Campuskrant

Transcription

Campuskrant
Tijdschrift
Toelating gesloten verpakking
2099 Antwerpen X - n° BC 6379
Verschijnt maandelijks,
uitgez. juli en aug.
Afgiftekantoor
2099 Antwerpen X
België-Belgique
P.B.
2099 Antwerpen X
PB 8/1779
Campuskrant
erkenning: p303221
14 nov 2007 | nr 3 | 19de ja argang | w w w.kuleu ven.be/ck/
t ijdschr if t va n de k.u.leu v en
3
Onderzoek
GEVONDEN PAPYRUSCODEX
IS BRON VAN MYSTERIES
5
9
Gastcollege Tom Barman
DEUS-FRONTMAN DOCEERT OVER
MUZIEK EN BEELDENDE KUNST
UUR KULtUUR
STERRENKIJKEN
MET STIJN MEURIS
Miljoenste
donor
Twee keer per jaar helpen
studentenverenigingen LBK en
Medica het Rode Kruis om de
groep trouwe bloeddonoren uit
te breiden, met hun initiatief
Bloedserieus. De actie kreeg deze
keer een bijzonder cachet: de
19-jarige studente Fabienne Van
Mierloo is de miljoenste donor
sinds de start van Rode Kruis
Vlaanderen in 1972. Het ging
meteen ook om de elfmiljoenste
bloedgift. In het Gymnasium van
het sportkot stond Fabienne op 13
november wat van haar bloed af
en kreeg ze een geschenkpakket
in ruil.
(© Rob Stevens)
50 jaar spitsonderzoek naar oorzaken van zwangerschapsvergiftiging
Is onvruchtbaarheid een strategie om
zwangerschapscomplicaties te voorkomen?
V
ijftig jaar onderzoek naar
zwangerschapsvergiftiging
staat centraal tijdens een
symposium dat het Departement Vrouw en Kind van de Faculteit
Geneeskunde eind deze maand organiseert. Zwangerschapsvergiftiging of
pre-eclampsie wordt vastgesteld door
een bloeddrukstijging en het verschijnen van eiwit in de urine bij de moeder.
In het ergste geval leidt de aandoening
tot eclampsie of zwangerschapsstuipen, wat levensbedreigend kan zijn.
Foetussen van een pre-eclamptische
zwangerschap vertonen vaak een ernstige groeiachterstand.
Hoewel de precieze oorzaak nog
steeds niet achterhaald is, gaan artsen
ervan uit dat de ziekte te maken heeft
met een onaangepastheid van de fysiologie van de moeder aan de — belastende — zwangerschapsconditie.
“Het onderzoek concentreert zich al
jarenlang op het zogenaamde placental
bed — dat deel van de baarmoederwand
dat onder de placenta gelegen is. Preeclampsie gaat namelijk gepaard met
een verminderde toevoer van bloed
naar de placenta en men probeert een
antwoord te vinden op de vraag naar
Verschijningsdata Campuskrant 2007-2008
Eén van de meest gevreesde zwangerschapscomplicaties is
pre-eclampsie. De ziekte — die moeder en kind fataal kan zijn
— is al sinds de Oudheid bekend maar de precieze oorzaak is
nog steeds onduidelijk. De K.U.Leuven is al een halve eeuw
koploper in het onderzoek naar zwangerschapsvergiftiging en
langzaamaan worden raakvlakken duidelijk met subfertiliteit:
misschien is onvruchtbaarheid een strategie van de natuur om
pre-eclampsie te voorkomen?
Henk Van Nieuwenhove
het hoe en waarom van die verstoorde
bloedtoevoer, door een beeld te krijgen
“Vrouwen die zwanger
zijn na een vruchtbaarheidsbehandeling
hebben een verhoogd
risico op pre-eclampsie.”
van de microscopische weefselstructuur van de bloedvaten in de placenta
en de defecten die daar optreden”, zegt
nr.
Verschijningsdatum
4
12 december
professor Robert Pijnenborg, als bioloog verbonden aan het Experimenteel
Labo Gynaecologie.
“Een halve eeuw onderzoek heeft
duidelijk gemaakt dat pre-eclampsie
een zeer complexe ziekte is, maar in
ieder geval te maken heeft met een
op het niveau van het placental bed
gebrekkige aanpassing aan de zwangerschap. De conditie van de moeder
speelt ook een belangrijke rol. Daarom
spitst een deel van het onderzoek zich
vandaag toe op bepaalde patiëntengroepen, diabetici of zwaarlijvigen bijvoorbeeld, die een hogere kans hebben
om pre-eclampsie te ontwikkelen.”
5
16 januari
6
13 februari
In vitro
”Statistieken tonen aan dat ook vrouwen met een onverklaard vruchtbaarheidsprobleem en vrouwen die
zwanger zijn na een vruchtbaarheidsbehandeling een verhoogd risico hebben op pre-eclampsie — net als op
andere
zwangerschapscomplicaties
zoals vroeggeboorte”, zegt Robert Pijnenborg. “Dat is een zeer intrigerende
vaststelling en met de woorden van collega Myriam Hanssens kan men zich
afvragen of de natuur soms ingrijpt om
te ontsnappen aan de dreiging van preeclampsie.”
In de UZ Leuven wordt nog steeds
spitsonderzoek verricht om een beter
zicht te krijgen op de mechanismen
die leiden tot pre-eclampsie. Het ziet
er naar uit dat de fysiologie van de
vrouw op het ogenblik van de zwangerschap bepalend kan zijn voor de
risico’s op het einde van de zwangerschap, zodat aan preventie gedacht
moet worden nog voor de zwangerschap een feit is.
Symposium ‘The Placental Bed: Pregancy
Outcome in Subfertile Women’, van 29
november tot 1 december, Leuven.
7
12 maart
8
16 april
2
Inhoud
nieuws
14.11.2007
campuskrant
4
Het EI van Ewout
Thesisprijs
Website K.U.Leuven
krijgt AnySurfer-label
4
dEUS-frontman geeft
gastcollege
5
Tom Barman doceert
6
Hoezo onverklaarde
lichamelijke klachten?
Symposium
6
De VAPL durft op de
tafel te kloppen
Vereniging Academisch Personeel
Ethisch Forum
8
Ingenieurs en
ontwikkelingswerk
Van Cauterenleerstoel
9
Sterrenkijken met
Stijn Meuris
De Collega’s:
Jan Blanckaert
10
Nieuw examensysteem
in SAP
10
Academisch Erfgoed
11
Thermotechnisch Instituut
Honderd jaar
Vliebergh-Senciecentrum
12
Hoe communiceer je
wetenschappen?
13
Publicatie
Leven na Leuven:
Ivo Marechal
14
CEO Onderneming van het Jaar
Kamerbreed
Praktijkgebaseerd
onderzoek groeit fors
15
16
Associatie
“Onze zorgmodellen
zijn niet bij de tijd”
17
Leerstoel Kind, Ontwikkeling
en Samenleving
Nieuwe leerstoel
Civil Society
17
Ad valvas
18
19
Rechtgezet
Was de verboden vrucht in
het aards paradijs een appel?
500 woorden
Priester Koen Verheire
20
(© Rob Stevens)
7
Moet de universiteit
waarden bijbrengen?
Open tropen
Met een gevarieerd programma — van sportieve geocoaching tot ‘wetenschap aan
de toog’ — wist de eerste Dag van de Leuvense Bio-Ingenieur op 10 november 520
bezoekers te lokken. Doel van de B.Ir.-Dag was om iedereen die op één of andere
manier met de faculteit verbonden is samen te brengen. Van de gelegenheid werd
ook gebruik gemaakt om de nieuwe Tropische Serres officieel te openen. Het
Laboratorium Tropische Plantenteelt van professor Swennen zal er onderzoek op
bananenplanten uitvoeren. De twee bezoekers op de foto lijken zich alvast prima thuis
te voelen tussen de tropische planten.
Forum: Ivo Nuyens over financiering universiteiten
Een ‘cordon académique’ voor
de humane wetenschappen?
Men zal zich herinneren hoe net voor het zomerreces het voorstel van minister Vandenbroucke
om de financiering van onze universiteiten mede
te gaan koppelen aan hun onderzoeksoutput,
aanleiding gaf tot heel wat gemorrel, manifesten, krantenkolommen en dies meer, voornamelijk dan vanuit de hoek der humane wetenschappen. Bekommerd om de “bureaucratisering van
de universiteit” en “de academische vrijheid”
bepleiten deze verontruste humane wetenschappers in feite de on-meetbaarheid van hun onderzoek en nemen zij verder ook afstand van de
“managerachtige, rationele manier” waarop Big
Frank zich met hun onderzoek gaat bemoeien.
Merkwaardig genoeg is die academische stormloop momenteel geluwd. Reden temeer om orde
op zaken te stellen: waarover gaat het debat en
waarover zou het in feite dienen te gaan?
1. Dat wetenschappelijk onderzoek tot de hoofdopdrachten van de universiteit behoort, wordt door
alle betrokken partijen aanvaard en daarover gaat
de discussie dus niet.
2. Er bestaat ook weinig of geen controverse om
het verdelen van werkingsmiddelen niet langer en
uitsluitend op het aantal — al of niet allochtone
— studenten te baseren, maar om ook de onderzoeksoutput hierin te laten meespelen. Bovendien
staat niet het principe van een geobjectiveerde verdeelsleutel in vraag maar wel het instrument om tot
die objectivering te komen: hoe onderzoeksoutput
zichtbaar maken, evalueren, en eventueel meten?
3. Maar waarom doen we in feite onderzoek? Voor
de enen gaat het om een doel op zichzelf, een nooit
eindigende ontdekkingsreis op zoek naar nieuwe
methodologische en theoretische wetmatigheden,
“een wispelturig proces van kennisgaring en culturele vorming”. Anderen zweren bij het toepassen en
definiëren onderzoek als een instrument om problemen op te lossen. Fundamenteel versus toegepast
onderzoek dus. Ten onrechte voorgesteld als twee
antipolen want innovatie en toepassing vormen
geen concurrentiële objectieven maar wel interdependente punten op een continuüm. Voor het
evalueren van onderzoek is dit onderscheid tussen
beide types van onderzoek echter wel belangrijk,
voornamelijk omdat het twee verschillende, maar
complementaire criteria aanreikt voor het evalueren van onderzoeksoutput: kwaliteit en excellentie versus relevantie en impact. Waar staan we met
beide criteria in het huidige debat?
4. Vooreerst kwaliteit en excellentie of het strikt
naleven van een aantal spelregels die de validiteit
van onderzoeksresultaten waarborgen. Ondanks
aanhoudend epistemologisch krakeel, bestaat er
onder wetenschappers (exacte en humane) een
consensus over een reeks methodologische en theoretische criteria voor het toetsen van kwaliteit.
Deze criteria vinden hun toepassing in zogenaamde
peer reviews: daarmee bewaken we niet alleen de
toegang tot onderzoeksfondsen maar ze vormen
tevens de sleutel op het slot van nationale en inter-
“De notie impact zou wel eens
een uitweg kunnen bieden om
het stilgevallen debat
opnieuw op gang te trekken.”
nationale tijdschriften. Voor het fundamenteel onderzoek, ook in de humane wetenschappen, wordt
hier gewerkt met bibliometrische indicatoren of
het tellen van publicaties en citaties. Met dergelijk
instrument wil nu ook de minister natrekken of hij
value for money krijgt. De verontruste humane wetenschappers stellen evenwel dat zulk systeem mogelijk
werkt voor exacte wetenschappen maar zeker niet
voor hun eigen vakgebied waarvoor de “onmeetbaarheid” wordt bepleit. Onze critici wijzen niet alleen relevantie en doenbaarheid van deze metingen
van de hand, maar ze formuleren ook geen alternatieve evaluatiemethoden: de klassieke academische
toren of, iets modieuzer, een cordon académique
rond het eigen vakgebied.
 pagina 18
campuskrant
nieuws
14.11.2007
Het raadsel van
de Tongerse papyruscodex
Het verhaal van de papyruscodex uit Tongeren leest als een stripalbum van Kuifje. Als bij toeval
spitte een pientere museumbediende bij de tijdelijke verhuizing van het Gallo-Romeins Museum
een vreemd voorwerp zonder inventarisnummer te voorschijn waarvan men het bestaan niet vermoed had. Papyroloog Willy Clarysse werd erbij gehaald om het grote mysterie uit te vlooien. De
ene verrassing volgde op de andere.
Henk Van Nieuwenhove
P
rofessor Clarysse klinkt nog
steeds geëxalteerd als hij
zijn verhaal doet. “Omdat het
Gallo-Romeins museum een
grondige beurt krijgt, werd de collectie
tijdelijk verhuisd naar de oude gevangenis van Tongeren. Bij die gelegenheid
werd een aantal voorwerpen van onder
het stof gehaald. Zo vond een van de bedienden in een doos tussen onder meer
houten schrijftafeltjes uit de Romeinse
tijd, een klein bijna vierkant object dat
eruit zag als een stuk boomschors. Het
toeval wil dat de man tien jaar voordien
de papyrustentoonstelling ‘Keizers aan
de Nijl’ die ik georganiseerd had, gezien
had. Hij vond dat het object verrassend
leek op de papyri die hij daar gezien
had. Om zeker te zijn werd ik erbij geroepen, en jawel hoor, de man had het
bij het rechte eind.”
Middeleeuws
Een interessante ontdekking, maar tot
hiertoe is er niets sensationeels aan de
hand. Vermits de codex wordt gevonden samen met een aantal Romeinse
schrijftafeltjes uit de 3de en 4de eeuw
na Christus, is de link meteen gelegd.
Maar wetenschappers hebben geleerd
sceptisch te staan tegenover het vanzelfsprekende. Museumarcheoloog Guido Cremers besloot de codex toch maar
aan een radioactief koolstofonderzoek
te laten onderwerpen om de precieze
ouderdom te bepalen.
“Volgens dateringsspecialist Mark
Van Strydonck dateert het object met
95 procent waarschijnlijkheid van de
periode 880-990 van onze jaartelling”,
zegt Willy Clarysse. “De papyrus is dus
helemaal niet Romeins, maar stamt uit
de vroege middeleeuwen. En dat is des te
merkwaardiger omdat de Merovingers
en zelfs de Egyptenaren dan al eeuwen
geen codices van papyrus meer gebruikten. Die stelling wordt nu dus op de helling gezet door de vondst in Tongeren.”
Hersenscan
De papyrus is van een fijne kwaliteit.
3
“ ”
geciteerd
De ingrijpdrempel
Het L a atste Nieu ws, 19.10.2007
—
Een 15-jarige jongen wordt in Oostende anderhalf uur lang op straat mishandeld en niemand komt tussenbeide: zijn we zo bang om een mens
in nood te helpen? Criminoloog Davy
Dhondt schreef zijn eindverhandeling aan de K.U.Leuven over ‘de rol
van omstanders bij geweld op straat’.
“Hoe meer mensen aanwezig zijn,
hoe minder snel iemand zal ingrijpen. Omdat iedereen denkt: ‘De anderen grijpen niet in, dus zo erg zal
het wel niet zijn.’ Of iedereen denkt:
‘Waarom zou ik iets doen, er zijn
hier zoveel mensen.’ Er zijn al gevallen geweest van een kind dat in het
water valt en verdrinkt, terwijl er
tien mensen staan te kijken. Onbewust schuiven we de verantwoordelijkheid door naar de anderen.”
“Als één persoon ingrijpt, zal de rest
volgen. Alleen is het de vraag wie als
eerste ingrijpt. Je moet als slachtoffer
‘het geluk hebben’ dat er iemand met
de juiste achtergrond — zoals een cursus gevechtstechnieken — tussenzit
die het initiatief neemt.”
Elftaal
Het L a atste Nieu ws, 31.10.2007
—
De codex dateert verrassend genoeg uit de vroege middeleeuwen (© ingezonden)
Allicht werd de codex tijdens de middeleeuwen in een bibliotheek bewaard.
Sporen van vocht zijn zichtbaar, waardoor het document bijzonder kwetsbaar is. De codex werd onderzocht door
middel van fotografische opnamen
onder UV-belichting en niet-destructieve X-straal fluorescentie metingen
aan beide zijden. Een CT-scan in het UZ
“Dit verhaal is zo
onwaarschijnlijk dat
ik net als de renners in
de Tour de France een
tegenexpertise
heb gevraagd.”
Gasthuisberg maakte het mogelijk om
in de papyrus ‘te kijken’ en er op virtuele wijze doorheen te bladeren.
“Na grondig onderzoek hebben we
nog geen uitsluitsel of er binnenin nog
tekst te vinden is, laat staan dat we die
nog kunnen ontcijferen”, aldus de Leu-
vense papyroloog. “Eén kans op drie is
het een bijbel, allicht in het Latijn. Is
dat niet het geval, dan wordt het nog
boeiender. Het kan ook een heiligenleven bevatten of een kloosterboekhouding. Alleen gespecialiseerde restaurateurs, die het vak meestal hebben
geleerd op de rollen van Herculaneum,
kunnen ons wijzer maken. Zo’n restauratie is echter heel duur. Eén bladzijde
openleggen kost zo’n restaurateur een
week werk. Onderzoek zal ook moeten
uitmaken of de gebruikte papyrus van
Egypte of van Sicilië afkomstig is. Als
het papyrus Egyptisch zou zijn, staan
we helemaal voor een raadsel.”
Tegenexpertise
Het merkwaardige van dit verhaal is
dat de bewust papyruscodex des te interessanter wordt naarmate hij jonger
is. Zo’n code uit de 10de eeuw is uniek
in de wereld, en derhalve een anachronisme. Tenzij… “Het is zo onwaarschijnlijk dat ik net als de coureurs in de Tour
de France een tegenexpertise heb gevraagd”, lacht Willy Clarysse. Wordt
ongetwijfeld vervolgd.
Als de tienjarige Arpan Sharma op reis
gaat, is de kans groot dat hij zich in de
plaatselijke taal kan uitdrukken. Het
kind spreekt immers niet alleen Engels en Hindi, zijn ‘moedertalen’ die
hij van zijn Brits-Indische ouders leerde. Hij beheerst ook het Frans, Spaans,
Duits, Italiaans, Swahili, Chinees,
Pools, Thais en Loeganda, een dialect
uit het Afrikaanse land Oeganda. (...)
Taalwetenschapper Inge Zink (Faculteit Geneeskunde — red.) verwondert
zich over het verhaal van de jongen.
“Tweetaligheid is voor kinderen helemaal geen probleem, wereldwijd is de
meerderheid van de kinderen tweetalig. Ook drie talen leren jongeren
met gemak, maar elf? Ik vraag me af
of hij zich wel in elke taal goed kan
uitdrukken. Wanneer het voor hem
moeilijker zal worden een nieuwe
taal te leren? Voor je puberteit kan je
een taal nog accentloos leren spreken,
dus in dat opzicht ben je beter af als
je op jonge leeftijd een nieuwe taal
leert. Nadeel is wel dat je pas met het
ouder worden de grammatica van je
eigen taal leert beheersen en die van
andere talen ermee kan vergelijken. ”
Het Prince-principe
De Morgen, 8.11.2007
—
Betere diagnose van eierstoktumoren met echografie
Een echografie is nauwkeuriger
dan bloedonderzoek om te bepalen of een eierstoktumor goed- of
kwaadaardig is. Dat blijkt uit een
studie onder leiding van professor Dirk Timmerman van de
Afdeling Gynaecologische Beeldvorming. Zowel artsen van de UZ
als onderzoekers van de Faculteit
Ingenieurswetenschappen werkten eraan mee. De resultaten van
de studie verschenen gisteren in
het Amerikaanse Journal of the
National Cancer Institute.
Als bij een vrouw een gezwel op de eierstokken vastgesteld wordt, kan de arts een
bloedstaal nemen en dat onderzoeken op
de aanwezigheid van een zogenaamde
tumormerker, het eiwit CA-125. Is de hoeveelheid CA-125 verhoogd, dan kan dat
wijzen op ovariumkanker in een vroeg
stadium. De methode wordt ook gebruikt
na operaties om te zien of de tumoren te-
rugkomen, of tijdens chemotherapie om
te controleren of de behandeling aanslaat. Maar ze is niet echt nauwkeurig.
Goedaardige gezwellen worden soms als
kwaadaardig gemarkeerd en omgekeerd,
enerzijds omdat CA-125 kan stijgen door
goedaardige oorzaken en anderzijds omdat niet alle ovariumkankers een invloed
hebben op CA-125.
Een alternatief is echografie, beeldvorming met ultrasone geluidsgolven. De
verschillende soorten tumoren laten op
het scherm een verschillend patroon zien.
Een ervaren specialist beeldvorming kan
zo het onderscheid maken tussen goedaardige en kwaardige gezwellen.
Welke operatie?
Uit het onderzoek van professor Timmerman en zijn collega’s bij meer dan
1.000 vrouwen blijkt dat echografie
nauwkeuriger is dan een bloedtest. De
beeldvormingsspecialisten stelden bij
93 procent van de onderzochte tumoren
een correcte diagnose; bij de bloedtest
met de CA-125-methode was dat 85 procent. De onderzoekers wijzen op het nut
van een echografie en van een degelijke
opleiding van specialisten. Dat zou de
bloedtesten overbodig kunnen maken.
“In de eerste plaats is een correcte
diagnose belangrijk voor een goede
behandeling en goede genezingskansen,” zegt Dirk Timmerman. “Het soort
gezwel bepaalt het soort operatie. Een
kwaardaardige tumor wordt verwijderd
met een klassieke open ingreep, bij een
goedaardige kan het in veel gevallen
met een kijkoperatie. Als een kwaadaardige tumor verkeerdelijk als goedaardig wordt behandeld, kun je meer
schade veroorzaken dan goed doen.”
Als een goedaardige tumor wordt behandeld als een kwaadaardige, zijn er
ook negatieve gevolgen voor de patiënte:
ze ondergaat onnodig een operatie die
zware littekens nalaat. “Daar speelt bovendien de invloed op de gezondheidszorg,” zegt Timmerman. “Een open ingreep vraagt extra onderzoeken, lange
uren in het operatiekwartier en een uitgebreide nazorg, met andere woorden:
dat kost heel veel. Bij een verkeerde diagnose is dat geld in het water gegooid.”
De Amerikaanse popster Prince
dreigt ermee duizenden van zijn fans
gerechtelijk te laten vervolgen omdat
ze, door het illegale gebruik van zijn
beeltenis op het internet, het auteursrecht overtreden. (...) Volgens Jos Dumortier, hoogleraar informatie- en
technologierecht aan de K.U.Leuven,
heeft Prince de wet aan zijn kant, al
stelt hij meteen dat het auteursrecht
nationaal geregeld is en dus verschilt
van land tot land. “In België bestaat
er zoiets als het persoonlijkheidsrecht, waar het recht op afbeelding
een uitzondering op vormt. Om
iemands portret af te drukken en
te publiceren heb je in principe de
toelating van de betrokkene nodig,
tenzij die toevallig voorkomt op een
straatbeeld. Ook moet het portretrecht worden afgewogen tegen andere rechten en vrijheden, waaronder
de persvrijheid. Zo mag je foto’s van
politici of mediafiguren publiceren
als die betrekking hebben op actuele gebeurtenissen. Platenhoezen
of reportagefoto’s mogen dan weer
slechts eenmalig worden gebruikt,
in een heel specifieke context.”
4
nieuws
14.11.2007
KORTNIEUWS
Maatschappelijk verantwoorde masterscriptie
Ewout Stoefs wint EI
FETEW wordt FEB
Voortaan heet de Faculteit ETEW
Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, kortweg FEB. In het Engels wordt dat Faculty of Business
and Economics.
Top 100
In de World University Rankings
van The Times Higher Educational Supplement (THES) staat de
K.U.Leuven als enige Belgische
universiteit in de top 100, meer
bepaald op de 61ste plaats.
Overgewicht
Ongeveer 1 op 7 van de Vlaamse
jongens en meisjes tussen 9 en 10
jaar heeft te kampen met overgewicht. Twee procent lijdt zelfs
aan obesitas. Dat blijkt uit een
onderzoek onder leiding van professor Jan Seghers (Departement
Humane Kinesiologie). Uit een
eerste analyse blijkt dat het al dan
niet actief zijn in een sportclub en
het aantal uren tv-kijken per dag
in belangrijke mate het risico op
overgewicht bepalen.
Buitenlichamelijk
Een team van Belgische artsen,
onder wie medewerkers van
de K.U.Leuven/UZ Leuven is er
in geslaagd om de plaats in de
hersenen in beeld te brengen die
verantwoordelijk is voor de zeldzame out-of-body experience. Het
onderzoek verscheen in The New
England Journal of Medicine.
De vaststellingen dragen bij tot
inzicht in de wijze waarop onze
hersenen in staat zijn om onze
zelfperceptie te creëren. Wetenschappers gaan ervan uit dat
een buitenlichamelijke gewaarwording ontstaat wanneer onze
hersenen er niet langer in slagen
om onze zelfwaarneming, tastzin,
gezichtsvermogen en evenwichtszin met elkaar te integreren.
Dat kan onder meer gebeuren
tijdens een aanval van epilepsie of
migraine.
Erosie en broeikas
Erosie van landbouwgrond,
veroorzaakt door onder meer
ploegen, heeft weinig of geen
invloed op het broeikaseffect. Dat
blijkt uit een studie die Kristof Van
Oost (Afdeling Fysische en Regionale Geografie) samen met enkele
buitenlandse collega’s publiceerde in Science. Ze weerleggen
daarmee onder meer de theorie
dat de in de grond opgeslagen
koolstofdioxide door het omkeren
en verschuiven van de grond in de
atmosfeer terechtkomen.
Nieuw doelwit voor
behandeling van blaasziektes
Onderzoekers van het laboratorium voor Ion Channel Research en de
Afdeling Experimentele Urologie
van de K.U.Leuven/UZ Leuven hebben een ionenkanaal geïdentificeerd dat het vullen en legen van
de blaas regelt. De ontdekking
biedt belangrijke perspectieven
voor de behandeling van onder
meer incontinentie.
Groentetas
De K.U.Leuven, de KH Leuven en
het Lemmensinstituut bieden hun
studenten een Groentetas aan.
Daarmee kunnen ze wekelijks
voor vijf euro een portie biologische groenten en fruit ophalen,
geteeld door de medewerkers van
een sociaal tewerkstellingsproject.
campuskrant
Ieder jaar reikt het Vlaams Netwerk voor Zakenethiek het EI van MVO uit aan studenten die een
masterscriptie maakten rond maatschappelijk verantwoord ondernemen. Laureaat dit jaar is
bio-ingenieur Ewout Stoefs. Zijn scriptie handelt over ‘Framing als strategie voor effectieve communicatie over fair trade producten’. Promotor was professor Erik Mathijs, landbouw- en milieueconoom aan de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen.
Henk Van Nieuwenhove
M
aatschappelijk Verantwoord
Ondernemen (MVO) is een
thema dat zowel vanuit de
bedrijfswereld als vanuit de politiek op
groeiende interesse kan rekenen. Er is
dan ook steeds meer vraag naar academische kennis.
Doel van het eindwerk van Ewout
Stoefs was aanbevelingen te formuleren die kunnen leiden tot meer effectieve communicatie over fair trade.
Om de effectiviteit van de communicatieboodschappen te meten, maakte
hij gebruik van framing: de manier
waarop een verhaal verteld wordt. Framing staat voor het selectieve gebruik
van beelden, symbolen, metaforen en
boodschappers en de wijze waarop
deze signalen onze gemeenschappelijke en duurzame culturele modellen
prikkelen.
De studie werd gevoerd in samenwerking met supermarktketen Colruyt en
de NGO Vredeseilanden. Stoefs: “Colruyt en Vredeseilanden hebben een
project opgestart samen met boerenfamilies in het Afrikaanse Benin om
ecologisch en maatschappelijk verantwoord rijst te telen en in de Belgische
supermarkten aan de man te brengen.”
Buitenbeentje
Een van de belangrijkste conclusies uit
de masterproef is dat het heus niet zo
onoverkomelijk is om de Vlaamse consumenten te winnen voor fair trade
producten. Als de boodschap maar
op de juiste manier geformuleerd en
doorgegeven wordt: “Het probleem zit
hem vooral in de gebruikte terminologie. Er wordt geschermd met termen
Stoefs’ boodschap
naar het beleid:
gebruik klare taal
om maatschappelijk
verantwoord
consumeren te
stimuleren.
als duurzaam, bio, organisch, ecologisch, maatschappelijk verantwoord,
Max Havelaar, Colibri, fair trade en
dan vergeet ik er nog een aantal. Op
de duur zien de mensen door de bomen het bos niet meer.” En dat is meteen de boodschap die hij geeft naar
het beleid: klare taal gebruiken in de
boodschappen naar de consument om
maatschappelijk verantwoord consumeren te stimuleren.
Via zijn onderzoek ging Ewout Stoefs
als bio-ingenieur landbouwkunde, gespecialiseerd in tropen en sub-tropen,
te leen bij diverse andere studiedomeinen, zoals communicatie, marketing,
psychologie en toegepaste economie.
“In die zin ben ik een buitenbeentje”,
zegt hij. “Maar ik denk dat het om nuttige en waardevolle aanvullingen gaat
bij mijn curriculum als landbouweconoom, zeker als je interesse hebt voor
beleid.”
Zelf is hij ondertussen als beleidsmedewerker verbonden aan het Departement Landbouw en Visserij van de
Vlaamse Overheid. Had hij dan geen
zin om het project in Benin verder op te
volgen? “Graag, maar dat zat er voorlopig niet in. Ik ben wel van plan om nog
een jaartje in het buitenland te gaan
studeren. Ik wil graag nog een master
politieke economie halen. Maar eerst ga
ik bij de Belgisch Technische Coöperatie nog een coöperantencursus volgen.
Ooit zie ik mezelf wel in de tropen terecht komen.”
Website K.U.Leuven krijgt AnySurfer-label
DIVeRS ITeIT
De recent vernieuwde website
van de K.U.Leuven kreeg het
Anysurfer-label toegekend.
Het gaat om een Belgisch kwaliteitslabel voor gebruiksvriendelijke webpagina’s.
Al sinds de jaren 70 werkt de Werkgroep Gehandicapte Studenten aan
gelijke kansen voor studenten met een
functiebeperking, onder meer op het
gebied van studiekeuze, huisvesting
en sport. Ook bij de vernieuwing van
de website werd er in sterke mate rekening mee gehouden dat de pagina’s ook
voor blinde, slechtziende, slechthorende en motorisch gehandicapte surfers
toegankelijk moeten zijn.
“Om het Anysurferlabel te krijgen
moet je eerst en vooral voldoen aan een
aantal technische criteria”, legt Raf van
Kuyck, hoofd van de Cel Internetcommunicatie, uit. “Zo zijn onze webpagina’s nu beter geschikt voor kleinere
beeldschermen zoals dat van een gsm
of zakcomputer en zijn ze bruikbaar in
iedere webbrowser. En uiteraard zijn ze
ook heel toegankelijk voor mensen met
een functiebeperking. Blinden bijvoorbeeld, die meestal met een brailleregel
of screenreader surfen, zullen alleen
die informatie lezen of horen die echt
relevant is. Onnodige beelden, kleuren
of opmaakprofielen kunnen ze eenvoudig uitschakelen. Andere pluspunten
— niet alleen voor mensen met een
visuele handicap — zijn gemakkelijk
vergrootbare lettertypes, duidelijk ingedeelde teksten en het ontbreken van
flitsende beelden.”
De K.U.Leuven is de eerste Vlaamse
universiteit met het label. “Vijf jaar geleden hielden we ook al rekening met
toegankelijkheid, maar toen waren
de mogelijkheden beperkt,” zegt van
Kuyck. “Dankzij nieuwe technologieën
gaat het nu een stuk gemakkelijker.”
(ll)
Stageplaatsen voor studenten met
een functiebeperking
In het kader van de overeenkomst
over e-accessibility met de K.U.Leuven
geeft IBM niet alleen financiële en
technische steun, maar biedt het bedrijf ook stageplaatsen aan studenten
met een functiebeperking.
“Studenten met om het even welke
handicap — visueel, auditief of motorisch — kunnen bij ons op stage
komen”, zegt Yves Veulliet, diversiteitsmanager bij IBM. “Ze zullen
ingezet worden op projecten die op
het moment van hun stage het meest
interessant zijn. Dat kan in het domein van consultancy zijn, maar ook
administratie of Human Resources.
We willen studenten aantrekken uit
uiteenlopende richtingen. IBM richt
zich niet langer alleen op de IT-markt.
Ook mensen met een achtergrond in
economie of rechten mogen zich kandidaat stellen.”
De samenwerking is volgens Veulliet
een win-win situatie. “Voor studenten
is het een uitgelezen kans om van het
bedrijfsleven te proeven en in teamverband te werken, terwijl het voor
werknemers van IBM een verrijkende
ervaring is om jonge mensen met een
handicap te begeleiden.”
(ll)
Studenten met interesse kunnen zich
aanmelden bij Studentenvoorzieningen
- studeren met een functiebeperking,
Naamsestraat 80, (t) 016 32 43 11,
[email protected]
http://www.kuleuven.be/studieadvies/
functiebeperking.html
IBM organiseert een wedstrijd voor universiteitsstudenten die in een korte paper
uitleggen wat er volgens hen moet gebeuren om van de 21ste eeuw de Best Century
ever te maken. Info: paulvandroog@
be.ibm.com, http://www.ibm.com,
http://www.research.ibm.com/ssme
campuskrant
nieuws
14.11.2007
dEUS-frontman in STUK over de relatie tussen muziek en beeldende kunst
De twee grote liefdes
van Tom Barman
“Het moet klinken als een veulen dat om een bloem met een bij erop dartelt. Met die beeldspraak
zou ik mijn violist kunnen inspireren tot de muziek die ik zoek.” In het leven van Tom Barman
bevruchten muziek en beelden elkaar constant. Op uitnodiging van de Onderzoekseenheid
Kunstwetenschappen komt de muzikant en regisseur praten over die kruisbestuiving.
Katrien Steyaert
“
T
he things which have interested
me in painting and in thinking
are the things which can’t be
located. Or are the things that
turn into something else while you locate
them.” In die filosofische bewoordingen opent de Amerikaanse kunstenaar Jasper Johns de cd That’s Blue! +
Painters Talking. “Is dat geen prachtige
intentieverklaring?”, vraagt Tom Barman, dEUS-frontman en enthousiaste
samensteller van de jazzcompilatie.
De plaat is de zevende in de reeks Blue
Note Sidetracks, waarvoor Vlaamse muzikanten als Buscemi en Alex Callier hun
favoriete snoepjes uit de catalogus van
het legendarische jazzlabel mochten
samenbrengen. Een jaar na de release
dient Barmans selectie als insteek voor
een gesprek over beeldende kunst en
muziek in het kader van de lessenreeks
‘Kleur bekennen’ van de Onderzoekseenheid Kunstwetenschappen.
“Verwacht geen grote theorieën, ik
ben maar een liefhebber”, tempert de
Vlaamse rockgod de verwachtingen.
“Muziek en beeldende kunst zijn mijn
twee grote liefdes, waarover ik graag
praat met enthousiaste mensen in een
goede setting als het STUK. Ik vind het
fijn om dat niet te veel voor te bereiden.
Het is een genot om kunsthistorici bezig te horen of vurig geschreven pleidooien te lezen, al begrijp ik er soms
maar de helft van. Jan Hoet die oreert
over kunst, dat is toch snoepen!”
De wereldvermaarde kunstcriticus
Clement Greenberg is op That’s Blue! een
van de stemmen die met de nummers
van onder meer Duke Ellington, Herbie
Hancock en Wayne Shorter verweven
zijn. “Greenberg bedacht de term ‘abstract expressionisme’ en sponsorde
die kunstenaars moreel. De Kooning,
Johns, Rauschenberg en andere artiesten op de plaat zijn exponenten van de
naoorlogse avant-gardekunst, die gelijktijdig verliep met de vernieuwing
in die andere grote kunstvorm: jazz. Ik
wilde mensen laten kennismaken met
het genre en heb daarvoor eindeloos
veel platen beluisterd, een fijne job! Het
vaak klassieke werk op Blue Note ligt
me minder, ik hou van vrije composities. Andrew Hill en Eddie Gale zijn dé
ontdekkingen van de plaat.”
Pure schoonheid
“That’s Blue!, waarvan begin 2007 al
meer dan 5.000 exemplaren verkocht
waren, mocht niet de miljardste, saaie
compilatie zijn en ik wilde meer doen
dan een beat onder de jazznummers
zetten. Voor een vernieuwende remix
moet je al van goeden huize zijn. Enkele toevalligheden bepaalden mijn
koers. Kunstenaar Sergio De Beukelaer,
tevens mijn buurman, zag eens hoe
mijn beamer mijn muur blauw kleurde.
In navolging van Andy Warhols reactie
op het werk van Yves Klein riep hij uit:
‘That’s blue!’. Ik wist meteen dat ik mijn
titel had.”
“Het werd snel duidelijk dat ik met
kunstenaars wilde werken. Hoe die
over hun werk praten, dat is vaak pure
schoonheid! Mijn antennes stelden
zich steeds gevoeliger af; een concept
helpt om een project vorm te geven. Ik
bekeek talloze video’s en selecteerde
citaten van interessante artiesten als
5
Onderzoek schetst
trends in loopsport
Wie loopt,
is hip
Veel mensen lopen. Almaar méér
mensen lopen. Ze doen dat vooral
voor hun gezondheid, om elkaar
te ontmoeten en plezier te beleven. Een onderzoek van professoren Jeroen Scheerder en Filip
Boen van de Faculteit Bewegingen Revalidatiewetenschappen
(FaBeR), in samenwerking met de
Vlaamse Atletiekliga brengt de
loopsport in Vlaanderen in kaart.
Ines Minten
De meest opvallende trend is de
opkomst van de zogenaamde lichte
gemeenschappen. Scheerder: “Mensen houden er veel meer vluchtige
ontmoetingen op na dan vroeger.
Dat merk je niet alleen aan de internetgemeenschappen, maar ook
in de loopsport. Minder dan tien
procent van de lopers is lid van een
atletiekclub. Populairder is met een
groepje afspreken om een toertje
te gaan lopen. Dat engagement is
veel losser dan in een traditionele
club.”
Lopers vergaderen tijdens het
sporten, ze praten bij met vrienden, maar vooral ook ontsnappen
ze eventjes aan het dwingende
gsm- en e-mailverkeer. Scheerder:
“Het fit & fun-principe staat voorop.
Anders dan dertig jaar geleden
zoekt men niet zozeer het competitieaspect van de loopsport
op. Lopen moet vooral recreatief
zijn, de conditie verbeteren en de
gezondheid op peil houden.”
(© Stephan Vanfleteren)
voice-over. De Color Field painter Barnett Newman, die een prachtige stem
en boeiende ideeën heeft, leverde met
L’Errance het blauwe coverbeeld voor de
plaat. De puzzel paste.”
Kunst en muziek infiltreren het hele
leven van Barman. “Vanaf de jaren 60
waren mijn ouders enthousiaste collectionneurs. Ze hadden mooie popart,
Japanse beeldhouwwerken, werk van
“Ik ben niet het
type muzikant aan
wie een melodie
zich opeens op de
bus openbaart.”
Léger, Spilliaert, … waarmee ik op een
ongedwongen manier vertrouwd raakte. Ik prijs mezelf gelukkig dat ik nu
zelf een prille verzameling ben kunnen
beginnen. In de marge van de 0110-concerten organiseerde Luc Tuymans vorig
jaar Mute, een expositie met eigen werk
en dat van collega’s als Fierens, Braeckman en Bijl. Het was een grote verrassing dat ik achteraf een werk kreeg van
Guillaume Bijl, waarvoor ik een zwak
heb. Het heeft thuis een prominente
plaats gekregen.”
“Er is een relatie tussen alle dingen.
Ook als ik muziek maak, denk ik heel
visueel. Ik ben niet het type muzikant
aan wie een melodie zich opeens op de
bus openbaart. Net als Mauro (Pawlowski,
gitarist van dEUS — red.) en Rudy (Trouvé,
ex-lid van dEUS — red.) heb ik visuele ideeen over een refrein of de invulling van
muzikale passages.” Die komen Barman
op dit eigenste moment goed van pas;
dEUS legt in december de laatste hand
aan een nieuw album, dat in maart 2008
verschijnt. “Je moet dat niet schrijven,
maar de laatste plaat is altijd de beste!”
Gastcollege Tom Barman, donderdag 22
november om 20u in STUK, Naamsestraat
96. De toegang is gratis.
http://www.stuk.be
Studenten spelen met succes
Verenigde Naties na
Begin november nam een team rechtenstudenten met succes deel aan de Model of United Nations (MUN) in Oxford. Tijdens een MUN-conferentie simuleren
studenten de werking van de Verenigde Naties. Elk team krijgt een land toegewezen en moet dat zo realistisch mogelijk vertegenwoordigen. Sinds 2005
heeft België een eigen MUN Society, met heel wat Leuvense studenten. Op de
MUN in Oxford vertegenwoordigden ze de Russische Federatie. Tijdens hun
drie maanden durende voorbereiding lieten ze zich bijstaan door professionele coaches voor speech-, debat- en onderhandelingstraining en werden ze
gebriefd door de Russische ambassadeurs in Brussel en Londen. De Belgische
delegatie rijfde vijf conference awards binnen en was daarmee het best presterende team. Volgende uitdaging wordt de World MUN in Harvard.
http://www.munsocietybelgium.org
Democratischer
De loopsport zoals we die vandaag
kennen is ontstaan in de Verenigde
Staten op het eind van de jaren 60.
Eind jaren 70 is ze overgewaaid
naar Europa. En sinds toen is ze
almaar populairder geworden.
Eind jaren 70 koos minder dan vier
procent van de volwassen sporters
voor lopen. Tussen 1979 en 1999 is
dat aantal verdubbeld. Van ’99 tot
2006 is het nog een keer verdubbeld, tot 14,3 procent. In de jaren
70 sloegen vooral mannelijke twintigers en dertigers en de hogere
middenklasse aan het lopen. Ondertussen is de sport sterk gedemocratiseerd. Lopen is vandaag een sport
voor alle leeftijden, voor mannen
én vrouwen, uit zowat alle bevolkingslagen.
“De trends en evoluties in de
loopsport zijn duidelijk”, geeft
Jeroen Scheerder aan. “Volgens
mij schuilen er geweldige kansen
in, zowel voor het beleid als voor
de traditionele atletiekclubs. De
overheid zou onder ogen moeten
zien dat lopen een belangrijke
nieuwe vorm van sociaal contact
is en dat de sport dus een aanzienlijke maatschappelijke rol kan spelen. Clubs kunnen mee profiteren
van de hedendaagse trends door
hun aanbod beter af te stemmen
op de behoeften van potentiële
leden.”
U kunt een steentje bijdragen aan het
tweede deel van het onderzoek door
de enquête in te vullen op http://faber.kuleuven.be/loopsport
Recent verscheen ‘Europa in beweging. Sport vanuit Europees perspectief’, Jeroen Scheerder e.a. (red.),
Academia Press en Publicatiefonds
voor Lichamelijke Opvoeding.
6
onderzoek
14.11.2007
campuskrant
Symposium over functionele somatische syndromen
Onverklaard? Uitleggen is de kunst
Chronischevermoeidheidssyndroom, fibromyalgie, prikkelbaredarmsyndroom… Heel wat
aandoeningen flirten met de
grens tussen lichaam en geest.
De Britse psycholoog Peter Salmon wil in dit verband sleutels
aanreiken voor een vruchtbare
communicatie tussen arts en
patiënt. Of hoe een juiste uitleg
wonderen kan doen.
Katrien Steyaert
O
p 30 november organiseren de UZ Leuven en de
K.U.Leuven een symposium
over functionele somatische
syndromen — aandoeningen waarbij
geen lichamelijke verklaring wordt gevonden. Het symposium wil de nieuwste
inzichten en therapieën onder de aandacht brengen. Zowel de neurobiologie
van stress — die bij deze aandoeningen
een belangrijke rol speelt — als de klinische praktijk komen hierbij aan bod.
“Ongeveer 20 procent van de patiënten
die consulteren bij de huisarts en zelfs
tot 50 procent bij sommige specialisten
heeft lichamelijke klachten zonder aanwijsbare oorzaak”, stelt Peter Salmon,
klinisch psycholoog en hoogleraar aan
de universiteit van Liverpool, en een van
de sprekers op het symposium.
Wat doe je als arts in zo’n geval? Een
symptoombehandeling starten omdat
de patiënt er op aandringt of omdat die
het best binnen je medisch denkkader
past? Salmon: “Zulke behandelingen
helpen vaak niet veel, verspillen de middelen van de gezondheidszorg en kunnen patiënten schaden door ze de hulp
te onthouden die ze echt nodig hebben.
Een alternatief is een beroep doen op
het concept ‘somatisatie’. In dat geval
gaat de arts ervan uit dat de klachten
berusten op een onderliggende psychische oorzaak waarvoor een psychiatrische behandeling nodig is. Maar deze
interpretatie stuit bij veel patiënten op
weerstand, want ‘het zit toch niet tussen de oren’!”
“En dan is er nog de mogelijkheid om
de patiënt naar een psycholoog te sturen voor cognitieve gedragstherapie. Die
heeft als doel patiënten beter te leren
omgaan met hun klachten en beperkin-
gen. Maar gezien de grote aantallen patiënten zullen er nooit genoeg gespecialiseerde therapeuten zijn. Artsen zouden
dus manieren moeten vinden om tijdens
hun eigen raadplegingen deze patiënten
zo goed mogelijk te helpen, of ze minstens op het goede spoor te zetten.”
Twistgesprek
Salmon analyseerde ruim 400 consultatiegesprekken met de bedoeling
te achterhalen wat de huisarts ertoe
brengt om patiënten met onverklaarde
lichamelijke klachten door te verwijzen
naar een specialist. “Doorverwijzing
leek in veel gevallen het resultaat te zijn
van communicatieproblemen met de
patiënt, eerder dan een weloverwogen
reactie van de arts op wat de patiënt
aanbracht. We stelden vast dat deze patiënten met hun huisarts vaak een soort
twistgesprek (‘contest’) voeren. De patiënt
probeert uit alle macht serieus genomen
te worden en begrip en erkenning van
de arts te krijgen, terwijl de arts dat nauwelijks oppikt, er blijft op hameren ‘dat
er niets te vinden is’, of uiteindelijk toch
maar verdere specialistische onderzoe-
ken voorstelt ‘om ervan af te zijn’. In zo’n
geval begint voor de patiënt niet zelden
een lange lijdensweg doorheen de doolhof van de geneeskunde. We zijn bezig
met de studie van elementen uit de consultatie die kunnen voorspellen wat er
later precies met zo’n patiënt gebeurt.”
Er zijn volgens Salmon ook veel artsen
die, wanneer ze een patiënt met functionele klachten over de vloer krijgen,
aarzelen om zich in het gesprek te engageren, bijvoorbeeld door geen verdere
vragen te stellen over psychosociale thema’s die sommige patiënten wel degelijk
aanbrengen. “Artsen zeggen nogal eens
dat dit komt omdat ze het te druk hebben, of vermoeid zijn. Maar er zijn wellicht nog andere redenen: misschien willen ze zichzelf emotioneel beschermen
of zijn ze bang de patiënt afhankelijk
van hen te maken. Recente onderzoeks-
quate uitleg aan patiënten: “De technologie van de uitleg moet worden opgenomen in het medisch curriculum. Als
de arts in staat is uit te leggen wat er
met de patiënt aan de hand is, creëert
hij een gemeenschappelijke basis, een
‘common ground’ voor een vruchtbare
samenwerkingsrelatie. In plaats van
een twistgesprek kan dan een samenwerking ontstaan, die een springplank
vormt naar de behandeling.”
“Dat gebeurt nog veel te weinig,” vindt
Salmon, “hoewel er voor functionele
klachten plausibele verklaringsmodellen voorhanden zijn, die verstaanbaar
zijn voor de meeste patiënten en berusten op een mix van actuele biomedische
kennis en culturele metaforen. Zulke
verklaringen kunnen bovendien handvatten bieden voor pragmatische hulp.
Bijvoorbeeld, bij patiënten met fibromyalgie, die pijn hebben in alle spieren en
gewrichten, kan de arts spreken over
‘overgevoelige pijnmechanismen in de
hersenen’ waarop ontspanningsoefeningen en voorzichtige conditietraining een
gunstige invloed kunnen uitoefenen.”
“Een goede uitleg informeert niet alleen, maar leidt ook tot empowerment
van de patiënt”, besluit Salmon. “Symptomen worden in een begrijpelijk kader
geplaatst, de echtheid ervan wordt bevestigd én de patiënt krijgt meer grip
op wat hem of haar overkomt.”
Medewerkers van Salmon probeerden
de inzichten uit zijn onderzoek ook al te
toetsen in de klinische praktijk. Zo leerden ze artsen meer in te gaan op psychosociale hints van patiënten en deze eventueel in verband te brengen met hun
symptomen. “Niet alle patiënten waren
echter even enthousiast. Ze hielden er
blijkbaar niet van dat hun arts doorging
op onderwerpen als ‘stress’, mogelijk
uit angst voor een psychisch etiket of
verminderde aandacht voor de fysieke
aspecten van hun kwaal. We denken dus
wel te weten wat er moet veranderen in
de communicatie tussen arts en patiënt,
maar we zijn er nog niet helemaal uit hoe
we dat in de praktijk moeten brengen.”
resultaten wijzen alvast in de richting
van de tweede veronderstelling.”
Symposium ‘Functional somatic disorders.
From neuroscience to clinical practice’. Info:
[email protected]. In de marge
van het symposium wordt het boek ‘Stress,
het lijf en het brein. Ziekten op de grens
tussen psyche en soma’ (red. prof. B. Van
Houdenhove, LannooCampus) voorgesteld.
Technologie van de uitleg
Van één zaak is Salmon heilig overtuigd: artsen zouden zich meer bewust
moeten zijn van het belang van een ade-
De VAPL en het personeelsbeleid
“De kerntaken van een academicus
lopen altijd wel ergens gevaar”
De Vereniging Academisch Personeel Leuven is een vereniging van en voor academisch personeel van de K.U.Leuven, aldus hun nieuwsbrief.
Ondervoorzitter Karel De Gendt (Faculteit Geneeskunde) legde zijn onderzoek even stil om uit te leggen wat de vereniging precies doet.
Ludo Meyvis
“
V
olgens onze statuten houden we ons bezig met het
volgende: ‘het uitdragen
van de idee van een universiteit als een onafhankelijk en kritisch denkcentrum, waarin de symbiose
van onderwijs, onderzoek en dienstverlening wordt nagestreefd; het bevorderen van het wetenschappelijk onderwijs,
onderzoek en dienstverlening; het behartigen van de professionele, sociale en
culturele belangen van haar leden; het
nastreven van een democratische en efficiënt werkende universitaire gemeenschap.’ Dat is een hele boterham, maar
het zijn zaken die elk lid van de univer-
sitaire gemeenschap aanbelangen en ik
heb de indruk dat onze werking vandaag
meer nodig is dan ooit. Wel even duidelijk maken dat we geen vakbond zijn, en
dat we er ook niet zijn voor persoonlijk
dienstbetoon.”
Dialoog
“We zijn een gesprekspartner van het
universiteitsbeleid, onder andere via
de vertegenwoordigers van het academisch personeel in de Academische
Raad, waaronder onze voorzitter, professor Louis Vos. Daarnaast zijn we actief in eigen of externe werkgroepen,
altijd met de bedoeling in dialoog met
de academische overheid te streven
naar een vruchtbaarder werkklimaat,
waarin het academisch personeel zich
zo optimaal mogelijk op zijn kerntaken
kan concentreren.”
“De kerntaken van een academicus
lopen altijd wel ergens gevaar, is het
niet door beperkte budgetten dan wel
door overdreven regeltjes of dreigende
economisering. De spanning die hierin zit
zal altijd blijven bestaan: tot op zekere
hoogte moét je besparen, moét je dingen regelen, moét je aandacht houden
voor de economische aspecten van universitair werk. Maar de vraag is altijd:
tot wààr? Als die kerntaken in gevaar
komen, creëer je onrust, en dan is het
aan een vereniging zoals de VAPL om
daarop te wijzen en om soms al eens op
tafel te durven kloppen. We stellen ons
niet polariserend op ten aanzien van de
academische overheid, die zich immers
vaak ook gedwongen voelt om bepaalde
maatregelen te nemen alleen omdat de
externe overheid dat zo wil. We willen
ideeën aanleveren, de dialoog tussen
de academische basis en de top bevorderen en wegen op het beleid waar dat
kan, niet vanuit één bepaalde faculteit
of groep, maar vanuit een brede visie op
wat de universiteit moet zijn.”
 pagina 7
campuskrant
ethisch forum
14.11.2007
7
Ethicus Bart Pattyn: “Het engagement voor vrijblijvendheid heeft een hypocriet karakter”
Is het verkeerd studenten te leren
wat goed en fout is?
Is het nog steeds de taak van de universiteit om haar studenten morele waarden en sociale verantwoordelijkheid bij te brengen? Of
zijn waarden relatief geworden en dus een te mijden onderwerp? Over die vraag handelt het zesde Ethisch Forum van de Universitaire
Stichting. Professor Bart Pattyn van het Overlegcentrum voor Ethiek is alvast pleitbezorger voor meer moed in het waardendebat. “We
moeten dringend genezen van de schaamte om over waarden te spreken.”
H
et thema van het Ethisch
Forum — morele waarden,
goed en kwaad — lijkt op
maat gesneden van een katholieke universiteit. Bart Pattyn: “Dat
wel, maar je moet het ruimer zien, het
debat is zeker niet typisch voor een katholieke universiteit. Ook aan andere,
minder geprofileerde universiteiten
discussieert men tegenwoordig wel
vaker over het morele profiel van een
universiteit. Het Ethisch Forum heeft
de bedoeling mensen uit álle universiteiten aan het woord te laten.”
“De kernvraag luidt: moeten we als
academici studenten tijdens de opleiding wijzen op de maatschappelijke
verantwoordelijkheid die ze later in de
samenleving moeten dragen, of laten
we dat in het midden? Willen we bijvoorbeeld een student rechten gewoon
de rechtsregels bijbrengen, of wijzen we
hem er ook op dat hij zijn kennis moet
inzetten voor een betere samenleving?”
Paternalisme
“Er was een tijd dat niet-staatsuniversiteiten als de K.U.Leuven een onomwonden ideologisch profiel hadden. Rond
de jaren zestig heeft zich een kentering
voorgedaan, toen het einde van de grote
verhalen werd ingeluid. Het leek alsof
er niets anders voor in de plaats kwam,
alsof er een soort ideologisch vacuüm
ontstond, maar dat is slechts schijn: in
feite ontstond er een alternatief moreel
engagement op basis van een negatief
vrijheidsbegrip.”
“Om elke vorm van misprijzen in te
dijken werd systematisch geweigerd
in te vullen wat de moeite waard is om
met de fel bevochten vrijheid te verwezenlijken. Men cultiveerde doelbewust
Wouter Verbeylen
een vrijblijvende sfeer waarin elk individu er zichzelf van kan overtuigen dat
het soort leven waarvoor hij koos, even
interessant is als dat van om het even
wie. Alles wat die vrijblijvende sfeer
kan vergiftigen werd en wordt nog
steeds als elitair en paternalistisch gedoodverfd. Het was een engagement dat
gepaard ging met de ontwikkeling van
de vrije markt: niemand wordt geacht
zich uit te spreken over de kwaliteit van
iemands preferenties als consument.”
“Ook het begrip universiteit werd
langs die lijnen vertaald: de universiteiten werden zakelijker. Kwalitatief en
competitief zijn, werd de nieuwe morele
plicht. Men acht zich verantwoordelijk
om zo efficiënt mogelijk ‘competenties’
over te dragen, zonder dat men zich inlaat met de beslissing waarvoor die competenties moeten worden aangewend.”
Is die waardenvrijheid niet het gevolg
van het besef van de relativiteit van de
begrippen ‘goed’ en ‘fout’? “Ik denk dat
we nog altijd goed genoeg weten welke
waarden écht belangrijk zijn. Elke ouder weet dat intuïtief, en zal er in de
praktijk niet aan twijfelen zijn kinderen die waarden bij te brengen. Het
engagement voor vrijblijvendheid heeft
een hypocriet karakter. Mensen weten
nog steeds bijzonder goed wat een leven
tot een interessant of geslaagd leven
maakt, al doet men alsof prestaties relatief zijn.”
“Mijn stelling is dat dat negatief vrijheidsbegrip op een punt is gekomen
waar het meer negatieve dan positieve
consequenties heeft. Een aantal economische problemen waar we vandaag
mee geconfronteerd worden, zijn voor
een deel culturele en morele problemen.
In de wereld van vandaag zijn de sociaal
Ontdek jezelf.
zwakkeren bijvoorbeeld veel vatbaarder
voor de cultuur van ‘instant gratification’, voor de onmiddellijke bevrediging,
de gemakkelijke oplossing. Dat heeft op
lange termijn gevolgen voor hun succes
in het leven, bijvoorbeeld in het aangaan
van sociale relaties of het opzetten van
een onderneming. Maar niemand vertelt hen nog dat iets waardevols realiseren inspanning kost.”
“Om het even heel scherp te stellen:
sommige dingen zijn zo waardevol dat
het belangrijk is dat men er een inspanning voor doet, en doordat de leidende
“Uit angst om politiek
incorrect te zijn, durven
we niet meer opkomen
voor wat we belangrijk
vinden. We moeten van
die schaamte genezen.”
klasse zich niet de moeite getroost
dat duidelijk te maken, verraadt ze de
zwakkere klassen.”
Halfzacht
“De oplossing die een universiteit kan
bieden, is zeker niet om alleen maar
meer cursussen te organiseren waarin
we voor de studenten preken. Maar je
kan studenten bijvoorbeeld wel in een
stage confronteren met sociale milieus
die niet de hunne zijn. In de V.S. gebeurt
dat al, en het effect van zo’n stage blijkt
groot: studenten geloven nadien meer
in het belang van sociale voorzieningen, van overleg, van democratisch besluitvorming, dan studenten die geen
stage hebben gevolgd. Zo’n confrontatie kan een katharsis teweegbrengen.
Als je altijd deel uitmaakt van een meritocratie met alleen maar winnaars,
vergeet je al snel dat jouw winst vanuit
het perspectief van een ander heel problematisch kan zijn.”
Een stage organiseren voor alle studenten lijkt een hele onderneming. Is
er binnen de K.U.Leuven ruimte voor
dat soort initiatieven? “In het nieuw
strategisch plan staat ‘waardenontwikkeling’ als eerste van de vier basisbeginselen vermeld. Dus ja, de ruimte en
de wil zijn er zeker. Maar we moeten
ervoor zorgen dat het debat hierover
grondig gevoerd wordt, om te vermijden dat het als halfzacht geconcipieerd
wordt. En we moeten concrete initiatieven formuleren, zoals die stage voor de
studenten er één kan zijn.”
“Ook op het vlak van onderzoek kan
je de krachten bundelen. De universiteit
reflecteert vandaag in een te verspreide
slagorde. Er wordt te weinig gedebatteerd over wat een leven interessant
maakt, waarom bijvoorbeeld cultuur en
geschiedenis belangrijk zijn. Dat debat
moet en mag niet leiden tot een nieuwe
ideologie. Er zijn erg uiteenlopende stijlen waarop men een leven werkelijk de
moeite waard kan maken. ”
“Rond ‘waarden’ hangt momenteel
nog te vaak een odium van subjectiviteit, relativiteit en naïviteit. Uit angst
om politiek incorrect te zijn, durven
we niet meer opkomen voor wat we
belangrijk vinden. We moeten van die
schaamte genezen.”
Het zesde Ethisch Forum vindt plaats op
donderdag 29 november. Voor alle info:
http://www.universitairestichting.be/nl/
Kom naar de infodagen op 23 februari,
1 maart en 15 maart 2008.
www.kuleuven.be/infodag
 pagina 6
“Die dialoog bestaat op regelmatige basis in de Academische Raad,
en wordt het duidelijkst zichtbaar in
debatten, zoals we er op 15 november weer een organiseren, over het
loopbaan- en personeelsbeleid. Dat is
natuurlijk een van onze belangrijkste
aandachtpunten. Tot nu toe kwam
het nogal eens voor dat postdocs zonder duidelijkheid over hun verdere
loopbaan aan de universiteit bleven
‘hangen’, telkens met tijdelijke of suboptimale mandaten. De universitaire
overheid wil dat voorkomen, en wil op
geregelde momenten aan ieder personeelslid duidelijk laten weten wat de
mogelijkheden — of de onmogelijkheden — precies zijn. Daardoor moeten
pijnlijke situaties vermeden worden
— denk aan iemand van een jaar of 40,
met doctoraat, maar zonder mogelijkheid tot benoeming. Als een dergelijk
iemand de universiteit uiteindelijk
toch moet verlaten, voelt hij of zij zich
in de kou staan. Als we van onze doctorandi en onze doctores willen dat ze
ambassadeurs van onze universiteit
zijn, dan moeten ze ook goed omkaderd en begeleid worden. Duidelijk
gecommuniceerde loopbaanmogelijkheden dragen daar dan zeker toe bij.
Uiteraard moet je zélf met je loopbaan
bezig zijn, maar het is goed dat de universiteit er af en toe aan herinnert wat
kan en wat niet kan.”
Oligoteit
“Op een ruimer niveau gaat het natuur-
lijk over een modern human resourcesbeleid. Dat is duidelijk veel meer dan
alleen maar administratieve loopbaanbegeleiding, ook al is die belangrijk.
Via een HR-beleid draagt de universiteit ertoe bij dat het personeelsklimaat
niet verzuurt en een positieve invulling
krijgt. Het gevaar van de ‘braindrain’,
dat in sommige faculteiten zeker bestaat, wordt daardoor ook tegengewerkt.”
“Fundamenteel om een goed personeelsbeleid uit te werken, is natuurlijk de financiële ruimte. Personeel
kost geld, zo simpel is het. Dat de eerste geldstroom heel weinig mogelijkheden laat om creatief en expansief
te zijn op personeelsvlak, is een oud
zeer. De politieke wereld kiest nogal
eens voor kortstondig vuurwerk, het
aantrekken van een paar toppers of
het subsidiëren van sexy projecten.
Hoe belangrijk die ook zijn, ze mogen
niet de basis van het personeelsbeleid
worden, de basisvraag is en blijft wat
‘de wetenschap’ hiermee gebaat is. Momenteel bestaat er aan deze universiteit toch de indruk dat we hiermee op
onderzoeksniveau evolueren naar een
oligoteit, eerder dan een universiteit te
blijven. Ook in deze discussie over de
eigen identiteit van onze Alma Mater
wil de VAPL het standpunt van alle
academisch personeel verkondigen én
verdedigen.”
Meer informatie over het debat van
15 november vindt u op
http://vapl.kuleuven.be/Aankondigingen.html
8
studiedag
14.11.2007
39ste Van Cauterenleerstoel focust op
ontwikkelingssamenwerking
campuskrant
– advertentie –
Kunnen ingenieurs
het verschil maken?
De Van Cauterenleerstoel buigt zich dit jaar over ontwikkelingssamenwerking. Hoe kunnen ingenieurs een bijdrage leveren?
Ines Minten
P
rofessor Jean Berlamont, departementsvoorzitter Burgerlijke Bouwkunde en voorzitter
van de Interfacultaire Raad
voor Ontwikkelingssamenwerking:
“Alvast op het vlak van transport, telecommunicatie, waterzuivering en
-voorziening kunnen ingenieurs een
aanzienlijke rol spelen. Een vijfde van
de wereldbevolking heeft geen toegang tot zuiver drinkwater. Je ziet ook
overal ter wereld steden die uit hun
voegen barsten zonder enig plan, niemand weet hoe ze beheersbaar gehouden kunnen worden. Ook daar kunnen
we helpen.”
Berlamont is een grote voorstander
van universitaire ontwikkelingssamenwerking. “We geven de ontwikkelingslanden middelen in handen om zelf
onderzoek te doen en zelf experts op te
leiden. Op lange termijn is dat volgens
mij de meest zinvolle manier om een
land vooruit te helpen.”
Positief én negatief
Tijdens de leerstoel op 28 november komen ook enkele sprekers getuigen over
projecten waarbij ze betrokken (geweest)
zijn. Professor Joost Duflou van de Faculteit Ingenieurswetenschappen kan
zowel positieve als negatieve resultaten
aanhalen. “Zo’n vijftien jaar geleden heb
ik in Zuidoost-Azië veldwerk verricht
naar nieuwe silosystemen. Het was een
heel praktisch project dat ter plaatse
echter geen ingang heeft gevonden. Onlangs was ik terug in de regio en heb ik
er geen spoor meer van teruggevonden.”
Duflou heeft zich ook ingezet voor het
Asian Institute of Technology. Hij en enkele
collega’s zetten hun schouders onder
een paar ingenieursopleidingen. “Het instituut doet het nog altijd erg goed. We
hebben toch een generatie ingenieurs
uit de startblokken geholpen die hun expertise ondertussen kunnen gebruiken
in de eigen regio.”
Ook oud-studente An Eijkelenburg
van de Belgische Technische Coöperatie
(BTC) komt tijdens de leerstoel spreken
over haar ervaringen in de ontwikkelingssamenwerking. “Je haalt er veel voldoening uit omdat je zulke directe resultaten boekt.” Ze heeft veel ervaring met
projecten in Afrika en zag er dat onderhoud vaak een probleem vormt. “Zo was
ik onlangs in Oeganda betrokken bij een
rehabilitatieproject voor een middelbare
school. Met het oog op duurzaamheid
ging ik op zoek naar de instelling verantwoordelijk voor onderhoud van schoolgebouwen. Die was er niet. Met dergelijke
dingen moet je rekening houden als je
infrastructuur opzet.” Ingenieurs uit het
westen hebben ook niet altijd een antwoord paraat. Ook dat is iets wat de ontwikkelingssamenwerking leert. “In één
van onze watervoorzieningsprojecten in
Senegal zit er in sommige streken enorm
veel fluor in het water en dat vergt een
innovatieve aanpak. Als westerse ingenieur in zo’n totaal andere context word
je geconfronteerd met dingen waarop
je niet bent voorbereid en waar weinig
literatuur over bestaat.”
Waardering
Bij alle sprekers horen we een zeker ongenoegen over de schromelijke onderwaardering van ontwikkelingssamenwerking. “We zouden onze studenten
en onderzoekers ervan moeten kunnen
overtuigen dat ontwikkelingssamenwerking een verrijking betekent voor álle
partijen. De universiteiten hier krijgen
er toch ook interessante onderzoeksprojecten, data en zelfs onderzoekers voor in
de plaats? Er ligt een heel onontgonnen
terrein voor boeiend wetenschappelijk
onderzoek te wachten”, pleit Berlamont.
Duflou: “Helaas weegt het op je curriculum niet of nauwelijks door. En veel
onderzoekers zijn zo overstelpt door
hun eigen onderzoek dat ze zeker geen
tijd willen vrijmaken voor werk waar
velen nog altijd met een scheef oog naar
kijken. Heel jammer. Het zit aan onze
universiteiten duidelijk niet helemaal
goed tussen wat we zeggen belangrijk te
vinden en wat we uiteindelijk doen.”
An Eijkelenburg blijft optimistisch:
“Ik heb ook mooie voorbeelden gezien
van universitaire structuren waarin
de ontwikkelingssamenwerking prima
is geïntegreerd. Ik heb de indruk dat
het een sector is die aan aanzien wint.
Ook in onze organisatie zien we almaar
meer kandidaten voor projecten in de
ontwikkelingssamenwerking.”
DE AFRIKAANSE BOER
WORDT MET UITSTERVEN BEDREIGD
Als we nú niets doen, hangt de Afrikaanse boer. Hij kan niet op tegen de landbouwproducten die
Europa in zijn land dumpt. Dus kan hij zijn lening niet terugbetalen. Kunnen zijn kinderen niet naar
school. Vlucht zijn familie naar de stad. De Europese Unie haalt vandaag de strop nog strakker
aan: Economische Partnerschapsakkoorden (EPA’s) verplichten Afrika om z’n grenzen nog wijder
open te stellen voor Europese producten. Daarom vraagt de Afrikaanse boer dringend uw hulp.
Steun hem nu. Vóór zijn strijd een ultieme doodsstrijd wordt.
www.stopepas.be
http://eng.kuleuven.be/
vancauterenleerstoel.html
AD KUL.indd 1
000-0000011-11
Voor een leefbare en milieuvriendelijke landbouw in Noord en Zuid slaan milieu-, natuur-,
landbouw-, consumenten- en Noord-Zuidorganisaties de handen in elkaar.
Want tegen 2015 moet honger de wereld uit!
www.detijdloopt.be
18-09-2007 14:57:05
Trillingsgedrag
Studenten bouwkunde van de geassocieerde Katholieke Hogeschool Sint-Lieven (KaHo) werken mee aan
wetenschappelijk onderzoek naar een betere kennis van de excitatie veroorzaakt door het wandelen van
groepen van personen. Dit was één van de doelstellingen van een tweedaagse meetcampagne op de fietsen voetgangersbrug over de E40 in Wetteren, georganiseerd door de professoren Van den Broeck (KaHo),
De Roeck (K.U.Leuven) en Guillaume (VUB). Daarnaast werden trillingsmetingen uitgevoerd om het trillingsgedrag van deze (en soortgelijke) constructies beter te doorgronden. Als trillingsbronnen werden
daarbij enerzijds het verkeer op de autosnelweg en de wind gebruikt, en anderzijds een aan de VUB nieuw
ontwikkelde mechanische spier die onderaan de brug bevestigd werd. Uit deze metingen kunnen de zogenaamde modale parameters bepaald worden: de natuurlijke frequenties, de bijhorende trillingsvormen
en de dempingsfactoren. Deze parameters vormen als het ware ‘de handtekening’ van de brug en kunnen
gebruikt worden om computermodellen van deze brug te verfijnen.
(© ingezonden)
campuskrant
cultuur
14.11.2007
9
UUR KULtUUR: Stijn Meuris en de Sterren
“B-H-V en de
opwarming van de
aarde, eigenlijk is dat
niet belangrijk”
Op 21 november vult Monza-frontman Stijn Meuris in het
Maria-Theresiacollege een UUR KULtUUR. De titel van zijn
programma, ‘Stijn en de Sterren’, prikkelt onze verbeelding:
brengt Meuris een hele rist collega-BV’s mee, en zingen die dan
allemaal hun eigen versie van ‘Satelliet Suzy’? Helemaal niet, zo
blijkt uit het gesprek dat we hadden met de zanger. ‘Stijn en de
Sterren’ is een lezing!
Tim Vuylsteke
E
en lezing, meneer Meuris?
“Oorspronkelijk was het inderdaad een lezing, ja, maar dan
wel eentje waarin niet gelezen
wordt. Misschien noem je ’t beter een
performance. VEGAS LAS, het productiehuis dat ‘Stijn en de Sterren’ presenteert, heeft een aantal muziekmensen
laten praten over iets waar ze mee bezig
zijn buiten de muziek, over één van hun
hobby’s dus. En mijn hobby is toevallig
sterrenkunde. Al sinds mijn vijftiende
ben ik begeesterd door het heelal.”
“Het uitgangspunt is zeer plezant: ik
ben als het ware een docent die het publiek introduceert in de sterrenkunde.
En in veel gevallen mag je dat ‘introduceren’ letterlijk nemen. Nochtans komt
het onderwerp vaak aan bod in de media, en heeft iedereen er iets over geleerd in de middelbare school. Hoewel,
ik heb de indruk dat in het onderwijs de
sterrenkunde een doodgeboren kindje
is, het extra hoofdstuk dat moet worden
gegeven omdat het nu eenmaal op het
programma staat. Mensen kijken anno
2007 nauwelijks nog naar boven, terwijl
daar nochtans zeer veel te zien is.”
Vijf pixels groot
“In ‘Stijn en de Sterren’ staan twee begrippen centraal: afstand en tijd. Dat
klinkt misschien koud en klinisch — ik
ben dan de onvolwassen nerd van 42 die
even over zijn favoriete bezigheid komt
vertellen — maar eigenlijk is het ontzettend boeiend. Als je even stilstaat bij
die begrippen, als je de onmetelijkheid
van het heelal vergelijkt met de omvang
van onze miniplaneet, dan besef je dat
onze beschaving niets voorstelt. Dat
betekent echter niet dat ik een cultuurpessimist ben. Integendeel, ik vind het
juist hoopgevend dat onze problemen
in het licht van het universum geen
problemen zijn. Brussel-Halle-Vilvoorde, de opwarming van de aarde, noem
maar op, eigenlijk is dat allemaal niet
zo belangrijk. We zijn hier maar voor
even, op onze blauwe planeet, laat ons
er dan het beste van maken.”
“Er is één foto — ik toon er heel wat
tijdens de lezing, en de mensen zijn
altijd verrast dat er zulk mooi beeldmateriaal van de ruimte bestaat — die
onze nietigheid perfect illustreert: een
foto van de aarde genomen vanaf Mars.
Ik vind het de mooiste foto aller tijden,
omdat hij heel emotioneel is, metafysisch ook. Onze planeet is een minuscuul stipje — vijf pixels groot — midden
in een zwarte oceaan, maar je herkent
ze wel. Het groen en blauw kan je heel
duidelijk onderscheiden.”
“Voor mij is ruimtevaart meer filosofie dan wetenschap. Ik vind ook — hoewel ik een atheïst ben — dat, naarmate
we meer te weten komen over het heelal,
we tot inzichten komen die bijna bijbels
te noemen zijn. Zo hebben we pas in de
laatste vijftien jaar ontdekt dat onze zon
niet de enige ster is die planeten heeft:
het wordt steeds duidelijker dat álle sterren een zonnestelsel hebben. Voor mij is
(© Rob Stevens)
dat dé ontdekking van de eeuw: de kans
dat er ook elders leven bestaat, is nu honderden, duizenden keren groter!”
Zen in de weide
Waarom is sterrenfreak Meuris ooit muzikant geworden, en geen astronoom?
“Eenvoudig, omdat ik slecht was in wiskunde, en de moderne sterrenkunde
bijna voor honderd procent uit wiskunde
bestaat. Er is trouwens geen enkele wetenschap waar er zo’n grote kloof gaapt
tussen theorie en praktijk. Het zijn uiteraard de echte wetenschappers die de revolutionaire berekeningen maken, maar
andere takken van de astronomie — zoals
het ontdekken van planetoïden in ons
zonnestelsel — worden volledig door amateurs beheerst. Geen enkele beroepssterrenkundige houdt zich dáármee bezig.”
“Of er raakpunten zijn tussen de sterrenkunde en de muziek? Nee, beide disciplines staan voor mij los van elkaar, al
ben ik er wel in dezelfde periode mee begonnen. En er is ook één persoon die beide bezigheden verbindt: Lucas Pellens,
onze vaste lichtman, is ook een amateurastronoom. Enkele dagen geleden belde
hij mij nog op, midden in de nacht: er
was een periodieke komeet ontploft, en
ze was nu twee miljoen keer helderder
dan normaal. Ik heb meteen ook mijn
telescoop op die komeet gericht. Wat ik
zag, was overweldigend.”
“Verder is astronomie vooral rustgevend: na het helse lawaai van een optreden kan een beetje zen geen kwaad.
En wat is er meer zen dan in een koude
weide door een telescoop naar de sterren staren?”
UUR KULtUUR met Stijn Meuris, 21 november, 21u, Grote Aula, Maria-Theresiacollege,
St.-Michielsstraat 6. Na de lezing staat
astronomieprofessor Christoffel Waelkens
de zanger bij tijdens een vragenronde.
(© Rob Stevens)
Kunst
ad valvas
Geen testcijfers of examenregeling aan deze valven, maar
schilderijen van kunstenares
Lieve Ophalvens. Op 9 en
10 november stelde zij haar
werk tentoon tussen de oude
geraamtes en ontleedtafels in
het Instituut voor Pathologie,
met afbraak bedreigd voor de
geplande herinrichting van ’s
Hertogeneiland. Het gebouw
(1906) is een ontwerp van de
Luxemburger Vincent Lenertz,
toen zowat huisarchitect van
de universiteit, en herbergt
een aantal waardevolle glasramen van de gerenommeerde
glazenier Fritz Roderburg.
10
personeel
14.11.2007
campuskrant
Wie is de man of vrouw
de Collega’s 36
achter die sympathieke stem die u zo vaak aan de lijn hebt?
Of wie schuilt er achter de persoon
met wie u een intensieve mailrelatie onderhoudt?
In deze rubriek proberen we een gezicht te plakken op die collega met wie u zo goed samenwerkt, maar die u op straat straal voorbij zou lopen.
door Tim Willekens
Via een berichtje in de mailbox van Evy
Verstraeten van AVNet werden we vorige keer
verder gestuurd naar Jan Blanckaert (26) van
de Aankoopdienst. Daarom trokken we naar de
Krakenstraat 3, het gebouw naast de voor velen wat
bekendere Universiteitshal in de Naamsestraat.
In de Krakenstraat klopt echter onder meer het
financiële hart van de universiteit. Op de derde
verdieping, net voorbij de volledig vernieuwde
boekhouddienst, troffen we Jan aan op de eveneens
opgefriste Aankoopdienst.
(© Rob Stevens)
Jan: “Evy Verstraeten ken ik niet
echt. Ik vroeg haar in het bewuste
e-mailtje naar het serienummer van
een kopieermachine. De inventarisa-
tie van die toestellen is maar één van
de zaken waarmee ik een tijdlang
bezig ben geweest. De taken van de
Aankoopdienst zijn enorm veelzijdig,
en bovendien is er de laatste jaren
ook al flink wat veranderd binnen de
dienst.”
“Zo houd ik me onder meer ook bezig met gsm’s en met abonnementen.
De universiteit heeft op enorm veel
zaken een abonnement, denk bijvoorbeeld maar aan internettoepassingen
en tijdschriften. Vaak hebben verschillende bibliotheken en diensten
bovendien een aparte aansluiting,
terwijl het net veel interessanter zou
zijn om die te kunnen bundelen en
zo bijvoorbeeld betere prijsafspraken
te kunnen maken. Die centralisatie
is echter geen gemakkelijke opgave.
Hoewel de meeste grote aankopen
uiteindelijk via de Aankoopdienst
passeren, hebben de verschillende
afdelingen van de universiteit vaak
een grote zelfstandigheid. Meestal
zijn er overigens meerdere mensen
die hun zegje hebben in een aankoop.
Dat maakt dat we soms tussen verschillende vuren te staan komen, en
dat niet elke beslissing in dank wordt
afgenomen.”
“Omdat de universiteit met
overheidsgeld werkt, is het van
groot belang dat voor de verschillende uitgaven de juiste procedures
worden gevolgd. Zo worden alle
uitgaven gecontroleerd door een
auditor. Als onderdeel van die ‘audit
compliance’ wordt er een inventaris
aangelegd waarin alle apparaten
worden geregistreerd die duurder
zijn dan 5.500 euro. Met die registratie houd ik me ook bezig: alle
apparaten belanden in mijn map
‘activa’ en krijgen stamgegevens
toegekend in SAP.”
“Vroeger hoorde de Aankoopdienst
bij de Financiële Dienst. Nu zitten we
echter apart, bij Algemeen Beheer, zodat de goedkeuring van de aankopen
los staat van de aankopen zelf. Bij
onze functie komt enorm veel kijken,
maar ik doe het graag. De aangename
collega’s hebben daar natuurlijk ook
veel mee te maken!”
“In mijn vrije tijd ben ik voorlopig
vooral bezig in mijn nieuwe huis. Ik
ben pas verhuisd, en er is nog veel
werk aan. Omdat ik nu in het centrum van Leuven woon, kan ik met
de fiets naar het werk komen. Dat is
natuurlijk een grote luxe.”
“Als ik meer échte vrije tijd heb,
ben ik graag met muziek bezig. Ik
heb saxofoon gespeeld, en nu ben ik
nog graag bezig met platenspelers
en met mijn grote cd-collectie. Zoals
waarschijnlijk bij velen het geval is,
zou ik ook graag wat meer aan sport
doen, maar daarvoor ontbreekt me
voorlopig de tijd.”
Jammer genoeg was de werkman die met de vernieuwing van
de ramen van de Aankoopdienst
bezig was, geen personeelslid van
de universiteit. Daarom sloegen we
Jans ringmap met ‘activa’ open, waar
ons oog viel op Mark Van Camp van
Experimentele Geneeskunde. Hij
deed dus een aankoop die boven de
grens van 5.500 euro lag. Jan kon
ons niet meteen vertellen over welke
ingewikkelde apparaten het ging, dus
we kijken in spanning uit naar de
ontmoeting met de volgende collega,
nummer 37, op Gasthuisberg.
Nieuw examensysteem in SAP
Om beter te kunnen inspelen op het flexibele onderwijslandschap van vandaag, ontwikkelde de Dienst AIV een nieuw examensysteem vanuit SAP. “Iedereen op elk moment de juiste informatie en functionaliteit aanbieden en dat op een transparante manier”, vat projectleider en domeinverantwoordelijke Studenten Sien Maes de doelstelling en de meerwaarde van ES-SAP samen.
Joke Depuydt
S
ien Maes: “De hele operatie past
binnen een groter plaatje. Met
ES-SAP maken we gebruik van
de Campus Management Module om
student- en onderwijsgerelateerde processen te implementeren. Het voordeel
ervan is dat het een heel geïntegreerd
systeem is, waarin zowel het onderwijsaanbod als de registratieprocessen, het
individuele studieprogramma, en nu
ook de examenverwerking vervat zit.
Wanneer een student na registratie
zijn studieprogramma heeft gekozen,
wordt die informatie ‘meegenomen’ in
het verdere proces en bij de examenverwerking direct gerelateerd, waardoor
duidelijk wordt hoe die student moet
worden geëvalueerd. Want de ene studeert deeltijds, de andere heeft meer of
minder credits enzovoort.”
Voor de student verandert er niet
veel? Sien Maes: “Die heeft uiteraard enkel toegang op informatief niveau. De
toegankelijkheid is in de eerste plaats
opengetrokken naar de andere gebrui-
kersgroepen: docenten, voorzitter en
secretarissen van de examencommissie, ombudsmensen en vooral ES-medewerkers. Waar docenten vroeger
quotatieformulieren invulden, krijgen
ze nu als ze dat willen tools waardoor
ze zelf rechtstreeks hun examenresultaten kunnen invoeren. We bieden
hen bovendien na overleg met de programmadirecteurs ook ruimere beoordelingsstructuren aan, bijvoorbeeld
toetsmomenten en onderwijsleeractiviteiten.”
“De voorzitter en de secretarissen
van de examencommissie krijgen op
een ‘pre-deliberatie’ uiteraard toegang
om eventueel nog te kunnen ingrijpen.
Ook de ombudsmensen kunnen aan de
studenten een betere ondersteuning
leveren. De ES-medewerkers zullen in
het nieuwe systeem veel vlotter voorstellen voor deliberatie kunnen genereren en controleren of dat voor elke
student is gebeurd. In plaats van in dit
stadium dezelfde relevante gegevens
nog eens te moeten invoeren, werken
we verder op de eerder geregistreerde
informatie.”
Helpdesk
Meteen de zwakke schakel? Sien Maes:
“Menselijke fouten worden zo veel mogelijk opgevangen door controletools.
“In augustus hebben
we het systeem al
eens getoetst. De
resultaten hebben de
gebruikers overtuigd.”
De invoer en het onderhoud van basisgegevens houden we bewust centraal
bij de groep celmedewerkers. Het invoeren van percentageberekeningen én de
facultaire aanvullingen bijvoorbeeld
gebeurt door deze expertgebruikers,
waarna de facultaire regels nog eens
ter controle gepubliceerd worden. De
transparantie in de regelgeving is heel
belangrijk, want de ene faculteit stelt
dat haar studenten zeker voor vak x
moeten slagen, een andere faculteit
heeft dan weer andere bijkomende criteria.”
“De eerstvolgende januarizittijd is
het moment van de waarheid. In augustus hebben we het nieuwe systeem al
wel eens getoetst door de examenresultaten parallel te verwerken in het nieuwe en in het oude systeem. De resultaten hebben de gebruikers overtuigd. En
ook omdat ze zien hoe ze in het nieuwe
systeem veel meer betrokken worden,
wordt het makkelijk aanvaard. Om iedereen voor te bereiden zijn er opleidingen en infosessies gepland. Tot slot
zorgen we voor een helpdesk die in de
korte maar kritische periode die de examens toch zijn, niet alleen langs elektronische weg maar ook telefonisch beschikbaar zal zijn, zelfs ’s avonds en in
het weekend.”
campuskrant
erfgoed
14.11.2007
11
Academisch erfgoed in de kijker (4): Thermotechnisch Instituut
Zie ginds komt de stoomstoot
In tijden van politieke discussies over groene energie lijken zuchtende stoommachines definitief tot het verleden te behoren. Maar
in het Thermotechnisch Instituut zijn enkele robuuste en unieke exemplaren weinig van hun oude glorie verloren. Ze zijn nog
actief en de loods waarvan ze deel uitmaken wordt binnenkort in een nieuw kleedje gestoken.
Katrien Steyaert
O
p een bakstenen loods naast
het Labo Voertuigtechnologie en Lichtgewichtconstructies staat boven de
deur
‘Thermotechnisch
Instituut’
(TTI) geblokletterd. Een hoge schouw
torent boven het Arenbergpark uit.
Als de deur achter me dichtvalt, loopt
een siddering over mijn rug. Het ruikt
naar smeervet, naar tijden van logge
machines, stoomlocomotieven en een
niet te stuiten industrieel optimisme.
“Na een lange voorgeschiedenis opende
het Thermotechnisch Instituut op 21
oktober 1931 zijn deuren”, weet Eric
Van den Bulck, de huidige directeur.
Het oorspronkelijke plan duidt het aan
als een van de ‘bijzondere scholen der
universiteit te Leuven’, waar ingenieurs
hun technische opleiding kregen. De
machines werden gebouwd en gekocht
met didactische bedoelingen.
“Zo hebben tal van generaties studenten de werking van een stoomturbine
leren kennen aan de hand van dit origineel exemplaar van La Meuse.” Het gietijzeren gevaarte rust boven in de enorme ruimte op de zwart-witte tegelvloer.
“Nog een origineel stuk is deze Semifix,
een semi-verplaatsbare stoommachine
die zo’n zeven ton weegt. Nijverheden
huurden haar om snel mechanisch
vermogen op te wekken in afwachting
van een vaste machine. De grote vliegwielen houden de stoomstoten gaande.
Hier zie je een kleinere stoommachine
die erg bijzonder is omdat ze in twee
richtingen kan draaien. Locomotieven
gebruikten dat om voor- en achteruit
te rijden in het station.” De machine,
waarvan er nog maar een vijftal in
Vlaanderen zijn te vinden, dateert uit
1901. De studenten van vandaag lopen
nog wel eens langs de historische collectie, bijvoorbeeld tijdens een practicum waarin ze de tachtig jaar oude tot
diesel- omgebouwde gasmotor aan het
werk kunnen zien.
Rolls Royce
Openmonumentendag, een bedrijfsbezoek van Toyota, het Triptrapfeest
voor het personeel van de universiteit
Generaties studenten hebben de werking van een stoomturbine leren kennen aan de hand van deze exemplaren.
(© Rob Stevens)
of concerten, de tot de verbeelding
sprekende loods verwelkomt gasten bij
verschillende gelegenheden. “De oude
loopbrug, die over de hele lengte van
het gebouw kan rollen, wordt daarbij
nog gebruikt. Tijdens een receptie komen drank en versnaperingen naar
boven met de lift voor gasflessen. In
september starten we met de bouw
van een sterauditorium voor hondertachtig mensen. Via een sponsoractie
willen we geld inzamelen om ook de
rest van de loods met licht en kleur te
verfraaien.”
Door de tijdelijke opstelling, in afwachting van de bouwwerken, komt
het koninginnestuk van TTI niet helemaal tot zijn recht. Toch is de grote
stoommachine met haar reusachtige
vliegwiel indrukwekkend. “Het is het
enige exemplaar in België dat nog op levende stoom draait. In 1931 kostte het,
met extra didactische instrumenten,
110.000 frank. Wekelijks verdraait een
technicus de tandwielen opdat ze niet
zouden vastroesten. Gelukkig kampen
we niet met een gebrek aan plaats. We
hebben ook geen gebrek aan steun – in
tegenstelling tot wetenschappelijke
instrumenten spreken robuuste, traag
werkende machines een groot publiek
aan.”
Dat staat ook perplex bij de aanblik
van de Wittle-straalmotor uit 1947, de
eerste in zijn soort op het Europese vasteland. “Aan de vooravond van WO II
ontwikkelde de Brit Wittle het principe
voor de aandrijving van vliegtuigen,
maar dat werd lang niet erkend in zijn
eigen land, een bittere geschiedenis. In
1954 kreeg TTI een prachtige, nieuwe
straalmotor met een stuwkracht van
1630 kg, ontwikkeld door Rolls Royce.
De proef, waarbij lucht tegen 500km/
h water verstuift in een grote wolk, is
oorverdovend en erg spectaculair. Achteraf volgt spontaan een ontlading bij
het publiek. Als de studenten iets onthouden uit hun tijd aan de K.U.Leuven
is het die belevenis wel.”
http://www.mech.kuleuven.be/tme/
museum/
Eerdere afleveringen uit deze reeks kunt
u terugvinden in het archief van Campuskrant, op http://www.kuleuven.be/ck
(© Rob Stevens)
K.U.Jeugdig
De K.U.Leuven opende op 20 oktober
voor de derde keer haar ‘Kinderuniversiteit’, met meer dan 400 kinderen op
de aulabanken. Kinderen tussen 8 en 13
jaar oud kregen een wetenschappelijk
verantwoord bad in de wetenschappen
en technologie met colleges over supervulkanen en mega-orkanen, over water
en de blauwe planeet, over geheimschrift
en cryptografie. Tussendoor gingen ze
vlotjes aan de slag op de doe-opstellingen
van Technopolis en nadien ontvingen ze
een heus Kinderuniversiteitsdiploma.
Op 10 november stonden de humane
wetenschappen op het programma, en op
24 november volgen de biomedische wetenschappen, met ondermeer een college
over vergif en verboden producten (professor Tytgat) en waarom kinderen krijgen
soms moeilijk is (professor D’Hooghe).
Inschrijven kan op http://www.kuleuven.be/
kinderuniversiteit
12
bijlage voor oud-studenten
14.11.2007
campuskrant
–alumnikrant –
100 jaar lerarennascholing in Vliebergh-Senciecentrum
“Leuven zag zwart van het volk”
“Leuven zag zwart van het
volk.” Zo staat het in verslagen
over de ‘Nederlandse vakantieleergangen’. De deelnemers
waren lange tijd uitsluitend
priesters en paters in zwarte
toga uit het katholiek middelbaar onderwijs die in Leuven
kwamen leren hoe ze hun
vak moesten onderwijzen in
het Nederlands. Door de jaren
evolueerden de Vliebergh-Sencieleergangen tot sessies waar
professoren samen met leraren reflecteren over nieuwe
evoluties in wetenschap en
vakdidactiek.
Jaak Poot
D
“
e Vlaming van 2007 kan
het zich niet meer voorstellen, maar nog in de
eerste decennia van de
vorige eeuw werden bijna alle lessen
aan Vlaamse scholen voor middelbaar
onderwijs in het Frans gegeven”, vertelt
professor Mark D’hoker (Centrum voor
Historische Pedagogiek). “De wet van
1883 gaf middelbare scholen van het
officieel onderwijs de toelating om een
tiental uur per week les te geven in het
Nederlands. De bisschoppen hielden
die evolutie nog meer dan twintig jaar
tegen. Pas vanaf 1906 mochten katholieke scholen tot acht lesuren per week
Nederlands gebruiken — inclusief twee
uur Nederlands. De leraren waren zelf
volledig in het Frans opgeleid en zochten vaak naar hun woorden als ze hun
vak in de moedertaal moesten onderwijzen. Bovendien was die moedertaal
voor leraren én leerlingen meestal het
dialect.”
Frans Van Cauwelaert (later parlementslid en burgemeester van Antwerpen) en de Leuvense hoogleraar en
voorman van de Belgische Boerenbond
Emiel Vliebergh wilden daar wat aan
doen en startten in augustus 1907 met
de ‘Nederlandse vakantieleergangen’.
Ze trokken meteen 145 deelnemers. Uitsluitend mannelijke geestelijken. Vanaf
1909 kwamen er ook lessen voor de zusters, maar dan strikt gescheiden. Pas na
de Eerste Wereldoorlog mochten mannen en vrouwen de cursussen samen
volgen. Toen werd mgr. J. Sencie voorzitter — vandaar de dubbele naam.
Vakdidactiek
“De leraren in het katholiek middelbaar
onderwijs waren niet geschoold in hun
vak: hun bevoegdheid was gebaseerd
op hun opleiding aan het seminarie of
noviciaat”, vertelt Mark D’hoker nog.
Daarom evolueerden de Vlieberghleergangen — zoals ze vanaf 1925 heetten
— naar vakinhoudelijke nascholing.
Toen na de Tweede Wereldoorlog en de
onderwijsdemocratisering de rol van
de geestelijken in het onderwijs steeds
meer werd overgenomen door leken,
werd dit het hoofdaccent.
“De laatste decennia staat het vakdidactische centraal in de nascholingen”,
zegt huidig voorzitter professor Dirk
Janssens (Departement Wiskunde). “Internationaal gaat er steeds meer aandacht naar vakdidactiek en onderzoek
daarover. Leraren moeten reflecteren
over wat ze doen en hoe ze het doen. We
tonen hen de weg om nieuwe tendensen
en wetenschappelijke inzichten realistisch te integreren. Daarbij werken we
ook samen met de onderwijsbegeleiders
en andere centra. Onze cursussen hebben ook een belangrijke sociale functie:
vakleraren ontmoeten er elkaar over de
scholen en provincies heen. Ze wisselen
ervaringen uit en voelen zich gesterkt
door de feedback van collega’s.”
In 1995 nam toenmalig voorzitter
Affiche uit de tweede Schoolstrijd,
jaren 1950
(© Archief Amsab)
professor Ludo Brandt de band weer op
met de algemene reflectie op onderwijs, die sterk aanwezig was in de beginjaren. Het Vliebergh-Senciecentrum
organiseert sindsdien jaarlijks een studiedag over algemene onderwijsproblemen. Die aandacht voor de algemene
onderwijsproblematiek staat ook centraal in het boek dat werd geschreven
om de honderdste verjaardag van het
centrum in de verf te zetten, ‘Leraar
zijn in Vlaanderen’ en dat een van de
eerste publicaties is die specifiek de geschiedenis van de nascholing van leraren in Vlaanderen behandelen.
Mark D’hoker, Dirk De Bock en Dirk Janssens (red.), ‘Leraar zijn in Vlaanderen.
Terugblik op honderd jaar middelbaar
onderwijs en nascholing’, Garant, 2007
KORTALUMNI
Alumnireis (1)
Van woensdag 16 april tot zondag 20 april organiseert Alumni
Lovanienses een city-trip naar de
Spaans-Baskische stad Bilbao en
de Spaanse Costa Verde. Naast een
bezoek aan het historische centrum, het archeologisch museum,
de Universiteit van Deusto, de
Oude Wijk, het Guggenheim-museum, de Kathedraal en de Begoña
Basílica van Bilbao omvat de reis
ook een bezoek aan de Costa
Verde, met plaatsen als Santander,
de grotten van Altamira, Santillana
del Mar, San Vicente de la Barquera, Oviedo, Picos de Europa,
Oviedo en Llanes. We overnachten
in vier- en driesterrenhotels. De
richtprijs bedraagt 1.825 euro per
persoon bij minimum 25 personen
(de prijs daalt naargelang het aantal deelnemers stijgt; maximum
30 deelnemers; supplement van
140 euro voor éénpersoonskamer).
Begeleiding: Erik Gobin.
 Inschrijven via Avatours nv, Koning Albertstraat 86, 8500 Kortrijk,
(t) 056 21 50 00, (f) 056 22 39 00,
[email protected]
http://alum.kuleuven.be/
reizen-alumni/Bilbaoreis.htm
Alumnireis (2)
Van donderdag 15 mei tot maandag 19 mei organiseert Alumni
Lovanienses een vijfdaagse reis
naar de Hanzesteden Hamburg,
Bremen, Lüneberg en Lübeck, met
bijzondere aandacht voor geschiedenis en cultuur. De richtprijs
bedraagt 1.580 euro per persoon
bij minimum 25 personen (de
prijs daalt naargelang het aantal
deelnemers stijgt; supplement
van 255 euro voor éénpersoonskamer). We overnachten in een
viersterrenhotel in Hamburg.
Begeleiding: Erik Gobin.
 Inschrijven via Avatours nv, Koning Albertstraat 86, 8500 Kortrijk,
(t) 056 21 50 00, (f) 056 22 39 00,
[email protected]
http://alum.kuleuven.be/reizen/
duitsland.html#programma
Alumnireis (3)
G
KRIN
WS
NIEU
 VILv/KVIV (Brabant)
Forumavond ‘De ingenieur en ondernemen’ met getuigenissen en vraagen antwoordsessie
 20 november, 19-21u30, Auditorium
van het Arenbergkasteel, Kasteelpark
Arenberg 1, 3001 Leuven
 http://www.vilv.be
 Sinalumni
Lezing over de Olympische Spelen in
Beijing 2008.
 20 november, 20u, MSI 00.28, Mgr Sencie Instituut, Erasmusplein 2, Leuven
 Info: [email protected],
(t) 016 23 92 65
 Domus Lovaniensis Brugensis
Lezing door prof. Emiel Lamberts:
‘Conservatisme en christen-democratie: stille krachten in de Europese
politiek’
 23 november, 20u, auditorium van de
Katholieke Hogeschool, Spoorwegstraat
12, Sint-Michiels Brugge
 Info: [email protected],
(t) 056 24 61 31
http://alum.kuleuven.be/verenigingen/
dlb.html
november over te maken op
000-0136526-47
 Info: [email protected],
(t) 016 32 40 02, (f) 016 32 41 90
http://alum.kuleuven.be/verenigingen/
kernbrussel.html
 Nos Iungit Academia
Lezing Torfs – Vermeersch
 3 december, 20u, Campus Kortrijk.
 Info: [email protected],
(t) 056 24 61 31
‘Frederic, een vertelling’, door Jos
Meersmans, een avond vol poëzie en
muziek
 23 november, 20u30, clublokaal
 Info: [email protected],
(t) 016 251164, (f) 016 324190
 LUTV
Jaarvergadering (accreditering goedgekeurd)
 24 november, 9-15u30, SportOase,
Philipssite 6, 3001 Heverlee. Prijs (lunch
incl.): 150 euro / 120 euro (LUTV lid)
 Info: [email protected],
(t) 016 33 75 57
 Kern Brussel
Concert o.l.v. Ronald Zollman (programma: Anatole Ljadow, Sergej Rachmaninov en César Franck), gevolgd
door toespraak door minister Steven
Vanackere en receptie.
 30 november, 20u, omroepgebouw
Flagey, Flageyplein, Brussel. Prijs: 15 euro
(alumni); 25 euro (niet-leden), vóór 20
 Alumni Zuid-West-Vlaanderen
 Leuvens Alumni Orkest
Spaanse muziek met op het programma El sombrero de tres picos, suite nr.
1 (M. De Falla, Concierto de Aranjuez
(J. Rodrigo) (gitaarsolist Geert Claessens), Ouverture Il barbiere di Seviglia
(G. Rossini), El amor brujo, ballet in 1
akte (M. De Falla)
 8 december, 20u15, Deberiotstraat 24,
Aula Pieter de Somer
 Info: Jan De Vilder, [email protected], (t)
016 22 43 28, http://www.lao.be
Rechtzetting
 VRG-alumnidag
In tegenstelling tot wat eerder was
doorgegegeven, zal de VRG-Alumnidag niet op 8 maar wel op 7 maart
plaatsvinden.
 http://www.law.kuleuven.be/alumni/
Van woensdag 18 juni tot zondag
29 juni organiseert Alumni Lovanienses opnieuw een cultuur-historische reis naar de drie Baltische
landen en Kaliningrad. We brengen
in Litouwen een bezoek aan het
historische centrum van Vilnius,
aan de stad Trakai, met het Trakai
Historical National Park, en aan de
stad Kaunas. Verder bezoeken we
Kaliningrad en zijn er nog excursies naar Curonian spit, Nida en
Klaipeda. We bezoeken vervolgens
Letland met de prachtige hoofdstad
Riga en Bauska. Ook naar Estland
reizen we waar we achtereenvolgens de steden Sigulda en Tallinn
aandoen. In de Letse stad Tartut
bezoeken we de bevriende universiteit, Tartu Ülikool. We overnachten
tien maal in een viersterrenhotel en
eenmaal in een driesterrenhotel. De
richtprijs zal ongeveer 2.500 euro
per persoon bedragen, maar kan
nog wijzigen (supplement van 450
euro voor éénpersoonskamer ).
 Inschrijven via Avatours nv, Koning Albertstraat 86, 8500 Kortrijk,
(t) 056 21 50 00, (f) 056 22 39 00,
[email protected]
http://alum.kuleuven.be/reizen-alumni/
alumnireis-baltische-staten.htm
campuskrant
publicatie
14.11.2007
13
Marion Crauwels en Luc West schrijven boek over wetenschapscommunicatie
“Vermijd vooral een nietszeggende titel”
Wetenschapscommunicatie wordt almaar belangrijker. Wetenschappers communiceren met collega’s uit het eigen vakgebied,
maar werken ook samen met onderzoekers uit andere disciplines. Ze schrijven voor vakbladen, leveren bijdragen aan populairwetenschappelijke media en doen hun zegje in kranten en tijdschriften, op radio, televisie en internet. Ze spreken op symposia,
congressen en voor plaatselijke verenigingen. Al die kanalen bereiken een ander publiek. Al die kanalen vergen een ander soort
communicatie. Marion Crauwels en Luc West beseften dat die verschillen het er niet eenvoudiger op maken. Daarom schreven ze
een praktische handleiding: Wetenschap communiceren. Tips voor het schrijven over en presenteren van wetenschappelijk onderzoek.
Ines Minten
J
e hebt de natuurtalenten. Wetenschappers die met een vingerknip
switchen van wetenschappelijk jargon naar voor iedereen begrijpelijke taal. Niet iedereen heeft dat mechaniekje echter zomaar onder de knie. Luc
West (Dienst Communicatie): “Ik heb er
alle begrip voor dat sommige mensen
niet getraind zijn om duidelijk te communiceren over het eigen onderzoek.
Soms is dat gewoon ook heel moeilijk.
Je hoort ze bovendien vaak klagen dat
ze niet de tijd hebben om bovenop al
hun onderzoekstaken ook nog eens te
leren hoe ze eenvoudig over hun werk
moeten spreken.”
En op de vraag wat ze precies doen,
krijgt een leek dan bijvoorbeeld het
antwoord: “Ik heb aangetoond dat
PME-1 een bijkomende functie heeft
in de regulatie van PP2A vermits mijn
experimenten bewezen dat PME-1 niet
alleen PP2AC demethyleert maar ook
bindt aan een inactieve PP2A-pool die
daardoor gestabiliseerd wordt.” De leek
in kwestie kan daarop alleen maar zijn
wenkbrauwen fronsen.
“Met ons boekje hebben wetenschappers alvast een aantal nuttige principes
bij elkaar die hen een stuk vooruit kunnen helpen, zonder dat ze het allemaal
zelf bij elkaar moeten zoeken”, legt Luc
West uit. Het boek is bedoeld voor de
meest uiteenlopende wetenschappers
en wetenschappers in spe: van studenten die hun eerste scriptie moeten
schrijven tot proffen met jarenlange
ervaring.
Tips
Wetenschap communiceren bestaat uit
diverse rubrieken. Hoe schrijf je een
verantwoorde wetenschappelijke tekst
(van scriptie tot poster voor een symposium)? Hoe pak je het aan als je echt
met je tekst naar buiten moet, naar een
ruimer publiek dan je gewend bent?
Hoe spreek je in het openbaar voor de
uiteenlopende soorten publiek die je
voor je kunt krijgen? Hoe stel je een
persbericht op dat onmiddellijk de aandacht trekt? Alle mogelijke aspecten
van communicatie komen aan bod. Aan
de hand van concrete tips en uitgewerk-
Marion Crauwels. “Die tonen duidelijk
het verschil aan tussen wetenschappelijke vakteksten en populaire artikelen. In een Engelstalige technischwetenschappelijke tekst streef je naar
volledigheid, je bent voorzichtig met je
resultaten en beschrijft ze heel genuanceerd. De Nederlandstalige versie van
de tekst is al een tikje toegankelijker
omdat hij in onze moedertaal is opgesteld. Vervolgens plaatsen we er een
populair-wetenschappelijke tekst naast
over hetzelfde onderwerp. Het onderwerp wordt daarin in een veel ruimer
kader geplaatst. Ten slotte geven we
een persbericht mee voor de algemene
media, waarin het onderwerp nog veel
korter en ruimer wordt behandeld. Zo
ziet een wetenschapper meteen hoe
hij zijn teksten kan aanpassen aan het
doelpubliek en werken we de hardnekkige misvatting weg dat je foute dingen
zegt als je niet elk woord aanvult en
nuanceert. Elk medium heeft zijn eigen
eisen.”
te voorbeelden helpen de auteurs hun
lezers een heel eind op weg.
Professor Marion Crauwels, coördinator wetenschapscommunicatie aan de
Faculteit Wetenschappen: “Titels zijn
bijvoorbeeld erg belangrijk. Vooral voor
een populariserend artikel in geschreven pers of op het internet moet de kop
duidelijk zijn en de aandacht trekken.
‘De wraak van de monsterbacterie’ is
een titel die meteen de nieuwsgierigheid opwekt.” Luc West beaamt: “We halen een voorbeeld aan van een artikel
op het internet dat de titel ‘De toestand
van onze bossen’ meekreeg. Zo’n kop
zegt niets, terwijl uit die studie bleek
dat twintig procent van de Vlaamse
bossen is aangetast door vervuiling.
Zet díe informatie boven je artikel en
je bereikt veel meer lezers. De titel is
tenslotte het eerste wat men van een
tekst ziet.”
Jargon
“Als je het hebt over een baby met pulmonale hypoplasmie, zal de man in de
straat wellicht niet weten waar je het
over hebt. Moet hij het wel begrijpen?
Zeg dan dat de longen van de baby onvoldoende ontwikkeld zijn en zet het
“De wraak van de
monsterbacterie”
of “De toestand van
onze bossen?”
woord hypoplasmie er tussen haakjes
bij”, suggereert Luc West. “Maar duidelijk communiceren gaat verder dan
jargon wegwerken. Veel woorden vallen niet onder vaktaal, maar zijn toch
te moeilijk voor een breed publiek. Vermijd daarom dure woorden zoals implementeren of excessief. Heb het liever
over toepassen of bovenmatig.”
“Eén van de sterke punten van het
boek zijn de voorbeeldteksten”, vindt
Schrijven voor het net
Dat geldt ook voor het Internet. Luc
West: “Veel onderzoek wordt via het internet aangekondigd. Het is cruciaal om
tabellen, grafieken en ander illustratiemateriaal overzichtelijk te maken.
Maak ze groot genoeg, met duidelijke
kleuren en zorg ervoor dat ze makkelijk afdrukbaar zijn.” Lezen van een
scherm is bovendien erg belastend voor
de ogen en mensen willen snel door de
informatie heen raken. Het moet dus
vlot gaan. “Gooi daarom alle ballast uit
je tekst. Overtollige woorden gaan eruit. Zinnen van drie regels breek je op
in korte, eenvoudige zinnen. En zorg
ervoor dat de lezer zo weinig mogelijk
moet scrollen.” In het boek bewijzen de
auteurs dat het kan. Ze knippen in ellenlange, moeizaam te doorworstelen
teksten tot er een samengebald, vlot
leesbaar en toch nog steeds correct geheel overblijft.
Marion Crauwels en Luc West, ‘Wetenschap
communiceren. Tips voor het schrijven over
en het presenteren van wetenschappelijk
onderzoek’, Acco, 2007, 176 pagina’s, 19 euro
Kerstkaarten en
jaarkalender
Realisatie:
nst Communicatie
l Marketingadvies
arkt 13 bus 5005
BE-3000 Leuven
De nieuwe kerstkaarten zijn gearriveerd! Personeelsleden
kunnen kaarten voor dienstgebruik vanaf 20 november
bestellen via het Centraal Magazijn, kaarten voor persoonlijk
gebruik vanaf 26 november in de boetiek. Ook externen kunnen
kaarten verkrijgen in de boetiek. De kaarten kosten 5 euro per
set van drie en een deel van de opbrengst gaat naar het Fonds
voor Allochtone Studenten.
Elektronische kaarten zullen beschikbaar zijn vanaf 10
december.
Vanaf 3 december is ook een jaarkalender 2008 beschikbaar
(gratis voor personeelsleden, 2,5 euro voor externen).
denten.
s.
Students.
http://www.kuleuven.be/kerstkaarten
Boetiek K.U.Leuven, Universiteitshal, Oude Markt 13, 10-12u en 14-16u.
30/10/07 13:54:22
14
interview
14.11.2007
Leven
na
Leuven
campuskrant
Ivo Marechal,
burgerlijk ingenieur en CEO
van Onderneming van het Jaar
“ Koorddansen
tussen
kantoor en
kroost”
Als student burgerlijk ingenieur vatte Ivo Marechal (43)
het boude en peperdure plan op om met de laatstejaars
naar Japan te reizen. Zijn presidium slaagde in het onmogelijke en maakte zelfs een miljoen oude Belgische frank
winst. Bijna twintig jaar later staat de Limburger aan het
hoofd van Groep H. Essers, de kersverse Onderneming
van het Jaar, en draait hij jaarlijks ruim 290 miljoen euro
omzet.
Interview
Katrien Steyaert
(© Rob Stevens)
De imposante man die me stevig de
hand drukt, was als kind een handige
Harry. “Ik voelde een gezonde nieuwsgierigheid naar hoe dingen werken en
besloot voor ingenieur te studeren in
Leuven. De eerste jaren werkte ik hard
en regelmatig maar toen ik eenmaal
het mechanisme doorhad, ging ik meer
de studentikoze toer op. Dat is voor mij
altijd meer geweest dan op stap gaan.
Met het presidium heb ik mooie jaren
beleefd. Een ongelooflijke avond was
die waarop we in een zotte bui beslisten
Moskou, de traditionele reisbestemming
van de vijfdejaars, in te ruilen voor het
hippe Japan. Een vliegtuigticket kostte
toen nog ruim 40.000 Belgische frank.
Via waardeproposities en bedrijven die
ook naar het Oosten wilden, kregen we
de financiering rond. Ruim 150 studenten genoten van tien dagen Japan en op
de koop toe maakten we een miljoen
frank winst om later andere projecten
mee te sponsoren. Mijn partners in
crime werden vrienden voor het leven.”
De jonge ingenieur smeedde dankzij
de krachttoer ook professionele banden.
“Bekaert-Stanwick, een managementadviesbureau, was een van de bedrijven
waarmee we onderhandeld hadden. Dat
en mijn interesse voor industrieel beleid — een bij hen onontgonnen terrein
— zorgde ervoor dat ik als pas afgestudeerde als management consultant aan
de slag kon, niet evident voor een ingenieur. Maar ik wist dat ik bij Bekaert het
meest kon leren op de kortste tijd.” Hij
knikt gedecideerd als ik vraag of hij toen
al brandend ambitieus was. “Na enkele
jaren stond ik als snotneus aan een veel
ouder directiecomité te vertellen hoe
ze honderd miljoen frank moesten besparen. Ik besefte dat ik dat geen vijftig
jaar wou doen, ik wilde aan de andere
kant van de tafel zitten.” Dat is gelukt:
Marechal leidt vandaag de transport- en
logistieke groep H. Essers, met 2.300 personeelsleden, 900 vrachtwagens, ruim
20.000 internationale klanten en een
jaaromzet van ruim 290 miljoen euro.
Spaarcenten
Voor het zover was, zette Marechal be-
langrijke tussenstappen. “Als plant manager bij het constructiebedrijf Portal
moest ik mijn ambities waarmaken. Ik
kwam mezelf meermaals tegen toen ik
in mijn eentje een nieuwe vestiging uit
de grond stampte. Na mijn uren rijpte
het idee voor een eigen bedrijfje. Ik was
voorzitter van de jongeren van KVIV, de
Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging, en liep vaak alumni tegen het lijf.
Een ervan, een bouwkundig ingenieur,
wilde betonijzer op een industriële manier vervaardigen en vond mijn industriële en mechanische ervaring complementair aan zijn kennis.”
“Naast onze verantwoordelijke jobs
besteedden we talloze nachten en weekends aan de uitwerking van het idee, te
gek eigenlijk. Maar ja, ik kom uit een
ondernemersfamilie, het zit me in de
genen. Ik voelde een droom uitkomen.
Toen het plan eindelijk rond was en de
investeringsmaatschappij GIMV ons
hielp om aan 150 miljoen frank te raken, was Altro Steel geboren.” We schrijven begin jaren ’90. “Het was een ongelooflijke periode in mijn leven, waarin
ik het meest mijn rol als ingenieur heb
opgenomen. Het lijkt wel een verhaal
uit de boekjes: we stampten met twee
een bedrijf met 75 mensen uit de grond,
dat de op een na grootste in het marktsegment werd en 350 miljoen frank
jaaromzet realiseerde.”
Maar na zonneschijn komt regen. Of
zelfs storm. “Op het moment dat we
veel vaste kosten van onze investering
hadden, stortte de bouwmarkt in en
kwamen goedkope, buitenlandse werkkrachten afgezakt naar ons land. Het
was een ongelooflijk moeilijk moment
toen we naar ons verstand moesten luisteren en de boeken moesten sluiten.”
Vaarwel droom, vaarwel spaarcenten.
“Maar ik had mezelf niets te verwijten.
Na maanden van bezinning en twijfels
kwam ik tot de conclusie dat ik niet alleen een ondernemer maar ook een manager ben. Een bedrijf met 75 mensen
runnen ligt me. Ik raapte mezelf bijeen
en zocht weer een toffe job.”
Dat moest ook, want ondertussen viel
er een gezin te onderhouden. “Ik huwde
op mijn 25ste en ben nog altijd gelukkig
getrouwd. Het is een cliché maar achter
elke sterke man staat een nog sterkere
vrouw. Ik prijs mezelf ongelooflijk gelukkig dat mijn verstandige echtgenote mijn
job begrijpt en een stuk van haar carrière
als vertaler-tolk heeft opgeofferd om onze
vier kinderen op te voeden. Die zijn nu
11, 10, 7 en 6. Ik ben niet altijd tevreden
over het evenwicht tussen mijn privé- en
professioneel leven, het is koorddansen.
Gelukkig werk ik op een kwartier van
thuis, zo kan ik tijd bij mijn kroost door-
“Na enkele jaren stond
ik als snotneus aan een
veel ouder directiecomité te vertellen hoe ze
honderd miljoen frank
moesten besparen. Ik
besefte dat ik dat geen
vijftig jaar wou doen,
ik wilde aan de andere
kant van de tafel zitten.”
brengen. It’s lonely at the top maar gelukkig kan ik makkelijk de knop omdraaien.
Ik lig niet te woelen in bed, integendeel,
mijn vrouw is soms nog tegen me aan het
praten als ik al lig te snurken.”
Het waw-effect
Marechal, die in zijn vrije tijd ook nog
aan paardrijden, zeilen en mountainbiken doet, zoekt ook professioneel
naar variatie. Na Portal volgt Umicores
dochterbedrijf OVP, Plascobel in de volksmond, met 200 werknemers. “Ik heb
erg lang gebroed op de sollicitatie voor
gedelegeerd bestuurder tot ik het bedrijf begreep en inzag wat een unieke
kans het betekende om het te leiden.”
Marechal, die tijdens ons gesprek telefoons en binnenwandelende medewerkers zakelijk afhandelt, stapte tien jaar
geleden zonder vrees in een nieuwe
crisissituatie. “OVP was een vakbondsbastion dat kampte met slechte cijfers
en een slechte cultuur. Maar ik had
niets te verliezen, ik voelde de drive en
Umicore stond achter me. Ze wisten dat
ik elke frank drie keer zou omdraaien
voor ik hem zou uitgeven. Het werd een
zeer speciale ervaring. Dankzij mijn alternatieve achtergrond en met de hulp
van anderen — zoiets kan je niet alleen
— veranderde het schip van koers en bogen we verlies om in winst.”
Geherstructureerd en wel verkocht
Umicore haar dochterbedrijf. De nieuwe
eigenaar wilde een nieuwe baas. “Dat
zijn de regels van het spel, al had ik nog
wat willen blijven. Maar had het aan mij
gelegen, dan had ik ook nog mijn eigen
bedrijf. In 2000 ging ik alleen in op het
aanbod van H. Essers omdat de pater familias Noël me beloofde dat ik me langere tijd op de functie van managing director zou kunnen toeleggen. De chemie
zat meteen goed tussen mij en Noël en
zijn twee dochters, die aandeelhouders
zijn.” Ook in Genk, waar de transporten logistieke groep gevestigd is, bracht
Marechal groei mee in zijn zog. 750 personeelsleden werden er 2.300, 4 sites in
3 landen werden er 26 in 12 landen. “Die
groei was niet vooropgesteld maar Noël
en ik zijn rasechte ondernemers. De logistieke markt zit mee en we voerden
belangrijke veranderingen door, zoals
systemen van rapportering en budgettering en de implementatie van corporate
governance. Dat kader ondersteunt de
groei en zorgt ervoor dat onze omzet in
de komende drie jaar kan verdubbelen.
Ja, dat is de ambitie.”
In zijn kantoor heeft hij op een kaart
van Europa H. Essers’ partners en sites
aangeduid. Aan de receptie staat de
kersverse trofee van Onderneming van
het Jaar 2007 te glimmen. “Het is een
onderscheiding voor het hele bedrijf,
waarvan de groei, corporate governance en internationalisering blijkbaar
gezien mogen worden. De bekroning
bewijst ook dat we allang niet meer die
vervelende vrachtwagens zijn waarmee
u in de file staat. We beheren goederenstromen van producent naar klant
 pagina 15
campuskrant
kamerbreed
14.11.2007
 pagina 14
en hebben een heel logistiek apparaat
uitgebouwd. De prijs heeft een enorm
effect: we trekken nieuwe mensen aan
en personeelsleden kunnen thuis fier
melden dat ze in de Onderneming van
het Jaar werken.”
“Het geheim van het succes? We werken asset based — we bezitten onze eigen
15
software, gebouwen en vrachtwagens
— en kunnen bogen op flexibiliteit en
ons familiaal karakter. We doen niet
aan neefjes- en nichtjespolitiek, het
zijn alleen Noël en zijn dochters die in
de Raad van Bestuur zetelen. Daardoor
zijn Hilde en Ann mijn baas en vallen
ze tegelijk als werknemers onder mijn
gezag. Dat lukt alleen maar door een
steengoede persoonlijke verstandhou-
ding. Het is opnieuw een spel van evenwichten. De familiale cultuur is ook
onze sterkte. Het is misschien niet volgens het boekje maar jaarlijks geven we
tien pas afgestudeerde universitairen
de kans om als trainee te starten. Die
gasten voelen het waw-effect dat ik bij
Bekaert-Stanwick had; wat ze hier allemaal niet mogen doen en leren! Als
directeur wil ik een structuur creëren
waardoor het bedrijf niet van mezelf
afhankelijk is en ik hecht veel belang
aan aandeelhouderswaarde, dat is de
basis voor de toekomst.” Die ziet er alvast veelbelovend uit. “Ik geloof dat we
nog een belangrijke rol te spelen hebben op de markt. Ik hoop dat de ingeslagen weg stabiel en langdurig blijkt. We
zitten nu op koers en daar zal ik voor
blijven vechten.”

Leuvense Instituut voor Milieu- en
Energierecht en kabinetschef van
Vlaams minister Hilde Crevits, werd
aangesteld als Honorary Professor of
Climate Change Law aan het Centre for
Energy, Petroleum, Mineral Law & Policy
van de University of Dundee. Professor
Deketelaere was de voorbije zomer
reeds Visiting Professor of Climate
Change Law aan de National University
of Singapore.
Professor Anne Beeldens van het
Departement Burgerlijke Bouwkunde
werd verkozen tot vice-president van
het International Congress on Polymers
in Concrete CPIC, voor de periode 20072010.
zoek over een nieuw anti-HIV middel,
uitgevoerd in de onderzoeksgroep van
professor Dominique Schols. De prijs
wordt uitgereikt op Wereld AIDS dag,
op 1 december, in de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België.
Doctor Kurt Vermeire, postdoctoraal
medewerker aan de Afdeling Virologie
en Chemotherapie, is de laureaat van
de prestigieuze Prijs Dr. Karel-Lodewijk
Verleysen. Deze prijs wordt driejaarlijks
toegekend aan een beloftevolle, jonge
onderzoeker die een belangrijke bijdrage geleverd heeft tot de grondwetenschappelijke of de klinische kennis
in de menselijke geneeskunde. Het
bekroonde werk beschrijft het onder-
Professor Pascale Zimmerman van het
Departement Menselijke Erfelijkheid,
Afdeling Ontwikkelings- en Moleculaire Genetica, is één van de 18 laureaten
van het Young Investigator Programme
van de European Molecular Biology
Organization. Deze organisatie gaat elk
jaar op zoek naar uitmuntende jonge
biomedische wetenschappers en
ondersteunt hen drie jaar lang op academisch, praktisch en financieel vlak.
Benoemd of onderscheiden
Professor Brigitte Decallonne, adjunct-kliniekhoofd van de Dienst Endocrinologie van de UZ Leuven, heeft de
prijs gewonnen die het Leuvens Kankerinstituut vanaf dit jaar met de steun
van het farmaceutisch bedrijf Novartis
jaarlijks uitreikt aan een studieproject
van het UZ Leuven of de K.U.Leuven
dat bijdraagt tot kankerdiagnostiek of
-bestrijding. Decallonne kreeg de prijs
ter waarde van 25.000 euro voor een
studieproject waarbij de kankerspecifieke eiwitexpressie geïdentificeerd
werd bij schildklierkanker.
Professor Kurt Deketelaere, buitengewoon hoogleraar aan de Faculteit
Rechtsgeleerdheid, directeur van het
DE
KAMER
 Adres: Standonckstraat 9,
kamer 3
 Ligging: gelijkvloers, aan de
straatzijde naast de deur
 Grootte: 20 m2
 Huurprijs: 370 euro per
maand
 Aantal studenten: een twintigtal
 Inboedel: bureau, pc, kleerkast, stoel, zetel, tv, bed op mezzanine, douche en klein keukentje beneden, koersfiets
Professor Dionys Van Gemert van het
Departement Burgerlijke Bouwkunde
ontving de Owen Nutt Award voor ‘outstanding achievements and remarkable leadership in the field of polymers
in concrete’.
DE
BEWONER
 Naam: Jochen Van Kerckhoven
 Leeftijd: 19
 Studierichting: tweede bachelor
rechten
 Woonplaats: Geel
 Lief: neen
 Geslaagd?/!: De keuze voor een
rechtenstudie lag bij mij voor de hand.
Mijn vader is advocaat, en zijn werk
interesseert me al van toen ik nog vrij
jong was. Ik wist dan ook al snel dat ik
zelf ook rechten zou gaan studeren.
Of ik ook advocaat word, is nog niet
helemaal zeker, maar ik geloof van wel.
Tot nu toe verloopt mijn studie goed.
Hoewel ik veel tijd investeer in sporttrainingen — ik doe aan wielrennen
— was ik vorig jaar meteen in de eerste
zittijd geslaagd. Met de andere rechtenstudenten heb ik niet zo veel contact.
Aangezien ik erg veel bezig ben met
trainen, ga ik meer om met andere
sporters die ik via het Sportkot ken. Zelf
Sportkot doen was, ondanks het feit dat
ik met topsport bezig ben, niet echt een
optie. Een vriend van me doet het wel,
maar ik geloof dat ik daardoor het wielrennen zelf te veel zou verwaarlozen.
De combinatie met rechten verloopt
voorlopig goed en bevalt me prima.
KAMER
BREED
Om de vier weken belt onze man
in de straat aan bij een willekeurig Leuvens — of Kortrijks
— studentenkot, en onderwerpt
een kamer én haar bewoner aan
een grondig onderzoek. Deze
keer hielden we halt in de Standonckstraat, maar wees op je
hoede, want onze reporter verlegt voortdurend zijn terrein.
Volgende keer belt hij misschien
wel bij jou aan!
(© Rob Stevens)
 Hobby’s: Vooral sport dus. In Leuven rijd ik bij de universitaire ploeg, en
daarnaast heb ik onlangs een contract
getekend bij een ambitieuze nieuwe
wielerploeg, PWS Eijssen. Sinds kort
rijd ik bij de beloften. Je merkt toch
snel dat het een zwaardere categorie
is dan de junioren, waar ik al verschillende ereplaatsen heb behaald. Zo
werd ik onder meer zesde en achtste
in Parijs-Roubaix, tweede in de Beker
van België, en daarnaast heb ik ook
nog zo’n drietal gewone koersen per
jaar gewonnen. Om die prestaties te
behalen, moet ik me wel aan een strikt
trainingsschema houden. Tijdens het
seizoen ben ik daar toch zo’n vier uur
per dag mee bezig. Behalve fietsen
loop ik ook, en doe ik aan fitness.
 Hoezo dit kot?: Vorig jaar zat ik op
een gewoon kot, maar toen miste ik
toch een eigen douche om me snel te
kunnen wassen na de trainingen. Een
vriend van me woonde vorig jaar nog
in dit studiootje. Hij trok er uit, en zo
kreeg ik dus de kans het over te nemen.
 Kotleven: Mijn kamer is de enige in
het gebouw met een eigen keukentje,
de rest van de bewoners maakt gebruik van een gezamenlijke keuken.
Omdat ik daardoor ook veel minder
contact heb met de anderen, ken
ik zeker nog niet iedereen die hier
woont. Een tijdje geleden hadden
we wel een heel geslaagde kotfuif,
dat was natuurlijk de ideale gelegenheid om met de anderen kennis
te maken. Mijn medebewoners lijken
me wel leuke mensen.
 Uitgaansleven: Wat uitgaan betreft, moet ik natuurlijk ook rekening
houden met mijn trainingsschema.
Tijdens het seizoen concentreer ik me
op het wielrennen en ga ik dan ook
niet uit. Daar heb ik eigenlijk weinig
problemen mee. Als je vier uur getraind hebt, heb je niet zoveel zin om
dat teniet te doen door eens goed
door te zakken! Tijdens de eerste
week hier in Leuven, toen het wielerseizoen voorbij was, heb ik de schade
wel ingehaald en het er eens goed
van genomen. In de loop van het jaar
kom ik ook nog wel eens spontaan
samen met vrienden. De ene keer
spelen we dan poker, de andere keer
kijken we samen naar een filmpje.
 Koersfiets: Die is voor mij natuurlijk essentieel. Ik heb er trouwens
twee: één om hier in Leuven mee te
trainen en één om thuis wedstrijden
mee te rijden. Het is een Ridley Noah,
volledig uit carbon, met een winkelwaarde die ergens tussen de 3.500 en
4.000 euro ligt. Gelukkig worden ze
door onze wielerploeg betaald! (tw)
16
associatie
14.11.2007
campuskrant
Praktijkgebaseerd onderzoek kent forse groei
Sinds 2003 investeert de Vlaamse Overheid expliciet geld in projectmatig wetenschappelijk onderzoek (PWO) binnen de professionele bacheloropleidingen. In 2007 gaat het om een geldstroom van negen miljoen euro, waarvan ongeveer de helft voor de Associatie K.U.Leuven. “Het resultaat is een sterke groei van het onderzoek in het professioneel hoger onderwijs”, vertelt Hubert Cossey,
directeur van het HIVA en voorzitter van de associatiewerkgroep.
Jaak Poot
H
et hogescholendecreet van
1994 definieert PWO als:
‘onderzoek in samenwerking met de universiteiten of derden, waarbij vooraf het onderwerp, de duur en de modaliteiten
worden vastgelegd’. “Wij noemen het
liever praktijkgebaseerd onderzoek”,
zegt Dirk Smits, diensthoofd Cel PWO
Vorming & Welzijn aan EHSAL. “Drie
aspecten kenschetsen PWO: het maakt
gebruik van wetenschappelijke resultaten; het vertrekt vanuit het werkveld;
en de resultaten in de vorm van producten, instrumenten of methoden, hebben een impact op het onderwijs aan de
hogeschool.”
Hij geeft een voorbeeld: “Aan de Katholieke Hogeschool Kempen loopt een
onderzoeksproject over het ontbijt van
dementerende bejaarden. Dat vertrekt
van een heel concrete en praktische
vraag in rusthuizen naar vloeibare ontbijtvormen. De onderzoekers vertrekken van resultaten van fundamenteel
onderzoek van bio-ingenieurs aan de
universiteit. En de resultaten worden
straks vertaald in het onderwijs aan de
professionele gezondheidswerkers die
de hogeschool opleidt.”
Nieuwe trends
PWO levert voordelen op zowel voor
hogescholen als voor de universiteit.
Het is een belangrijke stap bij de professionalisering van de hogeschooldocenten en kweekt ook bij hun studenten
een gevoeligheid voor het belang van
onderzoek en innovatie. Het versterkt
ook hun contacten met het werkveld.
Bovendien ontdekken hogescholen zo
gemakkelijker nieuwe trends die ze in
hun onderwijs kunnen integreren.
Universitaire onderzoekers krijgen
via PWO een unieke kans om te leren
uit onderzoek rond zeer specifieke
praktijkthema’s die voor hen als onderzoeksonderwerp minder interessant
zijn. Universitair wetenschappelijk
onderzoek moet leiden tot internationale publicaties. Als het te praktijkgericht is, lukt dat niet. “De universiteit
komt via deze tussenstap dichter bij het
werkveld”, vertelt Dirk Smits. “Zo loopt
er momenteel een onderzoeksproject
heel Vlaanderen. Straks kan ook de universiteit die resultaten gebruiken voor
verder fundamenteel onderzoek.”
Ook de vraag groeit
Op dit ogenblik is er per 1.000 bachelorstudenten bijna anderhalve voltijdse
onderzoeker en loopt er een zestigtal
projecten over meerdere jaren. Cossey:
“Nu we goed op dreef komen, neemt
het aantal vragen vanuit het werkveld
toe en blijkt dat de capaciteit te klein is.
Met de huidige financiering is het voor
de meeste hogescholen onmogelijk per
studiegebied één voltijds onderzoeker
in te zetten. Daarom leggen hogescholen en universiteit samen ‘zwaartepuntenonderzoeksprogramma’s’ vast, gezamenlijke thema’s die versnippering
tegengaan. En we gaan op zoek naar
extra middelen. Precies daarvoor is die
basisfinanciering zo belangrijk. Want
als je aan een bedrijf, overheidsinstelling of een non-profitorganisatie geld
vraagt voor onderzoek, willen ze eerst
weten wat je al hebt gerealiseerd.”
Dirk Smits: “Die overheidsfinanciering werkt als een hefboom. Bij Ehsal
brengen bedrijven, overheidsinstanties
en organisaties zoals IWT-Vlaanderen
nu al een derde van de middelen in.”
Professor Hubert Cossey (l.) en Dirk Smits
rond lerarenopleiding. Hogeschoolstudenten observeren er hoe de aanpak
van de leraar het gedrag en de resultaten van de leerlingen beïnvloedt. Dat
moet leiden tot conclusies over de ken-
(© Rob Stevens)
merken van leiderschap in de klas. De
regionale spreiding van de hogescholen
maakt het mogelijk dat professionele
bachelors leersituaties observeren in
ongeveer 160 scholen verspreid over
Meetinstrument
Een werkgroep binnen de Associatie
K.U.Leuven stelde een raamreglement
op met afspraken rond procedures voor
de toekenning van de middelen. Ze
geeft ook beleidsadvies. Dat vertaalde
zich concreet in een visietekst. “Een
tijd geleden zijn we gestart met de uitwerking van instrumenten waarmee
we de kwaliteit en relevantie van het
onderzoek kunnen meten”, vertelt Dirk
Smits. “Dat resulteerde in een reeks
output-indicatoren die bruikbaar zijn
voor alle studierichtingen. Binnen het
Vlaamse hogeschoollandschap is onze
associatie de enige die zover staat. En
maar net op tijd. Want de ministeries
voor Onderwijs en Wetenschapsbeleid
kondigden aan dat ze de toekenning
van de middelen in de toekomst willen
koppelen aan performantiecriteria. En
daar heb je meetinstrumenten voor nodig. Wij zijn er klaar voor.”
(© Rob Stevens)
Research
dating
Jaarlijks organiseert de Associatie
K.U.Leuven een Dag van de
Associatie waarop ze haar
instellingen samenbrengt rond
bepaalde thema’s. Dit jaar, op 25
oktober, richtte ze zich tot haar
onderzoekers, met lezingen en
workshops, maar ook met een
bijzonder interactief concept:
research-dating. In kleine groepjes
stelden de onderzoekers zich
aan elkaar voor, waarna ze met
elkaar in discussie gingen. Via een
doorschuifsysteem kwamen alle
onderzoekers — uit verschillende
instellingen en disciplines — met
elkaar in contact, op zoek naar de
ideale ‘match’ voor innoverende
samenwerking. In totaal namen 410
onderzoekers deel aan de dag.
campuskrant
leerstoelen
14.11.2007
17
Golem
open u!
Nieuwe leerstoel voor hulp aan kinderen
met ontwikkelingsstoornissen
(© Rob Stevens)
Samen met kunstenaar Koen Van Mechelen
(links) onthulde Zuster Jeanne Devos op 7 november de CosmoGolem, een vier meter hoge
reus die Van Mechelen samen met Up with
People en jongeren uit Leuvense scholen en instellingen bouwde. Jongeren konden hun tekeningen en brieven vol dromen en hoop aan
de golem toevertrouwen. Het project maakte
deel uit van de Week van de Hoop, van 5 tot
8 november, waarin de K.U.Leuven en Rotary
Rotselaar de kwetsbaarheid van jongeren
centraal plaatsten. Up With People trad ook
nog op in SportOase – de opbrengst gaat naar
het Zr. Jeanne Devosfonds voor Kinderrechten
van de K.U.Leuven, en naar de lokale projecten Sporen, Ter Wende en De Wissel.
Een tegenwicht tegen de individualisering
Topman Arco krijgt
“Ons zorgaanbod is leerstoel aangeboden bij
aan herziening toe”
pensionering
In onze snel veranderende en
op perfectie gerichte samenleving lijken kinderen met een
handicap wel een anachronisme. Nochtans neemt hun
aantal niet af. “We moeten ons
afvragen of de bestaande zorgmodellen wel nog aangepast
zijn aan deze tijd”, stelt professor Paul De Cock, titularis van
de op 30 oktober ingehuldigde
Delacroix-leerstoel ‘Kind, Ontwikkeling en Samenleving’.
Benedict Vanclooster
E
r worden minder mongooltjes
of kinderen met een open rug
geboren en dankzij vroegtijdige
opsporing, vaccinatie en innovatieve
behandelingstechnieken kunnen kinderen met een waterhoofd of gehoorstoornissen rekenen op betere perspectieven dan vroeger. Daartegenover is
het aantal vroeggeborenen en kinderen met een hersenverlamming niet
afgenomen. Steeds meer kinderen kampen met een autismespectrumstoornis.
Steeds meer ook belanden er in het buitengewoon onderwijs.
”Het gevolg is dat de wachtlijsten van
centra voor ontwikkelingsstoornissen
en geestelijke gezondheidszorg, van
revalidatiecentra, thuisbegeleidingsdiensten en residentiële instellingen
onaanvaardbaar lang zijn geworden”,
verklaart De Cock. “De hulpverlening
blijkt de toestroom niet de baas te kunnen.”
De Cock, die verantwoordelijk is
voor het Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen (UZ Leuven) en voor
de afdeling Jeugdgezondheidszorg
binnen het Departement Maatschappelijke Gezondheidszorg, vindt het
vooral hoogdringend om de huidige
organisatie van onze zorg te heroriënteren. “Het zorgaanbod moet inspelen
op de nieuw ontstane behoeften in de
samenleving. Scheidingen en wedersamenstellingen hebben voor een gewijzigde gezinscontext gezorgd. Door
de prestatiedruk in onze maatschappij
kunnen ouders de komst van een kind
met een handicap als een rem ervaren
op hun persoonlijke carrièreopbouw.
Tegelijk vinden in onze geseculariseerde samenleving steeds minder
zorgverleners de weg naar de gehandicaptenzorg.”
In het beleid daarentegen voelt De
Cock veeleer stilstand dan evolutie.
“Wat de zorg voor kinderen met een
handicap betreft, blokkeren de zaken
en zijn de middelen ontoereikend. De
Vlaamse en federale overheid spelen
een pingpongspel over wie nu verantwoordelijk is voor welk deel van de zorg.
Zijn dit persoonsgebonden aangelegenheden of moet ook het Riziv zijn duit in
het zakje doen? Om nog te zwijgen van
de communautaire complicaties.”
Primeur
Onder impuls van professor De Cock is
een nieuwe leerstoel in het leven geroepen. “Daarmee zullen een aantal doctoraten gecofinancierd worden binnen
health services research.” Het is de bedoeling om de zorgmodellen bij de buurlanden te bestuderen, nog meer interdisciplinair te werken en een gezamenlijk
opleidingstraject uit te tekenen voor
kinderartsen, kinderneurologen, kinderpsychiaters en jeugdartsen.
Het Steunfonds Marguerite-Marie
Delacroix brengt gedurende vijf jaar
telkens een bedrag van 125.000 euro in,
waardoor het om een van de grootste
leerstoelen ooit aan de K.U.Leuven gaat.
Géry Delacroix, afgevaardigd beheerder en kleinzoon van de oprichters van
de Stichting Delacroix in Tienen: “De
leerstoel strookt perfect met de doelstelling van onze stichting: het welzijn
van kinderen en personen met een handicap.”
“De Stichting Delacroix werd in
1950 opgericht als een kinderziekenhuis en evolueerde naar een medischpedagogisch instituut voor kinderen
met een mentale handicap. Logischerwijze is het aantal volwassenen sindsdien toegenomen. Momenteel verblijven er een 200-tal volwassenen en een
60-tal kinderen bij ons. In 1988 werd
naast de Stichting ook een Steunfonds
gecreëerd, waarmee we andere goede
doelen helpen, onderzoeksbeurzen
toekennen en langetermijnprojecten
voeren voor handicappreventie. De financiering van een leerstoel is een primeur voor ons.”
Toen Arco-topman Rik Branson
eind oktober een punt zette
achter zijn actieve loopbaan,
zochten zijn medewerkers een
niet alledaags geschenk voor hem
uit. “Riks naam zal verbonden
worden aan de nieuwe leerstoel
Civil Society”, zegt Francine Swiggers, zijn opvolgster bij Arco, de
holding die de financiële ruggengraat vormt van de christelijke
arbeidersbeweging ACW.
D
e treurzang is al vaker gehoord.
De individualisering rukt op in
onze maatschappij en de bereidheid tot solidariteit vermindert. Professor Erik Schokkaert (ETEW), titularis
van de nieuwe Branson-leerstoel: “Als
tegenwicht kunnen ziekenfondsen,
coöperatieve ondernemingen, vakbonden en bewegingen zoals Greenpeace of
Amnesty International het maatschappelijke draagvlak voor solidariteit helpen
versterken. Zij houden de gelijkheidsgedachte levendig.”
Het geheel van al deze vrijwillige
organisaties die mensen op grond van
gemeenschappelijke maatschappelijke
waarden groeperen, wordt aangeduid
met de term civil society. De burgermaatschappij vormt, naast de markt en de
overheid, de derde poot waar de samenleving op rust. “Terwijl de economie als
wetenschap zich altijd in hoofdzaak
heeft toegespitst op de tegenstelling
tussen markt en overheid, gaat de laatste tijd meer en meer aandacht naar het
belang van de vrijwillige organisaties”,
aldus Schokkaert.
De Branson-leerstoel, die het onderzoek naar de civil society moet aanzwengelen, weerspiegelt deze tendens. “Het
is onder andere de bedoeling om naar
een creatief antwoord te zoeken op de
spanningsvelden tussen financiële en
sociale belangen waar sommige sectoren mee worstelen. Denk maar aan het
onderwijs en de gezondheidszorg, waar
steeds meer financiële managementtheorieën worden aangewend. Op zich
een onvermijdelijke en noodzakelijke
evolutie, maar het initiële idealisme
en de kwaliteitsgarantie komen erdoor
soms wel onder druk te staan”, zegt
Schokkaert.
Geen of-of-verhaal
“Een gezond evenwicht tussen zuiver
economische en maatschappelijke
waarden heeft ook altijd hoog op de
agenda gestaan bij Rik Branson”, vervolgt Francine Swiggers, het nieuwe
hoofd van Arco. “Voor een financiële
holding als de onze is het financieeleconomische uiteraard van levensbelang, maar onder mijn voorganger is
steeds ook de nodige aandacht besteed
aan sociale economieprojecten. De
leerstoel zinspeelt op deze bekommernis.”
“Branson probeerde oog te hebben
voor wie minder geluk heeft in het leven. Zo nam Arco heel wat participaties
in de coöperatieve vennootschappen
Hefboom en Crédal, die respectievelijk
in Vlaanderen en Wallonië ‘invoegbedrijven’ ondersteunen, bedoeld voor
mensen die in het reguliere arbeidscircuit moeilijk hun weg vinden. Ook
onze betrokkenheid bij de sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale kredietvennootschappen illustreert dat
Branson verder dacht dan het strikt financiële rendement.”
Economie en solidariteit hoeven niet
per se als een of-of-verhaal worden benaderd. “Integendeel, de economie kan
er alleen maar beter van worden als er
meer solidariteit in de samenleving tot
stand komt”, denkt Schokkaert. “De
economische waarde van de sociale organisaties mag niet onderschat worden.
We kunnen moeilijk beweren dat Europa zo buitengewoon slecht boert de
laatste tientallen jaren: we behoren tot
de welvarendste economieën van de wereld en hebben tegelijk een behoorlijke
mate van solidariteit gerealiseerd.”
Arco investeert 195.000 euro in de
Branson-leerstoel Civil Society, gespreid
over een periode van drie jaar. Het bedrijf en de universiteit zijn geen onbekenden voor elkaar. “We ondersteunen
al langer de genderstudie van professor
Veerle Draulans en het archeologische
opgravingsproject van professor Marc
Waelkens in Sagalassos”, vertelt Swiggers. “Bovendien begon Rik Branson
destijds zijn loopbaan aan het Centrum
voor Economische Studiën. Hij hield er
uitstekende contacten aan over met de
academische wereld en is een aantal
wetenschappelijke denkwijzen al die
tijd blijven toepassen.”
(bvc)
18
valvas
14.11.2007
campuskrant
Bevorderingen, aanstellingen en benoemingen
Bevorderingen
Gewoon hoogleraar
Godgeleerdheid
Lieven Boeve
Economie en
Bedrijfswetenschappen
Christophe Croux
Nico Vandaele
Sociale Wetenschappen
Jan Van Den Bulck
Letteren
Ortwijn De Graef
Katlijne Van Der Stighelen
Psychologie en Pedagogische
Wetenschappen
Rudi D’Hooge
Wetenschappen
Conny Aerts
Peter Lievens
Minh Tho Nguyen
Antoine Van Proeyen
André Vantomme
Ingenieurswetenschappen
Ronald Cools
Dominiek Reynaerts
Ingrid Verbauwhede
Bio-ingenieurswetenschappen
Erik Smolders
Geneeskunde
Reinhilde Jacobs
Geert Verbeke
Guy Willems
Farmaceutische
Wetenschappen
Myriam Baes
Ann Van Schepdael
FaBeR
Yves Vanlandewijck
Buitengewoon hoogleraar
Geneeskunde
Steven Boonen
Philippe Demaerel
Jan Deprest
Walter Desmet
Hein Heidbüchel
Robert Hermans
Daniel Knockaert
Bart Meyns
Bart Nuttin
Dirk Timmerman
Chantal Van Audenhove
Frans Vinckier
Hoogleraar
Godgeleerdheid
Axel Liegeois
Economie en
Bedrijfswetenschappen
Siegfried Dewitte
Hoger Instituut voor
Wijsbegeerte
Martin Stone
Letteren
Jan Papy
Katelijn Vandorpe
Psychologie en Pedagogische
Wetenschappen
Hans De Witte
Ferdinand Laevers
Walter Schaeken
Wetenschappen
Hans Van Winckel
Thierry Verbiest
Ingenieurswetenschappen
Jan Degrève
Jan Fransaer
Gustaaf Roels
Bio-ingenieurswetenschappen
Johan Buyse
Jan Michiels
Geneeskunde
Johannes Creemers
Wim Vanduffel
Hugo Vankelecom
FaBeR
Hilde Feys
Deeltijds hoogleraar
Sociale Wetenschappen
Patrick Develtere
Letteren
Georgius Verbeeck
Wetenschappen
Stefan De Gendt
Bio-ingenieurswetenschappen
Hilde Vandendriessche
Geneeskunde
Werner Budts
Stefaan Callens
Marina Danckaerts
Jan De Hoon
Emmanuel Keirse
Luc Mertens
Wim Van Paesschen
Rik Vandenberghe
Rene Westhovens
FaBeR
Marijke Van Kampen
Hoofddocent
Economie en
Bedrijfswetenschappen
Laurens Cherchye
Stijn Viaene
Sociale Wetenschappen
Hans Bruyninckx
Stefaan Fiers
Psychologie en Pedagogische
Wetenschappen
Hilde Colpin
Hans Grietens
Bio-ingenieurswetenschappen
Christophe Courtin
Deeltijds hoofddocent
Godgeleerdheid
Hans Ausloos
Robertus Faesen
Rechtsgeleerdheid
Frank Hendrickx
Letteren
Eddy Put
Kristiaan Van Den Branden
Wetenschappen
Joseph Snoeks
Caroline Van Soom
Geneeskunde
Bénédicte Dubois
Lieven Dupont
Paul Enzlin
Pieter Evenepoel
Peter Hellings
Dirk Kuypers
Philip Moons
Gunnar Naulaers
Dirk Ramaekers
Vincent Thijs
Joris Vermeesch
Farmaceutische
Wetenschappen
Steven Simoens
FaBeR
Simon Brumagne
Ivo Aertsen
Luc De Broe
Economie en
Bedrijfswetenschappen
Johannes Van Biesebroeck
Gerald Willmann
Letteren
Barbara Baert
Wetenschappen
Godelieve Moons
Johan Robben
Erik Van Der Eycken
Karen Vanhoorelbeke
Ingenieurswetenschappen
Barbara Berendt
Vincent Rijmen
Jin Won Seo
Bio-ingenieurswetenschappen
Nadine Buys
Geneeskunde
Veerle Baekelandt
Uwe Himmelreich
Maurilio Sampaolesi
Deeltijds hoofddocent
Rechtsgeleerdheid
Stefan Bogaerts
Axel Cordewener
Maria-Christina Janssens
Geert Van Overwalle
Ingenieurswetenschappen
Lieven De Lathauwer
Ingrid De Wolf
Patrick Hendrick
Geneeskunde
Joke Duyck
Elena Levtchenko
Marleen Peumans
Anna Tierens
Patrik Verstreken
Docent
Sociale Wetenschappen
Annie Hondeghem
Psychologie en Pedagogische
Wetenschappen
Martin Euwema
Geneeskunde
Bert Aertgeerts
Godgeleerdheid
Annemie Dillen
Joris Geldhof
Economie en
Bedrijfswetenschappen
Sabrina Bruyneel
Annelies Renders
Inneke Van Nieuwenhuyse
Sociale Wetenschappen
Peter Vermeersch
Letteren
David Burn
Anke Gilleir
Idesbald Goddeeris
Jean-Christophe Verstraete
Psychologie en Pedagogische
Wetenschappen
Eva Ceulemans
Geraldine Clarebout
Ilse Noens
Katja Petry
Maarten Simons
Jeroen Stouten
Angelo Van Gorp
Karla Van Leeuwen
Wetenschappen
Mieke De Cock
Patrick Degryse
Bart Goderis
Ingenieurswetenschappen
Marc Seefeldt
Bio-ingenieurswetenschappen
Jean-Marie Aerts
Kevin Verstrepen
Geneeskunde
Chris Ulens
Els Wierinck
Farmaceutische
Wetenschappen
Erwin Adams
Eveline Lescrinier
Deeltijds hoogleraar
Deeltijds docent
Ingenieurswetenschappen
Guido Groeseneken
Paul Heremans
Marc Heyns
Wilfried Vandervorst
Geneeskunde
Patrick Callaerts
Jan Delabie
Patrick Matthys
Godgeleerdheid
Richard Brossem
Rechtsgeleerdheid
Benoît Allemeeersch
Gunter Maes
Nicole Plets
Sociale Wetenschappen
Mark Breusers
Steven Eggermont
Dirk Heerwegh
Hilde Vlaeminck
Hoger Instituut voor
Aanstellingen en
benoemingen
Gewoon hoogleraar
Ingenieurswetenschappen
Frank Moulaert
Geneeskunde
Guy Boeckxstaens
Johan Kips
FaBeR
Jacques Duysens
Buitengewoon hoogleraar
Geneeskunde
Geert Molenberghs
Hoogleraar
Hoofddocent
Rechtsgeleerdheid
Wijsbegeerte
Luc Van Liedekerke
Letteren
Bert Cornillie
Helge Daniëls
Psychologie en Pedagogische
Wetenschappen
Katrijn Ballet
Beatrijs De Fraine
Wetenschappen
Okke Batelaan
Carmen Bartic
Ellen Decaestecker
Ingenieurswetenschappen
Patrick Reynaert
Bio-ingenieurswetenschappen
Imogen Foubert
Geneeskunde
Bert Bammens
Marc De Hert
Bart Depreitere
Ilse Hoffman
Wim Janssens
Hauke Kolster
Bart Meuris
Felix Mottaghy
Guido Pieters
Wim Teughels
Przemyslaw Tylzanowksi
Mathieu Vandenbulcke
Rudi Vermote
Wim Wuyts
vervolg pagina 2
Een ‘cordon académique’ voor
de humane wetenschappen?
5. Hoe staat het met de noties relevantie en impact in de discussie? Onderzoek heeft inderdaad niet alleen te maken met
(top)kwaliteit maar roept daarnaast ook vragen op naar betekenis, nuttigheid, gebruik van datzelfde onderzoek door beleidsmakers, praktijkmensen, spelers op het middenveld, de burger
tout court. Merkwaardig genoeg raakt de minister dit nauwelijks
aan in zijn betoog en humane wetenschappers houden het hier
bij academische retoriek in de aard van “een bepaalde functie
vervullen ... aanzetten tot reflectie ... voor nieuwe denkpistes
zorgen ...”. Dat klinkt allemaal erg mooi maar hoe dergelijke
academische ontboezemingen omzetten in criteria van relevantie en impact is een ander verhaal en dat komt voorlopig bij ons
helemaal niet aan de orde.
6. Er bestaan nochtans concrete voorbeelden. Zo heeft onlangs de Nederlandse Academie voor Wetenschappen criteria
van relevantie en impact gepubliceerd voor het toegepast gezondheidsonderzoek. Daarin gaat het onder meer om feedback
van doelgroepen, verspreiding en gebruik van onderzoeksresultaten, interacties met gebruikers, enzomeer. Een ander voorbeeld komt van de Rotterdamse Erasmus Universiteit. Ervan
uitgaand dat de mate waarin onderzoeksresultaten doorklinken
in de publieke opinie een goede indicator biedt voor relevantie
van onderzoek, ging men na hoe vaak onderzoekers genoemd
werden zowel in de Krantenbank, waarin alle artikelen zitten van
vijf leidinggevende Nederlandse kranten, als in Overheidspublicaties, een databank met alle officiële beleidsdocumenten van
de centrale overheid. De analyse leverde significante verschillen
op inzake maatschappelijke relevantie tussen de verschillende
universiteiten. Ten slotte een voorbeeld uit Engeland. Eind vorig
jaar publiceerde het vaktijdschrift Health Services Research een
operationeel model om het impact van gezondheidsonderzoek
te beschrijven aan de hand van een dertigtal indicatoren. Dit
model werd dit jaar met succes toegepast door een Vlaams consulentenbureau (HERA) om impact van onderzoek in een aantal
ontwikkelingslanden in kaart te brengen.
7. Samenvattend zou de notie impact dus wel eens een uitweg
kunnen bieden om het stilgevallen debat opnieuw op gang te
brengen.
Zo kan men bijvoorbeeld onder wetenschappelijke impact
niet alleen aantallen van gepubliceerde artikels, maar ook communicatie in brede zin aanpunten. Welke doelgroepen heeft
men bereikt? Welke disseminatiemethoden? Was er sprake van
onderzoekssamenwerking zowel met producenten als met gebruikers? In hoeverre is de onderzoeksoutput doorgedrongen in
onderzoekers- en/of gebruikersnetwerken? Voor beleidsimpact
kan men denken aan het bereikte niveau (internationaal, nationaal, lokaal), het type van impact (agenda-setting, wetgevend
werk, herdefiniëren, resp. oplossen van een beleidsprobleem),
terwijl maatschappelijke impact bijvoorbeeld kan afgelezen
worden uit de mate waarin onderzoek effecten vertoont op ons
individueel en collectief gedrag, met inbegrip van opvattingen,
waarden en normen.
Indien humane wetenschappers effectief willen zorgen voor
“synthese, kritiek en nieuwe denkpistes in de gemeenschap die
hun onderzoek bekostigt”, zoals ze dat zelf zo mooi formuleren,
dan kan dat niet vanuit een cordon académique, maar wel met
een open debat over kwaliteit en... impact van hun onderzoek.
Wie neemt het initiatief?
Yvo Nuyens,
emeritus hoogleraar en
voormalig programmadirecteur
bij de Wereldgezondheisorganisatie
campuskrant
valvas
14.11.2007
Hoger Instituut voor
Wijsbegeerte
19 oktober, Annelies Jansoone,
Karl Jaspers, Martin Heidegger
and the End of Traditional
Philosophy. An Investigation
of Misunderstandings
22 oktober, Leen De Bolle,
Herhaling en differentie:
Deleuzes spel zonder grenzen.
Een studie van de passieve
synthesen van de tijd, de oplossing van het zelf en de eenzinnigheid van het zijn vanuit
Différence et Répétition
Rechtsgeleerdheid
30 oktober, Kristof De Cock,
Milieueffectenrapportering als
instrument van milieubeleid
en -recht binnen de EU: onderzoek van de project-mer-, planmer- en habitatrichtlijn met
het oog op een versterking van
de juridische bescherming van
het leefmilieu
Economie en
Bedrijfswetenschappen
2 november, Marco Lyrio,
Modeling the yield curve with
macro factors
Sociale Wetenschappen
24 oktober, Ana Dobre,
Europeanisation From A NeoInstitutionalist Perspective:
Experiencing Territorial Politics in Spain and Romania
Letteren
10 oktober, Hugo Peeters,
De briefwisseling van Justus
Lipsius in het jaar 1596. Inleiding, editie en commentaar
18 oktober, Evert Peeters,
De beloften van het lichaam.
Lebensreform in België 18901940
24 oktober, Anne Decelle,
‘Langs elkaar wringende stemmen’. Dialogen met de poëzie
van Stefan Hertmans
25 oktober, Ilona Regulski,
A Palaeographic Study of Early
Writing in Egypt
26 oktober, Sofie De Caigny,
Wooncultuur in Vlaanderen
tijdens het interbellum
Psychologie en Pedagogische
Wetenschappen
16 oktober, Bert Schreurs,
From Post to Pretest Applicant
Reactions. The effect of applicant selection expectations
and perceptions on organizational attractiveness
19 oktober, Timothy Verbeemen,
Similarity Structures and
Categorization in Natural
Language
26 oktober, Wolfgang Vanpaemel, In search of abstraction
Wetenschappen
10 oktober, Karen Deleersnyder,
Lanthanide-mediated organic
synthesis: lanthanide(III) compounds as Lewis acid catalysts
and cerium(IV) compounds as
reagents for reactions in ionic
liquids
12 oktober, Steven Brems,
Magnetization reversal and
domain structure in the polycrystalline Co/CoO exchange
bias system
12 oktober, Carmen Francis,
Molecular-genetic analysis
of Drosophila melanogaster
neprilysin 1-5 and Locusta
migratoria ECE
22 oktober, Katrien Antonio,
Statistical tools for non-life
insurance: essays on claims
reserving and ratemaking for
panels and fleets
22 oktober, Luis Hilmar Valdivieso Serrano,
Likelihood inference in
processes of Ornstein-Uhlenbeck type
24 oktober, Nele Veldeman,
The influence of doping on
the physicochemical properties of coinage metal clusters:
enhanced stabilities and
modified chemical activities
25 oktober, Katrijn Clémer,
Electron spin resonance probing of point defects in Si/highk structures and functional
oxides
26 oktober, Karolien Lefever,
Fundamentele parameterbepaling voor sterren van
spectraal type B
29 oktober, Katrien Le Roy,
Structure-function analysis of
Glycoside Hydrolase Family 32
(GH32) plant invertases and
fructan exohydrolases
30 oktober, Kelly Kuppens,
Biosynthese van metallothioneïnes in humane hematopoietische precursorcellen
6 november, Annemie Pals,
Ecology of desmids in Flemish
softwater lakes
8 november, Stijn Bruers,
Energy and ecology - Entropy
production and the analogy
between fluid, climate and
ecosystems
9 november, Kristel Janssens,
Characterization of beta1adrenergic receptor expression in the rat anterior
pituitary
14 november, Evelien Vanhollebeke, Sterpopulaties en
stofvorming in de binnenste
delen van de Melkweg
Ingenieurswetenschappen
12 oktober, Erik Hostens,
Distillatie van kwantumverstrengeling in het stabilisatorformalisme
15 oktober, Stefan Boeykens,
Overgangen tussen schaalniveaus en ontwerpfazen in een
digitaal gebouwmodel
16 oktober, Frederik Gelaude,
Computer-gesteund plannen van reconstructieve
botchirurgie: optimalisatie
van implantaatontwerp door
automatisatie, integratie en
biomechanische validatie
18 oktober, Mark Henry Rubarenzya,
Assessment of the Effect
of Change in Land Use and
Rewetting on Catchment
Hydrology
23 oktober, Chunlan Zhao,
Socio-Spatial Transformation
in Mao’s China: Settlement
Planning and Dwelling Architecture Revisited (1950s1970s)
REC HT
Doctoraten
23 oktober, Katleen Boussu,
Invloed van membraaneigenschappen op fluxvermindering
en retentie bij nanofiltratie
24 oktober, Janaka Tennekoon,
Geotechnical Characterisation
of an Industrial Sludge and
Numerical Analysis of Sludge
Dam Behaviour
12 november, Pierre Lefebvre,
Ontwikkeling van een operatieplanningssysteem voor het
multi-assig frezen van complex gevormde werkstukken
Bio-ingenieurswetenschappen
10 oktober, Kristien De Sitter,
Preparation and characterisation of organic-mineral membranes by the incorporation of
nanoparticles in polymers
12 oktober, Thomas Van Nooten,
Rol van biogeochemische reacties in de duurzaamheid van
permeable reactieve wanden
17 oktober, Bedru Babulo
Balana,
Economic valuation and
management of commonpool resources: the case of
exclosures in the highlands of
Tigray, Northern Ethiopia
23 oktober, Caroline Aerts,
Amorphous Microporous Silica
Materials for Oral Controlled
Release
6 november, Ellen Fierens,
TLXI, a thaumatin-like xylanase inhibitor: isolation, characterisation and comparison
with other wheat (Triticum
aestivum L.) xylanase inhibiting proteins
Geneeskunde
12 oktober, Isabelle Vanden
Bempt, Contribution of molecular genetics to the morphological characterization of
breast cancer
15 oktober, Saeid Amini Nik,
Molecular charateristics of
desmoid tumors
24 oktober, Catheleyne
D’hondt, Modulation of gap
junctional and paracrine
intercellular communication
by phosphorylation in bovine
corneal endothelial cells
30 oktober, Patrick Verschueren,
Management of Early Rheumatoid Arthritis
31 oktober, Liesbeth Maes,
Role of LpnR3 in the
life cycle and pathogenesis of
Legionella pneumophila
Bewegings- en Revalidatiewetenschappen
18 oktober, Sofie Heuninckx,
Age-related compensatory
neural recruitment patterns
during motor coordination
In Memoriam
De universitaire gemeenschap neemt afscheid van
De heer Jozef Spaepen
erelector aan de Faculteit Wetenschappen
geboren op 9 januari 1921
en overleden op 12 oktober 2007
Mevrouw Hasibe Gezduci
wetenschappelijk medewerkster aan de
Faculteit Sociale Wetenschappen
geboren op 12 maart 1974
en overleden op 23 oktober 2007
19
gezet
door Reiner Van Hove
Draagt de appel
terecht het stigma
van verboden vrucht?
V
“
ragen welke fruitsoort de verboden vrucht was,
is een beetje als proberen te achterhalen wat de
ingrediënten van het peperkoeken huisje waren,
of wat er in Roodkapjes mandje zat”, zegt bijbelwetenschapper professor Hans Ausloos. “Het paradijsverhaal
is nu eenmaal een verhaal: niet historisch gebeurd, hoe
graag sommige mensen dat ook zouden willen.”
In hoofdstuk 2 van Genesis krijgen ‘de mens en zijn
vrouw’ van godswege het verbod om van de boom van
kennis van goed en kwaad te eten. Ausloos: “Extremen
duiden in de bijbel vaak een totaliteit aan — in dit geval:
de kennis van goed en kwaad en alles daartussen. Die kennis behoort alleen God toe, en dus mogen Adam en Eva
niet van de boom eten, ze mogen hem zelfs niet aanraken. Maar een slang verleidt Eva ertoe om toch een vrucht
van de boom te proeven.”
En die vrucht is een appel, toch? “In het Hebreeuws
staat er peri, wat ‘vrucht’ betekent. Het Hebreeuws heeft
ook een woord voor ‘appel’, dat ongeveer vijf keer — vrij
weinig — voorkomt in het Oude Testament, maar niet in
het paradijsverhaal. Er is dus een lacune: welke vrucht is
het? Dat prikkelt de fantasie en brengt mensen ertoe om
zelf een invulling te zoeken.”
“De appel als verboden vrucht vinden we voor het eerst
terug in literaire teksten uit de vijfde eeuw na Christus.
Het gaat niet om theologische werken, maar om poëtische parafraseringen van het paradijsverhaal. Waarom ze
precies de appel noemen, is moeilijk te achterhalen. De
appel was al wijd verspreid in de vijfde eeuw, en werd misschien gewoon als tuinvrucht bij uitstek gezien. Mogelijk
heeft ook de Griekse mythologie een rol gespeeld, meer
bepaald de mythe van de Hesperiden, nymfen die een
tuin met gouden appelen bewaakten.”
De appel is de westerse, christelijke invulling van de
verboden vrucht, maar lang niet de enige — of de eerste.
Ausloos: “In joodse apocriefe geschriften uit de eerste
eeuw na Christus wordt de vijg als de verboden vrucht
genoemd, via een logische associatie: Adam en Eva bedekten hun schaamte met vijgenbladen, dus moeten ze
wel dicht bij een vijgenboom gestaan hebben. In sektarische teksten uit dezelfde periode vinden we de druif als
verboden vrucht terug. Het gaat vooral om geschriften
van sekten die zich van de consumptie van wijn onthielden: met hun interpretatie wilden zij zich waarschijnlijk
legitimeren.”
[conclusie]
In het bijbelse paradijsverhaal zal je
vruchteloos naar een appel zoeken.
20
de buitenkant
14.11.2007
campuskrant
500 woorden
in BEELD
Koen Verheire (32), alumnus ziekenhuiswetenschappen,
werd op 3 november tot priester gewijd
“Zonder God is het geen leven”
Interview
Reiner Van Hove
Thuis in het Pauscollege
Wie op woensdag 7 november over het binnenplein
van het Pauscollege kuierde, ziet zichzelf binnenkort
misschien terug als decorstuk in Thuis. Een opnameploeg van de Eén-soap blikte er enkele scènes in.
Trouwe kijkers (ja u, ontken het maar niet) herkennen ongetwijfeld Aisha Fawzi, dochter van Mo en
rechtenstudente, vertolkt door Maya Labert (links op
de trap). In het volgende nummer van Campuskrant
leest u een interview met de Thuis-actrice die écht
rechten studeert in Leuven: Lien Van de Kelder.
“Ik koos voor de
K.U.Leuven vanwege
de K. Die vond ik
vooral buiten het
curriculum. Op
de Universitaire
Parochie werd ik
koordirigent en kon
zo, via religieuze liederen, met mijn geloof aan de slag blijven. De opleiding
ziekenhuiswetenschappen zelf was me te kwantitatief: problemen en oplossingen omtrent zorg werden vooral cijfermatig geformuleerd.”
“Tijdens mijn studie begon ik ernstige levensbeschouwelijke vragen te stellen
en kreeg ik heimwee naar geloofservaringen uit mijn jeugd. Ik kwam in een
crisis terecht, en in de woeligheid van die crisis is mijn roeping beginnen borrelen.”
“Die roeping is niet terug te brengen tot één moment, er zijn een aantal bepalende gebeurtenissen geweest. Zo botste ik op een folder met de titel: ‘Levenskeuzes vanuit het gebed’. Precies wat ik zocht: maandelijks samenkomen om de
Bijbel beter te leren lezen en dagelijks een half uur aan Schriftmediatie doen.”
“Het celibaat was aanvankelijk een struikelblok. Ik dacht: de mens is ook een
seksueel wezen, dit is vragen om problemen. In het jaar dat ik mijn studies afrondde leerde ik leeftijdsgenoten kennen uit Tibériade, een nieuwe religieuze
gemeenschap nabij Rochefort. Hun uitstraling en manier van leven hielpen mij
over de drempel van het celibaat.”
“De clash tussen mijn wetenschappelijke interesse en mijn geloof vond een
uitweg toen ik God als ‘een radicaal andere’ leerde zien, als deel van de onzichtbare werkelijkheid. Per slot van rekening ontsnapt ‘God’ aan het meetvermogen van de wetenschap. Dat is puur geloof en steunt op ervaringen die mij
doen tintelen. Met God erbij is het leven me veel uitdagender en avontuurlijker: zonder God is het geen leven…”
(© Marc Baert, Het Laatste Nieuws)
Record
sprong
Alsof de benen nog niet genoeg afzien tijdens de
24-urenloop, werd in de marge van het evenement
dit jaar een wereldrecordpoging jumpen georganiseerd. Voor wie zich daar niets bij kan voorstellen: het ziet er een beetje uit als dansen op een
hete plaat. De recordpoging was een succes: op 23
oktober gingen tussen 21 en 22u meer dan 1.500
studenten aan het jumpen, een verdubbeling van
het vorige record dat in Rotterdam gevestigd werd.
Er stond wel geen gerechtsdeurwaarder mee te
huppelen, dus is het record niet officieel en zal
het niet in het Guinness Book of Records opgenomen
worden. De 24-urenloop zelf werd net als vorig jaar
gewonnen door Apolloon.
colofon campuskrant
C a mpusk r a nt
Maandelijks tijdschrift van de K.U.Leuven
R edactie
Ine Van Houdenhove (hoofdredacteur),
Ludo Meyvis, Reiner Van Hove, Wouter
Verbeylen
Redactieadres
Oude Markt 13 - bus 5005, 3000 Leuven
(t) 016 32 40 18
(f) 016 32 40 14
[email protected]
Adreswijzigingen (personeel en externen)
Bie Dehaes, (t) 016 32 37 83
[email protected]
Adreswijzigingen (oud-studenten)
Erik Gobin, (t) 016 32 40 02
[email protected]
Losse medewerkers
Joke Depuydt, Lien Lammar,
Ines Minten, Jaak Poot,
Katrien Steyaert, Benedict
Vanclooster, Henk Van
Nieuwenhove, Tim Vuylsteke,
Tim Willekens
“De avond voor mijn wijding probeerde ik me te ontspannen, maar ik ben ‘s
nachts toch opgestaan om een theetje te drinken — dat doe ik anders nooit
(lacht). Op de dag zelf voelde ik dat alle ogen op mij gericht waren, en dan
beleef je een viering toch anders. Na afloop werd ik overrompeld door mensen
die me feliciteerden en aanmoedigden. Dat deed me veel plezier: ik sta niet
alleen voor die uitdaging.”
“Ik wil ondubbelzinnig herkenbaar en aanspreekbaar zijn als priester, ook buiten de parochie. Daarom denk ik eraan een priesterhemd te dragen, al vind ik
het jammer dat dat nog dateert uit preutsere tijden. Het is belangrijk dat jongeren die overwegen om priester te worden, zien dat er ook jonge priesters
zijn. Als je bovendien gelukkig over straat loopt, doorprik je meteen het cliché
van de bejaarde, overwerkte en uitgebluste priester.”
“Eén van de grootste uitdagingen voor een priester anno 2007 is om het
geloof uit de privé-sfeer te halen. Onze cultuur baadt niet meer in het geloof
zoals vroeger: daarom wordt het belangrijker om geloofservaringen uit te wisselen, zodat ze geen taboe worden. Eén van mijn dromen is om een traditionele broodoven te bouwen, en mensen daarrond samen te brengen.”
Vormgeving
Catapult
Lay-out en zetwerk
Wouter Verbeylen
Fotografie
Rob Stevens, Marc Baert, Stephan Vanfleteren
Cartoons
Joris Snaet
Reclameregie
Wouter Verbeylen, (t) 016 32 41 46
[email protected]
Oplage
35.000 ex.
Drukwerk
Verheyen Graphics, Deurne
Verantwoordelijke uitgever
Ronny Vandenbroele, Oude Markt 13 bus 5005, 3000 Leuven
Copyright artikels
Artikels kunnen overgenomen worden mits
toestemming van de redactie.
Het volgende nummer verschijnt op
12 december. Suggesties voor artikels zijn
welkom op het redactieadres.
Campuskrant op Internet:
www.kuleuven.be/ck/
(© Rob Stevens)
(© Rob Stevens)
“Mijn ouders namen
me van kinds af aan
mee naar de mis
in een naburige
parochie. Die mysterieuze rituelen
maakten indruk op
me: de pastoor gaat
naar een kastje, doet
gordijntjes open, en
haalt een blinkend
voorwerp te voorschijn… Ik imiteerde
die rituelen tijdens
het spelen en liet
ooit de rol van pastoor toevoegen aan
een toneeltje in de
lagere school.”

Similar documents

INHOUD - KU Leuven

INHOUD - KU Leuven om historische objecten in te scannen. Ze kunnen die scans dan bestuderen, terwijl de authentieke voorwerpen veilig opgeborgen kunnen worden. En ook in de medische wereld zijn er tal van toepassing...

More information

ck18 10 p01

ck18 10 p01 maar de operator OR om verschillende mogelijkheden aan te geven is al heel wat minder bekend.” De problemen doen zich echter niet alleen voor tijdens de zoektocht naar informatie. Hoewel eindverhan...

More information

2004 05 nr12 p01

2004 05 nr12 p01 het Nederlands misschien geen belangrijke taal, maar dat is het nooit geweest. Vroeger had je achtereenvolgens het Latijn, het Frans en het Duits, nu het Engels, en in de toekomst wellicht ook het ...

More information

CK26 nr04 - KU Leuven

CK26 nr04 - KU Leuven beperkt, wat op piekmomenten een probleem kan vormen. Zo is 593 keer de toegang tot de winteropvang geweigerd.” Het is er ook niet altijd even aangenaam vertoeven. “Je vindt er een heel explosieve ...

More information

Een fijnere neus voor slechte adem

Een fijnere neus voor slechte adem sigaret. In sommige gevallen is de oorzaak echter minder makkelijk aan te wijzen. “Er zijn veel mensen die last hebben van chronische slechte adem”, zegt doctoraatsstudente Jesica Dadamio van de On...

More information

575 jaar K.U.Leuven: feestprogramma

575 jaar K.U.Leuven: feestprogramma en een licentie sociale communicatie was het via een omweg dat Vera De Boeck in haar huidige job terechtkwam: verantwoordelijke pers en promotie van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis....

More information

middeleeuws spektakel in begijnhof filosofie in

middeleeuws spektakel in begijnhof filosofie in starten of het afbouwen van zinloos geworden therapieën; aldus vermijdt de arts onevenredige medische handelingen te stellen. In de intensieve zorg-afdelingen worden medische interventies stopgezet...

More information