plaatje - S.V.A.T. Astatine
Transcription
plaatje - S.V.A.T. Astatine
ATtentie Periodiek der S.V.A.T. Astatine | Jaargang 3| feb. 2009 WiTricity: draadloze energieoverdracht Kosmische inflatie 3-3 Helofytenfilters Metaalmoeheid Van de redactie Inhoudsopgave En daar zijn we weer. Hopelijk deze keer wel op tijd bij iedereen in de brievenbus - bij het drukken van de vorige editie zijn er wat moeilijkheden opgetreden, waardoor er wat vertraging is opgetreden. Als redactie vragen we jullie om begrip hiervoor. Kosmische inflatie Wellicht hebben jullie de vorige editie nét uit, dan kan er meteen verder worden gelezen in deze derde editie van ons derde jaargang. Ook deze keer hebben we interessante artikelen van binnen en buiten de commissie. Ken je die reclame van een niet nader te benoemen bedrijf over draadloze elektriciteit? Wij hebben een artikel over draadloze energie-overdracht. Ook helofytenfilters komen aan bod, dat zijn waterzuiveringsfilters die bestaan uit moerasplanten. Het begin der tijden halen we ook aan, in een artikel over kosmische inflatie (nee, dit gaat niet over de kredietcrisis). Lekker abstract, net zoals het artikel over de snaartheorie. Wat hedendaagser is het artikel over metaalmoeheid. Ook wordt het gala van voor de vakantie besproken en ook onze eigen verjaardag: DIES. De SportCo en de ChoCo doen ook nog verhaal en ‘last but not least‘ heeft Ben van der Harg nog een interessant artikel geschreven over iets wat we vaak gebruiken voor onze studie: internet. Rioolzuivering natuurlijk Tot slot wil ik jullie eigenlijk alleen nog maar veel leesplezier toewensen. Heel veel plezier met lezen en succes in het derde kwartiel. Namens de redactie, Jochem Giesbers (Hoofdredacteur) Het heelal blaast op! 12 Helofytenfilters 14 Metaalmoeheid Een vermoeiend verhaal 30 En verder... Van de voorzitter Activiteitenkalender WiTricity - Wireless Electricity Gala - de AT’er Gala - de date Column Kosmische inflatie Helofytenfilter Snaartheorie Het Knotsbaltoernooi AT-vrouw vs. AT-man Choco Sinterkerstdiner Studeren, AT & Internet DIES Geschiedenis Metaalmoeheid Verjaardagen Puzzel Colofon 2 3 4 7 8 11 12 14 16 19 20 22 24 26 27 28 30 31 32 Van de voorzitter Een woord vooraf Bas Haarman Gelukkig nieuwjaar en nog gefeliciteerd! Gefeliciteerd?! Ja, op 23 december was het precies drie jaar geleden dat onze vereniging opgericht is. Voordat goede voornemens en vooruitblikken de boventoon gaan voeren, even een terugblik. Je moet immers weten waar je vandaan komt voordat je ergens naartoe kunt gaan. 2008 is een jaar getekend door extreme uitschieters: de hoogste olieprijs in jaren en de kredietcrisis, maar ook door voor velen wonderlijke gebeurtenissen: Barack Obama werd de eerste zwarte president van Amerika, angst voor zwarte gaten stak de kop op bij het inschakelen van de LHC, een gedeeltelijke zonsverduistering vond plaats en Rusland won het Eurovisie Songfestival en viel Georgië binnen. Maar er vond ook veel leuks plaats in 2008; de smurfen vierden hun 50e verjaardag, de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens werd 60 en België heeft eindelijk weer een regering. Maar ook voor AT was het een spannend jaar. De opleiding is officieel geaccrediteerd en dat betekent dat we er van verzekerd zijn dat we de komende zes jaar blijven bestaan, we heten niet langer Technische Wetenschappen volgens de IB-Groep, maar eindelijk Advanced Technology, zoals het hoort. Het aantal inschrijvingen is flink toegenomen en we zijn hiermee bijna groter dan TN en ST. Maar ook is er een nieuwe opleidingsspecifiek OER ingegaan dit jaar; de grootste en belangrijkste verandering is dat het aantal verplichte herkansingsmogelijkheden terug is gegaan van twee naar één, dus herkansen in de zomervakantie zit er waarschijnlijk voor vakken welke niet in het vierde kwartiel gegeven worden niet meer in. Astatine is niet alleen weer een jaartje ouder geworden afgelopen jaar, maar heeft ook als jonge vereniging haar kracht weer laten zien; onder andere door het eigenhandig opzetten van een spectaculaire buitenlandse reis en naïntroductie, het organiseren van een groots symposium, maar ook de lezingen over uiteenlopende onderwerpen en excursies geven onze kracht weer. Weinig verenigingen geven hun leden een dergelijk uitgebreid inzicht in de mogelijkheden in het bedrijfsleven en onderzoek. Maar als vereniging ben je nergens zonder gezelligheid en betrokkenheid en daarom zijn onze gezelligheidsactiviteiten en sportactiviteiten van afgelopen jaar een perfecte fundering voor de komende jaren. 2 Ja, een ding weet ik zeker als ik op 1 januari opsta (ten tijde van schrijven is het nog 2008) met een ongelofelijke kater en misselijk gevoel: ik ben dan trots op hoe ver Astatine is gekomen sinds haar begin in 2005 en ik ga nooit meer zoveel drinken als tijdens Oud en Nieuw. Mijn goede voornemens voor komend jaar zijn minder bier drinken en vroeger opstaan, komt dat overeen met jouw voornemens? Nu 2008 achter ons ligt en we vooruitblikken op 2009, moet ik helaas even waarschuwen dat het mogelijk is dat we in de toekomst van 9 tot 9 college gaan volgen. “WAT?!” denk je nu waarschijnlijk, maar de URaad heeft het RoUTe’14 plan van het CvB, waarin dit als doel vermeld staat, goedgekeurd. Het zal nog wel mogelijk zijn om je opleiding gewoon te kunnen afronden door middel van het volgen van college tijdens de normale werkuren. De avonduren zullen vooral gebruikt worden voor cursussen/opleidingen bedoeld voor mensen uit het beroepsleven, maar wie weet? Wat daarentegen wel fijn is, ook al is dat puur persoonlijk: de collegetijden zullen in het nieuwe academisch jaar aangepast worden; het eerste uur zal om 8.45 uur beginnen in plaats van 8.30 uur. Hoeveel verandering 2009 ook met zich meebrengt; Astatine is een zekerheid. Zij zal doorgaan met het behandelen van jullie klachten en het organiseren van studiegerelateerde en gezelligheidsactiviteiten! Op de Hoogste! Activiteitenkalender Wat is er allemaal te beleven? Woensdag 4 februari: Colloquium prof.dr.ir. Hoeijmakers Professor Hoeijmakers wet alles van stromingsleer en aerodynamica. Bij ons komt hij wat vertellen over deze effecten bij vliegtuigen. Kan het in-de-lucht-blijven van vliegtuigen verklaard worden met de wet van Bernoulli, of is het toch de tweede wet van Newton? 12.30 uur, HT900. Woensdag 4 februari: BuCom-Bestemming-Bekendmakings-Borrel Ben jij ook zo benieuwd naar de bestemming van de buitenlandreis van de BuCom? Beproef je zenuwen niet langer en borrel mee bij de BOSS en hoor van de BuCom waar we ons begin mei begeven. De borrel begint om 20.00 uur, in de Tombe. Vrijdag 6 februari: Bètadag(en) In het hele land vinden bètadagen plaats om middelbare scholieren uit de derde klas te motiveren voor een bètaprofiel te kiezen. Vandaag komen ze naar de UT: wees lief voor ze, zodat ze later, als ze gro(o)t(er) zijn, AT gaan doen.. Zaterdag 14 tot en met zondag 22 februari: Vakantie Sinds dit collegejaar geen meivakantie meer maar een krokusvakantie, dus hierna is het één lange ruk naar de zomervakantie. Maak je borst maar nat… Woensdag 25 februari: Colloquium Alliander Alliander is een bedrijf dat uit drie onderdelen bestaat: Liander, Liandon en Liandyn. Wat ze doen, hoe ze dat doen en waarom ze het zo doen krijg je te horen om 12.30 uur in HT900. Vrijdag 6 maart: Ouderdag eerstejaars AT Vandaag komen de ouders van alle eerstejaars studenten Advanced Technology kijken wat hun kroost (al dan niet) uitvoert hier in Enschede. Georganiseerd door diezelfde eerstejaars belooft het een leuke dag te worden! Woensdag 11 maart: StudentenOverleg kwartiel 3 Wat is er gedaan met wat er uit het vorige overleg naar voren is gekomen? Hoe is het gesteld met de opleiding? Krijg antwoord op deze vragen, laat bovendien je mening en problemen horen bij het SO om 12.30 uur, HT900. Dinsdag 24 maart: Sluiting tentameninschrijving Vergeet je niet in te schrijven voor de tentamens van het derde kwartiel! Woensdag 1 april: mastermarkt AT Weet je nog niet welke master je wilt gaan doen? Kom naar deze voorlichtingsdag en hoor en zie welke masters je allemaal kunt gaan doen. 3 WiTricity - Wireless Electricity Draadloze energieoverdracht Pim Muilwijk Het is je vast wel eens overkomen; je wilt ergens met je laptop gaan zitten, maar je accu is bijna leeg en er is nergens een contactdoos te bekennen. Of erger, je bent bezig met een belangrijk document en opeens valt je laptop uit. Zonder dat je het door had is de accu leeg gegaan en ben jij je werk kwijt. Dit soort scenario’s schreeuwt om een innovatie. Telefoons konden draadloos gemaakt worden, netwerken konden draadloos gemaakt worden, waarom kan onze elektrische energievoorziening niet draadloos worden gemaakt? Het antwoord op deze vraag is eenvoudig: dit kan wel. Sterker nog, al in 1891 publiceerde niemand minder dan Nikola Tesla zijn “Experiments with alternate currents of very high frequency and their application to methods of artificial illumination”. Hierin beschrijft hij hoe hij lampen kon laten oplichten door ze in een sterk, snel veranderend elektrostatisch veld te brengen. Dit veld creëerde hij door twee zinken platen op te hangen die allebei aangesloten waren op een inductiespoel (figuur 1). In die tijd was het gebruikelijk om demonstraties te geven van natuurkundige principes en hij verbaasde menigeen met zijn “show”. Figuur 1: Opstelling voor draadloze energie. Tesla besloot om zijn vindingen te commercialiseren en begon met het opschalen van zijn demonstratie. Opvallend was dat het niet bij hem opkwam om de elektromagnetische golven die hij genereerde te gebruiken voor radiocommunicatie. In plaats daarvan dacht hij maar aan twee dingen: verlichting en stroom. Hij begon met het vervangen van een van de platen met een grote cilinder, de andere plaat verving hij door het circuit te aarden. De cilinder zette hij op zijn dak (als een soort antenne). Hij ontdekte dat hij op deze manier in staat was om golven door zijn laboratorium te zenden en te ontvangen. 4 Een paar jaar later breidde hij zijn opstelling verder uit door antennes aan ballonen te hangen en deze boven zijn laboratorium te laten zweven. Rond deze tijd zette hij een bedrijfje op om zijn lampen aan de man te brengen, maar de zaken liepen niet al te best. Dit gaf hem de tijd om nog eens na te denken over hoe zijn systeem nou eigenlijk werkte. Hij focuste zich op experimenten waarbij de zender aangesloten was op een antenne en de aarde. Tesla was een meester in gedachte-experimenten en hij stelde het zich zo voor dat, wanneer er elektrische energie door zijn zender stroomde, er twee dingen gebeurden; elektromagnetische golven straalden uit de antenne de lucht in en elektrische stroom stroomde de grond in. Het was toen al bekend dat elektromagnetische golven hetzelfde waren als lichtgolven en dat deze in rechte lijnen bewogen. Tesla realiseerde zich dat, wanneer de golven van zijn antenne recht en van de antenne af bewogen, de energie van deze golven verloren ging. Daarom focuste hij zich op de stroom die de grond in ging. Hij vroeg zich af of het mogelijk zou zijn om met een zender golven door de aarde naar een ontvanger te sturen, om vervolgens elektromagnetische golven in de lucht te gebruiken om het circuit te sluiten. Zijn denken was op dit punt radicaal anders dan zijn tijdgenoten, die in wezen een omgekeerde aanpak hanteerden. Toen hij dit eenmaal besloten had, richtte hij zich vooral op het minimaliseren van de elektromagnetische straling die uit de antenne kwam. Hij ontdekte dat hij een grote grondstroom kon creëren door een zeer grote inductie en een zeer kleine capaciteit te gebruiken. Om deze grote inductie te kunnen bereiken ontwierp hij een nieuw soort spoel, waar hij het ene contactpunt van aardde, terwijl hij het andere contactpunt in de lucht liet hangen. Toen hij deze spoel aanzette onttrok hij paarse stromen van elektriciteit uit de aarde. Tesla dacht dat hij de elektrische energie van de aarde aanboorde en concludeerde daaruit dat hij wellicht elektrische energie kon verzenden door resonantie te gebruiken. Om dit effect te benutten wilde hij elektrische oscillaties de grond in pompen met dezelfde frequentie als de resonantiefrequentie van de aarde (~7,8 Hz). Tesla was er van overtuigd dat hij door middel van dit systeem de hele wereld van energie kon voorzien. Er restte alleen nog een probleem. Tesla was er zeker van dat hij stroom door de grond kon versturen, maar hoe het circuit door de atmosfeer gesloten moest worden was voor hem een raadsel. Na lang experimenteren herinnerde hij zich het principe van de geisslerbuis die hij had gebruikt tijdens zijn demonstraties. Dit waren buizen die vacuüm gezogen waren en daarna gevuld waren met een edelgas als neon of argon. Als analogie bouwde hij daarom een ruim 15 meter lange glazen buis tussen de zender en de ontvanger en verlaagde de druk tot 0,16-0,20 bar. Hij ontdekte dat hij op deze manier elektrische energie door de buis kon versturen. Dit overtuigde Tesla er van dat het geheim van draadloze energieoverdracht niet in elektromagnetische golven lag, maar in de conductie van een gas op lage druk. Hij beredeneerde dat het dus mogelijk was om het circuit te sluiten als hij dit hoog in de atmosfeer deed waar de lucht dunner was. Het enige wat er dan nog gedaan diende te worden was het aansluiten van de spoelen in de zender en de ontvanger op ballonnen met een groot metaaloppervlak. Hoog in de lucht zouden deze ballonnen in staat zijn om elektrische stroom van de ontvanger door te geven aan de zender. Om ballonnen aan kilometerlange tuiers te voorkomen moest Tesla twee dingen doen; de spanning verhogen tot miljoenen volts en zijn zenders en ontvangers verplaatsen naar bergtoppen. Maar hoe hoog moest de spanning eigenlijk zijn en op welke hoogten zou zijn systeem werken? Om dit uit te vinden moest hij een proefinstallatie bouwen. Hij verplaatste zich daarom naar Colorado Springs waar hij een nieuw laboratorium bouwde om de elektrische potentiaal van de aarde te bestuderen. Als de aarde geen natuurlijke potentiaal of lading zou hebben, zou hij een ontzagwekkende hoeveelheid energie in de aarde moeten pompen om deze te laten vibreren. Echter, als de aarde deze wel had zou hij maar een kleine hoeveelheid elektriciteit nodig hebben. Na een aantal metingen concludeerde Tesla dat de aarde een elektrisch potentiaal bezat, hij wist echter nog niet hoe elektrische stroom zich door de aardkost verplaatste. Het antwoord hierop verkreeg hij tijdens een enorme onweersbui die over zijn laboratorium heentrok. Het viel Tesla op dat zijn meetinstrument om het half uur een signaal detecteerde en hij concludeerde hieruit dat hij te maken had met staande golven. Hij kon echter niet verklaren waar deze staande golven reflecteerden om met zichzelf te interfereren. Hij vond het moeilijk om te geloven dat ze aan de andere kant van de aarde reflecteerden en nam aan dat ze dit deden op het punt in de wolken waar het geleidingspad begon. Het bestaan van deze staande golven bewees dat de aarde zich gedraagt als een geleider van gelimiteerde dimensies en het was voor Tesla duidelijk dat, wanneer staande golven konden worden gecreëerd door onweer, hij ze zeker kon produceren met een oscillator. Overtuigd van zijn ontdekkingen toog hij naar New York om daar financiering los te peuteren voor zijn systeem voor draadloze energieoverdracht en kreeg niemand minder dan J.P. Morgan zo ver om $150.000 op te hoesten. Meteen begon hij met het bouwen van de gigantische, 57 meter hoge Wardenclyffe Tower, die hij wilde gebruiken om staande golven mee te creëren. Het project liep hier echter spaak. Niet alleen stopte de geldtoevoer door een gebrek aan investeerders (die dachten er niet aan te kunnen verdienen), ook kwamen er praktische problemen aan het licht. Tesla heeft nooit laten doorschemeren hoe hij stationaire elektromagnetische golven wilde opwekken, of hoe hij elektrische energie aan de grond wilde overdragen. Tegenwoordig weten we dat het mogelijk is om stationaire elektromagnetische golven te creëren tussen de aardkorst en de ionosfeer (de Schuman Cavity). Deze worden gebruikt om met onderzeeërs te communiceren, hiervoor zijn echter antennes nodig van ruim 45 km lang. Dus, we kunnen concluderen dat, hoewel Tesla’s technologie theoretisch uitvoerbaar was, hij deze ontzettend onderschat heeft. Maar, waar laat dat ons op het gebied van draadloze energieoverdracht? Opvallend is dat de interesse in dit gebied de laatste jaren sterk is toegenomen en het daarom inmiddels is gebombardeerd tot “emerging technology”. Verder is het ontzettend divers en zijn er veel verschillende paden te onderscheiden. Ruwweg kunnen we de huidige technologieën opdelen in twee categorieën: “near field” en “far field”. Deze termen slaan op respectievelijk de elektromagnetische velden dichtbij en ver weg van de antenne. Een elektromagnetisch veld valt onder de noemer near field wanneer deze zich een klein aantal malen de golflengte van de bron van de antenne uitstrekt. Alles (veel) verder weg van de antenne wordt gezien als far field. De visie die Tesla voor ogen had, zouden we kunnen schuiven onder far field omdat hij zijn circuit wilde sluiten via de atmosfeer, welke zich ver van zijn antenne bevond. Een ander voorbeeld van een far field methode is om laserstralen te gebruiken. Hierbij wordt elektrische energie omgezet in een laserstraal welke vervolgens op een zonnecel afgevuurd wordt. Deze zet de laserstraal weer om in elektrische energie. Dit proces wordt “powerbeaming” genoemd. Aan deze methode kleven wel enkele nadelen; de energieconversies zijn niet erg efficiënt, er is verlies in de atmosfeer en last but not least: het object dat van energie voorzien wordt moet de zender altijd kunnen “zien”. Op basis van dit principe heeft NASA al een werkend “proof of principle” gebouwd in de vorm van een ongeveer 300 gram wegend, radiografisch bestuurbaar vliegtuigje van balsahout en koolstofvezel. 5 Een betere methode is echter om radio- en microgolven te gebruiken. De energieconversies zijn een stuk efficiënter en de “line-of-sight” speelt een minder grote rol. Een van de pioniers op dit gebied was de Japanner Hidetsugu Yagi. Hij ontwierp in 1926 onder andere de Yagi-antenne. Deze bleek uiteindelijk niet zozeer geschikt te zijn voor draadloze energieoverdracht, maar wel voor telecommunicatie, waar hij zelfs tegenwoordig nog veel voor gebruikt wordt. Op het gebied van radio- en microgolven worden tegenwoordig echter vaak zogenaamde “phased arrays” gebruikt. Een phased array is een groep antennes waarvan de relatieve fases van de respectievelijke ingangssignalen zo gevarieerd worden dat het effectieve stralingspatroon in een bepaalde richting wordt versterkt terwijl het in ongewenste richtingen wordt gedempt. Om de zo gecreëerde stralingsenergie weer terug te converteren in elektrische energie worden vervolgens “rectenna’s” (van rectifying antenna) gebruikt. Deze zijn zeer efficiënt (in de orde van 90% en meer). Maar deze methode kent ook zijn zwakke kant. Levend weefsel gedijt verbazend slecht bij hoog energetische straling en de risico’s voor de mens zijn dermate hoog dat strenge veiligheidseisen de commercialisatie waarschijnlijk nog wel even zullen blokkeren. Ter illustratie: alleen al om een mensveilige energiedichtheid (1 mW/cm2) en tegelijkertijd de energieopbrengst van een moderne energiecentrale (750 MW) te bereiken is een ontvanger van ongeveer 10 km in diameter benodigd. Bovendien is deze techniek onderhevig aan het Rayleigh Criterion, welke stelt dat elke straal (microgolf of laser) zal divergeren en zwakker en diffuser zal worden naarmate deze zich verder verwijdert van de bron. Echter, hoe groter de zender is, hoe strakker de straal zal zijn en hoe minder deze zal divergeren als functie van de afstand. Wat vriendelijker voor de mens zijn gezondheid en zijn portemonnee zijn de alternatieven die op het moment geboden worden in het near field regiment. Om maar met de bekendste te beginnen: de oplaadbare elektrische tandenborstel. Het principe is erg simpel en waarschijnlijk wel bekend. In de tandenborstel bevindt zich een spoel evenals in het oplaadstation. Op het moment dat de borstel op het station geplaatst wordt zal de batterij in de borstel opgeladen worden door inductie. De oplettende lezer ziet hier gelijk het grote nadeel. De borstel en het station mogen nauwelijks van elkaar verwijderd zijn en een praktische oplossing voor bijvoorbeeld het opladen van een laptop terwijl je er mee rondloopt, is het dus niet. Toch heeft het bedrijf Splashpower hier al in 2005 een slaatje uit getracht te slaan, door inductieplaten op de markt te brengen (figuur 2) waar apparaten op gelegd kunnen worden en zo vanzelf opladen. 6 Figuur 2: Een inductieplaat van Splashpower. Interessanter echter is een onderzoek uit 2006 van een team van het MIT. Het lukte dit team om een systeem van gekoppelde magnetische resonators samen te stellen (figuur 3). Zodra deze resonators dicht bij elkaar gebracht worden zullen hun near fields koppelen, een proces dat “evanescent wave coupling” genoemd wordt. Een “evanescent wave” is een near field golf die exponentieel met de afstand afvalt en verantwoordelijk wordt gehouden voor zaken als kwantumtunneling. Het mooie van dit systeem is dat er een veld van niet radiërende straling gecreëerd wordt en dat er zo weinig energie verloren gaat aan de omgeving. Hiermee konden ze een 60W gloeilamp op een afstand van 2 meter laten branden. Het voordeel van dit systeem is dat de energie efficiënt overgedragen wordt (zo’n 1 miljoen keer efficiënter dan normale inductie) en dat het niet interfereert met bestaande technieken, omdat het alleen, maar dan wel zeer hevig, reageert op de resonantiefrequentie. Figuur 3: Magnetisch gekoppelde resonantie. Hoe ver weg, of dichtbij draadloze energieoverdracht nu is, valt niet met zekerheid te zeggen. De laatstgenoemde wetenschappers claimen hun systeem tussen 2009 en 2011 commercieel beschikbaar te kunnen maken. Of ze dit gaat lukken? De tijd zal het leren. Gala - twee perspectieven De AT’er Matthijs Oomen Op 27 november stond het gala ‘Diamonds are Forever’ op het programma. Dit werd door de verenigingen Abacus, Inter-Actief, Dimensie en Astatine georganiseerd en vond plaats in ‘De Jaargetijden’. Aangezien ik voor de bestuurswissel nog contactpersoon van de commissie was, was ik eigenlijk wel verplicht om mijn gezicht te laten zien, ook al heb ik normaal niet zoveel met gala’s. Voor een gala moet nog wel wat geregeld worden, waaronder een nette outfit. Omdat mijn vriendin het eigenlijk vond dat ik in rokkostuum moest, heb ik hier maar gehoor aan gegeven en na wat rondvragen een rokkostuum kunnen regelen. Kaarten zijn ook vrij essentieel om op een gala binnen te komen, dus die heb ik twee dagen van tevoren ook nog maar even gehaald, inclusief de corsages. Op deze manier waren we er helemaal klaar voor. De dag zelf Op de dag zelf is er eigenlijk weinig voor te bereiden, behalve het feit dat je vervoer naar en van het gala af moet hebben. Aangezien een aantal mensen zo aardig was om twee plaatsen in de taxi open te houden, was dit ook geen probleem en zo zouden we netjes afgezet worden op de juiste plaats. Om kwart voor negen zouden we opgehaald worden, dus we gingen om kwart over acht maar eens aanstalten maken om ons om te kleden. Dit zou genoeg tijd moeten zijn, maar zoals altijd lukt dan weer net niet alles en moet je ineens opschieten. Gelukkig was de taxi ook te laat en hadden we nog alle tijd, dus was er ook geen probleem. Eenmaal op de plaats van bestemming aangekomen, begaven wij ons, met een glas champagne met een diamantje erin, naar de zaal waarin alles gebeurde. Er waren nog niet heel veel mensen, maar al wel vrij veel bekenden waar je mooi even een praatje mee kon maken. Langzaamaan werd de zaal steeds voller en voordat het te druk werd, gingen we eerst even langs bij de fotograaf. Hier konden we bijna direct doorlopen en waren we zo weer weg. Het werd nog drukker en op een gegeven moment begon de band met spelen, wat ook erg op prijs werd gesteld door de meeste aanwezigen. Na een aantal nummers werd de aankondiging gemaakt dat men een nummer ging spelen, waarop iedereen kon stijldansen. Veel paren konden stijldansen of hadden in de weken van tevoren de drie georganiseerde danslessen gevolgd, dus de vloer voor de band was vrij goed gevuld met dansende mensen. De avond vorderde gestaag en het was leuk om met veel mensen een tijdje te kunnen praten. Opvallend hierbij was wel dat ik één van de enigen was in rokkostuum, terwijl mijn vriendin daar nog zo op aangedrongen had. Blijkbaar is het dragen van een rokkostuum op een gala nog niet overal even verplicht. Uiteindelijk maakt het ook niet heel veel uit, als het maar een gezellige avond is natuurlijk. Rond middernacht werden ineens alle Astatine-leden naar de fotograaf geroepen voor een grote groepsfoto met aanhang. Hieruit bleek wel dat Astatine met behoorlijk wat leden aanwezig was. Tegen het eind van de avond had ik toch met ongeveer alle bekenden die rondliepen in de zaal wel een gezellig praatje gemaakt en was er uiteraard al redelijk wat drank doorheen gegaan. De taxi was ook alweer om één uur besteld, dus later konden we het ook niet maken, tot verbazing van mijn vriendin, die gala’s tot vijf uur gewend was. De taxi zette ons weer netjes af en er was weer een eind gekomen aan een mooie avond. Terugblik Terugkijkend op het gala moet ik zeggen dat ik het erg leuk vond om er geweest te zijn. Het was voor mij mijn eerste gala op de universiteit en ik ging er met niet al te hoge verwachtingen naartoe. Het gala heeft voor mij de verwachtingen dus ook zeker overtroffen. De hoge opkomst van leden van Astatine met aanhang vond ik ook heel mooi om te zien en het is ook weer eens wat anders om elkaar te spreken in pak, smoking of rokkostuum. Zeker bij de mensen die je normaal niet in dat soort kleding ziet lopen is het leuk om dit wel eens te kunnen zien. Daarom wil ik de commissieleden complimenteren met het gala dat ze hebben neergezet, ik heb ervan genoten en volgens mij de meeste mensen die ik gesproken heb, ook. Volgend jaar moet er zeker weer geprobeerd worden om zo’n mooi feest neer te zetten, misschien dan weer met andere verenigingen. 7 Gala - twee perspectieven De date Esmée de Vries Omdat ik de vriendin van Matthijs Oomen ben, had ik zowel de eer om mee te gaan naar jullie gala, als om er een stuk over te schrijven. (Dit laatste had er natuurlijk niet direct mee te maken dat ze de vriendin van Matthijs is, maar meer met dat we nog een willekeurig koppel zochten om een stukje over het gala te schrijven - red.) Als Geneeskunde student in Groningen had ik al de nodige gala’s achter de rug. Gala’s waarbij alle mannen in rokkostuum verschijnen en de mannen die dat niet doen met ‘ober’ worden aangesproken, gala’s waarbij je met de bus naar je gala-locatie wordt gebracht, gala’s van een studie waarbij 70% vrouw is, gala’s die tot half vijf in de ochtend duren. Natuurlijk weet je van tevoren dat elk gala anders is, maar toch ga je met een bepaalde verwachting die kant op. En natuurlijk komen verwachtingen niet uit… Tot jullie aller verbazing had ik Matthijs nog wel zo ver gekregen om zich in het rokkostuum van mijn huisgenoot te hijsen. Want hoewel mannen in pak of smoking zeer aantrekkelijk zijn, gaat er niets boven een man in rokkostuum. Verder waren bij dit gala de meeste mannen niet in rokkostuum, gingen we met een taxibusje naar de locatie, waren van de meeste studies eerder 70% man dan vrouw en duurde dit gala slechts tot half twee. Verwachtingen kwamen dus inderdaad niet uit, maar wat was dit gala dan wel? Het was een gala op een toplocatie, een gala met genoeg drank (ik heb het wel eens anders gezien), een gala met een goede fotograaf en leuke muziek en bovenal een gala met hele gezellige mensen (misschien wel door het hoge gehalte mannen?). Ik heb het echt onwijs naar mijn zin gehad en ik wil volgende keer graag weer mee. Alleen hoop ik dan wel dat één verwachting toch uitkomt: volgend jaar graag wel tot 4.30 uur, want voor zo’n leuk gala duurde het veel te kort. Tot volgend jaar (of de volgende borrel waar ik heen gesleurd word)! Liefs, Esmée De foto hiernaast is de groepsfoto van alle Astatineleden (+aanhang) die mee waren. Gemaakt en beschikbaar gesteld door evenement-foto.com. 8 H Hoe oe ga jijj h iermee hiermee de d e wereld vverbeteren? erbeteren? Bij Teijin Aramid zijn we de eersten om toe te geven dat ons productassortiment er misschien niet direct indrukwekkend uitziet. Maar we durven ook te beweren dat diezelfde aramideproducten jouw leven enorm kunnen verrijken. Dankzij hun unieke eigenschappen zorgen Twaron, Sulfron, Teijinconex en Technora al jarenlang in uiteenlopende gebieden voor sterkere, veiligere en duurzamere toepassingen. Ze verstevigen gebouwen, bruggen en viaducten, beschermen VN-militairen op uitzending, zorgen voor snij- en hittebestendige kleding en vergroten de slijtvastheid van autobanden, om maar een paar voorbeelden te noemen. Zo ontwikkelen we bij Teijin Aramid niet alleen onszelf, maar dragen we ook bij aan een duurzamere samenleving. Technici en chemici (WO-niveau) Om onze positie van wereldmarktleider op het gebied van aramidevezels te behouden, zijn technologische doorbraken van essentieel belang. De menselijke factor is daarbij doorslaggevend. Daarom zijn we continu op zoek naar gedreven technici en chemici op universitair niveau. Analytisch en communicatief vaardige professionals die de creativiteit bezitten om een innovatief idee te vertalen naar een praktische toepassing. En die niet alleen passie voor hun eigen werk hebben, maar ook de rest van de wereld graag een stap verder brengen. Kijk voor meer informatie over Teijin Aramid en onze werkzaamheden op www.teijinaramid.com Column Terugkoppeling Geert Folkertsma Veel dingen, of eigenlijk alle dingen, zijn te beschrijven met een model. Een model is immers een versimpelde weergave van de werkelijkheid: soms versimpeld door simpelweg te verkleinen (Madurodam) of te vergroten (de “bouw-je-eigen-koolwaterstof-setjes”), of soms door relaties en processen te versimpelen (CISTR). Bij de laatstgenoemde soort modellen, waar een of andere wiskundige vergelijking bij komt kijken, is het vaak mogelijk terugkoppeling in te bouwen. Denk bijvoorbeeld aan de OpAmp die we kennen van ElBasFun: de uitgang kan teruggekoppeld worden op een van de ingangen, waardoor het uitgangsniveau geregeld wordt op het ingangsniveau. Deze regeling is vrij direct, maar het kan ook ingewikkelder: bij het vak MPS zien we het terug in bijvoorbeeld PID-regelingen. Ook bij minder abstracte modellen komt terugkoppeling kijken: bij het transport van zuurstof door het menselijk lichaam bijvoorbeeld wordt de hoeveelheid af te geven zuurstof teruggekoppeld door de hoeveelheid CO2 (dus de hoeveelheid verbruikte zuurstof) die in het bloed aanwezig is, zo leren we bij MCB. Op juist wat abstracter niveau komt terugkoppeling ook terug bij DV, waar het vaak een puur mathematische terugkoppeling betreft. Genoeg voorbeelden, het is duidelijk dat we bij veel AT-vakken met terugkoppeling te maken krijgen. Soms eenvoudig, soms wat abstracter of ingewikkelder, maar op een gegeven moment heb je het door en weet je alles van terugkoppeling. Tenminste, dat denk je. Er komt echter een moment waarop je beseft dat al deze kennis en oefening bij vakken slechts een voorbereiding vormt op de grote boze wereld. En dan heb ik het niet over OpAmps die toch niet lineair zijn, of hemoglobinecomplexen die wat anders doen dan je had gedacht. Deze relatief simpele systemen gedragen zich behoorlijk voorspelbaar, en door het model heb je een redelijk idee van wat er gaat gebeuren. Nee, de echte uitdaging waar we voor worden klaargestoomd is terugkoppeling in de vorm van menselijke feedback. Op de UT hebben we tal van voorbeelden van dit soort feedback en medezeggenschap. OKC, StudentenOverleg, OLC, FaculteitsRaad: allemaal commissies, instellingen en organen die aan een of andere vorm van terugkoppeling doen, gevuld met onder andere studenten. De grote vraag is hoe dit model met terugkoppeling is te beschrijven - en is er eigenlijk wel terugkoppeling? Studenten bij de OKC hebben soms het idee dat er maar weinig gedaan wordt met wat ze zeggen en een aantal studieverenigingen meende dat het zo slecht gesteld was met (effectieve) terugkoppeling richting CvB en andere hoge pieten dat het tijd was voor een dringende brief naar het UT-nieuws. Aan de andere kant verzekert Bernard Boukamp ons tijdens een StudentenOverleg dat er in ieder geval binnen AT wel degelijk wat gedaan wordt met de meningen van de studenten. Ook bij Astatine (en andere verenigingen) is sprake van terugkoppeling. Misschien doordat iemand gefrustreerd de bestuurskamer binnenkomt en een klein lesje Bargoens geeft, doordat er een leuke reactie op een actie van een van de commissies komt, of door scherpe vragen op een ALV. In zo’n kleine vereniging is het nog wel duidelijk wat er met de terugkoppeling gebeurt: alles is vrij overzichtelijk en we zien goed wat er gebeurt. Toch is het altijd de vraag wat er precies met de feedback gedaan wordt. Legt een commissie het naast zich neer en gaat lekker verder waar ze mee bezig was? Luistert het bestuur naar de kritiek en betert het zijn leven? Theoretische modellen van abstracte systemen begrijpen we. Effectieve menselijke terugkoppeling is een stuk ingewikkelder, maar gelukkig zijn er ook mensen die daar verstand van hebben. Misschien moeten we eens met studenten Toegepaste Communicatiewetenschappen of Psychologie overleggen wat wel de manier is om invloed op ons curriculum te krijgen, en hoe we wel in contact kunnen komen met de grote bazen. Of ligt het probleem toch aan de ontvangende kant? 11 Kosmische inflatie Het heelal van nu verklaren in 10-35 seconde? Thijs Frieshoff Hoe begon het allemaa, met Adam en Eva of de oerknal? De laatste van die twee wordt door de wetenschappelijke wereld aanvaard en gebruikt. De theorie rond de oerknal beschrijft een heleboel, maar er zitten nog een hoop gaten in, die op dit moment nog niet verklaard kunnen worden. Om er achter te komen hoe het universum zoals wij dat kennen ontstaan is, is een hoop theorieën bedacht. Eén van die theorieën is kosmische inflatie, waarbij het heelal in de eerste 10-35 seconde van de maat van een proton naar de grootte van de zon groeide. Om een duidelijk beeld te krijgen van het hele plaatje rondom kosmische inflatie zal er in worden gegaan op het moment vanaf de oerknal tot nu, waarbij ook verschillende theorieën van verschillende wetenschappers langs zullen komen. wetten al golden, aangezien er geen idee is van hoe alles er voor die tijd uit zag. Tot nu toe zijn er in het geval van inflatie nog geen aanpassingen gedaan op de natuurwetten, wel zal blijken dat er misschien nog delen missen, omdat er effecten zijn die nu nog niet verklaarbaar zijn. Daarnaast is het universum wanneer je op grote schaal kijkt, homogeen. De oerknal biedt hier geen oplossing voor. Kosmische inflatie wel. Van de oerknal tot nu Uit waarnemingen van wetenschappers van het begin van de vorige eeuw bleek dat sterrenstelsels van elkaar af bewegen, ofwel sterrenstelsels lagen in het jonge universum dichter bij elkaar. De Belg Georges Lemaître was de eerste die suggesteerde dat alles uit één punt afkomstig was, waar tijd en ruimte nog niet gedefinieerd waren. Ongeveer 13,7 miljard jaar geleden moet dat punt er zijn geweest. Vanaf toen ging het heel snel. Het punt, waarin een verschrikkelijk hoge druk, temperatuur en dichtheid heerste, begon te expanderen. 10-37 seconde later was er sprake van kosmische inflatie, waarbij het heelal exponentieel groeide. Na de inflatie (die ongeveer 10-35 seconde lang duurde) ontstond (waarschijnlijk) een combinatie van quark-gluonplasma en andere elementaire deeltjes. 10-11 seconde na de oerknal is een staat bereikt waar de deeltjesfysica mee aan de slag kan, vanaf dit punt zijn er dus ook onderzoeken die de theorie bevestigen. Een paar minuten na de oerknal ontstaan de eerste atoomkernen van waterstof, deuterium en helium. Ongeveer 379.000 jaar later ontstonden de eerste atomen. Doordat er op sommige plaatsen een hogere dichtheid was aan atomen werd er door middel van gravitatiekracht nog meer materiaal aangetrokken, waardoor onder andere planeten en melkwegstelsels konden ontstaan. Om met de oerknal het ontstaan van het universum te kunnen beschrijven, is ervan uitgegaan dat de natuurwetten zoals wij die kennen kloppen. Dit lijkt een heel logische stap, maar het is onmogelijk te concluderen dat ook voor de oerknal de 12 Figuur 1: Een foto van een deel van het heelal hoe het er ongeveer 600 miljoen na de oerknal uit moet hebben gezien, gemaakt door de ruimtetelescoop Hubble. De verklaring voor kosmische inflatie Zoals al gezegd, kosmische inflatie is het exponentieel groeien van het heelal vlak na de oerknal. Wat exacter: in 10-35 seconde werd het universum tussen de 1030 en 10100 keer zo groot. Allereerst werd dit verklaard door middel van het Higgsdeeltje. Dat was een deeltje dat gebruikt werd om het standaardmodel van de deeltjesfysica kloppend te maken. Na verschillende onderzoeken met tegenstrijdige resultaten werd er van de theorie over het Higgsdeeltje afgestapt. Daarmee verdween ook de verklaring voor de kosmische inflatie. Omdat de inflatie wel een goede verklaring bleef voor het ontstaan van het universum, moest er een andere verklaring voor inflatie worden bedacht. Dit werd het inflatonveld. Dit is een veld dat zich niet op de energetisch laagste waarde bevond, hoewel dat wel verwacht was, gezien de dalende temperatuur vanaf de oerknal. Het valse vacuüm dat aanwezig was, was de veroorzaker van negatieve druk. Einstein heeft aangetoond dat zwaartekracht naast van massa, ook van druk afhankelijk is. Als de druk negatief is, telt deze ook negatief mee voor de zwaartekracht, waarbij er dus een negatieve zwaartekracht ontstaat, die alles van zich afstoot. Dat leidt volgens de relativiteitstheorie tot een zwaartekracht met omgekeerd effect. Daardoor kon het heelal met een gigantische snelheid uitzetten. Dat dit gebeurde, zorgde voor een aantal effecten die verklarend zijn het ontstaan van het universum. De gevolgen van kosmische inflatie Entropie stijgt altijd. Ondanks dat bevindt het universum zich in een toestand van lage entropie ten opzichte van het maximum. Logischer zou zijn dat het universum zich in een hogere entropietoestand zou bevinden, aangezien de entropie al stijgt sinds de oerknal. Echter door het explosief toenemen van het heelal tijdens de inflatie steeg de maximale entropie enorm maar bleef de entropie zelf ongeveer gelijk. Daarmee is het entropieprobleem verklaard. De oorspronkelijke theorie over de oerknal heeft nog een probleem. Als het universum op een grote schaal bekeken wordt, is het opvallend egaal. Logisch zou zijn dat verschillende sterrenstelsels die van elkaar af bewegen en dus nooit in contact met elkaar kunnen hebben gestaan, niet dezelfde eigenschappen zouden hebben. Echter blijkt dat verschillen in temperatuur en dichtheid nihil zijn. Kosmische inflatie biedt opnieuw een oplossing. Doordat het universum heel erg klein was voor de inflatie, hebben alle delen met elkaar in verbinding gestaan en contact gehad. Daar heeft zelfs een thermisch evenwicht kunnen ontstaan, waardoor het universum de uniformiteit kreeg zoals dat nu is. Of toch niet helemaal? Het bleek dat de theorie van de inflatie te ver ging. Door inflatie zou het universum zo egaal gevuld worden met materie, dat er niets samen kon klonteren tot sterrenstelsels en planeten. Daartoe werd er kwantumfluctuatie betrokken bij het ontstaan van het universum. Kwantumfluctuatie is een fenomeen waar er uitgegaan wordt van een bepaalde energie die Figuur 2: Een stralingsfoto van het heelal, zoals het er vlak na de inflatie uit moet hebben gezien in een vacuüm aanwezig is. Doordat die energie een heel klein beetje fluctueert, kunnen er kleine deeltjes en antideeltjes zomaar verschijnen en verdwijnen. Dit zorgt voor onregelmatigheden in het jonge universum en daarmee verklaart het de samenklontering van deeltjes tot grotere delen. Opnieuw lost de inflatie een probleem op. Waar er dankzij deze theorie ook een oplossing op gevonden is, is het monopoolprobleem. Als de natuurkundige wetten worden toegepast op het ontstaan van het universum, zouden er rond de 1011 magnetische monopolen ontstaan. Deze monopolen zijn nog nooit waargenomen, wat een vervelend gegeven was voor de theorie over monopolen. Kosmische inflatie verklaart dit op een zelfde wijze als met de uniformiteit. Doordat het universum heel klein was voor de inflatie, heeft er een thermisch evenwicht kunnen ontstaan, wat het ontstaan van de monopolen tegenhield. Daardoor zouden er geen tot heel weinig ontstaan zijn, zodat het opeens totaal niet vreemd meer is dat er nog nooit een is waargenomen. Kosmische inflatie heilig? Ondanks dat kosmische inflatie zoveel oplost, kunnen er vraagtekens geplaatst worden bij het ontstaan van een dergelijke theorie. Een voorbeeld daarvan is het introduceren van kwantumfluctuaties omdat de eerdere theorie van de inflatie anders niet kloppend was. Is het wel de juiste stap om telkens als er problemen ontstaan nieuwe delen aan de bestaande theorie toe te passen, of moet er gekeken worden naar een aanpassing in de bestaande wetten? Zo zijn er al wetenschappers die bij de gravitatiewet van Newton een kleine factor toevoegen die het bestaan van donkere materie moet ontkrachten. Verrassend genoeg blijkt deze constante ongeveer gelijk te zijn aan het product van de Hubbleconstante en de lichtsnelheid. In het geval van de kosmische inflatie lijkt het aanpassen van de bestaande theorieën niet nodig. Kwantumflucuaties zijn immers gewoon waar te nemen. Waar nog wel een groot gat zit in de inflatietheorie, is de oorzaak van de inflatie zelf. Toen het Higgsdeeltje door wetenschappers niet meer erkend werd, moest er plotseling een andere verklaring worden gezocht voor inflatie. Dit gebeurde in de vorm van het inflatonveld. Ondanks dat dit een mooie verklaring lijkt, is het te vergelijken met de theorie dat door puur toeval ons heelal ontstaan is. Puur door toeval ontstond er een veld met negatieve druk en daardoor kon inflatie plaatsvinden. Al met al is inflatie dus een heel mooie theorie, maar het is zeker nog niet sluitend en er zal nog flink aan geschaafd moeten worden voordat het waterdicht is en het algemeen aanvaard zal worden als de manier waarop het universum ontstaan is. Kosmische inflatie is dus zeker niet heilig. Totdat alle gaten in de hedendaagse theorieën gevuld kunnen worden zal er leven blijven in de volgende uitspraak: “Eerst was er niets, en toen ontplofte het ook nog.” 13 Helofytenfilter Rioolwaterzuivering natuurlijk! Geert Folkertsma Nederlanders gebruiken per dag ongeveer 134 L schoon water voor bijvoorbeeld drinken, wassen, spoelen en koken. Afgezien van de paar honderd mL die uitgezweet worden, belandt dit allemaal in het riool. Om nog maar te zwijgen over het afvalwater dat fabrieken produceren… Conventionele rioolwaterzuiveringsinstallaties Rioolwaterzuiveringsinstallaties, of rwzi’s, zuiveren het rioolwater dusdanig dat het in het oppervlaktewater geloosd kan worden. Dit gaat in een aantal stappen: het water moet zowel mechanisch als chemisch en biologisch gereinigd worden. Mechanische zuivering gaat met roosters en fijnere zeven, waarmee alle vaste prut uit het water wordt gehaald. Chemisch en biologisch zuiveren gaat in normale rwzi’s door toevoeging van chemicaliën en door bacteriën aan het water toe te voegen en het water een tijd in een beluchtingstank te laten staan, waarna de bacteriën weer verwijderd worden. Het water moet door een beluchtingstank omdat veel zuiveringsreacties (die door bacteriën uitgevoerd worden) aeroob zijn. Bij de meeste rwzi’s volgt het afvalwater de volgende stappen: 1. Grofvuilrooster (groot vuil verwijderen) 2. Voorbezinktank (zand, slib, vet eruit) 3. Beluchtingstank (met bacteriën) 4. Nabezinktank (bacteriën er weer uit) 5. Zandfilter (laatste bacteriën filtreren) Nadeel van deze constructie is dat het transport tussen verschillende stappen, en het beluchten van het water in stap 3, nogal veel energie kosten. Helofytenfilters Helofytenfilters maken gebruik van speciale planten, helofyten, zoals riet of lisdodden. Deze moerasplanten groeien in het water, maar hebben ook een deel boven het water. Rond de wortels van de planten kunnen aerobe bacteriën leven, want de plant geeft onder water zuurstof af. Hierdoor kunnen deze bacteriën aerobe reacties uitvoeren, waarmee afvalwater wordt gereinigd. 14 Voorbeeld: stikstof Stikstof zit veel in afvalwater, voornamelijk in de vorm van ammoniak of ammoniumionen. Stikstof is een belangrijke voedingsstof voor planten. Het is belangrijk dat er niet teveel stikstofhoudend afvalwater in het oppervlaktewater wordt geloosd, want dit kan explosieve algengroei veroorzaken, waardoor het ecosysteem in de war raakt. Ammonium wordt in helofytenfilters in twee stappen uit het water gehaald: nitrificatie (oxideren tot nitriet en nitraat), gevolgd door denitrificatie (reduceren tot stikstofgas). Nitrificatiereacties: 2 NH4+ + 3 O2 4 H+ + 2 H2O + 2 NO2- 2 NO2- + O2 2 NO3- Nitriet en nitraat kunnen worden opgenomen door de planten in het filter, of door de volgende anaerobe reactie worden omgezet in stikstof, dat de atmosfeer in verdwijnt. Denitrificatiestappen: NO3- NO2- NO N2O N2 Beide reacties worden uitgevoerd door bacteriën die in de bodem van het helofytenfilter leven, waarbij de bovenste alleen in aerobe omstandigheden, dus rond de wortels van de helofyten, uitgevoerd kan worden. Ander voorbeeld: fosfor Fosfor (aanwezig in de vorm van fosfaten) moet om dezelfde redenen als die voor stikstof gelden uit het water verwijderd worden: een hoge concentratie van deze voedingsstof in oppervlaktewater stimuleert algen- en plantengroei tot het punt waarop vissen doodgaan en ecosystemen kapotgaan. Fosfaat kan op twee manieren uit het afvalwater worden verwijderd: opname in biomassa of door ad- of absorptie in de bodem. De planten in het filter nemen naast nitraat ook fosfaat op. Op een gegeven moment wordt het riet gekapt en is het fosfor succesvol uit het water verwijderd. Fosfor wordt ook gebonden in de bodem door neerslag of adsorptie; het slib kan regelmatig vervangen worden en gebruikt worden voor bijvoorbeeld bemesting. Soorten helofytenfilters Verticaal doorstroomd Het grootste verschil tussen verschillende typen helofytenfilters is de manier van doorstroming: vloeiveld, horizontaal doorstroomd of verticaal doorstroomd. Bij een verticaal doorstroomd helofytenfilter wordt het water door een pomp verdeeld en over het hele oppervlak ingebracht, waarna het recht naar beneden stroomt en wordt opgevangen. Vloeiveld Bij een vloeiveld komt het water aan de ene kant van het filter binnen, stroomt langs de oppervlakte naar de andere kant en wordt daar weer afgetapt (figuur 1). Figuur 3: Het verticaal doorstroomde helofytenfilter. Figuur 1: Een vloeiveld; de pijlen geven de stroming van het water aan. Doordat het water vooral langs de oppervlakte stroomt en dus niet echt langs de wortels komt (waar juist de zuiveringsbacteriën zitten), is de effectiviteit gering: voor het zuiveren van het afvalwater van een persoon is een oppervlakte van 20m2 nodig. Bovendien is bij dit type filter veel sprake van geuroverlast, waardoor het alleen voor licht vervuild water gebruikt kan worden. Horizontaal doorstroomd In tegenstelling tot bij het vloeiveld stroomt het afvalwater bij een horizontaal doorstroomd helofytenfilter onder de oppervlakte, tussen de wortels van de planten door (figuur 2). Figuur 2: Een horizontaal doorstroomd helofytenfilter. Het water stroomt onder de oppervlakte. Doordat het water langs de wortels stroomt, is het filter effectiever en is nog maar 5-10m2 nodig voor het afvalwater van een persoon. Doordat het water langs de planten stroomt en vervolgens langs de wortels van de planten in de losse, zanderige bodem van het filter (waar de meeste bacteriën leven) terechtkomt voor het de bak uitstroomt, heeft dit filter de hoogste efficiëntie van alle drie. Er is maar 3m2 wateroppervlak nodig om het afvalwater van een persoon te zuiveren. Helofyt of niet? Een conventionele rwzi heeft minder oppervlakte nodig, maar doet het qua energiegebruik en andere milieubelasting een stuk slechter. Moeten we dan maar gaan overstappen op het gebruik van helofytenfilters voor onze afvalwaterzuivering? Een enorm helofytenfilter aanleggen voor een hele stad is waarschijnlijk niet zinvol – voor Enschede zou een oppervlakte van 48 hectare nodig zijn, en dan hebben we het alleen nog maar over het persoonlijke afvalwater, industrie dus niet meegerekend. Dit soort filters heeft op kleinere schaal waarschijnlijk meer potentie: in het buitenland zijn veel gebieden waar geen riolering ligt, hier zou een helofytenfilter uitkomst bieden. Ook boerderijen voor veeteelt of akkerbouw hebben ruimte genoeg voor zo’n installatie. Alle vijvers op de campus zijn een soort natuurlijke helofytenfilters, en de installatie aan de zijkant van de Horst is een aangelegde. Misschien moeten we op de UT overstappen op helofytenfilters en net als de Efteling ons eigen afvalwater zuiveren. Een simpel rekensommetje leert dat voor het zuiveren van het afvalwater van alle 2000 studenten die op de campus wonen een filter met een oppervlakte van maar liefst 6000m2 nodig is, maar is dat echt veel? De campus is 152 hectare groot, dus zouden we die 0,39% niet kunnen missen? 15 Snaartheorie Gespannen verwachtingen Auke Been De natuurkunde kent 3 verschillende theorieën om alle fundamentele krachten te beschrijven. Deze 3 theorieën zijn de algemene relativiteitstheorie, de kwantummechanica en de klassieke mechanica. Deze theorieën hebben allen een eigen grootheidsschaal waarop ze van toepassing zijn. Zo geldt de relativiteitstheorie voor alles wat heel groot is, zoals het heelal. De kwantumtheorie geldt voor alles wat heel klein is en de klassieke mechanica voor wat we ‘in het dagelijkse leven’ tegenkomen. Iedere theorie heeft zichzelf ook ruimschoots bewezen op juistheid, maar op de grensvlakken van de theorieën, waar ze elkaar overlappen, zijn de uitkomsten verschillend. Natuurlijk is er maar 1 juist antwoord en dat willen we graag wiskundig kunnen beschrijven. Daarom wordt er fervent gewerkt aan een theorie die alles perfect beschrijft, zoals dat in de werkelijkheid gebeurt. Een kandidaat voor deze ‘theory of everything’ is de snaartheorie. Particle science Om het begrijpen van de snaartheorie wat makkelijker te maken, is het handig om eerst wat te leren over elementaire deeltjes. De eerste verdeling binnen de elementaire deeltjes die je tegenkomt, is de verdeling tussen krachten en materie. De deeltjes die krachten over brengen worden bosonen genoemd en deeltjes die de bouwstenen zijn van materie worden femionen genoemd. Bosonen worden niet verder opgesplitst, maar fermionen wel, namelijk in quarks en leptonen. Deze quarks zijn de bouwstenen van protonen en neutronen, terwijl het elektron onder de leptonen valt. Wanneer meerdere quarks bij elkaar komen, worden ze een hadron genoemd. 16 Geschiedenis Albert Einstein was de man die een opzetje heeft gemaakt voor de snaartheorie, maar de Duitse Theodor Kaluza was degene die erachter kwam dat een vijfdimensionale theorie zwaartekracht en elektromagnetisme goed beschrijft. Deze vijfde dimensie werd beschreven in 1926 als een niet te observeren dimensie die is opgerold in een kleine cirkel. Dit idee is, samen met de rest van de snaartheorie, niet meer gebruikt totdat er weer nieuw leven in werd geblazen, eind 1960. De theorie werd toen gezien als een theorie voor hadronen. In 1970 werden aan de theorie ook fermionen toegevoegd en wat bekend was aan theorieën rondom fermionen. Dit bleek het aantal benodigde dimensies op 10 te zetten. In 1974 kwamen John Schwarz en Joel Scherk erachter dat de snaartheorie beter de zwaartekracht beschrijft dan hadronen. Ondertussen werd kwantumchromodynamica benoemd als de juiste theorie voor hadronen en ging het merendeel van de wetenschappers verder met die theorie. Er bleven echter een paar wetenschappers verder werken aan de snaartheorie. De theorie werd gestaag uitgebreid en verbeterd totdat in 1995 de vijf verschillende ‘versies’ die toen bestonden werden samengevoegd tot een algemene snaartheorie, genaamd de M theorie. Oorspronkelijk zou de M voor membrane moeten staan, maar inmiddels heeft de hoogleraar die het onderzoek leidde er een aantal andere betekenissen voor bedacht; master, mathemetical, mother, mystery, magic, matrix of murky. M-Theorie De snaartheorie gaat ervan uit dat de fermionen kleine 1D snaren zijn, die kunnen trillen. De mode waarin de snaren trillen bepaalt dan het soort elementair deeltje, de lading, spin en massa. Het aantal vrijheidsgraden waarmee de snaren trillen is ook niet beperkt tot de 4 (3D + tijd) dimensies die wij kennen, maar het aantal vrijheidsgraden loopt bij de M-theorie op tot 10 + tijd. Zo komt de M-theorie dan ook aan de 11 dimensies waarom deze theorie bekend staat. De snaren zijn voornamelijk kleine cirkeltjes, maar kunnen ook vastzitten aan een plaat, genaamd D-brane. Wanneer zo’n snaar dan vast zit aan een D-brane, zijn het 1D-lijnen. Een snaar kan niet van zo’n plaat afbreken, maar kan er wel over rondglijden. Dit komt omdat het einde van een string moet voldoen aan een randvoorwaarde. Deze kan zijn dat het einde van de string stilstaat of dat deze met de snelheid van het licht beweegt. Omdat het de randvoorwaarde is van de snaar, kan deze dus ook de brane niet loslaten. Het woord brane is overigens een afgeleide van membrane, waarnaar de M-theorie is vernoemd. Theory of everything Snaartheorie is, zoals eerder gezegd, een theorie voor zwaartekracht. Dit is natuurlijk een beetje gek, aangezien we voor naar een theorie voor alles op zoek waren... Onze theorie voor zwaartekracht is een uitbreiding op de algemene relativiteitstheorie, terwijl de snaren kwantummechanisch worden geïnterpreteerd. Nu is het natuurkundige inzicht voor de snaartheorie afkomstig van het ’holografische principe’. Dit principe zegt dat wanneer je een zwart gat neemt en er iets in laat vallen, ook veel later nog te zien is aan het emissiespectrum wat er ingevallen is. Na onderzoek is gebleken dat dit kan omdat een lange string dit zo onthoud. Bij hoge zwaartekracht, kunnen snaren met elkaar in contact komen en zo een lange snaar vormen. Uitgaande van een 2D-zwart gat, kan de inhoud dus worden beschreven met slechts 1 string die de omtrek van het gat is. Stel je nu voor dat we ons heelal 2D maken en de andere 2 dimensies slechts als energietoestanden zien. Dan zouden we alles wat er in ons universum is, kunnen beschrijven met de snaartheorie. Omdat deze gedachte waar is op zowel grote als kleine schaal, wordt dit beschouwd als dé theorie van alles. Er wordt ook sterk in de correctheid van de theorie geloofd. Aangezien de M-theorie alle fundamentele krachten en materie, bosonen en fermionen, beschrijft, met slechts een paar kleine afwijkingen van het standaard model. Dit wordt verklaard door de randvoorwaarden die gesteld kunnen worden aan de theorie. Het is nog niet bekend of er een oplossing van de snaartheorie is, die overeenkomt met het standaard model. Omdat er niet een oplossing is waarvan we met zekerheid kunnen zeggen dat het klopt, kunnen er ook nog geen experimenten gedaan worden om de snaartheorie voorgoed te bevestigen. Theorie van niks? De kritische wetenschapper ziet niet zoveel heil in de snaartheorie als sommige anderen. In 2007 was er een discussie rondom de snaartheorie. Er werd zelfs geclaimd dat de snaartheorie een mislukking is. “Na generaties aan wetenschappers versleten te hebben aan de snaartheorie, is er nog geen testbare voorspelling uitgebracht of een theoretisch vraagstuk opgelost. Eigenlijk is er zelfs helemaal geen theorie, maar slechts wat formules en ideeën die wijzen op een theorie die mogelijk bestaat. En als deze dan ook bestaat, zullen er zoveel versies van zijn dat je er alsnog niks mee kan; een theorie van niks.” Er zijn eigenlijk twee belangrijke argumenten tegen de snaartheorie. De eerste is dat om zwaartekracht op quantumniveau te meten, er hogere energieën nodig zijn dan de huidige Large Hadron Collider kan produceren. De tweede is dat de theorie nu een groot aantal oplossingen heeft, die allemaal evengoed kunnen. Er zijn wetenschappers die beweren dat de oplossingen zo divers zijn, dat er voor elke situatie een goede oplossing te vinden is. Als dit waar blijkt te zijn, is de snaartheorie inderdaad een theorie van niks! Wil je meer weten over snaartheorie? http://nl.wikipedia.org/wiki/Snaartheorie http://www.pbs.org/wgbh/nova/elegant/ 17 Het Knotsbaltoernooi {titel} ATeam 2 pakt de winst {subtitel} Felix Segers & Pim Momberg {schrijver} (SportCo) Knotsbal is een balsport die aardig wat weg heeft van hockey. Het doel is het balletje te scoren tegen de mat met behulp van de knots. De sportco leek het leuk om een knotsbaltoernooi te organiseren aangezien Astatine al met 3 teams meedoet aan de interne Utwente competitie. In totaal waren er 6 verschillende teams bestaand uit leden van Astatine aangemeld. De teams bestonden meestal uit gemiddeld 5 tot 7 personen. De wedstrijdjes werden gespeeld over 2 x 5 minuten en daarbij was het de bedoeling zo vaak mogelijk te scoren tegen de mat van de tegenstander. In het veld stonden 4 personen inclusief een keeper en de broodnodige wissels zaten op de bank om door te wisselen. Het toernooi was als het ware een soort van interne competitie binnen Astatine: ieder team speelde tegen elkaar. De verschillende teams die meededen waren: • P.O.K.E. • ATeam2 • Sportco • Mentis • Dnjepr Dnjepropetrovsk • Pluizig kaneelijs Al snel bleek dat 2 teams voor de overwinning zouden gaan strijden, de ervaren knotsballers van ATeam2 en de sportieve “newcomers” van het SportCo team. De belangrijke pot hiertussen ging gelijk op en had een beter eind voor ATeam2. Ze scoorden in de laatste minuut 2 maal en zo stond er een 5-3 overwinning op het scorebord. Hierdoor ging ATeam2 onverslagen naar de Astatinetitel beloond met een taart in Astatinestijl en een rondje van de Sportco. De 2e plaats ging naar de SportCo en zo konden ze nog nagenieten van een geslaagde sportieve middag. Na de prijsuitreiking werd nog even vrolijk doorgeborreld in de kantine van het sportcentrum en werd de middag besloten met een heerlijk portie bitterballen gesponsord door onze voorzitter, Bas! Kijk goed op de kalender voor onze volgende activiteiten, want in 2009 gaan we zeker nog meer sportiviteiten organiseren! Toen voor iedereen de regels duidelijk waren konden we van start. De meeste wedstrijden waren leuke gelijk opgaande duels, maar voor 1 team was er toch helaas geen enkel puntje besteed, P.O.K.E. vond zichzelf helaas terug op de laatste plaats met geen enkel punt, maar ze hebben zich wel kunnen vermaken met de snoepjes en flesjes water die voor iedereen beschikbaar waren gesteld door de sportco. 19 {titel} AT-vrouw vs. AT-man {subtitel} mannen en vrouwen zo verschillend zijn Waarom Monique {schrijver} Parfittt - “Lang geleden hadden de Marsbewoners en de Venusbewoonsters gelukkige relaties, gebaseerd op wederzijds respect voor de verschillen die er tussen hen bestonden. Toen kwamen ze naar Aarde, en vergaten dat ze van verschillende planeten afkomstig waren...” - Toen god de wereld had geschapen keerde hij nog eenmaal terug naar Adam en Eva in het paradijs. Hij vertelde hen dat hij nog twee gaven te verdelen had. De eerste gave die hij nog aan een van de twee toe kon delen betrof staand plassen. Enthousiast sprong Adam op en hij kreeg de gave om staand te plassen. Terwijl hij naar een boom rende om het meteen uit te proberen, keerde god zich naar Eva en zei: “Goed. Dan krijg jij het meervoudig orgasme.” Dat er vele verschillen zijn tussen mannen en vrouwen moge duidelijk zijn. Aan bovenstaande stukjes is te zien dat vele mensen hebben daar verschillende verklaringen voor hebben... Toen ik nog lief en schattig was op de middelbare school, zat ik in een klas met een schaarse hoeveelheid Y-chromosomen. Ondanks dat was het voor mij al gauw duidelijk dat vrouwen niet mijn ding zijn en ik het goed kan vinden met het andere geslacht, waardoor ik weinig problemen had met een studie met een laag percentage vrouwen (plus dat ik natuurlijk gewoon geil op aandacht). doen gaat de vrouwen nog altijd beter af. Alles tussen mannen en vrouwen is anders. Niet alleen heeft een vrouw borsten en een man een penis, maar ze denken, zien en horen ook op verschillende wijze. Een belangrijke bron van invloed hierop zijn de hormonen. De belangrijkste hormonen zijn oestrogeen en testosteron. Oestrogeen is het zogenaamde ‘vrouwenhormoon’ en heeft een kalmerend effect en reguleert de emoties. Bovendien bevordert oestrogeen het geheugen, waardoor ze na de menopauze (overgang) meer last krijgen van geheugenverlies, aangezien de oestrogeenspiegel daalt. Testosteron is het alom bekende ‘mannenhormoon’, wat een agressieve invloed heeft. Doordat mannen veel testosteron bezitten, waren ze in een ver verleden goed in staat om op dieren te jagen en deze te doden. Vrouwen hebben daar te veel oestrogeen voor, wat een zorgzame invloed heeft. Als vrouwen humeurig of emotioneel zijn, krijgen ze vaak te horen ‘ben je ongesteld ofzo?’. Dit is geen vreemde reactie. Oestrogeen komt in golven vrij, in een cyclus van ongeveer 28 dagen: de menstruatie. Hierdoor hebben vrouwen pieken en dalen in emoties, wat voor mannen niet altijd even fijn is. Heb echter een klein beetje begrip en medelijden: hoe zou jij het vinden als je geslachtsdeel bloedt? De hersenen Er zijn vele verschillen tussen mannen en vrouwen, dat weet iedereen. Jullie kerels vinden het vast leuk om te weten dat mannelijke hersenen 16% meer hersencellen bevatten dan die van vrouwen. Echter is het limbisch systeem (het hersengedeelte wat over emoties gaat) bij vrouwen weer groter. Daarom zijn vrouwen van die emotionele wrakken en mannen van die wijsneuzen. Bij vrouwen is de hersenbalk groter dan bij mannen, waardoor de twee verschillende hersenhelften beter samen kunnen werken en vrouwen dus meer dingen tegelijk kunnen doen dan mannen. Dit is natuurlijk slechts globaal genomen. Bij AT heb ik al genoeg mannelijke emotionele wrakken gezien (giet er een paar slokken alcohol in en het hele levensverhaal komt als een braaksel aan woorden uit de mond) en ook een aantal AT’ers met twee x’en doen flink hun best als wijsneus. Echter, het meerdere dingen tegelijkertijd 20 Figuur 1: Mannen zijn lekker simpel. Verliefd Maar wat mannen en vrouwen natuurlijk al helemaal speciaal maakt, is de liefde. Verliefdheid is een grote chemische reactie van allerlei hormonen die de macht over je hersenen overnemen. Ga maar eens na: je hebt iemand ontmoet die je erg leuk vindt. Wat gebeurt er dan? Je kan niet stoppen met denken aan diegene, je hart klopt als een gek in de buurt van jouw grote liefde, je handen zweten bij de aanblik van hem/haar en de hele dag fladderen de vlinders door je buik. Onderzoek heeft aangetoond dat het verschijnsel ‘verliefd worden’ uit een reeks chemische reacties bestaat, die mentale en lichamelijke reacties veroorzaken. Er zijn naar schatting 100 miljard neuronen die het communicatienetwerk van de hersenen vromen. Een baanbrekend onderzoek heeft ons neuroptiden laten ontdekken, een aaneenschakeling van aminozuren die in ons lichaam rondzweven. Ze hechten zich aan ontvankelijke receptoren. Tot nu toe zijn er zestig verschillende neuroptiden ontdekt die het lichaam aanzetten tot emotionele reacties, wanneer ze zich aan ontvangers hechten. Oftewel: al onze emoties worden geregeld door biochemische reacties binnen het lichaam en verliefdheid dus ook. Dit is zowaar hetzelfde bij mannen en vrouwen! In de hersenen van zowel de mannen als de vrouwen zit een gebied dat geprikkeld moet worden voordat we seks kunnen hebben. Dit heet de Hypothalamus. De Hypothalamus maakt deel uit van het stuk van de hersenen, dat ook emoties, hartslag en bloeddruk beheerst. Bij mannen is dit ‘seksgebied’ groter dan bij vrouwen, daardoor hebben mannen over het algemeen ook vaker zin in seks. Ook is het bij een heteroseksuele man groter dan bij een homoseksuele of transseksuele man. De hypothalamus is het gebied waarin hormonen, met name testosteron, het verlangen naar seks stimuleren. Aangezien mannen testosteron in overvloed hebben, kunnen mannen op elk moment van de dag seks hebben. Als vrouw kun je maar beter genoeg seks met je vriend/verloofde/man hebben. Van oorsprong zijn mensen namelijk hartstikke polygaam en voor mannen is het moeilijker om monogaam te zijn door de grotere Hypothalamus, terwijl het voor vrouwen moeilijk is om af te zien van monogamie. Een man kan makkelijker liefhebben na seks en als hij jou liefheeft zal hij trouw aan je blijven. mensen te gaan fitnessen. In het weekend gaan zij wel vaak met dezelfde vriendengroep stappen, maar dit is dan ook wel het vaste ‘uitgaansclubje’. Vrouwen hebben dit veel minder, die hebben vaak een aantal vriendinnen aan wie alles (maar dan ook alles!) verteld wordt en met wie eigenlijk alles gedaan wordt. Een van die vriendinnen zit namelijk ook wel bij de tennisclub en die ander zit ook op kookles. Ook de doelstellingen van de vriendschap zijn verschillend. Waar mannen vrienden voornamelijk voor de gezelligheid hebben, hebben vrouwen ze ook als uitlaatklep en vertrouwenspersoon. Vrouwen lossen problemen vrijwel nooit zelf op, maar zullen altijd naar een vriendin toestappen, terwijl de mannen veel minder makkelijk uit durven komen voor hun problemen en ze gewoon zelf oplossen. Ook vriendschappen tussen mannen en vrouwen zijn apart, maar wel leuk als je het mij vraagt. Je merkt pas goed hoe verschillend mannen en vrouwen zijn als je een goede vriendschap met iemand van het andere geslacht hebt. Mannen beginnen al te zuchten zodra ze merken dat de vrouw met een probleem naar ze toe willen komen, terwijl de vrouw niet blij is als ze weet dat de man een probleem heeft, maar doet alsof er niets aan de hand is. Shoppen Vaak wordt gezegd dat shoppen iets typisch vrouwelijks is, terwijl mannen een hekel aan winkelen hebben. Dit is natuurlijk niet waar! Mannen hebben vaak een net zo grote koopverslaving als vrouwen, alleen kopen zij andere dingen. Waar de vrouwen blij worden van mooi schoenen, sexy lingerie (nou oké, de mannen misschien ook wel) en hippe kleren, worden mannen euforisch van elektronica, boeken en alles wat de stempel ‘gadget’ zou krijgen. Natuurlijk is dit allemaal wel heel recht toe recht aan. Ikzelf word meer opgewonden dan de gemiddelde man bij het ontdekken van een Gadget Store, terwijl een vriend van mij serieus blij zou zijn als ik hem de Hugh Grant verzamelbox voor zijn verjaardag zou geven. Kortom: mannen en vrouwen zijn zo verschillend als wat en toch zijn er meer overeenkomsten dan je denkt. Maar een ding lijkt me duidelijk: ze zouden nooit zonder elkaar kunnen! Vriendschap Ook vriendschappen zijn verschillend bij mannen en vrouwen. Mannen hebben vaak overal een ander vriendenclubje: op maandag bier drinken met de jongens van voetbal, dinsdags even bijkletsen met de projectgroep om op woensdag met een aantal andere 21 {titel} Sinterkerstdiner Choco {subtitel} Het sinterkerstdiner van de vrouwelijke AT’ers Monique {schrijver} Parfitt Donderdag 11 december was het dan weer zover: tijd voor het tweede uitje met alle dames van AT, met dank aan de ChoCo! Ditmaal een overheerlijk diner, geserveerd bij Annegreet thuis. Toen iedereen zich eenmaal verzameld had op de Matenweg, en de tevergeefse pogingen om kerstmuziek aan te zetten waren gestaakt, begon het feest met Dorito’s met een overheerlijk zelfgemaakte salsa erbij. Gretig stortten alle dames zich op dit feest, om iets te laat te bedenken dat er nog vier gangen kwamen. De amuse (nee er zat geen logische volgorde in de gangen) betrof een koude avocadosoep met geitenkaas, waar de kokkin zelf enorm van walgde, maar het merendeel vond de soep erg lekker! De ene na de andere soep volgde, dus al gauw kwam de mosterdsoep te tafel, welke ook moeiteloos weggewerkt werd. Om de smaakpapillen te verversen werd er een overheerlijke spoom geserveerd. Een bolletje zelfgemaakt ‘ijs’ (om nou te zeggen dat het echt al helemaal bevroren was... Neuh.) met een overheerlijke prosecco zorgde weer voor goede moed bij alle meiden. Na dit feest werden de hartige taarten uit de oven gehaald, welke absoluut goed binnen te houden waren. Er waren twee uitzonderingen op de regel, deze twee dames waren ofwel druk aan het smsen, of samen met de BOSS de film belachelijk gemaakt (tot frustratie van de overige vrouwen). Uiteraard werd de chocoladefontein niet vergeten en al gauw stak iedereen allerlei lekkers onder de waterval van chocola. Na een uur of twee was dan eindelijk de film afgelopen en werd er, onder protest van enkele vrouwen, Family Guy aangezet. De BOSS voelde zich thuis en mengde zich al gauw onder de vrouwen. De ChoCo begon nog druk zogenaamde ‘kniepertjes’ te bakken (speciale koekjes voor oudejaarsdag), want het programma was nog vol! Uiteindelijk zijn we niet meer toegekomen aan het maken en versieren van een koekhuisje en het zelf bakken van pepernoten (beter een te vol dan een te leeg programma, straks hadden we nog zo’n wijvenfilm moeten kijken!), maar desalniettemin was het een zeer geslaagde avond! Na dit feest hebben we de afwas laten staan en zijn we uit gaan buiken voor de tv, wachtend op het afwasteam. En ja hoor, dan kwam de BOSS al aanzetten. Het overgrote deel van deze sympathieke, hete mannen zou de afwas van het ChoCo Sinterkerstdiner doen, in ruil dat de dames zouden helpen met het schoonmaken van de Tombe (deze schoonmaakavond was echter niet echt drukbevolkt met het vrouwelijke AT-volk, dus er komt nog een andere tegenprestatie heb ik gehoord). Terwijl de heren druk en luidruchtig stonden te poetsen, was het de plicht van ons dames om weg te zwijmelen bij een romantische komedie. Twee uur lang hebben de meeste vrouwen de BOSS vervloekt om hun lawaaierigheid en gezwijmeld bij The Holiday (of in elk geval bij Jude Law). Figuur 1: Een chocoladefontein 22 5 000 METER TRACK 150 000 KOFFERS PER DAG 1 BAS BIJKERK Inderdaad, imposante systemen die Vanderlande Industries realiseert. Material handling systemen voor tal van nationale en internationale distributiecentra, luchthavens en sorteercentra. De ene keer betrekkelijk compact en overzichtelijk. De andere keer zeer uitgebreid, behorend tot ‘s werelds grootste installaties. Complex en opgebouwd uit de meest innovatieve en creatieve oplossingen op het gebied van elektronica, mechanica en besturingstechnologie. Unieke systemen, altijd weer anders. Gerealiseerd door bijzondere mensen. Bas Bijkerk bijvoorbeeld. Een van onze collega’s die niet uitgesproken raakt over de projecten waarbij hij van begin tot einde betrokken is. Internationale UNIEKE SYSTEMEN, BIJZONDERE MENSEN miljoenenprojecten, waar hij in multidisciplinair teamverband aan werkt. En waar hij trots op is! Net als zijn 1 700 collega’s op onze verschillende kantoren in de wereld. De boeiendste technische en logistieke uitdagingen. Een creatieve omgeving met gedreven collega’s die van aanpakken weten. De afwisseling van projectenwerk. Met internationale carrièremogelijkheden. Unieke systemen. Bijzondere mensen. Je vindt het bij Vanderlande Industries. Kijk op www.vanderlande.com. WWW.VANDERLANDE.COM {titel} Studeren, AT & Internet {subtitel} Een goede combinatie ? {schrijver} Ben van der Harg De afgelopen jaren is het steeds gemakkelijker geworden om informatie op het internet te plaatsen. Denk daarbij aan websites als Blogger, YouTube en Wikipedia. Als gevolg van dit gemak kan het ook lastiger worden om bij de juiste en betrouwbare informatie uit te komen. Immers ook mensen die geen expert zijn in een bepaald vakgebied voegen informatie toe aan het internet die niet per definitie juist hoeft te zijn. Om het vinden van betrouwbare informatie iets makkelijker te maken wil ik in dit artikel een aantal websites bespreken die erg nuttig kunnen zijn als je AT studeert. Voor AT’ers is de MIT versie uit Delft erg nuttig voor een aantal wiskundige vakken en alle engineering vakken. Voor veel van deze vakken zijn bijvoorbeeld videohoorcolleges en de bijbehorende huiswerkopgaven beschikbaar. De bijbehorende MIT vakken waar je dan aan kunt denken zijn Physics 1, 2 en 3 (vakcodes: 8.01 t/m 8.03) en de eerste drie wiskundevakken (18.01 t/m 18.03). Met name de natuurkundige vakken zijn erg interessant dankzij de docent die ze geeft. Dit is de Nederlander Walter Lewin. Hij geeft college met nodige humor en voert regelmatig demonstratieproeven uit om aan te tonen dat de wiskundige vergelijkingen daadwerkelijk het gedrag van een systeem beschrijven. Figuur 2: Visual Calculus Visual Calculus Figuur 1: MIT OpenCourseWare OpenCourseWare OpenCourseWare is een project dat in 2000 is opgezet door het Massachusetts Institute of Technology (MIT). Het doel van het project was om het lesmateriaal van de 1800 vakken die aan het instituut worden gegeven, vrij beschikbaar te stellen voor iedereen. De universiteit zag dit als hun maatschappelijke verantwoordelijkheid om de maatschappij verder vooruit te helpen. Inmiddels zijn van een groot aantal vakken videohoorcolleges (tegenwoordig ook te vinden op YouTube), uitgeschreven hoorcolleges, huiswerkopgaven en tentamens beschikbaar gesteld. Ook andere universiteiten maken inmiddels gebruik van de onderliggende software om ook hun materiaal beschikbaar te stellen. In Nederland maakt de TU Delft voor enkele vakken gebruik van dit systeem. 24 Een tweede website die voor mij erg nuttig is geweest in het eerste jaar is de website Visual Calculus. Op deze website wordt de wiskunde van Introduction to Engineering I en II vrij duidelijk uitgelegd met behulp van flash animaties. In de animaties wordt een specifiek wiskunde probleem, of de algemene stelling stap voor stap uitgewerkt. In het eerste geval wordt ook steeds bij belangrijke stappen verwezen naar de stelling die uitlegt waarom een stap wordt genomen (figuur 2). Encyclopedie Wanneer je begint een nieuw onderwerp te onderzoeken is het vaak nuttig om eerst wat algemenere literatuur te raadplegen. Wetenschappelijke reviewartikelen zijn daar geschikt voor, maar ook een encyclopedie lemma kan een nuttig begin zijn van een onderzoek. De meest bekende encyclopedie onder studenten zal waarschijnlijk Wikipedia zijn. Hoewel sommige artikelen redelijk lijken te kloppen zijn ze vaak wel gebaseerd op wat de meerderheid voor waar aanneemt of gebaseerd op referenties naar vrij beschikbare internetmedia [1]. Kortom als de meerderheid het erover eens is zal het wel waar zijn. Een van de oud oprichters van Wikipedia, Larry Sanger, was het niet eens met dit laatste principe en is begonnen met het opzetten van een alternatieve encyclopedie, Citizendium. Het principe van de Wiki is gebleven, echter zijn mensen die aan artikelen werken verplicht hun echte naam op te geven en een redelijke biografie te schrijven over wie ze zijn. Naast de auteurs zijn er ook editors die binnen hun vakgebied aan kunnen geven of een artikel klopt of niet. Ook spelen zij een rol in het eventueel oplossen van conflicten tussen schrijvers. Daarnaast zijn er nog mensen die ondersteuning bieden aan auteurs in het schrijven; de constables. Naast Citizendium bestaat er ook nog Scholarpedia. Deze encyclopedie gaat nog een stap verder bij het bepalen wie mogen bijdragen aan een artikel. Aan deze encyclopedie werken namelijk alleen maar wetenschappelijke experts. De artikelen zelf, worden via een anonieme peer-review beoordeeld op hun betrouwbaarheid. Het nadeel van deze laatste website is wel dat deze tot nu toe nog een beperkte hoeveelheid artikelen heeft op redelijk specialistische vakgebieden. Internet Archief Een tweede bron die erg handig kan zijn voor literatuuronderzoek is een project genaamd het internetarchief. Dit project probeert vrij letterlijk een digitaal archief van het internet op te zetten. De meest bijzondere vorm hiervan is de zogeheten “wayback machine”. Hiermee kun je bekijken hoe bepaalde websites er in het verleden uitzagen. Dit is bijvoorbeeld handig als een website volledig vernieuwd is en oude content is verdwenen of verplaatst. Iets dat met sommige lesboeken nog wel eens het geval is. Naast oude websites bevat het archief ook teksten, afbeeldingen en audiovisueel materiaal. Een bijzonder project dat uit dit archief is voortgekomen is het open library project. Op deze website is het mogelijk verschillende oude boeken van voor 1950 te raadplegen of te downloaden als PDF of djvu bestand. Verschillende universitaire bibliotheken hebben al materiaal bijgedragen aan deze online bibliotheek. Soms kunnen deze wat oudere boeken best een goed inzicht bieden in hoe bepaalde zaken werken. Denk daarbij bijvoorbeeld aan elektromagnetische golven of trillingsverschijnselen. Immers de fundamenten van deze theorieën zijn in de afgelopen decennia niet heel sterk gewijzigd. Studievaardigheden Naast vakinhoudelijk materiaal is er ook op het gebied van studievaardigheden het nodige te vinden op internet. Een mooi voorbeeld daarvan is een hoorcollege dat Randy Pausch (voor sommigen misschien bekend van zijn Last Lecture) gaf aan de Universiteit van Virginia. In het hoorcollege wordt gesproken over zaken als delegeren, prioriteiten stellen en efficiënt omgaan met e-mail. Hoewel het bekijken van dit hoorcollege misschien klinkt als de ultieme SOA (= Studie Ontwijkende Activiteit), kun je er zeker wat van opsteken. Tot Slot Hoewel ik in dit artikel nog veel meer interessante zaken zou kunnen noemen zal ik toch een keer moeten afsluiten. Voor mensen die toch nog meer willen vinden kan ik de volgende zaken aanraden. Gebruik de term lecture in de videosearch van Google voor meer videohoorcolleges. Voor websites kun je Scopus gebruiken (eerst zoekterm invoeren en dan op het tablad web klikken bij de resultatenpagina). Daarnaast biedt de UB natuurlijk ook een aantal wetenschappelijke bronnen aan. Afsluitend zou ik nog wel willen zeggen dat het bij iedere bron natuurlijk altijd belangrijk blijft om kritisch te blijven. In een tijd waar iedereen zaken op het internet kan plaatsen is dit des te belangrijker. Websites uit dit artikel* “Use – OpenCourseWare Consortium”, http://www.ocwconsortium.org/use/use-dynamic.html “Free Online Course Materials | MIT OpenCourseWare”, http://ocw.mit.edu “YouTube – MIT’s Channel”, http://www.youtube.com/MIT “Visual Calculus”, http://archives.math.utk.edu/visual.calculus/index.html “Welcome to Citizendium – encyclopedia article – Citizendium”, http://en.citizendium.org/wiki/Welcome_to_Citizendium “Main Page – Scholarpedia”, http://www.scholarpedia.org/ “Internet Archive”, http://www.archive.org/index.php “Open Library (Open Library)”, http://openlibrary.org “”Time management”, by Randy Pausch, November 2007 on Vimeo”, http://www.vimeo.com/407387 Bronnen* [1] Garfinkel, Simon L., “Wikipedia and the Meaning of Truth”, MIT Technology Review, November – December 2008, online: http://www.technologyreview.com/web/21558/?a=f (gratis registratie benodigd) *Alle bronnen zijn bekeken op 22 december 2008. 25 {titel} DIES {subtitel} drie jaar Astatine Vierde {schrijver} bestuur Sommige mensen vieren hun verjaardag niet. Sommige mensen vieren hun verjaardag met familie, of vriendin, of een combinatie daarvan. Sommige AT’ers vieren hun verjaardag in de Tombe. Astatine viert haar verjaardag in de Tombe, niet met vrienden (omdat er wel mensen zijn die zeer begaan zijn met Astatine, maar toch niet echt als “vriend” betiteld kunnen worden) en ook niet met familie (want broertjes en zusjes mogen maar eens in de vijf jaar komen), maar met haar leden! De verjaardag van Astatine viel natuurlijk in de vakantie, dus werd in de week voor de vakantie (precies een week voor de echte DIES) het feest gehouden. Iedereen was, zoals het hoort, uitgenodigd met een echte uitnodiging in verjaardag-stijl door de ATAC. De uitnodiging beloofde eten, een pubquiz en een bierestafette... Eten Het avondeten was gekookt door het bestuur en de ATAC en bestond, om de diversiteit van AT ook in het eten te laten doorschemeren, uit drie verschillende gerechten. De ATAC ging voor oerhollandse andijviestamppot - mét rookworst - terwijl het bestuur op de buitenlandse toer ging met de gouwe ouwe spinaziepasta en risotto met rode wijn. De kleur van laatstgenoemde was door de wijn een soort onbestemd roodbruin geworden, waardoor niet veel mensen het aandurfden - zij die het wel hebben gehad weten wat de rest gemist heeft(of bespaard is gebleven). Pubquiz De pubquiz was opgesteld met algemene vragen zoals je die in iedere pubquiz aantreft (meestal wetenswaardigheden die geen wetenswaardigheden mogen heten) en daarnaast vragen over Astatine, Advanced Technology en de Universiteit Twente. Uiteraard was er, zoals het hoort, enige discussie over sommige vragen. Soms werden de klagers in het gelijk gesteld, soms ook niet. Uiteraard was, ook zoals het hoort, het team dat het meeste aan het klagen was uiteindelijk de winnaar. 26 Het mooiste moment van de pubquiz van de schrijver was de bekendmaking van de uitslag. De BOSS had de hele tijd behoorlijk bovenaan gestaan, maar was blijkbaar in de laatste ronde voorbijgestreefd, want ze werden op de derde plaats omgeroepen. Uiteraard hieven ze, zoals elk team wanneer het werd omgeroepen, een woest gejuich aan. Tijdens dit gejuich doorliep het gezicht van een van de teamleden, Pim Rossen, een opeenvolging van emoties. Het begon met triomf: We worden genoemd! De vuisten gingen de lucht in en er werd geschreeuwd. Even later kwam er een lichte verwondering over zijn gezicht, hij stopte vertwijfeld met schreeuwen en de opgeheven armen zakten half naar beneden. Nu keek hij regelrecht verbaasd, ging langzaam over in verontwaardiging en een beetje boosheid. Nog steeds enigszins verdwaasd draaide hij zich om naar de ATAC en ging verhaal halen. Er was een foutje gemaakt bij het tellen en de BOSS heeft uiteindelijk gewonnen, dus de reactie was geheel verklaarbaar, maar het was zo’n geniaal gezicht om de overgang van triomf naar verbijstering te zien, allemaal in twee seconden gejuich, dat mijn avond niet meer stuk kon, ook al zetten wij zelf een wellicht enigszins teleurstellende prestatie op dit onderdeel neer. Bierestafette Omdat er toch de hele avond gratis drinken was, werd het geheel nog luister bijgezet door een kleine bierestafette. Ook deze werd uiteindelijk, na een spannende finale, door de BOSS gewonnen. Een geslaagde avond voor allen en een succesvolle avond voor de BOSS, maar laten we wel wezen - deze agglomeratie van oud-bestuurders en rasborrelaars moet ook heel wat in zijn mars hebben, anders zijn ze de naam BOSS niet waaridg. Geschiedenis Drie jaar Astatine Vierde bestuur In die drie jaar is natuurlijk een hoop gebeurd met de vereniging. Laten we eens bij het begin beginnen en langzaam naar de derde verjaardag toe werken. In den beginne.. Voordat Astatine werd opgericht waren er natuurlijk al wel AT-studenten. De opleiding vond toen een eigen studievereniging nog onbelangrijk, dus de drie commissies (KaCo, ECo en OuCie) voor AT’ers vielen toen onder Alembic. De commissies draaiden goed, maar omdat Alembic weinig met AT’ers te maken heeft, was er weinig affiniteit. Vandaar dat de voorzitters en secretarissen van de commissies bij elkaar gingen zitten en, ondernemend als AT’ers zijn, besloten dat er een eigen studievereniging moest komen. Naamgeving Tijdens een pizza-avond met geïnteresseerde AT’ers werd gebrainstormd en gestemd over een naam. Opties als “Illuminati” of “PIATo” kwamen voorbij, maar uiteindelijk won “Astatine” de strijd. Bij een naam hoort een logo, en Maaike Heitink ontwierp met veel gevoel voor symboliek een logo voor Astatine. Er zijn maar weinig logo’s die zo goed bij de vereniging passen! Oprichting Rond de oprichting is Astatine bijgestaan door C.T.S.G. Alembic en S.V. Arago, maar het meeste werk werd gedaan door Stefan van Nierop, Brigitte Bruijns, Mark van Schagen en Jouke Hofman, het latere eerste bestuur. Deze vier mensen hebben de statuten opgesteld en deze uiteindelijk, op 23 december 2005, ondertekend bij de notaris. De oprichting van Astatine was een feit! Opstarten In het eerste jaar moest de vereniging, nadat ze officieel was opgericht, ook nog daadwerkelijk op gang komen. Zonder een uitgebreide traditie en ervaring moet alles opnieuw uitgevonden worden, dus het was een flink karwei. Toch was Astatine vanaf het begin al actief, met verschillende excursies en colloquia, sinterklaasavond en filmnacht, en deelname aan de voetbalcompetitie (ATeam) en de Batavierenrace. En natuurlijk aan het eind van het jaar de eerste AT-barbecue, waar tevens het eerste kandidaatsbestuur werd gepresenteerd: Simon Reuvekamp, Jelle van der Veen, Alex Louwes en Pim Rossen. Doorgroeien In het tweede verenigingsjaar is Astatine verder uitgegroeid en is de activiteit van de studenten en daardoor de vereniging enorm toegenomen. Hoogtepunten uit dit jaar waren bijvoorbeeld een symposium (in samenwerking met Alembic) en een buitenlandreis (samen met Arago). Beide waren zeer succesvol: de reis zat binnen een paar uur na opening van de inschrijvingen vol en het symposium werd ook druk bezocht. De activiteiten- en excursiecommissies (ATAC en ATEC) organiseerden veel en ook de overige commissies zaten niet stil: de IT-Co richtte de ICT-aangelegenheden in en de ATtenCie kwam met een gloednieuwe verenigingsperiodiek - waar je nu in leest. Bij de eerste verjaardag van Astatine werd ook de eerste merchandise verkocht: de 40 truien waren in een half uur weg. Doorzetten In juni 2007 vond de tweede AT-barbecue plaats, waar volgens “traditie” het tweede kandidaatsbestuur, dus voor het derde bestuur, bekend werd gemaakt. Na de zomervakantie namen Maarten Flink, Matthijs Oomen, Robert Kommer, Jeroen Jansen en Ellen Norde het stokje over van het “Tweede” en was het aan hen om het goede voorbeeld van hun voorgangers door te zetten. Dit lukte glansrijk, met meer excursies, meer activiteiten, meer merchandise, en meer actieve leden. De buitenlandreis werd dit jaar voor het eerst door Astatine alleen georganiseerd, waardoor 50 mensen mee konden. Wederom was het geen probleem om de reis vol te krijgen! Er begon dit jaar al behoorlijke lijn in de activiteiten van de vereniging te komen; bepaalde tradities werden al geboren en vastgelegd. En nu... Het is nu de taak aan ons, het vierde bestuur, om het werk van onze voorgangers eer aan te doen en de goede naam en de eer van de vereniging voort te zetten. We zijn bezig bepaalde dingen te structureren, alhoewel we nog steeds groeiende zijn en dus nog erg flexibel moeten (en dankzij alle actieve leden ook kunnen) zijn. We komen nog regelmatig nieuwe en uitdagende dingen (problemen én mogelijkheden) tegen, die we samen met de leden aanpakken. Met al die helpende handen en de korte, maar succesvolle geschiedenis kunnen we er tegenaan en kijken we al uit naar het eerste lustrum! 27 {titel} Metaalmoeheid {subtitel} Een vermoeiend verhaal Jochem{schrijver} Giesbers In Nederland zijn er 274 stalen bruggen te tellen. De meeste van deze bruggen werken nog naar behoren, maar 25 hebben te kampen met metaalmoeheid. Twaalf hiervan, zie figuur 1, zijn ernstige gevallen en moeten op korte termijn onder handen genomen worden. Reparaties die aan deze bruggen worden uitgevoerd lossen het probleem van metaalmoeheid niet compleet op. Waarom dat zo is, zullen we zien als we weten wat metaalmoeheid nou eigenlijk is. Figuur 1: Ons land heeft enkele ernstige gevallen van metaalmoeheid. Aard van het verschijnsel Metaalmoeheid, of vermoeiing als we het over algemene voorwerpen hebben, komt voor bij allerlei onderdelen die vele malen periodiek belast worden. Hierbij hoeft die belasting niet eens zo hoog te zijn. Een klassiek voorbeeld is de paperclip die na een aantal keer ombuigen toch zal breken. Het materiaal tussendoor laten rusten heeft dan geen zin, want vermoeiing is onomkeerbaar. Binnen in het materiaal verplaatsen zich dislocaties of roosterdefecten, waardoor er spanningsconcentraties optreden. Op deze plaatsen ontstaan dan scheuren, die bij meer belasting zullen vergroten, totdat het materiaal uiteindelijk breekt. Omdat deze veranderingen in het materiaal plastisch en niet elastisch zijn, is vermoeiing onomkeerbaar. Daarom kan het probleem met de bruggen niet 100% opgelost worden. Bij genoeg onderhoud kan metaalmoeheid wel op tijd gesignaleerd worden en kunnen bepaalde onderdelen worden vervangen.. Zo heeft Rijkswaterstaat in Friesland een extra staalplaat op een brug gelijmd, waardoor de brug weer 10 tot 25 jaar mee zou moeten kunnen gaan. 28 High-cycle fatigue Als een materiaal meer dan 10.000 cycli nodig heeft voordat het faalt, dan noemen we de vermoeiing ‘highcycle fatigue’ (HCF). De spanningen die hierbij betrokken zijn, zijn dan voornamelijk laag en vervorming is voornamelijk elastisch. Van deze materialen kunnen dan zogenaamde Wöhler curves of S-N curves opgesteld worden, waarin de spanning (S) geplot is tegenover het aantal cycli (N) op logaritmische schaal. Figuur 2: Verschillende S-N curves van staal met verschillende koolstofgehaltes. Voor elk punt van een dergelijke plot moet een meting gedaan worden, waardoor het een tijdrovend onderzoek kan worden. Daarbij variëren de metingen ook per gekozen spanning, dus eigenlijk is een S-N-P curve nauwkeuriger. Een andere grote onnauwkeurigheid wordt nu wel verwaarloosd. Deze tests, genaamd ‘coupon tests’, maken namelijk gebruik van een sinusoïdale spanning. In de praktijk zul je echter nooit een spanning tegenkomen die zo precies een sinusvorm volgt. Spanningen hebben dan een veel complexere vorm (niet te verwarren met complexe getallen) dan een sinusoïde. Met ‘rainbow analysis’ en ‘Minor’s rule’ kunnen ook deze complexere vormen doorgerekend worden. In dit artikel worden deze niet verder behandeld. Low-cycle fatigue Als een materiaal al bij minder dan 10.000 periodieke belastingen faalt, dan spreekt men over ‘low-cycle fatigue’ (LCF). Vervorming in deze soort materialen is voornamelijk plastisch. De spanningen die hierbij betrokken zijn, zijn zo hoog dat het niet handig is om vermoeiing met S-N curves te beschrijven. Bij LCF wordt dan ook gekozen om rek (strain) te gebruiken bij de beschrijving van vermoeiing. LCF wordt vaak beschreven met de Coffin-Manson relatie, die stamt uit de jaren ’50. Deze relatie koppelt de amplitude van de plastische rek aan het aantal cycli tot het materiaal faalt. Oplossing? Zoals eerder gezegd is metaalmoeheid een onomkeerbaar proces en wanneer er eenmaal scheuren zijn ontstaan in het materiaal, dan is er geen weg meer Figuur 3: De Coffin-Manson relatie. Δεp/2 Is de amplitude van de plastische rek. Omdat het om cyclische stress en strain gaat, delen we het verschil tussen de maximum- en minimumwaarde door twee. εf’ is de strain per ‘reversal’ waarbij het materiaal faalt en wordt de ‘fatigue ductility coefficient’ genoemd. Elke cyclus heeft twee reversals of omkeringen. De exponent c is de ‘fatigue ductility exponent’. Door de rek te meten na verschillende hoeveelheden cycli van belastingen, kan er een log-log plot opgesteld worden, zoals in figuur 4. Figuur 4: De amplitude van de plastische rek uitgezet tegenover de hoeveelheid reversals. Uit de log-log plot kunnen gemakkelijk de twee constanten εf’ en c bepaald worden. Wanneer deze twee constanten bekend zijn, rolt er een relatie tussen de plastische rek (εp) en het aantal belastingen tot het materiaal faalt (N). What’s the limit? Als we nog eens naar figuur 2 kijken, zien we dat de grafieken vrijwel horizontaal lijken te lopen bij hoge aantallen. Als de herhaalde belasting onder een bepaald niveau zit, dan nadert de levensduur dus naar oneindig en hoeft men niet of nauwelijks rekening te houden met vermoeiing. Metalen met een hoog percentage ijzer (dat wil zeggen, meer dan 50% ijzer) hebben een goed gedefinieerde ‘fatigue limit’ of ‘endurance limit’, andere metalen hebben niet zo’n strak gedefinieerde limiet. Bij deze metalen wordt dan ook gekozen om de stress van 107 cycli als limiet te stellen. In figuur 5 zijn van twee materialen, te weten staal (het koolstofgehalte is niet gegeven) en aluminium, de S-N curves gegeven. De curve van staal is bij 107 al vrijwel horizontaal, maar de curve van aluminium niet. Toch wordt voor aluminium de fatigue limit op 20 ksi (kilopounds per square inch) gekozen. Figuur 5: IJzerhoudende metalen hebben een sterk gedefinieerde ‘fatigue limit’. terug. Van Materials Engineering I kun je je wellicht nog herinneren dat het uiteinde van de scheur (dat zich het materiaal in beweegt) benaderd kan worden als een cirkel of bol. Hierin concentreert zich een hoop spanning, waardoor de scheur groter wordt. Door extra gaten in het materiaal aan te brengen wordt de spanning beter verspreid, omdat de straal van die gaten groter is dan die van het uiteinde van de scheur. Het boren van gaten is echter niet een algemene oplossing, want er is ook een kans dat er vanuit zo’n gat weer een scheur ontstaat. Meestal wordt na detectie van metaalmoeheid het gehele onderdeel vervangen. Soms wordt het onderdeel gewoonweg opnieuw geproduceerd, maar het gebeurt ook dat er gekozen wordt voor een equivalent onderdeel van een ander materiaal. Metalen rotorbladen van helikopters worden tegenwoordig vervangen door composieten. Dit heeft zijn voor- en nadelen. Een nadeel is dat ze duurder zijn dan de conventionele rotorbladen. Een voordeel is dat ze lichter zijn en beter bestand zijn tegen metaalmoeheid. En vooral dat laatste is belangrijk, want wanneer een rotorblad faalt, kun je meestal de gehele helikopter afschrijven en dat kost meer dan een stel nieuwe rotorbladen van composieten. Vermoeide bruggen Er is een aantal bruggen in Nederland die wordt aangepast of gerepareerd vanwege een ernstig probleem met metaalmoeheid. Oplossen gaat niet, metaalmoeheid zal altijd een probleem blijven, omdat met de huidige drukte op de Nederlandse wegen de spanning altijd boven de fatigue limit zal liggen. Terugdraaien van metaalmoeheid gaat niet, tenzij aangetaste onderdelen compleet worden vervangen. De enige mogelijkheid die ik dan zie, is bruggen te ontwerpen die inspelen op de huidige drukte en de oude bruggen hierdoor te vervangen. 29 {titel} Verjaardagen {subtitel} Van wie krijgen we taart? {schrijver} februari april 01 01 03 04 10 11 12 13 14 15 17 20 22 26 28 maart Wout Fontane Pennock Fons Schreurs Auke Been Hans Kolk Wietse Offringa Rik Spaninks Tjalling de Boer Felix Moog Peter Hadarian Ludo Verduin Reinoud Kruithof Feite Klijnstra Melvin van Melzen Johan Smits Alex van der Pennen 19 22 21 20 22 23 21 22 20 23 23 22 20 22 20 02 04 12 12 14 15 17 17 22 23 23 23 23 25 26 28 29 30 31 Pim Bullee Kelvin Kleist Erwin Bronkhorst Danny Slotboom Niels Braaksma Wilbert van de Ridder Leon Eilders Robert Landheer Sven Krabbenborg Vincent Donselaar Pim van der Hoven Kevin van der Poel Peter-Jan Vos Klaas Jan Russcher Roel Engels Nick Gralike Ellen Norde Jeffrey Hagen Simon Reuvekamp 20 22 23 23 19 21 22 22 23 22 19 20 19 21 21 20 22 20 23 30 02 02 02 05 07 08 10 10 17 17 19 22 23 24 25 26 27 27 29 Robbert Cornelissen Wessel Straatman Huub Vermeulen Jasper de Gunst Niki Kluit Robbert-Jan Koebrugge Gertjan van Dijk Philip Emmens Jasper Diephuis Sebastian Yap Edo van de Burgwal Floris Boel Robert Kommer Remco Olimulder Moniek Hueting Tom Wensink Marko Beekman Pieter Kamp Thijs Friedhoff 19 19 19 21 21 23 22 23 23 22 19 24 22 20 20 19 20 22 20 Puzzel {titel} Voor de regenachtige collegedagen... {subtitel} {schrijver} {tekst} Light Up is een logische puzzel met simpele regels en uitdagende oplossingen. De regels zijn simpel. Light Up wordt gespeeld op een rechthoekig rooster. Het doel is om lichtpeertjes op het rooster te plaatsen zodat elk wit vierkantje wordt verlicht. Een cel wordt verlicht door een peertje als ze in de zelfde rij of kolom staan, en als er geen zwarte cellen tussen hen in staan. Tevens mogen de peertjes elkaar niet verlichten. In sommige zwarte cellen staan cijfers. Een cijfer in een zwarte cel toont hoeveel peertjes recht aan die cel grenzen - diagonaal telt niet. 31 {titel} Colofon {subtitel} Wie maken de ATtentie? {schrijver} De ATtentie is de periodiek van S.V.A.T. Astatine die vijfmaal per jaar verschijnt. De ATtentie wordt verspreid onder de leden van Astatine en de medewerkers van de opleiding Advanced Technology aan de Universiteit Twente. Jaargang: 3 Nummer: 3 Editie: 11 Oplage: 375 Verschijningsdatum: februari 2009 Redactie: Geert Folkertsma Jochem Giesbers Pim Muilwijk Thijs Friedhoff Joris Janssen Monique Parfitt Eindredacteur (Bestuur), Opmaak Hoofdredacteur Redacteur, Opmaak Redacteur Redacteur Redacteur Adresgegevens: S.V.A.T. Astatine t.a.v. ATtentie Postbus 217 7500 AE Enschede Tel. 053 4894450 Bank: Postbank 1489463 [email protected] http://www.astatine.utwente.nl Met dank aan: Auke Been, Geert Folkertsma, Thijs Friedhoff, Jochem Giesbers, Bas Haarman, Ben van der Harg, Joris Janssen, Pim Momberg, Pim Muilwijk, Matthijs Oomen, Monique Parfitt, Felix Segers en Esmée de Vries. Kopij kan op bovengenoemde adressen in .doc(x) of .txt formaat aangeleverd worden. Eventuele afbeeldingen of foto’s kunnen bij de tekst gebundeld worden in een .zip of .rar bestand. De deadline voor de volgende ATtentie: 15 maart 2009 © S.V.A.T. Astatine 2009 De auteurs zijn zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de geschreven stukken. De redactie behoudt zich het recht ingezonden stukken te wijzigen of te weigeren. 32 Morgen kunnen we sneller chips maken. Vandaag mag jij ons vertellen hoe. Deep UV-licht (193 nm) De race om steeds meer IC-schakelingen op de vierkante centimeter te realiseren, is niet de enige race in de chipwereld. Fabrikanten willen ook de chipproductie zélf versnellen. Maar hoe voer je een machine op, die op de nanometer nauwkeurig moet presteren? v 6 m/s In de chip-lithografiesystemen waar ASML nu aan werkt, wordt een schijf fotogevoelig silicium (de wafer) op hoge snelheid belicht. 33 m/s2 t 0 10 70 60 50 40 30 20 Chips met 45-nm-details kun je alleen maken als je - tussen versnelling en vertraging door op de nanometer exact belicht. 1000 sensoren en 8000 actuatoren bedwingen en daarmee 180 wafers per uur belichten. Hoeveel software en processoren vraagt dat? En hoe manage je de architectuur daarvan? 33 m/s2 De wafer ligt op de zogenoemde waferstage (ruim 35 kilo). Die beweegt onder het licht door. Heen en weer, dus met een extreme versnelling en vertraging van 33 m/s2. Versnellen met 33 m/s2 is al een uitdaging op zich. Welke motoren kies je? Waar vind je versterkers met 100 kW vermogen, 120 dB SNR en 10 kHz BW? En dan begint het pas. Want voorkom maar ’ns dat al die warmte je systeem weer onnauwkeurig maakt... Voor engineers die vooruitdenken Profiel: Wereldwijd marktleider in chip-lithografiesystemen | Marktaandeel: 65% | R&Dbudget: 500 miljoen euro | Kansen voor: Fysici, Chemici, Software Engineers, Elektrotechnici, Mechatronici en Werktuigbouwkundigen | Ontdek: ASML.com/careers More energy. Fewer emissions. It takes the brightest minds working together Any idea what it would feel like to work for the world’s most successful company? Do you want to ‘look behind the scenes’? Experience a professional working environment, challenging you to demonstrate your competencies: your analytical capability, effective communication skills, drive and commitment to high standards. Enroll for our internships and grab the opportunity to be with your nose on the business, getting a glimpse of our processes, our organization and our people. All year round we provide internships at our sites across Europe. The various areas in which you may work cover virtually all aspects of the engineering work: process simulation, safety studies, monitoring software, economic studies, etc. The selection is based on CV and interview. Interested? Apply via our online application system: www.exxonmobil.com/careers W ay ne W ay ne ra ot Ph ep Ea st st ep Ph ot og og ra ph ph ty ty For decades ExxonMobil consistently led the industry in research and technology. That is why we now make the largest investment ever made by a private company in independent climate and energy research. We believe we have to think out of the box to find the technology that answers the energy challenges the world is facing. Ea