Klik hier - WTC De Blauwe Wimpel
Transcription
Klik hier - WTC De Blauwe Wimpel
De 100 cols tocht van Leen en Jozef deel 1: 2011 Leen loopt al enkele jaren met het plan rond om de 100 cols tocht te fietsen. Ik had er nog nooit van gehoord maar toch wist hij mij te overtuigen om deze uitdaging samen met hem aan te gaan. In de winter hebben we de nodige voorbereidingen getroffen: informatie verzameld, de route op GPS gezet en vooral zorgen dat de conditie op punt stond. Maar net daar liep het mis. De vrijdag voor Paris - Roubaix fietsen we zoals elk jaar samen de helle klassieker zonder problemen over al die verduivelde keien. Maar drie dagen later valt Leen op 100 meter van zijn deur. En pech, bekken gebroken één maand plat in het hospitaal en een revalidatie om ‘u’ tegen te zeggen. Oeps, daar gaan onze plannen om in juni een eerste deel van de 4080 km (kilometers) lange tocht met 66.000 hm (hoogtemeters) aan te vangen. Maar Leen zou geen topsporter zijn moest hij zich daar zomaar bij neerleggen. Na één maand in tractie te liggen in het ziekenhuis begint hij aan een revalidatie in razende vaart. En wat niemand voor mogelijk hield werd werkelijkheid, op 1 september beginnen we aan onze 100 cols tocht. Klaar voor de start aan het station van Saverne. 1 Donderdag 1 september 2011, De Vogezen Saverne – Grandvillers, 138km/1919 hm. Gisteren heeft Anneke ons naar Saverne gebracht. We zijn om 12u15 vertrokken uit Ruddervoorde en om 18u00 aangekomen in hotel National nabij het station van Saverne. Na het inchecken verkennen we Saverne, een mooi en aangenaam stadje waar je gerust enkele dagen kan doorbrengen. Op een pleintje namen we ons aperitiefje en bij een Italiaan een pizza met een wijntje. Om 23u00 gaan we slapen. Voor een kamer met uitgebreid ontbijt betalen we € 50 p/p. Wij beginnen onze monsterfietstocht bij het officiële startpunt in Saverne vlakbij Strassbourg. Het is 08u50 en na enkele foto’s en aangemoedigd door Anneke worden we uitgewuifd. We vertrekken onder een matig zonneke en direct is het klimmen geblazen. De Vogezen staan bekend als bergachtig en dat hebben wij aan den lijve ondervonden. Op de 1ste fietsdag volgen de colletjes en côtes elkaar snel op. We trekken over o.a. de Col de Spielberge en Col de Valsberg, waar we erin slagen een eerste keer verkeerd te fietsen. Volgt de Col de l’Engin, en de 16 km lange klim van de Col Donon. Boven aan de oriëntatietafel onder een stralende zon eten we onze broodjes op. Hier maken we kennis met 2 Nederlanders die met pak en zak naar Rome fietsen. Zij volgen de route Benjaminse die in tegenstelling tot onze route van vorig jaar naar Rome, wel over Frankrijk loopt. We vervolgen over prachtige kleine D-wegen en Routes Forestières naar de Col de Praye en andere. Uiteindelijk hebben we vandaag 6 cols en een aantal côtes gedaan, dit volstaat. In Grandvillers overnachten we in Hotel Europe. Onze eerste dag zit erop. We kunnen er eten voor 12€ en 6€ voor een halve liter wijn. Voor mij mag het elke dag zo zijn. Voor 114€ hebben we geslapen, gegeten en ontbeten. 2 Vrijdag 2 september 2011, Grandvillers – Champlitte, 136 km/1404 hm. Totaal 274 km We hadden verwacht dat het na de Vogezen vlak(ker) zou worden. We kwamen moe en bedrogen uit. Het blijft namelijk zeer heuvelachtig. Het aantal officiële cols is zeer beperkt vandaag maar het aantal côtes (een côte blijft langs de helling lopen in tegenstelling tot een Col die over de bergrug gaat) blijft aanzienlijk. En ze hebben ook mooie namen zoals: Col de Magnyfiek, Côte de Capitaine, Côte de Hautes. We fietsen voornamelijk tussen glooiende landbouwgebieden. Gisteren was de omgeving mooier maar vandaag heeft ook zijn charme met prachtige vergezichten. Na 1 uur fietsen, gaan we in de omgeving van Epinal over de Moezel. Daarna volgen we een eind de Route Des Thermes tot in Bains-les-Bains. Verder volgen we Canal de ‘Le tot in Magny. Dit is een zeer mooie weg en in Jussey halen we de tweede officiële stempel op. We eten er aan het station voor 7€, 2€ voor de cola en 2€ voor de koffie. Met 22€ is alles betaald. We fietsen verder tussen eindeloos glooiende landbouwgebieden en kleine dorpjes. Het is ook best hard zoeken naar cafés, supermarktjes en overnachtingplaatsen want die zijn allemaal niet dik gezaaid in deze regio. We gokken op Champlitte waar er volgens onze documentatie twee hotels zouden moeten zijn. Het eerste is met jaarlijks verlof maar bij hotel twee hadden we meer succes. Voor 49€ hebben we een simpele maar mooie kamer. Na ons omgekleed te hebben gaan we tevergeefs op zoek naar een restaurant. In deze streek is er werkelijk niets. Gelukkig is de patron van het hotel bereid een lekkere maaltijd voor ons klaar te maken. We waren de enige gasten in een hotel met meer dan 50 kamers. De sluis aan Canal de Bourgogne, ons allen bekend. 3 Zaterdag 3 september 2011, Champlitte – Beame ,130 km/1105 hm. Totaal 404 km. Het begin van de rit is idem als gisteren en alles gaat super in de Bourgogne. Om 12u00 hebben we 70 km op de teller en zijn we in St. Seine-l’Abbaye. Hier halen we een stempel, en een broodje bij de bakker die we nog kennen van enkele maanden geleden. Na de middag is het veel lastiger met de typische nijdige Bourgondische hellingen van meer dan 10 %. We fietsen een heel eind over de route die we in juni ook namen. Tijdens de lange beklimming van Côte de Gergueil maken we kennis met 2 Nederlanders. Eén van hen is nu bezig met zijn tweede 100 cols tocht. Ze zijn één dag voor ons, de in Saverne gestart. Na 115 km beginnen we aan de heerlijke afdaling naar Beame. Eens we Beame naderen zijn daar plots de wijnvelden in al hun glorie. Ondanks het feit dat het zaterdag is, is de pluk volop bezig. Eén bepaalde wijngaard trekt onze aandacht. Ze plukken er namelijk de druiven heel zorgvuldig, iedere tros wordt bekeken, omgedraaid en de mindere druiven worden eruit geknipt. Heel zachtjes worden de druiven in rieten manden gelegd en niet in plastieken bakken zoals elders. We nemen enkele foto’s, pas nu merken we dat er nog een drietal professionele fotografen met enorme lenzen ook foto’s nemen. Bij navraag blijkt dit geen gewone wijngaard te zijn maar die van een Grand Cru. In Bourgondië de hoogste classificatie en de gebruikte term voor een uitstekende wijngaard met een eigen Appellation d'Origine Contrôlée. Dus wijnen die worden geproduceerd met kwaliteit als oogmerk en niet de kwantiteit De druivenpluk maar dan met grote klasse. We dalen verder af naar Beame waar we door een mooie stadspoort de stad in fietsen. De hotels zijn er echter duur zodat we besluiten om buiten het centrum te overnachten. Een 3-tal km verder vinden we een B&B hotel en onze fietsen mogen mee op de kamer. Het is nog maar 16u30 en na ons omgekleed en gewassen te hebben bezoeken we Beame. Beame is de hoofdstad van de Côte d’Or gekend voor zijn wijn en gastronomie. Na elk 2 spaghetti’s zijn de batterijen opgeladen voor morgen. In het terugkeren fietsen we wel nog verloren maar om 22u30 zijn we in ons hotel. 4 Zondag 4 september 2011, Beame – Monsols, 136 km/1677 hm. Totaal 540 km. We hebben lekker geslapen in het B&B hotel voor 45€ en 11,20€ voor het ontbijt. Zeer betaalbaar dus. We vertrekken onder een dreigende hemel en al vlug begint het te miezeren. Niet voldoende om echt nat te worden maar het belet ons wel om volop te genieten van de druivenplukkers die ook op zondag aan het werk zijn. Hier wordt er niet meer geplukt met rieten manden maar met plastieken kuipen op de rug. Het parcours wordt beetje bij beetje zwaarder. Eens de druivenvelden verdwenen zijn fietsen we terug door een verlaten regio, zeker op zondag is het moeilijk iets open te vinden. Gelukkig is er in Chissey een restaurantje open waar we een all-in menu nemen voor € 18. Na de middag word het parcours nog zwaarder maar het is nu gelukkig droog. Wanneer we in Monsols komen waar er volgens onze documentatie enkele hotels zouden zijn, blijken die allen dicht of met verlof. We hebben reeds 130 km gefietst en hadden erop gerekend hier te kunnen overnachten. Dit is een verlaten streek en er zijn geen hotels meer op onze weg. Er zit niets ander op dan terug te keren. Met tegenzin fietsen we de berg terug op, naar de top van de Col de Crie waar er een soort bureau van toerisme is. Hier helpt men ons aan een chambre d’hote, enkele kilometers de bergen in, waar we voor 70 € kunnen slapen en ontbijten. Op het terras in Jussey, de routebeschrijving nazien. . 5 Maandag 5 september 2011, Monsols – St. Anthème, 138,4 km/2339 hm. Totaal 678 km. Onze chambre d’hotes koste uiteindelijk101€ alles in (avondmaal, slapen en ontbijt) voor 2 pers. De patron heeft voor ons een heerlijk plaatselijk gerecht klaargemaakt. Na een deugddoende nacht fietsen we opnieuw bergaf richting St. Didier/Les Depots waar we in de Peugeot garage onze nodige stempel krijgen. Het blijft een aaneenschakeling van cols de één al indrukwekkender dan de andere, zoals de Col de Croix de l’Orme. In Feurs, een heel mooi bebloemd stadje, verlaten we de Bourgogne en fietsen we naadloos over in de Beaujolais. De Beaujolais is gekend als het mooiste wijngebied van Frankrijk, hier steken we de Loire over en volgen die een 20-tal km. In Montbrison beginnen we aan de 18 km lange klim van de Col de Croix de l’Homme Mort op 1163 m hoogte. Het is een lange maar doenbare klim. Hier zijn we in de Haute-Beaujolais. In deze Noordelijke regio worden de beste Beaujolais wijnen gemaakt, waaronder ook de Beaujolais Villages. In de Bas-Beaujolais, die Zuidelijker ligt, wordt de gewone Beaujolais gemaakt. Nu een mooie afdaling in St Anthème vinden we een hotel voor € 33. Eén van de weinige keren dat er een fotograaf in de omgeving was. 6 Dinsdag 6 september 2011, St.Anthème – Neussargues, 144 km/2067 hm. Totaal 822 km. Lekker geslapen, ruim avondmaal en ontbijt voor € 78, spotgoedkoop. We zijn nu in het departement Puy-de-Dôme (regio Auvergne) en beginnen met een klim, eens boven nemen we de prachtige afdaling een mooie brede weg met nieuw asfalt. Natuurlijk te vlug naar beneden en te laat gezien dat we linksaf moeten. Gelukkig kan Leen nog corrigeren en moeten we niet te ver terug omhoog. We denderen kilometers aan een stuk naar beneden, het is zeer koud, vanmorgen slechts 3°C. Eens in het dal verandert de natuur volledig, veel opener en opnieuw landbouw. Het blijft zeer glooiend tot in La Chaise-Dieu waar we onze nodige stempel bemachtigen. Het is nog maar 11u50 en we besluiten om tot in Brioude te fietsen 40 km verder en daar te eten. Opnieuw de ene klim na de andere. Ik had al een poos het gevoeld dat mijn fiets niet feilloos meer daalde en bij nazicht bleek mijn achterband aan het scheuren te zijn, gelukkig had ik een reserve bij en was het probleem snel opgelost. Daar er hier terug heel weinig slaapgelegenheid is besluiten we om 50 km verder in Neussargues telefonisch een slaapplaats vast te leggen wat ook vrij goed lukt. We fietsen verder door het Centraal Massief, heel mooi maar lastig. We komen langs St.Poncy en St.Flour waar de Tour in juli aankwam. We volgen een heel stuk het parcours van de tour, gemakkelijk te herkennen aan het nieuwe wegdek, de vele kunstwerken, en beschilderde wegen.Ter hoogte van St Flour op een hoogte van 1130 m kruisen we de A75 autoroute naar het zuiden. Hoe dikwijls zijn we hier al niet met de auto voorbijgereden? Even verder in het dal vinden we ons hotel waar Betty de zeer naarstige en vriendelijke bazin ons verwelkomt. Ons hotelletje mooi in de bloemen en het groen. 7 Woensdag 7 september 2011, Neussargues – Siran, 104,7 km/1731 hm. Totaal 927 km. Het was een heel gewoon maar goed draaiend en gezellig hotelletje. Voor € 78 aten we een grote pizza, dronken we de nodige wijn en kregen we een heerlijk ontbijt. Vandaag is voor heel midden Frankrijk regen voorspeld. We vertrekken onder een dreigende hemel en nemen de gestadige klim naar de Puy Marie. Het weer verslechterd echter en al vlug zitten we in de wolken en de miezerige regen op de Col du pas de Peyrol. Deze col zat ook in de Tour, hier is het peloton enkele weken geleden hard tegen de vlakte gegaan. Met onder andere Van den Broeck en Vinokourov als grootste slachtoffers. Deze Col is met zijn 1585 m de hoogste berijdbare col van het Central Massief. Maar het valt nog mee, enkel de laatste 3 km zijn zeer stijl. Eens boven nemen we vlug de nodige foto’s en trekken alle kledij die we hebben aan. Onder een gierende wind en in de gietende regen duiken we vlug naar beneden het is echt ijskoud. Beneden vinden we gelukkig een caférestaurant waar we ons kunnen omkleden, opwarmen en een hapje eten. Het wil maar niet ophouden en we zetten de rit dus verder in de regen. Van het prachtig landschap kunnen we spijtig genoeg niet echt genieten. Maar ondanks de regen geniet ik van de rit daar ik nu geen koud meer heb. Na 100 km besluiten we een hotel te zoeken. Daar we in een betrekkelijke toeristische streek zitten vinden we in een klein dorpje van 620 zielen snel een hotelletje. Het hotelletje is pas sinds april overgenomen door een jong koppel uit Gap, de andere kan van Frankrijk. Ze zijn heel vriendelijk en maken een heerlijke spaghetti voor ons klaar. We zijn zoals dikwijls de enige gasten. We mogen onze natte kledij in de verwarmingskelder laten drogen. Enige tijd en enkele glazen wijn later presenteert de patron ons een plaatselijke likeur die uitzonderlijk lekker is. Dus al met al opnieuw een geslaagde dag. 8 Donderdag 8 september 2011, Siran – Frayssinet-le-Gélat, 134 km/1521 hm. Tot. 1061 km. Vanmorgen kregen we nog een goed ontbijt en dit alles voor € 94. We vertrekken voor onze voorlaatste dag terug met een klim. De zwaarste zijn echter achter de rug, maar geen enkel meter vlak kruipt ook in de kleren. Na 60 km komen we in Rocamadour dat als een arendsnest uitkijk boven de Alzau die honderdvijftig meter lager stroomt. Nu fietsen we door Rocamadour van Oost naar West, toen ik hier kwam op weg naar Compostella in 2005 fietste ik van Noord naar Zuid. Ik herinnerde me Rocamadour als een zeer nijdige klim, maar wij fietsten nu reeds op de juiste hoogte en dat viel dus best mee. Na het nemen van enkele foto’s besluiten we om in het volgend dorp te eten. Dit bleek achteraf geen goede beslissing want we vonden bijna niets en hebben in een restaurant voor een eitje met frietjes en een cola € 40 betaald. We zijn in het departement Lot-et-Garonne en er zijn niet zoveel hotels, dus leggen we nu al telefonisch een chambre d’hôte vast. Deze chambre d’hôte bleek later een 4-tal km van de weg af te liggen en ook nog eens bergop. Toen we beneden in het dorpje stopten vroeg een dame met een wagen naar wat we op zoek waren. Het bleek de eigenares te zijn van onze slaapplaats, vlug vragen we of we daar kunnen eten wat niet kon. Dus kopen we beneden in een supermarktje, die bleek uitgebaat te zijn door een Nederlandse dame, onze mondvoorraad. Met onze inkopen fietsen we naar boven. Het is een zeer mooie chambre d’hôte met zwembad en een aparte keuken voor ons. Hier brengen we een gezellig avond door met een tweetal flessen wijn en twee halve liters Heineken. Dit is toch echt een leuk element van dit avontuur. Elke avond ben je weer ergens anders, en vooraf weet je niet waar je terecht komt. 9 Vrijdag 9 sept. 2011, Frayssinet-le-Gélat – Puymirol - Agen, 93 km/799 hm.Totaal 1154 km. Daar het vandaag onze laatste rit is besluiten we om een half uur langer te slapen. Dus ontbijt om 8u30. Alles staat dan ook klaar natuurlijk op zijn Frans, enkel Frans brood met een 4 tal soorten confituur en honing. De gastheer en gastvrouw houden ons tijdens het ontbijt gezelschap en zijn benieuwd naar onze verhalen van de 100 cols tocht. Om 9u15 vertrekken we, het is nog mistig maar al vlug is de zon daar in al haar glorie, en doet het landschap er nog mooier uitzien. In dit deel van de route is dat sowieso het geval. Veel boerenland met afwisselend bos, koeien, schapen, paarden, graan, groenten, wijn en asperges. Tussendoor zien we leuke dorpjes, welke overigens vaak op een heuvel liggen, met een grote kerk en een vestingmuur eromheen. Bastides noemen ze dat hier. Veel van deze Bastides, zoals we die kennen van Montreuil bijvoorbeeld, mogen we van de route opfietsen en dit zijn leuke plaatsjes voor koffie of lunch. We bereiken Tournon via een mooi rond omhooglopend weggetje waarvan het laatste stuk onder de vestingmuur loopt. De post en het bureau van toerisme zijn gesloten maar het gemeentehuis gelukkig niet en daar bekomen we onze stempel. Terug naar beneden krijgt Leen een klapband de tringel is afgescheurd en we hebben geen reserve buitenband mee. Met een stukje buitenband herstellen we de zaak voorlopig. Hopelijk houdt de band nog 50 km stand. We fietsen goed door voor onze laatste dag, die eindigt officieel in Puymirol. Een echte Gilbert aankomst bovenop een venijnige heuvel. Het postkantoor gaat maar open om 13u30 dus we eten eerst boven in de Bastide. En hoe! Een groot voorgerecht paté met een dikke snee hesp, als hoofdgerecht een grote biefstuk met veel frieten. We sluiten af met een dessert van 2 bollen vanille-ijs. Dit alles met elk een halve liter wijn en een sterke koffie voor slechts € 12 p.p. En nu naar de post om onze stempel, want die hebben we nodig om hier volgend jaar geldig te kunnen hernemen. Nog 17 km naar Agen waar we aan het station in hotel Regina een kamer vinden. 10 Zaterdag 10 september 2011, Terugreis. Het is vandaag vroeg dag. Onze TGV vertrekt om 6u35 maar de dag begint met een serieuze portie stress. Onze fietsen zitten achter slot en grendel en er is geen personeel in het hotel. Ze hadden ons gezegd dat we gewoon langs de achteruitgang met onze fietsen konden vertrekken maar daar kunnen we nu niet bij. Leen gaat via een zijstraatje die achteruitgang verkennen maar dat biedt geen oplossing. Ook de deur van de berging is niet te forceren maar ik slaag erin om een plaat die boven die deur gemonteerd is los te peuteren en over te plooien. Ik kruip dan maar door deze opening over de deur. Daarna geef ik de fietsen boven de deur door aan Leen. Dit was de enige mogelijke oplossing uitgevoerd onder het oog van de beveiligingscamera’s die alles filmde. We vertrekken als twee dieven in de nacht naar het station. Gelukkig waren we op tijd opgestaan zodat we nog net op tijd waren voor onze TGV huiswaarts. Aan het station kopen we nog vlug een croissant en een koffie en precies op tijd komt onze TGV voorgereden. We kunnen zonder problemen onze fietsen in wagon 8 stallen en via Bordeaux, Angoulême, Poitiers en Paris komen we aan in Lille. Even mijn fiets-GPS aanleggen en de kruissnelheid van de TGV is 295 km/u met een maximumsnelheid van 327 km/u. Met 5 minutjes vertraging komen we uiteindelijk aan in Lille. Ons eerste deel zit erop, we hebben reeds 20 van de 106 cols beklommen. In totaal legde we 1154 kilometers af, volgens het roadbook 1119 kilometers. We deden maar liefs 14562 hoogtemeters, volgens het roadbook slechts 12680 hoogtemeters. We concluderen dat het met de zelfgemaakte route op GPS perfect gaat en dat, zoals ik dacht, de hoogt meters enkel de officiële hellingen zijn. De ontelbare niet officiële hellingen zijn niet opgenomen in die 66.000 hoogtemeters. Het aantal hoogtemeters ligt ongeveer 20% hoger dan het aantal hoogtemeters in het roadbook. Schapen langs de weg in het Central Massief. 11