Onderzoeksopzet Onderzoeksvaardigheden case

Transcription

Onderzoeksopzet Onderzoeksvaardigheden case
Diaspora en printmedia
in Europa
De invloed van etnische printmedia in België, Italië en het Verenigd Koninkrijk
Auteur: Anjalie Ramkisor
Studentnummer: 07079656
Opleiding: Haagse Hogeschool, opleiding Communicatie deeltijd
Academie: European Studies & Communication Management
Opdrachtgever: Giovanni Massaro van Mira Media, kenniscentrum voor media en
diversiteit.
Begeleider: Sandra Binken-Faassen
Datum afronding: 15 september 2011
1
Diaspora en printmedia
in Europa
De invloed van etnische printmedia in België, Italië en het Verenigd Koninkrijk
Auteur: Anjalie Ramkisor
Studentnummer: 07079656
Opleiding: Haagse Hogeschool, opleiding Communicatie deeltijd
Academie: European Studies & Communication Management
Opdrachtgever: Giovanni Massaro van Mira Media, kenniscentrum voor media en
diversiteit.
Begeleider: Sandra Binken-Faassen
Datum afronding: 15 september 2011
2
Voorwoord
“Een onderneming die niets anders voortbrengt dan geld is een armzalig soort van
organisatie”. Henry Ford 1863-1947, Amerikaans industrieel (Citaten over waarde, 2011)
--------------Al heel lang speel ik met het idee om onderzoek
te doen naar etnische printmedia in Nederland.
Ik kwam op dat idee doordat ik in 2003/2004 als
vrijwilliger werkte als assistent marketing en
public relations voor Fabmagazine om
werkervaring op te doen. FABmagazine was een
initiatief van Angela Loy. Zij wilde graag een
Nederlandse ‘Ebony’ (Amerikaans blad voor
Afro-Amerikanen) opzetten in Nederland, omdat zij herkenning miste in het huidige
tijdschriftenaanbod. Als Surinaams-Creoolse vrouw miste zij vooral informatie over
verzorging van bijvoorbeeld kroeshaar en de gekleurde huid.
FAB stond voor Feminine, Attractive & Beautiful en zou een lifestyle glossy worden voor de
gekleurde vrouw tot 35 jaar. Ze heeft uiteindelijk een heel team met journalisten,
fotografen, grafisch vormgevers en zelfs een cartoonist bij elkaar gekregen, die allemaal op
vrijwillige basis voor het magazine wilden werken, omdat ze het een geweldig initiatief
vonden. In 2004 ontving ze zelfs een ZAMI-award en een geldbedrag van € 500,= van
Stichting Zami voor het initiatief. De ZAMI-award is een jaarlijkse prijs bedoeld voor zwarte,
migranten- en vluchtelingenvrouwen die een voorbeeldrol vervullen in de multiculturele
Nederlandse samenleving (Zami, 2011). Maar door gebrek aan geld en expertise heeft het
webzine slechts vier maanden bestaan. Toen we door wanbetaling van de Belgische server
onze website kwijtraakten, zijn we uiteindelijk in 2004 met FABmagazine gestopt. Ik heb het
altijd jammer gevonden en ik was benieuwd hoe andere etnische printmedia in Nederland
het ervan afbrachten. Mijn opdrachtgever Giovanni Massaro van Mira Media vertelde dat dit
onderwerp redelijk uitvoerig was onderzocht in Nederland. De organisatie was echter
benieuwd hoe het eraan toeging in andere landen van Europa. Ik heb deze kans
aangegrepen om toch iets met het onderwerp etnische printmedia te kunnen doen, want
daar lag mijn interesse. Het is een speciale reis geworden, die me naar Zaventem, Londen en
3
Rome bracht. In deze scriptie gaat het onder andere over diaspora (= het tussen
andersdenkenden verspreid wonen van een volk). Aangezien mijn familie ook een
diasporageschiedenis heeft (de overgrootouders van mijn ouders zijn vanuit India naar
Suriname gekomen als arbeidsmigranten, mijn ouders zijn vanuit Suriname naar Nederland
verhuisd en ik ben in Nederland geboren), was het een reis met veel herkenning. Ik had deze
reis niet kunnen maken zonder de steun en hulp van een aantal mensen. Ik wil hen graag
langs deze weg bedanken.
 Allereerst mijn ouders. Dankzij hun financiële steun en support kon ik mijn opleiding
doen. Ze hebben me erg gesteund in de laatste vier jaar en daar ben ik ze heel dankbaar
voor.
 Ik wil ook graag andere familieleden bedanken, die me enorm gesteund hebben in mijn
beslissing om op 35-jarige leeftijd jaar toch weer in de schoolbanken te kruipen.
 Ik wil mijn begeleiders Sandra Binken-Faassen van de Haagse Hogeschool en Giovanni
Massaro van Mira Media heel erg bedanken. Zonder hun adviezen, commentaar,
aanvullingen, kritieken en ook mentale support, had ik deze scriptie niet kunnen
schrijven.
 Verder wil ik iedereen bedanken die zijn medewerking heeft verleend bij mijn
onderzoek: In Italië zijn dat: Anna Meli en Valentina Lombardo van Cospe, Danilo
Angeletti, Gianluca Luciano en Ejaz Ahmad van StranieriinItalia en Ilaria Avoni en Faustin
Akafack van FelsiMedia/RETE MIER. In België zijn dat: Katleen de Ridder van het
Minderhedenforum, Serpil Aygün van Binfikir en Tercan Baştürk, Saïd Tan en Ümit Vurel
van Zaman Benelux. In Engeland zijn dat: Sailesh Ram van de Eastern Eye, de heer Virk
van Des Pardes Weekly, Mohammed Nobab Uddin van Janomat Bengali Newsweekly,
Afua Adom van Pride Magazine en Saad Saraf van Media Reach Advertising.
 Ook wil ik Kim de Jeu, Jan Martin van Wolferen en Nathalie Bourne bedanken voor het
meelezen en hun zeer nuttige opmerkingen op de inhoud. En Angela Puggioni en
Annemarie Piersma voor hun (eind)redactie.
 En als laatste mijn klasgenoot Feyza Erdurcan, die echt mijn steun en toeverlaat is
geweest in de laatste maanden van mijn scriptie.
Anjalie Ramkisor, 7 september 2011
4
Inhoudsopgave
1
Inleiding
7
2
Probleemstelling
9
2.1
Aanleiding
9
2.2
Doelstelling
9
2.3
Hoofd- en deelvragen
10
2.4
Onderzoeksmethode
10
2.5
Afbakening
11
2.6
Definities
11
3
4
5
6
Migratie
14
3.1
Waarom migreren mensen
14
3.2
Migratiegeschiedenis Nederland
15
3.3
Migratiegeschiedenis België
15
3.4
Migratiegeschiedenis Italië
16
3.5
Migratiegeschiedenis Verenigd Koninkrijk
17
Ontstaan etnische media
20
4.1
Literatuur
20
4.2
België
22
4.3
Italië
23
4.4
Verenigd Koninkrijk
24
4.5
Samenvatting
26
Succesfactoren en faalfactoren
27
5.1
Succesfactoren België
27
5.2
Succesfactoren Italië
29
5.3
Succesfactoren Verenigd Koninkrijk
29
5.4
Samenvatting succesfactoren
32
5.5
Faalfactoren België, Italië en het Verenigd Koninkrijk
33
Bereik
34
6.1
Definitie bereik
34
6.2
Belangrijkheid bereik
35
6.3
Samenvatting
36
5
7
8
Adverteerders
38
7.1
België
38
7.2
Italië
38
7.3
Verenigd Koninkrijk
39
Invloed etnische printmedia
41
8.1
Situatie in België
41
8.2
Situatie in Italië
42
8.3
Situatie in het Verenigd Koninkrijk
42
9
Conclusies
45
10
Adviezen
47
Bijlage 1: Literatuurlijst
50
Bijlage 2: Interview 1 t/m 12
55
Bijlage 3: Lijst etnische printmedia België, Italië en het Verenigd Koninkrijk
6
1
Inleiding
Nederland is een land van tijdschriften. Voor elke hobby, doelgroep en elk interessegebied is
er wel een tijdschrift. Kranten spelen ook een belangrijke rol, maar er is vooral een
overvloed aan tijdschriften. Daarnaast is Nederland met 16,7 miljoen inwoners en 223
nationaliteiten een multi-etnisch land (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2011, “Bevolking;
generatie, geslacht, leeftijd en herkomstgroepering, 1 januari.”). Het is dus niet zo
verwonderlijk dat al die verschillende nationaliteiten ook bepaalde media-uitingen in
Nederland opzetten om meer binding te hebben met hun oorspronkelijke afkomst of
cultuur. Deze uitingen noemen we etnische (print)media. Een voorbeeld hiervan is het
eerste glossy tijdschrift voor de Marokkaans-Nederlandse vrouw op de Nederlandse markt,
genaamd ‘Hoda’. ‘Een veilig blad voor moslima’s’ is de koptitel van het artikel over dit
nieuwe Marokkaans-Nederlandse tijdschrift in de Volkskrant van 4 augustus 2011.
‘Hoda’ betekent ‘gids’ of ‘goede weg’ en is vernoemd naar de oprichtster van het tijdschrift,
Hoda Hamdaoui. Hamdaoui heeft het tijdschrift opgericht omdat ze vindt dat de huidige
vrouwenbladen te ‘wit’ zijn en ze een stukje herkenning mist in het huidige aanbod. Haar
tijdschrift is bedoeld voor vrouwen tussen de 18 en 35 jaar. Het behandelt dezelfde
onderwerpen als andere vrouwenbladen, maar ‘Hoda’ heeft een Marokkaans-Nederlandse
invalshoek. Het tijdschrift besteedt aandacht aan mode en geeft bijvoorbeeld tips hoe
moslima’s kleding met een hoofddoek kunnen combineren, maar ook politiek en religie
komen aan de orde. Zo is het eerste nummer helemaal gewijd aan de Ramadan. Andere
kenmerken zijn, dat er géén grote koppen over seks in het tijdschrift staan en de modellen
bovendien minder bloot zijn afgebeeld (Venema, 2011, blz. 7).
In Nederland verstaan we onder etnische printmedia: “Kranten, tijdschriften, nieuwsbrieven
of informatiebulletins, die uitsluitend gericht zijn op één of meer culturele minderheidsgroepen; maar ook publicaties, die structureel aandacht besteden aan de multiculturele
samenleving en daarbij een algemeen publiek aanspreken” (Balgobind, Holst, van &
Massaro, 2006, blz. 5). Wat is het nu het werkelijke aanbod aan etnische printmedia op de
Nederlandse markt? En hoe doen de etnische printmedia het op de Nederlandse markt?
7
Het Stimuleringsfonds voor de Pers, dat de pluriformiteit (= verscheidenheid, Van Dale,
2011) in de Nederlandse pers handhaaft en bevordert, heeft diverse onderzoeken naar
etnische printmedia laten uitvoeren. Het Stimuleringsfonds wilde inzicht in hoe de diverse
nationaliteiten, culturen, religies en migratiegeschiedenissen in Nederland weerspiegeld
werden in het aanbod van gedrukte media. De conclusie van de diverse rapporten was, dat
het aanbod van etnische printmedia instabiel is. Uit een inventarisatie van Mira Media in
2006 kwam naar voren dat er honderd verschillende etnische printmedia te vinden waren in
Nederland (Balgobind, et al., 2006, blz. 8). Recent onderzoek van Cilla Smits uit 2010 heeft
uitgewezen, dat van de honderd etnische printmedia die in 2006 bekend waren, er in 2010
nog maar 25 tijdschriften waren die aan de criteria voldeden en als succesvol konden
worden beschouwd (Smits, 2010, blz. 35). Het aantal is dus flink gereduceerd!
Onderzoeken via Mira Media hebben aangetoond dat er verschillende redenen zijn waarom
etnische printmedia in Nederland verdwijnen:
-
de etnische printmedia hebben problemen bij het vinden van adverteerders en/of
betaalbare distributiekanalen;
-
de markt van etnische printmedia is te niche: de markt is te klein en de oplages vaak
ook. Het segment is te specifiek en daarom niet aantrekkelijk voor grote
adverteerders zoals KPN. Onder segment wordt de etnische doelgroep verstaan waar
het etnisch medium zijn geconcentreerde marketingmix op richt. Segmentatie is het
opsplitsen van een heterogene markt in kleinere, homogene groepen personen of
bedrijven, die identieke behoeften hebben of hetzelfde reageren op een - speciaal
voor hen ontwikkelde - marketingmix. (Verhage, B., 2004, blz. 953). Geconcentreerde
marketing wil zeggen dat de makers van etnische printmedia zich richten op één
segment in plaats van de gehele markt als hun werkterrein te beschouwen (Verhage,
B., 2004, blz. 931);
-
er is soms te weinig capaciteit om op tijd voldoende content te leveren;
-
tot slot ontbreekt het bij het personeel vaak ook aan voldoende commerciële
vaardigheden om een commercieel succes te maken van het printmedium
(Sterk, 2009, blz. 1).
Dit is de situatie in Nederland. Maar hoe zit het met etnische printmedia in overige landen
van Europa? Kampen ze met dezelfde problemen? Of kunnen Nederlandse printmedia het
een en ander van hen leren? In deze scriptie gaan we hier dieper op in.
8
2
Probleemstelling
2.1
Aanleiding
Sinds het einde van de jaren negentig heeft de politiek in Nederland veel aandacht besteed
aan het bevorderen van een juiste afspiegeling van al die bevolkingsgroepen in het mediaaanbod en het versterken van het aanbod van media voor minderheden. De overheid heeft
een aantal instanties, zoals TNO, onderzoek laten doen naar de ontwikkelingen op het
gebied van diversiteit en mediadiversiteit in Nederland in de afgelopen jaren (Ministerie van
OC&W, 2008, blz. 1). Ook het Stimuleringsfonds voor de Pers heeft door onder andere Mira
Media specifieke onderzoeken naar etnische printmedia in Nederland laten uitvoeren. De
uitkomst was, dat het aanbod van etnische printmedia vaak instabiel was en vele
commerciële etnische printmedia vaak financieel niet overleven en daarom verdwijnen.
Omdat de situatie in Nederland uitvoerig onderzocht was, was het voor mijn opdrachtgever
Mira Media interessant om te onderzoeken hoe etnische printmedia in andere Europese
landen zich staande houden en wat de markt van etnische printmedia in Nederland van hen
kan leren. De voorkeur voor onderzoek lag bij twee Noord-Europese landen (België en het
Verenigd Koninkrijk) en één Zuid-Europees land (Italië).
2.2
Doelstelling
Het doel van deze scriptie is tweeledig.
1. Onderzoeken wat de succesfactoren zijn van etnische printmedia in België, Italië en het
Verenigd Koninkrijk, om na inventarisatie adviezen te kunnen geven aan de markt van
etnische printmedia in Nederland.
2. Onderzoeken wat de maatschappelijke invloed is van deze etnische printmedia en in
hoeverre ze nieuwe invalshoeken of gezichtspunten creëren over actuele en
maatschappelijke onderwerpen in België, Italië en het Verenigd Koninkrijk.
9
2.3
Hoofd- en deelvragen
De hoofdvraag waarmee bovenstaande punten worden onderzocht, luidt als volgt:
Welke factoren zijn van belang bij het economische, danwel maatschappelijk-inhoudelijke
succes van etnische printmedia in Europese landen, zoals België, Italië en het Verenigd
Koninkrijk in vergelijking met Nederland?
De hoofdvraag wordt beantwoord met behulp van de volgende deelvragen:
1.
Hoe en waarom ontstaan etnische media?
2.a.
Welke factoren zijn van belang voor het economische succes van etnische
printmedia in Europese landen, zoals België, Italië en het Verenigd Koninkrijk?
2.b.
Wat zijn de faalfactoren?
3.
Wat is het bereik van de etnische printmedia in België, Italië en het Verenigd
Koninkrijk?
4.
Hoe groot is de belangstelling van adverteerders en om welke adverteerders gaat het
bij etnische printmedia in België, Italië en het Verenigd Koninkrijk?
5.
In hoeverre leveren etnische printmedia een bijdrage aan het creëren van nieuwe
invalshoeken of gezichtspunten over actuele en maatschappelijke onderwerpen in
België, Italië en het Verenigd Koninkrijk?
2.4
Onderzoeksmethode
Voor het beantwoorden van de hoofd- en deelvragen is er onderzoek gedaan door middel
van deskresearch en kwalitatief onderzoek. Dit onderzoek heeft plaatsgevonden tussen
1 februari 2011 en 15 september 2011.
10
Deskresearch
Deskresearch bestond uit het bestuderen van artikelen, eerdere onderzoeken, rapporten,
een aantal (studie)boeken met betrekking tot het onderwerp, diverse websites van etnische
printmedia en demografische gegevens via het Centraal Bureau voor de Statistiek en
Eurostat.
Kwalitatief onderzoek
Via de informatie afkomstig van internet of van de contactpersonen van Mira Media, zijn de
namen van hoofdredacteuren van etnische printmedia, uitgevers of experts in België, het
Verenigd Koninkrijk en Italië achterhaald. Vervolgens is er kwalitatief onderzoek gedaan
door middel van persoonlijke interviews met hoofdredacteuren van etnische printmedia,
uitgevers of experts (eigenaar mediabureau etnomarketing, oprichter netwerk van etnische
printmedia) in België, het Verenigd Koninkrijk en Italië.
2.5
Afbakening
Het onderzoek is specifiek gericht op etnische printmedia. Andere media, zoals radio en
televisie, zijn niet meegenomen in dit onderzoek om het onderwerp van de scriptie
beheersbaar te houden. Bovendien gaat mijn voorkeur uit naar het onderzoeken van de
problematiek bij etnische printmedia. Vakgebieden zoals radio en televisie hebben namelijk
weer een heel eigen problematiek. Het onderzoek is verder geografisch beperkt, omdat
alleen (hoofd)redacteuren, uitgevers en experts uit België, het Verenigd Koninkrijk en Italië
zijn geïnterviewd. Het onderzoek is niet representatief voor overige landen in Europa.
2.6
Definities
In deze scriptie wordt de term etnische (print)media gebruikt, vanwege de definitie van
etnische minderheid volgens het woordenboek Van Dale. Bovendien is deze term ook
bekend in België, Italië en het Verenigd Koninkrijk. Verder worden de woorden etnische
minderheid en migrant door elkaar gebruikt in deze scriptie.
Een etnische minderheid
Bevolkingsgroep die oorspronkelijk uit een ander land afkomstig is (Van Dale, 2011).
11
Migrant
Iemand die naar een andere streek of ander land verhuist (Van Dale, 2011).
Etniciteit
Gevoel van onderlinge verbondenheid tussen de leden van een etnische groep op basis van
ras, cultuur, taal, religie, nationaliteit en uiterlijke kenmerken; het hangt sterk samen met
een concrete maatschappelijke en culturele context (Thesaurus zorg en welzijn, 2011).
Printmedia of gedrukte media
´Het gemeenschappelijke kenmerk van deze media is de visuele en statistische vorm van de
weergave van feiten, gedachten en gevoelens, die langs mechanische weg worden
vermenigvuldigd, en die bestaat uit tekens (letters, afbeeldingen) en dragers (papier).
Onder printmedia of gedrukte media in ruime zin worden alle uitingen gerekend, zoals
boeken, dagbladen (kranten), tijdschriften, affiches, folders, brochures, informatiebulletins
et cetera´ (Olsthoorn & Velden, van der, 1996, blz. 313). Deze scriptie bespreekt alleen
kranten, magazines en tijdschriften.
Etnische (print)media
(synoniemen: media gericht op etnische minderheden of migranten, etnisch-culturele
media, allochtonenmedia, multiculturele media, media voor culturele minderheden en
minderhedenmedia).
In het rapport ‘Gedrukte media in de multiculturele samenleving’ wordt de volgende
definitie voor printmedia voor culturele minderheden gebruikt:
`Het zijn kranten, tijdschriften, nieuwsbrieven of informatiebulletins, die uitsluitend gericht
zijn op één of meer culturele minderheidsgroepen; maar ook publicaties, die structureel
aandacht besteden aan de multiculturele samenleving en daarbij een algemeen publiek
aanspreken` (Balgobind, et al., 2006, blz. 5).
12
Etnisch-culturele minderheden
Voor de afbakening van etnisch-culturele minderheden in Nederland wordt gerefereerd aan
de nota Media- en minderhedenbeleid van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschappen uit 1999. Het zijn: eerste en tweede generaties Turken, Marokkanen,
Surinamers, Antillianen en Arubanen, Molukkers, Indische Nederlanders, Chinezen, ZuidEuropeanen (voor zover die geen deel uitmaakten van de EU) en vluchtelingen en
immigranten uit diverse landen in de derde wereld en Oost-Europa (Balgobind, et al., 2006,
blz. 5).
Diaspora
Diaspora betekent verspreiding of verstrooiing. De term wordt ook wel gebruikt voor het
tussen andersdenkenden verspreid wonen van een volk.
Tijdschrift
Het op gezette tijden verschijnend blad; bijvoorbeeld week- of maandblad (Van Dale, 2011).
Mainstream media
Media die er voor iedereen zijn en die uitgaan van inclusie. (Inclusie is het maatschappelijke
proces dat vertrekt vanuit gelijkwaardigheid, antidiscriminatie en meerwaarde van
diversiteit. In dit proces past men de opvattingen en structuren aan de verschillen tussen
mensen aan, zodat alle burgers erbij kunnen horen en rechten en kansen hebben om
evenwaardig te participeren in de samenleving (Gelijke Rechten voor Iedere Persoon met
een handicap, 2011)).
Bereik
Definitie van Knecht en Stoelinga: ‘Bereik is het aantal personen van een bepaalde doelgroep
of van een bevolkingsgroep, dat zintuiglijk wordt geconfronteerd met een specifiek medium
dan wel met een door een concrete communicatie-uiting ingenomen deel van een medium’
(Ruler, van, Elving, Hooff, van den, Smit & Verhoeven, 2005, blz. 205).
Of: ‘het aantal personen, dat is bereikt met een medium of een reclameboodschap’.
13
3
Migratie
“…the history of our planet has been in great part the history of the mixing of peoples.”
Arthur M. Schlesinger Jr., Amerikaanse historicus (Neuliep, 2005, blz. 1)
Vaak hangen het ontstaan van etnische printmedia en de diaspora/migratiegeschiedenis van
etnische minderheden in een land samen. Daarom is het nuttig om eerst wat algemene
informatie te geven over waarom mensen migreren naar een ander land. Daarnaast staan
we in het bijzonder stil bij de migratiegeschiedenis in België, het Verenigd Koninkrijk en
Italië, aangezien deze scriptie de etnische printmedia in deze landen behandelt. Voor de
volledigheid wordt er ook een kort beeld van de migratiegeschiedenis van Nederland
weergegeven.
3.1
Waarom migreren mensen?
De mens migreert, sinds de mens bestaat. Mensen migreren omdat ze op zoek zijn naar
betere leefomstandigheden (Kennislink, 2011, “Migratie”, para. 2). Een migrant is iemand
die naar een andere streek of ander land verhuist (Van Dale, 2011). Er zijn verschillende
soorten migratie:
-
Kennismigratie: bijvoorbeeld topmanagers die in een ander land een bedrijf gaan
runnen;
-
Seizoenmigratie: goedkope arbeidskrachten uit bijvoorbeeld Bulgarije, die tijdens het
seizoen aardbeien of komkommers komen plukken in Nederland;
-
Tijdelijke migratie: bijvoorbeeld studenten die een jaartje ervaring opdoen in een ander
land;
-
Politieke vluchtelingen: mensen, die vluchten voor het regime van hun thuisland;
-
Mensen die verliefd worden op iemand uit een ander land en hun partner volgen naar
zijn of haar land. (Kennislink, 2011, “Wat is migratie”, para. 2).
Ondanks het beeld dat er heerst, zijn de meeste migranten meestal te arm om naar de
rijkere westerse landen te migreren. Men migreert vaak naar een buurland of een ander
land in de regio (Kennislink, 2011, “Migratiestromen wereldwijd”).
14
3.2
Migratiegeschiedenis Nederland
Nederland heeft een lange geschiedenis van immigratie, die al begon in de 16e eeuw.
Migranten, zoals de Hugenoten, Sefardische Joden en Griekse en Italiaanse ambachtslieden,
kwamen naar Nederland vanwege de welvaart en omdat Nederland een open houding had
tegenover andere religies (Vijfeeuwenmigratie, 2011, “1580-1700”). Tussen 1800 en 1900
trokken veel mensen uit Nederland weg, omdat Nederland zijn grote rol op de
transnationale markt verloor. Dit bleef zo tot na de Tweede Wereldoorlog. Na de Tweede
Wereldoorlog was er vooral een tekort aan laaggeschoolde werknemers en daarom kwamen
er weer migranten naar Nederland (Eijl, van., 2006, “Geschiedenis van migranten”, p. 4).
Eerst werden Spanjaarden en Italianen naar Nederland gehaald als gastarbeider. Later
kwamen ze vooral uit Turkije en Marokko. Relatief veel Spanjaarden en Italianen keerden
terug naar eigen land, terwijl de Turken en Marokkanen bleven en hun gezinnen lieten
overkomen voor permanent verblijf (Eijl, van., 2006, “Geschiedenis van migranten”, p. 4).
Andere nieuwe migranten kwamen van de overzeese gebiedsdelen, zoals de Molukken en
het voormalige Nederlands-Indië, maar ook de Antillen en Suriname (Eijl, van., 2006,
“Geschiedenis van migranten”, p. 5). Door sluiting van grote oliemaatschappijen op Aruba en
Curaçao kwamen in de jaren zestig Antillianen naar Nederland op zoek naar werk. De
Surinamers kwamen rond de onafhankelijkheid van Suriname in 1975. De migratie ging
gemakkelijk, omdat deze landen tot het Nederlandse Rijk behoorden (Vijfeeuwenmigratie,
2011, “1945-heden”). De laatste jaren komen er vooral vluchtelingen uit oorlogsgebieden
zoals voormalig Joegoslavië en Irak (Eijl, van., 2006, “Geschiedenis van migranten”, p. 5).
En sinds in 2004 acht Midden- en Oost-Europese landen lid werden van de Europese Unie
(namelijk Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië), is
het aantal migranten uit deze landen in Nederland ook gestegen (Vijfeeuwenmigratie, 2011,
“1945-heden”).
3.3
Migratiegeschiedenis België
Per 1 juni 2011 wonen er ongeveer 11 miljoen mensen in België (Rijksregister, 2011).
België heeft geen rijk kolonisatieverleden zoals het Verenigd Koninkrijk of Nederland, omdat
België lange tijd deel uitmaakte van Spanje, Oostenrijk, Frankrijk of Nederland. Pas in 1830
15
werd België onafhankelijk (Landenweb.net, 2011, “Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
en de Belgische revolutie”, para. 3). Congo werd een kolonie in 1908.
België veranderde na de onafhankelijkheid in 1830 van een landbouwstaat in een
industriestaat, waarbij de mijnbouw en de metaalindustrie de belangrijkste sectoren waren
(Landenweb.net, 2011, “Tot de Eerste Wererldoorlog”, para. 3). Voor de Eerste
Wereldoorlog waren er veel Italianen in België die elders werk waren gaan zoeken (Koning
Boudewijnstichting, 2011, “ Voor 1920”, blz. 9). Na de Eerste Wereldoorlog werd België een
toevluchtsoord voor politieke vluchtelingen, zoals Italiaanse antifascisten, Duitse antinazi´s
en Poolse, Hongaarse en Roemeense Joden (Koning Boudewijnstichting, 2011, “ Van 1920
tot 1940”, blz. 10). Toen in Limburg nieuwe steenkoolmijnen werden geopend en steenkool
de voornaamste energiebron was op dat moment, werden er voornamelijk goedkope
arbeidskrachten uit Italië gehaald. De werk- en leefomstandigheden waren slecht en op een
gegeven moment weigerde Italië nog mensen te sturen vanwege die slechte
omstandigheden (Koning Boudewijnstichting, 2011, “ Van 1920 tot 1940”, blz. 10). In de
jaren zestig verschoven de activiteiten van de steenkoolindustrie naar onder andere de
zware industrie en de bouwsector. Hiervoor werden Spanjaarden en Grieken, gehaald als
gastarbeiders. Daarna kwamen de gastarbeiders uit Marokko en Turkije (Koning
Boudewijnstichting, 2011, “Van 1920 tot 1940”, blz. 10). Door de economische crisis
vanwege de olieboycot in de jaren zeventig, voerde België een immigratiestop in. Alleen
hoogopgeleide personen mochten nog in België komen werken. De stroom mensen uit
Turkije en Marokko bleef nog wel stijgen in verband met gezinshereniging (Koning
Boudewijnstichting, 2011, “ De jaren ‘70”, blz. 11). Na het wegvallen van de Berlijnse Muur
in 1989 nam de migratie van mensen uit landen van Oost-Europa toe (Koning
Boudewijnstichting, 2011, “ De jaren ‘90”, blz. 11). De laatste cijfers via Eurostat over
migrantengroepen in België zijn van 2008. De grootste migrantengroepen waren in 2008
afkomstig uit (van groot naar klein): Italië, Frankrijk, Nederland, Marokko, Spanje, Turkije,
Duitsland, Polen, Portugal, Verenigd Koninkrijk en Congo (CBS, 2008, “Eurostat 2008”).
3.4 Migratiegeschiedenis Italië
Per juli 2011 wonen er ongeveer 60,7 miljoen mensen in Italië (Istat, 2011). Ook Italië heeft
geen rijk kolonisatieverleden, net zoals België. Dat komt, omdat Italië, in de tijd van grote
16
kolonisatie, uit allemaal kleine landjes bestond. Pas in 1870 werd Italië een eenheidsstaat.
Italië was tot voor kort meer een emigratieland dan een immigratieland. In de beginjaren
van 1900 leidde de snelle groei van de Italiaanse bevolking, de lage lonen en hoge
belastingen tot een emigratiegolf van Noord-Italianen naar Midden- en West-Europa. ZuidItalianen trokken naar Brazilië, Argentinië en de Verenigde Staten (Landenweb, 2011,
`Bevolking`, para. 1). In de jaren dertig trokken Italianen die zich verzet hadden tegen
Mussolini weg. Na de Tweede Wereldoorlog gingen veel Italianen onder andere in België en
Nederland werken als gastarbeider. Sinds 1983 is de immigratie groter dan de emigratie
(Landenweb, 2011, “Bevolking”, para. 1). Door de snel vergrijzende bevolking en de daaruit
voortvloeiende vraag naar allochtone arbeidskrachten, neemt de laatste jaren het aantal
migranten uit Oost-Europa, Afrika, Azië en Latijns-Amerika steeds meer toe. Italië ligt wat
dat betreft geografisch gunstig, want het ligt op het kruispunt van Afrika en Azië én dicht bij
Oost-Europa. De Roemenen zijn nu de grootste groep allochtonen in Italië (Culturalpolicies,
2011, “4.2.4. Culturele diversiteit en integratie”, para. 4). Italië heeft vooral te maken met
illegale immigratie uit onder andere Albanië en Turkije via de Zuid-Italiaanse havens en
stranden (Landenweb, 2011, “Bevolking”, para. 1). Maar de laatste tijd heeft Italië ook te
kampen met vluchtelingen uit Tunesië en Libië, vanwege het bloedig neerslaan van de
volksopstand door Khadaffi. (Nu.nl, 2011, “48.000 migranten van Afrika naar Italië”, para 1).
De laatste cijfers over migrantengroepen in Italië zijn van 2009. De grootste
migrantengroepen waren in 2009 afkomstig uit (van groot naar klein): Roemenië, Albanië,
Marokko, China, Oekraïne, Filippijnen, Tunesië, Polen, India en Moldavië (CBS, 2009,
Eurostat 2009).
3.5
Migratiegeschiedenis Verenigd Koninkrijk
Per juli 2011 wonen er ongeveer 62 miljoen mensen in het Verenigd Koninkrijk (Office for
national statistics, 2011). De officiële naam van het Verenigd Koninkrijk is het ‘Verenigd
Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland’ en bestaat uit vier gebieden, namelijk
Engeland, Schotland, Wales en Noord-Ierland (Europa nu, 2011). Het Verenigd Koninkrijk is
een grootmacht geworden door driehonderd jaar handel en kolonisatie. Na de Tweede
Wereldoorlog was de financiële leidingpositie van het Verenigd Koninkrijk verzwakt en lag de
focus op herstel van het thuisland. Het Britse Rijk was niet voorbereid op vrijheidsbewegingen in de koloniën. India werd onafhankelijk in 1947 en niet veel later volgden
17
koloniën in de rest van Azië en Afrika. Na enkele rampzalige pogingen om de koloniën te
behouden, besloot men dat het Britse Rijk omgevormd zou worden tot het Britse
Gemenebest. Er kwamen tussen 1950 en 1965 vele migranten uit onder andere India,
Pakistan, Sri Lanka, Bangladesh, China, veel Afrikaanse landen als ook Griekse en Turkse
Cyprioten naar het Verenigd Koninkrijk. Als arbeidsimmigranten wilden zij graag het
laaggeschoolde werk doen, op zoek naar een beter leven (Georgiou, 2004, blz. 4). Na het
wegvallen van het Berlijnse Muur kwamen er bovendien veel migranten uit Oost-Europa
naar het Verenigd Koninkrijk. En na het toetreden van Polen en Roemenië tot de Europese
Unie, wisten migranten uit deze landen de weg naar het Verenigd Koninkrijk te vinden. Door
oorlogen en hongersnood kwamen er mensen uit Rwanda, Somalië, Afghanistan, Irak,
Palestina en Ethiopië naar het Verenigd Koninkrijk (Georgiou, 2004, blz. 13). Deze
migratiegolven hebben van het Verenigd Koninkrijk een multicultureel en multi-etnisch land
gemaakt. Volgens de volkstelling van 2001 (ook wel Census 2001, recentere cijfers zijn niet
bekend), was de bevolking onderverdeeld in de volgende etnische groepen (uitgedrukt in
percentages op een bevolkingsaantal van ruim 59 miljoen mensen): Brits en blank (White
British) 85,67%, Blank overig (White (other)) 5,27%, Indiaas (Indian) 1,8%, Pakistaans
(Pakistani) 1,6%, Iers en blank (White Irish) 1,2%, Gemengd ras (Mixed race) 1,2%, AfroCaraïbisch (Black Carribean) 1,0%, Afrikaans (Black African) 0,8%, Bengalees (Bangladeshi)
0,5%, Overig Aziatisch (niet Chinees) (Other Asian (non-Chinese)) 0,4%, Chinees (Chinese)
0,4%, Overig (Other) 0,4%, Zwart overig (Black (others)) 0,2%. (Office for National Statistics,
2011).
18
19
4
Ontstaan etnische media
In dit hoofdstuk wordt in kaart gebracht hoe en waarom etnische media ontstaan. Daarmee
wordt de eerste deelvraag beantwoord: ‘1. Hoe en waarom ontstaan etnische media?’.
Literatuuronderzoek wordt aangevuld met informatie uit het kwalitatief onderzoek.
4.1
Literatuur
Myria Georgiou heeft veel onderzoek gedaan naar etnische en diasporische media in het
Verenigd Koninkrijk. In haar rapport ‘Mapping minorities and their Media: The National
Context- The UK´zegt Myria het volgende: “Het Verenigd Koninkrijk is multi-etnisch
geworden, omdat volkeren uit de voormalige koloniën naar grote steden in Engeland
verhuisden op zoek naar werk. Vanwege het soms gewelddadige koloniaal verleden was de
Britse overheid gevoelig voor discriminatie en maakten zij wetgeving, die religieuze en
taalkundige diversiteit toestond. Dat betekent niet, dat de migranten of etnische
minderheden meteen omarmd werden door de Britse bevolking. De migranten/etnische
minderheden gingen, omdat zij een minderheid vormden, op zoek naar hun identiteit en een
manier van zelfpresentatie. In een land, waar veel media aanwezig waren, vormen deze
media automatisch een belangrijk element bij het vormen van identiteit en gemeenschap.”
(Georgiou, 2004, blz. 4-16)
Myria geeft ook aan dat er verschillen zijn tussen etnische minderheidsgroepen. Sommige
minderheidsgroepen ervaren het land waarin ze nu wonen als hun thuisland. Andere
minderheidsgroepen met een diasporische inslag voelen dat ze thuishoren bij een bepaalde
gemeenschap, maar ze voelen zich ook onderdeel van een bredere samenleving/
gemeenschap, die internationaal kan zijn (Georgiou, 2004, blz. 10-11). Enkele voorbeelden
van het onderverdelen van groepen door middel van diaspora: mensen uit India en Pakistan
vallen onder arbeidsdiaspora. Mensen uit Ethiopië en Sierra Leone vallen onder politieke
diaspora (Georgiou, 2004, blz. 14-15). De groepen zijn verspreid gaan leven vanwege arbeid,
of omdat ze bijvoorbeeld op de vlucht waren voor politieke onenigheid in hun land van
herkomst.
20
Diasporische (print)media hebben vaak de volgende kenmerken:
1.
Ze spreken een lezerspubliek aan op lokaal, nationaal of transnationaal niveau;
2.
Ze worden gemaakt in het land van herkomst, in het land waar lezers
zich gevestigd hebben, of in beide;
3.
Ze kunnen een commercieel initiatief zijn, een initiatief vanuit de (etnische)
gemeenschap, een gemeentelijk initiatief of een initiatief van andere organisaties;
4.
Ze fungeren als spreekbuis voor de etnische gemeenschap of presenteren zich als een
onafhankelijke en commerciële organisatie;
5.
De inhoud kan in de etnische taal zijn, in de taal van het land waar lezers zich
gevestigd hebben, of in een combinatie van talen;
6.
Ze spreken de gemigreerde generatie aan, de nieuwe generatie, of verschillende
generaties binnen de etnische gemeenschap;
7.
Ze zijn gericht op informatieverstrekking of ontspanning, maar gewoonlijk is er
sprake van een combinatie van deze twee;
8.
De inhoud van de media is gerelateerd aan thema's die te maken hebben met het
land van oorsprong, met gebeurtenissen en feiten op lokaal en nationaal niveau en in
de diaspora. Ook een combinatie van al deze thema’s is mogelijk;
9.
Ze positioneren zich als organisaties in een multiculturele samenleving. Of ze nemen
juist een positie in waarbij segregatie en etnocentrisme (= neiging om de sociale
groep waartoe men behoort als enige referentiepunt te beschouwen bij de
beoordeling van andere groepen (Jandt. 2003, blz. 76)) een centrale rol spelen
(Georgiou, 2004, blz. 17-18 ).
In ‘Mapping Diasporic Minorities and their Media in Europe’ geeft Myria nogmaals uitleg
over het ontstaan van etnische en diasporische media:
“De ontwikkeling van nieuwe technologieën en nieuwe informatiestromen zorgen
ervoor dat media onderdeel worden van het dagelijks leven met al zijn spanningen.
Media gaan dan ook een rol spelen in het debat over bestaansrecht en identiteit.
Etnische media en diasporische media kunnen een krachtige spreekbuis/stem
worden voor de gemeenschap, die zij vertegenwoordigen. Ze kunnen een krachtig
beeld van zelfrepresentatie creëren voor deze groep. Etnische media kunnen
21
symbolen van ‘empowerment’ worden, ze kunnen hun gemeenschap informeren en
kunnen symbolen van de gemeenschap communiceren. Ze kunnen ook een soort rol
van mediator aannemen en de participatie van de gemeenschap in het land waarin ze
wonen bevorderen, alsook in het land waar ze oorspronkelijk vandaan komen, maar
ook transnationaal of mondiaal” (Georgiou, 2003, blz. 7).
Gesprekken met de hoofdredacteuren van etnische printmedia, uitgevers en experts in
België, het Verenigd Koninkrijk en Italië bevestigen voor een groot deel deze bevindingen
van Myria Georgiou, maar nuanceren die ook:
4.2
België
Serpil Aygün, hoofdredacteur van Binfikir, heeft samen met haar man Erdinç de krant
opgericht om twee redenen: Erdinç werkte eerst voor een website waar een artikel van hem
werd gecensureerd. Serpil en Erdinç wilden graag een podium creëren waar iedereen zonder
censuur zijn mening of idee kon uiten. Zo ontstond (de toenmalige website) Binfikir. De
tweede reden was, dat de Binfikir-ploeg erachter kwam dat de Turkse gemeenschap in
België het Belgische nieuws niet echt volgde. Een half jaar na de Dutroux-affaire vroeg een
medewerker of iemand van de affaire had gehoord. Het nieuws over de affaire had de
medewerkster - via het Turkse nieuws - gehoord. Serpil en haar man zagen dit als signaal om
een medium op te richten dat de Turkse gemeenschap van actueel nieuws uit België kon
voorzien (S. Aygün, persoonlijk interview, 5 april 2011).
In 2009 is Zaman Benelux ontstaan, omdat het Duitse moederbedrijf een extra kantoor voor
de Benelux wilde oprichten om aan de vraag uit de Benelux naar de krant te kunnen
voldoen. Het doel van Zaman Benelux is om de Turkse gemeenschap in Nederland en België
te informeren over het dagelijkse actuele nieuws uit Nederland en België, en over nieuws uit
Turkije dat met Europa te maken heeft (T. Baştürk, persoonlijk interview, 18 april 2001).
Volgens Katleen de Ridder, stafmedewerker Media en Beeldvorming bij het
Minderhedenforum in België, zijn er twee belangrijke redenen voor het opzetten van
initiatieven van etnische printmedia:
22
1. De behoefte om je tonen aan de buitenwereld, je eigen verhaal te ´vertellen´ aan anderen,
te laten weten wie je bent.
2. Uit onvrede over hoe etnische groepen in de media geportretteerd worden (K. de Ridder,
persoonlijk interview, 4 april 2011).
4.3
Italië
Faustin Akafack van Felsi Media en RETE MIER vertelt dat er ook in Italië veel etnische
printmedia zijn, omdat elk soort (nieuwe) media in Italië een subsidie krijgt van (meestal)
gemeentelijke overheden. Maar deze initiatieven leven wel dag bij dag. Als het geld op is,
verdwijnt ook meestal alles wat is opgebouwd. Er is wel behoefte aan etnische printmedia,
maar de ervaring wijst uit dat etnische minderheden niet bereid zijn om ervoor te betalen.
Bijna alle etnische printmedia die in Italië verschijnen, zijn daarom gratis (F. Akafack,
persoonlijk interview, 1 juli 2011).
Gianluca Luciano, eigenaar van uitgeverij StranieriinItalia, kiest ervoor om de kranten in de
etnische taal van de migranten te publiceren, om de lezers thuis te laten voelen.
Gianluca: ”Je kunt iemand geen beter gevoel van ‘thuis zijn’ geven, dan diegene een krant
met informatie over zijn of haar (etnische) gemeenschap te laten lezen in zijn of haar eigen
taal, terwijl diegene in een ander land woont”. Gianluca heeft uiteraard ook een
commercieel doel. Hij richt zich op het segment ‘nieuwkomers’. Het gaat dan om migranten
die korter dan tien jaar in Italië zijn, zodat hij adverteerders kan aantrekken die deze groep
potentieel nieuwe klanten graag willen aanspreken (G. Luciano, persoonlijk interview,
4 juli 2011).
Ejaz Ahmad is hoofdredacteur voor de Pakistaanse krant ‘Azad’, die onder uitgeverij
StranieriinItalia wordt uitgegeven. Ejaz : “Met ‘Azad’ wil ik graag de integratie van de
Pakistaanse gemeenschap in Italië bevorderen. De adverteerders willen via de 14 etnische
kranten van StranieriinItalia nieuwe markten bereiken. Het is dus een win-winsituatie”
(E. Ahmad, persoonlijk interview, 5 juli 2011).
23
4.4
Het Verenigd Koninkrijk
Afua Adom van Pride Magazine zegt het volgende: "Pride Magazine is een lifestyle magazine
voor de gekleurde vrouw (Afro-roots) van 20 tot 35 jaar. De heer Kusnie, uitgever, heeft
Pride opgericht omdat er nog geen magazine op dit gebied was. Kennelijk was er veel
behoefte naar, want het magazine bestaat ondertussen al twintig jaar en de vraag naar Pride
Magazine blijft alleen maar stijgen” (A. Adom, persoonlijk interview, 7 juni 2011).
De heer Virk, hoofdredacteur van de Punjabi krant Des Pardes Weekly, zegt hierover: “De
krant is ontstaan, omdat de Punjabi- gemeenschap graag nog wilde weten wat er in India
gebeurt. Maar de gemeenschap had ook behoefte aan nieuws uit Engeland op sociaal,
politiek en cultureel gebied. Omdat ze de Engelse taal vaak nog niet machtig waren, was er
zeker behoefte aan nieuws in hun eigen taal (het Punjabi). Zo ontstond Des Pardes Weekly,
die aan deze behoefte probeert te voldoen” (Dhr. Virk, persoonlijk interview, 9 juni 2011).
Janomat Bengali Newsweekly is opgericht met dezelfde reden als Des Pardes Weekly. De
Bengaalse gemeenschap wilde graag weten wat er in Bangladesh gebeurt. Maar ook de
Bengalezen waren de Engelse taal niet machtig en hadden behoefte aan nieuws in hun eigen
taal. Er is echter nog een andere reden. Bangladesh heette vroeger Oost-Pakistan.
Bangladesh is pas sinds 1971 een onafhankelijk land. Janomat is in 1969 opgericht door een
groep studenten, toen het Bengaalse gedeelte nog deel was van Oost-Pakistan. Ze richtten
de krant op om ‘gehoord’ te worden en hadden bovendien een middel nodig om hun
meningen en opinies over de Bengaalse identiteit te verspreiden. Zo is Janomat ontstaan.
De krant werkte dus als spreekbuis. De naam Janomat betekent ook ‘de mening van het
publiek’ (M. Nobab Uddin, persoonlijk interview, 8 juni 2011).
Ook Sailesh Ram van ‘the Eastern Eye’ bevestigt de functie van spreekbuis/stem van een
etnisch printmedium. Sailesh Ram: “De ondertitel van de Eastern Eye is ‘the voice of British
Asians’. De krant is in eerste instantie gestart om de Brits-Indiase gemeenschap een ‘stem’
te geven” (S. Ram, persoonlijk interview, 10 juni 2011).
24
Conclusie
Uit de interviews kunnen we concluderen dat sommige kenmerken uit het onderzoek van
Myria Georgiou naar het ontstaan van etnische (print)media of diasporische media,
overeenkomen met wat de geïnterviewden vertellen.
De kenmerken die overeenkomen, zijn:
-
de etnische printmedia zijn opgericht om als spreekbuis of stem te fungeren voor de
gemeenschap die zij vertegenwoordigen;
-
de etnische printmedia zijn opgericht om de etnische doelgroep te informeren over
zaken uit het land waar ze vandaan komen en uit het land waar ze nu wonen;
-
de etnische printmedia zijn opgericht om de participatie van de gemeenschap in het
land waar ze nu wonen te bevorderen;
-
ze spreken een lezerspubliek aan op lokaal, nationaal of transnationaal niveau;
-
ze worden gemaakt in het land van herkomst, in het land waar lezers zich gevestigd
hebben, of in beide;
Maar sommige etnische printmedia zijn gewoon een goede zet op de markt. Het is misschien
een mix van idealisme en de juiste timing. In het geval van Pride magazine was er nog geen
lifestyle magazine voor de gekleurde vrouw met Afro-roots op de markt. Ook StranieriinItalia
speelt in op het ontstaan van nieuwe markten door de komst van migranten.
25
4.5
Samenvatting
Naam
Redenen voor het opzetten van etnische printmedia
Serpil Aygün
1. Een platform creëren, waar iedereen zonder censuur zijn mening kan geven.
2. De Turkse gemeenschap in België voorzien van actueel nieuws uit België.
3. De participatie van Turken in de Belgische gemeenschap bevorderen.
Turkse migranten informeren over het dagelijkse actuele nieuws uit Nederland en België, en over
nieuws uit Turkije dat met Europa te maken heeft. Er was veel vraag naar de van oorsprong Duitse
krant en zo is Zaman Benelux ontstaan.
1. Zelfpresentatie
2. Uit onvrede met de manier waarop de etnische groepen in de mainstream media geportretteerd
worden.
Elk nieuw medium krijgt subsidie, dus het is gemakkelijk om een etnisch printmedium op te zetten. En
het aantal migranten in Italië blijft stijgen. Ze zijn interessant voor adverteerders, omdat zij hen als
potentiële nieuwe klanten zien.
Ejaz wil graag de integratie van de Pakistaanse gemeenschap in Italië bevorderen.
Niets geeft een migrant meer een gevoel van ‘thuis zijn’ dan het lezen van een krant in de eigen
etnische taal. Maar er is ook een commercieel belang, want de nieuwe migranten zijn interessant voor
adverteerders.
Pride Magazine is een lifestyle magazine voor de gekleurde vrouw (Afro-roots) van 20 tot 35 jaar. Het
blad is opgericht door de heer Kushnie, omdat er nog geen magazine op dit gebied was. Er was
kennelijk wel een gat in de markt, want het magazine bestaat ondertussen al twintig jaar en de vraag
naar Pride Magazine blijft alleen maar stijgen.
De Punjabi-doelgroep wilde graag nog weten wat er in India gebeurt, maar had ook behoefte aan
nieuws uit Engeland op sociaal, politiek en cultureel gebied. Omdat deze doelgroep de Engelse taal
vaak nog niet machtig was, was er zeker behoefte aan nieuws in de eigen taal (Punjabi).
1. De krant is in eerste instantie opgericht om als spreekbuis/stem te fungeren met betrekking tot de
Bengaalse identiteit.
2. De Bengaalse doelgroep wilde graag weten wat er in Bangladesh gebeurde. Ook had men behoefte
aan nieuws uit Engeland op sociaal, politiek en cultureel gebied. Omdat de immigranten de Engelse
taal vaak nog niet machtig waren, was er zeker behoefte aan nieuws in de eigen taal (Bengaals).
De krant is in eerste instantie gestart om de Brits-Indiase gemeenschap een stem te geven.
Tercan Baştürk
Katleen de
Ridder
Faustin Akafack
Ejaz Ahmad
Gianluca
Luciano
Afua Adom
De heer Virk
Mohammed
Nobab Uddin
Sailesh Ram
26
Organisatie/
printmedia
Binfikir
Land
Zaman Benelux
België
Minderhedenforum
België
Felsimedia/Rete
Mier
Italië
Azad
StranieriinItalia
Italië
Italië
Pride Magazine
Verenigd Koninkrijk
België
Des Pardes Weekly Verenigd Koninkrijk
Janomat Bengali
Newsweekly
Verenigd Koninkrijk
Eastern Eye
Verenigd Koninkrijk
5
Succesfactoren en faalfactoren
Dit hoofdstuk brengt in kaart wat de succesfactoren én faalfactoren van etnische printmedia
in België, Italië en het Verenigd Koninkrijk zijn. Daarmee geeft dit hoofdstuk antwoord op,
waarmee deelvraag 2.a: ‘Welke factoren zijn van belang voor het economische succes van
etnische printmedia in Europese landen, zoals België, Italië en het Verenigd Koninkrijk?’. En
op deelvraag 2.b: ‘Wat zijn de faalfactoren?’. In paragraaf 5.1 t/m 5.4 worden de
succesfactoren besproken. In hoofdstuk 5.5 komen de faalfactoren aan bod.
5.1
Succesfactoren België
Katleen de Ridder vindt dat etnische printmedia in België niet zo succesvol zijn. Uit recent
onderzoek (onderzoek is niet openbaar) is gebleken, dat er momenteel maar tien etnische
printmedia in België te vinden zijn. Uit onderzoek van de Europese Unie kwam ook naar
voren dat België het land is met de minste etnische media in Europa. De etnische printmedia
die wel succesvol zijn in België, overleven omdat ze kunnen teren op een eigen groep. Ze zijn
meestal mono-etnisch gericht (ze richten zich op één etnische groep) en adverteerders
komen ook uit die groep. De succesvolle etnische printmedia hebben geen steun van de
overheid en leven niet van subsidies. De kracht zit dus in adverteerders en lezers uit de
gemeenschap waarvoor de kranten gemaakt worden (K. de Ridder, persoonlijk interview,
4 april 2011).
Serpil van Binfikir denkt dat hun idealisme toch de grootste kracht is. Serpil en Erdinç
proberen met hun krant het leven voor de Turkse gemeenschap in België enigszins te
verbeteren. Ze hopen door middel van Binfikir te bereiken dat de Turkse gemeenschap beter
aan de Belgische maatschappij kan deelnemen, door een brug te vormen tussen de Turkse
gemeenschap en de Belgische maatschappij. Een ander stokpaardje van hen is dat zij een
onpartijdige krant zijn. Het succes zit verder ook bij de passie en bezieling van de oprichters
Serpil Aygün en Erdinç Utku, want ze doen heel veel zelf. Zij schrijven, samen met een
redactie van vrijwilligers voor de krant, naast hun betaalde baan. Serpil en Erdinç doen
verder zelf de opmaak en de distributie. Ze verdelen de krant in drie dagen in zowel het
Vlaamse als Waalse (Franse) gedeelte in België, waar een grote Turkse gemeenschap is. Daar
gaat veel tijd in zitten en deze offeren ze op om Binfikir te kunnen maken en gratis te
27
kunnen verspreiden (S. Aygün, persoonlijk interview, 5 april 2011).
Tercan Baştürk van Zaman Benelux vindt het nog te vroeg om te zeggen of de krant
succesvol is, omdat deze editie pas twee jaar bestaat. Hij is wel trots op het feit dat Zaman
Benelux het enige (Turkse) etnische printmedium is dat dagelijks verschijnt. Andere etnische
media in België of Nederland verschijnen wekelijks of maandelijks. En voor veel
doelgroepen, zoals de Marokkanen, is er geen etnisch printmedium in België.
Tercan geeft toch drie succesfactoren voor Zaman Benelux. De eerste succesfactor van
Zaman Benelux is: de goed opgeleide journalisten. Journalisten, die bij Zaman Benelux
werken, zijn in België of Nederland geboren en opgegroeid en hebben in België of Nederland
journalistiek gestudeerd. Zaman geeft daarnaast ook iedereen een tweemaandelijkse
journalistieke opleiding per jaar binnen de organisatie, waardoor ze bekend raken met het
gedachtegoed van Zaman. De krant wil niet op een goedkope manier het nieuws
overbrengen, maar op een hoger journalistiek niveau. Een tweede succesfactor is het
abonnementensysteem van Zaman Benelux. Zaman heeft ongeveer 11.000 abonnees en de
oplage van de krant wordt aan de hand van het aantal abonnees gedrukt. Hierdoor zijn ze
verzekerd van inkomsten en wordt de kwaliteit van de krant gewaarborgd. Een derde
succesfactor is dat Zaman Benelux veel investeert in relatiemarketing en warme banden
probeert te onderhouden met de abonnees. Relatiemarketing heeft te maken met het
opbouwen, onderhouden en versterken van de relatie tussen een organisatie en een klant.
Deze relatie kenmerkt zich door een focus op de lange termijn en een wederzijdse
afhankelijkheid (Vries, Helsdingen, & Ees, van, 2005, pag 41). Dat wil zeggen: als je investeert
in de relatie met je klanten, zijn zij eerder tevreden en krijgt de organisatie een beter imago,
waardoor klanten minder snel bij een bedrijf weg zullen gaan. Zaman Benelux heeft
regiovertegenwoordigers, bij wie abonnees terechtkunnen als er iets niet goed is gegaan.
Aan klachten wordt serieus opvolging gegeven. Er wordt ook persoonlijk gebeld met
abonnees om te vragen of alles naar wens is. Dat is één van de krachten van Zaman Benelux
(T. Baştürk, persoonlijk interview, 18 april 2001).
28
5.2
Succesfactoren Italië
Het succes van Gianluca Luciano van StranieriinItalia zit in de combinatie van een goed idee
en een goede marketingstrategie. Een marketingstrategie is de manier waarop een
organisatie, binnen de grenzen van het werkterrein van de organisatie, haar beoogde omzet
of te behalen marktaandeel probeert te verwezenlijken met de inzet van marketinginstrumenten (Verhage, 2004, blz. 950-951). StranieriinItalia is een uitgeverij die ongeveer
14 verschillende etnische kranten uitgeeft in de eigen taal van de migranten. Gianluca heeft
alleen grote commerciële adverteerders. Hij is van mening dat je contracten met de grote
bedrijven moet hebben om een uitgeverij van etnische kranten draaiende te houden
(G. Luciano, persoonlijk interview, 4 juli 2011).
Azad is een krant, die wordt uitgegeven via uitgeverij StranieriinItalia. Het succes van Azad is,
dat deze krant liberaal is. Dat is een pluspunt, omdat er in Pakistan veel censuur aanwezig is.
Maar Ejaz Ahmad benadrukt, dat Azad zonder StranieriinItalia niet zo succesvol zou zijn,
want StranieriinItalia zorgt voor de advertentieverkoop, distributie en publiciteit voor de
krant.
5.3
Succesfactoren Verenigd Koninkrijk
Afua Adom antwoordt dat het succes van Pride magazine ligt bij het team dat Pride
magazine maakt. Het team is een afspiegeling van de lezers en ze kennen hun lezers goed.
Ze weten hoe ze voor deze groep moeten schrijven en ze luisteren goed naar hun lezers. Dit
doen ze onder andere door veel te communiceren met hun lezers via Facebook en door
gebruik te maken van focusgroepen. De uitgever stuurt dan vragenlijsten via de mail en
maakt gebruik van de antwoorden om het magazine te verbeteren. Eén van de laatste acties
was de vraag, wat men anders wilde zien in het magazine. Hieruit kwam naar voren dat de
uitstraling van het magazine jonger en kleurrijker moest worden. Pride magazine heeft
daarom nu meer kleur en de uitstraling is jonger (A. Adom, persoonlijk interview, 7 juni
2011).
29
Het succes van Des Pardes Weekly komt volgens de heer Virk door goede journalistiek. De
journalisten van Des Pardes werken hard om goede informatie te vinden en zorgen er ook
voor dat het nieuws heel integer en objectief wordt gebracht, zodat de lezers het
vertrouwen krijgen dat er geen onzin geschreven wordt (Dhr. Virk, persoonlijk interview,
9 juni 2011).
Het succes van Janomat Bengali Newsweekly komt volgens de heer Nobab Uddin, omdat
deze krant de eerste Bengaalse krant was in het Verenigd Koninkrijk. De krant is dus een
sterk merk dat een grote ‘merkwaarde’ heeft opgebouwd in de Bengaalse gemeenschap.
Merkwaarde wil zeggen dat de bekendheid van het merk en de reputatie van het merk
samen de merkwaarde van het merk bepalen (Vries, W. de & Helsdingen, P. & Ees, C. van
(2005), Dienstenmarketingmanagement, blz. 506-508). Een andere succesfactor voor het
slagen van de krant, is hun specifieke lezersgroep. Janomat schrijft voor de Bengaalse
gemeenschap in de Bengaalse taal. Het Bengaals wordt in Bangladesh en in een groot deel
van Calcutta (hoofdstad van deelstad West-Bengalen in India) gesproken. Het doel van
Janomat is om de Bengaalse gemeenschap te informeren over wat er in het Verenigd
Koninkrijk en de rest van de wereld gebeurt. Ook wordt de taal ‘levend’ gehouden. Een
derde succesfactor, vindt Mohammed, is de objectieve en betrouwbare journalistiek.
Janomat is niet gelieerd aan enige politieke partij in Bangladesh. De krant is onafhankelijk en
objectief. Een vierde succesfactor is dat de Bengaalse gemeenschap blijft groeien, omdat er
nog steeds een stroom mensen migreert vanuit Bangladesh naar het Verenigd Koninkrijk.
Velen van hen kunnen geen Engels lezen of schrijven. Door de constante stroom Bengaalse
migranten blijft de doelgroep stabiel. Verder is de kwaliteit van de krant heel goed. De
kleuren, het papier, het formaat, de druk en ook de inhoud zijn van hoge kwaliteit
(M. Nobab Uddin, persoonlijk interview, 8 juni 2011).
Ook het succes van de Eastern Eye komt door het sterke merk en de ‘merkwaarde’ van de
krant. Sailesh Ram leidt dat af van de vele telefoontjes, die Eastern Eye uit de gemeenschap
ontvangt. Wie een verhaal heeft voor de Indiase gemeenschap, denkt toch als eerste aan
Eastern Eye. Daaruit blijkt wel hoe sterk het merk is. Sailesh ziet de krant ook echt als ‘een
stem’ van de Indiase gemeenschap. Hij merkt dat mensen die de krant opbellen met hun
verhalen dat ook zo zien (S. Ram, persoonlijk interview, 10 juni 2011).
30
Conclusie succesfactoren
Om een succesvol printmedium te kunnen worden, zijn de volgende succesfactoren van
belang.
-
Adverteerders zijn en blijven een heel belangrijke bron van inkomsten. Hoe meer
grote adverteerders, hoe meer inkomsten, hoe meer kans om te overleven;
-
De grote kranten hebben een vast mediabureau die de contacten en
contractafhandelingen met de commerciële adverteerders regelt;
-
Merkbekendheid van je tijdschrift of krant kan heel erg helpen, dus investeer in
publiciteit;
-
Investeer in goede journalistiek;
-
Ken je lezersgroep goed;
-
Investeer in het onderhouden van relaties met je lezers/klanten. Dat schept loyaliteit
aan je merk/product. Een stabiele lezersgroep is belangrijk;
-
Succes hangt ook erg af van de lezers. Als lezers niet voor een etnisch medium willen
betalen, heeft het geen zin;
-
Investeer niet alleen in goede journalistiek, maar ook in het uiterlijk van de krant;
-
Zorg ervoor dat de distributie van de krant goed geregeld is;
-
Investeer in onderzoek naar bereik. Adverteerders willen heel graag weten waar de
verkooppunten zijn en hoeveel mensen hun reclameboodschap of advertentie heeft
bereikt;
31
5.4
Samenvatting succesfactoren
Naam
Succesfactoren
Serpil Aygün
De krant is gratis, onpartijdig en er is geen censuur. Idealisme is de grootste kracht. De krant probeert een brug te slaan tussen de
Turkse gemeenschap en de Belgische maatschappij. Maar ook de passie en bezieling van de oprichters zijn grote troeven. Zij
schrijven (samen met een redactie) artikelen, verzorgen de opmaak en distribueren zelf in het Vlaamse en Waals gedeelte van
België.
Succes is te danken aan de goed opgeleide journalisten. Degenen die bij Zaman Benelux werken, hebben in België of Nederland
gestudeerd. Zaman geeft daarnaast ook iedereen een tweemaandelijkse journalistieke opleiding per jaar binnen de organisatie,
waardoor journalisten bekend raken met het gedachtegoed van Zaman. Zaman wil op een hoger journalistiek niveau het nieuws
brengen. Tweede succesfactor is dat men veel investeert in relatiemarketing en warme banden probeert te onderhouden met de
abonnees. Derde succesfactor is het abonnementensysteem. Zaman heeft 11.000 abonnees en de oplage van de krant wordt aan de
hand van het aantal abonnees gedrukt.
Succesvolle printmedia overleven omdat ze mono-etnisch zijn gericht (ze richten zich op één etnische groep). Ook adverteerders
komen uit die groep. Ze ontvangen geen steun van de overheid. De kracht zit dus in adverteerders en lezers uit de gemeenschap
waarvoor de krant gemaakt wordt.
Het succes van StranieriinItalia zit in de combinatie van een goed idee en een goede marketingstrategie. StranieriinItalia is een
uitgeverij die ongeveer 14 verschillende etnische kranten uitgeeft in de eigen taal van de migranten. Gianluca heeft alleen grote
commerciële adverteerders. Hij is van mening, dat je contracten met de grote adverteerders moet hebben om een uitgeverij van
etnische kranten draaiende te houden.
Azad pleegt geen censuur. Kranten in Pakistan doen dat wel. De doelgroep vindt de juridische informatie nuttig. Maar Azad zou niet
succesvol zijn zonder StranieriinItalia, want StranieriinItalia zorgt voor de advertentieverkoop, distributie en publiciteit voor de krant.
Het team dat Pride magazine maakt is een afspiegeling van de lezers, dus de makers kennen hun lezers goed. Ze weten hoe ze voor
deze groep moeten schrijven en ze luisteren ook goed naar deze lezers. Dit doen ze onder andere door veel te communiceren met
hun lezers via Facebook en via focusgroepen. De uitgever stuurt dan vragenlijsten via de e-mail en gebruikt de antwoorden om het
magazine te verbeteren.
Goede journalistiek. De journalisten van Des Pardes Weekly zorgen er ook voor dat het nieuws heel integer en objectief wordt
gebracht.
Janomat Bengali Newsweekly was de eerste Bengaalse krant in het Verenigd Koninkrijk en heeft daarom een sterke merkbekendheid
en merkwaarde opgebouwd in de Bengaalse gemeenschap. Andere succesfactoren zijn de specifieke lezersgroep, die blijft bestaan
omdat de stroom migranten blijft toenemen. De krant is niet gelieerd aan een politieke partij en dus betrouwbaar. En verder is niet
alleen de inhoud van hoge kwaliteit door goede journalistiek, maar ook het uiterlijk ziet er professioneel uit.
De Eastern Eye heeft ook een sterke merkbekendheid. De krant is - vooral om zijn naam- twee jaar geleden door de uitgeverij AMG
opgekocht van de vorige eigenaar.
Tercan Baştürk
Katleen de Ridder
Gianluca Luciano
Ejaz Ahmad
Afua Adom
De heer Virk
Mohammed Nobab
Uddin
Sailesh Ram
32
Organisatie/
printmedia
Binfikir
Land
Zaman Benelux
België
Minderhedenforum
België
StranieriinItalia
Italië
Azad
Italië
Pride Magazine
Verenigd
Koninkrijk
Des Pardes
Weekly
Janomat Bengali
Newsweekly
Verenigd
Koninkrijk
Verenigd
Koninkrijk
Eastern Eye
Verenigd
Koninkrijk
België
5.5
Faalfactoren België, Italië en het Verenigd Koninkrijk
België
De reden dat er weinig etnische printmedia in België is, heeft volgens Katleen de Ridder te
maken met het perslandschap in Vlaanderen. “Je hebt 5 grote persgroepen (De Persgroep,
Concentra, Roularta, Corelio en De Vijver) en die monopoliseren het hele medialandschap. Je
moet als nieuwkomer lid zijn van zo´n groep, wil je succes hebben. Er is door Corelio geprobeerd om een intercultureel tijdschrift uit te geven, genaamd Kalima. Maar na verschijning
van het eerste nummer is het initiatief al doodgebloed, omdat Corelio toch onzeker was over
de financiële haalbaarheid van het tijdschrift. En omdat er bijvoorbeeld over de distributie
niet was nagedacht” (K. de Ridder, persoonlijk interview, 4 april 2011).
Italië
In Italië zijn er drie sterke groepen voor etnische printmedia: StranieriinItalia, de L’Espresso
group en enkele individuele organisaties (zoals Immigrazione-Oggi en Mixa). De reden dat er
niet meer succesvolle etnische printmedia in Italië zijn, komt volgens Faustin van Felsi Media
omdat etnische printmedia net zo snel verdwijnen als ze opkomen, als de subsidie op is. De
kleine organisaties die etnische (print)media willen maken, kunnen niet concurreren met de
drie grote organisaties. Omdat zij sterk zijn, zijn zij ook degenen die de grote adverteerders
vinden (F. Akafack, persoonlijk interview, 1 juli 2011).
Verenigd Koninkrijk
Sailesh Ram van de Eastern Eye is de enige die op deze vraag een antwoord geeft. De
andere geïnterviewden zien hun krant als een succesvolle krant. Sailesh geeft aan, dat hij
lezers kwijtraakt door de moslimdiscussie van de laatste tijd. Hoe negatiever mensen over
moslims praten, hoe sterker de identiteit gaat opspelen bij de islamitische lezers. Een lezer
voelt zich dan niet meer aangesproken als het over de ‘voice of British Asians’ gaat, want hij
voelt zich meer een Britse moslim, dan een ‘British Asian’ (S. Ram, persoonlijk interview, 10
juni 2011).
33
6
Bereik
Dit hoofdstuk brengt het bereik van de etnische printmedia in België, Italië en het Verenigd
Koninkrijk in kaart. Het geeft daarmee antwoord op de derde deelvraag: ‘Wat is het bereik
van de etnische printmedia in België, Italië en het Verenigd Koninkrijk?’
6.1
Bereik
De definitie van bereik is volgens de definitie van Knecht en Stoelinga: ‘Het aantal personen
van een bepaalde doelgroep of van een bevolkingsgroep, dat zintuiglijk wordt geconfronteerd met een specifiek medium dan wel met een door een concrete communicatie-uiting
ingenomen deel van een medium’. Of makkelijker gezegd: ‘het aantal personen dat
geconfronteerd wordt met een medium of een reclameboodschap’(Ruler, et al., 2005, blz.
205). Er zijn verschillende soorten bereik: actueel bereik (het aantal personen dat binnen
een verschijningsinterval van een medium wordt bereikt; bij een weekblad is dat binnen een
week), effectief bereik (het minimum aantal contacten dat nodig is om een boodschap
effectief te laten zijn), gemiddeld bereik (het gemiddeld aantal mensen dat wordt
geconfronteerd met een mediumtitel/programma/reclame) en totaalbereik (het aantal
personen (vaak als percentage van het totaal dat bereikt had kunnen worden) dat wel eens
met het medium is geconfronteerd) (Ruler, et al., 2005, blz. 217).
Verder heb je ook mediumbereik (het aantal mensen dat geconfronteerd wordt met
bijvoorbeeld de Telegraaf), nummerbereik (het bereik van de Telegraaf van maandag 8
augustus 2011), paginabereik (hoeveel mensen zagen pagina 12) en reclamebereik (hoeveel
mensen zagen de reclame of advertentie op pagina 12) (Ruler, et al., 2005, blz. 205). Bij het
begrip mediumbereik kunnen nog wat nuanceringen worden aangebracht. Zo kan er sprake
zijn van alleen ‘fysiek bereik’. Neem bijvoorbeeld een gratis folder die op de deurmat ligt...
deze kan door de bewoner gelezen worden, maar ook ongelezen worden weggegooid.
Hoewel er sprake is van fysiek bereik, zal de reclameboodschap niet het gewenste effect
hebben. Verder zijn de kennis, houding en het gedrag van mensen ten opzichte van het
medium van invloed op hoe men een boodschap tot zich neemt (Boer & Brennecke, 2003,
blz. 44-45). Ook de lengte van een bericht en het kleurgebruik kunnen van invloed zijn op de
manier waarop mensen een boodschap tot zich nemen.
34
De geïnterviewden in deze scriptie, op Gianluca Luciano na, gaan uit van alleen fysiek bereik.
Ze houden geen rekening met variabelen als de lengte van het bericht, hoe vaak er contact is
geweest met het medium, kleurgebruik of kennis, houding en gedrag ten opzichte van een
medium en dergelijke.
6.2
Belangrijkheid bereik
Gianluca Luciano van uitgeverij StranieriinItalia meet vaak het bereik van zijn kranten
(G. Luciano, interview, 4 juli 2011). Ook Saad Saraf van Media Reach Advertising
reclamebureau meet het bereik van de etnische kranten waarin waar hun klanten
advertenties plaatsen. Bijvoorbeeld door middel van enquêtes of via e-mail. Het bureau
heeft ook eens verkeerstellers geplaatst om te tellen hoeveel auto´s er langs een bepaald
billboard reden. Saad zegt dat dit het belangrijkste is wat je als bureau moet doen, omdat
adverteerders cijfers willen zien. Ze willen zien hoeveel keer een advertentie is gelezen of
hoeveel mensen langs een billboard rijden. Bedrijven willen weten hoeveel mensen in
contact komen met hun advertentie (S. Saraf, persoonlijk interview, 9 juni 2011).
Conclusie
Uit de interviews blijkt dat veel van de etnische printmedia niet investeren in bereik
onderzoek. Gianluca Luciano en Saad Saraf geven beiden aan, dat deze cijfers erg belangrijk
zijn voor adverteerders. Zij willen graag weten wie hun advertentie leest en waar deze lezers
geconfronteerd worden met hun advertentie. Eén van de aanbevelingen van deze scriptie is
dan ook om te investeren in bereik onderzoek. Dat trekt adverteerders en dat verzekert
etnische printmedia weer van inkomsten.
35
6.3
Samenvatting
Naam
Bereik etnische printmedia
Serpil Aygün
Binfikir is een maandelijkse krant meten een oplage van 11.000 exemplaren. De krant probeert zoveel
mogelijk mensen te bereiken door gratis te zijn en een uitgedacht distributiesysteem te hanteren.
Zaman Benelux is een dagelijkse krant met een oplage van 12.000 kranten per dag. Een krant kost
€ 1,10. Een recente enquête wees uit dat de krant 50.000 mensen bereikt.
StranieriinItalia publiceert 14 kranten in vreemde talen. De 14 kranten hebben een gezamenlijke
oplage van 350.000 lezers per maand. Het gemiddeld bereik is twee personen per krant (dus 700.000
mensen) en het totaalbereik 1,6 % per exemplaar. Met de lezers van de website erbij, komt
StranieriinItalia op ongeveer 800.000 tot 1 miljoen lezers per maand.
Pride Magazine is een maandelijks magazine. De uitgeverij verkoopt ongeveer 80.000 exemplaren per
maand voor 3 pond (= € 3,44) per exemplaar. Het bereik is 210.000 mensen.
Tercan Baştürk
Gianluca
Luciano
Afua Adom
De heer Virk
Mohammed
Nobab Uddin
Sailesh Ram
Des Pardes Weekly is een wekelijkse krant met een oplage van 48.000-50.000 exemplaren per week,
waarvan misschien 90% verkocht wordt. De prijs per exemplaar is 1,50 pond (= € 1,72) per krant. Het
bereik wordt geschat op 250.000 mensen, omdat een gezin meestal uit 4 of 5 mensen bestaat.
Janomat Bengali Newsweekly is een wekelijkse krant met een oplage van 7.000 tot 12.000 exemplaren
per week. De krant kost 50 pence (= € 0,57) per exemplaar. Het bereik wordt geschat op minimaal
35.000 tot maximaal 100.000 lezers. Elk exemplaar wordt ongeveer door 5 mensen gelezen. Er is geen
onderzoek naar gedaan, maar er zijn ongeveer 12.000 Indiase restaurants in het Verenigd Koninkrijk,
meestal in handen van Bengalezen. Een groot aantal restaurants heeft een abonnement op Janomat.
Als de krant in een restaurant ligt, wordt hij minimaal door 5 mensen gelezen.
De Eastern Eye is een wekelijkse krant met een oplage van ongeveer 23.000 – 25.000 exemplaren per
week. Een krant kost 50 pence (= € 0,57). Per week worden er ongeveer 22.000 exemplaren verkocht.
Het bereik van de krant ligt ongeveer op 80.000 mensen per week (dus ongeveer 4 mensen komen in
contact per krant), maar het laatste onderzoek stamt wel uit 2003.
36
Organisatie/
printmedia
Binfikir
Land
Zaman Benelux
België
StranieriinItalia
Italië
Pride Magazine
Verenigd
Koninkrijk
Des Pardes
Weekly
Verenigd
Koninkrijk
Janomat Bengali
Newsweekly
Verenigd
Koninkrijk
Eastern Eye
Verenigd
Koninkrijk
België
37
7
Adverteerders
Dit hoofdstuk brengt de belangstelling van adverteerders voor etnische printmedia in
België, Italië en het Verenigd Koninkrijk in kaart. Daarmee geeft dit hoofdstuk antwoord op
de vierde deelvraag: ‘Hoe groot is de belangstelling van adverteerders en om welke
adverteerders gaat het bij etnische printmedia in België, Italië en het Verenigd Koninkrijk?’.
Bij etnische printmedia in België en het Verenigd Koninkrijk gaat het om kleine
adverteerders uit de etnische gemeenschap én grote adverteerders uit het gastland.
Gianluca Luciano van StranieriinItalia heeft alleen commerciële Italiaanse adverteerders.
7.1
België
Binfikir heeft adverteerders vanuit de Turkse zakenwereld. Maar ook grote Belgische
bedrijven adverteren in Binfikir, zoals Ortel Mobile en Citibank (een bekende Belgische
bank). Citibank is bij Binfikir terechtgekomen, omdat ze graag de Turkse gemeenschap wilde
bereiken in verband met een promotie (S. Aygün, persoonlijk interview, 5 april 2011).
Zaman heeft voornamelijk Turkse bedrijven als adverteerders. Zaman Benelux wordt echter
ook benaderd door Nederlandse en Belgische bedrijven, die specifiek de Turkse doelgroep
willen bereiken, zoals Corendon (vliegmaatschappij), Base en Ortel Mobile (beiden mobiele
netwerkproviders) (T. Baştürk, persoonlijk interview, 18 april 2001).
7.2
Italië
Gianluca Luciano van StranieriinItalia heeft alleen commerciële Italiaanse adverteerders.
Hij vindt deze adverteerders omdat de nieuwkomers (migranten) een potentiële nieuwe
afzetmarkt opleveren. Ook de adverteerders zijn tevreden. Western Union is bijvoorbeeld
adverteerder vanaf het begin van StranieriinItalia en elke keer wordt het contract verlengd.
StranieriinItalia publiceert 14 etnische kranten in de taal van het herkomstland van de
migrant. Het contract met Western Union houdt in, dat een advertentie van Western Union
in alle 14 kranten komt te staan. Soms dezelfde advertentie, soms wordt de taal per krant
aangepast. Maar de adverteerders kunnen ook beslissen om bijvoorbeeld alléén in vijf
kranten te verschijnen en hun boodschap alléén op die gemeenschappen te richten.
38
Luciano is er trots op, dat het bedrijf Eni (te vergelijken met de Nederlandse Shell) onlangs
met een advertentie in het Urdu in de Pakistaanse krant ‘Azad’ is verschenen. Dat is een
unicum. De gedachte hierachter is, zegt Luciano, dat je reclameboodschap/advertentie meer
effect heeft als je de lezer aanspreekt in de taal van zijn land van herkomst. Het doel is
natuurlijk wel commercieel, namelijk dat er meer verkocht wordt (in dit geval meer gas of
benzine). In het begin was het moeilijk om adverteerders te vinden, maar nu vindt Luciano
wel adverteerders en mensen komen ook naar hen toe. Een apart bedrijf zoekt de
adverteerders en sluit de contracten af. Het mediabedrijf was ook opgericht door Gianluca,
maar de wet heeft ervoor gezorgd dat het bedrijf afgestoten moest worden (G. Luciano,
persoonlijk interview, 4 juli 2011).
7.3
Verenigd Koninkrijk
Afua Adom van Pride Magazine weet niet precies hoeveel de inkomsten uit advertenties zijn,
maar er zijn wel veel advertenties in het magazine. Bijvoorbeeld automerken, WestEndshows (musicals zoals The Lion King), haar- (Bump, Texture Softener, Olive Miracle,
Vivica A. Fox Hair Collection), beauty- (Palmers´s Cocoa Butter Formula, Vaseline Cocoa
Butter) en make-up producten (Black Up, Sleek Make Up, Iman Cosmetics). Kortom: alles wat
bij de lifestyle hoort. Soms benadert Pride Magazine zelf bedrijven voor advertentiemogelijkheden en soms komen de adverteerders naar Pride Magazine toe. Het werkt beide
kanten op. Het magazine heeft adverteerders uit de doelgroep (Afro- en Caribische
gemeenschap), maar ook grote Engelse bedrijven (A. Adom, persoonlijk interview, 7 juni
2011).
Des Pardes Weekly heeft adverteerders uit de Punjabi-gemeenschap. Dit zijn zowel kleine
winkeltjes als grote commerciële bedrijven, voornamelijk vastgoedbedrijven uit Engeland en
India. En ook af en toe de overheid. Met veel adverteerders wordt al jarenlang
samengewerkt (Dhr. Virk, persoonlijk interview, 9 juni 2011).
Sailesh Ram van de Eastern Eye geeft aan, dat de Eastern Eye zowel commerciële
adverteerders als O2 en Vodafone heeft, maar ook kleinere adverteerders uit de Indiase
gemeenschap. Hij zegt verder, dat het tegenwoordig moeilijker om een etnische krant of een
39
etnisch magazine draaiende te houden dan tien tot vijftien jaar geleden. Vroeger waren
etnische printmedia ook gegarandeerd van advertentie-inkomsten via de overheid.
Vanwege de ‘Equality legislation’ (wet op gelijkheid) was de overheid verplicht hun
informatie te plaatsen in zoveel mogelijk media, dus ook in etnische media. Zeker als het
ging om een vacature, moest de overheid zo breed mogelijk adverteren om de diversiteit te
bevorderen. Tegenwoordig plaatsen overheidsinstanties vacatures gewoon op hun eigen
website. Dus het is nu moeilijker geworden om uit de kosten te komen, want het drukken
van een magazine is duur. De kranten die in hun eigen taal publiceren, zoals Janomat Bengali
Newsweekly (Bengaals) en Des Pardes weekly (Punjabi), hebben nog geen problemen met
overleven. Hun doelgroep is loyaal is aan de ‘etnische’ krant. Overigens vooral omdat hun
lezers de Engelse taal niet machtig zijn. Maar voor de rest van de markt van etnische
printmedia is het moeilijker geworden. De Eastern Eye moet concurreren met de
mainstream media, wat adverteerders betreft. En dat maakt het lastiger. (S. Ram,
persoonlijk interview, 10 juni 2011).
Conclusie
Bedrijven die adverteren in etnische printmedia zijn vaak winkeliers en organisaties uit de
doelgroep. In Engeland adverteerde tot voor kort ook de overheid, zoals de gemeente,
politie en luchtmacht. Dit loopt nu terug. Commerciële adverteerders die wel altijd willen
adverteren in etnische printmedia, zijn meestal geldtransferbedrijven, zoals Western Union
en Moneygram, telefoonmaatschappijen, zoals Vodafone, O2 en Lyca Mobile, en
vliegmaatschappijen. Luciano concentreert zich op het aantrekken van om grote bedrijven
(zoals Eni, vergelijkbaar met de Nederlandse Shell) als adverteerder. Hij is van mening dat je
contracten met de grote bedrijven moet hebben om een uitgeverij van etnische kranten
draaiende te houden.
40
8
Invloed etnische printmedia
Dit hoofdstuk brengt in kaart in hoeverre etnische printmedia een bijdrage leveren aan het
creëren van nieuwe invalshoeken of gezichtspunten op het mainstream nieuws. Daarmee
geeft dit hoofdstuk antwoord op de vijfde deelvraag: ’In hoeverre leveren etnische
printmedia een bijdrage aan het creëren van nieuwe invalshoeken of gezichtspunten over
actuele en maatschappelijke onderwerpen in België, Italië en het Verenigd Koninkrijk?’
8.1
Situatie in België
Serpil Aygün: “Het zou kunnen dat als de etnische printmedia in het Nederlands of Frans
zouden verschijnen, ze misschien een bijdrage zouden kunnen leveren aan bijvoorbeeld de
beeldvorming, maar dat is op dit moment niet zo en dat is één van onze handicaps.
Daarnaast is niet alleen de taal, maar ook de inhoud en de houding van de Belgische kranten
belangrijk. Men kan nooit een positief effect bereiken tegenover verkeerde beeldvorming,
als de Belgische kranten discriminerende of soms extreem nationalistische taal gebruiken en
jouw mening niet wordt gehoord of gevraagd” (S. Aygün, persoonlijk interview, 5 april 2011).
Leveren etnische printmedia een bijdrage aan het mainstream nieuws?
Katleen de Ridder zegt dat dat op dit moment eigenlijk niet gebeurt. Invalshoeken vanuit
etnische media worden bijna niet gebruikt in de mainstream media. Dat was aanleiding voor
het onderzoek van de Koning Boudewijnstichting: of er niet een, kruisbestuiving kon
plaatsvinden. De etnische media zouden op deze manier ook kunnen leren van de
professionalisering van de mainstream media (K. de Ridder, persoonlijk interview, 4 april
2011).
Tercan van Zaman Benelux zegt dat Zaman Benelux wel geraadpleegd wordt als het over
onderwerpen met betrekking tot Turkije of over de Turkse gemeenschap in België of
Nederland gaat (T. Baştürk, persoonlijk interview, 18 april 2001).
41
8.2
Situatie in Italië
Faustin Akafack: “Etnische (print)media spelen geen rol in het bijdragen van andere
invalshoeken op het nieuws over migranten. Daarvoor zijn ze te klein”(F. Akafack,
persoonlijk interview, 1 juli 2011).
Ejaz Ahmad van Azad zegt hierover: “De etnische media in Italië hebben niet dezelfde
waarde als de etnische media in Amerika. Obama is bijvoorbeeld op de cover van de Ebony
(Amerikaans tijdschrift voor Afro-Amerikanen) verschenen. Het tijdschrift Ebony is in
Amerika echt een begrip. De kranten in Italië worden gemaakt uit winstoogmerk en niet om
een belangrijke bijdrage te leveren aan de beeldvorming van migranten. Italianen komen
ook niet echt in aanraking met de etnische media. Alleen, alleen de gemeenschappen
waarvoor ze bedoeld zijn. Het nieuws zal de Italianen niet bereiken en heeft dus ook weinig
invloed op de beeldvorming”(E. Ahmad, persoonlijk interview, 5 juli 2011).
8.3
Situatie Verenigd Koningrijk
Afua Adom van Pride magazine zegt dat Pride Magazine soms wel een rol speelt in het
creëren van nieuwe invalshoeken op het gebied van bepaalde maatschappelijk onderwerpen
in Engeland. Een recent voorbeeld is het commentaar op de nieuwste muziekvideo van
Rihanna, waarop het lijkt alsof ze verkracht wordt. Pride magazine schreef, dat alles wat
artiesten maken, als kunst/creativiteit moet worden gezien. In kunst moet men zich kunnen
uiten. Pride begreep niet waarom er zo´n ophef over de video werd gemaakt. Het ging
uiteindelijk maar om een muziekvideo. (A. Adom, persoonlijk interview, 7 juni 2011). De
nuancering bij deze opmerking is, dat dit bericht alleen de lezers van Pride bereikt. Het is
nog maar de vraag of deze mening bij het grote publiek terecht komt.
Volgens Saad Saraf, eigenaar van een mediabureau gespecialiseerd in etno-marketing,
hebben de etnische (print)media wel invloed, afhankelijk hoe bekend deze etnische
(print)media zijn. Saraf: “De etnische media fungeren als een ‘stem’ uit die gemeenschap. De
overheid luistert wel naar deze media, afhankelijk van hoe goed, professioneel en bekend ze
zijn. Het werkt ook beide kanten op. De overheid gebruikt deze media om hun informatie
over te brengen. En de gemeenschap informeert de overheid wat hun wensen, behoeften,
aspiraties en problemen zijn”. (S. Saraf, persoonlijk interview, 9 juni 2011).
42
Sailesh Ram van de Eastern Eye vindt dat deze krant zeker een rol speelt bij het creëren van
nieuwe invalshoeken op bepaalde nieuwsberichten. Eastern Eye kijkt natuurlijk anders naar
immigratie-issues dan bijvoorbeeld de ’Sunday’, een nogal rechtse krant. Zijn krant probeert
dan zulk nieuws op een positieve manier te belichten (S. Ram, interview, 10 juni 2011).
Conclusie
In alle drie de landen is de bijdrage aan het creëren van nieuwe invalshoeken of
gezichtspunten over actuele en maatschappelijke onderwerpen, zeer gering. De etnische
printmedia zijn meestal te klein om iets te betekenen. En de etnische printmedia worden
niet gelezen door het mainstream publiek. Sommige van de geïnterviewden zeggen dat ze
wel een bijdrage leveren aan het creëren van nieuwe invalshoeken op bepaalde
nieuwsberichten. Maar het is niet te peilen of deze berichtgeving ook door de mainstream
media of het mainstream publiek wordt opgepakt, omdat zij deze etnische printmedia vaak
niet onder ogen krijgen.
43
44
9
Conclusies
Welke factoren zijn van belang bij het economische of maatschappelijk-inhoudelijke succes
van etnische printmedia in Europese landen, zoals België, Italië en het Verenigd Koninkrijk in
vergelijking met Nederland?
 Een conclusie uit de interviews is, dat kenmerken uit het onderzoek van Myria
Georgiou voor het ontstaan van etnische (print)media, overeenkomen met
wat de geïnterviewden vertellen. De kenmerken, die overeenkomen, zijn:
-
de etnische printmedia zijn opgericht om als spreekbuis of stem te fungeren voor de
gemeenschap die zij vertegenwoordigen;
-
de etnische printmedia zijn opgericht om de etnische doelgroep te informeren over
zaken uit het land waar ze vandaan komen en uit het land waar ze nu wonen;
-
de etnische printmedia zijn opgericht om de participatie van de gemeenschap in het
land waar ze nu wonen te bevorderen;
-
ze spreken een lezerspubliek aan op lokaal, nationaal of transnationaal niveau;
-
ze worden gemaakt in het land van herkomst, in het land waar lezers zich gevestigd
hebben, of in beide;
Maar sommige etnische printmedia zijn gewoon een goede zet op de markt. Het is
misschien een mix van idealisme en de juiste timing. In het geval van Pride magazine
was er nog geen lifestyle magazine voor de gekleurde vrouw met Afro-roots op de markt.
StranieriinItalia speelt in op het ontstaan van nieuwe markten voor adverteerders door
de komst van migranten en de informatiebehoefte van die migranten.
 Om een succesvol printmedium te kunnen worden, zijn de volgende succesfactoren van
belang:
-
adverteerders zijn en blijven een hele belangrijke bron van inkomsten. Hoe meer
grote adverteerders, hoe meer inkomsten, hoe meer kans om te overleven;
-
de grote kranten hebben een vast mediabureau die de contacten en
contractafhandelingen met de commerciële adverteerders regelen;
-
merkbekendheid van je tijdschrift of krant helpt, dus investeer in publiciteit;
-
investeer in goede journalistiek;
-
ken je lezersgroep goed;
45
-
investeer in het onderhouden van relaties met je lezers/klanten. Dat schept loyaliteit
aan je merk/product, en een stabiele lezersgroep is belangrijk;
-
succes hangt ook erg af van de lezers. Als lezers niet voor een etnisch medium willen
betalen, heeft het geen zin;
-
investeer niet alleen in goede journalistiek, maar ook in het uiterlijk van de krant;
-
zorg ervoor dat de distributie van de krant goed geregeld is;
-
investeer in onderzoek naar bereik. Adverteerders willen heel graag weten
waar de verkooppunten zijn en hoeveel mensen hun reclameboodschap of
advertentie heeft bereikt.
 Bedrijven die adverteren in etnische printmedia zijn vaak winkeliers en organisaties uit
de doelgroep. In Engeland adverteerde tot voor kort ook de overheid, zoals de
gemeente, politie en luchtmacht. Dit loopt nu terug. Commerciële adverteerders die wel
altijd willen adverteren in etnische printmedia, zijn meestal geldtransferbedrijven, zoals
Western Union en Moneygram, telefoonmaatschappijen, zoals Vodafone, O2 en Lyca
Mobile, en vliegmaatschappijen. Luciano concentreert zich op het aantrekken van grote
bedrijven (zoals Eni, vergelijkbaar met de Nederlandse Shell) als adverteerder. Hij is van
mening dat je contracten met de grote bedrijven moet hebben om een uitgeverij van
etnische kranten draaiende te houden.
 In alle drie de landen leveren etnische printmedia geen of een geringe bijdrage bij de
beeldvorming over migranten. De etnische printmedia zijn meestal te klein om iets te
betekenen. En de etnische printmedia worden meestal niet gelezen door het mainstream
publiek. Sommige van de geïnterviewden vinden dat ze wel een bijdrage leveren aan het
creëren van nieuwe invalshoeken op bepaalde nieuwsberichten. Maar het is niet te
controleren of deze berichtgeving ook door de mainstream media of het mainstream
publiek wordt opgepakt, omdat de mainstream media of het mainstream publiek deze
etnische printmedia vaak niet onder ogen krijgen.
46
10
Adviezen
De aanbevelingen in dit hoofdstuk hebben betrekking op etnische printmedia in Nederland.
•
Richt een mediabureau op in Nederland, zoals Media Reach Advertising, dat
gespecialiseerd is in etnomarketing en bemiddelt tussen adverteerders en etnische
printmedia. Beide groepen maken dan gebruik van de expertise van het mediabureau.
Voor de adverteerders neemt het werk uit handen. Het mediabureau komt met een plan
in welke etnische printmedia het beste kan worden geadverteerd en onderhandelt met
deze media over de prijzen. En aan de andere kant neemt het ook werk voor de etnische
printmedia uit handen, want het is in Nederland redelijk lastig om grote commerciële
bedrijven als adverteerder te vinden.
•
Het advies van Gianluca Luciano, eigenaar van uitgeverij StranieriinItalia voor de
Nederlandse markt is, om verschillende etnische printmedia onder de paraplu van één
uitgever te stoppen, zodat je verschillende doelgroepen kunt bereiken. Anders kun je
niet overleven als uitgever. Zorg dat de uitgever de baas is, zodat er ten minste één
persoon aan het roer is die het gemeenschappelijke doel - namelijk winst maken of
informatie geven -, voor ogen houdt. Luciano heeft verder ook een slim business model
ontwikkeld. Want hij heeft alleen grote commerciële bedrijven als adverteerders en sluit
jaarcontracten met ze af. En hij heeft per krant maar één of twee mensen in dienst,
waardoor zijn personeelskosten per krant minimaal zijn.
•
Investeer in onderzoek naar bereik. Adverteerders willen heel graag weten waar de
verkooppunten zijn van het (etnisch) printmedium, waar ze in staan en hoeveel mensen
in contact zijn gekomen met hun reclameboodschap of advertentie.
•
Ken je lezer goed. Hoe meer jouw blad of krant een afspiegeling is van de leefwijze van
de lezer, hoe meer hij zich in het blad zal herkennen en hoe eerder hij of zij zich ermee
verbonden gaat voelen. Want het succes hangt af van de lezers. Als je lezers niet voor
een etnisch medium willen betalen, heeft het geen zin.
47
•
Sailesh Ram geeft het advies voor wie als nieuw etnisch medium wil verschijnen op de
Nederlandse markt, het internet waarschijnlijk de beste plek is om te beginnen (als
webmagazine bijvoorbeeld). En met adverteerders als mobiele-telefoonproviders, kun je
toch winst maken en overleven. Je hebt geen team journalisten nodig om nieuws te
vergaren voor het internet. Naarmate je bekender wordt, een sterkere merknaam krijgt
en groeit als webmagazine, kun je misschien overwegen om als gedrukt medium uit te
komen. Het is tegenwoordig echt moeilijk om met niets een printmedium te beginnen,
want drukken/printen en distributie is duur. Zonder grote adverteerders of goede losse
verkoop, houd je het niet langer dan twee of drie jaar uit. Dus begin als webmagazine.
Zorg ervoor dat je één persoon hebt die verstand heeft van schrijven en één persoon die
verstand heeft van marketing. Als je één van de twee disciplines niet beheerst, ben je al
gedoemd om te mislukken.
•
De raad van Afua Adom is, dat je als eigenaar van een etnisch printmedium veel
doorzettingsvermogen moet hebben. Als je geen goedkope distributeur kan vinden, ga
dan zelf distribueren. Als je de grote adverteerders niet kunt krijgen, ga dan naar de
kleinere. Als je iets wilt opzetten, vind dan ook een manier om dat gedaan te krijgen. Ga
free publicity deals aan, wat dan ook. Pas als je je product op de markt hebt gezet, zullen
mensen naar je toekomen, dus vindt een manier om dat gedaan te krijgen. Als je zelf
gaat distribueren, zoek dan uit in welke steden en gebieden je doelgroep in grote
concentratie aanwezig is en zorg ervoor dat die in aanraking komt met je medium.
•
Met de opkomst van digitale apparaten zoals IPads, IPhones, laptops en dergelijke, kun
je niet om deze technologie heen. De technologie blijft zich ook steeds verder
ontwikkelen. Nieuws zal in de toekomst waarschijnlijk het beste digitaal worden
aangeboden en dat zal niet gratis zijn. Europa zal misschien met wetgeving komen voor
het digitaal aanbieden van nieuws. Mensen sluiten in de toekomst waarschijnlijk
abonnementen af voor het digitaal ontvangen van nieuws, want mensen zullen altijd
behoefte hebben aan informatie. Zorg ervoor dat je je in deze ontwikkelingen verdiept
en de ontwikkelingen blijft volgen.
48
•
Het aantal migranten en allochtonen in Nederland zal in de toekomst alleen maar stijgen.
Vanwege de sterk vergrijzende bevolking en het dalende vruchtbaarheidscijfer, heeft
Nederland in de toekomst arbeidsmigranten nodig hebben om vergrijzing tegen te gaan.
In Nederland worden er steeds minder kinderen per vrouw geboren. Om de vergrijzing
tegen te gaan, moet er 2,1 kind per vrouw geboren worden. Op dit moment is dat 1,64
per vrouw (Bevolkingsdaling.nl, 2011. Dit cijfer kan alleen maar aangevuld worden door
het toelaten van migranten als arbeidsmigranten. Zij gaan deel uitmaken van de actieve
bevolking. Als deze migranten vrouw en kinderen meenemen, gaat automatisch het
vruchtbaarheidscijfer ook omhoog. De adverteerders in Nederland moeten bewust
gemaakt worden van dit feit. Zij moeten ervan worden overtuigd en dat het ook lucratief
zal zijn om te adverteren in etnische printmedia, omdat deze nieuwkomers de potentiële
afzetmarkten zullen vormen.
49
Bijlage 1: Literatuurlijst
Boeken
1. Bakker, P. & Scholten, O. (2005).). Communicatiekaart van Nederland. Overzicht van
media en communicatie. Amsterdam: Kluwer.
2. Boer, C. de & Brennecke, S. (2003). Media en publiek. Theorieën over media-impact.
Amsterdam: Boom.
3. Floor, J.M.G. & Raaij, W.F. van (2006). Marketingcommunicatiestrategie. Groningen:
Wolters-Noordhoff BV.
4. Jandt. F, (2003). Barriers to Intercultural Communication. Syllabus Engels 4.
5. Neuliep (2005). The Necessity of Intercultural Communication. Syllabus Engels 4.
6. Olsthoorn, A. & Velden, J. van der (1996). Elementaire Communicatie. Zutphen: Thieme.
7. Ridder, K. de (2010). De witte media. Of waarom “allochtonen” altijd slecht nieuws zijn.
Leuven: Uitgeverij LannooCampus
8. Ruler, B. van, Elving, W., Hooff, B. van den, Smit E. & Verhoeven, P. (2006).
Communicatiemanagement. In communicatiewetenschappelijk perspectief. Amsterdam:
Boom onderwijs.
9. Saunders, M., Lewis, P. & Thornhill, A. (2005). Methoden en technieken van onderzoek.
Amsterdam: Pearson Education Benelux BV.
10. Verhage, B. (2004). Grondslagen van de marketing. Groningen: Wolters-Noordhoff BV.
11. Vries jr., W. de, Helsdingen, P.J.C. van & Ees, C. van (2005).
Dienstenmarketingmanagement. Groningen: Wolters-Noordhoff BV.
Rapporten
1. Balgobind, S. & Holst, R. van & Massaro, G. (2006): Gedrukte media in de multiculturele
samenleving. Onderzoeksrapport in opdracht van het Bedrijfsfonds voor de Pers. Den
Haag: Bedrijfsfonds voor de Pers.
2. Eijl, van C. (2006): Migranten in Nederland.nl. Verslag vooronderzoek website
migratiegeschiedenis. Onderzoeksrapport in opdracht van Centrum voor de Geschiedenis
van Migranten en het Gemeentearchief Amsterdam. Amsterdam: Centrum voor de
Geschiedenis van de Migranten.
50
3. Georgiou, M. (2004): Mapping minorities and their media: The national context – The UK.
Londen: London School of Economics.
4. Georgiou, M., (2003): Mapping Diasporic Minorities and their Media in Europe.
A working paper for the project: “Diasporic minorities and their media: a mapping”.
Onderzoeksrapport in opdracht van European Media Technology and Everyday Life
Network. Londen: London School of Economics.
5. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (2008): Nota Media en diversiteit.
Zoetermeer: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
6. Smits, C. (2010): Het Suc6-nummer. Succesfactoren multiculturele magazines.
Onderzoeksrapport in opdracht van Mira Media. Utrecht: Mira Media.
7. Sterk, G. (2009): Een voor allen. Onderzoeksverslag in opdracht van Mira Media. Utrecht:
Mira Media.
Artikelen
Venema, S. (2011, 4 augustus). Een veilig blad voor moslima´s. De Volkskrant, blz. 7.
Websites
•
Centraal Bureau voor de Statistiek (2011): Bevolking; generatie, geslacht, leeftijd en
herkomstgroepering, 1 januari. Geraadpleegd op 30 augustus 2011 van www.cbs.nl:
http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=37325&D1=0&D2=0&D3=
0&D4=0&D5=11-251&D6=l&HDR=G2,G3,T,G1&STB=G4,G5&VW=T
•
Citaten over waarde (2011). Geraadpleegd op 4 september 2011 van
www.valuequotes.net: http://www.valuequotes.net/dutch.html
•
Copendium. Cultural policies and trends in Europe (2011). Geraadpleegd op 30 juli
2011 van www.culturalpolicies.net: http://www.culturalpolicies.net/
web/italy.php?aid=424
•
Digitaal basisboek bevolkingsdaling. Geraadpleegd op 10 september 2011 van
http://www.bevolkingsdaling.nl/Default.aspx?tabid=1347
•
Europa nu (2011). Geraadpleegd op 11 augustus 2011 van www.europanu.nlwww.europa-nu.nl: http://www.europa-nu.nl/id/vgaxlcr0e01r/
verenigd_koninkrijk
51
•
Gelijke Rechten voor Iedere Persoon met een handicap (2011). Geraadpleegd op 4
september 2011 van www.gripvzw.be: http://www.gripvzw.be/component/glossary/
Begrippenlijst--1/I/Inclusieve-samenleving-41/
•
Istat (2011). Geraadpleegd op 30 juli 2011 van www.istat.it: http://www.istat.it/en/
•
Kennislink (2011). Geraadpleegd op 30 juli 2011 van www.kennislink.nl:
http://www.kennislink.nl/publicaties/dossier-migratie
•
Koning Boudewijnstichting (2006). Huwelijk en migratie. Beeldvorming over
partnerkeuzebij allochtone jongeren. Afstudeerproject van projectgroep 3BAO.
Geraadpleegd op 30 juli 2011 van http://www.huwelijkenmigratie.khlim.be/
documentatie/projecthuwelijkenmigratie.pdf
•
Landenweb.net (2011). Geraadpleegd op 30 juli 2011 van www.landenweb.net:
http://www.landenweb.net/belgie/geschiedenis
•
Landenweb.net (2011). Geraadpleegd op 13 februari 2011 van www.landenweb.net:
http://www.landenweb.net/italie/bevolking
•
Minderhedenforum (2011). Geraadpleegd op 20 april 2011 van
www.minderhedenforum.be: www.minderhedenforum.be/overhetforum.htm
•
Nu.nl (2011). Geraadpleegd op 30 juli 2011 van www.nu.nl:
http://www.nu.nl/buitenland/2590340/48000-migranten-van-afrika-italie.html
•
Office for national statistics (2011). Geraadpleegd op 7 september 2001 van
www.ons.gov.ukwww.ons.gov.uk: http://www.ons.gov.uk/ons/publications/rereference-tables.html?edition=tcm%3A77-50032
•
Office for national statistics (2011). Geraadpleegd op 7 september 2001 van
www.ons.gov.ukwww.ons.gov.uk: http://www.ons.gov.uk/ons/publications/rereference-tables.html?edition=tcm%3A77-230167
•
Rijksregister (2011). Geraadpleegd op 31 juli 2011 van
http://www.ibz.rrn.fgov.be/fileadmin/user_upload/Registre/nl/statistieken_bevolkin
g/stat_1_n.pdf
•
Stichting Zami (2011). Geraadpleegd op 7 september 2011 van www.zami.nl.
•
Stimuleringsfonds voor de pers (2011). Geraadpleegd op 17 augustus 2011 van
www.stimuleringsfondspers.nl.
52
•
Thesaurus Zorg en Welzijn (2011). Geraadpleegd op 7 september 2011 van
www.thesauruszorgenwelzijn.nl:
http://www.thesauruszorgenwelzijn.nl/etniciteit.htm
•
Van Dale online woordenboek (2011). Geraadpleegd op diverse data in juni,en
augustus 2001 van www.vandale.nl:
http://www.vandale.nl/vandale/opzoeken/woordenboek/
•
Vijfeeuwenmigratie (2011). Geraadpleegd op 5 september 2011 van
www.vijfeeuwenmigratie.nl: http://www.vijfeeuwenmigratie.nl/periode.
Foto’s
Gemaakt door A.S.D. Ramkisor d.d. 11 september 2011.
53
54
Bijlage 2: Interviews
Interview 1: Katleen de Ridder
Naam: Katleen Ridder
Naam organisatie: Minderhedenforum
Datum: 4 april 2011
Katleen de Ridder is 38 jaar en is sinds 2004 stafmedewerker Media en Beeldvorming bij het
Minderhedenforum te België. Het Minderhedenforum is een koepelorganisatie van meer
dan 1500 organisaties van etnisch-culturele minderheden over heel Vlaanderen en Brussel.
Het doel van het Minderhedenforum is de maatschappelijke positie van etnisch-culturele
minderheden in Vlaanderen te versterken en het respect tussen groepen bevorderen. Sinds
2000 treedt het Minderhedenforum op als spreekbuis en belangenbehartiger van de etnischculturele minderheden in Vlaanderen en Brussel. Het Minderhedenforum wordt als enige
gesteund en erkend door de Vlaamse overheid.
Katleen ziet zichzelf meer als lobbymedewerkster en probeert diversiteit op de politieke en
publieke agenda te plaatsen. Ze is ook auteur van het boek ‘De witte media. Of waarom
`allochtonen´ altijd slecht nieuws zijn’. Het boek beschrijft hoe de media in België bijdragen
aan de pessimistische kijk op interculturaliteit en laat door middel van talrijke voorbeelden
zien hoe het beter kan. Het boek bestrijkt een onderzoeksperiode van zeven jaar.
Ik heb via Katleen het rapport ‘Mapping Etnische Media’ ontvangen. Een onderzoek dat in
opdracht van de Koning Boudewijnstichting door Kif Kif is gedaan. Kif Kif is een interculturele
beweging die strijdt voor gelijkheid en tegen racisme. Het rapport is nog niet openbaar. De
bedoeling van het rapport was om te onderzoeken of massamedia en etnische media met
elkaar zouden kunnen samenwerken en bijvoorbeeld content/inhoud met elkaar zouden
kunnen uitwisselen. De etnische media zouden op deze manier ook kunnen leren van de
professionalisering van de mainstream media. Maar om dat te kunnen realiseren, moest de
Koning Boudewijnstichting onderzoeken welke etnische media er waren. De markt van
etnische media is een beweeglijke markt, dus het was nodig om de huidige situatie in kaart
te brengen. Katleen heeft niet meegewerkt aan het onderzoek, maar was wel bij de
opstartfase betrokken.
De belangrijkste conclusie voor Katleen (met de focus op printmedia) uit het rapport, is dat
er weinig etnische printmedia in Vlaanderen aanwezig zijn. Er is wel veel radio voor etnische
minderheden. De reden kan zijn, dat het natuurlijk duur is om printmedia te maken. Je moet
drukpersen hebben et cetera. Radio maken is goedkoper en minder risicovol.
Een andere reden dat er weinig etnische printmedia in Vlaanderen zijn, heeft te maken met
het perslandschap in Vlaanderen. Je hebt 5 grote persgroepen (De Persgroep, Concentra,
Roularta, Corelio en sinds kort De Vijver) die het hele medialandschap domineren en
monopoliseren. Je moet als nieuwkomer lid zijn van zo´n groep, wil je succes hebben.
55
Eén van de persgroepen (Roularta) heeft geprobeerd om een intercultureel tijdschrift uit te
geven, genaamd Kalima. Maar na verschijning van het eerste nummer is het initiatief al
doodgebloed. Men was onzeker over de financiële haalbaarheid en er was bijvoorbeeld niet
nagedacht over de distributie. De voornaamste redenen dat er maar tien etnische
printmedia zijn in België, zijn volgens Katleen dus: er is geen expertise, drukken/printen is
duur is en nieuwkomers krijgen geen kans op Belgische bodem door de aanwezigheid van 5
sterke persgroepen.
Volgens Katleen zijn de belangrijkste redenen dat initiatieven van etnische printmedia
worden opgezet:
1. De behoefte om je tonen aan de buitenwereld, je eigen verhaal te vertellen aan anderen.
2. Uit onvrede over hoe etnische groepen in de media geportretteerd worden.
De printmedia in België overleven omdat ze kunnen teren op een eigen groep. Ze zijn
meestal mono-etnisch (ze richten zich op één etnische groep) gericht en adverteerders
komen ook uit die groep. Zeer weinig overleven door subsidies. De adverteerders zijn
meestal kleine ondernemers uit de eigen groep.
Op de vraag, in hoeverre etnische media een rol spelen bij het creëren van nieuwe
invalshoeken of gezichtspunten over actuele en maatschappelijke onderwerpen in België,
antwoordt Katleen, dat dat op dit moment eigenlijk niet gebeurt. Invalshoeken vanuit
etnische media worden bijna niet gebruikt in de mainstream media. Dat was ook de
aanleiding voor het onderzoek van de Koning Boudewijnstichting: te onderzoeken of er niet
een soort kruisbestuiving kon plaatsvinden.
Als ik vraag, hoe de toekomst van etnische printmedia in België eruit gaat zien, zegt Katleen
dat ze hoopt dat er een opening wordt gemaakt voor een intercultureel tijdschrift, zoals
Kalima. Maar het is koffiedikkijken of dat ook echt zal gebeuren. Het is bijna niet te
voorspellen hoe het met de etnische printmedia-sector zal gaan. Het onderwerp
interculturaliteit moet wel hoog op de agenda komen, omdat de samenleving binnen 10 à 15
jaar heel erg zal veranderen. Hopelijk is het dan ook niet meer noodzakelijk om het
onderwerp interculturaliteit te agenderen, maar zal het meer organisch bewegen in de
samenleving.
In het boek ‘De witte media’ zegt Katleen het volgende: “Interculturaliteit uit de niche halen
en naar de mainstream media brengen? Dit is de uitdaging, die interculturele media in de 21e
eeuw aangaan. Want de etnische minderheden zijn wel de babyboomers van de 21e eeuw”.
Maar gaat dat lukken zonder overheidssteun? Katleen antwoordt, dat overheidssteun heel
belangrijk is. Het commerciële geloof in de etnische media is er niet en Katleen vraagt zich af
of de 5 mediagroepen hier geld vrij voor gaan maken. Het geld moet dan ergens vandaan
komen en de overheid is het meest logische vanuit sociaal oogpunt. De huidige minister van
Media, Ingrid Lieten, heeft laten merken dat ze diversiteit heel belangrijk vindt. Ze heeft
bijvoorbeeld bij de Vlaamse televisieomroep wat druk uitgeoefend wat betreft diverser
personeelsbeleid, waardoor er nu wel wat beweegt. Maar Katleen weet niet of zij gaat
ingrijpen in de printmedia-markt. Ze heeft wel aangekondigd dat ze de subsidies voor
kranten wil herzien. Ze wil in de toekomst subsidies toekennen op basis van andere criteria,
waaronder interculturaliteit. Katleen heeft alleen nog niets concreets gezien.
56
De huidige minister van Media, Ingrid Lieten, heeft ook het voorwoord voor het boek
‘De witte media’ geschreven. Op mijn vraag hoe dat is gekomen, vertelt Katleen, dat de
minister zich heel erg profileert op het thema diversiteit. Dat deed ze ook in haar vorige
functie, als CEO van ‘De Lijn’ (Vlaamse busmaatschappij). Ze heeft zich toen heel sterk
gemaakt voor divers personeel op de bussen. Toen zij de overstap maakte naar minister,
wilde zij al snel in dialoog met het Minderhedenforum.
Het tijdschrift EKIP biedt zijn nummers ook aan via internet in pdf-vorm. Wat vindt Katleen
hiervan? Is dit slim en is dit een goede ontwikkeling?
Katleen vindt zichzelf geen expert, maar vindt het wel een goede ontwikkeling en ook een
logische ontwikkeling. Het heeft voordelen en nadelen. Je bereikt meer mensen, maar niet
iedereen vindt het fijn om tijdschriften online te lezen. Katleen denkt dat dit ook de trend
van de toekomst is. Het accent verschuift toch meer en meer online.
Katleen vindt term etnische media niet echt een goede term. Etnisch-culturele media zegt
niets. Allochtonenmedia is nog erger. Minderhedenmedia is ook niet beter, want daar zit het
woordje ‘minder’ in en ze vindt dat al een negatieve belichting. We gebruiken daarom de
term etnische media, omdat we geen beter alternatief hebben.
Op de vraag wat de markt van etnische media in Nederland van België kan leren, antwoordt
Katleen dat België in dit opzicht meer van Nederland kan leren. Op het gebied van etnische
printmedia zijn er veel meer initiatieven in Nederland dan in België.
Stellingen over het belang van etnische media
• Etnische printmedia leveren in mijn land een belangrijke bijdrage aan de beeldvorming
over buitenlanders/migranten.
Antwoord: Mee oneens. Uitleg: Er zijn gewoon onvoldoende etnische printmedia om de
beeldvorming te kunnen wegen.
•
Etnische media hebben een marginale financiële en economische positie in mijn land.
Antwoord: Jammer genoeg ben ik het ermee eens. Uitleg: Er gaat niet veel geld om, er
zijn niet veel lezers, de weinige etnische print die bestaat is erg gebonden aan het
verenigingsleven maar heeft geen maatschappelijk-journalistiek project.
•
Etnische media bereiken in mijn land een groep mensen, die door andere media niet
wordt bereikt
Antwoord: Mee eens, maar het gaat niet om een grote groep.
•
Etnische media vormen in mijn land een tegenwicht voor de berichtgeving van officiële
media
Antwoord: Mee oneens. Uitleg: Dit is op dit moment niet feitelijk waar. Zou wel graag willen,
dat het zo was.
57
Interview 2: Binfikir
Naam: Serpil Aygün
Naam krant: Binfikir
Datum interview: 5 april 2011
Serpil Aygün is 36 jaar en één van de oprichters en hoofdredacteur
van Binfikir. Binfikir is opgezet door Erdinç Utku en Serpil Aygün,
samen met vijf vrienden en is in mei 2004 begonnen als website.
Sinds november 2005 komt Binfikir ook als gratis maandelijkse krant uit.
Serpil is als masterstudent Overheidsmanagement naar België gekomen en heeft in België
haar man leren kennen. Erdinç was een schrijver en columnist en werkte voor een Turkse
website. Toen een artikel van hem bij deze website werd gecensureerd, ontstond bij hem
het idee om een eigen website op te zetten. De website Binfikir is opgezet met als doel een
onpartijdige website te zijn. Mensen hebben verschillende meningen en iedereens mening
mag gehoord worden. Binfikir betekent ook letterlijk ‘duizend gedachten’. In België wonen
er zoveel mensen en er zijn ook zoveel meningen. Ook onder de Turkse gemeenschap zijn
mensen verschillend. Je hebt religieuze mensen, je hebt moderne mensen, je hebt mensen
die links of rechts politiek georiënteerd zijn, je hebt nationalistische mensen. Serpil en Erdinç
hebben met dat idee de website gecreëerd, zodat al die meningen een podium kregen en de
website meteen ook een mooie afspiegeling gaf van de Turkse gemeenschap en de
maatschappij.
Een tweede reden, waarom Binfikir is opgezet, is dat de voormalige Binfikir-ploeg erachter
kwam, dat de Turkse gemeenschap in België het Belgische nieuws niet echt volgde. Een half
jaar na de Dutroux-affaire, vroeg een medewerker of iemand van de affaire had gehoord. Zij
had over de affaire gehoord via het Turkse nieuws. Serpil en haar man vonden dit echt een
signaal om een medium op te richten dat de Turkse gemeenschap van actueel nieuws uit
België kon voorzien. Er is bewust gekozen voor actueel nieuws uit België, omdat er genoeg
Turkse kranten in België zijn die de gemeenschap informeren met nieuws uit Turkije, zoals
Sabah en Zaman. Het is voor de voormalige Binfikir-ploeg en Serpil en Erdinç echt één van de
belangrijkste reden geweest om de website op te zetten, omdat de gemeenschap meer het
nieuws uit Turkije volgde. Serpil en Erdinç houden ook van Turkije, maar vinden het ook
belangrijk om het nieuws te volgen in het land waar je woont. Als voorbeeld illustreert
Serpil, dat de regeringsvorming van België, die nu al enige tijd duurt dus ook aandacht krijgt,
maar regeringsvorming in Turkije niet.
De eerste twee jaren verscheen Binfikir 11 x per jaar. In augustus verscheen Binfikir niet,
omdat iedereen dan op vakantie ging. De laatste vier jaar verschijnt Binfikir maar 10 x per
jaar en niet in juli én augustus.
De redactie bestaat uit 7 tot 8 mensen en bestaat voor het grote deel uit vrijwilligers. Serpil
is de enige die officieel in dienst is bij Binfikir als vaste kracht voor 19 uur per week. De rest
werkt voor Binfikir naast een betaalde baan. Er zijn vaste rapporteurs in Brussel en Gent die
nieuws doorgeven. En er zijn ook 12 columnisten die vrijwillig schrijven voor Binfikir. Een
58
bekende Turkse cartoonist, Gürcan Gürsel (bekend van ‘Rode oortjes’), was zo enthousiast
over Binfikir, dat hij gratis cartoons tekent voor Binfikir. Ook Huseyin Ozer, eigenaar van het
Turkse restaurant ‘Sofra’ in Londen, schrijft gratis voor Binfikir, zoals ook Mustafa Kör.
Mustafa is een Nederlandstalige schrijver van Turkse afkomst uit Maasmechelen en hij is
bekend van het boek ‘De Lammeren’. Daar zijn ze best trots op. Ze zijn niet alleen trots op de
beroemde schrijvers., Serpil is ook trots op de jongere schrijvers die voor Binfikir schrijven.
Zo schrijft een masterstudent heel goede stukken over de politiek. Serpil probeert wel de
reiskosten van de rapporteurs te betalen. Serpil geeft ook aan, dat ze geen auteursrechten
hoeven te betalen. Eén van de stokpaardjes van Serpil en Erdinç is, dat de teksten in correct
Turks worden geschreven. Teksten worden goed gecontroleerd en geredigeerd. Er zijn
genoeg kranten waar het Turks niet goed gebruikt wordt en de oprichters vinden dat wel
belangrijk.
De krant is dus gratis, de oplage is 10.000 exemplaren en de krant wordt maandelijks
verspreid. De krant wordt in drie dagen in steden verspreid waar een grote Turkse
gemeenschap aanwezig is, zoals Brussel, Antwerpen, Gent, Luik, Charleroi, Limburg, Verviers
et cetera. Dus zowel in het Vlaamse als het Waalse (Franse) gedeelte. De krant wordt in de
Turkse wijken van die steden verspreid en bij winkels, restaurants en cafés neergelegd, maar
specifiek bij Turkse bakkers, slagers, supermarkten, kappers en ook moskeeën en
verenigingen. De kranten worden zelf door Serpil en Erdinç en nog een paar medewerkers
gedistribueerd. Er is nog geen geld om de distributie te laten doen, maar de oprichters
hebben het liever ook zelf in de hand, omdat ze de gemeenschap het beste kennen. Serpil en
Erdinç willen graag dat de doelgroep de krant leest. Ze zijn heel trots op de krant, dus ze
willen ook dat de kranten daar komen te liggen, waar de doelgroep komt. In een café
worden er bv. twintig kranten gelegd, maar bij een supermarkt liggen er 100 exemplaren.
Binfikir is ook de enige krant die bij verenigingen en in moskeeën van beide bekende Turkse
islamstromingen ligt (DİYANET VAKFI = officiele interpretatie van de Islam volgens de Turkse
Staat en MİLLİ GÖRÜŞ = deze heeft een andere interpretatie van de Islam). De winkels waar
je Binfikir kan vinden, worden ook op de website vermeld.
Naast de distributie worden er per maand ook 1000 exemplaren per post naar mensen en
verenigingen verstuurd. Verzending is gratis, omdat Binfikir de verkoopcijfers van de Turkse
kranten in België kent en deze kranten worden niet goed verkocht. (Je hebt Sabah en
Hurriyet. Dit zijn kranten uit Turkije). Men wil gratis blijven, anders wordt de krant niet
gelezen en dat vinden de oprichters wel belangrijk. Die 1000 adressen zijn van mensen die
hebben aangegeven, dat zij Binfikir in hun brievenbus willen ontvangen. Zij wonen in steden,
waar de Turkse gemeenschap niet zo groot is en de krant dus niet gedistribueerd wordt. Eén
van de voordelen, dat ze de krant zelf distribureren is, dat ze meteen krijgen te horen wat de
lezers van de krant vinden. Serpil denkt, dat je met de krant meer mensen bereikt dan via de
website, omdat veel ouderen bijvoorbeeld geen internet hebben. En omdat Binfikir in
moskeeën ligt, bereiken zij ook de vrouwen. Serpil vertelt, dat na de rellen rondom de
Zweedse cartoonist, die beledigende tekeningen had gemaakt over de islam, een columnist
en een cartoonist van Binfikir iets getekend en geschreven hadden over deze rel in de krant.
Mensen reageerden geschokt, maar Serpil gaf aan, dat Binfikir openstaat voor alle meningen
en hier ook ruimte voor moest zijn.
59
Binfikir heeft ook een Facebookpagina om jongeren te kunnen bereiken. Deze wordt ook
goed bezocht. Serpil plaatst artikelen van de website op Facebook. Bezoekers klikken er op
en komen dan op de website terecht en de redactie kan dan zien, dat het artikel wordt
gelezen.
De kosten (drukkosten, portokosten) worden uit advertentie-inkomsten betaald.
De krant werd eerst in Duitsland gedrukt, maar de laatste anderhalf jaar in België.
Adverteerders komen uit de Turkse zakenwereld, maar ook Belgische bedrijven adverteren
in Binfikir, zoals Ortel Mobile. Ortel Mobile is bijvoorbeeld bij Binfikir terechtgekomen door
een vertegenwoordiger van Ortel mobile, die op straat kaartjes uitdeelde en toen Serpil
tegenkwam, die Binfikir aan het uitdelen was. Andere namen zijn bijvoorbeeld Citibank, die
graag de Turkse gemeenschap wilde bereiken in verband met een promotie. In het begin
was het natuurlijk nog niet zo, maar hoe meer bekendheid de krant kreeg, hoe meer
adverteerders zelf contact opnamen met Binfikir. Binfikir vindt het belangrijk, dat ze
onpartijdig zijn. In de Turkse gemeenschap is men gewend, dat als men adverteert of
doneert, dat men dan bijna eist, dat er een berichtje in de krant komt, als er bijvoorbeeld
een nieuwe winkel wordt geopend. Daar werkt Binfikir niet aan mee.
Sinds 2008 heeft Binfikir de overstap gemaakt van een commercieel bedrijf naar een
vereniging. Tegelijkertijd met de vereniging hebben ze ook twee scholen opgericht, namelijk
een theateropleiding en een cartoonopleiding. Daar hebben ze subsidies voor ontvangen en
een gedeelte wordt wel gebruikt voor de krant, zoals de huur van het kantoor (omdat
natuurlijk voor de krant en de opleiding uit hetzelfde kantoor wordt gewerkt). Ze hebben
nooit subsidie van de overheid voor de krant ontvangen, omdat je dan afhankelijk bent van
de subsidiegever. Binfikir heeft wel de stille wens om een Nederlandse en Franse pagina toe
te voegen aan de krant (namelijk een samenvatting van het belangrijkste nieuws uit de krant
over de Turkse gemeenschap, die gebruikt kan worden als bron voor Nederlandse en
Franstalige media). Maar dat brengt kosten met zich mee en deze wens is nog niet
uitgekomen.
Op de vraag wat beter zou kunnen, zegt Serpil dat het financieel beter kan. Het zou een
opluchting zijn, als ze verzekerd waren van inkomsten dat ze niet elke maand hoefden te
stressen of ze de drukkosten kunnen betalen. En ze hoopt dat ze meer jongeren kan
aantrekken om op vrijwilligersbasis voor hen te schrijven. Er zijn veel studenten
Communicatie in België, maar ze vinden Binfikir (nog) niet. Binfikir heeft een jongerenpagina
en de inhoud van de pagina wordt zelf door de drie studenten die bij Binfikir werken gevuld.
Maar ze hoopt dat dat in de toekomst meer wordt. De opmaak van Binfikir worden ook door
Serpil en Erdinç zelf gedaan. Het succes van Binfikir zit hem er dan ook in, dat Serpil en
Erdinç zo in Binfikir geloven. Ze zijn bijna 24/7 bezig met Binfikir. Ze schrijven, redigeren,
maken de lay-out, distribueren zelf… en dat is toch de kracht, dat Binfikir nu bestaat.
Over de term etnische media, antwoordt Serpil, dat de term etnische media een beetje
verklaart wat ze doen, maar dat de term niet helemaal klopt. Want ze zijn bijvoorbeeld niet
een medium met een Turkse doelgroep, maar voor een Turkstalige doelgroep. Er zijn veel
Koerden en mensen uit Oostbloklanden, die Turks kunnen lezen en de krant lezen. ‘Lokaal
Turks medium’ is ook geen goede term, omdat ze nationaal verschijnen. Dat komt niet vaak
voor, want Vlaanderen heeft zijn eigen Vlaamse kranten en Wallonië zijn Waalse kranten.
60
In Binfikir worden beide kanten (Vlaamse en Waalse standpunten) belicht en Binfikir wordt
in beide gedeelten verspreid. Daarom zegt Serpil dat ze een nationale krant zijn. De term
lokaal dekt de lading dus niet.
Wat kan de markt van etnische media in Nederland van de oprichters van Binfikir leren?
Serpil denkt dat hun idealisme toch de grootste kracht is. Serpil en Erdinç willen de Turkse
gemeenschap echt iets (mee) geven. Ze proberen met hun krant het leven voor de Turkse
gemeenschap in België enigszins beter te maken. Ze hopen met hun krant ook te bereiken,
dat de Turkse gemeenschap beter aan de Belgische maatschappij kan deelnemen. Ze
proberen een brug te vormen tussen de Turkse gemeenschap en de Belgische maatschappij.
Op de vraag of digitalisering de toekomst is, meldt Serpil dat zij Binfikir het liefst als
printmedium (in gedrukte vorm) blijven uitgeven. Serpil vindt het toch een meerwaarde, als
je iets in je handen hebt, wat je kan voelen.
Op de vraag hoe Binfikir er over vijf jaar uitziet, hoopt Serpil dat het nog een keer gaat
lukken om in het Nederlands, Frans en eventuel Engels uit te komen.
Verdieping/belang van etnische media
• Etnische printmedia leveren in mijn land een belangrijke bijdrage aan de beeldvorming
over buitenlanders/migranten
Antwoord: Niet mee eens. Uitleg: Het zou kunnen, dat als de etnische printmedia in het
Nederlands of Frans zou verschijnen, ze misschien een bijdrage zouden kunnen leveren
aan de beeldvorming. Maar dat is op dit moment niet zo en dat is één van de handicaps.
Daarnaast is niet alleen de taal, maar ook de inhoud en de houding van de Belgische
kranten belangrijk. Men kan nooit een positief effect hebben m.b.t. verkeerde
beeldvorming, als de Belgische krant discriminerende of soms extreem nationalistische
taal gebruikt en jouw mening niet wordt gehoord of gevraagd.
•
Etnische media hebben een marginale financiële en economische positie in mijn land
Antwoord: Mee eens.
•
Etnische media bereiken in mijn land een groep mensen, die door andere media niet
wordt bereikt
Antwoord: Mee eens.
•
Etnische media vormen in mijn land een tegenwicht voor de berichtgeving van officiële
media
Antwoord: Mee eens. Uitleg: In de mainstream media komt het toch vaak voor, dat men
heel veel vooroordelen heeft t.o.v. migranten. In Binfikir kan men daar een andere kijk
op geven. Het is alleen jammer, dat hiermee alleen de Turkse gemeenschap wordt
bereikt. Als Binfikir in het Nederlands of Frans zou verschijnen, zou het misschien een
groter effect hebben. Het is wel een paar keer voorgekomen, dat Binfikir als bron wordt
genoemd in artikelen in de mainstream media.
61
Inhoud Binfikir 1
Hoe is de verdeling van soorten content per nummer (gemiddeld, of het laatste nummer)
Soort nieuws
Nieuws
Achtergronden
Commentaar
Columns
Meer dan
50%
X
25-50%
10-25%
Minder dan
10%
x
x
x
Hoe is de verdeling van onderwerpen per nummer (gemiddeld, of het laatste nummer)
Onderwerp
Politiek
Economie
Religie
Cultuur
Infotainment/entertainment/showbizznieuws
Sport
Human interest
Sociaal-maatschappelijk (bv.
hoofddoekjesverbod)
Onderwijs
Kansen voor minderheden
Overig (gezin, milieu, gezondheid etc.)
1
Ingevuld door hoofdredacteur Serpil Aygün
62
Meer
dan 50%
2550%
x
1025%
x
x
x
x
x
x
Minder
dan 10%
x
x
x
Interview 3: Zaman Benelux
Naam: Tercan Baştürk
Naam krant: Zaman Benelux
Datum: 18 april 2011
Tercan Baştürk is 38 jaar en is hoofdredacteur bij Zaman Benelux, een dagelijkse Turkse
krant, dat in België en Nederland en sporadisch in Luxemburg wordt verspreid. Hiervoor was
Tercan als freelance journalist werkzaam bij Zaman Europa. Zaman Europa bestaat sinds
1994 en werd in Duitsland ontwikkeld en opgericht. Zaman Europa werd in Duitsland
gedrukt en daarna over Duitsland, Engeland, Nederland, België, Oostenrijk, Scandinavië etc.
verspreid. Omdat Zaman erg groeide, zijn gedeeltes afgestoten en zijn er diverse kantoren in
diverse landen opgericht. Zo is op 20 april 2009 Zaman Benelux ontstaan.
Het idee van de krant is om de doelgroep te informeren over het dagelijkse actuele nieuws
uit Nederland en België, als ook nieuws uit Turkije, dat met Europa te maken heeft.
Bij Zaman Benelux werken er ongeveer 40 mensen in vaste dienst en wordt er bijna geen
gebruikt gemaakt van vrijwilligers.
De Turkse gemeenschap in België en Nederland, kan je
onderverdelen in drie groepen.
De eerste groep zijn mensen, die uit Turkije zijn gekomen,
in Turkije zijn geboren en daar hebben gestudeerd, vaak
Turks spreken en met hun gedachten vaak in Turkije zijn.
De tweede groep mensen, zijn geboren in Turkije, maar
hebben deels in Turkije gestudeerd en gedeeltelijk in
België of Nederland. Ze zijn rond de dertig jaar en qua
denken actief in beide werelden, dus zowel België of
Nederland als Turkije.
En je hebt een derde groep. Ze zijn onder de dertig jaar, zijn geboren en opgegroeid in België
of Nederland en krijgen de Turkse taal en cultuur van hun ouders mee. Deze groep is meer
geïnteresseerd in België of Nederland.
Zaman Benelux probeert alle drie groepen aan te spreken. Ze richten zich voornamelijk op
de eerste en de tweede groep. En met de kunst- en cultuurbijlage op de zaterdag, proberen
ze ook de derde groep aan te spreken. In november 2011 komt Zaman Benelux ook in het
Nederlands als wekelijkse krant in België en Nederland uit, waar men voornamelijk hoopt de
tweede en derde groep meer aan te kunnen spreken.
Zaman Benelux wordt op aanvraag afgedrukt. Men heeft ongeveer 11.000 abonnees en er
worden ongeveer 1000 kranten verkocht in de losse verkoop voor € 1,10 per stuk.
Er worden dagelijks dus ongeveer 12.000 kranten gedrukt. De inkomsten van de krant zijn
afkomstig uit reclame (adverteerders) en van de abonnees. De meeste Turkse kranten in
België zijn gratis, maar Zaman Benelux vraagt wel een bedrag voor de krant. Zaman Benelux
heeft een afdeling Marketing en heeft accountmanagers in dienst, die actief bezig zijn om
adverteerders te werven. De adverteerders zijn voornamelijk Turkse bedrijven, maar Zaman
63
Benelux wordt ook benaderd door Nederlandse en Belgische bedrijven, die specifiek de
Turkse doelgroep willen bereiken, zoals Corendon, Base en Ortel Mobile.
Zaman Benelux heeft pas een onderzoek gedaan naar het bereik van de krant door middel
van een enquête. Daar is uitgekomen, dat er ongeveer 50.000 mensen worden bereikt in de
Benelux. Van iedere lezer, die de krant ontvangt, leest vaak ook de partner en de kinderen
de krant. De krant wordt in België gedrukt en om 23.00 uur ´s avonds door speciale
distributiebedrijven in België en Nederland gedistribueerd, namelijk Corelio in België en De
Persgroep in Nederland.
Zaman Benelux is het enige (Turkse) etnische printmedium, dat dagelijks verschijnt. Andere
etnische media in België of Nederland verschijnen wekelijks of maandelijks. Voor veel
doelgroepen is er geen etnisch medium. Er bestaat bijvoorbeeld geen Marokkaans
printmedium, dat in België wordt gemaakt. Uit onderzoek van de Europese Unie kwam ook
naar voren, dat België het land is met de minste etnische media. De Belgische overheid is
bezig, dit op te pakken. Zaman Benelux heeft dus wel iets bereikt, maar om echt te zeggen
dat Zaman Benelux succesvol is, vindt Tercan het nog te vroeg om iets te kunnen zeggen.
Zaman Benelux bestaat pas twee jaar en hij vindt dat hij over tien jaar echt wat kan zeggen.
De succesfactoren voor het slagen van het de krant, ligt volgens Tercan aan de goed
opgeleide journalisten. Degenen die bij Zaman Benelux werken, zijn in België of Nederland
geboren en opgegroeid en heb in België of Nederland gestudeerd. Zaman geeft daarnaast
ook iedereen een tweemaandelijkse journalistieke opleiding per jaar binnen de organisatie,
waardoor ze bekend raken met het gedachtengoed van Zaman. Men wil niet op een
goedkope manier het nieuws overbrengen, maar op een hoog journalistiek niveau. Said Tan,
commercieel directeur van Zaman Benelux, vult hierbij aan, dat één van de succesfactoren
is, dat men veel investeert in relatiemarketing en warme banden probeert te onderhouden
met de abonnees. Zaman Benelux heeft regiovertegenwoordigers, waar abonnees bij terecht
kunnen, als er iets niet goed is gegaan en men bijvoorbeeld een klacht heeft. Daar wordt dan
serieus opvolging aan gegeven. Er wordt ook persoonlijk gebeld met abonnees om te vragen
of alles naar wens is. Dat is één van de krachten van Zaman Benelux.
Op de vraag in hoeverre Zaman Benelux een rol speelt bij het creëren van nieuwe
invalshoeken of gezichtspunten over actuele en maatschappelijke onderwerpen in België,
zegt Tercan dat Zaman Benelux wel geraadpleegd wordt, als het gaat over onderwerpen met
betrekking tot Turkije of over de Turkse gemeenschap in België of Nederland.
Op de vraag hoe hij Zaman ziet over vijf jaar, meldt Tercan dat 16 mei 2011 de website van
Zaman Benelux in het Nederlands zal verschijnen en in november 2011 zal ook de krant in
het Nederlands verschijnen. Hij hoopt dat het aantal abonnementen hiermee zal stijgen.
Digitalisering is de toekomst. Ziet Tercan Zaman Benelux in de toekomst alleen digitaal
verschijnen? Tercan antwoordt, dat je hier bijna niet om heen kan. Met de opkomst van
digitale apparaten, zoals IPads, IPhones, laptops e.d. kan je er niet om heen en de
technologie stopt hier niet. Nieuws zal in de toekomst waarschijnlijk meer digitaal
aangeboden worden en dat zal niet gratis zijn. Hij denkt dat Europa ook met wetgeving zal
komen voor het digitaal aanbieden van nieuws. En dat wel de toekomst is en abonnementen
64
zullen worden afgesloten voor het digitaal ontvangen van nieuws, omdat mensen altijd
behoefte zullen hebben aan informatie. Tercan vindt persoonlijk, dat deze ontwikkeling het
leven wel vereenvoudigt. Hij kan nu met zijn telefoon of IPad overal werken, waar hij maar
wil. Hij kan tien kranten lezen op zijn IPad in de trein. De branche vindt digitalisering
waarschijnlijk geen goede ontwikkeling, want de branche is klassiek ingesteld en houdt van
papier. Op de vraag of etnische printmedia digitaal aangeboden moet worden in de
toekomst, antwoordt Tercan, dat als de doelgroep dit accepteert het mogelijk zou zijn.
Op de vraag wat hij van de term etnische media vindt, antwoordt Tercan, dat het een
logische term is, omdat de krant een etnische doelgroep heeft. Maar als de term op een
andere manier zou worden gebruikt, bijvoorbeeld stigmatiserend, zou het hem wel storen.
Want vooral als hij ook in het Nederlands zal verschijnen, hoopt hij niet alleen de Turkse
doelgroep te bereiken, maar ook mensen die nieuwsgierig zijn naar Turks nieuws.
Persoonlijk vindt hij de term ‘etnische media’ niet zo prettig, want hij ziet Zaman Benelux als
een serieuze journalistieke krant.
Wat kan de markt van etnische media in Nederland van Zaman Benelux leren?
Tercan vindt dat hij hier nog geen antwoord op kan geven. Hij kan nog niet zeggen of Zaman
Benelux succesvol is, want Zaman Benelux bestaat pas twee jaar. Over een periode van tien
jaar kan hij meer zeggen. Zaman is wel op eigen kracht opgezet, zonder subsidies en ze zijn
wel zelfvoorzienend.
Stellingen m.b.t. verdieping of belang van etnische media
• Etnische printmedia leveren in mijn land een belangrijke bijdrage aan de beeldvorming
over buitenlanders/migranten
Antwoord: Weet niet. Uitleg: Zaman Benelux bestaat nog te kort. Ze bestaan pas twee
jaar, dus hij kan niet echt een goed antwoord geven op deze vraag.
•
Etnische media hebben een marginale financiële en economische positie in mijn land
Antwoord: Mee eens. Uitleg: De oplages van de etnische media zijn meestal lager dan de
mainstream media.
•
Etnische media bereiken in mijn land een groep mensen, die door andere media niet
wordt bereikt.
Antwoord: Mee eens.
•
Etnische media vormen in mijn land een tegenwicht voor de berichtgeving van officiële
media.
Antwoord: Mee eens. Uitleg: De onderwerpen, die vaak aan bod komen zijn racisme,
discriminatie en bijvoorbeeld wetgeving, dat invloed heeft op de gemeenschap.
65
Inhoud Zaman 2
Hoe is de verdeling van onderwerpen per nummer (gemiddeld, of het laatste nummer)
Onderwerp
Meer
dan
50%
Politiek
Economie
Religie
Cultuur
Infotainment/entertainment/showbizznieuws
Sport
Human interest
Sociaal-maatschappelijk (bv.
hoofddoekjesverbod)
Onderwijs
Kansen voor minderheden
Overig (gezin, milieu, gezondheid etc.)
2
Ingevuld door de hoofdredacteur Tercan Baştürk
66
2550%
X
X
1025%
x
x
x
x
X
X
x
x
Minder
dan 10%
Interview 4: Al-Hayat
Naam: Ahmad Asfahani
Naam krant: Al-Hayat
Datum interview: 7 juni 2011
Plaats: Londen, Engeland
Verdieping/belang van etnische media
• Etnische media vormen in mijn land een tegenwicht voor de berichtgeving van officiële
media
Antwoord: niet mee eens. Uitleg: Al-Hayat concurreert niet met de mainstream media,
omdat de krant ook in een andere taal verschijnt.
Ahmad Asfahani is een Libanese journalist en werkt al 31 jaar in Londen. Hij is mediaconsultant bij Al-Hayat en schrijft ook een politieke column voor de krant.
Al-Hayat is een van oorsprong Libanese krant, opgericht in 1946. In 1966 wordt de oprichter
de heer Mroue in Libanon vermoord. De krant wordt gedwongen te stoppen in 1976. In 1987
start Jamil Mroue, de zoon van de heer Mroue de krant weer in Londen met financiële hulp
van een Saoedische prins. Zeven jaar later verkoopt hij de krant aan een Saoedische
zakenman. (De meeste Arabische kranten zijn in handen van Saoedische zakenlieden, maar
dat komt omdat zij geld hebben. Het is nogal duur om de krant op vier continenten te
printen, maar de Saoedische zakenmensen hebben het vaak financieel goed en daarom lukt
het wel). De doelgroep van de krant is de pan-Arabische gemeenschap overzees en Londen is
een klein onderdeel van de markt, waar de krant zich op richt.
Al-Hayat is een dagelijkse krant (7 dagen per week) en de internationale editie heeft 24
pagina´s (de Saoedische editie heeft 36 pagina´s). De taal is Arabisch. De oprichters
hebben de krant opgericht met het idee om een soort `Herald Tribune´van de pan-Arabische
gemeenschap te worden. Dus een krant waar de professionaliteit en internationaal
nieuws hoog in het vaandel staan. De krant wordt door de volledige gecomputeriseerde
nieuwsvergaring en door satelliettechnologieën, dagelijks in Londen, Frankfurt, Caïro,
Bahrein, Beiroet en New York geprint.
De oplage voor Londen is 5.000 exemplaren en het gemiddeld bereik is 2 personen per
krant, dus 10.000. De gecombineerde oplage bedraagt 180.000 tot 200.000, afhankelijk van
de beschikbaarheid van vliegtuigen van printcentra naar bepaalde Arabische hoofdsteden en
overheden. Het bereik in de Arabische wereld is 4 personen per exemplaar, dus ongeveer
800.000 mensen worden bereikt. De krant wordt geprint bij een commerciële, etnische
drukkerij die diverse etnische printmedia drukt. Daarna wordt het door een
distributiemaatschappij (Quickmarsh), gedistribueerd. In Londen worden 800
abonnementen persoonlijk rondgebracht door het distributiebedrijf. De rest van de
abonnementen worden per post verstuurd. Al-Hayat heeft onderzoek gedaan in welke
steden grote concentraties van Arabische mensen leven, en in deze steden wordt een oplage
van de krant bij kiosken en winkels afgeleverd voor losse verkoop.
67
De krant heeft een pluralistische kijk, omdat de krant journalisten in dienst heeft,
die een pro-Arabische visie hebben, maar ook journalisten, die pro-Westers zijn. Ook al
verslaat de krant pan-Arabisch nieuws, het Libaneze perspectief blijft de boventoon voeren.
Het verschil met de andere Arabische kranten, zoals Al-Arab en Asharq Al-Awsat is het
volgende. Al-Arab is een etnische krant, die in Engeland wordt gemaakt en gericht is op de
Arabische gemeenschap in het Verenigd Koninkrijk. Tussen 1970 en 1980 zijn er veel
Arabische kranten naar het Verenigd Koninkrijk gekomen, vanwege de burgeroorlog in
Libanon. Libanon was voorheen de mediahoofdstad van de Arabische wereld, maar na het
ontstaan van de oorlog zijn diverse kranten uitgeweken naar het Verenigd Koninkrijk,
omdat het Verenigd Koninkrijk een vrij land is en er vele faciliteiten waren om een krant te
starten. Nu is Al-Hayat weer zijn voornaamste bezigheden aan het terugverhuizen naar het
Midden-Oosten. Op het hoofdkantoor in Londen werken er ongeveer 60 tot 70 mensen.
Wereldwijd (de zes hoofdkantoren bij elkaar) zijn dat er 600 tot 700. De krant werkt niet met
vrijwilligers, maar heeft soms wel stagiaires of trainees in dienst.
De krant overleeft door drie redenen: door de losse verkoop van de krant, 25- 30% uit
advertenties en door de financiële support van de Saoedische eigenaar. Al-Hayat heeft in
Londen 800 tot 1000 abonnees. De adverteerders komen van over de hele wereld, omdat de
krant wereldwijd verspreid wordt. Eén van de recente adverteerders was bijvoorbeeld Al
Jazeera, die reclame maakte voor een Champignons League wedstrijd. Al-Hayat heeft een
overeenkomst met een agentschap, die adverteerders regelt. De overeenkomst houdt in, dat
A-Hayat een minimumbedrag garandeert van bijvoorbeeld 5 miljoen pond voor
adverteerders en het bureau zoekt dan voor dat bedrag bedrijven, die willen adverteren.
Ook al kost het meer of minder, Al-Hayat betaalt 5 miljoen pond. Het voordeel voor Al-Hayat
zit in dat zij zich op de journalistiek kunnen focussen. Binnenkort is er een ´Libanon-dag´in
Londen. Al-Hayat plaatst dan gratis een advertentie in de krant om de Libanese
gemeenschap in het Verenigd Koninkrijk te bedienen. Deze advertentie verschijnt dan alleen
in Engelse krant.
Ahmad vertelt dat er veel etnische printmedia in het Verenigd Koninkrijk zijn. De markt is
groot. Hij zegt wel, dat er in de laatste 7 á 8 jaar veel verandert. Het belangrijkste segment is
tegenwoordig Oost-Europa. Er zijn nieuwe etnische printmedia opgekomen in Londen,
gericht op bijvoorbeeld Polen en Roemenen. Niet India, niet Pakistan, maar Oost-Europa.
Als reden geeft Ahmad op, dat London altijd een kosmopolische stad is geweest. Het heeft
dus een aantrekkingskracht op mensen. En ook al heeft Nederland ook een koloniaal
verleden net zoals het Verenigd Koninkrijk, het Verenigd Koninkrijk is altijd een supermacht
geweest. Dat trekt ook automatisch mensen aan. London heeft officieel 7,5 miljoen
inwoners, maar overdag zijn dat 10 miljoen door de forenzen. En dan zijn de illegalen nog
niet meegerekend. Bijna 50% van de inwoners van Londen, zijn van een etnische
minderheid.
Ahmad beschouwt Al-Hayat als een succesvolle krant, ook al hebben ze de laatste jaren veel
concurrentie van het internet en sateliettelevisie. Als de Arabische mensen in het Verenigd
Koninkrijk willen weten wat er in de Arabische wereld gebeurt, kan men gewoon de televisie
aanzetten en hoeft men er niet op uit om Al-Hayat te gaan kopen. Er zijn ongeveer 400
Arabische sattelietzenders, van politiek tot entertainment. Of men kan de krant op internet
68
lezen, want de krant wordt gratis aangeboden op internet. Je hebt dus geen abonnement
nodig en je hoeft niet de deur uit te gaan om de krant te kopen. Dat merkt het bedrijf wel.
Arabische media op internet is tot nu toe altijd gratis geweest.
Het succes van de krant komt, omddat zij dieper op het nieuws ingaan. Ahmad: “Je moet om
onderscheidend te zijn, verder dan het actuele nieuws gaan en komen met analyses,
achtergrondverhalen, onderzoeken of exclusieve verhalen et cetera. Omdat je binnen een
seconde op de hoogte kan zijn van het nieuws via internet en sateliet. Je moet dus
uitzoeken, waarom iets is gebeurd, hoe het is gebeurd en wie bijvoorbeeld verantwoordelijk
is. Als je geen exclusief nieuws of analyses et cetera hebt, ben je gedoemd als printmedia”.
Als ik aangeef, dat ik het gevoel heb, dat lezers meer geïnteresseerd zijn in entertainment,
zegt Ahmad, dat er nog steeds een deel is, dat op de hoogte wil blijven van het ´serieuze´
nieuws.
Wat verandert kan worden, is dat er meer openheid mag komen. Er is nog veel censuur/grip
op de inhoud door de eigenaar van de krant of door lokale overheden. Er kan bijvoorbeeld
niet heel open over relaties of vrouwenissues geschreven worden in bepaalde landen. En er
kan niet altijd openlijk over politieke vrijheid in bepaalde landen geschreven worden. Ahmad
vindt wel, dat ze met Al-Hayat bepaalde zaken, zoals politieke vrijheid in andere landen,
bespreekbaar maken, maar de journalisten hebben wel een rode lijn en beperkingen, waar
ze zich aan moeten houden.
Ahmad geeft aan, dat Al-Hayat zeker bijdraagt bij het creëren van nieuwe invalshoeken bij
actuele en sociale onderwerpen. Tijdens de laatste verkiezingen in het Verenigd Koninkrijk
publiceerde Al-Hayat artikelen over de drie partijen en hun standpunten, zodat de lezers
daarover konden discussiëren. Als er een terroristische dreiging is, komt er een artikel over
in de krant. En Al-Hayat plaatst ook informatie met betrekking tot wetgeving voor studenten
en migranten, die naar het Verenigd Koninkrijk willen komen. Deze artikelen worden
internationaal geplaatst, omdat het belangrijke informatie is, voor mensen die overwegen
om naar het Verenigd Koninkrijk te komen.
Over vijf jaar hoopt Ahmad, dat ze hebben kunnen realiseren, dat de krant overzees
aangevuld wordt met lokaal nieuws. De versie van Al-Hayat voor het Verenigd Koninkrijk
heeft 24 pagina´s. De Saoedische versie heeft 24 pagina´s plus 12 pagina´s Saoedisch nieuws.
In de toekomst hoopt hij ook een Egyptische versie te kunnen maken met 24 pagina´s plus
12 pagina´s lokaal Egyptisch nieuws, een versie voor Libanon et cetera. De Engelse versie
blijft 24 pagina´s, want er zijn veel Arabische kranten in het Verenigd Koninkrijk en de
Arabische gemeenschap in het Verenigd Koninkrijk is ook goed geïntegreerd. Men kan goed
Engels lezen en spreken. Het heeft niet zoveel zin om de krant dan uit te gaan breiden, want
ze halen hun nieuws ook uit de mainstream media. De krant zal ook niet in het Engels
verschijnen, omdat de website al vertaald wordt in het Engels.
Ahmad ziet de Al-Hayat niet alleen digitaal verschijnen. Vooral in de rest van de Arabische
wereld houdt men ervan om de krant vast te houden. Ahmad prefereert zelf ook de
papieren versie. “Ik ben een oude man en ik houd ervan om dingen van papier te lezen”,
zegt hij.
69
Hij heeft geen problemen met de term ´etnische media´. Hij vindt wel dat de rol van etnische
media in het Verenigd Koninkrijk moet zijn, dat men op zoekt gaat naar gemeenschappelijke
gronden en men zich niet met het etnisch medium probeert zich af te keren tegen de
Engelse maatschappij.
Zijn advies aan de markt in Nederland is het volgende: De etnische kranten in het Verenigd
Koninkrijk zijn gestart door zakenmensen, die hun huiswerk goed hebben gedaan. Etnische
printmedia heeft bijna nooit een subsidie van de overheid ontvangen voor het opstarten van
een etnisch printmedium. Bestudeer de markt en kijk of het rendabel/winstgevend is om
een etnisch printmedium te starten. Om een voorbeeld te geven van de Poolse
gemeenschap in het Verenigd Koninkrijk: je weet dat het arbeidsmigranten zijn, het aantal is
500.000 en ze komen om te werken en als er geen werk is, gaat men vaak terug naar Polen.
Je start dan een krant op in het Pools en je distribueert deze krant via Poolse winkels in
gebieden, waar de Poolse gemeenschap in grote getale woont.
Adverteerders moeten uit de gemeenschap komen. Als je je huiswerk goed gedaan hebt,
moet het lukken om te overleven.
Inhoud Al Hayat 3
Hoe is de verdeling van soorten content per nummer (gemiddeld, of het laatste nummer)
Soort nieuws
Nieuws
Achtergronden
Commentaar
Columns
Meer dan
50%
25-50%
10-25%
x
Minder dan
10%
x
x
x
Hoe is de verdeling van onderwerpen per nummer (gemiddeld, of het laatste nummer)
Onderwerp
Politiek
Economie
Religie
Cultuur
Infotainment/entertainment/showbizznieuws
Sport
Human interest
Sociaal-maatschappelijk
Onderwijs
Kansen voor minderheden
Overig (gezin, milieu, gezondheid etc)
3
Ingevuld door hoofdredacteur Ahmad Asfahani
70
Meer
dan 50%
2550%
x
1025%
x
x
x
x
Minder
dan 10%
x
x
x
x
x
x
Interview 5: Pride Magazine
Naam: Afua Adom
Naam krant: Pride Magazine
Datum interview: 7 juni 2011
Plaats: Londen, Engeland
Verdieping/belang van etnische media
• Etnische media hebben een marginale financiële en economische positie in mijn land
Antwoord: Mee eens. Uitleg: Er zijn maar drie magazines voor de gekleurde vrouw in
Engeland, die je bij nieuwskiosken kan vinden, namelijk Pride Magazine, Black magazine
en Black Hair & Beauty. De laatste twee gaan ook meer over haar. Dat is toch weinig
aanbod.
•
Etnische media bereiken in mijn land een groep mensen, die door andere media niet
wordt bereikt
Antwoord: Mee eens. Uitleg: Pride magazine wordt geschreven voor mensen met een
Afrikaanse of Caraïbische achtergrond. Ze herkennen zich in het magazine. De modellen
uit het magazine lijken op deze doelgroep en daarom kan men zich inleven in de
modellen en de onderwerpen. Ze hebben dezelfde culture ideeën en er wordt ook
geappelleerd aan hun culturele identiteit. De make-up in het magazine is voor de
donkere huid en daar kan deze doelgroep zich beter in vinden dan in bijvoorbeeld de
Glamour of de Marie-Claire.
•
Etnische media vormen in mijn land een tegenwicht voor de berichtgeving van officiële
media
Antwoord: Soms. Uitleg: Etnische groeperingen worden bijvoorbeeld vaak genoemd als
het om geweld van “gangs” gaat. In Pride magazine wordt het onderwerp dan wel van
een andere kant belicht.
Afua Adom is een “feature” redacteur bij Pride Magazine. Dat betekent, dat ze niet alleen
teksten over een onderwerp schrijft, maar hele pagina´s qua beeld en tekst bij elkaar plaatst.
Pride Magazine bestaat al twintig jaar (dus sinds 1991) en is een lifestyle magazine voor de
gekleurde vrouw (Afro-roots) van 20 tot 35 jaar. Het is opgericht door de uitgever de heer
Kushnie, omdat er nog geen magazine op dit gebied was.
Er werken momenteel tien mensen bij Pride en ze werken soms met stagiaires. Voor de rest
zijn er geen vrijwilligers. Pride Magazine verkoopt ongeveer 80.000 exemplaren per maand
en het bereik is 210.000 mensen. Pride wordt gedistribueerd over het gehele land door een
afhankelijke drukker die ook distribueert. De inkomsten van het magazine komen meer uit
de losse verkoop via de kiosken, dan door abonnementen. Ze weet niet precies hoeveel de
inkomsten uit advertenties zijn, maar er zijn wel veel advertenties in het magazine van bv.
automerken, West End-shows (musicals), haar-, beauty- en make-upproducten en alles wat
bij de lifestyle hoort. Soms benadert Pride Magazine de bedrijven voor
advertentiemogelijkheden en soms komen de adverteerders naar Pride Magazine toe. Het
werkt beide kanten op. Ze hebben adverteerders uit de doelgroep (Afro- en Caraïbische
gemeenschap), maar ook grote Engelse bedrijven.
71
Afua vindt Pride magazine een succesvol magazine. Ze zijn
één van de weinige en ook het langstlopende magazine voor
gekleurde vrouwen in het Verenigd Koninkrijk. Ze bestaan al
twintig jaar en de verkoopcijfers gaan meer omhoog dan
omlaag. De succesfactoren voor het slagen van het
magazine, zijn onder andere dat Pride zijn lezersgroep kent.
Het team, dat Pride magazine maakt is een afspiegeling van
de lezers, dus ze kennen hun lezers goed. Ze weten hoe ze
voor deze groep moeten schrijven en ze luisteren ook naar
de lezers. Dit doen ze onder andere door veel interactie met
hun lezers via Facebook en ze maken ook vaak gebruik van
focusgroepen. De uitgever stuurt dan vragen naar hun lijst
met e-mailadressen en men maakt dan gebruik van de
antwoorden. Eén van de laatste acties was, wat men anders
wilde zien in het magazine. Er kwam uit, dat het magazine jonger en kleurrijker moest
worden. Dat hebben ze ook aangepast. Wat misschien wel verbeterd kan worden in het
magazine, zijn sommige foto´s. Vaak krijgen ze foto´s van beroemdheden opgestuurd via hun
p.r.-medewerker en Afua vindt die foto´s niet altijd sterk of mooi.
Pride magazine speelt soms wel een rol in het creëren van nieuwe invalshoeken op het
gebied van bepaalde maatschappelijk onderwerpen in Engeland. Een recent voorbeeld is
bijvoorbeeld het commentaar op de nieuwste muziekvideo van Rihanna, waar het lijkt alsof
ze verkracht wordt. Pride magazine heeft toen aangegeven, dat alles wat door artiesten
gemaakt wordt, als kunst/creativiteit moet worden gezien. In kunst moet men zich kunnen
uiten. Pride begreep niet echt waarom er zo´n ophef over werd gemaakt. Uiteindelijk ging
het maar om een muziekvideo.
Over vijf jaar hoopt Afua, dat Pride magazine nog groter wordt en ook in andere landen
wordt verkocht. Ze ziet het magazine in de toekomst niet alléén digitaal verschijnen, omdat
ze nog van de oude stempel zijn en geloven in de “power of print”. Bij Pride vindt men dat
boodschappen op papier toch meer impact hebben. Ze zullen misschien wel digitaal gaan,
maar hethet gedrukte magazine zal niet verdwijnen. Ze vindt persoonlijk een bericht op
internet minder geloofwaardig, dan op papier, want iedereen kan van alles op het internet
plaatsen. Ook al is het bericht door een journalist geschreven, dan vraagt ze zich af, waarom
ze niet geschreven hebben voor een papieren krant of magazine.
Over de term etnische media, zegt ze dat ze begrijpt dat men een label op je wilt plaatsen en
Pride magazine dan heel toepasselijk onder etnische media valt. Ze vindt het daarom niet
erg. Het is wel logisch.
Haar advies voor de Nederlandse markt met betrekking tot etnische printmedia is: het is
moeilijk te zeggen, want de Engelse markt is toch anders dan de Nederlandse markt. In
Engeland zijn er bijvoorbeeld meer distributeurs dan in Nederland. Maar het draait wel
allemaal om doorzettingsvermogen. Als je niet een goedkope distributeur kan vinden, ga een
ander zoeken of ga zelf distribueren. Als je de grote adverteerders niet kan krijgen, ga naar
de kleinere. Als je iets wil opzetten, vindt dan ook een manier om dat gedaan te krijgen. Ga
72
free publicity deals aan, wat dan ook. Pas als je je product op de markt hebt gezet, dan pas
zullen mensen naar je toe komen. Dus vindt een manier om dat gedaan te krijgen.
Inhoud Pride Magazine 4
Hoe is de verdeling van soorten content per nummer (gemiddeld, of het laatste nummer)
Soort nieuws
Nieuws
Achtergronden
Commentaar
Columns
Meer dan
50%
25-50%
10-25%
x
Minder dan
10%
x
x
x
Hoe is de verdeling van onderwerpen per nummer (gemiddeld, of het laatste nummer)?
Onderwerp
Politiek
Economie
Religie
Cultuur
Infotainment/entertainment/showbizznieuws
Sport
Human interest
Sociaal-maatschappelijk (bv.
hoofddoekjesverbod)
Onderwijs
Kansen voor minderheden
Overig (gezin, milieu, gezondheid etc.)
4
Ingevuld door redacteur Afua Adom
73
Meer
dan 50%
2550%
x
x
1025%
x
x
x
x
x
x
Minder
dan 10%
Interview 6: Janomat Bengali Newsweekly
NoamNoam: Mohammed Nobab Uddin
Naam krant: Janomat Bengali Newsweekly
Datum interview: 8 juni 2011
Plaats: Londen, Engeland
Verdieping/belang van etnische media
• Etnische media hebben een marginale financiële en economische positie in het
Verenigd Koninkrijk
Antwoord: Mee eens. Uitleg: Je kunt niet concurreren met de mainstream media, want je
doelgroep is een kleine groep. Het bereik van je etnisch printmedium is gelimiteerd. Je
kunt het niet vergelijken met de mainstream media. Er leven ongeveer 350.000
Bengalezen in het Verenigd Koninkrijk op een bevolking van ongeveer 62 miljoen mensen.
De doelgroep van Janomat is dus 350.000 mensen van Bangladesh, en alleen Bangladesh.
Het wordt niet gelezen door Pakistanen of Indiase mensen, want de krant is geschreven in
het Bengaals en dat kunnen mensen uit Pakistan of India niet lezen. Voor Janomat is een
markt met 350.000 mensen groot, maar als je vergelijkt met kranten uit de mainstream
media, die een doelgroep van een paar miljoen mensen hebben, zijn zij klein. Het is dus
logisch, dat zij een marginale economische positie innemen op de markt van printmedia.
• Etnische media bereiken in het Verenigd Koninkrijk een groep mensen, die door andere
media niet wordt bereikt
Antwoord: Eens. Uitleg: De mainstream media kan niet alle etnische minderheden
bereiken. Er zijn pas twee generaties Bengalezen in het Verenigd Koninkrijk en sommigen
van de oudere generatie kan nog steeds geen Engels lezen of schrijven. De overheid, de
politiek en de mainstream media kunnen de Bengaalse gemeenschap het beste bereiken
via etnische (print)media. Janomat speelt dus een belangrijke rol in het doorgeven van
informatie, omdat de gemeenschap niet door andere media wordt bereikt.
• Etnische media vormen in het Verenigd Koninkrijk een tegenwicht voor de berichtgeving
van officiële media
Antwoord: Mee eens. Uitleg: Er zijn kranten, die qua politiek rechts georiënteerd zijn,
zoals de ´Sunday Telegraph´. Soms zie je al aan de koppen, dat het om een anti-moslim
artikel gaat. De ´Guardian´ en de ´Independent´ zijn mainstream media, maar dat zijn
meer neutrale kranten. Wat Janomat doet, is dat zij naar het vaak negatieve artikel kijken
en ze brengen dan hetzelfde nieuws, maar dan op een neutrale, objectieve en meer
uitgebalanceerde manier. Ze vormen dan inderdaad een tegenwicht, maar het
belangrijkste aspect is, dat de waarheid verteld wordt.
Mohammed Nobab Uddin is hoofdredacteur bij Janomat Bengali Newsweekly. Janomat
Bengali Newsweekly is opgericht op 21 februari 1969. Janomat is één van de oudste etnische
krant in het Verenigd Koninkrijk. Toen zij begonnen, was Janomat niet de eerste, want er
waren meer etnische printmedia in die tijd. Maar Janomat is, volgens Mohammed, de enige
van die etnische printmedia, die het overleefd heeft en is blijven bestaan.
Mohammed Nobab Uddin is in 1977 als hoofdredacteur bij Janomat gekomen.
74
Bangladesh bestaat pas sinds haar onafhankelijkheid in 1971. Daarvoor heette Bangladesh,
sinds 1947 (onafhankelijkheid India en Pakistan), Oost-Pakistan. Janomat is opgericht door
een groep studenten in 1969. Toen was het Bengaalse gedeelte nog deel van Oost-Pakistan.
Ze hebben de krant opgericht om “gehoord” te worden. Ze hadden een middel nodig om
hun meningen en opinies over de Bengaalse identiteit te verspreiden. Zo is Janomat
ontstaan. De krant werkte dus als stem/spreekbuis. De naam Janomat betekent ook ´de
mening van het publiek´. De doelgroep van de krant is de Bengaalse gemeenschap in het
Verenigd Koninkrijk met de leeftijd van 20 jaar en ouder.
Janomat is een wekelijkse krant en heeft een oplage van 7.000 tot 12.000 exemplaren per
week. De oplage hangt af van de nieuwswaarde van die week. Er zijn nu bijvoorbeeld
gemeenteraadsverkiezingen in Bangladesh en de gemeenschap wil daar graag over lezen.
Dan laat Mohammed een grotere oplage drukken/printen. Het bereik wordt geschat op
minimaal 35.000 tot maximaal 100.000 lezers. Elk exemplaar wordt ongeveer door 5 mensen
gelezen. Er is geen onderzoek gedaan, maar er zijn ongeveer 12.000 Indiase restaurants in
het Verenigd Koninkrijk en deze zijn meestal in handen van Bengalezen. Een groot aantal
restaurants heeft een abonnement op Janomat. Als de krant in een restaurant ligt, zal het
zeker door 5 mensen gelezen worden. De krant wordt “in house” geprint en op drie
manieren gedistribueerd. Ten eerste hebben ze hun eigen distributeur, die de krant naar
Bengaalse winkels brengt in Londen, Birmingham en nog een paar steden rondom Londen.
Voor steden, die verder liggen dan Londen en waar de Bengaalse gemeenschap groot is,
wordt de krant verspreid door een distributeur, die ook kranten uit de mainstream media
distribueert. De kranten worden dan in bundels bij (tabak)winkels afgeleverd. En de derde
groep wordt per post naar abonnees gestuurd.
Er werken 12 mensen vast bij Janomat en ongeveer 20 vrijwilligers. De vrijwilligers worden
niet betaald, maar ze willen graag deel uitmaken van Janomat en daarom schrijven ze
artikelen voor de krant. Maar elk artikel wordt gecheckt op feiten, ook de verhalen, die
geschreven zijn door de vrijwilligers. De inkomsten van de krant komen uit abonnementen,
losse verkoop en adverteerders. De krant kost 50 pence (= €0,57) per exemplaar. De
inkomsten uit advertenties zijn ongeveer 60% en de krant heeft ongeveer 1500
abonnementen, iets wat erg goed is voor de krant, want de abonnees brengen van tevoren
geld in de kas (ze hebben een jaarabonnement). En er komt ook veel binnen uit losse
verkoop. Er zijn 15 Bengaalse kranten in het Verenigd Koninkrijk. Voor drie kranten
(waaronder Janomat) moet je betalen, de overige kranten zijn gratis. Janomat doet het dus
heel goed. Janomat heeft twee soorten adverteerders, namelijk de kleinere Bengaalse
winkeliers, die adverteren, maar ook grote adverteerders, zoals de overheid. De National
Government of Statistics (= vergelijkbaar met CBS) is nu bijvoorbeeld bezig met een nieuwe
volkstelling (census) en heeft daarvoor een advertentie geplaatst in onder andere Janomat.
Andere grote adverteerders zijn de Royal Airforce en de Metropolitan Police. De Royal
Airforce is bezig met rekruteren en daarvoor is onlangs een advertentie in het Bengaals
geplaatst (aangepast door Janomat). De adverteerders vinden Janomat vaak na bemiddeling
van mediabureaus (zoals Media Reach Advertising). Maar Janomat vindt zelf ook
adverteerders. Het werkt beide kanten op.
75
Mohammed beschouwt Janomat Bengali Newsweekly als een succesvolle krant, omdat de
krant al 42 jaar weet te overleven. Dat betekent, dat ze een goede krant hebben en dat ze
het bedrijf ook goed hebben gerund, anders hadden ze het niet overleefd. Eén van de
succesfactoren voor het slagen van de krant, is hun specifieke lezersgroep.
Janomat schrijft dus voor de Bengaalse gemeenschap in de Bengaalse taal. Het Bengaals
wordt in Bangladesh en in een groot deel van Calcutta (hoofdstad van deelstad WestBengalen in India) gesproken. Het doel van Janomat is om de Bengaalse gemeenschap te
informeren, wat er in het Verenigd Koninkrijk en de rest van de wereld gebeurt. Tevens
wordt de taal “levend” gehouden.
Een tweede succesfactor, vindt Mohammed, is de objectieve en betrouwbare journalistiek.
Janomat heeft alleen geschoolde journalisten in dienst en dat zie je aan de schrijfwijze. Qua
inhoud probeert men altijd een balans te vinden. Janomat is niet gelieerd aan enige politieke
partij in Bangladesh. Ze zijn onafhankelijk en objectief. Dat komt over, volgens Mohammed,
en dat is nog een reden, waarom mensen uit de gemeenschap Janomat kopen.
Een derde succesfactor is dat de Bengaalse gemeenschap blijft groeien, omdat er nog steeds
een stroom mensen migreert vanuit Bangladesh naar het Verenigd Koninkrijk, waarvan velen
geen Engels kunnen lezen of schrijven. De stroom migranten bestaan uit ouderen, studenten
en Bengalezen, die door hun huwelijk naar het Verenigd Koninkrijk komen. De tweede
generatie, die in het Verenigd Koninkrijk geboren is, kan geen Bengaals lezen of schrijven,
maar door de blijvende stroom Bengaalse migranten blijft de doelgroep stabiel.
Verder is de kwaliteit van de krant heel goed. De kleuren, het papier, het formaat, de druk,
als ook de inhoud, zijn van hoge kwaliteit.
Wat verbeterd kan worden, is dat Janomat een grote investering nodig heeft om meer
journalisten aan te kunnen trekken, om te kunnen concurreren met nieuws van het internet.
Ze zetten de krant online, maar het is een wekelijkse krant en tegen de tijd, dat het nieuws
op internet wordt geplaatst, is het al gedateerd, omdat je niet kan concurreren met het
dagelijkse nieuws, dat via internet binnenstroomt.
Mohammed denkt dat het aantal lezers over vijf jaar licht gestegen zal zijn, als hij naar de
afgelopen jaren kijkt. Maar hij voelt er niet voor om in de toekomst een tweetalige krant uit
te brengen. Zijn redenering is, dat als iemand een Engelse krant wilt lezen, men gewoon een
mainstream krant kan kopen. Hij denkt ook niet dat een tweetalige krant zal aanslaan bij
bijvoorbeeld zijn zoon of dochter. Want het Engels zal een letterlijke vertaling zijn van het
Bengaals, maar bepaalde dingen kan je niet overbrengen in een andere taal.
Je mist “the flavour” van de Bengaalse taal. Hij denkt ook niet, dat de tweede generatie een
tweetalige krant zal kopen. Hij vindt het verder moeilijk om te voorspellen, hoe de markt of
de krant zal veranderen.
Janomat Bengali Newsweekly is ook digitaal te vinden, maar Mohammed ziet het papieren
formaat in de toekomst niet verdwijnen, omdat de lezers liever een papieren versie hebben.
Ze zullen waarschijnlijk naast elkaar blijven verschijnen, dus op papier en digitaal.
Mohammed houdt niet zo van de term “etnische media”. Hij prefereert de term
`diversiteitsmedia`, maar denkt dat er elke 15 jaar naar de terminologie gekeken moet
worden, omdat de maatschappij blijft veranderen.
76
Zijn advies voor de Nederlandse markt is: het Verenigd Koninkrijk is een groot rijk geweest
met veel koloniën. Na hun bruut en gewelddadig verleden, was het Verenigd Koninkrijk
gevoelig naar de migranten toe, die naar het Verenigd Koninkrijk kwamen om te werken, en
ze hebben dus veel kansen gehad om zich te ontwikkelen en zich te kunnen uiten. De
etnische media in het Verenigd Koninkrijk vormen verder vaak een brug tussen de etnische
gemeenschap en de overheid. De overheid kan daarom niet zonder deze etnische media.
Mohammed denkt verder, dat het ook helpt als etnische minderheden op goede functies
terechtkomen, waar ze invloed kunnen uitoefenen op het maken van beleid met betrekking
tot diversiteit. Verder is de support van je de winkeliers/zakenlui uit je gemeenschap,
het belangrijkste voor het slagen van een etnisch printmedium. Veel etnische printmedia in
het Verenigd Koninkrijk overleven, niet door steun van de overheid, maar door de
adverteerders uit de eigen doelgroep.
Inhoud Janomat Bengali Newsweekly 5
Hoe is de verdeling van soorten content per nummer (gemiddeld, of het laatste nummer)
Soort nieuws
Nieuws
Achtergronden
Commentaar
Columns
Meer dan
50%
x
25-50%
10-25%
Minder dan
10%
x
x
x
Hoe is de verdeling van onderwerpen per nummer (gemiddeld, of het laatste nummer)
Onderwerp
Politiek
Economie
Religie
Cultuur
Infotainment/entertainment/showbizznieuws
Sport
Human interest
Sociaal-maatschappelijk (bv.
hoofddoekjesverbod)
Onderwijs
Kansen voor minderheden
Overig (gezin, milieu, gezondheid etc.)
5
Ingevuld door hoofdredacteur Mohammed Nobab Uddin
77
Meer
dan 50%
2550%
x
1025%
x
x
x
x
x
Minder
dan 10%
x
x
x
x
x
Interview 7: Media Reach Advertising reclamebureau
Naam: Saad Saraf
Datum interview: 9 juni 2011
Plaats: Londen, Engeland
Verdieping/belang van etnische media
• Etnische printmedia leveren in mijn land een belangrijke bijdrage aan de beeldvorming
over buitenlanders/migranten
Antwoord: Mee eens. Uitleg: De etnische media fungeren wel als een “stem” uit die
gemeenschap. De overheid luistert wel naar deze media, afhankelijk van hoe goed,
professioneel en bekend deze media zijn. Het werkt ook beide kanten op.
De overheid kan deze media gebruiken om hun informatie over te brengen naar de
etnische gemeenschap en de gemeenschap informeert de overheid wat hun wensen,
behoeften, aspiraties en problemen zijn.
•
Etnische media hebben een marginale financiële en economische positie in mijn land
Antwoord: Ja en nee. Uitleg: Toen hij 21 jaar geleden zijn reclamebureau startte, waren
er maar acht etnische kranten in Engeland. En al deze kranten probeerden de
migrantengroepen te bereiken. Nu zijn er meer dan 150 satelliet televisiestations, meer
dan 250 etnische printmedia (kranten en tijdschriften), er zijn meer dan 25 radiostations
en er zijn websites et cetera. De meeste etnische media zijn succesvol en winstgevend.
De meeste inkomsten komen uit advertenties van commerciële bedrijven, als van
bedrijven vanuit de gemeenschap. De overheid was vroeger flexibel tegenover mensen,
die hun eigen bedrijf wilde starten. Mensen hebben dat gedaan, zijn welvarend
geworden en zijn een ‘eigen’ krant begonnen. De etnische media zijn dus behoorlijk
verweven met bedrijven uit hun gemeenschap. Ze zijn daarom toch in een betere positie,
dan mainstream media. Ze hebben misschien een klein aandeel in de markt, maar
economisch zijn ze wel stabiel.
•
Etnische media bereiken in mijn land een groep mensen, die door andere media niet
wordt bereikt
Antwoord: Mee eens. Uitleg: Je kunt mainstream media gebruiken om etnische
gemeenschappen te bereiken, maar het verschil is dat je 10.000 pond kan uitgeven om
5% van de etnische gemeenschappen te bereiken met mainstream media, terwijl je met
1000 pond in etnische media 100% van de etnische gemeenschappen kan bereiken. Je
kunt dus beter je boodschap via etnische media verspreiden, want dan is er weinig
verspilling. Hij zegt verder, ook al ben ik hier vanaf mijn 17e, toch ben ik benieuwd naar
nieuws uit Irak en zoek dat op via internet. In mijn vrije tijd wil ik graag lezen over mijn
eigen cultuur in mijn eigen taal. Etnische media zal niet verdwijnen, is zijn mening.
•
Etnische media vormen in mijn land een tegenwicht voor de berichtgeving van officiële
media
Antwoord: Gedeeltelijk mee eens. Uitleg: De etnische media brengen nieuws uit hun
gemeenschap en dat hoeft niet zozeer een tegenwicht te zijn. Het gaat meer over
kwesties, die in hun gemeenschap spelen, zoals gedwongen huwelijken en bijvoorbeeld
de kritiek op de boerka.
78
Saad Saraf is opgegroeid in Irak. Op 17-jarige leeftijd kwam hij naar Londen om te studeren
en heeft na zijn studie, Media Reach Advertising opgericht. Het reclamebureau bestaat al 21
jaar en was het eerste bureau dat gespecialiseerd was in etnomarketing. Hij heeft het
bureau opgericht, omdat er een behoefte was vanuit de overheid om met diverse groepen
te communiceren en er ontstonden aan de andere kant heel veel etnische bedrijven, die
best wel reclame konden gebruiken. Hij heeft het bureau dus opgericht om te faciliteren en
aan de behoeftes van beide groepen om met elkaar in contact te komen te voldoen. Zijn
specialiteit is dat hij 26 verschillende etnische groepen kan bereiken in het Verenigd
Koninkrijk en Europa. Hij wil niet gespecialiseerd zijn om één doelgroep te bereiken,
bijvoorbeeld alleen de Afrikaanse gemeenschap. Hij wil zo divers mogelijk zijn. Hij heeft pas
een voorlichtingscampagne over minimumsalarissen en bepaalde rechten gemaakt gericht
op Oost-Europeanen, zoals Polen, Roemenen, Russen et cetera. Het is beter voor een land
om migranten voor te lichten en bewust te maken, wat de rechten en plichten zijn in dat
land.
Saad zegt, dat landen met rechtse politiek automatisch de migranten schuld zullen geven
van alles. Het is onwetendheid en jammer, want ze plukken niet de vruchten van diversiteit.
Ze zijn alleen maar bang, omdat het aantal migranten stijgt en ze focussen zich daarom
alleen op negatieve aspecten. Want juist steden, die openstaan voor diversiteit en
multicultureel zijn, doen het goed. Kijk maar naar Londen, New York en Dubai. Als je open
staat, komen mensen met kennis naar je land, mensen die mooie dingen kunnen maken,
mensen met geld. Als je land of stad dan het centrum wordt van al deze dingen, komt er
automatisch meer welvaart. Daarmee trek je weer automatisch “empowered” en “verlichte”
mensen. Het is jammer, dat landen blind zijn voor deze positieve ontwikkelingen.
Als gekleurde migranten naar Nederland of Europa komen, vallen ze op vanwege hun
huidskleur. Maar het toenemende aantal migranten van de laatste tijd, komen juist uit
landen als Polen en Litouwen. Ze vallen niet op omdat hun huidskleur dezelfde is als de
inwoners van Noordwest-Europa. Maar dat zijn juist de groepen, waar men bang voor moet
zijn, omdat zij de banen, zoals lassers en loodgieters, krijgen en aannemen omdat ze
goedkoper zijn.
De Arabische gemeenschap in Londen bestaat ongeveer uit 500.000 mensen. De ‘Asian
Community’ bestaande uit Indiërs, Pakistanen en Bengalezen vormen de grootste groep
migranten. Dat zijn er namelijk 2 miljoen. Mensen lezen hun eigen media nog graag, maar er
zullen waarschijnlijk in de toekomst veel als online magazines verschijnen.
Op de vraag waarom we zoveel etnische printmedia in het Verenigd Koninkrijk kunnen
vinden, antwoordt Saad als volgt: als mensen naar het Verenigd Koninkrijk komen, zijn de
media waarin ze zich kunnen uiten, radio, printmedia of televisie. Het maken van printmedia
is het goedkoopst (volgens Saad), omdat de pulp voor het papier in het Verenigd Koninkrijk
zelf wordt gemaakt. Printen is goedkoop. En omdat er veel etnische bedrijven zijn, die graag
willen adverteren in etnische media, komt er geld binnen, waardoor het merk of product
alleen maar beter van wordt. Sommigen etnische media beginnen met hun eigen geld en
sommigen beginnen met een subsidie. Het belangrijkste is, dat je je personeel blijft trainen
hoe ze het product moeten marketen, hoe ze bedrijven kunnen bereiken en hoe ze meer
exemplaren kunnen verkopen, zodat er geld binnen blijft komen. Marketing is aan de ene
79
kant hoe meer lezers/kijkers je kan trekken, de andere kant is hoe je het product het best
kan verkopen. Als je stil zit en niets doet, gebeurt er ook niets.
Grote Britse bedrijven zoals British Telecom en de Royal Mail weten Media Reach te vinden.
Hoe komen ze bij Media Reach terecht? Saad: Ze komen bij Media Reach terecht, omdat het
voor deze bedrijven een hele nuttige service is. Ze hebben geprobeerd om rechtstreeks met
etnische (print)media te communiceren, maar dat vonden ze vaak lastig. Omdat etnische
printmedia heel vaak niet telefonische bereikbaar zijn of er toch een taalprobleem is, wat
het ook lastig maakt om te communiceren en over te brengen, wat zij graag willen bereiken.
Of men plaatst de advertentie niet, zoals met British Telecom was afgesproken. Wat Media
Reach Advertising doet, is dat zij met hun ervaring weten hoe ze hier mee om moeten gaan.
Media Reach doet ook alle voorbereiding. Zij maken het plan in bijvoorbeeld welke etnische
media de advertentie geplaatst moet worden om de doelstelling van British Telecom te
bereiken. Ze weten hoe ze met bedrijven zoals British Telecom om moeten gaan, maar ook
met de bedrijven, die etnische media maken. En dat is prettig voor deze bedrijven. Het werkt
beide kanten op. Media Reach heeft een marketingafdeling, die adverteerders vinden, maar
soms komen bedrijven ook naar hen toe. Saad doet veel en is vrij bekend. Hij geeft
trainingen, hij blogt, hij spreekt op seminars en hij is ook voorzitter van de ´Ethnic Diversity
Association´. De bedrijven zoals British Telecom en Royal Mail adverteren in etnische media,
omdat ze de etnische gemeenschappen als potentiële nieuwe klanten zien. Je hebt iets van
10 miljoen mensen in Londen, waarvan 4 miljoen etnische migranten zijn in Londen alleen al.
Dan heb je dus een grote potentiële markt.
Op mijn vraag hoe wordt bepaald in welke etnische media bedrijven het beste kunnen
adverteren, meldt Saad dat zij de bedrijven daarin adviseren. Als zij aangeven in welke
doelgroepen ze willen bereiken, maken zij een plan in welke media ze het beste kunnen
adverteren. Als ze adverteren, plaatsen ze soms een ongewijzigde advertentie in etnische
media, die men ook gebruikt voor de mainstream media. Maar soms wordt het vertaald,
zoals bijvoorbeeld voor de Bengaalse gemeenschap.
British Telecom heeft wel eens geadverteerd in Janomat Bengali Newsweekly. Media Search
doet altijd onderzoek of de boodschap is overgekomen d.m.v. enquêtes, via e- mail en ze
hebben ook een keer verkeerstellers gehad om te tellen hoeveel auto´s langs een bepaalde
billboard reden. Saad zegt, dit is het belangrijkste wat je moet als bureau, want
adverteerders willen cijfers zien. Ze willen zien hoeveel keer een advertentie gelezen is of
hoeveel mensen langs een billboard rijden.
80
Interview 8: Des Pardes Weekly
Naam: De heer Virk
Naam krant: Des Pardes Weekly
Datum interview: 9 juni 2011
Plaats: Londen, Engeland
De heer Virk is een oudere man van 73 jaar en is sinds 1986
hoofdredacteur van Des Pardes Weekly. Hij heeft daarvoor jaren
als journalist in India gewerkt. Des Pardes is een wekelijkse
Punjabi krant en is opgericht in 1965 (= Punjabi is de officiële taal
van de deelstaat Punjab van India en wordt ook gesproken in
een groot gedeelte van Pakistan). De krant wordt tweetalig
gedrukt, dus een deel in het Engels en een deel in het Punjabi.
‘Des’ betekent land en ‘Pardes’ betekent in het buitenland.
Des Pardes betekent dus ‘land in het buitenland’. Des Pardes is
(volgens de heer Virk) het enige etnische medium in de hele
wereld, dat verkocht wordt voor 1,50 pond (= €1,72. Dit klopt
dus niet, want etnische media in Nederland zijn meestal
duurder…). De doelgroep is de Punjabi gemeenschap in het
Verenigd Koninkrijk, maar de krant heeft ook veel lezers in Europa, Amerika, Canada, India
en Zuidoost-Azië.
De eerste Indiërs uit Punjab zijn in 1950 naar het Verenigd Koninkrijk gekomen. Het succes
van de krant komt, omdat deze groep graag nog wilde weten wat er in India gebeurde. Maar
ook omdat ze behoefte hadden aan nieuws uit het Verenigd Koninkrijk op sociaal, politiek en
cultureel gebied. Zo ontstond Des Pardes, die aan deze behoefte probeerde te voldoen.
Er zijn nu ongeveer 250.000 mensen uit Punjab in het Verenigd Koninkrijk, dus de
gemeenschap is erg groot.
Bij Des Pardes werken 22 mensen vast en er zijn een paar vrijwilligers. De oplage van de
krant is 48.000 tot 50.000 per week, waarvan misschien 90% verkocht wordt. De oplage
verschilt soms per week, maar dat hangt van het nieuws en/of de politieke situatie in het
Verenigd Koninkrijk af. Het bereik wordt geschat op 250.000, omdat een gezin meestal uit
4 of 5 mensen bestaat. De inkomsten van de krant komen uit abonnementen, losse verkoop
en adverteerders. De inkomsten uit advertenties zijn ongeveer 65-70% en de krant heeft
ongeveer 12.000 tot 15.000 abonnementen. Des Pardes heeft adverteerders uit de Punjabi
gemeenschap, zowel kleine winkeltjes als grote commerciële bedrijven, welke voornamelijk
vastgoedbedrijven zijn uit het Verenigd Koninkrijk en India. En ook af en toe de overheid.
Met vele adverteerders is er al een jarenlange samenwerking. Soms benadert Des Pardes
bedrijven voor advertentiemogelijkheden en soms komen de adverteerders naar Des Pardes
toe. Het werkt beide kanten op. Des Pardes heeft een marketing afdeling. De krant wordt
‘in house’ geprint en zelf gedistribueerd. Elke donderdag wordt de krant geprint en door vier
mensen per busje gedistribueerd over vier regio´s. De krant wordt ook elke donderdag per
koeriersservice naar Schotland gestuurd en per mail naar abonnees in Europa et cetera.
De heer Virk beschouwt Des Pardes Weekly als een succesvolle krant. Eén van de
succesfactoren is goede journalistiek. De journalisten van Des Pardes werken hard om goede
81
informatie te vinden en zorgen er ook voor dat het nieuws heel integer en objectief wordt
gebracht, zodat de lezers het vertrouwen krijgen, dat het geen onzin is wat er geschreven
wordt. De inhoud van de krant is meestal nieuws uit India en activiteiten in het Verenigd
Koninkrijk op sociaal, cultureel en politiek gebied, als ook sport, gezondheid en
familieberichten (bijvoorbeeld bruiloftaankondigingen) uit de Punjabi gemeenschap.
De doelgroep van Des Pardes is de eerste (oudere) generatie Indiërs uit Punjab, maar toch
voornamelijk de tweede generatie. Deze generatie kan Punjabi lezen. Dat leren ze meestal in
de Sikh-tempel (= Gurudwara. De meeste mensen uit Punjab zijn Sikh van
geloofsovertuiging. Een sikh is te herkennen aan een tulband. Omdat een sikh zijn haren op
het gehele lichaam niet mag afknippen, wordt het hoofdhaar met deze tulband
bijeengehouden. De meeste Sikhs zijn heel gelovig en gaan elke week naar de tempel).
Op mijn vraag wat verbeterd kan worden, geeft de heer Virk aan, dat ze gestart zijn met
columns en spreekwoorden om lezers aan te trekken. Het werkt wel, dus ze willen dat in de
toekomst nog meer stimuleren.
Des Pardes is ook digitaal te vinden, maar de heer Virk ziet het papieren formaat in de
toekomst niet verdwijnen, omdat de lezers liever een papieren versie hebben.
De heer Virk staat neutraal tegenover de term “etnische media”, want ze zijn een etnisch
medium. Hij vindt het prima.
Zijn advies voor de Nederlandse markt m.b.t etnische printmedia is: het succes hangt af van
je lezers. Als je lezers niet voor een etnisch medium willen betalen, heeft het geen zin, want
hij weet dat er genoeg etnische gemeenschappen in Nederland zijn. Maar de markt voor
etnische media in het Verenigd Koninkrijk is ook groter en anders dan in Nederland. Ze
hebben ook vanuit niets moeten beginnen, maar ze zijn langzaam gegroeid. En er zijn veel
veranderingen geweest. In de jaren ´60-´70 hadden ze veel advertentie-inkomsten van de
bioscopen, maar dat verdween toen ze sloten. En toen kwamen de cd’s en dvd´s.
Inhoud Des Pardes Weekly 6
6
Ingevuld door hoofdredacteur de heer Virk
82
Hoe is de verdeling van onderwerpen per nummer (gemiddeld, of het laatste nummer)?
Onderwerp
Meer
2510Minder
dan 50% 50%
25%
dan 10%
Politiek
x
Economie
x
Religie
x
Cultuur
x
Infotainment/entertainment/showbizznieuws
Sport
x
Human interest
Sociaal-maatschappelijk (bv.
hoofddoekjesverbod)
Onderwijs
x
Kansen voor minderheden
x
Overig (gezin, milieu, gezondheid etc.)
83
Interview 9: Eastern Eye
Naam: Sailesh Ram
Naam krant: Eastern Eye
Datum interview: 10 juni 2011
Plaats: Londen, Engeland
Verdieping/belang van etnische media
• Etnische printmedia leveren in mijn land een belangrijke bijdrage aan de beeldvorming
over buitenlanders/migranten
Antwoord: Mee eens. Uitleg: We brengen nieuws op een andere manier. Onze focus en
nieuwsagenda zijn anders dan van de mainstream media. Dus we brengen zeker een
andere kijk op migranten.
•
Etnische media bereiken in mijn land een groep mensen, die door andere media niet
wordt bereikt
Antwoord: Niet mee eens. Uitleg: Sailesh zou heel erg verbaasd zijn, als hun lezers ook
niet in contact zouden komen met een krant of nieuws uit de mainstream media. De
lezers van de Eastern Eye zullen niet alleen deze krant lezen, maar ook andere kranten.
•
Etnische media vormen in mijn land een tegenwicht voor de berichtgeving van officiële
media
Antwoord: Mee eens. Uitleg: Er zijn tijden geweest, dat de sfeer in Het Verenigd
Koninkrijk erg anti-immigratie was. Dat is nu veel beter geworden. Alleen is het nu
omgeslagen van anti-immigranten naar anti-moslims. De mainstream media, zoals de
Sunday, publiceren zulke verhalen. De Eastern Eye doet dit niet. Sailesh gaat geen groep
in negatief daglicht brengen. Hij probeert nieuws op een positieve wijze te belichten.
Sailesh Ram is hoofdredacteur van de Eastern Eye. De Eastern Eye wordt gepubliceerd door
de uitgeverij AMG/Garavi Gujarat House. In hetzelfde gebouw worden ook de Asian Trader
(business-to-business-magazine), Garavi Gujarat (tijdschrift voor de Gujarati gemeenschap),
Pharmacy Business en Asian Hospitality gemaakt. De Eastern Eye verscheen eerst onder een
andere uitgever, maar is twee jaar geleden door AMG opgekocht, omdat de toenmalige
uitgever failliet ging. De reden was dat de (merk)naam van de krant een heel erg bekende
naam was onder de doelgroep. Eerst werd alleen de Garavi Gujarat uitgegeven voor de
Gujrati gemeenschap door de uitgever, maar ze hebben waarschijnlijk uit winstoogmerk de
Eastern Eye opgekocht.
De Eastern Eye is opgericht in 1989. De Eastern Eye is een krant voor de “South Asian”
gemeenschap. Onder ‘South Asian’ worden de mensen bedoeld, die afkomstig zijn uit India,
Pakistan, Bangladesh en (een deel van) Sri Lanka. In Sri Lanka heb je twee grote groepen,
namelijk Tamil en Singalezen en ze schrijven niet echt voor de Tamil gemeenschap. Die
hebben toch weer hun eigen kranten. De Eastern Eye is een wekelijkse krant en verschijnt in
het Engels. Er zijn meer etnische media, die in het Engels verschijnen, zoals Asian Express,
Asian Voice et cetera en die zijn vaak ook gratis. De Eastern Eye kost 50 pence (= € 0,57).
Dat betekent dus grote concurrentie voor de Eastern Eye, maar de Eastern Eye is één van de
weinigen, die in heel het Verenigd Koninkrijk verschijnt. Het wordt via een professionele
84
distributeur over het Verenigd Koninkrijk verspreid.
De ondertitel van de krant is ‘the voice of British Asians’.
De krant is in eerste instantie gestart om de Brits-Indiase
gemeenschap een “stem” te geven. De Eastern Eye is verder een
echte familiekrant, voor jong en oud. De jongeren zullen zich
meer aangetrokken voelen tot het Bollywoodnieuws en sport en
de ouderen tot het andere nieuws, maar het is een familiekrant.
Bij de Eastern Eye werken ongeveer 12 mensen. Bij de hele
uitgeverij (AMG) ongeveer 50. De krant wordt ‘in house’ geprint
(de drukpersen staan in de kelder). Er wordt op uitzonderlijke
basis met vrijwilligers gewerkt.
De oplage van krant is ongeveer 23.000 – 25.000 per week en per week worden er ongeveer
22.000 verkocht. Het bereik van de krant ligt ongeveer op 80.000 (dus ongeveer 4 mensen
komen in contact per krant), maar het laatste onderzoek stamt wel uit 2003. De inkomsten
komen ongeveer 60% uit advertenties, gedeeltelijk uit de verkoop en ook nog wat uit
abonnementen. Sailesh geeft aan, dat het tegenwoordig wel wat moeilijker is om een
etnische krant of magazine draaiende te houden dan tien tot vijftien jaar geleden. Vroeger
waren ze ook gegarandeerd van advertentie-inkomsten via de overheid. Vanwege de
“Equality legislation = wet op gelijkheid” was de overheid verplicht in zoveel mogelijk media
en dus ook etnische media hun informatie plaatsen. Zeker als het een bepaalde vacature
betrof, dan moesten ze zo breed mogelijk adverteren, om diversiteit op bepaalde functies te
bevorderen. Tegenwoordig plaatsen ze de vacature gewoon op hun eigen website. Dus het is
nu moeilijker geworden om uit de kosten te komen, want het printen van een magazine is
duur. Voor de kranten, die in hun eigen taal publiceren, zoals Janomat Bengali Newsweekly
en Des Pardes weekly (Punjabi krant), zal het nog niet gelden, want hun doelgroep leest wel
graag de “etnische” krant, omdat ze vaak slecht Engels kunnen lezen of schrijven. Maar voor
de rest van de markt van etnische magazines is het toch moeilijker geworden. De Eastern
Eye moet toch concurreren met de mainstream media en dat maakt het wat lastiger.
Andere adverteerders zijn telefoonbedrijven, zoals O2 en Vodafone, maar ze hebben ook
kleinere adverteerders uit de Indiase gemeenschap. De Eastern Eye heeft een marketing &
sales afdeling, die adverteerders vinden, maar soms komen bedrijven ook naar hen toe.
Sailesh vindt de Eastern Eye succesvol. Hij merkt dat, omdat ze vaak opgebeld worden, door
mensen die hun verhaal graag in deze krant zien verschijnen. Als ze een verhaal hebben voor
de Indiase gemeenschap, denken ze toch als eerste aan Eastern Eye. Daaraan is wel duidelijk
te merken hoe sterk het merk is. En hij ziet de krant ook echt als ‘een stem’ van de Indiase
gemeenschap. Hij merkt dus, dat de mensen die hen opbellen met hun verhalen, dat ook zo
zien. Op mijn vraag wat verbeterd kan worden, antwoordt Sailesh, dat de krant onlangs een
revisie heeft ondergaan en daaruit is gekomen, dat ze minder Bollywood nieuws en meer
zakelijk nieuws zullen plaatsen.
85
Sailesh vindt dat deze krant zeker een rol speelt in het creëren van nieuwe invalshoeken op
bepaalde nieuwsberichten. Ze kijken natuurlijk anders naar immigratie-issues dan
bijvoorbeeld de ‘Sunday’, dat een nogal rechtse krant is. Ze proberen zulk nieuws dan op een
positieve manier te belichten.
Sailesh ziet het formaat van de krant in de toekomst wel veranderen. Hij wil daar nu niets
over zeggen omdat het bedrijfsgevoelige informatie betreft, maar het formaat ziet hij in de
toekomst zeker veranderen (het is nu A3-formaat). En er wordt ook gekeken naar digitale
mogelijkheden. Hij ziet het papieren formaat in de toekomst niet verdwijnen, want uitgevers
zijn erg traditioneel en houden van papier, maar hij denkt toch dat het in de toekomst
ergens gaat veranderen, omdat de wereld ook verandert. Je hebt tegenwoordig IPad en
smartphones en gratis kranten zoals bv. Metro en mensen vergaren op een andere manier
hun nieuws. Hij vindt het laatste persoonlijk niet een hele fijne ontwikkeling, want in zijn tijd
had iedereen bijvoorbeeld een abonnement en werd de krant thuis bezorgd, maar probeer
maar nu een jongere van 25 een krant te laten kopen. Je houdt deze ontwikkeling niet tegen
en je moet er toch iets op verzinnen, maar die beslissing ligt bij de uitgevers.
Op mijn vraag, wat hij van de term ‘etnische media’ vindt, zegt Sailesh, dat het goed is dat
deze media bestaat, omdat het een deel is en uiting is van culturele identiteit en de
gemeenschap een ‘stem’ krijgt, als ze niet gehoord of gezien worden in de mainstream
media. Hij heeft geen probleem met de term, want het wordt al jaren zo gebruikt. Het
probleem van de laatste jaren is echter, dat de markt van etnische media tegenwoordig zeer
versnipperd raakt door de islamdiscussie van de laatste tijd. Je hebt verschillende
gemeenschappen in Het Verenigd Koninkrijk, die vroeger onder de term ‘Asian’ vielen, zoals
de Pakistaanse, Bengaalse of Sri Lankaanse gemeenschap. De redactie heeft bij de lezers
altijd een beroep gedaan, op iets wat ze gemeen hadden, namelijk hun ‘British-Asian’ roots.
Maar tegenwoordig speelt identiteit een grotere rol en voelen mensen zich meer ‘een
Pakistaan’ of ‘een Britse moslim’ of ‘een christen’. Dus soms trek je juist mensen, omdat ze
zich wel onder de grote gemene deler van het woord ‘Asian’ kunnen vinden en soms verlies
je soms mensen, omdat ze zich ‘British Asian’, maar ‘British muslim’ voelen. Je moet als
journalist/redactie toch meer rekening houden met deze gevoeligheden en dat is soms
lastig. Sailesh vindt dat je meer naar de overeenkomsten moet kijken, dan juist te focussen
waar je van elkaar verschilt, omdat je als “British-Asian community” een groot stuk
geschiedenis met elkaar deelt.
Zijn advies voor de Nederlandse markt m.b.t etnische printmedia is: op zo´n markt als in
Nederland, is internet waarschijnlijk de beste plek om te verschijnen (als webmagazine
bijvoorbeeld). En met adverteerders als mobiele telefoonproviders, kan je toch winst maken
en overleven. In het Verenigd Koninkrijk en vooral Londen is een hele gemengde
gemeenschap. Voor adverteerders in het Verenigd Koninkrijk is het slim om breed mogelijk
te adverteren en ‘nieuwe markten’ aan te spreken. Voor hen is het dus lucratief om in
etnische media te adverteren. In Nederland is dat misschien anders en is internet gewoon
een goede optie. Je hebt ook niet een team journalisten nodig om nieuws te vergaren voor
het internet. Hoe bekender je wordt en als je alsmaar groeit als webmagazine, kan je
misschien overwegen om als gedrukte media uit te komen. Het is tegenwoordig echt
moeilijk om met niets een printmedium te beginnen, want drukken/printen en distributie is
duur.
86
Dus als je geen grote adverteerders of goede losse verkoop hebt, zal je het niet langer dan
twee of drie jaar uithouden. Dus begin als webmagazine. En zorg er ook voor dat je één
persoon hebt, die verstand heeft van schrijven en één persoon hebt, die verstand heeft van
marketing. Als je één van de twee disciplines niet beheerst, ben je al gedoemd om te
mislukken.
Inhoud Eastern Eye 7
Hoe is de verdeling van soorten content per nummer (gemiddeld, of het laatste nummer)
Soort nieuws
Nieuws
Achtergronden
Commentaar
Columns
Meer dan
50%
x
25-50%
10-25%
x
Minder dan
10%
x
x
Hoe is de verdeling van onderwerpen per nummer (gemiddeld, of het laatste nummer)
Onderwerp
Politiek
Economie
Religie
Cultuur
Infotainment/entertainment/showbizznieuws
Sport
Human interest
Sociaal-maatschappelijk (bv.
hoofddoekjesverbod)
Onderwijs
Kansen voor minderheden
Overig (gezin, milieu, gezondheid etc.)
7
Ingevuld door hoofdredacteur Sailesh Ram
87
Meer
dan 50%
2550%
x
x
x
x
x
x
x
x
x
1025%
x
Minder
dan 10%
Interview 10: Felsi Media/RETE MIER
Naam: Ilaria Avoni en Faustin Akafack
Naam organisatie: Felsi Media/RETE MIER
Datum: 1 juli 2011
Plaats: Bologna, Italië
Ilaria Avoni werkt als project-assistant bij Felsi Media, een non-profit organisatie. Deze
organisatie is begonnen met een groep vrienden, die allemaal een etnische minderheid
waren in Italië. Het kantoorgebouw van Felsi Media fungeert ook als kantoor van Rete Mier.
Faustin Akafack is oprichter van Il Tamburo, Felsi Media en RETE MIER. Faustin is tien jaar
geleden naar Italië gekomen vanuit Kameroen. Felsi Media is begonnen met twee
etnische/interculturele media, namelijk een etnisch magazine, genaamd il Tamburo
(betekent: de drum), en een etnisch webradio-programma, genaamd radio Asterisco. Beiden
zijn nog wel actief, maar niet zo actief als in het begin, vanwege gebrek aan geld. Een gevolg
is dat ze journalisten niet meer kunnen betalen. Het geld kwam van adverteerders. Radio
Asterisco had veel programma´s, maar omdat ze de journalisten niet meer kunnen betalen,
wordt er nu meer muziek gedraaid. Er zijn wel plannen om radio Asterisco weer nieuw(er)
leven in te blazen.
Felsimedia werkt verder op intercultureel gebied. Aan de ene kant op het gebied van
communicatie, zoals het creëren van websites, etnische magazines, etnische radioprogramma´s, congressen en evenementen. En aan de andere kant werken ze aan educatie
en mediation. Er is een centrum voor migranten, net iets buiten Bologna, waar Felsimedia
workshops en cursussen geeft op bijvoorbeeld het gebied van ICT. En Felsimedia werkt
samen met een aantal scholen, om als mediator te fungeren als er problemen zijn met
kinderen van migranten en leraren. In Bologna zijn op dit moment de grootste etnische
groepen, mensen uit Marokko, Roemenen en
Chinezen. En zijn ook veel Albanese studenten in
Bologna (Bologna is echt een studentenstad), als
ook veel studenten uit Afrika. Dat laatste komt,
omdat er verdragen zijn gesloten met Afrikaanse
landen.
RETE MIER is een samenwerkingsverband met
een aantal etnische media uit de regio Emilia
Romagna (zie afbeelding hiernaast, bron:
http://www.aawijn.nl/italie). De regio Emilia
Romagna bestaat weer uit 7 provinciën, nl.
Piacenza, Parma, Reggio Emilia, Modena,
Bologna, Ferrara, Ravenna, Forli-Cesena en
Rimini. RETE betekent netwerk, MIER is een
afkorting van Media Interculturali Emilia
Romagna. Rete Mier bevat o.a. Segni e Sogni
(multicultureel magazine voor migranten),
CittàMetticcia (de krant voor immigranten in
Ravenna), il Tamburo (multiculturele online
88
magazine uit Bologna in het Italiaans), Associna (website voor tweede generatie Chinese
jongeren in Bologna) en een Albanese website (Albania News). Albania News is vrij moderne
website. Ze schrijven veel over wat er in Italië gebeurt en ook een beetje over Albanië. Ze
zijn erg marketing georiënteerd en houden goed bij, hoeveel bezoekersaantallen ze hebben
per dag. FelsiMedia probeert voor alle aangesloten media te bewerkstelligen, dat ze op
dezelfde professionele manier kunnen werken.
Er zijn veel etnische printmedia in Italië. Maar ze gaan net zo snel ten onder als ze opkomen.
Het is ook niet goedkoop om iets te printen of te drukken. Maar elk soort (nieuwe) media in
Italië krijgt een subsidie. Ze leven alleen dag bij dag. Als het geld op is, verdwijnt ook meestal
alles dat men heeft opgebouwd.
Bijna alle etnische printmedia, die in Italië verschijnen, zijn gratis. Men heeft geprobeerd in
het begin om etnische printmedia te verkopen, maar niemand wilde er voor betalen. Het
maken van etnische media is ongeveer 10 jaar geleden begonnen door onderstaande
organisaties. Op dit moment zijn het ook deze drie organisaties, die de markt van etnische
printmedia in Italië monopoliseren. De kleine organisaties, die etnische (print)media willen
maken, kunnen niet concurreren met deze organisaties, want onderstaande organisaties,
zijn ook degene die de grote adverteerders vinden. In die tien jaar hebben zij zich ontwikkeld
tot stabiele organisaties. Dat zijn o.a.:
StranieriinItalia. Dit is een uitgeverij, die ongeveer 14 verschillende etnische kranten
uitgeeft in eigen taal van de migranten, dus niet in het Italiaans. Deze kranten zijn
momenteel populair.
L’Espresso group: Zij publiceren La Repubblica, de belangrijkste mainstream
krant in Italië. Ze hebben ook marktonderzoek gedaan naar de migranten als publiek
en hebben een aantal jaar geleden het etnisch magazine ‘Metropolis’ gestart. Het
tijdschrift behandelde problemen van migranten. Vroeger was het een wekelijkse
bijlage op zondag bij de krant, maar nu is het gereduceerd naar één pagina in La
Repubblica en bevat dan lokaal nieuws over migranten in bijvoorbeeld Verona, Bologna
en Rome. In Rome wordt de pagina over Rome toegevoegd, in Bologna de pagina over
Bologna.
En de derde groep zijn een paar individuele organisaties, die etnische media maken,
zoals ImmigrazioneOggi en Mixa. Deze organisaties hebben goede banden met de
overheid. Als er subsidies verstrekt worden op het gebied van etnische media of
diversiteit, zijn zij ook meestal degene die dit geld krijgen.
Ze blijven ook sterk, omdat het aantal migranten in Italië blijft stijgen. De migratie naar Italië
is later begonnen dan andere landen in Europa. Het is pas de laatste tien jaar gegroeid. Er is
veel immigratie uit Noord-Afrika, Roemenië en Albanië. Dit zijn ook de belangrijkste groepen
voor de adverteerders. Je wilt deze groepen bereiken als uitgever, maar ook als
adverteerder, daarom blijft etnische printmedia wel bestaan. De taal in de etnische media is
meestal Italiaans, maar de advertenties worden wel vaak gemaakt in de talen van de
migranten, zoals in het Roemeens of Albanees. Er zijn grote adverteerders, die adverteren,
zoals oliemaatschappijen en mobiele telefoonproviders, zoals Vodafone et cetera, maar ook
etnisch georiënteerde bedrijven als Western Union, Moneygram en Ortel.
89
Etnische (print)media spelen geen rol in het bijdragen van andere invalshoeken op het
nieuws over migranten. Daarvoor zijn ze te klein. Willen ze net zo groot worden als
mainstream media, is dat meestal vanwege economische redenen en niet vanwege
idealistische redenen. Met economische redenen wordt bedoeld, dat ze winst willen maken
om te overleven.
De trend van nu is dat bestaande kranten digitaal verschijnen. Faustin ziet dat niet snel in
Italië gebeuren. Daar zijn een aantal redenen voor.
De kleine bedrijven, die etnische printmedia maken, draaien vaak op vrijwilligers. Ze hebben
vaak niet de professionele kwaliteiten om online te verschijnen.
De grotere etnische printmedia, die wel journalisten in dienst hebben, willen graag met hun
vak bezig zijn, namelijk journalistiek. Maar ze hebben niet de behoefte of de tijd om met hun
publiek via internet in dialoog te gaan.
Elke etnische groep presenteert zichzelf en fungeert niet als “de stem” voor hun
gemeenschap. Omdat ik deze uitspraak niet begrijp, legt Faustin uit, dat hij de magazine Il
Tamburo maakt als objectieve journalist. Het is vóór de Afrikaanse gemeenschap, maar niet
ván de gemeenschap. Als hij echt als ‘stem’ zou fungeren, zou het publiek meer betrokken
moeten zijn, zodat hij kan groeien en als ‘stem’ voor de gemeenschap kan fungeren. De
betrokkenheid van het publiek is wat dat betreft nu nog niet groot.
En de etnische media die wel in online versie verschijnen, zijn nog in de experimentele fase.
De bezoekersaantallen zijn nog niet hoog, want het gaat meestal om gemeenschapsnieuws
en het is niet van hoog journalistiek niveau. Mensen gaan niet surfen om dit nieuws te lezen.
Ze zijn niet van hoog journalistiek niveau, omdat de invloed van de uitgever of organisatie of
overheid te groot is. De meeste kleine etnische printmedia hebben de lokale overheid
(gemeente) als uitgever en zijn ze niet helemaal vrij in wat ze schrijven. Het journalistieke
niveau zou misschien stijgen, als er echt concurrentie zou zijn onder etnische printmedia
onderling. Faustin denkt ook, dat mensen wel voor etnische printmedia zouden willen
betalen als de journalistieke kwaliteit hoger zou worden. Wanneer ze verkocht zouden
worden en met elkaar zouden concurreren, zouden alleen de beste kranten overleven. Maar
daarvoor zou de uitgever de salarissen van de journalisten moeten verhogen en hij zou
moeten investeren in zijn journalisten. Dat is natuurlijk ook een economische afweging.
De inhoud van de etnische printmedia is nieuws uit Italië, niet uit het geboorteland, want de
etnische printmedia kunnen niet concurreren met het internet. Als men iets wil weten over
wat er in het geboorteland gebeurt, kan men dat opzoeken via het internet. De doelgroep
wordt ook steeds meer de jongeren, die kinderen zijn van migranten. Ze zijn opgegroeid in
Italië en zijn niet zo geïnteresseerd in nieuws uit het geboorteland.
Op mijn vraag, wat ze van de term etnische media vinden, geeft Ilaria aan, dat zij meestal het
woordje “intercultureel” gebruiken en niet etnisch. Etnisch vinden ze niet fijn klinken.
90
Interview 11: StranieriinItalia
Naam: Gianluca Luciano
Naam organisatie: StranieriinItalia
Datum: 4 juli 2011
Plaats: Rome, Italië
Gianluca Luciano is oprichter en eigenaar van uitgeverij StranieriinItalia. Voordat hij met
StranieriinItalia is begonnen, was hij een advocaat bij een NGO (non-governemental
organisation). Hij is in 2000 met de uitgeverij begonnen met zijn eigen spaargeld en heeft
nooit subsidie van de overheid ontvangen. Hij kwam op het idee, toen hij een gids voor
nieuwkomers aan het maken was en hij er achter kwam, dat er geen media was voor
nieuwkomers in Italië. Onder nieuwkomers, verstaat Gianluca, de migranten, die niet langer
dan tien jaar in Italië zijn. Hij is eerst begonnen met een website, genaamd StranieriinItalia,
om nieuwkomers te informeren, maar is daarna overgestapt naar printmedia. De naam
StranieriinItalia betekent “vreemdelingen in Italië”.
Hij geeft 14 gratis etnische kranten uit in hun eigen taal. 10 maandelijkse kranten, twee
tweewekelijkse kranten en twee wekelijkse kranten:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
Naam krant
Shodes Bidesh
Punjab Express
Azad
Ako ay Pilipino
Agora Noticias
Gazeta
Ukrainska
Al Maghrebiya
Expreso Latino
Africa News
Africa Nouvelles
Nasz świat
Bota Shqiptare
Ziarul Românesc
Gazeta
Românească
Etnische groep
Bengalezen
Punjabi´s
Pakistanen
Filippijnen
Brazilianen
Oekraïners
Taal
Bengaals
Punjabi
Urdu
Filippijns
Braziliaans
Oekraïens
Verschijning
maandelijks
maandelijks
maandelijks
maandelijks
maandelijks
maandelijks
Oplage
7.000
13.000
7.000
15.000
13.000
21.000
Prijs
gratis
gratis
gratis
gratis
gratis
gratis
Marokkanen/Tunesiërs
Latijns-Amerikanen
Afrikanen
Afrikanen
Polen
Albanezen
Roemenen
Roemenen
Arabisch
Spaans
Engels
Frans
Pools
Albanees
Roemeens
Roemeens
maandelijks
maandelijks
maandelijks
maandelijks
tweewekelijks
tweewekelijks
wekelijks
wekelijks
28.000
27.000
18.000
27.000
16.000
20.000
15.000
10.000
gratis
gratis
gratis
gratis
gratis
€ 1,50
gratis
€ 1,20
Al Maghrebiya is een krant voor de Marokkaanse én Tunesische gemeenschap. Expreso
Latino is voor de Latijns-Amerikaanse gemeenschap, maar deze krant is vooral gericht op de
migranten uit Peru en Ecuador (deze groepen zijn de grootste Latijns-Amerikaanse groepen
in Italië). Hij geeft verder twee maandelijkse Afrikaanse kranten uit, namelijk Africa News en
Africa Nouvelles. Africa News verschijnt in het Engels en richt zich op de Engelssprekende
migranten uit Afrika, zoals Nigeria en Ghana. Africa Nouvelles verschijnt in het Frans en richt
zich op Franssprekende migranten uit bijvoorbeeld de Ivoorkust en Senegal.
De meeste kranten zijn gratis, behalve twee kranten. De Gazeta Românească is de enige die
bij nieuwsstands over heel Italië wordt verkocht. De krant is gericht op de Roemeense
91
gemeenschap en kost € 1,20 per exemplaar. Bota Sqiptare, de krant voor de Albanese
doelgroep wordt voor 90% gratis verspreid and voor 10% verkocht via nieuwsstands. Het
wordt verkocht bij kiosken op treinstations en metrostations in de grote steden van Italië
voor € 1,50 per exemplaar. De reden, dat je de Gazeta Românească verkocht wordt, is
omdat de Roemeense de grootste gemeenschap is in Italië en zij wel betalen wel voor
nieuws uit hun land. Gianluca geeft ook een gratis Roemeense krant uit, maar hij is ook
verzekerd van de omzet van de Roemeense krant.
Verder geeft hij nog drie etnische printmedia uit in het Verenigd Koninkrijk, namelijk The
Afro News weekly (voor de Engelssprekende Afrikaanse gemeenschap, oplage 20.000), The
Polish Observer (Pools, 25.000) en Ziarul Românesc weekly (Roemeens, 12.000). Het heeft
hem drie of vier jaren gekost om al deze verschillende kranten op te zetten. Soms heeft hij
een bestaande krant opgekocht. Hij is trots op het feit, dat Stranieriinitalia een professionele
uitgever is, met een omzet van 3 miljoen dollar per jaar in Italië en 0,5 miljoen in het
Verenigd Koninkrijk.
De 14 kranten hebben in Italië een gezamenlijke oplage van 350.000 lezers per maand. Met
de lezers van de website erbij, komt hij op ongeveer 800.000 tot 1 miljoen lezers per maand.
Elk jaar maakt de Italiaanse overheid rond een bepaalde tijd bekend hoeveel migranten een
werk- en verblijfsvergunning kunnen krijgen. Rond deze tijd trekt de website heel veel lezers,
want mensen zoeken hier informatie over en zij willen weten hoe zij de vergunningen
kunnen aanvragen. Het gemiddeld bereik is twee personen per krant en het totaalbereik 1,6
% per exemplaar.
De kranten zijn dus gericht op nieuwkomers in Italië en daarom wordt het gedrukt in hun
eigen “etnische” taal. Er zijn momenteel 5 miljoen nieuwkomers in Italië en dat is ongeveer
10% van de totale Italiaanse bevolking. De inhoud van de etnische printmedia is vooral
juridisch nieuws en nieuws over de gemeenschap. Als de nieuwkomers hier langer dan tien
jaar zijn, zijn ze niet meer zo geïnteresseerd naar nieuws uit de gemeenschap en worden hun
behoeften voldaan aan nieuws uit de mainstream media.
De reden, dat Gianluca kiest om de kranten in de etnische taal van de nieuwkomers te
schrijven, is om de lezers zich thuis te laten voelen. Gianluca: “Je kunt iemand geen beter
gevoel van “thuis zijn” geven, dan diegene een krant met informatie over zijn of haar
(etnische) gemeenschap te laten lezen in zijn of haar eigen taal, terwijl diegene in een ander
land woont”. Als je als migrant gaat werken in een ander land, spreekt hij een andere taal
op zijn werk en bij andere dagelijkse werkzaamheden. In zijn vrije tijd wilt hij uiteraard weer
in zijn eigen taal communiceren. Als wijze van experiment had de burgemeester van Rome
omroepberichten in de metro in een paar talen laten omroepen. Daarna had men een
onderzoek gedaan onder de reizigers, wat ze daar van vonden. De nieuwkomers vertelden,
dat ze zich daardoor thuis voelde. Volgens Gianluca hebben de Italianen niet zoveel
problemen met de migranten en hij denkt dat het komt door de katholieke achtergrond en
christelijke inslag van de Italianen.
Alle kranten hebben 24 tot 28 pagina´s en alle kranten van StranieriinItalia hebben vijf
pagina´s per krant hetzelfde nieuws. Het gaat voornamelijk over juridisch of politiek nieuws
met betrekking tot migranten. De andere negentien pagina´s worden opgevuld met nieuws
92
uit de gemeenschap door de hoofdredacteur/journalist van die krant. Per krant heeft
Gianluca één of twee personen in dienst. Deze journalisten hebben (vrijwillige) medewerkers
in het hele land zitten, die ook nieuws verzamelen en/of schrijven voor de krant.
Gianluca zegt verder: “Het bereiken van je doelgroep heeft in de eerste plaats te maken met
welke soort media je kiest (radio, televisie of printmedia) en op de tweede plaats is het
afhankelijk uit welk land de migrant/etnische minderheid komt. Als voorbeeld geeft Gianluca
aan, dat als je de Surinaamse gemeenschap in Nederland wil bereiken, je dat niet zult
bereiken via een etnisch printmedium, omdat Surinamers redelijk geïntegreerd zijn in de
Nederlandse samenleving. De problemen, de onderwerpen en de issues, die binnen deze
Surinaamse gemeenschap spelen, zijn terug te vinden in de mainstream media, want ze
zullen dezelfde problemen als de autochtonen in de Nederlandse maatschappij, bijvoorbeeld
dat ze vanwege de economische crisis moeilijk hun huis kunnen verkopen en dat er veel
banen verdwijnen”.
Gianluca zegt, dat in elk land het moeilijk is om adverteerders te vinden voor etnische
media. Het is te kostbaar voor een adverteerder, zoals L’Oréal om differentiatie (= elk
marktsegment (=doelgroep) wordt benaderd met een andere marketingmix om zoveel
mogelijk van het product te kunnen verkopen, Floor, J. & Raaij, W. van, 2006, blz. 284) toe te
passen en te adverteren in etnische media, omdat de oplages van etnische printmedia vaak
te klein zijn en de winst op een product dus minimaal is. De adverteerders, die wel altijd
willen adverteren in etnische printmedia, zijn meestal geldtransferbedrijven, zoals Western
Union en Moneygram en telefoonmaatschappijen, zoals Vodafone, O2, Lyca Mobile en
vliegmaatschappijen. Gianluca concentreert zich om grote bedrijven als adverteerder te
trekken, zoals Eni (= te vergelijken met de Nederlandse Shell).
Gianluca heeft alleen grote commerciële adverteerders.
Hij is van mening, dat je contracten met de grote bedrijven
moet hebben om een uitgeverij van etnische kranten
draaiende te houden. Hij vindt deze adverteerders wel,
omdat de nieuwkomers (migranten) een potentiële
nieuwe afzetmarkt opleveren. Ze zijn ook tevreden, want
Western Union is bijvoorbeeld vanaf het begin
adverteerder en elke keer wordt het contract verlengd.
StranieriinItalia publiceert 14 etnische kranten in de taal
van het herkomstland van de migrant. Het contract met
Western Union is dat een advertentie van Western Union
in alle 14 kranten komt te staan. Soms is het met dezelfde
advertentie, soms wordt de taal per krant aangepast. Maar
de adverteerders kunnen ook beslissen om bijvoorbeeld
alléén in vijf kranten te verschijnen en hun boodschap
alléén op die gemeenschappen te richten. Waar Gianluca
heel trots op is, dat het bedrijf Eni (= te vergelijken met de
Nederlandse Shell), onlangs met een advertentie in het
Urdu in de Pakistaanse krant is verschenen. Dat is wel een
unicum. De gedachte hierachter is, zegt Gianluca, dat je reclameboodschap/ advertentie
meer effect heeft, als je lezer aanspreekt in zijn taal van land van herkomst. En het doel is
93
natuurlijk wel commercieel, namelijk dat er meer verkocht wordt (in dit geval meer gas of
benzine). In het begin was het moeilijk om adverteerders te vinden, maar nu vinden ze wel
adverteerders en mensen komen ook naar hen toe. Ze hebben een bedrijf, dat de
adverteerders zoekt en contracten afsluit. Het bedrijf was ook opgericht door Gianluca, maar
de wet heeft er voor gezorgd, dat het bedrijf afgestoten moest worden.
De grootste concurrentie voelt Gianluca uit de Chinese gemeenschap. Ze maken één of twee
Chinese kranten in Italië voor de Chinese gemeenschap. Ze printen en distribueren in heel
Italië en ze zijn een grote speler op de markt. Hij had ook eerst een Chinese krant, maar is
gestopt met het uitgeven van deze krant.
De kranten zullen in de toekomst ook gratis blijven. Gianluca distribueert over heel Italië. Hij
heeft 1400 verkooppunten verspreid over heel Italië. Hij vertelt verder, dat het voor de
adverteerders heel belangrijk is om te weten, waar en op welke adressen de kranten
verspreid worden. Als adverteerder wil men weten, waar lezers in contact zullen komen met
hun advertentie.
Gianluca hoopt dat zijn kranten over vijf jaar deel uit zullen maken van de mainstream
media. Hij zoekt partnerschap met een andere uitgever en zijn doel is om in heel Europa een
soort kruisbestuiving te hebben, zodat bijvoorbeeld Italianen, maar ook Nederlanders en
Engelsen in contact komen met nieuws uit etnische gemeenschappen. Digitalisatie is de
toekomst. De website en het Facebookaccount van Stranieriinitalia doen het goed op het
internet. Gianluca denkt dat de papieren kranten niet zullen verdwijnen op korte termijn,
maar dat er een mix zal zijn van mensen, die graag van papier lezen en mensen die nieuws
digitaal lezen. Het zal geleidelijk waarschijnlijk wel veranderen.
Zijn advies voor de Nederlandse markt is om verschillende etnische bladen onder de paraplu
van één uitgever te stoppen, zodat men verschillende doelgroepen kan bereiken, anders kan
je niet overleven als uitgever. Zorg dat de uitgever de baas is, zodat er ten minste één
iemand aan het roer is, die het gemeenschappelijke doel, namelijk winst maken of
informatie geven, voor ogen houdt.
Verdieping/belang van etnische media
• Etnische printmedia leveren in Italië een belangrijke bijdrage aan de beeldvorming over
buitenlanders/migranten
Antwoord: Niet mee eens. Uitleg: De meeste Italianen krijgen de etnische kranten niet
onder ogen en weten niet eens dat deze kranten bestaan.
94
Interview 12: Azad
Naam: Ejaz Ahmad
Naam krant: Azad
Datum interview: 5 juli 2011
Plaats: Rome, Italië
Verdieping/belang van etnische media
• Etnische printmedia leveren in Italië een belangrijke bijdrage aan de beeldvorming over
buitenlanders/migranten
Antwoord: Niet mee eens. Uitleg: De etnische media in Italië hebben bijvoorbeeld niet
dezelfde waarde als de etnische media in Amerika. Obama is bijvoorbeeld op de cover
van de Ebony (= Amerikaans tijdschrift voor Afro-Amerikanen) verschenen. Het tijdschrift
Ebony is in Amerika echt een begrip. De kranten hier worden gemaakt uit winstoogmerk
en niet om een belangrijke bijdrage te leveren aan de beeldvorming van migranten. Ejaz
vindt, dat dat wel het doel zou moeten zijn. De Italianen komen ook niet echt in
aanraking met de etnische media, alleen de gemeenschap waarvoor het is bedoeld komt
in aanraking met de etnische media. Het nieuws zal de Italianen niet bereiken en heeft
dus ook weinig invloed op de beeldvorming.
•
Etnische media bereiken in Italië een groep mensen, die door andere media niet wordt
bereikt
Antwoord: mee eens. Uitleg: Er is lange tijd maar één cultuur in Italië geweest. Pas de
laatste twintig jaar, na de val van de Berlijnse muur komen er mensen uit andere landen
en culturen naar Italië. In 1990 waren er 100.000 immigranten in Italië. In 2011 is dat
opgelopen naar ongeveer 5 miljoen, waarvan 1 miljoen mensen hier gekomen zijn om te
studeren. De journalistiek in Italië is het niet gewend om over andere culturen te
schrijven. Ze hebben hun schrijfwijze nog niet aangepast aan de veranderde
samenleving. De gemeenschap wordt wel bereikt met Azad. Volgens Ejaz zijn de meeste
migranten, die naar Italië komen zeer geschoold en veel van hen zijn vrouw. Ze komen
hier vaak werken als schoonmaker of babysitter (laaggeschoold werk), maar ze komen
hier naar toe, omdat ze in Italië toch betere kansen hebben, dan in hun thuisland
(Dossierimmigrazione, 2011). De immigratie uit Europa is gestopt, omdat nu veel landen
bij de EU behoren en er dus vrij verkeer is van personen en men bijvoorbeeld ook naar
Londen kan migreren. De immigratie uit China is ook gestopt, maar de immigratie uit
Azië (bijvoorbeeld Afghanistan) is heel hoog.
•
Etnische media vormen in Italië een tegenwicht voor de berichtgeving van officiële
media
Antwoord: Het is moeilijk te vergelijken, want Azad is een maandelijkse krant en is dus
niet te vergelijken met dagelijkse kranten uit de mainstream media. De onderwerpen,
die in Azad worden belicht, zijn bijvoorbeeld integratie en misdaad/criminaliteit door
leden uit de gemeenschap (de Pakistaanse gemeenschap is een kleine gemeenschap en
als Ejaz hier over schrijft, en je naam in de krant genoemd wordt, is het meestal een
schande. Ejaz hoopt dat de criminaliteit door leden uit de Pakistaanse gemeenschap
hiermee afneemt). Als ook juridisch nieuws met betrekking tot immigratie en nieuws uit
Europa met betrekking tot de Islam. Toen bijvoorbeeld Aboutaleb burgemeester van
95
Rotterdam werd, heeft hij daar een artikel over geschreven. Het is positief nieuws voor
de gemeenschap en hij vindt het belangrijk om dat te melden. Italianen zijn vooral
gericht op Italië en niet op nieuws uit andere landen.
Ejaz Ahmad is hoofdredacteur van Azad, een gratis maandelijkse Pakistaanse krant, dat
wordt uitgegeven door uitgeverij StranieriinItalia. Ejaz is 21 jaar geleden naar Italië gekomen.
De krant heeft een oplage van 10.000 exemplaren. De krant wordt in het Urdu uitgegeven en
bestaat ongeveer 10 jaar. Ejaz is bij StranieriinItalia gekomen, toen men op zoek was naar
een Pakistaanse journalist. Daar heeft hij op gereageerd en toen is Azad geboren. Beiden
bereiken hiermee hun doel. Ejaz wil graag integratie van de Pakistaanse gemeenschap in
Italië bevorderen en StranieriinItalia wil graag nieuwe markten bereiken. Hij doet dit naast
zijn gewone werk, want hij geeft les in Urdu aan de universiteit van Rome, is verder een
schrijver en mediator. De Pakistaanse gemeenschap in Italië bestaat uit ongeveer 100.000
mensen, waarvan ongeveer 80.000 legaal en 20.000 illegaal. In Italië is het gemakkelijk om
illegaal te verblijven, omdat Italië niet zo georganiseerd is als Noord-Europa.
Het bereik van de krant is minimaal 20.000. Het getal zal hoger zijn, omdat de krant ook in
de moskee ligt, en daar wordt het zeker door 10 tot 20 mensen gelezen. De partner, van
degene die de krant meeneemt, leest ook de krant. De kinderen niet, want die kunnen
meestal geen Urdu lezen.
Ejaz is kritisch, objectief, maar ook liberaal en zo schrijft hij ook. Hij is vaak aangesproken
door leden uit de gemeenschap, omdat hij erg liberaal is en de meesten uit de gemeenschap
zijn dat niet. De letterlijke vertaling van Azad is liberaal. Ejaz heeft deze naam bedacht en
vindt het heel belangrijk om liberaal te zijn, vooral omdat hij dat in Pakistan niet kon zijn.
Daar had hij als journalist niet dezelfde vrijheid, die hij nu heeft. Ejaz vindt ook, dat Azad in
het Italiaans zou moeten verschijnen, omdat de gemeenschap nu permanent woont in Italië
en de kinderen, die hier geboren worden geen Urdu kunnen lezen.
Ejaz is de enige, die voor Azad werkt. Hij heeft nog een paar mensen in andere steden, zoals
Milaan, die soms op vrijwillige basis een artikel schrijven, maar ze zijn niet in loondienst van
StranieriinItalia en hij kan ze ook niet betalen. Ze schrijven voor de krant, want de artikelen
worden wel geplaatst met hun eigen naam erbij en dat is goede publiciteit.
De krant is gratis en wordt gefinancierd door advertenties. Adverteerders zijn afkomstig uit
de Pakistaanse gemeenschap, zoals reisbureaus en halal winkels, maar ze hebben ook grote
adverteerders, zoals Eni (Eni is een multinationaal bedrijf in gas en olie en vergelijkbaar met
Shell). Hij heeft een gering aantal abonnees, iets van 20 tot 30. Ejaz is geen voorstander van
abonnees, want de Italiaanse post werkt niet zo goed en soms komt de krant niet aan en dat
is geen goede publiciteit voor de krant.
Ejaz vindt Azad een succesvolle krant. Mensen wachten wanneer de krant uitkomt. De krant
is populair vanwege het juridische nieuws met betrekking tot immigratie, maar ook met
betrekking tot nieuws voor mensen, die in Italië willen studeren. En tevens vanwege nieuws
uit de gemeenschap, zoals huwelijksaankondigingen, ook van gemengde huwelijken. Ze zijn
ook blij met de krant, vanwege de informatie, die er in staat. In Pakistan is er veel censuur,
Azad heeft dat niet. Hij geeft verder ook aan, dat Azad zonder StranieriinItalia niet succesvol
zou zijn. StranieriinItalia zorgt voor de advertentieverkoop, distributie en publiciteit voor de
96
krant. Op de vraag wat verbeterd kan worden, zegt Ejaz, dat het goed zou zijn als werk voor
de krant zijn dagelijkse baan zou worden. Hij heeft sterke banden met de gemeenschap en
kan alert zijn op fundamentalisme. Hij ziet Azad echt als een hulpmiddel voor integratie van
Pakistanen in Italië.
Over vijf jaar ziet hij de krant niet zoveel veranderen. Het blijft in Urdu verschijnen, maar hij
denkt dat de oplage wel hoger zal worden, omdat de gemeenschap steeds groter wordt. Hij
ziet de krant misschien wel digitaal verschijnen in de toekomst, want dat is wel de toekomst.
De gemeenschap zit niet vaak op internet en houdt ervan om van papier te lezen, maar je
weet niet hoe het verandert in de toekomst.
Hij vindt de term etnische media niet storend. Hij is blij, dat er etnische media is. Zelf ziet hij
Azad niet als een etnische krant, maar als een Italiaanse krant gericht op de Pakistaanse
gemeenschap, die in Italië woont.
Inhoud Azad 8
Hoe is de verdeling van soorten content per nummer (gemiddeld, of het laatste nummer)
Soort nieuws
Nieuws
Achtergronden
Commentaar
Columns
Meer dan
50%
25-50%
10-25%
Minder dan
10%
x
x
x
x
Hoe is de verdeling van onderwerpen per nummer (gemiddeld, of het laatste nummer)
Onderwerp
Politiek
Economie
Religie
Cultuur
Infotainment/entertainment/showbizznieuws
Sport
Human interest
Sociaal-maatschappelijk (bv.
hoofddoekjesverbod)
Onderwijs
Kansen voor minderheden
Overig (gezin, milieu, gezondheid etc.)
8
Ingevuld door redacteur Ejaz Ahmad
97
Meer
dan 50%
x
2550%
1025%
x
x
x
x
Minder
dan 10%
x
x
x
x
X
x