interviews - Defence for Children
Transcription
interviews - Defence for Children
Right! 26 e jaargang, nummer 1, januari 2016 Tijdschrift voor de Rechten van het Kind Aanpak mensenhandel Nieuw asielbeleid Nederland voorzitter van Europa Lobby voor kinderrechten Jeugdhulp: Onterecht achter gesloten deuren Keita volgt Malala op ACTIE! VOORWOORD ‘ERKEN RECHT OP SOCIALE ZEKERHEID KINDEREN’ Als het aan de Tweede Kamer ligt krijgen kinderen vooralsnog geen zelfstandig recht op sociale zekerheid. Een voorstel van GroenLinks en SP daartoe is in december verworpen. Staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zei een dag eerder bij de overhandiging van een petitie van Defence for Children en Save the Children ook al dat een zelfstandig recht op sociale zekerheid haar te snel gaat. In Nederland groeien bijna 400.000 kinderen op in gezinnen met een laag inkomen. Zij hebben vaker dan gemiddeld gezondheidsproblemen en een lager opleidingsniveau. Ook lopen deze kinderen een twee keer zo hoog risico om op latere leeftijd weer in de armoede terecht te komen. Daarom riepen Defence for Children, Save the Children, SP en GroenLinks het kabinet gezamenlijk op om kinderen een zelfstandig recht op sociale zekerheid te geven. Dat kan door het voorbehoud op artikel 26 van het VN-Kinderrechtenverdrag in te trekken. Nederland heeft het verdrag geratificeerd, maar heeft daarbij als enige land in de wereld een uitzondering gemaakt voor het bewuste artikel over toegang tot sociale zekerheid. Het VN-Kinderrechtencomité heeft Nederland om die reden meermaals een rode kaart gegeven en de Nederlandse regering verzocht het voorbehoud in te trekken. VN-Kinderrechtenverdrag Maartje Berger van Defence for Children is teleurgesteld dat de Tweede Kamer het voorbehoud in stand wil houden. “Het gaat ons erom dat kinderen worden erkend als zelfstandig rechtssubject en dat zij een beroep kunnen doen op sociale zekerheid. Desondanks zijn wij tevreden dat armoedebestrijding weer in de belangstelling staat, want in essentie is het doel dat kinderen niet in extreme armoede hoeven te leven en een bestaansminimum hebben.” Staatssecretaris Klijnsma wil nog wel het gesprek aangaan met de organisaties over het voorbehoud, maar wijst daarbij op de juridische en politieke consequenties van het intrekken van het voorbehoud. Berger ziet het zonniger in, ondanks het verworpen voorstel. “De consequenties zijn niet zwart-wit. Net als bij volwassenen zullen er voorwaarden moeten worden gesteld aan het verstrekken van sociale uitkeringen aan minderjarigen. Denk aan kinderen die niet thuis wonen of aan kinderen met ouders zonder inkomen. Die nadere invulling is natuurlijk aan de politiek”, aldus Berger. “Het respecteren van het Kinderrechtenverdrag, zodat het recht op sociale zekerheid ten gunste komt van kinderen zelf, zou een mooie eerste stap zijn.” Inhoud Actie!2 Right! Now4 Opmerkelijk7 EU-voorzitterschap: ‘Investeer in de kinderen van Europa’ 8 EU-voorzitterschap: Nederland wil nieuwe koers asielbeleid 12 Gastcolumn 13 EU-voorzitterschap: “Je kunt belastinggeld voor jeugdinstellingen beter anders besteden” 20 Jeugdhulp: Onterecht achter gesloten deuren 22 Kind in Rechtspraak25 Abraham Keita wint Internationale Kindervredesprijs Liberiaan Abraham Keita: ‘Ik zie een rol voor mijzelf’ 26 Directeur Defence for Children: ‘Keita werkt solistisch en rust nooit’ 28 Cultuur31 All Right!32 Colofon Right! is een uitgave van Defence for Children. Januari 2016. Alle rechten voorbehouden. Redactieadviesraad Mariëlle Bruning (voorzitter), Goos Cardol, Majorie Kaandorp, Jeannette Kok en Adrianne van Rheenen. Aan dit nummer werkten mee Ivo Rodermans (coördinator), Alexandra Barendsen (recht), Mirjam Blaak (tekst), Pien Klieverik (tekst), Carrie van der Kroon (tekst) Aloys van Rest (tekst), Celine Verheijen (tekst), Ronny van de Water (tekst), Nulduizend (opmaak), Stenco (druk) Abonnementen (gratis) en adreswijzigingen [email protected] Postbus 11103, 2301 EC Leiden ISSN: 0927-1333 © 2016 Europees feestje Nederland is het komende half jaar voorzitter van de Europese Unie. Gaat dat iets veranderen voor kinderen? Dat is afwachten. Europa heeft een langjarige lopende agenda met prioriteiten. Die zijn in beton gegoten en laten zich samenvatten tot banengroei, veiligheid, migratie en energie. De trend in Brussel en Straatsburg is bovendien: we focussen op hoofdzaken, nationaal wat kan en Europees wat moet. Of kinderen nog in dat plaatje passen is zeer de vraag. De Europese Unie heeft het VN-Kinderrechtenverdrag niet getekend. Alleen soevereine landen kunnen dat verdrag ratificeren. Toch doen kinderrechten ertoe in Europa. Zo is er een speciale functionaris aangesteld die in de gaten houdt of EU-besluiten in lijn zijn met de rechten van het kind. Nieuwe initiatieven van Nederland op gebied van kinderen zijn echter niet te verwachten. De macht van de roulerende voorzitter is bovendien beperkt, omdat de dagelijkse leiding van Europa in handen is van de Europese Commissie en de overleggen tussen regeringsleiders en staatshoofden onder leiding staan van EU-president Donald Tusk. Als de Europese machinerie goed functioneert en de trein zonder oponthoud doorrijdt, is het Nederlandse voorzitterschap in de ogen van velen een succes. Weinig speelruimte dus. Toch heeft het Nederlandse voorzitterschap voordelen. De Nederlandse regering kan achter de schermen accenten leggen en is dat ook van plan. Ten eerste springt het asieldossier in het oog. Het komende half jaar zal Nederland het proces begeleiden richting één Europees asielbeleid. Dat moet wat mij betreft een race worden naar de absolute top, met goede opvangfaciliteiten voor kinderen in héél Europa en garanties dat het belang van het kind voorop staat in de asiel procedure. In dit nummer van Right! besteden we aandacht aan die plannen. Wat kunnen we verder verwachten? Welnu, spectaculair is het niet, maar Nederland wil dat de Europese lidstaten goede praktijkvoorbeelden en data uitwisselen over armoedebestrijding. Dat doen ze al, maar het kan volgens het kabinet nog iets beter. Mogelijk goed nieuws voor kinderen die in armoede leven dus. Tot slot wil het kabinet de Europese bestrijding van mensenhandel een extra impuls geven. Hoe, dat staat in dit nummer van Right. We staan daarnaast stil bij de Europese ambitie om het aantal kinderen dat in instellingen woont, terug te dringen. Ook in Nederland is die discussie actueler dan ooit, omdat kinderen soms zonder tussenkomst van de rechter worden opgesloten in behandelcentra. Dat is strijd met het recht. U leest er alles over. Hoe het Nederlandse voorzitterschap zal uitpakken voor kinderen wachten we af. Gelukkig hebben we alvast een internationaal feest te vieren. Abraham Keita, een 17-jarige jongen uit Liberia, is uitgeroepen tot winnaar van de Kindervredesprijs 2015. Hij is vrijwilliger bij Defence for Children. Dat laten we niet onbesproken! Keita, van harte! Mariëlle Bruning, Voorzitter redactieadviesraad Right! en hoogleraar jeugdrecht aan de Universiteit Leiden 2 Right! 3 Right! Right! Now ‘MINDERJARIGEN WACHTEN TE LANG OP UITSPRAAK RECHTER’ Uithuisplaatsing: kinderen niets te zeggen Dat het Openbaar Ministerie (OM) overbelast is, is bekend. Maar soms duurt het wel héél lang voordat een minderjarige verdachte voor de rechter verschijnt. Een winkeldief uit Amsterdam moest bijna drie jaar wachten. Onwenselijk, vindt Defence for Children. De organisatie wil daarom dat verdachten vrijuit kunnen gaan als het OM de vastgestelde ‘redelijke termijn’ van zestien maanden overschrijdt. Kinderen op hun vijftiende straffen voor iets dat zij op hun twaalfde hebben gedaan is voor hen onbegrijpelijk, vindt Maartje Berger van Defence for Children. “In het leven van een 12-jarige winkeldief verandert in drie jaar tijd veel. Om pedagogisch effect te hebben op de minderjarige, is volgens het VN-Kinderrechtencomité daarom een snelle uitspraak noodzakelijk, binnen zes maanden.” De Hoge Raad is het oneens met Defence for Children. Met het oog op de slacht offers kan ‘dadenloosheid van de justitiële autoriteiten’ geen niet-ontvankelijkheid tot gevolg hebben, vindt de Raad. Berger is het daarmee in principe eens als het gaat om zeer zware delicten. “Maar een groot deel van de jeugdzaken is licht en heeft te maken met pubergedrag. Minderjarige verdachten mogen dan niet te lang in onzekerheid blijven over mogelijke strafvervolging. Ook het slachtoffer heeft er weinig voordeel bij als een zaak lang blijft liggen”, zegt Berger. “Daar komt bij dat een strafblad van de minderjarige pas telt op de dag van de uitspraak. Dat heeft dan zeer nadelige gevolgen bij het aanvragen Vooral jonge kinderen hebben niets te zeggen als zij uit huis worden geplaatst. In rechtszaken wordt niet naar hun mening gevraagd. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit Leiden. De Universiteit Leiden analyseerde 322 rechtszaken. In 57 zaken waren kinderen jonger dan 12 jaar betrokken, waarvan slechts twee kinderen participeerden in de procedure. Dat was op 4 Right! de kinderrechter duren gemiddeld 8,5 minuut. Mede door de korte duur van het gesprek en de onduidelijkheid van het doel, worden relevante vragen soms niet gesteld, concluderen de onderzoekers. Of de mening van het kind meetelt in de beslissing van de rechter blijft meestal in het midden. De onderzoekers pleiten daarom voor transparantie in de beschikking en voor een betere terugkoppeling naar het kind. Illustratie: Wim Stevenhagen GEZINSLOCATIE ONGESCHIKT VOOR GEHANDICAPTE AMIR van een Verklaring Omtrent Gedrag.” Berger wil dat rechters het OM veel vaker niet-ontvankelijk verklaren indien de termijn van zestien maanden wordt overschreden bij minderjarigen die verdacht worden van lichte strafbare feiten, zodat er een stok achter de deur is om deze zaken sneller voor te leggen. Om lange wachttijden terug te dringen is Defence for Children daarnaast voorstander van alternatieve interventies, zoals bemiddelings- en herstelrechtinterventies. Berger licht toe: “Je kunt dingen soms ook buiten de rechter om rechttrekken. Dat is niet alleen sneller, maar vaak ook efficiënter.” MASSALE OPROEP VOOR KINDVRIENDELIJKE OPVANG Ruim 150 organisaties hebben de Neder landse regering op 20 november opge roepen tot betere opvang voor minderjarige vluchtelingen. De organisaties pleiten voor kleinschalige opvanglocaties, geen verhuizingen, ondersteuning van ouders bij de zorg voor hun kinderen, goed geregeld onderwijs, kinderactiviteiten en psycho- eigen verzoek of via de advocaat. Jongere kinderen kunnen ook op verzoek van de rechter om hun mening worden gevraagd, maar dat laatste gebeurt dus niet of nauwelijks. Kinderen die uit huis worden geplaatst en ouder zijn dan twaalf jaar, worden in Nederland altijd uitgenodigd bij de kinderrechter om hun kant van het verhaal te vertellen. Maar ook zij komen er bekaaid vanaf. De gesprekken met sociale hulp voor kinderen met trauma’s. Momenteel wonen ruim 10.000 gevluchte kinderen in de asielopvang in Nederland. De huidige opvang van deze kinderen is in meerdere opzichten niet toereikend, vinden de organisaties. “Op dit moment lopen kinderen schade op door tekortschietende opvang”, zegt kinderrechtendeskundige Karin Kloosterboer, voorzitter van de Werkgroep Kind in azc, die het initiatief nam voor de oproep. “Het gaat vaak om kinderen die al veel hebben meegemaakt en soms getraumatiseerd zijn door oorlog en de gevaarlijke reis die ze achter de rug hebben. Zij verdienen het om hier tot rust te komen, stabiliteit te vinden en kind te zijn.” De 8-jarige Amir heeft een zware handicap, maar krijgt op de gezinslocatie in Emmen, waar asielzoekersgezinnen worden opgevangen, niet de zorg die hij nodig heeft. Dat moet anders, vindt Defence for Children. Amir kwam vier jaar geleden met zijn familie uit Afghanistan naar Nederland. Hij heeft een zeldzame en progressieve stofwisselingsziekte, zit in een rolstoel en kan niet zelfstandig eten. Amir heeft ook epilepsie en een groeiachterstand. De gezinslocatie in Emmen is echter niet geschikt voor het leveren van zorg aan Amir. De thuiszorg kan hem bijvoorbeeld niet helpen met douchen, omdat dit door het gebrek aan voorzieningen onverantwoord is voor de medewerkers. Martine Goeman van Defence for Children maakt zich grote zorgen. “Aan de belangen van gehandicapten kinderen wordt onvoldoende gewicht toegekend bij het regelen van geschikte opvang. Voor Amir dreigt een inhumane en gevaarlijke situatie. Nederland moet aan hem – en aan alle andere asielkinderen met een handicap – de veilige opvang bieden waarop hij op grond van het VN-Kinderrechtenverdrag recht heeft”, aldus Goeman. Defence for Children steunt Amir bij zijn verblijfsrechtelijke procedure en bij de procedure over speciale voorzieningen in de opvang. MINDERJARIGE ZEDENSLACHTOFFERS te veel BEHANDELD ALS VOLWASSENEN Slachtoffers van seksueel misbruik die ouder zijn dan 12 jaar, worden door politie en justitie te veel behandeld als volwassenen. Zo hoeven zedenrechercheurs, officieren van justitie en rechters niet gespecialiseerd te zijn in het horen van minderjarigen, kunnen slachtoffers direct worden ondervraagd door de advocaat van de verdachte, worden rechtszaken niet standaard achter gesloten deuren gehouden en wordt het aantal verhoren niet tot een minimum beperkt. Dat schrijft Defence for Children in het rapport ‘Minderjarige slachtoffers van seksueel misbruik in het strafproces’. De benadering van minderjarige slacht- offers kan ertoe leiden dat zij overdonderd worden, zich niet serieus genomen voelen en ontmoedigd raken over het doen van aangifte. De organisatie baseert haar oordeel op een zorgvuldige analyse van internationale en nationale regelingen en op interviews met minderjarige ervaringsdeskundigen, ouders en professionals. De onderzoekers komen tot de slotsom dat de praktijk voor minderjarige slachtoffers vanaf 12 jaar niet voldoet aan het interna tionaal recht. Minister Ard van der Steur van Veiligheid en Justitie heeft toegezegd het rapport grondig te bestuderen. Hij noemt het belang van de kwestie ‘evident’. 5 Right! Right! Now Platform: ‘Geef lessen over mensenrechten’ Het Platform Onderwijs 2032 wil dat mensenrechten een prominente plek krijgen in het lesprogramma op scholen. Dat schrijft het platform deze maand in een advies aan staatssecretaris Dekker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het Platform schrijft in haar advies dat Nederlandse scholen op dit moment relatief weinig doen aan ‘burgerschap’ in hun lessen. Die stellingname is gebaseerd op gesprekken met leraren, leerlingen, ouders, ondernemers, wetenschappers en andere belangstellenden. Scholen zijn al wel verplicht om aandacht te geven aan burgerschap, maar het Platform vindt dat de overheid de kern daarvan beter moet omschrijven en dat mensenrechten expliciet moeten worden benoemd als onderdeel van het curriculum. ‘In een cultureel diverse samenleving, waarin het belang van traditionele verbanden is teruggedrongen, is het nodig dat het onderwijs daar meer aandacht aan besteedt’, aldus het advies. Het Platform Mensenrechteneducatie, een ander platform waar Defence for Children deel van uitmaakt, lobbyt al langer voor lessen over mensen- en kinderrechten op alle scholen. Pien Klieverik van Defence for Children is dan ook blij dat het Platform Onderwijs 2032 nu ook een prominente plek voorstelt voor mensenrechten in het onderwijs. “Dit advies geeft goede moed.” ‘BESTRIJD RADICALISERING door JONGEREN te leren vECHTEN’ Ouders, leraren en sociaalwerkers moeten jongeren leren om vreedzaam te vechten voor hun idealen. Door actief naar hun ideeën te vragen en jongeren te leren met tegenstellingen om te gaan, kan radicali sering en geweld worden beteugeld. Dat zei pedagoog Micha de Winter op 19 november in zijn Mulock Houwerlezing. De Winter vindt dat jongeren in de hedendaagse samenleving te weinig ruimte krijgen om zich te verzetten. “Hoe voeden wij kinderen op en met welk doel? Zijn we bezig om jongeren op een slimme manier onmondig te maken of menen we serieus dat we hen een stem willen geven? Naar mijn idee is opvoeding nu vooral gericht op rust en orde brengen en veel minder op echte participatie. Niemand durft naar de idealen van jongeren te vragen, bang als we zijn voor het antwoord. Juist dat leidt tot radicalisering. Wie daarentegen als kind leert om vreedzaam te vechten, hoeft niet te pesten, te radicaliseren of andersdenkenden te vernederen of te doden.” Micha de Winter is naast hoogleraar pedagogiek aan de Universiteit Utrecht ook voorzitter van de commissie Geweld Jeugdzorg, die momenteel onderzoek doet naar geweld in tehuizen en pleeggezinnen vanaf de bevrijding tot nu. Zijn lezing met als titel ‘Mulock Houwer en het Maagdenhuis: over de opvoeding van competente rebellen’ verschijnt in het voorjaar als boekje. 6 Right! Laat vluchtelingenkinderen niet zo lang in spanning zitten en laat hen onderwijs volgen op een normale school. Deze en veertien andere adviezen van asielkinderen zijn opgetekend door de Werkgroep Kind in azc. Tweede Kamerleden en opvangcentra voor vluchtelingen ontvangen deze maand een poster met alle adviezen erop. Heet hangijzer voor de kinderen zijn de vele verhuizingen van opvangcentrum naar opvangcentrum en het soms jarenlange wachten op een besluit over de verblijfsvergunning. Daarnaast willen de kinderen liever naar een gewone school in plaats van lessen te volgen op een azc-school. Andere adviezen gaan bijvoorbeeld over meer privacy, betere wifi, huiswerkruimten, het verstrekken van identiteitsbewijzen aan minderjarigen en het instellen van een vertrouwenspersoon. De kinderen vinden het verder heel belangrijk dat medewerkers van het opvangcentrum vragen hoe het met hen gaat. Ze willen ook kunnen meepraten en hun mening geven over belangrijke dingen. Op de poster is de 16-jarige Akhrat Selevani behangen met postit-briefjes, waar de adviezen van kinderen op zijn geschreven. Selevani komt oorspronkelijk uit Irak en heeft in tien verschillende opvangcentra gewoond. Zij maakt zich al jarenlang sterk voor betere opvangfaciliteiten voor kinderen. Blader naar bladzijde 11 om de poster te bekijken. Gestraft voor betaalde seks Sinds 2000 zijn 61 mensen veroordeeld voor betaalde seks met een 16- of 17-jarige. In totaal waren bij het OM 177 verdachten bekend. Dat blijkt uit het rapport ‘De klant erbij’ van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel. Hoeveel mensen zich schuldig maken aan betaalde seks met een 16- of 17-jarige, is onbekend. TEN KATE WINT JAAP DOEK KINDERRECHTENSCRIPTIEPRIJS Yvonne ten Kate heeft in december de Jaap Doek Kinderrechtenscriptieprijs gewonnen voor haar scriptie ‘Oost west, thuis best? Een analyse van de herijking van het beleid voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen’. De prijs wordt jaarlijks uitgereikt door Defence for Children en de Afdeling Jeugdrecht van ASIELKINDEREN GEVEN ZELF ADVIES VOOR BETERE OPVANG de Universiteit Leiden en bestaat uit een bedrag van 1.000 euro en een bezoek aan het VN-Kinderrechtencomité in Genève. De scriptie van Ten Kate gaat over één van de weinige regeling in het Nederlandse vreemdelingenrecht die specifiek is gericht op minderjarigen. Het in 2013 ‘herijkte’ beleid ten aanzien van deze groep heeft veel onduidelijkheid veroorzaakt. Ten Kate doet aanbevelingen om de regeling in overeenstemming te brengen met het internationaal en Europees juridisch kader. Juryvoorzitter Jaap Doek roemt de goed onderbouwde eigen visie van Ten Kate. De Universiteit Leiden beloonde de masterscriptie eerder al met een 8,5. opmerkelijk haarvaten Kinderen voor Kinderen zit in de haarvaten van onze samenleving. Het liedjesfestijn laat zien wat kinderen door de jaren heen bezighoudt. Dit jaar zijn dat Márcia en Gláucio. Deze tieners dreigden eind augustus uitgezet te worden naar Angola, een land dat zij niet kennen. Het liedje ‘Waarom moet ze gaan’ is op hen geïnspireerd en gaat over kinderen die zich hier als een vis in het water voelen. In de videoclip is een rolletje weggelegd voor Johnny de Mol. Tijdens de uitreiking van de Televizierring riep de presentator op tot verdraagzaamheid, meer respect en meer liefde voor vergeten kinderen in de opvang. Vandaar. Het refrein zegt alles over de kinderpardonregeling: ‘Waarom moet ze weg, hier is toch haar thuis, ze woont in Nederland.’ Met andere woorden: Kinderen voor Kinderen voelt haarfijn aan dat de regeling niet deugt. Van alle aanvragen van gewortelde kinderen is maar liefst 98 procent afgewezen. De criteria zijn zó streng en tegelijk zó algemeen, dat de staatssecretaris met gemak de ene na de andere afwijzing kan produceren. We zijn dus terug bij af. Daarom heeft Defence for Children een meldpunt geopend. Wij willen alle afgewezen kinderen samenbrengen en hen één stem geven voor een echte oplossing. Hopelijk kan het kinderkoor dan volgend jaar zingen: ‘Ik mag hier bestaan, dit is nu mijn thuis, het fijne Nederland’. Aloys van Rest directeur Defence for Children [email protected] ‘IRAANSE VN-KINDERRECHTENACTIVISTEN MOETEN VRIJ’ Defence for Children is samen met negen andere kinderrechtenorganisaties een internationale campagne gestart om Atena Daemi en Saeed Shirzad uit de gevangenis te krijgen. Deze twee Iraniërs zitten een gevangenisstraf uit van veertien respectievelijk vijf jaar vanwege het vreedzaam verdedigen van kinderrechten. Aloys van Rest, directeur van Defence for Children, noemt de veroordelingen van de activisten ‘absurd’. “Iran heeft het VN-Kinderrechtenverdrag geratificeerd en erkent dus de rechten van kinderen. Als Iraniërs vervolgens opkomen voor kinderen in benarde situaties, dan belanden zij achter de tralies. Dat is volstrekt onnavolgbaar en ontoelaatbaar.” De campagne bestaat onder meer uit een online petitie die op avaaz.org kan worden getekend. 7 Right! EU-voorzitterschap Europese lobby voor kinderen in armoede ‘INVESTEER IN DE KINDEREN VAN EUROPA’ Een op de vier kinderen in de Europese Unie loopt het risico op te groeien in armoede. Eurochild, het netwerk van Europese kinder rechtenorganisaties zet zich al jarenlang in voor bestrijding van armoede onder kinderen in Europa. Right! sprak met de secretarisgeneraal van Eurochild, Jana Hainsworth, over het aankomend EU-voorzitterschap van Nederland. O ngeveer een vijfde van de bevolking van de EU-lidstaten is jonger dan 18 jaar. Een op de vier kinderen in de Europese Unie loopt het risico op te groeien in armoede. Dat zijn 26 miljoen kinderen met verminderde ontwikkelingskansen. Kinderen die in armoede opgroeien, doen het minder goed op school, hebben een minder goede gezondheid en zullen als ze volwassen zijn vaak niet hun volledige potentieel kunnen benutten. Dit vraagt om speciale aandacht voor kinderen in de armoedebestrijding op nationaal en Europees niveau. Eurochild, een netwerk van bijna 130 kinderrechtenorganisaties pleit al jaren op Europees niveau voor een kinderrechtenbenadering van het armoedevraagstuk. Vanaf 1 januari 2016 is Nederland voor een half jaar voorzitter van de Raad van de Europese Unie. De prioriteiten in Europa liggen vast. Die staan in de Strategische Agenda die in juni 2014 is vastgesteld. De prioriteiten zijn: werkgelegenheid, groei van de economie, klimaatverandering, energieopwekking, vluchtelingen, veiligheid, recht én Europa als sterke mondiale speler. Tijdens het voorzitterschap wil Nederland de Europese Unie op alle prioriteiten een stap verder brengen. Het kabinet ziet zichzelf daarbij als een efficiënte bemiddelaar die compromissen kan smeden tussen de 28 lidstaten. “Die positie van spil in het proces geeft Nederland uiteindelijk ook meer invloed”, schrijft het kabinet in haar visiestuk over het voorzitterschap. “Het half jaar dat Nederland het roulerend voorzitterschap bekleedt, biedt 8 Right! Door Mirjam Blaak en Pien Klieverik kansen om te werken aan een Unie die zich richt op hoofdzaken, die door innovatie groei en banen schept en die verbinding aangaat met samenlevingen.” De manier waarop Nederland het voorzitterschap invult, past bij het groeiend aantal Europeanen dat vindt dat de Europese instituties een stap terug moeten doen. Voor meer regels of nieuw beleid is weinig ruimte. In die werkelijkheid opereert Jana Hainsworth. Ziet u toch mogelijkheden om in Europa iets te bereiken voor kinderrechten? “Kinderrechten zijn geen geïsoleerd onderwerp, maar een beleidsaspect op meerdere terreinen, net zoals genderbeleid of de rechten van mensen met een beperking. Voor belangengroepen die werken met dit soort thema’s is het daarom moeilijk om hun onderwerp tot prioriteit van beleid te maken bij de Europese Commissie. Op het gebied van kinderrechten is er desondanks al veel werk gedaan dat nog altijd als leidraad dient, bijvoorbeeld als het gaat om preventie van geweld tegen kinderen, kindvriendelijke rechtssystemen of participatie van jongeren. Nederland vindt als aanstaand voorzitter net als de Europese Commissie dat Europa moet werken met wat ze al heeft, in plaats van nieuwe strategieën voor te stellen. Ze willen de agenda versmallen en focussen op de essentie. Doordat Nederland subsidiariteit – dat is het principe dat Europa geen dingen doet die lidstaten zelf kunnen – zeer serieus neemt, denk ik dat kinderrechten buiten de scope van Europa kunnen Paspoort Naam: Jana Hainsworth Opleiding: Milieu en beleidsontwikkeling aan de Sussex University en een academische graad Natuurwetenschap aan de Universiteit van Durham. Werk: Secretaris-generaal bij Eurochild (vanaf 2006). Daarvoor onder meer onderzoeker bij Ecorys, coördinator bij AVSO en redacteur bij communicatiebureau GOPA. vallen. Dat gezegd hebbende is armoedebestrijding bijvoorbeeld wel één van de sub-prioriteiten tijdens het voorzitterschap van Nederland.” De grootste uitdaging voor Nederland zal migratie en de vluchtelingenkwestie zijn. Dat staat bovenaan de agenda. Krijgt Nederland als voorzitter eigenlijk genoeg ruimte om de asielagenda te bepalen? “Het zal niet meevallen om in een periode van zes maanden grote impact te hebben, maar de voorzitter kan wel invloed hebben op de toon en de manier waarop specifieke onderwerpen worden aangepakt. Ik hoop dat Nederland wat dat betreft onze bondgenoot wil zijn bij het beschermen van kinderrechten en het voorop stellen van het belang van het kind. We zouden graag zien dat Nederland als voorzitter benadrukt dat elke minderjarige die als vluchteling Europa binnenkomt voor alles kind is met dezelfde rechten als ieder ander kind en dan pas een vluchteling. We moeten ervoor zorgen dat vluchtelingenkinderen goed worden opgevangen en een goed leven kunnen opbouwen, anders zijn de consequenties voor de Europese Unie niet te overzien.” Heeft het VN-Kinderrechtenverdrag daarbij enige betekenis, aangezien Europa geen verdragspartner is? “Indirect zeker. Ten eerste hebben alle 28 EU-Lidstaten het VN-Kinderrechtenverdrag geratificeerd. Ten tweede heeft Europa in het Verdrag van Lissabon de bescherming van de rechten van kinderen tot een wettelijke doelstelling gemaakt. Daarmee erkent Europa dat het beleid en de wetgevingskaders die Europa produceert, coherent moeten zijn met het VN-Kinderrechtenverdrag. Ook in het Handvest van de Grondrechten van de EU staat dat het belang van het kind een eerste overweging moet zijn in EU-beleid dat kinderen aangaat. Kinderrechten mogen dan ook geen marginaal onderwerp zijn in Europa. Daar zijn ook sterke economische argumenten voor.” Wat is er tot nu toe bereikt voor kinderen die in Europa in armoede op moeten groeien? “Het was ons al eerder gelukt om armoede onder kinderen hoog op de agenda van de Europese Commissie te krijgen. In 2013 is een ‘aanbeveling’ aangenomen over het investeren in kinderen in achtergestelde posities. Deze aanbeveling erkent kinderen als zelfstandige rechtssubjecten. Ook onderstreept de aanbeveling het cruciale belang voor de toekomst van Europa om achterstand van gezinnen die van generatie op generatie doorgaat, te doorbreken. Zo’n aanbeveling is geen wet, maar is wel het meest krachtige niet-wettelijke instrument dat Europa in huis heeft. De bedoeling is dat lidstaten de aanbeveling implementeren en dat zij geld uit het Europees Sociaal Fonds gebruiken voor armoedebestrijding. Het aannemen van de aanbeveling was een succes, maar tegelijk slechts het begin. We zien dat het nog niet het gewenste effect heeft. Er is nog veel meer nodig. Toch helpt 9 Right! de aanbeveling nationale kinderrechtenorganisaties om hun regeringen te beïnvloeden. En dat is hard nodig, vooral nu we zien dat sommige regeringen bezuinigen op zaken als onderwijs en opvoedingsondersteuning.” Begin december 2015 ondertekenden 428 Europarlemen tariërs een verklaring waarin ze de Europese Unie en alle lidstaten oproepen om te investeren in kinderen. Dat een ruime meerderheid van de Europese parlementsleden de verklaring heeft ondertekend is een historische mijlpaal. Wat betekent dit? “Het Europees Parlement laat luid en duidelijk horen dat we moeten investeren in kinderen. Met de verklaring voelen wij ons gesteund in de pleitbezorging richting de lidstaten en de Europese Commissie. Zij moeten de boodschap op gaan pakken en daadwerkelijk stappen gaan zetten om armoede onder kinderen in Europa te stoppen. De massale ondertekening van de verklaring betekent ook een enorme steun voor alle organi saties in Europa die zich inzetten voor het welzijn van kinderen en die willen dat armoede effectief bestreden wordt.” Welke rol kan Nederland als EU-voorzitter hierbij spelen? “Nederland wil tijdens het voorzitterschap kennisuitwisseling over armoedebeleid tussen lidstaten stimuleren en zo van elkaar leren. Ze zijn dus niet voor een top-down-aanpak, maar willen wel graag de doelstellingen voor armoedebestrijding halen. We kunnen samenwerken in de bestrijding van armoede onder kinderen door het maximale te halen uit het onderlinge leerproces tussen lidstaten.” Uitwisseling van ideeën is toch iets anders dan Europees beleid maken? “Zeker. Het Nederlandse voorzitterschap ziet voor zichzelf een beperkte rol om overeenstemming te bereiken over het terugdringen van armoede, maar dat maakt het wel bereikbaar. In die zin is er een extra opening om gedurende het voorzitter schap armoede bij kinderen te agenderen bij de Europese Commissie en bij alle lidstaten. En ook om te benadrukken hoe belangrijk het is kinderen centraal te stellen in het Europese en nationale armoedebeleid. Het gaat zoals gezegd om uitwisseling van goede voorbeelden. Daartoe kan de Nederlandse regering het komende half jaar de hulp van Eurochild en Nederlandse maatschappelijke organisaties inzetten. Het opzetten van structurele activiteiten voor het delen van ervaringen tussen lidstaten ten aanzien van armoedebestrijding onder kinderen, zou een positieve eerste stap zijn.” Dit is kindvriendelijke opvang! VERKLARING VAN 428 LEDEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT De verklaring die 428 leden van het Europees Parlement (totaal: 751 leden) ondertekenden, luidt als volgt: 0042/2015 Schriftelijke verklaring, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van het Parlement, over investeren in kinderen 10 Right! Fotografie: Hans Moolenaar | Ontwerp: Designink.nl 1Een vijfde van de bevolking van de EU is jonger dan 18. 2Kinderen en jongeren worden disproportioneel getroffen door armoede. Zelfs al voor de financiële crisis waren de armoedeniveaus onder kinderen onaanvaardbaar hoog. Ondanks toezeggingen om hier iets aan te zullen doen, wordt nu meer dan een op de vier kinderen (27,7%) in de EU bedreigd met armoede of sociale uitsluiting. 3Het macro-economisch beleid moet vooral tot doel hebben kinderen en de gezinnen waarin zij leven te beschermen en te vrijwaren tegen de gevolgen van maatregelen gericht op het reduceren van de tekorten. 4De Commissie wordt in dit verband verzocht te overwegen in de sociale dimensie van de Economische en Monetaire Unie een specifieke en bindende indicator op te nemen betreffende het aantal kinderen dat met armoede of sociale uitsluiting wordt bedreigd. 5De Commissie zou er daarnaast bij de lidstaten op moeten aandringen specifieke nationale (onder)doelstellingen vast te stellen voor het terugdringen van armoede en sociale uitsluiting bij kinderen, teneinde bij te dragen aan de verwezenlijking van de doelstelling voor armoedereductie van Europa 2020. 6De Raad wordt verzocht de lidstaten ertoe aan te zetten alle EU-financieringen en alle andere beschikbare instrumenten te gebruiken voor het ten uitvoer leggen van de aanbeveling van de Commissie “Investeren in kinderen: de vicieuze cirkel van achterstand doorbreken”; verder zou de Commissie een routekaart moeten opstellen en indicatoren betreffende het welzijn van kinderen moeten ontwikkelen, in overeenstemming met de aanbevelingen. 7Deze verklaring, met de namen van de ondertekenaars, wordt toegezonden aan de Raad en de Commissie. De verklaring is een initiatief van elf leden van het Europees Parlement en wordt ondersteund door Eurochild in samen werking met de EU Alliance for Investing in Children, een samenwerkingsverband van meer dan 20 Europese netwerken die zich inzetten voor het welzijn van kinderen en het stoppen van armoede. Het moet een impuls geven aan de implementatie van de Aanbeveling van de Europese Commissie: “Investeren in kinderen: de vicieuze cirkel van achterstand doorbreken” De aanbeveling is gericht op een holistische aanpak en onderscheidt drie beleidsdomeinen die fundamenteel zijn om armoede onder kinderen te bestrijden: (1) toegang tot toereikende middelen, (2) toegang tot voorzieningen van goede kwaliteit en (3) kansen en participatie van kinderen. Zie voor meer informatie over de verklaring: http://www.eurochild.org Tell me! Voor en over kinderen in asielzoekerscentra www.kind-in-azc.nl www.tell-me.nl EU-VOORZITTERSCHAP Nederland wil nieuwe koers ‘BILLIJKE VERDELING VAN ALLE ASIELAANVRAGEN’ De situatie van vluchtelingen is nijpender dan ooit. Nederland wil daarom als voorzitter van de Europese Unie toe naar herverdeling van alle vluchtelingen over de lidstaten. Ook moet er meer geld naar opvanglocaties buiten Europa en wil Nederland één Europese asielprocedure. Een ingrijpend voorstel. O ngeveer één op de vier vluchtelingen in Europa is minderjarig. Zij komen vaak via gevaarlijke en illegale routes. Soms alleen, soms met hun ouders. De komst van vluchte lingen leidt aan de Europese buitengrenzen tot chaotische situaties. Kinderen slapen soms letterlijk in de modder en ook de gammele bootjes blijven varen én slachtoffers eisen. Het aangespoelde lichaam van de 3-jarige Aylan Kurdi staat bij iedereen nog vers op het netvlies. Om de ergste nood aan de buitengrenzen te lenigen, besliste een aantal Europese lidstaten afgelopen september bij meerderheid tot herverdeling van 160.000 vluchtelingen uit Italië en Griekenland, de landen die de meeste vluchtelingen te verwerken krijgen. Het hervestigings programma is al in werking getreden, maar sommige landen verzetten zich ertegen. Zo is Slowakije naar het Europees Hof van Justitie gestapt om de verdeelsleutel aan te vechten. Het land heeft de opdracht gekregen om 802 mensen over te nemen. Ter vergelijking: Nederland zal 7.214 overnemen en Duitsland 31.443. Het Nederlandse kabinet schrijft aan de 12 Right! Tweede Kamer dat tijdens het Europese voorzitterschap ‘moet worden doorgezet met de tenuitvoerlegging van de maatregelen’. Nog los van het verzet van voornamelijk Oost-Europese lidstaten tegen de verdeling, is dat nog geen sinecure. Het maken van de eerste schifting in de nieuwe Europese aanmeldcentra verloopt vooralsnog moeizaam. Om in aanmerking te komen voor het hervestigingsprogramma moeten migranten in de centra een soort ‘Europese asielaanvraag’ indienen. Behandeling duurt ongeveer twintig dagen. De toegewezen vluchtelingen mogen vervolgens niet zelf bepalen naar welk land zij gaan. In de praktijk besluiten mensen daarom veelal om direct naar een populair land te reizen en daar via de gangbare methode asiel aan te vragen. De Dublinverordening, waarin twaalf Europese landen in 1990 hebben afgesproken dat het eerste land waar een vluchteling een asielaanvraag indient dat verzoekt in behandeling moet nemen, is op sterven na dood sinds het aantal vluchtelingen in Europa flink is gestegen. Mensen worden nu minder vaak teruggestuurd als zij verder reizen. De historische Door Ivo Rodermans woorden ‘Wir schaffen das’ van de Duitse bondskanselier Angela Merkel doen de rest. DISPROPORTIONEEL Of in Europa draagvlak bestaat om de herverdeelmaatregel beter uit te voeren of zelfs uit te breiden in 2016, is de vraag. Niet de aankomstlanden, maar de bestemmingslanden krijgen immers de meeste asielaanvragen te verwerken. Duitsland heeft zodoende straks niet alleen de meeste ‘doorreizers’, maar ook de meeste ‘herverdelers’ binnen haar landsgrenzen. Volgens Martin Schultz, voorzitter van het Europees Parlement, moet het mogelijk zijn om één miljoen mensen te herverdelen over de lidstaten. Premier Mark Rutte benadrukt daarentegen dat in eerste instantie ‘de stroom zeer, zeer, zeer naar beneden moet’. Hij heeft andere voorstellen in zijn achterzak. Wie dacht dat het blijft bij de herverdeling van 160.000 vluchtelingen over de lidstaten én bij de afspraken met Turkije over opvang in de regio, heeft het dus behoorlijk mis. De grootste hervorming ligt nog in het verschiet. Het idee van Nederland is niet om de bestaande noodmaatregel uit te breiden, maar om een nieuwe verdeelsleutel te introduceren voor álle vluchtelingen over álle lidstaten. “De huidige situatie, waarin een handvol lidstaten disproportionele lasten draagt, terwijl anderen uit de wind blijven, kan niet gehandhaafd worden”, schrijft het kabinet in het brief over de Europese asielproblematiek. “De enige oplossing is dan ook een billijke verdeling van álle asielaanvragen die worden ingediend in de EU volgens een bindende bijdrage per lidstaat, rekening houdend met de absorptiecapaciteit van een land. Dat betekent dat waar een aanvraag in Griekenland kan leiden tot opvang in Duitsland of Nederland, dit omgekeerd ook het geval moet zijn. De lidstaat waar de aanvraag voor Europese bescherming wordt gedaan moet irrelevant zijn voor de beslissing in welke lidstaat de uiteindelijke opvang vorm zal krijgen.” Het kabinet Rutte staat niet alleen in haar wens tot een drastische hervorming. In het werkprogramma van de Europese Commissie staat klip en klaar dat in 2016 de Dublinverordening wordt herzien. “Het aanpakken van de vluchtelingencrisis en het beheren van de migratiedruk aan onze buitengrenzen is op dit moment de belangrijkste prioriteit voor de Unie”, schrijft de Commissie. “De crisis heeft uitgewezen dat we naast de onmiddellijke maatregelen het Europees asielstelsel en de wijze waarop we onze gemeenschappelijke buitengrenzen beheren, grondig tegen het licht moeten houden. We zullen voorstellen presenteren voor een gestructureerd hervestigingsstelsel.” BUITEN EUROPA Het is aan Nederland om de discussie over een Europees asielbeleid op te starten en in goede banen te leiden. In een brief aan de Tweede Kamer over de Europese asielproblematiek neemt het kabinet alvast een schot voor de boeg hoe ze zich dat voorstelt. Nederland wil allereerst het aantal vluchtelingen reduceren door hen opvang te bieden in veilige derde landen buiten Europa. “Een uitzichtloos verblijf in opvangkampen en geïmproviseerde verblijven moet worden vervangen door opvang in belangrijke transitlanden in veilig en adequaat toegeruste gastgemeenshappen van meer structurele aard”, aldus de brief. Het kabinet wil derde landen overhalen om mee te werken door lokaal te investeren in infrastructuur en bedrijven, gecombineerd met de mogelijkheid tot hervestiging van vluchtelingen naar Europa ‘als overdrukventiel op de regionale veilige opvang’. De UNHCR, de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties, moet na registratie van de vluchtelingen de voordrachten voor haar rekening gaan nemen. “Dat programma kan uitgaan van een vast gesteld quotum per jaar voor de gehele EU, waarbij elke lidstaat een bindend aantal plaatsen toegewezen krijgt op grond van een geschikte verdeelsleutel.” Vluchtelingen die toch op eigen houtje naar Europa reizen, worden volgens het kabinetsplan teruggestuurd. Dat is mogelijk op basis van de huidige internationale en Europeesrechtelijke kaders, meent het kabinet. De maatregel klinkt hardvochtig, maar heeft volgens het kabinet een menslievende achtergrond. “Gebruik van illegale manieren om via mensensmokkelaars de EU te bereiken heeft op deze wijze niet tot gevolg dat dit leidt tot opvang binnen de EU, wat ontmoedigend 13 Right! Column KINDERRECHTEN zal werken. Op deze manier kunnen we het cynische bedrijfsmodel van mensensmokkelaars ontmantelen, op termijn migratiestromen naar Europa verminderen en beter beheersbaar maken, vluchtelingen bescherming bieden en onze verplichtingen voortkomend uit internationaal en Europees recht blijven nakomen”, schrijft het kabinet. EINDPUNT Het kabinet noemt het terugsturen van niet uitgenodigde vluchtelingen naar veilige derde landen een ‘essentieel eindpunt waar de EU naartoe moet werken’. Gaat het Vluchtelingenverdrag daarmee feitelijk op de helling? Niet voor iedereen. Aanvragen van vluchtelingen uit delen van de wereld waar geen veilige opvang beschikbaar is, worden volgens het voorstel wel inhoudelijk in behandeling genomen binnen Europa. Daartoe moeten er aanmeldcentra komen buiten de Europese grenzen, moet er één geharmoniseerde Europese asielprocedure komen, één identiek opvangsysteem en een verdeelsleutel om vluchtelingen over de lidstaten te spreiden. Hoe de asielprocedure eruit gaat zien en op grond van welke criteria mensen worden ‘verdeeld’ over lidstaten is nog niet uitgekristalliseerd en zal ongetwijfeld leiden tot veel discussie. In ieder geval moet er een Europese lijst komen van veilige landen. Verder vindt het kabinet dat bij de verdeling over de landen ‘binnen het haalbare rekening moet worden gehouden met voorkeur, eigenschappen, achtergrond en kwalificaties’ van personen. Een gezamenlijk asielbeleid betekent óók een Europees terugkeerbeleid. Nederland schrijft in de voorzitterseditie van de ‘Staat van de Europese Unie 2015’ dat ze zich daarom tijdens het voorzitterschap ‘op gebied van ontwikkelingssamenwerking in de eerste plaats wil richten op de migratiecrisis’. Indien het land van herkomst van een afgewezen asielzoeker niet meewerkt aan terugkeer, kan dat derhalve financiële consequenties hebben voor het land: “Waar het ‘more for more’ in de EU al breed gedragen wordt, moet de EU voorts niet terugdeinzen om ook een ‘less for less’ aanpak te kiezen wanneer samenwerking onbevredigend blijft”, aldus het kabinet. STEUN VOOR VEILIGE LEGALE ROUTES Elf Nederlandse vluchtelingenorganisaties scharen zich in grote lijnen achter de kabinetsvoorstellen voor gecoördineerde migratie naar Europa en investeringen in gezondheidszorg, onderwijs en werkgelegenheid in de regio. De coalitie spreekt over ‘een noodzakelijke, zelfs onvermijdelijke stap’, omdat op deze manier veilige legale routes ontstaan voor vluchtelingen. “Dat kan juist bijdragen aan de beheersbaarheid van de opvang in Nederland en het herstel van het gevoel van zekerheid waar zoveel Nederlanders nu behoefte aan hebben.” De pogingen van Europa tot nu toe, om juridische, technologische en fysieke barrières op te werpen tegen de komst van vluchtelingen leidt tot een vicieuze cirkel die irreguliere migratie via gevaarlijke routes verder aanmoedigt, vinden de organisaties. Daarom moet het roer om door samen met de UNHCR een humanitair toelatingsprogramma op te zetten. “Doordat een dergelijk programma voor vooraf aan te wijzen, specifieke groepen vluchtelingen geldt, zal het veel sneller werken dan hervestiging. Het maakt niet alleen de levensgevaarlijke oversteek voor 14 Right! vluchtelingen overbodig, maar geeft ook Europeanen meer veiligheid doordat al een screening plaatsvindt voordat vluchtelingen naar Europa vertrekken. Dit kan aan de buitengrenzen lucht geven en de situatie weer meer beheersbaar maken.” De elf organisaties willen het Europese visum inzetten als humanitair instrument voor mensen die extra kwetsbaar zijn in de regio, zoals alleenstaande vrouwen met kinderen, leden van minderheidsgroeperingen, homoseksuelen en mensenrechtenactivisten. Daarnaast zouden Europese studievisa afgegeven kunnen worden aan jongeren uit de regionale opvang en zou de mogelijkheid tot gezinshereniging uitgebreid moeten worden. “Nederland zal leidend zijn in de onderhandelingen over het voorstel voor een gezamenlijk Europees hervestigingsprogramma. Het is niet de bedoeling dat Nederland, noch de EU, alles alleen oplost. We roepen Nederland daarom op om ook internationaal een voortrekkersrol te vervullen,” schrijven de organisaties. De brief is onder meer ondertekend door VluchtelingenWerk, Oxfam Novib, Artsen zonder Grenzen en Amnesty International. Naar aanleiding van de kabinetsplannen hebben negen kinderrechtenorganisaties, waaronder Defence for Children, in een brief aan staatssecretaris Klaas Dijkhoff de gezamenlijke Europese aanpak onderschreven. De kinderrechtenorganisaties pleiten tegelijk voor een ruimhartig Europees toelatingsbeleid voor kinderen en gezinnen en voor welwillende inwilliging van verzoeken tot gezinshereniging. Ook moet de opvang kleinschalig en kindvriendelijk worden ingericht, met de mogelijkheid om trauma’s te behandelen. “We roepen u op om vooral de kinderen voor ogen te houden bij uw gesprekken in Europa en bij de beleidsmaatregelen die u neemt. Het is voor kinderen essentieel dat zij zich kunnen ontwikkelen in een veilige en stabiele omgeving”, schrijven de organisaties. In hoeverre en op welke manier de rechten van kinderen gerespecteerd zullen worden in het voorstel voor het toekomstige systeem, is afwachten. Aloys van Rest, directeur van Defence for Children, hoopt en verwacht dat Nederland bij de uitwerking van de voorstellen kindvriendelijkheid voorop stelt. “Een hervorming brengt risico’s met zich mee, maar is ook een kans. Uit rapportages van Human Rights Watch blijkt bijvoorbeeld dat aan de grens van Hongarije kinderen en zwangere vrouwen onder slechte omstandigheden in detentie worden gezet. Dat moet stoppen. Als er draagvlak bestaat voor harmonisatie van het asielbeleid, dan moeten er absoluut óók Europese normen komen voor kindvriendelijke opvang, evenals procedurele waarborgen voor behandeling van asielaanvragen én uniforme regels voor het toepassen van detentie om situaties zoals in Hongarije te voorkomen. Het standpunt van Defence for Children luidt dat kinderen niet op migratierechtelijke gronden gedetineerd mogen worden. Hoewel de Europese Unie geen verdragspartij is bij het Kinderrechtenverdrag van de Verenigde Naties, worden kinderrechten wel erkend in het Handvest van de Grondrechten van de EU. Dat schept een verplichting om de rechten van kinderen voluit onderdeel te maken van het Europees asielbeleid.” HET LAATSTE WOORD Jeugdrechter: “Ik ga straks beslissen. Je mag nog wat tegen mij zeggen als je dat wilt.” Verdachte: “Mijn advocaat heeft zojuist gezegd dat er regels zijn voor de officier van justitie, die erop neerkomen dat ik binnen zes maanden na mijn aanhouding moet weten wat uw beslissing is. Mijn advocaat baseert dat op artikel 40 lid 2 van het VN-Kinderrechtenverdrag en op de Kalsbeeknormen.” Jeugdrechter: “Dat heb ik gehoord ja.” Verdachte: “Gaat u nu ook een straf uitdelen aan de officier van justitie? Het is nu achttien maanden geleden dat ik ben aangehouden. Officier van justitie: “Ik vind niet dat ik straf verdien. Ik kan niet goed uitleggen waarom het zo lang heeft geduurd.” Verdachte: “Maar dat is toch oneerlijk. Ik krijg wel straf omdat ik mij niet aan de regels houd en u niet.” Jeugdrechter: “Zal ik dan maar uitspraak gaan doen?” Verdachte: “Ja, dat is goed.” Jeugdrechter: “Je hebt achttien maanden geleden iemand een paar keer hard tegen zijn hoofd geslagen. Als ik kijk naar onze richtlijnen zou ik je nu een werkstraf moeten geven van 40 uur. Je advocaat heeft aangevoerd dat ik de officier van justitie niet ontvankelijk moet verklaren in jouw vervolging, omdat het veel te lang heeft geduurd voordat je voor de rechter bent gekomen. Je advocaat heeft groot gelijk, maar de hoogste rechter in Nederland, de Hoge Raad, zegt dat ik jou hetzelfde moet behandelen als een volwassene. Dat betekent dat pas na zestien maanden sprake is van vertraging. De Hoge Raad heeft ook gezegd dat ik geen niet-ontvankelijkheid mag uitspreken als straf voor de officier van justitie. Ik mag de officier van justitie weliswaar geen straf geven, maar ik moet toch rekening houden met artikel 40 en artikel 3 van het VN-Kinderrechtenverdrag. Die regels zijn nog belangrijker dan wat de Hoge Raad zegt. Omdat ik achttien maanden wachten echt veel te lang vind, kies ik ervoor om jou geen straf te geven. Ik pas artikel 9a Sr toe. Eigenlijk ben ik daar helemaal niet blij mee, want als je iemand slaat dan hoort daar een straf bij. Anders denk jij misschien dat het helemaal niet erg is wat je hebt gedaan. Ik vind het als rechter echter nog erger dat het Openbaar Ministerie niet zijn best doet om zaken snel op zitting te zetten.” Stilte. Jeugdrechter: “Heb je mijn uitspraak begrepen”. Verdachte: “Nee, maar ik ben wel blij dat ik geen straf krijg.” Ronny van de Water Jeugdrechter in Rotterdam en Amsterdam van 2003 tot en met 2013. Nu: rechter-commissaris in Amsterdam MARGARITA MAG BLIJVEN Staatssecretaris Dijkhoff heeft op 16 december besloten om Margarita Alexandrova en haar moeder alsnog een verblijfsvergunning te geven. Margarita komt uit Oezbekistan en dreigde na zeven jaar uitgezet te worden. Ruim 12.000 mensen tekenden een petitie voor het 17-jarige meisje uit Kampen. 15 Right! De 12-jarige Mayssa uit de Gazastrook mist haar bed. Mayssa was net een half jaar verhuisd naar haar nieuwe huis, voordat het door een Israëlische aanval vernield werd. Daarvoor woonde zij drie jaar in een tent, omdat haar voormalige huis regelmatig onder vuur lag. Mayssa heeft in 2010 haar moeder verloren door een beschieting. Ze poseert op de foto hieronder, op de puinhopen van haar nieuwe huis. Het verhaal van Mayssa staat niet op zichzelf. Ook de 12-jarige Saber, op de grote foto hiernaast, is zijn huis kwijtgeraakt. Hij mist zijn spelcomputer het meest. Behalve Mayssa en Saber zijn veel meer Palestijnse kinderen hun veilige omgeving kwijt geraakt. Al meer dan 108.000 inwoners zijn hun huis verloren. In de meeste huizen woonden gezinnen met kinderen. Hun veilige plek en eigen universum is voorgoed weg. In de tentoonstelling ‘Dit was mijn slaapkamer’ laten kinderen zien wat zij het meest missen uit hun slaapkamer. De tentoonstelling reist momenteel door Europa en was in november in Leiden te zien. De fotoserie is gemaakt door de Franse fotograaf Anne Paq (1976). In de zomer van 2014 bracht zij de Israëlische militaire operatie ‘Protective Edge’ in beeld, waarbij de kinderen op de foto’s hun huizen zijn kwijtgeraakt. ‘DIT WAS MIJN SLAAPKAMER’ 17 Right! EU-voorzitterschap Europese aanpak mensenhandel ‘MEER AANDACHT VOOR ARBEIDSUITBUITING’ Minister Bert Koenders wil tijdens het EU-voorzitterschap voortvarend inzetten op de bestrijding van mensenhandel. Maar hoe? Right! sprak met het ministerie van Veiligheid en Justitie over de strategie van Nederland om kinderen te beschermen tegen mensenhandelaren. I n een brief van het kabinet aan de Tweede Kamer staat het klip en klaar: ‘Tijdens het voorzitterschap zal Nederland voortvarend inzetten op bestrijding van georganiseerde criminaliteit, waaronder mensenhandel, mensensmokkel en de ontwikkeling van terugkeer- en slachtofferbeleid’. De vraag is echter wat Nederland precies wil veranderen. Bestrijding van mensenhandel is immers al zeker vijftien jaar een prioriteit van de Europese Unie. De lidstaten werken bijvoorbeeld samen bij de opsporing van handelaren. Voor de omgang met slachtoffers bestaat zelfs een Europese richtlijn die voorschrijft dat zij a anspraak kunnen maken op een speciale verblijfsvergunning, in ruil voor samenwerking met de opsporingsinstanties. Kortom, Nederland stapt op een rijdende trein. Met welk resultaat wil Nederland aan het einde van het voorzitterschap thuiskomen? “Als het gaat om de aanpak van mensenhandel in Europa is de focus altijd sterk gericht op seksuele uitbuiting. De aanpak van arbeidsuitbuiting, in bijvoorbeeld de land- en tuinbouw en de horeca, blijft onderbelicht. Nederland heeft zich daarom ten doel gesteld om tijdens het voorzitterschap deze achterstand in te halen. Nederland ontwikkelt hiervoor een handleiding over mensenhandel en arbeidsuitbuiting, die is gericht op signaleren, bestrijden en voorkomen. Het is een boek met suggesties voor EU-lidstaten voor een multidisciplinaire aanpak. De handleiding wordt gelanceerd op de Themaconferentie Mensenhandel.” 18 Right! Door Celine Verheijen Is er geen speciale aandacht voor de bestrijding van kinderhandel voor seksuele doeleinden? “Jawel. Tijdens het Nederlandse voorzitterschap organiseren de Eerste en Tweede Kamer een conferentie over mensen handel en internet. Daarbij zal naar verwachting ook aandacht zijn voor minderjarige slachtoffers van seksuele uitbuiting.” Hoe wil Nederland de opsporing van mensenhandelaren in Europa verbeteren? “Nederland is een van de koplopers als het gaat om fi nancieel rechercheren. We ontwikkelen een ‘instrument financieel rechercheren’ dat voor alle vormen van criminaliteit te gebruiken is. We zorgen ook dat opleidingen zoals de Europese Politieacademie kennis over het gebruik van het nieuwe instrument opnemen in het curriculum.” Wat is dat instrument precies en hoe kun je het gebruiken voor de bestrijding van mensenhandel? “Bij financieel rechercheren werken politie-instanties samen met financiële instellingen, zoals banken. Ook wordt er over de landsgrenzen heen gewerkt. Zo kan Nederland bijvoorbeeld bezittingen in beslag nemen in het land van herkomst van de mensenhandelaar. Het instrument moet ervoor zorgen dat de verschillende lidstaten niet opnieuw het wiel gaan uitvinden, maar van elkaar leren.” Minister Koenders noemt het ontwikkelen van terugkeeren slachtofferbeleid een speerpunt. Wat gaat er veranderen voor minderjarigen? “Voor het beter herkennen, doorverwijzen, beschermen en bijstaan van slachtoffers zijn de taken en verantwoordelijkheden van verschillende organisaties beschreven. Deze nationale verwijzingsmechanismen zijn met elkaar verbonden in een grensoverschrijdend mechanisme. Omdat er voor minderjarige slachtoffers andere instanties bestaan dan voor volwassen slachtoffers, is er speciale aandacht voor kinderen in het Nederlandse verwijzingsmechanisme. Verder organiseren we tijdens de Themaconferentie Mensenhandel een workshop over grensoverschrijdende verwijzingsmechanismen, met speciale aandacht voor verwijzing van slachtoffers van arbeidsuitbuiting. Ook worden in januari op een conferentie in Boedapest de resultaten gepresenteerd van het door de EU-gesubsidieerde RAVOT-project, dat tot doel heeft om de verwijzing tussen Nederland, België en Hongarije te regelen. Dat is belangrijk, omdat er regelmatig Hongaarse slachtoffers in Nederland en België worden aangetroffen.” Hoe wil Nederland de internationale opsporing verbeteren tijdens het EU-voorzitterschap? “Wij volgen de Europese Veiligheidsagenda en de EU-strategie voor de uitroeiing van mensenhandel 2012–2016. Die richten zich op betere samenwerking in de bestrijding van grensover- s chrijdende georganiseerde criminaliteit, waaronder mensenhandel. Dit moet leiden tot gezamenlijke multidisciplinaire actieplannen en opsporingsactiviteiten met belangrijke derde landen. Voor deze plannen of projecten wordt Europees geld vrijgemaakt, om zo internationale criminaliteit te bestrijden.” Hoe is de bestrijding van kinderhandel ingebed in die multidisciplinaire actieplannen? “Dat is afhankelijk van de zaken die lopen. De EU heeft projecten opgezet om grensoverschrijdende samenwerking bij opsporings activiteiten te verbeteren. De deelnemers aan die projecten weten elkaar te vinden als er informatie over een nieuwe zaak binnenkomt. Europol heeft in dit kader drie prioriteiten: kinderpornografie en kindersekstoerisme, fraude met bankpassen en cybercrime. Kinderhandel zit daar niet specifiek in, maar dat betekent niet dat er geen multilaterale opsporingsactiviteiten worden uitgevoerd. Wanneer een zaak bekend is bij Europol, wordt dat met de betreffende lidstaten opgepakt.” Werkt Nederland tijdens het voorzitterschap aan een vervolg op de EU-strategie voor de uitroeiing van mensenhandel 2012–2016? “Jazeker. En ook daarin willen we meer aandacht voor mensenhandel met als doel arbeidsuitbuiting. Dat kan een extra impuls gebruiken.” 19 Right! EU-VOORZITTERSCHAP Kinderen in instellingen ‘JE KUNT BELASTINGGELD BETER ANDERS BESTEDEN’ Ruim een half miljoen kinderen in de Europese Unie wonen in instellingen. Dat is aantoonbaar schadelijk voor hun ontwikkeling. Kinderrechtenorganisaties pleiten daarom samen met Europa voor alternatieven. Het gaat mondjesmaat de goede kant op. Door Ivo Rodermans G eorgi woonde vanaf zijn geboorte een jaar lang in een opvanghuis in Bulgarije. Zijn ouders waren overgehaald om hun zoon af te geven, omdat het gezin al vier kinderen heeft en onvoldoende inkomen verdient om iedereen te onderhouden. Een lokale hulporganisatie greep in en bood het gezin financiële ondersteuning, zodat Georgi na twaalf maanden alsnog thuis kon gaan wonen. De ervaring in de instelling is de dreumes niet in de koude kleren gaan zitten. Hij bracht de meeste tijd alleen door in een bedje, zonder liefde, aandacht en gevoel van veiligheid, waardoor hij nu een angstig en terneer geslagen jongetje is. Het verhaal van Georgi staat niet op zichzelf. Vooral grote kindertehuizen met een krappe bezetting bieden een klinische leefomgeving die draait op routine en waar nauwelijks ruimte is voor persoonlijke aandacht. Uit verschillende onderzoeken in de afgelopen vijftig jaar naar de effecten van opgroeien in een tehuis, 20 Right! blijkt dat de gevolgschade immens is. Kinderen kunnen een scala aan sociaalemotionele problemen ontwikkelen, zoals verlatingsangst, hechtingsproblemen en een laag zelfbeeld. Daarnaast hebben zij gemiddeld een lager IQ en blijven zowel hun lengte als gewicht achter bij dat van kinderen die opgroeien in een gezin. Een studie naar kinderen in een kinderhuis in Rusland wees uit dat zij op latere leeftijd grotere kans hebben om dakloos te worden, in de criminaliteit te belanden, te worden uitgebuit of zelfmoord te plegen. gezinsbegeleiding of pleegzorg. Het programma is succesvol. In Roemenië is het aantal kinderen in instellingen gedaald van ongeveer 100.000 naar minder dan 9.000. De Roemeense regering wil op termijn zelfs alle instellingen sluiten. Een groot aantal andere Europese landen heeft bij wet verboden dat kinderen onder de twee jaar in instellingen verblijven. Dat voorkomt dat kinderen als Georgi direct na de geboorte uit armoede in een instelling terechtkomen en daar ernstig worden beschadigd in hun vroege ontwikkeling. KOSTEN RICHTLIJNEN De Europese Unie wil het aantal kinderen in tehuizen drastisch terugbrengen. Daarvoor bestaat voor de lidstaten ook een financieel argument. De kosten voor instellingen verschillen per land, maar zijn over het algemeen zes tot tien keer hoger dan gezinshulp of alternatieve opvang in pleeggezinnen. Daar komt bij dat lidstaten geld uit Europese fondsen mogen inzetten om institutionele zorg te vervangen door individuele De Internationale Richtlijnen voor alternatieve zorg voor kinderen, die in 2009 door de Verenigde Naties zijn omarmd, stellen dat kinderen het meest gebaat zijn bij opvang binnen de eigen familie of gemeenschap en dat zij recht hebben om te worden verzorgd door hun eigen ouders. Landen moeten alternatieve zorg aanbieden om dat mogelijk te maken. In veel landen wordt dat beginsel in de praktijk al behoorlijk nageleefd. Studies FEITEN EN FABELS OVER WEESHUIZEN Verreweg de meeste kinderen in weeshuizen zijn geen wees. In het boekje ‘Kinderen zonder thuis’ waarschuwt het Better Care Network Nederland voor de nadelen van weeshuizen. De organisatie hoopt dat Nederlanders zich, na het lezen van het boekje, bedenken voordat ze naar een ontwikkelingsland reizen om kinderen in een weeshuis te helpen. “De belangrijkste reden waarom kinderen in een tehuis wonen is armoede”, schrijft auteur Mirjam Vossen. “Ouders brengen hun kind naar een weeshuis, omdat het tehuis zal zorgen voor eten, kleren en onderwijs. Het is daarbij eenvoudiger om geld in te zamelen voor een weeshuis dan voor alternatieve vormen van zorg en voor de steun aan gezinnen. Dat heeft een wrange dynamiek tot gevolg. Wanneer het aantal plaatsen in kinderhuizen stijgt, motiveert dit meer arme families om hun kinderen naar een weeshuis te brengen.” uit Zimbabwe en Malawi tonen bijvoorbeeld aan dat respectievelijk 98 en 99 procent van de wezen in een gezin woont, vaak bij grootouders, tantes of neven en nichten. Volgens cijfers van Unicef is dat wereldwijd 90 procent. EUROPA Op zich is dat een hoog cijfer, maar in Europa blijkt dat het vervangen van instellingen door alternatieve vormen van jeugdhulp nog niet overal zo snel gaat. Vaak worden de meest kwetsbare kinderen, zoals kinderen met gedrags problemen en kinderen met een beperking, nog standaard opgevangen in tehuizen. Dat geldt niet alleen voor landen in Oost-Europa, maar óók voor West-Europese landen en niet in de laatste plaats voor Nederland. Onderzoek wijst echter uit dat geld voor institutionele zorg slecht besteed geld is. Het is volgens Defence for Children daarom hard nodig om beleidsmakers en politici gevoelig te maken om belastinggeld voor kwetsbare mensen anders te besteden. “Het is beter om die euro’s te investeren in laagdrempelige ambulante hulpverlening of in ondersteuning aan gezinnen met kinderen met een beperking, zodat je kunt voorkomen dat kinderen buitenshuis zorg nodig hebben”, zegt Aloys van Rest, directeur van Defence for Children. “Zelfs als het gaat om kinderen die binnen hun gezin mogelijk niet veilig zijn, kun je het beste de familie ondersteunen bij het overwinnen van hun problemen, zoals het aanpakken van drugsverslaving. Er moet dus een veelheid aan hulpaanbod bestaan om te voorkomen dat kinderen in residentiële instellingen worden geplaatst. Voor Nederland ligt tijdens het EU-voorzitterschap dan ook een mooie taak weggelegd om het werk van de Europese Unie krachtig voort te zetten én te verbreden van Oost- en Centraal Europa tot de hele Unie.” 21 Right! EU-VOORZITTERSCHAP Jongeren met gedragsproblemen ONTERECHT ACHTER GESLOTEN DEUREN Jongeren met gedragsproblemen worden soms zonder tus senkomst van de rechter achter slot en grendel opgesloten in jeugdinstellingen. Dat is bij wet verboden. De Inspectie Jeugdzorg, jeugdadvocaten en Defence for Children luiden de noodklok. J ongerenzorgcentrum Schaken bosch in Leidschendam oogt vriendelijk. Het nieuwe gebouw van deze gesloten instelling is transparant en licht, met uitzicht op de groene omgeving. “Het belangrijkste was dat we er geen gevangenis van zouden maken”, zegt Bernard van Houwelingen van bouwbedrijf De Vries en Verburg in het tijdschrift Bouwen aan de zorg. “Als je langs het complex loopt, dan moet Door Ivo Rodermans je geen naar gevoel krijgen. Dat is gelukt.” Schakenbosch is een behandelinstelling voor jongeren met opvoedings- en gedragsproblemen. Hoewel het gebouw transparant oogt, laat het niets en niemand door. Binnenin het gebouw leven bewoners in afgesloten vleugels binnen hun eigen leefgroep. De toegangs deur naar de groep zit op slot en alleen de groepsleiding heeft de sleutel. Binnen het domein van de leefgroep heeft elke RECHTERLIJKE MACHTIGING In 2014 verbleven 1.413 kinderen in een instelling voor gesloten jeugdhulp. Hoeveel van hen zijn geplaatst zonder rechterlijke machtiging is onbekend. Kinderen opsluiten in een gesloten jeugdhulpinstelling kan alleen als uiterste maatregel en als de rechter dat heeft beslist. Er moet namelijk sprake zijn van een noodzaak tot gesloten plaatsing, passend bij het uitgangspunt dat gesloten jeugdzorg terughoudend moet worden toegepast. Er geldt dat een minder ingrijpend middel waar mogelijk de voorkeur heeft (subsidiariteitsbeginsel) 22 Right! en de plaatsing in de gesloten jeugdzorg moet in verhouding staan tot de problematiek (proportionaliteitsbeginsel). Bovendien geldt dat een opname in een gesloten jeugdhulpinstelling alleen mag plaatsvinden wanneer er geen andere oplossing is. Er moet worden gekeken naar andere mogelijkheden voordat, maar ook wanneer, de gesloten jeugdhulp in beeld komt. De Staat is verantwoordelijk voor het bieden van passende zorg en moet ervoor zorgen dat die andere mogelijkheden er zijn. jongere een eigen kamer met toilet, maar in de nacht gaat de deur op slot. De jongeren kunnen bovendien te allen tijde worden onderworpen aan kamercontrole, urinetesten en onderzoek aan lichaam en kleding. Zij mogen beperkt bellen en bezoek ontvangen en hun post wordt door medewerkers opengemaakt en gecontroleerd. ZWAAR middel Het plaatsen van jongeren in een gesloten instelling is een zwaar middel. Daarom worden daar strenge voorwaarden aan gesteld. Die staan in de Jeugdwet en in internationale verdragen, zoals het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het VN-Kinderrechtenverdrag. Kinderen opsluiten in een gesloten jeugdhulpinstelling kan alleen als uiterste maatregel en als de rechter dat heeft beslist. Juist op dat laatste punt wringt de schoen. Dat bevestigt de kinderrechter in Rotterdam afgelopen oktober nog eens, toen hij een oordeel moest vellen over het verlengen van de ondertoezichtstelling van een 17-jarig meisje en hij daarbij bij toeval ontdekte dat zij zonder rechterlijke toetsing is geplaatst in Schakenbosch. De rechter oordeelt met terugwerkende kracht dat de gezinsvoogd ‘heel onzorgvuldig heeft gehandeld’ door het meisje zonder machtiging van de rechter in een gesloten jeugdhulpinstelling te plaatsen. GEEN UITZONDERING De zaak Schakenbosch staat niet op zichzelf. Volgens jeugdadvocaat Reinier Feiner, die jongeren bijstaat die in gesloten jeugdhulpinstellingen worden geplaatst, gebeurt het vaker dat jongeren zonder tussenkomst van de rechter worden opgesloten voor een behandeling. “Ik schat dat het om honderden kinderen gaat”, zegt hij. “Hoe dat mogelijk is? Gesloten instellingen hebben de afgelopen jaren te maken gehad met een terugloop van het aantal plaatsingen. Als oplossing gaan ze kinderen door elkaar plaatsen of creëren ze groepen die zwaar of juist iets minder zwaar zijn. Sommige gesloten instellingen creëren zelfs open groepen om meer jongeren in zorg te kunnen nemen.” De hamvraag is echter waarom gezinsvoogden kinderen zonder machtiging voor gesloten uithuisplaatsing toch aanmelden bij instellingen waar alleen gesloten groepen zijn. Volgens Feiner willen gezinsvoogden kinderen best in open instellingen plaatsen, maar hebben sommige gemeenten simpelweg te weinig plekken ingekocht. Daardoor zijn er lange wachtlijsten. “De gemeente Rotterdam heeft, om een voorbeeld te noemen, naast de open behandelplekken ook verspreid door het land gesloten instellingen gecontracteerd, die op hun beurt te maken hebben met lege plekken. Die plekken zijn duur en al ingekocht. Die wil je niet onbenut laten”, verklaart Feiner de praktijk van onwettige plaatsingen. “Feitelijk is er sprake van een conflict tussen financiële belangen van de instellingen en gemeenten aan de ene kant en het belang van kinderen aan de andere kant.” TOESTEMMING Schakenbosch, waar het meisje zit dat volgens de rechtbank in Rotterdam niet opgesloten mag worden, heeft een andere lezing. De instelling zegt dat het 23 Right! Kind in rechtspraak Het is onjuist dat jongeren zonder rechter lijke toets in gesloten jeugdzorginstel lingen terecht komen. Dat zegt Jeugdzorg Nederland in reactie op de bevindingen van de Inspectie Jeugdzorg. Volgens de brancheorganisatie verblijven jongeren soms in dezelfde instelling terwijl zij onder verschillende regimes vallen. “Maar dan wordt maatwerk geleverd”, schrijft Jeugdzorg Nederland in een persbericht. “Jongeren komen alleen in het gesloten jeugdzorgregime terecht via de kinderrechter. Voor de zorgaanbieders staat het belang van het kind altijd voorop.” toestemming heeft om kinderen gesloten te plaatsen zonder machtiging van de rechter. De minderjarige en de ouders moeten dan wel instemmen. Feiner verwijst dat argument direct naar het land der fabelen. “Ouders en kinderen kunnen een dergelijke beslissing niet overzien. In gesloten instellingen zitten uitgerekend kinderen voor wie het moeilijk is om vrije keuzes te maken. Zij zijn gemakkelijk door een hulpverlener te beïnvloeden en ze weten niet wat de keuzeopties zijn. Daar komt bij dat ze geen bezwaar kunnen maken tegen de plaatsing, omdat de rechter er niet aan te pas komt en ze dus geen gebruik kunnen maken van juridisch advies en bijstand. De rechten van minderjarigen worden hiermee fundamenteel geschonden.’’ Feiner maakt zich ernstige zorgen over de redenering van gesloten jeugdzorginstellingen. “Als instellingen als Schakenbosch bij het standpunt blijven dat een gesloten plaatsing zonder rechterlijke machtiging is toegestaan, ga ik mogelijk aangifte doen. Dit is namelijk geen uitzondering. Er moet iets tegen gedaan worden.” investeren in plaats van lege plekken in gesloten instellingen vullen met jongeren die daar niet thuishoren”, zegt Berger. “Vrijheidsbeneming is een heel ingrijpend en zwaar middel. Dat mag wettelijk gezien alleen als uiterste middel worden toegepast indien sprake is van ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen die de ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren. Dat in combinatie met het risico dat de minderjarige zich onttrekt aan hulp of bijvoorbeeld door een loverboy kan worden meegenomen. Het is aan de rechter om daar objectief over te oordelen. Als instellingen met een financieel belang die toetsing zelf denken te kunnen doen is dat schadelijk voor jongeren en worden hun rechten geschonden.” De Inspectie Jeugdzorg komt tot dezelfde conclusie als Berger en noemt het ‘onaanvaardbaar’ dat jongeren zonder rechterlijke machtiging worden opgesloten: “Gesloten jeugdhulp is een zeer zware en intensieve vorm van gespecialiseerde jeugdhulp, waarbij de vrijheden van jongeren worden ingeperkt. Gesloten jeugdhulp is daarom met de nodige juridische waarborgen omkleed”, schrijft de inspectie afgelopen augustus in een zogenoemd ‘signalement’ over onwettige plaatsingen. “De sector geeft in alle openheid toe dat deze plaatsingen in aantal toenemen. De genoemde redenen zijn voor een belangrijk deel bedrijfseconomisch van aard. Door een daling van de vraag naar gesloten plaatsen dreigt leegstand, waardoor de continuïteit van instellingen in gevaar kan komen. Met het opnemen van jongeren zonder machtiging gesloten jeugdhulp kan deze leegstand volgens de sector voor een deel gecompenseerd worden”, aldus de Inspectie Jeugdzorg. onaanvaardbaar Ook Maartje Berger van Defence for Children maakt zich grote zorgen en vindt dat er een einde gemaakt moet worden aan de onwettige plaatsingen. “Minderjarigen mogen nooit in een gesloten instelling geplaatst worden als de rechter niet heeft gekeken of een minder ingrijpende maatregel mogelijk is. Er zijn alternatieven genoeg, zoals plaatsing in gespecialiseerde pleeggezinnen, plaatsing in open instellingen of door gedrags interventies, begeleiding en ambulante hulp. In regio’s waar dat aanbod nu ontoereikend is, moeten we ánders 24 Right! België schiet tekort in zorgplicht asielzoekersgezin Een Servisch gezin van Roma-afkomst met vier minderjarige kinderen vraagt in 2010 asiel aan in Frankrijk. Na defini tieve afwijzing door Frankrijk, dient het gezin in maart 2011 een asielaanvraag in België in. Op grond van een Dublinclaim mocht België het gezin weer overdragen aan Frankrijk. Omdat de moeder op het punt stond te bevallen werd dit bevel opgeschort tot 25 september 2011. Op 26 september is het gezin uit de opvang gezet en heeft het gezin een week op een plein geleefd en drie weken op station Brussel-Noord. De oudste dochter van het gezin, geboren in 2001, was geestelijk en lichamelijk gehandicapt en is in 2011 overleden toen het gezin tijdelijk was teruggekeerd naar Servië. Het gezin klaagt bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens dat België in strijd heeft gehandeld met artikel 3 EVRM door het gezin uit het opvangcentrum te zetten. Het gezin stelt dat sprake is geweest van onmenselijke behandeling. Het De inspectie trekt niet alleen aan de alarmbel, maar wil vanaf januari ook gaan handhaven. Dat betekent dat instellingen boetes kunnen verwachten als zij de wet blijven omzeilen, want “het uitgangspunt van nationaal en internationaal recht is dat niemand zonder wettelijke titel en zonder tussenkomst van een rechter in zijn vrijheden mag worden beperkt of van zijn vrijheid mag worden beroofd”, aldus het signalement. OPEN ÉN GESLOTEN Staatssecretaris Martin van Rijn erkent dat een machtiging van de rechter nodig is voor het benemen van iemands vrijheid. “Als er vanuit bezettingsoverwegingen plekken worden gevuld met jongeren die daar niet thuishoren, is dat niet gewenst,” zegt hij. Tegelijk vindt Van Rijn dat gesloten instellingen de mogelijkheid moeten krijgen om ook open behandelplekken aan te bieden. “Dat kan misschien wel in hetzelfde gebouw, maar niet binnen hetzelfde regime”, vindt hij. Maartje Berger van Defence for Children is er niet gerust op. “Ik kan me voorstellen dat instellingen uit bedrijfseconomisch oogpunt flexibeler willen zijn door zowel open als gesloten plekken aan te bieden. Zo kunnen ze beter inspelen op de afnemende vraag naar gesloten jeugdhulp en op eventuele schommelingen in de vraag vanuit gemeenten. Maar een gesloten instelling is wel iets heel anders dan een open instelling. Vrijheidsbeneming is echt heftig en het regime is pittig. Je kunt een jongere die open behandeld moet worden niet zomaar in een gesloten instelling plaatsen en hem dan een sleutel van de voordeur geven. Het is vanzelfsprekend goed dat er meer open plekken komen, maar dat betekent dat gebouwen moeten worden aangepast voor de verschillende regimes en dat geïnvesteerd moet worden in bijscholing van medewerkers. Het is natuurlijk veel beter als staatssecretaris Van Rijn en de gemeenten zorgen voor voldoende aanbod van alternatieven buiten de instellingen. Financiële belangen van instellingen mogen niet de doorslag geven. Het gaat erom wat het beste is voor een kind.” Illustratie: Josee Tesser JEUGDZORG NEDERLAND: ‘DIT IS ONJUIST’ Hof verklaart deze klacht gegrond. Het Hof bepaalt dat België op grond van artikel 3 EVRM de plicht heeft om asielzoekers opvang te blijven bieden, ook als de Dublin-claim al is geaccepteerd. De klacht dat de slechte opvangomstandigheden in België de reden zijn geweest voor het overlijden van hun oudste dochter wordt ongegrond verklaard door het Hof. Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 7 juli 2015. Nr. 60125/11 Gesloten plaatsing in een open behandelcentrum toegestaan De rechtbank in Assen oordeelt dat een minderjarig meisje met een auditieve beperking bij hoge uitzondering ‘gesloten’ mag worden behandeld in een open jeugdhulpinstelling. Voogdijinstelling Nidos heeft de machtiging gesloten jeugdhulp voor de minderjarige aangevraagd om haar te kunnen plaatsen in Hoeve Boschoord, een psychiatrisch behandelcentrum met gehandicaptenzorg. Hoeve Boschoord is echter niet geregistreerd als hulpaanbieder in het kader van de gesloten jeugdhulp. Toch wil de kinderrechter op grond van artikel 6.2.2 lid 2 Jeugdwet de gevraagde machtiging afgeven, omdat alleen Hoeve Boschoord in deze uitzonderlijke situatie de passende zorg kan bieden die nodig is. De rechter vindt dat op deze manier recht wordt gedaan aan het streven naar een behoorlijk en volwaardig leven voor de minderjarige, zoals verwoord in artikel 23 IVRK. Het afgeven van de machtiging vloeit voort uit het recht op bijzondere zorg door de Nederlandse overheid. Ook de minderjarige zelf stemt in met het verzoek. Rechtbank Noord-Nederland, 15 juli 2015. ECLI:NL:RBNNE:2015:3860 Meer doen om pleegkinderen bij oom te kunnen plaatsen Een vader wil dat zijn twee kinderen worden geplaatst bij zijn broer en niet bij een onbekend pleeggezin. Hij gaat in hoger beroep. Volgens het gerechtshof heeft de rechter eerder een onderzoek gelast naar de pedagogische vaardigheden van de broer. Uit de uitgebrachte rapportage blijkt dat de broer en zijn echtgenote beschikken over de benodigde capaciteiten om de kinderen te bieden wat zij nodig hebben, gelet op hun problematiek. Maar omdat de woonruimte te klein is, is toch gekozen om de kinderen ergens anders te p laatsen. Het gerechtshof merkt op dat het in de eerste plaats aan de gecertificeerde instelling is om te bepalen waar de kinderen uit huis worden geplaatst. Toch vindt het gerechtshof dat onvoldoende is onderzocht of het praktische probleem in deze zaak kon worden opgelost, gelet op artikel 30 IVRK over het belang van kinderen om hun eigen cultuur te beleven. De eerdere uitspraak van de rechtbank is op dit punt onvoldoende gemotiveerd. Omdat de termijn van de machtiging tot uithuisplaatsing inmiddels is verstreken, kan het gerechtshof desondanks niet anders dan de bestreden beschikking bekrachtigen. Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 24 september 2015. ECLI:NL:GHSHE:2015:3764 25 Right! KINDERVREDESPRIJS Liberiaan Abraham Keita: ‘IK ZIE EEN ROL VOOR MIJZELF’ Abraham Keita is de elfde winnaar van de Internationale Kindervredesprijs. Hij woont in de grootste sloppenwijk van de Liberiaanse hoofdstad Monrovia en strijdt samen met Defence for Children tegen seksueel misbruik van minderjarigen. L iberia is één van de armste landen ter wereld. Meer dan tachtig procent van de bevolking leeft onder de armoedegrens. Het land is getekend door het gewelddadige regime van Charles Taylor en is verscheurd geraakt door twee burgeroorlogen, die aan zeker 250.000 mensen het leven hebben gekost. Tussen de eerste en tweede burgeroorlog kwam de nu 17-jarige Abraham Keita ter wereld, in Westpoint, de grootste sloppenwijk van Liberia. Hier wonen ruim 70.000 mensen onder erbarmelijke DE KINDERVREDESPRIJS De Internationale Kindervredesprijs (Children’s Peace Prize) is een initiatief van de Nederlandse organisatie Kids Rights. De prijs wordt jaarlijks uitgereikt aan een minderjarige die zich inzet voor kinderrechten. Twee jaar geleden ontving het wereldberoemde Pakistaanse meisje Malala Yousafzai de Kindervredesprijs. De winnaars vormen samen een netwerk en komen regelmatig bij elkaar. Abraham Keita is nummer elf. 26 Right! Door Carrie van der Kroon en Ivo Rodermans omstandigheden. De wijk heeft slechts vier toiletten. Mensen doen hun behoeften op straat. “Je directe buren zijn geen mensen, maar kakkerlakken en muggen”, schetst Keita de situatie. “In onze wijk wonen ex-soldaten, maar ook veel vrouwen en meisjes die slachtoffer zijn van verkrachting. De meeste mensen leiden een totaal gemarginaliseerd bestaan, ook wij. Mijn moeder heeft geen opleiding en verkoopt spullen op straat, zoals snoepjes en koekjes.” Toch ontworstelt Keita zich aan zijn achtergestelde positie. Het lukt hem om een beurs te krijgen, zodat hij nu naar een goede school gaat. Volgend jaar wil hij naar de universiteit in Costa Rica. Keita woont nog altijd in zijn geboortehuis in Westpoint. “Ik leef daar met mijn moeder, want mijn vader is overleden in de tweede Liberiaanse burgeroorlog. Hij werkte als chauffeur voor de Adventist Development and Relief Agency en is tijdens een missie gedood. In ons huis woont ook mijn stiefvader. Hij heeft acht kinderen en mijn moeder heeft er drie. Dus totaal zijn we met dertien gezinsleden”, vertelt Keita. “De situatie waarin ik leef en waarin ook vele andere kinderen in de wereld leven, is een grote inspiratiebron voor mij. Ik zie dat als een mandaat om me uit te spreken voor kinderenrechten.” KEERPUNT Keita heeft de prestigieuze Children’s Peace Prize gekregen voor zijn onvermoeide strijd tegen seksueel misbruik van meisjes en vóór gerechtigheid. Uitgerekend het noodlot van een 13-jarig meisje uit zijn wijk zorgde voor het allesbepalende keerpunt in Keita’s leven. Angel Togba werd door haar pleegouders verkracht en gewurgd. Keita was toen 9 jaar. “Ik kende dat meisje niet, maar ik had het gevoel dat zij mijn zus had kunnen zijn en dat dit geweld mij ook had kunnen overkomen. Dat was voor mij de aanleiding om deel te nemen aan een grote demonstratie voor vervolging van de daders. Daarvoor moet je in Liberia de straat op, want in mijn land is geen sprake van een normaal functionerend rechtssysteem. Dat blijkt, want tot de dag van vandaag zijn de daders niet gestraft.” De zeer jonge Keita viel tijdens de demonstratie op en werd spontaan door een andere demonstrant gevraagd om zitting te nemen in het Kinder- en Jeugdparlement van Liberia. Keita zei ‘ja’ en daarmee was de kinderrechtenactivist uit de fles. “Dat een 9-jarige in het jeugdparlement zit, is op zichzelf al uitzonderlijk”, zegt Keita. “Iedereen vroeg aan mij wat ik daar moest. Welnu, ik was heel blij dat ik mijn zorgpunten kon overbrengen aan de regering. Ik las ook het Kinderrechtenverdrag van de Verenigde Naties, zodat ik de artikelen kon benoemen. Die kennis gaf me een krachtig wapen om me uit te spreken tegen seksueel geweld en tegen andere vormen van geweld tegen kinderen. Op een zeker moment waren er in het Jeugdparlement verkiezingen voor de functie van secretaris-generaal en dat gaf me de gelegenheid om in debatten onderwerpen als onderwijs en seksueel misbruik goed op de kaart te zetten en te focussen op beïnvloeding. Ik werd gekozen en zodoende kreeg ik een sleutelpositie in het Jeugdparlement en verwierf ik meer bekendheid.” QUARANTAINE Het zit Keita in zijn vezels om te lobbyen voor kinderrechten en om protestacties te organiseren als kinderen onrecht wordt aangedaan. Tijdens de Ebola-epidemie in 2014 organiseerde hij een mars, nadat een 15-jarige jongen tijdens een vreedzame demonstratie tegen het in quarantaine stellen van de hele wijk Westpoint, in koele bloede werd gedood door gewapende strijdkrachten. Keita eiste een onafhankelijk onderzoek, compensatie voor de familie en excuses van de regering. De protestmars van Keita mondde uit in een nationaal debat, met als resultaat dat de overheid haar rol in de fatale schietpartij erkende. Voor Keita is zwijgen geen optie. Hij is ervan overtuigd dat kinderen een hoofdrol moeten vervullen bij het verbeteren van hun rechtspositie en bij de strijd voor het bestraffen van geweld en seksueel misbruik van kinderen. “We hebben een eigen verantwoordelijkheid, ook bij het maken van nieuwe wetgeving”, zegt hij. “Zo is het gelukt om in Liberia een nationale Kinderwet aangenomen te krijgen, op grond van het VN-Kinderrechtenverdrag. Jongeren werkten samen om dat voor elkaar te krijgen en spraken met één stem. Dat heeft enorm geholpen. Maar ook als ik naar mijn eigen rol kijk, heeft dat bijgedragen. Vanaf 2007 ben ik altijd Lees verder op pagina 30. 27 Right! KINDERVREDESPRIJS Directeur Defence for Children Liberia: ‘KEITA WERKT SOLISTISCH EN RUST NOOIT’ De carrière van Abraham Keita is bewonderenswaardig. Hij werd op zijn negende jaar al lid van het Liberiaanse Kinderparlement en is daarnaast actief bij de Nationale Kinder- en Jeugdadviesraad, een jongerenorganisatie die is opgericht door Defence for Children en Plan. D e Nationale Kinder- en Jeugdadviesraad is geen praatclubje, al doet de naam dat misschien vermoeden. De ongeveer veertig actieve leden geven overal in het land voorlichting over seksueel misbruik, staan kinderen met raad en daad bij en ze distribueren eten en andere goederen onder arme gezinnen. Daar voelt Keita zich als een vis in het water. “De rechten van kinderen worden dagelijks geschonden”, verklaart hij zijn betrokkenheid bij de Jeugdadviesraad. “Kinderen worden gedood, meisjes worden verkracht en jongens worden seksueel misbruikt. Dat blijft vrijwel altijd onbestraft. Gerechtigheid staat in Liberia niet op de agenda en de omstandigheden waaronder kinderen leven zijn politiek gezien onbespreekbaar.” De Jeugdadviesraad is dan ook geen leuke bezigheid voor een groep vrienden, maar bittere noodzaak. Juist hier maakt Keita zich sterk voor meisjesrechten “We doen onder meer voorlichtingsprojecten, bijvoorbeeld om sympathie te wekken voor het idee om geen seks te hebben”, vertelt hij. “We vertellen jonge meisjes dat zij niet alleen de straat op moeten gaan, niet alleen moeten fietsen en als een man je benadert, dat je dan niet met hem moet meegaan. Daarnaast hebben we een campagne gelanceerd om jongens te werven die zich willen uitspreken tegen verkrachting en andere vormen van geweld. Dat is helemaal mijn onderwerp.” Het aantal verkrachtingen in Liberia stijgt nog altijd en ongeveer negentig procent van de slachtoffers is jonger dan 16 jaar. De anti-verkrachtingscampagne van de Jeugdadviesraad is bedacht en opgezet door Keita, in hoogsteigen persoon. “We bezochten dertig scholen en vertelden dat wij, als jongens, verkrachting veroordelen en hoe slecht je als dader bezig bent voor je eigen samenleving. Omdat ik op scholen en op de radio altijd maar de problemen van meisjes onder de aandacht breng, zeggen sommige mensen dat God een meisje van me heeft gemaakt,” zegt Keita met enige spot én enige trots. “Je hebt de 28 Right! Door onze redactie medewerking van jongens en mannen simpelweg nodig om het geweld te stoppen. Juist zij moeten zich uitspreken.” Ebola Hoewel Abraham Keita door de jury van de Kindervredesprijs wordt geroemd om zijn inzet voor het andere geslacht, doet hij ook andere dingen bij Defence for Children. Zo heeft hij als vrijwilliger meegewerkt aan een onderzoek naar de impact van Ebola-besmetting op geïnfecteerde kinderen. Dat heeft belangrijke informatie opgeleverd over de psychosociale gevolgen van deze vreselijke ziekte. “Hij was deel van het psychosociale team”, vertelt Foday Kawah, directeur van Defence for Children in Liberia. “We wilden weten wat de sociale impact van Ebola is op geïnfecteerde kinderen. Omdat veel kinderen zich niet vrij voelen om met volwassenen te praten, gebruikten we onze jongeren om toegang tot hen te krijgen. We trainden leden van de jeugdadviesraad om gesprekken te voeren en hulp te bieden, zo ook Keita. Hij ging voor het onderzoek naar moeilijke en gevaarlijke gebieden, maar Keita lobbyde bijvoorbeeld ook voor de terugkeer van geïnfecteerde kinderen naar school en voor opvang van Ebola-wezen. Dat was nodig, want tijdens de Ebolacrisis was er totaal geen aandacht voor kinderen.” Kawah is opgetogen over de uitverkiezing van Keita. “We zijn trots op hem. Ik denk dat hij een natuurlijke leider is,” zegt hij. Dat laatste is volgens de directeur niet altijd zo geweest. “Mijn eerste indruk was dat Keita uitgesproken was, maar ik had niet direct het idee dat hij heel bijzonder was ten opzichte van andere kinderen”, vertelt Kawah, die benadrukt dat ook andere kinderen een vooraanstaande rol spelen in het publieke debat in Liberia. “Binnen een team zijn er altijd mensen die komen bovendrijven en op een bepaald moment kwam voor hem de tijd. Het verschil met anderen is vooral dat Keita solistisch werkt en nooit rust. Hij geeft er de voorkeur aan om alleen te lobbyen, en dat bedoel ik positief. Elke keer als hij samen met een groep begon aan een lobby, ging hij dóór en dóór als anderen allang waren gestopt. Hij mobiliseerde dan bijvoorbeeld in zijn eentje kranten en radio en stak daar veel extra energie in.” PUUR Volgens Foday Kawah is belangenbehartiging door kinderen en jongeren puur en juist daardoor succesvol. “Zij praten over onderwerpen die hen direct raken en niet over dingen die anderen aangaan. In hun standpunt is nooit uit tactische overwegingen op voorhand een argument verwerkt dat is bestemd voor mensen die de dingen misschien anders zien”, weet Kawah uit ervaring. Maar juist die onbevangenheid en puurheid maakt kinderen als Keita volgens hem ook kwetsbaar voor misbruik door politici. “Dat is mijn grootste zorg. Ik zeg daarom altijd tegen hem: ‘Keita, politici gebruiken jongeren om hun eigen agenda te volgen. Het is daarom belangrijk om altijd je eigen overtuiging te blijven volgen en niet te zeggen wat politici graag willen horen. Sta niet toe dat iemand anders jouw talent exploiteert’. Dat is altijd mijn advies aan hem geweest. Hij zegt dan vaak: ‘Niemand misbruikt mij’.” Volgens Kawah is het erg belangrijk dat Keita met beide benen op de grond blijft staan en bescheiden blijft, zeker nu hij internationale erkenning heeft gekregen voor zijn strijd. “Ik kan me herinneren dat we binnen de Jeugdadviesraad kinderen wierven om naar Londen te gaan voor een internationale conferentie over seksueel misbruik. Abraham zat net bij de raad en wilde wel, maar we besloten dat hij niet mocht. Dat zou de andere leden, die al langer actief zijn, kunnen demotiveren. Ik weet nog goed dat kinderen in de raad in het begin zelfs een beetje bang waren voor Keita, omdat hij in het Jeugdparlement zat en toen al bekend was in Liberia. Terwijl we nota bene veel meer kinderen hebben die zich enorm inzetten en evenzeer internationale erkenning verdienen”, benadrukt Kawah. Juist daarom heeft de directeur advies voor Keita: “Nu hij de Kindervredesprijs heeft gekregen, is Keita niet langer dezelfde persoon die we gekend hebben. Vanwege zijn capaciteiten en overtuigingen mag hij nu als rolmodel dienen voor de kinderen van Liberia en heeft hij een internationaal podium gekregen voor zijn boodschap. Het zal vanaf nu vaker gebeuren dat niet iedereen wil luisteren, dat mensen een tegenovergestelde mening hebben of de meerderheid het niet met hem eens is. Daarmee moet hij zien om te gaan. Tegelijkertijd kan hij zich nu uitspreken over mondiale onderwerpen zoals migratie, kindersekstoerisme, pornografie of de situatie in Palestina of Syrië. Dat is een grote uitdaging, die hij nederig moet uitvoeren.” Keita zelf heeft de adviezen van Kawah al ter harte genomen. Hij staat te popelen om het wereldtoneel te beklimmen om zich sterk te maken voor bijvoorbeeld vluchtelingen en kinderen in conflictgebieden. Hij verzekert echter dat ook kinderen in Liberia op hem kunnen blijven rekenen. “Ik wil de scheidsrechter zijn om te verzekeren dat Liberia een land wordt waar de rechten van kinderen worden gerespecteerd én gepromoot en waar kansen worden gecreëerd voor kinderen”, zegt hij. “Dat is de motivatie voor mijn werk en de Kindervredesprijs is een aanmoediging om daarmee door te blijven gaan.” 29 Right! Cultuur Dansen in een prinsessenjurk Wie feest viert trakteert: 20 boeken! Het boek ‘Kinderen die de wereld hebben veranderd’ bevat verhalen over meer dan twintig kinderen die de aandacht hebben gevestigd op ernstige problemen in onze maatschappij. Dikwijls hebben zij ook een bijdrage geleverd aan de oplossing. Om de uitverkiezing van Abraham Keita te vieren geeft Defence for Children twintig exemplaren van dit schitterende boek cadeau. Om in aanmerking te komen stuurt u een mailtje naar [email protected] met uw naam en adres. De eerste twintig inzenders krijgen het boek thuisgestuurd. Vervolg van pagina 27. in de media en communiceer ik richting kinderen over hun rechten. Ik denk dat 95 procent van de kinderen in Liberia nu bewust is van zijn rechten, bijvoorbeeld als het gaat om recht op onderwijs, huisvesting en op vrije meningsuiting. Daardoor is het moeilijker geworden om de wetten te negeren.” Keita wordt niet alleen gelauwerd vanwege zijn lobby en acties voor kinderrechten. De jury van de Kindervredesprijs waardeert dat Keita óók voor individuele kinderen opkomt en zelfs hoogstpersoonlijk een kindhuwelijk heeft voorkomen. “Dat was een 13-jarig meisje”, vertelt Keita. “Zij is toevallig een familielid van mij en stond op het punt om te gaan trouwen met een ander familielid. Ze moest heel erg huilen, want haar ouders wilden het huwelijk om economische redenen en tegen haar zin doordrukken. Dat is een schending van de rechten van meisjes. Ik ging met de ouders van het meisje praten en vertelde hen dat het huwelijk niet conform hun religieuze overtuiging en traditie is, omdat ze als minderjarige onbewust is en trouwen daarom als hekserij kan worden bestempeld. Het was een serieuze discussie tussen mij en de ouders, maar ze luisterden wel”, zegt Keita zelfverzekerd. “Achteraf werd ik wel geïn timideerd door naaste familieleden van de beoogde echtgenoot, maar met het meisje gaat het gelukkig goed. Zij woont nu weer bij haar gezin en gaat naar school.” CONFLICTGEBIEDEN Met dank aan de Kindervredesprijs was Keita afgelopen maand voor het eerst in zijn leven buiten de landsgrenzen 30 Right! van Liberia. De prijsuitreiking was in de statige Ridderzaal in Den Haag. Hij kan zich nu vervoegen bij de eerdere winnaars, waaronder de beroemde Nobelprijswinnaar Malala Yousafzai. “De Kindervredesprijs geeft me een internationaal platform”, zegt Keita. “Ik spreek me al uit voor kinderen in Liberia en dat zal niet veranderen, maar ik kan me nu ook makkelijker uitspreken voor kinderen in andere landen, bijvoorbeeld in conflictgebieden. Zij verdienen het dat er over hen wordt gesproken. Ik zie een rol voor mijzelf om kinderrechten wijder te verspreiden en goed op de agenda te zetten. Ik hoop dat bijvoorbeeld kinderen in Syrië en Jemen – maar ook vluchtelingenkinderen – daarvan kunnen profiteren.” LICHTPUNTJES IN LAND MET de MEESTE TIENERVERKRACHTINGEN Nergens ter wereld worden meer tienermeisjes verkracht dan in Liberia. Justitie grijpt nauwelijks in. Dankzij de inzet van de 17-jarige Abraham Keita is Liberia tegelijk het allereerste Afrikaanse land met een speciale wet die kinderen moet beschermen, gebaseerd op het VN-Kinderrechtenverdrag. En er zijn meer lichtpuntjes. Het lijkt een grote tegenstelling: Liberia heeft de beste wetgeving van het Afrikaanse continent op gebied van kinderrechten en tegelijk is het een van de armste landen ter wereld met de meeste tienerverkrachtingen. De Kinderwet is in 2012 aangenomen, maar wordt nog nauwelijks nageleefd. Seksueel geweld is aan de orde van de dag, zo ook in de stad Tubmanburg in het noordwesten van Liberia, waar Defence for Children met het project ‘Girl Power’ actief is. Meisjes en jonge vrouwen leren daar opkomen voor hun rechten. De deelnemers aan ‘Girl Power’ zijn jong, maar laten duidelijk van zich horen bij de ongeveer 14.000 inwoners van Tubmanburg. Ze strijden tegen uithuwelijking, verkrachting en mishande ling en ze investeren in hun eigen toekomst. Door ‘Girls Clubs’ krijgen meiden de kans om mee te praten in hun gezin en gemeenschap over beslissingen die hen aangaan. Ze leren dat ze waardevol zijn e n dat zij rechten hebben. “We zijn veel zelfverzekerder geworden en spreken zelfs in het openbaar,” zegt Christina, één van de deelnemers. Inmiddels zijn er twaalf meisjesgroepen actief in Liberia, met meer dan driehonderd deelnemende meisjes. De afgelopen jaren is er dankzij het programma veel veranderd. Meisjes worden meer betrokken bij beslissingen. Zonder de inzet van jongens en mannen kan dit echter niet slagen. Daarom zijn in veel gemeenschappen ondertussen ook ‘Boys Groups’ en ‘Men Action Groups’ opgericht die zich inzetten voor meisjesrechten. Ook de winnaar van de Kindervredesprijs 2015, Abraham Keita, zet zich in voor de rechten van meisjes. Zo voorkwam hij een kindhuwelijk en eist hij gerechtigheid voor de vele jonge slachtoffers van seksueel geweld. Sporen in de sneeuw Moonrise Kingdom, de openingsfilm van het Filmfestival in Cannes uit 2012, is door Jeugdtheater Hofplein bewerkt tot een absurdistisch toneelstuk met sneeuwvlokken en pakken sneeuw op het podium, om het kerstgevoel bij het publiek compleet te maken. De voorstelling gaat over Sam, een weeskind dat op de vlucht slaat voor Jeugdzorg en tijdens een scoutingkamp samen met zijn grote liefde Suus van de aardbodem verdwijnt. De verliefde tieners gaan op avontuur om met z’n tweeën kerst te vieren, achterna gezeten door volwassenen die in al hun onvolkomenheid worden neergezet. De film Moonrise Kingdom zet de medewerkster van Jeugdzorg neer als een bijna buitenaardse en kille vrouw. Of dat heel anders zal zijn in de toneelbewerking valt te betwijfelen. Wie een subtiel en genuanceerd verhaal wil zien over Jeugdzorg kan dit kerstsprookje van Sophie de Vries en Hanke Sjamsoedin dus beter aan zich voorbij laten gaan. De theatermakers wonnen in 2014 de publieksprijs op het theaterfestival van de Jeugdtheaterscholen in Nederland. De voostelling ‘Sporen in de Sneeuw’ is tot en met 3 januari te zien in Theater Hofplein in Rotterdam. Mildred Zijlstra is gepensioneerd en weeskind. In haar autobiografie ‘Dansen in een prinsessenjurk’ beschrijft zij de zoektocht naar haar wortels. “Ik wil met mijn verhaal graag álle kinderen die op zoek zijn naar hun biologische ouders een hart onder de riem steken en de boodschap meegeven: zet door. Het is een elementair recht om te weten wie je ouders zijn,” zegt ze in Libelle. Toen Zijlstra 36 jaar was gaf haar adoptievader de adoptiepapieren met de naam van haar biologische moeder. Beter laat dan nooit. De naam van haar vader bleef echter in nevelen gehuld. Zijlstra zocht door en ging te rade bij vrienden van haar adoptieouders; mensen die in nauw contact stonden met prins Bernard. De inmiddels overleden burgemeester van Rhenen, Lodewijk Hendrik Nicolaas Bosch van Rosenthal, was één van die vrienden en vertelde Mildred uiteindelijk in 2003 dat prins Bernhard haar vader is. Een jaar later overleed Bernard. Mildred heeft hem nooit ontmoet. Het boek ‘Dansen in een prinsessenjurk’ ligt vanaf deze maand in de boekwinkels, 220 pagina’s, Prijs: 17,50. Mensjesrechten Aflevering 8 van de IKON-serie Mensjesrechten vertelt het verhaal van Manuela uit Guatemala. Door haar klompvoetjes kan zij niet lopen of staan. Haar vader is overleden en haar moeder woont sinds kort in de Verenigde Staten om geld te verdienen. Manuela mist haar moeder enorm. Vooral nu er iets heel belangrijks gaat gebeuren: er is een arts die haar zal opereren. Mensjesrechten is een documentaireprogramma over kinderrechten en is gestart in december 2008. Aan de hand van verhalen en belevenissen belicht de IKON in de nieuwe serie in totaal acht rechten. De slotaflevering over Manuela is op 27 december te zien op NPO Zapp. Op 20 december komt het verhaal van Tareq aan bod. Vanwege de oorlog in Syrië vlucht hij naar Europa, een onzekere toekomst tegemoet. Tareq moet zijn ouders, zusje en broertje achterlaten. Het wordt een gevaarlijke reis en eenmaal aangekomen in Nederland begint het wachten. Als hij had geweten dat het wel een jaar zou gaan duren, was hij dan ook weggegaan? Wanneer zal hij zijn ouders weer zien? Had hij eigenlijk een keuze? Tot en met zondagmiddag 27 december op Zapp én terug te kijken op NPO Gemist. 31 Right! All Right! HOW TO SURVIVE PLEEGZORG “Kan ik ’s nachts het toilet wel dootrekken?” Deze en andere vragen passeren de revue in vijf korte films met als titel ‘How to survive pleegzorg’. Vijf jongeren uit pleeggezinnen vertellen openhartig over hun ervaringen met huisregels en gewoonten in het nieuwe gezin. De video’s zijn op stukonline. com al meer dan 1.500 keer bekeken. “Het is een soort survivalgids voor kinderen die uit huis worden geplaatst”, vertelt Rebecca, één van de jongeren. “We willen laten zien dat pleegkinderen tegen allerlei praktische dingen aanlopen, omdat het anders gaat dan thuis. Bijvoorbeeld niet mogen roken, terwijl dat thuis wel mag. Of niets uit de snoeppot durven pakken en niet weten of je ’s nachts de wc mag doortrekken. Een pleeggezin zal nooit je eigen thuis worden, maar het is wel belangrijk dat je je thuis kunt voelen en je niet onzeker hoeft te zijn over gezinsregels en andere gewoonten.” De pleegouders van Rebecca spelen mee in een filmpje. “Zij waren erg onder de indruk van het project en wisten niet waar ik allemaal tegenaan was gelopen,” zegt Rebecca. Mandy heeft soortgelijke ervaringen. “Ik heb het aan mijn opa en oma laten zien, waar ik nu woon. Zij vinden het heel knap dat we dit hebben gemaakt.”