Bundel van alle lespakketten - Huis van het Nederlands Stad

Transcription

Bundel van alle lespakketten - Huis van het Nederlands Stad
Lespakket - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 2
INHOUD
Woordje van het Huis van het Nederlands en het Red Star Line Museum
LESPAKKETTEN
ALFA …………………………………………………………………………………..P. 4
RG 1.2 ………………………………………………………………………………… P. 40
RG 2.1 EN 2.2 ……………………………………………………………………….. P. 82
RG 2.3 EN 2.4 ……………………………………………………………………….. P. 126
RG 3 EN 4 …………………………………………..………………………………..P. 153
EXTRA BEELDMATERIAAL
NUTTIGE LINKS
AANVRAAGFORMULIER TRANSIT VERHALENBUS
Lespakket - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 3
Beste docent
Het Huis van het Nederlands Antwerpen en het Red Star Line Museum stellen met gepaste
trots dit lespakket voor. De activiteiten uit dit pakket, bereiden jouw cursisten voor op een
bezoek aan de Transit Verhalenbus van het Museum.
In het toekomstige Red Star Line Museum ligt de focus op het historische verhaal van meer
dan 2 miljoen Europeanen die een eeuw geleden via Antwerpen naar Amerika vertrokken.
De geschiedenis van de Red Star Line en haar passagiers wordt verteld als illustratie van
een breder, tijdloos en universeel fenomeen: de groeiende menselijke mobiliteit en migratie.
Het is dan ook vanzelfsprekend dat er in de vaste opstelling ruimte zal zijn voor
hedendaagse migratieverhalen.
Sinds 18 december 2010 rijdt, in het kader van het NANE-traject, de Transit Verhalenbus
rond om verhalen te verzamelen. Deze verhalen bieden een boeiende inkijk in de gedachten
en emoties van een zeer diverse groep. De concrete omstandigheden verschillen van
persoon tot persoon maar de gevoelens van angst, verwachting en hoop zijn universeel.
Wij hopen dat dit lespakket je cursisten via verschillende luister-, spreek-, lees- en
schrijfactiviteiten warm maakt om hun migratieverhaal te vertellen en de Transit Verhalenbus
te bezoeken.
Tenslotte willen we de docenten NT2, die deze pakketten samenstelden, hartelijk bedanken
voor hun fantastisch werk.
Antwerpen, oktober 2011
Huis van het Nederlands Antwerpen – www.nt2antwerpen.be/verhalenbus
Red Star Line Museum - www.redstarline.be
Lespakket - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 4
LESPAKKET VOOR ALFA

DOOR TANIA POLAK
Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 5
INHOUD LESPAKKET ALFA
0  INLEIDING
1  INLEIDENDE TEKST OVER RED STAR LINE
2  OEFENING MET SCHILDERIJ AFSCHEID VAN ENGELAND
3  OEFENING AFFICHES RED STAR LINE MET WERKBLAADJES
4  OEFENING SCHILDERIJ MET MENSEN AAN DE KADE
5  KRUISWOORDRAADSEL RED STAR LINE
6  DINSKA BRONSKA
7  AFFICHE TONEEL
8  HIER BEN IK: PANELENOEFENING IN DE KLAS
9  VERHALEN UIT DE BUS
BIJLAGEN
Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 6
INLEIDING
Doelgroep
Dit lespakket bevat oefeningen voor cursisten alfa, maar je kunt ze makkelijk aanpassen voor andere
groepen NT2.
Het is ook niet de bedoeling dat je al deze oefeningen in de klas doet. Je maakt een keuze uit de
oefeningen naargelang het niveau van je groep en de doelstellingen van je les.
Duur
30 minuten
Materiaal
Foto’s Red Star Line (zie extra beeldmateriaal achteraan in deze bundel)
Introfilm Red Star Line: http://youtu.be/JWJ0Mw7Riq8
Doelen
De cursisten kunnen informatie uit een tekst en of affiche/afbeelding halen en kunnen
onderwerp ‘voorspellen’.
De cursisten kunnen het globale onderwerp uit een tekst halen.
Lesverloop
Laat foto’s zien van de Red Star Line. (zie extra beeldmateriaal achteraan)
Wat zie je op de foto’s?
Wanneer zouden die foto’s genomen zijn? Lang geleden of onlangs? Hoe lang geleden?
Wat gaan de mensen doen? Wat doen de mensen? Zijn ze blij? …
Noteer de verschillende antwoorden op bord (kort) zonder te zeggen of de antwoorden correct zijn of
niet.
Introfilm Red Star Line: http://youtu.be/JWJ0Mw7Riq8
Zijn de mogelijke antwoorden die genoteerd zijn op het bord nog correct? Info bijvoegen? Info
weglaten?
Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 7
1  INLEIDENDE TEKST OVER RED STAR LINE
Materiaal
Inleidende tekst Red Star Line (werkblad 1)
Werkblad bij inleidende tekst (werkblad 1)
Lesverloop
Laat de cursisten de tekst over de Red Star Line lezen.
Bij zwakkere groepen of Alfagroepen lees je de tekst zelf voor.
Overloop terug de info op het bord.
Is de info nog correct? Info bijvoegen of weglaten?
Zo wordt het verhaal/de inleiding van de RSL stilletjes aan gereconstrueerd.
Maak de Juist- / Foutoefening (10 minuten).
Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 8
2  OEFENING MET SCHILDERIJ AFSCHEID VAN ENGELAND
Duur
20 minuten
Doelen
De cursisten kunnen hun mening geven.
De cursisten kunnen een beschrijving geven.
De cursisten kunnen in een gesprekssituatie hun beleving (wensen, noden en gevoelens)
verwoorden en vragen naar de beleving van de gesprekspartner.
Materiaal
Werkblad 2
Afbeelding schilderij van Ford Madox (Afscheid van Engeland) op werkblad 2.
Lesverloop
Het schilderij toont een groep mensen die Engeland verlaten en hun geluk gaan zoeken in een ander
land. Het schilderij is gebaseerd op een echte gebeurtenis. Ford Madox Brown had een vriend, de
beeldhouwer Thomas Woolner, die in 1855 met vrouw en kind naar Australië emigreerde. Het is een
verhaal over landverhuizers.
Indien het past in de groep laat dan het schilderij zien van Ford Madox (Afscheid van Engeland) en
bespreek in de klas met vragen van het werkblad.
Nabespreking: Vind je het schilderij mooi? Waarom? Zou dat vandaag ook nog gebeuren? (eventuele
verwijzing naar bootvluchtelingen?)
Hoe verhuizen mensen naar een ander land vandaag? Waarom?
Zo kun je al polsen of mensen zelf met hun verhaal naar buiten willen treden en of ze het eventueel in
de bus willen vertellen.
Vragen en antwoorden van het werkblad 2
1. Hoe voelt de man op de voorgrond zich? (kijk naar zijn gezicht)
Aan de frons op zijn voorhoofd en de starende ogen kunnen we zien dat de man boos
en vastberaden is, en misschien ook een beetje bang.
2. Hoe voelt de vrouw op de voorgrond zich? (kijk naar haar gezicht)
De vrouw kijkt in de verte en ziet er verdrietig uit. Misschien huilt ze zelfs. Ze houdt de
hand van de man stevig vast om troost te zoeken. Waarschijnlijk zijn ze getrouwd.
3. De vrouw heeft iets in haar linkerhand. Wat is het en wat zegt het over de vrouw?
In haar linkerhand houdt de vrouw een kinderhandje. Rechts onder haar cape is vaag
het hoofdje van het kind te zien. Waarschijnlijk is het het kind van de man en de vrouw.
4. Het is duidelijk dat deze mensen zich aan boord van een schip bevinden. Maar waar is het schip?
Op de achtergrond zijn witte kalkrotsen te zien. Daarom bevindt het schip zich
waarschijnlijk voor de zuidkust van Engeland, misschien in de buurt van Dover.
5. Hoe heet het schip? Kijk achter op de reddingsboot.
Het schip heet ‘Eldorado’. Dit was de naam van een verzonken land met gouden bergen.
Nu wordt de naam gebruikt voor elke plaats met grote rijkdommen en mogelijkheden.
Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 9
6. Hoe zien de hemel en de zee eruit?
De zee is ruw en de hemel dreigend. Bovendien waait het hard. De man heeft zijn hoed
met een koord vastgemaakt aan de knoop van zijn jas, zodat hij niet kan wegwaaien.
7. Wat hangt er op de voorgrond aan de touwen en waarom? (dit is een moeilijke vraag, maar ook wel
belangrijk).
Er hangen kolen aan de touwen op de voorgrond. Het zoute water houdt ze vers. In kool
zit veel vitamine C, die de passagiers op een lange reis nodig hadden om geen
scheurbuik te krijgen. Daaruit kunnen we afleiden dat de ‘Eldorado’ lang op zee zal
blijven.
Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 10
3  OEFENING AFFICHES RED STAR LINE MET WERKBLAADJES
Duur
10 minuten
Materiaal
Afbeeldingen affiches Red Star Line op werkblad 3
Werkblad 3 oefeningen affiches Red Star Line
Doelen
De cursisten kunnen uit mondelinge of schriftelijke informatie eenvoudige, concrete gegevens
begrijpen en/of noteren.
4  OEFENING SCHILDERIJ MET MENSEN AAN DE KADE
Duur:
5 minuten + nabespreking
Doelen
De cursisten kunnen hun mening geven.
De cursisten kunnen een beschrijving geven.
De cursisten kunnen in een gesprekssituatie hun beleving (wensen, noden en gevoelens)
verwoorden en vragen naar de beleving van de gesprekspartner.
Materiaal
Afbeelding schilderij mensen aan de kade op werkblad 4
Werkblad 4 oefeningen schilderij mensen aan de kade
Lesverloop
Dit is een aanvulling op de klassikale oefening met het schilderij van Madox.
5  KRUISWOORDRAADSEL RED STAR LINE
Duur:
20 minuten
Doelen
De cursisten kunnen uit mondelinge of schriftelijke informatie eenvoudige, concrete gegevens
begrijpen en/of noteren.
Materiaal
Inleidende tekst Red Star Line op werkblad 1
Werkblad 5 met puzzel Red Star Line
Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 11
Lesverloop
Dit is een extra oefening op de inleidende tekst die je eventueel klassikaal kan laten maken.
Antwoorden:
1. Waar gingen de mensen naartoe?
Amerika
5. Hoeveel mensen zijn er naar Amerika vertrokken?
Bijna 33 miljoen
2. Wat was de naam van de firma met de grote boten?
Red Star Line
3. Hoe gingen de mensen naar Amerika?
Met de boot.
4. Uit welke stad vertrokken de mensen?
Antwerpen
Maak eventueel een aangepaste puzzel aan het niveau van je groep en de tekst of doelstelling.
http://puzzlemaker.discoveryeducation.com/code/BuildCrissCross.asp
6  DINSKA BRONSKA
Duur:
30 minuten of langer
Doelen
De cursisten kunnen hun mening geven.
De cursisten kunnen een beschrijving geven.
De cursisten kunnen in een gesprekssituatie hun beleving (wensen, noden en gevoelens)
verwoorden en vragen naar de beleving van de gesprekspartner.
De cursisten kunnen het globale onderwerp uit een tekst halen.
Materiaal
Gedicht Dinska Bronska van Karel van den Oever op werkblad 6
Werkblad 6 gedicht
Eventueel extra materiaal (zie extra oefeningen)
Lesverloop
Bespreek eerst enkele moeilijke woorden op voorhand: haarlok, Plocka in Polen, inktvlek op papier,
knoflook, spar, tranen in de ogen, Dinska Bronska (voornaam/naam), almanak, …
Je kan de cursisten een woordkaartje geven en naar de betekenis laten zoeken of gissen en dit
klassikaal bespreken.
Je kan er een matchoefening van maken (zie werkblad).
Je kan de matchoefening ook vergroten en klassikaal maken aan het bord.
Lees nadien het gedicht voor. 1 keer globaal. Nadien per stukje.
Je kan extra oefeningen geven: Hoeveel kleuren hoor je? Hoeveel keer hoor je Dinska? …
Stel inhoudsvragen: Naar waar gaat Dinska? Welke kleur heeft haar hoofddoek? …
Verdere mogelijke extra oefeningen met het gedicht Dinska Bronska:
Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 12
Geef de cursisten een kleur (kaart of potlood): bruin, blauw, geel… Auditieve discriminatie: als
je een kleur hoort steek dan het juiste potlood omhoog.
Je kan de foto’s (matchoefening) ook combineren met grotere stukken uit het gedicht
afhankelijk van het niveau.
Welk gezicht past bij dit gedicht? (zoek eventueel andere emotiegezichtjes op www.sclera.be)
Maak grote kaarten met pictogrammen of apart werkblad.
Aanleiding tot gesprekje over het onderwerp.
Voorlezen terwijl je een woord weglaat. Cursisten volgen mee en vullen aan.
Eventueel gatentekst (schriftelijk)
Matchoefening met prenten en woorden uit het gedicht (variatie op het werkblad hierboven)
Deel woordkaartjes uit met verschillende woorden die in het gedicht voorkomen. Cursisten
bespreken eerst (per 2) het/de woord(en) op hun kaartje(s). Wat zou het kunnen betekenen?
Maak een goede zin met het woord. Breng het voor de klas. Nadien lees je het gedicht nog
eens voor en de cursisten steken hun woordkaartje in de lucht wanneer ze hun woord horen.
Gebruik eventueel de muzikale versie: Dinska Bronska door ‘De Vaganten’ (muziek: Paul
Heyninck).
Gebruik eventueel filmpje op YouTube: Dinska Bronska gezongen door NT2-koor Antwerpen
http://www.youtube.com/watch?v=hZ84IufN7cc.
7  AFFICHE TONEEL
Duur
15 minuten
Doelen
De cursisten kunnen het globale onderwerp uit een tekst halen.
De cursisten kunnen uit schriftelijke informatie eenvoudige, concrete gegevens begrijpen en/of
noteren.
De cursisten kunnen een korte informatieve tekst zoals een berichtje schrijven.
Materiaal
Affiches met aankondigingen/uitnodigingen over Red Star Line (authentiek materiaal: toneel,
opening museum, tentoonstelling, aankondiging busbezoek, …). Gebruik actueel materiaal.
Zie ook werkblad 7.
Werkblad 7
Lesverloop
Dit werkblad is een voorbeeld.
Je kan Juist- / Foutoefeningen maken, meerkeuzevragen, invuloefeningen of al naargelang het
onderwerp of de doelstelling de cursisten een kattenbelletje laten schrijven.
Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 13
8  HIER BEN IK: PANELENOEFENING IN DE KLAS
Duur
voorzie zeker 1 uur
Doelen
De cursisten kunnen het globale onderwerp uit een tekst halen.
De cursisten kunnen informatie uit een tekst chronologisch rangschikken.
De cursisten kunnen relevante gegevens selecteren en/of overzichtelijk ordenen uit
informatieve teksten.
Materiaal
Panelen van de tentoonstelling ‘Hier ben ik’. De panelen zijn op kleiner formaat uitgebracht
zodat ze in de klas kunnen gebruikt worden. Je kunt ze ook downloaden als pdf.
Werkblad 8 ‘Hier ben ik’.
Lesverloop
Voorbeelden van oefeningen met panelen in de klas
Hang de panelen op in de klas. Laat cursisten rondlopen en de panelen bekijken/lezen.
Cursisten kunnen gaan staan bij de foto of de tekst die hen het meest aanspreekt. Zij
verwoorden nadien waarom ze dat paneel hebben gekozen. Eventueel klasgesprek.
Je kan ze zowel laten kiezen aan de hand van de foto’s die erop staan als aan de hand van
de teksten (al naargelang je een mondelinge of schriftelijke groep hebt).
Carrousel spel voor hogere modules of niveaus: deel de klas op in een aantal groepen
(evenveel als de panelen die je gebruikt). De cursisten krijgen per groepje een paneel dat ze
samen moeten lezen en bespreken. Elke groep krijgt een nummer of letter of kleur. Nadien
worden de groepen gehergroepeerd zodat er nieuwe groepen zijn met in elke groep mensen
met een verschillend nummer of verschillende letter of kleur. Zij vertellen aan elkaar wat er op
hun paneel stond. Nadien controle of alles goed is doorverteld en begrepen.
Gemakkelijke (auditieve) variatie hierop: je verdeelt de klas in groepjes. Van elk groepje moet
er iemand naar buiten. Je leest voor de rest van de klas het verhaal voor (van een van de
panelen). De cursisten die buiten staan komen terug binnen en gaan bij hun groepje zitten.
Het groepje tracht zoveel mogelijk over het paneel te vertellen aan die cursist. De cursisten
die buiten zijn gaan staan moeten nadien het ‘Wie ben ik’-verhaal zo goed mogelijk trachten
na te vertellen en elkaar aanvullen. Klopt het verhaal dan met het oorspronkelijke? De
educatieve leest het nog een voor.
Gebruik de oefeningen uit de werkbladen: de cursisten vullen dit in (eventueel in groepjes van
2) terwijl ze door de klas wandelen en zoeken naar de juiste panelen. Ze kiezen een persoon
en vullen het paspoortje in waarna ze de persoon eventueel nog eens klassikaal voorstellen.
Ze kunnen ook een individueel paspoortje invullen.
Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 14
9  VERHALEN UIT DE BUS
Duur
ongeveer 40 minuten
Doelen
Algemeen: met deze oefening kun je het ‘busbezoek’ specifiek voorbereiden of nabespreken.
De cursisten kunnen het globale onderwerp uit een tekst halen.
De cursisten kunnen informatie uit een tekst chronologisch rangschikken.
De cursisten kunnen relevante gegevens selecteren en/of overzichtelijk ordenen uit
informatieve teksten.
Materiaal
Werkblad 9 met authentieke verhalen op papier of te beluisteren.
Lesverloop
De teksten kunnen ofwel voorgelezen worden of door cursisten zelf worden gelezen (zie
vereenvoudigde versie).
Je kunt als educatieve nog extra oefeningen bijmaken al naargelang de groep.
Juist-/Foutoefeningen
Meerkeuzevragen
Invuloefeningen
Sorteeroefeningen (de tekst in stroken verknippen, een zin voorlezen en de cursisten zoeken
de juiste strook)
Woordverklaring: trek een lijn tussen woord en tekst of maak hiervan een matchoefening.
Woorden aanduiden in de tekst (of woorden laten overschrijven, evt. als huiswerk).
Kijken naar hoofdletters en leestekens.

Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 15
BIJLAGEN LESPAKKET ALFA
WERKBLAD 1INLEIDENDE TEKST RED STAR LINE
WERKBLAD 2 SCHILDERIJ Afscheid van Engeland
WERKBLAD 3AFFICHES RED STAR LINE
WERKBLAD 4SCHILDERIJ MENSEN AAN DE KADE
WERKBLAD 5KRUISWOORDRAADSEL RED STAR LINE
WERKBLAD 6DINSKA BRONSKA
WERKBLAD 7AFFICHE TONEEL
WERKBLAD 8HIER BEN IK!
WERKBLAD 9VERHALEN UIT DE BUS
Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 16
WERKBLAD 1 
of
INLEIDENDE TEKST RED STAR LINE
© Red Star Line Museum
© uit http://redstarlinerode.blogspot.com/2010_10_01_archive.html
150 jaar geleden, einde 19de eeuw.
Het leven is moeilijk in Europa.
Niet alleen in België maar ook in veel andere landen.
Er is oorlog, slechte politiek en slechte economie. Er is veel armoede.
Veel mensen moeten vluchten.
In Amerika is er veel werk en veel land.
Veel mensen willen naar Amerika.
Zij willen een nieuw leven met hun familie.
In Antwerpen is er een grote haven.
Er varen grote boten van Antwerpen naar Amerika en Canada.
Mensen komen uit heel Europa naar Antwerpen.
Zij kopen een ticket voor Amerika bij de Red Star Line.
Tussen de jaren 1850 en 1930 verhuizen 33 miljoen mensen uit Europa naar
Amerika.
Veel mensen gaan met de Red Star Line.
Er zijn plaatsen voor rijke mensen en ook voor arme mensen.
De arme mensen moeten beneden in de boot. De rijke mensen boven.
Zieke mensen mogen niet mee.
Veel mensen blijven dan maar in Antwerpen.
Op de plaats waar de mensen op de boot stapten, komt in 2012 een museum.
Het museum brengt verhalen van mensen die van hun land verhuizen naar een
ander land: vroeger en vandaag.
Het museum heet: Red Star Line Museum.
Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 17
Omcirkel Juist of Fout
1. De mensen gaan dit jaar met de Red Star Line naar Amerika.
Juist / Fout
2. De Red Star Line vaarde meer dan 100 jaar geleden naar Amerika
Juist / Fout
3. De Red Star Line vertrok in Antwerpen.
Juist / Fout
4. Alleen rijke mensen vertrokken naar Amerika.
Juist / Fout
5. 3300 mensen verhuisden naar Amerika.
Juist / Fout
6. Mensen uit heel Europa vertrokken in Antwerpen naar Amerika. Juist / Fout
7. Zieke mensen mogen mee.
Juist / Fout
8. In 2012 komt er een museum over de Red Star Line.
Juist / Fout
Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 18
WERKBLAD 2  SCHILDERIJ Afscheid van Engeland
© Afscheid van Engeland - 1855 - Ford Madox Brown
Voorbeeld van oefeningen met schilderij ‘Afscheid van Engeland’, uit 1855
door Ford Madox Brown.
(uit ‘Het Kunst Pakket Junior’ ISBN 90 216 1429 4)
Wat is het verhaal?
Probeer erachter te komen door volgende vragen te beantwoorden.
1. Hoe voelt de man op de voorgrond zich? (kijk naar zijn gezicht)
2. Hoe voelt de vrouw op de voorgrond zich? (kijk naar haar gezicht)
3. De vrouw heeft iets in haar linkerhand. Wat is het en wat zegt het over de vrouw?
4. Het is duidelijk dat deze mensen zich aan boord van een schip bevinden. Maar
waar is het schip?
Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 19
5. Hoe heet het schip? Kijk achter op de reddingsboot.
6. Hoe zien de hemel en de zee eruit?
7. Wat hangt er op de voorgrond aan de touwen en waarom? (dit is een moeilijke
vraag, maar ook wel belangrijk).
Nabespreking:
Vind je het schilderij mooi?
Waarom?
Zou dat vandaag ook nog gebeuren? (eventuele verwijzing naar bootvluchtelingen?)
Hoe verhuizen mensen naar een ander land vandaag?
Waarom?
Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 20
WERKBLAD 3  AFFICHES RED STAR LINE
© Affiche (1899), ontwerp Henri Cassiers, collectie Letterenhuis Antwerpen
Welk land lees je hier? ……………………………………………………………………
Welke stad lees je hier? ………………………………………………………………….
Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 21
© Red Star Line affiche – Henri Cassiers – MAS Nationaal Scheepvaartmuseum
De boot vaart van Antwerpen naar:
1 ………………………………………………………………………………………………..
2 ………………………………………………………………………………………………...
Wat is de naam van de boot?
………………………………………………………………………………………………….
Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 22
WERKBLAD 4  SCHILDERIJ MENSEN AAN DE KADE
© Schilderij Eugeen van Mieghem
Wat doen deze mensen?
Omcirkel.
a.
b.
c.
d.
e.
Je mag meer antwoorden geven.
dansen
werken
slapen
wachten
instappen
Wat vind je van deze tekening?
Omcirkel.
a.
b.
c.
d.
e.
Je mag meer antwoorden geven.
Mooi
Niet zo mooi
Lelijk
Triestig
Blij
Welk gezicht past bij deze tekening?
Omcirkel.
Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 23
WERKBLAD 5  KRUISWOORDRAADSEL RED STAR LINE
Lees tekst WERKBLAD 1 over Red Star Line
Van links naar rechts
1.
Waar gingen de mensen naartoe?
5.
Hoeveel mensen zijn er naar Amerika vertrokken? Bijna 3…………………….
Van boven naar beneden
2.
Wat was de naam van de firma met de grote boten?
3.
Hoe gingen de mensen naar Amerika? Met de................................................
4.
Uit welke stad vertrokken de mensen?
Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 24
WERKBLAD 6  DINSKA BRONSKA
Karel van den Oever
Uit een oud dorp,
- kameelbruin als de steppe uit Plocka,
kwam Dinska Bronska.
Haar hoofddoek was pruisisch-blauw
en haar haar vlas-geel;
ook waren haar ogen blauw
als fjord-water.
Zij rook naar knoflook en spar,
zij droeg laarzen
en ging zeer zwaar en gauw.
In het "Hotel Lapland" zat zij
bij een tafel aan het straat-raam
zij schreef 'n brief.
Een haarlok viel laag op haar rode kaak
en zij stak haar tong uit,
want ze schreef moeilijk die brief
en daaronder "Dinska Bronska", haar naam.
Ze stak ook de penstok in haar mond
en zocht met haar ogen langs het plafond.
Op het papier waren 'n inktvlek
en groot gestompel van letters:
zij kocht het voor tien centiem
in de kruidenierszaak
over het hotel.
Er was 'n beetje inkt aan heur kaak.
O, Dinska Bronska;
gij vertrekt naar Canada:
de verroeste stoomboot wacht langs de kaai.
Gij laast op een almanak
der "Red Star Line"
dat Canada grotere appels,
o, hoger en geler koren heeft dan Plocka.
Het moet in Canada veel beter zijn!
O, Dinska Bronska,
met je zeer dikke vingers:
je schrijft zo moeilijk die brief.
Je ogen zoeken vliegen op het plafond.
"Moj Boze!"
Er zit 'n tranen-veeg,
o zo verdrietig,
van je blauwe ogen naar je mond.
O, Dinska Bronska!
Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 25
Trek een lijn
Haarlok
Plocka in Polen
Inktvlek op het papier
Knoflook en spar
Red Star Line: boot langs de kaai
Tranen in de ogen
Canada
Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 26
© Belgische
Landverhuizers (1890), olie op doek van Louis van Engelen, collectie Koninklijk Museum voor Schone Kunsten van Antwerpen
© uit http://redstarline-rode.blogspot.com/2010_10_01_archive.html
© Affiche collectie Museum aan de Stroom
Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 27
© Red Star Line. Triple-Screw Belgenland. 27.200 Tons, prentbriefkaart, collectie MAS -| Nationaal Scheepvaartmuseum
© Eugeen Van Mieghem, 1925 Echtscheiding van zijn tweede vrouw, vakantie in Blankenberge - Van Mieghemmuseum
Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 28
WERKBLAD
TONEEL
7

AFFICHE
Mortsel speelt
6, 7, 12, 13 mei 2011
20u15
8, 15 mei 2011
15u
in Mark Liebrecht Schouwburg
Heilig Kruisstraat 14
2640 Mortsel
De Red Star Line
van Alex Van Haecke
door Ronny Verheyen
Epische vertelling over een
authentiek stuk Antwerpse
geschiedenis
Omcirkel Juist of Fout
Dit is een affiche over toneel.
Juist / Fout
Het toneel is in Deurne.
Juist / Fout
Het toneel is in 2011.
Juist / Fout
Ik kan op 5 mei naar toneel.
Juist / Fout
Ik kan op 13 mei naar toneel.
Juist / Fout
Ik kan op 10 mei naar toneel.
Juist / Fout
Ik kan op 6 mei om 15u naar toneel.
Juist / Fout
Ik kan op 12 mei om 20u15 naar toneel.
Juist / Fout
Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 29
Schrijf een briefje voor je vriend of vriendin.
Je wilt naar toneel. Stel afspraak voor (dag, uur en plaats).
Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 30
WERKBLAD 8  HIER BEN IK!
Zoek de foto.
Trek een lijn naar de juiste naam.
© Afbeeldingen uit panelen tentoonstelling Hier ben ik! Van het Red Star Line Museum en Ontmoetingscentrum Atlas
Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 31
Waar zijn zij geboren?
Kwok Fan Cheung?
Orly Vetury?
4
Myriam Jaidi?
5
Véronique Kabonga?
2
Razia Alibhai?
3
1
Schrijf de letters uit de grijze vakjes hieronder op de juiste plaats.
Als het juist is, krijg je het lekker warm!
1
3
2
4
5
…………………………………………………………………………………………………
Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 32
Hier ben ik!
Dit is................................................................................................................................
Hij / Zij woont in .............................................................................................................
Hij / Zij heeft................... kinderen.
Hij / Zij is geboren in .................................................... in het jaar……………………….
Hij / Zij is in het jaar.......................................... naar België gekomen.
Hij / Zij spreekt Nederlands en .....................................................................................
Dit kan ik nog over deze persoon schrijven:
…………………………………………………………………………………………………..
.………………………………………………………………………………………………….
.………………………………………………………………………………………………….
…………………………………………………………………………………………………..
…………………………………………………………………………………………………..
Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 33
En jij?
Ik ben .............................................................................................................................
Ik woon in ......................................................................................................................
Ik heb...................kinderen.
Ik ben geboren in .....................................................in het jaar .....................................
Ik ben in het jaar…………..................... naar België gekomen.
Ik spreek Nederlands en ................................................................................................
Dit kan ik nog over mezelf schrijven:
…………………………………………………………………………………………………..
…………………………………………………………………………………………………..
…………………………………………………………………………………………………..
…………………………………………………………………………………………………..
…………………………………………………………………………………………………..
Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 34
WERKBLAD 9  VERHALEN UIT DE BUS
of
(te combineren met authentieke opnames)
© Verhalenbus – Red Star Line Museum
Mijn naam is Amalia Axinia.
Ik woon al 4 jaar in België. Ik kom uit Roemenië. Ik ben getrouwd met een Belg. Wij
zijn in België komen wonen, in Menen. Dat ligt aan de grens met Frankrijk. Ik heb in
België zorgkunde gestudeerd. Binnenkort begin ik te werken in Roeselare.
Mijn eerste dag in België? Eerlijk? Ik dacht dat wij in het echte communisme zaten.
Veel regels, strenge mensen, alle huizen dicht op elkaar, de gordijnen dicht. Het was
winter en het was donker.
In Roemenië zie je veel meer mensen op straat.
Na 4 jaar denk ik daar nog steeds hetzelfde over, echt waar.
De eerste 2 maanden in België waren heel moeilijk voor mij. Ik ben onmiddellijk
begonnen met een taalopleiding en een opleiding als zorgkundige. Mijn man zei dat
ik best een beetje zou wachten, maar ik wou niet. Ik ben heel actief. Ik las veel:
vooral brochures. Ik spaar ze ook allemaal. Zo heb ik veel Nederlands geleerd. Met
mijn man spreek ik geen Nederlands, maar Frans. Dat is een gewoonte. Mijn man
spreekt Nederlands in dialect. Niet gemakkelijk te verstaan. Maar hij zei tegen mij:
‘als je Nederlands met mij praat, krijg je een kindje’, dus misschien praat ik
binnenkort Nederlands met mijn man.
Ik ga 1 keer per jaar terug naar Roemenië. Als ik niet regelmatig terug kan gaan word
ik heel nerveus.
Misschien verhuis ik ooit terug naar Roemenië. Ik voel me daar gelukkiger. Eerlijk.
Er is daar meer natuur en meer muziek. En ik mis mijn familie.
Zij zijn allemaal in 2007 naar hier gekomen, op mijn trouwfeest.
Mijn vader en mijn zus Felicia zijn een jaar later nog eens teruggekomen. Dat was
een verrassing voor mij. In 2009 heb ik voor mijn broer en zijn familie tickets betaald
naar België en in 2010 heb ik hetzelfde gedaan voor mijn zus en haar familie.
Dit jaar komt mijn jongste zus nog eens terug.
Ik blijf ook met hen in contact via Messenger.
Op de foto zie je mijn màrtisor. Dat brengt geluk. In Roemenië kan je dit krijgen of
weggeven op 1 maart, voor de lente. Je kan er verschillende krijgen maar dus ook
weggeven. Je hebt màrtisors met een bloemetje, met een speldje met een koordje…
Ik draag altijd mijn màrtisor.
Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 35
Vereenvoudigde versie:
Mijn naam is Amalia Axinia.
Ik woon 4 jaar in België.
Ik kom uit Roemenië.
Ik ben getrouwd met een Belg.
Mijn eerste dag in België?
Dat was niet plezant. De mensen lijken soms boos. Zij lachen niet veel.
De gordijnen van de huizen zijn altijd dicht. In de winter is het donker.
De mensen zitten binnen in de huizen. In Roemenië zijn er meer mensen op straat.
Ik moet 1 keer per jaar terug naar Roemenië. Anders word ik nerveus.
Ik verhuis later misschien terug naar Roemenië. Ik ben daar meer gelukkig. Echt
waar.
Er is meer natuur en meer muziek. Ik mis mijn familie.
Op de foto zie je mijn màrtisor. Dat is een juweel.
Dat brengt geluk. Dat is een cadeau dat mensen geven in Roemenië.
Ik draag altijd mijn màrtisor.
Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 36
of
© Verhalenbus – Red Star Line Museum
Ik ben Monique Kakonga.
Ik kom uit RDC-Congo. Ik ben getrouwd en heb 3 kinderen: 2 hier en 1 in Congo. Ik
heb ook 2 kleinkinderen. Ik ben in 1992 met het vliegtuig naar België gekomen. Er
waren toen politieke problemen. Ik was toen samen met een man die hooggeplaatst
was in de regering van Mobutu. Hij is toen gevlucht. Toen zijn ze mij komen lastig
vallen en bedreigen. Ik ben vastgehouden in de gevangenis. Ze wilden weten waar
mijn man was, maar dat wist ik niet. Ze hebben mijn vingers gebroken met een
geweer en hebben mij verkracht. Toen ben ik naar België gevlucht. Ik heb mijn
kinderen verstopt bij een oom in Brazzaville. 2 zijn er later naar België overgekomen.
Mijn man heb ik nooit meer teruggezien. Ik heb om hem gerouwd.
Ik was toen 36 jaar en gaf in Congo Engelse les aan het personeel van een
vliegtuigmaatschappij. Ik was al veel in België geweest voor mijn werk. In Congo ben
je ofwel heel arm ofwel heel rijk.
Toen ik in België kwam had ik geen papieren. Ik moest alles opnieuw uitleggen. Ik
moest persoonlijke dingen vertellen. Ze waren heel hard voor mij. Ze beschuldigden
mij dat ik om die problemen zelf had gevraagd, ook de verkrachting. Maar uiteindelijk
ben ik toch in België mogen blijven. Gelukkig.
Mijn 2 oudste kinderen die zijn overgekomen naar België studeerden hier niet goed.
Ze moesten teveel inhalen. Ze zijn snel gaan werken. Mijn jongste kind is nu 23 jaar
en woont nog altijd in Congo bij mijn zus.
In Congo liet ik mij regelmatig testen op HIV. In 1990 was ik nog negatief. Toen ik mij
opnieuw liet testen in België, in 1992, bleek ik seropositief. Ik ben toen preventie
gaan geven in de Afrikaanse gemeenschap als vrijwilligster. Ik ga spreken voor
groepen over hoe je HIV en aids kan vermijden maar ook hoe je ermee om moet
gaan. Ik vind het mijn plicht om dit te doen. Alleen op televisie komen met mijn werk
doe ik niet graag omdat mijn kinderen dit moeilijk vinden. Ondertussen heb ik een
lieve man leren kennen en ben ik opnieuw getrouwd.
Sinds ik weet dat ik HIV-positief ben, wil ik mijn leven nog meer zelf in handen
houden. Ik durf niet meer in het vliegtuig en zeker niet meer naar Congo. Een paar
jaar geleden heb ik van familie en vrienden een ticket gekregen naar Congo. Ik werd
heel ziek in de vliegtuig, van de angst. Ik ben op de luchthaven van Kinshasa in
paniek geraakt en heb het eerste vliegtuig terug naar België genomen.
Ik ben zelfs niet uit de luchthaven geweest.
Van mijn moeder die heel gelovig was heb ik een medaillon gekregen met Maria op.
Dat draag ik nu nog altijd.
Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 37
Vereenvoudigde versie:
Ik ben Monique Kakonga.
Ik kom uit Congo.
Ik ben getrouwd en heb 3 kinderen.
Ik heb ook 2 kleinkinderen.
Ik ben in 1992 naar België gekomen.
Er waren toen politieke problemen.
Mijn man is door de politie meegenomen.
Ik heb hem nooit meer terug gezien. Ik ben naar de gevangenis gemoeten.
Ik ben daar geslagen en verkracht.
Toen ik vrij was, ben ik naar België gevlucht.
In België liet ik mij testen op HIV. Toen kwam slecht nieuws. Ik ben seropositief.
Ik ga veel spreken voor groepen.
Ik vertel de mensen wat HIV is en hoe je gezond kan blijven.
Ik heb een nieuwe man leren kennen en ik ben getrouwd.
Ik durf niet meer naar Congo.
Een paar jaar geleden ben ik naar Congo geweest.
In de vlieghaven werd ik heel bang. Ik was in paniek.
Ik heb het eerste vliegtuig terug naar België genomen.
Ik ben niet uit de vlieghaven geweest.
Mijn moeder was heel gelovig.
Zij heeft mij een juweel gegeven met Maria op.
Dat draag ik nu nog altijd.
Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 38
of
© Verhalenbus – Red Star Line Museum
Ik ben Christiana Ajufon
Ik ben 44 jaar en kom uit Nigeria. Ik ben al 5,5 jaar in België. Ik ben naar België
gekomen om te studeren. Ik deed mijn doctoraat in Leuven en ben daar nu nog altijd
mee bezig. Mijn werk gaat over de integratie van dove kinderen in het gewone
onderwijs. Ik doe ook naschoolse begeleiding van Afrikaanse kinderen. Ik ben al 22
jaar getrouwd met mijn man en heb 5 kinderen tussen 2,5 jaar en 20 jaar. Zij wonen
allemaal in België.
Ik mis vooral mijn familie in Nigeria. Zij hebben mijn steun uit België hard nodig. Ik
mis ook het Nigeriaans eten: de traditionele schotels. Hier kan je wel een en ander
kopen, maar het is niet vers.
Ik heb mijn waarden meegenomen uit Nigeria. Dat is vooral respect. Het groeten en
respecteren van de ouders is heel belangrijk. Dat is voor Belgische kinderen soms
anders. Hier zie je ook meisjes op straat roken. Ik hoop dat mijn dochters dit nooit
zullen doen.
Vereenvoudigde versie:
Ik ben Christiana Ajufon
Ik ben 44 jaar.
Ik kom uit Nigeria.
Ik ben 5,5 jaar in België.
Ik ben naar België gekomen om te studeren
Ik ben al 22 jaar getrouwd en heb 5 kinderen.
Zij wonen allemaal in België.
Ik mis vooral mijn familie in Nigeria.
Ik mis ook het Nigeriaans eten.
In Nigeria is er meer respect.
Respect voor de ouders is belangrijk.
Ook het groeten van de ouders.
Dat is voor Belgische kinderen soms anders.
Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 39
Lespakket voor Alfa - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 40
LESPAKKET VOOR RG 1.2

DOOR
KIRSTEN DE MAESSCHALK – MAITHÉ DILLE – KATIA WOLFF
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 41
INHOUD LESPAKKET RG 1.2
LESBLOK 1  IN DE KLAS
1  VOORBEREIDING
2  INLEIDING
3  HET MIGRATIEVERHAAL VAN HAMET BA
4  HOEKENWERK
5  TERUGKOPPELING
LESBLOK 2  BUITENSCHOOLSE OPDRACHT EN VERHALENBUS
6  TERUGKOPPELING
7  VERHALENBUS EN INTERVIEW/ENQUETE
BIJLAGEN
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 42
LESBLOK 1  IN DE KLAS
1 VOORBEREIDING
De leerkracht vraagt de cursisten om een object mee te brengen uit hun land waaraan ze veel waarde
hechten en een foto van zichzelf die ook te maken heeft met hun land van herkomst.
bv.: een foto waar ze samen met hun familie opstaan of een foto van zichzelf getrokken in hun land,…
2 INLEIDING
Lesduur
20 minuten
Werkvorm
Klasgesprek
Materiaal
4 A4 bladen met themawoorden op (bijlage 1)
Lesverloop
De leerkracht vertelde in de vorige les waarover deze les ongeveer zal gaan en vraagt de cursisten
een object mee te brengen waaraan ze veel herinneringen hebben of veel waarde hechten. Met
andere woorden een object dat de cursisten relateren aan hun land van herkomst. Niet alle cursisten
zullen dit doen, maar dat is niet het doel. Het doel is dat de leerkracht een inleidend klas gesprek kan
voeren met de cursisten over hun land van herkomst en hun vertrek uit dat land. De cursisten vertellen
over hun voorwerp en waarom het zo belangrijk is voor hen.
De leerkracht hangt tijdens het gesprek 4 papieren op het bord met de woorden:
vertrek
onderweg
aankomst
vandaag
Na het gesprek legt de leerkracht de papieren met de thema’s op vier afzonderlijke tafels. De cursisten
kiezen naargelang hun interesses aan welke tafel ze gaan zitten. De leerkracht begeleidt dit zodat aan
elke tafel ongeveer evenveel cursisten zitten.
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 43
3 HET MIGRATIEVERHAAL VAN HAMET BA (FILM)
Lesduur
50 minuten
Werkvorm
Luisteroefening, spelvorm
Materiaal
filmpje migratieverhaal Hamet Ba - http://youtu.be/kHPG519y6TA
A4 foto’s emoties (eventueel color cards of foto’s die de leerkracht zelf voorziet),
kaartjes domino emoties (bijlage 2)
kaartjes matching oefening omdat-zin (bijlage 3)
vragenlijst film (bijlage 4)
Lesverloop
F1: De cursisten bekijken het filmfragment van Hamet Ba, een jongeman uit Mauretanië die
drie jaar geleden in Antwerpen aankwam. In de film vertelt hij waarom hij moest vluchten en
hoe hij in Antwerpen terecht kwam. Zowel vertrek, onderweg, aankomst als zijn leven
vandaag komen aan bod.
F2: Elke groep krijgt dezelfde vragen over de film. (Kan eventueel ook klassikaal.)
F3: De leerkracht vraagt aan de cursisten welke emoties ze gehoord of gezien hebben in de
film. De leerkracht ondersteunt eventueel met foto’s. De cursisten zeggen op welk moment
Hamet zich zo voelde. De leerkracht helpt het gevoel te verwoorden indien de cursisten dit
woord nog niet kennen.
Woorden worden op bord geschreven (semantisch veld rond ‘het gevoel’).
Bord: Bang
Verdrietig
Blij
Zenuwachtig
…
F4: Inslijpen woordenschat gevoelens aan de hand van domino emoties (bijlage 2).
F5: Matching oefening met ‘omdat’ en ‘want’ constructie (bijlage 3).
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 44
4 HOEKENWERK ROND DE VIER FASES VAN MIGRATIE:
VERTREK – ONDERWEG – AANKOMST - VANDAAG
Lesduur
50 minuten
Doelen
De cursisten kunnen informatie geven over hun ervaringen.
De cursisten kunnen over een ervaring, gevoel of droom schrijven.
De cursisten kunnen samenwerken en luisteren naar elkaar.
Werkvorm
Groepswerk, groepsgesprek
Materiaal
themamateriaal ter inspiratie (zelf mee te brengen)
vragenstrookjes hoekenwerk (bijlage 5)
antwoordenblad (bijlage 6)
sjabloon poster (bijlage 7)
wereldkaart (zelf mee te brengen)
Lesverloop
F1: De cursisten werken rond het gekozen thema, gelinkt aan emoties.
Op elke tafel ligt (foto)materiaal dat inspiratie kan opwekken: een familiefoto, een vliegtuig,
een huurcontract, een inschrijvingsformulier van de school, een wereldkaart (!Tafel
onderweg), een paspoort, een uitwijzingsbevel, foto’s van eten, mensen met typisch westerse
kleding,...
Er liggen strookjes met concrete vragen op de tafels rond het gekozen thema. Om de beurt
neemt een cursist een strookje en stelt de vraag aan de andere cursisten. De cursisten geven
antwoord op de vragen. De andere cursisten krijgen een antwoordenblad waarop ze kort de
antwoorden van de andere cursisten noteren.
F2: Met het resultaat van de groepsgesprekken wordt een poster gemaakt.
De cursisten krijgen een sjabloon met de foto van een andere cursist uit hun groepje. Hierop
vullen ze de informatie in van deze cursist in de derde persoon (in de rechthoek op het
sjabloon)
F3: Afronden.
Hierna volgt een klassikale afrondingsfase waarin de cursisten aan de hand van het sjabloon
mondeling informatie geven over de andere cursist in de derde persoon enkelvoud.
Tenslotte krijgen ze hun eigen sjabloon terug en vullen het wolkje zelf in. Deze plaats is
voorbehouden om hun dromen voor de toekomst weer te geven! Hoe ze dit doen, mogen de
cursisten zelf kiezen. Ze kunnen bijvoorbeeld iets schrijven of iets tekenen.
Het doel van deze poster is dat ze later een houvast hebben om hun verhaal te vertellen in de
Transit Verhalenbus.
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 45
5 TERUGKOPPELING NAAR DE RED STAR LINE
Lesduur
30 minuten
Doelen
De cursisten kunnen in groep nadenken over het migratieverleden van Europa.
De cursisten kunnen samenwerken.
Werkvorm
Quiz, luisteroefening
Materiaal
foto’s groepsherverdeling (bijlage 8)
quizvragen (bijlage 9)
sleutel quizvragen (bijlage 10)
filmpje Red Star Line (http://www.youtube.com/watch?v=ZUJ4YmVyL8U)
Lesverloop
De groepjes van vorige fase worden herverdeeld in nieuwe groepen. Dit kun je doen aan de
hand van foto’s van de RSL. De cursisten zoeken andere cursisten met dezelfde foto/prent en
vormen zo een nieuw groepje.
Als de cursisten in hun nieuwe groepen zitten vraagt de leerkracht of ze denken dat er ooit
vanuit België of Europa een grote migratiestroom naar een ander werelddeel is geweest. Het
is niet de bedoeling dat hier klassikaal diep op ingegaan wordt. De cursisten denken hier in
hun groepjes over na aan de hand van een quiz. Elke groep krijgt een papier met multiple
choice vragen.
Wanneer iedereen klaar is, wordt er klassikaal gekeken naar het filmpje van de RSL. Het is
jammer dat het in het Engels is, maar het schept een zeer duidelijk beeld.
De cursisten verbeteren de vragenlijst van een ander groepjes. Wie de meeste vragen correct
heeft beantwoord, krijgt…
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 46
LESBLOK 2  BUITENSCHOOLSE OPDRACHT EN VERHALENBUS
6 TERUGKOPPELING NAAR DE RED STAR LINE
Zie lesblok 1. Indien je hier vorige les niet toe gekomen bent, kan dit ook perfect hier.
7 VERHALENBUS EN INTERVIEW/ENQUETE
Lesduur
90 minuten
Doelen
De cursisten kunnen zich kort voorstellen aan een onbekend persoon.
De cursisten kunnen een kort interview doen met een onbekend persoon.
De cursisten kunnen de resultaten van een enquête vergelijken.
De cursisten kunnen hun migratieverhaal vertellen. (niet verplicht!)
Materiaal
enquêtes/vragenlijst (bijlage 11)
schrijftabletten
resultatenblad enquête/conclusies (bijlage 12)
Lesverloop
F1: In deze tweede les komt de Transit Verhalenbus naar de school.
De cursisten die naar de Transit Verhalenbus gaan, kunnen een kopie (leerkracht neemt op
voorhand kopies) van hun deel van de klasposter meenemen naar de bus.
Terwijl een aantal cursisten hun verhaal doen in de Transit Verhalenbus, trekken de andere
cursisten per twee de straat op. Ze gaan mensen die hier niet geboren zijn interviewen.
Overloop deze vragenlijst op voorhand in de klas.
Elk duo interviewt 10 mensen. Ze wisselen onderling af in de rollen als interviewer en
schrijver.
F2: Klassikale afronding
Als de duo’s hun 10 interviews hebben afgenomen, komen ze terug naar de klas.
In de klas gaan ze hun informatie uitwisselen en vergelijken. Ze krijgen hiervoor een blad van
de leerkracht waarop ze hun conclusies kunnen noteren.
De leerkracht stelt tenslotte klassikaal nog enkele vragen waarbij begrippen zoals: ‘meer dan’,
‘minder dan’, ‘veel’, ‘weinig’, ‘meeste’, ‘minste’,… aan bod komen.

Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 47
BIJLAGEN LESPAKKET 1.2
BIJLAGE 1A4 BLADEN THEMA’S
BIJLAGE 2DOMINO EMOTIES
BIJLAGE 3MATCHING OEFENING GEVOELENS
BIJLAGE 4VRAGENLIJST FILM
BIJLAGE 5VRAGENSTROOKJES HOEKENWERK
BIJLAGE 6ANTWOORDENBLAD
BIJLAGE 7SJABLOON POSTER
BIJLAGE 8KAARTJES HERVERDELEN GROEPJES
BIJLAGE 9QUIZVRAGEN
BIJLAGE 10QUIZVRAGEN SLEUTEL
BIJLAGE 11STRAATINTERVIEW
BIJLAGE 12 CONCLUSIES STRAATINTERVIEW
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 48
BIJLAGE 1A4 BLADEN THEMA’S
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 49
VERTREK
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 50
ONDERWEG
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 51
AANKOMST
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 52
VANDAAG
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 53
BIJLAGE 2 KAARTJES DOMINO EMOTIES
START
VERLIEFD
BANG
VERDRIETIG
VERBAASD
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 54
BLIJ
BOOS
ZENUWACHTIG
TROTS
EINDE
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 55
BIJLAGE 3  KAARTJES OEFENING MATCHING
Hij is verliefd
Hij heeft
schrik
WANT
dit meisje is wel
heel speciaal voor
hem.
OMDAT
de familie van zijn
vriendin hem dood
wil.
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 56
Hij is
verdrietig
OMDAT
Hij is
verbaasd
WANT
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 57
hij zijn familie moet
achterlaten.
zijn vader is niet
dood.
Hij is blij
Hij is boos
Hij is
zenuwachtig
WANT
OMDAT
WANT
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 58
hij heeft nu een
appartement en
werk.
de mensen in zijn
land racistisch zijn.
hij weet niet waar
hij heen gaat.
Hij is trots
WANT
hij spreekt al goed
Nederlands
Hij is
ongeduldig
WANT
hij wil zijn moeder
snel terugzien.
Hij is bang
WANT
hij heeft nog nooit
sneeuw gezien.
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 59
Dank je wel!
Hij is
dankbaar
OMDAT
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 60
zijn stiefmoeder
heel veel voor hem
gedaan heeft.
BIJLAGE 4VRAGENLIJST FILM
Wat weten julllie over Hamet Ba? Zoek samen een antwoord op de vragen.
1. Uit welk land komt Hamet?
o Uit Guinea
o Uit Senegal
o Uit Mauretanië
o Uit België
2. Hoelang woont Hamet in België?
o 3 jaar
o Bijna 4 jaar
o Bijna 5 jaar
3. Welk soort vluchteling is Hamet?
o Een politiek vluchteling
o Een economisch vluchteling
4. Waarom heeft de familie van Hamet geen vader?
o De vader is gestorven door een ziekte.
o De vader is verdwenen tijdens de oorlog.
o De vader is vermoord tijdens de oorlog.
o De vader is militair in Ivoorkust.
5. Wat is het beroep van Hamet in zijn land?
o Hij heeft geen beroep. Hij is student.
o Hij werkt in de winkel van zijn moeder.
o Hij heeft een winkel.
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 61
6. Waarom moet Hamet vluchten uit zijn land?
o Het is er gevaarlijk door de oorlog.
o Hij heeft een relatie met een Arabisch meisje.
o Hij wil werken in Europa om voor zijn familie te zorgen.
7. Wie helpt Hamet om naar België te komen?
o Zijn broer
o Zijn nonkel
o Een vriend van zijn vader
8. Hoe komt Hamet naar België?
o Met de boot.
o Met het vliegtuig.
o Met de vrachtwagen.
9. Hoelang is Hamet onderweg naar Europa?
o 1 week
o 2 weken
o 3 weken
10. Wat moet Hamet eerst doen als hij in België komt?
o Hij moet asiel vragen.
o Hij moet vluchten voor de politie.
o Hij moet het adres zoeken van zijn vriend.
11. Wat vond Hamet moeilijk in België? (meer dan 1 oplossing)
o De mensen in België begroeten elkaar niet.
o Het is heel koud in België.
o Het eten is niet lekker.
o De huizen zijn lelijk.
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 62
12. Wie vindt Hamet terug in België?
o Zijn vader
o Zijn beste vriend
o Zijn nonkel
13. Wat is vandaag de droom van Hamet?
o Hij wil een gezin.
o Hij wil in Mauretanië gaan wonen.
o Hij wil ander werk.
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 63
BIJLAGE 5 VRAGENSTROOKJES HOEKENWERK
(in stroken knippen)
VERTREK
Wanneer ben je vertrokken?
Waarom ben je vertrokken?
Ben jij snel vertrokken of heb je lang moeten wachten?
Wat heb je meegenomen?
Van wie heb je afscheid genomen?
Van wie heb je geen afscheid genomen?
Hoe ben je vertrokken?
Was je bang? Waarom?
Was je blij? Waarom?
Was je zenuwachtig? Waarom?
Was je verdrietig? Waarom?
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 64
(in stroken knippen)
ONDERWEG
Hoelang ben je onderweg geweest?
Ben je direct naar België gekomen?
Heeft iemand jou geholpen?
Was het een moeilijke reis? Waarom?
Hoe ben je naar België gekomen? (vervoer)
Via welke landen ben je naar België gekomen?
Duid aan op de kaart.
Was je bang? Waarom?
Was je blij? Waarom?
Was je zenuwachtig? Waarom?
Was je verdrietig? Waarom?
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 65
(in stroken knippen)
AANKOMST
Wat vond je moeilijk de eerste weken in België?
Wat was anders dan in jouw land?
Wat was hetzelfde als in jouw land?
Wie was de eerste Belg met wie je sprak?
Waarover ging dit gesprek?
Was deze persoon vriendelijk?
Hoe ben je naar België gekomen? (vervoer)
Waar ben je gaan wonen?
Had je een adres?
Was je bang? Waarom?
Was je blij? Waarom?
Was je zenuwachtig? Waarom?
Was je verdrietig? Waarom?
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 66
(in stroken knippen)
VANDAAG
Wat vind je moeilijk in België?
Hoelang ben je nu in België?
Wat is het grootste verschil tussen België en jouw land?
Heb je soms heimwee? Wie of wat mis je het meest?
Wat is je grootste wens voor de toekomst?
Ben je gelukkig met je situatie in België?
Wat zou je willen veranderen?
Ben je soms bang in België? Waarom?
Ben je soms blij dat je nu in België woont?
Waarom?
Waarvan word je zenuwachtig in België?
Waarom?
Ben je soms verdrietig in België? Waarom?
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 67
BIJLAGE 6ANTWOORDENBLAD
VERTREK
Schrijf kort de antwoorden van de anderen op.
- Wanneer ben je vertrokken?
- Waarom ben je vertrokken?
- Wat heb je meegenomen?
- Hoe ben je vertrokken?
- Was je bang? Waarom?
- Was je blij? Waarom?
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 68
ONDERWEG
Schrijf kort de antwoorden van de anderen op.
- Hoelang ben je onderweg geweest?
- Ben je direct naar België gekomen?
- Heeft iemand jou geholpen?
- Hoe ben je naar België gekomen?
- Was je bang? Waarom?
- Was je blij? Waarom?
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 69
AANKOMST
Schrijf kort de antwoorden van de anderen op.
- Wat vond je moeilijk de eerste weken in
België?
- Wat was anders dan in jouw land?
- Wat was hetzelfde als in jouw land?
- Hoe ben je naar België gekomen?
- Was je bang? Waarom?
- Was je blij? Waarom?
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 70
VANDAAG
Schrijf kort de antwoorden van de anderen op.
- Wat vind je moeilijk in België?
- Hoelang ben je nu in België?
- Heb je soms heimwee? Wie of wat mis je
het meest?
- Wat is het grootste verschil tussen België
en jouw land?
- Ben je soms bang in België? Waarom?
- Ben je soms blij dat je nu in België woont?
Waarom?
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p 71
BIJLAGE 7POSTER
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.72
BIJLAGE 8  PRENTEN/FOTO’S RED STAR LINE VOOR HERVERDELING GROEPJES
© Red Star Line Museum
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.73
BIJLAGE 9  QUIZ
1. In welke periode zijn er heel veel Europeanen gemigreerd?
o 1850-1900
o 1890-1915
o 1945-1960
2. Naar welk land vertrokken de Europese migranten?
o Congo
o Rusland
o De Verenigde Staten
o Engeland
3. Hoelang waren de Europese migranten onderweg?
o 14 tot 18 dagen
o Minder dan 14 dagen
o Meer dan 20 dagen
4. Waarom gingen zoveel mensen weg uit Europa?
o Omdat er hongersnood was.
o Omdat ze meer geld wilden verdienen.
o Omdat het oorlog was.
o Omdat er veel racisme was.
5. Vanuit welke stad vertrokken deze mensen?
o Parijs
o Londen
o Antwerpen
o Barcelona
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.74
6. Hoe vertrokken de migranten?
o Met de boot
o Met het vliegtuig
o Te voet of met de fiets
o Met paard en kar
7. Was de reis comfortabel?
o Ja. Iedereen kreeg een bed en 3 maaltijden per dag.
o Neen. De passagiers hadden bijna geen plaats, stonden en sliepen
dicht op elkaar.
o Alleen de rijke mensen kregen een goede plaats.
8. Wat namen de mensen mee op hun reis?
o Een koffer per persoon
o Een koffer per persoon en hun dieren (hond, kat, koe, paard, …)
o Een beetje geld en verder niets
o Al hun bezittingen (kleding, meubels, dieren, …)
9. Was het in die tijd gemakkelijk om te migreren?
o Ja. Mensen konden in die tijd vrij reizen.
o Neen. Je moest een geldig visum hebben.
o Neen. Je moest gezond zijn en een paspoort hebben.
10. Hoeveel mensen gingen er in die periode weg uit Europa?
………………………………………………….
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.75
BIJLAGE 10 SLEUTEL QUIZVRAGEN
1.
In welke periode zijn er heel veel Europeanen gemigreerd?
o 1850-1900
o 1890-1915
o 1945-1960
2.
Naar welk land vertrokken de Europese migranten?
a. Congo
b. India
c. De Verenigde Staten
d. Engeland
3. Hoelang waren de Europese migranten onderweg?
a. 14 tot 18 dagen
b. Minder dan 14 dagen
c. Meer dan 20 dagen
4. Waarom gingen zoveel mensen weg uit Europa?
a. Omdat er hongersnood was.
b. Omdat ze meer geld wilden verdienen.
c. Omdat het oorlog was.
d. Omdat er veel racisme was.
5. Vanuit welke stad vertrokken deze mensen?
a. Parijs
b. Londen
c. Antwerpen
d. Barcelona
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.76
6. Hoe vertrokken de migranten?
a. Met de boot
b. Met het vliegtuig
c. Te voet of met de fiets
d. Met paard en kar
7. Was de reis comfortabel?
a. Ja. Iedereen kreeg een bed en 3 maaltijden per dag.
b. Neen. De passagiers hadden bijna geen plaats, stonden en sliepen dicht op
elkaar.
c. Ja en neen. De rijke passagiers hadden een ticket voor een luxueuze eerste
klasse reis. De passagiers in tweede klasse stonden en sliepen dicht op
elkaar en hadden bijna geen lucht.
8. Wat namen de mensen mee op hun reis?
a. Een koffer per persoon
b. Een koffer per persoon en hun dieren (hond, kat, koe, paard, …)
c. Een beetje geld en verder niets
d. Al hun bezittingen (kleding, meubels, dieren, …)
9. Was het in die tijd gemakkelijk om te migreren?
a. Ja. Mensen konden in die tijd vrij reizen.
b. Neen. Je moest een geldig visum hebben.
c. Neen. Je moest gezond zijn en een paspoort hebben.
10. Hoeveel mensen gingen er in die periode weg uit Europa?
(meer dan 2 000 000)
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.77
BIJLAGE 11  STRAATINTERVIEW
STRAATINTERVIEW NR ……….
1. Bent u hier geboren?
JA
(ga naar vraag 2)
NEE (het interview stopt)
………………………………………………………………………………
2. Hoe heet jij?
3. Uit welk land kom je? ……………………………………………………………………….
4. Wanneer ben je naar België gekomen? ………………………………………………….
5. Waarom ben je naar België gekomen?
o
Om te werken.
o
Omdat het hier veilig is.
o
Om te trouwen.
o
…………………………..
6. Hoe ben je naar België gekomen? (kruis aan)
o
Auto
o
Vliegtuig
o
Boot
o
Te voet
o
Trein
o
Te voet
o
Vrachtwagen
o
……………….
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.78
7. Wat vind je moeilijk/gemakkelijk in België?
Moeilijk: …………………………………………………………………………………………..
Gemakkelijk: …………………………………………………………………………………….
8. Waar heb je Nederlands geleerd?
o
Op straat
o
Met vrienden en familie
o
Op het werk
o
Op school
o
Spreekt geen Nederlands
o
………………………………….
9. Ben je gelukkig in België?
Ja / Neen
Waarom wel / niet? ……………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………
10. Wil je later graag terug in je eigen land wonen?
o
Ja
o
Neen
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.79
BIJLAGE 12  CONCLUSIES STRAATINTERVIEWS
Hoeveel mensen heb je geïnterviewd? ...............
Vraag 1 - Hoeveel mensen komen uit ...?
Europa
Afrika
Amerika
Azië
Oceanië
Vraag 5 - Hoeveel mensen zijn naar België gekomen ...?
om te werken
omdat het hier veilig is
om te trouwen
andere reden
Vraag 6 - Hoeveel mensen zijn naar België gekomen ...?
met de auto
met het vliegtuig
met de boot
met de trein
te voet
met de vrachtwagen
andere
=> Resultaat: De meeste mensen zijn …………………………… naar België gekomen.
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.80
Vraag 8 - Hoeveel mensen hebben Nederlands geleerd ...?
op straat
met vrienden of familie
op het werk
op school
spreken geen Nederlands
=> Resultaat: De meeste mensen hebben …………………………… Nederlands geleerd.
Vraag 9 - Hoeveel mensen zijn gelukkig/niet gelukkig in België?
Gelukkig
Niet gelukkig
=> Resultaat: De meeste mensen zijn …………………………… in België.
Vraag 10 - Hoeveel mensen willen ooit terug in hun eigen land wonen?
Wel
Niet
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.81
Lespakket voor RG 1.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.82
LESPAKKET VOOR RG 2.1 en 2.2

DOOR JES LEYSEN
(m.m.v. Joyce Peeters)
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.83
INHOUD LESPAKKET RG 2.1 EN 2.2
DEEL 1  OPWARMER. DE WERELD IN DE KLAS
DEEL 2  KOMEN EN GAAN. VAN STATION NAAR STATION
STATION 1: HET VERHAAL VAN YUSUF EN EVA
STATION 2: FRAGMENT UIT HET LIED VAN LOT (STEF BOS)
STATION 3: POËZIE/TEKST – MIGRATIEGEDICHTJES
STATION 4: INFORMATIE – RED STAR LINE
DEEL 3  AFSLUITEN
BIJLAGEN
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.84
DEEL 1  OPWARMER – DE WERELD IN DE KLAS
(bron: De slaper en andere verhalen/Wablieft  stap 8)
Lesduur
20 minuten
Werkvorm
Individueel en klassikaal
Lesdoelen
Schrijven
De cursisten kunnen informatie over kenmerkende dingen/personen van hun land beknopt
noteren.
Lezen/spreken
De cursisten kunnen aan de hand van de informatie en eventuele extra vraagstelling het
correcte land en de naam van een medecursist aan de informatie koppelen.
Materiaal
Een enveloppe voor iedere cursist om de productjes uit de stations in te verzamelen.
Kaartjes om info te noteren.
Wereldkaart
Kaartjes/vlaggen/etiketjes met de namen van de cursisten om op de wereldkaart te hangen.
Lesverloop
Iedere cursist krijgt een enveloppe om de producten uit de verschillende stations in te
verzamelen.
De cursist zet zijn naam op de enveloppe. We kijken al even naar de foto’s die op de
enveloppe gekopieerd werden: het Red Star Line busje van de Red Star Line rederij.
Wie weet hier iets over? (De docent geeft nog geen extra uitleg over de bus op dit punt)
De cursist krijgt een kaartje en noteert 1 of 2 bekende personen en 1 of 2
bekende/kenmerkende dingen uit het land van herkomst. De cursist schrijft zijn/haar naam –
land niet op het kaartje.
De docent haalt de kaartjes op (zonder naam en zonder vermelding van het land) en deelt ze
opnieuw uit. De docent zorgt ervoor dat de cursisten een kaartje van een andere cursist
krijgen.
Tip: haal eerst de kaartjes op van de ene klashelft en daarna van de andere klashelft. Wissel
de stapels, zo heb je weinig kans dat toch iemand zijn eigen kaartje terugkrijgt.
Klassikaal: Van welke cursist heb jij het kaartje? Over welk land gaat het?
De docent noteert de naam van de cursist en het jaar dat de cursist naar België is gekomen
bij op het kaartje en hangt het kaartje op de wereldkaart.
Als op die manier de wereldkaart dreigt te verdwijnen onder de kaartjes, kan de docent ervoor
opteren om de kaartjes rond de wereldkaart te hangen en met pijlen te werken vanuit de
desbetreffende landen naar de kaartjes van de cursisten.
Tip: als er meer dan 12 cursisten in de klasgroep zitten, kan de docent de cursisten eerst snel
in duo’s laten overleggen van wie ze het kaartje hebben. Zo wordt de klassikale fase korter.
Product
Het kaartje met de namen van bekende/kenmerkende personen of dingen uit het herkomstland komt
op het einde van het lesblok in de Red Star Line enveloppe.
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.85
DEEL 2  KOMEN EN GAAN. VAN STATION NAAR STATION
Lesduur
120 minuten
Werkvorm
Rotatie met 4 groepen: 4x30 min. Verdeel de klas in 4 groepen.
Groep 1 start in station 1, groep 2 in station 2, groep 3 in station 3, groep 4 in station 4.
Na 30 minuten wordt er doorgeschoven. Groep 1 naar station 2, groep 2 naar station 3, enz.
Na 120 minuten zouden de 4 groepen ook de 4 stations bezocht moeten hebben.
Alternatieve werkvorm
Rotatie met 3 groepen: 3x30 min. Het derde station met de poëzie vervalt.
Zo blijft er op het einde van de les meer tijd om eventueel klassikaal naar een paar verhalen van
cursisten te luisteren.
De docent regisseert het geheel en kijkt na of de cursisten de opdrachtenbladen begrijpen en of ze
ook effectief aan een productje werken.
De docent zorgt er ook voor dat voor het doorschuiven, de materialen van de stations ordelijk worden
achtergelaten zodat een volgende groep zonder problemen aan de slag kan.
Materiaal
zie elk station apart
de Red Star Line enveloppe waarin de cursisten hun producten verzamelen
opdrachtenblad per station (bijlage 2)
1 of 2 computers om in station 4 videofragmenten te bekijken of OLC of computerklas
3 mp3-spelers + oortjes (met 2 cursisten aan 1 set oortjes) of Cd-speler of internetcomputer
voor station 2
We vrezen dat het geluid in station 2 en 4 in eenzelfde lokaal storend kan zijn, vandaar dat we pleiten
voor mp3, maar station 2 met het liedje kan evt. ook ingericht worden in de gang met een cd-speler.
Indien er gebruik kan gemaakt worden van een OLC is er natuurlijk geen enkel probleem. Dan
verloopt alles via de computers en oortjes.
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.86
STATION 1: HET VERHAAL VAN YUSUF EN EVA
Doelen
Lezen (strategie)
De cursisten kunnen gegevens uit informatieve teksten over migratieverhalen sorteren en
koppelen aan bijbehorende afbeeldingen.
Schrijven
De cursisten kunnen naar analogie van de voorbeelden uit de strategische leesoefening, zelf
korte informatieve tekstjes schrijven over hun eigen migratiesituatie.
Materiaal
Opdrachtenblad 1 (bijlage 2 – opdrachtenblad station 1)
Hand-out station 1 (bijlage 1 hand-out station 1)  1 pagina per cursist met daarop de 3
kaartjes voor station 1.
‘In mijn land’: __________________________________________
‘Onderweg naar België’: _________________________________
‘In België’: ____________________________________________
uit pdf HBI_panelen telkens twee maal kopiëren op A3  Yusuf Özer en Eva Vergaelen
Yusuf: http://www.nt2antwerpen.be/files/pdf/verhalenbus/panelen/HBI_paneel%20yosef.pdf
Eva: http://www.nt2antwerpen.be/files/pdf/verhalenbus/panelen/HBI_paneel_eva.pdf
1 kopie = sleutel (bijlage 4)
1 kopie  het label met de persoonsgegevens van Eva en Yusuf, de titel en de lead uit de
poster knippen. Deze gegevens in enveloppe met nummer 1 steken.
station 1: Eva Vergaelen 
foto’s: Link: http://www.nt2antwerpen.be/foto_s_eva_vergaelen_lespakket_wie_ben_ik
tekstjes (bijlage 3).
Foto’s en losgeknipte onderschriften in enveloppe met nummer 2 steken.
Tip: Schrijf op elke foto en op elk strookje met tekst het nummer van de enveloppe, anders
raken de materialen in de war.Station 1: Yusuf Özer 
foto’s: Link: http://www.nt2antwerpen.be/lespakket_wie_ben_ik___rg_2_1_en_2_2 (Ozer 1- 6)
tekstjes (bijlage 4).
Foto’s en losgeknipte onderschriften in enveloppe met nummer 3 steken.
Tip: Schrijf op elke foto en op elk strookje met tekst het nummer van de enveloppe, anders
raken de materialen in de war.
Lesverloop
De cursisten krijgen enveloppe 1. Daarin zitten de namen en de labels met gegevens van
Yusuf en Eva. In de enveloppe zitten ook de titels, de leads. De cursisten lezen de gegevens
en leggen de titel, de lead en het label bij de correcte naam.
Vervolgens krijgen ze opnieuw twee enveloppen: 2 en 3. In enveloppe 2 zitten de losse foto’s
en losse onderschriften van Eva. De cursisten koppelen de onderschriften en foto’s.
In enveloppe 3 zitten de losse foto’s en onderschriften van Yusuf. Dezelfde werkwijze.
Als dat gelukt is krijgen ze de volledige posters te zien en kunnen ze vergelijken.
Nu krijgt iedere cursist de hand-out met daarop 3 kadertjes. Ze bekijken nogmaals de foto’s
van Eva en Yusuf en denken na over foto’s (echte of beelden in hun hoofd). Als de cursisten
echte foto’s hebben, kunnen ze die gebruiken om notities bij te maken.
Op de hand-out noteren de cursisten belangrijke momenten uit hun leven. (cf. onderschriften
bij de foto’s van de tentoonstelling)
Tip: Als het schrijven niet wil vlotten kan je hen de opdracht geven om in elk kadertje één zin
te schrijven over iets wat goed/slecht was/is in hun land, onderweg en in België.
Product
De hand-out met zinnen over belangrijke momenten uit hun leven komen in de Red Star Line
enveloppe.
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.87
STATION 2: FRAGMENT UIT HET LIED VAN LOT (STEF BOS)
Doelen
Luisteren/lezen
De cursisten kunnen een liedje over migratie, ondersteund met de lyrics, globaal begrijpen en
uit een lijst met een opsomming van verschillende gevoelens, die emotie(s) selecteren die
volgens hen in het lied zit(ten).
Attitude
De cursisten willen uit de lijst met gevoelens eigen emoties over eigen migratie selecteren en
op hun hand-out bevestigen.
Materiaal
Liedje Stef Bos: http://www.youtube.com/watch?v=_JrMf72B1WY&feature=related
Hand-out station 2 uit hand-outs (bijlage 1)
De hand-out van station 2 heeft op de voorkant een korte intro tot het lied: waarover gaat het?
Vervolgens staat er de link naar het internet en de tekst van het liedje (met een aantal
verklaringen).
Op de achterkant van de hand-out staat de vraag naar de emotie die in het lied zit + vraag
naar hun eigen emoties: In mijn eigen land – Onderweg naar België – In België.
Een blad met daarop kaartjes waarop verschillende emoties staan afgebeeld en
verwoord.(hand-out station 2 uit bijlage 1) Iedere cursist krijgt dit blad met alle kaartjes zodat
hij zelf een keuze kan maken. De kaartjes van hun keuze komen op de hand-out. Er staan ook
lege kaartjes die ze desgevallend nog kunnen invullen.
Lijm/nietjesmachines/scharen om de kaartjes met de emoties uit te knippen en op de hand-out
te kleven/te nieten.
Tip: in het OLC op de verschillende computers de links voor station 2 en station 4 op het
bureaublad beschikbaar zetten, zodat de cursisten maar moeten doorklikken.
Lesverloop
De cursisten krijgen een hand-out met een intro en de tekst van het liedje van Stef Bos en op
de achterkant van de hand-out plaats om de kaartjes met de emoties te kleven.
De cursisten lezen eerst de intro op de hand-out.
De cursisten luisteren minstens 2 keer naar het liedje (en lezen desgevallend de tekst op de
hand-out).
De cursisten kiezen op het blad met de emoties het kaartje (of: kaartjes) dat volgens hen het
best bij het liedje past. Ze knippen uit en bevestigen het kaartje (of de kaartjes) op de handout.
Dan denken ze na over de emoties die zij zelf hebben gevoeld of voelen toen ze in hun land
vertrokken, onderweg naar het nieuwe land en aangekomen in België. Ze knippen uit en
bevestigen opnieuw op de hand-out.
Ze mogen ook zelf emoties noteren. Er zijn lege kaartjes.
Product
De hand-out met het liedje en de kaartjes met de emoties komt in de enveloppe.
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.88
STATION 3 POËZIE/TEKST – MIGRATIEGEDICHTJES
Opmerking vooraf: Deze hoek kan je laten vallen, zo blijft er meer tijd over op het einde van het
lesblok om eventueel naar verhalen van cursisten te luisteren.
We laten het aan de inschatting van de docent om het wel of niet te proberen.
Bij het proefdraaien van het materiaal gaven de cursisten van 2.1 en 2.2 aan dat dit het moeilijkste
station is en dat 30 minuten kort is om zelf een tekst te schrijven. Toch hebben heel wat cursisten in
de proefgroepen fijne dingen geschreven bij het zintuiggedicht ‘België – Mijn land’.
Doelen
Lezen (‘literaire tekst’ / leesplezier)
De cursisten kunnen een aantal (poëtische) teksten over migratie lezen en globaal begrijpen.
Schrijven (creatief)
De cursisten kunnen een poëtische tekst die gepresenteerd wordt in een schrijfkader creatief
aanvullen.
Materiaal
(Bron: het Vreemde Gedicht 2010, Artikel Vonk poëzie)
15 gedichten uit het Vreemde Gedicht op A4 kaarten (bijlage 5 - gedichten station 3)
hand-out station 3 (uit bijlage 1 hand-outs) met daarop op de voorkant een invulgedicht en/of
op de achterkant twee zintuiggedichten die ze zelf kunnen aanvullen.
Lesverloop
Leg de kaarten met de verschillende gedichten in het groepje. De cursisten mogen een aantal
gedichten kiezen en lezen. Welk gedicht spreekt hen aan?
Ze nemen de hand-out voor station 3 en kiezen welk gedicht ze zullen aanvullen. Ze mogen
ook meerdere gedichten aanvullen.
Product
De hand-out met de aangevulde gedichten komt in de Red Star Line enveloppe.
Originele versie van het invulgedicht
Mijn gewonde land
In alle mooie gezichten zie ik je gezicht.
In alle magische ogen zie ik je oog.
In alle glimlachende lippen zie ik je charmante glimlach.
In het licht van de dag zie ik je licht en de zon schijnt van je gezicht.
In de engelachtige stemmen, in de meest prachtige muziek hoor ik je stem.
Je bent altijd en voor eeuwig in mijn hart.
Je stem in mijn oren, je naam op mijn tong: Irak, Irak, Irak.
Land van de beschaving, land van de uitdaging.
Ik huil om je vertrek als het huilen van de weeskinderen.
Ik mis je als de dorstige woestijn de regen mist.
Mijn gewonde land
Wanneer helen je wonden?
Wanneer doven je vuren ?
Ik hou van je, mijn gewonde land, ik hou van je.
Evan Fathulla Jassem, Irak
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.89
STATION 4: INFORMATIE – RED STAR LINE
Doelen
Luisteren / (ondersteunend) schrijven
De cursisten kunnen uit een informatief luisterfragment specifieke gegevens halen en de
gegevens noteren in de hand-out.
Spreken / (ondersteunend) schrijven
De cursisten kunnen de informatie uit het luisterfragment al sprekend vergelijken met de
informatie van een medecursist en indien nodig hun hand-out aanvullen.
Lesmateriaal
Beeldmateriaal
1) Landverhuizers – http://blip.tv/cvo-tv/red-star-line-landverhuizers-5229460 – eerste drie
minuten
2) Red Star Line van A tot Z deel 1 – http://blip.tv/cvo-tv/red-star-line-van-a-tot-z-deel-15229470 - eerste 3 minuten  Optioneel maken: enkel voor sterke groepen 2.2)
hand-out station 4 (bijlage 1 hand-outs station 4) met daarop een tekst over Red Star Line en
luistervragen voor de beeldfragmenten.
Tip: in het OLC op de verschillende computers de links voor station 2 en station 4 op het
bureaublad beschikbaar zetten, zodat de cursisten maar moeten doorklikken.
Luistervragen bij het fragment ‘Landverhuizers’ – 3 minuten
Link: http://blip.tv/cvo-tv/red-star-line-landverhuizers-5229460
Luister verschillende keren naar de eerste 3 minuten van het fragment
1. Waarom vertrokken de mensen naar Amerika?
- verdrukking (bv. Joodse mensen)
- armoede
- avonturiers
2. Wat controleerde men tijdens de medische controle?
- besmettelijke ziekten, bijvoorbeeld: oogziekten, cholera …
3. Hoe konden de landverhuizers aan informatie komen?
- gelezen in de plaatselijke krant
- over gehoord
- brieven van mensen uit Amerika aan de thuisblijvers
4. Waarover schrijven de mensen uit Amerika?
Over gewone dingen, bijvoorbeeld:
- de gezondheidstoestand van de mensen
- over het weer in Amerika
- over de hoop om eens terug te komen naar Antwerpen (bijvoorbeeld om te werken in
de nieuwe haven)
Er is niets te beleven in Amerika.
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.90
Optioneel voor heel sterke 2.2 groepen:
Luistervragen bij het fragment ‘Van a tot z deel 1’
Link: http://blip.tv/cvo-tv/red-star-line-van-a-tot-z-deel-1-5229470
Luister naar de eerste 3 minuten van het fragment
1. Hoeveel mensen verhuizen er op ongeveer 100 jaar tijd van Europa naar Amerika?
23 miljoen
2. Hoeveel van die mensen nemen een boot van de Red Star Line?
Meer dan 2 miljoen
3. Hoeveel procent landverhuizers komt terug naar Europa?
30%
4. Hoe lang duurde de tocht naar Amerika?
Vrij kort eigenlijk: 8 à 10 dagen
De cursisten luisteren eerst een paar keer en proberen individueel de hand-out in te vullen. Dan gaan
ze in duo’s hun oplossingen vergelijken en luisteren ze nogmaals.
Product
De hand-out komt in de Red Star Line enveloppe.
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.91
DEEL 3  AFSLUITEN.
Lesduur
20 minuten
Doel
Attitude/spreken
De cursisten willen aan de hand van de producten uit de verschillende stations hun
migratieverhaal vertellen.
Lesverloop
We bekijken nu de enveloppe waarin ze hun producten hebben verzameld. Daarop staat een foto van
Red Star Line affiche. Hier de link maken met de luisterfragmenten en de leestekst van station 4. Wat
hebben zij allemaal gehoord? Extra uitleg geven over het Red Star Line Museum.
We bekijken ook de foto van het busje (zie extra beeldmateriaal). We schetsen duidelijk het doel van
het busje  migratieverhalen verzamelen.
Sommige verhalen zullen in het museum gebruikt worden. Er is geen enkele verplichting om het
verhaal in het busje te vertellen.
Duidelijk uitleggen dat de producten die de cursisten in hun Red Star Line enveloppe hebben
verzameld voor de medewerkers van het busje een aanzet kunnen vormen om met de cursist te
praten.
Eventueel een paar cursisten een deel van hun verhaal laten vertellen aan de hand van hun
producten. Dit kan ook verschoven worden naar een volgend lesblok.
De cursisten die willen gaan dan naar het busje hun verhaal vertellen en anderen vertellen het – als
ze dat willen – in de klas.

Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.92
BIJLAGEN LESPAKKET RG 2.1 EN 2.2
BIJLAGE 1HAND-OUTS
BIJLAGE 2OPDRACHTENBLADEN STATIONS
BIJLAGE 3TEKSTJES STATION 1 – EVA VERGAELEN
BIJLAGE 4TEKSTJES STATION 1 – YUSUF ÖZER EN SLEUTEL
BIJLAGE 5GEDICHTEN STATION 3
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.93
BIJLAGE 1 HAND-OUTS
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.94
HAND-OUT STATION 1 KAARTEN
In mijn land
___________________________________________________________________
_______________
___________________________________________________________________
________________
___________________________________________________________________
________________
___________________________________________________________________
________________
Onderweg naar België
___________________________________________________________________
________________
___________________________________________________________________
________________
___________________________________________________________________
________________
___________________________________________________________________
________________
In België
___________________________________________________________________
________________
___________________________________________________________________
________________
___________________________________________________________________
________________
___________________________________________________________________
________________
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.95
HAND-OUT STATION 2  ‘HET LIED VAN LOT’ (ZANGER: STEF BOS)
Intro
Dit liedje gaat over een vrouw. Ze heet Lot. Ze gaat weg uit haar land.
Haar stad is kapot. De huizen zijn kapot. Haar stad is een ruïne.
Maar weggaan is moeilijk. Ze twijfelt: zal ze echt weggaan? Of zal ze toch blijven?
Ze staat op een grens. Een grens tussen het leven in haar land en het nieuwe land
en tussen haar leven vroeger en haar nieuwe leven. Ze wil in een ander land
opnieuw beginnen.
Ze heeft geen toekomst meer in haar eigen land, maar ze houdt ook van haar land.
Klik op deze link: http://www.youtube.com/watch?v=_JrMf72B1WY&feature=related.
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.96
Opdracht:
Luister één of 2 maal goed naar het liedje. Je krijgt de tekst.
Welke emotie zit in het liedje?
Het Lied van Lot – Stef Bos
Ik sta op de grens van vroeger en later
Voor mij een ruimte die ik nog niet ken
Achter mij alles wat ik achter moet laten
Ik sta hier met niets meer dan alleen wie ik ben
Ik maak van wat was een veilige haven
Al heb ik die stad daar al tijden vervloekt
Toch lukt het me niet het verleden te laten
Voor dat wat het is: een gesloten boek
En als ik nu omkijk ben ik verloren
(grens = lijn tussen landen)
(ruimte= plaats)
(achterlaten = niet kunnen
Meenemen)
(Ik heb niets meer. Ik heb
alleen mezelf.)
(veilige haven=hier: goede
plaats)
(vervloeken= lelijke dingen
zeggen)
(Ik moet aan vroeger denken)
(een gesloten boek= een
verhaal dat gedaan is)
(omkijken=naar achter kijken)
(verloren zijn=kwijt zijn /hier: ik
weet niet wat ik moet doen)
Maar iets houdt me tegen om verder te gaan
Als ik nu omkijk dan blijf ik voor altijd
Gevangen in alles wat niet meer bestaat
(gevangen = vastzitten)
En al zou ik ook teruggaan, er is niets meer over
Ik weet het en toch ligt de twijfel nog dwars
Al vind ik niet meer dan ruïnes en spoken
(ruïnes=kapotte gebouwen,
huizen)
spoken=
Het laat me niet los, wat houdt mij nog vast
Ik kan nog niet breken met dat wat voorbij is
Ik woon in mijn dromen nog steeds waar ik was
(Ik kan vroeger niet vergeten)
(dromen doe je ’s nachts in je
bed)
Ik sta op de grens van vroeger en later
En achter mij ligt daar een brandende stad
branden=
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.97
Welke emotie past bij dit liedje?
Kies een kaartje. Kleef het kaartje op dit papier.
Welke emotie voelde jij? Kies nog kaartjes met emoties of schrijf je emoties op.
 In je land?
 Onderweg naar België?
 In België?
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.98
verdrietig
gelukkig / content
ongelukkig / niet content
het gaat prima
bang / angstig
boos
afscheid nemen
veel zorgen in je hoofd
denken aan gezin / familie
slechte dingen denken
goede dingen denken
niet weten wat je moetdoen
genieten
hard roepen
samen lachen
mensen missen
vrienden maken
twijfelen: ja? Nee?
ongeduldig / hoe lang nog?
verliefd
troosten
blij weerzien
studeren
___________________
____________________
_____________________
___________________
_____________________
_____________________
er niet bij horen
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.99
HAND-OUT STATION 3  POËZIE
Opdracht: Kies zelf woorden en schrijf ze in de tekst.
Mijn .............................................. land!
In alle mooie gezichten zie ik je gezicht.
In alle magische ogen zie ik je oog.
In alle .............................................. zie ik je
..................................................................................
In het licht van de dag zie ik je licht en de zon schijnt van je gezicht.
In .............................................. hoor ik je stem.
Je bent altijd en voor eeuwig in mijn hart.
Je stem in mijn oren, je naam op mijn tong:
...................................................................................
Land van .............................................. , land van
.........................................................................
Ik huil om je vertrek als het huilen van de
......................................................................................
Ik mis je als
……………………………………………………………………………………………….
Mijn .............................................. land
Wanneer
…………………………………………………………………………………………………?
Wanneer
…………………………………………………………………………………………………?
Ik hou van je, mijn ..............................................land, ik hou van je.
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.100
België …
Mijn land …
Ruikt als boerenjasmijnen tussen korenbloemen
in een vaas op de tuintafel.
Ruikt als ………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………….
Voelt als de armen van mijn kinderen.
Voelt als ………………………………………………………………………
Ziet eruit als de bollen van het atomium en
oude mensen op een elektrische fiets.
Ziet eruit als …………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………….
Smaakt als een puntzak frieten met stoofvlees
en tartaarsaus.
Smaakt als ……………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………..
Klinkt als ‘twee meisjes op het strand’ van
de zanger Raymond van het Groenewoud.
Klinkt als………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………….
Nederlands (Rose en Joëlle, 2.3 CVO KHN Brussel)
Mijn taal …
Smaakt als wit koud bier met citroen.
Smaakt als ……………………………………………………………………
Het klinkt als het lawaai van de mosselschelpen
op de Vlaamse feesten.
Klinkt als ……………………………………………………………………...
………………………………………………………………………………….
Het voelt als het zand van de Noordzee.
Voelt als ………………………………………………………………………
Het ziet eruit als een regenboog.
Ziet eruit als ………………………………………………………………….
Het ruikt als smoutebollen.
Ruikt als ………………………………………………………………………
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.101
HAND-OUT STATION 4  RED STAR LINE
© Zicht op s/s Belgenland II van op Linkeroever (ca. 1925), foto,
collectie MAS | Nationaal Scheepvaartmuseum
Op het einde van de 19de eeuw is het moeilijk in Europa.
Niet alleen in België, maar ook in veel andere landen.
Er is oorlog, slechte politiek en slechte economie. De mensen zijn arm.
Veel mensen vluchten. Ze willen weg uit hun land.
In Amerika is er veel werk, dus willen de mensen naar Amerika.
Zij willen een nieuw leven beginnen met hun familie.
In Antwerpen is er een grote haven. Er varen grote boten van Antwerpen naar
Amerika en Canada.
Er komen mensen uit heel Europa naar de haven van Antwerpen.
Zij kopen een ticket naar Amerika bij de Red Star Line.
Tussen de jaren 1843 en 1930 verhuizen 23 miljoen mensen uit Europa naar
Amerika.
Heel veel mensen nemen de boot van de Red Star Line.
Er zijn plaatsen voor rijke mensen en ook voor arme mensen.
De arme mensen moeten beneden in de boot. De rijke mensen boven.
Zieke mensen mogen niet mee. Veel mensen blijven dan maar in Antwerpen.
Op de plaats waar de mensen op de boot stapten, komt in 2012 een museum:
Het museum brengt verhalen van mensen die van hun land verhuizen naar een
ander land.
Het zijn verhalen van vroeger, maar ook van vandaag.
De naam van het museum is: Red Star Line.
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 102
© Red Star Line. Triple-Screw Belgenland. 27.200 Tons, prentbriefkaart, collectie MAS -| Nationaal Scheepvaartmuseum
Luistervragen bij het fragment ‘Landverhuizers’
Link: http://blip.tv/cvo-tv/red-star-line-landverhuizers-5229460
Luister naar de eerste 3 minuten van het fragment.
1.
Waarom vertrokken de mensen naar Amerika?
…………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
2.
Wat controleerde men tijdens de medische controle?
…………………………………………………………………………………………………
3.
Hoe konden de landverhuizers aan informatie komen?
…………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
4.
Waarover schrijven de mensen uit Amerika?
…………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 103
Luistervragen bij het fragment ‘Van a tot z deel 1’
Link: http://blip.tv/cvo-tv/red-star-line-van-a-tot-z-deel-1-5229470
Luister naar de eerste 3 minuten van het fragment.
1.
Hoeveel mensen verhuizen er op ongeveer 100 jaar tijd van Europa naar
Amerika?
…………………………………………………………………………………………………
2.
Hoeveel van die mensen nemen een boot van de Red Star Line?
…………………………………………………………………………………………………
3.
Hoeveel procent landverhuizers komt terug naar Europa?
…………………………………………………………………………………………………
4.
Hoe lang duurde de tocht naar Amerika?
…………………………………………………………………………………………………
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 104
BIJLAGE 2 OPDRACHTENBLADEN
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 105
OPDRACHTENBLAD  STATION 1
1. Open omslag nummer 1.
Je vindt hierin informatie over 2 personen: Yusuf en Eva.
Leg de informatie bij de juiste persoon.
2. Open de omslagen 2 en 3.
Je vindt hierin foto’s en kleine tekstjes van Yusuf en Eva.
Leg de foto’s en tekstjes samen en leg ze dan bij de juiste persoon.
3. Neem de posters. Vergelijk jullie oplossingen met de posters.
4. Neem de hand-out station 1:
 In mijn land
 Onderweg naar België
 In België
Kijk nog eens naar de tekstjes van Yusuf en Eva bij de foto’s.
Schrijf nu zelf één of meer tekstjes over jouw leven op de hand-out.
Steek de hand-out in de enveloppe.
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 106
OPDRACHTENBLAD  STATION 2
1. Neem de hand-out station 2.
Lees eerst de intro bij het liedje.
Luister 1 of 2 keer goed naar het liedje.
Je hoeft niet alles te begrijpen. Je vindt de tekst op de hand-out. Je kan de tekst
lezen terwijl je luistert.
Welke emotie zit in het liedje?
Misschien wel meer dan 1 emotie?
2. Neem het blad met kaartjes met emoties, een schaar en lijm (of
nietjesmachine).
Wat is jouw opinie?
Kies een kaartje met de emotie die volgens jou in het liedje zit.
Knip het kaartje uit en maak het vast op de hand-out.
3. Denk na over jouw emoties. Wat heb jij gevoeld
 toen je wegging uit je land?
 toen je onderweg was naar het nieuwe land?
 toen je aankwam in België?
Knip de gepaste emoties uit en maak ze vast op de hand-out.
Er zijn ook lege kaartjes, je kan er zelf een emotie op schrijven.
Steek de hand-out in de enveloppe.
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 107
OPDRACHTENBLAD  STATION 3
Op de tafel liggen allemaal kaarten met teksten. Op elke kaart staat een tekst. Het
zijn teksten van mensen die ook geëmigreerd zijn.
Ze komen uit een boekje: ‘Het vreemde gedicht 2010’.
1. Kies en lees een paar teksten.
Welke tekst vind je goed?
2. Neem de hand-out station 3.
Je ziet teksten, maar ze zijn niet af.
Jij mag één of meer teksten verder afmaken.
Zoek woorden die jij passend vindt en schrijf ze in de tekst.
Zo wordt het jouw tekst.
Steek de hand-out in de enveloppe.
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 108
OPDRACHTENBLAD  STATION 4
1. Neem hand-out station 4. Lees de tekst over de Red Star Line.
2. Kijk en luister naar 1of 2 videofragmenten. Je mag verschillende keren kijken
en luisteren.
 Klik eerst op ‘Landverhuizers’ en luister ongeveer 3 minuten.
Los de vragen op.
 Klik dan op ‘A tot Z deel 1’ en luister ongeveer 3 minuten.
Los de vragen op.
3. Vergelijk jouw oplossingen met die van een collega en vul je hand-out
verder aan.
Je kan natuurlijk nog eens opnieuw luisteren.
Steek de hand-out in de enveloppe.
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 109
BIJLAGE 3 TEKSTJES STATION 1 – EVA VERGAELEN
Melancholie: zonsondergang, Citadel, Caïro
Stuurloos dobberen: Lake Qarun, Fayoum
Bruine papa met blankgele mama met kindjes: tekening van dochter Lina
Ik op de Leopold, een Belgisch marineschip op doorvaart, Suez
Ik aan de computer, aan het skypen met mijn moeder in België
Heimwee naar de vertrouwde koude: Malmédy
Verlangen naar geborgenheid: vader en dochter Dahab
Mama in haar tuin, aan het beeld ‘Zwangere dochter’, gemaakt door moeder en
kunstenares Mariette Coppens
Egyptische visjes kijken: dochter Nora in het aquarium van de Antwerpse Zoo
Telkens afscheid nemen van de stad waarvan ik hou: dochter Lina in een speeltuin
aan de Schelde op Linkeroever, Antwerpen.
Wachten aan de bushalte in de Sinaï woestijn
Foto van dochter Lina aan de Noordzee op de kast, thuis in Caïro
Schrijven als pijnstiller: een verlaten tikmachine op een binnenplaats in Damascus,
Syrië
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 110
BIJLAGE 4TEKSTJES STATION 1 YUSUF ÖZER EN SLEUTEL
Een klasfoto van Elif haar school in de Offerandestraat. Op korte tijd is er veel
veranderd. Mijn dochter Elif was toen nog de enige ‘allochtoon’ in de klas. Nu ziet de
verhouding autochtoon/allochtoon er wellicht helemaal anders uit.
Verjaardagstaart eten en kaarsjes uitblazen. Onze kinderen waren voor ons
onbedoeld gidsen die ons wegwijs maakten in deze samenleving.
Mijn kleindochters Semma en Ayda. Meer en meer zullen onze kinderen (kinderen
van migranten) een essentiële bijdrage leveren aan onze samenleving.
Drie van mijn dochters hebben een relatie met een Belgische man. Daar heb ik
totaal geen problemen mee.
Elif, derde van links bovenaan. Carnaval, wat was carnaval in hemelsnaam? En zie:
mijn dochter als punkster met een pintje in haar hand – had ze helemaal zelf
verzonnen.
Ik laat mijn kinderen vrij in hun keuzes, ongeacht wat de familie ervan denkt.
Sleutel
Özer 1: Verjaardagstaart eten en kaarsjes uitblazen. Onze kinderen waren voor ons
onbedoeld gidsen die ons wegwijs maakten in deze samenleving.
Özer 2: Elif, derde van links bovenaan. Carnaval, wat was carnaval in hemelsnaam?
En zie: mijn dochter als punkster met een pintje in haar hand – had ze helemaal zelf
verzonnen.
Özer 3: Een klasfoto van Elif haar school in de Offerandestraat. Op korte tijd is er
veel veranderd. Mijn dochter Elif was toen nog de enige ‘allochtoon’ in de klas. Nu
ziet de verhouding autochtoon/allochtoon er wellicht helemaal anders uit.
Özer 4: Ik laat mijn kinderen vrij in hun keuzes, ongeacht wat de familie ervan denkt.
Özer 5: Drie van mijn dochters hebben een relatie met een Belgische man. Daar heb
ik totaal geen problemen mee.
Özer 6: Mijn kleindochters Semma en Ayda. Meer en meer zullen onze kinderen
(kinderen van migranten) een essentiële bijdrage leveren aan onze samenleving.
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 111
BIJLAGE 5  GEDICHTEN STATION 3
MIJN LAND
Oh mijn land …
Ik mis het echt.
Elke dag heb ik heimwee.
Elke nacht droom ik erover.
Oh mijn land…
Ik mis mijn land.
Ik mis elke straat.
Ik mis alles.
Oh mijn land…
Ik mis mijn familie.
Mijn vrienden, mijn school en …
mijn alles. Maar
ik heb hier een nieuw leven gevonden.
Daarom moet ik gewoon verder met mijn leven.
Siham Kohout, Marokko
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 112
IK BEN CHAMA
Chama is een vrouw.
Ik ben Chama
Ik ben een Marokkaanse vrouw.
Ik ben Chama
Ik ben een vrouw als andere vrouwen.
Ik ben Chama
Ik ben een landverhuizer-vrouw
Ik ben Chama
Soms blij en soms kwaad.
Ik ben Chama
Ik hou van vrienden.
Ik ben Chama
Ik hou van Site.
Ik ben Chama
Ik hou van de wereld.
Ik ben Chama…!
Chama Lechhab, Marokko
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 113
Nieuwe taal
Nieuwe mensen
Een nieuw appartement,
Nieuwe meubels
Alles is nieuw…
Maar???
Vergeten we de ouders?
Vergeten we de zussen?
Vriendinnen en familie?
Alles is nieuw…
Maar???
Pijn, pijn, pijn
Pijn in het hart
Alles is donker en grauw
Ik mis mijn familie
Ik mis mijn vrienden
Ik mis mijn spulletjes
Ik heb heimwee
Pijn, pijn, pijn
Terug naar mijn familie?
Terug naar mijn oude leven?
Ik weet het niet
Ik voel me verloren in dit nieuwe leven
Kwijt, kwijt, kwijt…
Ayadi Naoual, Marokko
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 114
IK BEN EN IK
Ik heb een vraag,
Ik heb een vraag,
Wie (ben) ik?
Wie (ben) ik?
Jij bent Jeevan.
Jij bent Jeevan.
Nee, nee;
Nee, nee;
Dat ben ik niet;
Dat is mijn naam.
Wie (ben) ik?
Wie (ben) ik?
Jij bent een man.
Jij bent een man.
Nee, nee;
Nee, nee;
Dat ben ik niet
Dat is mijn geslacht.
Wie (ben) ik?
Wie (ben) ik?
Jij bent tamil.
Jij bent tamil.
Nee, nee;
Nee, nee;
Dat ben ik niet;
Dat is mijn taal.
Wie (ben) ik?
Wie (ben) ik?
Jij bent hindu.
Jij bent hindu.
Nee, nee;
Nee, nee;
Dat ben ik niet;
Dat is mijn religie.
Wie (ben) ik?
Wie (ben) ik?
Jij bent afwasser.
Jij bent afwasser.
Nee, nee;
Nee, nee;
Dat ben ik niet;
Dat is mijn werk.
Wie (ben) ik?
Wie (ben) ik?
Jij bent een mens.
Jij bent een mens.
Nee, nee;
Nee, nee;
Dat ben ik niet;
Dat is mijn lichaam.
Zeg het maar,
Zeg het maar,
Wie (ben) ik?
Wie (ben) ik?
Jeevakumar Rajah,
Sri Lanka
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 115
De tijd is gekomen, waar ik
zo op gehoopt en gewacht heb.
Het is tijd voor hoop en dromen,
een tijd vol met licht.
Ik kwam aan, ik kwam aan!
Ik weet niet of dit de plek is waar
ik wilde aankomen,
maar ik weet
dat ik er ben, hier in het verre buitenland.
Het buitenland dat gevuld is met
hoop en dromen, het buitenland dat
gewenst is door de arme landen.
Is dit het, is dit wat ik me voorstelde,
is dit mijn buitenland, ik weet het niet.
Ik weet dat ik hier ben en dat dit
een nieuw begin is, een begin
gevuld met veel hoop en dromen!
Klement Ivanchev, Bulgarije
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 116
Bangkok
Nu veel lawaai
Maar toen ook
Een beetje anders
Nog niet horen
Nog een beetje ver weg
Maar ik wist het: “Ik wil hier weg”
Want niet goed
Zeker
Heel veel geld
Voor een beetje mensen
Dan voor de eerste keer
Regen
En Nederlands
Ik was blij
Mijn hart open
Open voor België
Sencham Bayan, Thailand
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 117
Twee honden
In Turkije
Ze hadden elkaar
En ze hadden mij.
We waren samen zo gelukkig.
Toen was er een schot
En bloed in de straat.
Een hond was dood
Toen, kon ik nog,
Samen huilen.
Enkele maanden later
Stond ik daar nog helemaal
Alleen met mijn tranen
Een tweede kogel
Een tweede dode hond.
België!
Wat is dit een zalig land.
Voor dieren.
Maar ook vooral
Voor de mensen.
Gürbüz Hayri, Turkije
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 118
Somalië
Mogadishu
Vier dagen geleden
Een bom
In moskee
40 dood
80 met pijn naar ziekenhuis
Ik kijk hier TV
Beter hier
Rustig wenen
Mohamed Hussein Omar, Marokko
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 119
Ik kom uit Bulgarije.
Mijn man werkt hier.
Ik woon niet graag apart.
Ik kom met mijn zoon
met de auto.
Hij zit rustig
in de auto.
Hij is rustig
mijn zoon. Shshshsht
Ik hou van een mooi appartement.
Mijn living is in een rustige straat
Dichtbij het park,
ik speel graag met mijn zoon in het park.
Zo is het goed
Zo is het goed
Ik hou nog van Nederlands spreken.
Het is heel belangrijk voor mij.
In België
Ik ga graag naar de les
Mijn lerares is heel vriendelijk.
Nedime, Bulgarije
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 120
ik zit op het strand
ik denk aan jou
ik wacht op de dag
dat ik naar jou kom
ik wil je zien
ik wil je kennen
ik ben hier
maar ik wacht op de dag
om naar daar te kunnen
ik heb mijn land Portugal
achtergelaten
met de hoop op mijn
aankomst naar jouw België
jij bent het land
van goede chocolade
Teresa, Portugal
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 121
Ik
Wil graag
Een klein
Wit huisje
Met een
Raam
Raam
Raam
Met een
Groene tuin
Ik hou van rode rozen
In België zijn mooie bloemen
Bloemen bloemen
In Congo Kinshasa
Gouden oorbellen
En ringen
Nu ben ik hier
En kom ik zingen zingen zingen
Marie, Congo
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 122
Ik hou van mijn klein appartementje
Ik hou van mooi weer in België
Ik hou van lekker eten maken
Taart of tomatensoep met balletjes
Mijn zoon speelt buiten op straat straat straat
Mijn lieve dochter helpt mee mee mee
Ik hou van veel babbelen babbelen
Met vrienden in de klas
Of op straat
Movlathan Malgieva, Kazakstan
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 123
DE AANKOMST
Heel goed Antwerpen centraal station
o
o het is mooi
mooi station
Oude, oude hoofdstad Brussel
In de winter
Het sneeuwt
Is mooi
Nee, nee het is koud weer
Zoo, zoo
Bezoek
veel mensen
het is belangrijk kijken
goed, goed zoo goed
Mooi, mooi
zoo mooi
Ja, België is goed
vriendelijke mensen
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 124
DE AANKOMST
De eerste keer, alles is nieuw voor mij.
Allez, ik ben toerist!
Nee grapje.
Dat was vroeger.
Nu kan ik alles doen.
Een nieuw leven
Begin.
Ik ga de eerste keer nooit vergeten.
De eerste keer is super plezant.
Ik hou van de kou,
Heel anders dan in Brazilië.
Maar ik ben blij met alle plaatsen waar ik ga
Met mijn vrouw of met mijn familie.
België voor mij is een mooi land.
Ik vind dat wel.
Ik blijf hier voor een lange tijd.
Hier ga ik proberen
Mijn leven
Als een man getrouwd
Sauir Ariellas, Brazilië
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 125
Irak is mooi
Irak is rijk
Irak heeft altijd een probleem
Mensen kennen Irak van oorlog
Vele kinderen hebben dode vaders
Maar de mensen zijn altijd blij
Irak is zoals België
2 talen
Noord-Irak spreekt Koerdisch
En
Zuid-Irak spreekt Arabisch
Ik ben heel blij in België
Maar ik mis
Altijd
Mijn familie en vrienden
Ik hoop
Dat alle problemen snel verdwijnen
Ik wil graag een kleine familie
hier
en
blijven
Ik moet goed Nederlands leren
Iedereen wil ik begrijpen
België
is toch mijn tweede land
Abdellah Abdelsalam Satar, Irak
Lespakket voor RG 2.1 en 2.2 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p. 126
LESPAKKET VOOR RG 2.3 EN 2.4

DOOR NELE VANHEX EN ADRIANE LEILICH
Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen
INHOUD LESPAKKET RG 2.3 EN 2.4
DEEL 1INTRODUCTIE: ‘DE GROTE MEERPAAL’ + DE LANDVERHUIZERS
DEEL 2DE MIGRATIECARROUSEL
HALTE 1. AMERIKAANSE DROOM BEGON IN ANTWERPEN
HALTE 2. DE BOOT
HALTE 3. STELLINGEN BESPREKEN EN MENING GEVEN
HALTE 4. PERSOONELIJK MIGRATIEVERHALEN
DEEL 3NABESPREKING + BUS + HUISWERK
DEEL 4VERHALENBUS
BIJLAGEN
Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.128
DEEL 1INTRODUCTIE: ‘DE GROTE MEERPAAL’ + DE LANDVERHUIZERS
Lesduur
40 minuten
Werkvorm
Individueel en klassikaal, luisteroefening, klasgesprek
Materiaal
Filmpje - Publiek geheim ‘Alain Pels en de grote meerpaal’
http://www.youtube.com/watch?v=oZUcqQzli6Q
Opdrachtenblad deel 1 luisteroefening (bijlage 2)
Filmpje de Landverhuizers (COBRA)
http://www.cobra.be/cm/cobra/cobra-mediaplayer/kunsten/1.684833
Doel
De cursisten kunnen specifieke info halen uit een authentieke bron (filmpje).
Lesverloop
De leerkracht toont een grote afbeelding van een meerpaal/of inleidend stukje film. De vraagjes
worden klassikaal besproken.
1. Wat is dat? Hoe heet het?
2. Waar ligt zo’n meerpaal? (leerkracht brengt woord kaai/kade aan)
3. Wat kan je ermee doen?
4. Waarom is deze meerpaal zo groot, volgens jullie?
De cursisten bekijken het filmpje (zonder opdrachtenblad).
De vragen worden samen overlopen en de cursisten bekijken het filmpje nog eens en vullen de
vragen verder aan. (Indien nodig kan er nog en extra keer geluisterd worden.)
Klasgesprek over de Red Star Line: Inleiding op het filmpje de ‘Landverhuizers’ (leerkracht
probeert moeilijke woorden uit de tekst zoals verdrukking, … aan te brengen).
1. Waarom denk je dat deze mensen naar Amerika immigreerden?
2. Wanneer denk je dat de meeste mensen vanuit Antwerpen naar Amerika immigreerden?
3. Waren het alleen Belgen die de Red Star Line namen?
Het filmpje ‘de landverhuizers’ wordt bekeken en de vragen worden beantwoord.
Nabespreking filmpjes
1. Wisten jullie dat zoveel mensen vanuit Antwerpen naar Amerika verhuisd zijn?
2. Hadden jullie al over de Red Star Line gehoord?
3. Om welke redenen immigreren mensen in de 21
ste
eeuw?
4. Welke moeilijkheden hebben mensen nu als ze immigreren?
Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.129
DEEL 2DE MIGRATIE-CLIM
Lesduur
100 minuten
Werkvorm
Carrousel
De klas wordt verdeeld in 4 groepen. Er zijn verschillende opdrachten (=haltes) rond migratie. Er wordt
ongeveer 25 minuten per halte uitgetrokken. De leerkracht bewaakt de tijd en zegt wanneer er een
nieuwe opdracht wordt gegeven.
De 4 haltes van de migratie-CLIM:
HALTE 1. SPREKEN - STELLINGEN BESPREKEN EN MENING GEVEN
HALTE 2. LEZEN - AMERIKAANSE DROOM BEGON IN ANTWERPEN (HET VERHAAL VAN SAM
FOX)
HALTE 3. SPREKEN - DE BOOT (WAT ZOU JIJ MEENEMEN ALS JE MOEST IMMIGREREN?)
HALTE 4. SPREKEN - PERSOONLIJKE MIGRATIEVERHALEN
Het materiaal voor de opdrachten zit telkens in een grote enveloppe. In deze enveloppe vinden de
cursisten ook elke keer een opdrachtenblad, zodat zij zelfstandig aan de opdrachten kunnen werken.
Iedere cursist in zijn of haar groepje krijgt een rol
Eén cursist is schrijver
Eén cursist is de baas (hij coördineert alles en leidt ook de discussies)
Eén cursist is materiaalmeester (hij zorgt ervoor dat al het materiaal ook weer netjes in de
enveloppen terechtkomt, hij legt de kaartjes van de stellingen tafel etc.)
Eén cursist is tenslotte woordvoerder (hij is degene die vragen stelt aan de leerkracht als er
iets niet duidelijk is; hij vertelt ook de migratieverhalen uit zijn groepje aan de rest van de klas,
en hij leest ook telkens het opdrachtenblad voor aan de andere cursisten).
De verschillende rollen van de cursisten staan uitgeschreven op een blad (bijlage 1 Rollen voor
cursisten) dat de cursisten krijgen aan het begin van de migratie-CLIM, vóórdat ze aan de opdrachten
beginnen. De cursisten beslissen in hun groepje wie welke rol krijgt.
Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.130
HALTE 1. STELLINGEN
Doel
De cursisten kunnen hun mening geven rond het thema ‘migratie’.
Materiaal
In de enveloppe voor de cursisten zit het volgende materiaal:
opdrachtenblad halte 1 (bijlage 3: Opdrachtenbladen deel 2 – haltes) (afdrukken op geel
papier)
één blad met een overzicht van de te gebruiken taalhandelingen ivm opinie geven (bijlage 3
Opdrachtenbladen deel 2 - haltes)
kaartjes met de verschillende stellingen erop uit (bijlage 3: Opdrachtenbladen deel 2 – haltes)
Verloop
De kaartjes met de stellingen worden omgekeerd op tafel gelegd.
Om de beurt neemt een cursist een kaartje en hij/zij leest de stelling hardop voor.
De cursisten geven duidelijk hun opinie (met de correcte taalhandelingen) en argumenten.
HALTE 2. LEZEN - AMERIKAANSE DROOM BEGON IN ANTWERPEN
Doel
De cursisten kunnen specifieke info halen uit een authentieke leestekst.
Materiaal
In de enveloppe voor de cursisten zit het volgende materiaal:
één opdrachtenblad (afdrukken op geel papier) (bijlage 3: Opdrachtenbladen deel 2 - haltes)
vier leesteksten (bijlage 4)(voor elke cursist één exemplaar)
één antwoordenblad (bijlage 5) (afdrukken op A3-formaat)
Verloop
Eerst lezen de cursisten het opdrachtenblad en verdelen ze hun taken: wie gaat welke vragen
beantwoorden.
Daarna lezen de cursisten individueel de tekst en onderstrepen ze in hun tekst de antwoorden
op de vragen die ze hebben gekregen.
Dan vertellen de cursisten aan elkaar welke antwoorden ze gevonden hebben en dit wordt
door de schrijver van de groep op het grote A3-blad genoteerd. Let op: dit hoeft niet in
volzinnen, kort en met kernwoorden is goed.
De cursisten laten dit A3-blad ook nog controleren door de leerkracht.
Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.131
HALTE 3. DE BOOT
Materiaal
Fase 1: lijst met 20 objecten, opdrachtenblad, foto met een vluchtelingenboot uit (bijlage 3:
Opdrachtenbladen deel 2 - haltes)
Fase 2: opdrachtenblad.(bijlage 3)
Verloop
Groepswerk (spreken): studenten krijgen een lijst van de leerkracht met mogelijke objecten
die ze kunnen meebrengen van hun thuisland naar België.
Cursisten discussiëren welke objecten ze zouden kiezen en moeten tot een eindbeslissing
komen.
Ze moeten ook voor elk object zeggen waarom ze het meenemen.
Situatie: De groepjes vormen elk een familie die met de boot immigreren (cursisten krijgen
een foto met boot)
Lijst: Antieke kast, fotoalbum, dagboek, zaklamp, visgerei, diploma’s, zakmes, warme
dekens, laptop, favoriet boek, gsm, fles sterke drank, water, medicijnen, de juwelen van je
grootmoeder, je chicste kostuum, je huisdier, een rugzak vol eten, een zwemvest, een
comfortabel hoofdkussen.
Nabespreking
In een nabespreking vertellen de cursisten wat ze zelf hebben meegenomen toen ze hun land
verlieten en wat ze hebben moeten achterlaten.
HALTE 4. PERSOONLIJKE MIGRATIEVERHALEN
Doel
De cursisten kunnen verhalen vertellen over hun leven in hun afkomstland, hun reis naar hier en hun
eerste periode in België.
Materiaal
Kaartjes met verschillende vragen die uitnodigen tot vertellen over eigen migratieverhaal uit
(bijlage 3: Opdrachtenbladen deel 2 - haltes)
Verloop
De kaartjes liggen omgedraaid op de tafel. Eén voor één wordt er een kaart voorgelezen.
Elke cursist geeft een antwoord op deze vraag.
Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.132
DEEL 3NABESPREKING + BUS + HUISWERK
De essentie van de migratie-CLIM is komen tot persoonlijke migratieverhalen. De leerkracht vraagt
aan de cursisten of ze interessante verhalen hebben gehoord. Indien ja, worden de interessante
verhalen verteld en kunnen cursisten uit andere groepjes vragen stellen.
Lesduur
20 à 30 minuten
Verloop
Leerkracht laat op de beamer een grote afbeelding zien van de Transit Verhalenbus (extra
beeldmateriaal) en vraagt de cursisten wat ze denken bij de foto. Leerkracht stelt vragen aan de
cursisten om het gesprek te sturen in de richting van de bedoeling van de verhalenbus. Hierna volgen
concrete afspreken wie zijn verhaal wil doen en wanneer.
Huiswerk: studenten krijgen de opdracht om één object mee te brengen volgende les waar ze heel
erg aan gehecht zijn en dat ze hebben meegebracht van hun thuisland naar België. De leerkracht
moet er echt op aandringen dat iedereen iets meeneemt!
DEEL 4  VERHALENBUS
De cursisten vertellen over hun objecten en degene die willen, gaan naar de Transit Verhalenbus. De
Transit Verhalenbus kun je reserveren via het reservatieformulier.

Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.133
BIJLAGEN LESPAKKET 2.3 en 2.4
BIJLAGE 1 ROLLEN VOOR CURSISTEN
BIJLAGE 2OPDRACHTENBLAD DEEL 1 LUISTEROEFENING
BIJLAGE 3OPDRACHTENBLADEN DEEL 2 – HALTES
BIJLAGE 4LEESTEKST HALTE 2
BIJLAGE 5ANTWOORDENBLAD HALTE 2
Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.134
BIJLAGE 1 ROLLEN VOOR CURSISTEN
MIJN TAAK TIJDENS DE OPDRACHTEN
Dadelijk beginnen jullie aan een groepswerk. Dit groepswerk zal bestaan uit vier
grote opdrachten. Deze opdrachten doen jullie samen.
Maar iedereen in jullie groep krijgt ook nog eens een aparte taak die jullie tijdens het
groepswerk moeten doen.
Er zijn vier taken. Verdeel de taken zo, zodat iedereen één taak heeft binnen de
groep.
Hieronder zie je de vier verschillende taken. Noteer op de stippellijn wie welke taak
gaat doen.
1. SCHRIJVER: ……………………………………………………………………………...
Jij bent degene die noteert, als er iets moet opgeschreven worden.
2. WOORDVOERDER: …………………………………………………………………...
Jij bent degene die uitleg vraagt aan de leerkracht als er problemen zijn.
Jij leest ook de opdrachten voor aan de rest van je groep.
Jij bent degene die communiceert met de rest van de klas.
3. MATERIAALMEESTER: ………………………………………………………………..
Jij controleert het materiaal en zorgt ervoor dat al het materiaal weer netjes en
volledig in de enveloppen wordt gestoken.
Als er kaartjes zijn voor een opdracht, verdeel jij ook de kaartjes of leg jij de
kaartjes op tafel.
4. DE BAAS: ……….………………………………………………………………………
Jij leidt je groepje. Jij zorgt ervoor dat iedereen actief meewerkt en iedereen
aan het woord komt. Iedereen luistert naar jou!
Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.135
BIJLAGE 2  OPDRACHTENBLAD DEEL 1 LUISTEROEFENING
DE GROTE MEERPAAL + DE LANDVERHUIZERS
LUISTEREN: Publiek geheim: de meerpaal van de Schelde
http://www.youtube.com/watch?v=oZUcqQzli6Q
1. Waarom is deze meerpaal zo groot?
..................................................................................................................................
2. Het Red Star Line ‘Belgenland II’ was een heel groot schip. Welke informatie heb
je gehoord over de grootte van het schip?
..................................................................................................................................
........………………….................................................................................................
.......…………………..................................................................................................
3. Hoeveel passagiers konden er op de Red Star Line?
..................................................................................................................................
4. Kregen alle passagiers dezelfde rechten?
..................................................................................................................................
..................................................................................................................................
..................................................................................................................................
5. Wat was de bestemming van de Red Star Line?
..................................................................................................................................
Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.136
LUISTEREN: DE LANDVERHUIZERS
http://www.cobra.be/cm/cobra/cobra-mediaplayer/kunsten/1.684833
1. Wat betekent de titel van het filmpje?
..................................................................................................................................
2. In welke periode verhuisden ze?
..................................................................................................................................
3. Wat waren de redenen om te verhuizen?
..................................................................................................................................
..................................................................................................................................
4. Waar gebeurden de medische controles?
..................................................................................................................................
5. Hoe komt het dat er passagiers van heel Europa naar Antwerpen kwamen?
..................................................................................................................................
..................................................................................................................................
6. Waren alle immigranten gelukkig in Amerika? Leg uit.
..................................................................................................................................
..................................................................................................................................
7. Mocht iedereen bij aankomst in Amerika blijven?
..................................................................................................................................
..................................................................................................................................
..................................................................................................................................
8. Wat gebeurde er in de jaren ‘20?
..................................................................................................................................
.......................................................................... .............................................................
Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.137
BIJLAGE 3  OPDRACHTENBLAD - HALTE 1 STELLINGEN
A. De materiaalmeester legt de kaartjes met de stellingen omgekeerd op tafel.
B. Jullie nemen om de beurt een kaartje en lezen de stelling voor aan de rest van de
groep.
C. Jullie geven je opinie en gebruiken de taalhandelingen in verband met opinie
geven.
D. De materiaalmeester zorgt ervoor dat al het materiaal opnieuw in de enveloppe
wordt gestoken.
Opgelet. De baas coördineert de discussie:
1. Hij / zij zorgt ervoor dat iedereen zijn mening geeft en dat er niet door elkaar
gesproken wordt. Laat elkaar uitspreken!
2. Hij / zij controleert ook of de correcte taalhandelingen gebruikt worden.
Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.138
Blad met taalhandelingen
+
- Daar ben ik het helemaal mee eens.
- Dat vind ik ook.
-
- Daar ben ik het helemaal niet mee eens.
- Dat vind ik niet.
+/-
- Dat hangt ervan af.
- Soms wel, soms niet.
- Daar ben ik het gedeeltelijk mee eens.
?
- Ik heb geen flauw idee.
- Ik zou het niet weten.
Als je wilt reageren op de mening van iemand anders:
- Ik sluit me (niet) aan bij … … …
- Ik denk (niet) hetzelfde als … … …
Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.139
Stellingen
Terugkeren is eigenlijk opnieuw immigreren.

Alles in België is perfect, mooi en goed.

Nieuwe communicatiemogelijkheden (bijvoorbeeld Skype, e-mail…)
vergemakkelijken de migratie.

Ik durf aan mijn familie niet te vertellen hoe het leven hier écht is.

Europa moet zijn grenzen sluiten voor nieuwe migranten.

Gemengde relaties vragen om problemen.

Samenleven met mensen uit andere culturen is gemakkelijk.

Op vakantie gaan naar mijn land kost erg veel land.

Ik wou absoluut naar België komen, een ander land was geen optie.

Ik begrijp niet dat Belgen migreren. Ze hebben het hier toch zo goed.

Ik zou zeker nog eens opnieuw willen migreren.

Migreren betekent je volledig aanpassen aan de plaatselijke gewoontes en cultuur.

Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.140
OPDRACHTENBLAD  HALTE 2 AMERIKAANSE DROOM BEGON IN ANTWERPEN
IN GEEL AFDRUKKEN
Jullie werken in groepjes van vier.
A. Iedereen leest eerst individueel de tekst over ‘Amerikaanse droom begon in
Antwerpen’.
B. Er zijn vier thema’s en iedereen moet rond één thema vragen oplossen.
Verdeel de thema’s onder elkaar.
1. Leven in Oekraïne
2. De reis van Sam Fox’ vader
3. De reis van de rest van de familie
4. Leven in Amerika
C. Als de thema’s verdeeld zijn, krijgt iedereen een GROEN kaartje. Hierop staan de
vragen per thema.
D. Zoek de antwoorden op de vragen (bij jouw thema) in de tekst en onderstreep ze.
E. Vertel aan elkaar welke antwoorden je gevonden hebt.
F. De schrijver noteert alles op het grote A3-blad.
Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.141
THEMAKAARTJES  HALTE 2 AMERIKAANSE DROOM BEGON IN ANTWERPEN
IN GROEN AFDRUKKEN
LEVEN IN OEKRAINE:
- Waar woonden ze?
- Welke problemen waren er?
- Wat gebeurde er in 1914?
DE REIS VAN SAM FOX’ VADER:
- Wat gebeurde er op Ellis Island?
- Welke jobs had Sam Fox’ vader?
- Wat weet je over het dorp Desloges?
DE REIS VAN DE FAMILIE:
- Wanneer vertrok de rest van de familie?
- Wat gebeurde er in Warschau?
- Hoe was de bootreis?
Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.142
LEVEN IN AMERIKA:
- Was er nog contact met de familie in Oekraïne?
- Wat vond Sam Fox van het dorp Desloges?
- Hoe zag het latere leven van Sam Fox eruit?
Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.143
OPDRACHTENBLAD  HALTE 3 DE BOOT
Jullie hebben de kans om met dit bootje je land te verlaten.
Jullie kunnen echter alleen 5 objecten meenemen.
Jullie moeten akkoord zijn met heel de groep!
Probeer zoveel de zinnen uit de kader te gebruiken.
een antieke kast
een fotoalbum
een dagboek
een zaklamp
visgerei
diploma’s
een zakmes
een warm deken
een laptop
een goed boek
…
een gsm
een fles sterke drank
water
medicijnen
de juwelen van je grootmoeder
jouw chicste kostuum
jouw huisdier
een rugzak vol eten
een zwemvest
een comfortabel hoofdkussen
…
Een voorstel doen:
-
Zullen we een goed boek meenemen? Dan vervelen we ons niet tijdens de
reis
Laten we een goed boek meenemen.
Reageren op een voorstel:
-
Kunnen we niet beter medicijnen meebrengen, dat is veel noodzakelijker.
Als we nu eens medicijnen meebrengen…
+ Dat is een goed idee!
Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.144
Noteer welke 5 objecten jullie hebben gekozen… Noteer ook waarom! Schrijf
jullie antwoorden rond de boot.
Spreekoefening
Als jullie klaar zijn met de opdracht, vertel dan aan elkaar welke objecten je hebt
meegenomen en welke je hebt moeten thuislaten.
Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.145
OPDRACHTENBLAD  HALTE 4 PERSOONLIJKE MIGRATIEVERHALEN
Vragen herkomstland (kopieer op roos papier en maak kaartjes)
Hoe was de situatie in je land voor je migreerde?
Waarom wilde je migreren?
Wie liet je achter?
Welke objecten liet je achter?
Waar was je bang voor?
Kan je iets vertellen over de dag van je vertrek?
Wat weten de mensen in jouw land over België?
Was het een moeilijke beslissing om te migreren?
Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.146
Vragen Aankomst (kopieer op blauw papier en maak kaartjes)
Wat was je eerste indruk van België?
Hoe was jouw eerste periode in België?
Wat waren de eerste verschillen die je moeilijk vond?
Wat was je eerste beste ervaring?
Wat was je eerste slechte ervaring?
Wat miste je?
Wat was het eerste dat je deed toen je in België aankwam?
Wat hoopte je in België te vinden?
Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.147
Vragen Reis (kopieer op groen papier en maak kaartjes)
Hoe ben je naar België gekomen?
Hoelang was je onderweg?
Beschrijf je reis.
Hoe voelde je je tijdens de reis?
Ontmoette je andere mensen tijdens je reis?
Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.148
OPDRACHTENBLAD STUDENTEN
De baas beslist wie het eerste kaartje mag trekken.
1)
2)
3)
4)
5)
Trek een kaartje.
Bespreek in groep deze vraag.
De volgende cursist trekt een kaartje (volg de wijzers van de klok).
Bespreek.
…
Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.149
BIJLAGE 5  LEESTEKST  HALTE 2 - AMERIKAANSE DROOM BEGON IN
ANTWERPEN
Amerikaanse Droom begon in Antwerpen
donderdag 20 maart 2008
Auteur: Evita Neefs
BRUSSEL - CLOSE-UP MET DE BOOT NAAR EEN NIEUW LEVEN
Op 10 februari 1921 stapte Fanny Gold met niets dan de kleren aan haar lijf in
Antwerpen op een boot van de Red Star Line naar Amerika. Haar zoon, Sam Fox, is
vandaag ambassadeur in België.
Van onze redactrice
'Mijn ouders woonden in een sjtetl (een dorpje of stadje met een significante joodse
gemeenschap, red.) in Oekraïne, niet ver van Kiev. Maar Oekraïne was in die tijd
geen veilige plek voor joden', vertelt Sam Fox, de Amerikaanse ambassadeur in
België. 'Dronken Kozakken trokken geregeld plunderend, moordend en verkrachtend
door de joodse dorpen. En nooit werd er ook maar één vervolgd en gestraft. Niet
echt een plaats om kinderen op te voeden, vonden mijn ouders.'
'Dus toen mijn moeder zwanger werd, beslisten ze dat mijn vader naar Amerika zou
vertrekken. Dat was in 1914. Mijn moeder en mijn zus zouden nakomen zodra mijn
vader genoeg geld had verdiend voor hun ticket.'
'Zonder een rooie duit op zak kwam mijn vader aan in het immigratiecentrum op Ellis
Island, New York. Hij ging er binnen als Michel Fuks, een Oekraïense vluchteling, en
stapte er buiten als Max Fox, een Amerikaanse immigrant.'
'Kort nadien vond mijn vader zijn eerste baan, als melkboer. Maar al snel trok hij naar
een tante in St Louis, in Missouri. Daar ging hij in een schoenenfabriek werken voor
vijf dollar per week - goed geld voor die tijd. Maar hij aardde niet in de stad, hij was
een jongen uit de sjtetl. Dus schraapte zijn tante 25 dollar bijeen voor een oud paard
en een wagen en vertrok mijn vader opnieuw.'
'Na honderd kilometer stierf het paard. En zo eindigde mijn vaders tocht in Desloges,
in Missouri, een dorp van 1.500 inwoners, ongeveer zoals zijn sjtetl in Oekraïne.'
'Na zeven jaar had hij eindelijk genoeg geld om mijn moeder en mijn zus te laten
komen. Samen met haar schoonzus en haar twee kinderen reisde ze naar
Warschau, waar een agentschap was gevestigd dat Oost-Europese joden hielp met
hun overtocht naar Amerika. Hun luttele spaarcentjes hadden ze in hun kleren
genaaid. Bagage hadden ze niet.'
'Mijn moeder en mijn zus kregen een plaats op een boot in Antwerpen. Mijn tante
moest nog twee maanden wachten. Drie weken duurde de reis over de oceaan,
benedendeks in derde klas, bij de armoezaaiers.'
Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.150
'In Desloges kregen mijn ouders nog zes kinderen. Ik werd als jongste geboren, in
1929. We hielden contact met de familie in Oekraïne.
Maar eind jaren 1930 stopten de foto's en de brieven - al onze verwanten waren door
de nazi's uitgemoord.'
'Desloges was tijdens de depressie een godvergeten nest: wat boerderijen, een
secundaire school met vier leraars... Veel leerde je er niet. Toen ik mijn diploma op
zak had, pakte ik mijn spullen in een kartonnen valies - mijn moeder deed er nog een
riem rond opdat ze niet zou openvallen - en vertrok ik naar St Louis, de grote stad...'
Sam Fox boerde goed met zijn investeringsmaatschappij Harbour Group, hevelde
een deel van de winst over naar de verkiezingskas van George Bush en werd
daarvoor beloond met de ambassadeurspost in Brussel. En zo komt het dat de zoon
van Fanny Gold - een van de drie miljoen Europeanen die tussen 1873 en 1935 met
de Red Star Line naar de VS voeren - gisteren de expositie
'Antwerpen=Amerika=Red Star Line' opende. Of hoe de Amerikaanse Droom soms
echt is.
Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.151
BIJLAGE 6  ANTWOORDENBLAD  HALTE 2 AMERIKAANSE DROOM BEGON IN
ANTWERPEN
Zoek de antwoorden in de tekst en vul het portret van Sam Fox aan:
Leven in Oekraïne
De reis van Sam Fox’ vader
1. Waar
1. Ellis Island
2. Problemen
2. Jobs in Amerika
3. 1914
3. het dorp Desloges
De reis van de familie
Leven in Amerika
1. Wanneer
1. Contact met de familie
2. Warschau
2. het dorp Desloges
3. De bootreis
3. Sam Fox
© Italiaanse migrant met koffer op schouder, foto, collectie Vrienden van de Red Star Line Antwerpen
Lespakket voor RG 2.3 en 2.4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen– p.152
LESPAKKET VOOR RG 3 EN 4

DOOR KAREN LOYSON EN MACHTELD VAN DEN CAMP
Lespakket voor RG 3 en 4 –Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen - p. 153
INHOUD LESPAKKET RG 3 EN 4
LES 1  RED STAR LINE, HISTORISCHE MIGRATIE
LES 2  RED STAR LINE, HEDENDAAGSE MIGRATIE
BIJLAGEN
Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.154
LES 1  RED STAR LINE, HISTORISCHE MIGRATIE
Lesduur
1.30 u à 2 u
Doelen
De cursisten kunnen hypotheses formuleren over de inhoud van een informatieve tekst.
De cursisten kunnen het globale onderwerp bepalen van een luistertekst.
De cursisten kunnen specifieke info halen uit informatieve teksten.
De cursisten kunnen op structurerend niveau informatie vragen en geven over informatieve
teksten.
De cursisten kunnen een samenvatting geven van een informatieve tekst.
Lesmateriaal
Videofragment: Alain Pels en de grote meerpaal (Uit: Publiek Geheim, Canvas
http://www.youtube.com/watch?v=oZUcqQzli6Q)
Videofragment: Landverhuizers
(Bron: Cobra tv: http://www.cobra.be/cm/cobra/cobra-mediaplayer/kunsten/1.684833)
Audiofragment: Red Star Line van A tot Z (Bron: Cobra tv
http://www.cobra.be/cm/1.684850?view=popupPlayer)
Werkblad A: Red Star Line van A tot Z (bijlage 1 werkbladen)
Werkblad B: Landverhuizers (bijlage 1 werkbladen)
Controleblad A: Landverhuizers (bijlage 2 controlebladen)
Controleblad B: Red Star Line van A tot Z (bijlage 2 controlebladen)
Correctiesleutel Luisteroefening (bijlage 3 sleutel)
Lesverloop
Intro
Videofragment: ‘Alain Pels en de grote meerpaal’, fragment uit Publiek Geheim
(http://www.youtube.com/watch?v=oZUcqQzli6Q)
- klassikaal bekijken tot 0:17
vraag: Wat is volgens jullie het verhaal achter deze grote meerpaal?
- tot 1:17
antwoord: de Red Star Line, “een gigantisch schip meerde hier aan”
Wat was die Red Star Line?
Red Star Line: historische migratie
fase 1: De klas wordt in twee groepen verdeeld.
Groep 1 beluistert Red Star Line van A tot Z, een interview met Mandy Nauwelaerts
(cobra.be).
Groep 2 bekijkt Landverhuizers, een rondleiding met Jef Vrelust (cobra.be).
De cursisten noteren zoveel mogelijk informatie in trefwoorden. Daarvoor gebruiken ze de
luisterfiche op de werkbladen (werkblad A: Red Star Line van A tot Z en werkblad B:
Landverhuizers).
fase 2: Cursist 1 uit groep 1 gaat samen zitten met cursist 2 uit groep twee.
Beide lezen ze eerst de vragen op de controlebladen (controleblad A: Landverhuizers en
controleblad B: Red Star Line van A tot Z).
Cursist 1 vertelt de inhoud van het luisterfragment aan de hand van de ingevulde luisterfiche.
Cursist 2 luistert aandachtig en vinkt de vragen aan waarop hij een antwoord krijgt.
Daarna worden de rollen omgedraaid.
fase 3: De cursisten beluisteren/bekijken het tweede fragment en zoeken de antwoorden
op de vragen die ze niet hebben aangevinkt.
fase 4: link naar Transit Verhalenbus
Klasgesprek over het Red Star Line Museum, centrum voor historische en hedendaagse
migratie
Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.155
Vraag: Op welke manier zou het Red Star Line Museum hedendaagse migrantenverhalen
kunnen verzamelen?
Tekst: Red Star Line op zoek naar uw verhaal over migratie
Aankondiging komst Transit Verhalenbus in volgende les.
Huiswerk
Volgende les brengen de cursisten een voorwerp mee dat zij associëren met één van de volgende
elementen: vertrek - onderweg zijn - aankomst (het museum is opgebouwd rond deze 3 grote
pijlers).
Voorbeelden hedendaagse migratieverhalen, link op blackboard plaatsen:
http://www.facebook.com/RedStarLineMuseum?sk=notes
Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.156
LES 2  RED STAR LINE, HEDENDAAGSE MIGRATIE
Lesduur
1.30 u à 2 u
Doelen
De cursisten kunnen op structurerend niveau informatie vragen en geven.
De cursisten kunnen hun beleving verwoorden en vragen naar de beleving van de gesprekspartner.
Lesverloop
Tijdens de verhalenbus (of ervoor)
Cursisten leggen hun voorwerpen in het midden van de klas. De docent haalt er een voorwerp
uit.
Vragen:
Wat roept het op?
Van wie zou het kunnen zijn? Waarom?
Welk verhaal zou er aan kunnen verbonden zijn?
Van wie is het?
Wat is het echte verhaal?
De cursisten die terugkomen van de Transit Verhalenbus vertellen over hun ervaring.

Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.157
BIJLAGEN LESPAKKET 3 en 4
BIJLAGE 1 WERKBLADEN
BIJLAGE 2CONTROLEBLADEN
BIJLAGE 3SLEUTEL WERKBLADEN
Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.158
BIJLAGE 1 WERKBLADEN
Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.159
WERKBLAD A  RED STAR LINE VAN A TOT Z
Beluister het audiofragment Red Star Line van A tot Z, een interview met Mandy
Nauwelaerts.
Noteer zoveel mogelijk informatie in trefwoorden. Gebruik daarvoor de onderstaande
fiche.
Straks vertel je aan een collega de inhoud van het fragment zo nauwkeurig mogelijk
na aan de hand van de trefwoorden die je genoteerd hebt.
Antwerpse Red Star Line
globale context van internationale mobiliteit
op zoek naar een beter leven
reisomstandigheden
sociale klassen
Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.160
impact voor Antwerpen
neergang Red Star Line
verband met de actualiteit
© Affiche (1899), ontwerp Henri Cassiers, collectie Letterenhuis Antwerpen
Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.161
WERKBLAD B  LANDVERHUIZERS
Bekijk het videofragment Landverhuizers, een rondleiding met Jef Vrelust.
Noteer zoveel mogelijk informatie in trefwoorden. Gebruik daarvoor de onderstaande
fiche.
Straks vertel je aan een collega de inhoud van het luisterfragment zo nauwkeurig
mogelijk na aan de hand van de trefwoorden die je genoteerd hebt.
landverhuizers en hun motieven
medische controles voor vertrek
Red Star Line
informatie
hoop om terug te keren
Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.162
de aankomst
het einde van de Red Star Line
© Affiche (1899), ontwerp Henri Cassiers, collectie Letterenhuis Antwerpen
Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.163
BIJLAGE 2 CONTROLEBLADEN
Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.164
CONTROLEBLAD A  LANDVERHUIZERS
Luister naar een collega die de inhoud van het videofragment Landverhuizers zo
nauwkeurig mogelijk zal reconstrueren.
Terwijl je luistert, vink je aan  op welke vragen je een antwoord krijgt.

Wie waren de zogenaamde ‘landverhuizers’?

Wat waren hun beweegredenen?

Op welke ziektes werden de immigranten voor het vertrek onder andere
gecontroleerd?

Hoe voerde de Red Star Line promotie?

Hoe werd er in Europa informatie over de Verenigde Staten verspreid?

Waarover schreven de immigranten in hun brieven aan het oude continent?

Hoe ervaarden de landverhuizers hun verblijf in de VS?

Wat gebeurde er bij aankomst?

Wat waren de concrete gevolgen van de immigratiestop in de VS?

Waarom werd de VS voor de afgekondigde immigratiestop ‘het Beloofde Land’
genoemd?
Bekijk Landverhuizers en ga op zoek naar de antwoorden op de vragen die je niet
hebt kunnen aanvinken.
Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.165
CONTROLEBLAD B  RED STAR LINE VAN A TOT Z
Luister naar een collega die de inhoud van het audiofragment ‘Red Star Line van A
tot Z’ zo nauwkeurig mogelijk zal reconstrueren.
Terwijl je luistert, vink je aan  op welke vragen je een antwoord krijgt.

In welke historische context wordt het verhaal van de Red Star Line
gesitueerd?

Hoeveel mensen zijn er met de RSL van Europa naar de Verenigde Staten
gereisd?

Hoeveel immigranten keerden er weer terug naar Europa?

Hoe waren de reisomstandigheden op de Red Star Line en hoe lang duurde
de overtocht?

Waarom werden de immigranten voor vertrek medisch gecontroleerd?

Wat was de impact van de Red Star Line op Antwerpen?

Geef twee oorzaken van de neergang van de Red Star Line.

Welke nieuwe bestemming krijgen de gebouwen van de Red Star Line op de
Rijnkaai?

Wat is kettingmigratie?

Wat wordt er bedoeld met zogenaamde 'push and pull'-factoren
Beluister Red Star Line van A tot Z en ga op zoek naar de antwoorden op de
vragen die je niet hebt kunnen aanvinken.
Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.166
BIJLAGE 3 SLEUTEL WERKBLADEN
Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.167
SLEUTEL WERKBLAD A  RED STAR LINE VAN A TOT Z
Beluister het audiofragment ‘Red Star Line van A tot Z’, een interview met Mandy
Nauwelaerts.
Noteer zoveel mogelijk informatie in trefwoorden. Gebruik daarvoor de onderstaande
fiche.
Straks vertel je aan een collega de inhoud van het fragment zo nauwkeurig mogelijk
na aan de hand van de trefwoorden die je genoteerd hebt.
Antwerpse Red Star Line
= scheepvaartmaatschappij, dochteronderneming van een Amerikaans bedrijf
globale context van internationale mobiliteit
zowel van goederen als van mensen
miljoenen mensen beginnen eind 19e eeuw te reizen (vooral migranten)
op 100 jaar tijd: 23 miljoen mensen van Europa naar VS, meer dan 2 miljoen neemt
de RSL
op zoek naar een beter leven
gebaseerd op ongelijkheid tussen verschillende werelden
lukt niet altijd: 30% komt terug (Italianen: 50%), velen proberen het telkens opnieuw
meestal vertrekt eerst de man, als dat lukt laat hij vrouw en kinderen overkomen
illustere voorbeelden: Golda Meir, Irvin Berlin
reisomstandigheden
beginperiode: niet zo schitterend, bij elkaar op tussendekken
tamelijk vlug regelgeving: kleinere ruimtes, verluchting
bijster slecht in vergelijking met nu
vrij korte overtocht: 8 à 10 dagen
sociale klassen
controles bij vertrek en aankomst
voor vertrek: derdeklassepassagiers medisch gecontroleerd
probleem voor de maatschappij: passagiers moesten op hun kosten terug
getransporteerd (= cargo) worden als ze in NY geweigerd werden
verschillende arbeidsomstandigheden volgens sociale klasse
tamelijk grote eerste klasse: zakenlui, kunstenaars, prins Albert
impact voor Antwerpen
- prestige, A’pen op wereldkaart van scheepvaartmaatschappijen
- werkgelegenheid in haven: laden en lossen, honderden havenarbeiders en
bedrijven, horeca
Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.168
neergang Red Star Line
- vanaf ’21: zeer strenge antimigratiewetgeving in VS
migratiestroom droogt op
RSL schakelt over op toerisme (democratisering, ontstaan middenklasse): cruises
rond de wereld
- crisis ’29: luidt definitieve einde in
- ’34: boeken sluiten
verband met de actualiteit
in de RSL-gebouwen op de Rijnkaai: uitwerken tot centrum van hedendaagse en
historische migratie
parallellen, zelfde fenomenen: kettingmigratie (kennissen of familie vervoegen), 'push
and pull' (op de vlucht, aangetrokken door andere wereld)
Bron: http://www.facebook.com/note.php?note_id=183322448348573
Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.169
SLEUTEL WERKBLAD B  LANDVERHUIZERS
Bekijk het videofragment ‘Landverhuizers’, een rondleiding met Jef Vrelust.
Noteer zoveel mogelijk informatie in trefwoorden. Gebruik daarvoor de onderstaande
fiche. Straks vertel je aan een collega de inhoud van het luisterfragment zo
nauwkeurig mogelijk na aan de hand van de trefwoorden die je genoteerd hebt.
landverhuizers en hun motieven
= immigranten die vanaf 1843 via haven van A’pen immigreerden naar Amerika
hun motieven:
- in verdrukking (vb. Poolse Joden)
- armoede (ook in Vlaanderen en Wallonië)
- avonturiers
medische controles voor vertrek
op de kaai, gewoonlijk in openlucht, later in gebouw
veel schrik van oogziekten, cholera = besmettelijke ziekten
Red Star Line
grootste rederij die vanuit A’pen naar VS voer
prezen zichzelf aan met affiches, verspreid over heel Europa
informatie
over gelezen in de pers
over gehoord via brieven van familieleden of dorpsgenoten
briefwisseling van Antwerpse familie: over de gezondheid van de familie, het weer
hoop om terug te keren
werken in A’pen eind 19e eeuw: werkgelegenheid?
verdienen meer aan de overkant maar er is niets te beleven, dag in dag uit bomen en
hout
de aankomst
niet voor iedereen een succes, opnieuw strenge controles: wie niet voldeed (ziekte of
kreupel) werd teruggestuurd, strenger dan in Europa
het einde van de Red Star Line
jaren ’20: immigratiestop in Amerika afgekondigd: werkgelegenheid en grond enkel
nog voor Amerikanen, moeilijker om het land in te komen
daarvoor Beloofde Land: eerst verblijfsvergunning, later staatsburgerschap, grond
claimen
RSL past zich aan: cruises, toeristenschepen
Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.170
SLEUTEL CONTROLEBLAD B  RED STAR LINE VAN A TOT Z
Luister naar een collega die de inhoud van het audiofragment ‘Red Star Line
van A tot Z’ zo nauwkeurig mogelijk zal reconstrueren.
Terwijl je luistert, vink je aan  op welke vragen je een antwoord krijgt.
In welke historische context wordt het verhaal van de Red Star Line gesitueerd?
In een globale context van internationale mobiliteit. Miljoenen mensen
beginnen eind 19e eeuw te reizen. Op honderd jaar tijd trekken 23 miljoen
Europeanen naar de VS.
Hoeveel mensen zijn er met de RSL van Europa naar de Verenigde Staten gereisd?
Twee miljoen.
Hoeveel immigranten keerden er weer terug naar Europa?
30% (van de Italianen 50%)
Hoe waren de reisomstandigheden op de Red Star Line en hoe lang duurde de
overtocht?
In het begin waren de omstandigheden niet zo schitterend. Alle reizigers zaten
samen op de tussendekken. Tamelijk snel kwam er een regelgeving: kleinere
ruimtes, verluchting.
De overtocht duurde 8 à 10 dagen.
Waarom werden de immigranten voor vertrek medisch gecontroleerd?
Wie in New York geweigerd werd moest op kosten van de maatschappij terug
getransporteerd worden.
Wat was de impact van de Red Star Line op Antwerpen?
Het zette Antwerpen op de wereldkaart van de scheepvaartmaatschappijen.
Het zorgde voor werkgelegenheid in de haven: honderden havenarbeiders voor
het laden en lossen, bedrijven, de horeca.
Geef twee oorzaken van de neergang van de Red Star Line.
- vanaf ’21: strenge antimigratiewetgevind in de VS
- crisis ‘29
Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.171
Welke nieuwe bestemming krijgen de gebouwen van de Red Star Line op de
Rijnkaai?
een centrum van hedendaagse en historische migratie
Wat is kettingmigratie?
migratie die nieuwe migratie tot gevolg heeft: kenissen of familie volgen
Wat wordt er bedoeld met zogenaamde 'push and pull'-factoren
push: op de vlucht
pull: aangetrokken door een andere wereld
Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.172
SLEUTEL CONTROLEBLAD A  LANDVERHUIZERS
Luister naar een collega die de inhoud van het videofragment ‘Landverhuizers’
zo nauwkeurig mogelijk zal reconstrueren.
Terwijl je luistert, vink je aan  op welke vragen je een antwoord krijgt.
Wie waren de zogenaamde ‘landverhuizers’?
immigranten die vanaf 1843 via de haven van Antwerpen immigreerden naar
Amerika
Wat waren hun beweegredenen?
- verdrukking (vb. Poolse Joden)
- armoede (ook in Vlaanderen en Wallonië)
- avonturiers
Op welke ziektes werden de immigranten voor het vertrek onder andere
gecontroleerd?
o.a. oogziektes (daar had men in de VS schrik van) en cholera
Hoe voerde de Red Star Line promotie?
via affiches die in heel Europa verspreid werden
Hoe werd er in Europa informatie over de Verenigde Staten verspreid?
via de pers en brieven van de landverhuizers
Waarover schreven de immigranten in hun brieven aan het oude continent?
over gewone dingen: gezondheid, het weer
gretig naar nieuws over Antwerpen
Hoe ervaarden de landverhuizers hun verblijf in de VS?
De hoop om ooit terug te keren bleef bestaan. Ze verdienden er meer maar er
was niets te beleven, dag in dag uit bomen en hout.
Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.173
Wat gebeurde er bij aankomst?
Er waren opnieuw strenge controles (strenger dan in Europa). Wie niet
voldeed, werd teruggestuurd.
Wat waren de concrete gevolgen van de immigratiestop in de VS?
Werkgelegenheid en grond werden voorbehouden voor Amerikanen. Het werd
moeilijker om het land binnen te komen.
Waarom werd de VS voor de afgekondigde immigratiestop ‘het Beloofde Land’
genoemd?
Immigranten kregen onmiddellijk een verblijfsvergunning en een beetje later
het staatsburgerschap. Ze konden ook grond claimen.
Lespakket voor RG 3 en 4 - Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen – p.174
EXTRA BEELDMATERIAAL
© Ford tractor met platte wagen voor de gebouwen van Red Star Line (s.d.), foto, collectie Vrienden van de Red Star Line
Antwerpen
© Vreemden (1903), olie op doen, private collectie Antwerpen
Lespakket voor RG 3 en 4 –Wie ben ik? Migratieverhalen vertellen - p. 175
© Landverhuizer wachtend op vertrek (1920), tekening van Eugeen Van Mieghem, collectie MAS, Nationaal
Scheepvaartmuseum
Extra beeldmateriaal – p.176
© Aankomst op Ellis Island New York (s.d.), foto, collectie Ellis Island Immigration Museum
Extra beeldmateriaal – p.177
© Poolse migrante (s.d.), foto, collectie National Archives Ottowa Canada
Extra beeldmateriaal – p.178
© Vertrek van een stoomschip van de Red Star Line (1910), prentbriefkaart, collectie Vrienden van de Red Star Line Antwerpen
© Migranten op dek (s.d.), foto, collectie Vrienden van de Red Star Line Antwerpen
Extra beeldmateriaal – p.179
© Red Star Line gebouw (2008), foto, collectie MAS | Nationaal Scheepvaartmuseum
Extra beeldmateriaal – p.180
© Affiche (1899), ontwerp Henri Cassiers, collectie Letterenhuis Antwerpen
Extra beeldmateriaal – p.181
© Affiche (1899), ontwerp Henri Cassiers, collectie Letterenhuis Antwerpen
Extra beeldmateriaal – p.182
© Affiche (ca. 1910), ontwerp François Royon, collectie Letterenhuis Antwerpen
Extra beeldmateriaal – p.183
© Detailopname van het halfmodel van het passagiersschip Belgenland II (ca. 1924), scheepsmodel, collectie MAS | Nationaal
Scheepvaartmuseum
Extra beeldmateriaal – p.184
© Prentbriefkaart (s.d.), ontwerp Henri Cassiers, collectie MAS | Nationaal Scheepvaartmuseum
© Plannetje uit Duitse folder (1933), ontwerp Henri Cassiers, collectie MAS | Nationaal Scheepvaartmuseum
Extra beeldmateriaal – p.185
© Passagiers op de loopplank van de s/s Finland (1909), foto, collectie MAS | Nationaal Scheepvaartmuseum
© Red Star Line gebouwen (1923), foto, collectie Vrienden van de Red Star Line Antwerpen
Extra beeldmateriaal – p.186
© Transit Verhalenbus – Red Star Line Museum
Extra beeldmateriaal – p.187
OVERZICHT LINKS
Introfilm Red Star Line: http://youtu.be/JWJ0Mw7Riq8
Filmpje migratieverhaal Hamet Ba - http://youtu.be/kHPG519y6TA
Filmpje Red Star Line (http://www.youtube.com/watch?v=ZUJ4YmVyL8U)
Filmpje - Publiek geheim ‘Alain Pels en de grote meerpaal’
http://www.youtube.com/watch?v=oZUcqQzli6Q
Filmpje de Landverhuizers (COBRA tv)
http://www.cobra.be/cm/cobra/cobra-mediaplayer/kunsten/1.684833
Audio: Red Star Line van A tot Z (Cobra tv)
http://www.cobra.be/cm/1.684850?view=popupPlayer
PANELEN TENTOONSTELLING HIER BEN IK
Paneel Yosef Özer
http://www.nt2antwerpen.be/files/pdf/verhalenbus/panelen/HBI_paneel%20yosef.pdf
Paneel Eva Vergaelen
http://www.nt2antwerpen.be/files/pdf/verhalenbus/panelen/HBI_paneel_eva.pdf
Links – p. 188
AANVRAAGFORMULIER TRANSIT VERHALENBUS
In 2013 opent het Red Star Line Museum op de Rijnkaai. Dit museum vertelt het verhaal van
twee miljoen mensen die vertrokken naar Amerika. Daar gingen zij op zoek naar een beter
leven.
Maar migratie is niet enkel geschiedenis. Migratie is van alle tijden. Het museum is op zoek
naar verhalen. Verhalen van migranten maar ook verhalen van kinderen en kleinkinderen
van migranten.
Het Red Star Line Museum rijdt rond met de Transit Verhalenbus om deze verhalen te
vangen.
Als docent kun je de Transit Verhalenbus boeken voor een bezoek aan jouw school.
Cursisten krijgen dan de kans om hun migratieverhaal te vertellen.
Om de bus te reserveren, stuur je een mailtje naar Nadia Babazia van het Red Star Line
Museum: [email protected].
Aanvraagformulier Transit Verhalenbus - p 189