Groeten uit Boxmeer!

Transcription

Groeten uit Boxmeer!
Personeelsblad Radboudumc | Jaargang 39
#7
oktober 2014
Groeten uit
Boxmeer!
Uroloog Toine van der Heijden
enthousiast over samenwerking
Tips van collega’s
Zo luister je beter
naar de patiënt
The next step in de strategie
Zijn we klaar
voor de toekomst?
#7 – oktober 2014
INHOUD
architecten en bouwers
LEESTIP
Uw project van idee tot oplevering in één hand!
Esther van den Berg is beleidsadviseur
Strategieontwikkeling. Ze tipt het artikel
op pagina 8 tot en met 10.
Ontwerpt èn bouwt voor mensen....
....die het al druk genoeg hebben.
Lees:
- www.dag-inspiratie.nl - 024 3737655 - specialisten in architectonische (ver)bouwprojecten advertentie 1.indd 1
Groeten uit
Boxmeer
3/7/2014 4:15:15 PM
16
20
12
Steegstraat 12 te Linden (Cuijk)
radbode-golden tulip 140908.indd 1
Op werkelijk zeer08-09-14
unieke locatie
gelegen, met fantastisch blijvend weids uitzicht over de natuurland10:25
schappen en water, zeer goed onderhouden vrijstaande woning met inpandige garage, royaal perceel
(1.337 m²) met diverse
terrassen
en2014.indd
onderkelderd.
Gelegen aan einde van de straat en grenzend aan 08-09-14 16:01
in'to Radbode
oktober
1
natuurgebied!
Indeling: Ontvangsthal met authentieke tegelvloer; moderne leefkeuken (2007) met alle wenselijke inbouwapparatuur (waaronder een stoomoven en inductiekookplaat), granieten aanrechtblad en vloerverwarming; royale woonkamer met fraaie houtkachel, hoog plafond, openslaande tuindeuren, boven de tuindeur en het raam ernaast zit een dauerluftung, fraaie houten vloer
en weids uitzicht; royale slaapkamer met inbouwkastenwand doorgang naar; royale badkamer v.v. ligbad, separate douche,
toilet en dubbele wastafel; gastentoilet.
1e verdieping: Vide; 2 zeer ruime slaapkamers met veel bergruimte; 3e slaapkamer; cv-ruimte.
Souterrain: inpandige garage met keukenblok (met nieuwe keramische kookplaat), berging en kelder.
Algemeen: Hier heeft u alle dagen vakantie!!
“Huis en tuin bieden een zeer hoge mate van privacy, voor onbekommerd wonen. In dit gastvrij, ruimdenkend en gemoedelijk
Brabants dorp zult u zich snel op Uw gemak voelen”.
Inhoud circa 1.020 m³. Perceeloppervlakte 1.337 m².
Marc Peters Makelaars & Taxateurs
Maasburg 13, 5431 BR Cuijk
Telefoon 0485-56 31 77
www.marcpeters.nl
radbode-marc peters 140904.indd 1
05-09-14 10:18
08
ZORG – Het Radboudumc werkt samen
met Maasziekenhuis Pantein in Boxmeer.
Daardoor krijgen patiënten hoogwaardige zorg
dicht bij huis. Deze vorm van samen­werken
maakt de zorg kwalitatief beter én doelmatiger.
Rondvraag – Hoe luister je beter naar
de patiënt? Vaak onderbreekt een arts al
na 23 seconden de patiënt op het spreekuur.
Lees tips van collega’s en een patiënt over hoe
het beter kan.
Onderzoek – De geheimen van de ijzer­
stofwisseling worden steeds verder
ont­rafeld. Met moeilijke, complexe, onbegrepen
ijzer­vragen weten deskundigen uit binnen- en
buitenland de ijzergroep van Dorine Swinkels
(‘Iron Lady’) in het Radboudumc goed te vinden.
Het Moment – In deze rubriek vertel­
len medewerkers over een bijzondere
ervaring tijdens hun werk. Volgens kinderarts/
neonatoloog Tim Antonius is aandacht schenken
aan het afscheid zeker zo belangrijk als het red­
den van levens.
12
STRATEGIE – We zijn klaar voor de toe­
komst. Tijdens het afscheid van bestuurs­
voorzitter Melvin Samsom toonden medewerkers
in maar liefst vijftig stands hun volgende stap in
de realisatie van de strategie en de toekomst van
de gezondheidszorg.
16
Als concernstaf strategieontwikkeling ondersteunen we samenwerkingsinitiatieven die verder gaan dan de reguliere verwijs- en
consultfunctie. Zoals met Maasziekenhuis
Pantein in Boxmeer. In het verhaal ‘Groeten uit
Boxmeer’ lees je hoe die samenwerking eruit
ziet en wat het oplevert. Onze artsen houden
er patiëntbesprekingen, draaien poli en voeren
er operaties uit. We willen de patiënt niet
terug- of doorverwijzen, maar doorbehandelen
binnen ons netwerk. Patiënten uit de regio
kunnen daardoor steeds vaker in het ziekenhuis in hun eigen omgeving blijven. Alleen
wanneer het moet, gaan ze voor academische
zorg (kortstondig) naar het Radboudumc.
Samenwerken is cruciaal om de gezondheidszorg verder te verbeteren. Het maakt de zorg
kwalitatief beter én doelmatiger en het leidt
– als het goed is – tot innovatie in patiëntenzorg en meerwaarde voor de patiënt: de beste
zorg op die plek waar de zorgvraag het best
beantwoord kan worden.
20
23
RUBRIEKEN
04 Het getal
06 Kort
11 5 Vragen aan
Esther van den Berg
19 De patiënt
22 Collega’s
24 Achterop
3
4
personeelsblad radboudumc
HET GETAL
#7 – oktober 2014
Marjan Wassenaar
Eric Scholten
Radboud College Tours staan dit jaar op de agenda. Scholieren maken tijdens deze
tours in ons huis kennis met zorg- en paramedische beroepen én steken zelf de
handen uit de mouwen. Dat helpt bij het kiezen van de juiste studie.
Hanneke Santegoets, opleider bij de Radboud Zorg­
academie, organiseert samen met opleider Jeannette
Timmermans voor het vierde jaar de Radboud College
Tours. ‘Natuurlijk spreken we ook op open dagen,
maar scholieren moeten zien en ervaren wat een zorgof paramedisch beroep inhoudt. Pas dan kunnen ze
zich echt een beeld vormen.’ Tijdens een College Tour
meten leerlingen van vmbo-t, havo en vwo elkaars
bloeddruk op, bekijken ze cellen door een microscoop
en maken ze een uitstrijkje van hun eigen wangslijm­
vlies. Zorgprofessionals op de deelnemende afdelin­
gen maken een programma, stagiaires verzorgen de
tours. Hanneke: ‘Zij staan dicht bij de doelgroep en
weten daardoor jonge mensen goed te informeren
over het vak. Bovendien vergroten ze zo hun commu­
nicatieve vaardigheden.’
De Radboud College Tours bieden bij uitstek de moge­
lijkheid je beroep uit te dragen. Veel medewerkers en
studenten doen dit met trots. Hanneke: ‘We tonen
onze significant impact on healthcare aan de hele
wereld, dat moeten we ook doen aan de jongeren die
hier over tien jaar komen werken.’
Meer weten?
Kijk op scholieren.radboudzorgacademie.nl
5
6
personeelsblad radboudumc
#7 – oktober 2014
KORT
COLUMN | ETHIEK
GETIPT
Stemmen tot 28 oktober
Als deze Radbode op je deurmat valt, zijn de verkiezingen voor de nieuwe medezeg­
genschap in volle gang. Tot 28 oktober kun je online je stem uitbrengen op je voor­
keurskandidaat voor de Ondernemingsraad (OR) en de Onderdeelcommissies (OC).
Medewerkers van de sectie medische ethiek
(iq healthcare) geven een beschouwing
over een actueel onderwerp. Deze keer
Simone van der Burg.
Betere mensen
Lezing: In haar boek Betere mensen, over gezondheid als keuze en koop­
AIOS kijken vooruit
waar, toont wetenschapsfilosoof Trudy Dehue de schaduw­kanten van
onze fixatie op gezondheid. Na haar lezing gaat Dehue in gesprek met
filosoof Marli Huijer. Radboud Universiteit, College­zalencomplex,
Wat kun je doen om de arts van de toekomst te worden,
in de veranderende wereld van de gezondheidszorg?
Daarover bogen zich circa 90 AIOS (artsen in opleiding
tot specialist) tijdens het symposium ‘Zit jij in de driver­
seat?’ op 8 september.
29 oktober, 19.30-21.30 uur. Prijs: € 9,50.
Alpha – De nieuwe wildernis
Dans: Danscircusvoorstelling waarin de lichaamstaal van managers onder een vergrootglas
wordt gelegd. LUX (Nijmegen), 6 november, 20.30 uur. Prijs: € 18,50.
Op intranet vind je een overzicht
waarin alle OR- en OC-kandidaten zich,
mét foto, presenteren. Elke medewerker
mag een stem uitbrengen voor een kan­
didaat voor de OR en voor de OC. Op
intranet zie je ook onder welke OC jouw
afdeling of organisatieonderdeel valt.
Voor de mensen die niet online willen
of kunnen stemmen, is er op 21 en 23
oktober tussen 11.30 en 14.00 uur een
stemlokaal ingericht in het restaurant
in het A-gebouw.
De medezeggenschap komt op voor de
belangen van alle medewerkers. Laat je
stem dus gelden. Op 28 oktober wordt op
de uitslag feestelijke bekend gemaakt.
Stemmen? Ga naar intranet, button OR-
en OC-verkiezingen. Daar vind je ook alle
verdere informatie over de verkiezingen
en de bekendmaking van de uitslag.
Skills & Simulatie lab
viert lustrum
Enthousiast? Klik op intranet op de
button ‘Verkiezingen OR en OC’s’ om
te lezen wat je moet doen
‘Zelfmonitoring neemt enorm toe. Straks kun je bij
Kruidvat een test voor een genen­paspoort halen. Patiënten
komen met een uitdraai hiervan bij jullie. En dat gaat
mega­snel’, aldus Alain van Gool, sinds 1 september onze
hoogleraar Personalized Healthcare. ‘Hoe kunnen we ons
hiertegen wapenen?’, klinkt het voorzichtig uit de zaal.
‘Omarm het juist’, zegt Alain resoluut. ‘Wij zullen vormen
moeten zoeken om hier een antwoord op te geven.’
AIOS Stefanie van den Bosch gelooft stellig in de patiënt
als partner. ‘Via de smart­phone ligt de wereld open,
patiënten zijn goed geïnformeerd voordat ze binnen­
komen. Als ze überhaupt komen, want de communicatie
vindt ook steeds vaker plaats via de iPad thuis. Mensen
kijken niet alleen voor het boeken van een hotel naar
reviews. Ze gaan ook naar ZorgkaartNederland.nl om
te lezen hoe een arts wordt beoordeeld. E-health met
gezondheidsapps neemt een enorme vlucht. Wij moeten
nu inspelen op deze ontwikkelingen.’
Meer informatie op intranet: Organisatie/Projecten/
Met energie aan het werk
IMPACT VAN ONDERZOEK
Nijmeegse wetenschappers
met drie artikelen in Science
De eigenschappen van witte bloedcellen wordt veel sterker bepaald door omgevings­
factoren dan we dachten. Dat schrijven Henk Stunnenberg, hoogleraar Moleculaire
Biologie van de Radboud Universiteit en Mihai Netea, hoogleraar Experimentele Interne
Geneeskunde van het Radboudumc, 26 september in maar liefst drie artikelen van het
toonaangevende vakblad Science.
Het Skills & Simulatie lab bestaat vijf jaar. Op 30
oktober vindt daarom in het Auditorium een sym­
posium plaats over multi­­disciplinair teamwerk en
beoordeling van skills en competentie. Voor oplei­
ders, zorgprofessionals en overige geïnteresseer­
den, met workshops, lezingen en demonstraties.
Gerard Kemkers, voormalig schaatscoach van
Sven Kramer, is een van de sprekers.
Meer informatie en inschrijving:
www.radboudumc.nl, agenda
De wetenschappers werkten samen met
collega’s van o.a. Harvard, Cambridge Uni­
versiteit en het Sanger Instituut. De studies
vinden plaats binnen het BLUEPRINT pro­
ject dat ‘epigenomen’ van bloedcellen ont­
cijfert. Elke lichaamscel heeft hetzelfde
DNA. Toch zijn er grote verschillen tussen
onze cellen. Bovendien veranderen cellen
door omgevingsinvloeden, veroudering en
ziekte. Het DNA wordt dus steeds anders
gebruikt. Hoe dat werkt is het terrein van
de epigenetica. Het vakgebied bestudeert
overerfbare veranderingen aan het DNA
die niet in de lettervolgorde zijn terug te
vinden. Stunnenberg geeft leiding aan het
BLUEPRINT project.
Ga voor meer informatie www.radboudumc.nl,
nieuws en berichten.
GETWEET
digital_human Zo dit was de laatste keer in het
@radboudumc. Thanks voor de behandeling en
zeer goede zorg!
Corine van Dijk @CorineGLD Initiatiefnemers
#All4Small @radboudumc willen structureel
onderzoek kunnen doen om te vroeg geboren
baby's betere toekomst te kunnen bieden
Ad Warnar @AdWarnar Geweldig initiatief,
samen met cliënten opgezet RT Radboudumc
gaat inter­nationaal met ParkinsonNet.
NathalieKoopman @NathalieGld Je gunt toch
iedereen de warme zorg van @FloortjeAgema
als je bent overleden. Prachtmens!
#zijhoudennederland­inleven @radboudumc
Heb je direct contact met
patiënten in je werk? Haal dan
ook dit jaar tussen 27 oktober
en 6 november de griepprik.
Meer informatie op intranet
Leren van overleden patiënten
Jaarlijks sterven gemiddeld zo’n 600 patiënten in het Radboudumc. Hoe verliep de zorg in het
Radboudumc bij patiënten die overleden zijn? Alle afdelingen doen hier structureel dossieron­
derzoek naar. Dit jaar is hiermee gestart binnen het veiligheidsthema sterfteanalyse. Dit kan
zeer waardevolle informatie opleveren over de kwaliteit van zorg.
‘Afdelingen gaan zelf de dossiers analyseren
van patiënten die op de eigen afdeling zijn
overleden. Per afdeling zijn twee aandachts­
velders getraind in de analysemethodiek’,
vertelt Edith Klappe, internist en themalei­
der. ‘Het doel is om hiermee onbedoelde en
vermijdbare schade op te sporen én om ver­
beteracties in te zetten om deze schade in
het vervolg te voorkomen.’
Als voorbeeld van onbedoelde schade noemt
ze een patiënt die een infectie heeft opgelopen
tijdens het verblijf in het ziekenhuis.
In huis is een expertgroep ingericht met artsen
en medewerkers vanuit verschillende speci­
alismen die op basis van de analyses trends
signaleert en advies uitbrengt aan de Raad
van Bestuur. Op basis van de analyses moe­
ten afdelingen verbeteringen doorvoeren.
Op intranet staat het programma van de
Week van de Patiëntveiligheid, die van 17
tot 21 november plaatsvindt. Met onder
andere een multidisciplinaire bijeenkomst
waarin een casus van een overleden patiënt
wordt besproken.
Meer informatie op intranet, via button
Patiëntveiligheid, thema Sterfteanalyse
Verantwoord
innoveren
Wetenschappers hebben het druk. Ze
moeten onderzoeksgelden binnenslepen
en publiceren in tijdschriften met hoge
impact. Daarom nemen zij vaak niet de
tijd om met gebruikers – zoals patiënten –
af te stemmen of de innovatie die zij
ontwikkelen ook wenselijk is.
Maar soms denken patiënten anders over
de waarde van een innovatie dan wetenschappers. Denk bijvoorbeeld aan screening
op erfelijke aandoeningen. Dat het mogelijk
is om bij de geboorte van een kind het hele
DNA te onderzoeken, wil niet zeggen dat
iedereen ook alles wil weten.
De discussie over de (vaak ambigue)
waarde van het eindproduct zouden wetenschappers vroegtijdig moeten voeren. Input
van patiënten is nuttig om de onderzoeks­
agenda vast te stellen en de eisen te bepalen waaraan het product moet voldoen.
Dat vergroot de kans dat de innovatie
(ethisch) acceptabel is en in gebruik wordt
genomen. Scenarioworkshops helpen om
beter af te stemmen.
Verschillende manieren om een innovatie te
realiseren, komen aan bod. Neem Twentse
nanotechnologen. Zij hebben een lab-on-achip ontwikkeld waarmee mensen thuis
kunnen onderzoeken of zij darmkanker
hebben. Het resultaat kunnen zij via de
mobiele telefoon ontvangen, of via de arts.
Welk scenario is beter? Het lijkt aantrekkelijk om de diagnose direct aan patiënten
door te geven. Maar wat vinden zij daar zelf
van? Door te luisteren naar darmkanker­
patiënten, krijg je als wetenschapper beter
zicht op hun voorkeursscenario. Met dat
resultaat kunnen wetenschappers en
producenten verder. Het is ook ethisch
interessant: iedere partij brengt zijn eigen
waarden en normen in en gaat daarover
in gesprek.
7
8
personeelsblad radboudumc
ZORG
#7 – oktober 2014
Jannie Meussen
Paul Lagro en Eric Scholten
Topzorg door samenwerking
Opereren in Nijmegen én Boxmeer
Als een kolos doemt het donkerbruine Maasziekenhuis Pantein op tussen
de groene velden. De vlaggen van Radboudumc, Maartenskliniek en
Maasziekenhuis Pantein wapperen gebroe­derlijk naast elkaar: hier
wordt samengewerkt. Radbode snuffelt een maandag in Boxmeer
aan het duurzame netwerken.
‘Topzorg door samenwerking’ staat er op de
plaquette bij de ingang van Maasziekenhuis
Pantein. Om acht uur is het al druk in de ruime
entree. Niet alleen medewerkers van Maaszie­
kenhuis Pantein, ook diverse medewer­kers uit
het Radboudumc starten er hun werkdag. Zoals
chirurg Otmar Buyne, die op maandag en dins­
dag in Boxmeer werkt, en oncologisch uroloog
Toine van der Heijden, die hier op maan­
dagochtend poli draait. Patiënten niet terug- of
doorverwijzen, maar doorbehandelen in ons
netwerk: dat brengen zij hier in praktijk. Waar
het kan, krijgen patiënten hoogwaardige zorg
dicht bij huis. En wanneer het moet, gaan ze
voor academische zorg naar het Radboudumc.
Korte lijnen
In zijn Radboudumc-uniform ontvangt Toine
van der Heijden zijn patiënten. Zo’n vijftien tot
twintig per ochtend. Kort daarvoor heeft hij met
uroloog Erika van Boven uit Boxmeer de patiën­
ten doorgenomen die academische aandacht
nodig hebben. De één met een spieringroeiende
vorm van blaaskanker, een ander komt in aan­
merking voor een robotgeassisteerde prostaat­
verwijdering. Behandelingen die niet in Boxmeer
kunnen plaatsvinden en waarvoor patiënten
naar Nijmegen gaan.
Nadat Erika met hen heeft gesproken, stuurt zij
ze door naar Toine. Toine: ‘Het voordeel voor de
patiënt zijn de korte lijnen. Ik zet ze meteen op
de opnamelijst van Radboudumc, dat scheelt
wéken wachttijd.’ ‘Het is zo fijn dat ik voor de
nacontroles weer hier in Boxmeer terecht kan’,
zegt een mevrouw uit Bergen op het spreekuur.
‘Radboud is mij te groot, bovendien kan ik hier
voor de deur parkeren.’
Andersom werkt het ook. Patiënten die naar het
Radboudumc komen voor minder complexe
urologische ingrepen, krijgen het aanbod om
voor behandeling naar Boxmeer te gaan. Bijvoor­
beeld met kleine blaastumoren of steentjes laag
in de nierleider. Toine: ‘Ze zijn zo sneller aan de
beurt, en wij kunnen ons in het Radboudumc
richten op de hoogcomplexe zorg. Dat is wat
zorgverzekeraars en minister Schippers graag
willen.’ Al vindt zijn collega uit Boxmeer dat de
terugverwijzing beter kan. ‘We merken vaker
dat patiënten aan het idee moeten wennen dat
ze in Boxmeer worden behandeld’, vertelt
spreekuurassistent Sandra Bindels. ‘Als ik hen
daarvoor bel, reageren ze soms terughoudend.
Maar als ik ze vertel over de nauwe samenwer­
king met het Radboudumc en dat ze hier veel
sneller aan de beurt zijn, zien ze toch wel de
voordelen.’
Videoconferenties
Twintig meter verder draait ook chirurg Otmar
Buyne deze ochtend poli. Om 7.45 uur heeft hij
samen met zijn collega’s de patiënten doorge­
sproken. Het team bestaat voor de ene helft uit
Boxmeerse en voor de andere helft uit Radboud­
chirurgen. Vier chirurgen zijn gedetacheerd
vanuit Radboudumc. Twee van hen opereren
in Nijmegen én Boxmeer.
9
10
personeelsblad radboudumc
#7 – oktober 2014
Nelleke Dinnissen
5 VRAGEN AAN
Eric Scholten
In deze rubriek stellen we persoonlijke
vragen aan een medewerker die een
Radboudpluim heeft ontvangen.
Dialyseverpleegkundige Pleuni Schepers
rouleert tussen Boxmeer en Nijmegen
Huib de Jong, seniorverpleegkundige Hematologie en E00
‘Veelzijdigheid
houdt mij scherp’
1. Wie bewonder je?
‘Henk de Velde en Eerde Beulakker, twee zeilers die letterlijk en figuurlijk
hun eigen koers vaarden. Mannen met lef die ook hun zwakheden toe­
gaven. Ik vind eerlijk­heid en grenzen durven aangeven belangrijk. Je kunt
beter zeggen: dit kan, durf of doe ik niet, dan blijven aanmodderen.’
2. Waar ben je trots op?
‘Op mijn twee dochters. En daarnaast op de afdeling EOO, inclusief
de dagbehandeling E10. De kennis en kunde van verpleegkundigen
is hier van een heel hoog niveau. Dat merk ik in de nazorg. Ook de
communicatie tussen verpleegkundigen, artsen en secretariaat ver­
loopt uitstekend.’
Toine van der Heijden van Radboudumc
draait poli in Boxmeer
Het beste voor de patiënt
Het opbouwen van duurzame netwerken is een belangrijke pijler in onze strategie. Zo werken we vanaf 2009
samen met Maasziekenhuis Pantein, onder meer op het gebied van radiologie, pathologie, medische micro­
biologie, kanker, (plastische) chirurgie, pijnbehandeling en urologie. Sinds 2013 is er uitwisseling met het
Jeroen Bosch ziekenhuis in Den Bosch. In september is de samenwerking bekrachtigd met Maastricht UMC+
op het gebied van genetica en farmacie. Samenwerken maakt de zorg kwalitatief beter én doelmatiger.
Kijk voor meer informatie over onze duurzame netwerken op intranet,
onder ‘Strategie’ en ‘Samenwerking Jeroen Bosch’.
‘Het is sinds hun komst in 2011 echt veranderd op
onze afdeling’, vertellen verpleegkundigen Laura
Albrecht en Linda Lemmers des­gevraagd. ‘We
opereren meer mensen, en er vinden meer kijk­
buisingrepen plaats. De protocollen zijn boven­
dien strakker. De patiënten horen bij opname al
wanneer de ontslagdatum is gepland.’
Patiënten krijgen hoogwaardige chirurgische
zorg dicht bij huis aangeboden, maar passend
binnen de faciliteiten van een regionaal zieken­
huis. ‘Nu ook de plastisch chirurgen in Boxmeer
opereren, kunnen vrouwen met borstkanker
hier voor een totale behandeling van iedere
vorm van borstkanker terecht, tot aan borstre­
constructie toe. Ook is er een keten opgezet voor
mensen met darmkanker’, vertelt Otmar Buyne.
De werk­­wijzen van Maasziekenhuis Pantein en
Radboudumc zijn nauw op elkaar afgestemd.
Francis Kuijpers, verpleegkundig consulent
oncologie in Boxmeer, beaamt dat volmondig.
‘Wij wisselen wekelijks informatie uit via
video­conferenties. Bijvoorbeeld over patiënten
die hier het voortraject doorlopen, geopereerd
worden in Nijmegen en voor de nabehande­
ling weer hier komen. Ik heb veel contact met
de casemanagers in het Radboudumc, de lij­
nen zijn kort en dat is winst voor de patiënt.
Voor hen is het bovendien prettig dat ze ook
voor bestralingen in Boxmeer terechtkunnen.
Sinds drie jaar is er een dependance van Radi­
otherapie hier op het terrein gevestigd.’
Vertrouwd
Toevallig zijn de deuren van de afdeling Radio­
therapie in Boxmeer deze maandag gesloten:
de apparaten zijn in revisie. Deze afdeling is
van het Radboudumc en draait volledig met
Radboudmensen. Radiotherapeutisch laboran­
ten en radiotherapeuten rouleren over beide
locaties. Patiënten blijven voor bestraling in
hun vertrouwde omgeving, maar kunnen reke­
nen op academische expertise.
Ook de dialyseafdeling is een dependance van
het Radboudumc. ‘Het is hier heel gemoede­
lijk’, zegt dialyseverpleegkundige Pleuni Sche­
pers, deze dag ingeroosterd in Boxmeer. ‘De
meeste mensen komen uit de buurt en spreken
dialect. Ik kom zelf uit Westerbeek, dus dat is
voor mij heel vertrouwd.’
Een paar patiënten dommelen, anderen puzze­
len, lezen of zijn in gesprek met de buurman. In
Boxmeer komen de redelijk stabiele patiënten,
zoals Tonny van Uum uit Cuijk. ‘Ik dialyseer
vier keer per week. Op zaterdag ga ik naar Nij­
megen, dan is het hier dicht. Fijn is dat je daar
dan dezelfde medewerkers treft.’
Steeds meer samen
‘We doen steeds meer samen’, vertelt Floor
Gerrit­­sen, teammanager chirurgie in Boxmeer.
‘Onze centrum- en teammanagers hebben veel
contact met de Nijmeegse beleidsmedewerkers
en bedrijfsleiders. Met Radboud­collega’s van
Procesverbetering en Inno­vatie (PVI) zit ik zelf
regelmatig om tafel. En ik heb laatst een dag
meegelopen bij Plastische Chirurgie om te kijken
hoe het daar op de vloer toegaat. We proberen
zoveel mogelijk uniform te werken. Ook maken
we gebruik van jullie ervaring met verbetering
van zorgprocessen: efficiëntere polikliniekbezet­­
ting, meer dagbehandeling, minder herhaalbe­
zoeken, betere productiecijfers. Het gaat steeds
beter. We merken dat patiënten vanuit Nijmegen
de stap naar Boxmeer ook makkelijker maken.’ 3. Hoe kun jij jouw idealen kwijt in je werk?
‘Het mooiste vind ik mijn uitgebreide takenpakket als senior­
verpleegkundige. Ik geef verpleegkundigen les over inter­
visie en nazorg. Daarnaast verzorg ik lessen aan studenten
en koppel hen aan verpleegkundigen die optreden als hun
werkbegeleiders. Aan de hand van een set fotokaarten
bespreek ik met studenten hoe zij tegen hun stage aankij­
ken. Vinden ze het spannend of zijn ze juist heel zelfverze­
kerd? De veelzijdigheid van het werk houdt mij scherp.’
4. Terugkijkend, wat zou je anders doen als je 16 was?
‘Niet veel. Misschien zou ik iets strenger zijn voor mezelf. Ik gooide er
vroeger met de pet naar. Ik zocht het avontuur op. Maar dat was ook
een pre: ik heb veel van de wereld gezien. Heel leerzaam. Eén ding zou
ik anders doen. Als jongen van achttien klopte ik bij de bank aan om
€ 100 te beleggen in een of ander vervoers­bedrijf. Dat werd me afge­
raden. Het is nu wel een multinational!’
5. Met wie zou je een dagje willen ruilen?
‘Met Pierre Bokma, een fantastische acteur. De bevlogenheid en de
totale overgave waarmee hij zijn rollen speelt, vind ik fascinerend. Ik
zit zelf in een toneelgroep en zou willen voelen hoe hij een stuk draagt
en er steeds weer een nieuwe laag aan geeft.’ Personalia
Naam: Huib de Jong Afdeling/functie: seniorverpleegkundige Hematologie
en EOO Pluim verdiend op: 13 mei 2014 Omdat: Huib zeer actief is. Hij
zette het nazorgtraject op, is trekker van studentenzaken en draagt bij aan
onderwijsmodules. Hij is bovendien contactpersoon voor voedingsassistenten
en jaarlijks Sinterklaas voor patiënten. Collega’s kunnen altijd bij Huib terecht.
11
#7 – oktober 2014
Pieter Lomans
‘Patiënten zijn de
drijvende kracht achter
het onderzoek’
Eric Scholten
ONDERZOEK
Dorine Swinkels, de Iron Lady van Radboudumc
Stromend ijzer
In ons lijf ruist het stromend ijzer. IJzer, dat witte bloedcellen stimuleert tot het opruimen
van indringers. IJzer dat in rode bloedcellen het zuurstof naar de plaats van bestemming
sleurt. Maar in overdaad verwoest ijzer ook gemakkelijk hart, lever en andere organen.
Mooi, dat de geheimen van de ijzerstofwisseling steeds verder ontrafeld worden.
Hadden de dobbelstenen van het leven iets anders gerold,
dan was hoogleraar Experimentele Klinische Chemie Dorine
Swinkels nu misschien wel bierbrouwer geweest. Ze is een
telg van de grote Swinkels-dynastie, die al sinds generaties in
Lieshout-Helmond Bavariabier brouwt. Maar haar opa wilde
wat anders en verruilde de drank voor het dier. Hij stapte uit
het familiebedrijf om dierenarts te worden. ‘Bij familiebijeen­
komsten is dat onderwerp nog wel eens aanleiding voor enige
hilariteit’, zegt Swinkels. ‘Dan gaat het over de rijke en de arme
kant, over de slimme en domme kant. In familietermen vallen
wij dan onder de arme, slimme kant.’ Een hartelijke lach vult
haar werkkamer.
IJzer stapelen
Voordat Swinkels zich helemaal op het ijzeronderzoek stortte,
vulde ze haar dagen vooral met sport. Ze hockeyde in het nati­
onaal elftal en tenniste mee met de top van Nederland. Vanaf
haar achttiende begint het perspectief langzaam te kantelen
en langzaam maar zeker wordt het medisch-wetenschappelijk
onderzoek steeds belangrijker. Ze gaat scheikunde en genees­
kunde studeren en promoveert op het laatste. In 1996 krijgt ze
de vraag om binnen de Afdeling Klinische Chemie van het
Radboudumc een onderzoekslijn op te gaan zetten.
‘Een moeilijke opdracht’, zegt ze, ‘omdat daar vooral routine­
matig werk werd gedaan, zoals standaard laboratoriumbepa­
lingen voor het stellen van diagnoses. Maar toevallig werd in dat
jaar het HFE-gen ontdekt. Een fout in dat gen vergroot de kans
op hemochromatose, waarbij het lichaam meer ijzer opneemt
dan het uitscheidt. Het overtollige ijzer wordt opgeslagen in
de lever, maar ook in het hart en andere organen. Sluipender­
wijs veroorzaakt die ijzerstapeling veel schade, want ijzer is
reactief. Het beïnvloedt andere moleculen, waardoor allerlei
belangrijke processen in de cel in de war worden gestuurd.’
Iron Lady
Hemochromatose geeft vaak hele vage klachten, zoals chroni­
sche vermoeidheid, gewrichts- en buikklachten, diabetes, lever­
problemen of libidoverlies. Als onderzoeker wil Swinkels weten
hoe dat proces precies in elkaar zit. Wat doet dat HFE-gen nou
eigenlijk, hoe leidt dat tot ijzerstapeling? Als klinisch chemicus
wil ze weten hoe je die ijzerstapeling vaststelt, hoe je daar een
goede test voor maakt en hoe je deze naar de kliniek brengt.
Het is het begin van het ijzeronderzoek, dat vanaf die tijd
steeds verder wordt uitgebreid en verdiept en Swinkels in bin­
nen- en buitenland inmiddels de bijnaam Iron Lady heeft
bezorgd. Want wie wil weten wat ijzer met ons lichaam doet,
en andersom, die komt vroeg of laat bij Swinkels uit. Zeker als
het om moeilijke, complexe, onbegrepen ijzervragen gaat, weten
deskundigen de ijzergroep van Swinkels in het Radboudumc
goed te vinden.
Zo’n positie ontstaat niet per toeval. Swinkels: ‘We hebben
ons vanaf het begin gericht op fundamenteel onderzoek. Je
moet weten hoe het zit, welke biochemische processen ten
grondslag liggen aan de problemen in de ijzerstofwisseling.
Dat is onze reactie op de patiëntenzorg, op de vragen die bin­
nenkomen om onbegrepen aandoeningen op te lossen die
met ijzer te maken hebben. Met artsen van de afdeling Interne,
Hematologie, Nierziekten en Kindergeneeskunde bespreken
we in onze “ijzergroep” patiënten met zeldzame aangeboren
aandoeningen, kijken we naar relevante ontwikkelingen in de
13
14
personeelsblad radboudumc
#7 – oktober 2014
tig met het HFE-gen, maar heeft een enorme vlucht genomen
na de ontdekking van het eiwit hepcidine in 2001 parallel
door Amerikaanse en Franse groepen. Hepcidine is heel klein
en ook moeilijk te meten. Wij hebben bloedtesten ontwikkeld
waarmee we heel betrouwbaar, heel snel en als het moet grote
aantallen metingen kunnen doen. Waardoor we op dit vlak
zijn uitgegroeid tot een mondiale speler.’
sneller moe en blijft hun cognitieve ontwikkeling achter. Dus
lijkt het verstandig om hun voeding aan te vullen met wat
extra ijzer.’ In Kenia constateerden Guus Kortman en Harold
Tjalsma dat kinderen dan inderdaad minder last hebben van
bloedarmoede. Maar dat ze dankzij het extra ijzer ook vaker
last hebben van diarree en darmontstekingen, omdat de
ongunstige darmbewoners óók opbloeien met wat extra ijzer.
Gouden greep
Hepcidine-remmers
Een slimme wereldspeler. Want wie weet wat hij meet en dat
heel precies en betrouwbaar doet, is een graag geziene gast en
partner. Dus krijgt de ijzergroep steeds vaker vragen van andere
partijen om voor hen monsters voor onderzoek en materiaal
van patiënten te meten. Swinkels: ‘Daarvoor hebben we onder
andere www.hepcidinanalysis.com opgericht. Dat meet hepci­
dine voor farmaceutische industrie en zorg- en onderzoeks­
instellingen. Soms krijgen we ook vragen, bijvoorbeeld om mee
te denken over de onderzoeksopzet en de interpretatie van de
resultaten. Waardoor we regelmatig medeauteurs worden van
de publicaties die voortkomen uit dergelijk onderzoek.’
Dat heeft twee enorme voordelen: de groep zit steeds meer als
een spin in het wereldwijde web van het ijzeronderzoek. Boven­
dien dragen de hepcidineanalyses bij aan de financiering van
nóg betere bloedtesten en de ontwikkeling van bloedtesten
voor nieuw ontdekte biomarkers. Swinkels: ‘Dat is het vlieg­
wiel dat we in gang hebben gezet en dat steeds sneller begint
te draaien. Zo financieren we onze eigen ontwikkeling.’
Onderzoek in de afgelopen jaren heeft steeds duidelijker gemaakt
dat hepcidine een enorm belangrijke rol speelt in de verdeling
van ijzer in het lichaam. Het is de schuif die de balans regelt tus­
sen overdaad en gebrek, tussen ijzerstapeling en bloedarmoede.
Swinkels: ‘Daarom wordt wereldwijd enorm veel onderzoek
gedaan naar stoffen die hepcidine kunnen beïnvloeden. Want
met die stoffen zou je de schuif die de ijzerbalans stuurt kunnen
bedienen! Daarmee betreed je een enorme markt, denk maar
aan andere stoffen die het ijzergehalte beïnvloeden en de ane­
mie verbeteren zoals EPO en bloedtransfusies.
Ook wij doen daar volop onderzoek naar. Recentelijk publi­
ceerden we samen met Lucas van Eijk en Peter Pickkers een
artikel over het effect van zo’n hepcidine-remmer om bloed­
armoede door een (chronische) ontsteking aan te pakken. Uit
ons onderzoek kwam de hepcidine-remmer naar voren als
een veelbelovend alternatief voor bijvoorbeeld EPO.’ In een
Genetische epidemiologie
‘Wij hebben bloedtesten ontwikkeld waarmee
we heel betrouwbaar, heel snel en als het moet
grote aantallen metingen kunnen doen
literatuur en zetten we lijnen voor nieuw onderzoek uit. In die
zin zijn patiënten de drijvende kracht achter het onderzoek.’
Teveel, te weinig of verkeerd verdeeld
In grote lijnen zit het ijzeronderzoek simpel in elkaar. Iemand
heeft teveel ijzer of juist te weinig. Dat leidt tot ijzerstapeling
of juist tot ijzergebrek en bloedarmoede (anemie). Daarnaast
bestaat de mogelijkheid dat iemand wel voldoende ijzer heeft,
maar dat het op de verkeerde plaats zit. Die eenvoud verdwijnt
echter onmiddellijk, wanneer er verder wordt ingezoomd.
Sommige patiënten hebben bijvoorbeeld anemie, maar stape­
len tóch ijzer. En de ijzerverdeling in het lichaam verloopt via
ingenieuze processen waarin veel factoren een rol spelen.
Swinkels: ‘Van meet af aan hebben we geprobeerd om die pro­
cessen zichtbaar te maken. Dat doen we door goede bloedtes­
ten te ontwikkelen waarmee we de spelers in het proces – de
zogenoemde biomarkers – heel nauwkeurig en betrouwbaar
kunnen meten. Vindt de onderzoekswereld een nieuwe spe­
ler, dan duiken we daar meteen bovenop. Dat begon voorzich­
De groep heeft nog meer ijzers in het vuur dan de patiënten­
zorg en het ontwikkelen en vermarkten van biomarkers.
Swinkels is ook betrokken bij de uitrol van de Radboud Bio­
bank, die op een systematische manier zowel lichaamsmate­
riaal als ziektegegevens van patiënten opslaat. ‘Samen met de
biobanken van internationale partners kan dan in de alge­
mene bevolking en in grote groepen patiënten genetisch epi­
demiologisch onderzoek aan de ijzerstofwisseling worden
gedaan’, zegt Swinkels, ‘waarbij we met Genome Wide Associ­
ation Studies nieuwe genen vinden die zich op de een of
andere manier met de ijzerbalans in het lichaam bemoeien.
Vinden we zo’n gen, dan gaan we ook onderzoeken welke
functie het bijbehorende eiwit precies heeft. En wat we daar
verder mee kunnen doen.’
IJzer in de onderbuik
Zo blijft het sterk ingeperkte ijzeronderzoek zich toch alsmaar
uitbreiden. Enorm ‘hot’ op dit moment is het onderzoek van
het darmmicrobioom, het microbiologische leven dat zich
schuilhoudt in onze darmen. Recent onderzoek wijst uit dat
dit microbioom van invloed is op ons lichaamsgewicht en dat
het ons immuunsysteem voortdurend finetunet, enzovoort.
Maar dat microbioom laat zich op zijn beurt weer beïnvloeden
door ijzer, zo blijkt uit onderzoek van de groep van Swinkels.
Swinkels: ‘Veel kinderen in ontwikkelingslanden hebben
bloedarmoede vanwege een gebrek aan ijzer. Daardoor zijn ze
‘Het vliegwiel dat we in gang
hebben gezet begint steeds
sneller te draaien’
ander onderzoek – met gegevens van de Nijmeegse Biomedi­
sche Studie, een onderdeel van de Radboud Biobank – stelden
Sita Vermeulen en Tessel Galesloot vast dat hepcidine ook al
een rol speelt bij aderverkalking: bij vrouwen met een relatief
hoge concentratie hepcidine is de kans op aderverkalking na
de overgang duidelijk vergroot.
Nierziekten
De bovenstaande onderzoeken werden allemaal in de afgelo­
pen maanden gepubliceerd en er staat nog meer in de steigers.
Swinkels: ‘We maken als ijzergroep deel uit van het onder­
zoeksthema Nierziekten en daar valt nog veel te ontdekken.
Zo testen we met een Europese subsidie op dit moment het
effect van de hepcidine-remmers op bloedarmoede bij de
chronische nierziekten. En Rachel van Swelm is bezig met het
ontrafelen van de effecten van ijzer op de nierfunctie. Want
gek genoeg weten we daar nog maar heel weinig van.’ 15
16
personeelsblad radboudumc
STRATEGIE
#7 – oktober 2014
Marjan Wassenaar en Jannie Meussen
Bart Nijs fotografie
Mooie initiatieven geven een kijkje in de toekomst
The next step
Op de bazaar tijdens het afscheid van Melvin Samsom werd
duidelijk: het Radboudumc is klaar voor de toekomst. In maar
liefst vijftig stands toonden medewerkers van diverse afdelingen
hun next step. Drie ‘standhouders’ mochten hun idee op het
podium toelichten.
van de fysiotherapeuten: verwijder infusen en katheters
zo snel mogelijk. Maak meer leuningen in gangen. Maak
patiëntenruimten multifunctioneel; zet er hometrainers
neer, of een tafel om samen spelletjes te doen en te eten.
En zorg voor een kanaal op RadboudTV, waar wij als
“Olga Commandeurs” een oefenprogramma aanbieden:
Radboud in beweging.’
De kunst van het klein(er) maken
De fysiotherapeuten Shanna Bloemen en Yvonne Geurts
dromen van een Radboudumc waarbij de bedden op een
verpleegafdeling tot ’s avonds opgeklapt tegen de muren
staan. ‘Als patiënten met ons geoefend hebben, gaan ze
daarna vaak weer het bed in. Om tv te kijken, of omdat het
bezoek zo komt.’ De zorg is rond het bed georganiseerd en
dat moet anders, vinden zij. ‘We hebben laatst bij cardio­
thoraxale chirurgie een proef gehad met relaxstoelen. “Is
het wel goed om vlak na de operatie al te gaan zitten”, vroe­
gen patiënten onzeker. ‘Maar ze vonden het heel prettig.’
Patiënten veel meer prikkelen tot bewegen, is dus hun
boodschap. Als ze snel weer op de been zijn, is dat goed
voor hun longfunctie, conditie en spierkracht. Verdere tips
De kunst van het kleiner maken en toch grote impact heb­
ben. Stan Janssen, adviseur PVI (Procesverbetering en
-innovatie) schetst de toekomst met de metafoor van een
driedimensionaal A-gebouw, waar hij telkens een laag
afhaalt, zoals bij een Russische Baboesjka.
‘Behandelen doe je in een ziekenhuis, beter word je thuis’.
In deze woorden van Melvin Samsom kan de afdeling PVI
zich goed vinden. PVI droomt dat in 2030 de behandeling
van een zieke ook gewoon thuis kan. ‘Daarom moeten we
ons in de toekomst voortdurend blijven afvragen: moet
alles wat we doen? Waar kan het anders?’ Het tijdperk van
de patiënt als partner kenmerkt zich volgens Stan niet
door het overnemen van verantwoordelijkheid, maar het
leren nemen ervan.
‘Ons ziekenhuis wordt kleiner: minder ligduur, minder bed­
den en dus minder gebouwen. De patiënt blijft zoveel moge­
lijk in zijn eigen omgeving en heeft thuis via de iPad
(FaceTime) goed contact met zijn behandelaars. We geven
hem een seintje als de data (zijn bloeddruk, hartslag, condi­
tie) daarom vragen: “Nu zit je in de gevarenzone.” We bouwen
goede netwerken op met de huisarts en de sociale omgeving.
En brengen daarmee de overdiagnose en overbehandeling
terug en zijn zelfs preventief bezig. We hebben dan in Neder­
land niet één groot Radboudumc maar heel veel kleinere.’
Operatiekamer van de toekomst
Bij MITeC weten ze het zeker: in 2025 ontvangt het
Radboud­umc de Nobelprijs voor de Geneeskunde voor het
baanbrekende onderzoek naar chirurgische ingrepen. In
een grappig filmpje nemen zij het publiek mee op reis om
de founding fathers van het eerste uur – waaronder Melvin
Samsom – bijeen te roepen voor deze prestigieuze prijs.
In de stand van MITeC ligt een plattegrond met daarop
drie speciaal ingerichte operatiekamers, die in het najaar
van 2015 operationeel zullen zijn. Belangrijke randvoor­
waarde om in de toekomst patiënten in één dag te kunnen
behandelen. Een patiënt met bijvoorbeeld prostaatkanker
kan na de operatie waarbij het tumorweefsel wordt ver­
wijderd, meteen een MRI-scan ondergaan. Zijn de snij­
vlakken niet schoon, dan opereert de chirurg verder.
Patiënten hoeven niet meer wekenlang in onzekerheid te
wachten. De drie operatiekamers krijgen de beschikking
over alle benodigde apparaten, zoals een MRI- en een
CT-scanner en bestralingsapparatuur.
De MITeC operatiekamers zijn daarnaast een fieldlab voor
onderzoek naar nieuwe chirurgische ingrepen. Daarmee
kunnen onderzoekers vaststellen of nieuwe operatie­
technieken daadwerkelijk beter zijn voor de patiënt, zon­
der dat de behandeling er duurder van wordt. Een unieke
proeftuin dus, waarmee we een belangrijke stap zetten
in doelmatige en persoonsgerichte zorg.
Het MITeC-filmpje staat op
intranet: Organisatie/Raad
van bestuur/The next step
Afscheidswoord
Het was druk, gezellig en het bruiste de 18e september van de mooie ideeën op de bazaar bij
het afscheid van Melvin Samsom. In vijftig stands presenteerden medewerkers hun plannen
voor de volgende stap in de realisatie van de strategie en de toekomst van de gezondheids­
zorg. In zijn afscheidswoorden benadrukte Melvin: ‘Als ik hier om me heen kijk is er zoveel
energie, innovatiekracht en professionaliteit. Ik wens jullie alle goeds bij the next step.’
17
#7 – oktober 2014
hulpfonds voor radboud personeel
Gijs Munnichs
Rob Gieling
DE PATIËNT
In deze rubriek het persoonlijke verhaal
van een ‘academische’ patiënt en een reactie
van de behandelaar.
Kinderdagverblijf Coccinelle zorgt sinds 2001 voor
opvang voor baby´s, dreumesen en peuters.
Een paar keer per jaar organiseert Coccinelle een
open dag. U heeft dan de gelegenheid om eens bij
ons te komen kijken in het Albertinumklooster aan
de Heyendaalseweg 127G.
Heb je behoefte aan
financiële ondersteuning?
Het Hulpfonds helpt.
In 2014 kunt u bij ons terecht op zaterdag 29
november 2014. Ons kinderdagverblijf is dan
tussen 10:00 en 12:00 voor u geopend.
U bent van harte welkom.
Gelijkwaardige relatie
Het Hulpfonds helpt met financieel advies,
begeleiding en renteloze leningen.
Neem contact op voor meer informatie:
E-mail: [email protected]
Telefoon: (024) 361 22 81
Voor meer informatie: www.kdvcoccinelle.nl
www.hulpfondsradboud.nl
024-3295249.
Voor vragen kunt u terecht bij Lonneke Brukx
radbode-kdv cocinelle 140904.indd 1
05-09-14 10:22
Nazorg dicht bij
huis als het kan,
in het ziekenhuis
wanneer het moet
RU Hulpfonds adv RADBODE 97x130_05.indd 1
26-05-14 16:00
Je gehoord voelen
Marleen Schlüter heeft een dochter met
een stofwisselingsziekte. Zij en haar man
namen deel aan het multidisciplinaire
zorgoverleg over Joska (8 jaar).
‘Joska leeft als het ware met een halfvolle
batterij. Hierdoor is ze snel vermoeid, heeft ze
voedingsproblemen, achterstand in groei en
klachten, zoals hoofdpijn. Radboudumc heeft
zich gespecialiseerd in energiestofwisselings­
ziekten (www.ncmd.nl). Ruim 70 procent van
de patiënten overlijdt voor het twintigste
levensjaar. Joska heeft naar onze indruk een
milde vorm. We verwachten dan ook dat ze
ouder wordt dan dat we dachten toen we de
diagnose hoorden.’
Prof. dr. Pim Assendelft,
hoogleraar Huisartsgeneeskunde
Zoektocht
Help je ook mee?
Ga naar www.radboudoncologiefonds.nl
en kijk wat jij kunt doen.
www.radboudoncologiefonds.nl
‘Als ouders willen we dat Joska een zo goed en
normaal mogelijk leven kan leiden. Soms zit ze
in een rolstoel. Daaruit kun je afleiden dat ze
ziek is, maar verder zie je het nauwelijks. Het is
een zoektocht om erachter te komen wat Joska
ondanks haar beperkingen toch nog kan. Wij
hebben als ouders in het Radboudumc deelge­
nomen aan het multidisciplinair overleg (MDO)
met alle betrokken zorgverleners. Samen heb­
ben we besproken waar Joska zoal tegenaan
loopt in het dagelijks leven en wat we hieraan
kunnen doen.’
‘Zo hebben we het er bijvoorbeeld over gehad of
Joska in plaats van aan gehandicaptenhockey
aan “gewoon” hockey kan deelnemen. Ook
heeft Joska soms moeite om met haar ziekte
om te gaan. In het MDO is bedacht welke zorg
dan bij haar past. Het is prettig dat dit met ons
als ouders erbij wordt besproken. De zorgverle­
ners zijn experts in de aandoening, en wij
weten het beste of een advies bij Joska en in
ons gezin kan gaan werken.’
‘Sinds dit jaar nemen ouders van kinderen
met een energiestofwisselingsziekte deel
aan het multidisciplinair overleg. Zij zitten
rond de tafel met de kinderarts metabole
ziekten, revalidatiearts, verpleegkundige,
fysiotherapeut, ergotherapeut, logope­
dist, psycholoog, maatschappelijk werker
en diëtiste. Vooraf bespreek ik met de
ouders welke punten zij willen inbrengen
in het MDO: waar loopt hun kind in het
dagelijks leven het meeste tegen aan? De
zorgverleners geven eerst hun bevindin­
gen. Ouders reageren daarop en stellen
vragen. Zo ontstaat er een gesprek.
Ouders vinden dit heel prettig. Het zorgt
voor een gelijkwaardige relatie met de
professionals, waarbij zij als expert wor­
den gezien van hun kind. Voor ons als
professionals is het leerzaam om onze
adviezen direct te kunnen checken bij de
ouders. Daarbij kunnen de professionals
ook op elkaars bevindingen reageren. Het
MDO levert uiteindelijk een samen met
de ouders opgesteld behandeladvies op.
Zorg op maat dus.’
Partners in de zorg
‘Door de ziekte van Joska ziet ons leven er
anders uit dan we ons ooit hadden voorgesteld.
We willen geen slachtoffer zijn van deze situa­
tie. Het is wel gemakkelijker je zegeningen te
tellen als je je gehoord voelt. Dat kan alleen
ontstaan als er gelijkwaardigheid is tussen
zorgverleners en ouders. Als je samen optrekt.
Als je zo vaak in het ziekenhuis moet zijn, kun
en wil je niet anders dan partners in de zorg
zijn. In het MDO ben je dat.’
Marion Hermans, verpleegkundig specialist
mitochondriële aandoeningen
19
20
personeelsblad radboudumc
RONDVRAAG
#7 – oktober 2014
Gijs Munnichs
Michiel Moormann
Hoe luister je beter naar de patiënt?
23 seconden. Na zoveel tijd onderbreekt een arts gemiddeld een patiënt op het
spreekuur, zo toont onderzoek aan. Om te weten wat de patiënt écht wil, is goed
luisteren essentieel. Hoe zorg je dat je beter luistert? Radbode vroeg mede­werkers
en een patiënt naar hun ideeën.
‘Goede scholing is
essentieel’
Paul Goderis is patiënt in het Radboudumc.
Hij heeft schildklierkanker en schrijft een
boek over zijn ervaringen in de zorg
(De kwetsbare patiënt)
‘Goed luisteren is net zo belangrijk als het medi­­
sche handelen zelf. Als een zorgverlener goed
naar me luistert, voel ik me ondersteund, maar
kan ik bijvoorbeeld ook laten weten of ik een
behandeling wel zie zitten. De ziekte moet niet
centraal staan in de geneeskunde, maar de zieke.
Luistervaardigheid hoort daarom een basis­
competentie te zijn van iedere arts en verpleeg­
kundige. Goede scholing hierin is essentieel.
Ik ervaar veel verschillen tussen zorgverleners
of ze wel of niet goed luisteren. Dat mag niet
van een persoon afhangen. Het moet in het
Radboudumc standaard zijn dat er goed naar je
geluisterd wordt. Zeker als je de patiënt als
partner beschouwt.
Een goede ervaring had ik met een verpleegkun­
dige, die bloed bij me kwam prikken. Ze voelde
mijn onzekerheid over mijn ziekte feilloos aan
en gaf me alle ruimte mijn verhaal te doen. Dat
ze zoveel tijd voor me nam, verraste me, maar
zo zou het eigenlijk altijd moeten zijn.’
‘Ik pak altijd een
stoel’
José Jacobs-van Leur is verpleegkundig
specialist bij afdeling Anesthesiologie
‘We beginnen
altijd met 10
minuten luisteren’
Didy Jacobsen is geriater. Het project Oudere
in de LEAD van de afdeling Geriatrie is genomineerd voor de Gouden Oor Award
‘Via het project Oudere in de LEAD proberen we
de zorg voor en het welzijn van onze patiënten
te verbeteren. Dat doen we door éérst goed naar
ze te luisteren, alle problemen na te gaan en
pas daarna te spreken over behandelmogelijk­
heden. Als arts ben je geneigd te snel in diag­
noses of behandelopties te denken.
Op onze afdeling beginnen we elk opnamege­
sprek met tien minuten luistertijd. Zo willen
we erachter komen hoe de patiënt zijn ziekte
beleeft, maar ook hoe die in het leven staat.
Ziet iemand een eventuele operatie bijvoor­
beeld wel zitten? Zeker oudere mensen kun­
nen hier verschillend over denken.
Door goed te luisteren, willen we zorgen voor
meer persoonsgerichte zorg. Bovendien is het
leuker, want je hebt écht contact met de patiënt.
Je hoort als tegenargument dat luisteren veel tijd
vergt. Je moet die tijd gewoon nemen. Het maakt
je een betere dokter, omdat je de zorg beter
afstemt op de wensen van de patiënt. Boven­
dien win je later in het zorgtraject tijd, omdat
bepaalde onderwerpen eerder besproken zijn.’
Conferentie over luisteren in de zorg
Op 30 en 31 oktober vindt in het Radboudumc de European Listening and Healthcare Conference
(ELAHC) plaats. Deze conferentie over luisteren in de zorg wordt georganiseerd door het Radboudumc
REshape Center, Skipr en de International Listening Association. Met uiteenlopende sprekers, onder
wie Leana Wen (auteur When Doctors Don’t Listen), Bertho Nieboer (gynaecoloog Radboudumc),
en andere onderzoekers, zorgverleners, musici en patiënten. Tijdens dit evenement wordt ook
de Gouden Oor Award Zorg uitgereikt aan de organisatie die de kracht van het luisteren het best
weet te benutten.
Meer informatie: www.elahc.com of www.radboudumc.nl, agenda
‘Als ik bij de patiënt aan bed kom, pak ik altijd
een stoel. Blijf je staan, dan voelt dat voor de
patiënt alsof je door moet naar een volgende
afspraak. Als je gaat zitten, zien ze dat je naar
ze wilt luisteren. Ik werk met patiënten die nog
maar kort te leven hebben. Die willen graag
hun verhaal kwijt. Dat kan gaan over hun
ziektegeschiedenis, het lange zorgtra­
ject, maar ook over spirituele zaken.
Ik vind dat elke zorgverlener een goede
luisteraar moet zijn. Anders pik je signa­
len niet goed op. Het gaat erom dat je de
vraag achter een vraag achterhaalt. Door goed
door te vragen, kom je erachter wat de echte
behoefte van een patiënt is of weet je welke
angsten er spelen. Het is daarbij belangrijk dat
je altijd checkt of je het juist hebt wat iemand
bedoelt. En als je een patiënt een belofte doet,
kom die dan ook na, of vertel waarom iets toch
niet kan. Doe je dat namelijk niet, dan geef je
een patiënt alsnog het gevoel dat er niet naar
hem geluisterd is.’
Wil je je luistervaardigheid verbeteren? Volg de
training het “HARTelijke gesprek”, te besteden via
je Persoonlijk Budget. Kijk op intranet bij Mijn
Ontwikkeling voor meer informatie.
21
22
personeelsblad radboudumc
#7 – oktober 2014
COLLEGA’S
Mooie woorden horen bij een jubileum of
afscheid. Deze pagina’s staan er vol van, speciaal
voor al die collega’s die iets te vieren hebben.
25 jaar in dienst
Ineke Wouters
Kinderfysiotherapeut afdeling Revalidatie
‘Ineke heeft oprechte aandacht voor patiëntjes en
hun ouders. Daarnaast levert ze een belangrijke bij­
drage aan de collegialiteit en sfeer op de afdeling.’
Sander Geurts, afdelingshoofd, Joost Wagener, bedrijfsleider, Marlou Essink, hoofd sectie Fysiotherapie
HET MOMENT
Margaret Slebus-Drolenga
Nelly Mulders-Langen
Hoofd secretariaat
Medewerker laboratoriumondersteuning en mediabereiding
‘Met haar bindend vermogen stuurt Margaret op
zeer plezierige wijze alle patiëntenzorgsecretariaten
bij de afdeling Genetica aan.’
Hans Scheffer, hoofd sectie Genoomdiagnostiek
Monique Robbers
Nel Reulink-Arends
Secretaresse productgroep Inkoop
Operatieassistent
‘Monique denkt kritisch mee, is betrokken en laat zich
door haar opgeruimde karakter niet uit het veld slaan.’
Gerwin Meijer, manager productgroep Inkoop
Danielle Janssen-Van der Pol
Arno van Heijst
Verpleegkundige Short Stay Unit Volwassenen
Neonatoloog
‘Danielle, een zeer kundige verpleegkundige, draagt
bij aan een prettige sfeer door mensen aan te voe­
len en ruimte te maken voor humor en gezelligheid.’
Margreth Hulswit, operationeel manager
‘Arno is een zeer ervaren, internationaal gekende
neonatoloog die de ECMO-behandeling in 25 jaar
mede heeft opgebouwd.’
Kees Noordam, afdelingshoofd Kindergeneeskunde
Jeannette de Kleijn-Van den Berg
Bepke van Loon
Verpleegkundige Interne Geneeskunde
Verpleegkundige Heelkunde
‘Met haar oog voor kwaliteit, structuur en detail is
Jeannette een uitstekende verpleegkundige en
Kwint-beheerder op EOV.’
Anita van Rossum, hoofdverpleegkundige EOV
‘Bepke is een bijzonder integere verpleegkundige
met het hart op de juiste plaats. Zij ziet altijd de
mens achter haar collega of patiënt.’
Jeu de la Haye, teamleider verpleegafdeling Heelkunde C51
Hanny Simons-Thijssen
Miranda van Zwam-van Dijk
Voedingsassistent afdeling C5
Medewerker preanalyse
‘Hanny is een zeer betrokken en betrouwbare collega,
die zich heel verantwoordelijk voelt voor de afdeling.’
Sharon Hubner, operationeel manager voedingsassistenten a.i., productgroep L&S
‘Nelly is een heel fijne, vriendelijke collega, goed­
lachs en prettig in de omgang.’
Adrian Cohen, scientific manager, Radboud Institute for
Molecular Life Sciences
‘Miranda is een duizendpoot die graag haar collega’s
helpt. Een echte teamspeler.’
Eva Berkhout, hoofd front office Laboratorium Klinische
Chemie
‘Nel is een prettige, sociale, integere en hard wer­
kende collega die graag zingend door het leven gaat.’
Helga van den Broek, operationeel manager OK Heelkunde en KNO/MKA
Maria Kleinschiphorst
Medewerker polikliniek administratie
‘Maria staat altijd klaar voor een ander. Ze is steun
en toeverlaat voor patiëntjes en hun ouders, colle­
ga’s en zorgverleners.’
Annabel Walker, teamleider polikliniek
Kindergeneeskunde
Gerry van Beuningen
Avondnachthoofd
‘Gerry staat altijd klaar om problemen op te lossen.
Ze blijft zich onverminderd inzetten en is een even
vriendelijke en prettige collega als altijd.’
Michael Edwards en Eric van Leeuwen, afdelingshoofden,
en Nienke Plass-Verhagen, bedrijfsleider SEH
Afscheid
Angelique Janssen
Monica Rutgers-Klaassen
Ton Schattenberg
Voedingsassistent afdeling C5
Teamleider incasso
Internist hematoloog
‘Angelique wordt zeer gewaardeerd om haar betrok­
kenheid bij de afdeling, haar team én de
uitzendkrachten.’
Sharon Hubner, operationeel manager voedingsassistenten a.i., productgroep L&S
Dorine Swinkels
Hoogleraar Experimentele Klinische Chemie
‘Dorine heeft door haar wetenschappelijk onderzoek
(inter)nationaal rond het thema ijzer een grote naam
verworven. Ook voor de patiëntenzorg is haar werk
van grote betekenis.’
Ron Wevers, hoofd Laboratorium Genetische, Endocriene
en Metabole Ziekten
‘Monica stuurt haar team coachend aan en heeft
voor iedereen een luisterend oor.’
Dolf van Keulen, hoofd unit Debiteuren, productgroep
Financiën
40 jaar in dienst
Jeanne Pertijs
Diny Kalkman-Van Duuren
Voedingsassistent
Research analist
‘Jeanne is een, opgewekte en vriendelijke collega.’
Roos Masereeuw, leider lijn Organismaal Onderzoek en
Frans Russel, hoofd afdeling Farmacologie-Toxicologie
Annie Bremer-Luyken
Willy Siwabessy
Verpleegassistent Short Stay Unit volwassenen
Gastvrouw Radboudhotel
‘Annie is een duizendpoot die altijd klaar staat
voor een ander.’
Margreth Hulswit, operationeel manager
‘Ton was vooruitstrevend in het betrekken van
patiënten bij hun behandeling. Hij heeft bijgedragen
aan kennis omtrent seksualiteit, vermoeidheid en
kwaliteit van leven na stamceltransplantatie, nog
voordat deze onderwerpen populair werden.’
Nicole Blijlevens, afdelingshoofd en Stefan Heijne,
bedrijfsleider Hematologie
‘Willy heeft voor de gasten altijd een luisterend oor.
Een fijne en lieve collega.’
Els Kamsma de Cortie, operationeel hoofd services
‘Diny heeft met veel toewijding en plezier gewerkt
op de IC. We gaan haar betrokkenheid en inzet ont­
zettend missen.’
Sharon Hubner, operationeel manager voedingsassistenten a.i., productgroep Logistiek & Services
van de voedingsassistenten bij de patiënten en
de afdeling.’
Sharon Hubner, operationeel manager voedingsassistenten a.i., productgroep Logistiek & Services
Met pensioen
Annelies Pellegrino
Onderzoeksassistent Health Evidence
‘Annelies heeft 42 jaar met veel inzet en plezier
gewerkt op diverse afdelingen. Voor de ondersteu­
ning aan talloze onderzoeksprojecten zijn we haar
zeer erkentelijk.’
Gerhard Zielhuis, Health Evidence
Phily Oetelmans
Secretaresse Psychiatrie
‘Phily is een zeer betrokken medewerker met hart
voor de collega’s en patiënten. Phily, hartelijk dank
voor 21 jaar inzet, vrolijkheid en betrokkenheid!’
Maureen Poelmans, teamleider secretariaten Psychiatrie
Agnes Hoes
Oncologieverpleegkundige Orthopedie
‘Agnes - 28 jaar in dienst - is een zeer betrokken
oncologieverpleegkundige met een warm hart voor
haar patiënten. Wij bedanken haar voor haar inzet,
enthousiasme en gezelligheid.’
Anouk Philipsen en Josine Arnoldus, teamleiders polikliniek Orthopedie
Jos Bökkerink
Kinderarts, Kinderhemato-oncologie
‘Jos is een van de grondleggers van de kinderoncolo­
gische zorg in Nijmegen en in Nederland. Wij dan­
ken hem voor meer dan dertig jaar inzet, die hij met
veel passie en plezier invulde.’
Kees Noordam, afdelingshoofd Kindergeneeskunde
Coby Hubbers-Cuypers
Doktersassistent Orthopedie
‘Coby - 43 jaar in dienst - is altijd even attent en
collegiaal. Niet zeuren en gewoon doorgaan is wat
haar drijft. De patiënt staat bij haar altijd voorop.’
Anouk Philipsen en Josine Arnoldus, teamleiders poli­
kliniek Orthopedie
Soms moeten ouders afscheid nemen van hun te vroeg geboren kind.
Een goed afscheid kan de pijn verzachten.
‘Op de afdeling verloskunde kwam een zwangere vrouw binnen met een dreigende vroeggeboorte bij 28 weken. Voordat wij haar konden
onderzoeken, was het kindje al geboren. Op
onze neonatale IC unit, waar het kindje werd
opgenomen, zagen we dat het er atypisch uitzag. Wij vermoedden dat het trisomie 18 had,
een zeer ernstig syndroom met een minimale
overlevingskans. Als deze kinderen overleven,
zijn ze zeer ernstig aangedaan. Ook was er
sprake van een ernstige hartaandoening.
We moesten de ouders vertellen dat we de
behandeling, gezien de prognose, wilden stoppen. Zij werden plots geconfronteerd met een
naderend afscheid. Wij helpen ouders altijd om
invulling te geven aan zo’n afscheid, maar deze
ouders hadden zelf een bijzonder idee. Ze wilden een afscheidsritueel in een stukje bos achter het ziekenhuis. Mijn eerste gedachte was:
buiten, dat kan echt niet. Maar waarom eigen-
lijk niet?, dacht ik meteen. We stemden in en
gingen naar buiten. Er hingen donkere wolken
in de lucht en het miezerde. Doen we hier
goed aan?, schoot het door me heen: we lopen
hier met een kindje dat gaat overlijden. Tegelijkertijd zag ik hoe belangrijk dit was voor de
ouders. Ze gingen op een grote steen zitten en
ik controleerde of het kindje comfortabel was,
geen pijn en ademnood had. Toen ik dit de
tweede keer wilde controleren, brak door het
donkere wolkendek de zon door, waarop de
vader zei: “Daar gaat ze”. En inderdaad was er
geen hartslag meer. De ouders beschouwden
de plotselinge zonnestraal als een religieus
moment. Ze waren ons heel dankbaar voor dit
afscheid. Wij steken veel tijd in het redden van
levens, maar aandacht schenken aan een
afscheid is zeker zo belangrijk.’
Nelleke Dinnissen
iStockphoto
COLOFON
Radbode is het personeelsblad van het Radboudumc en verschijnt 9 keer in 2014
Annelies Nova
Voedingsassistent
‘Annelies was verknocht aan de afdeling Neurochi­
rurgie en maakte zich hard voor de betrokkenheid
In deze rubriek vertellen medewerkers over een bijzondere ervaring tijdens hun werk in het
Radboudumc. Dit keer een verhaal van Tim Antonius, kinderarts/neonatoloog
Meer mooie woorden lezen? Ga dan
naar intranet voor uitgebreidere loftuitingen.
(Kijk onder Nieuws bij Jubileum en Afscheid.)
Redactie Jannie Meussen, Gijs Munnichs, Marjan Wassenaar, Francine Smink (ZB), Michiel ter Laan (hoofd­­redacteur).
Contentcommissie Miranda Bennink, Mirjam van Dijk-Jager, Gerben Ferwerda, Miranda Heijser, Marja Jillissen,
Bart Kiemeney, Lotje de Laat, Annie Moedt, Angela van Remortele, René Bindels, Marloes de Vink en Jessica Vogel
Aan dit nummer werkten mee Simone van der Burg, Nelleke Dinnissen, Rob Gieling, Paul Lagro, Michiel Moormann,
Eric Scholten, Marcel Wortel en John Wijbenga Contact [email protected] of (024) 818 66 82 Correspon­
dentie vragen over bezorging via [email protected]. Concept en realisatie: ZB Communicatie & Media bv.
Vormgeving en lay-out ZB/Martijn Ubink/Clog-Work.com Drukwerk Modderkolk Grafische Projecten
Advertenties Bureau van Vliet, (023) 571 47 45 of [email protected].
Oplage 13.000 exemplaren. De volgende Radbode verschijnt op 14 november.
23
24
personeelsblad radboudumc
ACHTEROP
Jannie Meussen
In deze rubriek stapt een medewerker achterop de
fiets bij een collega. Uit nieuwsgierigheid, want op
de werkvloer komen ze elkaar niet tegen.
Paul Lagro
Godelieve
Kunnie
Dit keer springt HR-adviseur Kunnie Hilbrands voorop bij Godelieve Damen.
Ze is KNO-arts en één dag per week werkzaam bij het auditteam van het
Instituut Waarborging Kwaliteit en Veiligheid, waarin verpleegkundigen, artsen
en paramedici zitten die midden in de praktijk staan. Afdelingen krijgen eens
in de vier jaar een bezoek van hen.
Kunnie: ‘Hoe voelt het als “keurmeester” op
afdelingen te komen?’ Godelieve: (Grinnikend)
‘Zo komen we niet binnen. We willen afdelingen
juist het gevoel geven dat we sámen aan kwali­
teit werken. We dompelen ons helemaal onder,
interviewen medewerkers van verschillende dis­
ciplines, en volgen de weg die de patiënt aflegt
van binnenkomst tot ontslag. We richten ons op
te verbeteren thema’s, bijvoorbeeld het teamkli­
maat. Heel belangrijk, want patiënten merken
dat altijd op. Een goede sfeer heeft positief effect
op de zorg.’
Kunnie: ‘Wat is de kracht van een intern audit­
team?’ Godelieve: ‘We weten wat zich op de
vloer afspeelt. Zo kunnen we reëel toetsen waar
een afdeling staat en er mede voor zorgen dat de
kwaliteit van zorg op een nog hoger niveau
komt. Collega’s “voelen” dat wij één van hen zijn.
Een audit kost veel tijd, met name het verzame­
len van informatie. Maar aan het eind van de rit
horen we vaak: “Dit levert ons echt iets op”.’
Kunnie: ‘Wat brengt het auditwerk jou?’
Godelieve: ‘Het is heel leerzaam om in ander­
mans keuken te kijken en je leert veel mensen uit
de organisatie kennen. Ook omdat je in wisselende
samenstelling nauw met de andere auditoren
samenwerkt. Verfrissend voor mezelf, maar ook
voor de afdeling KNO. Een prima combi. Ik kan
het iedereen aanraden!’
Wil jij ook bij een collega achterop?
Laat het weten via [email protected]