New Title

Transcription

New Title
28
Tekst en fotografie Marjolein van Rotterdam
FIETSEN
TANTES IN MAROKKO
Alles ggghoed?
1 - 2008
30º58’55.13”N
5º49’05.31”W
Alles ggghoed!
Hoe Tante E. en Tante M. op de fiets in
het land der Amazighs geraken, overal
neven ontmoeten, nauwlettend in de
gaten worden gehouden door De Lange
Man en in de truck-truc trappen. En hoe
zij toch weer veilig thuiskomen.
1 - 2008 29
De mateloze weidsheid van de
woestijn wordt hier en daar
onderbroken door een bord
De Feiten
Het gebied Het stuk Atlas van de
fietstocht bestaat uit steenwoestijn in alle variaties en kleuren.
Het is er droog en kaal, afgewisseld met supergroene en natte
dadelpalm-oases.
Gemaakte tocht Negendaagse
trektocht rond Jbel Sarhro, waarvan 6 dagen fietsen (40 - 90 km
per dag). Op de niet-fietsdagen
kun je wandelen. Deze reis komt
uit het programma van
Eigen-Wijze Reizen, zie het kader
verderop in dit artikel.
Zwaarte Goed te doen voor
enigszins getrainde mensen. Het
weer (wind, droogte, hitte, regen)
kan de tocht zwaar(der) maken.
Navigeren Omdat er meestal
maar één weg is, is het navigeren
een fluitje van een cent. Als je de
reis via Eigen Wijze Reizen
boekt, krijg je een routebeschrijving en kaartje mee.
Beste tijd Oktober - april.
Er naar toe Directe vluchten naar
Marrakech. Via Casablanca of
Ouarzazate kan ook.
Overnachten Campings (meest
voor campers), hotels.
30
1 - 2008
Het dorpje bij de Kasbah Tamnougalt
is het decor van o.a. de film Babel
Je kon niet zeggen dat de tantes onvoorbereid op pad waren gegaan. Tijdens de
vliegreis van het ijskoude thuisland naar
de zesendertig graden in het land van bestemming, werkten E. en M. zich suf. M.
las, onder meer in een ‘objectief verslag’
(aldus het omslag) van soc. geogr. drs. W.
F. Heinemeyer, en E. dacht over de zaken
na. Wat, naar later zou blijken, helemáál
niet ladylike was in het land van bestemming. Maar dat nam niet weg dat E. en
M. stevig ten ijs beslagen, voet zetten op
Afrikaanse bodem.
Toch was alles anders in Marokko. Om te
beginnen de tijd. Die ging een stuk langzamer. Of sneller, dat was maar hoe je het
bekeek. In de vertrekhal van Casablanca
Airport stond de vertrektijd voor de
interne vlucht naar Marrakech om kwart
over zeven nog steeds op kwart over vijf.
Maar van een vliegtuig was geen sprake.
‘Geen zorgen. Dit is Marokko’, legde een
behulpzame reisgenoot uit.
Dan was er de man ter plaatse. Een agent,
bezorgd door de reisorganisatie. Een fietsenmaker die Nederlands sprak – wat goed
uitkwam, want Marokkaans was moeilijk
en een fietsenmaker kwam altijd van pas.
‘Hallo Abdel!’ Tante M. begroette de
agent dus hartelijk. ‘Hebben we je lang
laten wachten?’
Abdel knikte minzaam, en leek niet zo
joviaal meer als hij aan de telefoon had
geklonken.
‘Hoe is het hier?’, kakelde M. door. ‘Alles
goed?’
Abdel knikte weer, en dirigeerde de tantes
naar zijn Peugeot, waar, als ze het goed
zagen, nooit twee fietsen in pasten als zij
zelf ook mee zouden gaan.
‘Gaat dat lukken met de fietsen, denkt u?’
Abdel zei nu niets meer, maar begon
fanatiek in het Arabisch in een mobiele
telefoon te praten.
E., die beter had opgelet, ging een licht op.
‘Deze praat geen Nederlands, hoor.’
En was Abdel niet Abdel, maar een neef
van Abdel, of een neef van een neef.
@
ZELF DEZE TOCHT MAKEN? Ga naar oppad.nl voor
een uitgebreid informatieblad over deze tocht, overnachtingsadressen, kaarten, boeken en gidsen en de
lezersaanbieding van Eigen-wijze Reizen.
VRACHTWAGENNEVEN
Dit was Marokko. En dus pasten de
fietsen en de tantes, met dank aan één
touwtje, wel in de taxi. En was Abdel niet
Abdel, maar een neef van Abdel, of een
neef van een neef. Het zou als een voorteken gezien kunnen worden. Tijdens de
hele fietstocht rond de Djebel Sarhro, een
bergrug in de Atlas, doken overal neven
op. Op de eerste fietsdag, onderweg naar
Agdz (Agdez), meteen al een heel stapeltje. Op nog geen tien kilometer van het
beginpunt zagen de tantes een kapotte
vrachtwagen. De kap stond voorover
gekanteld, er lag een man in de berm en
twee andere mannen hielden de tantes
aan. ‘O help’, zei de ene tante. ‘Een ongeluk?’ schrok de andere. Maar dat was het
niet. ‘De camion is kapot’, vertelde de
jongste van het stel in vlot Frans. ‘En nu
haal ik het eten bij mijn neef niet. Zou u
een boodschap aan hem willen doorgeven?’
Dat wilden ze wel maar niet direct: ‘wij
zijn voorlopig niet in Agdz. We gaan eerst
nog fietsen naar de Cascades.’
‘Geen probleem’, zei de neef van de neef
in Agdz. ‘Als u dit briefje afgeeft bij
Maison Touaregh ben ik dolblij.
NEVENACTIVITEITEN
De omweg naar de Cascades duurde
wegens verpletterende schoonheid langer
dan gedacht. De tantes genoten van de
letterlijk huiveringwekkende hoeveelheid
kleuren, de door kunstenaarshanden
geschapen rotsformaties en de pure lucht
van de woestijn. ‘Ongelooflijk’, zuchtte
E., die verslaafd was aan woestijnluchten,
en M., die het allemaal wat minder vaak
had meegemaakt, kon het alleen maar
beamen. Schitterend was het.
Uren later waren de tantes weer op de weg
naar Agdz. Daar troffen zij een aardige
Brit met een zonnebrandcrème-masker,
die uit zijn auto stapte om te praten over
Marokko. ‘Een raar land’, vond hij. ‘Dat
kale landschap! Er komt geen einde aan.’
Tante E. zei dat zij dat juist mooi vond.
Er volgde een gesprek over souvenirverkopers. Na te hebben gemeld dat zij geen
tapijten gingen meenemen op de fiets,
slingerden de tantes hun been over de
stang, en vertrokken. ‘Veel succes!’ gilde
de Brit hen na.
Ze waren nog niet onder de poort van het
chaotische maar aardige Agdz door, of er
schoot al een neef op M. en E. af. ‘U bent
de Hollanders van de camion!’, gilde hij
uitgelaten. ‘Ik weet het al. Mijn neef heeft
een muntje gevonden en heeft me gebeld!
Maar komt u een kopje thee drinken.’
Zoveel beleefdheid sla je niet af en dus
gingen M. en E. aan de thee, in de tapijtwinkel van alweer een neef, waar een
Fatima verordonneerd werd thee te zetten. De tantes loerden nieuwsgierig naar
de lappen waarachter de vrouw zich
bevond, maar kregen Fatima niet te zien.
Wél verscheen de een na de andere neef
ten tonele. Een toegewijde Touaregh-neef
vertelde dat hij, heel exotisch, eens per
twee jaar op karavaan ging. Tweeënvijftig
dagen lopen naar Timboektoe! ‘Om te
overleven masseren we onze gewrichten
1 - 2008 31
Om te overleven masseren we
onze gewrichten met kamelenvet
32
1 - 2008
De ezeldichtheid in Marokko
is hoog: 1 ezel op 30 personen.
In de woestijn soms zelfs 1:1
met kamelenvet’, zei de neef. ‘Fietsers
zou dat ook moeten doen.’ De tantes
waren een en al oor. Glaasje na glaasje
mierzoete muntthee dronken ze er bij
weg, tot de ene neef hen uitnodigde
voor een feest met tamtammuziek,
en de andere neef voorzichtig de aandacht begon te vestigen op tapijten.
‘Met permissie, maar wij hebben werk
te doen’, sprak tante M. ferm.
De berbers, de bewoners van de Atlas,
zijn trots op hun cultuur. Zoveel was
de tantes na enkele dagen fietsen door
hun land wel duidelijk. ‘Wij noemen
ons Amazigh’, sprak een Berber.
‘De vrijen of nobelen.’ ‘Berbers zijn
aardig’, zei een ander. ‘Iedereen die bij
ons aanklopt wordt geholpen. Onze
mensen, maar jullie bijvoorbeeld ook.’
‘Vrouwen werken. Mannen denken’,
had agent Abdel de Berberse taakverdeling tussen man en vrouw al uitgelegd. En een dorpsbewoner op een
bankje had dat bevestigd. ‘Mijn vrouw
werkt uiteraard. Thuis én op het land.’
‘Wij zijn vijfenzestig procent cultuur en
vijfendertig procent religie’, zei Hoessein,
een gastheer in een vriendelijke herberg
in N’kob waar de tantes met uitzicht op
een oogstrelende oase logeerden.
‘Tradities zijn bij ons ongelooflijk belangrijk. Ze kunnen in een dorp verderop
alweer anders zijn.’ Hoessein en zijn neven konden er niet over ophouden. ‘Kijk,
dat zijn de wapens van onze voorouders.’
‘Zullen we trommelen?’
REGEN IN DE WOESTIJN
Tijdens de knusse avond in de herberg
gaan de tantes op in de etnografie, tot er
iets raars gebeurt. E. hoort een regendruppel. ‘O, nee toch’, kermt zij. ‘En mijn
regenjas ligt thuis!’
M., een fietsende Spanjaard, zijn vrouw
en een Italiaanse explorateur, die ook in
de herberg logeren, kreunen mee. ‘Het
sneeuwt boven’, zegt Hoessein inlevend,
en hij haalt een plankdikke, onbuigbare
djellaba. Als een Knight of the Round
Table stapt de Italiaan erin en vertrekt
DE ETAPPES
1 RONDWANDELING IN MARRAKECH
Natuurlijk naar het Jemaa el Fna, het
beroemde plein met slangenbezweerders, muzikanten, en verkopers van
onbestemde waren, maar ook naar de
soukh (leuker), de joodse begraafplaats (mooier), en het Musée Bert
Flint (82), de Nederlandse verzamelaar
die al vijftig jaar in Marrakech woont.
2 TRANSFER NAAR OUARZAZATE
Een dag in de auto lijkt vervelend, maar
dankzij de uitzichten op de Hoge Atlas
is het helemaal niet erg.
3 TAXI NAAR AÏT SAOUN,
42 KM FIETSEN NAAR AGDZ
De tocht gaat via de Cascades van Tizgui dat is meteen een van de mooiste
stukken van de hele reis. Die kleuren in
de woestijn alleen al! En die stilte… om
heimwee van te krijgen.
4 FIETSEN NAAR N’KOB, 75 KM
Ook een topdag! De kasbah Tamnougalt met bijbehorend dorp en vooral
het stuk over de smalle weg tussen
Temsikht en N’kob is fraai.
De langste fietsdag, en niet de mooiste. Maar dat ligt ook aan al het ongelooflijke mooi van hiervoor. De laatste
30 km zijn echt saai. Terwijl het zo
romantisch ‘Rozenvallei’ heet.
5 TRANSFER NAAR TINERHIR,
WANDELEN IN DE TODRAKLOOF, 8 KM
Spectaculaire uitzichten. De kloof kun
je ook helemaal doorfietsen, als er nog
tijd is.
8 FIETSEN NAAR DE PALMERIJ VAN
SKOURA, 55 KM
De palmerij is mooi, maar berucht vanwege zijn brutale brommers. Mannen
die niet weten wat ‘nee dank u’ betekent en maar blijven doorzeuren of je
op hun kameel wilt. De kasbah aan het
eind compenseert alles.
6 FIETSEN NAAR BOUMALNE
DADÈS, 67 KM
Een hele dag vals plat, waardoor de
eindeloosheid van de woestijn zich
goed laat voelen. Hier denk je aan het
Wilde Westen.
7 HEEN EN TERUG FIETSEN DOOR DE
DADÈSKLOOF, DAN VERDER NAAR EL
KELAÂ M’GOUNA, 90 KM
9 FIETSEN NAAR OUARZAZATE, 37 KM
Helaas geen schitterend slottoneel.
Een drukke weg met weinig compensatie, of je moet het leuk vinden om te
loeren naar de golfbaan van Hassan II,
waar rijkeluizen hun huizen laten
bouwen.
1 - 2008 33
Lezersaanbieding
Eigen-Wijze Reizen biedt speciaal
voor de lezers van Op Pad deze
individuele fietsvakantie aan. Je
overnacht in hotels, met extra
overnachting in een sfeervolle
herberg in N’kob. De prijs voor
deze 12-daagse reis is € 1360
(inclusief vlucht, overnachtingen
o.b.v. halfpension, transfers,
routebeschrijvingen, kaarten en
bagagevervoer; exclusief fietsticket (€ 80) en woestijn- of
kasbah-excursie); eventueel kun
je ter plekke een fiets huren
(€90). Zie oppad.nl voor de ins en
outs van deze lezersaanbieding
die geldig is van 1 februari t/m 31
maart 2008. Op de site vind je
bovendien meer informatie en
achtergronden bij deze reis.
(www.eigenwijzereizen.nl)
op zijn brommertje.
Als de tantes wakker worden trekken
Hollandse luchten over de Marokkaanse
woestijn. Het hoost. De oase onder het
raam staat blank en de weg is een
modderpoel geworden. Gelukkig is het
‘transferdag’. Idir, een lange man in een
djellaba met een puntmuts en een oude
Peugeot, haalt de tantes op. E. vraagt na
enig aarzelen of Idir zijn ruitenwissers
niet moet aanzetten. Maar die doen het
niet. Na een poosje vraagt M. of het wel
verstandig is om door te rijden. ‘Pas de
34
1 - 2008
Overal in Marokko word je
uitgenodigd, vaak met thee
en dadels.
problème’, zegt Idir. ‘Je connais la route’.
Het is gelukkig waar. Soepel stuurt Idir
zijn wagen door de uit de oevers getreden
wateren, baggerstromen, papgronden en
losse stenen.
De volgende dag maakt de zon alles weer
droog, en de dagen erna zal het alleen
nog maar heter worden. Tijdens de laatste
fietsdag – een korte etappe van ‘de
sprookjesachtige oude kasbah in de
palmerij van Skoura’ (geen woord teveel)
terug naar Ouarzazate – verleppen de
tantes zelfs compleet. Na elk klimmetje
voelen zij zich een lap leer. ‘Van binnen en
buiten geasfalteerd’, zoals E. het uitdrukt,
onder verwijzing naar de op dit stuk massaal langsstomende en niet van roetfi lters
voorziene vrachtwagens.
DE LEPTOSOOM
In hotel Kasbah Aicha in Tinerhir brandt
slechts één spaarpeer - en een tv-toestel.
Voor een eetzaal van sporthalformaat vrij
weinig. Als de tantes terugkeren van een
kloofwandelingetje, krijgen ze in het
schemerdonker het eten opgediend, als-
Dag twee is een superetappe,
vooral de weg naar N’kob
mede het gezelschap van de onpraktisch
lange manager, die ze ‘De Leptosoom’
dopen en die niet van hun tafeltje wil
wijken. Wat ook logisch is: gasten laat je
in Marokko niet in hun eentje eten, dat is
onbeleefd. ‘Ik had gisteren nog twee Japanners, converseert de Leptosoom vanuit zijn
hoogte met nauwelijks verholen tegenzin,
‘Maar met mijn lengte…’. Tante E. fluistert
dat hij ongetwijfeld bedoelt dat die Japanners dan klein zijn. Tante M. heeft zijn
laatste zin al niet meer gehoord. Zij eet
couscous, helaas ook deze keer voorzien
van zes jaar doorgekookte groenten.
De volgende ochtend staat de trieste
Leptosoom alweer naast het ligbankje van
de tantes – dit keer in pyjama. Aan de
dekens op de bank voor de tv te zien, is hij
net voor de entree van de tantes uit bed
geschoten.
lengtes. Maar dat is tante M’s. insteek
niet. ‘Ik bedoel die swingende rommeligheid’, zegt ze. ‘Het zou hier toch ook
Senegal kunnen zijn?’ Dat is vandaag heel
erg waar. Er klinkt overal afromuziek, en
iedereen, dat wil zeggen iedereen van
mannelijke kunne, zit in de schaduw voor
zijn huis of op een terras. De vrouwen
werken in de zon. Zoals de moeder en
dochter naast de eindeloze, vals stijgende
weg naar Boumalne Dadès, midden in de
steenwoestijn. Ze doen er – met dank aan
de hoosregen van twee dagen terug – in
een plas de was. Frans spreken ze niet. En
een foto maken mag niet. ‘Knip de ezels
maar’, wijst de moeder. ‘Alles ggghoed?’,
vraagt tante M. nog op goed geluk. De
wasvrouwen knikken. Alles ggghoed. õ
Marokko
Na Tinerhir wordt alles warmer en gezelliger. ‘Het is net Afrika hier’, zegt M., als ze
in een stadje wat boodschappen doen, na
kordaat een tapijtneef te hebben afgewimpeld. ‘Het ís hier Afrika’, zegt E., die nog
niet vergeten is dat Marokko M. op eerdere momenten ook al had doen denken
aan Mongolië, Irak, en het Wilde Westen.
Marokkanen zijn ontstaan uit zwerfvolken. Ze hebben alle Afrikaanse kleuren en
1 - 2008 35