B Secundair onderwijs - Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming

Transcription

VLAAMS ONDERWIJS IN CIJFERS
2013-2014
I INHOUDSOPGAVE
Toelichting en definities
2
Structuur van het Vlaams onderwijs
3
1
COLOFON
Samenstelling
Departement Onderwijs en Vorming
Agentschap voor Hoger Onderwijs en Volwassenenonderwijs (AHOVOS)
Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs (AGIOn)
Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi)
Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming (AKOV)
Coördinatie
Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming
Stafdiensten Onderwijs en Vorming
Lay-out en productie
Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming
Afdeling Informatie en Communicatie
Yasmina Yahiaoui
Website
www.onderwijs.vlaanderen.be/onderwijsstatistieken
Verantwoordelijke uitgever
Micheline Scheys, secretaris-generaal
Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel
4
ALGEMEEN OVERZICHT
HOGER ONDERWIJS
Schoolbevolking
4
Studenten en cursisten
24
Instellingen
5
Personeel
26
Personeel
5
Budget
29
Budget
7
Infrastructuur
29
Infrastructuur
7
Studietoelagen
30
School- en studietoelagen
8
NARIC
8
5
Examencommissie
9
Schoolbevolking
31
Internen en internaten
9
Instellingen
32
VOLWASSENENONDERWIJS
Centra voor leerlingenbegeleiding
10
Personeel
33
Leerlingenvervoer
10
Budget
34
Infrastructuur
35
2
BASISONDERWIJS
Leerlingen
11
6
Scholen
12
Schoolbevolking
36
Personeel
13
Instellingen
37
Budget
14
Personeel
38
Infrastructuur
15
Budget
39
Schooltoelagen
16
Examencommissie
16
3
DEELTIJDS KUNSTONDERWIJS
SECUNDAIR ONDERWIJS
Leerlingen
17
Scholen
19
Personeel
20
Budget
21
Infrastructuur
22
Schooltoelagen
23
Examencommissie
23
Foto’s
Cover: Thinkstock (iStockphoto: 1,2,4 | Comstock: 3 | Wavebreak media: 5 | Polka Dot: 6)
Depotnummer
D/2014/3241/276
Vlaams onderwijs in cijfers | schooljaar 2013-2014 | 1
II TOELICHTING EN DEFINITIES
AFKORTINGEN
J Jongens
M Meisjes
T Totaal
SCHOOLBEVOLKING
De leerlingenaantallen voor het basis- en het secundair onderwijs
in deze publicatie hebben betrekking op het aantal ingeschreven
leerlingen (met inbegrip van de vrije leerlingen) op 1 februari 2014. In
het hogescholenonderwijs en het universitair onderwijs worden alle
actieve inschrijvingen met een diplomacontract in een instelling van
het hoger onderwijs op 30 juni 2014 in rekening gebracht (inschrijvingen
in de academische basisopleidingen). Ook opleidingen in een andere
taal dan het Nederlands werden in rekening gebracht. Eén student kan
meerdere inschrijvingen hebben.
In het volwassenenonderwijs wordt het aantal unieke inschrijvingen
in een opleiding geteld. Een cursist kan voor meerdere opleidingen
ingeschreven zijn. De data van het volwassenenonderwijs worden
weergegeven per referteperiode: in deze publicatie voor de
referteperiode 1 april 2013 tot en met 31 maart 2014. In het deeltijds
kunstonderwijs wordt het aantal financierbare leerlingen geteld. Een
leerling die voor meerdere studierichtingen inschrijft, wordt meerdere
keren geteld.
Leerlingen die omwille van een langdurige ziekte les volgen in het
buitengewoon onderwijs (de zogenaamde type 5-leerlingen) worden,
om dubbeltellingen te vermijden, niet in het cijfermateriaal van het
buitengewoon onderwijs opgenomen. Op 1 februari 2014 betreft het
voor het buitengewoon kleuteronderwijs 132 leerlingen, voor het buitengewoon lager onderwijs 235 leerlingen en voor het buitengewoon
secundair onderwijs 446 leerlingen.
De leerlingen die ingeschreven zijn in Franstalige scholen of in Franstalige afdelingen van Nederlandstalige scholen onder de bevoegdheid
van de Vlaamse overheid, worden evenmin in dit cijfermateriaal opgenomen. In het hoger onderwijs daarentegen zijn de opleidingen in een
andere taal wel inbegrepen in de cijfers.
In het academiejaar 2013-2014 is het hoger onderwijs in Vlaanderen
grondig hervormd. De hogescholen hebben hun academische bacheloren masteropleidingen, met uitzondering van de kunstopleidingen en de
academische opleidingen van de Hogere Zeevaartschool, overgedragen
aan de universiteiten. Na de integratie bieden de hogescholen nog
verder hun professionele opleidingen aan en binnen het kader van
een “School of Arts” ook nog academische kunstopleidingen. De Hogere
Zeevaartschool blijft binnen het studiegebied Nautische wetenschappen
ook nog zowel professionele als academische opleidingen aanbieden.
SCHOLEN
Een school is een instelling waar onderwijs wordt verstrekt, en die
onder het bestuur staat van één directeur.
In het volwassenenonderwijs wordt de term ‘centrum voor volwassenenonderwijs’ gebruikt. Bij basiseducatie spreekt men van ‘centrum
voor basiseducatie’.
Instellingen die onderwijs verstrekken aan leerlingen van het type 5,
worden niet in het cijfermateriaal opgenomen. Voor het buitengewoon
kleuteronderwijs en lager onderwijs betreft het 6 scholen en voor het
buitengewoon secundair onderwijs 4 scholen.
PERSONEEL
In de personeelsstatistieken wordt enkel het personeel geregistreerd
dat ofwel rechtstreeks door het beleidsdomein Onderwijs en
Vorming wordt betaald ofwel waarvan de lonen ten laste zijn van
de werkingsenveloppe van het hoger onderwijs. Het personeel dat
geniet van het stelsel ‘terbeschikkingstelling voorafgaand aan het
rustpensioen’ (TBS55+) is dus opgenomen in deze statistieken. Het
meester-, vak- en dienstpersoneel van het gesubsidieerd onderwijs
komt niet aan bod in de statistieken.
De gesubsidieerde contractuelen worden ook buiten beschouwing
gelaten, omdat deze personeelsleden niet volledig door het
beleidsdomein Onderwijs en Vorming worden betaald. De contractuelen
van onbepaalde duur worden wel geregistreerd.
De personeelsgegevens voor het schooljaar 2013-2014 hebben
betrekking op de maand januari 2014, zoals gekend in juni 2014. De
data betreffende personeel van het universitair onderwijs voor het
academiejaar 2013-2014 zijn bij het verschijnen van deze publicatie
nog niet beschikbaar.
In de personeelsgegevens zijn inbegrepen: de directeurs, de adjunctdirecteurs, het onderwijzend personeel, het administratief personeel,
het werkliedenpersoneel van het gemeenschapsonderwijs, het
opvoedend hulppersoneel, het paramedisch personeel, het CLBpersoneel, het inspectiepersoneel, het personeel pedagogische
begeleiding, het personeel van de internaten en de kinderverzorgsters
van het kleuteronderwijs.
In deze publicatie worden de meeste tabellen/grafieken betreffende
personeel uitgedrukt in aantal fysieke personen. Er wordt rekening
gehouden met korte vervangingen (van minder dan een jaar). De
fysieke personen worden geregistreerd in het onderwijsniveau en
onderwijsnet waar zij de grootste lesopdracht hebben.
In een aantal tabellen/grafieken wordt het aantal personeelsleden
uitgedrukt in budgettaire voltijdse eenheden. In die gevallen wordt dit
steeds expliciet vermeld in de titel. Het aantal budgettaire voltijdse
eenheden is de som van alle deelopdrachten van alle personeelsleden
(m.a.w. met inbegrip van de vervangingen van minder dan een jaar). Bij
het hogescholenonderwijs zijn de lesopdrachten van de gastprofessoren
en de mandaatvergoedingen niet in de voltijdse eenheden opgenomen.
Voor het universitair onderwijs zijn de gastprofessoren en vervroegd
gepensioneerden in het cijfermateriaal opgenomen voor wat betreft
het aantal personen, maar niet voor de budgettaire voltijdse eenheden.
In het kader van de integratieprocedure van het onderwijs van het
lange type van de hogescholen in het universitair onderwijs, zijn
de personeelsleden van het integratiekader die door de Katholieke
Universiteit Leuven en de Universiteit Gent zelf worden betaald
vanaf 1 januari 2014 niet meer in de personeelsstatistieken van het
hogescholenonderwijs opgenomen.
Op 1 september 2009 werd de vierde graad verpleegkunde afgesplitst
van het secundair onderwijs en ondergebracht in het hoger
beroepsonderwijs. Dit soort onderwijs kan worden ingericht door
scholen voor secundair onderwijs, centra voor volwassenenonderwijs
en hogescholen. De cijfers van HBO5 verpleegkunde zijn schattingen,
daar om deze te bekomen twee databanken die niet op elkaar zijn
afgestemd met elkaar in verband gebracht moesten worden. De
gegevens voor HBO5 verpleegkunde worden sedert het schooljaar
2009-2010 niet langer opgenomen in de tabellen van het secundair
onderwijs omdat ze niet meer tot het gewoon secundair onderwijs
behoren.
BUDGET
Het budget wordt uitgedrukt in termen van beschikbare beleidskredieten die jaarlijks worden geraamd en ingeschreven in de (aangepaste)
uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap.
De beleidskredieten omvatten de gesplitste vastleggingskredieten, de
variabele vastleggingskredieten en de machtigingen.
De term beschikbare kredieten betekent dat deze kredieten naast de
hierboven vermelde kredieten ook het aandeel in de globale provisies
(vnl. index en cao) en kredietherschikkingen omvatten. De gegevens
voor 2014 hebben betrekking op de initiële kredieten.
Bepaalde niveauoverschrijdende uitgaven, waarvan de verdeling over
de niveaus gekend is, worden toegewezen aan de respectieve niveaus
(o.a. onderwijsvoorrangsbeleid en investeringen). Zonder deze aanpassing is het beeld van de reële uitgaven per niveau vertekend. Voor 2014
zijn de werkelijke gegevens nog niet beschikbaar en werd er ofwel een
schatting toegepast ofwel dezelfde verdeling als 2013 verondersteld.
De kostprijs per leerling wordt berekend op basis van het aantal ingeschreven leerlingen in het desbetreffende begrotingsjaar.
Er wordt in dit cijfermateriaal dus geen rekening gehouden met de inspanningen van andere (lokale) overheden, noch met de inspanningen
van ouders, scholen en privébedrijven.
OVERIGE RUBRIEKEN
De gegevens met betrekking tot infrastructuur, NARIC en de Examencommissie hebben betrekking op het kalenderjaar 2013.
INFRASTRUCTUUR
De schoolbesturen van de onderwijsinstellingen, internaten en CLB’s
van het gesubsidieerd vrij en gesubsidieerd officieel onderwijs kunnen bij AGIOn (Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs) een
subsidiedossier indienen voor hun infrastructuurwerken (nieuwbouw,
verbouwing, aankoop van gebouwen, eerste uitrusting). Het basisonderwijs kan rekenen op 70% subsidies. De subsidies voor andere onderwijsniveaus, CLB’s en internaten bedragen 60%. AGIOn staat in voor
de financiering van de facturen van de infrastructuurprojecten van de
hogescholen maar niet voor de universiteiten.
De schoolgebouwen van de Vlaamse Gemeenschap worden gefinancierd door het GO!.
NARIC
NARIC-Vlaanderen is verantwoordelijk voor de erkenning van
buitenlandse diploma’s behorende tot het hoger onderwijs (academische
erkenning), hoger beroepsonderwijs, volwassenenonderwijs, secundair
onderwijs en voor de professionele erkenning voor EER-leerkrachten.
Daarnaast maakt NARIC-Vlaanderen ook attesten op voor houders
van een Vlaams diploma die in het buitenland willen gaan werken of
studeren.
EXAMENCOMMISSIE
Bij de Examencommissie basisonderwijs kan je het getuigschrift basisonderwijs behalen. Bij de Examencommissie secundair onderwijs kan
je een diploma of getuigschrift secundair onderwijs behalen.
Sinds oktober 2012 is de werking van de Examencommissie secundair
onderwijs grondig gewijzigd. In tegenstelling tot vroeger worden examens nu permanent ingericht.
M Mannen
V Vrouwen
T Totaal
GO Gemeenschapsonderwijs
VGO Gesubsidieerd vrij onderwijs
OGO Gesubsidieerd officieel onderwijs
ASO Algemeen secundair onderwijs
TSO Technisch secundair onderwijs
KSO Kunstsecundair onderwijs
BSO Beroepssecundair onderwijs
BHG Brussels Hoofdstedelijk Gewest
CLB Centrum voor leerlingenbegeleiding
HBO Hoger beroepsonderwijs
NARIC National Academic (& Professional)
Recognition and Information Centre
n.b. niet beschikbaar
SLO Specifieke lerarenopleiding
PBA Professioneel gerichte bachelor
MA Master
VLIR Vlaamse Interuniversitaire Raad
AANVULLENDE INFORMATIE
Basisonderwijs
www.ond.vlaanderen.be/basisonderwijs
Secundair onderwijs
www.ond.vlaanderen.be/secundair
Hoger onderwijs
www.ond.vlaanderen.be/hogeronderwijs
Volwassenenonderwijs
(secundair volwassenenonderwijs, hoger beroepsonderwijs van
het
volwassenenonderwijs en basiseducatie)
www.ond.vlaanderen.be/volwassenenonderwijs
Deeltijds kunstonderwijs
www.ond.vlaanderen.be/dko
Infrastructuur
www.agion.be
School-en studietoelagen
www.studietoelagen.be
NARIC
www.ond.vlaanderen.be/NARIC
Examencommissie basisonderwijs
www.ond.vlaanderen.be/basisonderwijs/examencommissie
Examencommissie secundair onderwijs
www.ond.vlaanderen.be/secundair/examencommissie
Meer informatie over de onderwijsadministratie kunt u
vinden via www.ond.vlaanderen.be/wegwijs
Vlaams
Vlaamsonderwijs
onderwijsin
incijfers
cijfers||schooljaar
schooljaar 2013-2014
2013-2014 | 62
III STRUCTUUR VAN HET VLAAMS ONDERWIJS
SCHOOL- EN ACADEMIEJAAR 2013 - 2014
(1)
(2)
(1) Het modulair onderwijs wordt niet in graden en leerjaren ingedeeld en is bijgevolg niet in het schema opgenomen.
(2) De opleidingen hoger beroepsonderwijs (HBO5) kunnen ingericht worden door de centra voor volwassenenonderwijs maar ook door de hogesholen.
HBO5 verpleegkunde wordt georganiseerd door instellingen van het voltijds secundair onderwijs. Het HBO5 behoort tot het hoger onderwijs.
BASISONDERWIJS
Leerlingen
SCHOOLBEVOLKING
1 ALGEMEEN
1 Schoolbevolking in het Vlaams onderwijs
Voltijds onderwijs
Deeltijds onderwijs
BASISONDERWIJS (1)
8.867
Deeltijds beroepssecundair onderwijs (1)
Kleuteronderwijs
271.239
Lager onderwijs
428.036
Totaal
699.275
417.469
437.964
Totaal
7.383
HBO5 verpleegkunde (2)
(3)
17.989
9.425
(3)
Hogescholen (4)
112.360
Universiteiten (4)
108.771
2010-2011
2011-2012
2012-2013
2013-2014
6.935
7.332
7.871
8.241
8.636
8.867
Secundair volwassenenonderwijs (3)
300.093
303.912
314.576
322.744
328.087
324.903
Basiseducatie (3)
n.b.
n.b.
45.909
45.283
45.780
47.861
167.647
170.337
171.663
173.486
174.102
175.251
175.251
(5)
(1) Basis- en secundair onderwijs: aantal leerlingen (alle inschrijvingen) op 1
februari 2014.
(2) HBO5 verpleegkunde: het aantal cursisten op 1 februari 2014.
(3) HBO van het volwassenenonderwijs, specifieke lerarenopleiding, secundair volwassenenonderwijs en basiseducatie: het aantal unieke inschrijvingen in een opleiding tijdens de referteperiode 1/4/2013 - 31/3/2014.
(4) Hogescholen en universiteiten: bacheloren masteropleidingen. Het betreft alle actieve inschrijvingen met een diplomacontract in een instelling van het hoger onderwijs op 30 juni 2014. Eén student kan meerdere
inschrijvingen hebben.
(5) Deeltijds kunstonderwijs: aantal financierbare leerlingen. Een leerling die
voor meer dan één studierichting is ingeschreven, wordt zoveel maal
geteld als het aantal studierichtingen waarin hij/zij is ingeschreven.
HOGER ONDERWIJS
Specifieke lerarenopleiding
47.861
20.495
Buitengewoon secundair onderwijs
HBO van het volwassenenonderwijs
324.903
Basiseducatie (3)
Voltijds gewoon secundair onderwijs
2009-2010
SECUNDAIR ONDERWIJS (1)
2008-2009
Deeltijds onderwijs
Deeltijds kunstonderwijs (5)
(1) Basis- en secundair onderwijs: aantal leerlingen (alle inschrijvingen) op 1 februari.
(2) HBO5 verpleegkunde: het aantal cursisten op 1 februari.
(3) HBO van het volwassenenonderwijs, specifieke lerarenopleiding, secundair volwassenenonderwijs en basiseducatie: het aantal unieke inschrijvingen
in een opleiding tijdens de referteperiode (zie toelichting).
(4) Hogescholen en universiteiten: bacheloren masteropleidingen. Het betreft alle actieve inschrijvingen met een diplomacontract in een instelling van
het hoger onderwijs op 30 juni. Eén student kan meerdere inschrijvingen hebben.
(5) Deeltijds kunstonderwijs: aantal financierbare leerlingen. Een leerling die voor meer dan één studierichting is ingeschreven, wordt zoveel maal geteld
als het aantal studierichtingen waarin hij/zij is ingeschreven.
2 Evolutie schoolbevolking per onderwijsniveau
2008-2009
2009-2010
2010-2011
2011-2012
2012-2013
2013-2014
243.482
250.391
257.424
262.603
265.953
269.197
1.977
1.962
1.975
1.986
2.023
2.042
245.459
252.353
259.399
264.589
267.976
271.239
381.882
380.197
381.983
386.696
392.351
399.729
27.543
27.705
28.225
28.566
28.481
28.307
Totaal
409.425
407.902
410.208
415.262
420.832
428.036
Totaal basisonderwijs
654.884
660.255
669.607
679.851
688.808
699.275
436.146
429.745
424.820
420.685
418.817
417.469
Voltijds onderwijs
KLEUTERONDERWIJS (1)
Gewoon
Buitengewoon
Totaal
LAGER ONDERWIJS (1)
Gewoon
Buitengewoon
SECUNDAIR ONDERWIJS (1)
Gewoon
Buitengewoon
Totaal secundair onderwijs
18.548
19.015
19.487
19.835
20.177
20.495
454.694
448.760
444.307
440.520
438.994
437.964
-
5.271
5.837
6.255
6.869
7.383
25.065
18.195
17.757
18.235
17.913
17.989
HOGER ONDERWIJS
HBO van het volwassenenonderwijs
(3)
-
8.314
9.097
9.199
9.305
9.425
Hogescholenonderwijs
(4)
109.795
116.613
123.629
128.498
132.120
112.360
Universitair onderwijs
(4)
71.645
76.602
79.575
82.113
84.177
108.771
(3)
BASISONDERWIJS
Leerlingen
INSTELLINGEN
1 ALGEMEEN
BASISONDERWIJS
Leerlingen
PERSONEEL
1 ALGEMEEN
1 Aantal instellingen in het Vlaams onderwijs
1 Personeel per onderwijsniveau uitgedrukt in aantal personen
Voltijds onderwijs
Deeltijds onderwijs
BASISONDERWIJS
Deeltijds beroepssecundair onderwijs
(1) (2)
Autonome kleuterscholen
165
Autonome lagere scholen
267
Scholen die kleuter- én lager onderwijs inrichten
2.145
Totaal
2.577
Vastbenoemden
(4)
47
Voltijds gewoon secundair onderwijs (3) (4)
952
Buitengewoon secundair onderwijs (2)
115
Basiseducatie
104
13
168
1.067
Totaal
HOGER ONDERWIJS
20
HBO van het volwassenenonderwijs en SLO
Hogescholen
Universiteiten
(5)
T
2.540
17.542
20.082
58.006
6.774
11.994
815
939
76
283
340
623
Hogescholenonderwijs (3)
2.680
3.775
Secundair volwassenenonderwijs
1.177
51
Secundair onderwijs
(1)
HBO5 verpleegkunde
(2)
Hoger beroepsonderwijs van het
volwassenenonderwijs en SLO
Basiseducatie
V
T
V
T
7.328
45.560
52.888
9.868
63.102
72.970
21.178
36.828
18.768
27.952
48.822
76.774
124
384
460
200
1.199
1.399
361
261
622
644
601
1.245
6.455
2.102
2.585
4.687
4.782
6.360
11.142
2.767
3.944
957
1.610
2.567
2.134
4.377
6.511
-
-
-
139
811
950
139
811
950
1.637
2.372
4.009
710
1.036
1.746
2.347
3.408
5.755
967
3.328
4.295
364
1.623
1.987
1.331
4.951
6.282
95.785 131.159
14.023
37.846
51.869
(4)
Personeel van CLB, onderwijsinspectie, pedagogische begeleiding, internaten, …
35.374
Totaal
M
Totaal
V
Basisonderwijs
SECUNDAIR ONDERWIJS
M
Tijdelijken
M
49.397 133.631 183.028
n.b.
(5)
n.b.
n.b.
17
6
(1) Autonome kleuterscholen zijn scholen die enkel kleuteronderwijs inrichten. Autonome lagere scholen zijn scholen die enkel lager onderwijs
inrichten.
(2) Exclusief de zgn. type 5-scholen. Dit zijn scholen die enkel buitengewoon onderwijs van het type 5 (onderwijs voor langdurig zieke kinderen)
inrichten. In het buitengewoon basisonderwijs zijn dat 6 scholen die kleuter- én lager onderwijs inrichten. In het buitengewoon secundair onderwijs zijn dat 4 type 5-scholen. Bij de schoolbevolking zijn de type 5-leerlingen buiten beschouwing gelaten om dubbeltellingen te vermijden.
(3) 16 van de 952 scholen voor voltijds gewoon secundaire onderwijs organiseren ook HBO5 verpleegkunde. Daarnaast zijn er nog 4 scholen die
enkel HBO5 verpleegkunde inrichten. In de tabel hierboven zijn de 16 voornoemde instellingen zowel bij het voltijds gewoon secundair onderwijs als bij HBO5 verpleegkunde geteld.
(4) Aan 42 van de 952 scholen voor voltijds gewoon secundair onderwijs is een centrum voor deeltijds onderwijs gehecht. Daarnaast zijn er nog 5
centra voor deeltijds onderwijs die enkel deeltijds beroepssecundair onderwijs inrichten. In de tabel hierboven zijn de 42 voornoemde centra
zowel bij het voltijds gewoon secundair onderwijs als bij het deeltijds beroepssecundair onderwijs geteld.
(5) In het totaal zijn er 122 centra voor volwassenenonderwijs (CVO). In een aantal CVO’s wordt zowel secundair volwassenenonderwijs als hoger
beroepsonderwijs van het volwassenenonderwijs ingericht. Deze zijn in de tabel hierboven zowel bij het secundair volwassenenonderwijs als
bij het HBO van het volwassenenonderwijs geteld.
2 Personeel per onderwijsniveau uitgedrukt in aantal voltijdse eenheden
Vastbenoemden
M
Tijdelijken
V
T
2.081
14.501
16.582
51.976
6.056
10.425
679
783
48
220
271
491
2.399
3.130
1.003
Basisonderwijs
Secundair onderwijs
(1)
HBO5 verpleegkunde
(2)
Basiseducatie
(4)
Personeel van CLB, onderwijsinspectie, pedagogische
begeleiding, internaten, …
Totaal
(5)
V
T
M
6.925
39.559
46.484
20.073
31.903
104
Totaal
M
V
T
9.006
54.060
63.066
16.481
26.129
42.328
68.457
312
360
152
991
1.143
137
163
300
357
434
791
5.529
1.254
1.860
3.114
3.653
4.990
8.643
2.232
3.235
620
1.128
1.748
1.623
3.360
4.983
-
-
-
113
594
707
113
594
707
1.425
1.874
3.299
400
571
971
1.825
2.445
4.270
898
2.696
3.594
294
1.264
1.558
1.192
3.960
5.152
33.047
82.344
115.391
11.003
30.818
41.821
44.050
113.162
157.212
n.b.
n.b.
n.b.
(1) Personeel van het voltijds en het deeltijds secundair onderwijs.
(2) De opleiding verpleegkunde die vroeger behoorde tot de vierde graad van het BSO ging vanaf 2009-2010 over naar het hoger beroepsonderwijs (HBO5).
(3) Voor het hogescholenonderwijs zijn de lesopdrachten van de gastprofessoren en de mandaatsvergoedingen niet opgenomen in de voltijdse eenheden.
(4) Vanaf 1 september 2008 wordt de betaling van de personeelsleden van de Centra voor Basiseducatie overgenomen door het Beleidsdomein Onderwijs en
Vorming. Vanaf die datum treedt het Beleidsdomein op als ‘derde betaler’ voor die personeelsleden die met een arbeidsovereenkomst verbonden zijn aan
een Centrum voor Basiseducatie (Contractueel door Onderwijs) en die niet op een andere wijze worden betaald. Op basis van de invoering van het decreet
Volwassenenonderwijs van 15 juni 2007 wordt dit derdebetalersysteem ingevoerd.
(5) Bij het beschikbaar stellen van deze publicatie waren de gegevens voor het universitair onderwijs van februari 2014 nog niet beschikbaar.
BASISONDERWIJS
Leerlingen
PERSONEEL
1 ALGEMEEN
3 Personeel naar leeftijdscategorie en geslacht (1)
5 Evolutie personeel per onderwijsniveau uitgedrukt in aantal voltijdse eenheden
leeftijd
3.445
60+
4.317
2009-2010
50.982
51.297
51.353
51.122
53.868
54.546
Buitengewoon basisonderwijs
7.921
8.108
8.267
8.312
8.468
8.520
Gewoon secundair onderwijs
63.984
63.369
62.499
61.593
61.079
60.513
6.709
6.969
7.228
7.416
7.661
7.944
-
825
911
978
1.047
1.143
755
785
800
805
786
791
9.838
10.041
9.973
9.831
9.923
8.643
4.746
4.825
4.831
4.832
4.918
4.983
619
644
652
672
692
707
4.120
4.174
4.234
4.237
4.259
4.270
Personeel van CLB, onderwijsinspectie,
pedagogische begeleiding, internaten, …
5.033
5.137
5.134
5.144
5.149
5.152
154.707
156.174
155.882
154.942
157.850
157.212
8.339,80
8.547,10
8.520,80
8.618,20
8.690,06
n.b.
Gewoon basisonderwijs
15.565
50-59
2008-2009
33.523
(1)
11.481
40-49
33.762
39.697
12.953
30-39
HBO5 verpleegkunde
5.953
20-29
22.332
Basiseducatie
aantal
30.000
20.000
10.000
Mannen
0
10.000
20.000
30.000
(2)
40.000
Vrouwen
(1) Exclusief universitair onderwijs.
(4)
Totaal
(5)
2010-2011
2011-2012 (6)
2012-2013
2013-2014
4 Evolutie personeel per onderwijsniveau uitgedrukt in aantal personen
2008-2009
2009-2010
59.566
59.986
60.147
60.377
62.203
63.171
9.147
9.339
9.533
9.620
9.712
9.799
71.534
70.936
70.275
69.507
68.527
67.973
7.473
7.774
8.032
8.296
8.472
8.801
-
1.006
1.118
1.203
1.291
1.399
1.272
1.301
1.302
1.308
1.261
1.245
12.460
12.730
12.705
12.592
12.705
11.142
6.088
6.180
6.284
6.331
6.417
6.511
809
848
868
899
914
950
5.530
5.613
5.680
5.708
5.728
5.755
Personeel van CLB, onderwijsinspectie,
pedagogische begeleiding, internaten, …
6.083
6.223
6.274
6.270
6.269
6.282
179.962
181.936
182.218
182.111
183.499
183.028
11.583
11.838
12.016
12.169
12.405
n.b.
(1)
Basiseducatie
(4)
Totaal
(5)
2010-2011
2011-2012
2012-2013
2013-2014
(2) De opleiding verpleegkunde die vroeger behoorde tot de vierde graad van het BSO ging vanaf 2009-2010 over naar het hoger beroepsonderwijs (HBO5).
(3) Voor het hogescholenonderwijs zijn de lesopdrachten van de gastprofessoren en de mandaatsvergoedingen niet opgenomen in de voltijdse eenheden.
(4) Sinds 1 september 2008 is de betaling van de personeelsleden van de Centra voor Basiseducatie overgenomen door het beleidsdomein Onderwijs en
Vorming. Sindsdien treedt het beleidsdomein op als ‘derde betaler’ voor die personeelsleden die met een arbeidsovereenkomst verbonden zijn aan een
Centrum voor Basiseducatie (Contractueel door Onderwijs) en die niet op een andere wijze worden betaald. Op basis van de invoering van het decreet
Volwassenenonderwijs van 15 juni 2007 is dit derdebetalersysteem ingevoerd.
(5) Bij het beschikbaar stellen van deze publicatie waren de gegevens voor het universitair onderwijs van februari 2014 nog niet beschikbaar.
(6) De budgettaire voltijdse eenheden voor januari 2012 kunnen lager uitvallen dan normaal door een staking in de loop van januari. Deze stakingsdag
wordt niet mee in rekening gebracht bij de berekening van de budgettaire voltijdse eenheden.
BASISONDERWIJS
BUDGET Leerlingen
1 ALGEMEEN
BASISONDERWIJS
Leerlingen
INFRASTRUCTUUR
1 ALGEMEEN
1 Totaal onderwijsbudget (in duizend euro)
1 Goedgekeurde subsidiebedragen en goedgekeurde subsidiedossiers per onderwijsniveau in 2013
2009
Evolutie van de Vlaamse onderwijsbegroting
Procentueel aandeel van de onderwijsbegroting in de Vlaamse begroting
2010
2011
2012
2013
2014
9.284.058
9.854.971
10.144.051
10.386.131
10.649.922
10.908.442
36,78%
39,24%
39,12%
38,63%
38,50%
38,80%
2 Procentuele verdeling onderwijsbudget per onderwijsniveau
5,9%
2,1%
3,6%
34,0%
16,0%
39,5%
38,3%
Basisonderwijs
Secundair onderwijs
Hoger onderwijs
Niet-onderwijsniveau gebonden
VGO
Bedrag
(in euro)
2010
2011
40.399.348
74
123.820.133
752
Buitengewoon
basisonderwijs
6.016.432
41
4.416.050
4
10.432.482
45
Voltijds gewoon
secundair
onderwijs
53.826.819
368
6.253.111
17
60.079.930
385
7.667.528
26
2.815.929
4
10.483.457
30
187.577
2
-
-
187.577
2
8.243.509
14
-
-
8.243.509
14
-
-
-
-
-
-
Centra voor
leerlingenbegeleiding
1.286.087
15
-
-
1.286.087
15
Internaten
2.556.953
33
-
-
2.556.953
33
163.205.690
1.177
53.884.438
99
217.090.128
1.276
Deeltijds
beroepsonderwijs
2013
2014
Basisonderwijs
2.918.945
3.195.164
3.315.165
3.467.787
3.641.127
3.711.134
Secundair onderwijs
3.669.730
3.929.442
4.016.863
4.097.863
4.138.240
4.182.565
Hoger onderwijs
1.641.566
1.652.037
1.669.649
1.644.017
1.683.089
1.750.419
315.157
333.285
355.293
370.347
374.996
390.687
199.175
204.735
216.767
224.098
228.895
233.312
Aantal
subsidie
dossiers
Bedrag
(in euro)
678
Deeltijds
kunstonderwijs
2012
Bedrag
(in euro)
83.420.785
2009
Totaal
Aantal
subsidie
dossiers
Gewoon
basisonderwijs
Buitengewoon
secundair onderwijs
3 Evolutie onderwijsbudget per onderwijsniveau (in duizend euro)
OGO
Aantal
subsidie
dossiers
Totaal
2 Goedgekeurde subsidiebedragen en goedgekeurde subsidiedossiers per provincie
in 2013
VGO
Bedrag
(in euro)
OGO
Aantal
subsidie
dossiers
Bedrag
(in euro)
Totaal
Aantal
subsidie
dossiers
Bedrag
(in euro)
Aantal
subsidie
dossiers
Antwerpen
40.660.412
286
20.648.123
57
61.308.535
343
Vlaams-Brabant
20.364.687
160
19.806.401
18
40.171.088
178
BHG
12.937.010
36
1.349.027
7
14.286.037
43
West-Vlaanderen
33.401.447
293
2.848.030
5
36.249.477
298
Oost-Vlaanderen
36.282.245
240
8.512.683
9
44.794.928
249
Limburg
Totaal
19.559.889
162
720.174
3
20.280.063
165
163.205.690
1.177
53.884.438
99
217.090.128
1.276
BASISONDERWIJS
Leerlingen
SCHOOL- EN
STUDIETOELAGEN
1 ALGEMEEN
BASISONDERWIJS
Leerlingen
NARIC
1 ALGEMEEN
1 School- en studietoelagen naar onderwijsniveau
1 Overzicht aantal aanvragen in 2013
Aantal aanvragen
Aantal
aanvragen
Aantal
Percentage
toegekende
toegekende
school- en
school- en
studietoelagen(1)(2) studietoelagen
Totaal bedrag
school- en
studietoelagen
(in euro)
75.299
48.368
64,23%
4.363.761
90,22
Lager onderwijs
136.491
95.318
69,83%
12.177.322
127,75
Secundair onderwijs waarvan
159.491
109.413
68,60%
46.732.982
427,12
- Voltijds secundair onderwijs
154.492
107.392
69,51%
46.175.695
429,97
4.999
2.021
40,43%
557.286
275,75
HBO5 verpleegkunde
2.942
1.476
50,17%
1.843.948
1.249,29
Syntra
1.230
731
59,43%
179.183
245,12
Hoger onderwijs waarvan
67.660
40.036
59,17%
68.553.998
1.712,31
- Hogescholen
40.449
24.540
60,67%
40.509.375
1.650,75
- Universiteiten
24.776
14.987
60,49%
27.118.692
1.809,48
- Niet gekend (3)
2.435
509
20,90%
925.931
1.819,12
443.113
295.342
66,65%
133.851.193
-
Totaal
1.112
Hoger onderwijs: volledige gelijkwaardigheid
Kleuteronderwijs
- Deeltijds secundair onderwijs
10
Hoger onderwijs: doctoraat
Gemiddelde
toelage
(in euro)
(1) Zoals gekend op 20/08/2014.
(2) Schooltoelagen worden toegekend aan leerlingen van het basis- en secundair onderwijs; studietoelagen worden toegekend aan de studenten van het hoger
onderwijs.
(3) Het onderscheid tussen hogescholen en universiteiten is niet gekend. Dit komt voor als de student in het buitenland of in een andere gemeenschap studeert.
Hoger onderwijs: niveaugelijkwaardigheid
190
Hoger beroepsonderwijs
151
1.245
Secundair onderwijs: niveaugelijkwaardigheid
1
Secundair onderwijs: volledige gelijkwaardigheid
474
Attesten
454
Professionele erkenningen
179
Doorverwijzen/Afwijzen
329
Wettelijke precedenten
126
-
Niveaubepaling
4.271
Totaal
2 Overzicht aantal beslissingen in 2013 (1)
Procedure
Positief (2)
Negatief (3)
Andere (4)
2
-
-
425
115
260
Hoger onderwijs: niveaugelijkwaardigheid
84
3
1
Hoger onderwijs: HBO
47
27
46
Hoger onderwijs: doctoraat
Hoger onderwijs: volledige gelijkwaardigheid
Secundair Onderwijs
851
8
308
Opmerking:
Bovenstaande gegevens zijn nog niet definitief aangezien er voor school- en academiejaar 2013-2014 nog 71.280 dossiers in beraad
staan, waardoor het aantal toekenningen nog kan stijgen.
279
55
-
Professionele erkenning
109
3
-
Wettelijke precedent
132
-
-
Dossiers ‘in beraad’ zijn dossiers waarvoor er nog bijkomende informatie wordt opgevraagd aan de burger om het aanvraagdossier
verder te kunnen afhandelen. Deze bijkomende informatie kan o.m. zijn: huurcontract van de student, bewijs van betaling van
alimentatiegelden, attesten voor niet-belastbare inkomsten,…
Attest
73
8
-
Totaal
2.002
219
615
(1) Een dossier moet volledig zijn vooraleer er een eindbeslissing genomen kan worden. Onvolledige dossiers worden daarom buiten beschouwing gelaten.
(2) Betrokkene krijgt de gelijkwaardigheid die gevraagd werd of waarvoor het dossier initieel onderzocht werd.
(3) Bij een negatieve beslissing wordt er geen gelijkwaardigheid verleend.
(4) Een ‘Andere’ beslissing betreft een gelijkschakeling met een ander studiebewijs of graad dan initieel aangevraagd of onderzocht werd.
Iemand vraagt bijvoorbeeld een gelijkwaardigheid met een master maar krijgt een gelijkwaardigheid met een bachelor.
3 Top 10 landen aanvragers in 2013
Erkenning secundair onderwijs
Land
Erkenning hoger onderwijs
Aantal
Land
Aantal
Nederland
178
Nederland
141
Marokko
124
India
78
Bulgarije
60
Filipijnen
68
Polen
54
Rusland
63
Iran
49
Duitsland
55
Roemenië
48
Verenigd Koninkrijk
52
Suriname
41
Irak
51
Turkije
40
Marokko
50
Congo (RDC)
33
Oekraïne
42
Syrië
30
Polen
41
BASISONDERWIJS
Leerlingen
EXAMENCOMMISSIE
1 ALGEMEEN
BASISONDERWIJS
INTERNEN Leerlingen
EN INTERNATEN
1 ALGEMEEN
A Basisonderwijs
1 Aantal gesubsidieerde/gefinancierde internaten en internen (1)(2)(3)
Aantal internen
1 Aantal deelnemers voor het behalen van een getuigschrift basisonderwijs en aantal
geslaagden per provincie in 2013 (1)(2)
Aantal deelnemers
Aantal
internaten
Aantal geslaagden
Kleuteronderwijs
Lager
onderwijs
Secundair
onderwijs
HBO5
verpleegkunde
Aantal
internen
GO
33
61
418
1.919
6
2.404
Antwerpen
3
3
VGO
103
60
776
7.500
157
8.493
Vlaams-Brabant
9
7
OGO
3
16
59
77
34
186
West-Vlaanderen
12
10
139
137
1.253
9.496
197
11.083
(1) Een deelnemer is een kandidaat die minstens 1 examen heeft afgelegd.
Oost-Vlaanderen
5
3
Limburg
3
2
32
25
Totaal
Totaal
(1) Teldatum 1/2/2014.
(2) Gegevens op basis van KB. nr. 456 van 10/9/1986. Gegevens van internaten met minder dan 30 internen worden niet opgenomen, aangezien ze niet
subsidieerbaar of financierbaar zijn.
(3) Volgende studenten werden niet in de statistieken opgenomen : 150 studenten van het hogescholenonderwijs, 7 studenten van het universitair
onderwijs en 27 studenten van de Europese hogescholen.
(2) De gegevens naar provincie betreffen de provincie waar de examenscholen gelegen zijn.
B Secundair onderwijs
1 Uitgereikte studiebewijzen door de Examencommissie in 2013
Behaalde diploma’s/getuigschriften
Getuigschriften 1ste graad
13
Getuigschriften 2de graad
32
678
Diploma’s secundair onderwijs
Meer dan de helft van de uitgereikte diploma’s waren diploma’s BSO (359.
2 Slaagpercentage per graad en onderwijsvorm in 2013
Van alle examens die door de Examencommissie werden afgenomen, waren er 61% waarop de kandidaat minstens 50% van de
punten behaalde. Wanneer we het slaagpercentage per afgelegd examen per onderwijsvorm bekijken, dan zien we dat het hoogste percentage in het BSO werd behaald, gevolgd door KSO en TSO. De onderwijsvorm ASO was de enige waar men op minder dan
de helft van de afgelegde examens slaagde. Per graad lag het slaagpercentage in de 1ste graad hoger dan gemiddeld, in de 2de
graad was dit lager. In de 3de graad was het slaagpercentage exact even hoog als gemiddeld.
Geslaagd
Per graad
Niet geslaagd
% geslaagd
1ste graad
270
95
74%
2de graad
806
574
58%
3de graad
13.105
8.413
61%
Totaal
14.181
9.082
61%
63
71
47%
14.244
9.153
61%
Bedrijfsbeheer
Totaal
Geslaagd
% geslaagd
270
95
74%
ASO
2.665
2.840
48%
BSO
8.493
4.033
68%
KSO
162
86
65%
TSO
2.591
2.028
56%
14.181
9.082
61%
Per onderwijsvorm 1ste graad
2de en 3de graad
Niet geslaagd
Totaal
BASISONDERWIJS
Leerlingen
CENTRA VOOR
LEERLINGENBEGELEIDING
1 ALGEMEEN
1 Aantal centra voor leerlingenbegeleiding per net
GO
1 Aantal vervoerde leerlingen per niveau en per net
VGO
OGO
GO (1)
Totaal
Centra voor leerlingenbegeleiding
24
43
5
72
Permanente ondersteuningscellen
1
1
1
3
25
44
6
75
Totaal
BASISONDERWIJS
Leerlingen
LEERLINGENVERVOER
1 ALGEMEEN
M
Tijdelijken
V
T
M
1.201
332
2.954
7.540
17.494
4.856
29.890
8.961
18.695
5.188
32.844
81
194
-
275
5.567
11.375
1.834
18.776
Totaal secundair onderwijs
5.648
11.569
1.834
19.051
14.609
30.264
7.022
51.895
Totaal
V
T
M
V
T
GO
72
387
459
17
177
194
89
564
653
VGO
208
1.173
1.381
35
433
468
243
1.606
1.849
OGO
32
132
164
5
68
73
37
200
237
312
1.692
2.004
57
678
735
369
2.370
2.739
Totaal
2 Aantal vervoerde leerlingen naar vervoersvorm
GO (1)
Collectief vervoerde leerlingen
(2)
Individueel vervoerde leerlingen
Totaal
3 Evolutie van het CLB-personeel naar statuut (voltijdse eenheden)
Vastbenoemden
Tijdelijken
Totaal
2010-2011
Totaal
1.421
Algemeen totaal
Vastbenoemden
OGO
2 CLB-personeel naar statuut en geslacht (voltijdse eenheden)
VGO
2008-2009
2009-2010
2011-2012
2012-2013
2013-2014
2.040
2.004
1.990
2.040
2.001
2.004
737
767
773
702
748
735
2.777
2.771
2.763
2.742
2.749
2.739
(3)
VGO
OGO
Totaal
11.895
24.632
5.285
41.812
2.305
6.166
1.612
10.083
14.200
30.798
6.897
51.895
(1) Voor het Gemeenschapsonderwijs zijn alleen de leerlingen binnen de zones opgenomen.
(2) Een collectief vervoerde leerling is een leerling die gebruikmaakt van een door de Vlaamse Gemeenschap
betaalde of gesubsidieerde bijzondere ophaaldienst met een capaciteit van minimum 7 plaatsen. Vanaf
1 september 2001 wordt het collectief vervoer georganiseerd door de Vlaamse Vervoersmaatschappij.
(3) Een individueel vervoerde leerling is een leerling die gebruik maakt van het openbaar vervoer en/of
gebruik maakt van een voertuig van minder dan 7 plaatsen en waarvoor de Vlaamse Gemeenschap
tussenkomt in de vervoerskosten op basis van de officiële abonnementstarieven.
Leerlingen
2 BASISONDERWIJS LEERLINGEN
1 Schoolbevolking basisonderwijs (1)
4 Evolutie schoolbevolking basisonderwijs
KLEUTERONDERWIJS
Gewoon
GO
J
M
T
20.515
19.311
39.826
Buitengewoon
454
186
640
VGO
J
M
T
84.894
81.855
166.749
J
M
T
J
Totaal M
T
OGO
LAGER ONDERWIJS
Totaal
Gewoon
Totaal
BASISONDERWIJS
(kleuter en lager)
Gewoon
BuitenTotaal
gewoon
49.530
4.817
54.347
48.164
2.648
50.812
97.694
7.465
105.159
20.969
19.497
40.466
29.015
28.853
57.868
Buitengewoon
4.363
2.462
6.825
819
405
1.224
85.713
82.260
167.973
124.879
124.537
249.416
10.694
6.172
16.866
135.573
130.709
266.282
209.773
206.392
416.165
11.513
6.577
18.090
221.286
212.969
434.255
32.221
30.401
62.622
123
55
178
32.344
30.456
62.800
46.985
45.460
92.445
2.877
1.739
4.616
49.862
47.199
97.061
79.206
75.861
155.067
3.000
1.794
4.794
82.206
77.655
159.861
137.630
131.567
269.197
1.396
646
2.042
139.026
132.213
271.239
200.879
198.850
399.729
17.934
10.373
28.307
218.813
209.223
428.036
338.509
330.417
668.926
19.330
11.019
30.349
357.839
341.436
699.275
33.378
31.315
64.693
(1) Om dubbeltellingen te vermijden werden leerlingen die omwille van een langdurige ziekte les volgen in het buitengewoon onderwijs (de zogenaamde type5-leerlingen) niet opgenomen in de cijfers van het buitengewoon onderwijs. Op 1 februari 2014 werden in het buitengewoon kleuteronderwijs en in het
buitengewoon lager onderwijs van het type 5 respectievelijk 132 en 235 leerlingen geteld. De gemiddelde aanwezigheid op jaarbasis (tussen 1 februari 2013 en
31 januari 2014) in het buitengewoon kleuteronderwijs en in het buitengewoon lager onderwijs van het type 5 was respectievelijk 125,56 en 209,38 leerlingen.
Gewoon onderwijs
aantal
400.000
23,2%
399.729
280.000
243.482
250.391
257.424
262.603
265.953
269.197
2011-2012
2012-2013
2013-2014
240.000
schooljaar
200.000
2008-2009
2009-2010
Gewoon kleuteronderwijs
2010-2011
Gewoon lager onderwijs
Buitengewoon onderwijs
aantal
Lager onderwijs
27.543
27.705
28.225
28.566
28.481
28.307
1.977
1.962
1.975
1.986
2.023
2.042
2008-2009
2009-2010
2011-2012
2012-2013
24.000
14,9%
22,7%
15,1%
GO
18.000
OGO
62,2%
61,9%
12.000
3 Verdeling schoolbevolking basisonderwijs over de provincies (1)
6.000
aantal
7.894
622
128
0
11.768
12.342
100.000
15.801
BHG
6.257
80.000
392.351
386.696
320.000
30.000
VGO
120.000
380.197
381.983
360.000
2 Verdeling schoolbevolking basisonderwijs over de netten
Kleuteronderwijs
381.882
schooljaar
Buitengewoon kleuteronderwijs
2010-2011
2013-2014
Buitengewoon lager onderwijs
4.149
578
5.384
60.000
450
289
4.623
368
40.000
357
(1)
Niet opgenomen in de grafiek: Henegouwen
20.000
76.534
0
111.853
Antwerpen
54.165
80.222
Vlaams-Brabant
en BHG
44.002 66.372
West-Vlaanderen
61.096
91.132
Oost-Vlaanderen
33.354
50.097
Limburg
provincie
Leerlingen
2 BASISONDERWIJS SCHOLEN
1 Scholen basisonderwijs
2 Verdeling scholen basisonderwijs over de provincies (1)
aantal
GO
VGO
OGO
Totaal
700
KLEUTERSCHOLEN
Gewoon
Buitengewoon
Totaal
371
1.348
491
2.210
26
64
10
100
397
1.412
501
2.310
LAGERE SCHOLEN
Gewoon
Buitengewoon
Totaal
371
1.345
500
2.216
34
128
34
196
405
1.473
534
2.412
374
1.477
530
2.381
34
128
34
196
408
1.605
564
2.577
BASISSCHOLEN
Gewoon
Buitengewoon
Totaal
In het basisonderwijs kan een school kleuteronderwijs, lager onderwijs of beide inrichten. In de tabel hierboven omvatten:
- de kleuterscholen: alle scholen die kleuteronderwijs organiseren;
- de lagere scholen: alle scholen die lager onderwijs organiseren;
- de basisscholen: de scholen die enkel kleuteronderwijs, enkel lager onderwijs of kleuter- én lager onderwijs organiseren.
De som van het aantal kleuterscholen en het aantal lagere scholen is dus groter dan het aantal basisscholen.
Daarnaast zijn er zowel in het kleuteronderwijs als in het lager onderwijs nog 6 scholen met buitengewoon onderwijs van
het type 5. Het betreft hier telkens basisscholen met zowel buitengewoon kleuter- als lager onderwijs. Deze scholen zijn
niet in het cijfermateriaal opgenomen. Franstalige scholen zijn niet opgenomen in deze tabel.
4
7
7
122
123
131
46
600
46
25
46
500
11
24
30
30
25
400
BHG
46
45
45
15
300
29
29
200
100
0
568
582
630
454
447
488
404
413
427
492
487
518
291
286
317
provincie
Antwerpen
Vlaams-Brabant
en BHG
West-Vlaanderen
Oost-Vlaanderen
Limburg
Totaal gewoon basisonderwijs
Totaal buitengewoon basisonderwijs
(1) Niet opgenomen in de grafiek: Henegouwen
3 Verdeling scholen basisonderwijs over de netten
Kleuteronderwijs
21,7%
17,2%
Lager onderwijs
22,1%
16,8%
GO
VGO
61,1%
61,1%
OGO
Leerlingen
2 BASISONDERWIJS PERSONEEL
1 Personeel basisonderwijs uitgedrukt in aantal personen/aantal voltijdse eenheden
Mannen
Vrouwen
4 Leeftijdsstructuur personeel basisonderwijs per net en geslacht
Totaal
Aantal personen
9.868
63.102
72.970
Aantal voltijdse eenheden
9.006
54.060
63.066
GO
M
2 Personeel basisonderwijs naar niveau, soort onderwijs en geslacht
Vrouwen
686
22.106
22.792
16
591
607
Totaal kleuteronderwijs
702
22.697
23.399
7.835
32.544
40.379
1.331
7.861
9.192
Totaal lager onderwijs
9.166
40.405
49.571
8.521
54.650
63.171
1.347
8.452
9.799
9.868
63.102
72.970
M
V
T
M
Totaal
V
T
M
V
T
339
2.208
2.547
930
7.402
8.332
390
2.786
3.176
1.659
12.396
14.055
30-39
557
3.856
4.413
1.437
10.618
12.055
612
4.407
5.019
2.606
18.881
21.487
40-49
324
2.518
2.842
1.231
9.883
11.114
409
3.549
3.958
1.964
15.950
17.914
50-59
307
1.871
2.178
2.139
9.223
11.362
745
3.282
4.027
3.191
14.376
17.567
62
294
356
267
872
1.139
119
333
452
448
1.499
1.947
1.589
10.747
12.336
6.004
37.998
44.002
2.275
14.357
16.632
9.868
63.102
72.970
240
1.165
1.405
1.230
4.255
5.485
491
1.683
2.174
1.961
7.103
9.064
Totaal
Totaal
T
OGO
20-29
60+
Mannen
V
VGO
55+
5 Personeel basisonderwijs naar statuut en leeftijdscategorie
20-29
30-39
40-49
50-59
60+
Totaal
GEWOON BASISONDERWIJS
1.822
13.298
14.193
14.909
1.524
45.746
10.347
4.927
1.423
574
154
17.425
12.169
18.225
15.616
15.483
1.678
63.171
315
2.498
2.079
1.998
252
7.142
Tijdelijken
1.571
764
219
86
17
2.657
Totaal
1.886
3.262
2.298
2.084
269
9.799
2.137
15.796
16.272
16.907
1.776
52.888
Tijdelijken
11.918
5.691
1.642
660
171
20.082
Totaal
14.055
21.487
17.914
17.567
1.947
72.970
Vastbenoemden
Tijdelijken
Totaal
BUITENGEWOON BASISONDERWIJS
Vastbenoemden
3 Personeel basisonderwijs naar leeftijdscategorie en geslacht
leeftijd
60+
448
TOTAAL BASISONDERWIJS
1.499
Vastbenoemden
50-59
3.191
40-49
30-39
20-29
14.376
1.964
15.950
6 Personeel basisonderwijs naar net en statuut (voltijdse eenheden)
18.881
2.606
1.659
12.396
aantal
5.000
0
Mannen
5.000
Vrouwen
10.000
15.000
Vastbenoemd personeel
gewoon en buitengewoon
basisonderwijs
Tijdelijk personeel
basisonderwijs
20.000
22,6%
16,7%
23,4%
18,8%
GO
VGO
60,7%
57,8%
OGO
Leerlingen
2 BASISONDERWIJS PERSONEEL
Leerlingen
2 BASISONDERWIJS BUDGET
7 Personeel basisonderwijs per net, statuut en geslacht (voltijdse eenheden)
Vastbenoemden
M
V
1 Budget basisonderwijs en aandeel basisonderwijs t.o.v. totaal onderwijsbudget
(in duizend euro)
Tijdelijken
T
M
V
Totaal
T
M
V
T
Budget basisonderwijs
3.711.134
Budget gewoon basisonderwijs
3.212.304
485.708
Budget buitengewoon basisonderwijs
6.075
376
2.150
2.526
1.126
VGO
3.772 20.751 24.523
972
7.315
8.287
4.744 28.066 32.810
Aandeel budget basisonderwijs t.o.v. totaal onderwijsbudget
OGO
1.408
482
3.080
3.562
1.890 11.245 13.135
Totaal
5.930 34.241 40.171
1.830 12.545 14.375
7.760 46.786 54.546
(1) De onderverdeling ‘algemeen’ naast gewoon basisonderwijs en buitengewoon basisonderwijs
omvat voornamelijk de kredieten voor nascholing.
GO
750
5.325
8.165
9.573
7.475
8.601
GO
249
1.437
1.686
75
518
593
324
1.955
2.279
VGO
626
3.061
3.687
135
1.166
1.301
761
4.227
4.988
OGO
120
820
940
41
272
313
161
1.092
1.253
Totaal
995
5.318
6.313
251
1.956
2.207
1.246
7.274
8.520
Basisonderwijs - algemeen
13.122
(1)
34,02%
2 Verdeling budget basisonderwijs per uitgavencategorie
14,1%
8,6%
3,0%
4,4%
Werking
7.761
451
2.668
3.119
1.450
VGO
4.398 23.812 28.210
1.107
8.481
9.588
5.505 32.293 37.798
OGO
1.528
523
3.352
3.875
2.051 12.337 14.388
Totaal
6.925 39.559 46.484
2.081 14.501 16.582
9.006 54.060 63.066
GO
999
6.762
8.985 10.513
2009-2010
81,4%
Lonen
88,4%
3 Verdeling budget basisonderwijs over de netten
8 Evolutie personeel basisonderwijs naar statuut
2008-2009
Investeringen
9.430 10.880
Gewoon basisonderwjis
2010-2011
2011-2012
2012-2013
0,2%
2013-2014
23,5%
Vastbenoemden
42.509
42.857
43.086
44.628
44.356
45.746
Tijdelijken
17.057
17.129
17.061
15.749
17.847
17.425
Totaal
59.566
59.986
60.147
60.377
62.203
63.171
Vastbenoemden
6.318
6.421
6.599
7.045
7.104
7.142
Tijdelijken
2.829
2.918
2.934
2.575
2.608
2.657
Totaal
9.147
9.339
9.533
9.620
9.712
9.799
Vastbenoemden
48.827
49.278
49.685
51.673
51.460
52.888
Tijdelijken
19.886
20.047
19.995
18.324
20.455
20.082
Totaal
68.713
69.325
69.680
69.997
71.915
72.970
15,3%
14,4% 31,3%
GO
VGO
OGO
61,2%
54,1%
Netoverschrijdend
Leerlingen
2 BASISONDERWIJS BUDGET
Leerlingen
2 BASISONDERWIJS INFRASTRUCTUUR
4 Evolutie budget basisonderwijs per uitgavencategorie (in duizend euro)
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2.525.957
2.611.484
2.711.849
2.845.301
2.984.989
3.054.699
Werking (2)
282.838
464.644
466.056
475.522
488.068
499.337
Investeringen
110.150
119.036
137.260
146.964
168.070
157.098
2.918.945
3.195.164
3.315.165
3.467.787
3.641.127
3.711.134
Loon (1)
Totaal
1 Goedgekeurde subsidiebedragen en goedgekeurde subsidiedossiers in het gewoon
basisonderwijs in 2013
VGO
5 Evolutie budget basisonderwijs per net (in duizend euro)
2012
2013
2014
514.099
556.961
586.864
612.129
642.951
652.580
VGO
1.751.190
1.930.882
1.993.933
2.079.064
2.176.494
2.227.192
OGO
644.582
699.309
726.270
769.899
816.393
826.022
9.074
8.012
8.098
6.695
5.289
5.340
2.918.945
3.195.164
3.315.165
3.467.787
3.641.127
3.711.134
GO
Netoverschrijdend
Totaal
15.817.464
41
33.586.746
186
Vlaams-Brabant
15.885.984
108
15.454.551
14
31.340.535
122
3.817.107
24
149.027
6
3.966.134
30
West-Vlaanderen
16.740.834
172
2.345.614
3
19.086.448
175
Oost-Vlaanderen
19.733.632
143
6.223.355
8
25.956.987
151
9.473.946
86
409.337
2
9.883.283
88
83.420.785
678
40.399.348
74
123.820.133
752
2 Goedgekeurde subsidiebedragen en goedgekeurde subsidiedossiers in het buitengewoon basisonderwijs in 2013
VGO
Bedrag
(in euro)
(1) Tijdens het begrotingsjaar 2008 werd er een vooruitbetaling uitgevoerd van de werkingsmiddelen basisonderwijs en
secundair onderwijs voor 2009. De stijging van het krediet ten opzichte van 2007, en de daling van het krediet 2009
ten opzichte van 2008 kan voornamelijk hierdoor worden verklaard.
6 Evolutie kostprijs per leerling in het basisonderwijs (in euro)
16.000
14.000
euro
13.325
13.940
14.569
15.285
15.981
Aantal
subsidie
dossiers
Bedrag
(in euro)
145
Totaal
2011
Aantal
subsidie
dossiers
Bedrag
(in euro)
17.769.282
Limburg
2010
Totaal
Antwerpen
BHG
(1)
2009
Aantal
subsidie
dossiers
Bedrag
(in euro)
(1) De loonmassa van de personeelsleden rechtstreeks betaald door het beleidsdomein Onderwijs en Vorming.
(2) Tijdens het begrotingsjaar 2008 werd er een vooruitbetaling uitgevoerd van de werkingsmiddelen basisonderwijs
en secundair onderwijs voor 2009. De stijging van het krediet ten opzichte van 2007, en de daling van het krediet
2009 ten opzichte van 2008 kan voornamelijk hiervoor worden verklaard.
OGO
Aantal
subsidie
dossiers
Totaal
Aantal
subsidie
dossiers
Bedrag
(in euro)
Bedrag
(in euro)
Aantal
subsidie
dossiers
Antwerpen
142.495
3
570.142
2
712.637
5
Vlaams-Brabant
164.089
5
1.556.580
1
1.720.669
6
957
1
-
-
957
1
West-Vlaanderen
1.929.664
9
-
-
1.929.664
9
Oost-Vlaanderen
1.513.525
12
2.289.328
1
3.802.853
13
Limburg
2.265.701
11
-
-
2.265.701
11
6.016.431
41
4.416.050
4
10.432.481
45
BHG
15.779
OGO
Totaal
12.000
10.000
8.000
6.000
3.992
4.341
4.423
4.558
4.723
4.763
2010
2011
2012
2013
2014
4.000
2.000
0
2009
jaar
Leerlingen
2 BASISONDERWIJS SCHOOLTOELAGEN
Leerlingen
2 BASISONDERWIJS EXAMENCOMMISSIE
1 Schooltoelagen basisonderwijs (1)
Aantal
aanvragen
Kleuteronderwijs
(2)
Lager onderwijs
1 Aantal deelnemers voor het behalen van een getuigschrift basisonderwijs en aantal
geslaagden in 2013 (1)(2)
Aantal
toegekende
schooltoelagen
Totaal bedrag
toegekende
schooltoelagen
(in euro)
Percentage
toegekende
schooltoelagen
Gemiddelde
toelage
(in euro)
7
West-Vlaanderen
12
10
136.491
95.318
69,83%
12.177.322
127,75
Oost-Vlaanderen
5
3
Limburg
3
2
32
25
Aantal
toekenningen
Totaal
(2) De gegevens naar provincie betreffen de provincie waar de examenscholen gelegen zijn.
(1)(2)
Totaal
bedrag
(in euro)
1.475.007
Vlaams-Brabant
7.762
4.848
437.387
BHG
5.582
3.906
352.399
West-Vlaanderen
11.127
6.690
603.572
Oost-Vlaanderen
15.956
9.986
900.937
9.946
6.464
583.182
205
106
9.563
Totaal
9
90,22
16.349
Niet gekend
Vlaams-Brabant
4.363.761
24.500
(3)
3
64,23%
Aantal
aanvragen
Andere provincies
3
48.368
2 Schooltoelagen kleuteronderwijs over de provincies
Limburg
Antwerpen
75.299
(2) In het kleuteronderwijs wordt een forfaitair bedrag van 90,22 euro toegekend.
Antwerpen
Aantal deelnemers Aantal geslaagden
221
19
1.714
75.299
48.368
4.363.761
(2) In het kleuteronderwijs wordt een forfaitair bedrag van 90,22 euro toegekend.
(3) Personen die geen domicilieadres hebben in één van de genoemde provincies van België.
3 Schooltoelagen lager onderwijs over de provincies (1)
Aantal
aanvragen
Aantal
toekenningen
Totaal
bedrag
(in euro)
Gemiddelde
toelage
(in euro)
Antwerpen
42.599
30.624
3.975.569
129,82
Vlaams-Brabant
14.725
9.951
1.260.727
126,69
8.130
6.053
814.890
134,63
West-Vlaanderen
21.468
14.352
1.793.233
124,95
Oost-Vlaanderen
29.876
20.539
2.608.245
126,99
Limburg
18.936
13.487
1.685.069
124,94
506
286
36.351
127,10
BHG
Andere provincies
Niet gekend
Totaal
(2)
251
26
3.236
124,48
136.491
95.318
12.177.322
127,75
Opmerking:
Bovenstaande gegevens zijn nog niet definitief aangezien er voor school- en academiejaar 2013-2014 nog een aantal dossiers in beraad
staan, waardoor het aantal toekenningen nog kan stijgen. Dossiers ‘in beraad’ zijn dossiers waarvoor er nog bijkomende informatie
wordt opgevraagd aan de burger om het aanvraagdossier verder te kunnen afhandelen. Deze bijkomende informatie kan o.m. zijn:
huurcontract van de student, bewijs van betaling van alimentatiegelden, attesten voor niet-belastbare inkomsten,…
BASISONDERWIJS
LeerlingenLEERLINGEN
ONDERWIJS
3 SECUNDAIR
1 Schoolbevolking secundair onderwijs
3 Verdeling schoolbevolking secundair onderwijs over de provincies
GO
J
M
VGO
T
J
M
OGO
T
J
Totaal
M
T
J
M
T
330
700
499
1ste graad
11.741
11.396
23.137
2de graad
12.629
11.852
24.481
3de graad*
* waarvan Se-n-Se
962
349
322
671
1.218
50.059
50.954 101.013
5.288
2.891
8.179
67.088
65.241 132.329
50.591
51.184 101.775
6.404
3.903
10.307
69.624
66.939 136.563
13.285
13.031
26.316
52.605
381
290
671
1.352
463
54.199 106.804
663
2.015
7.302
4.477
11.779
73.192
207
113
320
1.940
1.115
aantal
3.250
120.000
370
OKAN
140.000
457
5.778
2.101
2.333
BHG
1.610
843
3.991
2.418
80.000
71.707 144.899
1.066
13.724
4.689
100.000
667
1.063
3.006
3.619
60.000
Modulair onderwijs op het
niveau van de 2de en 3de
graad
167
67
234
311
571
882
226
3
229
704
641
Deeltijds secundair onderwijs
1.345
40.000
Totaal voltijds gewoon
secundair onderwijs
37.822
Buitengewoon secundair
onderwijs (1)
3.337
1.909
41.159
38.255
1.526
839
36.346
74.168 153.566 156.908 310.474
19.220
11.274
30.494 210.608 204.528 415.136
20.000
5.246
8.122
4.616
12.738
1.732
779
79.414 161.688 161.524 323.212
20.952
12.053
1.191
589
2.511
13.191
7.304
116.276
73.286
75.798
94.929
57.180
Antwerpen
Vlaams-Brabant
en BHG
West-Vlaanderen
Oost-Vlaanderen
Limburg
20.495
0
Totaal voltijds
secundair onderwijs
Deeltijds secundair
onderwijs
2.365
3.270
1.452
4.722
33.005 223.799 211.832 435.631
1.780
5.987
2.880
8.867
(1) Om dubbeltellingen te vermijden werden leerlingen die omwille van een langdurige ziekte les volgen in het buitengewoon onderwijs (de zogenaamde type-5leerlingen) niet opgenomen in de cijfers van het buitengewoon onderwijs. Op 1 februari 2014 werden in het buitengewoon secundair onderwijs 446 leerlingen
van het type 5 geteld.
4 Verdeling schoolbevolking voltijds gewoon secundair onderwijs over de
onderwijsvormen in de 2de en 3de graad en modulair onderwijs
GO
2 Verdeling schoolbevolking secundair onderwijs over de netten
Gewoon secundair
onderwijs
Buitengewoon
secundair onderwijs
J
12,3% 25,6%
20,1%
26,7%
GO
VGO
74,8%
62,2%
53,3%
M
VGO
OGO
T
J
M
T
J
M
Totaal
T
J
M
T
2de graad
Deeltijds
beroepssecundair
onderwijs
7,3%
17,9%
provincie
OGO
ASO
5.097
5.531
10.628
22.400
27.425
49.825
678
919
1.597
28.175
33.875
62.050
TSO
3.305
2.432
5.737
17.852
14.328
32.180
2.704
982
3.686
23.861
17.742
41.603
KSO
265
395
660
460
935
1.395
286
525
811
1.011
1.855
2.866
BSO
3.962
3.494
7.456
9.879
8.496
18.375
2.736
1.477
4.213
16.577
13.467
30.044
12.629
11.852
24.481
50.591
51.184 101.775
6.404
3.903
10.307
69.624
66.939 136.563
ASO
3.892
4.767
8.659
18.413
23.517
41.930
539
701
1.240
22.844
28.985
51.829
TSO
4.040
3.012
7.052
19.738
16.532
36.270
2.840
1.210
4.050
26.618
20.754
47.372
KSO
289
401
690
548
1.113
1.661
361
678
1.039
1.198
2.192
3.390
BSO
5.064
4.851
9.915
13.906
13.037
26.943
3.562
1.888
5.450
22.532
19.776
42.308
13.285
13.031
26.316
52.605
54.199 106.804
7.302
4.477
11.779
73.192
71.707 144.899
167
67
234
311
882
226
3
229
704
26.081
24.950
51.031 103.507 105.954 209.461
13.932
8.383
Totaal 2de graad
3de graad
Totaal 3de graad
Modulair onderwijs BSO
Totaal
571
641
1.345
22.315 143.520 139.287 282.807
BASISONDERWIJS
ONDERWIJS
3 SECUNDAIR
5 Schoolbevolking voltijds gewoon secundair onderwijs naar studiegebied
(2de en 3de graad en modulair onderwijs)
J
M
6 Evolutie schoolbevolking secundair onderwijs
T
440.000
STUDIEGEBIED
49.155
61.924
111.079
3.068
54
3.122
21
45
66
Beeldende kunsten
1.667
3.051
4.718
Bouw
3.982
308
4.290
Chemie
Algemeen secundair onderwijs
Auto
Ballet
3.039
1.727
4.766
Decoratieve technieken
796
1.164
1.960
Fotografie
111
225
336
1.764
492
2.256
17.584
15.510
33.094
7.791
165
7.956
85
40
125
Koeling en warmte
1.242
-
1.242
Land- en tuinbouw
3.881
2.185
6.066
Lichaamsverzorging
301
6.782
7.083
Maatschappelijke veiligheid
802
138
940
Maritieme opleidingen
238
13
251
Mechanica-elektriciteit
27.494
380
27.874
Mode
76
1.709
1.785
Muziekinstrumentenbouw
33
5
38
Optiek
13
20
33
Orthopedische technieken
16
10
26
8.120
36.091
44.211
521
951
1.472
6.147
2.152
8.299
Tandtechnieken
36
49
85
Textiel
33
12
45
885
1.761
2.646
4.200
2.191
6.391
419
133
552
143.520
139.287
282.807
Grafische communicatie en media
Handel
Hout
Juwelen
Personenzorg
Podiumkunsten
Sport
Toerisme
Voeding
Niet ingedeeld in studiegebieden
Totaal
(1)
aantal
436.146
435.000
429.745
430.000
424.820
425.000
420.685
420.000
418.817
415.136
415.000
410.000
2008-2009
2009-2010
2010-2011
2011-2012
2012-2013
2013-2014
schooljaar
21.000
aantal
20.495
20.500
20.177
20.000
19.835
19.487
19.500
19.015
19.000
18.500
18.000
18.548
2008-2009
2009-2010
2010-2011
2011-2012
2012-2013
2013-2014
schooljaar
(1) 7de naamloos leerjaar BSO.
BASISONDERWIJS
ONDERWIJS
3 SECUNDAIR
10.000
1 Scholen secundair onderwijs
aantal
9.000
8.636
8.867
GO
8.241
8.000
6.935
(1)
Totaal voltijds secundair onderwijs
OGO
Totaal
218
665
69
952
21
77
17
115
239
742
86
1.067
16
23
8
47
DEELTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS
6.000
5.000
4.000
VGO
VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS
7.871
7.332
7.000
BASISONDERWIJS
LeerlingenSCHOLEN
ONDERWIJS
3 SECUNDAIR
2008-2009
2009-2010 (1)
2010-2011
2011-2012
2012-2013
2013-2014
schooljaar
Deeltijds beroepssecundair onderwijs
(1) De opleiding verpleegkunde die vroeger behoorde tot de vierde graad van het BSO ging vanaf 2009-2010 over naar het hoger
beroepsonderwijs (HBO5). HBO5 behoort tot het niveau hoger onderwijs. De opleidingen HBO5 kunnen worden ingericht door
centra voor volwassenenonderwijs of door hogescholen. HBO5 verpleegkunde wordt als enige uitzondering ingericht door
instellingen van het voltijds secundair onderwijs. Deze cursisten zijn niet meer opgenomen in de cijfers van het secundair
onderwijs.
(1) Daarnaast zijn er nog 4 scholen die buitengewoon secundair onderwijs van het type 5 aanbieden. Deze
scholen zijn niet in het cijfermateriaal opgenomen.
(2) Aan 42 scholen van de 952 scholen voor gewoon secundair onderwijs is een centrum voor deeltijds
onderwijs gehecht. Daarnaast zijn er nog 5 autonome centra voor deeltijds onderwijs.
2 Verdeling scholen secundair onderwijs over de provincies
350
aantal
5
300
35
32
BHG
250
28
200
20
18
17
150
100
50
261
167
185
196
143
Antwerpen
Vlaams-Brabant
en BHG
West-Vlaanderen
Oost-Vlaanderen
Limburg
0
provincie
3 Verdeling secundair onderwijs over de netten
Gewoon secundair
onderwijs
Buitengewoon
secundair onderwijs
Deeltijds
beroepssecundair
onderwijs
7,2%
22,9%
15,2%
14,8%
18,8%
18,3%
17,0%
34,0%
GO
VGO
69,9%
67,0%
66,1%
48,9%
OGO
BASISONDERWIJS
LeerlingenPERSONEEL
ONDERWIJS
3 SECUNDAIR
1 Personeel secundair onderwijs uitgedrukt in aantal personen/aantal voltijdse eenheden (1)
Mannen
Vrouwen
GO
Totaal
Aantal personen
27.952
48.822
76.774
26.129
42.328
68.457
M
2 Personeel secundair onderwijs naar niveau, soort onderwijs en geslacht
Mannen
*
Totaal
*
waarvan in het deeltijds secundair onderwijs
4 Leeftijdsstructuur personeel secundair onderwijs per net en geslacht
Vrouwen
25.142
42.831
67.973
2.810
5.991
8.801
27.952
48.822
76.774
552
826
1.378
T
M
OGO
V
T
1.925
11.775
2.752
2.162
5.212
7.374
333
612
945
3.409
7.662
11.071
30-39
1.811
3.232
5.043
4.977
10.021
14.998
800
1.199
1.999
7.588
14.452
22.040
40-49
1.333
2.332
3.665
4.340
8.468
12.808
806
975
1.781
6.479
11.775
18.254
50-59
1.289
2.310
3.599
6.194
9.495
15.689
1.043
1.203
2.246
8.526
13.008
21.534
496
484
980
1.213
1.268
2.481
241
173
414
1.950
1.925
3.875
Totaal
5.843
10.196
16.039
18.886
34.464
53.350
3.223
4.162
7.385
27.952
48.822
76.774
55+
1.235
1.774
3.009
4.718
6.177
10.895
818
828
1.646
6.771
8.779
15.550
3.409
10.000
Mannen
5.000
7.662
0
30-39
40-49
50-59
60+
Totaal
Vastbenoemden
1.654
14.140
14.091
18.550
3.407
51.842
Tijdelijken
7.760
5.186
2.192
879
114
16.131
Totaal
9.414
19.326
16.283
19.429
3.521
67.973
381
1.922
1.548
1.963
350
6.164
Tijdelijken
1.276
792
423
142
4
2.637
Totaal
1.657
2.714
1.971
2.105
354
8.801
Vastbenoemden
2.035
16.062
15.639
20.513
3.757
58.006
Tijdelijken
9.036
5.978
2.615
1.021
118
18.768
11.071
22.040
18.254
21.534
3.875
76.774
TOTAAL SECUNDAIR ONDERWIJS
14.452
7.588
20-29
T
1.838
Vastbenoemden
13.008
6.479
30-39
V
BUITENGEWOON SECUNDAIR ONDERWIJS
8.526
40-49
M
GEWOON SECUNDAIR ONDERWIJS
leeftijd
50-59
T
5 Personeel secundair onderwijs naar statuut en leeftijdscategorie
3 Personeel secundair onderwijs naar leeftijdscategorie en geslacht
60+
V
914
20-29
1.950
M
Totaal
20-29
60+
Totaal
V
VGO
5.000
10.000
15.000
aantal
Totaal
20.000
6 Personeel secundair onderwijs naar net en statuut (voltijdse eenheden)
Vrouwen
secundair onderwijs
9,6%
Tijdelijk personeel
secundair onderwijs
10,2%
19,2%
19,6%
26,2%
GO
VGO
70,8%
63,6%
OGO
BASISONDERWIJS
LeerlingenPERSONEEL
ONDERWIJS
3 SECUNDAIR
BASISONDERWIJS
LeerlingenBUDGET
ONDERWIJS
3 SECUNDAIR
7 Personeel secundair onderwijs per net, statuut en geslacht (voltijdse eenheden)
Vastbenoemden
M
V
Tijdelijken
T
M
V
1 Budget secundair onderwijs en aandeel secundair onderwijs t.o.v. totaal
onderwijsbudget (in duizend euro)
Totaal
T
M
V
T
3.269
8.818
1.511
2.140
3.651
12.903 20.365 33.268
3.199
5.935
9.134 16.102 26.300 42.402
4.264
634
744
18.158 28.192 46.350
5.344
1.986
OGO
Totaal
5.549
2.278
1.378
4.780
2.620
7.689 12.469
3.022
5.642
8.819 14.163 23.502 37.011 60.513
BUITENGEWOON SECUNDAIR ONDERWIJS
426
926
1.352
217
447
664
643
1.373
2.016
VGO
1.205
2.350
3.555
388
971
1.359
1.593
3.321
4.914
OGO
284
435
719
107
188
295
391
623
1.014
1.915
3.711
5.626
712
1.606
2.318
2.627
5.317
7.944
3.695
6.475 10.170
1.728
2.587
4.315
5.423
9.062 14.485
14.108 22.715 36.823
3.587
6.906 10.493 17.695 29.621 47.316
GO
Totaal
4.182.565
Budget gewoon secundair onderwijs
3.768.807
Budget secundair onderwijs - algemeen
VGO
OGO
Totaal
6.612
(1)
Aandeel budget secundair onderwijs t.o.v. totaal onderwijsbudget
38,34%
(1) De onderverdeling ‘algemeen’ naast gewoon secundair onderwijs en buitengewoon secundair onderwijs omvat voornamelijk de kredieten voor nascholing.
2 Verdeling budget secundair onderwijs per uitgavencategorie
Gewoon secundair
onderwijs
onderwijs
6,9%
2,6%
12,4%
2,6%
GO
407.146
Budget buitengewoon secundair onderwijs
GO
VGO
Budget secundair onderwijs
Werking
2.270
2.713
4.983
741
932
1.673
3.011
3.645
6.656
20.073
31.903
51.976
6.056
10.425
16.481
26.129
42.328
68.457
8 Evolutie personeel secundair onderwijs naar statuut
Investeringen
85,0%
90,5%
Lonen
3 Verdeling budget secundair onderwijs over de netten
2008-2009
2009-2010
2010-2011
2011-2012
2012-2013
2013-2014
Vastbenoemden
52.391
52.179
52.239
53.611
52.413
51.842
Tijdelijken
19.143
18.757
18.036
15.896
16.114
16.131
Totaal
71.534
70.936
70.275
69.507
68.527
67.973
Gewoon secundair
onderwijs
0,5%
9,3%
19,5%
onderwijs
12,7% 25,6%
GO
VGO
OGO
BUITENGEWOON SECUNDAIR
ONDERWIJS
70,7%
Vastbenoemden
5.069
5.238
5.449
5.815
5.944
6.164
Tijdelijken
2.405
2.536
2.583
2.481
2.528
2.637
Totaal
7.474
7.774
8.032
8.296
8.472
8.801
Vastbenoemden
57.460
57.417
57.688
59.426
58.357
58.006
Tijdelijken
21.548
21.293
20.619
18.377
18.642
18.768
Totaal
79.008
78.710
78.307
77.803
76.999
76.774
61,7%
Netoverschrijdend
BASISONDERWIJS
LeerlingenINFRASTRUCTUUR
ONDERWIJS
3 SECUNDAIR
BASISONDERWIJS
LeerlingenBUDGET
ONDERWIJS
3 SECUNDAIR
4 Evolutie budget secundair onderwijs per uitgavencategorie (in duizend euro)
2009
2010
2011
2012
2013
2014
3.248.149
3.331.749
3.430.944
3.512.236
3.529.760
3.571.706
Werking (2)
311.125
481.571
481.022
486.972
496.437
503.337
Investeringen
110.456
116.121
104.897
98.655
112.043
107.522
3.669.730
3.929.442
4.016.863
4.097.863
4.138.240
4.182.565
Loon (1)
Totaal
1 Goedgekeurde subsidiebedragen en goedgekeurde subsidiedossiers in het voltijds
gewoon secundair onderwijs in 2013
VGO
2012
2013
2014
730.215
785.632
798.652
822.186
829.310
838.124
VGO
2.552.435
2.736.384
2.810.503
2.855.219
2.883.147
2.917.024
OGO
357.272
380.062
381.513
395.066
399.560
401.568
29.808
27.364
26.194
25.392
26.223
25.849
3.669.730
3.929.442
4.016.863
4.097.863
4.138.240
4.182.565
GO
Netoverschrijdend
Totaal
16.643
17.663
18.523
18.840
19.332
23.926.917
137
3.350.216
38
2.795.270
3
6.145.486
41
940.542
8
-
-
940.542
8
West-Vlaanderen
9.159.106
84
502.416
2
9.661.522
86
Oost-Vlaanderen
12.816.461
59
-
-
12.816.461
59
6.278.166
53
310.837
1
6.589.003
54
53.826.820
368
6.253.111
17
60.079.931
385
BHG
2 Goedgekeurde subsidiebedragen en goedgekeurde subsidiedossiers in het
buitengewoon secundair onderwijs in 2013
VGO
Bedrag
(in euro)
Aantal
subsidie
dossiers
Totaal
Aantal
subsidie
dossiers
Bedrag
(in euro)
Bedrag
(in euro)
Aantal
subsidie
dossiers
2
1.615.929
3
1.681.430
5
217.698
5
-
-
217.698
5
BHG
1.627.291
1
1.200.000
1
2.827.291
2
West-Vlaanderen
4.310.528
7
-
-
4.310.528
7
Oost-Vlaanderen
294.614
6
-
-
294.614
6
Limburg
1.151.896
5
-
-
1.151.896
5
Totaal
7.667.528
26
2.815.929
4
10.483.457
30
Vlaams-Brabant
19.960
OGO
65.501
Antwerpen
6 Evolutie kostprijs per leerling in het secundair onderwijs (in euro)
euro
11
Vlaams-Brabant
(1) Tijdens het begrotingsjaar 2008 werd er een vooruitbetaling uitgevoerd van de werkingsmiddelen basisonderwijs en
secundair onderwijs voor 2009. De stijging van het krediet ten opzichte van 2007, en de daling van het krediet 2009
ten opzichte van 2008 kan voornamelijk hierdoor worden verklaard.
20.000
Aantal
subsidie
dossiers
Bedrag
(in euro)
2.644.588
Totaal
2011
Aantal
subsidie
dossiers
Bedrag
(in euro)
126
Limburg
2010
Totaal
21.282.329
Antwerpen
5 Evolutie budget secundair onderwijs per net (in duizend euro) (1)
2009
Aantal
subsidie
dossiers
Bedrag
(in euro)
(1) De loonmassa van de personeelsleden rechtstreeks betaald door het beleidsdomein Onderwijs en Vorming.
(2) Tijdens het begrotingsjaar 2008 werd er een vooruitbetaling uitgevoerd van de werkingsmiddelen basisonderwijs
en secundair onderwijs voor 2009. De stijging van het krediet ten opzichte van 2007, en de daling van het krediet
2009 ten opzichte van 2008 kan voornamelijk hierdoor worden verklaard.
OGO
15.000
10.000
7.564
8.146
8.357
8.546
8.614
8.731
2010
2011
2012
2013
2014
5.000
0
2009
jaar
BASISONDERWIJS
LeerlingenSCHOOLTOELAGEN
ONDERWIJS
3 SECUNDAIR
1 Schooltoelagen secundair onderwijs (1)
BASISONDERWIJS
LeerlingenEXAMENCOMMISSIE
ONDERWIJS
3 SECUNDAIR
1 Uitgereikte studiebewijzen door de Examencommissie in 2013 (1)
Behaalde diploma’s/getuigschriften
Aantal
aanvragen
Secundair onderwijs
Voltijds secundair onderwijs
Deeltijds secundair onderwijs
Aantal
toegekende
schooltoelagen
Totaal bedrag
toegekende
schooltoelagen
(in euro)
Percentage
toegekende
schooltoelagen
Gemiddelde
toelage
(in euro)
159.491
109.413
68,60%
46.732.982
427,12
154.492
107.392
69,51%
46.175.695
429,97
4.999
2.021
40,43%
557.286
275,75
2 Schooltoelagen secundair onderwijs over de provincies (1)
Aantal
aanvragen
Aantal
toekenningen
Gemiddelde
toelage
(in euro)
Totaal bedrag
(in euro)
VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS
Getuigschriften 1ste graad
13
Getuigschriften 2de graad
32
678
Diploma’s secundair onderwijs
Meer dan de helft van de uitgereikte diploma’s waren diploma’s BSO (359)
2 Slaagpercentage per graad en onderwijsvorm in 2013
Van alle examens die door de Examencommissie werden afgenomen, waren er 61% waarop de kandidaat minstens 50%
van de punten behaalde. Wanneer we het slaagpercentage per afgelegd examen per onderwijsvorm bekijken, dan zien
we dat het hoogste percentage in het BSO werd behaald, gevolgd door KSO en TSO. De onderwijsvorm ASO was de
enige waar men op minder dan de helft van de afgelegde examens slaagde. Per graad lag het slaagpercentage in de 1ste
graad hoger dan gemiddeld, in de 2de graad was dit lager. In de 3de graad was het slaagpercentage exact even hoog
als gemiddeld.
Geslaagd
Per graad
Niet geslaagd
% geslaagd
1ste graad
270
95
74%
Antwerpen
46.429
32.966
14.593.596
442,69
2de graad
806
574
58%
Vlaams-Brabant
16.395
11.035
4.560.248
413,25
3de graad
13.105
8.413
61%
5.798
4.278
2.037.424
476,26
Totaal
14.181
9.082
61%
West-Vlaanderen
27.730
18.735
7.923.609
422,93
Bedrijfsbeheer
63
71
47%
Oost-Vlaanderen
33.734
23.147
9.851.513
425,61
Limburg
23.503
16.832
7.023.159
417,25
Totaal
14.244
9.153
61%
Andere provincies
653
358
165.124
461,24
Niet gekend (2)
250
41
21.021
512,72
154.492
107.392
46.175.695
429,97
BHG
Totaal
DEELTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS
Geslaagd
% geslaagd
270
95
74%
ASO
2.665
2.840
48%
BSO
8.493
4.033
68%
Per onderwijsvorm 1ste graad
2de en 3de graad
Niet geslaagd
1.825
762
212.735
279,18
KSO
162
86
65%
Vlaams-Brabant
316
112
29.482
263,23
TSO
2.591
2.028
56%
BHG
176
73
20.028
274,36
Totaal
14.181
9.082
61%
West-Vlaanderen
944
399
108.288
271,40
Oost-Vlaanderen
1.086
386
106.607
276,18
636
286
79.416
277,68
Andere provincies
7
2
410
205,24
Niet gekend
9
1
319
318,96
4.999
2.021
557.286
275,75
Antwerpen
Limburg
Totaal
(2)
Opmerking:
Bovenstaande gegevens zijn nog niet definitief aangezien er voor school- en academiejaar 2013-2014 nog een aantal
dossiers in beraad staan, waardoor het aantal toekenningen nog kan stijgen. Dossiers ‘in beraad’ zijn dossiers waarvoor
er nog bijkomende informatie wordt opgevraagd aan de burger om het aanvraagdossier verder te kunnen afhandelen.
Deze bijkomende informatie kan o.m. zijn: huurcontract van de student, bewijs van betaling van alimentatiegelden,
attesten voor niet-belastbare inkomsten,…
BASISONDERWIJS
Leerlingen
ONDERWIJS
STUDENTEN EN CURSISTEN
4 HOGER
A Hoger beroepsonderwijs
2 Aantal inschrijvingen per associatie (1)
1 Aantal cursisten HBO5 verpleegkunde (1)
M
V
T
ASSOCIATIE KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN
GO
VGO
M
V
159
994
Aantal cursisten
T
1.153
M
704
OGO
V
T
4.766
5.470
M
V
T
M
136
624
760
999
V
T
6.384
7.383
(1) Aantal cursisten op 1 februari 2014.
2 Aantal inschrijvingen per studiegebied in het hoger beroepsonderwijs van het
volwassenenonderwijs (1)
Studiegebied
M
469
807
HUB-KAHO
4.149
6.009
10.158
Katholieke Hogeschool Leuven
2.999
4.603
7.602
Katholieke Hogeschool Limburg
2.044
3.393
5.437
Katholieke Hogeschool Vives Noord
1.170
2.068
3.238
Katholieke Hogeschool Vives Zuid
3.012
5.127
8.139
21.655
21.351
43.006
LUCA School of Arts
1.121
1.337
2.458
Thomas More Kempen
2.790
3.533
6.323
Thomas More Mechelen-Antwerpen
2.316
4.031
6.347
41.594
51.921
93.515
3.278
4.943
8.221
579
80
659
Katholieke Universiteit Leuven
T
Totaal
157
106
263
20
66
86
5.072
4.869
9.941
AP Hogeschool Antwerpen
Biotechniek
Gezondheidszorg
Handelswetenschappen en bedrijfskunde
V
338
Groep T - Internationale Hogeschool Leuven
Totaal
ASSOCIATIE UNIVERSITEIT EN HOGESCHOLEN ANTWERPEN
Industriële wetenschappen en technologie
1.590
156
1.746
Hogere Zeevaartschool
Sociaal agogisch werk
1.621
4.332
5.953
Karel de Grote-Hogeschool KH Antwerpen
4.702
6.377
11.079
Totaal
8.460
9.529
17.989
Universiteit Antwerpen
7.379
8.386
15.765
15.938
19.786
35.724
Arteveldehogeschool
3.897
8.008
11.905
Hogeschool Gent
6.381
6.511
12.892
Hogeschool West-Vlaanderen
2.865
2.436
5.301
Totaal
(1) Aantal unieke inschrijvingen in een opleiding in de referteperiode 1/4/2013-31/3/2014.
ASSOCIATIE UNIVERSITEIT GENT
3 Aantal inschrijvingen in de specifieke lerarenopleiding van het
volwassenenonderwijs (1)
M
V
T
3.163
6.262
9.425
Professioneel gerichte opleidingen
Totaal professioneel
Academisch
Academisch gerichte opleidingen
Totaal academisch
Hoger kunstonderwijs
Professioneel gerichte opleidingen
Academisch gerichte opleidingen
Totaal hoger kunstonderwijs
Totaal hoger onderwijs
33.868
35.232
63.966
3.294
2.981
6.275
424
376
800
Universiteit Hasselt
1.487
1.345
2.832
Totaal
5.205
4.702
9.907
transnationale Universiteit Limburg
1 Aantal inschrijvingen naar finaliteit (1)(2)
Professioneel
18.277
28.734
Hogeschool PXL
B Hogescholen/universiteiten
Soort opleiding
15.591
Totaal
ASSOCIATIE UNIVERSITEIT-HOGESCHOLEN LIMBURG
(1) Aantal unieke inschrijvingen in een opleiding in de referteperiode 1/4/2013-31/3/2014.
Gerichtheid
Universiteit Gent
M
V
UNIVERSITAIRE ASSOCIATIE BRUSSEL
T
43.607
61.421
105.028
43.607
61.421
105.028
53.112
56.199
109.311
53.112
56.199
109.311
505
324
829
2.709
3.254
5.963
3.214
3.578
6.792
99.933
121.198
221.131
(1) Bachelor- en masteropleidingen.
(2) Het betreft alle actieve inschrijvingen met een diplomacontract in een instelling van het hoger onderwijs op 30 juni 2014. Eén student
kan meerdere inschrijvingen hebben.
Erasmushogeschool Brussel
1.992
2.706
4.698
Vrije Universiteit Brussel
4.662
5.506
10.168
Totaal
6.654
8.212
14.866
Gezamenlijke opleidingen (2)
1.808
1.345
3.153
99.933
121.198
221.131
Algemeen totaal
(1) Bachelor- en masteropleidingen.
(2) Gezamenlijke opleidingen zijn opleidingen die door meerdere instellingen samen worden georganiseerd.
BASISONDERWIJS
Leerlingen
ONDERWIJS
STUDENTEN EN CURSISTEN
4 HOGER
3 Aantal inschrijvingen per studiegebied
PROFESSIONEEL HOGER KUNSTONDERWIJS
M
V
T
PROFESSIONEEL GERICHTE OPLEIDINGEN
Audiovisuele en beeldende kunst
331
234
565
Muziek en podiumkunsten
174
90
264
Totaal professioneel hoger kunstonderwijs
505
324
829
Audiovisuele en beeldende kunst
1.627
2.159
3.786
Architectuur
878
1.004
1.882
Biotechniek
1.169
1.194
2.363
224
715
939
3.165
14.723
17.888
Muziek en podiumkunsten
1.082
1.095
2.177
16.721
14.137
30.858
Totaal academisch hoger kunstonderwijs
2.709
3.254
5.963
11.735
2.049
13.784
Totaal hoger kunstonderwijs
3.214
3.578
6.792
99.933
121.198
221.131
Gecombineerde studiegebieden
Gezondheidszorg
118
1
119
Onderwijs
6.480
15.863
22.343
Sociaal-agogisch werk
3.117
11.735
14.852
43.607
61.421
105.028
394
870
1.264
Architectuur
1.253
1.737
2.990
Bewegings- en revalidatiewetenschappen
2.844
3.559
6.403
Biomedische wetenschappen
841
1.857
2.698
Biotechniek
302
276
578
18
112
130
488
1.696
2.184
6.986
4.430
11.416
684
2.067
2.751
Gecombineerde studiegebieden
1.144
1.657
2.801
Geneeskunde
2.839
3.839
6.678
Geschiedenis
1.494
760
2.254
193
174
367
3.383
2.417
5.800
7.725
1.043
8.768
461
79
540
2.346
3.331
5.677
251
158
409
Psychologie en pedagogische wetenschappen
1.354
6.995
8.349
Rechten, notariaat en criminologische wetenschappen
4.593
7.043
11.636
230
1.203
1.433
1.016
2.912
3.928
222
344
566
1.603
1.414
3.017
810
2.340
3.150
4.591
1.308
5.899
82
34
116
4.191
2.144
6.335
774
400
1.174
53.112
56.199
109.311
Nautische wetenschappen
Totaal professioneel gerichte opleidingen
ACADEMISCH HOGER KUNSTONDERWIJS
Algemeen totaal
4 Evolutie aantal inschrijvingen in het hoger onderwijs
ACADEMISCH HOGER ONDERWIJS
Archeologie en kunstwetenschappen
Conservatie-restauratie
Diergeneeskunde
Economische en toegepaste economische wetenschappen
Farmaceutische wetenschappen
Godgeleerdheid, godsdienstwetenschappen en kerkelijk recht
Nautische wetenschappen
Politieke en sociale wetenschappen
Productontwikkeling
Sociale gezondheidswetenschappen
Taal- en letterkunde
Tandheelkunde
Toegepaste biologische wetenschappen
Toegepaste taalkunde
Toegepaste wetenschappen
Verkeerskunde
Wetenschappen
Wijsbegeerte en moraalwetenschappen
Totaal academisch hoger onderwijs
Academiejaar
M
V
T
2008-2009
82.763
98.677
181.440
2009-2010
88.258
104.957
193.215
2010-2011
92.380
110.824
203.204
2011-2012
95.142
115.469
210.611
2012-2013
97.841
118.456
216.297
2013-2014
99.933
121.198
221.131
C Lerarenopleidingen
5 Aantal inschrijvingen in de lerarenopleidingen
M
15.863
22.343
4
22
26
Hogescholen - MA
178
246
424
Universiteiten
445
1.057
1.502
3.163
6.262
9.425
176
1.233
1.409
10.446
24.683
35.129
Hogescholen
Specifieke lerarenopleiding (2)
Hogescholen - PBA
Totaal
T
6.480
Geïntegreerde lerarenopleiding (1)
Bachelor na bachelor
V
Hogescholen
(1) Geïntegreerde lerarenopleidingen zijn professioneel gerichte bacheloropleidingen in onderwijs die leiden tot de graad
van bachelor in het onderwijs, respectievelijk kleuteronderwijs, lager onderwijs en secundair onderwijs (groep 1). De
hogescholen kennen aan de afgestudeerden de betreffende graad toe en reiken het diploma van leraar uit.
(2) De specifieke lerarenopleiding is een opleiding van 60 studiepunten die men volgt na een vakinhoudelijke opleiding.
De opleiding focust enkel op pedagogische competenties. Van de 60 studiepunten moet de helft (30 studiepunten) aan
praktijk besteed worden. De specifieke lerarenopleidingen vervangen de academische initiële lerarenopleiding, de initiële
lerarenopleiding van academisch niveau en het getuigschrift pedagogische bekwaamheid. De specifieke lerarenopleiding wordt aangeboden door de universiteiten, de hogescholen en de centra voor volwassenenonderwijs. Het diploma
dat men ontvangt, is een diploma van leraar en het heeft dezelfde waarde in de drie instellingen die deze opleiding
organiseren.
BASISONDERWIJS
Leerlingen
ONDERWIJS
PERSONEEL
4 HOGER
A Hoger beroepsonderwijs
5 Personeel hoger beroepsonderwijs van het volwassenenonderwijs en specifieke
lerarenopleiding naar leeftijdscategorie en geslacht
1 Personeel HBO5 verpleegkunde uitgedrukt in aantal personen/aantal voltijdse
eenheden
Mannen
Vrouwen
leeftijd
Totaal
Aantal personen
200
1.199
1.399
152
991
1.143
60+
50-59
2 Personeel HBO5 verpleegkunde naar statuut
HBO5 verpleegkunde
249
Tijdelijken
M
V
T
124
815
939
175
M
76
V
T
M
384
460
200
V
1.199
T
1.399
117
181
27
20-29
45
aantal
3 Personeel HBO5 verpleegkunde naar net en statuut (voltijdse eenheden)
10,3%
167
30-39
Totaal
300
184
40-49
Vastbenoemden
24
76
200
250
Mannen
150
100
50
0
50
100
150
200
250
Vrouwen
Tijdelijk personeel
10,0%
10,6%
6 Leeftijdsstructuur personeel hoger beroepsonderwijs van het volwassenenonderwijs en
specifieke lerarenopleiding per net en per geslacht
18,9%
GO
79,1%
GO
VGO
71,1%
OGO
lerarenopleiding uitgedrukt in aantal personen/aantal voltijdse eenheden
M
Vrouwen
Totaal
Aantal personen
644
601
1.245
357
434
791
V
T
M
OGO
V
T
M
Totaal
V
T
M
V
T
20-29
10
15
25
15
19
34
2
11
13
27
45
72
30-39
29
62
91
63
84
147
25
35
60
117
181
298
40-49
49
49
98
90
85
175
36
33
69
175
167
342
50-59
71
47
118
136
95
231
42
42
84
249
184
433
60+
20
4
24
48
14
62
8
6
14
76
24
100
179
177
356
352
297
649
113
127
240
644
601
1.245
57
35
92
115
61
176
39
30
69
211
126
337
Totaal
Mannen
VGO
55+
lerarenopleiding naar statuut en net (voltijdse eenheden)
20,2%
32,2%
Tijdelijk personeel
17,3%
33,3%
GO
VGO
47,6%
49,4%
OGO
BASISONDERWIJS
Leerlingen
ONDERWIJS
PERSONEEL
4 HOGER
lerarenopleiding per net, statuut en geslacht (voltijdse eenheden)
2 Personeel hogescholen naar leeftijdscategorie en geslacht
leeftijd
Vastbenoemden
M
V
Tijdelijken
T
M
Totaal
V
T
M
V
T
60+
GO
73
85
158
47
53
100
120
138
258
VGO
108
126
234
66
82
148
174
208
382
OGO
39
60
99
24
28
52
63
88
151
220
271
491
137
163
300
357
434
791
Totaal
lerarenopleiding naar statuut en leeftijdscategorie
475
50-59
284
1.666
1.831
1.242
40-49
1.880
1.171
30-39
1.885
480
228
20-29
aantal
20-29
30-39
40-49
50-59
60+
Totaal
4
93
189
279
58
623
Tijdelijken
68
205
153
154
42
622
Totaal
72
298
342
433
100
1.245
Vastbenoemden
10 Evolutie personeel hoger beroepsonderwijs van het volwassenenonderwijs en
specifieke lerarenopleiding naar statuut
2008-2009 2009-2010
2010-2011
2011-2012
2012-2013
2013-2014
Vastbenoemden
492
527
582
606
612
623
Tijdelijken
780
774
720
702
649
622
1.272
1.301
1.302
1.308
1.261
1.245
Totaal
2.500
2.000
Mannen
1.500
1.000
In het kader van de integratieprocedure van het onderwijs van het lange type van de hogescholen in het universitair
onderwijs, zijn de personeelsleden van het integratiekader die door de Katholieke Universiteit Leuven en de Universiteit
Gent zelf worden betaald vanaf 1 januari 2014 niet meer in de personeelsstatistieken van het hogescholenonderwijs
opgenomen.
0
500
1.000
1.500
2.000
2.500
Vrouwen
3 Personeel hogescholen naar statuut en leeftijdscategorie
20-29
Vastbenoemden
26
30-39
1.022
40-49
1.901
50-59
60+
2.854
652
Totaal
6.455
Tijdelijken
682
2.034
1.221
643
107
4.687
Totaal
708
3.056
3.122
3.497
759
11.142
2010-2011
2011-2012
2012-2013
2013-2014
4 Evolutie personeel hogescholen naar statuut
2008-2009 2009-2010
B Hogescholen
500
Vastbenoemden
6.918
7.031
7.062
7.066
7.165
6.455
Tijdelijken
5.542
5.699
5.643
5.526
5.540
4.687
12.460
12.730
12.705
12.592
12.705
11.142
Totaal
1 Personeel hogescholen ten laste van de werkingsenveloppe van de hogescholen,
uitgedrukt in aantal personen/aantal voltijdse eenheden
Mannen
Vrouwen
Totaal
Aantal personen
4.782
6.360
11.142
3.653
4.990
8.643
BASISONDERWIJS
Leerlingen
ONDERWIJS
PERSONEEL
4 HOGER
C Universiteiten (1)
3 Personeel universiteiten ten laste van de werkingsuitkeringen, naar personeelscategorie
en leeftijdscategorie
1 Personeel universiteiten ten laste van de werkingsuitkeringen, uitgedrukt in aantal
personen/aantal voltijdse eenheden
20-29
30-39
40-49
50-59
60+
Totaal
Academisch personeel
Mannen
Aantal personen
Vrouwen
Totaal
6.834
5.571
12.405
4.727,89
3.962,17
8.690,06
(1) Bij het ter beschikking stellen van deze publicatie waren de gegevens van februari
2014 nog niet beschikbaar. Voor de universiteiten werden de gegevens van
februari 2013 geïntegreerd (academiejaar 2012-2013).
Zelfstandig academisch personeel
40
1.027
1.513
1.430
575
4.585
Assisterend academisch personeel
1.213
1.677
-
-
-
2.890
Totaal
1.253
2.704
1.513
1.430
575
7.475
428
1.390
1.468
1.371
273
4.930
1.681
4.094
2.981
2.801
848
12.405
Administratief en technisch personeel
Algemeen totaal
Bron: Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR), Ravensteingalerij 27, 1000 Brussel.
4 Evolutie personeel universiteiten ten laste van de werkingsuitkeringen, naar
personeelscategorie
2 Personeel universiteiten ten laste van de werkingsuitkeringen, naar leeftijdscategorie
en geslacht
2007-2008 2008-2009 2009-2010
leeftijd
2011-2012
2012-2013
Academisch personeel
60+
648
50-59
200
1.726
1.075
1.651
40-49
Zelfstandig academisch personeel
4.057
4.212
4.294
4.361
4.452
4.585
Assisterend academisch personeel
2.690
2.748
2.797
2.842
2.843
2.890
Totaal
6.747
6.960
7.091
7.203
7.295
7.475
Administratief en technisch personeel
4.521
4.623
4.747
4.813
4.874
4.930
11.268
11.583
11.838
12.016
12.169
12.405
Algemeen totaal
1.330
2.123
30-39
2010-2011
1.971
686
20-29
995
aantal
2.500
2.000
Mannen
1.500
1.000
500
0
500
1.000
1.500
2.000
2.500
Vrouwen
BASISONDERWIJS
Leerlingen
ONDERWIJS
BUDGET
4 HOGER
BASISONDERWIJS
Leerlingen
ONDERWIJS
INFRASTRUCTUUR
4 HOGER
1 Budget hoger onderwijs en aandeel hoger onderwijs t.o.v. totaal onderwijsbudget
(in duizend euro)
In 2013 kende het college (1) in totaal volgende machtigingen (2) toe aan de hogescholen:
In euro
Gewone investeringsmiddelen
Budget hoger onderwijs
1.750.419
Aandeel budget hoger onderwijs t.o.v. totaal onderwijsbudget
Gesubsidieerde vrije hogescholen
16,05%
2 Evolutie budget hoger onderwijs per uitgavencategorie (in duizend euro)
Loon en werking
Investeringen
Totaal
2009
2010
2011
2012
2013
2014
1.583.995
1.586.542
1.612.472
1.581.591
1.619.668
1.686.140
57.571
65.495
57.177
62.426
63.421
64.279
1.641.566
1.652.037
1.669.649
1.644.017
1.683.089
1.750.419
14.335.000
Gesubsidieerde officiële hogescholen
1.541.000
Autonome hogescholen
8.860.000
(1) Het college (hogescholen) bestaat uit de in functie zijnde algemeen directeurs van de hogescholen. Er zijn drie subcolleges (gesubsidieerde
vrije scholen, gesubsidieerde officiële hogescholen en de Vlaamse autonome hogescholen).
(2) Machtigingen zijn kredieten die in de Vlaamse begroting aan AGIOn worden toegewezen en waarvoor AGIOn engagementen voor infrastructuurdossiers mag aangaan.
Het college voorzag voor het eigenaarsonderhoud van de autonome hogescholen 881.000 euro (middelen).
AGIOn staat in voor de financiering van de facturen van de infrastructuurprojecten van de hogescholen maar
niet voor de universiteiten.
3 Evolutie budget hoger onderwijs (in duizend euro)
1.800.000
duizend euro
1.750.419
1.750.000
1.700.000
1.669.649
1.650.000
1.683.089
1.652.037
1.641.566
1.644.017
1.600.000
jaar
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Opgelet:
De bedragen m.b.t. het budget hoger onderwijs op deze pagina hebben enkel betrekking op het hogescholen- en
het universitair onderwijs. De budgetten van het hoger beroepsonderwijs van het volwassenenonderwijs en de
specifieke lerarenopleiding zijn vervat in de budgetten van het volwassenenonderwijs; de budgetten van HBO5
verpleegkunde zijn vervat bij de rubriek ‘budget’ van het secundair onderwijs.
BASISONDERWIJS
Leerlingen
ONDERWIJS
STUDIETOELAGEN
4 HOGER
1 Studietoelagen HBO5 verpleegkunde en hoger onderwijs (1)
Totaal bedrag
Aantal
Percentage
toegekende
toegekende
toegekende
studietoelagen
studietoelagen studietoelagen
(in euro)
Aantal
aanvragen
HBO5 verpleegkunde
Hoger onderwijs
3 Studietoelagen hoger onderwijs over de provincies (1)
Gemiddelde
toelage
(in euro)
Aantal
aanvragen
2.942
1.476
50,17%
1.843.948
1.249,29
HOGESCHOLEN
67.660
40.036
59,17%
68.553.998
1.712,31
Antwerpen
waarvan
Vlaams-Brabant
Gemiddelde
toelage
(in euro)
Aantal
toekenningen
Totaal bedrag
(in euro)
11.935
7.388
12.212.147
1.652,97
4.752
2.674
4.313.705
1.613,20
864
564
1.042.296
1.848,04
- Hogescholen
40.449
24.540
60,67%
40.509.375
1.650,75
BHG
- Universiteiten
24.776
14.987
60,49%
27.118.692
1.809,48
West-Vlaanderen
7.556
4.548
7.652.724
1.682,66
2.435
509
20,90%
925.931
1.819,12
Oost-Vlaanderen
8.813
5.301
8.616.420
1.625,43
(2) Het onderwijstype is niet gekend. Dit komt voor als de student in het buitenland of in een andere gemeenschap studeert.
Limburg
6.299
3.942
6.450.386
1.636,32
196
108
191.909
1.776,94
Opmerking:
Niet gekend
34
15
29.787
1.985,79
40.449
24.540
40.509.375
1.650,75
Antwerpen
7.425
4.560
8.133.784
1.783,72
Vlaams-Brabant
3.495
2.039
3.579.112
1.755,33
742
462
904.234
1.957,22
West-Vlaanderen
4.362
2.625
5.069.890
1.931,39
Oost-Vlaanderen
5.067
2.998
5.132.419
1.711,95
Limburg
3.492
2.202
4.095.375
1.859,84
170
92
180.989
1.967,27
23
9
22.888
2.543,10
24.776
14.987
27.118.692
1.809,48
- Niet gekend
(2)
Bovenstaande gegevens zijn nog niet definitief aangezien er voor school- en academiejaar 2013-2014 nog een aantal dossiers
in beraad staan, waardoor het aantal toekenningen nog kan stijgen.
Dossiers ‘in beraad’ zijn dossiers waarvoor er nog bijkomende informatie wordt opgevraagd aan de burger om het aanvraagdossier verder te kunnen afhandelen. Deze bijkomende informatie kan o.m. zijn: huurcontract van de student, bewijs van
betaling van alimentatiegelden, attesten voor niet-belastbare inkomsten,…
Aantal
toekenningen
(2)
Totaal
UNIVERSITEITEN
BHG
2 Studietoelagen HBO5 verpleegkunde over de provincies (1)
Aantal
aanvragen
Andere provincies
Totaal bedrag
(in euro)
Gemiddelde
toelage
(in euro)
Andere provincies
Niet gekend
(2)
Antwerpen
573
271
356.425
1.315,22
Vlaams-Brabant
240
111
144.343
1.300,39
37
13
16.863
1.297,14
NIET GEKEND (3)
West-Vlaanderen
844
390
487.935
1.251,12
Antwerpen
640
116
197.334
1.701,15
Oost-Vlaanderen
624
325
390.583
1.201,79
Vlaams-Brabant
350
62
127.708
2.059,81
Limburg
611
359
441.019
1.228,47
BHG
77
6
17.204
2.867,29
Andere provincies
8
5
5.369
1.073,78
West-Vlaanderen
409
105
183.072
1.743,54
Niet gekend (2)
5
2
1.411
705,31
Oost-Vlaanderen
482
81
162.422
2.005,21
2.942
1.476
1.843.948
1.249,29
Limburg
442
136
235.439
1.731,17
Andere provincies
16
3
2.752
917,48
Niet gekend
19
-
-
-
2.435
509
925.931
1.819,12
67.660
40.036
68.553.998
1.712,31
BHG
Totaal
Totaal
(2)
Totaal
Totaal hoger onderwijs
(3) Het onderwijstype is niet gekend. Dit komt voor als de student in het buitenland of in een andere gemeenschap studeert.
BASISONDERWIJS Leerlingen
5 VOLWASSENENONDERWIJS
SCHOOLBEVOLKING
1 Aantal inschrijvingen secundair volwassenenonderwijs per onderwijsnet en basiseducatie (1)
Land- en tuinbouw
483
M
Secundair
volwassenenonderwijs
VGO
V
T
45.261 63.431
-
Basiseducatie
M
V
T
108.692 51.041 85.116
-
OGO
-
-
M
Totaal
V
T
136.157 35.700 47.018 82.718
-
-
-
-
-
M
V
T
132.002
195.565
327.567
19.944
27.917
47.861
(1) In het secundair volwassenenonderwijs en in basiseducatie wordt het aantal unieke inschrijvingen in een opleiding tijdens de referteperiode (1/4/201331/3/2014) geteld. Iemand die zich gedurende de referteperiode twee of meer keer inschrijft in dezelfde opleiding, wordt slechts éénmaal geteld. Wanneer
hij/zij zich in twee (of meer) verschillende opleidingen inschrijft (al dan niet binnen hetzelfde studiegebied/leergebied), wordt hij/zij twee (of meer) keer
geteld. Wanneer een cursist opleidingen volgt binnen meer dan één onderwijsnet wordt hij/zij in deze tabel meer dan één keer geteld. Vandaar het verschil
met de andere tabellen.
2 Verdeling aantal inschrijvingen secundair volwassenenonderwijs over de netten
Secundair
volwassenenonderwijs
25,3%
33,2%
45
296
341
158
4.504
4.662
Maritieme opleidingen
181
19
200
7.162
1.091
8.253
Mode
109
15.912
16.021
Muziekinstrumentenbouw
193
35
228
34.605
45.856
80.461
1.065
7.929
8.994
Mechanica - elektriciteit
Nederlands tweede taal
Personenzorg
112
16
128
Talen richtgraad 1 en 2
24.725
42.121
66.846
Talen richtgraad 3 en 4
3.510
7.325
10.835
3
74
77
295
266
561
7.902
9.324
17.226
19
46
65
130.709
194.194
324.903
M
V
T
4.158
5.611
9.769
71
64
135
Informatie- en communicatietechnologie
1.949
4.587
6.536
Maatschappijoriëntatie
2.850
5.735
8.585
Nederlands
1.256
1.925
3.181
Nederlands tweede taal
7.424
7.433
14.857
327
917
1.244
1.909
1.645
3.554
19.944
27.917
47.861
Smeden
Textiel
Toerisme
Voeding
Taalexamens
GO
1.319
Lichaamsverzorging
Lederbewerking
GO
836
Totaal
VGO
41,6%
Basiseducatie
OGO
LEERGEBIEDEN
3 Aantal inschrijvingen per studiegebied in het secundair volwassenenonderwijs en per
leergebied in de basiseducatie
M
V
T
Algemene vorming
4.207
4.431
8.638
Auto
4.506
204
4.710
Bibliotheek-, archief en documentatiekunde
200
436
636
Bijzondere educatieve noden
128
280
408
31
69
100
3.078
583
3.661
599
222
821
19
12
31
Grafische technieken
6.718
7.819
14.537
Handel
4.972
4.289
9.261
Hout
2.555
921
3.476
Huishoudelijk onderwijs
3.377
11.094
14.471
18.418
27.676
46.094
177
189
366
8
257
265
1.149
62
1.211
STUDIEGEBIEDEN
Boekbinden
Bouw
Chemie
Decoratieve technieken
Informatie- en communicatietechnologie
Juwelen
Kant
Koeling en warmte
Alfabetisering Nederlands tweede taal
Gemengde Maatwerken
Talen
Wiskunde
Totaal
SCHOOLBEVOLKING
4 Evolutie aantal inschrijvingen secundair volwassenenonderwijs en basiseducatie (1)
330.000
INSTELLINGEN
1 Aantal centra waar secundair volwassenenonderwijs ingericht wordt en aantal
centra voor basiseducatie
aantal
GO
328.087
Aantal centra voor volwassenenonderwijs
(secundair volwassenenonderwijs)
325.000
Aantal centra voor basiseducatie
324.903
VGO
OGO
Totaal
27
53
24
104
-
-
-
13
322.744
320.000
315.576
315.000
314.576
310.000
referteperiode
2009-2010
2010-2011
2011-2012
2012-2013
2013-2014
50.000
aantal
47.861
48.000
46.000
45.909
45.283
45.780
44.000
42.000
40.000
referteperiode
2010-2011
2011-2012
2012-2013
2013-2014
Basiseducatie
(1) In het secundair volwassenenonderwijs en in basiseducatie wordt het aantal unieke inschrijvingen in een opleiding tijdens de referteperiode geteld.
De schooljaren verwijzen naar de desbetreffende referteperiodes. Voor de basiseducatie zijn enkel de gegevens voor de laatste 4 referteperiodes
beschikbaar.
PERSONEEL
A Secundair volwassenenonderwijs
4 Personeel secundair volwassenenonderwijs naar net en statuut (voltijdse eenheden)
1 Personeel secundair volwassenenonderwijs uitgedrukt in aantal personen/aantal
voltijdse eenheden
Mannen
Vrouwen
19,8%
28,2%
27,3%
Totaal
Aantal personen
2.134
4.377
6.511
1.623
3.360
4.983
Tijdelijk personeel
28,8%
31,8%
32,7%
21,9%
33,9%
GO
VGO
51,4%
40,0%
40,0%
OGO
44,2%
2 Personeel secundair volwassenenonderwijs naar leeftijdscategorie en geslacht
5 Personeel secundair volwassenenonderwijs per net, statuut en geslacht
(voltijdse eenheden)
leeftijd
60+
182
50-59
148
Vastbenoemden
665
40-49
1.429
636
1.286
520
30-39
365
131
aantal
800
Mannen
600
400
200
0
200
400
600
800
1.000
1.200
356
702
VGO
362
OGO
GO
V
VGO
T
M
V
OGO
T
M
V
M
V
M
V
T
M
V
T
1.058
215
377
592
571
1.079
1.650
931
1.293
254
520
774
616
1.451
2.067
285
599
884
151
231
382
436
830
1.266
1.003
2.232
3.235
620
1.128
1.748
1.623
3.360
4.983
20-29
30-39
40-49
50-59
60+
Totaal
44
811
1.192
1.654
243
3.944
Tijdelijken
452
858
730
440
87
2.567
Totaal
496
1.669
1.922
2.094
330
6.511
7 Evolutie personeel secundair volwassenenonderwijs naar statuut
Totaal
T
T
Totaal
6 Personeel secundair volwassenenonderwijs naar statuut en leeftijdscategorie
Vastbenoemden
3 Leeftijdsstructuur personeel secundair volwassenenonderwijs per net en geslacht
T
20-29
43
119
162
49
172
221
39
74
113
131
365
496
30-39
176
380
556
216
496
712
128
273
401
520
1.149
1.669
40-49
210
407
617
247
583
830
179
296
475
636
1.286
1.922
50-59
249
425
674
253
630
883
163
374
537
665
1.429
2.094
75
52
127
72
61
133
35
35
70
182
148
330
Totaal
753
1.383
2.136
837
1.942
2.779
544
1.052
1.596
2.134
4.377
6.511
55+
195
237
432
178
296
474
115
205
320
488
738
1.226
60+
GO
1.400
Vrouwen
M
V
Totaal
1.149
20-29
M
Tijdelijken
2008-2009 2009-2010
2010-2011
2011-2012
2012-2013
2013-2014
Vastbenoemden
3.416
3.536
3.707
3.814
3.897
3.944
Tijdelijken
2.672
2.644
2.577
2.517
2.520
2.567
Totaal
6.088
6.180
6.284
6.331
6.417
6.511
PERSONEEL
B Basiseducatie
BUDGET
1 Budget volwassenenonderwijs en aandeel volwassenenonderwijs t.o.v. totaal
1 Personeel basiseducatie uitgedrukt in aantal personen/aantal voltijdse eenheden
390.687
Budget volwassenenonderwijs
Mannen
Vrouwen
Aantal personen
139
811
950
113
594
707
2 Evolutie budget volwassenenonderwijs (in duizend euro)
2 Personeel basiseducatie naar leeftijdscategorie en geslacht
2009
leeftijd
60+
25
7
43
2011
2012
2013
2014
86.738
91.180
95.058
99.359
100.576
103.915
VGO
114.530
120.405
127.756
132.634
135.141
139.849
OGO
65.500
69.869
73.930
77.481
78.236
81.129
Netoverschrijdend
48.388
51.832
58.549
60.873
61.043
65.794
315.157
333.285
355.293
370.347
374.996
390.687
203
40-49
40
30-39
39
Opgelet:
De budgettaire gegevens van het volwassenenonderwijs omvatten het secundair volwassenen
onderwijs én het hoger beroepsonderwijs van het volwassenenonderwijs én de specifieke lerarenopleiding.
208
316
10
20-29
100
2010
GO
Totaal
50-59
3,58%
Aandeel budget volwassenenonderwijs t.o.v. totaal onderwijsbudget
Totaal
59
50
0
Mannen
50
100
150
200
250
300
aantal
Vrouwen
3 Personeel basiseducatie naar statuut en geslacht
Contractuelen (1)
Aantal
M
V
T
139
811
950
(1) In de basiseducatie wordt de term ‘tijdelijken’ niet gebruikt,
alle personeelsleden zijn contractuelen.
INFRASTRUCTUUR
1 Goedgekeurde subsidiebedragen en goedgekeurde subsidiedossiers in het
volwassenenonderwijs in 2013 (1)
VGO
Bedrag
(in euro)
OGO
Aantal
subsidie
dossiers
Totaal
Aantal
subsidie
dossiers
Bedrag
(in euro)
Bedrag
(in euro)
Aantal
subsidie
dossiers
Antwerpen
341.838
2
-
-
341.838
2
Vlaams-Brabant
571.254
1
-
-
571.254
1
6.540.000
1
-
-
6.540.000
1
West-Vlaanderen
106.489
2
-
-
106.489
2
Oost-Vlaanderen
573.069
7
-
-
573.069
7
Limburg
110.860
1
-
-
110.860
1
8.243.510
14
-
-
8.243.510
14
BHG
Totaal
(1) Inclusief basiseducatie.
6 DEELTIJDS KUNSTONDERWIJS
SCHOOLBEVOLKING
1 Aantal financierbare leerlingen per studierichting deeltijds kunstonderwijs (1)
Jongeren
Volwassenen
M
V
T
Beeldende kunst
14.798
28.525
43.323
Muziek
23.699
35.151
5.176
300
Woordkunst
Dans
43.973
Totaal
M
3 Verdeling aantal financierbare leerlingen deeltijds kunstonderwijs over de netten
Beeldende kunst
Totaal
V
T
M
V
T
5.399
13.226
18.625
61.948
67.347
61.948
58.850
8.923
12.379
21.302
80.152
89.075
80.152
13.544
18.720
510
1.451
1.961
20.681
21.191
20.681
11.302
11.602
29
839
868
12.470
12.499
12.470
88.522 132.495
14.861
27.895
Muziek
4,6%
2,8%
8,7%
GO
VGO
OGO
42.756 175.251 190.112 175.251
91,3%
92,6%
(1) De telling is gebaseerd op het aantal financierbare leerlingen. Wie meer dan één studierichting volgt, wordt meer dan eenmaal geteld.
2 Verhouding jongeren en volwassenen deeltijds kunstonderwijs
Woordkunst
70.000
aantal
Dans
4,7%
12,1%
60.000
50.000
95,3%
87,9%
40.000
4 Evolutie financierbare leerlingen deeltijds kunstonderwijs
30.000
20.000
90.000
80.000
10.000
43.323
58.850
18.720
11.602
18.625
21.302
868
1.961
0
Jongeren
Beeldende kunst
Woordkunst
80.390
80.299
80.829
80.354
58.263
58.565
59.200
59.750
60.595
21.199
21.007
20.778
20.805
20.793
9.672
10.375
11.386
12.102
12.360
2008-2009
2009-2010
2010-2011
2011-2012
2012-2013
78.513
60.000
Dans
80.152
70.000
leeftijdsgroep
Volwassenen
Muziek
aantal
61.948
50.000
40.000
30.000
20.000
10.000
0
20.681
12.470
schooljaar
Beeldende kunst
Muziek
Woordkunst
2013-2014
Dans
SCHOOLBEVOLKING
5 Aantal leerlingen dat in meerdere studierichtingen van het deeltijds kunstonderwijs is
ingeschreven (1)
Aantal
financierbare
leerlingen
Procentueel
aandeel
Enkel muziek
73.499
64,9%
Enkel woordkunst
15.280
13,5%
Enkel dans
9.932
8,8%
Muziek en woordkunst
9.268
8,2%
Muziek en dans
3.542
3,1%
Woordkunst en dans
1.038
0,9%
744
0,7%
113.303
100,0%
Totaal
INSTELLINGEN
1 Aantal academies deeltijds kunstonderwijs
GO
Beeldende kunst
Muziek, Woordkunst en Dans
Gevolgde studierichting(en)
Muziek en woordkunst en dans
Kunstacademies (1)
Totaal
VGO
OGO
Totaal
5
4
56
65
10
-
83
93
-
-
10
10
15
4
149
168
(1) Kunstacademies bieden zowel beeldende kunsten als podiumkunsten aan.
(1) Het aantal financierbare leerlingen wordt weergegeven op basis van het aantal
studierichtingen waarvoor ze ingeschreven zijn. Deze indeling kan momenteel
enkel voor Muziek, Woordkunst en Dans (inclusief de leerlingen MWD die ingeschreven zijn in de kunstacademies) worden gemaakt.
PERSONEEL
1 Personeel deeltijds kunstonderwijs uitgedrukt in aantal personen/aantal voltijdse
eenheden
4 Personeel deeltijds kunstonderwijs naar net en statuut (voltijdse eenheden)
Mannen
Vrouwen
Totaal
Aantal personen
2.347
3.408
5.755
1.825
2.445
4.270
7,9%
1,1%
10,3%
0,9%
GO
VGO
2 Personeel deeltijds kunstonderwijs naar leeftijdscategorie en geslacht
91,4%
91,0%
92,5%
leeftijd
60+
Tijdelijk personeel
OGO
88,5%
88,8%
149
166
5 Personeel deeltijds kunstonderwijs per net, statuut en geslacht (voltijdse eenheden)
50-59
948
707
40-49
568
30-39
915
270
20-29
800
Vastbenoemden
943
636
600
453
aantal
400
Mannen
200
0
200
400
600
800
1.000
M
V
T
T
M
V
T
117
142
259
45
55
100
162
197
359
VGO
16
19
35
4
5
9
20
24
44
OGO
1.292
1.713
3.005
351
511
862
1.643
2.224
3.867
Totaal
1.425
1.874
3.299
400
571
971
1.825
2.445
4.270
6 Personeel deeltijds kunstonderwijs naar statuut en leeftijdscategorie
20-29
GO
VGO
T
M
V
OGO
T
Totaal
M
V
T
M
V
T
4.009
Tijdelijken
674
640
263
143
26
1.746
Totaal
723
1.483
1.579
1.655
315
5.755
2
4
6
238
411
649
270
453
723
30-39
61
83
144
1
4
5
506
828
1.334
568
915
1.483
40-49
50
55
105
8
18
26
578
870
1.448
636
943
1.579
50-59
63
84
147
14
12
26
630
852
1.482
707
948
1.655
60+
19
17
36
4
1
5
143
131
274
166
149
315
223
277
500
29
39
68
2.095
3.092
5.187
2.347
3.408
5.755
Vastbenoemden
3.680
1.061
Tijdelijken
1.850
Totaal
5.530
11
5
16
458
476
934
518
543
Totaal
289
68
111
60+
1.512
38
62
50-59
1.316
30
49
40-49
843
20-29
55+
30-39
49
Vastbenoemden
Totaal
V
1.200
Vrouwen
V
M
Totaal
GO
3 Leeftijdsstructuur personeel deeltijds kunstonderwijs per net en geslacht
M
Tijdelijken
7 Evolutie personeel deeltijds kunstonderwijs naar statuut
2008-2009 2009-2010
2010-2011
2011-2012
2012-2013
2013-2014
3.767
3.842
3.944
3.959
4.009
1.846
1.838
1.764
1.769
1.746
5.613
5.680
5.708
5.728
5.755
BUDGET
1 Budget deeltijds kunstonderwijs en aandeel deeltijds kunstonderwijs t.o.v. totaal
Budget deeltijds kunstonderwijs
233.312
Aandeel budget deeltijds kunstonderwijs t.o.v. totaal onderwijsbudget
2,14%
2 Evolutie budget deeltijds kunstonderwijs per net (in duizend euro)
2009
2010
2011
2012
2013
2014
GO
17.085
17.836
18.851
19.448
20.024
20.877
VGO
2.777
2.573
2.710
2.738
2.805
2.721
178.998
184.074
194.948
201.320
205.474
209.119
315
252
258
592
592
595
199.175
204.735
216.767
224.098
228.895
233.312
OGO
Netoverschrijdend
Totaal
(1)
(1) Tijdens het begrotingsjaar 2012 werden er bijkomende middelen voorzien voor pilootprojecten binnen het deeltijds
kunstonderwijs. Dit verklaart de stijging van het netoverschrijdend krediet 2012 ten opzichte van 2011.
3 Evolutie kostprijs per leerling in het deeltijds kunstonderwijs (in euro)
1.350
euro
1.326
1.289
1.300
1.254
1.250
1.200
1.309
1.196
1.175
1.150
1.100
1.050
2009
2010
2011
2012
2013
2014
jaar

B Secundair onderwijs - Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming

Transcription

Similar documents

`Lezen stopt nooit`. - Beter Onderwijs Nederland

StJH Evaluatie Scholenprojecten 2011

“ Het godsdeeltje? Irritante onzin”

chatten in vlaanderen

Verslag 2015 - Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid