GEGEVENS HISTORISCH KADASTER

Transcription

GEGEVENS HISTORISCH KADASTER
GEGEVENS HISTORISCH KADASTER
Voorstraat oostzijde 5.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1699
14
1779
18
1818
22
1832
275 - 276
1992
5
roeden
39
34
118,5
cijns
£. 0-6-6
" 0-5-8
ƒ. 5,95
Inleiding
Reeds in 1699 stond hier volgens de lijsten van cijnsplichtigen een schuur. Deze werd in het eerste kwart van de 18e
eeuw "Bou(w)" genoemd. Voor zover valt na te gaan liet Cornelis de Ruyter naast deze schuur een groot pand bouwen. Ten
behoeve daarvan werd het erf vergroot en doorgetrokken naar de Oostdijk. In 1803 kocht Abraham van Oeveren het pand aan.
Sinds 1792 was hij al eigenaar van de schuur.
Het pand is sinds 1967 eigendom van de Oud Gereformeerde Gemeente en dient als pastorie.
De huidige panden Voorstraat 1 en 3 worden hier niet behandeld omdat deze na 1832 zijn gebouwd. Het pand
Voorstraat 1 werd na 1 februari 1953 Kerkring 3, de in 1873 gebouwde pastorie van de Hervormde Gemeente. Voorstraat 3 was
van 1904 tot 1967 pastorie van de Oud Gereformeerde Gemeente
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1699
Gabreel Mouwe (schuur)
1700 - 1714
Markus Andriessen (schuurtje)
1730 - 1732
weduwe de Clercq
1733
Diaconie
1779 - 1801
weduwe Leendert Nelisse
1802 - 1833
Abraham van Oeveren
1832
Abraham van Oeveren
Bevolkingsregisters:
A 22
1813 -1837
Abraham van Oeveren, landbouwer, winkelier
Samenvatting eigenaars :
periode
eigenaars
-1718
Leendert Janssen Vergoudt (ook: van Akeren)
1718 -1732
Johanna Engels, weduwe De Klercq
1733
Diaconie
-1788
Barbera Boogert, weduwe Leendert Nelisse, later haar erfgenamen
1788 -1792
Jan Geense
1792 -1832
Abraham van Oeveren
-1803
Cornelis de Ruyter
1803 -1832
Abraham van Oeveren
Transacties enz:
17 Leendert Janse van Akeren verkoopt aan schout Fransoijs de Klerck de schuur en het erf genaamd Bouw voor £. 7-13-4. N:
het kerkhof; O: dorpsland; Z: de twee huisjes van de wed. Van der Cruijssen; W: de Voorstraat.
1718
5 april; RA 5879 C, nr. 59:
Leendert Jansen Vergout (ook: van Akeren) verkoopt aan schout De Klerck (N.B. overleden in 1717) de schuur en het
erf genaamd Bou. Belendingen worden niet gegeven. Prijs £. 7. De kooppenningen zijn voldaan op 15 oktober 1715.
Overdracht vindt plaats aan Janna Engels, weduwe van De Klerck.
1788
22 september; RA 5881, nr. 63:
Gilles en Quirijn Nelisse verkopen aan Jan Geense een schuur en erf, naast het huis van de verkopers. Prijs
£. 16-13-4 contant.
1792
26 maart; RA 5881, nr. 98:
Jan Geense verkoopt aan Abraham van Oeveren een schuur en erf, naast Gilles en Quirijn Nelisse. Prijs £. 28
contant.
1803
4 oktober; RA 5881, nr. 7:
Gerard Noordhoek, namens Cornelis de Ruyter, verkoopt aan Abraham Abrahamse van Oeveren een huis en erf naast
Krijn Nelisse en Adriaan Verspoor (N.B. deze belendende eigenaar is niet juist). Prijs £. 191-13-4 contant.
Voorstraat oostzijde 7.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1779
17
1818
21
1832
277 - 278
1992
7
roeden
7
18
cijns
ƒ. 0,90
Inleiding:
Het huis, thans Voorstraat 7, werd vermoedelijk tegelijkertijd gebouwd met het grotere pand Voorstraat 9. Het was
het gezamenlijk eigendom van Isaack van de Luyster en de erfgenamen van Cornelia van de Luyster. Deze verkochten beide
panden aan Margaretha Debbits, weduwe van ds. Johannes van der Kruyssen.
In de loop van de 18e eeuw werd dit pand afgebroken. Maarten van den Doel liet hier in 1776 een nieuw huis bouwen,
waarvoor hij een bedrag van bijna 260 gulden (£. 42-16-8) leende tegen 5 % rente. Toen zijn kinderen het huis in 1809
verkochten bedroeg de verkoopprijs slechts 219 gulden (£. 36-10-0).
Nadat het pand door de gemeente was aangekocht werd het in 1978/1979 gerenoveerd.
Kohieren huisschatting 1674 - 1696:
jaar
belastingplichtige
1696
Isaack van de Luister
Kohier bewoners 1681:
niet vermeld
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1779 - 1817
Maarten van den Doel
1818 - 1833
Adriaan Noordijke jr.
Bevolkingsregisters:
A 21
1813
1821 - 1837
Samenvatting eigenaars :
periode
1716
1716 1776 1809
1809 1832
belasting
1 haardstede
Willem Kaan (arbeider)
Adriaan Noorddijk (arbeider)
eigenaars
erfgenamen Huybrecht Lambrechtssen
Margaretha Debbits, weduwe ds. Johannes van der Kruyssen
Maarten van den Doel, later zijn weduwe en erfgenamen
Engel Beekman
Adriaan Noordijke
Transacties enz:
1716
24 maart; RA 5879 C, nr. 116:
Isaack van de Luijster, mede namens de erven van Cornelia van de Luijster, verkoopt aan Catarina Debijts,
weduwe van ds. Johan van der Cruijsse anderhalf huis en erf en een half deel in het tweede huisje. N: de schuur
genaamd Bou; O: Oostdijk; Z: huis bewoond door de schout; W: Voorstraat. Verwezen wordt naar een
koopcontract.
1776
22 augustus; RA 5882, nr. 123:
Schuldbekentenis van Maarten van den Doel: £. 42-16-8 à 5% geleend van Jacob Hart. Onderpand: het huis
naast Jan van Oostenden en de schuur van de weduwe Abraham Nelisse.
1809
27 april; RA 5881, nr. 32:
Abraham van den Doel, Ary Keizer (gehuwd met Dina van den Doel), Marinus de Groen namens de Diaconie
van Sint Philipsland, Kornelia van den Doel, weduwe van Vincent den Braber, Jan Engelvaart, namens Engel van
der Linden, rentmeester van de wezen-armen te Oud-Vossemeer, handelend in plaats van Klazina en Janna van
den Doel, nagelaten kinderen van Leendert van den Doel en Pieternella Jopse, overleden te Oud-Vossemeer,
allen erfgenamen van Josina Hart, weduwe van Maarten van den Doel, verkopen aan Engel Beekman een huis
en erf, genummerd A nr. 21, voor £. 36-10-0. In R.A. 5885 nr. 28 de voorwaarden voor de verkoop van de
onroerende goederen op 18 januari 1809.
Voorstraat oostzijde vanuit het noorden, 1977. De panden zijn vanaf links genummerd 3, 5, 7 enz. Voorstraat 3 was van 1904
tot 1967 pastorie van de Oud Gereformeerde Gemeente. Sindsdien is Voorstraat 5 de pastorie van deze gemeente.
Voorstraat oostzijde 9.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
roeden
1691
12
54,5
Van 1699 - 1707 gesplitst in nummers 12 en 13.
1699
12
27,25
1699
13
27,25
1779
16
60
1818
20
51
1832
279 - 280
1992
9
cijns
£. 0-4-7
£. 0-4-7
" 0-4-7
" 0-10-0
ƒ. 2,55
Inleiding:
Het pand, thans Voorstraat 9, werd vermoedelijk tegelijkertijd met het oorspronkelijke buurhuis Voorstraat 7
gebouwd. Volgens de lijst van cijnsplichtigen behoorde het toe aan de erfgenamen van schout en dijkgraaf Huybrecht
Lambrechtssen (Eggebeen), wiens erfgenamen zich Van de Luyster noemden. Deze verkochten beide panden aan Margaretha
Debbits, weduwe van de predikant van Sint Philipsland.
Het huis werd daarna bewoond door onder andere Johanna Engels, weduwe van Fransois de Klercq, onder andere
schout, secretaris en rentmeester van de heerlijkheid. Zijn gelijknamige zoon vestigde zich als timmerman in Steenbergen en hij
verkocht het pand in 1737.
Kohieren huisschatting 1674 - 1696:
jaar
belastingplichtige
belasting
1696
Jacob van de Luister
1 haardstede
Kohier bewoners 1681:
niet vermeld
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1691 - 1698
erven Huijbrecht Lambrechtsz
1699
Jacob van de Luyster (nummer 12)
1700
Isack van de Luyster
1701 -1706
Gabriël Mouwe
1699
Isack van de Luyster (nummer 13)
1700
Jacob van de Luyster
1704 -1706
Isack van de Luyster
1707 -1714
Ds. van der Cruyssen
1718
wed. van der Cruyssen
1722 -1732
weduwe de Clercq
1733
François de Clercq
1779 - 1801
Jan van Oostende
1802 - 1817
Aarnoud Steyn
1818 - 1831
Willem Steenpoorte
1832 - 1833
weduwe Willem Steenpoorte
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750, 1758
Arriaentje van Nieuwaarde/Arriantje van Iwaarde
Bevolkingsregisters:
A 20
1813 - 1837
Willem Steenpoorte (arbeider), later zijn weduwe
Samenvatting eigenaars :
periode
eigenaars
-1716
erfgenamen Huybrecht Lambrechtssen
1716 Margaretha Debbits, weduwe ds. Johannes van der Kruyssen
-1737
Fransois de Klercq, later zijn weduwe en zijn zoon François de Klerq
1737 - 1759
Cornelis de Bakker
1759 - 1792
Jan van Oostende
1792 - 1822
Willem Steenpoorte
1822 -1832
Petronella van Dijke, weduwe Steenpoorte
Transacties enz:
1716
24 maart; RA 5879 C, nr. 116:
Isaack van de Luijster, mede namens de erven van Cornelia van de Luijster, verkoopt aan Catarina Debijts, weduwe
van ds. Johan van der Cruijsse anderhalf huis en erf en een half deel in het tweede huisje. N: de schuur genaamd Bou;
O: Oostdijk; Z: huis bewoond door de schout; W: Voorstraat. Verwezen wordt naar een koopcontract.
1737
15 mei; RA 5885 E, nr. 19:
François de Klercq verkoopt aan Cornelis de Backer een huis, schuur en erf gelegen naast Ds. Bierman voor ƒ. 260.contant.
1759
13 juli; RA 5881, nr. 2:
Cornelis de Bakker verkoopt aan Jan Jacobse van Oostende; N: plantagie van 't ambacht; Z: wed. van Vrijberghe.
Prijs £. 27.
1786
13 oktober; RA 5882, nr. 32:
Schuldbekentenis van Jan van Oostende: £. 44-8-4 à 5 % geleend van Johannes Faasse, Tholen. Onderpand is het
huis en erf naast Maarten van den Doel en de weduwe Leendert Nelisse. Voldaan op 3 december 1792, doorgehaald 10
december 1792.
1792
10 december; RA 5881, nr. 14:
Jan van Oostende verkoopt aan Willem Steenpoorte huis en erf gelegen naast Maarten van den Doel en de erven
Nelisse voor £. 100 contant.
Voorstraat oostzijde 11.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1818
19
1832·
281
1992
11
roeden
3
cijns
ƒ. 0,15
Inleiding:
De geschiedenis van de panden Voorstraat 11, 13, 15 en 17 is grotendeels gelijk tot ver in de 18e
eeuw. Voor bijzonderheden wordt verwezen naar de inleiding bij Voorstraat 15.
In 1790/1791 liet Engel Beekman hier een nieuw huis bouwen. Thans is het pandje in gebruik als garage
Voorstraat oostzijde gezien vanuit het zuiden. Aan de rechterzijde zijn vanaf rechts de panden nu genummerd als Voorstraat
31, 29, 27 enz. Op de plaats van de twee woningen na de derde boom rechts staat nu het kerkgebouw van de
Gereformeerde Gemeente. Op no. 29 woonde tot 1920 herbergier Jan Kramer. De foto is van kort na 1900.
Cijnsplichtigen:
periode
1818 - 1821
1822 - 1831
1832 - 1833
Bevolkingsregisters:
A 19
1813
1821 -1837
Samenvatting eigenaars :
periode
1791 -1830
1830 -1832
cijnsplichtige
Engel Beekman
weduwe Engel Beekman
Jacobus van Nieuwenhuijzen
Abraham Reyngoud (arbeider)
Jan van Dommelen (arbeider)
eigenaars
Engel Beekman, later diens weduwe
Jacobus van Nieuwenhuyzen
Transacties enz:
1791
Op het erf is een huis gebouwd door Engel Beekman:
30 april; RA 5882, nr. 88: schuldbekentenis van Engel Beekman: £. 111-13-4 à 4 % geleend van Willem van der
Beek, Steenbergen, wegens de bouw van een huis voor materialen en lonen en wegens betaling aan Jeremias
Daene voor hout, spijkers en loon. Onderpand: het nieuw gebouwde huis naast Jan van Oostende en Christiaan
van der Vliet.
1825
6 mei; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2896 (60):
Testament van Klaasje Walgaart, weduwe van Engel Beekman P.zn., winkelierster, wonende nr. 17, waarbij zij
haar twee woningen aan haar zoons toewijst. Woning nr. 19, tussen de huizen van Cornelis Geense en Pieternella
van Dijke, weduwe Steenpoorte, getaxeerd op ƒ. 300, is bestemd voor Pieter.
1830
3 december; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2916 (856):
Klaasje Walgaart, weduwe van Engel Beekman, te Sint Annaland; Pieter Beekman, bode te Bruinisse en Marinus
Beekman, winkelier te Sint Annaland, kinderen van Engel Beekman, verkopen aan Jacobus van Nieuwenhuyzen,
boerenknecht te Sint Philipsland, een huis en erf nr. 19, tussen de huizen van Cornelis Geense en Pieternella van
Dijke, door de overledene "bij opbouw in eigendom verkregen". Koopsom 400 gulden. Het komt dadelijk in
gebruik.
1830
3 december; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2916 (857):
Cornelis Geense, timmerman te Sint Philipsland, verkoopt aan Jacobus van Nieuwenhuyzen, boerenknecht te Sint
Philipsland, 42 ellen hofgrond, zijnde de cijnsgrond in het dorp, achter het huis van de weduwe en verdere
erfgenamen van Engel Beekman, zoals deze grond zich uitstrekt achter dit huis nr. 19; door de verkoper in
eigendom verkregen van Maatje Meyer bij onderhandse akte van 27 januari 1820. Koopsom ƒ.12,50.
Voorstraat oostzijde 13.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
roeden
cijns
1691
11
163
£. 1-7-2
1779
15
59
" 0-9-10
1818
17
29,5
ƒ. 1,50
18
29,5
ƒ. 1,50
1832
(17)
283
(18)
282, 284, 285
1992
13
N.B.
De nummers 17 en 18 (1818) zijn later weer samengevoegd. Drie roeden zijn overgegaan naar
Voorstraat nr. 11 (kadastraal nummer 281).
Inleiding:
Voor de geschiedenis van dit perceel tot 1774 wordt verwezen naar Voorstraat 15. In genoemd jaar kochten
Christiaan en Geert van der Vliet ieder een vierde deel van het aldaar staande pand. Vermoedelijk was de splitsing in twee
delen van de helft van het pand alleen een administratieve aangelegenheid. Van dit perceel werd in 1790 een klein deel
afgesplitst. Hierop werd Voorstraat 11 gebouwd.
Cijnsplichtigen:
periode
1779 - 1817
17
1818 - 1820
1821 - 1833
18
1818 - 1831
1832 - 1832
Bevolkingsregisters:
A 18
1813
1821 - 1837
Samenvatting eigenaars:
periode
17
1774 - 1829
1829 - 1832
18
1774 - 1829
1829 - 1831
cijnsplichtige
Christiaan van der Vliet
erfgenamen Christiaan van der Vliet
Cornelis Geense
Simon van der Vliet
Cornelis Geense
Jan van der Vliet (arbeider)
Simon van der Vliet (arbeider)
eigenaars
Christiaan van der Vliet, later diens erfgenamen
Cornelis Geense
Christiaan van der Vliet, later diens erfgenamen
Simon van der Vliet
Transacties enz:
17 (1779)
1774
5 april; RA 5881, nr. 106:
Leendert Dorst, Paulus Geense en Marinus Faasse S.zn. verkopen aan Christiaan van der Vliedt een kwart van
een huis en erf, noordzijde, gelegen tussen de zuidelijke helft van dit huis en het huis van Jan van Oostende. Prijs
£. 21 contant.
1774
5 april; RA 5882, nr. 101:
Schuldbekentenis van Christiaan van der Vliedt: £. 21 à 4% geleend van Jacobus Hart. Onderpand is het vierde
deel van het zojuist gekochte huis.
18 (1779)
1774
5 april; RA 5881, nr. 105:
Leendert Dorst, Paulus Geense en Marinus Faasse S.zn. verkopen aan Geert van der Vliedt een kwart van een
huis en erf, noordzijde, gelegen tussen de zuidelijke helft van dit huis en het huis van Jan van Oostende. Prijs £. 21
contant.
1774
5 april; RA 5882, nr. 102:
Schuldbekentenis van Geert van der Vliedt: £. 21 à 4% geleend van Jacobus Hart. Onderpand is het vierde deel
van het huis zojuist gekocht.
1829
20 augustus; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2912 (661):
Simon van der Vliet verkoopt aan Cornelis Geense, timmerman, de achterhelft van het huis nr. 18, alsmede het
gehele erf, voor ƒ. 50. Simon van der Vliet had dit huis verkregen uit de erfenis van zijn vader Geert van der Vliet.
Voorstraat oostzijde vauit het zuiden. Het eerste huisje rechts is het huidige pand Voorstraat 17. Het werd van 1840 tot 1969
bewoond door meerdere generaties Faasse. In de woning ernaast, nu Voorstraat 15, woonde van 1895 tot 1898 geneesheer
Lukas Plantinga. Hij werd opgevolgd door huisarts Alexander Leonardus van Eldik. Met zijn vrouw Geertje Verlinde en vier
kinderen bleef hij Sint Philipsland tot november 1918 trouw. In deze woning bleef tot eind juli 1984 de huisartsenpraktijk
gevestigd. Op de voorgrond staat huisschilder Dirk van Splunter.
Voorstraat oostzijde 15.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1691
11
1779
14
1818
16
1832
286 - 287
1992
15
roeden
163
59
35,5
cijns
£. 1-7-2
" 0-9-10
ƒ. 1,80
Inleiding:
Oorspronkelijk stond hier een groot huis, dat als eerste pastorie dienst deed. De oudst bekende vermelding stamt
uit 1661 toen de weduwe van ds. Ketelaer het huis verkocht aan ds. Caerman. Vijf jaar later verkocht deze het op zijn beurt
aan ds. Bolle. In 1675 kwam het in bezit van Huybrecht Lambrechtssen.
In 1726 werd het weer pastorie toen ds. Bierman het pand kocht van de achterkleinkinderen van deze Huybrecht
Lambrechtssen. In 1749 werd het door de weduwe van ds. Bierman verkocht aan Maria Blaubeen. In 1768 kochten Marinus
Faasse Szn., Paulus Geense en Leendert Dorst gezamenlijk het huis en zij verkochten het in 1774 in delen aan Marinus de Valk
(de zuidelijke helft) en aan Christiaan en Geert van der Vliet (ieder een kwart aan de noordelijke zijde, zie Voorstraat 11, 13
en 15).
Het huidige huisnummer 15 is, naar wij aannemen, het deel dat door Marinus de Valk werd gekocht. In 1786 ging
het over in handen van Jeremias Daene, timmerman/metselaar. De prijs was inmiddels bijna verdubbeld, nl. van 42
Vlaamse ponden naar 81 ponden. Jeremias heeft verschillende malen hypotheek op het huis moeten verlenen en toen hij
het in 1801 voor 100 ponden aan Johannes van Dijke verkocht, bleven zijn 'persoon' en zijn goederen onderpand voor een
resterende schuld van 50 ponden. In 1804 kwam het in bezit van de winkelier Engel Beekman die iets verder (Voorstraat 11)
al een huis had laten bouwen
Van 1895 - 1984 was het de woning van de plaatselijke arts. De woning, die sinds 1920 gemeentelijk eigendom
was, werd gerenoveerd nadat in 1988 de bovenverdieping grotendeels was verwoest door brand.
Kohieren huisschatting 1674 - 1696:
periode
belastingplichtige
belasting
1674
Predikantshuis
£. 0-13-4
1675 1676
Ds. van Hattem
1677 - 1690
Cornelis Walraven
1696
Jacobus van de Luister ?
1 haardstede
Kohier bewoners 1681:
Cornelis Walraven
(aantal personen boven 8 jaar: 6)
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1691 - 1698
erven van Huijbrecht Lambrechtsen
1699 - 1700
weduwe van Cornelis Walraven, nu gehuwd met Gabreel Mouwe
1701 - 1714
Gabreel Mouwe
1730 - 1732
erfgenamen van Gabreel Mouwe
1733
ds. Bierman
1779 - 1801
Marinus de Valk
1802 - 1808
Johannes van Dijke
1809 - 1816
weduwe Johannes van Dijke
1817
Pieter van Dijke
1818 - 1821
Engel Beekman
N.B. gegevens aangepast.
1821 - 1832
weduwe Engel Beekman
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750
Maria Blaubeen
1758
Maria Blaubeen en Jacoba van Vrijberghe
Bevolkingsregisters:
A 17
1813
Engel Beekman (winkelier)
1821 - 1837
Klaasje Walgaart, weduwe Beekman, later anderen
Samenvatting eigenaars:
periode
eigenaars
(1657)- 1661
ds. Daniël Ketelaer, later zijn weduwe en haar erfgenamen
1661 - 1666
ds. Anthonie Caerman
1666 - 1675
ds. Vincent Bolle
1675 - 1676
Huybrecht Lambrechtssen
1676 - 1726
erfgenamen Huybrecht Lambrechtssen
1726 - 1749
ds. Joachim Bierman, later diens weduwe
1749 - 1768
Maria Blaubeen, weduwe Gaudens van Vrijberghe
1768 - 1774
Marinus Faasse, Paulus Geense, Leendert Dorst
1774 - 1786
Marinus de Valk
1786 - 1801
Jeremias Daene
1801 - 1804
Johannes van Dijke
1804
Jan Jacob de Gruson
1804 - 1816
Engel Beekman
1816 -1832
Klaasje Walgaart, weduwe van Engel Beekman
Transacties enz:
1661
28 februari; RA 5879 A, nr. 67:
Marijnis van der Vlijet e.a., erven van Philipina van der Vlijet, wed. van Daniël Ketelare, verkopen aan Anthonij
Kareman een woonhuis. N: schout Hubrecht Lambrechtse; O: de zeedijk; Z: Jan Classen; W: Voorstraat. Prijs 2050
Carolusgulden, 800 direct, 1250 gulden blijft staan tegen 4,5 %.
1666
1 mei; RA 5879 C, nr. 27 en 28:
Anthonij Caerman, predikant, Stavenisse, verkoopt aan Vincent Bolle, predikant, Sint Philipsland een woonhuis. N:
Hubrecht Lambrechtsz, schout; O: de sluiswatergang; Z: Jan Classen; W: Voorstraat. Prijs 2025 gulden,te betalen in
termijnen, met voorwaarden van verkoop: aan de dienstmeid van ds. Caerman een zilveren ducaton, in de
kelder volgt de koper het bier, mutserds, turf en stellingen, met 12 kleerstokken, dit alles voor een kannetje 'abberdaen'. Rente over het restant is 4,5 %. Overeenstemming inzake de verkoop werd bereikt op 3 april 1666.
1675
27 mei; RA 5879 C, nr. 70, 71:
Ds. Vincent Bolle, Serooskerke (Schouwen), verkoopt aan Hubrecht Lambrechtsz, dijkgraaf, een woonhuis. N:
Hubrecht Lambrechtsz, dijkgraaf; O: de sluiswatergang; Z: Jan Classen; W: Voorstraat. Prijs £. 300, de helft direct.
afbetaalt 1677. De koper volgt de huur van ds. Pontiaen van Hattem, alsmede de huur van Cornelis Walraven,
die het huis voor de verkoop huurde voor 14 jaar volgens een overeenkomst.
1700
6 november, 25 december 1700; RA 5879 C, nr. 57 - 61:
Cornelia Hubrechts van de Luister leent 1000 Carolusgulden à 4 % van Willem Aersen, te Dordrecht.
Onderpanden: 50 gemeten, zijnde de erfportie van haar vader Hubrecht Lambrechtsz en haar moeder Neljen
Lijnderts, en een woonhuis. Belendingen van het woonhuis: N: Jacob en Isaack van de Luister; O: de zeedijk; Z:
Uersel Jans, weduwe van Aderjaen van Poperinge; W: Voorstraat.
1700
25 december; RA 5879 C, nr. 72 - 75:
Pieter Abrahamse en Roeckus Arentsen Steijn lenen van Willem Aertsen 1000 Carolusgulden à 4 %.
Onderpanden:
A. 50 gemeten verkregen door het overlijden van moeder van hun echtgenotes, Cornelia van de Luister,
dochter van Hubrecht Lambrechtsz en Neljen Lijnders. N: Isaack van de Luister c.s.; O: -; Z: de herenweg; W:
erfgenamen van Jacob van de Luister, alsmede
B. circa 10 gemeten wei- en zaailand, N: de genoemde erfgenamen van Jacob van de Luister; O: -; Z:
dorpsland en de erfgenamen reeds genoemd; W: erfgenamen van de Vrouwe van Baerlandt; alsmede
C. een woonhuis, N: Jacob en Isaack van de Luister; O: zeedijk; Z: Uersel Jans; W: Voorstraat.
De lening in tien termijnen van 100 gulden af te lossen. Afgelost in 1726.
1726
5 juni; RA 5879 D, nr. 329, ook RA 5885 D:
Cornelis Mol (een derde voor zichzelf en twee derde voor zijn zwagers Cornelis Pietersen van Bostelen en Abram
Pietersen van Bostelen) verkoopt aan ds. Joachim Bierman een huis met erf gelegen, N: François de Klerck; O: de
zeedijk; Z: Jan van Popering; W: de Voorstraat. Prijs: 500 gulden van 40 groten Vlaams 't stuk.
1735
16 mei; RA 5885 E, nr. 12:
Schuldbekentenis van ds. Joachim Bierman: £. 63-6-8 à 4 % schuldig aan het weeskind van Engeltie Molenberg,
weduwe van Willem van de Luyster, met name Johannis van de Luyster. Het geld was geleend van de overleden
Ary Molenberg. Onderpand: het huis waarin hij woont. Voldaan 6 juni 1743.
1749
7 augustus; RA 5885 E, nr. 77:
Nicolaas Goethart, namens Ludovica de Witt, weduwe van ds. Joachim Bierman, in leven predikant te Sint Philipsland, verkoopt aan Maria Blaubeens, weduwe van Gaudens van Vrijberghe, een huis met erf gelegen naast N:
Cornelis de Bakker; O: de zeedijk; Z: Rochus Steyn. Prijs: £. 100.
1768
21 april; RA 5887, nr. 69: Resolutie van de Weeskamer.
Rekest van Koenraad de Koning te Rotterdam en Gerrit ten Hage, burgemeester van Tholen. Tot de boedel van
wijlen Maria Blaubeen, weduwe van Gaudens van Vrijberge, behoren twee hofsteden te Oud-Vossemeer en een
huis en erf te Sint Philipsland, die men in het openbaar wil verkopen. Het verzoek daartoe wordt toegestaan.
1768
21 april; RA 5881, nr. 75 en 77:
Verkoop door de erven van Maria Blaubeen, weduwe van Gaudens van Vrijberghe, van een huis naast Rochus
Steyn en Jan van Oostende. Het huis wordt op 22 juli 1768 geleverd aan de combinatie Marinus Faasse, Paulus
Geense en Leendert Dorst. Prijs: £. 81 (zie ook RA 5887, nr. 69).
1768
22 juli; RA 5882, nr. 78:
Schuldbekentenis van Marinus Faasse Szn, Paulus Geense en Leendert Dorst: £. 54 à 4 % geleend van Gerrit ten
Hage, burgemeester van de stad Tholen, namens Quirinius Karel Pijl Vrijberghe etc. Onderpand het gekochte
huis.
1774
5 april; RA 5881, nr. 104:
Leendert Dorst, Paulus Geense en Marinus Faasse S.zn. verkopen aan Marinus de Valk de helft van een huis en
erf, zuidzijde, gelegen tussen de noordelijke, andere helft van dit huis en het huis van Rochus Steyn. Prijs £. 42
contant.
1779
6 maart; RA 5882, nr. 147:
Schuldbekentenis van Marinus de Valk: £. 20 à 4 % geleend van Paulus Geense. Onderpand: huis en erf naast
Rochus Steyn en Christiaan van der Vlied. Afgelost: 27 oktober 1786.
1786
27 oktober; RA 5881, nr. 34:
Marinus de Valk verkoopt aan Jeremias Daene een huis en erf, gelegen naast Rochus Steyn en Jan van der
Vliedt. Prijs £. 80.
1786
27 oktober; RA 5882, nr. 35:
Schuldbekentenis van Jeremias Daene: £. 30 à 4 % geleend van Marinus de Valk. Onderpand is zijn heden
gekocht huis tussen Rochus Steyn en Jan van der Vlied. Voldaan 1 februari 1800, doorgehaald 18 juni 1801.
1786
4 december; RA 5882, nr. 36:
Schuldbekentenis van Jeremias Daene: £. 30-18-4 à 4 % als 2e hypotheek geleend van zijn schoonvader Huybrecht Voshol. Onderpand is zijn heden gekochte huis. Voldaan 21 juni 1791, doorgehaald 21 september 1791.
1787
6 juli; RA 5879 B:
Eiser: Abraham Koole, koopman in houtwaren te Zierikzee;
gedaagde: Jeremias Daene, timmerman;
wegens: geleverd hout in 1786 voor 565 gulden. Eis toegestaan.
1790
22 maart; RA 5882, nr. 84:
Schuldbekentenis van Jeremias Daene: £. 100 à 4 % geleend van Dirck van der Beek, Steenbergen. Onderpand:
huis waarop twee hypotheken rusten. Doorgehaald 18 juni 1801.
1801
18 juni; RA 5881, nr. 26:
Jeremias Daene verkoopt aan Johannes van Dijke een huis, schuur en erf. N: Christiaan en Gerard van der Vliedt;
O: 't bos; Z: Johannes van Dijke; W: de straat. Prijs £. 100 contant.
1801
18 juni ; RA 5882, nr. 27:
Schuldbekentenis van Jeremias Daene, timmerman/metselaar; hij is £. 50 à 4 % schuldig aan Dirck van der Beek,
Steenbergen, wegens leveranties. Onderpand: zijn persoon en goederen.
1804
14 mei; RA 5881, nr. 14, 16:
Johannes van Dijke verkoopt aan Jan Jacob de Gruson een huis en erf gelegen tussen Christiaan van der Vliedt
en Marinus Marzn. Reyngoud. Prijs £. 116-3-4. De verkoop vond plaats ten huize van Pieter van Dijke (Voorstraat
8), die namens de Diaconie had geboden.
1804
14 mei ; RA 5882, nr. 15:
Schuldbekentenis van Jan Jacob de Gruson: £. 50 à 5 % geleend van Johannes van Dijke voor restant koopsom.
Onderpand is het verkochte huis naast Christiaan van der Vliet en Marinus Marzn. Reyngoud. Voldaan en
doorgehaald 28 november 1804.
1804
28 november; RA 5881, nr. 9:
Cornelis Bogers, als lasthebber van Jan Jacob de Gruson verkoopt aan Engel Pieterse Beekman een huis en erf,
gelegen naast Christiaan van der Vliet en Marinus Reyngoud M.zn. Prijs £. 145 contant.
1825
6 mei; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2896 (60):
Testament van Klaasje Walgaart, weduwe van Engel Beekman Pzn., winkelierster, wonende Voorstraat nr. 17,
waarbij zij haar twee woningen aan haar zoons toewijst. Woning nr. 17, tussen de huizen van Cornelis Geense en
Andries van der Vliet, getaxeerd op ƒ. 700, is bestemd voor Marinus Beekman.
Voorstraat oostzijde 17.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1818
15
1832
288 - 289
1992
17
roeden
22
cijns
¦. 1,10
Inleiding:
Voor de geschiedenis van dit perceel tot 1799 wordt verwezen naar het huis ernaast, nummer 15. De afsplitsing
vond plaats op het eind van de 18e eeuw. Wellicht was Pieter Steenpoorte de eerste eigenaar. In 1799 verkochten diens
erfgenamen de woning aan Johannes van Dijke.
Van de eerste helft van de 19de eeuw af tot 1970 werd het huis onafgebroken bewoond door leden van de
familie Faasse.
Cijnsplichtigen:
periode
1815 - 1817
1818 - 1831
1832 - 1833
Bevolkingsregisters:
A 16
1813 - 1837
Samenvatting eigenaars :
periode
- 1799
1799 - 1803
1803 - 1825
1825 - 1832
cijnsplichtige
Marinus Ryngoud
erfgenamen Marinus Ryngoud
Andries van der Vliet
Andries van der Vliet (arbeider)
eigenaars
Pieter Steenpoorte
Johannes van Dijke
Marinus Reyngoud, later zijn erfgenamen
Andries van der Vliet, gehuwd met Janna Reyngoud
Transacties enz:
1799
29 oktober; RA 5881, nr. 118:
de erven Pieter Steenpoorte (ovl. 10 mei 1799) verkopen aan Johannes van Dijke huis en erf gelegen naast
Jeremias Daene en Marinus Steyn. Prijs £. 147.
1803
4 oktober; RA 5881, nr. 11:
Johannes van Dijke verkoopt aan Marinus Reyngoud een huis en erf gelegen naast Marinus Steyn en J.J. de
Gruson. Prijs £. 166-13-4 contant.
1829
7 maart; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2848 (2505):
Schuldbekentenis van Andries van der Vliet, gehuwd met Janna Reyngoud, aan Dingeman van der Wiele,
broodbakker te Stavenisse. Geleend wordt ƒ. 300 tegen 5 %. Onderpand is het woonhuis, de schuur en het erf
aan de Voorstraat, oostzijde, nummer 16, tussen de huizen van de erfgenamen van Marinus Steyn (ovl.) en de
weduwe van Engel Beekman.
De helft van dit huis werd op 27 april 1825 gekocht van Marinus Reyngoudt andere helft werd geërfd van de
ouders Marinus Reyngoud en Elena van As.
Voorstraat oostzijde 19.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1691
10
1779
13
12
1818
14
13
1832
290-291
292
1992
19
roeden
128
29
3
31,5
4,5
cijns
£. 1-1-4
" 0-5-10
" 0-0-6
Inleiding:
In de cijnsadministratie had het perceel, waarop het pand Voorstraat 19 staat, oorspronkelijk het nummer 10.
Door de bouw van huizen werd dit nummer in de loop der tijd opgesplitst in de nummers 19 tot en met 25. Voorstraat 19 is
een samenvoeging van twee van deze percelen. Het grootste van de twee ontstond in 1706, het kleinste in 1774. Op de
kaart van 1779 zijn deze twee percelen genummerd als 13 en 12; op de kaart van 1818 zijn ze aangeduid als 14 en 13 en op
de kadastrale kaart dragen ze de nummers 290/291 en 292.
Hierboven is getracht deze splitsing weer te geven. Het noordelijke deel bleef woonhuis, in het zuidelijke deel
vestigde Cornelis de Ruyter (1815 - 1883), die aanvankelijk schipper was, een herberg. Op de plaats van de woning en van
de vroegere herberg annex woning, die door een slop van elkaar waren gescheiden, werd de kerk van de Gereformeerde
Gemeente gebouwd (in gebruik genomen in 1939).
De hieronder vermelde gegevens hebben betrekking op het grootste perceel van de twee, tenzij het andere
nummer wordt vermeld.
De voorgeschiedenis van beide delen wordt beschreven bij Voorstraat 23.
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1706 - 1714
Pieter Janse (van der Loo)
1730 - 1732
Pieter Janse
1733
Paulus van der Loo en Van Poperinge
13/14
1779 - 1813
Rochus Steyn
1814 - 1833
Marinus Steyn
12/13
1779 - 1813
Marinus Faasse J.zn.
1814 - 1833
Pieter Mol
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750
Rocus Steyn, Geertje Meyer
1758
Rocus Steyn, Maatje Wale
Bevolkingsregisters:
A 15
1813 - 1825
Marinus Steyn (arbeider)
1826 - 1837
Johannes Steyn (arbeider)
A14
1813 - 1837
Pieter Mol (arbeider)
Samenvatting eigenaars :
periode
eigenaars
1706 - 1712
Uersel Jans, weduwe van Adriaan van Poperinge
1713 - 1744
Jan van Poperinge, later zijn weduwe
1744 - 1748
Diaconie
13/14
1748 Rochus Steyn
- 1823
Marinus Steyn
1823 - 1832
Johannes Steyn
12/13
1774 1776
Jan Faasse J.zn.
1776 - 1799
Marinus Faasse J.zn.
1799 Jeremias Dorst L.zn., later zijn erfgenamen
- 1832
Pieter Mol
Transacties enz:
1706
10 maart; RA 5879 C nr. 146 - 149:
Anijrsel (=Uersel) Jans, weduwe van Adrijaan van Poperinge, verkoopt aan Pieter Janssen van de Loo het
woonhuis, schuur en erf waar de verkoopster zelf woont. N: Gabreel Mouwe; O: dijk; Z: Pieter Meijiers; W:
Voorstraat. Prijs is 350 Carolusgulden, in termijnen te betalen.
Koper is gehouden de rij bomen tussen de schuur en het huis waarin schout De Klerck woont open te laten om
aldaar verkoper te laten bouwen. De koper is verplicht het 'sickreet' op het erf weg te nemen ten gebruike van
dat erf door de verkoper. Huur moet gestand worden gedaan. Met verkoopvoorwaarden d.d. 20 januari 1706.
1712
30 maart; RA 5879 C nr. 185-187:
De erfgenamen van Uersel Jans, weduwe van Adriaan van Poperinck, verkopen aan Johan van Poperinck het
woonhuis en erf N: huis bewoond door de schout; O: zeedijk; Z: weduwe van Pieter Jansen; W: Voorstraat. Prijs
£. 94, in termijnen te betalen. Met verkoopvoorwaarden d.d. 17 februari 1712.
1712
1 april; RA 5879 C nr. 45:
Johan van Poperinck verleent hypotheek op zijn huis aan Cornelis Wale, dijkgraaf. N: huis waarin schout De
Klerck woont; O: zeedijk; Z: weduwe van Pieter Jansen; W: Voorstraat. Bedrag £. 8-10-0 voor één jaar tegen 5 %.
Afbetaald in 1745; met originele uitgegane akte.
1732
10 september; RA 5886 B, nr. 9:
Inventaris van de boedel van Sara Noorthoeck, overgebracht door de weduwnaar Johannis van Poperinge op
10 september 1732 ten behoeve van het weeskind Wouter van Poperinge (4 jaar).
- huis te Sint Philipsland, getaxeerd op £. 50.
- in de keuken o.a. twee schilderijen.
- in het voorhuis schoenmakersgereedschappen zoals leesten, werkstoel en leer, getaxeerd op £. 4-3-4.
in het achterhuis o.a. een scheerbekken. Batig saldo £. 43-11-7.
1744
22 februari; RA 5885 E nr. 52:
Neeltie Jaght, weduwe en boedelhoudster van Jan van Poperinge verkoopt aan de Diaconie een huis met erf
gelegen tussen de weduwe van predikant Bierman en Poulus van de Loo. Prijs 350 Carolusgulden.
1746 - 1748; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland; Diaconierekening;
Rokus Steyn koopt een huis van de Diaconie voor 200 gulden kontant en 100 gulden in drie jaar af te betalen,
met 5 % rente.
1748
5 april; RA 5885 E nr. 68:
Leendert Nelisse en Gabriël Steyn, namens de kerkeraad, verkopen aan Rochus Steyn een huis met erf gelegen
naast het huis waarin ds. Pijl woont. O: de dijk; Z: Paulus van de Loo; W: de straat. Prijs 300 Carolusgulden.
-o-o-o-
1774
In dit jaar werd opnieuw een deel van het oorspronkelijke perceel afgesplitst.
1774
5 april; RA 5881, nr. 103:
Jan de Nijs verkoopt aan Jan Faasse Jzn. een derde deel in een schuur en erf, gelegen tussen het huis van Jan
de Nijs en dat van Rochus Steyn, voor £. 6-13-4.
1799
6 juni; RA 5881 nr. 111:
Marinus Faasse Jzn. verkoopt aan Jeremias Dorst Leend.zn. een huis en erf naast Jan Nelisse en de weduwe van
Cornelis Molengraaf.
Bovendien een schuur en erf naast Marinus Steyn en Johannes van Oeveren. Prijs: £ 266-13-4 contant.
Voorstraat oostzijde 21.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1818
12
1832
293 - 294·
1992
21
roeden
27
cijns
ƒ. 1,35
Inleiding:
In 1789 verkocht Johanna van der Vliet, weduwe van Jan de Nijs, een deel van haar erf aan Johannes van
Oeveren, die hierop een huis liet bouwen. Hiervoor maakte het perceel deel uit van nummer 23. Onder dat nummer is ook
de voorgeschiedenis beschreven.
In 1964 werd het pand ingrijpend verbouwd.
Cijnsplichtigen:
periode
1814 - 1833
Bevolkingsregisters:
A 13
1813 - 1825
1826 - 1837
A13b
cijnsplichtige
Cornelia de Nijs, weduwe Johannes van Oeveren
Cornelia de Nijs (arbeidster)
Abraham van Oeveren J.zn. (arbeider)
(achter A13 werd een huis gebouwd)
1821 - 1837
Samenvatting eigenaars :
periode
1789 -1794
1794 -1821
1821 -1832
Transacties enz:
Kornelis Reyngoud (arbeider), later anderen
eigenaars
Johannes van Oeveren
Cornelia de Nijs, weduwe J. van Oeveren
Jan Abraham en Adriaan van Oeveren
1789
23 november; RA 5881, nr. 77:
Johanna van der Vliedt, weduwe van Jan de Nijs, verkoopt aan Johannes van Oeveren 34,5 roeden cijnsbare
grond naast het huis en erf van de comparante en dat van Rochus Steyn.
1795
10 oktober; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
De Kerkeraad besluit 200 gulden à 4 % te lenen aan Cornelia de Nijs, weduwe van Johannes van Oeveren, met
haar huis als onderpand.
1796
12 mei; RA 5882, nr. 42:
Schuldbekentenis van Cornelia de Nijs, weduwe van Johannes van Oeveren: £. 33-6-8 à 4 % geleend van de
Diaconie. Onderpand: huis en erf naast Cornelis van den Bosch en Marinus Steyn.
Voorstraat oostzijde vanuit het zuiden 1977. Het hoge pand in het midden is het kerkgebouw van de Gereformeerde
Gemeente (bouwjaar 1939) Naast het hoekpand staat het hotel-café De Druiventros (Voorstraat 41). Medio 2008 werd het
café inpandig grondig gerenoveerd en heeft het nu de naam ‘Cafe ’t Durp’. Sindsdien wordt het geëxploiteerd door de
familie M. van der Est-Reijngoudt.
Voorstraat oostzijde 23.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1691
10
1779
11
1818
11
1832
295 - 296
1992
23
roeden
128
69
31,5
cijns
£. 1-1-4
" 0-11-6
ƒ. 1,60
Inleiding:
De huizen die thans de nummers 19, 21, 23 en 25 dragen staan allen op het erf dat in de cijnsadministratie met
nummer 10 werd aangeduid. Evenals met de hiervoor beschreven huizen 11 - 17 het geval was, is ook op dit perceel het
eerste huis in delen opgesplitst en verkocht. Ook is er bijgebouwd. De geschiedenis tot 1706 van het gehele perceel wordt
onder dit huisnummer 23 beschreven. Van 1706 tot 1764 hebben de aantekeningen betrekking op de nummers 25, 23, 21 en
een deel van 19.
De laatste eigenaar van het gehele perceel was Adriaen van Poperinge. Zijn weduwe Uersel Jans verkocht in
1706 het huis en het grootste deel van het erf aan Pieter Janse van der Loo en zij liet daarna een huisje bouwen op het erf
aan de noordzijde (zie verder Voorstraat 19). Na het overlijden van Paulus van der Loo kwam het huis en erf in 1764 in bezit
van één van de schuldeisers, namelijk dr. Michiel Ruyte te Zierikzee. Deze verkocht het direct daarna door aan Jan de Nijs.
In 1778 werd aan Jan van der Vlied een kamer van het huis met het erf erachter verkocht (zie verder Voorstraat
25). In 1789 werd opnieuw gesplitst. Johannes van Oeveren kocht 34,5 roeden cijnsbare grond (zie verder Voorstraat 21).
De weduwe van Jan de Nijs, Johanna van der Vliet, hertrouwde in 1791 met Cornelis van den Bos. Na haar
overlijden in 1806 werd het huis twee jaar later door de erfgenamen verkocht aan Pieter Beekman.
Kohieren huisschatting 1674 - 1696:
periode
belastingplichtige
belasting
1674 - 1678
Jan Classen
£. 0-8-4 (huis en schuur)
1679
Josijnien Jan Clasens
1680 - 1688
Reijnier Anthonissen
1689 - 1690
Adriaen Poperinge
1696
de weduwe van Poperinge
2 haardsteden
Kohier bewoners 1681:
Josijnien Jan Classen (aantal personen boven 8 jaar: 2)
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1691 - 1698
Reynier Anthonisse
1699 - 1705
weduwe Reynier Anthonisse
1706 - 1714
Pieter Janse
1730 - 1732
Pieter Janse
1733
Paulus van der Loo en Van Poperinge
1779 - 1785
Jan de Nijs
1786 - 1808
weduwe Jan de Nijs
1809 - 1831
Pieter Beekman
1832 - 1833
Willem van 't Veer
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750
Johannes Pieterse van de Loo, Hendrina Reinders, Paulus van de Loo
1758
Jan de Jonge, Wilhelmina van de Loo, Anthony Noordhoek, Cornelia van Straten
Bevolkingsregisters:
A 12
1813 - 1837
Pieter Beekman (arbeider)
Samenvatting eigenaars :
periode
eigenaars
- 1681 Jan Clasz
1681 - 1689
Reynier Antonisse (Harthoorn)
1689 - 1706
Adriaen van Poperinge, later zijn weduwe
1706 - 1730
Pieter Janse van de Loo, later zijn erfgenamen
1730 - 1764
Paulus van de Loo, later diens erfgenamen
1764
dr. Michiel Ruyte
1764 - 1789
Jan de Nijs
1789 - 1796
Johanna van der Vliet, weduwe de Nijs, later haar erfgenamen
1796 - 1808
Cornelis van de Bos
1808 - 1832
Pieter Beekman
Transacties enz:
1669
17 oktober; RA 5879 C, nr. 39:
Jan Clasz verleent hypotheek op zijn huis en schuren aan de Oostzijde van de straat aan Jacob Faes,
rentmeester. N: -; O: -; Z: ds. Bolle; W: -. Het bedrag is £. 54 en het is bestemd voor het verrekenen van tiendenhuur, dijketting en cijnzen van zijn huis tot 1669.
1679
18 november; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
De keuken van Josijntien Jan Claas gehuurd voor school.
1681
27 februari; RA 5879 C nr. 102-104:
Rentmeester Marinus van 't Rosevelt, als executeur in de boedel van wijlen rentmeester Jacob Faes, verkoopt
met toestemming van Josijntjen, weduwe van Jan Classen en huidige bewoonster en eigenaresse, aan Reijnier
Antonissen het huis en erf aan de noordzijde van het dorp, tussen de huizen van Jasper Gilles en Cornelis
Walraven. Prijs £. 48; met de voorwaarden. Ingezet op 3 juli 1680 door de koper voor £. 40. Op 26 september 1680
verkocht voor £. 48.
1684
februari; RA 5879 C nr. 131:
Reinier Antonissen verleent hypotheek op zijn huis aan Lambrecht van de Moer, brouwer, Sint Annaland. N:
Schouts huis; O: dijk; Z: Jasper Gellesen; W: Voorstraat. Het bedrag is £. 25 tegen 6 %.
1685
november/december; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland;
De kamer van Reinier Anthonissen gehuurd voor school voor acht gulden.
1689
7 juli; RA 5879 C nr. 167:
Johannes van de Luister verkoopt namens zijn schoonvader Reijnier Antonissen aan Heijnderijck van de Moer het
woonhuis, N: Schouts huis; O: zeedijk; Z: Job Jacobsen; W: Voorstraat. Prijs is 300 Carolusgulden; 275 gulden direct,
de rest in mei 1689. Het huis is verhuurd tot mei 1689 aan Jan Jasper.
1689
26 juli; RA 5879 C nr. 201:
Heijnderick van der Moer, brouwer te Sint Annaland, verkoopt namens zijn moeder aan Aderjaen van Poperinge
het woonhuis, gekocht van Reinier Antonissen. N: Schoutshuis; O: de zeedijk; Z: Job Jacobs; W: Voorstraat. Prijs
300 Carolusgulden, 200 direct, de rest in termijnen. Afbetaald 1696.
1695
2 augustus; RA 5879 C nr. 259:
Overeenkomst tussen Aderjaen van Poperinge (schoenmaker) en Cornelis van de Moer namens diens moeder,
betreffende de wederzijdse schulden, waarbij de eerste belooft £. 25 uit te betalen aan de tweede, te betalen
met £. 3 per jaar indien mogelijk, anders minder. Van Poperinge verbindt zijn woonhuis N: de weduwe van
Cornelis Walraven; O: de zeedijk; Z: Job Jacobs; W: de Voorstraat. Op 28 mei 1696 toont Uersel Jans, de weduwe
van Aderjaen Poperinge, de kwitantie van volledige betaling.
1696
28 december; RA 5879 C, nr. 291, 292:
Overeenkomst tussen Uersel Jans en weesmannen namens de wezen die zijn verwekt bij haar door Aderjaen
Pieter van Poperinge, zijnde Roeckus, Lena, Jacobus en Marij.
1706
10 maart; RA 5879 C nr. 146 - 149:
Anijrsel (=Uersel) Jans, weduwe van Adrijaan van Poperinge, verkoopt aan Pieter Janssen van de Loo het
woonhuis, schuur en erf waar de verkoopster zelf woont. N: Gabreel Mouwe; O: dijk; Z: Pieter Meijers; W:
Voorstraat. Prijs is 350 Carolusgulden, in termijnen te betalen.
Koper is gehouden de rij bomen tussen de schuur en het huis waarin schout De Klerck woont open te laten om
aldaar verkoper te laten bouwen. De koper is verplicht het 'sickreet' op het erf weg te nemen ten gebruike van
dat erf door de verkoper. Huur moet gestand worden gedaan. Met verkoopvoorwaarden d.d. 20 januari 1706.
1730
26 april; RA 5880 nr. 11:
Jan Pieter, Marijnis, Cornelis en Janis van de Loo, erven van Krijntie de Bel dragen over aan Poulis van de Loo (lid
van de familie) een huis. Er wordt een hypotheek genomen van £. 50 t.g.v. Jan de Cok, Zierikzee.
1730
26 april; RA 5882 nr. 45:
Paulus van de Loo verklaart schuldig te zijn aan Jan de Cok, te Zierikzee, £. 50 voor een huis dat comparant van
zijn broeders overgenomen heeft. Rente 5 %, m.i.v. 3 december 1730. N: Jan van Poperingen; O: de dijk; Z:
Cornelis van de Loo; W: de Voorstraat.
Afgelost: 1764 door Cornelis van der Lecq namens Michiel Ruyte.
1756
28 januari; RA 5879 B, gerechtsrol, nr. geen:
Eiser: Michiel Ruyte, gehuwd met Johanna de Kok,
Gedaagde: Paulus van der Loo. Eis is £. 45-6-8 (het restant van £. 50) wegens de schepenschuldbrief van 26 april
1750 en £. 6-16-0 wegens drie jaar rente à 5 %, samen £. 52-2-8 onder verband van zijn huis. Gedaagde geeft
machtiging tot publieke verkoop.
1756
RA 5885 E, nr. 134:
Boedelinventaris van Paulus van der Loo, overleden 11 september 1756. O.a. een huis, laatst door hem bewoont.
1764
29 augustus; RA 5884, nr. 43:
Besluit van de kerkeraad van Sint Philipsland namens de Diaconie als erfgenaam van de door hen
gealimenteerde Paulus van der Loo om in te stemmen met het transport van het door hem nagelaten huis aan
de oostzijde van het dorp, staande tussen de huizen van Willem van Nuffelen en Rokus Steyn ten behoeve van
dhr. Ruyte, med.doctor te Zierikzee.
1764
28 november; RA 5881, nr. 44:
Predikant C.E. Heggers, gevolmachtigde van de kerkeraad, verkoopt een huis, schuur en erf aan Cornelis van
der Lecq t.b.v. Michiel Ruyte. N: Rochus Steyn; Z: Willem van Nuffelen. Prijs: £. 45-16-8.
1764
28 november; RA 5881, nr. 46:
Cornelis van der Lecq, namens Michiel Ruyte, verkoopt aan Jan de Nijs een huis, schuur en erf. N: Rochus Steyn;
Z: Willem van Nuffelen. Prijs: £. 50, te betalen met £. 6 jaarlijks m.i.v. 1 mei 1765.
Afgelost: 1789.
1765
6 oktober; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
Het huis (van P. van der Loo) wegens bewezen recht geleverd aan secretaris Van der Lek.
1765
21 oktober; RA 5887, nr. 55:
Akte van Schout, Burgemeester en Schepenen namens de Weeskamer. Jan de Nijs, weduwnaar van Martina van
Merres, geeft de geringheid van de boedel te kennen. Daarom wordt toegestaan dat Jan de Nijs de goederen
zal behouden. Hij belooft zijn minderjarig kind Cornelia (10 jr.) te onderhouden tot haar meerderjarigheid. Hij zal
haar laten leren naar haar staat en gelegenheid. In plaats van de legitieme portie ontvangt zij bij haar
meerderjarigheid 10 schellingen en 6 groten.
1772
6 juni; RA 5882, nr. 94:
Schuldbekentenis van Jan de Nijs: £. 20 à 5% geleend van Cornelis van der Lecq. Onderpand: huis en erf naast
Rochus Steyn en Willem van Nuffelen.
1774
5 april; RA 5881, nr. 103:
Jan de Nijs verkoopt aan Jan Faasse Jzn. 1/3 deel in een schuur en erf, gelegen tussen het huis van Jan de Nijs en
dat van Rochus Steyn, voor £. 6-13-4.
1778
29 juni; RA 5881, nr. 144:
Jan de Nijs verkoopt aan Jan van der Vlied een kamer met het erf daarachter, lopende tot aan de watergang
en aan het huis van de verkoper, voor £. 24.
1789
23 november; RA 5881, nr. 77:
Johanna van der Vliedt, weduwe van Jan de Nijs, verkoopt aan Johannes van Oeveren 34,5 roeden cijnsbare
grond naast het huis en erf van de verkoopster en dat van Rochus Steyn.
1791
30 april; RA 5887, nr. 89:
Resolutie van de Weeskamer: gelet op de geringheid van de boedel van Johanna van der Vlied, weduwe van
Jan de Nijs, wordt overeengekomen dat zij haar kinderen Jannetie, Jan, Christina, Johanna, Cornelis en
Johannes de Nijs tot hun 18e jaar zal onderhouden, hun een beroep of ambacht zal laten leren en bij hun
bereikte meerderjarigheid een Zeeuwse rijksdaalder zal uitkeren.
1806
12 mei; RA 5885, nr. 9:
Uittreksel uit de verkoopakte van onroerende goederen tbv. Cornelis van den Bos.
1808
11 januari; RA 5881, nr. 21:
Cornelis van den Bos, weduwnaar van Johanna van der Vliet, en Jan Jr., Christiaan en Cornelis de Nijs, Jacob
Kaan (gehuwd met Jannetje de Nijs) en Adriaan Noorddijke (gehuwd met Johanna de Nijs), allen erfgenamen
van hun moeder Johanna van der Vliet (eerder weduwe van Jan de Nijs), verkopen aan Pieter Beekman een
huis en cijnsbaar erf, plaatselijk gemerkt letter A nr. 12, voor ƒ. 490.-.
De Voorstraat rond 1930. In het eerste pand rechts woonde sinds 1927 C. van den Berg. Hij verkocht drogisterijartikelen en
scheepsbenodigheden, zijn vrouw A. van den Berg-Verwijs de afdeling manufacturen. Van rechts naar links waren het de
huidige panden 25, 23, 21 enz. In 1978 werd het eerste pand rechts onbewoonbaar verklaard en afgebroken. Op deze
plaats werd een geheel nieuwe woning gebouwd.
Voorstraat oostzijde 25.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1779
10
1818
10
1832
297 - 298
1992
25
roeden
35
33,5
cijns
£. 0-5-10
¦. 1,70
Inleiding:
Dit huis Voorstraat 25 ontstond in 1778 toen Jan de Nijs een kamer van het huis met het erf erachter aan Jan van
der Vliet verkocht (zie Voorstraat 23).
In de 20ste eeuw werd hier een drogisterij annex manufacturenzaak gevestigd. In 1968 werd de woning
onbewoonbaar verklaard. In 1978/1979 werd het pand door de Gemeente aangekocht, afgebroken en herbouwd. Daarna
werd het verkocht.
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1779 1832
Jan van der Vliet (senior)
1833
diens erfgenamen
Bevolkingsregisters:
A 11
1813 - 1837
Jan van der Vliet (arbeider), later zijn weduwe
Samenvatting eigenaars :
periode
eigenaars
1778 - 1826
Jan van der Vliet
1826 - 1832
Maatje Steenpoorte, weduwe van der Vliet
Transacties enz:
1778
29 juni; RA 5881, nr. 144:
Jan de Nijs verkoopt aan Jan van der Vlied een kamer en erf tot aan de watergang en aan verkopers huis, voor
£. 24.
1778
29 juni; RA 5882, nr. 145:
Schuldbekentenis van Jan van der Vlied: £. 24 à 4 % geleend van Jacob Hart. Onderpand: een kamer en erf,
heden aan Jan de Nijs overgedragen. Afgelost 23 november 1789.
Voorstraat oostzijde 27.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1691
9
1779
9
1818
9
1832
299 - 300
1992
27
roeden
27
26
29,5
cijns
£. 0-4-6
" 0-4-4
¦. 1,50
Inleiding:
De oudst bekende transactie dateert uit 1654; dit betreft de verkoop namens de ambachtsheren. In 1709 werd
het huis door de erven van Leunjen Lambrechtsz, weduwe van Job Jacobs, verkocht aan ds. Van der Cruyssen. Diens
weduwe verkocht het twee jaar later aan Jacob Noens. In 1715 bleek het echter in bezit te zijn van Adriaan Priem, die het
huis verkocht aan Cornelis Pieterse van de Loo, die waarschijnlijk al bewoner was. Uit zijn boedel werd het huis in 1737
verkocht aan Pieter Stoop, die het drie jaar later doorverkocht aan Willem van Nuffelen. Dit is tevens de laatst bekende
transactie betreffende dit huis in de onderzochte periode.
Kohieren huisschatting 1674 - 1696:
periode
belastingplichtige
belasting
1674
Jasper de bode
memorie
1696
niet genoemd
Kohier bewoners 1681:
Jaspar Gillese
(aantal personen boven 8 jaar: 2)
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1691 - 1698
Jaspar Gillesse
1699 - 1701
Job Jacobsen
1702
weduwe Job Jacobsen
1703 - 1704
Leeuntie Jobts
1705 - 1712
Pieter Meijer
1713 - 1714
Adriaan Priem
1730 - 1733
Corn. (Pieterse) van der Loo
1779 - 1808
Willem van Nuffelen
1809 - 1817
Jan Verhage
1818 - 1833
Jannetje van Uffelen, wed. Jan Verhage
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750
Kaatje Waele
1758
niet genoemd
Bevolkingsregisters:
A 10
1813 - 1837
Jannetje van Uffelen, weduwe Verhage (arbeidster)
Samenvatting eigenaars :
periode
eigenaars
- 1654
erfgenamen van Gerard van der Nisse en de Heer van Dirksland
1654 - 1698
Jaspar Gillese
1699 - 1704
Job Jacobsen, later zijn weduwe en erfgenamen
1704 - 1709
Pieter Meijer, gehuwd met Leuntje Lambregtsen, weduwe van Job Jacobse
1709 - 1711
ds. Johannes van der Kruijssen, later zijn weduwe
1711 Jacob Noens
- 1715
Adriaen Priem
1715 - 1737
Cornelis Pieterse van de Loo
1737 - 1740
Pieter Stoop
1740 - 1789
Willem van Nuffelen
1789 Jan Verhage
- 1832
Jannetje van Nuffelen, weduwe J. Verhage
Transacties enz:
1654
20 november; RA 5879 A, nr. 22:
Aelbrecht Lambrechtsen, secretaris, verkoopt namens de erven Geeraert van der Nisse en de Heer van Dirksland
aan Jasper Gillesen een woonhuis op ambachtsherengrond voor £. 75, te betalen in termijnen. N: Jan Classen; O:
sluiswatergang; Z: Cornelis Adrijaensen t'Scravenmoer; W: Voorstraat.
1694
RA 5879 C, nr. 242, 243:
Job Jacobs en Leunjen Lambr. ter eenre zijde en weesmannen ter andere zijde voor de wezen van beide
comparanten: Frans Jobsen en Lijsbeth Jobts, gewonnen bij Janneken Jaspers en Geertje, Lambrecht en Cornelis
Jansen van den Berg, gewonnen bij Jan Geertsen van den Berg (ovl.), maken een accoord. Voorwaarden o.a. :
het huis van Job Jacobs zal altijd blijven tot profijt van de langstlevende.
1702
28 december; 5879 C, nr. 83:
Leunjen Lambrechtsz, weduwe van Job Jacobs, verklaart dat het huis waarin zij woont en dat de langstlevende
mocht blijven bewonen, vrij is van cijns en huisschatting tot heden, zij weet echter niet of dit op de paaibrief die
van het huis gemaakt is, aangetekend is.
1708
19 december; 14 mei 1716; RA 5879 C, nr. 245:
Overeenkomst tussen de weduwe van Cornelis van den Bergh wegens de erfenis van haar overleden man met
Lambrecht van den Bergh en Simon Pieterse Nodde, namens diens dochter Joanna Nodde ?
1709
10 april; RA 5879 C, nrs. 169 - 171:
Lambrecht van den Bergh, Cornelis van den Bergh, Jasper Jobsen, Jan Meertens, Aderjaen van Dicke, alsmede
de weeskamer namens de wezen van Simon Nodde en Frans Jobsen, als erfgenamen van Leeuntie Lambreghtse, verkopen aan Johan van der Cruijssen, predikant, een woonhuis. N: Pieter Jansen; O: de zeedijk; Z:
Bruintie's huis; W: de straat. Prijs £. 42-5-0 contant; met verkoopvoorwaarden d.d. 29 januari 1709.
Met verklaring van het ontvangen bedrag t.b.v. Frans Jobsen: "wegens het vercoopen van een huijsken van sijn
vader saliger sijn een vierde part van de elff, van het verkoghte huijs dat verkoght is voor de somma van £. 42-5-0
op 10 april 1709." Met bijgevoegde verklaring van Adriaen van Dijcke als borg voor Jasper Jobse van Dijcke voor
£. 5-5-0. 16 december 1733. Het bedrag van £. 5-0-4,5 werd getransporteerd door Johanna Engels, weduwe van
de secretaris De Klerck, aan Arij Meulenbergh op 15 juli 1718. Op 29 januari 1734 werd het uitbetaald aan Jasper
Jobse.
1711
8 april; RA 5879 C, nr. 263 - 267:
Margarijta Dibbets, wed. van Johan van der Cruijssen, predikant, verkoopt aan Jacob Noens een woonhuis en
erf, N: weduwe van Pieter Janse; O: zeedijk; Z: Josintie de Bruijne; W: Voorstraat. Prijs:
£. 35; £. 16-13-4 contant, de rest in termijnen. Met verkoopvoorwaarden d.d. 17 november 1710. Verkocht op 1
december 1710.
1715
29 mei; RA 5879 C:
Adriaan Priem verkoopt aan Cornelis Pieterse van Loo een woonhuis en erf. N: de weduwe van Pieter Jansen; O:
zeedijk; Z: Cornelis van Atte; W: Voorstraat. Prijs £. 33-10-6. £. 16-13-0 contant, de rest in termijnen. Met
verkoopvoorwaarden d.d. 26 maart 1715.
1718
26 januari; RA 5885 D:
Adrijaen Priem verkoopt aan Marijnis Meyer een huis of paaibrief ten laste van Cornelis Pietersen van Loo, nog
inhoudend £. 16-17-2. Prijs £. 7.
1737
8 april; RA 5885 E, nr. 17 en 37;
Adriaan van der Schoor, als sequestor in de verlaten boedel van Cornelis van de Loo, verkoopt aan Pieter Stoop
een huis met erf gelegen naast Paulus van de Loo en een Armhuis. Prijs £. 28.
1740
27 april; RA 5885 E, nr. 40:
Abraham Boogaert als lasthebber van Pieter Stoop verkoopt aan Willem van Nuffelen een huis met erf gelegen
naast (Z) Jan Goeree en (N) Paulus van der Loo. Prijs £. 25.
1757 ?
Losse aantekeningen bij verkoop huis Johannes Fokkee:
"den 8 april 1737 Pieter Stoop is eijgenaar geweest van een huysje is toen aangekomen Izak Steyn en nu Willem
van Nuffelen. Deese man is dood en zijn goed aan de armen".
1765
21 oktober; RA 5887, nr. 51:
Akte van Schout, Burgemeester en Schepenen namens de Weeskamer.
Willem van Nuffelen, weduwnaar van Catharina Waele, geeft de geringheid van de boedel te kennen. De
lasten zijn ruim zoveel als de baten. Daarom wordt toegestaan dat hij de goederen zal behouden. Hij belooft zijn
minderjarige kinderen Frans (17 jaar), Gerard (14 jaar) en Jannetie (8 jaar) te onderhouden tot hun
meerderjarigheid. Hij moet hen een ambacht of beroep laten leren naar hun staat of gelegenheid. In plaats van
hun legitieme portie ontvangen zij bij hun meerderjarigheid 5 schellingen. r
Voorstraat oostzijde 29.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
nummer
roeden
1691
8
1779
8
1818
8
1832
301 - 302
1992
29
Jaar
cijns
24,5
26
25,5
£. 0-4-1
" 0-4-4
¦. 1,30
inleiding:
De eerste eigenaar/bewoner was Cornelis Adriaens
Schravenmoer. Hij verkocht het huis echter al in 1657 door. Het huisje
was eigendom geweest van de Heer van Dirksland, één van de
ambachtsheren van Sint Philipsland, die het als Armhuis beschikbaar
stelde. Vermoedelijk door deze bestemming - het werd bewoond
door Dingenis de Bruyne, die ondersteuning ontving - kwam het aan
de Diaconie. De eerstvolgende gevonden transactie vond plaats in
1739 toen de armmeester Jan Mol het huis verkocht aan timmerman
Jan Goeree. In de tussenliggende tijd is Dingenis de Bruyne en later
zijn weduwe, bewoner en cijnsplichtige geweest. In 1742 werd
Adriaen Boey eigenaar. Na het overlijden van zijn vrouw in 1752 ging
de Diaconie zich met het huis bemoeien, vermoedelijk omdat zij
ondersteuning had verleend of verleende. Janus Booij gaf de
kerkeraad toestemming het huis te verkopen. Dit geschiedde in
1759.
In dat jaar verkocht de Diaconie het aan Marinus Klaassen. Na diens
overlijden kwam het in bezit van zijn schoonzoon Cornelis van Dijke.
Deze werd later vermeld als voortvluchtig. Na het overlijden van zijn
vrouw werd zijn boedel in een openbare verkoping verkocht aan de
kleermaker/winkelier Hendrik Gerrit Krijgsman.
In de 19de eeuw kwam het pand in gebruik als herberg. In 1941
werd het pand grondig verbouwd tot winkel en drogisterij.
Aanvankelijk werd deze geëxploiteerd door C. van den Berg,
vervolgens tot medio 1976 door zijn zoon P. van den Berg. Thans is
het weer een woonhuis.
Kohieren huisschatting 1674 - 1696:
periode
belastingplichtige
belasting
1674
Aelijn Jans
(memorie)
1696
Dingenis de Bruijne
1 haardstede
Kohier bewoners 1681:
Dingenis de Bruijne
(aantal personen boven 8 jaar: 6)
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1691 - 1698
erven Heer van Dirksland
1699 - 1711
Dingenis de Bruijne
1712 - 1714
Diaconie
1730 - 1733
Diaconie
1779 - 1808
Marinus Klaassen (Klaessen)
1809 - 1831
Hendrik Gerrit Krijgsman
1832 - 1833
weduwe Hendrik Gerrit Krijgsman
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750
niet genoemd
1758
Jan Noordijk, Neeltje Booy
Bevolkingsregisters:
A9
1813 - 1837
Hendrik Gerrit Krijgsman (kleermaker, winkelier)
Samenvatting eigenaars :
periode
eigenaar
- 1657
Cornelis Adriaens Schravenmoer
1657 Cornelis Adrijansz Bertman
- 1698
de erven van de Heer van Dirksland
1699 - 1711
Dingenis de Bruyne, later zijn weduwe
1712 - 1739
Diaconie
1739 - 1742
Jan Goeree
1742 - 1759
Adriaen Boey, later diens weduwe en Janus Booij
1759 - 1796
Marinus Klaassen
1796 - 1809
Cornelis van Dijke
1809 - 1832
Hendrik Gerrit Krijgsman, later zijn weduwe
Transacties enz.:
Drogist P. van den Berg
1657
28 maart; RA 5879 A, nr. 50:
Cornelis Adrijansz Schravenmoer verkoopt aan Cornelis Adrijansz Bertman een huis op ambachtsherengrond. N:
Jasper Gillesz; O: zeedijk; Z: Adrijaen Adrijaensz; W: Voorstraat. Prijs £. 70, te betalen in termijnen.
1673
29 januari; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
In verband met de slechte staat van de diaconie-kas wordt onder meer besloten het armhuisje waarin Dignus
woont te verkopen wegens de dure reparaties die nodig zouden zijn.
1686
24 december; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
De kamer vam Dijngenis Bruijne gehuurd voor school voor negen gulden.
1739
22 april; RA 5885 E, nr. 34:
Armmeester Jan Mol verkoopt aan Jan Goeree een huis met erf gelegen N: Pieter Stoop; O: de straat; Z:
weduwe Marinus Jobsens. Prijs £. 35.
1741 -1742; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland; Diaconierekening:
Jan Goeree kocht een huis van de Diaconie.
1742
9 mei; RA 5885 E, nr. 43:
Jan Goeree verkoopt aan Adriaen Boey een huis met erf voor £. 35.
1751
20 oktober; 3 november; 17 november; 5879 B:
Eiser: secretaris Adriaen van der Schoor;
gedaagde: weduwe Adriaen Booij;
wegens koopdagschuld £. 3-8-0; op 17 november 1751 toegewezen.
1759
30 maart; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
J. Booy schrijft in antwoord op een brief van de kerkeraad dat zijn huis geveild kan worden en dat de opbrengst
in mindering gebracht kan worden op zijn schuld aan de Diaconie.
13 juli 1759: De kerkeraad besluit het huis niet te veilen, maar aan de Diaconie te houden. J. Noordijk, gehuwd
met Neeltje Booy, mag dit blijven bewonen zolang zijn kinderen nog niet in staat zijn de kost te verdienen.
28 september 1759: Maria Booms mag tijdelijk het huisje van Booy bewonen omdat Jan Noordijk daaruit
vertrokken is.
28 maart 1760: Marinus Claasse heeft het huis van Janus Booij voor £. 11-10 gekocht.
1759
RA 5881, nr. 4:
Ds. Heggers verkoopt namens de Diaconie een huis aan Marinus Klaassen. O: wed. Steendijk; W: Willem van
Nuffelen. Prijs: £. 11-10-0.
N.B. O moet zijn Z, W moet zijn N.
1765
21 oktober; RA 5887, nr. 52:
Weeskamer: Marinus Klaessen, weduwnaar van Geertie van der Sluijs, geeft de geringheid van de boedel aan.
De lasten zijn ruim zoveel als de baten. Daarom wordt toegestaan dat hij de goederen zal behouden. Hij belooft
zijn minderjarige kinderen Nicolaes (11 jr), Huybregt (7 jr) en Johanna (4 jr) te onderhouden tot hun meerderjarigheid. Hij zal hen een ambacht of beroep laten leren naar hun staat of gelegenheid. In plaats van de legitieme
portie ontvangen zij bij hun meerderjarigheid 10 schellingen 6 groten.
1796
12 mei ; RA 5882, nr. 44:
Schuldbekentenis van Cornelis van Dijke: £. 16-13-4 à 5% geleend van Jan Breukhoven. Onderpand: huis en erf.
N: Jan Verhage; O: -; Z: Johannes van den Bos; W: de Voorstraat, welk huis hij verkreeg krachtens contract d.d. 2
februari 1790, aangegaan met zijn schoonvader Marinus Klaasse en zijn zwager Nicolaas Marinusse.
1796
12 mei; RA 5882, nr. 45:
Schuldbekentenis van Cornelis van Dijke: £. 16-13-4 à 5 % geleend van Cornelis Joppe. Onderpand: tweede
verband op zijn huis.
1809
1 augustus; RA 5885, nr. 38, 39:
Voorwaarden voor de openbare verkoop van de onroerende goederen van Cornelis van Dijke, die voortvluchtig
is en zijn overleden huisvrouw Janna Marinusse ten behoeve van hun crediteuren. Met inventaris:
- het huis gemerkt A 9;
- onder andere een schilderij, vier schilderijen, een bijbeltje, twee boeken, een scheerbekken.
1809
22 december; RA 5881, nr. 42:
Marinus Antony Catshoek, door de gemeente aangesteld als sequestor in de boedel van de "fugitieven" Cornelis
van Dijke en zijn overleden huisvrouw Janna Marinusse Dees?, verkoopt huis en cijnserf A nr. 9 aan Hendrik Gerrit
Krijgsman. Prijs : ƒ. 220.-.
1809
22 december; RA 5882, nr. 43:
Schuldbekentenis van Hendrik Gerard Krijgsman: ƒ. 300.- à 5.5 % geleend van Hendrik Machielse. Onderpand: het
heden geleverde huis, plaatselijk gemerkt letter A.nr. 9.
Voorstraat oostzijde 31.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1691
7
1779
7
1818
7
1832
303
1992
31
roeden
22,5
26
24
cijns
£. 0-3-9
" 0-4-4
ƒ. 1,20
Inleiding:
Het huis is vele jaren in het bezit van de familie Van Atten geweest. Adriaan Adriaanse van Atten kocht het van
de ambachtsheren en in 1732 werd zijn nakomeling Cornelis, die het huis in 1698 uit de boedel overnam, nog als
cijnsplichtige genoemd. Door vererving kwam het pand in het bezit van Marinus Jobsen. Daarna werd Adriana Noordhoek,
weduwe van Cornelis Steendijk, genoemd. Haar kleinzoon Marinus verkocht het in 1778 aan Arend van den Bos.
In 1989 werd het pand door de Gemeente, na aankoop, gerenoveerd.
Kohieren huisschatting 1674 - 1696:
periode
belastingplichtige
belasting
1674 - 1689
Pijternelle, wed. Adr. v. Atte
£. 0-3-4
1690
Lambrecht van Atten
1696
Lambrecht van Atten
1 haardstede
Kohier bewoners 1681:
Pieternelle de weduwe
(aantal personen boven 8 jaar: 2)
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1691 - 1698
erven Heer van Dirksland
1699 - 1714
Cornelys van Atte
1730 - 1732
Cornelys van Atte
1733
Marinis Jopse
1779 - 1801
Arend van den Bosch
1802 - 1831
Johannis van den Bos
1832 - 1833
weduwe Hendrik Gerrit Krijgsman
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750
Klaassie van Atten, Adriana Noordhoek
1758
Klaassie van Atten, Janna van Attens
Bevolkingsregisters:
A8
1813 - 1837
Johannes van den Bos (arbeider)
Samenvatting eigenaars :
periode
eigenaar
- 1654 erfgenamen van Gerard van der Nisse en de Heer van Dirksland
1654 Adrijaen Adrijaense van Atten
- 1698 Lambrecht van Atten, later zijn erfgenamen
1698 - 1721
Cornelis van Atten
1721 - 1762
Marinus Jopsen, later zijn weduwe
1762 - 1778
Adriana Noordhoek, weduwe Steendijk, later Lena Steendijk, weduwe van Jan de Valk en
Geert Jagt
1778 - 1788
Arend van den Bos
1788 - 1828
Johannis van den Bos
1828 - 1832
Hendrik Gerrit Krijgsman, later zijn weduwe
Transacties enz.:
1654
20 november; RA 5879 A, nr. 21:
Aelbrecht Lambrechtsen, secretaris, verkoopt namens de erven van Geeraert van der Nisse en de Heer van
Dirksland een woonhuis op ambachtsherengrond aan Adrijaen Adrijaense van Atten. N: Cornelis Adrijaensen
t'Scravenmoer; O: sluiswatergang; Z: Jacob Jacobsen de Jonge; W: Voorstraat. Prijs £. 75, te betalen in termijnen.
1698
18 september; RA 5879 C, nr. 28:
Frans van Atten en Pieter Roggebandt, gehuwd met Marij van Atten, als erfgenamen van Lambrecht van Atten,
verkopen aan Cornelis van Atten het woonhuis van Lambrecht van Atten. N: Armhuis bewoond door Dingenis de
Bruijne, aankomende de Vrouwe van Baerland; O: zeedijk; Z: Marij van Atten; W: Voorstraat. Prijs 120
Carolusgulden, te betalen vier maanden na leverantie.
1778
4 juni; RA 5887, nr. 137:
Marinus de Valk, oom en voogd over de minderjarige wezen van zijn broer Leenderd de Valk, verklaart dat zijn
moeder en de grootmoeder der wezen, Lena Steendijk, weduwe van Geert Klaassen Jagt, is overleden. De
boedel is echter gering. Het woonhuis zal, met alle winkelwaren, meubilair en andere goederen, slechts 400
gulden opbrengen waarin de beide wezen de helft toekomt. Daarom is een accoord aangegaan. Marinus de
Valk zal blijven in het bezit van het huis, de winkelwaren en goederen en zal alle schulden betalen. In plaats van
het aandeel aan de wezen zal hij deze (Lena de Valk, geb. Oud-Vossemeer, 12 jr. en Berendina de Valk, geb.
onder Steenbergen, 14 jr.) onderhouden tot hun 20ste jaar en hen een beroep of ambacht laten leren.
1778
4 juni; RA 5881, nr. 138 :
Marinus de Valk voor zichzelf en als voogd over de kinderen van zijn broer Leendert de Valk verkoopt aan Arend
van den Bosch huis en erf aan de Oostzijde, naast Paulus Geense en Marinus Klaassen. Prijs is £. 30.
1778
4 juni; RA 5882, nr. 139:
Schuldbekentenis van Arend van den Bosch: £. 30 à 4 % geleend van de Diaconie. Onderpand: zijn huis naast
Paulus Geense en Marinus Klaassen.
1828
20 maart; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2905 (383):
Johannes van den Bos, arbeider te Sint Philipsland, en zijn huisvrouw Geertje van Oostende, verklaren schuldig te
zijn aan Adriaantje de Ruiter, winkelierster, weduwe van Marinus de Groen en aan de kinderen uit dat huwelijk
260 gulden tegen 5 % rente. Onderpand o.a. het huis en erf nr. 8, tussen de huizen van Jan Geense en Hendrik
Gerrit Krijgsman.
1828
30 september; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2907 (474):
Johannes van den Bos, arbeider te Sint Philipsland, verkoopt aan Hendrik Gerrit Krijgsman, winkelier te Sint
Philipsland, het woonhuis en erf nr. 8, tussen de huizen van Jan Geense en dat van de koper. Hij bezit het reeds
meer dan 30 jaar. Koopsom ƒ. 300. Te gebruiken per 1 mei 1829.
Voorstraat oostzijde 33.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1691
6
1779
6
1818
6
1832
304 - 306
1992
33
roeden
23,5
27
30
cijns
£. 0-3-11
" 0-4-6
¦. 1,60
Inleiding:
In 1654 kocht Jacob Jacobsen de Jonge (Cijs) het pand van de ambachtsheren. In 1657 werd het huis echter al
doorverkocht aan Jan Wilms Backer. Volgens de kohieren huisschatting werd het later bewoond door Cornelis van Atten.
Het kwam in bezit van Cornelis en Susanna van Schetsen, die het verkochten aan David Lambrechtssen, een broer van
schout Huybrecht Lambrechtssen en gehuwd met Marij van Atten. Namens haar kleinkinderen werd het in 1726 verkocht
aan Johannes Leendertsen Vergoud (van Akeren?). Officieel waren de kleinkinderen wel eigenaar, maar omdat de
Diaconie ondersteuning had verleend aan Maria Davids (van Atten), vloeide de koopsom in de diaconiekas. De weduwe
van Johannes Leendersen Vergoud, Adriana Kuypers, hertrouwde in 1741 met Isack Steyn. In 1750 woonde hier Ary de Jong,
die gehuwd was met Adriana Vergouw. Isack Steyn verkocht het pand aan de smid Paulus Geense. Deze werd opgevolgd
door zijn zoon Jan en later door zijn kleinzoon Marinus Geense.
In 1959 werd het pand geheel afgebroken en vervangen door een woning voor de kassier van de Coöperatieve
Boerenleenbank, die hier tot 1965 woonde.
Sint Philipsland is een Voorstraatdorp. Meer dan 30 binnenschippers hadden in de eerste helft van de 20ste eeuw Sint
Philipsland als thuishaven. Velen van hen meerden af aan de zeedijk voor het dorp.
Kohieren huisschatting 1674 - 1696:
periode
belastingplichtige
belasting
1674 - 1677
Aert Jans de Loeij
£. 0-3-4
1678 - 1679
Arjaen Poperinge
1680 - 1682
Cornelis van Atten
1684 - 1685
schoenmakershuis
1686 - 1688
Cornelis van Schetsen
1689 - 1690
David Lambrechts
1696
Marij van Atten
1 haardstede
Kohier bewoners 1681:
Cornelis van Atten
(aantal personen boven 8 jaar: 2)
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1691 - 1698
Adriaen van Poperinge
1699
Jan Poperinge
1700 - 1714
Pieter Roggebant
1730 - 1732
Pieter Boogaart
1733
Jan Leendertse Vergouw
1779 - 1788
Paulus Geense
1789 - 1833
Jan Geense
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750
Ary de Jong
1758
niet genoemd
Bevolkingsregisters:
A7
1813 - 1837
Jan Geense (smid)
Samenvatting eigenaars :
periode
eigenaar
- 1654
erfgenamen van Gerard van der Nisse en de Heer van Dirksland
1654 - 1657
Jacob Jacobsen de Jonge (Cijs)
1657 Jan Wilms Backer
- 1677
Aert Jans de Loeij
1678 - 1679
Adriaan van Popering
1680 Cornelis van Atten
- 1689
1689 - 1726
1726 - 1741
1741 - 1762
1762 - 1788
1788 - 1832
Cornelis en Susanna van Schetsen
David Lambrechtssen, later zijn weduwe Marij van Atten en erfgenamen
Johannes Leendertsen Vergoud, later zijn weduwe
Isack Steyn
Paulus Geense, later zijn erfgenamen
Jan Geense
Transacties enz.:
1654
20 november; RA 5879 A, nr. 20:
Aelbrecht Lambrechtsen, secretaris, verkoopt namens de erven van Geeraert van der Nisse en de Heer van
Dirksland aan Jacob Jacobsen de Jonge een woonhuis op ambachtsherengrond. N: Adrijaen Adrijaensen van
Atten; O: de watergang; Z: Jan Huybrechtsen; W: Voorstraat. Prijs £. 75, te betalen in termijnen.
1657
28 maart; RA 5879 A, nr. 49:
J. Jacobs Cijs verkoopt aan Jan Wilms Backer een huis op ambachtsheerlijkheid grond. N: Adrijan Adrijans; O:
zeedijk; Z: Jan Hubrechts; W: Voorstraat. Prijs £. 74, te betalen in termijnen.
1689
16 maart; RA 5879 C, nr. 168:
Meester Pieter van Ziervelt verkoopt namens Cornelis van Schetsen en diens zuster Susanna van Schetsen een
huis in de Voorstraat aan David Lambrechts. N: Lambrecht van Atten; O: zeedijk; Z: Albrecht Pieters; W: -. Prijs 200
Carolusgulden, 100 gulden direct, de rest in termijnen; in 1691 afbetaald.
1698
29 april; RA 5879 C, nr. 21, 22:
Overeenkomst tussen Marij Aderjaens van Atten, (nu gehuwd met Pieter Roggebandt, eerder) weduwe van
David Lambrechts (Eggebeen), en Isaack van de Luister en Johannes van de Luister als neefs en voogden,
aangesteld in het testament van David Lambrechts over Aderjaen Davids, nagelaten wees bij Marija Aderjaens
van Atten.
1726
8 mei; RA 5879 D, nr. 313; RA 5885 D, nr. 55:
Schout Cornelis Wale verkoopt namens de wezen van Adriaen Davijdsen een huis en erf, door de kinderen
geërfd van hun grootmoeder Marija van Atten, aan Johannes Leendersen Vergoud, voor £. 24, in termijnen te
betalen. N: Marijnes Jobsen; O: zeedijk; Z: weduwe van Teeuwes Dirksens; W: Voorstraat.
1726 -1727; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland; Diaconierekening:
Janes Leenderse Vergouw koopt een armhuis "het huisje van Maria Davids".
1762
26 januari. RA 5881, nr. 32:
Isack Steyn verkoopt aan Paulus Geense huis en erf. N: de weduwe Steendijk; W: de straat; Z: Engel Endhoven.
Prijs £. 28.
1788
28 april; RA 5881, nr. 51:
De erfgenamen van Paulus Geense (eerst getrouwd met Adriana Brouwer, daarna met Matie Ponse) verkopen
aan Jan Geense twee huizen en erven, w.o. het huis, gelegen tussen het huis van Arend van den Bosch en dat
van Engel Endhoven. Prijs voor de twee huizen £. 326.
1788
28 april ; RA 5882, nr. 53:
Schuldbekentenis van Jan Geense: £. 261-17-6 à 4 % geleend van Paulus Jr., Josina en Dingenis Geense, ieder
voor £. 87-5-10. Onderpand: ten eerste het huis naast Arend van den Bosch en Engel Endhoven en ten tweede
de smidse, gelegen tussen Engel Endhoven en Cornelis Molengraaf. Voldaan resp. 7 mei 1790, 20 mei 1791 en 8
juni 1793. Doorgehaald 12 juli 1793.
1826
25 juni; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2896 (77 en 78):
Testamenten van Jan Geense en echtgenote Maria Mol, wederzijds op langstlevende. De onroerende goederen
betreffen o.a. het woonhuis nr. 7, tussen de huizen van de de erfgenamen van Engel Endhoven en Johannes van
den Bos.
Voorstraat oostzijde 35.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1699
5
1779
5
1818
5
1832
307 - 308
1992
35
Inleiding:
roeden
32
33,5
31,5
cijns
£. 0-5-4
" 0-5-7
ƒ. 1,60
De erven van Voorstraat 35 en 37 vormden oorspronkelijk het erf nummer 4 met een oppervlakte van 56 roeden.
Vermoedelijk rond 1682 vond er een splitsing plaats. Waarschijnlijk hebben er al eerder twee huizen op dit grote erf gestaan.
Het huis op dit erf moet gebouwd zijn in de jaren 50 van de 17e eeuw, want in 1650 wordt het aangeduid als het "lege erf".
In 1660 had Jan Huibrechts hier een huis waarop hij hypotheek verleende.
In 1682 deed een volgende eigenaar, Aelbrecht Pietersz, hetzelfde. Als zuidelijke belending werd toen het
'smidshuis' genoemd. Namens de wezen van Aelbrecht werd het huis in 1694 verkocht aan Mattheus Dirksz. de Blaey.
In 1733 werd door de erfgenamen, waaronder schoonzoon Pieter Boom, een overeenkomst betreffende de
boedel van Mattheus en zijn tweede echtgenote Catie de Backer gemaakt. Engel Endhoven kreeg in 1746 het pand in zijn
bezit.
In de 19de eeuw woonde hier de smid Marinus Geense. De smederij was gevestigd in het buurpand Voorstraat
37. Tot 1953 woonden hier smeden.
Kohieren huisschatting 1674 - 1696:
periode
belastingplichtige
belasting
1682 - 1690
Aelbrecht Pieters
1696
Teeus Derckts
1 haardstede
Kohier bewoners 1681:
Aelbrecht Pieters
(aantal personen boven 8 jaar: 3)
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1699 - 1714
Matteeuws Dyrcksen
1730 - 1732
Matteeuws Dyrcksen
1733
Catelintie Backers
1768 - 1801
Engel Endhoven
1802 - 1808
Arnoud Endhoven
1809 - 1817
erven Engel Endhoven
1818 - 1826
Johannes Endhoven
1827 - 1833
Marinus Geense
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750, 1758 Engel Endhoven, Domina Steyn
Bevolkingsregisters:
A6
1813
Catharina (Kaatje) den Braber (wed. Endhoven)
1821 - 1837
Abraham Verwijs, later anderen
Samenvatting eigenaars :
periode
eigenaar
Jan Hubrechts
- 1694
Aelbrecht Pietersz. en zijn wezen
1694 - 1717
Mattheus Dircksz de Blaey
1717 - 1733
Catelintie Cornelisse de Backer, weduwe De Blaey
1733 - 1746
Pieter Boom, later diens erfgenamen
1746 - 1801
Engel Endhoven
1801 - 1826
Arnoud Endhoven, later zijn weduwe en Johannes Endhoven
1826 - 1832
Marinus Geense
Transacties enz.:
1660
3 maart; RA 5879 A, nr. 66:
Jan Hubrechts verleent hypotheek op zijn huis aan Jacob Jan van Ollen. N: Jan Willemsz Backer; O: zeedijk; Z: Jan
Willemsz Verbijest; W: Voorstraat. Bedrag £. 8-11-11.
1682
1 maart; RA 5879 C, nr. 108:
Aelbrecht Pietersz verleent hypotheek op zijn huis aan Pieter Roggebant. N: Adriaen Poperijnge; O: -; Z: smidshuis;
W: Voorstraat. De hypotheek bedraagt £. 13 tegen 6 % rente; twee borgen worden gesteld. Afgelost in 1683.
1694
29 september; RA 5879 C, nr. 236:
Arent Roeckesen Steijn, als oom en voogd van de wezen van Aelbrecht Pieters en Agjen Roeckes, verkoopt aan
Mateus Derckts de Blaeij het woonhuis van de overledene. N: Marij van Atten; O: zeedijk; Z: Marijnes van Prenten,
smid; W: Voorstraat. Prijs: £.67-10-0; £. 10 contant, de rest in termijnen; afgelost in 1710.
1696
5 januari; RA 5879 C, nr. 274:
Overeenkomst tussen Mateus Dircktz en Cornelis van de Luister als voogd van de wees van Neeljen Cornelis
Eggebeen verwekt door de genoemde Mateus Dircktz.
1733
9 maart; RA 5885 E, nr. 2:
Overeenkomst tussen Dirk de Blaeij, Marinus Claesse, Pieter Boom, Jan Witte en Rochus de Blaeij, kinderen en
zwagers, betreffende de inboedel van Catie de Backer. Drie pond Vlaams, niet op interest??
Het huis van Mattheus de Blaeij en Catie de Backer, echtelieden.
1751
26 augustus; RA 5885 E, nr. 91:
In de rekening van Adriaan van der Schoor betreffende de boedel van wijlen Pieter Boom, komt een
aantekening voor dat Engel Endhoven in mei 1746 een huis uit deze boedel kocht en daar hypotheek op verleende.
1765
6 oktober; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland;
Engel Endhoven is nog schuldig £. 7-8 met 3 % rente ten behoeve van Pieter en Maria Booms. Dit betreft de
afkoopsom van twee delen van een huis ten bate van deze wezen, nagelaten door Adriaan Jaspersse en
waarvan Maria Booms moeder was. Toen deze weduwe was werd ze gealimenteerd door de Diaconie. Het
resterende derde deel in het huis is van Caatje Boom, gehuwd met Cornelis de Koning.
3 januari 1768: Engel Endhoven heeft zijn schuld afgelost. Daarom zal het huis door de Diaconie op zijn naam
worden overgeschreven.
1826
21 april; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2898 (126):
Johannes Endhoven verkoopt aan Marinus Geense, hoefsmid, het woonhuis nr. 6, tussen de smederij en het
woonhuis van Jan Geense, voor ƒ. 400. Het huis was sinds 15 februari 1826 eigendom van Catharina den Braber,
weduwe van Arnoud Endhoven.
Voorstraat oostzdije 37.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1691
4
1699
(gesplitst)
4
1779
4
1818
4
1832
309 - 310
1992
37
roeden
56
cijns
£. 0-9-4
24
25
27
" 0-4-0
" 0-4-2
¦. 1,35
Inleiding:
In 1650 werd het huis van Cornelis Clemens verkocht aan een bierbrouwer uit Dordrecht en op dezelfde dag
doorverkocht aan Jan Willems (Verbijest) en Cleen Jan. Of hier sprake was van een gedwongen verkoop is niet duidelijk.
In 1678 wordt het perceel aangeduid als 'het afgebrande huis' en als 'leeg erf'. In 1682 blijkt hier het smidshuis te
staan. Aan de overzijde van de straat, op nummer 42, was de eerste smidse gevestigd; de 'smidswinkel' aldaar werd nog in
1667 overgedaan met alle gereedschap en ijzer. In 1678 is sprake van de "oude smidse", zodat de veronderstelling voor de
hand ligt dat op de plaats van het afgebrande huis een nieuwe smederij werd gebouwd.
Smid Marinus van Prenten heeft het pand wellicht laten bouwen. Hij woonde er waarschijnlijk al in 1679. In 1714
leende hij met de smidse als onderpand nog geld. Behalve smid was hij ook herbergier. Na zijn overlijden trouwde zijn
weduwe Petronella Mouwe in 1716 met Adriaan Breur en nadat die was overleden, in 1731 met Jan Mol. Ook Adriaan Breur
en Jan Mol waren smid.
Na het overlijden van Petronella hertrouwde Jan Mol in 1743 met Catharina Pickaerd. Nadat zij weduwe was
geworden verkocht zij in 1757 de smidse en het erf aan Paulus Geense, die de smederij voortzette. Het pand bleef als
smidse dienst doen tot de watersnoodramp in 1953. Later werd het herbouwd tot woonhuis.
De haven van Sint Philipsland in het begin van de 20ste eeuw. De achtererven van de oostzijde Voorstraat grensden aan de
Oostdijk. Rechts op de voorgrond de weegbrug waarop de suikerbieten, die verscheept werden, werden gewogen. Het
Wachthuisje, rechts van de korenmolen werd door de landsregering gebouwd in 1742 tijdens de Oostenrijkse
sucessieoorlog. Destijds was dit buitedijkse onderkomen “voorzienvan kruit en lont”. Kort na 1800 is het huisje, dat voortaan
’t Wachtje werd genoemd al in gebruik als woonhuis. Het bleef alszodanig dienst doen tot 1972. In dat jaar is het
afgebroken.
Kohieren huisschatting 1674 - 1696:
periode
belastingplichtige
belasting
1682 - 1690
Aelbrecht Pietersen
Kohier bewoners 1681:
Marinus van Prenten (aantal personen boven 8 jaar: 3)
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1691 - 1698
Aelbrecht Pietersen
1699 - 1714
Marynes van Prenten
1730 - 1732
Marynes van Prenten
1733
Jan Mol
1779 - 1788
Paulus Geense
1789 - 1833
Jan Geense
Bevolkingsregisters:
A 5, de smidse, werd niet bewoond.
Samenvatting eigenaars :
periode
eigenaar
- 1650
Cornelis Clemens
1650
Schoute, Dordrecht
1650 -1668
Jan Willems (Verbijest) en Cleen Jan
1668 Mattijs Clasz.
1679?-1716
Marinus van Prenten
1716 - 1731
Adriaan Breur, later zijn weduwe
1731 - 1757
1757 - 1788
1788 - 1832
Jan Mol, later zijn weduwe Catharina Pickaerd
Paulus Geense
Jan Geense
Transacties enz.:
1650
11 mei; RA 5879 A, nr. 10:
Cornelis Clemens verkoopt aan de heer Schoute, brouwer in de Ancker, Dordrecht, een huis op ambachtsherengrond. N: het lege erf; O: de dijk; Z: het huis van de Heer Overmeer c.s.; W: de straat. Prijs: £. 50 en 4,5 gemeten
meekrap op onbetimmerde ambachtsherengrond, aldaar gelegen gemeen met de meekrap van Daem
Jacobs.
1650
11 mei; RA 5879 A, nr. 11:
De heer Schoute, brouwer in de Ancker, Dordrecht, verkoopt een huis op ambachtsherengrond aan Jan Willems
en Cleen Jan. N: het lege erf; O: de dijk; Z: het huis van de Heer Overmeer c.s.; W: de straat. Prijs: £. 50, te betalen
in termijnen.
1668
3 oktober; RA 5879 C nr. 39, nr. 34:
Jan Willems Verbijest verkoopt aan Mattijs Clasz. een woonhuis "binnen den Rijnck van het dorp" aan de Voorstraat voor £. 66-3-4, te betalen in termijnen. N: Clas Anthonijs; O: zeedijk; Z: de "Smeette" van schout
H.Lambrechtsz.; W: Voorstraat.
N.B. Vermoedelijk betreft dit het pand Voorstraat 37).
1673
18 juni; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
De predikant gemachtigd om de stenen van het afgebrande huis van Claas den Schilder te verkopen ten bate
van de Diaconie.
1714
13 mei; RA 5879 C, nr. 92:
Marijnus van Prenten leent van Leendert Hutspot £. 29-5-0 voor één jaar à 5 %. Onderpand is een smidse.
1716
7 oktober; RA 5879 C, nr. 122:
Weeskamer. Pieternella Mouwe, weduwe van Marijnus van Prenten, levert de boedelinventaris in. Wezen: Dinna
en Cornelia van Prenten. Er zijn meer schulden dan baten. enz.
1757
27 maart; RA 5885 E, nr. 129:
Catarina Pikhaerd, weduwe van schout Jan Mol, verkoopt aan Paulus Geense een huis met erf gelegen naast
Jacob Rijn. Dit is de smidse en de winkel. Prijs 450 Carolusgulden.
1787
26 maart; RA 5887, nr. 41: Resolutie van de Weeskamer.
Als voogd over de minderjarige wezen van Paulus Geense en zijn eerste vrouw Adriana Brouwer, genaamd
Paulus (22 jaar), Jozyna (21 jaar) en Dingenis (18 jaar), alsmede over de kinderen bij zijn tweede vrouw Matie
Ponse verwekt, genaamd Jannetie (14 jaar), Pieter (9 jaar) en Jan Jacob (2 jaar) benoemd: Jan Geense, zoon
van Paulus Geense en als toeziend voogd: Marinus Steyn (over de wezen uit het eerste huwelijk) en voorts
Marinus Alewijn te Goes, zwager van de genoemde weduwe Matie Ponse als toeziend voogd naast de weduwe
(over de wezen uit het tweede huwelijk).
1787
26 maart; RA 5888, nr. 42:
Inventaris van de boedel van Paulus Geense, schepen, ten behoeve van zijn kinderen verwekt bij zijn eerste
vrouw, Adriana Brouwer: Jan (31 jaar), Marinus (28 jaar), Joost (26 jaar), Jacomyna (25 jaar, gehuwd met Marinus
Steyn), Paulus (22 jaar), Josyna (21 jaar) en Dingenus (18 jaar), alsmede ten behoeve van zijn kinderen verwekt bij
zijn tweede vrouw, Matie Ponse: Jannetie (14 jaar), Pieter (9 jaar) en Jan Jacob (2 jaar), overgebracht door de
weduwe, Jan Geense (oudste zoon) en Marinus Steyn, voogd resp. toeziend voogd over de minderjarige
kinderen uit het eerste huwelijk en Matie Ponse en Marinus Alewijn, toeziend voogd over de jongste, minderjarige
kinderen uit het tweede huwelijk.
- Paulus Geense en Adriana Brouwer maakten hun testament voor notaris Johannes van Noorden, 14 juli 1766.
- Paulus Geense en Matie Ponse maakten onderhandse huwelijkse voorwaarden op 13 december 1773. Haar
vader was Pieter Ponse.
- huis en erf stonden op cijnsbare grond en een huis en erf, zijnde de smidse met travalje, waarin o.a. een
blaasbalg, aambeelden, slijpsteen, hamers, nijptangen enz. getaxeerd op £. 250.
- 7 gemet 30 roeden in Sint Philipsland, getaxeerd op £. 120-10-0, bezaaid met koolzaad.
- de helft in een wei onder Wolphaartsdijk.
- veel vorderingen wegens smidswerk.
- opgave van de voorraad, onder andere 30 hoefijzers.
- twee schilderijen, boeken (£. 3) een kerkboekje (10 schellingen).
- Batig saldo £. 779.
1788
28 april; RA 5881, nr. 51:
De erven Paulus Geense (eerst getrouwd met Adriana Brouwer, daarna met Matie Ponse) verkopen aan Jan
Geense twee huizen en erven, waaronder de smidse, gelegen tussen het huis van Cornelis Molengraaff en dat
van Engel Endhoven. Voor de twee huizen £. 326.
Voor ijzer, oud ijzer en kolen : £. 50.
1788
28 april ; RA 5882, nr. 53:
Schuldbekentenis van Jan Geense: £. 261-17-6 à 4 % geleend van Paulus Jr., Josina en Dingenis Geense, ieder
voor £. 87-5-10. Onderpand: ten eerste het huis naast Arend van den Bosch en Engel Endhoven en ten tweede
de smidse, gelegen tussen Engel Endhoven en Cornelis Molengraaf. Voldaan resp. 7 mei 1790, 20 mei 1791 en 8
juni 1793. Doorgehaald 12 juli 1793.
1788
28 april; RA 5885, nr. 54:
Rekening aan de Weeskamer door Maatie Ponse, weduwe van Paulus Geense, schepen. Overgebracht aan de
weduwe; Jan Geense, die handelt mede namens Joost en Marynus Geense; Marynis Simonsz. Faasse, handelend
namens Marynis Steyn, gehuwd met Jacomijntje Geense; Jan Geense als voogd over Paulus, Josina en Dingenis
Geense, minderjarige kinderen van Paulus Geense en Adriana Brouwer alsmede aan de rendante zelf en aan
Marynis Alewijn, toeziend voogd over Jannetie, Pieter en Jan Geense, nagelaten kinderen uit het laatste huwelijk
van Paulus Geense met de rendante, 28 april 1788.
- Op 26 maart 1787 in het openbaar verkocht:
een huis en erf op cijnsbare grond;
een huis en erf idem, zijnde de smederij en travalje, blaasbalk, aanbeelden, slijpsteen, hamers, nijptangen en
alle verdere gereedschap. Koper: Jan Geense voor £. 326.
- verkocht: 7 gemeten 30 roeden land in de polder, eveneens in het openbaar op 26 maart 1787 voor £. 22-5-0
per gemet: £. 157-19-6.
- voor de inventaris van de smederij werd £. 50 betaald.
1826
25 juni; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2896 (77 en 78):
Testamenten van Jan Geense en echtgenote Maria Mol, wederzijds op langstlevende. De onroerende goederen
betreffen o.a de smidse, Voorstraat nr. 5, tussen de huizen van Cornelis de Ruiter Sr. en de erfgenamen van Engel
Endhoven.
Voorstraat oostzijde 39.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1691
3
1779
3
1818
3
1832
311 - 312
1992
39
roeden
32,5
38
34
cijns
£. 0-5-5
" 0-6-4
¦. 1,70
Inleiding:
Dit huis was oorspronkelijk eigendom van de familie Manrycque en het werd dan ook wel als 'huis van de
Hollandse heeren ende meesters" aangeduid, min of meer naar analogie met de boerderij de 'Hollands Hoeve'. Het werd
waarschijnlijk al spoedig het woonhuis van de smid, die zijn werkplaats op het ernaastgelegen erf had.
Waarschijnlijk kocht schout Huybrecht Lambrechtssen het huis van de familie Manrycque. Zijn zoon Jacobus van
de Luister verkocht het in 1678 namens zijn moeder aan Jacob Geersen (Smedt), die er toen al woonde. Jacob Geersen
leende in 1674 een som geld om een overgenomen smidswinkel te financieren.
Volgens de huisschatting en de cijnslijsten was de volgende eigenaar Marinus van Prenten, die ook smid was (zie
Voorstraat 37). In 1746 bleek het huis eigendom te zijn van schout Vincent de Wael (Wale) want hij verkocht het aan
schipper/handelaar Jacobus Rijn. Via diens weduwe Petronella den Herder kwam het pand in bezit van haar schoonzoon
Cornelis Molengraaf. Later werd het eigendom van zijn dochter Pieternella Molengraaf en haar man Cornelis de Ruyter.
Thans is hier een bloemen- en plantenwinkel.
Kohieren huisschatting 1674 - 1696:
periode
belastingplichtige
1674 - 1677
de smids huis
1678
Jacob Gersen
1679 - 1690
Marines van Prenten
1696
"
Kohier bewoners 1681:
Marines van Prenten (aantal personen boven 8 jaar: 3)
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1691 - 1714
Marinus van Prenten
1730 - 1732
Marinus van Prenten
1733
Fincent de Waal
1779 - 1789
Cornelis Molengraef
1790 - 1808
weduwe Cornelis Molengraaf
1809 - 1827
Cornelis de Ruyter, (senior)
1828 - 1833
Huibrecht de Ruiter
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750, 1758 Jacobus Rijn, Pieternella den Herder
Bevolkingsregisters:
A4
belasting
£. 0-5-0
1 haardstede
1813 - 1837
A 4bis
1821 - 1837
Samenvatting eigenaars :
periode
- 1678
1678 - 1679
1679 - 1732
1733 - 1746
1746 - 1764
1764 - 1801
1801 - 1826
1826 - 1832
Cornelis de Ruiter (schipper), later zijn weduwe
(waarschijnlijk werd een huisje achter A 4 gebouwd)
Kornelis Slootmaker (arbeider), later anderen
eigenaar
familie Manrycque
Huybrecht Lambrechtssen, later zijn weduwe
Jacob Geersen Smedt (Van den Bergh)
Marinus van Prenten Sr, later Jr.
Vincent de Wael
Jacobus Rijn, later zijn weduwe Petronella den Herder
Cornelis Molengraaf, later zijn weduwe
Cornelis de Ruyter
Pieternella Molengraaf, weduwe De Ruyter
Transacties enz.:
1655
30 december; RA 5879 A, nr. 31, 33:
Huybrecht Lambrechtse, schout, verkoopt namens Adriana Manrycque en de erfgenamen van Anthonij J.
Manrijcque te Voorburg aan Theodora van der Cijs, weduwe van Jhr. Ant. Manrijcque, Heer van Maasdam
(moeder van de verkopers) twee aandelen in een huis. N: Jan Willemse; O: watergang; Z: Cornelis Heinderick
d'Pover; W: Voorstraat.
1674
4 december; RA 5879 C nr. 69:
Jacob Geersen Smedt leent van de erfgenamen van Abram Cruijthoof en Lijsbeth Arts Dijckmans, echtelieden,
beiden overleden, een bedrag van £. 33-6-8, wegens de koop van een smidswinkel, met alle gereedschap. Te
betalen in termijnen, de eerste maal aan de erfgenamen van de man, de tweede maal aan de erfgenamen
van de vrouw (het huwelijk zal kinderloos zijn geweest).
1678
28 januari; RA 5879 C, nr. 91:
Jacobus van de Luister verkoopt namens zijn moeder aan Jacob Geersen het huis waar de koper thans in woont.
N: het afgebrande huis; O: -; Z: Cornelis Pover; W: Voorstraat. Prijs: 725 Carolusgulden en 3 Carolusgulden voor de
Diaconie. Te betalen in termijnen. In 1695 afbetaald aan Willem Willems Meyer als gehuwd met de erfgename
van Pieter Geldeloose.
1678
25 februari; RA 5879 C, nr. 86 en 87:
Jacob van de Luister verkoopt namens zijn moeder, de weduwe van Huibrecht Lambrechtsz, een woonhuis aan
Jacob Geersen Smedt (ook: van den Bergh). N: leeg erf; O: de sluiswatergang; Z: Cornelis Pover; W: Voorstraat.
De prijs is 725 Carolusgulden, te betalen in termijnen. Met de voorwaarden van verkoop.
1679
29 december; RA 5879 C, nr. 98:
Marines van Prenten is 250 Carolusgulden tegen 5 % schuldig aan Pieter Janse Gekier. Afgelost in 1693.
1697
12 januari; RA 5879 C, nr. 292:
Marijnes van Prenten en zijn huisvrouw Maria Dulst verklaren op verzoek van de stadhouder Maerckus Anderijesen
hoe op nieuwjaarsdag (1697), 's avonds om 10 uur bij hen kwam Jacobus David, die in hun kamer aan tafel ging
zitten en een pint wijn bestelde, waarop Van Prenten, als herbergier, hem aanzegde naar binnen te gaan en dat
hij hem aldaar wijn of bier zou tappen, vervolgens nam hij hem bij de arm en leidde hem de kamer uit. Nadien is
Jacobus David weer in de kamer gekomen waar ds. Van der Cruijssen, Jacob van de Luister,
Pieter Abrahamse, Gaberel Mouwe en Dirckt Jelles waren. Toen rees er enig geschil. Toen heeft Pieter Boegert
hem uit de kamer gejaagd. Marija Dults heeft gezien dat Pieter Boegert toen een mes in de hand had.
1746
6 juli; RA 5885 E, nr. 64:
Schout Vincent de Wael verkoopt aan Jacobus van Rijn, schipper alhier, een huis met erf gelegen naast
Lauewerijs Kock. N: de smidse; W: de straat. Prijs: £. 100.
1758
20 juli; RA 5885 E, nr. 140:
Schuldbekentenis van Pitronella den Herder, weduwe van Jacobus Rijn: 1000.- Carolusgulden aan dijkgraaf
Marinus Reyngoud, wegens resterende kooppenningen over gekochte groene meede te velde over de teelt
1756, door wijlen Jacobus Rijn van Marinus Reyngoud gekocht. Onderpand: drie huizen waaronder één tussen
de smidse en Simon Faasse.
1827
29 oktober; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2904 (323):
Pieternella Molengraaf, particuliere te Sint Philipsland, weduwe van Cornelis de Ruiter (ovl. Sint Philipsland 15
februari 1826) (zij maakten hun testament voor notaris E. van Hekke te Zierikzee op 11 september 1790), samen
met Adriaantje de Ruiter, winkelierster, weduwe van Marinus de Groen; Cornelis en Jan de Ruiter, schippers en
Hubrecht de Ruiter, beurtschipper te Sint Philipsland, kinderen van de overledene, laten in het openbaar veilen
o.a. het huis en erf nr. 4, tussen de huizen van Adriaan Verspoor en Jan Geense.
Dit pand is verkregen uit de nalatenschap van haar ouders Cornelis Molengraaf (ovl. Sint Philipsland 1 april 1789)
en Catharina Cornelia Brand (ovl. Sint Philipsland 31 maart 1800). Gekocht door Huibrecht de Ruiter voor 900
gulden. Borgen: Cornelis Geense, timmerman te Sint Philipsland en Jacob Quist, landman te Nieuw-Vossemeer.
1828
5 mei; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2906 (401):
Huibrecht de Ruiter, beurtschipper te Sint Philipsland, verklaart schuldig te zijn aan de Firma J. van den Abeelen
en Mees, commissionairs te Rotterdam 1000 gulden à 5 % rente. Als onderpand stelt hij zijn huis en erf nr. 4, tussen
de huizen van Adriaan Verspoor en Jan Geense.
De Voorstraat ca. 1920. met rechts op de voorgrond de oude Druiventros. De herberg werd toen bewoond door Cornelis
Leendert Faasse. De volgende uitbater werd in 1927 Willem Rijstenbil. Hij liet het pand in 1941 afbreken om op dezelfde
plaats kort daarna een geheel nieuw hotel-café-restaurant in gebruik te nemen. Ook de Boerenleenbank was hier tot 1964
gehuisvest.
Op de achtergrond is de travalje zichtbaar voor het pand Voorstraat 37. Uit de beschrijving bij dit pand blijkt dat op deze
plaats al kort na de bedijking in 1645 een smederij was. Laatste smid was Philippus Verlinde. Na zijn vertrek in 1953 werd het
smidswerk in dit pand opgeheven.
Voorstraat oostzijde 41.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1691
2
1690
1779
2
1818
2
1832
313 - 314
1992
41
roeden
65.5
63
61
cijns
£. 0-10-11
" 0-10-16
ƒ. 3,10
Inleiding:
De oudst bekende eigenaar/bewoner van dit huis is Antonij Pieterse van den Eijnde. Vermoedelijk liet hij het huis
bouwen. Hij liet in 1648 een kamer bijbouwen door Willem Pieters, timmerman uit Nieuw-Vossemeer. De volgende eigenaar
was Cornelis Hijnderijcksen Pover. Wellicht was hij het, die in dit pand een herberg vestigde. Die bestemming heeft het nu
nog steeds. Hier is gevestigd het hotel-café "De Druiventros". Voor meer bijzonderheden wordt verwezen naar de inleiding
bij deze uitgave.
Kohieren huisschatting 1674 - 1696:
periode
belastingplichtige
1674 - 1682
Cornelis Pover
1684 - 1690
Johannes van de Luister
belasting
£. 0-8-4
1696
Johannes van de Luister
3 haardsteden (voor de Rechtkamer een haardstede
kwijtgescholden)
Kohier bewoners 1681:
Cornelis H. Pover
(aantal personen boven 8 jaar: 3)
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1691 - 1706
secretaris Joannes van de Luijster
1707 - 1711
weduwe Van de Luijster
1712 - 1714
Lauwerens Kock
1732 - 1733
Lauwerens Kock
1779 - 1795
Marinus Faasse S.zn.
1796 - 1813
Cornelis Verkouteren
1814 - 1832
Adriaan Verspoor
1833
erven Adriaan Verspoor
Voor het "setten van een nieuwe schuere" op het erf werd een recognitie geheven van £. 0-2-0. Deze werd
betaald door :
1695 - 1706
Joannes van de Luijster, secretaris
1707 - 1711
weduwe van de Luijster
1712 - 1714
Lauwerens Kock
1730 - 1733
Lauwerens Kock
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750
Rachel de Kok
1758
Rachel de Kok, Simon Faasse
Bevolkingsregisters:
A3
1813
niet genoemd
1821 - 1837
Adriaan Verspoor (schipper), later Joseph van Nieuwenhuyzen (herbergier)
Samenvatting eigenaars :
periode
eigenaar
1648 Antonij Pieterse van den Eijnde
- 1685
Cornelis Hijnderijcksen Pover
1685 - 1706
Johannes van de Luister
1706 - 1713
Willemijntje Reinierse, weduwe Van de Luister
1713 - 1747
Laurens Kock, na huwelijk met W. Reinierse
1747 - 1752
erfgenamen van Laurens Kock
1752 - 1768
Simon Faasse
1768 - 1807
Marinus Simonsz. Faasse, later zijn weduwe en erfgenamen
1807 Cornelis Verkouteren
- 1827
Adriaan Verspoor
1827 - 1832
Jozeph van Nieuwenhuizen, later zijn weduwe
Transacties enz.:
1648
5 juni; RA 5879 A, nr. 6:
Antonijs Pieters van de Eijnde is £. 16 schuldig aan Wilm Pieters, timmerman te Nieuw-Vossemeer, wegens
materialen en arbeid aan zijn kamer. Onderpand is het huis, N: Antonijs Pieter van den Eijnde; O: het lege erf; Z:
het lege erf; W: de straat.
1652
12 november; RA5879 A, nr. 14:
Antonij Pieterse van den Eijnde verleent hypotheek aan Anderijes Costen ten bedrage van £. 69, onder verband
van zijn huis en schuur. N: Geeraert van Overmeer; O: de zeedijk; Z: ambachtsherenhuis waarin de molenaar
woont; W: de straat. Doorgehaald op 30 april 1690.
1653
28 februari; RA 5879 A, nr. 15:
Antonij Pietersen van den Eijnde verleent Benijamin van de Steenne opdracht zijn huis, keet, koten enz. te
verbeteren en om onder de zeedijk een nieuwe schuur te bouwen.
1655
17 februari; RA 5879 A, nr. 25:
Cornelis Hijnderijcksen Pover, schepen, is 665 Carolusgulden schuldig aan Hubrecht Lambrechtsen, schout,
wegens haver, gerst enz. en geleend geld onder verband van diverse losse goederen in het huis en schuur op
ambachtsherengrond. Onderpand zijn huis. N: de "Hollanse heeren ende meesters"; O: watergang; Z:
molenaarshuis; W: de Voorstraat. Doorgehaald in 1704.
1657
17 oktober; RA 5879 A:
Cornelis de Pover heeft aan Jacob Jans van Oollen de verbetering van zijn huis en schuur opgedragen. N: G.
van Overmeer; O: zeedijk; Z: het molenaarshuis; W: Voorstraat. Hij is hiervoor nog £. 20 schuldig. Aan Joos Robijn is
hij wegens hetzelfde nog schuldig conform de obligatie d.d. 4 februari 1655.
1657
9 december; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
Overeenkomst gemaakt met Cornelis Pover over de huur van zijn schuur waar de diensten worden gehouden.
Huursom: £. 4 per jaar (24 gulden).
1657
14 december; RA 5879 A, nr. 53 (?);
Cornelis Hijnderijcx Pover, gehuwd met Hijnderijcxen Marijnis, weduwe van Anthonij Pietersz van den Eijnde, is
ƒ. 500 schuldig aan Cornelia Aerts van der Leende, wed. van Willem Jan Stoffels van Baerel, wegens geleverd
bier. Onderpanden zijn huis en schuur, Belendingen: N: herenhuis; O: straat; Z: Harman van der Ceel; W: dijk.
1657 - 1693;
-
Rekeningen Diaconie Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
Betaald voor het gedurende twee jaar (1657 en 1658) huren van de schuur waar gepreekt wordt: 48 gulden.
Uitgaven voor banken, glasroeden en een zantloper in de preekschuur in 1658.
Uitgaven voor het snijden van een wapen om op de klok te gieten, maken van een klokkestoel, het
ophangen van de klok en het weer dekken van de schuur in 1659.
Betaald aan Cornelis Pover voor het huren van de schuur waar gepreekt wordt over 1659: 24 gulden, enz.
1675
8 augustus; RA 5879 C, nr. 73 - 75:
Cornelis Hijder. Pover verklaart schuldig te zijn aan de weduwe van Samuel de Back 914 gulden 15 stuivers.
Afgelost 1680.
1680
21 mei; RA 5879 C, nr. 100:
Cornelis Pover is £. 10 tegen 6 % schuldig aan de wezen van Willem Meyer. Zijn huisraad is onderpand.
1685
7 maart; RA 5879 C, nr. 139:
Cornelis Pover verkoopt aan Johannes van de Luister een woonhuis voor 700 Carolusgulden, de rente op het huis
inbegrepen (conform de akte van 12 november 1652); te betalen in termijnen; afgelost in 1690. N: de smidse; O:
de zeedijk; Z: molenaarshuis; W: Voorstraat.
1694
27 mei; RA 5885 B:
Ambachtsheren geven vergunning aan schout en dijkgraaf Jannis van de Luister om een schuur achter zijn huis
bouwen, met een bepaling ten aanzien van de uitweg.
1694
29 september; RA 5879 C, nr. 237 - 241:
Rekening door Johannes van de Luister over de failliete boedel van Corn. Heijnd. Pover (ovl.), welke boedel door
de familie niet werd geaccepteerd. Van de Luister werd op 22 januari 1693 als sequestor aangesteld. Batig saldo
£. 2-12-4.
1704
14 juni; RA 5879 C,nr. 102:
Cornelis Pover verkoopt aan Johannes Aelbrechtse van de Luister een huis en erf in de Voorstraat. N: smidshuis;
O: zeedijk; Z: molenaarshuis; W: Voorstraat. Prijs 700 Carolusgulden, inbegrepen de rente die daarop staat
volgens de schepenakte, gepasseerd door Antonij Pieter van den Eijnde ten behoeve van Anderijs Kosten op 12
november 1652. Te betalen in termijnen. Verwezen wordt naar de leverantie op 7 maart 1685.
1717
16 december; RA 5879 C, nr. 138 - 140:
Laurens Kock en Willemijntie Reijnierse, echtelieden, zijn schuldig aan mr. Willem Ockersse, oud-burgemeester en
secretaris te Zierikzee, een bedrag van £. 2000 voor één jaar à 5 %. Het geld werd uitgekeerd aan de rentmeester
Johan Oostdijk ter betaling van een hofstede met 169 gemeten 129 roeden koren- en weilanden (zie boerderij
Bouwlust). Dit is tevens het onderpand, samen met losse goederen, alsmede een huis en erf in het dorp, N:
Fincent de Wael; O: de dijk; Z: molenhuis; W: de straat.
In 1757 was £. 1016-11-0 afbetaald. Het tekort blijft ten laste van Cornelis Laurense de Kock en zijn huisvrouw.
1752
15 juli; RA 5885 E, nr. 112:
Boedelscheiding Laurens de Kock. Simon Faasse, gehuwd met Rachel de Kock, koopt het huis en erf, N: Vincent
de Wael; O: de dijk; Z: molenhuis; W: de straat, Prijs: £. 20.
1762
1 november; RA 5883, nr. 33:
Testament van Simon Faasse, die ziek is. Hij is gehuwd geweest met Rachel de Kok waaruit kinderen werden
geboren. Hij wenst dat zijn huis en goederen niet verkocht zullen worden en dat zijn kinderen bij elkaar en samen
blijven tot de jongste 12 jaar zal zijn geworden of eerder in staat zal zijn de kost te verdienen. Alsdan moet ieder
der kinderen zich tevreden houden met zijn aandeel. Hij stelt als voogden aan zijn broer Jan Faasse en zijn
zwager Willem Meijer.
1768
28 januari; RA 5888, nr. 71:
Inventaris van de boedel van Simon Faasse en Rachel de Kok tbv. hun kinderen en erfgenamen: Marinus (ruim 25
jr.), Matie (21 jr.), Jannetie (19 jr.), Louweryna (13 jr.), Adriaentie (12 jr.) en Cornelia (7 jr.) Faasse. Opgesteld door
de voogden Jan Faasse en Willem Meyer, alsmede de meerderjarige Marinus Faasse.
- huis en erf, bewoond door de overledene, waard £. 60 (kamer, keuken, zolder, schuur);
- batig saldo £. 67-11-5.
1793
3 september; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 5238 (649):
Boedelinventaris van Marinus Simonse Faasse en Cornelia Pikhaert. Hierin o.a. een huis en erf met herberg
getaxeerd op £. 666.13.4.
1807
24 juni; RA 5885, nr. 16:
Uittreksel uit de verkoopakte van onroerende goederen t.b.v. Cornelis Verkouteren, weduwnaar van Cornelia
Pikhart.
1807
1 oktober; RA 5881, nr. 20:
Servaas van den Doel (gehuwd met Adriana Faasse), Jacob Vermeule (gehuwd met Rachel Faasse) en
Abraham Mol (gehuwd met Josina Faasse), allen erfgenamen van hun moeder Cornelia Piccart (1e echtgenote
van Marinus Faasse), verkopen aan hun schoonvader Cornelis Verkouteren (weduwnaar van Cornelia Piccart)
een huis en schuur op cijnserven no.2. Koopsom: ƒ. 3000.-; ƒ.1500.- contant en ƒ.1500.- als toekomend erfdeel van
zijn overleden vrouw.
Op deze foto, waarop de Zuiddijk als Zeedijk wordt aangeduidt, herkennen we drie beeldbepalende elementen. Alleen de
korenmolen De Hoop bleef bewaard. Thans (2008) wordt deze gerestaureerd. Het Wachtje (rechts) viel in 1972 onder de
slopershamer. Het dijkhuis (links) verdween vanwege haar bouwvallige staat al in 1968 uit het dorpsbeeld.
Voorstraat oostzijde 43.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1699
1
1779
1
1818
1
1832
315 - 316
1992
43
roeden
38
36
37
cijns
£. 0-6-0
¦. 1,85
Inleiding:
De ambachtsheren lieten rond 1650 het molenhuis bouwen; in 1740 werd een achterhuis aangebouwd. In 1797
verkocht ambachtsheer mr. J.W. Schorer de molen, het molenhuis met bakkeet en de inventaris voor 4200 gulden aan
molenaar Willem Meijer (H.Uil m.m.v. J.A. Klompe, Sint Philipsland, eiland in de Zeeuwse delta 1487 - 1987, Sint Philipsland,
1987, blz. 75 - 77). Zijn gelijknamige zoon Willem overleed hier in 1848. Diens zoon werd hier broodbakker. Na zijn vertrek bleef
het bakkerij. Na 1959 werd het cafetaria en later een "doe-het-zelf winkel".
Kohieren huisschatting 1674 - 1696:
periode
belastingplichtige
1674 - 1685
molenaarshuis
1686 - 1690
Cornelis de mulder
belasting
£. 0-6-8
1696
Cornelis de mulder
3 haardsteden
Kohier bewoners 1681:
Cornelis de mulder
(aantal personen boven 8 jaar: 1)
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1818 - 1821
weduwe Willem Meyer
1822 - 1833
Willem Meyer
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750
Maatje Wale, Willem Meyer
1758
Willem Meyer, Janna de Kok
Bevolkingsregisters:
A2
1813 - 1837
Janna van der Vliet, later Willem Meyer (molenaar)
Samenvatting eigenaars :
periode
eigenaar
c1650 - 1797
Ambachtsheren
1797 - 1812
Willem Meijer
1812 - 1821
Janna van der Vliet, weduwe van W. Meijer
1821 - 1832
Willem Meijer
Transacties enz.:
Geen transacties bekend.
Woning Voorstraat/hoek (Zuiddijk 3)
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1818
73
1832
317
N.B.
in 1971 gesloopt
roeden
6
cijns
ƒ. 0,30
Naast het huis van molenaar Willem Meijer (Voorstraat 43) werd in 1793 een dijkhuis gebouwd dat we rechts op de foto zien.
Het nieuwgebouwde huis werd gekocht door Johannes den Braber. Zijn dochter Elizabeth trouwde later met Willem de Rooij.
Er was lange tijd een kruidenierswinkel en een broodbakkerij in gevestigd. Het bleef bewoond door dezelfde familie.
Elizabeth Johanna Kempeneers-de Rooij woonde er tot haar overlijden in 1961. Daarna nog enige tijd haar zoon Kees. Kort
daarop, eind jaren ’60 werd het vanwege de bouwvallige staat gesloopt.
Voorstraat westzijde in 1977. In bijna alle panden aandeze zijde van de Voorstraat werd in de loop der eeuwen winkel
gedaan of een ambacht uitgeoefend. V.l.n.r. is het de huidige nummering 4, 6, 8, 10, enz.
Inleiding:
Van dit dijkhuis is slechts één akte bekend. Het pand, dat als Zuiddijk 3 was genummerd, werd in 1971 gesloopt.
Het pand werd gebouwd door Johannes den Braber en het bleef bewoond door zijn nakomelingen. Onder meer woonde
hier de schipper Willem de Rooij, die gehuwd was met een dochter van Johannes den Braber. Lange tijd was hier een
winkel gevestigd.
Cijnsplichtigen:
periode
1818
1832
Bevolkingsregisters:
A1
1813
1821 - 1837
Samenvatting eigenaars :
periode
1793 - 1826
1826 - 1832
cijnsplichtige
Erven Johannes den Braber
Johannes den Braber
Johannes den Braber
Johannes den Braber, later zijn weduwe Leuntje Danser.
eigenaar
Johannes den Braber
Leuntje Danser, weduwe J. den Braber
Transacties enz.:
1793
27 mei; RA 5882, nr. 19R:
Johannes Braeber leent van Marinus Faasse S.zn. £. 100 à 5 %. Onderpand is 'het nieuw opgebouwde huis
staande onder aan den aprel van den zeedijk over het Moolenhuys'.
1828
18 september; Archieven Gemeente Sint Philipsland, Notulen burgemeester en assessoren en correspondentie:
Vergunning verleend aan Willem de Rooij, schipper en winkelier, voor een bakkerij in het huis wijk A, nr. 1. De
buren Willem Meyer (korenmolenaar) en Joseph van Nieuwenhuyzen (herbergier) verklaarden geen bezwaar te
hebben.
Voorstraat westzijde 4.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1779
41
1818
1832
1992
47
267 - 268
4
roeden
(afgesplitst)
25
cijns
ƒ. 1,25
Inleiding:
In 1804 werd dit perceel afgesplitst van het naastgelegen erf (Voorstraat 6). De Diaconie liet hier een nieuw huisje
bouwen. Van circa 1880 tot 1963 was in het pand een bakkerij gevestigd. Daarna kwam hier een winkel.
Cijnsplichtigen:
periode
1818 - 1833
Bevolkingsregisters:
A 23
1821 - 1837
Samenvatting eigenaars:
periode
1788 - 1833
cijnsplichtige
Diaconie
Pieter Aarnoudse (arbeider), later
Cornelis Reyngoud (arbeider)
eigenaar
Diaconie
Transacties enz.:
1788
1, 26 maart; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
De kerkeraad besluit een 'armhuisje' te laten bouwen voor 400 gulden.
1788
4 juli; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
De bouwkosten bedragen geen 400 doch 530 gulden.
1790
24 april; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
Restant van de bouwsom uitbetaald aan metselaar Adriaan de Jong.
1804
RA 5885 C:
Rekening huisschatting. Extra ontvangen van de Diaconie 5 schellingen (betreft een nieuw gebouwd huis).
Voorstraat westzijde 6.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1779
41
1818
1832
1992
46
265 - 266
6
roeden
45
(gesplitst)
19
cijns
£. 0-7-6
ƒ. 0,95
Inleiding:
In 1719 werd in een transactie van huis nummer 8 een leeg erf als noordelijke belending genoemd, in 1751 werd
Maarten van Kinderen als buurman vermeld. In 1757 werd dezelfde persoon genoemd, echter met de aantekening 'overleden'. Mogelijk is Maarten de eerste eigenaar/bewoner geweest. Hij was in ieder geval bezitter van dit huis, zoals uit de
rekening van 1757 blijkt.
De Diaconie verkreeg het huis uit de boedel van Maarten van Kinderen en zij liet het verbouwen. Zij verhuurde
het vervolgens aan Jacob Breur die in 1797 overleed. Door de Diaconie werd het huis in 1803 aan Ary Keyzer verkocht. In
1923 werd het pand ingrijpend verbouwd. In 1935 kwam hier een groentewinkel. Thans is in dit een kapsalon gevestigd.
Een deel van het erf werd afgesplitst en hierop liet de Diaconie het pand Voorstraat 4 bouwen.
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1779 - 1817
Diaconie
1818 - 1820
Jan Christiaan van der Vliet
1821 - 1833
Diaconie
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750, 1758 geen lidmaten vermeld
Bevolkingsregisters:
A 24
1813
Ary Keizer (arbeider)
1821 - 1837
Samenvatting eigenaars :
periode
-1757
1757 - 1803
1803 - ?
- 1818
- 1832
Jan Christiaan van der Vliet (arbeider)
eigenaar
Maarten van Kinderen
Diaconie
Ary Keyzer
Jan Christiaan van der Vliet
Diaconie
Transacties enz.:
1757
11 februari; RA 5885, nr. 3:
Rekening door Adriaan van der Schoor wegens de verkoop van een kudde schapen, eigendom van Maarten
van Kinderen t.b.v. diens minderjarige wezen: Catharina en Pieter, krachtens machtiging van Burgemeester en
Schepenen d.d. 11 februari 1757. Overgebracht 14 juli 1759.
- kudde bracht op £. 71-2-6;
- opgave van de onroerende bezittingen van de overledene, onder andere een boek met zilveren sloten;
- het huis en erf, nagelaten door de overledene, is verhuurd aan Cornelis Colle van 1 november 1756 tot 1
november 1757 voor £. 4 per jaar.
1757
24 juni; RA 5885 E, nr. 132:
Inventaris van de boedel van de overleden Maarten van Kinderen. Deze bezat een huis en erf tussen het kerkhof
en Johannes Fokkee.
1758 /1759 Archief Heerlijkheid, inv.nr. 133, Rekening Diaconie.
Lambregt Soetens, metselaar te St. Annaland, metselde het huis van wijlen Maarten van Kinderen en ontving
daarvoor £. 90.
1759 e.v.; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland;
25 februari 1759: Het huisje van Maarten van Kinderen verhuurd aan Jacob Breur voor 20 gulden per jaar. De
huur bedroeg in 1760 £. 3 (18 gulden), in 1763 £. 4 (24 gulden) en daarna 22 gulden per jaar. Vermoedelijk bleef
Jacob Breur hier wonen tot zijn overlijden in 1797.
1803
4 oktober; RA 5881, nr. 5:
Pieter van Dijke, diaken, namens de Kerkeraad, verkoopt aan Ary Keyzer een huis en erf op 22.5 roeden cijnsbare
grond, gelegen naast Pieter van Dijke en 'de armen'. Prijs £. 83-6-8.
1803
4 oktober; RA 5882, nr. 8:
Schuldbekentenis van Ary Keizer: £. 66-13-4 à 5 % geleend van de Diaconie wegens restant kooppenningen.
Onderpand: zijn heden getransporteerde huis op 22.5 roeden naast Pieter van Dijke en een huis van de
Diaconie.
Voorstraat westzijde 8.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1712
35
1779
40
1818
45
1832
263 - 264
1992
8
roeden
20
25.5
26
cijns
£. 0-3-4
" 0-4-3
ƒ. 1,30
Inleiding:
De eerste eigenaar/bewoner was waarschijnlijk Johan Focke (of Fokkee). Na het kinderloos overlijden van zijn
zoon Johannes werd het huis in 1758 door zijn erfgenamen verkocht aan Izak Steyn, die het behield tot 1768. Het werd toen
eigendom van kleermaker Nicolaas Termaat, later van zijn weduwe en zijn zoon Vincent.
Vermeldenswaard is dat Nicolaas Termaat voor de koop hypotheek verleende aan de Diaconie en dat de
aflossing van de schuld bestond uit de volledige verzorging gedurende vier jaar van Jan de Maker.
In 1798 kocht de uit Tholen afkomstige Johannes van den Tol het huis voor £. 116-13-4 en deze verkocht het in
1801 voor hetzelfde bedrag aan Johannes van Dijke. Zijn zoon Pieter kocht het in 1818 uit de boedel van zijn moeder en na
het overlijden van zijn weduwe werd het in 1832 gekocht door haar broer Abraham van Oeveren. In 1827 werd een
vergunning verleend om er een broodbakkerij te vestigen. Deze bakkerij werd voortgezet door Damis Everaers, een zoon
van de Hervormde predikant, en later ondergebracht in het pand Voorstraat 4. Op het eind van de 19de eeuw was hier
een winkel. Nadien werd het weer woonhuis.
Cijnsplichtigen:
periode
1712 - 1714
1730 - 1733
cijnsplichtige
Jan Focke
idem
1779 - 1801
Nicolaes Termaet
1802 - 1831
Pieter van Dijke
1832 - 1833
Abraham van Oeveren Azn.
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750, 1758 geen lidmaten vermeld
Bevolkingsregisters:
A 25
1813
Johannes Wagemaker (arbeider)
1821 - 1837
Adriaan van der Vliet (arbeider), later
Marinus Geense (smid) en Marinus van Oeveren (bakker)
Samenvatting eigenaars :
periode
eigenaar
1709 - 1758
Jan Focke, later zijn weduwe en zijn zoon Johannes
1758 - 1768
Izak Steyn
1768 - 1798
Nicolaas Termaat, later zijn weduwe en zijn zoon Vincent
1798 - 1801
Johannes van den Tol
1801 - 1817
Johannes van Dijke, later zijn weduwe Neeltje Klippel
1817 - 1825
Pieter J.zn. van Dijke
1825 - 1831
Adriana van Oeveren, weduwe P. van Dijke
1832
Abraham van Oeveren Abr.zn.
Transacties enz.:
1709
17 juni; RA 5879 C, nr. 250; RA 5885 D:
Johan Focke leent van de Diaconie van Sint Philipsland 50 Carolusgulden voor één jaar à 5 %. Onderpand zijn
huis; N: kerkhof; O: de straat; Z: Lambreght Janse van den Berge; W: dorpsland.
1719
9 mei; RA 5885 D:
Johannis Focke geeft hypotheek, £. 24 à 5 %, op zijn huis aan schout Cornelis Wale wegens een schuld aan de
weduwe van Cornelis Jansen. Belendingen woonhuis van Johannis Focke N: leeg erf; O: Voorstraat; Z: Lambreght
Jansen; W: het erf.
1751
8 november; RA 5885 E, nr. 94:
Weduwe Johan Fokkee verkoopt aan haar zoon Johannes Fokkee een huis met erf. N: Maarten van Kinderen; O:
de straat; Z: schoolmeester Nicolaas Goethart. Prijs £. 20.
1757
december; RA 5885 E, nr. 137:
Voorwaarden voor de verkoop het huis van Johannes Fokkee (ovl.), tussen Nicolaes Goedhart en Maarten van
Kinderen (ovl.).
1758
10 maart; RA 5885 E, nr. 137 en 138:
De erven Johannes Fokkee, waaronder de minderjarige kinderen van wijlen Pieter Stoop (gehuwd met Dingena
Fokkee ovl.) verkopen aan Izak Steyn een huis met erf gelegen tussen schoolmeester Nicolaas Goethart en wijlen
Maarten van Kinderen. Prijs £. 31.
1768
5 mei; RA 5881, nr. 77:
Izak Steyn verkoopt aan Nicolaes Termaat een huis naast schout Marinus Reyngoud en een huis van de Diaconie
Prijs £. 50.
1768
5 mei; RA 5882, nr. 73:
Schuldbekentenis van Nicolaas Termaat: £. 50 geleend van de Diaconie, met als tegenprestatie de verzorging
van Jan de Maker, die hij "gedurende de tijd van vier agtereenvolgende jaren, beginnende met 6 mei 1768, zal
houden en alimenteren, in kost, verplegen, belappen en benaeyen en zulks in alles ordentelijk en na behoren"; af
te trekken bij eerder overlijden £. 12-10-0 per jaar. Onderpand het huis en erf naast het huis van schout Marinus
Reyngoud en dat van de Diaconie.
1768
26 juni; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland;
Door de Diaconie 300 gulden verstrekt aan Nicolaas Termaat, onder verband van diens huis, waarvoor hij de
door de Diaconie gealimenteerde Jan de Maker vier jaar zal onderhouden.
1790
3 juni; RA 5882, nr. 78:
Schuldbekentenis van Nicolaas Termaat: 50 Carolusgulden à 4 % geleend van de Diaconie. Onderpand is zijn
huis en erf. Doorgehaald 2 augustus 1798.
1792
26 maart; RA 5882, nr. 5:
Schuldbekentenis van Maria de Vosch, weduwe van Nicolaas Termaat: 100 Carolusgulden à 4 % geleend van de
Diaconie. Onderpand: haar huis; haar zoon Cent Termaat doet afstand en is borg voor de eerder door zijn vader
geleende 50 Carolusgulden. Doorgehaald 2 augustus 1798.
1797
27 november; RA 5882, nr. 73:
Schuldbekentenis van Maria de Vos, weduwe van Nicolaas Termaat: £. 16-13-4 à 4 % geleend van Diaconie.
Onderpand: haar huis. Voldaan door haar zoon Cent Termaat, doorgehaald 2 augustus 1798.
1798
2 augustus; RA 5881, nr. 105:
Cent Termaat verkoopt aan Johannes van den Tol een huis en erf gelegen naast het huis van Cornelis Reyngoud
en dat van de Diaconie, tegen het kerkhof. Prijs £. 125 contant.
1798
2 augustus ; RA 5882, nr. 103:
Schuldbekentenis van Johannes van den Tol: £. 116-13-4 à 5 % geleend van Cornelis Nelisse, St. Maartensdijk.
Onderpand is het huis en erf naast Cornelis Reyngoud en dat van de Diaconie, heden door Cent Termaat aan
hem getransporteerd. Doorgehaald 6 mei 1801.
1801
6 mei; RA 5881, nr. 21?:
Johannes van den Tol verkoopt aan Pieter J.zn. van Dijke een huis en erf, gelegen naast Cornelis Reyngoud, de
Diaconie en het kerkhof. Prijs £. 116-13-4.
1818
2 maart; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2814 (763):
Boedelscheiding van Neeltje Klippel, weduwe van Johannes van Dijke, (ovl. Sint Philipsland 13 juni 1817), waaruit
blijkt dat het huis op 31 oktober 1817 in het openbaar is verkocht aan Pieter van Dijke J.zn. voor ƒ. 995.
1827
14 mei; Archieven Gemeente Sint Philipsland, Notulen burgemeester en assessoren en correspondentie:
Vergunning verleend aan Marinus van Oeveren voor het vestigen van een broodbakkerij in dit pand.
1832
9 juli en 16 juli; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2924 (1093 en 1106):
Adriaan van Dijke, vader en voogd van de minderjarige kinderen in huwelijk verwekt bij zijn nog in leven zijnde
huisvrouw Maria Abrahamse van Oeveren, nl. Pieter (20 jaar), Abraham (17 jaar) en Adriaantje (15 jaar),
benoemde erfgenamen voor de helft van de nalatenschap van wijlen Adriana van Oeveren, (ovl. Sint
Philipsland 28 juni 1831), weduwe van Pieter van Dijke; Abraham van Oeveren, winkelier te Sint Philipsland en
diens huisvrouw Adriana Mol, vroedvrouw, ouders van Adriana van Oeveren; Abraham van Oeveren
Abrahamszoon, landman te Sint Philipsland; Maria van Oeveren, huisvrouw van Adriaan van Dijke; Marinus van
Oeveren, landman te Sint Philipsland; Adriaantje van Oeveren, huisvrouw van Pieter van Ast, wonende te
Scherpenisse, broers en zusters van Adriana van Oeveren, erfgenamen voor de andere helft, veilen in het
openbaar o.a. het huis, erf, schuurtje en tuin nr. 25, zijnde een broodbakkerij. Koper: Abraham van Oeveren,
Abr.zn., landman te Sint Philipsland voor 657 gulden. Het was eerder verkregen door de overleden Pieter van
Dijke van de erven van Neeltje Klippel, weduwe van Johannes van Dijke, blijkens proces-verbaal van de
openbare
verkoop d.d.
31 oktober
1817.
Rechts de woningen vanaf nummers Voorstraat 10, 12, 14, enz. Voorstraat 10 is al in 1765 in eigendom gekomen van schout
Marinus Reijngoudt. Nog steeds (2008) wordt het bewoond door deze familie. Achtereenvolgens werd hier door vier
generaties, namelijk Cornelis, Abraham, Poulus Cornelis, en Pieter Reijngoudt het slagersambacht uitoefend Door de vrouw
van de laatste wordt het pand nu nog bewoond. Voor de slagerswinkel staan v.r.n.l. Piet de Kok, schoenmaker Hendrik
Kramer, Kees Westbroek met daarnaast de kinderen Truus, Jan, Henk en Jacob Bosman. De ouders van deze kinderen
hadden een slagerij op Voorstraat 28. Links op de stoep staat huisarts De Groot.
Voorstraat westzijde 10
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1712
34
1779
39
1818
44
1832
261 - 262
1992
10
roeden
20
24.5
25
cijns
£. 0-3-4
" 0-4-1
¦. 1,25
Inleiding:
Van dit perceel zijn slechts twee transacties bekend. De eerste (?) eigenaar Lambreght van den Bergh werd
reeds in 1709 als buur genoemd. In 1750 kocht schoolmeester Nicolaas Goedhart het pand. In 1765 kwam het huis in het
bezit van schout Marinus Reyngoud. Opmerkelijk is dat dit pand sindsdien onafgebroken in het bezit is van een lid van de
familie Reijngoudt
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1712 - 1714
Lambreght Janssen van den Bergh
1730 - 1733
idem
1779 - 1801
Marinus Reyngoud
1802 - 1817
erven Marinus Rijngoud
1818 - 1820
Pieter Ryngoud
1821 - 1833
erven weduwe Cornelis Reyngoudt
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750, 1758
Nicolaas Goedhart, Anna Buytenweg
Bevolkingsregisters:
A 26
1813 - 1837
Pieter Reyngoud (arbeider)
A 26b
1821 - 1837
Cornelis Reyngoud (arbeider)
Samenvatting eigenaars :
periode
eigenaar
- 1750
Lambreght Janssen van den Bergh, later diens erfgenamen
1750 - 1765
Nicolaes Goedhart
1765 - 1817
Marinus Reyngoud, later diens erfgenamen
1818 Pieter Reyngoud
- 1832
Cornelis Reyngoud
Transacties enz.:
1750
9 februari; RA 5885 E, nr. 81:
Jan Lambregh en Johannes van Kapellen, erfgenamen van hun vader Jan Lambregtse van den Bergh verkopen
aan Nicolaas Goedhart een huis met erf gelegen naast dat van de weduwe Fokkee. O: de straat; Z: Cent
Schreel. Prijs £. 55.
1765
8 mei; RA 5881, nr. 47:
Voorwaarden van Abram Buytenweg als voogd over de nagelaten kinderen van Nicolaas Goedhart voor de
verkoop van huis en erf, N: Isack Steyn; Z: Cent Schreel. Schout Marinus Reyngoud koopt op dezelfde dag voor
£. 83. Borgen Gabriël Steyn en Leendert Klippel.
Nr. 48: de kerkeraad is gemachtigde van Abram Buytenweg.
Voorstraat westzijde 12.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1704
33
1779
38
1818
43
1832
259 - 260
1992
12
roeden
18
18
19.5
cijns
£. 0-3-0
" 0-3-0
¦. 1,-
Inleiding:
Vermoedelijk werd dit huis omstreeks 1700 gebouwd. De eerste eigenaar was ds. Van der Kruyssen. Gedurende
lange tijd is Pieter Fransen, en later zijn weduwe, bewoner geweest. In 1718 werd een hypotheekvordering ten laste van
Pieter Fransen door de weduwe Van der Kruyssen verkocht. Na het overlijden van Pieter Fransen bleef diens weduwe,
Abigail Hendricks, het huis bewonen. Na haar overlijden in 1730 kwam het pand aan de Diaconie. In 1739 werd het door de
Diaconie verkocht aan Cent Schreel. Deze verkocht het op zijn beurt in 1767 aan Johannes Faasse. In 1802 verkocht Cornelis
Faasse het pand aan Adriaan Noordijk.
De Voorstraat begin vorige eeuw. Thans zijn de woningen rechts bekend als nr. 12, 14, 16, enz. In het eerste huis rechts
woonde toen toen timmerman Christiaan Feleus met zijn gezin. Vanaf 1917 tot 1945 werd het bewoond door het gezin van
aannemer Lourus Jan Allewijn. Daarna door aannemer Cent van Schelven. Links op de fotostaan voor haar woning Dina
Kunst-Smits met dochter Neeltje. Naast deze: Elizabeth van der Poest (in de volksmond: Betje Poes).
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1704
ds. van der Cruyssen
1707 - 1709
idem
1710 - 1714
weduwe ds. van der Cruyssen
1730 - 1732
Pieter France
1733
Adriaen Boey
1779 - 1801
Johannes Faasse
1802 - 1817
Adriaan Noorddijk
1818 - 1820
Paulus Zwagemaker
1821 - 1833
Jan Noordijke
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750
Aarnoudina Steyn (gehuwd met de Rooms Katholieke Vincent Schreel).
1758
Hendrina Steyn
Bevolkingsregisters:
A 27
1813
Adriaan Noordijk (arbeider)
1821 - 1837
Abraham Maten (kleermaker), later Jan Noordijk (arbeider)
Samenvatting eigenaars :
periode
eigenaar
c1700 ds. Johannes van der Kruyssen, later zijn weduwe
- 1730
Pieter Fransen, later diens weduwe
1730 - 1739
Diaconie
1739 - 1767
Cent Schreel
1767 - 1801
Johannes Faasse
1801 - 1802
Cornelis Faasse
1802 - 1814
Adriaan Noordijk
1814 - 1832
Jan Noordijk
Transacties enz.:
1718
12 januari; RA 5879 C, nr. 30:
Nicolaas Wouters, namens Margarita Debitz, weduwe van ds. Van der Cruijsse, draagt over aan de secretaris Arij
Meulenbergh een paaibrief ten laste van Pieter Fransz staande op diens huis groot £. 22 en dit voor een bedrag
van £. 8.
1739
22 april; RA 5885 E, nr. 30;
Jan Mol, als armmeester, verkoopt aan Cent Schreel een huis met erf. N: Lambregt van den Berg; O: de straat; Z:
Johannes Steyn. Prijs is £. 38.
N.B. N en Z, zoals in de akte vermeld, moeten worden verwisseld.
1741/1742; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland; Diaconierekening: Vincent Scareel kocht een huis
van de Diaconie.
1761
27 november; 5879 B:
Eiser: secretaris Adriaen van der Schoor;
Gedaagde: Cent Schreel;
wegens: £. 1-7-0 voor huisschatting en cijns over 1761-1764.
1767
16 april; RA 5881, nr. 64:
Cent Schreel verkoopt aan Jan Faasse een huis en erf. N: schout Marinus Reyngoud; Z: Abraham Nelisse; W: de
straat. Prijs 50 Carolusgulden.
1801
30 september; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 5240 (939):
Johannes Faasse legateert aan zijn broer Cornelis Faasse zijn huis en erf, dat staat tussen de huizen van Johannes
Endhoven en Cornelis Reyngoud, onder voorwaarde van levenslange verzorging.
1802
10 mei; RA 5881, nr. 42:
Cornelis Faasse verkoopt aan Adriaan Noordijke een huis en erf, gelegen naast Johannes Endhoven en Cornelis
Reyngoud. Prijs £. 58-6-8 contant.
Voorstraat westzijde 14.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1699
32
1779
37
1818
42
1832
257 - 258
1992
14
roeden
18
18
18.5
cijns
£. 0-3-0
" 0-3-0
¦. 0,95
Inleiding:
Dit huis werd kort voor 1700 door ds. Van der Kruyssen gebouwd als geldbelegging. Zelf woonde hij ongetwijfeld
op nummer 20 - 24. Zijn weduwe verkocht het huis en erf in 1711 aan Joos Andriesse Hart. Daarna kwam het in bezit van zijn
zoon Andries Hart, die het in 1726 van de Diaconie kocht.
In 1751 bleek het huis in het bezit te zijn van de Diaconie
want het werd toen door hen verkocht aan Cornelis Steendijk. Naast de koopsom van 35 ponden Vlaams nam hij op zich
Cornelis Breur, die voor rekening van de Diaconie werd onderhouden, vier jaar lang te verzorgen. De daaropvolgende
transactie, in 1775, heeft betrekking op de verkoop van de helft van het huis aan Abraham Nelissen. De Diaconie had
besloten zich met het huis te bemoeien en droeg zorg voor herstel.
In 1797 werd het huis verkocht aan schoolmeester Johannes Endhoven. Van de tweede helft van de 19de eeuw
af was hier een winkel gevestigd. In 1949 werd hier een melkwinkel geopend, thans is in dit pand een slijterij gevestigd.
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1699 - 1709
ds. Van der Kruyssen
1710 - 1712
weduwe ds. Van der Kruyssen
1713 - 1714
Joos Hart
1730 - 1732
Andries Hart
1733
Diaconie
1779 - 1817
Abram Nelisse
1818 - 1827
Johannes Endhoven
1828 - 1833
erven Johannes Endhoven
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750, 1758
huis niet vermeld.
Bevolkingsregisters:
A28
1813 - 1837
Johannes Endhoven (onderwijzer), later Engel Endhoven en Maarten den Braber
Samenvatting eigenaars :
periode
c1699 - 1711
1711 - 1725
1725 - 1726
1726 - 1751 Diaconie
1751 - 1775
1775 - 1797
1797 - 1832
Transacties enz.:
eigenaar
ds. Johannes van der Kruyssen, later zijn weduwe
Joos Andriesse Hart, later diens erfgenamen
Diaconie
Andries Hart
Cornelis Steendijk, later diens erfgenamen
Abraham Nelisse
Johannes Endhoven, later diens erfgenamen
1711
16 mei; RA 5879 C, nr. 277:
Joos Andriesse Hart leent van de Diaconie van Sint Philipsland 100 Carolusgulden voor één jaar à 5 %. Onderpand een woonhuis; N: weduwe van der Cruijssen; O: de straat; Z: Jacob Davidts; W: dorpsland.
1711
12 juni; RA 5879 C, nr. 280, 281:
Margareta Debbits, wed. van Johan van der Cruijssen, predikant, levert een huis aan Joos Andriessen Hart. N:
weduwe Van der Cruijssen; O: Voorstraat; Z: Jacob Davidts; W: dorpsland. Prijs £. 32. £. 16-13-4 contant, de rest in
termijnen. Met verkoopvoorwaarden d.d. 12 juni 1711.
1725
RA 5885 D,:
De weeskamer van Sint Philipsland verkoopt namens de erven van Joos Hart diens huis aan Andries Hart. Prijs
£. 26. Levering op Paasdag 1726.
1726
8 mei; RA 5879 D, nr. 319, 320:
Ds. Bierman, namens de kerkeraad, verkoopt aan Andries Hart een huis N: weduwe Pieter Fransen; O: de
Voorstraat; Z: Jakob Davits; W: dorpsland. Prijs £. 26.
1726 /1727; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland; Diaconierekening: Andries Hart koopt een armhuis.
1739
22 april; RA 5885 E, nr. 33:
Armmeester Jan Mol verkoopt aan Johannes Steyn een huis voor £. 39. N: Tanneke Haen; O: de straat; Z: Jacob
Davids; W: -.
1741 /1742; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland; Diaconierekening: Johannes Steyn huurt een huis à
16 gulden per jaar.
1751
18 februari; RA 5885 E, nr. 90, 93:
Kerkeraad en armmeester verkopen aan Cornelis Steendijk een huis N: Cent Schreel; O: de straat; Z: Ary van
Bendegom; W: -. Prijs £. 35, omgezet in vier jaar onderhoud en verpleging van Cornelis Breur.
1751
31 maart; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
Cornelis Steendijk wil één van de Diaconiehuizen kopen, thans bewoond door Jan Noortdijk. N: het huis van Cent
Schreel; O: de straat; Z: Ary van Bendegom.
Accoord bereikt voor £. 35, per 1 mei 1751. Ter voldoening van de koopsom zal Steendijk Cornelis Breur vier jaar
lang onderhouden.
1775
4 april; RA 5881, nr. 115:
Lena Steendijk, weduwe van Geert Klaassen Jagt, en Jacob Hart verkopen aan Abram Nelissen de helft van het
huis, gelegen naast het huis van Sent Schreel en dat van Izack Steyn. Prijs £. 10.
1774 /1775; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
23 juli 1774: De Diaconie neemt aan de zaak van het huis van Abram Nelisse tegen de weduwe Lena de Valk en
Jacob Hart.
1 oktober 1774: Ouderling Jan de Nijs (tevens timmerman) heeft de kosten van reparatie van het huis begroot.
Voor het achterhuis geraamd op £. 5. Jacob Hart zal gevraagd worden zijn deel te verkopen voor dezelfde prijs
als de weduwe Lena de Valk heeft gedaan. Opdracht tot herstel gegeven.
16 oktober 1774: Ook Jacob Hart heeft zijn deel verkocht. Aan Abram Nelisse wordt door de Diaconie 100 gulden
geleend met als onderpand het huis.
31 december 1774 / 1 april 1775: Het huis werd beleend met 100 gulden.
1775
4 april; RA 5882:
Schuldbekentenis van Abraham Nelisse: £. 16-13-4 à 4% geleend van de Diaconie. Onderpand: het huis naast
Sent Schreel en Izak Steyn.
1797
15 juni; RA 5881, nr. 72:
Abraham Nelisse verkoopt aan Johannes Endhoven een huis en erf naast Ary van Bendegom en Johannes
Faasse. Prijs £. 58-6-8 contant.
Voorstraat westzijde 16
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1699
31
1779
36
1818
41
1832
255 - 256
1992
16
roeden
18
19
20
cijns
£. 0-3-0
" 0-3-2
¦. 1.-
Inleiding:
De erfgenamen van Pieter Dingenis verkochten het pand in 1672. De nieuwe eigenaar, Lambrecht van Lijere,
deed zijn huis in 1696 over aan de gebroeders Van Dijcke, die het in 1703 op hun beurt verkochten aan Jacob Davidsen.
Op welke wijze en wanneer het huis in het bezit kwam van de weduwe van Johan Turcq is niet bekend. Zij verkocht het in
1748 aan Ary van Bendegom. Zijn weduwe Sara Deurloo huwde in 1766 met Izak Steyn en zij wordt in 1779 nog als buurvrouw
van Voorstraat 18 vermeld. Haar dochter Sara van Bendegom, die in 1778 huwde met Kommer Noordijk, was van 1802 tot
1808 cijnsplichtig.
In 1989 werd dit pand in het kader van de dorpsvernieuwing geheel opnieuw opgetrokken door de gemeente.
Kohieren huisschatting 1674 - 1696:
periode
belastingplichtige
belasting
1674 - 1690
Lambrecht Pijeters/
Lambrecht van Lijere £. 0-3-4
1696
Lambrecht van Lijere
1 haardstede
Kohier bewoners 1681:
Lambrecht Pieters
(aantal personen boven 8 jaar: 2)
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1691 - 1698
Adriaen Janssen Pieck
1699 - 1700
Minnekus Jacobsen
1701 - 1702
Willem Jacobsen
1703 - 1714
Jacob Davidsen
1730 - 1733
idem
1779 - 1801
Sara Deurloo, weduwe van Izak Steyn
1802 - 1808
Sara van Bendegom, weduwe van Kommer Noordyke
1809 - 1817
Johannes de Nijs
1818 - 1833
Ary Noordyke
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750, 1758 Ary van Bendegom en Sara Deurlo.
Bevolkingsregisters:
A 29
1813 - 1837
Arie Noordijk (arbeider)
Samenvatting eigenaars :
periode
eigenaar
- 1672
Pieter Dingemans
1672 - 1696
Lambrecht van Lijere
1696 - 1703
Willem en Minnekus Jacobs van Dijcke
1703 Jacob Davidsen
- 1748
weduwe van Johan Turcq
1748 - 1766
Ary van Bendegom, later zijn weduwe Sara Deurloo
1766 - 1781
Izak Steyn, later zijn weduwe Sara Deurloo
Kommer Noordijk, later zijn weduwe Sara van Bendegom
Johannes de Nijs
- 1832
Arie Noordijk
Transacties enz.:
1672
14 maart; RA 5879 C nr. 59:
Gilles Martens Otto als getrouwd met Janneken Dingenis en Nicolas de Wael, gehuwd met Marijken Dingenis,
beiden zusters van Pieter Dingenis (ovl.), zijnde erfgenamen van hem, verkopen aan Lambrecht Pijersz. een huis
aan de Voorstraat. N: leeg erf; O: Voorstraat; Z: C. de Putter; W: leeg erf. Prijs: £. 15.
1696
3 juli; RA 5879 C, nr. 287:
Lambrecht van Lijere verkoopt aan Willem en Mijnnekus Jacobs van Dijcke een woonhuis. N: onbetimmerd
dorpsland; O: Voorstraat; Z: Marckus Aenderijesen; W: onbetimmerd dorpsland. Prijs £. 19 contant.
1703
16 mei; RA 5879 C, nr. 90, 91:
Willem en Mijnekes Jacobs verkopen aan Jacob Davidsen een woonhuis. N: ds. Van der Kruyssen, bewoond door
Joos Hart; O: de straat; Z: de stadhouder Marckus Anderijesen; W: dorpsland. Prijs 150 Carolusgulden, 50 contant,
de rest in twee termijnen. Verkopers mogen het nog bewonen tot mei 1704, echter moeten zij het wind- en
regendicht houden, d.w.z. de pannen laten strijken en de glazen onderhouden. Afgelost in 1705.
1712
13 februari; RA 5879 C, nr. 181:
Jacob Davijdtsen leent van Marijnus Meijers £. 25 voor één jaar à 5 %. Onderpand een woonhuis en erf; N: Joos
Hart; O: Voorstraat; Z: Leendert van Akeren; W: dorpsland.
1748
5 april; RA 5885 E, nr. 69:
Adriaan van der Schoor, als rentmeester van de weduwe van Johan Turcq, verkoopt aan Ary van Bendegom
een huis met erf gelegen naast Johannes Steyn en Frans Kunst. Prijs £. 30.
Dat de Voorstraat in 1923 nog met sintels was verhard is hier duidelijk zichtbaar. Het betreft hier een plaatje ter ere van het
25-jarig regeringsjubileum van H.M. Koningin Wilhelmina. Twee Fluplandse boerinnen poseren met hun versierde tweewieler
met paard in de Voorstraat voor de woningen v.l.n.r. 18 (ged), 16, 14, 12, 10 en 8. Bij de slagerij van P.J. Reijngoudt op nr. 10
staat de slager en enkele van zijn dochters in de deuropening.
Voorstraat westzijde 18.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1691
28
1699
30
1779
35
1818
40
1832
253 - 254
1992
18
roeden
24.25
24.5
27.5
27.5
cijns
£. 0-4-0.5
" 0-4-7
ƒ. 1,40
Inleiding:
De eerste eigenaar van dit perceel was waarschijnlijk Jan Pietersz. de Winter. Cornelis de Putter verkocht het
pand in 1695 aan Marckus Andriesz. van der Clooster, die hier ging wonen. In 1708, toen het werd verkocht aan Leendert
van Akeren, bleek er ook een losstaande schuur op het erf te staan. In 1718 verkocht Leendert Janssen Vergoudt
(= Leendert van Akeren) het woonhuis aan Roelandt Pietersen van Ziervelt doch de transactie werd verhinderd door
Laurens Dane, die tot naasting overging.
In 1733 bleek Frans Kunst eigenaar te zijn, hij gebruikte het twee jaar later als onderpand voor een lening. Het
bleef daarna in bezit van deze familie. In de 20ste eeuw vestigde zich in dit pand een schoenmaker. Thans is het, na
verbouw, opnieuw woonhuis.
Kohieren huisschatting 1674 - 1696:
periode
belastingplichtige
belasting
1674, 1675 Cornelis Jans Kemp (boer)
£. 0-4-2
1676 - 1678
Job Jacobs
1679
Josijnjen Geers
1680 - 1684
Claes de Beel/Claes Dabel
1685 - 1688
Willem de Wever
1689 - 1690
Willem Coene
1696
de stadhouder Markus
1 haardstede
Kohier bewoners 1681:
Claas Dabel
(aantal personen boven 8 jaar: 2)
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1691 - 1698
de erven van Marinus de Putter's weduwe
1699 - 1713
Markus Andrijesen
1714
Leendert van Akeren
1730 - 1732
Lauwerijs Dane
1733
Frans Kunst
1779 - 1817
Laurens Kunst
1818 - 1831
Frans Kunst
1832 - 1833
erven Frans Kunst
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750, 1758 geen lidmaten vermeld
Bevolkingsregisters:
A 30
1813 - 1837
Frans Kunst (arbeider), later anderen
Samenvatting eigenaars :
periode
eigenaar
- 1670
Jan Pietersz. de Winter
1670 - 1695
Cornelis Marinusz. de Putter
1695 - 1708
Marckus Andriesz. van der Clooster
1708 - 1718
Leendert van Akeren/Leendert Janssen Vergoudt
1718 - 1732
Laurens Dane
1733 - 1778
Frans Kunst
1779 - 1832
Laurens Kunst, later Frans Kunst en diens erfgenamen
Transacties enz.:
1670
7 januari; RA 5879 C nr. 46:
Cornelis Marijnis de Putter verleent hypotheek op zijn huis aan Jan Pijers. de Wijnter. N: erfgenamen van Pijeter
Dijngemans; O: Voorstraat; Z: Ambachtsheren huis; W: Achterstraat. Het bedrag is £. 50; afgelost in 1671; bestemd
voor de aankoop van een huis, (Jan Pijers de Wijnter is vermoedelijk de verkoper).
1689
16 maart; RA 5879 C, nr. 177- 183:
Rekening door Pieter Jansen Gekier als vader van Catarijna Pieters en als voogd van de nagelaten wees van de
weduwe van Cornelis Marijnesz Putter genaamd Pieternella Bernoelje, beiden erfgenamen van hun grootmoeder Aderjaen Willems, weduwe van Marijnes de Putter, over 11 maart 1681 - mei 1688.
- onder andere ontvangen van Claes Dabel de huur van het huis van de wees, staande aan de Voorstraat: N:
Lambrecht van Lijere; Z: ds. Boeije, over de jaren 1681 - 1684 £. 3-6-8 per jaar.
- idem van Pieter van Lee ? over 1684/'85 £. 3-6-8.
- idem van Willem Coene over 1685/'86 £. 3-6-8, 1686/'87 £. 3-6-8. Hij huurde het ook in 1687/'88.
- Diverse onderhoudswerkzaamheden aan dit huis.
1695
10 maart; RA 5879 C, nr. 244:
Cornelis de Putter verkoopt aan Marckus Anderijsz een woonhuis. N: Lambrecht van Lijere; O: Voorstraat; Z: ds.
Jan Boeije; W: dorps onbetimmerd land. Prijs 200 Carolusgulden, 100 gulden direct, de rest in termijnen.
Doorgehaald in 1760.
1708
12 december; RA 5879 C, nr. 232, 233:
Marcus Andriessen van der Clooster verkoopt aan Leendert van Akeren een woonhuis, bewoond geweest door
de verkoper, en een schuur (los van het huis staand). N: Jacob Davidts; O: Voorstraat; Z: predikant Van der
Kruyssen; W: dorpsland. Prijs 700 Carolusgulden, 200 gulden direct, de rest in termijnen per 50 gulden. Met
verkoopvoorwaarden d.d. 12 juli 1708.
1708
17 december; RA 5879 C, nr. 240:
Leendert van Akeren leent van Ds. Van der Kruyssen, handelend namens de Diaconie, £. 16.13.4 à 5 % voor een
jaar. Onderpand zijn woonhuis N: Jacob Davidts; O: de straat; Z: huis van de predikant; W: dorpsland.
1718
8 maart; RA 5885 D:
Leendert Janssen Vergoudt verkoopt aan Roelandt Pietersen van Ziervelt een woonhuis en erf voor £. 54-3-4.
Oplevering zal plaats vinden per mei 1718.
1718
5 april; RA 5879 C, nr. 146 - 149:
Leendert Janssen Vergoudt transporteert een woonhuis en erf aan Roeland Pietersen van Ziervelt volgens
verkoopvoorwaarden van 8 maart 1718. Het object wordt echter genaast door Laurens Daane en Van Ziervelt
doet afstand. Verkoper mag hier blijven wonen tot mei 1718. Belendingen N: Jakop Davidsen; O: Voorstraat; Z:
Cornelis Noorthoek; W: dorpsland.
1735
19 mei; RA 5885 E, nr. 11:
Schuldbekentenis van Frans Kunst: £. 11-13-4 à 3.5 % geleend van zijn zwager Anderies Boers. Onderpand is zijn
woonhuis. N: Jacob Davits; O: de straat; Z: Johannes Steyn.
1779
6 april; RA 5886, nr. 146:
Adriaan Kunst, Frans Kunst, Cornelis Kunst, Jan Kuypers gehuwd met Henrica Kunst en Adriana Kunst, zoons en
dochters van Frans Kunst, overleden te Sint Philipsland, zien af van de nalatenschap en wel speciaal van het
door hem nagelaten huis en erf: Voorstraat Westzijde, naast het huis van de weduwe Berbel Nelisse (Z) en
weduwe Sara Deurlo (N), ten behoeve van hun broer Laurens Kunst, wonende te Sint Philipsland, die dit huis mag
behouden. Opgemaakt te Tholen en Oud-Vossemeer.
1793
10 december; RA 5882, nr. 32:
Schuldbekentenis van Laurens Kunst: £. 16-13-4 à 5% geleend van Machiel Mol. Onderpand is het huis en erf
naast weduwe Leendert Nelisse en Jacobus van Bendegom.
Voorstraat westzijde 20.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
roeden
1726
(perceel en huis gesplitst)
1779
34
26.5
1818
39
26
1832
251 - 252
1992
20
cijns
£. 0-4-5
ƒ. 1,30
Voorstraat westzijde vanuit het zuiden met de huidige nrs. 22, 20, 18, enz. met op de achtergrond de twee rijen bomen die
het kerkdreefje het aanzicht geven van een laantje. De foto werd kort na 1920 gemaakt. Eerder hadden Marinus Neele en
zijn vrouw Adriana Pieternella van de Ree op nr. 22 een kruidenierswinkel. Ernaast, op nr. 20, had de weduwe van Machiel
Stols, en later haar twee dochters Cato en Antoinette een kruidenierswinkeltje. In het derde pand was de schoenmakerrij
van Hendrik Kramer, later zijn zoon Jan Kramer. De personen voor het eerste pand zijn Willem Kramer, Jannetje KaashoekGunter met zoontje Jan. Daarnaast staat Keetje den Braber-Meijer met haar kleindochters Keetje en Lena Verhage
Inleiding:
Schoolmeester Cornelis Noorthoek verkocht in 1726 de noordelijke helft van het huis Voorstraat 24 aan schipper
Jacob Andriesse Steketee, waardoor er een afzonderlijk perceel ontstond (Voorstraat 20). Steketee behield het slechts twee
jaar in eigendom. Johannes Steyn kocht het huis in 1728 en hij verkocht het in 1737 aan Leendert Nelisse. Dit is de laatst
bekende transactie met betrekking tot dit huis. Het bleef via de weduwe en Quirinus Lambertus Nelisse en diens echtgenote
en vervolgens door Lena Nelisse en haar echtgenoot Johannes Endhoven in de familie tot 1828.
Het pand werd in de 20ste eeuw tot winkel bestemd, maar later werd het opnieuw woonhuis.
Cijnsplichtigen: (zie nummer 24)
periode
cijnsplichtige
1730 - 1732
Cornelis Noorthoek
1733
Jan Steyn en Adriaen Leendertse
1779 - 1801
weduwe Leendert Nelisse
1802 - 1820
Krijn Nelisse
1821 - 1827
Johannes Endhoven
1828 - 1833
Cornelis Geense
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750
Leendert Nelesse, Barbel Bogaerds
1758
Barber Bogerts, weduwe L. Nelisse
Bevolkingsregisters:
A 31
1813
Quirinius Lambertus Nelisse (arbeider)
1821 - 1837
Catrina Wagemaker, weduwe Nelisse, (arbeidster)
A 31b
1821 - 1837
Engel Endhoven (arbeider), later
Adriaan van Dijke (arbeider)
Samenvatting eigenaars :
periode
eigenaar
1726 - 1728
Jacob Andriesse Steketee
1728 - 1737
Johannes Steyn
1737 - 1751
Leendert Nelisse
1751 - 1785
Barbera Boogert, weduwe Leendert Nelisse
1785 - 1820
Quirinus Lambertus Nelisse, later zijn weduwe
1821 - 1828
Johannes Endhoven, later zijn erfgenamen
1828 - 1832
Cornelis Geense
Transacties enz.:
1726
15 november; RA 5885 D, nr. 6:
Cornelis Noorthoek verkoopt aan Jacob Anderiesse Steketee de helft van een verhuurd woonhuis. Prijs ¦. 200. Er
bestaat een erfdienstbaarheid van de goot t.b.v. Adrijaen Leendertsen.
1726
18 december; RA 5879 D, nr. 371:
Cornelis Noorthoek verkoopt aan Jacob Anderiesse Steketee. N: Laurens Dane; O: Voorstraat; Z: Adrijaen Leendertsen; W: dorpsland. Prijs 200 gulden van 40 groten Vlaams het stuk.
1728
8 en 27 oktober; RA 5885 D, nrs. 18 en 60; 27 oktober; RA 5879 D, nr. 429, 430;
Jacob Andriesse Steketee verkoopt aan Johannis Steyn een woonhuis. N: Lauwerens Dane; O: Voorstraat; Z:
Adriaan Leendersen; W: dorpsland. Prijs ƒ. 200, in termijnen te betalen.
1734
6 april; RA 5886 B, nr. 25:
Jan Steijn verklaart schuldig te zijn aan Adriaen Leendertse £. 25 wegens geleend geld à 5 % onder verband van
zijn huis. N: de straat; O: Adriaen Leendertse; W: dorpsland. Geroyeerd in 1737.
1737
13 maart; RA 5885 E, nr. 15:
Johannis Steyn verkoopt aan Leendert Nelisse een huis gelegen naast Adriaan Leendertse en Frans Kunst. Prijs
£. 40 contant.
1828
24 januari; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2905 (365):
Engel Endhoven, politiebediende te Sint Philipsland, en Gabriël Endhoven, schoolonderwijzer te Heen, als
erfgenamen van hun ouders Johannes Endhoven (ovl. Sint Philipsland 25 december 1826) en Lena Nelisse (ovl.
Sint Philipsland 9 augustus 1826) verkopen aan Cornelis Geense, timmerman te Sint Philipsland, het woonhuis en
erf nr. 31, staande tussen de huizen van de erven Laurens Kunst en Adriaantje de Ruiter voor 300 gulden. Het huis
komt dadelijk in gebruik.
Voorstraat westzijde 22.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
c1800
(perceel gesplitst)
1818
38
1832
249 - 250
1992
22
roeden
26
cijns
ƒ. 1,30
Inleiding:
Omstreeks 1800 werd opnieuw een deel van Voorstraat 24 afgesplitst, waardoor dit perceel Voorstraat 22
ontstond. In 1818 werd Cornelis de Ruyter Jr., kleinzoon van Cornelis Molengraaf als cijnsplichtige vermeld, van 1828 tot 1833
zijn zuster Adriaantje en in 1832 zijn moeder, Petronella Molengraaf. Achter dit pand werd later een woning aangebouwd,
die in de volksmond bekend stond als de smidse. In de 19de eeuw werd in het huis aan de Voorstraat een winkel gevestigd.
Ook thans is dit het geval. Nu is hier een horlogerie c.a.
Cijnsplichtigen: (zie nummer 24)
periode
1818 - 1827
1828 - 1833
1832
Bevolkingsregisters:
A 32
1813
A 32/A 32b
1821 - 1837
Samenvatting eigenaars :
periode
c1800 - 1826
1826 - 1832
cijnsplichtige
Cornelis de Ruyter Jr.
Adriaantje de Ruiter, weduwe M. de Groen
Petronella Molegraaf, wed. C. de Ruyter.
Cornelis de Ruiter (schipper)
Jan de Ruiter (arbeider) en Cornelia van Oeveren, later ook Jakobus van Nieuwenhuyzen
(arbeider)
eigenaar
Cornelis de Ruyter Jr.
Petronella Molegraaf, wed. C. de Ruyter.
Transacties enz.:
1827
29 oktober; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2904 (323):
Pieternella Molengraaf, particuliere te Sint Philipsland, weduwe van Cornelis de Ruiter (ovl. Sint Philipsland 15
februari 1826) (zij maakten hun testament voor notaris E. van Hekke te Zierikzee op 11 september 1790), tesamen
met Adriaantje de Ruiter, winkelierster, weduwe van Marinus de Groen; Cornelis en Jan de Ruiter, schippers en
Hubrecht de Ruiter, beurtschipper te Sint Philipsland, kinderen van de overledene, laten in het openbaar veilen
o.a. het huis en erf nr. 32, tussen de huizen van Adriaan Kunst en Johannes Endhoven.
Dit huis was reeds meer dan dertig jaar in het bezit van de overledene en van de weduwe. Aanvankelijk werd
het hoogste bod uitgebracht door Jacobus Anthonie Stols, burgemeester te Sint Philipsland, groot 400 gulden. Bij
de tweede veiling tenslotte toegewezen voor 600 gulden aan Adriaantje de Ruiter, weduwe van Marinus de
Groen.
Voorstraat westzijde 24.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1691
25
"
26
"
27
(samenvoeging 3 percelen)
1699
29
1700
"
1779
33
(perceel gesplitst)
1818
37
1832
247 - 248
1992
24
roeden
22
24.5
24.5
cijns
£. 0-3-8
" 0-4-1
" 0-4-1/2
68
71
44.5
£. 0-11-0
" 0-7-5
19
¦. 0,95
Inleiding:
Drie oorspronkelijke erven werden in 1699 voor de cijnsheffing samengevoegd. Later vonden er splitsingen plaats
zodat uiteindelijk toch weer drie perceelnummers, nl. 20, 22 en 24 ontstonden.
In 1678/1679 werd in opdracht van Anthonij de Huybert, heer van Kruiningen, een groot nieuw huis gebouwd of
het bestaande ingrijpend verbouwd en vergroot ten behoeve van ds. Pontiaan van Hattem. Door de erfgenamen van de
vrouwe van Kruiningen werd het pand verkocht aan ds. Wouters, die dit hetzelfde jaar doorverkocht aan ds. Boeye. Het
bleef daarna pastorie want in 1695 verkocht ds. Boeye het aan ds. Van der Kruyssen. Diens weduwe verleende in 1711
hypotheek aan Cornelis Wale en verkocht het in 1717 aan schoolmeester Cornelis Noorthoek. Vermeldenswaard is dat er
goudleren behang in het huis aanwezig was; dit werd uitgesloten van de koop.
Cornelis Noorthoek splitste het perceel. In 1723 verkocht hij de zuidelijke helft van het huis met een schuur aan
Adriaan Leendertse (Voorstraat 24). Drie jaar later volgde de verkoop van de noordelijke helft aan Jacob Andriesse
Steketee (Voorstraat 20). Omstreeks 1800 volgde een nieuwe afsplitsing waardoor Voorstraat 22 ontstond.
Voorstraat 24 werd in 1792 overgedragen aan Catharina Cornelia Brand, weduwe van Cornelis Molengraaf,
nadat overeenstemming was bereikt met de erfgenamen van Adriaan Leendertse. Hoewel de cijnslijsten als volgende
eigenaar Caspar Noordhoek opgeven, is uit andere gegevens duidelijk dat dit schipper Adriaan Verspoor moet zijn.
Sinds 1975 is in dit pand een drogisterij gevestigd, vanaf 1991 gecombineerd met het postagentschap.
Kohieren huisschatting 1674 - 1696:
periode
belastingplichtige
belasting
1674 - 1676
Catolijn het vroetwijf £. 0-4-2
1677 - 1682
ds. Van Hattem
1684, 1685 ds. Reijgersman
1686
ds. Wouters
1688, 1690 ds. Boeije
1696
ds. Van der Cruyssen
4 haardsteden
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
vóór 1699 nr. 25: 22 roeden.
1691 - 1698
de erven van Huybrecht Lambrechtsz.
vóór 1699 nr. 26: 24.5 roeden.
1691 - 1693
erfgenamen van de Vrouwe van Kruiningen,
1694 - 1696
idem, met toevoeging: modo den predikant Boije
1697 - 1698
idem, met toevoeging: modo den pred. Van der Kruysen
vóór 1699 nr. 27: 24.5 roeden.
1691 - 1698
erfgenamen van de Vrouwe van Kruiningen,
na 1699 samen nr. 29: 68 roeden
vanaf 1700 samen 71 roeden
1699 - 1709
Ds. van der Kruyssen
1710 - 1714
weduwe ds. van der Kruyssen
1730 - 1732
Cornelis Noorthoek
1733
Jan Steyn en Adriaen Leendertse
1779 - 1789
Cornelis Molengraef
1790 - 1808
weduwe Cornelis Molengraef
1809 - 1817
Caspar Noordhoek
(perceel gesplitst !)
1818 - 1833
Adriaan Kunst
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750
Neeltje van Borstelen
1758
Pieter Beekman, Maria Faasse
Bevolkingsregisters:
A 33
1813
Adriaan Verspoor (schipper)
1821 - 1837
Adriaan Kunst (arbeider)
Samenvatting eigenaars :
periode
eigenaar
- 1690 Anthonij de Huybert, later zijn weduwe en haar erfgenamen
1690
ds. Nicolaus Wouters
1690 - 1695
ds. Johan Boeye
1695 - 1717
ds. Johannes van der Kruyssen, later zijn weduwe
1717 1723/6
Cornelis Noorthoek
1723 - 1792
Adriaan Leendertse, later zijn weduwe en erfgenamen
1792 - 1801
Catharina Cornelia Brand (ovl. 1801), weduwe van Cornelis Molengraaf
1801 - 1817
Adriaan Verspoor
1818 - 1832
Adriaan Kunst
Transacties enz.:
1674/1678 Archief Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr. 721:
Rekeningen ten behoeve van Anthonij de Huijbert, heer van Kruiningen, wegens zijn goederen in Sint Philipsland
en Nieuw-Vossemeer, onder andere:
- een huisje verhuurd aan Catharina de vroedvrouw, huur: £. 3-2-6.
- aanslag 100e penning £. 0-8-4.
misschien behoren de volgende panden ook op deze plaats:
- een huisje verhuurd aan Jan den Cleermaker, waarvan de huur niet kon worden geïnd ("een arm man met
vele kinderen"); aanslag 100e penning £. 1 over 3 jaar;
- een huis verhuurd aan Reijnier Anthonis, huur £. 9-12-2. Aanslag 100e penning £. 0-8-4.
1678/1679 Archief Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr. 721:
Rekeningen ten behoeve van Anthonij de Huijbert, heer van Kruiningen, wegens zijn goederen in Sint Philipsland
en Nieuw-Vossemeer, onder andere:
- betaald aan Gilles van der Hoeve wegens arbeid en geleverde materialen t.b.v. het huis bewoond door ds.
Van Hattem £. 98;
- betaald aan Laureijs van Neurdigen wegens timmerwerk aan dit huis £. 105;
- betaald aan mr. Pieter van Sierevelt wegens hetzelfde £. 17-15-0; Adriaen Heijman wegens geleverde glazen
£. 10; Jacob de Smit wegens geleverd ijzerwerk £. 16-13-4; aan diverse personen wegens materialen voor dit
huis enz. £. 9-11-11.
1690
12 april; RA 5879 C, nr. 203:
Rentmeester van Roosevelt verkoopt namens de erfgenamen van de Vrouwe van Kruiningen aan ds. Nicolaes
Wouters, Oud-Vossemeer, een woonhuis. N: C. Cornelis de Putter; O: Voorstraat; Z: Jan Geersen; W: Achterstraat.
Prijs £. 300 contant.
1690
12 april; RA 5879 C, nr. 204:
Johannes van de Luister verkoopt namens ds. Nicolaes Wouters, thans te Oud-Vossemeer, aan ds. Jan Boeije een
woonhuis. N: C.Cornelis de Putter; O: Voorstraat; Z: Jan Geersen; W: Achterstraat. De prijs is £. 300 contant.
1695
12 augustus; RA 5879 C, nr. 258:
Ds. Jan Boeije, verkoopt aan ds. Johannes van der Cruyssen, een woonhuis. N: Marcus Andrijesen; O: Voorstraat;
Z: erfgenamen Huybrecht Lambrechts; W: dorpsland. Prijs 2000 Carolusgulden, contant.
1711
16 december; RA 5979 C, nr. ?:
Margarijta Dijbbits, weduwe van ds. Johannes van der Cruijssen, leent van dijkgraaf Cornelis Wale, £. 16-13-4.
voor één jaar à 5 %. Onderpand een woonhuis met erf; N: Leendert van Akeren; O: Voorstraat; Z: Gabreel
Mouwe; W: dorpsland. De lening werd afgelost in 1712.
1717
17 maart; RA 5879 C, nr. 128-130:
Johan van der Cruysse, namens Margarita Debbets, weduwe van ds. Johan van der Cruysse, verkoopt aan
Cornelis Noorthoek een woonhuis, erf en schuur. N: Leendert van Akeren; O: Voorstraat; Z: Mouwe's erfgenamen;
W: dorpsland. Prijs: £. 54-3-4, (of ¦. 325.--). £. 33-6-8 contant, de rest in twee termijnen. Met verkoopvoorwaarden
d.d. 31 januari 1717. Afbetaald 15 augustus 1717. Het goudleer behang blijft aan de verkoper en zal worden
uitgenomen. Als tegenprestatie moet de verkoper nieuwe "greijne" goten leggen, voor en achter.
1723
23 februari; RA 5885 D, nr. 10; 17 maart; RA 5879 D, nr. 179:
Cornelis Noorthoek, schoolmeester, verkoopt aan Adriaen Leendertsen een half huis met erf gelegen: N: -; O: de
straat; Z: Cornelia Mouwens huis (d.i. Cornelia van de Luyster); W: het erf. Prijs £. 31-13-4. Het huis wordt
gescheiden d.m.v. een muur in twee panden. Verhuurd aan Boers met een erfdienstbaarheid voor een watergoot.
1744
29 oktober; RA 5885 E, nr. 56:
Testament van Adriaen Leendertse t.g.v. Cornelia Mol, dochter van Michiel Mol en Johanna Willems.
1792
9 juni; RA 5886, nr. 8: Akte van notaris Adriaan Jakobze te Veere (zie volgende aantekening).
1792
9 juni en 9 juli; RA 5886, nrs. 8 en 9:
Marinus Faasse S.zn., gerechtsbode, als lasthebber (notariële procuratie voor notaris Adriaen Jakobze te Veere, 9
juni 1792) van schipper Kors Kleynman te Veere namens zijn vrouw Johanna van Eeuwen; Isabella van Eeuwen en
Machiel van Eeuwen d.d. 3 januari 1790, erfgenamen en kinderen van Cornelia Mol, dochter van Michiel Mol en
Johanna Willemse, die erfgenaam is geweest van Adriaen Leenderdse, overleden te Sint Philipsland. Kleynman
heeft op 14 januari 1790 met de weduwe van Cornelis Molengraaf, namens de erfgenamen aangegaan een
overeenkomst van uitkoop waarbij verkregen is £. 20 mits afziende van verdere aanspraken. Deze som heeft hij
op 14 januari 1790 uit handen van de weduwe Molengraaf ontvangen. Marinus Faasse q.q. verklaart over te
dragen aan Catharina Cornelia Brand, weduwe van Cornelis Molengraaf een huis en erf N: weduwe Molengraaf; O: -; Z: Leenderd Nelisse; W: Dorpsstraat, voor £. 20 overeenkomstig het genoemde contract van uitkoop.
De weduwe accepteert een en ander.
Voorstraat westzijde 26.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1691
24
1699
28
1779
32
1818
36
1832
245 - 246
1992
26
roeden
18.5
18.5
22
22
cijns
£. 0-3-1
" 0-3-8
¦. 1,10
Inleiding:
De oudst bekende eigenaar is schout Huybrecht Lambrechtssen, die dit pand in 1664 verkocht aan Joos Robijn.
Tien jaar later kocht de schout de woning weer van Robijn terug, die toen in het Oude Manhuis in Goes woonde. Het bleef
in het bezit van de erfgenamen van de schout. Gabriël Steyn, een kleinzoon van Cornelia van de Luister, dochter van
Huybrecht Lambrechtssen, verkocht het pand in 1739 aan Michiel Verberentsen.
In 1750 werd schipper/koopman Jacobus van Rijn de volgende eigenaar. Diens weduwe Petronella den Herder
heeft het huis en erf waarschijnlijk verkocht, want in 1768 waren deze het eigendom van Cornelis Molengraaf, die het
geheel toen verkocht aan Marinus Faasse.
Kohieren huisschatting 1674 - 1696:
periode
belastingplichtige
belasting
1674, 1675
Pieter Hijndericks
£. 0-3-4
1676 - 1680
Jan Gersen
1682
Jan Markus, de naaier
1684 - 1686
Markus Andries
1688
Isaack van de Luister
1689, 1690
Jan Geersen
1696
Cornelis Mouwe
2 haardsteden
Kohier bewoners 1681:
Jan Geersen
(aantal personen boven 8 jaar: 3)
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1691 - 1698
de erven van Huybrecht Lambrechtsz.
1699 - 1714
Gabriël Mouwe
1730 - 1732
erven van Gabriël Mouwe
1733
Gabriël Steyn
1779 - 1801
Marinus Faasse J.zn.
1802 - 1831
Johannis de Nijs
1832 - 1833
weduwe en erven Johannis de Nijs
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750
niet vermeld
1758
Geert van der Sluijs
Bevolkingsregisters: (A35)
1813
Jan Nelisse (arbeider)
1821 - 1837
Agatha Steenpoorte, wed. Nelisse (arbeidster)
Samenvatting eigenaars:
periode
eigenaar
- 1664
Huybrecht Lambrechtssen
1664 - 1670
Joos Robijn
1670 - 1673
Pieter Hijndersz.
1673 - 1674
Joos Robijn
1674 - 1739
Huybrecht Lambrechtssen, later zijn dochter Cornelia van de Luister en haar erfgenamen,
waaronder Gabriël Steyn
1739 - 1750
Michel Verberentsen
1750 - 1764?
Jacob van Rijn, later diens weduwe
- 1768
Cornelis Molengraaf
1768 - 1799
Marinus Faasse J.zn.
1799 - 1802
Jeremias Dorst
1802 - 1832
Johannes de Nijs, later diens erfgenamen
Transacties enz.:
1664
23 juli; RA 5879 C, nr. 6:
Hubrecht Lambrechtsz, schout, verkoopt aan Joos Robijn een woonhuis voor £. 58-6-8 contant. N: het lege erf; O:
Voorstraat; Z: Geerart van der Nisse; W: Achterstraat.
1665
1 december; RA 5879 C, nr. 20:
Hubrecht Lambrechtsz, landman en schout, leent van Joos Robijn een bedrag van £. 210 voor één jaar tegen 5
%. Onderpanden al zijn goederen. Afgelost in 1667.
1666
19 april; RA 5879 C, nr. 26:
Cornelis Swaen leent van Joos Robijn een bedrag van 350 Car. guldens, tegen 6 %. Onderpanden zijn alle
goederen. Afgelost in 1668.
1666
1 november; RA 5879 C, nr. 30:
Cornelis Swaen Rijs, schepen van Geertruidenberg, leent van Joos Robijn een bedrag van 315 Carolus guldens,
voor 3 maanden tegen 10 Car.guldens en bij gebreke 16 %. Onderpanden alle goederen. Afgelost in 1668.
1670
4 juli; RA 5879 C, nr. 42:
Joos Robijn verkoopt aan Pijeter Hijnders een woonhuis voor £. 79-3-4, te betalen in termijnen. N: leeg erf; O: Voorstraat; Z: de Vrouwe van der Nissen; W: Achterstraat.
1673
16 september; RA 5879 C, nr. 63:
Pieter Hijndersz doet afstand, ten gunste van Joos Robijn, van een woonhuis dat Pijeter Hijndersz had gekocht
van Joos Robijn (wordt dus aan hem teruggegeven).
1674
27 januari; RA 5879 C, nr. 64:
Transport datum: 27 januari 1674 (akte gepasseerd voor notaris Cornelis Lopse te Goes)
Joos Robijn, wonende in het Oude Manhuis, Goes, verkoopt aan Hubrecht Lambrechtsz., dijkgraaf, een huis; "in
den Rijnck", voor £. 5-10-0, elk jaar te betalen, zolang Joos Robijn leeft. Het huis is verhuurd, 1 mei 1674 - 1 mei
1675. Op 9 juni 1678 werd het huis door Cornelis Pover namens Joos Robijn geleverd aan Jacob van de Luister,
zoon van de weduwe van dijkgraaf Hubrecht Lambrechtsz.
1739
22 april; RA 5885 E, nr. 32;
Gabriël Steyn verkoopt aan Michiel Verberentsen een huis met erf gelegen naast Adriaan Leendertse en Dingenis van der Vliet. Prijs £. 32.
1750
9 februari; RA 5885 E, nr. 79:
Machiel Verbeernse verkoopt aan schoolmeester Nicolaas Goethart, als gemachtigde van Jacobus van Rijn,
een huis met erf gelegen naast Dingenis van der Vliet. O: de straat; Z: Adriaan Leenderse. Prijs £. 24.
1758
20 juli; RA 5885 E, nr. 140:
Schuldbekentenis van Pitronella den Herder, weduwe van Jacobus Rijn: zij is 1000 Carolusgulden schuldig aan
dijkgraaf Marinus Reyngoud, wegens resterende kooppenningen over gekochte groene meede te velde over de
teelt 1756, door wijlen Jacobus Rijn van Marinus Reyngoud gekocht. Onderpand: drie huizen waaronder een huis
naast Dingenis van der Vliedt.
1768
5 mei; RA 5881, nr. 76:
Cornelis Molengraaf verkoopt aan Marinus Faasse een huis, tussen een huis van Cornelis Molengraaf en Dingenis
van der Vlied, aan de westzijde van de straat. Prijs £. 50.
1799
6 juni; RA 5881, nr. 111:
Marinus Faasse Jzn. verkoopt aan Jeremias Dorst Leend.zn. huis en erf naast Jan Nelisse en de weduwe van Cornelis Molengraaf. Bovendien een schuur en erf naast Marinus Steyn en Johannes van Oeveren. Prijs £. 266-13-4
contant.
1802
10 mei; RA 5881, nr. 43:
Jeremias Dorst verkoopt aan Johannes de Nijs een huis en erf, gelegen naast Jan Nelisse en Adriaan Verspoor,
voor £. 200 contant.
Voorstraat westzijde 28.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1691
23
1699
27
1779
31
1818
35
1832
243 - 244
1992
28
roeden
21.5
21.5
22
22
cijns
£. 0-3-7
" 0-3-8
ƒ. 1,10
Inleiding:
Op dit perceel liet mr. Gerard van der Nisse vóór 1667 een huis bouwen. Van het huis en erf zijn vrijwel geen
transacties bekend. Van 1707 tot 1714 bleek Abraham Boogert cijnsplichtige te zijn. In 1725 verkocht Pieter de Krijger het
pand aan Cornelis de Bruijne, in 1733 wordt voor het eerst Dingenis van der Vliedt vermeld. Het huis werd in 1776 verkocht
aan Cornelis Molengraaf. Diens weduwe verkocht het in 1791 door aan Jan Nelisse.
In de 20ste eeuw werd hier een slagerij gevestigd.
Slager Jacob Bosman (1899-1940) en zijn vrouw Dina Bosman-de Kok met links haar broer Piet de Kok. Bosman vestigde zich
in 1926 als slager in het pand Voorstraat 28. Na het overlijden van de slager werd de zaak voortgezet door zijn vrouw en
haar broer Piet de Kok. Later werd de slagerij voortgezet door zoon Hendrik Bosma
Kohieren huisschatting 1674 - 1696:
periode
belastingplichtige
belasting
1674 - 1676
Jan Hijnd. Snijder
£. 0-3-4
1677
diens weduwe
1678
Maddeleene Jaen
1679
Achien Pieters
1680, 1682 Cornelis Adr.
1684, 1685 Dircksen Adr.
1686 - 1690
Barent Pieter
1696
Claes Dabel
? haardsteden
Kohier bewoners 1681:
Cornelis Aderjaens
(aantal personen boven 8 jaar: 2)
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1691 - 1700
de erven van de Vrouwe van Kruiningen
1701 - 1706
de erven van de Heer van Kruiningen
1707 - 1714
Abraham Boogert/Boogaard
1730 - 1732
weduwe De Clercq
1733
Dingenis van der Vliet
1779 - 1789
Cornelis Molengraef
1790 - 1808
weduwe Cornelis Molengraef
1809 - 1817
Cornelis Faasse
1818 - 1833
weduwe Jan Nelisse
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750
Dina Geerling (huisvrouw van Dingenis van der Vliet)
1758
Maatje Dane (weduwe Dingenis van der Vliet)
Bevolkingsregisters:
A 35
1813
Jan Nelisse (arbeider)
1821 - 1837
Agathe Steenpoorte, wed. Nelisse (arbeidster)
Samenvatting eigenaars :
periode
eigenaar
(1667)- 1706
mr. Gerard van der Nisse, later zijn erfgenamen
1707 - 1725
1725 - 1776
1776 - 1791
1791 - 1814
1814 - 1832
Abraham Boogert
Pieter de Krijger
Cornelis de Bruijne
Johanna Engels, weduwe De Clercq
Dingenis van der Vliedt, later diens weduwe
Cornelis Molengraaf, later diens weduwe
Jan Nelisse
Agatha Steenpoorte, weduwe Jan Nelisse
Transacties enz.:
1667
8 januari; RA 5879 C, nr. 30:
Adrijan Anthonis Braber [schoolmeester] verleent cessie aan Hubrecht Lambrechtse, rentmeester van Geerart
van der Nisse, op alle goederen, om daarmee te verhalen een schuld van huishuur van 1660 - 1667.
1697
Archief Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr. 722:
Rekeningen ten behoeve van de erfgenamen van de vrouwe van Kruiningen wegens de goederen in Sint
Philipsland, onder andere:
- cijns van een huisje waarvan het erf groot is 21,5 roeden à 2 d. per roede £. 0-3-7.
- een huisje verhuurd aan Claes Dabel voor een jaar à £. 2-13-4.
- Pieter Roelantse van Siervelt repareerde aan dit huisje voor £. 0-6.
1725
1 augustus; RA 5879 D: nr. 265:
Pieter de Krijger verkoopt aan Cornelis de Bruijne een huis voor 112 gulden. N en Z: de huizen van wijlen Cornelia
van de Luister; O: de Heerenstraat; W: dorpsland.
1776
22 augustus; RA 5881, nr. 124:
Predikant C.E. Heggers, gevolmachtigde namens Dingenis van der Vliedt, verkoopt aan Cornelis Molengraaf een
huis en erf gelegen naast Marinus Faasse Jzn. en Izak Waele voor £. 25 contant.
1791
21 september; RA 5881, nr. 94:
Catharina Cornelia Brand, weduwe van Cornelis Molengraaf verkoopt aan Jan
Nelisse huis en erf, gelegen naast Marinus Faasse Jzn. en Izack de Waal. Prijs
£. 72-16-8 contant.
Voorstraat westzijde 30.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1691
22
1699
26
1779
30
1818
34
1832
241 - 242
1992
30
roeden
19.5
19.5
20
20
cijns
£. 0-3-3
" 0-3-4
ƒ. 1.-
Inleiding:
Vermoedelijk heeft Huybrecht Lambrechtssen, de eerste schout, op dit erf in 1657 een huisje laten bouwen en het
later overgedaan aan Jacob Jans van Ollen, die twee huizen verder woonde (Voorstraat 34). Nadat deze in financiële
problemen was geraakt kocht de weduwe van Huybrecht Lambrechtssen het weer terug. Via haar dochter Cornelia van
de Luister, eerst gehuwd met Cornelis Walraven en daarna met Gabriël Mouwe, kwam het in bezit van de kinderen van
haar dochters. Namens hen verkocht Cornelis Mol, gehuwd met kleindochter Cornelia Pieterse van Borselen, het huis en erf
aan Anthony Geerling.
Schout Vincent de Wael kocht het huis uit diens boedel waarna zijn schoonzoon Marinus Reyngoud het in 1753
verkocht aan Jacob Boer. Namens diens weduwe werd het huis in 1773 aan Izak Waele verkocht. Na diens overlijden
bewoonde zijn weduwe Cornelia Steenpoorte het huis in ieder geval tot 1832. Sinds 1950 is in dit pand een kapperszaak.
Kohieren huisschatting 1674 - 1696:
periode
belastingplichtige
belasting
1674, 1675
Adrijaen Pijetersen
£. 0-3-4
1676, 1677
Frans Jacopsen
1678
Jan de ...
1679 - 1686
Job Jacobs
1688 - 1690
Pieter Abrahamse, schoenmaker
1696
Cornelis Mouwe
1 haardstede
Kohier bewoners 1681:
Maddeleenne Crijns
(aantal personen boven 8 jaar: 2)
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1691 - 1698
schout Cornelis Walraven
1699 - 1700
Kornelya van de Luijster
1701 - 1714
Gabreel Mouwe
1730 - 1732
diens erfgenamen
1733
Anthony Geerling
1779 - 1817
Izak Waele
1818 - 1833
weduwe Izak Waele
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750
niet genoemd
1758
niet genoemd
Bevolkingsregisters:
A 36
1813 - 1837
Cornelia Steenpoorte (arbeidster)
Samenvatting eigenaars :
periode
eigenaar
1657 Huybrecht Lambrechtssen
(1667)- 1676
Jacob Jans van Ollen
1676 - 1730
Neeltje Leenderts, weduwe Huybrecht Lambrechtssen, later Cornelia van de Luister en erfgenamen.
1730 - 1739
Anthony Geerling
1739 - 1753
Vincent de Wael, later diens weduwe en erfgenamen
1753 - 1773
Jacob Boer, later diens weduwe
1773 - 1832
Izak Waele, later diens weduwe Cornelia Steenpoorte Transacties enz.:
1667
15 september; RA 5879 A, nr. 78:
Jacob Jansz van Ollen leent ¦. 4136.- volgens obligatie d.d. 22 november 1666 gepasseerd voor notaris Delfius,
van Samuel Jacobs de Back, brouwer in het Zeeuwse Wapen, Rotterdam. Hij verleent daarvoor hypotheek op
een kromstevenschuit en op twee huizen:
het eerste (Voorstraat 34) N: Armhuis; O: Voorstraat; Z: Jan Pijersz Wijnter; W: Achterstraat.
het tweede (Voorstraat 30) N: Ambachtsherenhuis; O: Voorstraat; Z: Armhuis; W: Achterstraat.
1675
8 augustus; RA 5879 C nr. 73 - 75:
Weduwe en erven van Samuel de Back ontvangen van Jan Jacobs van Ollen, biersteker, zijn schuldboek,
bevattend aantekeningen van geleverde bier- en winkelwaren, over de periode 5 maart 1663 t/m 24 juli 1675,
strekkend tot afdoening van zijn schuld. Op 9 augustus 1675 verklaart Ottho Simonsen krachtens dit transport
schuldig te zijn aan de genoemde weduwe ¦. 792 - 17 stuivers, idem Cornelis Hijnder. Pover aan haar ¦. 914 - 15
stuivers. Afgelost: 1680.
1676
25 juni; RA 5879 C, nr. 78:
Adriaen van der Schoor namens de weduwe van Samuel de Back, brouwer in de brouwerij van "'t Seusche
Wapen" te Rotterdam verklaart van het verband te ontslaan het huis (nr. 34) door Jacob Jans van Oolen
verkocht aan Adriaen Boenders voor zover het aan haar was verbonden en geeft dit weer aan Van Oolen,
alsmede diens schuldboek volgens het accoord voor schepenen van Vossemeer gepasseerd, uitgezonderd de
nader aangegeven vorderingen genoemd in dat accoord te weten de vorderingen op Marinis de Putter,
Cornelis Pover, de bode en Verburch, alsmede ook het kleine huisje (nr. 30) met de bedongen huur, die Van
Ollen verklaart vrijwillig over te geven en zich ermee tevreden stelt dat Van der Schoor dit verkoopt.
1676
RA 5879 C, nr. 80:
Adriaen van der Schoor namens Gertie Jacobs van der Kloet, weduwe van Samuel de Back, verkoopt aan
Nelien Leenderts, weduwe van dijkgraaf Hubrecht Lambrechtsz, vertegenwoordigd door haar zoon Jacobus van
de Luister, een huisje. N: de ambachtsheer; O: de straat; Z: het Armhuisje; W: het dorpsland. "aengenomen
hebbende Jaques van Oolen en dat voor " ¦. 200.- contant. Afbetaald: 1677.
1730
31 januari; RA 5880, nr. 5:
Cornelis Mol verkoopt aan Anthony Geerling een huis met erf: N: Dingenis de Bruyne. O: Voorstraat; Z: Diaconie;
W: Achterstraat, voor £. 20.
1739
6 oktober; RA 5885 E, nr. 35 en 36:
Adriaan van der Schoor, als sequestor van de failliete boedel van Antony Geerling verkoopt aan schout Vincent
de Wael de boedel w.o. een huis met erf gelegen N: Dingenis van der Vliet; O: de straat; Z: Maes Sockke
(vermoedelijk Nicolaus Fokkee). Prijs £. 16.
1753
9 november; zie RA 5881, nr. 95:
Kanttekening in de marge : op 9 november 1753 door Marinus Reyngoud aan Jacob Boer verkocht voor £. 12.
1773
24 februari; RA 5881, nr. 95:
N.N., gehuwd met Jannetie Meyers, weduwe van Jacob Boer, verkoopt aan Izak Waele een huis en erf, gelegen
tussen de huizen van Cornelis Molengraaf en Dingenis van der Vliedt, voor £. 20 contant.
1773
11 april; RA 5882, nr. 98:
Schuldbekentenis van Izak Waele: £. 16 à 4% geleend van Diaconie. Onderpand: zijn huis naast Cornelis Molengraaf en Dingenis van der Vliedt.
1828
20 maart; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2905 (378):
Cornelia Steenpoorte, particuliere te Sint Philipsland, weduwe van Izaak Waale, en Adriaantje Waale te Sint
Philipsland, huisvrouw van Johannes Wagemaker, arbeider, dochter van de overledene, verklaren schuldig te zijn
aan Hendrik Gerrit Krijgsman, winkelier te Sint Philipsland 100 gulden à 5 % rente. Als onderpand wordt gesteld het
huis en erf nr. 36, tussen de huizen van de weduwe Jan Nelisse en de erven Caspar Noorthoek. Door wijlen Izaak
Waale gekocht van Olivier Kanaar volgens transportakte gepasseerd voor Schepenen d.d. 24 februari 1773.
Voorstraat westzijde 32.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1691
21
1699
25
1779
29
1818
33
1832
239 - 240
1992
32
roeden
16.5
16.5
21
19
cijns
£. 0-2-9
" 0-3-6
¦. 0,95
Inleiding:
Het huis moet reeds voor 1667 in het bezit van de Diaconie zijn gekomen, misschien reeds na het overlijden van
Cornelis Adriaens Schravenmoer. In 1661 werd deze nog als eigenaar opgegeven, in 1667 werd het pand als Armhuis
vermeld. In 1768 werd het aan Cornelis Molengraaf verkocht zodat de Diaconie dus ongeveer honderd jaar eigenaar is
geweest. Het bleef tot op de huidige dag woonhuis.
Kohieren huisschatting 1674 - 1696:
periode
belastingplichtige
belasting
1674
Dijngenis Bruijne (memorie)
1696
niet vermeld
Kohier bewoners 1681:
'Aeljen'
(aantal personen boven 8 jaar: 3)
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1691 - 1714
Diaconie van St. Philipsland
1730 - 1733
idem
1779 - 1789
Cornelis Molengraaf
1790 - 1808
weduwe Cornelis Molengraaf
1809 - 1817
Dirk Jasperse
1818 - 1833
Caspar Noordhoek
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750
niet genoemd
1758
niet genoemd
Bevolkingsregisters:
A 37
1813 - 1837
Caspar Noordhoek (arbeider), later Mattheus Steenpoorte
Samenvatting eigenaars :
periode
eigenaar
- 1654 erfgenamen Geeraert van der Nisse en de Heer van Dirksland
1654 - 1657
Marijnis Willems Poets
1657 -(1661)
Cornelis Adrijans 't Scravenmoer
(1667)- 1768
Diaconie
1768 - 1790
Cornelis Molengraaf, later diens weduwe
1790 - 1826
Caspar Engelbertus Noorthoek
1826 erfgenamen van Caspar Noorthoek
Transacties enz.:
1654
20 november; RA 5879 A, nr. 27:
Secretaris Aelbrecht Lambrechtssen, verkoopt namens de erven van Geeraert van der Nisse en de Heer van
Dirksland een woonhuis aan Marijnis Willems Poets. N: 't lege erf; O: Voorstraat; Z: Pijeter Jacobs; W: Achterstraat.
Prijs £. 75, te betalen in termijnen.
1657
14 maart; RA 5879 A, nr. 28:
Marijnis Willems Poets verkoopt aan Cornelis Adrijaens 't Scravenmoer een woonhuis. N: 't lege erf; O: Voorstraat;
Z: Pijeter Jacobs; W: Achterstraat. Prijs £. 75, te betalen in termijnen.
1657
28 maart; RA 5879 A, nr. 51:
Marijnis Willemsz Poets verkoopt aan Cornelis Adrijansz 't Scravenmoer een huis op ambachtsherengrond. N:
Hubrecht Lambrechts, schout; O: Voorstraat; Z: Pijter Jacobs d'Jonge; W: Achterstraat. Prijs £. 70, te betalen in
termijnen.
1753 - 1758; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland;
Cornelis Fokkee heeft vele jaren in dit huisje gewoond. In 1753 en 1758 wordt dit in de acta vermeld, de huur
bedraagt in 1758 £. 2.
1768
26 juni; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
Besloten wordt het armhuis, waarin Cornelis Fokkee heeft gewoond, staande tussen de huizen van de weduwe
Jacob Boer en Cornelis Molengraaf te verkopen aan Cornelis Molengraaf voor 56 gulden, in termijnen te
betalen.
1768
22 juli; RA 5881, nr. 79:
Paulus Geense en Leendert Dorst verkopen namens de Diaconie aan Cornelis Molengraaf een huis met erf,
bewoond door Cornelis Fokkee, gelegen naast de weduwe Jacob Boer en Cornelis Molengraaf. Prijs £. 9-6-8.
1790
3 juni; RA 5881, nr. 79:
Catharina Cornelia Brand, weduwe van Cornelis Molengraaf, verkoopt aan Caspar Noordhoek huis en erf. N:
Cornelis de Ruyter; Z: Izak Waele. Prijs £. 67 contant.
1795
10 oktober; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
De kerkeraad besluit 200 gulden à 4 % te lenen aan Caspar Noordhoek met diens huis als onderpand.
1796
12 mei ; RA 5882, nr. 43:
Schuldbekentenis van Caspar Noordhoek: £. 33-6-7 à 4 % geleend van Diaconie. Onderpand: huis en erf naast
Cornelis de Ruyter en Izaak Waele.
1828
20 maart; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2905 (376):
Stabina Schotsman, arbeidster te Sint Philipsland, weduwe van Caspar Noorthoek (ovl. Sint Philipsland 10
november 1826), tevoren weduwnaar van Neeltje Bestebroer; Frans Noorthoek, arbeider en Cornelia Noorthoek,
arbeidster, weduwe van Pieter Steenpoorte (ovl. Sint Philipsland 8 februari 1824), kinderen van de overleden
Caspar Noorthoek, verklaren schuldig te zijn aan Adriaantje de Ruiter, winkelierster te Sint Philipsland, weduwe
van Marinus de Groen (ovl. Sint Philipsland 16 mei 1827) mede namens haar minderjarige kinderen handelend en
aan de overige kinderen van wijlen Marinus de Groen 221 gulden, zijnde de lening van Caspar Noorthoek. Als
onderpand wordt gesteld het huis en erf nr. 37, tussen de huizen van de weduwe Machiel Mol en de weduwe
Izaak de Waal.
Voorstraat westzijde 34.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1691
20
1699
24
1779
28
1818
32
1832
237 - 238
1992
34
roeden
53
53
51
52
Inleiding:
Het huis kwam in 1661 in bezit van de schipper, biersteker en
winkelier Jacob Jans van Ollen. Hij kwam flink in de schuld te staan bij de
leverancier van zijn bier, de Rotterdamse brouwer Samuel de Back,
waardoor Van Ollen gedwongen werd zijn pand te verkopen. Van een
ander huisje (Voorstraat 30) moest hij zelfs afstand doen.
Pieter Abrahamse had in dit pand een winkel. Na zijn overlijden
werd deze winkel voortgezet door Rocus Steyn. Johannes Steyn kocht het
pand in 1718 aan om het zeven jaar later weer te verkopen aan Adriaan
Breur. Diens weduwe, Petronella Mouwe, huwde in 1731 met Jan Mol, die
na haar overlijden hertrouwde met Catelijntje Pikkaert. Deze verkocht het
huis in 1761 aan Cornelis Molengraaf. De ter plekke gedane
bodemvondsten worden beschreven door J.J.B. Kuipers en H. Hendrikse,
Het hoofd van de prins: 18de-eeuwse Oranjekeramiek uit Sint Philipsland,
in: Nehalennia afl. 87, 1992.
Op het eind van de 19de eeuw werd hier een winkel gevestigd.
Als zodanig bleef het pand dienst doen tot de watersnood van 1953.
Thans is het opnieuw een woonhuis.
Jo van Dijke met drie kinderen van slager
Bosman, Truus, Jacob en Henk voor de
winkel van Johannes Vaders (nr 34)
cijns
£. 0-8-10
" 0-8-6
¦. 2,60
Kohieren huisschatting 1674 - 1696:
Periode
belastingplichtige
belasting
1674 - 1677
Jacob Jans van Ollen
£. 0-8-4
1678
Jan Hoebeke
1679 - 1686
Job Jacobs
1688 - 1690
Pieter Abrahamse
1696
Pieter Abrahams
3 haardsteden
Kohier bewoners 1681.
Job Jacobs
(aantal personen boven 8 jaar: 3)
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1691 - 1698
weduwe Adriaen Boenders
1699 - 1702
Pieter Abrahamsen
1703 - 1707
diens wezen
1708 - 1714
Rocus Steijn
1730 - 1732
Jan Steijn
1733
Jan Mol
1779 - 1784
Cornelis Molengraaf
1785 - 1817
Cornelis de Ruyter
1818 - 1820
Marinus de Groen
1821 - 1827
Cornelis de Ruyter Sr.
1828 - 1833
Aaltje Hage, weduwe van Machiel Mol Sr.
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750
Jan Mol, Catalina Mol, Maria Faasse
1758
Catalintje Piccart, weduwe Jan Mol
Bevolkingsregisters:
A 38
1813 - 1837
Marinus de Groen (arbeider)
Samenvatting eigenaars :
periode
eigenaar
- 1654
erven Geeraert van der Nisse en de Heer van Urk
1654 - 1661
Pijeter Jacobs d'Jonge
1661 - 1675
Jacob Jans van Ollen
1675 - 1686
Adrijaen Boenders, later diens weduwe
1686 - 1718
Pieter Abrahamsen, later zijn wezen
1718 - 1725
Johannis Steijn
1725 - 1731
Adriaen Breur, later diens weduwe
1731 - 1761
Jan Mol, later diens weduwe
1761 - 1785
Cornelis Molengraaf
1785 - 1827
Cornelis de Ruyter, later diens weduwe
1827 - 1832
Aaltje Hage, weduwe van Machiel Mol
Voorstraat westzijde vanaf de huidige nummering 34, 32, 30, enz. Tot 1953 was in het pand nr. 34 de kruidenier, voeder, en
kleingoedwinkel van Johannis Hendrik Vaders. In de 19de eeuw woonde vanaf ca. 1840 hier heel- en vroedmeester Jacob
Cornelis Lindhout (1810-1888), die gehuwd was met Adriaantje van Dijke. In het vierde pand van links was in de 20ste eeuw
o.a. slagerij Bosman gevestigd.
Transacties enz.:
1654
1661
1666
1667
1675
20 november; RA 5879 A, nr. 23:
Secretaris Aelbrecht Lambrechtssen verkoopt namens de erven van Geeraert van der Nisse en de Heer van Urk
aan Pijeter Jacobsen de Jonge een woonhuis op ambachtsherengrond. N: ambachtsheren; O: Voorstraat; Z:
Armhuis, nagelaten door Jan Falentijn; W: Achterstraat. Prijs is £. 75, te betalen in termijnen.
16 augustus; RA 5879 A, nr. 73:
Schout Hubrecht Lambrechts, gemachtigde van de weduwe en erfgenamen van Jan Leenderse (ovl.), verkoopt
krachtens schepenvonnis het huis van Pijeter Jacobs d' Jonge om daaraan een schuld te verhalen. De koper is
Jacob Jans van Ollen. N: Cornelijs Adrijans 't Scravenmoer; O: Voorstraat; Z: Armhuis; W: Achterstraat. Prijs £. 16
boven de last van £. 45. Af te lossen met £. 5 per jaar.
19 november; 5879 C nr. 29:
Jacob Jans van Ollen, biersteker, verkoopt aan Isack Jans van Ollen een schuit met alle toebehoren, een bed in
de kamer met kussens enz., een bed in de achterkeuken, een bed in het kamertje achter de keuken?, een bed
in de kelderkamer, de kast in de kamer, 12 stoelen, 6 zitkussens, een baktrog, 3 koperen ketels met een vijzel, 11
tinnen schotels, 6 tafelborden en de winkelgoederen, alsmede alle huisraad. Prijs: 800 Carolusgulden; de
goederen worden door Isack geleend aan Jacob.
15 september; RA 5879 A, nr. 78:
Jacob Jansz van Ollen leent ¦. 4136 volgens obligatie d.d. 22 november 1666 gepasseerd voor notaris Delfius,
van Samuel Jacobs de Back, brouwer in het Zeeuwse Wapen, Rotterdam. Hij verleent daarvoor hypotheek op
een kromstevenschuit en op twee huizen:
het eerste N: Armhuis; O: Voorstraat; Z: Jan Pijersz Wijnter; W: Achterstraat.
het tweede ( Voorstraat 30) N: Ambachtsherenhuis; O: Voorstraat; Z: Armhuis; W: Achterstraat.
8 augustus; RA 5879 C nr. 73 - 75:
Weduwe en erven van Samuel de Back ontvangen van Jan Jacobs van Ollen, biersteker, zijn schuldboek,
bevattend aantekeningen van geleverde bier- en winkelwaren, over de periode 5 maart 1663 t/m 24 juli 1675,
strekkend tot afdoening van zijn schuld. Op 9 augustus 1675 verklaart Ottho Simonsen krachtens dit transport
schuldig te zijn aan de genoemde weduwe ¦. 792 - 17 stuivers, idem Cornelis Hijnder. Pover aan haar ƒ. 914 - 15
stuivers. Afgelost: 1680.
1675
9 augustus; RA 5879 C, nr. 75, 76:
Marinus de Putter verleent hypotheek aan weduwe en erven van Zamuel de Back op zijn huis. N: Jacob Jans
van Ollen; O: Voorstraat; Z: weduwe van Jan Pou; W: Achterstraat. Het bedrag is ƒ. 300 krachtens het transport
van Jacob Jans van Ollen d.d. 8 augustus 1675; afgelost : 1676 en 1677.
1675
13 augustus, 5 september 1675; RA 5879 C, nr. 76 en 77:
Jacob Jans van Ollen verkoopt aan Adrijaen Boenders, brouwer in het Zeeuwse Wapen (ook: den Hollandse
Tuijn), Bergen op Zoom, een woonhuis. N: Armhuis; O: Voorstraat; Z: Marijnis de Putter; W: Achterstraat. Prijs 1100
Carolusgulden contant. Van Ollen mag zeven achtereenvolgende jaren in het huis blijven wonen. De eerste
datum betreft de onderlinge overeenkomst, de tweede die van het transport.
1676
25 juni; RA 5879 C, nr. 78:
Adriaen van der Schoor namens de weduwe van Samuel de Back, brouwer in de brouwerij van "'t Seusche
Wapen" te Rotterdam verklaart van het verband te ontslaan het huis door Jacob Jans van Oolen verkocht aan
Adriaen Boenders voor zover het aan haar was verbonden en geeft dit weer aan Van Oolen, alsmede diens
schuldboek volgens het accoord voor schepenen van Vossemeer gepasseerd, uitgezonderd de nader aangegeven vorderingen genoemd in dat accoord te weten de vorderingen op Marinis de Putter, Cornelis Pover, de
bode en Verburch, alsmede ook het kleine huisje (Voorstraat 30) met de bedongen huur, die Van Ollen verklaart
vrijwillig over te geven en zich ermee tevreden stelt dat Van der Schoor dit verkoopt.
1686
1 februari; RA 5879 C, nr. 141:
Job Jacobs, namens de weduwe van Samuel de Back, brouwer in de Hollandse Tuyn, Bergen op Zoom, verkoopt
aan Pieter Abrahams het woonhuis dat nu bewoond wordt door Job Jacobs, staande binnen de Ring. N:
Armhuis; O: Voorstraat; Z: Pieter Geldeloose; W: - . Prijs: 250 Carolusgulden, te betalen in termijnen.
1696
9 mei; RA 5879 C, nr. 281, 282:
Pieter Abrahamsz leent van Arent Roeckussen Steijn als voogd van de wezen van Albrecht Pietersz 400
Carolusgulden tegen 4 % voor 1 jaar. Onderpand is zijn woonhuis in de Voorstraat, N: Armhuis; O: - ; Z: Willem
Meijer; W: -. Afgelost in 1698.
1698
15 december; RA 5879 C, nr. 30, 31:
Pieter Aberamsen leent van Cornelia Jacobs, weduwe van Pieter Geldeloose, £. 100 gedurende een jaar tegen
5 %. Onderpand zijn huis N: Armhuis; O: -; Z: Willem Meijer; W: Achterstraat. Borg is Jacob van de Luister; afgelost
in 1710.
1705
10 maart; RA 5879 C, nr. 122:
Voorwaarden waarop de Weeskamer overgeeft een winkel met de inhoud daarvan aan Rocus Steijn (winkel van
Pieter Abrahamse?) voor £. 167-16-4.
1706
17 april; RA 5879 C, nr. 214, 215:
Gabriel Mouwe als administratief voogd en Cornelis Wale als toeziend voogd, lenen van Pijeternella Abrahams
een bedrag van £. 77-15-3,5 krachtens een obligatie aan Pieter Abrahamse, groot £. 89-3-7 à 5 %. Onderpand
het huis van de wezen N: Armhuisje; O: Voorstraat; Z: Frans van Atte; W: dorpsland.
1711
1 mei; RA 5879 C, nr. 268 - 276:
Rekening door Gabreel Mouwe als voogd van de wezen van Pieter Abrahams (ovl.) over 1706 - 1710.
- De weduwe van Rocus Steijn betaalt aan huishuur £. 6.
1718
7 maart, 5 april; RA 5885 D, nr. 13, 27; RA 5879 C, nr. 142 - 144:
Schout Cornelis Wale, als administrateur van de boedel van de overleden Pieter Abrahamsen, verkoopt een
woonhuis en erf aan Johannis Steijn. N: Armhuis; O: Voorstraat; Z: Jan van Atten; W: dorpsland. Prijs £. 54-3-4
(¦. 325). Met verkoopvoorwaarden.
1718
21 april; RA 5879 C, nr. 150:
Johannes Steijn leent van Willem van de Luister £. 50 voor één jaar à 5 % met als onderpand zijn woonhuis en erf.
N: Armhuis; O: de straat; Z: Jan van Atten; W: Achterstraat.
1725
10 januari; RA 5879 D, nr. 251:
Johannes Steyn verkoopt zijn huis aan Adrijaen Breur voor 450 gulden. N: Armen; O: Heerenstraat; Z: Jan Fransen
van Attens huis; W: dorpsland.
1742
9 mei; RA 5885 E, nr. 45:
Staat en inventaris van de overleden Pieternella Mouwe, huisvrouw van Jan Mol en weduwe van Adriaen Breur,
t.b.v. het moederlijk goed voor haar kinderen Adriaen (23 jaar) en Cornelis Breur (18 jaar).
1744
21 februari; RA 5885 E, nr. 51:
Testament van Jan Mol en zijn huisvrouw Catalintie Pickaert.
1751
26 augustus; RA 5885 E, nr. 92:
Rekening door Adriaan van der Schoor van de boedel van wijlen Adriaen Breur.
1751
26 augustus; RA 5885, nr. 4:
Rekening door Adriaan van der Schoor namens de erven van A. van der Schoor wegens de vergissingen in de
rekening van wijlen Adriaan Breur, gedaan 26 augustus 1751. Overgebracht 14 juli 1759.
1752
10 augustus; RA 5885 E, nr. 102:
Rekening en verantwoording door Jan Mol over de erfenis t.b.v. Cornelis en Adriaan Breur van hun moederlijk
portie.
1761
17 juni; RA 5881, nr. 19:
Catalyne Pikkaerd, weduwe van Jan Mol verkoopt aan Cornelis Molengraaf een huis en erf. N: Cornelis Fokkee; Z:
Dirk Jasperse. Prijs £. 25.
1785
10 maart; RA 5881, nr. 20:
Cornelis Molengraaf verkoopt aan Cornelis de Ruyter een huis en erf gelegen tussen het huis van Dirk Jasperse en
Anthony Noordhoek (=huurder). Prijs £. 80 contant.
1827
19 juni; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2902 (265):
Op verzoek van Adriaantje de Ruiter, winkelierster te Sint Philipsland, weduwe van Marinus de Groen, winkelier
(ovl. 16 mei 1827), mede namens haar minderjarige kinderen Cornelia (16 jaar), Thona (12 jaar) en Adriaantje de
Groen (7 jaar) en van Jacob de Groen, schippersknecht te Sint Philipsland, van Neeltje de Groen, ongehuwd te
Sint Philipsland en Pieternella de Groen, arbeidster te Sint Philipsland, gehuwd met Commer Quist, arbeider te Sint
Philipsland, en in tegenwoordigheid van Abraham de Groen, koopman te Bruinisse, als toeziend voogd, allen
erfgenamen van de overledene, wordt een boedelinventaris opgemaakt. De roerende goederen bevinden zich
in het woonhuis te Sint Philipsland nr. 38. Dit pand bevat:
- zijkamer met twee schuiframen, met uitzicht op de straat. Aan de wanden 20 schilderijen, getaxeerd op 350
gulden.
- achterkamer aan dezelfde linkerzijde van het woonhuis, met twee schuiframen, met uitzicht op het erf. Hierin
een schoorsteen.
- achterkamertje, naast het voorgaande aan het eind van de gaanderij, met een schuifraam en een
kruiskozijn, met uitzicht op de plaats en het erf.
- opkamertje met lichtkozijntje, met uitzicht op de plaats.
- stookhuisje op het eind van de plaats.
- op de plaats bevindt zich een regenbak.
- schuurtje staande tegen het woonhuis, ten noorden daarvan.
- winkel in het voorhuis. Hierin onder andere manufacturen, suiker, gort, snuif, thee, rijst en verdere
kruidenierswaren, tabak, vegers, borstels, zemen, azijn enz.
1827
29 oktober; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2904 (323):
Pieternella Molengraaf, particuliere te Sint Philipsland, weduwe van Cornelis de Ruiter (ovl. Sint Philipsland 15
februari 1826) (zij maakten hun testament voor notaris E. van Hekke te Zierikzee op 11 september 1790), samen
met Adriaantje de Ruiter, winkelierster, weduwe van Marinus de Groen; Cornelis en Jan de Ruiter, schippers en
Hubrecht de Ruiter, beurtschipper te Sint Philipsland, kinderen van de overledene, laten in het openbaar veilen
o.a het huis, schuurtje en erf nr. 38, tussen de huizen van Cornelis Faasse en Caspar Noordhoek. Dit pand is
verkregen uit de nalatenschap van haar ouders Cornelis Molengraaf (ovl. Sint Philipsland 1 april 1789) en
Catharina Cornelia Brand (ovl. Sint Philipsland 31 maart 1800).
Gekocht door Adriaan Mol, landman te Sint Philipsland, voor 1505 gulden, handelend namens zijn moeder, Aaltje
Hage, weduwe van Machiel Mol, landbouwster. Borg: haar zoon Abraham Mol, landman te Sint Philipsland.
Voorstraat westzijde 36.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1691
19
1699
23
1779
27
1818
31
1832
235 - 236
1992
36
roeden
23
23
24.5
24
cijns
£. 0-3-10
" 0-4-1
¦. 1,20
Inleiding:
Nadat de Diaconie het huis als legaat had verkregen is het waarschijnlijk niet lang daarna verkocht. Na enkele
transacties kwam dit huis in het bezit van Marinus de Putter aldaar, die meer huizen in zijn bezit had. Via diens kleindochter
Catarina Gekiers (Geldeloose) en haar tweede echtgenoot Joos Francke werd het eigendom van Frans van Atten.
In 1713 kocht diens zoon Jan het uit de boedel. In 1746 blijkt het eigendom van Jan Marinusse Faasse, gehuwd
met Jacomijntje van Atten, te zijn. Volgens een verklaring van dorpsbewoners werd het in 1754 gekocht door Dirk Jasperse.
De volgende eigenaar was schipper Cornelis Faasse, die het huis diverse keren als onderpand voor geldleningen gebruikte.
Sinds 1976 staat hier het verenigingsgebouw van de Oud Gereformeerde Gemeente.
Een luchtopname uit 1949. Linksonder is dijkwoning op de hoek Zuiddijk/Voorstraat zichtbaar. Daarachter de bebouwing
van de westzijde van de Voorstraat (westzijde) vanaf nr.46 tot 32. Op de voorgrond is betonnen muur (waterkering) met de
coupure zichtbaar die toegang gaf naar en van de afrit naar de haven.
Kohieren huisschatting 1674 - 1696:
periode
belastingplichtige
belasting
1674, 1675 Job Jacobs
£. 0-3-4
1676 - 1690
Frans van Atten
1696
Willem Meijer?
1 haardstede
Kohier bewoners 1681:
Frans van Atten
(aantal personen boven 8 jaar: 3)
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1691 - 1698
erven Marinus de Putter's weduwe
1699 - 1712
Frans van Atte
1713 - 1714
Jan van Atten
1730 - 1733
idem
1779 - 1817
Dirk Jasperse
1818 - 1833
Cornelis Faasse
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750
Jan Corstiaanse van der Vlied, Jannetje Jagt
1758
Dirk Jasperse, Elisabeth Kaen
Bevolkingsregisters:
A 39
1813 - 1837
Cornelis Faasse (schipper)
Samenvatting eigenaars :
periode
eigenaar
1651 - 1653
Jan Falentijn
1653 Diaconie
- 1659
Antonij Verburch, later diens weduwe
1659 - 1660
Blaes Adrijaensz Tijstelet
1660 - 1668
1668 - 1703
1703 - 1713
1713 - 1744
1744 - 1746
1746 1754 - 1802
1802 - 1832
Jan Pijersz de Wijnter
Marinus de Putter, later diens erfgenamen
Joos Francke
Frans van Atten, later diens erfgenamen
Jan van Atten
Jan Marinusse Faasse
Anthony van Ede
Dirk Jasperse, later diens erfgenamen
Cornelis Faasse
Transacties enz.:
1651
20 september; RA 5879 A, nr. 12:
Jan Falentijn is £. 25-13-4 schuldig aan Wilm Pieters, timmerman, Nieuw-Vossemeer, wegens materialen en arbeid
aan zijn huis op ambachtsherengrond. N: het lege erf; O: Voorstraat; Z: Anthonij Verburgh; W: Achterstraat.
1653
4 september; RA 5879 A, nr. 16:
Jan Falentijn, ziek zijnde, maakt zijn testament en legateert een woonhuis aan de Diaconie, onder voorwaarde
dat deze het restant van de hypotheek betaalt. De Diaconie zal ook al zijn onroerende goederen ontvangen. Als
er aanspraakmakende erven komen, dan moeten die zich tevreden stellen met 3 Carolusgulden. De locatie van
het huis is N: nieuw gebouwde huizen van de Ambachtsheren; O: de straat; Z: het lege erf; W: Achterstraat.
1659
29 mei; RA 5879 A, nr. 60:
Crijstijaen Adrijans Verburch, gehuwd met Lauerens Schuijlaers, weduwe van Anthonij Verburch, verkoopt een
huis aan Blaes Adrijansz Tijstelet. N: Jacob Jansz van Ollen; O: Voorstraat; Z: Marijnis d' Putter; W: Achterstraat. Prijs
£. 76-13-4 en 1 Rozennobel, te betalen in termijnen.
1660
14 januari; RA 5879 A, nr. 64:
Blaes Adrijaensz Tijstelet verkoopt aan Jan Pijersz. de Wijnter een woonhuis op ambachtsherengrond. N: Jacob
Jansz. van Ollen; O: Voorstraat; Z: Marijnis de Putter; W: Achterstraat. Prijs £. 18-18-10 met de vordering groot
¦. 356 t.b.v. Crijstijaen Adrijansen Verburch.
1668
4 juli; RA 5879 C, nr. 37:
Jan Piers de Wijnter verkoopt aan Marijnis de Putter een woonhuis aan de Voorstraat. N: Jacob Jansz van Ollen;
O: Voorstraat; Z: Marijnis de Putter; W: Achterstraat. Prijs: £. 66-13-4, te betalen in termijnen. Afbetaald in 1680.
1675
9 augustus; RA 5879 C, nr. 75, 76:
Marinus de Putter verleent hypotheek aan weduwe en erven van Zamuel de Back op zijn huis. N: Jacob Jans
van Ollen; O: Voorstraat; Z: weduwe van Jan Pou; W: Achterstraat. Het bedrag is ¦. 300 krachtens het transport
van Jacob Jans van Ollen d.d. 8 augustus 1675; afgelost : 1676 en 1677.
1703
4 april; RA 5879 C, nr. 87, 89:
Joost Francken verkoopt aan Frans Aderjaens van Atten een woonhuis bewoond door Frans van Atten. N: Pieter
Abrahamsen; O: Voorstraat; Z: Willem Vos; W: dorpsland. Prijs 230 Carolusgulden contant. Met de
verkoopcondities.
1713
8 maart; RA 5879 C, nr. 188:
Jacob Davidtsen, gehuwd met Adriaantje van Atte, verkoopt aan Jan van Atte de helft van een woonhuis. N:
Pieter Abrahams (ovl.); O: Voorstraat; Z: Abraham Boogaart; W: Achterstraat. Prijs £. 18; £. 10 contant, de rest in
twee termijnen. Doorgehaald: 1747.
1746
12 april; RA 5885 E, nr. 60:
Jan Marinusse Faasse, gehuwd met Jacomijntje van Atte, verkoopt aan Anthony van Ede een huis. N: Jan Mol;
O: de straat; Z: Abraham Boogaert; W: ?. Prijs ¦. 225.
1801
31 oktober; RA 5881, geen nummer:
Jacob Cornelis Quist (gehuwd met Cornelia Molengraaf), Cornelis de Ruyter (gehuwd met Pieternella Molengraaf), Rosetta de Rooy, dochter van Johannes de Rooy (was gehuwd met de overleden Jacomijna Molengraaf), verklaren dat Dirk Jasperse in 1754 gekocht heeft een huis, thans staande naast Cornelis de Ruyter en
Johannes van Dijke, voor een prijs van £. 25. Er werd £. 15 betaald op verschillende tijdstippen. De erfgenamen
van Dirk Jasperse verklaren nu voldaan te zijn.
1802
24 mei; RA 5881, nr. 45:
Derk Jasperse verkoopt aan Cornelis Faasse een huis en erf gelegen naast Cornelis de Ruyter en Johannes van
Dijke voor £. 110 contant.
1802
24 mei; RA 5882, nr. 46:
Schuldbekentenis van Cornelis Faasse: £. 58-6-8 à 5 % geleend van Cornelis de Ruyter. Onderpand is het huis en
erf naast Cornelis de Ruyter en Johannes van Dijke, heden door Dirck Jasperse getransporteerd.
1803
20 december; RA 5882, nr. 13:
Schuldbekentenis van Cornelis Faasse: ƒ. 800 à 5 % geleend van Marinus Jansse Faasse. Onderpanden zijn een
huis op 24.5 roeden cijnsbare grond tussen Cornelis de Ruyter en Johannes van Dijke, en twee hengsten (=
schepen) en een boot. Voldaan 23 mei 1807, doorgehaald 2 juni 1807.
1807
2 juni ; RA 5882, nr. 14:
Schuldbekentenis van Cornelis Faasse: ƒ. 500 à 6 % geleend van Machiel Mol. Onderpanden: huis op 24.5 roeden
cijnsbare grond, no. 39, tussen het huis van Kornelis de Ruyter en Johannes van Dijke, met twee vaartuigen, te
weten een hengst en een boot.
Voorstraat westzijde 38.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1691
18
1699
22
1779
26
1818
30
1832
232 - 234
1992
38
roeden
64
25
22.5
22
cijns
£. 0-10-0
£. 0-3-10
" 0-3-9
¦. 1,20
Inleiding:
Samen met de nummers 40 en 42 behoorde dit perceel tot het grote erf dat oorspronkelijk het cijnsnummer 18
droeg. Het was geruime tijd eigendom van Marinus de Putter en diens erfgenamen. Willem Meijer was gehuwd met een
kleindochter van De Putter en hij verkocht het in 1696 aan Willem Vos.
In 1740 overleed Abraham Boogert, waarna het pand vererfde aan zijn schoonzoon, de schipper en winkelier
Cent (Vincent) den Braber. In 1784 overleed diens weduwe, die ondersteuning had ontvangen van de Diaconie. Dat was
de reden dat de Diaconie optrad als verkoper van dit huis aan Machiel Slootmaeker.
Pieter van Dijke J.zn. erfde het huis van zijn ouders Johannes van Dijke en Neeltje Klippel en na zijn dood in 1825
bleef het in bezit van zijn weduwe Adriana van Oeveren. Uit haar boedel werd het in 1832 gekocht door Adriaan van Dijke
ten behoeve van zijn kinderen die mede-erfgenaam waren. Het pand werd lange tijd bewoond door de oudste van hen,
de latere ds. P. van Dijke, predikant van de Afgescheiden Gemeente (thans Oud Gereformeerde Gemeente), 1851 - 1883.
De voorkamer van het pand was als postkantoor in gebruik in de periode 1959 - 1968. Nu is het weer woonhuis.
Kohieren huisschatting 1674 - 1696:
periode
belastingplichtige
belasting
1674 - 1676
Ms. de Putter (huis en schuur)
£. 0-10-0
1677
diens weduwe
1678 - 1679
Adr. Putters (= Adriaentje Willems, weduwe van Marinus de Putter)
1696
Willem Vos
1 haardstede
Kohier bewoners 1681:
Adriaan van Popering?
(aantal personen boven 8 jaar: 3)
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1691 - 1698
de erven van Marijnis de Putters weduwe
1699 - 1703
Willem Vos
1704 - 1712
Jan Poperinge
1713 - 1714
Abraham Boogaart
1730 - 1733
idem
1779 - 1817
weduwe Cent den Braber
1818 - 1831
Pieter van Dijke
1832 - 1833
Adriaan van Dijke c.s.
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750
Cent den Braber
1758
Cent den Braber
Bevolkingsregisters:
A 40
1813
Neeltje Pieterse Klippel
1821 - 1825
Marinus Geense (smid)
1826 - 1837
Adriana van Oeveren, later Pieter van Dijke A.zn.
Samenvatting eigenaars :
periode
eigenaar
- 1658
Antonij Verburgh
1658 Marijnis de Putter, later diens erfgenamen
- 1696
Willem Willems Meijer
1696 - 1704
Willem Vos
1704 - 1712
Jan van Poperinge
1712 - 1740
Abraham Boogert
1740 - 1763
Cent den Braber
1763 - 1784
Neeltje Boogaardt, weduwe Cent den Braber
1784 - 1789
Machiel Slootmaeker
1789 - 1807
1807 - 1825
1825 - 1831
1831 - 1832
1832
Johannes van Dijke
Pieter van Dijke J.zn.
Adriana van Oeveren
erfgenamen van Adriana van Oeveren
Pieter van Dijke A.zn.
Transacties enz.:
1658
31 januari; RA 5879 A, nr. 54:
Antonij Verburgh verkoopt aan Marijnis de Putter een woonhuis voor ƒ. 443, te betalen in twee termijnen. Afgelost
in 1659. N: Anthonij Verburgh; O: Voorstraat; Z: de oude smidse; W: Achterstraat.
1696
28 mei; RA 5879 C, nr. 286:
Willem Willems Meijer verkoopt aan Willem Vos een woonhuis. N: Willem Willems Meijer; O: Voorstraat; Z: Willem
Willems Meijer (verkoper); W: Achterstraat. Prijs: 300 Carolusgulden, in termijnen te betalen.
1704
29 oktober; RA 5879 C, nr. 107, 108:
Willem Vos verkoopt aan Jan Poperinge een woonhuis in de Voorstraat, bewoond door Jan Poperinge. N: Frans
van Atten; O: Voorstraat; Z: Cornelia Geldeloose; W: dorpsland. Prijs: 330 Carolusgulden, contant 100 gulden en
het restant in termijnen te betalen. Met verkoopvoorwaarden d.d. 1 mei 1704.
1712
30 maart; RA 5879 C, nr. 183, 184:
Johan van Poperinck verkoopt aan Abraham Boogaart een woonhuis en erf. N: weduwe Frans van Atten; O:
Voorstraat; Z: Cornelia Geldeloose; W: Achterstraat. Prijs: 330 Carolusgulden of £. 55, in termijnen te betalen. Met
verkoopvoorwaarden d.d. 6 maart 1712.
1748
10 mei; RA 5885 E, nr. 72:
Schuldbekentenis van Vincent den Braber: 200 Carolusgulden geleend à 5 % van Cornelis Cornelisse Steendijk.
Onderpand is zijn huis naast schout De Wael en Anthony van Ede, met zijn winkel en huisraad.
1784
26 april; RA 5881, nr. 16:
Machiel Mol, namens de Diaconie, verkoopt aan Machiel Slootmaeker huis en erf, gelegen tussen Marinus Reyngoud en Dirk Jasperse. De prijs is £. 22 contant.
1789
29 november; RA 5881, nr. 76:
Machiel Slootmaker verkoopt aan Johannes van Dijke een huis en erf tussen Marinus Reyngoud en Dirk Jasperse.
Prijs £. 60 contant.
1832
9 juli en 16 juli; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2924 (1093 en 1106):
Adriaan van Dijke, vader en voogd van de minderjarige kinderen in huwelijk verwekt bij zijn nog in leven zijnde
huisvrouw Maria Abrahamse van Oeveren, nl. Pieter (20 jaar), Abraham (17 jaar) en Adriaantje (15 jaar),
benoemde erfgenamen voor de helft van de nalatenschap van wijlen Adriana van Oeveren, (ovl. Sint
Philipsland 28 juni 1831), weduwe van Pieter van Dijke; Abraham van Oeveren, winkelier te Sint Philipsland en
diens huisvrouw Adriana Mol, vroedvrouw, ouders van Adriana van Oeveren; Abraham van Oeveren
Abrahamszoon, landman te Sint Philipsland; Maria van Oeveren, huisvrouw van Adriaan van Dijke; Marinus van
Oeveren, landman te Sint Philipsland; Adriaantje van Oeveren, huisvrouw van Pieter van Ast, wonende te
Scherpenisse, broers en zusters van Adriana van Oeveren, erfgenamen voor de andere helft, veilen in het
openbaar o.a. het huis, tuin en twee schuren nr. 40. Koper: Adriaan van Dijke voor 1100 gulden. Hij bood voor
Pieter, Abraham en Adriana van Dijke, zijn minderjarige kinderen en erfgenamen van de overleden Adriana van
Oeveren. Verkregen door Pieter van Dijke A.zn.
Voorstraat westzijde 40.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1691
18
1699
21
1779
25
1818
29
1832
230 - 231
1992
40
roeden
zie nr. 38
19.5
19.5
21.5
cijns
£. 0-3-3
" 0-3-3
ƒ. 1,20
Inleiding:
Over dit huis is zeer weinig bekend. Het behoorde oorspronkelijk tot de vele eigendommen van Marinus de
Putter, later van diens weduwe Adriaentje Willems, die hertrouwde met Pieter Verburght. Haar dochter trouwde met Pieter
Jansen Gekier (Geldeloose) en diens dochter Catarina Pieters (ook wel Geldeloose) met Willem Willems Meijer. Haar neef
Cornelis Cornelisse de Putter verkocht het huis in 1693 mede namens haar aan haar man Willem Meijer. Catarina Pieters
Gekier (of Geldeloose) hertrouwde in 1701 met Joos Franke en later, in 1713, met Vincent Wale. Hun dochter Jannetje was
gehuwd met schout Marinus Reyngoud. Daarna kwam het pand in het bezit van diens gelijknamige zoon. Na zijn overlijden
hertrouwde zijn weduwe in 1799 met Dirk Jasperse. De volgende eigenaar werd hun zoon. Door deze verervingen zijn er
geen transacties betreffende dit huis aanwezig.
Ds. P. van Dijke voegde dit pand in 1859 in verband met zijn groot gezin samen met het buurpand Voorstraat 38.
Later werd deze samenvoeging weer ongedaan gemaakt. Sinds 1990 is hier een winkel.
Kohieren huisschatting 1674 - 1696:
periode
belastingplichtige
belasting
1674 - 1676
Ms. de Putter
1677
diens weduwe
1678 - 1679
Adr. Putters (= Adriaentje Willems, weduwe van Marinus de Putter)
1696
Willem Meyer
1 haardstede
Kohier bewoners 1681:
Adriaen van Poperijnge
(aantal personen boven 8 jaar: 3)
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1691 - 1698
zie nummer 38
1699 - 1701
Greetie Geldeloose
1702 - 1714
Cornelija Geldeloose
1730 - 1733
Vincent de Waal
1779 - 1801
Marinus Reyngout
1802 - 1817
erven Marinus Reyngout
1818 - 1831
Dirk Jasperse
1832 - 1833
Abraham Reijngoudt M.zn.
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750
Pieter Beekman
1758
niet genoemd
Bevolkingsregisters:
A 41
1813 - 1837
Dirk Jasperse (arbeider), later Marinus Reyngoudt
Samenvatting eigenaars :
periode
eigenaar
- 1693
Marinis de Putter
1693 - 1701
Willem Willems Meijer, later diens weduwe
1701 - 1713
Joos Franke, later diens weduwe
1713 - 1750
Vincent de Waal, later diens weduwe
1750 - 1799
Marinus Reyngoud Sr. en Jr., later Johanna Mol
1799 Dirk Jasperse Sr. en Jr.
- 1832
Abraham Reijngoudt M.zn.
Transacties enz.:
1689
16 maart; RA 5879 C, nr. 169-176:
Rekening door Pieter Jansen Gekier (Geldeloose) als vader van zijn dochter Catarijna Pieters en voogd van de
nagelaten wees door de weduwe van Cornelis Marinusz Putter genaamd Pieternelle Bernolje, beiden erfgenamen van hun grootmoeder Aderjaenjen Willems, weduwe van Marinus de Putter, hun beider grootvader, van
11 maart 1681 tot mei 1688.
onder andere:
- ontvangen van Aderjaen Poperijnge de huur over 1681-1684 van het huis staande aan de Voorstraat, N:
Catarijna Pieters; Z: Antonij van Schelde; W: Achterstraat
- ontvangen van Cornelis Pover de huur van het genoemde huis over 1684 - 1688;
- ontvangen van de verkochte schuur van Aderjaenjen Putters aan de schout Cornelis Walraven voor £. 22.
Deze schuur is later door Pieter Jansen Gekier afgebroken voor een bedrag van £. 10-1-4, dat genoemd wordt bij
de uitgaven.
- diverse onderhoudswerkzaamheden aan het huis.
1693
15 augustus; RA 5879 C, nr. 232:
Cornelis Corn. Putter, als erfgenaam van zijn grootmoeder Aderjaantie Willems, weduwe van Marinus de Putter,
later van Pieter Verburght, mede handelend namens Catarina Pieters, mede-erfgenaam, verkoopt aan Willem
Willems Meijer een woonhuis voor £. 50. N: Catarijna Pieters, nu gehuwd met Willem Willems Meijer; O: Voorstraat;
Z: Antonij van Schilde; W: Achterstraat.
N.B. Tevens werd overgegeven de diamanten ring met het zegel van Cornelis Putters.
Voorstraat westzijde 42.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1691
1699
18
20
roeden
cijns
zie nr. 38
19.5
" 0-3-3
In 1937 werd de foto van dit stukje Voorstraat gemaakt. Op de voorgrond rechts het thans nog bestaande winkelpand: “De
Kleine Winst” van C.M. Neele, nu Voorstraat 42. Nu is het van zijn zoon C.L. Neele, die later ook het pand Voorstraat 40 er bij
kocht en daar zijn winkel in vestigde. Op nr. 44 woonde destijds broodbakker G. Braam, die daar zijn broodbakkerij en
winkel had. Voorts nog de woningen 46 t/m. 54, waarover u hierna in de inleidingen en transacties kunnen lezen.
1779
1818
1832
1992
24
28
228 - 229
42
20
18,5
" 0-3-4
¦. 0,95
Inleiding.
Op dit perceel heeft waarschijnlijk de eerste smidse gestaan. De eerste transacties hebben betrekking op een
huis en een schuur van Jan Flips van Straven, de smid. Opvallend is dat verschillende buren aan de zuidzijde worden
genoemd. Mogelijk stond op hetzelfde erf ten zuiden van de schuur, de smidse. Cornelis Jansz Zeeu, die als zuiderbuur van
de schuur werd genoemd, verkocht namelijk in 1660 de smidse aan zijn opvolger. In 1667 was nog sprake van de
smidswinkel in vol bedrijf, in 1678 werd behalve een woonhuis, een "oude smidse" genoemd. Later werd niet meer over een
schuur of een smidse gerept. Misschien was dit de schuur, die later door Pieter Gekier (Geldeloose) werd afgebroken, zoals
bij het buurhuis nr. 40 werd vermeld.
Het huis zal verbonden zijn geweest met het huis aan de noordzijde want bij de verkoop in 1678 werd bedongen
dat de verkoopster over de zolder van het verkochte huis de zolder van de rechtkamer mocht gebruiken, zolang zij zou
leven. De eigenaren van het huis zijn door de bekende transacties en de cijnslijsten goed te volgen.
In 1937 werd in dit pand een winkel gevestigd. Thans is het samengevoegd met Voorstraat 40. Het voorste deel in
onderdeel van de winkel van Voorstraat 40. Het achterste deel is woonhuis.
Kohieren huisschatting 1674 - 1696:
periode
belastingplichtige
1674 - 1676
Ms. de Putter
1677
Quijrien Cornelis
1678 - 1685
Pieter Hase
1686, 1688
Pieter Kosten
1689, 1690
Jan Jaspers
1696
Cornelis Clasz
Kohier bewoners 1681:
belasting
2 haardsteden
Pieter Kosten
(aantal personen boven 8 jaar: 4)
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1691 - 1698
zie nr. 38
1699 - 1714
Kornelijs Klaassen,
1730 - 1732
Jacob van Poperinge
1733
Andries Boer
1779 - 1817
Adriaen Waegemaker
1818 - 1831
Cornelis de Nijs
1832 - 1833
weduwe Cornelis de Nijs
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750
niet vermeld
1758
de bewoners worden aangeduid als zijnde 'Rooms'
Bevolkingsregisters:
A 42
1813 - 1837
Cornelis de Nijs (arbeider)
Samenvatting eigenaars :
periode
eigenaar
- 1658
Jan Flijpsen Straven
1658 - 1678
Marijnis de Putter, later zijn weduwe Adriaentje Willems
1678 - 1696
Pijeter Cornelisz Kosten
1696
Anthonij van Schilde
1696 - 1716
Cornelis Clasz.
1716 - 1718
Lena Pieters, weduwe van Antoni Matisse, later haar erfgenamen
1718 - 1721
Jacobus van Poperinge
1721 - 1725
Paulus van de Loo
1725 - 1733
Andries Boers
1733 - 1774
Marinus van den Broeke en erfgenamen
1774 - 1808
Adriaan Adriaense Wagemaker, later zijn weduwe, die hertrouwt met Cornelis Mol
1808 Jacobus Mol
- 1821
Cornelis de Nijs
1821 - 1832
Lena Faasse, weduwe C. de Nijs
Transacties enz.:
1658
12 juli; RA 5879 A, nr. 57:
Jan Flijps Straven verkoopt aan Marijnis de Putter een woonhuis op ambachtsherengrond voor £. 95-16-9, te
betalen in termijnen. Afgelost in 1663. N: Jan Flijps Straven; O: Voorstraat; Z: Pijeter Willems; W: Jan Flijps Straven.
1658
12 juli; RA 5879 A, nr. 58:
Jan Flijps Straven verkoopt aan Marijnis de Putter een schuur voor £. 56, te betalen in termijnen. N: Jan Flijps
Straven; O: Jan Flijps Straven; Z: Cornelis Jansz. Zeeu; W: Achterstraat.
1660
16 januari; RA 5879 A, nr. 65:
Cornelis Jansz d'Zeeu verkoopt aan Maerten Pijersz Drijwegen de smidse met alle gereedschap en voorraad voor
£. 50, te betalen in termijnen.
1667
14 april; RA 5879 C, nr. 32:
Marija Jans Verbijest, weduwe van Maerten Pijersz Smedt, verkoopt aan Jacob Pijersz Smedt de smidswinkel met
alle gereedschap en bewerkt en onbewerkt ijzer. Prijs £. 50, te betalen in termijnen. Borg is Hubrecht Lambrechts.
Afbetaald in 1670.
1670
13 december; RA 5879 B:
Abram Cornelis Kruijthof verklaart schuldig te zijn aan Jacob Pyersen Smedt 290 Carolusgulden wegens de koop
van diens smederij met alle gereedschap.
1674
4 december; RA 5879 B:
Jacob Geersen Smedt verklaart schuldig te zijn aan de erfgenamen van Abram Cruythoof en Lijsbet Arts.
Dijckmans, diens huisvrouw (ovl.), £. 33-6-8 wegens de koop van de smederij.
1678
13 januari; RA 5879 C, nr. 30:
Adryaenien Willems, weduwe van Marinus de Putter, verkoopt aan Pieter Costen de oude smidse voor £. 16, te
betalen in termijnen. N: de rechtkamer; O: Voorstraat; Z: Pieternella, weduwe Jan Po; W: -. De verkoopster mag
over de zolder van het verkochte huis de zolder van de rechtkamer gebruiken, zolang zij leeft.
1678
16 februari; RA 5879 C, nr. 86:
Adryaenien Willems, weduwe van Marinus de Putter, verkoopt aan Pijeter Cornelisz Kosten een woonhuis aan de
Voorstraat voor £. 16, te betalen in termijnen. N: de verkoopster; O: Voorstraat; Z: de weduwe van Jan Pou; W: de
schuur van Marijnis de Putter.
1696
28 maart; RA 5879 C, nr. 166:
Ds. Boeije en Coebus Jansen, als oppervoogden van de Diaconie verkopen aan Anthonij van Schilde het
woonhuis waarin Pieter Cornelis Costen in woont voor £. 23-7-10, te betalen in termijnen. N: erfgenamen van
Adejaentie Pieters; O: Voorstraat; Z: Coebus Jansen; W: Achterstraat. Op dezelfde dag wordt aangetekend dat
Antonij Jansen (van Schilde) dit huis heeft getransporteerd aan Cornelis Clasz.
1716
23 maart; RA 5879 C, nr. 115:
Schout Fransoijs de Klerck verkoopt ambtshalve aan Lena Pieters, weduwe van Antoni Matisse, een woonhuis en
erf van Cornelis Claase waarop door de rentmeester van de tienden beslag is gelegd. N: Cornelia Geldeloose;
O: Voorstraat; Z: Cobus Janse's weduwe; W: Achterstraat. Prijs: £. 25, te betalen in termijnen.
1718
21 december; RA 5879 D, nr. 51:
Antony Noorthoek, namens de erven van Lena Pieters, weduwe van Antoni Matisse, verkoopt een woonhuis aan
Jacobus van Poperinge, Matie Noorthoek en Pieter Noorthoek voor £. 30-10-0. N: Cornelia Geldeloose; O: de
Voorstraat; Z: Jacobus Jansens weduwe; W: Achterstraat.
1721
22 februari; RA 5879 D, nr. 109:
Jacobus van Poperinge verkoopt aan Paulus van de Loo zijn huis aan de Voorstraat. N: Vinsent Walens huis; O:
Voorstraat; Z: weduwe Jacobus Jansen; W: Achterstraat. Prijs £. 23.
1725
26 december; RA 5879 D, nr. 269:
Paulus van de Loo verkoopt zijn huis aan Anderies Boers. N: Vinsent Walens huis; O: Voorstraat; Z: Reyniers huis; W:
Achterstraat. Prijs £. 26-10-0.
1733
4 november; RA 5886 B, nr. 24:
Anderies Boers verkoopt aan Marinis van den Broeke een huis te Sint Philipsland naast het huis van schout Vincent
Wale. Z: Reijnier Grampoo. De koopsom bedraagt £. 18 waarvan £. 3-8-0 contant.
1774
28 april; RA 5881, nr. 107:
Hendrik Vriens, gehuwd met Maria van den Broeke en mede namens Cornelis van den Broeke; dezelfde als
voogd van de twee minderjarige kinderen van zijn broeder Joost van den Broeke en Johanna Ysermans,
weduwe van Sent van den Broeke, moeder en voogd van haar minderjarig kind, verkoopt aan Adriaan Adriaense Waegemaeker een huis en erf gelegen naast het huis van schout Marinus Reyngoud en dat van Jacob
Hart. Prijs £. 30.
1808
2 juli; RA 5881, nr. 24:
Verkoopvoorwaarden voor een huis plaatselijk bekend onder nr. A 42. Verkoop door Anna van Ammerla,
weduwe van Cornelis Mol, aan Jacobus Mol voor £. 18.
1808
28 september; RA 5881, nr. 25:
Marinus de Groen en Jan Engelvaart, in kwaliteit als armbezorgers.
Anna van Ammerla, weduwe van Cornelis Mol heeft haar goederen gecedeert aan Jacobus Mol. Het betreft
een bedrag van ƒ. 108.- en het huis nr. A 42. Rente 5 % m.i.v. 7 juni 1809. Borgen zijn Cornelis van den Bos en Pieter
Beekman.
Voorstraat westzijde 44.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
roeden
cijns
1691
17
22
1699
19
22
£. 0-3-8
1779
23
23
" 0-3-10
1818
27
23.5
¦. 1,20
1832
226 - 227
1992
44
Inleiding
De geschiedenis van dit perceel begint al direct met een onduidelijkheid, nl. of er één of twee huizen op het erf
stonden. De onduidelijkheid bestaat ook bij het volgende perceel, nr. 42, ook daar is aan de westzijde sprake van een bezit
van Jan Flips Straven. Het heeft misschien te maken met het feit dat hier in de buurt de eerste smidse was gevestigd.
In 1664 verkocht de derde eigenaar Marijnus Mattussen een huis terug aan Jan Flips Straven, de smid, en op
dezelfde dag een tweede huis aan Christiaen van de Stenne. De belendingen van beide huizen zijn exact gelijk. In 1672
kwam het huis in bezit van de familie Pou (of Jansen, Garenpo, Grampoo). De oude smidse was toen misschien al
verdwenen, hij werd tenminste niet meer genoemd. De westelijke belending was nog steeds een scheiding door het erf.
In 1762 was het huis eigendom van de Diaconie. Deze verkocht het in dat jaar aan Jannetje Jagt. Na het
voldoen van de koopsom werd het pand in 1768 overgeschreven op naam van Jacob Hart, met wie Jannetje inmiddels
was getrouwd. Via diens erven kwam het in 1808 in het bezit van Johannes Zuidweg, die zich in 1801 vanuit Sint Annaland in
Sint Philipsland had gevestigd.
Op het eind van de 19de eeuw werd hier een bakkerij gevestigd. In 1984 is het pand verbouwd tot woonhuis.
Kohieren huisschatting 1674 - 1696:
periode
belastingplichtige
belasting
1674 - 1682
Pijeternelle, wed. Jan Pou
£. 0-2-6
1684 - 1690
Cobes Jansen
1696
Cobus Jansen
1 haardstede
Kohier bewoners 1681:
Pieternelle Grampoo
(aantal personen boven 8 jaar: 3)
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1691 - 1698
Jan Poo
1699 - 1714
Jacob (Cobus) Jansen Garenpoo (Cobus Jansen)
1730 - 1732
idem
1733
Reynier Grampo
1779 - 1817
Jacob Hart
1818 - 1820
Adriaan Steenpoorte
1821 - 1831
Hendrik Gerrit Krijgsman
1832 - 1833
weduwe Hendrik Gerrit Krijgsman
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750
niet genoemd
1758
Jannetje Jagt
Bevolkingsregisters:
A 43
1813
Adriaan Steenpoorte
1826 - 1837
Cornelis Faasse C.zn. (arbeider)
Samenvatting eigenaars:
periode
eigenaar
- 1654
Jan Flijpsen Straven
1654 - 1655
Meus Jorissen van Strijn
1655 Pieter Wilmsen
- 1664
Marijnus Mattussen
1664
Jan Flips Straven ??
1664 - 1671
Chrijstiaen van de Stenne
1671
Cornelis Manesz
1671 - 1672
Jan Jacobs Vel
1672 - 1739
Pieternella Pieters, weduwe Jan Pou (Grampo), later haar erfgenamen
1739 - 1742
Cent Braber
1742 - 1756
Arij de Jong
1756 - 1758
Marinus Goedheer
1758 - 1768
Diaconie
1768 - 1808
Jacob Hart en erfgenamen
1808 Johannes Zuidweg
-c1814
Cornelis Verwijs
c1814 Adriaan Steenpoorte
- 1832
Hendrik Gerrit Krijgsman
Transacties enz.:
1654
5 augustus; RA 5879 A, nr. 19:
Jan Flijpsen Straven verkoopt aan Meus Jorissen van Strijn een woonhuis op ambachtsherengrond voor £. 33-6-8,
te betalen in termijnen. N: Jan Flijpsen Straven; O: Voorstraat; Z: Marijnis de Putter; W: de schuur van Jan Flijpsen
met huis en erf.
1655
21 juni; RA 5879 A, nr. 26:
Meus Jorissen van Strijnen verkoopt aan Pijeter Wilmsen een woonhuis voor £. 33-6-8, te betalen in termijnen. Het
erfscheid tot de helft van het huis (Noord) uit de put van de hof. N: Jan Flipsen Straven met huis en erf; O:
Voorstraat; Z: Marijnis de Putter; W: de schuur van Jan Flipsen.
1664
28 april; RA 5879 C, nr. 3:
Marijnus Mattussen verkoopt aan Jan Flijps Straven een woonhuis. N: de oude smidse; O: Voorstraat; Z: Otto
Sijmons; W: de erve tot de oude vleerbos 11 voet beoosten Marijnus de Putters schuur. Prijs is £. 16, in termijnen te
betalen.
1664
28 april; RA 5879 C, nr. 3:
Marijnus Mattussen verkoopt aan Crijstiaen van de Stenne een woonhuis. N: de oude smidse; O: Voorstraat; Z:
Otto Sijmons; W: erve tot de vleerbos 11 voet oost van Marinus de Putters' schuur. Prijs is £. 20, te betalen in
termijnen. Afbetaald in 1666.
1671
24 maart; RA 5879 C, nr. 51:
Secretaris Albrecht Lambrechtsz verkoopt namens Jooris van de Steenne, oom en voogd van Jacomijn
Crijstyaens van de Steenne, nagelaten wees van Crijstiaen van de Steenne, aan Cornelis Manesz een huis. N: de
oude smidse, thans eigendom van Marijnis de Putter; O: Voorstraat; Z: Otto Sijmonsz; W: 'de vledere haege Oost
van Marijnis de Putters schuur". Prijs £. 9, £. 4-3-4. contant, de rest in twee termijnen, waarvan de eerste 1 januari
1672 en het restant een jaar later.
1671
24 maart; RA 5879 C, nr. 52:
Cornelis Maenesz verkoopt aan Jan Jacobs Vel een woonhuis. N: de oude smidse, eigendom van Marijnis de Putter; O: Voorstraat; Z: Otto Sijmonsz; W: "de vledere haege die staet oost Marijnis de Putters schuire". Prijs: £. 8-8-0,
te betalen 1 mei 1671.
1672
24 februari; RA 5879 C, nr. 55:
Otto Sijmonsz verkoopt namens Jan Jacobs Vel aan Pijeternella Pijeters, weduwe van Johan Pou, een woonhuis.
N: Marijnis de Putter; O: Voorstraat; Z: Otto Sijmonsz; W: het "heijn" (schutting) van Marijnis de Putters schuur. Prijs
£. 11, te betalen in termijnen. Afbetaald in 1675.
1739
22 april; RA 5885 E, nr. 31:
Reynier Grampoo verkoopt aan Vincent Braber een huis met erf. N: Marinus van den Broeke; Z: het huis van
meester Noorthoek. De prijs is £. 36.
1742
9 mei; RA 5885 E, nr. 42:
Cent Braber verkoopt aan Ary de Jonge een huis met erf gelegen naast Bastiaen Franken voor £. 36.
1756
juli; RA 5885 E, nr. 127:
Arij de Jonge verkoopt aan Marinus Goedheer een huis met erf voor £. 22. N: Marinus van den Broeke; Z: Ds.
Sevenhuysen; W: de straat.
1758
17 december; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland;
Het huisje van de overleden Neeltje Vergouw (begr. 31 mei 1757), echtgenote van Marinus Goedheer, wordt
overgegeven aan de Diaconie.
1762
1 januari; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland;
De Kerkeraad besluit het armhuisje, N: Marinus van den Broeke; O: de straat; Z: predikantshuis, te verkopen aan
Jannetje Jagt, weduwe Corstiaense, voor £. 10 onder nadere voorwaarden.
1768
3 januari; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland;
Jannetje Jagt heeft de koopsom van haar huisje voldaan. Daarom zal het huis door de Diaconie op haar naam
worden overgeschreven.
N.B. Jannetje Jagt was op 26 december 1763 te Sint Philipsland gehuwd met Jacob Hart.
1768
28 januari; RA 5881, nr. 72:
Predikant C.E. Heggers, namens de Kerkeraad, verkoopt aan Jacob Hart een huis en erf, naast de erven Marinus
van den Broeke en van Cornelis Faasse. Prijs £. 10.
1808
7 juni; RA 5881, nr. 22:
Josina Hart (weduwe van Maarten van den Doel) en Johannis de Nijs voor zich en als lasthebber van Anthony
van Hekkien (gehuwd met Lena Hart) en Geert van der Vliet, Willem Meyer (gehuwd met Jannie van der Vliet),
Christiaan van der Vliet, Jan van der Vliet, Marinus van der Vliet, Marinus Bil (was gehuwd met Poulina van der
Vliet (ovl.)), Jan de Nijs, Christiaan de Nijs, Jacob Kaan (gehuwd met Jannetje de Nijs) Adriaan Noorddijke
(gehuwd met Johanna de Nijs), allen erfgenamen van Jacobus Hart en zijn overleden echtgenote Jannetje Jagt
(was eerder weduwe van Jan Christiaanse van der Vliet), verkopen aan Johannis Zuidweg het huis en cijnserven,
plaatselijk bekend onder A Nr. 43. Prijs ¦. 180.
1808
7 juni; RA 5882, nr. 23;
Schuldbekentenis van Johannes Zuidweg: ¦. 192 à 5.2 % ( 5 gld 4 stuivers) geleend van Cornelis van den Bos.
Onderpand is het huis plaatselijk bekend onder A Nr. 43.
Voorstraat westzijde 46/48.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1691
16
1699
18
1779
22
1818
26
1832
224 - 225
1992
48
roeden
cijns
33
39
38.5
£. 0-5-6
" 0-6-6
¦. 1,95
Inleiding
Van oudsher was dit pand een herberg en mede gelet op de verkoopprijzen moet het vrij groot van omvang zijn
geweest. Het bezat een uithangbord. De opdracht tot de bouw werd in of kort vóór 1648 gegeven door Cornelis Clemens.
Daarna wisselde het vrij vaak en snel van eigenaar. In 1687 kwam het in handen van Pieter Roggebant, gehuwd met
Cornelia Aelbrechts van de Luister. Na het overlijden van zijn vrouw huwde hij in 1698 met Maria van Atten, weduwe van
David Lambrechtssen Eggebeen. Waarschijnlijk gebeurde dit op huwelijkse voorwaarden en bleef het huis Voorstraat 33 in
het bezit van Maria.
In 1710 verkocht Maria het huis aan ds. Van der Cruyssen. Na diens spoedige overlijden verkocht diens weduwe
het in 1711 aan Gabriël Mouwe, de tweede echtgenoot van Cornelia Huybrechts van de Luister. Uit haar boedel werd het
huis in 1718 door Cornelis Mol, gehuwd met een kleindochter van Cornelia, aan de Diaconie verkocht. Het pand diende als
pastorie, de dominee moest huur betalen aan de Diaconie. Het pand werd in 1726 verkocht aan schoolmeester Cornelis
Noordhoek.
Bastiaen Franke was eigenaar van 1741 tot 1750. In het laatstgenoemde jaar kocht ds. Sevenhuysen het pand. In
1786 werd het aangekocht voor rekening van de ambachtsheerlijkheid. Het pand werd verbouwd en vervolgens weer als
pastorie verhuurd. In 1798 kocht de Diaconie van de Hervormd Gemeente het huis aan. Tot 1873 bleef het als pastorie in
gebruik.
Het pand werd hierna gesplitst. Nummer 46 was tot 1970 een werkplaats; thans (2008) is dit gedeelte weer bij het
woonhuis getrokken.
De Voorstraat vanaf de Zuiddijk ca. 1940 met rechts de oude Druiventros. Het eerste pand links is het huidige pand
Voorstraat 46/48. Tot 1873 was dit pand in gebruik als pastorie van de Ned. Hervormde Gemeente
Kohieren huisschatting 1674 - 1696:
periode
belastingplichtige
belasting
1674 - 1678
Ottho Sijmons
£. 0-8-4
1679
Dercken Adriaens
1680, 1682
Willem Hoebeke
1684
Adriaen van Poperinge
1685 - 1686
schoenmaker
1688 - 1690
Pieter Roegebant
1696
Pieter Roegebant
3 haardsteden
Kohier bewoners 1681:
Willem Hoeboek
(aantal personen boven 8 jaar: 3)
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1691 - 1698
Willem Hoboke
1699 - 1713
Pieter Roggebant
1714
Gabriël Mouwe
1730 - 1732
Gabriël Mouwe
1733
meester Cornelis Noorthoek
1779 - 1788
Cornelis Faasse
1789 - 1796
de pastorie
1797 - 1832
Diaconie
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750
ds. Sevenhuysen
1758
ds. Sevenhuysen, Agatha Johanna de Kemp
Bevolkingsregisters:
A 44
1813
W.L. van Oosterzee (predikant)
1821 - 1837
S.J. Everaers (predikant)
Samenvatting eigenaars :
periode
eigenaar
1648 - 1652
Cornelis Clemens
1652 - 1657
Marinis de Putter
1657 - 1661
Cornelis Jansz Zeeuw
1661 - 1679
Otto Symons
1679 - 1684
Dercken Adriaens
1684 - 1687
Henderick van de Moer
1687 - 1710
Pieter Pieters Roggebant
1710 - 1711
Ds. Johannes van der Kruyssen
1711 - 1718
Gabriël Mouwe en diens erven
1718 - 1726
Diaconie
1726 - 1741
Cornelis Noorthoek
1741 - 1750
Bastiaen Franke
1750 - 1763
Ds. Gerardus Sevenhuysen
1763 - 1786
Cornelis Faasse
1786 - 1798
Ambachtsheren
1798 - 1832
Diaconie
Transacties enz.:
1648
5 juli; RA 5879 A, nr. 5:
Cornelis Clemens is £. 60 schuldig aan Wilm Pieters, timmerman te Nieuw-Vossemeer, wegens arbeid en
materialen aan zijn huis. N: huis van Jan Flips, de smid; O: de straat; Z: Manis Jobs; W: Achterweg.
N.B. Op 26 oktober 1648 de vordering getransporteerd aan Pieter Coenraets, wethouder te Bergen op Zoom.
1652
10 mei; RA 5879 A, nr. 13:
Aelbrecht Lambrechtse verkoopt namens Cornelis Clemens te Zaamslag het huis "daer de Fortune uyt hangt"
aan Marinis de Putter voor ¦. 1000, te betalen in termijnen. Belast met £. 20, geleend van de ambachtsheren
tegen 16 %. Doorgehaald in 1704. N: Jan Flijps van Straven; O: Voorstraat; Z: Manis Jobs; W: ambachtsherenvroon.
1657
10 september; RA 5879 A, nr. 52:
Marijnis de Putter verkoopt aan Cornelis Jansz Zeew een woonhuis op ambachtsherengrond. N: Pijeter Willems; O:
Voorstraat; Z: Emanuel Jobs; W: Achterstraat. Prijs £. 150. Boven de hypotheek ad. £. 20 ten behoeve van de
ambachtsheren. Te betalen in termijnen. Afgelost in 1663.
1661
19 januari; RA 5879 A:
Cornelis Jans Zeeuw verklaart schuldig te zijn aan Crijstyne Hondts, poorteres van Tholen, een bedrag van
£. 66-13-4 en hij geeft opdracht zijn huis te verbeteren. Onderpanden zijn zijn huis N: Pieter Wilems; O: Voorstraat;
Z: Pieter Gillesz d' Backer; W: Achterstraat, en zijn onroerende goederen.
1661
28 juni; RA 5879 A, nr. 71:
Cornelis Jansz Zeeuw verkoopt aan Otto Sijmonsz zijn woonhuis. N: Pijeter Willems; O: Voorstraat; Z: Pijeter de
Backer; W: Achterstraat. Prijs 780 Carolusgulden, 200 direct, elk jaar 100 gulden. Belast met een schuld aan de
ambachtsheren van £. 20. Op 19 januari 1662 (?) werd de som voldaan door Jacob van de Luister aan Janna
Zeew, wees, tegen overname van haar recht op het huis.
1662
24 juni; 5879 C nr. 1:
Cornelis Jans Zeeuw draagt over een schuldvordering, met uitzondering van £. 33-6-8 die toekomt aan de rentmeester Lijens te Oud-Vossemeer en het bedrag dat Crijstijna Beseus, schoonmoeder van Zeeuw, heeft gehaald
uit de kooppenningen, alsmede de vordering op de kerk alhier.
1670
24 februari; RA 5879 C, nr. 40:
Otto Sijmonsen verleent hypotheek op zijn huis "daar uyt hanckt het Schelt van Vranckerick" in de Voorstraat. N:
Crijstiaen van de Stenne; O: Voorstraat; Z: Adrijan Fransz Pieck; W: Achterstraat. Hypotheeknemer is Hubrecht
Lambrechts voor £. 33-6-8 tegen 16 %; afgelost in 1679 door de wees van Cornelis de Zeus aan Jacob van de
Luister.
1675
8 augustus; RA 5879 C nr. 73, 74:
Ottho Simonsen verklaart schuldig te zijn aan de weduwe en erven van Samuel de Back ¦. 792 - 17 stuivers. Afgelost: 1680.
1678
2 juli; RA 5879 C, nr. 88:
Otto Sijmonsen leent van Lambrecht van de Moer, brouwer te Sint Annaland, ¦. 170 tegen 5 % rente.
Onderpanden zijn de inboedel en het huis op ambachtsherengrond aan de westzijde van het dorp. N: Pieternelle Jan Poe; O: -; Z: Manes Jobs; W: -.
1679
11 oktober; RA 5879 C, nr. 96:
Schout Aelbrecht Lambrechtsz, als sequestor in de nagelaten boedel van Otto Symons, verkoopt aan Dercken
Adrjaens een huis. N: Pieternella Jan Poe; O: Voorstraat; Z: Adr. Pieck; W: -. Prijs is 750 Carolusgulden, 500 direct,
de rest in termijnen. Met de voorwaarden.
1679
11 oktober; RA 5879 C, nr. 95:
Dercken Aderjaens verleent hypotheek aan Aderjaentie Willems, weduwe van Marinus de Schutter, op haar huis
N: Pieternella, weduwe van Jan Poe; O: Voorstraat; Z: Adrijaen Pieck; W: -. Bedrag is 200 Carolus gulden tegen 6
%; afgelost in 1683.
1680
11 juli; RA 5879 C, nr. 101:
Rekening door schout Aelbrecht Lambrechtsz, als sequestor in de nagelaten boedel van Otte Sijmons, in 1679
overleden. Batig saldo is £. 43-19-9, behoudens enige vorderingen.
1684
28 mei; RA 5879 C, nr. 123:
Dircxje Aderjaens, weduwe van Willem Antonis van de Schelde verleent hypotheek aan Jacob Pieters Tijs op het
huis N: Pieternelle Jan Poe; O: Voorstraat; Z: Aderjaens Frans Pieck; W: Achterstraat. Bedrag is £. 28 tegen 6 %;
afgelost in 1685 (5 oktober de kwitantie getoond.)
1684
4 oktober; RA 5879 C, nr. 133:
Dircks Aderjaens verkoopt aan Henderijck van de Moer een woonhuis. N: Pieternella Jan Poe; O: Voorstraat; Z:
Pieck; W: Achterstraat. Prijs is 650 Carolus gulden, 300 direct, de rest in termijnen.
1687
28 september; 5879 C, nr. 153:
Heijderick van de Moer, namens zijn moeder, verkoopt aan Pieter Pieters Roegbant een huis. N: Jacob Jans Poe;
O: Voorstraat; Z: Frans Pijeck; W: Achterstraat. Prijs is 650 Carolusgulden, 300 contant, de rest in termijnen; afgelost
in 1692.
1698
18 maart; RA 5879 C, nr. 18-20:
Overeenkomst tussen Pieter Pieters Roggebandt, weduwnaar van Cornelia Aelbrechts v.d. Luister, en Cornelis
Aelbrecht v.d. Luister met Arent Roeckesen Steijn, als voogden van Dingenjen en Emmeken Pieters Roggebants,
wezen van Cornelia v.d. Luister en Pieter Pieters Roggebandt. Pieter verbindt zijn huis aan de Voorstraat N:
Coebus Jansen; O: Voorstraat; Z: Frans Pieck; W: Achterstraat.
1698
29 april; RA 5879 C, nr. 21, 22:
Overeenkomst tussen Marij Aderjaens van Atten, (nu gehuwd met Pieter Roggebandt, eerder) weduwe van
David Lambrechts (Eggebeen), en Isaack van de Luister en Johannes van de Luister als neven aangesteld tot
voogden in het testament van David Lambrechts over Aderjaen Davids, nagelaten wees bij Marija Aderjaens
van Atten.
1704
22 februari; RA 5879 C, nr. 99, 100:
Schepenen verklaren op verzoek van kerk- en armmeesters van Sint Annaland hoe zij op 16 februari 1704 zijn geweest bij Lambrecht van Lijere. Nadat deze zijn testament reeds had gemaakt kwam in zijn gedachten om een
legaat te maken van 50 Carolusgulden aan Pieternelle Corn. van Atten.
Idem dat zij op 21 februari zijn geweest ten huize van Pieter Roggebandt waar gelezen werd het op 16 februari
gemaakte testament van Lambrecht Pieters van Lijere, opgemaakt voor het gerecht. O.a. was aanwezig de
advocaat Huijgens en familie. Roggebandt is gehuwd met Marij van Atten. De advocaat verklaarde dat hij de
waarde van het testament niet erkende. Hij verlangde een testament opgemaakt in Zierikzee of Sint Annaland.
1710
13 maart; RA 5879 C nr. 251 - 254:
Weeskamer. Boedelscheiding van de goederen van de weduwe van Roggebant en haar wezen. Met opgaven
van de uitgaven van de boedel over de periode 5 februari 1712 t/m 19 april 1713.
1710
30 april; RA 5879 C, nr. 258 - 262:
De weesmeesters met Marij van Atten, weduwe van Pieter Roggebant, verkopen namens de wezen aan Johan
van der Kruijssen, predikant, een woonhuis met erf. N: Cobus Jansen; O: Voorstraat; Z: de oude winkel; W:
Achterstraat. Prijs: £. 107-6-8, £. 25 contant, de rest in termijnen. Met verkoopvoorwaarden d.d. 20 maart 1710. Het
huis blijft verhuurd aan de wezen en de weduwe tot mei 1711 à £. 6 per jaar.
1711
12 juni; RA 5879 C, nr. 278, 279:
Margarita Debbits, wed. van Johan van der Cruyssen, predikant, verkoopt aan Gabreel Mouwe een woonhuis.
N: Cobus Jansen; O: Voorstraat; Z: oude winkel; W: dorpsland. Prijs 450 gulden, 50 gulden contant, de rest in
termijnen van 50 gulden. Met verkoopvoorwaarden d.d. 12 juni 1711.
1723 - 1726; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
Rekeningen door de predikant:
1723
Uitgaven voor werkzaamheden aan het predikantshuis.
1724
1725
1726
De predikant betaalde 1,5 jaar huishuur: 90 gulden; Roeland Pieters maakte twee vensters in de
woning.
De predikant betaalde een jaar huishuur: 60 gulden. Metselaar Levinus de Breu (te Nieuwerkerk)
verwerkte 4000 stenen aan de woning, waaraan hij en zijn jongens drie weken werkten.
Cornelis Noordhoek koopt het huis van de diaconie. Op dit pand rustte een obligatie ten laste van de
boedel van Cornelia van de Luister (ovl.). Koopsom: 240 gulden contant, het restant in termijnen
tegen 4 % rente.
1726
3 en 8 mei, RA 5885 D, nr. 2 en 58; 9 mei, R.A. 5879 D nr. 323, 324: Cornelis Mol, mede namens Izaak van de Luister,
voogden over de boedel van Cornelija van de Luijster, draagt over aan de Diaconie van Sint Philipsland een huis
en erf voor £. 85-10-0. N: Reynier Grampo; O: Voorstraat; Z: Cornelija van de Luister (ovl.); W: Achterstraat. De
verkoop vond plaats op 16 maart 1718. Gedeeltelijk verrekend met een obligatie ten laste van de boedel.
1726
5 juli; RA 5885 D, nr. 8; 2 augustus; R.A. 5879 D, 345, 346, 355:
Ds. Bierman, namens de diaconie van Sint Philipsland, verkoopt aan Cornelis Noorthoek een woonhuis voor
¦. 525. N: Reijnier Garampoo; O: de Voorstraat; Z: de erfgenamen (van Cornelia van de Luyster; W: dorpsland.
Van de koop is uitgezonderd de bel, die gekocht is door ds. Bierman. Hij mag die eruit halen. Indien Noorthoek
de rechtkamer wordt ontnomen of het tappen wordt verboden, dan moet de diaconie het huis terugnemen
voor dezelfde prijs, tenzij Noorthoek daarvan vrijwillig afstand doet.
1736
19 oktober; RA 5885 E, nr. 14:
Schuldbekentenis van meester Cornelis Noorthoek: £. 20-7-0 à 4.5 % geleend van Abram Boogaert. Onderpand is
zijn huis. N: Reynier Grampoo; Z: Gabriël Steyn.
1741
15 november; RA 5885 E, nr. 41 en 46:
De weduwe van meester Cornelis Noorthoek verkoopt aan Bastiaen Franken een huis met erf gelegen aan de
zuidzijde van het dorp naast Gabriël Steyn en Reynier Grampoo voor £. 98.
1750
9 februari; RA 5885 E, nr. 80:
Bastiaen Franke verkoopt aan Nicolaas Goedhart, als gemachtigde van Ds. Gerardus Sevenhuysen, een huis met
erf gelegen naast Ary de Jonge. Z: Gabriël Steyn; O: de straat.
1763
13 en 26 juli; RA 5881, nr. 41, 42: RA 5884, nr. 40:
Poulus Geense verkoopt namens Gerhardus Sevenhuyse, predikant te Bruinisse, aan Cornelis Faase een huis en
erf voor £. 47. N: Diaconie (wed. Jan Corstiaense); Z: Gabriël Steyn.
1786
4 mei; RA 5881, nr. 24:
Cornelis Faasse verkoopt aan Adriaan van der Schoor, rentmeester van de Heerlijkheid Sint Philipsland, het huis
en erf gelegen tussen Cornelis Corn. Daene en Jacobus Hart voor £. 80.
1798
tweede Paasdag; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
Met instemming van de gemeenteleden wordt besloten de door de predikant bewoonde woning van de
ambachtsheren aan te kopen voor £. 200 ten laste van de diakonie. Tot behoud van de woning wordt besloten
de muur aan de noordzijde, aan de kant van Jakobus Hart, die in slechte staat is, af te breken en te vervangen
door een nieuwe, met een loden goot.
1798
4 juni; RA 5881, nr. 84:
Adriaan van der Schoor, als gemachtigde van Jan Willem Schorer en Jacob Hendrik Schorer, ambachtsheren
van Sint Philipsland, verkoopt aan de Diaconie een huis en erf voor £. 200 contant.
1799
6 juni ; RA 5882, nr. 112:
Schuldbekentenis van de Kerkeraad: £. 100 à 4.5 % geleend van Marinus Faasse Jzn. Onderpand: de pastorie,
naast Marinus Dorst en Jacob Hart
Voorstraat westzijde vanaf de Zuiddijk (2008) . Vanaf de zeedijk zijn het de huidige nrs. 54, 52, 50, enz. Na meerdere
pogingen, die steeds mislukten, heeft de Voorstraat sinds 1994 weer twee rijen bomen. De ruime plantbeddingen werden
vooraf gevuld met teelaarde. De beplanting van de Voorstraat werd in 1994 verkregen uit een legaat van mevrouw
Voorberg-van Noort. Haar oma, mevrouw van Noort-Vermaas had vroeger een kruidenierswinkel in de Voorstraat. Haar
kleindochter, mevrouw Voorberg van Noort wilde graag de Voorstraat in oude luister terug. Zij schonk tijdens haar ernstige
ziekte daarom een legaat, groot 30.000 gulden, aan de gemeente Sint Philipsland. Een herinneringstegel aan deze
beplanting is aangebracht in de stoep bij Voorstraat 3.
Voorstraat westzijde 50.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1691
15
1699
17
1779
21
1818
25
1832
222 - 223
1992
50
roeden
cijns
51.5
49
47
£. 0-8-7
" 0-8-2
¦. 2,35
Inleiding.
Over dit huis is weinig bekend uit de beginperiode. De eerste eigenaar was Emanuel Jobs. Nadat het huis in 1658
was verkocht aan Pieter de Backer was het tot 1730 geen onderwerp meer van een transactie. De eigenaars of bewoners
moeten in de akten voor de naastliggende huizen worden gevonden. Bij wijze van uitzondering wordt daarvan hieronder
een overzicht gegeven. Nadat het een tijd eigendom is geweest van Adriaen Fransen Pieck is het waarschijnlijk in bezit
gekomen van Cornelia van de Luister, gehuwd met Cornelis Walraven (1767), die weliswaar een winkel dreef maar
waarschijnlijk geen goed zakenman was. Na zijn overlijden hertrouwde de weduwe in 1695 met Gabriël Mouwe.
Door vererving kwam het huis in bezit van haar kleinkinderen en uiteindelijk van één van hen, Gabriël Steijn. Deze
kocht ook een schuur aan de Achterweg en land uit de oorspronkelijke boedel van Huybrecht Lambrechtssen (van de
Luister) zodat de "50 gemeten achter het dorp" ontstonden. Het huis bleef daarna voortdurend met deze schuur en dit land
'verbonden'. Het huis kwam in bezit van zijn dochter Jannetje Steijn. Haar echtgenoot verkocht het in 1777 aan Cornelis
Daenen. Deze wist het in 1796 voor bijna het dubbele te verkopen aan Marinus Dorst. Deze was van 1837 - 1851
burgemeester. Het pand bleef geruime tijd in bezit van zijn familie.
Kohieren huisschatting 1674 - 1696:
periode
belastingplichtige
belasting
1674 - 1682
Manes huis
£. 0-10-4
1684 - 1690
Schouts winkel
1696
Gabriël Mouwe
2 haardsteden
Kohier bewoners 1681:
niet vermeld
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1691 - 1698
Adriaen Franssen Pieck
1699 - 1700
Kornelia van de Luyster
1701 - 1714
Gabriël Mouwe
1730 - 1732
idem
1733
Abram Pieterse
1779 - 1795
Cornelis Daenen
1796 - 1833
Marinus Dorst
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750
Gabriël Steyn, Arriaentje Meyer
1758
Gabriël Steyn, Marietje Steyn
Bevolkingsregisters:
A 45
1813 - 1837
Marinus Dorst (landbouwer)
Eigenaars volgens transacties naastliggende percelen:
1648
Manes Jobs
1652
idem
1654
Marinus de Putter
1661
Pieter de Backer
1663
Adriaen Fr.zn. Pieck
1668
idem
1670
idem
1672
idem
1676
idem
1676
erven Pier??
1679
Adriaen Fr.zn. Pieck
1684
idem
1686
winkel van Walraven
1687
Frans Pieck
1698
idem
1710
oude winkel
1711
Adriaen Fr.zn. Pieck
1726
Cornelia v.d.Luister
1735
Gabriël Steyn
1736
idem
Samenvatting eigenaars :
periode
eigenaar
- 1658
Emanuel Jobs
1658 Pieter Gillesz de Backer
(1663)Adriaan Franssen Pieck
(1686)Cornelia van de Luister, later de erfgenamen
(1750)- 1774
Gabriël Steijn
1774 - 1777
Jannetje Steijn, gehuwd met Johannes Endhoven
1777 - 1796
Cornelis Daene
1796 - 1832
Marinus Dorst
Transacties enz.:
1658
3 juli; RA 5879 A, nr. 56:
Maneuel Jobs verkoopt aan Pieter Gillesz de Backer een woonhuis op ambachtsherengrond. N: Cornelis Jansz
Zeew; O: Voorstraat; Z: Bastijaen Beledt; W: Achterstraat. Prijs £. 198-6-8, te betalen in termijnen.
Manuel Jobs levert aan Franssoeys Adryans Pyeck, koopman te Amsterdam, een paaibrief op Bastiaen Beledt,
groot £. 35, een op Hareman Hijnderijcxen van £. 68-6-8 en een op Pyeter Gillesen d'Backer van £. 198-6-8. Op
dezelfde datum machtigt Adryan Frans Pyeck, zoon van Frans Adriaens Pyeck, de schout Hubrecht Lambrechtsz
om deze bedragen te innen.
1687
7 november; RA 5879 C, nr. 154 en 155:
Cornelis Walraven, schout, verkoopt aan Jacob van de Luister, executeur van de boedel van de kinderen van
Cornelis Walraven en Cornelia van de Luister, winkelgoederen, o.a. olie, azijn, zeep, kaas, brandewijn, zout, meel,
gort, enz. Voorts kousen, garen, lint. Tevens worden verkocht de twee huizen, afkomstig van Pijeck naast meester
Pieter en het andere op de Achterstraat, drie paarden, twee wagens en andere losse goederen, huisraad enz.
om hieraan te verhalen het bedrag van £. 400 die hij, Walraven, uit de boedel van de grootmoeder van de
kinderen, Nelken Lijnders, weduwe van Hubrecht Lambrechtsz., heeft genomen, enz.
1728
27 oktober; RA 5879 D, nr. 427; RA 5885 D, nr. 16:
NB.Dit huis wordt meestal samen genoemd met een schuur in de Achterstraat en met ongeveer 50 gemeten
land.
1730
26 juli; RA 5880, nrs. 17 en 18:
De broers Huijbrecht, Arenhoud en Gabreel Steijn verkopen aan Abraham Pietersen van Borselen 'een woonhuis'.
N: Huijbrecht Steijn; O: Voorstraat; Z: de weduwe Ziervelt; W: Achterstraat. Prijs £. 24.
1746
31 augustus;; RA 5885 E, nr. 61:
Schuldbekentenis van Gabriël Steyn: £. 433-6-8 à 4 % geleend van Marinus Geense. Onderpanden zijn een huis
en schuur in het dorp en 50 gemeten 252 roeden in de polder. Huis: N: Bastiaen Franke; Z: Jan Fase. Doorgehaald
25-4-1774.
1774
28 april; RA 5881, nr. 108:
Marinus Steyn Gzn. en Jan van Oostende (gehuwd met Maria Steyn), als mede-erfgenamen van hun vader
Gabriël Steyn verkopen aan hun zuster Jannetie Steyn ieder hun derde deel in het huis, schuur en erf, alsmede 50
gemeten 252 roeden land voor £. 10 per gemet of totaal voor 2/3 deel £. 338-18-8.
1774
28 april; RA 5882, nr. 109:
Schuldbekentenis van Jannetie Steyn: £. 500 à 4 % geleend van Abraham en Jacob de Hond, Sint Maartensdijk.
Onderpand: huis, schuur en erf in het dorp en 50 gemeten 252 roeden in de polder.
1777
13 juni; RA 5881, nr. 128:
Johannes Endhoven (gehuwd met Jannetie Steyn Gabriëlsdr.) verkoopt aan Cornelis Cornelisse Daene huis,
schuur en erf, alsmede 50 gemeten 252 roeden. Prijs £. 516-13-4.
1777
13 juni; RA 5882, nr. 129:
Schuldbekentenis van Cornelis Cornelisse Daene: £. 500 à 4% geleend van Abraham en Jacob de Hond. Onderpanden zijn een huis, erf en schuur in het dorp en 50 gemeten 252 roeden in de polder.
1782
6 juni; RA 5882, nr. 2:
Schuldbekentenis van Cornelis Cornelisse Daene: £. 575 à 4 % geleend van Theodorus de Klercq, secretaris van
Stavenisse. Onderpanden zijn een huis, schuur en erf in het dorp en 50 gemeten 252 roeden in de polder, de
vruchten en de onroerende goederen.
1796
13 juni; RA 5881, nr. 45:
Cornelis Cornelisse Daene verkoopt aan Marinus Dorst een huis, schuur en erf en 50 gemeten 252 roeden land.
Prijs £. 20 per gemet of totaal £. 1016-16-0. Losse goederen voor £. 50-17-0.
1796
13 juni; RA 5882, nr. 46:
Schuldbekentenis van Marinus Dorst: £. 600 à 4 % geleend van Cornelis van der Lecq. Onderpanden zijn een huis,
schuur en erf, vruchten en inventaris en 50 gemeten 252 roeden land. Borgen: Machiel Mol, Jan Stoutjensdijk,
Stavenisse en Jan Dorst, Sint Maartensdijk.
1796
13 juni; RA 5882, nr. 47:
Schuldbekentenis van Marinus Dorst: £. 200 à 4 % geleend van Jan Dorst. Onderpand: tweede verband op een
hofstede met 50 gemeten 252 roeden.
1796
28 juni; RA 5882, nr. 48:
Schuldbekentenis van Marinus Dorst: £. 200 à 4 % geleend van Machiel Mol. Onderpand: tweede verband op
een hofstede met 50 gemeten 252 roeden.
1796
10 juni; RA 5882, nr. 49:
Borgstelling ten behoeve van Marinus Leendertsen Dorst: £. 100 door Jan Maartensz Stoutjensdijk, schoonvader
van M. Dorst.
Voorstraat westzijde 52.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1691
14
1699
16
1779
20
1818
24
1832
220 - 221
1992
52
roeden
cijns
28,5
35
32.5
£. 0-4-2
" 0-5-10
¦. 1,65
Inleiding.
De eerste bewoner was waarschijnlijk Emanuel (Manes) Jobs. Als volgende eigenaars werden genoemd Jan
Jacobs Mollenaar en Jan Jacobs Vel, welke waarschijnlijk één en dezelfde persoon was. Het huis bleef daarna eigendom
van schoolmeester Pieter van Sijerervelt en later van diens weduwe Jannetje Roggebants.
Zij verkocht het in 1735 aan Jan Marinus Faasse. Na zijn overlijden in 1776 kwam het huis in bezit van Pieter Mol,
die gehuwd was met Rachel Faasse. In 1805 werd het namens de weduwe van Jeremias Dorst aan chirurgijn Adriaan
Preesman verkocht, die het zes weken later doorverkocht aan de timmerman Jan Engelvaart. Hij, zijn vrouw Sara Gunst en
kinderen vertrokken naar Poortvliet in 1819. Omstreeks 1900 werd hier een winkel gevestigd. Het pand is thans weer een
woonhuis.
Kohieren huisschatting 1674 - 1696:
periode
belastingplichtige
belasting
1674 - 1690
mr. Pijeter van Sijerevelt
£. 0-4-2
1696
Pieter Roelants
2 haardsteden
Kohier bewoners 1681:
meester Pieter
(aantal personen boven 8 jaar: 3)
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1691 - 1704
Pieter van Ziervelt
1705 - 1714
weduwe Pieter van Zierveld
1730 - 1732
idem
1733
Jannetie Roggebant
1779 - 1817
Pieter Mol
1818 - 1820
Jan Engelvaart
1821 - 1831
Hendrik Gerrit Krijgsman
1832 - 1833
weduwe Hendrik Gerrit Krijgsman
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750
Jan Faasse
1758
Jan en Maria Faasse
Bevolkingsregisters:
A 46
1813
Jan Engelvaart (timmerman)
1821 - 1837
Cornelis de Ruiter (schipper)
Samenvatting eigenaars:
periode
eigenaar
(1654)- 1668
Emanuel (Manes) Jobs
1668 - 1672
Jan Jacobs Mollenaar (Jan Jacobs Vel)
1672 - 1705
Pieter van Sijerevelt
1705 - 1735
Jannetje Roggebants, weduwe P. van Sijerevelt
1735 - 1776
Jan Marinusse Fase
1776 Pieter Mol
- 1805
Jannetje Wagemaker, weduwe Jeremias Dorst
1805
Adriaan Preesman
1805 -(1819)
Jan Engelvaart
- 1832
Hendrik Gerrit Krijgsman, later zijn weduwe
Transacties enz.:
1654
19 oktober; RA 5879 A, nr. 18:
Maneuel Jopsen is 1885 Carolusgulden schuldig aan Adrijaen Fransen Pieck, brouwer, Rotterdam, wegens
geleverd bier. Rente 20 stuivers per gulden (5%). Onderpanden zijn een schuit met gereedschap, zijn woonhuis
en een huis op ambachtsherengrond aan de Achterstraat.
Locatie woonhuis: N: Marijnis Cornelisse de Putter; O: Voorstraat; Z: zeedijk; W: Achterstraat.
1663
6 augustus; RA 5879 C, nr. 2:
Emanuel Jobs verleent hypotheek aan de wezen van Maeijken Cornelis, zijn overleden vrouw. Onderpand het
woonhuis van Emanuel Jobs N: Adrijan Fransz Pieck; O: Voorstraat; Z: Ambachtsherenhuis; W: Achterstraat.
Bedrag: 400 Carolusgulden; het huis is mede belast met 95 Carolusgulden ten bate van Adrijan Fransz Pieck.
1668
2 februari; RA 5879 C, nr. 34:
Manes Jobs verkoopt aan Jan Jacobs Mollenaar een woonhuis aan de Voorstraat. N: Adrijan Frans Pijeck, oudbrouwer te Rotterdam in de Krone. O: Voorstraat; Z: Matijs Reiniers; W: -. Prijs: 400 Carolus- gulden, te betalen in
termijnen. Afbetaald in 1670. Het huis is belast wegens het moederlijk aandeel aan de kinderen. Cornelis Manissen en Dijerck Manissen verklaren namens hun andere broers voldaan te zijn. Uit het bedrag zal aan Pijeck een
som worden afgestaan ten laste van het af te lossen deel in 1669. Afgelost in 1669; doorgehaald.
1672
24 februari; RA 5879 C, nr. 54:
Otto Sijmonsz verkoopt namens Jan Jacobs Vel aan meester Pijeter Roelans van Sijerevelt een woonhuis. N:
Adrijan Frans Pijeck; O: Voorstraat; Z: Jan Verbijest; W: Achterstraat. Prijs: 550 Carolus- gulden; verwezen wordt
naar de dorpskaart; aanbetaling ¦. 100 en daarna elk jaar ¦. 72. Koper protesteert tegen art. 2 van de leveringsvoorwaarden.
1676
23 september; RA 5879 C, nr. 81:
Meester Pieter van Zijervelt belooft na een proces voor schepenen binnen veertien dagen £. 54-4-8 te betalen
wegens geleverd hout, aan Hubrecht van Aflacken, procureur, namens Rochus Rees, mede namens de weduwe
en ergenamen van Francois Rees. Het restant van de schuld, ¦. 100 zal Van Zijervelt binnen 3 jaar in termijnen
betalen. Hij verbindt zijn huis N: erfgenamen van Turcq?; O: Voorstraat; Z: Pieter Geldeloose; W: - . De vordering
ging later over op de weduwe van M. van Prenten. Afgelost in 1679.
1676
23 september; RA 5879 A, nr. 79:
Meester Pieter van Zijervelt verleent hypotheek aan Hubrecht van Aflacken, procurerende namens Rochus Reen,
mede namens de weduwe en erfgenamen van Francois Reen, wegens voor diverse bedragen geleverd hout. N:
erven Pieck; O: -; Z: Pieter Geldelose; W: -.
1679
20 september; RA 5879 C, nr. 94:
Meester Pieter van Ziervelt verleent hypotheek aan Aderjanien Willems, weduwe van Marines de Putter. Het
bedrag is 100 Carolusgulden tegen 6 %; afgelost in 1683. N: Adr. Frans Pieck; O: Voorstraat; Z: Pieter Geldeloose;
W: -.
1686
2 november; RA 5879 C, nr. 145:
Pieter Roelansen van Zijervelt leent 200 Carolusgulden van Pieter Roggebant. Rente 5,5 %. Onderpand is zijn huis
N: winkel van Walraven; O: -; Z: Pieter Geldeloose; W: -. Afgelost in 1709.
1704
2 april; RA 5879 C, nr. 101:
Pieter Roelandts van Zijervelt stelt als zaakwaarnemer aan Gaberel Mouwe na zijn overlijden om de zaken van de
weduwe Janneken Jacobs en haar kinderen te behartigen.
1705
27 september; RA 5879 C, nr. 32:
Testament van Pieter Roelansen van Zierveld en Jannetie Roggebant. Legateren aan hun oudste zoon Roelant
Pieterse alle timmermans- en beenhakkers gereedschap. Andere kinderen: Adrijana en Isack, Jannetie en
Tannetie. Van de twee eersten was Marija Cornelis van der Eijnde moeder.
1735
21 juni; RA 5885 E, nr. 10:
Jannetie Rogbants, weduwe van P. Zierveld, verkoopt haar huis aan Jan Marinusse Fase. Prijs ¦. 200 contant. N:
Gabriël Steyn; O: de straat; Z: schout Vincent de Waele.
1735
21 juni ; RA 5885 E, nr. 4:
Schuldbekentenis van Jan Marinusse Fase: ¦. 21 à 4 % geleend van de Diaconie. Onderpand: zijn gekochte huis.
1760
20 maart; RA 5886, nr. 12:
Marinus Mol en Pieternella den Herder, weduwe van Jacob Rijn, aan de ene zijdeen Johannis Mol ter andere
zijde treffen een overeenkomst ten aanzien van het beslag op 50 Carolusgulden, die Johannes Mol toekwamen
uit de verkoop van zijn huis, hedenmorgen geleverd. Voorshands verklaart Marinus Mol zich tevreden met £. 3-1-8
en Pieternella den Herder met £. 5-5-0.
1805
5 juni; RA 5881, nr. 24:
Gerard Noordhoek, namens de weduwe Jeremias Dorst, verkoopt aan Adriaan Preesman, chirurgijn, een huis en
erf gelegen tussen dat van de weduwe Marinus Hoek en dat van Marinus Dorst. Prijs £. 45.
1805
30 juli; RA 5881, nr. 27:
Cornelis Verkouteren, namens Adriaan Preesman, verkoopt aan Johannis Engelvaart huis en erf, gelegen tussen
dat van de weduwe Marinus Hoek en dat van Marinus Dorst. Prijs is £. 54-3-4.
1812
8 augustus; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2758 (145):
Jan Engelvaart is 1260 fr 39 c (600 Hollandse guldens) schuldig aan de erfgenamen van Elisabeth Kaashoek,
weduwe Leendert Gunst. Rente 5 %. Onderpand is het huis met timmermanswinkel, Voorstraat westzijde nr. 46. N:
Marinus Dorst; Z: weduwe Marinus van den Hoek.
Voorstraat westzijde 54.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1691
13
1699
15
1779
19
1818
23
1832
218 - 219
1992
54
roeden
33
33
38
40
cijns
£. 0-5-6
" 0-6-4
ƒ. 2.-
Inleiding.
De eerste drie transacties hebben betrekking op een 'keet', die waarschijnlijk voor de bouw van de woning op
het erf heeft gestaan. Vermoedelijk werd de keet na 1656 afgebroken. Eén van de ambachtsheren, Geeraert van der Nisse,
liet hierna op deze plaats een woning bouwen.
In 1672 werd het huis gekocht door Pijeter Jans Gekijer (Pieter Jansz Gekier) voor vijfentwintig Vlaamse ponden
terwijl hetzelfde huis door hem in 1664 werd geaccepteerd als onderpand voor een lening van vijftig pond. Pieter Gekier
werd waarschijnlijk ook wel Pieter Geldeloose genoemd. Niet alleen kwam deze naam voor dit huis voor in de lijst van
cijnsplichtigen, hij werd in die periode ook herhaaldelijk genoemd als zuidelijke buur bij het huis nr. 52 en zijn dochter
Catarina gebruikte deze naam in 1701. Catharina werd bij haar eerste huwelijk Catharina Pieters genoemd, bij de volgende
respectievelijk Catarina Geldeloose en Katarina Pieters Gekier.
In 1755 werd het huis verkocht uit de boedel van Catharina Pieters Gekier(s), weduwe van Vincent Cornelisse
Waele, eerder weduwe van Joost Franken en daarvoor van Willem Willems Meyer. In 1825 kocht dijkbaas Cent den Braber
(1783 - 1874) het pand aan.
De drie huizen aan de Zuiddijk, tussen de Voorstraat en de Achterstraat, zijn gebouwd vanaf ca 1850 tot 1902. De kleine
woning links is kort na 1970 afgebroken. Daarnaast was de winkel van Dirk Vermeij, later van zijn schoonzoon Johannes van
Oeveren. In het vierde pand op de hoek Voorstraat-Zuiddijk woonde dijkbaas en sluismeester Cent den Braber (zie inleiding
en transacties Voorstraat 54).
Kohieren huisschatting 1674 - 1696:
periode
belastingplichtige
belasting
1674, 1675 Frans van Atten
1677 - 1678
Rijnier Anthonissen
1682, 1684
Jan de Jonge
1685 - 1690
Goesewijn Bastiaensen
1696
de weduwe van Geldeloose
1 haardstede
Kohier bewoners 1681:
Reinier Anthonisz
(aantal personen boven 8 jaar: 8)
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1691 - 1698
Pieter Geldeloose
1699
Wyllem Wyllemse Meijer
1700
diens weduwe, nu gehuwd met Joos Francke
1701 - 1712
Joos Francke
1713 - 1714
Fincent de Waal
1730 - 1733
idem
1779 - 1817
Marinus Hoek
1818 - 1826
weduwe Marinus Hoek
1827 - 1833
Cent den Braber
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750
niet genoemd
1758
Cornelis de Kok, Cornelia van Bostelen
Bevolkingsregisters:
A 47
1813
Jannetje Vettings, weduwe Marinus Hoek
1821 - 1825
1826 - 1837
A 47b
1821 - 1825
1826 - 1837
Samenvatting eigenaars :
periode
- 1655
1655 - 1656
1656 - 1664
1664 - 1668
1668 - 1672
1672 - 1694
1694 - 1755
1755 - 1758
1758 - 1767
1767 - 1825
1825 - 1832
Abraham Reyngoudt (arbeider)
Besman den Braber (schipper)
Pieter Steenpoorte (arbeider), later Jan van Dommelen (arbeider)
Cent den Braber (arbeider)
eigenaar
erfgenamen van Adriaen Fransen Pijeck
Jacob Jobsen en Bastiaen Beleedt
Bastiaen Beleedt
Geeraert van der Nisse, Heer van Kruiningen.
Matijs Reiniers
Jehan Willems Verbijest
Pijeter Jans Gekijer (= Pieter Geldeloose)
Catharina Pieters, huwt Willem W. Meyer, later hertrouwd met Joos Franke en Vincent
Waele, later haar erfgenamen
Jacob Kip
Cornelis Molengraaf
Marinus Hoek, later zijn weduwe
Cent den Braber
Transacties enz.:
1655
21 juni; RA 5879 A, nr. 24:
Emanuel Jopsen van Vrijberghe verkoopt namens de erven van Adrijaen Franssen Pijeck aan Jacob Jopsen en
Bastijaen Beleedt een keet op ambachtsherengrond. Prijs £. 48-6-8, te betalen in termijnen.
N: Emanuel Jopsen van Vrijberghe; O: -; Z: de zeedijk; W: Achterstraat. Manuel Jopsen houdt het recht van een
gang door de hof van Jacob Jopsen om water te halen.
1656
3 mei; RA 5879 A, nr. 40:
Jacob Jopsen verkoopt aan Bastijaen Beleedt een keet, N: Manes Jopsen; O: Voorstraat; Z: zeedijk; W: Achterstraat. Prijs £. 48-6-8, te betalen in termijnen. Manuel Jopsen behoudt het recht van een gang door de hof van
Jacob Jopsen om water te halen.
1661
14 mei; RA 5879 A, nr. 69:
Bastijaen Belet verkoopt aan Manuel Jobs een keet voor £. 300. N: Pijeter de Backer; O: Voorstraat; Z: Jan
Leendersen; W: Achterstraat.
N.B.
Het is waarschijnlijk dat de hier bedoelde keet stond op de plaats van Voorstraat 54.
1664
11 maart; RA 5879 C, nr. 4:
Schout Hubrecht Lambrechtsz, namens Geeraert van der Nisse, Heer van Kruiningen, verkoopt aan Matijs Rijniers
een woonhuis. N: Emanuel Jobs; O: Voorstraat; Z: zeedijk; W: Achterstraat. Prijs: £. 75, te betalen in termijnen, £. 25
direct. Afbetaald in 1667.
1664
19 juni; RA 5879 C, nr. 5:
Matijs Reiniers leent van Pijeter Jans Gekijer £. 50, terug te betalen met Kerstmis 1664 met als tegenprestatie £. 2 of
anders 16 % per jaar bij gebreke. Borg is Marijnis Jansen Doen, schepen. Vernieuwd op diens weduwe, 23 maart
1668.
1668
4 juli; RA5879 C, nr. 37:
Mattijs Reiniers verkoopt aan Jan Willems Verbiest een woonhuis. Prijs: £. 75, te betalen in termijnen. N: Jan Jacobs
Mollenaar; O: Voorstraat; Z: zeedijk; W: Achterstraat.
1672
8 augustus; RA 5879 C, nr. 57:
Jehans Willems Verbijest verkoopt aan Pijeter Jans Gekijer een woonhuis. Prijs £. 25, aanvankelijk £. 33-6 -8; te
betalen in termijnen; afbetaald in 1675. N: meester Pijeter van Zijervelt; O: Voorstraat; Z: zeedijk; W: Achterstraat.
1673
11 juni; RA 5879 C, nr. 62:
Jan Willem Verbijest verkoopt een 'paaibrief', groot £. 8-6-8 ten laste van Pijeter Jans Gekier voor £. 7.
Onderpand is het huis N: meester Pijeter van Zijervelt; O: Voorstraat; Z: zeedijk; W: Achterstraat.
1755
20 juni; RA 5885 E, nr. 124:
Marinus Reyngoud, executeur testamentair voor zijn schoonmoeder Catharina Gekiers, weduwe van Vincent
Waele, verkoopt aan Jacob Kip een huis met erf gelegen op het einde van de straat naast Jan Faassen. O: de
straat; Z: de zeedijk. Prijs £. 50.
1758
20 juni; RA 5885 E, nr. 139:
Jacob Kip verkoopt aan Cornelis Molengraaf een huis met erf voor £. 50. N: de straat; O: de zeedijk; Z: Jan
Faassen; W: de Achterweg.
1767
16 april; RA 5881, nr. 63:
Cornelis Molengraaf verkoopt aan Marinus van den Hoek een huis, schuur en erf onder de dijk. N: Jan Faasse. Prijs
£. 50.
1767
21 mei; RA 5882, nr. 68:
Schuldbekentenis van Marinus van den Hoek: £. 50 à 5% geleend van Leendert Klippel. Onderpand is het huis en
erf naast Jan Faasse en de zeedijk.
1773
30 april; RA 5882, nr. 99:
Schuldbekentenis van Marinus van den Hoek: £. 39-15-0 à 5% geleend van Cornelis Molengraaf. Onderpand: zijn
huis en erf naast Jan Faasse en de zeedijk.
1825
13 januari; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2896 (42):
De erfgenamen Van den Hoek - Vetting verkopen aan Cent den Braber een woonhuis, schuur en erf, Voorstraat
nr. 47, voor ¦. 275.
1825
13 januari; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2896 (43):
Cent den Braber leent van Jacobus Stols ƒ. 238,50 tegen 5 %. Onderpand is zijn heden gekochte huis Voorstraat
nr. 47
Achterstraat westzijde
Inleiding:
Nadat alle erven aan de Voorstraat gebruikt waren werd besloten verder te bouwen aan de westzijde van de
Achterstraat in aansluiting op de aldaar aanwezige bebouwing. Evenals bij de huizenbouw aan de Voorstraat gaf de
ambachtsheer percelen grond uit. Voor het recht om hierop een huis te bouwen moesten de huiseigenaren een cijns
betalen aan de ambachtsheer.
In de jaren 1799 - 1804 werden twaalf huisjes gebouwd. Daarvoor werd een deel van het bos gerooid. In 1953
werden de huizen op de percelen kadastraal bekend nrs. 188 en 189 gesloopt om een verbinding te maken tussen de
Achterstraat en het westelijke dorpsgedeelte.
Achterstraat 48 (nummering 1951-1953)
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
roeden (m2)
cijns
1832
76 (189ter)
1832
75 (189bis)
N.B.
in 1953 gesloopt t.b.v. de doorbraak voor de aanleg van de Deldensestraat.
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1828 - 1833
Cornelis Geense/Commer Quist
Bevolkingsregisters:
A 62, 63
1813
Jacob Termaat (arbeider)
1821 - 1825
Marinus Faasse (schipper)
Samenvatting eigenaars:
periode
eigenaar
c1804 - 1832
Cornelis Geense
Achterstraat 50 (nummering 1951-1953)
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
roeden (m2)
cijns
1804
55
25,5
£. 0-7-4
1818
64
11,5
ƒ. 0,60
1832
64 (188/189)
N.B.
in 1953 gesloopt t.b.v. de doorbraak voor de aanleg van de Deldensestraat.
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1804 - 1833
Diaconie
N.B. Van 1804 - 1817 samen met nr. 63 vermeld onder nr. 55.
Bevolkingsregisters:
A 61
1813
Cent Reyngoud (arbeider)
1821 - 1825
Maria van der Heide
1826 - 1837
Willem Moeliker
Samenvatting eigenaars:
periode
eigenaar
c1804 - 1832
Diaconie
Achterstraat 24
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
roeden (m2)
1804
55
25,5
1818
63
14
1832
63 (190/191)
1992
24
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1804 - 1833
Diaconie
N.B. Van 1804 - 1817 samen met nr. 63 vermeld onder nr. 55.
Bevolkingsregisters:
A 60
cijns
£. 0-7-4
ƒ. 0,70
1813
1821 - 1837
Samenvatting eigenaars:
periode
c1804 - 1832
Cornelis van den Doel (arbeider)
Cornelis Verwijs (arbeider)
eigenaar
Diaconie
Achterstraat 26
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
roeden
(m2)
1804
54
9,5
1818
62
9,5
1832
62 (192/193)
1992
26
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1804 - 1817
Marinus Jasperse
1818 - 1830
Laurens van Poperen, later zijn weduwe
1831 - 1833
Cornelis Quist
Bevolkingsregisters:
A 59
1813
Gabriël van Ammerlaan (arbeider)
1821 - 1825
Willem Moeliker (arbeider)
1826 - 1837
Cornelis Quist (arbeider)
Samenvatting eigenaars:
periode
eigenaar
c1804 -c1814
Marinus Jasperse
c1814 Laurens van Popering (te Tholen)
- 1832
Cornelis Quist
cijns
£. 0-1-8
ƒ. 0,50
Achterstraat 28
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
roeden
(m2)
1818
61
14
1832
61 (194/195)
1992
28
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1818 - 1820
G. Noorthoek
1821 - 1833
Adriaan Steenpoorte
Bevolkingsregisters:
A 58
1813
Abraham Porrey (schipper)
1821 - 1837
Adriaan Steenpoorte (arbeider)
Samenvatting eigenaars:
periode
eigenaar
c1804 - 1818
Gerard Noordhoek
1818 Adriaan Steenpoorte
- 1832
Willem Steenpoorte
Transacties enz.:
1828
cijns
ƒ. 0,70
20 juni; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2906 (424):
Adriaan Steenpoorte, arbeider te Sint Philipsland, verklaart schuldig te zijn aan Adriaantje de Ruiter, weduwe van
Marinus de Groen, 100 gulden à 5 % rente. Als onderpand stelt hij zijn huis en erf in de Achterweg, nr. 58, tussen
de huizen van Cornelis Quist en de erven van Joost van Sorgen, door hem in eigendom verkregen van Gerard
Noorthoek, arbeider te Sint Philipsland, blijkens onderhandse transportakte d.d. 27 juli 1818.
Achterstraat 30
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1818
60
1832
60 (196/197)
1992
30
roeden
14
(m2)
cijns
ƒ. 0,70
Cijnsplichtigen:
periode
1818 - 1833
Bevolkingsregisters:
A 57
1813
1821 - 1825
1826 - 1837
Samenvatting eigenaars:
periode
c1804 - 1825
1825 - 1832
cijnsplichtige
Joost van Sorgen, later zijn erfgenamen
Pieter Noordhoek (arbeider)
Joost van Sorgen (timmerman)
Jan van Duren (arbeider)
eigenaar
Joost van Sorgen
Jan van Duuren
Achterstraat 32
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1804
53
1818
59
1832
59 (198/199)
1992
32
roeden
42
13,5
(m2)
cijns
£. 0-7-0
ƒ. 0,70
De Achterweg rond 1900. De landbouwschuur links hoorde bij de woning Voorstraat 50. Het was destijds van de familie
Dorst, die “De 50 gemeten achter het dorp” beboerde. De dame op de foto is schildersdochter Cornelia van Splunter, in de
volksmond ‘Kee Splint” genoemd. Rechts daarvan loopt Gert den Braber (1820-1915) . Zijn moeder, Elisabeth den Braber,
trouwde later met Willem de Rooij en daarom werd haar zoon gewoonlijk ‘Gert de Rooij’ genoemd. Hij was schipper en later
ook lijkdienaar. Keur uit Sint-Annaland poseert op dit plaatje met zijn hondenkar. Hij handeldei n potten en pannen en
andere huishoudelijke benodigdheden.
Cijnsplichtigen:
periode
1818 - 1833
Bevolkingsregisters:
A 56
1813
1821 - 1837
Samenvatting eigenaars:
periode
c1804 - 1832
cijnsplichtige
G. Noorthoek, later zijn weduwe
Gerrit van den Tol (arbeider)
Gerard Noordhoek (arbeider), later Johannes Noordhoek
eigenaar
Gerard Noordhoek, later zijn erfgenamen
Achterstraat 34
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
roeden
(m2)
cijns
1804
52
22
£. 0-3-8
1818
58
22,5
ƒ. 1,15
1832
58 (200/201)
1992
34
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1804 - 1817
Weduwe Jacobus de Groen
1818 - 1831
Jan de Groen
1832 - 1833
Machiel van Dijke
Bevolkingsregisters:
A 55
1813
Adriaan Kunst (arbeider)
1821 - 1825
Cent Reyngoudt (arbeider)
1826 - 1837
Gilles Kempeneers (arbeider)
Samenvatting eigenaars:
periode
eigenaar
c1800 -c1814
Neeltje Kuiper, weduwe van Jacobus de Groen
1814 - 1831
Jan de Groen (te Bruinisse)
1831 - 1832
Machiel van Dijke
Transacties enz.:
1831
5 juni; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2919 (944):
Jan de Groen, landman te Bruinisse, verkoopt aan Machiel van Dijke, boerenknecht te Sint Philipsland, het huis
en erf nr. 55, tussen de huizen van Jacobus Stols en van wijlen Gerard Noordhoek, door hem verkregen door
erfenis uit de boedel van wijlen Jacob de Groen en Neeltje Kuiper. Koopsom ƒ. 200. Wordt direct in gebruik
genomen.
Achterstraat 36
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
roeden
(m2)
1804
51
14,5
1818
57
14
1832
57 (202/203)
1992
36
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1804 - 1833
Jacobus Stols
Bevolkingsregisters:
A 54
1813
Pieter van der Ree (arbeider)
1821 - 1837
Aarnout van den Bosch (arbeider)
Samenvatting eigenaars:
periode
eigenaar
c1800 - 1832
Jacobus Stols
Achterstraat 38
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
cijns
£. 0-2-6
ƒ. 0,70
Jaar
1804
1818
1832
1992
Cijnsplichtigen:
periode
1804 - 1817
1818 - 1833
Bevolkingsregisters:
A 53
1813 - 1837
Samenvatting eigenaars:
periode
c1799 -c1814
c1814 - 1832
nummer
50
56
56 (204/205)
38
roeden
13
13
(m2)
cijns
£. 0-2-2
ƒ. 0,65
cijnsplichtige
Nicolaas Geense
Cornelis Wagemaker
Cornelis Wagemaker (arbeider)
eigenaar
Nicolaas Geense
Cornelis Wagemaker
Achterstraat 40
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
roeden
(m2)
cijns
1804
49
11,5
£. 0-2-0
1818
55
11,5
ƒ 0,60
1832
55 (206/207)
1992
40
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1804 - 1831
Willem Monsieur
1832 - 1833
Simon van der Vliet
Bevolkingsregisters:
A 52
1813
Willem Monsieur
1821 - 1837
Marinus Quist (arbeider), later Simon van der Vliet
Samenvatting eigenaars:
periode
eigenaar
c1799 Willem Monsieur
- 1829
Cornelis Geense
1829 - 1832
Simon van der Vliet
Transacties enz.:
1829
20 augustus; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2912 (662):
Cornelis Geense verkoopt aan Simon van der Vliet het huis en erf nr. 52, tussen Cent Wagemaker en Cornelis
Wagemaker, voor ƒ. 200. Cornelis Geense heeft dit huis zelf gebouwd.
Achterstraat nr. 42, 44
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1804
48
1818
54
1832
54 (208/210)
1992
42, 44
Inleiding:
roeden (m2)
22
23
cijns
£. 0-3-8
ƒ. 1,15
Nicolaas Geense liet in 1797 een huis, schuur en werkhuis bouwen aan de Achterstraat. Reeds twee jaar later
verkocht hij dit aan Pieter Jasperse. Op zijn beurt deed deze de panden over aan Johannes van 't Veer. In 1805 werd Willem
Wagemaker eigenaar. Hij verkocht het aan zijn zoon Cent onder voorwaarde dat hij en zijn vrouw de beschikking mochten
houden over een inmiddels bijgebouwd vertrek, met schuurtje. Hierdoor waren hier voortaan twee woonhuizen.
Cijnsplichtigen:
periode
1804 - 1820
1821 - 1833
Bevolkingsregisters:
A 51
1813 - 1837
A 51b
cijnsplichtige
Willem Wagemaker
Cent Wagemaker
Cent Wagemaker (arbeider)
1821 - 1825
Marinus van Beveren (timmerman)
1826 - 1837
Jan Verhage (arbeider)
Samenvatting eigenaars:
periode
eigenaar
1797 - 1799
Nicolaas Geense
1799 Pieter Jasperse
- 1805 Johannes van 't Veer
1805 - 1809
Willem Wagemaker
1809 - 1832
Cent Wagemaker
Transacties enz.:
1797
1799
1799
1805
1809
5 mei ; RA 5882 nr. 66 en 67:
Schuldbekentenis van Nicolaas Geense: £. 110-15-4 à 5 % geleend van Bartolomeus Kuyl, Steenbergen, wegens
materialen. Onderpand: huis, schuur en werkhuis in de Achterstraat, naast de schuur van Marinus Dorst.
N.B.
In de marge staat :
koper Pieter Jaspers, 7 augustus 1799.
Kapitaal
110-15- 4
interest 5-5-1797 - 7-8-1799
12- 9- 2
123- 4- 6
af de koop van 't .....
75- 0- 0
te kort £. 48- 4- 6
7 augustus; RA 5881 nr. 114
Klaas Geense verkoopt aan Pieter Jaspers een huis, schuur en werkhuis in de Achterstraat, naast de schuur van
Marinus Dorst en 't huisje van W. Monsieur.
7 augustus ; RA 5882 nr. 115
Schuldbekentenis van Pieter Jasperse: £. 100 à 5 % geleend van Nicolaas van den Berg. Onderpand: huis, schuur
en werkhuis in de Achterstraat naast de schuur van Marinus Dorst en het
huisje van Willem Monsieur. Borg is Willem Wagemaker. Voldaan 5 juni 1805.
5 juni; RA 5881 nr. 25
Johannes van 't Veer verkoopt aan Willem Wagemaker, huis, schuur en erf, gelegen tussen Willem Monsieur en
de schuur van Marinus Dorst. Prijs : £. 91-13-4.
27 maart; RA 5881 nr. 29:
Willem Wagemaker verkoopt aan Cent Wagemaker het huis nr. 48. De prijs is ƒ. 300, onder voorwaarde dat het
vertrekje tegen het huis gebouwd, met een schuurtje of loodsje daarachter, ter beschikking zal blijven van de
verkoper en zijn vrouw.
Slechts één dag na de watersnoodramp in 1953 waagden mensen zich al over het wrakhout in de Achterstraat. De schade
in deze straat was vooral aan de achterzijde van de gebouwen bijzonder groot. Veel woningen werden geheel, andere
gedeeltelijk verwoest en opniew gebouwd of gerenoveerd. Op de plaats van de landbouwschuur bouwde aannemer W.A.
Ligtendag drie nieuw voor zichzelf en zijn familie.
Achterstraat nr. 46, 48 en 50
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1691
30*)
31*)
1699
34 - 36**) 234
1712
37, 38, 39
1779
47
1818
53
1832
53 (211)
1992
46, 48, 50
*) in 1699 vervallen, opgenomen in nrs 34-36
**) vanaf 1712 genummerd 37, 38, 39: tiendschuur.
roeden (m2)
130
70 (later 64)
"
cijns
£. 1- 1-8
" 0-10-8
1-19-0
63,5
64,5
" 0-10-7
ƒ. 3,25
Inleiding:
Op de plaats van de panden Achterstraat 46, 48 en 50 stonden vermoedelijk oorspronkelijk twee schuren. De
eerste transactie met betrekking tot dit de eerste schuur vond plaats in 1671 toen Jan Willemse Verbiest deze verkocht aan
Adriaen Cornelis. Na diens overlijden werd dezelfde schuur gekocht door Neeltje Leenders, de weduwe van Huybrecht
Lambrechtssen. Waarschijnlijk kwam de schuur na haar overlijden in bezit van Cornelis Walraven, haar schoonzoon en de
vader van de twee dochters waarvoor een fideï- commissaire erfenis van hun grootouders beschikbaar was. Deze erfenis
bestond o.a. uit 50 gemeten land in de tweede kavel.
De andere schuur werd vermoedelijk gebouwd door schoolmeester Pieter Roelantse van Sijerevelt, die tevens
timmerman was. Hij verkocht deze in 1683 aan Jacob van de Luister, een zoon van Huybrecht Lambrechtssen. In de akte
wordt vermeld dat hij de schuur schonk aan de kinderen van Cornelis Walraven en zijn zuster Cornelia. Hierdoor kwamen
beide schuren waarschijnlijk in handen van de twee dochters of van hun kinderen.
In 1702 verkocht Gabriël Mouwe, de tweede echtgenoot van Cornelia van de Luister, namens de echtgenoten
van de beide dochters een schuur aan de ambachtsheren. Zij gebruikten deze als tiendenschuur. De door hen geheven
tienden van het koren werden in deze schuur verzameld. Volgens de cijnslijsten woei deze schuur, die een grote afmeting
moet hebben gehad, tussen 1719 en 1722 om. Hij werd niet meer opgebouwd.
Of de andere schuur bleef bestaan is niet duidelijk. In 1731 maakt de eigenaar van het zuidelijke pand, Izaak
Steyn, een overeenkomst met Abraham Pieterse van Borselen over de schuur van deze laatste. Abraham was één van de
zes kleinkinderen die deelden in de fideï-commissaire erfenis en wellicht was hij eigenaar geworden van de schuur. In 1746
blijkt zijn neef en mede-erfgenaam Gabriël Steyn de schuur als onderpand voor een lening te gebruiken. Het is mogelijk dat
Gabriël, die in 1732 en in 1734 reeds het door zijn beide broers geërfde land had overgenomen en in 1746 ook het land van
zijn neven en nicht Van Borselen kocht, ook de schuur had overgenomen. Hierdoor ontstonden de '50 gemeten achter het
dorp', die daarna samen met deze schuur en het woonhuis Voorstraat nr. 50 werden genoemd.
Na het overlijden van Gabriël in 1774 kocht zijn dochter, Jannetje Steyn, de delen van haar broer en zuster aan.
Nog in hetzelfde jaar trad zij in het huwelijk met Johannes Endhoven.
In 1777 kocht de uit Sint Maartensdijk afkomstige Cornelis Daene de schuur, samen met het woonhuis in de
Voorstraat en het land in de polder. In 1796 verkocht hij het geheel aan Marinus Dorst, afkomstig uit Stavenisse.
De schuur werd na de watersnood van 1953 afgebroken waarna in 1954 op dit erf een complex van drie
woningen werd gebouwd (Achterstraat 46, 48 en 50).
De Achterweg begin 19de eeuw. In het rechterhuisje woonde toen Jacob Mol 1875-1911en daarachter Helena
Faasse-Karreman. Links: Het woonhuis en pakhuis van beurtschipper Pieter Westbroek.
Cijnsplichtigen:
periode
1691 - 1698
1691 - 1698
1699 - 1702
1704 - 1714
1730
1731 - 1733
1779 - 1795
1796 - 1833
Samenvatting eigenaars:
cijnsplichtige
Pieter van Ziervelt
Adriaen Cornelisse
Gabriël Mouwe
Tiendenheren
'vermits het omver wayen van de gemeene schuere onbruykbaar is blijven liggen 51
roeden, dus den rendent à 2 d. de roede' [een korting van £. 0-8-6]
idem, echter geen korting
Cornelis Daene
Marinus Dorst
periode
- 1671
1671 - 1679
- 1683
1679 - 1702
1702 -c1722
- 1774
1774 - 1777
1777 - 1796
1796 - 1832
eigenaar
Jan Willemsz. Verbiest
Adriaen Cornelis, later zijn erfgenamen
Pieter Roelantse van Sijerevelt
Neeltje Leenders, weduwe van Huybrecht Lambrechtssen, later haar erfgenamen
Ambachtsheren van Sint Philipsland
Gabriël Steyn, later diens erfgenamen
Jannetje Steyn
Cornelis Daene
Marinus Dorst
Transacties enz.:
1671
12 oktober; RA 5879 C, nr. 53:
Jan Willemsz Verbijest verkoopt aan Adrijaen Cornelis een schuur in de Achterstraat: N: leeg erf; O: Achterstraat;
Z: leeg erf; W: de tweede kavel. Prijs: £. 40, te betalen in termijnen
1679
13 februari; RA 5879 C , nr. 89 :
De schout, als opperweesmeester van de nagelaten goederen van de wezen van Adrijan Cornelis, verkoopt aan
Neljen Lenders, weduwe van Hubrecht Lambrechtsz een schuur, N: leeg erf; O: Achterstraat; Z: leeg erf; W: 2e
kavel. Prijs: £. 38.
1683
10 maart; RA 5879 C nr. 119:
Meester Pieter van Zijerevelt verkoopt aan Jacob van de Luister een schuur, N: de schuur van de schout (Cornelis
Walraven); O: Achterstraat; Z: Adr. Frans Pyeckts; W: de heer van Overmeer. Prijs: £. 21, een halve dukaat voor de
Diaconie en £. 0-10-6 voor het gelag. Het riet moet in de schuur blijven. N.B. De koper geeft de schuur aan de
kinderen van de schout Cornelis Walraven en Cornelia van de Luister.
1702
6 september; RA 5879 C, nr. 80, 81, 84 en 85:
Gaberel Mouwe, gehuwd met Cornelia van de Luister, op last van Pieter Abramsz en Roeckus Arentsz Steijn, als
erfgenamen van de fidei comissaire goederen behorende tot de boedel van Hubrecht Lambrechts en Neelje
Leijnders (Pieter is gehuwd geweest met Neljen Cornelis Walravens, tevens leeft nog Marij Cornelis Walravens,
vrouw van Roeckus Steijn, kleinkinderen van de genoemden), verkoopt aan de Ambachtsheren van Sint
Philipsland, als eigenaren van de korentienden een schuur in de Achterstraat in gebruik bij secretaris Johannes
van de Luister. N: dorpsland; O: dorp; Z: huis van Nicolaes Geerijnck; W: land van Isaack en Cornelia van de
Luister. Prijs: £. 30 contant
1705
18 november; RA 5879 C, nr. 134 - 140:
Melgijor Carlis, executeur-testementair van de boedel van Philippina Liens, gezegd Mevijus, verkoopt aan
Cornelia Slijps, weduwe van Nicolaas de Gooijer, predikant te Sint Maartensdijk, 1/8 deel in de koren- en lammertienden van Sint Philipsland en 1/8 deel in een schuur. N: dorpsland; O: het dorp; Z: zeedijk; W: Gabril's Mouwe
land. Prijs: 4000 Carolusgulden.
N.B.
Uitgezonderd 6 gemeten 10 roeden van de advocaat De Bije.
Het betreffende aandeel was gekocht bij de bedijking (1645) door Johan Liens, schepen en Raad van Tholen,
gehuwd met Elijsabeth Werckendet, waarna het gekocht werd door Jhr. Diderick van de Werve van Pieter van
Laer. De tienden werden geheven door het kapittel van Oud-Munster te Utrecht en toen door de kopers afgekocht en allodiaal gemaakt. Met verkoopvoorwaarden d.d. 26 september 1704.
1722
Archief Heerlijkheid Sint Philipsland; inv.nr. 221:
'vermits het omver wayen van de gemeene schuere onbruykbaar is blijven liggen 51 roeden, dus den rendent nu
maar ontfangt gens (234 - 51 =) 183 roeden à 2 st, per roe: £.1-10-6' (moet zijn geweest tussen 1719 en 1722).
1731
4 juni; RA 5885 D,
Overeenkomst tussen Isaac Steijn en Abraham Pietersen van Bostelen. Isaac Steijn staat toe aan Abraham van
Bostelen om zijn schuur vast te timmeren aan de gevel, met overbrenging van de deur aldaar naar de zijkant
van de schuur en het oude deurgat dicht te maken.
1746
31 augustus;; RA 5885 E, nr. 61:
Schuldbekentenis van Gabriël Steyn: £. 433-6-8 à 4 % geleend van Marinus Geense. Onderpanden zijn een huis
en schuur in het dorp en 50 gemeten 252 roeden in de polder. Belendingen huis: N: Bastiaen Franke; Z: Jan Fase
[Voorstraat nr. 50]. Doorgehaald 25 april 1774.
1774
28 april; RA 5881, nr. 108:
Marinus Steyn Gzn. en Jan van Oostende (gehuwd met Maria Steyn), verkopen als mede-erfgenamen van hun
vader Gabriël Steyn aan hun zuster Jannetie Steyn ieder hun derde deel in het huis, schuur en erf, alsmede 50
gemeten 252 roeden land voor £. 10 per gemet of totaal voor 2/3 deel £. 338-18-8.
1774
28 april; RA 5882, nr. 109:
Schuldbekentenis van Jannetie Steyn: £. 500 à 4 % geleend van Abraham en Jacob de Hond, St. Maartensdijk.
Onderpand: huis, schuur en erf in het dorp en 50 gemeten 252 roeden in de polder.
1777
13 juni; RA 5881, nr. 128:
Johannes Endhoven (gehuwd met Jannetie Steyn Gabriëlsdr.) verkoopt aan Cornelis Cornelisse Daene huis,
schuur en erf, alsmede 50 gemeten 252 roeden. Prijs £. 516-13-4.
1777
13 juni; RA 5882, nr. 129:
Schuldbekentenis van Cornelis Cornelisse Daene: £. 500 à 4% geleend van Abraham en Jacob de Hond. Onderpanden zijn een huis, erf en schuur in het dorp en 50 gemeten 252 roeden in de polder.
1782
6 juni; RA 5882, nr. 2:
Schuldbekentenis van Cornelis Cornelisse Daene: £. 575 à 4 % geleend van Theodorus de Klercq, secretaris van
Stavenisse. Onderpanden zijn een huis, schuur en erf in het dorp en 50 gemeten 252 roeden in de polder, de
vruchten en de onroerende goederen.
1796
13 juni; RA 5881, nr. 45:
Cornelis Cornelisse Daene verkoopt aan Marinus Dorst een huis, schuur en erf en 50 gemeten 252 roeden land.
Prijs £. 20 per gemet of totaal £. 1016-16-0. Losse goederen voor £. 50-17-0.
1796
13 juni; RA 5882, nr. 46:
Schuldbekentenis van Marinus Dorst: £. 600 à 4 % geleend van Cornelis van der Lecq. Onderpanden zijn een huis,
schuur en erf, vruchten en inventaris en 50 gemeten 252 roeden land. Borgen: Machiel Mol, Jan Stoutjensdijk,
Stavenisse en Jan Dorst, St. Maartensdijk.
1796
13 juni; RA 5882, nr. 47:
Schuldbekentenis van Marinus Dorst: £. 200 à 4 % geleend van Jan Dorst. Onderpand: tweede verband op een
hofstede met 50 gemeten 252 roeden.
1796
28 juni; RA 5882, nr. 48:
Schuldbekentenis van Marinus Dorst: £. 200 à 4 % geleend van Machiel Mol. Onderpand: tweede verband op
een hofstede met 50 gemeten 252 roeden.
1796
10 juni; RA 5882, nr. 49:
Borgstelling ten behoeve van Marinus Leendertsen Dorst: £. 100 door Jan Maartensz Stoutjensdijk, schoonvader
van M. Dorst.
Achterstraat nr. 52
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1779
46
1818
52
1832
52 (212/213)
1992
52
roeden (m2)
60
61,5
cijns
£. 0-10-0
¦. 3,10
Inleiding:
Ten zuiden van de tiendenschuur werd, vermoedelijk omstreeks 1706, een huis gebouwd door Johannes Steyn. Hij
verkocht het huis, met de daarbij behorende schuur, aan zijn broer Isaak. Na diens overlijden in 1739 werd zijn zoon Cornelis
eigenaar. Hij legateerde het pand in 1782 aan zijn zoon Aarnoud onder voorwaarde dat deze hem levenslang zou
onderhouden.
In de 20ste eeuw stond hier een landbouwschuur, die in 1956 bestemd werd tot kolenbergplaats. In 1981 werd de
alhier gebouwde supermarkt geopend.
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1779 - 1817
Cornelis Steijn
1818 - 1833
Jacobus van Poperen
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750
Jan de Jong en Willemijntje van der Loo
1758
Cornelis Steyn en Adriana Bakkers
Bevolkingsregisters:
A 50
1813
Aarnout Steyn (arbeider)
1821 - 1837
Abraham Reyngoudt (slager)
A 50b
1821 - 1837
Abraham den Braber (arbeider)
Samenvatting eigenaars:
periode
eigenaar
c1706 - 1728
Johannes Steyn
1728 - 1760
Isaak Steyn, later zijn weduwe Adriana Liere en erfgenamen
1760 - 1790
Cornelis Steyn
1790 - 1817
1817 - 1832
Aernoud Steyn
Jacobus van Popering
Transacties enz.:
1707
24 april; RA 5879 C nr. 220:
Johan Steyn leent van Johan Cornelisse £. 25 voor één jaar à 5 %. Onderpand zijn huis en erf in de Achterstraat.
Afbetaald in 1710.
1714
1 juli; RA 5879 C nr. 93:
Leendert Stoffelse, als voogd van Frans Cornelisse van Riel, leent aan Johan Steijn £. 33-6-8 voor één jaar à 5 %.
Onderpand het woonhuis en erf N: tiendenschuur; O: Voorstraat (?); Z: huis van Henderick Pieterse; W: Mouwe's
land.
1725
13 februari; RA 5885 D nr. 51:
Johannes Steyn verleent hypotheek op zijn woonhuis aan zijn broer Isaac Steyn. Bedrag £. 33-6-8 à 4 %, voor één
jaar. Belendingen N: dorpsland; O: Achterstraat; Z: Heijnderijk Zegers; W: land waarvan Michael Mol pachter is.
1728
27 oktober; RA 5879d nr. 427 en RA 5885d nr. 16:
Johannes Steyn verkoopt aan Isak Steyn een woonhuis en schuur gelegen N: het dorpsland; O: de Agterweg; Z:
het huis van Hendrik Zegers; W: het land van juffr. de Kroon. Prijs: 500 gulden van 40 grooten Vlaams het stuk. De
koper houdt het gebruikt tot mei 1729.
1731
4 juni; RA 5885 D,
Overeenkomst tussen Isaac Steijn en Abraham Pietersen van Bostelen. Isaac Steijn staat toe aan Abraham van
Bostelen om zijn schuur vast te timmeren aan de gevel, met overbrenging van de deur aldaar naar de zijkant
van de schuur en het oude deurgat dicht te maken.
1754
12 september; RA 5885 E nr. 121:
Inventaris van de hofstede in pacht bij Adriana Liere, weduwe van Jacobus Mol [eerder weduwe van Izak Steyn],
opgemaakt op verzoek van de weduwe Huyssen, eigenaresse. Tot de boedel behoort een huis in de Achterstraat.
1758 - 1776; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland;
2 maart 1760: Op het huis van Kees Steyn een schepenschuldbrief te vestigen van £. 20 à 4 %.
28 maart 1760: Voor Maria Booms de achterwoning van Cornelis Steyn met een gedeelte van het hof voor een
jaar gehuurd à £. 3 per 1 mei 1760.
1760
20 maart; RA 5881, nr. 9:
Johannes Mol [gehuwd met Jannetje Steyn] en Jacob Kip [gehuwd met Jacomijntje Steyn] verkopen aan
Cornelis Steyn een huis in de Achterweg naast Gabriël Steyn voor 100 Carolus gulden.
1760
20 maart; RA 5882, nr. 10:
Schuldbekentenis van Cornelis Steyn: 100 Carolus gulden à 4 % geleend van de Diaconie.
1767
6 februari; RA 5882, nr. 59:
Schuldbekentenis van Cornelis Steyn: ƒ. 50 geleend van de Diaconie à 4 %, onderpand is zijn huis in de
Achterweg.
1778
9 maart; RA 5882, nr. 136:
Schuldbekentenis van Cornelis Steyn: 50 Carolus gulden à 4 % geleend van de Diaconie. Onderpand: zijn huis en
erf in de Achterweg.
1782
21 mei; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 5237 (280):
Cornelis Steyn legateert aan zijn zoon Aarnoudt Steyn zijn huis waarin zij wonen, met erf en schuur, aan de
Achterweg, onder voorwaarde dat hij levenslang door zijn zoon zal worden onderhouden.
1791
8 juli ; RA 5882, nr. 93:
Schuldbekentenis van Aarnoud Steyn: £. 16-13-4 à 4 % geleend van Diaconie boven hetgeen al geleend werd
door zijn overleden vader Cornelis Steyn. Onderpand: het huis in de Achterweg, hem toegewezen.
Snelkoppeling naar raach.JPG.lnk
Achterstraat nr. 54
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
1699 - 1706
33*)
1707 - 1714
34
roeden (m2)
35
cijns
£. 0-5-10
1712
36
1779
45
17
£. 0-2-10
1818
51
16,5
¦. 0,85
1832
51 (214/215)
1992
54
*) Vermeld vanaf 1699, in 1694 veranderd in nr. 34 en in 1712 in nr. 36.
Inleiding:
Op de westelijke hoek van de Achterstraat - Zuiddijk werd na de herbedijking een huis gebouwd, spoedig
gevolgd door een tweede. Voorzover valt na te gaan werd de eerstgenoemde woning nog in de 17de eeuw afgebroken.
De tweede bleef behouden. Landbouwer Nicolaas Geerinck kocht in 1679 dit pand aan en hij verkocht het in 1707 aan
Henderick Pieterse Zegers, die in 1735 overleed.
Door vererving via zijn dochter, die na het overlijden van haar eerste echtgenoot hertrouwde met Leendert den
Bakker, kwam het huis in 1774 in bezit van Johannes den Bakker. Waarschijnlijk verkocht deze het al spoedig aan de in
Sirjansland geboren Willem Wagemaker. Deze wordt op de in 1779 gemaakte kaart als eigenaar vermeld.
In de 20e eeuw was hier een kapperswinkel. Het pand werd later getrokken bij het pand Achterstraat 56/58 en
als cafetaria ingericht. In 1980 volgde afbraak en de bouw van een politiebureau, dat in 1981 werd geopend. Inmiddels is
het buiten gebruik gesteld.
De Achterstraat in 2008 vanaf de Zuiddijk met links de Spar supermarkt van de fam. De Berg. Daarnaast de
woningen met de nrs. 50, 48 en 46.
Kohieren huisschatting 1674 - 1696:
periode
belastingplichtige
belasting
afgebroken woning:
1674 - 1677
Nelyn Bruine/
Josijnen Geerts
£. 0-3-4
1678
Berbel Bruine
1679
Claes de Beel
1680
Josijnien en Hans
1682
Geert met Hans Mateus
1684, 1685 schouts' achterhuizen
tweede woning
1674 - 1678
Adrijaen Cornelis
(huis en schuur)
£. 0-6-8
1679 - 1682
Jan Hoebeke
1684, 1685 Jan Antonis
1686 - 1690
Jan Hoebeke
1696
Nicolaas Geerinck
1 haardstede
Kohier bewoners 1681:
afgebroken woning:
Hans Mateus
(aantal personen boven 8 jaar: 5)
Josijnje Geels
( "
"
" 8 " : 3)
tweede woning:
Jan Hoeboek
( "
"
" 8 " : 4)
Cijnsplichtigen:
periode
cijnsplichtige
1699 - 1706
Nicolaas Geerinck
1707 - 1714
Louwerens Dane
1730 - 1733
Louwerens Dane
1779 - 1833
Willem Wagemaker
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750
niet vermeld
1758
Nicolaas Termaat en Maria de Vos
Bevolkingsregister:
A 49
1821 - 1837
Marinus van den Bos (arbeider)
Samenvatting eigenaars:
periode
eigenaar
afgebroken woning:
- 1650 Heijnderick Jans Engelsman
1650 - 1658
Marinis Jobs van Vrijberge
1658 Herman Hendricksz
- 1679 - Adriaen Franssen Pieck
tweede woning:
- 1662 Bastiaen Beleedt
1662 - 1662
Matthijs Reiniers (Harthoorn)
1662 - 1679
Adriaen Cornelis, later zijn erfgenamen
1679 - 1707
Nicolaes Geerinck
1707 - 1774
Henderick Pieterse Zegers, later zijn erfgenamen
1774 Johannes den Bakker
(1779)- 1832
Willem Wagemaker
Transacties enz.:
1650
24 maart; RA 5879 A, nr. 9:
Heijndrick Jans Engelsman verkoopt aan Marinis Jobs van Vrijberge, biersteker, een huis aan de Achterstraat op
ambachtsheren grond; Prijs:
£. 15.
1654
19 oktober; RA 5879 A, nr. 18:
Maneuel Jopsen is 1885 Carolus gulden schuldig aan Adrijaen Fransen Pijeck, brouwer, te Rotterdam, wegens
geleverd bier. Onderpanden zijn zijn woonhuis in de Voorstraat, een schuit met gereedschap en een huis op
ambachtsherengrond N: het lege erf; O: Achterstraat; Z: zeedijk; W: Hareman van der Ceel. De rente bedraagt 5
%.
1658
23 april; RA 5879 A, nr. 55:
Maneuel Jobs verkoopt aan Hareman Hijnderijcx een huis voor £. 64-10-0, te betalen in termijnen. N:
leeg erf; O: Achterstraat; Z: zeedijk; W: kavelsloot.
N.B. Beide huizen hebben als zuidelijke begrenzing de Zuiddijk. Het is mogelijk dat ze naast elkaar lagen en dat
het de percelen Zuiddijk nr. 14 en Achterstraat nr. 54 betreft.
1662
16 februari; RA 5879 A, nr. 74:
Bastijaen Beledt verkoopt aan Mattijs Rijniers een huis (?) voor £. 20. N: Harman Hijnderijcx; O: de Achterstraat; Z:
de zeedijk; W: de tweede kavel. De gehuurde dijk zal behoren bij de koop waarvoor Mattijs Rijniers borg moet
stellen en de cijns voor de vroon over 1661 moet betalen.
1662
31 mei; RA 5879 C, nr. 1:
Mattijs Rijniers verkoopt aan Adrijan Cornelis een huis voor £. 24, te betalen in termijnen. N: Harman Hijndericxz; O:
Achterstraat; Z: zeedijk; W: de tweede kavel. Afgelost in 1671.
1679
13 februari; RA 5879 C, nr. 89:
De schout, als opperweesmeester van de nagelaten goederen, eigendom van de wezen van Adrijan Cornelis,
verkoopt aan Nicolaes Geerinck het woonhuis van Adrijan Cornelis (ovl.). N: Ad.Frans Pieckt, brouwer in de
Croone, Rotterdam; O: Achterstraat; Z: zeedijk; W: 2e kavel. Prijs: £. 30, te betalen in termijnen. Afbetaald in 1680.
1707
19 januari; RA 5879 C, nr. 217, 218:
Nicolaes Geerinck verkoopt aan Hendrick Pieterse een woonhuis met daaraan een schuur, thans bewoond door
de verkoper, in de Achterstraat; N: tiendenschuur; O: Voorstraat; Z: Zuiddijk; W: Gabreel Mouwe's land; voor
£. 34-5-0 contant; met verkoopvoorwaarden. De verkoper moet het stro leveren voor het dekken van de ene
zijde van het huis.
1774
22 februari; RA 5881, nr 110, 111:
De erfgenamen van Leendert den Bakker, t.w. Johannes den Bakker, Cent den Bakker, Frans van Kamp (gehuwd
met Johanna den Bakker) en Hendrik Vriens verkopen aan Johannes den Bakker twee naast elkaar gelegen
huizen in de Achterweg. Het huis dat aan de zeedijk is gelegen wordt bewoond door Jacob Nelisse, het andere
door Aernoldus van den Bosch. De prijs bedraagt £. 20.
Achterstraat 54 (nummering 1951-1970: 56/58)
Inleiding:
Ten zuiden van het pand Achterstraat 54 werd nog een huis gebouwd. De bouw vond in de loop van de 18de
eeuw plaats. Eerst in 1774 vernemen we iets over dit pand, toen de erfgenamen van Leendert de Bakker het samen met
het hiervoor genoemde pand, verkochten. Leendert de Bakker was in 1739 gehuwd met Petronella Zegers, dochter van
landbouwer Henderick Pieterse Zegers, die eigenaar was van het pand nr. 54. De veronderstelling ligt voor de hand dat
Henderick Pieterse Zegers de opdrachtgever voor de bouw is geweest.
In de 20ste eeuw was in het samengevoegde pand Achterstraat 56/58 café 't Hoekje gevestigd. In 1970 kregen
de panden Achterstraat 54, 56 en 58 het nieuwe nummer 54. Het café werd in 1980 gesloopt. Ter plaatse ligt thans een klein
parkeerterrein.
Bevolkingsregister:
A 48
1813
1821 - 1825
1826 - 1837
Abraham Verwijs (arbeider)
Johannes Steyn (arbeider)
Cornelis Slootmaker
Transacties enz.:
1774
22 februari; RA 5881, nr 110, 111:
De erfgenamen van Leendert den Bakker, t.w. Johannes den Bakker, Cent den Bakker, Frans van Kamp (gehuwd
met Johanna den Bakker) en Hendrik Vriens verkopen aan Johannes den Bakker twee naast elkaar gelegen
huizen in de Achterweg. Het huis dat aan de zeedijk is gelegen wordt bewoond door Jacob Nelisse, het andere
door Aernoldus van den Bosch. De prijs bedraagt £. 20.
Kerkring 1.
Inleiding:
Op de plaats van het huidige gemeentehuis werd in 1829/1830 door de gemeente Sint Philipsland, met financiële
steun van ambachtsheer mr. J.H. Schorer, een nieuwe school gebouwd. Aannemer was Cornelis Geense voor een bedrag
van 2150 gulden. Op 30 september 1830 werd de school op feestelijke wijze geopend.
In 1862 kreeg het schoolgebouw een nieuwe bestemming, nl. gemeentehuis. In 1960 werd het afgebroken om
plaats te maken voor het nieuwe gemeentehuis.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
roeden
cijns
1832
77
23,5
geen cijns
1832
B 187bis
1992
1
Schoolstraat 1.
Inleiding.
Naast de nieuwe school bouwde de onderwijzer Hendrik IJzerman Snoodijk een woning, die achtereenvolgens werd
bewoond door de hoofden van de school en door onder andere twee veldwachters. Op de plaats van deze woning werd
in 1964/1965 het bankgebouw van de Coöperatieve Boerenleenbank, met kassierswoning, gebouwd. Recentelijk werd het
bankgebouw aan de Gemeente Sint Philipsland verkocht ter uitbreiding van het gemeentehuis. De woning werd
omgebouwd tot bankfiliaal.
Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.:
Jaar
nummer
roeden
1832
78
37
1832
B 187bis
1992
1
Bevolkingsregister:
1826 - 1837
Hendrik IJzerman Snoodijk (onderwijzer)
cijns
¦. 1,85
De Nederlands Hervormde Kerk met links de openbare school die in 1829-1830 werd gebouwd. In 1862 werd
de school als gemeentehuis in gebruik genomen. Het bleef dienst doen tot de Ramp van 1 februari 1953. In
1962 werd het afgebroken om plaats te maken voor het nieuw te bouwen gemeentehuis aan de Kerkring, dat
per 1 januari 1995 overbodig werd vanwege de samenvoeging van de gemeenten Tholen en Sint Philipsland.
Thans (2008) wordt inpandig verbouwd tot kerkgebouw voor de Oud Gereformeerde Gemeente b.v.
Meestoof De Haan
Inleiding:
In 1820 werd aan de Oostdijk, in de Henriëttepolder, een meestoof gebouwd. Deze werd "De Haan" genoemd naar de
eerste droger: Cornelis den Haan. Door de mogelijkheid om langs chemische weg een rode verfstof te verkrijgen, ging de
meekrapcultuur te niet. De stoof werd dan ook omstreeks 1880 gesloten.
Cijnsnummer en oppervlakte perceel:
Jaar
nummer
m2
1832
C 50
3240
Bevolkingsregister:
1826 - 1837
Cornelis den Haan (droger), later Andries Neele (droger)
1826 - 1837
Jan de Ruiter (arbeider)
Het Stoofhof in het begin van de 20ste eeuw. Aannemer Leen Capelle bouwde deze woningen gedeeltelijk van
gebruikte materialen die vrijkwamen bij de sloop van de meestoof De Haan. De aannemer woonde in het
eerste huis waar hij samen met zijn vrouw Adriana Smits in de deuropening staat.
STOOFHOF
Genoemd 1927 (Phl inv. nr. 310/211).
De naam houdt verband met de meestoof De Haan die de Geïnteresseerden in de meestoof in 1820 in de
Henriëttepolder langs de Oostdijk lieten bouwen voor de verwerking van de wortels van de Rubia tinctorum tot
een rode verfstof waarmee onder meer wol werd geverfd. In 1863 werd in de stoof een stoomtuig geplaatst
die de stampers aandreef waarmee de gedroogde wortels fijn werden gestampt. Na de uitvinding van de
chemische verfstoffen in 1868 verminderde het aantal stoven in Zeeland snel. In De Haan werd de teelt in 1893
nog verwekt. Het gebouw is in 1898 verkocht aan Jacob Leendert Lindhout, timmerman te Oud-Vossemeer.
Deze gaat tot gedeeltelijke slopenig over en verkoopt daarna een deel van het Stoofhof aan metselaar
Leendert Capelle (het echtpaar bij de eerste deuropening), die er vanaf 1900 jaarlijks enige woningen
bouwde. Lindhout sloopte de rest van de stoof in 1900 en bouwde toen nog 5 woningen. In 1929 besloot de
gemeenteraad langs de heining van de huizen een met keislag verhard straatje aan te leggen. (J.P.B.
Zuurdeeg)
Oude Polder
Het Oude Baken.
Na het gereedkomen van de herbedijking werden op 30 juni 1645 de voorwaarden tot verkaveling
van de gronden in de nieuwe polder vastgesteld. De verkaveling zelf geschiedde door het lot en zij stond in
verhouding tot ieders aandeel in de kosten van herbedijking. Daartoe werd de polder in zeven kavels
opgedeeld. De eerste kavel (kavel A) lag in de noordoosthoek van de polder en was op grond van de
verkavelingsvoorwaarden 55 gemeten groot. Deze kavel viel toe aan Martha Vierling, weduwe van Hubrecht
Brandijn, te Zierikzee, aan de Vrouwe van de Schilde en aan Johan van der Werve, Heer van Urk.
In 1661, 1664 en 1665 wist Huybrecht Lambrechtssen, schout van Sint Philipsland, alle delen aan te
kopen. In 1725/1726 kwam de aldaar gebouwde boerderij met de grond in het bezit van Arij Molenbergh. In
1733 werd de kavel aangekocht ten behoeve van de minderjarige kinderen Van der Kroon. In 1760 kocht de
uit Ouddorp afkomstige Paulus Heerschap de boerderij aan. Hij werd in 1767 opgevolgd door zijn zoon Thijs.
Deze verkocht het geheel vijf jaar later aan de uit Stavenisse afkomstige Nicolaas van den Bergh. Diens
weduwe deed de boerderij in 1803 over aan Joseph van Nieuwenhuyzen. Hij liet de gebouwen en het land,
samen met 32 bunder in de Henriëttepolder in 1824 in het openbaar verkopen. De nieuwe eigenaar werd
Henri Huens uit Antwerpen en het bedrijf werd gepacht door Bastiaan Abraham Kramer.
Als naam van deze boerderij komt reeds in 1664 'Het Hoog Baecken' of 'Lecker Beetje' voor. Daarna
bleef de aanduiding 'het Hooge Baecken' in gebruik. Thans heet de boerderij: Het Oude Baken. Misschien
herinnert de naam aan een baken voor de scheepvaart, dat hier voor de herbedijking aanwezig was.
Kohieren huisschatting 1674 - 1716:
periode
belastingplichtige
belasting
1674 - 1690
Hoogbaecken
£. 0-15-0
1691 - 1694
Hoegebaaken
" 0-17-4,5
1695 - 1716
Isaack van de Luister
1696
Isaack van de Luister
1 haardstede
Kohier bewoners 1681:
niet vermeld
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750
Marinus Mol, Janna Vroegop
1758
bewoond door Rooms-Katholieken
Bevolkingsregisters:
A 78
1813 - 1837
Joseph van Nieuwenhuyzen (landbouwer), later Bastiaan Abraham Kramer
(landbouwer)
A 79
1821 - 1825
Kornelis van Dijke (arbeider)
1826 - 1837
Adriaan Steenpoorte (arbeider)
A 80
1813 - 1837
Willem Wagemaker (arbeider), later Jannes de Graaf (schoenmaker)
A 81
1813 - 1837
Gilles Kempeneers
Samenvatting eigenaars:
periode
eigenaar
1645 - 1661
Martha Vierling, weduwe van Hubrecht Brandijn (1/3)
1645 - 1665
Vrouwe van Schilde/Johan van der Werve (2/3)
1661 - 1676
Huybrecht Lambrechtssen (1/3)
1664 - 1676
idem (2/3)
1677 - 1725
Jacob van de Luister, later diens erfgenamen
1725 - 1733
Arij Molenbergh, later diens erfgenamen
1733 - 1760
kinderen Van der Kroon
1760 - 1767
Paulus Heerschap, later diens erfgenamen
1767 - 1772
Thijs Heerschap
1772 - 1803
Nicolaas van den Bergh, later diens weduwe
1803 - 1824
Joseph van Nieuwenhuyzen
1824 - 1832
Henri Huens
Samenvatting pachters/gebruikers:
(1656 - 1658)
Jan Claassen Vecke
- 1665
Cornelis Daems
1665 -(1667)
Willem Geerinck
(1708)
Gabriël Mouwe ?
(1709)
(1725)(1733)-(1753)
1760 - 1767
1767 - 1772
1772 - 1803
1803 - 1824
1824 - 1832
Isaack van de Luijster ?
Arij Molenberg
Michiel Mol, later zijn weduwe
Paulus Heerschap, later zijn weduwe
Matthijs Heerschap
Nicolaas van den Bergh, later zijn weduwe
Joseph van Nieuwenhuyzen
Bastiaan Abraham Kramer
Transacties enz.:
1656
17 juli; RA 5879 A:
Jan Classen Vecke levert krachtens arrest zijn vruchten op de hoeve en gronden van Marta
Vyerlinck t.b.v. Adryan Romboutsen, volgens veroordeling door de heerlijkheid Poortvliet als borg
voor Josijnien Jans, aangehuwd met Jan Classen Vecke.
1661
16 maart; RA 5879 A, nr. 68:
Jacob Golsijus, namens Marta Fijerlijs, wed. van Hubrecht Brandijn, Zierikzee, verkoopt aan Hubrecht
Lambrechts, schout, 17 gemeten 172 roeden koren- en weiland in de 2e kavel (?) (zie ook 1675, RA
5879 C nr. 72) voor £. 52-15-7 per gemet; verkoopster behoudt het recht van aanwas. Verwijzing voor
verdere details naar een overeenkomst van 18 februari 1661. Geheel afgelost in 1666.
1664
20 augustus; RA 5879 C, nr. 18v - 19v:
Jhr. Hijnderick van de Werve mede namens Jkvr. Josina van de Werve (procuratie voor
Burgemeester en Schepenen van Lier d.d. 2 augustus 1664) verkoopt aan Hubrecht Lambrechtsz.,
schout, 2/3 deel van 35 gemeten 44 roeden met het 2/3 deel van de gebouwen (huis en schuur)
daarop staande, onverkaveld gelegen met de heer van Urk (eigenaar van de andere 1/3) in de 1e
kavel, genaamd het Hooch Baecken of Lecker Beetje. Prijs is £. 64-15-0 per gemet (23 gemeten 129.5
roeden) waarvan £. 500 kontant, de rest in termijnen. Afbetaald in 1666.
N.B. Verkocht op 26 juli 1664 voor de Overman van de stad Zierikzee.
1665
11 december; RA 5879 C, nr. 22 - 25:
Cornelis Daems Beijerlander, namens Johan van de Werve, Heer van Urck enz., verkoopt aan
Hubrecht ambrechtsz, schout, 1/3 deel van 35 gemeten 44 roeden, zijnde 11 gemeten 214 roeden 8
voet met 1/3 deel in de gebouwen (huis en schuur), onverkaveld met het andere 2/3 deel (eig.
Hubrecht Lambrechtsz.) N en O: zeedijk; Z: de heerweg; W: Hubrecht Lambrechtsz, schout. Prijs is
£. 51-5-0 per gemet of £. 631-2-3.
- Pachter is Cornelis Daems, die met toestemming de pacht heeft overgegeven aan Willem
Geerinck voor de resterende twee jaar tegen £. 2-10-0 per gemet. Verkoop op 28 oktober 1665
ten huize van Mar. de Putter te St. Philipsland (waert in de Prijnse van Oranien), voortgezet op 5
november 1665 aldaar.
1675
RA 5879 C, nr. 72:
Schout en schepenen verklaren dat Huijbrecht Lambrechts, dijkgraaf, in eigendom bezit; onder
andere:
- de gehele 1e kavel, groot 52 gemeten 216 roeden met het woonhuis, schuur en verdere
gebouwen genaamd "Hogebacken", gekocht op 16 maart 1661 van Martha Vijerlijncks, weduwe
van Hubrecht Brandijn: 17 gemeten 172 roeden aldaar; gekocht op 20 augustus 1664 van Josijna
van de Werve en jhr. Heyndricq van de Werve : 2/3 deel in 35 gemeten 44 roeden; op 11
december 1665 gekocht van jhr. Joan van de Werve, Heer van Urk, het resterende 1/3 deel.
Dit is thans onbelast.
1682
9 mei; RA 5879 C, nr. 112 - 114:
Dijkgraaf Cornelis Walraven en Willem Meyer, Isaack van de Luijster en Nicolaes Geerinck,
gezworenen van Sint Philipsland, krachtens machtiging van ingelanden van 24 maart 1682 verklaren
schuldig te zijn £. 1000, aan Joh. Rontvis. Het rentepercentage is niet ingevuld.
Ingelanden besloten aan te besteden het maken van de doorbraken en gaten in hun zeedijk,
veroorzaakt door de vloed van 26 januari 1682. Hiertoe behoorde onder meer het herstel van het
gat in de zeedijk op de hoek van het "Hoogen Baecken" lang circa 33 roeden voor £. 4 per roede,
alles conform de opgemaakte bestekken.
1695
7 mei; RA 5879 C, nr. 250, 251, nr. 138:
Jacobus van de Luister leent van mr. Hubertus Mogge, oud-burgemeester, Zierikzee, een bedrag
van £. 433 tegen de penning 20, gedurende een jaar. Onderpand is onder andere 3 gemeten 235
roeden in de 1e kavel N: Isaack vd Luister; O: zeedijk; Z: erfgenamen Corn. Walraven; W: 2e kavel.
Afgelost in 1726.
1708
14 november; RA 5879 C, nr. 234 - 236,
Overeenkomst tussen Gabreel Mouwe en Cornelia van de Luijster, echtelieden, tot wegneming van
geschillen en voor de wezen van Pieter Abrahamse en Rocus Steijn en diens weduwe. O.a.: de
eerste zal jaarlijks betalen de pacht van het Hoogbaken, mits daarvan trekkend de vruchten.
1709
2 juli; RA 5879 C, nr. 173 - 176,
Gabreel Mouwe leent van Huijbertus Mogge, oud-burgemeester en raad Zierikzee een bedrag van
£. 833-6-8 wegens geleend geld aan Isaack van de Luister à de penning 20.
Onderpanden zijn de helft in een hofstede c.a. met 64 gemeten 87 roeden, gekocht van Van de
Luister, alsmede van een hofstede met 83 gemeten 183 roeden, N: de zeedijk; O: de Heer van
Welland; Z: de weg; W: - . N.B. Als borg stelt zich Cornelia van de Luister, huisvrouw van Gabreel
Mouwe, onder verband van de andere helft van de genoemde hofstede met 64 gemeten 87
roeden. Medeborg is Maria Walravens, weduwe van Rocus Adriaensen Steijn, geassisteerd door de
secretaris Fr. de Klerck onder verband van 25 gemeten land haar vermaakt door haar grootmoeder
bij testament. Voorts stelt zich borg Isaack van de Luijster en Huijbert van de Luister. De laatste verbindt daarvoor 1/3 deel van een hofstede met 50 gemeten (d.w.z. 16 gemeten 200 roeden),
gelegen N: zeedijk; O: de zeedijk; Z: G. Mouwe; W: Overmeer.
1714
4 april; RA 5879 C, nr. 90,
Isaack van de Luijster leent £. 2000 voor de administratie van de secretaris Huijbertus van de Luijster
als penningmeester enz. te Oud- en Nieuw-Vossemeer.
Onderpand is de hofstede met 50 gemeten 252 roeden genaamd het "Hoogbaken" (hiervan is 1/3
verbonden als hypotheek t.b.v. mr. Huijbertus Mogge door Gabreel Mouwe). Doorgehaald in 1726.
1725
21 november; RA 5879 D, nr. 309, 310:
Martina Ockerse, weduwe van oud-burgemeester mr. Huijbertus Mogge, Heer van Renesse,
verkoopt aan de secretaris Arij Molenberg de helft van de hofstede en land genaamd het 'Hooge
Baken', gelegen N en O: zeedijk; Z en W: Gabriël Mouwe, voor £. 331-5-0.
1726
1 mei; RA 5879 D, nr. 308, 309:
Quirijn Molenberg, Noordgouwe, verkoopt aan de secretaris Arij Molenberg de helft van de
hofstede met zaai- en weiland genaamd het 'Hooge Baken', gelegen N en O: zeedijk; Z en W: wijlen
Gabreel Mouwe, voor £. 362-4-8.
1733
7 januari; RA 5886 B:
Voorwaarden voor verkoop door schout Vincent de Waele, voogd over Johannis van de Luijster,
Johannis Oostdijk, Leendert de Lange en Tanneken van der Daff, weduwe en erfgenaam van Willem
Molenberg, allen erfgenamen van Arij Molenberg. De verkoop betreft een hofstede met 50
gemeten 252 roeden zaai- en weiland, genaamd het Hooge Baken, gepacht door Mighiel Mol,
welke pacht gestand moet worden gedaan.
Geboden wordt door penningmeester Cornelis van Noorden, Cornelis Mol, Henderick Zegers en
tenslotte wordt koper de heer Dusart, handelend namens de wezen van de heer Van der Croon
voor £. 17-15-0 per gemet. De koop betreft 1/4 deel van de hofstede.
1733
21 januari; RA 5886 B:
Akte waarbij Leendert Pieterse Molenberg verklaart de hofstede, genaamd het Hooge Baken met
50 gemeten 252 roeden, te naasten voor het bedrag waarvoor Mighiel Mol (3/4 deel) en de
voogden van de wezen Van der Croons erfgenamen (1/4 deel) dit kochten.
1733
2 maart; RA 5886 B:
Schout Vincent de Waal, voogd over Johannis van de Luijster, verkoopt aan Cornelis Dusart als
voogd van de minderjarige kinderen van Cornelis van der Croon voor de ene helft en Abram Janse
van de Velde als administrerend voogd over de minderjarige kinderen en erfgenamen van Neeltie
Davids van Sint Annaland, weduwe van Huijbregt van der Croon, voor de andere helft 1/4 deel in
de hofstede het Hooge Baken, in het geheel groot 50 gemeten 252 roeden, gepacht door Mighiel
Mol, voor £. 17-15-0 per gemet of £. 225-12-0.
1733
2 maart; RA 5886 B:
Leendert de Lange, Tanneke van der Daf (weduwe van Willem Molenberg) en Johan Oostdijk,
erfgenamen van Arij Molenberg, verkopen aan Cornelis Dusart, voogd van de minderjarige kinderen
van Cornelis van der Croon voor de ene helft en Abram Janse van de Velde als administrerend
voogd over de minderjarige kinderen en erfgenamen van Neeltie Davids van Sint Annaland,
weduwe van Huijbrecht van der Croon, voor de andere helft 1/4 deel in de hofstede het Hooge
Baken à £. 12-10-0 per gemet. Het 1/4 deel in het genoemde werd gekocht van de weduwe van
Willem Molenberg à £. 12-10-0 en 1/4 deel gekocht van Johan Oostdijck à £. 15-10-0.
1744
Kaart van Hattinga: baander woont in het dorp.
1752
28 november; RA 5885 E, nr. 108 - 109:
Beslaglegging namens Huybrecht van der Kroon, Pieter Grinwis (gehuwd met Maria van der Kroon),
Cent Monis, Adriaan Monis, gezamenlijk eigenaars van Hollands Hoeve (128 gemeten 172 roeden,
pacht £. 2-1-2) en het Hoogebaaken (50 gemeten 252 roeden, pacht £. 2), op levende have,
inventaris en vruchten te velde en in de schuur van Michiel Mol. Pachten verschenen Bamisdag (= 1
oktober): 1746 £. 165-13-9; 1747 £. 366-6-4; 1748 £. 366-6-4; 1749 £. 360-6-2; 1750 - 1752 £. 355.
Inventaris opgemaakt door Jan Mol, Marinus Reyngoud en Cornelis de Kok.
1752
1 december; RA 5879 B, gerechtsrol.
Eiser: secretaris Adriaen van der Schoor als rentmeester van de ambachtsheren;
Gedaagde: Michiel Mol, over een schuld van £. 64-15-5 wegens gehuurde tienden waarvoor 82
schapen in beslag zijn genomen.
1753
22 maart; RA 5885 E, nr. 111:
De weduwe van schout Michiel Mol verbindt en geeft over al haar roerende en onroerende
goederen aan Jacobus Rijn wegens een schuld van duizend gulden en veertig grooten.
1760
30 oktober; RA 5881, nr. 14:
Huybrecht van der Kroon, mede namens zijn zwagers Pieter Grinwis, Cent Monis en Adriaan Monis,
verkoopt aan Paulus Matthys Heerschap
de Hollands Hoeve
128 gemeten 272,5 roeden en
het Hooge Baeken
50 " 252 roeden,
samen
179 gemeten 224,5 roeden voor £. 800 en £. 33-6-8 voor twee misputten
op beide hoeven.
1760
30 oktober; RA 5882, nr. 15:
Paulus Matthijs Heerschap verklaart schuldig te zijn aan de heren Huybrecht van der Kroon, Pieter
Grinwis, Cent Monis en Adriaan Monis £. 330-6-8 tegen 5 %. Geen onderpand genoemd.
1767
11 februari; RA 5885, nr. 62:
Inventaris van de goederen nagelaten door Paulus Matthijssen Heerschap en Leena Abrahamse
Roon, opgemaakt op verzoek van Jacob Krijger en Goris Pijll, voogden. Onder andere:
- hofstede met 128 gemeten 272,5 roeden, genaamd de Hollandse Hoeve
- idem met 50 gemeten 252 roeden, genaamd het Hooge Baeken
- hij bezat ook een hofstede en gronden in Goedereede, gepacht door Matthijs Paulusse
Heerschap.
1767
16 april; RA 5881, nr. 65, 83:
De erven Paulus Heerschap en zijn weduwe Leijntie Abrahamse Roon verkopen de hofstede het
Hooge Baeken, groot 50 gemeten 252 roeden, aan Thijs Paulussen Heerschap voor £. 5 per gemet of
voor in totaal £. 254-4-0, met verkoopvoorwaarden d.d. 3 maart 1767.
1767
16 april; RA 5882, nr. 66:
Thys Paulusse Heerschap verklaart schuldig te zijn aan Teunis Doeland 1700 Carolusgulden tegen 4 %.
Onderpand is de hofstede het Hooge Baeken van 50 gemeten 252 roeden.
1772
15 april; RA 5881, nr. 89, 91:
Ties Paulusse Heerschap verkoopt aan Nicolaas van den Berg de hofstede Hoog Baken met 50
gemeten 252 roeden voor £.8 per gemet of in totaal £. 406-14-4.
1772
7 mei; RA 5886, nr. 90:
Taxatie van de vruchten te velde op de hofstede en grond van Tijs Paulussen Heerschap en door
Nicolaas van den Bergh van hem op 15 april 1772 gekocht, tesamen onder de gehele hofstede c.a.
begrepen tot een bedrag van £. 8 per gemet. Totaal bedrag £. 116-13-4. Zaad, gerst, tarwe, grauwe
erwten, mee (1 gemet), een misput en paardebonen.
1772
7 mei; RA 5885, nr. 92:
Nicolaas van den Berg verklaart schuldig te zijn aan Paulus Rochusse Steyn een bedrag van
£. 406-14-5 tegen 3,5 %. Onderpand is het Hooge Baeken.
1786
13 oktober; RA 5882, nr. 30:
Nicolaas van den Berg verklaart schuldig te zijn aan Paulus Rochusse Steyn een bedrag van £. 200
tegen 3,5 %. Onderpand is de hofstede het Hooge Baeken. Doorgehaald 9 juli 1792.
1803
6 december; RA 5881, nr. 12:
Hendrik Jansz Ockerse, echtgenoot van Menskje Bestebroer, weduwe van Nicolaas van den Berg,
verkoopt aan Joseph van Nieuwenhuyzen een hofstede, huis, schuur en 50 gemeten 252 roeden
land, met twee arbeiderswoningen, staande en gelegen in de Oude Polder, alsmede 78 gemeten
284 roeden in de Henriëttepolder. Samen 129 gemeten 236 roeden tegen £. 54-15-0 per gemet of in
totaal £. 7305-16-5.
1803
6 december; RA 5882, nr. 10:
Joseph van Nieuwenhuyzen, landman, verklaart schuldig te zijn aan Hendrik Jansz Ockerse,
Stavenisse (gehuwd met Minskje Bestebroer, weduwe van Nicolaas van den Berg), de somma van ¦.
33.800.= Zeeuwse courant tegen 4,5 %, wegens het restant van de kooppenningen voor de op
heden geleverde hofstede met in totaal 129 gemeten 236 roeden land. Onderpanden zijn: hofstede
van 50 gemeten 252 roeden en twee arbeiderswoningen in de Oude Polder en 78 gemeten 284
roeden in de Henriëttepolder. Voldaan 23 april 1811, doorgehaald 20 mei 1811.
1806
29 april; RA 5881, nr. 7:
Johannes de Nijs, namens de Diaconie, verkoopt aan Joseph van Nieuwenhuyzen een huis en erf in
de Oude Polder bij de hofstede van de laatstgenoemde. Prijs £. 16-13-4.
1824
18 mei; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2895:
Joseph van Nieuwenhuyzen, landman te Sint Philipsland, verkoopt aan Hendrik IJzerman Snoodijk,
schoolonderwijzer te Sint Philipsland, handelende namens mr. Hendrik Jacob van Doorn, Gouverneur
van Zeeland, alle vruchten te velde, behorende aan de hofstede te Sint Philipsland, nr. 78, te weten:
tarwe
13 bunder 4 roeden 43 ellen
wintergerst
1 bunder 75 roeden 24 ellen
winterzaad
3 bunder 44 roeden 25 ellen
zomergerst
2 bunder 44 roeden 88 ellen
vlas
4 bunder 00 roeden 38 ellen
haver
1 bunder 80 roeden 94 ellen
paardenbonen
6 bunder 28 roeden 31 ellen
totaal
32 bunder 78 roeden 43 ellen
De koopsom bedraagt ƒ. 2382,38 welk bedrag strekt tot betaling van het kapitaal van een
hypothecaire obligatie groot 11.000 gulden, gepasseerd ten laste van de verkoper ten behoeve van
vrouwe Ester Joanna Pets, weduwe van Jacob Otto le Jeune, voor notaris P.C. Wijnmalen te
Steenbergen op 26 augustus 1815. Deze akte is bij akte van transport, gepasseerd voor notaris C.
Lach de Bere te Bergen op Zoom d.d. 19 juli 1821, door de erfgenamen van de genoemde vrouwe
gecedeerd aan jhr. mr. Jacob Hendrik Schorer, oud-gouverneur van Zeeland en na diens overlijden
bij akte van boedelscheiding voor notaris P. van der Graft te Middelburg d.d. 30 december 1822
toebedeeld aan de echtgenote van mr. H.J. van Doorn, vrouwe Adriana Wilhelmina Schorer.
1824
15 juni; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2895:
Joseph van Nieuwenhuyzen, landman te Sint Philipsland, laat veilen en verkopen een hofstede,
bestaande uit huis, schuur, keet enz. in de Oude Polder nr. 78, met:
21 bunder 19 roeden 62 ellen
zaai- en weilanden tegen en nabij de hofstede in één kavel
32 bunder 91 roeden 44 ellen
zaai- en weilanden in de Henrittepolder, in drie kavels, beginnende uit de hoek van de zeedijk en de
Oostdijk,
samen 54 bunder 11 roeden 6 ellen zaai- en weilanden.
Voorts drie arbeiderswoningen in de Oude Polder, nrs. 79, 80 en 81, met de daarbij afgestoken
erven.
De koper komt dadelijk in het gebruik van de hofstede en van de landbouwgereedschappen vanaf
juli of augustus 1824. De verkoper en zijn gezin behouden tot 1 mei 1825 het recht van inwoning in de
helft van het woonhuis (oostzijde). De koper verkrijgt de arbeiderswoningen in gebruik per 1 mei
1825. De verkoper behoudt gedurende de tijd van inwoning het genot van de tuin en de
boomvruchten. De koper moet de wieders en trekkers van het vlas onderdak verlenen in de keet en
schuur en voorzien van drinkwater.
De koopprijs voor de drie arbeiderswoningen en erven bedraagt 700 gulden. Voor de mest in de
put, de hekken, draaibomen en tuinen, voor de dilthouten in de schuur, boorden, bedstedeplanken
in het woonhuis en voor de kaart van de hofstede moet 600 gulden betaald worden. Voorts voor
enig braakland, kanthooi op de greppels, maaihooi en klavers in de schuur een bedrag van 300
gulden.
De koper moet in overleg met de rentmeester van de Heerlijkheid overnemen de drie jaar van de
pachttermijn van een gedeelte zeedijk en schor, alsmede van de pacht van de visserij in de
Henriëttepolder volgens het pachtcontract d.d. 22 november 1822.
Geveild in het openbaar in de herberg van Cornelis de Ruiter C.zn. te Sint Philipsland. Koper:
Huibrecht Cornelisse Lievenszoon, schipper te Tholen, handelend namens mr. Hendrik Jacob van
Doorn, gouverneur van Zeeland. Koopsom: ƒ. 51 per 41 roeden 69 ellen (N.B. 0.4169 ha = 1 gemet),
totaal ƒ. 6603,27.
1824
29 juni; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2895:
Joseph van Nieuwenhuyzen, landman te Sint Philipsland, gaat over tot de tweede veiling van het
hiervoor genoemde. Dit geschiedt in de herberg van Adriaan Verspoor te Sint Philipsland. Op de
laatste inzetting van ƒ. 51 per 41 roeden 69 ellen wordt na enkele verhogingen het laatste bod
uitgebracht door Henri Huens, commissionair te Antwerpen, groot ƒ. 125 per 41 roeden 69 ellen, of
voor in totaal ¦. 16.223,28½. Voor dit bod wordt de hofstede c.a. definitief aan H. Huens toegewezen.
1824
29 juni; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2896 (53):
Pachtcontract. Henri Huens, commissionair te Antwerpen, machtigt Johannes Petrus van der Muure,
Bergen op Zoom, een pachtcontract voor de door hem gekochte hofstede, met het daarbij
behorende land, af te sluiten.
Dit wordt verpacht aan Bastiaan Abraham Kramer voor zeven jaar m.i.v. 11 november 1824 en eindigend op 10 november 1831, voor ¦. 1622,33 per jaar. In de pachtvoorwaarden wordt o.a.
vastgelegd dat niet 'wit op wit' (= graan op graan) mag worden verbouwd, dat 1/7 deel in braak
moet worden gehouden, dat toestemming nodig is om grasland te scheuren, dat alle stro en kaf tot
mest voor het eigen bedrijf moet worden verwerkt en dat aan het eind van de zeven jaar zowel
oude als jonge klaver aanwezig moet zijn.
1824
8 juli; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2895:
Openbare verkoop, op verzoek van Joseph van Nieuwenhuyzen, van paarden, koeien, bouw- en
melkgereedschappen, meubels en een partij droog hout op de hofstede.
1824
8 juli; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2895:
Openbare verkoop, op verzoek van mr. H.J. van Doorn, van de vruchten te velde van de
genoemde hofstede c.a. in de herberg van Adriaan Verspoor.
1824
30 augustus; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2895:
Joseph van Nieuwenhuyzen, landman te Sint Philipsland, verklaart te hebben ontvangen van Henri
Huens de koopsom van de hofstede c.a.
Hollandse Hoeve.
Bij de verloting van de kavels in de herbedijkte polder viel de tweede kavel (kavel B) toe aan de
erven Manryque. Volgens deze verdeling uit 1645 was deze kavel 184 gemeten 155 roeden groot en besloeg
het land 7/48 deel van de polder. Tot de erven Manryque behoorden in 1653 acht personen. Zij gingen ertoe
over de gehele kavel te verdelen tussen deze acht rechthebbenden. Bij die gelegenheid werd een
belangwekkende kaart vervaardigd.
Het resultaat van de verdeling was als volgt:
Geeraert van Overmeer *) 40 gemeten 215 roeden
Vrouwe van Maesdam
25 "
263 "
Adryanna Manryque
16 "
240 "
dr. Aper de Vogel
15 "
133.5 "
Jhr. Anthony Manryque
30 "
122 "
Geeraert van Overmeer *) 24 "
215.5 "
erven van Muetijn Manryque 12 "
19.5 "
Hareman van der Ceel
12 "
19.5 " .
totaal oppervlakte
178 gemeten 28 roeden
*) via zijn weduwe in bezit gekomen van Hareman van der Ceel.
Het verschil in oppervlakte kan misschien worden verklaard uit de 6 gemeten 75 roeden die later in
bezit bleken van de gebroeders van der Houven (zie 1682, RA 5879 C nrs. 109 en 110).
Nadat in 1655 en 1656 Theodora van der Chijs, weduwe van Anthony Manryque, Heer van
Maasdam, in het bezit was gekomen van een groot deel van de tweede kavel, verkocht zij dit deel, bijna 100
gemeten, in 1657 aan Huybrecht Lambrechtssen, schout van Sint Philipsland. Huybrecht en zijn vrouw Neeltje
Leenders testeerden aan de dochters van hun dochter Cornelia en haar eerste echtgenoot Cornelis
Walraven hiervan een aantal, niet aan elkaar grenzende, percelen met in totaal ongeveer 50 gemeten. Deze
50 gemeten werden later een apart bedrijf met het huis en de schuur in het dorp. Voor de verdere
beschrijving daarvan wordt verwezen naar het hoofdstuk "50 gemeten achter het dorp".
Huybrechts zoon Jacobus van de Luijster slaagde er in 1696 in een ander deel van de kavel,
ongeveer 80 gemeten, van de erfgenamen van Catharina Vituï, weduwe van Geeraert van Overmeer en
van Hareman van der Ceel, te kopen, zodat hij, samen met zijn erfdeel, het grootste deel van de kavel in zijn
bezit kreeg. Na zijn overlijden kwam dit deel, samen met het resterende erfdeel van Huybrecht
Lambrechtssen, dus in totaal ruim 125 gemeten, in handen van zijn broer Izak en zijn zuster Cornelia, die
inmiddels hertrouwd was met Gabriël Mouwe. In 1709 verkocht Izak zijn helft aan dit echtpaar.
Cornelia van de Luister liet een zogenaamde fidei-commissaire boedel na, afkomstig van haar
moeder Neeltje Leenders. Krachtens de daarvoor gemaakte bepalingen moest de nalatenschap in tact
blijven ten behoeve van de twee dochters van Cornelia: Maria en Neeltje Walraven. Maria huwde Rocus
Steyn en Neeltje Pieter Abrahamse van Borselen. Na het overlijden van deze twee vrouwen traden hun
kinderen in hun plaatsen ten aanzien van de rechten op deze nalatenschap. Dit waren Aernout, Huybrecht
en Gabriël Steyn en Cornelia (gehuwd met Cornelis Mol), Cornelis en Abraham van Borselen.
De bepaling dat de boedel in tact diende te blijven zorgde voor problemen in 1715. In dat jaar
vond een zware stormvloed plaats, waardoor de dijken van de polder doorbraken. Kort daarvoor of daarna
deed zich een dijkval voor. Door middel van het geschot moesten de eigenaren bijdragen in het herstel. Het
bleek niet mogelijk onder meer deze bedragen uit de inkomsten van de boedel op te brengen. Daarom
verleenden de Staten van Zeeland in 1717 toestemming een deel van de boedel te verkopen om de
schulden te voldoen.
Vermoedelijk kon de gedwongen verkoop van het land ontweken worden, want eerst in 1726 werd
de Hollandse Hoeve, samen met het Hoog Baken, van de hand gedaan. Huijbert van der Kroon uit Oude
Tonge en zijn vrouw Neeltje Davids van Sint Annaland, werden de nieuwe eigenaars. De vrouw behoorde tot
de naaste familie (dochter van David Lambrechtssen, broer van Huybrecht Lambrechtssen?) en door die
omstandigheid moest een andere geïnteresseerde, Vincent Wale, het aanvankelijk door hem gekochte halve
deel aan hen overdragen.
In 1760 werd de boerderij, evenals het Hoge Baken (zie hiervoor), verkocht aan Paulus Heerschap.
Zijn erfgenamen verkochten de boerderij in 1767 aan Maria van Trigt, weduwe van Izak van Hekke, uit
Zierikzee. Zij verkocht de hoeve in 1770 aan Jacob van Oeveren uit Sint Annaland. Diens erfgenamen lieten de
hofstede in 1829 in het openbaar verkopen. De nieuwe eigenaar werd Adriana van Oeveren, de weduwe
van Pieter van Dijke J.zn. Na haar overlijden in 1831 gingen erfgenamen op hun beurt over tot een openbare
verkoop. De koper werd Jeremias van Oeveren, zoon van Jacob van Oeveren.
De naam Hollandse Hoeve is ontleend aan het feit dat de oudste bezitters, de erfgenamen
Manryque, in Holland (Delft) woonden. Hoewel de naam eerst in 1714 voorkomt, zal deze van oudere datum
zijn.
Kohieren huisschatting 1674 - 1716:
periode
belastingplichtige
belasting
1674 - 1676
Dijkgraaf Hubrecht Lambrecht
£. 1
1677 - 1680
diens weduwe
1682 - 1690
Jacobus van de Luister
1691 - 1699
Jacobus van de Luister
£. 1-2-6
1700 - 1715
Gabreel Mouwe
1716
Hendrick Pieterse
1696
Jacobus van de Luister
5 haardsteden
Kohier bewoners 1681:
Jacobus van de Luister
(aantal personen boven 8 jaar: 9)
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750
Michiel Mol J.zn., Janna Hartshoorn (echtgenote), Lena Mol en haar 2e
echtgenoot Janis Drogendijk
1758
geen lidmaten vermeld
Bevolkingsregisters:
A 82
1813
Maria Dorst
1821 - 1837
Jeremias van Oeveren (landbouwer)
Samenvatting eigenaars:
periode
eigenaar
1645 - 1657
A) erven Manryque (ca. 98 gemeten)
1645 - 1696
B) erven Overmeer (ca. 80 gemeten)
1657 - 1676
A) Huybrecht Lambrechtssen (van de Luister)
1676 A) erven Huybrecht van de Luister
1696 B) Jacobus van de Luister
- 1726
erven Van de Luister (ca. 128 gemeten)
1726 - 1760
Huijbert van der Kroon
1760 - 1767
Paulus M.zn. Heerschap
1767 - 1770
Maria van Trigt
1770 - 1829
Jacob van Oeveren, later diens erfgenamen
1829 - 1831
Adriana van Oeveren
1832
Jeremias van Oeveren
Samenvatting pachters/gebruikers:
- 1714 Huibrecht van de Luister, later diens erfgenamen
1714 - 1726
Henderick Pieterse Zegers
1726 - 1760
Michiel Mol, later diens weduwe
1760 - 1767
Paulus M.zn. Heerschap
1767 - 1770
?
1770 - 1829
Jacob van Oeveren, later zijn zoon Jeremias
1829 - 1831
Adriana van Oeveren
1832
Jeremias van Oeveren
Transacties enz.:
1653
30 oktober; RA 5879 A nr. 017:
Verdeling van de tweede kavel onder de gezamenlijke eigenaren:
1. Vrouwe van Maasdam
25 gemeten 263 roeden
N: de zeedijk; O: de Heer van Urk; Z: Adrijanna Manrijque; W: Geeraert van Overmeer.
2. Adrijanna van Manrijque
14 gemeten 262.5 roeden
N: de Vrouwe van Maasdam; O: juffr. Brandijns en de Heer van Urk; Z: de weg; W: Geeraert van
Overmeer.
en
1 gemeten 277.5 roeden
N: de weg; O: Aper de Vogel; Z: de Luyster; W: de Heer van Dirksland.
3. Dr. Aper de Vogel
8 gemeten 58 roeden
N: de weg; O: de gemeenschappelijke wei van de eigenaren; Z: de Luyster; W: Adrijanne
Manrijque.
in de Luister
1 gemet 299 roeden
en
5 gemeten 76.5 roeden
N: de Luister; O: de zeedijk; Z: jhr. Anthonij Manrijque; W: de Heer van Dirksland.
4. Jhr. Anthonij Manrijque
30 gemeten 122 roeden
N: dr. Aper de Vogel; O: de zeedijk; Z: Geeraert van Overmeer; W: de Heer van Dirksland.
5. Geeraert van Overmeer
24 gemeten 215.5 roeden
N: jhr. Anthonij Manryque; O: de zeedijk; Z: de erfgenamen van Muetijn Manryque; W: de Heer
van Dirksland.
6. Erfgenamen van Muetijn Manrijque 12 gemeten 19.5 roeden
N: Geeraert van Overmeer; O: de zeedijk en het dorpsland; Z: Hareman van der Ceel; W: de Heer
van Dirksland.
7. Hareman van der Ceel
12 gemeten 19.5 roeden
N: de erfgenamen van Muetijn Manryque; O: het dorpsland; Z: de zeedijk; W: de Heer van
Dirksland.
N.B. 40 gemeten 215 roeden waren rechtstreeks toegewezen aan Geeraert van Overmeer.
1655
30 december; RA 5879 A nr. 30:
Huybrecht Lambrechtse, schout, namens de erven van Anthonij J. Manrijque te Voorburg, verkoopt
aan Theodora van der Chijs, weduwe van jhr. Ant. Manrijque, Heer van Maasdam (moeder van de
verkoper) 1 gemet 49 roeden weiland, gemeenliggend met de eigenaren van de 2e kavel, en zijn
gedeelte van het huis en de schuur. N: de weg; O: zeedijk; Z: de Luyster; W: dr. Aper de Vogel.
1655
30 december; RA 5879 A nr. 32:
Huybrecht Lambrechtse, schout, namens Adriana Manrijque, verkoopt aan Theodora van der Chijs,
wed. van jhr. Ant. Manrijque, Heer van Maasdam (moeder van de verkoopster), een deel in de wei,
met het huis en de schuur, groot 183 roeden, gemeenliggend met de eigenaars van de 2e kavel. N:
de weg; O: zeedijk; Z: de Luyster; W: dr. Aper de Vogel.
1655
30 december; RA 5879 A nr. 34:
Huybrecht Lambrechtse, schout, namens dr. Aper de Vogel, Delft, verkoopt aan Theodora van der
Chijs, wed. van jhr. Ant. Manrijque, Heer van Maasdam, een deel in de wei met het huis en de
schuur, groot 248 roeden en 3 voeten, gemeenliggend met de eigenaars van de 2e kavel. N: de
weg; O: zeedijk; Z: de Luyster; W: dr. Aper de Vogel.
1655
30 december; RA 5879 A nr. 35:
Huybrecht Lambrechtse, schout, namens dr.Aper de Vogel, Delft, verkoopt aan Theodora van der
Chijs, wed. van jhr. Ant. Manrijque, Heer van Maasdam, een perceel zaailand in de 2e kavel, 8
gemeten 58 roeden. N: de weg; O: de gezamenlijke wei waar de boerderij op staat; Z: de Luyster;
W: Adrijana Manrijque.
1655
30 december; RA 5879 A nr. 36:
Huybrecht Lambrechtse, schout, namens dr.Aper de Vogel, Delft, verkoopt aan Theodora van der
Chijs, wed. van jhr. Ant. Manrijque, Heer van Maasdam, een perceel grond in de 2e kavel, groot 1
gemet 299 roeden in de Luyster, gelegen tussen de kavelsloot en de zeedijk.
1655
30 december; RA 5879 A nr. 37:
Huybrecht Lambrechtse, schout, namens dr.Aper de Vogel, Delft, verkoopt aan Theodora van der
Chijs, wed. van jhr. Ant. Manrijque, Heer van Maasdam, een perceel zaailand in de 2e kavel, groot 5
gemeten 76,5 roeden. N: de Luyster; O: zeedijk; Z: jhr. Anthonij Manrijque; W: scheidsloot.
1655
30 december; RA 5879 A nr. 38:
Huybrecht Lambrechtse, schout, namens dr.Aper de Vogel, Delft, verkoopt aan Theodora van der
Chijs, wed. van jhr. Ant. Manrijque, Heer van Maasdam, een stuk zaailand in de 2e kavel, groot 6
gemeten, 9 roeden, 9 voeten, gemeenliggend met Johanna de Vogel, huisvrouw van Wouter Abrahamsz van der Houve, met aanwassen.
1655
30 december; RA 5879 A nr. 39:
Huybrecht Lambrechts, schout, namens jhr. Anthonij J. Manrijque, verkoopt aan Theodora van der
Chijs, wed. van jhr. Ant. Manrijque, Heer van Maasdam (moeder van de verkoper), een perceel land
in de 2e kavel, groot 30 gemeten, 122 roeden, verkregen uit de boedel van zijn Vader en van zijn
tante Clara Manrijque, voor ƒ. 225. N: -; O: zeedijk; Z: Hareman van der Ceel, gehuwd met de
weduwe van Gerrit van Overmeer;
W: de scheidsloot.
1656
RA 5879 A, nr. 41:
Huybrecht Lambrechts, schout, namens Nycolaes van Myddelhouck, gehuwd met Adrijana
Manrijque, verkoopt aan ?? een perceel zaailand, 1 gemet 15 roeden, in de 2e kavel, met recht van
aanwas. N: de weg; O: Theodora van der Cijs, wed. van Anthonij Manrijque; Z: de Luyster; W:
scheidsloot. Prijs: ƒ. 3582 en 15 stuivers.
1656
RA 5879 A, nr. 42:
Huybrecht Lambrechts, schout, namens Nycolaes van Myddelhouck, gehuwd met Adrijana
Manrijque, verkoopt aan ?? een perceel zaailand in de 2e kavel, groot 14 gemeten 260 roeden, met
recht van aanwas. N: Theodora van der Cijs, wed. van Anthonij Manrijque; O: de 1e kavel of Johan
van der Werve en Marta Fijerlinck; Z: de weg; W: erfgenamen van Geeraert van Overmeer.
1657
14 maart; RA 5879 A, nr. 43:
Corn. Hijnderijcxsz d'Pover, namens Theodora van der Chijs, wed. van Anthonij Manrijque, Heer van
Maasdam, verkoopt aan Hubrecht Lambrechts, schout, een perceel land in de 2e kavel, groot 6
gemeten 9 roeden, 9 voeten, gekocht van dr. Aper de Vogel, gemeenliggend met de huisvrouw of
kinderen van Wouter Abramsz van der Houven. N: wed. of erfgenamen van Geeraert van
Overmeer; O: het dorp; Z: Harman van der Ceel; W: scheidsloot. Prijs ƒ. 23.200 tegen 40 gr. Vlaams
per gulden, te betalen in termijnen; afgelost in 1674.
1657
14 maart; RA 5879 A, nr. 44:
Corn. Hijnderijcxsz d'Pover, namens Theodora van der Chijs, wed. van Anthonij Manrijque, Heer van
Maasdam, verkoopt aan Hubrecht Lambrechts, schout, een perceel in de 2e kavel, groot
30 gemeten 122 roeden, gekocht van jhr. Anthonij Manrijque. N: Theodora van der Chijs,
wed. van Anth. Manrijque; O: zeedijk; Z: weduwe of erfgenamen van Geeraert van
Overmeer; W: scheidsloot. Prijs ¦. 23.200 à 40 groten Vlaams per gulden, te betalen in termijnen; afgelost in 1674. 1657
14 maart; RA 5879 A, nr. 45:
Corn. Hijnderijcxsz d'Pover, namens Theodora van der Chijs, wed. van Anthonij Manrijque, Heer van
Maasdam, verkoopt aan Hubrecht Lambrechts, schout, een perceel land in de 2e kavel, groot 5
gemeten 76.5 roeden, gekocht van dr. Aper de Vogel. N: de Luijster; O: zeedijk; Z: jhr Anthonij
Manrijque; W: scheidsloot. Prijs ƒ. 23.200 tegen 40 groten Vlaams per gulden, te betalen in termijnen;
afgelost in 1674. Met 1 gemet 299 roeden in de Luyster.
1657
14 maart; RA 5879 A, nr. 46:
Corn. Hijnderijcxsz d'Pover, namens Theodora van der Chijs, wed. van Anthonij Manrijque, Heer van
Maasdam, verkoopt aan Hubrecht Lambrechts, schout, een perceel land in de 2e kavel, groot 8
gemeten 202.5 roeden, gekocht van dr. Aper de Vogel, en een perceel grond aldaar, groot 1
gemet 15 roeden, gekocht van Adrijana Manrijque, samen 9 gemeten 217.5 roeden. N: de weg; O:
de gemene wei waarop het huis en de schuur staan; Z: de Luister; W: grens van de 3e kavel. Prijs
ƒ. 23.200 tegen 40 groten Vlaams per gulden, te betalen in termijnen; afgelost in 1674.
1657
14 maart; RA 5879 A, nr. 47:
Corn. Hijnderijcxsz d'Pover, namens Theodora van der Chijs, wed. van Anthonij Manrijque, Heer van
Maasdam, verkoopt aan Hubrecht Lambrechts, schout, een perceel grond in de 2e kavel, groot 14
gemeten
262 roeden, gekocht van Adrijana Manrijque. N: -; O: grens van de 1e kavel; Z: weg; W: erfgenamen
van Geeraert van Overmeer. Prijs ƒ. 23.200 tegen 40 groten Vlaams per gulden, te betalen in termijnen; afgelost in 1674.
1657
14 maart; RA 5879 A, nr. 48:
Corn. Hijnderijcxsz d'Pover, namens Theodora van der Chijs, wed. van Anthonij Manrijque, Heer van
Maasdam, verkoopt aan Hubrecht Lambrechts, schout, een perceel grond in de 2e kavel, groot 25
gemeten 263 roeden en 297 roeden in de gemene wei waarop het huis en de schuur staan en haar
deel in dit laatste; 1 gemet 49 roeden in deze wei, gekocht van Anthonij Manrijque, 183 roeden in
deze wei, gekocht van dr. Aper de Vogel; 183 roeden in deze wei, gekocht van Adrijana Manrijque;
65 roeden en 3 voeten in deze wei, gekocht van dr. Aper de Vogel. Tesamen aan land en wei: 97
gemeten 237 roeden, met haar deel in het huis in het dorp. N: Jan Willemsz Vlam; O: zeedijk; Z: Corn.
Hijderijcxsz d'Pover; W: straat. Prijs ƒ. 23.200 à 40 groten Vlaams per gulden, te betalen in termijnen;
afgelost in 1674.
1659
10 december; RA 5879 A, nr. 63:
Hubrecht Lambrechtse, schout ( ene partij) en Hareman van der Ceel, wonende te Delft, gehuwd
met Catarijna Vijtu, wed. van Geeraert van Overmeer met diens wezen (andere partij) verdelen de
grond waarop de keet en de schuur staan.
Aan Van der Ceel valt toe het deel aan de dijk van de Luijster tot de weg dwars af, welk deel hij in
erfpacht laat aan Hubrecht Lambrechtse voor £. 20 per jaar.
Aan Hubrecht Lambrechtse valt toe het achterste deel waarop de schuur staat, vanaf de Luyster tot
de weg. Verwezen wordt naar een kaart.
1661
24 mei; RA 5879 A, nr. 70:
Harman van der Ceel, gehuwd met Catharijna Vetu, wed. van Geerart van Overmeer, wonende te
Delft, bezit 81 gemeten in kavel B, waard circa 250 Carolusgulden per gemet.
1661
29 mei; RA 5879 A, nr. 75:
Harman van der Ceel, gehuwd met Catharina Vijtu, wed. van Geerardt van Overmeer, wonende te
Delft, bezit 80 gemeten in kavel B, waard 250 gulden.
1659
10 december; RA 5879 A, nr. 77:
Harman van der Ceel, gehuwd met Catharijna Vetu, weduwe van Geerardt van Overmeer,
wonende te Delft, verkoopt aan Hubrecht Lambrechts, schout, de erfpacht van 2 gemeten 162 roeden van zijn vrouw en 130.5 roeden van zichzelf, tesamen 2 gemeten 292.5 roeden, in de 2e kavel,
met haar deel in de schuur die op deze kavel staat. N: de herenweg; O: de zeedijk; Z: de Luister; W:
schout Hubrecht Lambrechtse. Prijs 20 Carolusgulden ; de erfpacht bedraagt £. 3-6-8.
1667
18 november; RA 5879 C, nr. 33:
Hubrecht Lambrechtsz., schout en dijkgraaf, schenkt aan zijn zoon Isack Hubrechtsz. van de Luister,
die in het huwelijk gaat treden met Cornelia Bols, laatst weduwe van Lijeven Jans de Grave, 10.000
gulden als rente tegen 4 % waarvoor de gever als onderpand stelt 50 gemeten koren- en weiland in
de 2e kavel. Afbetaald in 1669.
1675
RA 5879 C, nr. 72:
Schout en schepenen verklaren dat Huijbrecht Lambrechts, dijkgraaf, in eigendom bezit, onder
andere:
- in de tweede kavel, 97 gemeten 237 roeden, gekocht van Theodora van der Chijs, weduwe van
Anthonij Manrijque, heer van Maasdam, 14 maart 1657, gelegen aan de zuid- en noordzijde van
de gemeenschappelijke ("gemene") weg, en wel in de gemene wei
1
of het ongekaveld land, groot circa 5 gemeten 100 roeden met daarop een schuur en
keet staand en waaraan Hubr. Lambrechtsz een woonhuis c.a. aangebouwd heeft,
liggende tussen het gemene land (N: de gemene weg; O: de zeedijk; Z: de Luijster, strekkend tot even achter de schuur)
2
3 gemeten 177 roeden, boven hun deel, in de schuur en keet binnen dezelfde gemerken,
uitgegeven op 10 december 1659 in erfpacht door Harman van der Zeel aan Hubr.
Lambrechtsz voor 20 Carolusgulden
3
4
1 gemet 15 roeden westwaarts, erachter liggend
8 gemeten 202.5 roeden, daarachter westwaarts tot aan de scheidsloot van de 3e kavel
tussen de gemene weg en de Luister
5
1 gemet 299 roeden, zuidwaarts, zijnde de Luijster en vandaar "huywaers" tussen de dijk en
scheidsloot van de 3e kavel
6
5 gemeten 76.5 roeden en 30 gemeten 122 roeden naast elkaar gelegen, tot aan de
weduwe Gerard van Overmeer en vervolgens dit land overstappend.
7
6 gemeten 9 roeden 9 voeten gemeenliggend met de nazaten van Wauter Ab. van der
Hoeven
8
een stuk van 12 gemeten 19.5 roeden O: de dijk en dorp; Z: de nazaten van Harman van
der Ceel; W: de scheidsloot van de 3e kavel.
9
14 gemeten 262 roeden en 25 gemeten 263 roeden naast elkaar van de gemene weg
noordwaarts tot aan de Noorddijk tussen de kavelsloot van de 1e kavel ten oosten en de
vrouw van Overmeer ten westen
tesamen de genoemde 97 gemeten 237 roeden alsmede het deel in de genoemde schuur en keet.
Deze percelen zijn thans onbelast.
1677
18 maart; RA 5879 C, nr. 83:
Jacob van der Houven, mede namens zijn broer Apero van der Houven, verkoopt aan Nelijen
Lenders, weduwe van Hubrecht Lambrechtsz, 6 gemeten 75 roeden in de 2e kavel, gemeenliggend
met de erfgenamen van Hubrecht Lambrechtsz, schout en dijkgraaf. Verwezen wordt naar de
kaveling d.d. 28 september 1644 voor notaris Jan Vijver ? te Den Haag.
1682
5 maart; RA 5879 C, nr. 109, 110:
Jacob van de Luister verleent hypotheek aan erfgenamen van Agatha Ockersse, overleden, op 14
gemeten land. N: -; O: zeedijk; Z: juffr. Overmeer; W: baning van Claes Geerinck. Prijs 1200
Carolusgulden tegen 6 %. Afgelost in 1688.
1695
7 mei; RA 5879 C, nr. 250, 251:
Jacobus van de Luister leent van mr. Hubertus Mogge, oud-burgemeester, Zierikzee, een bedrag
van £. 433 tegen de penning 20, gedurende een jaar. Onderpand is onder andere 52 gemeten 285
roeden land in de 2e kavel, N: herenweg; O: zeedijk; Z: de heer Overmeer; W: 3e kavel. Afgelost in
1726.
1696
3 mei; RA 5879 C, nr. 283-285:
Jacobus van de Luister, met Isaac van de Luister te St. Annaland als borg, verklaart schuldig te zijn
aan de erfgenamen van Catharina Vituï een bedrag van ¦. 5.694, wegens de koop van:
5 gemeten 258 roeden, achter het dorp gelegen: N: -; O: het dorpsland; Z: zeedijk; W: karrevelden of
zeedijk.
24 gemeten 215.5 roeden, gelegen als voren: N: koper's ander land; O: zeedijk; Z: -; W: 3e kavel.
40 gemeten 225 roeden: N: zeedijk; O: -; Z: de herenweg; W: 3e kavel.
de erfpacht van f. 20 per jaar die op de hoeve en het ongekaveld land rust;
het aandeel in de ambachtsheerlijkheid van juffrouw Vituï.
Alle percelen zijn gelegen in de 2e kavel. Rente 4 gld. 10 st per 100 per jaar. Indien de comparant de
rente binnen 6 weken na de vervaldag betaalt, wordt dit 4 %.
Het transport geschiedde door Cornelis van der Heiden krachtens procuratie van Heijnrick de
Acquet, raad en vroedschap alsmede oud-burgemeester van Delft als executeur van het testament
van juffr. Catharina Vituï, laatst weduwe van Hareman van der Ceel, d.d. 24 april 1696. Afgelost:
1707.
1700
25 december; RA 5879 C, nr. 72-75:
Pieter Abrahamse en Roeckus Arentsen Steijn lenen van Willem Aertsen 1000 Carolusgulden à 4%.
Onderpand zijn 50 gemeten verkregen door het overlijden van de ouders van hun schoonmoeder
Cornelia van de Luister, nl. Hubrecht Lambrechtsz en Neljen Lijnders. N: Isaack van de Luister cs; O: - ;
Z: de herenweg; W: erfgenamen van Jacob van de Luister; circa 10 gemeten wei- en zaailand N: de
genoemde erfgenamen van Jacob van de Luister; O: -; Z: dorpsland en de erfgenamen reeds genoemd; W: erfgenamen van de Vrouwe van Baerlandt, en een woonhuis: N: Jacob en Isaack van
de Luister; O: zeedijk; Z: Uersel Jans; W: Voorstraat (zie Voorstraat oostzijde 15). In tien termijnen van
¦. 100 af te lossen. Afgelost: 1726.
1705
3 september; RA 5879 C:
Gabreel Mouwe en Cornelia van de Luister lenen van Mr. Huijbertus Mogge, Zierikzee, een bedrag
van £. 100 voor 1 jaar met 5 %. Onderpand is een hofstede c.a. met 83 gemeten 187 roeden, N: zee-
dijk; O: de Heer van Welland; Z: zeedijk; W: zeedijk, alsmede onder verband van het huis, schuur c.a.
waarin zij thans wonen en onder verband van de helft van de grond, gekocht van de heer van
Overmeer, groot 73 gemeten. Doorgehaald: 1726.
1707
6 augustus; RA 5879 C, nr. 221, 222:
Gabreel Mouwe en Cornelia van de Luijster, echtelieden en Isaack van de Luijster lenen van mr.
Hubertus Mogge, Renesse, een bedrag van £. 500 à 5%. Onderpand zijn 75 gemeten, gekocht van
de heer van Overmeer, N: Mouwe's ander land; O: Achterstraat; Z: de dijk; W: de baronesse's land.
Doorgehaald: 1726.
1709
10 april; RA 5879 C, nr. 164-168:
Isaack van de Luister verkoopt aan Gabreel Mouwe de helft van een hofstede met 64 gemeten 87
roeden N: -; N-O: zeedijk; Z-W: Baronesse van Baerlandt; N-W: zeedijk. De prijs is 8400 Carolusgulden,
5000 contant, de rest in termijnen van 850 per jaar met 5 %. Met verkoopvoorwaarden d.d. 10 april
1709. De hofstede is nog verpacht. De verkoper zal voor de koper een paard houden gedurende vijf
winters. Als de verkoper geen paard heeft, moet de koper tien zakken paardebonen leveren, alsmede twaalf koppels hanen en twaalf koppels eenden.
1709
11 april; RA 5879 C, nr. 246, 247:
Overeenkomst tussen Gabreel Mouwe en Cornelia van de Luijster. De boerderij en landen, gekocht
van Isaack van de Luijster, zal moeten blijven aan de tweede comparant of haar erfgenamen, mits
deze betalen de helft van de koopprijs. De tweede comparant verklaart te garanderen dat de 64
gemeten 87 roeden uit de boedel van Jacob van de Luijster (ovl.) als pacht zal blijven aan de
eerste, waarvan de pachtsom gelijk zal zijn aan het gemiddelde bedrag van de pacht van de
hofstede van Johan de Mauregnault, de hofstede van de Vrouwe van Kattendijke en de hofstede
van de markies de Warringe.
1709
25 juni; RA 5879 C, nr. 248:
Gabreel Mouwe verklaart voor de kooppenningen van de helft van een huis en schuur met 64
gemeten 87 roeden op 10 april 1709 gekocht van Isaack van de Luijster, speciaal te verbinden de
helft van een hofstede met 64 gemeten 87 roeden (zijnde de andere helft!), eveneens gekomen uit
de boedel van Jacob van de Luijster (ovl).
1709
2 juli; RA 5879 C, nr. 173-176:
Gabreel Mouwe leent van Huijbertus Mogge, oud-burgemeester en raad; Zierikzee, een bedrag van
£. 833-6-8 wegens geleend geld aan Isaack van de Luister à de penning 20. Onderpanden zijn de
helft in een hofstede c.a. met 64 gemeten 87 roeden, gekocht van Van de Luister, alsmede van een
hofstede met 83 gemeten 183 roeden N: de zeedijk; O: de Heer van Welland; Z: de weg; W: -.
Als borg stelt zich Cornelia van de Luister, huisvrouw van Gabreel Mouwe, onder verband van de
andere helft van de genoemde hofstede met 64 gemeten 87 roeden. Medeborg is Maria Walravens, weduwe van Rocus Adriaensen Steijn, geassisteerd door de secretaris Fr. de Klerck onder
verband van 25 gemeten land haar vermaakt door haar grootmoeder bij testament. Tevens stellen
zich als borgen: Isaack van de Luijster en Huijbert van de Luister. De laatste verbindt daarvoor 1/3
deel van een hofstede met 50 gemeten (d.w.z. 16 gemeten 200 roeden), gelegen: N: de zeedijk; O:
de zeedijk; Z: land van G. Mouwe; W: land van Overmeer.
1714
25 augustus; RA 5879 C, nr. 102, 103:
Testament van Heijnderick Pieterse en Lammerdinne Davidts, echtelieden, gepasseerd ten huize van
de testerenden, wonende op "de Hollantse Houve" (beiden plaatsen een handmerk).
1715
4 september en 28 oktober; RA 5879 C, nr. 109:
Schout en schepenen verklaren op verzoek van Isaacq van de Luyster en Cornelis Mol, voogden en
administrateur over de nalatenschap van Cornelia van de Luijster, dat zij genoodzaakt zijn een deel
van het bezit of de effecten te verkopen, hoewel het een fidei commissaire boedel betreft, wegens
de schulden en voorts door de zware val die de dijken deed doorbreken en vanwege de stormen
en watervloeden waardoor het geschot zo hoog was, dat deze niet uit de inkomsten konden
worden voldaan
Brief aan de Staten van Zeeland van schout en schepenen. Verwezen wordt naar de resolutie van 9
september 1715 over het verzoek van de administrateurs. Schout en schepenen bevestigen de
mededelingen in het request en adviseren positief.
1717
2 augustus; RA 5879 C, nr. 120, 121:
Uittreksel uit de resoluties van de Staten van Zeeland, d.d. 2 augustus 1717 op het request van
Isaacq van de Luijster en Cornelis Mol (zie resolutie 26 maart 1716) om afdoening van het request
van 3 september 1715. Het verzoek wordt toegestaan: zoveel als nodig is mag worden verkocht.
1726
9 juli; RA 5879 D, nr. 341:
Cornelis Mol, als erfgenaam van Cornelija van de Luijster, verkoopt de "Hollantse hofstede en
landen" vanouds genaamd de Hollandse Hoeve, voor wat betreft de ene helft aan Hubert van der
Kroon, in huwelijk hebbende Neeltje Davids, en voor wat betreft de andere helft aan Vincent Wale.
1726
9 juli; RA 5885 D:
Akte van naasting: Huijbert van der Kroon, te Oude Tonge (gehuwd met Neeltje Davids), naast de
"Hollandse Hofstee" van Vincent Wale omdat hij nader in maagschap is dan de verkoper Cornelis
Mol. Daarop draagt Vincent Wale de andere helft in de hofstede en gronden over aan Van der
Kroon voor dezelfde prijs.
1726
7 augustus; RA 5885 D; zie ook RA 5879 D, nr. 347, 348:
Cornelis Wale, schout, Aarnoud Steijn en Cornelis Mol, verkopen aan Huijbert van der Kroon en
Neelken Davids van St. Annaland, echtelieden, te Oude Tonge:
A een hofstede met 128 gemeten 172 roeden zaai- en weiland, N: de zeedijk; O: de zeedijk; Z:
erven Cornelia van de Luister; W: Laurens de Kok en de graaf van Rupelmonde.
B vier gemeten, N: de erven Cornelia van de Luister; O: dorpsland; Z: de zeedijk; W: de karrevelden.
De prijs is £. 15-15-0 per gemet of in totaal £. 2025-0-7. De goederen zijn afkomstig van Cornelia van
de Luister en in pacht bij Hendrik Pieterse Zegers.
1727
22 januari; RA 5886 B, nr. 1:
Rekening door Cornelis Waele, Arnoud Steijn en Cornelis Mol van de boedel van Cornelia van de
Luijster, weduwe van Gabriel Mouwe, overgebracht 22 januari 1727:
- Op 26 juni 1726 werden in het openbaar verkocht een hofstede met 128 gemeten 172 roeden
zaai- en weilanden, vanouds genaamd 'de Hollantse Hoeve', laatst bezeten door Cornelia van
de Luijster en thans in pacht bij Hendrik Pieterse Zegers. Verkocht voor £.15-15-0 per gemet, in
totaal £. 2025-0-7.
- Op de Hollantse Hoeve rustte een hypotheek ten behoeve van mr. Jacob Ockersse aan wie de
pacht werd betaald.
- Van mr. Huybertus Mogge was £. 500 à 5 % geleend waarvoor men 75 gemeten land had
verbonden. Geheel trouweloos had Isacq van de Luijster zijn helft van de grond verkocht aan
Gabriel Mouwe zonder zijn schuld daarop af te lossen. De betreffende hypotheekakte was
gepasseerd voor Schepenen van Sint Philipsland op 7 mei 1695.
1744
Kaart van Hattinga: eigenaars de erven Van der Kroon; baander is Michiel Mol.
1752
28 november; RA 5885 E, nr. 108, 109:
Beslaglegging namens Huybrecht van der Kroon, Pieter Grinwis (gehuwd met Maria van der Kroon),
Cent Monis, Adriaan Monis, gezamenlijk eigenaars van Hollands Hoeve (128 gemeten 172 roeden,
pacht £. 2-1-2) en het Hoogebaaken (50 gemeten 252 roeden, pacht £.2) op levende have,
inventaris en vruchten te velde en in de schuur van Michiel Mol. Pachten verschenen per Bamisdag:
1746 £. 165-13-9; 1747 £. 366-6-4; 1748 £. 366-6-4; 1749 £. 360-6-2; 1750 - 1752 £. 355.
Inventaris opgemaakt door Jan Mol, Marinus Reyngoud en Corn. de Kok.
1752
1 december; RA 5879 B, gerechtsrol.
Eiser: secretaris Adriaen van der Schoor als rentmeester van de ambachtsheren;
Gedaagde: Michiel Mol, over een schuld van £. 64-15-5 wegens gehuurde tienden waarvoor 82
schapen in beslag zijn genomen.
1753
22 maart; RA 5885 E, nr. 111:
De weduwe van schout Michiel Mol verbindt en geeft over al haar roerende en onroerende
goederen aan Jacobus Rijn wegens een schuld van duizend gulden en veertig grooten.
1760
30 oktober; RA 5881, nr. 14:
Huybrecht van der Kroon, mede namens zijn zwagers Pieter Grinwis, Cent Monis en Adriaan Monis,
verkoopt aan Paulus Matthys Heerschap
de Hollands Hoeve
128 gemeten 272,5 roeden en
het Hooge Baeken
50 " 252 roeden,
samen
179 gemeten 224,5 roeden voor £. 800 en £. 33-6-8 voor twee misputten
op beide hoeven.
1760
30 oktober; RA 5882, nr. 15:
Paulus Matthijs Heerschap verklaart schuldig te zijn aan de heren Huybrecht van der Kroon, Pieter
Grinwis, Cent Monis en Adriaan Monis de somma van £. 330-6-8 tegen 5 %. Geen onderpand
genoemd.
1767
11 februari; RA 5885, nr. 62:
Inventaris van de goederen nagelaten door Paulus Matthijssen Heerschap en Leena Abrahamse
Roon, opgemaakt op verzoek van Jacob Krijger en Goris Pijll, voogden.
- hofstede met 128 gemeten 272,5 roeden, genaamd de Hollandse Hoeve
- idem met 50 gemeten 252 roeden, genaamd het Hooge Baeken
- hij bezat ook een hofstede en gronden in Goedereede, gepacht door Matthijs Paulusse
Heerschap.
1767
16 april; RA 5881, nr. 67, 83:
De erven Paulus Heerschap en zijn weduwe Leijntie Abrahamse Roon verkopen de hofstede
Hollands Hoeve, groot 128 gemeten 272,5 roeden aan Maria van Trigt, weduwe van Izak van Hekke.
Prijs is £. 8 per gemet of in totaal £. 1031-5-4 en £. 30 voor de mestput ('mispit'). Met verkoopvoorwaarden d.d. 3 maart 1767.
1770
5 maart; RA 5881, nr. 84:
Maria van Trigt, weduwe van Izacq van Hekke, te Zierikzee, verkoopt via notaris Oudesluys aan
Jacob Abrahamse van Oeveren, te Sint Annaland, de hofstede genaamd Hollands Hoeve, groot
128 gemeten 272,5 roeden, voor £. 14 of in totaal £. 1804-14-4 en £. 33-6-8 voor de mestput.
RA 5881, nr. 85: overdracht voor Schout en Schepenen van Sint Philipsland van Hollands Hoeve:
£. 488 contant en £. 1350 tegen 3,5 %.
1770
2 mei; RA 5882, nr. 86:
Jacob Abrahamse van Oeveren is schuldig aan Mejuffrouw Maria van Trigt, weduwe van Izak van
Hekke, een bedrag van £. 1350, het restant koopsom Hollands Hoeve, rente 3,5 %.
In de marge: op 25 april 1798 verklaren Jan van IJsselsteyn en Cornelis Sevenhuyzen dat alles is
afgelost.
1798
25 april; RA 5882, nr. 100:
Jacob van Oeveren, landman, is schuldig aan de vijf minderjarige kinderen van Caarl Dorst (was
gehuwd met de overleden Johanna de Groen) een bedrag van £. 1300 tegen 4 %. Onderpand de
hofstede van 128 gemeten 272,5 roeden met de vruchten en de inventaris.
1829
19 maart; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2848 (2510):
Openbare verkoping van de Hollandsche Hoeve op verzoek van de erfgenamen van Jacob
Abrahamse van Oeveren en Maria Jeremiasse Dorst, t.w. Jeremias van Oeveren, tevens als
gemachtigde van Leendert van Oeveren te Wissenkerke, Marinus Mol, gehuwd met Petronella van
Oeveren, Cornelia van Oeveren, gehuwd met Cent den Braber.
1829
2 april; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2848 (2524):
De hoeve wordt gekocht door notaris W.J. van Voorst Catshoek namens Adriana van Oeveren voor
ƒ. 18.177.
1829
27 juli; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2911 (636):
Adriana van Oeveren, weduwe van Pieter van Dijke, leent van Jan Schuurbeque Boeye, te Zierikzee,
een bedrag van ƒ. 19.000 tegen 5 %. Onderpand is o.a. de hofstede 'de Hollandsche Hoeve', groot
53 bunder 74 roeden 25 ellen.
1832
9 juli en 16 juli; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2924 (1093 en 1106):
Adriaan van Dijke, landman te Sint Philipsland, vader en voogd van de minderjarige kinderen in
huwelijk verwekt bij zijn nog in leven zijnde huisvrouw Maria Abrahamse van Oeveren, nl. Pieter (20
jaar), Abraham (17 jaar) en Adriaantje (15 jaar), benoemde erfgenamen voor de helft van de
nalatenschap van wijlen Adriana van Oeveren, (ovl. Sint Philipsland 28 juni 1831), weduwe van Pieter
van Dijke; Abraham van Oeveren, winkelier te Sint Philipsland en diens huisvrouw Adriana Mol,
vroedvrouw, ouders van Adriana van Oeveren; Abraham van Oeveren Abrahamszoon, landman te
Sint Philipsland; Maria van Oeveren, landvrouw te Sint Philipsland, huisvrouw van Adriaan van Dijke;
Marinus van Oeveren, landman te Sint Philipsland; Adriaantje van Oeveren, huisvrouw van Pieter van
Ast, wonende te Scherpenisse, broers en zusters van Adriana van Oeveren, erfgenamen voor de
andere helft, veilen in het openbaar o.a. een hofstede, bestaande uit woonhuis, schuur, wagenhuis
en verder getimmerte, genaamd de Hollandsche Hoeve, in de Oude Polder, met 51 bunder 81
roeden 25 ellen zaai- en weilanden. Ingezet door Jacobus Stols voor ƒ. 11.199,60. Hoogste bieder:
Hugo van der Linden, partikulier te Bergen op Zoom, voor ƒ. 16.548. Deze deed het bod voor mej.
Pieternella Moerbeek, weduwe van Jacobus van der Linden, winkelierster te Bergen op Zoom.
1832
24 en 25 juli; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2925 (1118 en 1119):
Boedeldag Hollandsche Hoeve door de erfgenamen van Adriana van Oeveren.
"50 gemeten achter het dorp".
Bij deze 50 gemeten gaat het om land in de tweede kavel, 38 gemeten ten noorden van de weg (de Lange
Wenden J.K.) en 12 gemeten ten noorden van het dorp en het karreveld. De twee dochters uit het eerste huwelijk van
Cornelia van de Luijster erfden die percelen van hun grootouders, Huybrecht Lambrechtssen (van de Luister) en Neeltje
Leenders. Dit waren Neeltje Walraven, gehuwd met Pieter Abrahamse van Borselen, en Maria, gehuwd met Rockus Arentsen Steyn. Beide dochters hadden ieder drie kinderen t.w. Cornelia, Abraham en Cornelis van Borselen en Huybrecht,
Aarnout en Gabriël Steyn. Cornelia van Borselen huwde op 16 april 1712 te Sint Annaland met Cornelis Mol uit Oud-Vossemeer, waaruit verklaard wordt waarom Cornelis Mol regelmatig op de voorgrond treedt.
Via de ouders kregen deze zes nakomelingen van Cornelia ieder een zesde deel van de 50 gemeten, waarvan
dus 12 gemeten bij het dorp lagen en 38 gemeten aan de noordzijde van de weg. Cornelis Mol kocht in 1726 en 1731 de
delen van zijn zwagers op zodat hij 25 gemeten verkreeg. Hetzelfde deed Gabriël Steyn in 1732 en 1734 met de delen van
zijn broers. In 1746 kocht hij de 25 gemeten van Cornelis Mol en kon hij de gehele 50 gemeten gaan beboeren. Hij woonde
in de Voorstraat westzijde nr. 50 en hij had een schuur in de Achterstraat (zie aldaar 46, 48 en 50).
Samenvatting eigenaars '50 gemeten achter het dorp':
periode
eigenaar
1645 - 1657
erfgenamen van Manrycque
1657 - 1687
Huybrecht Lambrechtssen (van de Luister), later zijn weduwe
1687 - 1732
Neeltje Walraven, later haar kinderen (de helft)
1732 - 1746
Cornelis Mol, schoonzoon van Neeltje Walraven (idem)
1687 - 1734
Maria Walraven, later haar kinderen (de andere helft)
1734 - 1746
Gabriël Steyn, zoon van Maria Walraven (idem)
1746 - 1774
Gabriël Steyn, later zijn erfgenamen (het geheel)
1774 - 1777
Jannetje Steyn
1777 - 1796
Cornelis Daene
1796 - 1832
Marinus Dorst
Transacties enz.:
1667
18 november; RA 5879 C, nr. 33:
Hubrecht Lambrechtsz., schout en dijkgraaf schenkt aan zijn zoon Isack Hubrechtsz. van de Luister, die in het
huwelijk gaat treden met Cornelia Bols, laatst weduwe van Lijeven Jans de Grave, 10.000 gulden als rente tegen
4 % waarvoor de gever als onderpand stelt 50 gemeten koren- en weiland in de 2e kavel. Afbetaald in 1669.
1676
9 oktober; RA 5885 D:
Testament van Neeltghen Leenderts, weduwe van Hubregt Lambrechts
1687
7 november; RA 5879 C, nr. 154, 155:
Cornelis Walraven, schout, verkoopt aan Jacob van de Luister, executeur van de boedel van de kinderen van
Cornelis Walraven en Cornelia van de Luister, winkelgoederen, o.a. olie, azijn, zeep, kaas, brandewijn, zout, meel,
gort enz. Kousen, garen, lint, voorts hangt hiermee samen de verkoop van twee huizen, afkomstig van Pijeck
naast meester Pieter (van Sijervelt) en het andere in de Achterstraat, drie paarden, twee wagens, losse goederen, huisraad enz. om hieraan te verhalen het bedrag van £. 400 die hij, Walraven, uit de boedel van de grootmoeder van de kinderen, Nelken Lijnders, wed. van Hubrecht Lambrechtsz, heeft genomen. enz.
1690
13 en 22 november; RA 5879 C, nr. 208, 209:
Cornelis Walraven en zijn huisvrouw Cornelia van de Luister transporteren aan hun dochters Neljen Walravens,
Marij Walravens en Cornelia Walravens alle vorderingen, effecten, enz. uit de fidei-commisaire boedel van haar
vader Huybrechts en Nelken Leijnders.
Op 22 november 1690 protesteert Daneel de Blonde namens de crediteuren van Cornelis Walraven hiertegen.
1700
6 november, 25 december; RA 5879 C, nr. 57 - 61:
Cornelia Hubrechts van de Luister leent van Willem Aersen, Dordrecht 1000 Carolusgulden à 4 %. Onderpand is 50
gemeten, zijnde de erfportie van haar vader Hubrecht Lambrechtsz en haar moeder Neljen Lijnderts en een
woonhuis.
1700
25 december; RA 5879 C, nr. 72 - 75:
Pieter Abrahamse en Roeckus Arentsen Steijn lenen van Willem Aertsen, Dordrecht, 1000 Carolusgulden à 4 %.
Onderpand is 50 gemeten verkregen door het overlijden van de ouders van hun schoonmoeder Cornelia van de
Luister, Hubrecht Lambrechtsz en Neljen Lijnders.
N: Isaack van de Luister c.s.; O: -; Z: de herenweg; W: erfgenamen van Jacob van de Luister, alsmede circa 10
gemeten wei- en zaailand: N: de erfgenamen reeds genoemd; O: -; Z: dorpsland en de erfgenamen reeds genoemd; W: erfgenamen van de Vrouwe van Baerlandt en een woonhuis.
In tien termijnen van ƒ. 100 af te lossen. Afgelost: 1726.
1709
2 juli; RA 5879 C, nr. 173 - 176:
Gabreel Mouwe leent van Huijbertus Mogge, oud-burgemeester en raad, Zierikzee £. 833-6-8. wegens geleend
geld aan Isaack van de Luister à de penning 20. Onderpand is de helft in een hofstede c.a. met 64 gemeten 87
roeden, gekocht van van de Luister, alsmede van een hofstede met 83 gemeten 183 roeden. N: de zeedijk; O:
de Heer van Welland; Z: de weg; W: -.
Als borg stelt zich Cornelia van de Luister, huisvrouw van Gabreel Mouwe, onder verband van de andere helft
van de genoemde hofstede met 64 gemeten 87 roeden. Medeborg is Maria Walravens, weduwe van Rocus
Adriaensen Steijn, geassisteerd door de secretaris Fr. de Klerck onder verband van 25 gemeten land haar
vermaakt door haar grootmoeder bij testament. Voorts stellen zich borg Isaack van de Luijster en Huijbert van de
Luister. De laatste verbindt daarvoor 1/3 deel van een hofstede met 50 gemeten (d.w.z. 16 gemeten 200
roeden), gelegen: N: zeedijk; O: de zeedijk; Z: land van G. Mouwe; W: land van Overmeer.
1713
1 juni; RA 5879 C, nr. 75, 76:
Inventaris van de losse goederen in de boedel van de wezen van Pieter Abrahamse op verzoek van de
weduwe van Gabreel Mouwe, getaxeerd door Johanna Engels en Ida van den Boogaart.
1713
5 juli; RA 5879 C, nr. 80,
Testament van Cornelia van de Luister.
Erfgenamen zijn Marij Walraven, gehuwd met Johannes Jobsen Steendijk en de kinderen van Pieter Abrahamse
en Neltie Walravens. Steendijk wordt uitgesloten als administrateur, in het bijzonder over de fidei commissaire
goederen vermaakt aan de kinderen van Marij Walravens.
1713
5 november; RA 5879 C, nr. 77,
Kwitantie van Cornelis Mol wegens het erfdeel van zijn vrouw (1/3 deel).
1721
18 maart; RA 5879 C, nr. 77,
Idem van Abraham Pieters en Cornelis Pieters (elk 1/3 deel)
1713
14 december; RA 5879 C, nr. 78,
Weeskamer. Als administrerend voogd aangesteld over de huizen en gronden van Cornelia van de Luijster (ovl.),
weduwe van Gabreel Mouwe: Cornelis Wale. Erfgenamen zijn Maria Walravens, gehuwd met Jan Jobsen Steendick, en Cornelis Mol, gehuwd met Cornelia Pieters.
1726
23 augustus; RA 5885 D; 4 september; RA 5879 D, nr. 359, 360:
Cornelis Pietersen van Borselen verkoopt aan zijn zwager Cornelis Mol 1/3 uit 25 gemeten (8 gemeten 142
roeden), liggend gemeen met de kinderen van Rokus Steyn, gepacht door Michiel Mol. Prijs £. 100.
40 gemeten benoorden de Heerenweg, N: Heer van der Kroon; O: het Hoogbaken en de Heer van der Kroon; Z:
Heerenweg; W: Heer van der Kroon, en 10 gemeten omtrent het dorp, N: Heer van der Kroon; O: zeedijk; Z: dorpsland en de Heer van der Kroon; W: Laurens de Cok.
1727
22 januari; RA 5886 B, nr. 1:
Rekening door Cornelis Waele, Arnoud Steijn en Cornelis Mol van de boedel van Cornelia van de Luijster,
weduwe van Gabriel Mouwe, overgebracht 22 januari 1727, onder andere:
- Cornelia van de Luijster had onder voorwaarden geërfd van haar moeder Neeltien Leenders, weduwe van
Huijbrecht Lambregtse, krachtens een legaat bemaakt bij testament op 7 juli 1679, gepasseerd voor notaris
Huybertus van Afflaken. Dit betrof circa 50 gemeten land. Op 13 november 1690 verklaarde zij met haar man
Cornelis Walraven voor Schepenen van Sint Philipsland deze nalatenschap te laten aan haar kinderen en stelde haar broer Jacob van de Luijster aan als administrateur. Zij had twee dochters: Maria en Neeltien
Walravens. Maria huwde Rokus Steijn waaruit werden geboren: Aernout, Huybregt en Gabriel Steyn. Neeltien
huwde Pieter Abrahamse van Borselen waaruit werden geboren Cornelia (gehuwd met Cornelis Mol),
Cornelis en Abram. Deze kinderen treden thans in de plaats van hun moeders.
- De boedel is verdeeld. Het batig saldo is, na deze verdeling, £.2-17-5.
1731
5 december; RA 5885 D,
Abram Pietersen van Borselen verkoopt aan Cornelis Mol 8 gemeten 142 roeden, gemeenliggend met zijn zwager Mol en zijn neef Stijn en ongekaveld. Prijs £. 105.
1732
2 januari; RA 5880, nr. 31 en 32:
Abram Pietersen van Borselen verkoopt aan Cornelis Mol 8 gemeten en 112 roeden voor £. 17-10-0 per gemet of
voor totaal £. 148-5-8. Het betreft land gelegen bij land van Cornelis Mol. N: schout Arij Meulenberg; O: schout Arij
Meulenberg; Z: Heerenweg; W: Juffr. De Kroon en land gelegen bij het dorp: N: Juffr. De Kroon; O: zeedijk; Z:
dorpsland, Juffr. De Kroon en de karrevelden; W: burgemeester Laurens de Cok.
1732
13 januari: RA 5885 D; 30 januari: RA 5880, nr. 37 en 38:
Huijbregt Steijn verkoopt aan Gabreel Steijn 8 gemeten 142 roeden voor £. 18 per gemet of voor in totaal
£. 152-10-4,5. Belendingen:
A N: Arij Meulenberg en Juffr. De Kroon; O: Arij Meulenberg en Juffr. De Kroon; Z: Heerenweg; W: Juffr. De Kroon.
B (bij het dorp) N: Juffr. De Kroon; O: zeedijk; Z: dorpsland, Juffr. De Kroon en de karrevelden; W: Burgemeester
Laurens de Cok.
1734
28 september; RA 5886 B, nr. 29:
Aernout Steijn transporteert aan Gabriël Steijn 8 gemeten en 142 roeden. Ten oosten begrensd door de landen
van Juffr. Van der Kroon en Lawerijs Kock. Voorts twee 1/3 delen in huizen. Prijs is ƒ. 875 waarvan reeds ƒ. 721 is
betaald, het restant tegen 3,5 %. Doorgehaald: 28 augustus 1764.
1743
Rechterlijk archief Bruinisse 4509:
Inventaris van de boedel van Cornelis Mol en Cornelia van Borsselen (ovl. 4 januari 1743), onder andere:
- 25 gemeten 126 roeden korenland in Sint Philipsland, verpacht aan Gabriël Steijn voor £. 1 per gemet per jaar.
1746
31 augustus; RA 5885 E, nr. 61:
Gabriel Steyn leent van Marinus Geene £. 433-6-8 tegen 4 %. Onderpanden zijn: 50 gemeten 252 roeden naast
de landen van Monis en Z: de weg; een schuur in de Achterweg en zijn huis in het dorp (zie Voorstraat westzijde
50).
1746
31 augustus; RA 5885 E, nr. 62:
Michiel Mol, als gemachtigde van zijn broer Cornelis Mol, verkoopt aan Gabriël Steyn 25 gemeten 126 roeden
voor ƒ. 2000. Naast de landen van de heren Monis; Z: de weg.
N.B. Dit is de helft van de 50 gemeten 252 roeden die Steyn op dezelfde dag, samen met een huis en een schuur
in de Achterweg, beleent.
1774
28 april; RA 5881, nr. 108:
Marinus Steyn Gabr.zn., Jan van Oostende (gehuwd met Maria Steyn) als mede-erfgenamen van de boedel van
hun vader Gabriël Steyn, verkopen aan hun zuster Jannetie Steyn ieder hun 1/3 deel in het huis, schuur en erf,
alsmede 50 gemeten 252 roeden voor £. 10 per gemet of totaal voor het 2/3 deel £. 338-18-8.
1774
28 april; RA 5882, nr. 109:
Jannetie Steyn Gabr.dr., leent van Abraham en Jacob de Hond, Sint Maartensdijk, £. 500 tegen 4 %. Onderpand
een huis en schuur in het dorp en 50 gemeten en 252 roeden in de polder.
1777
13 juni; RA 5881, nr. 128:
Johannes Endhoven, gehuwd met Jannetie Steyn Gabr.dr., verkoopt aan Cornelis Cornelisse Daene het huis,
schuur en erf, alsmede 50 gemeten 252 roeden land voor £. 516-13-4.
1777
13 juni; RA 5882, nr. 129:
Cornelis Cornelisse Daene leent van Abraham en Jacob de Hond £. 500 tegen 4 %. Onderpand het huis en
schuur in het dorp en 50 gemeten en 252 roeden in de polder.
1782
6 juni; RA 5882, nr. 2:
Cornelis Cornelisse Daene leent van Theodorus de Klercq, secretaris te Stavenisse, £. 575 tegen 4 %. Onderpand
het huis, schuur en erf binnen het dorp, 50 gemeten 252 roeden in de polder, met de vruchten en de inventaris.
Afgelost 10 juni 1796.
1796
13 juni; RA 5881, nr. 45:
Cornelis Cornelisse Daene verkoopt aan Marinus Dorst het huis, schuur en erf en 50 gemeten 252 roeden voor
£. 20 per gemet of in totaal £. 1016-16-0, met losse goederen voor £. 58-6-8, contant.
1796
13 juni; RA 5882, nr. 46:
Marinus Dorst leent van Cornelis van der Lecq £. 600 tegen 4 %. Onderpand huis, schuur en erf in het dorp met 50
gemeten 252 roeden, vruchten en inventaris. Borgen Machiel Mol, Jan Stoutjensdijk (Stavenisse) en Jan Dorst (Sint
Maartensdijk).
1796
13 juni; RA 5882, nr. 47:
Marinus Dorst leent van Jan Dorst, te Sint Maartensdijk, £. 200 tegen 4 %. Onderpand een tweede verband op de
hofstede van 50 gemeten 252 roeden.
1796
28 juni; RA 5882, nr. 48:
Marinus Dorst leent van Machiel Mol £. 200 tegen 4 %. Onderpand een tweede verband op de hofstede van 50
gemeten 252 roeden.
1796
10 juni; RA 5882, nr. 49:
Jan Maartensen Stoutjensdijk, schoonvader van Marinus Dorst, is borg voor £. 100.
Bouwlust.
In 1645 viel bij de verloting van de kavels van de herbedijkte polder de derde kavel (kavel C) toe
aan Jacob van Baerlandt. Hij behoorde samen met Gerard van der Nisse uit Goes, tot de belangrijkste
initiatiefnemers van de herbedijking. Samen bezaten zij 2/3 van het schorrengebied, dat opnieuw bedijkt
werd. Jacob van Baerlandt (c. 1578 - 1662) was uit Goes afkomstig, maar vestigde zich te Antwerpen. Hij koos,
in tegenstelling tot Van der Nisse, voor het Rooms-Katholieke geloof. Door zijn zakelijke belangen bleef Van
Baerlandt nauw met Zeeland verbonden. Hij was Heer van Baarland en van Wemeldinge. Ook de heerlijkheid
Dirksland, op Goeree-Overflakkee, was in zijn bezit.
Via Van Baerlandts dochter Magdalena en haar kleinzoon Maximilien Philip Joseph de Boulogne de
Liques, erfde diens zoon, de graaf van Rupelmonde, 1/6 deel van de heerlijkheid Sint Philipsland. In zijn bezit
kwam het noordelijk deel van kavel C (met de boerderij Broedershof). Het andere 1/6 deel van de heerlijkheid
en het zuidelijk deel van kavel C kwam, met de hier besproken boerderij, aan Marie Louise, gravin van
Groesbeke en later aan haar zoon, de markies de Warigny. De markies liet de hofstede in 1717 verkopen aan
de pachter, Laurens de Kock. In 1757 kocht François Johan Nebbens, te Zierikzee, de boerderij, met de
bijbehorende grond aan. Zijn weduwe, Petronella de Kok, liet de boerderij verkopen aan Johannis van Dijke.
Nog steeds is deze boerderij in bezit en in gebruik bij een afstammeling van deze Johannis.
In de eerste jaren na de herbedijking was ook in deze kavel sprake van de Noorthoeve en de
Zuythoeve. Later geraakten deze namen in onbruik. De benaming "Bouwlust" dateert uit de 19e eeuw.
Aan de zuidzijde van de bij deze boerderij behorende grond bevindt zich een opvallende inham. Dit
is het restant van de dijkdoorbraak als gevolg van de stormvloed van 26 januari 1682. Als gevolg daarvan
moest 16 gemeten 217 roeden van kavel C en 1 gemet 282 roeden van kavel B worden buitengedijkt. Uit de
laatstgenoemde kavel werd de grond gehaald voor de aanleg van de nieuwe dijk, het zogenaamde
karreveld. Een straatnaam ter plaatse herinnert aan dit gedeelte. Door het verlies aan land werd de oppervlakte van "Bouwlust" teruggebracht tot 169 gemeten 124 (ook 129) roeden.
Als gevolg van de oorlogen, waarbij de Zuidelijke Nederlanden betrokken waren, confisqueerde de
Staten van Zeeland tijdens de oorlogsperiode de inkomsten uit bezittingen van Zuid-Nederlanders. Tot 1717
behoorde deze boerderij aan Zuid-Nederlanders en om die reden moesten de inkomsten ervan worden
afgedragen aan de Rentmeester van de Grafelijke Domeinen in Zeeland beoosten Schelde, die te Zierikzee
kantoor hield. De aantekening uit 1702 heeft hierop betrekking, in dat jaar begon nl. de Spaanse successieoorlog (1702 - 1713).
Kohieren huisschatting 1674 - 1696:
periode
belastingplichtige
belasting
1674 - 1690
Nicolaes Geerijnck
£. 1
1691 - 1704
idem
" 1-2-6
1705 - 1706
Johan van de Luister
1707 - 1712
diens weduwe (Willemijntie Reiniers)
1713 - 1716
Louwerens Kok
1696
Nicolaes Geerinck
3 haardsteden
Kohier bewoners 1681:
Claes Geerinck
(aantal personen boven 8 jaar: 7)
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750
Maatje de Jonge, Johannes Booy
1758
Maria Janse Nelevaarts
Bevolkingsregisters:
A 64
1813 - 1825
Pieter van Dijke J.zn. (landbouwer)
1826 - 1837
Adriaan van Dijke (landbouwer)
Samenvatting eigenaars:
1645 - 1717
Jacob van Baerlandt, later zijn erfgenamen
1717 - 1747
Laurens de Kock
1747 - 1752
Matie de Jonge, weduwe van Laurens de Kock
1752 - 1757
Cornelis de Kock
1757 - 1789
François Nebbens, later zijn weduwe
1789 - 1818
Johannes van Dijke, later zijn weduwe
1818 - 1825
Pieter van Dijke J.zn.
1825 - 1831
Adriana van Oeveren, weduwe van Pieter van Dijke
1832
Pieter van Dijke A.zn.
Samenvatting pachters/gebruikers:
1645 Daem Jacobs
- 1671
Willem Geerinck
1671 - 1704
Nicolaes Geerinck
1705 - 1706
Johannes van de Luister
1707 - 1712
Willemijntie Reyniers, weduwe Johannes van de Luister
1713 - 1747
Laurens de Kock
1747 - 1752
Matie de Jonge, weduwe Laurens de Kock
1752 Cornelis de Kock
1773 - 1812
Johannes van Dijke, later zijn erfgenamen
1812 - 1826
Pieter van Dijke J.zn., later zijn weduwe
1826 - 1832
Adriaan van Dijke
Transacties:
1648
RA 5879 A:
Vermelding dat op de kavel van de Heer van Dirksland de Noort- en de Zuythoeve gelegen zijn.
(N.B. Waarschijnlijk werd deze aanduiding voor alle bedrijven aan de noord- en aan de zuidzijde van
de weg gebruikt.)
1651
RA 5879 A:
Vermelding dat Daem Jacobs pachter is van de Heer van Dirksland, de Noorthoeve van 163
gemeten en de Zuythoeve van 186 gemeten.
1682
9 mei; RA 5879 C, nr. 112 - 114:
Dijkgraaf Cornelis Walraven en Willem Meyer, Isaack van de Luister en Nicolaes Geerinck, gezworenen van Sint Philipsland, krachtens machtiging van ingelanden van 24 maart 1682 verklaren
schuldig te zijn £. 1000 aan Johannes Rontvis. Het rentepercentage is niet vermeld.
Ingelanden besloten aan te besteden het maken van de doorbraken en gaten in hun zeedijk,
veroorzaakt door de vloed van 26 januari 1682, en het leggen van een inlaag nabij de hoeve van
Nicolaes Geeringh, groot 160 roeden voor £. 9-18-4 per roede; voorts het herstellen van het gat in de
zeedijk tegen de hofstede daar Janneken Leenderts op woont, lang 39 roeden alsmede het herstel
van het gat in de zeedijk op de hoek van het "Hoogen Baecken" lang circa 33 roeden voor £. 4 per
roede, alles conform de opgemaakte bestekken. De ingelanden zijn reeds belast met 10 schellingen
per gemet. Hierboven komt nog £. 1-10-0 per gemet te betalen in handen van penningmeester
Marinus van 't Rosevelt. Tevens besloten £. 1000 te lenen.
1689
5 maart; RA 5879 C, nr. 185, 186:
Willem Willems Geerinck, weduwnaar van Lijsbet Marijnes Grenckts, met zijn broer Nicolaes Willemsen
Gerijnck, alsmede Matteus Marijnesen en Jan Mari.... allen voogden over Geertejen Marijnes,
Martijnjen Corstijna, Willemijne en Johannes Willems Geerlijnck nagelaten wezen van Willem Willems
Geerlynck en Lijsbet Marines komen overeen, ten overstaan van schout en weesmannen van Sint
Philipsland, dat de genoemde Willem Willems Geerijnck als boedelhouder alle effecten van de
boedel zal behouden, de lasten zijn eveneens voor hem. Hij zal de wezen onderhouden, voeden,
laten leren lezen en schrijven en de meisjes laten leren naaien tot ze 18 jaar oud zijn of gehuwd zijn.
De oudste dochter Geerjen zal hebben van haar moeders kleren de mantel en andere
kledingstukken. Marijnes ontvangt de gouden ring van zijn moeder en de zilveren beker en een
zilveren lepel, die hem als pillegiften werden gegeven. Martijenjen ontvangt ook kledingstukken van
haar moeder en twee zilveren lepels. Corstijna krijgt zilverwerk van moeder: drie kettingjes met een
schaartje daaraan. Willemijne krijgt moeders grote gouden ronde ring. Johannes ontvangt van zijn
moeder de gouden 'marck' ring, met moeders naam daarop. Alle wezen krijgen ook nog twee
zilveren dukaten elk, enz.
1689
28 mei; RA 5879 C, nr. 192 - 195:
Vertaling van een Franse akte, gepasseerd voor Juljaen de Klerck, notaris te Aath, waarbij Guillaume
Albert de Anneux, markies van Warigny, graaf van Buat enz., gouverneur en kastelein van Aath met
zijn gemalin Marie Louijse de Grousbeecke, machtiging geven aan Johannes van de Luister,
secretaris te Sint Philipsland, en Quirijn Boudens, te Goes, om als hypotheek te verbinden hun hoeve
met 169 gemeten 124 roeden land voor een geleend bedrag van ƒ. 1600 van Elisabeth en
Janneken Jobs, voor ƒ. 2000 van Mr. Michiel Lange enz. Hun rentmeester is Mr. Pieter Zuijthoff.
1689
30 juni; RA 5879 C, nr. 198 - 200:
Johannes van de Luister en Quirijn Boudens q.q. (zie hierboven) stellen tot een hypotheek 169
gemeten 124 roeden land naast het dorp gelegen: N: de Heer van Baerlandt; O: de Heer Overmeer;
Z: de dijk; W: de Heer van Kruiningens kinderen, voor ƒ. 1600, ƒ. 2000, ƒ. 600 en ƒ. 3465 enz.
Geroyeerd: 1717.
1702
2 oktober; RA 5879 C, nr. 82, 83:
Baronesse van Baerlandt en Maximiljaen Philippus Joseph Eugene de Boulogne de Lijques, graaf van
Rupelmonde mogen geen pachten of andere inkomsten ontvangen van hun hofstede c.a. maar
deze bedragen moeten worden afgedragen aan de rentmeester van de Grafelijke Domeinen in
Zeeland beoosten Schelde in verband met de oorlog.
Marijnes Meijer en Nicolaes Geerinck zijn gebruikers van het land. Ontvanger van de gelden is
schout François de Clercq. Aan hen bekend gemaakt op 12 december 1702.
1717
16 december; RA 5879 C, nr. 132 - 137:
Rentmeester Johan Oostdijk, gemachtigde van de markies de Warquis, verkoopt aan Lauwerens
Kock een hofstede met 169 gemeten 129 roeden wei- en zaailanden waarvan hij thans pachter is. N:
Herenweg; O: Cornelia van de Luister (ovl.); Z: dijk; W: de Heer van Kattendijke. Prijs: £. 2033-3-2. (of
£. 12 per gemet). Contant voldaan. Met verkoopvoorwaarden d.d. 16 december 1717. Op 19
januari 1718 werd de kwitantie getoond.
1717
16 december; RA 5879 C, nr. 138 - 140; RA 5885 D nr. 34:
Laurens Kock en Willemijnie Reijniers, echtelieden, lenen van mr. Willem Ockersse, oud-burgemeester
en secretaris, Zierikzee, een bedrag van £.2000 uitbetaald aan Johan Oostdijk, q.q. voor 1 jaar à 5 %.
Onderpand is de hofstede met 169 gemeten 129 roeden koren- en weilanden, losse goederen,
alsmede een huis en erf in het dorp: N: Fincent de Wael; O: de dijk; Z: molenhuis; W: de straat. In 1757
was afbetaald £. 1016-11-0. Het tekort bleef ten laste van Cornelis Laurense de Kok en zijn huisvrouw.
1721
19 november; RA 5879 D, nr. 153, 154:
Willem van de Luister verkoopt aan Arij Pietersen Meulenberg een blok land, zijnde 1/6 deel van de
hofstede en landen bewoond door Laurens de Cok, N: de Heerenweg; O: Cornelia van de Luister; Z:
de zeedijk; W: de Heer Huyssens. De prijs bedraagt £. 423-11-6.
1733
25 februari; RA 5886 B:
Schout Vincent de Waele, voogd over Johannes van de Luijster, Johan Oostdijk, Leendert de Lange
en Tanneken van der Daff, weduwe en erfgenaam van Willem Molenberg, allen erfgenamen van
Arij Molenberg, verkopen aan burgemeester Laeuwereijs Kock een blok land genaamd de
Sluijsblock, zijnde 1/6 uit de hofstede van de genoemde Laeuwereijs Kock, groot 169 gemeten 129
roeden, door Arij Molenberg gekocht van Willem van de Luijster volgens transport van 19 november
1721 voor £. 12-5-0 per gemet. De koper neemt op zich te betalen aan Jacoba de Wit, weduwe van
Raadsheer Ockersse te Zierikzee ¦. 1000 en aan Johan de Kock ƒ. 1000 zijnde deze grond voor 1/6
verbonden in een obligatie ten laste van Laeuwereijs Kock d.d. 16 december 1717.
1744
kaart van Hattinga: Laurens Kok, eigenaar en baander
1752
15 juli; RA 5885 E, nr. 112:
Overeenkomst tussen Cornelis de Kock aan de ene zijde, en Simon Faasse (echtgenoot van Rachel
de Kock) en Michiel Mol, als voogden van Johanna en Maria de Kock, en Matie de Jonge, weduwe
en boedelhoudster van Laurentius de Kock aan de andere zijde. Cornelis de Kock neemt de boedel
over met o.a. een schuld van £. 2000.
1756
16 juni; RA 5885 E, nr. 126:
Cornelis de Kock, landman, en Neeltje van Borsselen, doen afstand van hun gehele bezit wegens
verschuldigde rente van een lening van £. 2000, aan Jacob Ockersse, oud-secretaris Provinciale
Rekenkamer, gevestigd op de hofstede met 169 gemeten 135 roeden.
1757
21 juni; RA 5885 E, nr. 131:
Cornelis de Kock en Neeltje van Borsselen machtigen Jacob Ockersse om de boerderij te verkopen.
1757
13 oktober; RA 5885 E, nr. 135:
Verkoop van de hoeve aan François Johan Nebbens, heemraad van Schouwen, voor £. 6 per
gemet, dus in totaal voor £. 1016-11-7.
1757
13 oktober; RA 5885 E, nr. 136:
Mr. François Johan Nebbens leent van Jacobus van IJsselsteyn £. 500 tegen 4 %. Onderpand de
hofstede van 169 gemeten 129 roeden.
1789
23 november; RA 5881, nr. 74:
Cornelis van der Lecq verkoopt namens Petronella de Kok, wed. François Nebbens, aan Johannis
van Dijke, schepen, een hofstede met 169 gemeten 124 roeden voor £. 10 per gemet of in totaal
voor £. 1694-4-0. De hofstede is gelegen naast het land van J. Bijleveld, Cornelis Daene en Jacob
van Oeveren.
1789
23 november; RA 5882, nr. 73:
Johannes van Dijke leent van Willem de Bruyn Leendertzn., makelaar te Middelburg, m.i.v. 1 november 1789 £. 1300 tegen 4,5 %. Jaarlijks £. 200 af te lossen. Onderpand hofstede van 169 gemeten 124
roeden; borg Johannes de Wit, wonende onder Sint Maartensdijk, eiland Tholen, voor £. 400. Op 18
september 1800 restant van £. 300 voldaan; doorgehaald: 24 mei 1800.
1793
10 december; RA 5882, nr. 31:
Johannes van Dijke leent van de Diaconie £. 100 tegen 4 %. Onderpand is zijn hofstede met 169
gemeten 126 roeden. Voldaan 1 januari 1796; doorgehaald 13 juni 1796.
1818
2 maart; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2814 (763):
Boedelscheiding van Johannes van Dijke en Neeltje Klippel. Pieter van Dijke aanvaardt de hem
gelegateerde hofstede voor ƒ. 150 per gemet of voor in totaal ¦. 25.412.
1818
2 maart; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2814 (767):
Pieter van Dijke en Adriana van Oeveren lenen van Marinus Anthony Catshoek, vrederechter te
Tholen, een bedrag van ƒ. 10.000 tegen 5 %. Onderpand is de heden verworven hoeve met de
daarbij behorende losse inventaris en de gewassen te velde.
1825
4 augustus; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2897 (90):
Pieter van Dijke verpacht de hofstede, bekend onder nr. 64, aan Adriaan van Dijke voor tien jaar. De
pacht gaat in op 1 maart 1826 en eindigt op de laatste dag van februari 1836 en ze bedraagt
ƒ. 2125,45½ per jaar voor 68 bunder 14 roeden 73 ellen.
1826
6 maart; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2898 (431):
Openbare verkoop van paarden, koeien, bouw- en melkgereedschappen en meubels "waarbij zich
geen goude of zilvere werken noch horlogien bevinden" op de hoeve bewoond door de weduwe
van Pieter van Dijke, landvrouw. De verkoop geschiedt op haar verzoek.
1829
27 juli; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2911 (636):
Adriana van Oeveren, weduwe van Pieter van Dijke, leent van Jan Schuurbeque Boeye, te Zierikzee,
een bedrag van ƒ. 19.000 tegen 5 %. Onderpand is o.a. de hofstede nr. 64, groot 68 bunder 14
roeden 70 ellen.
1831
30 september; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2920 (981):
Uit de boedelbeschrijving van Adriana van Oeveren, weduwe van Pieter van Dijke J.zn., overleden
te Sint Philipsland 28 juni 1831, blijkt dat de hofstede werd gelegateerd aan Pieter van Dijke A.zn.
Broedershof.
Het betreft hier het noordelijk deel van de derde kavel (kavel C), die in 1645 toeviel aan Jacob van
Baerlandt. Via zijn dochter Magdalena kwam de kavel in bezit van Zuid-Nederlandse adel. Een kleinzoon van
haar was Maximilien Philip Joseph de Boulogne de Liques, die 1/6 van de heerlijkheid Sint Philipsland en de hier
besproken boerderij met het noordelijk deel van kavel C, in bezit kreeg. Zijn zoon, de graaf van Rupelmonde,
liet de boerderij met de bijbehorende grond in 1734 verkopen aan Johan Turcq, een regent uit de stad Tholen.
De boerderij vererfde na het overlijden van Johan Turcq in 1748 aan zijn zoon Willem Hendrik Turcq,
Gecommitteerde Raad van de Staten van Zeeland namens Tholen. In 1778 verkocht deze de drie percelen,
met een gezamenlijk oppervlak van 21 gemeten 5 roeden, die ten zuiden van de weg gelegen waren. Zijn
zoon, mr. Itel Frederik Pottey Turcq, Raadsheer in de Hoge Raad van Holland, Zeeland en West-Friesland te 'sGravenhage, liet de boerderij in 1788 in het openbaar verkopen. Koper werd de pachter Carel Dorst, die zich
hier in 1773 uit Stavenisse had gevestigd. In 1798 kocht schout Machiel Mol de boerderij van de erfgenamen.
In de eerste jaren na de herbedijking werd de hofstede aangeduid met 'Noorthoeve', de naam
"Broedershof" dateert uit de 19de eeuw. Deze naam is vermoedelijk ontstaan rond het midden van die eeuw
toen hier vijf broers Mol woonden. Aanvankelijk heette de boerderij: de Vijf Gebroeders.
Kohieren huisschatting 1674 - 1716:
periode
belastingplichtige
belasting
1674 - 1690
Willem Willems Meijer
£. 1
1691 - 1692
Willem Meijer
£. 1-2-6
1696
Marines Meijer
4 haardsteden
1693 - 1716
Marines Meijer
Kohier bewoners 1681:
Willem Meijer
(aantal personen boven 8 jaar: 6)
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750
Geert Klaasse Jagt, Lena Steendijk, Maria van der Heggen
1758
Geert Klaasse Jagt, Lena steendijk, Leendert de Valk
Bevolkingsregisters:
A 77
1813 - 1837
Marinus Mol Mach.zn. (landbouwer)
Samenvatting eigenaars:
1645 - 1734
Jacob van Baerlandt, later diens erfgenamen
1734 - 1788
Johan Turcq, later diens erfgenamen
1788 - 1798
Carel Dorst, later diens erfgenamen
1798 - 1827
Machiel Mol Mar.zn.
1827 - 1832
Marinus Mol Mach.zn.
Samenvatting pachters/gebruikers:
(1651)
Daem Jacobs
(1689)Willem Meijer, later zijn weduwe
(1702)-(1731)
Marijnus Meijer
(1734)- 1735
Willem Marinusse Meyer
(1747)-(1758)
Geert Klaassen Jagt
(1773)- 1798
Carel Dorst, later diens erfgenamen
1798 - 1827
Machiel Mol Mar.zn.
1827 - 1832
Marinus Mol Mach.zn.
Transacties:
1648
RA 5879 A:
Vermelding dat op de kavel van de Heer van Dirksland de Noort- en de Zuythoeve gelegen zijn.
(N.B. Waarschijnlijk werd deze aanduiding voor alle bedrijven aan de noord- en aan de zuidzijde van
de weg gebruikt.)
1651
RA 5879 A:
Vermelding dat Daem Jacobs pachter is van de Heer van Dirksland, de Noorthoeve van 163
gemeten en de Zuythoeve van 186 gemeten.
1698
4 juli; RA 5879 C, nr. 26:
Aderjaentie Geerts, weduwe van Willem Willem Meijer en Marines Willemsen Meijer, haar zoon,
liquideren over de huur en diensten van de zoon, die 5 jaar op de boerderij werkte. Zij is nog schuldig
£. 25. Zij heeft haar testament gemaakt voor notaris Wallenburgh te Tholen.
1702
2 oktober; RA 5879 C, nr. 82, 83:
Baronesse van Baerlandt en Maximiljaen Philippus Joseph Eugene de Boulogne de Lijques, graaf van
Rupelmonde mogen geen pachten of andere inkomsten ontvangen van hun hofstede c.a. maar
deze bedragen moeten worden afgedragen aan de rentmeester van de Grafelijke Domeinen in
Zeeland beoosten Schelde in verband met de oorlog.
Marijnes Meijer en Nicolaes Geerinck zijn gebruikers van het land. Ontvanger van de gelden is
schout François de Clercq.
Aan hen bekend gemaakt op 12 december 1702.
1734
19 november; RA 5885 E, nr. 13:
De Graaf van Rupelmonde machtigt zijn moeder, die op haar beurt schout Vincent de Wael
machtigt, om aan Johan Turcq een hofstede van 170 gemeten 109 roeden te transporteren. De
hofstede is verhuurd aan Willem Meyer en in het openbaar verkocht in Middelburg op 18 februari
1735 voor £. 8-10-6 per gemet, totaal voor £. 1466-9-5. Transport in Sint Philipsland op 30 maart 1735.
1735
1 juli; RA 5885 E, nr. 6:
De procureurs Adriaan Hutspot en Adriaan van der Schoor leggen op last van Johan Turcq beslag
op de goederen en vruchten te velde van Willem Marinusse Meyer wegens verschuldigde pachtpenningen.
1735
1 juli; RA 5885 E, nr. 7, 8:
Inventarisatie van het bezit van Willem Meyer door Laurens de Kock, Jan Franssen van Atten en
Michiel Mol, met afstandsverklaring door Willem Meyer.
1744
Kaart van Hattinga: eigenaar de Raadsheer Turcq; baander Geert Klaassen.
1778
2 januari; RA 5881, nr. 132:
Verkoopvoorwaarden voor drie kavels uit de hofstede van Johan Turcq.
1778
9 maart; RA 5881, nr. 133:
Willem Hendrik Turcq verkoopt aan Machiel Mol een kavel van 7 gemeten 126 roeden à £. 13, in
totaal voor £. 96-9-2, 1/3 contant, de rest tegen 4 %. N: de weg; O: Mevrouw Nebbens; Z: de Luysterkreek; W: J. Bijleveld (zie verder bij Hermanshoeve: in 1832 percelen nrs. B136 en B137).
1778
9 maart; RA 5881, nr. 134:
Willem Hendrik Turcq verkoopt aan Marinus Mol een kavel van 6 gemeten 149 roeden à £. 11, in
totaal voor £. 71-9-3. N: de weg; O: Jacob van Oeveren; Z: Mevrouw Nebbens; W: Leendert Dorst
(zie verder bij Hermanshoeve: in 1832 percelen nrs. B155 t/m 158).
1778
9 maart; RA 5881, nr. 135:
Willem Hendrik Turcq verkoopt aan Leendert Dorst een kavel van 7 gemeten 30 roeden à £. 12-5-0, in
totaal £. 86-19-6. N: de weg; O: Marinus Mol; Z: Mevrouw Nebbens; W: Mevrouw Nebbens. (In 1832
percelen B 151 - 154).
1783
20 juni; RA 5881, nr. 7:
Verkoop door de erven van Leendert Dorst (Lena Waele, weduwe van Leendert en de kinderen uit
eerste huwelijk met Elisabeth Mol) van een kavel van 7 gemeten 30 roeden aan Nicolaas van den
Berg voor £. 11-15-0 per gemet. N: de weg; O: Marinus Mol; Z en W: Mevrouw Nebbens.
1786
13 oktober; RA 5881, nr. 33:
Nicolaas van den Bergh verkoopt aan Paulus Geense een perceel van 7 gemeten 30 roeden voor
£. 25 per gemet of in totaal £. 177-10-0. N: de weg; O: Marinus Mol; Z en W: Mevrouw Nebbens.
1787
29 maart; RA 5881, nr. 43:
Verkoop van 7 gemeten 30 roeden door de erven van smid Paulus Geense aan Jan Geense voor
£. 22-5-0 per gemet.
N.B. Dit perceel is tot heden bekend als de 'smidswei'. Het ligt ten oosten van de kruising van de
Oudeweg en de Rijksweg.
1788
27 november; RA 5881, nr. 60, 62:
Adriaan van der Schoor, namens Itel Frederik Pottey Turcq, Raadsheer in de Hoge Raad van
Holland, Zeeland en West-Friesland, verkoopt aan Caarl Dorst een hofstede van 149 gemeten 114
roeden voor £. 13-10-0 per gemet, in totaal voor £.2016-12-7. De hofstede is gelegen naast de
hofstede en landen van Mevrouw de weduwe Huissen van Kattendijke en van Nicolaas van den
Bergh. Caarl Dorst is pachter (de pacht over 1788 is hij nog schuldig) en hij kocht de boerderij op
een openbare verkoping. Verkoopvoorwaarden d.d. 22 september 1788, RA 5881 nr. 61.
1788
27 november; RA 5882, nr. 64:
Caarl Dorst leent van Cornelis van der Lecq £. 2000 tegen 4,5 - 4 %. Onderpand de hofstede van 149
gemeten 114 roeden met de vruchten en inventaris. Doorgehaald: 25 april 1798.
1789
22 oktober; RA 5883, nr. 72:
Testament van Karel Dorst en Janna de Groene, echtelieden. Zij ligt ziek te bed. Testament op
langstlevende. Als toeziend voogden worden benoemd: Jacob van Oeveren en Jacob de Groene.
1792
10 januari; RA 5885, nr. 4:
Inventaris van de boedel van Johanna de Groen (ovl.), echtgenote van Karel Dorst, t.b.v. de
kinderen: Jeremias (12 jaar), Abraham (11 jaar), Pieternella (9 jaar), Jacob (7 jaar) en Tannetje (4
jaar). Overgebracht 10 januari 1792.
- hofstede: huis, schuren, wagenhuis, keet, c.a. 149 gemeten 114 roeden, waard £. 14 per gemet of
£. 2091-6-4 in totaal.
- geleend van Cornelis van der Lecq £. 2000 (27 november 1788).
1797
8 december; RA 5886, nr. 74, 75:
Verzegeling van een kabinet ten huize van Caarl Dorst, overleden. Ontzegeling vindt plaats in
aanwezigheid van Willemyna Dane, weduwe van Carel Dorst.
1798
24 januari; RA 5888, nr. 79:
Inventaris van de boedel van Karel Dorst (overleden 5 december 1797) en Willemtje Dane,
overgebracht door de weduwe. Dorst was eerder gehuwd met Johanna de Groen waaruit werden
geboren: Jeremias (18 jaar), Abraham (17 jaar), Pieternella (15 jaar), Jacob (13 jaar) en Tannetie (10
jaar) en uit het tweede huwelijk met Willemtje Dane: Cornelis (3 jaar) en Johanna (8 weken). Voogd
en toeziend voogd over de eerste vijf kinderen zijn: Jacob van Oeveren resp. Marinus Abrahamse de
Groen. Idem over de twee jongste kinderen: de weduwe resp. Jan Dorst.
- hij bezat een hofstede met 149 gemeten 114 roeden zaai- en weiland, getaxeerd op £. 20 per
gemet of £. 2987-12-0 in totaal.
- batig saldo £. 1896-16-11.
1798
25 april; RA 5881, nr. 101:
Jacob van Oeveren en Marinus de Groen, voogden over de vijf minderjarige kinderen van wijlen
Caarl Dorst en Johanna de Groen, en Willemijntie Daene als weduwe van Caarl Dorst, verkopen
aan schout Machiel Mol een hofstede van 149 gemeten 114 roeden voor £. 32-10-0 per gemet of
£. 4854-17-0 in totaal. Verkoopvoorwaarden: RA 5881, nr. 89.
1798
25 april; RA 5882, nr. 102:
Machiel Mol leent van Cornelis van der Lecq, te Stavenisse, een bedrag van £. 4400 tegen 4,5 - 4 %.
Onderpanden:
1e de hofstede van 149 gemeten 114 roeden, heden van de erven Dorst gekocht;
2e de hofstede met 130 gemeten 213 roeden, door comparant bewoond;
3e een hofstede met 83 gemeten 182 roeden;
4e een kavel land van 7 gemeten 126 roeden;
5e een kavel land van 6 gemeten 149 roeden.
Volledig voldaan 13 maart 1810; doorgehaald: 29 juni 1810.
Steene Poort.
Bij de verloting van de kavels van de herbedijkte polder in 1645 kwam de vierde kavel (kavel D) in
het bezit van mr. Gerard van der Nisse, met Van Baerlandt de belangrijkste initiatiefnemer van de
herbedijking. Mr. Gerard van der Nisse (1602 - 1669) woonde te Goes waar hij vele malen burgemeester was.
In 1661 werd hij namens Goes lid van Gecommitteerde Raden van de Staten van Zeeland. Hij was
ambachtsheer van Nisse en Kruiningen. Zijn dochter Cornelia, Vrouwe van Kruiningen en Zaamslag, huwde
met Ridder Johan Huyssen, Heer van Oud- en Nieuw-Vossemeer en lid van het Middelburgse stadsbestuur. Na
diens overlijden hertrouwde Cornelia met mr. Anthonie de Huybert, baljuw van Veere en later lid van de Hoge
Raad van Holland, Zeeland en West-Friesland te 's Gravenhage.
Later, in de 18de eeuw, was het zuidelijk deel van kavel D in het bezit van mr. Cornelis Godin. Diens
schoonzoon, Johan Bijleveld, burgemeester van Veere, liet de boerderij in het openbaar verkopen in 1792.
Willem Steenpoorte, zoon van de overleden pachter, maakte van zijn voorkeursrecht gebruik door de
boerderij te kopen voor het hoogste bod, uitgebracht door Willem van Dalsen, die zich daarom moest
terugtrekken. Steenpoorte kocht de boerderij voor 16.000 gulden. Nog in hetzelfde jaar verkocht hij de
boerderij door aan Hermanus van Nieuwenhuyzen met 1800 gulden winst.
De naam "Steene poort" is ontleend aan de naam van de pachter Adriaan Steenpoorte, die zich
met zijn vrouw Wilhelmina Almekinders, in 1755 in Sint Philipsland vestigde vanuit Nieuwland (Walcheren).
Kohieren huisschatting 1674 - 1716:
periode
belastingplichtige
belasting
1674 - 1676
Cornelis Lambrechtse
£. 1
1677 - 1690
zijn weduwe Janneken Leenderts
1691 - 1716
Arent Steyn
£. 1-2-6
1696
Aren Steyn
4 haardsteden
Kohier bewoners 1681:
Janneken Leenders
(aantal personen boven 8 jaar: 7)
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750
Jacob Mol, Adriana Liere, Cornelis Steyn
1758
Adriaan van de Steenpoorte, Willemina Almekinders
Bevolkingsregisters:
A 65
1813 - 1837
Hermanus van Nieuwenhuyzen (landbouwer)
Samenvatting eigenaars:
1645 - 1792
mr. Gerard van der Nisse, later diens erfgenamen
1792
Willem Steenpoorte
1792 - 1832
Hermanus van Nieuwenhuyzen
Samenvatting pachter/gebruikers:
(1659)-(1668) Marinis Jansz Doen, later zijn weduwe
1669 - 1690
Cornelis Lambrechtsz (Eggebeen), later zijn weduwe
1691 -(1739)
Arent Steyn, later Izak Steyn, later zijn weduwe Adriana Liere
(1739)- 1754
Jacobus Mol, later zijn weduwe Adriana Liere
1755 - 1791
Adriaan Steenpoorte
1792 - 1832
Hermanus van Nieuwenhuyzen
Transacties:
1648
RA 5879 A:
Vermelding dat op de kavel van de Heer van Dirksland de Noort- en de Zuythoeve gelegen zijn.
(N.B. Waarschijnlijk werd deze aanduiding voor alle bedrijven aan de noord- en aan de zuidzijde van
de weg gebruikt.)
1651
1659
RA 5879 A:
Aantekening dat Geeraert van der Nisse twee hoeven, de Noort- en Zuidhoeve, op zijn grond heeft.
23 oktober; RA 5879 A:
Johan Huyssen, Heer van Vossemeer, laat beslag leggen op de goederen op zijn hoeve en land van
Marinis Jans [Doen].
1674
Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr. 721:
De hoeve met 144 gemeten 233 roeden is verpacht aan Cornelis Lambrechts voor £. 300 per jaar. In
de hoeve is een nieuwe dorsvloer aangebracht door Pieter van Sierevelt voor £. 6-0-6. Jacob Venne
leverde hiervoor het hout.
1674
RA 5879 C, nr. 68:
Cornelis Lambrechtsz. heeft getransporteerd aan de heer van Kruiningen tot verzekering van £.900
wegens pachtschuld aan deze over 1672 - 1674 zijn zes werkpaarden, een jong paard gaande op
zijn tweede gras, zes melkbeesten, vier tweejarige vaarzen en één éénjarige met een kalf, vier
varkens, drie ploegen, één kar en één sleep en voorts alle landbouwgereedschap, zestig hoenders,
alle meubels zoals kisten, kasten, lijnwaad, goud, zilver, koper, metaal enz. alsmede alle vruchten te
velde: koolzaad, tarwe, gerst, haver, bonen, erwten, oude en jonge mee enz. om daaraan de
schuld van £.900 te verhalen.
1679
Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr. 721:
De hoeve is weer ingepacht door de weduwe van Cornelis Lambrechts voor £. 280, gedurende
zeven jaar. Er is gerepareerd aan deze hoeve voor een bedrag van £. 17-17-6.
1682
9 mei; RA 5879 C, nr. 112 - 114:
Dijkgraaf Cornelis Walraven en Willem Meyer, Isaack van de Luijster en Nicolaes Geerinck,
gezworenen van Sint Philipsland, krachtens machtiging van ingelanden van 24 maart 1682 verklaren
£. 1000 schuldig te zijn aan Johannes Rontvis. Het rentepercentage is niet ingevuld.
Ingelanden besloten aan te besteden het maken van de doorbraken en gaten in hun zeedijk,
veroorzaakt door de vloed van 26 januari 1682, en het leggen van een inlaag nabij de hoeve van
Niclaes Geeringh, groot 160 roeden voor £.9-18-4 per roede, voorts het herstellen van het gat in de
zeedijk tegen de hofstede daar Janneken Leenderts op woont, lang 39 roeden alsmede het herstel
van het gat in de zeedijk op de hoek van het "Hoogen Baecken" lang circa 33 roeden voor £. 4 per
roede, alles conform de opgemaakte bestekken. De ingelanden zijn reeds belast met 10 schellingen
per gemet. Hierboven komt nog £.1-10-0 per gemet te betalen in handen van penningmeester
Marinus van 't Rosevelt. Tevens besloten £. 1000 te lenen.
1683
10 maart; RA 5879 C, nr. 120, 121:
Janneken Leenderts, wed. van Cornelis Lambrechtsz, is schuldig aan Cornelis Rijmelant, rentmeester
van de Vrouwe van Kruiningen, een bedrag van £. 504-8-0 wegens pacht over 1680 en 1681 van de
hoeve. Onderpand zijn diverse beesten, vruchten en goederen, waaronder een schilderij, en huisraad ten bedrage van £.199. Zij doet afstand van al haar overige goederen om daaraan de schuld
te verhalen.
1744
Kaart van Hattinga: eigenaar Heer Jan Jeronimus Huyssen; baander Jacob Mol.
1754
12 september; RA 5885 E, nr. 121, 122:
Inventaris van de hofstede in pacht bij Adriana Liere, wed. Jacobus Mol, op verzoek van de wed.
Huyssen, eigenaresse. Voorts o.a. een huis in de Achterstraat. Zij verleent cessie aan Susanna Monjou, wed. Huyssen, op al haar goederen.
1755
3 december; RA 5879 B, gerechtsrol:
eiser:
Adriaan van der Schoor, penningmeester van de polder,
gedaagde:
Adriaen Steenpoorte,
wegens:
£. 6-3-11 dijkgeschot over 144 gemeten 233 roeden.
1768
22 augustus; RA 5882, nr. 81:
Adriaen Steenpoorte wonende op de hofstede van de erfgenamen van Cornelis Godin, bij
comparant in pacht, is schuldig aan deze erfgenamen £. 1073-17-4 met rente, en £. 229-4-6 voor een
jaar pacht, totaal £. 1304-2-0. Hij doet afstand van alles aan Johan Bijleveldt, gehuwd met Vrouwe
Jacoba Johanna Godin en gevolmachtigde van de erfgenamen.
1768
22 augustus; RA 5885:
Inventaris van de in arrest genomen goederen door Jan Bijleveld, schepen en raad van Veere, als
gehuwd met Jacoba Johanna Godin, en als lasthebber van mr. Johan Marinus Chalmers, secretaris
van de Staten van Zeeland, gehuwd met Susanna Henderika Godin en mr. Guiljame Frederik Godin,
schepen en raad van Veere, bewindhebber van de Oostindische Compagnie, de twee dames
erfgenamen van mr. Cornelis Godin, en bevonden op zijn hofstede, in pacht bij Adriaan Steenpoorte:
- keuken, o.a. een kwarto Bijbel, groot bedrag aan contant geld, in gouden dukaten £. 162-15-0, in
zilver £. 493-11-3 en in Zeeuwse rijksdaalders £. 40-3-10.; opperkamer, voorvloer, voorkeuken, zolder, schuur met o.a. acht paarden, veel ander vee, vruchten, zaad enz., ark, o.a. wagens.
1789
16 april; RA 5888:
Inventaris van de boedel van Willemina Allemekinders , gehuwd geweest met Adriaen Steenpoorte,
ten behoeve van hun kinderen: Matie (gehuwd met Jan van der Vlied), Willem, Adriana (gehuwd
met Adriaen Noordijk), Andries, Cornelia, Agatha (23 jaar) en Pieter Steenepoorte (19 jaar),
overgebracht door de weduwnaar.
De boerderij werd gepacht van burgemeester J. Bijleveld voor £. 241 per jaar. Het batig saldo
bedroeg £. 2032-9-10.
1792
31 maart; RA 5881 A, nr. 99:
Verkoopvoorwaarden namens Johan Bijleveld, oud-raad en burgemeester van Veere voor een
hofstede van 144 gemeten 233 roeden. Pachter was Adriaan Steenpoorte, (ovl.). Diens zoon Willem
Steenpoorte maakte gebruik van zijn voorkeursrecht volgens art. 10. Daardoor moest koper Willem
van Dalsen zich terugtrekken. Van Dalsen had 16.000 Carolus guldens geboden waarvan 10.000
contant.
1792
4 april; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 5238 (578):
Verkoop namens de heer Bijleveld van de hoeve de Steenepoort aan Willem Steenpoorte voor
ƒ. 16.000.
1792
25 april; RA 5881 A, nr. 100:
Overdracht van de hofstede door Johan Bijleveld aan Willem Steenpoorte. Prijs is £. 2666-13-4,
waarvan contant £. 1666-13-4, het restant à 4 %.
1792
25 april; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 5238 (586):
Verkoop van de hoeve de Steenepoort door Willem Steenpoorte aan Hermanus van
Nieuwenhuijzen voor ƒ. 17.800.
1792
3 september; RA 5881 A, nr. 10:
Willem Steenpoorte verkoopt de hofstede aan Hermanus van Nieuwenhuyzen voor £. 2966-13-4
contant.
1792
3 september; RA 5882, nr. 11:
Hermanus van Nieuwenhuyzen leent van Adriana de Jonge, weduwe van Marinus Mol £. 1000 tegen
3,75 %. Onderpand de zojuist door Willem Steenpoorte getransporteerde hofstede.
1792
3 september; RA 5886:
Hermanus van Nieuwenhuyzen, bouwman, heeft van diverse personen ƒ. 10.000 geleend ter
betaling van een deel van de koopsom van de hofstede en landen, bestaande uit huizen, schuren,
hut en verdere opstallen, met 144 gemeten 233 roeden landen en wei, gekocht van Willem
Steenpoorte en heden voor schepenen getransporteerd. Zijn familie heeft zich borg gesteld zonder
een speciaal onderpand. Op het gekochte rust alleen een verband van £. 1000 kustingpenningen
ten behoeve van Adriana de Jonge, weduwe van schout Marinus Mol, volgens akte d.d. 3
september 1792. Hij belooft het door hem gekochte niet te zullen verbinden en dit te houden als een
soort van contra-borgtocht ten behoeve van zijn familie. Een belening zal alleen toegelaten zijn met
schriftelijke toestemming van zijn borgen i.c. Hendrik van Gorsselen of degenen, die in het tekenen
van de borgtocht volgt.
1793
10 oktober; RA 5885:
Inventaris en rekening van de boedel van Adriaan Steenepoorte (overleden te Sint Philipsland op 5
oktober 1791.) Hij was landbouwer op de hofstede, gepacht van Jan Bijleveld, groot 144 gemeten
233 roeden. De rekening wordt gedaan door Adriaan van der Schoor, gemachtigde van de
erfgenamen. Batig saldo £. 1623-9-5,5.
Noordhoeve.
De boerderij Noordhoeve ligt in het noordelijk deel van de vierde kavel (kavel D), die in 1645 in het
bezit kwam van mr. Gerard van der Nisse. Zijn dochter Cornelia huwde met Ridder Johan Hieronymus Huyssen,
Heer van Oud- en Nieuw-Vossemeer. Hun dochter Maria Susanna Huyssen trouwde met haar neef, Ridder
Hendrik Huyssen. Hun zoon was Ridder mr. Alexander Johan Hieronymus Huyssen, Heer van Kattendijke en
Wijtvliet (1717 - 1762), schepen, raad en burgemeester van Middelburg. Na zijn overlijden verkocht de
weduwe Anna Hurgronje de boerderij met de bijbehorende grond in 1789 aan Wouter Cornelis van As. Deze
overleed echter reeds het jaar daarop.
De weduwe Van As, Janna Bruynzeel, hertrouwde in 1791 met Cornelis Marinusse Mol. Daardoor
kwam deze in het bezit van de helft van de boerderij. De andere helft nam hij in 1803 over van de kinderen
Van As. Cornelis Mol verkocht de boerderij, met de bijbehorende grond, twee jaar later aan zijn halfbroer
Machiel Mol, de latere schout. Beiden waren zoons van Marinus Mol, pachter van de Noordhoeve tot zijn
overlijden in 1786.
De benaming Noordhoeve kwam reeds in 1664 voor. De naamgeving is ontleend aan het feit dat
deze boerderij in het noordelijk deel van kavel D lag, in tegenstelling tot de Zuidhoeve, later genoemd: de
Steene poorte.
Kohieren huisschatting 1674 - 1716:
periode
belastingplichtige
belasting
1674 - 1675
Cornelis Walraven
£. 1
1676
Noorthoeve van de Luister
1677 - 1682
Isack van de Luister
1684
Cornelis van de Luister
1685 - 1690
Cornelis van Stee
1696
Willem Meijer
4 haardsteden
Kohier bewoners 1681:
Isaack van de Luister
(aantal personen boven 8 jaar: 7)
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750
Johannes Mol
1758
Marinus Mol, Adriana de Jonge
Bevolkingsregisters:
A 76
1813
Cornelis Mol (landbouwer)
1821 - 1837
Adriaan Mol Mach.zn. (landbouwer)
Samenvatting eigenaars:
1645 - 1789
mr. Gerard van der Nisse, later zijn erfgenamen
1789 - 1803
Wouter Cornelis van As, later zijn erfgenamen
1803 - 1805
Cornelis Mol
1805 - 1827
Machiel Mol
1827 - 1832
Adriaan Mol
Samenvatting pachters/gebruikers:
(1649)- 1670
Huybrecht Lambrechtssen
1671 - 1675
Cornelis Walraven
1676 - 1681
Isaack van de Luister
1683 - 1691
1692 (1744)- 1747
(1753)- 1793
1793 - 1805
1805 - 1827
1827 - 1832
Cornelis van Stee
Willem Meijer (Jr.), later Joost Franke
Vincent Wale
Marinus Mol, later zijn erfgenamen
Cornelis Mol
Machiel Mol
Adriaan Mol
Transacties:
1649
15 juli; RA 5879 A:
Huybrecht Lambrechtse wordt genoemd als pachter van Geeraert van der Nisse.
1651
RA 5879 A:
Aantekening dat Geeraert van der Nisse twee hoeven, de Noort- en Zuidhoeve, op zijn grond heeft.
1674
Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr. 721:
De hoeve met 144 gemeten 233 roeden is verpacht aan Huijbrecht Lambrechts voor £. 258-6-8 per
jaar.
1676
RA 5879 A:
Jaar van overlijden van Huybrecht Lambrechtse. Hij was pachter van de Noordhoeve en de Kleine
Hoeve (zie Reephoeve), die beiden eigendom waren van de Heer van Kruiningen. Hij bezat 97
gemet 237 roe in de polder, waaronder het 'Hoogbaken'.
1677
2 november; RA 5879 A:
Jacob Faes, rentmeester van Antoni d'Hubert, Heer van Kruiningen, gehuwd met Cornelia van der
Nisse, eist van de weduwe van Hubrecht Lambrechtse £. 460-17-4 wegens achterstallige pacht over
twee hoeven: de "Noorthoeve" en "Kleijne Hoeve". De eis wordt namens de weduwe bestreden.
1679
Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr. 721:
Het "verckenskot op de Noorthoeve" gerepareerd voor £. 4-17.
De "Noorthoeve" is verpacht aan Isaack van (de) Luijster voor £. 280, gedurende zeven jaar. Er is
gerepareerd aan deze hoeve voor een bedrag van £. 13-18-2.
1684
10 mei; RA 5879 A, nr. 80:
Cornelis Remelant, rentmeester van Cornelia van der Nisse, Vrouwe van Kruiningen, eist van Isaack
van de Luijster een bedrag van 18 schellingen 5 groten pacht van 144 gem 233 roeden land over
1680, £. 280 over 1681, £. 33-6-8 voor de huur van de woning enz. enz., totaal £. 644-9-9.
1686
8 juni; RA 5879 C, nr. 142:
Cornelis Rijmelant, rentmeester van de erven van de Vrouwe van Kruiningen, doet arrest op de goederen van Cornelis Jans van Stee, bevonden op de 'Noorthoeve' (beesten, gereedschap. vruchten)
wegens pachtschuld.
1691
5 juni; RA 5879 C, nr. 211, 215:
J. van de Luister, secretaris, namens Cornelis Rimelant, rentmeester van jhr. Huijssen doet arrest op
alle goederen op de hofstede bewoond door Cornelis Jansen van Stee wegens pachtschuld.
Van Stee vluchtte, een paard werd gevonden bij Isaack van de Luister en vier weggejaagde koeien
op de dijk gepacht door Jac. van de Luister, enz.
1691
13 oktober; RA 5879 C, nr. 211, 215:
Cornelis Pover en Claes Geerinck, schepenen, verklaren op verzoek van Johannes Hironimus Huijsen,
heer van Zaamslag, Vossemeer, Grijpskerke enz. dat zij op 5 juli 1691 zijn geweest op de hofstede
van Jacob van de Luister (Hollands Hoeve) om met hem, schout, en de schout van Zierikzee,
landbouwgereedschap in arrest te nemen, toebehorende aan Cornelis Jansz. van Stee. Dit
landbouwgereedschap had Van de Luister verborgen achter slot en hij weigerde open te doen. De
schout van Zierikzee was genoodzaakt dit te laten doen. Ook werd meegenomen een paard en
drie koeien van van Stee, die deze probeerde te onthouden aan een arrest van Huijssen. Van de
Luister verklaarde die te hebben geleend.
1744
Kaart van Hattinga: eigenaar Heer Kattendyke; baander schout Cent de Waal.
1752
16 december; RA 5879 B:
Adriaan Hutspot, rentmeester van mr. Alexander Johan Hieronymus Huyssen, Heer van Kattendijke,
Zaamslag, Oud- en Nieuw-Vossemeer, burgemeester en raad van Middelburg, eist van schout
Michiel Mol een bedrag van £. 479-1-11 wegens achterstallige pacht voor een hofstede van 144
gemeten 233 roeden. De pacht bedraagt £. 200 per jaar. Over 1750 resteert £. 79-1-11 en over 1751
en 1752 is nog £. 400 verschuldigd. De gedaagde geeft zijn gearresteerde goederen over om
publiek te verkopen ter verhaling van deze schuld.
1754
16 oktober; RA 5879 B:
Secretaris Adriaen van der Schoor vordert van Marinus Mol een bedrag van £. 34-2-8 wegens
dijkgeschot over 1753 van 144 gemeten 233 roeden.
1755
19 november; RA 5879 B:
Marinus Mol vordert van Jacobus Reyn een bedrag van £. 150 wegens de koop van 4 gemeten 150
roeden meekrap in 1755. Betaling binnen acht dagen beloofd.
1755
3 december; RA 5879 B:
Adriaen van der Schoor, penningmeester van de polder, vordert van Marinus Mol een bedrag van
£. 36-3-11 wegens dijkgeschot.
1756
24 november, 27 december; RA 5879 B:
Adriaen van der Schoor, penningmeester van de polder, vordert van Marinus Mol een bedrag van
£. 77-14-7 wegens dijkgeschot.
1756
30 november; RA 5885 E, nr. 128:
Beslaglegging door Adriaen Hutspot, rentmeester van Alexander Johan Hironimus Huijsen, Heer van
Kattendijke, Zaamslag en Oud- en Nieuw-Vossemeer, van inventaris en vruchten van Marinus Mol,
pachter.
Marinus Mol doet afstand van de in de inventaris beschreven goederen.
1786
5 december; RA 5886, nr. 38:
Adriana de Jonge, weduwe van Marinus Mol, stelt als toeziende voogd over haar minderjarige
kinderen: haar schoonzoon Marinis Mz. Reyngoudt (gehuwd met Janna Mol) en machtigt hem voor
alle handelingen met seclusie van de Weeskamer.
1787
19 november; RA 5885, nr. 46:
Inventaris van de boedel van Marynis Mol, schout, overleden 13 oktober 1786, en Adriana de Jonge.
Overgebracht 19 november 1787. Hun testament werd gepasseerd voor notaris A. Hutspot te
St.Maartensdijk 9 maart 1756. Hij heeft in pacht de "Groote Hofsteede". Hij verbouwde meekrap,
tarwe enz. Hij had ook een hofstede in pacht van zijn zoon Michiel; aldaar een perceel genaamd
"agter den Berg".
1789
25 augustus; RA 5881, nr. 70, 71:
Willem de Bruyn Lzn., als gemachtigde van Mevrouw Anna Hurgronje, weduwe van Alexander
Huyssen, Heer van Kattendijke, transporteert aan Wouter Cornelis van As de hofstede met 144
gemeten 233 roeden, gelegen naast Caarl Dorst en Jacob de Groen. De koopsom bedraagt
£. 16-10-0 per gemet of in totaal £. 2388-16-4. Met verkoopvoorwaarden d.d. 14 juli 1789.
1789
25 augustus; RA 5882, nr. 68:
Wouter Cornelis van As is schuldig aan Marinus Geene, secretaris van de stad Middelburg, een
bedrag van £. 1700 tegen 4,5 %. Onderpand is de hofstede met 144 gemeten 233 roeden, die
heden werd gekocht van Mevrouw de weduwe Huyssen, met de vruchten en de inventaris.
1793
25 september; RA 5885, nr. 21:
Inventaris van de boedel van Wouter Cornelisse van As (overleden Sint Philipsland 5 september 1790)
en Johanna Bruynzeel, die hertrouwd is met Cornelis Mol. Hun testament werd gepasseerd voor
notaris Johannis van Noorden onder Westkerke, 8 maart 1777. Hofstede met 144 gemeten en 233
roeden, getaxeerd op £. 16-10-0 per gemet, in totaal op £. 2388-16-4. Gepacht door Marinus Mol
voor £. 234-9-8, thans het 7/7 jaar.
1793
10 december; RA 5886, nr. 30:
Wouter Cornelis de Wit, krachtens procuratie van 25 maart 1792 handelend namens Cornelis van As,
zoon van Wouter Cornelis van As en Catharina van Dijke verklaart te hebben ontvangen van
Cornelis Mol, gehuwd met Johanna Bruynzeel, tevoren weduwe van Wouter Cornelis van As,
£. 65-12-0 ter voldoening van zijn erfportie uit de boedel van laatstgenoemde volgens de boe-
delinventaris d.d. 25 september 1793 en volgens contract voor notaris W.C. de Wit van 25 oktober
1793 door de gezamenlijke erfgenamen gepasseerd. Idem Jan Klos, lasthebber d.d. 20 oktober 1790
van Pieter Voshol, gehuwd met Maria van As, idem van Cornelis Mol eveneens £. 65-12-0; idem
Adriaen van As, idem £. 65-12-0; idem Izack Deurloo, door de magistraat aangestelde voogd over
de minderjarige wees, Catharina van As idem £. 65-12-0. Toeziend voogd is F.H. Heron.
1801
24 september; RA 5883, nr. 36:
Testament van Cornelis Mol en Janna Bruynzeel, echtelieden. Zij ligt ziek te bed. Testament op
langstlevende. Als toeziende voogden worden benoemd zijn broer Machiel Mol en haar broer Pieter
Bruynzeel. Zij plaatst een merk.
1803
4 oktober; RA 5881, nr. 6:
Leendert van As, Marinus Reyngoud (gehuwd met Lena van As), Cornelis Marinusse Mol en Pieter
Bruynzeel, als voogden van de minderjarige kinderen van Wouter van As en Johanna Bruynzeel (Pieter, Cornelia en Willemien), Marinus Cornelisse en Adriana Mol verkopen aan Cornelis Marinusse Mol
de helft van de hofstede met 144 gemeten 233 roeden, derhalve 72 gemeten 116,5 roeden, voor
£. 25 per gemet of in totaal £. 1809-13-4.
1805
30 december; RA 5881, nr. 36:
Cornelis Mol verkoopt aan Machiel Mol de hofstede met 144 gemeten 233 roeden voor £. 6000,
bovendien £. 166-13-4 voor het 'mis in de put'. Met een verklaring van Cornelis Mol dat op de
hofstede nog een hypotheek rust van £. 600 aan mr. Marinus Geene te Middelburg, aangegaan op
25 augustus 1789.
1805
30 december; RA 5882, nr. 37:
Machiel Mol is schuldig aan Cornelis Mol een bedrag van £. 3333-6-8 tegen 4,5 %, zijnde een deel
van de koopsom van de hofstede en het land. Onderpand is dezelfde hofstede. Voldaan 12 maart
1807; doorgehaald: 3 juli 1807.
De Zwarte Schouw.
Bij deze hofstede behoort land dat zowel uit de vierde als de vijfde kavel afkomstig is. In oorsprong
behoorde het grootste gedeelte aan Marcus van Dijcke, die in de vijfde kavel (kavel E) bij de verdeling in 1645
82 gemeten toebedeeld kreeg. Van Dijcke liet een hofstede bouwen, die reeds in 1647 werd vermeld. In 1649
werd deze boerderij, met de bijbehorende grond verkocht aan mr. Gerard van der Nisse, één van de
ambachtsheren van Sint Philipsland. Omstreeks 1670 werd dit perceel verenigd met de ernaast gelegen grond
in de vierde kavel. Daardoor kwam de totale oppervlakte op 144 gemeten 233 roeden.
In 1721 verkocht ambachtsvrouwe Henriëtte Margareta de Mauregnault, achterkleindochter van mr.
Gerard van der Nisse, de boerderij aan Arij Molenbergh, die pachter was. Hij was schepen en secretaris van
Sint Philipsland. Rond zijn nalatenschap ontstond een conflict, dat eerst in 1761 werd beëindigd na een
uitspraak van het Hof van Holland, Zeeland en West-Friesland in Den Haag.
De boerderij was in 1733 in het bezit gekomen van Bastiaen Francke. Om de aankoop te kunnen
financieren leende hij van twee Zierikzeese personen een bedrag van 7800 gulden, met een rente van 4 %. In
1750 en 1751 kwam Francke in grote financiële problemen en was daardoor gedwongen tot verkoop van zijn
goederen. Ook zijn boerderij moest verkocht worden. De twee grootste crediteuren, Anna Margaretha
Ockersse, weduwe van mr. J.H. van Gelre, en dr. Michiel Ruyte, erfgenamen van de geldschieters, zagen zich
gedwongen de boerderij in 1751 te kopen. Het deel van de weduwe Van Gelre kwam later in het bezit van
haar kleinzoon, mr. Adriaan de Lange, en het deel van dr. Ruyte werd eigendom van diens schoonzoon mr.
Jan van der Wolff. De Lange en Van der Wolff, beiden lid van de Zierikzeese magistraat, verkochten de
boerderij in 1788 aan de pachter, Gerard Noordhoek. In de 19e eeuw kwam de boerderij in bezit van P.J.
Schillemans uit Bergen op Zoom
De naam "De Zwarte Schouw" dateert vermoedelijk uit de 19de eeuw.
Kohieren huisschatting 1674 - 1716:
periode
belastingplichtige
belasting
1674 - 1679
Albrecht Lambrechtsz
1680 - 1682
weduwe Albrecht Lambrechtsz
1684 - 1690
Cornelis van de Luister
1691 - 1702
Cornelis van de Luister
£. 1-2-6
1696
Cornelis van de Luister
3 haardsteden
1703 - 1716
Arij Molenbergh
Kohier bewoners 1681:
de weduwe van de schout (aantal personen boven 8 jaar: 7)
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750
Bastiaan Franke, Sara Wale
1758
geen lidmaten vermeld
Bevolkingsregisters:
A 66
1813
Gerard Noordhoek (landbouwer)
1821 - 1837
Machiel Mol Mach.zn. (landbouwer), later Abraham Stols (landbouwer)
Samenvatting eigenaars:
1645 - 1649
Marcus van Dijcke, later diens erfgenamen (82 gemeten)
1645 - 1649
mr. Gerard van der Nisse (62 gemeten)
1649 - 1721
mr. Gerard van der Nisse, later zijn erfgenamen (144 gemeten)
1721 - 1733
Arij Molenbergh, later zijn erfgenamen
1733 - 1751
Bastiaen Franke
1751 - 1788
Anna Margaretha Ockersse, wed. van mr. J.H. van Gelre, en dr. Michiel Ruyte,
later hun erfgenamen
1788 Gerard Noordhoek
- 1832
P.J. Schillemans
Samenvatting pachters/gebruikers:
(1662 - 1683)
Albrecht Lambrechtsz., later zijn weduwe
(1684 - 1702)
Cornelis van de Luister
(1703)- 1733
Arij Molenbergh, later diens erfgenamen
1733 - 1751
Bastiaen Franke
1751 -(1756)
(1776)-(1785)
(1785)- 1826
1826 - 1830
1830 - 1832
Johannes Mol
Adriaen Wagemaker, later zijn weduwe Adriana Mol
Gerard Noordhoek, gehuwd met Adriana Mol
Machiel Mol Mach.zn.
Kaatje van Nieuwenhuyzen, wed. Machiel Mol Mach.zn.
Abraham Stols
Transacties:
1647
22 december; RA 5879 A, nr. 1:
Marcus van Dijcke, koopman, verleent hypotheek aan dhr. Meermans, te Delft, op zijn hoeve en
landen groot in de 80 gemeten. Bedrag ¦. 9000, borg mr. Geeraert van der Nisse.
1647
22 december; RA 5879 A, nr. 2:
Marcus van Dijcke geeft aan Geeraert van der Nisse zijn hoeve en gronden in onderpand. De hoeve
en gronden waren gekocht van de heer Sas van Weldamme. Doorgehaald: 1704.
1649
9 juli; RA 5879 A, nr. 7:
Cornelis Damens verkoopt namens de erven van Marcus van Dijcke aan dijkgraaf Daem Jacobs,
handelend namens mr. Geeraert van der Nisse, de boerderij met gronden, groot 82 gemeten 150
roeden. N: Jhr. Dierick van de Werve en de weg; O: 's landswatergang; Z: de zeedijk; W: de heer van
Serooskerke; voor £. 50 per gemet of £. 4125 in totaal (Schouwse maat). Te betalen in termijnen.
1674
Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr. 721:
De hoeve met 144 gemeten 233 roeden is verpacht aan schout Aelbrecht Lambrechts voor £. 250
per jaar. Hij heeft een oude pachtschuld van voorgaande jaren tot 1669 groot £. 300, die jaarlijks
wordt afbetaald met £. 25.
1679
Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr. 721:
Aan deze hoeve, bewoond door schout Aelbrecht Lambrechts is gerepareerd voor £. 14-6-4. Tevens
is betaald aan Laureijs van Eurdingen voor timmerwerk aan deze hoeve £. 52-10.
1691
4 juli; RA 5879 C, nr. 214:
Cornelis Aelbregtsen van de Luijster, gehuwd met Grietje Cornelis Eggebeen waarvan moeder was
Jannetje Leenders (ovl.), verklaarde afstand te doen van de boedel van zijn moeders vrouw.
1721
29 juli; RA 5879 D, nr. 121 - 123:
Heijndrietta Margurita de Mauregnault, verkoopt aan Arij Pietersen Meulenberg te Middelburg, een
hofstede met grond voor £. 1500. N: de Heerenweg; O: Johan Huisen; Z: zeedijk; W: de Heer van Welland.
1721
19 november; RA 5879 D, nr. 153, 154:
Willem van de Luister verkoopt aan Arij Pietersen Meulenberg een blok land, zijnde 1/6 deel van de
hofstede en landen bewoond door Laurens de Cok, voor £. 423-11-6. N: de Heerenweg; O: Cornelia
van de Luister; Z: de zeedijk; W: de Heer Huyssens.
1732
23 april; RA 5886 B:
Verklaring betreffende het overlijden van de schout en secretaris Arij Molenberg, die een testament
maakte voor notaris Adriaan Hutspot op 24 september 1725 waarbij hij over zijn kleinkind Johannis
van de Luyster aanstelt voor wat betreft de administratie van diens goederen: de Weeskamer van
Sint Philipsland en als voogd de schout Vincent de Waele en als toeziend voogd Willem Molenberg.
1732
24 april; RA 5886 B:
Afschrift van de inventaris van de boedel van Ari Molenbergh ten behoeve van zijn drie kinderen:
Willem, Johanna en Dijna en het kind van diens dochter Engeltie Molenbergh en Willem van de
Luyster, genaamd Johannis van de Luijster, op aangeven van Willem Molenbergh, Johan Oostdijk,
gehuwd met Johanna Molenbergh, Leendert de Lange gehuwd met Dijna Molenbergh en de
Weeskamer. Opgemaakt door notaris Hutspot op 24 april 1732:
-
o.a. in de voorkeuken: een hangend slaghorloge, 10 schilderijen groot en klein, een huisbijbel en
enige andere boeken; in de voorkamer 14 schilderijen groot en klein; op de voorvloer: een
snaphaan; in het kantoor: twee rottingen; op de zolder: een harp.
grote hoeveelheid zilveren voorwerpen;
hofstede met 144 gemeten 233 roeden land en wei, getaxeerd op £. 10 per gemet, in totaal
£. 1447-15-4;
een blok land daarbij gelegen, genaamd de Sluijsblock, groot 27 gemeten 206,5 roeden,
getaxeerd op £. 14 per gemet, in totaal £. 787-12-9;
een blok land genaammd Het Hooge Baaken, groot 50 gemeten 252 roeden, getaxeerd op £. 13
per gemet of £. 660-18-5 in totaal;
een hofstede met 50 gemeten onder Colijnsplaat in pacht bij Leendert de Lange à £. 25,
getaxeerd op £. 5 per gemet, in totaal £. 250;
blok land onder Sint Maartensdijk;
blok land onder Poortvliet;
totaal der baten: £. 4650-6-6,5;
Hypotheken, schuldig aan raadsheer Willem Ockersse £. 950 à 3,5 % en aan Johan de Kok
£. 166-17-4;
totaal der lasten: £. 1464-12-0;
Batig saldo: £. 3185-14-6,5.
1732
2 mei; RA 5886 B:
Juridisch advies over deze boedel, gegeven te Den Haag, 2 mei 1732.
1732
4 juni; RA 5886 B:
Resolutie van de Weeskamer.
Gelet op dit advies nemen de heren van de Weeskamer genoegen met deze fidei-commissaire last,
met bevel om de goederen te verkopen.
1732
26 november; RA 5886 B:
Resolutie van de Weeskamer.
In plaats van Willem Molenbergh (ovl.) wordt aangesteld als administrerend voogd over de wees
Willem van de Luyster, genaamd Johannis van de Luyster, de schout Vincent de Wael en als
toeziend voogd burgemeester Laeuwereijs de Kock.
1733
7 januari; RA 5886 B:
Rekening door Tannetie van der Daff, weduwe van Willem Molenberg als voogd van de wees van
Engeltie Meulenberg, genaamd Johannis van de Luijster.
- de eerste knecht is Gabriël Steijn. Andere knechts en meiden zijn Gerrit van der Vliet, Adriaan
Watervliet, Leendert Gillesse, Dominicus ..., Jan van der Sluijs, Lena Steijn, Matie Mol Corn.dr. Koba
Mol deed thuiswachten. Abraham Boogaard en Johannis Focke deden verschillende
landbouwwerkzaamheden en leverden winkelwaren. Adriaan Struiff deed oogstwerk. 5 3/4 dag
zaad gedorst door elf Brabanders.
- Jan Mol deed smidswerk; Adriaan Leune deed wagemakerswerk; Jan Goeree leverde
timmerwerk; Adam den Dekker voerde dekkerswerk uit; Antoni Geldeloose maakte de doodskist;
Abraham Boogaard leverde wijn voor het rouwmaal. Batig saldo £. 87-6-11.
1733
25 februari; RA 5886 B:
Schout Vincent de Waele, voogd over Johannes van de Luijster, Johan Oostdijk, Leendert de Lange
en Tanneken van der Daff, weduwe en erfgenaam van Willem Molenberg, allen erfgenamen van
Arij Molenberg, verkopen aan Bastiaen Franke een hofstede met 144 gemeten 233 roeden land en
wei. N: de weg; O: burgemeester Johan Hironimus Huijssen; Z: de zeedijk; W: de Heer van Welland.
Koopsom £. 11-10-0 per gemet, in totaal £. 1664-18-6. Verkoopvoorwaarden d.d. 7 januari 1733.
Schout Wale bood namens Bastiaen Franke.
1733
25 februari; RA 5886 B:
Schout Vincent de Waele, voogd over Johannes van de Luijster, Johan Oostdijk, Leendert de Lange
en Tanneken van der Daff, weduwe en erfgenaam van Willem Molenberg, allen erfgenamen van
Arij Molenberg, verkopen aan burgemeester Laeuwereijs Kock een blok land genaamd de
Sluijsblock, zijnde 1/6 uit de hofstede van de genoemde Laeuwereijs Kock, groot 169 gemeten 129
roeden, voor £. 12-5-0 per gemet. De koper neemt op zich te betalen aan Jacoba de Witte,
weduwe van raadsheer Ockersse te Zierikzee ¦. 1000 en aan Johan de Kock ¦. 1000 zijnde deze
grond voor 1/6 verbonden in een obligatie ten laste van Laeuwereijs Kock d.d. 16 december 1717.
1734
2 juni; RA 5886 B; 1743, 6 juni; RA 5885 E, nr. 54:
Rekeningen door Vincent de Waele als administrerend voogd en burgemeester Laeuwereys Kock
als toeziend voogd van Johannis van de Luijster overgebracht.
- alle goederen zijn thans verkocht;
1735
2 februari; RA 5886 B:
Bastiaen Franke verklaart schuldig te zijn aan de wees Johannis van de Luijster £. 364-18-7, aan hem
uitgeteld door de voogd Vincent de Wael. De rente bedraagt 4 %. Hij verbindt zijn hofstede met 144
gemeten 233 roeden. De voogd stelt als onderpand 46 gemeten 129 roeden, die zijn eigendom zijn:
N: de zeedijk; O: de Heer van Kattendijke; Z: de weg; W: Vincent de Wael.
1745
23 maart; RA 5885 E, nr. 57:
Weeskamer: Johannis van de Luister, meerderjarig, pro parte erfgenaam van zijn grootvader Arij
Molenberg, vraagt zijn erfdeel op.
RA 5885 E, nr. 58; 1747, RA 5885E, nr. 70: rekeningen t.b.v. Johannis van de Luister, nagelaten wees
van Engeltie Molenberg door Vincent de Wale en Laurens Kock.
1745
29 september; 20 oktober; 10 november; 8 december;
1746
12 januari; 30 november; RA 5879 B:
Eiser: secretaris Adriaen van der Schoor namens de Weeskamer,
gedaagde: schout Vincent Waele, voogd van de wees Johannes van de Luijster,
- over het doen van rekening en het afleggen van gelden betreffende de nalatenschap van de
wees zijn grootvader Arij Molenberg.
Op 8 december 1745 aangehouden omdat de schout £. 133-6-8 uitbetaalde met de belofte de rest
met de rente binnenkort te voldoen.
1748
5 april; RA 5885 E, nr. 71:
Catie Gekiers, weduwe van schout Vincent de Waal geeft volledige volmacht aan haar
schoonzoon Marinus Reyngoud.
1750
22 april, 6 mei, 13 mei, 1 juli, 22 juli; RA 5879 B:
Eiser: Catharina Gekier, laatst weduwe van Vincent Waele,
gedaagde: Basjaen Franken,
- over de verrekening van schulden tussen Waele en Franken tot en met 1746. De gedaagde
moest uitkeren £. 150 en het dijkgeschot en waterpenningen over 1747. Waele leende aan
Franken uit de boedel van de wees Johannes van de Luijster à 4 %. Franken, zoon van de eiseres,
moet het verschuldigde betalen: £. 150 met £. 86-17-3,75 dijkgeschot en waterpenningen over
144 gemeten 233 roeden enz. De obligatie van de schuld was van 2 juni 1735.
1758
7 april; RA 5887, nr. 29:
Afschrift van het vonnis van het Hof van Holland in de zaak aangespannen door Pieter Heijman,
meester-timmerman te Kortgene, en Leendert Versluijs, benoemd bij akte van notaris Hendrik Brouwer van 26 februari 1750 door Leendert de Lange tot voogden over diens dochter, verwekt bij Dina
Molenbergh.
1759
15 augustus; RA 5887, nr. 6:
Resolutie van de Weeskamer. Ingekomen een rekest van Marinis Ryngoud. Besloten om advies te
vragen aan secretaris Adriaan van der Schoor.
1759
8 oktober; RA 5887, nr. 8:
Resolutie van de Weeskamer. Besluit op het rekest van Marinis Ryngoud. De weeskamer ontdekte
abuizen in de gedane rekeningen. Ryngoud moet deze corrigeren waartoe hem kopieën zullen
worden verstrekt van de verkopingen van de goederen van Ary Molenbergh, op zijn kosten. Door de
bode zal hem worden aangezegd om binnen 14 dagen over te brengen het slot van de rekening
van wijlen zijn schoonvader Vincent Wale à 4 % rente van 9 maart 1747. M.Ryngout moet als
sequestor in de boedel van zijn schoonvader binnen drie weken de rekening overleggen d.d. 9
maart 1747 van de boedel van de wees Johannes van de Luijster.
1761
27 mei; RA 5887, nr. 26:
Resolutie van de Weeskamer. Betreft het proces voor het Hof van Holland in de bovengenoemde
zaak. Burgemeester Ten Hage kan slechts een deel der procestukken overleggen. Hem zal alsnog
gevraagd worden de rest in te leveren, desnoods zal dwang worden toegepast via het gerecht.
1761
30 mei; RA 5887, nr. 28:
Afschrift van het bevel van het Hof van Holland om het gegeven vonnis na te komen. Met akte van
betekening.
1761
10 juni; RA 5887, nr. 27:
Resolutie van de Weeskamer. Het Hof van Holland wees vonnis op 7 april 1758. Op 15 juni zal
rekening worden gedaan door burgemeester Ten Hage in zijn genoemde kwaliteiten. Aan Marinus
Ryngoud zal gevraagd worden eveneens te verschijnen.
1761
25 juni; RA 5887, nr. 20:
Afschrift van een notariële akte opgemaakt te Sint Philipsland door Johannes van Noorden, notaris
te Tholen.
De ene partij is Gerrit ten Hage, oud-burgemeester en schepen van Tholen, handelend namens Marijnes Heijman te Wissekerke (Noord -Beveland), gehuwd met Ma(ij)tje de Lange, enige dochter en
erfgenaam van haar vader Leendert de Lange, gehuwd geweest met Dina Molenbergh en tevens
namens de genoemde Matje de Lange, die gemachtigd werd door haar man bij notariële akte
gepasseerd voor Pieter Michiel de Ligte te Middelburg d.d. 22 mei 1760. Ten Hage handelt tevens
namens Pieter Heijman en Leendert Versluijs, beiden te Kortgene, voogden over de wees van Leendert de Lange en Dina Molenbergh en over de minderjarige erfgenamen van Johannes van de
Luijster, kind van Willem van de Luijster, daartoe gemachtigd bij een akte van genoemde notaris
d.d. 24 juni 1760.
De andere partijen zijn Marijnes Mol, Willem Meijer, Adriaan Steenpoorte, Gabriel Steijn, Jan de Nijs
en Paulus Geense als schepenen vertegenwoordigend de Weeskamer als bij testament
aangestelde voogden over wijlen Jan van de Luijster, en Marijnes Reijngout gehuwd geweest met
Jannetje Waale, enige dochter van Vincent Waale.
Arij Molenbergh benoemde bij testament, voor notaris Adriaan Hutspot te Sint Maartensdijk op 24
september 1725 gepasseerd, tot zijn erfgenamen zijn kinderen Willem, Johanna, Elisabeth en Dina
Molenbergh en het kind van zijn dochter Engeltje Molenbergh en Willem van de Luijster, genaamd
Johannes van de Luijster, met verdere bepalingen.
De Weeskamer benoemde op 23 april 1732 tot voogd van de laatstgenoemde wees diens oom van
moederszijde: Willem Molenbergh. Na diens overlijden deed zijn weduwe, Tannetje van der Daff,
rekening en verantwoording. De Weeskamer benoemde daarna als administrerend voogd de
schout Vincent Waale en tot toeziend voogd de burgemeester Lauwerens Kock. Deze hebben met
andere betrokkenen de goederen van de nalatenschap verkocht en zijn overgegaan tot verdeling.
Rekening is gedaan op 9 maart 1747 ten overstaan van Johannes van de Luijster, die toen
meerderjarig werd. Het betrof de 5e rekening van die boedel. Er resteerde een schuld van
£. 696-14-10 na correctie. Johannes van de Luijster overleed te Goes op 16 februari 1752 zonder
kinderen na te laten. De erfportie uit de boedel van Arij Molenbergh verviel daarna aan de
minderjarige dochter van Leendert de Lange en Dina Molenbergh, dochter van genoemde Arij
Molenbergh.
De Weeskamer wordt ervan beschuldigd malversaties te hebben gepleegd en werd aangeklaagd
bij het Hof van Holland. Deze veroordeelde de Weeskamer de inventaris van de boedel te
overleggen en rekening en verantwoording te doen. Thans wordt een nadere regeling gemaakt.
Marinus Ryngout zal namens zijn schoonvader Vincent Waale (ovl.) £. 866-13-4 betalen in termijnen.
Verkocht zullen worden zijn weilanden onder Poortvliet. Voorts wordt een regeling getroffen ten
aanzien van de proceskosten.
1761
25 juni; RA 5882 nr. 21:
Marinus Reyngoud (weduwnaar van Janneke de Wael, enige dochter van de overleden schout
Vincent de Wael) verklaart schuldig te zijn aan ??? een bedrag van £. 866-13-4 tegen 4 % rente.
Onderpanden: een hofstede met 92 gemeten 111 roeden land, alsmede 16 gemeten land te Sint
Philipsland, 20 gemeten land 154 roeden in Poortvliet
-0-0-0-0-
1733
25 februari; RA 5886 B:
Schout Vincent de Waele, voogd over Johannes van de Luijster, Johan Oostdijk, Leendert de Lange
en Tanneken van der Daff, weduwe en erfgenaam van Willem Molenberg, allen erfgenamen van
Arij Molenberg, verkopen aan Bastiaen Franke een hofstede met 144 gemeten 233 roeden land en
wei. N: de weg; O: burgemeester Johan Hironimus Huijssen; Z: de zeedijk; W: de Heer van Welland.
Koopsom £. 11-10-0 per gemet, in totaal £. 1664-18-6. Verkoopvoorwaarden d.d. 7 januari 1733.
Schout Wale bood namens Bastiaen Franke.
1733
25 februari; RA 5886 B:
Bastiaen Franke verklaart schuldig te zijn aan Jacoba de Witte, weduwe van raadsheer Willem
Ockersse en aan Johan de Kock, beiden te Zierikzee, £. 1300 wegens geleend geld, van ieder de
helft van dit bedrag. Rente bedraagt 4 %. De gekochte hofstede wordt als onderpand gesteld.
Doorgehaald: 31 augustus 1753.
1744
Kaart Hattinga: Bastiaen Franke, eigenaar en baander.
1750
22 juli, 2 september, 16 september; RA 5879 B:
Eisers: Anna Margarita Ockerse, weduwe van mr. J.H. van Gelre als mede-erfgename van haar
moeder Jacoba de Witte (ovl.), weduwe van mr. Willem Ockersse en dr. Michiel Ruyte, gehuwd met
Johanna de Kok, mede-erfgename van haar vader Jan de Kok (ook genoemd Johan de Kok)
gedaagde: Bastiaen Franke, wegens
- het in 1733 geleende bedrag, groot £. 1300, geleend van Jacoba de Witte, weduwe Ockerse en
Jan de Kok à 4 %, volgens akte verleden voor schepenen van Sint Philipsland onder verband van
een hofstede met 144 gemeten 233 roeden zaai- en weiland, oost: burgemeester Johan H.
Huysen, zuid: zeedijk, west: de Heer van Welland, noord: de weg.
16 september 1750: Franke (dijkgraaf) doet afstand van al zijn goederen, roerende en onroerende,
om deze uiterlijk in maart of april 1751 publiekelijk te verkopen. Hij zal voor het juiste beheer zorgdragen, alsmede het inzaaien voor de zomer van 1751 onder nadere voorwaarden zoals £. 25 voor
zijn huishouding.
1750
22 juli, 16 juni 1751; RA 5879 B:
Secretaris Adriaen van der Schoor eist van Bastiaen Franke £. 22-8-0 wegens koopdagschulden en
tiendhuur over 1749.
1751
16 juni; RA 5879 B:
Adriaan van der Schoor eist van Bastiaen Franke £. 5-8-0 wegens huur dijketting.
1751
16 juni; RA 5879 B:
Eiser: Adriaen van der Schoor, als penningmeester van de dijkage
gedaagde: Bastiaen Franke, wegens
- £. 77-14-5 restant dijkgeschot over 144 gemeten 233 roeden en £. 5-5-0 over 8 gemeten 28
roeden waarvan 4 gemeten 14 roeden eigendom is van de weduwe Pieter Waele en 4 gemeten
14 roeden van Isack Waele, die de gedaagde over 1750 heeft gepacht, samen £. 82-19-5.
1751
14 juli; RA 5879 B:
Eiser: secretaris Adriaen van der Schoor,
gedaagde: Bastiaen Franke,
- de goederen van Franke zijn publiek geveild, doch er is niets voor geboden. Verzoekt ze te
mogen inventariseren om ze daarna in het openbaar te verkopen. Het gerecht staat dit toe.
1751
14 juli; RA 5885 E, nr. 87:
Inventaris van de goederen van Bastiaen Franke door secretaris Adriaen van der Schoor tot verhaal
van schulden. Verkochte goederen: £. 738-18-10.
1751
14 juli; RA 5885 E, nr. 88:
Voorwaarden voor de verkoop door Anna Margrietha Ockerse, weduwe van Johan German van
Gelre, te Zierikzee, Michiel Ruyte, gehuwd met Johanna de Kok, en Marinus Reingoud, als executeur
in de boedel van zijn vrouws moeder Maria Gekier, laatst weduwe van schout Vincent de Waale,
allen hypothecaire crediteuren van Bastiaen Franke, van een "seer schoone Hofstede" gebouwen
met 144 gemeten 233 roeden, met een perceel korenland in Sint Philipsland en een perceel weiland
weiland in Poortvliet. Koper: burgemeester Iman Cau voor £. 7-10-0 per gemet.
1751
20 oktober; RA 5885 E, nr. 89:
Bastiaen Franke levert aan burgemeester Iman Cau, namens Anna M. Ockerse, weduwe van Jan
Herman van Gelre en aan Michiel Ruyte de hofstede met 144 gemeten 233 roeden. N: de weg; O:
burgemeester Johan Hyronimus Huyssen; Z: de zeedijk; W: de Heer van Welland.
1752
12 november; RA 5885 E, nr. 113:
Beslag door Adriaan Hutspot, rentmeester van Alexander Johan Heronimus Huyssen, Heer van
Kattendijke, burgemeester van Middelburg, op de goederen, inventaris en vruchten van
burgemeester Johan Mol wegens een schuld van Michiel Mol. De vruchten te velde waren:
20 gemeten tarwe
5 " zomergerst
7 " paardebonen
2 " wintergerst
22 " tarwe
3 gemeten zomertarwe
2 " grauwe erwten
12 " zaad
3 " meekrap
1754
16 oktober; RA 5879 B:
Secretaris Adriaen van der Schoor eist van Johannes Mol £. 8-7-1 wegens restant huur van tienden
en dijkettingen over 1753, £. 11-3-9 als 1/3 deel in de tienden en dijkettingen van zijn vader Michiel
Mol over 1752.
1755
17 juli; RA 5885 E, nr. 125:
Inventaris van de boedel van Johannes Mol, opgemaakt op last van Adriaen Steengracht namens
de eigenaren van de hofstede bewoond door Johannes Mol, met een specificatie van de vruchten
te velde.
1755
19 juli; RA 5879 B:
Eisers: mr. Adriaan Steengracht, gehuwd met Jacoba Willemina van Gelre, mede namens mr. Jacob
Ockerse als voogd van de drie minderjarige wezen van Anna Margrieta Ockerse, weduwe van mr.
J.H. van Gelre en van Bonaventura de Lange, gehuwd met Quirina Jacoba van Gelre voor de ene
helft en dr. Michiel Ruyte voor de andere helft eigenaar van de hofstede met 144 gemeten 233 roeden land
gedaagde: Johannes Mol, pachter, voor £. 650-17-2 wegens pachtschuld tot Bamis (= 1 oktober)
1754 en £. 229-4-7 wegens de lopende pacht. Arrest op de goederen en verkoop wordt toegestaan.
1757
22 juli; RA 5879 B:
Eiser: Adriaen van der Schoor namens mr. Adriaen Steengracht
gedaagde: Jacobus Reijn, voor £. 43 restant van mee, die Johannes Mol, gewezen pachter van de
eiser, had verkocht, alsmede £. 9-19-9 wegens koopdagschuld aan Van der Schoor als
vendumeester.
1776
14 oktober; RA 5888:
Inventaris van de boedel van Tannetie de Wilde, huisvrouw van Adriaen Waegemaker ten behoeve
van de kinderen en erfgenamen: Pieternella Wagemaker gehuwd met Bastjaen Kaen, Adriaen
Wagemaker, Willem Wagemaker en Janna Wagemaker. Opgemaakt door Adriaen Wagemaker ten
overstaan van Marinus Mol als toeziend voogd over de minderjarige Janna Wagemaker. Adriaen is
landbouwer. Bij de hofstede behoort o.a. een wagenhuis, een keet, een karnkot, een kaarnhuis en
een schuur.
1785
9 september; RA 5888:
Inventaris van de boedel van Adriaan Wagemaker (overleden Sint Philipsland 2 oktober 1783) en zijn
huisvrouw Adriana Mol ten behoeve van zijn kinderen: Adriaan, Willem, Pieternella (gehuwd met
Bastiaen Kaen), Johanna ('sijnde innocent'), Jannetje (6 jaar), Adriaentje (5 jaar) en Jacomijntje (3
jaar). De eerste vier verwekt bij zijn eerste vrouw Tannetje de Wilde en de overige drie bij Adriana
Mol. Overgebracht door de weduwe, die thans is hertrouwd met Gerard Noordhoek en de voogden
over de minderjarige wezen.
-
-
Adriaan Wagemaker en Tannetje de Wilde maakten hun testament voor notaris Johannis van
Noorden op 14 juli 1766 te Sint Philipsland, waarbij aan de jongste twee kinderen, Maarten en
Johanna, werd gelegateerd een som waarvan de langstlevende het vruchtgebruik had. Een
boedelinventaris werd overgeleverd op 14 oktober 1776. Maarten overleed voor zijn ouders. Met
de tweede echtgenote werd geen testament opgemaakt.
de Weeskamer benoemde op 20 oktober 1783 als voogdes de weduwe en Machiel Mol als
toeziend voogd. Idem op 14 oktober 1776 Marinus Mol als voogd over de toen minderjarigen.
de overledene was landbouwer; hij pachtte de boerderij waarvan de pacht afgedragen moest
worden aan Lambertus van Meerten (te Zierikzee) als rentmeester van de eigenaar. De grond is
groot 144 gemeten 233 roeden. De pacht bedraagt £. 236-9-5 per jaar.
het batig saldo bedraagt £. 236-9-3; het wordt verdeeld onder de erfgenamen.
1788
25 februari; RA 5881, nr. 47, 48:
Lambertus van Meerten, namens Jan van der Wolff en Adriaan de Lange, verkoopt aan Gerard
Noordhoek een hofstede met 144 gemeten 233 roeden. N: de weg; O: burgemeester Jan Bijleveld;
Z: de zeedijk; W: Cornelis van der Lecq en wed. Willem Lodders. Prijs £. 7-10-0 per gemet of in totaal
£. 1085-16-5.
1788
22 april; RA 5882, nr. 49:
Gerard Noordhoek is schuldig aan Laurens van Hielen, schepen te Nieuw-Vossemeer, een bedrag
van £. 1100 tegen 5 %. Onderpand is de hofstede van 144 gemeten 233 roeden, heden
getransporteerd.
18 november; RA 5882, nr. 27;
Gerard Noordhoek en zijn huisvrouw Adriana Mol, zijn schuldig aan Ds. Justus Wilhelmus de Bruijn,
predikant te Koudekerke, ƒ. 5000 tegen 5 %, achterstallige schuld tegen 6 %. Dit is een 2e hypotheek
op de hofstede met 144 gemeten en 233 roeden, met vruchten en inventaris. De eerste hypotheek
groot ƒ. 6000 werd op 21 maart 1790 verleend aan Cornelis van der Lecq. Deze schuld ging door
vererving over op Johannis de Clercq, te Stavenisse.
1808
1827
28/29 mei; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2902 (258):
Boedelinventaris opgemaakt op verzoek van Kaatje van Nieuwenhuyzen, landvrouw te Sint
Philipsland, weduwe van Machiel Mol Machielszoon, landman, (ovl. 29 december 1826), mede
namens haar minderjarige kinderen Aaltje (14 jaar), Mettjen (12 jaar), Machiel (11 jaar), Hermanus (9
jaar), Adriana (7 jaar) en Willem Mol (4 jaar), in tegenwoordigheid van Adriaan Mol, landman te Sint
Philipsland, als toeziend voogd. Tot de boedel behoort o.a. een hofstede te Sint Philipsland, nr. 66,
waar Machiel Mol Mz. overleden is. De bijbehorende gronden zijn 41 ha, 4 roeden en 53 ellen groot.
Totale waarde van de boedel bedraagt ƒ. 7203,33.
Bij de lasten o.a. een vordering van de boedel van de overleden Machiel Mol Sr. (ovl. 12 mei 1827),
een schuld van ¦. 8475,17. Voorts aan P.J. Schillemans, koopman te Bergen op Zoom, ƒ. 1690,09
wegens verschuldigde pacht van de hofstede en aan J.C. Stapele te Tholen ƒ. 167,85. Totaal van de
lasten is ¦. 10.601,96.
1829
31 maart; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2909 (2556):
Schuldbekentenis van Kaatje van Nieuwenhuyzen, weduwe van Michiel Mol jaar, wonende op de
hofstede nr. 66, t.g.v. Aaltje Hage, weduwe van Michiel Mol sr. De schuld is ƒ. 4.237,58½ groot.
1830
5 maart; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2913 (715):
Kaatje van Niewuenhuyzen, landvrouw te Sint Philipsland, weduwe van Machiel Mol Machielszoon,
landman, (ovl. Sint Philipsland 29 december 1826), mede namens haar minderjarige kinderen Mattje
(15 jaar), Machiel (14 jaar), Hermanus (12 jaar), Adriana (10 jaar) en Willem Mol (7 jaar), en Aaltje
Mol, landvrouw, huisvrouw van Abraham Stols, landman te Sint Philipsland, dochter van de
overledene, met Adriaan Mol, landman, toeziend voogd over de wezen, laten de boedelinventaris
opmaken. Onder andere: roerende goederen, paarden, vee, gereedschappen enz. ter waarde
van ƒ. 3984.96.
Totaal der baten ƒ. 8774,95. Lasten o.a. aan de heer Schillemans wegens pacht ƒ. 1690. Totaal van
de lasten ƒ. 2208,09. Met de boedelverdeling.
1830
23 maart; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2913 (731):
Kaatje van Nieuwenhuyzen, weduwe van Michiel Mol Michielszoon, laat in het openbaar verkopen
de paarden, koeien, bouw- en melkgereedschappen en
huismeubels.
Reephoeve.
De vijfde kavel (kavel E) werd na de herbedijking in 1645 eigendom van drie personen. Het
noordelijk deel kwam in het bezit van twee inwoners van het eiland Tholen. Het ene deel (perceel 11) werd
eigendom van Johan Liens, dijkgraaf van Sint Maartensdijk. Hij had de leiding van de herbedijking van Sint
Philipsland. Het andere deel (perceel 12) kwam in het bezit van Dirck van der Werve, Heer van Westkerke. Bij
dit perceel werd gevoegd 20 gemeten uit de zesde kavel (kavel F). De volgende eigenaren hebben de
kavels, met de daarop gebouwde boerderijen, van de hand gedaan.
Van perceel 11 werd de landbouwer Willem Willemse Meijer in 1695 eigenaar. Meijer, gehuwd met
Catharina, de dochter van Pieter Geldeloose, werd in 1699 schout van Sint Philipsland en hij kocht in 1700 het
perceel nummer 12 van ds. Johannes van der Kruyssen. De dominee behield aan zich het recht om aldaar te
mogen vissen zo lang hij predikant was in Sint Philipsland. De samenvoeging van beide percelen had tot
gevolg dat één van de hofstedes verdween, namelijk die op perceel 11. Van de verkoop in 1700 werd de
eerder genoemde 20 gemeten uitgezonderd. Deze werden gekocht door Cornelis Waale, maar zij kwamen
via diens nazaten toch weer bij het complex te behoren.
De boerderij met bijbehorende grond kwam via leden van de familie Waale in handen van Marijnis
Reijngoudt. Hij was schout van Sint Philipsland van 1757 tot aan zijn overlijden in 1783. Reijngoudt werd
aangesproken wegens malversaties gepleegd door zijn schoonvader Vincent Waale met de nalatenschap
van Arij Meulenbergh (zie "De Zwarte Schouw"). In 1784 verkochten de erfgenamen van Marijnis Reijngoudt de
boerderij aan Jacob de Groen. In 1806 kocht Johannes van Dijke het complex aan.
De boerderij (op perceel 12) werd in de 17de eeuw en het eerste kwart van de 18de eeuw
aangeduid als het "Klein Hoefken" of "Gemeene Hoeftken". De aanduiding Reephoeve dateert uit de 19de
eeuw.
In deze kavel stond de brouwerij, die door plaatselijk initiatief daar werd gesticht. De aanwezigheid
van een zoetwaterbron zal voor de locatie van doorslaggevend belang zijn geweest. Een succes is het niet
geworden. Toen het complex in 1784 werd verkocht was de voormalige brouwerij in een huis veranderd, dat
toen verhuurd was aan Abram Verwijs.
In deze kavel lag ook een stelberg, een restant van de situatie van voor de herbedijking. Deze
stelberg werd gebruikt bij hoog water als vluchtplaats voor de schaapherder en zijn kudde. In 1833 werd deze
stelberg gedeeltelijk afgegraven om plaats te maken voor het vergroten van een aldaar staande schuur.
Kohieren huisschatting 1674 - 1716:
periode
belastingplichtige
belasting
perceel 11:
1674 - 1682
Pr. Jans Gekijer
£. 0-15-0
1684 - 1690
Pieter Geldeloose
1691 - 1694
idem
£. 0-17-4,5
1695 - 1697
weduwe Pieter Geldeloose
1699
Willem Meijer
1696
Willem Meijer
4 haardsteden
perceel 12:
1674
het Kleijn Hoefken van de
Vrouwe van Kruiningen
£. 0-15-0
1675
Davijt Lambrechtse (bewoner)
1676
het Kleijn Hoefken van de
Vrouwe van Kruiningen
£. 0-15-0
1677 - 1690
Arent Steyn
1691 - 1693
Pieter Geldeloose
£. 0-17-4,5
1694
het hoefken daer Arent Steijn
1695 - 1697
weduwe Pieter Geldeloose
1699
ds. van der Cruijssen
1696
weduwe van Geldeloose
3 haardsteden
beide percelen samen:
1700
schout Meijer
1701 - 1712
Joos Franck
1713 - 1716
Fincent de Waal
Kohier bewoners 1681:
perceel 11
Pieter Geldeloose (aantal personen boven 8 jaar: 3)
perceel 12
Arent Steyn
(aantal personen boven 8 jaar: 5)
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750, 1758
Lena Steyn
Bevolkingsregisters:
A 73
1813
Cornelis Verwijs (arbeider)
1821 - 1837
Pieter Engsmenger (arbeider), later anderen
A 74
1821 - 1837
Marinus Engsmenger (arbeider)
A 73
1813 - 1825
Adriaan van Dijke (landbouwer)
1826 - 1837
Jacob Mol (landbouwer)
Samenvatting eigenaars:
periode
eigenaar
perceel 11:
(46 gemeten 129,5 roeden)
1645 - 1664
Johan Liens, later Cornelis Liens
1664 - 1695
mr. Marinus Corvinck, later diens erfgenamen
1695 - 1700
Willem Willems Meijer
perceel 12:
(66 gemeten 129.5 roeden)
1645 - 1659
Dirck van der Werve
1659 - 1698
David van der Nisse, later diens erfgenamen
1698 - 1700
ds. Johan van der Kruyssen (46 gemeten 129,5 roeden)
1698 - 1700
Cornelis Waale (20 gemeten)
percelen samen:
1700 - 1779
Willem W. Meijer, later diens erfgenamen (92 gemeten 258,5 roeden)
1700 - 1779
Cornelis Waale, later Vincent Wale en diens erfgenamen (20 gemeten)
1779 - 1784
Marinus Reyngoud, later zijn erfgenamen (112 gemeten 258,5 roeden)
1784 - 1806
Jacob de Groen, later zijn weduwe
1806 Johannes van Dijke, later zijn weduwe
- 1828
Machiel Mol, later zijn weduwe
1828 - 1832
Jacob Mol
Samenvatting pachters/gebruikers:
periode
gebruiker
perceel 11
1662 - 1663
Marijnus Mattus
-(1664)
Willem Marijnus Matussen, later zijn weduwe
(1666)-(1668)
Jan Classen
(1671)-(1696)
Pieter Jansz Gekier (=Pieter Geldeloose), later zijn weduwe
(1696)- 1700
Willem Willems Meijer
perceel 12
1668 - 1672
Cornelis Lambrechts
1672 - 1676
Huybrecht Lambrechtssen, later zijn weduwe
1677 - 1691
Arent Roocus Steyn
1691 - 1698
Pieter Geldeloose, later zijn weduwe
1698 - 1700
Willem Meijer
percelen samen:
1700 - 1713
wed. Willem Meijer, nu gehuwd met Joos Franke, (92 gemeten 258,5 roeden)
1713 wed. Joos Franke, nu gehuwd met Vincent de Waal (idem)
1700 - 1731
Cornelis Waale (20 gemeten)
1731 - 1747
Vincent de Waal (112 gemeten 258,5 roeden)
1747 - 1784
Marinus Reyngoud, later zijn erfgenamen
1784 - 1806
Jacob de Groen , later zijn weduwe
1806 - 1826
Adriaan van Dijke
1826 - 1832
Jacob Mol
Transacties enz. perceel 11:
1661
25 juli; RA 5879 A, nr. 72:
Cornelys Lijens, heer van Westkerke, is schuldig aan Nelken Dijercks, huisvrouw van Geert Geerts van
der Smack, koopman, Rotterdam, een bedrag van ƒ. 3000 tegen 4,5 %. Onderpand is de hofstede in
de 5de kavel met 47 gemeten 127,5 roeden; N: de zeedijk; Z: de weg. Afgelost: 1665.
1664
29 maart; RA 5879 A:
Marijnus Mattus verleent arrest aan dijkgraaf Cornelis Lijens wegens pacht van zijn hoeve over
1662/1663.
1664
28 juni; RA 5879 C, nr. 7 - 11:
Cornelis Lijens, Heer van Westkerke, dijkgraaf van Sint Maartensdijk, verkoopt aan Johan Cram de
Jonge, penningmeester, q.q. echter vervangen door Jacob Faes namens Mr. Marinus Corvinck en
zijn tante Cornelija Mus, een hoeve, met 46 gemeten 129.5 roeden in de 5e kavel (3 gemeten berekend voor de gebouwen) N: de zeedijk; O: Geerart van der Nisse; Z: de herenlandsweg; W: David
van der Nisse, heer van Zaamslag. Prijs is £. 41-13-4. per gemet, echter voor £. 42-5-0. aan Faes; met
voorwaarden van de verkoop; de hoeve is verpacht tot Bamis (= 1 oktober) 1665 voor £. 95-16-0. De
verkoop vond plaats te Tholen.
1664
4 december; RA 5879 C nr. 17:
Crijstijna Cornelis, wed. van Willem Marijnus Matussen doet afstand aan Hubrecht Lambrechtsz,
schout, van twee termijnen van "huijspaeijn" van elk £. 5-13-4.
1664
24 december; RA 5879 C, nr. 17:
Stijnien Cornelis, wed. van Willem Marijus Mattussen, verkoopt aan Cornelis Lijens, dijkgraaf, twee
zwarte merriepaarden, drie koeien (een bonte, een bruine en één met een wit teken op haar
'hoeft'), twee tweejarige kalveren, alsmede alle landbouwgereedschap om daarmee te verhalen
£. 200 die Mattussen schuldig was. Het genoemde geeft Lijens te leen, echter meteen
opvorderbaar.
1665
8 augustus; RA 5879 C, nr. 20:
Cornelis Lijens verkoopt aan Geerart Geertsz. van der Smack de vordering van £. 696-3-3, vervallende 28 januari 1666. Dit bedrag komt van de verkoop van zijn hoeve c.a. aan Marijnus Corvinck
en Cornelija Muijs.
1677
28 juli; RA 5879 C, nr. 85:
Marijnis Corvijnckt, te Tholen draagt over aan zijn kinderen, gewonnen in het huwelijk met Maria van
Loo, 46 gemeten 129.5 roeden in de 5e kavel. Door de transporteur verkregen uit de erfenis van zijn
moeder Soete Muse.
1688
24 november; RA 5879 C, nr. 165:
Janneken Linders verkoopt aan Cornelis Rijmelant, namens jkvr. Maria Susanna Huijssen, vrouwe van
Kattendijke, Wijtvliet enz., 1/6 deel in de brouwerij voor £. 6-13-4.
1690
31 mei; RA 5879 C, nr. 205:
Job Jacobs, bode, verklaart dat hij Jacob van de Luister heeft horen zeggen en zien spreken dat
Job noch iemand anders in Sint Philipsland zou zien dat de brouwerij daar ooit vandaan zou gaan
en dat hij liever de bijl daarin zou slaan voordat deze zou moeten verdwijnen.
1695
27 juli; RA 5879 C, nr. 256, 257:
Marinus van Rosevelt, oud-burgemeester namens Aderjana Maria Cornelia Catarina en Solla Margarieta Corvinck (procuratie gegeven te Utrecht op 3 mei 1695), verkoopt aan Willem Willemse
Meijer een hofstede met 46 gemeten 129.5 roeden wei- en zaailand, N: zeedijk; O: Johannes
Huijssen, Heer van Vossemeer; Z: Herenweg; W: erfgenamen van de Vrouwe van Kruiningen. Prijs is
£.15-10-0 per gemet; de koopsom is reeds betaald.
Transacties enz. perceel 12:
1658
23 september; RA 5879 A:
Overeenkomst tussen jhr. Dyerck van de Werve en Jan Classen Vecke wegens arrest van 18
september 1658 op de vruchten en beesten van Vecke. Deze zal de hoeve binnen acht dagen
ontruimen.
1659
31 mei; RA 5879 A, nr. 61:
J.Jacobs Faes, rentmeester te Tholen, verkoopt namens jhr. Dijerck van der Werve, Heer van
Westkerke, aan Davijt van der Nisse de boerderij en gronden in de 5e en 6e kavel, samen groot 66
gemeten, 129.5 roeden - plus 1/8 in de tienden, uitgezonderd de vordering daarop van de advocaat De Bije, waarover een proces wordt gevoerd - met 1/16 in de ambachtsheerlijkheid. Prijs is ¦.
20.000 tegen 5 %, te betalen in termijnen.
1671
10 december; RA 5879 A:
Rentmeester Faes, namens Cornelia van der Nisse, Vrouwe van Kruiningen, doet arrest aan
Huijbrecht Lambrechtsse, schout, wegens de pacht van de hoeve door haar gekocht van de Heer
van Westkerke. Dit is de 'Noorthoeve' (d.i. noord van de weg) waarvan de pacht verschuldigd is
over 1668 - 1671 ad. £. 991-13-4. Hij eist opening van zaken van de koopdag van Marijnis Jans Doen.
1674
Archief Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr. 721:
De "cleijne houve" met 66 gemeten 129 1/2 roeden wordt gepacht door Huijbrecht Lambrechts,
tesamen met 1/8 in de tienden en 1/16 in de heerlijkheid voor £. 158-6-8. Voor het opbouwen van de
keet, die geheel vervallen was, het verlagen van de kelder en andere reparaties werd betaald
£. 16-8-11.
1676
RA 5879 A:
Jaar van overlijden van Huybrecht Lambrechtse. Hij was pachter van de Noordhoeve en de Kleine
Hoeve, die beide eigendom waren van de Heer van Kruiningen.
1676
15 augustus; RA 5879 A:
De hoeve in pacht bij wijlen dijkgraaf Huybrecht Lambrechtsse werd direct daarna gebruikt door
Aernout Rocussen Steyn, tegen de wil van de weduwe, wier pachttermijn nog loopt. De hoeve is 66
gemet en ze was al 19 jaar in pacht. Dit is de 'Kleine Hoeve'.
1677
2 november; RA 5879 A:
Jacob Faes, rentmeester van Antoni d'Hubert, Heer van Kruiningen, gehuwd met Cornelia van der
Nisse, eist van de weduwe van Hubrecht Lambrechtse £. 460-17-4 wegens achterstallige pacht over
twee hoeven: de "Noorthoeve" en "Kleijne Hoeve". De eis wordt namens de weduwe bestreden.
1679
Archief Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr. 721:
Betaald aan Laureijs van Eurdingen voor timmerwerk aan de hoeve bewoond door Rochus Steyn
£. 29.
1698
29 mei; RA 5879 C, nr. 6 - 13:
Abram Raes en Joris Stoffels Geens als rentmeesters van de Raadsheer Mauregnault, de
burgemeester Heer van Vossemeer en de Heer van Kattendijke, verkopen aan Johannes van der
Cruijssen, predikant, de hoeve met alle gebouwen en 46 gemeten 129 roeden zaai- en weiland. N:
de zeedijk; O: Willem Meijer; Z: Raadsheer de Mauregnault; W: Heer van Welland. Pachter is Willem
Meijer, aan wie de pacht gestand moet worden gedaan. Prijs : £.26 per gemet, de helft contant, rest
in twee termijnen. Afbetaald: 1700.
Dezelfden verkopen aan Cornelis Fransen Wale 20 gemeten zaailand, N: zeedijk; O: Johannes van
der Cruijssen; Z: herenweg; W: de Heer van Welland. De prijs is £. 26 per gemet, de helft contant, de
andere helft over 7 maanden. Afbetaald: 1700. Met verkoopvoorwaarden d.d. 9 maart (?) 1698.
1700
11 oktober, 8 december; RA 5879 C, nr. 52 - 56, 62, 63, 68, 69:
Ds. Johannes van der Cruijssen verkoopt aan schout Willem Meijer de hofstede met 46 gemeten
129,25 roeden N: zeedijk; O: Willem W. Meijer; Z: Raadsheer De Mauregnault; W: de Heer van
Welland en Cornelis Wale. Prijs £. 27 per gemet. De helft contant, de andere helft 6 maanden later.
De verkoper behoudt het recht om te vissen op de stelberg achter de schuur en in de kreek onder
de zeedijk, zolang hij hier predikant is. Koper moet de kastelein Corneles de Brune betalen de helft
van diens huur.
Op 6 november 1700 verklaart de verkoper het totale bedrag van £. 837-18-7 te hebben ontvangen.
Transacties m.b.t. combinatie:
1706
RA 5879 C, nr. 159:
Nicolaes Geerinck machtigt Gabreel Mouwe om de opbrengst van 1/3 deel in de brouwerij te
ontvangen ter voldoening van een bedrag van £. 4-13-4.
1708
2 april; RA 5879 C, nr. 225:
Uittreksel uit het brouwboek van Johannis van de Luijster (ovl.) uit 1704, 1707.
1708
2 april; RA 5879 C, nr. 228:
Johannes Steijn, gezworen brouwer, legt een verklaring af op verzoek van Joos Francke.
1713
14 juni; RA 5879 C, nrs. 71, 72:
Nicolaas Geerinck, of zijn zoon Marijnus, uit vader's naam, verkopen aan Lauwerens Kock, Cornelis
Wale, Arij Molenbergh en Vincent de Waal 1/3 deel van de brouwerij, op de hofstede van de
ambachtsheer (= De Mauregnault), onder de Zuiddijk waar Molenberg woont. De koopsom is £. 6-10
contant.
1714
1 februari; RA 5879 C, nr. 88
Jacobus Liere verkoopt aan Isack Steijn 1/3 deel in de brouwerij op de hofstede en erf van ambachtsheer Johan de Mauregnault voor £. 13 contant.
1731
27 september, RA 5886 B:
Inventaris van de boedel van schout Cornelis Waele ten behoeve van zijn erfgenamen: Vincent
Wale en Pieter Wale, tevens handelend als voogden van de wezen van François Wale; Isac Wale;
Matie Wale, gehuwd met Willem Willemse Meijer en Sara Wale, thans gehuwd met Bastiaen Francke,
allen erfgenamen.
Tot de boedel behoort o.a. 20 gemeten land, getaxeerd op £. 320.
1733?
RA 5886 B, nr. 23:
Leendert de Lange, Tanneke van der Daf (weduwe van Willem Molenberg), Johan Oostdijk en
schout Vincent Wale transporteren aan Bastiaen Francke 1/6 deel in de brouwerij staande op
cijnsbare grond van schout Vincent Wale voor £. 11. N.B. Niet gedateerd en ongetekend.
1744
Kaart Hattinga: eigenaar schout Cent de Waal; baander Marinus Reijngoud.
1746
6 juli; RA 5885 E, nr. 63:
Laeuwereijs Kock verkoopt aan schout Vincent de Waal 1/6 deel in de brouwerij voor £. 4.
1746
6 juli; RA 5885 E, nr 65:
Jan Mol verkoopt aan schout Vincent de Waal 1/6 deel in de brouwerij voor £. 4-5.
1761
25 juni; RA 5882 nr. 21:
Marinus Reyngoud, weduwnaar van Janneke de Wael, enige dochter van de overleden schout
Vincent de Wael, verklaart m.b.t. de boedel van Arie Molenberg (Zwarte Schouw), schuldig te zijn
een bedrag van £. 866-13-4 tegen 4 % rente. Onderpanden zijn een hofstede met 92 gemeten 111
roeden land, alsmede 16 gemeten land te Sint Philipsland en 20 gemeten 154 roeden land in
Poortvliet.
1779
21 juni; RA 5882, nr. 152:
Marinus Reyngoud is schuldig aan Marinus Faassen S.zn. een bedrag van £. 100 tegen 4 %. Onderpand de hofstede van 112 gemeten 111 roeden. Afgelost: 26 april 1784.
1780
2 oktober; RA 5882, nr. 157:
Marinus Reyngoud is schuldig aan Marinus Faassen S.zn. een bedrag van £. 100 tegen 4 %. Onderpand de hofstede van 112 gemeten 111 roeden. Afgelost: 26 april 1784.
1784
26 april; RA 5881, nr. 12, 13:
Vincent, Pieter, Cornelis en Marinus Reyngoud, kinderen en erfgenamen van schout Marinus
Reyngoudt verkopen aan Jacob de Groen een hofstede, huis, schuur etc., met een huis, voorheen
brouwerij, een kavel met 46 gemeten 129 roeden en een kavel met 66 gemeten 129,5 roeden,
tezamen 112 gemeten 258,5 roeden, voor £. 12-10-0 per gemet of in totaal voor £. 1410-15-7. Met
verkoopvoorwaarden.
1784
26 april; RA 5882, nr. 14:
Jacob de Groen is schuldig aan Wouter Cornelis de With, notaris te Tholen een bedrag van £. 700
tegen 4 %. Onderpand is de hofstede van 112 gemeten 258,5 roeden op heden door erven Marinus
Reyngoud getransporteerd plus vruchten en inventaris. Afgelost: 9 mei 1787.
1784
26 april; RA 5882, nr. 15:
Jacob de Groen is schuldig aan de Diaconie van Sint Philipsland een bedrag van £. 100 tegen 3,5 %.
Onderpand is de heden getransporteerde hofstede. Doorgehaald: 9 juli 1792.
1792
9 december; RA 5883:
Testament van Jacob Marinisse de Groene en Neeltje Cornelisse Kuijper. Hij ligt ziek te bed en plaatst
een merk. Testament op langstlevende.
1806
11 maart; RA 5881, nr. 2, 4; RA 5885:
Neeltje Kuyper, weduwe van Jacob de Groen, verkoopt aan Johannes van Dijke een hofstede bestaande uit twee kavels, één van 46 gemeten 129 roeden en één van 66 gemeten 129,5 roeden,
samen 112 gemeten 258,5 roeden. Prijs is £. 38 per gemet of in totaal £. 4288-14-10 en £. 100 voor het
huis genaamd 'de brouwerij'. Met verkoopvoorwaarden.
1806
11 maart; RA 5882, nr. 5:
Johannes van Dijke is schuldig aan Neeltje Kuyper, weduwe van Jacob de Groen, een bedrag van
£. 4388-14-10 tegen 5,25 % zijnde de koopsom van de boerderij met 112 gemeten 258,5 roeden en
het huis genaamd de 'brouwerij'. Onderpand is de gekochte hofstede alsmede een hofstede met
169 gemeten 124 roeden (Bouwlust), met vruchten en inventaris.
1818
2 maart; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2814 (763):
Boedelscheiding van Johannes van Dijke en Neeltje Klippel. Adriaan van Dijke aanvaardt de hem
tegen ƒ. 150 per gemet gelegateerde hofstede niet.
Hooge Boomen/Stelhoeve.
De 7de kavel (kavel F) werd na de herbedijking in 1645 toebedeeld aan Arent van Tuyll van
Serooskerken, telg uit een oud Zeeuws geslacht. In tegenstelling tot de meeste andere boerderijen bleef deze
hofstede tot ver in de 18de eeuw in het bezit van de nazaten van Arent. De laatste bezitster was Dorothea
van Tuyll van Serooskerken, douarière Van Hohendorff, Vrouwe van Welland en Serooskerke, twee
heerlijkheden op Schouwen. Zij liet de boerderij in 1763 in het openbaar verkopen. De nieuwe eigenaar werd
Cornelis van der Lek, secretaris te Stavenisse. Aanvankelijk was de helft nog in bezit van de Zierikzeëenaar
Willem Lodder, maar in 1791 verkreeg Van der Lek opnieuw de gehele boerderij in zijn bezit. Drie jaar later
verkocht hij de boerderij met een zeer forse winst aan de pachter Machiel Mol.
Omstreeks 1880 werd het bedrijf opgedeeld tussen enige zonen van Abraham Mol. Het zuidelijk deel
omvatte het bedrijf dat nu bekend is als de "Hooge Boomen", het deel ten noorden van de weg werd de
"Stelhoeve".
Kohieren huisschatting 1674 - 1716:
periode
belastingplichtige
1674 - 1676
Pieter Verburg
1677
Pieter en Jan Verburg
1678 - 1682
Pieter Verburch
1684
Jacobus van de Luister
1685
Isaack van de Luister
1686 - 1690
Cornelis Wale
1691 - 1716
Cornelis Wale
1696
Cornelis Wale
Kohier bewoners 1681:
David Lambrechts (aantal personen boven 8 jaar: 6)
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750, 1758
Marinus Reyngoud, Jannetje Wale
belasting
£. 1
£. 1-2-6
4 haardsteden
Bevolkingsregisters:
A 67
1813 - 1837
Machiel Mol Mar.zn. (landbouwer), later Abraham Mol (landbouwer)
Samenvatting eigenaars:
periode
eigenaar
1645 - 1763
Arent van Tuyll van Serooskerken, later zijn erfgenamen
1763 - 1794
Cornelis van der Lek c.s.
1794 - 1828
Machiel Mol, later zijn weduwe
1828 - 1832
Abraham Mol
Samenvatting pachters/gebruikers:
periode
gebruiker
(1650)
Jan Pieters van der Stel
(1663)- 1666
Barent Daems
1667 - 1681
Pieter en Jan Verburch
1681 - 1685
Isaack (en Jacobus) van de Luister
1686 - 1731
Cornelis Wale
1732 - 1744
Vincent Wale
1744 - 1750
Pieter Wale
1750 - 1763
Marinus Reyngoud
1764 - 1827
Leendert Dorst/ Machiel Mol
1827 - 1832
Abraham Mol
Transacties enz.
:
1650
RA 5879 A:
Jan Pieters (van der Stel), pachter, cedeert zijn vruchten aan zijn pachtheer.
1673
10 november; RA 5879 C nr. 65:
Pieter Jans. Verburch verleent goedwillige condemnatie op zijn goederen: paarden, koeien en andere beesten, meubels, huisraad en vruchten te velde, in de schuur, hoeve en op de gronden, groot
130 gemeten 213 roeden door hem gepacht en eigendom van jhr. Godart Willem Tuyll de Serooskerke, heer van Zoelekerke etc. om daaraan te verhalen een bedrag van £. 1070-7-6 t.b.v. de heer
van Zoelekerke wegens verschuldigde pacht over 1667 - 1672 en een deel van 1673.
1677
1 en 4 juni; RA 5879 C nr. 82, 84:
Quirijn Bolle, rentmeester van de heer van Zoelekerke en Welland, legt beslag op de beesten,
vruchten , meubels enz. van de pachters Pieter en Jan Verburcht. Zij doen daarvan afstand om
daaraan de pachtschuld te verhalen.
1679
3 mei; RA 5879 C, nr. 92:
Overeenkomst tussen de schout Aelbrecht Lambrechtsz en Jan Verburght, gehuwd met Margriete
Aelbrecht, die overleden is. Uit haar boedel houdt de schout zich tevreden met 50 Carolus gulden.
Verburght behoudt alle risico, waaronder de pacht van de hoeve.
1679
15 februari; RA 5879 C, nr. 105:
Aderjanien Putters, weduwe van Pieter Verburgh en Cristiaen Jan en Marines Verburgh,
broers van de overleden Pieter geven toestemming aan oud-burgemeester Cornelis
Poes (= Pous te Zierikzee) handelend namens de Heer van Welland voor arrest op alle
goederen op de hofstede van de Heer van Welland volgens de opgemaakte in
ventaris.
1681
11 maart; RA 5879 C, nr. 106:
Pieter Jans (Gekier ?) als voogd van de nagelaten erfgenamen van Adr. Pieters draagt op in eigendom de goederen op de hoeve van de Heer van Welland volgens de opgemaakte inventaris, conform het arrest van de weduwe van Pieter Verburgh c.s. ten behoeve van Quirijn Bolle, gemachtigde van de Heer van Welland, om daaraan te verhalen een schuld wegens pacht.
1681
31 december; RA 5879 C, nr. 107:
Bernard Sebrecht, deurwaarder van het Hof van Holland, te Middelburg woonachtig, krachtens
arrest van het Hof dd. 7 december 1681 op verzoek van Adriaen Gustaef graaf van Flodrof gehuwd
met Margarita Huysen, douarière Dona, eiser, contra Godert Wilhelm van Thuyll van Serooskerke,
Heer van Welland, neemt in arrest de hofstede met 130 gemeten 213 roeden, met de gebouwen
daarop.
1699
1 oktober; RA 5879 C, nr. 35:
Rentmeester Melchior van Cromstrien, ontvanger van Godart Willem de Tuyl Serooskerke, Heer van
Welland, toont een kwitantie van Willen en Anna Poes van de afbetaling van een schepenschuldbrief van 18.000 gulden gehypothekeert op een hofstede met 130 gemeten 230 roeden zijnde de 6e
kavel alsmede 1/8 deel in de dijk en gorsettingen staande ten name van de Heer van Serooskerke
en afgegeven door Quirijn Bolle op 29 april 1680.
1744
Kaart van Hattinga: eigenaar de Heer van Wellant, baender P. de Wael
1763
8 augustus; RA 5881, nr. 36:
Cornelis de Jonge, secretaris van het land van Schouwen, verkoopt namens Dorothea van Thuyll
van Serooskerke, douarière Van Hohendorff, Vrouwe van Welland en Serooskerke, aan Cornelis van
der Lecq, secretaris (te Stavenisse) een hofstede bestaande uit een huis, schuur, keet enz., groot 130
gemeten 213 roeden zaai- en weiland,
W: Mr. Steengragt, secretaris van de provincie Zeeland; Z: Leendert den Bakker. Prijs: £. 1-16-8 per
gemet of in totaal £. 239-12-0. Van der Lecq kocht deze hofstede c.a. tijdens een openbare verkoop
op 23 juni 1763 te Sint Maartensdijk (RA 5881, nr. 35). Marinus Reyngout is pachter tot 1 oktober 1763.
De Jonge was tot de verkoop gemachtigd bij notariële akte van 30 juni 1763 (RA 5884, nr. 34).
1778
2 januari; RA 5881, nr. 132:
Verkoopvoorwaarden van drie percelen uit de hofstede van Heer Johan Turcq. (Dit zijn in 1832 de
kavels Sectie B 136, 137, 151, 152, 153, 154, 155, 156, 157, en 158, alle zuidelijk van de oude weg.
Percelen B 151 - 154 naar Leendert Dorst.)
1778
9 maart; RA 5881, nr. 135:
Willem Hendrik Turcq verkoopt aan Leendert Dorst een kavel van 7 gemeten 30 roeden à £. 12-5-0, in
totaal £. 86-19-6. N: de weg; O: Marinus Mol; Z: Mevrouw Nebbens; W: Mevrouw Nebbens.
1780
6 mei; RA 5883, nr. 156:
Testament van Leendert Dorst en Elisabeth Mol, echtelieden. Zij ligt ziek te bed en plaatst een merk.
1783
??; RA 5886, nr. 3:
Rekest aan Schout, Burgemeester en Schepenen van Marinus Mol en Jan Dorst. Op 6 mei 1780
hebben Leendert Dorst en Elisabeth Mol hun testament laten passeren voor Schepenen onder
andere met seclusie van de Weeskamer. Eerst overleed de vrouw. De man hertrouwde met Lena
Waele en overleed op 4 maart 1783. Gevraagd wordt voogden te benoemen en wel: Machiel Mol,
zoon van Marinus Mol, broer van Elisabeth Mol, en voorts Jan Dorst als broer van Leendert.
1783
31 maart; RA 5887, nr. 4:
Resolutie van de Weeskamer. Het bovenstaande rekest (RA 5886 fol.3) is toegestaan.
1783
24 april; RA 5887, nr. 5:
Resolutie van de Weeskamer. Lena Waele, weduwe van Leendert Dorst en de beide hiervoren
genoemde voogden verzoeken de goederen publiekelijk te mogen verkopen. Toegestaan onder
voorwaarde om na de verkoop een inventaris op te stellen.
1783
20 juni; RA 5881, nr. 7:
Verkoop door de erven van Leendert Dorst (Lena Waele, weduwe van Leendert en de kinderen uit
eerste huwelijk met Elisabeth Mol) van een kavel van 7 gemeten 30 roeden aan Nicolaas van den
Berg voor £. 11-15-0 per gemet. N: de weg; O: Marinus Mol; Z en W: Mevrouw Nebbens.
1783
7 juli; RA 5887, nr. 6:
Resolutie van de Weeskamer. Over de nagelaten wees van Leendert Dorst en Lena Waele
genaamd Leenderd wordt als voogd benoemd naast de genoemde Lena Waele: Izak Waele.
1784
18 oktober; RA 5888, nr. 19:
Inventaris van de boedel van Leendert Dorst (overleden Sint Philipsland 4 maart 1783) en zijn
weduwe Lena Waale en de zes kinderen: Pieternella (19 jr), Marinus (17 jr), Jeremias (15 jr), Jan (9 jr),
Adriaan (5 jr) en Leendert Jeremias (geboren na het overlijden van de vader) zijnde de eerste vijf
verwekt bij de eerste vrouw: Elisabeth Mol. Overgebracht door Jan Dorst en Machiel Mol, voogden
over de eerste vijf kinderen en door Isak Waale, voogd over het jongste kind. Lena Wale was op het
moment van de overbrenging reeds hertrouwd met Pieter Ponse.
- Leendert Dorst en Elisabeth Mol maakten hun testament voor Schout en Schepenen van Sint
Philipsland op 6 mei 1780. In het tweede huwelijk werd geen testament gemaakt.
De Weeskamer stelde op 30 maart 1783 als voogden aan Jan Dorst (broer van de overledene) en
Machiel Mol (broer van Elisabeth Mol). Op 11 mei 1783 stelden zij tot voogd over het jongste kind
aan: Izak Waale, broer van de weduwe.
- onder andere grond onder Poortvliet
- blok land groot 7 gemeten 30 roeden onder Sint Philipsland. Verkocht aan Nicolaas van den
Bergh voor £. 11-15-0 per gemet of £. 83-8-6.
- de overledene was landbouwer; hij verbouwde mee, tarwe, koolzaad, grauwe erwten,
paardebonen, haver en aardappels.
- onder andere twee boeken, twee Bijbels, een Bijbel met lessenaar, snaphaan, barometer,
bijenkorf, vijf boerenwagens, 1 aardkar enz. Een windmolen, een kakstoel, enz.
- Machiel Mol nam de pacht van de hofstede over
- schulden aan Cornelis van der Lek gegeven in 1777 en later. Van deze pachtte Dorst de
hofstede, groot 89 gemeten 103 roeden.
- Theodorus de Klerk (te Stavenisse) leverde bier
- Jeremias en Marinus Dorst waren in de kost bij Cornelis van Sorgen. Aan Jan Verton werd
schoolgeld betaald (deze waren dus niet te Sint Philipsland, maar te Stavenisse op Tholen).
- chirurgijnswerk door Willem Houwer (te Zierikzee)
- batig saldo £. 1050-7-0.
- doodkist werd gemaakt te Sint Annaland.
Hierbij is gevoegd:
Inventaris van de boedel van Pieternella Janse van de Wattyne, weduwe van wijlen Jeremias Dorst
ten behoeve van de kinderen: Carel, Jan, Cornelis en Adriaan Dorst, Jacob van Oeveren gehuwd
met Maria Dorst en de kinderen van Leendert Dorst (zie hiervoor). Overgebracht op 18 oktober 1784.
Zij was te Stavenisse woonachtig.
1786
31 juli; RA 5888, nr. 25:
Wijziging van de inventaris van de boedel van Leendert Dorst (zie nr. 19, hiervoor). Zowel baten als
lasten waren vergeten op te geven.
1786
4 december; RA 5887, nr. 37:
Resolutie van de Weeskamer. Over de minderjarige wezen van Leendert Dorst en Elisabeth Mol,
genaamd Marinus, Jeremias, Jan en Adriaen worden om de likwidatie van de boedel van hun
grootvader Marinus Mol, schout, tot stand te brengen naast de weduwe van M.Mol, Adriana de
Jonge, als voogden aangesteld: Machiel Mol en Jacob van Oeveren.
1791
8 oktober; archieven Stad Zierikzee, voorwaarden verkopingen Overman, 1791 - 1795, nr. 1558:
Executeuren van de boedel van wijlen Willem Lodder en Johanna Companje laten in het openbaar
verkopen onder andere de helft in een hofstede bestaande uit een huis, schuur, wagenhuis,
bakkeet c.a. met 130 gemeten 213 roeden koren- en weilanden, in Sint Philipsland, waarvan de
andere helft toebehoort aan baljuw Cornelis van der Lek te Stavenisse. Verpacht aan Machiel
Marinusse Mol tot Bamis (= 1 oktober) 1797 voor £. 195 per jaar. Koper wordt Jacobus de Kanter
namens Cornelis van der Lek voor £. 5 per gemet of £. 326-15-6 in totaal.
1791
oktober; RA 5881, nr. 95:
Machtiging aan schout Machiel Mol om te leveren de helft in een hofstede met huis, schuur,
wagenhuis etc. en 130 gemeten 213 roeden land uit de boedel van Willem Lodder en Johanna
Companje, aan Cornelis van der Lecq, baljuw en rentmeester te Stavenisse.
1791
16 november; RA 5881 nr. 96:
Machtiging van Cornelis van der Lecq aan Machiel Mol t.b.v. van deze transactie (de andere helft
was al eigendom van Cornelis van der Lecq).
1792
26 maart; RA 5881 nr. 97:
Overdracht van de helft in hofstede zoals hierboven genoemd. Met de condities en voorwaarden.
Pachter in deze periode was Machiel Mol tot Bamis (= 1 oktober) 1797. Pacht £. 195 per jaar;
huisschatting £. 1-10-0 per jaar.
1794
5 juni; RA 5881, nr. 33:
Cornelis van der Lecq verkoopt aan de pachter, schout Machiel Mol, de hoeve van 130 gemeten
en 213 roeden voor £. 2350. Contant £. 1150, £. 1200 op een schuldbrief. Met verkoopvoorwaarden
d.d. 18 februari 1794 (RA 5881, nr. 34).
1794
5 juni; RA 5882, nr. 35:
Machiel Mol leent van Cornelis van der Lecq, baljuw te Stavenisse, £. 1200 tegen 4 %. Onderpand de
heden gekochte hoeve met vruchten en inventaris. Doorgehaald: 25 april 1798.
Hermanshoeve.
De 8ste kavel (kavel G) werd in 1645 geloot door Johan de Knuyt (1587 - 1654), vertegenwoordiger van de Eerste
Edele (Prins van Oranje) in de Staten van Zeeland en daardoor één van de machtigste bestuurders van zijn tijd. In deze
kavel lag ook het gedeelte grond, dat bij de herbedijking was gereserveerd aan de "gemene zaak". Het behoorde tot het
kantoor van de zogenaamde geestelijke goederen. Met de opbrengsten van deze goederen werden onder meer betaald
de salarissen van de gereformeerde predikanten en voorzangers. De rentmeester van deze geestelijke goederen verkocht
het betreffende perceel, groot 13 gemeten 183 roeden, namens Gecommitteerde Raden van de Staten van Zeeland aan
de weduwe van Johan de Knuyt in 1664.
De 8ste kavel was op het eind van de 17de eeuw door vererving in het bezit van Henry Cornewall, weduwnaar
van Margaretha Laurentia Huijssen. Hij verkocht de boerderij en de grond aan Jacobus van de Luijster. Zijn zuster Cornelia
en haar echtgenoot Gabriël Mouwe werden vervolgens eigenaar. In 1726 kocht Henderick Pieterse Zegers de boerderij. Hij
was in die tijd de enige Rooms-Katholieke landbouwer op het eiland. Ondanks een uitdrukkelijk verbod werd hij zelfs
schepen. Ook Leendert de Bakker was Rooms-Katholiek. Vermoedelijk om die reden weigerde hij mee te betalen aan de
onkosten in verband met de oorlog tegen de Fransen en het beleg van Bergen op Zoom, dat in september 1747 moest
capituleren.
In 1774 kocht Machiel Mol de hofstede en het land. Vier jaar later kocht hij van Johan Turcq een perceel van 7
gemeten 126 roeden in de derde kavel. Dit perceel is tot 1987 bij de "Hermanshoeve" blijven behoren. Hetzelfde is het geval
met een perceel van 6 gemeten 149 roeden, eveneens gelegen in de derde kavel, dat hij in 1787 kocht uit de boedel van
zijn vader Marinus.
De naam "Hermanshoeve" dateert uit de 19de eeuw.
Kohieren huisschatting 1674 - 1716:
periode
belastingplichtige
1674 - 1690
Willem Geerinck
1691 - 1694
Willem Geerijnck
1695 - 1699
Jacobus van de Luister
1696
1700
het gemene hoefken
1701 - 1704
Rocus Steijn
1705 - 1711
Gabreel Mouwe
1712 - 1713
idem nu Hr. Pieterse
1714 - 1715
Gabreel Mouwe
1716
Machiel Mol
Kohier bewoners 1681:
Willem Geerinck
(aantal personen boven 8 jaar: 5)
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750
niet vermeld
1758
bewoond door Rooms Katholieken
Bevolkingsregisters:
A 72
1813
Machiel Mol, Mach.zn. (landbouwer)
belasting
£. 0-15-0
£. 0-17-4,5
3 haardsteden
1821 - 1825
Jacob Mol (landbouwer)
1826 - 1837
Johannes Mol (landbouwer)
A 72b
1821 - 1837
Leendert Nelisse (arbeider)
Samenvatting eigenaars:
periode
eigenaar
1645 - 1695
Johan de Knuyt, later diens weduwe en erfgenamen
1695 - 1700
Jacobus van de Luister, later zijn erfgenamen
1700 - 1706
Pieter Abrahamse en Rocus Steyn ( voor de helft)
1700 - 1706
Gabriël Mouwe (voor de helft)
1706 - 1726
Gabriël Mouwe, later zijn weduwe en haar erfgenamen (de gehele boerderij)
1726 - 1735
Henderick Pieterse Zegers
1736 - 1739
Adriaan Vriendts
1740 - 1774
Leendert de Bakker, later diens erfgenamen
1774 - 1828
Machiel Marinuszn. Mol, later zijn weduwe
1828 - 1832
Johannes Mol
Samenvatting pachters/gebruikers:
periode
gebruiker
(1662)- 1695
Willem Geerinck
1695 - 1700
Jacobus van de Luijster
1701 - 1704
Rochus Steyn
(1716)- 1727
Machiel Jacobse Mol
1727 - 1735
Henderick Pieterse Zegers
1736 - 1739
Adriaan Vriendts
1740 - 1774
Leendert de Bakker, later diens erfgenamen
1774 - 1827
Machiel Marinuszn. Mol
1827 - 1832
Johannes Mol
Transacties enz.:
1664
20 oktober; RA 5879 C, nr. 13:
Marijnis van der Vliet namens Gecommitteerde Raden van de Staten van Zeeland, verkoopt aan Willem
Geerinck, handelend namens mevrouw de wed. (De) Knuyt (pachter Anthonij Geldeloos), 13 gemeten 183
roeden onverkaveld land, met het bijbehorende deel in de gebouwen op de 7e kavel. Prijs: £. 52-10-0. per
gemet of in totaal £. 714-10-6. £. 18-1-7 voor het aandeel in de gebouwen.
1685
16 februari; RA 5879 C, nr. 137:
Caspar Rontvis, arts te Goes, namens Clara Velders, verklaart dat Vrouwe Margrieta Laurentia Huysen bij
huwelijkscontract heeft bedongen de administratie van haar goederen, geassisteerd door haar man, Henry Cornewal, en heeft toegestemd dat de hofstede met grond in Sint Philipsland werd gehypothekeerd voor de gift
van haar t.b.v. haar kind of kinderen.
1689
5 maart; RA 5879 C, nr. 185, 186:
Willem Willems Geerinck, weduwnaar van Lijsbet Marijnes, met zijn broer Nicolaes Willemsen Gerijnck, alsmede
Matteus Marijnesen en Jan Mari.... allen voogden over Geertejen, Marijnes, Martijnjen, Corstijna, Willemijne en
Johannes Willems Geerlijnck nagelaten wezen bij Willem Willems Geerlynck en Lijsbet Marines (ovl.) komen ten
overstaan van schout en weesmannen van Sint Philipsland overeen dat de genoemde Willem Willems Geerijnck
als boedelhouder alle effecten van de boedel zal behouden, de lasten zijn eveneens voor hem. Hij zal de wezen
onderhouden, voeden, laten leren lezen en schrijven en de meisjes laten leren naaien tot ze 18 jaar oud zijn of
gehuwd zijn. De oudste dochter Geerjen zal hebben van haar moeders kleren de 'bratten' mantel en andere
kledingstukken. Marijnes ontvangt de gouden ring van zijn moeder en de zilveren beker en zilveren lepel, beide
pillegiften. Martijnjen ontvangt ook kledingstukken van haar moeder en twee zilveren lepels. Corstijna krijgt
zilverwerk van moeder: drie kettingjes met een schaartje daaraan. Willemijne krijgt moeders grote gouden ronde
ring. Johannes ontvangt van zijn moeder de gouden 'marck' ring met zijn moeders naam daarop. Alle wezen
krijgen ook nog twee zilveren dukaten elk, enz.
1695
18 juli; RA 5879 C, nr. 245 - 248, 254, 255:
Dr. Rontvis, rentmeester van Heijnderick Cornewall, gehuwd geweest met Margaretha Laurentia Huijssen, Vrouwe
van Weelden, ingevolge procuratie (Londen, 10 december 1694) van Jan Radaeüs, verkoopt aan Jacobus van
de Luister een hofstede met schuur en bakkeet en met 83 gemeten 183 roeden zaai- en weiland voor £. 13 per
gemet, de helft contant, de rest Goese markt 1695. Afbetaald: 1696. N: zeedijk; O: de kavel van de Heer van
Welland; Z: zeedijk; W: idem. Met verkoopvoorwaarden d.d. 25 maart 1695.
1695
30 september; RA 5879 C, nr. 260, 261:
Jacobus van de Luister leent van mr. Hubertus Mogge, oud-burgemeester, te Zierikzee, een bedrag van £. 550
tegen de penning 20, voor een jaar. Onderpand is een hofstede met 83 gemeten 183 roeden. N: de zeedijk; O:
de Heer van Welland; Z: zeedijk; W: zeedijk. Afgelost: 1726.
1700
18 november; 25 januari 1701; RA 5879 C, nr. 64 - 67:
Isaack van de Luister verkoopt aan Pieter Abramsz. en Roeckus Arentsz. Steijn de helft in de hofstede (huis, schuur
en keet) met 41 gemeten 241,5 roeden, ongekaveld met zijn zwager Gaberel Mouwe, gehuwd met Cornelia van
de Luister, voor £. 22 per gemet. N: de zeedijk; O: de Heer van Welland; Z: zeedijk; W: idem.
1705
3 september; RA 5879 C:
Gabreel Mouwe en Cornelia van de Luister lenen van Mr. Huijbertus Mogge, Zierikzee £. 100 voor een jaar tegen
5 %. Onderpand een hofstede c.a. met 83 gemeten 187 roeden. N: zeedijk; O: de Heer van Welland; Z: zeedijk;
W: zeedijk. Tevens worden verbonden het huis, schuur c.a. waarin zij thans wonen en de helft van de grond,
gekocht van de Heer Overmeer, groot 73 gemeten. Doorgehaald: 1726.
1706
24 maart; RA 5879 C, nr. 150 - 153:
Cornelis Wale, toeziend voogd van de wezen van Pieter Abrahmse, en Rocus Steijn, verkopen aan Gabreel
Mouwe de helft van een hoeve met 83 gemeten 113 roeden; N: Noorddijk; O: de Heer van Welland; Z: Zuiddijk;
W: zeedijk. Prijs £. 10 per gemet. Met verkoopvoorwaarden dd. 26 februari 1705.
1709
2 juli; RA 5879 C, nr. 173 - 176:
Gabreel Mouwe leent van mr. Huijbertus Mogge, oud-burgemeester en raad te Zierikzee, £. 833-6-8. wegens
geleend geld aan Isaack van de Luister tegen de penning 20. Onderpanden zijn de helft in een hofstede c.a.
met 64 gemeten 87 roeden, gekocht van Van de Luister, alsmede van een hofstede met 83 gemeten 183
roeden, N: zeedijk; O: de Heer van Welland; Z: de weg; W: -.
Als borg stelt zich Cornelia van de Luister, huisvrouw van Gabreel Mouwe, onder verband van de andere helft
van de genoemde hofstede met 64 gemeten 87 roeden. Medeborg is Maria Walravens, weduwe van Rocus
Adriaensen Steijn, geassisteerd door de secretaris Fr. de Klerck onder verband van 25 gemeten land haar
vermaakt door haar grootmoeder bij testament. Voorts stellen zich borg Isaack van de Luijster en Huijbert van de
Luister. De laatste verbindt daarvoor 1/3 deel van een hofstede met 50 gemeten (d.w.z. 16 gemeten 200
roeden), gelegen: N: zeedijk; O: de zeedijk; Z: land van G. Mouwe; W: land van Overmeer.
1726
7 augustus; RA 5879 D, nr. 349, 350:
Cornelis Wale, schout, Aarnoud Steijn en Cornelis Mol verkopen namens de erfgenamen van Cornelija van de
Luijster een hofstede met landen aan Hendrijk Pietersen Zegers voor £. 1212-5-11. N: zeedijk; O: de Heer van
Welland; Z: zeedijk; W: zeedijk.
1727
22 januari; RA 5886 B, nr. 1:
Rekening door Cornelis Waele, Arnoud Steijn en Cornelis Mol van de boedel van Cornelia van de Luijster,
weduwe van Gabriel Mouwe, overgebracht 22 januari 1727:
- Op 26 juni 1726 werd verkocht aan Hendrik Pieterse Zegers een hofstede met 83 gemeten 182 roeden zaai- en
weilanden, in pacht bij Michiel Mol. Verkocht voor £. 14-10-0 per gemet, of £. 1212-5-11 in totaal, waarop een
hypotheek in mindering wordt gebracht.
1744
Kaart van Hattinga: Leendert de Bakker, eigenaar en baender
1746
3 november; RA 5885 E, nr. 66:
Leendert de Bakker leent van burgemeester Cornelis van Cromstrien £. 100 tegen 3,5 %. Onderpand zijn hofstede
van 83 gemeten 182 roeden.
1752
5 december; RA 5879 B, gerechtsrol.
Eisers: Michiel en Jacobus Mol, Marinus Reyngout namens de boedel van zijn schoonvader Vincent Waele,
Gabriel Steyn, Cornelis de Kok en Gerard Jagt;
gedaagde: Leenderd de Bakker
- hebben betaald aan het zetten van een wachthuis in verband met de oorlog in 1747/'48 en voor kruit en
lood. Waren bereid, evenals op Tholen, 4 stuivers per gemet bij te dragen. Ze hieven zelf een omslag voor dat
doel: eerst 2 stuivers per gemet en bij ontoereikendheid nog 1 stuiver per gemet. Daaruit werden voldaan de
kosten van het maken van een disselboom en verdere reparaties aan een wagen tijdens het rijden
gedurende het beleg van Bergen op Zoom. De Bakker weigerde echter zijn aandeel in deze heffing te
voldoen hetgeen de eisers voor hem deden. Hij pacht 84 gemeten.
1760
13 mei; RA 5886, nr. 13; RA 5882, nr 31:
Leendert de Bakker, gehuwd met Pieternella Zeegers, tevoren weduwe van Adriaan Vrints ter eenre, en Dielis
Verhulst, te Gastel, weduwnaar van Cornelia Vrints, dochter van Adriaan Vrints voornoemd en Pieternella
Zeegers ter andere zijde. De nagelaten goederen zijn door Verhulst gekocht, die zal uitbetalen 302 gulden 11 stuivers, 1/3 deel op 1 augustus 1760, de rest vóór 1 augustus 1762.
1774
28 april; RA 5881, nr. 112:
Johannes de Bakker, Cent de Bakker, Frans van Kamp (gehuwd met Johanna de Bakker) en Hendrik Vriens,
erfgenamen van Leendert de Bakker verkopen aan Machiel Mol Mar.zn. een hofstede met huis, schuur enz. en
70 gemeten dijkersland en 13 gemeten 182 roeden vroonen, tesamen 83 gemeten 182 roeden, voor £. 900
contant.
1774
28 april; RA 5882, nr. 113:
Machiel Mol leent van Cornelis van der Lecq £. 800 tegen 4,5 %. Onderpand de heden van de erfgenamen van
Leendert de Bakker gekochte hofstede van 83 gemeten 182 roeden.
1778
2 januari; RA 5881, nr. 132:
Verkoopvoorwaarden van drie percelen uit de hofstede van Heer Johan Turcq. Dit zijn in 1832 de kavels Sectie B
136, 137, 151, 152, 153, 154, 155, 156, 157, en 158, alle zuidelijk van de Oudeweg.
1778
9 maart; RA 5881, nr. 133:
Willem Hendrik Turcq verkoopt aan Machiel Mol een kavel van 7 gemeten 126 roeden à £. 13, in totaal voor
£. 96-9-2, 1/3 contant, de rest tegen 4 %. N: de weg; O: Mevrouw Nebbens; Z: de Luysterkreek; W: J. Bijleveld.
(Percelen B 136 en 137.)
1778
9 maart; RA 5881, nr. 134: Willem Hendrik Turcq verkoopt aan Marinus Mol een kavel van 6 gemeten 149 roeden à
£. 11, in totaal voor £. 71-9-3. N: de weg; O: Jacob van Oeveren; Z: Mevrouw Nebbens; W: Leendert Dorst.
(Percelen B 155 t/m 158.)
1787
25 en 30 april; RA 5881, nr. 45, 50:
Adriana de Jonge, weduwe van schout Marinus Mol verkoopt 6 gemeten 149 roeden voor £. 25-10-0 per gemet,
in totaal voor £. 165-13-4 aan Machiel Mol. N: de weg; O: Jacob van Oeveren; Z: Mevrouw Nebbens; W: erven
Paulus Geense (de smids wei).
N.B. Deze percelen zijn tot 1987 bij de Hermanshoeve blijven behoren
Westeinde
Bij de verkaveling in 1645 werd aan de westzijde van de polder, iets ten noorden van de Luister, land
vrijgehouden voor het stichten van huizen. Volgens de kaart van de polder Sint Philipsland, die landmeter Gideon Heylinck
in 1648 vervaardigde, stonden hier drie huizen, waarvan er een werd aangeduid als 's Heerenhuijs. Vermoedelijk is één van
deze drie huizen spoedig daarna gesloopt, want in de bronnen is slechts van twee huizen sprake, met daarbij een schuur.
In één van de huizen woonde Jan Barents van Weele, die vanaf het Westeinde een veerdienst onderhield op Sint
Annaland. De dienst werd voortgezet door Pieter Gillesz. en Cornelis Pietersz. de Backer. In 1700 werd het veer voor de
laatste keer verpacht. De laatste veerman, Geert de Coninck, verdween met de noorderzon. Eerst in 1815 werd door de
ambachtsheer weer een veerman aangesteld. Dit was Jacob Kaan, die behalve op Sint Annaland ook een veerdienst op
Zijpe onderhield (G.F. Sandberg, Overzetveren in Zeeland, Arnhem 1978, p. 127, 128; H. Uil, m.m.v. J.A. Klompe, Sint
Philipsland, eiland in de Zeeuwse delta 1487 - 1987, Sint Philipsland 1987, p. 67, 68).
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750
Anthonie Noordhoek, Jacobus Noordhoek
1758
Lientje Schoutens, Willem Kaen
Bevolkingsregisters:
A 68
1813
Marinus Engsmenger (arbeider)
1821 - 1837
Jan van Oeveren (arbeider)
A 69
1813
Joost Verplanke (arbeider)
1821 - 1837
Pieter van de Ree (arbeider)
A 70
1821 - 1837
Jan de Ron (arbeider)
A 71
1813 - 1837
Jacob Kaan (schipper) N.B. Dit betreft het veerhuis.
Het noordelijke huis
.
Kohieren huisschatting 1674 - 1716:
periode
belastingplichtige
belasting
1674, 1675 Arent Stijn
£. 0-3-4
1676 - 1680
Pieter Henderijcksz.
1682
Jan Job
1684 - 1686
Cornelis van Bracht
1688 - 1707
Lijndert van Ackeren
1696
Jelles Clasz
1 haardstede
1708 - 1716
Fincent (Cornelisse) de Backer
Samenvatting eigenaars:
periode
eigenaar
- 1648
Jan Barents van Weele
1648 Antonij Pieters Verhulst
- 1659
Pieter Gillesz. de Backer
1659 - 1708
Cornelis Pietersz. de Backer, later zijn weduwe en erfgenamen
1708 - 1754
Vincent de Backer, later zijn erfgenamen
1754 - 1802
Willem Kaan
1802 - 1832
Jacob Kaan
Transacties enz.:
1648
9 april; RA 5879 A, nr. 4:
Jan Barents van Weele verkoopt aan Antonij Pieters Verhulst een huis bij het Westeinde van de Luijster op vroongrond voor £. 21, in termijnen te betalen. Bij de koop was inbegrepen de pacht van de visserij aldaar en het veer
van het Westeinde op Sint Annaland.
1659
31 mei; RA 5879 A, nr. 62:
Pieter Gillesz. Backer verkoopt aan Cornelis Pijersz. Backer een huis, in erfpacht, "in het Westdorp" op
ambachtsherengrond voor £. 108-6-8, te betalen in termijnen. Afgelost in 1674. N: kavel De Knuyt; O: kavel De
Knuyt; Z: Cornelis Jacobsz. Entoven; W: zeedijk.
1659
17 juli; RA 5879 A (zie ook 16 november 1661):
Pieter Gillesz. Backer levert de paaibrief op Cornelis Jacobs Entoven ad. £. 22 en één op Cornelis Pijersz. Backer
ad. £. 65-13-4 t.b.v. Hareman Cock Jaspers, brouwer in den Haese te Rotterdam.
1683
11 november; RA 5879 C, nr. 129, 130:
Akte voor schepenen als weesmannen.
Lijsbedt Neerinck, weduwe van Cornelis de Backer, sluit een overeenkomst t.a.v. de uitkoop van haar wezen
Aderjaentje Cornelis, Pieter Cornelis, Catelijna Cornelis en Finsent Cornelis. Zij belooft uit te betalen 400
Carolusgulden waarvan 100 gulden direct bij hun trouwen.
Zij verbindt haar twee huizen op het Westeinde.
In 1697 kwitantie getoond door haar voor 100 gulden betaald aan Pieter.
1708
21 november; RA 5879 C, nr. 237, 238:
De erfgenamen van Lijsebeth Backers, die gehuwd is geweest met Jellis Claasen, zijnde mede-erfgenaam,
Leendert van Akeren en Matteeuws Dircksen als mede-erfgenamen verkopen aan Fijncent Cornelisse Backer,
mede-erfgenaam van zijn moeder (hun aandeel in ?) een woonhuis en schuur alsmede het erf van 59 roeden
erfpacht voor £. 58-7-8. N: Gabreel Mouwe's land; O: de Heer van Wellands land; Z: de Luijster en het huis van
Jelles Claasen; W: zeedijk. Met verkoopvoorwaarden d.d. 21 november 1708.
1749/1750 Archief Heerlijkheid Sint Philipsland:
Gilles Klaessen heeft 115 roeden in erfpacht op het Westeinde à 15 schellingen.
1754
9 december; RA 5885 E, nr. 123:
Erven Vincent de Bakker verkopen aan Willem Kaen voor £. 35 een huis, laatst bewoond door de weduwe van
Vincent de Bakker, staand op Westeinde.
1769
1 juli; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland;
De kerkeraad besluit 60 gulden te lenen aan W. Caan onder verband van diens huis aan het Westeinde; rente: 1
Zeeuwse rijksdaalder per jaar. 2 april 1774: deze lening opgezegd.
1 april 1775: In het huis van Willem Caan staat een kamer ter beschikking van de diaconie, die bewoond wordt
door Leunte Schouten (moeder van Willem Caan), die ondersteund wordt. Het huis werd aan hem geleverd
onder voorwaarde dat de vrouw er haar leven lang mag wonen. Deze kamer wordt thans gratis ter bewoning
afgestaan aan Maria Booms. Willem Caan wordt aangemaand rente van zijn schuld te betalen of een
hypotheek op zijn huis te nemen.
6 januari 1776: Reinier Noordhoek, thans gehuwd met Maria Booms, mag ook gratis wonen in het huis van Willem
Caan, zolang de vrouw leeft.
Het zuidelijke huis.
Kohieren huisschatting 1674 - 1716:
periode
belastingplichtige
belasting
1674 - 1677
Cornelis de Backer
£. 0-8-4
1677
idem, Jan Nerincx, Pijeter Hynder
1678 - 1684
Cornelis de Backer
1685 - 1690
Jelles Claesen
1691 - 1714
Jelles Clasz.
3 haardsteden
1715, 1716 Cornelis Wale
Kohier bewoners 1681:
Cornelis Baecker
(aantal personen boven 8 jaar: 5)
Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland:
1750
Matthijs Noordhoek, Dina Grampo
1758
Matthijs Noordhoek
Samenvatting eigenaars:
periode
eigenaar
- 1648
Jan Barents van Weele
1648 - 1658
Pieter Gillesz. de Backer
1658 - 1674
Cornelis Jacobs Enthoven, later zijn weduwe
1674 - 1708
Cornelis Pietersz. de Backer, later zijn weduwe en erfgenamen
1708 - 1715
Gilles Claassen, later zijn weduwe
1715 Cornelis Wale
- 1832
Abraham Mol
Transacties enz.:
1648
9 april; RA 5879 A, nr. 3:
Jan Barents van Weele verkoopt aan Pieter Jilles de Backer een huis en bakkeet bij het Westeynde van de Luijster
op vroongrond voor 880 Carolusgulden, te betalen in termijnen. O: het lege erf; Z: de bermsloot of 's
landswatergang; W en N: scheid van de sloot gelegen tussen Johan de Cnuyt's kavel en de genoemde vroon.
1658
18 oktober; RA 5879 A, nr. 59:
Pijeter Gillesz de Backer verkoopt aan Cornelis Jacobs Entoven een woonhuis "in het Westdorp" op
ambachtsherengrond voor £. 28, te betalen in termijnen. N: Pijeter de Backer; O: de kavel van Johan de Knuyt; Z:
idem; W: zeedijk.
1659
17 juli; RA 5879 A:
Pr. Gillesz. Backer levert de paaibrief op Cornelis Jacobs Entoven ad £. 22 en één op Cornelis Pijersz. Backer ad.
£. 65-13-4 t.b.v. Hareman Cock Jaspers, brouwer in den Haese te Rotterdam.
1674
14 mei; RA 5879 C, nr. 66:
Comerina Flijps, weduwe van Cornelis Jacobs Enthoven verkoopt aan Cornelis Pijersz. de Backer een woonhuis in
het Westdorp van het land. N: Cornelis de Backer; O: de kavel van Johan de Knuyt; Z: idem; W: zeedijk. Prijs
£. 13-10-6 en 4 sch 2 d drinkgeld; op vroon in erfpacht ontvangen door Cornelis Pijetersz de Backer.
1683
11 november; RA 5879 C, nr. 129, 130:
Akte voor schepenen als weesmannen.
Lijsbedt Neerinck, weduwe van Cornelis de Backer sluit een overeenkomst t.a.v. de uitkoop van haar wezen
Aderjaentje Cornelis, Pieter Cornelis, Catelijna Cornelis en Finsent Cornelis. Zij belooft uit te betalen 400
Carolusgulden waarvan 100 gulden direct bij hun trouwen.
Zij verbindt haar twee huizen op het Westeinde.
In 1697 kwitantie getoond door haar voor 100 gulden betaald aan Pieter.
1708
RA 5879 C, nr. 239.
Jellis Claasen gehuwd geweest met Lisabeth Neerincx, weduwe van Cornelis de Backer, met de verdere
erfgenamen: Fincent Cornelisse, Leendert van Akeren en Matteeuws Dircksen komen de boedelscheiding
overeen en daarbij is de gerechte helft in een klein huisje en erf, groot 59 roeden op het Westeinde, zijnde
erfpacht van 118 roeden land, toegevallen aan Jellis Claasen (dezelfde belendigen als boven).
1715
9 mei; RA 5879 C, nr. 104, 105:
Maria van Leeuwen, wed. van Jelles Claasse, verkoopt aan Cornelis Wale, dijkgraaf, een woonhuis en erf op het
Westeinde aan de Luijster, met 59 roeden land in erfpacht, naast Fincent de Backer, voor £. 8-13-4 contant. Met
verkoopvoorwaarden d.d. 17 april 1715. Het erf is in het geheel groot 118 roeden.
Henriëttepolder.
Aan de oostzijde van de polder Sint Philipsland werden de aldaar liggende schorren in 1776 ingedijkt in opdracht
van mr. J.G. Schorer, lid van Gecommitteerde Raden van de Staten van Zeeland, en van mr. J.A. van de Perre, oudvertegenwoordiger van de Eerste Edele in de Staten van Zeeland, beiden Middelburgers. Het werk ondervond tegenslag
door een storm, zodat dit eerst in 1777 gereedkwam. De polder kreeg officieel de naam Henrittepolder naar de
initiatiefneemster van de bedijking: Henriëtte Margareta van Hoorn - de Mauregnault, ambachtsvrouwe van Sint Philipsland.
De totale kosten van de bedijking en het geschikt maken van de grond voor de landbouw bedroegen 46.200 gulden.
In 1779 gingen de eigenaren ertoe over om de gronden te verdelen. Mr. J.G. Schorer verwierf het zuidelijke deel,
overeenkomend met 2/3 deel. Mr. J.A. van de Perre kreeg het noordelijke deel, zijnde 1/3 deel. Van de Perre verkocht in
1786 zijn land. Deze gronden kwamen in het bezit van de eigenaar van de boerderij Het Oude Baken. Voor deze 78
gemeten 284 roeden wordt verwezen naar deze boerderij.
Mr. J.G. Schorer liet op zijn grond in 1780 een boerderij bouwen. De totale kosten van de bouw bedroegen
ƒ. 12.235,10. Nog in hetzelfde jaar werd Pieter de Hamer, afkomstig uit Nieuwland, pachter. Hij werd in 1795 opgevolgd door
Jacobus Stols uit Steenbergen. In 1801 kocht deze de boerderij, de grond en tienden aan voor 52.000 gulden.
Er staan thans twee boerderijen in de Henriëttepolder, de hoeve Vredenburgh in het noordelijk gedeelte en de
Henriëttehoeve in het zuidelijk gedeelte.
Bevolkingsregister:
A 83
1813 - 1832
1826 - 1837
Samenvatting eigenaars:
periode
1780 - 1801
1801 - 1832
Jacobus Stols (landbouwer)
Abraham Verwijs (arbeider)
eigenaar
mr. J.G. Schorer, later zijn kinderen
Jacobus Stols
Samenvatting pachters/gebruikers:
periode
gebruiker
1780 - 1795
Pieter de Hamer
1795 - 1832
Jacobus Stols
Transacties enz.:
1777
8 december; RA 5882, nr. 130:
Adriaan van der Schoor, penningmeester van de nieuwe Henriëttepolder, geeft als onderpand alle schatbare
gemeten in de Henriëttepolder, t.w. 236 gemeten 252 roeden, voor de cijns van £. 3-11 jaarlijks op te brengen
t.b.v. het kantoor van de geestelijke goederen van de Staten van Zeeland.
1778
4 juni; Archief Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr. 33:
Akten voor Schepenen van Sint Philipsland. Cornelis van der Leck verkoopt namens mr. Herman Nederburgh,
gehuwd met Dina Adriana Spruyt, en Pieter van der Meulen Dirk.zn., gehuwd met Margaritha Cornelia Spruyt,
aan Adriaan van der Schoor, handelend namens mr. Johan Guillielmus Schorer 1/3 en 1/36 uit 1/4 in het 1/6 deel
nieuw bedijkte landen in de Henriëtthapolder voor £. 48-3-4, alsmede 1/3 en 1/36 uit 1/4 in het 1/6 deel in de
dijken en gorsettingen van Sint Philipsland en van de Henriëtthapolder met de schorren en aanwassen voor
£. 18-10.
1778
24 juni; Archief Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr.33:
Akten voor Schepenen van Sint Philipsland. Cornelis van der Leck verkoopt namens de kinderen van Stoffelina
Zandijk, weduwe van Leonardus van Duyn, aan Adriaan van der Schoor, handelend namens mr. Johan
Guillielmus Schorer 1/3 en 1/36 uit 1/4 in het 1/6 deel nieuw bedijkte landen in de Henriëtthapolder voor £. 48-3-4,
alsmede 1/3 en 1/36 uit 1/4 in het 1/6 deel in de dijken en gorsettingen van Sint Philipsland en van de
Henriëtthapolder met de schorren en aanwassen voor £. 18-10.
1779
10 juni; Archief Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr. 33:
Akten voor Schepenen van Sint Philipsland. Mr. Johan Guillielmus Schorer verkoopt aan mr. Johan Adriaen van
de Perre de Nieuwerve 1/3 deel in 6 gemeten 288 roeden 2 voeten, zijnde 2 gemeten 96 roeden 1 voet nieuw
bedijkte landen in de Henriëtthapolder voor £. 32-2-3, alsmede 1/3 deel in twee porties dijken en gorsettingen
van Sint Philipsland, ieder groot 1/3 en 1/36 uit 1/4 in het 1/6 deel, alsmede in de dijken en gorsettingen van de
Henriëtthapolder met de schorren en aanwassen voor £. 12-6-8, tesamen £. 44-8-11.
1779
21 juni; Archief Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr. 33:
Akte voor Schepenen van Sint Philipsland. Job Vis, notaris en procureur te Zierikzee, verkoopt namens Jan Arend
Godard Baron de Vos van Steenwijk tot Nijerwal, landdrost van Vollenhoven, aan de ambachtsheren van Sint
Philipsland, mr. Johan Guillielmus Schorer (voor 2/3 deel) en mr. Johans Adriaen van de Perre de Nieuwerve (voor
1/3 deel) 32 gemeten 153 roeden 10 voeten nieuw bedijkte landen in de Henriëtthapolder voor £. 674-10 of 3885
gulden, alsmede 1/6, na aftrek van twee porties van ieder 1/3 en 1/36 uit 1/4 van het genoemde 1/6 deel in de
dijken en gorsettingen van Sint Philipsland en van de Henriëtthapolder, met de aanwassen en schorren voor
£. 185-16-8 of 1115 gulden, tesamen £. 833-6-8 of 5000 gulden.
1779
21 oktober; Archief Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr. 35:
Akte van kaveling van de landen in de Henriëttapolder.
Aan mr. Johan Guliëlmus Schorer valt toe:
6e kavel - 45 gemeten 79 roeden
5e kavel - 45 gemeten 79 roeden
4e kavel - 45 gemeten 79 roeden
uit de 3e kavel - 22 gemeten 31 roeden
aan mr. Johan Adriaen van de Perre valt toe:
uit de 3e kavel - 11 gemeten 174 roeden
2e kavel - 33 gemeten 205 roeden
1e kavel - 33 gemeten 205 roeden
De polder is groot 236 gemeten 252 roeden (Schouwse maat). De kaveling werd opgemaakt aan de hand van
een akte van taxatie van de waarde van de kavels, opgesteld door Dingenis van de Linde en Marijnus
Reijngoudt.
1780
14 februari; Archief Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr. 34:
Bestek waarnaar mr. J.G. Schorer laat aanbesteden de bouw van een boerderij, bestaande uit een huis, schuur,
bakkeet, varkenskot, steenput enz. Het werk diende op 31 augustus 1780 onder dak te zijn en geheel klaar op 1
november 1780 . Aannemer werd Laurens van Hielen voor £. 999. Borgen: Anthony Simonse Quist en Anthonij de
Later. De aanbesteding vond plaats bij de wed. Jacob Lindhout in het Koffiehuis te Tholen. De totale kosten van
de bouw, inclusief de levering van het hout en het met riet dekken van het dak, bedroegen £. 2040-17. Bij het
bestek zijn tekeningen gevoegd. Ontwerper was Johan van der Lek te Oud-Vossemeer.
1780
20 mei; Archief Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr. 34:
Overeenkomst waarbij mr. J.G. Schorer verpacht aan Pieter De Hamer een hofstede en landen in de
Henriëttapolder gedurende 14 jaar voor 20 gulden per gemet, inclusief de tienden en voor 17 gulden exclusief
de tienden.
1786
13 oktober; Archief Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr. 36:
Concept-voorwaarden voor de verkoop door Adriaan van der Schoor namens mr. J.A. van de Perre van 78
gemeten 284 roeden land in de Henriëtthapolder, zijnde de 1e, 2e en 1/3 in de 3e kavel.
1786
13 oktober; RA 5881, nr. 28:
Volmacht van mr. J.A. van de Perre aan Adriaan van der Schoor, schepen van Tholen, voor de verkoop van 78
gemeten 284 roeden land in de Henriëttepolder.
1786
13 oktober; RA 5881, nrs. 27, 29:
Verkoop van 78 gemeten 284 roeden land in de Henriëttepolder aan Nicolaas van den Berg. t.w.
1e kavel 33 gemeten 205 roeden
2e " 33 " 205 "
3e " 11 " 174 " , voor £. 15 / gemet of voor in totaal £. 1084-4
1786
13 oktober; RA 5882, nr. 31:
Nicolaas van den Bergh is £. 600
schuldig aan zijn broer Cornelis van den Bergh. De
rente bedraagt 3,5 % en onderpand is het heden
gekochte land, t.w. 78 gemeten 284 roeden in de
Henriëttepolder. De schuld is voldaan op 19
augustus 1796 en doorgehaald op 15 juni 1797.
1794
16 juli; Archief Heerlijkheid Sint
Philipsland, inv.nr. 34:
De pachtovereenkomst tussen mr. J.G.
Schorer en Pieter De Hamer wordt voor een jaar
verlengd. De pachtsom bedraagt £. 500.
1801
4 mei; Archief Heerlijkheid Sint
Philipsland, inv.nr. 34:
Adriaen van der Schoor verkoopt
namens mr. Johan Willem Schorer en David Izack
Schorer, de tweede mede namens Hermanus
Roijaards, gehuwd met Johanna Henriëttha
Schorer, en mr. Jan Hinlopen, gehuwd met Anna
Elisabeth Schorer, aan Jacobus Stols een hofstede
met 157 gemeten 268 roeden in de
Henriëtthapolder, te weten 2/3 in de 3e kavel langs
de limietsloot van de landen van Nicolaas van den
Bergh, voorts de 4e, 5e en 6e kavel, alsmede 14
gemeten 106 roeden tienden, zijnde 2/3 delen.
Koopsom: 50.000 gulden voor de hofstede, grond
en tienden en 2000 gulden voor de hekkens,
staken en andere losse goederen en de afkoop
van de pacht. Hiervan is 19.000 gulden contant
voldaan. Voor het restant wordt een
schepenschuldbrief gepasseerd tegen 5 % rente.
N.B. De verkoop was vastgelegd in een
onderhandse akte, getekend te Middelburg d.d.
10 maart 1801 en in een akte, gepasseerd voor
notaris Leendert van der Linde te Middelburg, d.d.
4 april 1801.
1801
4 mei; Archief Heerlijkheid Sint
Philipsland, inv.nr. 34:
Jacobus Stols verklaart schuldig te zijn
aan mr. Johan Willem Schorer, mr. Jacob Hendrik
Schorer, David Izak Schorer, prof. Hermanus
Rooijaards, gehuwd met Johanna Henriëttha
Schorer, en mr. Jan Hinlopen, gehuwd met Anna
Elisabeth Schorer 33.000 Carolusgulden of £. 5500,
af te lossen na vijf jaar, met een rente van 5 %
onder verband van de verkochte hofstede, landen
en tienden, de vruchten, hooi, stro, paarden, vee,
landbouwgereedschappen enz.
Index Henriëttepolder.
1786 Bergh, Nicolaas van den
1786 Bergh, Cornelis van den
1778 Duyn, Leonardus van
1780 Hamer, Pieter de
1780 Hielen, Laurens van
1801 Hinlopen, Jan
1780 Later, Anthonij de
1778 Lek, Cornelis van der
1780 Lek, Johan van der
1779 Linde, Dingenis van de
1801 Linde, Leendert van der
1780 Lindhout, Jacob
1778 Meulen, Pieter Dirksz. van der
1778 Nederburgh, Herman
1778 Perre de Nieuwerve, Johan Adriaen van de
1780 Quist, Anthony Simonse
1779 Reijngoudt, Marijnus
1801 Rooijaards, Hermanus
1777 Schoor, Adriaan van der
1801 Schorer, Anna Elisabeth
1801 Schorer, David Izack
1801 Schorer, Jacob Hendrik
1778 Schorer, Johan Guillielmus
1801 Schorer, Johan Willem
1801 Schorer, Johanna Henrittha
1778 Spruyt, Dina Adriana
1778 Spruyt, Margaritha Cornelia
1801 Stols, Jacobus
1779 Vis, Job
1779 Vos van Steenwijk, Jan Arend Godard Baron de
1778 Zandijk, Stoffelina
Op 27 juli 1846 kwam bij de gemeente een verzoek binnen om woonruimte vrij te maken voor
Commies A. Smaal. Gedacht werd aan het wachthuisje bij de haven, maar, zo berichte de gemeente
op 8 augustus 1848: “Wij hebben na gedane onderzoek met geene zekerheid te weten kunnen
komen of dat gebouwtje het eigendom van een particulier zoude kunnen zijn”. De woningnood was
op dat moment groot. In hetzelfde schrijven deelde de gemeente mee: “dat in de vorige week een
soort van huisje of tent in het zogenaamde Karreveld, even buiten het dorp, om huisvesting voor
hem en zijn gezin te hebben, welke gebouwtje reeds het zevende van die soort op de genoemde
plaats is”. De gemeente voelde zich gelukkig dat het gezin met de oprichting van hetzelve geholpen
is kunnen worden. Er bestond echter goede hoop: “dat er met November aanstaande een woning
voor Smaal zou zijn welke geschikt is”.
Het Karreveld was al voor 1900 volgebouwd met eenvoudige arbeiderswoningen. In het verlengde
daarvan werd langs de Zuiddijk nog gebouwd tot 1915. Tot medio 1925 verkocht Adriaan van
Dijke, aansluitend, nog vier kavels bouwgrond op de Lange Weide. Daarna werden ten oosten van
het Karreveld in 1928 twaalf woningen gebouwd in de Wilhelminastraat.
Het dorp in 1653. Detail van de kaart van de verdeling van
Kavel B, vervaardigd door Gideon Heylinck
Sint Philipsland met op de voorgrond de Krabbenkreek. Op deze foto de Oude polder, met het dorp,
en de Anna Jacobapolder ten zuiden van de Rijksweg. Deze in 1938/1940 aangelegde betonweg van
de watertoren naar het veer Zijpe-Anna Jacobapolder deelde het eiland in tweeën.