Genealogie - Sebastiaan Roeling

Transcription

Genealogie - Sebastiaan Roeling
Genealogie van het geslacht Röhling – Roeling
8.1
Markus Röhling (der Ältere), Herr von Bärenstein, geboren in circa 1450 te Freiberg, overleden in
1515 te Altenberg of in 1527 te Geyer. Zoon van Erasmus Ruling (vom Walde) (zie: 7.1). Gehuwd (1)
in 1475 te Zwickau met Anna Selbdritt / Jkfr. Anna von Römer, dochter van Jkr. Niklas von
Römer en Catharina Wermann. Mogelijk gehuwd (2) met een Junkfrau von Schönberg.
Markus Röhling is de eerste zekere stamvader van het in dit boek beschreven geslacht Röhling –
Roeling. In 1501 werd Markus in het Türkensteuerregister (Turkenbelastingregister) van Geyer
vermeld. Na de val van Constantinopel in 1453 werd de Turkse overheersing een steeds groter gevaar
voor de Europese vorstendommen en het Heilige Roomse Rijk. Gedurende de 16de en 17de eeuw was
deze bedreiging continu aanwezig. Met de Turkenbelasting kon de keizer legers betalen en het
“Turkengevaar” bestrijden. Ook werd Markus vermeld in het testament van zijn kleinzoon Markus
(zie: 10.1), waaruit blijkt dat hij in het bezit was van een grote tinnen kan: “Die Große zienerne
Kanne, so von meinem geliebten Großvatter Marx Rohlingk, herkommt.”
Aangezien zijn kinderen en kleinkinderen de hoogste posities binnen de mijnbouwindustrie van het
Erzgebirge hadden verworven, moet Markus in zijn tijd reeds een man van aanzien zijn geweest. Vele
genealogen stellen dat Markus Röhling en de eveneens bekende Matthes Roling dezelfde persoon
was. Matthes was een vermogend man en bezat onder andere een deel van het leengoed Bärenstein en
aandelen in mijnen van Schneeberg. Het feit dat de zoon van Markus beleend werd met het leengoed
Bärenstein is een aanwijzing dat Markus en Matthes inderdaad beschouwd moeten worden als
dezelfde persoon en dat Erasmus inderdaad de vader was van deze Markus.
De eerste echtgenote van Markus was Anna von Römer, ook wel omschreven als Anna Selbdritt.
Anna Selbdritt, in het Nederlands Anna te Drieën, werd in de 15de eeuw een van de geliefste heiligen.
Als grootmoeder van Jezus dacht men haar bijzondere macht toe als hemelse voorspreekster bij haar
kleinzoon. Haar verering nam grootse vormen aan in het Rijnland en de Nederlanden. In vele steden
werden Anna-Broederschappen opgericht, die zich inspanden in kerken een eigen kapel te stichten,
waar de leden wekelijks bijeenkwamen om hun heilige te eren. Op afbeeldingen stond de heilige
Anna met haar kind Maria en haar kleinkind Jezus. Men noemt deze voorstelling: Anna te Drieën.
De vrome Anna von Römer was de dochter van Niklas von Römer, geboren omstreeks 1435 te
Chemnitz, overleden op 07-11-1493 te Zwickau. Niklas was Kaufmann, Bergwerkbesitzer en Ratsherr
te Zwickau. Nikel was de zoon van Hans Römer (circa 1400 – 1481) en Catharina. Hans was kaufmann en vanaf 1446 Gewerke (aandeelhouder in een mijn) te Chemnitz. De grootvader van Niklas,
Paul (Pawil) Romer, Ratsherr te Chemnitz, werd in 1401 voor het eerst werd vermeld. Hiermee begint
tevens de genealogie van het adellijk geslacht von Römer die tot kort ná de Tweede Wereldoorlog
betrokken zou blijven bij de mijnbouw in Saksen. Op 05-02-1470 ontvingen Niklas en zijn broer
Martin een Keizerlijke wapenbrief. Op 06-02-1476 werden zij samen beleend met de leengoederen
Steinpleis (tegenwoordig Ortsteil van Werdau) en Niederalbertsdorf (tegenwoordig Ortsteil van
Langenbernsdorf). Niklas was enig erfgenaam van zijn op 05-04-1483 kinderloos overleden broer
Martin. Niklas von Römer huwde vóór 1460 met Catharina Wermann (geboren omstreeks 1437 te
Zwickau, overleden op 09-11-1506 te Zwickau), dochter van Kaufmann en Zwickauer Ratsherr Nicol
Wermann. Samen kregen zij vier kinderen: Anna, Wolf (stichter van de Neumark-Rauensteiner linie),
Martin (stichter van de jongere Steinpleiser linie) en Nicolaus. Niklas en Martin staan vooral bekend
om hun aandeel in de ontdekking van de Schneeberger zilverader welke de regio grote voorspoed
bracht. Het ligt voor de hand dat Markus als mijnbouwdeskundige naar Schneeberg trok in verband
met de ontdekking van deze zilverader en zo in contact kwam met zijn toekomstige schoonfamilie.
Anna von Römer, overleed reeds in 1485. Kort na het overlijden van Anna huwde Markus een
tweede maal. De naam van deze vrouw is tot op heden onbekend gebleven, maar sommigen geloven
dat zij een dochter was van Jkr. Caspar von Schönberg. De familie von Schönberg was een van de
invloedrijkste families in de regio en bezat veel grond ten zuiden van Freiberg. Onder Caspar kreeg
het slot Sachsenburg zijn huidige vorm dankzij bouwmeester Hans Reynhart. Het huis van Markus te
Freiberg heeft veel overeenkomsten met de bouwstijl van Reynhart. Reeds lange tijd wordt verteld dat
Caspar zijn bouwmeester opdracht had gegeven een huis voor zijn dochter en schoonzoon te bouwen
naar aanleiding van de geboorte van zijn eerste kleinzoon, Hans Röhling. Het laat gotische huis wordt
vandaag de dag het Röhling-Haus genoemd en bevindt zich aan de Enge Gasse 1 te Freiberg. De
gevel wordt gesierd door een kopie van een Anna Selbdritt sculptuur van (vermoedelijk) Philipp
Koch. Het originele sculptuur bevindt zich thans in de Annenkapelle van de Freiberger Dom.
Markus wordt wel omschreven als eerste Baumeister (stadsarchitect) van Annaberg. Onder zijn leiding zou in 1499 de bouw van de St. Annenkirche zijn aangevangen. Later zou de kerk worden
afgebouwd door de Baumeisters Conrad Pflüger, Peter Ulrich en Jacob Haylmann. Het interieur werd
verzorgd door beeldhouwer Adolf (Hans) Daucher. Markus wordt vermeld als Ratsherr te Geyer en
Freiberg. Ook is het waarschijnlijk dat Markus beleend was met het leengoed Bärenstein, omdat
zowel zijn vader als zoon met dit leengoed beleend waren. Het feit dat zijn zoon Hans in 1527 werd
beleend met het leengoed Bärenstein kan een aanwijzing zijn dat Markus in dat jaar is overleden.
Mogelijk uit het tweede huwelijk:
1.
2.
3.
4.
Jkr. Johann (Hans) Röhling (zie: 9.1);
Jkr. Lorenz Röhling (zie: 9.2);
Jkr. Oswald Röhling (zie: 9.3);
Georg Röhling (zie: 9.4).
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
9.1
Jkr. Johann (Hans) Röhling (der Ältere), Herr von Bärenstein und Conradsdorf, geboren ná 1485,
overleden op 09-06-1564 te Freiberg, Evangelisch-Luthers begraven in de Dom te Freiberg. Zoon van
Markus Röhling (zie: 8.1). Gehuwd tussen 1508 en 1514 met Anna Patzschke (ook wel Ratzschke
Paschkaw of Patzscha), geboren in circa 1495 te Geyer, overleden op 04-09-1553 te Geyer, Evangelisch-Luthers begraven in de Dom te Freiberg. Dochter van Michael Patzschke, Ratsherr te Geyer,
en een zekere Barbara uit Geyer (de broer van Anna was pastoor te Geyer en Großrückerswalde).
Hans werd in 1518 voor het eerst vermeld in de Silberzehntrechnung van Geyer, als eigenaar van de
Trimann-Stolln. Sinds het blootleggen van de mijnschacht in 1518 tot Pasen 1519 werd 18 Mark 3
Loth aan zilver gewonnen. In 1518 werd hij in de kerkboeken van Geyer vermeld als Bergmeister (in
officiële oorkonden echter vanaf 1523). Een Bergmeister was werkzaam als een voorzitter/ bestuurder
van een mijnmaatschappij. In het kerkboek werd tevens vermeld dat hij eigenaar was van de Zwitterstockwerk. Zwitter is een woord dat in de 15de eeuw is ontstaan in het Erzgebirge en een granieten
rotsformatie betekent en lijkt op Greisen. Greisen is eveneens een woord uit de Saksische mijnbouw
wat staat voor korrelig, meestal grijze rotsen, die voornamelijk uit kwarts bestaan. Op 23-11-1518
werd Hans beleend met een Erbstolln am Türkner te Joachimsthal. In de Silberzehntrechnung van
1519 werd te Geyer de “Hans Röhlings Hütte” vermeld.
In 1521 werd Hans aangesteld als Bergmeister te Annaberg. Als Rooms-Katholiek was Hans een
felle tegenstander van de Reformatie. Het is niet onwaarschijnlijk dat de katholieke Hans hierdoor in
positieve zin opviel bij hertog Georg van Saksen (der Bärtige) en zijn succesvolle carrière hier mede
aan te danken had. Georg was reeds sinds 1488, nog tijdens de regeerperiode van zijn vader hertog
Albrecht van Saksen (der Beherzte), persoonlijk betrokken bij de ontwikkeling van de mijnbouw in
Saksen. Daarnaast voerde Georg een felle strijd tegen de leer van Martin Luther en Jan Hus.
In februari 1525 was Hans als “Geschickter von Rath, Gemeinde und Knappschaft auf Sanct Annaberg” aanwezig als bemiddelaar in de opstand van mijnwerkers in Joachimsthal tegen Steffan Schlick.
In de Pinksterweek van 1525 schreef Hans een brief aan hertog Georg waarin hij verslag deed van
de groeiende weerstand tegen het katholicisme: “Weil ich nun große Murmelung der Knappschaft
gehört, hab ich die Steiger alle auf Sonnabend nach Ascensionis, 27. Mai, in die Münze zusammenkommen lassen.” De mijnwerkers waren hier niet van gecharmeerd en bekritiseerden Hans publiekelijk in een pamflet dat in 1525 werd aangebracht op het Brunnenhaus: “Der tewffel hat unns ein
abtgot peschert, er Hanns Rwlicke, den perkmeister an pilatus statt, den müssen wir auch feyern. der
hat geurteilt, das unsser prediger [waarschijnlijk de protestantse Bachmann] hin wegk muss, solt in vil
geltz kosten. Wirt das gescheen, so wollen wir die hurn pfaffen auch sterben. Was forder mer geschehen wirdt, steckt noch in der feder. Ir obristen pedencktz eben. Her o e s ” Hans stuurde hierop
een brief aan hertog Georg waarin hij de gevaarlijke situatie beschrijft waarin hij zich bevond: “Uns
wird öffentlich gedroht, man will uns erschlagen und ermorden.” en vroeg de hertog om bescherming.
Uit het Häuserlehnbuch blijkt dat Hans in 1525 voor 400 Gulden een huis kocht van Jacob Heylmann, bouwmeester van de St. Annenkirche welke in 1525 werd voltooid. Ook bezat Hans een huis te
Geyer. In 1530 kocht Hans voor 1000 Gulden een nieuw huis te Annaberg van Ilgen Badner.
Op 10-11-1527 werd Hans door de Abt van Grünhain met een gebied in Bärenstein beleend waarop
hij een Vorwerk oprichtte welke in de loop der jaren werd verheven tot Mannlehngut. Op 23-10-1530
werd Hans opnieuw beleend met een grondgebied in Bärenstein (tussen weg en beek) waardoor Hans
de eigenlijke grondlegger van het dorp Bärenstein werd (tegenwoordig de kleinste stad in de deelstaat
Saksen). Op de derde zondag na Laetare in het jaar 1546 werden de privileges, vrijheden en rechten
van het leengoed Bärenstein vastgelegd middels een leenbrief van keurvorst Johan Frederik I van
Saksen (de Grootmoedige). Op 24-08-1548 werd de belening van het leengoed Bärenstein nogmaals
vastgelegd in een leenbrief van keurvorst Maurits van Saksen, evenals het land dat Hans van
Balthasar Frenzel en Thomas Rebentisch gekocht had.
De reden dat de rechten van het leengoed in een leenbrief van keurvorst Maurits uiteen werden
gezet moet gezocht worden in het feit dat Johan Frederik (Albertijnse linie van het Huis Wettin)
Maarten Luther steunde en na de capitulatie van Wittenberg in 1547 door de keizerlijke troepen gevangen werd genomen. Het oorspronkelijke doodsvonnis werd teruggedraaid tot levenslange
gevangenschap, maar hij verloor de keurvorstelijke waardigheid en grote delen van zijn gebieden aan
de eveneens Lutherse hertog Maurits van Saksen (Ernestijnse linie van het Huis Wettin). Maurits zou
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
de rechten van de leengoederen opnieuw laten vastleggen in door hem verstrekte leenbrieven.
Van 1531 tot 1533 was Hans Zehnter te Geyer en Annaberg, zijn opvolger voor deze functie was de
bekende Adam Ries. Een Zehnter was een tiendesteker. Een tiende (tiendenrecht) was een vorm van
winstbelasting, waarbij men een tiende deel van de opbrengst diende te betalen. De tiende was bedoeld ter financiering van de armenzorg, het levensonderhoud van de parochiepriesters en de instandhouding van kergebouwen. De inning gebeurde aanvankelijk in natura, waarbij men een tiende deel
van de oogst op de velden ging ophalen. De tienden werden opgeslagen in een tiendschuur. Later
werd de tiende dikwijls verpacht aan een tiendesteker. Met de tijd werd de tiende ook voldaan in
klinkende munt. Van 1534 tot 1539 was Hans Bürgermeister van Annaberg.
Hans en zijn broers kochten vele rechten in de mijnindustrie op. Zo werden Hans en Lorenz met een
pochwerk beleend (werkplaats waar metalen uit ertsen gehaald werden). Beiden kochten in 1530 voor
30 Gulden drieachtste deel van een groeve van de gemeente Geyer. De broers Hans, Lorenz en
Oswald kochten in 1531 voor 80 Gulden de Saigerhütte te Geyer van Oswalt Klinger. In 1532 kopen
Hans en Lorenz een groeve in Geyer voor 50 Gulden. In 1533 kopen beide broers voor 16 Gulden een
achtste deel van een groeve en een smederij van de erfgenamen van Hans Friedrich, alsook voor 30
Gulden een achtste deel van de rijke mijn in de Geyersberg. Ook bezat Hans twee Kuxe (aandelen)
van de zilvermijn Himmlich Heer, die mede was ontdekt door zijn zoon Markus. In 1538 nam Hans
voor 300 Gulden de mijnaandelen van zijn schoonvader over. Ook kocht Hans samen met zijn zwager
Thomas Müller voor 500 Gulden de overige goederen van zijn overleden schoonvader. Samen met
zijn broers behoorde Hans tot de rijkste grond- en huiseigenaren in Geyer, Annaberg en Freiberg.
Toen Hendrik V de Vrome in 1539 zijn broer Georg opvolgde als hertog van Saksen voerde hij het
protestantisme met harde hand in als staatsgodsdienst. Onderdanen die zich niet wensten te bekeren
liet hij verbannen of gevangenzetten. Als trouwe dienaar van de hertog, maar waarschijnlijk vooral
om zijn financiële belangen te beschermen, sloot Hans zich in dit jaar aan bij de Evangelisch Lutherse
Kerk. Later zou blijken dat dit een gunstig effect zou hebben op zijn verdere loopbaan.
In 1540 werd Hans, na het overlijden van Urban Ossan, als Bergamtsverwalter naar Freiberg gehaald. Een Amtsverwalter was de plaatsvervanger voor een ambtelijke functie indien deze functie
vacant was. In 1542 werd hij benoemd tot Oberbergmeister en in 1546 tot eerste Amtsverwalter
(mijnfunctionaris) voor het gehele Erzgebirge (de bergketen over een lengte van 150 kilometer de
grens tussen het tegenwoordige Duitsland en Tsjechië).
Uit het Theatrum Freibergense Chronicum van Andreas Mollerus blijkt dat hertog Maurits van
Saksen (vader van Anna van Saksen, tweede echtgenote van Willem van Oranje) in 1545 Simon
Bogner als eerste Bergvogt en in 1546 Hans Röhling als eerste Bergamtsverwalter van Freiberg
aanstelde: “Der erste Berg Ambtsverwalter zu Freyberg ist gewesen Hans Röhling, Bürgermeister
Sigmund Rölings Vater, welcher zu diesem Ambte bestellt worden Anno 1542. Ist zuvorhin Bergmeister uffn Geyer, hernach zu. St. Annabergk, auch Bürgermeister allda gewesen, wie Jenisius in
Historia Urbis Annaberga schreibet. In den zusammen gedruckten Außbeutzetteln wird er erstlich
Amptsverweser, darnach Ao 1545, als Simon Bogner, Bergvoigt worden, zum erstenmahl Amptsverwalter beniemet. Er hat gelebet biß Anno 1564, welches Jahres er den 11. Junii in Gott verstorben
und in die Thumer Kirche ist begraben worden.“
In 1549 schreef Hans samen met zijn zonen en enkele andere familieleden een brief aan de inmiddels keurvorst geworden Maurits om te protesteren tegen zijn voornemen een extra ‘tiende’ te innen
van de mijnbouw door de ‘vrije’ mijnen middels contracten te verdelen (zie: inleiding). Hans en zijn
familieleden gebruikten hun invloed en ambtelijke functies om andere vroeg kapitalistische ondernemers ervan te overtuigen dat deze tin-monopolie schadelijk zou zijn voor de mijnbouw. Uiteindelijk
ziet Maurits van Saksen af van zijn voornemens.
In 1546 werd Hans als Erf- en Leenheer beleend met het dorp en Vorwerk Kunersdorf (Conradsdorf) bij Freiberg, welke hij in 1544 van Sebastian, Valten, Georg en Wolf Hausmann (de erfgenamen
van Berg- en Münzmeister Hans Hausmann) had gekocht.
Op 08-08-1563 werd de neef van Hans, Valentin (zie: 10.6), door keizer Ferdinand I van het Heilige
Roomse Rijk in de H.R. Rijksadelstand verheven. Naast Valentin, werden ook Hans, zijn broers
Lorenz en Oswald en al hun wettige nakomelingen in de H.R. Rijksadelstand verheven.
Hans overleed op 09-06-1564 te Freiberg en is samen met zijn echtgenote in de Dom van Freiberg
begraven. Het epitaaf is echter in de loop der jaren verwijderd. Uit het feit dat hij begraven ligt in de
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Freiberger Dom blijkt zijn grote welvaart. Op zijn epitaaf stond een vader met zeven zonen welke
geknield achter hem zaten, daarop stond ook een moeder afgebeeld met twee dochters. Onder stonden
twee ouderwets gekleedde mijnwerkers. Elk hield met één hand een wapen vast met het volgende
opschrift: “Anno dni 1564 den 9. Junii ist der erbar und veste Hans Roligk der churf. Sech. Ertzgebirg. Berg-Amts-Vorwalter seligklich in Christo entschlaffen.” “Anno 1553 den 4. Septemb. Ist die
erbare und thugentsame Fraw Anna Roligkin seine eheliche Havswirtin in Christo entschlaffen. Der
Herr Christus vorleihe inen beiden eine froliche Auferstehung.” 1564 als het juiste overlijdensjaar van
Hans werd door sommigen echter bestreden omdat zijn zoon Markus pas in 1575 werd beleend met
Bärenstein. Wat men echter niet wist was dat op 29-06-1565 een andere zoon van Hans, Asmus
(zie:10.2), beleend werd met Bärenstein en deze zou nalaten aan zijn broers Markus en Siegmund.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
9.2
Onbekende dochter, overleden vóór de vader. Gehuwd met Bastian Rau;
Jkr. Balthasar Röhling, Gewerke te Geyer, leefde op enig moment te Freiberg, overleden in
1568 te Freiberg (?);
Jkr. Paul Röhling, de familie Rüling meent af te stammen van deze Paul, die volgens Jenisius in
circa 1557 door de hertog van Braunschweig werd aangesteld om de mijnbouw in de Harz te
reorganiseren. Met hem zou de splitsing zijn begonnen tussen de familie Rö(h)ling uit het
Erzgebirge en de familie Rü(h)ling uit de Harz (zie: Hoofdstuk 7);
Onbekende zoon, alleen bekend door het epitaaf van Hans;
Jkr. Markus Röhling (zie: 10.1);
Jkr. Asmus Röhling (zie: 10.2);
Jkr. Hans Röhling (zie: 10.3);
Jkr. Siegmund Röhling (zie: 10.4);
Jkfr. Apollonia Röhling (zie: 10.5).
Jkr. Lorenz Röhling, geboren ná 1485 te Geyer, overleden in circa 1551 te Geyer. Zoon van Markus
Röhling (zie: 8.1). Gehuwd in 1520 met Ursula Kestel, dochter van Laurenz Kestel, Gewerke en
Gerichtsschöppen (Schepen) te Geyer (zoon van Andreas Kestel, Bergmeister te Geyer).
Lorenz werd mogelijk vernoemd naar St. Laurentius, die in Geyer als patroonheilige diende voor de
mijnwerkers. In de Nicolai-Kirche, die in 1491 door brand verloren is gegaan, bevond zich een kapel
voor mijnwerkers die aan deze heilige gewijd was. Waarschijnlijk had Lorenz zich net als zijn broer
Hans in 1539 aangesloten bij de Evangelisch-Lutherse kerk.
Van 1524 tot 1528 was Lorenz Bergmeister en van 1530 tot 1543 Stadtrichter te Geyer, van 1539
tot 1546 Floβmeister en Zehnter. Een richter kan niet vergeleken worden met de huidige rechter. De
richter was wel de door de heer benoemde voorzitter van het gericht, maar vonnissen deed hij niet.
Die taak liet hij over aan bijzitters, die keurgenoten, maalmannen, schrerer (rekken) of hofgenoten
werden genoemd. De twee of meer keurgenoten moesten een “oordeel vinden”, de richter maakte het
bekend en droeg zorg voor de uitvoering. Vóór 1795 betekende richten: orde handhaven en zo nodig
scheppen en was dus een omvangrijke taak. Floβmeister was de hoogste positie binnen het gilde van
de vlotters, die via de rivieren boomstammen transporteerden van en naar de grote steden. De vlotten
werden ook gebruikt voor transport van andere goederen, wat een extra bron van inkomsten betekende. De eerste vlottersgilden ontstonden in de 15de eeuw.
Lorenz was de bezitter van een Schäfferhofes (Freihof), welke hij in 1532 voor 290 Gulden van zijn
Schoonvader Laurenz Kestel kocht. Laurenz Kestel was Gerichtsschöppe (schepen, oftewel wethouder) te Geyer. Lorenz Röhling bezat in Geyer omvangrijke bezittingen waaronder een huis, tuin, weiden en wateren. Op de maandag na Conversionis Pauli 1551 verklaren de weduwe van Lorenz, samen
met haar zonen Sebald, Valten en George, alsook haar schoonzoon Christoff Claus het volgende: “Die
Witwe erhält 1/5 an allen Gütern. Die Erben verkaufen Haus, Hof, 3 tische, 1 Siedel, 3 Spanbett, das
Braugerät, Heergerät soviel vorhanden, den Garten am Haus, außer den halben Baumgarten, die den
Mutter behält, Stallungen, Scheune, drei Wiesen, 2 Teiche, Äcker an den Sohn Georg für 800 Gulden,
Georg gibt 300 fl bar als Angeld, alle Jahre dann 50 fl.”
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Op 08-08-1563 werd de oudste zoon van Lorenz, Valentin (zie: 10.6), door keizer Ferdinand I van het
Heilige Roomse Rijk in de H.R. Rijksadelstand verheven. Naast Valentin, werden ook Lorenz
(postuum), zijn broers en al hun wettige nakomelingen in de H.R. Rijksadelstand verheven.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
9.3
Jkr. Valentin Röhling (zie: 10.6);
Jkr. Sebald Röhling (zie: 10.7);
Jkfr. Katharina Röhling (zie: 10.8);
Jkr. Georg Röhling (zie: 10.9).
Jkr. Oswald Röhling, geboren ná 1485, overleden vóór 15-05-1548 te Annaberg. Zoon van Markus
Röhling (zie: 8.1). Gehuwd in 1523 (zonder vermelding van exacte datum) te Annaberg met Sybilla
Koch, dochter van Klaus Koch uit Annaberg.
Oswald was in 1525 Amtsverweser te Annaberg. Een Amtsverweser was de plaatsvervanger voor een
Burgemeester indien deze functie vacant was. In 1531 was hij Ratsherr en in 1533 Bergmeister te
Annaberg alsook Zinnbergwerkbesitzer te Geyer. In 1533 kocht hij voor 300 Gulden een huis met
Braugerät (brouwerijgereedschap) en Water te Geyer, een tuin met huis en een groter huis achter de
Geyersberg en een weide bij Greifenbach van Joachim Pergenauer, welke het bezit kort daarvoor had
verkregen van de erfgenamen van Urban Pfeffer. Niet lang daarna verkocht Oswald dit bezit voor 302
Gulden aan Michael Spitzelt. Oswald was ook de eigenaar van een handelsbedrijf te Geyer.
In 1524 kocht Donat Fischer voor 300 Gulden een huis van Cuntzen Gampert. In 1526 getuigde
Oswald Rülick voor zijn Schwehers Cuntzen Gampers dat Donat Fischer 40 Gulden betaald had.
“Schweher” is een term die eigenlijk gebruikt werd voor schoonvader, maar hier geïnterpreteerd moet
worden als een algemeen begrip van verwantschap. In 1533 kocht Oswald een huis van Frau Anna
Gerhard Steynin en verkocht deze datzelfde jaar voor 90 Gulden aan Frau Appolonia Gampert. Waarschijnlijk had Lorenz zich net als zijn broers in 1539 aangesloten bij de Evangelisch-Lutherse kerk.
Op 15-05-1548 (de vrijdag ná Exaudi) is Oswald reeds overleden: “Herrn Oswalden Rölingis,
Berckmeisters auf Sant Annaberg seligen Witfrauen vnd Erben handlunge, durch Herrn Marcus
Rülinge, Berckmeistern alhier, für sich, vnd an stdt seines Vaters, Herrn Hansen Rülingis, Amptverwalters, auch von wegen Lorentzen seines Sohnes Seals Rülingis, Matthes Clugen Esaien vnd Paul
Röling Gebrüder.” De erfenis bestond uit: contant geld en juwelen ter waarde van 1052 Gulden, 13
Groten en 7 Pfennig, twee tuinen met een gezamenlijk geschatte waarde van 450 Gulden, aandelen in
een tinmijn en zilvermijn te Geyer, huishoudelijke goederen met onder andere 12 vederbedden, veel
linnen, tinnen gerei met een totaal gewicht van 3 Zentner en 16 pond. Zentner is een oude term en
geeft een meervoud van 100 van een bepaalde maateenheid aan (veelal ponden, later ook kilogrammen). In Duitsland stond een Zentner veelal gelijk aan 50 kilogram. Als erfgenamen werden genoemd: de weduwe Sibilla, Esias en Paul Röhling, Dorothea Matthes Klugin, Jungfr. Magdalena,
Anna, Sibilla, Margaretha en zijn reeds overleden zoon Oswald.
Sybilla werd op Sonnabend nach Bonifacii 1554 beleend met een huis te Annaberg, welke zij voor
205 Gulden had overgenomen van Christoph Senckler. Oswald werd op 08-08-1563 postuum in de
H.R. Rijksadelstand verheven middels de adelsbrief van zijn neef Valentin (zie: 10.6).
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Jkr. Oswald Röhling, in 1537 betaalde “Oswaldus Röling” uit Annaberg 6 groten bij zijn
inschrijving aan de universiteit van Leipzig, overleden vóór 1548;
Jkr. Esaias Röhling (zie: 10.10);
Jkr. Paul Röhling (zie: 10.11);
Jkfr. Magdalena Röhling (zie: 10.12);
Jkfr. Dorothea Röhling (zie: 10.13);
Jkfr. Anna Röhling (zie: 10.14);
Jkfr. Sybilla Röhling (zie: 10.15);
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
8.
9.4
Jkfr. Margarethe Röhling (zie: 10.16).
Georg Röhling, geboren ná 1485, overleden op 14-11-1530 te Geyer. Zoon van Markus Röhling (zie:
8.1). Gehuwd in circa 1525 te Annaberg met Anna Schenk, dochter van Caspar Schenk. Anna
huwde een tweede maal met Hans Müller, Gewerken te Geyer, overleden in circa 1557.
Georg overleed op relatief jonge leeftijd en was zodoende niet in staat geweest om net als zijn broers
een aanzienlijke positie te verwerven. Georg heeft zich waarschijnlijk ook nooit aangesloten bij de
Evangelisch-Lutherse kerk. De reden dat hij niet in de adelsbrief van zijn neef Valentin (zie: 10.6)
werd vermeld heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat hij geen mannelijke nakomelingen had.
Op Valentijnsdag 1531 vond een erfdeling plaats die vele bladzijden van het Gerichtsbuch (Erbteilbuch) innam. Hierbij waren aanwezig: zijn broers, Hans, Lorenz en Oswald als vertegenwoordigers
voor de jonge dochter Ursula, de getuigen waren Lorenz Kestel en Andreas Schymmel, Caspar
Schenk als vader van de weduwe, Wenzel Rudisch, de weduwe Anna Schenk met haar vertegenwoordiger Jeronimus Maydeburg van St. Annaberg, Urban Pfeffer en Hans Weise, Richter te Geyer. De
broers van Georg taxeerden het huis van hun overleden broer op 330 Gulden. Hierbij werd vastgelegd
dat de weduwe van dit geld eerst de schulden zou aflossen van haar overleden man (welke waren
vastgesteld op 83 Gulden en 19 Groten). Van de overgebleven 246 Gulden en 2 Groten kreeg de
weduwe haar Dritteil van 82 Gulden en 8 Pfennig. Ursula kreeg 164 Gulden 1 Groot en 4 Pfennig. De
moeder zou de zorg krijgen over haar dochter. De kleding van Georg werd verdeeld onder zijn broers.
Kort na het overlijden van Georg, huwde Anna met Hans Müller. Hans stond borg voor het kindsdeel
van Ursula. Hans en Lorenz Röhling bleven echter de voogden van Ursula.
De inventaris van Georg’s bezittingen zag er als volgt uit:
• huis en tuin in de Ziegengasse, geschat op een waarde van 330 Gulden;
• Braugerät (brouwerijgereedschap), hout en overige roerende goederen, geschat op een waarde
van 150 Gulden;
• een weide in een bos;
• een vertrek in Perckseifen, geschat op een waarde van 15 Gulden;
• het Bergwerk bij Gößners Hütte inclusief hout, geschat op een waarde van 1000 Gulden;
• tingerei met een gewicht van circa 1¼ Zentner, 1 koperen beker, 2 Messing bekers, 4 kroonluchters groot en klein, 1 vijzel, geschat op een totale waarde van 2 Gulden;
• 7 vederbedden van 18 Gulden, 6 hoofdkussens en 2 kussens van 5 Gulden;
• 9 vlasdoeken van 4 Gulden, 2 schwäbische doeken van 1 ½ Gulden, 6 vlas en 3 grote lakens van
3 Gulden, 6 grote bedlakens van 1 ½ Gulden, 1 schwäbische kussensloop en 3 schwäbische
hoofdkussenslopen van 1 ½ Gulden;
• 6 tafellakens van 1 ½ Gulden, 10 handdoeken van 1 ½ Gulden;
• 6 ceintuurs en 8 borden met zilver en goud van 5 Gulden;
• paard, karren en toebehoren van 16 Gulden;
• 9 schepel (circa 10 liter) haver van 4 ½ Gulden;
• 2 kisten en 3 kleerkisten van 4 Gulden, 1 kist van 1½ Gulden en 1 zadel van 1 Gulden;
• 1¼ aandeel in de St. Jacobsmijn te Geyer, 2 aandelen in Raben te St. Annaberg.
Zijn schulden bestonden uit:
• 16 Gulden en 8 Groten bij Gregor Schütz;
• 14 Gulden bij Lorenz Kestel voor zijn werk op de werkplaats;
• 22 Gulden en 10 Groten bij Lorenz Röhling;
• 2 Gulden en 12 Groten bij de doctor en de apotheker;
• 38 Gulden in verband met mijnafval.
Uit dit huwelijk:
1.
Ursula Röhling (zie: 10.17).
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
10.1
Jkr. Markus Röhling (der Reiche), Herr von Bärenstein, Rückerswalde und Wolfstein, geboren in
circa 1510/15, overleden op 30-05-1581 te Annaberg (volgens de historicus Christian Meltzer overleed Markus op 01-06-1581), Evangelisch-Luthers begraven in de St. Annenkirche te Annaberg. Zoon
van Johann Röhling en Anna Patzschke (zie: 9.1). Gehuwd (1) in 1534 met Margarethe Hacker,
geboren in circa 1515 te Joachimsthal (?), overleden in circa 1570 te Annaberg, vermoedelijk een
dochter van Steffan Hacker uit Preßnitz (Bürgermeister te Joachimsthal) en een zekere Elisabeth.
Evangelisch-Luthers Gehuwd (2) op 21-06-1573 te Annaberg met Jkfr. Appolonia von Alnbeck,
dochter van Jkr. Bastian von Alnbeck (von Alnpeck) uit Großhartmannsdorf. Appolonia was weduwe van Martin Rabe (Hauptmann te Comotau/ Kommotau) en bracht 1000 gulden in met het
huwelijk.
In 1536 werd Markus vermeld als ontdekker van de “Himmlich Heer” (Hemelse Heer) bij Annaberg,
een zilvermijn die hem grote rijkdom zou brengen. Het erts uit deze mijn bevatte tot wel 40% zilver.
In 1537 werd vermeld dat hij één van de 128 aandelen bezat. Zijn vader Hans bezat op dat moment
nog twee aandelen. De totale opbrengt van de mijn bedroeg tussen 1536 en 1560 in totaal 320.896 fl.
oftewel 2507 fl. per Kux (aandeel).
In 1538 leende Markus 100 Gulden uit aan Brosius Wagner uit Annaberg voor de aanschaf van een
Huis met tuin aan de Stufenweg. In datzelfde jaar kocht Markus zelf een huis voor 800 Gulden van
Christoph Stumpff, gelegen op de hoek onder de St. Anna en naast het huis van Jobst Weinolt. In
1538 kreeg Markus onenigheid met Linhard Buchsteiger, welke zo hoog opliep dat dit ontaardde in
een gevecht waarbij beide mannen gewond raakten. Beide mannen moesten voorkomen bij de Rat
waar zij hun geschillen bijlegden.
In 1539 kocht Markus voor 1500 Gulden in contanten een huis van Alexander Bernhard, welke
gelegen was naast de huizen van Jacob Staude en Hans Staffel. In datzelfde jaar verkocht Markus een
huis onder de Annenkirche voor 875 Gulden aan Cunrad Tyrolf (mogelijk het huis dat hij een jaar
eerder voor 800 Gulden had gekocht). In 1539 kocht Markus eveneens voor 50 Gulden acht aandelen
in de Suchstolln van Gregor Kuhn alsook delen van de smederij en werkplaats met voorraad.
In 1540, 1542 en 1547 was Markus Zehnter (tiendesteker) te Geyer. Van 1542 tot circa 1553 was
hij Bergmeister te Annaberg. In 1545 gaf Markus een huis in de St. VeronikaZeche aan Franz
Teicher. In 1548 verkocht Markus een huis voor 100 Gulden aan Hans Roscher en kocht hij er een
voor 200 Gulden van Paulus Thieme.
In 1549 ondertekende hij samen met zijn vader Hans en enkele andere familieleden een brief aan de
keurvorst van Saksen om te protesteren tegen zijn voornemen een extra ‘tiende’ te innen van de mijnbouw door de ‘vrije’ mijnen middels contracten te verdelen (zie: inleiding). Hans en zijn familieleden
gebruikten hun invloed en ambtelijke functies om andere vroeg kapitalistische ondernemers ervan te
overtuigen dat deze tin-monopolie schadelijk zou zijn voor de mijnbouw. Uiteindelijk zag Maurits
van Saksen af van zijn voornemens. Niet lang daarna werd Markus een goede vriend en vertrouweling
van August van Saksen die in 1553 zijn broer Maurits als keurvorst opvolgde.
In 1553 nam Markus als Bergmeister te Annaberg samen met zijn neef Sebald Röhling, Bergmeister
te Geyer (zie: 10.7) en Hans Roscher, Geschworener te Annaberg, deel aan een overleg na onenigheid
over de grenzen van Marienberg-Wolkenstein enerzijds en Ehrenfriedsdorf anderzijds. Dat men het
probleem niet eenvoudig kon oplossen blijkt uit het feit dat hij in 1554 opnieuw deelnam aan een
overleg met als doel een geschil tussen Wolkenstein en Ehrenfriedsdorf bij te leggen. Pas op 10-101555 werd door Oberberghauptmann Heinrich von Gersdorf en Oberbergmeister Marx Röhlingk een
overeenkomst getroffen waarbij de grenzen werden vastgesteld. Dit is de eerste vermelding van
Markus als Oberbergmeister, een functie die hij zou blijven vervullen tot 1574.
Op 23-10-1560 kocht Markus van Wolff Pfauschner voor 15 Gulden een halve mijn met inboedel in
de “Hülfe Gottes” gelegen in het bos nabij Geyer. Op dezelfde dag kocht Markus samen met zijn
broers Asmus en Hans aandelen in de “Reichen Geschub” te Geyer van Bartel Hackpeil. In 1564
leende Markus 100 Gulden aan de stad Geyer. De Rat, Bergmeister en Gemeinde-ältesten stonden
borg voor de lening. De lening werd terugbetaald met hout uit het bos dat aan de stad toebehoorde.
In 1565 bericht Markus de Landesherrn, dat de Rat van Ehrenfriedersdorf tot een overeenkomst was
gekomen en de gemeente bijeen had geroepen waarbij Valten Feige als nieuwe Bergmeister was
benoemd. Op 03-05-1566 werd Markus met een groeve beleend nabij de Suchstollner Pochwerk.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Op 14-06-1567 bekennen de broers Christoff, Lorentz en Hans Beyer uit Annaberg dat zij reeds drie
jaar geleden een voorschot van 20 Gulden hadden ontvangen van Oberbergmeister Markus ter
bevordering van hun Bergwerk. Zij konden de 20 Gulden nog niet terugbetalen en verzochten uitstel
van betaling. Voor het geval zij opnieuw niet konden betalen, schreven zij in hun verklaring: “so
wollen wir alle drey oder jeder sonderlich auf unsere eigenen Kosten und leibs gefahr aufn Geyer uns
in gehorsam [Gefängnis] einstellen.” Zo ver hoefde het echter niet te komen, want in het Bergbuch
van 1568 werd genoteerd dat zij de 20 Gulden hadden terugbetaald.
Op 17-10-1568 schreef Markus aan het Oberbergamt Freiberg dat in één maand 800 mensen waren
overleden, waaronder de echtgenote van een Geschworenen, en de kinderen van een ander, twee
Hüttenschreiber en één Hüttenmeister: “Ist die Ungnad in alle drey Hütten kommen.” Op de eerstvolgende dinsdag zou hij de Hüttenreuter en Bergmeister bij zich hebben geroepen, ware het niet dat
de Bergmeister die dag eveneens ziek werd. Hoogstwaarschijnlijk betreft het hier een registratie van
de slachtoffers van een pestepidemie.
Op 02-04-1571 voorzag Markus de keurvorst van advies betreffende de winstgevendheid van de
Salzbrunnen zu Erlbach te Vogtland.
In juni 1573 werd Markus door de Richter en Rat middels een schrijven bedankt voor het feit dat hij
zich het lot van de armen had aangetrokken. Markus had onlangs 500 Scheffel aan graan voor de
armen beschikbaar gesteld.
In datzelfde jaar moesten de Richter en Rat zich verantwoorden voor Oberbergmeister Markus
inzake de jachtdienst van mijnwerkers. De Richter en Rat zworen dat zij 30 arme mijnwerkers wel
moesten inzetten voor de jachtdienst, omdat zij zonder deze arbeid in het daglicht hun gezin slechts
met moeite konden onderhouden. De gevolgen van deze extra dienst was echter dat de mijnwerkers
vertrokken en op zoek gingen naar een mijnwerkersstad zonder deze extra jachtdienst.
Op 03-03-1574 werd Markus Bergamtsverwalter (mijnfunctionaris) in Annaberg, deze functie zou
hij tot zijn overlijden blijven vervullen. In de jaren 1574 en 1575 schreef Markus meerdere brieven
aan de Bürgermeister en Rat van Joachimsthal wegens een erfenis van zijn zoon Steffen. Steffen
kreeg namelijk nog 250 Gulden van de Joachimsthaler Rat, wat bleek uit het testament van zijn
grootmoeder Elisabeth Hacker. Op 06-12-1575 werd hij beleend met het leengoed Bärenstein, welke
hij samen met zijn broer Siegmund had geërfd van hun broer Asmus.
Op 25-02-1581, verkocht Markus een tuin aan Barthel Ziegler, welke hij zelf had gekocht van
Valten Zieglers weduwe en erfgenamen. Kort na deze verkoop zou Markus overlijden. Uit zijn
testament blijkt dat hij niet alleen bedreven en succesvol was in het uitoefenen van zijn ambt, Markus
was vooral een zorgzame vader en oom die zijn bezittingen zo eerlijk mogelijk probeerde te verdelen.
Uit het testament van 21-04-1581 bleek het omvangrijke bezit van Markus. Zo was hij in het bezit
van een tinmijn te Geyer alsook pochwerken (werkplaatsen waar metalen uit ertsen gehaald werden),
een ijzerertsmijn bij Memler (tegenwoordig ligt in Markersbach nog de Emlerweg), silberkuxe in alle
mijnsteden en de bijzonder productvolle groeve Himmlisch Heer (Hemelse Heer) gelegen boven
Buchholz, een “Knochen” (botten) tuin en een huis in Geyer, een Vorwerk in (Klein) Rückerswalde
met 6 koeien, een Vorwerk in Wolfstein (“Das Guth und Fehrwergk, Neudeck genandt underm Wolffstein”).
Ook was hij eigenaar van een bos (Stockholz bij Schlettau), een woonhuis in de Kirchgasse
(Kerkstraat) in Annaberg, 11 zilveren bekers en 12 zilveren lepels. Daarnaast ontving Markus nog
jaarlijks 333 real en 7 groten (de Groot was een van de standaardmunten in Noordwest-Europa
gedurende de 16de eeuw) voor het in onderleen uitgeven van het leengoed Bärenstein aan Paul Mittelbach (zie: 11.3). Daarnaast was Markus nog Fundgrübner (aandeelhouder in vindplaatsen) van tinmijnen te Altenberg.
Jenisius schreef over Markus: “Markus Rhôling Archimagister metallorum vir prudens et gravis
obiit Cal. Junii 1581. Sepultus in Templo, und zwar liegt er begraben vor dem Knappschaftsaltare der
St. Annenkirche zu Annaberg, eine Vergünstigung, für die er der Kirche neben sonstigen Legaten 25
rl vermachte.” Het epitaaf van Markus is tot op de dag van vandaag bewaard gebleven. Hierop staat
een Midden-Oosters landschap (Jeruzalem) afgebeeld, met daarvóór een kruis en op de voorgrond
links daarvan Markus met twee zonen, rechts zijn twee echtgenotes. Helemaal onder zijn twee wapens
aangebracht, links het oude familienwappen en rechts een vereenvoudigde uitvoering van het diplomwappen.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Op een votiefgave in de St. Barbara kerk te Markersbach (in de nabijheid van de oude ijzerertsmijn in
Memler) staan onder andere twee vrouwen en twee zonen afgebeeld, dochters ontbreken echter heel
duidelijk aan dit tafereel. Men vermoed dat dit votiefgeschenk is geschonken door Markus en dat hij
samen met zijn familie wordt afgebeeld. De votiefgave lijkt veel op de votiefgave van Nickel Seidel
(ook wel Seydel) en zijn echtgenote Margarethe Röhling in de St. Annenkirche te Annaberg.
Om zijn werk in de mijnbouw (en zijn grote invloed op de ontwikkeling van de stad Annaberg) te
eren, werd de Markus Röhling Stolln (schacht) bij Frohnau (Annaberg) naar hem vernoemd. Deze
bezoekersmijn kan vandaag de dag nog altijd bezocht worden, de weg nabij de oude schacht is omgedoopt tot de Markus Röhling Weg. Ook is er een manege vernoemd naar hem, de Pony-reiterhof
Markus Röhling.
Uit het eerste huwelijk:
1.
2.
3.
10.2
Jkr. Hans Röhling (zie: 11.1);
Jkr. Steffen (Stephan) Röhling (zie: 11.2);
Jkr. Sigismund Röhling, volgens Prof. Dr. W. Lorenz was dit een zoon van Markus en werd hij
in 1583 vermeld als dooppeter te Geyer. Uitgaande van het bewaard gebleven Votivbild van
Markus en zijn familie, alsook zijn epitaaf, lijkt het echter onwaarschijnlijk dat Markus nog een
derde zoon had.
Jkr. Asmus Röhling, Herr von Bärenstein, geboren in circa 1515 te Geyer, overleden op 13-01-1575
te Annaberg. Zoon van Johann Röhling en Anna Patzschke (zie: 9.1). Gehuwd in 1542 (vóór 13-03) te
Annaberg met Anna Beyer (Peyer, Baier, maar ook wel Behr), geboren in circa 1522, overleden vóór
11-09-1572 te Annaberg, dochter van Cuntz (Konrad) Beyer en Ottilia Kitschinger. Anna was de
weduwe van Hans Schmidt en Jkr. Utz von Sulgau met wie zij op 31-03 / 07-04-1532 was gehuwd.
Asmus was Bergmeister te Preßnitz (“Bergmeister vff der Preßnitz”). In 1546 kocht Asmus voor 525
Gulden een huis te Annaberg van de erfgenamen van Utz von Sulgau. Asmus was toen reeds enkele
jaren gehuwd met de weduwe van Utz, Anna Beyer. Utz von Sulgau was Stadt- und Feldhauptmann te
Annaberg. Zijn naam wordt vaak vermeld in de literatuur over de Boerenoorlog. De schoonvader van
Asmus, Cuntz Beyer, was een rijke loodhandelaar, bezitter van een metaalbewerkingsfabriek en
grootgrondbezitter te Geyer en Annaberg met taltijke vermeldingen van de koop en verkoop van
huizen. Cuntz nam voor 2000 Gulden deel aan de bouw van de Saigerhütte Grünthal. Anna Beyer ontving in 1538 uit de erfenis van haar moeder 1000 Gulden contant.
In 1547 kocht Asmus het huis van zijn vader te Annaberg, alsook Gewerke en meerdere Gruben
(groeves) te Geyer. Asmus werd in 1551 vermeld als eigenaar van een Silberschmelzhütte (zilververwerkingsbedrijf) te Annaberg. Deze leverde in Quartal Reminiscere 1551 25 (Gewichts-)Mark Brandsilber op. In Quartal Luciae 1553 was de opbrengst reeds 474 Mark. De productie van de mijnbouwindustrie werd in kwartalen ingedeeld en geregistreerd. Men kende hierbij de volgende kwartalen:
- 1ste kwartaal, Reminiscere, van St. Luciae (de Heilige Lucia van Syracuse) op 13 december tot aan
Fastnacht, oftwel vastentijd;
- 2de kwartaal, Trinitatis, Aswoensdag (Aschermittwoch) tot Pinksteren (Pfingsten);
- 3de kwartaal, Crucis, Pinksteren tot de Heilige Kruisverheffing (Kreuzerhöhung) op 14 september;
- 4de kwartaal, Luciae, van de Heilige Kruisverheffing tot St. Luciae.
Op 23-10-1560 kocht Asmus samen met zijn broers Markus en Hans aandelen in de “Reichen Geschub” te Geyer van Bartel Hackpeil. Op 29-06-1565, enkele maanden ná het overlijden van zijn
vader, werd Asmus beleend met het leengoed Bärenstein. Asmus stond in Annaberg bekend als een
grote weldoener. Zo stichtte hij in 1567 de armen Schülern (armenschool) te Annaberg voor 33
Gulden.
De echtgenote van Asmus, Anna, was reeds tweemaal weduwe. Uit haar eerste huwelijk met Hans
Schmidt had zij reeds vier kinderen. Samen met haar tweede echtgenoot Utz von Sulgau kreeg zij nog
eens vier kinderen. Utz was vóór het huwelijk met Anna Beyer reeds weduwnaar. Met zijn eerste
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
echtgenote, Katharina von Elterlein, dochter van Stadtrichter Johann von Elterlein, had hij twee kinderen gekregen. Deze kinderen woonden allen in bij Asmus en Anna, evenals de vier kinderen die zij
samen kregen. Hierdoor bestond het huishouden in totaal uit zestien personen.
In 1572 werd naar aanleiding van het overlijden van Anna Beyer het erfdeel van de kinderen van
Utz uit het huwelijk met Anna opnieuw bevestigd, hierbij werd de situatie van de familie beschreven.
In het Receßbuch van Annaberg werd het volgende geschreven: “Herrn Asmussen Rhölings und
seiner Stiefkinder Vertrag. Der Erbare und Wohlgeachte Paul Rhöling, Bergmeister auf S. Marienbergk in ehelicher Vormundschaft seiner Frau Ottilien, desgleichen von wegen Jungfrauen Annen,
Ursulen, Andreas Scheibin seligen nachgelassen Tochter, ze deren Vormunden er confirmiert, und als
ein genugsam Bevollmächtigter seines Schwagers Magnus von Sulgaw, beneben Andreas Kluchzern,
als jetztgemelder Ottilia Rhölingin bestätigten kriegischen Vormunden, und Jacob von Sulgaw für
sich, und haben bekannt, daß sie sich mit dem Erbarn und Ernvesten Assmussen Rhöling alhierwegen
ihrer Forderung, so ihnen nach Absterben Frau Anna, gedachten Herrn Asmus Rhölings Hausfrau
seligen, als ihrer freundlichen lieber Schwieger und Mutter zu ihrem Mutterteil gebührent haben
möchte, wie folgt vertragen haben: Asmus Rhöling zahlt seinen drei Stiefkindern und Anna Scheibin
900 fl, davon 500 fl bar, den Rest in Tagzeiten.”
In de Erbregelung in het 15 Annaberger Häuserlehnbuch werd vermeld: “Herr Bürgermeister Hans
Schwartz in ehel. Vormundschaft vnnd von wegen seines Weibes Margarethen, gemelden Herrn
Assmussen Rolings selig. gelassenn Tochter von seinen Schwagern, dem Ernvesten, Hochgelahreten
vnnd Erbarn Herrn Johann Gobelnn, der Arznei Doctor vnnd Chur. Sächszischenn bestalt. Leibarzt
anstat seiner unmündigen zweier Kinder, so er mit seinem Weibe Anna seligen, oberwentes Herrn
Aszmussen Rolings Tochter ehelichen erzeugt, an einem, dann Pauli Mittelbachen wegen seines
Weibes Marien am anderen, vnnd Hansen Nitzsch, burgerm. vfn Schneeberg in nahmen vnd anstat
seines Weibes Elisabeth zum dritten…”
Uit het huwelijk Röhling - Beyer:
1
2
3
4
Jkfr. Maria Röhling/Rohling (zie: 11.3);
Jkfr. Anna Röhling (zie: 11.4);
Jkfr. Elisabeth Röhling (zie: 11.5);
Jkfr. Margarethe Röhling (zie: 11.6).
Uit het huwelijk van Hans Schmidt en Anna Beyer (later gehuwd met Utz von Sulgau):
1.
2.
3.
4.
Matthes Schmidt, erfde het vaderlijk huis in de Buchholzer straße te Annaberg;
Dorothea Schmidt, gehuwd met Christoph Hirsch, Richter te Frohnau. Samen kregen zij 1
dochter;
Catharina Schmidt, gehuwd in 1528 met Erhard Scharf, Bürger te Annaberg en Gewerke in
Marienberg. Erhard kocht in 1527 een huis, Brauhaus en Braugeschirr van zijn schoonmoeder;
Anna Schmidt, gehuwd (1) in 1531 met Hans Kürschner, overleden in 1545/46. Zoon van
Hans Kürschner (ook wel bekend als Fleischmann), rijke Fundgrübner en Ratsherr te Annaberg
en Barbara Weiß. Hans was Gewerke en de broer van Bürgermeister Caspar Kürschner.
Gehuwd (2) met Georg Paul, Gewerke, Gerichtschöppe, 1566 Ratsperson te Geyer.
Uit het huwelijk van Utz von Sulgau en Anna Beyer:
1.
2.
Jkr. Jakob von Sulgau, Steiger (toezichthouder in de mijnbouw) en Stadtfähnrich te Annaberg.
Gehuwd op 14-09-1561 te Annaberg met Dorothea Kolreuter, dochter van Christoph Kolreuter,
Hüttenraiter en in 1541 Ratsherr, en een zekere Barbara die als een Uthmann werd
aangenomen. Samen kregen zij 7 kinderen;
Jkr. Magnus von Sulgau, Kurfürstl. Schichtmeister bij de Saigerhütte Grünthal. Gehuwd (1) op
11.p. Trinit. 1567 te Annaberg met Magdalena Beuter, dochter van Georg Beuter uit Römhild,
Wardein (controleur van de Münzmeisters). Gehuwd (2) met Rosina Hausmann. Bij beide
echtgenotes kreeg Magnus 2 kinderen (zie ook: 11.8);
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
3.
4.
Jkfr. Ottilia von Sulgau (zie: 10.11);
Jkfr. Ursula von Sulgau, overleden op 09-05-1564 te Lößnitz als Sechswöchnerin (in kraambed
overleden). Gehuwd op 27-12-1562 te Annaberg met Andreas Scheib (Scheibe) uit Leipzig,
overleden op 08-02-1594 te Lößnitz.
Uit het huwelijk Utz von Sulgau en Katharina von Elterlein:
1.
2.
10.3
Jkr. Hans von Sulgau, overleden vóór 23-05-1570. Gehuwd (1) vóór 1539 met een onbekende
vrouw. Gehuwd (2) op 25-04-1568 te Annaberg met Fides, weduwe van Ulrich Beck uit
St. Joachimsthal te Bohemen. Hans was Hüttenschreiber te Annaberg;
Jkfr. Anna von Sulgau, gehuwd vóór 1540 met Johannes Koither (Koyter, Coith) uit
Merseburg, overleden in 1567. Johannes was Sekretär van hertog Georg, later Austeiler en
Ratsherr te Annaberg. Samen kregen zij 1 kind.
Jkr. Hans Röhling (der Jüngere), geboren in circa 1517 te Geyer, overleden op 18-06-1585 te
Geyer, Evangelisch-Luthers begraven op 20-06-1585 in de kerk te Geyer. Zoon van Johann Röhling
en Anna Patzschke (zie: 9.1). Evangelisch-Luthers gehuwd op 06-10-1549 te Leipzig met Veronica
Fromia Schweikert, geboren tussen 1525 en 1530 te Nürnberg, waarschijnlijk overleden te Geyer.
Dochter van Sebastian Schweikert en zijn eerste echtgenote Elisabeth Cotta uit Eisenach. Sebastian
kwam in 1541 naar Leipzig en was Handelsherr in metaal, wol en wijn. Hij bezat filialen in Nürnberg
en Eisenach. Tevens was hij Ratsherr te Leipzig.
Hans was Bergmeister, Ratsherr en later ook Bürgermeister te Annaberg. Tevens was Hans Hammerherr te Oberwiesenthal en Zinnverleger. Een verleger kocht grondstoffen in en verstrekte deze aan de
handwerker. Zordra deze van de grondstoffen een product had vervaardigd gaf hij deze weer aan de
verleger die de producten vervolgens verkocht. De verleger betaalde de handwerker in grondstoffen of
geld. Het voordeel van dit systeem was dat de handwerker in of nabij zijn eigen huis kon werken.
Vaak werkten de kinderen mee in het ‘familiebedrijfje’, hier werden zij vaak beter behandeld dan
wanneer zij voor een grote producent werkzaam waren. In dit geval was Hans dus een verleger van
tin, het is aannemelijk dat hij zijn grondstoffen verkreeg via zijn broer Markus.
In 1555 leende de gemeente Geyer in verband met verscheidene bouwprojecten uit hoge nood 300
Gulden tegen 5% rente over een periode van twee jaar van hun inwoner Hans Röling.
Op 23-10-1560 kocht Hans samen met zijn broers Markus en Asmus aandelen in de “Reichen
Geschub” te Geyer van Bartel Hackpeil. In 1565 bezat Hans een Fundgrube aan de “Müllerin”. In
1568 laat Hans als Bergmeister twee Pochwerke en een Schmelzhütte te Geyer bouwen.
Op 15-11-1576 maakt Hans kenbaar aanspraak te willen maken op het erfdeel van zijn schoonvader. Zijn schoonvader had in zijn testament zijn tweede echtgenote Clara opgenomen en er voor
gezorgd dat zij in haar huis kon blijven wonen en de waarde van dat huis (2000 Gulden) niet direct
aan de erfgenamen hoefde af te staan, met dien verstande dat wanneer het huis verkocht zou worden,
de opbrengst uitgekeerd zou worden aan de erfgenamen. Toen het huis verkocht was, hadden de
kinderen uit het eerste huwelijk van Sebastian echter niet hun erfdeel ontvangen. Hans maakte daarop
aanspraak op het deel van de erfenis van 2000 Gulden voor zichzelf, zijn onmondige kinderen Moritz
en Juliana, en middels een volmacht alsook voor zijn schoonzonen (“Aydmanns”) Christoff Siegel uit
Eibenstock (zie: 11.7) en Jonas Öhmichen, Richter te Geyer (zie: 11.8).
In 1579 deed Bürgermeister Hieronymus Lotter een beroep op Hans Röling uit Geyer om de door
de Raad verschuldigde 210 fl. 4 Groten en 2 Pfg. te kunnen betalen. Hans bezegelde het testament van
zijn broer Markus op 21-04-1581.
In het Toten-Buch van Geyer uit 1585 stond geschreven: “1585, 20.6. Der Erbare und vheste Johan
Röling, ein freundt und theter der Gerechtigkeit und Aufrichtigkeit und freindt aller Unbilligkeit starb
den 18. Juny frühmorgen 3 Viertel auf hora [Stunde] 2 und ward den 20. Juny in de Kirchen begraben
und mit solchen Geleit, dergleichen noch zur Zeit allhie nicht geschehen. Got geb Im eine fröhliche
Aufferstheung – Anno aetatis suae 68 [seine Alters 68 Jahre].”
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
10.4
Jkfr. Regina Röhling (zie: 11.7);
Jkfr. Christiana Röhling (zie: 11.8);
Jkfr. Juliane Röhling (zie: 11.9);
Jkr. Moritz Röhling (zie: 11.10);
Jkfr. Doreothea Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op 15-08-1555 te Annaberg;
Jkr. Georg Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op 27-09-1562 te Annaberg;
Jkfr. Anna Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op 12-09-1565 te Annaberg.
Jkr. Siegmund Röhling, Herr von Bärenstein und Conradsdorf, geboren op 07-05-1529 te Annaberg,
overleden te Freiberg, Evangelisch-Luthers begraven in de Dom te Freiberg op 22-12-1603. Zoon van
Johann Röhling en Anna Patzschke (zie: 9.1). Gehuwd (1) in 1551 te Freiberg met Magdalena Hilliger, geboren in 1537, overleden in 1583. Dochter van Wolfgang Hilliger (Glockengießer en Bürgermeister te Freiberg) en Catharine (Katharina) Trainer (uit de bekende zilverbewerkings familie).
Gehuwd (2) ná 1588 met Jkfr. Dorothea von Thälen, overleden op 27-02-1601 te Freiberg, begraven
in de Dom te Freiberg.
Siegmund Röhling (ook wel Sigismundus Röling) werd in 1541 aan de Universiteit van Leipzig
ingeschreven en betaalde daarbij 6,5 Groten. In 1556 werd hij door keizer Ferdinand I van het Heilige
Roomse Rijk als Bergbausachverständiger (mijnbouw deskundige) naar Innsbruck gehaald om aldaar
de mijnbouwtwisten te verhelpen.
In 1557 was Siegmund Gerichtsschöppe (schepen, oftewel wethouder) en vanaf 1566 Ratsherr te
Freiberg (gedurende 37 jaar). In 1571 werd hij Holzfloßmeister en in 1575 Hospitalmeister. Een
Hospitalmeister verzorgde samen met zijn gezin de hulpbehoevenden, zoals de naam reeds aangeeft
(in het Latijn betekent hospes ‘gast’ of ‘vreemdeling’) was het hospital bedoeld voor de niet
residentiele mensen (daklozen en mensen op doorreis) die ziek werden. De hulp aan lokale mensen en
ouderen was destijds de verantwoording van de familieleden. Om Hospitalmeister te worden moest
men kapitaalkrachtig zijn en zelf niet tot de armoede kunnen vervallen.
In 1581 was Siegmund Stadrichter en in 1587 werd hij Bürgermeister van Freiberg, een functie die
hij 15 jaar zou bekleden. Andreas Mollerus schreef in zijn Theatrum Freibergense Chronicum van
1653 over zijn ambtsperiode: “05-06-1591 sind alle Prediger nach Vertreibung des Superintendenten
Kreutvogel nach Dresden citieret und ihnen von Ratswegen beide Bürgermeister Friedrich Löser und
Siegmund Röling beigegeben worden.”
Uit de leichenpredigt (grafrede) voor Friedrich Röling (zie: 11.14) uit 1629 blijkt dat Siegmund het
leengoed Conradsdorf van zijn vader had geërfd (hoogstwaarschijnlijk 1574/75). Siegmund kocht van
zijn broer Markus de tinmijn in Geyer. In 1575 werd hij met het leengoed Bärenstein beleend, welke
hij samen met zijn broer Markus had geërfd van zijn broer Asmus. Siegmund verkocht zijn deel na het
overlijden van zijn broer Markus.
Siegmund ligt begraven in het familiegraf van de familie Hilliger in Freiberg. Zijn grafteken is
echter verdwenen. In het Wappenbuch Freiberger Familien, een manuscript van Kayserling uit 1723
is een variant van het familiewapen te zien dat op het grafteken stond afgebeeld. Via Magdalena
Hilliger stammen alle nakomelingen van Siegmund Röhling af van Karel de Grote en zijn zij tevens
verwant aan het Huis Romanov-Holstein-Gottorp (zie: 10.10).
Uit het eerste huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Jkfr. Barbara (Anna) Röling (zie: 11.11);
Jkr. Siegmundt Röling (zie: 11.12);
Jkfr. Magdalena Röling (zie: 11.13);
Jkr. Friedrich Röling (zie: 11.14);
Jkr. Markus Röling (zie: 11.15);
Jkfr. Katharina Röling (zie: 11.16);
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
10.5
Jkfr. Apollonia Röhling, dochter van Johann Röhling en Anna Patzschke (zie: 9.1). Gehuwd in 1535
met Dietrich Kadmann, overleden in maart 1570.
Dietrich was van beroep wijnhandelaar en Gerichtsschöppe te Schneeberg. Hij was eveneens betrokken bij de mijnbouw.
Uit dit huwelijk:
1.
10.6
Johann Kadmann, Magister, was een goede vriend van de bekende Prof. Petrus Albinus
(eigenlijk: Peter von Weiße), grondleger van de Saksische geschiedschrijving.
Jkr. Valentin Röhling KR, geboren in circa 1515, overleden op 27-04-1572 te Schlackenwalde.
Zoon van Lorenz Röhling en Ursula Kestel (zie: 9.2). Gehuwd (1) te Annaberg met Anna Hünerarh,
dochter van Wilhelm Hünerarh. Gehuwd (2) op 05-11-1571 te Schlackenwalde met de weduwe van
Anton Lorenzen uit Karlsbad.
In het Traubuch van St. Annen staat vermeld: “Valten Roeling, Anna, filia des Wilhelm Hühnerarh.”
Er werd echter geen datum vermeld van het huwelijk. Valentin volgde in 1543 de Leteinschule te
Annaberg, in 1548 werd hij Bergmeister te Preßnitz. Op 09-05-1553 werd Valentin Bergmeister in
Joachimsthal en in 1554 eveneens van Abertham. Petrus Albinus schreef in zijn Meißnische Landund Berg Chronica uit 1589 over Valentin: “Valten Röling von Geyer, der 9. Bergmeister (sc. zu
Joachimsthal regieret von Trinitatis [zondag ná Pinksteren] in 1553 bis auf Lucie des. Bey ihm sein 40
Zechen und fünff Gänge fündig worden und ist vermöge der Quartall Summen austheilung gefallen
285219 Thaler [daalders].”
Op 27-09-1558 werd Valentin Oberbergmeister (“Oberisten Perckmeister des Königsreichs Behaim
vnnd der dazue gehörigen umliegenden Perckwerch”). Hij ontving hiervoor 600 Thaler. Na deze
benoeming vestigde Valentin zich met vrouw en kinderen te Praag, maar vinden wij hem korte tijd
later weer terug in Joachimsthal, en later in Schlackenwalde. Sinds 09-06-1561 maakte Valentin deel
uit van de keizerlijke raad (kaiserlicher Rat) en ontving hij een toelage van 200 Thaler. Tegelijkertijd
werd hij benoemd tot Oberbergkhauptmann (Verwalter van een Oberbergkhauptmannschaft) in het
koninkrijk Bohemen.
Op 08-08-1563 werd Valentin, samen met zijn vader (postuum) en zijn ooms Hans en Oswald
(postuum), in de H. R. Rijksadelstand verheven middels een adelsbrief van keizer Ferdinand I van het
Heilige Roomse Rijk. In de adelsbrief werd hem en zijn verwanten een nieuw familiewapen verleend,
doch zegelde hij voornamelijk met het reeds bestaande familiewapen.
In het verleden werd aangenomen dat niet zijn ooms maar zijn neven in de adelsbrief werden
vermeld. Hierdoor ontstond een onbekende zoon van Markus Röhling (zie: 8.1) omdat zijn andere
zonen geen kinderen hadden gekregen met deze namen. In de adelsbrief werd echter geschreven: “seinen vater und vetern mit Namen Hans, Lorentz und Oswalt”. Voordat het woord Onkel en Tante in de
18de eeuw vanuit het Franstalige spraakgebied werd geïntroduceerd, werd in het Duitstalige spraakgebied de woorden Vetter en Base gebruikt om de broer en zuster van vader aan te duiden. Hieruit
kan geconcludeerd worden dat Hans Röhling (zie: 9.1), Lorenz Röhling (zie: 9.2) en Oswald Röhling
(zie: 9.3) worden vermeld in de adelsbrief. Valentin’s oom Georg Röhling (zie: 9.4) werd niet vermeld omdat hij reeds in 1530 was overleden zonder mannelijke nakomelingen.
Over de vader van Valentin bestaat tot op heden onenigheid. In enkele genealogieën wordt deze
Valentin beschouwd als zoon van Hans Röhling (zie: 9.1). Hans werd in de adelsbrief namelijk als
eerste van de drie broers vermeld, wat zou suggereren dat Hans de vader van Valentin was. Het lijkt
immers onlogisch de naam van Valentin’s vader pas als tweede te vermelden. Een verklaring hiervoor
kan zijn dat de naam van Hans vooraan werd geplaatst omdat hij van de drie broers de meest
vooraanstaande posities bekleedde, of omdat hij als enige van de drie broers nog in leven was op het
moment van de adelsverheffing. De onenigheid over de juiste vader van Valentin Röhling heeft echter
weinig gevolgen voor de huidige genealogie, daar de genoemde drie broers gelijktijdig in de adelstand
werden verheven en alle bekende familieleden van deze drie broers afstammen.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Uit het eerste huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
10.7
Jkr. Georg Röhling (zie: 11.17);
Jkfr. Ursula Röhling (zie: 11.18);
Jkfr. Elisabeth Röhling (zie: 11.19);
Jkfr. Susanna Röhling (zie: 11.20);
Jkfr. Dorothea Röhling (zie: 11.21);
Jkr. Christoph Röhling (zie: 11.22).
Jkr. Sebald Röhling, geboren in circa 1520 te Geyer, overleden op 01-06-1581 te Marienberg. Zoon
van Lorenz Röhling en Ursula Kestel (zie: 9.2). Gehuwd in 1541 te Geyer met Ursula Sturtz,
geboren in circa 1520, overleden ná 1565. Dochter van Andreas Sturtz (Storz), Gerichtsschöppe te
Geyer en een dochter van Hans Friedrich, Zehntner te Geyer.
In 1538 kocht Sebald een huis met tuin in de Ziegengasse te Geyer, alsook voor 220 Gulden het
Heergeräts (Heergewette) van Hans Molner. Een Heergeräts was een erfdeel dat was voorbehouden
aan naaste mannelijke erfgenamen tot de zevende graad (Schwertmagen, oftewel zwaardmagen).
Sebald betaalde Hans Molner een borg van 50 Gulden, daarna 5 Gulden per kwartaal.
In 1539 was Sebald werkzaam als Probierer (Keurder) te Geyer en Marienberg. Een Probierer was
een ambtenaar die toezicht hield op de kwaliteit van (edel-) metalen. In 1549 werd Sebald door afwezigheid van Wolf Friedrich gevraagd voor de functie van Richter. In 1550 werd hij wederom
benoemd tot Richter. In 1553 werd Sebald Bergmeister en Bürgermeister (Burgemeester) te Geyer. In
datzelfde jaar nam Sebald samen met zijn neef Markus, Bergmeister te Annaberg, en Hans Roscher,
Geschworener te Annaberg, deel aan een overleg na onenigheid over de grenzen van MarienbergWolkenstein enerzijds en Ehrenfriedsdorf anderzijds (zie: 10.1).
Op 03-05-1559 verkocht Sebald voor 40 Gulden een ½ aandeel in de “Lichtloch” mijn te Geyer. In
1566 verkocht Sebald zijn huis aan de Markt te Geyer voor 325 Gulden aan Paul Müller (ook wel
Paul Schneider). Uit een erfenis van zijn schoonvader was hij aandeelhouder geworden van een Zinnbergwerk te Geyer welke hij in 1568 samen met zijn zwager verkocht aan zijn neef Hans Röhling. In
1568 werd Sebald eveneens Bürgermeister (Burgemeester) te Marienberg en van 1568 tot 1579
Ratsherr te Marienberg.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Jkfr. Judith Röhling (zie: 11.23);
Jkr. Oswald Röhling (zie: 11.24);
Jkr. Lorenz Röhling (zie: 11.25);
Jkr. Egedius Röhling, in 1563 als dooppeter te Marienberg vermeld;
Jkr. Urban Röhling (zie: 11.26);
Jkr. Wolf Röhling (zie: 11.27).
10.8
Jkfr. Katharina Röhling, geboren in circa 1520. Dochter van Lorenz Röhling en Ursula Kestel (zie:
9.2). Gehuwd met Christoph Claus, overleden in 1563. Christoph was in 1545 Stadtschreiber van
Geyer. In datzelfde jaar kocht hij voor 118 Gulden een huis te Geyer van de erfgenamen van Jacoff
Bach. Hij verkocht dit huis (of een ander huis) één jaar later met alle toebehoren voor 185 Gulden aan
Jorge Paul. In 1551 werd Christoph vermeld als kurfürstlicher Sekretär en Austeiler (?) te Freiberg.
10.9
Jkr. Georg Röhling, geboren in circa 1520. Zoon van Lorenz Röhling en Ursula Kestel (zie: 9.2).
Gehuwd (1) met een dochter van Nickel Hommel. Gehuwd (2) met Jkfr. Elisabeth von Alnpeck,
weduwe van Christoph Pakisch en dochter van Jkr. Andreas von Alnpeck (Münzmeister te Freiberg, een Münzmeister was verantwoordelijk voor de correcte uitgave van muntgeld) en Anna Tollhardt.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Georg was eigenaar ven een huis te Geyer. Van beroep was hij Hüttenreiter, Receß-schreiber (?) en
Wardein. Tevens was Georg ZinnFloßmeister te Geyer in 1562 en 1564, Richter te Geyer van 1561
tot 1563 en Amtsverweser en Zehntner (tiendesteker) te Altenberg. Als Floßmeister werd Georg op
10-03-1562 door Kurfürst August benoemd om zijn belangen te Geyer te behartigen.
In 1570 kreeg Lorentz Reyer van de rechter te Geyer acht jaar gevangenisstraf opgelegd wegens
vijandelijkheden jegens Georg Röling.
In de Historischen Nachrichten von Altenberg staat vermeld: “George Röhling von Geyer, ein
Bergverständiger Mann, ward Amtsverwalter uffn Altenberg gegen 200 fl Anno 1568 d. 24. Mai, und
weil der vorige Amtsverwalter auch das Zehntneramt mit in Versorgung hatte, so hat’s auch dieser
mitbekommen. Er erhielt Lebensungeschicklichkeiten wegen 1571 seine Dimension.”
Op 25-05-1568 deelde Georg aan zijn vriend Jhering, Geh. Kammersekretär, mede dat hij het Verwaltungsamt te Altenberg had aangenomen en vroeg hem zijn ambten van Hüttenreiter, Receßschreiber en Wardein, voor welke hij jaarlijks 50 Gulden ontving, over te dragen aan zijn schoonzoon
Hans Uthmann.
Uit een van deze twee huwelijken:
1.
10.10
Jkfr. Anna Röhling (zie: 11.28).
Jkr. Esaias Röhling, geboren in circa 1530, overleden in 1595 te Marienberg, Evangelisch-Luthers
begraven op 10-08-1595 te Marienberg. Zoon van Oswald Röhling en Sybilla Koch (zie: 9.3). Gehuwd op 07-02-1557 te Freiberg met Margarethe Hilliger, dochter van Wolfgang Hilliger
(Glockengießer en Bürgermeister te Freiberg) en Catharine (Katharina) Trainer (uit de bekende
zilverbewerkings familie). Margarethe was een zuster van Magdalena Hilliger (zie: 10.4).
Esaias was in het bezit van bekende handelsfilialen in Marienberg en omstreken. In 1589 werd een
grote vondst gedaan in zijn groeve en met het vermogen dat dit opleverde bouwde hij de PalmbaumStolln bij Geringswalde.
Via Margarethe Hilliger stammen alle nakomelingen van Esaias Röhling af van Karel de Grote.
Catharine (de moeder van Magdalena en Margarethe), was de dochter van Paul Trainer (1472 – 1552)
Kurfürstlichen Silberbrenner, Hüttenherr, Ratsherr, Stadtrichter en Probst en Magdalena von Alnpeck
(1494 – 1532). Deze Magdalena was de dochter van Georg von Alnpeck en Anna von Mannewitz. De
volgende stamreeks laat zien dat via dit echtpaar verwantschap bestaat met het Huis RomanovHolstein-Gottorp: 1. Georg von Alnpeck (1462 – 1523), handels- bergherr, landgoedbezitter en Bürgermeister te Freiberg. Gehuwd met Anna von Mannewitz. Uit dit huwelijk: 2. Wenzel von Alnpeck
(ca. 1495 – 1551) Kurf. Zehntner te Freiberg. Gehuwd met Anna Buchführer. Uit dit huwelijk: 3. Elisabeth von Alnpeck. Gehuwd met Christoph von Zeutsch (overl. 1601). Uit dit huwelijk: 4. Nicolaus
von Zeutsch (overl. 1593), Oberaufseher te Thalmansfeld. Gehuwd met Ursula Clot. Uit dit huwelijk:
5. Christian von Zeutsch (geb. 1585), huisbezitter te Mansfeld. Gehuwd met Lucretia von Spiegel. Uit
dit huwelijk: 6. George Vollrath von Zeutsch, kaiserl. Hauptmann. Gehuwd met Christine von Weissenbach. Uit dit huwelijk: 7. Christiane Eleonore von Zeutsch (1666 – 1699). Gehuwd met Fürst
Johann Ludwig von Anhalt-Zerbst (1656 – 1704). Uit dit huwelijk: 8. Fürst Christian August von Anhalt-Zerbst. Gehuwd met Prinzessin Johanna Elisabeth von Holstein-Gottorp. Uit dit huwelijk: 9. Prinzessin Sophie Friederike Auguste von Anhalt-Zerbst, later bekend als Tsarina Catharina II de Grote
van Rusland (1729 – 1796). Gehuwd met Karl Peter Ulrich von Holstein-Gottorp (Tsaar Peter III van
Rusland) (1728 – 1762).
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
Jkr. Sebastian Röhling (zie: 11.29);
Jkr. Zacharias Röhling (zie: 11.30);
Jkfr. Magdalena Röhling (zie: 11.31);
Jkfr. Catharina Röhling (zie: 11.32);
Jkr. Christoph Röhling (zie: 11.33);
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
6.
7.
8.
10.11
Jkr. Paul Röhling, in 1586 als dooppeter (Pate) vermeld, werd bij de wijziging van het testament
van zijn vader in 1596 niet meer vermeld;
Jkfr. Dorothea Röhling, geboren op 27-05-1576 te Marienberg, op jonge leeftijd overleden;
Jkfr. Helena Röhling, geboren op 25-07-1577 te Marienberg, op jonge leeftijd overleden.
Jkr. Paul Röhling, geboren in circa 1530, overleden op 10-05-1588 te Marienberg. Zoon van Oswald
Röhling en Sybilla Koch (zie: 9.3). Gehuwd op 19-07-1551 te Annaberg met Jkfr. Ottilia von Sulgau, geboren in circa 1533, overleden op 25-06-1608 te Marienberg. Dochter van Jkr. Utz von
Sulgau en Anna Beyer en stiefdochter van Asmus Röhling (zie: 10.2).
In 1546 betaalde Paul (Paulus) 10 Groten aan inschrijfgeld bij de Universiteit van Leipzig. In 1557
verkocht Paul zijn huis in Annaberg voor 700 Gulden aan Michael Wild. Paul was van 1557 tot 1567
Berggeschworener en van 1564 tot 1574 Bergmeister te Marienberg. Paul werd door de keurvorsten
als mijnbouwdeskundige (Bergmeister) ingezet te Marienberg. Als echtgenote van Paul wordt ook
wel Ottilie Merck genoemd, de dochter van Dr. med. Christophorus Merckens, arts te Marienberg.
In het Begräbnisregister van de Kirchenbuchen te Marienberg staat in 1588 vermeld: “Item den 10
May ist der Erbare Herr Baul Rölingk gestorben und mit dem gantzen Chor und mit der grossen
glocken zur Erthen bestadt worden und in die Kirch tragen worden der Herr pfarr hat die leig Bretig
gedann.”
In deze Begräbnisregister vinden wij in 1608 vermeld staan: “Item den 25 Junius ist die alde Frau
Baul Rölingkin gestorben und mit den gantzen Chor und miet der großen glocken zur Erden bestadt
worden und in die Kirch Begraben worden Der Herr Pfarr hat die Leig Bretig gedhann.”
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
Jkfr. Anna Röhling (zie: 11.34);
Jkr. Oswald Röhling (zie: 11.35);
Jkfr. Maria Röhling (zie: 11.36);
Jkr. Ullrich Röhling (zie: 11.37);
Jkfr. Regina Röhling (zie: 11.38);
Jkr. Erasmus Röhling (zie: 11.39);
Jkfr. Maria Röhling, geboren op 04-04-1566 te Marienberg;
Jkr. Paul Röhling (zie: 11.40);
Jkr. Fredericus Röhling, geboren op 20-03-1570 te Marienberg;
Jkfr. Margarethe Röhling, geboren op 08-05-1573 te Marienberg.
10.12
Jkfr. Magdalena Röhling, dochter van Oswald Röhling en Sybilla Koch (zie: 9.3). Gehuwd met
Hans Spitzelt te Geyer.
10.13
Jkfr. Dorothea Röhling, dochter van Oswald Röhling en Sybilla Koch (zie: 9.3). Gehuwd met
Matthes (Matz) Klug (ook wel Schwander genaamd), overleden vóór 07-08-1583.
Matthes was van 1553 tot 1563 Bergmeister te Annaberg. In 1554 vertegenwoordigde Matthes zijn
schoonmoeder Sibylla. Matthes overleed vóór 07-08-1583 omdat op deze datum zijn erfgenamen met
zijn huis beleend werden. De erfgenamen waren: Volkmar Klug, Oswald Klug, Esther, Magdalena
(gehuwd met Franz Zöllner), Regina (gehuwd met Georg Petzold) en Katharina (gehuwd met de
dichter Hans Sachs).
10.14
Jkfr. Anna Röhling, dochter van Oswald Röhling en Sybilla Koch (zie: 9.3). Gehuwd (1) in 1551
met Jobst Pieger. Gehuwd (2) vóór 1573 met Christian Menger.
10.15
Jkfr. Sybilla Röhling, overleden ná 1604. Dochter van Oswald Röhling en Sybilla Koch (zie: 9.3).
Gehuwd op 11-07-1557 te Annaberg met de weduwnaar Ambrosius Hassert, overleden vóór 1574.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Ambrosius kocht in 1541 van Georg Müller een huis te Annaberg en ruilde dit huis in 1558 met het
huis van Valten Kretzschmar. In 1574 verkochten de erfgenamen van Ambrosius dit huis voor 230
Gulden en zijn weduwe ‘Sebille’ kocht voor 80 Gulden een kleiner huis van Thomas Walttmann. In
1576 kocht Sybilla een huis van de Rat ter waarde van 253 Gulden, daarbij werden vier kinderen uit
haar huwelijk vermeld.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
10.16
Thomas Hassert;
Magdalena Hassert;
Margaretha Hassert;
Sebilla Hassert.
Jkfr. Margarethe Röhling, dochter van Oswald Röhling en Sybilla Koch (zie: 9.3). Gehuwd op 2301-1558 te Annaberg met Friedrich Köttwig (Kettwig), Stadtrichter te Dresden. Friedrich was waarschijnlijk een broer van de uit Dresden afkomstige Annaberger Ratsherr Jobst Kettwig.
Uit dit huwelijk:
1.
10.17
Margaretha Köttwig, gehuwd in 1589 te Geyer met Georg Schütz.
Ursula Röhling, dochter van Georg Röhling en Anna Schenk (zie: 9.4). Gehuwd (kort vóór 1547)
met Christoph Bauer (Pauer, Paur, Pawer), geboren in circa 1505, overleden vóór 1556. Zoon van
Hans Bauer, Kaufmann in Geyer en Leipzig, Gewerke Metallhändler en Ratsherr te Leipzig, en
Cäcilie Blasebalg.
Christoph Bauer was Bürger, Gewerke en Freihofbesitzer te Geyer. Hij werd in 1532 voor het eerst in
Geyer vermeld. Christoph bezat een smelterij (Schmelzhütte) aan de voet van de Tannenberg, welke
hij had verkocht aan Wolf Schütz. In 1538 kocht hij van zijn neef, Gregor Schütz, de zogenaamde
Lindacher Hof. De Lindacher Hof, oftewel de Preußerhof, was een van de Freihöfe van Geyer en lag
direct tegenover de Schützenhof. De Preußerhof werd in 1510 eigendom van Ulrich Lindachers,
waarna het eigendom overging op zijn gelijknamige zoon. In 1530 ging deze zoon failliet en kocht de
eigenaar van de Schützenhof het goed voor zijn zoon Wolf. In 1538 kocht Christoph de Lindacher
Hof van Gregor Schütz, waarbij in de Sächs. Kirchengalerie over Christoph vermeld werd dat: “der
bereits hier ansässing war und ein Oheims des Gregor Schütz, Zehntners zu Annaberg genannt wird.”
In het gemeente archief van Geyer wordt vermeld dat Schütz de Lindacher Hof verkocht aan “seinem
lieben Ohem und Vetter um eine Summe, ihnen beiden wohl bewußt.” In 1560 verkocht Christoph de
Lindacher Hof aan zijn zwager Hieronymus Lotter. Hieronymus was op 17-10-1531 te Leipzig gehuwd met Katharina Bauer, geboren in circa 1505, overleden op 06-02-1574 te Leipzig. Hieronymus
was de beroemde Baumeister van het Leipziger Rathauses, de Alten Waage te Leipzig en Augustusburg. Hieronymus was eveneens Bürgermeister te Leipzig, Freihofbesitzer, mijnbouwondernemer te
Geyer en aandeelhouder in de Leutenberger Saigerhandelsgesellschaft. Hieronymus Lotter overleed
op 25-07-1586 te Geyer.
In 1545 werd Christoph Pauer als schuldeiser van de overleden Wenzel Rudisch (in 1535 Richter te
Geyer) vermeld. Rudisch had van Christoph 20 Gulden geleend voor de aankoop van tin. De “Güter
und Bergwerke, Pochwerke und dir Hütte” van Wenzel Rudisch werden voor 1500 Gulden overgenomen door zijn zoon Christoff Rudisch. Daarvan is 70 Gulden bestemd om oude schulden aan
Christoff Bauer af te lossen.
In 1547 kocht Christoph van deze Christoff Rudisch voor 1450 Gulden een “Haus mit Hof und
Baumgarten, 2 Wasser, Scheune, Braugerät, Heergerät, 3 Äcker, Teich u.a., die Reiche- und die
Körbel-Zeche samt Pochwerk und Hütte.” Hierbij deed Christoph een aanbetaling van 600 Gulden
(volgens Dr. Johannes Falke was dit 400 Gulden, en jaarlijks 25 Gulden totdat de schuld was
afbetaald). Het bezit (met uitzondering van de Zechen, Pochwerk en Hütte) werd op naam van zijn
echtgenote, Ursula, gezet. Volgens Dr. Johannes Falke was dit huis “die werthvollste von allen
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Besitzungen in Geyer zu damaliger Zeit.” In datzelfde jaar legde Christoph vast dat hij de erfenis van
164 Gulden van zijn zwager Hans Müller voor zijn echtgenote had ontvangen. Deze erfenis werd
gebruikt om het genoemde huis te kunnen bekostigen. Op de zondagavond ná Pauli Bekehrung (bekering van Paulus, 25 januari) van 1553 werd dit huis voor 500 Gulden verkocht aan de “gestrengen
und ehrenfesten” Heinrich Krohe. Hiervan kregen zij 300 Gulden als aanbetaling. 35 Gulden was voor
de kisten die men gezamenlijk bezat met Christoph Schnee, deze moesten van de resterende schuld
van 200 Gulden worden betaald.
Christoph overleed vóór 1556, daar in het gemeentearchief op de maandag na de herdenking van de
heilige Dorothea in 1556 (6 februari) werd geschreven over “Christoph Bauers sel. Erben”. Op de
maandag na Martinstag (Sint-Maarten, 11 november) werd Christoph een laatste maal vermeld in het
gemeentearchief: “Christoff Pawers sel. Garten”.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
11.1
Jkr. Hans Röhling, geboren in circa 1535, overleden eind 09-1579, Evangelisch-Luthers begraven op
27-09-1579 in de kerk te Geyer. Zoon van Markus Röhling en Margarethe Hacker (zie: 10.1). Gehuwd op 16.p.Trinit. [zondag na Pinksteren] 1565 te Annaberg met Catharina Klinger, geboren in
circa 1540, Evangelisch-Luthers begraven op 26-03-1607 te Elterlein. Dochter van Nikolaus Klinger,
Hammerherrn in Erla, Kugel, Rittersgrün, Förstel, Tännicht en Sachsenfeld (over de familie Klinger
sprak Ernst von Schönburg in 1525 tijdens de boerenopstand: “und wenn wir alle rebellisch werden,
so bleiben mir doch die Klinger und Hammerherren true, die werden ja den tollen Leuten abwehren.”)
en Jkfr. Ottilia von Elterlein, dochter van Jkr. Heinrich von Elterlein en Ottilie Arnold.
Hans kreeg van zijn vader een Hammerwerk (ijzerwarenfabriek) te Oberwiesenthal, de “Roter Hammer” of “Rolichs Hammer”. Door slechte bedrijfsvoering verloor hij deze fabriek echter. Na het
verlies van de Hammerwerk werd Hans Bergmeister en Bürgermeister (Burgemeester) te Annaberg.
Omdat hij in 1579 was overleden werd Hans in het testament van zijn vader overgeslagen en
ontvingen zijn vier kinderen ieder 2000 Gulden. Volgens de familiesage (zie inleiding) werd Hans
vervloekt door de heks Margarethe waardoor hij en al zijn nakomelingen regelmatig iets in hun ogen
krijgen (de vloek van de Roelingen).
Catharina werd in Geyer vermeld als peetmoeder (“Hans Rölings des Jungen Haußfrau”), in maart
1580 als zijn weduwe. Catharina was de kleindochter van de beroemde Kaspar Klinger (der Jüngere),
Hammerherr te Tännicht. Deze Kaspar onderdrukte in 1525 de Boerenopstand in de Schönburgischen
Landen. Volgens een sage liet Kaspar in 1515 de St. Oswalds Kirche bouwen in het huidige Grünhain-Beierfeld (in de volksmond Dudelskirche genoemd) als boetedoening voor de moord op de
Elterleiner Bergherrn Wolf Götterer. Bij de inwijding van de kerk zou deze door een blikseminslag
zijn getroffen, waarna alleen de ruïne overbleef die vandaag de dag nog bezocht kan worden.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
11.2
Jkr. Heinrich Röhling (zie: 12.1);
Jkr. Friedrich Röhling (zie: 12.2);
Jkr. Markus Röhling (zie: 12.3);
Jkfr. Margarethe Röhling (zie: 12.4).
Jkr. Steffen (Stephan) Röhling, Herr von Wolfstein, overleden ná 1591. Zoon van Markus Röhling
en Margarethe Hacker (zie: 10.1). Gehuwd op 1. p. Trinit. 1574 te Annaberg met Jkfr. Rosina von
Alnpeck, geboren op 12-10-1552, overleden in 1632. Dochter van Jkr. Andreas von Alnpeck, Hüttenreiter.
Steffen was eigenaar van enkele handelsfilialen te Annaberg en Marienberg en Gewerke von Gruben
in de Marienberger Revier. Hij kreeg van zijn vader het riddergoed Wolfstein, maar bleek net als zijn
broer Hans een slecht economisch beleid te voeren. Zijn vader schreef in zijn testament: “So hab ich
doch alß ein betrubter Vatter mit schmertzen leuder erfahren mussen, daß sie von beiden theilen
[Hammer te Oberwiesenthal en Vorwerk Wolfstein] so ubel haußgehalten, daß Hanß sei seinem
lebendigen leib von den Hammer getrieben, Steffan aber do ihme zugesehen und nicht mit
vorsichtigkeit begegnet, nicht wurde besser haußgehalten haben.” Net als zijn broer Hans, werd
Steffen in het testament van zijn vader overgeslagen ten gunste van zijn kinderen, die elk 2000 Gulden van hun grootvader ontvingen.
Steffen bekende op 09-02-1583 100 Güldengroschen geleend te hebben van Christoph Gulden. Als
borg voor een betaling van 150 Güldengroschen zette hij zijn aandeel in het ouderlijk huis in. In 1586
had Steffen het volldedige bedrag afgelost.
Op 19-02-1590 werd Valentin Hugo beleend met het huis van Rosina Röhling. In 1591 had Rosina,
de echtgenote van Steffen, een schuld van 86 Gulden bij Christoph Herberger te Königswalde voor
brood, 32 Gulden en 15 Groschen bij Lorentz Morgenstern te Reifland en 4 Gulden en 4 Groschen bij
Lorentz Salomon. Voor de Rat kwam men overeen dat Steffen zijn schuldvorderingen op Bürgermeister Siegmund Röling te Freiberg en Lorenz Schreiter afstond.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
11.3
Jkr. Markus Röhling, uit het testament van Markus Röhling (zie:10.1) blijkt dat hij in 1581
leefde;
Jkr. Andreas Röhling, Evangelisch-Luthers begraven op 28-05-1593 te Annaberg;
Jkr. Siegmund Röhling, uit het testament van Markus Röhling (zie: 10.1) blijkt dat hij in 1581
leefde;
Jkr. Hans Röhling, uit het testament van Markus Röhling (zie: 10.1) blijkt dat hij in 1581 leefde;
Jkr. Martin Röhling, geboren op 03-09-1583 te Annaberg;
Jkfr. Rosina Röhling, Evangelisch-Luthers begraven op 15-04-1588 te Annaberg;
Jkr. Oswald Röhling, geboren op 15-04-1588 te Annaberg, tweelingbroer van Rosina.
Jkfr. Maria Röhling/Rohling, geboren in circa 1545 te Geyer, Evangelisch-Luthers begraven op 2610-1607 te Annaberg. Dochter van Asmus Röhling en Anna Beyer (zie: 10.2). Gehuwd op 16. p. Trinitatis 1569 te Annaberg met Paul Mittelbach, Herr von Bärenstein, geboren in circa 1540 te Elterlein, begraven op 04-09-1603 te Annaberg. Paul was eerder gehuwd op 2.p. Epiph. 1556 te Annaberg
met een zekere Magdalena, overleden vóór de donderdag ná Laetare 1569 (op deze dag kwamen de
erfgenamen bijeen), weduwe van Michael Ludwig.
De familienaam van de eerste echtgenote van Paul is vooralsnog onbekend. Het huwelijk tussen haar
en Michael Ludwig in 1532 geeft geen aanwijzing over haar familienaam, daar zij werd omschreven
als: “Magdalena, Dynerin Anthon Lunzmanns”. Ook de via de erfenis bekende zuster van Magdalena,
Margarethe, echtgenote van Mertten Spindler te Scheibenberg geeft geen aanwijzing over de familienaam, daar het trouwboek van Scheibenberg pas in 1612 begint.
In 1557 werd Paul beleend met het huis van zijn eerste echtgenote. Michael Ludwig had het huis in
1548 gekocht van Martha Ebhardtin, gelegen in het munterskwartier (het huidige Sperrgasse 7). Bij de
afschrijvingen werden de broers van Michael Ludwig vermeld: Simon en Thomas Ludwig te Reinholtsgrimma, de erfgenamen van Georg Ludwig en Valten Ludwig in de Glashütte.
Paul was van beroep Bergmeister in Sangerhausen en later Berggschworener te Annaberg. Kort na
het overlijden van zijn eerste echtgenote huwde Paul met Maria. Het Traubuch van St. Annen te
Annaberg vermeld: “16 Dom. Trinit: Paul Mittelbach, bergkmeister Zur Sangerhausen Jungfrau
Maria, Herrn Aßmus Rolicks tochter”.
In 1576 kocht Paul voor 1000 Gulden een groot erfgoed op Bärenstein van de erfgenamen van
Mattes Klug. Paul pachtte tevens het leengoed Bärenstein van Markus Röhling (zie: 10.1) voor een
jaarlijks bedrag van 333 real en 7 groten (de Groot was een van de standaardmunten in NoordwestEuropa gedurende de 16de eeuw). Op 16-05-1582 werd het leengoed Bärenstein door keurvorst August aan Paul Mittelbach beleend. Bij het leengoed hoorden de volgende onderdanen: Ilgen Bachen,
Hans Gulden, Matz Steinert, Albrecht Petzold, Matz Danhorn en twee niet bij naam genoemde tuinmannen. Paul had de rechten voor het leengoed gekocht van de erfgenamen van Markus na diens
overlijden in 1581.
Het lijkt er echter op dat Maria veel zeggenschap had over de financiën binnen het gezin, want op
06-03-1596 sloot zij bij Frau Ursula, echtgenote van Lorenz Küttner uit Annaberg, een lening van 300
Gulden af met een looptijd van drie jaar. Hierbij gaf zij erfgoed op Bärenstein als onderpand (“fördere
Erbgut”). In 1602 verkocht Maria dit erfgoed aan Handelsherr Alexander Mann uit Chemnitz. Mann
verkocht het goed in 1610 aan de Rat van Annaberg voor 1800 Gulden. Het erfgoed bestond onder
andere uit 24 koeien, kalveren en ossen. Paul overleed in 1603. Vier jaar later overleed ook Maria.
Het Sterbebuch van 1607 van St. Annen te Annaberg vermeld: “26. Maria paul Mittelbachs witfrau
am Behrenstein”.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
Johannes Mittelbach, geboren in circa 1570, overleden op 06-04-1632 te Kaaden in Bohemen;
Erasmus Mittelbach, Erbherr van Bärenstein, geboren in circa 1570. Verkocht Bärenstein in
1613 aan de Rat der Stadt Annaberg voor 6900 Gulden en verhuisde naar Kaaden, Bohemen,
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
3.
4.
5.
6.
waar hij een huis kocht van Peter Stirba von Stierbiz voor 1400 Schoß meißn. Gehuwd op 09-091600 te Annaberg met Dorothea Weigel (Weichel), dochter van Valentin Weigel, Magister, de
bekende predikant, mysticus, theoloog en filosoof uit Zschopau;
Anna Mittelbach, Evangelisch-Luthers gedoopt op 09-07-1575 te Annaberg, overleden 23-121633. Gehuwd op 17-10-1592 te Annaberg met Abraham Ries (Jr.), Evangelisch-Luthers
gedoopt op 08-10-1563 te Annaberg, overleden op 23-12-1630 te Cunersdorf aan de Pest. Zoon
van Abraham Ries en Anna Biener. Abraham was grondbezitter in Cunersdorf en was de
kleinzoon van de bekende Adam Ries. Samen kregen zij 8 kinderen;
Paul Mittelbach, geboren in 1577 te Annaberg, waarschijnlijk overleden vóór 1607 daar hij niet
bij de erfenis van zijn moeder vermeld werd;
Margarethe Mittelbach, Evangelisch-Luthers gedoopt op 12-12-1578 te Annaberg. Gehuwd op
27-11-1598 te Weipert, Bohemen (ondertrouw te Cranzahl) met Jacob Sturm uit Lauenstein,
overleden op 11-12-1637 (ook wel vermeld: 12-09-1637) te Annaberg. Jacob was Bergmann te
Habichtsberg. Kocht in 1607 te Annaberg een huis van zijn schoonmoeder Maria voor 700
Gulden. In 1607 Ratsherr, pachter van het Rats-Lehngut Bärenstein in 1615, Richter in 1616,
Bürgermeister te Annaberg in 1619;
Maria Mittelbach (die blöde), Evangelisch-Luthers gedoopt op 26-10-1580 te Annaberg, leefde
in 1595 op het landgoed van Bärenstein.
11.4
Jkfr. Anna Röhling, overleden vóór 1576. Dochter van Asmus Röhling en Anna Beyer (zie: 10.2).
Gehuwd (1) op 02-05-1563 te Annaberg met Simon Bräutigam uit Leipzig. Gehuwd (2) op 08-051569 te Annaberg met Dr. med. Johann Göbel (Göbelius). Johann was sinds 1559 Stadtarzt te Chemnitz en kwam in 1567 als arts naar Annaberg. Later werd Johann Kurfürstlich Sächsischer lijfarts te
Dresden. Hij schreef onder andere over de helende warmwaterbron te Wiesenbad.
11.5
Jkfr. Elisabeth Röhling, overleden vóór 02-09-1582. Dochter van Asmus Röhling en Anna Beyer
(zie: 10.2). Gehuwd op 18-09-1575 te Annaberg met Hans Nietzsch. Hans huwde op 02-09-1582 te
Annaberg met Anna Schwarz (zie: 11.6), dochter van Hans Schwarz, Bürgermeister te Annaberg.
Dat Elisabeth vóór 02-09-1582 overleden moet zijn blijkt uit het gegeven dat Hans op die datum
opnieuw huwde. Hans was een ervaren Bergsteiger te Schneeberg, een toezichthouder in de mijnbouw
die de verantwoording droeg over een deel van de mijn en de onder hem werkende mijnwerkers.
De Steiger werd in het bekende Steigerlied bezongen (ook wel het Glück Auf, oftewel “succes!“
genoemd). Het Steigerlied is een oude mijnwerkersmars, welke tot het deutsche Volksliedgut gerekend wordt. De tekst van het lied werd in het erzgebirgischen Bergliederbüchlein uit 1700 (gedrukt
te Freiberg) gepubliceerd onder de titel “Wache auff, der Steyer kömmt“. Tegenwoordig kent men het
lied ook onder de titel “Glück auf, der Steiger kommt“. Delen van het lied lijken echter een nog
oudere oorsprong te hebben. Zo vinden we het derde en vierde couplet van het Steigerlied terug als
elfde en twaalfde couplet van het lied “Es soll ein Meidlein frü auf stan“ welke in 1531 te Zwickau
werd gepubliceerd in Bergreihen I. Het lied weerspiegelt de hoop van de mijnwerkers, om na een
zware dag van arbeid in de mijnen weer gezond en wel naar vrouw en kind te kunnen terugkeren. Het
Glück Auf behoort tegenwoordig ook tot het standaard repertoire van studentenverenigingen.
Het Glück Auf is een groet die is ontstaan in het Erzgebirge gedurende de 16de eeuw. Tussen de
16de en 18de eeuw kende de mijnbouw veel dodelijke ongevallen, men was daarom van mening dat de
mijnwerkers wel wat geluk (Glück) konden gebruiken wanneer zij een mijn in gingen.
11.6
Jkfr. Margarethe Röhling, dochter van Asmus Röhling en Anna Beyer (zie: 10.2). Gehuwd in 1575
te Annaberg met Hans Schwarz, geboren in 1509 te Nürnberg, overleden op 24-03-1584 te Annaberg. Hans was eerder gehuwd geweest in 1534 met een onbekende Weinbeer (uit de bekende familie
van Berg- en Bürgermeisters, ook wel bekend als Weinper) en in 1558 met Agnes Kottwig.
Hans was van 1535 tot 1541 Konrektor van de Annaberger Lateinschule, van 1544 tot 1584 was hij
Bergschreiber en Ratsherr te Annaberg. Tussen 1555 en 1582 werd Hans tien maal gekozen als
Bürgermeister van Annaberg. Hij was de eigenaar van de Kugelhammers te Schwarzenberg en twee
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Vorwerke (ook wel Gutshof of Rittergut) bij Schwarzenberg. In 1576 kocht hij van de erfgenamen het
huis van zijn schoonvader te Annaberg. De volgende erfgenamen werden daarbij genoemd: “Bürgermeister Hans Schwartz in ehel. Vorm. s. Weibes Margarethe, als Käufer, der Ernveste Hochgelahrte
vnnd Erbarn herrn Johann Gobelnn, der Arznei Docter vnnd Churfl. Sächsischenn Bestalt. Leibarzt
anstat seinen Unmündigen zweier Kinder, so er mit seinem Weibe Anna seligen…erzeugt, Paul
Mittelbachen wegen s. Weibes Marien, Hansen Nitzsch, burgern ufn Schneeberg wegen s. Weibes
Elisabeth.“ Op zijn epitaaf staan, naast zijn eigen familiewapen, ook de wapens van zijn drie echtgenotes afgebeeld. Het epitaaf is uit de school van Cranach. Momenteel bevindt het epitaaf zich in het
Erzgebirgs-museum Annaberg-Buchholz.
Uit één van deze huwelijken:
1.
11.7
Anna Schwarz, gehuwd op 02-09-1582 te Annaberg met Hans Nietzsch (zie: 11.5).
Jkfr. Regina Röhling, geboren in circa 1550/55 te Annaberg, overleden op 22 p. Trinit. 1609 te
Eibenstock. Dochter van Hans Röhling en Veronica Schweikert (zie: 10.3). Gehuwd op 19-10-1572 te
Geyer met Christoff (Christopf) Siegel, overleden op 05-05-1613 te Eibenstock. Zoon van Melchior Siegel, Zehntner te Eibenstock en bezitter van de mittleren end des unteren Freihofes. Christopf
huwde na het overlijden van Regina op 23. Trin. 1610 te Eibenstock met Regina Walter, dochter van
Wolf Walter. Deze regina huwde later met Illig Böhm.
Christopf was evenals zijn vader Zehntner te Eibenstock en in opvolging van zijn vader bezitter van
de mittleren Freihofes. Op 15-11-1576 maakte zijn schoonvader, Hans Röhling, middels een volmacht
namens hem aanspraak op het erfdeel van 2000 Gulden van de grootvader van zijn echtgenote Regina,
Sebastian Schweikert (zie: 10.3). Na het overlijden van Christopf werd in het Eibenstocker Berghandelsbüchern met betrekking tot hem en zijn kinderen het volgende opgenomen: 09-10-1615: “Herrn
Christopf Siegels Zehntners sel. Erben als Valerius, Melchior, Gabriel und Christof Siegel Gebrüder
in Vollmacht ihrer abwesenden Brüder und Salomon Meixners als Vormund der unmündigen Regina
haben von Christoff und Georg Schönfelder Gebrüder 61 fl 5 gr 4 pf zu erhalten.” 30-03-1618: “Melchior Siegel jr. im Namen von Christoff Siegels sel. Erben vergleichen sich wegen ihrer Stiefschwester [halfzus] mit deren Vormund wegen 166 fl 14 gr 8 pf. Regina ist am 23.11.1622 tot.” 0905-1618: “Der Siegelschen Stiefschwester Regina [halfzus], Vormund Salomon Meichsner stehen 37
fl von Thomas Rauen sel. Witwe zu.” 08.06.1629: “Regina, Illing Behms hinterl. Wittib zu Lengenfeld mit ihren Schuldleuten. Bei Christof Siegels sel. Erbenteilung hatte die Tochter Regina anderer
Ehe Bergteile erhalten, die nach ihrem Tode ihrer natürlichen Mutter Regina zugefallen sind. Caspar
Rauen sel. Wittib Regina schuldet 23 fl Thomas Müller sel. Erben schulden 9 fl 8 gr Hans Süß schuldet 63 fl 6 gr 7 pf”
Uit het huwelijk Siegel – Röhling:
1.
2.
3.
4.
Valerius Siegel;
Melchior Siegel;
Gabriel Siegel;
Christof Siegel.
Uit het huwelijk Siegel – Walter:
5.
11.8
Regina Siegel, overleden vóór 23-11-1622.
Jkfr. Christiana Röhling, geboren in circa 1550, overleden op 13-04-1617 te Olbernhau, Evangelisch-Luthers begraven op 17-04-1617 (Gründonnerstag, witte donderdag) te Olbernhau. Dochter van
Hans Röhling en Veronica Schweikert (zie: 10.3). Gehuwd vóór 1567 met Jonas Öhmichen, geboren
in circa 1545 te Olbernhau, overleden op 13-12-1598 te Olbernhau. Zoon van Christoph Öhmichen,
Erblehnrichter en Floßmeister te Olbernhau, en een zekere Christina.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Jonas was van 1576 tot 1585 Richter te Geyer, vanaf 1585 was hij Floßmeister te Olbernhau en Rübenau. Vanaf 1598 alleen nog van Olbernhau. Hij was eigenaar van een molen en een Brauhauses (brouwerij) te Rübenau.
Op 15-11-1576 maakte zijn schoonvader, Hans Röhling, middels een volmacht namens hem aanspraak op het erfdeel van 2000 Gulden van de grootvader van zijn echtgenote Christiana, Sebastian
Schweikert (zie: 10.3).
Het Toten-Buch van Olbernhau uit 1598 vermeld: “den 13. Decembris Ao 98 se. in Gott verschieden der Erbare und wolgeachte Jonas Ömichen floßmeister zum Olbernhau D.A.A. Ist ein frommer
und ehrlicher Man gewesen, Und sonderlicher liebhaber Gottes Wortes und der h. Sacramenten.”
Het Toten-Buch van Olbernhau uit 1617 vermeld: “1617, + den 13. Aprilis Frau Christina, weilands
Herrn Jonas Omichens F.m. [Floßmeisters] hinterlassene Wittwe, Und Den 17. hernach, als am
grünen Donnerstag ehrlich und christlich zur Erden bestattet worden, ihres alters 66 Jahr.“
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
11.9
Johann (Hanß) Öhmichen, Floßmeister te Rübenau, geboren in 1567. Gehuwd in circa 1597
met Rosina von Sulgau, Evangelisch-Luthers gedoopt op 16-04-1581 te Olbernhau,
Evangelisch-Luthers begraven op 10-10-1639 te Olbernhau. Dochter van Magnus von Sulgau,
Schichtmeister van de Saigerhütte te Grünthal, en Rosina Hausmann. Rosina was een
kleindochter van Utz von Sulgau en Anna Beyer (zie: 10.2). Samen kregen zij 16 kinderen;
Christoph Öhmichen, geboren in 1570;
Jonas Öhmichen, geboren in 1575, In 1594 was Jonas Münzergeselle te Olbernhau, later te
Marienberg. Jonas was gehuwd met een zekere Dorothea en kreeg samen met haar 3 kinderen
tussen 1607 en 1614. Daarna verliet het gezin Marienberg, waarheen is echter onbekend;
Veronica Öhmichen, geboren in 1579. Gehuwd op 29-01-1600 te Olbernhau met Johann
Heintz (Heins) uit Olbernhau. Zoon van Johann Heintz (Heins) Sr.;
Regina Öhmichen, geboren in 1581, overleden in 1627 aan de pest. Gehuwd in 1606 te
Neukirchen bij Nossen met Andreas Kirchbach, geboren in circa 1580, overleden in 1627 te
Rochsburg aan de pest. Andreas was Schönburgischer Amtsschösser te Rochsburg.
Nakomelingen werden op 26-07-1663 te Wenen als von Kirchbach in de adelstand verheven
(freiherrlichen en gräflichen stand);
Gottfried Öhmichen, geboren op 17-12-1585 te Olbernhau, overleden op 10-03-1598 te
Olbernhau, Evangelisch-Luthers begraven te Olbernhau;
Abraham Öhmichen, geboren in 1598, Evangelisch-Luthers begraven op 28-05-1611 te
Olbernhau.
Jkfr. Juliane Röhling, overleden op 13-12-1609 te Schlettau. Dochter van Hans Röhling en Veronica
Schweikert (zie:10.3). Gehuwd op 9.p.Trinit. 1579 te Geyer met Christoph Nietzsche uit Schneeberg.
Op 15-11-1576 maakte de vader van de nog onmondige Juliane namens haar aanspraak op het erfdeel
van 2000 Gulden van haar grootvader, Sebastian Schweikert (zie: 10.3).
Op 06-12-1585 verkreeg Christoph samen met zijn echtgenote Juliane een Brauhaus met Gerät
(gerei) in de Klostergasse te Annaberg (slagerskwartier), gelegen tussen de huizen van Leonard Badehorns en David Jockens.
11.10
Jkr. Moritz Röhling, zoon van Hans Röhling en Veronica Schweikert (zie: 10.3). Gehuwd op 30-051585 te Annaberg met Anna Kettwig (Köttwig), overleden in 1579 te Geyer. Dochter van Friedrich
Kettwig, apotheker en Ratsherr te Dresden sinds 1570.
Op 15-11-1576 maakte de vader van de nog onmondige Moritz namens hem aanspraak op het erfdeel
van 2000 Gulden van zijn grootvader, Sebastian Schweikert (zie: 10.3).
In 1577 nam Moritz de Glashütte te Geyer over van zijn vader. Deze verkocht hij in 1604 aan
Friedrich Köhler (zie: 11.13). Moritz betaalde 160 Schock aan Landsteuer te Geyer tussen 1583 en
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
1605. In 1596 was hij Stadtschreiber te Geyer. Zijn echtgenote Anna werd tussen 1586 en 1597 vermeld als peetmoeder. In 1588 verkocht zij haar aandeel in het huis van haar overleden vader.
Uit dit huwelijk:
1.
11.11
Jkr. Hans Röhling, geboren op 02-11-1587 te Geyer.
Jkfr. Barbara (Anna) Röling, geboren 1556 te Freiberg, overleden op 28-10-1613 te Freiberg.
Dochter van Siegmund Röhling en Magdalena Hilliger (zie: 10.4). Gehuwd in 1577 te Freiberg met
Peter Nitzsche (Nietzsche), overleden op 29-10-1591 te Freiberg. Zoon van Gregor Nitzsche
(Nietzsche), een vooraanstaand Bürger te Freiberg.
Peter was Ratsherr te Freiberg.
Uit dit huwelijk:
1.
11.12
Barbara Nitzsche, geboren tussen 18-03-1579 en 14-06-1579 te Freiberg, overleden op 13-021617 te Freiberg. Gehuwd op 23-10-1593 met Nikolaus (Nicolai) Horn, overleden in circa 1615
te Freiberg. Samen kregen zij één dochter.
Jkr. Dr. iur. utr. Siegmundt Röling, Herr von Hirschfeld und Wildpret, Evangelisch-Luthers gedoopt op 31-10-1560 in de Dom te Freiberg, Evangelisch-Luthers begraven op 25-05-1617 in de Dom
te Freiberg. Zoon van Siegmund Röhling en Magdalena Hilliger (zie: 10.4). Gehuwd (1) op 23-051589 te Freiberg met Katharina Eulenbeck, geboren in circa 1571, overleden op 09-05-1600.
Dochter van Wolfgang Eulenbeck, Kurfürstl. sächs. Rat te Dresden. Gehuwd (2) op 24-02-1601 te
Dresden met Jkfr. Christiane Pfeiffer, overleden ná 18-09-1650. Dochter van Jkr. Dr. iur. utr.
David Pfeiffer, van 1560 Herzoglich-mecklenburgischer Hofrat, van 1565 Kurfürstlich-Sächsischer
Hofrat en vanaf 1585 Kanzler, en Barbara Blasius. Op 01-05-1570 te Praag werd David samen met
zijn vijf broers in de H.R.Rijksadelstand verheven door keizer Maximiliaan II.
In 1581 studeerde Siegmundt en ontving van zijn oom Markus (zie: 10.1) overeenkomstig zijn testament drie jaar lang 20 rl. aan studiegeld. Na het behalen van zijn doctoraat zou hij 50 rl. ontvangen.
Verder erfde hij van Markus zijn “marterne Schaube” (Marderfellmütze). Siegmundt promoveerde in
zowel het wereldlijk als kerkelijk recht (Doktor iuris utriusque, oftewel Doktor beider Rechte). Siegmundt was Herr von Wildpret (Wildenberg) en (vanaf 1605) ook van Hirschfeld bij Nossen. In 1591
werd hij genoemd als Appellationsrat (Hoge Raad), van 1591 tot 1594 als PrinzenPräceptor (leraar
van de Prins) en Hofrat (Hofraad). Van 1605 tot 1611 was hij wederom werkzaam als Appellationsrat.
Uit één van deze huwelijken:
1.
2.
Jkr. Siegmund Röling (zie: 12.5);
Jkr. Hans David Röling (zie: 12.6);
Uit het tweede huwelijk:
3.
11.13
Jkfr. Magdalena Röling (zie: 12.7)
Jkfr. Magdalena Röling, geboren op 11-11-1566, overleden op 23-12-1632 te Freiberg. Dochter van
Siegmund Röhling en Magdalena Hilliger (zie: 10.4). Gehuwd te Freiberg met Friedrich Köhler,
geboren op 15-02-1550, overleden op 07-05-1611, Evangelisch-Luthers begraven in de St. Peter te
Freiberg.
Friedrich was Ratsherr en Bauherr te Freiberg. Een Bauherr was leidinggevende en verantwoordelijke
van bouwprojecten.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Uit dit huwelijk:
1.
11.14
Barbara Köhler, gehuwd met Gottfried Buchführer, Herr von Halsbach und Naundorf.
Jkr. Friedrich Röling, Herr von Conradsdorf, geboren op 05-06-1573 te Freiberg, overleden op 1810-1628 te Freiberg. Zoon van Siegmund Röhling en Magdalena Hilliger (zie: 10.4). Gehuwd (1) op
08-07-1601 te Freiberg met Anna Horn, overleden in 1608 (na zevenjarig huwelijk). Dochter van
Caspar Horn, Bürger en Handelsmann te Freiberg. Gehuwd (2) op 16-02-1613 te Freiberg met Charitas Kra(h)wieder, geboren op 01-03-1586, overleden op 18-06-1632. Dochter van Hieronymus
Kra(h)wieder, Kursächsischen Austeiler te Freiberg. Het tweede huwelijk bleef kinderloos.
Friedrich werd in 1604 door de Ratstuhl (Raadstoel) aangetrokken en was sinds dat jaar Ratsherr te
Freiberg. In 1606 was hij Verwalter (functionaris) van belastingen, in 1610 was hij Vorsteher (hoofd)
over de Geestelijke inkomens, in 1612 was hij Einnehmer (innemer) van de Soldaten belasting
(Soldatensteuer), in 1616 Einnehmer van de Landsteuer.
In 1617 was hij Stadtrichter, in 1618 Kämmerer (ook wel arcarius, oftewel hoofd van de Schatkamer). In 1622 was Friedrich Bürgermeister en in 1623 beysitzender Bürgermeister (plaatsvervangende Burgemeester) te Freiberg. Friedrich was tevens leenheer van het leengoed Conradsdorf.
Bij het overlijden van zijn eerste echtgenote werd vermeld dat zij één zoon en twee dochters naliet,
waarvan twee op jonge leeftijd waren overleden. Gezien het feit dat haar zoon Friedrich op dat
moment nog levende was, moet dat betekenen dat zij een voor ons onbekend dochter op jonge leeftijd
was overleden.
In de leichenpredigt (preek) voor Friedrich staat geschreven: “Welche jetzt viel erzehlte beschwerliche Empter / damit er beladen gewessen / ihme sehr mühsam fürgefallen / jedoch hat er sie
jederzeit / nach seinem besten Vermögen / trewlichen und mit allen fleiß versorget / das ihn nichts
anderes / denn mit lob solches kan nachgesaget werden.”
Op zijn grafplaat van Messing in de St. Annenkapelle te Freiberg stond: “In Gott ruhett alhier der
ehrenveste achtbare und hochweise Herr Friedrich Röling auf Conradsdorff, gewesener regierender
Bürgermeister und Cammerer alhir, welcher in Christo seliglich entschlaffen, den 18. Octob. anno
1628. Seines Alters 55. Jahr 15, Wochen 1. Tag, und erwarttet alhier der fröhlichen Aufferstehung,
zum ewig Leben. Amen. Symbolum: Ich habe mich Gott ergeben, den liebsten Vat. Mein, hier ist kein
immer Leben, es mus geschieden sein.” Op de Messing grafplaat stonden vier grote familiewapens
afgebeeld.
Op de grafplaat van Charitas Krahwieder stond geschreven: “Die erbare und viel ehrentugentsame
Fraw: Charitas, geborne Krawiederin, des ehrenvesten hochweis. Herren Friedrich Röling auf
Conradsdorf, und Burgermeisters alhier ehliche Havsfrau, ist in Gott selig entschlaffen, den 18. Junii
an 1632, ihres Alters 46 Jar, 14. Woch. 4. Tage, rugetal hier, und erwartet der fröligen Aufferstehen
zum ewigen Lepe.” Deze grafplaat bestond nog in 1732, maar is hedentendage verdwenen.
Uit het eerste huwelijk:
1.
2.
3.
Onbekende dochter, op jonge leeftijd overleden;
Jkfr. Magdalena Röling (zie: 12.8);
Jkr. Friedrich Röling, geboren in circa 1606, overleden op 14-09-1623 te Leichenstein. Op zijn
grafplaat stond: “Luctus tristis patris. “Anno Christi 1623 die 14. Septembr. hora I, post meridiem
praeclarae indolis summaeq. Spei adolescens Fridericus Rolingk, amplissimi viri. Dn. Friderici
Rolinks, haereditarii in Conratsdorf, consulis Fribergensis filius, ut natu minimus, ita unice
dilectus, in vera Christi salvatoris sui agnitione atq. ardenti invocatione pie placideq. postquam
annum aetatis 17 jam complevisset obdormiens sub hoc tumulo requiescit, cuius memoria sit inter
benedictos. Psalm 17. Ergo autem in justicia apparebo consptui tuo, satiabor cum apparuerit,
gloria tua.” Hieronder stonden twee familiewapens naast elkaar afgebeeld.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
11.15
Jkr. Markus Röling, geboren in circa 1562, overleden op 04-01-1621 te Dresden. Zoon van Siegmund Röhling en Magdalena Hilliger (zie: 10.4). Gehuwd in 1599 te Dresden met Anna Maria
Klinger. Dochter van Johann Klinger, Hammerherr te Pöhla, en een zekere Klara.
Markus erfde van zijn oom Markus (zie: 10.1) de grote tinnen kan van zijn overgrootvader Markus
(zie: 8.1). Markus was van 1586 tot 1590 Kammerschreiber en in 1597 en van 1601 tot 1611
Kammermeister te Dresden. In 1600 werd hij medeeigenaar van de Pfeilhammer te Pöhla.
De Pfeilhammer was een smederij die ontstond in 1525. In 1569 verwierf Hans Klinger uit Elterlein
de smederij van Wolf Teubner die sinds 1542 eigenaar was. Vanaf 1562 ontstond rondom de smederij
een kleine nederzetting. De Hammerherr bezat twee erfgoederen, het huis van de smid en vijf andere
“Kleinhäuslein“ Om deze kleine nederzetting te onderscheiden van de nabijgelegen grotere plaats
noemde men deze Kleinpöhla, en de andere plaats Großpöhla. Pas in 1855 gingen beide plaatsen op in
de gemeente Pöhla. Nadat de smederij kortstondig in bezit was geweest van Hauptmanns en later ook
Oberstleutnants Karl von Goldstein zu Quedlinburg, kwam de smederij in 1600 in bezit van Markus.
Tijdens zijn bewind ontstond in 1608 de eerste hoogoven. De erven van Markus verkochten de
smederij aan de familie von Elterlein die reeds meerdere smederijen in hun bezit hadden. De smederij
zou meer dan 200 jaar in hun bezit blijven. Johann Heinrich von Elterlein liet van 1684 tot 1687 een
Herrenhaus bouwen aan de westzijde van het terrein welke vandaag de dag nog bezocht kan worden.
In mei 1802 woedde een hevige brand die de gehele fabriek alsook vele huizen in as legde, de
wederopbouw begon in 1806. In 1839 verwierf Carl Ludwig von Elterlein een vergunning voor de
bouw van een Kupoloven (een verticale, cilindrische oven, die van bovenaf gevoed wordt met een
mengsel van ijzer, staal en silicium). In juli 1846 gaat het eigendom over op de Firma Porst und Co, er
waren toen 70 werknemers in dienst. Van 1876 tot 1884 was de smederij in bezit van de firma
Rohleder & Co. In 1872 doofde de laatste hoogoven en in mei 1884 kocht de firma Nestler &
Breitfeld de fabriek, die tevens eigenaar was van de Eisenwerk te Erla (welke eigendom is geweest
van Friedrich Röhling, zie: 13.2). In 1968 werd de productie opnieuw gestart. Tegenwoordig voert de
fabriek de naam Eisenwerk Pfeilhammer GmbH en wordt er keukengerij geproduceerd.
Friedrich Röhling (zie: 12.2) en Andreas Siegel (zie: 12.4) kregen later ook aandelen in de smederij. Friedrich was een zoon van Hans Röhling (zie: 11.1) en Andreas was een schoonzoon van Hans.
Het is mogelijk dat het aandeel in de smederij het resultaat was van de sterke familieband die Markus
met zijn oom Markus (zie: 10.1) had. Dit blijkt onder andere uit het feit dat hij een grote tinnen kan
van zijn oom had geërfd. Het is echter ook goed mogelijk dat de smederij voor een tweede keer
(deels) in bezit van de familie kwam door het huwelijk tussen Friedrich Röhling en Juliana von
Elterlein (zie: 12.2).
11.16
Jkfr. Katharina Röling, dochter van Siegmund Röhling en Magdalena Hilliger (zie:10.4). Gehuwd
(1) op 03-05-1570 te Freiberg met Andreas Krage. Gehuwd (2) met Urban Schütze.
Andreas was van beroep Handelsmann te Dresden. Urban was van beroep Münzschreiber.
11.17
Jkr. Georg Röhling, geboren in circa 1530. Zoon van Valentin Röhling en Anna Hünerath (zie:
10.6). Gehuwd met een dochter van Sebastian Dürrbeck. In 1569 was Georg Kaiserlicher böhm.
Austeiler te Joachimsthal waar hij eveneens eigenaar was van een huis. In 1577 bekleedde hij dezelfde functie te Schlackenwald. Georg zegelde eerst met het stamwapen, later met het verleende wapen.
11.18
Jkfr. Ursula Röhling, dochter van Valentin Röhling en Anna Hünerath (zie: 10.6). EvangelischLuthers gehuwd op 21 p. Tr. 1568 (07-11-1568) te Joachimsthal met de weduwnaar Jkr. Georg
Geitzkoffler von Reiffenegg, geboren op 03-10-1526 te Sterzing, Tirol, overleden op 14-07-1557 te
Joachimsthal. Georg was eerder gehuwd geweest met een zekere Junkfrau von Lerchenfeld. Ná
Ursula huwde Georg nog met Sybilla Langer, dochter van Jörg Langer.
In het trouwboek van St. Joachimsthal staat: “Georg Geitzhöfler und Ursula filia Herr Valtten Röhling”. Georg was keizerlijke ontvanger en muntmeester te Joachimsthal alsook Hüttenherr. Ook was
hij eigenaar van een metaalbewerkingsbedrijf in Joachimsthal. Georg werd in de adelstand verheven
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
als Geitzkoffler von Reiffenegg (later ook wel bekend als Geitzkoffler von Geilenbach zu Hannsheim
und Most). Georg had een dochter uit zijn eerste huwelijk, Catharina Geitzkoffler, gehuwd in 1570 te
Annaberg met Jacob Uthmann, Bergherr te Annaberg. Zoon van Christoph Uthmann en Barbara von
Elterlein en dus een schoonzus van Anna Röhling (zie: 11.28 over Anna en de Uthmann familie).
11.19
Jkfr. Elisabeth Röhling, overleden op 08-09-1582 te Geyer. Dochter van Valentin Röhling en Anna
Hünerath (zie: 10.6). Gehuwd op 23. p. Trinit. 1580 te Geyer met Christoph Spitzelt.
Elisabeth werd in 1580 vermeld als doopmeter te Geyer. Met betrekking tot het huwelijk is door Dr.
Harms zum Spreckel bij de familie v. Röhling te Wenen het volgende afschrift overgenomen welke
met de brand van de Geyerschen Kirche verloren is gegaan: “Christoph Spitzeldt vnd Jungfr.
Elisabeth des Erbaren Ehrenvesten Herrn Valten Rölings Rö: Kay: Maj. Rath vnd Oberhauptmanns in
S. Joachimsthol und Schlackenwald hind’lassne Tochter. Dieser Christoff Spitzeld ist vormals Inn
einiger Handlung und Anforderung einer vermeinten Ehe gestandten mit Maria Jeronimus Schafhirdts
Pappir machers auf der Zwenitz verlassenen Tochter, hat aber ein offenen besiegelt Urteil fürgeleget
und überantwortet, doriner von obgemelter Eheforderung abgewiesen und gentzlich losgesprochen
durch den Ehrwürd. Churfürstl. Sächsischen Consitorium zu Leipzig.”
11.20
Jkfr. Susanna Röhling, dochter van Valentin Röhling en Anna Hünerath (zie: 10.6). Gehuwd in
1582 te Annaberg met Nickel Forchheim uit Buchholz.
11.21
Jkfr. Dorothea Röhling, dochter van Valentin Röhling en Anna Hünerath (zie: 10.6). Gehuwd met
Tobias Gebhart, muntmeester te Budweis.
11.22
Jkr. Christoph Röhling, zoon van Valentin Röhling en Anna Hünerath (zie: 10.6).
Christoph ontving in 1571 als zoon van de Oberhauptmann van Joachimsthal te Geyer vier kannen
gevuld met wijn. In 1573 was hij woonachtig te Schlachenwald.
11.23
Jkfr. Judith Röhling, geboren in circa 1540 te Geyer. Dochter van Sebald Röhling en Ursula Sturtz
(zie: 10.7). Evangelisch-Luthers gehuwd op 14-01-1560 te Geyer met Christoph Krumpholtz, geboren in 1537 te Thum, overleden op 09-03-1579 te St. Joachimsthal. Zoon van Sebastian Krumpholtz.
Christoph was Kaiserlicher Bergmeister, Ratsherr en Bürgermeister te Joachimsthal. In het trouwboek
van St. Joachimsthal staat: “Christof Krumpholtz und Judith filia Sebald Rölingk.”
Uit dit huwelijk:
1.
11.24
Ursula Krumpholtz, geboren op 01-01-1565 te St. Joachimsthal, Evangelisch-Luthers begraven
op 13-11-1618. Gehuwd op 04-02-1588 te Joachimsthal met Jkr. Johannes Müller von Berneck, geboren op 07-11-1560 te Joachimsthal, overleden op 13-11-1618. Zoon van Jkr. Christoph Müller von Berneck, Erzhändler, Stadtrichter en kaiserl. Erzkauf-Buchhalters in Joachimsthal, en Anna Zorn. Johannes was Hammerherr en Bergmeister te Breitenhof bei Breitenbrunn.
Jkr. Oswald Röhling, waarschijnlijk overleden vóór 16-08-1610. Zoon van Sebald Röhling en Ursula Sturtz (zie: 10.7). Gehuwd (1) met een zekere Catharina, overleden op 05-11-1589 te Geyer.
Gehuwd (2) op 23.p.Tr. 1592 te Geyer met Maria Engler, overleden op 14-06-1614 te Geyer.
Dochter van Peter Engler, Handelsmann te Leipzig. Maria huwde vóór 1610 met Tobias Fischer,
daar zij in 1610 genoemd werd als “Ehefrau Tobias Fischers”. Met haar overlijden werd zij echter als
weduwe van Oswald vermeld.
Oswald was Ratsherr te Geyer. In 1594, 1600 en 1602 was hij Richter en in 1599 Landsteuereinnehmer te Geyer. Hij kocht in 1579 een huis te Geyer van Jacob Potzscher. Toen hij niet in staat bleek te
zijn de overeengekomen koopsom te betalen, werd zijn vader gevraagd het overige deel te betalen.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Oswald overleed vóór 16-08-1610. Op deze dag kwamen namelijk zijn erfgenamen bijeen. Zijn
erfgenamen bestonden uit zijn echtgenote, die toen inmiddels opnieuw gehuwd was met Tobias
Fischer, en de kinderen Katharina, Sebald en Gertrud (met hun vertegenwoordigers David Pollon,
Abraham Bünau, Wolf Sommer en Georg Claus, alsook hun stiefvader Tobias Fischer. Ieder kind
ontving 25 Gulden. Tobias was bereid de jongste dochter gedurende nog één jaar te verzorgen en
Sebald het Lehrgeld te geven voor het leren van een Handwerk. Daarnaast hadden de kinderen het
alleenrecht op de erfenis uit de Marienberger huizen (het huis van Hans Strunz, het huis op de Markt
en Schusters huis). Tevens ontving ieder kind 3½ Pfund aan tinnen voorwerpen. Oswalds weduwe
verkocht haar aandeel aan tinnen voorwerpen aan haar nieuwe echtgenoot. Op 16-04-1627 verkochten
de erfgenamen een locatie die door brand verwoest werd voor 14 Gulden aan Paul Lehmann, de
erfgenamen bestonden uit: Hans Eberlein namens zijn echtgenote Catharina, Friedrich Pfeffer namens
zijn echtgenote Gertrud en Sebald Röhling.
Uit het eerste huwelijk:
1.
2.
Jkfr. Maria Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op Di.n.11.Tr. 1586 te Marienberg (“Maria
filia Oßwald Röling von Geyer hat seine Mutter allhier besucht mit seinem Weib”, overleden op
10-10-1607 te Geyer;
Jkfr. Catharina Röhling, geboren op 30-10-1588 te Geyer, overleden op 02-01-1589 te Geyer.
Uit het tweede huwelijk:
3.
4.
5.
6.
11.25
Jkfr. Catharina Röhling, geboren op 14-04-1594 te Geyer, doopmeter in 1615. Gehuwd op 15.
p.Tr. 1615 te Geyer met Hans Eberlein;
Jkr. Volckmar Röhling, geboren op 08-05-1596 te Geyer, overleden op 14-05-1596 te Geyer
(vermeld als “Kind des Oswald Röling);
Jkr. Sebaldus Röhling, geboren op 01-04-1598 te Geyer;
Jkfr. Gertruda Röhling, geboren op 15-03-1603 te Geyer. Gehuwd op 09-02-1623 te Geyer met
Friedrich Pfeiffer, Bergmann.
Jkr. Lorenz Röhling, geboren in circa 1535. Zoon van Sebald Röhling en Ursula Sturtz (zie: 10.7).
Gehuwd (1) in 1560 te Marienberg met Magdalena Hösel, dochter van Jörg Hösel. Gehuwd (2) in
1587 te Marienberg met Sibylla Donat, dochter van Wolf Donat.
Magdalena werd tussen 1561 en 1576 vermeld als doopmeter. Lorenz was in 1592 van beroep Steiger
te Marienberg. In Marienberg zijn geen huwelijks- en overlijdensdata teruggevonden van de kinderen.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
11.26
Jkfr. Barbara Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op Fr. p. Tr. 1561 (20-06) te Marienberg;
Jkr. Sebald Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op II.p. Epiphan. 1562 te Marienberg;
Jkr. David Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op Sonnabend n. XVIII..p.Tr. 1563 te
Marienberg;
Jkfr. Ursula Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op Cantate 1566 te Marienberg;
Jkfr. Helma Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op Dom.Sexages. 1568 (69?) te Marienberg;
Jkfr. Regina Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op Laetare 1571 te Marienberg;
Jkr. Valentin Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op Mo.n. Sexages. 1574 te Marienberg;
Jkr. Johannes Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op Mo. Joh. Bapt. 1577 te Marienberg.
Jkr. Urban Röhling, geboren in circa 1550. Zoon van Sebald Röhling en Ursula Sturtz (zie: 10.7).
Gehuwd in 1575 te Freiberg met Barbara Trainer, geboren op 29-05-1552 te Freiberg, overleden op
06-06-1595 te Marienberg. Dochter van Georg Trainer, Silberbrenner en Ratsherr te Freiberg, en
Anna Meissner. Urban was Schichtmeister, Rezeßschreiber in 1585 en Ratskämmerer in 1584 te
Marienberg.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
11.27
Jkfr. Anna Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op Fr. Innocent. 1577 te Marienberg;
Jkfr. Barbara Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op Mo.n. 24. Tr. 1577 te Marienberg;
Jkfr. Helma Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op Sonnab. Jubilate 1580 te Marienberg;
Jkfr. Catharina Röhling, vermeld als doopmeter in 1597.
Jkr. Wolf Röhling, zoon van Sebald Röhling en Ursula Sturtz (zie: 10.7). Gehuwd op Mo. n. Epiph.
1565 te Marienberg met Anna Herting, dochter van Peter Herting, Apotheker, Ratsherr en Gewerke
te Marienberg. Wolf werd vermeld als Bürger te Marienberg. In 1564 en 1565 werd hij vermeld als
dooppeter.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
11.28
Jkfr. Judith Röhling, geboren op Mo. 9. p. Tr. 1566 te Marienberg;
Jkr. Sebald Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op Fr. n. Cantate 1568 te Marienberg;
Jkr. Sigmund Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op Sa. p. Jubilate 1575 te Marienberg;
Jkfr. Dorothea Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op Di. p. 3. Epiph. 1577 te Marienberg.
Jkfr. Anna Röhling, geboren in 1541 te Geyer. Dochter van Georg Röhling (zie: 10.9). Gehuwd in
1563 te Annaberg met Hans Uthmann, geboren in 1536 te Annaberg, zoon van Christoph Uthmann
en Jkfr. Barbara von Elterlein.
Hans was van beroep Hüttenreiter, Receßschreiber, Wardein en Bergamtsverwalter te Altenberg.
Later werd hij Zehntner (tiendesteker) en op het laatst Kaiserlicher Bergrat te Praag.
De moeder van Hans was de bekende Barbara Uthmann. Zij werd geboren in 1514 te Annaberg en
was het vierde kind van Heinrich von Elterlein (zoon van Johann von Elterlein) en Ottilie Arnold. Op
haar vijftiende huwde Barbara met de zeven jaar oudere uit Löwenberg (Silezië) afkomstige Christoph Uthmann. Samen kregen zij twaalf kinderen. Het gezin woonde in een huis aan de Museumsgasse 1, later kochten zij een huis aan de markt (hedendaagse Marktplatz 8). Het familiebezit omvatte
grond in Annaberg, ertsgroeven, Pochwerke (werkplaatsen waar metalen uit ertsen gehaald werden)
en emaille smelterij (Schmelzhütten). In 1550 verwierven zij de Saigerhütte te Grünthal bij Olbernhau, waarmee zij het monopolie op Kupferverhüttung (koperverwerking) voor geheel Saksen verkregen. In 1553 werd Barbara weduwe en nam zij het bestuur over van de familieondernemingen.
Dankzij de mijnbouw beleefde Annaberg een bloeiperiode en ontstond een grote vraag naar luxe
textiel. De Bergherren en hun familie vertoonden zich maar al te graag in rijk versierde kledij. Zo
ontwikkelde zich een levendige handel in borduurwerk en kant. In de 16de eeuw ontstond een
economische crisis in de mijnbouw van het Erzgebirge, waardoor de productie van borduurwerk en
kant voor veel burgers een steeds belangrijkere bron van inkomsten werd.
Barbara Uthmann had oog voor deze ontwikkelingen en richtte een onderneming op voor de handel
in borduurwerk welke in 1550 voor het eerst genoemd werd in een oorkonde. Uit een oorkonde uit
1561 blijkt dat zij zich ook bezig hield met de handel in kant. Door haar vermogen en handelsconnecties kon zij het bedrijf laten groeien en zo circa 900 boorduursters inhuren en van inkomsten
voorzien. Volgens een sage was een Brabantse in Annaberg gaan wonen die Barbara Uthmann leerde
hoe zij kant moest maken.
Barbara leidde haar bedrijf tot 1571. Haar laatste levensjaren bracht zij door in haar huis aan de
Große Kirchgasse 10, waar zij op 14-01-1575 overleed. Zij werd bijgezet in het graf van haar echtgenoot in de St. Trinitatis-Friedhof, aan de tegenwoordige Busbahnhof. Zij wordt vandaag nog herdacht
als een van de belangrijkste onderneemsters uit de Saksische geschiedenis. Op veel plaatsen in Annaberg kan men beelden en afbeeldingen van haar vinden. Zo staat er een standbeeld van haar op het
marktplein te Annaberg, bevat de St. Annen Kirche te Annaberg een glas in lood raam met een afbeelding van Barbara, staat er een Grabmal in het stadspark, bestaat er een Uthmann café en is er in
het Erzgebirgsmuseum een speciale tentoonstelling aan haar gericht.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
11.29
Jkr. Sebastian (Bastian) Röhling, geboren in 1560, overleden op 21-10-1631 te Marienberg, Evangelisch-Luthers begraven op 23-10-1631 te Marienberg. Zoon van Esaias Röhling en Margarethe
Hilliger (zie: 10.10). Gehuwd (1) in 1588 te Marienberg met Regina Seifert, overleden op 06-061595 te Marienberg. Dochter van Matthes Seifert uit Commotau. Gehuwd (2) op 27-09-1596 te
Marienberg met een zekere Frau Maria, overleden op 11-09-1603 te Marienberg, Maria was de
weduwe van Wolf(gang) Sychtzen. Gehuwd (3) op 02-10-1608 te Marienberg met Concordia
Oswald, dochter van Abraham Oswald uit Chemnitz. Concordia was de weduwe van Ernst Struntz
(overleden in 1607 en Bürgermeister te Marienberg).
Sebastian was van 1590 tot 1631 Gegenschreiber te Marienberg alsook Schichtmeister en vanaf 1591
Ratsherr te Marienberg. Hij was Ratskämmerer en vanaf 1607 Bürgermeister van Marienberg. Ook
werd Sebastian genoemd als Kirchenvater. Zijn eerste echtgenote was een zuster van Georg Seifert,
die gehuwd was met een zus van Sebastian. Sebastian kocht op 02-03-1611 een grastuin van Anna, de
weduwe van zijn neef Erasmus Röhling (zie: 11.39): “welcher Grasgarten Hannß Frenzel sehlig mit
seinem Weibe von Hans Schumann ererbet, in Lehen und Gebrauch gehabt, und nach seinem
Absterben seine Witwe damit befellet, welche dann forder denselben ihrem anderen Ehemann Erasmus Rhöligen tradiret, zugeeignet vnd eigenthümblichen übergeben.” Op 31-01-1622 kocht Concordia vier akkers van Frau Maria Pufendorf en de erfgenamen van Bürgermeister Struntz. In het
Totenbuch van 1631 te Marienberg werd over zijn begrafenis vermeld: “in großer Frequenz vnd
Volkreicher Versammlung, in der Großen Kirchen bey dem Altar”.
Uit het eerste huwelijk:
1.
2.
3.
4.
Jkfr. Margaretha Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op Dom. Vocem Jucund. 1590 te
Marienberg, overleden op 08-09-1613;
Jkr. Esaias Röhling (zie: 12.9);
Jkr. Gottfried Röhling, geboren op Dom. 12.p.Tr. Dienstag 1593 te Marienberg, overleden op
03-04-1595;
Jkr. Benjamin Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op Exaudi Montag 1595 te Marienberg,
overleden op 04-09-1595;
Uit het tweede huwelijk:
5.
6.
11.30
Jkfr. Elisabeth Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op 15-09-1600 te Marienberg, overleden
op 09-07-1603;
Jkfr. Rosina Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op 24-06-1603 te Marienberg, overleden op
30-01-1604.
Jkr. Zacharias Röhling, geboren op 30-10-1567 te Marienberg, overleden op 30-09-1604 te Marienberg. Zoon van Esaias Röhling en Margarethe Hilliger (zie: 10.10). Gehuwd op 16-07-1594 te Marienberg met Dorothea Struntz, dochter van de in 11.29 genoemde Ernst Struntz en zijn eerste
echtgenote Dorothea Ulrich, dochter van Thomas Ulrich (Bürgermeister te Marienberg). Dorothea
was weduwe van een zekere Schütz.
Zacharias was Hüttenschreiber en Stadtrichter te Marienberg. Op 20-10-1596 verkreeg hij van de
erfgenamen van zijn vader Esaias de Pfarrberg in het onbebouwde deel van de Annaberger Straße
alsook een grastuin aan de Freiberger Tor te Marienberg voor 750 Gulden. Als mede erfgenamen
werden vermeld: Dr. Josua Ihring namens zijn echtgenote, Gregor Rez (Räz, Ötterich, Rätz) als vertegenwoordiger voor Frau Katharina Seifert, Herr Bastian Röhling en Herr Christoph Röhling.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
Jkfr. Rosina Röhling, geboren en overleden in 1595 te Marienberg;
Gottfried Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op 18. Sonntag 1596 te Marienberg;
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
3.
4.
Jkr. Ernst Röhling (zie: 12.10);
Jkfr. Elisabeth Röhling, geboren op 04-07-1601 te Marienberg.
11.31
Jkfr. Magdalena Röhling, geboren op 2. Advent 1562 te Marienberg. Dochter van Esaias Röhling en
Margarethe Hilliger (zie: 10.10). Gehuwd in 1580 te Marienberg met Dr. Josua Ihring (Jering),
Syndicus (raadgever) te Plauen.
11.32
Jkfr. Catharina Röhling, geboren op Montag n. Palmarium 1565 te Marienberg. Dochter van Esaias
Röhling en Margarethe Hilliger (zie: 10.10). Gehuwd in 1584 te Marienberg met Georg Seifert, zoon
van Matthes Seifert uit Commotau. Georg was een broer van Regina Seifert (zie: 11.29).
11.33
Jkr. Christoph Röhling, geboren op 19-04-1570 te Marienberg, overleden op 08-11-1607 te Marienberg. Zoon van Esaias Röhling en Margarethe Hilliger (zie: 10.10). Gehuwd op 13-02-1598 te Marienberg met Cordula Seifert (Seyffart). Dochter van Andreas Seifert (Seyffart) (zijn gelijknamige
zoon was Stadtrichter, Hospital- en Zinnhüttenvorsteher te Marienberg).
Christoph liet een huis aan de Markt (Freiberger Str. 1) te Marienberg na welke in 1611 aan Stadtrichter Hans König werd verkocht.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
11.34
Jkfr. Catharina Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op Sonnabend n. Reminis 1599 te
Marienberg;
Jkr. Andreas Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op Joh. Bapt. 1600 te Marienberg,
overleden op 17-08-1601;
Jkr. Sigismundus Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op III. p. Tr. 1602 te Marienberg;
Jkr. Sigismundus Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op 08-07-1603 te Marienberg;
Jkfr. Cordula Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op 22-04-1605 te Marienberg;
Jkfr. Esther Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op 11-10-1606 te Marienberg, overleden op
04-11-1606;
Jkr. Christoph Röhling (zie: 12.11).
Jkfr. Anna Röhling, geboren in circa 1553, overleden op 14-10-1613 te Schönbrunn. Dochter van
Paul Röhling en Ottilia von Sulgau (zie: 10.11). Gehuwd op 22. p. Trinit. 1570 te Marienberg met
Merten Kohl uit Dresden, overleden op 05-03-1605 te Marienberg.
Anna werd in 1567 en 1569 als peetmoeder te Marienberg vermeld. Volgens Heinz Seidel werd haar
huwelijk met Merten Kohl in het Traubuch als volgt omschreven: “Doica 22. Trin. Merten Kol von
dresten, Jungkfrau Anna eine tochter des Herrn Berckmeisters Paul Roling.”
Uit dit huwelijk:
1.
11.35
Martin Kohl, Evangelisch-Luthers gedoopt op Di. N. 18. n. Trin. 1571 te Marienberg,
Evangelisch-Luthers begraven op 05-06-1639 te Schönbrunn. Gehuwd op 17-10-1614 te
Schönbrunn met Magdalena Melzer, Evangelisch-Luthers gedoopt op 20-02-1591 te
Schönbrunn, Evangelisch-Luthers begraven op Pauli Bekehrung 1642 te Schönbrunn.
Jkr. Oswald Röhling, geboren op 03-04-1557 te Marienberg, overleden vóór 1614. Zoon van Paul
Röhling en Ottilia von Sulgau (zie: 10.11). Gehuwd (1) op 25-10-1584 te Annaberg met Ursula
Kottwig, overleden op 05-11-1589 te Geyer. Gehuwd (2) op 29-10-1592 te Geyer met Maria Jugler
(Engler) uit Leipzig, overleden als weduwe op 14-06-1614. Dochter van Peter Engler, Bürger en
Handelsmann te Leipzig. Oswald was Bürger en Ratsfreund te Geyer. Het eerste huwelijk van Oswald
werd in het Traubuch als volgt be beschreven: “Dom. 23. Trin. Oswaldt Roling bürg und ratsfreundt
allhie und J. Maria des weiland Erbarn Peter Englern handels und bürgers in Leipzig tochter.”
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Uit het eerste huwelijk:
1.
2.
Jkfr. Maria Röhling, geboren op 16-08-1586 te Marienberg, overleden op 10-10-1607 te Geyer;
Jkfr. Catharina Röhling, geboren op 30-10-1588 te Geyer, overleden op 02-01-1589 te Geyer;
Uit het tweede huwelijk:
3.
4.
5.
6.
Jkfr. Catharina Röhling, geboren op 14-04-1594 te Geyer. Gehuwd op 17-09-1615 met Hans
Eberwein;
Jkr. Volkmar Röhling, geboren op 08-05-1596 te Geyer;
Jkr. Sebaldus Röhling, geboren op 01-04-1598 te Geyer;
Jkfr. Gertrud Röhling, geboren op 15-03-1603 te Geyer.
11.36
Jkfr. Maria Röhling, geboren op 31-01-1559 te Marienberg. Dochter van Paul Röhling en Ottilia
von Sulgau (zie: 10.11). Gehuwd op 27-04-1584 te Marienberg met Pfr. Valentin Metzler, uit Hainichen. Valentin was Pfarrer (predikant) te Geyer van 1584 tot 1600. Later werd hij Pfarrer te
Schlettau.
11.37
Jkr. Ullrich Röhling, Herr von Brünnlaßberg, Evangelisch-Luthers gedoopt op Mittwoch n. Misericord 1561 te Marienberg, overleden op 22-12-1631 te Schneeberg, Evangelisch-Luthers begraven in
de Wolfgangkirche te Schneeberg. Zoon van Paul Röhling en Ottilia von Sulgau (zie: 10.11). Gehuwd
(1) op 14-02-1588 te Schneeberg met Christiane Funk (ook wel Funck), geboren in 1564, overleden
op 26-05-1623 te Schneeberg, Evangelisch-Luthers begraven op 05-06-1623 in de Wolfgangkirche te
Schneeberg. Dochter van Hans Funk (Münzmeister en Zehntner te Schneeberg). Gehuwd (2) in
februari 1624 met Catharina, weduwe van Melchior Kühn.
Ullrich werd voor het eerst vermeld in 1585 toen hij een boete van 10 Groten moest betalen in de
Schneeberger Kämmerei voor het in het gezicht slaan van Andreas Holzschuher in het bijzijn van
Hans Lobwasser. Ullrich was in 1596 Vorsteher en in 1599, 1602, 1605, 1608, 1611, 1614 en 1618
Stadtrichter te Schneeberg. Vanaf 1626 was hij de Kurfürstlicher Sächsischer Zehentner (tiendesteker). Tevens was hij Bergherr en Handelsmann. In 1595 kocht hij van de erfgenamen van zijn
schoonvader het leengoed Brünnlaßberg. In 1602 breidde hij zijn oude molenplaats onder de Prunelsberg te Schneeberg/ Zschorlau uit met een nieuwe molen. In het Germanisches National Museum
worden twee portretten van Ullrich en Christiane tentoon gesteld uit 1615 door Matthias Krodel d.J.
De portretten zijn tevens opgenomen in het modearchief van de Universiteit van Bergamo, Italië.
Vanaf 1621 was hij ook in Marienberg actief, waar hij Großverleger werd. Zo sloot hij op 16-021630 een contract samen met zijn zonen Valentin, Christian en Ulrich Jr. om 200 Zentner tin te
leveren aan Mathes Gnaspe. Ullrich verkocht enige tijd vóór 1631 zijn Marienberger tinmijn “Freude
Gottes” met Pochwerk aan Dr. Helfrich voor 5290 Gulden.
In 1630 liet hij een epitaaf maken voor zichzelf en zijn echtgenote. Op het eptiaaf van Christiane in
de Wolfgangkirche te Schneeberg staat vermeld: “Deo opt. max. Bonae memoriae et Spei aeternae
Honestae juxta ac Piae Matronae Christinae Vdalrici Rölingi Senioris Coniugis desideratismae ex
antiqua Funcciorum familia prosatae. Quae ut in matrimonio omni benedictione accumulato uixit
annos XXXV castoq. ex toro Deo et Rei publ. prodxit sex Natos et duas Natas atque harum altera
superstite Filia Nepotem Neptemq. maternis ulnis libravit, (his ita defuncta impetrato de super
commeatus?) se nobis miseris subduxit Sic obiit et abiit cum Christo die XXVI May Anno salutis
MDCXXIII Aetat LIX, eo (?) quod erat Mortale proximo hinc tumulo tantisper relicto dum olim
redivivum, et immortale Beatae Animae denuo iungatur quousq. in Chrysti pace quiescat. Si in hac
solum Vita spem in Christo habemus, miserrimi (omnium?) sumus.”
Uit het eerste huwelijk:
1.
2.
3.
Jkr. Hans Röhling, geboren 10-06-1589 te Schneeberg, overleden op 11-11-1590 te Schneeberg;
Jkr. Christian Röhling (zie: 12.12);
Jkr. Johann Röhling (zie: 12.13);
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
4.
5.
6.
7.
8.
Jkfr. Barbara Röhling (zie: 12.14);
Jkr. Valentin Röhling, geboren 07-09-1599 te Schneeberg, overleden 07-11-1599 te Schneeberg;
Jkr. Valentin Röhling (zie: 12.15);
Jkfr. Christiane Röhling (zie: 12.16);
Jkr. Ulrich Röhling (zie: 12.17).
11.38
Jkfr. Regina Röhling, geboren op 03-05-1563 te Marienberg, overleden in 1609. Dochter van Paul
Röhling en Ottilia von Sulgau (zie: 10.11). Gehuwd op 16-09-1583 te Marienberg met Christoph
Mergk uit Annaberg. Christoph was Zehentner te Eibenstock. Regina werd genoemd: “Wurde wegen
ihrer Gutthätigkeit sehr gerühmt eine rechte Mutter der Armen”.
11.39
Jkr. Erasmus Röhling, geboren op 03-10-1565 te Marienberg, overleden op 08-05-1599 te Marienberg. Zoon van Paul Röhling en Ottilia von Sulgau (zie: 10.11). Gehuwd (1) met een onbekende
vrouw, overleden op 16-05-1588 te Marienberg (“Asmus Rölingk sein Weib”). Gehuwd (2) op 11 p.
Trinit. 1588 te Marienberg met Dorothea (Anna?). Dorothea was de weduwe van Hans Frentzel.
Erasmus was Schichtmeister te Marienberg en controleerde de wissel van dienst in de mijnbouw. Volgens het Totenbuch Marienberg werd hij begraven “mit dem ganzen Chor und mit der großen Glocken.”
Uit dit huwelijk:
1.
2.
11.40
Jkr. Severius Röhling, geboren op 20.p.Tr. 1594 te Marienberg;
Jkfr. Anna Röhling, geboren op de maandag ná 19.p.Tr. 1596 te Marienberg.
Jkr. Paul Röhling (der Jüngere), geboren op 10-04-1568 te Marienberg, overleden op 12-10-1625 te
Schneeberg. Zoon van Paul Röhling en Ottilia von Sulgau (zie: 10.11). Gehuwd (1) op 26-02-1593 te
Marienberg met Margarethe Weiß (Weise), geboren op 19-01-1574 te Marienberg, Evangelisch-Luthers begraven op 24-04-1617 te Schneeberg. Dochter van Christoph Weiß, Bergmeister te Eibenstock en voorheen Berggeschworener te Marienberg, en Sibylla Peschel. Gehuwd (2) op 15-06-1618
te Schneeberg met Sibilla Zickel, geboren op 20-04-1599 te Schneeberg, overleden op 14-06-1626 te
Schneeberg. Dochter van Caspar Zickel, Gegenschreiber te Schneeberg van 1617 tot 1626, en Anna
Sagner. Sibilla huwde na het overlijden van Paul met Michael Röder, overleden op 03-06-1694.
Paul was kurfürstl. Stollenvorsteher te Marienberg, Berggeschworener te Scharfenberg en vanaf 1622
te Schneeberg. Na zijn overlijden huwde Sibilla met Michael Röder. Op 16-07-1629 verkocht Michael
een huis te Schneeberg, dat hij had verkregen bij het huwelijk, voor 450 Gulden aan Zacharias Mals
(Malz). Hierbij ontving hij 200 Gulden als aanbetaling. Eénderde van het geld kwam toe aan Sibilla.
Uit het eerste huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Jkfr. Regina Röhling (zie: 12.18);
Jkfr. Margarethe Röhling (zie: 12.19);
Jkr. Christoph Röhling, geboren in 1602 te Marienberg;
Jkr. Christian Röhling (zie: 12.20);
Jkr. Paul Röhling (zie: 12.21);
Jkr. Gottfried Röhling (zie: 12.22);
Uit het tweede huwelijk:
7.
8.
Jkfr. Anna Maria Röhling (zie: 12.23);
Jkr. Severinus Röhling, geboren op 20-07-1622 en overleden op 24-11-1626 te Schneeberg.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
12.1
Jkr. Heinrich Röhling, geboren op een onbekende datum, overleden ná 1581. Zoon van Hans Röhling en Catharina Klinger (zie: 11.1).
12.2
Jkr. Friedrich Röhling, geboren in circa 1574, Evangelisch-Luthers begraven op 16-07-1645 te Elterlein. Zoon van Hans Röhling en Catharina Klinger (zie: 11.1). Gehuwd op 07-11-1608 te Elterlein
met Jkfr. Juliana von Elterlein, geboren op 15-02-1585 te Nürnberg, Evangelisch-Luthers begraven
op 31-05-1669 te Elterlein. Dochter van Jkr. Wolf von Elterlein, Hammerherr van Obermittweida,
en Jkfr. Ursula Portner von Theuern.
Friedrich was Hammerherr te Kleinpöhla en Ratsherr te Elterlein. Friedrich doneerde in 1625 de nu
nog bestaande Abendmahlskelch en “Baden” of Hostienteller (Ciborie) aan de kerk te Elterlein. De
kelk bevat een gravure met een interessant Alliancewappen met de familiewapens van de familie
Röhling en von Elterlein.
Een kroniekschrijver noemde Friedrich een “vermogenden Mann, Hammerherrn und Eisensetzer,
einen primarius ex familia der Rölinge”. De positie die Friedrich binnen de gemeenschap van Elterlein innam blijk ook uit het feit dat de keizerlijke generaal Peter Melander Graf von Holzappel op 0810-1647 zijn echtgenote bezocht (Friedrich was inmiddels overleden). Peter Melander Graf von Holzappel (geboren 08-02-1589, overleden 17-05-1648) was Feldherr tijdens de Dertigjarige Oorlog en de
Oberbefehlshaber van de keizerlijke troepen van 1647 tot zijn dood in 1648 (hij is onder andere een
voorvader van koningin Beatrix der Nederlanden en koning Karel XVI Gustaaf van Zweden).
De Dertigjarige Oorlog duurde van 1618 tot 1648 en eindigde met de Vrede van Westfalen, de
Vrede van Münster en de Vrede van Osnabrück. De Dertigjarige Oorlog wordt beschouwd als een van
de eerste moderne landoorlogen. Zo kwam éénderde van de bevolking van het Heilige Roomse Rijk
om het leven en liep het een grote achterstand in zijn ontwikkeling op. De directe aanleiding tot de
oorlog was de verkiezing van de katholieke Ferdinand, aartshertog van Stiermarken, als koning van
het toen nog grotendeels protestantse Bohemen. De protestantse edellieden waren bezorgd over hun
positie en religieuze vrijheid. Zo mochten bijvoorbeeld alleen nog katholieken een ambt vervullen en
werden protestantse geschriften gecensureerd. Uiteindelijke ontzegde keizer Matthias de protestanten
het recht om samen te komen. Op 23-05-1618 werden twee katholieke adviseurs van keizer Matthias
uit de kasteelramen van de Praagse burcht gegooid (Tweede Praagse Defenestratie). Spoedig breidde
het conflict zich uit tot groot-Bohemen: Bohemen, Silezië, de Lausitz en Moravië, waarna de Bohemen keurvorst Frederik V van de Palts als hun vorst kozen. Voor het uitbreiden van de oorlog kunnen
verschillende oorzaken gevonden worden. Allereerst was er de religieuze tegenstelling tussen de protestanten en de katholieken in Duitsland. Andere oorzaken waren het centralistisch beleid van de
Habsburgse keizer tegenover het particularisme van de Duitse vorsten, de angst van Frankrijk dat de
Habsburgers een te grote invloed zouden krijgen in Europa, de onverslagen Nederlandse opstandelingen en Zweden die steun gaven aan de protestanten, waarbij het ook territoriale ambities koesterde.
Daarnaast handelden generaals op eigen houtje en trokken ook de Zwitsers met een leger door Duitsland. Algehele chaos was het gevolg.
Het is waarschijnkijk dat de Dertigjarige Oorlog een grote (negatieve) invloed heeft gehad op de
politieke invloed en het vermogen van de familie Röhling. Investeringen verdienden zich niet meer
terug terwijl de familie geen grote landgoederen had om op terug te vallen. Ook kregen familieleden
steeds minder invloedrijke ambtelijke functies. Het ligt voor de hand dat dit het directe gevolg was
van verliezen tijdens de oorlog. Via Juliana von Elterlein stammen alle nakomelingen van Friedrich af
van Karel de Grote (zie: Appendices).
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
Jkr. Wolfgangus Röhling, geboren op 08-08-1610 te Elterlein, overleden op 02-09-1615 te
Elterlein;
Jkfr. Rosina Röhling (zie: 13.1);
Jkr. Friedrich Röhling (zie: 13.2);
Jkr. Heinrich Röhling, geboren op 28-02-1617 te Elterlein, overleden op 01-05-1617 te
Elterlein;
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
5.
6.
7.
8.
9.
Jkfr. Catharina Röhling (zie: 13.3);
Jkr. Sigismuntus Röhling (zie: 13.4);
Jkfr. Barbara Röhling (zie: 13.5);
Jkr. Wolfgang Röhling (zie: 13.6);
Jkfr. Juliana Röhling (zie: 13.7);
12.3
Jkr. Markus Röhling, overleden ná 1581, maar vóór 10-10-1592. Zoon van Hans Röhling en Catharina Klinger (zie: 11.1). Op 10-10-1592 klagen de erfgenamen van Merx Röhlings en Nickel Klinger
vanwege de Waggroschens.
12.4
Jkfr. Margarethe Röhling, geboren op 25-05-1574 te Oberwiesenthal, overleden op 28-06-1637 te
GroßPöhla. Dochter van Hans Röhling en Catharina Klinger (zie: 11.1). Gehuwd op 30-06-1595 te
Elterlein met Andreas Siegel, geboren op 25-12-1569 te Mittweida. Zoon van Balthasar Siegel,
Hammerherr te Mittweida, en een zekere Regina.
Andreas was Hammerherr te Pöckelhammer, Mittweida en GroßPöhla.
Uit dit huwelijk:
1.
Heinrich Siegel, geboren op 12-07-1612 te Großpöhla, overleden op 16-07-1669. Gehuwd te
Grünstädtel met Catharina Kleinhempel, dochter van Nicol Kleinhempel, Bürgermeister van
Preßnitz. Heinrich was van Berg- und Hammerherr te Großpöhla, Rittersgrün en Unterblauenthal.
Na het overlijden van zijn vader krijg hij diens bezittingen en vergrootte deze. In 1654 verkreeg
Heinrich samen met Johann Korb nieuwe privileges voor de Arnoldsche Hammerwerk te
Rittersgrün en in 1660 nam hij de Fundgrube Gottes Bescherung bij Lauter over. Gedurende
augustus 1661 ontstond door aanhoudende regen veel wateroverlast. Hammerwerk Großpöhla
liep daarbij voor 1110 Thaler schade op. 300 Thaler voor de reparatie van de hoogoven die door
de vloed onder water stond. 300 Thaler voor zwei Schutzteichen, 100 Thaler aan Floßteich, 150
Thaler voor drie Wehren en drie Wassergefällen die met de stroming waren meegevoerd, 60
Thaler aan kolen en 100 Thaler aan Floßholz dat was weggespoeld. De overige 100 Thaler was
nodig voor reparatie van de Hüttengebäuden. Samen met Catharina kreeg hij 9 kinderen. Zijn in
1651 geboren zoon Christian viel op 29-01-1669 tijdens een rit van zijn paard en viel daarbij op
zijn hoofd. Na enkele dagen overleed hij aan zijn verwondingen. Zes maanden later overleed
Heinrich, gebroken van verdriet, kort na zijn 57ste verjaardag.
12.5
Jkr. Siegmund Röling, zoon van Siegmundt Röling (zie: 11.12). Werd samen met zijn broer Hans
David in de Leichenpredigt voor Friedrich Röling (zie: 11.14) van 1629 vermeld als Herr von Hirschfeld, Wildpret und Conradsdorf. Blijkbaar hadden zij het leengoed Conradsdorf van hun oom geërfd.
12.6
Jkr. Hans David Röling, zoon van Siegmundt Röling (zie: 11.12). Werd samen met zijn broer Siegmund in de Leichenpredigt voor Friedrich Röling (zie: 11.14) van 1629 vermeld als Herr von Hirschfeld, Wildpret und Conradsdorf. Blijkbaar hadden zij het leengoed Conradsdorf van hun oom geërfd.
12.7
Jkfr. Magdalena Röling, geboren in 1603, overleden op 17-11-1649 te Berbisdorf, EvangelischLuthers begraven op 29-11-1649 te Dresden in de Sophienkirche. Dochter van Siegmundt Röling en
Christiane Pfeiffer (zie: 11.12). Gehuwd op 24-11-1626 te Berbisdorf met Jkr. Dr. iur. utr. Johann
(Hans) Zeidler von Berbisdorf auf Boden und Dittmannsdorf genannt Hofmann, EvangelischLuthers gedoopt op 18-01-1578 te Leipzig, overleden op 03-02-1635 te Dresden. Zoon van Peter
Zeidler genannt Hofmann en Anna Reiche. Johann was twee maal eerder gehuwd geweest. Eerst op
26-10-1614 te Altranstädt met Elisabeth Gerstenberg, overleden op 13-05-1618 te Wenen. Dochter
van Dr. iur. utr. Marcus Gerstenberg, fürstl. sächs. Kanzler te Altenburg, Schwerstedt en Weimar.
Zijn tweede huwelijk vond plaats op 22-07-1622 te Berbisdorf met Gertrud Nicolai, EvangelischLuthers gedoopt op 21-02-1579 te Leipzig, overleden op 05-08-1625 te Niemes (Mimoň). Dochter
van Matthäus Nicolai, Syndicus voor de stad Leipzig. Gertrud bracht met het huwelijk een huis in de
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Moritzstraße te Dresden in alsook 4500 Gulden in contanten welke in een stichting voor het landgoed
Berbisdorf werden ondergebracht. Gertrud was weduwe van Dr. iur. utr. Johann Badehorn,
Kurfürstlich-Sächsischer Kanzler en Domherr in Merseburg en Wurzen. Johann was de weduwnaar
van Jkfr. Elisabeth Pfeiffer, dochter van Jkr. Dr. iur. utr. David Pfeiffer. Elisabeth was een zuster
van Jkfr. Christiane Pfeiffer, de moeder van Magdalena.
De vader van Johann (Hans) werd geboren als Peter Zeidler. Nadat de vader van Peter was overleden
huwde zijn moeder in 1530 met de juwelen koopman Jakob Hofmann. Peter (alsook zijn broer Hans)
veranderden hun naam daarom in Zeidler genannt Hofmann. Samen met hun halfbroer Jakob
Hofmann stichtten zij een handelshuis in goud en edelstenen. Zij leverden onder andere aan de
hofhoudingen van Dresden, Berlijn en Sint Petersburg. Daarnaast werd Peter, na het overlijden van
zijn jongere broer Hans, benoemd in de Größeren Rat van Nürnberg en in 1560 Bürger van de stad
Leipzig.
Hans promoveerde aan de universiteit van Leipzig in de beide rechten en werd later kursächsischer
Rat en verbleef aan het keizerlijk hof te Wenen en het koninklijk hof te Praag. Op 14-05-1600 kocht
Hans samen met zijn drie broers Peter, Joachim en Hennig het Rittergut en slot Berbisdorf, het
landgoed Boden en het dorp Dittmannsdorf (10 kilometer ten oosten van Meißen) van Rudolf von
Bünau (dem Älteren). Op 05-07-1600 werden zij met dit bezit beleend. Op 15-01-1603 werden de
vier broers in de adelstand verheven met het predikaat von Berbisdorf auf Boden und Dittmannsdorf.
Hierna noemden zij zich Zeidler von Berbisdorf auf Boden und Dittmannsdorf genannt Hofmann.
In 1623 leende Hans 32.650 Rijnlandse guldens uit aan keizer Ferdinand II. Als borg ontving hij
voor 18 jaar het leengoed en slot Niemes inclusief een burcht op de Rollberg (Ralsko Berg) alsook het
leengoed Dewin met de burcht Dewin. Deze gewilde leengoederen waren afkomstig uit de
onteigening van Johann Müllner von Mühlhausen, königlich böhmischer Hofkanzleisekretär, die aan
het begin van de Dertig Jarige Oorlog (tijdens de Tweede Praagse Defenestratie) de zijde van de
protestanten had gekozen.
In 1629 kocht Hans in Saksen de dorpen Würschnitz, Kleinnaundorf (tegenwoordig beide onderdeel van Ortsteile Tauscha) en Neuendorf, welke als Erblehen aan Berbisdorf verbonden werden.
Toen Zweedse troepen de leengoederen Niemes en Dewin plunderden liet Hans het overgebleven
graan en vee overbrengen naar zijn leengoed Berbisdorf. Voor dit “verraad“ besloot keizer Ferdinand
II Niemes en Dewin in beslag te nemen en aan Generalfeldmarschall Albrecht von Wallenstein, Herzog zu Friedland und Mecklenburg over te dragen. Nadat deze in 1634 te Eger was vermoord kon de
inmiddels weduwe geworden Magdalena de leengoederen terugkrijgen op voorwaarde dat zij zich
weer tot het katholicisme zou bekeren, hetgeen zij ook deed. Hierna vermeed zij het predikaat van
haar echtgenoot (von Berbisdorf) en voerde zij in plaats daarvan haar meisjesnaam Röhling von
Hirschfeld. Na haar overlijden werd zij echter wel Evangelisch-Luthers begraven.
De lange geslachtsnaam zorgde ervoor dat deze familie in de kerkboeken en andere officiële documenten op vele verschillende manieren werd beschreven. Zo kan men de volgende namen terugvinden: von Zeidler, u Zeidleru, von Zeidlern, von Zeydlern, von Zeidlern genannt Hofmann, Czeidler von Czeidlern, Scheidlern von Scheidlern, Zeidler von Berbisdorf en von Berbisdorf. De laatste
zorgde voor verwarring met het oude geslacht von Berbisdorf uit Meißen.
Uit het huwelijk Zeidler – Gerstenberg:
1.
Jkr. Ferdinand Christopf Zeidler von Zeidlern (Scheidler von Scheidlern), geboren in 1621,
overleden op 27-11-1686 te Praag. Gehuwd in 1656 te Praag met Maria Theresia Reichsgräfin
Losy von Losinthal, dochter van Jan Anton Reichsgraf Losy von Losinthal (Jan Anton kocht
in 1644 het leengoed Tachau an der Mies in west Bohemen, werd in 1647 verheven in de Boheemse adelstand met als predikaat von Losinthal en werd in 1655 verheven tot Reichsgraf von
Losinthal). Ferdinand Christopf was Herr von Liboch, Ober-Berkowitz, Jeniowes, Weltrus, Sukohrad (ten noorden van Praag), Kosteletz en Chabrtic (ten oosten van Praag), Landesunterkämmerer, königlicher Hauptmann der Prager Kleinseite (Malá Strana, de oudste wijken van Praag).
Het echtpaar werden kort ná de Dertigjarige Oorlog beschouwd als een van de rijkste
landgoedeigenaren van Bohemen en lieten hun zes dochters aanzienlijke vermogens na.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Uit het huwelijk Zeidler – Nicolai:
2.
Jkr. Ferdinand Christoph Zeidler von Zeidlern (von Scheidler, Zeidler u Zeidleru), Professor
aan de Praagse Karl-Ferdinands-Universität van de Heiligen Klement, tussen 1680 en 1681
eveneens Rektor. Het is onduidelijk of Ferdinand gehuwd was. Hij had een zoon of neef die
Franziskus von Scheidlern (Scheidler von Scheidlern) heette en in 1710 te Praag huwde met
Barbara Eusebia Myskowska (Myszkowski) ze Sebusina (Sebuzeyn) uit een Silezisch-Pools
adellijk geslacht.
Uit het huwelijk Zeidler – Röhling:
3.
4.
12.8
Jkr. Johann Sigismund Zeidlern von Berbisdorf, geboren op 31-08-1627 te Schloss Niemes,
overleden op 11-07-1696 te Berbisdorf. Gehuwd in 1652 met Jkfr. Anna Margarethe von
Starschedel, geboren op 14-02-1636 te Gersdorf bij Rosswein, overleden op 10-12-1675 te
Dresden. Siegmund erfde in 1649 samen met zijn zuster de leengoederen Niemes en Dewin en
verkochten deze in 1651 aan Johann Putz von Adlerthurn, kaiserlich österreichischer Kommissar
für die Konfiskationen. Siegmund was Herr von Berbisdorf, Grubnitz, Ragewitz bei Riesa te
Saksen en Boden nabij Radeburg alsook Naundorf, waarmee hij in 1651 beleend werd. In 1666
liet Siegmund Schloss Berbisdorf verbouwen en de kerk te Großdittmannsdorf, waar zich het
familiegraf bevond, renoveren. Samen kregen zij 3 kinderen. Hun enige zoon Jkr. Hans Karl
Dietrich Zeidler von Berbisdorf overleed in 1719, ongehuwd en zonder kinderen als königlich
polnischer und kurfürstlich sächsischer Generalmajor. Berbisdorf, Grubnitz en Ragewitz werden
nagelaten aan zijn jongste zuster. De oudste dochter Jkfr. Johanna Elisabeth Zeidler von
Berbisdorf was in 1719 reeds overleden en had als bruidsschat reeds Boden en Naundorf
meegekregen voor haar huwelijk in het dorp Würschnitz met Hofkammerrat Adam Friedrich
Freiherr von Dölau. De jongste dochter Jkfr. Johanna Sophie Zeidler von Berbisdorf was
gehuwd met Jkr. Hans Heinrich von Trütschler, vanaf 1699 königlich polnischer Geheimrat en
vanaf 1734 kurfürstlich sächsischer Geheimrat. In 1719 kocht Hans Heinrich van zijn echtgenote
het leengoed Berbisdorf;
Jkfr. Magdalena Zeidlern von Berbisdorf, overleden in 1703.
Jkfr. Magdalena Röling, geboren in (februari?) 1603, overleden op 20-08-1623 om 19:00 uur te
Leichenstein. Dochter van Friedrich Röling en Anna Horn (zie: 11.14).
Op de nu verdwenen grafplaat van Magdalena in de St. Annenkapelle te Freiberg stond geschreven:
“Anno Domini 1623. Den 20. Augusti Nachmittag umb 7. Uhr ist in Herrn Christo seelig und sanft
entschlaffen, die erbare und ehrentugendsame Jungfrau, Magdalena, des ehrenvesten und hochweisen
Herrn Friederich Rolings Burgermeisters alhier zu Freibergk vielgeliebte Tochter ihres Alters 20
Jahre 6 Monat. Gott verleyhe ihr eine froliche Auferstehung zum ewigen Leben, Amen.” Aan de tekst
was het familiewapen toegevoegd.
12.9
Jkr. Esaias Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op Dom. 23. a. T. Mittwoch 1591 te Marienberg,
overleden op 03-04-1627 te Marienberg. Zoon van Sebastian Röhling en Regina Seiffert (zie: 11.29).
Gehuwd op 03-03-1617 te Marienberg met Regina Grieffe (Griffke), overleden in 1658 te Wolkenstein. Dochter van Hannß Grieffe, Bergamtsverwalter te Marienberg.
Esaias was van 1620-1627 Rezeßschreiber te Marienberg en Bergbautreibender van de PalmbaumStolln.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
Jkr. Ehrenfried Röhling (zie: 13.8);
Jkfr. Elisabeth Röhling, geboren op Mi.p.3.Trinit. 1622 te Marienberg. Gehuwd met Barthol
Mösel in Wolkenstein.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
12.10
Jkr. Ernst Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op 11-02-1599 te Marienberg, overleden op 05-081652 te Marienberg, Evangelisch-Luthers begraven in de kerk te Marienberg. Zoon van Zacharias
Röhling en Dorothea Struntz (zie: 11.30). Gehuwd (1) op 11-11-1621 te Marienberg met Elisabeth
Hiller (Hyller), overleden op 14-06-1639 te Marienberg. Dochter van Gregor Hiller. Gehuwd (2) op
10-05-1641 te Marienberg met Maria Georgi, dochter van David Georgi, predikant te Mildenau.
Ernst was Hüttenschreiber in de unteren Hütte te Marienberg van 1637 tot 1652. Tevens was hij Ratsherr en Kämmerer te Marienberg. In 1650 werd Ernst als Vorsteher van een Gewerkschaft vermeld.
Uit het eerste huwelijk:
1.
2.
3.
4.
12.11
Jkfr. Anna Maria Röhling, gehuwd met een zekere Jahn;
Jkfr. Elisabeth Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op So. n. 6. Tr. 1623 te Marienberg.
Gehuwd te Marienberg met Gottfried Schreyer, Rektor der Lateinschule te Marienberg;
Jkr. Gottfried Röhling (zie: 13.9);
Jkfr. Rosina Röhling, geboren op 17-11-1634 te Marienberg. Gehuwd met Caspar Taube,
Gastwirt te Zschopau.
Jkr. Christoph Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op 04-10-1607 te Marienberg, EvangelischLuthers begraven op 06-04-1669 te Marienberg. Zoon van Christoph Röhling en Cordula Seifert
(Seyffart) (zie: 11.33). Gehuwd te Marienberg met Rebecca Zickhahn, overleden op 18-01-1685 te
Marienberg. Dochter van Bohuslaw Zickhahn, Exulant (verbannen vanwege geloofsovertuiging).
Christoph legde op 21-06-1662 de Bürgereid af. Christoph was Ratsherr te Marienberg. In 1667/1668
was hij Stadtrichter, in 1668/1669 Baumeister, van 1665 tot 1670 wederom Stadtrichter. Van beroep
was Christoph Zinnhüttenverwalter en Hospitalvorsteher (directeur van een ziekenhuis) van Gasthof
“Zum güldenen Cranz” aan de Markt te Marienberg. Het Totenbuch van 1669 vermeld: “Mit doppeltem Chor und volkreicher Versammlung zur Erde bestattet und in den Schibbögen auf dem Gottesacker beigesetzt”
Uit dit huwelijk:
1.
Jkfr. Barbara Elisabeth Röhling, geboren op 01-12-1649 te Marienberg. Gehuwd met Samuel
Remiger. Samuel verkocht na het overlijden van zijn echtgenote de Gasthof (die eens van zijn
schoonvader was) aan Georg Ernst Siegel, echtgenoot van Euphrosina Röhling (zie: 14.15).
12.12
Jkr. Dipl. jur. Christian Röhling, geboren in maart 1591 te Schneeberg, overleden op 28-03-1634 te
Schneeberg. Zoon van Ullrich Röhling en Christiane Funk (zie: 11.37). Christian studeerde in 1603
rechten te Leipzig en stond bekend als: “Der studiret und gereiset.” Later werd hij jurist te Schneeberg.
12.13
Jkr. Johann Röhling, geboren op 16-06-1593 te Schneeberg, overleden op 04-06-1615 te Parijs.
Zoon van Ullrich Röhling en Christiane Funk (zie: 11.37). Johann studeerde in 1603 te Leipzig. Christian Meltzer schreef in de Stadt- und Bergchronica der Stadt Schneeberg van 1716: “Den 4.Juni 1615
ward Ulrich Röhlings Sohne, Johannsen, der in Pariß gestorben, ein pulß gelautet.”
12.14
Jkfr. Barbara Röhling, geboren op 08-12-1598 te Schneeberg, overleden in 1658. Dochter van
Ullrich Röhling en Christiane Funk (zie: 11.37). Gehuwd 16-02-1618 te Schneeberg met Dr. jur. Johann Pfreundt, geboren op 10-09-1578 te Wittenberg, overleden op 29-09-1649. Zoon van Bartholomaeus Pfreundt, Ratsherr te Wittenberg (zoon van Anna Cranach en kleinzoon van Lucas Cranach der Ältere), en Susanna Meilichius. Johann was Geheimer Rat en Kanzler te Mosel en Thurm.
Uit dit huwelijk:
1.
Jkr. Friedrich Adolf von Pfreundt, geboren op 22-06-1635 te Dannenberg, overleden op 26-051716 te Michelstadt. Gehuwd op 27-05-1664 te Marburg met Anna Gertrud Breul, dochter van
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Engelhard Breul en Anna Katharina Hartman. Samen kregen zij één dochter, Jkfr. Juliana
Eugenia von Pfreundt, welke gehuwd was met Johann Heinrich Steuber, zoon van
Oberpfarrer Johann Engelhard Steuber en broer van Elisabeth Catharina, voormoeder van
Jkr. Johann Wolfgang von Goethe.
12.15
Jkr. Valentin Röhling, geboren op 29-09-1600 te Schneeberg, overleden op 30-03-1634 te Schneeberg. Zoon van Ullrich Röhling en Christiane Funk (zie: 11.37). In 1619 schreef en tekende Valentin
in het Stammbuch 1617 van Ferdinand Faber. Boven zijn zelfportret schreef hij de tekst: “Deo dante
nihil valet invidia. Et non dante nihil prodest labor.” Wat vertaald kan worden in: “God heeft het gegeven, zinloos is de afgunst. Het is niet gegeven door de baten van onze arbeid.” Zijn rechterhand rust
op het familiewapen, met zijn linkerhand houdt hij zijn christelijk hart omhoog.
12.16
Jkfr. Christine Röhling, geboren op 08-02-1603. Dochter van Ullrich Röhling en Christiane Funk
(zie: 11.37).
12.17
Jkr. Ulrich Röhling, Herr von Brünnlaßberg, geboren op 16-08-1607 te Schneeberg, overleden op
31-03-1671 te Schneeberg. Zoon van Ullrich Röhling en Christiane Funk (zie: 11.37). Gehuwd op 2209-1628 te Schneeberg met Barbara Elisabeth Schröter, geboren in 1612 te Jena, overleden op 2911-1645 te Schneeberg. Dochter van Prof. Dr. med. Phillip Jacobi Schröter, hoogleraar geneeskunde Universität Jena (zoon van de rector Prof. Dr. Jacob Schröter), en Magdalena Seeling.
Ulrich junior was Bürger te Schneeberg en Fundgrübner vanuit de Brünnlaßberg te Schneeberg. In
1627 verkocht Ulrich een huis met watervoorziening te Schneeberg voor 550 Gulden aan beeldhouwer Johann Böhm. Datzelfde jaar kocht hij voor 100 Gulden een huis van de erfgenamen van Matthes
Heydel. In 1634 verkocht hij de Marienberger tinmijn “Freude Gottes” aan Dr. Helfrich.
Ulrich was (volgens het Totenbuch) “Ein reicher Fundgrübner und wohlangesehener Bürger” te
Schneeberg en Herr von Brünnlaßberg. M. George Körner schreef in zijn Bockauer Chronik van
1763: “Zur besoldung des Pfarrers in der Aue (mit Bockau und Lauter) vordessen ein Stück Holz
vorhanden gewesen, so ehemahls Ullrich Rohling dem Eltern zum Schneeberg um 450 fl verkauft,
und die Zinnßen von solcher kauff-Summa zur Abtragung solcher Besoldung angewendet worden,
immittelst aber gedachter Röhling todtes verfahren, und solche Kauff-Summa unabgetragen stehen
blieben. Fannenherodessen Sohn Ulrich Röhling der Jüngere als Inhaber des Guths Brünlaßberg uff
beschehenes klagen der dreyen Gemeinden solch Stück Holz ihnen anstatt solcher Forderung in
solutum cediret und übergeben, so ihnen aber keinesweges acceptirlich seyn wollen … 23-11-1641”.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
12.18
Jkfr. Margarethe Christiane Röhling (zie: 13.10);
Jkr. Ullrich Röhling, geboren 17-06-1633 te Schneeberg, overleden 04-08-1633 te Schneeberg;
Jkr. Christian Röhling, geboren op 14-09-16?? Te Schneeberg, overleden op 20-05-1673 te
Schneeberg. Christian gaf als docent les aan de Fürstenschule te Meißen en bleef ongehuwd;
Jkfr. Susanne Dorothea Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op 14-02-1637 te Aue,
overleden op 22-10-1637 te Schneeberg;
Jkfr. Susanna Regina Röhling (zie: 13.11);
Onbekende zoon of dochter, levenloos geboren op 07-07-1641 te Schneeberg;
Jkr. Friedrich Ullrich Philipp Röhling (zie: 13.12);
Jkfr. Barbara Elisabeth Röhling, geboren op 24-11-1645 te Schneeberg, overleden op 18-121646 te Schneeberg.
Jkfr. Regina Röhling, geboren op 16-09-1594 te Marienberg, overleden op 25-04-1659 te Schneeberg. Dochter van Paul Röhling en Margarethe Weiß (Weise) (zie: 11.40). Gehuwd op 01-06-1618 te
Schneeberg met Nikolaus Salzberger, geboren op 04-01-1595 te Schneeberg, overleden op 17-111643 te Schneeberg. Zoon van Johann Saltzberger, Knappschaftsvorsteher, Berggeschworener, ViceBergmeister te Schneeberg, en Barbara Neumann. Nikolaus was de beroemde Steiger uit Schneeberg.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
12.19
Jkfr. Margarethe Röhling, geboren op 08-09-1598 te Marienberg (volgens haar Leichenpredigt),
overleden op 16-02-1666 te Schneeberg. Dochter van Paul Röhling en Margarethe Weiß (Weise) (zie:
11.40). Gehuwd (1) op 05-09-1613 te Schneeberg met Michael Meurer, overleden op 11-03-1641 te
Schneeberg. Zoon van Michael Meurer, Amtsrichter te Grünau. Michael was weduwnaar van
Margarethe Müller, dochter van Ernst Müller uit Wildenfels. Gehuwd (2) op 27-11-1643 met Andreas Steinmüller, zoon van Andreas Steinmüller uit Eger. Michael was van beroep Ratsherr en
Handelsmann te Schneeberg. Andreas was van beroep Ratskämmerer en Handelsmann te Schneeberg.
Uit het eertse huwelijk:
1.
Maria Meurer, geboren op 22-08-1621 te Schneeberg, Evangelisch-Luthers begraven op 10-081671 te Schneeberg. Gehuwd op 06-09-1641 te Schneeberg met Christoph Pierer, Stadtrichter
en Bürgermeister te Schneeberg. Zoon van Pfr. Christoph Pierer.
12.20
Jkr. Christian Röhling, geboren op 29-10-1604 te Schneeberg, overleden op 11-10-1649 te Schneeberg (volgens de historicus Christian Meltzer overleed Christian in 1659). Zoon van Paul Röhling en
Margarethe Weiß (Weise) (zie: 11.40). Gehuwd op 06-05-1638 te Schneeberg met Rebekka Scheutzlich, geboren op 29-10-1592 te Schneeberg, overleden op 30-04-1648 te Schneeberg. Rebekka was de
weduwe van Christian Kerl. Christian was van beroep Seifensieder (zeepmaker) te Schneeberg.
12.21
Jkr. Paul Röhling, geboren in circa 1608 te Schneeberg, overleden op 12-04-1657, EvangelischLuthers begraven op 14-04-1657. Zoon van Paul Röhling en Margarethe Weiß (Weise) (zie: 11.40).
Gehuwd in 1635 met een zekere Margarethe, overleden op 28-12-1676. Margarethe was de weduwe
van Christian Köhler. Na het overlijde van Paul huwde zij met Georg Dreyer, Bergmeister te
Schneeberg. Paul was van beroep kopersmid en vanaf 1648 Gemeinde-Vorsteher te Schneeberg.
12.22
Jkr. Dr. med. Gottfried Röhling, geboren in circa 1611, overleden op 09-03-1645 te Zwickau. Zoon
van Paul Röhling en Margarethe Weiß (Weise) (zie: 11.40). Gehuwd op 26-09-1636 te Zwickau met
Christine Vollrath, dochter van Tobias Vollrath, Oberkirchner te Zwickau. Christine huwde na het
overlijden van Gottfried op 26-12-1649 met Matthes Schmidt. Gottfried was van beroep Barbier en
Chirurg te Wechselburg en later te Zwickau.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
12.23
Jkfr. Caritas Röhling, overleden op 07-04-1643 te Schneeberg ;
Jkr. Gottfried Röhling (zie: 13.13);
Jkfr. Maria Röhling, gehuwd met Dr. med. Caspar Georgi uit Penig;
Jkfr. Regina Röhling (zie: 13.14).
Jkfr. Anna Maria Röhling, geboren op 14-09-1619 te Schneeberg, overleden op 26-12-1686 te
Schneeberg. Dochter van Paul Röhling en Sibilla Zickel (zie: 11.40). Gehuwd op 25-07-1636 te
Schneeberg met Johann Zobel. Zoon van Georg Zobel en Sabina Köcher uit Greiz. Johann was van
beroep Ratsherr, Gemeindevorsteher en Handelsmann te Schneeberg.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
Johann Friedrich Zobel, theoloog, geboren in 1637 te Schneeberg, overleden in 1659 te
Schneeberg;
Rosina Zobel, geboren op 20-11-1638 te Schneeberg, overleden in 1707 te Schneeberg. Gehuwd
op 19-05-1656 te Schneeberg met Pfr. Johann M. Fuchs, pastor te Schlema en Clösterlein,
Rector te Schneeberg, geboren in 1626 te Schmalkalden, overleden in 1679 te Oberschlema.
Zoon van Adam Fuchs en Elisabeth Oberländer. Samen kregen zij 4 kinderen;
Johannes Zobel, geboren op 18-04-1641 te Schneeberg, Evangelisch-Luthers begraven op 3007-1677 te Schneeberg. Gehuwd op 30-10-1671 te Schneeberg met Euphrosina Coith, geboren
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
4.
5.
6.
op 30-12-1652 te Schneeberg, overleden in 1695 te Schneeberg. Dochter van Andreas Coith en
Anna Catherina Groschupff. Euphrosina huwde later met Gottfried Zehmen. Johannes en
Euphrosina kregen samen 1 dochter;
Sybilla Zobel, geboren op 30-04-1643 te Schneeberg, overleden op 12-04-1722 te Schneeberg.
Gehuwd in 1675 te Schneeberg met Christian Schreiber, Stadtrichter, geboren op 30-10-1644 te
Schneeberg, overleden op 12-04-1715 te Schneeberg. Zoon van Hannß Schreiber en Regina
Coith. Samen kregen zij 5 kinderen;
Sabina Zobel, geboren op 03-10-1644 te Schneeberg, overleden op 19-05-1689 te Schneeberg,
begraven op 24-05-1689 te Schneeberg. Gehuwd op 01-04-1663 te Schneeberg met Jkr.
Heinrich von Ryssel, handelsmann en Bürgermeister te Schneeberg, geboren op 24-02-1619 te
Leipzig, Evangelisch-Luthers gedoopt op 26-02-1619 te St.Nicolai, overleden op 07-01-1694 te
Schneeberg, Evangelisch-Luthers begraven op 12-01-1694 te Schneeberg. Zoon van Jkr. Jacob
von Ryssel en Margarete Knorr. Gehuwd (1) op 09-11-1646 te St.Joachimsthal met Susanne
Wittich, geboren op 06-05-1628 te Platten, Evangelisch-Luthers gedoopt op 07-05-1628,
overleden op 27-07-1662 te Schneeberg, Evangelisch-Luthers begraven op 30-07-1662 te
Schneeberg. Dochter van Caspar Wittich en Magdalena Epperlein. De betovergrootvader van
Heinrich, Johann, was afkomstig uit de Nederlanden en werd voor zijn trouwe dienst als
Geheimer Rat voor keizer Karel V in de adelstand verheven. Samen met Susanne kreeg Heinrich
10 kinderen. Sabina en Heinrich kregen samen 16 kinderen;
Enoch Zobel, student, geboren in 1653 te Schneeberg, overleden op 10-01-1678 te Jena.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
13.1
Jkfr. Rosina Röhling, geboren op 19-03-1612 te Elterlein, overleden op 18-07-1672 te Schwarzenberg. Dochter van Friedrich Röhling en Juliana von Elterlein (zie: 12.2). Gehuwd (1) in 1636 met
Christoph Halboth. Gehuwd (2) op 09-06-1646 te Schwarzenberg met Johann Rudolf Person,
geboren op 29-11-1623 te Colditz, overleden op 26-05-1664 te Schwarzenberg. Zoon van Christian
Person, Amtsschösser te Schwarzenberg en Crottendorf
Christoph was van beroep Amtsschösser te Crottendorf. Johan Rudolf was van beroep Amtsschösser
te Schwarzenberg en Crottendorf.
Uit het eerste huwelijk:
1.
2.
13.2
Juliane Margarethe Halboth, gehuwd met Veit Dietrich Wagner, overleden in 1671. Veit
Dietrich was fürstl. sächs. altenburg. Obrist und Kommandant zu Coburg en Landeshauptmann,
gevestigd te Sachsenfeld en Beierfeld;
Rosine Salome Halboth, gehuwd op 15-08-1664 te Schwarzenberg met Dr. jur. Johann Jacob
Ryßel uit Leipzig.
Jkr. Friedrich Röhling, geboren op 22-02-1614 te Elterlein, overleden op 16-10-1666. Zoon van
Friedrich Röhling en Juliana von Elterlein (zie: 12.2). Gehuwd (1) op 02-08-1640 te Schwarzenberg
met Margarethe Georgius, kinderloos overleden op 14-01-1643 te Schwarzenberg. Margartehe was
de weduwe van Christoph Georgius, Bürgermeisters van Schwarzenberg. Gehuwd (2) op Montag p.
dom.XVII p. Trin. 1644 te Schwarzenberg met Susanne Wagner, overleden op 25-08-1645 te
Schwarzenberg. Gehuwd (3) op 13. Trinit. 1646 te Schwarzenberg met Anna Maria Eberwein, geboren in circa 1625 te Crottendorf, overleden op 20-04-1716 te Schneeberg, Evangelisch-Luthers
begraven op 24-04-1716 te Schneeberg. Dochter van de toen reeds overleden Heinrich Eberwein en
Susanna Kaltwasser. Heinrich was Churfürstlich Sächs. Oberförsters te Crottendorf (Hoofd boswachter). Anna Maria was de zus van Heinrich Jr. (zie: 13.3).
Friedrich werd bij zijn geboorte vernoemd naar zijn vader. Friedrich was van beroep Stadtrichter
(Stadsrechter) te Schwarzenberg en Hammerherr te Erla (tegenwoordig deel van Schwarzenberg). De
Eisenwerk Erla is een van de oudste ijzerwarenfabrieken van het Erzgebirge. De ijzermijn ligt in het
dal van Schwarzwasser in het Ortsteil Erla van de stad Schwarzenberg, direct naast de in 1883
geopende spoorweg Schwarzenberg – Johanngeorgenstadt.
Het ontstaan van de smederij houdt verband met de ontdekking van Hematiet (Roteisenstein) te
Rothenberg. Hematiet is een mineraal dat voor 70% uit ijzer bestaat en daarmee het belangrijkste
ijzererts is. De mijn te Rothenberg bleef tot de eerste helft van de 19de eeuw de belangrijkste ijzerbron
van Saksen. De smederij ontstond in de tweede helft van de 13de eeuw en werd aangedreven met het
water van Schwarzwasser.
Als oudste eigenaren van de smederij kan het adellijk geslacht von Berkas von der Duba vermeld
worden. In 1430 was Wilhelm von Boskowitz uit Böhmen (Bohemen) eigenaar van de onderneming.
In 1434 verwierf Apel von Tettau uit Schwarzenberg het eigendom. Zijn nakomeling Georg Wilhelm
von Tettau verkocht de smederij in 1517 aan de ijzerwarensmid Oswald Flemigk. Verdere eigenaren
waren Gregor Arnoldt (1550), Nicolaus Klinger (schoonvader van Hans Röhling, zie: 11.1) en zijn
zwager Hans Rüdiger uit Sachsenfeld (1626). Op 07-08-1650 verkocht de weduwe Rosina Rüdiger de
verliesleidende smederij aan Friedrich Röhling en haar zoon Hans Rüdiger. Net na de Dertigjarige
Oorlog was het een groot risico een dergelijke investering in een smederij te doen. Op 03-08-1661
werd de smederij door een watersnoodramp verwoest.
Op 28-06-1667 verkochten de erfgenamen van Friedrich de smederij. Als erfgenamen werden vermeld: “1. Rosina Person geb. Röhling, Amtschösserin in Schwarzenberg, 2. Friedrich Röhling,
verordneter Stadtrichter zu Schwarzenberg, 3. Wolfgang Röhling, Bürger zu Schwarzenberg, 4.
Abraham Pollmann (Pollmer), Stadtschreiber in Elterlein in ehel. Vormundschaft seines Weibes
Barbara geb. Röhling, als Verkäufer, und Hans Heinrich Eberwein, Rat- und Handelsmann zu
Elterlein als Käufer, das halbe Hammerwerk zu Kleinpöhla (Pfeilhammer) mit aller Zugehörung, auch
Bergteile, Vorrat an Eisenstein, wie alles die Verkäufer von ihrem lieben Vater und Schwiegervater
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Herrn Friedrich Röhling seel. ererbt.” Ze verkochten de helft van de smederij voor een bedrag van
2825 Gulden.
Op 26-07-1689 verkochten de erfgenamen voor 2300 Gulden de andere helft, welke het Röhlingsche Teil genoemd werd, aan Herr Johan Adam Krauß. Als erfgenamen werden vermeld: “die
Witwe Anna Maria, Johann Heinrich, die Schnorrin, die Melberin, die Hämmannin, Johann Friedrich
Röhling, Johan Heinrich Röhling, Christian Röhling.”
De fabriek zou nog regelmatig van eigenaar veranderen. In 1836 nam Eduard Wilhelm Breitfeld uit
Rothenhammer-Unterwiesenthal en zijn schoonzoon Carl Gotthilf Nestler uit Wittigsthal de smederij
over en noemden deze “Nestler & Breitfeld“ (in 1884 kocht deze firma tevens de Pfeilhammer te
Pöhla, zie: 11.15). In 1994 werd de fabriek overgenomen door “Schubert & Salzer Gruppe“. De
onderneming heeft momenteel circa 250 medewerkers en een productie van 21.000 ton ijzer.
Uit het tweede huwelijk:
1.
Jkr. Johannes Friedrich Röhling, geboren op 29-07-1645 te Schwarzenberg, overleden op 0208-1645 te Schwarzenberg.
Uit het derde huwelijk:
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
13.3
Jkfr. Susanne Röhling (zie: 14.1).
Jkr. Hans Friedrich Röhling (zie: 14.2);
Onbekende zoon of dochter, levenloos geboren, Evangelisch-Luthers begraven op 07-01-1652;
Jkfr. Rosina Röhling, geboren 11-02-1653 te Schwarzenberg, Evangelisch-Luthers begraven op
21-03-1653;
Jkr. Johannes Heinrich Röhling (zie: 14.3);
Jkr. Christianus Röhling (zie: 14.4);
Jkfr. Anna Rosina Röhling (zie: 14.5);
Onbekende dochter (zie: 14.6).
Jkfr. Catharina Röhling, geboren op 09-09-1618 te Elterlein. Dochter van Friedrich Röhling en
Juliana von Elterlein (zie: 12.2). Gehuwd (1) op 03-05-1636 te Elterlein met Johann Fischer (der
Jüngere), geboren op 21-06-1593 te Oberwiesenthal, overleden op 27-12-1646 te Oberwiesenthal.
Zoon van Johann Fischer (der Ältere), Stadtvogt aus der Neustadt bei Wiesenthal, en Catharina
Riedel. Johann was weduwnaar. In 1615 was hij gehuwd met Magdalena Hoffmann, overleden op
08-03-1633, dochter van Matthes Hoffmann, Rohrschmiedes te Elterlein. Gehuwd (2) met Johann
Heinrich Eberwein, geboren in 1625. Zoon van Heinrich Eberwein en Susanna Kaltwasser.
Heinricht Sr. was Churfürstlich Sächs. Oberförsters te Crottendorf (Hoofd boswachter). Heinrich Jr.
was de broer van Anna Maria Eberwein (zie: 13.2).
Johann Fischer was van beroep Handelsmann. Hans Heinrich was Consortius (zakelijk partner) van de
Pfeilhamer te Klein Pöhla, waarvan hij op 28-06-1667 de helft had gekocht van zijn zwagers erfgenamen voor 2825 Gulden, waarvan 475 Gulden als aanbetaling (zie: 13.2). Tevens werd hij vermeld
als uitmuntend burger en Handelsmann te Elterlein.
Uit het eerste huwelijk:
1.
Juliane Fisher, geboren op 03-11-1637 te Unterwiesenthal, overleden op 29-08-1708 te
Schlettau. Gehuwd op 16-11-1656 te Schlettau met Johann Adolph Jungmichel (Jungkmich),
Malzhändler en Bürgermeister te Schlettau, geboren op 12-01-1636 te Schlettau, overleden op
28-01-1689 te Schlettau. Zoon van Johann Jungkmichel en Barbara Kleinhempel. Samen
kregen zij ten minste één dochter, Catharina.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Uit het tweede huwelijk:
2.
3.
Johann Heinrich Eberwein, Pfarrer te Mansfeld;
Heinrich Eberwein, geboren in 1642. Heinrich was van beroep Rechtskonsulent en
Stadtschreiber te Marienberg.
13.4
Jkr. Sigismuntus Röhling, ook wel Sigismund, geboren op 18-03-1621 te Elterlein. Zoon van Friedrich Röhling en Juliana von Elterlein (zie: 12.2). Sigismuntus trad gedurende de Dertigjarige Oorlog
in Zweedse dienst en sneuvelde in de loop van de oorlog.
13.5
Jkfr. Barbara Röhling, geboren op 29-09-1624 te Elterlein, overleden in circa 1700. Dochter van
Friedrich Röhling en Juliana von Elterlein (zie: 12.2). Gehuwd met Abraham Pollmer, geboren op
24-01-1619 te Elterlein, overleden in 1657 te Elterlein.
Abraham was van beroep Organist en Stadtschreiber (stadsgriffier) van Elterlein. De Stadtschreiber
stond gedurende de middeleeuwen en vroege moderne tijd aan het hoofd van de stedelijke administratie en was daarmee een van de machtigste mannen van de stad. In documenten wordt de Stadtschreiber vaak “schreiber”, “scribae” of “notarius civitatis” genoemd. Sinds de 15de eeuw moest de
Stadtschreiber voorafgaand aan zijn indiensttreding een opleiding volgen. Abraham en Barbara
kregen samen 7 kinderen.
Uit dit huwelijk onder andere:
1.
2.
3.
4.
13.6
Concordia Pollmer, geboren op 08-09-1655 te Elterlein, overleden op 15-03-1718 te
Markersbach. Gehuwd op 18-05-1688 te Markersbach met Georg Johann Abendroth, geboren
op 25-01-1650 te Crottendorf, overleden op 11-07-1728 te Markersbach. Zoon van Peter Johann
Abendroth, smid, doeksnijder en voorzitter van het doekwerkers gilde, en Susanna Schreiber.
Samen kregen zij 3 kinderen. Georg Johann huwde (1) met Anna Elisabeth Öser en (3) met
Anna Rosina Schneider;
Anna Catharina Pollmer, geboren in circa 1667, overleden in 1733;
Rudolphus Pollmer;
Georgius Pollmer.
Jkr. Wolfgang Röhling, geboren op 10-08-1631 te Elterlein, Evangelisch-Luthers begraven op 0512-1709 in de kerk te Elterlein. Zoon van Friedrich Röhling en Juliana von Elterlein (zie: 12.2). Gehuwd op 27-04-1657 met Jkfr. Anna Catharina Moyses von Kyrberg, geboren op 10-01-1636 te
Schlackenwerth, overleden op 05-05-1711 te Elterlein. Dochter van Jkr. Nikodemus Moyses von
Kyrberg en Susanne Müller. Nikodemus was hochfürstlich Sächs.-Lauenbutgischer Haupt- en Amtmann zu Schlackenwerth.
Wolfgang was Bürger, Ratsherr en Handelsherr te Elterlein. Hij doneerde aan de kerk een zilveren
kelk, in 1712 kreeg de kerk van de nabestaanden van Wolfgang eveneens een vandaag de dag nog
aanwezige zilveren wijnkan met de familiewapens van Wolfgang en zijn echtgenote. De ijzeren
grafplaat van het echtpaar is bewaard gebleven en bevindt zich thans tegen de muur van de St.
Laurenti kerk te Elterlein.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
Jkfr. Dorothea Röhling (zie: 14.7);
Jkr. Johann Wolfgang Röhling (zie: 14.8);
Jkfr. Susanne Catharina Röhling (zie: 14.9);
Jkfr. Concordia Röhling (zie: 14.10);
Jkfr. Susanne Rosina Röhling (zie: 14.11).
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
13.7
Jkfr. Juliana Röhling, geboren in 1634. Dochter van Friedrich Röhling en Juliana von Elterlein (zie:
12.2). Gehuwd met Johann Rudolf Persohn. Johann Rudolf was Amtsschösser (belastinginner van
een ambt) te Schwarzenberg. Mogelijk betreft het hier de onder 13.1 genoemde Rosina Röhling.
Gezien de geboorte en overlijdensdata van Rosina en Johann Rudolf lijkt het niet aannemelijk dat
Juliana huwde met haar zwager ná het overlijden van haar zuster Rosina.
13.8
Jkr. Ehrenfried Röhling, geboren op 31-08-1618 te Marienberg, overleden op 26-10-1656 te
Annaberg. Zoon van Esaias Röhling en Regina Grieffe (zie: 12.9). Gehuwd in 1641 met Walpurga
Dorn, geboren in 1619, begraven op 24-07-1695 te Annaberg (76 jaar en bijna 8 weken oud). Walpurga huwde (na het overlijden van Ehrenfried) in circa 1660 met Joachim Pöschel, Tuchmacher en
Viertelsmeister te Annaberg.
Ehrenfried was van beroep Tuchmacher (wever) te Annaberg. Op 17-02-1646 kocht Ehrenfried een
huis te Annaberg voor 1200 Gulden van Catharina, weduwe van Ulrich Weinmann en Muhme (tante
of nicht) van Walpurga Dorn. In 1658 ging het huis over op de erfgenamen die het huis aan hun
moeder ter beschikking stelden. In 1664 ging het huis echter verloren tijdens de grote stadsbrand.
Op 16-03-1660 werd de inventaris van Ehrenfrieds erfenis besproken. Hierbij werden de vier kinderen van Ehrenfried als erfgenamen vermeld. De erfenis bestond onder andere uit aandelen van de
Commothauischen Alaunwerk en Palmbaum te Marienberg. Ieder kind kreeg 160 Gulden, de weduwe
314 Thaler.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
13.9
Jkfr. Regina Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op 16-09-1642 te Annaberg. Gehuwd op
13-07-1662 te Annaberg met Laurentius Klemm, Tuchmacher te Annaberg;
Jkfr. Catharina Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op 27-05-1645 te Annaberg, jong
overleden;
Jkr. Johann Sebastian Röhling (zie: 14.12);
Jkfr. Elisabeth Röhling (zie: 14.13);
Jkfr. Susanna Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op 21-01-1656 te Annaberg. Gehuwd in
1687 te Annaberg met Andreas Haugh, Gerbermeister (leerlooiersmeester) te Annaberg.
Jkr. Gottfried Röhling, geboren op 30-03-1628 te Marienberg, overleden op 05-01-1688 te Marienberg, Evangelisch-Luthers begraven op 12-01-1688 in de kerk te Marienberg (nabij de Taufstein naast
Bürgermeister Ernst Struntz (zie: 11.29). Zoon van Ernst Röhling en Elisabeth Hiller (Hyller) (zie:
12.10). Gehuwd op 10-11-1651 te Marienberg met Maria Olbrich, geboren op 10-08-1631 te Marienberg, overleden op 20-01-1695 te Marienberg. Dochter van Christoph Olbrich, Ratsherr en
Stadtrichter te Marienberg.
Gottfried legde op 19-07-1652 de Bürgereid af en werd in 1658 Ratsherr. In 1667 werd hij Gegenschreiber, van 1670/1671 Baumeister, 1671/1672 Stadtrichter, in 1677 Bürgermeister, in 1678/1679
Kämmerer. Tevens was hij Kirchenvorstand. De weduwe van Gottfried, Maria, stond in 1691 borg
voor Frau Maria Jahnin voor 100 Gulden zodat zij in staat was voedingsmiddelen te betalen. Frau
Jahnin gaf haar tuin nabij de Zschopauer Tor als onderpand.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Jkfr. Elisabeth Röhling, geboren op 07-08-1652 te Marienberg;
Jkfr. Martha Röhling (zie: 14.14);
Jkfr. Maria Magdalena Röhling, geboren op 20-07-1657 te Marienberg, overleden op 17-011658 te Marienberg;
Jkfr. Maria Röhling, geboren op 23-12-1658 te Marienberg;
Jkfr. Euphrosina Röhling (zie: 14.15);
Jkfr. Sophia Röhling (zie: 14.16);
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
7.
8.
9.
13.10
Jkfr. Johanna Röhling (zie: 14.17);
Jkfr. Rosina Röhling, geboren op 21-07-1670 te Marienberg;
Jkfr. Johanna Eleonora Röhling, geboren op 12-05-1675 te Marienberg.
Jkfr. Margarethe Christiane Röhling, geboren op 12-08-1629 te Schneeberg. Dochter van Ulrich
Röhling en Barbara Elisabeth Schröter (zie: 12.17). Gehuwd op 23-05-1653 te Schneeberg met Hans
Georg Funkhänel (Junghändel?) uit Schneeberg.
Hans Georg was Schichtmeister in de mijnbouw te Schneeberg.
13.11
Jkfr. Susanna Regina Röhling, geboren op 09-10-1638 te Schneeberg. Dochter van Ulrich Röhling
en Barbara Elisabeth Schröter (zie: 12.17). Gehuwd op 13-10-1670 te Schneeberg met Caspar
Schenk uit Schneeberg.
13.12
Jkr. Friedrich Ullrich Philipp Röhling, Herr von Brünnlaßberg, geboren op 20-10-1642 te Schneeberg. Zoon van Ulrich Röhling en Barbara Elisabeth Schröter (zie: 12.17). Gehuwd op 21-01-1666 te
Schneeberg met Klara Beck. Dochter van Pfr. Johann Beck (Pistorius) uit Eibenstock.
Friedrich Ullrich Philipp was Bürger te Schneeberg en van beroep bauender Gewerke en Rektor te
Schneeberg. Van zijn vader erfde hij het leengoed Brünnlaßberg.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
13.13
Jkr. Friedrich Christian Röhling, geboren op 03-10-1666 te Schneeberg;
Jkr. Gottfried Röhling, geboren op 18-05-1668 te Schneeberg;
Jkr. Ulrich Friedrich Röhling, geboren op 07-10-1670 te Schneeberg, overleden op 21-04-1672
te Schneeberg;
Jkr. Ulrich Philipp Röhling, geboren op 22-12-1673 te Schneeberg;
Jkfr. Susanna Regine Röhling, geboren op 21-06-1676 te Schneeberg.
Jkr. Gottfried Röhling, geboren op 18-10-1637 te Zwickau. Zoon van Gottfried Röhling en Christine Vollrath (zie: 12.22). Gehuwd op 01-12-1662 met Katharina Margarethe Kopp, dochter van
Pfr. Michael Kopp, Pfarrer te Wiedersberg bij Ölsnitz.
Gottfried was van beroep kopersmid te Hof, later te Zwickau en Plauen.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
13.14
Jkr. Paul Röhling (zie: 14.18);
Jkfr. Anna Sophia Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op 09-12-1672 te Plauen, overleden
op 15-11-1677 te Plauen;
Jkfr. Anna Rosina Röhling (zie: 14.19);
Jkr. Christian Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op 13-12-1678 te Plauen, EvangelischLuthers begraven op 23-08-1695 te Plauen;
Jkfr. Anna Maria Röhling (zie: 14.20);
Jkr. Christoph Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op 23-01-1686 te Plauen, EvangelischLuthers begraven op 09-09-1686 te Plauen.
Jkfr. Regina Röhling, geboren op 16-09-1639 te Zwickau. Dochter van Gottfried Röhling en Christine Vollrath (zie: 12.22). Gehuwd (1) op 16-05-1665 te Zwickau met Christoph Schuhmann. Gehuwd (2) op 15-11-1675 te Zwickau met Hans Zillig.
Christoph was van beroep Töpfermeister te Zwickau. De tweede echtgenote van Regina was eveneens
Töpfermeister te Zwickau.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
14.1
Jkfr. Susanne Röhling, geboren op 09-09-1647 te Schwarzenberg, overleden op 26-04-1716 te
Schneeberg. Dochter van Friedrich Röhling en Anna Maria Eberwein (zie: 13.2). Gehuwd op 25-111666 te Schwarzenberg met Jkr. Veit Hannß Schnorr von Carolsfeld, geboren op 15-03-1644 te
Schneeberg, overleden op 26-01-1715 te Schneeberg. Zoon van Veit Hannß Schnorr “der Ältere”
(eigenaar van een Hammerwerk te Aue, stichter van de Blaufarbenwerks te Niederpfannenstiel, Handelsmann en Ratsherr te Schneeberg).
Hannß was Ratsherr en Stadtrichter te Schneeberg, daarnaast was hij ook Hammerherr (bezitter van
een ijzerwarenfabriek), Handelsmann, Großkaufmann en stichtte hij de eisenwerks te Carolsfeld (het
huidige Carlsfeld te Saksen), Stützengrün en Brünnlaßberg en zorgde zodoende voor de ontwikkeling
van de metaalbewerking aldaar. Hij was tevens eigenaar van Berg- en Hammerwerken te Aue, de
Schwefelhütte Neidhardtsthal, Ellefeld, en de Blaufarbenwerks Pfannenstiel. Met zijn Weißerdezeche
St. Andreas nabij Aue leverde hij het ruwe materiaal voor het witte porcelein uit Meißen. Weißerdezeche St. Andreas was de eerste vindplaats van geschikte grondstoffen voor porcelein in Europa.
In 1677 kocht Hannß de Hof Zschorlau voor 1000 Gulden van Amtsschreiber Joh. Heinrich
Heßling uit Wiesenburg. In 1686 kocht hij voor 5000 Thaler de Waffenhammergut Unterstützengrün
van Frau Maria Rosina Lichtenhahn, welke zij van haar vader Benjamin Heyden geërfd had. Op 0404-1687 werd Hannß te Wenen door keizer Leopold I met het predikaat von Carolsfeld in de Rijksadelstand verheven.
Hannß liet de kerk te Carlsfeld bouwen (de bouw duurde van 1684 tot 1688) en richtte een fonds op
met 1200 Reichsthaler. Hiervan kreeg de pastoor jaarlijks 50 Gulden en de schoolmeester 15 Gulden.
In de Trinitatiskerk te Carlsfeld hangen portretten van Susanne en Hannß. Op het portret van Susanne
staat het diplomwappen van de familie Röhling afgebeeld, op het portret van Hannß kan men nog het
bürgerlicheswappen van zijn familie vinden. Zijn begrafenis in 1715 was een gebeurtenis voor het
gehele Erzgebirge, 400 mensen uit de mijnbouwindustrie woonden de begrafenis bij.
Uit dit huwelijk:
4 zonen zijn jong overleden, 4 dochter zijn jong overleden.
9.
10.
11.
12.
13.
Jkr. Veit Hans Schnorr von Carolsfeld, geboren op 12-02-1671, overleden op 06-06-1738.
Gehuwd op 07-05-1695 te Schneeberg met Anna Regina Behm, geboren op 14-01-1677 te
Schneeberg, overleden op 14-05-1755 te Schneeberg. Dochter van Benjamin Behm
(beeldhouwer) en Rosina Schreiber. Veit Hans was eigenaar van Bergwerkes en Hammerwerkes
te Aue. Het gezin kreeg 2 kinderen;
Jkfr. Anna Magdalena Schnorr von Carolsfeld, geboren op 24-09-1677 te Schneeberg,
overleden op 22-11-1731. Gehuwd op 08-11-1692 met Zacharias Platner, geboren op 13-121658 te Chemnitz, overleden op 29-11-1729 te Chemnitz. Zacharias was Handelsmann, Ratsherr,
Stadtrichter en Bürgermeister te Chemnitz;
Jkfr. Maria Sophia Schnorr von Carolsfeld, Evangelisch-Luthers gedoopt op 08-06-1683 te
Schneeberg, overleden op 16-01-1711 te Schneeberg. Gehuwd op 30-05-1702 te Schneeberg met
Christoph Härtel, geboren op 21-06-1670 te Schneeberg, overleden op 27-10-1750 te
Schneeberg. Christoph was Stadtrichter en Bürgermeister te Schneeberg;
Jkfr. Anna Maria Schnorr von Carolsfeld, Evangelisch-Luthers gedoopt op 25-11-1684 te
Schneeberg, overleden op 28-01-1743 te Schneeberg. Gehuwd op 20-10-1705 te Schneeberg met
Gabriel Queck, geboren op 29-05-1678 te Schneeberg, overleden op 12-11-1728 te Schneeberg.
Gabriel was Kauf- en Handelsherr;
Jkr. Johann Enoch Schnorr von Carolsfeld, geboren op 22-08-1686 te Schneeberg, overleden
op 29-01-1753 te Schneeberg. Gehuwd op 17-11-1711 te Schlettau met Sophia Concordia
Oeser, geboren op 13-02-1693 te Schlettau, overleden op 20-06-1757 te Schneeberg. Dochter
van Ambrosius Oeser (Handelsmann, Ratsherr te Schlettau, Erb en Lehnrichters te Dörfel) en
Jkfr. Anna Sophia Hänel von Cronenthall. Johann was de eigenaar van een Hammerwerk te
Schneeberg, Handelsherr en Kurfürstliche Sächsischen Gegen- und Rezeßschreiber te
Schneeberg. Het gezin kreeg 7 kinderen waarvan 4 op jonge leeftijd stierven.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
14.2
Jkr. Hans Friedrich Röhling, geboren op 14-10-1649 te Schwarzberg, overleden op 02-03-1713 te
Schwarzberg. Zoon van Friedrich Röhling en Anna Maria Eberwein (zie: 13.2). Gehuwd met Anna
Justina Harnich, geboren op 13-07-1640.
Hans Friedrich trad na zijn huwelijk in dienst van het keizerlijke leger.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
14.3
Jkfr. Johanne Maria Röhling, geboren op 03-06-1680;
Jkfr. Johanne Christiane Röhling, geboren op 03-09-1685;
Jkr. Abraham Friedrich Röhling, geboren op 10-12-1686.
Jkr. Johannes Heinrich Röhling, geboren op 02-03-1654 te Schwarzenberg, Evangelisch-Luthers
begraven op 14-01-1722 te Neustädtel. Zoon van Friedrich Röhling en Anna Maria Eberwein (zie:
13.2). Gehuwd op 11-11-1684 te Schneeberg met Rosina Richter, geboren op 08-07-1669 te Schneeberg, overleden op 14-09-1737 te Neustädtel. Dochter van Christian Richter, Bürger, Handelsmann
en Fleischers te Schneeberg, en Katharina Pöhner uit Schneeberg.
Johannes werd bij zijn geboorte vernoemd naar zijn overgrootvader van vaders zijde en grootvader
van moeders zijde. Vóór 19-09-1694 verhuisden Johannes en zijn echtgenote naar Neustädtel (op deze
datum werd hun zoon Johann Heinrich te Neustädtel geboren). Johannes was niet betrokken bij de
mijnindustrie. Het is goed mogelijk dat de Dertigjarige Oorlog (van 1618 tot 1648) hier aan ten grondslag heeft gelegen, dit valt echter niet te achterhalen. Het is wel bekend dat de mijnindustrie na de
Dertigjarige Oorlog een moeilijke periode doormaakte. Mogelijk werd de vader van Johannes hier
reeds mee geconfronteerd en moest de familie een andere bron van inkomsten zien te vinden. Een
andere oorzaak voor deze nieuwe koers zou de komst van een pestepidemie kunnen zijn (in de genealogie blijkt dat enkele aanverwante takken rond deze tijd zijn overleden aan deze ziekte).
In Neustädtel vestigde Johannes zich als Handelsmann (koophandelaar) en Seifensieder. Een
Seifensieder was een ambachtsman die zeep produceerde uit vetten, oliën en soda. Zeep werd in
Europa geïntroduceerd na de kruistochten en diende als vervanging voor het wasmiddel dat men
maakte uit het as van hout. De eerste gilden ontstonden in Centraal Europa rond de 14de eeuw
(Wenen, Augsburg en Ulm). Vlak voor zijn overlijden was Johannes tevens Schießmeister (schietmeester) en Gerichtsschöppe (schepen, oftewel wethouder) te Neustädtel.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.4
Jkfr. Susanne Maria Röhling (zie: 15.1);
Jkfr. Anna Catharina Röhling (zie: 15.2);
Jkfr. Rosina Röhling, geboren op 09-01-1689 te Schneeberg, overleden op 03-10-1689 te
Schneeberg;
Jkr. Johann Christian Röhling, geboren op 30-08-1690 te Schneeberg, overleden op 24-021691 te Schneeberg;
Jkr. Markus Röhling (zie: 15.3);
Jkr. Johann Heinrich Röhling (zie: 15.4);
Jkr. Christian Röhling (zie: 15.5);
Jkr. Friedrich Röhling (zie: 15.6);
Jkfr. Maria Sophia Röhling (zie: 15.7);
Jkr. Johann Georg Röhling (zie: 15.8);
Jkr. Georg Heinrich Röhling (zie: 15.9);
Jkr. Johann Christoph Röhling, geboren op 03-07-1708 te Neustädtel;
Jkfr. Rosina Röhling (zie: 15.10).
Jkr. Christianus Röhling, geboren op 24-04-1657 te Schwarzenberg, overleden op 21-08-1707 te
Eibenstock. Zoon van Friedrich Röhling en Anna Maria Eberwein (zie: 13.2). Gehuwd in 1684 met
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Juliane Siegel, dochter van Andreas Siegel. Christianus was enige tijd eigenaar van Eisenwerk Erla,
welke van zijn vader was geweest.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
14.5
Jkfr. Johanna Christiana Röhling, geboren op 03-05-1685 te Schwarzenberg. Gehuwd met
Nicol Spranger, predikant;
Jkr. Abraham Friedrich Röhling, geboren op 10-12-1686, overleden op 07-11-1699;
Jkfr. Juliane Röhling, geboren op 06-03-1689, overleden in 1690;
Jkr. Christian Rudolph Röhling, geboren en overleden in 1691;
Jkfr. Sophia Röhling, geboren op 24-01-1692 te Eibenstock, overleden op 18-03-1722 te
Eibenstock;
Jkr. Heinrich Röhling, geboren en overleden in 1693;
Jkr. Heinrich Röhling, geboren in 1699, overleden in 1700;
Jkr. Christian Heinrich Röhling, geboren op 12-06-1702. Gehuwd met Catharina Elisabeth
Gr…
Jkfr. Anna Rosina Röhling, geboren op 16-10-1660 te Schwarzenberg. Dochter van Friedrich Röhling en Anna Maria Eberwein (zie: 13.2). Gehuwd (1) met Augustin Melber, geboren op 19-03-1646
te Aue. Gehuwd (2) met Samuel Dietrich.
Augustin Melber was Churfürstliche Amtsschreiber te Schwarzenberg. Samuel Dietrich was Bürgermeister te Schwarzenberg.
14.6
Onbekende dochter, geboren in 1663. Dochter van Friedrich Röhling en Anna Maria Eberwein (zie:
13.2). Gehuwd met een zekere Schumann nadat deze uit Oostindië was teruggekeerd.
14.7
Jkfr. Dorothea Röhling, geboren op 23-12-1657. Dochter van Wolfgang Röhling en Anna Catharina
Moyses von Kyrberg (zie: 13.6). Gehuwd met Johann Conradi. Johann was van beroep SchulRektor te Elterlein.
14.8
Jkr. Johann Wolfgang Röhling, geboren op 15-07-1660 te Elterlein, overleden op 18-12-1725 te
Elterlein. Zoon van Wolfgang Röhling en Anna Catharina Moyses von Kyrberg (zie: 13.6). Gehuwd
op 17-07-1715 met Maria Dorothea Meyer, overleden in circa 1720 (5 jaar na het huwelijk). Dochter van papierproducent Georg Meyer uit Schwarzbach.
Johann Wolfgang werd in 1672 te Leipzig als student theologie ingeschreven. Hoewel hij in latere
jaren net als zijn vader geld verdiende in de handel bleef hij zich zijn hele leven bezighouden met de
wetenschap. In de Elterleiner Chronik werd hij als “fürnehmen litteratus” beschreven. Johann Wolfgang bouwde rond 1721 een “Patrizierhaus” aan de markt van Elterlein (het huidige Marktplatz 23).
Zijn initialen en het Diplomwappen zijn boven de voordeur zichtbaar. Een met het familiewapen versierd beeldsnijwerk aan het kansel (preekstoel) van de St. Laurenti kerk te Elterlein is mogelijk aan
hem toe te schrijven.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
14.9
Jkr. Friedrich Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op 26-04-1716 te Elterlein;
Jkfr. Johanna Christiane Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op 01-05-1718 te Elterlein;
Jkfr. Christiane Concordia Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op 02-05-1720 te Elterlein.
Jkfr. Susanne Catharina Röhling, gebroren in 1663. Dochter van Wolfgang Röhling en Anna Catharina Moyses von Kyrberg (zie: 13.6). Gehuwd met Gottfried (Georg) Wiedemann uit Schwarzenberg. Georg was Bürger te Schwarzenberg. Later werd hij Amtmann te Grimma.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
14.10
Jkfr. Concordia Röhling, geboren op 26-01-1669/70. Dochter van Wolfgang Röhling en Anna Catharina Moyses von Kyrberg (zie: 13.6). Gehuwd met Wolfgang Dieze, omschreven als uitzonderlijke
Bürger en Handelsmann te Annaberg.
14.11
Jkfr. Susanne Rosina Röhling, geboren in circa 1675, overleden op 15-06-1714. Dochter van Wolfgang Röhling en Anna Catharina Moyses von Kyrberg (zie: 13.6). Gehuwd in 1695 te Elterlein met
Hans Christian Eberwein, zoon van Johann Wilhelm Eberwein, Erbrichter (Erfrechter) te Neudorf en Oberförster te Crottendorf.
Hans Christian was van beroep Erbrichter (Erfrechter) te Neudorf en Oberförster te Crottendorf.
14.12
Jkr. Johann Sebastian Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op 22-05-1648 te Annaberg. Zoon
van Ehrenfried Röhling en Walpurga Dorn (zie: 13.8). Gehuwd in 1671 te Buchholz met Maria
Lorentz, dochter van Martin Lorentz, Stadtrichter te Buchholz.
Johann was van beroep Tuchmacher (wever) te Annaberg. In 1685 was hij eigenaar van Schwibbogens nr. 24.
Uit dit huwelijk:
1.
14.13
Onbekende dochter, Evangelisch-Luthers gedoopt in 1672 bij Siegmund Röhling.
Jkfr. Elisabeth Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op 27-05-1651 te Annaberg, Evangelisch-Luthers begraven op 10-12-1728 te Annaberg bij Schwibbogen Nr. 28. Dochter van Ehrenfried Röhling
en Walpurga Dorn (zie: 13.8). Gehuwd op 10-10-1669 te Annaberg (ondertrouw op 18.p.Trinit 1669
te Annaberg) met Samuel Meußel, geboren op 15-09-1639 te Annaberg, Evangelisch-Luthers begraven op 10-02-1705 te Annaberg. Zoon van Christoph Meußel, van beroep Gerber, en Maria Klemm
(weduwe van een zekere Ulmann).
Samuel was net als zijn vader Gerbermeister (leerlooier) te Annaberg.
14.14
Jkfr. Martha Röhling, geboren op 10-11-1654 te Marienberg, overleden op 14-03-1729 te Marienberg. Dochter van Gottfried Röhling en Maria Olbrich (zie: 13.9). Gehuwd op 17-01-1681 met Max
Ernst Struntz, weduwnaar, en zoon van Johann Ernst Struntz, Bürgermeister te Marienberg (zie:
11.29, 11.30 en 13.9).
Max Ernst was van beroep Pastor te Mochau bij Oschatz, later te Großrückerswalde.
14.15
Jkfr. Euphrosina Röhling, geboren op 17-03-1661 te Marienberg, overleden op 13-03-1712 te Marienberg. Dochter van Gottfried Röhling en Maria Olbrich (zie: 13.9). Gehuwd op 17-05-1686 te
Marienberg met Georg Ernst Siegel, geboren op 04-02-1655 te Marienberg, overleden op 21-091710 te Marienberg. Zoon van Ernst Siegel.
Georg Ernst was van beroep Gastwirt en kurfürstl. sächs. Straßeninspektor. Georg kocht op 02-021682 voor 1200 Gulden de Gasthof “Zum güldenen Cranz” aan de Markt te Marienberg van Herrn
Samuel Remiger. Herr Remiger had de Gasthof uit de erfenis van zijn echtgenote, Barbara Elisabeth
Röhling overgenomen (zie: 12.11).
14.16
Jkfr. Sophia Röhling, geboren op 12-06-1664 te Marienberg. Dochter van Gottfried Röhling en Maria Olbrich (zie: 13.9). Gehuwd op 27-01-1685 te Marienberg met Pfr. Gottfried Hillner, overleden
in 1725 te Gelenau. Zoon van Abel Hillner, Schulmeister en Organist te Niederzwönitz, en Justina
Höfer. Gottfried was Pfarrer te Gelenau.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
14.17
Jkfr. Johanna Röhling, geboren op 09-02-1667 te Marienberg, Evangelisch-Luthers begraven op 0406-1725 te Marienberg. Dochter van Gottfried Röhling en Maria Olbrich (zie: 13.9). Gehuwd op 0302-1691 te Marienberg met Salomon Hinckel, zoon van Ernst Hinckel, Bergschmiedes te Pobershau.
Salomon was van beroep Kauf- und Handelsmann, Spitzenhändler en Bürgermeister te Marienberg.
14.18
Jkr. Paul Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op 21-05-1670 te Plauen, overleden op 04-06-1742
te Plauen. Zoon van Gottfried Röhling en Katharina Margarethe Kopp (zie: 13.13). Gehuwd op 18-061700 te Plauen met Helene Wolfahrt, geboren te Hof op 03-06-1678, overleden op 06-09-1751 te
Plauen. Dochter van kopersmid Martin Wohlfarth te Hof.
Paul was van beroep kopersmid te Plauen.
14.19
Jkfr. Anna Rosina Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op 09-12-1675 te Plauen, overleden op
07-12-1719 te Plauen. Dochter van Gottfried Röhling en Katharina Margarethe Kopp (zie: 13.13).
Gehuwd op 04-02-1695 te Plauen met Michael Fritzsche, geboren op 02-08-1673 te Oberlosa, Evangelisch-Luthers begraven op 22-11-1720 te Plauen.
Michael was Bürger te Plauen. Van beroep was hij Glaser en Vorsteher der Schleierhändler te Plauen.
14.20
Jkfr. Anna Maria Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op 18-12-1681 te Plauen. Dochter van
Gottfried Röhling en Katharina Margarethe Kopp (zie: 13.13). Gehuwd op 24-03-1700 te Reichenbach met Augustin Thiele, zoon van Michael Thiele, Bürger en Gastwirt van “Zum Schwan” te
Zwickau.
Augustin was Bürger te Zwickau en van beroep kopersmid.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
15.1
Jkfr. Susanne Maria Röhling, geboren op 16-03-1686 te Schneeberg. Dochter van Johannes Heinrich Röhling en Rosina Richter (zie: 14.3). Gehuwd op 15-04-1709 te Neustädtel met Johann
Mitlacher.
Johann was Bürger en van beroep Schießmeister (schietmeester) te Schneeberg.
15.2
Jkfr. Anna Catharina Röhling, geboren op 08-05-1687 te Schneeberg. Dochter van Johannes Heinrich Röhling en Rosina Richter (zie: 14.3). Gehuwd (1) op 14-02-1707 te Neustädtel met Gottfried
Schürer. Gehuwd (2) met een zekere Mehlhorn uit Schlema.
Gottfried was van beroep bakker, molenaar en tuinder te Lindenau.
15.3
Jkr. Markus Röhling, geboren op 25-03-1692 te Neustädtel. Zoon van Johannes Heinrich Röhling
en Rosina Richter (zie: 14.3).
15.4
Jkr. Johann Heinrich (Henrik) Röhling, geboren op 19-09-1694 te Neustädtel, overleden vóór 3112-1741. Zoon van Johannes Heinrich Röhling en Rosina Richter (zie: 14.3). Rooms-Katholiek gehuwd op 07-10-1714 te Thuine, graafschap Lingen, met Griete Egberts, dochter van Berend
(Bernd) Egberts (Egbers).
Henrik werd bij zijn geboorte vernoemd naar zijn vader. Het kerkboek van Neustädtel uit 1694 vermeld bij september: “Den 19 dito: Johannes Heinrich ein Sohn H. Hanß Heinrich Röhligs, hiesig.
Bürgers v. Seiffensieders. Die Mutter: Fr. Rosina, gebohrne Richterin. Pathen: 1.H. Samuel Grabner,
Schulmeister allhier, 2.H. Michael Röder, Bürger v. Seiffensieder, 3.Fr. Barbara, H. Joh. Friedrich Portenreiters, Bürgers v. Kirschners, beyde zum Schneeberg.”
Henrik huwde Rooms-Katholiek op 07-10-1714 te Thuine, graafschap Lingen, met Griete Egberts.
Het graafschap, tot 1702 in bezit van Oranje-Nassau, was Nederlandstalig. Bij de ondertrouw op 1709-1714 te Schapen (in het tegenwoordige Samtgemeinde Spelle) werd vermeld: “Henrik Roling j.m.
Soon van Jan Henrik Roling en Rosina Richters, uit Neer Thuinen 20 Jaer….”. Het mag aangenomen
worden dat het hier de ondertrouw met Griete Egberts betreft. Twintig dagen later lezen wij namelijk
in het trouwboek van de St. Georg parochie te Thuine: “Henrik Röling j.m s.v. Jan Röling, uit nedertuinen en Griete Egberts j.d. van wijle Berend Egberts…”.
Omdat zijn jongere broer Friedrich (zie: 15.6) zich had gevestigd in het relatief nabij gelegen Meldorf (en later Rendsburg) is het aannemelijk dat de broers samen naar het noordwesten van Duitsland
waren gereisd in verband met de verslechterde economische omstandigheden in Saksen.
Het is echter onduidelijk of beide broers naar onbekende oorden trokken of dat zij familie nareisden. Voor het laatst genoemde bestaan wel enkele aanwijzingen. In de kerkboeken van Thuine
vinden wij namelijk drie vrouwen met eenzelfde geslachtsnaam die vóór 1714 woonachtig waren te
Thuine. Deze drie vrouwen waren: Anna Rolink, Aleyd Rolingk en Grete Roling en zij huwden in
1685, 1686 en 1691 te Thuine. Bij Aleyd werd vermeld dat haar vader, Bernd Roling, woonachtig was
te Neer Thuinen. Er woonde dus al geruime tijd een familie Roling te Thuine.
Gezien de omvang van de gemeente is het onwaarschijnlijk (maar niet onmogelijk) dat er twee
verschillende families met een overeenkomstige geslachtsnaam woonden. Het is dus mogelijk dat de
drie vrouwen uit Thuine familie waren en de twee broers Johann Heinrich en Friedrich zich hadden
voorgenomen hun nichten (en neven?) met een bezoek te vereren. Het kan echter niet uitgesloten
worden dat we met twee families te maken hebben. Dit zou kunnen verklaren waarom de verschillende 19de eeuwse Roling families uit Thuine in geen enkel opzicht met elkaar te verbinden zijn. Verder onderzoek naar vorige generaties in de kerkboeken van Thuine is niet mogelijk daar de Heiratsregisters pas in 1685 beginnen (Tauf- en Sterbeberegisters beginnen pas in 1738).
Over het verdere leven van Henrik is niets bekend. Door zijn huwelijk geldt hij als de stamvader
van de Rooms-Katholieke tak van de familie Röhling. Met het huwelijk van zijn zoon op 31-12-1741
werd vermeld dat Henrik was overleden.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Uit dit huwelijk:
1.
Jkr. Bernardus Albertus (Berend) Röling (zie: 16.1).
15.5
Jkr. Christian Röhling, geboren op 10-10-1696 te Neustädtel. Zoon van Johannes Heinrich Röhling
en Rosina Richter (zie: 14.3).
15.6
Jkr. Friedrich Röhling, geboren op 30-12-1698 te Neustädtel, overleden op 02-03-1767 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers begraven op 06-03-1867 te Rendsburg. Zoon van Johannes Heinrich
Röhling en Rosina Richter (zie: 14.3). Gehuwd (1) op 02-11-1728 te Meldorf met Christina Brandt,
Evangelisch-Luthers gedoopt op 16-04-1706 te Meldorf, Evangelisch-Luthers begraven op 25-081733 te Meldorf. Gehuwd (2) op 15-11-1736 met Anna Elisabeth Sudeck, Evangelisch-Luthers gedoopt op 21-03-1717/18 te Rendsburg, overleden op 01-02-1763 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers
begraven op 06-02-1763 te Rendsburg. Dochter van Johann Ludewig Sudeck en Maria Christina
Schröder.
Het lijkt er op dat Friedrich samen met zijn oudere broer Heinrich (zie: 15.4) vanuit Saksen naar het
noordwesten van Duitsland was gereisd om de slechte economische omstandigheden te ontvluchten.
Friedrich vestigde zich eerst te Meldorf en later te Rendsburg.
Ten tijde van zijn eerste huwelijk in 1728 was Friedrich ijzerhandelaar te Meldorf. Bij zijn tweede
huwelijk in 1736 was hij kruidenier te Meldorf. Op 14-12-1739 had hij zich inmiddels gevestigd te
Rendsburg. Bij zijn overlijden was Friedrich slager en kruidenier te Rendsburg.
Uit het eerste huwelijk:
1.
2.
Jkfr. Rosina Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op 13-08-1729 te Meldorf, overleden vóór
1767;
Jkfr. Anna Röhling (zie: 16.2).
Uit het tweede huwelijk:
3.
4.
Jkfr. Maria Catharine Röhling (zie: 16.3);
Jkr. Jürgen Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op 23-04-1747 te Rendsburg, overleden op
18-11-1747 te Rendsburg;
5. Jkr. Johann Peter Ludewig Röhling (zie: 16.4);
6. Jkr. Friederich Röhling, geboren op 18-09-1743;
7. Jkfr. Christiana Röhling, geboren op 03-12-1745, overleden op 31-03-1747;
8. Jkr. Johann Georg Röhling (zie: 16.5);
9. Jkr. Johan Hinrich Röhling (zie: 16.6);
10. Jkr. Jürgen Gotfried Röhling, geboren op 02-02-1757 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers
gedoopt op 06-02-1757 te Rendsburg, ná 07-06-1779 werd niets meer van hem vernomen.
Waarschijnlijk was hij in dienst gegaan bij de Vereenigde Oostindische Compagnie. In de
archieven van de Kamer van de V.O.C. van Enkhuizen vinden we een zekere Jurgen Godvrid
Roehling afkomstig uit ‘Rinsburgh’ die op 24-08-1790 als soldaat voor de V.O.C. inscheepte en
naar de Oost vertrok. Op 06-01-1780 kwam hij met het schip aan op de Kaap om op 17-02-1780
weer te vertrekken. Op 03-05-1780 kwam hij aan in Nederlands Indië. Volgens het archief van de
V.O.C. overleed Jurgen op 12-01-1790 in Azië;
11. Jkr. Jürgen Christian Röhling, geboren op 19-02-1760 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers
gedoopt op 21-02-1760 te Rendsburg.
15.7
Jkfr. Maria Sophia Röhling, geboren op 21-02-1702 te Neustädtel, overleden in 1739 te Neustädtel.
Dochter van Johannes Heinrich Röhling en Rosina Richter (zie: 14.3). Gehuwd op 09-09-1723 te
Neustädtel met Christian Reuter.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
In het kerkboek van Neustädtel uit 1702 staat vermeld bij februari: “Den 21 dito Maria Sophia eine
Tochter H. Johann Heinrich Röhligs, buergers u. Schichtmeisters allhier. Die Fr. Mutter: Rosina;
Pathen: fr. Justina, H. Georg Abraham Siegerts, Organisten u. Gerichtsschreibers Eheliebste allhier.
2. ..... (?) Dauscher (?), buerger in Schneeberg (?), 3. Fr. Anna barbara, Christoph Schloßers Farbmeisters in Oberschlema Eheweib.” In de trouwboeken van Neustädtel uit 1723 staat vermeld: “Dn.
XIII. p. Tr. war der 22. Aug. 1 ma vi: beguetherter Buerger u. Weißbecker allhier, David Reuters
hießigen Gerichts-Beysitzers u. Landfuhrmanns ehel. 3ten S. u. Jfr. Maria Sophia Röhligin, H. Joh.
Heinr. Röhligs seel. gewesenen SchichtMstr. u. Gerichtsbeysitzers alhier nachgel. ehel. 3te Tochter.”
Christian was een welgestelde Bürger en van beroep Weißbäckermeister te Neustädtel. Weißbäckermeister was een meester in het bakkersgilde en bakker van witbrood en kleine broodjes (het
bakkersgilde was onderverdeeld in Zuckerbäcker, Pfefferkuchenbäcker, Los- of Weißbäcker en Fastof Schwarzbäcker). In het kerkboek van Neustädtel uit 1739 staat vermeld: “Mstr. Xstian Reuters,
Buergers u. Weiß-beckens Weib, Mar. Soph. mit Xstl. LeichPr. at. 38 d. 26ten.”
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
Johann Christian Reuter, geboren op 25-08-1724;
Susanne Maria Reuter, geboren op 18-08-1725;
Johann David Reuter, geboren op 02-10-1727;
Maria Sophia Reuter, geboren op 16-10-1734;
Christian Reuter, geboren op 25-02-1737/38.
15.8
Jkr. Johann Georg Röhling, geboren op 26-02-1704 te Neustädtel. Zoon van Johannes Heinrich
Röhling en Rosina Richter (zie: 14.3).
15.9
Jkr. Georg Heinrich Röhling, geboren op 13-07-1706 te Neustädtel, overleden op 03-11-1780 te
Neustädtel. Zoon van Johannes Heinrich Röhling en Rosina Richter (zie: 14.3). Gehuwd op 24-031730 te Neustädtel met Maria Rosina Gottschaltt (Gottschalk, Gottschalch(-g)), geboren op 08-041710 te Neustädtel, overleden op 23-12-1758 te Neustädtel. Dochter van Zacharias Gottschaltt,
Fleischhauer, en Rosina Graubner (Grabner).
Georg Heinrich was Bergsteiger (toezichthouder in de mijnbouw) en Obersteiger voor de Namen-JesuStolln. Tevens was hij Hospitalvorsteher (directeur ziekenhuis) en Kirchenvorsteher te Neustädtel.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
15.10
Jkfr. Rosina Maria Röhling, geboren op 28-03-1730 te Neustädtel. Gehuwd in 1751 te
Neustädtel met een zekere Glüer;
Jkfr. Johanna Regina Röhling, geboren op 27-04-1732 te Neustädtel. Gehuwd in 1760 te
Neustädtel met Puschmann;
Jkfr. Maria Regina Röhling, geboren op 07-08-1734 te Neustädtel. Gehuwd in 1761 met een
zekere Lenck;
Jkr. Johann Heinrich Röhling (zie: 16.7);
Jkr. Zacharias Röhling (zie: 16.8);
Jkr. Gottfried Röhling, geboren 18-11-1742 te Neustädtel, overleden 23-08-1745 te Neustädtel;
Jkr. Christian Heinrich Röhling, geboren op 10-08-1745 te Neustädtel, overleden in 1746;
Jkr. Christian Gottfried Röhling (zie: 16.9);
Jkr. Hans David Röhling, geboren op 19-07-1753 te Neustädtel.
Jkfr. Rosina Röhling, geboren op 22-09-1709 te Neustädtel. Dochter van Johannes Heinrich Röhling
en Rosina Richter (zie: 14.3). Gehuwd op 19-01-1730 te Neustädtel met Johann Christoph Stark.
Johann was Bürger en van beroep Glasermeister te Neustädtel. Een Glasermeister was meester in het
glasgilde en hield zich bezig met de productie van glas.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
16.1
Jkr. Bernardus Albertus (Berend) Rö(h)ling, geboren in circa 1720 te Thuine, overleden op 23-121749 te Thuine. Zoon van Johann Heinrich Röhling en Griete Egberts (zie: 15.4). Rooms-Katholiek
gehuwd op 31-12-1741 te Thuine met Gesina Hegemans, geboren in 1721, overleden op 10-06-1786
te Thuine (aan de gevolgen van tyfeuze koorts). Dochter van Geerd Hegeman en Grete Dyssel.
Berend werd vernoemd naar grootvader van moeders zijde. Hij was bouwman en had een huis op de
Hollenhorst. In het trouwboek van Thuine staat: “Berend Roeling j.m. S wijlen Henr. Roeling uit den
Hollenhorst, met Gesina Hegemans j.d. van wijlen Geerd Hegeman in ’t Dorp.” Bij de doop van zoon
Hendrik werd Gesina als Aleydis omschreven. In het boek “Use Dorp: Festschrift Zum 1150 jahrigen
Jubilaum Des Dorfes Thuine Im Jahre 1986” stond: “De weduwe Gesina Roling, geboorene Roling,
van wylen Ber. Roling, nieuw. Op de Hollenhorst, 65 jaer, in een heete koorss 10.Juni 1786.”
Uit dit huwelijk:
1.
2.
Jkr. Henricus (Hendrik) Röling (zie: 17.1);
Jkr. Gerardus (Geert) Röling (zie: 17.2).
16.2
Jkfr. Anna Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op 19-09-1731 te Meldorf, overleden ná maart
1767, dochter van Friedrich Röhling en Christina Brandt (zie: 15.6). Gehuwd op 21-05-1751 te Kopenhagen met Christian August Schumann.
16.3
Jkfr. Maria Catharine Röhling, Evangelisch-Luthers gedoopt op 22-09-1741 te Rendsburg. Dochter
van Friedrich Röhling en Anna Elisabeth Sudeck (zie: 15.6). Gehuwd met een zekere Stöhren.
Uit dit huwelijk:
1.
16.4
Dorothea Elisabeth Stöhren, geboren in circa 1777.
Jkr. Johann Peter Ludewig Röhling, geboren op 14-12-1739 te Rendsburg, overleden op 19-021813 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers begraven op 23-02-1813 te Rendsburg. Zoon van van
Friedrich Röhling en Anna Elisabeth Sudeck (zie: 15.6). Gehuwd op 21-08-1767 te Rendsburg met
Anna Brigitta Lorentzen, Evangelisch-Luthers gedoopt op 03-05-1746 te Rendsburg, overleden op
09-07-1799 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers begraven op 12-07-1799 te Rendsburg. Dochter van
Johan (Gottfried) Lorentzen en Anna Abel Westphalen.
Uit dit huwelijk:
1.
Jkr. Johann Friederich Röhling, geboren op 23-06-1768 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers
gedoopt op 26-06-1768 te Rendsburg;
2. Jkr. Georg Hinrich Röhling, geboren op 21-10-1769 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers
gedoopt op 24-10-1769 te Rendsburg, overleden op 18-02-1790 te Rendsburg;
3. Jkr. Christian Dettleff Röhling, geboren op 01-03-1772 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers
gedoopt op 03-03-1772 te Rendsburg, overleden op 13-05-1772 te Rendsburg;
4. Jkr. Johann Christoffer Ludewig Röhling, geboren op 21-04-1773 te Rendsburg, EvangelischLuthers gedoopt op 23-04-1773 te Rendsburg;
5. Jkfr. Anna Catharina Röhling, geboren op 23-06-1775 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers
gedoopt op 27-06-1775 te Rendsburg, overleden op 20-05-1786 te Rendsburg;
6. Jkr. Nicolaus Heinrich Röhling (zie: 17.3);
7. Jkr. Jobst Gottfried Röhling (zie: 17.4);
8. Jkr. Hans Jürgen Röhling, geboren op 17-03-1781 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers gedoopt
op 20-03-1781 te Rendsburg, overleden op 10-11-1784 te Rendsburg;
9. Jkr. Hans Christian Röhling, geboren op 18-05-1783 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers
gedoopt op 21-05-1783 te Rendsburg, overleden ná 1845;
10. Jkr. Detlef Nicolaus Röhling, geboren op 19-06-1786 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers
gedoopt op 23-06-1786 te Rendsburg.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
16.5
Jkr. Johann Georg Röhling, geboren op 02-09-1748 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers gedoopt op
05-09-1748 te St.Marien, Rendsburg (getuigen: Johann Georg Clasen, Mons. Claus Ehlert, Jfr. Anna
Elsabe Kühl), overleden op 24-03-1823 te Rendsburg. Zoon van van Friedrich Röhling en Anna Elisabeth Sudeck (zie: 15.6). Gehuwd op 05-03-1773 te Rendsburg met Margaretha Elsabe Wohlhat,
geboren in circa 1748, overleden op 11-10-1794 te Rendsburg, begraven op 15-10-1794 te Rendsburg.
Johann legde op 02-03-1773 als Bürgersohn de gewöhnlichen Bürgereid van Rendsburg af. In 1780
werd hij vermeld als Gewurzkrämer (specerijenkruidenier). In 1783 richtte hij samen met een zekere
Horst een houthandel op die dankzij het Schleswig-Holstein-Kanal erg winstgevend was en aan de
basis stond van de huidige omvangrijke Rendsburger Holzhandel. In 1817 deed de Magistraat van
Rendsburg een oproep om de gewenste Gelehrtenschule (hogeschool) te financieren daar het Oberkonsistorium dit naliet. Röhling en Horst toonden hun betrokkenheid door 1450 Reichsthaler te doneren. Op 02-03-1823 schreef Johann een brief aan de Commissie van het Rendsburger Armenwesen,
die de oprichting van een spaarbank wenste, waarin hij meedeelde dat hij 500 Reichthaler schonk om
deze oprichting mogelijk te maken. Tevens had hij vier personen bereid gevonden het bestuur op zich
te nemen. De datum 02-03-1823 als oprichting van de Spar- und Leih-Kasse was geen toeval, daar
Johann precies vijftig jaar eerder het burgerschap verkreeg. Kort daarop overleed Johann na een “kurzem und schmerzlosen Krankenlager”. Hij werd bijgezet in de Marienkirche en later op de Altstädter
Friedhof. Zijn graf bestaat niet meer, maar de tekst op zijn steen luidde: “Hier ruht Johann Georg
Röhling, fünfzig Jahr ehrenwerter Bürger dieser Stadt, geb. den 2. Sept. 1748, gest. Den 24 März
1823. Stille Thränen der Dankbarkeit weihlen ihm seine Kinder, mit ihnen die Freunde.” In Rendsburg zijn de Röhlingsweg en Röhlingsplatz naar hem vernoemd. Het door de bank gerestaureerde
Bürgerhaus uit 1685 te Neuwerk (Prinzessinstraβe 13) staat bekend als Johann-Georg-Röhling-Haus.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
16.6
Jkr. Johann Peter Joachim Röhling, geboren op 06-01-1775 te Rendsburg, EvangelischLuthers gedoopt op 09-01-1775 te St.Marien (getuigen: Johann Peter Ludewig Röhling, Hans
Joachim Luer, Anna Christina Luer, overleden op 20-07-1775 te Rendsburg;
Jkr. Georg Niclas Röhling, geboren op 07-12-1775 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers gedoopt
op 10-12-1775 te St.Marien (getuigen: Joachim Nicolaus Horst, Jürgen Hinrich Horst, Wiebeke
Catharina Lürhs), overleden op 08-04-1782 te Rendsburg;
Jkfr. Clara Sophia Margaretha Röhling, geboren op 04-05-1777 te Rendsburg, EvangelischLuthers gedoopt op 07-05-1777 te St.Marien (getuigen: Clara Dorothea, Sophia Magdalena
Claβen, Monsr. Jürgen Nicolaus Seyer), overleden op 20-08-1778 te Rendsburg;
Jkfr. Clara Margaretha Röhling (zie: 17.5);
Jkr. Johann Joachim Röhling, geboren op 17-12-1780 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers
gedoopt op 19-12-1780 te St.Marien (getuigen: Hans Joachim Lues, Catharina Elsabe Ralfs,
Monsr. Johann Joachim Horst), overleden op 21-11-1785 te Rendsburg;
Jkr. Johan Hinrich Röhling, geboren 28-09-1753 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers gedoopt 29-091753 te Rendsburg, overleden vóór 20-05-1824 te Wendemuth. Zoon van Friedrich Röhling en Anna
Elisabeth Sudeck (zie: 15.6). Gehuwd circa 1778 met Catharina Elisabeth Petersen, geboren circa
1755, overleden 22-12-1837 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers begraven 27-12-1837 te Rendsburg.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Jkfr. Anna Elsabe Therese Röhling (zie: 17.6);
Jkfr. Johanna Röhling, overleden ná 27-12-1837;
Jkfr. Margaretha Dorothea Henriette Röhling (zie: 17.7);
Jkfr. Christine Johanne Henriette Röhling (zie: 17.8);
Jkr. Johann Jochim Friederich Röhling (zie: 17.9);
Jkfr. Anna Carolina Röhling (zie: 17.10);
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
16.7
Jkr. Johann Heinrich Röhling, geboren op 01-10-1736 te Neustädtel, overleden op 20-07-1806 te
Neustädtel. Zoon van Georg Heinrich Röhling en Maria Rosina Gottschaltt (zie: 15.9). Gehuwd (1) in
op 25-05-1770 te Oberschlema met Rosina Maria Frank, geboren op 02-08-1743 te Neustädtel,
overleden op 21-04-1776 te Neustädtel. Dochter van Johann Christopg Frank. Gehuwd (2) in 1778
met Christiane Flemig, overleden in 1795. Gehuwd (3) in 1800 met Johanne Christiane Weiß. Johann Heinrich was Obersteiger (hoofd toezichthouder in de mijnbouw), Knappschaftsältester (oudste
van een mijnwerkersvereniging) en Hospitalvorsteher in Neustädtel.
Uit het eerste huwelijk:
1.
2.
3.
4.
Onbekende dochter, geboren in 1770 te Neustädtel, overleden in 1770 te Neustädtel;
Onbekende dochter, geboren in 1771 te Neustädtel, overleden in 1771 te Neustädtel;
Jkr. Christian Heinrich Röhling, geboren op 14-01-1773 te Neustädtel;
Jkfr. Christiane Dorothea Röhling (zie: 17.11).
Uit het tweede huwelijk:
5.
10.
11.
12.
13.
14.
16.8
Vijf onbekende kinderen;
Jkr. Christian Gottfried Röhling, geboren op 07-10-1783 te Neustädtel;
Jkfr. Johanna Sophia Röhling, geboren op 07-11-1787 te Neustädtel;
Jkr. Karl Heinrich Röhling, geboren in 1788 te Neustädtel, overleden in 1791 te Neustädtel;
Jkfr. Sophie Friederike Röhling, geboren in 1792 te Neustädtel, overleden in 1792 te Neustädtel;
Jkr. David Heinrich Röhling (zie: 17.12).
Jkr. Zacharias Röhling, geboren op 21-09-1740 te Schneeberg, overleden op 23-03-1805 te Schneeberg. Zoon van Georg Heinrich Röhling en Maria Rosina Gottschaltt (zie: 15.9). Gehuwd op 25-071769 te Schneeberg met Maria Sophia Dotzauer, overleden op 13-08-1836 te Schneeberg. Dochter
van Joh. Christoph Dotzauer, Bürger en Händler te Schneeberg. Zacharias was van beroep Kaufmann.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
16.9
Jkr. Christian Heinrich Röhling (zie: 17.13);
Jkfr. Christine Sophie Röhling (zie: 17.14);
Jkfr. Sophie Friederike Röhling (zie: 17.15).
Jkr. Christian Gottfried Röhling, geboren op 22-01-1748 te Neustädtel, overleden op 29-10-1810 te
Schneeberg. Zoon van Georg Heinrich Röhling en Maria Rosina Gottschaltt (zie: 15.9). Gehuwd op
24-10-1787 te Schneeberg met Christiane Friederike Richter, geboren op 13-04-1746 te Schneeberg, overleden op 14-04-1825 te Schneeberg. Dochter van Joh. Zacharias Richter, welvarende
Kauf- und Handelsherrn te Schneeberg. Christian was Kauf- und Handelsherr, alsook Senator te
Schneeberg.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Jkr. Johann Gottfried Röhling (zie: 17.16);
Jkfr. Johanne Friederike Röhling (zie: 17.17);
Jkr. August Heinrich Röhling (zie: 17.18);
Jkr. Carl August Röhling (zie: 17.19);
Onbekende dochter, geboren in 1800 te Schneeberg, overleden in 1801 te Schneeberg;
Jkfr. Sophie Emilie Röhling, geboren op 22-07-1803 te Schneeberg;
Onbekende zoon, geboren in 1805 te Schneeberg, overleden in 1805 te Schneeberg;
Jkfr. Theresie Röhling, geboren 23-11-1808 te Schneeberg, overleden 11-11-1856 te Annaberg.
Gehuwd 10-06-1827 te Schneeberg met Moritz Gustav Wilde, Kaufmann te Schneeberg;
Onbekende zoon, geboren in 1811 te Schneeberg, overleden in 1811 te Schneeberg.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
17.1
Jkr. Henricus (Hendrik) Röling, geboren op 28-10-1743 te Thuine, Rooms-Katholiek gedoopt op
03-11-1743 te Thuine, graafschap Lingen (getuigen: Ludovicus Rolinck en Anna Margareta Velbers
uit Thuine). Zoon van Bernardus Albertus Röling en Gesina Hegemans (zie: 16.1). Gehuwd op 05-021774 te Thuine met Anna Adelheid (Aleid of Aaltje) Wessman(n), geboren op 19-07-1751 te Baccum-Kirchspiel, Rooms-Katholiek gedoopt op 20-07-1751 te Baccum (getuigen: Aleida Pipers en
Aleida Midden), overleden op 05-06-1821 te Thuine(?) aan de gevolgen van waterzucht. Dochter van
Johann Wessmann en Adelheid Aalefs uit den Broekhuysen [Brockhausen].
Hendrik werd bij zijn geboorte vernoemd naar zijn grootvader. Hij had een huis op de Hollenhorst te
Thuine en was van beroep bouwman. In het doopboek werd zijn naam geschreven als Rolinck. In het
trouwboek te Thuine stond vermeld: “Hendrik Roling j.m. en Zoon van Wylen Berend Roling en
Gezina Hegeman Nienro: op de Hollenhorst 30 Jaeren met Anna Aleid Wessmans j.d. van Wijlen Jan
Wessman en Anna Aleid Alefs uit Baccum 23 jaeren. Zal Zig vrij koopen.” Anna werd gedoopt als
Aleida Henrica. Na het overlijden van haar tweelingzus Anna Francisca in 1752, werd zij Anna
Adelheid genoemd. In de overlijdensakte van haar zoon Hendrik werd zij Aaltje Westgeest genoemd.
De moeder van Anna werd bij haar huwelijk op 25-01-1731 te Baccum Aleidt Aalefs van den Broekhuysen genoemd. Brockhausen is een wijk in Lingen.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
17.2
Jkr. Gerhard Berend Röhling (zie: 18.1);
Jkr. Herman Hendrik Rö(h)ling (zie: 18.2);
Jkr. Jan Berend Röhling (zie: 18.3);
Jkr. Jan Geert Röling (zie: 18.4);
Jkr. Dirk Albert Rö(h)ling (zie: 18.5).
Jkr. Gerardus (Geert, Gerhard) Rohling, geboren op 19-07-1748 te Thuine, Rooms-Katholiek gedoopt op 21-07-1748 te Thuine, graafschap Lingen (getuige: Albertus Meyners van de Hollenhorst te
Thuine). Zoon van Bernhard Röling en Gesina Hegemans (zie:16.1). Gehuwd op 09-01-1773 te
Thuine, graafschap Lingen met Gesina Aleid Geerdes, geboren op 02-09-1747 te Hollenhorst. Dochter van Dirk Geerdes (Gerdes), uit Messingen, en Margareta Cotte (Kotte).
Gerhard had net als zijn broer Hendrik een huis op de Hollenhorst te Thuine en was van beroep
bouwman bij Brand Evers. In het trouwboek te Thuine staat vermeld: “Geert Roling j.m. en Zoon van
wylen Berend Roling en Gezina Hegemans lieven op de Hollenhorst oud 25 jaeren met Gezina Aleid
Geerdes j.d. van Dirk Geerdes en Marg. Cotte lieven te Messinge Oud 26 jaeren beide vrije.”
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
17.3
Jkr. Joannes Bernardus Rohling (zie: 18.6);
Jkr. Gerardus Henricus Rohling (zie: 18.7);
Jkfr. Gesina Rohling (zie: 18.8);
Jkr. Hermann Heinrich Rohling (zie: 18.9);
Jkr. Joannes Gerardus (Dirk) Rohling (zie: 18.10);
Jkr. Gerhard Hermann Rohling (zie: 18.11);
Jkr. Joannes Gerardus Rohling (zie: 18.12).
Jkr. Nicolaus Heinrich Röhling, geboren op 11-12-1776 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 15-12-1776 te Rendsburg, overleden op 09-11-1839 te Nordborg, Denemarken. Zoon van
Johann Peter Ludewig Röhling en Anna Brigitta Lorentzen (zie: 16.4). Gehuwd met Anna Charlotte
Amalie Dohmeier, overleden vóór 1839.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
17.4
Jkfr. Clara Charlotte Frederikke Röhling (zie: 18.13);
Jkr. Carl Röhling;
Jkfr. Mathilde Henriette Röhling (zie: 18.14).
Jkr. Jobst Gottfried Röhling, geboren op 04-06-1779 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers gedoopt
op 07-06-1779 te Rendsburg, overleden op 11-03-1845 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven
op 19-03-1845 te Svendborg, Denemarken. Zoon van Johann Peter Ludewig Röhling en Anna Brigitta
Lorentzen (zie: 16.4). Gehuwd op 12-01-1809 te Svendborg met Else Catharina von der Lühe Petersen, geboren op 03-04-1781 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 06-04-1781 te Svendborg, overleden op 22-03-1849 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 30-03-1849 te Svendborg. Dochter van Andreas August von der Lühe Petersen en Egidia Pedersdatter Schade.
Jobst is de stamvader van de Deense tak van de familie Röhling. Hij verhuisde van Rendsburg naar
het nabijgelegen Svendborg. In het trouwboek stond vermeld: “Anno 1809 d. 4de Januarii meldte sig
Ungkarl og Bagermester her i Byen Jobst Gottfried Röhling at vilde ægtevies til Pigen Else Catharine
Peters. For Hjemmevielse fremlagtes Vielsesbrev af dato 30te Nov. 1808. At i øvrigt intet I nogen
Henseende Slægtskab eller Svogerskab betreffende eller andre Ting stridende mod de Kongl. Love og
Anordninger kan forhindre dette Ægteskab, derfore indestaae Undertegnede Forlovere. Johan Andreas
Petersen, P.A.Pedersen. Vielsen blev fuldbyrdet d. 12. Januarii 1809.”
Op 19-09-1812 kocht Jobst in Svendborg onroerend goed uit een faillissement van een bakker en
startte een succesvol bakkersbedrijf. Nakomelingen zijn hier nog altijd gevestigd en actief als bakkers.
Op de grafsteen van Jobst staat vermeld: “Tro du har virket for Dine, og gavnet, Dem alle med
elskende Sind, Begrædt og smertelig savnet Gik du til det Evige ind. Men hvad end Døden har Skildt
for en Tid, Forener den atter engang saa blid!”
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
17.5
Jkfr. Anna Birgithe Rehling, geboren op 30-07-1809 te Svendborg, Evangelisch-Luthers
gedoopt op 04-08-1809 te Svendborg, overleden op 14-03-1865 te Svendborg, EvangelischLuthers begraven op 28-03-1865 te Svendborg;
Jkr. Andreas August von der Lyhe Rehling (zie: 18.15);
Jkr. Johan Peter Ludvig Rehling (zie: 18.16);
Jkr. Johan Georg Röhling (zie: 18.17);
Jkr. Jobst Gottfred Rehling, geboren op 23-12-1816 te Svendborg, Evangelisch-Luthers
gedoopt op 01-01-1817 te Svendborg, overleden op 29-12-1817 te Svendborg, EvangelischLuthers begraven op 02-01-1818 te Svendborg;
Jkr. Jobst Gottfried Röhling (zie: 18.18);
Jkr. Edigens Carl Frederik Röhling, geboren op 03-12-1821 te Svendborg, EvangelischLuthers gedoopt op 09-12-1821 te Svendborg, overleden op 16-05-1910 te Svendborg,
Evangelisch-Luthers begraven op 19-05-1910 te Svendborg.
Jkfr. Clara Margaretha Röhling, geboren op 06-04-1779 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 09-04-1779 te St.Marien (getuigen: Clara Catharina Horst, Monsr. Jürgen Gottfried Röhling,
Engborg Jensen), overleden op 10-05-1827 te Rendsburg, begraven op het kerkhof ten noorden van de
Marienkirche. Dochter van Johann Georg Röhling en Margaretha Elsabe Wohlhat (zie: 16.5). Gehuwd
op 20-05-1815 te Rendsburg met Rtm. Christian Ludwig von Späth, commandant van een regiment
huzaren, geboren op 03-05-1775 te Kopenhagen, Evangelisch-Luthers gedoopt op 06-05-1775 te Altona (getuige: koning Christian VII van Denemarken), overleden op 18-12-1853 te Ottensen. Zoon van
Oberst. Johan Jacob von Späth en Sophie Mariane von Brocker. Het huwelijk bleef kinderloos.
Christian werd op 04-06-1783 benoemd tot Kornet in het 1e Huzarenregiment. Prm Lt. Op 21-051790, Rittmeister op 31-05-1797, Obristleutnant en commandant van het regiment huzaren te Kopen-
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
hagen op 01-02-1816 en Oberst vanaf 25-03-1826. Christian nam deel aan de Slag bij Sehested op 1012-1813 tussen Denemarken en Zweden en werd aansluitend in Rendsburg gestationeerd waar hij
Clara ontmoette. Voor zijn inzet werd hij onderscheiden als Ridder in de orde van de Dannebrog.
17.6
Jkfr. Anna Elsabe Therese Röhling, overleden ná 27-12-1837. Dochter van Johan Hinrich Röhling
en Catharina Elisabeth Petersen (zie: 16.6).Gehuwd met Joseph Anselm Ludwig Pallicia.
17.7
Jkfr. Margaretha Dorothea Henriette Röhling, geboren in circa 1785, overleden ná 27-12-1837.
Dochter van Johan Hinrich Röhling en Catharina Elisabeth Petersen (zie: 16.6). Gehuwd op 29-051824 te Rendsburg met Carl Adolph Christian Petersen, geboren in circa 1794 te Kiel. Zoon van
Friederich Wilhelm Petersen en Margaretha Elisabeth Wiese.
Uit dit huwelijk:
1.
Clara Elisabeth Caroline Petersen, geboren op 23-06-1825 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers
gedoopt op 24-07-1825 te Rendsburg, St. Marien (getuigen: Clara Margaretha von Späth,
Catharina Elisabeth Röhling og Joachim Christoph Horst).
17.8
Jkfr. Christine Johanne Henriette Röhling, geboren op 03-01-1791 te Wandsbek, Wendemuth,
overleden ná 27-12-1837. Dochter van Johan Hinrich Röhling en Catharina Elisabeth Petersen (zie:
16.6). Gehuwd met een zekere Kohfahl, overleden vóór 27-12-1837.
17.9
Jkr. Johann Jochim Friederich Röhling, geboren in circa 1795, overleden ná 27-12-1837. Zoon van
Johan Hinrich Röhling en Catharina Elisabeth Petersen (zie: 16.6).
17.10
Jkfr. Anna Carolina Röhling, geboren op 24-04-1797 te Wandsbek, Wendemuth, EvangelischLuthers gedoopt op 30-04-1797 te Wandsbek, Wendemuth, overleden op 21-09-1838 te Rendsburg,
Evangelisch-Luthers begraven op 25-09-1838 te Rendsburg. Dochter van Johan Hinrich Röhling en
Catharina Elisabeth Petersen (zie: 16.6). Gehuwd in circa 1826 met Johann Georg Hinrich Reiff,
geboren in circa 1803, overleden op 25-09-1838.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
17.11
Clara Margrethe Reiff, geboren 01-05-1827 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers gedoopt 20-051827 te St. Marien (getuigen: Oberst. Christian Ludwig von Späth, Joachim Christopher Horst);
Julia Franziska Josephina Theresia Reiff, geboren op 25-07-1828 te Rendsburg, EvangelischLuthers gedoopt op 03-08-1828 te Rendsburg, St. Marien (getuigen: Joseph Anselm Ludwig
Pellivia, Anna Elisabeth Therese Pellivia, Julie Fried. Ernest. Pellivia allen uit Berlijn);
Carl Marcus Georg Reiff, geboren 29-07-1830 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers gedoopt 2908-1830 te St. Marien (getuigen: Margaretha Dorothea Petersen, Carl Adolp Christian Petersen);
Elise Johanne Mathilde Reiff, geboren op 18-06-1832 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers
gedoopt op 22-07-1832 te Rendsburg, St. Marien (getuigen: Købmand Johann Friedrich Seyer,
Catharina Elisabeth Röhling, Mathilde Henriette Röhling uit Norburg);
Maria Friedericia Jacobine Reiff, geboren op 08-07-1835 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers
gedoopt op 16-08-1838 te Rendsburg, St. Marien (getuigen: Maria Magdalena Johanna Rohwer,
Dorothea Maria Friederica Schulze, Detlev Jacob Heinrich Perath);
Bertha Johanna Dorothea Reiff, geboren 14-03-1837 te Rendsburg, Evangelisch-Luthers gedoopt 16-04-1837 te St. Marien (get: Margaretha Dorothea Petersen, Johann Gottfried Petersen).
Jkfr. Christiane Dorothea Röhling, geboren op 21-01-1775 te Neustädtel, overleden op 20-04-1830
te Oberschlema. Dochter van Johann Heinrich Röhling en Rosina Maria Frank (zie: 16.10). Gehuwd
op 06-07-1800 te Neustädtel met Christian Friedrich Herchel, Obersteiger te Oberschlema, geboren
op 13-04-1774 te Oberschlema, overleden op 09-04-1813 te Oberschlema. Zoon van Christoph
Friedrich Herchel, molenaar te Oberschlema.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
17.12
Jkr. David Heinrich Röhling, geboren op 24-10-1794 te Neustädtel, overleden op 14-11-1843 te
Neustädtel. Zoon van Johann Heinrich Röhling en Christian Flemig (zie: 16.7). Gehuwd op 01-081819 te Neustädtel met Christiane Sophie Pechstein, geboren op 12-07-1802 te Albernau, dochter van
Johann Joseph Pechstein, Obersteiger te Neustädtel. David was Bürger en Bergsteiger te Neustädtel.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
17.13
Jkfr. Christine Frederike Röhling, geboren in 1820. Gehuwd met David Heinrich Krauß;
Jkfr. Christine Sophie Röhling, geboren in 1821;
Jkr. David Heinrich Röhling, geboren in 1823;
Jkr. August Wilhelm Röhling, geboren in 1824;
Jkr. Johann Heinrich Röhling, geboren in 1826;
Jkfr. Marie Therese Röhling, geboren in 1827;
Jkfr. Sophie Emilie Röhling, geboren in 1829;
Jkfr. Ernestine Sophie Röhling, geboren in 1830;
Jkfr. Caroline Ernestine Röhling, geboren in 1836;
Jkr. Karl Hermann Röhling, geboren in 1837;
Jkr. Julius Hermann Röhling (zie: 18.29).
Jkr. Christian Heinrich Röhling, geboren op 20-03-1771 te Schneeberg, overleden op 06-04-1847
te Schneeberg. Zoon van Zacharias Röhling en Maria Sophia Dotzauer (zie: 16.8). Gehuwd (1) op 0106-1802 te Schneeberg met Christiane Sophie Gamnitz, overleden op 23-12-1821 te Schneeberg.
Weduwe van Christian Friedrich Rehm, docent Duits te Schneeberg. Gehuwd (2) op 18-10-1825 te
Schneeberg met Wilhelmine Tischer, overleden op 12-04-1882 te Schneeberg. Dochter van Christian Gottlob Tischer, mijnwerker te Schneeberg. Christian Heinrich was Stadtrichter en advocatus
immatriculatus te Schneeberg.
Uit het eerste huwelijk:
1.
2.
3.
Onbekende zoon of dochter, levenloos geboren in 1802 te Schneeberg;
Jkr. Heinrich Eduard Röhling (zie: 18.30);
Onbekende zoon of dochter, geboren in 1805 te Schneeberg.
Uit het tweede huwelijk:
4.
5.
6.
7.
8.
Jkr. Heinrich Röhling, geboren in 1824 te Schneeberg, overleden in 1839;
Jkfr. Wilhelmine Röhling, geboren op 11-01-1826 te Schneeberg, overleden in 1848 te
Schneeberg. Gehuwd te Schneeberg met Lehrer Kempf;
Jkfr. Pauline Röhling, geboren 05-10-1829 Schneeberg. Geh. Dr. Tröger, arts te Bärenwalde;
Jkr. Gustav Röhling, geboren op 22-01-1834 te Schneeberg. Van Gustav werd aangenomen dat
hij samen met zijn broer Richard in de Verenigde Staten verbleef;
Jkr. Richard Röhling, geboren op 12-07-1836 te Schneeberg Van Richard werd aangenomen
dat hij samen met zijn broer Gustav in de Verenigde Staten verbleef.
17.14
Jkfr. Christine Sophie Röhling, geboren op 26-06-1774 te Schneeberg. Dochter van Zacharias
Röhling en Maria Sophia Dotzauer (zie: 16.8). Gehuwd in 1799 te Schneeberg met Friedrich Wilhelm Legat, Knopfmachermeister te Schneeberg (Meester in het Knoopmakersgilde).
17.15
Jkfr. Sophie Friederike Röhling, geboren op 02-03-1787 te Schneeberg. Dochter van Zacharias
Röhling en Maria Sophia Dotzauer (zie: 16.8). Gehuwd (1) met een zekere Dörfelt. Gehuwd (2) te
Neustädtel met een zekere Richtsteiger.
17.16
Jkr. Johann Gottfried Röhling, geboren op 09-07-1789 te Schneeberg, overleden op 12-09-1856 te
Lauter, Evangelisch-Luthers begraven te Schneeberg in het familiegraf van zijn schoonouders. Zoon
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
van Christian Gottfried Röhling en Christiane Friederike Richter (zie: 16.9). Gehuwd op 19-02-1821
te Schneeberg met Jkfr. Sophie Emilie Hänel von Cronenthall, geboren op 28-05-1803 te Schneeberg, overleden op 01-01-1873 te Leipzig. Johann was Kauf- und Handelsherr te Schneeberg en vanaf
1855 eigenaar van een spinnerij te Lauter.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Jkfr. Friederike Emilie Röhling, geboren op 04-03-1822 te Schneeberg, overleden 08-11-1822;
Jkfr. Auguste Louise Röhling (zie 18.35);
Jkfr. Ferdinande Louise Röhling (zie: 18.36);
Jkr. Johann Gottfried Oskar Röhling, geboren 06-05-1827 te Schneeberg, overl. 26-10-1834;
Jkfr. Emilie Therese Röhling, geboren op 06-05-1829 te Schneeberg, overleden op 06-01-1832;
Jkr. Gottfried Bernhard Röhling, geboren 09-12-1830, overleden 25-02-1832 te Schneeberg;
Jkfr. Maria Anna Röhling (zie: 18.37).
17.17
Jkfr. Johanne Friederike Röhling, geboren op 18-02-1791 te Schneeberg. Dochter van Christian
Gottfried Röhling en Christiane Friederike Richter (zie: 16.9). Gehuwd in 1814 te Schwarzenberg met
Heinrich Adolf Gottschald, van beroep Oberförster. Zoon van Joh. Friedrich Leopold Gottschald, Amtsmann te Augustusburg.
17.18
Jkr. August Heinrich Röhling, geboren op 02-07-1794 te Schneeberg, overleden op 13-11-1862 te
Annaberg. Zoon van Christian Gottfried Röhling en Christiane Friederike Richter (zie: 16.9). Gehuwd
op 26-10-1830 te Schneeberg met Jkfr. Ferdinande Hänel von Cronenthall, geboren op 08-08-1810
te Schneeberg, overleden op 29-03-1855 te Annaberg aan Frieselfieber (koorts met uitslag).
August was sinds 1827 Seidenfabrikherr te Annaberg (Firma Thielo und Röhling) en bouwde in 1836
een nieuwe fabriek te Annaberg en was aan het begin van de 19de eeuw een van de grootste werkgevers van Annaberg. In 1839 en 1844 zat August in het Stadgericht van Annaberg als Gerichtsassessor.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
17.19
Jkr. Gottfried Heinrich Röhling (zie: 18.38);
Jkr. Kurt Markus Röhling (zie: 18.39);
Jkr. Bernhard Röhling (zie: 18.40);
Jkr. Albert Georg Röhling (zie: 18.41).
Jkr. Carl August Röhling, geboren op 06-05-1796 te Schneeberg, overleden op 05-04-1852 te Annaberg aan Schlagfluß (hersenbloeding). Zoon van Christian Gottfried Röhling en Christiane Friederike
Richter (zie: 16.9). Gehuwd op Dom. XXII p. trin. 1819 (22-11-1819) te Annaberg met Christiane
Wilhelmine Freytag uit de Hüttenmühle bij Annaberg, geboren op 06-05-1801 te Frohnau, overleden
op 16-08-1866 te Annaberg. Dochter van Christian Friedrich Freytag, Bäckermeister en pachter
van de kurfürstl. Mühle en de Ratsmühle, en Johanna Konkordia Fischer. Christiane was gescheiden van Kaufherrn Carl Gottlob Thierfelder.
Carl was Kaufmann en Kramermeister (winkeliersgildemeester) te Annaberg. Christiane kocht op 0203-1829 het goed Frohnau Nr. 30 voor 2000 rl., wat zij op 20-04-1851 verkocht voor 3200 rl. Carl
kocht in 1845 van Johann Zimmermann een huis te Olbernau, met watervoorziening, schuur, vijver en
tuin en verkocht dit in 1847 voor 1025 Thaler aan Frau Amalie Louise Kaufmann (geb. Kranfeld).
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
Jkr. Friedrich Markus Röhling (zie: 18.42);
Jkfr. Anne Rosalie Röhling (zie: 18.43);
Jkr. Carl Otto Röhling (zie: 18.44).
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
18.1
Jkr. Gerhard Berend Roling, Rooms-Katholiek gedoopt op 18-10-1775 te Thuine, graafschap
Lingen (getuige: Gerardus Rolink). In het doopboek werd hij omschreven als Gerardus Bernardus
Rolink. Zoon van Henricus Röling en Anna Adelheid Wessman(n) (zie: 17.1). Gehuwd op 17-031801 te Thuine, Graafschap Lingen met Euphemia Maria Klasemans.
18.2
Jkr. Herman Hendrik (Hendrik) Rö(h)ling, Rooms-Katholiek gedoopt op 15-08-1777 te Thuine,
graafschap Lingen (getuige: Hermannus Henricus Wess[mann], zijn oom van moederszijde), overleden op 09-04-1855 te Kethel en Spaland. Zoon van Henricus Röling en Anna Adelheid Wessman(n)
(zie: 17.1). Gehuwd op 27-05-1810 te Kethel en Spaland met Jacoba Schenkeveld, geboren op 0903-1777 te Hof van Delft, Rooms-Katholiek gedoopt op 10-03-1777 te Hof van Delft, overleden op
24-12-1850 te Kethel en Spaland. Dochter van Adrianus Schenkeveld en Jannetje van Duikeren.
Jacoba was eerder gehuwd op 14-06-1801 te Schipluiden (ondertrouw op 30-05-1801 te Kethel en
Spaland) met Arent Thomas de Vette, Rooms-Katholiek gedoopt op 29-11-1758 te Kethel en Spaland, overleden op 20-09-1808 te Kethel en Spaland. Arent was op 27-04-1783 gehuwd met Crijntje
Cornelisse Ham, afkomstig van de Babberspolder, geboren op 16-07-1752 te Overschie, RoomsKatholiek gedoopt op 16-07-1752 te Kethel en Spaland, overleden op 18-11-1799 te Kethel en Spaland. Dochter van Cornelis Ham en Neeltje van Rijt. Uit alle drie de huwelijken vijf kinderen.
Hendrik werd gedoopt als Johannes Henricus Rolink en vernoemd naar zijn vader en grootvader van
moederszijde. Begin 19de eeuw kwam Hendrik samen met zijn broer Dirk naar het Koninkrijk Holland. Hendrik werd hiermee de stamvader van de Hollandse of Kethelse tak van de familie Röhling.
Het is aannemelijk dat zij samen als Hollandgangers naar het “steinreicke” Holland gingen en zich
hier uiteindelijk permanent gevestigd hebben. Duitse seizoensarbeiders (voornamelijk uit Westfalen
en het Graafschap Lingen in de 17de tot en met de 19de eeuw) gingen in de zomer te voet naar Holland
om op het land te werken. Velen kwamen hier als hannekemaaiers. Deze term (van Hanneke, Johannes) is ontleend aan het feit dat de maaier op St. Johannesdag (24 juni) aan het begin van de hooitijd
in dienst kwam om gras te maaien. De bijnaam van de marskramers was “teuten”. Er waren nog vele
andere bijnamen voor Hollandgangers, zoals: spekvreters, knoeten, potschijters, grashannesen, graspoepen, kiepkerels, mieren, pikmaaiers, bovenlanders en mof. De bijnaam “poepen” was afgeleid van
“papen”, vele Hollandgangers kwamen namelijk uit het katholieke deel van Duitsland. De slechte
economische omstandigheden in het thuisland waren de directe aanleiding voor de lange tocht. Het is
bekend dat Hendrik van beroep bouwman (landbouwer), bouwmeester en betaalmeester was. Het is
dus mogelijk dat hij in verband met een van deze beroepen naar Holland kwam in de hoop een beter
bestaan op te bouwen. In Thuine waren er immers geen gunstige vooruitzichten.
Op 27-05-1810 huwde Hendrik met Jacoba Schenkeveld, weduwe van Arent Thomas de Vette, welke reeds vijf kinderen uit haar huwelijk met Arent had, alsook vijf kinderen uit een eerder huwelijk
van Arent. In het trouwboek werd zijn naam vermeld als Henricus Rooling. Het is goed mogelijk dat
Jacoba met Hendrik huwde naar aanleiding van het overlijden van haar eerste echtgenoot. Dit was in
die tijd niet vreemd. Een vrouw kon een boerenbedrijf niet alleen draaiende houden en dus was een
man nodig die de belangrijkste taken op zich kon nemen. De kinderen van Arent de Vette en Crijntje
Ham waren merendeel reeds volwassen en waarschijnlijk niet langer woonachtig op de boerderij.
Kort na het huwelijk met Jacoba diende Hendrik een Akte van Indemniteit in bij de RoomsKatholieke kerk te Kethel. In deze tijd leefde een niet gering deel van de bevolking permanent of
tijdelijk in armoede. Zo waren er veel seizoenarbeiders, die in de zomer genoeg verdienden maar in de
winter nauwelijks konden rondkomen. Ook bejaarden hadden het moeilijk. Vele instellingen zoals de
diaconieën of armenkamers van de verschillende kerkelijke gemeenten en parochies, aalmoezenierskamers, gasthuizen en fondsen zorgden goed voor de inwoners van eigen stad of dorp. Voor personen
die van elders afkomstig waren bleven de beurzen meestal gesloten. Men wilde voorkomen dat vreemdelingen ooit een beroep op steunverlening zouden doen. Daarom moesten deze in vele gevallen een
bewijs overleggen van de diaconie of het gerecht van de plaats van herkomst dat deze de kosten van
eventuele steunverlening zou betalen, meestal voor een bepaalde periode. Zo’n bewijs heet een akte
van indemniteit. In de akte van Hendrik was het volgende opgenomen: “Op verzoek van Herman
Hendrik Roling, geboren in Thüinen, om in het Koninkrijk Holland en wel onder de Ketel van Delfsland te gaan wonen, zo word hem hiermede geattesteerd en gepermiteerd dat wanneer hij voornoemde
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Herman Hendrik Roling onverhoopt in armoeden mogt vervallen altoos vrij sta om in zijn vaderland
terug te keren en na Rato van de hier voor handene armmiddelen zal bedeelt worden. Gegeven in de
Mark Thüine en Lengerich de 10e juny 1810.” De akte was getekend door Carel Brands (Maire Adjunet), Dokke Meyer (Municipaal) en Volbert Vye.
De twee broers hadden zich nog geen half jaar in Nederland gevestigd of een tragisch ongeval
voltrok zich. In één van Kethels oude archiefstukken valt te lezen: “Aangeving gedaan van het lijk
van Dirk Roling, oud 22 jaaren, ongehuwd, overleeden 17e dito door het vallen in het water in de
Delfsche Schie langs de Jurisdictien van Kethel vloeiende, en vandaar gebracht ten huijze van desselfs
broeder Hendrik Roling, woonende binnen den Ambachten Kethel vanwaar hij is begraaven geworden. ..17/18-9-1810.” Vanaf nu stond Hendrik er dus alleen voor.
Het bouwland van Hendrik was gelegen aan de Harreweg. De kerk was destijds nog eigenaar van
veel onroerend goed in Kethel, waarschijnlijk had ook Hendrik zijn land gepacht van de Rooms- Katholieke kerk, aangezien zijn land bekend stond als de “Kerkwei van Roeling”. In het artikel “Uit de
school geklapt” uit 1988 door Jaap de Raat blijkt het volgende: “In 1826 blijkt onze school aan een
nodige reparatie toe te zijn. […] De schoolopziener is niet tevreden met de gang van zaken en klaagt
dat het gebouw in slechte staat is, ongeschikt en te klein. Reparatie èn uitbreiding zou echter ƒ 3000,belopen. Dat kan ons kerkelijk grauwtje niet trekken. Dus geven zij te kennen niet ongenegen te zijn
de school tegen een recognitie van ƒ 50,- ‘sjaars over te dragen aan de gemeente Kethel en Spaland.
Het is belend: ten noorden aan de sloot met de ‘kerkwei’ van Roeling, zuid de tuin, oost het erf van de
schoenmaker Jan Kuyvenhoven en west het woonhuis van de meester. Bij nader overleg verkoopt
men niet alleen de school, maar ook het woonhuis, bekend onder wijk A., no. 20, tegen een jaarlijkse
vergoeding van 70 gulden, ingaand 1 januari 1828. Bij de rooms katholieken wroet dan oud zeer los.
Zij zijn hun aanspraak in de Franse tijd nog niet vergeten. In navolging van het raadslid Corn.
Lansbergen tekenen enkele katholieken onder reserve ‘dat vooraf moet blijken dat het complex
eigendom van de Hervormde kerk is’. Om de school te kunnen vergroten koopt de gemeente 75 ellen
grond gelegen tussen de school en Barend Rekman (nu kosterswoning) van Alof Wisselink (v.h.
Kuyvenhoven). Daarop verrijst dan de nieuwe school tegen de oude.”
Uit het huwelijk Rö(h)ling / Schenkeveld:
1.
2.
3.
4.
5.
Jkfr. Joanna Röling (zie; 19.1);
Jkr. Hendrik Röling (zie: 19.2);
Jkr. Adrianus (Ary) Röling / Rooling (zie: 19.3);
Jkfr. Alida Rö(h)ling, geboren op 27-11-1816 om 08.00 uur te Kethel en Spaland, overleden op
06-08-1817 om 07.30 uur te Kethel en Spaland. In de overlijdensakte werd haar naam, samen
met die van haar vader, geschreven als Röhling;
Jkr. Theodorus (Dirk) Röling (zie: 19.4).
Uit het huwelijk de Vette / Schenkeveld:
1.
2.
3.
4.
5.
Adrianus de Vette, Rooms-Katholiek gedoopt op 11-07-1802 te Kethel en Spaland, overleden
op 03-03-1873 te ’s Hertogenbosch;
Quirinus de Vette, Rooms-Katholiek gedoopt op 07-03-1804 te Kethel en Spaland, overleden op
25-05-1866 te Mathenesse;
Arnoldus Arendse de Vette, Rooms-Katholiek gedoopt op 09-10-1805 te Kethel en Spaland,
overleden op 29-09-1859 te Hof van Delft;
Johanna de Vette, Rooms-Katholiek gedoopt op 31-12-1807 te Kethel en Spaland, overleden op
26-10-1810 te Kethel en Spaland;
Arnolda de Vette, Rooms-Katholiek gedoopt op 08-03-1809 te Kethel en Spaland, overleden op
12-08-1859 te Oud-Mathenesse.
Uit het huwelijk de Vette / Ham:
1.
Thomas de Vette, geboren in 1784 te Kethel en Spaland;
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
2.
3.
4.
5.
Cornelia de Vette, geboren in 1786 te Kethel en Spaland;
Cornelis de Vette, geboren in 1788 te Kethel en Spaland;
Adrianus de Vette, geboren in 1790 te Kethel en Spaland. Gehuwd met M. Arkestein;
Johannes de Vette, Rooms-Katholiek gedoopt op 28-04-1796 te Kethel en Spaland.
18.3
Jkr. Joannes Bernardus (Jan Berend) Roling, Rooms-Katholiek gedoopt op 24-09-1779 te Thuine,
graafschap Lingen (getuige: Bernardus Bruneman). Zoon van Henricus Röling en Anna Adelheid
Wessman(n) (zie: 17.1).
18.4
Jkr. Jan Geert Röling, Rooms-Katholiek gedoopt op 17-09-1784 te Thuine, graafschap Lingen
(getuige: Gerardus Rolink). Zoon van Henricus Röling en Anna Adelheid Wessman(n) (zie: 17.1). Jan
werd gedoopt als Joannes Gerardus Rolink.
18.5
Jkr. Dirk Albert (Dirk) Rö(h)ling, Rooms-Katholiek gedoopt op 18-11-1787 te Thuine, graafschap
Lingen (getuige: Theodorus Frans), overleden op 17-09-1810 te Kethel en Spaland. Zoon van Henricus Röling en Anna Adelheid Wessman(n) (zie: 17.1). Dirk werd gedoopt als Gerardus Albert.
Dirk was samen met zijn oudere broer Herman Hendrik (zie: 18.1) naar het Koninkrijk Holland getrokken. De twee broers hadden zich nog geen half jaar in Nederland gevestigd of Dirk kwam door
verdrinking om het leven in de Delftse Schie. In één van Kethels oude archiefstukken valt te lezen:
“Aangeving gedaan van het lijk van Dirk Roling, oud 22 jaaren, ongehuwd, overleeden 17e dito door
het vallen in het water in de Delfsche Schie langs de Jurisdictien van Kethel vloeiende, en vandaar
gebracht ten huijze van desselfs broeder Hendrik Roling, woonende binnen den Ambachten Kethel
vanwaar hij is begraavén geworden. ..17/18-9-1810”.
18.6
Jkr. Joannes Bernardus Rohling, Rooms-Katholiek gedoopt op 01-05-1774 te Thuine, graafschap
Lingen (getuigen: Joes Rolink en Anna Catharina Geerdes), overleden op 03-08-1838 te Hollenhorst,
Thuine, begraven op 06-08-1838 te Thuine. Zoon van Gerardus Rohling en Gesina Aleid Geerdes
(zie: 17.2). Rooms-Katholiek gehuwd op 23-12-1800 te Thuine (getuigen: Joannes Bern Evers en
Joannes Kuhl) met Susanna Catharina Kuhl, geboren in circa 1780 te Mundersum, Lingen.
Joannes was bouwman op de Hollenhorst.
18.7
Jkr. Gerardus Henricus (Gerd Henrich) Ro(h)ling, Rooms-Katholiek gedoopt op 19-10-1775 te
Thuine, graafschap Lingen (getuige: Henricus Rolink), overleden op 07-03-1835 te Baccum (aan de
gevolgen van pleuritis. Zoon van Gerardus Rohling en Gesina Aleid Geerdes (zie: 17.2). Gehuwd in
1805 te Baccum met Euphemia Maria Kahle (Koole, Kaale), geboren in 1767, overleden op 22-071839 te Baccum. Gerardus was Heuermann te Münnigbüren bij Baccum.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
Jkr. Gerhard Bernhard Rohling (zie: 19.5);
Jkr. Johann Wilhelm Rohling (zie: 19.6);
Jkr. Johannes Hermann Roling (zie: 19.7);
Jkfr. Maria Adelheid Rohling (zie: 19.8).
18.8
Jkfr. Gesina Rohling, Rooms-Katholiek gedoopt op 12-10-1777 te Thuine, graafschap Lingen.
Dochter van Gerardus Rohling en Gesina Aleid Geerdes (zie: 17.2).
18.9
Jkr. Hermann Heinrich Rohling (Rolink), geboren op 27-07-1780 te Thuine, graafschap Lingen
(getuige: Hermann Gerdes), overleden op 15-08-1851 te Haar-Pool, Rooms-Katholiek begraven op
18-08-1851 te Wesuwe. Zoon van Gerardus Rohling en Gesina Aleid Geerdes (zie: 17.2). Gehuwd (1)
op 14-04-1807 te Bokeloh (getuigen: Gerhard Rolink en Bernhard Niemann/Bierman) met Anna
Maria Robben, geboren te Helte, overleden op 21-06-1814 te Helte. Gehuwd (2) op 21-07-1814 te
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Bokeloh met Maria Angela Gesina Middendorf, geboren op 02-08-1778 te Lehrte, Rooms-Katholiek gedoopt op 02-08-1778 te Bokeloh (getuigen: Gerard Schulte, Nicolas Möllering en Henricus
Grote), overleden op 16-05-1815 te Helte (overleden in het kraambed), Rooms-Katholiek begraven te
Bokeloh. Dochter van Bernard Middendorf en Angela Tonnies. Gehuwd (3) op 06-06-1815 te Bokeloh (getuigen: Bernard Robben en Anna Catharina Schlömer) met Anna Margaretha Schlömer,
geboren op 23-06-1785 te Meppen, overleden op 22-07-1872 te Haar-Pool, Rooms-Katholiek begraven op 25-07-1872 te Wesuwe. Dochter van Johann Bernhard Schlömer en Maria Thecla Wolters.
Bij het eerste huwelijk werd vermeld dat Hermaan afkomstig was van “Ex Bakemunde” oftewel Meppen. Hermann was van beroep eerst Ackersmann, later Heuermann zu Helte en uiteindelijk landeigenaar te Haar. Het gezin verhuisde vóór 1828 met acht van hun kinderen voor vijf jaar van Helte
naar Haar-Pool. Pool ligt tussen Haar en de Moorkolonie Altenberge, welke vroeger bekend stond als
Neudankern. Hier werd Hermann eigenaar van een hof. Het hof lag aan de weg tussen Dankern, Plünhock en Altenberge. Vandaag de dag wordt deze weg nog altijd de “Rohlingsweg” genoemd.
Uit het eerste huwelijk:
1.
2.
3.
Jkfr. Anna Adelheid Rohling, geboren op 18-02-1808 te Helte, Rooms-Katholiek gedoopt op
18-02-1808 te Bokeloh (getuigen: Maria Robben, Bernd Robben en Helena Timmer), overleden
op 20-03-1808 te Helte;
Jkr. Gerhard Henric Rohling (zie: 19.9);
Jkfr. Anna Helena Rohling (zie: 19.10);
Uit het tweede huwelijk:
4.
Jkfr. Maria Anna Angela Rohling (zie: 19.11).
Uit het derde huwelijk:
5.
6.
7.
Jkr. Johann Bernhard Rohling (zie: 19.12);
Jkr. Johann Hermann Rohling (zie: 19.13);
Onbekende zoon of dochter, geboren op 01-11-1819 te Helte, overleden op 01-11-1819 te
Helte, begraven op 04-11-1819 te Bokeloh;
8. Jkr. Johann Gerhard Rohling (zie: 19.14);
9. Jkr. Bernhard Heinrich Rohling (zie: 19.15);
10. Jkr. Hermann Eilard Rohling (zie: 19.16).
18.10
Jkr. Joannes Gerardus (Dirk) Rohling, geboren op 19-06-1783 te Thuine, Rooms-Katholiek
gedoopt op 20-06-1783 te Thuine, graafschap Lingen (getuige: Joannes Theodorus Geerdes). Zoon
van Gerardus Rohling en Gesina Aleid Geerdes (zie: 17.2).
18.11
Jkr. Gerhard Hermann (Gerardus Hermannus) Rohling, geboren op 27-08-1785, Rooms-Katholiek gedoopt op 28-08-1785 te Thuine, graafschap Lingen (getuige: Hermanni Evers). Zoon van Gerardus Rohling en Gesina Aleid Geerdes (zie: 17.2). Gehuwd in circa 1810 te Thuine met Anna
Angela Frenser.
Uit dit huwelijk:
1.
18.12
Jkr. Hermann Bernhard Rohling, (zie: 19.17).
Jkr. Joannes Gerardus Rohling, geboren op 22-06-1788 te Thuine, Rooms-Katholiek gedoopt op 2506-1788 te Thuine, graafschap Lingen (getuige: Joannes Gerardus Gerdes). Zoon van Gerardus Rohling en Gesina Aleid Geerdes (zie: 17.2).
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
18.13
Jkfr. Clara Charlotte Frederikke Röhling, overleden ná 1874. Dochter van Nicolaus Heinrich Röhling en Anna Charlotte Amalie Dohmeier (zie: 17.3). Gehuwd op 27-04-1841 te Ullerup met Johan
Heinrich Jürgensen, geboren op 09-04-1813, overleden in 1893.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
18.14
Johan Heinrich Jürgensen, geboren op 21-01-1842 te Sindal, Evangelisch-Luthers gedoopt op
22-03-1842 te Sindal, overleden op 03-10-1919. Gehuwd met Dorthea Mathilde Krause. Samen
kregen zij zeven kinderen. Hun zes nog in leven zijnde kinderen veranderden op 05-02-1906 bij
Koninklijk Besluit hun naam in Røhling;
Karl Bendix Jürgensen, geboren op 01-01-1846 te Karup, Evangelisch-Luthers gedoopt op 2203-1846 te Karup. Gehuwd met Christine Caroline Christensen;
Clara Marie Mathilde Jürgensen, geboren op 12-06-1848 te Karup, Evangelisch-Luthers
gedoopt op 15-08-1848 te Karup.
Jkfr. Mathilde Henriette Röhling, geboren in circa 1805 te Nordborg, overleden op 14-11-1874 te
Menhave. Dochter van Nicolaus Heinrich Röhling en Anna Charlotte Amalie Dohmeier (zie: 17.3).
Gehuwd in circa 1835 te Plön met Johann Friedrich Koops, geboren in circa 1811 te Plön.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
18.15
Heinrich Koops, geboren in circa 1836 te Plön;
Eduard Koops, geboren in circa 1837 te Plön;
Carl Koops, geboren in circa 1841 te Plön;
Caroline Mathilde Johanne Dorthea Koops, geboren in circa 1844 te Plön. Gehuwd op 20-031868 te Volstrup met Oscar Nyholm, begraven op 10-02-1902;
Helene Koops, geboren in circa 1848 te Plön.
Jkr. Andreas August von der Lyhe Rehling, geboren op 30-08-1811 te Svendborg, EvangelischLuthers gedoopt op 01-09-1811 te Svendborg, belijdenis op 04-03-1827 te Svendborg, overleden op
20-12-1854 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 28-12-1854 te Svendborg. Zoon van
Jobst Gottfried Röhling en Else Catharina von der Lühe Petersen (zie: 17.4). Gehuwd op 30-01-1934
te Svendborg met Birte Marie Mortensen (Martensen), geboren op 19-03-1802 te Svendborg, overleden op 15-08-1876 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 18-08-1876 te Svendborg.
Dochter van Ernst Wilhelm Mortensen en Sidsel Marie Pedersdatter
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Jkfr. Cecilia Marie Röhling (zie: 19.18);
Jkfr. Else Cathrine Röhling (zie: 19.19);
Jkfr. Vilhermine Christiane Röhling, geboren op 03-09-1838 te Svendborg, EvangelischLuthers gedoopt op 07-10-1838 te Svendborg, overleden op 01-03-1839 te Svendborg,
Evangelisch-Luthers begraven op 11-03-1839 te Svendborg;
Jkfr. Anna Christine Röhling (zie: 19.20);
Jkr. Ernst Vilhelm Röhling, geboren op 07-10-1839 te Svendborg, Evangelisch-Luthers
gedoopt op 27-10-1839 te Svendborg, overleden op 01-02-1840 te Svendborg, EvangelischLuthers begraven op 08-02-1840 te Svendborg;
Jkr. Jobst Gottfried Röhling, geboren op 16-06-1841 te Svendborg, Evangelisch-Luthers
gedoopt op 11-07-1841 te Svendborg, overleden op 20-04-1860 te Svendborg, EvangelischLuthers begraven op 27-04-1860 te Svendborg;
Jkfr. Andrea Birgitte Röhling, geboren op 03-07-1845 te Svendborg, Evangelisch-Luthers
gedoopt op 05-07-1845 te Svendborg, overleden op 05-07-1845 te Svendborg, EvangelischLuthers begraven op 09-07-1845 te Svendborg.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
18.16
Jkr. Johan Peter Ludvig Rehling, geboren op 18-03-1813 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 21-03-1813 te Svendborg, belijdenis op 01-03-1829 te Svendborg, overleden op 26-11-1891
te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 30-11-1891 te Svendborg. Zoon van Jobst Gottfried
Röhling en Else Catharina von der Lühe Petersen (zie: 17.4). Gehuwd 06-10-1843 te Svendborg met
Cecilie Marie Thomsen, geboren op 20-09-1819 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 2609-1819 te Svendborg, overleden op 31-01-1909 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 0502-1909 te Svendborg. Dochter van Jens Lauritzen Thomsen en Anne Margrethe Schröder.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
Jkfr. Anne Margrethe Röhling (zie: 19.21);
Jkr. Jobst Gotfred Röhling, geboren op 27-05-1845 te Svendborg, Evangelisch-Luthers
gedoopt op 08-06-1845 te Svendborg, overleden op 22-05-1846 te Svendborg, EvangelischLuthers begraven op 28-05-1846 te Svendborg;
3. Jkfr. Else Kathrine Röhling, geboren op 01-01-1847 te Svendborg, Evangelisch-Luthers
gedoopt op 10-01-1847 te Svendborg, overleden op 05-05-1847 te Svendborg, EvangelischLuthers begraven op 11-05-1847 te Svendborg;
4. Jkr. Jens Lauritzen Röhling (zie: 19.22);
5. Jkfr. Else Kathrine Röhling (zie: 19.23);
6. Jkr. Jobst Gotfred Röhling (zie: 19.24);
7. Jkfr. Johanne Cecilie Röhling (zie: 19.25);
8. Jkfr. Anna Birgitha Röhling (zie: 19.26);
9. Onbekende zoon of dochter, geboren op 14-02-1856 te Svendborg, overleden op 01-04-1856 te
Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 08-04-1856 te Svendborg;
10. Jkr. Andreas August von der Lühe Röhling, geboren op 24-01-1857 te Svendborg,
Evangelisch-Luthers gedoopt op 29-03-1857 te Svendborg, overleden op 22-05-1857 te
Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 27-05-1857 te Svendborg.
18.17
Jkr. Johan Georg Röhling, geboren op 06-05-1815 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op
15-05-1815 te Svendborg, belijdenis op 07-05-1830 te Svendborg, overleden ná 1874 te Cincinnati,
Ohio, Verenigde Staten. Zoon van Jobst Gottfried Röhling en Else Catharina von der Lühe Petersen
(zie: 17.4). Gehuwd (1) met een onbekende vrouw. Gehuwd (2) met een onbekende vrouw.
Uit het eerste huwelijk:
1.
2.
Jkr. Gotfred Röhling;
Jkfr. Kathrine Röhling.
Uit het tweede huwelijk:
3.
18.18
Jkr. Carl Röhling.
Jkr. Jobst Gottfried Röhling, geboren op 13-04-1820 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt
op 16-04-1820 te Svendborg (getuigen: Anne Marie Harding, Christine Petersen, Peter Bang, Christiane Hansen Møller en Michel Hai), belijdenis op 08-02-1835, overleden op 09-07-1901 te Svendborg,
Evangelisch-Luthers begraven op 14-07-1901 te Svendborg. Zoon van Jobst Gottfried Röhling en
Else Catharina von der Lühe Petersen (zie: 17.4). Gehuwd op 29-05-1850 te Svendborg met Gjertrud
Marie Brandt, geboren op 13-04-1817 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 15-04-1817 te
Svendborg, overleden op 20-10-1885 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 26-10-1885 te
Svendborg. Dochter van Laurits Jensen Mogensen Brandt en Anna Nicoline Kampmann Jørgensen.
Jobst was evenals zijn vader bakker te Svendborg.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
18.19
Jkr. Jobst Gotfred Röhling, geboren op 30-03-1851 te Svendborg, Evangelisch-Luthers
gedoopt op 12-05-1851 te Svendborg, overleden op 02-06-1860 te Svendborg, EvangelischLuthers begraven op 06-06-1860 te Svendborg;
Jkfr. Else Cathrine Röhling (zie: 19.27);
Jkr. Laurits Brandt Röhling (zie: 19.28);
Jkfr. Nicoline Henriette Kampmann Röhling, geboren op 06-12-1854 te Svendborg,
Evangelisch-Luthers gedoopt op 07-01-1855 te Svendborg, overleden op 18-04-1943 te
Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 23-04-1943 te Svendborg;
Jkr. Andreas August Röhling (zie: 19.29).
Jkr. Julius Hermann Röhling, geboren in 1839 te Neustädtel bij Schneeberg. Zoon van David
Heinrich Röhling en Christiane Sophie Pechstein (zie: 17.12). Gehuwd met Wilhelmine Frederike
Lange. Julius Hermann was van beroep Bergzimmerling. Een Bergzimmerling voerde het nodige
werk uit om een mijnschacht in goede staat te houden.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
18.20
Jkr. Julius Max Röhling (zie: 19.30);
Jkr. Ernst Hermann Röhling;
Jkr. Paul Arno Röhling;
Jkfr. Erna Ella Röhling, geboren 30-07-????;
Jkr. Otto Emil Röhling (zie: 19.31);
Jkr. Richard Kurt Röhling, geboren 01-01-????.
Jkr. Heinrich Eduard Röhling, geboren op 15-12-1803 te Schneeberg, overleden op 16-02-1861 te
Neustädtel. Zoon van Christian Heinrich Röhling en Christiane Sophie Gamnitz (zie: 17.13). Gehuwd
(1) op 20-04-1831 te Freiberg met Christiane Dorothea Hammer. Gehuwd (2) op 03-04-1836 met
Friederike Louise Weihgang, geboren op 13-04-1810 te Meißen, overleden op 03-10-1883 te Neustädtel. Dochter van Josef Friedrich Weihgang. Josef Friedrich was kleinuhrmacher (horlogemaker).
Uit het eerste huwelijk:
1.
2.
Jkfr. Anna Aurelie Röhling (zie: 19.32);
Jkr. Eduard Oswald Röhling (zie: 19.33).
Uit het tweede huwelijk:
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
18.21
Jkr. Hermann Eduard Röhling (zie: 19.34);
Jkfr. Antonie Louise Röhling (zie: 19.35);
Jkfr. Auguste Henriette Röhling (zie: 19.36);
Jkfr. Klara Amalie Röhling (zie: 19.37);
Jkr. Paul Röhling (zie: 19.38);
Jkfr. Anna nathalie Röhling (zie: 19.39);
Jkr. Otto Markus Röhling (zie: 19.40);
Jkr. Carl Richard Röhling, jong overleden;
Jkfr. Rosalie Wilhelmine Röhling, jong overleden.
Jkfr. Auguste Louise Röhling, geboren op 12-05-1824 te Schneeberg. Dochter van Johann Gottfried
Röhling en Sophie Emilie Hänel von Cronenthall (zie: 17.16). Gehuwd op 11-08-1846 te Schneeberg
met Camillo Otto Gottschald, geboren op 24-07-1818 te Lauter, overleden op 16-09-1871 te Golzern.
Camillo Otto was Kaufmann te Leipzig en eigenaar van een Golzermühle te Grimma, een fabriekcomplex, ontstaan uit een Wassermühle (watermolen) waar onder andere papier werd geproduceerd.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
18.22
Jkfr. Ferdinande Louise Röhling, geboren op 02-10-1825 te Schneeberg, overleden op 05-05-1908
te Leipzig. Dochter van Johann Gottfried Röhling en Sophie Emilie Hänel von Cronenthall (zie:
17.16). Gehuwd op 18-11-1850 te Schneeberg met Gottlieb Adolf Schroeder, Kaufmann te Leipzig,
geboren op 05-03-1818, overleden op 06-11-1876. Zoon van Christoph Martin Schroeder en Johanne Christiane Sophie Koch.
Uit dit huwelijk:
a.
b.
c.
18.23
Max Adolf Schroeder, geboren op 14-06-1853 te Leipzig (zie ook: 19.46);
Martin Schroeder, geboren op 14-04-1855;
Johannes Schroeder, geboren op 26-10-1869 te Leipzig.
Jkfr. Maria Anna Röhling, geboren op 24-08-1834 te Schneeberg, overleden op 06-04-1912 te Eisenach. Dochter van Johann Gottfried Röhling en Sophie Emilie Hänel von Cronenthall (zie: 17.16).
Gehuwd op 24-05-1857 met Jkr. Dipl.-Ing. Adolf Gottfried Christian von Rappard, geboren op
30-07-1826 te Königsborn, overleden op 29-10-1889 te Aplerbeck (Dortmund). Zoon van Hptm. Jkr.
Friedrich Wilhelm Franz von Rappard en Charlotte Caroline Werneburg.
Adolf was civielingenieur te Erla. Zijn vader was beheerder van de zoutmijnen te Königsborn zoals
overeengekomen was toen diens vader deze mijnen aan de staat verkocht.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
18.24
Jkr. Kurt Friedrich Adolf von Rappard, geboren op 07-09-1858, overleden op 02-12-1942 te
Leipzig (doormiddel van een auto-ongeluk). Gehuwd op 29-11-1916 met Anna Finsterwalder,
geboren op 02-09-1866, overleden op 26-01-1944 (tijdens een bombardement). Kurt was
apotheker en Königliche Sächsische Hofrat. Het gezin had 1 geadopteerde dochter (een nichtje);
Jkfr. Elsa Anna von Rappard, geboren op 01-03-1860, overleden in 1936;
Jkfr. Klara Charlotte von Rappard, geboren op 15-01-1862, overleden op 07-1952 te Leipzig.
Gehuwd op 11-07-1889 met Martin Bernhard Schroeder, overleden op 06-11-1936 te Eisenach;
Jkr. Otto Theodor Gustav von Rappard, geboren op 26-11-1863 te Aplerbeck bij Dortmund,
Evangelisch-Luthers gedoopt op 12-01-1864 te Aplerbeck, overleden op 07-01-1952 te GlanMünchweiler, Pfalz. Gehuwd op 07-09-1897 te Oberhausen met Martha Schilling, geboren op
08-08-1876 te Oberhausen, overleden op 08-02-1951 te Glan-Münchweiler. Dochter van Alfred
Schilling (Hüttendirecteur) en Hermine Seekopf. Otto was van beroep directeur van een
ijzergieterij in Dalmine, Italië. Het gezin kreeg 3 zonen en 1 dochter;
Maj. Jkr. Emil Adolf Friedrich von Rappard, geboren op 26-11-1863 te Aplerbeck, sneuvelde
op 25-09-1914 te Sandfontein, Namibië, als majoor wachttroepen in Duits Zuidwest Afrika;
Jkr. Dipl.-Ing. Georg Maria von Rappard, geboren op 29-08-1867 te Dortmund, overleden op
16-12-1942 te Saarbrücken. Gehuwd op 07-09-1904 met Marie Schweckendieck, geboren op
18-01-1882 te Hannover, overleden op 16-08-1931;
Jkr. Paul Louis von Rappard, geboren op 03-02-1869 te Dortmund, overleden op 13-06-1874
te Dortmund;
Jkfr. Helene Emma von Rappard, geboren op 03-02-1871 te Dortmund, overleden op 12-1946.
Gehuwd op 11-08-1894 met Jkr. Ernst Emil von Bauer.
Jkr. Gottfried Heinrich Röhling, geboren op 29-08-1831 te Annaberg, overleden op 10-10-1892 te
Dresden. Zoon van August Heinrich Röhling en Ferdinande Hänel von Cronenthall (zie: 17.18).
Gehuwd op 02-09-1862 te Chemnitz met Wilhelmine Johanne Lachmann, geboren op 24-09-1842
te Chemnitz, overleden op 20-08-1913 te Emden.
Gottfried nam met zijn neef Rudolf Hänel von Cronenthall de Seidenwarenfabrikgeschäft van zijn
vader over en veranderde de naam in Röhling, Hänel & Co. In 1870 vond een reorganisatie plaats en
moest het bedrijf inkrimpen. In 1878 werd het bedrijf opgeheven.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Uit dit huwelijk:
1.
2.
Jkfr. Johanne Gabriele Röhling (zie: 19.41);
Jkr. Gottfried Carl Heinrich Röhling (zie: 19.42).
18.25
Jkr. Dr. med. Kurt Markus Röhling, geboren op 02-07-1836 te Annaberg. Overleden op 13-011875. Zoon van August Heinrich Röhling en Ferdinande Hänel von Cronenthall (zie: 17.18). Kurt was
arts te Oberwiesenthal. Hij bleef ongehuwd en vergiftigde zichzelf op 60 jarige leeftijd.
18.26
Jkr. Bernhard Röhling, geboren op 22-08-1838 te Annaberg, overleden op 05-05-1892 te Dresden.
Zoon van August Heinrich Röhling en Ferdinande Hänel von Cronenthall (zie: 17.18). Bernhard was
apotheker te Dresden. Hij bleef ongehuwd.
18.27
Uffz. Jkr. Albert Georg Röhling, geboren op 10-10-1846 te Annaberg, overleden op 29-09-1899 in
een sanatorium nabij Milwaukee in de V.S. Zoon van August Heinrich Röhling en Ferdinande Hänel
von Cronenthall (zie: 17.18). Gehuwd (1) in 1878 te Chicago met Alma Ewers, overleden na één jaar
huwelijk. Gehuwd (2) op 29-05-1886 met Julia Toser, geboren op 03-09-1864 te Milwaukee.
Albert was leerling koopman te Dresden. In 1867 ging hij in militaire dienst als Einjährig-Freiwilliger.
Deze militaire dienst in Pruisen was sinds 1813 mogelijk in plaats van de gebruikelijke twee of drie
jaar. Tegen het einde van de dienstplicht werd men tot Unteroffizier (Uffz.) bevorderd. In 1868 vertrok Albert naar de Verenigde Staten en vestigde zich te Bristol, New York, Philadelphia en Chicago.
In Chicago werkte hij in een speelwarenwinkel, later in een sigaren- en tabakswinkel en groothandel
waar hij aandeelhouder van werd. Zijn kinderen vestigden zich voor hun studies weer in Duitsland.
Uit het tweede huwelijk:
1.
2.
18.28
Jkr. Hermann Röhling (zie: 19.43);
Jkr. Otto Carl Röhling (zie: 19.44).
Jkr. Friedrich Markus Röhling, geboren op 02-09-1820 te Annaberg. Zoon van Carl August Röhling en Christiane Wilhelmine Freytag (zie: 17.19).
Friedrich was gedurende 2 ¾ jaar leerling bij bankier Thieme te Leipzig. Hij nam dienst in de LeibInfanterie-Regt. te Dresden. Van 06-09-1842 tot 20-07-1843 was hij als Imbeciller in de degenerativer
basis geïnterneerd. Van 18-01-1846 tot 24-02-1847 was hij opgenomen in Schloss Sonnenstein, een
voormalig fort op een berg nabij Pirna, Saksen. Het fort deed dienst als inrichting voor krankzinnigen,
een term die men destijds gebruikte voor vrijwel alle mensen met een verstandelijke handicap en/of
psychiatrisch ziektebeeld die zich sterk afwijkend gedroegen. Na zijn ontslag van Sonnenstein trad
Friedrich op 01-11-1848 voor 6 jaar in het Hollandse Koloniale leger. Het laatste levensteken van
hem werd vernomen op 25-01-1851 te Lesperance nabij Paramaribo, Nederlands Guiana (Suriname).
18.29
Jkfr. Anne Rosalie Röhling, geboren op 14-12-1822 te Annaberg. Dochter van Carl August Röhling
en Christiane Wilhelmine Freytag (zie: 17.19). Gehuwd op 15-08-1841 te Annaberg met Carl
Friedrich Alexander Föhr, Kaufmann te Annaberg.
18.30
Jkr. Carl Otto Röhling, geboren op 23-05-1827 te Annaberg, overleden op 20-12-1901 te Leipzig.
Zoon van Carl August Röhling en Christiane Wilhelmine Freytag (zie: 17.19). Gehuwd (1) op 28-061854 met Franziska Angelika Dürr, geboren op 21-10-1833 te Leipzig, overleden op 09-04-1913 te
Dresden. Dochter van Friedrich Dürr (huisbezitter te Leipzig). Gescheiden vóór 30-01-1865 (op
deze datum huwde Franziska Angelika met Hermann Schäck, Kaiserliches und Königlich Major te
Graz). Gehuwd (2) op 06-03-1864 te Leipzig met Caroline Auguste Johanna Heubel, geboren op
09-04-1844 te Schwarzenburg, overleden op 10-02-1908 te Leipzig. Dochter van boekhandelaar
Ludwig Carl Heubel en Adelaide Elisabeth Matthaei. Carl ging in de leer bij Joh. George Schmidt
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
te Leipzig. Vestigde aldaar op 01-01-1851 de Spitzen- und Weißwarenfirma Werner & Roehling. Op
15-11-1878 trok hij zich terug vanwege zijn gezondheid.
Uit het eerste huwelijk:
1.
2.
3.
Jkr. Otto Alfred Röhling (zie: 19.45);
Jkfr. Therese Angelika Johanna Röhling (zie: 19.46);
Jkfr. Marie Wilhelmine Helene Röhling (zie: 19.47).
Uit het tweede huwelijk:
4.
5.
6.
Jkfr. Adele Julie Elisabeth Röhling (zie: 19.48);
Jkr. Karl Heinrich Röhling (zie: 19.49);
Jkr. Ernst Alexander Röhling (zie: 19.50).
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
19.1
Jkfr. Joanna Röling / Rooling, Rooms-Katholiek gedoopt op 09-12-1811 te Kethel en Spaland
(getuigen: Leonardus Schenkeveld en Catharina Verheul). Dochter van Herman Hendrik Röling en
Jacoba Schenkeveld (zie: 18.2). Gehuwd (1) op 22-04-1842 te Kethel en Spaland met Leonardus
Overgaag, geboren op 26-11-1811 te Delfshaven, overleden op 02-06-1842 te Rotterdam. Zoon van
Joannes (Jan) Overgaag, bouwman, en Cornelia (Keetje) Romeijn (Romijn). Gehuwd (2) op 2707-1844 te Overschie met Arnoldus van Nierop, geboren in circa 1803 te Delfshaven. Zoon van
Johannes van Nierop en Cornelia Kramer. Arnoldus was weduwnaar van Maria de Hoog.
Leonardus was van beroep bouwman te Delfshaven. Hij was echter woonachtig te Kethel. Joanna
werd gedoopt als Rooling. Hierbij werd haar vader’s naam vermeld als Henrick Rooling.
Uit dit huwelijk:
1.
19.2
Cornelis Overgaag, geboren op 11-02-1843 te Rotterdam, overleden op 26-04-1843 te Rotterdam.
Jkr. Hendrik Röling, geboren op 08-06-1813 om 13.00 uur te Kethel en Spaland, overleden op 0110-1863 te Schipluiden. Zoon van Herman Hendrik Röling en Jacoba Schenkeveld (zie: 18.2).
Gehuwd (1) op 28-04-1843 te Kethel en Spaland met Johanna Catharina van Duikeren, geboren op
27-10-1818 te Kethel en Spaland, overleden op 28-04-1847 te Kethel en Spaland. Dochter van Leendert van Duikeren en Adriana Lansbergen. Gehuwd (2) op 14-09-1848 te Hof van Delft met Cornelia Langelaan, geboren op 23-05-1824 te Abtsrecht, overleden op 27-03-1875 te Hof van Delft.
Dochter van Leendert Langelaan en Adriana Alsemgeest. Hendrik was van beroep veehouder.
Uit het eerste huwelijk:
1.
2.
3.
Jkfr. Adriana Röling / Roeling (zie 20.1);
Jkfr. Jacoba Röling / Roeling (zie 20.2);
Jkr. Leonardus Röling / Roeling (zie: 20.3);
Uit het tweede huwelijk:
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
19.3
Jkfr. Johanna Röling / Roeling (zie 20.4);
Jkr. Leonardus (Leendert) Röling / Roeling (zie: 20.5);
Jkr. Hendrik Röling, geboren op 26-06-1851 te Hof van Delft, overleden op 11-07-1851 te Hof
van Delft;
Jkr. Adrianus Röling, geboren op 15-07-1852 te hof van Delft, overleden op 04-08-1852 te Hof
van Delft;
Jkr. Henricus Röling, geboren op 30-01-1855 te Hof van Delft, overleden op 15-01-1857 te Hof
van Delft;
Jkr. Adrianus Röling, geboren op 21-07-1856 te Hof van Delft, overleden op 01-10-1856 te Hof
van Delft;
Jkfr. Mathilda Röling, geboren op 01-11-1858 te Hof van Delft, overleden op 23-02-1859;
Jkfr. Maria Röling, geboren op 18-08-1960 te Hof van Delft, overleden op 30-10-1860 te Hof
van Delft;
Jkr. Hendrik Röling, geboren op 11-10-1861 te Vrijenban, overleden op 20-12-1861 te
Vrijenban;
Jkr. Hendrik Röling, geboren op 23-11-1862 te Vrijenban.
Jkr. Adrianus (Arie) Röling / Rooling, geboren op 27-05-1815 om 04.00 uur te Kethel en Spaland,
overleden op 14-09-1900 te Overschie. Zoon van Herman Hendrik Röling en Jacoba Schenkeveld
(zie: 18.2). Gehuwd op 27-07-1844 te Overschie met Geertruida Suijker, geboren 23-09-1819 te
Vrijenban, overleden op 04-03-1886 te Overschie. Dochter van Leendert Suijker en Maria Ham.
Adrianus was van beroep bouwman te Overschie en woonachtig in Wijk Zes nummer 2A.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Op 31-01-1883 was Arie samen met zijn vrouw getuige bij de Rooms-Katholieke doop te Zoetermeer
van Leonardus Adrianus van den Berg, zoon van Jacobus van den Berg en Petronella Brouwer.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
19.4
Jkr. Hendrik Rooling (zie: 20.6);
Jkfr. Maria Rooling (zie: 20.7);
Jkfr. Jacoba Rooling (zie: 20.8);
Jkr. Leonardus Rooling (zie: 20.9);
Jkr. Johannes Rooling (zie: 20.10);
Jkfr. Geertruijda Rooling (zie: 20.11);
Jkfr. Adriana Johanna Rooling, geboren op 22-12-1856 te Overschie, overleden op 12-12-1860
te Overschie;
Jkfr. Magdalena Maria (Lena) Rooling (zie: 20.12).
Jkr. Theodorus (Dirk) Röling / Roeling, geboren op 03-11-1818 om 21.00 uur te Kethel en Spaland,
overleden op 28-12-1894 om 08.00 uur te Kethel en Spaland (wijk A nummer 8). Zoon van Herman
Hendrik Röling en Jacoba Schenkeveld (zie: 18.2). Gehuwd op 30-04-1847 te Zouteveen met Cornelia Stolk, geboren op 03-09-1814 te Zouteveen, overleden op 16-04-1886 om 20.00 uur te Kethel
en Spaland. Dochter van Martinus Cornelis (Maarten) Stolk en Maria (Marijtje) van Haastrecht.
Dirk werd vernoemd naar zijn verdronken oom Dirk Albert (zie: 18.5) en was net als zijn vader veehouder te Kethel. Tijdens de geboorte van Martinus woonde het gezin in Wijk A op nummer 5. Bij de
geboorte van Martinus tekende Dirk als Roeling. Slechts één jaar later tekende hij als Röling.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
Jkfr. Maria Roeling (zie: 20.13);
Jkr. Hendrik Roeling (zie: 20.14);
Jkr. Martinus (Maarten) Roeling (zie: 20.15);
Jkfr. Jacoba Maria Röling, geboren op 25-03-1851 om 18.00 uur te Kethel en Spaland,
overleden op 12-08-1851 om 15.00 uur te Kethel en Spaland;
5. Onbekende dochter, levenloos geboren op 27-01-1852 om 21.30 uur te Kethel en Spaland,
overleden op 27-01-1852 om 21.30 uur te Kethel en Spaland;
6. Jkfr. Jacoba Röling (zie: 20.16);
7. Jkr. Leonardus Röling, geboren op 04-04-1854 om 07.30 uur te Kethel en Spaland, overleden
op 07-08-1854 om 12.00 uur te Kethel en Spaland;
8. Jkr. Theodorus Röling, geboren op 28-02-1856 om 17.00 uur te Kethel en Spaland, overleden
op 27-06-1856 om 13.00 uur te Kethel en Spaland;
9. Jkr. Theodorus Röling, geboren op 17-08-1857 om 21.00 uur te Kethel en Spaland, overleden
op 12-09-1857 om 22.00 uur te Kethel en Spaland;
10. Jkr. Arnoldus (Arend) Röling (zie: 20.17);
11. Jkr. Theodorus Roeling, geboren op 09-05-1861 om 20.00 uur te Kethel en Spaland, overleden
op 31-01-1862 om 23.00 uur te Kethel en Spaland.
19.5
Jkr. Gerhard Bernhard Rohling, geboren op 27-10-1805 te Baccum, overleden op 18-09-1862 (aan
de gevolgen van waterzucht). Zoon van Gerardus Henricus Rohling en Euphemia Maria Kahle (zie:
18.7). Gehuwd op 12-04-1836 te Baccum met Margaretha Adelheid Brinker, geboren op 22-041808, overleden op 25-04-1875.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
Jkfr. Margaretha Adelheid Rohling (zie: 20.18);
Jkr. Gerhard Heinrich Rohling (zie: 20.19);
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
3.
4.
5.
6.
7.
19.6
Jkr. Bernhard Heinrich Roling (zie: 20.20);
Jkfr. Maria Christina Roling (zie: 20.21);
Jkr. Johann Clemens Roling (zie: 20.22);
Jkr. Bernhard August Rohling, geboren op 03-12-1847 te Baccum;
Jkr. Franz Heinrich Rohling, geboren op 06-02-1852 te Baccum.
Jkr. Johann Wilhelm Ro(h)ling, geboren vóór 1808. Zoon van Gerardus Henricus Rohling en Euphemia Maria Kahle (zie: 18.7). Gehuwd (1) met Anna Margaretha Langen, geboren te Thuine,
overleden in circa 1828. Gehuwd (2) op 29-04-1828 te Thuine met Anna Catharina Krämer, geboren op 15-04-1804 te Baccum, overleden ná 1859. In 1857 werd Johann vermeld als timmerman.
Uit het eerste huwelijk:
1.
Jkr. Johann Gerhard Roling (zie: 20.23);
Uit het tweede huwelijk:
2.
19.7
Jkfr. Maria Agnes Roling, geboren in 1829 te Thuine.
Jkr. Johannes Hermann Roling, geboren op 22-12-1808 te Münnigbüren, Baccum. Zoon van
Gerardus Henricus Rohling en Euphemia Maria Kahle (zie: 18.7). Gehuwd op 16-12-1836 te Oud en
Nieuw Mathenesse met Cornelia Franse (Franssen), geboren op 22-09-1814 te Schiedam, overleden
op 13-09-1862 te Kethel. Dochter van Hendrik Franse en Lena de Haas. Johannes was van beroep
arbeider en melkschipper.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
19.8
Jkr. Gerardus Roling (zie: 20.24);
Jkfr. Cornelia Roling (zie: 20.25);
Jkfr. Margaretha Roling (zie: 20.26);
Jkr. Hendrik Roling, geboren op 04-02-1844 te Kethel, overleden op 31-01-1848 te Kethel;
Jkr. Johannes C. Roling, geboren op 24-05-1846 te Kethel, overleden op 07-06-1846 te Kethel;
Jkr. Hendrik Roling, geboren op 11-06-1848 te Kethel, overleden op 15-02-1869 te Kethel;
Jkfr. Cornelia Roling (zie: 20.27).
Jkfr. Maria Adelheid Rohling, geboren op 24-07-1811 te Baccum, overleden ná 1865. Dochter van
Gerardus Henricus Rohling en Euphemia Maria Kahle (zie: 18.7). Gehuwd op 15-05-1832 met Johann Bernhard Krieger, geboren op 19-12-1802 te Baccum, overleden op 21-11-1871.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
19.9
Bernhard Heinrich Krieger, geboren op 30-03-1833 te Baccum, overleden op 27-09-1874.
Gehuwd in 1868 met Anna Karoline Klinker. Na het overlijden van Bernhard, huwde zij op 1611-1875 met Johann Josef Roling (zie: 21.30);
Margaretha Adelheid Krieger, geboren in 1836, overleden vóór 1880;
Maria Anna Krieger, geboren in 1839;
Gerhard Bernhard Krieger, geboren op 21-01-1842. Arriveerde samen met zijn neef en nicht
op 17-05-1866 in New York;
Gerhard Heinrich Krieger, geboren in 1846;
Bernhard Clemens Krieger, geboren in 1850, overleden in 1852.
Jkr. Gerhard Henric Rohling (Rolinck), geboren op 15-02-1809 te Helte, Rooms-Katholiek gedoopt
op 16-02-1809 te Bokeloh (getuigen: Adam Robben, Margret Bruns en Bernhard Stook), overleden op
22-02-1855 te Helte. Zoon van Hermann Heinrich Rohling en Anna Maria Robben (zie: 18.9).
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Gehuwd (1) op 24-11-1846 te Bokeloh met Maria Gertrud Robben, geboren op 23-03-1818 te
Helte, overleden op 13-09-1851 te Helte (waarschijnlijk overleden in het kraambed). Gehuwd (2) op
27-04-1852 te Bokeloh (getuigen: Johann Bernhard Roling uit Meppen en maria Catharina Wulf uit
Schlagbrüggen) met Maria Adelheid Wulf, geboren op 19-01-1823 te Schlagbrüggen, overleden op
24-08-1853 te Helte (overleden in het kraambed). Dochter van Johann Bernard Wulf, Kötter te
Schlagbrüggen, en Angela Stark (Stock). Gehuwd (3) op 21-11-1854 te Bokeloh met Euphemia
Helena Block, geboren op 19-05-1818 te Fullen. Dochter van Bernard Henric Block, Heuermann te
Fullen, en Maria Anna Siegbers. Na het overlijden van Gerhard huwde Euphemia op 31-07-1855
met Johann Hermann Voss, eboren op 04-11-1828.
Uit het eerste huwelijk:
1.
2.
3.
Jkr. Bernard Heinrich (Bernard) Rohling, geboren op 17-10-1847 te Helte, Rooms-Katholiek
gedoopt op 18-10-1847 te Bokeloh (getuigen: Joh. Bernard Schepers, Beerbter zu Helte, Angela
Brinker, Brinksitzerin an der Nöke, Meppen), overleden op 31-10-1847 te Helte;
Jkr. Herman Henric Rohling (zie: 20.28);
Jkr. Johann Bernard Heinrich Rohling (zie: 20.29);
Uit het tweede huwelijk:
4.
19.10
Jkr. Bernard Hermann Rohling (zie: 20.30).
Jkfr. Anna Helena Rohling, geboren op 17-07-1811 te Helte, Rooms-Katholiek gedoopt op 17-071811 te Bokeloh (getuigen: Elisabeth en Hermann Robben), overleden op 04-09-1868 te Altharen
(aan de gevolgen van een ziekte aan de luchtwegen). Dochter van Hermann Heinrich Rohling en
Anna Maria Robben (zie: 18.9). Gehuwd op 05-02-1839 te Wesuwe (getuigen: Albert Pötker en Joh.
Bernard Brink zu Dankern) met Joseph Pötker, geboren in 1808 te Dankern, Hebel. Zoon van Bernard Heinrich Pötker, Ackersmann te Hebel, en Margaretha Möhlmann.
Joseph was van beroep Ackersmann te Hebel. Bij het huwelijk was Anna Ackermädchen te Haar.
19.11
Jkfr. Maria Anna Angela Rohling, geboren op 14-05-1815 te Helte, Rooms-Katholiek gedoopt op
14-05-1815 te Bokeloh (getuigen: Margaretha Robben, Eilart Robben en Gesina Stock), overleden op
14-04-1857 te Meppen – Nödike (aan de gevolgen van Pleuritis). Dochter van Hermann Heinrich
Rohling en Maria Angela Gesina Middendorf (zie: 18.9). Gehuwd op 02-07-1844 te Meppen (getuigen: Joannes Bernardus Möller, Neuwohner auf der Stadtmark b. Haselünne en Anna Margaretha
Herbers uit Teglingen, dient auf dem Kollhofe) met Johann Bernhard (Franziskus) Brinker, geboren op 23-07-1815 te Meppen – Nödike, Rooms-Katholiek gedoopt op 24-07-1815 te Meppen (getuigen: Joan Herm Temmen, Ackersmann zu Nödeke, Anna Margaretha Moss, geb. Abeln, Ackersfrau zu Bakemude). Zoon van Joannes Henricus Brinker, Ackermann zu Nödike, en Maria
Elisabeth Backs.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
19.12
Bernhard Henricus Brinker, geboren op 04-05-1846 te Meppen. Gehuwd op 27-05-1873 te
Meppen met Anna Maria Lammers, geboren op 05-12-1850 te Haar;
Johann Bernhard Brinker, geboren op 02-09-1856 te Meppen. Gehuwd op 29-05-1882 te
Meppen met Maria Helena Baans, geboren op 07-03-1858 te Wesuwe. Samen kregen zij 5
kinderen.
Jkr. Johann Bernhard (Bernhard) Rohling, geboren op 28-04-1816 te Helte, Rooms-Katholiek gedoopt te Bokeloh (getuigen: Herm Schlömer, Maria Catharina Robben en Joh. Bernd Lampen). Zoon
van Hermann Heinrich Rohling en Anna Margaretha Schlömer (zie: 18.9). Gehuwd (1) op 04-02-1845
te Meppen (getuigen: Hermann Heinrich Roling en Henrica Lünsmann) met Wilhelmine Lünsmann,
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
geboren in september 1818 te Meppen, mogelijk overleden in 1852. Dochter van Lucas Lünsmann,
Bürger en Schneider te Meppen, en Catharina Kessens. Gehuwd (2) op 23-11-1852 met Catharina
Strüggemann, geboren in circa 1819, overleden in circa 1899.
Bernhard was van beroep Schneidermeister (kleermaker) te Meppen. Bernhard werd de eerste kleermaker in Meppen die beschikte over een naaimachine. Op 14-05-1860 meldde die Zeitung: “Rohling
hat eine Nähmaschine in Betrieb genommen. Dieselbe ist sehr praktisch und handlich eingerichtet...
und kostete 130 Rtl franco Dortmund.” Van 1856 tot 1899 had hij zijn werkplaats direct aan de
Marktplatz van Meppen in een vakwerkershuis met huisnummer 25 I (de tegenwoordige parfumerie
Terbrack). Bernhard kocht tevens huisnummer 26 en vestigde zich hier met zijn gezin. De waarde van
de huizen werden in 1862 bepaald op 600 en 700 Reichstaler. In juli 1864 werden beide vakwerkershuizen gesloopt en liet Bernhard een nieuw huis bouwen met een waarde van 1400 Reichstaler. Dankzij de naaimachine kon Bernhard veel produceren. In december 1864 nam hij dan ook een medewerker en drie leerlingen in dienst. De tweede echtgenote van Bernhard was van beroep Näherin.
Uit het eerste huwelijk:
1.
19.13
Jkr. Herman Henricus Rohling (zie: 20.31).
Jkr. Johann Hermann Rohling, geboren op 21-12-1817 te Helte, Waldbröl, Rooms-Katholiek gedoopt op 22-12-1817 te Bokeloh (getuigen: Johann Herm Robben en Catharina Schlömer), overleden
op 17-12-1897 te Rich Valley Township, McLeod County, Minnesota. Zoon van Hermann Heinrich
Rohling en Anna Margaretha Schlömer (zie: 18.9). Gehuwd op 30-05-1843 te Wesuwe (getuigen:
Gerhard Heinrich Rohling uit Helte en B.H. Küster uit Wesuwe) met Anna Margaretha Wolbers,
geboren op 02-12-1819 te Emmeln, overleden tussen 1882 en 1886 te Duitsland (volgens de bron van
Henk Gebben: 16-11-1882). Dochter van Hermann Nicolaus Gerardus Wolbers, Ackersmann, en
Susanna Kuper.
Johann was van beroep Ackersmann. Volgens de overleveringen van de familie Gebben vertrok
Johann samen met het gezin van zijn oudste zoon in 1886 naar de Verenigde Staten en zou de
bruidschat van zijn dochter Anna Helena hebben meegenomen. Als het hen goed zou gaan in
Amerika, zouden zij de bruidschat terugsturen naar hun dochter.
De Deutschen Auswanderer Datenbank maakt inderdaad melding van een Joh. Rohling, 68 jaar
oud, Arbeiter aus Haaren, die met het schip “Ems” (kapitein Willigerod) op 22-03-1886 in New York
was aangekomen.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Jkr. Hermann Heinrich Rohling (zie: 20.32);
Jkfr. Anna Margaretha Rohling (zie: 20.33);
Jkr. Johann Hermann Rohling (zie: 20.34);
Jkfr. Susanna Maria Rohling (zie: 20.35);
Jkfr. Anna Gesina Rohling (zie: 20.36);
Jkfr. Anna Helena Rohling, geboren op 29-04-1854 te Haar, Rooms-Katholiek gedoopt op 0105-1854 te Wesuwe (getuigen: Johann Gerhard Rohling uit Haar en Maria Helena Wolbers uit
Emmeln), overleden op 30-05-1854 te Haar, Rooms-Katholiek begraven op 02-06-1854;
7. Jkr. Johann Bernhard Rohling (zie: 20.37);
8. Jkfr. Anna Helena Rohling (zie: 20.38);
9. Jkfr. Maria Elisabeth Rohling (zie: 20.39);
10. Onbekende zoon of dochter, geboren op 05-09-1863 te Haar, overleden op 05-09-1863 te Haar.
19.14
Jkr. Johann Gerhard (Gerd) Rohling, geboren op 06-05-1821 te Helte, Rooms-Katholiek gedoopt
op 08-05-1821 te Bokeloh (getuigen: Johann Heinrich Herbers, Heuermann aus Kreyenborg en Gesina Adelheid Schlömer uit Schlagbrüggen), overleden op 08-09-1903 te Bokeloh. Zoon van Hermann
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Heinrich Rohling en Anna Margaretha Schlömer (zie: 18.9). Gehuwd op 29-02-1848 te Haren (getuigen: Herm Aladus Roling, Ackersmann von der Haar en Anna Kerkhoff, Kaufmannstochter zu Haren)
met Anna Angela Voss, geboren op 05-08-1820 te Haren, overleden op 09-09-1900. Dochter van Jacobus Voss, Faßbinder (kuiper), en Anna Walburgis Lüsing.
Gerd werd bij zijn huwelijk vermeld als Ackermannssohn von der Haar. Anna Angela werd vermeld
als Dienstmagd zu Haren. Van beroep was hij houthandelaar, timmerman en kuiper. Een kuiper maakt
vaten, kuipen, emmers en tonnen. In 1872 was het gezin woonachtig op perceel 4/133 te Haren/Ems,
de tegenwoordige Kirchstraße 24. Op 01-03-1898 vierde het echtpaar hun gouden huwelijksfeest.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
19.15
Jkr. Jacobus Hermann Rohling (zie: 20.40);
Jkr. Hermann Heinrich Rohling, geboren op 02-12-1848 te Haren, Rooms-Katholiek gedoopt op
02-12-1848 (getuigen: Joan Hermann Roling, Ackersmann auf der Haar en Martha Gerdelmann,
Tagelöhnersfrau zu Haren), overleden op 18-12-1848 te Haren. Tweelingbroer van Jacobus;
Jkfr. Anna Margaretha Rohling (zie: 20.41);
Jkr. Hermann Heinrich Rohling (zie: 20.42);
Jkr. Johann Bernard Rohling, geboren in 1858 te Haren, overleden op 12-05-1862;
Jkr. Bernhard Rohling, geboren op 04-01-1864 te Haren, Rooms-Katholiek gedoopt te Haren,
overleden op 10-01-1864 te Haren (aan de gevolgen van spasmen), Rooms-Katholiek begraven
op 13-01-1864.
Jkr. Bernhard Heinrich Rohling (Prince), geboren op 10-04-1823 te Helte, Rooms-Katholiek gedoopt op 11-04-1823 te Bokeloh (getuigen: Bernhard Meyer, Huermann te Helte en Elisabeth Schlömer uit Schlagbrüggen). Zoon van Hermann Heinrich Rohling en Anna Margaretha Schlömer (zie:
18.9).
Bernard werd op twaalf jarige leeftijd als kind aangenomen door Johann Hermann Prins, geboren op
12-11-1793, en Anna Catharina Schlömer, geboren op 12-11-1803, de zuster van zijn moeder. Op 0308-1838 vertrokken zij met het schip “Globe” vanuit Bremen naar de Verenigde Staten. Op 03-11-1838
arriveerden zij in Baltimore onder de familienaam Prince, als doel werd Cincinnati aangegeven.
19.16
Jkr. Hermann Eilard Rohling, geboren op 14-09-1825 te Helte, Rooms-Katholiek gedoopt op 1509-1825 te Bokeloh (getuigen: Johann Herm Priens, Heuermann aus Helte en Anna Maria Brümmer,
Heuermannsfrau aus Helte), overleden op 12-03-1900 (aan de gevolgen van maagkanker, na een
ziektebed van zes maanden). Zoon van Hermann Heinrich Rohling en Anna Margaretha Schlömer
(zie: 18.9). Gehuwd op 08-05-1860 te Haren (getuigen: Rudolph Töller, Tagelöhner te Haren, en
Anna Margaretha Rohling, Ackerstochter zum Pool) met Maria Elisabeth Töller, Rooms-Katholiek
gedoopt op 20-04-1835 te Haren. Dochter van Johann Heinrich Töller, houthandelaarm, en een
zekere Anna Adelheid.
Hermann was van beroep timmerman en metselaar te Altharen. Maria was vóór haar huwelijk van beroep dienstmeisje te Haren. In 1880 vertrok Hermann met zijn gezin naar de Verenigde Staten en
werd hiermee de stamvader van de Iowa tak van de familie Röhling.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
Jkr. Hermann Heinrich Rohling, geboren op 01-10-1862 te Altharen, Rooms-Katholiek
gedoopt op 03-10-1862 te Wesuwe (getuigen: Johan Herman Rohling, Ackersmann zur Haar, en
Margaretha Fehrmann, Ehefrau des Schneiders Bernhard Töller zu Haren), overleden op 30-071871 om 12:00 uur te Altharen, Rooms-Katholiek begraven op 02-08-1871 te Wesuwe;
Jkfr. Margaretha Adelheid Rohling (zie: 20.43);
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
3.
4.
5.
19.17
Jkfr. Maria Margaretha Rohling, geboren op 25-12-1870 te Altharen, Rooms-Katholiek
gedoopt op 25-12-1870 te Wesuwe (getuigen: Gerhard Rohling, Eigner zu Altharen, en
Margaretha Büter, geb. Watermann, Ehefrau des Hollaufsehers zu Altharen), overleden op 08-091872 te Altharen (aan de gevolgen van pleuritis), Rooms-Katholiek begraven op 11-09-1871;
Jkr. Joseph Franz Hermann Rohling (zie: 20.44);
Jkr. Henry Franz Rohling (zie: 20.45).
Jkr. Hermann Bernhard Rohling, geboren op 07-09-1811. Zoon van Gerhard Hermann Rohling en
Anna Angela Frenser (zie: 18.11). Mogelijk gehuwd met Anna Maria Pengemann, geboren op 1803-1813 te Baccum, overleden tussen 1900 en 1909 te Cincinnati, V.S.
Hermann werd vermeld als Ackersknecht. Volgens verhalen in de familie vertrok hij ná 1842 naar de
Verenigde Staten. Voor de overtocht zou hij 111 Reichstaler hebben betaald. Echter, op 28-01-1839
arriveerde een zekere Herm Rohling met het schip Julian uit Bremen in New Orleans, Louisiana. Zijn
geboortedatum werd op 1807 geschat, laatste woonplaats was “Trine”. Aan zijn zijde bevond zich
Mary Pengemann uit “Bakum”. Mogelijk betreft het hier deze Hermann. Hoewel dat op dit moment
nog niet met zekerheid is te stellen word hij wel op deze plaats in de genealogie opgenomen. Het feit
dat de eerste zoon van het echtpaar ook Bernhard heette mag beschouwd worden als aanwijzing.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
19.18
Jkr. Bernhard Rohling (zie: 20.46);
Jkr. John Joseph Rohling, geboren in 1851.
Jkfr. Cecilia Marie Röhling, geboren op 21-08-1834 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op
06-09-1834 te Svendborg, overleden op 21-08-1895 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op
24-08-1895 te Svendborg. Dochter van Andreas August von der Lyhe Rehling en Birte Marie
Mortensen (zie: 18.15). Gehuwd op 26-11-1857 te Svendborg met Lars Albertsen Lauritzen,
geboren op 05-10-1819 te Olde, Rise, Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 10-10-1819 te
Rise, overleden op 09-04-1880 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 15-04-1880 te Svendborg. Zoon van Lars Larsen Lauritzen en Karen Larsdatter.
Uit dit huwelijk:
1.
19.19
Laurine Caroline Larsen, geboren op 20-11-1858 te Svendborg, Evangelisch-Luthersgedoopt
op 12-12-1858 te Svendborg (getuigen: Karen Larsen, P.E. Martensen, H. Larsen uit Dunkjær,
V. Martensen, A.L. Albertsen).
Jkfr. Else Cathrine Röhling, geboren op 12-01-1836 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op
21-01-1836 te Svendborg, overleden op 14-08-1900 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op
21-08-1900 te Svendborg. Dochter van Andreas August von der Lyhe Rehling en Birte Marie
Mortensen (zie: 18.15). Gehuwd (1) op 09-10-1857 te Rendsborg met Lauritz Lauritzen Kock,
geboren op 05-01-1835 te Skovby, Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 11-01-1835 te
Bregninge, Svendborg, overleden op 21-03-1868 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 2803-1868 te Svendborg. Zoon van Lauritz Pedersen Kock en Egidia Errboe. Gehuwd (2) op 09-071869 te Svendborg met Iver Petersen Lund, geboren op 09-10-1841 te Svendborg, EvangelischLuthers gedoopt op 14-10-1841 te Svendborg, overleden op 14-11-1884 te Svendborg, EvangelischLuthers begraven op 18-11-1884 te Svendborg. Zoon van Jørgen Hansen Lund en Cathrine Bang.
Uit het eerste huwelijk:
1.
Andrea Augusta Frederikke Kock, geboren op 13-11-1858 te Svendborg. Gehuwd op 27-111877 in de Ærøskøbing kirke te Svendborg met Ulrich Nielsen, geboren op 13-10-1851 te
Zwitserland. Samen kregen zij 2 kinderen;
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
2.
Anne Egidie Kock, geboren op 22-11-1862 te Svendborg, overleden op 30-11-1862 te
Svendborg.
Uit het tweede huwelijk:
3.
4.
5.
6.
19.20
Gotfred Jørgen Hansen Lund, geboren op 03-01-1874 te Svendborg, Evangelisch-Luthers
gedoopt op 25-03-1874 te Svendborg (getuigen: Margrethe Vilhelmine Dreiøe, Laurine Caroline
Larsen, Mogens Jensen Lund, Laurits Hendrik Bastholm, Erik Halmø Dreiøe);
Birtha Lund, geboren in circa 1872 te Svendborg, emigreerde naar de Verenigde Staten;
Holger Valdemar Lund, geboren op 27-12-1876 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op
20-06-1877 te Svendborg, overleden op 21-06-1877 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven
op 25-06-1877 te Svendborg;
Holger Valdemar Lund, geboren op 21-02-1881 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op
20-03-1881 te Svendborg. Gehuwd op 30-06-1901 te Rise met Ellen Kathrine Kristensen.
Jkfr. Anna Christine Röhling, geboren op 07-10-1839 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt
op 27-10-1839 te Svendborg (getuigen: Anna Röhling, Elisabeth Thomsen, Niels Michelsen Schytt,
Peder Jepsen Mortensen, Johan Ahrend Rasmussen), overleden op 05-05-1906 te Svendborg,
Evangelisch-Luthers begraven op 10-05-1906 te Svendborg. Dochter van Andreas August von der
Lyhe Rehling en Birte Marie Mortensen (zie: 18.15). Gehuwd met Karl Frederik Martensen,
geboren op 18-11-1839 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 24-11-1839 te Svendborg.
Zoon van Karl Frederik Martensen en Birgitte Ernestine Jensen.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
Birthe Marie Martensen, geboren op 16-03-1866 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt
op 25-05-1866 te Svendborg. Gehuwd op 06-05-1892 in de Vor Frue kirke te Kopenhagen met
Gerner Reinhardt Johannes Frederik Andersen, geboren op 10-01-1863 te Kopenhagen;
Carl Frederik Martensen, geboren op 05-09-1868 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt
op 11-10-1868 te Svendborg (getuigen: B.M. Röhling, E.C. Röhling, L.A. Larsen, N. Pedersen,
N.H. Goldmann);
Andreas August Martensen, geboren op 05-10-1874 te Svendborg, Evangelisch-Luthers
gedoopt op 23-10-1874 te Svendborg (getuigen: Cicilie Marie Larsen, Andrea Frederikke
Augusta Kock, Niels Hansen Brandt, Christian Frantzen, Julius Clausen), overleden op 07-031880 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 11-03-1880 te Svendborg;
Ernestine Birgitte Martensen, geboren op 14-10-1876 te Svendborg, Evangelisch-Luthers
gedoopt op 24-11-1876 te Svendborg. Gehuwd met Hans Jørgen Jørgensen;
Johanne Marie Vilhelmine Martensen, geboren op 06-01-1879 te Svendborg, EvangelischLuthers gedoopt op 06-07-1879 te Svendborg, overleden in 1962 te Svendborg. Gehuwd op 2603-1910 in de Zions kirke te Kopenhagen met Hans Rixen, geboren op 14-05-1881 te
Svendborg, overleden in 1959 te Svendborg. Samen kregen zij 4 kinderen.
19.21
Jkfr. Anne Margrethe Röhling, geboren op 24-11-1843 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt
op 03-12-1843 te Svendborg, overleden op 20-10-1933 te Svendborg. Dochter van Johan Peter
Ludvig Rehling en Cecilie Marie Thomsen (zie: 18.16). Gehuwd 02-07-1867 te Svendborg met Lorens Christian Frantsen, geboren op 06-04-1843 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 3004-1843 te Svendborg, overleden 06-01-1913 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 10-011913 te Svendborg. Zoon van Lorentz Peder Frantsen en Margrethe Dorthea Mikkelsen.
19.22
Jkr. Jens Lauritzen Röhling, geboren op 13-06-1848 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op
25-06-1848 te Svendborg, overleden op 11-10-1928 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op
15-10-1928 te Svendborg. Dochter van Johan Peter Ludvig Rehling en Cecilie Marie Thomsen (zie:
18.16). Gehuwd 16-05-1879 in de Ærøskøbing kirke te Svendborg met Mette Kathrine Hansen, geboren op 24-06-1855 in het Løgumkloster te Tønder, Evangelisch-Luthers gedoopt 29-07-1855 te
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Svendborg, overleden op 03-12-1923 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 09-12-1923 te
Svendborg. Dochter van Hans Christian Hansen en Mette Johanne.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
19.23
Jkfr. Cecile Johanne Röhling (zie: 20.47);
Jkr. Hans Christian Röhling (zie: 20.48);
Jkr. Johan Peter Ludvig Röhling, geboren op 02-02-1883 te Svendborg, Evangelisch-Luthers
gedoopt op 11-03-1883 te Svendborg (getuigen: Anna Frantzen, Elise Poulsen, August Rixen,
Madsen Wulff), overleden op 30-03-1888 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 06-041888 te Svendborg;
Jkr. Egidus Carl Frederik Röhling (zie: 20.49);
Jkr. Gotfred Röhling (zie: 20.50);
Jkr. Johan Peter Ludvig Röhling (zie: 20.51);
Jkr. Jens Lauritzen Röhling (zie: 20.52).
Jkfr. Else Kathrine Röhling, geboren op 10-08-1849 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op
26-08-1849 te Kirkebog, Svendborg (getuigen: Anne Birgitte Röhling, Christiane Caroline Møller, Johan
Albert Rasmussen, Hans Halberg, Cornelius Clausen Nissen), overleden op 14-11-1938 te Svendborg.
Dochter van Johan Peter Ludvig Rehling en Cecilie Marie Thomsen (zie: 18.16). Gehuwd met Mikael
Frederik Poulsen, geboren op 08-01-1849 te Kopenhagen, overleden op 01-04-1909 te Svendborg,
Evangelisch-Luthers begraven op 05-04-1909 te Svendborg. Zoon van Michael Poulsen en Cathrine
Marie Frederikke Kunde.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
Aagarth Poulsen, geboren in 1880 te Svendborg, overleden in 1963 te Valby, Kopenhagen;
Johan Poulsen, geboren op 24-02-1881 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 15-051881 te Kirkebog, Svendborg (getuigen: Cecilie Röhling, Bertha Steenhusen, Jobst Röhling, kapt.
Paulsen).
19.24
Jkr. Jobst Gotfred Röhling, geboren op 20-09-1850 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op
06-10-1850 te Svendborg, overleden op 03-08-1931 te Svendborg. Zoon van Johan Peter Ludvig
Rehling en Cecilie Marie Thomsen (zie: 18.16).
19.25
Jkfr. Johanne Cecilie Röhling, geboren op 29-11-1851 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt
op 04-01-1852 te Svendborg, overleden op 04-07-1914 te Sendborg, Evangelisch-Luthers begraven
op 08-07-1914 te Svendborg. Dochter van Johan Peter Ludvig Rehling en Cecilie Marie Thomsen
(zie: 18.16).
19.26
Jkfr. Anna Birgitha Röhling, geboren op 17-02-1854 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt
op 26-03-1854 te Kirkebog, Svendborg (getuigen: A.B. Röhling, Chr. J. Schröder, L.P. Hansen, N.
Petersen, N. Harding), overleden op 23-10-1939 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 2810-1939 te Svendborg. Dochter van Johan Peter Ludvig Rehling en Cecilie Marie Thomsen (zie:
18.16). Gehuwd op 16-06-1875 te Kopenhagen met Christian Hedo Samuel Drejø, geboren op 2110-1852 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 14-11-1852 te Svendborg, overleden op 1705-1931 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 21-05-1931 te Svendborg. Zoon van Hans
Nielsen Drejø en Anna Halmø.
Uit dit huwelijk:
1.
Anne Drejø, geboren op 19-09-1875 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 21-10-1875
te Svendborg. Gehuwd (1) op 05-02-1899 te Svendborg met Jens Sophus Lunge. Gehuwd (2) op
12-04-1913 te Kopenhagen met Vilhelm Sylvest Hinriksen, geboren op 26-06-1882 te Karlobo;
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
2.
3.
4.
5.
6.
7.
19.27
Hans Nielsen Drejø, geboren op 05-10-1877 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 0712-1877 te Kirkebog, Svendborg (getuigen: Meta Christine Drejö, Ane Marie Drejö, Niels
Hansen Drejö, Carl Egidius Frederik Röhling, August Christian Rixen), overleden op 23-10-1906
te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 28-10-1906 te Svendborg;
Cecile Drejø, geboren op 18-09-1879 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 08-10-1879
te Svendborg. Gehuwd op 30-04-1904 in de Sct. Jacobs kirke te Kopenhagen met Lars Hansen
Møller, geboren op 24-10-1878 te Svendborg. Samen kregen zij 2 kinderen die de geslachtsnaam
Drejø aannamen;
Johanne Drejø, geboren op 01-07-1882 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 30-071882 te Svendborg. Gehuwd (1) op 07-02-1909 in de Ærøskøbing kirke te Svendborg met
Christian Pedersen, geboren op 22-09-1882 te Varde. Samen kregen zij 2 kinderen. Gehuwd (2)
met Kristian Jørgen Christensen;
Onbekende zoon of dochter, geboren op 27-07-1884 te Svendborg, overleden op 27-07-1884 te
Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 30-07-1884 te Svendborg;
Margrethe Drejø, geboren op 10-09-1885 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 15-111885 te Svendborg. Gehuwd (1) op 24-04-1913 te Kopenhagen met Karl Lauritze Jensen,
geboren op 14-03-1883 te Præstø. Samen kregen zij 1 kind. Gehuwd (2) op 26-05-1919 te
Svendborg met Aage Bekker Hansen;
Christian Drejø, geboren op 10-03-1887 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 30-051887 te Svendborg. Gehuwd met Hilda Christence Hansen.
Jkfr. Else Cathrine Röhling, geboren op 29-10-1852 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op
12-12-1852 te Svendborg, belijdenis op 30-09-1866 te Svendborg, overleden op 15-03-1913 te
Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 21-03-1913 te Svendborg. Dochter van Jobst Gottfried
Röhling en Gjertrud Marie Brandt (zie: 18.18). Gehuwd op 07-08-1881 in de Skt. Stephans te
Kopenhagen met Johan Vallentin Hansen, geboren op 20-07-1855 te Præstø, Evangelisch-Luthers
gedoopt op 09-09-1855 te Præstø, overleden op 26-11-1896 te Svendborg, Evangelisch-Luthers
begraven op 03-12-1896 te Svendborg. Zoon van Hans Hansen en Ane Kirstine Christiansen.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
Gotfred Johan Hansen, geboren op 23-06-1881 te Kopenhagen, Evangelisch-Luthers gedoopt
op 07-08-1881 te Kopenhagen, belijdenis op 01-05-1896, overleden op 30-05-1945 te Svendborg,
Evangelisch-Luthers begraven op 05-06-1945 te Ærøskøbing kirkegård te Svendborg. Gehuwd
18-10-1907 te Svendborg met Laura Christine Hansen, geboren op 21-05-1882 te Svendborg,
Evangelisch-Luthers gedoopt op 18-06-1882 te Svendborg, overleden op 28-02-1960 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven 05-03-1960 te Svendborg. Gotfred was van beroep bakker
en kolenhandelaar. In het Soldaterbog 1902 (vergelijkbaar met een militair stamboek) worden de
volgde uiterlijke kenmerken vermeld: 163 cm lang, blond haar, gemiddelde groei en grijze ogen.
Samen kregen zij 4 kinderen waaronder Doris Wallentin Hansen (zie geraadpleegde bronnen);
Hans Valentin Hansen, geboren op 09-08-1883 te Holbæk, Evangelisch-Luthers gedoopt op 2110-1883 te Holbæk, overleden op 19-12-1883 te Holbæk, Evangelisch-Luthers begraven op 2312-1883 te Holbæk;
Ella Nikoline Hansen, geboren op 03-03-1885 te Holbæk, Evangelisch-Luthers gedoopt op 1205-1885 te Holbæk, overleden op 15-06-1894 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op
17-06-1894 te Svendborg;
Gertrud Marie Hansen, geboren op 28-03-1891 te Frederiksborg, Evangelisch-Luthers gedoopt
op 19-07-1891 te Frederiksborg, belijdenis op 05-03-1905 te Svendborg, overleden op 21-01-1941
te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 26-01-1941 te Svendborg. Gehuwd op 18-121910 in de Ærøskøbing kirke te Svendborg met Bernhard Hansen, geboren op 23-04-1885 te
Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 19-07-1885 te Svendborg, overleden op 31-03-1943
te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 04-04-1943 te Svendborg Samen kregen zij 6
kinderen;
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
5.
19.28
Astrid Ella Nikoline Hansen, geboren op 21-05-1894 te Svendborg, Evangelisch-Luthers
gedoopt 17-06-1894 te Svendborg, belijdenis op 04-10-1908 te Svendborg, overleden op 16-091915 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 21-09-1915 te Svendborg.
Jkr. Laurits Brandt Röhling, geboren op 16-01-1854 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt
op 13-04-1854 te Svendborg, belijdenis op 04-10-1868 te Svendborg, overleden op 14-10-1918 te
Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 21-10-1918 te Svendborg. Zoon van Jobst Gottfried
Röhling en Gjertrud Marie Brandt (zie: 18.18). Gehuwd op 20-04-1880 in de Rudkøbing kirke te
Svendborg met Johanne Frederikke Severine Lange, geboren op 04-07-1857 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 18-10-1857 te Svendborg, overleden op 20-01-1937 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 25-01-1937 te Svendborg. Dochter van Mads Lange en Oline Elisabeth
Bekker.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
19.29
Jkfr. Gertrud Marie Röhling (zie: 20.53);
Jkfr. Bertha Laura Röhling, geboren op 19-12-1883 te Svendborg, overleden op 26-10-1890 te
Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 30-10-1890 te Svendborg;
Jkr. Valdemar Frederik Röhling (zie: 20.54);
Jkfr. Nicoline Henriette Röhling (zie: 20.55).
Jkr. Andreas August Röhling, geboren op 15-11-1855 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt
op 13-04-1856 te Svendborg (getuigen: Jomfru Röhling, jomfru Eilertzen, maler Schnohr, I. Bøttcher), belijdenis op 30-09-1869 te Svendborg, overleden op 11-04-1906 te Svendborg, EvangelischLuthers begraven op 17-04-1906 te Svendborg. Zoon van Jobst Gottfried Röhling en Gjertrud Marie
Brandt (zie: 18.18). Gehuwd op 01-06-1881 in de Rudkøbing kirke te Svendborg met Anna Dorothea
Lange, geboren op 13-04-1862 te Svendborg, overleden op 03-10-1943 te Svendborg, EvangelischLuthers begraven op 08-10-1943 te Svendborg. Dochter van Mads Lange en Oline Elisabeth Bekker. Andreas was van beroep fotograaf.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
19.30
Jkfr. Gertrud Marie Röhling, geboren op 18-03-1882, overleden te Holbæk;
Jkfr. Elisabeth Oline Röhling (zie: 20.56);
Jkr. Gotfred Johan Röhling (zie: 20.57);
Jkr. Oluf August Röhling (zie: 20.58);
Jkr. Mads Lange Röhling (zie: 20.59);
Jkr. Aksel Röhling (zie: 20.60);
Jkr. Svend Andreas Röhling (zie: 20.61);
Jkr. Poul Röhling, geboren op 28-02-1899 te Svendborg, overleden in Canada;
Jkr. Anker Rohling (zie: 20.62);
Jkr. Andreas August Röhling (zie: 20.63).
Jkr. Julius Max Röhling, geboren in 1869. Zoon van Julius Hermann Röhling en Wilhelmine Frederike Lange (zie: 18.19). Gehuwd met Klara Hedwig Nötzold. Julius Max was van beroep Steiger
(toezichthouder in de mijnbouw) voor de Steink. Akt. Verein.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
Jkr. Max Georg Röhling (zie: 20.64);
Jkr. Paul Rudolf Röhling (zie: 20.65);
Jkfr. Elise Marie Röhling, geboren op 08-11-1901 te Zwickau;
Jkr. Edwin Curt Röhling (zie: 20.66);
Jkr. Bruno Alfred Röhling (zie: 20.67);
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
6.
7.
8.
Jkfr. Alice Dora Röhling, geboren op 11-08-1907;
Jkr. Johannes Hermann Röhling (zie: 20.68);
Jkr. Walter Helmuth Röhling (zie: 20.69).
19.31
Jkr. Otto Emil Röhling, gesneuveld tijdens de Eerste Wereldoorlog. Zoon van Julius Hermann Röhling en Wilhelmine Frederike Lange (zie: 18.19).
19.32
Jkfr. Anna Aurelie Röhling, geboren op 10-12-1827 (vroegtijdig). Dochter van Heinrich Eduard
Röhling en Christiane Dorothea Hammer (zie: 18.20). Gehuwd met Pastor Carl Heinrich Wilhelm
Mühlmann uit Zethau.
19.33
Jkr. Eduard Oswald Röhling, geboren op 26-08-1833 te Schneeberg, overleden op 10-09-1856 te Hohenstein-Ernstthal. Zoon van Heinrich Eduard Röhling en Christiane Dorothea Hammer (zie: 18.20).
Eduard was Architect en opzichter bij de Sächsischen Staatsbahn (Saksische Staatstreinsporen).
19.34
Jkr. Hermann Eduard Röhling, geboren op 14-08-1836 te Neustädtel, overleden op 15-10-1894 te
Zwickau. Zoon van Heinrich Eduard Röhling en Friederike Louise Weihgang (zie: 18.20). Gehuwd
op 16-11-1861 te Schneeberg met Anna Kunz, geboren op 06-02-1838 te Schneeberg, overleden op
24-07-1901 te Zwickau. Hermann Eduard was van beroep Boekbindmeester te Zwickau.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Jkfr. Martha Röhling (zie: 20.70);
Jkfr. Anna Röhling (zie: 20.71);
Jkfr. Johanna Röhling, geboren op 21-01-1869;
Jkr. Max Röhling (zie: 20.72);
Jkr. Hermann Guido Röhling (zie: 20.73);
Jkfr. Thekla Röhling (zie: 20.74).
19.35
Jkfr. Antonie Louise Röhling, geboren op 04-06-1838 te Neustädtel, overleden op 11-06-1887 te
Chemnitz. Dochter van Heinrich Eduard Röhling en Friederike Louise Weihgang (zie: 18.20). Gehuwd op 20-05-1860 te Neustädtel met Karl Otto Weigeldt uit Chemnitz, geboren op 24-04-1834 te
Rüsseina, overleden op 09-01-1891 te Chemnitz. Karl Otto was van beroep Oberlehrer (Hoofdleraar).
19.36
Jkfr. Auguste Henriette Röhling, geboren op 12-04-1840. Dochter van Heinrich Eduard Röhling en
Friederike Louise Weihgang (zie: 18.20). Gehuwd met Edmund Ebert uit Lugau, Erzgebirge, overleden in 1912 te Wiesbaden. Edmund Ebert was van beroep Seilermeister (meester touwmaker).
19.37
Jkfr. Klara Amalie Röhling, geboren op 07-09-1842 te Neustädtel. Dochter van Heinrich Eduard
Röhling en Friederike Louise Weihgang (zie: 18.20). Gehuwd op 25-04-1865 te Schneeberg met een
zekere Götz uit Zwickau, geboren op 29-11-1835 te Schönberg, overleden op 17-08-1897 te Dresden.
Götz was van beroep Oberschaffner (hoofdconducteur).
19.38
Jkr. Paul Röhling, geboren op 11-10-1844 te Neustädtel, overleden op 04-07-1885. Zoon van Heinrich Eduard Röhling en Friederike Louise Weihgang (zie: 18.20). Gehuwd op 01-05-1870 te Dresden
met Helene Laura Heyne, geboren op 03-11-1846 te Dresden. Dochter van Joh. Gottlob Heyne,
beheerder op een postkantoor te Dresden. Paul was van beroep Obersteiger (hoofd toezichthouder in
de mijnbouw) te Neustädtel.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
Jkfr. Louise Röhling, geboren op 21-03-1871 te Neustädtel, in 1913 nog ongehuwd;
Jkfr. Anna Auguste Charlotte Röhling (zie: 20.75);
Jkfr. Helene Röhling, geboren op 11-02-1883 te Neustädtel, in 1913 nog ongehuwd;
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
4.
Jkr. Paul Gustav Röhling (zie: 20.76).
19.39
Jkfr. Anna Nathalie Röhling, geboren op 13-02-1848 te Neustädtel. Dochter van Heinrich Eduard
Röhling en Friederike Louise Weihgang (zie: 18.20). Gehuwd op 11-11-1875 te Neustädtel met Moritz Thümmler, geboren op 23-05-1848 te Zwickau. Moritz was Lokomotivführer (treinmachinist).
19.40
Jkr. Otto Markus Röhling, geboren op 31-03-1850 te Neustädtel. Zoon van Heinrich Eduard Röhling en Friederike Louise Weihgang (zie: 18.20). Gehuwd op 25-04-1878 te Schneeberg met Auguste
Emiie Junghänel, geboren op 04-01-1851 te Schneeberg. Otto Markus was van beroep Tischlermeister (meester-stoffeerder) te Plauen.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
Jkr. Otto Karl Röhling (zie: 20.77);
Jkfr. Johanne Röhling (zie: 20.78).
19.41
Jkfr. Johanne Gabriele Röhling, geboren op 05-11-1863 te Annaberg. Dochter van Gottfried Heinrich Röhling en Wilhelmine Johanne Lachmann (zie: 18.24). Gehuwd op 27-06-1896 te DresdenBlasewitz met de weduwnaar Carl Friedrich Johann Elias Grüneberg, geboren op 14-11-1848 te
Klein Schöppenstedt bij Braunschweig. Carl was eigenaar van een Lithographenenstalts te Annaberg.
19.42
Jkr. Gottfried Carl Heinrich Röhling, geboren op 09-07-1867 te Annaberg. Zoon van Gottfried
Heinrich Röhling en Wilhelmine Johanne Lachmann (zie: 18.24). Gehuwd op 24-02-1906 te DresdenBlasewitz met Toni Clara Grohmann, geboren op 14-11-1872 te Reichenbach. Gottfried was van
beroep kapitein van een koopvaardijschip, gevestigd te Emden (Ostfriesland).
19.43
Jkr. Hermann Röhling, geboren op 05-09-1888 te Chicago, V.S. Zoon van Albert Georg Röhling en
Julia Toser (zie: 18.27). Hermann studeerde in 1911/12 Chemie te München, daarna te Berlijn.
19.44
Jkr. Otto Carl Röhling, geboren op 18-01-1890 te Chicago, V.S. Zoon van Albert Georg Röhling en
Julia Toser (zie: 18.27). Otto Carl studeerde Chemie aan de University of Wisconsin te Madison,
Wisconsin, USA, vanaf 1912 Muziek te Frankfurt am Main.
19.45
Hptm. Jkr. Otto Alfred Röhling, geboren op 18-06-1855 te Leipzig, schoot zichzelf dood op 29-011908 te Zwickau (het is onduidelijk of het zelfmoord betrof of dat het om een tragisch ongeluk ging).
Zoon van Carl Otto Röhling en Franziska Angelika Dürr (zie: 18.30). Gehuwd op 30-09-1886 te Zwickau met Pauline Jenny Thost, dochter van Albin Thost (koopman) en Pauline Ehrler. Otto was
koopman en partner van de firma Grimm & Roehling. In het leger diende hij als Hauptmann (kapitein).
Uit dit huwelijk:
1.
2.
19.46
Onbekende zoon, geboren op 05-07-1887 te Zwickau, overleden op 05-07-1887 te Zwickau;
Jkfr. Pauline Johanne Katharina Röhling, geboren op 21-12-1889 te Zwickau.
Jkfr. Therese Angelika Johanna Röhling, geboren op 24-02-1858 te Leipzig, overleden op 02-091932. Dochter van Carl Otto Röhling en Franziska Angelika Dürr (zie: 18.30). Gehuwd op 12-011881 te Leipzig in de St. Nicolei met Adolf Hermann Walther Rost, geboren op 05-05-1854, overleden op 17-11-1938. Adolf Hermann Walther was predikant te Schweikershain.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
Walter Rost, predikant, geboren op 16-04-1881, overleden op 07-01-1947. Gehuwd met
Marianne Gärtner, geboren op 24-01-1897. Samen kregen zij 2 kinderen;
Hans Rost, marienepredikant, geboren op 22-05-1882, overleden op 08-12-1914;
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
3.
4.
5.
19.47
Lena Rost, geboren op 23-02-1884. Gehuwd met Erich Knabe, geboren op 21-05-1882,
overleden op 24-04-1940. Samen kregen zij 9 kinderen;
Maria Rost, geboren op 09-08-1885, overleden op 11-08-1922. Gehuwd met Robert Kühn,
geboren op 09-07-1880, overleden op 10-09-1955. Samen kregen zij 3 kinderen;
Gerhard Rost, geboren op 21-08-1887, overleden op 02-9-1914.
Jkfr. Marie Wilhelmine Helene Röhling, geboren op 20-03-1860 te Leipzig, overleden op 24-121881 te Leipzig. Dochter van Carl Otto Röhling en Franziska Angelika Dürr (zie: 18.30). Gehuwd op
22-05-1879 te Leipzig met Max Adolf Schroeder KR, geboren op 05-03-1818 te Leipzig, overleden
op 23-05-1901 te Grimma. Zoon van Gottlieb Adolf Schroeder en Ferdinande Louise Röhling (zie:
18.22). Max huwde (2) met Marie Josephine Pauline Luthard, geboren op 30-06-1860 te Leipzig,
overleden op 04-01-1948 te Grimma. Dochter van Ernst Christoph Luthard en Marie Dreger.
Max Adolf was Kaufmann te Grimma en papierfabrikant te Golzern. Hij werd benoemd tot Kommerzienrat, een persoonlijke eretitel die tot 1919 werd gegeven aan mensen uit het bedrijfsleven die voor
economische raad geraadpleegd konden worden.
Uit het huwelijk Schroeder – Röhling:
1.
2.
Fritz Schroeder, geboren op 21-02-1880, overleden op 21-12-1929. Gehuwd op 12-06-1907 met
Maria Dettweiler, geboren op 20-01-1884 te Giessen;
Helene Elfriede Schroeder, geboren op 05-12-1881 te Leipzig, overleden op 17-06-1956 te
Osnabrück. Gehuwd op 20-06-1903 te Grimma met Carl Adolf Wilhelm Philipson, geboren op
30-06-1870 te Osnabrück, overleden op 08-01-1955 te Osnabrück. Carl had een groothandel in
textiel. Samen kregen zij 6 kinderen.
Uit het huwelijk Schroeder – Luthard:
3.
4.
5.
6.
19.48
Willy Schroeder, geboren op 26-08-1885, overleden op 11-07-1961. Gehuwd op 09-09-1919 met
Charlotte Beyer, geboren op 07-05-1895, overleden op 10-08-1947. Samen kregen zij 4 kinderen;
Elisabeth Schroeder, geboren op 14-02-1888, overleden op 07-07-1944. Gehuwd op 03-101910 met Rudolf Junghanns, geboren op 18-12-1883, overleden op 26-10-1948. Samen kregen
zij 2 kinderen;
Johannes (Hänschen) Schroeder, geboren op 23-12-1890, overleden op 23-10-1914 te
Langemarck;
Johanna Schroeder, geboren op 15-03-1895, overleden op 19-07-1976. Gehuwd op 06-06-1914
met Dipl. jur. Friedrich (Fritz) Hänichen, geboren op 16-12-1883, overleden op 31-05-1962.
Friedrich was van beroep jurist. Samen kregen zij 4 kinderen.
Jkfr. Adele Julie Elisabeth (Lis) Röhling, geboren op 08-01-1868 te Leipzig, overleden op 28-081949. Dochter van Carl Otto Röhling en Caroline Auguste Johanna Heubel (zie: 18.30). Gehuwd op
25-03-1897 te Leipzig St. Thomas met Rtm. Paul Friedrich Schröder, geboren op 19-02-1854 te
Leipzig, overleden op 14-09-1920. Paul Friedrich was Handelsrechter, Bestuurdlid van de aandelenbeurs, koopman en ritmeester (Kapitein der cavalerie) te Leipzig.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
19.49
Dorothea Schröder, geboren op 02-03-1898;
Elisabeth Schröder, geboren op 04-03-1904.
Jkr. Pfr. Karl Heinrich Röhling, geboren op 28-12-1870 te Leipzig. Zoon van Carl Otto Röhling en
Caroline Auguste Johanna Heubel (zie: 18.30). Gehuwd op 22-04-1903 te Leipzig met Magdalene
Rietschel, geboren op 31-08-1879 te Wittenberg. Dochter van Prof. D. Georg Rietschel, Geheimen
Rates Universitätsprofessor, en Caroline Müllensiefen.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Karl ging na het Nikolai Gymnasium te Leipzig theologie studeren in Leipzig, Lausanne en Berlijn.
Van 1896 tot 1898 studeerde Karl aan het predikers college Stl. Pauli te Leipzig. Sinds 1899 was hij
daadwerkelijk predikant. Van 01-05-1909 tot 1918 was Karl Pfarrer van de Stadtkirche te Wenen.
Uit dit huwelijk:
1.
19.50
Jkfr. Irmgard Röhling (zie: 20.79).
Oblt. Jkr. Ernst Alexander Röhling, geboren op 09-04-1872 te Leipzig. Zoon van Carl Otto Röhling en Caroline Auguste Johanna Heubel (zie: 18.30). Gehuwd op 18-04-1899 te Leipzig St. Thomas
met Susanne Amalie Günther, geboren op 28-09-1874, overleden op 10-03-1961. Dochter van Dr.
jur. Carl Günther, advocaat te Leipzig, en Doris Heine.
Na het eerste jaar van de bovenbouw van de Nikolai Real Gymnasium te Leipzig volgde Ernst een
koopmansopleiding bij J.G. Wappler-Leipzig. Hij werkte voor de Zschucke bank te Leipzig, The London and Hanseatic Bank te Londen en de Leipziger Bank te Leipzig. Vanaf 1899 was Ernst manager
van de Sächsische Emaillir- und Stanzwerke vorm. Gebrüder Gnüchter A.-G. te Lauter en tevens lid
van het dagelijks bestuur van de School en Kerk te Lauter, lid van de handelskamer te Plauen, Patronat
van de Frauen- und Haushaltungsschule te Schwarzenberg en toezichthouder van de Leipziger Westend-Baugesellschaft. In het leger diende hij als Oberleutnant. Ernst gaf Dr. Harms zum Spreckel uit
Annaberg opdracht de “Beiträge zur Geschichte der Familie Roehling” uit 1913 te publiceren.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
Jkfr. Johanne Melitta Röhling (zie: 20.80);
Jkr. Hellmut Carl Otto Röhling (zie: 20.81);
Jkr. Günther Alexander Röhling (zie: 20.82);
Jkfr. Doris Johanna Röhling (zie: 20.83);
Jkfr. Erika Amalie Doris Röhling (zie: 20.84).
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
20.1
Jkfr. Adriana Röling / Roeling, geboren op 14-03-1844 te Kethel, overleden op 07-06-1890 om
10:00 uur te Hof van Delft. Dochter van Hendrik Röling en Johanna Catharina van Duikeren (zie:
19.2). Gehuwd (1) op 18-09-1872 te Hof van Delft met bouwmansknecht Cornelis Olsthoorn, geboren op 20-04-1812 te Zouteveen, overleden op 15-07-1880 te Hof van Delft. Zoon van Frans
Oltshoorn en Jannetje van Leeuwen. Cornelis was eerder gehuwd op 18-04-1845 te Zouteveen met
Clara Verdel, geboren op 30-12-1810 te Oegstgeest, dochter van Arij Verdel en Anna Els(t)geest.
Gehuwd (2) op 19-04-1882 te Hof van Delft met Johannes Mostert, geboren in circa 1838 te Voorburg, overleden op 17-01-1920 te Delft. Zoon van Andries Mostert en Margaretha Starrenburg.
Uit het eerste huwelijk:
1.
2.
3.
Hendricus Jacobus Olsthoorn, geboren op 25-07-1873 te Hof van Delft, overleden op 04-061881 te Hof van Delft;
Nicolaas Olsthoorn, geboren op 17-03-1875 te Hof van Delft, overleden op 15-11-1894 te
Monster (overlijden aangegeven te Delft);
Cornelis Johannes Olsthoorn, geboren op 22-04-1877 te Hof van Delft.
Uit het tweede huwelijk:
4.
20.2
Margaretha Cornelia Maria Mostert, geboren op 10-09-1888 te Hof van Delft, overleden op
02-12-1888 te Hof van Delft.
Jkfr. Jacoba Röling / Roeling, geboren op 23-08-1845 te Hof van Delft, overleden op 06-10-1912 te
Delft. Dochter van Hendrik Röling en Johanna Catharina van Duikeren (zie: 19.2). Gehuwd op 30-081882 te Delft met Johannes Petrus Link, geboren op 01-02-1848 te Delft, overleden op 17-08-1901
te Delft. Zoon van Pieter Link en Ida Paap.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
20.3
Petrus Antonius Link, geboren op 27-03-1884 te Delft, overleden op 25-07-1884 te Delft;
Hendricus Pieter Johannes Link, geboren op 29-07-1885 te Delft, overleden op 08-02-1903 te
Delft;
Johannes Theodorus Franciscus Link, geboren op 02-02-1887 te Delft, overleden op 30-081887 te Delft.
Jkr. Leonardus Röling / Roeling, geboren op 06-10-1846 te Hof van Delft, overleden op 24-061895 te Delft. Zoon van Hendrik Röling en Johanna Catharina van Duikeren (zie: 19.2). Gehuwd op
17-05-1876 te Delft met Catharina Kerkhof, geboren op 16-02-1851 te Delft. Dochter van Maarten
Kerkhof en Maria Koppert. Het huwelijk bleef kinderloos. Na het overlijden van Leonardus huwde
Catharina op 12-08-1896 te Delft met Johannes Matthias Gordijn, geboren in circa 1845 te Rijswijk. Zoon van Leonardus Gordijn en Maria van Zijl.
Uit de geboorteaangifte van zijn nicht Cornelia (zie:21.1) blijkt mogelijk dat hij winkelier te Delft was.
20.4
Jkfr. Johanna Röling / Roeling, geboren op 20-07-1849 te Hof van Delft, overleden op 20-05-1910
te Delft. Dochter van Hendrik Röling en Cornelia Langelaan (zie: 19.2). Gehuwd op 30-06-1880 te
Delft met Johannes Wessel van Kan, geboren op 17-01-1856 te Delft, overleden op 12-01-1932 te
Delft. Zoon van Dirk van Kan en Johanna Catharina Burg-hout.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
Theodorus Hendricus van Kan, geboren op 14-07-1881 te Delft, overleden op 12-05-1882 te
Delft;
Cornelia Johanna Maria van Kan, geboren op 09-08-1882 te Delft;
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
3.
4.
5.
6.
7.
20.5
Theodorus Hendricus Wessel van Kan, geboren op 26-11-1884 te Delft;
Hendricus Johannes van Kan, geboren op 10-04-1886 te Delft. Gehuwd op 23-09-1914 te
Delft met Johanna van Buitenen, geboren in circa 1889 te Delft. Dochter van Andries van
Buitenen en Gerdina Dessens;
Johanna Arnolda van Kan, geboren op 06-04-1888 te Delft, overleden op 23-04-1889 te Delft;
Johannes Leonardus van Kan, geboren op 21-12-1889 te Delft, overleden op 08-03-1891 te
Delft;
Johannes Theodorus Leonardus van Kan, geboren op 02-07-1893 te Delft, overleden op 0808-1920 te Delft.
Jkr. Leonardus (Leendert) Röling / Roeling, geboren op 21-07-1850 te Hof van Delft, overleden op
29-11-1933 te Rotterdam. Zoon van Hendrik Röling en Cornelia Langelaan (zie: 19.2). Gehuwd op
17-05-1877 te Nootdorp met Maria van der Helm, geboren op 22-05-1858 te Pijnacker, overleden
op 26-12-1931 te Rotterdam. Dochter van Jacobus van der Helm en Maria de Vreede.
Bij de geboorteaangifte van zijn eerste dochter Cornelia was Leonardus van beroep melkverkooper en
woonachtig te Delft (Achterom, wijk 1, nr. 141). Later was hij van beroep landbouwer en vrachtrijder.
Op 16-03-1931 vestigde het echtpaar zich te Rotterdam (Wiekstraat 22 a), op 22-06-1931 verhuisden
zij naar het Rooms-Katholieke Arm- en Weeshuis Simeon en Anna aan de West Kruiskade 12. Dit
was waarschijnlijk in verband met de gezondheidstoestand van Maria, want kort na het overlijden van
Maria vertrok Leendert alweer en vestigde zich op 12-01-1932 in de Van Reijnstraat 40 a. Op 14-041932 verhuisde hij naar het St. Antoniusgesticht aan de Nieuwe Binnenweg 33. Opname in Antonius
was een schrikbeeld voor oudere Rotterdammers: het betekende een ongeneeslijke ziekte en mannen
en vrouwen (ook echtparen) werden strikt gescheiden.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
20.6
Jkfr. Cornelia Philomina Maria Röling / Roeling (zie: 21.1);
Jkfr. Maria Jacoba Röling / Roeling (zie: 21.2);
Jkr. Hendrik Jacobus Adrianus Röling / Roeling, geboren op 01-05-1881 te Stompwijk,
overleden op 26-01-1882 te Stompwijk;
Jkfr. Jacoba Hendrika Trijntje Rohling (zie: 21.3);
Jkfr. Barbara Matheus Röling / Roeling (zie: 21.4);
Jkfr. Cornelia Maria Röling / Roeling / Roelings, geboren op 07-10-1887 te Stompwijk,
overleden op 08-12-1887 te Hof van Delft;
Jkfr. Johanna Cornelia Röling / Roeling (zie: 21.5);
Jkr. Johannes Wilhelmus Röling / Roeling (zie: 21.6);
Jkr. Leonardus Adrianus Röling / Roeling (zie: 21.7);
Jkr. Matthëus Theodorus Röling / Roeling (zie: 21.8);
Jkfr. Mina Johanna Röling / Roeling, geboren op 01-11-1893 te Hof van Delft, overleden op
25-09-1894 te Hof van Delft;
Jkfr. Wilhelmina Adriana Röling / Roeling, geboren op 24-05-1895 te Hof van Delft,
overleden op 06-01-1896 te Hof van Delft;
Jkfr. Hendrika Cornelia Röling / Roeling (zie: 21.9).
Jkr. Hendrik Rooling, geboren op 17-06-1845 te Overschie, overleden op 20-01-1922 te Overschie.
Zoon van Adrianus Rooling en Geertruida Suijker (zie: 19.3). Gehuwd op 18-04-1874 te Overschie
met Maria Snijders, geboren op 24-03-1849 te Overschie, overleden op 24-09-1924 te Overschie.
Dochter van Leonardus Snijders en Gerritje van Vliet.
Uit dit huwelijk:
1.
Jkfr. Geertruida Hendrika Rooling, geboren op 19-08-1876 te Overschie, overleden op 08-101876 te Overschie;
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
2.
3.
4.
5.
6.
20.7
Jkfr. Gerarda Maria Rooling, geboren op 16-10-1877 te Overschie, overleden op 21-01-1878
te Overschie;
Jkr. Adrianus Rooling, warmoeziersknecht, geboren op 01-06-1879 te Overschie. Gehuwd op
28-04-1926 te Schiedam met Magdalena Maria Schlüter, geboren op 31-08-1891 te Schiedam.
Dochter van Casparus Henricus Johannes Schlüter, fabrieksarbeider, en Magdalena van den
Berg;
Jkr. Leonardus Johannes Rooling, geboren op 02-06-1881 te Overschie, overleden op 12-111884 te Overschie;
Jkr. Gerardus Johannes Rooling, fabrieksarbeider, geboren 29-03-1884 te Overschie. Gehuwd
op 13-10-1926 te Schiedam met Maria Liduina Wuisman, geboren op 11-04-1891 te Schiedam.
Dochter van Wouterus Johannes Wuisman en Maria van Vliet, steenkolenhandelaarster;
Jkfr. Geertruda Helena Maria Rooling (zie: 21.10).
Jkfr. Maria Rooling, geboren op 19-11-1846 te Overschie. Dochter van Adrianus Rooling en Geertruida Suijker (zie: 19.3). Gehuwd op 26-04-1873 te Overschie met Hendricus Overgaag, geboren in
circa 1846 te Kralingen. Zoon van Cornelis Overgaag en Joanna van der Drift.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
Adrianus Overgaag, geboren in circa 1875 te Kralingen. Gehuwd op 07-11-1912 te Rotterdam
met Cornelia Maria Zuring, geboren in circa 1878 te Hillegersberg. Dochter van Adrianus
Zuring en Adriana Cornelia Vermeulen;
Johanna Catharina Overgaag, geboren in circa 1877 te Kralingen. Gehuwd op 06-05-1908 te
Rotterdam met Leendert Pieter van den Enden, geboren in circa 1874 te Maasland. Zoon van
Leonardus van den Enden en Helena Hofstede;
Cornelia Overgaag, geboren in circa 1884 te Kralingen. Gehuwd op 18-09-1912 te Rotterdam
met Petrus Cornelis van der Zanden, geboren in circa 1878 te Monster. Zoon van Hendrikus
van der Zanden en Margaretha de Koning;
Maria Magdalena Overgaag, geboren in circa 1887 te Kralingen. Gehuwd op 24-09-1919 te
Rotterdam met Leonardus Arnoldus van Zijl, geboren in circa 1891 te Monster. Zoon van
Wilhelmus Arnoldus van Zijl en Adriana Everdina Post.
20.8
Jkfr. Jacoba Rooling, geboren op 20-02-1849 te Overschie, overleden op 28-09-1900 te Overschie.
Dochter van Adrianus Rooling en Geertruida Suijker (zie: 19.3).
20.9
Jkr. Leonardus Rooling, geboren op 28-10-1850 te Overschie, Rooms-Katholiek gedoopt op 30-101850 te Overschie, overleden op 18-03-1938 te Overschie. Zoon van Adrianus Rooling en Geertruida
Suijker (zie: 19.3). Gehuwd (1) op 27-04-1877 te Zegwaart met Anna Wilhelmina Langelaan,
geboren op 12-04-1852 te Nootdorp, overleden op 30-05-1913 te Overschie. Dochter van Jacobus
Langelaan en Catharina (Trijntje) de Wit. Gehuwd (2) op 02-06-1925 te Overschie met Wilhelmina Maria Vermeulen, geboren in circa 1878 te Hazerswouda, dochter van Franciscus Vermeulen
en Anna van der Poel.
Leonardus was van beroep veehouder. Op het bidprentje van Leonardus stond zijn naam geschreven
als Röhling, wat aangeeft dat de geslachtsnaam tenminste tot de 20ste generatie door de familie op
eenzelfde wijze geschreven werd. In het adresboek van Overschie uit 1931 stond vermeld dat de gepensioneerde Leonardus woonachtig was op de Zestienhovensekade 65. Hij was erg gesteld op zijn
kleinkinderen. Toen zijn kleinzoon Leen van Koppen (zie: 21.13) op 16-jarige leeftijd tyfus kreeg
bleef hij hem bezoeken, ondanks het besmettingsgevaar. Na het overlijden van Leonardus bleef
Wilhelmina op de Zestienhovensekade wonen, zoals blijkt uit het adresboek van Overschie uit 1938.
Uit het eerste huwelijk:
1.
Jkfr. Geertruida Maria Rooling (zie: 21.11);
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
2.
3.
Jkfr. Catharina Wilhelmina Rooling (zie: 21.12);
Jkr. Adrianus Rooling, geboren op 03-07-1880 te Hillegersberg, overleden op 01-04-1889 te
Hillegersberg;
4. Jkr. Jacobus Rooling, geboren op 29-12-1881 te Hillegersberg, overleden op 14-06-1884 te
Hillegersberg;
5. Jkr. Hendrikus Rooling, geboren op 13-03-1884 te Hillegersberg, overleden op 30-03-1884 te
Hillegersberg (in de akte stond vermeld: “dochter van…”;
6. Jkfr. Anna Wilhelmina Rooling (zie: 21.13);
7. Jkr. Jacobus Hendricus Rooling, geboren op 14-08-1887 te Hillegersberg, overleden op
14-12-1887 te Hillegersberg;
8. Jkfr. Maria Jacoba Rooling (zie: 21.14);
9. Jkr. Adrianus Jacobus Rooling, geboren op 16-07-1890 te Hillegersberg, overleden op 19-071890 te Hillegersberg;
10. Jkr. Adrianus Jacobus Rooling, geboren op 04-10-1893 te Hillegersberg, overleden op 13-011895 te Hillegersberg.
20.10
Jkr. Johannes Rooling, geboren op 27-10-1852 om 21:30 uur te Overschie, overleden op 02-12-1873
te Overschie. Zoon van Adrianus Rooling en Geertruida Suijker (zie: 19.3).
20.11
Jkfr. Geertruijda Rooling, geboren op 13-12-1854 te Overschie. Dochter van Adrianus Rooling en
Geertruida Suijker (zie: 19.3). Gehuwd op 21-01-1888 te Overschie met Adrianus Brouwer, geboren
in circa 1850 te Zoetermeer. Zoon van Jacobus Brouwer en Anna Boonekamp.
Uit dit huwelijk:
1.
20.12
Jacobus Adrianus Brouwer, geboren in circa 1890, overleden op 17-04-1893 te Overschie.
Jkfr. Magdalena Maria (Lena) Rooling, geboren op 18-04-1862 om 23:00 uur te Overschie, overleden op 28-12-1923 om 11:00 uur te Kethel en Spaland. Dochter van Adrianus Rooling en Geertruida Suijker (zie: 19.3). Gehuwd op 20-10-1883 te Overschie (getuigen: Leendert Pieter Lansbergen,
Hermanus Hafschenscheid, Martinus Bernardus van Kleef, Cornelis Lansbergen) met Thomas Lansbergen, geboren op 21-03-1858 om 20:00 uur te Kethel en Spaland, overleden op 12-02-1942 om
12:15 uur te Schiedam. Zoon van Leendert Lansbergen en Cornelia de Vette. Thomas was van beroep veehouder.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
20.13
Adrianus Henricus Lansbergen, geboren op 02-09-1887 te Kethel en Spaland;
Leonardus Joseph Lansbergen, geboren op 19-03-1892 te Kethel en Spaland;
Geertruida Maria Lansbergen, geboren op 26-10-1893 te Kethel en Spaland;
Cornelis Joseph Lansbergen, geboren op 02-10-1895 te Kethel en Spaland;
Cornelia Maria Lansbergen, geboren op 06-01-1900 te Kethel en Spaland.
Jkfr. Maria Roeling, geboren op 22-02-1848 om 04.30 uur te Kethel en Spaland, overleden op 1103-1934 om 10:00 uur te Hillegersberg. Dochter van Theodorus Roeling en Cornelia Stolk (zie: 19.4).
Gehuwd op 26-07-1869 te Kethel en Spaland met Thomas Heydra, geboren op 16-10-1844 te Kethel
en Spaland, Rooms-Katholiek gedoopt op 17-10-1844 te Kethel en Spaland, overleden op 17-03-1900
te Hillegersberg. Zoon van Johannes (Joannes) Heydra en Quirina de Vette. Thomas was van beroep veehouder en melkverkoper. Het gezin woonde op de Nieuw Terbregscheweg 195.
Uit dit huwelijk:
1. Quirina Cornelia Heydra, geboren op 06-05-1870 te Overschie, overleden op 07-09-1953 te
Schiedam. Gehuwd op 07-09-1910 te Kethel en Spaland met Wilhelmina Gerardus Terhorst,
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
veehouder, geboren op 09-08-1864 te Kethel, overleden op 07-09-1936 te Kethel;
2. Cornelia Jacoba Heydra, geboren op 01-05-1871 te Overschie, overleden op 25-11-1956 te
Nootdorp. Gehuwd op 28-12-1921 te Hillegersberg met Antonius Bernardus van Rijn, geboren op
29-10-1871 te Overschie, overleden op 27-06-1944 te Leidschendam. Zoon van Abraham van Rijn
en Maria Christina Schmits;
3. Johannes Heydra, geboren op 22-03-1872 te Overschie, overleden op 21-10-1946 te Rotterdam;
4. Theodorus Heydra, geboren op 29-03-1874 te Overschie, overleden op 10-03-1936 te Hillegersberg.
Gehuwd op 07-07-1904 te Overschie met Johanna Margaretha van Rijn, geboren op 07-08-1874 te
Overschie. Zuster van Antonius Bernardus van Rijn en dochter van Abraham van Rijn en Maria
Christina Schmits;
5. Clazina Maria Heydra, geboren op 04-05-1875 te Overschie, overleden op 27-07-1875 te Overschie;
6. Leonardus Johannes Heydra, melkverkoper, geboren op 20-12-1876 te Overschie, overleden op 2605-1956 te Rotterdam. Gehuwd (1) op 29-07-1908 te Rotterdam met Magdalena Cornelia van Dijk,
geboren op 24-11-1880 te Schiebroek, overleden op 15-03-1929 te Hillegersberg. Dochter van
Adrianus Theodorus van Dijk en Anna Wilhelmina Ham. Gehuwd (2) op 21-01-1932 te
Stompwijk met Sophia Kamps;
7. Arnoldus Jacobus Heydra, geboren op 05-03-1878 te Overschie, overleden op 27-08-1880 te
Overschie;
8. Gerardus Heydra, geboren op 15-02-1879 te Overschie. Gehuwd op 18-11-1903 te Rotterdam met
Elisabeth Petronella Plasmans, geboren in circa 1884 te Bergen op Zoom. Dochter van Jan
Plasmans en Cornelia Hendrica Elzakkers;
9. Jacoba Maria Heydra, geboren op 06-07-1880 te Overschie, overleden op 30-08-1908 te Rotterdam;
10. Maria Heydra, geboren op 22-10-1881 te Overschie, overleden op 29-02-1892 te Hillegersberg;
11. Clazina Heydra, geboren op 17-10-1882 te Overschie;
12. Adriana Heydra, geboren op 11-02-1884 te Overschie;
13. Arnoldus Henricus Heydra, geboren op 07-07-1885 te Overschie, overleden op 07-03-1886 te
Overschie;
14. Arnolda Hendrika Heydra, geboren op 03-11-1886 te Overschie, gehuwd op 01-07-1914 te
Rotterdam met Cornelis Damianus van Lochem, geboren op 19-03-1888 te Bergschenhoek. Zoon
van Johannes van Lochem en Petronella IJsselstein;
15. Gijsberta Hendrika Heydra, geboren op 17-02-1888 te Overschie, overleden op 25-06-1888 te
Hillegersberg;
20.14
Jkr. Hendrik (Hein) Roeling, geboren op 03-03-1849 om 21.00 uur te Kethel en Spaland, overleden
op 28-04-1936 om 23.30 uur te Schiedam. Zoon van Theodorus Röling/ Roeling en Cornelia Stolk
(zie: 19.4). Gehuwd op 22-04-1887 te Maasland met Gijsberta Ruigrok, geboren op 27-04-1856 te
Maasland, overleden op 17-02-1927 te Delft. Dochter van Michael Ruigrok en Maria Ham.
De familie Ruigrok vestigde zich in 1872 te Vlaardinger-Ambacht. Hein was van beroep veehouder
en pachtte van het bisdom Haarlem de St. Jacobushoeve aan de Kerkweg te Kethel. Deze hoeve werd
ná de Tweede Wereldoorlog afgebroken door gebrek aan land. Vanaf 1890 was Hein tevens Kerkmeester bij de parochiekerk St. Jacobus de Meerdere te Kethel en vierde op 08-11-1930 zijn 40 jarig
jubileum. In deze functie was Hein betrokken bij de bouw van de nieuwe kerk aan de Kerkweg die de
oude schuilkerk aan de andere zijde van de weg moest vervangen. Hij was verantwoordelijk voor het
onderhoud van het kerkgebouw, voerde controles en inspecties uit en, rekening houdende met de
begroting, liet hij dingen vernieuwen of repareren.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
Jkfr. Cornelia Maria Roeling (zie: 21.15);
Jkr. Machiel Cornelis Roeling, geboren op 07-08-1889 om 18.00 uur te Kethel en Spaland,
overleden op 26-11-1889 te Kethel en Spaland;
Jkr. Theodorus Martinus Roeling, geboren op 04-12-1890 om 22.30 uur te Kethel en Spaland,
overleden op 10-06-1891 te Kethel en Spaland;
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
4.
5.
6.
7.
20.15
Jkfr. Maria Johanna Roeling (zie: 21.16);
Jkr. Theodorus Wilhelmus Roeling (zie: 21.17);
Jkr. Machiel Wilhelmus Roeling, geboren op 10-05-1896 om 19.30 uur te Kethel en Spaland,
overleden op 24-05-1896 te Kethel en Spaland;
Jkfr. Maria Arnolda Roeling (zie: 21.18).
Jkr. Martinus (Maarten) Roeling, geboren op 11-03-1850 om 04.00 uur te Kethel en Spaland (Wijk
A nummer 5), overleden op 26-08-1934 om 09:00 uur te Overschie. Zoon van Theodorus Röling /
Roeling en Cornelia Stolk (zie: 19.4). Gehuwd op 03-11-1877 te Overschie (getuigen: Dingeman
Grootenboer, Nellem Nicolai, Meyander Bolk en Floris Johannes Parie) met Maria van der Moor,
geboren op 18-11-1850 te Bergschenhoek, overleden op 29-05-1919 om 17:00 uur te Overschie (wijk
B, nummer 60). Dochter van Petrus van der Moor en Petronella den Hollander. Gehuwd (2) op 0311-1920 te Overschie met Johanna Kouwenhoven, geboren op 10-03-1870 te Zoetermeer, RoomsKatholiek gedoopt op 11-03-1870 te Zoetermeer (getuigen: Franciscus Kouwenhoven en Joanna
Kouwenhoven uit Zoetermeer), overleden op 20-10-1962 te Made. Dochter van Johannes Kouwenhoven, arbeider, en Johanna Kramer. Johanna had een tweelingzus die Cornelia heette.
Martinus werd vernoemd naar zijn grootvader Martinus Stolk. Op 03-11-1877 huwde hij met Maria
van der Moor met wie hij zes kinderen kreeg toen zij nog gevestigd waren te Schiedam. Zij waren
woonachtig aan de Oudendijk wijk B nummer 1. De Oudendijk vormde de scheiding tussen de Oosten Westabtspolder (de dijk lag tussen het huidige Prinses Beatrix Park en bedrijventerrein ’s Gravenland). Op 17-07-1885 kreeg het echtpaar te maken met hun eerste tegenslag. Op deze dag overleed
hun zoon Theodorus Wilhelmus, zes dagen vóór zijn vierde verjaardag.
Op 04-05-1892 verhuisden zij naar Overschie en vestigden zich in het katholieke deel van het dorp.
Daar kochten zij een boerderij uit circa 1750 en bouwden een succesvolle vee- en melkboerderij op.
Maar opnieuw kreeg het echtpaar te maken met een tegenslag. Nog geen drie jaar nadat ze zich te
Overschie gevestigd hadden overleed hun jongste zoon, Theodorus Hendrikus, op acht jarige leeftijd.
Martinus noemde de boerderij de Mariahoeve, naar zijn echtgenote. In Overschie kende men de
boerderij echter voornamelijk als “de boerderij van Roeling”. Samen met de tas (een grote houten
schuur) en de stallen was deze gevestigd aan de Zestienhovensekade 139, 141 en 143, in de volksmond ook wel de “Ka” genoemd, vlak bij de sluis die de Vaart en de Schie destijds met elkaar verbond. De landerijen bevonden zich in de Zestienhovensche Polder, het huidige Park Zestienhoven. Uit
archieven van museum Oud Overschie kan geconcludeerd worden dat het totale oppervlakte van de
landerijen op zijn hoogtepunt circa 25 hectare bedroeg. In 1898 werd Martinus lid van het Overschiese feestcomité dat werd gevormd ter gelegenheid van de kroningsfeesten naar aanleiding van de inhuldiging van koningin Wilhelmina op 06-09-1898.
Hoewel een boer aan het begin van de 20ste eeuw gemiddeld vijf koeien bezat, hadden sommige
boeren in Overschie en omstreken wel tot honderd koeien op hun land rondlopen, een voor die tijd
gigantische hoeveelheid. Zij konden zich dit veroorloven doordat zij hun koeien voerden met spoeling
(afvalproduct van brouwerijen en stokerijen). Vroeger stond de omgeving van Schiedam, Kethel en
Overschie bekend als het spoelingdistrict omdat de boeren hun dieren met spoeling afkomstig van de
verschillende branderijen in Schiedam voerden. Wekelijks kwam in Overschie de spoelingschuit
langs. Het gezegde “Vele varkens maken de spoeling dun” is afkomstig uit deze tijd. Het is niet
verwonderlijk dat de boeren in Overschie en omstreken grote rijkdom vergaarden en een belangrijke
plaats in de maatschappij innamen.
Martinus werd bestuurder van de Nederlandsche Boerenbond van de “afdeeling Schiedam en Omstreken”. In 1905 had hij zijn termijn vervuld en trad hij af. Martinus kende echter ook zakelijke
tegenslagen. In de ochtend van 20-01-1904 werd namelijk een derde geval binnen drie dagen van
miltvuur bij een koe geconstateerd. Het Rotterdamsch Nieuwsblad meldde dat deze dezelfde dag nog
door de politie werd verbrand. Wellicht dat Martinus zich naar aanleiding hiervan ging verdiepen in
een verzekering tegen zakelijke tegenslagen.
Samen met enkele andere vooraanstaande leden van de Overschiese samenleving werd besloten een
brandverzekeringsmaatschappij op te richten. Op 02-08-1904 vond de oprichtingsvergadering van de
“Coöperatieve Brandwaarborg Maatschappij Overschie en Omstreken” plaats, waarbij R.A. de Kroes
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
als voorzitter werd gekozen, L. Hoogerbrugge tot vice-voorzitter en P. Hack tot secretaris/ penningmeester. De bestuursleden waren A. van der Eijk, P. Langeveld, A.W.F. Jonkergouw, G. Heinsbroek,
B. de Kroes en M. Roeling. Men ging trots op de foto voor het nageslacht.
De stichtingskosten bedroegen fl. 248,50. Er was echter nog geen geld in kas. De voorzitter en vicevoorzitter besloten tijdens de vergadering ieder een renteloos voorschot te verstrekken van fl. 125,00,
terug te betalen zodra er voldoende geld in kas zou zijn. Ze kregen er een spontaan applaus voor. Een
paar maanden later kreeg ieder alvast fl. 70,00 terug en weer later ook de resterende fl. 55,00. De
oprichters gingen na de eerste vergadering trots op de foto voor het nageslacht. In de eerste maanden
zorgde het bestuur voor de inschrijvingen van verzekeringen en het binnenhalen van nieuwe leden wat
zich ontwikkelde tot een kleine wedstrijd tot op 29-12-1904 Martinus “de vlag kreeg en de held van
dien avond was.” Uit het boekje 25 jaar Onderlinge Brandverzekering lezen wij onder andere: “Deze
heer leverde dien avond 17 nieuwe verzekeringen in met een verzekerd bedrag van fl. 39.825,- en
mocht het bedrag al eens meer voor of na dien tijd zijn benaderd of overschreden, het aantal polissen
is door een bestuurslid nimmer meer bereikt.” Reeds bij de tweede vergadering nam G. Heinsbroek
ontslag en werd Martinus in zijn plaats benoemd tot taxateur. Tijdens het 25 jarig bestaan van de
maatschappij werden de bestuursleden gehuldigd met een diner in restaurant Riche, de menukaart van
dit diner is nog bewaard gebleven.
Op 17-01-1905 werd tijdens een vergadering van de Nederlandschen Boerenbond aangekondigd dat
runderen die geacht werden aan tuberculose te lijden tegen schadeloosstelling door het Rijk zouden
worden overgenomen. Voor voorkomende gevallen in Overschie werd Martinus benoemd tot schatter
(taxateur) van de geleden schade. Op 22-01-1909 volgde voor deze functie een herbenoeming.
Martinus was ook lid van het comité ter gelegenheid van de onafhankelijkheidsfeesten. Het hoogtepunt van deze functie was wel de organisatie van de optocht ter ere van het eeuwfeest van de Nederlandse onafhankelijkheid op 28-08-1913, waarbij de geschiedenis nauwkeurig werd nagespeeld.
Naast zijn nevenactiviteiten voor de brandwaarborgmaatschappij en de Oranjevereniging was Martinus (tot op hoge leeftijd) actief in kerkelijke organisaties, zo werd hij in het Overschies adresboek van
1931 vermeld als voorzitter van het armbestuur van de Rooms-Katholieke kerk St. Petrus’ Banden.
Naast zijn maatschappelijke activiteiten was Martinus bedreven in het genealogisch onderzoek van
de familie Roeling. Uit een door hem opgestelde genealogie kon onder andere bevestigd worden dat
Johannes Heinrich Röhling en Rosina Richter (zie: 14.3) de ouders waren van Johann Heinrich
(Henrik) Röhling (zie: 15.4). Hiervoor had Martinus ongetwijfeld contact met verwanten uit Duitsland. Uitgaande van de hoeveelheid gegevens over de Duitse tak zal Martinus contact hebben gehad
met ten minste één van de kinderen van Johann Hermann Rohling en Anna Margaretha Wolbers (zie:
19.13). Op 29-05-1919 overleed Maria. Na iets meer dan een jaar huwde de zeventig jarige Martinus
met de twintig jaar jongere Johanna Kouwenhoven, waarmee hij samen bleef tot zijn overlijden
vijftien jaar later. Martinus genoot van zijn laatste dagen als rentenier.
Zijn zoon Martinus Arnoldus nam het bedrijf aan de Zestienhovensekade 141 over. Na het overlijden van Martinus betrok zijn weduwe het huis op nummer 139. In 1946 had zij 1 stem in de
Coöperatieve Brandwaarborg Maatschappij Overschie en Omstreken, wat betekende dat zij voor het
laagst mogelijk bedrag verzekerd was. Een hoge verzekering was ook niet langer nodig, de boerderij
was immers eigendom geworden van haar stiefzoon Martinus Arnoldus Roeling. Op 07-08-1952 werd
Johanna ingeschreven in de Kerkstraat 10 te Made, Noord-Brabant, waar zij haar laatste levensjaren
doorbracht in het Liefdegesticht (klooster). De familie bracht nog regelmatig een bezoek aan haar.
Uit het eerste huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Jkfr. Cornelia Petronella (Cor) Roeling (zie: 21.19);
Jkr. Petrus Johannes Theodorus (Piet) Roeling (zie: 21.20);
Jkr. Theodorus Wilhelmus Roeling, geboren op 22-07-1881 om 21:00 uur te Schiedam,
overleden op 17-07-1885 te Schiedam;
Jkr. Johannes Antonius (Jan) Roeling (zie: 21.21);
Jkr. Martinus Arnoldus (Tinus) Roeling (zie: 21.22);
Jkr. Theodorus Hendrikus Roeling, geboren op 22-08-1886 te Schiedam, overleden op 23-021895 om 20:00 uur te Overschie.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
20.16
Jkfr. Jacoba Roeling, geboren op 05-03-1853 om 21.00 uur te Kethel en Spaland, overleden op 2808-1937 te Overschie. Dochter van Theodorus Röling / Roeling en Cornelia Stolk (zie: 19.4). Gehuwd
op 27-04-1880 te Kethel en Spaland met Wilhelmus (Willem) Olsthoorn, geboren op 27-10-1854 te
Kethel en Spaland, Rooms-Katholiek gedoopt op 28-10-1854 te Kethel en Spaland, overleden op 1203-1928 te Kethel en Spaland, Rooms-Katholiek begraven op 16-03-1928 te Kethel en Spaland. Zoon
van Adrianus Olsthoorn en Gerritje van Vliet. Willem was van beroep bouwknecht.
Uit dit huwelijk:
1.
Adrianus Theodorus Olsthoorn, geboren op 24-03-1881 te Hof van Delft, overleden op 29-101962 te Pijnacker;
2. Cornelia Maria Olsthoorn, geboren op 10-04-1882 te Hof van Delft;
3. Theodorus Hendricus Olsthoorn, geboren op 28-04-1883 te Hof van Delft;
4. Gerarda Maria Olsthoorn, geboren op 17-06-1884 te Delft, overleden op 17-02-1968 te Hof
van Delft;
5. Maria Johanna Olsthoorn, geboren op 24-02-1886 te Hof van Delft, overleden op 09-11-1886
te Hof van Delft;
6. Hendrik Wilhelmus Olsthoorn, geboren op 08-07-1888 te Hof van Delft, overleden op 25-081888 te Hof van Delft;
7. Arnoldus Adrianus Olthoorn, geboren op 15-01-1890 te Hof van Delft, overleden op 13-071972 te Schiedam-Kethel. Gehuwd op 09-07-1924 te Rotterdam met Anna Elisabeth Klara
Bussing, geboren in circa 1886 te ’s Gravenhage. Dochter van Gerardus Bussing en Maria
Catharina van der Wijngaard;
8. Adrianus Wilhelmus Olsthoorn, geboren op 18-04-1891 te Hof van Delft, overleden op 03-031892 te Hof van Delft;
9. Gijsberta Jacoba Olsthoorn, geboren op 02-12-1892 te Hof van Delft, overleden op 09-02-1893
te Hof van Delft;
10. Wilhelmus Hendrikus Jozef Olsthoorn, geboren in 03-1895 te Hof van Delft, overleden op 1612-1895 te Hof van Delft;
11. Margaretha Jacoba Ludewina Olsthoorn, geboren op 25-04-1897 te Hof van Delft, overleden
op 13-04-1985 te Naaldwijk. Gehuwd op 06-05-1925 te Hillegersberg met Wilhelmus Albertus
Heppe.
20.17
Jkr. Arnoldus (Arend) Ro(e)ling, geboren op 26-02-1860 om 22.00 uur te Kethel en Spaland, overleden op 18-11-1943 te Venray, Rooms-Katholiek begraven op 22-11-1943 te Schipluiden. Zoon van
Theodorus Röling / Roeling en Cornelia Stolk (zie: 19.4). Gehuwd op 26-04-1882 te Kethel en Spaland met Maria de Vette, geboren op 20-12-1859 te Kethel en Spaland, overleden op 28-10-1935 te
Schipluiden, begraven te Schipluiden. Dochter van Arnoldus de Vette en Maria Droog.
Arnoldus was van beroep veehouder en pachtte vanaf 04-05-1882 de boerderij aan Kerkpolderkade
60, de huidige Tramkade 14 te Schipluiden welke door de voormalige burgemeester van Hodenpijl,
Dirk Ammerlaan, in 1870 was gebouwd. Kort voordat Arnoldus de boerderij met 24 hectare land ging
pachten was de het in bezit gekomen van het geslacht Van Brienen. In 1908 ging het bezit over op de
Radboutstichting. De rentmeester kwam jaarlijks langs om de financiën door te nemen en te kijken
hoe de staat van het eigendom was. De nieuwe eigenaar investeerde niet veel geld in de boerenbedrijven, noch in wegen er naar toe. Alleen het hoogst noodzakelijke werd gedaan. In 1928 stopte
Arnoldus met boeren en ging het bedrijf over op zijn kinderen. Arnoldus was 44 Armmeester van de
parochie van de Heilige Jacobus den Meerdere te Schipluiden en tevens sinds de oprichting van de
Coöperatieve Brandwaarborgmaatschappij “De Eendracht” lid van het bestuur.
Uit dit huwelijk:
1.
Jkfr. Cornelia Maria Roeling, geboren op 11-02-1883 te Schipluiden, overleden op 06-01-1884
te Schipluiden;
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
2.
3.
Jkfr. Maria Johanna (Mie) Roeling (zie: 21.23);
Jkr. Theodorus Arnoldus Roeling, geboren op 24-04-1886 te Schipluiden, overleden op 10-071889 te Schipluiden;
4. Jkfr. Cornelia Maria Roeling, geboren op 31-10-1887 te Schipluiden, overleden op 24-01-1888
te Schipluiden;
5. Jkr. Arnoldus Gerardus (Arend) Roeling (zie: 21.24);
6. Jkfr. Cornelia Gijsberta Maria (Kee) Roeling (zie: 21.25);
7. Jkr. Theodorus Josephus Roeling, geboren op 19-03-1891 te Schipluiden, overleden op 18-041891 te Schipluiden;
8. Jkr. Theodorus Martinus (Dorus) Roeling (zie: 21.26);
9. Jkfr. Agatha Maria (Agaath) Roeling (zie: 21.27);
10. Jkr. Hendricus Antonius (Henkie) Roeling, geboren op 08-08-1897 te Schipluiden, overleden
op 10-05-1905 te Schipluiden. Henkie klom samen met een vriendje op het dak van het ouderlijk
huis. Toen hij op een zeker moment zag dat zijn vader er aan kwam, schrok hij zo, dat hij van het
dak viel. Hij overleefde de val niet;
11. Jkr. Thomas Antonius (Thomas) Roeling (zie: 21.28);
12. Onbekende dochter, levenloos geboren op 29-11-1903 te Schipluiden.
20.18
Jkfr. Margaretha Adelheid Rohling, geboren op 25-02-1837 te Baccum. Dochter van Gerhard
Bernhard Rohling en Margaretha Adelheid Brinker (zie: 19.5). Gehuwd op 24-07-1865 te Baccum
met Johann Heinrich Stümpel, geboren op 07-01-1835 te Beesten.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
20.19
Maria Agnes Stümpel, geboren in 1866, overleden in 1870;
Anna Carolina Stümpel, geboren in 1868, overleden in 1884;
Maria Agnes Stümpel, geboren in 1871;
Maria Christina Stümpel, geboren in 1873.
Jkr. Gerhard Heinrich Rohling, geboren op 02-01-1839 te Baccum. Zoon van Gerhard Bernhard
Rohling en Margaretha Adelheid Brinker (zie: 19.5). Gehuwd op 25-02-1873 te Baccum met Maria
Christina Theresia Jansen, geboren op 22-12-1846. Gerhard was pachter te Münnigbüren.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
Jkfr. Margaretha Agnes Roling, geboren in 1873, overleden op 21-04-1884;
Jkfr. Anna Christina Roling, geboren in 1875.
20.20
Jkr. Bernhard Heinrich Roling, geboren op 03-02-1843 te Baccum. Zoon van Gerhard Bernhard
Rohling en Margaretha Adelheid Brinker (zie: 19.5). Op 17-05-1866 arriveerde Bernhard in New
York, samen met zijn zuster Christina (zie: 20.21) en neef Gerhard Bernhard Krieger (zie: 19.8).
20.21
Jkfr. Maria Christina (Christina) Roling, geboren op 11-02-1843 te Baccum. Dochter van Gerhard
Bernhard Rohling en Margaretha Adelheid Brinker (zie: 19.5). Op 17-05-1866 arriveerde Christina in
New York, samen met haar broer Bernhard (zie: 20.20) en neef Gerhard Bernhard Krieger (zie: 19.8).
De naam van het schip waar zij mee reisden was “Edward”.
20.22
Jkr. Johann Clemens Roling, geboren op 25-07-1845 te Baccum, overleden op 08-08-1926 te Cincinnati, 6247 Cary Ave., Hamilton, Ohio, V.S. (aan de gevolgen van meningitis, oftewel hersenvliesontsteking), begraven op 11-08-1926 te St. Jos Old. Zoon van Gerhard Bernhard Rohling en Margaretha Adelheid Brinker (zie: 19.5). Gehuwd met Magdalena (Lena) Bowman (Bauman), geboren op
27-03-1856 te Oldenburg, Indiana, overleden op 19-09-1927, begraven op 21-09-1927 te St. Jos.
New. Dochter van Chris Bowman. Johann vertrok omstreeks 1870 naar de V.S. en vestigde zich te
Cincinnati. In 1910 woonde hij in Cincinnatti Ward 13, Hamilton, Ohio, en was van beroep melkman.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
20.23
Jkr. Bernard Clemens Roling, geboren op 04-07-1880, overleden op 06-10-1912, begraven op
09-10-1912 te St. Jos New. Bernard was van beroep melkman en overleed ongehuwd;
Jkfr. Bernardina Roling (zie: 21.29);
Jkfr. Catherine (Katie) Roling, geboren in november 1883;
Jkr. Henry Roling, geboren op 08-11-1884, overleden op 23-02-1940 te Cincinnati, Hamilton,
Ohio. Henry was ongehuwd. In 1930 woonde hij in bij zijn zuster Bernardina.
Jkr. Johann Gerhard Roling, zoon van Johann Wilhelm Ro(h)ling en Anna Margaretha Langen (zie:
19.6). Gehuwd op 13-02-1838 te Thuine met Gesina Adelheid Mensen, geboren in 1814 te Thuine.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
20.24
Jkr. Bernhard Heinrich Roling, geboren op 20-08-1844 te Thuine;
Jkr. Johann Josef (Johann Joseph) Roling (zie: 21.30);
Jkfr. Maria Elisabeth Roling, geboren op 29-08-1851 te Thuine.
Jkr. Gerardus Roling, geboren op 02-02-1837 te Kethel, overleden op 15-01-1908 te Delft. Zoon
van Johannes Hermann Roling en Cornelia Franse (Franssen) (zie: 19.7). Gehuwd op 22-05-1867 te
Kethel met Johanna Kloppers, geboren op 20-06-1842 te Maasland, overleden op 27-10-1923 te
Delft. Dochter van Pieter Kloppers en Alida Kooimans.
Gerardus was van beroep bierbrouwersknecht.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
20.25
Jkfr. Cornelia Roling, geboren op 26-10-1868, overleden op 28-10-1875 te Delft;
Jkr. Petrus Roling (zie: 21.31);
Jkr. Johannes Wilhelmus Roling, geboren op 19-12-1873 te Overschie;
Jkfr. Alida Helena Roling, geboren op 07-07-1875 te Delft, overleden op 05-09-1909 te Delft;
Jkr. Johannes Cornelis Roling, geboren op 04-04-1878 te Delft, overleden op 13-05-1878 te
Delft;
Jkr. Johannes Roling, geboren op 01-09-1879 te Delft, overleden op 29-09-1879 te Delft;
Jkfr. Maria Cornelia Roling, geboren 21-10-1882 te Delft, overleden op 21-05-1883 te Delft.
Jkfr. Cornelia Roling, geboren op 08-07-1839 te Kethel. Dochter van Johannes Hermann Roling en
Cornelia Franse (Franssen) (zie: 19.7). Gehuwd (1) op 07-04-1869 te Kethel met de schipper Wilhelmus Cornelis Fredericus Weyers, geboren op 30-01-1836 te Nijmegen. Zoon van Cornelis Weyers
en Anna Catharina van den Eynden. Gehuwd (2) op 01-05-1875 te Overschie met Adrianus (Arie)
van den Ende, geboren op 23-04-1821 te Wateringen, overleden op 06-02-1879 te Pijnacker (Arie
was eerder gehuwd op 01-05-1846 te Pijnacker met Theodora van Velzen), zoon van Arie van den
Ende en Elisabeth van der Kleij. Gehuwd (3) op 23-01-1889 te Delft met Hendericus Rodenrijs,
geboren in circa 1848 te Zouteveen. Zoon van Melis Rodenrijs en Maria Stolk.
Uit het tweede huwelijk:
1.
2.
20.26
Theodora Maria van den Ende, geboren op 30-03-1876 te Pijnacker;
Cornelia Catharina van den Ende, geboren op 07-05-1878 te Pijnacker.
Jkfr. Margaretha Roling, geboren op 23-01-1841 te Kethel, overleden op 23-01-1913 te Delft.
Dochter van Johannes Hermann Roling en Cornelia Franse (Franssen) (zie: 19.7). Gehuwd op 25-051864 te Kethel met de watermolenaar Johannes Vlugman, geboren op 19-11-1830 te Kethel, overleden op 15-06-1893 te Kethel. Zoon van Jacob Vlugman en Anna Kortekaas.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Uit dit huwelijk:
1.
20.27
Jacobus Vlugman, watermolenaar, geboren op 08-04-1865 te Kethel en Spaland. Gehuwd op
25-08-1895 te Vlaardinger-Ambacht met Cornelia Agatha Rijgersbergen, geboren op 21-031864 te Kethel en Spaland. Dochter van Leonardus Rijgersbergen en Geertruida van der
Lelie.
Jkfr. Cornelia Roling, geboren op 30-03-1852 te Kethel, overleden op 26-02-1880 te Kethel.
Dochter van Johannes Hermann Roling en Cornelia Franse (Franssen) (zie: 19.7). Gehuwd op 29-051877 te Kethel met Gijsbertus Voskuijl, geboren op 04-03-1847 te Hof van Delft, overleden op 0403-1905 te Kethel. Zoon van Adrianus Voskuijl en Johanna Kerklaan.
Cornelia was van beroep dienstbode, Gijsbertus was van beroep arbeider. Op de trouwakte schreef
Cornelia haar naam als Röhling.
20.28
Jkr. Herman Henric Rohling (Rolinck), geboren op 18-03-1850 te Helte, Rooms-Katholiek gedoopt
op 19-03-1850 te Bokeloh (getuigen: Johann Bernard Robben, Kötter zu Helte, Catharina Adelheid
Blanke, Magd zu Helte), overleden op 03-01-1923 te Cincinnati, Hamilton, Ohio, 4650 Barrow Ave.,
Rooms-Katholiek begraven op 06-01-1923 te St. Johns Cemetery. Zoon van Gerhard Henric Rohling
en Maria Gertrud Robben (zie: 19.9). Gehuwd met Kate Braun (Kate Stierle), geboren op 25-011856 te Pennsylvania, overleden op 28-09-1925, begraven op 01-10-1925 te Vine Street Hill Cemetery. Dochter van Jacob Stierle en Walburga Gammar (Sommers) uit Duitsland. Kate was de
weduwe van een zekere Braun, afkomstig uit Württemberg,
Op 16-01-1866 vertrok Herman naar de Verenigde Staten. Op 10-05-1866 arriveerde hij te Baltimore
met het schip “Anna” (kapitein Meiners). Bij de volkstelling van 1920 bleek dat ook zijn stiefdochter
Louise Braun, woonachtig was bij Herman.
Uit het huwelijk Braun – Stierle:
1.
20.29
Louise Braun, geboren in 1883 te Ohio, overleden op 30-03-1958. Louise was van beroep
verpleegkundige.
Jkr. Johann Bernard Heinrich (John Benjamin) Rohling, geboren op 06-09-1851 te Helte,
Rooms-Katholiek gedoopt op 07-09-1851 te Bokeloh (getuigen: Johann Bernhard Rohling, Bürger zu
Meppen en Maria Anna Robben, Magd zu Dörgen), overleden op 10-04-1920 te Hamilton Twp.,
Warren, Ohio, begraven op 13-04-1920 te Hopkinsville, Ohio. Zoon van Gerhard Henric Rohling en
Marie Gertrud Robben (zie: 19.9).
Op 16-01-1866 vertrok Johann naar de Verenigde Staten. Van beroep was hij koopman. Johann
woonde in 1900 in Mainville&Deerfield villages, Warren, Ohio, samen met Robert Cook, geboren in
oktober 1834, overleden op 25-11-1910. Bij de volkstelling van 1910 bleek dat Johann nog altijd
samen woonde met Robert. Over de relatie van Johann en Robert zijn geen verdere gegevens bekend.
20.30
Jkr. Bernard Hermann Rohling (Rolinck), genaamd Wulf, geboren op 21-08-1853 te Helte,
Rooms-Katholiek gedoopt op 22-08-1853 te Bokeloh (getuigen: Johann Bernard Wulf uit Schlagbrüggen en Anna Maria Robben uit Helte), overleden op 20-05-1933 te Emmeln. Zoon van Gerhard
Henric Rohling en Maria Adelheid Wulf (zie: 19.9). Gehuwd (1) op 12-04-1880 te Stavern met Anna
Maria Katharina Robben, geboren op 11-03-1852 te Spiek Apeldorn, overleden vóór 1895 te
Schlagbrücken. Gehuwd (2) op 18-11-1895 te Meppen met Maria Lüken, geboren op 23-05-1872 te
Haverbeck bei Haselüne, overleden op 19-09-1945.
Bernard was in 1880 van beroep dienstknecht, later kolonist en uiteindelijk landeigenaar.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Uit het eerste huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
Jkfr. Maria Angela Rohling, geboren op 18-08-1881 te Schlagbrücken. Zij had een relatie met
Johann Stahl;
Jkfr. Anna Margaretha Adelheid Rohling, geboren op 10-05-1885 te Schlagbrücken. Zij had
een relatie met een onbekende Bahnarbeiter uit Rheine;
Jkfr. Anna Antonia Rohling, geboren op 24-10-1887 te Schlagbrücken. Zij had een relatie met
een zekere Bruns uit Meppen;
Jkfr. Maria Frederika Theresia Rohling, genaamd Wulf, geboren op 07-09-1890 te
Schlagbrücken. Gehuwd in 1914 te Meppen met Hermann Bernhard Hake, geboren op 16-081884 te Hemsen;
Jkr. Bernhard Hermann Heinrich Rohling, geboren op 22-01-1893 te Schlagbrücken. Huzaar
in de Eerste Wereldoorlog. Liep tijdens de oorlog een middenoorontsteking op en overleed in het
Meppener Krankenhaus.
Uit het tweede huwelijk:
6.
7.
8.
9.
Jkr. Gerhard Heinrich Rohling, geboren op 16-11-1896 te Schlagbrücken, overleden op 26-061917 te Arras, Frankrijk. Gerhard sneuvelde tijdens de Eerste Wereldoorlog;
Jkr. Hermann Heinrich Rohling (zie: 21.32);
Jkr. Gerhard Heinrich Rohling, geboren op 12-11-1902 te Schlagbrücken, overleden op 28-121990. Gehuwd met Grete Schmitz, geboren op 24-03-1903 te Oberlangen. Gerhard was van
beroep arbeider in een zagerij en Straßenwärter te Lathen (controleur van de wegen);
Jkfr. Helene Josephine Rohling, geboren op 26-01-1906 te Schlagbrücken, overleden op 27-081969 te Lathen. Relatie met Bernhard Hagemann, schoenmaker te Niederlangen.
20.31
Jkr. Herman Henricus Rohling, geboren op 13-08-1845 te Meppen, Rooms-Katholiek gedoopt op
15-08-1845 te Meppen (getuigen: Lucas Lünsmann, Schneider zu Meppen, Anna Margaretha Roling,
geb. Schlömer, Eignersfrau zu Pool, en Anna Margaretha Roling, geb. Wolbers uit Pool). Zoon van
Johann Bernhard Rohling en Wilhelmine Lünsmann (zie: 19.12).
20.32
Jkr. Hermann Heinrich Rohling, geboren op 23-08-1844 te Haar, Rooms-Katholiek gedoopt op 2508-1844 te Wesuwe (getuigen: Gerhard Heinrich Rohling uit Helte en Catharina Elisabeth Wolbers uit
Emmeln), overleden tussen 1895 en 1900 in de V.S. Zoon van Johann Hermann Rohling en Anna
Margaretha Wolbers (zie: 19.13). Gehuwd op 17-09-1872 te Wesuwe (getuigen: Johann Hermann uit
Osteresch en Elisabeth Beckel uit Klein Hesepe) met Anna Maria Gertrud Beckel, geboren op 2210-1839 te Groß Fullen, waarschijnlijk overleden op 06-08-1909 te Meeker, Minnesota. Dochter van
Gerhard Hermann Beckel en Anna Maria Borde.
Hermann was landbouwer en in het bezit van zijn eigen landerijen. Anna was voor haar huwelijk
dienstmeisje te Haar. In 1885 begon Hermann zijn vertrek naar Amerika voor te bereiden door zijn
bezittingen te verkopen. In de “Katholischen Volksboten” van 13-12-1885 lezen wij: “Der Eigener H.
H. Rohling aus Pool bei Dankern beabsichtigt wegen Auswanderung nach Amerika, am Dienstag, den
22. Dezember d. J. morgens 10 Uhr, 6 Kühe, 4 Rinder, 24 Stück Schafe, 1 Webstuhl, 4 Eichen, 2
Elsen, 1 Birke, 1000 Pfund Stroh, mehrere Ackergeräthe u.s.w., öffentlich im Meistgebote verkaufen
zu lassen, wozu Kaufgeneigte hiermit eingeladen werden. Altharen, am 10. December 1885. Julius
Münch”. Het gezin vertrok (samen met de vader van Hermann) in 1886 naar de Verenigde Staten. Op
22-03-1886 kwamen zij met het schip “Ems” (kapitein Willigerod) aan in New York. Hiermee werd
Hermann de stamvader van de Minnesota tak van de familie Röhling.
In 1900 was het gezin woonachtig in Rich Valley Township, McLeod, Minnesota. Datzelfde jaar
werd Anna Maria Gertrud vermeld als weduwe. Bij een volkstelling op 08-06-1905 woonde zij in bij
het gezin van haar dochter in Eden Lake, Stearms, Minnesota. Het contact met familie in Duitsland
bleef tot in de 20ste eeuw goed. Na beide wereldoorlogen werden vanuit de V.S. hulppakketten verstuurd aan Duitse familieleden.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
Jkr. Johann Hermann Rohling (zie: 21.33);
Jkr. Gerhard Heinrich Rohling (zie: 21.34);
Jkfr. Margaretha Rohling (zie: 21.35).
20.33
Jkfr. Anna Margaretha Rohling, geboren op 26-04-1846 te Haar, Rooms-Katholiek gedoopt op 2804-1846 te Wesuwe (getuigen: Gerhard Heinrich Wolbers uit Emmeln en Anna Margaretha Rohling
uit Haar), overleden vóór 1873 te Sandberg. Dochter van Johann Hermann Rohling en Anna Margaretha Wolbers (zie: 19.13). Ondertrouw te Wesuwe. Gehuwd op 20-04-1869 te Wesuwe (getuigen:
Hermann Rohling en Anna Margaretha Wolbers uit Haar) met Bernhard Heinrich (Heinrich) Koop,
geboren op 22-08-1839 te Haar. Zoon van Rudolph Koop en Helena Otten uit Haar. Bernhard was
ten tijde van zijn huwelijk landbouwknecht te Haar.
20.34
Jkr. Johann Hermann (Hermann) Rohling, geboren op 12-08-1848 te Haar, Rooms-Katholiek gedoopt op 13-08-1848 te Wesuwe (getuigen: Johann Hermann Wolbers uit Emmeln en Anna Angela
Rohling, geb. Voss uit Haren), overleden op 01-03-1925. Zoon van Johann Hermann Rohling en
Anna Margaretha Wolbers (zie: 19.13). Gehuwd op 11-02-1873 te Wesuwe (getuigen: Johann
Hermann Rohling uit Altharen en Anna Helena Bramsmann uit Düne) met Martha Thekla (Thekla)
Bramsmann, geboren op 25-08-1853 te Altharen, Rooms-Katholiek gedoopt op 26-08-1853 te Wesuwe (getuigen: Bernhard Wilhelm Achter uit Landegge en Martha Bramsmann uit Altharen), overleden
op 08-02-1896 (in het kraambed). Dochter van Johann Heinrich Bramsmann en Anna Katharina
Pöttker.
Hermann was van beroep landbouwer.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
20.35
Jkr. Johann Heinrich Rohling (zie: 21.36);
Jkfr. Anna Margaretha Rohling (zie: 21.37);
Jkr. Johann Hermann Rohling (zie: 21.38);
Jkfr. Catharina Helena Rohling (zie: 21.39);
Jkfr. Anna Maria Rohling, geboren op 30-09-1885, overleden op 17-11-1897 te Dünenburg
(aan de gevolgen van een hartafwijking), Rooms-Katholiek begraven op 20-11-1897;
Jkr. Johann Bernhard Rohling, geboren op 04-05-1888, hoogstwaarschijnlijk jong overleden;
Jkr. Johann Bernhard Rohling (zie: 21.40);
Jkfr. Maria Anna Rohling (zie: 21.41);
Jkfr. Anna Margaretha Maria Rohling (zie: 21.42).
Jkfr. Susanna Maria Rohling, geboren op 20-04-1850 te Haar, Rooms-Katholiek gedoopt op 21-041850 te Wesuwe (getuigen: Bernhard Rohling uit Meppen en Susanna Wolbers uit Niederlangen),
overleden op 11-04-1927 te Braamberge. Dochter van Johann Hermann Rohling en Anna Margaretha
Wolbers (zie: 19.13). Gehuwd op 13-01-1877 te Onstwedde met Johann Hermann Albers, geboren
op 07-11-1829 te Rütenbrock, Altenberg, Rooms-Katholiek gedoopt op 09-11-1829 te Wesuwe, overleden op 02-08-1910 te Braamberg, Rooms-Katholiek begraven te Sandberg. Zoon van Johannes
Bernardus Josephus Albers en Anna Helena Tiben (ook wel Bruns). Johann Hermann was weduwnaar van Maria Helena Robben, geboren op 06-09-1833 te Altenberge, Rütenbrock (in overlijdensakte wordt vermeld Haren), overleden op 12-04-1876 te Ontswedde Braamberg (in het kraambed overleden bij de geboorte van zoon Herman). Dochter van Johann Heinrich Robben en Anna
Maria Adelheid Hoge.
Johann Hermann was Kolonist te Schalberg langs de grens, tussen Rütenbrock Ter Apel en Sellingen
(Nederlands) maar behoorde tot de parochie van Rütenbrock. Hij was landbouwer op Braamberg.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Uit het eerste huwelijk van Johann Hermann:
1.
2.
3.
Berend Hendrik Albers, geboren 1860 te Onstwedde, overleden op 02-06-1903 te Onstwedde;
Herman Hendrik Albers (Hendrik Herman), geboren op 25-01-1865 om 06.00 uur te
Onstwedde, overleden op 02-09-1938. Gehuwd (1) op 29-08-1891 te Vlagtwedde met Maria
Helena Heijne, geboren op 04-02-1864, overleden 1893. Gehuwd (2) op 22-04-1893 te
Vlagtwedde met Margaretha Jansen, geboren op 27-04-1862 te Odoorn Exloërveen, overleden
op 10-04-1925 te Odoorn Zandberg. Uit beide huwelijken 1 kind. Herman was landbouwer;
Herman Albers, geboren op 11-04-1876 te Onstwedde Braamberg, overleden op 11-08-1935 te
Onstwedde Braamberg, begraven op 14-08-1935 te Zandberg, ongehuwd.
Uit het huwelijk van Johann en Susanna:
4.
5.
6.
7.
20.36
Geerhard Herman Albers, geboren op 23-10-1877 te Onstwedde Braamberg, overleden op 2211-1946 te Onstwedde Braamberg, begraven op 26-11-1946 te Zandberg. Gehuwd op 05-07-1913
te Onstwedde Braamberg met Maria Adelheid Thole, geboren op 11-06-1889 te Rütenbrock,
overleden op 12-11-1964 te Onstwedde Braamberg, begraven op 16-11-1964 te Zandberg;
Margaretha (Grietje) Albers, geboren op 25-07-1879 te Onstwedde Braamberg, overleden op
17-02-1941 te Onstwedde Braamberg, begraven op 21-02-1941 te Zandberg. Gehuwd op 04-071908 te Onstwedde met Rudolph Rolfes (Roelfes), geboren op 18-08-1877 te Onstwedde Mussel
A-kanaal, overleden op 21-10-1959 te Onstwedde, begraven op 26-10-1959 te Zandberg.
Rudolph was van beroep landbouwer. Samen kregen zij 1 kind;
Gezina Albers, geboren op 12-03-1883 te Onstwedde Braamberg, overleden op 23-02-1953 te
Vlagtwedde Ter Apel, begraven op 26-02-1953 te Emmen Munsterscheveld. Gehuwd op 09-041904 te Onstwedde met Johannes Theodorus (Theo) Scheepers (Schepers), geboren op 21-071872 te Onstwedde Oomsberg, overleden op 01-12-1942 te Apeldoorn, begraven op 05-12-1942
te Emmen Munsterscheveld. Samen kregen zij 10 kinderen;
Elisabeth (Elisa) Albers, geboren op 17-02-1886 te Onstwedde Braamberg, overleden op 05-071967 te Onstwedde, begraven op 10-07-1967 te Mussel-kanaal. Gehuwd op 03-05-1913 te
Onstwedde Musselkanaal met Geert Hendrik Buurman, geboren op 20-09-1886 te Onstwedde,
overleden op 03-01-1958 te Onstwedde Musselkanaal, begraven op 08-01-1958 te Musselkanaal.
Jkfr. Anna Gesina Rohling, geboren op 13-05-1852 te Haar, Rooms-Katholiek gedoopt op 15-051852 te Wesuwe (getuigen: Hermann Eilard Rohling uit Haren en Anna Gesina Wolbers uit Emmeln),
overleden op 27-06-1902 te Lindloh. Dochter van Johann Hermann Rohling en Anna Margaretha
Wolbers (zie: 19.13). Gehuwd (1) op 16-04-1872 te Wesuwe (getuigen: Hermann Rohling uit Osteresche en Susanna Kathmann uit Altenberge) met Hermann Heinrich Kathmann, geboren op 12-121843 te Altenberge, Rooms-Katholiek gedoopt op 14-12-1843 te Wesuwe (getuigen: een zekere Bernard uit Osteresche en Gesina Bürmann uit Altenberge), overleden op 04-07-1896 te Altenberge.
Zoon van Johann Bernhard Kathmann en Maria Helena (Maria) Schulte. Gehuwd (2) op 01-061897 te Rütenbrock met Johann Heinrich Gerdes, geboren op 21-11-1852 te Lindloh, overleden op
15-12-1934 te Lindloh. Zoon van Johann Hermann Gerdes en Maria Gesina Geertz.
Uit het eerste huwelijk:
1.
2.
3.
Johann Bernhard Kathmann, geboren op 24-09-1873 te Hebelermeer, Rooms-Katholiek
gedoopt op 25-09-1873 te Wesuwe;
Anna Gesina Kathmann, geboren op 23-10-1874 te Kamern. Gehuwd op 01-06-1897 te
Rütenbrock met Johann Heinrich Gerdes, landbouwer Op Plaatze 89 aan De Oude Sloot
(Hüttenende), geboren te Lindloh. Samen kregen zij 1 dochter, Anna Maria Gerdes, geboren
op 01-05-1898 te Lindloh, overleden op 29-02-1940 te Lindloh. De relatie tussen haar echtgenoot
en haar gelijknamige stiefvader is vooralsnog onduidelijk;
Johann Hermann Kathmann, geboren op 14-10-1875 te Hebelermeer, Rooms-Katholiek
gedoopt op 15-10-1875 te Wesuwe;
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
4.
5.
6.
7.
8.
20.37
Johann Heinrich Kathmann, geboren 16-05-1885 Altenberge, overleden 13-06-1910 Emmen;
Helene Kathmann, geboren op 27-12-1887 te Altenberge, overleden op 31-01-1977 te Groß
Hesepe. Gehuwd met Theodor Fischer, geboren op 16-07-1883 te Altharen-Düne, overleden
op 17-12-1964 te Groß Hesepe;
Adelheid Kathmann, geboren op 07-04-1890 te Altenberge, overleden op 13-03-1948 te Meppen;
Maria Katharina Kathmann, geboren op 04-01-1893 te Altenberge, overleden op 14-02-1922
te Haren-Pool. Gehuwd op 06-05-1919 te Altharen met Johann Heinrich Korte, geboren op 1601-1886 te Altenberge, overleden op 30-09-1960;
Maria Kathmann.
Jkr. Johann Bernhard Rohling, geboren op 27-11-1855 te Haar, Rooms-Katholiek gedoopt op 2811-1855 te Wesuwe (getuigen: Joseph Pötker uit Hebel en Maria Helena Wolbers uit Emmeln),
overleden op 11-04-1908 te Altharen. Zoon van Johann Hermann Rohling en Anna Margaretha
Wolbers (zie: 19.13). Gehuwd (1) op 20-09-1887 met Christina Mecklenburg, overleden vóór 1891.
Gehuwd (2) op 28-04-1891 met Maria Drees.
Johann Bernhard was Posthalter te Haren, een zelfstandige postbode met eigen postkoets en paarden.
Uit het eerste huwelijk:
1.
Jkfr. Margaretha Rohling (zie: 21.43);
Uit het tweede huwelijk:
2.
3.
4.
5.
6.
20.38
Jkfr. Maria Gesina Rohling (zie: 21.44);
Jkfr. Maria Helena Rohling (zie: 21.45);
Jkr. Hermann Rohling (zie: 21.46);
Jkfr. Maria Rohling (zie: 21.47);
Jkfr. Adelheid Rohling (zie: 21.48).
Jkfr. Anna Helena Rohling, geboren op 22-03-1858 te Haar, Rooms-Katholiek gedoopt op 23-031858 te Wesuwe (getuigen: Maria Helena Wolbers uit Emmelen en Heinrich Robben uit Altenberge),
overleden op 06-03-1949 te Barger-Compascuum, Rooms-Katholiek begraven op 10-03-1949 te Barger-Compascuum. Dochter van Johann Hermann Rohling en Anna Margaretha Wolbers (zie: 19.13).
Gehuwd op 08-05-1883 te Bersede / Wesuwe met Hermann Heinrich (Minne) Gebben, geboren op
13-10-1854 te Wesuwe-Bersede, Rooms-Katholiek gedoopt op 14-10-1854 te Wesuwe (getuigen:
Hermann Heinrich Gebben, Ackermann zu Krüssel, en Maria Gesina Tengen, Ackersfrau zu Bersede), overleden op 14-12-1939 te Barger-Compascuum, Rooms-Katholiek begraven op 18-12-1939
te Barger-Compascuum. Zoon van Johann Heinrich Gebben, Ackersmann en Maria Katharina
Voss, Ackersfrau.
Minne was van beroep landbouwer en turfsteker. De vader van Anna Helena emigreerde samen met
het gezin van zijn oudste zoon naar Amerika met medeneming van de bruidschat van Anna Helena.
Als het hen goed zou gaan in Amerika, zouden zij de bruidschat terugsturen naar hun dochter.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
Bernhard Heinrich Gebben, geboren op 12-02-1884 te Wesuwe, overleden op 28-09-1959 te
Meppen. Gehuwd met Anna Krüssel, geboren op 25-07-1887, overleden op 02-08-1964;
Johann Hermann Gebben, geboren op 02-03-1885 te Wesuwe, overleden op 04-11-1921 te
Rütenbrock. Gehuwd met Anna Tieben, geboren op 09-12-1879 te Altenberge, overleden op 0509-1942 te Haren-Emst;
Hermann Heinrich Gebben, geboren op 14-04-1887 te Wesuwe;
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
4.
Johann Bernhard Gebben, geboren op 28-11-1888 te Swartenberg/Rütenbrock, overleden op
21-01-1974 te Wesuwemoor. Gehuwd op 22-04-1920 te Fehndorf met Maria Anna Suelmann,
geboren op 20-03-1898 te Barger-Compascuum, overleden op 11-10-1959 te Haren;
5. Gerhard (Geert) Gebben, geboren op 01-01-1891 te Barger-Compascuum, overleden op 23-021957 te Wesuwemoor. Gehuwd op 20-10-1919 te Rutenbrock met Maria Helena Horstmann,
geboren op 19-08-1896 te Lindloh, overleden op 20-10-1964 te Wesuwemoor;
6. Theodoor Gebben, geboren op 01-05-1893 te Barger-Compascuum, overleden op 06-01-1894 te
Barger-Compascuum;
7. Maria Catharina (Katrien) Gebben, geboren op 07/11-11-1894 te Barger-Compascuum,
overleden op 22-01-1973 te Hebelermeer. Gehuwd (1) op 07-02-1920 te Emmen met Hermann
Heinrich Neehüs, geboren op 21-10-1866 te Lindloh, overleden op 01-07-1936 te Wesuwemoor.
Gehuwd (2) met Johann Ficker, geboren op 24-09-1912 te Wietmarschen, overleden op 07-081941 te Rusland. Gehuwd (3) met Bernhard Stroot, geboren op 05-02-1879 te Gersten,
overleden op 01-10-1964 te Wesuwemoor;
8. Theodoor Gebben, geboren op 02-02-1897 te Barger-Compascuum, overleden op 10/30-091971 te Wesuwemoor. Gehuwd op 22/25-11-1919 te Hebelermeer met Maria Gesina
Horstmann, geboren op 28-05-1899 te Lindloh, overleden op 18-02-1980 te Wesuwemoor;
9. Gerard Heinrich Gebben, geboren op 05-01-1898 te Barger-Compascuum, overleden op 29-091979 te Merkelbeek, begraven op 03-10-1979 te Schinveld. Gehuwd op 17-04-1920 te Emmen
met Dina Christina Winters, geboren op 30-11-1896 te Emmer Compascuum, overleden op 2306-1977 te Schinveld, begraven op 27-06-1977 te Schinveld. Samen kregen zij 12 kinderen;
10. Wilhelm Gebben, geboren op 12-08-1900 te Barger-Compascuum, overleden op 08-10-1963 te
Haren/Ems aan een herseninfarct. Gehuwd (1) met Margaretha Elisabeth Suelmann, geboren
op 09-05-1892 te Lindloh, overleden op 10-07-1935 te Lindloh. Gehuwd (2) met Maria
Christina Rothlübbers, geboren op 22-11-1897 te Gross-Hesepe, overleden op 16-03-1938 te
Lindloh. Gehuwd (3) met Maria Bentken (Beenken), geboren op 30-11-1905 te Segberg,
overleden op 17-05-1978 te Lindloh;
11. Anna Margaretha (Grietje) Gebben, geboren op 28-03-1902 te Barger-Compascuum,
overleden op 03-12-1989 te Barger-Compascuum. Gehuwd op 26-04-1926 te Emmen met
Henrik Antoon Kuhl, geboren op 10-04-1903 te Barger Compascuum, overleden op 06-01-1967
te Barger-Compascuum, begraven op 11-01-1967 te Barger-Compascuum.
20.39
Jkfr. Maria Elisabeth Rohling, geboren op 15-08-1861 te Haar, Rooms-Katholiek gedoopt op 1608-1861 te Wesuwe (getuigen: Susanna Wolbers, geb. Pinkernell, en Bernhard Heinrich Hartmann uit
Rütenbrock), overleden op 22-11-1902 te Windthorst, Joegoslavië (door complicaties tijdens de bevalling). Dochter van Johann Hermann Rohling en Anna Margaretha Wolbers (zie: 19.13). Gehuwd
(1) op 02-03-1886 met Bernhard Heinrich Bentlage, geboren op 07-08-1857 te Lindloh, overleden
op 03-05-1896 te Windthorst, Joegoslavië. Zoon van Johann Bernhard Bentlage en Maria Thekla
Sturre. Gehuwd (2) op 02-05-1899 te Windthorst met Wilhelm Spitzley, geboren op 13-09-1862 te
Engeln Kempenich, overleden op 23-04-1941. Zoon van Peter Spitzley en Catharina Seiffart.
In de herfst van 1883 vertrokken Bernhard en Maria als kolonisten naar Bosnië. Wilhelm Spitzley
vertrok in augustus 1881 samen met zijn ouders als kolonist naar Bosnië.
Uit het eerste huwelijk:
1.
2.
3.
Maria Thekla Bentlage, geboren op 02-01-1887 te Windthorst, overleden op 03-07-1959 te
München. Gehuwd op 26-11-1908 met Johann Joseph Zimmermann, geboren op 14-03-1884
te Windthorst, overleden op 21-01-1943 te Windthorst;
Johann Hermann Bentlage, geboren op 12-11-1888 te Windthorst. Gehuwd in 1910 met Maria
Gesina Bußmann, geboren op 23-03-1893 te Rudolstal;
Anna Margaretha Bentlage, geboren op 13-02-1890 te Windthorst, overleden op 24-10-1966 te
Turnau. Gehuwd op 22-10-1919 met Karl Anton Gabriel, geboren op 11-05-1890, overleden op
23-08-1951 te Graz;
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
4.
5.
6.
7.
Johann Bernhard Bentlage, geboren op 14-06-1891 te Windthorst, overleden op 20-10-1972 te
Erlbach. Gehuwd op 31-10-1920 te Windthorst met Theresia te Best, geboren op 27-12-1904 te
Windthorst, overleden op 20-02-1985 te Erlbach. Op 21-04-1945 verhuisden Johann en Theresia
met hun 8 overlevende kinderen naar Erlbach. Theresia was op dat moment hoogzwanger;
Johann Heinrich Bentlage, geboren op 20-09-1892 te Windthorst, overleden op 21-08-1967 te
München. Gehuwd op 17-04-1921 met Katharina Maria Thönessen, geboren op 29-11-1900 te
Windthorst, overleden op 24-10-1983 te München. Zij was een nicht van Wilhelm Spitzley;
Anna Maria Bentlage, geboren op 17-03-1894 te Windthorst, overleden op 29-08-1895 te
Windthorst;
Maria Elisabeth Bentlage, geboren op 03-09-1895 te Windthorst, overleden op 20-01-1978 te
Rüstdorf. Gehuwd op 09-01-1920 met Wilhelm Fuchs, geboren op 04-03-1893 te Windthorst,
overleden op 19-01-1973 te Rüstdorf.
Uit het tweede huwelijk:
8.
9.
20.40
Johannes Spitzley, geboren op 10-07-1901, overleden op 04-01-1903;
Petrus Spitzley, geboren op 22-11-1902, overleden op 20-03-1903.
Jkr. Jacobus Hermann Rohling, geboren op 01-12-1848 te Haren, Rooms-Katholiek gedoopt op 0212-1848 te Haren (getuigen: Herman Alardus Roling, Ackermannssohn von der Haar en Maria Rolfes,
Zimmermannsfrau zu Haren). Zoon van Johann Gerhard Rohling en Angela Voss (zie: 19.14). Gehuwd (1) op 24-11-1884 te Haren (getuigen: Bernd Wessels, Schiffer in Haren en Anna Margaretha
Borghorst, geb.Rohling uit Haren) met Anna Angela Esders, geboren op 30-04-1856 te Haren, RoomsKatholiek gedoopt op 01-05-1856 te Haren, overleden in circa 1890 te Haren. Dochter van Joan
Bernd Esders, Holzdrechsler (houtdraaier) zu Haren, en Thekla Nie. Gehuwd (2) op 29-09-1890 te
Haren met Maria Margaretha Wessels, geboren op 22-04-1860 te Haren, Rooms-Katholiek gedoopt
op 23-04-1860. Dochter van Joan Stephan Wessels, stoffeerder te Haren, en Margaretha Sibum.
De tweelingbroer van Jacobus overleed na zestien dagen. Jacobus was van beroep stoffeerder te Haren.
Uit het eerste huwelijk:
1.
2.
Jkfr. Anna Angela Rohling (zie: 21.49);
Jkfr. Margaretha Brigitta Rohling (zie: 21.50);
Uit het tweede huwelijk:
3.
4.
5.
6.
Jkfr. Margaretha Rohling, geboren op 07-11-1891 te Haren;
Jkr. Gerhard Joseph Rohling, geboren op 27-08-1894 te Haren;
Jkfr. Margaretha Brigitta Rohling, geboren op 03-02-1897 te Haren;
Jkr. Stephan Heinrich Rohling, geboren op 10-10-1898 te Haren.
20.41
Jkfr. Anna Margaretha Rohling, geboren op 25-09-1851 te Haren. Dochter van Johann Gerhard
Rohling en Angela Voss (zie: 19.14). Gehuwd op 11-02-1873 te Haren met Johann Hermann
Borghorst, geboren op 19-02-1839 te Haren.
20.42
Jkr. Hermann Heinrich Rohling, geboren op 05-02-1855 te Haren, overleden op 28-12-1926 te
Lastrup. Zoon van Johann Gerhard Rohling en Angela Voss (zie: 19.14). Gehuwd op 11-02-1884 met
Anna Hessling, geboren op 10-12-1861 te Wahn, overleden op 11-10-1936 te Lastrup. Dochter van
Hermann Hessling en Thekla Goltermann. Hermann was in 1884 Baumeister en timmerman te
Haren en vanaf 1914 aannemer te Lastrup.
Uit dit huwelijk:
1.
Jkr. Johann Gerhard Rohling (zie: 21.51);
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Jkr. Johann Hermann Rohling (zie: 21.52);
Jkfr. Maria Angela Johanna Rohling (zie: 21.53);
Jkfr. Thekla Maria Rohling (zie: 21.54);
Jkfr. Anna Margareta Rohling (zie: 21.55);
Jkr. Heinrich Rohling (zie: 21.56);
Jkfr. Anna Angela Walburga Rohling (zie: 21.57);
Jkr. Johann Bernhard Rohling (zie: 21.58);
Jkfr. Maria Angela Gerharda Rohling (zie: 21.59).
20.43
Jkfr. Margaretha Adelheid Rohling (sister Aloysia), geboren op 07-11-1867 te Altharen, RoomsKatholiek gedoopt op 08-11-1867 te Wesuwe (getuigen: Anna Margaretha Rohling, Ackersfrau zur
Haar en Hermann Meiring, Schifferssohn zu Haren), overleden op 14-07-1951 om 02:15 uur te St.
Elizabeth Hospital, Lafayette, Indiana, V.S. Dochter van Hermann Eilard Rohling en Maria Elisabeth
Töller (zie: 19.16). Margaretha trad toe in het Franciscaner klooster op 19-03-1886 te Omaha, Nebraska, en stond bekend als sister Aloysia. Op 30-10-1886 vestigde zij zich in het St. Francis Convent te
Lafayette, Indiana, waar zij op 09-02-1889 de eerste geloften deed en op 26-07-1894 haar eeuwige
geloften. In mei 1895 vertrok zij naar het St. Alexis Hospital in Cleveland, Ohio, om in november terug
te keren naat het St. Francis. Op 30-10-1946 vierde zij haar diamanten jubileum. De brief waarin haar
overlijden bekend werd gemaakt is bewaard gebleven en geeft een uniek beeld van haar leven als non.
20.44
Jkr. Joseph Franz Hermann Rohling, geboren op 19-11-1873 om 17:00 uur te Altharen, RoomsKatholiek gedoopt op 20-11-1873 te Wesuwe (getuigen: Joh. Hermann Rohling, Colonist zur Haar,
Margaretha Töller, geb. Fehrmann, witwe zu Haren), overleden op 27-09-1934 te Chicago, Illinois.
Zoon van Hermann Eilard Rohling en Maria Elisabeth Töller (zie: 19.16). Gehuwd (1) in circa 1900
met Augusta (Gussie M) Kinney, geboren in augustus 1876 te Iowa, overleden op 24-06-1930.
Dochter van Simon Kinney en Harriet A. Kinney. Gehuwd (2) in circa 1930 met een zekere (Nellie)
Marriam, geboren in 1877 te Iowa. Sinds 1910 was zij bij het gezin bekend als schoonzus (?).
Uit het eerste huwelijk:
1.
2.
3.
20.45
Jkfr. Elizabeth K. Rohling, geboren in 1901, overleden op 18-04-1960 te Arlington Heights.
Gehuwd met Newell B. Parsons;
Jkfr. Margarett Rohling, geboren in 1904;
Jkr. Herman G. (George H.) Rohling, geboren op 29-03-1905, overleden in oktober 1980 te
Pompano Beach, Broward, Florida. Vóór 1951 woonachtig te Michigan. Gehuwd in 1928 te Chicago, Illinois met Almerda E., geboren op 10-12-1901 te Texas, overleden in april 1993. Reisden
op 26-01-1937 per schip van Vera Cruz, Mexico, naar New Oleans. Op 20-10-1954 reisde
Almerda per schip van New York naar Plymouth, Engeland. Van 19 tot 24-11-1954 reisde zij met
de Queen Elizabeth van Cherbourg, Frankrijk naar New York. Het echtpaar woonde destijds te
9542 Greenwood Drive, Des Plaines, Illinois. George vloog op 10-04-1956 van Mexico naar
Brownsville, Texas. Op 15-06-1956 boekte Almerda een vlucht van Kindley Field, Hamilton,
Bermuda naar New York. Beiden vlogen op 11-09-1956 van Mexico naar Brownsville, Texas.
Jkr. Henry Franz Rohling, geboren op 02-04-1876 te Haren, overleden op 28-07-1955 te Pottawattamie, Council Bluffs, Iowa. Zoon van Hermann Eilard Rohling en Maria Elisabeth Töller (zie:
19.16). Gehuwd met Loretta Mulick, geboren op 17-09-1885, overleden in juli 1977 te Iowa.
Dochter van Edward Mulick, afkomstig uit Kentucky, en Ellen Obrien, afkomstig uit Canada.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
Jkr. Henry Franz II Rohling (zie: 21.60);
Jkfr. Ellen Beth Rohling (zie: 21.61);
Jkr. Robert A. Rohling, geboren op 14-02-1929, overleden op 15-10-1987.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
20.46
Jkr. Bernhard Rohling, geboren in 1849. Zoon van Hermann Bernhard Rohling en Anna Maria
Pengemann (zie: 19.17). Gehuwd met een zekere Rosa, geboren 1849. Haar vader kwam uit Beieren.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
20.47
Jkr. Herman Rohling, geboren in 1873 te Cincinnati, Hamilton, Ohio;
Jkfr. Kate Rohling, geboren in 1879 te Cincinnati, Hamilton, Ohio.
Jkfr. Cecile Johanne Röhling, geboren op 13-04-1880 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt
op 17-05-1880 te Svendborg (getuigen: Cicilie Johanne Röhling, Anne Margrethe Frandsen, Christian
Hedo Drejø, Mikael Poulsen, Egidius Carl Frederik Röhling), overleden in januari 1962 te Kopenhagen. Dochter van Jens Lauritzen Röhling en Mette Kathrine Hansen (zie: 19.22). Gehuwd op 20-041902 in de Ærøskøbing kirke te Svendborg met Niels Marius Jørgensen, geboren op 22-09-1872 te
Ore, overleden in september 1937. Zoon van Anders Jørgensen en Karen Margrethe Jørgensen.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
20.48
Margrethe Jørgensen Röhlings, overleden in 1989. Gehuwd met Gustav Burmann;
Jens Christian Jørgensen Röhlings;
Alfred Johan Jørgensen Röhlings, geboren op 29-10-1907, overleden op 22-06-1997 te
Stenløse. Gehuwd met een zekere Nina, overleden op 08-11-1996 te Stenløse. Samen kregen zij
3 kinderen die de geslachtsnaam Röhlings aannamen;
Sofie Jørgensen Röhlings. Gehuwd met Egon Transø.
Jkr. Hans Christian Röhling, geboren op 03-08-1881 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt
op 18-09-1881 te Svendborg, overleden op 07-02-1939 te Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven
op 12-02-1939 te Svendborg. Zoon van Jens Lauritzen Röhling en Mette Kathrine Hansen (zie:
19.22). Gehuwd op 30-11-1911 in de Ærøskøbing kirke te Svendborg met Anna Cathrine Espersen,
geboren op 27-12-1890 te Svendborg, overleden op 12-05-1941 te Svendborg, Evangelisch-Luthers
begraven op 16-05-1941 te Svendborg. Dochter van Hans Espensen en Mine Kirstine Skamby.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
20.49
Jkr. Jens Christian Espersen Röhling, geboren op 24-04-1912 te Svendborg, EvangelischLuthers gedoopt op 16-06-1912 te Svendborg, overleden in 1952 te Kopenhagen;
Jkfr. Minna Christine Espensen Röhling, geboren op 20-02-1916 te Svendborg, EvangelischLuthers gedoopt op 15-04-1916 te Svendborg, overleden in circa 1988. Gehuwd in april 1944 met
Aage Christensen, overleden in 2002.
Jkr. Egidus Carl Frederik Röhling, geboren op 15-02-1885 te Svendborg, Evangelisch-Luthers
gedoopt op 29-03-1885 te Svendborg, overleden op 13-11-1958 te Svendborg. Zoon van Jens
Lauritzen Röhling en Mette Kathrine Hansen (zie: 19.22). Gehuwd op 26-01-1909 in de Knabstrup
kirke te Holbæk met Marie Sofie Frederikke Christensen, geboren op 22-08-1885 te Knabstrup,
overleden op 16-07-1962 te Sorring, dallerup, Skanderborg. Dochter van Lars Christensen.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
Jkfr. Johanne Kirstine Christensen Röhling. Gehuwd met Christian Schjødt, geboren op 2603-1906 te Frederiksborg, overleden op 17-09-1966. Samen kregen zij een dochter: Hanne
Marie Schjødt Rasmussen;
Jkr. Jens Lars Röhling, geboren op 05-07-1913 te Sorring, Skanderborg, overleden in 1973 te
Ikast, Ringkøbing;
Jkr. Helmer Röhling, gehuwd met Laura Johanne Petersen.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
20.50
Jkr. Gotfred Röhling, geboren op 19-01-1887 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 27-021887 te Svendborg (getuigen: Cecilie Röhling, Kirstine Lauridsen, Rasmus Drejø, Gotfred Röhling,
Søren Hansen), overleden op 02-05-1964 te Kopenhagen. Zoon van Jens Lauritzen Röhling en Mette
Kathrine Hansen (zie: 19.22). Gehuwd op 15-12-1920 te Kopenhagen met Elsa Adolphine Wilhelmine Emma Schulz, geboren op 17-03-1887 te Mecklenburg, Evangelisch-Luthers gedoopt op
10-04-1887 te Mecklenburg, overleden in februari 1967 te Kopenhagen.
Uit dit huwelijk:
1.
20.51
Jkfr. Inge Röhling. Gehuwd met Hans Erling Andersen. Samen kregen zij één zoon: Svend
Röhling Andersen.
Jkr. Johan Peter Ludvig Röhling, geboren op 02-03-1889 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 14-04-1889 te Svendborg (getuigen: Ane Frantzen, Ane Petersen, Nikolaj Jensen, Gotfred
Röhling, Rasmus Lauridsen), overleden op 25-10-1962 te Svendborg. Zoon van Jens Lauritzen
Röhling en Mette Kathrine Hansen (zie: 19.22). Gehuwd op 01-04-1929 te Svendborg met Nielsine
Marie Nielsen, geboren op 26-10-1900 te Svendborg, overleden op 23-04-1992. Dochter van Laurits
Nielsen en Marie Cathrine Clausen. Johan nam de familiebakkerij te Brogade over en veranderde de
naam in J.L. Röhling.
Uit dit huwelijk:
1.
20.52
Jkr. Jens Laurits Röhling (zie: 21.62).
Jkr. Jens Lauritzen Röhling, geboren op 13-06-1891 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op
12-07-1891 te Svendborg (getuigen: Anna Elise Hansen, Marie Petersen, Frederik Theodor Schøsler,
Laurits Ross.Hansen), overleden op 17-11-1922 te Kopenhagen. Zoon van Jens Lauritzen Röhling en
Mette Kathrine Hansen (zie: 19.22). Gehuwd in augustus 1922 met Kaja Ross.
Jens was van beroep electriciën. Drie maanden na zijn huwelijk met een meisje uit Jutland werd hij
geraakt door een hoogspanningskabel en overleed een paar dagen later aan de gevolgens daarvan.
Uit dit huwelijk:
1.
20.53
Jkr. Jens Christian Ross Röhling, geboren op 03-08-1923, overleden op 29-12-1960 te Kopenhagen, begraven op 02-01-1961 te Frederiksberg, Kopenhagen. Gehuwd met een zekere Lis.
Jkfr. Gertrud Marie Röhling, geboren op 14-03-1881 te Svendborg, overleden op 30-12-1961 te Kalundborg. Dochter van Laurits Brandt Röhling en Johanne Frederikke Severine Lange (zie: 19.28).
Gehuwd op 10-09-1904 te Svendborg met Carl Hans Gotlieb Clorius, geboren op 15-03-1870 te
Kalundborg, Holbæk, Evangelisch-Luthers gedoopt op 04-05-1870 te Kalundborg, Holbæk, overleden
op 30-08-1956 te Kalundborg, Holbæk, Evangelisch-Luthers begraven op 02-09-1956 te Kalundborg,
Holbæk. Zoon van Fritz Carl Christian Clorius en Anna Elisabeth Hansine Scharling.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
Anna Elisabeth Röhling Clorius, geboren op 18-01-1904 te Kalundborg, Holbæk, overleden op
05-05-1997 te Frederikssund, Frederiksborg. Gehuwd op 23-06-1928 te Kalundborg, Holbæk met
Axel Nielsen, geboren op 03-01-1905 te Bredsten, Vejle, overleden op 10-06-1967. Zoon van
Hans Bertel Nielsen en Inger Kirstin Pedersen. Samen kregen zij 2 kinderen;
Valborg Röhling Clorius, geboren op 05-09-1906 te Kalundborg, Holbæk, overleden op 20-071960 te Kalundborg, Holbæk. Gehuwd op 28-08-1932 te Kalundborg, Holbæk met Leo Eigil
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
3.
4.
20.54
Børge Jensen, geboren op 11-07-1908 te Kalundborg, overleden op 08-06-1960. Zoon van
Johannes Jensen en Kristine Hansen. Samen kregen zijn 1 kind;
Fritz Carl Röhling Clorius, geboren op 15-04-1908 te Kalundborg, Holbæk, overleden op 0202-1991 te Holbæk, begraven te Kalundborg, Holbæk. Gehuwd op 14-08-1934 te Tømmerup,
Holbæk met Tove Olivia Høyer, geboren op 29-04-1910 te Holbæk, overleden op 19-02-1994.
Dochter van Adolf Valdemar Høyer en Anna Kathrine Andersen. Samen kregen zij 2 kinderen;
Johanne Röhling Clorius, geboren op 11-07-1910 te Kalundborg, Holbæk, overleden te
Kopenhagen. Gehuwd op 11-01-1935 in de Vor Frue kirke te Kalundborg, Holbæk met Evald
Raahauge, geboren op 28-02-1905 te Kalundborg, Holbæk, overleden te Kopenhagen. Zoon van
Rasmus Rasmussen en Nielssigne Marie Mortensen. Samen kregen zij 2 kinderen.
Jkr. Valdemar Frederik Röhling, geboren op 26-03-1885 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 25-05-1885 te Svendborg, overleden op 05-09-1966 te Holbæk, Evangelisch-Luthers begraven op 08-09-1866 te Holbæk. Zoon van Laurits Brandt Röhling en Johanne Frederikke Severine
Lange (zie:19.28). Gehuwd op 03-05-1908 te Uglerup, Holbæk met Anna Marie Kristine Hansen,
geboren op 10-11-1887 te Uglerup, Holbæk, Evangelisch-Luthers gedoopt op 28-12-1887 te Uglerup,
Holbæk, overleden op 09-10-1970 te Holbæk, begraven op 11-10-1970 te Holbæk. Dochter van Jens
Peter Hansen en Ane Kirstine Nielsen.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
Jkr. Aksel Rikard Röhling (zie: 21.63);
Jkfr. Inge Röhling (zie: 21.64);
Jkr. Laurits Brandt Röhling, geboren op 03-01-1926 te Sct. Nicolai, Holbæk, overleden op 2301-1926 te Sct. Nicolai, Holbæk, begraven op 28-01-1926 te Sct. Nicolai, Holbæk ;
Jkfr. Birthe Brandt Röhling, geboren op 03-01-1926 te Sct. Nicolai, Holbæk, overleden op 2601-1926 te Sct. Nicolai, Holbæk, begraven op 28-01-1926 te Sct. Nicolai, Holbæk.
20.55
Jkfr. Nicoline Henriette Röhling, geboren op 23-06-1887 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 14-08-1887 te Rudkøbing, Svendborg (getuigen: Oline Lange, Anna Röhling, M. Lange,
Andreas Röhling), overleden op 17-10-1971 te Holbæk. Dochter van Laurits Brandt Röhling en
Johanne Frederikke Severine Lange (zie: 19.28). Gehuwd op 27-12-1919 te Rudkøbing, Svendborg
met Vilhelm Frederik Petersen, geboren op 31-10-1879 te Hillerød, Fredensborg, EvangelischLuthers gedoopt op 04-01-1880 te Hillerød, Frederiksborg, overleden op 31-12-1967 te Holbæk. Zoon
van Jens Petersen en Mette Kirstine Caroline Jensen.
20.56
Jkfr. Elisabeth Oline Röhling, geboren op 03-10-1883 te Rudkøbing, Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 25-12-1883 te Rudkøbing, Svendborg (getuigen: Elisabeth Lange, Johanne Röhling,
L.B. Röhling). Dochter van Andreas August Röhling en Anna Dorothea Lange (zie: 19.29). Gehuwd
met P.V. Petersen, geboren te Svendborg. Het echtpaar emigreerde op 08-10-1906 naar Racine, Wisconsin, Verenigde Staten.
20.57
Jkr. Gotfred Johan Röhling, geboren op 30-06-1886 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op
22-08-1886 te Svendborg (getuigen: Johanne Röhling, L.B. Röhling), Evangelisch-Luthers begraven
op 16-11-1944 te Kerteminde, Odense. Zoon van Andreas August Röhling en Anna Dorothea Lange
(zie: 19.29). Gehuwd op 17-08-1908 te Svendborg met Valborg Elisabeth Krøyer, geboren op 3003-1889 te Humble, Kongbølle, Evangelisch-Luthers gedoopt op 07-07-1889 te Humble, Kongbølle,
overleden op 09-08-1946. Dochter van Christen Madsen Krøyer en Johanne Christine Elenora
Knudsen.
Uit dit huwelijk:
1.
Jkr. Leo Krøyer Röhling (zie: 21.65).
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
20.58
Jkr. Oluf August Röhling, geboren op 18-04-1888 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op
28-06-1888 te Svendborg, overleden op 20-01-1954 te Roskilde. Zoon van Andreas August Röhling
en Anna Dorothea Lange (zie: 19.29). Gehuwd op 01-06-1918 in de Glumsø kirke te Præstø met
Karen Christine Andersen, geboren op 21-06-1881 te Præstø, Evangelisch-Luthers gedoopt op 0708-1881 te Næsby, Præstø, overleden op 20-03-1947 te Kildebrønde, Roskilde. Dochter van Lars
Andersen en Maria Pedersen.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
20.59
Jkfr. Meta Marie Röhling (zie: 21.66);
Jkr. Lars Andreas August Röhling, geboren op 22-09-1914 te Præstø, Evangelisch-Luthers
gedoopt op 22-11-1914 te Præstø, overleden op 08-05-1988 te Kopenhagen. Gehuwd in 1941 met
Petra Nielsen, overleden in 1988;
Jkfr. Karen Nikoline Röhling (zie: 21.67);
Jkr. Anna Sofie Röhling (zie: 21.68);
Jkfr. Elisabeth Dorthea Röhling (zie: 21.69).
Jkr. Mads Lange Röhling, geboren op 21-09-1890 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op
17-10-1890 te Svendborg, overleden ná 1940 te V.S. Zoon van Andreas August Röhling en Anna
Dorothea Lange (zie: 19.29). Gehuwd te V.S. met Anna Katrine Madsen Egemose, geboren op 0604-1889 te Magleby, Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 12-05-1889 te Magleby, Svendborg. Dochter van Mads Hansen Madsen Egmose en Inger Petrine Hansen. Mads vertrok met de
SS United States van Scandinavian American Line vanuit Kopenhagen en Arriveerde op 24-06-1913
te Ellis Island, New York. Hij had opgegeven naar een oom in Kenosha te gaan.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
20.60
Jkr. Ingvar Röhling;
Jkr. Henry Röhling;
Jkr. Vernon Röhling.
Jkr. Aksel Röhling, geboren op 30-10-1892 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt op 11-121892 te Rudkøbing, Svendborg, overleden ná 1940 te V.S. Zoon van Andreas August Röhling en
Anna Dorothea Lange (zie: 19.29). Gehuwd met een zekere Inger.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
20.61
Jkr. Erik Röhling;
Jkfr. Karen Röhling;
Jkr. Chester Röhling;
Jkfr. Margrethe Röhling.
Jkr. Svend Andreas Röhling, geboren op 30-06-1896 te Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt
op 23-08-1896 te Rudkøbing, Svendborg, overleden op 03-07-1965 te Svendborg, EvangelischLuthers begraven op 08-07-1965 te Rudkøbing, Svendborg. Zoon van Andreas August Röhling en
Anna Dorothea Lange (zie: 19.29). Gehuwd op 28-09-1918 in de Skrøbelev kirke te Svendborg met
Effy Martha Hansine Rasmussen, geboren op 05-01-1893 te Skrøbelev, Svendborg, overleden op
25-12-1965 te Rudkøbing, Svendborg, Evangelisch-Luthers begraven op 29-12-1965 te Rudkøbing,
Svendborg. Dochter van Lars Peter Carl Rasmussen en Andrea Kirstine Sofie Rasmussen.
Uit dit huwelijk:
1.
Jkfr. Ellen Margrethe Röhling. Gehuwd met Jesper Arne Frederiksen. Samen kregen zij 2
kinderen Arne Hougaard Frederiksen en Leo Hougaard Frederiksen;
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
2.
3.
20.62
Jkr. Viggo Andreas Röhling, geboren op 14-03-1919 te Rudkøbing, Svendborg, EvangelischLuthers gedoopt op 25-05-1919 te Rudkøbing, Svendborg, overleden in februari 2003 te
Rudkøbing, Svendborg;
Jkfr. Anna Marie Röhling. Gehuwd met een zekere Husted. Samen kregen zij 1 kind.
Jkr. Anker Rohling, geboren op 30-04-1902 te Rudkøbing, Svendborg, Evangelisch-Luthers gedoopt
op 15-06-1903 te Rudkøbing, Svendborg, overleden op 09-09-1964 te Brandon, Florida, V.S. Zoon
van Andreas August Röhling en Anna Dorothea Lange (zie: 19.29). Gehuwd met Ethel Rasmussen,
geboren op 25-12-1904 te Racine, Wisconsin, V.S., overleden in circa 1960 te Kenosha, Wisconsin,
V.S. Dochter van Chris Rasmussen en Sena Nelsen.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
20.63
Jkr. Dale Chris Röhling, geboren op 10-04-1927, overleden op 28-01-2003 te Kenosha;
Jkfr. Joyce Elenora Röhling (zie: 21.70).
Jkr. Andreas August Röhling, geboren op 28-02-1906 te Rudkøbing, Svendborg, EvangelischLuthers gedoopt op 17-04-1906 te Rudkøbing, Svendborg, overleden vóór 16-03-1987 te Aalborg.
Zoon van Andreas August Röhling en Anna Dorothea Lange (zie: 19.29). Gehuwd op 26-12-1931 met
Edna Christensen, geboren op 13-02-1909 te Lemvig, Rudkøbing, overleden op 16-03-1987 te
Aalborg, Ribe. Dochter van Jens Christian Christensen en Sidsel Marie Gregersen.
Uit dit huwelijk:
1.
20.64
Jkfr. Kirsten Röhling.
Jkr. Dipl.-Ing. Max Georg Röhling, geboren op 09-09-1897 te Zwickau, omgekomen in 1947 in een
Russisch concentatiekamp te Neubrandenburg/Fünfeichen. Zoon van Julius Max Röhling en Klara
Hedwig Nötzold (zie: 19.30). Gehuwd met Emma Adele Schotter. Max was ingenieur te Bautzen.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
Jkr. Helmfried Joachim Röhling (zie: 21.71);
Jkr. Adolf Georg Wolfgang Röhling (zie: 21.72);
Jkfr. Armgard Regina Röhling (zie: 21.73);
Jkfr. Adele Maria Christine Röhling (zie: 21.74);
Jkfr. Klara Felicitas Mechtild Röhling (zie: 21.75).
20.65
Jkr. Dipl. jur. Paul Rudolf Röhling, geboren op 01-05-1900 te Zwickau. Zoon van Julius Max
Röhling en Klara Hedwig Nötzold (zie: 19.30). Paul Rudolf was van beroep jurist bij een bank.
20.66
Jkr. Dipl.-Ing. Edwin Curt Röhling, geboren op 21-12-1902 te Zwickau. Zoon van Julius Max
Röhling en Klara Hedwig Nötzold (zie: 19.30). Edwin Curt was van beroep ingenieur.
20.67
Jkr. Bruno Alfred Röhling, geboren op 03-08-1905 te Zwickau. Zoon van Julius Max Röhling en
Klara Hedwig Nötzold (zie: 19.30). Bruno Alfred was van beroep bakker.
20.68
Jkr. Johannes Hermann Röhling, geboren op 02-11-1910 te Zwickau. Zoon van Julius Max Röhling en Klara Hedwig Nötzold (zie: 19.30). Johannes Hermann was van beroep Schneider (snijder),
een handwerker in textiel. Sinds de 19de eeuw werkten zij voornamelijk met de naaimachine.
20.69
Jkr. Walter Helmuth Röhling, geboren op 20-10-1915 te Zwickau. Zoon van Julius Max Röhling en
Klara Hedwig Nötzold (zie: 19.30). Walter was van beroep Werkzeugmacher. Een Werkzeugmacher
maakt gietvormen van metaal om werktuigen te maken van bijvoorbeeld keramiek.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
20.70
Jkfr. Martha Röhling, geboren op 06-06-1865. Dochter van Hermann Eduard Röhling en Anna
Kunz (zie: 19.34). Gehuwd met een zekere Schumann uit Zwickau.
20.71
Jkfr. Anna Röhling, geboren op 16-11-1867. Dochter van Hermann Eduard Röhling en Anna Kunz
(zie: 19.34). Gehuwd te Zwickau met Lößer uit Chemnitz.
20.72
Jkr. Max Röhling, geboren op 29-05-1872 te Zwickau. Zoon van Hermann Eduard Röhling en Anna
Kunz (zie: 19.34). Gehuwd op 23-02-1907 met Bertha Sammer. Max was eigenaar van een drukkerij.
20.73
Jkr. Hermann Guido Röhling, geboren op 05-01-1874 te Zwickau. Zoon van Hermann Eduard
Röhling en Anna Kunz (zie: 19.34). Gehuwd op 13-05-1905 te Niederplanitz met Minna Ida Hölig,
geboren op 10-07-1882 te Niederplanitz, overleden op 19-12-1945 te Zwickau. Dochter van Ernst
Julius Hölig, hoedenmaker.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
20.74
Jkr. Hans Erich Röhling (zie: 21.76);
Jkr. Frido Helmut Röhling (zie: 21.77).
Jkfr. Thekla Röhling, geboren op 05-08-1881. Dochter van Hermann Eduard Röhling en Anna Kunz
(zie: 19.34). Thekla bleef ongehuwd, maar had wel een zoon bij een onbekende man.
Kind van Thekla Röhling:
1.
Sigmund (Sigismund) Röhling, kreeg de geslachtsnaam Röhling, maar behoorde niet tot de adel.
20.75
Jkfr. Anna Auguste Charlotte Röhling, geboren op 09-07-1874 te Neustädtel, overleden op 10-031900 te Aue. Dochter van Paul Röhling en Helene Laura Heyne (zie: 19.38). Gehuwd op 20-06-1897
te Neustädtel met Paul Beuthner uit Aue. Paul was eigenaar van een drukkerij.
20.76
Jkr. Paul Gustav Röhling, geboren op 05-12-1872 te Neustädtel. Zoon van Paul Röhling en Helene
Laura Heyne (zie: 19.38). Gehuwd op 21-07-1910 te Mylau met Alma Camilla Sommer, geboren op
30-05-1880 te Zwickau. Dochter van Johann Sommer (Straßen- und Wassermeister te Mylau). Paul
Gustav was van beroep leraar te Schlettau.
Uit dit huwelijk:
1.
20.77
Jkfr. Erna Kätchen Röhling, geboren op 25-08-1912 te Schlettau.
Jkr. Otto Karl Röhling, geboren op 18-01-1880 te Plauen. Zoon van Otto Markus Röhling en Auguste Emiie Junghänel (zie: 19.40). Gehuwd op 09-09-1905 te Teichwolframsdorf met Anna Selma
Hupfer, geboren op 27-09-1878 te Teichwolframsdorf. Otto was van beroep stoffeerder te Plauen.
Uit dit huwelijk:
1.
Jkr. Karl Herbert Röhling, geboren op 11-06-1906 te Plauen.
20.78
Jkfr. Johanne Röhling, geboren op 29-07-1883 te Plauen. Dochter van Otto Markus Röhling en Auguste Emiie Junghänel (zie: 19.40). Gehuwd op 26-01-1905 te Plauen met Rudolf Hegert uit Plauen,
geboren op 20-08-1881 te Plauen. Rudolf was van beroep controleur bij de Sparkassen (spaarbank).
20.79
Jkfr. Irmgard Röhling, geboren op 21-01-1904 te Graz. Dochter van Karl Heinrich Röhling en Magdalene Rietschel (zie: 19.49). Verbonden (gehuwd?) met Kammervirtuose Franz Genzel, geboren
op 13-06-1901. Franz was Kammervirtuose van Graz, een eretitel voor een verdienstelijk muzikant.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Uit deze relatie:
1.
2.
20.80
Heidi Genzel, geboren op 27-05-1932. Gehuwd met Dieter Krickenberg, geboren op 14-071932. Samen kregen zij 2 kinderen;
Joachim Genzel, geboren op 24-09-1935, overleden op 21-08-1936.
Jkfr. Johanne Melitta Röhling, geboren op 16-02-1900 te Schwarzenberg. Dochter van Ernst Alexander Röhling en Susanne Amalie Günther (zie: 19.50). Relatie (gehuwd?) met Hans Graf, geboren
op 09-04-1898. Hans was eigenaar van een zagerij.
Uit deze relatie:
1.
2.
3.
20.81
Brigitte Graf, geboren op 07-05-1923. Gehuwd met Tränkner. Samen kregen zij 4 kinderen;
Jutta Graf, geboren op 11-03-1926. Gehuwd (1) met Klaus Lattke, geboren op 25-06-1921. Gehuwd (2) met Eduard Wawersig, geboren op 05-05-1919. Met Eduard kreeg zij 2 kinderen;
Hans Graf, geboren op 06-03-1929. Gehuwd met Gertrud Steminger, geboren op 05-03-1931.
Samen kregen zij 2 kinderen.
Jkr. Hellmut Carl Otto Röhling, geboren op 05-11-1902 te Lauter, overleden in 1942. Zoon van
Ernst Alexander Röhling en Susanne Amalie Günther (zie: 19.50). Gehuwd met Charlotte Becker,
geboren op 18-11-1900.
Uit dit huwelijk:
1.
20.82
Jkr. Erhardt Röhling, geboren op 06-04-1940, overleden op 21-06-1955.
Jkr. Günther Alexander Röhling, geboren op 31-08-1905 te Lauter, overleden in 1943. Zoon van
Ernst Alexander Röhling en Susanne Amalie Günther (zie: 19.50). Gehuwd met Anneliese Trau,
geboren op 14-08-1912.
Uit dit huwelijk:
1.
20.83
Jkfr. Ingrid Röhling, geboren op 09-12-1938. Relatie met Walter Spiegel, geboren 28-07-1938.
Jkfr. Doris Johanna Röhling, geboren op 07-04-1909 te Lauter, overleden op 06-05-1935. Dochter
van Ernst Alexander Röhling en Susanne Amalie Günther (zie: 19.50). Gehuwd met Fritz Windisch,
geboren op 13-08-1898.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
20.84
Christian Windisch, geboren op 01-05-1933. Gehuwd met Ursula Weigel, geboren op 05-111935. Samen kregen zij 1 zoon;
Annerose Windisch, geboren op 20-06-1934.
Jkfr. Erika Amalie Doris Röhling, geboren op 14-07-1912 te Lauter. Dochter van Ernst Alexander
Röhling en Susanne Amalie Günther (zie: 19.50). Gehuwd met Rudolf Ahner, geboren op 22-06-1898.
Rudolf was van beroep katoenspinner.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
Gisela Ahner, geboren op 04-09-1939. Gehuwd met Suprat Chatterjee, geboren op 26-12-1931;
Karin Ahner, geboren op 19-08-1941. Gehuwd met Gunnar Süss. Samen kregen zij 1 kind.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
21.1
Jkfr. Cornelia Philomina Maria Röling / Roeling, geboren op 24-03-1878 om 17:00 uur te Delft.
Dochter van Leonardus Röling / Roeling en Maria van der Helm (zie: 20.5). Gehuwd op 08-06-1898
te Hof van Delft met Joseph Gouweleeuw, geboren op 08-06-1866 te Delft. Zoon van Cornelis
Gouweleeuw en Josina van Haaren.
Toen Leonardus aangifte deed van de geboorte van Cornelia was de 31 jarige Leonardus Hendrikus
Röling, winkelier te Delft, aanwezig als getuige. Het is niet duidelijk wat de relatie is, mogelijk betreft
het hier de halfbroer van Leonardus met vermelding van zijn patroniem (Hendrikszoon) (zie: 20.3).
Uit dit huwelijk:
1.
Josina Gouweleeuw, geboren op 20-06-1899 te Delft.
21.2
Jkfr. Maria Jacoba Röling / Roeling, geboren op 06-04-1879 te Delft. Dochter van Leonardus
Röling/ Roeling en Maria van der Helm (zie: 20.5). Gehuwd op 19-11-1902 te Rotterdam met Berend
Venema, geboren in circa 1880 te Windeweer. Zoon van Kornelis Venema en Jeichien Klok.
21.3
Jkfr. Jacoba Hendrika Trijntje Rohling, geboren in circa 1883 te Stompwijk. Dochter van Leonardus Röling/ Roeling en Maria van der Helm (zie: 20.5). Gehuwd op 31-07-1901 te Rotterdam met Jan
Vosselman, geboren in circa 1877 te Terwolde. Zoon van Derk Jan Vosselman en Johanna Beumer.
Uit dit huwelijk:
1. Dirk Johannes Vosselman, geboren op 05-12-1902 te Rotterdam.
21.4
Jkfr. Barbara Matheus Röling / Roeling, geboren op 26-02-1885 te Stompwijk, overleden op 0306-1964 te Rotterdam. Dochter van Leonardus Röling / Roeling en Maria van der Helm (zie: 20.5).
Gehuwd op 18-08-1915 te Rotterdam met Wilhelmus Petrus Johannes Volleman, geboren op 0803-1885 te Amsterdam, overleden op 24-12-1943 te Rotterdam. Zoon van Anthonius Petrus Volleman en Pitronella de Witte.
21.5
Jkfr. Johanna Cornelia Röling / Roeling, geboren op 28-03-1886 te Stompwijk, overleden op 0801-1955 te Rotterdam. Dochter van Leonardus Röling / Roeling en Maria van der Helm (zie: 20.5).
Gehuwd op 15-09-1909 te Rotterdam met brig. Okko Kuiters, geboren op 23-07-1887 te Tjamsweer
(Appingedam). Zoon van Jochum Kuiters en Heike van der Laan. Okko was Brigadier van Politie.
21.6
Jkr. Johannes Wilhelmus Röling / Roeling, geboren op 01-12-1888 te Hof van Delft. Zoon van
Leonardus Röling / Roeling en Maria van der Helm (zie: 20.5). Gehuwd op 15-10-1919 te Rotterdam
met Adriana Maria Gabrieël, geboren op 25-01-1895 te Rotterdam. Dochter van Maria Laurina
Gabrieël.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
21.7
Jkr. Petrus Johannes Röling, geboren 02-02-1930 Rotterdam, overleden 05-10-1941 Rotterdam;
Jkr. Hendrikus Anthonius G. Röling (zie: 22.1).
Jkr. Leonardus Adrianus Röling / Roeling, geboren op 31-03-1890 te Hof van Delft, overleden op
16-07-1956 te Rotterdam. Zoon van Leonardus Röling / Roeling en Maria van der Helm (zie: 20.5).
Gehuwd op 27-09-1911 te Rotterdam met Wilhelmina Pietermans, geboren op 12-10-1891 te
Kralingen. Dochter van Louwrens Pieterman en Johanna van der Laan.
Uit dit huwelijk:
1.
Jkr. Leendert Röling / Roeling (zie 22.2).
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
21.8
Jkr. Matthëus Theodorus Röling / Roeling, geboren op 16-06-1892 te Hof van Delft, overleden op
23-03-1954 te Rotterdam. Zoon van Leonardus Röling / Roeling en Maria van der Helm (zie: 20.5).
Gehuwd op 16-06-1920 te Rotterdam met Anna Elisabeth van Lankeren, geboren op 13-08-1898 te
Rotterdam, overleden op 23-03-1954 te Rotterdam. Dochter van Johannes Jacobus van Lankeren
en Antonetta Petronella Lodders.
Matthëus was van beroep sleeper en vrachtrijder en sinds 29-10-1929 woonachtig aan de Schuttersweg 109a te Rotterdam.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Jkr. Johannes Jacobus Röling (zie: 22.3);
Jkfr. Maria Helena Röling (zie: 22.4);
Jkr. Mattheus Theodorus Röling (zie: 22.5);
Jkr. Leonardus Alphonsus Röling, geboren op 28-10-1930 te Rotterdam;
Jkr. Petrus Hendrikus Alphonsus Röling, geboren op 06-10-1932 te Rotterdam;
Jkr. Hendrikus Anthonius Gerardus Röling, geboren op 19-05-1934 te Rotterdam;
Jkfr. Antonetta Petronella Röling, geboren op 11-01-1936 te Rotterdam;
21.9
Jkfr. Hendrika Cornelia Röling / Roeling, geboren op 29-11-1896 te Hof van Delft, overleden op
15-01-1963 te Rotterdam. Dochter van Leonardus Röling / Roeling en Maria van der Helm (zie:
20.5). Gehuwd op 03-08-1921 te Rotterdam met Willem Alphonsus Theodorus van Veen, geboren
op 15-06-1895 te Rotterdam. Zoon van Cornelis van Veen en Adriana Polak.
21.10
Jkfr. Geertruda Helena Maria Rooling, geboren op 16-06-1889 te Overschie, overleden op 28-061950 te Putte. Dochter van Hendik Rooling en Maria Snijders (zie: 20.6). Gehuwd (1) op 05-08-1925
te Overschie met Isaac Johannes van Gelderen, koopman, geboren op 29-11-1890 te Schiedam,
overleden op 05-08-1977 te Schiedam. Het huwelijk werd bij vonnis van de Arrondissementsrechtbank Rotterdam op 10-10-1927 ontbonden. Dit werd ingeschreven te Overschie op 09-03-1928.
Gehuwd (2) op 06-11-1929 te Rotterdam met Hetto de Wijn, geboren op 23-06-1876 te Alkmaar.
21.11
Jkfr. Geertruida Maria Rooling, geboren 01-02-1878 te Hillegersberg, overleden 25-05-1958 te Zevenbergen. Dochter van Leonardus Rooling en Anna Wilhelmina Langelaan (zie: 20.9). Gehuwd op
06-05-1908 te Overschie met Arnoldus Joseph Stolk, geboren op 30-04-1880 te Kethel en Spaland,
overleden op 08-06-1943 te Rotterdam. Zoon van Gerardus Arnoldus Stolk en Cornelia de Vette.
Voor het huwelijk woonde Geertruida te Overschie. Op 19-05-1908 vestigde het echtpaar StolkRoeling zich aan de Schieweg 4 te Kethel en Spaland. Op 01-08-1942 werd de wijk rond de Schieweg
door Rotterdam geannexeerd en werd het adres van het echtpaar op 01-11-1942 omgedoopt in
Kethelscheweg 41. Op 20-01-1943 vestigde het echtpaar zich aan de Zestienhovensekade 65 te Rotterdam. Kort daarop overleed Arnoldus. Op 05-06-1956 vestigde Geertruida zich aan de Polderweg 23
C te Schiedam. Op 18-11-1957 vestigde zij zich aan de Zouteveenseweg 31 A te Schipluiden.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
21.12
Gerardus Josephus Stolk, geboren op 24-05-1909 te Kethel;
Anna Wilhelmina Stolk, geboren op 13-09-1917 te Kethel. Gehuwd op 17-04-1944 te
Rotterdam met N.J. v.d. Voort.
Jkfr. Catharina Wilhelmina Rooling, geboren op 22-03-1879 te Hillegersberg, overleden op 28-061936 te Bleiswijk. Dochter van Leonardus Rooling en Anna Wilhelmina Langelaan (zie: 20.9).
Gehuwd op 28-04-1904 te Overschie met Anthonius Hieronimus van den Berg, geboren in circa
1878 te Bleiswijk. Zoon van Anthonius Hendricus van den Berg en Helena Johanna Hooijmans.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Uit dit huwelijk:
1. Helena Johanna van den Berg, geboren in crica 1905 te Bleiswijk. Gehuwd op 05-10-1927 te
Bleiswijk met Adrianus Johannes Spruit, geboren in crica 1898 te Zoetermeer. Zoon van
Petrus Jasper Spruit en Johanna Kneppers.
21.13
Jkfr. Anna Wilhelmina Rooling, geboren op 17-07-1885 te Hillegersberg, overleden op 23-03-1932
te Overschie. Dochter van Leonardus Rooling en Anna Wilhelmina Langelaan (zie: 20.9). RoomsKatholiek gehuwd op 28-04-1915 in de St. Petrus’ Banden te Overschie met Jacobus Petrus (Jaap)
van Koppen, geboren op 04-12-1881 te Pijnacker, overleden op 26-03-1966 te Rotterdam. Zoon van
Hubertus van Koppen en Apolonia Ruigrok.
Jaap was van beroep veehouder. De boerderij lag aan de Vaart te Overschie (tegenover de boerderij
van Roeling (zie: 21.22). Jaap kreeg de bijnaam “pet in de nek” of “pettenek” omdat hij zijn pet zo
schuin droeg dat deze tot in zijn nek kwam. De moeder van Jaap van Koppen stamde via ridder Flores
van Doortoge (1259-1322) en de graven van Holland af van Karel de Grote.
Anna was een lieve maar strenge moeder. In de vastenmaand kregen de kinderen een “vastentrommeltje”. Alles wat zij aan snoep en koekjes kregen in deze periode moest in het trommeltje. Toen
Leen aan het einde van de vastenperiode aan zijn moeder liet zien hoeveel koekjes hij had gekregen,
pakte ze het trommeltje en keerde hem om in de grote koektrommel waardoor hij niets meer had. Op
de boerderij was geen plaats voor opscheppers. Wanneer het onweerde, ging Anna altijd met een
palmtakje en wijwater de boerderij rond zodat de bliksem niet zou inslaan. Ook wanneer de koeien na
de winter weer het land ingingen werden zij met wijwater gezegend. De kinderen herinneren zich dat
het haar van Anna tot aan haar knieën reikte wanneer zij het aan het wassen was. Kort na de Eerste
Wereldoorlog verbleef een zekere Eduard, een jongen uit Duitsland, enkele jaren op de boerderij.
Anna overleed op jonge leeftijd en liet Jaap met acht kinderen achter. De vele huishoudsters probeerden voornamelijk de nieuwe vrouw van Jaap te worden. Zodra Jaap dit doorkreeg ontsloeg hij ze
en zocht hij een andere huishoudster. De kleinkinderen van Jaap herinneren zich dat hij streng was
wanneer ze een streek uithaalden met bijvoorbeeld de kat op het erf. Zo werd een van hen eens
opgesloten in een kast, terwijl Jaap lachend wegliep. Maar hij was vooral ook een lieve grootvader.
De kleinkinderen mochten bij hem in zijn bedstee slapen tussen de vele heiligenbeeldjes. Ook liet hij
ze vaak paardje rijden op zijn knie (die na een dag op het land onder de koeienstront zat).
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Hubertus Leopardus (Bertus) van Koppen, garagehouder en autoverhuurbedrijf, geboren op
02-12-1916 te Overschie. Gehuwd op 06-02-1947 met Riet Kevenaar, geboren op 31-07-1915.
Samen kregen zij 5 kinderen;
Anna Wilhelmina (Annie) van Koppen, geboren op 31-03-1918 te Overschie, overleden op 2910-2014, gecremeerd op 04-11-2014, zorgde voor het huishouden en de kinderen na het overlijden van haar moeder. Annie gaf aan dat de naam van haar moeder werd geschreven als Röhling;
Apolonia Cornelia (Ploon) van Koppen, geboren op 02-05-1920 te Overschie. Gehuwd op 0601-1943 met Corstiaan (Cors) Klapwijk, geboren op 10-10-1912, overleden op 10-10-1993;
Leonardus Antonius (Leen) van Koppen, veehouder, vernoemd naar zijn grootvader Leonardus
Rooling, geboren op 02-05-1920 te Overschie. Gehuwd op 31-03-1948 met G.H.C. Vollering,
geboren op 26-04-1920. Samen kregen zij 9 kinderen;
Gerarda Petronella (Gerda) van Koppen, geboren op 20-10-1921 te Overschie, overleden op
23-04-1997 te Arkel. Gehuwd op 02-02-1954 met Antonius Jozephus Gerardus (Ton) van
Vliet, veehouder. Samen kregen zij 5 kinderen;
Jacobus Wilhelmus (Jack) van Koppen, veehouder, geboren op 11-05-1924 te Overschie.
Gehuwd op 08-05-1951 te Rotterdam met Maria (Rie) Broomans, geboren op 26-03-1923 te
Rotterdam, overleden op 25-03-1998 te Schipluiden, gecremeerd op 30-03-1998 te Rotterdam.
Dochter van Jan Broomans en Catharina Wilhelmina (To) van Woerkens. Samen krijgen zij 9
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
7.
8.
21.14
kinderen, waaronder Jacobus Wilhelmus (Jack) van Koppen, de echtgenoot van Johanna
Wilhelmina (Anneke) Roeling (zie: 23.7);
Franciscus Wilhelmus (Frans) van Koppen, veehouder, geboren op 12-04-1926 te Overschie.
Gehuwd met Adriana Maria Arnolda (Sjaan) Roeling (zie:22.43). Samen kregen zij 3 kinderen;
Wilhelmus Johannes (Wim) van Koppen, timmerman, geboren op 28-08-1928 te Overschie.
Gehuwd op 16-12-1967 met Johanna Barbara Maria (Joke) Clavaux, geboren op 16-07-1940.
Samen kregen zij 3 kinderen.
Jkfr. Maria Jacoba Rooling, geboren op 08-01-1889 te Hillegersberg, overleden op 23-03-1948.
Dochter van Leonardus Rooling en Anna Wilhelmina Langelaan (zie: 20.9). Gehuwd op 08-05-1913
te Overschie met Leonardus Lansbergen, geboren op 21-11-1882 te Kethel en Spaland. Zoon van
Cornelis Lansbergen en Catharina van der Harg.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
21.15
Leonardus Cornelis Lansbergen, geboren te Kethel en Spaland. Gehuwd te Schipluiden met
Catharina Adriana Maria Kleijweg. Samen kregen zij 3 kinderen;
Cornelis Nicolaas Lansbergen, geboren te Kethel en Spaland. Gehuwd te Schipluiden met
Mathilda Caharina Lidewina Kester, geboren te Vlaardinger-Ambacht. Samen kregen zij 4
kinderen.
Jkfr. Cornelia Maria Roeling, geboren op 05-06-1888 om 09.00 uur te Kethel en Spaland, overleden
op 01-12-1970 te Berkel. Dochter van Hendrik Roeling en Gijsberta Ruigrok (zie: 20.14). Gehuwd op
27-04-1921 te Kethel en Spaland (getuigen: Cornelis Gerardus van der Drift en Theodorus Wilhelmus
Roeling) met Wilhelmus Quirinus van der Drift, geboren op 10-03-1883, overleden op 19-09-1955
te Schipluiden. Zoon van Adrianus van der Drift en Maria Geertruida van Schie. Wilhelmus was
van beroep bouwman.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
21.16
Adrianus Hendrik Johannes van der Drift, geboren op 17-01-1923 te Schipluiden;
Hendrik Adrianus Jacobus van der Drift, geboren op 04-12-1924 te Schipluiden;
Gerardus Cornelis van der Drift, geboren op 24-01-1928 te Schipluiden;
Gijsbertus Theodorus van der Drift, geboren op 24-01-1928 te Schipluiden;
Johanna Maria Theresia van der Drift, geboren op 17-08-1931 te Schipluiden.
Jkfr. Maria Johanna Roeling, geboren op 14-07-1892 om 15.30 uur te Kethel en Spaland, overleden
op 09-03-1977 te Schiedam. Dochter van Hendrik Roeling en Gijsbertha Ruigrok (zie: 20.14).
Gehuwd op 04-06-1919 te Kethel en Spaland (getuigen: Thomas Gerardus de Vette, Theodorus
Wilhelmus Roeling) met Jacobus de Vette, geboren op 09-02-1890 te Kethel en Spaland, overleden
op 23-06-1968 te Schiedam.
Jacobus van van beroep tuinder en gemeente arbeider en woonachtig aan de Kerkweg 26 te Kethel,
dat op 01-08-1941 werd geannexeeerd door de gemeente Schiedam. Kort na het overlijden van haar
echtgenoot werd Maria op 12-09-1968 ingeschreven op de St. Liduinastraat 10.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
Thomas Hendrik de Vette, geboren op 12-07-1920 te Kethel en Spaland. Gehuwd op 21-041949 te Schiedam met Hendrika Cornelia Ham, geboren te Kethel en Spaland. Dochter van
Petrus Johannes Ham en Maria Margaretha Liduina van der Schot;
Hendrik Wilhelmus de Vette, geboren 10-08-1921 Kethel. Ingeschreven Schipluiden 13-05-1935;
Johanna Margaretha de Vette, geboren op 31-01-1923 te Kethel en Spaland. Gehuwd op 0708-1952 met M.J. Kerklaan;
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
4.
Gijsbertha Adriana Maria de Vette, geboren op 02-03-1924 te Kethel en Spaland. Gehuwd op
17-07-1952 met J.A.C. Keijzer;
5. Simon Johannes de Vette, geboren op 17-05-1925 te Kethel en Spaland;
6. Theodorus Cornelis de Vette, geboren op 02-09-1926 te Kethel en Spaland. Gehuwd op 07-051953 met J.E. Keijzer;
7. Margaretha Johanna Maria de Vette, geboren 15-08-1927 te Kethel, overleden op 15-10-1930;
8. Jacobus Cornelis de Vette, geboren op 03-03-1929 te Kethel en Spaland. Gehuwd op 10-111954 te Delft met P.L.E. Bierhuis;
9. Cornelia Agatha de Vette, geboren op 21-07-1930 te Kethel en Spaland. Ingeschreven te ’s
Hertogenbosch op 16-01-1952;
10. Arnoldus Gerardus de Vette, geboren op 25-10-1931 te Kethel en Spaland. Ingeschreven te
Gronsveld op 06-09-1956;
11. Cornelis Joseph de Vette, geboren op 24-03-1934 te Kethel en Spaland. Ingeschreven te
Westervoort op 01-02-1960;
12. Johannes Maria de Vette, geboren op 05-05-1936 te Kethel en Spaland. Gehuwd op 08-08-1961
te Schipluiden met H.M.E. van Marrewijk.
21.17
Jkr. Theodorus Wilhelmus Roeling, geboren op 10-04-1894 om 01.30 uur te Kethel en Spaland (in
het huis in het Dorp wijk A nr.8), Rooms-Katholiek, overleden op 24-11-1972 te Schiedam. Zoon van
Hendrik Roeling en Gijsbertha Ruigrok (zie: 20.14). Gehuwd op 25-04-1923 te Vlaardinger-Ambacht
met Adriana Apolonia Langelaan, geboren op 22-02-1894 te Kethel en Spaland, overleden op 0307-1976 te Schiedam. Dochter van Gerardus Langelaan, veehouder, en Wilhelmina de Vreede.
Theo was veehouder. Op 21-05-1940 werd het dorp ‘overvallen’ door 109 Duitse militairen met 94
paarden onder bevel van Hptm Günther die hier de nacht wilden doorbrengen. Naast de Hervormde
pastorie, café De Bruin en de St. Jacobuskerk moest ook Theo onderdak verlenen aan Duitse soldaten.
Uit dit Huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
21.18
Jkr. Hendrikus Gerardus Wilhelmus (Henk) Roeling (zie: 22.6);
Jkfr. Wilhelmina Gijsberta Johanna Roeling (zie: 22.7);
Jkr. Gijsbertus Jacobus Josephus Roeling (zie: 22.8);
Jkr. Gerardus Leonardus Maria Roeling (zie: 22.9);
Jkr. Theodorus Cornelis Paulus Roeling (zie: 22.10);
Jkr. Leonardus Gerardus Antonius Roeling (zie: 22.11);
Jkr. Wilhelmus Cornelis (Willem) Roeling, geboren op 16-07-1935 te Kethel en Spaland,
overleden op 02-01-1948 te Kethel en Spaland.
Jkfr. Maria Arnolda Roeling, geboren op 07-02-1898 om 01.00 uur te Kethel, overleden op 06-051985 te Vlaardingen. Dochter van Hendrik Roeling en Gijsberta Ruigrok (zie: 20.14). Gehuwd 16-051923 te Kethel (getuigen: Johannes Cornelis Franciscus Olsthoorn en Theodorus Wilhelmus Roeling)
met Cornelis Adrianus Ludovicus Olsthoorn, geboren 03-02-1894 te Kethel, overleden op 14-121956 te Kethel. Cornelis was veehouder. Het echtpaar woonde aan de Schiedamscheweg te Kethel.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
Johannes Hendricus Olsthoorn, geboren op 13-07-1924 te Kethel. Gehuwd op 25-01-1951 met
A.G. Lansbergen;
Hendricus Wilhelmus Olsthoorn, geboren op 29-11-1925 te Kethel. Gehuwd op 21-09-1950
met A.P.M. Ruijs;
Cornelis Johannes Olsthoorn, geboren op 12-12-1926 te Kethel. Gehuwd op 08-07-1953 te
Schipluiden met W.M. van Mil;
Gijsbertus Jacobus Olsthoorn, geboren op 05-12-1927 te Kethel. Gehuwd op 11-07-1956 met
H.A. Olsthoorn;
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
5.
Johannes Cornelis Olsthoorn, geboren op 10-12-1928 te Kethel. Gehuwd op 24-03-1955 met
H.W. Lansbergen;
6. Cornelia Adriana Theresia Olsthoorn, geboren op 18-01-1930 te Kethel, overleden op 27-091930 te Kethel;
7. Johanna Francisca Theresia Olsthoorn, geboren op 01-04-1931 te Kethel. Gehuwd op 22-021955 met A.J. van Vliet;
8. Gijsbertha Adriana Theresia Olsthoorn, geboren op 16-11-1932 te Kethel. Gehuwd op 25-031959 met P. Over de Vest;
9. Franciscus Johannes Olsthoorn, geboren op 22-08-1934 te Kethel. Gehuwd op 06-10-1966 met
J.M. van Kleef;
10. Maria Cornelia Olsthoorn, geboren op 19-09-1935 te Kethel. Gehuwd op 23-05-1957 met M.P.
van Veen;
11. Adrianus Cornelis Olsthoorn, geboren op 01-12-1936 te Kethel. Gehuwd op 28-12-1966 te
Rotterdam met J.L. Derksen;
12. Wilhelmus Jacobus Olsthoorn, geboren op 23-12-1937 te Kethel. Gehuwd op 20-08-1969 met
M.J. van Mil.
21.19
Jkfr. Cornelia Petronella (Cor) Roeling, geboren op 01-04-1879 om 10:30 uur te Schiedam, overleden op 19-11-1931 om 17:00 uur te Overschie. Dochter van Martinus Roeling en Maria van der
Moor (zie: 20.15). Gehuwd (1) op 08-05-1901 te Overschie met Martinus Marie (Tinus) van der
Beek, vleeshouwer, geboren op 31-12-1877 te Naaldwijk, overleden vóór 1904 te ‘s Gravenhage.
Zoon van Willem van der Beek en Adriana Maria Reineke (Reincke). Gehuwd (2) op 18-05-1904
te Overschie met Karel Anthonius (Karel) Venselaar, geboren op 30-04-1881 te Overschie, overleden op 16-11-1960 te Overschie. Zoon van Hendrik Willem (Hendrik) Venselaar, koperslager, en
Anna Maria (Anna) Jung. Nadat Cornelia was overleden huwde Karel met Geertruida Maria
Snijders, geboren 08-07-1878 te Overschie, overleden op 19-09-1964 te Overschie. Dochter van Johannes Snijders (Leonardusz.) en Maria den Hollander.
Karel was van beroep koperslager met een eigen winkel aan het Voorom. Karel maakte onder andere
koperen melkbussen voor de boeren. Boven de winkel en werkplaats was het woonhuis. Onder het
dak sliepen de kinderen. ‘s Zomers kropen de kinderen uit de dakkapel en gingen in de dakgoot zitten.
De overbuurvrouw, mevrouw Van Dalen, kwam dan hun ouders waarschuwen, dit werd door de kinderen niet in dank afgenomen. Aan het Voorom, was een oostelijke aftakking van de Schie, die
aansluit op de Rotterdamsche Schie. Regelmatig kwamen schepen langs, die spullen kwamen halen en
brengen, zoals de melkbussen gemaakt door Karel, en vervoerde deze naar de boeren. In de winkel
werden ijzerwaren en kooktoestellen verkocht. Met de komst van het drinkwater in 1903, legde Karel
in huizen een waterleiding aan. Kort daarop werd hij voor de gemeente Overschie de opzichter bij de
aanleg en onderhoud van de gemeentelijke waterleiding. Na de introductie van elektriciteit in 1912
installeerde hij huisinstallaties, dit was een nieuwe bron van inkomsten. Met de komst van het gas in
1927 werden gaskomforen in het programma opgenomen en aangesloten. Het bezit van een eigen
bedrijf, stond het functioneren binnen de gemeente als opzichter echter in de weg. Hij werd gevraagd
te kiezen voor het een of het ander. Karel koos toen voor het vaste salaris van een ambtenaar. Nadat
Karel zijn winkel had afgestoten liet hij een huis bouwen aan de burgemeester Bosstraat nr. 22 en is
daar met zijn gezin gaan wonen.
In en na de oorlog heeft Karel zijn creativiteit bot gevierd op de gebruikte hulzen van kanonen. Hij
sloeg deze in vele soorten vormen. Binnen de familie zijn talrijke van deze koperen voorwerpen
bewaard gebleven. Het werk verrichte hij vooral ‘s morgens vroeg, als anderen nog in bed lagen. Zijn
slagen met de hamer op het koper bleven echter niet onopgemerkt. In de Sint Petrus Banden Kerk is
het beslag van de tabernakeldeur op het altaar gemaakt door Karel. Bij zijn 25 jarig dienstverband
kreeg Karel een koperen gemeentewapen van Overschie van zijn collega’s met de tekst: 1903 – 1928
AAN VENSELAAR VAN COLLEGA’S. Dit koperen gemeentewapen is via Jan Broomans (de oudoom van Monique Bergman) in bezit gekomen van Sebastiaan Roeling (zie: 24.2), een nakomeling
van Martinus Arnoldus Roeling, de broer van Cornelia.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Uit het tweede huwelijk:
1.
Henricus Martinus Antonius (Hendrik) Venselaar, geboren op 05-09-1907 te Overschie,
overleden op 03-02-1908 te Overschie;
2. Maria Johanna Cornelia (Marie) Venselaar, geboren op 14-09-1908 te Overschie, overleden
op 12-12-1992 te Schiedam(?). Gehuwd op 29-04-1931 met Johannes Cornelis Martinus (Jo)
Engelman, geboren op 31-05-1904 te Schiedam(?). Samen kregen zij 6 kinderen;
3. onbekende Venselaar, overleden op 14-12-1909 te Overschie;
4. Pfr. Hendricus Martinus (Harry) Venselaar, geboren op 29-11-1910 te Overschie, overleden
op 27-11-1984 te Asten. Van 1923 tot 1930 studeerde Hij aan het Juvenaat in Bergen op Zoom.
Daarna volgde het noviciaat te Asten. Hij studeerde filosofie en de lerarenopleiding theologie en
muziek. Op 17-07-1938 kreeg hij de priesterwijding uit handen van Mgr. Buxkx. Een grote verdienste van Harry was zijn onderzoek naar oude muziek (in Utrecht) en de oprichting van het
koor van het Juvenaat te Bergen op Zoom. Harry werd op 24-10-1965 pastoor (Pfarrer) te Hulchrath en bleef dat tot 01-01-1980. De kerk werd verfraaid, het parochiehuis vernieuwd en het orgel
gerestaureerd. In deze jaren hielp Maria Wichmann hem in alle opzichten. In 1980 is Harry met
zijn ‘Hausdame’ naar Waldbröl verhuisd en genoot daar, tot zijn ziekte van zijn pensioen;
5. Martinus Johannes (Martien) Venselaar, filiaalhouder schoenenzaak, journalist Brabants
Nieuwsblad, geboren te op 10-08-1912 te Overschie, overleden op 07-07-1997 te Bergen op
Zoom. Gehuwd op 29-11-1939 met Cornelia Elisabeth (Coletta) van Houten, geboren op 2602-1913 te Rotterdam, overleden op 24-07-1980 te Tulln, Oostenrijk. Dochter van Jacobus
Everhardus van Houten en Dorothea Johanna Rust. Samen kregen zij 7 kinderen;
6. Anna Maria (Ans) Venselaar, geboren op 04-09-1913 te Overschie, overleden op 06-06-1995 te
Rotterdam. Gehuwd op 13-05-1936 te Overschie met Petrus Martinus Antonius (Piet) Lansbergen, geboren op 25-11-1910 te Overschie, overleden op 10-01-2002 te Rotterdam. Zoon van
Petrus Josephus Lansbergen en Elisabeth Maria Heinsbroek. Samen kregen zij 5 kinderen;
7. Cornelia Carolina (Cor) Venselaar, geboren op 10-12-1917 te Overschie. Gehuwd op 01-111939 te Overschie met Martinus (Martien) Möls, geboren op 26-01-1905 te Rotterdam(?).
Samen kregen zij 2 kinderen;
8. Petronella Cornelia (Nel) Venselaar, geboren op 20-04-1919 te Overschie. Gehuwd op 29-051940 te Overschie met Carolus (Karel) Harrewijn, geboren op 15-10-1917 te Rotterdam.
Samen kregen zij 5 kinderen;
9. Onbekende Venselaar, overleden op 25-10-1921 te Overschie;
10. Aurelia (Reel) Richtsfeld, geboren op 31-01-1912 te Wenen. Zij kwam samen met andere
ondervoede kinderen in de jaren ‘20 naar Nederland om op krachten te komen. De familie
Venselaar bekommerde zich om haar. Na een paar maanden ging ze terug naar Oostenrijk, maar
de familie kon haar niet missen en Karel ging haar in Wenen ophalen. Zij is niet meer terug gegaan
naar haar ouders. Gehuwd in 1936 met Charles van de Broek. Samen kregen zij 4 kinderen.
21.20
Jkr. Petrus Johannes Theodorus (Piet) Roeling, geboren op 10-05-1880 te Schiedam, overleden op
08-12-1962 te Vlaardingen. Zoon van Martinus Roeling en Maria van der Moor (20.15). Gehuwd op
10-04-1907 te Vlaardinger-Ambacht met Cornelia Maria (Cor) van Koppen, geboren op 27-021878 te Overschie, overleden op 02-04-1968 te Renkum. Dochter van Adrianus van Koppen en
Maria van Heiningen.
Uit de militie registers blijkt dat Piet in 1899 werd opgeroepen voor de lichting van 1900 en dat hij op
28-12-1899 werd goedgekeurd voor militaire dienst. Hij was 1,64 meter lang. De volgende lichaamskenmerken werden vermeld: een ovaal aangezicht, gewoon voorhoofd, blauwe ogen, spitse neus,
gewone mond, ronde kin en blond haar. Ná militaire dienst vestigde Petrus zich eerst als veehouder te
Overschie, later aan de Broekweg 42 te Vlaardingen. Hij was echter minder succesvol dan zijn vader
en werd op 03-10-1932 failliet verklaard. Op 13-11-1933 verscheen in de krant het bericht van curator
Mr. J.H. Welcker dat het faillissement beëindigd was. Er waren echter ook positieve berichten, want
in april 1947 lieten zijn kinderen en kleinkinderen een bericht plaatsen dat op 10-04-1947 het robijnen
(40 jarig) huwelijk van Petrus en Cornelia gevierd zou worden.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
21.21
Jkr. Martinus Adrianus Anthonius Maria Roeling (zie: 22.12);
Jkfr. Maria Adriana Maria Roeling (zie: 22.13);
Jkr. Adrianus Martinus Petrus Roeling (zie: 22.14);
Jkfr. Maria Cornelia Roeling (zie: 22.15);
Jkr. Petrus Wilhelmus Roeling (zie: 22.16);
Jkfr. Wilhelmina Esther Roeling (zie: 22.17);
Jkfr. Cornelia Petronella Roeling, geboren op 06-03-1916 te Overschie, overleden op 08-021919 om 06:30 uur te Overschie (wijk B, nummer 181);
Jkfr. Cornelia Maria Roeling, geb. 20-07-1918 te Overschie, overleden 22-12-1945 Rotterdam;
Jkr. Johannes Martinus Maria (Jan) Roeling (zie: 22.18).
Jkr. Johannes Antonius (Jan) Roeling, geboren op 08-11-1882 te Schiedam, overleden op 08-121962 te Schiedam. Zoon van Martinus Roeling en Maria van der Moor (zie: 20.15). Gehuwd op 2202-1911 te Overschie met Hester Overgaag, geboren op 13-03-1885 te Overschie, overleden op 1504-1971 te Schiedam. Dochter van Adrianus Theodorus Overgaag, veehouder aan de Bovendijk te
Overschie, en Cornelia Magdalena Ham.
Uit de militie registers blijkt dat Jan in 1901 werd opgeroepen voor lichting 1902 en dat hij op 30-121901 was goedgekeurd voor militaire dienst. Hieruit blijkt dat hij 1,64 meter lang was, een ovaal aangezicht had met hoog voorhoofd, blauwe ogen, lange neus, gewone mond, ronde kin en donker blond
haar. Jan was vee-handelaar en veehouder. In het verslag van 1946 van de Coöperatieve Brandwaarborg Maatschappij Overschie en Omstreken (opgericht door zijn vader) werd Jan nog slechts vermeld
met 1 stem. Jan was toen reeds 64 jaar en zijn kinderen hadden het bedrijf inmiddels overgenomen.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
21.22
Jkr. Martinus Cornelis Roeling (zie: 22.19);
Jkr. Adrianus Cornelis Leonardus Roeling (zie: 22.20);
Jkfr. Maria Cornelia Roeling (zie: 22.21);
Jkr. Cornelis Adrianus Roeling (zie: 22.22);
Jkfr. Cornelia Johanna Roeling (zie: 22.23);
Jkfr. Rudempta Johanna Clasina Roeling, geboren op 17-09-1918 te Schiedam, overleden op
01-10-1919 te Schiedam.
Jkr. Martinus Arnoldus (Tinus) Roeling, geboren op 25-01-1884 te Schiedam om 01:00 uur, overleden op 10-10-1949 om 18:00 uur te Rotterdam-Overschie. Zoon van Martinus Roeling en Maria van
der Moor (zie: 20.15). Gehuwd op 03-05-1916 te Overschie (getuigen bruid: Jacobus van Kouteren en
Anthonia van der Made, getuigen bruidegom: Petrus Johannes Theodorus Roeling en Karel Anthonius
Venselaar) met Johanna Cornelia van Kouteren, geboren op 12-04-1891 te Achthuizen (Ooltgensplaat), overleden op 20-11-1958 te Rotterdam-Overschie, begraven op 25-11-1958 te RotterdamOverschie op het Rooms-Katholieke kerkhof aan de Delftweg. Dochter van Jacobus van Kouteren
en Anthonia van der Made. Jacobus was van beroep landbouwer.
Tinus werd vernoemd naar zijn eigen vader en overgrootvader. Uit de militie registers blijkt dat Tinus
in 1903 werd opgeroepen voor lichting 1904, maar op 06-01-1904 werd afgekeurd wegens een “Slepende zuchtige zwelling in belangrijken graad van een of ander lichaamsdeel”, oftewel een oedeem.
Oorzaken voor een oedeem kunnen zijn: ontsteking, allergische reactie en lokaal verhoogde veneuze
druk (zoals spataderen of trombosebeen). Uit deze gegevens blijkt verder dat Tinus 1,69 meter lang
was. Er stonden geen overige lichaamskenmerken vermeld zoals bij zijn twee oudere broers.
Na het overlijden van zijn vader, zette Tinus de melkboerderij aan de Zestienhovensekade 141
voort. Samen met zijn echtgenote Johanna zorgden ze er voor dat het familiebedrijf een waar begrip
werd in de gemeente Overschie. Anno 2006 spreken de oudere Overschieënaren nog steeds over “De
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Boerderij van Roeling”. Met hard werken vergaarden zij een aanzienlijk vermogen. De toekomst zag
er dan ook rooskleurig uit aan het begin van de jaren twintig van de 20ste eeuw.
De heer Brandhorst, vrijwilliger bij Museum Oud Overschie en familie van varkenshouder Cor
Sneijder, kan zich Tinus nog goed herinneren. Toen hij een kleine jongen was en vriendjes van hem
kattekwaad wilden uithalen op het land van de boerderijen waarschuwde hij hen altijd voor heer
Roeling. Want als heer Roeling er achter zou komen dat ze op zijn land iets hadden uitgehaald zouden
ze een flinke draai om hun oren krijgen wanneer ze met hun moeder op de boerderij melk gingen
kopen. Het land van Roeling werd daarom altijd vermeden door de kwajongens.
Halverwege de jaren ’20 floreerde het boerenbedrijf. De kinderen werkten mee in het bedrijf en
kregen op jonge leeftijd (vanaf circa vijf jaar) een eigen wijk waar zij melk, boter en eieren bezorgden
met een hondenkar. Zodra de zonen sterk genoeg waren kregen zij een grotere wijk en bezorgden zij
de waren met behulp van een driewielige trapfiets (in de volksmond een “kerrie” genoemd).
Na de beurscrach van oktober 1929, brak een economische wereldcrisis uit. Ook Nederland kreeg
hiermee te maken. Het kabinet Ruijs de Beerenbrouck III (1929-1933) zag zich genoodzaakt een
krachtig bezuinigingsbeleid te voeren en een groot aantal crisismaatregelen te nemen (Crisis-Tarwewet, Crisis-Zuivelwet, Crisis-Pachtwet, verhoging van invoertarieven, contingentering van buitenlandse producten). De crisismaatregelen waren erop gericht de boeren te steunen en de Nederlandse
markt te beschermen tegen de import van goedkopere buitenlandse producten. De crisis vertaalde zich
in onrust in de samenleving en de opkomst van extremistische partijen. Tot overmaat van ramp kreeg
de veestapel begin jaren ’30 een ziekte (moglijk mond- en klauwzeer) waardoor het vee afgemaakt
moesten worden. Met het familiekapitaal kon men gelukkig een nieuwe veestapel kopen. Tegen het
eind van de jaren dertig zag het ernaar uit dat de familie een moeilijke periode achter zich kon laten.
Nederland rakte echter betrokken bij de tweede wereldoorlog. Hoewel de luchtgevechten boven
Overschie in volle gang waren, ging Tinus, tot verbazing van vele Overschieënaren, om half vijf gewoon naar het land om de koeien te melken (ondank het feit dat op 10 mei op de hoek van de nabij de
landerijen gelegen Molensingel een Nederlandse soldaat was doodgeschoten door de Duitsers). De
oorlogsjaren verliepen voor de familie relatief rustig, hoewel er wel zekere beperkingen werden opgelegd. Boter, melk en eieren mochten niet worden verkocht zonder voedselbonnen. Anton, de jongste
zoon van Tinus en Johanna verdiende echter wat bij als handelaar door de producten op de zwarte
markt te verkopen. De oudste zoon, Koos, had in de Peel als korporaal gevochten tegen de Duitsers en
was fel tegen de zwarthandel. Hij was van mening dat men voedsel op een eerlijke wijze moest verdelen om de oorlog goed door te kunnen komen. Ten tijde van de oorlog werd een gedeelte van het erf
verhuurd aan de houthandel en kistenfabriek De Jong. Ook werd een huis met tuin en stallen verhuurd
aan Cor Sneijder, een keuterboer die een paar varkens hield.
Uit de bevolkingsregistratie van 15-06-1944 bleek dat Johannes, de vader van Johanna, op de Mariahoeve woonde. Mogelijk was hij ná het overlijden van zijn echtgenote op 20-11-1940 vanuit Achthuizen naar Overschie verhuisd, een jaar later overleed Jacobus op 24-06-1945.
Na de oorlog kregen de zonen van Tinus hun aandeel in het bedrijf en met hard werken maakten zij
van de boerderij weer een bloeiende onderneming. Uit het 43ste jaarverslag uit 1946 van de brandwaarborgmaatschappij (welke was opgericht door zijn vader) blijkt dat Tinus het maximale aantal van
10 stemmen had, wat betekende dat hij voor het hoogst mogelijke bedrag verzekerd was.
Na het overlijden van Tinus bleef Johanna op de Mariahoeve wonen. De vrome Johanna was een
zuinige en gereserveerde vrouw. Zij ging jaarlijks op bedevaart naar de Troosteres der Bedroefden
(Consolatrix Afflictorum) te Kevelaer in Noord-Rijnland-Westfalen. Haar kleinzoon, Koos Roeling
Jr. herinnerde zich dat hij als kleine jongen tijdens bezoekjes met zijn armen over elkaar op de stoof
moest blijven zitten, héél soms kreeg hij een snoepje. Een leuke wetenswaardigheid is dat de familie
destijds “Roetoet gauw gauw in de hooibouw” (kort: “Roetoet”) als bijnaam kreeg, een verwijzing naar
een nog altijd sterk vertegenwoordigde karaktereigenschap (een Roeling heeft altijd te weinig tijd).
Uit dit huwelijk:
1.
2.
Jkfr. Maria Anthonia Roeling, geboren op 15-02-1917 te Overschie, overleden op 14-01-1919
om 05:30 uur te Overschie (wijk B, nummer 180);
Jkr. Jacobus Martinus (Koos) Roeling (zie: 22.24);
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
3.
4.
5.
6.
21.23
Jkfr. Maria Antonia (Marie) Roeling (zie: 22.25)
Jkr. Johannes Martinus (Jan) Roeling (zie: 22.26);
Jkr. Martinus Jacobus (Tinus) Roeling (zie: 22.27);
Jkr. Antonius Adrianus (Anton) Roeling (zie: 22.28).
Jkfr. Maria Johanna (Mie) Roeling, geboren op 06-09-1884 te Schipluiden, Rooms-Katholiek gedoopt op 07-09-1884 te Schipluiden (getuigen: Johannes Overgaag en Thomas de Vette), overleden
op 30-09-1966 te Delft, Rooms-Katholiek begraven op 05-10-1966 te Delft. Dochter van Arnoldus
Roeling en Maria de Vette (zie: 20.17). Gehuwd op 26-04-1911 te Schipluiden met Hendrikus Gabriel van Adrichem, geboren op 06-11-1883 te Hof van Delft, Rooms-Katholiek gedoopt op 06-111883 te Schipluiden (getuigen: Apolonia Catharina van Adrichem en Henricus Jacobus van Adrichem), overleden op 20-02-1973 te Delft. Zoon van Cornelis van Adrichem, bouwman en rentenier,
en Anna Maria Arkesteijn. Hendrikus was van beroep veehouder en melkhandelaar. Via het geslacht
Van Brederode stamde hij af van Karel de Grote.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
21.24
Maria Cornelia Arnolda van Adrichem, geboren in circa 1913 te Kethel en Spaland, overleden
op 30-08-1925 te Delft;
Clasina Maria van Adrichem, geboren in 12-1917, overleden op 16-02-1918 te Vrijenban;
Onbekende zoon of dochter, levenloos geboren op 26-04-1922 te Delft.
Jkr. Arnoldus Gerardus (Arend) Roeling, geboren op 13-01-1889 te Schipluiden, overleden op 1804-1952 te Voorburg, Rooms-Katholiek begraven op 22-04-1952 te Nootdorp. Zoon van Arnoldus
Roeling en Maria de Vette (zie: 20.17). Gehuwd (1) op 30-10-1918 met Adriana Maria van de
Sande, geboren op 06-05-1890 te Stompwijk, overleden op 07-11-1935 te Nootdorp. Dochter van
Theodorus Jacobus van de Sande en Adriana van Haaster. Gehuwd (2) op 29-05-1941 met Maria
Anna van der Meer, geboren op 08-04-1915 te Pijnacker. Maria Anna huwde na het overlijden van
Arnoldus op 09-09-1953 te Nootdorp met H. de Bruin.
Arend was van beroep landbouwer en van 1931 tot 1949 gecommiteerd ingeland van het Hoogheemraadschap van Delfland. Hij kwam op 63 jarige leeftijd om het leven ten gevolge van een ongeval.
Uit het huwelijk Roeling – Van de Sande:
1.
2.
3.
4.
Jkfr. Maria Arnolda Hendrika Roeling, geboren op 13-04-1924 te Stompwijk, overleden op
02-10-1935 te Stompwijk;
Jkfr. Adriana Maria Cornelia (Sjaan) Roeling (zie: 22.29);
Jkr. Arnoldus Theodorus (Aad) Roeling (zie: 22.30);
Jkr. Theodorus Maria Cornelis, geboren op 16-07-1930 te Stompwijk, overleden op 21-071930 te Stompwijk;
Uit het huwelijk Roeling – Van der Meer:
5.
6.
7.
Jkfr. Maria Anna Wilhelmina Roeling, geboren op 31-03-1944 te Leidschendam, overleden op
22-11-1944 te Leidschendam (Veenweg 13);
Jkr. Cornelis Adrianus Maria Roeling (zie: 22.31);
Jkfr. Maria Catharina Anna Roeling, geboren op 22-06-1947 te Nootdorp.
Uit het huwelijk De Bruin – Van der Meer:
8.
Arnold de Bruin, geboren op 27-07-1954 te Nootdorp.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
21.25
Jkfr. Cornelia Gijsberta Maria (Kee) Roeling, geboren op 24-03-1890 te Schipluiden, overleden op
29-11-1981 te Delft. Dochter van Arnoldus Roeling en Maria de Vette (zie: 20.17). Gehuwd op 0805-1917 te Schipluiden met Theodorus Johannes (Dirk) van de Sande, geboren op 22-10-1888 te
Stompwijk, overleden op 05-07-1972 te Nootdorp. Zoon van Theodorus Jacobus van de Sande en
Adriana van Haaster. Dirk was de broer van Maria v.d. Sande (zie: 21.24). Het paar vestigde zich aan
de Veenweg 80 te Stompweijk. Na het overlijden van Dirk vestigde Kee zich aan de Dorpsstraat 65.
Uit dit huwelijk:
1.
21.26
Petrus Jacobus van de Sande, overleden op 03-07-1927 te Stompwijk.
Jkr. Theodorus Martinus (Dorus) Roeling, geboren op 30-03-1892 te Schipluiden, overleden op
27-01-1967 te Delft, begraven op de Rooms-Katholieke begraafplaats te Schipluiden. Zoon van Arnoldus Roeling en Maria de Vette (zie: 20.17). Gehuwd op 21-08-1923 te Wateringen met Anna
Aplonia Helderman, geboren op 09-06-1896 te Wateringen, overleden op 10-04-1990, begraven op
de Rooms-Katholieke begraafplaats te Schipluiden. Dochter van Leonardus Helderman en Catharina Johanna Adriana Bol.
Dorus was van beroep veehouder en bouwde naast zijn ouderlijk huis een nieuwe boerderij en stal en
nam 13 hectare van zijn vaders land over. De Heilige Mis ter gelegenheid van hun zilveren bruiloft
werd opgedragen op 24-08-1948 in de Heilige Jacobus te Schipluiden.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
Jkfr. Maria Roeling (zie: 22.32);
Jkfr. Catharina Leonarda Maria Roeling (zie: 22.33);
Jkfr. Adriana Arnolda Maria Roeling (zie: 22.34);
Jkfr. Johanna Maria Gerarda Roeling, geboren op 03-07-1928 te Schipluiden, overleden op
10-08-1929 te Schipluiden;
5. Jkfr. Johanna Cornelia Theodora Roeling (zie: 22.35);
6. Jkfr. Petronella Engelberta Johanna Roeling (zie: 22.36);
7. Jkfr. Theresia Agatha Johanna Roeling, geboren op 26-08-1932 te Schipluiden, overleden op
14-12-1937 te Schipluiden;
8. Jkr. Leonardus Gerardus Adrianus Roeling (zie: 22.37);
9. Jkfr. Geertruida Catharina Roeling (zie: 22.38);
10. Jkfr. Theresia Clasina Adriana Maria Roeling (zie: 22.39);
11. Jkr. Arnoldus Gerardus Maria (Arnold) Roeling, geboren op 30-08-1939 te Schipluiden,
overleden op 07-01-2012, begraven te Schipluiden;
12. Jkr. Nicolaas Adrianus Theodorus Roeling (zie: 22.40).
21.27
Jkfr. Agatha Maria (Agaath) Roeling, geboren op 23-12-1894 te Schipluiden, overleden op 02-061966 te Kethel en Spaland. Rooms-Katholiek begraven op 06-06-1966 te Kethel. Dochter van Arnoldus Roeling en Maria de Vette (zie: 20.17). Gehuwd op 08-05-1922 te Schipluiden met Johannes
Cornelis de Jong, geboren op 02-11-1894 om 01:00 uur te Kethel en Spaland, overleden op 14-021987. Rooms-Katholiek begraven te Kethel. Zoon van Johannes de Jong en Hendrica Pieterse.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
Johannes Theodorus de Jong, geboren op 06-04-1923 te Kethel en Spaland;
Maria H. de Jong, geboren op 09-04-1924 te Kethel en Spaland;
Hendrika M. de Jong, geboren op 19-04-1925 te Kethel en Spaland;
Arnolda M. de Jong, geboren op 25-07-1926 te Kethel en Spaland;
Adriana H. de Jong, geboren op 02-08-1927 te Kethel en Spaland;
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
6.
Arnoldus Theodorus de Jong, geboren op 25-08-1928 te Kethel en Spaland, overleden op 2206-1929 te Kethel en Spaland;
7. Arnoldus Theodorus de Jong, geboren op 28-11-1929 te Kethel en Spaland
8. Cornelis J.M. de Jong, geboren op 08-05-1931 te Kethel en Spaland
9. Johanna Theodorus de Jong, geboren op 14-02-1933 te Kethel en Spaland
10. Agatha C. de Jong, geboren op geboren op 07-11-1935 te Kethel en Spaland
11. Adrianus J. de Jong, geboren op 30-03-1937 te Kethel en Spaland
21.28
Jkr. Thomas Antonius (Thomas) Roeling, geboren op 16-12-1899 te Schipluiden, overleden op 2005-1963 te Delft, Rooms-Katholiek begraven op 22-05-1963 te Schipluiden. Zoon van Arnoldus Roeling en Maria de Vette (zie: 20.17). Gehuwd op 08-05-1928 te Delft met Catharina Geertruida
(Gertruda, Ka) Ammerlaan, geboren op 21-07-1899 te Hof van Delft, overleden op 12-11-2000 te
Delft, Rooms-Katholiek begraven te Schipluiden. Dochter van Cornelis Nicolaas Ammerlaan en Petronella Maria Langelaan.
Thomas was van beroep veehouder en nam in 1928 de ouderlijke boerderij met 14 hectare land over.
Uit de Tweede Wereldoorlog dateert het verhaal dat de machinisten wel eens briketten kolen “verloren” en daarvoor “beloond” werden met een kannetje melk. Maar er moesten ook Duitsers worden ingekwartierd in de grote wagenschuur. Grote verbetering was de aanleg van een waterleiding in 1962.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
21.29
Jkfr. Maria Theresia (Miep) Roeling (zie: 22.41);
Jkfr. Petronella Anna Maria (Nel) Roeling (zie: 22.42);
Jkfr. Adriana Maria Arnolda (Sjaan) Roeling (zie: 22.43);
Jkr. Cornelis Petrus Adrianus (Cor) Roeling (zie: 22.44);
Jkfr. Gijsbertha Cornelia Theodora (Bep) Roeling (zie: 22.45);
Jkr. Arnoldus Theodorus Joannes (Aad) Roeling (zie: 22.46);
Jkr. Petrus Cornelis (Piet) Roeling (zie: 22.47);
Jkr. Johannes Jozef (Jan) Roeling (zie: 22.48);
Jkfr. Anna Wilhelmina Maria (Mia) Roeling (zie: 22.49);
Jkr. Gerardus Arnoldus (Geer) Roeling (zie: 22.50);
Jkr. Cornelis Adrianus (Kees) Roeling (zie: 22.51).
Jkfr. Bernardina (Dena of Lena) Roling, geboren in april 1882, overleden op 20-03-1962 te Cincinatti, Hamilton, Ohio. Dochter van Johann Clemens Roling en Magdalena (Lena) Bowman (Bauman)
(zie: 20.22). Gehuwd vóór 1910 met Edward Cahill, geboren in 1882, overleden vóór 20-03-1962.
Uit dit huwelijk:
1.
21.30
Kathryn Cahill, geboren op 04-01-1914, overleden op 09-09-1990. Kathryn was ongehuwd.
Jkr. Johann Josef (Johann Joseph) Roling, geboren op 29-12-1847 te Thuine. Zoon van Johann
Gerhard Roling en Gesina Adelheid Mensen (zie: 20.23). Gehuwd op 16-11-1875 te Baccum met
Anna Karoline Klinker, geboren op 02-04-1842 te Rentrup. Anna was weduwe van Bernhard
Heinrich Krieger (zie: 19.8).
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
Jkr. Clemens Roling, was als soldaat in dienst bij de Landwehr Infanterie Reginment 37,
Kompanie 7. Hij overleed op 14-02-1918 in een veldhospitaal te Strausberg;
Jkr. August Roling (zie: 22.52);
Jkr. Johannes Bernhard Roling (zie: 22.53).
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
21.31
Jkr. Petrus Roling, geboren op 05-05-1870 te Overschie, overleden op 03-04-1952 te ’s Gravenhage.
Zoon van Gerardus Roling en Johanna Kloppers (zie: 20.24). Gehuwd op 01-02-1899 te ’s Gravenhage
met Helena Wilhelmina de Weert, geboren op 13-05-1874 te ’s Gravenhage. Petrus was arbeider.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
21.32
Jkr. Gerardus Johannes Roling (zie: 22.54);
Jkr. Antonius Johannes Casper Roling (zie: 22.55);
Jkr. Johannes Marinus Roling (zie: 22.56);
Jkfr. Alida Hendrika Anthonia Roling (zie: 22.57);
Jkfr. Maria Helena Roling (zie: 22.58);
Jkfr. Sophia Carolina Roling (zie: 22.59);
Jkr. Leonardus Josephus Roling (zie: 22.60).
Jkr. Hermann Heinrich Rohling, geboren op 30-01-1899 te Schlagbrücken, overleden op 04-071990 te Rastdorf. Zoon van Bernard Hermann Rohling en Maria Lüken (zie: 20.26). Gehuwd in 1930
te Stavern met Thekla Buss, geboren in 1904 te Heede, overleden in 1985 te Sögel. Hermann was van
beroep landbouwer. Vanwege uitbreiding van de Meppener Schießplatzes moest het gezin op 09-111932 verhuizen naar Emmeln. In november 1939 moest het gezin wederom verhuizen wegens
uitbreiding van een Schießplatzes. Uiteindelijk vestigden zij zich te Rastdorf.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
21.33
Jkr. Hermann Rohling (zie: 22.61);
Jkr. Heinrich Rohling (zie: 22.62);
Jkfr. Maria Anna Rohling (zie: 22.63);
Jkr. Gerhard Bernhard Rohling (zie: 22.64);
Jkfr. Angela Rohling (zie: 22.65).
Jkr. Johann Hermann Rohling, geboren op 13-03-1873 te Haar, Rooms-Katholiek gedoopt op 1503-1873 te Wesuwe (getuigen: Johann Hermann Rohling uit Dünenburg en Adelheid Hüsers, geb.
Bekel, Eignersfrau zu Haar), overleden op 05-01-1947 te Meeker, Minnesota, V.S. Zoon van Hermann Heinrich Rohling en Anna Maria Gertrud Beckel (zie: 20.32). Gehuwd (1) op 24-11-1896 te
Silver Lake, Minnesota, met Anna Matousek, geboren op 12-07-1875 te Mlade Vozice, Bohemen,
overleden op 15-08-1985 te New Brighten, Minnesota. Dochter van Martin Matousek en Victoria
Posusta uit Hongarije, beiden overleden te Minnesota. Gescheiden op een onbekende datum. Gehuwd
(2) vóór 1920 te Forrest Prairie, Meeker, Minnesota, met Annie Boub, geboren in 1874 te Hongarije.
Uit het eerste huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
Jkfr. Anna Gertrude Rohling (zie: 22.66);
Jkfr. Anna Maria Rohling (zie: 22.67);
Jkr. Herman Rohling (zie: 22.68);
Jkr. Martin Rohling (zie: 22.69);
Jkr. Gerhard Henry Rohling, geboren 17-08-1904 Watkins, Minnesota, overleden 05-03-1905;
Jkfr. Victoria Margaret Rohling (zie: 22.70);
Jkr. Theodore Thomas Rohling (zie: 22.71);
Jkfr. Margaret Adelaide Rohling (zie: 22.72);
Jkfr. Mathilda Anna Rohling (zie: 22.73);
Jkr. Henry Rohling (zie: 22.74);
Uit het tweede huwelijk:
11. Jkfr. Mary Rohling, geboren op 24-01-1921, overleden op 05-04-1985 te Hennepin, Minnesota;
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
12. Jkr. Joseph Rohling, geboren in 1922;
13. Jkr. Frank Rohling, geboren in 1924.
21.34
Jkr. Gerhard Heinrich (Henry) Rohling, geboren op 05-09-1875 te Haar, Rooms-Katholiek gedoopt op 07-09-1875 te Wesuwe (getuigen: Margaretha Koop, geb. Schultalbers uit Bawinkel en
Johann Heinrich Beckel uit Hesepe), overleden op 17-06-1916 te Ancker Hospital, begraven te Calvary Cemetery, Minnesota, V.S. Zoon van Hermann Heinrich Rohling en Anna Maria Gertrud Beckel
(zie: 20.32). Gehuwd op 21-06-1906 met Gertrude Mueller, geboren op 01-02-1882 te Plymouth
Township, Minnesota, overleden op 12-07-1941. Gerhard was arbeider bij de aanleg van spoorwegen,
later timmerman te St. Paul. Vanaf 1900 woonde het gezin te Gaylord village, Sibley, en vanaf 1908
te St. Paul Ward 9, Ramsey, Minnesota.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
21.35
Jkfr. Ethel Gertrude Rohling (zie: 22.75);
Jkfr. Hellen Claire Rohling (zie: 22.76);
Jkr. Gilbert Lawrence Rohling (zie: 22.77).
Jkfr. Margaretha Rohling, geboren op 09-04-1882 te Haar, overleden op 15-04-1911 te V.S. Dochter van Hermann Heinrich Rohling en Anna Maria Gertrud Beckel (zie: 20.32). Gehuwd in circa 1903
met Michael (Matt) Hennen, geboren in 1875. Margaretha woonde in 1900 in bij haar broer Johann
Herman in Rich Valley, Minnesota.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
21.36
Gertrude (Mary) Hennen, geboren in 1904, trad toe tot het Benedictijnen klooster te Mound
Angel, Oregon;
Lena Hennen, geboren op 18-04-1905, overleden op 22-03-1968 te Minnesota. Na het overlijden
van haar moeder werd zij opgenomen in een pleeggezin;
Sylvester Hennen, geboren in 1907, werd eveneens opgenomen in een pleeggezin;
Rudolf Hennen, geboren op 01-08-1908, overleden op 16-11-1980, werd eveneens opgenomen
in een pleeggezin;
Lorada Hennen, geboren in 1910, werd geadopteerd door familie van haar vader.
Jkr. Johann Heinrich (Heinrich) Rohling, geboren op 01-02-1874 te Dünenburg, Rooms-Katholiek
gedoopt op 02-02-1874 te Wesuwe (getuigen: Johann Heinrich Bramsmann uit Dünenburg en Anna
Margaretha Rohling, geb. Wolbers uit Haar) Zoon van Johann Hermann Rohling en Martha Thekla
Bramsmann (zie: 20.34). Vertrok naar Hamburg en huwde met een onbekende vrouw.
Uit dit huwelijk:
1.
21.37
Onbekende zoon, samen met een onbekende vrouw kreeg Heinrich tenminste één zoon.
Jkfr. Anna Margaretha (Margaretha) Rohling, geboren op 28-08-1877 te Altharen, overleden op
28-03-1946. Dochter van Johann Hermann Rohling en Martha Thekla Bramsmann (zie: 20.34).
Gehuwd op 22-07-1902 met Johann Heinrich Wermes, Heuermann von Reinking en van beroep
landbouwer, geboren op 26-09-1878 te Wieresch, Kirchspiel Wesuwe, overleden op 24-05-1932 te
Düne, Altharen, begraven te Wesuwe. Zoon van Hermann Heinrich Wermes, Eigner zu Wieresch,
en Anna-Helena Brink.
Uit dit huwelijk:
1.
Johann Hermann Wermes, geboren op 25-12-1902, gesneuveld op 17-04-1945. Johann was van
beroep oorspronkelijk landarbeider. Gehuwd op 17-07-1930 met Maria Catharina Klas,
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
21.38
geboren op 01-02-1904 te Segberg, overleden op 27-04-1995 te Meppen;
Maria Thekla Wermes, geboren op 15-02-1904 te Altharen, overleden op 31-01-1973 te
Ludmillenstift, Meppen. Gehuwd met Alexander Runde, geboren op 03-05-1901 te Emmeln,
overleden op 04-08-1979 te Emmeln;
Hermann Heinrich Wermes, geboren op 25-01-1906 te Altharen, gesneuveld op 22-03-1945 te
Buisdorf. Gehuwd met Helene Röper, geboren op 23-12-1903 te Altenberge, overleden op 0404-1979 te Ludmillenstift Meppen;
Anna Helene Wermes, geboren op 13-10-1907 te Altharen, overleden op 29-03-1986 te
Ludmillenstift Meppen. Gehuwd met Anton Gertzen, geboren op 19-11-1911 te Dankern,
overleden op 02-01-1973 te Emmeln;
Franz Wermes, Geboren op 29-12-1909 te Altharen, overleden op 30-06-1926 te Bockholt;
Johann Gerhard Wermes, geboren op 03-04-1913 te Altharen. Gehuwd met Anna Margaretha
Lammers, geboren op 28-10-1920;
Clemens Wermes, geboren op 13-12-1914 te Altharen, overleden op 15-04-1988 te Meppen.
Gehuwd op 11-12-1943 met Christina Margaretha Neehoff, geboren op 23-12-1921. Clemens
was van beroep vleeskeurder;
Anna Margaretha Wermes, geboren op 03-08-1917 te Altharen.
Jkr. Johann Hermann (Hermann) Rohling, geboren op 31-12-1879 te Altharen, Rooms-Katholiek
gedoopt op 01-01-1880 te Wesuwe (getuigen: Wilhelm Ahlers uit Altharen en Gertrud Rohling, geb.
Be… uit Haar), overleden op 18-10-1961. Zoon van Johann Hermann Rohling en Martha Thekla
Bramsmann (zie: 20.34). Gehuwd (1) op 08-10-1906 te Altharen met Maria Catharina Kremer,
geboren op 25-03-1880 te Altharen, overleden in circa 1915. Dochter van Johann Gerhardt Kremer
en Maria Ludowika Woltering. Gehuwd (2) op 30-05-1916 te Altharen met Anna Gertrud Kremer, geboren op 30-08-1889 te Oberlangen, Rooms-Katholiek gedoopt op 31-08-1889, overleden op
18-11-1975 te Haren. Zuster van de eerste echtgenote.
Uit het eerste huwelijk:
1.
2.
3.
4.
Jkfr. Maria Thekla Rohling (zie: 22.78);
Jkr. Gerhard Hermann Rohling (zie: 22.79);
Jkr. Johann Hermann Rudolf Rohling (zie: 22.80);
Jkfr. Anna Maria Rohling (zie: 22.81).
Uit het tweede huwelijk:
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
21.39
Jkr. Heinrich Johann Rohling (zie: 22.82);
Jkfr. Maria Margaretha Rohling (zie: 22.83);
Jkfr. Anna Bernh. Hermine Rohling (zie: 22.84);
Jkr. Wilhelm Rohling (zie: 22.85);
Jkr. Rudolf Rohling (zie: 22.86);
Jkr. Clemens Rohling (zie: 22.87);
Jkr. Bernhard Rohling (zie: 22.88).
Jkfr. Catharina Helena (Catharina) Rohling, geboren op 03-10-1882 te Altharen, overleden op 0511-1948. Dochter van Johann Hermann Rohling en Martha Thekla Bramsmann (zie: 20.34). Gehuwd
op 06-06-1906 met Johann Schepers, geboren op 27-08-1876, overleden op 28-11-1954.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
Helena Schepers, geboren op 31-10-1906 te Haren, overleden op 19-03-1998;
Maria Thekla Schepers;
Timotheus Schepers, geboren in 1910;
Timotheus Hermann Schepers, geboren op 27-06-1913, overleden op 18-11-1973;
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
5.
6.
7.
8.
9.
Hermann Heinrich Schepers, geboren op 08-05-1916, overleden op 22-09-1987;
Maria Schepers, geboren in 1917, overleden in 1950;
Lübbert Schepers, geboren op 21-09-1919, overleden op 02-07-1980;
Gerhard Schepers;
Johann Schepers, geboren op 24-03-1926.
21.40
Jkr. Johann Bernhard Rohling, geboren op 23-02-1891 te Altharen. Zoon van Johann Hermann
Rohling en Martha Thekla Bramsmann (zie: 20.34).
21.41
Jkfr. Maria Anna (Anna) Rohling, geboren op 04-05-1892 te Altharen, Rooms-Katholiek gedoopt
te Wesuwe, overleden op 23-05-1923 te Dankern. Dochter van Johann Hermann Rohling en Martha
Thekla Bramsmann (zie: 20.34). Gehuwd in 1920 met Hermann Fehrmann, geboren op 23-12-1892
te Dankern, overleden op 30-10-1970 te Ludmillenstift, Meppen. Zoon van Gerhard Hermann Fehrmann en Maria Helena Lübbers. Na het overlijden van Anna huwde Hermann met haar zuster.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
21.42
Gerhard Fehrmann, geboren op 18-05-1921, overleden in 1946;
Helena Fehrmann, geboren op 19-04-1923 te Haren, overleden op 18-11-2006 te Sögel.
Jkfr. Anna Margaretha Maria (Maria) Rohling, geboren op 31-12-1895 te Altharen, overleden op
19-08-1960 te Dankern. Dochter van Johann Hermann Rohling en Martha Thekla Bramsmann (zie:
20.34). Gehuwd op 23-05-1928 te Wesuwe met Hermann Fehrmann, geboren op 23-12-1892 te
Dankern, overleden op 30-10-1970 te Ludmillenstift, Meppen. Zoon van Gerhard Hermann Fehrmann en Maria Helena Lübbers.
Anna was voor haar huwelijk dienstmeisje op landgoed Düneburg. Zij werkte daar van 01-05-1915 tot
31-08-1921 tegen een jaarlijkse vergoeding van 140 Mark. Vervolgens werkte zij in het huishouden
van de familie Brüning. Hermann was de weduwnaar van Maria’s oudere zuster Anna (zie: 21.41).
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
21.43
Anni Fehrmann, geboren op 23-05-1929. Gehuwd op 29-08-1953 met Hermann Kramer,
geboren op 19-01-1924. Samen kregen zij 4 kinderen;
Thekla Fehrmann, geboren op 09-10-1931. Gehuwd op 28-08-1956 met Rudolf Gerhard
(Rudolf) Meyering, geboren op 02-03-1928. Samen kregen zij 3 kinderen;
Josefine Fehrmann, geboren op 31-03-1933. Gehuwd met Heinrich (Heinz) Müller, geboren
op 23-03-1931. Samen kregen zij 5 kinderen;
Gerhard Hermann Fehrmann, geboren op 29-08-1936, overleden in 1953;
Maria Anna Fehrmann, geboren op 11-12-1942. Gehuwd met Franz Hermann (Franz)
Deymann, geboren op 25-05-1941. Samen kregen zij 4 kinderen;
Jkfr. Margaretha Rohling, geboren te Altharen, overleden te Emsdetten. Dochter van Johann Bernhard Rohling en Christina Mecklenburg (zie: 20.37). Gehuwd met Hubert Vietmeyer.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Margret Vietmeyer, geboren te Emsdetten;
Christel Vietmeyer, geboren Emsdetten. Gehuwd met Bäumker. Samen kregen zij 2 kinderen;
Hedwig Vietmeyer, geb. Emsdetten, overleden Löningen. Had met echtgenoot café te Löningen;
Marianne Vietmeyer, geboren te Emsdetten. Gehuwd met een zekere Geisemann, Spätheimkehrer (krijgsgevangene die pas ná 31-12-1946 werd vrijgelaten en kon terugkeren naar Duitsland;
Annette Vietmeyer, geboren Emsdetten. Gehuwd met een tuinier. Samen kregen zij 2 kinderen;
Heinz Vietmeyer, geboren te Emsdetten.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
21.44
Jkfr. Maria Gesina Rohling, geboren op 16-07-1897 te Altharen, Rooms-Katholiek gedoopt op 1707-1897 te Wesuwe (getuigen: Anna Gesina Gerdes, geb. Rohling, Kolonistenvrouw te Altenberge en
Menke Lübber uit Haren), overleden op 03-12-1970 te Haren. Dochter van Johann Bernhard Rohling
en Maria Drees (zie: 20.37).
21.45
Jkfr. Maria Helena Rohling, geboren op 22-12-1901 te Altharen, Rooms-Katholiek gedoopt op 2312-1901 te Wesuwe (getuigen: Maria Albers, geb. Rohling, Kolonistenvrouw te Sandberg en Hermann Bohse, bakkersmeester te Wesuwe). Dochter van Johann Bernhard Rohling en Maria Drees
(zie: 20.37). Gehuwd op 08-04-1942 te Wesuwe met Heinrich Meyering, geboren op 12-09-1906 te
Altharen, overleden op 05-09-1975 te Haren. Zoon van Hermann Meyering, timmerman en metselaar, en Maria Thekla Sibum.
21.46
Jkr. Hermann Rohling, geboren op 14-03-1907 te Altharen, overleden op 10-09-1957 te Altharen
(aan de gevolgen van een vuurwerk ongeval), begraven te Haren. Zoon van Johann Bernhard Rohling
en Maria Drees (zie: 20.37). Gehuwd in 1942 te Wesuwe met Anna Anneken, geboren op 09-081910 te Aschendorf, overleden op 09-09-1960 te Haren. Hermann was van beroep landbouwer, koetsier bij de posterijen en begrafenisondernemer.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
Jkr. Bernhard Rohling (zie: 22.89);
Jkr. Hans Rohling (zie: 22.90);
Jkr. Hermann Rohling (zie: 22.91).
21.47
Jkfr. Maria Rohling, dochter van Johann Bernhard Rohling en Maria Drees (zie: 20.37). Gehuwd te
Kettenkamp.
21.48
Jkfr. Adelheid Rohling, geboren te Altharen, overleden te Altharen. Dochter van Johann Bernhard
Rohling en Maria Drees (zie: 20.37). Gehuwd in 1924 met Hermann Cloppenborg, geboren op 0509-1887 te Altharen, overleden op 19-02-1964 te Haren-Altharen. Hermann was van beroep metselaar.
21.49
Jkfr. Anna Angela Rohling, geboren op 06-09-1885 om 03:00 uur te Haren, overleden op 22-081966. Dochter van Jacobus Hermann Rohling en Anna Angela Esders (zie: 20.40). Gehuwd (1) op 1601-1912 met Rudolf Wittmann, overleden vóór 1919. Gehuwd (2) op 23-07-1919 te Haren met
Gerhard Wittmann, geboren op 14-11-1873. Zoon van Hermann Wittmann en Anna Angela
Robben. Rudolf was van beroep metselaar te Altharen. Gerhard was van beroep metselaar te Düneburg.
21.50
Jkfr. Margaretha Brigitta Rohling, geboren op 05-10-1887 te Haren. Dochter van Jacobus Hermann Rohling en Anna Angela Esders (zie: 20.40).
21.51
Jkr. Dipl. Arch. Johann Gerhard Rohling, geboren op 04-04-1886 te Haren, overleden op 25-101973 te Lastrup. Zoon van Hermann Heinrich Rohling en Anna Hessling (zie: 20.42). Gehuwd op 1501-1920 te Lastrup met Engeline Lina Hagen, geboren op 25-03-1882 te Matrum, overleden op 2909-1955 te Lastrup. Johann was van beroep architect en aannemer.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
21.52
Jkr. Heinz Rohling (zie: 22.92);
Jkr. Robert Rohling, geboren op 15-02-1923 te Lastrup, overleden op 21-02-1924 te Lastrup;
Jkr. Gerhard Johann Rohling (zie: 22.93);
Jkr. Eugen Rohling (zie: 22.94).
Jkr. Johann Hermann Rohling, geboren op 24-08-1888 te Haren, overleden op 03-08-1915 te Antoniówka, Polen. Zoon van Hermann Heinrich Rohling en Anna Hessling (zie: 20.42). Gehuwd in op
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
04-08-1914 te Haren met Maria Mecklenborg, geboren op 12-07-1890 te Haren, overleden op 2209-1926. Johann was van beroep metselaar. Maria was in 1914 van beroep dienstmeisje.
21.53
Jkfr. Maria Angela Johanna Rohling, geboren op 26-05-1891 te Haren, overleden op 18-05-1954 te
Haren (begraven). Dochter van Hermann Heinrich Rohling en Anna Hessling (zie: 20.42). Gehuwd op
19-06-1911 te Haren met Johann Friedrich Wilhelm Hebbelmann, geboren op 06-02-1880 te Niederlangen, overleden op 18-12-1954 te Haren.
21.54
Jkfr. Thekla Maria Rohling, geboren op 31-01-1894 te Haren, overleden op 22-04-1968 te Münster.
Dochter van Hermann Heinrich Rohling en Anna Hessling (zie: 20.42). Maria was Ordenschwester en
stond bekend onder de naam Fortuna.
21.55
Jkfr. Anna Margareta Rohling, geboren op 04-09-1896 te Haren, overleden op 01-04-1961 te
Lastrup. Dochter van Hermann Heinrich Rohling en Anna Hessling (zie: 20.42). Gehuwd op 05-111930 te Lastrup met Josef Figlewski, geboren op 12-02-1892 te Slopanowo (Polen), overleden op 1611-1966 te Lastrup.
Anna was van beroep kleermaakster.
21.56
Jkr. Heinrich Rohling, geboren op 01-01-1899 te Lastrup, overleden op 13-03-1968 te Lastrup.
Zoon van Hermann Heinrich Rohling en Anna Hessling (zie: 20.42). Gehuwd op 18-10-1927 te
Lastrup met Angela Flerlage, geboren op 14-02-1904, overleden op 25-06-1972 te Lastrup.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
Onbekende zoon of dochter, levenloos geboren in 1927;
Jkr. Heinz Rohling (zie: 22.95);
Jkr. Walter Rohling (zie: 22.96).
21.57
Jkfr. Anna Angela Walburga Rohling, geboren op 15-10-1901 te Haren, overleden op 16-04-1978
te Löningen. Dochter van Hermann Heinrich Rohling en Anna Hessling (zie: 20.42). Gehuwd op 1401-1926 te Lastrup met Ernst Flerlage, geboren op 22-08-1895 te Löningen, overleden op 07-121934 te Löningen.
21.58
Jkr. Johann Bernhard Rohling, geboren op 31-10-1904 te Haren. Zoon van Hermann Heinrich
Rohling en Anna Hessling (zie: 20.42).
21.59
Jkfr. Maria Angela Gerharda Rohling, geboren op 27-12-1906 te Haren, overleden op 07-02-1979
te Lathen. Dochter van Hermann Heinrich Rohling en Anna Hessling (zie: 20.42). Gehuwd op 25-091935 met Johann Jönen, geboren op 31-03-1909 te Alt-Wahn, overleden op 01-12-1975 te Lathen.
21.60
Jkr. Henry Franz II Rohling, geboren op 19-04-1921 te Council Bluffs, Iowa, overleden op 07-021968. Zoon van Henry Franz Rohling en Loretta Mulick (zie: 20.45). Gehuwd met Sylvia Marie
Bennewitz, geboren in 1923 te Omaha, Nebraska.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Jkr. Henry Franz III (Hank) Rohling, geboren op 20-01-1959. Gehuwd met Laura J.;
Jkfr. Mary Loretta Rohling;
Jkr. John Anthony Rohling, geboren in 1963;
Jkfr. Elizabeth Theresa Rohling;
Jkfr. Anne Marie Rohling;
Jkfr. Louise Sylvia Rohling, geboren op 19-06-1966 ;
Jkr. Karl Lunston Rohling, geboren in december 1967.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
21.61
Jkfr. Ellen Beth Rohling, geboren in 1923. Dochter van Henry Franz Rohling en Loretta Mulick
(zie: 20.45). Gehuwd op 26-12-1949 met Arthur C. Brown, geboren in 1920.
21.62
Jkr. Jens Laurits Röhling. Zoon van Johan Peter Ludvig Röhling en Nielsine Marie Nielsen (zie:
20.51) Gehuwd met Sine Hansen. Dochter van Jens Marius Hansen en Ane Katrine Thomsen.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
21.63
Jkfr. Dorthe Cathrine Röhling (zie: 22.97);
Jkr. Johan Röhling (zie: 22.98);
Jkfr. Vibeke Marie Röhling (zie: 22.99).
Jkr. Aksel Rikard Röhling. Zoon van Valdemar Frederik Röhling en Anna Marie Kristine Hansen
(zie: 20.54). Gehuwd (1) met Mildred Gladys Bøe, geboren 14-09-1909 te Norbo, Canada, Evangelisch-Luthers gedoopt 03-10-1909 te Norbo, overleden 31-05-1986 te Frederikssund, Denemarken, begraven 04-06-1986 te Holbæk. Dochter van Harald Bøe en Ingrid Josepha Poulsen. Gehuwd (2) met
Dyveke Marie Kirstine Nielsen. Dochter van Carl Christian Nielsen en Anna Jensine Pedersen.
Uit het eerste huwelijk:
1.
2.
21.64
Jkr. Max Röhling (zie: 22.100);
Jkr. Jan Röhling (zie: 22.101).
Jkfr. Inge Röhling. Dochter van Valdemar Frederik Röhling en Anna Marie Kristine Hansen (zie:
20.54). Gehuwd met Frits Thorvald Bernhard Christensen, geboren op 25-09-1910 te Holbæk,
Evangelisch-Luthers gedoopt 05-10-1924 te Holbæk, overleden 25-04-1986 te Holbæk, begraven op
02-05-1986 te Holbæk, Sct. Nicolai. Zoon van Niels Dines Kristensen en Albine Karoline Larsen.
Uit dit huwelijk:
1.
21.65
Bente Röhling. Gehuwd (1) met Jørgen Vesti Nielsen. Gehuwd (2) met Leif Leick. Zoon van
Friedrich Wilhelm Leick en Ellen Kirstina Rosenkrands. Samen kregen zij 2 kinderen.
Jkr. Leo Krøyer Röhling, geboren op 03-11-1908 te Kerteminde. Zoon van Gotfred Johan Röhling
en Valborg Elisabeth Krøyer (zie: 20.57). Gehuwd (1) met Ellen Jørgensen. Gehuwd (2) 22-09-1942
te Kerteminde met Ida Knackstredt, geboren 07-06-1902 te Nyborg, overleden 02-09-2005 te Odense.
Uit het eerste huwelijk:
1.
2.
21.66
Jkfr. Jytte Krøyer Röhling;
Jkfr. Bente Krøyer Röhling.
Jkfr. Meta Marie Röhling, geboren op 21-07-1913 te Præstø, Evangelisch-Luthers gedoopt op 12-11913 te Præstø, overleden op 08-07-1990 te Kopenhagen. Dochter van Oluf August Röhling en Karen
Christine Andersen (zie: 20.58) Gehuwd met Anton Sørensen, geboren op 22-05-1913 te Ishøj,
Kopenhagen, overleden op 08-06-1990 te Ishøj, Kopenhagen.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
21.67
Lis Sørensen. Gehuwd met Kjeld Pihl Olsen. Samen kregen zij 3 kinderen.
John Sørensen. Gehuwd met Ida Marianne Østergaard.
Jkfr. Karen Nikoline Röhling. Dochter van Oluf August Röhling en Karen Christine Andersen (zie:
20.58). Gehuwd met Oluf Petersen.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Uit dit huwelijk:
1.
2.
21.68
Jane Petersen;
Lene Petersen, geboren op 31-07-1948, overleden in 1948.
Jkfr. Anna Sofie Röhling. Dochter van Oluf August Röhling en Karen Christine Andersen (zie:
20.58) Gehuwd (1) met Poul Jensen. Gehuwd (2) met Egon Werner Rambech Andersen, geboren
op 11-03-1920, overleden op 05-06-1989 te Kopenhagen. Gehuwd (3) met Eli Cecilius Løndahl Andresen, geboren op 01-05-1923 te Horsens, Evangelisch-Luthers gedoopt op 05-05-1923 te Horsens,
overleden op 09-05-2000 te Alsted, begraven op 13-05-2000 te Alsted. Zoon van Jens Christian
Løndahl en Sara Nissen.
Uit het eerste huwelijk:
1.
Jan Röhling, geboren op 22-11-1941 te Kopenhagen, overleden in 2002. Gehuwd (1) met
Gunna Olsen. Samen kregen zij 2 kinderen. Gehuwd (2) met Annette Guld.
Uit het tweede huwelijk:
2.
3.
21.69
Elisabeth Kirstine Rambech Röhling. Gehuwd (1) met Henning Nielsen. Samenm kregen zij 2
kinderen. Gehuwd (2) met Arne Spindler. Samen kregen zij 1 kind. Gehuwd (3) met Rene
Hasselstrøm. Samen kregen zij 1 kind;
Kai Rambech Röhling. Gehuwd (1) met Anne-Lise Betzer Madsen. Gehuwd (2) met Gitte
Carina Jensen. Gehuwd (3) met Rikke Jeanne Mørch Wilche.
Jkfr. Elisabeth Dorthea Röhling, geboren op 29-09-1924 te Roskilde, overleden op 20-01-1970 te
Kopenhagen, Evangelisch-Luthers begraven in januari 1970 te Roskilde. Dochter van Oluf August
Röhling en Karen Christine Andersen (zie: 20.58). Gehuwd met Børge Jørgensen.
Uit dit huwelijk:
1.
21.70
Palle Röhling, gehuwd met Else-Marie. Samen kregen zij dochter, Elisabeth Kirstine Röhling.
Jkfr. Joyce Elenora Röhling. Dochter van Anker Rohling en Ethel Rasmussen (zie: 20.62). Gehuwd
met Robert Victor Preston. Zoon van Victor Preston en Edith West.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
21.71
Vicki Marie Preston. Gehuwd (1) met Ernest Seaman III Cooper, geboren op 07-04-1947,
overleden op 03-12-1977. Samen kregen zij 1 kind. Gehuwd (2) met Gene Davis Noel. Zoon van
Elva Noel en Mary Isham. Samen kregen zij 2 kinderen;
Sharon Kay Preston;
William Robert Preston. Gehuwd met een onbekende vrouw. Samen kregen zij 2 kinderen;
Thomas Dale Preston.
Jkr. Helmfried Joachim Röhling, geboren op 14-08-1926 te Zwickau, overleden op 23-02-1990.
Zoon van Max Georg Röhling en Emma Adele Schotter (zie: 20.64). Gehuwd met Käthe Phillip.
Helmfried was van beroep industrieel koopman te Kreuztal.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
Jkr. Thomas Röhling, geboren op 01-06-1954, van beroep technisch tekenaar in de bouw;
Jkfr. Reinhild Röhling, geboren op 18-11-1955, van beroep lerares theologie;
Jkr. Dipl.-Ing. Markus Röhling, geboren op 13-07-1964;
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
4.
21.72
Jkfr. Katrin Röhling, geboren op 04-04-1969, van beroep verzekeringsverkoopster.
Jkr. Dr. med. dent. Adolf Georg Wolfgang Röhling, geboren op 25-05-1928 te Bautzen. Zoon van
Max Georg Röhling en Emma Adele Schotter (zie: 20.64). Gehuwd met Agnes Elfriede Bohlen.
Wolfgang was van beroep tandarts te Iserlohn. Samen met Dieter Röhling (zie: 22.98) schreef hij in
1994 een aangevulde heruitgave van “Beiträge zur Geschichte der Familie Roehling” onder de titel:
”Chronik der Familie Röhling”. Anno 2008 was hij nog altijd woonachtig te Schwerte.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
21.73
Jkr. Focke Jörg Röhling (zie: 22.102);
Jkr. Wolf Eberhard Röhling (zie: 22.103).
Jkfr. Armgard Regina Röhling, geboren op 31-07-1932 te Bautzen. Dochter van Max Georg Röhling en Emma Adele Schotter (zie: 20.64). Armgard was ongehuwd maar had wel een buitenechtelijke
zoon van een onbekende man. Armgard was van beroep Hebamme (vroedvrouw).
Kind van Armgard:
1.
Alexander Röhling, kreeg wel de geslachtsnaam Röhling, maar behoort niet tot de adelstand.
21.74
Jkfr. Adele Maria Christine Röhling, geboren op 22-09-1933 te Bautzen, overleden in 1987. Dochter van Max Georg Röhling en Emma Adele Schotter (zie: 20.64). Adele was van beroep tandtechnicus (vervaardigen van tandheelkundige voorzieningen).
21.75
Jkfr. Klara Felicitas Mechtild Röhling, geboren op 09-02-1936 te Bautzen. Dochter van Max Georg
Röhling en Emma Adele Schotter (zie: 20.64). Klara Felicitas Mechtild was van beroep Kauffrau
(koopvrouw).
21.76
Jkr. Hans Erich Röhling, geboren op 07-05-1906 te Zwickau, overleden op 18-12-1954 te Köln
(Keulen). Zoon van Hermann Guido Röhling en Minna Ida Hölig (zie: 20.73). Gehuwd met Elfriede
Pfaff, geboren op 15-01-1915 te Chemnitz, overleden op 06-11-1987 te Dormagen bij Köln. Dochter
van Rudolf Max Pfaff (Hoofd van de Kriminalpolizei, oftewel recherche), overleden op 18-01-1935,
en Martha Knorr, overleden op 20-12-1951.
Hans Erich was beroepsbrandweerman te Zwickau en daarna stadssecretaris. Als stadssecretaris stond
hij aan het hoofd van de stedelijke organisatie. Hij was verantwoordelijk voor de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van het beleid. Hans Erich was als stadssecretaris het hoofd van het gemeentelijk
personeel. Hij woonde vergaderingen van de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen bij, stelde hierbij notulen op en was mede-ondertekenaar (samen met de burgemeester) van de
reglementen en verordeningen van de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen.
Hans Erich werd na de Tweede Wereldoorlog in een Russisch gevangenkamp te Lager Bauzen gevangen gezet, daarna in Keulen waar hij uiteindelijk overleed.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
21.77
Jkr. Gert Joachim Röhling (zie: 22.104);
Jkfr. Isolde Gerhilde Röhling (zie: 22.105);
Jkr. Klaus Erich Röhling (zie: 22.106);
Jkr. Dieter Röhling (zie: 22.107).
Jkr. Frido Helmut Röhling, geboren op 09-12-1909 te Zwickau. Zoon van Hermann Guido Röhling
en Minna Ida Hölig (zie: 20.73). Frido sneuvelde tijdens W.O. II in 1944 aan het front te Rusland.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
22.1
Jkr. Hendrikus Anthonius G. Röling / Roeling, geboren op 19-05-1934 te Rotterdam. Zoon van Johannes Wilhelmus Röling / Roeling en Adriana M. Gabrieel (zie: 21.6). Gehuwd met Theodora
Johanna van Tiel, geboren op 04-06-1936 te Rotterdam.
Uit dit huwelijk:
1.
22.2
Jkfr. Silvia Elisabeth Röling / Roeling, geboren op 23-09-1965 te Rotterdam, overleden op 0606-1970 te Rotterdam.
Jkr. Leendert Röling / Roeling, geboren op 03-10-1911 te Rotterdam, overleden op 24-12-1977 te
Rotterdam. Zoon van Leonardus Adrianus Röling / Roeling en Wilhelmina Pietermans (zie: 21.7).
Gehuwd op 16-01-1935 te Rotterdam met Alida Spruijt, geboren op 01-12-1908 te Rotterdam.
Dochter van Anthonie Spruijt.
Leendert was van beroep Eerste Bureau-ambtenaar sociale zaken (typograaf volgens zijn gezinskaart).
Het gezin stond vanaf 16-01-1935 ingeschreven op de Boezemlaan 27 C, vanaf 19-08-1937 op de
Boezemlaan 70 B en vanaf 10-05-1938 op de Rusthoflaan 28 B.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
22.3
Jkfr. Wilhelmina Johanna Maria Röling / Roeling (zie: 23.1);
Jkr. Leonardus Adrianus Anthonie Röling / Roeling (zie: 23.2);
Jkfr. Alida Maria Catharina Röling / Roeling, geboren op 21-10-1940 te Rotterdam. Mogelijk
overleden op 24-02-1992 te Tilburg en gehuwd op 02-01-1967 te Tilburg met een zekere
Michael Cornelis Gerarus Thai, geboren op 12-08-1928 te Tilburg;
Jkfr. Helena Christina M. Röling / Roeling, geboren op 20-03-1945;
Jkfr. Theodora Johanna M. Röling / Roeling (zie: 23.3);
Jkfr. Catharina Geertruida Maria Röling / Roeling (zie: 23.4);
Jkfr. Marie-Anne Johanna Röling / Roeling, geboren op 31-12-1953 te Rotterdam.
Jkr. Johannes Jacobus Röling, geboren op 23-02-1924 te Rotterdam, overleden op 12-04-2003 te
Gouda. Zoon van Mattheus Theodorus Röling / Roeling en Anna Elisabeth van Lankeren (zie: 21.8).
Gehuwd op 25-02-1948 te Rotterdam met Johanna Koevoets, geboren op 24-07-1926 te Rotterdam.
Het echtpaar Röling – Koevoets vestigde zich op 09-09-1982 te Nieuwerkerk aan den IJssel.
Uit dit huwelijk:
1.
Mattheus Theodorus Roling, geboren op 02-07-1950 te Rotterdam.
22.4
Jkfr. Maria Helena Röling, geboren op 29-09-1926 te Rotterdam, overleden op 21-12-1999 te Bloemendaal. Dochter van Mattheus Theodorus Röling / Roeling en Anna Elisabeth van Lankeren (zie:
21.8). Gehuwd op 20-08-1947 te Rotterdam met Antonius Fr. Vercruysse, geboren op 15-03-1922 te
Rotterdam, overleden op 21-11-1991 te Capelle aan den IJssel.
22.5
Jkr. Mattheus Theodorus Röling, zoon van Mattheus Theodorus Röling/ Roeling en Anna Elisabeth
van Lankeren (zie: 21.8). Gehuwd op 19-11-1952 te Hof van Delft met J.M. Langeveld.
22.6
Jkr. Hendrikus Gerardus Wilhelmus (Henk) Roeling, geboren op 29-02-1924 te Kethel en Spaland, overleden op 07-07-1993, Rooms-Katholiek begraven te Kethel. Zoon van Theodorus Wilhelmus Roeling en Adriana Apolonia Langelaan (zie: 21.17). Gehuwd op 18-08-1953 te Maasland met
Maria Cornelia Paalvast, geboren op 09-02-1924 te Maasland.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
22.7
Jkr. Theodorus Johannes Thomas Roeling, geboren op 28-07-1954 te Schiedam;
Jkr. Johannes Wilhelmus Christianus Roeling, geboren op 13-10-1955 te Schiedam;
Jkr. Wilhelmus Gijsbertus Maria (Wim) Roeling (zie: 23.5);
Jkfr. Henrica Cornelia Maria Roeling, geboren op 04-09-1957 te Schiedam;
Jkfr. Adriana Maria Elisabeth Roeling, geboren op 23-06-1959 te Schiedam;
Jkfr. Mirjam Liduina Monica Roeling, geboren op 03-09-1960 te Schiedam;
Jkr. Henricus Hyacintus Jozef Roeling, geboren op 17-04-1962 te Schiedam.
Jkfr. Wilhelmina Gijsberta Johanna (Mien) Roeling, geboren op 31-05-1925 te Kethel en Spaland,
overleden op 17-01-2003, Rooms-Katholiek begraven te Kethel. Dochter van Theodorus Wilhelmus
Roeling en Adriana Apolonia Langelaan (zie: 21.17). Gehuwd op 08-07-1953 te Kethel en Spaland
met Thomas Sebastianus (Thom) de Vette, geboren op 10-08-1919 te Kethel en Spaland.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
22.8
Cornelia Maria Everardus de Vette, geboren op 05-04-1959 te Schiedam;
Theodorus Leonardus Maria de Vette, geboren op 27-05-1961 te Schiedam;
Johannes Thomas Josephus de Vette, geboren op 06-11-1962 te Schiedam;
Henricus Quirinus Maria de Vette, geboren op 23-12-1964 te Schiedam.
Jkr. Gijsbertus Jacobus Josephus (Bert) Roeling, geboren op 19-03-1927 om 18.00 uur te Kethel
en Spaland, overleden op 21-10-1994 om 15.00 uur te Vlaardingen. Zoon van Theodorus Wilhelmus
Roeling en Adriana Apolonia Langelaan (zie: 21.17). Gehuwd op 25-06-1953 te Kethel en Spaland
met Adriana Joanna Maria (Sjaan) de Vette, geboren op 05-05-1932 te Kethel en Spaland. Dochter
van Thomas de Vette en Johanna Petronella Janssen.
Bert was van beroep melkrijder, werkzaam bij de gemeente reiniging Vlaardingen, vrachtwagenchauffeur bij Lensveld en werkzaam als maaier bij de gemeente Vlaardingen.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
22.9
Jkfr. Adriana Joanna Maria (Sjaan) Roeling (zie: 23.6);
Jkr. Thomas Adrianus Gijsbertus (Tom) Roeling, geboren op 19-11-1955 te Schipluiden;
Jkr. Theodorus Wilhelmus (Theo) Roeling (zie: 23.7);
Jkfr. Johanna Wilhelmina (Anneke) Roeling (zie: 23.8);
Jkr. Gijsbertus Gerardus Cornelis (Bert) Roeling (zie: 23.9).
Jkr. Gerardus Leonardus Maria (Gerard) Roeling, geboren op 26-03-1928 te Kethel en Spaland,
overleden op 01-04-2003, Rooms-Katholiek begraven te Kethel. Zoon van Theodorus Wilhelmus
Roeling en Adriana Apolonia Langelaan (zie: 21.17). Gehuwd op 19-01 of 18-02-1958 te Kethel en
Spaland met Joanna Neeltje Cornelia (Corrie) van de Knoop, geboren op 12-10-1931 Overschie.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
22.10
Jkfr. Adriana Maria Cornelia Roeling, geboren op 16-11-1959 te Schiedam;
Jkfr. Anita Alida Jacoba Roeling, geboren op 04-09-1962 te Schiedam;
Jkfr. Monique Wilhelmina Theodora Roeling, geboren op 15-10-1963 te Schiedam.
Jkr. Theodorus Cornelis Paulus (Theo) Roeling, geboren op 30-06-1930 te Kethel en Spaland,
overleden op 08-08-2004 te Schiedam. Rooms-Katholiek begraven te Kethel. Zoon van Theodorus
Wilhelmus Roeling en Adriana Apolonia Langelaan (zie: 21.17). Gehuwd op 13-01-1960 te Pijnacker
met Wilhelmina Gerarda Margareta (Mien) van der Meer, geboren op 23-05-1933 te Pijnacker.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Theodorus was van beroep vrachtrijder.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
22.11
Jkfr. Martha Petronella Maria Roeling (zie: 23.10);
Jkfr. Adriana Maria Hendrika Roeling, geboren op 19-12-1961 te Schiedam. Gehuwd in 1992
te Rotterdam met Pieter Jan Diepenhorst;
Jkr. Quirinus Antonius Jozef Roeling (zie: 23.11);
Jkr. Petrus Theodorus Roeling (zie: 23.12);
Jkr. Paulus Leonardus Roeling (zie: 23.13).
Jkr. Leonardus Gerardus Antonius (Leo) Roeling, geboren op 27-09-1933 te Kethel en Spaland.
Zoon van Theodorus Wilhelmus Roeling en Adriana Apolonia Langelaan (zie: 21.17). Gehuwd op 0612-1968 te Kethel en Spaland met Wilhelmina Anna (Miep) Meijer, geboren op 21-08-1938 te
Schiedam. Leo was van beroep gemeente arbeider.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
22.12
Jkfr. Miranda Apolonia Maria Roeling, geboren op 22-02-1970 te Kethel en Spaland.
Samenwonend met Johan Herman Peters, geboren op 11-03-1961 te Emmen. Zoon van
Johannes Gerardus (Gerard) Peters en Johanna Margaretha (Griet) Berendsen;
Jkfr. Geraldine Wilhelmina Maria Roeling, geboren op 26-06-1974 te Kethel en Spaland.
Jkr. Martinus Adrianus Anthonius Maria (Maarten) Roeling, geboren op 20-01-1908 te Overschie, overleden op 06-02-1978, begraven begraafplaats Beekbergerweg te Apeldoorn. Zoon van
Petrus Johannes Theodorus Roeling en Cornelia Maria van Koppen (zie: 21.20). Gehuwd op 06-061946 te Wateringen met Maria Wilhelmina Cornelia Wenneker, geboren op 15-08-1909, overleden
op 15-09-2009 te Apeldoorn (woonzorgcentrum Sainte Marie).
Uit dit huwelijk:
1.
22.13
Jkr. Martinus Petrus Johannes Maria (Martien) Roeling (zie: 23.14).
Jkfr. Maria Adriana Maria Roeling, geboren op 22-02-1909 Overschie, overleden op 20-08-1997 te
Vlaardingen. Dochter van Petrus Johannes Theodorus Roeling en Cornelia Maria van Koppen (zie:
21.20). Gehuwd op 29-06-1938 te Vlaardingen met Johannes Adrianus Maria Kerklaan, geboren
op 22-12-1912 te Wateringen, overleden op 26-02-1993 te Vlaardingen. Maria was van beroep filiaalhoudster van een winkelketen.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Theodorus Johannes Petrus Kerklaan, geboren op 24-03-1939 te Vlaardingen. Gehuwd op 1904-1963 met Lenie Lathouwers. Samen kregen zij 2 kinderen;
Cornelia Petronella Maria Kerklaan, geboren op 24-03-1939 te Vlaardingen. Gehuwd op 0805-1958 met Hendrikus Marijn Lammers. Samen kregen zij 4 kinderen;
Petrus Johannes Martinus Kerklaan, geboren op 11-07-1940 te Vlaardinger-Ambacht.
Gehuwd op 21-04-1964 met Maria Catharina Odijk. Samen kregen zij 2 kinderen;
Cornelis Johannes Antonius Kerklaan, geboren op 11-07-1941 te Vlaardingen. Gehuwd op 2002-1965 met B.J.E. Kreischer. Samen kregen zij 2 kinderen;
Johannes Adrianus Franciscus Kerklaan, geboren op 21-12-1942 te Vlaardingen. Gehuwd op
15-01-1966 met A. van der Knaap. Samen kregen zij 2 kinderen;
Jacobus Johannes Maria Kerklaan, geboren op 09-02-1944 te Vlaardingen. Gehuwd op 02-091966 met Corrie J.A. Reniers. Samen kregen zij 3 kinderen;
Paulus Johannes Adrianus Kerklaan, geboren op 24-03-1945 te Vlaardingen. Gehuwd op 13-
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
8.
9.
22.14
01-1966 met F. van Haasteren. Samen kregen zij 3 kinderen;
Liduina Theresia Maria Kerklaan, geboren op 01-09-1947 te Vlaardingen. Gehuwd op 01-021969 met Albert Langeveld. Samen kregen zij 2 kinderen;
Anthonius Johannes Nicolaas Maria Kerklaan, geboren op 03-05-1949 te Vlaardingen
(volgens extract-persoonslijst van zijn moeder is hij geboren op 27-03-1949). Gehuwd op 07-111973 met Els Vollering. Samen kregen zij 2 kinderen.
Jkr. Adrianus Martinus Petrus Roeling, geboren op 03-05-1910 te Overschie, overleden op 31-011995 te Delft. Zoon van Petrus Johannes Theodorus Roeling en Cornelia Maria van Koppen (zie:
21.20). Gehuwd op 23-07-1942 te Naaldwijk met Wilhelmina Cornelia Vogels, geboren op 15-021915 te Naaldwijk, overleden op 13-01-1978 te Delft. Het echtpaar Roeling – Vogels schreef zich op
08-03-1948 in te De Lier.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
22.15
Jkr. P. Roeling, gehuwd met M. Willems;
Jkr. W. Roeling, gehuwd met M. van Schijndel;
Jkr. A. Roeling (23.15);
Jkr. A. J. Roeling (23.16);
Jkfr. C. Roeling (23.17);
Jkr. G. Roeling.
Jkfr. Maria Cornelia Roeling, geboren op 20-02-1912 te Overschie, overleden op 12-10-2003 te
Ede, begraven te Wageningen. Dochter van Petrus Johannes Theodorus Roeling en Cornelia Maria
van Koppen (zie: 21.20). Gehuwd op 06-05-1942 te Vlaardingen met Adrianus Wilhelmus Nicolaas
Dobbe, geboren op 27-08-1910 te Voorschoten, overleden op 24-03-1994 te Wageningen, begraven te
Wageningen. Het echtpaar Dobbe – Roeling schreef zich op 08-05-1942 in te Wageningen.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
22.16
Adrianus Petrus Maria Dobbe, geboren op 03-07-1943 te Wageningen. Gehuwd op 22-09-1965
met B. Schoenmaeker, geboren op 05-03-1944 te Ede. Samen kregen zij 3 kinderen;
Petrus A.J. Dobbe, geboren op 06-01-1945 te Vleuten. Gehuwd met Carmen Costa Feireiro,
geboren op 28-08-1954 te Spanje;
Johannes A.L.M. Dobbe, geboren op 06-07-1947 te Wageningen. Gehuwd op 21-07-1972 met
Yvonne Mijnhout, geboren op 11-12-1950 te Krommenie;
Apolonia C.C. Dobbe, geboren op 06-03-1949 te Wageningen. Gehuwd op 04-05-1972 met Jos
Corstjens, geboren op 16-02-1951 te Krommenie;
Franciscus A.M. Dobbe, geboren op 01-07-1951 te Wageningen.
Jkr. Petrus Wilhelmus (Peter) Roeling, geboren op 07-04-1913 te Overschie, overleden op 12-062001 te Waalwijk. Zoon van Petrus Johannes Theodorus Roeling en Cornelia Maria van Koppen (zie:
21.20). Gehuwd (1) op 13-03-1946 te Vlaardingen met Maria Petronella Roelofs, geboren op 02-031914 te Duisburg, Duitsland, overleden op 16-11-1968 te ‘s Hertogenbosch. Gehuwd (2) op 17-061970 met Eugenie van Meerdonk.
Na zijn werk bij de KLM verhuisde het echtpaar op 29-04-1965 naar Drunen waar Peter werkzaam
was bij de firma Lips. Na zijn pensioen zette Peter zich bestuurlijk in voor ouderen. Als hobby verbouwde hij groente op een volkstuin. Enkele maanden voor zijn overlijden werd hij op 15-03-2001 ingeschreven in verzorgingstehuis Eikendonk te Waalwijk.
Uit het eerste huwelijk:
1.
Jkr. Marcel Cornelis Roeling, geboren 24-04-1952 te Rotterdam. Relatie met een zekere Anja.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
22.17
Jkfr. Wilhelmina Esther Roeling, geboren op 20-07-1914 te Overschie, overleden op 03-09-2004 te
Alblasserdam. Dochter van Petrus Johannes Theodorus Roeling en Cornelia Maria van Koppen (zie:
21.20). Gehuwd op 18-09-1945 te Overschie (volgens haar persoonskaart Vlaardingen) met Johannes
Henri Maria Tiebout, geboren op 04-01-1920 te Rotterdam, overleden op 01-12-1996 te Alblasserdam. Het echtpaar Tiebout – Roeling schreef zich op 17-12-1947 in te Alblasserdam.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
22.18
Wilhelmina Leonarda Maria Tiebout, geboren op 06-08-1946 te Overschie. Gehuwd met
Theunis Vos, geboren op 20-09-1943;
Cornelia Maria Tiebout, geboren op 25-12-1947 te Overschie. Gehuwd met Anthony John
Cornelis Hoynck van Papendrecht, geboren op 11-05-1945. Samen kregen zij 2 kinderen;
Johannes Adrianus Maria Tiebout, geboren op 30-05-1950 te Alblasserdam. Gehuwd met
Wilhelmina Servatia Hilverda, geboren op 05-01-1954;
Petrus Johannes Maria Tiebout, geboren op 09-02-1957 te Alblasserdam.
Jkr. Johannes Martinus Maria (Jan) Roeling, geboren op 20-11-1919 te Overschie, overleden op
09-06-2012, Rooms-Katholiek begraven op 16-06-2012 te Ammerzoden. Zoon van Petrus Johannes
Theodorus Roeling en Cornelia Maria van Koppen (zie: 21.20). Gehuwd op 12-07-1945 met Gerarda
Wilhelmina (Gerda) Janssen.
Jan was oprichter van het bedrijf Pomona Aroma BV, producent en leverancier in kleurstoffen en
aroma’s. In 1972 kocht het gezin een huis te Ridderkerk. In de annonce van zijn overlijden stond zijn
lijfspreuk: “Kome al wat komen wil, de ruwste dag verloopt, geen uur staat stil.”
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
22.19
Jkfr. Petronella Mathilda Gerarda Maria Roeling (zie: 23.18);
Jkr. Petrus Martinus Maria Roeling (zie: 23.19);
Jkr. Gerardus Rudolf Jozef Maria Roeling (zie: 23.20);
Jkfr. Cornelia Johanna Maria Roeling (zie: 23.21);
Jkfr. Maria Anna Wilhelmina Roeling (zie: 23.22);
Jkr. Johannes Leonardus Petrus Maria (Hans) Roeling, geboren op 23-07-1955. Gehuwd met
Noor Saimima;
Jkr. Ewald Izak Jozef Maria (Ewald) Roeling, geboren op 16-12-1963. Gehuwd met Anita
Peijnenburg;
Jkr. Phillipus Wilhelmus Johannes Maria (Philip) Roeling, geboren op 16-12-1966. Gehuwd
met een zekere Pauline.
Jkr. Martinus Cornelis Roeling, geboren op 01-01-1912 te Schiedam, overleden op 18-05-1998 te
Rotterdam. Zoon van Johannes Antonius Roeling en Hester Overgaag (zie: 21.21). Gehuwd op 11-031942 te Rotterdam met Catharina Elisabeth Maria (To) Ruigrok, geboren op 01-11-1915 te Rotterdam, overleden op 28-04-2012 te Barendrecht. Op 13-03-1942 vestigden zij zich te Barendrecht.
Martinus had een tuinderij aan de 1e Barendrechtseweg en was betrokken bij oprichting van de
parochie St.Augustinus in Barendrecht. Als tuinder verzorgde hij lange tijd de bloemen in de kerk.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Jkr. Johanes Adrianus Roeling (zie: 23.23);
Jkfr. Cornelia Johanna Maria Roeling (zie: 23.24);
Jkfr. Hester Maria Roeling (zie: 23.25);
Jkr. Jacobus Petrus Roeling, geboren op 19-07-1947 te Barendrecht;
Jkr. Martinus Cornelis Roeling, geboren op 01-01-1949 te Barendrecht;
Jkfr. Maria Elisabeth Roeling (zie: 23.26);
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
7.
8.
22.20
Jkfr. Catharina Maria Cornelia Roeling, geboren op 25-06-1952 te Barendrecht;
Jkfr. Adriana Martha Maria Roeling, geboren op 15-04-1954 te Barendrecht.
Jkr. Adrianus Cornelis Leonardus Roeling, geboren op 31-01-1913 te Schiedam, overleden op 1504-1999 te Schiedam. Zoon van Johannes Antonius Roeling en Hester Overgaag (zie: 21.21). Gehuwd
op 05-06-1940 te Kethel en Spaland met Adriana Johanna Heydra, geboren op 10-11-1915 te
Kethel en Spaland, overleden op 15-10-2001 te Schiedam. Op 05-06-1965 vierden zij hun 25-jarig
huwelijk in zaal Beatrix. De Heilige Mis werd opgedragen in de O.L.V. Visitatie kerk te Schiedam.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
22.21
Jkr. Johannes Martinus Roeling (zie: 23.27);
Jkfr. Margaretha Adriana Roeling (zie: 23.28);
Jkr. Adrianus Theodorus Jozef Roeling (zie: 23.29);
Jkfr. Hester Maria Roeling (zie: 23.30);
Jkfr. Adriana Elisabeth Catharina Roeling (zie: 23.31).
Jkfr. Maria Cornelia Roeling, geboren op 11-05-1914 te Schiedam. Dochter van Johannes Antonius
Roeling en Hester Overgaag (zie: 21.21). Gehuwd op 16-07-1942 met Theodorus Jacobus Daalmeijer, geboren op 01-06-1912 te Schiedam.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
22.22
Cornelia Cecilia Maria Daalmeijer, geboren op 05-06-1943. Gehuwd met Cornelis
Zoetenbroek. Samen kregen zij 2 kinderen;
Johannes Antonius Daalmeijer, geboren op 22-11-1944. Gehuwd met Jannie Buurd. Samen
kregen zij 1 kind;
Johannes Antonius Carolus Borromeus Daalmeijer, geboren op 04-11-1946. Gehuwd met
Anke Baars;
Martinus Theodorus Daalmeijer, geboren op 12-07-1953.
Jkr. Cornelis Adrianus Roeling, geboren op 24-11-1915 te Schiedam, overleden op 06-03-1993 te
Den Haag. Zoon van Johannes Antonius Roeling en Hester Overgaag (zie: 21.21). Gehuwd op 30-041942 met Maria Elisabeth Scholte, geboren op 02-04-1919 te Schiedam. Cornelis was van beroep
bezorger en later broodbakker. Het echtpaar was woonachtig aan de Parallelweg 240a te Schiedam.
Op 17-05-1940 enige tijd aan de ’s-Graveland langs de Schie 47. Na enkele keren te zijn verhuisd
vestigden zij zich op 26-11-1986 aan de Mgr Nolenslaan 508 te Schiedam.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
22.23
Jkr. Johannes Antonius Roeling (zie: 23.32);
Jkr. Bernardus Johannes Roeling (zie: 23.33);
Jkfr. Hester Catharina Roeling (zie: 23.34).
Jkfr. Cornelia Johanna Roeling, geboren op 25-02-1917 te Schiedam, overleden op 23-07-2003 te
Schiedam. Dochter van Johannes Antonius Roeling en Hester Overgaag (zie: 21.21). Gehuwd op 2002-1946 te Schiedam met Leonardus Thomas Lansbergen, geboren op 23-07-1912 te Kethel en
Spaland, overleden op 25-04-1986 te Schiedam.
Uit dit huwelijk:
1.
Adrianus Bernulphus Joseph Lansbergen, geboren 22-02-1947 te Schiedam. Gehuwd (1) 2609-1970 met Ada Hölcher, geboren in circa 1949, vermoord op 21 jarige leeftijd op 24-11-1970
in hun appartement aan de Papsouwselaan te Delft door verkoper Hans K, bekend als de Wurger
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
van Delft. K. zocht na de moord contact met de media en daagde zo de politie uit. Enkele weken
later werd hij gepakt bij een nieuwe poging tot moord. K. pleegde precies een jaar na de moord
zelfmoord in de Van Mesdagkliniek. Deze zaak deed bij de bekende misdaadjournalist Peter R.
de Vries zijn interesse in het vak ontstaan. Gehuwd (2) 17-12-1973 met Wilhelmina v.d. Waal;
2. Johannes Antonius Hyacinthus Lansbergen, geboren op 29-10-1949 te Schiedam. Gehuwd op
08-04-1971 met Margretha v.d. Bergen;
3. Gijsbertus Leonardus Hendrikus Lansbergen, geboren op 29-10-1949 te Schiedam. Gehuwd
op 01-12-1970 met Yvonne Maria Elderhorst. Samen kregen zij 2 kinderen;
4. Hester Maria Chatarina Lansbergen, geboren op 13-02-1951 te Schiedam. Gehuwd op 24-081972 met Hendrikus Foeke. Samen kregen zij 1 kind;
5. Leonardus Cornelis Thomas Lansbergen, geboren op 28-05-1952 te Schiedam;
6. Paulus Petrus Adrianus Lansbergen, geboren op 29-06-1954 te Schiedam;
7. Raymundus Dominicus Jacobus Lansbergen, geboren op 12-09-1955 te Schiedam;
8. Guido Theodorus Josef Lansbergen, geboren op 01-12-1956 te Schiedam;
9. Carolus Borromeus Wilhelmus Lansbergen, geboren op 11-08-1958 te Schiedam;
10. Maria Anna Elisabeth Lansbergen, geboren op 19-03-1960 te Schiedam.
22.24
Kpl. Jkr. Jacobus Martinus (Koos) Roeling MO, geboren op 10-09-1918 te Overschie, overleden
op 01-03-1991 te Rotterdam-Overschie, H. Uitvaartmis op 06-03-1991 om 10:30 uur te St. Petrus’
Banden te Rotterdam-Overschie (door pastoor de Bot), Rooms-Katholiek begraven op 06-03-1991 om
11:45 uur te begraafplaats Hofwijk te Rotterdam, doodsoorzaak was een hersenbloeding. Zoon van
Martinus Arnoldus Roeling en Johanna Cornelia van Kouteren (zie: 21.22). Gehuwd op 27-09-1945
te Rotterdam-Overschie met Germaine Henriette (Germaine) Steffens, geboren op 30-01-1920 te
Kralingen (Jericholaan 19), overleden op 05-05-1974 te Rotterdam-Overschie, doodsoorzaak was een
hartinfarct. Dochter van Henri Joseph (Henri) Steffens en Dina Spoorendonk. Na het overlijden
van Germaine ging Koos samenwonen met Mariette Mina (Nettie) de Jong, geboren op 12-03-1927
te Antwerpen, België, overleden op 28-04-2004 te Rotterdam-Overschie, H. Uitvaartmis op 05-052004 om 11:00 uur te St. Petrus’ Banden te Rotterdam-Overschie (door pastoor C.J. Harder), gecremeerd op 05-05-2004 om 12:30 uur te crematorium Hofwijk. Dochter van Hendrik Johannes de
Jong en Johanna Cornelia de Wit. Nettie was de weduwe van zijn broer Jan (zie: 22.26).
Jacobus Martinus, oftewel Koos, werd als eerste zoon van het gezin vernoemd naar zijn beide grootvaders. Hij bracht zijn jonge jaren door op de boerderij aan de Zestienhovensekade 141 en droeg al
snel een steentje bij in het familiebedrijf door op circa vijf jarige leeftijd met de hondenkar melk,
boter en eieren in een kleine wijk te bezorgen. Zodra hij sterk genoeg was kreeg hij een grotere wijk
en bezorgde de waren met behulp van een driewielige trapfiets (de “kerrie”).
De familie ging iedere zondag naar de St. Petrus’ Banden kerk aan de Delftweg 15 te Overschie. De
vrome Koos was onder andere lid van de Aartsbroederschap der H. Mis van Eerherstel en van het
Genootschap der Paaschcommunie van Eerherstel. In de kerk leerde Koos zijn toekomstige echtgenote kennen, Germaine Henriette Steffens (binnen de familie werd zij Zus genoemd). Na afloop van
de zondagsdienst verlieten Koos en Germaine ongeveer gelijktijdig de kerk. Net buitengekomen viel
Germaine flauw en het was Koos die haar nog net kon opvangen. Hij bracht haar naar het grasveldje
tegenover de kerk (naast het katholieke kerkhofje), legde haar in het gras en bleef bij haar tot zij weer
was bijgekomen. Binnen de familie moesten zij nog jarenlang aanhoren dat Germaine zich met opzet
in de armen van Koos had laten vallen omdat hij te verlegen was de eerste stap te zetten.
Germaine was de dochter van de Belgische Henri Joseph Steffens, chef chocolade werken van de
bekende fabriek van C. Jamin te Crooswijk en was als zodanig verantwoordelijk voor de ontwikkeling
van de unieke smaak van Jamin chocolade. Germaine deed haar eerste heilige communie op 18-041928 in de St. Lambertuskerk te Kralingen en ontving op 21-07-1932 het sacrement van het vormsel
in dezelfde kerk. De vrome Germaine was gedurende haar jeugd lid van “de Graal”, een vereniging
voor katholieke jonge vrouwen en de Vrouwelijke Jeugdbeweging voor Katholieke Actie. Hiermee
liep zij in 1939 onder andere een lente- en zomertocht. Gedurende vele jaren had zij een abonnement
op het blad de Katholieke Illustratie. Dankzij haar bewaard gebleven diploma’s, rapporten en lesboekjes weten wij dat zij op school les kreeg in plantkunde, mensch- en dierkunde, rekenen, geschiedenis
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
en verkeersregels. Ook sprak zij vloeiend Duits en Frans. Nadat zij op 28/29-05-1935 haar Diploma A
aan de Rooms-Katholieke M.U.L.O. had behaald, ging Germaine studeren aan de modevakschool van
Amijde-Pors aan de Straatweg 127 te Hillegersberg. Op 13/14-12-1937 behaalde zij haar diploma voor
costumière en op 21/22-12-1938 haar diploma voor coupeuse. In de tussentijd behaalde zij tevens haar
zwemdiploma op 20-03-1937 aan de N.V. Hillegersbergsche zweminrichting “De Overdekte”.
Nadat zij haar eerste jaren had doorgebracht aan de Jericholaan 19 te Kralingen verhuisde het gezin
naar de Zestienhovensekade 300 te Overschie. Daar vestigde Germaine zich tevens als zelfstandig
Costumière. In verband met haar afkomst (haar Belgische vader) behaalde zij op 06-03-1940 cum
laude haar diploma Frans aan de Arnhemse school voor schriftelijk onderwijs. Naast de reeds genoemde opleidingen behaalde Germaine op 22-07-1944 haar diploma stenografie in de Nederlandse
taal in het systeem Groote bij de Federatie van Internationale Stenografie-Leeraren te Den Haag en in
november 1945 haar diploma Algemene Handelskennis, het zogenaamde middenstandsdiploma bij de
Stichting Handelsonderwijs voor Detailhandel en Ambacht. Tot op de dag van vandaag is de invloed
van Germaine’s vader, die de bijnaam ‘de Generaal’ kreeg, op Koos Roeling Sr. en zijn nakomelingen
merkbaar. Zo was Henri een gepassioneerd amateurfotograaf, Grieks-Romeins worstelaar, gewichtheffer, zeiler, sigaren liefhebber en las hij graag boeken over natuur- en volkenkunde.
In 1938 werd Koos opgeroepen voor de militaire dienstplicht. Tijdens zijn dienstplicht werd hij
ingedeeld in het 6de Regiment veldartillerie 8ste Schoolbatterij, welke gestationeerd was in de Oude
Alexander kazerne te Den Haag (militair registratie-nummer: 6RVA-1938-3-98). Koos was lid van de
Rooms-Katholieke militaire vereniging en ging in 1938 met de andere leden van de vereniging op de
foto. Op deze foto staat tevens Piet Fredriks, grootvader van Monique Bergman (zie: 24.2).
In zijn vrije tijd volgde Koos danslessen bij dansinstituut De Horn in de Laan van Meerdervoort te
Den Haag waavoor hij fl.3,00 per maand betaalde. Aan het einde van zijn dienstplicht werd Koos
bevorderd tot Korporaal. In vredestijd telde het aantal dienstmaanden of -jaren voor een bevordering.
Een korporaal werkte onder een sergeant en hield bijvoorbeeld toezicht op enkele soldaten. Tevens
adviseerde hij de sergeant. Toen het duidelijk werd dat de Duitsers een aanval op Nederland aan het
voorbereiden waren, werd de 21-jarige Koos in april 1940 gemobiliseerd bij de Peel Divisie (Vak
Schaijk, IIIde Bataljon, 20ste Regiment Artillerie), zijn bataljonscommandant was majoor A. Netze. Hij
wist toen nog niets van de heldenstrijd die hij binnen enkele weken zou gaan leveren.
Strijd bij de Peel-Raamstelling
De Peel Divisie was geen normale divisie, maar gevormd om de rivier de Maas en de Peel-Raam stelling te verdedigen. Dit had gevolgen voor de organisatie van de divisie: er bestond een organisatie in
infanterie regimenten, maar de divisie was opgesplitst in vijf vakken, die elk een apart gedeelte van de
Peel-Raam stelling moesten verdedigen. Elk vak had een aantal infanterie- en grensbataljons en ondersteunende elementen. Het artillerieregiment was verdeeld tussen de vakken. Het regiment 20 RA bestond uit voormalig personeel van de kustbatterijen en erg oude kanonnen (de 8-Staal kanonnen), die
van 1880 tot 1905 in gebruik waren, maar die door de mobilisatie weer in gebruik werden genomen.
Met de aanleg van de Peel-Raamstelling werd in 1936 begonnen. De stelling bevond zich direct
achter de Maaslinie, variërend van 9 km tot 21 km van elkaar. De stelling begon aan de Maas, ter
hoogte van Grave om via Mill, door de Peel en langs de Zuid-Willemsvaart aan de Belgische grens te
eindigen. De 125 kazematten (bunkers) en 245 ‘stekelvarkens’ vormden de voornaamste verdediging.
De stelling had langs het zuidelijke deel een natuurlijke verdediging. Dit bestond uit drassig land en
moerassen. Langs het noordelijk deel had men een kunstmatige verdediging aangebracht in de vorm
van het Defensiekanaal. Onder andere kazematten, landmijnen en prikkeldraadversperringen waren
onderdeel van de verdediging. Deze kazematten stonden op zo'n 200 tot 400 meter van elkaar, maar er
waren nauwelijks verbindingen tussen de kazematten onderling. Toch zouden ze een invasie kunnen
vertragen en dat maakte dat de Peel-Raamstelling een waarmee een vijand rekening moest houden. De
bezetting bestond uit één van de twee divisies van het derde legerkorps. De linie was ruim opgezet, de
mannen van deze divisie meenden dat de lege loopgraven achter hen in tijd van oorlog zouden worden
opgevuld. De Nederlanders waren erop gericht een aansluiting te creëren tussen de Peel-Raamstelling
en de linie langs het Albertkanaal, maar de Belgen pleitten voor een nieuwe linie; vanaf het Albertkanaal naar het noorden langs de lijn Tilburg-Waalwijk en de Bergse Maas. Deze Oranjelinie bestond
in mei 1940 aan de Nederlandse kant echter alleen maar op papier.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Doordat de Belgen hadden geweigerd de linie zuidelijk te laten aansluiten op de Belgische defensie
langs het Albertkanaal, besloot Winkelman in het geheim dat het 3de Legerkorps en de Lichte Divisie
op de tweede oorlogsdag zou worden geëvacueerd. Hij vond een hardnekkige verdediging met een
volledig legerkorps te riskant. Uiteindelijk zou de Peel-Raamstelling zelfs op de eerste oorlogsdag al
geëvacueerd worden. De stelling werd onhoudbaar doordat er geen overeenstemming werd gevonden
tussen Nederland en België en Frankrijk. De Peel-Raamstelling was tevens bedoeld om (Franse) hulptroepen bewegingsvrijheid te bieden bij het binnentrekken van Nederland, maar de Fransen lieten
weten niet verder dan Breda te willen oprukken. Daarnaast sloten de Belgische stellingen niet op de
Nederlandse aan, zodat de linie dus omtrokken kon worden via België.
Daarbij was ook de verwachting dat de tegenstander waarschijnlijk vliegtuigen zou inzetten, iets
waar het Nederlandse leger nagenoeg onbekend mee was. Vernietiging dreigde, vond Winkelman,
omdat de tegenstander in de lucht zou heersen, hetgeen van een terugtocht in oorlogsdagen een hachelijke onderneming zou maken. Om die reden kleedde generaal Winkelman de bezetting van de stelling
uit. Het restant van de verdedigers diende ondanks alles ‘tot de laatste kogel’ stand te houden en dat
nagenoeg zonder artillerieondersteuning. Als enige bescherming dienden de kazematten, te weten; 46
‘Flankerende Betonkazematten’ (type B), 245 ‘Stekelvarkens’ (S) en 79 Gietstalen kazematten (G).
Ze stonden op zo’n 200 tot 400 meter van elkaar. Er waren nauwelijks verbindingen, zodat ordonnansen voor de berichtgeving zouden moeten zorgen. Deze ‘eilandjes’ moesten de gemechaniseerde legermacht van Duitsland stoppen en minimaal de opmars enige tijd vertragen.
De Peeldivisie bestond uit 13 infanteriebataljons, 1 grensbataljon en enkele andere eenheden. De
commandant van de divisie, kolonel L.J. Schmidt, stond hierdoor voor een haast onmogelijke taak.
Hij had nauwelijks zware wapens voor de verdediging. Op 06-04-1940 besloot Winkelman zelfs dat
het IIIde Legerkorps en de Lichte Divisie achter de Peel-Raamstellling alleen de schijn van een verdediging mochten ophouden. Bij een aanval moesten zij direct naar de Vesting Holland terugkeren.
De gelegerde soldaten waren bij de uitbraak van de oorlog in de veronderstelling dat de lege loopgraven achter hen, snel in bezit werden genomen door soldaten ‘op oefening’ bij Den Bosch. Echter,
deze gingen volgens opdracht van Winkelman de andere kant op, richting de Waal-Lingestelling.
De meeste Duitse overvalploegen konden de Maasbruggen nauwelijks innemen op de vroege ochtend van 10-05-1940. De brug bij Gennep speelde echter een cruciale rol. De vertragende rol van de
Maaslinie verviel tot niets, omdat een pantsertrein ongestoord over die brug verder kon rijden tot door
de Peel-Raamstelling. De aspergeversperring op het spoor was nog niet gesloten. Een kapitein die de
trein door de linie zag rijden (04.30 uur) vroeg: “Hebben wij ook van die dingen?” Toen men er
achter was dat Nederland die dingen niet had, waren de Duitse soldaten al achter de linie uitgeladen.
Onder leiding van luitenant Van Eekelen en reserve-eersteluitenant M. van Velden werden de versterkingen op de spoorbaan alsnog aangebracht. Drie Nederlandse pioniers groeven enkele landmijnen
op en legden ze onder de rails. Bovendien werd de aspergeversperring alsnog gesloten. Drie kwartier
later kwam de pantsertrein terug, vermoedelijk om versterkingen op te halen. Toen deze terugreed,
ontploften de mijnen, zodat de trein ontspoorde, wagons van de spoordijk tuimelden en de voorste
wagon het kanaal in stortte. Met de Duitsers uit de trein ontstond vervolgens een vuurgevecht. Ondertussen was het al veilig uitgeladen Duitse bataljon opgerukt naar de Nederlandse stellingen.
Deze stuitten echter al snel op een kort tevoren bij Mill gearriveerde afdeling artillerie: III-20 RA
waar ook Koos Roeling deel van uitmaakte. Dit onderdeel was bewapend met 12 kanonnen model 8staal (stalen kanonnen met een kaliber van 8 cm.) uit 1880 die daar op 7 mei juist geplaatst waren. Zij
hadden echter geen infanteriebeveiliging. Onvervaard draaiden de artilleristen hun kanonnen in de
richting van het gevaar en schoten over open vizier en over elkaar heen op de aanstormende Duitsers. Tot verbazing van de Nederlanders lukte het de aanval van het Duitse bataljon af te slaan. Een
andere groep Duitsers had de stelling wel ongezien kunnen naderen door de verschillende, verlaten
loopgraven van de hoofdstelling. Ze werden verdreven door een kleine groep Nederlanders, waaronder bewapend keukenpersoneel. Een derde Duitse aanval lukte wel. Een aantal kazematten werd van
achteren aangevallen en veroverd. Rond 07:30 uur dreigde een gat te ontstaan in de linie, waar nieuwe
troepen doorheen zouden konden trekken. Een eskadron Nederlandse huzarenmotorrijders heroverde
echter een aantal kazematten. Dit maakte dat een Duitse verkenningsafdeling het gat in de verdediging op dat moment niet ontdekte. Gedurende de hele morgen golfde de strijd bij Mill heen en weer.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Rond 12:00 uur arriveerden de eerste Duitse troepen over de Maas de Peellinie bij Mill, maar de
zwakke aanvallen over het kanaal konden worden afgeslagen.’s Avonds na 18.00 uur volgde een grote
“Stuka-aanval” (Junkers Ju 88 bommenwerpers), die vooral een klap was voor het moreel van de
Nederlandse soldaten. De inmiddels gearriveerde Duitse artillerie startte de massale aanval. Twee
Duitse Divisies stormden naar voren. Ze gebruikten planken en balken om over het Defensie-kanaal te
komen of bereikten gewoonweg wadend de overkant. Ondanks zware verliezen aan Duitse zijde brak
men om 20.40 uur door de stelling. Een uur later kon ook de pantsertrein worden ontzet.
Die zelfde nacht besloot kolonel Schmidt zijn troepen toch terug te nemen op de Zuid-Willemsvaart. Het definitieve vallen van de stelling kon namelijk niet lang meer uitblijven. Terwijl sommige
onderdelen die nacht vochten in hun kazematjes, marcheerde een ander deel naar Den Bosch. Desondanks boden verschillende kazematten op 11 mei nog steeds hevig verzet. De Duitsers dachten het
IIIde legerkorps verslagen te hebben met daarbij ook onderdelen van de Lichte Divisie, maar dat korps
was inmiddels in de Waal-Lingestelling gearriveerd.Ook die linie werd echter doorbroken en de
Duitse tanks, die tot dan toe niet aan het gevecht hadden deelgenomen, konden doorrijden naar de
Moerdijkbrug, die op 12 mei om vijf uur ‘s middags door de eerste verken-ningseenheden werd
bereikt. Rond 04:00 uur ‘s nachts (13 mei) arriveerden de eerste tanks op het Eiland van Dordrecht.
Op de 13de zouden sommigen daar nog aannemen dat het Franse tanks waren, hoewel het Nederlandse opperbevel al wist dat de Duitse tanks in aantocht waren en bevel gaf een panster afweerfront
rond Den Haag in te richten. De communicatie tussen troepen en het opperbevel was mogelijk niet
optimaal. Of mogelijk werd Nederland bewust onwetend gehouden. Nog op 14 mei meldde Het Vaderland: “is een gemotoriseerd deel van het Duitsche invalsleger in België Noordelijk gezwenkt naar
Noord-Brabant en zouden het deze troepen zijn, die eensklaps aan de Langstraat verschenen zijn en
kort daarop de Moerdijkbrug zijn overgetrokken. Door deze beweging is de Peellinie, die tegen een
frontlinie kon standhouden, omgetrokken.”
Het doel van de Peel-Raamstelling was om een invasie aanzienlijk te vertragen (en nooit om een invasie tegen te houden) en dus had de stelling voldaan, maar de menselijke en materiële schade was
groot. 30 Nederlandse militairen waren gesneuveld, maar liefst 47 boerderijen, 5 dubbelstallen, 17
enkelstallen, 31 huizen en 10 bedrijfsgebouwen werden verwoest, waardoor zo’n 400 daklozen in
noodhuizen dienden te worden ondergebracht. De Duitse verliezen waren echter veel groter. De beide
regimenten die in de voorste linies vochten, verloren 500 man aan doden en gewonden. Op 16-012008 werd aan Koos postuum het Mobilisatie Oorlogskruis verleend “als blijk van respect en
waardering voor zijn inzet onder buitengewoon moeilijke omstandigheden.”
Na de strijd bij de Peel
Op 24-05-1940 te Den Haag werd aan Koos groot verlof verleend door majoor C.F.H. PutmanCramer en keerde hij via treinstation Den Haag terug naar de boerderij en zijn geliefde Germaine. Op
de boerderij werkte Koos hard om het familiebedrijf draaiende te houden tijdens de oorlogsjaren.
Koos was er fel op tegen dat zijn jongste broer, Anton, zich bezig hield met de zwarte handel in melk,
boter en eieren. Niet veel later kreeg Koos de oproep van de burgemeester van Overschie om zijn
“militaire kleeding en uitrustingstukken” op woensdag 14-08-1940 in te leveren bij het voormalig St.
Joris Gasthuis aan de Hoogstraat 112 te Schiedam. Hoewel hij een bewijs van inlevering van rijksgoederen heeft ontvangen zijn er nog verscheidene stukken in familiebezit, waaronder zijn korporaalshoed, zijn distinctieven voor op de mouw en zijn verrekijker. Dat de familie Roeling fel tegen de
Duitse bezetting was blijkt wel uit de vele anti-Hitler versjes die het familiearchief rijk is, zoals:
Hitler, huichelaar,
Ingemene moordenaar,
Toppunt van brutaliteit,
Lasteraar, die ’t volk misleidt,
Ellendeling die bloed vergiet,
’n Rasploert ben je,
Anders niet!
Holder de bolder,
Hitler hangt op zolder,
Touw om z’n nek,
Tong uit z’n bek,
Daar hangt die ouwe gek!
Pief paf poef,
Hitler is een boef,
Hitler is een zwijn,
Wat zal Mussolini zijn?
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Tijdens de oorlogsjaren bracht Koos veel tijd door met Germaine. Ook bleef hij werken op de boerderij. Hij behaalde op 10-03-1943 zijn diploma Vakbekwaamheid Melkverkooper van de Algemeene
Vereeniging voor Melkvoorziening. Germaine was in die tijd actief lid van de katholieke jongerenbeweging “De Graal” (zo ging zij per trein naar Ulvenhout voor een kort verblijf in augustus 1942).
Het is opvallend dat Germaine rond deze tijd als lid stond ingeschreven bij de Nederlandsche Unie.
Deze politieke partij was op 24 juli 1940 opgericht met als doel, onder erkenning van de gewijzigde
politieke verhoudingen in Nederland en Europa, en in samenwerking met de Duitse en Nederlandse
autoriteiten, een maatschappij op te bouwen op basis van een brede nationale samenwerking, een harmonische structuur en sociale rechtvaardigheid. Juist het aanvaarden van de als gevolg van de Duitse
inval ontstane situatie, was tijdens de bezetting, maar ook daarna, aanleiding voor felle kritiek. De
historicus Prof. Dr. Lou de Jong had in zijn magnum opus “Het Koninkrijk der Nederlanden in de
Tweede Wereldoorlog” geen goed woord over voor het driemanschap die de Nederlandsche Unie
hadden opgericht en beschuldigde hen van collaboratie. Later is men hier genuanceerder over gaan
denken. De Nederlandsche Unie heeft waarschijnlijk de groei van de NSB afgeremd, waardoor deze
nimmer tot een massabeweging kon uitgroeien en door de Duitse bezetter niet serieus werd genomen.
Het is de vraag hoe wij het lidmaatschap van Germaine moeten beoordelen. Uit een door Koos
Roeling geschreven brief blijkt dat hij er in ieder geval van overtuigd was dat de Duitse bezetting tot
een einde zou komen. Wellicht hoopte Germaine dat de Nederlandsche Unie tot die tijd een positieve
bijdrage kon leveren. Ondanks de bezetting bleef Koos vertrouwen in een goede afloop van de oorlog.
Hij rekende vooral op een overwinning van het Rode Leger. Dit blijkt onder andere uit de open brief
die hij schreef gedurende de bezetting met als titel: “Aan de soldaten v de Duitse Weermacht”:
“Geen Duitsche soldaat kan zeggen, dat hij voor een goede zaak strijdt. Hij moet zien, dat men hem
dwingt, oorlog te voeren om andere volkeren uit te roeien en te onderdrukken.
De sterkte v h rode leger ligt vooral in het feit, dat ze geen rassenhaat tegen andere volkeren, ook
niet tegen het Duitsche volk, kent. Het rode leger is in de geest van gelijkberechtiging van alle
volkeren en rassen opgetrokken en door de achting voor het recht groot geworden.
Menigmaal kletst de buitenlandse pers ervan dat het sovjet volk de Duitsers als Duitsers haten, dat
het rode leger daarom Duitsche soldaten doodt, omdat zij Duitsers zijn, uit haat tegen het hele duitse
volk en dat daarom het rode leger geen gevangenen maakt. Dat is een domme leugen en een
boosaardige laster van het rode leger.
De rol van het rode leger is de verdrijving v d duitse facistische indringer uit ons land. Het is
daarom waarschijnlijk dat de bevrijdingsoorlog v d sovjet Unie of tot vernietiging of tot verdrijving v
d Hitlerkliek voert.”
Koos en Germaine verloofden zich in het voorjaar van 1944. Na de oorlog huwden zij op 27-091945 te Overschie. De receptie werd gehouden in de pastorie van de kerk. Hierbij werden, volgens
een bewaarde gastenlijst, zo’n 85 mensen uitgenodigd. Het echtpaar vestigde zich niet op de boerderij,
maar huurde de voorkamer van het huis aan de Zestienhovensekade 268, alsook de voorste kamer op
de eerste verdieping. Op 09-09-1946 kregen zij een dochter, Germaine Victoire Jacoba (Germy). Kort
daarop overleed Henri Steffens, de vader van Germaine. Rond deze tijd kreeg Koos een functie bij de
Vereeniging voor Melkcontrole Zuid-Holland aan de Heemraad-singel 275 te Rotterdam.
Op 10-04-1947 kregen Koos en Germaine de apostolische Zegen (Benedictio Apostolica seu Papalis). Deze zegen kon tot drie maal per jaar door de paus of (sinds 1917) door de bisschop op hoge
feestdagen gegeven worden. Aan deze zegen was een volle aflaat verbonden. De verklaring die bij
deze zegen behoorde werd door het roomse echtpaar gekoesterd. Destijds behoorde Rotterdam nog tot
het Bisdom Haarlem en dus was het een bijzondere gebeurtenis de persoonlijke zegen te ontvangen.
Pas sinds 1967 kan men de zegen urbi et orbi (‘aan de stad Rome en aan de wereld’) via de radio ’ontvangen’ en sinds 1985 ook via televisie. Tot die tijd was de Pauselijke Zegen een unieke gebeurtenis.
Op 15-10-1947 kreeg Koos bericht van de firma IJ. Verhoeve (bouwkundige te ’s Gravenhage) dat
hij percelen kon kopen van 5,50 m breed en 30 m diep voor huizen ‘aan bloc’ aan de Lijsterlaan te
Hillegersberg voor 12,25 per m². Blijkbaar had het jonge gezin interesse zich te Hillegersberg te
vestigen. Op 10-03-1948 werd Jacobus Martinus Fernandus (Koos Jr.) geboren. Kort na de geboorte
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
van hun jongste kind overleed de moeder van Germaine en erfden zij het huis aan de Zestienhovensekade 300. Vestiging te Hillegersberg was hierdoor niet meer aan de orde.
Op 13-07-1948 behaalde Koos te Alkmaar zijn diploma van Melkcontroleur van de Algemeene
Nederlandsche Zuivelbond. Nadat hij hoorde dat hij was geslaagd voor het examen stuurde hij een
telegram naar huis met de korte maar duidelijke tekst: “Geslaagd. Koos.”
Het gezin stond er financieel goed voor; Koos had een goede functie en het gezin had onlangs
meerdere aanzienlijke erfenissen ontvangen. Op 16-12-1960 werden de landerijen van de boerderij
verkocht aan de gemeente Rotterdam. Wel bleef Koos samen met zijn zus Marie en zijn broers Jan en
Tinus eigenaar van de panden en het erf van de voormalige boerderij. Later zou Koos een leidinggevende functie bekleden bij de Melkunie (Campina). Leuk detail is dat hij zijn hele werkzame leven
op klompen zou blijven lopen. Ook toen de panden en het erf van de voormalige boerderij in 1969
voor fl. 84.000,= werd verkocht aan de gemeente Rotterdam kreeg Koos zijn deel. Desondanks leefde
het gezin zuinig. Zo mocht Koos Jr. wel op voetballen maar kreeg hij geen geld voor een shirt (waardoor hij van de vereniging niet langer mocht voetballen), ook mocht hij niet bij de padvinderij (hij
kon ook zelf door de bossen wandelen).
Het gezin bracht de vakanties vaak door op de hoge veluwe. De tent en alle overige spullen werd
per trein naar de camping (veelal Veluws Hof) gezonden, terwijl het gezin met de bromfiets naar de
veluwe reed. Tijdens de vakantie werden er lange en verre boswandelingen gemaakt. Toen de kinderen wat ouder waren, ging het gezin ook op vakantie naar Duitsland, Luxemburg, Oostenrijk en
Zwitserland. België werd ook meerdere malen bezocht, daar de broer van Germaine, Edouard Henri
Steffens, woonachtig was te Brussel. Edouard was Adjudant bij de Rijkswacht en volgens overleveringen lange tijd lijfwacht was en tevens vriend van Leopold III van België en prinses Astrid.
Tegenover de Zestienhovensekade 300 woonde Piet Cottaar Jr. (Petrus Leonardus Johannes Cottaar, 1908 – 1984), met hem had Koos een hechte vriendschap. Piet Cottaar Jr. was sinds 1935 werkzaam als schilder bij Heineken. Hij trok zich regelmatig terug in zijn atelier waar het vaak ijzig koud
was. Altijd met een sigaar in zijn mond en op klompen. Hier schilderde hij boerentaferelen en stillevens. Als goede vriend schilderde Piet een boerentafereel voor Koos. Dit schilderij behoort nog
altijd tot de collectie van de familie. In de loop der jaren ging Germy het huis uit. Het gezin bestond
toen nog uit Koos Sr., Germaine, Koos Jr. en Chou de poes. Gracia Patricia Alders, de vriendin van
Koos Jr., kwam vaak langs op de Zestienhovensekade en kreeg een sterke band met Germaine.
Op 04-05-1974 ging de familie Roeling op visite bij Anton en Agnes te Berkel en Rodenrijs, naast
dodenherdenking was het ook de verjaardag van Agnes. Tijdens de visite werd Germaine onwel en
werd na enig aarzelen de dokter gebeld (het zou ongehoord zijn de dokter voor niets te bellen). De
dokter liet Germaine direct naar het ziekenhuis overbrengen, daar werd geconstateerd dat ze een hartinfarct had gekregen. In de nacht van 05-05-1974 overleed Germaine op 54-jarige leeftijd.
Gracia trok bij het gezin in en zorgde naast haar werk voor het huishouden. Echter, kort na het
overlijden van Germaine ging Koos Sr. samenwonen met Nettie de Jong, weduwe van zijn broer Jan.
Samen met haar verhuisde hij naar het huis aan De Lucht 14 en 16 te Overschie welke hij zelf had
laten bouwen. De pastoor keurde de relatie tussen Koos en Nettie af en had te kennen gegeven dat zij,
zolang zij ongehuwd samen woonden, niet langer welkom waren in de kerk aan de Delftweg. Koos Jr.
kocht samen met Gracia het huis aan de Zestienhovensekade 300. Op hun trouwdag zou Koos Sr.
echter de helft van het huis als huwelijkscadeau aan hen schenken. Koos Sr. toonde evenals zijn
grootvader, Martinus Roeling, interesse voor de genealogie van de familie Roeling en hield zorgvuldig zijn exemplaar van het familieregister bij.
Begin jaren ’80 van de 20ste eeuw ging Koos met pensioen. Wel ging hij nog jaarlijks mee met het
bedrijfsuitje van de Melkunie. Samen met Nettie bracht hij veel tijd door op zijn vakantieverblijf in de
bossen nabij Apeldoorn. Halverwege de jaren ’80 kreeg hij een hersenbloeding waarna hij moeite had
met het behouden van zijn evenwicht. Hij verplaatste zich vanaf toen op een driewieler. Op 01-031991 kreeg hij op 72-jarige leeftijd een tweede hersenbloeding waaraan hij zou overlijden in het Sint
Fransiscus Gasthuis te Rotterdam. Hij werd begraven te Hofwijk. Pastoor de Bot verzorgde de uitvaartdienst in de kerk aan de Delftweg, de kerk waar Koos al die jaren niet welkom was geweest.
Onderscheidingen:
• Mobilisatie Oorlogskruis, postuum verleend op 16-01-2008.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Uit dit huwelijk:
1.
2.
22.25
Jkfr. Germaine Victoire Jacoba (Germy) Roeling (zie 23.35);
Jkr. Jacobus Martinus Fernandus (Koos) Roeling (zie: 23.36).
Jkfr. Maria Antonia (Marie) Roeling, geboren op 12-11-1920 te Overschie, overleden op 02-021998 te Capelle aan den IJssel. Dochter van Martinus Arnoldus Roeling en Johanna Cornelia van
Kouteren (zie: 21.22). Gehuwd op 19-06-1947 te Rotterdam met Antonie (Anton) Boon, geboren op
27-03-1919 te Rotterdam, overleden op 31-10-1980 te Rotterdam. Zoon van Fredrik Boon en
Kathalina Janna van Strien. Antonie was eerder gehuwd op 24-12-1942 te Rotterdam met Catharina Geziena Gerits, geboren op 18-03-1920 te Rotterdam, overleden op 21-07-1946 te Rotterdam.
Marie huwde met weduwnaar Anton Boon, mede-eigenaar van autohandelbedrijf Ameco, gevestigd
aan de Goudse Singel te Rotterdam. Het echtpaar woonde eerst aan de Aelbrechtskade 107 B. Op 0902-1951 verhuisden zij naar de Bentincklaan 59 D, op 04-01-1962 naar de ’s Gravenwetering 46 en
uiteindelijk op 21-11-1977 naar de Curieplaats 153 te Rotterdam.
Uit het huwelijk Boon - Gerits:
1.
Hermina Kathalina (Miep) Boon, geboren op 13-01-1944 te Rotterdam. Gehuwd op 08-121966 met K.L. Beer.
Uit het huwelijk Boon - Roeling:
2.
22.26
Johanna Chathalina (Hanneke) Boon, geboren op 19-05-1950 te Rotterdam. Gehuwd met Ton
Teunisse, woonachtig te Zoetermeer. Zij is actief voor de Nederlandse Bridge Bond district Delft.
Jkr. Johannes Martinus (Jan) Roeling, geboren op 26-11-1922 te Overschie, overleden op 12-121974 te Rotterdam-Overschie, H. Uitvaartmis op 17-12-1974 om 09:45 uur te St. Petrus’ Banden te
Rotterdam-Overschie, gecremeerd op 17-12-1974 om 11:15 uur te Crematorium Rotterdam-Zuid, de
doodsoorzaak was leverkanker. Zoon van Martinus Arnoldus Roeling en Johanna Cornelia van
Kouteren (zie: 21.22). Gehuwd op 20-08-1952 te Scheveningen met Mariette Mina (Nettie) de Jong,
geboren op 12-03-1927 te Antwerpen, België, overleden op 28-04-2004 te Rotterdam-Overschie, H.
Uitvaartmis op 05-05-2004 om 11:00 uur te St. Petrus’ Banden te Rotterdam-Overschie (door pastoor
C.J. Harder), gecremeerd op 05-05-2004 om 12:30 uur te crematorium Hofwijk. Dochter van Hendrik Johannes de Jong, van oorsprong een Scheveningse familie, en Johanna Cornelia de Wit.
Jan was van beroep melkboer en veehouder en hield na de verkoop van de boerderij een melkwijk
aan. Daarnaast verdiende hij wat extra geld als fietsenmaker. Het echtpaar bracht veel vakanties door
in Duitsland, Luxemburg, Zwitserland en Italië. Het huwelijk bleef kinderloos.
22.27
Jkr. Martinus Jacobus (Tinus, Martien) Roeling, geboren op 23-06-1924 te Overschie, overleden
op 30-04-2012 te Rotterdam-Overschie (verpleeghuis Stadzicht), gecremeerd op 03-05-2012 te crematorium Hofwijk. Zoon van Martinus Arnoldus Roeling en Johanna Cornelia van Kouteren (zie:
21.22). Gehuwd op 02-09-1953 te Rotterdam met Agnes Arnolda (Agnes) Steenbergen, geboren op
27-05-1927 te Rotterdam, overleden op 11-09-2009 te Rotterdam, gecremeerd op 15-09-2009 te
crematorium Hofwijk. Het huwelijk bleef kinderloos.
Nadat de landerijen van de boerderij waren verkocht hield Martien nog enige tijd zijn melkwijk welke
voornamelijk bestond uit Laag Zestienhoven. Op de “ijzeren hond” bezorgde hij de melkflessen aan
huis. Hij riep dan altijd “Zoete pap en karnemelk!”, maar omdat Martien wat binnensmonds praatte
klonk het als “Joetepap en kaaie mel!” waardoor hij bij veel Overschieënaren een grote glimlach op
het gezicht wist te toveren. Kinderen uit de buurt mochten op zaterdag mee om wat bij te verdienen,
Zo vertelde Rob Rensen dat hij na een dag hard werken met fooi erbij soms wel 10 gulden had ver-
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
diend. Later gaf Martien zijn melkwijk op en startte hij een kruidenierswinkel aan de Zestienhovensekade 223. Martien stond erom bekend dat hij alles “op de pof” verkocht. Het schijnt dat hij jaren na de
sluiting van zijn winkel nog op zijn fiets bij de mensen langs ging om geld op te halen.
Een leuke wetenswaardigheid is dat Johanna Alders-Kuiper vaste klant was van de winkel van
Martien en Agnes. Het gezin Alders-Kuiper was tijdens het bombardement van Rotterdam hun huis
nabij de Delftse Poort verloren en had zich moeten vestigen in het nooddorp te Overschie. De echtgenoot van Johanna had, mede door de erbarmelijke omstandigheden van een Duits werkkamp, een
slechte gezondheid en was grotendeels arbeidsongeschikt. Johanna moest haar gezin van acht kinderen in die tijd zien te voeden met het geld dat zij verdiende als fabrieksarbeidster en schoonmaakster. Uiteraard werden alle boodschappen bij Martien en Agnes zoveel mogelijk op de pof
gekocht. Johanna herinnerde zich later dat alle op de pof gekochte producten met potlood werden
bijgeschreven op een lijst die in de winkel hing. Wanneer het moment was gekomen om te betalen
kocht zij enkele producten die “achter” lagen. Zodra Agnes deze producten ging halen gumde
Johanna een deel van de nog openstaande rekening weg. Eenmaal terug in de winkel herinnerde
Agnes zich de lijst en vroeg Johanna naar de betaling. Als “goede” klant wilde Johanna dan wel het
nog openstaande bedrag betalen. Agnes uitte zich regelmatig verrast over het opvallend lage bedrag,
zij kon zich immers herinneren dat dit bedrag hoger was. Johanna vertelde dan altijd dat zij een deel
van het openstaande bedrag reeds aan Martien had betaald. De dochter van Johanna, Gracia Patricia
Alders, zou later trouwen met Koos Roeling Jr. (zie: 23.35), de neef van Martien en Agnes.
Na het sluiten van de winkel kreeg Martien een functie bij VEN Groothandelcentrum in de Spaanse
Polder (tegenwoordig Sligro Food Group). De vakanties werden doorgebracht in onder andere Duitsland en Zwitserland. Omstreeks 2002 woonden zij nog op de Zestienhovensekade 219. In september
2008 woonde Martien in Stadzicht, een wooncentrum voor ouderen met dementie te Overschie.
22.28
Jkr. Antonius Adrianus (Anton) Roeling, geboren op 12-02-1929 te Overschie, overleden op 3006-2011 omstreeks 03:30 uur te Rotterdam-Overschie (verpleeghuis Stadzicht) aan de gevolgen van
hartfalen, gecremeerd op 04-07-2011 om 11:30 uur te crematorium Hofwijk. Zoon van Martinus
Arnoldus Roeling en Johanna Cornelia van Kouteren (zie: 21.22). Gehuwd op 22-04-1953 te Rhoon
met Agnes Heezen, geboren op 04-05-1932 te Rhoon. Het huwelijk bleef kinderloos.
In Overschie kende men Anton onder zijn bijnaam Joetebal. Tijdens de Tweede Wereldoorlog verdiende hij, als tiener, een extra zakcentje in de zwarte handel door voedsel te verkopen buiten de
voedselbonnen om. Zo bracht in juni 1943 één ei fl.1,15 op, 1 liter volle melk fl.1,35 en een pond
boter maar liefst fl.31,= (terwijl een gewone arbeider destijds circa fl.20,= per week verdiende). Zijn
oudere broer Koos was hier fel op tegen. Ondanks de zwarte handel bleek Anton ook nog steeds kwajongensstreken uit te halen. Zo herinnerde Flip Alders (zie: 23.35) zich later dat Anton regelmatig een
streek met hem uithaalde tijdens en vlak ná de oorlog. Het gebeurde wel eens dat klanten tijdens hun
bezoek aan de boerderij gebruik wilden maken van het toilet. Op de boerderij kende men echter nog
geen toilet, inplaats daarvan werd een plankje boven de gierput gebruikt. Anton verzamelde dan snel
wat stenen en gooide deze vanaf de overkant tot vlak onder het plankje, met een grote plons tot
gevolg. Flip Alders was de echtgenoot van Johanna Kuiper (zie ook: 22:27).
Na de oorlog huwde Anton met Agnes Heeze en woonden zij op de boerderij. Nadat de landerijen
van de boerderij waren verkocht behield Anton zijn melkwijk. In zijn wijk bezorgde hij melk in zijn
twee Goliath’s (driewielige vrachtwagentjes). Later vestigden zij zich in Berkel en Rodenrijs (Vogelaarstraat 38) en startte Anton op 01-07-1963 het “Roeling’s Mobiel Gritstraalbedrijf” een gritstraal,
kunststofverwerking en chemisch reinigingsbedrijf voor gebouwen. Ook richtte Anton een salvagebedrijf op (reiniging na brandschade). De grote schuur naast het huis diende als bedrijfspand. Evenals
zijn broers bracht Anton samen met Agnes veel vakanties door in landen als Duitsland en Oostenrijk.
Lange tijd namen Anton en Agnes de taak van grootouders op zich voor hun achterneef Bas Roeling (zie: 24.2). Het ‘mosselavondje’ was een jaarlijks terugkerend hoogtepunt. Ieder jaar werd in september of oktober (wanneer de r in de maand was), een avond georganiseerd waarbij veel mosselen en
stokbrood werd genuttigd. Zaterdagmiddag werd een bezoek gebracht aan de Rotterdamse markt aan
de Binnenrotte waar zo’n 15 tot 20 kilo ‘jumbo’ mosselen werd gekocht om deze vervolgens met
behulp van een daarvoor aangeschaft karretje naar de auto te brengen.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Anton en Agnes waren lid van een bridgeclub en leerden kaarspelletjes (maar ook Rummikub) aan
hun neefjes en nichtjes. Agnes trakteerde dan op door haar moeder gebakken roomboterkoekjes. Ook
hielden ze van fietsen en wandelen in Park Zestienhoven, Lage Bersche Bos of Kralingse Bos.
De laatste jaren kampte Anton met veel lichamelijke kwalen. Omdat hij veel viel en Agnes hem
niet meer kon optillen werd hij enige nachten ondergebracht in verpleeghuis Stadzicht. Anton had
aangegeven niet gereanimeerd te willen worden. Op 29 juni kreeg hij nog bezoek van Agnes en zijn
nicht Hanneke Boon. Die nacht kreeg hij last van zijn hart. Hij herhaalde tegenover de arts dat hij niet
gereanimeerd wilde worden: “Beloofd is beloofd!”. Zijn laatste woorden waren: “Vrede, vrede, vrede.”
22.29
Jkfr. Adriana Maria Cornelia (Sjaan) Roeling, geboren op 24-05-1925 te Stompwijk. Dochter van
Arnoldus Gerardus Roeling en Adriana Maria van der Sande (zie: 21.24). Gehuwd op 11-01-1952 te
Stompwijk met G.J. de Munnik.
22.30
Jkr. Arnoldus Theodorus (Aad) Roeling LON, geboren op 16-06-1927 te Stompwijk. Zoon van
Arnoldus Gerardus Roeling en Adriana Maria van der Sande (zie: 21.24). Gehuwd op 22-06-1953 met
C.G. Olsthoorn, geboren op 19-08-1934 te Stompwijk. Aad was van 1972 tot 1978 scheidsrechter bij
voetbalwedstrijden. In 1980 werd hij penningmeester van de klaverjasvereniging. Tevens was Aad
chauffeur voor tafeltje dekje, waarbij bejaarden en gehandicapten een maaltijd thuis bezorgd krijgen.
Onderscheidingen:
• 21-06-2010: Lid in de Orde van Oranje-Nassau.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Jkr. Arno Roeling, geboren op 16-06-1956;
Jkr. Hans Roeling, geboren op 02-08-1957;
Jkfr. Marja Roeling, geboren op 11-09-1958;
Jkr. Nico Roeling, geboren op 08-12-1959;
Jkr. Cees Roeling, geboren op 15-02-1961;
Jkfr. Lidy Roeling, geboren op 15-05-1962;
Jkr. Freddie Roeling, geboren op 04-11-1963;
Jkr. John Roeling, geboren op 24-11-1965.
22.31
Jkr. Cornelis Adrianus Maria Roeling, geboren op 25-12-1945 te Nootdorp. Zoon van Arnoldus
Gerardus Roeling en Maria Anna van der Meer (zie: 21.24). Gehuwd op 05-11-1975 met Catharina
van Schie, geboren op 28-07-1950. Cornelis is sinds 12-05-1982 eigenaar van Loon- en verhuurbedrijf
C. Roeling en C. Roeling Materieel te Leidschendam met in totaal 27 medewerkers.
22.32
Jkfr. Maria Roeling, geboren op 20-09-1924 te Schipluiden. Dochter van Theodorus Martinus Roeling en Anna Aplonia Helderman (zie: 21.26). Gehuwd op 17-08-1948 te Schipluiden met Theodorus
A.M. Hoek.
22.33
Jkfr. Catharina Leonarda Maria Roeling, geboren op 10-04-1926 te Schipluiden. Dochter van
Theodorus Martinus Roeling en Anna Aplonia Helderman (zie: 21.26). Gehuwd op 09-09-1949 (voor
de kerk op 13-09-1949) met Ant. R. van Winden.
22.34
Jkfr. Adriana Arnolda Maria Roeling, geboren op 14-06-1927 te Schipluiden. Dochter van Theodorus Martinus Roeling en Anna Aplonia Helderman (zie: 21.26). Gehuwd op 23-06-1950 (voor de
kerk op 27-06-1950) met Hendricus Leonardus Roderijs.
22.35
Jkfr. Johanna Cornelia Theodora Roeling, geboren op 23-08-1929 te Schipluiden. Dochter van
Theodorus Martinus Roeling en Anna Aplonia Helderman (zie: 21.26). Gehuwd op 14-12-1954 te
Schipluiden met Arnold J. van der Meys.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
22.36
Jkfr. Petronella Engelberta Johanna (Nel) Roeling, geboren op 24-01-1931 te Schipluiden, overleden
op 15-03-2005 te Schipluiden, Rooms-Katholiek begraven te Schipluiden. Dochter van Theodorus Martinus Roeling en Anna Aplonia Helderman (zie: 21.26). Gehuwd op 13-07-1956 (voor de kerk op 1807-1956) te Schipluiden met Leonardus Johannes (Leo) Kester, geboren op 19-11-1928, overleden
op 15-06-2002 te Schipluiden.
22.37
Jkr. Leonardus Gerardus Adrianus (Leo) Roeling, geboren op 10-12-1933 te Schipluiden, overleden op 21-02-2003, Rooms-Katholiek begraven te Schipluiden. Zoon van Theodorus Martinus Roeling en Anna Aplonia Helderman (zie: 21.26). Gehuwd op 20-09-1962 met Maria Wilhelmina
Gielesen, geboren op 24-03-1935 te Schipluiden.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
22.38
Jkfr. Elisabeth Roeling, geboren op 05-11-1964 te Schipluiden;
Jkr. Theodorus Nicolaas Maria Roeling, geboren op 20-04-1967 te Schipluiden;
Jkfr. Maria Petronella Roeling, geboren op 24-10-1970 te Schipluiden;
Jkr. Mark Anthonius Maria Roeling, geboren op 18-11-1972 te Schipluiden.
Jkfr. Geertruida Catharina Roeling, geboren op 07-08-1935 te Schipluiden. Dochter van Theodorus Martinus Roeling en Anna Aplonia Helderman (zie: 21.26). Gehuwd op 22-09-1960 met Petrus
Adrianus Ammerlaan, geboren op 02-10-1934 te Schipluiden. Zoon van Arnoldus Georgius Ammerlaan en Johanna Elsiabeth van der Helm.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
Robertus Georgius Arnoldus Ammerlaan, geboren op 01-07-1961 te Schipluiden. Gehuwd op
15-09-1989 te Delft met Ellen Leonora Maria Deen, geboren op 07-12-1962. Dochter van
Simon Deen en Adriana Langelaan. Samen hebben zij 2 kinderen;
Paulus Theodorus Johannes Maria Ammerlaan, geboren op 18-07-1967 te Schipluiden;
Paulus Leonardus Maria Ammerlaan, geboren op 18-07-1967 te Schipluiden. Relatie met
Marleen Kalkman, geboren op 22-06-1967 te Delft. Dochter van Willem Kalkman en Jannetje
Dijkshoorn. Samen hebben zij 1 kind;
Marielle Maria Theresia Ammerlaan, geboren op 20-12-1968 te Schipluiden. Gehuwd op 2204-1995 met Erik Hendrik Maarten Bruckner, geboren op 28-10-1967 te De Lier. Zoon van
Emiel Bruckner en Tiny Stolser.
22.39
Jkfr. Theresia Clasina Adriana Maria Roeling, geboren op 27-06-1938 te Schipluiden. Dochter
van Theodorus Martinus Roeling en Anna Aplonia Helderman (zie: 21.26). Gehuwd op 29-11-1961
(voor de kerk op 21-02-1962) met Lambertus W.P. van der Knaap.
22.40
Jkr. Nicolaas Adrianus Theodorus Roeling, geboren op 09-01-1944 te Schipluiden. Zoon van
Theodorus Martinus Roeling en Anna Aplonia Helderman (zie: 21.26). Gehuwd met Margaretha
Alida Maria Kleyweg.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
22.41
Jkfr. Maria Anna Helena Roeling, geboren op 08-09-1971 te Schipluiden;
Jkfr. Wendela Bernadette Margaretha Roeling, geboren op 09-01-1974 te Schipluiden.
Jkfr. Maria Theresia (Miep) Roeling, geboren op 20-02-1929 te Schipluiden, overleden op 26-041998 te Den Hoorn. Dochter van Thomas Antonius Roeling en Catharina Geertruida Ammerlaan (zie:
21.28). Gehuwd op 18-10-1952 te Schipluiden met Hendrikus P. (Henk) van Marwijk (van Marrewijk), geboren op 08-01-1927 te Schipluiden, overleden. Henk was van beroep tuinder in gerbera’s te
Den Hoorn.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
22.42
Anneke (Anna) van Marrewijk, geboren op 25-11-1953. Gehuwd met Leen Arkesteijn. Samen
kregen zij 3 dochters: Chiara, Emma en Fleur;
Ton van Marrewijk, geboren op 15-02-1955. Gehuwd op 03-09 met Irene Wekker. Samen
kregen zij 4 kinderen: Nuri, de tweeling Putri en Indah en Awan;
Catrina Geertruida Maria (Carla) van Marrewijk, geboren op 10-06-1956. Gehuwd op 1110-1978 met Piet Valk. Samen kregen zij 2 kinderen: Jaap en Linda;
Hendricus Abraham Maria (Henrie) van Marrewijk, geboren op 23-12-1957. Gehuwd met
Susanne van Adrichem. Samen kregen zij 4 kinderen waaronder: Yana, Tijl en Mare;
Jacobus Gijsbertus Maria (Charles) van Marrewijk, geboren op 23-02-1959. Gehuwd met
een zekere Jil. Jil had al een dochter uit een vorige relatie. Samen kregen zij 2 kinderen.
Gescheiden. Later gehuwd met een onbekende vrouw. Samen kregen zij 1 zoon, Marco;
Maria Francisca (Mirjam) van Marrewijk, geboren op 09-12-1960. Gehuwd met Harry
Jansen. Samen kregen zij 2 kinderen: Iris en Sander;
Rudolfus Cornelius Maria (Ruud, Rudi) van Marrewijk;
Nelleke van Marrewijk, geboren op 24-12-1963. Kreeg met een onbekende relatie een dochter
Franka. Gehuwd met Joseph van Alphen. Samen kregen zij een zoon Remi;
Yvonne Johanna Maria (Yvonne) van Marrewijk, geboren op 24-11-1964.
Jkfr. Petronella Anna Maria (Nel) Roeling, geboren op 13-07-1930 te Schipluiden. Dochter van
Thomas Antonius Roeling en Catharina Geertruida Ammerlaan (zie: 21.28). Gehuwd op 02-03-1954
te Schipluiden met Arend A. A. de Vette, overleden in 2013 te Canada.
Het gezin emigreerde naar Canada. Daar kocht Arend een boerderij en verbouwde maïs en bonen. In
de winter was hij in dienst bij de gemeente als sneeuwruimer. Hun naam werd verfranst en uitgesproken als Devette.
Uit dit Huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
22.43
Arend (Aad) de Vette;
Tom de Vette;
Renee de Vette;
Carole de Vette;
Frank de Vette;
Susan de Vette;
Luc de Vette;
Mark de Vette.
Jkfr. Adriana Maria Arnolda (Sjaan) Roeling, geboren op 21-07-1931 te Schipluiden. Dochter van
Thomas Antonius Roeling en Catharina Geertruida Ammerlaan (zie: 21.28). Gehuwd op 10-10-1957
te Schipluiden met Franciscus Wilhelmus (Frans) van Koppen, geboren op 12-04-1926 te Overschie.
Frans was van beroep veehouder (zie: 21.13).
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
Annemiek van Koppen, geboren op 25-08-1959. Gehuwd op 20-03-1986 met Wouter Zwiep,
geboren op 10-04-1957 te Beaufort, Zuid-Afrika. Samen kregen zij 2 kinderen;
Tom van Koppen, geboren op 18-01-1963. Gehuwd met Linda Stuy, geboren op 12-07-1966 te
Rotterdam. Samen kregen zij 3 kinderen;
Franciscus Wilhelmus Maria (Frans) van Koppen, geboren op 07-03-1971. Gehuwd met
Karen Marianne Radner, geboren op 11-05-1972 te Graz, Oostenrijk. Samen kregen zij 1 kind.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
22.44
Jkr. Cornelis Petrus Adrianus (Cor) Roeling, geboren op 08-08-1932 te Schipluiden. Zoon van
Thomas Antonius Roeling en Catharina Geertruida Ammerlaan (zie: 21.28). Gehuwd op 15-12-1959
te Schipluiden (voor de kerk op 13-01-1960 te Maasland) met Magdalena Catharina (Magda) de
Vette, geboren op 09-02-1936 te Maasland, overleden in circa 2005. Cor was van beroep tuinder.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
22.45
Jkfr. Trudy Roeling, geboren op 15-01-1961. Gehuwd op 11-06-1993 met Henny de Schepper.
Samen kregen zij 2 kinderen: Jordy en Roy;
Jkr. Tom Roeling, geboren op 04-02-1963;
Jkr. Freddie Roeling, geboren op 09-08-1964. Gehuwd met een zekere Agnita;
Jkfr. Margret Roeling, geboren op 31-12-1965. Gehuwd met Rini van Marrewijk. Samen
kregen zij 3 kinderen: Sjoerd, Marjolein en Eveline;
Jkfr. Marian Roeling, geboren op 15-01-1967. Gehuwd op 22-09 met Ronald van Ruijven.
Samen kregen zij 3 kinderen: Maaike, Fenna en Ivar.
Jkfr. Gijsbertha Cornelia Theodora (Bep) Roeling, geboren op 04-12-1933 te Schipluiden. Dochter van Thomas Antonius Roeling en Catharina Geertruida Ammerlaan (zie: 21.28). Gehuwd op 2112-1957 te Schipluiden (voor de kerk op 20-05-1958) met Jacobus Cornelis (Koos) van Zeijl,
geboren op 24-05-1933, overleden op 14-05-1997. Koos was tuinder in komkommers te Den Hoorn.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
22.46
Maria Theresia Cornelia (Marga) van Zeijl, geboren op 21-01-1959. Gehuwd (1) op 07-081980 met Hendrikus Maria (Hens) Kassels, geboren op 25-07-1957. Zoon van Cornelis
Hendrikus Kassels en Anna Catharina Baljon. Gescheiden in 2000. Samen kregen zij 3
kinderen: Chris, Rick en Jacqueline. Gehuwd (2) op 23-03-2004 met Bertus Holierhoek. Via
Bajon stammen nakomelingen van Marga af van de bekende Rotterdamse Kaatje Mossel;
Ineke van Zeijl, geboren op 19-02-1961. Gehuwd op 08-09 met Elfried Kok. Samen kregen zij
4 kinderen Lotte en de drieling Jelle, Guido en Siebe.
Jos van Zeijl, meubelmaker van beroep, geboren op 20-07-1962. Relatie met Piet Hoens;
Robert van Zeijl, nam het tuinbedrijf van zijn vader over, maar verhuisde het bedrijf naar
Honselersdijk, geboren op 18-11-1964. Gehuwd op 06-07-1990 met Connie van Wijk. Samen
kregen zij 4 kinderen: Sanne, Dorien en de tweeling Jim en Bas;
Astrid van Zeijl, geboren op 10-06-1967, overleden op 28-03-1986 te Rotterdam. Leerling ziekenverzorgster. Astrid ging naar de discotheek Bluetiek In aan de Karel Doormanstraat. Bij de garderobe werd zij dodelijk geraakt door één van de kogels die de 23-jarige Antilliaan Maximiliano T.
uit Hoogvliet had gelost door de geopende deur na onenigheid met de portier. Na zijn arrestatie
kwam hij wegens een procedurefout van het gerechtshof in Den Haag tot de uitspraak op vrije voeten. Later werd hij tot acht jaar cel veroordeeld. Boven de annonce van haar overlijden stond: Midden in de nacht, haar licht moest doven. Geheel onverwacht, wij hebben moeite dit te geloven.
Jkr. Arnoldus Theodorus Joannes (Aad) Roeling, geboren op 22-09-1935 te Schipluiden. Zoon van
Thomas Antonius Roeling en Catharina Geertruida Ammerlaan (zie: 21.28). Gehuwd in 1976 met Ina
Fase. Aad kocht in 1976 de boerderij van de Radboutstichting, maar wist al dat hij hier niet lang meer
kon boeren. Hij raakte land kwijt door uitbreiding van Delft en de latere Rijksweg A4. Ze verkochten
de boerderij in 1979 en vertrokken naar Garnweerd met 45 stuks vee, 28 melkkoeien en 17 jongvee.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
Jkfr. Sabrine Roeling, geboren op 29-04-1978. Gehuwd met een onbekende man. Samen kregen
zij 2 kinderen waaronder Roos;
Jkfr. Ilona Roeling, geboren op 28-11-1980 te Groningen. Gehuwd met Niels Beuerman.
Samen kregen zij 2 kinderen: Cas en Twan.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
22.47
Jkr. Petrus Cornelis (Piet) Roeling, geboren op 01-10-1936 te Schipluiden, overleden op 19-122008 te Stompwijk, Rooms-Katholiek begraven op het Laurentiuskerkhof te Stompwijk (vermeld in
het Leidsch Dagblad op 22-12-2012). Zoon van Thomas Antonius Roeling en Catharina Geertruida
Ammerlaan (zie: 21.28). Gehuwd op 18-10-1961 te Wateringen met Engeline Maria (Lien) van
Zeijl, geboren op 17-11-1937 te Wateringen. Piet was van beroep tuinder te Stompwijk.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
22.48
Jkfr. Kitty Roeling, geboren op 11-09-1962. Gehuwd met Rob Smits. Samen kregen zij 2
kinderen: Victor en Quint;
Jkr. Tom Roeling, geboren op 04-03-1964. Gehuwd met Arianne van Riet. Samen kreen zij 2
kinderen: Babet en Sabine;
Jkr. Peter Roeling, geboren op 16-11-1965. Gehuwd met een zekere Simone. Gescheiden.
Samen kregen zij 4 kinderen Emile, Lars en de tweeling Axel en Marit;
Jkfr. Mariska Roeling, geboren op 14-05-1967. Gehuwd op 23-10-1993 met Peter
Zandbergen. Samen kregen zij 4 kinderen: Swen, Stan, Yvet en Falco;
Jkfr. Sonja Roeling, geboren op 04-08-1969. Gehuwd op 31-10-1989 met Marco van
Abswoude. Samen kregen zij 3 kinderen: Erwin, Sharon en Leroy.
Jkr. Johannes Jozef (Jan) Roeling, geboren op 06-03-1938 te Schipluiden. Zoon van Thomas Antonius Roeling en Catharina Geertruida Ammerlaan (zie: 21.28). Rooms-Katholiek gehuwd op 21-101965 met Anja van de Horst. Jan was eerst tuinder, later werkzaam op sportvelden van gemeente Delft
Uit dit huwelijk:
1.
22.49
Jkfr. Sandra Roeling, geboren op 10-01-1970 te Delft. Gehuwd met Manfred Gielesen.
Woonachtig te Beetsterzwaag. Samen kregen zij 2 kinderen, waaronder Beau. Sandra volgde de
Basisopleiding Fotografie en de vervolgopleiding Toegepast Fotograaf aan de FotoAcademie te
Groningen. Zij is van beroep fotografe voor zakelijke en particuliere klanten.
Jkfr. Anna Wilhelmina Maria (Mia) Roeling, geboren op 25-04-1940 te Schipluiden. Dochter van
Thomas Antonius Roeling en Catharina Geertruida Ammerlaan (zie: 21.28). Gehuwd op 16-11-1962
te Schipluiden (voor de kerk op 04-02-1964) met Cornelis Petrus Maria (Kees) van der Knaap,
geboren op 02-02-1939 te Bleiswijk. Kees was eerst tuinder in bloemen aan de Zwethkade te Den
Hoorn maar verhuisde later naar zijn geboortedorp Bleiswijk.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
22.50
Johannes Cornelis Thomas (John) van der Knaap, geboren op 12-03-1965 te Delft. Gehuwd
op 07-05-1993 met Wilma Knorren, IC verpleegkundige, geboren op 11-09-1964 te Hoogersmilde. Dochter van Willem Knorren en Zwaan Wieldraaier. Samen kregen zij 3 kinderen;
Maurice Henricus Cornelis (Maurice) van der Knaap, geboren 14-02-1969 te Delft. Gehuwd
op 24-06-1993 met Mathilda Gerarda Maria (Tilly) Ammerlaan, geboren op 13-04-1969 te
Berkel en Rodenrijs. Dochter van Cornelis Ammerlaan en Ludwina Groenewegen. 2 kinderen;
Catharina Maria Wilhelmina (Caroline) van der Knaap, geboren op 21-09-1972 te Delft.
Gehuwd op 07-02-2002 met Laurentius Wilhelmus Jozef (Lorenzo) Hulst, geboren op 02-081969 te Berkel en Rodenrijs. Zoon van Cornelis Hulst en Maria Petronella Hijdra. 4 kinderen.
Jkr. Gerardus Arnoldus (Geer) Roeling, geboren op 30-09-1941 te Schipluiden, overleden op 2910-1980. Zoon van Thomas Antonius Roeling en Catharina Geertruida Ammerlaan (zie: 21.28). Gehuwd op 27-08-1964 met Annie van Leeuwen.
Gerard was Rozenkweker aan de Polderweg te Pijnacker. Op 29-10-1980 omstreeks 00:30 uur werd
bij hen aangebeld door de 32-jarige Marokkaanse oud medewerker Ali A. Deze beweerde dat zijn 27jarige landgenoot, die als medewerker van Gerard achter in het ketelhuis verbleef, ziek was geworden.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Gerard kleedde zich aan en ging kijken. Kort daarop werd door Ali A. vermoord. Zijn schedel werd
ingeslagen met een spijkertrekker en hij werd in zijn hals gestoken met een snoeischaar. Twintig minuten later belde Ali A. opnieuw aan en vertelde Annie, zogenaamd op gezag van haar man, dat ook
zij moest komen. Even later stond zij in een doodstille stikdonkere kas. Toen zij Gerard vroeg licht te
maken hoorde zij een vreemde stem. Annie schrok, rende weg en haalde haar hond. Kort daarop troffen gealarmeerde buren het stoffelijk overschot van Gerard. De 27-jarige medewerker veinsde te slapen. Bij zijn arrestatie werd op hem het adres van Ali A. bij zijn nieuwe werkgever in Bergschenhoek
aangetroffen waar hij gearresteerd kon worden. Ali A. bekende maar kon geen motief noemen.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
22.51
Jkfr. Ingrid Roeling, geboren op 31-10-1965. Gehuwd met Har Verhaar. Samen kregen zij 2
kinderen: Melissa en Mike;
Jkr. Eddie Roeling, geboren op 12-01-1967;
Jkfr. Angela Roeling, geboren op 15-03-1972. Gehuwd op 04-11-1994 met Ronald van Veen.
Samen kregen zij 2 kinderen: Bente en Niels.
Jkr. Cornelis Adrianus (Kees) Roeling, geboren op 30-01-1943 te Schipluiden, overleden op 26-061998 te Delft. Zoon van Thomas Antonius Roeling en Catharina Geertruida Ammerlaan (zie: 21.28).
Gehuwd op 13-10-1966 met Truus Reygersberg.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
Jkfr. Bianca Roeling, geboren op 13-08-1969. Gehuwd en kinderen;
Jkfr. Chantal Roeling, geboren op 01-07-1972. Gehuwd en kinderen.
22.52
Jkr. August Roling, geboren op 19-12-1876 te Münnigbüren, overleden op 11-05-1943. Zoon van
Johann Josef Roling en Anna Karoline Klinker (zie: 21.30). Gehuwd met Anna Albers, geboren op
27-12-1886, overleden op 25-02-1963.
22.53
Jkr. Johannes Bernhard Roling, geboren op 21-03-1882 te Münnigbüren, overleden op 08-12-1969
te Baccum. Zoon van Johann Josef Roling en Anna Karoline Klinker (zie: 21.30). Gehuwd op 12-021912 te Baccum met Maria Agnes Albers, geboren op 18-03-1889, overleden op 08-12-1960.
Uit dit huwelijk:
1.
22.54
Jkfr. Agnes Sophia Roling.
Jkr. Gerardus Johannes Roling, geboren op 20-12-1899 te Rijswijk, overleden op 14-02-1949 te ’s
Gravenhage. Zoon van Petrus Roling en Helena Wilhelmina de Weert (zie: 21.31). Gehuwd in 1925
met Jacoba Meerman, geboren op 24-01-1895.
Gerardus was van beroep broodbakker.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
22.55
Jkr. Petrus Aloysius Roling (zie: 23.37);
Jkfr. Olga Louisa Roling, geboren op 30-11-1933 te ‘s Gravenhage.
Jkr. Antonius Johannes Casper Roling, geboren op 06-06-1902 te Rijswijk, overleden op 08-121959 te ‘s Gravenhage. Zoon van Petrus Roling en Helena Wilhelmina de Weert (zie: 21.31). Gehuwd
(1) op 23-09-1931 te Zaandam met Klasina Maria de Jong, geboren op 29-09-1903 te Zaandam,
overleden op 06-01-1946 te Wassenaar. Gehuwd (2) 25-06-1947 te ’s Gravenhage met Johanna Clasina Bergmans, geboren op 06-11-1912 te ‘s Gravenhage. Antonius was van beroep brievenbesteller.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Uit het eerste huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Jkr. Helena Wilhelmina Maria Roling, geboren op 27-07-1932 te ’s Gravenhage, gehuwd op
31-05-1957 te ’s Gravenhage met P. Demmenie;
Jkr. Antonius Johannes Casper Roling, geboren op 01-05-1934 te ’s Gravenhage, overleden op
07-05-1934 te ’s Gravenhage;
Jkfr. Cornelia Maria Clasina Roling, geboren op 01-02-1936 te ’s Gravenhage;
Jkfr. Alida Hendrika Antonia Roling, geboren op 13-08-1937 te ’s Gravenhage, overleden op
16-03-1985 te ’s Gravenhage. Gehuwd op 11-09-1958 te Voorburg met Cornelis Franciscus
Maria van Wissen, geboren op 16-09-1930 te Voorburg;
Jkfr. Adriana Theodora Roling, geboren op 25-08-1938 te ’s Gravenhage, overleden op 19-071988 te ’s Gravenhage, gehuwd op 28-08-1959 te ’s Gravenhage met Leonardus Antonius
Oomens, geboren op 13-02-1931 te ’s Gravenhage;
Jkr. Antonius Johannes Casper Roling, geboren op 12-05-1941 te ’s Gravenhage;
Jkr. Hendrikus Gerardus Roling, geboren op 10-03-1943 te ’s Gravenhage;
Uit het tweede huwelijk:
8.
22.56
Jkr. Hendrikus Johannes Roling, geboren op 17-05-1949 te ’s Gravenhage.
Jkr. Johannes Marinus Roling, geboren op 18-11-1906 te Rijswijk, overleden op 29-04-1977 te
Adelaide, Australië. Zoon van Petrus Roling en Helena Wilhelmina de Weert (zie: 21.31). Gehuwd op
12-10-1932 te ’s Gravenhage met Petronella Hendrika Johanna van Noort, geboren op 18-03-1909
te ’s Gravenhage, overleden op 17-10-1992 te Adelaide, Australië.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
Jkr. Petrus Wilhelmus Roling (zie: 23.38);
Jkr. Hendrikus Johannes Roling, geboren op 05-01-1935 te ’s Gravenhage;
Jkr. Antonius Gerardus Roling, geboren op 18-03-1937 te ’s Gravenhage;
Jkr. Otto Johannes Roling, geboren op 04-01-1939 te ’s Gravenhage;
Jkr. Johannes Marinus Roling, geboren op 13-11-1943 te ’s Gravenhage.
22.57
Jkfr. Alida Hendrika Anthonia Roling, geboren op 15-01-1909 te Ubbergen, overleden op 16-101990. Dochter van Petrus Roling en Helena Wilhelmina de Weert (zie: 21.31). Gehuwd op 25-101939 te ’s Gravenhage met Jan Dijkman, geboren op 26-02-1908 te ’s Gravenhage, overleden op 0612-1980 te Leidschendam.
22.58
Jkfr. Maria Helena Roling, geboren op 05-09-1911 te ’s Gravenhage, overleden op 23-11-1972 te ’s
Gravenhage. Dochter van Petrus Roling en Helena Wilhelmina de Weert (zie: 21.31). Gehuwd op 0804-1942 met Johannes Jacobus Blijie, geboren op 21-12-1913 te ’s Gravenhage.
22.59
Jkfr. Sophia Carolina Roling, geboren op 28-06-1913 te ’s Gravenhage. Dochter van Petrus Roling
en Helena Wilhelmina de Weert (zie: 21.31). Gehuwd op 20-07-1938 te ’s Gravenhage met Marinus
Leonardus Strunk, geboren op 24-08-1912.
22.60
Jkr. Leonardus Josephus Roling, geboren op 06-02-1916 te ’s Gravenhage, overleden op 20-071999 te Rijswijk. Zoon van Petrus Roling en Helena Wilhelmina de Weert (zie: 21.31). Gehuwd op
19-12-1945 te ’s Gravenhage met Wilhelmina Johanna van der Heijden, geboren op 10-11-1918 te
’s Gravenhage, overleden op 23-09-1985 te ’s Gravenhage. Leonardus was van beroep broodbakker.
Uit dit huwelijk:
1.
Jkr. Antonius Johannes Roling, geboren op 06-08-1946 te ’s Gravenhage.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
22.61
Jkr. Hermann Rohling, geboren op 09-01-1931 te Schlagbrücken. Zoon van Hermann Heinrich
Rohling en Thekla Buss (zie: 21.32). Gehuwd met Maria Helena Ettmann, geboren op 19-05-1933.
Het echtpaar is woonachtig te Meppen, Heustrasse I te Rastdorf.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
22.62
Jkfr. Magdalena Rohling, geboren in 1961, tweelingzuster van Thekla;
Jkfr. Thekla Rohling, geboren in 1961, tweelingzuster van Magdalena;
Jkr. Manfred Rohling, geboren in 1963, van beroep landbouwer.
Jkr. Heinrich Rohling, geboren op 05-03-1932 te Schlagbrücken, overleden in 1980. Zoon van Hermann Heinrich Rohling en Thekla Buss (zie: 21.32). Gehuwd met Maria Wilkens, geboren op 10-071930, overleden op 10-04-2008.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
22.63
Jkfr. Ursula Rohling, geboren in 1957, overleden in 1957;
Jkfr. Mechtild Rohling, geboren in 1960;
Jkr. Werner Rohling, geboren in 1963;
Jkfr. Andrea Rohling, geboren op 11-03-1967.
Jkfr. Maria Anna Rohling, geboren in 1934 te Emmeln. Dochter van Hermann Heinrich Rohling en
Thekla Buss (zie: 21.32). Gehuwd met Wilhelm Grönheim, geboren in 1932.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
22.64
Anni Grönheim, geboren in 1963;
Thekla Grönheim, geboren in 1964;
Wilhelm Grönheim, geboren in 1965;
Maria Grönheim, geboren in 1966;
Doris Grönheim, geboren in 1967;
Norbert Grönheim;
Stefan Grönheim.
Jkr. Gerhard Bernhard Rohling, geboren in 1937 te Emmeln, overleden in 1973 te Meppen. Zoon
van Hermann Heinrich Rohling en Thekla Buss (zie: 21.32). Gehuwd met Regina Wotte.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
22.65
Jkr. Thomas Rohling, geboren in 1964;
Jkr. Ludger Rohling, geboren in 1966, woonachtig aan de Birkenweg 17 te Meppen;
Jkfr. Heike Rohling, geboren in 1968.
Jkfr. Angela Rohling, geboren in 1945. Dochter van Hermann Heinrich Rohling en Thekla Buss
(zie: 21.32). Gehuwd met Horst Schütte.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
22.66
Torsten Schütte, geboren in 1966;
Ralf Schütte.
Jkfr. Anna Gertrude (Gurthy) Rohling, geboren op 15-05-1897 te Glencoe, Minnesota, overleden
op 26-01-1998 te Ramsey. Dochter van Johann Hermann Rohling en Anna Matousek (zie: 21.33).
Gehuwd met Louis Beauregard, geboren op 01-01-1900, overleden op 29-09-1959 te Minneapolis.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
22.67
Jkfr. Anna Maria (Mamey) Rohling, geboren op 08-09-1898 te Glencoe, Minnesota, overleden op
05-02-1994. Dochter van Johann Hermann Rohling en Anna Matousek (zie: 21.33). Gehuwd op 19-101921 met Richard Gotfred Neuman, geboren op 15-12-1895, overleden op 14-08-1958 te Hennepin.
Uit dit huwelijk:
1.
22.68
Richard R. Neuman, geboren 1929, woonde 1103 Fairway Dr., Princeton. Hij kreeg 4 kinderen.
Jkr. Herman (Henry) Rohling, geboren op 31-08-1900 te Mc Leod, Minnesota, overleden op 03-081988 te Hennepin, Minnesota. Zoon van Johann Hermann Rohling en Anna Matousek (zie: 21.33).
Gehuwd in 1925 met Therese Elisabeth Hoffman, geboren op 12-02-1906 te Wright, Minnesota,
overleden op 27-03-1999.
Uit dit huwelijk:
1.
22.69
Jkfr. Eileen M. Rohling (zie: 23.39).
Jkr. Martin Rohling, geboren op 26-10-1902 te Watkins, overleden op 29-07-1994 te Hennepin,
Minnesota. Zoon van Johann Hermann Rohling en Anna Matousek (zie: 21.33). Gehuwd met Mabel
(Mary) Zuberman, geboren op 08-09-1909 te Belle River, Minnesota, overleden in februari 1987.
Uit dit huwelijk:
1.
22.70
Jkr. Eugene Rohling, geboren op 09-10-1928, overleden op 01-03-2009. Eugene was
woonachtig te 3407 Olympic Av., El Paso, Texas.
Jkfr. Victoria Margaret Rohling, geboren op 20-01-1907, overleden op 18-05-2005 te Texarkana,
Bowie, Texas. Dochter van Johann Hermann Rohling en Anna Matousek (zie: 21.33). Gehuwd (1)
met Tom Karney. Gehuwd (2) met Howard Young.
Uit het tweede huwelijk:
1.
2.
22.71
Charles (Charlie) Young;
Carmen Young.
Jkr. Theodore Thomas Rohling, geboren op 23-12-1909, overleden op 24-07-1983 te Tacoma,
Pierce, Washington. Zoon van Johann Hermann Rohling en Anna Matousek (zie: 21.33). Gehuwd (1)
met Margaret Elizabeth Foley. Gehuwd (2) met June Nan. Gehuwd (3) met Mary Winter.
Uit het eerste huwelijk:
1.
2.
3.
22.72
Jkfr. Marilyn Margaret Rohling, geboren op 12-06-1937 te Hennepin, Minnesota, overleden in
2007. Gehuwd 08-07-1961 met Roger W. Nietzer, geboren 04-09-1925, overleden 07-04-2003;
Jkr. Theodore James Rohling (zie: 23.40);
Jkr. Thomas Martin (Tom) Rohling,geboren 29-07-1948, woonde in North Richland Hills,Texas
Jkfr. Margaret Adelaide Rohling, geboren op 24-07-1911 te Watkins, Minnesota, overleden op 2610-1989. Dochter van Johann Hermann Rohling en Anna Matousek (zie: 21.33). Gehuwd op 13-051939 met Russell Leonard Olson, geboren op 11-07-1914, overleden op 31-05-1980.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
Marlys Helen Olson, geboren op 27-04-1943 te Hennepin, Minnesota. Gehuwd met Burton
James Ewing. Samen kregen zij 3 kinderen;
Onbekende dochter, geboren op 04-12-1946 te Hennepin, Minnesota;
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
3.
22.73
Robert Richard Olson, geboren op 07-05-1950 te Hennepin, Minnesota.
Jkfr. Mathilda Anna (Tillie) Rohling, geboren op 07-11-1914 te Minnesota, overleden op 29-032006 te New Brighton, Ramsey, Minnesota. Dochter van Johann Hermann Rohling en Anna Matousek (zie: 21.33). Gehuwd met Lawrence Ambrose Ryback, geboren op 01-12-1914 te Mounds
View, Ramsey, Minnesota, overleden op 19-10-1988.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
22.74
Reneè Marie Ryback, geboren op 15-02-1939 te Ramsey, Minnesota, overleden op 05-10-2005;
Daniel Roger Ryback, geboren op 30-09-1946 te Hennepin, Minnesota;
Denise Annette Ryback, geboren op 26-02-1961 te Hennepin, Minnesota;
Kathleen Anne Ryback, geboren op 13-02-1949 te Hennepin, Minnesota. Gehuwd met Leonard
Milton Olson. Samen kregen zij 2 kinderen.
Jkr. Henry Rohling, geboren op 09-09-1917 te Minneapolis, Minnesota, overleden ná 2009. Zoon
van Johann Hermann Rohling en Anna Matousek (zie: 21.33). Gehuwd met Dorothy Elizabeth
Halverson, geboren op 30-11-1917, overleden op 12-07-1996. Gescheiden op 09-11-1979.
Uit dit huwelijk:
1.
22.75
Jkfr. Shari Lynn Rohling (zie: 23.41).
Jkfr. Ethel Gertrude Rohling, geboren op 29-08-1907 te Robinsdale, Minnesota, overleden op 1602-1999. Dochter van Gerhard Heinrich Rohling en Gertrude Mueller (zie: 21.34). Gehuwd in circa
1928 met Ralph Peter Seidenkranz, geboren op 27-08-1900 te Roseville, Minnesota, overleden op
06-06-1988. Zoon van Wilhelm Seidenkranz, geboren in 1870 te Spitzenberg, Duitsland, en Anna
Hahn. De ouders van Ralph kwamen op 20-04-1874 aan te Baltimore.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
22.76
Ralph William Seidenkranz, geboren op 21-06-1928. Gehuwd met Norma Elizabeth Arrigoni.
Samen kregen zij 3 kinderen;
Alice Joyce Seidenkranz, geboren op 09-11-1930;
Laverne Claire Seidenkranz, geboren op 22-01-1932;
Ronald Phillip Seidenkranz, geboren op 11-08-1936 te Ramsey, Minnesota;
Rosanne Irene Seidenkranz, geboren op 10-01-1940 te Ramsey;
Bernice Ethel Seidenkranz, geboren op 05-02-1944 te Ramsey, overleden op 18-08-1959.
Jkfr. Hellen Claire Rohling, geboren op 17-04-1910 te St. Paul, Minnesota, overleden op 07-031971. Dochter van Gerhard Heinrich Rohling en Gertrude Mueller (zie: 21.34).
Op 01-09-1923 trad zij in het Benedictijnen klooster en werd docent op het College of St. Benedict
(37 South College Avenue, St. Joseph, Minnesota). Zij gaf les in Secondary Education (Middelbare
School) en Latijn.
22.77
Sgt. Jkr. Gilbert Lawrence Rohling, geboren op 29-08-1912, overleden op 04-03-1944 te Sicilië,
Italië, tijdens WOII als Sergeant van de 7th Infantry 3rd Division US Army. Zoon van Gerhard Heinrich Rohling en Gertrude Mueller (zie: 21.34). Gehuwd met Virginia John, geboren in 1922. Virginia
huwde na het overlijden van Gilbert met Vernon Nelson.
Uit dit huwelijk:
1.
Jkfr. Renee Rohling / Nelson, werd geadopteerd door haar stiefvader (zie: 23.42).
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
22.78
Jkfr. Maria Thekla (Maria) Rohling, geboren op 16-08-1907, overleden op 24-01-1991. Dochter
van Johann Hermann Rohling en Maria Catharina Kremer (zie: 21.38). Gehuwd op 09-05-1932 met
Bernhard Josef (Josef) Santen, landarbeider, geboren op 06-12-1904, overleden op 18-10-1982.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
22.79
Maria Hermine Santen, geboren op 05-03-1933, overleden in 1998. Gehuwd met Horst Kurt
Framke, geboren op 21-03-1933;
Bernhard Hermann Santen, gehuwd met Anna Maria Wobken;
Anna Agnes Santen, gehuwd met Alfons Nolte, geboren in 1938, overleden in 1980;
Bernhardine Santen, gehuwd met Horst Dankelmann;
Margaretha Henrietta Santen, gehuwd met Bernhard Gerhard Nüsse;
Thekla Katharina Santen, gehuwd met Wilhelm Schütte;
Katharina Santen, gehuwd (1) met Heinrich Leggedör, geboren op 23-01-1942, overleden op
18-04-1988. Gehuwd (2) met Bernhard Janzen;
Hermann Santen, gehuwd met Elisabeth Preut.
Jkr. Gerhard Hermann (Gerhard) Rohling, geboren op 27-01-1910, overleden op 31-10-1988.
Zoon van Johann Hermann Rohling en Maria Catharina Kremer (zie: 21.38). Gehuwd in 1938 met
Adelheid Schmitz, geboren op 14-03-1912, overleden in 2001.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Jkr. Hermann Rohling, geboren in 1939, overleden in 1939;
Jkfr. Maria Rohling (zie: 23.43)
Jkr. Heinrich Bernhard Rohling (zie: 23.44);
Jkfr. Thekla Angela Rohling (zie: 23.45);
Jkr. Hermann Rohling (zie: 23.46);
Jkr. Willi Josef Rohling (zie: 23.47);
Jkfr. Anna Hermine Rohling (zie: 23.48);
Jkfr. Margarethe Rohling (zie: 23.49);
Jkr. Clemens Aloisius Rohling (zie: 23.50).
22.80
Jkr. Johann Hermann Rudolf (Hermann) Rohling, geboren op 15-10-1912 te Altharen, overleden
op 15-05-1990 te Landegge. Zoon van Johann Hermann Rohling en Maria Catharina Kremer (zie:
21.38). Gehuwd op 08-05-1950 met Maria Adelheid (Adelheid) Horstmann, geboren op 13-091912 te Landegge, overleden op 19-10-1973 te Martinusstift Haren. Dochter van Josef Horstmann en
Adelheid Pohlmann. Johann was pachter van een voormalige pastorie te Landegge.
22.81
Jkfr. Anna Maria (Maria) Rohling, geboren op 17-01-1915 te Altharen, overleden op 23-03-2006.
Dochter van Johann Hermann Rohling en Maria Catharina Kremer (zie: 21.38). Anna was van beroep
kleermaakster. Tevens was zij als kosterin te Altharen belast met de dagelijkse zorg voor het kerkgebouw en het klaarzetten van de liturgische voorwerpen voor de eredienst.
22.82
Jkr. Heinrich Johann (Heinrich) Rohling, geboren op 26-03-1917, overleden op 09-09-1970. Zoon
van Johann Hermann Rohling en Anna Gertrud Kremer (zie: 21.38). Gehuwd met Theresia Hanses,
geboren op 13-01-1922. Heinrich was van beroep slotenmaker en bankwerker.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
Jkr. Franz Rohling, geboren in 1949. Gehuwd met een zekere Ute;
Jkr. Hermann Rohling (zie: 23.51);
Jkr. Meinolf Rohling, geboren in 1958;
Jkr. Rolf Rohling, geboren in 1960. Gehuwd met een zekere Angelika;
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
22.83
Jkfr. Maria Margaretha (Grete, Margaretha) Rohling, geboren op 07-04-1919 te Altharen, overleden op 24-10-1963 te Lippstadt. Dochter van Johann Hermann Rohling en Anna Gertrud Kremer (zie:
21.38). Gehuwd op 02-09-1943 met Hermann Mörker, geboren op 18-10-1913, overleden in 2002.
Grete was van beroep kantoormedewerkster.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
5.
Heinrich Mörker, geboren op 19-02-1945, overleden op 05-02-1987. Gehuwd met Maria
Alwine (Alwine) Lohuis, geboren op 05-10-1948. Samen kregen zij 3 kinderen;
Hermann Mörker, geboren op 30-07-1946. Gehuwd met Lina Elisabeth (Lina) van der
Kamp, geboren op 23-05-1951. Samen kregen zij 3 kinderen;
Bernhard Gerhard (Bernhard) Mörker, geboren op 17-09-1949. Gehuwd met Marlene
Hebbelmann, geboren in 1954. Samen kregen zij 2 kinderen;
Rudolf Mörker, geboren op 21-09-1954, overleden op 01-08-1963;
Klaus Mörker, geboren 04-08-1961. Gehuwd met Gudrun Cosse, geboren 05-03-1964. 1 kind.
22.84
Jkfr. Anna Bernh. Hermine (Anna) Rohling, geboren op 20-11-1921. Dochter van Johann Hermann Rohling en Anna Gertrud Kremer (zie: 21.38).
22.85
Jkr. Wilhelm Rohling, geboren op 10-04-1924 te Altharen, overleden op 25-05-1986 te Martinusstift
Haren. Zoon van Johann Hermann Rohling en Anna Gertrud Kremer (zie: 21.38). Gehuwd op 30-111953 met Elisabeth Maria Held, geboren op 15-12-1925, overleden op 24-11-2004 te Haren.
Wilhelm was van beroep schipper.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
Jkfr. Anna Elisabeth Maria Rohling (zie: 23.52);
Jkfr. Katharina Rohling (zie: 23.53);
Jkfr. Irmgard Thekla Rohling (zie: 23.54);
Jkfr. Ulrike Anna Rohling (zie: 23.55).
22.86
Jkr. Rudolf Rohling, geboren in 1926, overleden in 1950. Zoon van Johann Hermann Rohling en
Anna Gertrud Kremer (zie: 21.38).
22.87
Jkr. Clemens Rohling, geboren op 12-06-1929, overleden op 08-04-2001, begraven te Haren. Zoon
van Johann Hermann Rohling en Anna Gertrud Kremer (zie: 21.38). Gehuwd in 1957 met Gertrud
Dünhöft, geboren op 02-10-1932.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
4.
22.88
Jkfr. Anita Gertrud Rohling (zie: 23.56);
Jkr. Hans Hermann Rohling (zie: 23.57);
Jkr. Uwe Rohling, geboren in 1966, overleden in 1966;
Jkr. Udo Clemens Rohling (zie: 23.58).
Jkr. Bernhard Rohling, geboren op 09-03-1932, overleden op 18-12-1988. Zoon van Johann Hermann Rohling en Anna Gertrud Kremer (zie: 21.38). Gehuwd op 28-08-1959 met Maria Luise
(Maria) Klöcker, geboren op 24-01-1937.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
Jkr. Rolf Hermann Rohling (zie: 23.59);
Jkfr. Martina Rohling, geboren op 07-12-1968.
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
22.89
Jkr. Bernhard Rohling, geboren op 06-11-1942 te Altharen, overleden op 01-11-2004 te Haren.
Zoon van Hermann Rohling en Anna Anneken (zie: 21.46). Gehuwd met Anna Albers. Bernhard en
Anna waren van beroep begrafenisondernemers.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
22.90
Jkr. Bernhard Rohling, gehuwd met Maren Münzer;
Jkr. Dietmar Rohling, gehuwd met Anja Möller;
JKfr. Simone Rohling, gehuwd met Martin Jasken.
Jkr. Hans Rohling, geboren op 09-12-1948 te Altharen, overleden op 01-01-1996 te Quakenbrück.
Zoon van Hermann Rohling en Anna Anneken (zie: 21.46). Gehuwd met Ida Focken, geboren te
Dersum. Hans was van beroep bedrijfsleider van een melkfabriek.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
Jkfr. Daniela Rohling;
Jkr. Michael Rohling;
Jkfr. Kristina Rohling.
22.91
Jkr. Hermann Rohling, geboren te Altharen. Zoon van Hermann Rohling en Anna Anneken (zie:
21.46). Gehuwd te Altharen met een zekere Pricker, geboren te Landegge.
22.92
Jkr. Heinz Rohling, geboren in 1921. Zoon van Johann Gerhard Rohling en Engeline Lina Hagen
(zie: 21.51). Gehuwd met Agnes Casselius.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
22.93
Christoph Rohling, geadopteerd en kreeg de naam Rohling, maar behoort niet tot de adelstand;
Anke Rohling, geadopteerd en kreeg de naam Rohling, maar behoort niet tot de adelstand.
Jkr. Gerhard Johann Rohling, geboren in 1924 te Cloppenburg. Zoon van Johann Gerhard Rohling
en Engeline Lina Hagen (zie: 21.51). Gehuwd met een zekere Edith.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
22.94
Jkr. Roman Rohling;
Jkfr. Sabine Rohling;
Jkfr. Alexa Rohling;
Jkr. Eugen Rohling, geboren in 1927. Zoon van Johann Gerhard Rohling en Engeline Lina Hagen
(21.51). Gehuwd met Hannelore Bauer.
Uit dit huwelijk:
1.
22.95
Jkr. Hans Eugen Rohling.
Jkr. Heinz Rohling, geboren op 18-10-1929 te Lastrup, overleden op 05-09-2006 te Lastrup, begraven op 09-09-2006 om 10:00 uur te Lastrup. Zoon van Heinrich Rohling en Angela Flerlage (zie:
21.56). Gehuwd in 1956 te Lastrup met Inge Goers, geboren op 21-06-1931.
Uit dit huwelijk:
1.
2.
Jkfr. Ina Rohling (zie: 23.60);
Jkr. Stefan Rohling (zie: 23.61).
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
22.96
Jkr. Walter Rohling, geboren op 05-11-1931 te Lastrup. Zoon van Heinrich Rohling en Angela Flerlage (zie: 21.56). Gehuwd in 1956 te Lastrup met Christel Thied, geboren op 03-11-1933, overleden
op 07-06-1979 te Hannover. Dochter van Bruno Thied en Hildegard Krämer. Na het overlijden van
Christel kreeg Walter een relatie met Gitta Kramer, geboren in 1933.
Walter was van beroep expor-teur van stoffen.
Uit het eerste huwelijk:
1.
2.
3.
Jkfr. Brigitte Rohling (zie: 23.62);
Jkfr. Ute Rohling (zie: 23.63);
Jkr. Klaus Rohling (zie: 23.64).
22.97
Jkfr. Dorthe Cathrine Röhling. Dochter van Jens Laurits Röhling en Sine Hansen (zie: 21.62).
Gehuwd met Peder Krabbe Korgaard.
22.98
Jkr. Johan Röhling. Zoon van Jens Laurits Röhling en Sine Hansen (zie: 21.62). Gehuwd met
Lisanne Friis.
22.99
Jkfr. Vibeke Marie Röhling. Dochter van Jens Laurits Röhling en Sine Hansen (zie: 21.62). Gehuwd met Bille Olsson.
22.100 Jkr. Max Röhling. Zoon van Aksel Rikard Röhling en Mildred Gladys Bøe (zie: 22.63). Gehuwd (1)
met Betty Valencia Quinones. Gehuwd (2) met Lis Flindt Pedersen.
22.101 Jkr. Jan Röhling. Zoon van Aksel Rikard Röhling en Mildred Gladys Bøe (zie: 22.63). Gehuwd met
Katriina V M Sandberg. Relatie met een zekere Pouline.
Uit dit huwelijk:
1.
Jkfr. Ester Therese Kristin Röhling. Gehuwd met Paul Martin. Samen kregen zij één zoon,
Christian Paul Röhling-Martin.
22.102 Jkr. Focke Jörg Röhling, geboren op 06-10-1954. Zoon van Adolf Georg Wolfgang Röhling en Agnes Elfriede Bohlen (zie: 21.72). Gehuwd met Esther Krohn.
22.103 Jkr. Wolf Eberhard Röhling, geboren op 23-08-1956. Zoon van Adolf Georg Wolfgang Röhling en
Agnes Elfriede Bohlen (zie: 21.72). Gehuwd met Doris Steschulat.
Wolf Eberhard was in 1994 van beroep Bankfachwirt (werknemer bij een bank).
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
Jkr. Sven Timo Röhling, geboren op 30-06-1980;
Jkr. Jan Oliver Röhling, geboren op 26-03-1984;
Jkr. Lars Florian Röhling, geboren op 12-10-1987.
22.104 Jkr. Gert Joachim Röhling, geboren op 19-12-1935 te Zwickau. Zoon van Hans Erich Röhling en
Elfriede Pfaff (zie: 21.76). Gehuwd in 1964 met Brigitte Renate Rosenberger, geboren op 17-011941 te Kieferstöckel.
Gert woonde sinds 1948 te Keulen en was technicus in telecommunicatie en Steuerung (controlling).
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info
Uit dit huwelijk:
1.
Jkfr. Dagmar Röhling (zie: 23.65).
22.105 Jkfr. Isolde Gerhilde Röhling, geboren op 27-08-1937 te Zwickau. Dochter van Hans Erich Röhling
en Elfriede Pfaff (zie: 21.76). Gehuwd op 06-06-1957 met Hans Ditrich Brandt, geboren op 06-011930 te Bevensen, overleden op 26-10-1984 te bad Kreuznach.
Isolde woonde sinds 1949 te Keulen en sinds 1962 te Kreis Bad Kreuznach. Hans Ditrich was van
beroep Landw. Verwalter (manager).
Uit dit huwelijk:
1.
2.
3.
Marianne Elfriede Brandt, geboren op 22-12-1957 te Lüneburg, woonde in 1994 te Wiesbaden;
Klaus Dieter Brandt, geboren op 05-02-1959 te Lüneburg, woonde in 1994 te Essen;
Christine Helga Brandt, geboren op 20-04-1961 te Lüneburg, gehuwd met Andreas Mosler,
woonden in 1994 te Dasbach bij Idstein. Samen kregen zij 2 zonen en 1 dochter.
22.106 Jkr. Klaus Erich Röhling, geboren op 27-12-1938 te Zwickau. Zoon van Hans Erich Röhling en Elfriede Pfaff (zie: 21.76). Gehuwd met Hannelore Therese Schmitt, geboren op 26-11-1939 te Mendig. Dochter van Johann Schmitt (steenhouwer) en een zekere Appolonia.
Klaus Erich woonde vanaf 1949 te Keulen en vanaf 1973 te Dormagen aan de Claudiusstrasse nr. 45.
Na militaire dienst ging hij bij de brandweer van de firma Bayer AG en was in 1994 Brandinspecteur.
Uit dit huwelijk:
1.
Jkfr. Bianca Isolde Röhling (zie: 23.66).
22.107 Jkr. Dieter Röhling, geboren op 28-12-1944 te Zwickau. Zoon van Hans Erich Röhling en Elfriede
Pfaff (zie: 21.76). Gehuwd (1) op 26-08-1969 met Gerda Bartke, geboren op 07-06-1941 te Preußen
Stargard, gescheiden in 1990. Gehuwd (2) op 18-05-1990 met Marilyn McCoy, geboren op 19-051950 te Tucson, Arizona, gescheiden in 1993.
Dieter woonde sinds 1949 te Keulen. Volgde een opleiding tot radio en telecommunicatie technicus.
Na militaire dienst volgde hij een opleiding tot electrotechnicus. Hij werkte als technische en leidinggevende medewerker bij IBM (International Business Machines Corporation) op verschillende locaties in de Verenigde Staten en woonde van 1986 tot 1988 en van 1989 tot 1992 in Tucson, Arizona.
Sinds 1993 was hij Commercial manager bij een Engelse software service onderneming te Frankfurt
am Main en in 1994 eveneens woonachtig aldaar. Dieter heeft zich uitvoerig beziggehouden met de
genealogie van de familie Röhling en publiceerde samen met Dr. Wolfgang Röhling (zie: 21.66) in
1994 een aangevulde heruitgave van “Beiträge zur Geschichte der Familie Roehling” onder de titel:
“Chronik der Familie Röhling” (zie: bronvermelding).
Uit het eerste huwelijk:
1.
Jkr. Markus Röhling (zie: 23.67).
© 2015 Jkr. Dr. S.E.M. Roeling | Genealogisch & Heraldisch Bureau S.Roeling | www.sroeling.info