Lees hier het volledige reisverslag - PDF document
Transcription
Lees hier het volledige reisverslag - PDF document
Reisverslag ‘Missie Ousman-Dakar’. Missie Ousman-Dakar, een indrukwekkende reis van een kleine 36 uur zonder slaap. Samen met onze gids Kamadi gingen Walter en Robert, psychologen van de Psychologenpraktijk Bos en Lommer te Amsterdam op reis naar Dakar om het vierjarige jongetje Ousman uit Kotu naar de cardioloog te brengen voor een hartonderzoek. Via de stichting Kuntah Lisaru, die Ousman sponsort om naar school te kunnen en een persoonlijke sponsoring door de familie van den Hove voor de kosten van extra voedsel en dit hartonderzoek kon dit gerealiseerd worden. Ousman heeft een hartprobleem, hij weegt slechts zeven kilo, is snel uitgeput en leeft daardoor een aangepast bestaan. Indien hij niet wordt geopereerd heeft hij misschien nog maar een half jaar te leven. De arts dr. Musa Touray kan hem in aanmerking laten komen voor een gesubsidieerde operatie, in Dakar of Zwitserland, via Chain of Good Hope, als e.e.a. zou worden gediagnosticeerd via cardiologisch onderzoek door de specialist in Dakar. Vertrek vanaf Kunta Kinteh Beach, Kotu, op dinsdag 4 december 2012 rond 12.00 uur. Eerst naar boekhandel Timbooktoo in Kotu om een kaart te kopen van Gambia en Senegal want het is een barre tocht grotendeels over onverharde wegen, door zandvlaktes en door het zoutgebied rond Kaolack. Allereerst moeten we met de veerboot over de rivier de Gambia, van Banjul naar Barra. Er vaart nog maar een veerboot waar ongeveer 20 auto’s per keer op kunnen en het is daar een enorme puinhoop voor het veer. We moesten 8 uur wachten, voordat we na veel omkopen van diverse ambtenaren en stevig gas geven dwars door de rij wachtende voor het veer nog net als laatste op de boot konden rijden. Ousman bleef al die tijd van wachten op de boot heel kalm en maakte af en toe wat zachte fluitgeluiden, de enige wijze waarop hij met ons contact kon maken. Een paar maal kwam er politie langs om te informeren wat ons doel was, men wilde onze papieren inzien. Ga maar na, twee blanke mannen met een Afrikaan en een klein jochie. Gelukkig waren de papieren die we hadden volledig en officieel in orde. Tijdens het wachten op de veerboot hadden we veel contact met de locals, wat steevast natuurlijk wel uitmondde in bedelacties van hun kant. Ook dat is Afrika. Op een gegeven moment hoorden we achter onze auto geluiden van een gebed en besloten om eens te gaan kijken. We stapten naar buiten en daar werden we opgevangen door een Imam die ons vriendelijk maar ook dringend verzocht met hem mee te komen. Hij nam ons mee voor een reinigingsceremonie met water. Het ritueel was boeiend om mee te maken. De imam haalde een gevulde waterketel. Vervolgens liet hij ons in een bepaalde volgorde onze handen, armen, gezicht, oren, mond, hoofd en voeten wassen. Vroeg ons een aantal spreuken te herhalen die hij ons eerst voor zei. Later hoorden we van Kamadi wat een en ander inhield. Eenmaal gereinigd konden we meedoen met het gebed. Uiteindelijk ook met de bedoeling ons te bekeren, kortom de missionarissen methode maar dan zwart-wit. De boot was helemaal volgepakt en overal zaten mensen, vaak met elkaar in gesprek, al in de schemering. De overtocht duurde ruim een uur over het breedste stuk van de rivier de Gambia vlak bij de monding van de Atlantische oceaan. Eenmaal aan de overkant in Barra was het weer een chaos van jewelste, een enorme rij met wachtende auto's en vrachtauto's. Dat gaf geen goede prognose voor de terugweg en we besloten om via het veer bij Faravenni terug te gaan, ongeveer een 200 kilometer stroomopwaarts en dus een flinke omweg. Beter dat dan de nacht te moeten doorbrengen tussen de bende bij Barra en dan weer in de chaos aan boord trachten te komen. We reden verder en kwamen aan bij de grenspost met aan de ene kant de Gambiaanse douane en aan de andere kant de Sengalese. En daar begonnen de volgende obstakels want als je denkt dat je zomaar even de grens over kan dan heb je het mis. De grenspost lag langs een verbrede weg. Aan twee kanten een aaneenschakeling van lage gebouwtjes met achter de openstaande deuren kleine en grotere groezelige kamers, met daarachter schemerige gangen waar weinig licht brandde. In een achteraf kamertje zat een ambtenaar die moest stempelen en en passant ook probeerde weer geld los te peuteren voor zijn zieke moeder, zuster etc. De Senegalese douane geloofde ons niet (kinderhandelaren middenin de nacht), vroeg Kamadi uit, belde naar zijn vrouw en controleerde alles tien keer en liet ons gaan met de woorden: ”ik heb jullie niet gezien”. Hierna moest er een Senegalese verzekering voor de auto worden afgesloten en geld gewisseld etc. om 24 uur ’s nachts, ergens verderop in Senegal. Wonderlijk dat dit 's nachts in het pikkedonker allemaal ook nog lukte. Weer terug bij de Senegalese douane rees er een nieuw probleem, wanneer je uit Gambia door Senegal wilt reizen moet je als bestuurder van de auto in het bezit zijn van een Gambiaans paspoort, een nieuwe regel, Afrika hè. We moesten derhalve een Senegalese chauffeur inhuren, gelukkig was dat geen probleem want er stonden er diverse chauffeurs klaar. We waren net op weg toen we de eerste politiecontrolepost tegenkwamen en weer te maken kregen met nieuwe regels. Het was verplicht om een gevarendriehoek en een brandblusser in de auto hebben. Weer betalen want die brandblusser hadden we natuurlijk niet en doorrijden. We hebben zo’n dertig road blocks gehad die nacht maar gelukkig werd er verder nergens naar de brandblusser gevraagd. Wat is geluk, een mooi boeddhistisch gedicht. Ook van toepassing op onze chauffeur want die bleek uiterst bekwaam te zijn en heeft ons de hele nacht door Sahel landschap met zoutvelden en magroves gereden, zandwegen en stukken geasfalteerde weg die alleen in de berm bereidbaar was, met diepe gaten en nogal vage figuren langs de weg middenin de nacht, daar wil je dus niet stranden met een kapotte auto of “de weg vragen” en kwamen we uiteindelijk helemaal stuk in Dakar aan, ’s ochtends om 6 uur. Een enorme drukte in het verkeer, auto's en vrachtauto's, soms drie rijen breed. Veel mensen waren op weg naar .. ,stapten op de vele propvolle rijdende kleine busjes waarvan de achterdeur meestal ook openstond zodat je op de treeplank ook mee kon rijden. Verder ook nog een fietser gezien, gewoon langs de snelweg. Net India alleen geen olifanten. Aangezien we echt niet wisten waar we heen moesten en Dakar onmetelijk uitgebreid is, hield Kamadi een taxi aan en betaalde hem om voor ons uit te rijden naar de kliniek. Die ging om 8 uur open en Walter en Robert vonden een kraampje langs de weg waar we een tapa lappa met gebakken ei konden eten, wel noodzakelijk voor ons westerlingen om verder te kunnen gaan. De rest lag te pitten in de auto, helemaal stuk. We konden de cardiologe gelukkig laten bellen en zij wilde voor ons meteen naar de kliniek komen, anders had Ousman nog 3 uur moeten wachten voor het onderzoek en waren wij nooit op tijd terug geweest om de pont te halen. Ook dat is Afrika, men is reuze bereidwillig en coöperatief, geen verschil tussen de man van de straat of de dokter. Wij waren getuige van een erg interessant en deskundig onderzoek, werden als collega artsen behandeld (psychiaters hè, daar hebben ze wel ontzag voor in Afrika, je weet maar nooit..) maar in een werkomgeving waar je in Nederland je auto nog niet achterlaat. En weer geluk gehad (of hulp van de Boeddha) want er was geen elektriciteit dus geen hartecho maken maar bij binnenkomst van de arts kwam er ook elektriciteit, die weer uitviel toen wij weggingen. Diagnose: “tetralogie fallot”, een grote opening tussen de twee hartkamers plus een dubbele opening naar de aorta, waardoor zuurstof en voedselrijk bloed vermengd wordt met zuurstofarme en voedselarm bloed. Daarom is dit jongetje zo snel moe, kan niets en groeit niet vanaf zijn 2e jaar, zijn hart werkt wel op volle kracht. Deze opening groeit niet vanzelf dicht en kan alleen maar met een operatie worden opgelost, wat men tegenwoordig kan in het ziekenhuis van Dakar. Aangezien ook de kinderarts van dat ziekenhuis aanwezig was bij ons onderzoek, kon meteen het contact met haar en het ziekenhuis worden gelegd en de procedure alvast worden doorgenomen en vastgelegd. De bureaucratie is erg groot in Senegal en dat was dus wederom “door de Boeddha gezonden.” Het behandelplan werd opgesteld. De cardiologe stuurt alle informatie op per email naar Walter en naar de specialist in Gambia – die een studiecollega van haar bleek te zijn uit de tijd dat ze samen in Zwitserland studeerden!- die zorgt dan voor het contact met ziekenhuis in Banjul en het charity project Chain of Good Hope. Daarna terug, eerst nog sterke Senegalese kruidenkoffie en weer broodje tapa lappa voor iedereen en dan de gekte in van Dakar, kostte 3 uur om de stad uit te komen, propvolle wegen met levendige handel aan de kant van de weg, eigenlijk een grote markt van 30 km waar je werkelijk alles kan kopen en stapvoets doorheen rijdt. Overdag rijden heeft voordelen, je ziet het indrukwekkende landschap maar het is wel stikkend heet in een kleine 4 persoons Toyota met 5 mensen. En we moesten wel de pont halen voor het donker werd, en ook nog 200 km omrijden naar Faravenni (staat niet eens op de kaart, Nb zie foto). We kwamen net voor donker aan, geen problemen om Senegal uit te komen, geen pech met de auto gekregen en voldoende water, was te heet om aan eten te denken. De chauffeur bij de grens eruit gezet en 500 Cefar (5 euro) gegeven om terug te komen naar de andere grens 200 km verderop waar zijn auto stond. De pont was niet druk maar wel erg traag, uiteindelijk gingen we pas met donker over, maar we gingen over, met kleine oogjes zoals je op de foto kan zien. We dachten toen, ach nog een paar uurtjes gewoon lekker rijden, mag geen probleem zijn toch. Niets was minder waar, want aan de overkant was weer een zandweg van zeker 100 km lang “alsof” we in de binnenlanden van Afrika waren aangekomen ... Gelukkig wel een tankstation, met benzine( de vorige had namelijk geen stroom dus konden we niet tanken…) Pikkedonker met aan weerszijden hoge riet-vormige begroeiingen. Weer met checkpoints in the middle of nowhere, waar politie beambten ‘in waren’ voor een praatje en probeerden nog wat Dalasi te incasseren. Hoogtepunt was een groenachtige slang van zo'n anderhalve meter die uit de bush kwam net voor ons. We keerden om om het dier te bekijken en het was kennelijk ‘not amused’ van al dat licht recht op zijn kop. Razendsnel kwam het naar de auto, toch maar snel uit voorzorg het raampje dicht gedaan. Gelukkig had Rob ook zijn rijbewijs bij zich want Walter zag dansende bomen en mensen voor zich, tijd om te wisselen. Rond 23.00 uur konden we Ousman en Kamadi weer in de compound afzetten, gezond, vies en wel. Achteraf bedachten we wel wat er had kunnen gebeuren als we pech hadden gekregen of Ousman iets was overkomen, toch een inschatbaar risico waarschijnlijk hadden we dan nu nog in Senegal “gelogeerd”. Als het allemaal gaat zoals gepland, wordt Ousman binnen een half jaar in Dakar geopereerd, overigens een flinke operatie waarvoor hij wel zal moeten aansterken wil hij deze überhaupt mogen ondergaan. Dr. Musa Touray en dr. Sengor zijn in ieder geval erg optimistisch en willen alle medewerking geven. Het project heet niet voor niets Chain of good Hope, ook de assistente van dr. Touray bleek bij de nacontrole zo’n hartoperatie te hebben gehad en stelde ons gerust en liet haar littekens zien, een opmerkelijk bewijs van vertrouwen want dat zal een Afrikaanse vrouw echt niet snel doen naar een blanke man. Met dank aan de stichting Kuntah Lisaru en de familie van den Hove voor hun sponsoring van Ousman.