ANALYSE VAN HET HAVO EXAMEN KUA 2015 TIJDVAK 1

Transcription

ANALYSE VAN HET HAVO EXAMEN KUA 2015 TIJDVAK 1
ANALYSE VAN HET HAVO EXAMEN KUA 2015 TIJDVAK 1. Toelichting:
Onderstaande analyse van het examen havo kunst algemeen tijdvak 1, 2015 is tot stand gekomen op basis van:
- Een analyse van de niveaus van de vragen met behulp van de herziene taxonomie van Bloom,
- Analyses en opmerkingen van een team van docenten kunst algemeen uit het land (rode tekst, expertisecentrum kunsttheorie)
- Onderbouwing met behulp van erkende bronnen/opmerkingen van vakdocenten kua.
De vragen en antwoorden zijn overgenomen van de opgaven en antwoorden van Cito/Cve. Zowel de originele examenopgaven als het originele
correctievoorschrift van Cito/Cve zijn bindend als richtlijn, deze zijn via www.examenblad.nl gepubliceerd.
Aan onderstaande analyse en verslag kunnen derhalve geen rechten worden ontleend.
- Het doel van deze analyse is het inzichtelijk maken van de verschillende vraagniveaus in het examen en de opbouw van het examen voor docenten ten
behoeve van a: correcte toepassing van de beoordelingsnormen, b: verbetering van de lessen/feedback aan leerlingen (opbrengstgericht werken).
- Het beschrijven en onderbouwen met behulp van erkende bronnen van eventuele ontbrekende antwoorden in het antwoordmodel die op basis van 3.3 van
de algemene regels van het correctievoorschrift als vakinhoudelijk correct beoordeeld zouden moeten worden. Deze aanvullende antwoorden kunnen door
docenten met de tweede corrector besproken worden.
- Het analyseren van eventuele fouten of onvolkomenheden in het examen (punt 7 van de algemene regels). Dat is in het belang van de examenkandidaten en
van het borgen van betrouwbare en valide centrale examens als professionals in het vak.
In paragraaf 2 Algemene Regels van het correctievoorschrift wordt aangegeven:
3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het beoordelingsmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke
argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het
beoordelingsmodel;
7 Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een examen of in het beoordelingsmodel bij dat examen een fout of onvolkomenheid zit,
beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof examen en beoordelingsmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan het College voor
Examens. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het
examen rekening gehouden.
Conform de protocollen van de VO raad (p.19 e.v.) verklaren en ondertekenen de eerste corrector en de directeur dat de eerste correctie door hem/haar
volgens de beoordelingsnormen is uitgevoerd.
Expertisecentrum-Kunsttheorie, mei 2015.
1
HET CENTRALE EXAMEN KUNST ALGEMEEN HAVO 2015
Het centrale examen kunst algemeen 2015 havo, bestond uit vier blokken:
Florence en het mecenaat van De'Medici; Jean Cocteau en de kunsten in
het begin van de 20ste eeuw in Parijs; Pulp Fiction, musical film en dans;
de musical in Nederland en Joop van den Ende.
inhoudelijk problematisch omdat daarin te vakspecifieke kennis
verondersteld werd (3 en vooral 18), vraag 8 was niet heel relevant in de
context van kunst algemeen en met een omvangrijk examenprogramma
zijn dit soort vragen niet fair naar docenten en leerlingen (rood gearceerd);
vraag 9 was niet helder geformuleerd (oranje gearceerd). Vraag 6, 11, 20,
28, 30 vonden we heel origineel bedacht (blauw gearceerde
vraagnummers).
Wederom bijzonder creatieve blokken, met veel leuke voorbeelden en het
niveau goed op de havo leerling gericht. Leerlingen konden hun kunst
analysevaardigheden goed demonstreren. Dat is natuurlijk iets goeds, daar
ligt een belangrijke kern van het leren over kunst voor leerlingen. Prima
dat deze vaardigheid centraal staat in het examen. Mooie verbanden
werden gelegd en zeer duidelijk werd naar de examenstof in de syllabus
verwezen op veel plekken.
Dat leerlingen geen examen op papier aangereikt kregen werd betreurd
door docenten die bij 'Samen nakijken - vwo' aanwezig waren, maar
geaccepteerd. Kritiek was er echter wel op het gegeven dat ook achteraf
geen pdf van de vragen gepubliceerd zijn op examenblad.nl. Wij
verzoeken cito/cve om dit volgend jaar wel te doen: daar zijn geen grote
kosten mee gemoeid en het is voor docenten die na moeten kijken zeer
gewenst om zowel vragen als antwoorden op papier beschikbaar te
kunnen hebben.
Het eerste blok was een wat sterker op de kennis gericht blok over het
mecenaat van De'Medici familie en de kunstenaar Vasari. In het tweede
blok stonden de ideeën van Jean Cocteau (o.a. ballet 'Parade') en de
muziek van Darius Milhaud centraal. In het derde blok Pulp Fiction, de
filmmusical met Fred Astaire en de dans van Michael Jackson in de clip
Smooth Criminal, zo werd een mooi verband gelegd tussen de moderne
cultuur en de massacultuur ofwel de massacultuur in de hele twintigste
eeuw. Het laatste blok bevatte o.a. de musical Phantom of the Opera en
de musicals van Joop van den Ende - de massacultuur van de tweede helft
van de twintigste eeuw. Massacultuur en marketing passen uiteraard
helemaal bij invalshoek 3 van de examenstof.
De analyse en opmerkingen bij het examen kunt op de volgende pagina's
vinden.
Over het algemeen waren de vragen helder. Het lijkt alsof de
vraagformulering strakker is dan andere jaren en op deze manier is het
voor de havo leerling goed te doen. Het correctievoorschrift was eveneens
strak geformuleerd. Bij een aantal vragen (2,5,12,13,23, 24) was het iets te
beperkt geformuleerd vanuit de vraagstelling geredeneerd. Daar zou u als
docent ook het belang van de examenkandidaten goed moeten afwegen.
(zie ook: geel gearceerde vraagnummers). Vraag 3, 8, 9 en 18 vonden we
2
ANALYSE EXAMEN KUA HAVO 2013 TIJDVAK 1
Havo CE kua
Niveau
2013
Onthouden
Begrijpen
Toepassen
Analyseren/kunstanalyse
Evalueren
64
pt
6
23
11
22
2
Perc
9%
37 %
17 %
34 %
3%
2014
63
pt
3
18
13
24
5
2015
Perc
4%
29%
21%
38%
8%
72
pt
2
18
21
24
7
Perc
3%
25%
29%
33%
10%
ANALYSE EXAMEN KUA HAVO 2015 TIJDVAK 1 rood = opmerkingen/aanvullingen op correctievoorschrift volgens regel 3.3; blauw = extra geraadpleegde bronnen
BLOK 1: FLORENCE EN HET MECENAAT VAN DE MEDICI
1
Niveau
pt
TOEPASSEN
2
uitvoeren
Vraag
Op afbeelding 1 zie je de kerk San Lorenzo in Florence, De bouw van deze kerk vond plaats in
de vijftiende eeuw en werd gefinancierd door de familie De’ Medici. In 1419 kreeg Filippo
Brunelleschi de opdracht om het ontwerp te maken.
Op afbeelding 2 zie je een fresco waarin de opdrachtgeversrol van de familie De’ Medici is
verbeeld. Links op de voorgrond zijn de bouwmeesters van de San Lorenzo afgebeeld, onder
wie Brunelleschi, rechts staat Cosimo de’ Medici de Oude.
Beschrijf aan de hand van twee aspecten van de voorstelling hoe de
opdrachtgeversrol van de familie De’ Medici in dit fresco is verbeeld.
Opmerkingen exp.centrum
2
BEGRIJPEN
uitleggen
Opmerkingen exp.centrum
2
De vraag vraagt naar de opdrachtgeversrol van de familie De Medici. De vader van Cosimo,
Giovanni, heeft de opdracht aan Brunelleschi gegeven maar is overleden. Daarna heeft Cosimo
het overgenomen. Het is voorstelbaar dat leerlingen op de afbeelding zoeken naar deze
‘familie’ de’ Medici en dan kijken naar de man die over de schouder van Cosimo meekijkt,
rechts achter hem in de hoek. Of dat werkelijk de vader van Cosimo is, is niet bekend.
De familie De’ Medici verstrekte ook diverse opdrachten voor kunstwerken in de San Lorenzo,
waaronder monumenten voor familieleden.
Geef twee redenen waarom de De’ Medici’s ervoor kozen om juist voor een kerk
opdrachten te verstrekken.
Bron 2.1: Renaissance. Andrew-Graham Dixon. p. 81.
Florentine genius would never have shown itself as it did without Florentine money. The
intellectual leaders of the city recognised this. It is characteristic of the specifically Florentine
tenor of Florentine humanist thought that Leonardo Bruni should have dared to disagree with
the great Petrarch on the question of wealth. Petrarch had taken a Stoic and Franciscan line on
the acquisition of money, arguing that is was invariably the enemy of virtue. The more worldly
Bruni took a very different view. In 1419 he translated Aristotle's Ethics for the richest
merchant prince in all Florence, Cosimo de'Medici, and wrote an accompanying commentary
3
antw
maximumscore 2
De opdrachtgeversrol van de familie De' Medici wordt verbeeld door (twee van de
volgende):
− de autoritaire gebaren van Cosimo de Oude.
− het in ontvangst nemen van het schaalmodel van de kerk door Cosimo de Oude.
− de geldbuidel aan de gordel van Cosimo de Oude.
per juist antwoord 1
maximumscore 2
twee van de volgende:
− Op deze wijze kon de familie De' Medici haar rijkdom/macht tonen aan (alle) gelovigen /
grote groepen van de bevolking van Florence / Een kerkgebouw was voor velen toegankelijk.
− Opdrachten verstrekken voor (kunstwerken in) een kerk benadrukte de vroomheid van de
opdrachtgever.
− Op deze wijze blijft de rol van de familie De' Medici voor lange tijd/eeuwig zichtbaar / Een
kerk wordt in principe gebouwd voor eeuwen.
per juist antwoord 1
- In aanvulling op het eerste antwoord: de familie De’ Medici kon zo ook haar rijkdom/macht
tonen aan andere vorstenhoven/steden, volgens Andrew Graham-Dixon (bron 2.1) was er
een concurrentie gaande tussen de verschillende vorstenhoven in Italië in die tijd (zie ook
bron 2.2. en 2.3 hieronder)
Bron 2.2 p.23. By funding various churches and religious sites along with works of art,
Cosimo created visible signs of the Medici’s power, wealth and influence.
p. 30. The extent of Cosimo de Medici’s patronage helped to distinguish him from other
political leaders of the time. *…+In addition, Field pointed out that “Cosimo saw to it that
in which he placed great emphasis on Aristotle's doctrine of the moral value of wealth.
Another member of Bruni's circle, Stefano Porcari, expressed the Florentine attitude in a
ringing speech delivered to the people outside the cathedral one day in 1427.
Whence are our houses and palaces procured? From riches! Whence come our clothes? Whence the meals
for us and our children? From riches! These consecrated churches with their decorations, the walls, the
towers, the defences, your palaces and dwellings, the most noble buildings, the bridges, the streets, with
what have you built them, whence do you obtain the means of preserving them, if not from riches!
But if nothing could be done without money, perhaps it is also true that nothing truly great
could be done in Florence without the desire to outshine others.
In de paragraaf 'Medici as Magi' p. 112 e.v. licht Graham-Dixon toe dat Cosimo de'Medici
"In 1436 the head of that familiy, Cosimo de'Medici, began to pay for the reconstruction and
fitting out of a Diminican friary in San Marco Florence. It had long been expected of wealthy
individuals that they should endow churches and build chapels, simultaneously strengthening
the fabric of the Christian religion and (so it was believed) buying themselves a reduced
attendance in purgatory. But for one man to donate an entire monastry, conatining the most
extensive library in Florence as well as fory-two individual monastic cells, was unprecedented.
*…+ By paingint his patrons thus, as the shining heroes of their own cult, it is as if the artist has
sanctified the condition of being wealthy itself. *…+
3
TOEPASSEN
implementeren
3
Over Sigismondi in Rimini, p. 120: Architecture was his favoured medium of selfaggrandizement. Leon Battista Alberti, himself a humanist scholar as well as an architect of
growing repute, was the man whom he chose to advise him on the scheme closest to his
heart. This was the transformation of the church of San Francesco into a mausoleum for
Sigismondo and his court.
Op afbeelding 3,4 en 5 zie je respectievelijk de plattegrond, een doorsnede en het interieur
van de oude sacristie van de San Lorenzo. Brunelleschi verwees in deze sacristie op
verschillende manieren naar de bouwkunst van de klassieke oudheid. Zo maakte hij
bijvoorbeeld gebruik van een koepel.
Ook de plattegrond, de architectonische opbouw en de decoraties bevatten verwijzingen naar
de klassieken.
Noem van zowel de plattegrond, als van de architectonische opbouw, als van de
decoraties een klassiek kenmerk
Opmerkingen exp.centrum
Hoewel de vraagformulering begint met ‘noemen’ = onthouden, moeten leerlingen toch in de
afbeelding deze algemene kenmerken op een specifiek (nieuw) voorbeeld toepassen.
Vraagformuleringen in de examens van kunst algemeen, zijn – zodra leerlingen voorbeelden
aangereikt krijgen – vaak minder reproductief dan de vraagformulering doet vermoeden.
4
entire groups of artists, philosophers, and humanists would remain more or less loyal to the
Medici family.” Because Cosimo was supporting these humanists, they were also under his
control politically and were used to help create a specific representation of the Medici in
Florence. Gilbert, Kelly Ann, "Medici Power and Patronage under Cosimo the Elder and
Lorenzo the Magnificent" (2005). Senior Honors Theses.
Bron 2.3. p. 11. Yet in some sense art was a great leveller among them as they competed for
prestige and tried to keep pace with prevailing standards.
p. 13. The individual character of the courts was determined very much by their size, wealth,
and origins. *…+ Guilds, like princes, competed with each other for prestige alongside
Florence's wealthy entrepreneurs, who built increasingly elaborate palaces and private
chapels.
p.14. Nevertheless, the Medici Bank's international network of branches gave the family an
extremely high external profile, and other states recognised their 'princely' power and
influence.
Cole, A. (1995). Virtue and Magnificence: Art of the Italian Renaissance Courts. HN Abrams.
- verwijzingen naar de omvang/schaal van een kerk zouden niet goedgekeurd moeten
worden omdat de paleizen die in dezelfde tijd gebouwd werden eveneens groot waren
maximumscore 3 •
- De plattegrond is gebaseerd op een vierkant (of cirkel) / De kapel is gemaakt volgens de
principes van de centraalbouw / De plattegrond is (grotendeels) symmetrisch 1 punt
De opbouw (een van de volgende): 1 punt
- kent een symmetrische/heldere/evenwichtige/op geometrische vormen gebaseerde
vlakverdeling.
− wordt qua structuur geaccentueerd (door de toepassing van een donkere steenkleur die
afsteekt tegen het lichtgekleurde stucwerk).
− is gebaseerd op het gebruik van zuilen/pilasters en hoofdgestel (architraaf, fries en
kroonlijst).
− in drie delen (onderbouw, middenbouw, koepel)
Decoraties (een van de volgende): 1 punt
–
timpaan
–
pilaster
–
voluten in het kapiteel van de zuilen
–
bladmotief in het kapiteel van de pilasters
–
vazen en plantmotief boven de deuren
–
aankleding van de figuren
Wat lastig is de precieze onderscheiding tussen decoratie en opbouw (zuilen etc) en
‘aankleding van figuren’(wat bedoelt men hiermee?)
In het antwoordmodel valt op dat algemene kennis (zoals beschreven in de syllabus) die
door leerlingen gekend moet worden, afgewisseld wordt met vakspecifieke
(beeldende/architectuur) kennis van termen en begrippen (voluten, kapitelen, pilasters,
architraaf, fries en kroonlijst). In de syllabus worden deze laatste niet geëxpliciteerd.
4
ONTHOUDEN
2
herinneren
In de tweede helft van de zestiende eeuw liet hertog Cosimo I de’ Medici het stadhuis van
Florence verbouwen. Dit stadhuis was lange tijd het symbool geweest van de Florentijnse
republiek. Na de verbouwing kreeg het stadhuis de naam Palazzo Ducale, hertogelijk paleis.
Cosimo gaf de opdracht voor deze verbouwing aan schilder en architect Giorgio Vasari. Vasari
was zeer verguld met deze positie als hofkunstenaar. Zo’n positie bood, naast voordelen op
financieel vlak, verschillende voordelen voor de beroepspraktijk van een kunstenaar.
Leerlingen hoeven van de vakspecifieke begrippen niet alle begrippen te kunnen hanteren.
Als zij kunnen omschrijven/beschrijven volstaat dat hier.
- Het tweede antwoord m.b.t. de architectonische opbouw, benoemt eigenlijk de visuele
accenten van de architectonische opbouw. De vraag daarbij is, is het een verwijzing naar de
klassieke oudheid om donkere steenkleuren te gebruiken om de structuur te accentueren?
Wel werd in de architectuur van de klassieke oudheid gebruik gemaakt van relief en
plasticiteit, waarmee licht/donker verschillen (zoals in de trigliefen en cannelures)
ontstonden, maar of daarbij licht en donker stucwerk gebruikt werd?
maximumscore 2 Een hofkunstenaar (twee van de volgende):
−
kreeg vaak de kans om grote/prestigieuze opdrachten uit te voeren.
−
opereerde in hoge kringen / had een hogere status dan een kunstenaar die in de
vrije markt werkzaam was (en had zo meer kans op succes / bekendheid/roem /
vervolgopdrachten).
−
had aan het hof toegang tot kennis/bibliotheken / informatie (waarmee hij zijn
kunst op een hoger plan kon brengen). per juist antwoord 1
Noem nog twee voordelen voor de beroepspraktijk van een kunstenaar om in
dienst te zijn van een hof.
Opmerkingen exp.centrum
5
KUNST
ANALYSEREN
atribueren
Bron 4.1 Ter info: De Renaissance van Peter Burke beschrijft veel over de rol van de
opdrachtgever in de renaissance.
3
Vasari’s eerste klus voor het Palazzo Ducale was het beschilderen van de privevertrekken van
de familie. Een van deze schilderingen zie je op afbeelding 7. Deze toont Cosimo I de’Medici.
Vlak nadat hij triomfeerde in een belangrijke veldslag. Dat Cosimo de grote overwinnaar was,
blijkt onder meer uit de lauwerkrans die hij van een engel ontvangt.
Beschrijf nog drie aspecten van de voorstelling waaruit blijkt dat Cosimo de
veldslag heeft gewonnen.
Opmerkingen exp.centrum
(Examen ckv 2 havo 2005, tijdvak 2) “De positie van hofschilder bracht privileges met zich
mee, zoals het verzekerd zijn van opdrachten, belastingvrijheid en onafhankelijkheid van de
gildewetten.”
(Examen ckv 2 havo 2006, tijdvak 2) Een aanstelling als hofkunstenaar had voor de
kunstenaar als voordeel dat hij een dienstbetrekking en dus economische zekerheid genoot.
maximumscore 3 drie van de volgende:
−
De vijanden zijn geboeid.
−
De vijanden worden gedwongen om naar Cosimo te kijken.
−
De gevangenen knielen / hebben een smekende blik (ze lijken Cosimo om
genade/vergiffenis te smeken).
−
Het gebaar van Cosimo suggereert dat hij de dienst uitmaakt.
−
Cosimo draagt Romeinse kleding (zo wordt er een parallel getrokken met
klassieke helden/overwinnaars). per juist antwoord 1
Smekende blik en gevangenen knielen is niet hetzelfde - dat zijn dus afzonderlijk goede
antwoorden.
Ook goed:
De mimiek/houding van Cosimo die zelfverzekerd is.
Leerlingen moeten aspecten beschrijven van de voorstelling waaruit blijkt dat Cosimo de
veldslag gewonnen heeft. Het laatste antwoord is dan discutabel om twee redenen.
1) Daaruit blijkt eerder dat Cosimo de kleding van een Romeinse veldheer aanheeft,
maar dat daarmee een parallel getrokken wordt met klassieke overwinnaars is
geen goed antwoord op de vraag.
2) Hoe kunnen leerlingen weten dat het Romeinse kleding is, als deze periode en de
bijbehorende kleding dit niet tot de stofomschrijving van de syllabus behoren.
(waarschijnlijk is dit een ook goed antwoord)
Afbeelding van Julius Ceasar - Afbeelding van Cosimo
5
6
KUNST
ANALYSEREN
3
organiseren
Vanaf 563 werkte Vasari aan de verbouwing van de Sala Grande, de voormalige raadszaal van
het stadhuis, die dienst moest doen als vorstelijke ontvangstzaal. Het plafond, de tribunes en
het podium moesten klaar zijn voor de feestelijke intocht van de Oostenrijkse bruid van
Cosimo’s zoon, in 1565. Als onderdeel van de feestelijkheden zou in deze zaal de komedie La
Cofanaria worden opgevoerd.
Op afbeelding 8 zie je een reconstructie van de door Vasari ontworpen zaal. Onderaan in beeld
(in het midden) zie je een verhoging waarop de leden van beide vorstenhuizen (op zetels)
plaats zouden nemen.
Leden van de vorstelijke familie stonden in hoger aanzien dan de rest van het publiek. Dit
blijkt, behalve uit het feit dat ze ‘ verhoogd’ zitten, ook uit andere aspecten van deze
zaalindeling.
maximumscore 3
drie van de volgende:
− De positie van de vorstelijke familieleden (recht voor het podium) biedt het beste zicht (op
het spel en het decor).
− De positie van de vorstelijke familieleden is optimaal ten opzichte van de muziek (en de
gesproken tekst).
− De vorstelijke familieleden hebben vanuit hun positie (midden in de zaal) óók zicht op het
publiek.
− De aandacht van het publiek is (behalve op de voorstelling) ook op de vorstelijke
familieleden gericht. (De tribunes voor het overige publiek zijn naar de vorstelijke families
gericht).
per juist antwoord 1
Beschrijf nog drie aspecten van de zaalindeling waaruit blijkt dat de leden van de
vorstelijke familie het hoogst in aanzien stonden.
Opmerkingen exp.centrum
7
BEGRIJPEN
2
interpreteren
Tussen de aktes van de komedie La Cofanaria werden tussenspelen opgevoerd. Het thema van
deze tussenspelen was gebaseerd op het mythologische verhaal van Amor en Psyche, dat over
de liefde van de goden gaat. De keuze voor dit verhaal paste bij het thema van La Cofanaria,
maar was ook om andere redenen passend voor de feestelijkheden rondom het huwelijk van
Cosimo’s zoon in 1565.
Geef nog twee redenen waarom de keuze voor Amor en Psyche passend was voor
deze feestelijkheden.
Opmerkingen exp.centrum
8
BEGRIJPEN
uitleggen
1
In 1571 was de Sala Grande gereed. Cosimo was als opdrachtgever nauw betrokken geweest
bij de verbouwing van de zaal, die wat betreft grootsheid en allure alle vorstelijke zalen uit die
tijd moest overtreffen. Dit blijkt onder meer uit de grote hoeveelheid decoraties. Wat betreft
de inhoud van de schilderingen liet Cosimo vooral de nadruk leggen op de verheerlijking van
de stad Florence, minder op zichzelf als heerser.
De keuze om zichzelf niet zo duidelijk te manifesteren als heerser kon verklaard worden vanuit
het feit dat Florence pas kort een hertogdom was.
Geef aan met welke politieke gevoelens Cosimo rekening hield bij zijn keuze.
Opmerkingen exp.centrum
Is dit een relevante vraag voor kua havo leerlingen?
6
- Niet alleen zitten de leden van de vorstelijke familie verhoogd, ze zitten centraal (in het
midden) en worden dan door het publiek zo als de centrale 'machthebbers' gezien. Dat is
formeel een juist antwoord op de vraag.
maximumscore 2
twee van de volgende:
− Het verhaal van Amor en Psyche is een liefdesverhaal en paste daardoor goed bij een
huwelijksfeest.
− Verwijzingen naar de Klassieken / klassieke verhalen, zoals Amor en Psyche, verlenen een
stuk een hogere culturele/kunstzinnige status (passend bij de status van een hof als dat van
de familie De' Medici).
− Vermaak was een belangrijk aspect van een hoffeest en (liefdes)verhalen over de goden,
zoals Amor en Psyche, hadden (ook) een vermaaksfunctie.
per juist antwoord 1
Maximumscore 1
Cosimo hield rekening met (oude) republikeinse gevoelens/overtuigingen.
9
ANALYSEREN
2
attribueren
Vasari’s schilderingen waren niet de eerste ontwerpen voor de Sala Grande. Op afbeelding 10
en 11 zie je kopieen van ontwerpen voor schilderingen in deze zaal van Michelangelo en
Leonardo da Vinci.
Lees nu eerst tekst 2.
Uit Vasari’s Le Vite zijn verschillende eisen af te leiden waaraan de ideale
renaissancekunstenaar moest voldoen. Een daarvan was meesterschap in het suggereren van
levensechtheid.
Noem aan de hand van tekst 2 nog drie eisen waaraan de ideale kunstenaar
moest voldoen.
Opmerkingen exp.centrum
10
BEGRIJPEN
1
uitleggen
Onduidelijk over wat er nu precies gevraagd wordt, hoe dit er uit moet komen te zien en wat
de verschillende onderdelen zijn. De aanwijzingen hadden specifieker kunnen zijn, zodat
leerlingen de antwoorden geven zoals die in het antwoordmodel aangegeven zijn.
Leidt aan de hand van tekst 2 nog drie eisen af waaraan de ideale kunstenaar moest voldoen.
Benoem de eisen en geef de tekstpassage aan waaruit je dit afleidt.
Op afbeelding 12 zie je enkele voorstudies die Leonardo maakte voor zijn wandschildering Slag
bij Anghiari. Hij stond erom bekend een uitgebreide studie te maken van zijn onderwerp.
Deze werkwijze past in de tijdgeest van de renaissance en zorgde ervoor dat het
kunstenaarsvak een andere status kreeg dan in de middeleeuwen.
Geef aan welke status het kunstenaarsvak kreeg door deze werkwijze.
Opmerkingen exp.centrum
11
EVALUEREN
bekritiseren
3
De Amerikaanse kunshistoricus Seracini vermoedt dat onder de schilderingen van Vasari in de
Sala Grande nog delen van Da Vinci’s Slag bij Anghiari aanwezig zijn. Onderzoek in 2012 heeft
aangetoond dat er een holle ruimte is achter de schildering van Vasari, waarachter een muur
is met wellicht Da Vinci’s onvoltooide fresco. De enige manier om de Da Vinci tevoorschijn te
laten komen, is het onherstelbaar beschadigen van Vasari’s werk.
Naar aanleiding van Seracini’s theorie volgde een grote discussie onder kunsthistorici,
betreffende de vraag: Mag het kunstwerk van Vasari stukgemaakt worden om Da Vinci’s
kunstwerk tevoorschijn te laten komen?
Geef, vanuit het perspectief van een kunsthistoricus, een argument waarom het
werk van Vasari NIET stukgemaakt mag worden. Geef vervolgens vanuit dit
perspectief een argument waarom het WEL stukgemaakt mag worden.
Opmerkingen exp.centrum
Relevante vraag/kwestie. Mooi bedacht, zou niet misstaan in een vwo examen.
7
Maximumscore 3
De ideale renaissancekunstenaar moest (drie van de volgende):
origineel/creatief zijn.
(“En men zag allerlei ongebruikelijke houdingen”)
over vakkennis beschikken, zoals anatomie/proportieleer. (Leonardo: “…
uitdrukkingen van de paarden, waarvan de stoutmoedigheid, de spieren en de
elegante schoonheid…” en/of Michelangelo: “… ongebruikelijke houdingen; de
een rechtop, de ander geknield, of gebogen, of half liggend half staand, en in
moeilijke verkortingen.”)
competitief zijn / andere meesters (willen) overtreffen.
(“…dus zou hij (Michelangelo), in wedijver met Leonardo…” en/of “hij begon aan een heel
groot karton, dat hij echter aan niemand wilde laten zien”)
een voorbeeld voor anderen zijn.
(“…zijn allen die dit karton hebben bestudeerd en gekopieerd *…+ voortreffelijk in hun vak
geworden”)
per juist antwoord 1
expressiviteit/ uitdrukkingskracht (“ van het ongelooflijke meesterschap dat hij
aan de dag legde in de vormen van uitdrukkingen van de paarden, waarvan de
stoutmoedigheid..”)
maximumscore 1
de status van ars liberalis/vrije kunst / de status van (zuivere) wetenschap (gericht op
denkwerk en kennis, op intellect)
of
een hogere status, verheven boven de positie van de praktische/toegepaste kunsten (artes
mechanicae) / verheven boven het handwerk / de positie van ambachtslieden
maximumscore 2
• argument tegen (een van de volgende): 1
− (onvoltooid werk) Mocht er daadwerkelijk een werk van Da Vinci achter zitten, dan is het
waarschijnlijk niet veel meer dan een opzet, want hij heeft het fresco nooit afgemaakt.
− (verstoren van de eenheid) Het wissen van het werk van Vasari zou de opzet van de zaal
(die nu een eenheid vormt) verstoren.
− (onherroepelijkheid) Het stukmaken van het werk van Vasari is niet ongedaan te maken /
met voortschrijdend inzicht wordt geen rekening gehouden.
− (wachten op nieuwe techniek) Met nieuwe (toekomstige) techniek (vergelijkbaar met
röntgenstraling) kan het werk van Da Vinci wellicht in beeld worden gebracht zonder dat
Vasari's werk stuk hoeft te worden gemaakt.
of Met nieuwe (toekomstige) technieken wordt het wellicht mogelijk om het werk van
Vasari te sparen én het werk van Da Vinci bloot te leggen.
• argument voor (een van de volgende): 1
− (hoge kwaliteit kunst) Da Vinci wordt als een genie van zijn tijd gezien / waarschijnlijk
betreft het een van Da Vinci's beste werken, zodoende is het geoorloofd om het werk van
(het kleinere genie) Vasari te slopen.
− (zeldzaamheid) Het (bekende) oeuvre van Da Vinci is beperkt, terwijl het oeuvre van Vasari
(veel) omvangrijk(er) is. Daarom is het geoorloofd een werk van Vasari op te offeren.
BLOK 2: JEAN COCTEAU EN DE KUNSTEN IN HET BEGIN VAN DE TWINTIGSTE EEUW IN PARIJS
12
Niveau
pt
BEGRIJPEN
1
toelichten
Vraag
Dichter, schrijver en beeldend kunstenaar Jean Cocteau speelde rond 1920 een belangrijke rol
in de avant-gardistische kringen in Parijs. Met tomeloze energie en een groot talent voor
netwerken wist hij vooruitstrevende kunstenaars samen te brengen voor allerlei
vernieuwende projecten.
antw
maximumscore 1
Met deze uitspraak gaf Cocteau aan zich te verzetten tegen (een van de volgende):
− de 'in goede kringen' heersende (romantische of impressionistische) smaak in de kunsten.
− de romantische en/of impressionistische muziek.
In 1918 publiceerde hij Le cocq et l’arlequin (De haan en de harlekijn), een bundel notities
waarin hij onder andere aangaf hoe de muziek van de nieuwe tijd volgens hem zou moeten
klinken. Hij verklaarde: ‘Weg met die wolken, golven, aquariums, watergeesten en nachtelijke
geuren.’
Geef aan wat Cocteau met deze uitspraak bedoelde.
Opmerkingen exp.centrum
Bron 12.1: rest van het citaat
And there’s Cocteau’s note (Cock and Harlequin): Enough of clouds, waves, aquariums, watersprites, and nocturnal scents; what we need is a music of the earth, everyday music.
Bron 2: After the First World War, the ethos of French art across the board lay in the direction
of clarity and simplicity. Cocteau further cried for ‘an end to clouds, waves, aquariums, water
nymphs, an end to fogs’, and Erik Satie, the cultural godfather of the new French music,
warned that fogs had been the death of as many composers as sailors.Another target was the
‘music one listens to head in hands’ – Wagner most notably, but also Schumann.
http://www.signumrecords.com/products/booklets/SIGCD263booklet.pdf
13
KUNST
ANALYSEREN
attribueren
3
Vraag: wat voegt afbeelding 1 hier als bron precies toe?
In filmfragment 1 zie je een montage uit een opvoering van Parade. In de muziek voor deze
voorstelling gebruikte componist Erik Satie elementen uit de populaire muziek van die tijd.
Ook paste hij geluidseffecten toe in zijn compositie. In het fragment hoor je bijvoorbeeld een
sirene loeien.
De muziek in deze voorstelling weerspiegelt de ideeen van Cocteau over kunst (tekst 3). Zijn
ideeen worden ook weerspiegeld in de volgende onderdelen van de voorstelling:
de onderwerpskeuze
de dans
het decor
Leerlingen moeten uitleggen wat Cocteau met deze uitspraak bedoelde. Daarbij geeft het
antwoordmodel uitsluitend een letterlijke uitleg. Maar uit de bron (zie links) blijkt, dat
Cocteau dit zei om daarmee aan te geven dat helderheid en eenvoud gewenst waren. Als
een leerling een antwoord in die richting geeft, dan zou dat formeel correct zijn als
antwoord op de vraag. (Het is bovendien ook meer passend bij de afbakening van de cultuur
van het moderne.)
maximumscore 3
• onderwerp: het (alledaagse) thema circus / variété 1
• dans: De dans van het paard is clownesk/is komisch / een dansend paard (zonder ruiter) is
absurd
of
de dansbewegingen van de managers/de Chinese goochelaar zijn hoekig/karikaturaal 1
• decor: het decor is (vervreemdend) kubistisch weergegeven 1
Geef voor elk van deze onderdelen een voorbeeld waaruit Cocteaus idee over
kunst blijkt.
Opmerkingen exp.centrum
In het antwoordmodel staat niet aangegeven dat het – zoals de tekst 3 dat beschrijft – gaat
om vervreemdende elementen uit de alledaagse, banale werkelijkheid. Onduidelijk is of het
correctievoorschrift beide aspecten (vervreemdend en alledaags) of een van beide aspecten
(vervreemdend of alledaags) wil zien. Het lijkt het laatste. Andere genoemde punten in tekst
3 – humor/satire en provoceren, worden hier niet toegelicht, maar kunnen door leerlingen
wel genoemd worden.
Overigens zijn meer voorbeelden te benoemen, dan uitgewerkt in het correctievoorschrift.
Onderwerp: een man met een pijp en een stok die een beetje rondloopt (figuur in het
begin), of: twee managers op straat die publiek werven voor hun artiesten.
Onderwerp: een dansend meisje met en strik in haar haar.
8
14
TOEPASSEN
2
implementeren
In filmfragment 2 zie je twee scenes uit een hedendaagse bewerking van het ballet Le Boeuf
sur le toit (De os op het dak). Voor dit project begon Cocteau in 1920 een samenwerking met
de componist Darius Milhaud. Milhaud verzamelde tijdens een verblijf in Rio de Janeiro
(Brazilie) dansmelodieen die daar destijds populair waren. Deze verwerkte hij in zijn
compositie.
Onderwerp: een paard dat rondloopt
Decor: een stad als decor is ook alledaags.
De dans: de bewegingen van het meisje zijn humoristisch of clownesk en verwant aan
slapstick, zo loopt zij op een bepaald moment potsierlijk een beetje op haar hakken en met
haar voeten uit elkaar (zoals Chaplin deed)
De dans: alledaags: het meisje krabt in de dans zij de hak van haar ene been aan haar
andere been.
De dans: humor – het meisje lijkt een beweging te maken alsof zij een fles wijn ontkurkt.
De dans: het paard maakt bewegingen waarbij je kunt zien dat het geen echt paard betreft
en waarbij de twee spelers duidelijk moeite hebben op elkaar af moeten stemmen qua
bewegingen, dat is humoristisch.
De dans: in de dans van de chinees zitten sprongen en bewegingen die een parodie lijken op
Chinese acrobatiek
maximumscore 2
• modernistische ontwikkeling: het gebruik van dissonantie / polyritmiek / polytonaliteit 1
• toevoeging: het gebruik van populaire melodieën / onbekende exotische melodieën 1
De muziek van Le Boeuf sur le toit was vernieuwend voor die tijd. Milhaud volgde recente
modernistische ontwikkelingen en hij voegde er een nieuw element aan toe.
Geef op basis van de muziek in het fragment aan welke modernistische
ontwikkeling Milhaud volgde én welke toevoeging hij deed.
Opmerkingen exp.centrum
15
EVALUEREN
2
checken
Afbeelding 2 is een scenefoto uit de oorspronkelijke uitvoering van Le Boeuf sur le Toit. De
acteurs dragen grote maskers. Je ziet een van de personages, de ‘roodharige vrouw’, in een
dans op haar handen staan.
Je zou kunnen stellen dat deze verwijzing in Le Boeuf sur le Toit goed past bij Cocteaus
opvattingen over kunst.
maximumscore 2
• een van de volgende argumenten om de stelling te onderbouwen: 1
− Het combineren van een Bijbels thema met 'alledaagse' gegevens past in Cocteaus streven
om conventies te doorbreken.
− Het combineren van een Bijbels thema met lichtzinnig vermaak past in Cocteaus streven
om te provoceren.
− Het citeren van middeleeuwse kunst in een modern stuk past bij Cocteaus wens om
gebruik te maken van vervreemdende elementen.
− Het verwijzen naar dit Bijbelverhaal, waarin de verderfelijkheid van het dansen een
belangrijke rol speelt, is voor hem een knipoog (humor) naar de status van sommige
populaire dansen in zijn tijd.
Geef, op basis van een van Cocteaus opvattingen, een argument om deze stelling
te onderbouwen. Geef vervolgens een argument TEGEN deze stelling.
• argument tegen deze stelling: 1
Volgens de componist Darius Milhaud is deze scene een verwijzing naar het relief uit de
middeleeuwse kathedraal van Rouen op afbeelding 3. In dit relief worden de dans van Salome
en de aanbieding van het hoofd van Johannes de Doper uitgebeeld, naar een passage uit de
Bijbel.
De verwijzing naar de (kunst)geschiedenis / de Bijbel is (nogal) verheven en strookt niet met
Cocteaus pleidooi voor eenvoud / lichtheid / het gebruik van 'alledaagse' inspiratiebronnen.
Opmerkingen exp.centrum
16
BEGRIJPEN
toelichten
2
Darius Milhaud maakte, toen hij de muziek van Le Boeuf sur le Toit componeerde, deel uit van
de Groupe des Six. Deze groep jonge componisten interesseerde zich onder andere voor de
jazz uit Amerika en de tango uit Argentinie. Kennisnemen van muziek uit Noord- en ZuidAmerika werd dankzij technische ontwikkelingen aan het begin van de twintigste eeuw
makkelijker.
Noem zo’n technische ontwikkeling en leg uit hoe deze bijdroeg aan het
kennisnemen van deze muziek.
9
maximumscore 2
een van de volgende ontwikkelingen:
− transport: de ontwikkeling/uitbreiding van verkeer via stoomschepen/spoorwegen/de
auto zorgde ervoor dat Europeanen makkelijker/sneller naar (en in) overzeese gebieden
reisden. Zo konden zij ter plekke kennisnemen van de lokale muziek.
of
transport: de ontwikkeling/uitbreiding van verkeer via stoomschepen/spoorwegen/de auto
zorgde ervoor dat bladmuziek en geluidsdragers sneller/makkelijker over de wereld
verspreid raakten. Zo konden Europeanen 'thuis' kennismaken met deze exotische muziek.
− geluidsdragers: De ontwikkeling van technieken om geluid vast te leggen (op plaat of
wasrol) droeg bij aan de verspreiding van (lokale) muziek over de hele wereld. Zo konden
Europeanen 'thuis' (bijvoorbeeld in een dansgelegenheid) kennismaken met deze exotische
muziek.
Opmerking
Voor het noemen van een ontwikkeling 1 scorepunt toekennen. Voor een juiste, daarbij
passende uitleg 1 scorepunt toekennen.
Opmerkingen exp.centrum
17
TOEPASSEN
2
implementeren
Milhaud raakte na 1920 steeds meer in de ban van de jazzmuziek. In het geluidsfragment hoor
je delen uit zijn compositie La Creation du monde (De schepping van de wereld). Uit 1923.
Deze muziek, geschreven voor een ballet, is een bekend voorbeeld waarin de invloed van de
jazz hoorbaar is.
Geef twee voorbeelden van elementen uit de jazz in dit fragment.
per juist antwoord 1
Elementen uit de jazz zijn ook algemenere, zoals swing
Opmerkingen exp.centrum
18
KUNST
ANALYSEREN
Attribueren
Opmerkingen exp.centrum
maximumscore 2
twee van de volgende:
− gebruik van blue notes
− sterke accenten in het ritme (bijvoorbeeld in het slagwerk)
− gebruik van syncopen
− hoofdrol voor de blazers
− gebruik van saxofoon en drums
2
Geluidsfragment 2 is het begin van Strijkkwartet nr. 7 uit 1925 van Milhaud. Deze compositie
kan gezien worden als een breuk met de vernieuwingen die Cocteau betoogde. Anderzijds kan
gesteld worden dat ook dit werk van Milhaud aansluit op Cocteaus ideeen.
Geef, op basis van Strijkwartet nr. 7, voor BEIDE standpunten een argument
Moeilijke vraag voor havo-leerlingen. Vergt een bijna vakspecifiek muziek gehoor voor wat
betreft het argument voor. Het argument tegen kan een leerling vanuit analysevaardigheden
en het beluisteren van kenmerkende aspecten goed doen, maar het argument voor is voor
menig kunst algemeen docent zonder muziek-achtergrond al erg moeilijk.
10
maximumscore 2
• sluit niet aan op vernieuwing:
Cocteau propageerde het inbrengen van elementen uit het alledaagse leven/elementen uit
populaire (jazz) muziek. Dat is in dit werk niet te horen.
of Cocteau propageerde het doorbreken van conventies, hier is echter sprake van
traditionele instrumentatie (strijkers / strijkkwartet)
of Cocteau propageerde eenvoud, daarvan is door polytonaliteit / ritmische contrapunten
weinig sprake 1
• sluit wel aan op vernieuwing:
Cocteau riep op tot artistieke vernieuwing/experiment. Strijkkwartet nr. 7 sluit hierop aan
vanwege het experiment met vorm/harmonie 1
Leerlingen moeten voor beide standpunten argumenten geven. Voor het argument voor
wordt slechts 1 antwoord genoemd in het antwoordmodel, dat is weinig.
BLOK 3: PULP FICTION, MUSICALFILM EN DANS.
19
Niveau
pt
BEGRIJPEN
2
toelichten
Vraag
Tussen de twee wereldoorlogen groeide de export van Amerikaanse cultuuruitingen, zoals
films en dansmuziek, naar Europa. De Europese culturele elite vreesde een nivellerend
(afvlakkend) effect van dergelijke Amerikaanse cultuuruitingen op de Europese cultuur.
Leg uit waarom én hoe, in de ogen van de Europese elite, deze Amerikaanse cultuuruitingen
een nivellerend effect zouden hebben.
Opmerkingen exp.centrum
20
TOEPASSEN
1
Implementeren
Goedkoop geproduceerde boeken, zogeheten pulp fiction, waren een typisch Amerikaans
cultureel product. Op afbeelding 1 zie je de cover van I, the Jury van Mickey Spilane, een boek
uit het pulpgenre.
Covers van pulpboeken zijn er mede op gericht op zoveel mogelijk exemplaren van het boek te
verkopen.
Leg aan de hand van één aspect uit hoe de voorstelling op de cover van I, the Jury
erop gericht is zoveel mogelijk exemplaren van het boek te verkopen.
Opmerkingen exp.centrum
21
TOEPASSEN
2
Implementeren
Goede, leuke vraag.
Pulp fiction was een inspiratiebron voor makers van cartoons, films en tv-series. De detective
Mike Hammer, hoofdpersonage uit een reeks boeken van Mickey Spillane (waaronder I, the
jury), werd bijvoorbeeld gebruikt als inspiratiebron voor zowel een cartoon als voor meerdere
televisieseries.
Geef twee redenen waarom het voor televisiemakers interessant is om een serie
te baseren op een personage als Mike Hammer.
Opmerkingen exp.centrum
22
KUNST
ANALYSEREN
Differentieren
3
Het filmfragment is een scene uit The Girl Hunt Ballet uit de musicalfilm The Band Wagon.
Danser-acteur Fred Astaire speelt hierin de hoofdrol van detective Rod Riley. De makers van
The Band Wagon hebben zich laten inspireren door verschillende pulpromans. Dit wordt
onder andere duidelijk door het voordoek op afbeelding 4.
Ook in het toneelbeeld van deze scene is zichtbaar dat covers van pulp fiction een
inspiratiebron vormden voor deze musicalfilm.
Geef voor drie verschillende aspecten van het toneelbeeld aan hoe deze
inspiratiebron is terug te zien.
antw
maximumscore 2
• Veel van de Amerikaanse cultuuruitingen werden gezien als lage
cultuur/entertainment/vermaak 1
• Het groeiend aanbod van lage cultuur uit de Verenigde Staten zou de hoge (Europese)
cultuur verdringen of beïnvloeden, waardoor er alleen lage/'gemiddelde' cultuur zou
overblijven 1
Hoe: het aanbod bestond niet alleen uit toegankelijk en populair (lage cultuur) amusement
dat gericht was op een breed publiek, maar het bestond ook uit goedkoop amusement (zie
inleiding volgende vraag), daartegen konden de duurdere of moeilijkere cultuuruitingen
(opera, concerten, theaterbezoek, musea) niet zo goed concurreren. Dat zou in de hand
werken dat die moeilijkere cultuur minder bezoekers zou kunnen krijgen.
maximumscore 1
Met het weergeven van een spannend moment, zoals de bedreiging met een pistool of een
vrouw die haar blouse open doet, wordt de potentiele koper nieuwsgierig gemaakt naar het
verhaal achter deze scène / naar de afloop van het verhaal.
Opmerking
Alleen 1 scorepunt toekennen als zowel een juist aspect van de voorstelling als de juiste
uitleg is gegeven. Als een van beide ontbreekt geen scorepunt toekennen.
maximumscore 2
twee van de volgende redenen:
− Door het gebruiken van een bestaand personage kan een tv-serie leunen/meeliften op het
succes/de bekendheid van dit personage/het verhaal.
− Het maken van een televisieserie op basis van een bestaand personage kan
kostenbesparend werken (scheelt kosten voor het schrijven van een scenario).
− Rondom een sterk personage is het relatief eenvoudig om (nieuwe) avonturen te
ontwikkelen.
per juist antwoord 1
maximumscore 3
drie van de volgende:
− decor:
Het decor is 'tekenachtig'/'stripachtig' vormgegeven, net als de illustraties op pulpcovers.
of Het decor heeft een vormgeving die sterk doet denken aan vereenvoudigde
achtergronden op pulpcovers.
of Het decor is monochroom, net als de achtergronden op de pulpcovers.
− kostumering:
Vorm (kostuum en hoed voor de man en avondjurk voor de vrouw) en kleur van de
kostuums (gedekte kleuren voor de man en felle kleur voor de vrouw) uit de musical komen
overeen met de afbeeldingen op de pulpcovers.
− belichting:
In het toneelbeeld is sprake van sterke licht-donkercontrasten.
11
of In het toneelbeeld is sprake van een duistere sfeer, net als op de pulpcovers.
of Het toneel is spaarzaam verlicht (donker, straatlantaarn) met een spot voor de actie. Ook
op de pulpcovers zijn alleen de (hoofd)figuren helder belicht.
− houding(en):
De acteurs hebben dramatische/uitgesproken/heftige poses (en mimiek), net als de figuren
op de pulpcovers.
per juist antwoord 1
Opmerkingen exp.centrum
23
TOEPASSEN
3
Implementeren
Vraagstelling is erg specifiek op vormgeving, maar is te subtiel verwoord.
In filmfragment 2 zie je een volgende scene van The Girl Hunt Ballet. De producent van deze
musicalfilm was Arthur Freed. In deze musicalfilm gebruikt uit ook elementen uit de
theaterdanstraditie.
Noem drie elementen uit de theaterdanstraditie die in deze scène worden
gebruikt.
Opmerkingen exp.centrum
24
KUNST
ANALYSEREN
Term theaterdans is verwarrend. Hierbij wordt bovendien niet snel een koppeling gemaakt
met kostumering (tutu, spitzen)
2
Organiseren
Filmster Fred Astaire uit The Band Wagon inspireerde popartiest Michael Jackson. Dit is te zien
in Jacksons videoclip Smooth Criminal.
Vergelijk filmfragment 3 uit The Band Wagon en filmfragment 4 uit Smooth Criminal. De
makers van Jacksons clip hebben goed naar The Band Wagon gekeken. Zo is de overeenkomst
in kostumering van de hoofdpersoon opvallend. Daarnaast zijn er overeenkomsten in de
bewegingen van de hoofdpersonen die Astaire en Jackson vertolken.
maximumscore 3
drie van de volgende:
− de rok die eruitziet als een (lange) tutu (klassiek ballet)
− De schoenen van de danseres lijken op spitzen (klassiek ballet).
− Sommige bewegingen zijn ontleend aan klassiek ballet/romantisch ballet (zoals een
pirouette en/of een attitude). (klassiek ballet)
− de slide (van de vrouw over de grond) (jazz / moderne theaterdans)
− de acrobatische bewegingen van de twee mannen (jazz / moderne theaterdans)
− Het is een pas de deux (met de stereotiepe rolverdeling tussen man en vrouw).
per juist antwoord 1
de mannen op de achtergrond lijken het corps de ballet.: de twee eerste dansers
dansen synchroon.
de blauwe kleur van de politie-lichten lijken op de maanverlichte decors van de
romantische balletten zoals giselle e.a.
het decor is illusionistisch en bevat een diepte-effect/coulissen.
de mannelijke dansers dansen met gebogen knieen, een typische dansbeweging
uit de jazz-dans.
maximumscore 2
twee van de volgende:
− 'freezes' (bevriezingen) (die zorgen voor accenten in de beweging)
− gevechtsbewegingen (die op pantomime lijken)
− soepele overgangen van gestileerde alledaagse bewegingen naar
jazzdans/showdansbewegingen
− 'macho'-karakter van de bewegingen
Beschrijf twee overeenkomsten in de bewegingen van deze hoofdpersonen
Opmerkingen exp.centrum
25
KUNST
ANALYSEREN
Differentieren
3
De videoclip Smooth Criminal is dynamischer dan de musicalfilm The Band Wagon. Dit komt
zowel door het toneelbeeld, als door een andere cameravoering en montage.
Beschrijf drie aspecten van het toneelbeeld waardoor Smooth Criminal
dynamischer is.
12
per juist antwoord 1
Er zijn meer goede antwoorden mogelijk:
Ritmische bewegingen die aansluiten bij de muziek
Jazz-dans bewegingen: gebogen knieen.
Gestrekte been/voetposities met tap-dans achtige bewegingen
Zie ook danstijd SLO: Kenmerken van techniek zijn: geïsoleerd bewegen van
lichaamsdelen (hoofd, schouders, bekken), veel bewegingen met (licht) gebogen
benen.
maximumscore 3
drie van de volgende:
− Op de set van Smooth Criminal zijn meer acteurs/dansers (gelijktijdig) in actie.
− Bij Smooth Criminal is sprake van realistische(re) decors en rekwisieten (minder
bordkartonnen uitstraling).
− Er is sprake van een gevarieerde(re) belichting bij Smooth Criminal.
− De set van Smooth Criminal is groter (breder en dieper) waardoor er meer lagen/diepte in
de clip zit(ten).
per juist antwoord
- In het toneelbeeld is (niet alleen sprake van een gevarieerdere belichting maar ook) sprake
van grotere contrasten in belichting o.a. door het gebruik van spotlights.
Opmerkingen exp.centrum
26
KUNST
ANALYSEREN
2
Beschrijf een verschil in cameravoering EN een verschil in montage waardoor
Smooth Criminal dynamischer is.
Differentieren
Opmerkingen exp.centrum
27
ANALYSEREN
De videoclip Smooth Criminal is dynamischer dan de musicalfilm The Band Wagon. Dit komt
zowel door het toneelbeeld, als door een andere cameravoering en montage.
1
Organiseren
Fred Astaire inspireerde behalve Michael Jackson ook vele anderen. Astaires bewonderaars
imiteren of citeren hem in hun eigen werk.
Het imiteren en citeren in de kunsten kan getypeerd worden als een vorm van
geschiedschrijving.
Leg dit uit
maximumscore 2
• cameravoering:
meer afwisseling in de kadrering (gebruik van close-ups / afwisseling van close-ups, medium
shots, long shots en distant shots)
of
meer afwisseling in standpunt (kikvors-, neutraal- en vogelperspectief) 1
• montage: snellere montage van beelden / grotere afwisseling in kadrering en standpunt 1
maximumscore 1
Door te citeren verwijzen kunstenaars naar de stijl(iconen)/betekenis van artistieke
producten uit eerdere periodes, daarmee trekken ze als het ware een historische lijn naar
hun eigen werk.
of
Door het citeren van stijliconen uit eerdere periodes blijven deze oude artistieke producten
levend / in het collectieve geheugen
Opmerkingen exp.centrum
BLOK 4: DE MUSICAL IN NEDERLAND EN JOOP VAN DEN ENDE
28
Niveau
pt
BEGRIJPEN
3
toelichten
Vraag
In de tweede helft van de twintigste eeuw ontstond in Engeland en de Verenigde Staten een
bloeiende musicalcultuur. Succesvolle producties gingen in Londen (West-End) of in New York
(Broadway) in premiere en werden daarna naar andere landen geexporteerd. Een van de
meest succesvolle musicals is de Engelse musical Cats. Filmfragment 1 is een scene uit deze
musical.
antw
maximumscore 3
• Er wordt vaak gekozen voor een verhaal dat (een van de volgende): 1
− meeslepend / spannend is
− de bestaande verwachtingen omtrent goed en kwaad bevestigt
− een goede afloop kent ('feelgood')
Musical wordt over het algemeen gezien als een toegankelijk theatergenre, vanwege keuzes
ten aanzien van
het verhaal
de muziek
de decors en kostuums.
• Er wordt vaak gekozen voor muziek (een van de volgende): 1
− die meeslepend is
− die veel afwisseling kent (van solo's, duetten en groepszang)
− die gemakkelijk in het gehoor ligt
− met een pakkende tekst
Beschrijf voor elk van deze drie aspecten een keuze die vaak wordt gemaakt,
waardoor er sprake is van een toegankelijk genre.
Opmerkingen exp.centrum
Verwarrend is fragment, terwijl het gaat over musical in het algemeen.
13
• Er wordt vaak gekozen voor (een van de volgende): 1
− een groots/indrukwekkend/spectaculair decor
− een decor met bijzondere technische hoogstandjes
− veel wisselingen in de decors
− originele/inventief vormgegeven kostuums
29
BEGRIJPEN
2
uitleggen
In 1987 besloot de directie van Theater Carre in Amsterdam om Cats naar Nederland te halen.
Wanneer een producent een musical verkoopt, gaat dat vaak gepaard met uitgebreide
voorwaarden en precieze regels om het totaalconcept te waarborgen.
Leg uit wat het totaalconcept bij een musical inhoudt. Geef vervolgens aan
waarom de verkopen producent geen veranderingen in het totaalconcept
toestaat.
Opmerkingen exp.centrum
30
BEGRIJPEN
1
afleiden
Geef, vanuit het perspectief van de acteur, een mogelijk bezwaar tegen de
betrokkenheid van de Engelse producent.
Opmerkingen exp.centrum
31
TOEPASSEN
Zie ook vwo examen Joseph, 2012
In filmfragment 2 zie je dat de Engelse producent van Cats ook betrokken is bij de casting van
acteurs voor deze musical in Nederland.
3
implementeren
Uit de antwoorden valt op te maken dat het niet zozeer gaat over de Engelse producent, maar
over de commerciële producent (die een strakke regie in handen wil houden).
Wel een leuke vraag.
Joop van den Ende heeft als producent veel invloed gehad op de ontwikkeling van de musical
in Nederland. In augustus 1993 ging in het Circustheater in Scheveningen The Phantom of the
Opera in premiere. Deze productie van Van den Ende was een groot commercieel succes,
mede door de uitgebreide marketingstrategie.
Er werd voor The Phanton of the Opera reclame gemaakt via advertenties in kranten en
magazines, door middel van affiches en via reclamespotjes op radio en televisie.
Beschrijf aan de hand van het filmfragment en tekst 8 nog drie onderdelen van de
marketingstrategie voor The Phantom of the Opera.
Opmerkingen exp.centrum
32
TOEPASSEN
3
implementeren
Op afbeelding 1 zie je een voorbeeld van het artwork van The Phantom of the Opera, dit beeld
werd ook op het Nederlandse affiche gebruikt.
De uitvoerend producent van The Phantom zegt: “ Het artwork van The Phantom is
intrigerend en spannend, het ziet er belangrijk uit. En het woord ‘opera’ geeft de show een
cultureel aanzien.” Zo’n opmerking impliceert dat musicals gebaat zouden zijn bij ‘cultureel
aanzien’.
Noem drie positieve effecten van (meer) cultureel aanzien voor het musicalgenre.
Opmerkingen exp.centrum
33
BEGRIJPEN
Uitleggen
1
Joop van den Ende richtte in 2001 de VandenEnde Foundation op. Deze stichting steunt
culturele en educatieve projecten, waaronder M-Lab.
M-Lab heeft als doel om publiek en theatermakers een nieuwe vorm van musicaltheater te
laten zien. Naast dit directe doel kan een project als M-Lab van belang zijn voor het
14
maximumscore 2
• totaalconcept bij musical: De afzonderlijke elementen van een musical (verhaal, muziek,
choreografie, toneelbeeld en een daarop afgestemde marketing) worden vanuit één
idee/concept vormgegeven, (waardoor een totaalervaring ontstaat) 1
• Als een van deze elementen wijzigt, verandert het karakter van de musical / de ervaring
van de musical en dat kan ten koste gaan van de kwaliteit/het succes/de waarde van de
musical 1
maximumscore 1
een van de volgende:
− De acteur kan bezwaar hebben tegen de beperkte ruimte om de rol zelf in te vullen / de
acteur kan zich een marionet voelen in plaats van een uitvoerend kunstenaar.
− De acteur zou het idee kunnen hebben te moeten imiteren in plaats van te creëren.
maximumscore 3
drie van de volgende:
− ('sterren kweken') Vooraf werden de hoofdrolspelers 'beroemd gemaakt' via artikelen in
tijdschriften/interviews op radio en televisie.
− De première wordt geënsceneerd als een 'event' waar je bij moet zijn / een event waar de
pers verslag van 'moet' doen.
− Het bezoek aan de musical werd aangekleed met aanvullende activiteiten (zoals het 'in
stijl' dineren in het Phantom-restaurant).
− De première van de musical werd gelijktijdig gepland met de heropening van het
verbouwde Circustheater (zodat media-aandacht / aandacht van het publiek voor de ene
gebeurtenis ook aandacht betekende voor de andere).
per juist antwoord 1
maximumscore 3
Cultureel aanzien kan ervoor zorgen dat (drie van de volgende):
− (financieel) een breder/ander publiek geïnteresseerd raakt.
− (exposure) er ook in andere media dan nu gebruikelijk aandacht komt voor musicals.
− (artistiek) er eerder kruisbestuiving plaatsvindt tussen musical en vormen van 'serieuze'
hoge cultuur.
− (waardering) er waardering komt vanuit de hoek van de 'serieuze' hoge cultuur,
bijvoorbeeld in de vorm van prijzen.
per juist antwoord 1
- (onderzoek) er onderzoek gedaan wordt naar het genre wat weer tot nieuwe
ontwikkelingen in het genre kan leiden.
maximumscore 1
een van de volgende:
− Een project als M-Lab kan dienen als kweekvijver voor jong talent.
− In een project als M-Lab is ruimte voor experiment en dat is belangrijk voor het levend
houden van het genre / vernieuwing van het genre.
musicalgenre als geheel.
Geef aan wat het belang is van zo’n project voor het musicalgenre als geheel.
Opmerkingen exp.centrum
34
EVALUEREN
bekritiseren
2
In 2010 startte de Nederlandse regering met een nieuw beleid voor de cultuursector. Het
budget voor overheidssubsidies voor kunst en cultuur werd sterk verlaagd. Sponsoring door
private partijen, zoals de VandenEnde Foundation, en een commerciëlere aanpak werden
gepropageerd.
Sommigen zagen vooral de positieve gevolgen van dit beleid voor het culturele aanbod in
Nederland, anderen zagen eerder de negatieve gevolgen.
Leg uit op welke wijze dit beleid positieve gevolgen kan hebben voor het aanbod
van cultuur in Nederland. Leg vervolgens uit welke negatieve gevolgen dit beleid
kan hebben.
Opmerkingen exp.centrum
Pittige vraag voor havo.
15
maximumscore 2
• positief (een van de volgende): 1
− Dit beleid houdt kunstenaars / gezelschappen / culturele organisaties scherp, want ze
zullen fondsgevers / publiek vaker/sterker moeten overtuigen van het belang van hun werk.
− Beperkte financiële middelen nopen tot creatieve oplossingen en zo ontstaan er mogelijk
interessante vernieuwingen.
− Dit beleid kan leiden tot meer 'cultuurproductie', door 'meer ondernemend denken' kan er
juist meer geld beschikbaar komen en/of wordt er efficiënter gewerkt.
• negatief (een van de volgende): 1
− Dit beleid kan leiden tot een verschraling van het aanbod, alleen zichzelf bedruipende
ondernemingen blijven bestaan, andere zullen verdwijnen.
− Dit beleid kan leiden tot inperking van autonomie / de artistieke vrijheid, want particuliere
geldschieters eisen mogelijk invloed op de inhoud van het aanbod.
− Dit beleid kan leiden tot minder ontwikkeling binnen de kunsten, experiment en
vernieuwing worden riskant, omdat daar risico's aan kleven (het resultaat en de waardering
van onbeproefde recepten zijn immers onbekend).
− Kunstenaars / gezelschappen / culturele organisaties moeten meer middelen steken in
ondernemen en houden minder over voor het ontwikkelen van inhoud / kunst /
voorstellingen.
Iets te abstract, kunstcontext en –subsidies behoren wel tot de examenstof van invalshoek 3
en passen bij de massacultuur, maar kennis op dit complexere niveau is niet iets dat als
bekend verondersteld mag worden voor havo leerlingen.

Similar documents