elk bestaande uit 1,048,576 bytes. De getoonde grootte is bij benadering. 4 Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het speelscherm terug te keren. 138 Als de Power Save functie actief is, zal het volgende in het display worden getoond. ■ De Power Save modus verlaten Als u een knop of de draaiknop bedient, zult u de Power Save status verlaten. Power Save werkt niet terwijl u opneemt of een song afspeelt. Voorbereiding voor opname Deze functie dimt de achtergrondverlichting van het display en de knoppen om stroom te besparen, wanneer gedurende een bepaalde tijd geen schakelaar of draaiknop is bediend. Snelle start Het batterijverbruik reduceren (POWER SAVE) 3 Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘SYSTEM’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. Ritme gebruiken 2 Druk op de [MENU] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘POWER SAVE’ te verplaatsen, en gebruik de draaiknop om de tijd (minuten), die verstrijkt voordat de Power Save functie wordt geactiveerd, te specificeren. Bewerken 1 Effecten gebruiken Opnemen/ afspelen D_PowerSave.eps Mastering D_System_PowerSave.eps Handige functies Druk op de [EXIT] knop om naar het speelscherm terug te keren. 139 Appendix 4 USB gebruiken Instelling: OFF, 1min, 3 min, 5min, 10min Een condensator microfoon gebruiken (PHANTOM POWER) Als u een condensator microfoon gebruikt waarvoor fantoomvoeding wordt vereist, zet u de fantoomvoeding als volgt aan. De BR-800 kan een condensator microfoon, die op de XLRaansluiting van INPUT 4 is aangesloten, van +48 V fantoomvoeding voorzien. • U moet fantoomvoeding uitzetten tenzij u een condensator microfoon heeft aangesloten, waarvoor fantoomvoeding nodig is. Als een dynamische microfoon of afspeelapparaat van fantoomvoeding wordt voorzien kan storing optreden. Details van de specificaties van de microfoon vindt u in de gebruikershandleiding van de microfoon die u gebruikt. ( De fantoomvoeding van de BR-800 is DC 48V, 10mA Max). • Voordat de fantoomvoeding aan of uit wordt gezet, moet u controleren of de [MASTER] schuifregelaar, INPUT SENS [4/MIC R] knop en de [REC LEVEL] knop geminimaliseerd zijn. Als u de fantoomvoeding aan/uitzet terwijl deze schuifregelaars of knoppen zijn verhoogd, zal een ruis op een hoog volume geproduceerd worden, die de versterker of luidsprekers mogelijk beschadigt. • Omdat gebruik van fantoomvoeding het stroomverbruik verhoogt, raden wij u aan de adaptor te gebruiken. • Als u de BR-800 aanzet, wordt de fantoomvoeding instelling opnieuw op ‘OFF’ ingesteld. U moet deze elke keer dat u dit wilt gebruiken op ‘ON’ instellen. • Als u een externe microfoon voorversterker of een speciale externe fantoomvoeding voorziening gebruikt, hoeft u de fantoomvoeding van de BR-800 niet te gebruiken. In dat geval zet u de fantoomvoeding op ‘OFF’. 140 1 2 3 Druk op de [MENU] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘SYSTEM’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. Gebruik de CURSOR [ ][ ] knoppen om de cursor naar ‘PHANTOM POWER’ te verplaatsen, en gebruik de draaiknop om de instelling op ‘ON’ te zetten. D_System_Phantom.eps Instelling ON OFF 4 Uitleg De XLR-aansluiting van INPUT 4 wordt van fantoomvoeding voorzien. Fantoomvoeding wordt niet gebruikt. Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het speelscherm terug te keren. Appendix 141 SD-kaarten die met de BR-800 gebruikt kunnen worden De BR-800 gebruikt SD-kaarten om op te nemen en af te spelen. ■ SD-kaarten waarvan bekend is dat ze werken Als u een andere SD-kaart gebruikt dan de meegeleverde kaart, raadpleegt u de Roland website (http:// www.roland.com) voor de meest recente informatie over kaarten waarvan bekend is dat deze met de BR-800 werken. ■ Een SD-kaart formatteren Als u een commercieel verkrijgbare kaart gebruikt, moet deze voor gebruik geformatteerd worden. Formatteer de kaart volgens de beschrijving van ‘Een SDkaart initialiseren (FORMAT)’ (p.137). ■ De kaartafdekking verwijderen Vanuit de fabriek is de kaartafdekking van de BR-800 met een schroef op het apparaat vastgezet, om diefstal van de SD-kaart te verhinderen. Hier ziet u hoe de afdekking wordt verwijderd. • De BR-800 ondersteunt SD/SDHC kaarten met een maximum van 32 GB. • Sommige SD-kaart types of SD-kaarten van sommige fabrikanten kunnen mogelijk niet zoals het hoort op de BR-800 worden afgespeeld. ■ Opnametijd 1 2 Draai de BR-800 om. Gebruik een kruiskopschroevendraaier om de schroef van de kaartafdekking op het onderpaneel te verwijderen. fig.CardSlot01.eps De volgende tabel toont de opnamelengte die op een enkele kaart mogelijk is. SD-kaart capaciteit 1GB 2GB 4GB 8GB 16GB 32GB Opnametijd Normale opname Song Sketch (berekend als 1 modus track) Ongeveer 520 Ongeveer 90 minuten minuten Ongeveer 17 uur Ongeveer 3 uur Ongeveer 34 uur Ongeveer 6 uur Ongeveer 68 uur Ongeveer 12 uur Ongeveer 136 uur Ongeveer 24 uur Ongeveer 272 uur Ongeveer 48 uur • De bovenstaande opnametijden zijn bij benadering. Ze kunnen iets korter zin, afhankelijk van het aantal gecreëerde songs. • Voor normale opname gaan de gegeven opnametijden van slechts één track uit. Als u bijvoorbeeld alle acht tracks gebruikt om op te nemen, is de beschikbare opnametijd voor elke track 1/8ste van de hierboven genoemde tijd. • De samplesnelheid is 44.1 kHz. De samplesnelheid kan niet veranderd worden. 142 3 Trek de kaartafdekking in de richting die met de pijl in onderstaande illustratie wordt aangegeven. fig.CardSlot02.eps 4 Duw de SD-kaart voorzichtig naar binnen, en laat dan uw vinger los. De SD-kaart zal eruit springen, zodat u deze kunt verwijderen. Snelle start ■ Een SD-kaart verwijderen Om te voorkomen dat de verwijderde schroef verloren gaat, gebruikt u een kruiskopschroevendraaier om deze op de locatie die in onderstaande illustratie wordt getoond te bevestigen. Voorbereiding voor opname SD-kaarten die met de BR-800 gebruikt kunnen worden • Raak de contactpunten van de SD-kaart niet aan, en zorg dat deze niet vies worden. • Een SD-kaart mag nooit ingestoken of verwijderd worden terwijl de stroom van het apparaat aan is. Hierdoor kan data in het apparaat of op de SD-kaart beschadigd raken. Effecten gebruiken • Steek de SD-kaart voorzichtig helemaal naar binnen – totdat deze stevig op zijn plaats zit. Opnemen/ afspelen fig.CardSlot03.eps Ontgrendel de schrijfbeveiliging om data op de SD-kaart te verwijderen. Bewerken • Bewaar schroeven en de kaartafdekking die u mogelijk verwijdert, en de meegeleverde SDkaart, op een veilige plaats buiten het bereik van kinderen, zodat er geen kans bestaat dat zij deze per ongeluk inslikken. De inhoud van de SD-kaart kan beveilig worden door een schrijfbeveiliging toe te passen. Om een kaart tegen schrijven te beveiligen, schuift u de schrijfbeveiligingschakelaar aan de zijkant van de SD-kaart op de ‘LOCK’ positie. fig.SD_SW-e.eps Schrijven toegestaan Mastering • Wanneer u het apparaat omkeert behandelt u het voorzichtig, pas op dat het niet kan (om)vallen. ■ De schrijfbeveiliging van de SDkaart (LOCK) Ritme gebruiken NOTE • Wanneer u het apparaat omkeert, neemt u een stapeltje kranten of tijdschriften die u onder de vier hoeken aan beide kanten plaatst, om beschadigingen aan knoppen en regelaars te voorkomen. ■ Een SD-kaart insteken Steek de SD-kaart zo in, dat de contactpunten naar boven wijzen. Handige functies USB gebruiken Schrijven verboden (LOCK) 143 Appendix fig.InsCard.eps Arrangement / patronenlijst Preset arrangementlijst Alle preset arrangementen (behalve Metro4/4) zijn zo ingesteld dat een BREAK van drie maten, gevolgd door V1 (couplet) na het E (einde) komt. Nr. Arrangementnaam P01 P02 P03 P04 P05 P06 P07 P08 P09 P10 P11 P12 P13 P14 P15 P16 P17 P18 P19 P20 P21 P22 P23 P24 P25 P26 P27 P28 P29 P30 P31 P32 P33 P34 P35 P36 P37 P38 P39 P40 P41 P42 P43 P44 P45 P46 P47 P48 P49 P50 ROCK1 ROCK2 ROCK3 ROCK4 ROCK5 ROCK6 HdRck1 HdRck2 HdRck3 HdRck4 HdRck5 HEAVY1 HEAVY2 HEAVY3 HEAVY4 HEAVY5 POP1 POP2 POP3 POP4 POP5 POP6 POP7 POP8 BALLAD1 BALLAD2 BLUES1 BLUES2 BLUES3 BLUES4 R&B1 R&B2 R&B3 R&B4 R&B5 JAZZ1 JAZZ2 JAZZ3 FUSION1 FUSION2 HipHop1 HipHop2 FUNK HOUSE Cntry1 Cntry2 Other1 Other2 Other3 Metro4/4 144 Begintempo 130 130 118 118 104 86 130 98 126 120 118 210 120 120 162 109 118 118 118 118 140 96 66 151 70 89 124 192 124 148 110 154 108 96 94 140 140 140 120 118 93 102 110 114 118 118 96 118 125 120 Maat soort 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 Beginmaat IN V1 F1 V2 F2 V2 END 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 3 3 5 5 2 5 3 5 4 2 5 3 3 3 5 3 3 3 3 3 3 4 5 5 2 2 5 3 5 5 3 5 5 5 3 5 5 5 2 2 3 2 3 3 2 2 5 2 - 4 5 6 8 8 9 8 10 8 7 5 11 9 9 9 8 6 6 6 6 6 6 7 8 8 5 5 12 10 8 8 6 8 12 8 5 7 12 12 5 9 10 4 6 6 5 9 7 5 - 6 7 7 9 9 10 9 11 9 8 6 13 11 11 11 9 7 7 7 7 7 7 8 9 9 6 6 13 11 9 9 7 9 13 9 7 9 13 13 6 10 11 6 7 7 6 10 9 6 - 8 9 10 12 12 17 12 18 12 11 9 19 17 17 17 12 10 10 10 10 10 10 11 16 12 9 9 20 18 12 12 10 12 20 12 9 11 20 20 9 17 18 8 10 10 9 17 11 9 - 10 11 11 13 13 18 13 19 13 12 10 21 19 19 19 13 11 11 11 11 11 11 12 17 13 10 10 21 19 13 13 11 13 21 13 11 13 21 21 10 18 19 10 11 11 10 18 13 10 - 12 13 15 15 15 22 15 23 15 15 12 25 21 21 21 15 13 13 13 13 13 13 14 21 15 12 13 25 23 15 15 13 15 25 15 13 15 25 25 12 22 23 12 13 13 12 22 15 12 - BREAK V1 Drum Kit 16 17 17 19 17 24 18 25 20 18 13 29 23 24 24 16 17 15 15 17 15 15 16 24 18 14 16 29 26 17 18 18 18 26 19 15 17 30 29 15 23 25 13 15 14 14 24 19 14 - 19 20 20 22 20 27 21 28 23 21 16 32 26 27 27 19 20 18 18 20 18 18 19 27 21 17 19 32 29 20 21 21 21 29 22 18 20 33 32 18 26 28 16 18 17 17 27 22 17 - ROOM ROOM ROOM ROOM ROOM STD 2 ROOM HARD ROOM ROOM ROOM HARD HARD HARD ROOM ROOM ROOM STD1 ROOM ROOM ROOM STD 1 STD 2 STD 1 ROOM STD 2 STD 2 STD 1 STD 2 STD 1 STD 1 STD 1 STD 2 STD 1 STD 1 JAZZ JAZZ JAZZ STD2 ROOM HIP-HOP 808 HIP-HOP HOUSE JAZZ JAZZ REGGAE STD 2 ROOM STD 1 Preset patronenlijst 130 130 118 118 104 86 130 98 126 120 118 210 120 120 162 109 118 118 118 118 140 96 66 151 70 89 124 192 124 148 110 154 108 96 94 140 140 140 120 118 93 102 110 114 118 118 96 118 125 - 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 - 1 2 2 4 4 1 4 2 4 3 1 4 2 2 2 4 2 2 2 2 2 2 3 4 4 1 1 4 2 4 4 2 4 4 4 2 4 4 4 1 1 2 1 2 2 1 1 4 1 - 2 2 2 2 2 4 2 4 2 2 1 4 2 2 2 2 2 2 2 1 1 2 2 2 2 2 4 4 2 2 2 2 2 4 2 2 2 4 4 2 4 4 2 2 1 2 4 2 2 - 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 2 1 - 2 2 2 2 2 4 2 4 2 2 1 4 2 2 2 2 2 2 2 1 1 2 2 4 2 2 4 4 2 2 2 2 2 4 2 2 2 4 4 2 4 4 2 2 1 2 2 2 2 - 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 2 1 - 4 4 2 4 2 2 3 2 5 3 1 4 2 3 3 1 4 2 2 4 2 2 2 3 3 2 3 4 3 2 3 5 3 1 4 2 2 5 4 3 1 2 1 2 1 2 2 4 2 - Opnemen/ afspelen E Effecten gebruiken F2 Ritme gebruiken V2 Bewerken F1 Mastering V1 USB gebruiken IN Handige functies Maatsoort Voorbereiding voor opname Maat Begintempo 145 Appendix Patroonnaam (afkorting die in het display wordt getoond) ROCK1 ROCK2 ROCK3 ROCK4 ROCK5 ROCK6 Hard Rock 1(HdRc1) Hard Rock 1(HdRc2) Hard Rock 1(HdRc3) Hard Rock 1(HdRc4) Hard Rock 1(HdRc5) HEAVY1 (HEVY1) HEAVY2 (HEVY2) HEAVY3 (HEVY3) HEAVY4 (HEVY4) HEAVY5 (HEVY5) POP1 POP2 POP3 POP4 POP5 POP6 POP7 POP8 BALLAD1 (BALD1) BALLAD2 (BALD2) BLUES1 (BLUS1) BLUES2 (BLUS2) BLUES3 (BLUS3) BLUES4 (BLUS4) R&B1 R&B2 R&B3 R&B4 R&B5 JAZZ1 JAZZ2 JAZZ3 FUSION1 (FUSN1) FUSION2 (FUSN2) HipHop1 (H.Hp1) HipHop2 (H.Hp2) FUNK HOUSE Cntry1 (Cnty1) Cntry2 (Cnty2) OTHER1 (Othr1) OTHER2 (Othr1) OTHER3 (Othr1) Metro BREAK Snelle start Arrangement / patronenlijst Probleemoplossing Deze sectie bevat tips om u met het oplossen van problemen te helpen. Als u zelfs met deze informatie het probleem niet kunt oplossen, neemt u contact op met een klantendienst locatie, die aan het eind van deze handleiding wordt vermeld. Problemen met de stroomvoorziening Onderdeel Stroom gaat niet aan Uitleg Is de Power schakelaar van de BR-800 correct ingesteld? Zorg dat de aan/uit schakelaar van de BR-800 op ‘USB’ staat als u USB busvoeding gebruikt of op ‘ON’ als u de adaptor of batterijen gebruikt. Wordt er voldoende stroom naar de computer of USB-hub gevoerd? De verbinding kan niet gemaakt worden als de BR-800 onvoldoende van stroom wordt voorzien. Zorg dat de volgende gevallen niet van toepassing zijn. • Als u een notebook computer gebruikt die op een batterij werkt, kan in het geval van sommige computers de bediening instabiel zijn. In dit geval sluit u een adaptor op de computer aan. • De Power Management instellingen van de computer kunnen de stroom die op USB wordt toegevoerd beperken. Controleer de instellingen op de computer. In sommige gevallen kan de BR-800 niet met busgevoede hubs worden gebruikt (USBhubs die geen stroomvoorziening bevatten). Gebruik een hub met een eigen stroomvoorziening (een hub die een stroomvoorziening bevat). Pag. p. 18 – Problemen met het geluid Onderdeel Geen geluid Kan geen WAVbestand afspelen Onvoldoende volume van een apparaat dat op de GUITAR/BASS Jack of LINE IN Jack is aangesloten Geen geluid van een specifieke track 146 Uitleg Is de stroom naar de BR-800 en aangesloten apparatuur aangezet? Is het PHONES LEVEL op 0 ingesteld? Zijn de geluidskabels correct aangesloten? Kan een geluidskabel gebroken zijn? Kan het volume op de aangesloten versterken of mengpaneel verlaagd zijn? Kan de [MASTER] schuifregelaar zijn verlaagd? Is een SD-kaart ingestoken? Is een SD-kaart die niet door de BR-800 wordt ondersteund ingestoken? Probeert u een frase van minder dan 1.0 seconden af te spelen? Frases korter dan 1.0 seconden kunnen niet worden afgespeeld. Pag. p. 34 p. 133 p. 32 – – – p. 142 p. 142 Probeert u een WAV-bestand in een formaat dat niet wordt ondersteund af te spelen? p. 121 – Gebruikt u een aansluitkabel met een weerstand? Gebruik een aansluitkabel zonder weerstand. – Is het volume van de externe apparaat op juiste wijze aangepast? – Is het volumeniveau van de track verlaagd? Is de verkeerde V-track geselecteerd? Is de track gedempt (Mute)? p. 38 p. 39 p. 13 Oscillatie treedt op – p. 37 Snelle start Pag. p. 137 Handige functies Data op de SD-kaart is beschadigd Uitleg Data op de SD-kaart kan beschadigen door de volgende redenen. Formatteer de SDkaart. • Heeft u de stroom uitgezet terwijl de recorder in werking was? • Heeft de SD-kaart aan een sterke, fysieke schok blootgestaan? • Heeft u de stroom uitgezet terwijl er toegang tot de SD-kaart werd gezocht? • Gebruikt u een SD-kaart die op een computer of digitale camera is geformatteerd? Voorbereiding voor opname – Problemen met de SD-kaart Onderdeel Opnemen/ afspelen p. 37 Ritme gebruiken Opgenomen geluid bevat ruis of vervorming p. 83 Bewerken U wilt de reverb uitzetten p. 120 Mastering Kan niet opnemen Pag. p. 37 p. 37 p. 38 p. 125 p. 108 p. 142 p. 138 p. 143 p. 134 p. 104 USB gebruiken Kan de ingangsbron niet horen Uitleg Is INPUT SELECT correct ingesteld? Heeft u de INPUT SENS knop aangepast? Is de [REC LEVEL] knop geminimaliseerd? Is DIR MONITOR op ‘OFF’ ingesteld? Is de song beveiligd? Is een SD-kaart ingestoken? Is er onvoldoende vrije ruimte op de SD-kaart? Is de SD-kaart tegen schijven beveiligd (LOCK)? Gebruikt u dePhrase Trainer? Is Scrub afspelen in gebruik? Is de Control Surface modus in gebruik? Op de BR-800 kan in de Control Surface modus niet opgenomen worden. Controleer het Reverb-zendniveau voor het Loop effect. De BR-800 biedt Reverb als een Loop effect. Reverb wordt standaard toegepast. Als u het Reverbeffect wilt uitschakelen, stelt u het zendniveau van elke track op ‘0’in. Is de ingangsgevoeligheid correct? Het opgenomen geluid zal vervormen als de ingangsgevoeligheid te hoog is, en er zal een overmatige ruis zijn als de ingangsgevoeligheid te laag is. Pas de ingangsgevoeligheid aan, zodat de PEAK indicator kort oplicht tijdens de meest luide passages. Zijn de track uitgangsniveaus geschikt? Als er ruis of vervorming na de matsering is, zijn de track uitgangsniveaus te hoog. Is een microfoon met hoge ingangsimpedantie rechtstreeks op de BR-800 aangesloten? Aangezien de INPUT 1-4 Jacks voor een lage ingangsimpedantie is ontworpen, kan het opnameniveau te laag zijn, afhankelijk van de eigenschappen van de microfoon. In dat geval stuurt u het signaal door een apart verkrijgbare microfoon voorversterker voordat u het opneemt. Is INPUT SELECT op ‘USB’ ingesteld? Als INPUT SELECT op ‘USB’ is ingesteld, kunnen de instellingen van de software veroorzaken dat het geluidssignaal gelooped wordt. In dit geval kunt u het probleem oplossen door één van de volgende acties te ondernemen. • Stop het afspelen in de software of zet de Soft Thru functie uit. • Zet de geluidsinvoer van de software uit. • Stel INPUT SELECT op een andere instelling dan ‘USB’ in. 147 Appendix Onderdeel Effecten gebruiken Probleemoplossing Probleemoplossing Problemen met USB Onderdeel Uitleg Is de USB-kabel op juiste wijze aangesloten? Wordt de BR-800 door het besturingssysteem van de computer ondersteund? Pag. p. 32 p. 118 Geluid dat via USB wordt ingevoerd is niet hoorbaar Is INPUT MIX op ‘OFF’ ingesteld? p. 125 Control Surface modus werkt niet correct Heeft u de DAW software gestart voordat de BR-800 op Control Surface modus ingesteld was? Heeft u de juiste instellingen in de DAW software gemaakt? Om de BR-800 als een Control Surface met de DAW software te gebruiken, moet de Control Surface instelling van de DAW software op ‘Mackie Control’ zijn ingesteld. Voor details raadpleegt u de gebruikershandleiding van de DAW software die u gebruikt. Idling scherm verschijnt niet p. 120 – Problemen met de knoppen De BR-800 gebruikt contactsensors. De knoppen reageren als u deze rechtsreeks met uw vinger aanraakt. Onderdeel Knopreactie is onvoldoende/ reageert niet 148 Uitleg Bedient u de knoppen terwijl u handschoenen draagt? Bedient u de knoppen met een ander object in plaats van uw vingers, zoals een pen? Zijn er waterdruppels op de BR-800? Zet de stroom uit, veeg de waterdruppels eraf en zet de stroom weer aan. Ligt er iets op de BR-800? Zet de stroom uit, haal het object van de BR-800 en zet de stroom weer aan. Drukt u twee of meer knoppen gelijktijdig in? De BR-800 kan alleen detecteren dat twee knoppen worden ingedrukt wanneer de Scrub handeling wordt geactiveerd (houd de [STOP] knop ingedrukt en druk op de [PLAY] knop). In andere situaties zal een handeling niet juist werken als meerdere knoppen gelijktijdig worden ingedrukt. Pag. – – – – – Snelle start Een foutmelding zal in het display verschijnen als u een ongeldige handeling probeert uit te voeren of als een handeling niet correct uitgevoerd kon worden. Onderneem passende actie voor getoonde foutmelding. Cannot erase! Cannot insert! Cannot undo!/ redo! Card full! Card locked! Card read error! Data kon niet correct van de SDkaart worden gelezen. Card write error! Er storing is opgetreden tijdens het schrijven van data op de SD-kaart. Data too short! U probeerde een WAV-bestand te importeren dat korter is dan een seconde. p. 123 Voer twee of meer stappen in voordat een stap wordt gewist. p. 96 Wis een stap die data bevat. p. 96 Een song arrangement kan niet meer dan 50 stappen hebben. Een song arrangement kan niet meer dan 999 maten hebben. p. 96 p. 96 Voer Undo/Redo uit, nadat u een bewerkingsgeschiedenis heeft achtergelaten. – Maak een reservekopie van belangrijke data op de computer, en verwijder ongewenste data van de kaart. p. 125 Zet de stroom uit, verwijder de SD-kaart en zet Lock uit. p. 143 Zet de stroom uit, steek de SD-kaart opnieuw stevig in, en zet dan de stroom weer aan. Als dezelfde melding verschijnt nadat u de hierboven beschreven actie heeft uitgevoerd, kan de SDkaart beschadigd zijn. Formatteer de SD-kaart. Als dezelfde melding verschijnt nadat u de hierboven beschreven actie heeft uitgevoerd, kan de SDkaart beschadigd zijn. Formatteer de SD-kaart. De songdata die u probeerde op te slaan zal verloren gaan. Als dezelfde melding verschijnt nadat u de hierboven beschreven actie heeft uitgevoerd, kan de SDkaart beschadigd zijn. Om het WAV-bestand te kunnen importeren, moet het langer zijn dan één seconde. Opnemen/ afspelen Verander de bestandsnaam met gebruik van de computer. Effecten gebruiken Cannot change file name! p. 19 p. 142 Ritme gebruiken De batterijen zijn leeg. De bestandsnaam bevat tekens die niet compatibel zijn met de BR-800 of de bestandsnaam is te lang (bestandsnaam (excl. extensie) kan uit max. acht tekens bestaan). U probeerde een stap uit een song arrangement dat slechts één stap bevat te wissen. U probeerde een stap uit een song arrangement dat geen data bevat te wissen. Het song arrangement overschrijdt 50 stappen. Het song arrangement overschrijdt 999 maten. Undo/Redo is niet mogelijk omdat er niet voldoende vrije ruimte op de SD-kaart is. Opnemen of kopiëren is niet mogelijk omdat er niet voldoende vrije ruimte op de SD-kaart is. Opslaan of wissen kan niet uitgevoerd worden omdat de Lock optie van de SD-kaart is ingeschakeld. Bewerken Battery low! – Mastering Er is een bestand met dezelfde naam. Pag. p. 137 p. 137 – 149 USB gebruiken Already exists! Actie Creëer het bestand met gebruik van een andere naam. Vervang de batterijen zo snel mogelijk. Handige functies Oorzaak Appendix Melding Voorbereiding voor opname Lijst met foutmeldingen Lijst met foutmeldingen Melding Drive busy! Oorzaak Data kon niet snel genoeg gelezen of geschreven worden omdat de data op de SD-kaart op een versnipperde manier is opgeslagen. Anders kan het zijn dat u een SDkaart gebruikt die niet snel genoeg is. Dit probleem zal eerder optreden als u frases opgenomen data) van slechts enkele seconden lang samenvoegt, zoals bij Punch-in/out recording het geval is. Het maximale aantal events dat de BR-800 in één song kan verwerken is overschreden. Actie Verminder het aantal tracks dat gelijktijdig wordt gespeeld. Gebruik de Mastering functie om tracks te combineren, en wis de tracks die u niet hoeft af te spelen. Speel dan opnieuw af. Pag. p. 112 Reduceer het aantal tracks dat gelijktijdig wordt opgenomen. p. 38 Wis onnodige tracks. p. 105 Wat is een event? Event full! No card! No file! No song! Not available! 150 Een ‘event’ is de kleinste eenheid die door de BR-800 wordt gebruikt voor het beheren van data die op een SD-kaart is opgenomen. Ongeveer 30.000 events worden voor elke nieuw gecreëerde song toegewezen. Voor elke track neemt elke opnameoperatie twee events in beslag. Handelingen zoals Punch-in/out en Track Copy nemen ook events in beslag. Het aantal verbruikte events verandert op een ingewikkelde manier, afhankelijk van de omstandigheden. Als er bijvoorbeeld daadwerkelijk vrije ruimte op de SD-kaart is, is verdere opname of trackbewerking niet mogelijk als alle events zijn opgebruikt. Als dit gebeurt, zal de foutmelding ‘Event Full!’ verschijnen. U voerde een recorder of SD-kaart handeling uit, terwijl er geen SDkaart was ingestoken of niet heleZet de stroom uit, steek de SD-kaart opnieuw stevig maal was ingestoken. p. 142 in, en zet de stroom weer aan. U verwijderde de SD-kaart nadat data op de SD-kaart werd geselecteerd. Tijdens het importeren van WAVdata bleek het te importeren bestand Maak het bestand dat geïmporteerd wordt gereed. – niet te bestaan. De SD-kaart bevat geen songs. Creëer een nieuwe song. p. 36 Opgeslagen data van de computer opnieuw in de De songmap bevat incorrecte data of BR-800 plaatsen. p. 123 bevat de benodigde data niet. * Zet de gehele ‘ROLAND’ map in de BR-800 terug. Als u zich in de Sketch Mode bevond: Druk op de [SONG SKETCH] knop om de Song p. 50 Sketch modus te verlaten, en voer dan de handeling uit. De gewenste handeling kan in de Als u zich in de Mastering modus bevond: huidige modus niet uitgevoerd worZet MASTERING op ‘OFF’ om de Matsering modus p. 112 den. te verlaten, en voer dan de handeling uit. Als u zich in de Control Surface modus bevond: Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om de p. 120 Control Surface modus te verlaten, en voer dan de handeling uit. System error! Opslaan in het geheugen van de BR-800 is mislukt. Too many songs! U probeerde meer dan 1.000 bestanden in Song Sketch modus te creëren. U probeerde meer dan 100 songs te creëren. Unformatted card! Het type SD-kaart kan niet op de BR-800 gebruikt worden. Unsupported card! Een SD-kaart die niet door de BR-800 wordt ondersteund is ingestoken. Een SD-kaart met een formaat dat niet door de BR-800 gebruikt kan worden is ingestoken. U probeerde een WAV-bestand dat de BR-800 niet ondersteunt te importeren. Een grotere hoeveelheid MIDI-boodschappen dan correct verwerkt kan worden werd via USB ontvangen. De song is groter dan 1 GB. Het song arrangement overschrijdt 50 stappen. Too many files! Unsupported format! USB buffer full! Memory full! p. 134 Druk op de [STOP] knop om het afspelen of opnemen stop te zetten. – Het kan zijn dat de BR-800 een storing heeft vertoond. Neem contact op met Roland klantenservice of uw handelaar. – Verwijder onnodige bestanden. Zet de stroom uit, steek de SD-kaart stevig opnieuw in en zet dan de stroom weer aan. Formatteer de kaart op de BR-800. Zet de stroom uit, steek de SD-kaart stevig opnieuw in en zet dan de stroom weer aan. Gebruik een SD-kaart die door de BR-800 wordt ondersteund. p. 107 – p. 137 p. 142 p. 137 Controleer het formaat van het WAV-bestand. p. 121 Wis onnodige tracks. Een song arrangement kan niet meer dan 50 stappen bevatten. Snelle start p. 51 Formatteer de kaart op de BR-800. Reduceer de hoeveelheid MIDI-boodschappen die naar de BR-800 worden gestuurd. Voorbereiding voor opname Zet de Time Stretch en Center Cancel functie op ‘OFF’. Opnemen/ afspelen p. 108 Ritme gebruiken Stop recorder! Zet Song Protect op ‘OFF’. p. 19 – p. 106 Bewerken Stop P.Trainer! U probeerde data op te slaan in een song waarvan de Song Protect instelling op ‘ON’ staat. De gewenste handeling kan niet uitgevoerd worden terwijl de Phrase Trainer (p.134) in werking is. De gewenste handeling kan niet uitgevoerd worden terwijl de recorder in werking is (d.w.z: tijdens afspelen of opnemen). – Mastering Protected! Pag. p. 96 USB gebruiken Power down! Het voltage van de interne stroomvoorziening is tot onder de toegestane reeks voor recorder bediening gedaald. Actie Als u de adaptor gebruikt: Het kan zijn dat de kabel is gebroken of de adaptor stuk is. Neem contact op met Roland klantenservice of uw handelaar. Als u batterijen gebruikt: installeer nieuwe batterijen. Handige functies Oorzaak 151 Appendix Melding Effecten gebruiken Lijst met foutmeldingen Specificaties BR-800 : digitale recorder Tracks Samplesnelheid Frequentiebereik AD conversie DA conversie Nominaal ingangsniveau Ingangsimpedantie Nominaal uitgangsniveau Uitgangsimpedantie Aanbevolen belastingsimpedantie Resterend ruisniveau Display Aansluitingen Stroomvoorziening Vermogen Afmetingen Gewicht Accessoires Opties Sporen: 8 Gelijktijdige opnamesporen: 4 V-track: 64 (8 V-tracks voor elke track) 44.1 kHz 20 Hz to 20 kHz (+1/-3 dB) 24-bit 24-bit + AF-AD (GUITAR/BASS) 24-bit GUITAR/BASS Jack: -10 dBu INPUT 1–4 Jacks: -50 – -20 dBu (XLR type) -26 – +4 dBu (1/4” TRS phone type) LINE IN Jack: -10 dBu GUITAR/BASS Jack: 1M ohm INPUT 1–4 Jacks: 3k ohms (XLR type) 47k ohms (1/4” TRS phone type) LINE IN Jack: 10 k ohms LINE OUT Jacks: -10 dBu LINE OUT Jacks: 1 k ohm LINE OUT Jacks: 20 k ohms of meer PHONES Jack: 32–100 ohms LINE OUT Jacks: -85 dBu of minder (IHF-A Typ.) 128 x 64 stippen (LCD met achtergrondverlichting) GUITAR/BASS Jack (1/4’’) INPUT 1-4 Jacks (XLR type / 1/4’) LINE IN (stereo miniatuur tulpstekker) FOOT SW/EXP PEDAL Jack (1/4’’) LINE OUT Jacks (tulp) PHONES Jack (stereo 1/4'’) USB-aansluiting DC IN Jack DC 9V: adaptor, AA droge batterij x 6 (alkaline batterijen aanbevolen), USB-busvoeding 280 mA (DC IN), 480 mA (USB-busvoeding) Alkaline batterijen: ongeveer 5.5 uur. * Kan variëren afhankelijk van gebruiksomstandigheden, fantoomvoeding, stroom, batterijen en type SD-kaart. 289 (B) x 184 (D) x 58 (H) mm 890 gram (zonder batterijen) SD-kaart (1 GB) adaptor USB-kabel BR-800 DVD-ROM Gebruikershandleiding Voetschakelaar: FS-5U Pedaalschakelaar: DP-2 (Roland) Expressiepedaal: EV-5 (Roland), FV-500L/FV-500H Beschermhoes: BA-CB1 * In het belang van productverbetering kunnen de specificaties en/of het uiterlijk van dit apparaat zonder voorafgaande mededeling veranderd worden. * 0 dBu = 0.775 Vrms * AF methode (Adaptive Focus methode) Adaptive Focus is een unieke Roland/BOSS technologie, waarmee de signaal ruis (S/N) ratio’s van AD- en DA-omzetters aanzienlijk wordt verbeterd. 152 B BACKUP .................................................................................. 123 BANK 4INPUT ................................................................................. 64 8TRACK COMP ................................................................... 64 GUITAR ................................................................................ 59 LINE....................................................................................... 61 MICROPHONE.................................................................... 61 SIMUL ................................................................................... 62 Banken........................................................................................ 54 BASS MULTI ............................................................................. 60 BASS SIM (Bass Simulator) ................................................73-74 Batterij ........................................................................................ 19 Beveiligen................................................................................. 108 C CATEGORY............................................................................... 30 CENTER CANCEL ................................................................. 135 CHO/DLY ................................................................................. 83 E.GUITAR MULTI .................................................................... 59 Effect Insert effect...................................................................... 54, 83 Loop effect ............................................................................ 83 Mastering effect.................................................................. 112 Track EQ................................................................................ 86 Effect Patch ................................................................................ 54 EFFECTS..........................................................................14, 55-57 ENHANCER.............................................................................. 73 ENTER ........................................................................................ 14 EQ................................................................................................ 86 EQUALIZER.............................................................................. 72 ERASE....................................................................................... 101 EXIT ...................................................................................... 14, 50 EXP PEDAL ............................................................................. 129 EZ REC ................................................................................. 14, 26 EZ Recording............................................................................. 26 EZ TONE.................................................................................... 55 F Factory Reset (fabieksinstellingen)....................................... 136 FF................................................................................................. 13 FLANGER ............................................................................ 73, 76 FOOT SW/EXP PEDAL........................................................... 17 FOOT SWITCH ................................................................. 46, 129 Frame .......................................................................................... 15 Opnemen/ afspelen Voorbereiding voor opname Snelle start E Effecten gebruiken DBL DELAY......................................................................... 73, 78 DC IN.......................................................................................... 18 DEFRETTER .........................................................................73-74 DELAY........................................................................................ 79 Display................................................................................ 15, 128 DISTORTION ............................................................................ 67 DOUBLE/HARMONY ............................................................ 81 Drumkit ...................................................................................... 95 DYNAMICS ............................................................................... 80 Ritme gebruiken D Bewerken Aansluiting ................................................................................ 32 A. GUITAR MULTI .................................................................. 60 AC adaptor (stroom) ................................................................ 18 ACOUSTIC PROCESSOR........................................................ 80 ACOUSTIC SIM ........................................................................ 59 ACOUSTIC SIMULATOR ....................................................... 79 Afspelen Song ....................................................................................... 41 Song Sketch........................................................................... 51 AMP............................................................................................ 68 Arrangement Kopiëren.............................................................................. 100 Gecreëerd .............................................................................. 96 Wissen ................................................................................. 101 Een stap wissen.................................................................... 98 Een stap invoegen................................................................ 98 Een naam geven................................................................... 99 Spelen .................................................................................... 93 Tempo.................................................................................... 94 Arrangement modus ................................................................ 90 Audio interface ....................................................................... 119 AUTO Punch In/Out ............................................................... 46 Auto punch/in.......................................................................... 46 Auto punch/out ....................................................................... 46 Mastering A CHORUS .............................................................................. 73, 78 CHORUS/DELAY.................................................................... 85 COMPRESSOR/LIMITER ....................................................... 64 Contrast .................................................................................... 128 Control Surface........................................................................ 120 COPY ........................................................................................ 100 COSM ......................................................................................... 11 USB gebruiken 4-INPUT MULTI ....................................................................... 64 8-TRACK COMP/LIM............................................................. 64 G Guitar Simulator ....................................................................... 73 GTR SIM..................................................................................... 73 153 Appendix Nummers Handige functies Index Index GUITAR TO BASS .............................................................. 60, 79 GUITAR/BASS ......................................................................... 16 H Herhalen..................................................................................... 43 I INFORMATION SD-KAART ......................................................................... 138 Informatie ...................................................................................... Song ....................................................................................... 49 Song Sketch........................................................................... 52 Ingangsbron............................................................................... 37 INPUT ............................................................................ 17, 37, 58 INPUT SENS ............................................................................. 12 Insert effect ................................................................................ 54 Een naam geven................................................................... 57 Instelling ............................................................................... 56 K KIT .............................................................................................. 95 Kopiëren Arrangement ...................................................................... 100 Song ..................................................................................... 107 Track .................................................................................... 105 Koptelefoon ....................................................................... 16, 133 L LINE IN ..................................................................................... 17 LINE IN MIX ........................................................................... 132 LINE OUT.................................................................................. 17 LOCATION ............................................................................... 58 LO-FI........................................................................................... 82 Loop effect ................................................................................. 83 LOOP REC ................................................................................. 41 Loop recording.......................................................................... 41 LOW CUT .................................................................................. 82 M Maat ............................................................................................ 15 MASTER............................................................................... 13, 58 MASTER FX............................................................................... 13 Mastering ................................................................................. 112 Mastering effect....................................................................... 112 Een naam geven................................................................. 115 Opslaan ............................................................................... 115 MEMORY CARD...................................................................... 18 MENU ........................................................................................ 14 MIC ............................................................................................. 12 MIC MULTI ............................................................................... 61 MODULATION ........................................................................ 73 154 N Naam geven Arrangement ........................................................................ 99 Insert effect............................................................................ 57 Mastering effect.................................................................. 115 Song ..................................................................................... 108 Song Sketch........................................................................... 52 NAME....................................................................................... 115 NOISE SUPPRESSOR............................................................... 72 O OCTAVE .............................................................................. 73, 75 OFFSET..................................................................................... 102 Opnemen Song ....................................................................................... 40 Song Sketch........................................................................... 50 Opnameniveau.......................................................................... 38 Opslaan Insert effect............................................................................ 57 Mastering effect.................................................................. 115 Song ..................................................................................... 109 OUTPUT................................................................................... 133 Overdubben............................................................................... 42 P P SHIFTER ................................................................................. 73 PAN ................................................................................ 40, 73, 77 Patroon ....................................................................................... 88 Afspelen ................................................................................ 91 Tempo.................................................................................... 92 Pattern modus ........................................................................... 90 PEAK .......................................................................................... 12 PHASER ............................................................................... 73, 76 PHRASE TRAINER ................................................................ 134 PITCH....................................................................................... 131 PITCH CORRECT..................................................................... 80 PITCH SHIFTER ....................................................................... 75 PLAY........................................................................................... 13 POWER....................................................................................... 18 Preset Arrangement................................................................ 144 Preset patron............................................................................ 145 Preview..................................................................................... 104 Punch-In ..................................................................................... 45 Punch-Out.................................................................................. 45 Q Quantiseren ............................................................................... 44 R REC ............................................................................................. 13 REC LEVEL.......................................................................... 12, 38 UNDO......................................................................................... 48 UNI-V ................................................................................... 73, 77 Uni-Vibe ............................................................................... 73, 77 USB...................................................................................... 18, 118 USB-driver ............................................................................... 118 Voorbereiding voor opname Opnemen/ afspelen Effecten gebruiken Ritme gebruiken U Z ZERO .......................................................................................... 13 Mastering WAH-bestand............................................................................ 66 Wissen Arrangement ...................................................................... 101 Song ..................................................................................... 107 Song Sketch........................................................................... 51 Track .................................................................................... 106 Bewerken W USB gebruiken SCRUB ...................................................................................... 104 SD CARD FORMAT (Formatteren) ................................................... 137 INFORMATION (Informatie).......................................... 138 SD-kaart ............................................................................. 18, 142 Sitar ............................................................................................. 75 SITAR SIM ........................................................................... 73, 75 Sitar Simulator .................................................................... 73, 75 SLOW GEAR ........................................................................73-74 Snoerhaak .................................................................................. 33 SONAR LE............................................................................... 120 SONG ......................................................................................... 36 Song Kopiëren.............................................................................. 107 Creëren .................................................................................. 36 Wissen ................................................................................. 107 Informatie ............................................................................. 49 Naam geven........................................................................ 108 Afspelen ................................................................................ 41 Opnemen..........................................................................40-41 Opslaan ............................................................................... 109 Selecteren .............................................................................. 36 SONG SKETCH .................................................................. 14, 50 Song Sketch Wissen ................................................................................... 51 Importeren .......................................................................... 106 Informatie ............................................................................. 52 Naam geven.......................................................................... 52 Afspelen ................................................................................ 51 Opnemen............................................................................... 50 SOURCE..................................................................................... 30 Speelscherm............................................................................... 15 Stap ............................................................................................. 96 STEP............................................................................................ 96 STEREO MULTI........................................................................ 61 STOP ........................................................................................... 13 TAP TEMPO .................................................................. 13, 92, 94 TEMPO ........................................................................... 15, 92, 94 Tijd .............................................................................................. 15 TIME STRETCH ...................................................................... 134 TONE/SFX ................................................................................ 81 TRACK ................................................................................. 14, 58 Track ........................................................................................... 13 Kopiëren.............................................................................. 105 Wissen ................................................................................. 106 Selecteren .............................................................................. 38 Track EQ..................................................................................... 86 TREMOLO ........................................................................... 73, 76 TUNER (stemapparaat) ......................................................... 130 TUNING................................................................................... 130 TYPE ............................................................................... 68, 70, 79 Handige functies S T 155 Appendix Recover..................................................................................... 123 REDO.......................................................................................... 48 Referentie toonhoogte............................................................ 131 REPEAT...........................................................................13, 43-44 RETRY .................................................................................. 13, 40 REVERB.................................................................................83-84 REW ............................................................................................ 13 RHYTHM..................................................................13-14, 58, 90 Rhythm Editor........................................................................... 88 RING MOD.......................................................................... 73, 77 Rong Modulator.................................................................. 73, 77 ROTARY .............................................................................. 73, 77 Snelle start Index MEMO 156 fig.15_WEEE_Small.eps Voor EU-Landen fig.16_ChineseRoHS.eps 157 fig.09B-17.eps Voor EU-Landen Dit product voldoet aan de voorwaarden van de Europese richtlijn 2004/108/EC. fig.14.eps 158