We doen het voor de gemeenschap

Transcription

We doen het voor de gemeenschap
jaargang 9 nr. 3
4
8
Talent voor
de toekomst
Leren leren met DTT
Een pioniersrol is
weggelegd voor
Driestroom
14 Zelfstandig wonen realiseer je samen
16 Oog voor psychische
problematiek
Wat betekent alledaags geluk voor jou?
We doen
het voor de
gemeenschap
Inhoud
4
6
8
12
Talent voor de toekomst
Nieuwe website, nieuw begin
18
Ruimte & veiligheid
in een Driestroomhuis
21
We doen het voor de
gemeenschap
24 • vrijheid geven en soms nemen
24
26
28
30
32
vrijheid geven en soms nemen • 25
vrijhEiD geven
en SomS nemen Vrijheid geven en soms nemen
Leren leren met DTT
Sinds twee jaar biedt Driestroom naast Begeleiding&Ondersteuning ook Verblijf&Behandeling
op een groot aantal locaties. In het verlengde daarvan is voor vijf locaties een BOPZ-erkenning
aangevraagd en verkregen van de Inspectie van de Gezondheidszorg. De afkorting BOPZ staat
voor Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen. De wet geldt ook voor de zorg
voor mensen met een verstandelijke beperking. Een gevolg van de BOPZ-aanmerking is dat
medewerkers explicieter te maken krijgen met vrijheidsbeperkende maatregelen. Met de
scholing over deze maatregelen, gegeven door BOPZ-arts Tonny Hermsen en ondersteund door
secretaresse Ellen Koorevaar, vergroot Driestroom bewustwording van vrijheidsbeperking onder
haar medewerkers.
Over koetjes, kalfjes
en bezuinigingen
180 graDen DraaI
Vrijheidsbeperkende maatregelen zijn regels, han­
delingen of interventies, die in strijd zijn met de
persoonlijke vrijheid van een individu. Deze maat­
regelen mogen uitsluitend worden toegepast als er
sprake is van gevaar voor het individu, derden of
voor goederen. Een BOPZ­aanmerking gaat hand
in hand met een beperkte meldingsplicht aan de
Inspectie van de Gezondheidszorg. BOPZ­arts
Tonny Hermsen: “Al voor het verkrijgen van de
BOPZ­kwalificatie pasten medewerkers wel eens
vrijheidsbeperkende maatregelen toe. Echter, de
BOPZ­aanmerking en de daarbij behorende rechten
en plichten stimuleren de organisatie tot een gro­
tere mate van bewustwording van vrijheidsbeper­
king. Dit helpt bij het terugdringen van deze maat­
regelen.” Dat laatste is namelijk waar het de IGZ en
Driestroom om gaat: vrijheidsbeperkende maatre­
gelen moeten zo min mogelijk worden ingezet.
Vrijheidsbeperking klinkt naargeestig. Toch wor­
den vrijheidsbeperkende maatregelen vaak geno­
men ter bescherming van de cliënt zelf. En zijn
medewerkers zich zelf niet bewust van de opgelegde
vrijheidsbeperking. Tonny illustreert het als volgt:
“Een medewerker doet ’s avonds de deur op slot
van een cliënt die de gewoonte heeft ‘s nachts erop
uit te trekken. Zo wordt voorkomen dat de cliënt
zich bezeert, verdwaalt of anderen onbedoeld laat
schrikken. Met die actie past de medewerker een
vrijheidsbeperkende maatregel toe. Daarom is een
multidisciplinair overleg voorafgaande aan het in­
zetten van de maatregel noodzakelijk, evenals het
overwegen van alternatieven en het evalueren.”
Het is duidelijk: het terugdringen van de maatrege­
len vergt een draai van 180 graden ten aanzien van
het begrip vrijheidsbeperking.
Zelfstandig wonen
realiseer je samen
16
Oog voor psychische
problematiek
van BOpZ naar ZOrg&DWang
Bewustwording is het voornaamste doel van de
cursus. Dit begint bij het delen van ervaringen.
Tonny: “Veel mensen denken in het begin: ‘Vrij­
heidsbeperking? Dat gebeurt niet op onze locatie!’
maar vaak is dat wel degelijk het geval. Het is dan
prettig als naaste collega’s of collega’s van een ande­
re locatie situaties herkennen. Die herkenning leidt
tot het andere belangrijke doel van de cursus: het
bedenken van alternatieven voor een bepaalde si­
tuatie. Als we teruggaan naar het voorbeeld van de
dolende cliënt: Wat kun je doen ter voorkoming van
ongelukken, in plaats van het op slot draaien van
zijn deur? Alleen de voordeur van de woonlocatie
afsluiten? Dat lijkt beter, maar zo benadeel je ook
de andere bewoners. Een andere mogelijkheid is
om een matje met bewegingssensoren in zijn deur­
post te leggen dat een signaal afgeeft als de bewo­
ner buiten zijn kamer komt.” Het voorbeeld toont
dat terugdringen van vrijheidsbeperking nogal wat
creativiteit vraagt. Het laat echter ook wat anders
zien: bewustwording van vrijheidsbeperking leidt
uiteindelijk tot meer vrijheid van de cliënt.
De cursus wordt thans bij voorrang gegeven aan
medewerkers van de BOPZ­locaties. De wet BOPZ
wordt op termijn echter vervangen door de wet
Zorg&Dwang. Dit betekent dat medewerkers die
niet werkzaam zijn op BOPZ­locaties ook op de
hoogte moeten zijn van de eisen aan en richtlijnen
voor de inzet van de maatregelen. Tonny: “Het is
nog onduidelijk wanneer de nieuwe wet wordt ge­
implementeerd. Toch is het belangrijk om nu al het
bewustzijn van vrijheidsbeperking onder de mede­
werkers te verbreden. Enerzijds kunnen we zo op
tijd voldoen aan de eisen van de inspectie. Ander­
zijds zien we dat het samen op zoek gaan naar alter­
natieven voor vrijheidsbeperking een positieve uit­
werking heeft. Niet alleen op onze cliënten, maar
ook op de medewerkers zelf. Weten wat je mag en
kunt doen in een bepaalde situatie geeft nu een­
maal rust.”
Strijd om de beker
BeWusTe TerugDrIngIng
14
vergrOTen van vrIjheID
in ontwikkeling
DevijfBOPZ-locatiesinkwestiezijn
seniorenwoonvormPeterScheerstraat
(Nijmegen),kinderwoonvormDeDaniël
(Nijmegen),woonzorgcentrumLoovelden(Huissen),kinderwoonvormVilla
KakelbontElstenwoonvormDeWikke
(Arnhem).
“Binnendeperkenzijndemogelijkheden
evenonbeperktalsdaarbuiten”
juLes DeeLDer
Driestroomloket & Colofon
Boksacademie
Stand van zaken • 3
Stand
van
Zaken
Recent stond een artikel in de Volkskrant over
Nederland als voetballand. Het gaat over de topclubs
in Nederland. Gedwongen door allerlei omstandig­
heden hebben zij hun focus verlegd naar het oplei­
den van jonge voetballers volgens hun visie. Dat
heeft geleid tot een situatie waarbij met name de
twee traditionele clubs, Feyenoord en Ajax inmid­
dels iedere wedstrijd tussen de acht en tien mensen
uit de eigen jeugd in hun eerste elftal hebben staan.
En daarmee dus heel succesvol zijn. De mensen die
ze zelf opgeleid hebben, leren presteren volgens de
visie van hun vereniging. Voor Driestroom is dit ei­
genlijk een heel mooi voorbeeld.
Investeren in onze visie
Het is zo dat de dynamiek in de samenleving en
wat er gevraagd wordt aan begeleiders en managers
in gigantisch rap tempo veranderd. We zijn in
een paar jaar tijd gegaan van een situatie waarbij
mensen intramuraal bij ons wonen en jarenlang
dezelfde soort zorg kregen. Nu zitten we in een
context dat de gemeente wil dat de ondersteuning
wordt om­gevormd naar aanbod wat bij de Wet
maatschappelijke ondersteuning hoort. De eisen
die de overheid stelt ten aanzien van jeugdzorg
ontwikkelen verschrikkelijk snel en worden veel
dwingender. Bovendien vragen de zorgkantoren
in het kader van verantwoordingsplicht heel veel.
Dat betekent dat de eisen die aan medewerkers en
aan managers gesteld worden in waanzinnig hoog
tempo veranderen.
allerlei hoger geschoolde mensen naar binnen. Een
tweede mogelijkheid is dat we achter blijven. Met
als gevolg dat je een onopvallende speler in de
midden­moot wordt. Derde mogelijkheid is dat je
continu dynamiek creëert binnen je organisatie,
dus dat mensen steeds stappen kunnen zetten.
Maar dat werkt alleen als mensen verbonden zijn
met de visie van de organisatie, dus daar streven
we naar. Op pagina 4 kun je lezen hoe Driestroom
de ontwikkeling van talenten stimuleert via het
talentenplan. Sociale condities voor geluk
Mensen hebben een baken nodig. Een toenemende
dynamiek kan leiden tot een ontdaan gevoel bij
mensen. Dat zie je ook in de Nederlandse samen­
leving waarin de verenigingsverbanden en sociale
gemeenschappen wat losser worden, waarbij ook
het individualisme losser wordt. Enerzijds kunnen
mensen goed met dynamiek omgaan, ander­zijds
ontstaat de hang naar vrienden, familie en ver­
enigingsgevoel. Dat zijn de sociale condities voor
geluk welke altijd samen opgaan. Op het moment
dat wij meer dynamiek moeten brengen naar ge­
meenten en eisen van zorgkantoren, moeten we
onze jonge medewerkers houvast bieden. Als mede­
werkers zich thuis voelen bij onze cliënten en onze
stichting, hebben we het goed gedaan. Binding met visie
In de voetbalwereld is verandering noodzakelijk
omdat de voetbalsamenleving dat ook doet. Bij ons
als Driestroom is het een must vanwege verhoging
van alle eisen. Dan heb je drie opties. Of we halen
Wim Muilenburg, bestuurder
4 • Talent voor de toekomst
Talent
Driestroom ondersteunt de ontwikkeling van
talent. De organisatie stimuleert haar cliënten
om te doen waar ze goed in zijn. Dit resulteert
in kunstzinnige schilders, enthousiaste muzikanten en creatieve houtbewerkers. Ook
haar medewerkers helpt Driestroom bij het
ontplooien van hun, vermoede en onvermoede,
talenten. Sinds het najaar van 2011 gebruikt de
organisatie het talentenplan als leidraad voor
gerichte en functionele loopbaan­begeleiding.
Het idee hierachter? Talentontwikkeling draagt
bij aan nog betere zorg en ondersteuning.
Scouten naar competenties
Hoofd P&O Winny van Bakel, een van de initiators
van het plan: “Iedereen heeft een talent. Hoewel
talent aangeboren is, moet het soms aangeboord
worden. Door jezelf of met hulp van anderen. Soms
merk je dat iemand zich niet bewust is van zijn of
haar talent, maar zien anderen dit wel. Een collega
of leidinggevende bijvoorbeeld. Belangrijk is dat we
voortdurend blijven kijken naar medewerkers en
zien waar mogelijkheden liggen. Wat dat betreft
zijn we soms net talentscouts.” Hoewel de naam
wellicht anders doet vermoeden, is het talenten­
plan geen vastomlijnd plan. Personeelsfunctionaris
Manuela Liebers: “Het talentenplan verschilt per
medewerker. De leidinggevende bekijkt samen met
de medewerker wat er nodig is om zijn kwaliteiten
verder te ontwikkelen en, heel belangrijk, waar
deze het beste tot hun recht komen. Dit kan resul­
teren in doorgroei in of verdieping van de huidige
functie. Ook kan blijken dat iemand op een andere
afdeling of in een andere functie veel beter tot zijn
recht komt.”
Onderscheidend in kwaliteit
Volgens Winny heeft de talentontwikkeling van
medewerkers een belangrijk effect: “Het benut­
ten van het talent van onze medewerkers maakt
dat Driestroom kwaliteitszorg kan blijven bieden.
Doorontwikkeling van iemands capaciteiten houdt
uiteindelijk de hele organisatie in beweging.” Staf­
functionaris Opleiden Marjolein Arissen haakt
daarop in en schetst de uiteindelijke positieve
effecten van het talentplan: “Gevolg is dat we kwa­
liteiten van medewerkers samenbrengen in kennis­
kringen: een samenspel van leren, verdiepen en
ontwikkelen. Wanneer medewerkers deze kringen
weten te vinden, kan de kennis zich als een olie­
vlek verspreiden binnen de organisatie.”
Belofte van kennis
Op dit moment brengt Driestroom medewerkers
samen met een bijzondere kwaliteit in de zorg voor
cliënten met een ernstig meervoudige beperking
(EMB). Driestroom laat zich in dit traject onder­
steunen door een extern opleidingsinstituut. Zij
bieden een opleidingstraject aan voor zowel bege­
leiders en gedragskundigen.
Een andere onlangs gestarte talentengroep is die
voor aankomende teamcoördinatoren en mede­
werkers met een kwaliteit in het schrijven van
individuele begeleidingsplannen. Marjolein: “Het
kennis­potentieel dat de medewerkers vertegen­
woordigen is enorm. Dat belooft wat voor de
toekomst.”
Talent voor de toekomst • 5
voor de toekomst
?
De komende maanden volgen wij een
aantal van deze talentvolle medewerkers.
In het volgende magazine komt Carin
Emons aan bod: zij is al vijftien jaar werkzaam op een groep voor jongeren met
een ernstig meervoudige beperking en
sinds kort gestart met de EMB-opleiding.
Carin Emons
Driestroom gelooft dat in iedere mede­
werker talent schuilt. Wil jij jezelf net
als Carin ontplooien? Stap dan naar je
leidinggevende en geef dit aan. Of je nu
nog maar kort voor Driestroom werkt of
net als Carin al vijftien jaar. Talent is nooit
te oud om te leren!
6 • Nieuwe website, nieuw begin
Nieuwe website,
Het zal inmiddels niemand ontgaan zijn:
de nieuwe website van Driestroom is een feit.
Na maanden van voorbereiding en werk achter de schermen ging op 1 augustus de website
live. Hoewel het geduld van menigeen aardig
op de proef werd gesteld, blijkt uit de reacties
dat het eindresultaat het wachten meer dan
waard was.
Waarom nieuwe website?
De roep om een nieuwe website werd met alle ver­
anderingen binnen en buiten Driestroom steeds
luider. De oude website voldeed niet langer. Met
een andere bestuurder aan het roer, een verande­
ring die vrijwel niet te zien was op de vorige web­
site, veranderde ook de organisatie. Op zichtbare en
onzichtbare manier. De nieuwe huisstijl die al was
doorgevoerd ontbrak op de website. De informatie
was niet meer actueel, gebrekkig of zelfs onjuist.
Over belangrijke zaken, zoals ketensamenwerking
en de Wmo, werd amper gesproken. Daarnaast ont­
brak de focus: wat doet Driestroom, voor wie, waar­
om en hoe? Het was hoog tijd voor verandering dus.
Eisen en wensen
De nieuwe website moest aan een aantal eisen
voldoen. Centraal bij de formulering van die eisen
stonden de kernwaarden van Driestroom: groots in
het klein, in contact, bevlogen en eigenzinnig. Deze
waarden moesten direct en indirect terugkomen.
Openheid naar de buitenwereld en het benoemen
van de zaken bij hun naam was een ander agenda­
punt. Daarnaast bestond er behoefte aan het tonen
van die kant van Driestroom die moeilijker te ver­
woorden is, maar die onmiskenbaar deel uitmaakt
van de identiteit van de organisatie. Het belang bij­
voorbeeld dat Driestroom hecht aan het ‘meedoen’
van haar cliënten. Meedoen in de maatschappij en
op de werkvloer. En hoe ver Driestroom gaat om
dit te realiseren. Met initiatieven die bij gemeen­
ten en samenwerkingspartners op veel lof kunnen
rekenen. Maar wat ook niet mocht ontbreken: hoe
leuk het is om bij Driestroom te werken en hoe be­
langrijk vrijwilligers zijn voor de organisatie. Dat
is te zien en na te lezen op een geheel eigen web­
site www.werkenbijdriestroom.nl. En, last but not
least, de verweving van ‘alledaags geluk’ als rode
draad door de nieuwe website.
Nieuwe website, nieuw begin • 7
nieuw begin
Alledaags geluk,
in beeld en woord
Cliënten, cliëntvertegenwoordigers en medewer­
kers uit alle gelederen van de organisatie gaven
tijdens klankbordsessies hun input over de inhoud
en uitstraling van de nieuwe website. Deze sessies
vonden plaats bij Wmo-centrum DROOM! onder
leiding van de afdeling Communicatie. De klank­
bordsessies leverden hartstochtelijke discussies,
nieuwe ideeën en bovenal veel inspiratie op.
De bundeling van eisen en wensen van de afdeling
Communicatie met de resultaten van de klank­
bordsessies heeft uiteindelijk tot de huidige web­
site geleid. Een website vol met sprankelende foto’s
waar plezier en warmte van af spatten. Foto’s die
tonen waar het bij Driestroom om draait: het be­
zorgen van alledaags geluk aan de cliënt. En een
website met teksten die bij de lezer het gevoel op­
roepen: ‘Ja, dat is echt Driestroom!’.
Geslaagd, nietwaar?
In de optiek van de afdeling communicatie is de
nieuwe website een bijzonder geslaagd project.
Toch staat de afdeling open voor suggesties, tips en
verbeteringen. Laat dus gerust wat van je horen als
je op- of aanmerkingen hebt. We vinden het fijn dat
je meedenkt!
De website is nog niet af. Op termijn
wordt deze aangevuld met onder andere informatie over alle locaties van
Driestroom en meer interviews met
medewerkers. Mis je nog andere dingen?
Laat het ons weten! [email protected]
8 • Leren leren met DTT
Leren leren
De term DTT begint steeds bekender te raken. DTT staat voor Discrete Trial Teaching en is een
behandelmethode die gebruikt kan worden bij kinderen met (een vermoeden van) autisme en/
of een ontwikkelingsachterstand. Driestroom heeft met het aanbieden van het DTT-programma
een pioniersrol. Als eerste en enige zorgorganisatie in Nederland liet Driestroom de resultaten
van DTT-training wetenschappelijk onderzoeken. Drs. Nienke Peters-Scheffer, universitair docent
Intellectual Disabilities aan de Radboud Universiteit Nijmegen en onderzoeker bij Driestroom,
maakte van de onderbouwing van DTT haar promotieonderzoek.
Verschil in leren
Veel kinderen met autisme en een verstande­
lijke beperking ervaren problemen met leren
uit de dagelijkse situatie. Waar bijvoorbeeld
kinderen zonder autisme vaardigheden
leren door gedrag van
ouders of leeftijds­
genootjes na te
doen, ontbreekt
bij kinderen met
autisme dit vermogen tot spontaan leren. Ge­
structureerde één-op-ééntraining is dan nood­
zakelijk om de ontwikkeling van deze kinderen te
stimuleren.
Achtergrond DTT in notendop
Tijdens de één-op-ééntraining leren kinderen in
kleine stapjes allerlei functionele vaardigheden
aan. De trainers hakken de vaardigheid in kleine
stukjes en bieden kinderen in het begin veel hulp
bij het uitvoeren van bepaalde opdachten. Naar­
mate de training vordert, bouwen zij deze hulp
systematisch af en kan het kind foutloos en op een
positieve manier leren. Het principe waarop DTT
stoelt, is feitelijk eenvoudig: tijdens de training
levert gewenst gedrag het kind iets leuks op, zoals
een glimlach, een complimentje of kort spelen
met favoriet speelgoed. Ongewenst gedrag mag
het kind niets leuks opleveren. Hierdoor zal het
gewenst gedrag toenemen en het ongewenste ge­
drag afnemen. DTT is dus een positieve benadering
om kinderen met autisme en/of een verstandelijke
beperking gewenst gedrag en vaardigheden aan te
leren en ongewenst gedrag af te leren.
Daisy en Bryant
Leren leren met DTT • 9
met DTT
Wat zijn de effecten van DTT?
Dat was de vraag van het zorgkantoor. De resulta­
ten van de DTT-training mochten door Driestroom
dan wel als positief worden gemeld, het zorgkan­
toor wilde wetenschappelijk onderbouwd bewijs
zien. Met gefundeerde argumentatie van de effec­
ten van DTT-training zou Driestroom de training
structureel kunnen inzetten.
Resultaten promotieonderzoek
Nienke
Het promotieonderzoek van Nienke duurde van
2005 tot 2012 en bestond uit 10 studies, waaronder
een literatuurstudie en twee interventiestudies.
Voor het literatuurgedeelte bestudeerde Nienke de
resultaten van buitenlandse onderzoeken naar de
effecten van DTT-training. Uit deze studies bleek
dat kinderen behandeld met DTT meer vooruitgang
lieten zien op IQ, zelfredzaamheid, taalbegrip en
taalgebruik dan kinderen met een reguliere, een
andere of een minder intensieve DTT-behandeling.
Voor de interventiestudies volgde Nienke geduren­
de 8 maanden 12 kinderen en gedurende 2 jaar 20
kinderen met autisme en verstandelijke beperking.
De kinderen waren tussen de 3 en 10 jaar oud en
hadden een gemiddelde ontwikkelingsleeftijd van
bijna 2 jaar. Hun zelfredzaamheid lag tussen de 1,5
en 2 jaar. De twee groepen kinderen werden verge­
leken met kinderen met een vergelijkbaar ontwik­
kelingsniveau en vergelijkbare problematiek die
de reguliere behandeling op een kinderdagcentra
ontvingen. Na 2 jaar lieten de kinderen die DTT-ge­
traind waren meer vooruitgang zien op taal­begrip,
sociaal emotionele ontwikkeling en dagelijkse
vaardigheden dan kinderen die geen DTT-training
hadden gehad. Daarnaast was er een grotere af­
name van kenmerken van autisme en van gedrags­
problemen. Ook steeg het IQ van de getrainde kin­
deren met gemiddeld 7 tot 9 punten, terwijl dit in
de niet-getrainde groep met 1 tot 2 punten daalde.
Het meest opvallend echter was de vooruitgang in
ontwikkelingsleeftijd van de getrainde kinderen.
Deze nam in 2 jaar met 16 maanden toe, terwijl bij
de niet-getrainde kinderen deze met 9 maanden
toenam. Hoewel de training extra kosten met zich
mee brengt, laten resultaten van een kosten-baten­
analyse zien, dat de training mogelijkerwijs leidt
tot kostenbesparingen op de lange termijn.
Zorg minder
De cijfers en resultaten van het promotieonderzoek
zijn van grote betekenis voor het kind en zijn om­
geving. Onbegrip over het gedrag van een kind met
autisme leidt tot frustratie. Door DTT-training kun­
nen kinderen beter functioneren, in het gezin én
daarbuiten. De toegenomen zelfredzaamheid van
het kind, zoals zichzelf aankleden en duidelijk aan­
geven wat het wil, zijn belangrijke stappen voor­
waarts. Daarnaast draagt de vertoonde vooruitgang
van het kind bij aan een positiever toekomstbeeld
van de ouders. Zien en ervaren dat je kind, ondanks
zijn beperking, wel degelijk vooruitgang kan boe­
ken, is voor veel ouders een geruststelling en geeft
(meer) vertrouwen in de toekomst.
Praktijkvoorbeeld
In het volgende artikel komen een DTT-trainer van
Bryant (5) en zijn moeder aan het woord. Bryant
volgt sinds maart 2011 DTT-training bij Driestroom.
Bij de start van de training was Bryant 3 jaar en 7
maanden oud en lag zijn ontwikkelingsleeftijd 2
jaar lager, namelijk op 1 jaar en 7 maanden. Na een
klein jaar training (peilmoment februari 2012) be­
draagt de ontwikkelingsleeftijd van Bryant 3 jaar
en 2 maanden. Dit betekent dat Bryant in 11 maan­
den tijd 19 maanden achterstand heeft ingehaald.
Op de volgende pagina lees je over de vorderingen
die Bryant sindsdien heeft laten zien.
10 • Leren leren met DTT - de vorderingen van Bryant
In het artikel op de vorige pagina komt
de theorie achter DTT-training aan bod.
Dit artikel geeft een kijkje in de praktijk;
wat gebeurt er tijdens een DTT-training?
Vóór de DTT-training…
Trainer Renske Wijnja is een van de DTT-trainers
van Bryant Flenterie (5 jaar). Bryant heeft een ma­
tig verstandelijke beperking gecombineerd met au­
tisme. Renske: “Toen Bryant in maart 2011 begon
met de training praatte hij nauwelijks. Wel brab­
belde hij of uitte zich door te gillen. Ook was Bryant
vrij passief. In de groep tussen andere kinderen,
leek de wereld een beetje aan hem
voorbij te gaan. Daarnaast had
hij moeite met het opvolgen
van instructies. Hij was
goed te belonen, maar
alleen in een één-op-één situatie met de trainer,
niet in de groep.” Moeder Daisy vult aan: “Bryant
kwam niet voor zichzelf op. Andere kinderen kon­
den altijd speelgoed van hem afpakken. Daarnaast
kon ik Bryant nooit meenemen. Op het moment
dat we ergens moesten wachten, of dat nu voor een
stoplicht was of in de rij voor de kassa, begon hij te
gillen. Hij wilde altijd maar door, door, door.”
Aandachtsgebieden
Om zijn ontwikkeling te stimuleren en Bryant be­
ter te laten functioneren in bepaalde situaties had
hij extra oefening en training nodig. Een gedrags­
deskundig medewerker van Driestroom stelde zijn
ontwikkelingsplan op. Renske: “Het ontwikke­
lingsplan liet zien dat er gewerkt moest worden aan
de leervaardigheid van Bryant. In een één-op-één
situatie met de trainer was hij goed instrueerbaar,
in een groep helemaal niet. Ook had hij stimulans
nodig om makkelijker om te gaan met overgangen
en veranderingen. Het ontwikkelen van zijn taal­
vermogen was een ander belangrijk aandachtspunt
tijdens de DTT-training.”
Kleine stapjes…
Zoals in het artikel hiervoor te lezen was, leren
kinderen tijdens DTT-training in kleine stapjes be­
paalde vaardigheden aan. Renske: “Imiteren speelt
een belangrijke rol in het aanleren van vaardighe­
den. Ik zeg bijvoorbeeld tegen Bryant ‘Doe dit’ en
wijs mijn neus aan. In het begin van de training
zit ik achter Bryant, pak zijn vinger en breng deze
naar zijn neus. Naarmate de training vordert, bouw
ik de fysieke begeleiding af. Op een gegeven mo­
ment wijs ik alleen nog zijn hand en zijn neus aan.
Op het laatst kan hij mijn imitatieopdracht geheel
zelfstandig herhalen en zelf zijn neus aanwijzen.
Bij elke goed uitgevoerde opdracht mag Bryant als
Leren leren met DTT - de vorderingen van Bryant • 11
beloning spelen met zijn favoriete speelgoed.”
DTT-training leert een kind niet alleen om te imi­
teren maar stimuleert ook de generalisatie van de
aangeleerde vaardigheden. “Bryant moet niet al­
leen mij kunnen nadoen”, legt Renske uit, “hij moet
de imitatieopdracht ook van mijn collega-trainer
opvolgen. Vervolgens zal hij de opdracht niet alleen
in bijzijn van een willekeurige trainer moeten kun­
nen uitvoeren, maar ook in een groepssituatie, met
andere kinderen erbij en zonder dat we ‘Doe dit’
zeggen.” Naarmate de training vordert, wordt een
imitatieopdracht steeds complexer, praktischer en
functioneler van aard. Zo leren kinderen in dezelf­
de kleine stapjes hun jas aantrekken of aangeven
waar ze mee willen spelen.
… grote veranderingen
Wat zijn de resultaten van de DTT-training bij Bry­
ant? Daisy: “Het gedrag van Bryant is sterk verbe­
terd. Het concept van ‘wachten’ bijvoorbeeld be­
grijpt hij nu. Ik kan Bryant dus meenemen als ik
boodschappen ga doen. Ook het feit dat hij praat,
maakt het leven een stuk makkelijker. Het scheelt
dat Bryant nu aangeeft dat hij hagelslag op zijn
brood wil. Er is geen strijd meer nodig om hem een
boterham te geven met, blijkbaar, het verkeerde be­
leg. Afpakken van speelgoed door andere kinderen
is ook verleden tijd. Hij haalt het nu terug ‘Is van
Bryant’ zegt hij dan. Dat hij niet meer over zich
heen laat lopen vind ik erg fijn.”
Is er nog een bepaalde vaardigheid die Bryant vol­
gens zijn trainer bijzonder goed beheerst? Renske
denkt even na: “Ik zei laatst in een wat plagerige
bui ‘Is goed hoor, schat’ tegen hem. Een paar dagen
later zegt hij precies hetzelfde tegen mij. Met het
imiteren zit het dus wel snor bij Bryant!”
Informatie over DTT-training bij
Driestroom kun je opvragen via het
Driestroomloket. T 0481 – 37 55 55
[email protected].
Op www.driestroom.nl/dtt vindt je meer
informatie over deze trainingsmethode.
Over koetjes, kalfjes en…
bezuinigingen
Op woensdag 22 augustus was toen nog kandidaat Tweede Kamerlid Jetta Klijnsma (PvdA)
op werkbezoek bij Kinderboerderij en Hertenkamp De Goffert in Nijmegen. Op De Goffert
sprak de voormalige staatssecretaris van Sociale
Zaken met Wim Muilenburg, bestuurder van
Driestroom en de Nijmeegse wethouder Turgay
Tankir. Ook aanwezig: zorgpartners Pluryn
en Breed, een afgevaardigde van de Nijmeegse
PvdA-fractie en de voorzitter van de kinderboerderij. Onderwerp van gesprek: de decentralisatie van de AWBZ-gelden en de mogelijke
bezuinigingen op het vervoer.
binnen en buiten de zorgsector. De Goffert is wat
dat betreft niet toevallig gekozen als gespreksloca­
tie. De kinderboerderij is een goed voorbeeld van
een geslaagde samenwerking tussen zorg- en nietzorggerelateerde partijen. Wim Muilenburg: “Lang
voordat er sprake was van de ABWZ polsten wij bij
De Goffert naar samenwerkingsmogelijk­heden.
Het resultaat is inmiddels bekend: sinds 1995 le­
veren cliënten op de kinderboerderij een zinvolle
bijdrage aan de samenleving. De AWBZ stimuleert
ons om nog creatiever te werk te gaan in het zoeken
naar samenwerkingsverbanden.”
Kansen zien en creëren
Gemeente Nijmegen toont zich op een andere ma­
nier een samenwerkingspartner in het Goffertproject. Zij biedt Driestroom, Breed en Pluryn
speelruimte om een sluitende exploitatie te reali­
seren. Klijnsma vindt die regierol van de gemeente
Tijdens het gesprek wordt al snel duidelijk dat de ta­
felgenoten eensgezind zijn over decentralisatie van
de AWBZ: het is geen bedreiging, maar een kans. Een
kans op interessante samenwerkingen met partijen
Meewerkende gemeente
Over koetjes, kalfjes en bezuinigingen • 13
erg belangrijk. Een mening die wethouder Tankir
deelt: “Als de gemeente het zorgaanbod formuleert
en het aanbesteedt onder de zorgaanbieders komt
dit uiteindelijk de prijs-kwaliteit verhouding én de
mogelijkheden binnen de zorg ten goede.”
Zorgen over geld en vervoer
Wat iedereen aan tafel zorgen baart, is de inkomens­
positie van mensen die onder de AWBZ-regeling
vallen. Muilenburg: “Stichting Beheer Cliënten­
gelden van Driestroom merkt nu al dat cliënten
hun broekriem moeten aanhalen. Veel cliënten
van Driestroom zitten in de schuldsanering. Als de
bezuinigingen doorgaan en zij dadelijk zelf de ver­
voerskosten moeten dragen, wordt het voor hun
financieel uiterst krap. Het gevaar van een groter
sociaal isolement ligt op de loer.” De bestuurder
vertelt verder dat de onzekere toekomst, gevoed
door de nationale bezuinigingsdiscussie, leidt tot
paniek en een toename van agressie en incidenten.
Klijnsma knikt: “Ik heb deze geluiden ook tijdens
werkbezoeken aan gemeenten en andere zorgorga­
nisaties gehoord. Een zeer nare situatie, zowel voor
de cliënt als voor de medewerkers. Er moet gauw
duidelijkheid komen.”
Enthousiast en betrokken
Ondanks de zware gespreksthema’s, toont Klijnsma
zich na het gesprek enthousiast: “Dialogen als deze
zijn belangrijk om erachter te komen wat er werke­
lijk speelt in de zorg voor mensen met een afstand
tot de arbeidsmarkt. Zo zou het vaker moeten gaan.”
Klijnsma is niet alleen positief over het gesprek,
maar ook over de locatie. Na de ontmoeting maakt
zij een praatje met de cliënten die aan het werk
waren op de kinderboerderij. Ze toont zich nieuws­
gierig naar hun werkzaamheden bij De Goffert en
hun activiteiten na het werk. Het kenmerkt het
kandidaat Tweede Kamerlid, dat bekend staat om
haar grote betrokkenheid bij de burger.
Helder over vervoer
Duidelijkheid wensen de zorgpartijen ook over de
mogelijke vervoersbezuinigingen. De zorgaanbie­
ders zijn in ieder geval glashelder over hun eis: “We
hebben extra tijd nodig om orde op zaken te krij­
gen”, zegt Rob de Jong, voorzitter Raad van Bestuur
Pluryn. “Als de beoogde bezuinigingen op vervoer
doorgaan”, vervolgt hij, “dan is 1 januari 2013 te kort
dag om alles goed te organiseren. Onze cliënten
met een ernstig meervoudige beperking zijn vol­
ledig afhankelijk van aangepast vervoer. Regulier
vervoer is voor hen geen optie. Het vinden van een
alternatief kost gewoonweg tijd.”
Aanwezig tijdens het gesprek op De Goffert: Jetta Klijnsma, kandidaat
Tweede Kamerlid PvdA, Wim Muilenburg,
bestuurder Driestroom, Joop Mars,
account­manager marketing en communicatie Breed, Sylvie Deenen, manager
detachering Breed, Rob de Jong, voor­
zitter Raad van Bestuur Pluryn, Turgay
Tankir, wethouder Werk&Inkomen, Openbare Ruimte en Wijken, gemeente
Nijmegen Henk Wiersema, voorzitter Kinder­boerderij en Hertenkamp De
Goffert Rutger Zwart, fractievoorzitter
PvdA Nijmegen
Zelfstandig
wonen
realiseer je samen
Woningcorporatie Talis is voor Driestroom
een belangrijke samenwerkingspartner. Talis
doet er veel aan om bijzondere doelgroepen
passende woonruimte te bieden. Sterker nog:
huis­vesting voor deze groepen is een kerntaak
van de corporatie. In dit verband treedt Talis op
als voorzitter van de Werkgroep Bijzondere Bemiddeling (WBB). De WBB verdeelt in Nijmegen
de woningaanvragen voor kwetsbare bewoners
onder de aangesloten woningcorporaties.
Begeleid meedoen
groot. Ik vind het opvallend hoeveel cliënten van
Driestroom er in slagen om, na een jaar begeleiding,
zelfstandig te kunnen wonen. Dat zegt veel over de
ondersteuning die daaraan vooraf ging en over de
follow-up.” De communicatie tussen beide partijen
is volgens Jacques uitstekend. “We houden geregeld
vinger aan de pols en zijn daarbij kritisch naar ons­
zelf, maar ook naar Driestroom. Die openheid naar
elkaar toe is er altijd geweest.” Ten slotte prijst hij
Driestroom als een actieve en breed georiënteerde
organisatie. “Ze initiëren veel projecten. Zoals de
gloednieuwe woonvorm De Globe in Nijmegen.
Ook een goed voorbeeld trouwens van een geslaag­
de samenwerking tussen Talis en Driestroom. En
wat ik zelf een erg leuk initiatief vind: bakkers­
café ‘Brood op de plank’ op hetzelfde terrein als De
Globe. Maar DROOM! in Elst is ook zo een typisch
en bijzonder initiatief van Driestroom. De diversi­
teit in hun projecten is opvallend”, vindt Jacques.
Het partnerschap tussen Talis en Driestroom da­
teert van de jaren ´90. Al sinds die tijd heeft Jacques
Steegemans, programmamanager Sociale Inno­
vatie bij Talis, geregeld contact met Sjon Oude
Egberink, manager Begeleid Zelfstandig Wonen
(BZW) bij Driestroom. Jacques toont zich positief
over de aanpak die Driestroom hanteert in het
BZW. “Cliënten van Driestroom doen echt mee in
de wijk. Talis heeft nauwelijks omkijken naar de
woningen waarin zij wonen. De enkele keer dat
een buurtbewoner klaagt over overlast nemen we
dat gelijk op met Driestroom waarna vrijwel met­
een actie volgt. Toegegeven, het doorpakken kan
soms adequater. Hier kunnen we echter altijd een
gesprek over voeren. Doorpakken én begrip kwe­
ken zijn nu eenmaal essentieel in het BZW.”
Kan Jacques zich uit al die samenwerkingsjaren nog
een bepaald succesverhaal herinneren? Hij denkt
even na: “Nee, niet één verhaal. Iedere bewoner
die uiteindelijk geheel zelfstandig kan wonen is
een succesverhaal op zich. Wat mij betreft gaat de
samenwerking tussen Talis en Driestroom dan ook
nog jaren door!”
Betrokken, kritisch en actief
Zelfstandig wonen
De programmamanager merkt dat Driestroom
haar cliënten over het algemeen goed ondersteunt
en begeleidt. “Bij andere zorgorganisaties zie je
nog wel eens dat hun cliënten terugvallen wan­
neer de begeleiding wordt afgebouwd. De stap
naar meer eigen verantwoordelijkheid blijkt dan te
De samenwerking tussen Talis en Driestroom
binnen het Begeleid Zelfstandig Wonen (BZW) is
als volgt: het eerste jaar waarin de cliënt met be­
geleiding van Driestroom zelfstandig woont, is
Driestroom de hoofdhuurder. Dat betekent dat
de door Talis verhuurde woning waarin de cliënt
Succesverhalen
Zelfstandig wonen realiseer je samen • 15
woont op naam van Driestroom staat. Verloopt de
verzelfstandiging van de cliënt in het eerste jaar
goed, dan wordt de woning na dat jaar overgeschre­
ven op zijn eigen naam. De succesfactor van het
BZW is hoog. Ruim meer dan de helft van de cliën­
ten mag zich na een jaar hoofdhuurder noemen.
Werkbezoek BZW WIJCHEN
BZW Wijchen, gevestigd aan het Kraanvogelter­
rein, is een voorbeeld van de samenwerking tus­
sen Talis en Driestroom. De collega’s van Jacques,
directieleden Joke Abbring, Mark Hut, Ronald
Leushuis en Frits Baghus gingen onlangs bij BZW
Wijchen op werkbezoek. Op het Kraanvogel­terrein
wonen zestien cliënten van Driestroom, ieder in
hun eigen appartement. Waar nodig ontvangen
zij ondersteuning. Bijvoorbeeld bij het inplannen
van huishoudelijke taken, het beheren van finan­
ciën en het uitzoeken van de post. Ook wanneer de
cliënten op bezoek moeten bij bepaalde instanties
ontvangen ze begeleiding van Driestroom.
Frits Baghus spreekt zijn enthousiasme uit over de
samenwerking: “Mooi om te zien dat wij samen
met Driestroom cliënten zo zelfstandig mogelijk
kunnen laten wonen. Midden in de wijk, zodat zij
volwaardig kunnen participeren in de maatschap­
pij.” Wim Muilenburg beaamt dat en vult aan:
“Door onze samenwerking met Talis versterken wij
de sociale structuur en leefbaarheid in de wijken.
En dat is natuurlijk een goede zaak!”
Oog
voor
psychische
problematiek
Driestroom is van oudsher een organisatie voor mensen met een beperking. Sinds 2003
is daar een andere doelgroep bijgekomen, mensen met een licht verstandelijk beperking
met psychische problematiek. Deze combinatie van beperkingen vraagt om een andere,
specifieke benaderingswijze van de cliënt. Daardoor is deze doelgroep niet te vergelijken
met de reguliere doelgroep van Driestroom. Het gaat vaak om mensen die in de marge
van de samenleving leven, sociaal kwetsbaar en ‘zorgmijdend’ zijn. Deze cliënten wonen
meestal zelfstandig, maar lopen letterlijk ‘in zeven sloten tegelijk’. Ze hebben schulden,
zijn geïsoleerd geraakt en gebruiken soms drugs. Waar andere organisaties vaak met een
grote boog om deze complexe en zorgmijdende cliënten heen lopen, zoekt Driestroom
hen juist op. Driestroom vindt het haar primaire taak om een maatschappelijke functie te
vervullen. Om een visie op de ondersteuning en behandeling van cliënten met een licht
verstandelijk beperking met psychische problemen te ontwikkelen, heeft Driestroom
psychiater Joost Jan Stolker aangetrokken. Voor Joost Jan was Driestroom een bekende
organisatie: hij maakte namelijk deel uit van de Raad van Toezicht.
Oog voor psychische problematiek • 17
Joost Jan Stolker, adviseur zorg&innovatie
voor cliënten met psychische problematiek
Goed getimed
Joost Jan: “De bestuurder van Driestroom, Wim
Muilenburg, kende mijn achtergrond in de psy­
chiatrie en wist dat ik open stond voor een inte­
ressant project. Zijn vraag om de visie te ontwik­
kelen kwam op het moment dat ik besloten had
mijn expertise op zelfstandige basis in te zetten.
“De timing van de vraag van Wim of ik het voor­
touw wilde nemen in dit project was dus perfect.”
Joost Jan is door zijn achtergrond als directeur, on­
dere andere van een GGZ-instelling, bekend met
kwaliteits­ontwikkeling en innovatie. Zijn kennis
en ervaring komen van pas bij deze pittige klus die
hij vol enthousiasme aangaat.
Andere verantwoordelijkheden
Voor de medewerkers is het soms lastig om te zien
waar een verstandelijke beperking eindigt en waar
een psychische stoornis begint. In de door Joost
Jan te ontwikkelen visie wordt onder andere ge­
formuleerd wat Driestroom voor deze cliënten kan
betekenen, hoe medewerkers het beste kunnen
omgaan met deze cliënten en hoe Driestroom haar
ondersteuning aan deze specifieke doelgroep gaat
vormgeven. Joost Jan legt uit: “Dit laatste raakt na­
tuurlijk het hart van Driestroom, de mensen op de
werkvloer. Met de introductie van behandeling bij
Driestroom krijg je als medewerker te maken met
andere verantwoordelijkheden. Hoe vul je deze
verantwoordelijkheden in? Met welke wettelijke
kaders moet je rekening houden? De gesprekken
die ik hierover intern heb gevoerd kenmerken zich
door bevlogenheid. Duidelijkheid is voor medewer­
kers belangrijk om hun taak zo goed mogelijk uit te
voeren.”
Zorgmijdende cliënten
Instanties gaan er vanuit dat mensen die hulp no­
dig hebben zichzelf aanmelden. Dat is bij deze doel­
groep alles behalve vanzelfsprekend. Een cliënt die
zorg mijdt, ziet zelf geen noodzaak om hulp te vra­
gen en is niet altijd in staat zijn om haar hulpvraag
goed te formuleren. Er is wel sprake van ernstige
psychische problemen waar specifieke en deskun­
dige ondersteuning bij nodig is. Joost Jan: “Als een
cliënt vanuit zijn psychose denkt dat hij een speci­
ale goddelijke gave heeft, zal hij echt niet zomaar
hulp accepteren. Of als een cliënt zijn angst over­
schreeuwt met stoer gedrag en drugsgebruik, zal hij
niet zomaar verstandig bedoelde adviezen opvol­
gen. Cliënten zijn vaak heel bang om hun zelfstan­
digheid te verliezen. Doordat cliënten met een licht
verstandelijk beperking vaak erg beïnvloedbaar
zijn, raken ze verzeild in lastige situaties. Soms heb­
ben ze wel drie mobiele telefoon abonnementen. Ze
dreigen soms hun huis uitgezet te worden omdat ze
schulden hebben en de huur niet meer kunnen be­
talen. Mensen in de omgeving zoals familie, buren
of andere betrokkenen maken zich vaak ernstige
zorgen.”
Krachtig in kwetsbaarheid
Volgens Joost Jan is het herkennen waar iemand
kwetsbaar is, één ding. Daarmee weten om te gaan
en deze persoon op zijn eigen manier een gewoon
leven laten leiden, een ander. Vooruitlopend op
de uitkomst van de visie denkt Joost Jan dat het
goed zou zijn als Driestroom haar behandel­aanbod
beschikbaar stelt voor externe cliënten voor wie
specifieke hulp passend bij hun niveau verder
nauwelijks beschikbaar is. Daarnaast denkt hij
dat medewerkers van Driestroom en ouders van
Driestroom­huizen meer aan elkaar kunnen heb­
ben als het om deze doelgroep gaat. “Mensen onder­
steunen om een zo gewoon mogelijk leven te leiden
is een kracht van Driestroom. Als de organisatie dit
ook kan bereiken met deze specifieke doelgroep,
dan is dat een geweldige aanvulling op het toch al
omvangrijke zorgaanbod van Driestroom!”.
Joost Jan woont samen met zijn vriend
Bas in het centrum van Utrecht. Met sport, vriendschap en het lezen van
mooie boeken vult hij zijn vrije tijd.
Ruimte & veiligheid In
De gezinnen in de Driestroomhuizen zijn er in vele soorten en maten. Sommige gezinnen bieden
een plek aan kinderen met een ontwikkelingsachterstand, in andere huizen maken kinderen met
een autistische stoornis deel uit van het gezin. Sommige gezinshuisouders bieden aan één kind
onderdak, anderen aan tien. Toch hebben ze minimaal één ding gemeen: allen voelen ze een
grote verantwoordelijkheid voor het bieden van perspectief aan een kind.
De Hoeve in Ysselsteyn
Marion en Dré Heesakkers wonen sinds 1 juni dit
jaar met hun hele gezin in Driestroomhuis De Hoeve
in Ysselsteyn. Marion: “Het gezinshuisconcept
was niet nieuw voor ons. We vormden namelijk al
een gezinshuis voor een instelling voor jeugd en
opvoedhulp. De schoen begon echter te wringen;
onze zienswijzen over wat het beste voor de
kinderen was, kwamen steeds minder overeen.” Via
via hoorde het stel over de Driestroomhuizen. “Dré
en ik besloten naar een informatiebijeenkomst
in Elst te gaan. In de weken daarna voerden we
aanvullende gesprekken met Johan en Theo van de
Ondernemersgroep. Het voelde goed, de visie van
Driestroom sloot aan bij die van ons.” De keuze om
over te stappen was vervolgens snel gemaakt.
Graag een beetje ruimte
En dan moet er een geschikte woning gevonden
worden. Want Dré en Marion huisvesten hun drie
eigen kinderen, drie pleegkinderen meegekomen
van de andere instelling en (inmiddels) vier kin­
deren via Driestroom. Ruimte was een belangrijke
eis en de keuze voor een boerderij lag voor de hand.
Maar dat bleek makkelijker gezegd dan gedaan.
Marion: “Vrijwel alle boerderijen die we zagen en
die ons bevielen, hadden een agrarische bestem­
ming. Toen kwam De Hoeve op ons pad. Wat een
geluk!” Op 1 juni nam het echtpaar en hun kinder­
schaar intrek in de boerderij.
Plannen te over
Wat vinden Marion en Dré zo mooi aan het
gezinshuisconcept? “Dat je een kind kunt laten
weten: je mag hier blijven, dit is je huis voor een
lange tijd. Dit geeft een kind rust en ruimte om zijn
draai te vinden, te groeien en zich te ontwikkelen.”
Het is duidelijk dat De Hoeve die ruimte, letterlijk,
in overvloed biedt. Wie echter denkt dat Marion
en Dré het met hun gezin van tien kinderen wel
welletjes vinden, komt bedrogen uit. Het echtpaar
fantaseert al over de vele mogelijkheden die de
Ruimte & veiligheid • 19
een Driestroomhuis
grond rond de boerderij hen biedt. Dré: “We zouden
bijvoorbeeld een vast adres kunnen worden voor
logeetjes van Driestroomhuizen. En we hebben
genoeg plek voor een kleinschalige camping.
Bijvoorbeeld voor ouders die niet kapitaalkrachtig
zijn om ver op vakantie te kunnen.” Plannen genoeg
dus van het ondernemende echtpaar.
Het Woltershuus in Varsseveld
Dré en Marion Heesakkers
In Driestroomhuis Het Woltershuus in Varsseveld
wonen Ester en Wilbert Hiddink met hun zoontje
Jeroen (3 jaar). Sinds kort woont Wesley (eveneens
3 jaar) bij hen. Via haar werk als gezinsvoogd kwam
Ester met de Driestroomhuizen in aanraking. “Ik
was erg gecharmeerd van de constructie. Het paste
bij mijn opvatting over het bieden van een veilige
en fijne plek aan een kind dat niet bij zijn ouders kan
opgroeien. Wat ik positief vind, is dat je niet in dienst
treedt van een organisatie. Omdat je niet te maken
hebt met verplichte vrije dagen of vakantiedagen
kun je een echte gezinssetting bieden. Je kiest je
eigen ritme en houdt zelf de regie.”
20 • Ruimte & veiligheid
Goed voorbereid
Ester was weliswaar door de wol geverfd met haar
achtergrond als gezinsvoogd, haar man Wilbert had
altijd zijdelings te maken gehad met die wereld. Hoe
stond hij erin om een vreemd kindje in het gezin op
te nemen? Wilbert: “Toen we hier zes jaar geleden
kwamen wonen, dachten we al: dit is een mooie
plek om opvang te bieden. Wat Ester me vertelde
over het concept van de Driestroomhuizen klonk
erg goed. Ook de oriënterende gesprekken met
Johan en Theo waren nuttig.” Hij gaat verder: “Wat
ik prettig vond, was dat we de mogelijkheid hadden
om logeeropvang te bieden aan een kind van een
Driestroomhuis in de buurt. Dan krijg je een beeld
van hoe het is om met z’n vieren aan tafel te zitten
in plaats van met z’n drietjes. Die voorbereiding
bevestigde mijn gevoel dat het daadwerkelijk bij
ons paste.”
Wilbert en Ester Hiddink
Wil je net als Marion, Dré, Ester en
Wilbert ook de stap zetten naar zelfstandigheid en een Driestroomhuis beginnen?
Neem dan contact op met Johan Emons
van Ondernemersgroep Driestroom. Tel: 06 52 37 45 94 of mail: [email protected]
Grote broer
En hoe zit het met hun eigen zoontje, bevalt de
nieuwe huisgenoot? Ester lacht: “Jeroen en Wesley
hebben erg veel lol samen. Wesley volgt onze zoon
bij elke stap die hij zet.” Wilbert voegt daaraan toe:
“Je ziet dat Jeroen zoekt naar zijn rol, opvoeder of
‘grote’ broer? Heel natuurlijk, eigenlijk zoals dat
in alle gezinnen gebeurt die te maken krijgen met
gezinsuitbreiding.” Gezinsleven pur sang dus, in
Driestroomhuis Het Woltershuus.
Vanwege privacy-redenen zijn de namen Jeroen en Wesley fictief.
We doen het voor de gemeenschap • 21
We doen het
voor de
gemeenschap
De komende jaren krijgen gemeenten te maken met een aantal decentralisatie- en innovatie­
processen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Dit betekent dat ze
enerzijds flink moeten bezuinigen en anderzijds een fors grotere doelgroep moeten bedienen. Ook
de gemeente Heumen ontkomt hier niet aan. Een belangrijk deel van de bezuinigingsmaatregelen in die gemeente komt uit de portefeuille van wethouder Ellen de Swart. Met haar aandachts­
gebieden zorg, welzijn, onderwijs, jeugd, cultuur en sport staat zij voor een grote uitdaging.
Welbevinden als uitgangspunt
Nieuwe uitdagingen door Wmo
Wethouder De Swart vertegenwoordigt de lokale
partij Democraten Gemeente Heumen. De Swart
gelooft in de kracht van mensen, zowel op indivi­
dueel niveau als op het niveau van de samenleving:
“Een gemeente kan met geen enkele regeling af­
dwingen dat mensen erbij horen. Inwoners zullen
steeds meer zélf voor een leefbare buurt en woon­
omgeving moeten zorgen. Die verantwoordelijk­
heid ligt dus voor een groot deel bij de maatschap­
pij. Welbevinden, van jezelf en van een ander, zou
hierin het uitgangspunt moeten zijn. Dat levert
immers levensgeluk op.” De wethouder gelooft dat
de toegenomen eigen verantwoordelijkheid als ge­
volg van de bezuinigingsmaatregelen uiteindelijk
vooral kansen biedt. “Interactie tussen mensen is
winst! Dat is waardevoller dan het aanbieden van
een hulpmiddel”, aldus De Swart.
De zwaarte van de bezuinigingsmaatregelen vindt
de wethouder spannend. “Het rond krijgen ervan is
nog een heel project. Gelukkig hebben we zeer com­
petente ambtenaren in huis, die zich intensief met
de Wmo bezighouden. De kentering die we door­
maken is goed.” In de uitvoering van de Wmo kiest
de gemeente voor een regierol en brengt inwoners,
verenigingen, wijkplatforms en maatschappelijke
organisaties samen. De Wmo-veranderingen bezor­
gen de gemeenten een aantal nieuwe taken. Voor
de uitvoering daarvan raadpleegt de gemeente be­
langhebbenden en laat zich informeren en inspire­
ren door organisaties als Driestroom. Wethouder
De Swart roemt Driestroom om haar innovativi­
teit: “Driestroom durft haar nek uit te steken. De
organisatie is niet bang om buiten de kaders te den­
ken en is continu in beweging. Niets is te dol om te
bedenken, dat is bijzonder.”
22 • We doen het voor de gemeenschap
Betrokkenheid = succes
Om als gemeente handen en voeten te geven aan
de decentralisatie van AWBZ naar Wmo is samen­
werking met lokale zorg- en welzijnsorganisaties,
woningbouwcorporaties en belangenbehartigers
noodzakelijk. “Dat is dé succesfactor van onze ge­
meente, want dat doen we al jaren”, vertelt wet­
houder De Swart. Ze legt uit: “Twee keer per jaar
komen organisaties en belangenbehartigers op het
gebied van welzijn, wonen en zorg bij elkaar en kie­
zen drie onderwerpen waar inwoners echt iets aan
hebben. Werkgroepen werken de onderwerpen uit
en presenteren hun voorstel tijdens de volgende
werkconferentie. Na goedkeuring door de partners
volgt de uitvoering.” Deze aanpak leidde tot di­
verse producten en diensten zoals ondersteuning
voor mantelzorgers, buitenfitness voor ouderen en
mensen met een beperking en een vervoerswijzer,
die mensen met een beperking helpt in het open­
baar vervoer. Waarom werkt deze aanpak zo goed?
Daarover hoeft de wethouder niet lang na te den­
ken: “Onder andere vanwege de kleinschaligheid.
Gemeente Heumen heeft vier bijzonder sterke ker­
nen. Malden is meer stedelijk, terwijl Overasselt,
Heumen en Nederasselt echte dorpen zijn. Het ver­
enigingsleven bruist en er zijn veel vrijwilligers en
mantelzorgers actief. Deze lokale betrokkenheid
draagt bij aan een sterk saamhorigheidsgevoel en
creëert energie om dingen op te zetten.”
Duidelijke parallellen
Volwaardig meedoen
Wethouder De Swart: “Ik zie duidelijke parallellen
tussen de visie van de gemeente Heumen en die
van Driestroom waar meedoen, levensgeluk en be­
trokkenheid kernwoorden zijn.” Een andere over­
eenkomst in de visies is de aanpak van de leefbaar­
heid in de dorpen en wijken. Zowel de gemeente
Heumen als Driestroom streeft ernaar dat mensen
in hun eigen omgeving passende ondersteuning
ontvangen. Duidelijk is dat de focus op ‘dichtbij’
ligt. “Ooit kun je in een situatie terechtkomen
waarbij je zelf hulp nodig hebt. Die hulp wil je toch
ook het liefst in de nabijheid ontvangen? We doen
het voor de gemeenschap en niet voor de gemeente!
Voor specifieke vormen van begeleiding moeten we
samen zoeken naar andere oplossingen”, aldus de
betrokken wethouder.
Wethouder De Swart was samen met burgemees­
ter Mengde aanwezig bij de opening in juli van
Zorgbeheereenheid Staatsbosbeheer-Driestroom.
Deze eerste zorgbeheereenheid van Nederland
bevindt zich in Heumen en is een samenwer­
king tussen Bosgroep de Vennen, onderdeel van
Driestroom en Staatsbosbeheer. Deze Wmolocatie avant la lettre toont aan dat zorg en beheer
prima samengaan.
Getuige van iets moois
Wethouder De Swart: “Het is voor deze groep bij­
zondere mensen een prachtige werkplek waar zij
hun dag nuttig kunnen doorbrengen. Cliënten
van Driestroom doen hier volwaardig mee, mooier
kan niet. Bosgroep de Vennen is lang onzichtbaar
geweest op een locatie op het industrieterrein in
Malden. Dankzij de samenwerking met Staatsbos­
beheer kunnen ook andere mensen zien welke ac­
tiviteiten zij ondernemen. Dat zag je ook tijdens de
opening die nieuwsgierige buurtbewoners, samen­
werkingspartners, cliënten en andere betrokkenen
bijeenbracht. Ik heb ervan genoten.”
Rust op je eigen stekkie
Sinds medio 1996 werken de cliënten van Bosgroep
de Vennen op de terreinen van Staatsbosbeheer.
Cliënten helpen de boswachters bij het opruimen
van zwerfvuil en bij beheerwerkzaamheden als het
open houden van de heide. Opvallend is hoe rustig
de cliënten worden in het bos, waar ze hun eigen
stekkie hebben.
Samen één plek
Cliënten van Bosgroep de Vennen hebben in het
voorjaar van 2012 hun intrek genomen op hun nieu­
we locatie op het terrein van Staatsbosbeheer in
Overasselt. Staatsbosbeheer werkt veel samen met
mensen met een beperking in en bij het beheer van
de natuurgebieden, maar het is voor het eerst dat
er een dagopvang in één van de werkschuren een
plek heeft gekregen. Vanuit deze locatie werken
de cliënten onder begeleiding van mede­werkers
van Staatsbosbeheer in en aan de omringende
natuurgebieden.
24 • Vrijheid geven en soms nemen
Vrijheid geven
en soms nemen
Sinds twee jaar biedt Driestroom naast Begeleiding&Ondersteuning ook Verblijf&Behandeling
op een groot aantal locaties. In het verlengde daarvan is voor vijf locaties een BOPZ-erkenning
aangevraagd en verkregen van de Inspectie van de Gezondheidszorg. De afkorting BOPZ staat
voor Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen. De wet geldt ook voor de zorg
voor mensen met een verstandelijke beperking. Een gevolg van de BOPZ-aanmerking is dat
medewerkers explicieter te maken krijgen met vrijheidsbeperkende maatregelen. Met de
scholing over deze maatregelen, gegeven door BOPZ-arts Tonny Hermsen en ondersteund door
secretaresse Ellen Koorevaar, vergroot Driestroom bewustwording van vrijheidsbeperking onder
haar medewerkers.
Bewuste terugdringing
180 graden draai
Vrijheidsbeperkende maatregelen zijn regels, han­
delingen of interventies, die in strijd zijn met de
persoonlijke vrijheid van een individu. Deze maat­
regelen mogen uitsluitend worden toegepast als er
sprake is van gevaar voor het individu, derden of
voor goederen. Een BOPZ-aanmerking gaat hand
in hand met een beperkte meldingsplicht aan de
Inspectie van de Gezondheidszorg. BOPZ-arts
Tonny Hermsen: “Al voor het verkrijgen van de
BOPZ-kwalificatie pasten medewerkers wel eens
vrijheidsbeperkende maatregelen toe. Echter, de
BOPZ-aanmerking en de daarbij behorende rechten
en plichten stimuleren de organisatie tot een gro­
tere mate van bewustwording van vrijheidsbeper­
king. Dit helpt bij het terugdringen van deze maat­
regelen.” Dat laatste is namelijk waar het de IGZ en
Driestroom om gaat: vrijheidsbeperkende maatre­
gelen moeten zo min mogelijk worden ingezet.
Vrijheidsbeperking klinkt naargeestig. Toch wor­
den vrijheidsbeperkende maatregelen vaak geno­
men ter bescherming van de cliënt zelf. En zijn
mede­werkers zich zelf niet bewust van de op­gelegde
vrijheidsbeperking. Tonny illustreert het als volgt:
“Een medewerker doet ’s avonds de deur op slot
van een cliënt die de gewoonte heeft ‘s nachts erop
uit te trekken. Zo wordt voorkomen dat de cliënt
zich bezeert, verdwaalt of anderen onbedoeld laat
schrikken. Met die actie past de medewerker een
vrijheidsbeperkende maatregel toe. Daarom is een
multidisciplinair overleg voorafgaande aan het in­
zetten van de maatregel noodzakelijk, evenals het
overwegen van alternatieven en het evalueren.”
Het is duidelijk: het terugdringen van de maatrege­
len vergt een draai van 180 graden ten aanzien van
het begrip vrijheidsbeperking.
Vrijheid geven en soms nemen • 25
Vergroten van vrijheid
Van BOPZ naar Zorg&Dwang
Bewustwording is het voornaamste doel van de
cursus. Dit begint bij het delen van ervaringen.
Tonny: “Veel mensen denken in het begin: ‘Vrij­
heidsbeperking? Dat gebeurt niet op onze locatie!’
maar vaak is dat wel degelijk het geval. Het is dan
prettig als naaste collega’s of collega’s van een ande­
re locatie situaties herkennen. Die herkenning leidt
tot het andere belangrijke doel van de cursus: het
bedenken van alternatieven voor een bepaalde si­
tuatie. Als we teruggaan naar het voorbeeld van de
dolende cliënt: Wat kun je doen ter voorkoming van
ongelukken, in plaats van het op slot draaien van
zijn deur? Alleen de voordeur van de woonlocatie
afsluiten? Dat lijkt beter, maar zo benadeel je ook
de andere bewoners. Een andere mogelijkheid is
om een matje met bewegingssensoren in zijn deur­
post te leggen dat een signaal afgeeft als de bewo­
ner buiten zijn kamer komt.” Het voorbeeld toont
dat terugdringen van vrijheidsbeperking nogal wat
creativiteit vraagt. Het laat echter ook wat anders
zien: bewustwording van vrijheidsbeperking leidt
uiteindelijk tot meer vrijheid van de cliënt.
De cursus wordt thans bij voorrang gegeven aan
medewerkers van de BOPZ-locaties. De wet BOPZ
wordt op termijn echter vervangen door de wet
Zorg&Dwang. Dit betekent dat medewerkers die
niet werkzaam zijn op BOPZ-locaties ook op de
hoogte moeten zijn van de eisen aan en richtlijnen
voor de inzet van de maatregelen. Tonny: “Het is
nog onduidelijk wanneer de nieuwe wet wordt ge­
ïmplementeerd. Toch is het belangrijk om nu al het
bewustzijn van vrijheidsbeperking onder de mede­
werkers te verbreden. Enerzijds kunnen we zo op
tijd voldoen aan de eisen van de inspectie. Ander­
zijds zien we dat het samen op zoek gaan naar alter­
natieven voor vrijheidsbeperking een positieve uit­
werking heeft. Niet alleen op onze cliënten, maar
ook op de medewerkers zelf. Weten wat je mag en
kunt doen in een bepaalde situatie geeft nu een­
maal rust.”
De vijf BOPZ-locaties in kwestie zijn
seniorenwoonvorm Peter Scheerstraat
(Nijmegen), kinderwoonvorm De Daniël
(Nijmegen), woonzorgcentrum Loovelden (Huissen), kinderwoonvorm Villa
Kakelbont Elst en woonvorm De Wikke
(Arnhem).
“Binnen de perken zijn de mogelijkheden
even onbeperkt als daarbuiten”
Jules Deelder
Strijd
om de
beker
Op vrijdag 24 augustus was het weer zover:
het gras werd gemaaid, de kalklijnen op het
veld nog eens netjes aangezet en de voetbal­
schoenen uit het vet gehaald. Dat kan maar één
ding betekenen: het 4x4 voetbaltoernooi van
Driestroom! Zestien teams gingen deze dag de
strijd met elkaar aan om het kampioenschap.
De officiële aftrap werd verzorgd door wethou­
der Maatschappelijke Participatie en Ondersteu­
ning van gemeente Overbetuwe, Gera Koopmans.
Direct na de aftrap maakten de voetballers, getooid
in schitterende tenues, hun opwachting. De wed­
strijden werden geleid door vrijwilligers van Sport­
vereniging Herveld Andelst (SVHA). De teams
bleken behoorlijk aan elkaar gewaagd. De wed­
strijden, elk tien minuten lang, stonden bol van de
spanning.
Het kwik stijgt…
Tussen de middag genoot iedereen van welverdien­
de lunch om weer op krachten te komen. Na de rust,
Strijd om de beker • 27
om klokslag 13.00 uur, klonk het startsein voor de
tweede helft. Naarmate de middag vorderde steeg
de spanning en, mede door de genadeloos bran­
dende zon, de temperatuur. De wedstrijden wer­
den ronduit zenuwslopend. Met het einde in zicht
konden de sportievelingen de toernooiwinst (of het
verschroeide gras?) al ruiken. De uiteindelijke win­
naar was na het laatste fluitsignaal nog onbekend.
De organisatie wist de eindklassering uitstekend ge­
heim te houden. En had nog een andere verrassing
in petto …
penaltybokaal
Voordat de prijzen werden verdeeld stond er nog
een penaltybokaal op het spel. Elk team mocht zes
penalty’s nemen. De teams werden verdeeld over
vier doelen. De beste vier teams stonden in de finale
oog in oog met keeper for a day Wim Muilenburg,
bestuurder van Driestroom. Wat een nagelbijter!
Einstein 2 bleek het best bestand tegen de zenuwen
en mocht de penaltybokaal in ontvangst nemen.
De uiteindelijke winnaars van het 4x4 toernooi wa­
ren De Zaak, Bosgroep, Goffert 1 en Lange Vierhout.
Niemand ging echter met lege handen naar huis.
Elke team ontving een schitterende beker en iedere
voetballer kreeg een blinkende medaille mee.
Bedankt!
Thuisverpleging Nijmegen heeft €100,- gedoneerd
aan het voetbaltoernooi.
28 • In ontwikkeling
in ontwikkeling
Den Helder, Driestroomhuis
Kekerdom, Kulturhus
In Den Helder zijn Gerard en Linda LaaglandWinder vanaf augustus gestart met een ge­
zinshuis. Zij wonen nu nog in een rijtjeshuis
met plaats voor twee kinderen. Volgend jaar
september willen zij verhuizen naar een grote
boerderij in Den Helder. Hier zal plek zijn voor
24-uursbegeleiding van zes kinderen met een
licht verstandelijke beperking en autisme.
Daarnaast komen er twee plekken voor bege­
leide kamertraining. Gerard is werkzaam op
een praktijkschool voor groenvoorziening en
hun droom is om uiteindelijk de boerderij een
dependancefunctie te kunnen geven. Momen­
teel zijn ze druk bezig met de onderhandelin­
gen over de aanschaf van de boerderij.
De gemeente Ubbergen heeft een Kulturhus
ontwikkeld in de kern van Kekerdom. Bin­
nen deze voorziening zijn meerdere facilitei­
ten ontwikkeld, waaronder een basisschool,
een bibliotheek, een huiskamer voor ouderen,
een kioskfunctie en een verenigingsgebouw.
Er vinden ook dagactiviteiten plaats voor ou­
deren en mensen uit de buurt. Vanaf 1 januari
2013 gaan in het Kulturhus mensen met een af­
stand tot de arbeidsmarkt werken en/of leren,
met ondersteuning van begeleiders van Drie­
stroom. De werkzaamheden die zij verrichten
zijn zeer divers, maar hebben allemaal een on­
dersteunend facilitair karakter. Voorbeelden
zijn het beheer van het gebouw overdag, lichte
huishoudelijke activiteiten, boeken opruimen,
voorlezen, schoonhouden buitenruimte om en
nabij het Kulturhus, het aanvullen van de voor­
raden, het assisteren bij de lunch op school en
eventueel uitvoeren van klusjes in de buurt. In
maatschappelijke centra, zoals Kulturhus Ke­
kerdom, krijgen cliënten de kans om maximaal
te participeren in de maatschappij. Deze centra
vormen de toekomst in het kader van de Wet
maatschappelijke ondersteuning (Wmo). In ontwikkeling • 29
Nijmegen, Kalorama
Ewijk, Den Elt
Op de hoofdlocatie van stichting Kalorama in
Beek is door Driestroom een nieuwe werkpost
gestart. Bij Veste Brakkenstein van stichting
Kalorama, is de werkpost zo’n succes, dat
samen met Stichting Kalorama een tweede
werkpost is opgericht. Werknemers/cliënten
van de werkpost in Beek werken binnen het
verpleeghuis en zijn ondersteunend facilitair
bezig. Tevens ondersteunen zij de verzorgers
en activiteitenbegeleiders. Driestroom is
daarnaast ook bezig om samen met Het Goed
een werkpost op te zetten. Werknemers/
cliënten van deze werkpost zullen assisteren
bij logistieke werkzaamheden ten behoeve
van kringloopwinkel Het Goed. Hierbij kan
gedacht worden aan onder meer sorteer- en
repareerwerk. Daarnaast wordt de werkpost
Cleanteam,
waar
werknemers/cliënten
van Driestroom bussen schoonmaken van
Connexxion, uitgebreid.
Driestroom bekijkt samen met Standvast
Wonen de mogelijkheden om een woonvorm
voor volwassenen met een beperking te
creëren. De woonvorm ligt vlakbij de Multi
Functionele Accommodatie ’t Hart in Ewijk.
In het voorlopige ontwerp is plaats voor 24
cliënten. De onderhandelingen lopen.
30 • Driestroomloket
Driestroomloket
T 0481 37 55 55
[email protected]
V.l.n.r. Gabi Breuker, Daniëlle Derks, Godelieve Verberk, Ria Bakarbessy,
Janny Ramaker, André Derks, Mieke Sötje, Marco Herni
Wat kan Driestroom voor jou
betekenen?
Driestroom werkt samen met een groot aantal
keten­partners en beschikt daarom over bijna alle
vormen van begeleiding en ondersteuning die je
nodig hebt. Ook specialistische zorg. Als wij de be­
nodigde expertise niet in huis hebben, dan weten
we hoe deze te organiseren met onze partners.
Door het zodanig inrichten van onze begeleiding
en ondersteuning, beperken we ons niet tot bepaal­
de diensten. Voor vrijwel iedereen kan Driestroom
daarom zorgvuldig maatwerk leveren.
Dagelijks ontvangen onze loketmedewerkers tele­
foontjes van ouders, cliënten, cliëntvertegenwoor­
digers en medewerkers van diverse instanties die
op zoek zijn naar begeleiding en ondersteuning.
Van hun kind, familielid of degene voor wie zij ver­
antwoordelijk zijn of zich verantwoordelijk voelen.
Vrijwel altijd vinden onze loketmedewerkers een
oplossing. Met compassie, creativiteit en een grote
dosis doorzettingsvermogen beantwoorden zij vele
ondersteuningsvragen. Ook die van jou.
Colofon • 31
Colofon
Centraal Bureau
Industrieweg-Oost 27
6662 NE Elst
Postbus 139
6660 AC Elst
T 0481 36 60 00
www.driestroom.nl
Redactie
Karen Tijssen (eindredactie)
Anne Ruesink
Anouk Spanjers
Deborah Weimer
Gerben Dudok
[email protected]
Fotografie
Bart Nijs fotografie
Goedele Monnens
Vormgeving
HeldHavtig, Breda
Contact met ons loket
Benieuwd naar wat Driestroom voor jou kan
betekenen? Neem dan contact op met onze loket­
medewerkers. Dagelijks vinden zij oplossingen die
uitkomst bieden.
Drukwerk
Drukkerij Efficiënt, Nijmegen
Oplage 4.600
oktober 2012
11
10
12
DE BOKSACADEMIE
OPENT HAAR DEUREN
IN ARNHEM OP
11 OKTOBER 2012
VECHT
JIJ OOK
VOOR
JE GELUK?
BOKSACADEMIE.NL
BOKSACADEMIE, ZORGVLIETSTRAAT 2, 6825 AX ARNHEM
DS_BA_ABRIPOSTER_04.indd 1
Driestroom staat voor alledaags geluk. Voor niet
iedereen is geluk vanzelfsprekend, soms moet
je meer moeite doen en ervoor vechten. De
Boksacademie richt zich samen met Driestroom
op het bereiken van resultaten bij kwetsbare
groepen. Boksen is een goede manier om te
ontwikkelen: niet alleen als talent, maar ook als
persoon.
11-09-12 14:13
Wij zijn trots dat Orhan Delibas, opgegroeid in
de Arnhemse wijk Klarendal, het boegbeeld is
van de Boksacademie. Ook hij heeft moeten
vechten voor zijn geluk. Niet onverdienstelijk,
hij won namelijk een zilveren medaille op de
Olympische Spelen (1992). Hij geeft, samen
met Ali Topaloglu (clustermanager), les op de
Boksacademie.