MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

Transcription

MONITEUR BELGISCH
BELGE STAATSBLAD
Publication conforme aux articles 472 à 478 de la
loi-programme du 24 décembre 2002, modifiés par les
articles 4 à 8 de la loi portant des dispositions diverses du
20 juillet 2005.
Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de
programmawet van 24 december 2002, gewijzigd door de
artikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diverse
bepalingen van 20 juli 2005.
Le Moniteur belge peut être consulté à l’adresse :
Dit Belgisch Staatsblad kan geconsulteerd worden op :
www.staatsblad.be
www.moniteur.be
Direction du Moniteur belge, chaussée d’Anvers 53,
1000 Bruxelles - Directeur : Wilfried Verrezen
Bestuur van het Belgisch Staatsblad, Antwerpsesteenweg 53, 1000 Brussel - Directeur : Wilfried Verrezen
Numéro tél. gratuit : 0800-98 809
Gratis tel. nummer : 0800-98 809
N. 131
185e ANNEE
185e JAARGANG
MARDI 26 MAI 2015
DINSDAG 26 MEI 2015
Le Moniteur belge du 22 mai 2015 comporte
trois éditions, qui portent les numéros 128, 129 et 130.
SOMMAIRE
Lois, décrets, ordonnances et règlements
Service public fédéral Finances
28 AVRIL 2015. — Loi modifiant le Code des droits d’enregistrement,
d’hypothèque et de greffe en vue de réformer les droits de greffe,
p. 29665.
12 MAI 2014. — Loi relative aux sociétés immobilières réglementées. — Erratum, p. 29667.
12 MAI 2015. — Arrêté royal établissant le modèle de déclaration
pro fisco visé à l’article 2691 du Code des droits d’enregistrement,
d’hypothèque et de greffe et fixant la date d’entrée en vigueur de la loi
du 28 avril 2015 modifiant le Code des droits d’enregistrement,
d’hypothèque et de greffe en vue de réformer les droits de greffe,
p. 29667.
13 MAI 2015. — Arrêté ministériel modifiant l’arrêté ministériel du
20 décembre 2001 relatif aux services auprès desquels doivent être
déposés les documents visés aux articles 53, § 1er, alinéa 1er, 2°, 53ter, 1°,
53quinquies et 53sexies du code de la taxe sur la valeur ajoutée, p. 29673.
Het Belgisch Staatsblad van 22 mei 2015 bevat
drie uitgaven, met als volgnummers 128, 129 en 130.
INHOUD
Wetten, decreten, ordonnanties en verordeningen
Federale Overheidsdienst Financiën
28 APRIL 2015. — Wet tot wijziging van het Wetboek der registratie-,
hypotheeken griffierechten teneinde de griffierechten te hervormen,
bl. 29665.
12 MEI 2014. — Wet betreffende de gereglementeerde
vastgoedvennootschappen. — Erratum, bl. 29667.
12 MEI 2015. — Koninklijk besluit tot vaststelling van het model van
pro-fiscoverklaring bedoeld in artikel 2691 van het Wetboek der
registratie, hypotheeken griffierechten en tot bepaling van de datum
van inwerkingtreding van de wet van 28 april 2015 tot wijziging van
het Wetboek der registratie-, hypotheeken griffierechten teneinde de
griffierechten te hervormen, bl. 29667.
13 MEI 2015. — Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel
besluit van 20 december 2001 met betrekking tot de diensten waar de
documenten bedoeld in de artikelen 53, § 1, eerste lid, 2°, 53ter, 1°,
53quinquies en 53sexies van het wetboek van de belasting over de
toegevoegde waarde moeten worden ingediend, bl. 29673.
140 pages/bladzijden
29660
MONITEUR BELGE — 26.05.2015 — BELGISCH STAATSBLAD
Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken
Service public fédéral Intérieur
26 MARS 2014. — Loi modifiant la loi du 29 mars 2004 concernant la
coopération avec la Cour pénale internationale et les tribunaux pénaux
internationaux. — Traduction allemande, p. 29674.
26 MAART 2014. — Wet tot wijziging van de wet van 29 maart 2004
betreffende de samenwerking met het Internationaal Strafgerechtshof
en de internationale straftribunalen. — Duitse vertaling,
bl. 29674.
¨ ffentlicher Dienst Inneres
Föderaler O
26. MÄRZ 2014 — Gesetz zur Abänderung des Gesetzes vom 29. März 2004 über die Zusammenarbeit mit dem
Internationalen Strafgerichtshof und den internationalen Strafgerichten — Deutsche Übersetzung, S. 29675.
27 MARS 2014. — Loi portant insertion des dispositions réglant des
matières visées à l’article 77 de la Constitution dans le livre XVII
″Procédures juridictionnelles particulières″ du Code de droit économique et modifiant le Code judiciaire en vue d’attribuer aux cours et
tribunaux de Bruxelles une compétence exclusive pour connaître de
l’action en réparation collective visée au livre XVII, titre 2, du Code de
droit économique. — Traduction allemande, p. 29687.
27 MAART 2014. — Wet houdende invoeging van de bepalingen die
een aangelegenheid regelen als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet,
in boek XVII ″Bijzondere rechtsprocedures″ van het Wetboek van
economisch recht en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek
teneinde de hoven en rechtbanken te Brussel een exclusieve bevoegdheid toe te kennen om kennis te nemen van de rechtsvordering tot
collectief herstel, bedoeld in boek XVII, titel 2 van het Wetboek van
economisch recht. — Duitse vertaling, bl. 29687.
¨ ffentlicher Dienst Inneres
Föderaler O
27. MÄRZ 2014 — Gesetz zur Einfügung der Bestimmungen zur Regelung von Angelegenheiten erwähnt in
Artikel 77 der Verfassung in Buch XVII ″Besondere Gerichtsverfahren″ des Wirtschaftsgesetzbuches und zur
Abänderung des Gerichtsgesetzbuches, um den Gerichtshöfen und Gerichten von Brüssel eine ausschließliche
Zuständigkeit zu übertragen, über die in Buch XVII Titel 2 des Wirtschaftsgesetzbuches erwähnte kollektive
Schadenersatzklage zu erkennen — Deutsche Übersetzung, S. 29687.
Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid
Service public fédéral Sécurité sociale
7 MAI 2015. — Arrêté royal rendant le régime de pensions institué
par la loi du 28 avril 1958 applicable aux membres du personnel de
l’″Agentschap Plantentuin Meise″, p. 29688.
7 MEI 2015. — Koninklijk besluit dat het pensioenstelsel ingesteld
door de wet van 28 april 1958 toepasselijk maakt op de personeelsleden
van het Agentschap Plantentuin Meise, bl. 29688.
par loi du 28 avril 1958 applicable aux membres de l’Ecole d’administration publique commune à la Communauté française et à la Région
wallonne, p. 29689.
door de wet van 28 april 1958 toepasselijk maakt op de leden van de
gemeenschappelijke “Ecole d’administration publique” (Bestuursschool) voor de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest,
bl. 29689.
l’Institut de la Formation en cours de carrière, p. 29690.
door de wet van 28 april 1958 toepasselijk maakt op de personeelsleden
van het Instituut voor Opleidingen tijdens de loopbaan,
bl. 29690.
Gemeenschaps- en Gewestregeringen
Gouvernements de Communauté et de Région
Gemeinschafts- und Regionalregierungen
Communauté flamande
Vlaamse Gemeenschap
Autorité flamande
Vlaamse overheid
8 MAI 2015. — Décret modifiant le Décret sur les Arts du
13 décembre 2013, p. 29694.
8 MEI 2015. — Decreet houdende wijziging van het Kunstendecreet
van 13 december 2013, bl. 29691.
Autorité flamande
Vlaamse overheid
Agriculture et Pêche
Landbouw en Visserij
20 AVRIL 2015. — Arrêté ministériel modifiant l’article 1er de l’arrêté
ministériel du 25 février 2009 relatif au contrôle sur la détermination de
la composition du lait fourni aux acheteurs et sur le paiement par les
acheteurs du lait aux producteurs, p. 29698.
20 APRIL 2015. — Ministerieel besluit tot wijziging van artikel 1 van
het ministerieel besluit van 25 februari 2009 betreffende de controle op
de bepaling van de samenstelling van melk en de betaling door de
kopers van de melk aan de producenten, bl. 29698.
Autorité flamande
Vlaamse overheid
20 AVRIL 2015. — Arrêté ministériel portant exécution des articles 2
et 4 de l’arrêté du Gouvernement flamand du 31 janvier 2014 relatif aux
agréments d’organisations de producteurs et d’organisations interprofessionnelles pour le secteur de la viande porcine, p. 29699.
29661
20 APRIL 2015. — Ministerieel besluit houdende uitvoering van
artikel 2 en 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 januari 2014
betreffende erkenningen van producenten- en brancheorganisaties,
voor de sector varkensvlees, bl. 29699.
Waals Gewest
Région wallonne
Wallonische Region
¨ ffentlicher Dienst der Wallonie
O
13. MAI 2015 — Erlass der Wallonischen Regierung zur Abänderung des Erlasses der Wallonischen Regierung
vom 17. Januar 2013 zur Bestimmung der Zahlstelle für die Wallonie für die Fonds EGFL und ELER und zur
Einrichtung eines Ausschusses zur Überwachung der Zahlstelle für die Wallonie, S. 29701.
Service public de Wallonie
13 MAI 2015. — Arrêté du Gouvernement wallon modifiant l’arrêté
du Gouvernement wallon du 17 janvier 2013 désignant l’organisme
payeur de Wallonie pour les Fonds FEAGA et FEADER, et instituant un
Comité de suivi de l’organisme payeur de Wallonie, p. 29700.
Autres arrêtés
Service public fédéral Technologie de l’Information et de la Communication
Personnel. — Nominations, p. 29703.
Service public fédéral Justice
Personnel. — Nomination, p. 29703.
Ordre judiciaire. — Ordres nationaux, p. 29703.
Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie
4 MAI 2015. — Arrêté royal acceptant la démission et portant
nomination de membres de la Commission des Assurances, p. 29704.
Personnel et Organisation. — Nominations en qualité d’agent de
l’Etat, p. 29705.
Installation de production d’électricité. — Autorisation individuelle. — EB-2009-0014bis-A, p. 29705.
Installation de production d’électricité. — Autorisation individuelle. — EB-2007-0011quater-A, p. 29705.
Installation de production d’électricité. — Autorisation individuelle. — EB-2011-0019-B, p. 29705.
Waalse Overheidsdienst
13 MEI 2015. — Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het
besluit van de Waalse Regering van 17 januari 2013 tot aanwijzing van
het Waals betaalorgaan voor de Fondsen ELGF en ELFPO en tot
instelling van een opvolgingscomité voor het Waals betaalorgaan,
bl. 29702.
Andere besluiten
Federale Overheidsdienst Informatie- en Communicatietechnologie
Personeel. — Benoemingen, bl. 29703.
Federale Overheidsdienst Justitie
Personeel. — Benoeming, bl. 29703.
Rechterlijke Orde. — Nationale Orden, bl. 29703.
Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie
4 MEI 2015. — Koninklijk besluit tot aanvaarding van het ontslag en
tot benoeming van leden van de Commissie voor Verzekeringen,
bl. 29704.
Personeel en Organisatie. — Benoemingen in de hoedanigheid van
Rijksambtenaar, bl. 29705.
Installatie voor elektriciteitsproductie. — Individuele vergunning. —
EB-2009-0014bis-A, bl. 29705.
EB-2007-0011quater-A, bl. 29705.
EB-2011-0019-B, bl. 29705.
29662
Ministerie van Landsverdediging
Ministère de la Défense
30 AVRIL 2015. — Arrêté ministériel portant nomination des
membres de la Commission instituée par l’article 4 de l’arrêté royal du
19 septembre 1985 fixant les modalités selon lesquelles l’Etat assure la
gratuité des soins aux invalides de guerre et assimilés, aux orphelins de
guerre, à l’intervention de l’Institut des vétérans – Institut National des
invalides de guerre, anciens combattants et victimes de guerre, p. 29706.
Ministerie van Landsverdediging
Ministère de la Défense
Personnel civil. — Démission honorable. — Modification, p. 29706.
Gouvernements de Communauté et de Région
30 APRIL 2015. — Ministerieel besluit tot benoeming van de leden
van de Commissie ingesteld bij artikel 4 van het koninklijk besluit van
19 september 1985 tot vaststelling van de wijze waarop de Staat door
bemiddeling van het Instituut voor veteranen - Nationaal Instituut voor
oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers voorziet in de
kosteloze verzorging van de oorlogsinvaliden en gelijkgestelden alsmede van de oorlogswezen, bl. 29706.
Burgerpersoneel. — Eervol ontslag. — Wijziging, bl. 29706.
Gemeenschaps- en Gewestregeringen
Gemeinschafts- und Regionalregierungen
Communauté flamande
Vlaamse Gemeenschap
Vlaamse overheid
Kanselarij en Bestuur
22 APRIL 2015. — Autonoom Gemeentebedrijf. — Statutenwijziging. — Goedkeuring, bl. 29707.
Vlaamse overheid
Werk en Sociale Economie
6 FEBRUARI 2015. — Samenstelling van de adviescommissie voor
uitzendactiviteiten, bl. 29707.
Vlaamse overheid
Leefmilieu, Natuur en Energie
18 MEI 2015. — Besluit van de administrateur-generaal van de
Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij houdende aanstelling van
een ambtenaar van de OVAM belast met het treffen van dadingen, het
kwijtschelden of verminderen van de administratieve geldboete, het
verlenen van uitstel van betaling en het uitvaardigen van dwangbevelen,
bl. 29708.
Vlaamse overheid
Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed
29 JANUARI 2015. — Provincie West-Vlaanderen. — Gemeentelijk
ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Lokaal bedrijventerrein Harelbeke Zuid, stad Harelbeke, bl. 29708.
Région wallonne
Waals Gewest
Wallonische Region
Santé, p. 29708.
Protection du patrimoine, p. 29709.
Waalse Overheidsdienst
Gezondheid, bl. 29709.
Pouvoirs locaux, p. 29709.
Pouvoirs locaux, p. 29709.
29663
Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles
et Environnement. — Office wallon des déchets. — Acte procédant à
l’enregistrement de Mme Corine Beke, en qualité de transporteur de
déchets autres que dangereux, p. 29711.
l’enregistrement de Mme Corine Beke, en qualité de transporteur de
l’enregistrement de M. Johan Visser, en qualité de transporteur de
l’enregistrement de M. Johan Visser, en qualité de transporteur de
l’enregistrement de M. Miguel Delhaye, en qualité de transporteur de
l’enregistrement de M. Miguel Delhaye, en qualité de transporteur de
l’enregistrement de la SARL TLC, en qualité de transporteur de déchets
autres que dangereux, p. 29715.
l’enregistrement de la SARL TLC, en qualité de transporteur de déchets
autres que dangereux, p. 29715.
l’enregistrement de la « BV Van Den Boogaert Transport », en qualité de
transporteur de déchets autres que dangereux, p. 29717.
l’enregistrement de la « BV Van Den Boogaert Transport », en qualité de
transporteur de déchets autres que dangereux, p. 29717.
l’enregistrement de la SAS Lormac Transports, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p. 29718.
l’enregistrement de la SAS Lormac Transports, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p. 29718.
Région de Bruxelles-Capitale
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Ministère de la Région de Bruxelles-Capitale
Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Bescherming van het erfgoed, bl. 29720.
Officiële berichten
Avis officiels
Grondwettelijk Hof
Cour constitutionnelle
Avis prescrit par l’article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989,
p. 29721.
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van
6 januari 1989, bl. 29721.
Verfassungsgerichtshof
Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989, S. 29721.
SELOR. — Bureau de Sélection de l’Administration fédérale
SELOR. — Selectiebureau van de Federale Overheid
Recrutement. — Résultat
Werving. — Uitslag
Sélection comparative d’assistants social néerlandophones, p. 29722.
Vergelijkende selectie van Nederlandstalige sociaal assistenten,
bl. 29722.
Service public fédéral Personnel et Organisation et Service public fédéral
Budget et Contrôle de la Gestion
Federale Overheidsdienst Personeel en Organisatie en Federale Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole
12 MAI 2015. — Circulaire n° 644. — Information relativeà la
méthodologie pour le calcul des KPI du monitoring de risque, p. 29722.
12 MEI 2015. — Omzendbrief nr. 644. — Informatie inzake de
methodologie voor de berekening van de KPI’s voor de monitoring van
het risico, bl. 29722.
29664
Service public fédéral Personnel et Organisation et Service public fédéral
Budget et Contrôle de la Gestion
Federale Overheidsdienst Personeel en Organisatie en Federale Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole
12 MAI 2015. — Circulaire nr. 645. — Information relative au
monitoring fédéral du risque de dépassement des crédits de personnel
en 2015 et 2016 et aux enveloppes de personnel 2015 et 2016, p. 29728.
federale monitoring van het risico op overschrijding van de personeelskredieten in 2015 en 2016 en de personeelsenveloppes 2015 en 2016,
bl. 29728.
28 AVRIL 2015. — Avis concernant l’annexe B de la Directive
ministérielle MFO-2 du 13 avril 2012 relative au mécanisme de
solidarité entre les zones de police en matière de renforts pour des
missions de police administrative. — Capacité hypothéquée. — Ligne
de prestation HYCAP 2015, p. 29739.
28 APRIL 2015. — Bericht inzake de bijlage B bij de Ministeriële
richtlijn MFO-2 van 13 april 2012 betreffende het solidariteitsmechanisme tussen de politiezones inzake versterkingen voor opdrachten van
bestuurlijke politie. — Gehypothekeerde capaciteit. — Prestatielijn HYCAP 2015, bl. 29739.
Loi du 15 mai 1987 relative aux noms et prénoms. — Publications,
p. 29746.
Wet van 15 mei 1987 betreffende de namen en voornamen. —
Bekendmakingen, bl. 29746.
Notariat. — Places vacantes. — Erratum, p. 29747.
Rapport sur le fonctionnement de la Centrale des Crédits aux
Particuliers. — Année 2014, p. 29747.
Notariaat. — Vacante betrekkingen. — Erratum, bl. 29747.
Verslag over de werking van de Centrale voor Kredieten aan
Particulieren. — Jaar 2014, bl. 29747.
Agenda’s
Ordres du jour
Parlement francophone bruxellois
Parlement francophone bruxellois
Convocation, p. 29751.
Convocation, p. 29751.
¨ ffentlicher Dienst Wirtschaft, K.M.B., Mittelstand und Energie
Föderaler O
Liste d’entreprises pour lesquelles il a été procédé, au sein de la
Banque-Carrefour des Entreprises, au retrait de la radiation d’office
effectuée en vertu de l’article III.42 du Code de droit économique,
p. 29751.
Lijst van ondernemingen waarvoor in de Kruispuntbank van Ondernemingen werd overgegaan tot de intrekking van de ambtshalve
doorhaling uitgevoerd overeenkomstig artikel III.42 van het Wetboek
van economisch recht, bl. 29751.
Liste der Unternehmen, für welche die Zwangslöschung gemäß dem Artikel III.42 des Wirtschaftsgesetzbuches
entzogen wurde, S. 29751.
¨ ffentlicher Dienst Wirtschaft, K.M.B., Mittelstand und Energie
Föderaler O
Liste d’entreprises pour lesquelles il a été procédé, au sein de la
Banque-Carrefour des Entreprises, à l’annulation de la radiation d’office
effectuée en vertu de l’article III.42, paragraphe 1er, alinéa 1er, 4° du
Code de droit économique, p. 29752.
Lijst van ondernemingen waarvoor in de Kruispuntbank van Ondernemingen werd overgegaan tot de annulatie van de ambtshalve
doorhaling uitgevoerd overeenkomstig artikel III.42, paragraaf 1,
1e alinea, 4° van het Wetboek van economisch recht, bl. 29752.
Liste der Unternehmen, für welche die Zwangslöschung gemäß dem Artikel III.42, Absatz 1 § 1 4° des
Wirtschaftsgesetzbuches annulliert wurde, S. 29752.
Les Publications légales et Avis divers
Ils ne sont pas repris dans ce sommaire mais figurent aux pages 29753
à 29798.
De Wettelijke Bekendmakingen en Verschillende Berichten
Deze worden niet opgenomen in deze inhoudsopgave en bevinden
zich van bl. 29753 tot 29798.
29665
LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS
WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN
FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN
SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES
[C − 2015/03178]
[C − 2015/03178]
28 AVRIL 2015. — Loi modifiant le Code des droits d’enregistrement,
d’hypothèque et de greffe en vue de réformer les droits de greffe (1)
28 APRIL 2015. — Wet tot wijziging van het Wetboek der registratie-,
hypotheeken griffierechten teneinde de griffierechten te hervormen (1)
FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
PHILIPPE, Roi des Belges,
A tous, présents et à venir, Salut.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Les Chambres ont adopté et Nous sanctionnons ce qui suit :
er
CHAPITRE 1 . — Disposition générale
HOOFDSTUK 1. — Algemene bepaling
Article 1er. La présente loi règle une matière visée à l’article 74 de
la Constitution.
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in
artikel 74 van de Grondwet.
CHAPITRE 2. — Modifications du Code des droits d’enregistrement,
d’hypothèque et de greffe
HOOFDSTUK 2. — Wijzigingen van het Wetboek der registratie-,
hypotheeken griffierechten
Art. 2. L’article 268, 1°, du Code des droits d’enregistrement,
d’hypothèque et de greffe, remplacé par la loi du 24 décembre 1993, est
remplacé par ce qui suit :
Art. 2. Artikel 268, 1°, van het Wetboek der registratie-, hypotheeken griffierechten, vervangen bij de wet van 24 december 1993, wordt
vervangen als volgt :
“1° inscription des causes au rôle général, au rôle des requêtes ou au
rôle des demandes en référé;”.
“1° de inschrijving van zaken op de algemene rol, op de rol van de
verzoekschriften of op de rol van de vorderingen in kort geding;”.
Art. 3. L’article 2691 du même Code, modifié en dernier lieu par la
loi-programme du 22 juin 2012, est remplacé par ce qui suit :
Art. 3. Artikel 2691 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij
de programmawet van 22 juni 2012, wordt vervangen als volgt :
“Art. 2691. Il est perçu pour chaque cause inscrite au rôle général, au
rôle des requêtes ou au rôle des demandes en référé, par partie
demanderesse, visée aux articles 17 et 18 du Code judiciaire un droit de
mise au rôle dont le montant est fixé conformément au tableau ci-après.
“Art. 2691. Voor elke zaak die op de algemene rol, op de rol van de
verzoekschriften of op de rol van de vorderingen in kort geding wordt
ingeschreven, wordt er per eisende partij, zoals bedoeld in de
artikelen 17 en 18 van het Gerechtelijk Wetboek, een rolrecht geheven
waarvan het bedrag overeenkomstig de hieronder vermelde tabel
wordt vastgesteld.
Nature de la juridiction
Valeur de la demande
Justice de paix, tribunal de
police
jusqu’à 2 500 T ou demandes
non évaluables en argent
plus de 2 500 T
40 T
Aard van het gerecht
Waarde van de vordering
Vredegerecht, politierechtbank
tot 2 500 S of niet in geld
waardeerbare vorderingen
Rechtbank eerste aanleg (met
uitzondering van de familierechtbank), rechtbank van
koophandel
100 S
van 25 000,01 S
tot 250 000 S
200 S
80 T
boven 2 500 S
40 S
80 S
jusqu’à 25 000 T ou demandes non évaluables en argent
100 T
de 25 000,01 T à 250 000 T
200 T
de 250 000,01 T à 500 000 T
300 T
van 250 000,01S
tot 500 000 S
300 S
plus de 500 000 T
500 T
boven 500 000 S
500 S
Tribunal du travail et litiges
fiscaux, si la valeur de la
demande est supérieure à
250 000 T
de 250 000,01 T à 500 000 T
300 T
van 250 000,01S
tot 500 000 S
300 S
plus de 500 000 T
500 T
Arbeidsrechtbank en fiscale
geschillen, indien de waarde
van de vordering hoger is
dan 250 000 S
boven 500 000 S
500 S
Cour d’appel
210 T
Hof van beroep
210 S
de 25 000,01 T à 250 000 T
400 T
van 25 000,01 S
tot 250 000 S
400 S
de 250 000,01 T à 500 000 T
600 T
van 250 000,01 S
tot 500 000 S
600 S
plus de 500 000 T
800 T
boven 500 000 S
800 S
Tribunal de première instance
(à l’exception du tribunal de
la famille), tribunal de commerce
29666
Nature de la juridiction
Valeur de la demande
Cour du travail et litiges
fiscaux en appel, si la valeur
de la demande est supérieure
à 250 000 T
de 250 000,01 T à 500 000 T
600 T
plus de 500 000 T
800 T
Cour de cassation, sauf pour
les pourvois contre les décisions des juridictions du travail ou des décisions concernant des litiges fiscaux
375 T
de 25 000,01 T à 250 000 T
500 T
de 250 000,01 T à 500 000 T
800 T
plus de 500 000 T
Aard van het gerecht
1 200 T
Pour l’application de l’alinéa 1er, chaque partie demanderesse joint à
l’acte dont l’inscription est demandé, une déclaration pro fisco établie
sous la forme déterminée par le Roi, dans laquelle il indique
l’estimation de la valeur de sa demande définitive, telle que visée à
l’article 557 du Code judiciaire, ou, le cas échéant, le fait que sa
demande n’est pas évaluable en argent.
Si la demande est exemptée du droit de mise au rôle, il en est fait
mention dans la déclaration pro fisco avec indication de la base légale.
Arbeidshof en fiscale geschillen in beroep, indien de
waarde van de vordering
hoger is dan 250 000 S
Hof van Cassatie, met uitzondering van voorzieningen tegen beslissingen van
arbeidsgerechten of beslissingen in fiscale geschillen
Waarde van de vordering
van 250 000,01 S
tot 500 000 S
600 S
boven 500 000 S
800 S
375 S
van 25 000,01 S
tot 250 000 S
500 S
van 250 000,01 S
tot 500 000 S
800 S
boven 500 000 S
1 200 S
Pour les affaires pendantes devant la Cour de cassation, la valeur de
la demande est la valeur de la demande en degré d’appel
A défaut de cette déclaration pro fisco, l’acte n’est pas inscrit.
Aucun droit n’est perçu pour les causes portées devant le juge des
saisies ou le juge de paix dans le cadre de l’application des articles 1409,
§ 1er, alinéa 4, et 1409, § 1erbis, alinéa 4, du Code judiciaire.
Aucun droit n’est perçu pour les causes portées devant les juridictions du travail et pour des litiges fiscaux, sauf lorsque la valeur de la
demande dépasse 250 000 euros.
Par dérogation à l’alinéa 3, aucune déclaration pro fisco d’exemption
du droit de mise au rôle n’est jointe pour les causes portées devant les
juridictions du travail et pour des litiges fiscaux dont la valeur n’excède
pas 250 000 euros.”.
Voor de toepassing van het eerste lid, voegt elke eisende partij bij de
akte die ter inschrijving op de rol wordt aangeboden, een profiscoverklaring, opgemaakt onder de vorm door de Koning bepaald,
van de schatting van de waarde van zijn definitieve vordering, zoals
bepaald in artikel 557 van het Gerechtelijk Wetboek, of desgevallend,
het feit dat zijn vordering niet in geld waardeerbaar is.
Indien de vordering is vrijgesteld van het rolrecht, wordt hiervan
melding gemaakt in de pro-fiscoverklaring met opgave van de
wettelijke grondslag
Voor zaken aanhangig bij het Hof van Cassatie, bedraagt de waarde
van de vordering de waarde van de vordering in hoger beroep
Zonder deze pro-fiscoverklaring wordt de akte niet ingeschreven.
Geen enkel recht wordt geïnd bij de zaken voor de beslagrechter of
de vrederechter in het kader van de toepassing van artikelen 1409, § 1,
vierde lid, en 1409, § 1bis, vierde lid, van het Gerechtelijk Wetboek.
Geen recht wordt geïnd bij de zaken voor de arbeidsgerechten en
voor fiscale geschillen, behalve indien de waarde van de vordering
hoger is dan 250 000 euro.
In afwijking van het derde lid, wordt er geen pro-fiscoverklaring van
vrijstelling van rolrecht toegevoegd voor zaken voor de arbeidsgerechten en voor fiscale geschillen waarvan de waarde niet hoger is dan
250 000 euro.”.
Art. 4. L’article 269_ du même Code, modifié en dernier lieu, par la
loi du 22 juin 2012, est remplacé par ce qui suit :
Art. 4. Artikel 269_ van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij
de wet van 22 juni 2012, wordt vervangen als volgt :
“Article 269_. Par dérogation à l’article 2691 et quelle que soit la
valeur de la demande et le nombre des parties demanderesses, il est
perçu un droit de mise au rôle de 100 euros pour chaque cause inscrite
au tribunal de la famille au rôle général, au rôle des requêtes ou au rôle
des demandes en référé et qui porte sur des litiges visés aux
articles 572bis et 577, alinéa 2, du Code judiciaire. Les causes réputées
urgentes visées à l’article 1253ter/7, § 1er, du Code judiciaire sont
soumises à un droit unique perçu lors de l’introduction de la première
demande.
“Artikel 269_. In afwijking van artikel 2691 en ongeacht de waarde
van de vordering en ongeacht het aantal eisende partijen, wordt er een
rolrecht van 100 euro geheven voor elke zaak die in de familierechtbank
op de algemene rol, op de rol van de verzoekschriften of op de rol van
de vorderingen in kort geding wordt ingeschreven, en die betrekking
heeft op geschillen zoals bedoeld in artikelen 572bis en 577, tweede lid,
van het Gerechtelijk Wetboek. De zaken die worden geacht spoedeisend
te zijn, zoals bedoeld in artikel 1253ter/7, § 1, van het Gerechtelijk
Wetboek, worden onderworpen aan een eenmalig recht dat bij de
inleiding van de eerste vordering wordt geïnd.
En cas d’appel interjeté contre un jugement du tribunal de la famille,
il est perçu un droit de mise au rôle de 210 euros.
Wordt hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de familierechtbank, dan wordt er een rolrecht van 210 euro geheven.
En cas de pourvoi en cassation contre les arrêts prononcés en degré
d’appel ou contre les décisions rendues par le tribunal de la famille en
degré d’appel, il est perçu un droit de mise au rôle de 375 euros.”.
Stelt men een voorziening in cassatie in tegen in hoger beroep
gewezen arresten of in hoger beroep gewezen vonnissen van de
familierechtbank, dan wordt er een rolrecht van 375 euro geheven.”.
Art. 5. L’article 269` du même Code, modifié en dernier lieu par la
loi du 22 juin 2012, est abrogé.
Art. 5. Artikel 269` van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij
de wet van 22 juni 2012, wordt opgeheven.
Art. 6. L’article 279/1, 1°, deuxième phrase du même Code, modifié
par la loi du 28 juin 1948 et la loi du 12 juillet 1960, est complété par la
phrase suivante :
Art. 6. Artikel 279/1, 1°, tweede zin, van hetzelfde Wetboek,
gewijzigd bij de wet van 28 juni 1948 en de wet van 12 juli 1960, wordt
aangevuld met de volgende zin :
“Le droit est également dû pour les procédures visées à l’article 162,
4°, 14°, 33°bis, 34°, 35°, 35°bis, 35°ter, 35°quater, 36°, 36°bis, 36°ter, 37°,
37°bis, 40° et 45°, lorsque la valeur de la demande par application de
l’article 2691, rend exigible le droit de mise au rôle pour les litiges
fiscaux ou pour les causes portées devant les juridictions du travail.”.
“Het recht is eveneens verschuldigd voor de procedures bedoeld in
artikel 162, 4°, 14°, 33°bis, 34°, 35°, 35°bis, 35°ter, 35°quater, 36°, 36°bis,
36°ter, 37°, 37°bis, 40° en 45°, wanneer de waarde van de vordering bij
toepassing van artikel 2691 het rolrecht verschuldigd maakt bij fiscale
geschillen of in zaken gebracht voor de arbeidsgerechten.”.
29667
CHAPITRE 3. — Disposition finale
HOOFDSTUK 3. — Slotbepaling
Art. 7. La présente loi entre en vigueur à la date fixée par le Roi.
Art. 7. Deze wet treedt in werking op de door de Koning bepaalde
datum.
Promulguons la présente loi, ordonnons qu’elle soit revêtue du sceau
de l’Etat et publiée par le Moniteur belge.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met ’s Lands zegel zal worden
bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 28 april 2015.
Donné à Bruxelles, le 28 avril 2015.
PHILIPPE
FILIP
Par le Roi :
Van Koningswege :
Le Ministre des Finances,
J. VAN OVERTVELDT
De Minister van Financiën,
J. VAN OVERTVELDT
Scellé du sceau de l’Etat :
Met ’s Lands zegel gezegeld :
Le Ministre de la Justice,
De Minister van Justitie,
K. GEENS
K. GEENS
Note
Nota
(1) Chambre des représentants (www.lachambre.be) :
Documents : 54-906 (2014/2015).
Compte rendu intégral : 21 et 22 avril 2015.
(1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) :
Stukken : 54-906 (2014-2015).
Integraal verslag : 21 en 22 april 2015.
*
[C − 2015/03205]
12 MAI 2014. — Loi relative
aux sociétés immobilières réglementées. — Erratum
Dans le Moniteur belge du 30 juin 2014, page 48497, dans le texte
français de l’article 95, il faut lire ″à l’article 2, 3° de la loi du 12 mai 2014
relative aux sociétés immobilières réglementées″ au lieu de ″à l’article 2,
3° de la loi du 12 mai 2014″.
[C − 2015/03205]
12 MEI 2014. — Wet betreffende
de gereglementeerde vastgoedvennootschappen. — Erratum
In het Belgisch Staatsblad van 30 juni 2014, op blz. 48497, in de
Nederlandse tekst van artikel 95, lees ″in artikel 2, 3°, van de wet van
12 mei 2014 betreffende de gereglementeerde vastgoedvennootschappen″ in plaats van ″in artikel 2, 3°, van de wet van ...″.
*
[C − 2015/03201]
12 MAI 2015. — Arrêté royal établissant le modèle de déclaration
pro fisco visé à l’article 2691 du Code des droits d’enregistrement,
d’hypothèque et de greffe et fixant la date d’entrée en vigueur de la
loi du 28 avril 2015 modifiant le Code des droits d’enregistrement,
d’hypothèque et de greffe en vue de réformer les droits de greffe
[C − 2015/03201]
12 MEI 2015. — Koninklijk besluit tot vaststelling van het model van
pro-fiscoverklaring bedoeld in artikel 2691 van het Wetboek der
registratie, hypotheeken griffierechten en tot bepaling van de
datum van inwerkingtreding van de wet van 28 april 2015 tot
wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheeken griffierechten teneinde de griffierechten te hervormen
Vu le Code des droits d’enregistrement, d’hypothèque et de greffe,
l’article 2691, alinéa 2, remplacé par la loi du 28 avril 2015 modifiant le
Code des droits d’enregistrement, d’hypothèque et de greffe en vue de
réformer les droits de greffe;
Vu la loi du 28 avril 2015 modifiant le Code des droits d’enregistrement, d’hypothèque et de greffe en vue de réformer les droits de greffe,
l’article 7;
Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances du 3 février 2015;
Gelet op het Wetboek der registratie, hypotheeken griffierechten,
artikel 2691, tweede lid vervangen bij de wet van 28 april 2015 tot
wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheeken griffierechten
teneinde de griffierechten te hervormen;
Gelet op de wet van 28 april 2015 tot wijziging van het Wetboek der
registratie-, hypotheeken griffierechten teneinde de griffierechten te
hervormen, artikel 7;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op
3 februari 2015;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting,
gegeven op 3 februari 2015;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de
omstandigheid dat:
- bij de begrotingsopmaak voor 2015 werd voorzien in een hervorming van de rolrechten te koppelen aan de realisatie van een jaarlijkse
meeropbrengst van 20 miljoen euro;
- de wet houdende die hervorming pas eind april kon worden
aangenomen, daar waar het de bedoeling was het nieuwe tarief voor de
rolrechten te laten ingaan vanaf 1 januari 2015 ;
- er dus reeds meerdere maanden verloren zijn om de beoogde
meeropbrengst te realiseren;
- de toepassing van de vermelde wet een koninklijk besluit vereist dat
de datum van de inwerkingtreding van die wet bepaalt en dat tevens
het model vaststelt van de pro-fiscoverklaring nodig om de rolrechten te
kunnen heffen;
- dit besluit dus dringend moet worden getroffen;
Vu l’accord du Ministre du Budget, donné le 3 février 2015;
Vu l’urgence motivée par la circonstance que :
- lors de l’élaboration du budget 2015, il a été prévu de coupler une
réforme des droits de mise au rôle à la réalisation d’une augmentation
annuelle des recettes de 20 millions d’euros ;
- que la loi portant cette réforme ne pourrait être adoptée qu’au fin
d’avril, alors que l’objectif était de faire entrer le nouveau tarif des
droits de mise au rôle le 1er janvier 2015 ;
- plusieurs mois ont déjà été perdus pour réaliser l’augmentation des
recettes prévue ;
- l’application de la présente loi requiert un arrêté royal qui fixe sa
date d’entrée en vigueur et établit aussi le modèle de déclaration pro
fisco nécessaire pour pouvoir percevoir le droit de mise au rôle;
- cet arrêté doit donc être pris d’urgence ;
29668
Vu l’avis n° 57.457/3 du Conseil d’Etat, donné le 5 mai 2015, en
application de l’article 84, § 1er, alinéa 1er, 3°, des lois sur le Conseil
d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973 ;
Sur la proposition du Ministre des Finances,
Nous avons arrêté et arrêtons :
Gelet op advies nr. 57.457/3 van de Raad van State, gegeven op
5 mei 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Financiën,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
1
er
Article 1 . La déclaration pro fisco visée à l’article 269 du Code des
droits d’enregistrement, d’hypothèque et de greffe est établie selon le
modèle joint en annexe au présent arrêté.
Art. 2. Entrent en vigueur le 1er juin 2015:
Artikel 1. De pro-fiscoverklaring bedoeld in artikel 2691 van het
Wetboek der registratie, hypotheeken griffierechten wordt vastgesteld
volgens het als bijlage bij dit besluit gevoegde model.
Art. 2. Treden in werking op 1 juni 2015:
1° la loi du 28 avril 2015 modifiant le Code des droits d’enregistrement, d’hypothèque et de greffe en vue de réformer les droits de greffe;
2° le présent arrêté.
1° de wet van 28 april 2015 tot wijziging van het Wetboek der
registratie-, hypotheeken griffierechten teneinde de griffierechten te
hervormen;
2° dit besluit.
Art. 3. Le ministre qui a les Finances dans ses attributions est chargé
de l’exécution du présent arrêté.
Donné à Bruxelles, le 12 mai 2015.
Art. 3. De minister bevoegd voor Financiën is belast met de
uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 mei 2015.
PHILIPPE
FILIP
Par le Roi :
Van Koningswege :
La Ministre des Finances,
J. VAN OVERTVELDT
J. VAN OVERTVELDT
Annexe à l’arrêté royal du 12 mai 2015 établissant le modèle de déclaration pro fisco visé à l’article 2691 du Code des
droits d’enregistrement, d’hypothèque et de greffe et fixant la date d’entrée en vigueur de la loi du 28 avril 2015
modifiant le Code des droits d’enregistrement, d’hypothèque et de greffe en vue de réformer les droits de greffe
DÉCLARATION DE LA VALEUR DE LA DEMANDE
POUR LA FIXATION DU MONTANT DU DROIT DE MISE AU RÔLE
À monsieur, madame, le greffier en chef du .................................................. (à compléter par le tribunal compétent)
Données de la partie demanderesse (1)
Type de
demande (2)
Valeur estimée
de la demande
[euros] (3)
Gratuité totale
ou partielle (4)
Date
Signature de la
partie demanderesse ou, le cas
échéant, nom et
s i g n a t u re d u
représentant (5)
Droit de mise au
rôle (euros) (à
compléter par le
greffe)
À compléter par le greffe : Total du ou des droits de mise au rôle :
Signature ou cachet du greffe
Date
EXPLICATION
Le présent formulaire concerne une déclaration pro fisco de la valeur de la demande pour la fixation du montant
du droit de mise au rôle à payer, conformément à l’article 2691 du Code des droits d’enregistrement, d’hypothèque et
de greffe.
Complétez ce formulaire de manière lisible.
Cette déclaration doit être jointe à l’acte présenté en vue de son dépôt au greffe.
Données à compléter :
(1) Données d’identification de la partie demanderesse :
- Nom et prénom de la personne physique
- Nom et forme juridique de la personne morale
(2) Veuillez compléter le numéro de rubrique mentionné ci-après dans la colonne ’Type de demande’ :
1 = une demande avec une valeur
2 = une demande qui n’est pas évaluable en argent
3 = une demande exemptée du paiement du droit de mise au rôle sur la base des articles du Code des droits
d’enregistrement, d’hypothèque et de greffe (veuillez mentionner dans la colonne le numéro de l’article sur lequel on
se base, voir ci-dessous)
Aucune déclaration d’exemption ne doit être jointe aux actes présentés en vue de leur dépôt au greffe concernant
les causes portées devant les juridictions du travail ou concernant des litiges fiscaux, dont la valeur de la demande
n’excède pas 250 000 euros.
Causes d’exemption du paiement du droit de mise au rôle :
1) Article 2691, alinéa 6, du Code des droits d’enregistrement, d’hypothèque et de greffe :
« Aucun droit n’est perçu pour les causes portées devant le juge des saisies ou le juge de paix dans le cadre de l’application
des articles 1409, § 1er, alinéa 4, et 1409, § 1erbis, alinéa 4, du Code judiciaire. ».
2) Article 2791, 1°, du Code des droits d’enregistrement, d’hypothèque et de greffe :
En application de cette disposition est exemptée du droit de mise au rôle — sous réserve d’un certain nombre d’exceptions —
l’inscription des causes dont les jugements et arrêts bénéficient de l’exemption du droit ou de la formalité de l’enregistrement en
vertu des articles 161 et 162 du Code des droits d’enregistrement, d’hypothèque et de greffe.
Article 161 (juncto article 2791, 1°) du Code des droits d’enregistrement, d’hypothèque et de greffe
Sont enregistrés gratuitement :
1° les actes amiables passés au nom ou en faveur de l’Etat, de la Colonie et des établissements publics d’Etat à l’exclusion de
ceux passés au nom ou en faveur de la caisse générale d’Epargne et de Retraite pour les opérations de la Caisse d’Epargne.
Les actes amiables, relatifs aux biens immobiliers exclusivement affectés à l’enseignement, passés au nom ou en faveur des
pouvoirs organisateurs de l’enseignement communautaire ou de l’enseignement subventionné, ainsi qu’au nom ou en faveur des
associations sans but lucratif de gestion patrimoniale qui ont pour objet exclusif d’affecter des biens immobiliers à l’enseignement
dispensé par les pouvoirs organisateurs précités.
Les actes amiables passés au nom ou en faveur de la société anonyme de droit public Financière T.G.V.
Les actes amiables passés au nom ou en faveur de la société anonyme A.S.T.R.I.D., les actes passés au nom ou en faveur de
la société anonyme BIO.
Il en est de même des actes - à l’exception de ceux portant donation entre vifs - passés au nom ou en faveur de la Société
Nationale du Logement, de la Société nationale terrienne et de la Société nationale des chemins de fer belges ;
Cette disposition n’est toutefois applicable qu’aux actes dont les frais incombent légalement auxdits organismes ;
1° bis Les jugements et arrêts portant condamnation de l’Etat, des Communautés et des Régions, des établissements publics
de l’Etat et des organismes des Communautés et des Régions;
2° les cessions amiables d’immeubles pour cause d’utilité publique à l’Etat, aux provinces, aux communes, aux établissements
publics et à tous autres organismes ou personnes ayant le droit d’exproprier: les actes relatifs à la rétrocession après expropriation
pour cause d’utilité publique dans les cas où cette rétrocession est autorisée par la loi ; les actes constatant un remembrement ou
un relotissement effectué en exécution du chapitre VI du Titre I de la loi organique de l’aménagement du territoire et de
l’urbanisme ;. les actes constatant la cession d’un site d’activité économique désaffecté à l’Etat ou à une autre personne de droit
public;
3° les actes portant constitution, modification, prorogation ou dissolution de la Société nationale des Distributions d’Eau, des
associations formées selon les prévisions des lois du 18 août 1907 et du 1er mars 1922, de la Société des Transports intercommunaux
de Bruxelles, des sociétés des transports intercommunaux régies par la loi relative à la création de sociétés de transports en commun
urbains, de la Société fédérale d’Investissement, des sociétés régionales d’investissement, et de la Société anonyme belge
d’Exploitation de la Navigation aérienne (Sabena);
4° les actes qui, par application de la loi organique des centres publics d’aide sociale, constatent la remise ou l’apport de biens
aux centres publics d’aide sociale ou aux associations créées en vertu de la loi prérappelée, ou portent partage, après dissolution ou
division d’une association susvisée.
5° Les certifications et actes de notoriété, dans les cas prévus à l’article 139 de la loi hypothécaire du 16 décembre 1851;
6° les actes portant acquisition par les Etats étrangers d’immeubles destinés à l’installation de leur représentation
diplomatique ou consulaire en Belgique, ou à l’habitation du chef de poste.
La gratuité est toutefois subordonnée à la condition que la réciprocité soit accordée à l’Etat belge ;
7° les actes, jugements et arrêts relatifs à l’exécution de la loi portant des mesures particulières en matière de remembrement
à l’amiable de biens ruraux;
9° les actes, jugements et arrêts relatifs à l’exécution de la loi sur le remembrement légal de biens ruraux et de la loi portant
des mesures particulières en matière de remembrement légal de biens ruraux lors de l’exécution de grands travaux d’infrastructure;
10° les actes constatant une réunion de concessions de mines de houille, une cession, un échange ou une amodiation d’une
partie de ces concessions.
La gratuité est subordonnée à l’annexe à l’acte, au moment de l’enregistrement, d’une copie certifiée conforme de l’arrêté royal
qui autorise ou qui ordonne l’opération.
Le premier alinéa est également applicable lorsque les actes précités constatent en même temps la cession des biens affectés à
l’exploitation de la concession ou partie de concession cédée.
11° les actes et attestations qui doivent être obligatoirement annexés aux actes visés par l’article 140bis;
12° a) les actes visés à l’article 19, 1°, portant bail, sous-bail ou cession de bail d’immeubles ou des parties d’immeubles situés
en Belgique, affectés exclusivement au logement d’une famille ou d’une personne seule;
b) les actes portant bail, sous-bail ou cession de bail visés à l’article 19, 3°, a;
c) les états des lieux dressés à l’occasion d’un acte visé sous a ou b;
d) les documents qui, en vertu des articles 2 et 11bis du livre III, titre VIII, Chapitre II, section 2, du Code civil, sont joints
à un acte visé sous a ou b au moment de sa présentation à l’enregistrement;
13° les conventions visées à l’article 132bis du Code des impôts sur les revenus 1992.
Article 162 (juncto article 2791, 1°) du Code des droits d’enregistrement, d’hypothèque et de greffe
1° les actes, jugements et arrêts en matière électorale ;
2° les actes, jugements et arrêts relatifs à l’exécution des lois et règlements sur la milice, la rémunération en matière de milice
et les réquisitions militaires ;
3° les actes, jugements et arrêts relatifs à l’exécution des lois et règlements se rapportant à la mobilisation de la nation et la
protection de la population en cas de guerre, aux réquisitions et engagements volontaires civils et aux contrats différés passés en
temps de paix ;
5° les exploits et autres actes faits, en matière répressive, à la requête des officiers du ministère public et des autres
fonctionnaires ou administrations auxquels la loi confie l’action pour l’application des peines; il est mis en tête des dits actes les
mots Pro Justitia ;
5°bis les actes auxquels donnent lieu les procédures en matière civile ou disciplinaire, lorsque le ministère public ou le juge
de paix agit d’office;
6° les actes relatifs à l’exécution de la contrainte par corps, en matière répressive, à l’exception de ceux qui se rapportent à la
créance de la partie civile ;
6°bis les actes, jugements et arrêts relatifs à l’exécution de la loi sur la réhabilitation en matière pénale et ceux relatifs à
l’exécution de la loi de défense sociale à l’égard des anormaux et des délinquants d’habitude ;
7° les actes, jugements et arrêts en matière d’expropriation pour cause d’utilité publique et ceux relatifs à l’exécution du Titre
1er de la loi organique de l’aménagement du territoire et de l’urbanisme, à l’exception des actes prévus à l’article 161, 2° ;
29669
29670
8° les actes, jugements et arrêts en matière d’occupation de terrains par l’Etat en vue de l’organisation défensive du territoire ;
9° les actes et jugements relatifs aux procédures devant le Conseil d’enquête maritime ;
10° les actes et décisions relatifs aux procédures devant le Conseil des prises ;
11° les actes, jugements et arrêts relatifs à la procédure de dessaisissement du juge visée au Code judiciaire, troisième partie,
titre IV, chapitre III ;
12° les actes, jugements et arrêts relatifs à la procédure de récusation visée au Code judiciaire, quatrième partie, livre II,
titre III, chapitre V ;
13° les actes et jugements, relatifs aux procédures devant les juges de paix, lorsque le montant de la demande principale
n’excède pas le taux du dernier ressort, ou lorsqu’il s’agit d’une procédure en matière de pension alimentaire ou formée
conformément à l’article 221 du Code civil; les actes et jugements relatifs aux procédures devant les tribunaux de commerce,
lorsqu’il s’agit de contestations basées sur les dispositions du livre II du Code de commerce sur l’affrètement fluvial, si le montant
de la demande principale n’excède pas le taux du dernier ressort en justice de paix ;
13°bis les exploits d’huissier de justice dressés en remplacement d’un pli judiciaire dans le cas prévu à l’article 46, § 2 du Code
judiciaire. L’exploit doit mentionner, en tête, qu’il est signifié en remplacement d’un pli judiciaire et indiquer l’article du Code
judiciaire en vertu duquel la signification est faite ;
15° les actes faits à la requête des officiers du ministère public et relatifs à l’exécution de commissions rogatoires, émanées de
juges étrangers ;
17° les actes, jugements et arrêts relatifs à l’exécution de la loi relative à la réparation de certains dommages causés à des biens
privés par des calamités naturelles ;
18° les actes, jugements et arrêts relatifs aux procédures instituées par la loi du 26 juin 1990 relative à la protection de la
personne des malades mentaux et par les dispositions de la quatrième partie, livre IV, chapitre X du Code judiciaire ;
21° les pourvois en cassation du ministère public et leurs significations ;
23° les actes dressés ainsi que les jugements ou arrêts rendus pour l’application de la loi concernant l’emploi des langues en
matière judiciaire et en matière administrative ;
24° les actes relatifs à l’exécution des dispositions du Code judiciaire concernant la mise à la retraite des magistrats ;
29° les certificats, les actes de notoriété, les procurations, les autorisations y compris les requêtes pouvant s’y rapporter, lorsque
ces pièces sont dressées ou délivrées pour être produites aux services du Grand-Livre de la Dette publique belge, aux Caisses de
retraite, d’assurances et de rentes-accidents du travail de la Caisse générale d’Epargne et de Retraite, ainsi qu’aux sociétés
mutualistes, caisses d’épargne, de retraite, de prévoyance ou de secours reconnues par le gouvernement, instituées avec
l’approbation de l’autorité administrative ou soumises au contrôle de celle-ci ;
33° les actes dressés pour le service des caisses publiques de prêts, y compris les procès-verbaux de vente publique d’objets
mobiliers mis en gage ;
38° les actes et décisions relatifs à la demande d’assistance judiciaire ou à sa contestation; l’acte de transaction en matière de
pension alimentaire passé au bureau d’assistance;
39° les actes, jugements et arrêts relatifs au recouvrement des avances faites par l’Etat en exécution des dispositions du Code
judiciaire relatives à l’assistance judiciaire;
41° les actes nécessaires au mariage des personnes dont l’indigence est constatée par un certificat du bourgmestre de leur
résidence ou de son délégué;
42° les actes, jugements et arrêts relatifs aux procédures en matière de tutelle des mineurs ;
43° les actes relatifs à la reconnaissance volontaire d’un enfant naturel ou à l’émancipation, lorsque l’indigence des enfants
et de leurs père et mère est constatée conformément au n° 41 ci-avant;
44° les actes, jugements et arrêts relatifs aux déclarations de nationalité ou d’option de patrie, lorsque l’indigence des intéressés
est constatée conformément au n° 41 ci-avant;
46° les actes, jugements et arrêts relatifs à la procédure de règlement collectif de dettes visée aux articles 1675/2 à 1675/19 du
Code judiciaire ;
46° (47°) les transferts entre composantes d’une partie politique telles que définies par l’article 1er, 1°, alinéa 2, de la loi du
4 juillet 1989 relative à la limitation et au contrôle des dépenses électorales engagées pour les élections des Chambres fédérales, ainsi
qu’au financement et à la comptabilité ouverte des partis politiques;
47° (48°) les actes, jugements et arrêts relatifs aux interventions prévues dans la loi du 21 février 2003 créant un Service des
créances alimentaires au sein du SPF Finances;
47° (49°) les actes, jugements et arrêts relatifs à l’octroi de facilités de paiement en matière de crédit à la consommation établis
conformément aux articles 1337bis à 1337octies inclus du Code judiciaire;
48° (50°) les actes et jugements relatifs aux procédures devant les juges d’internement et les tribunaux de l’application des
peines, ainsi que les arrêts prononcés suite à un recours en cassation contre une décision du juge d’internement ou de la chambre
de protection sociale;
51° les actes, jugements et arrêts relatifs à la procédure de réorganisation judiciaire introduite conformément à la loi du
31 janvier 2009 relative à la continuité des entreprises, sauf :
a) les actes qui font titre d’une convention soumise à un droit d’enregistrement visé à l’article 3 de la loi spéciale du
16 janvier 1989 relative au financement des communautés et des régions;
b) les jugements et arrêts visés aux articles 146 et 147.
3) Article 2791, 2°du Code des droits d’enregistrement, d’hypothèque et de greffe
« 2° l’inscription d’une cause par le greffier de la juridiction à laquelle cette cause est renvoyée conformément à la loi sur
l’emploi des langues en matière judiciaire, ou par une décision judiciaire de dessaisissement. ».
(3) Veuillez compléter la valeur estimée de la demande définitive en euros conformément à l’article 557 du Code
judiciaire.
Pour les affaires pendantes devant la Cour de cassation, la valeur de la demande est la valeur de la demande en
degré d’appel.
(4) Veuillez indiquer si est formée une demande dans le cadre de laquelle on bénéficie de l’avantage de l’assistance
judiciaire, en mentionnant les références/le numéro du tribunal.
(5) Cette déclaration doit être signée par la partie demanderesse ou son représentant (avocat ou huissier de justice
par exemple).
Si la déclaration est signée par le représentant, celui-ci doit mentionner son nom et son prénom.
PHILIPPE
Par le Roi :
Johan VAN OVERTVELDT
29671
Bijlage bij het koninklijk besluit van 12 mei 2015 tot vaststelling van het model van pro-fiscoverklaring bedoeld in
artikel 2691 van het Wetboek der registratie, hypotheeken griffierechten en tot bepaling van de datum van
inwerkingtreding van de wet van 28 april 2015 tot wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheeken
griffierechten teneinde de griffierechten te hervormen
VERKLARING VAN DE WAARDE VAN DE VORDERING
VOOR HET VASTSTELLEN VAN HET BEDRAG VAN HET ROLRECHT
Aan Mijnheer, Mevrouw de Hoofdgriffier van .............................................................. (invullen bevoegde rechtbank)
Gegevens eisende partij (1)
Type
vordering(2)
Geschatte
waarde van de
vordering
[EUR] (3)
Volledige of
gedeeltelijke
kosteloosheid (4)
Datum
Handtekening
eisende partij of
desgevallend
naam en handtekening van de
vertegenwoordiger (5)
Rolrecht (EUR)
(in te vullen door
de griffie)
In te vullen door de griffie: Totaal rolrecht(en) :
Handtekening of stempel van de griffie
Datum
TOELICHTING
Dit formulier betreft een pro-fiscoverklaring van de waarde van de vordering voor het vaststellen van het bedrag
van het te betalen rolrecht, overeenkomstig art. 2691 van het Wetboek der registratie-, hypotheeken griffierechten.
Vul dit formulier goed leesbaar in.
Deze verklaring dient te worden gevoegd bij de akte die ter neerlegging op de griffie wordt aangeboden.
In te vullen gegevens:
(1) Identificatiegegevens van de eisende partij:
- Naam en voornaam van de natuurlijke persoon
- Naam en rechtsvorm van de rechtspersoon
(2) Gelieve het hieronder vermelde rubrieknummer in te vullen in de kolom ‘Type vordering’:
1 = een vordering met een waarde
2 = een vordering die niet in geld waardeerbaar is
3 = een vordering die vrijgesteld is van het betalen van het rolrecht op grond van de artikelen van het Wetboek der
registratie, hypotheeken griffierechten (gelieve het juiste artikel waarop men zich baseert te vermelden in de kolom,
zie hieronder)
Bij akten die ter neerlegging worden aangeboden met betrekking tot zaken voor de arbeidsgerechten of met
betrekking tot fiscale geschillen, waarvan de waarde van de vordering niet hoger is dan 250.000 EUR, moet geen
verklaring van vrijstelling worden gevoegd.
Gronden van vrijstelling van het betalen van rolrecht:
1) Artikel 2691, zesde lid, van het Wetboek der registratie-, hypotheeken griffierechten:
“Geen enkel recht wordt geïnd bij de zaken voor de beslagrechter of de vrederechter in het kader van de toepassing van artikelen
1409, § 1, vierde lid, en 1409, § 1bis, vierde lid, van het Gerechtelijk Wetboek.”.
2) Artikel 2791, 1°, van het Wetboek der registratie-, hypotheeken griffierechten:
Bij toepassing van deze bepaling wordt – behoudens een aantal uitzonderingen - van het rolrecht vrijgesteld de inschrijving
van zaken waarvan de vonnissen en de arresten waartoe ze leiden, krachtens de artikelen 161 en 162 van het Wetboek der
registratie-, hypotheeken griffierechten zijn vrijgesteld van het recht of de formaliteit van de registratie.
Artikel 161 (juncto artikel 2791, 1°) van het Wetboek der registratie-, hypotheeken griffierechten
Worden kosteloos geregistreerd :
1° akten in der minne verleden ten name of ten bate van Staat, Kolonie en openbare Staatsinstellingen met uitzondering van
de akten verleden in naam of ten gunste van de Algemene Spaar- en Lijfrentekas voor de verrichtingen van de Spaarkas.
De akten in der minne, die betrekking hebben op onroerende goederen die uitsluitend bestemd zijn voor onderwijs, verleden
ten name of ten bate van de inrichtende machten van het gemeenschapsonderwijs of het gesubsidieerd onderwijs, alsook ten name
of ten bate van verenigingen zonder winstoogmerk voor patrimoniaal beheer die tot uitsluitend doel hebben onroerende goederen
ter beschikking te stellen voor onderwijs dat door de voornoemde inrichtende machten wordt versterkt.
De akten in der minne verleden ten name of ten bate van de naamloze vennootschap van publiek recht HST-Fin.
De akten in der minne verleden ten name of ten bate van de naamloze vennootschap A.S.T.R.I.D.
De akten verleden ten name of ten bate van de naamloze vennootschap BIO.
Hetzelfde geldt - met uitzondering van akten houden de schenking onder de levenden - voor akten verleden ten name of ten
bate van de Nationale Maatschappij voor de Huisvesting, de Nationale Landmaatschappij en de Nationale Maatschappij van
Belgische spoorwegen;
Deze beschikking is echter slechts van toepassing op de akten waarvan de kosten wettelijk ten laste van bedoelde organismen
vallen;
1°bis de vonnissen en arresten houdende veroordeling van de Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten, van de openbare
instellingen die zijn opgericht door de Staat, en van de inrichtingen van de Gemeenschappen en de Gewesten;
2° overdrachten in der minne van onroerende goederen ten algemenen nutte, aan Staat, provinciën, gemeenten, openbare
instellingen en aan alle andere tot onteigening gerechtigde organismen of personen : akten betreffende de wederafstand na
onteigening ten algemenen nutte in de gevallen waarin hij bij de wet toegelaten is ; akten tot vaststelling van een ruilverkaveling
29672
of een herverkaveling verricht met inachtneming van de bepalingen van Hoofdstuk VI van Titel I van de wet houdende organisatie
van de ruimtelijke ordening en van de stedebouw; de akten houdende overdracht van een afgedankte bedrijfsruimte aan de Staat
of een andere publiekrechtelijke rechtspersoon;
3° de akten houdende oprichting, wijziging, verlenging of ontbinding van de Nationale Maatschappij der Waterleidingen, van
de verenigingen overeenkomstig de bepalingen der wetten van 18 augustus 1907 en van 1 maart 1922 gevormd, van de
Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel, van de maatschappij voor tussengemeentelijk vervoer beheerst door de
wet betreffende de oprichting van maatschappijen voor stedelijk gemeenschappelijk vervoer, van de Federale Investeringsmaatschappij, de gewestelijke investeringsmaatschappijen en van de Belgische Naamloze Vennootschap tot Exploitatie van het
Luchtverkeer (Sabena);
4° akten die, bij toepassing van de organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de overgave
vaststellen van goederen aan of de inbreng in openbare centra voor maatschappelijk welzijn ofwel de overgave van goederen aan
of de inbreng in op grond van voornoemde wet opgerichte verenigingen, evenals akten houdende verdeling, na ontbinding of
splitsing van een bovenbedoelde vereniging;
5° waarmerkingen en akten van bekendheid, in de gevallen bedoeld in artikel 139 van de hypotheekwet van 16 december 1851;
6° akten houdende verkrijging door vreemde Staten van onroerende goederen die bestemd zijn tot vestiging van hun
diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging in België, of voor de woning van het hoofd der standplaats.
De kosteloosheid is echter ondergeschikt aan de voorwaarde dat wederkerigheid aan de Belgische Staat toegekend wordt;
7° de akten, vonnissen en arresten betreffende de uitvoering van de wet houdende bijzondere maatregelen inzake
ruilverkaveling van landeigendommen in der minne;
9° akten, vonnissen en arresten betreffende de uitvoering der wet op de de ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht
van de wet en de wet houdende bijzondere maatregelen inzake ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet bij de
uitvoering van grote infrastructuurwerken;
10° akten tot vaststelling van een vereniging van kolenmijnconcessies, een afstand, een uitwisseling of een verpachting van
een gedeelte van deze concessies.
De kosteloosheid is ondergeschikt aan de voorwaarde dat een eensluidend verklaard afschrift van het koninklijk besluit, waarbij
de verrichting toegelaten of bevolen wordt, aan de akte gehecht is op het ogenblik der registratie.
Het eerste lid is mede van toepassing wanneer bedoelde akten terzelfder tijd de afstand vaststellen van goederen die voor de
exploitatie van de afgestane concessie of het afgestane concessiegedeelte worden gebruikt.
11° de akten en attesten die verplicht bij de akten bedoeld in artikel 140bis moeten worden bijgevoegd;
12° a) de in artikel 19, 1°, bedoelde akten houdende verhuring, onderverhuring of overdracht van huur van in België gelegen
onroerende goederen of gedeelten van onroerende goederen, die uitsluitend bestemd zijn tot huisvesting van een gezin of van één
persoon ;
b) de in artikel 19, 3°, a, bedoelde akten van verhuring, onderverhuring of overdracht van huur ;
c) de plaatsbeschrijvingen opgemaakt naar aanleiding van een onder a of b bedoelde akte ;
d) de documenten die krachtens de artikelen 2 en 11bis van boek III, titel VIII, Hoofdstuk II, afdeling 2, van het Burgerlijk
Wetboek gevoegd zijn bij een onder a of b bedoelde akte op het ogenblik dat zij ter registratie wordt aangeboden;
13° de overeenkomsten bedoeld in artikel 132bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.
Artikel 162 (juncto artikel 2791, 1°) van het Wetboek der registratie-, hypotheeken griffierechten
1° akten, vonnissen en arresten in kieszaken;
2° akten, vonnissen en arresten betreffende de uitvoering van wetten en reglementen op de militie, de vergoeding inzake militie
en de militaire opeischingen;
3° akten, vonnissen en arresten betreffende de uitvoering der wetten en reglementen inzake ’s lands mobilisatie en de
bescherming der bevolking in geval van oorlog, de burgerlijke opeischingen en vrijwillige dienstnemingen, alsmede de in vredestijd
aangegane uitgestelde contracten;
5° exploten en andere akten, in strafzaken opgemaakt ten verzoeke van ambtenaren van het openbaar ministerie en van andere
ambtenaren of besturen waaraan de wet de vordering voor de toepassing der straffen opdraagt; bovenaan op bedoelde akten worden
de woorden Pro Justitia aangebracht;
5°bis de akten waartoe de rechtsplegingen in burgerlijke zaken of tuchtzaken aanleiding geven, wanneer het openbaar
ministerie of de vrederechter van ambtswege optreedt;
6° akten betreffende de uitvoering van lijfsdwang in strafzaken, met uitzondering van die welke op de schuldvordering van
de burgerlijke partij betrekking hebben;
6°bis akten, vonnissen en arresten betreffende de uitvoering der wet op eerherstel in strafzaken en deze betreffende de
uitvoering der wet tot bescherming der maatschappij tegen de abnormalen en de gewoontemisdadigers.
7° akten, vonnissen en arresten inzake onteigeningen ten algemenen nutte en die welke betrekking hebben op de uitvoering
van Titel I van de wet houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedenbouw, met uitzondering van de in artikel
161, 2°, bedoelde akten;
8° akten, vonnissen en arresten betreffende ingebruikneming van gronden door den Staat met het oog op de inrichting van
’s Lands verdediging;
9° akten en vonnissen betreffende procedures vóór den onderzoeksraad voor de zeevaart;
10° akten en beslissingen betreffende procedures vóór het prijsgerecht;
11° de akten, vonnissen en arresten inzake onttrekking van de zaak aan de rechter, zoals bedoeld in het Gerechtelijk Wetboek,
deel III, titel IV, hoofdstuk III ;
12° de akten, vonnissen en arresten inzake wraking, zoals bedoeld in het Gerechtelijk Wetboek, deel IV, boek II, titel III,
hoofdstuk V ;
13°bis de exploten van gerechtsdeurwaarders opgesteld ter vervanging van een gerechtsbrief in het geval bepaald in artikel 46,
§ 2, van het Gerechtelijk Wetboek;
Bovenaan het exploot dient te worden vermeld dat het is opgesteld ter vervanging van een gerechtsbrief en zulks met
vermelding van het artikel van het Gerechtelijk Wetboek op grond waarvan de betekening wordt gedaan;
15° akten opgemaakt ten verzoeke van de ambtenaren van het openbaar ministerie betreffende de uitvoering van rogatoire
opdrachten die uitgaan van buitenlandse rechters;
17° de akten, vonnissen en arresten betrekking hebbende op de uitvoering van de wet betreffende het herstel van zekere schade
veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen;
18° de akten, vonnissen en arresten betreffende procedures ingesteld bij de wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming
van de persoon van de geesteszieke en bij de bepalingen van het vierde deel, boek IV, hoofdstuk X van het Gerechtelijk Wetboek;
21° voorzieningen in verbreking van het openbaar ministerie en derzelver beteekeningen;
23° akten opgemaakt alsmede vonnissen of arresten gewezen voor de toepassing van de wetten op het gebruik van de talen in
de gerechtszaken en in bestuurszaken;
24° akten betreffende de uitvoering van de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek inzake de inruststelling der magistraten;
29673
29° getuigschriften, akten van bekendheid, volmachten, machtigingen met inbegrip van de verzoekschriften die er zouden
verband mede houden, wanneer die stukken opgemaakt of uitgereikt worden om te worden overgelegd aan de diensten van het
Grootboek van de Rijksschuld aan de Deposito- en Consignatiekas, aan de Lijfrentekas, de Verzekeringskas en de Rentekas voor
arbeidsongevallen van de Algemene Spaar- en Lijfrentekas, zomede aan de mutualiteitsverenigingen, spaar-, lijfrente-, voorzorgsen onderstandskassen erkend door de regering, ingesteld met goedkeuring van de bestuursoverheid of aan dezer controle
onderworpen;
33° akten opgemaakt voor den dienst van de openbare kassen van lening, met inbegrip van processen-verbaal van openbaren
verkoop van in pand gegeven roerende voorwerpen;
38° akten en beslissingen betreffende het verzoek om rechtsbijstand of de betwisting ervan; akten van schikking inzake
uitkering tot onderhoud verleden op het bureel van bijstand;
39° akten, vonnissen en arresten betreffende de invordering van de voorschotten van Rijkswege gedaan in uitvoering van de
bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de gerechtelijke bijstand;
41° akten nodig voor het huwelijk van personen wier onvermogen blijkt uit een getuigschrift van den burgemeester van hun
verblijfplaats of van dezes gelastigde;
42° akten, vonnissen en arresten betreffende procedures inzake de voogdij van minderjarigen;
43° akten betreffende de vrijwillige erkenning van een natuurlijk kind of de ontvoogding, wanneer het onvermogen der
kinderen en van hun ouders vastgesteld is overeenkomstig bovenstaand nr. 41°;
44° akten, vonnissen en arresten betreffende de verklaringen van nationaliteit of van keuze van vaderland, wanneer het
onvermogen der belanghebbenden vastgesteld is overeenkomstig bovenstaand nr. 41°;
46° de akten, vonnissen en arresten, betreffende de procedure van collectieve schuldenregeling ingesteld overeenkomstig de
artikelen 1675/2 tot en met 1675/19 van het Gerechtelijk Wetboek;
46° (47°) de overdrachten tussen de componenten van een politieke partij zoals die zijn bepaald bij artikel 1, 1°, tweede lid,
van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale
Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen;
47° (48°) de akten, vonnissen en arresten betreffende de tegemoetkomingen bedoeld in de wet van 21 februari 2003 tot
oprichting van een Dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën;
47° (49°) de akten, de vonnissen en arresten, betreffende het toestaan van betalingsfaciliteiten inzake consumentenkrediet,
ingesteld overeenkomstig de artikelen 1337bis tot en met 1337octies van het Gerechtelijk Wetboek;
48°(50°) de akten en vonnissen betreffende de procedures voor de interneringsrechters en de strafuitvoeringsrechtbanken,
alsook de arresten gewezen als gevolg van een cassatieberoep tegen een beslissing van de interneringsrechter of de kamer voor de
bescherming van de maatschappij.
51° de akten, vonnissen en arresten betreffende de overeenkomstig de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van
de ondernemingen ingestelde procedure van gerechtelijke organisatie, behalve :
a) de akten die tot bewijs strekken van een overeenkomst onderworpen aan een registratierecht bedoeld in artikel 3 van de
bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten;
b) de in artikelen 146 en 147 bedoelde vonnissen en arresten.
3) Artikel 2791, 2° van het Wetboek der registratie-, hypotheeken griffierechten :
“2° de inschrijving van een zaak door de griffier van het gerecht waarnaar de zaak verwezen werd overeenkomstig de wet op
het gebruik der talen in gerechtszaken of ingevolge een rechterlijke beslissing van onttrekking.”.
(3) gelieve de geschatte waarde van de definitieve vordering, zoals bepaald in artikel 557 van het Gerechtelijk
Wetboek, in te vullen in EUR.
Voor zaken aanhangig bij het Hof van Cassatie, bedraagt de waarde van de vordering de waarde van de vordering
in hoger beroep.
(4) gelieve aan te duiden indien men een vordering instelt waarbij men het voordeel van gerechtelijke bijstand
geniet, met vermelding van de referte/rolnummer van de rechtbank.
(5) Deze verklaring dient per eisende partij of haar vertegenwoordiger (vb. advocaat of gerechtsdeurwaarder) te
worden ondertekend.
Indien de verklaring wordt ondertekend door de vertegenwoordiger, dient deze zijn naam en voornaam te
vermelden.
FILIP
Van Koningswege :
Johan VAN OVERTVELDT
*
[C − 2015/03153]
13 MAI 2015. — Arrêté ministériel modifiant l’arrêté ministériel du
20 décembre 2001 relatif aux services auprès desquels doivent être
déposés les documents visés aux articles 53, § 1er, alinéa 1er, 2°,
53ter, 1°, 53quinquies et 53sexies du code de la taxe sur la valeur
ajoutée (1)
[C − 2015/03153]
13 MEI 2015. — Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel
besluit van 20 december 2001 met betrekking tot de diensten waar
de documenten bedoeld in de artikelen 53, § 1, eerste lid, 2°, 53ter,
1°, 53quinquies en 53sexies van het wetboek van de belasting over
de toegevoegde waarde moeten worden ingediend (1)
Vu la loi du 25 avril 2014 adaptant dans la législation fiscale les
dénominations des administrations du Service public fédéral Finances
et portant diverses autres modifications législatives;
Vu le Code de la taxe sur la valeur ajoutée, l’article 53decies, § 2, inséré
par la loi du 17 décembre 2012;
Vu l’arrêté royal n° 1, du 29 décembre 1992, relatif aux mesures
tendant à assurer le paiement de la taxe sur la valeur ajoutée,
l’article 18, § 1er, modifié par les arrêtés royaux des 5 septembre 2001 et
16 février 2004;
Gelet op de wet van 25 april 2014 tot aanpassing in de fiscale
wetgeving van de benamingen van de administraties van de Federale
Overheidsdienst Financiën en houdende verscheidene andere wetswijzigingen;
Gelet op het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde,
artikel 53decies, § 2, ingevoegd bij de wet van 17 december 2012;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met
betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de
toegevoegde waarde, artikel 18, § 1, gewijzigd bij de koninklijke
besluiten van 5 september 2001 en 16 februari 2004;
29674
Vu l’arrêté royal n° 23, du 9 décembre 2009, relatif à la liste annuelle
des clients assujettis à la T.V.A., l’article 2, § 3, 1°;
Vu l’arrêté royal n° 50, du 9 décembre 2009, relatif au relevé à la
T.V.A. des opérations intracommunautaires, l’article 6, § 4, 2°;
Vu l’arrêté ministériel du 20 décembre 2001 relatif aux services
auprès desquels doivent être déposés les documents visés aux articles 53, § 1er, alinéa 1er, 2°, 53ter, 1°, 53quinquies et 53sexies du Code de
la taxe sur la valeur ajoutée;
Vu les lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973,
l’article 3, § 1er;
Vu l’urgence;
Considérant
— que la loi du 25 avril 2014 adaptant dans la législation fiscale les
dénominations des administrations du Service public fédéral Finances
et portant diverses autres modifications législatives est entrée en
vigueur le 16 mai 2014;
— qu’à la suite de ces adaptations, la disposition faisant l’objet du
présent arrêté doit entrer en vigueur à la date précitée afin d’en assurer
la sécurité juridique;
— qu’il convient dès lors que cette mesure soit prise sans retard;
Arrête :
betrekking tot de jaarlijkse lijst van de btw-belastingplichtige afnemers,
artikel 2, § 3, 1°;
betrekking tot de btw-opgave van de intracommunautaire handelingen,
artikel 6, § 4, 2°;
Gelet op het ministerieel besluit van 20 december 2001 met betrekking tot de diensten waar de documenten bedoeld in de artikelen 53,
§ 1, eerste lid, 2°, 53ter, 1°, 53quinquies en 53sexies van het Wetboek van
de belasting over de toegevoegde waarde moeten worden ingediend;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op
12 januari 1973, artikel 3, § 1;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende
— dat de wet van 25 april 2014 tot aanpassing in de fiscale wetgeving
van de benamingen van de administraties van de Federale Overheidsdienst Financiën en houdende verscheidene andere wetswijzigingen op
16 mei 2014 in werking is getreden;
— dat ingevolge deze aanpassingen, de bepaling die het voorwerp
uitmaakt van onderhavig besluit, in werking moet treden op de
hiervoor vermelde datum ten einde de rechtszekerheid ervan te
verzekeren;
— dat deze maatregel dus onverwijld moet worden genomen;
Besluit :
er
Artikel 1. In artikel 1, tweede lid, van het ministerieel besluit van
20 december 2001 met betrekking tot de diensten waar de documenten
bedoeld in de artikelen 53, § 1, eerste lid, 2°, 53ter, 1°, 53quinquies en
53sexies van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde
moeten worden ingediend, worden de woorden ″De administratie
bevoegd voor de belasting over de toegevoegde waarde″ vervangen
door de woorden ″De administratie belast met de belasting over de
toegevoegde waarde″.
Art. 2. Le présent arrêté produit ses effets le 16 mai 2014.
Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 16 mei 2014.
Donné le 13 mai 2015.
Gegeven te 13 mei 2015.
er
Article 1 . Dans l’article 1 , alinéa 2, de l’arrêté ministériel, du
20 décembre 2001, relatif aux services auprès desquels doivent être
déposés les documents visés aux articles 53, § 1er, alinéa 1er, 2°, 53ter, 1°,
53quinquies et 53sexies du Code de la taxe sur la valeur ajoutée, les mots
″L’administration qui a la taxe sur la valeur ajoutée dans ses attributions″ sont remplacés par les mots ″L’administration en charge de la
taxe sur la valeur ajoutée″.
J. VAN OVERTVELDT
J. VAN OVERTVELDT
Note
Nota
(1) Références au Moniteur belge :
Loi du 3 juillet 1969, Moniteur belge du 17 juillet 1969;
Loi du 17 décembre 2012, Moniteur belge du 21 décembre 2012,
2e édition;
Loi du 25 avril 2014, Moniteur belge du 16 mai 2014;
Arrêté royal n° 1 du 29 décembre 1992, Moniteur belge du 31 décembre 1992, 4e édition;
Arrêté royal du 5 septembre 2001, Moniteur belge du 18 septembre 2001;
Arrêté royal du 16 février 2004, Moniteur belge du 27 février 2004,
3e édition;
Arrêté ministériel du 20 décembre 2001 relatif aux services auprès
desquels doivent être déposés les documents visés aux articles 53, § 1er,
alinéa 1er, 2°, 53ter, 1°, 53quinquies et 53sexies du Code de la taxe sur la
valeur ajoutée, Moniteur belge du 19 janvier 2002;
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad:
Wet van 3 juli 1969, Belgisch Staatsblad van 17 juli 1969;
Wet van 17 december 2012, Belgisch Staatsblad van 21 december 2012,
2e editie;
Wet van 25 april 2014, Belgisch Staatsblad van 16 mei 2014;
Koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992, Belgisch Staatsblad van
31 december 1992, 4e editie;
Koninklijk besluit van 5 september 2001, Belgisch Staatsblad van
18 september 2001;
Koninklijk besluit van 16 februari 2004, Belgisch Staatsblad van
27 februari 2004, 3e editie;
Ministerieel besluit van 20 december 2001 met betrekking tot de
diensten waar de documenten bedoeld in de artikelen 53, § 1, eerste lid,
2°, 53ter, 1°, 53quinquies en 53sexies van het Wetboek van de belasting
over de toegevoegde waarde moeten worden ingediend, Belgisch
Staatsblad van 19 januari 2002;
Gecoördineerde wetten op de Raad van State, koninklijk besluit van
12 januari 1973, Belgisch Staatsblad van 21 maart 1973.
Lois coordonnées sur le Conseil d’Etat, arrêté royal du 12 janvier 1973, Moniteur belge du 21 mars 1973.
*
SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN
[C − 2015/00255]
26 MARS 2014. — Loi modifiant la loi du 29 mars 2004 concernant la
coopération avec la Cour pénale internationale et les tribunaux
pénaux internationaux. — Traduction allemande
[C − 2015/00255]
26 MAART 2014. — Wet tot wijziging van de wet van 29 maart 2004
betreffende de samenwerking met het Internationaal Strafgerechtshof en de internationale straftribunalen. — Duitse vertaling
Le texte qui suit constitue la traduction en langue allemande de la loi
du 26 mars 2014 modifiant la loi du 29 mars 2004 concernant la
coopération avec la Cour pénale internationale et les tribunaux pénaux
internationaux (Moniteur belge du 28 mars 2014).
Cette traduction a été établie par le Service central de traduction
allemande à Malmedy.
De hierna volgende tekst is de Duitse vertaling van de wet van
26 maart 2014 tot wijziging van de wet van 29 maart 2004 betreffende
de samenwerking met het Internationaal Strafgerechtshof en de
internationale straftribunalen (Belgisch Staatsblad van 28 maart 2014).
Deze vertaling is opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse
vertaling in Malmedy.
29675
FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST INNERES
[C − 2015/00255]
26. MÄRZ 2014 — Gesetz zur Abänderung des Gesetzes vom 29. März 2004 über die Zusammenarbeit mit dem
Internationalen Strafgerichtshof und den internationalen Strafgerichten — Deutsche Übersetzung
Der folgende Text ist die deutsche Übersetzung des Gesetzes vom 26. März 2014 zur Abänderung des Gesetzes
vom 29. März 2004 über die Zusammenarbeit mit dem Internationalen Strafgerichtshof und den internationalen
Strafgerichten.
Diese Übersetzung ist von der Zentralen Dienststelle für Deutsche Übersetzungen in Malmedy erstellt worden.
FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST JUSTIZ
26. MÄRZ 2014 — Gesetz zur Abänderung des Gesetzes vom 29. März 2004
über die Zusammenarbeit mit dem Internationalen Strafgerichtshof und den internationalen Strafgerichten
PHILIPPE, König der Belgier,
Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruß!
Die Kammern haben das Folgende angenommen und Wir sanktionieren es:
KAPITEL 1 — Allgemeine Bestimmung
Artikel 1 - Vorliegendes Gesetz regelt eine in Artikel 77 der Verfassung erwähnte Angelegenheit.
KAPITEL 2 — Abänderungen des Gesetzes vom 29. März 2004 über die Zusammenarbeit
mit dem Internationalen Strafgerichtshof und den internationalen Strafgerichten
Art. 2 - Artikel 2 des Gesetzes vom 29. März 2004 über die Zusammenarbeit mit dem Internationalen
Strafgerichtshof und den internationalen Strafgerichten wird wie folgt abgeändert:
1. Im vierten Gedankenstrich werden die Wörter ″der Minister der Justiz″ durch die Wörter ″die Dienststelle für
humanitäres Völkerrecht innerhalb des Föderalen Öffentlichen Dienstes Justiz, die durch den Königlichen Erlass vom
17. September 2005 zur Schaffung einer Dienststelle für humanitäres Völkerrecht bestimmt wurde″ ersetzt.
2. Zwischen dem fünften und sechsten Gedankenstrich wird ein Gedankenstrich mit folgendem Wortlaut
eingefügt:
″- ″Staatsanwaltschaft″: der Föderalprokurator.″
Art. 3 - Artikel 5 desselben Gesetzes wird wie folgt ersetzt:
″Art. 5 - Die Zentralbehörde ist dafür zuständig, die Ersuchen des Gerichtshofs entgegenzunehmen, dem
Gerichtshof die Zusammenarbeitsersuchen der zuständigen belgischen Behörden zu übermitteln und dem Gerichtshof
gemäß Artikel 10 des vorliegenden Gesetzes jegliche Information gerichtlicher Art, die in den Zuständigkeitsbereich
des Gerichtshofs fallen könnte, mitzuteilen. Sie sorgt dafür, dass diesen Ersuchen Folge geleistet wird.″
Art. 4 - Artikel 7 erster Satz desselben Gesetzes wird wie folgt ersetzt:
″Die zuständigen belgischen Behörden können den Gerichtshof um Zusammenarbeit ersuchen.″
Art. 5 - Artikel 13 desselben Gesetzes wird wie folgt abgeändert:
1. In § 4 werden die Wörter ″dem Beschuldigten″, ″des Beschuldigten″ und ″Der Beschuldigte″ jeweils durch die
Wörter ″der festgenommenen Person″, ″der festgenommenen Person″ und ″Die festgenommene Person″ ersetzt.
2. Paragraph 4 Absatz 1 zweiter Satz wird wie folgt ersetzt: ″Die festgenommene Person verfügt über eine Frist von
vierundzwanzig Stunden ab der Zustellung, um bei der Anklagekammer Beschwerde einzureichen.″
3. In § 4 Absatz 2 wird der Satz ″Die Anklagekammer hört die Staatsanwaltschaft, den Beschuldigten und seinen
Beistand binnen vier Tagen nach Einreichung der Beschwerde an und befindet spätestens nach acht Tagen darüber.″
durch den Satz ″Die Anklagekammer hört die Staatsanwaltschaft, die festgenommene Person und ihren Beistand an
und befindet spätestens binnen fünfzehn Tagen nach Einreichung der Beschwerde darüber.″ ersetzt.
4. Paragraph 4 wird durch zwei Absätze mit folgendem Wortlaut ergänzt:
″Gegen die von der Anklagekammer getroffene Entscheidung kann keine Kassationsbeschwerde eingelegt werden.
Die Überstellung der festgenommenen Person kann nur erfolgen, wenn die Entscheidung, durch die das
Festnahme- und Überstellungsersuchen für vollstreckbar erklärt wird, definitiv geworden ist.″
5. In § 5 werden die Wörter ″non bis in idem″ durch die Wörter ″ne bis in idem″ ersetzt.
1. In § 2 wird zwischen dem ersten und zweiten Satz ein Satz mit folgendem Wortlaut eingefügt:
″Unter Einhaltung des Artikels 55 § 2 des Statuts hört der Untersuchungsrichter den Betreffenden an, um zu
überprüfen, ob kein Irrtum in der Person vorliegt und ob die in Artikel 92 § 2 des Statuts erwähnten Unterlagen
vorgelegt worden sind.″
2. In § 2 wird der dritte Satz aufgehoben.
3. Paragraph 2 wird durch einen Absatz mit folgendem Wortlaut ergänzt:
″Gegen den Haftbefehl kann kein Rechtsmittel eingelegt werden.″
4. Paragraph 3 erster Satz wird wie folgt ersetzt: ″Die Staatsanwaltschaft setzt die Zentralbehörde unverzüglich
von der vorläufigen Festnahme in Kenntnis.″
29676
5. In § 3 zweiter Satz wird das Wort ″Sie″ durch die Wörter ″Die Zentralbehörde″ ersetzt.
6. Die Paragraphen 4 und 5 werden aufgehoben.
Art. 7 - Im selben Gesetz wird die Überschrift von Titel II Kapitel IV Abschnitt III wie folgt ersetzt: ″Antrag auf
vorläufige Freilassung″.
1. In § 1 werden die Wörter ″auf Freilassung″ gestrichen.
2. In § 2 wird zwischen dem ersten und dem zweiten Satz ein Satz mit folgendem Wortlaut eingefügt:
″Die Zentralbehörde übermittelt der Anklagekammer über die Staatsanwaltschaft die Empfehlungen des
Gerichtshofs.″
3. Paragraph 3 wird wie folgt ersetzt:
″§ 3 - Die Anklagekammer trifft binnen fünfzehn Tagen nach Einreichung des Antrags eine Entscheidung, nachdem
sie die Staatsanwaltschaft, die festgenommene Person und ihren Beistand angehört hat. Diese Frist wird jedoch
während der in § 2 vorgesehenen Konsultierung der Vorverfahrenskammer des Gerichtshofs ausgesetzt. Bei ihrer
Entscheidung prüft die Anklagekammer, ob in Anbetracht der Schwere der zur Last gelegten Verbrechen dringende
und außergewöhnliche Umstände vorliegen, die die vorläufige Freilassung rechtfertigen. Die Anklagekammer ist nicht
dazu ermächtigt, zu prüfen, ob der Gerichtshof den Haftbefehl ordnungsgemäß erlassen hat. Bei einer Anfechtung der
vorläufigen Festnahme, die auf der Nichteinhaltung des Grundsatzes ne bis in idem beruht, wird die Frist, binnen der
die Anklagekammer darüber befinden muss, für die Dauer der in Artikel 89 Absatz 2 des Statuts erwähnten
Konsultierungen zwischen der Zentralbehörde und dem Gerichtshof ausgesetzt.″
4. In § 4 wird vor Absatz 1 ein Absatz mit folgendem Wortlaut eingefügt:
″Im Fall einer vorläufigen Freilassung legt die Anklagekammer die Bedingungen fest, durch die es möglich wird,
zu gewährleisten, dass Belgien seine Pflicht zur Überstellung der Person an den Gerichtshof erfüllen kann. Wenn die
Bedingungen nicht eingehalten werden, erlässt der Untersuchungsrichter auf Antrag der Staatsanwaltschaft einen
Haftbefehl.″
5. Der Artikel wird durch die Paragraphen 5 bis 7 mit folgendem Wortlaut ergänzt:
″§ 5 - Gegen die von der Anklagekammer getroffene Entscheidung kann in den Formen und innerhalb der Fristen,
die in Artikel 31 des Gesetzes vom 20. Juli 1990 über die Untersuchungshaft erwähnt sind, Kassationsbeschwerde
eingelegt werden.
Die festgenommene Person bleibt bis zur Entscheidung über die Kassationsbeschwerde in Haft, sofern die
Entscheidung binnen fünfzehn Tagen ab der Erklärung der Kassationsbeschwerde erfolgt; in Ermangelung einer
Entscheidung binnen dieser Frist wird die festgenommene Person freigelassen.
§ 6 - Wird der in § 1 vorgesehene Antrag zurückgewiesen, kann die festgenommene Person erst nach Ablauf einer
Frist von einem Monat nach dem Ablehnungsentscheid einen neuen Antrag auf Freilassung einreichen.
§ 7 - Die Bestimmungen des vorliegenden Artikels sind anwendbar auf den in § 4 Absatz 1 in fine erwähnten
Haftbefehl.″
Art. 9 - In Titel II Kapitel IV desselben Gesetzes wird ein neuer Abschnitt IV, der die bestehenden Artikel 17 und
18 umfasst, mit der Überschrift ″Überstellung der festgenommenen Person″ eingefügt.
Art. 10 - In Titel II Kapitel IV desselben Gesetzes wird ein Abschnitt V, der den bestehenden Artikel 19 umfasst,
mit der Überschrift ″Prinzip der Spezialität″ eingefügt.
Art. 11 - Der heutige Abschnitt IV des Titels II Kapitel IV desselben Gesetzes wird zu Abschnitt VI. Er umfasst
den heutigen Artikel 20.
1. Der heutige Artikel 20 wird zum neuen Artikel 20 § 1.
2. Der Artikel wird durch einen Paragraphen 2 mit folgendem Wortlaut ergänzt:
″§ 2 - Auf Ersuchen des Gerichtshofs gemäß Artikel 93 § 7 Buchstabe a) des Statuts genehmigt die Zentralbehörde
im Rahmen der Erledigung eines in der vorerwähnten Bestimmung des Statuts erwähnten Rechtshilfeersuchens die
Beförderung durch belgisches Staatsgebiet jeder in einem anderen Staat festgenommenen Person. Gemäß Artikel 93 § 7
Buchstabe b) des Statuts wird der Hafttitel des Betreffenden während der für seine Durchreise notwendigen Zeit auf
belgischem Staatsgebiet wirksam.″
Art. 13 - In Titel II desselben Gesetzes wird ein Kapitel IVbis mit der Überschrift ″Vorläufige Freilassung und
Ladung″ eingefügt.
Art. 14 - In Kapitel IVbis, eingefügt durch Artikel 13, wird ein Artikel 20bis mit folgendem Wortlaut eingefügt:
″Art. 20bis - § 1 - Mit dem Einverständnis der Zentralbehörde und gemäß Regel 119 der Verfahrens- und
Beweisordnung kann eine Person in Belgien, gegebenenfalls unter den vom Gerichtshof festgelegten Bedingungen, in
den Genuss einer in Artikel 60 des Statuts erwähnten vorläufigen Freilassung kommen.
§ 2 - Wenn die Bedingungen, an die die vorläufige Freilassung geknüpft ist, nicht eingehalten werden, kann der
Untersuchungsrichter auf Antrag der Staatsanwaltschaft, von Amts wegen oder auf Antrag der Zentralbehörde, gegen
die vorläufig freigelassene Person einen Haftbefehl erlassen. Der mit Gründen versehene Beschluss des Untersuchungsrichters, gegen den kein Rechtsmittel eingelegt werden kann, wird der Staatsanwaltschaft unverzüglich übermittelt.
Die Staatsanwaltschaft informiert unverzüglich die Zentralbehörde darüber, die ihrerseits sofort den Gerichtshof davon
in Kenntnis setzt.
§ 3 - Der vom Untersuchungsrichter ausgestellte Haftbefehl gilt für eine Dauer von fünfzehn Tagen ab seiner
Vollstreckung.
Der Betreffende wird unter denselben Bedingungen freigelassen, wenn die Zentralbehörde binnen dieser Frist
keinen Antrag auf vorläufige Festnahme oder kein Festnahme- und Überstellungsersuchen, wie sie in den Artikeln 92
beziehungsweise 91 des Statuts erwähnt sind, erhalten hat.″
Art. 15 - In dasselbe Kapitel IVbis wird ein Artikel 20ter mit folgendem Wortlaut eingefügt:
″Art. 20ter - In Anwendung von Artikel 58 § 7 des Statuts kann der Gerichtshof eine Ladung ausstellen gegen eine
Person, die sich auf belgischem Staatsgebiet befindet. Eventuelle freiheitsbeschränkende Maßnahmen, die dem
Betreffenden in diesem Rahmen vom Gerichtshof auferlegt werden, werden auf belgischem Staatsgebiet auf der
Grundlage eines vom Gerichtshof in Anwendung von Kapitel IX des Statuts formulierten Rechtshilfeersuchens
vollstreckt. Bei Nichteinhaltung dieser Bedingungen durch den Betreffenden setzt die ordnungsgemäß informierte
Zentralbehörde den Gerichtshof unverzüglich davon in Kenntnis.″
1. Vor dem heutigen Text des Artikels, der § 2 wird, wird ein Paragraph 1 mit folgendem Wortlaut eingefügt:
″§ 1 - Ein Rechtshilfeersuchen seitens des Gerichtshofs, das sich auf eine Zwangsmaßnahme bezieht, für die ein
Untersuchungsrichter allein zuständig ist, wird durch den Untersuchungsrichter des Gerichtsbezirks des Orts, an dem
die Maßnahme durchgeführt werden muss, vollstreckt.
Werden jedoch mehrere Vollstreckungsmaßnahmen beantragt, kann die Staatsanwaltschaft einen der territorial
zuständigen Richter mit der Vollstreckung des Maßnahmenpakets beauftragen.″
2. Der zweite Satz des neuen Paragraphen 2 wird wie folgt ersetzt: ″Bevor die Schriftstücke dem Gerichtshof
übermittelt werden, befindet die Ratskammer des Gerichts Erster Instanz des Bezirks, wo die Schriftstücke hinterlegt
worden sind, binnen fünf Tagen, nachdem die Sache bei ihr anhängig gemacht worden ist, über die Übermittlung der
Schriftstücke an den Gerichtshof und entscheidet gegebenenfalls über die Beschwerde von Drittinhabern oder
Anspruch auf die eingezogene Sache erhebenden Dritten, die vorher per Einschreiben von der Kanzlei der Ratskammer
geladen worden sind.″
″§ 3 - Wenn ein Beitragseinzugsbeschluss von der in Anwendung der Verfahrens- und Beweisordnung mit einer
Sache befassten Kammer gefasst worden ist und Güter, die dem Beschuldigten gehören, sich auf belgischem
Staatsgebiet befinden, werden diese Vermögenswerte auf Antrag des Gerichtshof eingezogen und dem Gerichtshof
übertragen, um die Eintreibung der im Rahmen der Prozesskostenhilfe vorgestreckten Kosten zu ermöglichen.″
1. Der heutige Absatz 1, der zu § 1 wird, wird durch folgenden Satz ergänzt:
″Unter Einhaltung des Verhältnismäßigkeitsprinzips können gleichzeitig oder nacheinander gewöhnliche und
besondere Schutzmaßnahmen gewährt werden.″
″§ 2 - In Abweichung von Artikel 106 des Strafprozessgesetzbuches kann einem geschützten Zeugen und seinen
Angehörigen durch einen Beschluss der Zentralbehörde nach Konsultierung des Präsidenten der Zeugenschutzkommission eine Identitätsänderung gewährt werden.
Die neue Identität wird auf Vorschlag der Dienststelle für Zeugenschutz und nach Absprache mit der betreffenden
Person oder ihrem gesetzlichen Vertreter bestimmt und der Zentralbehörde durch den Präsidenten der Zeugenschutzkommission mitgeteilt.
Das Verfahren zur Identitätsänderung ist nicht nur auf Personen beschränkt, die die belgische Staatsangehörigkeit
haben.
Die Zentralbehörde kann jede zuständige Behörde auffordern, die Umsetzung dieses Beschlusses zu gewährleisten. In diesem Rahmen kann die Zentralbehörde besondere Bedingungen oder zusätzliche Maßnahmen auferlegen, um
den Schutz der Zeugen zu gewährleisten.
Die Änderung des Namens, der Vornamen, des Geburtsdatums und des Geburtsorts ist von der Registrierungsgebühr befreit.
In Abweichung von Artikel 45 des Zivilgesetzbuches darf ein Auszug oder eine Abschrift einer Personenstandsurkunde bezüglich einer Person, deren Identität in Anwendung des vorliegenden Paragraphen geändert wurde, nur
mit der ausdrücklichen Erlaubnis der Zentralbehörde nach Konsultierung des Präsidenten der Zeugenschutzkommission ausgestellt werden. Gleiches gilt für jedes Dokument oder jede Bescheinigung, die das Generalkommissariat für
Flüchtlinge und Staatenlose oder das Ausländeramt auf Ersuchen der Zentralbehörde auszustellen hat.
Es liegt keine Straftat vor, wenn im Rahmen des vorliegenden Paragraphen absolut notwendige Taten begangen
werden, um den Schutz des Zeugen zu gewährleisten.″
3. Im heutigen Absatz 2, der zu § 3 wird, werden die Wörter “im vorhergehenden Absatz” durch die Wörter “in
§ 1” ersetzt.
″§ 4 - Die Verfahren zur vorzeitigen Freilassung werden ausschließlich durch Artikel 110 des Statuts geregelt. Die
vom Gerichtshof getroffenen Entscheidungen sind unmittelbar in Belgien vollstreckbar.
In diesem Rahmen sind die Bestimmungen der belgischen Rechtsvorschriften in Sachen Strafvollstreckungsmodalitäten nicht anwendbar auf Inhaftierte, die in Belgien eine vom Gerichtshof ausgesprochene Freiheitsstrafe
verbüßen.″
29677
29678
2. Zwischen den Paragraphen 4 und 5 werden die Paragraphen 5 und 6 mit folgendem Wortlaut eingefügt:
″§ 5 - Nach Konsultierung der Strafvollzugsverwaltung gibt die Zentralbehörde eine ausführliche Stellungnahme
ab, wenn der Gerichtshof sie bei der Ausübung seiner Zuständigkeiten in Sachen vorzeitige Freilassung darum bittet.
§ 6 - Sollten medizinische Gründe eine vorzeitige Freilassung notwendig machen, teilt die Zentralbehörde das dem
Gerichtshof, der für eine solche Freilassung allein zuständig ist, so schnell wie möglich mit.″
3. Der heutige Paragraph 5 wird zu § 7.
1. im ersten Gedankenstrich werden die Wörter ″und das vom Sicherheitsrat der Vereinten Nationen durch seine
Resolution 955 (1994) vom 8. November 1994 geschaffene Internationale Gericht zur Verfolgung der Personen, die für
Völkermord und andere schwere Verstöße gegen das humanitäre Völkerrecht im Hoheitsgebiet Ruandas zwischen dem
1. Januar 1994 und dem 31. Januar 1994 verantwortlich sind, sowie ruandischer Staatsangehöriger, die für während
desselben Zeitraums im Hoheitsgebiet von Nachbarstaaten begangenen Völkermord und andere derartige Verstöße
verantwortlich sind″ ersetzt durch die Wörter ″, das vom Sicherheitsrat der Vereinten Nationen durch seine
Resolution 955 (1994) vom 8. November 1994 geschaffene Internationale Gericht zur Verfolgung der Personen, die für
Völkermord und andere schwere Verstöße gegen das humanitäre Völkerrecht im Hoheitsgebiet Ruandas zwischen dem
1. Januar 1994 und dem 31. Januar 1994 verantwortlich sind, sowie ruandischer Staatsangehöriger, die für während
desselben Zeitraums im Hoheitsgebiet von Nachbarstaaten begangenen Völkermord und andere derartige Verstöße
verantwortlich sind, und der vom Sicherheitsrat der Vereinten Nationen durch seine Resolution 1966 (2010) vom
22. Dezember 2010 geschaffene Internationale Residualmechanismus, der mit der Ausübung der Restbefugnisse der
Strafgerichte beauftragt ist″.
2. Nach dem vierten Gedankenstrich wird ein Gedankenstrich mit folgendem Wortlaut eingefügt:
″- ″Resolution 1966 (2010)″: die Resolution 1966 (2010) des Sicherheitsrats der Vereinten Nationen vom
22. Dezember 2010.″
3. Im heutigen fünften Gedankenstrich, der der sechste Gedankenstrich wird, werden die Wörter ″und das vom
Sicherheitsrat der Vereinten Nationen in seiner Resolution 955 (1994) angenommene Statut″ durch die Wörter ″, das
vom Sicherheitsrat der Vereinten Nationen in seiner Resolution 955 (1994) angenommene Statut und das vom
Sicherheitsrat der Vereinten Nationen in seiner Resolution 1966 (2010) angenommene Statut″ ersetzt.
4. Im heutigen sechsten Gedankenstrich, der der siebte Gedankenstrich wird, werden die Wörter ″und die am
29. Juni 1995 angenommene Verfahrens- und Beweisordnung des Internationalen Strafgerichts für Ruanda″ durch die
Wörter ″, die am 29. Juni 1995 angenommene Verfahrens- und Beweisordnung des Internationalen Strafgerichts für
Ruanda und die am 8. Juni 2012 angenommene Verfahrens- und Beweisordnung des Internationalen Residualmechanismus, der mit der Ausübung der Restbefugnisse der Strafgerichte beauftragt ist″ ersetzt.
5. Der Artikel wird durch zwei Gedankenstriche mit folgendem Wortlaut ergänzt:
″ - ″Zentralbehörde″ : die Behörde, die für die Zusammenarbeit zwischen Belgien und dem Gericht zuständig ist,
das heißt die Dienststelle für humanitäres Völkerrecht innerhalb des Föderalen Öffentlichen Dienstes Justiz, die durch
den Königlichen Erlass vom 17. September 2005 zur Schaffung einer Dienststelle für humanitäres Völkerrecht bestimmt
wurde,
- ″Staatsanwaltschaft″: der Föderalprokurator.″
Art. 20 - In Artikel 44 desselben Gesetzes werden die Wörter ″und 955 (1994)″ durch die Wörter ″, 955 (1994)
und 1966 (2010)″ ersetzt.
Art. 21 - Artikel 46 desselben Gesetzes wird wie folgt ersetzt:
″Art. 46 - § 1 - Die Zentralbehörde ist dafür zuständig, die Ersuchen des Gerichts entgegenzunehmen, dem Gericht
die Zusammenarbeitsersuchen der zuständigen belgischen Behörden zu übermitteln und dem Gericht jegliche
Information gerichtlicher Art, die in den Zuständigkeitsbereich des Gerichts fallen könnte, mitzuteilen. Sie sorgt dafür,
dass diesen Ersuchen Folge geleistet wird.
§ 2 - Die Ersuchen des Gerichts werden über jegliches Medium, das eine schriftliche Aufzeichnung hinterlässt, an
die Zentralbehörde gerichtet. Sie müssen in einer der Amtssprachen Belgiens abgefasst sein; andernfalls muss ihnen
eine beglaubigte Übersetzung in einer dieser Sprachen beigefügt sein.
§ 3 - Die zuständigen belgischen Behörden können das Gericht um Zusammenarbeit ersuchen. Die Ersuchen
werden über die Zentralbehörde übermittelt. Die belgischen Behörden müssen die Bedingungen einhalten, die das
Gericht an die Erledigung des Ersuchens knüpft. Sind die Begründungsunterlagen nicht in einer der Arbeitssprachen
des Gerichts abgefasst, sind sie mit einer Übersetzung in einer dieser Sprachen zu versehen.″
Art. 22 - Artikel 50 desselben Gesetzes, abgeändert durch das Gesetz vom 1. Juli 2006, wird wie folgt abgeändert:
″§ 2 - Das Ersuchen des Anklägers oder der Beschluss des Gerichts, der sich auf eine Zwangsmaßnahme bezieht,
für die allein ein Untersuchungsrichter zuständig ist, wird vom Untersuchungsrichter des Gerichtsbezirks des Orts, an
dem die Maßnahme durchgeführt werden muss, vollstreckt.
zuständigen Richter mit der Vollstreckung der Gesamtheit des Maßnahmenpakets beauftragen.″
″§ 3 - Durchsuchungen und Beschlagnahmen, um die das Gericht ersucht, werden nach belgischem Recht
durchgeführt, ohne dass das Ersuchen für vollstreckbar erklärt werden muss. Bevor die Schriftstücke dem Gericht
Schriftstücke an das Gericht und entscheidet gegebenenfalls über die Beschwerde von Drittinhabern oder Anspruch auf
die eingezogene Sache erhebenden Dritten, die vorher per Einschreiben von der Kanzlei der Ratskammer geladen
worden sind. Sie befindet darüber in letzter Instanz und ohne Möglichkeit des Dritteinspruchs.″
3. Paragraph 4 Absatz 1 wird durch folgenden Satz ergänzt:
4. In § 4 werden zwischen Absatz 1 und Absatz 2 sieben Absätze mit folgendem Wortlaut eingefügt:
″In Abweichung von Artikel 106 des Strafprozessgesetzbuches kann einem geschützten Zeugen und seinen
Die neue Identität wird auf Vorschlag der Dienststelle für Zeugenschutz nach Absprache mit der betreffenden
haben.
Es liegt keine Straftat vor, wenn im Rahmen der Absätze 2 bis 7 des vorliegenden Paragraphen absolut notwendige
Taten begangen werden, um den Schutz des Zeugen zu gewährleisten.″
5. In § 4 heutiger Absatz 2, der zum neuen Absatz 9 wird, werden die Wörter ″im vorhergehenden Absatz″ durch
die Wörter ″in Absatz 1″ ersetzt.
″§ 5 - Jede Person, die in Belgien inhaftiert ist, kann auf Ersuchen des Gerichts zum Zweck der Identifizierung, der
Vernehmung oder einer sonstigen Form der Rechtshilfe zeitweilig an das Gericht übergeben werden.
Diese Person kann an das Gericht übergeben werden, wenn folgende Bedingungen erfüllt sind:
1. Die Person gibt aus freien Stücken in Kenntnis der Sachlage ihre Zustimmung zur Übergabe und
2. die Zentralbehörde stimmt der Übergabe an das Gericht unter den zwischen ihr und dem Gericht vereinbarten
Bedingungen zu.
Die zeitweilige Übergabe von Inhaftierten wird von der Zentralbehörde in Zusammenarbeit mit dem Greffier und
den Behörden des Gaststaates des Gerichts organisiert.
Die Fristen in Sachen Untersuchungshaft sind ausgesetzt, solange der Betreffende sich nicht im Staatsgebiet
befindet.
§ 6 - Auf Ersuchen des Gerichts genehmigt die Zentralbehörde die Beförderung jeder von einem anderen Staat an
das Gericht überstellten Person durch das belgische Hoheitsgebiet, soweit die Durchbeförderung die Überstellung
nicht behindert oder verzögert.
Kommt es zu einer unvorhergesehenen Zwischenlandung auf belgischem Hoheitsgebiet, kann ein Durchbeförderungsersuchen vom Gericht verlangt werden. Die beförderte Person wird so lange in Haft gehalten, bis das
Durchbeförderungsersuchen eingetroffen und die Durchbeförderung erfolgt ist. Die Haft darf jedoch ab der
unvorhergesehenen Zwischenlandung sechsundneunzig Stunden nicht überschreiten, es sei denn, das Ersuchen geht
innerhalb dieser Frist ein.
§ 7 - Auf Ersuchen des Gerichts genehmigt die Zentralbehörde im Rahmen der Erledigung eines Rechtshilfeersuchens die Beförderung jeder in einem anderen Staat inhaftierten Person durch belgisches Staatsgebiet bis zum Sitz
des Gerichts. Der Hafttitel des Betreffenden wird während der für seine Durchreise notwendigen Zeit auf belgischem
Staatsgebiet wirksam.″
1. In § 1 Absatz 4 und in § 1 Absatz 5 dritter Satz werden die Wörter ″dem Betreffenden″, ″Der Betreffende″, ″des
Beschuldigten″ und ″Der Beschuldigte″ jeweils durch die Wörter ″der festgenommenen Person″, ″Die festgenommene
Person″, ″der festgenommenen Person″ und ″Die festgenommene Person″ ersetzt.
2. [Abänderung des französischen Textes]
3. In § 1 Absatz 5 wird der Satz ″Die Anklagekammer hört die Staatsanwaltschaft, den Beschuldigten und seinen
Beistand binnen vier Tagen nach Einreichung der Beschwerde an und befindet spätestens nach acht Tagen darüber.″
durch den Satz ″Die Anklagekammer hört die Staatsanwaltschaft, die festgenommene Person und ihren Beistand an
und befindet spätestens binnen fünfzehn Tagen nach Einreichung der Beschwerde darüber.″ ersetzt.
4. In § 1 werden zwischen Absatz 5 und Absatz 6 zwei Absätze mit folgendem Wortlaut eingefügt:
″Gegen die von der Anklagekammer getroffene Entscheidung kann keine Kassationsbeschwerde eingelegt werden.
Die Überstellung der festgenommenen Person kann erst erfolgen, wenn die Entscheidung, durch die das
Festnahme- und Überstellungsersuchen für vollstreckbar erklärt wird, definitiv geworden ist.″
″§ 2 - Ein in der Regelung erwähntes Ersuchen um vorläufige Festnahme, das in dringenden Fällen vom Ankläger
gestellt wird, wird auf der Grundlage eines Haftbefehls ausgeführt, der vom Untersuchungsrichter des Gerichtsbezirks
des Wohnorts der Person, auf die dieser Befehl sich bezieht, oder des Orts, in dem sie angetroffen wurde, ausgestellt
worden ist. Der Untersuchungsrichter überprüft, ob die für die vorläufige Festnahme erforderlichen Unterlagen
vorgelegt worden sind und ob kein Irrtum in der Person vorliegt.
Der Haftbefehl muss binnen vierundzwanzig Stunden nach der Freiheitsentziehung zugestellt werden.
Gegen den Haftbefehl kann kein Rechtsmittel eingelegt werden.″
29679
29680
″§ 3 - Die festgenommene Person hat das Recht, mittels eines Antrags bei der Anklagekammer ihre vorläufige
Freilassung in Erwartung ihrer Überstellung zu beantragen.
Die Anklagekammer trifft binnen fünfzehn Tagen nach Einreichung des Antrags eine Entscheidung, nachdem sie
die Staatsanwaltschaft, die festgenommene Person und ihren Beistand angehört hat. Bei der Entscheidung prüft die
Anklagekammer, ob in Anbetracht der Schwere der zur Last gelegten Verbrechen dringende und außergewöhnliche
Umstände vorliegen, die eine vorläufige Freilassung rechtfertigen.
Die Anklagekammer ist nicht dazu ermächtigt zu prüfen, ob das Gericht den Haftbefehl ordnungsgemäß erlassen
hat.
Im Fall einer vorläufigen Freilassung legt die Anklagekammer die Bedingungen fest, durch die gewährleistet wird,
dass Belgien seine Pflicht zur Überstellung der Person an das Gericht erfüllen kann. Wenn die Bedingungen nicht
eingehalten werden, erlässt der Untersuchungsrichter auf Antrag der Staatsanwaltschaft einen Haftbefehl.
Wird die vorläufige Freilassung gewährt, kann das Gericht von der Zentralbehörde regelmäßig Berichte über die
Regelung der vorläufigen Freilassung verlangen.
Gegen die von der Anklagekammer getroffene Entscheidung kann in den Formen und innerhalb der Fristen, die
in Artikel 31 des Gesetzes vom 20. Juli 1990 über die Untersuchungshaft erwähnt sind, Kassationsbeschwerde eingelegt
werden.
Entscheidung binnen dieser Frist wird die Person freigelassen.
Wird der in Absatz 1 vorgesehene Antrag zurückgewiesen, kann die festgenommene Person erst nach Ablauf einer
Die Bestimmungen des vorliegenden Paragraphen sind anwendbar auf den in Absatz 4 in fine erwähnten
Haftbefehl.″
1. In § 2 erster Satz werden die Wörter ″beim örtlichen Gericht Erster Instanz″ durch die Wörter ″beim Gericht
Erster Instanz des Inhaftierungsorts″ ersetzt.
2. [Abänderung des niederländischen und des französischen Textes].
3. Zwischen den Paragraphen 2 und 3 werden die Paragraphen 3 bis 5 mit folgendem Wortlaut eingefügt:
″§ 3 - Die Verfahren zur vorzeitigen Freilassung werden ausschließlich durch das Statut des Gerichts geregelt. Die
vom Gericht getroffenen Entscheidungen sind in Belgien unmittelbar vollstreckbar.
In diesem Rahmen sind die Bestimmungen der belgischen Rechtsvorschriften in Sachen Strafvollstreckungsmodalitäten nicht anwendbar auf Inhaftierte, die in Belgien eine vom Gericht ausgesprochene Freiheitsstrafe verbüßen.
§ 4 - Nach Konsultierung der Strafvollzugsverwaltung gibt die Zentralbehörde eine ausführliche Stellungnahme
ab, wenn das Gericht sie bei der Ausübung seiner Zuständigkeiten in Sachen vorzeitige Freilassung darum bittet.
Gericht, das allein zuständig ist, über eine solche Freilassung zu entscheiden, so bald wie möglich mit.″
4. Der heutige Paragraph 3 wird § 6.
Art. 25 - In Titel III Kapitel V desselben Gesetzes wird ein Artikel 55bis mit folgendem Wortlaut eingefügt:
″Art. 55bis - Belgien vollstreckt Einziehungsmaßnahmen, die das Gericht angeordnet hat, unbeschadet der Rechte
gutgläubiger Dritter. Wenn das Gericht Belgien um die Vollstreckung einer Einziehungsentscheidung ersucht, erklärt
das Korrektionalgericht des Gerichtsbezirks, wo die einzuziehenden Güter sich befinden, diese Entscheidung für
vollstreckbar, nachdem es die Staatsanwaltschaft und die verurteilte Person oder ihren Beistand angehört hat. Ist es
unmöglich, eine angeordnete Einziehung durchzuführen, werden, unbeschadet der Rechte gutgläubiger Dritter, in
Artikel 43bis Absatz 2 des Strafgesetzbuches erwähnte Maßnahmen zur Einziehung eines gleichwertigen Betrags
ergriffen. Eigentum oder die Erlöse aus dem Verkauf von unbeweglichem Eigentum oder gegebenenfalls dem Verkauf
anderen Eigentums, die durch die Vollstreckung eines Urteils des Gerichts erlangt worden sind, werden über die
Zentralbehörde dem Gericht übertragen.″
Art. 26 - Artikel 58 desselben Gesetzes, eingefügt durch das Gesetz vom 1. Juli 2006, wird wie folgt abgeändert:
1. Der erste Gedankenstrich wird durch die Wörter ″und das Sondergericht für die Residualaufgaben für Sierra
Leone, das gegründet wurde kraft des am 29. Juli (New-York) und 11. August 2010 (Freetown) zwischen den Vereinten
Nationen und der Regierung Sierra Leones geschlossenen Internationalen Abkommens, das aus der Resolution 1315
(2000) vom 14. August 2000 des Sicherheitsrats der Vereinten Nationen entstanden ist,″ ergänzt.
2. Der zweite Gedankenstrich wird durch die Wörter ″und das Statut des Sondergerichts für die Residualaufgaben
für Sierra Leone, das dem am 29. Juli (New-York) und 11. August 2010 (Freetown) zwischen den Vereinten Nationen
und der Regierung Sierra Leones geschlossenen Internationalen Abkommen beigefügt ist″ ergänzt.
″ - ″Zentralbehörde″ : die Behörde, die für die Zusammenarbeit zwischen Belgien und dem Gericht zuständig ist,
das heißt die Dienststelle für humanitäres Völkerrecht innerhalb des Föderalen Öffentlichen Dienstes Justiz, die durch
den Königlichen Erlass vom 17. September 2005 zur Schaffung einer Dienststelle für humanitäres Völkerrecht bestimmt
wurde,
Art. 27 - Artikel 60 desselben Gesetzes, eingefügt durch das Gesetz vom 1. Juli 2006, wird wie folgt ersetzt:
die Zentralbehörde gerichtet. Sie müssen in einer der Amtssprachen Belgiens abgefasst sein; andernfalls muss ihnen
§ 3 - Die zuständigen belgischen Behörden können das Gericht um Zusammenarbeit ersuchen. Die Ersuchen
werden über die Zentralbehörde übermittelt. Die belgischen Behörden müssen die Bedingungen einhalten, die das
Gericht an die Erledigung des Ersuchens knüpft. Sind die Begründungsunterlagen nicht in einer der Arbeitssprachen
des Gerichts abgefasst, sind sie mit einer Übersetzung in einer dieser Sprachen zu versehen.″
″§ 2 - Das Ersuchen des Anklägers oder der Beschluss des Gerichts, der sich auf eine Zwangsmaßnahme bezieht,
″§ 3 - Durchsuchungen und Beschlagnahmen, um die das Gericht ersucht, werden nach belgischem Recht
worden sind. Sie befindet darüber in letzter Instanz und ohne Möglichkeit des Dritteinspruchs.″
haben.
5. In § 4 Absatz 4, der Absatz 11 wird, werden die Wörter ″im vorhergehenden Absatz″ durch die Wörter ″in
Absatz 1″ ersetzt.
″§ 5 - Jede Person, die in Belgien inhaftiert ist, kann auf Ersuchen des Gerichts zum Zweck der Identifizierung, der
Bedingungen zu.
befindet.
Art. 29 - In Titel V desselben Gesetzes, eingefügt durch das Gesetz vom 1. Juli 2006, wird ein Kapitel III mit der
Überschrift: ″Strafvollstreckung″ eingefügt.
29681
29682
Art. 30 - In Kapitel III, eingefügt durch Artikel 29, wird ein Artikel 63bis mit folgendem Wortlaut eingefügt:
″Art. 63bis - § 1 - Sofern Belgien ein bilaterales Abkommen über die Strafvollstreckung mit dem Gericht
abgeschlossen hat, ist die Gefängnisstrafe unmittelbar und sofort in Belgien vollstreckbar.
§ 2 - Binnen vierundzwanzig Stunden, nachdem die überführte Person in der ihr zugewiesenen Strafanstalt
eingetroffen ist, erscheint sie vor dem Prokurator des Königs beim Gericht Erster Instanz des Gerichtsbezirks des
Inhaftierungsorts. Der Prokurator des Königs befragt sie über ihre Identität, erstellt darüber ein Protokoll und ordnet
auf der Grundlage des Originals oder einer Ausfertigung des Urteils des Gerichts die sofortige Inhaftierung des
Verurteilten an.
§ 3 - Die Verfahren zur vorzeitigen Freilassung werden ausschließlich durch das Statut des Gerichts geregelt. Die
Gericht, das allein zuständig ist, über eine solche Freilassung zu entscheiden, so bald wie möglich mit.
§ 6 - Der Antrag auf Wiederaufnahme des Verfahrens hinsichtlich des Schuldspruchs oder des Strafspruchs des
Gerichts, die Entscheidung über die Wiederaufnahme des Verfahrens und ihre Anwendung unterliegen dem Statut des
Gerichts sowie dem zwischen Belgien und diesem Gericht abgeschlossenen bilateralen Abkommen über die
Strafvollstreckung.″
Art. 31 - In dasselbe Kapitel III wird ein Artikel 63ter mit folgendem Wortlaut eingefügt:
″Art. 63ter - Belgien vollstreckt Einziehungsmaßnahmen, die das Gericht angeordnet hat, unbeschadet der Rechte
1. [Abänderung des französischen Textes]
″ - ″Zentralbehörde″ : die Behörde, die für die Zusammenarbeit zwischen Belgien und den außerordentlichen
Kammern zuständig ist, das heißt die Dienststelle für humanitäres Völkerrecht innerhalb des Föderalen Öffentlichen
Dienstes Justiz, die durch den Königlichen Erlass vom 17. September 2005 zur Schaffung einer Dienststelle für
humanitäres Völkerrecht bestimmt wurde,
Art. 33 - Artikel 66 desselben Gesetzes, eingefügt durch das Gesetz vom 1. Juli 2006, wird wie folgt ersetzt:
″Art. 66 - § 1 - Die Zentralbehörde ist dafür zuständig, die Ersuchen der außerordentlichen Kammern
entgegenzunehmen, den außerordentlichen Kammern die Zusammenarbeitsersuchen der zuständigen belgischen
Behörden zu übermitteln und den außerordentlichen Kammern jegliche Information gerichtlicher Art, die in den
Zuständigkeitsbereich der außerordentlichen Kammern fallen könnte, mitzuteilen. Sie sorgt dafür, dass diesen
Ersuchen Folge geleistet wird.
§ 2 - Die Ersuchen der außerordentlichen Kammern werden über jegliches Medium, das eine schriftliche
Aufzeichnung hinterlässt, an die Zentralbehörde gerichtet. Sie müssen in einer der Amtssprachen Belgiens abgefasst
sein; andernfalls muss ihnen eine beglaubigte Übersetzung in einer dieser Sprachen beigefügt sein.
§ 3 - Die zuständigen belgischen Behörden können die außerordentlichen Kammern um Zusammenarbeit
ersuchen. Die Ersuchen werden über die Zentralbehörde übermittelt. Die belgischen Behörden müssen die
Bedingungen einhalten, die die außerordentlichen Kammern an die Erledigung des Ersuchens knüpfen. Sind die
Begründungsunterlagen nicht in einer der Arbeitssprachen der außerordentlichen Kammern abgefasst, sind sie mit
einer Übersetzung in einer dieser Sprachen zu versehen.″
″§ 2 - Das Ersuchen des Anklägers oder des Untersuchungsrichters oder der Beschluss der außerordentlichen
Kammern, der sich auf eine Zwangsmaßnahme bezieht, für die allein ein Untersuchungsrichter zuständig ist, wird vom
Untersuchungsrichter des Gerichtsbezirks des Orts, an dem die Maßnahme durchgeführt werden muss, vollstreckt.
″§ 3 - Durchsuchungen und Beschlagnahmen, um die die außerordentlichen Kammern ersuchen, werden nach
belgischem Recht durchgeführt, ohne dass das Ersuchen für vollstreckbar erklärt werden muss. Bevor die Schriftstücke
den außerordentlichen Kammern übermittelt werden, befindet die Ratskammer des Gerichts Erster Instanz des Bezirks,
wo die Schriftstücke hinterlegt worden sind, binnen fünf Tagen, nachdem die Sache bei ihr anhängig gemacht worden
ist, über die Übermittlung der Schriftstücke an die außerordentlichen Kammern und entscheidet gegebenenfalls über
die Beschwerde von Drittinhabern oder Anspruch auf die eingezogene Sache erhebenden Dritten, die vorher per
Einschreiben von der Kanzlei der Ratskammer geladen worden sind. Sie befindet darüber in letzter Instanz und ohne
Möglichkeit des Dritteinspruchs.″
haben.
5. In § 4 Absatz 2, der Absatz 9 wird, werden die Wörter ″im vorhergehenden Absatz″ durch die Wörter ″in
Absatz 1″ ersetzt.
″§ 5 - Jede Person, die in Belgien inhaftiert ist, kann auf Ersuchen der außerordentlichen Kammern zum Zweck der
Identifizierung, der Vernehmung oder einer sonstigen Form der Rechtshilfe zeitweilig an die Kammern übergeben
werden.
2. die Zentralbehörde stimmt der Übergabe an die außerordentlichen Kammern unter den zwischen ihr und den
außerordentlichen Kammern vereinbarten Bedingungen zu.
den Behörden des Gaststaates der außerordentlichen Kammern organisiert.
befindet.
§ 6 - Auf Ersuchen der außerordentlichen Kammern genehmigt die Zentralbehörde die Beförderung jeder von
einem anderen Staat an die außerordentlichen Kammern überstellten Person durch das belgische Hoheitsgebiet, soweit
die Durchbeförderung die Überstellung nicht behindert oder verzögert.
Kommt es zu einer unvorhergesehenen Zwischenlandung auf belgischem Hoheitsgebiet, kann ein Durchbeförderungsersuchen von den außerordentlichen Kammern verlangt werden. Die beförderte Person wird so lange in Haft
gehalten, bis das Durchbeförderungsersuchen eingetroffen und die Durchbeförderung erfolgt ist. Die Haft darf jedoch
ab der unvorhergesehenen Zwischenlandung sechsundneunzig Stunden nicht überschreiten, es sei denn, das Ersuchen
geht innerhalb dieser Frist ein.
§ 7 - Auf Ersuchen der außerordentlichen Kammern genehmigt die Zentralbehörde im Rahmen der Erledigung
eines Rechtshilfeersuchens die Beförderung jeder in einem anderen Staat inhaftierten Person durch belgisches
Staatsgebiet bis zum Sitz der außerordentlichen Kammern. Der Hafttitel des Betreffenden wird während der für seine
Durchreise notwendigen Zeit auf belgischem Staatsgebiet wirksam.″
Art. 35 - In Titel VI desselben Gesetzes, eingefügt durch das Gesetz vom 1. Juli 2006, wird ein Kapitel III mit der
Überschrift: ″Strafvollstreckung″ eingefügt.
Art. 36 - In Kapitel III, eingefügt durch Artikel 35, wird ein Artikel 69bis mit folgendem Wortlaut eingefügt:
″Art. 69bis - Belgien vollstreckt Einziehungsmaßnahmen, die die außerordentlichen Kammern angeordnet haben,
unbeschadet der Rechte gutgläubiger Dritter. Wenn die außerordentlichen Kammern Belgien um die Vollstreckung
einer Einziehungsentscheidung ersuchen, erklärt das Korrektionalgericht des Gerichtsbezirks, wo die einzuziehenden
Güter sich befinden, diese Entscheidung für vollstreckbar, nachdem es die Staatsanwaltschaft und die verurteilte
Person oder ihren Beistand angehört hat. Ist es unmöglich, eine angeordnete Einziehung durchzuführen, können,
unbeschadet der Rechte gutgläubiger Dritter, in Artikel 43bis Absatz 2 des Strafgesetzbuches erwähnte Maßnahmen zur
Einziehung eines gleichwertigen Betrags vom Korrektionalgericht des Orts, wo sich die Güter, auf die die Einziehung
sich bezieht, befinden, angeordnet werden. Eigentum oder die Erlöse aus dem Verkauf von unbeweglichem Eigentum
oder gegebenenfalls dem Verkauf anderen Eigentums, die durch die Vollstreckung eines Urteils der außerordentlichen
Kammern erlangt worden sind, werden über die Zentralbehörde den außerordentlichen Kammern übertragen.″
Art. 37 - In dasselbe Gesetz wird ein Titel VIbis mit der Überschrift ″Zusammenarbeit mit dem Sondergericht für
den Libanon″ eingefügt.
Art. 38 - In Titel VIbis, eingefügt durch Artikel 37, wird ein Kapitel I mit der Überschrift ″Allgemeines″ eingefügt.
29683
29684
Art. 39 - In Kapitel I, eingefügt durch Artikel 38, wird ein Artikel 70 mit folgendem Wortlaut eingefügt:
″Art. 70 - Für die Anwendung von Titel VIbis des vorliegenden Gesetzes ist zu verstehen unter:
- ″Gericht″: das Sondergericht für den Libanon, das gegründet wurde kraft des am 6. Februar 2007 zwischen den
Vereinten Nationen und der Regierung des Libanon geschlossenen internationalen Abkommens, das aus der vom
Sicherheitsrat der Vereinten Nationen angenommenen Resolution 1664 (2006) vom 29. März 2006 entstanden ist,
- ″Statut″: das Statut des Sondergerichts für den Libanon, das der vom Sicherheitsrat der Vereinten Nationen
angenommenen Resolution 1757 (2007) vom 30. Mai 2007 beigefügt ist,
- ″Ankläger″: der Ankläger des Gerichts sowie jede Person, die von ihm ermächtigt wurde oder im Rahmen des
Amtes, das er aufgrund des Statuts ausübt, unter seiner Amtsgewalt tätig ist,
- ″Zentralbehörde″ : die Behörde, die für die Zusammenarbeit zwischen Belgien und dem Sondergericht für den
Libanon zuständig ist, das heißt die Dienststelle für humanitäres Völkerrecht innerhalb des Föderalen Öffentlichen
Dienstes Justiz, die durch den Königlichen Erlass vom 17. September 2005 zur Schaffung einer Dienststelle für
humanitäres Völkerrecht bestimmt wurde,
Art. 40 - In dasselbe Kapitel I wird ein Artikel 71 mit folgendem Wortlaut eingefügt:
″Art. 71 - Gemäß den Bestimmungen des vorliegenden Gesetzes kann Belgien den Zusammenarbeitsersuchen des
Gerichts Folge leisten.″
die Zentralbehörde gerichtet. Sie müssen in einer der Amtssprachen Belgiens abgefasst sein; andernfallls muss ihnen
§ 3 - Die belgischen Gerichtsbehörden können das Gericht um Zusammenarbeit ersuchen. Die Ersuchen werden
über die Zentralbehörde übermittelt. Die belgischen Behörden müssen die Bedingungen einhalten, die das Gericht an
die Erledigung des Ersuchens knüpft. Sind die Begründungsunterlagen nicht in einer der Arbeitssprachen des Gerichts
abgefasst, sind sie mit einer Übersetzung in einer dieser Sprachen zu versehen.″
″Art. 73 - Die zuständigen Behörden sichern dem Gericht in allen Verfahren, die sich aus einem Zusammenarbeitsersuchen des Gerichts, dem die Zentralbehörde Folge zu leisten beschlossen hat, ergeben, voll und ganz ihre
gerichtliche Zusammenarbeit zu.″
Art. 43 - In Titel VIbis, eingefügt durch Artikel 37, wird ein Kapitel II mit der Überschrift ″Rechtshilfe″ eingefügt.
Art. 44 - In Kapitel II, eingefügt durch Artikel 43, wird ein Artikel 74 mit folgendem Wortlaut eingefügt:
″Art. 74 - § 1 - Ersuchen des Anklägers oder Beschlüsse des Gerichts zur Durchführung von Maßnahmen in Bezug
auf die Sammlung und Beibringung von Daten, die insbesondere die Feststellung der Identität und die Fahndung nach
Personen, die Sammlung von Aussagen, die Beibringung von Beweisen und die Zusendung von Unterlagen betreffen
und für die Ermittlungen oder für eine korrekte Prozessführung erforderlich sind, werden nach dem in den belgischen
Rechtsvorschriften vorgesehenen Verfahren und auf die im Ersuchen beschriebene Weise, es sei denn, diese
Rechtsvorschriften verbieten es, erledigt.
§ 2 - Das Ersuchen des Anklägers oder der Beschluss des Gerichts, der sich auf eine Zwangsmaßnahme bezieht,
zuständigen Richter mit der Vollstreckung der Gesamtheit des Maßnahmenpakets beauftragen.
§ 3 - Durchsuchungen und Beschlagnahmen, um die das Gericht ersucht, werden nach belgischem Recht
worden sind. Sie befindet darüber in letzter Instanz und ohne Möglichkeit des Dritteinspruchs.
§ 4 - Wenn das Gericht einer Person die Rechtsstellung eines geschützten Zeugen verleiht und Belgien darum
ersucht, die notwendigen Schutzmaßnahmen zu Gunsten dieser Person zu ergreifen, entscheidet die Zentralbehörde,
nachdem sie den Präsidenten der durch Artikel 103 des Strafprozessgesetzbuches eingerichteten Zeugenschutzkommission konsultiert hat, welche der in Artikel 104 desselben Gesetzbuches erwähnten Maßnahmen zu Gunsten dieser
Person ergriffen werden müssen. Unabhängig von den Maßnahmen, die zu Gunsten des geschützten Zeugen ergriffen
werden, kann die Zentralbehörde, wenn sie es für notwendig erachtet, ebenfalls zu Gunsten der Angehörigen dieser
Person in Artikel 104 erwähnte Schutzmaßnahmen ergreifen. Diese Maßnahmen werden auf die gleiche Weise wie die
Maßnahmen zu Gunsten eines gefährdeten Zeugen, eines Mitglieds seiner Familie oder eines anderen Verwandten, wie
erwähnt in Artikel 102 desselben Gesetzbuches, durchgeführt. Unter Einhaltung des Verhältnismäßigkeitsprinzips
können gleichzeitig oder nacheinander gewöhnliche und besondere Schutzmaßnahmen gewährt werden.
In Abweichung von Artikel 106 des Strafprozessgesetzbuches kann einem geschützten Zeugen und seinen
haben.
Taten begangen werden, um den Schutz des Zeugen zu gewährleisten.
Wenn das Gericht einer in Absatz 1 erwähnten Person die Rechtsstellung eines geschützten Zeugen entzieht,
entscheidet die Zentralbehörde, ob die Maßnahmen zu Gunsten dieser Person oder zu Gunsten der anderen Personen
aufrechterhalten werden müssen.
§ 5 - Jede Person, die in Belgien inhaftiert ist, kann auf Ersuchen des Gerichts zum Zweck der Identifizierung, der
Bedingungen zu.
befindet.
Art. 45 - In dasselbe Kapitel II wird ein Artikel 75 mit folgendem Wortlaut eingefügt:
″Art. 75 - Die zuständige Gerichtsbehörde, bei der die Sache anhängig gemacht worden ist, setzt das Gericht vom
Datum und vom Ort der Durchführung der geforderten Maßnahme in Kenntnis. Der Ankläger oder der ersuchende
Richter sind ermächtigt, dieser Durchführung beizuwohnen.″
Art. 46 - In Titel VIbis, eingefügt durch Artikel 37, wird ein Kapitel III mit der Überschrift ″Festnahme und
Überführung″ eingefügt.
Art. 47 - In Kapitel III, eingefügt durch Artikel 46, wird ein Artikel 76 mit folgendem Wortlaut eingefügt:
″Art. 76 - § 1 - Ein vom Gericht erlassener Haftbefehl gegen eine Person, die sich auf belgischem Staatsgebiet
befindet, wird von der Ratskammer des Wohnorts dieser Person oder des Orts, in dem sie angetroffen wurde, für
vollstreckbar erklärt.
Die Ratskammer überprüft, ob die für die Festnahme erforderlichen Unterlagen vorgelegt worden sind und ob
kein Irrtum in der Person vorliegt.
Binnen vierundzwanzig Stunden nach dem Beschluss der Ratskammer, mit dem abgelehnt wird, den Haftbefehl
des Gerichts für vollstreckbar zu erklären, kann die Staatsanwaltschaft bei der Anklagekammer gegen diese
Entscheidung Berufung einlegen. Die Anklagekammer befindet darüber binnen acht Tagen. Der Entscheid ist
vollstreckbar.
Binnen vierundzwanzig Stunden nach der Freiheitsentziehung wird der festgenommenen Person die Entscheidung, durch die der Haftbefehl des Gerichts für vollstreckbar erklärt wird, zugestellt. Die festgenommene Person
verfügt über eine Frist von vierundzwanzig Stunden ab der Zustellung, um bei der Anklagekammer Beschwerde
einzureichen. Diese Beschwerde ist durch eine Erklärung bei der Kanzlei des Korrektionalgerichts oder durch eine
Erklärung der festgenommenen Person beim Direktor der Untersuchungshaftanstalt oder bei seinem Vertreter
einzureichen.
Die Anklagekammer hört die Staatsanwaltschaft, die festgenommene Person und ihren Beistand an und befindet
spätestens binnen fünfzehn Tagen nach Einreichung der Beschwerde darüber. Der Entscheid ist vollstreckbar. Die
festgenommene Person bleibt in Haft, bis die Anklagekammer über die Sache befunden hat.
Gegen die von der Anklagekammer getroffene Entscheidung kann keine Kassationsbeschwerde eingelegt werden.
29685
29686
Die Überstellung der festgenommenen Person kann erst erfolgen, wenn die Entscheidung, durch die das
Festnahme- und Überstellungsersuchen für vollstreckbar erklärt wird, definitiv geworden ist.
Wenn der Haftbefehl des Gerichts definitiv für vollstreckbar erklärt worden ist, muss die Überführung der
festgenommenen Person binnen drei Monaten erfolgen.
§ 2 - Die festgenommene Person hat das Recht, mittels eines Antrags bei der Anklagekammer ihre vorläufige
Freilassung in Erwartung ihrer Überstellung zu beantragen.
Die Anklagekammer trifft binnen fünfzehn Tagen nach Einreichung des Antrags eine Entscheidung, nachdem sie
die Staatsanwaltschaft, die festgenommene Person und ihren Beistand angehört hat. Bei der Entscheidung prüft die
Anklagekammer, ob in Anbetracht der Schwere der zur Last gelegten Verbrechen dringende und außergewöhnliche
Umstände vorliegen, die eine vorläufige Freilassung rechtfertigen.
Die Anklagekammer ist nicht dazu ermächtigt, zu prüfen, ob das Gericht den Haftbefehl ordnungsgemäß erlassen
hat.
Im Fall einer vorläufigen Freilassung legt die Anklagekammer die Bedingungen fest, durch die gewährleistet wird,
dass Belgien seine Pflicht zur Überstellung der Person an das Gericht erfüllen kann. Wenn die Bedingungen nicht
eingehalten werden, erlässt der Untersuchungsrichter auf Antrag der Staatsanwaltschaft einen Haftbefehl.
Wird die vorläufige Freilassung gewährt, kann das Gericht von der Zentralbehörde regelmäßig Berichte über die
Regelung der vorläufigen Freilassung verlangen.
Gegen die von der Anklagekammer getroffene Entscheidung kann in den Formen und innerhalb der Fristen, die
in Artikel 31 des Gesetzes vom 20. Juli 1990 über die Untersuchungshaft erwähnt sind, Kassationsbeschwerde eingelegt
werden.
Entscheidung binnen dieser Frist wird die Person freigelassen.
Wird der in Absatz 1 vorgesehene Antrag zurückgewiesen, kann die festgenommene Person erst nach Ablauf einer
Die Bestimmungen des vorliegenden Paragraphen sind anwendbar auf den in Absatz 4 in fine erwähnten
Haftbefehl.″
Art. 48 - In dasselbe Kapitel III wird ein Artikel 77 mit folgendem Wortlaut eingefügt:
″Art. 77 - Unter Einhaltung der Bestimmungen der Europäischen Konvention zum Schutz der Menschenrechte und
Grundfreiheiten überführt die Regierung die festgenommene Person gemäß der Ordnung des Gerichts.″
Art. 49 - In Titel VIbis, eingefügt durch Artikel 37, wird ein Kapitel IV mit der Überschrift ″Strafvollstreckung″
eingefügt.
Art. 50 - In Kapitel IV, eingefügt durch Artikel 49, wird ein Artikel 78 mit folgendem Wortlaut eingefügt:
″Art. 78 - § 1 - Sofern Belgien ein bilaterales Abkommen über die Strafvollstreckung mit dem Gericht abgeschlossen
hat, ist die Gefängnisstrafe unmittelbar und sofort in Belgien vollstreckbar.
§ 2 - Binnen vierundzwanzig Stunden, nachdem die überführte Person in der ihr zugewiesenen Strafanstalt
eingetroffen ist, erscheint sie vor dem Prokurator des Königs beim Gericht Erster Instanz des Gerichtsbezirks des
Inhaftierungsorts. Der Prokurator des Königs befragt sie über ihre Identität, erstellt darüber ein Protokoll und ordnet
auf der Grundlage des Originals oder einer Ausfertigung des Urteils des Gerichts die sofortige Inhaftierung des
Verurteilten an.
§ 3 - Die Verfahren zur vorzeitigen Freilassung werden ausschließlich durch das Statut des Gerichts geregelt. Die
Gericht, das allein zuständig ist, über eine solche Freilassung zu entscheiden, so bald wie möglich mit.
§ 6 - Der Antrag auf Wiederaufnahme des Verfahrens hinsichtlich des Schuldspruchs oder des Strafspruchs des
Gerichts, die Entscheidung über die Wiederaufnahme des Verfahrens und ihre Anwendung unterliegen dem Statut
dieses Gerichts sowie dem zwischen Belgien und diesem Gericht abgeschlossenen bilateralen Abkommen über die
Strafvollstreckung.″
Art. 51 - In dasselbe Kapitel IV wird ein Artikel 79 mit folgendem Wortlaut eingefügt:
″Art. 79 - Belgien vollstreckt Einziehungsmaßnahmen, die das Gericht angeordnet hat, unbeschadet der Rechte
Art. 52 - Der heutige Artikel 70 desselben Gesetzes wird zu Artikel 80 umnummeriert.
KAPITEL 3 — Abänderung des Strafprozessgesetzbuches
Art. 53 - Artikel 90ter § 2 Nr. 1bis des Strafprozessgesetzbuches, eingefügt durch das Gesetz vom 10. Januar 1999
und zuletzt abgeändert durch das Gesetz vom 5. August 2003, wird durch folgende Wörter ergänzt:
″und in Artikel 41 des Gesetzes vom 29. März 2004 über die Zusammenarbeit mit dem Internationalen
Strafgerichtshof und den internationalen Strafgerichten.″
29687
KAPITEL 4 — Inkrafttreten
Art. 54 - Vorliegendes Gesetz tritt am Tag seiner Veröffentlichung im Belgischen Staatsblatt in Kraft.
Wir fertigen das vorliegende Gesetz aus und ordnen an, dass es mit dem Staatssiegel versehen und durch das
Belgischen Staatsblatt veröffentlicht wird.
Gegeben zu Brüssel, den 26. März 2014
PHILIPPE
Von Königs wegen:
Die Ministerin der Justiz
Frau A. TURTELBOOM
Mit dem Staatssiegel versehen:
Frau A. TURTELBOOM
*
[C − 2015/00280]
27 MARS 2014. — Loi portant insertion des dispositions réglant des
matières visées à l’article 77 de la Constitution dans le livre XVII
″Procédures juridictionnelles particulières″ du Code de droit
économique et modifiant le Code judiciaire en vue d’attribuer aux
cours et tribunaux de Bruxelles une compétence exclusive pour
connaître de l’action en réparation collective visée au livre XVII,
titre 2, du Code de droit économique. — Traduction allemande
[C − 2015/00280]
27 MAART 2014. — Wet houdende invoeging van de bepalingen die
een aangelegenheid regelen als bedoeld in artikel 77 van de
Grondwet, in boek XVII ″Bijzondere rechtsprocedures″ van het
Wetboek van economisch recht en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek teneinde de hoven en rechtbanken te Brussel een
exclusieve bevoegdheid toe te kennen om kennis te nemen van de
rechtsvordering tot collectief herstel, bedoeld in boek XVII, titel 2
van het Wetboek van economisch recht. — Duitse vertaling
Le texte qui suit constitue la traduction en langue allemande de la loi
du 27 mars 2014 portant insertion des dispositions réglant des matières
visées à l’article 77 de la Constitution dans le livre XVII ″Procédures
juridictionnelles particulières″ du Code de droit économique et modifiant le Code judiciaire en vue d’attribuer aux cours et tribunaux de
Bruxelles une compétence exclusive pour connaître de l’action en
réparation collective visée au livre XVII, titre 2, du Code de droit
économique (Moniteur belge du 29 avril 2014).
De hierna volgende tekst is de Duitse vertaling van de wet van
27 maart 2014 houdende invoeging van de bepalingen die een
aangelegenheid regelen als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet, in
boek XVII ″Bijzondere rechtsprocedures″ van het Wetboek van economisch recht en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek teneinde de
hoven en rechtbanken te Brussel een exclusieve bevoegdheid toe te
kennen om kennis te nemen van de rechtsvordering tot collectief
herstel, bedoeld in boek XVII, titel 2 van het Wetboek van economisch
recht (Belgisch Staatsblad van 29 april 2014).
Deze vertaling is opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse
vertaling in Malmedy.
Cette traduction a été établie par le Service central de traduction
allemande à Malmedy.
FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST INNERES
[C − 2015/00280]
Schadenersatzklage zu erkennen — Deutsche Übersetzung
Der folgende Text ist die deutsche Übersetzung des Gesetzes vom 27. März 2014 zur Einfügung der Bestimmungen
zur Regelung von Angelegenheiten erwähnt in Artikel 77 der Verfassung in Buch XVII ″Besondere Gerichtsverfahren″
des Wirtschaftsgesetzbuches und zur Abänderung des Gerichtsgesetzbuches, um den Gerichtshöfen und Gerichten von
Brüssel eine ausschließliche Zuständigkeit zu übertragen, über die in Buch XVII Titel 2 des Wirtschaftsgesetzbuches
erwähnte kollektive Schadenersatzklage zu erkennen.
Diese Übersetzung ist von der Zentralen Dienststelle für Deutsche Übersetzungen in Malmedy erstellt worden.
FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST WIRTSCHAFT, KMB, MITTELSTAND UND ENERGIE
Schadenersatzklage zu erkennen
PHILIPPE, König der Belgier,
Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruß!
Die Kammern haben das Folgende angenommen und Wir sanktionieren es:
KAPITEL 1 - Allgemeine Bestimmung
Artikel 1 - Vorliegendes Gesetz regelt eine in Artikel 77 der Verfassung erwähnte Angelegenheit.
29688
KAPITEL 2 - Wirtschaftsgesetzbuch
Art. 2 - In Buch XVII Titel 2 Kapitel 1 Abschnitt 1 des Wirtschaftsgesetzbuches wird ein Artikel XVII.35 mit
folgendem Wortlaut eingefügt:
″Art. XVII.35 – Die Gerichtshöfe und Gerichte von Brüssel sind zuständig, über kollektive Schadenersatzklagen zu
erkennen.″
KAPITEL 3 - Gerichtsgesetzbuch
Art. 3 - Artikel 633ter des Gerichtsgesetzbuches, aufgehoben durch das Gesetz vom 31. Juli 2013, wird mit
folgendem Wortlaut wieder aufgenommen:
″Art. 633ter - Das Gericht Erster Instanz, gegebenenfalls das Handelsgericht, von Brüssel und in der
Berufungsinstanz der Appellationshof von Brüssel sind allein zuständig für die in Buch XVII Titel 2 des
Wirtschaftsgesetzbuches erwähnten kollektiven Schadenersatzklagen.″
KAPITEL 4 - Befugniszuweisung
Art. 4 - Der König kann die Bestimmungen des Wirtschaftsgesetzbuches so wie durch vorliegendes Gesetz
eingefügt mit Bestimmungen, durch die sie bis zum Zeitpunkt der Koordinierung explizit oder implizit abgeändert
worden sind, koordinieren.
Zu diesem Zweck kann Er:
1. die Reihenfolge, die Nummerierung und im Allgemeinen die Gestaltung der zu koordinierenden Bestimmungen
ändern,
2. die Verweise in den zu koordinierenden Bestimmungen ändern, damit sie mit der neuen Nummerierung
übereinstimmen,
3. den Wortlaut der zu koordinierenden Bestimmungen ändern, um die Übereinstimmung der Bestimmungen zu
gewährleisten und die Terminologie zu vereinheitlichen, ohne die in diesen Bestimmungen enthaltenen Grundsätze zu
beeinträchtigen.
KAPITEL 5 - Inkrafttreten
Art. 5 - Der König bestimmt das Datum des Inkrafttretens jeder der Bestimmungen des vorliegenden Gesetzes und
jeder der durch vorliegendes Gesetz in das Wirtschaftsgesetzbuch eingefügten Bestimmungen.
Wir fertigen das vorliegende Gesetz aus und ordnen an, dass es mit dem Staatssiegel versehen und durch das
Belgische Staatsblatt veröffentlicht wird.
Gegeben zu Brüssel, den 27. März 2014
PHILIPPE
Von Königs wegen:
Der Minister der Wirtschaft und der Verbraucher
J. VANDE LANOTTE
Frau A. TURTELBOOM
Mit dem Staatssiegel versehen:
Frau A. TURTELBOOM
*
SERVICE PUBLIC FEDERAL
SECURITE SOCIALE
FEDERALE OVERHEIDSDIENST
SOCIALE ZEKERHEID
[C − 2015/22174]
[C − 2015/22174]
l’″Agentschap Plantentuin Meise″
door de wet van 28 april 1958 toepasselijk maakt op de personeelsleden van het Agentschap Plantentuin Meise
Vu la loi du 28 avril 1958 relative à la pension des membres du
personnel de certains organismes d’intérêt public et de leurs ayants
droit, l’article 1er, modifié par les arrêtés royaux des 10 juin 1985,
5 juillet 1990, 3 avril 1997 et la loi du 12 janvier 2006;
Gelet op de wet van 28 april 1958 betreffende het pensioen van het
personeel van zekere organismen van openbaar nut alsmede van hun
rechthebbenden, artikel 1, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van
10 juni 1985, 5 juli 1990, 3 april 1997 en de wet van 12 januari 2006;
Vu le décret du 6 décembre 2013 portant création de l’agence
autonomisée externe de droit public ″Agentschap Plantentuin Meise″
(Agence Jardin botanique de Meise);
Gelet op het decreet van 6 december 2013 houdende de oprichting
van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap ″Agentschap Plantentuin Meise″;
Vu le décret précité du 6 décembre 2013, article 22, par lequel
l’Agence est autorisée à participer au régime de pensions instauré par
la loi précitée du 28 avril 1958;
Gelet op voormeld decreet van 6 december 2013, artikel 22, waarin
het Agentschap wordt gemachtigd deel te nemen aan de pensioenregeling ingesteld bij de voormelde wet van 28 april 1958;
29689
Considérant que pour des raisons évidentes de sécurité juridique,
il s’impose d’autoriser sans délai l’″Agentschap Plantentuin Meise″ à
participer au régime de pensions institué par la loi du 28 avril 1958,
avec effet au 1er janvier 2014, date de l’entrée en vigueur du décret
précité du 6 décembre 2013;
Sur la proposition du Ministre des Pensions,
Overwegende dat om evidente redenen van rechtszekerheid, het
Agentschap Plantentuin Meise onmiddellijk de toelating moet krijgen
om deel te nemen aan het pensioenstelsel dat ingesteld is door de wet
van 28 april 1958 met uitwerking vanaf 1 januari 2014, met name de
datum van inwerkingtreding van voormeld decreet van 6 december 2013;
Op de voordracht van de Minister van Pensioenen,
Article 1er. Le régime de pensions institué par la loi du 28 avril 1958
relative à la pension des membres du personnel de certains organismes
d’intérêt public et de leurs ayants droit, est applicable aux membres du
personnel de l’″Agentschap Plantentuin Meise″.
Art. 2. Le présent arrêté produit ses effets le 1er janvier 2014.
Art. 3. Le ministre qui a les Pensions dans ses attributions est chargé
Artikel 1. Het pensioenstelsel dat ingesteld is door de wet van
28 april 1958 betreffende het pensioen van het personeel van zekere
organismen van openbaar nut alsmede van hun rechthebbenden, is
toepasselijk op de personeelsleden van het Agentschap Plantentuin
Meise.
Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2014.
Art. 3. De minister bevoegd voor Pensioenen is belast met de
PHILIPPE
FILIP
Par le Roi :
Van Koningswege :
Le Ministre des Pensions,
D. BACQUELAINE
De Minister van Pensioenen,
D. BACQUELAINE
*
SOCIALE ZEKERHEID
SECURITE SOCIALE
[C − 2015/22175]
[C − 2015/22175]
par loi du 28 avril 1958 applicable aux membres de l’Ecole
d’administration publique commune à la Communauté française et
à la Région wallonne
door de wet van 28 april 1958 toepasselijk maakt op de leden van
de gemeenschappelijke “Ecole d’administration publique”
(Bestuursschool) voor de Franse Gemeenschap en het Waalse
Gewest
Vu la loi du 28 avril 1958 relative à la pension des membres de
certains organismes d’intérêt public et de leurs ayants droit, l’article 1er,
modifié par les arrêtés royaux des 10 juin 1985, 5 juillet 1990 et
3 avril 1997, et la loi du 12 janvier 2006;
10 juni 1985, 5 juli 1990 en 3 april 1997 en de wet van 12 januari 2006;
Vu l’accord de coopération conclu le 10 novembre 2011 entre la
Communauté française et la Région wallonne créant une Ecole
d’administration publique commune à la Communauté française et à la
Région wallonne, notamment les articles 1er, 30 et 35;
Gelet op het samenwerkingsakkoord gesloten op 10 november 2011
tussen de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest tot oprichting
van een gemeenschappelijke ″Ecole d’administration publique″
(Bestuursschool) voor de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest,
artikelen 1, 30 en 35 ;
Vu les décrets du 20 décembre 2011 et du 26 janvier 2012 portant
assentiment à l’accord de coopération du 10 novembre 2011 entre la
Communauté française et la Région wallonne créant une Ecole
d’administration publique commune à la Communauté française et à la
Région wallonne;
Gelet op de decreten van 20 december 2011 en 26 januari 2012
houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 10 november 2011 tussen de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest tot
oprichting van een ″ Ecole d’administration publique ″ (Bestuursschool) die gemeenschappelijk is voor de Franse Gemeenschap en het
Waalse Gewest ;
Considérant que, pour des raisons évidentes de sécurité juridique, il
s’impose d’autoriser sans délai l’Ecole d’administration publique
commune à la Communauté française et à la Wallonie à participer au
régime de pensions institué par le loi du 28 avril 1958, avec effet au
5 septembre 2013, date à laquelle un membre du personnel du Service
public de Wallonie a été transféré à l’Ecole d’administration publique
commune à la Communauté française et à la Région wallonne;
Overwegende dat om evidente redenen van rechtszekerheid, de
gemeenschappelijke “Ecole d’administration publique” (Bestuursschool) voor de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest onmiddellijk de toelating moet krijgen om deel te nemen aan het pensioenstelsel
dat ingesteld is door de wet van 28 april 1958 met uitwerking vanaf
5 september 2013, met name de datum waarop een personeelslid van de
Waalse overheidsdienst werd overgedragen naar de gemeenschappelijke “Ecole d’administration publique” (Bestuursschool) voor de
Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest ;
Sur la proposition de notre Ministre des Pensions,
er
Article 1 . Le régime des pensions institué par la loi du 28 avril 1958
personnel de l’Ecole d’administration publique commune à la Communauté française et à la Région wallonne.
Op de voordracht van Onze Minister van Pensioenen,
toepasselijk op de personeelsleden van de gemeenschappelijke “Ecole
d’administration publique” (Bestuursschool) voor de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest.
29690
Art. 2. Le présent arrêté produit ses effets le 5 septembre 2013.
Art. 3. Le ministre qui a les Pensions dans ses attributions est chargé
Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 5 september 2013.
Art. 3. De Minister bevoegd voor Pensioenen is belast met de
PHILIPPE
FILIP
Par le Roi :
Van Koningswege :
D. BACQUELAINE
D. BACQUELAINE
*
SECURITE SOCIALE
SOCIALE ZEKERHEID
[C − 2015/22173]
[C − 2015/22173]
l’Institut de la Formation en cours de carrière
door de wet van 28 april 1958 toepasselijk maakt op de personeelsleden van het Instituut voor Opleidingen tijdens de loopbaan
Vu la loi du 28 avril 1958 relative à la pension des membres du
personnel de certains organismes d’intérêt public et de leurs ayants
droit, notamment l’article 1er, modifié par les arrêtés royaux des
10 juin 1985, 5 juillet 1990 et 3 avril 1997 et la loi du 12 janvier 2006 ;
10 juni 1985, 5 juli 1990, 3 april 1997 en de wet van 12 januari 2006 ;
Vu le décret du Conseil de la Communauté française du 11 juillet 2002
relatif à la formation en cours de carrière dans l’enseignement
spécialisé, l’enseignement secondaire ordinaire et les centres psychomédico-sociaux et à la création d’un institut de la formation en cours de
carrière, notamment les articles 25 et 30 ;
Gelet op het decreet van de Raad van de Franse Gemeenschap van
11 juli 2002 betreffende de opleiding tijdens de loopbaan in het
gespecialiseerd onderwijs, het gewoon secundair onderwijs en de
psycho-medisch-sociale centra en tot oprichting van een instituut voor
opleidingen tijdens de loopbaan, meer bepaald de artikelen 25 en 30 ;
Vu l’arrêté du Gouvernement de la Communauté française du
28 mars 2013 autorisant l’Institut de la formation en cours de carrière à
participer au régime des pensions instauré par la loi du 28 avril 1958
d’intérêt public et de leurs ayants droit ;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap
van 28 maart 2013 waarbij het Instituut voor opleidingen tijdens de
loopbaan ertoe gemachtigd wordt om deel te nemen aan de pensioenregeling ingesteld bij de wet van 28 april 1958 betreffende het pensioen
van het personeel van zekere instellingen van openbaar nut alsmede
van hun rechthebbenden ;
Considérant que, pour des raisons évidentes de sécurité juridique, il
s’impose d’autoriser sans délai l’Institut de la formation en cours de
carrière à participer au régime de pensions institué par la loi du
28 avril 1958, avec effet au premier janvier de l’année durant laquelle le
premier agent statutaire a été nommé à titre définitif à l’Institut, soit au
1er janvier 2011;
Overwegende dat om evidente redenen van rechtszekerheid, het
Instituut voor Opleidingen tijdens de loopbaan, onmiddellijk de
toelating moet krijgen om deel te nemen aan het pensioenstelsel dat
ingesteld is door de wet van 28 april 1958 met uitwerking vanaf de
eerste januari van het jaar waarin het eerste statutaire personeelslid vast
benoemd is geworden binnen het Instituut, zijnde vanaf 1 januari 2011;
Sur la proposition du Ministre des Pensions,
er
Article 1 . Le régime de pensions institué par la loi du 28 avril 1958
personnel de l’Institut de la formation en cours de carrière.
Art. 3. Le Ministre qui a les pensions dans ses attributions est chargé
PHILIPPE
Op de voordracht van de Minister van Pensioenen,
toepasselijk op de personeelsleden van het Instituut voor Opleidingen
tijdens de loopbaan.
Art. 3. De Minister bevoegd voor pensioenen is belast met de
FILIP
Par le Roi :
Van Koningswege :
D. BACQUELAINE
D. BACQUELAINE
GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION
GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN
GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN
VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE
VLAAMSE OVERHEID
[C − 2015/35617]
8 MEI 2015. — Decreet houdende wijziging van het Kunstendecreet van 13 december 2013 (1)
Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt:
Decreet houdende wijziging van het Kunstendecreet van 13 december 2013
Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.
Art. 2. Aan artikel 8 van het Kunstendecreet van 13 december 2013, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal
vormen, worden een paragraaf 2 en paragraaf 3 toegevoegd, die luiden als volgt:
“§ 2. Het protocol als vermeld in § 1 is van kracht voor de duur van de legislatuur.
§ 3. In afwijking van § 2 is de representatieve organisatie die de belangen behartigt van de Vlaamse provincies
partij bij het protocol tot en met 31 december 2016.”.
Art. 3. Aan artikel 13 van hetzelfde decreet wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
“Subsidies aan kunstenaars worden in principe verleend en uitbetaald aan de kunstenaar. De Vlaamse Regering
kan evenwel in bepaalde gevallen beslissen dat die subsidies, geheel of gedeeltelijk, niet aan de kunstenaar zelf worden
uitbetaald, maar aan een door de kunstenaar aan te wijzen rechtspersoon.”.
Art. 4. Aan artikel 25 van hetzelfde decreet, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt een
paragraaf 2 toegevoegd, die luidt als volgt:
“§ 2. Bij de aanvang van elk werkingsjaar mag de Vlaamse Regering de werkingssubsidies aanpassen ter
financiering van de extra personeelsuitgaven die voortvloeien uit de stijging van het indexcijfer op basis waarvan de
salarissen van de Vlaamse ambtenaren worden berekend. Onder voorbehoud van de toepassing van artikel 4, worden
deze werkingssubsidies aangepast binnen de perken van de door het Vlaams Parlement goedgekeurde kredieten.”.
Art. 5. In artikel 28, § 1, van hetzelfde decreet wordt punt 1° vervangen door wat volgt:
“1° minstens drie jaar professionele activiteit in de kunstensector kunnen aantonen;”.
Art. 6. In artikel 45, § 5, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt:
“Een aanvrager van een werkingssubsidie kan verhaal indienen tegen een van de adviezen vervat in het
voorlopige voorstel van beslissing, bedoeld in § 4, 1° en 2°, als dit negatief is.”.
Art. 7. Aan artikel 45 van hetzelfde decreet wordt een paragraaf 8 toegevoegd, die luidt als volgt:
“§ 8. Een aanvrager van een werkingssubsidie kan een schriftelijke reactie indienen op een van de adviezen vervat
in het voorlopige voorstel van beslissing, bedoeld in § 4, 1° en 2°, als dit positief is.
De schriftelijke reactie behelst het oorspronkelijk ingediende dossier en mag geen nieuwe artistiek-inhoudelijke
noch nieuwe zakelijke elementen bevatten.
De commissie die het oorspronkelijk ingediende dossier beoordeeld heeft aangevuld met een lid dat niet betrokken
was bij het advies vervat in het voorlopig voorstel van beslissing, behandelt de artistiek-inhoudelijke aspecten van de
schriftelijke reactie.
De door de Vlaamse Regering aangewezen dienst behandelt de zakelijke en de beheersmatige aspecten van de
De termijn waarbinnen een aanvrager een schriftelijke reactie kan indienen, bedraagt tien werkdagen na de dag
waarop het voorlopige voorstel van beslissing naar de betrokken organisatie is verstuurd. Na het verstrijken van de
voormelde termijn bestaat er geen gelegenheid meer om een schriftelijke reactie in te dienen.
De Vlaamse Regering bepaalt nader welke gegevens en documenten een schriftelijke reactie bevat en op welke
wijze een schriftelijke reactie ingediend wordt.”.
Art. 8. In artikel 46 van hetzelfde decreet wordt het tweede lid vervangen door wat volgt:
“Een voorstel van beslissing omvat een voorstel over de toekenning van een subsidie en:
1° indien vereist het advies over de zakelijke en de beheersmatige aspecten;
2° het artistiek-inhoudelijke advies;
3° indien van toepassing de behandeling van het verhaalrecht door de door de Vlaamse Regering aangewezen
dienst;
4° indien van toepassing de behandeling van het verhaalrecht door de commissie die is aangesteld voor de
artistiek-inhoudelijke aspecten van het verhaalrecht;
5° indien van toepassing de behandeling van de schriftelijke reactie door de door de Vlaamse Regering
aangewezen dienst;
6° indien van toepassing de behandeling van de schriftelijke reactie door de commissie die het oorspronkelijke
dossier beoordeeld heeft;
7° een voorstel over de grootte van het toe te kennen subsidiebedrag of van het toe te kennen subsidiebedrag per
werkjaar.”.
29691
29692
Art. 9. Artikel 52, § 1, van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt:
“§ 1. Bijkomend aan de subsidievoorwaarden, vermeld in artikel 51, geldt voor een ontvanger van een beurs, een
residentietoelage en een tussenkomst voor een buitenlands publiek presentatiemoment de volgende subsidievoorwaarde in functie van het doelmatigheidstoezicht: toelichten op welke wijze de beurs, de residentietoelage of de
tussenkomst voor het buitenlandse publieke presentatiemoment heeft bijgedragen tot de professionele artistieke
ontwikkeling van de kunstenaar.”.
Art. 10. Aan artikel 79 van hetzelfde decreet wordt een paragraaf 3 toegevoegd, die luidt als volgt:
“§ 3. Bij de aanvang van elk werkingsjaar mag de Vlaamse Regering de subsidies aanpassen ter financiering van
de extra personeelsuitgaven die voortvloeien uit de stijging van het indexcijfer op basis waarvan de salarissen van de
Vlaamse ambtenaren worden berekend. Onder voorbehoud van de toepassing van artikel 4, worden deze subsidies
aangepast binnen de perken van de door het Vlaams Parlement goedgekeurde kredieten.”.
Art. 11. In artikel 88, § 2, van hetzelfde decreet wordt punt 2° vervangen door wat volgt:
“2° de wijze waarop de kerntaken, vermeld in de artikelen 72, 74, 76 en 171, gerealiseerd worden;”.
Art. 12. Artikel 89 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 89. § 1. De door de Vlaamse Regering aangewezen dienst treft de nodige voorbereidingen voor de
kwaliteitsbeoordeling van het beleidsplan.
§ 2. De door de Vlaamse Regering aangewezen dienst beoordeelt de kwaliteit van de zakelijke en de beheersmatige
aspecten van een beleidsplan van een kunstinstelling aan de hand van de criteria, vermeld in artikel 28, § 2 en § 3, en
stelt een gemotiveerd advies op, inclusief een indicatieve waardering.
§ 3. De door de Vlaamse Regering aangewezen dienst beoordeelt de kwaliteit van de zakelijke en de beheersmatige
aspecten van een beleidsplan van een ondersteunende organisatie aan de hand van de criteria, vermeld in artikel 88,
§ 2, en stelt een gemotiveerd advies op, inclusief een indicatieve waardering.
§ 4. De door de Vlaamse Regering aangewezen dienst bezorgt alle nuttige informatie, nodig om tot een
kwaliteitsvolle inhoudelijke beoordeling te komen, aan een beoordelingscommissie als vermeld in artikel 85. Indien er
voor het aanvraagdossier een zakelijk advies vereist is, zorgt de door de Vlaamse Regering aangewezen dienst voor een
voorlopige zakelijke en beheersmatige toetsing inclusief de indicatieve waardering van een aanvraagdossier bij de
aanvang van de artistiek-inhoudelijke toetsing door de beoordelingscommissie.
§ 5. Een beoordelingscommissie als vermeld in artikel 85 beoordeelt de kwaliteit van de artistiek-inhoudelijke
aspecten van een ontvankelijk aanvraagdossier van een kunstinstelling aan de hand van de criteria, vermeld in
artikel 28, § 2, en artikel 28, § 3, en stelt een gemotiveerd advies op, inclusief een indicatieve waardering binnen de hen
toegewezen budgettaire ruimte.
§ 6. Een beoordelingscommissie als vermeld in artikel 85 beoordeelt de kwaliteit van de artistiek-inhoudelijke
aspecten van een ontvankelijk aanvraagdossier van een ondersteunende organisatie aan de hand van de criteria,
vermeld in artikel 88, § 2, en stelt een gemotiveerd advies op, inclusief een indicatieve waardering binnen de hen
toegewezen budgettaire ruimte.
§ 7. De door de Vlaamse Regering aangewezen dienst stelt een voorlopig voorstel van beslissing op over alle
aspecten van een aanvraagdossier van een kunstinstelling en een ondersteunende organisatie als vermeld in artikel 6,
5°.
§ 8. Als er bij de beoordeling van een beleidsplan van een kunstinstelling of van een ondersteunende organisatie
een grote discrepantie bestaat tussen het advies van de beoordelingscommissie en het advies van de door de Vlaamse
Regering aangewezen dienst, houden beide partijen een deliberatiemoment. Tijdens het deliberatiemoment streven
beide partijen ernaar hun advies zo veel mogelijk op elkaar af te stemmen.
§ 9. De kunstinstelling of ondersteunende organisatie ontvangt het voorlopige voorstel van beslissing.
De Vlaamse Regering bepaalt nader de procedure voor het bezorgen van het voorlopige voorstel van beslissing en
de wijze waarop de voorstellen van beslissing openbaar worden gemaakt.
§ 10. Het voorlopige voorstel van beslissing omvat:
1° het advies over de zakelijke en de beheersmatige aspecten;
2° het artistiek-inhoudelijke advies.
§ 11. Een kunstinstelling kan een schriftelijke reactie indienen op een van de adviezen vervat in het voorlopige
voorstel van beslissing, bedoeld in § 10, 1° en 2°.
De beoordelingscommissie die het oorspronkelijk ingediende dossier beoordeeld heeft, behandelt de artistiekinhoudelijke aspecten van de schriftelijke reactie.
De termijn waarbinnen de kunstinstelling een schriftelijke reactie kan indienen, bedraagt tien werkdagen na de dag
waarop het voorlopige voorstel van beslissing is verstuurd. Na het verstrijken van de voormelde termijn bestaat er geen
gelegenheid meer om een schriftelijke reactie in te dienen.
wijze een schriftelijke reactie ingediend wordt.
§ 12. Een ondersteunende organisatie kan verhaal indienen tegen een van de adviezen vervat in het voorlopige
voorstel van beslissing, bedoeld in § 10, 1° en 2°, als dit negatief is.
Het verhaal behelst het oorspronkelijk ingediende dossier en mag geen nieuwe artistiek-inhoudelijke noch nieuwe
zakelijke elementen bevatten.
Het verhaal bevat de nodige argumenten waaruit zou blijken dat het beoordelingsproces niet zorgvuldig is
gebeurd.
De Vlaamse Regering duidt op 1 oktober van het voorlaatste jaar dat voorafgaat aan een vijfjarige subsidieperiode
een commissie aan die het verhaal beoordeelt op zijn ontvankelijkheid.
Een lid van de beoordelingscommissie die een verhaal beoordeelt op zijn ontvankelijkheid ontvangt een
vergoeding voor zijn of haar werkzaamheden en verplaatsingen. De Vlaamse Regering bepaalt nader de hoogte van de
vergoedingen.
De beoordeling van de ontvankelijkheid gebeurt op basis van de volgende elementen:
1° correctheid van de gevolgde procedure bij de beoordeling van het subsidiedossier;
2° correctheid van de gevolgde methodiek bij de beoordeling van het subsidiedossier;
3° validiteit van de aangevoerde argumenten door de aanvrager van het verhaal.
Bij onontvankelijkheid van het verhaal eindigt de verhaalprocedure en blijft het oorspronkelijke voorlopige
voorstel van beslissing gelden.
§ 13. Een ondersteunende organisatie kan een schriftelijke reactie indienen op een van de adviezen vervat in het
voorlopige voorstel van beslissing, bedoeld in § 10, 1° en 2°, als dit positief is.
De beoordelingscommissie die het oorspronkelijk ingediende dossier beoordeeld heeft, behandelt de artistiekinhoudelijke aspecten van de schriftelijke reactie.
De termijn waarbinnen de ondersteunende organisatie een schriftelijke reactie kan indienen, bedraagt tien
werkdagen na de dag waarop het voorlopige voorstel van beslissing naar de betrokken organisatie is verstuurd. Na het
verstrijken van de voormelde termijn bestaat er geen gelegenheid meer om een schriftelijke reactie in te dienen.
wijze een schriftelijke reactie ingediend wordt.
§ 14. Een voorstel van beslissing omvat een voorstel over de toekenning van een subsidie en:
1° indien vereist het advies over de zakelijke en de beheersmatige aspecten;
2° het artistiek-inhoudelijke advies;
3° indien van toepassing de behandeling van het verhaalrecht door de door de Vlaamse Regering aangewezen
dienst;
4° indien van toepassing de behandeling van het verhaalrecht door de beoordelingscommissie die is aangesteld
voor de artistiek-inhoudelijke aspecten van het verhaalrecht;
5° indien van toepassing de behandeling van de schriftelijke reactie door de door de Vlaamse Regering
aangewezen dienst;
6° indien van toepassing de behandeling van de schriftelijke reactie door de beoordelingscommissie die het
oorspronkelijke dossier beoordeeld heeft;
7° een voorstel over de grootte van het toe te kennen subsidiebedrag of van het toe te kennen subsidiebedrag per
werkjaar.
§ 15. De Vlaamse Regering beslist over het beleidsplan en de grootte van het toegekende subsidiebedrag per
werkjaar, op basis van het gemotiveerd advies, vermeld in § 2, § 3, § 5 en § 6, en het voorstel van beslissing, vermeld
in § 14.
§ 16. De Vlaamse Regering beslist ten laatste zes maanden voor het begin van een subsidieperiode over de
toekenning van een subsidie.
Indien de Vlaamse Regering niet tijdig beslist over de toekenning van een subsidie, verlengt de duur van de
subsidieperiode van kunstinstellingen en ondersteunende organisaties die al een subsidie ontvangen in uitvoering van
het Kunstendecreet, met één werkjaar. Onder voorbehoud van de toepassing van artikel 4 is het voor dat werkjaar
uitgekeerde subsidiebedrag gelijk aan het door de Vlaamse Regering bepaalde subsidiebedrag per werkjaar uit de
vorige subsidieperiode.”.
“Art. 90. Een gemotiveerd advies als vermeld in artikel 89, § 2, § 3, § 5 en § 6, omvat:
1° een onderbouwde evaluatie van het beleidsplan;
2° een aanduiding van de punten waarop de werking bijsturing behoeft;
3° indien van toepassing een voorstel van nieuwe opdrachten of bijkomende taken;
4° een voorstel van toe te kennen subsidiebedrag per werkjaar.”.
Art. 14. In artikel 133 van hetzelfde decreet wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt:
“§ 1. De door de Vlaamse Regering aangewezen dienst gaat na of een ontvankelijk aanvraagdossier voldoet aan
elk van de toekenningsvoorwaarden, vermeld in artikel 17, § 1. In afwijking van artikel 11, 1° en 2°, kunnen ook
activiteiten die zich situeren binnen het werkterrein van het Vlaams Fonds voor de Letteren of het Vlaams Audiovisueel
Fonds in aanmerking komen voor een residentietoelage.”.
“Art. 134. De beoordeling van een ontvankelijk aanvraagdossier en de beslissing over de toekenning gebeuren
volgens de bepalingen, vermeld in artikel 43 en in artikel 46 tot en met artikel 48.
In afwijking van artikel 43, kan een aangeduide residentieplek optreden als beoordelaar van een ontvankelijk
aanvraagdossier.”.
Art. 16. In artikel 149 van hetzelfde decreet wordt punt 3° vervangen door wat volgt:
“3° de subsidievoorwaarden, vermeld in artikel 52, § 2, indien de subsidieontvanger een organisatie is die
gevestigd is in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.”.
29693
29694
Art. 17. In artikel 151 van hetzelfde decreet wordt het tweede lid vervangen door wat volgt:
“Een kunstenaar, een groep van kunstenaars of een organisatie kan een bemiddelaar aanduiden die de aanvraag
indient.”.
Art. 18. In artikel 153 van hetzelfde decreet wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt:
“§ 1. Een kunstenaar, een groep van kunstenaars of een organisatie die een doorbraaktraject als vermeld in
artikel 151, aanvraagt, dient een aanvraagdossier in bij de door de Vlaamse Regering aangewezen dienst.”.
Art. 19. In hoofdstuk 3 van titel V van hetzelfde decreet wordt het opschrift van afdeling 1 vervangen door wat
volgt: “Collectie Vlaamse Gemeenschap”.
Art. 20. In artikel 73ter van het Kunstendecreet van 2 april 2004, ingevoegd bij het decreet van 13 december 2013,
wordt paragraaf 4 vervangen door wat volgt:
“§ 4. In afwijking van artikel 73, wordt een aanvraag voor de periode 2015-2016 uiterlijk op 31 maart van het jaar
voorafgaand aan de subsidieperiode ingediend.”.
Art. 21. Aan artikel 73ter van het Kunstendecreet van 2 april 2004, ingevoegd bij het decreet van 13 december 2013,
wordt een paragraaf 5 toegevoegd, die luidt als volgt:
“§ 5. De bepalingen als vermeld in § 1 en § 2 zijn eveneens van toepassing op organisaties die in de periode
2015-2016 niet langer als steunpunt zijn aangeduid en waarvan de werking niet is overgenomen door het steunpunt als
vermeld in § 3.”.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 8 mei 2015.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
G. BOURGEOIS
De Vlaamse minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel,
S. GATZ
Nota
(1) VERWIJZINGEN*
Zitting 2014-2015
Stukken – Voorstel van decreet : 261 – Nr. 1
– Advies van het SARC : 261 – Nr. 2
– Advies van de Raad van State : 261 – Nr. 3
– Amendementen : 261 – Nr. 4
– Verslag : 261 – Nr. 5
– Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 261 – Nr. 6
Handelingen – Bespreking en aanneming: Vergadering van 22 april 2015.
TRADUCTION
AUTORITE FLAMANDE
[C − 2015/35617]
8 MAI 2015. — Décret modifiant le Décret sur les Arts du 13 décembre 2013 (1)
Le PARLEMENT FLAMAND a adopté et Nous, GOUVERNEMENT, sanctionnons ce qui suit :
Décret modifiant le Décret sur les Arts du 13 décembre 2013
Article 1er. Le présent décret règle une matière communautaire.
Art. 2. L’article 8 du Décret sur les Arts du 13 décembre 2013, dont le texte actuel formera le paragraphe 1er, est
complété par un paragraphe 2 et un paragraphe 3, rédigés comme suit :
« § 2. Le protocole tel que visé au § 1er est en vigueur pour la durée de la législature.
§ 3. Par dérogation au § 2, l’organisation représentative qui défend les intérêts des provinces flamandes est partie
au protocole jusqu’au 31 décembre 2016 inclus. ».
Art. 3. L’article 13 du même décret est complété par un alinéa deux, rédigé comme suit :
« Les subventions aux artistes sont en principe octroyées et payées à l’artiste. Toutefois, le Gouvernement flamand
peut décider, dans certains cas, de ne pas payer les subventions, en tout ou en partie, à l’artiste même, mais à une
personne morale à désigner par l’artiste. ».
Art. 4. L’article 25 du même décret, dont le texte actuel formera le paragraphe 1er, est complété par un
paragraphe 2, rédigé comme suit :
« § 2. Au début de chaque année d’activité, le Gouvernement flamand peut ajuster les subventions de
fonctionnement en vue du financement des dépenses de personnel supplémentaires découlant de l’augmentation de
l’indice servant de base au calcul des traitements des fonctionnaires flamands. Sous réserve de l’application de
l’article 4, ces subventions de fonctionnement sont ajustées dans les limites des crédits approuvés par le Parlement
flamand. ».
Art. 5. Dans l’article 28, § 1er, du même décret, le point 1° est remplacé par la disposition suivante :
« 1° pouvoir démontrer une activité professionnelle dans le secteur des arts pendant au moins trois années ; ».
Art. 6. Dans l’article 45, § 5, l’alinéa premier est remplacé par la disposition suivante :
« Un demandeur d’une subvention de fonctionnement peut introduire un recours contre l’un des avis repris dans
la proposition de décision provisoire, visée au § 4, 1° et 2°, si cet avis est négatif. ».
Art. 7. L’article 45 du même décret est complété par un paragraphe 8, rédigé comme suit :
« § 8. « Un demandeur d’une subvention de fonctionnement peut introduire une réaction écrite sur un des avis
repris dans la proposition de décision provisoire, visée au § 4, 1° et 2°, si cet avis est positif.
La réaction écrite a rapport au dossier initialement introduit et ne peut pas contenir de nouveaux éléments relatifs
au contenu artistique ni de nouveaux éléments gestionnels.
La commission qui a évalue le dossier initialement introduit, complété par un membre qui n’était pas associé à
l’avis repris dans la proposition de décision provisoire, traite les aspects artistiques et de fond de la réaction écrite.
Le service désigné par le Gouvernement flamand, traite les aspects gestionnels et administratifs de la réaction
écrite.
Le délai endéans lequel un demandeur peut introduire une réaction écrite, est de dix jours ouvrables à compter du
jour auquel la proposition de décision provisoire a été envoyée à l’organisation concernée. Après l’expiration du délai
précité, il n’y a plus d’occasion pour introduire une réaction écrite.
Le Gouvernement flamand précise les données et les documents qu’une réaction écrite doit contenir et les
modalités selon lesquelles une réaction écrite doit être introduite. ».
Art. 8. Dans l’article 46 du même décret, l’alinéa deux est remplacé par la disposition suivante :
« Une proposition de décision comprend une proposition relative à l’octroi d’une subvention et :
1° si nécessaire l’avis sur les aspects gestionnels et administratifs ;
2° l’avis artistique et de fond ;
3° si d’application, le traitement du droit de recours par le service désigné par le Gouvernement flamand ;
4° si d’application, le traitement du droit de recours par la commission désignée pour les aspects artistiques et de
fond du droit de recours ;
5° si d’application, le traitement de la réaction écrite par le service désigné par le Gouvernement flamand ;
6° si d’application, le traitement de la réaction écrite par la commission qui a évalué le dossier initial ;
7° une proposition sur l’ampleur du montant de la subvention à octroyer ou du montant de la subvention à
octroyer par année d’activité. ».
Art. 9. L’article 52, § 1er, du même décret est remplacé par la disposition suivante :
« § 1er. Outre les conditions de subvention, visées à l’article 51, la condition de subvention suivante s’applique au
bénéficiaire d’une bourse, d’une allocation de résidence et d’une intervention pour des moments de présentation
publics à l’étranger, en vue du contrôle de l’efficacité : l’explication de la façon dont la bourse, l’allocation de résidence
ou l’intervention pour des moments de présentation publics à l’étranger a contribué au développement professionnel
et artistique de l’artiste. ».
Art. 10. L’article 79 du même décret est complété par un paragraphe 3, rédigé comme suit :
« § 3. Au début de chaque année d’activité, le Gouvernement flamand peut ajuster les subventions en vue du
financement des dépenses de personnel supplémentaires découlant de l’augmentation de l’indice servant de base au
calcul des traitements des fonctionnaires flamands. Sous réserve de l’application de l’article 4, ces subventions sont
ajustées dans les limites des crédits approuvés par le Parlement flamand. ».
Art. 11. Dans l’article 88, § 2, du même décret, le point 2° est remplacé par la disposition suivante :
« 2° la façon dont les missions-clés, visées aux articles 72, 74, 76 et 171, sont réalisées ; ».
Art. 12. L’article 89 du même décret est remplacé par les dispositions suivantes :
« Art. 89. § 1er. Le service désigné par le Gouvernement flamand prend les préparations nécessaires pour
l’évaluation de la qualité du plan d’orientation.
§ 2. Le service désigné par le Gouvernement flamand évalue la qualité des aspects gestionnels et administratifs
d’un plan d’orientation d’une institution d’art à l’aide des critères, visés à l’article 28, § 2 et § 3, et rédige un avis motivé,
y compris une appréciation indicative.
§ 3. Le service désigné par le Gouvernement flamand évalue la qualité des aspects gestionnels et administratifs
d’un plan d’orientation d’une organisation d’appui à l’aide des critères, visés à l’article 88, § 2 et § 3, et rédige un avis
motivé, y compris une appréciation indicative.
§ 4. Le service désigné par le Gouvernement flamand remet toutes les informations utiles, nécessaires à produire
une évaluation de qualité du contenu, à une commission d’évaluation telle que visée à l’article 85. Si un avis gestionnel
est requis pour le dossier de demande, le service désigné par le Gouvernement flamand assure l’évaluation gestionnelle
et administrative provisoire, y compris l’appréciation indicative du dossier de demande au début de l’évaluation
artistique et de fond par la commission d’évaluation.
§ 5. Une commission d’évaluation telle que visée à l’article 85 évalue la qualité des aspects artistiques et de fond
d’un dossier de demande recevable d’une institution d’art à l’aide des critères, visés à l’article 28, § 2, et à l’article 28,
§ 3, et rédige un avis motivé, y compris une appréciation indicative dans les limites de l’espace budgétaire qui leur est
attribué.
§ 6. Une commission d’évaluation telle que visée à l’article 85 évalue la qualité des aspects artistiques et de fond
d’un dossier de demande recevable d’une organisation d’appui à l’aide des critères, visés à l’article 88, § 2, et rédige
un avis motivé, y compris une appréciation indicative dans les limites de l’espace budgétaire qui leur est attribué.
§ 7. Le service désigné par le Gouvernement flamand rédige une proposition de décision provisoire sur tous les
aspects d’un dossier de demande d’une institution d’art et d’une organisation d’appui, telle que visée à l’article 6, 5°.
§ 8. Si, lors de l’évaluation d’un plan d’orientation d’une institution d’art ou d’une organisation d’appui, il existe
une grande disparité entre l’avis de la commission d’évaluation et l’avis du service désigné par le Gouvernement
flamand, les deux parties se concertent dans un moment de délibération. Au cours du moment de délibération, les deux
parties cherchent à aligner leur avis l’une sur l’autre autant que possible.
29695
29696
§ 9. L’art d’institution ou l’organisation d’appui reçoit la proposition de décision provisoire.
Le Gouvernement flamand précise la procédure de la remise de la proposition de décision provisoire et les
modalités selon lesquelles les propositions de décision sont rendues publiques.
§ 10. La proposition de décision provisoire contient :
1° l’avis sur les aspects gestionnels et administratifs ;
2° l’avis artistique et de fond.
§ 11. Une institution d’art peut introduire une réaction écrite sur un des avis repris dans la proposition de décision
provisoire, visée au § 10, 1° et 2°.
La commission d’évaluation qui a évalué le dossier initialement introduit, traite les aspects artistiques et de fond
de la réaction écrite.
écrite.
Le délai endéans lequel l’institution d’art peut introduire une réaction écrite, est de dix jours ouvrables à compter
du jour auquel la proposition de décision provisoire a été envoyée. Après l’expiration du délai précité, il n’y a plus
d’occasion pour introduire une réaction écrite.
modalités selon lesquelles une réaction écrite doit être introduite.
§ 12. Une organisation d’appui peut introduire un recours contre l’un des avis repris dans la proposition de
décision provisoire, visée au § 10, 1° et 2°, si cet avis est négatif.
Le recours a rapport au dossier initialement introduit et ne peut pas contenir de nouveaux éléments relatifs au
contenu artistique ni de nouveaux éléments gestionnels.
Le recours comprend les arguments nécessaires indiquant que le processus d’évaluation ne se serait pas déroulé
soigneusement.
Le Gouvernement flamand désigne une commission qui évalue le recours sur sa recevabilité, le 1er octobre de
l’avant-dernière année précédant une période de subvention quinquennale.
Un membre de la commission d’évaluation qui évalue un recours sur sa recevabilité, reçoit une compensation pour
ses activités et déplacements. Le Gouvernement flamand précise la hauteur des compensations.
L’évaluation de la recevabilité se fait sur la base des éléments suivants :
1° la vérification que la procédure de l’évaluation du dossier de subvention a été suivie en bonne et due forme ;
2° la vérification que la méthodologie de l’évaluation du dossier de subvention a été suivie en bonne et due forme ;
3° la validité des arguments invoqués par le demandeur du recours.
En cas d’irrecevabilité du recours, la procédure de recours vient à terme et la proposition de décision initiale
provisoire reste valide.
§ 13. Une organisation d’appui peut introduire une réaction écrite sur un des avis repris dans la proposition de
décision provisoire, visée au § 10, 1° et 2°, si cet avis est positif.
La commission d’évaluation qui a évalué le dossier initialement introduit, traite les aspects artistiques et de fond
de la réaction écrite.
écrite.
Le délai endéans lequel l’organisation d’appui peut introduire une réaction écrite, est de dix jours ouvrables à
compter du jour auquel la proposition de décision provisoire a été envoyée à l’organisation concernée. Après
l’expiration du délai précité, il n’y a plus d’occasion pour introduire une réaction écrite.
modalités selon lesquelles une réaction écrite doit être introduite.
§ 14. Une proposition de décision comprend une proposition relative à l’octroi d’une subvention et :
1° si nécessaire l’avis sur les aspects gestionnels et administratifs ;
2° l’avis artistique et de fond ;
3° si d’application, le traitement du droit de recours par le service désigné par le Gouvernement flamand ;
4° si d’application, le traitement du droit de recours par la commission d’évaluation désignée pour les aspects
artistiques et de fond du droit de recours ;
5° si d’application, le traitement de la réaction écrite par le service désigné par le Gouvernement flamand ;
6° si d’application, le traitement de la réaction écrite par la commission d’évaluation qui a évalué le dossier initial ;
7° une proposition sur l’ampleur du montant de la subvention à octroyer ou du montant de la subvention à
octroyer par année d’activité.
§ 15. Le Gouvernement flamand décide du plan d’orientation et de l’ampleur du montant de subvention octroyé
par année d’activité, sur la base de l’avis motivé, visé aux § 2, § 3, § 5 et § 6, et de la proposition de décision, visée au
§ 14.
§ 16. Le Gouvernement flamand décide de l’octroi d’une subvention au plus tard six mois avant le début d’une
période de subvention.
A défaut d’une décision ponctuelle sur l’octroi d’une subvention par le Gouvernement flamand, la durée de la
période de subvention d’institutions d’art et d’organisations d’appui déjà bénéficiaires d’une subvention en exécution
du Décret sur les Arts, est prolongée d’une année d’activité. Sous réserve de l’application de l’article 4, le montant de
la subvention payé pour cette année d’activité est égal au montant de la subvention par année d’activité de la période
de subvention précédente, défini par le Gouvernement flamand. ».
« Art. 90. L’avis motivé, tel que visé à l’article 89, § 2, § 3, § 5 et § 6, comprend :
1° une évaluation fondée du plan d’orientation ;
2° une indication des points sur lesquels le fonctionnement doit être ajusté ;
3° si d’application, une proposition de nouvelles missions ou de tâches supplémentaires ;
4° une proposition du montant de la subvention à octroyer par année d’activité. ».
Art. 14. Dans l’article 133 du même décret, le paragraphe 1er est remplacé par les dispositions suivantes :
« § 1er. Le service désigné par le Gouvernement flamand examine si le dossier de demande recevable répond à
chacune des conditions d’octroi, visées à l’article 17, § 1er. Par dérogation à l’article 11, 1° et 2°, les activités se situant
dans le domaine d’activités du « Vlaams Fonds voor de Letteren » ou du « Vlaams Audiovisueel Fonds » sont
également éligibles à une allocation de résidence. ».
« Art. 134. L’évaluation d’un dossier de demande recevable et la décision sur l’octroi s’effectuent selon les
dispositions, visées à l’article 43, et aux articles 46 à 48 inclus.
Par dérogation à l’article 43, un site de résidence désigné peut agir comme évaluateur d’un dossier de demande
recevable. ».
Art. 16. A l’article 149 du même décret, le point 3° est remplacé par la disposition suivante :
« 3° aux conditions de subvention, visées à l’article 52, § 2, si le bénéficiaire de la subvention est une organisation
établie en région de langue néerlandaise ou en région bilingue de Bruxelles-Capitale. ».
Art. 17. Dans l’article 151 du même décret, l’alinéa deux est remplacé par la disposition suivante :
« Un artiste, un groupe d’artistes ou une organisation peut désigner un intermédiaire pour introduire la
demande. ».
Art. 18. Dans l’article 153 du même décret, le paragraphe 1er est remplacé par les dispositions suivantes :
« § 1er. Un artiste, un groupe d’artistes ou une organisation qui demande une trajectoire stimulant les percées, telles
que visées à l’article 151, introduit un dossier de demande auprès du service désigné par le Gouvernement flamand. ».
Art. 19. Dans le chapitre 3 du titre V du même décret, l’intitulé de la section 1 est remplacé par la disposition
suivante : « Collection de la Communauté flamande »
Art. 20. Dans l’article 73ter du Décret sur les Arts du 2 avril 2004, inséré par le décret du 13 décembre 2013, le
paragraphe 4 est remplacé par la disposition suivante :
« § 4. Par dérogation à l’article 73, une demande pour la période de 2015-2016 est introduite au plus tard le
31 mars de l’année précédant la période de subvention. ».
Art. 21. L’article 73ter du Décret sur les Arts du 2 avril 2004, inséré par le décret du 13 décembre 2013, est complété
par un paragraphe 5, rédigé comme suit :
« § 5. Les dispositions telles que visées aux §§ 1er et 2 s’appliquent également aux organisations qui ne sont plus
désignées comme point d’appui dans la période de 2015-2016, et dont le fonctionnement n’est pas repris par le point
d’appui tel que visé au § 3. ».
Promulguons le présent décret, ordonnons qu’il soit publié au Moniteur belge.
Bruxelles, le 8 mai 2015.
Le Ministre-Président du Gouvernement flamand,
G. BOURGEOIS
Le Ministre flamand de la Culture, des Médias, de la Jeunesse et des Affaires bruxelloises,
S. GATZ
Note
(1) Session 2014-2015
Documents – Proposition de décret : 261 – N° 1
– Avis du SARC : 261 – N° 2
– Avis du Conseil d’Etat : 261 – N° 3
– Amendements : 261 – N° 4
– Rapport : 261 – N° 5
- Texte adopté en séance plénière : 261 – N° 6
Annales – Discussion et adoption : Séance du 22 avril 2015
29697
29698
VLAAMSE OVERHEID
[C − 2015/35625]
20 APRIL 2015. — Ministerieel besluit tot wijziging van artikel 1 van het ministerieel besluit van 25 februari 2009
betreffende de controle op de bepaling van de samenstelling van melk en de betaling door de kopers van de
melk aan de producenten
De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw,
Gelet op het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 4, 2°;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2007 houdende de organisatie van de vaststelling
van en de controle op de samenstelling van rauwe koemelk, artikel 8;
Gelet op het ministerieel besluit van 25 februari 2009 betreffende de controle op de bepaling van de samenstelling
van melk en de betaling door de kopers van de melk aan de producenten;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 27 februari 2015;
Gelet op advies 57.229/3 van de Raad van State, gegeven op 31 maart 2015 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste
lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat de begrippen basisprijs en standaardprijs dezelfde betekenis hebben en de terminologie die
gehanteerd wordt in het besluit volledig uniform moet zijn met het oog op de rechtszekerheid,
Besluit :
Artikel 1. In artikel 1, 11°, van het ministerieel besluit van 25 februari 2009 betreffende de controle op de bepaling
van de samenstelling van melk en de betaling door de kopers van de melk aan de producenten, gewijzigd bij het
ministerieel besluit van 10 juli 2014, wordt het woord “basisprijs” vervangen door het woord “standaardprijs”.
Brussel, 20 april 2015.
J. SCHAUVLIEGE
TRADUCTION
AUTORITE FLAMANDE
[C − 2015/35625]
20 AVRIL 2015. — Arrêté ministériel modifiant l’article 1er de l’arrêté ministériel du 25 février 2009 relatif au contrôle
sur la détermination de la composition du lait fourni aux acheteurs et sur le paiement par les acheteurs du lait
aux producteurs
La Ministre flamande de l’Environnement, de la Nature et de l’Agriculture,
Vu le décret du 28 juin 2013 relatif à la politique de l’agriculture et de la pêche, notamment l’article 4, 2° ;
Vu l’arrêté du Gouvernement flamand du 7 septembre 2007 portant organisation de l’établissement et du contrôle
de la composition du lait cru, notamment l’article 8 ;
Vu l’arrêté ministériel du 25 février 2009 relatif au contrôle sur la détermination de la composition du lait fourni
aux acheteurs et sur le paiement par les acheteurs du lait aux producteurs ;
Vu l’avis de l’Inspection des Finances, rendu le 27 février 2015 ;
Vu l’avis 57.229/3 du Conseil d’Etat, donné le 31 mars 2015, en application de l’article 84,
§ 1er, alinéa 1er, 2°, des lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973 ;
Considérant que les définitions « prix de base » et « prix standard » ont la même signification et qu’en vue de la
sécurité juridique, il est important que la terminologie utilisée dans l’arrêté soit complètement uniforme,
Arrête :
Article 1er. Dans l’article 1er, 11°, de l’arrêté ministériel du 25 février 2009 relatif au contrôle sur la détermination
de la composition du lait fourni aux acheteurs et sur le paiement par les acheteurs du lait aux producteurs, modifié par
l’arrêté ministériel du 10 juillet 2014, les mots « prix de base » sont remplacés par les mots « prix standard ».
Bruxelles, le 20 avril 2015.
J. SCHAUVLIEGE
VLAAMSE OVERHEID
[C − 2015/35628]
20 APRIL 2015. — Ministerieel besluit houdende uitvoering van artikel 2 en 4 van het besluit van de Vlaamse
Regering van 31 januari 2014 betreffende erkenningen van producenten- en brancheorganisaties, voor de sector
varkensvlees
Gelet op verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot
vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de
Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, gewijzigd
bij verordening (EU) nr. 1310/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013;
Gelet op het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 30, 1°;
Gelet op besluit van de Vlaamse Regering van 31 januari 2014 betreffende erkenningen van producenten- en
brancheorganisaties, artikel 2, tweede lid, en artikel 4, tweede en derde lid;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 8 januari 2015;
Gelet op advies 57.171/3 van de Raad van State, gegeven op 25 maart 2015, met toepassing van artikel 84, § 1,
eerste lid, 2 °, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973,
Besluit :
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder besluit van 31 januari 2014: het besluit van de Vlaamse Regering van
31 januari 2014 betreffende erkenningen van producenten- en brancheorganisaties.
Art. 2. Binnen de sector varkensvlees, vermeld in artikel 2, eerste lid, 13°, van het besluit van 31 januari 2014,
wordt de deelsector biologisch varkensvlees aangeduid.
Producenten die varkensvlees produceren en in het kader van die productie deelnemen aan de voedselkwaliteitsregeling die is ingesteld bij verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad van 28 juni 2007 inzake de biologische productie
en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2092/91, behoren tot de
deelsector biologisch varkensvlees.
Art. 3. § 1. Ter uitvoering van artikel 4, tweede lid, van het besluit van 31 januari 2014 wordt het minimum aantal
leden per groep van producenten in de sector varkensvlees waarvoor de erkenning als producentenorganisatie wordt
aangevraagd, vastgesteld op 40.
§ 2. Ter uitvoering van artikel 4, derde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 januari 2014, wordt voor
de deelsector biologisch varkensvlees, vermeld in artikel 2 van dit besluit, het minimum aantal leden per groep van
producenten waarvoor de erkenning als producentenorganisatie wordt aangevraagd, vastgesteld op 10, op voorwaarde
dat die uitsluitend bestaan uit producenten van biologisch varkensvlees.
Om meegeteld te worden bij het aantal leden voor het bereiken van het minimum aantal, vermeld in het eerste lid,
is vereist dat de producenten van biologisch varkensvlees die lid zijn van de producentenorganisatie, gedurende de
hele duur van hun lidmaatschap van de producentenorganisatie voldoen aan de voorwaarden, vermeld in verordening
(EG) nr. 834/2007 van de Raad van 28 juni 2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische
producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2092/91.
J. SCHAUVLIEGE
TRADUCTION
AUTORITE FLAMANDE
[C − 2015/35628]
20 AVRIL 2015. — Arrêté ministériel portant exécution des articles 2 et 4 de l’arrêté du Gouvernement flamand du
31 janvier 2014 relatif aux agréments d’organisations de producteurs et d’organisations interprofessionnelles
pour le secteur de la viande porcine
La Ministre Flamande de l’Environnement, de la Nature et de l’Agriculture,
Vu le Règlement (UE) n° 1308/2013 du Parlement européen et du Conseil du 17 décembre 2013 portant
organisation commune des marchés des produits agricoles et abrogeant les Règlements (CEE) n° 922/72, (CEE)
n° 234/79, (CE) n° 1037/2001 et (CE) n° 1234/2007 du Conseil, modifié par le Règlement (UE) n° 1310/2013 du
Parlement européen et du Conseil du 17 décembre 2013 ;
Vu le décret du 28 juin 2013 relatif à la politique de l’agriculture et de la pêche, notamment l’article 30, 1° ;
Vu l’arrêté du Gouvernement flamand du 31 janvier 2014 relatif aux agréments d’organisations de producteurs et
d’organisations interprofessionnelles, notamment l’article 2, alinéa deux, et l’article 4, alinéas deux et trois ;
Vu l’avis de l’Inspection des Finances, rendu le 8 janvier 2015 ;
Vu l’avis 57.171/3 du Conseil d’État, donné le 25 mars 2015, en application de l’article 84,
§ 1er, alinéa 1er, 2°, des lois sur le Conseil d’État, coordonnées le 12 janvier 1973,
Arrête :
Article 1er. Dans le présent arrêté, on entend par arrêté du 31 janvier 2014 : l’arrêté du Gouvernement flamand du
31 janvier 2014 relatif aux agréments d’organisations de producteurs et d’organisations interprofessionnelles.
29699
29700
Art. 2. Dans le secteur de la viande porcine, visé à l’article 2, alinéa premier, 13°, de l’arrêté du 31 janvier 2014,
le sous-secteur de la viande porcine biologique est désigné.
Les producteurs de viande porcine qui participent, dans le cadre de cette production, au régime de contrôle
alimentaire instauré par le Règlement (CE) n° 834/2007 du Conseil du 28 juin 2007 relatif à la production biologique
et à l’étiquetage des produits biologiques et abrogeant le Règlement (CE) n° 2092/91, relèvent du sous-secteur de la
viande porcine biologique.
Art. 3. § 1er. En exécution de l’article 4, alinéa deux, de l’arrêté du 31 janvier 2014, le nombre minimum de
membres par groupe de producteurs dans le secteur de la viande porcine pour lequel l’agrément en tant
qu’organisation de producteurs est demandé, est fixé à 40.
§ 2. En exécution de l’article 4, alinéa trois, de l’arrêté du Gouvernement flamand du 31 janvier 2014, le nombre
minimum de membres par groupe de producteurs pour lequel l’agrément en tant qu’organisation de producteurs est
demandé, est fixé à 10 pour le sous-secteur de la viande porcine biologique visé à l’article 2 du présent arrêté, à
condition que ceux-ci sont tous des producteurs de viande porcine biologique.
Pour être inclus dans le nombre de membres en vue d’atteindre le nombre minimal visé à l’alinéa premier, les
producteurs de viande porcine biologique qui sont membres de l’organisation de producteurs doivent remplir, pendant
la durée entière de leur affiliation à l’organisation de producteurs, les conditions visées au Règlement (CE) n° 834/2007
du Conseil du 28 juin 2007 relatif à la production biologique et à l’étiquetage des produits biologiques et abrogeant le
Règlement (CE) n° 2092/91.
J. SCHAUVLIEGE
REGION WALLONNE — WALLONISCHE REGION — WAALS GEWEST
SERVICE PUBLIC DE WALLONIE
[2015/202457]
13 MAI 2015. — Arrêté du Gouvernement wallon modifiant l’arrêté du Gouvernement wallon du 17 janvier 2013
désignant l’organisme payeur de Wallonie pour les Fonds FEAGA et FEADER, et instituant un Comité de suivi
de l’organisme payeur de Wallonie
Le Gouvernement wallon,
Vu le Règlement (UE) no 1308/2013 du Parlement européen et du Conseil du 17 décembre 2013 portant
organisation commune des marchés des produits agricoles et abrogeant les Règlements (CEE) no 922/72, (CEE)
no 234/79, (CE) no 1037/2001 et (CE) no 1234/2007 du Conseil;
Vu le Règlement (UE) no 1306/2013 du Parlement européen et du Conseil du 17 décembre 2013 relatif au
financement, à la gestion et au suivi de la politique agricole commune et abrogeant les Règlements (CEE) no 352/78,
(CE) no 165/94, (CE) no 2799/98, (CE) no 814/2000, (CE) no 1290/2005 et no 485/2008 du Conseil;
Vu le Règlement délégué (UE) no 907/2014 de la Commission du 11 mars 2014 complétant le Règlement (UE)
no 1306/2013 du Parlement européen et du Conseil en ce qui concerne les organismes payeurs et autres entités, la
gestion financière, l’apurement des comptes, les garanties et l’utilisation de l’euro;
Vu le Code wallon de l’Agriculture, les articles D.4 et D.252 à D.254;
Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 17 janvier 2013 désignant l’organisme payeur de Wallonie pour les Fonds
FEAGA et FEADER, et instituant un Comité de suivi de l’organisme payeur de Wallonie, modifié par l’arrêté du
Gouvernement wallon du 11 septembre 2014;
Vu l’urgence motivée par la circonstance que même si les acteurs restent les mêmes, la structure de l’organisme
payeur est modifiée;
Considérant que l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 mai 2015 modifiant l’arrêté du Gouvernement wallon
du 1er février 2007 relatif au cadre organique du Service public de Wallonie impacte la structure de la DGO3 en créant
un nouveau Département au départ du Département actuel des Aides en scindant les activités de ce dernier entre,
d’une part, les activités « métier d’instruction des dossiers d’aides » et, d’autre part, les activités transversales et de
support;
Considérant qu’il y a lieu de tenir compte de cette modification de structure dans le cadre de l’agrément de
l’organisme payeur de Wallonie;
Sur la proposition du Ministre de l’Agriculture;
Après délibération,
Arrête :
Article 1er. L’article 1er, alinéa 1er, de l’arrêté du Gouvernement wallon du 17 janvier 2013 désignant l’organisme
payeur de Wallonie pour les Fonds FEAGA et FEADER, et instituant un Comité de suivi de l’organisme payeur de
Wallonie, modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 11 septembre 2014, est remplacé par ce qui suit :
« Le Département des Aides et le Département de l’Agriculture de la Direction générale opérationnelle Agriculture,
Ressources naturelles et Environnement sont agréés comme organisme payeur de Wallonie pour les Fonds FEAGA et
FEADER, conformément à l’article 7, § 2, alinéa 1er, du Règlement (UE) no 1306/2013 du Parlement européen et du
Conseil du 17 décembre 2013 relatif au financement, à la gestion et au suivi de la politique agricole commune et
abrogeant les Règlements (CEE) no 352/78, (CE) no 165/94, (CE) no 2799/98, (CE) no 814/2000, (CE) no 1290/2005 et
no 485/2008 du Conseil, et à l’article 1er du Règlement délégué (UE) no 907/2014 de la Commission du 11 mars 2014
complétant le Règlement (UE) no 1306/2013 du Parlement européen et du Conseil en ce qui concerne les organismes
payeurs et autres entités, la gestion financière, l’apurement des comptes, les garanties et l’utilisation de l’euro. ».
29701
Art. 2. A l’article 2 de l’arrêté du Gouvernement wallon du 17 janvier 2013, modifié par l’arrêté du Gouvernement
wallon du 11 septembre 2014, les termes « l’inspecteur général du Département des Aides » sont remplacés par « l’agent
qui occupe le poste d’inspecteur général du Département des Politiques européennes et des Accords internationaux ».
Art. 3. L’article 1er du présent arrêté produit ses effets le 1er janvier 2015.
L’article 2 du présent arrêté entre en vigueur le 1er juin 2015.
Art. 4. Le Ministre de l’Agriculture est chargé de l’exécution du présent arrêté.
Namur, le 13 mai 2015.
Le Ministre-Président,
P. MAGNETTE
Le Ministre de l’Agriculture, de la Nature, de la Ruralité, du Tourisme et des Infrastructures sportives,
délégué à la Représentation à la Grande Région,
R. COLLIN
ÜBERSETZUNG
ÖFFENTLICHER DIENST DER WALLONIE
[2015/202457]
13. MAI 2015 — Erlass der Wallonischen Regierung zur Abänderung des Erlasses der Wallonischen Regierung
vom 17. Januar 2013 zur Bestimmung der Zahlstelle für die Wallonie für die Fonds EGFL und ELER und zur
Einrichtung eines Ausschusses zur Überwachung der Zahlstelle für die Wallonie
Die Wallonische Regierung,
Aufgrund der Verordnung (EG) Nr. 1308/2013 des Europäischen Parlaments und des Rates vom 17. Dezember 2013 über eine gemeinsame Marktorganisation für landwirtschaftliche Erzeugnisse und zur Aufhebung der
Verordnungen (EWG) Nr. 922/72, (EWG) Nr. 234/79, (EG) Nr. 1037/2001 und (EG) Nr. 1234/2007 des Rates;
Aufgrund der Verordnung (EG) Nr. 1306/2013 des Europäischen Parlaments und des Rates vom 17. Dezember 2013 über die Finanzierung, die Verwaltung und das Kontrollsystem der Gemeinsamen Agrarpolitik und zur
Aufhebung der Verordnungen (EWG) Nr. 352/78, (EG) Nr. 165/94, (EG) Nr. 2799/98, (EG) Nr. 814/2000, (EG)
Nr. 1290/2005 und (EG) Nr. 485/2008 des Rates;
Aufgrund der delegierten Verordnung (EG) Nr. 907/2014 der Kommission vom 11. März 2014 zur Ergänzung der
Verordnung (EG) Nr. 1306/2013 des Europäischen Parlaments und des Rates im Hinblick auf die Zahlstellen und
anderen Einrichtungen, die finanzielle Verwaltung, den Rechnungsabschluss, Sicherheiten und die Verwendung des
Euro;
Aufgrund des wallonischen Gesetzbuches über die Landwirtschaft, Artikel D.4 und D.252 bis D.254;
Aufgrund des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 17. Januar 2013 zur Bestimmung der Zahlstelle für die
Wallonie für die Fonds EGFL und ELER und zur Einrichtung eines Ausschusses zur Überwachung der Zahlstelle für
die Wallonie, abgeändert durch den Erlass der Wallonischen Regierung vom 11. September 2014;
Aufgrund der Dringlichkeit, die durch den Umstand begründet wird, dass die Struktur der Zahlstelle geändert
wird, obwohl die Akteure dieselben bleiben;
In der Erwägung, dass der Erlass der Wallonischen Regierung vom 13. Mai 2015 zur Abänderung des Erlasses der
Wallonischen Regierung vom 1. Februar 2007 zur Festlegung des Stellenplans des Öffentlichen Dienstes der Wallonie
Auswirkungen auf die Struktur der DGO3 hat, indem er auf der Grundlage der aktuellen Abteilung Beihilfen, deren
Aktivitäten in Aktivitäten zur Untersuchung der Beihilfeakten einerseits und in ressortübergreifende und Unterstützungsaktivitäten andererseits aufgeteilt werden, eine neue Abteilung schafft;
In der Erwägung, dass diese Änderung der Struktur im Rahmen der Zulassung der wallonischen Zahlstelle zu
berücksichtigen ist;
Auf Vorschlag des Ministers für Landwirtschaft;
Nach Beratung,
Beschließt:
Artikel 1 - Artikel 1 Absatz 1 des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 17. Januar 2013 zur Bestimmung der
Zahlstelle für die Wallonie für die Fonds EGFL und ELER und zur Einrichtung eines Ausschusses zur Überwachung
der Zahlstelle für die Wallonie, abgeändert durch den Erlass der Wallonischen Regierung vom 11. September 2014, wird
durch folgende Bestimmung ersetzt:
″Die Abteilung Beihilfen und die Abteilung Landwirtschaft der operativen Generaldirektion Landwirtschaft,
Naturschätze und Umwelt werden als Zahlstelle für die Wallonie für die Fonds EGFL und ELER zugelassen gemäß
Artikel 7 § 2 Absatz 1 der Verordnung (EG) Nr. 1306/2013 des Europäischen Parlaments und des Rates vom
17. Dezember 2013 über die Finanzierung, die Verwaltung und das Kontrollsystem der Gemeinsamen Agrarpolitik und
zur Aufhebung der Verordnungen (EWG) Nr. 352/78, (EG) Nr. 165/94, (EG) Nr. 2799/98, (EG) Nr. 814/2000, (EG)
Nr. 1290/2005 und (EG) Nr. 485/2008 des Rates und Artikel 1 der delegierten Verordnung (EG) Nr. 907/2014 der
Kommission vom 11. März 2014 zur Ergänzung der Verordnung (EG) Nr. 1306/2013 des Europäischen Parlaments und
des Rates im Hinblick auf die Zahlstellen und anderen Einrichtungen, die finanzielle Verwaltung, den Rechnungsabschluss, Sicherheiten und die Verwendung des Euro.″.
Art. 2 - In Artikel 2 des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 17. Januar 2013, abgeändert durch den Erlass
der Wallonischen Regierung vom 11. September 2014, werden die Wörter ″der Generalinspektor der Abteilung
Beihilfen″ durch folgende Wörter ersetzt: ″der Bedienstete, der den Posten des Generalinspektors der Abteilung
europäische Politik und internationale Abkommen besetzt″.
29702
Art. 3 - Artikel 1 des vorliegenden Erlasses wird am 1. Januar 2015 wirksam.
Artikel 2 des vorliegenden Erlasses tritt am 1. Juni 2015 in Kraft.
Art. 4 - Der Minister für Landwirtschaft wird mit der Durchführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.
Namur, den 13. Mai 2015
Der Minister-Präsident
P. MAGNETTE
Der Minister für Landwirtschaft, Natur, ländliche Angelegenheiten,
Tourismus und Sportinfrastrukturen, und Vertreter bei der Großregion
R. COLLIN
VERTALING
WAALSE OVERHEIDSDIENST
[2015/202457]
13 MEI 2015. — Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van
17 januari 2013 tot aanwijzing van het Waals betaalorgaan voor de Fondsen ELGF en ELFPO en tot instelling
van een opvolgingscomité voor het Waals betaalorgaan
De Waalse Regering,
Gelet op Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot
vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de
verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad;
Gelet op Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 inzake
de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van
Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG)
nr. 485/2008 van de Raad;
Gelet op de delegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 van de commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van
verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de betaalorganen en andere
instanties, het financieel beheer, de goedkeuring van de rekeningen, de zekerheden en het gebruik van de euro;
Gelet op het Waalse Landbouwwetboek, artikelen D.4 en D.252 tot D. 254;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 17 januari 2013 tot aanwijzing van het Waals betaalorgaan voor de
Fondsen ELGF en ELFPO en tot instelling van een opvolgingscomité voor het Waals betaalorgaan, gewijzigd bij het
besluit van de Waalse Regering van 11 september 2014;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, ingegeven door de omstandigheid dat, hoewel de actoren dezelfde zijn
gebleven, de structuur van het orgaan gewijzigd werd;
Overwegende dat het besluit van de Waalse Regering van 13 mei 2015 tot wijziging van het besluit van de Waalse
Regering van 1 februari 2007 betreffende de personeelsformatie van de Waalse Overheidsdienst gevolg heeft voor de
structuur van DGO3 door de oprichting van een nieuw Departement in het huidige Departement Steun door de
splitsing van laatstgenoemde tussen enerzijds de steundossierbehandelingen en anderziijds de overkoepelende en
ondersteunende activiteiten;
Overwegende dat rekening gehouden dient te worden met deze structuurwijziging in het kader van de erkenning
van het Waalse betaalorgaan;
Op de voordracht van de Minister van Landbouw;
Na beraadslaging,
Besluit :
Artikel 1. Artikel 1, lid 1, van het het besluit van de Waalse Regering van 17 januari 2013 tot aanwijzing van het
Waals betaalorgaan voor de Fondsen ELGF en ELFPO en tot instelling van een opvolgingscomité voor het Waals
betaalorgaan, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 17 september 2014 wordt vervangen door wat
volgt :
Het Departement Steun en het Departement Landbouw van het Operationeel directoraat-generaal Landbouw,
Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu worden als Waals betaalorgaan voor de fondsen ELGF en ELFPO erkend
overeenkomstig artikel 7, § 2, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en van de
Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk
landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG)
nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad en overeenkomstig artikel 1 van de delegeerde
Verordening (EU) nr. 907/2014 van de commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013
van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de betaalorganen en andere instanties, het financieel beheer, de
goedkeuring van de rekeningen, de zekerheden en het gebruik van de euro.
29703
Art. 2. In artikel 2 van het besluit van de Waalse Regering van 17 januari 2013, gewijzigd bij het besluit van de
Waalse Regering van 11 september 2014, worden de bewoordingen ″inspecteur-generaal van het Departement Steun″
vervangen door ″het personeelslid dat de positie van inspecteur-generaal bekleedt in het Departement Europees Beleid
en Internationale Akkoorden″.
Art. 3. Artikel 1 van dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2015.
Artikel 2 van dit besluit treedt in werking op 1 juni 2015.
Namen, 13 mei 2015.
De Minister-President,
P. MAGNETTE
De Minister van Landbouw, Natuur, Landelijke Aangelegenheden, Toerisme en Sportinfrastructuren,
afgevaardigde voor de Vertegenwoordiging bij de Grote Regio,
R. COLLIN
AUTRES ARRETES — ANDERE BESLUITEN
SERVICE PUBLIC FEDERAL TECHNOLOGIE
DE L’INFORMATION ET DE LA COMMUNICATION
INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE
[C − 2015/02019]
[C − 2015/02019]
Personnel. — Nominations
Personeel. — Benoemingen
Par arrêté royal du 28 avril 2015 Mme Samoera JACOBS, est nommée
en qualité d’agent de l’Etat dans la classe A4 au Service public fédéral
Technologie de l’Information et de la Communication, dans un emploi
du cadre linguistique néerlandais, à partir du 18 décembre 2014.
Bij koninklijk besluit van 28 april 2015 wordt Mevr. Samoera JACOBS
tot rijksambtenaar benoemd in de klasse A4 bij de Federale Overheidsdienst Informatie- en Communicatietechnologie in een betrekking van
het Nederlands taalkader, met ingang van 18 december 2014.
Par arrêté royal du 4 mai 2015 Mme Chris DE KONINCK, est
nommée en qualité d’agent de l’Etat dans la classe A4 au Service public
fédéral Technologie de l’Information et de la Communication, dans un
emploi du cadre linguistique néerlandais, à partir du 18 décembre 2014.
Bij koninklijk besluit van 4 mei 2015 wordt Mevr. Chris DE
KONINCK tot rijksambtenaar benoemd in de klasse A4 bij de Federale
Overheidsdienst Informatie- en Communicatietechnologie in een betrekking van het Nederlands taalkader, met ingang van 18 december 2014.
Conformément aux lois coordonnées sur le Conseil d’Etat, un recours
peut être introduit endéans les soixante jours après cette publication. La
requête doit être envoyée sous pli recommandé à la poste, au Conseil
d’Etat, rue de la Science 33, à 1040 BRUXELLES.
Overeenkomstig de gecoördineerde wetten op de Raad van State kan
beroep worden ingediend binnen de zestig dagen na deze bekendmaking. Het verzoekschrift hiertoe dient bij ter post aangetekende brief
aan de Raad van State, Wetenschapsstraat 33, te 1040 BRUSSEL te
worden toegezonden.
*
FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE
SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE
[C − 2015/09245]
[C − 2015/09245]
Personnel. — Nomination
Personeel. — Benoeming
Par arrêté royal du 4 mai 2015, Mme KEMPENEER Céline, née le
26 mai 1983, est nommée en qualité d’agent de l’Etat, dans la classe A1,
au titre d’Attaché psychologue expertise, au Service Public Fédéral
Justice, services extérieurs de la Direction Générale EPI - Etablissements
Pénitentiaires, dans le cadre linguistique français, à partir du
1er avril 2015.
d’Etat, rue de la Science 33, à 1040 Bruxelles.
Bij koninklijk besluit van 4 mei 2015, wordt Mevr. KEMPENEER
Céline, geboren op 26 mei 1983, benoemd tot rijksambtenaar in de
klasse A1, met de titel van Attache-psycholoog deskundige bij de
Federale Overheidsdienst Justitie, buitendiensten van het Directoraatgeneraal EPI Penitentiaire Inrichtingen, in het franstalig taalkader, met
ingang van 1 april 2015.
beroep worden ingediend binnen de zestig dagen na deze bekendmaking. Het verzoekschrift hiertoe dient bij ter post aangetekend brief aan
de Raad van State, Wetenschapsstraat 33, te 1040 Brussel, te worden
toegezonden.
*
[2015/202493]
[2015/202493]
Ordre judiciaire. — Ordres nationaux
Rechterlijke Orde. — Nationale Orden
Par arrêté royal du 7 mai 2015, M. Van Haelst, K., conseiller à la cour
d’appel d’Anvers, est nommé Commandeur de l’Ordre de la Couronne.
Bij koninklijk besluit van 7 mei 2015, is de heer Van Haelst, K.,
raadsheer in het hof van beroep te Antwerpen, benoemd tot Commandeur in de Kroonorde.
29704
SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE,
P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE
FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE,
K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE
[C − 2015/11199]
[C − 2015/11199]
4 MAI 2015. — Arrêté royal acceptant la démission
et portant nomination de membres de la Commission des Assurances
4 MEI 2015. — Koninklijk besluit tot aanvaarding van het ontslag
en tot benoeming van leden van de Commissie voor Verzekeringen
Vu la loi du 4 avril 2014 relative aux assurances, l’article 301, §§ 2 et 4;
Gelet op de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen,
artikel 301, §§ 2 en 4;
Gelet op de dubbele lijst van kandidaten die aan de Minister van
Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel
werd voorgelegd;
Op de voordracht van de Vice-Eerste Minister en Minister van Werk,
Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel,
Vu la liste double de candidats soumise au Ministre de l’Emploi, de
l’Economie et des Consommateurs, chargé du Commerce extérieur;
Sur la proposition du Vice-Premier Ministre et Ministre de l’Emploi,
de l’Economie et des Consommateurs, chargé du Commerce extérieur,
er
Article 1 . Démission honorable de leur fonction de membre effectif
de la Commission des Assurances est accordée à :
Artikel 1. Uit hun functie als vast lid van de Commissie voor
Verzekeringen, wordt eervol ontslag verleend aan :
1° en tant que représentants des intermédiaires :
1° als vertegenwoordigers van de tussenpersonen :
- M. R. Huygens
- Dhr. R. Huygens
- M. P. Cauwert
- Dhr. P. Cauwert
2° en tant qu’experts :
2° als deskundigen :
- Mme C. Van Schoubroeck
- Mevr. C. Van Schoubroeck
- M. V. Callewaert
- Dhr. V. Callewaert
Art. 2. Démission honorable de leur fonction de membre suppléant
de la Commission des Assurances est accordée à :
Art. 2. Uit hun functie als plaatsvervangend lid van de Commissie
voor Verzekeringen, wordt eervol ontslag verleend aan :
- Mme K. Schamphelaere
- Mevr. K. Schamphelaere
- M. D. Gouzée
- Dhr. D. Gouzée
- Mme J. Van Elderen
- Mevr. J. Van Elderen
- M. P.-H. Delvaux
- Dhr. P.-H. Delvaux
Art. 3. Sont nommés, en tant que membre effectif de la Commission
des Assurances pour un terme de six ans :
Art. 3. Worden benoemd als vast lid van de Commissie voor
Verzekeringen voor een termijn van zes jaar :
- M. R. Huygens
- Dhr. R. Huygens
- M. P. Cauwert
- Dhr. P. Cauwert
- Mme C. Van Schoubroeck
- Mevr. C. Van Schoubroeck
- M. V. Callewaert
- Dhr. V. Callewaert
Art. 4. Sont nommés, en tant que membre effectif de la Commission
des Assurances pour un terme de six ans :
Art. 4. Worden benoemd als plaatsvervangend lid van de Commissie voor Verzekeringen voor een termijn van zes jaar :
- Mme K. Schamphelaere
- Mevr. K. Schamphelaere
- M. D. Gouzée
- Dhr. D. Gouzée
- Mme J. Van Elderen
- Mevr. J. Van Elderen
- M. P.-H. Delvaux
- Dhr. P.-H. Delvaux
Art. 5. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er mai 2015.
Art. 5. Dit besluit treedt in werking op 1 mei 2015.
Art. 6. Le ministre qui a les Assurances dans ses attributions est
chargé de l’exécution du présent arrêté.
PHILIPPE
Art. 6. De minister bevoegd voor Verzekeringen is belast met de
FILIP
Par le Roi :
Van Koningswege :
Le Vice-Premier Ministre
et Ministre de l’Emploi, de l’Economie et des Consommateurs,
chargé du Commerce extérieur,
K. PEETERS
De Vice-Eerste Minister
en Minister van Werk, Economie en Consumenten,
belast met Buitenlandse Handel,
K. PEETERS
29705
[C − 2015/11186]
Personnel et Organisation
Nominations en qualité d’agent de l’Etat
[C − 2015/11186]
Personeel en Organisatie
Benoemingen in de hoedanigheid van Rijksambtenaar
Par arrêté royal du 19 mars 2015, Mme Sarah DEBRAEKELEER est
nommée en qualité d’agent de l’Etat, dans la classe A1 au titre
d’attaché, à partir du 1er janvier 2015, avec prise de rang au
1er janvier 2014.
Bij koninklijk besluit van 19 maart 2015 wordt met ingang van
1 januari 2015, Mevr. Sarah DEBRAEKELEER in de hoedanigheid van
Rijksambtenaar benoemd tot de titel van attaché in de klasse A1, met
ranginneming op 1 januari 2014.
Par arrêté royal du 3 avril 2015, M. Benjamin HEYLEN est nommé en
qualité d’agent de l’Etat, dans la classe A2 au titre d’attaché, à partir du
er
1 mars 2015, avec prise de rang au 1er mars 2014.
Bij koninklijk besluit van 3 april 2015 wordt met ingang van
1 maart 2015, de heer Benjamin HEYLEN in de hoedanigheid van
Rijksambtenaar benoemd tot de titel van attaché in de klasse A2, met
ranginneming op 1 maart 2014.
d’Etat, rue de la Science 33, à 1040 Bruxelles.
beroep worden ingediend binnen de zestig dagen na deze bekendmaking. Het verzoekschrift hiertoe dient bij ter post aangetekende brief
aan de Raad van State, Wetenschapsstraat 33, te 1040 Brussel te worden
gericht.
*
[C − 2015/11204]
Installation de production d’électricité
Autorisation individuelle. — EB-2009-0014bis-A
[C − 2015/11204]
Installatie voor elektriciteitsproductie
Individuele vergunning. — EB-2009-0014bis-A
Par arrêté ministériel du 12 mai 2015, est modifié l’arrêté ministériel
EB-2009-0014-A du 4 juin 2009 portant octroi à la s.a. RENTEL
(anciennement association commerciale momentanée RENT-A-PORTELECTRAWINDS, en abrégé « a.c.m. RENTEL ») d’une concession
domaniale pour la construction et l’exploitation d’installations de
production d’électricité à partir des vents dans les espaces marins
(Zuidwest-Schaar entre le Thorntonbank et le Lodewijkbank).
Bij ministerieel besluit van 12 mei 2015 wordt het ministerieel besluit
EB-2009-0014-A van 4 juni 2009 houdende toekenning aan
de n.v. RENTEL (vroeger tijdelijke handelsvennootschap RENT-A-PORTELECTRAWINDS, afgekort « t.h.v. RENTEL ») van een domeinconcessie voor de bouw en de exploitatie van installaties voor de productie
van elektriciteit uit wind in de zeegebieden (Zuidwest-Schaar tussen de
Thorntonbank en de Lodewijkbank), gewijzigd.
*
[C − 2015/11209]
Autorisation individuelle. — EB-2007-0011quater-A
[C − 2015/11209]
Installatie voor elektriciteitsproductie.
Individuele vergunning. — EB-2007-0011quater-A
Par arrêté ministériel du 12 mai 2015, est prolongée la concession
domaniale octroyée par l’arrêté ministériel EB-2007-0011-A du 5 juin 2007
à la s.a. BELWIND pour la construction et l’exploitation d’installations
de production d’électricité à partir des vents dans les espaces marins
(Bligh Bank).
Bij ministerieel besluit van 12 mei 2015 wordt de domeinconcessie
toegekend door het ministerieel besluit EB-2007-0011-A van 5 juni 2007
aan de n.v. BELWIND voor de bouw en de exploitatie van installaties
voor de productie van elektriciteit uit wind in de zeegebieden (Bligh
Bank) verlengd.
*
[C − 2015/11210]
[C − 2015/11210]
Autorisation individuelle. — EB-2011-0019-B
Installatie voor elektriciteitsproductie
Individuele vergunning. — EB-2011-0019-B
Par arrêté ministériel du 12 mai 2015, sont fixées les modalités
d’exécution de cession à la S.A. NORTHWESTER 2 d’une partie de la
concession domaniale octroyée à la société momentanée MERMAID
par l’arrêté ministériel EB-2011-0019-A du 20 juillet 2012 pour la
construction et l’exploitation d’installations de production d’électricité
à partir de l’eau, des courants ou des vents dans les espaces marins
situés au-dessus du BlighBank et de modification de cette concession
domaniale.
Bij ministerieel besluit van 12 mei 2015 worden de modaliteiten tot
uitvoering van de overdracht aan de N.V. NORTHWESTER 2 van een
deel van de domeinconcessie toegekend aan de tijdelijke handelsvennootschap MERMAID bij ministerieel besluit EB-2011-0019-A van
20 juli 2012, voor de bouw en de exploitatie van installaties voor de
productie van elektriciteit uit water, stromen of winden in de zeegebieden gelegen boven de Blighbank en tot wijziging van deze domeinconcessie, vastgesteld.
29706
MINISTERE DE LA DEFENSE
MINISTERIE VAN LANDSVERDEDIGING
[C − 2015/07116]
30 AVRIL 2015. — Arrêté ministériel portant nomination des membres de la Commission instituée par l’article 4 de l’arrêté royal du
19 septembre 1985 fixant les modalités selon lesquelles l’Etat assure
la gratuité des soins aux invalides de guerre et assimilés, aux
orphelins de guerre, à l’intervention de l’Institut des vétérans –
Institut National des invalides de guerre, anciens combattants et
victimes de guerre
[C − 2015/07116]
30 APRIL 2015. — Ministerieel besluit tot benoeming van de leden
van de Commissie ingesteld bij artikel 4 van het koninklijk besluit
van 19 september 1985 tot vaststelling van de wijze waarop de Staat
door bemiddeling van het Instituut voor veteranen - Nationaal
Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers voorziet in de kosteloze verzorging van de oorlogsinvaliden en
gelijkgestelden alsmede van de oorlogswezen
Le Ministre de la Défense,
De Minister van Defensie,
Vu la loi du 1er juillet 1969, fixant le droit des invalides et des
orphelins de guerre au bénéfice des soins de santé aux frais de l’Etat;
Gelet op de wet van 1 juli 1969 tot vaststelling van het recht van de
oorlogsinvaliden en oorlogswezen op geneeskundige verzorging op
kosten van de Staat;
Vu la loi du 8 août 1981 portant création de l’Institut des vétérans –
Institut National des invalides de guerre, anciens combattants et
victimes de guerre, ainsi que du Conseil Supérieur des invalides de
guerre, anciens combattants et victimes de guerre;
Vu l’arrêté royal du 19 septembre 1985 fixant les modalités selon
lesquelles l’Etat assure la gratuité des soins de santé aux invalides de
guerre et assimilés, aux orphelins de guerre, à l’intervention de
l’Institut des vétérans – Institut national des invalides de guerre,
anciens combattants et victimes de guerre,
Gelet op de wet van 8 augustus 1981 tot oprichting van het Instituut
voor veteranen - Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oudstrijders en oorlogsslachtoffers en van de Hoge Raad voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 september 1985 tot vaststelling
van de wijze waarop de Staat door bemiddeling van het Instituut voor
veteranen - Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en
oorlogsslachtoffers voorziet in de kosteloze geneeskundige verzorging
van de oorlogsinvaliden en gelijkgestelden, alsmede van de oorlogswezen,
Arrête :
Besluit :
er
Article 1 . Est nommé en qualité de vice-président de la Commission instituée par l’article 4 de l’arrêté royal du 19 septembre 1985 fixant
les modalités selon lesquelles l’Etat assure la gratuité des soins aux
invalides de guerre et assimilés, aux orphelins de guerre, à l’intervention de l’Institut des Vétérans - Institut national des invalides de guerre,
anciens combattants et victimes de guerre, en application de l’article 4,
§ 1er, a et § 3, 3 :
Artikel 1. Wordt benoemd tot ondervoorzitter van de Commissie
ingesteld bij artikel 4 van het koninklijk besluit van 19 september 1985
tot vaststelling van de wijze waarop de Staat door bemiddeling van het
Instituut voor veteranen - Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden,
oud-strijders en oorlogsslachtoffers voorziet in de kosteloze verzorging
van de oorlogsinvaliden en gelijkgestelden alsmede van de oorlogswezen, in toepassing van artikel 4, § 1, a en § 3, 3 :
— M. D. VANHOUTTE, docteur en médecine, en remplacement du
Docteur A. CHARON, décédé, dont il achèvera le mandat.
— de heer D. VANHOUTTE, doctor in geneeskunde, ter vervanging
van Dokter A. CHARON, overleden, wiens mandaat hij zal beëindigen.
Art. 2. Sont nommés en qualité de membres de la Commission
instituée par l’article 4 du même arrêté royal, en application de
l’article 4, § 1er, b et § 3, 3, sur la proposition du Conseil supérieur des
invalides de guerre, anciens combattants et victimes de guerre :
Art. 2. Worden benoemd tot leden van de Commissie ingesteld bij
artikel 4 van hetzelfde koninklijk besluit, in toepassing van artikel 4, § 1,
b en § 3, 3, op voordracht van de Hoge Raad voor oorlogsinvaliden,
oud-strijders en oorlogsslachtoffers :
— M. J-L. MIGEAL, docteur en médecine, représentant les bénéficiaires de l’Institut des vétérans – Institut national des invalides de
guerre, anciens combattants et victimes de guerre, en remplacement du
docteur D. VANHOUTTE dont il achèvera le mandat;
— de heer J-L. MIGEAL, doctor in de geneeskunde, als vertegenwoordiger van de gerechtigden van het Instituut voor veteranen Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers, ter vervanging van Dokter D. VANHOUTTE wiens
mandaat hij zal beëindigen;
— M. J. VANDEPONSEELE, pharmacien, représentant les bénéficiaires de l’Institut des vétérans – Institut national des invalides de guerre,
anciens combattants et victimes de guerre, en remplacement de Mme
M. DESSENT, décédée, dont il achèvera le mandat.
— de heer J. VANDEPONSEELE, apotheker, als vertegenwoordiger
van de gerechtigden van het Instituut voor veteranen - Nationaal
Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers, ter
vervanging van Mevr. M. DESSENT, overleden, wiens mandaat hij zal
beëindigen.
Art. 3. Le présent arrêté produit ses effets à la date du 1er juillet 2015.
Art. 3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2015.
S. VANDEPUT
S. VANDEPUT
*
MINISTERE DE LA DEFENSE
MINISTERIE VAN LANDSVERDEDIGING
[C − 2015/07117]
[C − 2015/07117]
Personnel civil. — Démission honorable. — Modification
Burgerpersoneel. — Eervol ontslag. — Wijziging
Par arrêté royal n° 732 du 27 mars 2015, l’arrêté royal n° 699 du
22 février 2015 publié au Moniteur belge du 30 mars 2015, relatif à une
démission honorable de l’emploi sur demande avec mise à la retraite est
modifié comme suit : “Démission honorable de sa fonction de
commissaire divisionnaire est accordée à M. Dirk Stichelbaut, avec
admission à la pension de retraite à la date du 1er avril 2015.”.
Bij koninklijk besluit nr. 732 van 27 maart 2015, wordt het koninklijk
besluit nr. 699 van 22 februari 2015, gepubliceerd in het Belgisch
Staatsblad van 30 maart 2015, betreffend een eervol ontslag uit het ambt
op aanvraag met oppensioenstelling gewijzigd als volgt : “aan de
heer Dirk Stichelbaut wordt op 1 april 2015 eervol ontslag uit zijn ambt
van afdelingscommissaris verleend, met aanspraak op een rustpensioen.”.
29707
GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION
GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN
GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN
VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE
VLAAMSE OVERHEID
Kanselarij en Bestuur
[2015/202313]
22 APRIL 2015. — Autonoom Gemeentebedrijf. — Statutenwijziging. — Goedkeuring
Bij besluit van 22 april 2015 hecht de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke
Kansen en Armoedebestrijding haar goedkeuring aan de beslissing van de gemeenteraad van Mechelen van 16 december 2014 houdende wijziging van de statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf Mechelen Actief in Cultuur.
*
VLAAMSE OVERHEID
Werk en Sociale Economie
[C − 2015/35653]
6 FEBRUARI 2015. — Samenstelling van de adviescommissie voor uitzendactiviteiten
Bij besluit van de Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport van 6 februari 2015 wordt bepaald :
Artikel 1. Wordt tot voorzitter van de adviescommissie voor uitzendactiviteiten benoemd :
De heer Othmar Vanachter.
Art. 2. Worden tot effectieve leden van de adviescommissie voor uitzendactiviteiten benoemd als vertegenwoordigers van de representatieve werknemersorganisaties :
Mevr. Sandra Vandergucht;
Mevr. Anita Van Hoof;
Mevr. Pascale Wirken;
Mevr. Laïla Aissa;
De heer Piet Van den Bergh.
Worden tot effectieve leden van de adviescommissie voor uitzendactiviteiten benoemd als vertegenwoordigers van
de representatieve werkgeversorganisaties :
Mevr. Ann Cattelain;
Mevr. Sonja Teughels;
De heer Simon November;
De heer Joris Renard;
De heer Luc Vanoirbeek.
Art. 3. Worden tot plaatsvervangende leden van de adviescommissie voor uitzendactiviteiten benoemd als
vertegenwoordigers van de representatieve werknemersorganisaties :
Mevr. Gaby Jaenen;
De heer André Leurs;
De heer Ortwin Magnus;
De heer Francis Somers;
De heer Jeroen Vandamme.
Worden tot plaatsvervangende leden van de adviescommissie voor uitzendactiviteiten benoemd als vertegenwoordigers van de representatieve werkgeversorganisaties :
Mevr. Caroline Deiteren;
Mevr. Veronique Leroy;
Mevr. Kelly Oerlemans;
De heer Herwig Muyldermans;
De heer Bart Schoukens.
Art. 4. Wordt als deskundige van de adviescommissie voor uitzendactiviteiten benoemd :
Mevr. Isabel Plets.
29708
Art. 5. Worden tot effectieve leden van de adviescommissie voor uitzendactiviteiten benoemd als vertegenwoordigers van het Departement Werk en Sociale Economie :
Mevr. Karen Cambré;
Mevr. Fran Corthouts.
Worden tot plaatsvervangende leden van de adviescommissie voor uitzendactiviteiten benoemd als vertegenwoordigers van het Departement Werk en Sociale Economie :
De heer Frank Hex;
Mevr. Margot Lembrechts.
Art. 6. Het ministerieel besluit van 4 februari 2011 houdende de samenstelling van de adviescommissie voor
uitzendactiviteiten wordt opgeheven.
Art. 7. Dit besluit treedt in werking op 9 februari 2015.
*
VLAAMSE OVERHEID
Leefmilieu, Natuur en Energie
[C − 2015/35654]
18 MEI 2015. — Besluit van de administrateur-generaal van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij
houdende aanstelling van een ambtenaar van de OVAM belast met het treffen van dadingen, het kwijtschelden
of verminderen van de administratieve geldboete, het verlenen van uitstel van betaling en het uitvaardigen van
dwangbevelen
Gelet op het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen, artikelen 60,
61, 62 en 63;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 7 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement
betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen, artikel 9.1.1.;
Gelet op het besluit van de administrateur-generaal van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse
Gewest van 1 maart 2004 houdende aanstelling van de ambtenaar van de OVAM belast met het uitvaardigen van
dwangbevelen, het treffen van dadingen, het kwijtschelden of verminderen van de administratieve geldboete en het
verlenen van uitstel van betaling,
Besluit :
Artikel 1. De heer Luc Goeteyn, afdelingshoofd bij de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij, wordt
aangesteld als ambtenaar belast met het treffen van dadingen, het kwijtschelden of verminderen van de administratieve
geldboete, het verlenen van uitstel van betaling en het uitvaardigen van dwangbevelen overeenkomstig de artikelen 60
tot 63 van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen.
Art. 2. Het besluit van de administrateur-generaal van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse
Gewest van 1 maart 2004 houdende aanstelling van de ambtenaar van de OVAM belast met het uitvaardigen van
dwangbevelen, het treffen van dadingen, het kwijtschelden of verminderen van de administratieve geldboete en het
verlenen van uitstel van betaling wordt opgeheven.
Art. 3. Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2015.
Mechelen, 18 mei 2015.
De administrateur-generaal van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij,
H. DE BAETS
*
VLAAMSE OVERHEID
Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed
[2015/202312]
29 JANUARI 2015. — Provincie West-Vlaanderen. — Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP)
Lokaal bedrijventerrein Harelbeke - Zuid, stad Harelbeke
Bij besluit van 29/01/2015 heeft de deputatie van de Provincie West-Vlaanderen het gemeentelijk ruimtelijk
uitvoeringsplan Lokaal bedrijventerrein Harelbeke - Zuid voor de stad Harelbeke, zoals definitief vastgesteld door de
gemeenteraad van Harelbeke in zitting van 17/11/2014, goedgekeurd.
REGION WALLONNE — WALLONISCHE REGION — WAALS GEWEST
[2015/202413]
Santé
Un arrêté ministériel du 12 mars 2015 qui produit ses effets le 1er août 2014, modifie comme suit l’article 1er de
l’arrêté ministériel du 28 février 2007 portant agrément définitif de cercles de médecins généralistes : les mots :
« Association des généralistes du Grand Ath et Collines : Ath, Lessines, Chièvre, Brugelette, Silly, Flobecq, Ellezelles;
AMGE : Enghien » sont remplacés par : « Association des généralistes du Val de Dendre : Ath, Lessines, Chièvre,
Brugelette, Silly, Flobecq, Ellezelles, Enghien ».
29709
VERTALING
WAALSE OVERHEIDSDIENST
[2015/202413]
Gezondheid
Bij ministerieel besluit van 12 maart 2015 dat uitwerking heeft op 1 augustus 2014, wordt artikel 1 van het
ministerieel besluit van 28 februari 2007 houdende definitieve erkenning van huisartsenkringen als volgt gewijzigd : de
woorden: ″Vereniging van de huisartsen van de regio ″Grand Ath et Collines″: Aat, Lessen, Chièvre, Brugelette, Silly,
Vloesberg, Elzele; AMGE: Edingen″ worden vervangen door: ″Vereniging van de huisartsen van de ″Val de Dendre″:
Aat, Lessen, Chièvre, Brugelette, Silly, Vloesberg, Elzele, Edingen″.
*
[2015/202441]
Protection du patrimoine
MONS. — Par arrêté ministériel du 1er avril 2015, sont classés comme monument et site, en raison de leur intérêt
historique, archéologique, scientifique, technique, social et paysager : les minières néolithiques de silex et vestiges
paléolithiques de Spiennes, ainsi que les témoins de l’extraction du silex à l’époque historique, conformément aux
dispositions des articles 196 à 204 et 206 à 207 du Code wallon de l’Aménagement du Territoire, de l’Urbanisme, du
Patrimoine et de l’Energie.
*
[2015/202433]
Pouvoirs locaux
Un arrêté ministériel du 3 avril 2015 approuve la délibération du conseil d’administration de l’Intercommunale de
Gestion environnementale « HYGEA » du 26 février 2015 relative aux modifications apportées aux statuts administratif
et pécuniaire ainsi qu’à la table des matières des définitions de fonctions.
Un arrêté ministériel du 31 mars 2015 approuve la délibération du conseil d’administration de l’Intercommunale
de Santé publique du Pays de Charleroi « ISPPC » du 2 mars 2015 relative à la prévention des risques psychosociaux
au travail (adaptation du règlement de travail).
Un arrêté ministériel du 17 avril 2015 approuve la délibération du conseil d’administration de l’Intercommunale
de Santé publique du Pays de Charleroi « ISPPC » du 2 février 2015 relative à l’organigramme et aux descriptions de
fonctions du Service social (modifications).
DAVERDISSE. — Un arrêté ministériel du 27 avril 2015 approuve la délibération du conseil communal de
Daverdisse du 2 avril 2015 relative à la constitution de la Conférence luxembourgeoise des Elus en ASBL.
DINANT. — Un arrêté ministériel du 10 avril 2015 approuve la délibération du 16 mars 2015 par laquelle le conseil
communal de Dinant établit, pour les exercices 2015 à 2019, une taxe sur l’exploitation des carrières et minières.
DOUR. — Un arrêté ministériel du 9 avril 2015 approuve la délibération du 5 mars 2015 par laquelle le conseil
communal de Dour décide de modifier le règlement de travail du personnel communal non enseignant.
DOUR. — Un arrêté ministériel du 10 avril 2015 approuve la délibération du 5 mars 2015 par laquelle le conseil
communal de Dour décide de modifier le statut administratif du personnel communal non enseignant.
FLEMALLE. — Un arrêté ministériel du 27 avril 2015 approuve la délibération du conseil communal de Flémalle
du 26 mars 2015 relative à la participation de la commune à la constitution de l’entreprise d’insertion en titres-services
« INSER’NET », société coopérative à responsabilité limitée à finalité sociale.
FONTAINE-L’EVEQUE. — Un arrêté ministériel du 9 avril 2015 approuve la délibération du 26 février 2015 par
laquelle le conseil communal de Fontaine-l’Evêque décide de modifier le règlement de travail.
29710
FRAMERIES. — Un arrêté ministériel du 10 avril 2015 approuve la modification budgétaire no 1 du service
ordinaire pour l’exercice 2015 de la commune de Frameries votée en séance du conseil communal en date du
2 mars 2015.
GRACE-HOLLOGNE. — Un arrêté ministériel du 10 avril 2015 approuve la délibération du 2 mars 2015 par
laquelle le conseil communal de Grâce-Hollogne établit, pour les exercices 2015 à 2019, une redevance sur les enquêtes
publiques prévues par le décret relatif à la voirie communale du 6 février 2014.
HERON. — Un arrêté ministériel du 10 avril 2015 approuve la délibération du 19 mars 2015 par laquelle le conseil
communal de Héron établit, pour les exercices 2015 à 2018, une taxe sur les centimes additionnels à la taxe régionale
sur les mâts, pylônes et antennes affectés à la réalisation d’une opération mobile de télécommunications par l’opérateur
d’un réseau public de télécommunications.
LIMBOURG. — Un arrêté ministériel du 9 avril 2015 approuve la délibération du 9 mars 2015 par laquelle le conseil
communal de Limbourg décide de modifier le statut pécuniaire du personnel communal en y insérant les échelles
barémiques du sous-lieutenant et du lieutenant professionnels du service d’incendie communal, à l’exception de
l’octroi de l’échelle AP8 au sous-lieutenant professionnel, qui n’est pas approuvé.
MONTIGNY-LE-TILLEUL. — Un arrêté ministériel du 10 avril 2015 approuve partiellement les comptes annuels
pour l’exercice 2013 de la commune de Montigny-le-Tilleul arrêtés en séance du conseil communal en date
du 16 octobre 2014.
NAMUR. — Un arrêté ministériel du 10 avril 2015 approuve la délibération du 12 février 2015 par laquelle le
conseil communal de Namur décide de modifier son statut administratif.
NAMUR. — Un arrêté ministériel du 22 avril 2015 approuve définitivement, tel qu’arrêté en date du 22 mai 2014
par son conseil de fabrique, le budget 2015 de la Fabrique d’église de la Cathédrale de Namur, sise à Namur, moyennant
toutefois les trois réformations budgétaires suivantes :
Titre 1er - Chapitre Ier - Recettes ordinaires :
Article 17, intitulé « Supplément de la province pour les frais ordinaires du culte » ramené de 192.244,32 S
à 146.988,24 S;
Titre 1er - Chapitre II - Recettes extraordinaires :
Article 20, intitulé « Excédent présumé de 2014 » porté de 13.615,68 S à 59.146,76 S;
Article 26, intitulé « Subsides extraordinaires de la province » ramené de 51.775,00 S à 51.500,00 S.
Le budget 2015 modifié présente, dès lors, le résultat définitif suivant :
- Recettes globales : 311.960,00 S
- Dépenses globales : 311.960,00 S
- Solde budgétaire : 0,00 S
NAMUR. — Un arrêté ministériel du 22 avril 2015 approuve définitivement, tel qu’arrêté en date du 1er mars 2014
par son conseil de fabrique, le compte 2013 de la Fabrique d’église orthodoxe Saints-Raphaël, Nicolas et Irène, sise à
Namur.
Ce compte présente le résultat définitif suivant :
- Recettes globales : 9.173,90 S
- Dépenses globales : 6.035,22 S
- Solde comptable : 3.138,68 S
NEUPRE. — Un arrêté ministériel du 10 avril 2015 approuve la délibération du 26 mars 2015 par laquelle le conseil
communal de Neupré établit, pour l’exercice 2015, les centimes additionnels à la taxe régionale sur les mâts, pylônes
et antennes affectés à la réalisation d’une opération mobile de télécommunications par l’opérateur d’un réseau public
de télécommunications.
PEPINSTER. — Un arrêté ministériel du 10 avril 2015 approuve la délibération du 9 mars 2015 par laquelle le
conseil communal de Pepinster établit, pour une durée indéterminée, une redevance pour l’enlèvement des
encombrants.
PROFONDEVILLE. — Un arrêté ministériel du 10 avril 2015 approuve la délibération du 19 mars 2015 par laquelle
le conseil communal de Profondeville établit, pour les exercices 2015 à 2019, une taxe additionnelle sur les
pylônes GSM.
PROFONDEVILLE. — Un arrêté ministériel du 10 avril 2015 approuve la délibération du 19 mars 2015 par laquelle
le conseil communal de Profondeville établit, pour les exercices 2015 à 2019, une redevance pour les concessions et
sépultures de tous types.
SAINT-GHISLAIN. — Un arrêté ministériel du 10 avril 2015 approuve la délibération du 23 février 2015 par
laquelle le conseil communal de Saint-Ghislain établit, pour les exercices 2015 à 2019, les droits d’emplacement sur les
brocantes.
SILLY. — Un arrêté ministériel du 10 avril 2015 approuve la délibération du 9 mars 2015 par laquelle le conseil
communal de Silly établit, pour les exercices 2015 à 2019, une taxe additionnelle à la taxe régionale sur les mâts, pylônes
et antennes affectés à la réalisation, directement avec le public, d’une opération mobile de télécommunications par
l’opérateur d’un réseau public de télécommunications.
STAVELOT. — Un arrêté ministériel du 9 avril 2015 approuve la délibération du 5 mars 2015 par laquelle le conseil
communal de Stavelot décide de modifier le cadre du personnel des services de soins et d’assistance de la Maison
d’Accueil de l’Enfance.
TELLIN. — Un arrêté ministériel du 27 avril 2015 approuve la délibération du conseil communal de Tellin
du 24 mars 2015 relative à la création de l’ASBL « Bibliothèque de la Lesse ».
*
[2015/202347]
Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon des
déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de Mme Corine Beke, en qualité de transporteur de déchets autres
que dangereux
L’Inspecteur général,
Vu le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, tel que modifié;
Vu le décret fiscal du 22 mars 2007 favorisant la prévention et la valorisation des déchets en Région wallonne et
portant modification du décret du 6 mai 1999 relatif à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière
de taxes régionales directes;
Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 10 juillet 1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’arrêté
du Gouvernement wallon du 24 janvier 2002, partiellement annulé par l’arrêt no 94.211 du Conseil d’Etat
du 22 mars 2001;
Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 relatif à l’enregistrement des collecteurs et
transporteurs de déchets autres que dangereux;
Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets;
Vu la demande introduite par Mme Corine Beke, le 24 mars 2015;
Considérant que la requérante a fourni toutes les indications requises par l’article 4, § 2, de l’arrêté du
Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 susvisé,
Acte :
Article 1er. § 1er. Mme Corine Beke, Straatgoedweg 4, à 8740 Egem (numéro Banque-Carrefour des Entreprises ou
de T.V.A. : BE0878506828), est enregistrée en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux.
L’enregistrement est identifié par le numéro 2015-03-27-01.
§ 2. Le présent enregistrement porte sur le transport des déchets suivants :
- déchets industriels ou agricoles non dangereux.
§ 3. Le présent enregistrement exclut le transport des déchets suivants :
- déchets dangereux;
- huiles usagées;
- PCB/PCT;
- déchets animaux;
- déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B2;
- déchets inertes;
- déchets ménagers et assimilés.
29711
29712
Art. 2. Le transport des déchets repris à l’article 1er, § 2, est autorisé sur l’ensemble du territoire de la Région
wallonne.
Le transport n’est autorisé que lorsque celui-ci est effectué sur ordre d’un producteur de déchets ou sur ordre d’un
collecteur enregistré de déchets.
Art. 3. Le transport de déchets est interdit entre 23 heures et 5 heures.
Art. 4. Les dispositions du présent enregistrement ne dispensent pas l’impétrante du respect des prescriptions
requises ou imposées par d’autres textes législatifs applicables.
Art. 5. § 1er. Le présent enregistrement ne préjudicie en rien au respect de la réglementation relative au transport
de marchandises par route, par voie d’eau ou par chemin de fer.
§ 2. Une lettre de voiture entièrement complétée et signée, ou une note d’envoi, doit accompagner le transport des
déchets. Ces documents doivent au moins mentionner les données suivantes :
a) la description du déchet;
b) la quantité exprimée en kilogrammes ou en litres;
c) la date du transport;
d) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui a remis des
déchets;
e) la destination des déchets;
f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du collecteur;
g) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur.
§ 3. La procédure visée au § 2 reste d’application jusqu’à l’entrée en vigueur du bordereau de suivi des déchets visé
à l’article 9 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets.
Art. 6. Une copie du présent enregistrement doit accompagner chaque transport.
Art. 7. § 1er. L’impétrante remet à la personne dont elle a reçu des déchets une attestation mentionnant :
a) son nom ou dénomination, adresse ou siège social;
b) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui lui a remis des
déchets;
c) la date et le lieu de la remise;
d) la quantité de déchets remis;
e) la nature et le code des déchets remis;
f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur des déchets.
§ 2. Un double de l’attestation prévue au § 1er est tenu par l’impétrante pendant cinq ans à disposition de
l’Administration.
Art. 8. § 1er. L’impétrante transmet annuellement à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des
déchets, une déclaration de transport de déchets.
La déclaration est transmise au plus tard le soixantième jour suivant l’expiration de l’année de référence. La
déclaration est établie selon les formats définis par l’Office wallon des déchets.
§ 2. L’impétrante conserve une copie de la déclaration annuelle pendant une durée minimale de cinq ans.
Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de transport, l’impétrante transmet à l’Office
wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, en même temps que sa déclaration annuelle les informations
suivantes :
1o les numéros d’immatriculation des véhicules détenus en propre ou en exécution de contrats passés avec des tiers
et affectés au transport des déchets;
2o la liste des chauffeurs affectés aux activités de transport.
Art. 10. En exécution de l’article 18, § 1er, du décret du 22 mars 2007 favorisant la prévention et la valorisation des
déchets en Région wallonne et portant modification du décret du 6 mai 1999 relatif à l’établissement, au recouvrement
et au contentieux en matière de taxes régionales directes, l’impétrante transmet trimestriellement à l’Office wallon des
déchets, Direction des Instruments économiques, une déclaration fiscale sur base des modèles communiqués par
l’Office wallon des déchets.
Art. 11. Si l’impétrante souhaite renoncer, en tout ou en partie, au transport des déchets désignés dans le présent
enregistrement, elle en opère notification à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, qui en
prend acte.
Art. 12. Sur base d’un procès-verbal constatant une infraction au Règlement 1013/2006/CE concernant les
transferts de déchets, au décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, à leurs arrêtés d’exécution, l’enregistrement peut,
aux termes d’une décision motivée, être radié, après qu’ait été donnée à l’impétrante la possibilité de faire valoir ses
moyens de défense et de régulariser la situation dans un délai déterminé.
En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrante soit de nature à causer un
retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrante n’ait été
entendue.
Art. 13. § 1er. L’enregistrement vaut pour une période de cinq ans.
§ 2. La demande de renouvellement dudit enregistrement est introduite dans un délai précédant d’un mois la limite
de validité susvisée.
Namur, le 27 mars 2015.
Ir A. HOUTAIN
29713
[2015/202348]
déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de M. Johan Visser, en qualité de transporteur de déchets autres
que dangereux
du 22 mars 2001;
Vu la demande introduite par M. Johan Visser, le 24 mars 2015;
Considérant que le requérant a fourni toutes les indications requises par l’article 4, § 2, de l’arrêté du
Acte :
Article 1 . § 1er. M. Johan Visser Kastanjelaan 22, à 2520 Ranst (numéro Banque-Carrefour des Entreprises ou de
T.V.A. : BE0635458084), est enregistré en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux.
- huiles usagées;
- PCB/PCT;
- déchets animaux;
- déchets inertes;
wallonne.
Art. 4. Les dispositions du présent enregistrement ne dispensent pas l’impétrant du respect des prescriptions
déchets;
Art. 7. § 1er. L’impétrant remet à la personne dont il a reçu des déchets une attestation mentionnant :
déchets;
§ 2. Un double de l’attestation prévue au § 1er est tenu par l’impétrant pendant cinq ans à disposition de
l’Administration.
Art. 8. § 1er. L’impétrant transmet annuellement à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets,
une déclaration de transport de déchets.
§ 2. L’impétrant conserve une copie de la déclaration annuelle pendant une durée minimale de cinq ans.
er
29714
Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de transport, l’impétrant transmet à l’Office
suivantes :
et au contentieux en matière de taxes régionales directes, l’impétrant transmet trimestriellement à l’Office wallon des
Art. 11. Si l’impétrant souhaite renoncer, en tout ou en partie, au transport des déchets désignés dans le présent
enregistrement, il en opère notification à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, qui en prend
acte.
aux termes d’une décision motivée, être radié, après qu’ait été donnée à l’impétrant la possibilité de faire valoir ses
En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrant soit de nature à causer un
retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrant n’ait été
entendu.
Ir A. HOUTAIN
*
[2015/202349]
déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de M. Miguel Delhaye, en qualité de transporteur de déchets
autres que dangereux
du 22 mars 2001;
Vu la demande introduite par M. Miguel Delhaye, le 24 mars 2015;
Considérant que le requérant a fourni toutes les indications requises par l’article 4, § 2, de l’arrêté du
Acte :
Article 1er. § 1er. M. Miguel Delhaye, rue de l’Epinette 29, à 7802 Ormeignies (numéro Banque-Carrefour des
Entreprises ou de T.V.A. : BE0839818872), est enregistré en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux.
- huiles usagées;
- PCB/PCT;
- déchets animaux;
- déchets inertes;
wallonne.
Art. 4. Les dispositions du présent enregistrement ne dispensent pas l’impétrant du respect des prescriptions
déchets;
Art. 7. § 1er. L’impétrant remet à la personne dont il a reçu des déchets une attestation mentionnant :
déchets;
§ 2. Un double de l’attestation prévue au § 1er est tenu par l’impétrant pendant cinq ans à disposition de
l’Administration.
Art. 8. § 1er. L’impétrant transmet annuellement à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets,
une déclaration de transport de déchets.
§ 2. L’impétrant conserve une copie de la déclaration annuelle pendant une durée minimale de cinq ans.
Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de transport, l’impétrant transmet à l’Office
suivantes :
et au contentieux en matière de taxes régionales directes, l’impétrant transmet trimestriellement à l’Office wallon des
Art. 11. Si l’impétrant souhaite renoncer, en tout ou en partie, au transport des déchets désignés dans le présent
enregistrement, il en opère notification à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, qui en prend
acte.
aux termes d’une décision motivée, être radié, après qu’ait été donnée à l’impétrant la possibilité de faire valoir ses
En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrant soit de nature à causer un
retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrant n’ait été
entendu.
Ir A. HOUTAIN
*
[2015/202350]
déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de la SARL TLC, en qualité de transporteur de déchets autres que
dangereux
du 22 mars 2001;
Vu la demande introduite par la SARL TLC, le 24 mars 2015;
29715
29716
Acte :
Article 1 . § 1er. La SARL TLC, sise rue de la Corvée à F-55100 Verdun (numéro Banque-Carrefour des Entreprises
ou de T.V.A. : FR24412388035), est enregistrée en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux.
L’enregistrement est identifié par le numéro 2015-03-27-04
- huiles usagées;
- PCB/PCT;
- déchets animaux;
- déchets inertes;
wallonne.
déchets;
déchets;
l’Administration.
suivantes :
prend acte.
entendue.
er
29717
Ir A. HOUTAIN
*
[2015/202351]
déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de la « BV Van Den Boogaert Transport », en qualité de
transporteur de déchets autres que dangereux
du 22 mars 2001;
Vu la demande introduite par la « BV Van Den Boogaert Transport », le 24 mars 2015;
Acte :
Article 1er. § 1er. La « BV Van Den Boogaert Transport », sise Lozerweg 22, à NL-6606 SR Weert (numéro BanqueCarrefour des Entreprises ou de T.V.A. : NL811683060), est enregistrée en qualité de transporteur de déchets autres que
dangereux.
- huiles usagées;
- PCB/PCT;
- déchets animaux;
- déchets inertes;
wallonne.
déchets;
29718
déchets;
l’Administration.
suivantes :
prend acte.
entendue.
Ir A. HOUTAIN
*
[2015/202352]
déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de la SAS Lormac Transports, en qualité de transporteur de
déchets autres que dangereux
du 22 mars 2001;
Vu la demande introduite par la SAS Lormac Transports, le 24 mars 2015;
Acte :
Article 1er. § 1er. La SAS Lormac Transports, sise rue des Hirondelles 10, à F-57530 Courcelles-Chaussy (numéro
Banque-Carrefour des Entreprises ou de T.V.A. : FR02808580971), est enregistrée en qualité de transporteur de déchets
autres que dangereux.
- huiles usagées;
- PCB/PCT;
- déchets animaux;
- déchets inertes;
wallonne.
déchets;
déchets;
l’Administration.
suivantes :
prend acte.
entendue.
Ir A. HOUTAIN
29719
29720
REGION DE BRUXELLES-CAPITALE — BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
MINISTERE
DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE
MINISTERIE
VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
[C − 2015/31281]
[C − 2015/31281]
Protection du patrimoine
Bescherming van het erfgoed
Par arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du
5 mars 2015, est entamée la procédure de classement comme monument
de la totalité du bâtiment néoclassique de la première gare d’Etterbeek
situé sur le quai 4, sis boulevard Général Jacques 265, à Ixelles, en raison
de son intérêt historique et esthétique. Le bien est connu au cadastre
d’Ixelles, 5e division, section C, 4e feuille, parcelle n° 281 A.
Bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 5 maart 2015;
wordt ingesteld de procedure tot bescherming als monument van de
totaliteit van het neoclassicistische gebouw van het eerste station van
Etterbeek op perron 4, gelegen Generaal Jacqueslaan 265, in Elsene,
omwille van zijn historische en esthetische waarde. Het goed is bekend
ten kadaster van Elsene, afdeling 5, sectie C, blad 4, perceel nr. 281 A.
29721
AVIS OFFICIELS — OFFICIELE BERICHTEN
COUR CONSTITUTIONNELLE
[2015/202415]
Avis prescrit par l’article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989
Par jugement du 1er avril 2015 en cause de Fabian Hellebois et autres contre l’Etat belge, dont l’expédition est
parvenue au greffe de la Cour le 20 avril 2015, le Tribunal de première instance francophone de Bruxelles a posé la
question préjudicielle suivante :
« L’article 54ter, § 3, alinéa 1er, de l’arrêté royal no 78 du 10 novembre 1967 relatif à l’exercice de l’art de guérir, de
l’art infirmier, des professions paramédicales et aux commissions médicales viole-t-il les articles 10 et 11 de la
Constitution pris isolément et/ou conjointement avec l’article 23, alinéa 3, 1o, de la Constitution et l’article 6 du Pacte
international relatif aux droits économiques, sociaux et culturels, en ce qu’il exige des personnes qui ne satisfont pas
aux conditions de qualification prévues à l’article 24, § 2, alinéa 2, de disposer, pour continuer leur activité dans les
mêmes conditions que les praticiens disposant d’un agrément, d’une expérience de trois années à la date
du 2 juillet 1997, alors que la procédure d’agrément n’est devenue effective que le 1er septembre 2010, et en ce que cette
disposition traite donc différemment, d’une part, les personnes qui disposaient de trois années d’expérience en date
du 2 juillet 1997, lesquelles peuvent bénéficier de droits acquis indépendamment de leur (éventuelle) expérience
ultérieure (entre 1997 et 2010), et, d’autre part, les personnes qui ne disposaient pas de trois années d’expérience en date
du 2 juillet 1997, lesquelles ne peuvent pas bénéficier de droits acquis alors qu’elles disposent de trois années
d’expérience (voire davantage) en date du 1er septembre 2010 ? ».
Cette affaire est inscrite sous le numéro 6185 du rôle de la Cour.
Le greffier,
P.-Y. Dutilleux
GRONDWETTELIJK HOF
[2015/202415]
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989
Bij vonnis van 1 april 2015 in zake Fabian Hellebois en anderen tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter
griffie van het Hof is ingekomen op 20 april 2015, heeft de Franstalige Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de
volgende prejudiciële vraag gesteld :
« Schendt artikel 54ter, § 3, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de
uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies de
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, afzonderlijk en/of in samenhang gelezen met artikel 23, derde lid, 1o, van de
Grondwet en artikel 6 van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, doordat het eist,
van de personen die niet voldoen aan de in artikel 24, § 2, tweede lid, gestelde kwalificatievoorwaarden, dat zij
beschikken, om hun activiteit te blijven verrichten onder dezelfde voorwaarden als de beoefenaars die over een
erkenning beschikken, over een ervaring van drie jaar op datum van 2 juli 1997, terwijl de erkenningsprocedure pas
op 1 september 2010 effectief is geworden, en doordat die bepaling dus, enerzijds, de personen die op datum
van 2 juli 1997 over drie jaar ervaring beschikten, die verworven rechten kunnen genieten los van hun (eventuele) latere
ervaring (tussen 1997 en 2010) en, anderzijds, de personen die op datum van 2 juli 1997 niet over drie jaar ervaring
beschikten, die geen verworven rechten kunnen genieten terwijl zij op datum van 1 september 2010 over drie jaar (of
zelfs meer) ervaring beschikken, verschillend behandelt ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 6185 van de rol van het Hof.
De griffier,
P.-Y. Dutilleux
VERFASSUNGSGERICHTSHOF
[2015/202415]
Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989
In seinem Urteil vom 1. April 2015 in Sachen Fabian Hellebois und anderer gegen den belgischen Staat, dessen
Ausfertigung am 20. April 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das französischsprachige Gericht
erster Instanz Brüssel folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt:
« Verstößt Artikel 54ter § 3 Absatz 1 des königlichen Erlasses Nr. 78 vom 10. November 1967 über die Ausübung
der Heilkunst, der Krankenpflege, der Heilhilfsberufe und über die medizinischen Kommissionen gegen die Artikel 10
und 11 der Verfassung, an sich und/oder in Verbindung mit Artikel 23 Absatz 3 Nr. 1 der Verfassung und Artikel 6 des
Internationalen Paktes über wirtschaftliche, soziale und kulturelle Rechte, indem er von den Personen, die die in
Artikel 24 § 2 Absatz 2 vorgesehenen Befähigungsbedingungen nicht erfüllen, verlangt, dass sie, um weiterhin ihre
Tätigkeiten unter denselben Bedingungen auszuüben wie die Fachkräfte, die Inhaber einer Zulassung sind,
am 2. Juli 1997 über eine dreijährige Erfahrung verfügten, während das Zulassungsverfahren erst am 1. September 2010
wirksam geworden ist, und indem diese Bestimmung somit einen Behandlungsunterschied einführt zwischen
einerseits den Personen, die am 2. Juli 1997 über eine dreijährige Erfahrung verfügten und erworbene Rechte
unabhängig von ihrer (eventuellen) späteren Erfahrung (zwischen 1997 und 2010) genießen können, und andererseits
den Personen, die am 2. Juli 1997 nicht über eine dreijährige Erfahrung verfügten und keine erworbenen Rechte
genießen können, obwohl sie am 1. September 2010 über eine dreijährige (oder sogar längere) Erfahrung verfügten? ».
Diese Rechtssache wurde unter der Nummer 6185 ins Geschäftsverzeichnis des Gerichtshofes eingetragen.
Der Kanzler,
P.-Y. Dutilleux
29722
SELOR
BUREAU DE SELECTION DE L’ADMINISTRATION FEDERALE
SELOR
SELECTIEBUREAU VAN DE FEDERALE OVERHEID
Recrutement. — Résultat
Werving. — Uitslag
[2015/202522]
Sélection comparative d’assistants social néerlandophones
[2015/202522]
Vergelijkende selectie van Nederlandstalige sociaal assistenten
La sélection comparative d’assistants social (m/f) (niveau B) néerlandophones pour le SPF Intérieur (ANG14342) a été clôturée le
18 mai 2015.
Le nombre de lauréats s’élève à 19.
De vergelijkende selectie van Nederlandstalige sociaal assistenten
(m/v) (niveau B) voor de FOD Binnenlandse Zaken (ANG14342) werd
afgesloten op 18 mei 2015.
Er zijn 19 geslaagden.
*
SERVICE PUBLIC FEDERAL PERSONNEL ET ORGANISATION
ET SERVICE PUBLIC FEDERAL BUDGET ET CONTROLE DE LA
GESTION
FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE
EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST BUDGET EN
BEHEERSCONTROLE
[C − 2015/02009]
12 MAI 2015. — Circulaire n° 644. — Information relative
à la méthodologie pour le calcul des KPI du monitoring de risque
[C − 2015/02009]
methodologie voor de berekening van de KPI’s voor de monitoring
van het risico
Aux services publics fédéraux, aux services publics fédéraux de
programmation, aux Organismes d’Intérêt Public, aux Institutions
Publiques de Sécurité Sociale, aux Corps Spéciaux.
Madame la Ministre,
Monsieur le Ministre,
Madame la Secrétaire d’Etat,
Monsieur le Secrétaire d’Etat,
Madame la Présidente,
Monsieur le Président,
Madame l’Administratrice-générale,
Monsieur l’Administrateur-général,
Dans les notifications du budget initial 2015, le Conseil des Ministres
du 15 octobre 2014 a décidé d’appliquer une économie linéaire sur les
crédits de personnel de 4 % en 2015 et de 2 % chaque année de 2016 à
2019.
Les entités, pour lesquelles cette économie est d’application, sont
obligées d’informer le Conseil des Ministres du risque de dépassement
des crédits via un monitoring régulier.
S’il n’existe pas de risque, c’est à l’ordonnateur, en tant que personne
autorisée à engager l’Etat pour les dépenses en personnel, de périmétrer le potentiel de décision qu’il a dans les limites des moyens
budgétaires accordés.
Dans ces contextes de décisions distincts, toutes les parties prenantes
ont besoin d’une information essentielle pour pouvoir évaluer, sans
ambigüité d’une part, le risque de dépassement des crédits et, d’autre
part, les marges disponibles pour les décisions opérationnelles.
Aan de federale overheidsdiensten, de programmatorische federale
overheidsdiensten, de instellingen van openbaar nut, de openbare
instellingen van de sociale zekerheid, de bijzondere korpsen
Mevrouw de Minister,
Mijnheer de Minister,
Mevrouw de Staatssecretaris,
Mijnheer de Staatssecretaris,
Mevrouw de Voorzitter,
Mijnheer de Voorzitter,
Mevrouw de Administrateur-generaal,
Mijnheer de Administrateur-generaal,
In de notificaties bij de initiële begroting 2015 heeft de Ministerraad
van 15 oktober 2014 beslist een lineaire besparing op de personeelskredieten toe te passen ten belope van 4 % in 2015 en van 2 % in elk van
de jaren 2016 tot 2019.
De entiteiten op wie deze besparingen van toepassing zijn, zijn
verplicht via een regelmatige monitoring de Ministerraad te informeren
aangaande het risico op overschrijding van de kredieten.
Indien er geen risico bestaat komt het de ordonnateur toe, als persoon
bevoegd om de Staat te engageren voor personeelsuitgaven, voorafgaandelijk het beslissingspotentieel binnen de limieten van de toegekende budgettaire middelen af te bakenen.
Binnen deze onderscheiden beslissingscontexten hebben alle betrokken actoren nood aan essentiële informatie om zonder ambiguïteit
enerzijds het risico op overschrijding van de kredieten en anderzijds de
beschikbare marges voor operationele beslissingen te kunnen evalueren.
De methodologie op basis waarvan de vereiste beslissingsinformatie
geproduceerd wordt, wordt beschreven in punt 1 van deze omzendbrief.
Het is de methodologie die gebaseerd is op het model Sepp dat vanaf
2007 stap voor stap werd gevalideerd voor de enveloppes van de
FOD’s. Zij steunt op :
- een strikte normering van de concepten hetgeen eenzelfde begrip
van de resultaten moet toelaten alsook een transparante en vlotte
communicatie tussen alle actoren;
- een doorgedreven kwaliteitscontrole, via genormeerde processen,
van de gegevens waarmee het Sepp-platform gevoed wordt.
Punt 2 besteedt aandacht aan de berekening van de indicatoren die
de bouwstenen vormen van de beslissingsinformatie.
In de volgende punten wordt aangegeven hoe de KPI’s eigen aan
elke beslissingscontext berekend worden :
- in punt 3 : KPI 1 en 1bis, KPI 2 en KPI 3 voor de evaluatie van het
risico ten behoeve van de Ministerraad;
- in punt 4 : KPI 4 en KPI 5 voor de evaluatie van de marges ten
behoeve van de ordonnateur.
In punt 5 wordt de omzendbrief nr. 622 opgeheven.
1. Sepp-methodologie
De methodologie Sepp is een methodologie die de toekomstige lasten
op een forfaitaire manier raamt op basis van de gerealiseerde loonlasten
per contract.
De kernbegrippen waarop de methodologie berust zijn : het contract
en de loonlasten.
La méthodologie sur base de laquelle l’information décisionnelle
exigée est produite, est décrite dans le point 1 de cette circulaire.
Il s’agit de la méthodologie basée sur le modèle Sepp qui a été validée
pas à pas depuis 2007 pour les enveloppes des SPF. Elle s’appuie sur :
- des concepts strictement normés pour permettre une même
compréhension des résultats ainsi qu’une communication transparente
et rapide entre tous les acteurs;
- un contrôle de qualité robuste des données avec lesquelles la
plateforme Sepp est alimentée, via des processus normés.
Le point 2 prête attention au calcul des indicateurs qui forment les
éléments constitutifs de l’information décisionnelle.
Dans les points suivants il est indiqué comment les KPI appartenant
à chaque contexte décisionnel sont calculés :
- dans le point 3 : KPI 1 et 1bis, KPI 2 et KPI 3 pour l’évaluation du
risque à destination du Conseil des ministres;
- dans le point 4 : KPI 4 et KPI 5 pour l’évaluation des marges à
destination de l’ordonnateur.
Dans le point 5, la circulaire n° 622 est abrogée.
1. Méthodologie Sepp
La méthodologie Sepp est une méthodologie qui estime les coûts
futurs de façon forfaitaire sur base des charges salariales réalisées par
contrat.
Les concepts clés sur lesquelles la méthodologie repose sont : le
contrat et les charges salariales.
Contrat
Un contrat est un lien juridique entre un service et une personne par
lequel la personne fournit des prestations contre une rémunération.
Le contrat est caractérisé par la qualité de la personne (statutaire,
contractuel ou manager), le régime de travail pour lequel il est payé
(ETP situé entre 0 et 1) ainsi que la carrière et l’échelle barémique dans
cette carrière qui détermine le traitement dont la personne jouit.
Les charges salariales
Les charges salariales incluent les coûts salariaux directement
attribuables qui sont liquidés mensuellement par contrat. Elles contiennent la charge budgétaire totale de l’employeur, y compris les
cotisations patronales. Elles sont comptabilisées dans le mois de
paiement.
Elles représentent en général au moins 95% des charges de personnel
totales.
Le reste des charges de personnel concerne les charges qui ne sont
pas individualisables ou les ″dépenses propres″ à charge du budget de
personnel.
Les charges totales sont égales à la somme des charges salariales et
des charges de personnel qui ne sont pas individualisables.
Les charges salariales sont exploitées comme suit :
1.1 Analyse des charges salariales
En matière d’analyse des charges salariales une différence doit être
faite entre un paiement normal et un arriéré et entre un paiement
récurrent et un paiement non récurrent.
Le paiement normal et l’arriéré :
La différence entre le paiement normal et l’arriéré dépend de la
correspondance entre le mois de paiement et le mois pour lequel le
droit au paiement est ouvert.
Un paiement normal est un paiement de prestation qui s’observe
dans le mois M pour un droit qui a été ouvert pour le mois M (le mois
de droit correspond au mois de paiement).
Un arriéré est un paiement de prestation qui s’observe dans le mois
M pour un droit ouvert dans le mois M-x (le mois de droit diffère du
mois de paiement).
Le paiement récurrent et le paiement non récurrent :
Le caractère récurrent d’un paiement normal dépend de la périodicité
du paiement.
Un paiement est récurrent s’il se répète mensuellement.
Le rubricage des charges salariales :
Sur base des critères susmentionnés, les charges salariales sont
divisées dans les grandes rubriques suivantes. Les rubriques comprennent les cotisations patronales comme mentionné dans le point 1 sur la
définition des charges salariales :
1. La charge salariale normale récurrente. Ici sont compris :
1.1. salaires et traitements;
1.2. allocations récurrentes :
1.2.1. allocation de foyer et de résidence;
1.2.2. prime linguistique;
1.2.3. prime pour fonction dirigeante;
1.2.4. autres.
2. La charge salariale normale non-récurrente. Ici sont comprises les
allocations périodiques :
2.1. pécule de vacances;
2.2. prime de fin d’année;
2.3. prime de développement des compétences;
2.4. autres prestations périodiques.
3. Les arriérés de salaires et traitements, d’allocations récurrentes et
d’allocations périodiques.
4. Les allocations familiales jusqu’au 31/12/2014, après cette date
elles sont liquidées via les cotisations patronales.
L’observation des événements
Sur base de l’analyse des charges salariales par contrat des mois
précédents, les grandes catégories d’événements peuvent être observées :
- on observe, dans le mois de référence, contrairement au mois
précédent, qu’il y a un paiement normal récurrent pour un contrat :
c’est un IN ;
- on observe, dans le mois de référence, contrairement au mois
précédent, qu’il n’y a plus de paiement normal récurrent pour un
contrat : c’est un OUT ;
- on observe dans le mois de référence, contrairement au mois
précédent, qu’il y a un paiement normal récurrent pour un contrat dans
une autre qualité ou une échelle appartenant à une autre carrière : c’est
un UPGRADE.
29723
Contract
Een contract is een juridische band tussen een dienst en een persoon
waarbij de persoon tegen een bezoldiging prestaties levert.
Het contract wordt gekenmerkt door de hoedanigheid van de
persoon (statutair, contractueel of manager), het werkregime waarvoor
hij betaald is (VTE gelegen tussen 0 en 1) en de loopbaan en de
weddenschaal binnen deze loopbaan die de wedde bepaalt die de
persoon geniet.
De loonlasten
De loonlasten omvatten de direct toewijsbare loonkosten die maandelijks per contract worden vereffend. Zij bevatten de totale budgettaire
last van de werkgever, inclusief de werkgeversbijdragen. Zij worden
geboekt in de maand van betaling.
Zij maken over het algemeen minstens 95% van de totale personeelslasten uit.
De resterende personeelslasten betreffen de niet-individualiseerbare
lasten of de ″eigen uitgaven″ ten laste van het personeelsbudget.
De totale lasten zijn gelijk aan de som van de loonlasten en de
niet-individualiseerbare personeelslasten.
De loonlasten worden als volgt geëxploiteerd :
1.1. Analyse van de loonlasten
Bij de analyse van de loonlasten moet een onderscheid worden
gemaakt tussen een normale en een achterstallige betaling en een
recurrente en niet recurrente betaling.
De normale betaling en de achterstallige betaling :
Het onderscheid tussen een normale betaling en een achterstallige
betaling is afhankelijk van de correspondentie van de maand van
betaling en de maand waarvoor het recht op de betaling is geopend.
Een normale betaling is een betaling van prestaties die geobserveerd
wordt in de maand M voor een recht dat geopend is voor de maand M
(maand van het recht valt samen met maand van de betaling).
Een achterstallige betaling is een betaling van prestaties die geobserveerd wordt in de maand M voor een recht dat geopend is in de maand
M-x (maand van het recht is verschillend van de maand van betaling).
De recurrente betaling en de niet recurrente betaling :
Het recurrente karakter van een normale betaling is afhankelijk van
de periodiciteit van de betaling.
Een betaling is recurrent als ze zich van nature maandelijks herhaalt.
De rubricering van de loonlasten :
Op basis van voornoemde criteria worden de loonlasten in volgende
grote rubrieken ingedeeld. De rubrieken zijn inclusief de werkgeversbijdragen zoals in punt 1 aangegeven in de definitie van loonlasten :
1. De normale recurrente loonlast. Hierin zijn inbegrepen :
1.1. lonen en wedden;
1.2. recurrente vergoedingen :
1.2.1. haard- en standplaatsvergoeding;
1.2.2. taalpremie;
1.2.3. premie voor de leidinggevende;
1.2.4. andere.
2. De normale niet recurrente loonlast. Hierin zijn de periodieke
vergoedingen inbegrepen :
2.1. vakantiegeld;
2.2. eindejaarspremie;
2.3. premie voor competentieontwikkeling;
2.4. andere periodieke prestaties.
3. De achterstallige lonen en wedden, recurrente vergoedingen en
periodieke vergoedingen.
4. Het betaalde kindergeld tot 31/12/2014, na deze datum is het
vereffend via de werkgeversbijdragen.
De observatie van bewegingen
Op basis van een analyse van de loonlasten per contract van
opeenvolgende maanden kunnen grote categorieën van bewegingen
worden geobserveerd :
- er wordt in de beschouwde maand, in tegenstelling tot de
voorafgaande maand, een normale recurrente betaling voor een
contract geobserveerd : dit is een IN;
voorafgaande maand, geen normale recurrente betaling voor een
contract geobserveerd : dit is een OUT;
voorafgaande maand, een normale recurrente betaling voor een
contract geobserveerd in een andere hoedanigheid of in een weddenschaal behorend tot een andere loopbaan : dit is een UPGRADE.
29724
Une personne qui travaille dans différentes entités à l’intérieur d’un
même service conserve le même contrat.
Un changement d’entité à l’intérieur d’un même service n’est pas un
changement de contrat et ne doit donc pas être compris comme un
événement IN ou OUT.
Les OUT observés dans les données de paiement sont considérés a
priori comme temporaires, les IN observés comme définitifs ou
structurels à moins qu’ils ne soient qualifiés complémentairement par le
service comme étant soit définitif soit temporaire.
C’est au service qu’il appartient d’évaluer si, outre les OUT qui sont
définitifs par nature, des absences de plus de 12 mois impliquent ou
non un risque de retour.
Calcul des indicateurs de base
L’analyse et le rubricage des charges salariales permettent de calculer
les indicateurs de base suivants :
- Le nombre d’ETP par mois
L’ETP est égal au régime de travail payé d’un contrat pour lequel une
charge salariale normale récurrente a été liquidée pendant le mois de
référence.
Identifier dans le mois de référence les contrats pour lesquels il y a un
paiement normal récurrent.
Calculer le nombre d’ETP par mois par entité en agrégeant les
régimes de travail payés des contrats concernés.
- Evolution du nombre d’ETP sur 12 mois
Identifier les ETP payés dans les charges salariales des 12 derniers
mois et calculer le delta, en valeurs absolues et en pourcentage, entre le
mois de fin et le mois de début de la période de référence.
- Le nombre de départ définitifs sur 12 mois
Identifier les OUT dans les charges salariales du mois de référence.
Parmi ces OUT, identifier les contrats qui, dans les charges salariales
des 11 mois précédant le mois de référence, ont reçu au moins pendant
un mois un paiement normal récurrent.
Qualifier ces événements OUT comme étant définitifs ou temporaires. Les OUT qualifiés comme définitifs sont les départs définitifs sur
les 12 derniers mois.
- L’évaluation de l’économie structurelle générée par les départs définitifs
Pour chaque OUT qualifié de définitif, identifier le paiement normal
récurrent le plus représentatif dans les 11 mois précédant le mois de
référence.
Multiplier le paiement normal récurrent observé avec un paramètre
forfaitaire pour estimer l’économie structurelle totale.
1.2. Les charges salariales comme base pour la projection de la
charge future
L’intérêt du rubricage des charges salariales tient aussi dans le fait
que les composantes salariales prédictives peuvent être identifiées en
vue de la projection des charges pour le futur.
La projection des charges salariales individuelles
Le traitement normal récurrent liquidé dans le mois de référence
pour chaque contrat est projeté pour les mois restants de T et pour tous
les mois de T+1.
Le pécule de vacances et la prime de fin d’année sont calculés au
prorata et imputés sur les mois de paiement correspondant en T et T+1.
Un paramètre de correction est appliqué sur l’estimation qui est le
résultat des calculs susmentionnés pour couvrir l’accroissement naturel
futur de la masse salariale étant donné les flux entrants et sortants.
La projection totale T des charges salariales individuelles comprend :
- les paiements normaux récurrents liquidés en T;
- la projection de la charge salariale normale récurrente en T;
- le calcul du pécule de vacances et le calcul de la prime de fin
d’année T;
- la correction de l’accroissement naturel de la masse salariale T.
La projection totale T+1 des charges salariales individuelles comprend :
- la projection de la charge salariale normale récurrente en T+1;
- le calcul du pécule de vacances et le calcul de la prime de fin
d’année en T+1;
- la correction de l’accroissement naturel de la masse salariale en T+1.
Een persoon die in verschillende entiteiten binnen eenzelfde dienst
werkt blijft onder hetzelfde contract.
Een verandering van entiteit binnen een dienst is geen verandering
van contract en houdt dus ook geen beweging IN of OUT in.
De in de betaalgegevens geobserveerde OUT worden a priori als
tijdelijk beschouwd, de geobserveerde IN als definitief of structureel
tenzij ze door de dienst aanvullend gekwalificeerd zijn als zijnde
definitief respectievelijk tijdelijk.
Het komt de dienst toe te evalueren of, behoudens de OUT die van
nature definitief zijn, afwezigheden van meer dan 12 maanden een
risico op terugkeer impliceren.
Berekening van de basisindicatoren
De analyse en rubricering van de loonlasten laten toe volgende
basisindicatoren te berekenen :
- Het aantal VTE’s per maand
De VTE is gelijk aan het betaald werkregime van een contract
waarvoor tijdens de beschouwde maand een normale recurrente
loonlast werd vereffend.
In de beschouwde maand de contracten identificeren waarvoor een
normale recurrente betaling is gebeurd.
Het aantal VTE’s per maand voor de entiteit berekenen door
aggregatie van de betaalde werkregimes van de betrokken contracten.
- Evolutie van het aantal VTE’s over 12 maanden
In de vereffende loonlasten van de laatste 12 maanden de betaalde
VTE’s identificeren en de delta, in absolute cijfers en procentueel,
berekenen tussen de eind- en beginmaand van de referentieperiode.
- Het aantal definitieve vertrekken over 12 maanden
In de vereffende loonlasten van de beschouwde maand de OUT
identificeren. Binnen deze OUT de contracten identificeren die in de
loonlasten van de 11 maanden voorafgaand aan de beschouwde maand
gedurende minstens één maand een normale recurrente betaling
hebben ontvangen.
Deze OUT-bewegingen kwalificeren als zijnde definitief of tijdelijk.
De gekwalificeerde definitieve OUT zijn de definitieve vertrekken over
de laatste 12 maanden.
- De evaluatie van de structurele besparing gegenereerd door de definitieve
vertrekken
Voor elke gekwalificeerde definitieve OUT de meest representatieve
normale recurrente betaling identificeren die werd geobserveerd in de
11 maanden voorafgaand aan de beschouwde maand.
De geobserveerde normale recurrente betaling vermenigvuldigen
met een forfaitaire parameter om de totale structurele besparing te
ramen
1.2. Loonlasten als basis voor projectie van toekomstige lasten
Het belang van de rubricering van de loonlasten ligt eveneens in het
feit dat de voorspellende looncomponenten kunnen geïdentificeerd
worden met het oog op de projectie van de lasten voor de toekomst
De projectie van de individuele loonlasten
De normale recurrente loonlast vereffend in de referentiemaand voor
elk contract wordt geprojecteerd op alle resterende maanden van T en
op alle maanden van T+1.
Het vakantiegeld en de eindejaarstoelage worden pro rata berekend
en aangerekend op de overeenstemmende betalingsmaanden in T
en T+1.
Op de raming die het resultaat is van voornoemde berekeningen
wordt een correctieparameter toegepast om de toekomstige natuurlijke
aangroei van de loonmassa gezien de in- en uitstromen, te dekken.
De totale projectie T van de individuele loonlasten omvat :
- de vereffende normale recurrente betalingen in T;
- de projectie van de normale recurrente loonlast T;
- het berekend vakantiegeld en de berekende eindejaarstoelage T;
- de correctie voor de natuurlijke aangroei van de loonmassa T.
De totale projectie T+1 van de individuele loonlasten omvat :
- de projectie van de normale recurrente loonlast T+1;
- het berekend vakantiegeld en de berekende eindejaarstoelage T+1;
- de correctie voor de natuurlijke aangroei van de loonmassa T+1.
La projection des coûts estimés globalement
Les coûts estimés globalement sont les charges salariales qui sont
liquidées individuellement mais qui n’ont pas nécessairement de valeur
prédictive individuelle. Ils sont donc estimés globalement.
Cela comprend :
- le paiement des arriérés;
- les autres prestations périodiques;
- les primes récurrentes de développement des compétences;
- les arriérés des primes de développement des compétences.
Le montant estimé T et T+1 pour chaque coût global est égal au coût
observé dans les 12 derniers mois.
Les coûts estimés forfaitairement
Les dépenses non-individualisables sont estimées forfaitairement sur
base d’un paramètre spécifique qui est appliqué sur la somme de la
projection individuelle et des charges salariales estimées globalement
pour T comme pour T+1.
Cela concerne les coûts qui sont liquidés par facture (intervention de
l’employeur dans les abonnements de transport,...) et qui sont désignés
comme ″dépenses propres″.
Le paramètre spécifique est enregistré sur base d’une analyse du
delta entre les charges totales liquidées et les charges salariales sur une
période de référence représentative de 12 mois.
Correction du risque de retour des OUT observés dans le mois de
référence
Pour les OUT qui n’ont pas été qualifiés comme définitifs, des
mesures de correction sont prises afin de limiter l’économie supposée
d’un départ qui n’est pas définitif.
Il y a une correction forfaitaire calculée sur base de la dernière charge
salariale normale récurrente payée et un paramètre forfaitaire pour
estimer les autres coûts (pécule de vacances, prime de fin d’année, coûts
forfaitaires globaux).
La situation AS IS
La situation AS IS est la projection linéaire des charges sans les
corrections suite aux événements irréversibles.
Elle contient pour T et T+1 :
- la projection des charges individuelles T et T+1;
- la projection des charges salariales estimées globalement T et T+1;
- les charges estimées forfaitairement T et T+1;
- les corrections pour risque de retour des OUT observés T et T+1.
L’impact des événements irréversibles
Les événements irréversibles sont des événements contractuels qui
n’ont pas encore été observés dans les charges salariales mais qui se
trouvent déjà au stade où la procédure ne peut être interrompue sans
porter préjudice à des droits individuels.
Seuls les événements suivants sont considérés comme étant des
événements irréversibles :
- un IN contractuel quand le service a proposé un contrat de travail
au candidat sélectionné ;
- un IN statutaire quand le service a consulté le candidat sélectionné
pour occuper un emploi vacant ;
- un OUT quand la cessation du lien juridique a formellement été
communiquée par le membre du personnel à son service (pension
demandée, préavis donné, ...) ou par le service à son membre de
personnel ;
- un UPGRADE (promotion, accession) est assimilée à un événement
irréversible à partir du moment où le service a formellement communiqué la vacance d’emploi aux candidats potentiels.
L’impact T et T+1 estimé des événements irréversibles concerne
l’estimation de l’impact sur la projection des charges individuelles au
prorata des dates de réalisations prévues :
- OUT : l’économie est calculée sur base du paiement normal
récurrent du mois de référence et d’un paramètre forfaitaire qui estime
les autres coûts (pécule de vacances, prime de fin d’année, coûts
forfaitaires globaux);
- IN : le coût est estimé sur base d’un barème standard et d’un
paramètre forfaitaire qui estime les autres coûts (pécule de vacances,
prime de fin d’année, coûts forfaitaires globaux);
- UPGRADE : le surcoût est estimé sur base d’un coût moyen et d’un
paramètre forfaitaire qui estime les autres coûts (pécule de vacances,
prime de fin d’année, coûts forfaitaires globaux).
L’impact de ces évènements peut être positif ou négatif en fonction
de leur type (IN, OUT, UPGRADE).
29725
De projectie van de globaal geraamde kosten
De globaal geraamde kosten zijn loonlasten die individueel vereffend
worden maar niet noodzakelijk een individuele voorspellende waarde
hebben. Zij worden derhalve globaal geraamd.
Het betreft :
- de achterstallige betalingen;
- de andere periodieke prestaties;
- de recurrente premies voor competentieontwikkeling;
- de achterstallige premies voor competentieontwikkeling.
Het geraamde bedrag T en T+1 voor elke globale kost is gelijk aan de
geobserveerde kost in de laatste 12 maanden.
De forfaitair geraamde kosten
De niet-individualiseerbare uitgaven worden forfaitair geraamd op
basis van een specifieke parameter die toegepast wordt op de som van
de projectie van de individuele en globaal geraamde loonlasten zowel
voor T als T+1.
Het betreft kosten die de entiteit per factuur vereffent (tussenkomst
van de werkgever in de vervoersabonnementen, ...) en aangeduid
worden als ″eigen uitgaven″.
De specifieke parameter wordt vastgelegd op basis van een analyse
van de delta tussen de vereffende totale lasten en loonlasten over een
representatieve referentieperiode van 12 maanden.
Correctie voor het risico op terugkeer van geobserveerde OUT in de
referentiemaand
Voor de OUT die niet als definitief gekwalificeerd zijn worden
corrigerende maatregelen genomen ten einde de veronderstelde besparing van een vertrek dat niet definitief zou zijn, te beperken.
Er wordt een forfaitaire correctie berekend op basis van de laatst
betaalde normale recurrente loonlast en een forfaitaire parameter om de
andere kosten te ramen (vakantiegeld, eindejaarstoelage, globale
forfaitaire kosten).
De AS IS-situatie
De AS IS-situatie is de lineaire projectie van de lasten zonder
correcties omwille van onomkeerbare bewegingen.
Ze omvat voor T en T+1 :
- de projectie van de individuele loonlasten T en T+1;
- de projectie van de globaal geraamde loonlasten T en T+1;
- de forfaitair geraamde lasten T en T+1;
- de correcties voor het risico op terugkeer van geobserveerde OUT T
en T+1.
Impact van onomkeerbare bewegingen
Onomkeerbare bewegingen zijn contractbewegingen die nog niet
geobserveerd zijn in de loonlasten maar die zich wel reeds in een
stadium bevinden waarin de procedure niet kan onderbroken worden
zonder afbreuk te doen aan individuele rechten.
Enkel de volgende bewegingen worden als onomkeerbaar beschouwd :
- een IN contractueel wanneer de dienst een arbeidsovereenkomst
aan de geselecteerde kandidaat heeft voorgesteld;
- een IN statutair wanneer de dienst de geselecteerde kandidaat
geconsulteerd heeft om een vacante betrekking te bezetten;
- een OUT wanneer de beëindiging van de juridische band formeel
ter kennis is gebracht door het personeelslid aan zijn dienst (pensioen
aangevraagd, opzeg gegeven, ...) of door de dienst aan zijn personeelslid;
- een UPGRADE (bevordering, overgang) wordt geassimileerd met
een onomkeerbare beweging vanaf het moment dat de dienst de
vacante betrekking formeel ter kennis heeft gebracht aan de potentiële
kandidaten.
De geraamde impact T en T+1 van de onomkeerbare bewegingen
betreft de raming van de impact op de projectie van de individuele
lasten prorata de voorziene realisatiedatum :
- OUT : de besparing wordt geraamd op basis van de normale
recurrente betaling geobserveerd in de referentiemaand en een forfaitaire parameter die de andere kosten raamt (vakantiegeld, eindejaarstoelage, globale forfaitaire kosten);
- IN : de kost wordt geraamd op basis van een standaardbarema en
een forfaitaire parameter die de andere kosten raamt (vakantiegeld,
eindejaarstoelage, globale forfaitaire kosten);
- UPGRADE : de meerkost wordt geraamd op basis van een
gemiddelde kost en een forfaitaire parameter om de andere kosten te
ramen (vakantiegeld, eindejaarstoelage, globale forfaitaire kosten).
De impact van deze bewegingen kan positief of negatief zijn
afhankelijk van hun type (IN, OUT, UPGRADE).
29726
Le TO BE incompressible
La situation AS IS T et T+1 corrigée avec l’impact estimé en T et T+1
des événements irréversibles donne le TO BE incompressible T et T+1.
Impact des décisions opérationnelles
De niet-samendrukbare TO BE
De AS IS-situatie T en T+1 gecorrigeerd met de geraamde impact T en
T+1 van de onomkeerbare bewegingen geeft de Niet-samendrukbare
TO BE T en T+1
Impact van de operationele beslissingen
Par décisions opérationnelles sont visées toutes les décisions à
l’initiative du management RH qui impactent les charges et qui n’ont
pas encore le statut d’irréversibilité.
Onder operationele beslissingen wordt verstaan alle beslissingen op
initiatief van het HR-management die een impact hebben op de lasten
en die nog niet de status van onomkeerbaarheid hebben.
L’impact des décisions opérationnelles est estimé sur base d’un
estimateur de coûts calculé sur base de la carrière et de l’échelle
barémique ainsi que d’un paramètre forfaitaire qui estime les autres
coûts (pécule de vacances, prime de fin d’année, coûts forfaitaires
globaux).
De impact van de operationele beslissingen wordt geraamd op basis
van een kostenramer berekend op basis van de loopbaan en een
weddenschaal en een forfaitaire parameter die de andere kosten raamt
(vakantiegeld, eindejaarstoelage, globale forfaitaire kosten).
L’impact de ces décisions peut être positif ou négatif en fonction de
leur type (IN, OUT, UPGRADE).
De impact van deze beslissingen kan positief of negatief zijn
afhankelijk van hun type (IN, OUT, UPGRADE).
2. Calcul des indicateurs pour les KPI
2. Berekening van de indicatoren voor de KPI’s
Budget T : le périmètre T des moyens budgétaires comprend :
Budget T : de perimeter T van de budgettaire middelen omvat :
- la limite d’engagement T telle que spécifiée dans la circulaire en
matière d’enveloppes de personnel ;
- de vastleggingslimiet T zoals bepaald in de omzendbrief inzake
personeelsenveloppes;
- le cas échéant, les dernières corrections T communiquées par le SPF
B&Cg notamment suivant le contrôle budgétaire ;
- in voorkomend geval, de latere correcties T meegedeeld door de
FOD B&B inzonderheid ingevolge de begrotingscontrole;
- les coûts de personnel T qui peuvent être couverts par la provision
interdépartementale conformément à la décision du Conseil des
ministres.
- de personeelskosten T die door de interdepartementale provisie
kunnen gedekt worden overeenkomstig de beslissing van de Ministerraad.
Budget T+1 : c’est le budget T corrigé avec l’économie prévue pour
l’année T+1.
Budget T+1 : dit is het budget T gecorrigeerd met de voorziene
besparing voor het jaar T+1.
Les charges totales corrigées des 12 derniers mois. Elles comprennent :
De gecorrigeerde totale lasten van de laatste 12 maanden. Zij
omvatten :
- les charges totales réalisées des 12 derniers mois;
- les corrections de ces charges totales : identification de la part des
charges des 12 derniers mois qui n’est plus couverte par le périmètre
budgétaire de l’entité concernée en vertu du départ du personnel qui
est associé à un transfert de charges ou vice versa.
- de gerealiseerde totale lasten van de laatste 12 maanden;
- de correcties op deze totale lasten : identificatie van het aandeel van
de lasten van de laatste 12 maanden dat niet meer gedekt is door de
budgettaire perimeter van de entiteit ingevolge het vertrek van
personeel dat gepaard gaat met een transfer van lasten of vice versa.
Le calcul des charges totales T : elles comprennent :
De berekende totale lasten T : zij omvatten :
- les charges totales réalisées en T;
- de gerealiseerde totale lasten in T;
- l’estimation des charges totales pour les mois restant de T sur base
d’un rythme d’ordonnancement des dépenses en T-1.
- de raming van de totale lasten voor de resterende maanden van T
op basis van het ordonnanceringsritme van de uitgaven in T-1.
La projection totale T. Elle est égale à la situation AS IS T et
comprend :
De totale projectie T. Zij is gelijk aan de AS IS-situatie T en omvat :
- la projection des charges salariales individuelles T;
- de projectie van de individuele loonlasten T;
- la projection des charges salariales estimées globalement T;
- de projectie van de globaal geraamde loonlasten T;
- les coûts forfaitaires estimés T;
- de forfaitair geraamde kosten T;
- la correction risque de retour en T;
- de correctie risico op terugkeer in T;
- la correction de la projection T : identification des charges T qui ne
dépendent ni de la projection ni des événements et qui soit aggravent
les charges futures estimées (ex. augmentation générale prévue d’une
prime) soit les allègent (ex. transfert prévu de personnel associé à un
transfert de charges).
- de correctie van de projectie T : identificatie van de lasten T die niet
afhangen van de projectie noch van de evenementen en die de
geraamde toekomstige lasten verzwaren (vb. voorziene algemene
verhoging van een premie) of verlichten (vb. voorziene transfer van
personeel gepaard gaand met een transfer van lasten).
La projection totale T+1. Elle est égale à la situation AS IS T+1 et
comprend :
De totale projectie T+1. Zij is gelijk aan de AS IS-situatie T+1 en
omvat :
- la projection des charges salariales individuelles T+1;
- de projectie van de individuele loonlasten T+1;
- la projection des charges salariales estimées globalement T+1;
- de projectie van de globaal geraamde loonlasten T+1;
- les coûts forfaitaires estimés T+1;
- de forfaitair geraamde kosten T +1;
- la correction risque de retour en T+1;
- de correctie risico op terugkeer T+1;
- la correction de la projection T+1 : identification des charges T+1 qui
ne dépendent ni de la projection ni des événements et qui soit
aggravent les charges futures estimées (ex. augmentation générale
prévue d’une prime) soit les allègent (ex. transfert prévu de personnel
associé à un transfert de charges).
- de correctie van de projectie T+1 : identificatie van de lasten T+1 die
niet afhangen van de projectie noch van de evenementen en die de
geraamde toekomstige lasten verzwaren (vb. voorziene nieuwe premies) of verlichten (vb. voorziene transfer van personeel gepaard
gaand met een transfer van lasten).
L’impact T des événements irréversibles. Il comprend :
De impact T van de onomkeerbare evenementen. Hij omvat :
- l’impact estimé T des OUT définitifs;
- de geraamde impact T van de definitieve OUT;
- l’impact estimé T des IN;
- de geraamde impact T van de IN;
- l’impact estimé T des UPGRADE.
- de geraamde impact T van de UPGRADE.
L’impact T+1 des événements irréversibles. Il comprend :
De impact T+1 van de onomkeerbare evenementen. Hij omvat :
- l’impact estimé T+1 des OUT définitifs;
- de geraamde impact T+1 van de definitieve OUT;
- l’impact estimé T+1 des IN;
- de geraamde impact T+1 van de IN;
- l’impact estimé T+1 des UPGRADE.
- de geraamde impact T+1 van de UPGRADE;
29727
La projection totale corrigée T. Elle est égale au TO BE incompressible T et comprend :
- la situation AS IS T;
- l’impact des événements irréversibles.
La projection totale corrigée T+1. Elle est égale au TO BE incompressible T +1 et comprend :
- la situation AS IS T;
- l’impact T+1 des événements irréversibles.
L’impact des décisions opérationnelles. Il comprend :
- l’impact estimé T des IN;
- l’impact estimé T des UPGRADE;
- l’impact estimé T des OUT.
L’impact T+1 des décisions opérationnelles. Il comprend :
- l’impact estimé T+1 des IN;
- l’impact estimé T+1 des UPGRADE;
- l’impact estimé T+1 des OUT.
3. Calcul des KPI 1 à 3
KPI 1 sur Budget T : est la différence entre le budget T et la charge
totale corrigée des 12 derniers mois.
KPI 1 sur Budget T+1 : est la différence entre le budget T+1 et la
charge totale corrigée des 12 derniers mois.
KPI 1bis sur Budget T : est la différence entre le budget T et la charge
totale calculée T.
KPI 1bis sur Budget T+1 : est la différence entre le budget T+1 et la
charge totale calculée T.
KPI 2 pour T : est la différence entre le budget T et la projection
totale T.
KPI 2 pour T+1 : est la différence entre le budget T+1 et la projection
totale T+1.
KPI 3 pour T : est la différence entre le budget T et la projection totale
corrigée T.
KPI 3 pour T+1 : est la différence entre le budget T +1 et la projection
totale corrigée T+1.
4. Calcul des KPI 4 à 5
KPI 4 pour T : permet d’examiner si une marge positive T (cash flow)
existe pour des décisions ponctuelles.
Il est égal à la somme de :
- Le KPI 3 pour T adapté si nécessaire à l’initiative de l’entité. L’entité
peut pour T :
c adapter les paramètres standards sur les ″dépenses propres″ et
″l’évolution naturelle de la masse salariale″ à ses propres paramètres de gestion ;
c prévoir des corrections de charge en positif ou en négatif qui sont
spécifiques pour l’entité et ne dépendent pas de la projection des
événements (ex. correction à la hausse pour la couverture des
nouvelles primes prévues pour le personnel de l’entité).
De gecorrigeerde totale projectie T. Zij is gelijk aan de Nietsamendrukbare TO BE T en omvat :
- de AS IS-situatie T;
- de impact T van de onomkeerbare evenementen.
De gecorrigeerde totale projectie T+1. Zij is gelijk aan de Nietsamendrukbare TO BE T+1 en omvat :
- de AS IS-situatie T+1;
- de impact T+1 van de onomkeerbare evenementen.
De impact T van de operationele beslissingen. Hij omvat :
- de geraamde impact T van de IN;
- de geraamde impact T van de UPGRADE;
- de geraamde impact T van de OUT.
De impact T+1 van de operationele beslissingen. Hij omvat :
- de geraamde impact T+1 van de IN;
- de geraamde impact T+1 van de UPGRADE;
- de geraamde impact T+1 van de OUT.
3. Berekening van de KPI’s 1 tot 3
KPI 1 op Budget T : is het verschil tussen het budget T en de
gecorrigeerde totale lasten van de laatste 12 maanden.
KPI 1 op Budget T+1 : is het verschil tussen het budget T+1 en de
gecorrigeerde totale lasten van de laatste 12 maanden.
KPI 1bis op Budget T : is het verschil tussen het budget T en de
berekende totale lasten T.
KPI 1bis op Budget T+1 : is het verschil tussen het budget T+1 en de
berekende totale lasten T+1.
KPI 2 voor T : is het verschil tussen het budget T en de totale projectie T.
KPI 2 voor T+1 : is het verschil tussen het budget T+1 en de totale
projectie T+1.
KPI 3 voor T : is het verschil tussen het budget T en de gecorrigeerde
totale projectie T.
KPI 3 voor T+1 : is het verschil tussen het budget T+1 en de
gecorrigeerde totale projectie T+1.
4. Berekening van de KPI’s 4 en 5
KPI 4 voor T : laat toe na te gaan of er een positieve marge T (cash
flow) bestaat voor punctuele beslissingen.
Hij is gelijk aan de som van :
- De KPI 3 voor T desgevallend aangepast op initiatief van de entiteit.
De entiteit kan voor T :
c de standaardparameters inzake de ″eigen uitgaven″ en de ″natuurlijke evolutie van de loonmassa″ aanpassen aan de eigen beheersparameters;
c correcties in plus of min van de lasten voorzien die specifiek zijn
voor de entiteit en niet afhangen van de projectie of van de
evenementen (vb. correctie in plus voor dekking van nieuwe
premies voorzien voor personeel van de entiteit).
- L’impact T des décisions opérationnelles autorisées dont l’exécution
est formellement en cours.
KPI 4 pour T+1 : permet d’examiner si une marge structurelle
positive existe. Ce KPI constitue la base de décision pour l’ordonnateur.
- De impact T van de gemachtigde operationele beslissingen waarvan
de uitvoering formeel lopend is.
KPI 4 voor T+1 : laat toe na te gaan of er een positieve structurele
marge bestaat. Deze KPI vormt de beslissingsbasis voor de ordonnateur.
Hij is gelijk aan de som van :
- De KPI 3 voor T desgevallend aangepast op initiatief van de entiteit.
De entiteit kan voor T+1 :
c de standaardparameters inzake de ″eigen uitgaven″ en de ″natuurlijke evolutie van de loonmassa″ aanpassen aan de eigen beheersparameters;
c correcties in plus of min van de lasten voorzien die specifiek zijn
voor de entiteit.
- De impact T+1 van de gemachtigde operationele beslissingen
waarvan de uitvoering formeel lopend is.
KPI 5 : laat toe de kloof te evalueren tussen de vastleggingslimiet en
de beoogde beslissingen.
Voor T : is hij gelijk aan de som van :
- de KPI 4 voor T;
- de impact T van de voorziene operationele beslissingen die nog niet
gemachtigd zijn.
Voor T+1 : is hij gelijk aan de som van :
- de KPI 4 voor T+1;
- de impact T +1 van de voorziene operationele beslissingen die nog
niet gemachtigd zijn.
Il est égal à la somme de :
- Le KPI 3 pour T adapté si nécessaire à l’initiative de l’entité. L’entité
peut pour T +1 :
c adapter les paramètres standards sur les ″dépenses propres″ et
″l’évolution naturelle de la masse salariale″ à ses propres paramètres de gestion ;
c prévoir des corrections de charge en positif ou en négatif qui sont
spécifiques pour l’entité.
- L’impact T+1 des décisions opérationnelles autorisées dont l’exécution est formellement en cours.
KPI 5 : permet d’évaluer l’écart entre les limites d’engagement et les
décisions cibles.
Pour T : il est égal à la somme de :
- le KPI 4 pour T;
- l’impact T pour les décisions opérationnelles qui ne sont pas encore
autorisées.
Pour T+1 : il est égal à la somme de :
- le KPI 4 pour T+1;
- l’impact T+1 pour les décisions opérationnelles qui ne sont pas
encore autorisées.
29728
5. Abrogation de circulaire
La circulaire n° 622 du 11 janvier 2013 - Information relative à la
méthodologie pour l’élaboration et le suivi de l’exécution d’un plan de
personnel sur la base de l’enveloppe de personnel est abrogée.
5. Opheffing van omzendbrief
De omzendbrief nr. 622 van 11 januari 2013 - Informatie over de
methodologie voor de opmaak en opvolging van de uitvoering van een
personeelsplan op basis van de personeelsenveloppe, wordt
opgeheven.
Le Ministre du Budget,
H. JAMAR
De Minister van Begroting,
H. JAMAR
Le Ministre de la Défense, chargé de la Fonction publique,
S. VANDEPUT
De Minister van Defensie, belast met Ambtenarenzaken,
S. VANDEPUT
*
SERVICE PUBLIC FEDERAL PERSONNEL ET ORGANISATION
ET SERVICE PUBLIC FEDERAL BUDGET ET CONTROLE DE LA
GESTION
FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE
EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST BUDGET EN
BEHEERSCONTROLE
[C − 2015/02008]
12 MAI 2015. — Circulaire nr. 645. — Information relative au
monitoring fédéral du risque de dépassement des crédits de
personnel en 2015 et 2016 et aux enveloppes de personnel 2015
et 2016
[C − 2015/02008]
federale monitoring van het risico op overschrijding van de
personeelskredieten in 2015 en 2016 en de personeelsenveloppes 2015 en 2016
Aux services publics fédéraux, aux services publics fédéraux de
programmation, aux organismes d’intérêt public, aux institutions
publiques de sécurité sociale, aux corps spéciaux.
Madame la Ministre,
Monsieur le Ministre,
Madame la Secrétaire d’Etat,
Monsieur le Secrétaire d’Etat,
Madame la Présidente,
Monsieur le Président,
Madame l’Administratrice générale,
Monsieur l’Administrateur général,
1. Contexte
Dans les notifications du budget initial 2015, le Conseil des ministres
du 15 octobre 2014 a décidé d’appliquer une économie linéaire sur les
crédits de personnel de 4% en 2015 et de 2% chaque année de 2016 à
2019.
Ce même Conseil des ministres a également chargé les SPF P&O et
B&CG d’organiser un monitoring obligatoire pour toute la fonction
publique fédérale (y compris les corps spéciaux, les OIP et les IPSS).
Aan de federale overheidsdiensten, de programmatorische federale
overheidsdiensten, de instellingen van openbaar nut, de openbare
instellingen van de sociale zekerheid, de bijzondere korpsen.
Mevrouw de Minister,
Mijnheer de Minister,
Mevrouw de Staatssecretaris,
Mijnheer de Staatssecretaris,
Mevrouw de Voorzitter,
Mijnheer de Voorzitter,
Mevrouw de Administrateur-generaal,
Mijnheer de Administrateur-generaal,
1. Context
In de notificaties bij de initiële begroting 2015 heeft de Ministerraad
van 15 oktober 2014 beslist een lineaire besparing op de personeelskredieten toe te passen ten belope van 4 % in 2015 en van 2 % in elk van
de jaren 2016 tot 2019.
Dezelfde Ministerraad heeft aan de FODs P&O en B&B de opdracht
gegeven een verplichte monitoring voor het gehele federaal openbaar
ambt (met inbegrip van de bijzondere korpsen, de ION en de OISZ) te
organiseren.
Deze omzendbrief geeft informatie aangaande de monitoring van het
risico op overschrijding van de kredieten in 2015 en 2016 en legt de
personeelsenveloppes 2015 en 2016 vast.
2. Task Force
Er wordt een Task Force opgericht voor de opvolging van de evolutie
van de personeelsuitgaven en -kredieten en de opmaak en validatie van
de methodologie dienaangaande.
In deze Task Force zetelen vertegenwoordigers van de Minister van
Ambtenarenzaken, de Minister van Begroting en van de FODs P&O en
B&B.
3. Basisprincipes van een analyse van het risico
- De monitoring van het risico op overschrijding van de personeelskredieten is een continu proces van interne controle bij elke federale
entiteit. Dit proces moet auditeerbaar zijn.
- De Task Force volgt de kwaliteit van de monitoring op en kan aan
elke entiteit vragen haar de gegevens mee te delen waarop de analyse
van het risico is berekend.
- Elke entiteit is verplicht driemaal per jaar het risico te evalueren
conform de methodologie voor een betrouwbare projectie van de
lasten. De evaluatie gebeurt op basis van de referentiemaanden
januari, mei en september.
- De basis van de methodologie moet steunen op een analyse van de
individuele betaalgegevens en de detectie van de gekende of voorziene
evenementen die de individuele situatie van een betaling wijzigen.
La présente circulaire contient des informations relatives au monitoring du risque de dépassement des crédits de personnel en 2015 et 2016
et fixe les enveloppes de personnel 2015 et 2016.
2. Task Force
Une Task Force est instaurée pour suivre l’évolution des dépenses et
des crédits de personnel et pour établir et valider la méthodologie en la
matière.
Dans cette Task Force siègent des représentants du ministre de la
Fonction publique et du ministre du Budget ainsi que des SPF P&O et
B&CG.
3. Principes de base d’une analyse du risque
- Le monitoring du risque de dépassement des crédits de personnel
est un processus continu de contrôle interne dans chaque entité
fédérale. Ce processus doit pouvoir être audité.
- La Task Force effectue le suivi de la qualité du monitoring et peut
demander à chaque entité de lui communiquer les données sur la base
desquelles le risque est calculé.
- Chaque entité est tenue d’évaluer le risque trois fois par an
conformément à la méthodologie pour une projection fiable des
charges. L’évaluation est réalisée sur la base des mois de référence
janvier, mai et septembre.
- La base de la méthodologie doit reposer sur une analyse des
données de paie individuelles et sur la détection des événements
connus ou prévus qui modifient la situation individuelle d’un paiement.
- Chaque ordonnateur et chaque responsable opérationnel est
strictement tenu d’évaluer préalablement le risque de dépassement de
chaque décision générant un impact structurel sur les frais de personnel
et pour laquelle il est habilité à engager l’Etat.
- L’inspecteur des Finances, le commissaire du gouvernement ou le
délégué du ministre du Budget vérifie le risque évalué par le service
avant de remettre un avis.
- Elke ordonnateur en elke operationele verantwoordelijke is er strikt
toe gehouden voorafgaandelijk het risico op overschrijding te evalueren
van elke beslissing die een structurele impact op de personeelskosten
genereert en waarvoor hij gemachtigd is de Staat te verbinden.
- De inspecteur van Financiën, de regeringscommissaris of de
afgevaardigde van de minister van begroting, verifieert het door de
dienst geëvalueerd risico alvorens een advies te geven.
Dans la présente circulaire les termes « avis préalable » réfèrent aux
autorités de contrôle : inspecteur des Finances, commissaire du
gouvernement du budget (pour les IPSS), délégué du ministre du
Budget.
A défaut la demande de l’avis sera adressée au chef de corps de
l’inspection des Finances qui désignera l’inspecteur des Finances
compétent pour traiter la demande.
4. Disposition transitoire concernant les décisions en matière de
ressources humaines
Dans l’attente de l’évaluation du risque de dépassement sur la base
du mois de référence mai 2015, les entités reprises dans le tableau en
annexe peuvent, après un avis favorable de l’inspecteur des Finances,
du commissaire du gouvernement ou du délégué du ministre du
Budget, exécuter des décisions RH pour autant qu’elles démontrent que
l’impact sur les crédits 2015 et 2016 n’excèdent pas plus de 12 mois.
5. KPI pour l’analyse du risque
Le risque de dépassement est évalué à l’aide des indicateurs de base
et KPI suivants :
Indicateurs de base :
- le nombre d’ETP par mois;
- l’évolution du nombre d’ETP sur 12 mois;
- le nombre de départs définitifs sur 12 mois;
- l’évaluation de l’économie structurelle générée par les départs
définitifs.
KPI 1 : exprime le rapport entre les charges totales corrigées des 12
derniers mois et le budget.
KPI 1bis : exprime le rapport entre les charges totales calculées de
l’année en cours et le budget.
KPI 2 : exprime le rapport entre la projection totale et le budget.
KPI 3 : exprime le rapport entre la projection totale, y compris
l’impact des événements irréversibles, et le budget.
Seuls les KPI 2 et 3 donnent une évaluation des charges futures.
L’analyse du risque repose donc essentiellement sur ces KPI.
Les KPI 4 et 5 mentionnés ci-après donnent une évaluation de la
marge pour l’ordonnateur et le responsable opérationnel.
KPI 4 : donne une évaluation de la marge décisionnelle pour les
décisions opérationnelles.
KPI 5 : donne une évaluation de la faisabilité des décisions prises
dans la marge décisionnelle disponible.
La méthode de calcul est précisée dans la circulaire 644 qui définit
également les concepts de base.
6. Champ d’application et implémentation
6.1. Champ d’application
Les entités fédérales qui tombent sous le champ d’application du
monitoring fédéral du risque sont reprises dans le tableau en annexe.
Le principe de la confection de cette liste est l’extension du
mécanisme de l’enveloppe à un nombre maximal d’entités dans une
perspective de transparence, d’autonomie et de responsabilité du
management.
La répartition en groupes est la suivante :
- 1. les enveloppes de personnel :
o 1.1. les enveloppes pour lesquelles la plateforme Sepp dispose
des données de paie complètes
o 1.2. les enveloppes des institutions publiques de sécurité sociale
- 2. les services qui utilisent leur propre système d’évaluation du
risque :
o 2.1. Défense
o 2.2. Police
o 2.3. le personnel des Affaires étrangères qui ne relève pas de
l’enveloppe de personnel
- 3. les autres entités.
Le tableau donne, par entité :
- le code de l’entité;
- la dénomination de l’entité;
- le nombre d’ETP du monitoring du risque de janvier 2015 à titre
d’information;
- la limite d’engagement 2015 (colonne 5);
- la limite d’engagement 2016 (colonne 6) : c’est la limite d’engagement 2015 après application de l’économie de 2%.
29729
In voorliggende omzendbrief verwijzen de termen “voorafgaand
advies” naar de controleautoriteiten : inspecteur van Financiën, regeringscommissaris van het budget (voor de OISZ), afgevaardigde van de
minister van begroting.
Bij ontstentenis zal de adviesaanvraag gericht worden naar de
korpschef van de inspectie van Financiën die de bevoegde inspecteur
van Financiën zal aanduiden om de aanvraag te behandelen.
4. Overgangsbepaling inzake human resources-beslissingen
In afwachting van de evaluatie van het risico op overschrijding op
basis van de referentiemaand mei 2015 kunnen de entiteiten opgenomen in de tabel in bijlage, na gunstig advies van de inspecteur van
Financiën, de regeringscommissaris of de afgevaardigde van de
minister van begroting, HR-beslissingen uitvoeren in zoverre zij
aantonen dat de impact op de kredieten 2015 en 2016 niet meer dan 12
maanden overschrijdt.
5. KPI’s voor analyse van het risico
Het risico op overschrijding wordt geëvalueerd aan de hand van
volgende basisindicatoren en KPI’s :
Basisindicatoren :
- het aantal VTE’s per maand;
- de evolutie van het aantal VTE’s over 12 maanden;
- het aantal definitieve vertrekken over 12 maanden;
- de evaluatie van de structurele besparing gegenereerd door de
definitieve vertrekken.
KPI 1 : geeft de verhouding weer tussen de gecorrigeerde totale
lasten van de laatste 12 maanden en het budget.
KPI 1bis : geeft de verhouding weer tussen de berekende totale lasten
van het lopende jaar en het budget.
KPI 2 : geeft de verhouding weer tussen de totale projectie en het
budget.
KPI 3 : geeft de verhouding weer tussen de totale projectie, inclusief
de impact van de onomkeerbare evenementen, en het budget.
Enkel de KPI’s 2 en 3 geven een evaluatie van de toekomstige lasten.
De analyse van het risico steunt dan ook essentieel op deze KPI’s.
De hierna vermelde KPI’s 4 en 5 geven een evaluatie van de marge
voor de ordonnateur en de operationele verantwoordelijke.
KPI 4 : geeft een evaluatie van de beslissingsmarge voor de
operationele beslissingen.
KPI 5 : geeft een evaluatie van de haalbaarheid van de voorziene
beslissingen binnen de beschikbare beslissingsmarge.
De methodologie voor de berekening ervan is beschreven in de
omzendbrief 644 die ook de basisconcepten definieert.
6. Toepassingsgebied en implementatie
6.1. Toepassingsgebied
De federale entiteiten die onder toepassing vallen van de federale
monitoring van het risico zijn opgenomen in de tabel in bijlage.
Het uitgangspunt bij de opmaak van deze lijst is de uitbreiding van
het mechanisme van de enveloppe naar een zo groot mogelijk aantal
entiteiten in het perspectief van transparantie, autonomie en verantwoordelijkheid van het management.
De indeling in groepen is als volgt :
- 1. de personeelsenveloppes :
o 1.1. de enveloppes waarvoor het Sepp-platform over de
volledige loonkostgegevens beschikt
o 1.2. de enveloppes van de openbare instellingen van sociale
zekerheid
- 2. de diensten die een eigen systeem van evaluatie van het risico
hanteren :
o 2.1. Defensie
o 2.2. Politie
o 2.3. het personeel van Buitenlandse zaken dat niet tot de
personeelsenveloppe behoort
- 3. de andere entiteiten.
De tabel geeft, per entiteit :
- de code van de entiteit;
- de benaming van de entiteit;
- het aantal VTE’s van de monitoring van het risico van januari 2015
ter informatie;
- de vastleggingslimiet 2015 (kolom 5);
- de vastleggingslimiet 2016 (kolom 6) : dit is de vastleggingslimiet
2015 na toepassing van de besparing van 2 %.
29730
Pour les entités pour lesquelles c’est pertinent, les colonnes donnent
l’information suivante :
Voor de entiteiten waarvoor dit pertinent is omvatten de kolommen
volgende informatie :
- colonne 1 : les crédits initiaux 2015;
- kolom 1 : de initiële kredieten 2015;
- colonne 2 : les amendements dans le cadre de la régionalisation;
- kolom 2 : de amendementen in het kader van de regionalisering;
- colonne 3 : les décisions du contrôle budgétaire 2015;
- kolom 3 : de beslissingen van de begrotingscontrole 2015;
- colonne 4 : le droit de tirage maximal 2015 et 2016 sur la provision
interdépartementale Optifed.
- kolom 4 : het maximum trekkingsrecht 2015 en 2016 op de interdepartementale provisie Optifed.
6.2. Implémentation
6.2. Implementatie
6.2.1. Les enveloppes de personnel
6.2.1. De personeelsenveloppes
A. Fixation des enveloppes
A. Vastlegging van de enveloppes
Aux limites d’engagement fixées pour les enveloppes reprises dans le
point 1 du tableau en annexe, peuvent être ajoutés les droits de tirage
sur la provision interdépartementale pour couvrir le paiement des
arriérés des primes de développement des compétences sur base de
l’évaluation des coûts observés par la plateforme Sepp.
Aan de vastleggingslimieten die voor de enveloppes in punt 1 van de
tabel in bijlage zijn vastgelegd, kunnen de trekkingsrechten op de
interdepartementale provisie worden toegevoegd om de betaling te
dekken van de achterstallen van de premies voor competentieontwikkeling op basis van de evaluatie van de door het Sepp-platform
geobserveerde kosten.
Cette limite d’engagement peut être, le cas échéant, mise à jour au
même rythme que le monitoring de risque.
Deze vastleggingslimiet kan, waar nodig, geactualiseerd worden op
hetzelfde ritme als de monitoring van het risico.
B. Les entités pour lesquelles la plateforme Sepp dispose des données
de paie complètes
B. De entiteiten waarvoor het Sepp-platform over de volledige
loonkostgegevens beschikt
Les KPI 2 et 3 sont calculés via la plateforme Sepp sur la base des
données communiquées par les enveloppes de personnel et les
providers externes.
De KPI’s 2 en 3 worden berekend via het Sepp-platform op basis van
de gegevens meegedeeld door de personeelsenveloppes en de externe
providers.
Les enveloppes de personnel fournissent chaque mois, au plus tard le
15e jour ouvrable du mois suivant le mois de paiement, les données
suivantes :
De personeelsenveloppes leveren maandelijks, ten laatste de 15e
werkdag van de maand volgend op de betalingsmaand, volgende
gegevens :
- les OUT définitifs actualisés;
- de geactualiseerde definitieve OUT;
- les événements irréversibles actualisés IN, OUT, UPGRADE;
- de geactualiseerde onomkeerbare evenementen IN, OUT, UPGRADE;
- les dépenses propres actualisées, uniquement pour les entités qui ne
sont pas enregistrées dans Fedcom.
- de geactualiseerde eigen uitgaven, enkel voor de entiteiten die niet
geregistreerd zijn in Fedcom.
Les conditions de délivrance des données, le format et le niveau de
qualité attendu seront définis dans un SLA que le SPF P&O conclut avec
le service.
De voorwaarden van levering van gegevens, het formaat en het
niveau van verwachte kwaliteit worden vastgelegd in een SLA die de
FOD P&O met de dienst afsluit.
Le service peut disposer dans l’enveloppe de personnel d’une marge
décisionnelle pour :
De dienst kan binnen de personeelsenveloppe beschikken over een
beslissingsmarge voor :
- des décisions structurelles, c’est-à-dire des décisions dont l’impact
dépasse les 12 mois. Elles doivent être réalisables dans la marge
structurelle T+1 ;
- structurele beslissingen d.w.z. beslissingen waarvan de impact de 12
maanden overschrijdt. Zij moeten haalbaar zijn binnen de structurele
marge T+1;
- et/ou des décisions non structurelles, c’est-à-dire des décisions dont
l’impact est inférieur ou égal à 12 mois. Elles doivent pouvoir être
supportées par le cash flow T et éventuellement T+1. Par cash flow, on
entend la partie non structurelle de la marge pour l’exercice en cours et
l’exercice suivant.
- en/of niet-structurele beslissingen d.w.z. beslissingen waarvan de
impact kleiner is of gelijk aan 12 maanden. Zij moeten door de cash
flow T en eventueel T+1 kunnen gedragen worden. Met cash flow
bedoelen we het niet-structurele gedeelte van de marge voor het
lopende boekjaar en het volgende boekjaar.
Evaluation et utilisation de la marge décisionnelle
Evaluatie en gebruik van de beslissingsmarge
Pour évaluez la marge décisionnelle potentielle, le service suit les
étapes suivantes :
Om de beslissingen te evalueren, volgt de dienst de volgende
stappen :
- Il évalue les marges disponibles conformément au KPI 4 sur la base
d’un modèle de rapport standard fourni par la plateforme Sepp et dans
lequel :
- Hij evalueert de beschikbare marges conform KPI 4 op basis van een
model van standaardrapport dat door het Sepp-platform wordt
geleverd en waarin hij :
o il peut adapter l’évaluation des paramètres standard ‘dépenses
propres’ et ‘évolution naturelle de la masse salariale’ en fonction
des paramètres de gestion propres ;
o de evaluatie van de standaardparameters ‘eigen uitgaven’ en
‘natuurlijke evolutie van de loonmassa’ kan aanpassen in functie
van de eigen beheersparameters;
o il peut prévoir des corrections des charges pour l’enveloppe
spécifiquement ;
o correcties van de lasten kan voorzien specifiek voor de enveloppe;
o il intègre l’impact évalué des décisions qui sont formellement en
cours d’exécution.
o de geëvalueerde impact van de formeel in uitvoering zijnde
beslissingen integreert.
- Il évalue l’impact des décisions structurelles qu’il souhaite prévoir,
sur la base des indicateurs de coût fournis et publiés par le SPF P&O,
et les intègre dans le rapport conformément au KPI 5.
- Hij evalueert de impact van de structurele beslissingen die hij
wenst te voorzien, op basis van de kostenindicatoren aangeleverd en
gepubliceerd door de FOD P&O, en integreert ze in het rapport
conform KPI 5.
- Il soumet le rapport à l’avis de l’inspecteur des Finances, du
commissaire du gouvernement ou du délégué du ministre du Budget.
- Hij legt het rapport voor advies voor aan de inspecteur van
minister van begroting.
- Il exécute les décisions approuvées après les avoir communiquées
au ministre compétent et aux ministres du Budget et de la Fonction
publique via la Task Force. Il utilise pour ce faire un formulaire
standard publié par le SPF P&O dans lequel un ID unique est donné à
chaque décision, faisant référence à l’avis favorable de l’inspecteur des
Finances, du commissaire du gouvernement ou du délégué du ministre
du Budget.
- Hij voert de goedgekeurde beslissingen uit na ze meegedeeld te
hebben aan de bevoegde Minister en aan de Ministers van Begroting en
van Ambtenarenzaken via de Task Force. Hij gebruikt hiervoor een
standaardformulier gepubliceerd door de FOD P&O waarin aan elke
beslissing een unieke ID gegeven wordt die verwijst naar het gunstig
advies van de inspecteur van Financiën, de regeringscommissaris of de
afgevaardigde van de minister van begroting.
29731
- Le service détermine quelles décisions non structurelles (par ex. les
remplacements des absents temporaires, les contrats à court terme) il
souhaite prévoir et les soumet, avec leur impact, à l’avis de l’inspecteur
des Finances, du commissaire du gouvernement ou du délégué du
ministre du Budget dans un rapport ad hoc dont le modèle a été
convenu au préalable avec l’inspecteur des Finances, le commissaire du
gouvernement ou le délégué du ministre du Budget.
- De dienst bepaalt welke niet-structurele beslissingen (vb. vervangingen van tijdelijk afwezigen, korte termijn contracten) hij wenst te
voorzien en legt deze, met hun impact, voor advies voor aan de
inspecteur van Financiën, de regeringscommissaris of de afgevaardigde
van de minister van begroting in een rapportering ad hoc waarvan het
model met de inspecteur van Financiën, de regeringscommissaris of de
afgevaardigde van de minister van begroting voorafgaandelijk is
overlegd.
- Une décision, structurelle ou non structurelle, ne peut être mise en
œuvre ni atteindre le statut d’irréversibilité, sans qu’elle ait été soumise
au préalable à l’avis de l’inspecteur des Finances, du commissaire du
gouvernement ou du délégué du ministre du budget.
- Een beslissing, structureel of niet-structureel, kan niet formeel
worden opgestart noch de status van onomkeerbaarheid verwerven als
ze niet voorafgaandelijk aan het advies van de inspecteur van
minister van begroting is voorgelegd.
- A défaut d’un avis favorable de l’inspecteur des Finances, du
commissaire du gouvernement ou du délégué du ministre du budget,
un recours peut être introduit auprès du Ministre de la Fonction
publique et du Ministre du Budget. Ceux-ci se prononcent conjointement sur le recours dans un délai de 20 jours calendrier à compter de
la réception du recours.
- Bij gebrek aan een gunstig advies van de Inspecteur van Financiën,
de regeringscommissaris of de afgevaardigde van de minister van
begroting, kan een beroep worden ingesteld bij de Minister van
Begroting en de Minister van Ambtenarenzaken. Zij spreken zich
hierover gezamenlijk uit binnen een termijn van 20 kalenderdagen na
ontvangst van het beroep.
C. Les institutions publiques de sécurité sociale
Les institutions publiques de sécurité sociale fournissent chaque
mois, au plus tard le 5e jour ouvrable du mois suivant le mois de
paiement, au SPF P&O les données suivantes dans le format qui est
publié par le SPF P&O :
C. De openbare instellingen van sociale zekerheid
De openbare instellingen van sociale zekerheid leveren maandelijks,
ten laatste de 5e werkdag van de maand volgend op de betalingsmaand, aan de FOD P&O volgende gegevens in een formaat dat door
de FOD P&O wordt gepubliceerd :
- le nombre d’ETP payés;
- het aantal betaalde VTE’s;
- les charges totales.
- de totale lasten.
Compte tenu du fait que ces institutions disposent d’un système de
données salariales propre, la Task Force, en collaboration avec le collège
des institutions publiques de sécurité sociale, réalisera à court terme
une évaluation transitoire des KPI 2 et 3.
Rekening houdend met het feit dat deze instellingen over een eigen
systeem van loongegevens beschikken zal de Task Force, in samenwerking met het college van de openbare instellingen van sociale
zekerheid, op korte termijn een overgangsevaluatie van de KPI’s 2 en 3
opmaken.
A partir de 2016, un instrument de monitoring des crédits de
personnel sera appliqué par les IPSS, dont les principes sont repris au
contrat d’administration. La Task Force approuve, ensemble avec les
ministres de tutelle et le collège des IPSS, la méthodologie qui s’inspire
des principes de la méthodologie Sepp et qui doit être transparente et
auditable.
Vanaf 2016 zal door de OISZ een monitoringsinstrument van de
personeelskredieten worden toegepast waarvan de principes in de
bestuursovereenkomst worden opgenomen. De Task Force keurt samen
met de voogdijministers en het college van de OISZ, de methodologie
goed die geïnspireerd op de principes van de Sepp methodologie en die
transparant en auditeerbaar moet zijn.
Durant cette période transitoire, les IPSS ne peuvent prendre aucune
décision RH augmentant les charges de personnel sans avoir obtenu
l’accord du commissaire du gouvernement du budget sur la base d’une
demande motivée.
Tijdens deze overgangsperiode kunnen de OISZ geen enkele
HR-beslissing nemen die de personeelslasten verhoogt dan na akkoord
van de regeringscommissaris van het budget op basis van een
gemotiveerde aanvraag
D. Processus pilote
Les enveloppes peuvent prendre contact avec le SPF P&O pour
réaliser une évaluation de la marge décisionnelle sur la base d’un
processus pilote sans attendre les données de référence de mai 2015.
6.2.2. Entités disposant de leur propre système d’évaluation
Les entités concernées bénéficient d’une période transitoire pour
pouvoir évoluer vers un système d’évaluation commun.
Défense
D. Pilootproces
De enveloppes kunnen contact opnemen met de FOD P&O om een
evaluatie van de beslissingsmarge op basis van een pilootproces op te
maken zonder de referentiegegevens van mei 2015 af te wachten.
6.2.2. Entiteiten met een eigen evaluatiesysteem
De betrokken entiteiten beschikken over een overgangsperiode om te
kunnen evolueren naar een gemeenschappelijk evaluatiesysteem.
Defensie
Les entités de la Défense reprises au point 2.1. du tableau en annexe
fournissent chaque mois, au plus tard le 5e jour ouvrable du mois
suivant le mois de paiement, au SPF P&O le nombre d’ETP payés dans
le format qui est publié par le SPF P&O.
De entiteiten van Defensie opgenomen in punt 2.1. van de tabel in
bijlage leveren maandelijks, ten laatste de 5e werkdag van de maand
volgend op de betalingsmaand, aan de FOD P&O het aantal betaalde
VTE’s in een formaat dat door de FOD P&O wordt gepubliceerd.
Vu le fait que la Défense mène sa politique de ressources humaines
dans le cadre d’une enveloppe globale Défense, un groupe de travail,
sous la surveillance de la Task Force, se chargera de :
Gelet op het feit dat Defensie zijn HR-beleid binnen een globale
enveloppe Defensie voert, zal een werkgroep onder toezicht van de
Task Force :
- définir le périmètre des entités à monitorer;
- de perimeter van de te monitoren entiteiten bepalen;
- élaborer la base d’une méthodologie pour la production des KPI 2
et KPI 3, reposant sur les principes de la méthodologie Sepp.
- de basis van een methodologie uitwerken voor de productie van de
KPI 2 en KPI 3, gestoeld op de principes van de Sepp-methodologie.
Durant cette période transitoire, la Défense ne peut prendre aucune
l’accord de l’inspecteur des Finances sur la base d’une demande
motivée.
Tijdens deze overgangsperiode kan Defensie geen enkele HR-beslissing
nemen die de personeelslasten verhoogt dan na akkoord van de
inspecteur van Financiën op basis van een gemotiveerde aanvraag.
29732
Police
Politie
Les entités de la Police reprises au point 2.2. du tableau en annexe
fournissent chaque mois, au plus tard le 5e jour ouvrable du mois
suivant le mois de paiement, au SPF P&O le nombre d’ETP payés dans
le format qui est publié par le SPF P&O.
De entiteiten van de Politie opgenomen in punt 2.2. van de tabel in
bijlage leveren maandelijks, ten laatste de 5e werkdag van de maand
volgend op de betalingsmaand, aan de FOD P&O het aantal betaalde
VTE’s in het formaat dat door de FOD P&O wordt gepubliceerd.
Etant donné que la Police mène sa politique de ressources humaines
dans le cadre d’une limite d’engagement en matière de charges de
personnel, un groupe de travail, sous la surveillance de la Task Force,
se chargera de :
Gezien de Politie zijn HR-beleid voert binnen een vastleggingslimiet
inzake personeelslasten, zal een werkgroep onder toezicht van de Task
Force :
- déterminer les entités à monitorer;
- élaborer la base d’une méthodologie pour la production des KPI 2
et KPI 3, reposant sur les principes de la méthodologie Sepp;
- isoler les flux de personnel spécifiques.
- de te monitoren entiteiten vastleggen;
- de basis van een methodologie voor de productie van de KPI 2 en
KPI 3 uitwerken gestoeld op de principes van de Sepp-methodologie;
- de specifieke personeelsstromen isoleren.
Durant cette période transitoire, la Police ne peut prendre aucune
l’accord de l’inspecteur des Finances sur la base d’une demande
motivée.
Tijdens deze overgangsperiode kan de Politie geen enkele
HR-beslissing nemen die de personeelslasten verhoogt dan na akkoord
van de inspecteur van Financiën op basis van een gemotiveerde
aanvraag.
Personnel du SPF Affaires étrangères qui ne relève pas de
l’enveloppe de personnel
Personeel van de FOD Buitenlandse Zaken dat niet onder de
personeelsenveloppe valt
Les entités du SPF Affaires étrangères reprises au point 2.3. du
tableau en annexe fournissent chaque mois, au plus tard le 5e jour
ouvrable du mois suivant le mois de paiement, au SPF P&O le nombre
d’ETP payés dans le format qui est publié par le SPF P&O.
De entiteiten van de FOD Buitenlandse Zaken opgenomen in punt
2.3. van de tabel in bijlage, leveren maandelijks, ten laatste de 5e
werkdag van de maand volgend op de betalingsmaand, aan de FOD
P&O het aantal betaalde VTE’s in het format dat door de FOD P&O
wordt gepubliceerd.
Un groupe de travail composé par le SPF Affaires étrangères
réalisera, en collaboration avec la Task Force, à court terme une
évaluation transitoire des KPI 2 et 3 pour les diplomates et l’Agence du
Commerce Extérieur.
Een werkgroep samengesteld door de FOD Buitenlandse Zaken zal,
in samenwerking met de Task Force, voor de diplomaten en het
Agentschap voor Buitenlandse Handel op korte termijn een overgangsevaluatie van de KPI’s 2 en 3 opmaken.
Ce groupe de travail élaborera ensuite une méthodologie pour la
production des KPI 2 et KPI 3, reposant sur les principes de la
méthodologie Sepp.
In tweede instantie zal deze werkgroep een methodologie uitwerken
voor de productie van de KPI 2 en KPI 3, gestoeld op de principes van
de Sepp-methodologie.
Si l’entité souhaite évaluer et utiliser sa marge décisionnelle potentielle, elle suit alors les étapes précisées au point B pour les entités pour
lesquelles la plateforme Sepp dispose des données de paie complètes.
Elle utilise un rapport ad hoc concerté au préalable avec l’inspecteur
des Finances.
Indien de entiteit haar potentiële beslissingsmarge wenst te evalueren en te gebruiken dan volgt zij de stappen zoals aangegeven in punt
B voor de entiteiten waarvoor het Sepp-platform over de volledige
loonkostgegevens beschikt. Zij gebruikt een rapport ad hoc voorafgaandelijk overlegd met de inspecteur van Financiën.
Vu la spécificité du personnel engagé localement, le groupe de travail
susmentionné soumettra pour validation à la Task Force une proposition pour évaluer efficacement le risque de dépassement . En attendant
cette proposition et son approbation, aucune décision RH augmentant
les charges de personnel ne peut être prise sans avoir obtenu l’accord de
l’inspecteur des Finances sur la base d’une demande motivée.
Gelet op de specificiteit van het personeel dat lokaal wordt aangeworven zal voornoemde werkgroep een voorstel ter validatie aan de
Task Force voorleggen om het risico op overschrijding efficiënt te
evalueren. In afwachting van dit voorstel en zijn validatie kan geen
enkele HR-beslissing genomen worden die de personeelslasten verhoogt dan na akkoord van de inspecteur van Financiën op basis van een
gemotiveerde aanvraag.
6.2.3. Autres entités
Les entités reprises au point 3.1. du tableau en annexe fournissent
chaque mois, au plus tard le 5e jour ouvrable du mois suivant le mois
de paiement, au SPF P&O les données suivantes dans le format qui est
publié par le SPF P&O :
6.2.3. Andere entiteiten
De entiteiten opgenomen in punt 3.1. van de tabel in bijlage, leveren
maandelijks, ten laatste de 5e werkdag van de maand volgend op de
betalingsmaand, aan de FOD P&O de volgende gegevens in het
formaat dat door de FOD P&O wordt gepubliceerd :
- le nombre d’ETP;
- het aantal VTE’s;
- les charges totales.
- de totale lasten.
Elles calculent elles-mêmes leurs KPI 2 et KPI 3 sur la base d’une
méthodologie qui repose sur les principes de la méthodologie Sepp et
qui a été validée par l’inspecteur des Finances, le commissaire du
gouvernement ou le délégué du ministre du Budget. Elles communiquent au SPF P&O les KPI validés par l’inspecteur des Finances, le
commissaire du gouvernement ou le délégué du ministre du Budget.
Zij berekenen zelf hun KPI 2 en KPI 3 op basis van een methodologie
die steunt op de principes van de Sepp-methodologie en die voorafgaandelijk gevalideerd is door de inspecteur van Financiën, de
regeringscommissaris of de afgevaardigde van de minister van begroting. Zij delen de door de Inspecteur, de regeringscommissaris of de
afgevaardigde van de minister van begroting gevalideerde KPI’s mee
aan de FOD P&O.
Si l’entité souhaite évaluer et utiliser sa marge décisionnelle potentielle, elle suit alors les étapes précisées au point B pour les entités pour
lesquelles la plateforme Sepp dispose des données de paie complètes.
Elle utilise un rapport ad hoc concerté au préalable avec l’inspecteur
des Finances, le commissaire du gouvernement ou le délégué du
ministre du Budget.
Indien de entiteit haar potentiële beslissingsmarge wenst te evalueren en te gebruiken dan volgt zij de stappen zoals aangegeven in punt
B voor de entiteiten waarvoor het Sepp-platform over de volledige
loonkostgegevens beschikt. Ze gebruikt hiervoor een rapport ad hoc
voorafgaandelijk overlegd met de inspecteur van Financiën, de regeringscommissaris of de afgevaardigde van de minister van begroting
Cependant, elles ne rapportent à l’inspecteur des Finances, au
commissaire du gouvernement ou au délégué du ministre du Budget
qu’après avoir communiqué au SPF P&O le nombre d’ETP payés et les
charges totales depuis janvier 2014.
Zij rapporteren evenwel pas naar de inspecteur van Financiën, de
regeringscommissaris of de afgevaardigde van de minister van begroting nadat ze het aantal betaalde VTE’s en de totale lasten
sedert januari 2014 aan de FOD P&O hebben meegedeeld.
6.3. Obligations des providers externes
29733
6.3. Verplichtingen van de externe providers
Les providers mentionnés ci-après fournissent les données demandées en respectant le timing précisé.
De hierna vermelde providers van gegevens leveren de gevraagde
gegevens binnen de gestelde termijn.
Le SPF B&CG, service Assistance à l’élaboration du Budget, fournit
et valide les moyens budgétaires de chaque entité au début de l’exercice
et après chaque adaptation budgétaire.
De FOD B&B, dienst Begeleiding Begroting, levert en valideert de
budgettaire middelen van elke entiteit bij de aanvang van het boekjaar
en na elke aanpassing van de begrotings.
Le SPF B&CG, Federal Accoutant, fournit deux fois par mois, au
plus tard le jour suivant le 5e jour ouvrable et le jour suivant le 15e jour
ouvrable du mois, pour les AB 11.XX.XX (hors 11.XX.05), AB 12.XX.48,
AB 12.XX.99 :
De FOD B&B, Federal Accoutant levert tweemaal per maand, ten
laatste de dag volgend op de 5e werkdag en de dag volgend op de 15e
werkdag van de maand, voor de BA 11.XX.XX (behalve 11.XX.05), BA
12.XX.48, BA 12.XX.99 :
c la consommation en liquidation par mois, AB, SEC et GL;
c het verbruik in vereffening per maand, BA, SEC en GL;
c le crédit de liquidation par AB, année;
c het vereffeningskrediet per BA, jaar;
c le crédit d’engagement par AB, année;
c het vastleggingskrediet per BA, jaar;
c la consommation en engagement par mois, AB, SEC et GL.
c het verbruik in vastlegging per maand, BA, SEC en GL.
Le SCDF fournit au plus tard le dernier jour de chaque mois les
données analytiques de paie via les fichiers Strpay et WTIMP.
De CDVU levert ten laatste de laatste dag van elke maand de
analytische betaalgegevens via de bestanden Strpay en WTIMP.
Le SPF P&O, service IFA fournit, par service public et pour chaque
personne inscrite à au moins une formation certifiée, la ou les dates
spoc concernées via la source ITMA.
De FOD P&O, dienst OFO, levert, per dienst en voor elke persoon
ingeschreven voor minstens een gecertificeerde opleiding, de betrokken
spocdatum/data via de bron ITMA.
Les conditions de délivrance des données, le format et le niveau de
qualité attendu seront définis dans un SLA que le SPF P&O conclut avec
chaque provider concerné.
De voorwaarden van levering van gegevens, het formaat en het
niveau van verwachte kwaliteit worden vastgelegd in een SLA die de
FOD P&O afsluit met elke betrokken provider.
7. Rapport de monitoring du risque
7. Rapport van monitoring van het risico
Les données consolidées concernant les indicateurs de base et les KPI
1, 2 et 3 sont communiquées par le SPF P&O à chaque service et aux
inspecteurs des Finances, commissaires du gouvernement ou délégués
du ministre du Budget concernés et intégrées dans un rapport qu’il
transmet à la Task Force.
De geconsolideerde gegevens inzake de basisindicatoren en de KPI’s
1, 2 en 3 worden door de FOD P&O teruggekoppeld naar elke dienst en
naar de bevoegde inspecteurs van Financiën, regeringscommissarissen
of afgevaardigden van de minister van begroting en geïntegreerd in een
rapport dat hij overmaakt aan de Task Force.
Après validation par la Task Force, le rapport est communiqué aux
instances suivantes :
Na validatie door de Task Force wordt het rapport meegedeeld aan :
- le ministre de la Fonction publique et le ministre du Budget qui le
soumettent au Conseil des ministres ;
- de Minister van Ambtenarenzaken en de Minister van Begroting die
het voorleggen aan de Ministerraad;
- le collège des présidents des services publics fédéraux et de
programmation ;
- het college van voorzitters van de federale en programmatorische
overheidsdiensten ;
- le collège des institutions publiques de sécurité sociale et leurs
Ministres compétents ;
- het college van de openbare instellingen van sociale zekerheid en
hun bevoegde Ministers;
- les fonctionnaires dirigeants des organismes d’intérêt public ;
- de leidend ambtenaren van de instellingen van openbaar nut;
- le chef de corps de l’inspection des Finances.
- de korpschef van de inspectie van Financiën.
En fin d’exercice et au plus tard préalablement au monitoring
de janvier de l’exercice suivant, une analyse du rapport
réalisations/moyens budgétaires (KPI 1bis) est effectuée pour toutes les
entités par la Task Force. Les entités pour lesquelles un dépassement a
été observé devront en tous cas le documenter. La Task Force fera
rapport au Conseil des ministres des cas de dépassement.
8. Nouvelle mesure de gel
Les ministres de la Fonction publique et du Budget pourront, après
avis de l’inspecteur des Finances, du commissaire du gouvernement ou
du délégué du ministre du Budget concerné, proposer au Conseil des
ministres un gel de toute décision RH, à toutes les entités qui auraient
dépassé le périmètre budgétaire alloué et/ou dans le cas d’une gestion
insuffisante du risque par le service.
Op het einde van het boekjaar en ten laatste voorafgaand aan de
monitoring van januari van het volgend boekjaar maakt de Task Force
een analyse van de verhouding realisaties/budgettaire middelen (KPI
1bis) voor alle entiteiten. De entiteiten waarvoor een overschrijding is
geobserveerd moeten deze in elk geval documenteren. De Task Force
zal de gevallen van overschrijding rapporteren aan de Ministerraad.
8. Nieuwe maatregel van bevriezing
De Ministers van Ambtenarenzaken en van Begroting kunnen, na
advies van de betrokken inspecteur van Financiën, de regeringscommissaris of de afgevaardigde van de minister van begroting, een
bevriezing van de HR-beslissingen aan de Ministerraad voorstellen,
voor elke entiteit die de toegekende budgettaire perimeter zou
overschrijden en/of in het geval van een onvoldoend beheer van het
risico door de dienst.
9. Abrogation de circulaires
9. Opheffing van omzendbrieven
Les circulaires suivantes sont abrogées :
Volgende omzendbrieven worden opgeheven :
- la circulaire n° 602 du 14 avril 2010 portant sur les informations
relatives au monitoring du personnel et des crédits de personnel,
modifiée par les circulaires n° 602bis du 10 décembre 2010, n° 602ter du
13 février 2012 et n° 602quater du 20 juillet 2012;
- de omzendbrief nr. 602 van 14 april 2010 met informatie inzake de
monitoring van het personeel en de personeelskredieten, gewijzigd
door de omzendbrieven nr. 602bis van 10 december 2010, nr. 602ter van
13 februari 2012 en nr. 602quater van 20 juli 2012;
- la circulaire du 18 décembre 2014 contenant des mesures en matière
de monitoring du personnel fédéral.
- de omzendbrief van 18 december 2014 met maatregelen aangaande
de federale personeelsmonitoring.
Le Ministre du Budget,
H. JAMAR
De Minister van Begroting,
H. JAMAR
Le Ministre de la Défense, chargé de la Fonction publique,
S. VANDEPUT
De Minister van Defensie, belast met Ambtenarenzaken,
S. VANDEPUT
29734
29735
29736
29737
29738
29739
*
[C − 2015/00239]
28 AVRIL 2015. — Avis concernant l’annexe B de la Directive
ministérielle MFO-2 du 13 avril 2012 relative au mécanisme de
solidarité entre les zones de police en matière de renforts pour des
missions de police administrative. — Capacité hypothéquée. —
Ligne de prestation HYCAP 2015
[C − 2015/00239]
28 APRIL 2015. — Bericht inzake de bijlage B bij de Ministeriële
richtlijn MFO-2 van 13 april 2012 betreffende het solidariteitsmechanisme tussen de politiezones inzake versterkingen voor opdrachten van bestuurlijke politie. — Gehypothekeerde capaciteit. —
Prestatielijn HYCAP 2015
A Mesdames et Messieurs les Gouverneurs de Province,
Aan de Dames en Heren Provinciegouverneurs,
A Monsieur le Haut Fonctionnaire exerçant des compétences
de l’Agglomération bruxelloise,
Aan de Heer Hoge Ambtenaar belast met de uitoefening van
bevoegdheden van de Brusselse Agglomeratie,
A Mesdames et Messieurs les Bourgmestres,
Aan de Dames en Heren Burgemeesters,
A Mesdames et Messieurs les Présidents des Collèges de
Police,
Aan de Dames en Heren Voorzitters van de Politiecolleges,
A Mesdames et Messieurs les Chefs de Corps de la police
locale,
Aan de Dames en Heren Korpschefs van de lokale politie,
A Madame la Commissaire générale de la police fédérale,
Aan Mevrouw de Commissaris-generaal van de federale
politie,
A Monsieur l’Inspecteur général de l’inspection générale de la
police fédérale et de la police locale,
Aan de Heer Inspecteur-generaal van de algemene inspectie
van de federale politie en van de lokale politie,
Pour information :
Ter informatie :
A Monsieur le Directeur général de la Direction générale
Centre de crise,
Aan de Heer Directeur-generaal van de Algemene Directie
Crisiscentrum,
A Monsieur le Directeur général de la Direction générale
Sécurité et Prévention,
Aan de Heer Directeur-generaal van de Algemene Directie
Veiligheid en Preventie,
A Monsieur le Président de la Commission permanente de la
police locale,
Aan de Heer Voorzitter van de Vaste Commissie van de lokale
politie,
A Mesdames et Messieurs les Commissaires d’arrondissement,
Aan de Dames en Heren Arrondissementscommissarissen,
Madame, Monsieur le Gouverneur,
Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur,
Monsieur le Haut Fonctionnaire,
Mijnheer de Hoge Ambtenaar,
Madame, Monsieur le Bourgmestre,
Mevrouw, Mijnheer de Burgemeester,
Madame, Monsieur le Président,
Mevrouw, Mijnheer de Voorzitter,
Madame, Monsieur le Chef de Corps,
Mevrouw, Mijnheer de Korpschef,
Madame la Commissaire générale,
Mevrouw de Commissaris-generaal,
Monsieur l’Inspecteur général,
Mijnheer de Inspecteur-generaal,
Mesdames et Messieurs,
Dames en Heren,
Conformément à la circulaire MFO-2 du 13 avril 2012, veuillez
trouver ci-joint la ligne de prestation HYCAP 2015.
Conform de omzendbrief MFO-2 van 13 april 2012, gelieve hierbij de
prestatielijn HYCAP 2015 te willen vinden.
Le Vice–Premier Ministre
et Ministre de la Sécurité et de l’Intérieur,
J. JAMBON
De Vice-Eerste Minister
en Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken,
J. JAMBON
29740
29741
29742
29743
29744
29745
29746
[C − 2015/09248]
Loi du 15 mai 1987 relative aux noms et prénoms
Publications
[C − 2015/09248]
Wet van 15 mei 1987 betreffende de namen en voornamen.
Bekendmakingen
Par arrêté royal du 4 mai 2015, Monsieur Luvingisa-Ndompetelo,
André, né à Malele (République démocratique du Congo) le 19 juin 1967,
demeurant à Alost, et
Mademoiselle Luvingisa-Ndompetelo, Myriam Nsengo, née à Bastogne le 19 juillet 2002, demeurant à Molenbeek-Saint-Jean, et
la nommée Luvingisa-Ndompetelo, Oria Nsengo, sont autorisés, sauf
opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à leur
nom patronymique celui de « Luvingisa », après l’expiration du délai
de 60 jours à compter de la présente insertion.
Bij koninklijk besluit van 4 mei 2015, is machtiging verleend aan de
heer Luvingisa-Ndompetelo, André, geboren te Malele (Democratische
Republiek Kongo) op 19 juni 1967, wonende te Aalst, en
juffrouw Luvingisa-Ndompetelo, Myriam Nsengo, geboren te Bastenaken op 19 juli 2002, wonende te Sint-Jans-Molenbeek, en
de genaamde Luvingisa-Ndompetelo, Oria Nsengo, geboren te
Brussel op 7 oktober 2012, wonende te Aalst, om, behoudens tijdig
verzet waarover zal beslist worden, hun geslachtsnaam in die van
« Luvingisa » te veranderen, na afloop van 60 dagen te rekenen van
deze bekendmaking.
Par arrêté royal du 7 mai 2015, Monsieur Mala Ngombe, né Kinshasa
(Congo belge) le 7 juillet 1959, et
heer Mala Ngombe, geboren te Kinshasa (Belgisch Kongo) op 7 juli 1959,
en
de genaamde Mala Ngombe, Carla, geboren te Brussel op 18 april 2006,
en
de genaamde Mala Ngombe, Bérénice Divina N’goya, geboren te
Sint-Lambrechts-Woluwe op 5 mei 2008, en
de genaamde Mala Ngombe, Eddy-José, geboren te Sint-LambrechtsWoluwe op 2 december 2010, allen wonende te Evere, om, behoudens
tijdig verzet waarover zal beslist worden, hun geslachtsnaam in die van
« Beckman » te veranderen, na afloop van 60 dagen te rekenen van deze
bekendmaking.
la nommée Mala Ngombe, Carla, née à Bruxelles le 18 avril 2006, et
la nommée Mala Ngombe, Bérénice Divina N’goya, née à WoluweSaint-Lambert le 5 mai 2008, et
le nommé Mala Ngombe Eddy-José, sont autorisés, sauf opposition
en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à leur nom
patronymique celui de « Beckman », après l’expiration du délai de
60 jours à compter de la présente insertion.
le nommé El Beyrouthy, Sacha, né à Uccle le 14 novembre 2013, tous
deux demeurant à Forest, sont autorisés, sauf opposition en temps utile
sur laquelle il sera statué, à substituer à leur nom patronymique celui
de « Beyrouthy », après l’expiration du délai de 60 jours à compter de
la présente insertion.
heer El Beyrouthy, Elias, geboren te Cheyah/Baabda (Libanon) op
9 december 1982, en
de genaamde El Beyrouthy, Sacha, geboren te Ukkel op 14 november 2013, beiden wonende te Vorst, om, behoudens tijdig verzet
waarover zal beslist worden, hun geslachtsnaam in die van « Beyrouthy » te veranderen, na afloop van 60 dagen te rekenen van deze
bekendmaking.
Par arrêté royal du 7 mai 2015, Mademoiselle Dao Thi Phuong Trang,
née à Bruxelles (premier district) le 30 octobre 1987, et Mademoiselle
Dao Thi Phuong Tri, née à Bruxelles (premier district) le 30 octobre 1987, toutes deux demeurant à Evere, sont autorisées, sauf
opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à leur
nom patronymique celui de « Dao », après l’expiration du délai de 60
jours à compter de la présente insertion.
Bij koninklijk besluit van 7 mei 2015, is machtiging verleend aan
juffrouw Dao Thi Phuong Trang, geboren te Brussel (eerste district) op
30 oktober 1987, en juffrouw Dao Thi Phuong Tri, geboren te Brussel
(eerste district) op 30 oktober 1987, beiden wonende te Evere, om,
behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, hun geslachtsnaam in die van « Dao » te veranderen, na afloop van 60 dagen te
rekenen van deze bekendmaking.
Par arrêté royal du 7 mai 2015, Mademoiselle Beachenyov, Valérie,
née à Astrakhan (U.R.R.S.) le 24 septembre 1990, demeurant à
Ottignies-Louvain-la-Neuve, est autorisée, sauf opposition en temps
utile sur laquelle il sera statué, à substituer à leur nom patronymique
celui de « Beaune », après l’expiration du délai de 60 jours à compter de
la présente insertion.
juffrouw Beachenyov, Valérie, geboren te Astrakhan (U.S.S.R.) op
24 september 1990, wonende te Ottignies-Louvain-la-Neuve, om,
behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, haar geslachtsnaam in die van « Beaune » te veranderen, na afloop van 60 dagen te
rekenen van deze bekendmaking.
Par arrêté royal du 7 mai 2015, Monsieur Ali Osman, Mohamed, né
à Gabiley (Somalie) le 28 octobre 1980, demeurant à Saint-Josse-tenNoode, est autorisé, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera
statué, à substituer à leur nom patronymique celui de « Osman », après
l’expiration du délai de 60 jours à compter de la présente insertion.
heer Ali Osman, Mohamed, geboren te Gabiley (Somalia) op 28 oktober 1980, wonende te Sint-Joost-ten-Node, om, behoudens tijdig verzet
waarover zal beslist worden, zijn geslachtsnaam in die van « Osman »
te veranderen, na afloop van 60 dagen te rekenen van deze bekendmaking.
Par arrêté royal du 7 mai 2015, Madame Bossassi-Epole Mobato
Bos-Moseka, née à Etterbeek le 22 mai 1974, demeurant à Namur, est
autorisée, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à
substituer à leur nom patronymique celui de « Bossassi-Epole », après
l’expiration du délai de 60 jours à compter de la présente insertion.
mevrouw Bossassi-Epole Mobato Bos-Moseka, geboren te Etterbeek op
22 mei 1974, wonende te Namen, om, behoudens tijdig verzet waarover
zal beslist worden, haar geslachtsnaam in die van « Bossassi-Epole » te
veranderen, na afloop van 60 dagen te rekenen van deze bekendmaking.
Par arrêté royal du 7 mai 2015, Monsieur El Beyrouthy, Elias, né à
Cheyah/Baabda (Liban) le 9 décembre 1982, et
Par arrêté royal du 4 mai 2015, la nommée Vanderweckené, Marisol
Serena Jeanne, née à Liège le 21 novembre 2011, y demeurant, est
autorisée, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à
substituer à son nom patronymique celui de « Vanderweckené
Aguiar », après l’expiration du délai de 60 jours à compter de la
présente insertion.
29747
genaamde Vanderweckené, Marisol Serena Jeanne, geboren te Luik op
21 november 2011, er wonende, om, behoudens tijdig verzet waarover
zal beslist worden, haar geslachtsnaam in die van « Vanderweckené
Aguiar » te veranderen, na afloop van 60 dagen te rekenen van deze
bekendmaking.
*
[2015/202498]
[2015/202498]
Notariaat. — Vacante betrekkingen. — Erratum
Dans la publication, au Moniteur belge du 15 mai 2015, page 26199,
de la place vacante de notaire à la résidence de Soignies, les mots
″(en association)″ doivent être ajoutés.
In de bekendmaking, in het Belgisch Staatsblad van 15 mei 2015,
pagina 26199, van de vacante plaats van notaris ter standplaats Zinnik,
dienen de woorden ″(in associatie)″ toegevoegd te worden.
Notariat. — Places vacantes. — Erratum
*
[C − 2015/11208]
Rapport sur le fonctionnement
de la Centrale des Crédits aux Particuliers. — Année 2014
[C − 2015/11208]
Verslag over de werking
van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren. — Jaar 2014
(Rédigé par la Banque nationale de Belgique conformément aux
dispositions de l’article 14 de la loi du 10 août 2001 relative à la
Centrale des crédits aux particuliers)
(Opgesteld door de Nationale Bank van België overeenkomstig de
bepalingen van artikel 14 van de wet van 10 augustus 2001 betreffende
de Centrale voor kredieten aan particulieren)
1. APERÇU DES DONNÉES ENREGISTRÉES
1.1. CONTENU DU FICHIER
Créée dans le cadre de la politique de prévention du surendettement,
la Centrale des crédits aux particuliers enregistre tous les contrats de
crédit à la consommation et de crédit hypothécaire conclus à des fins
privées par les personnes physiques, ainsi que les éventuels défauts de
paiement qui en résultent.
1. OVERZICHT VAN DE GEREGISTREERDE INLICHTINGEN
1.1. INHOUD VAN HET BESTAND
De Centrale voor kredieten aan particulieren, die werd opgericht in
het kader van het beleid ter voorkoming van overmatige schuldenlast,
registreert alle overeenkomsten inzake consumentenkredieten en hypothecaire kredieten die door natuurlijke personen om privé-doeleinden
worden afgesloten, evenals de eventuele betalingsachterstanden die uit
deze kredieten voortvloeien.
Daarnaast worden ook de berichten van collectieve schuldenregeling
in de Centrale geregistreerd.
De kredietgevers moeten de Centrale verplicht raadplegen alvorens
een krediet toe te kennen en krijgen op die manier een vollediger beeld
van de financiële verbintenissen en de kredietwaardigheid van de
potentiële kredietnemers.
Eind 2014 bevatte het bestand van de Centrale gegevens over 6 226
566 personen en 11 325 503 kredietovereenkomsten.
Er stonden respectievelijk 350 635 wanbetalers en 522 840 achterstallige kredietovereenkomsten geregistreerd. Het totale achterstallige
bedrag bedroeg 3,1 miljard EUR, hetzij gemiddeld 3 688 EUR per
consumentenkrediet en 38 931 EUR per hypothecair krediet.
En outre, les avis de règlement collectif de dettes sont également
enregistrés dans la Centrale.
Les prêteurs doivent obligatoirement consulter la Centrale avant de
consentir un crédit. Ils obtiennent ainsi une vue plus complète des
engagements financiers et de la solvabilité de leurs emprunteurs
potentiels.
Fin 2014, les données de 6 226 566 personnes ainsi que celles de 11 325
503 contrats de crédit étaient enregistrées dans le fichier de la Centrale.
Le nombre de débiteurs et de contrats défaillants s’élevait à
respectivement 350 635 emprunteurs et 522 840 contrats. Le montant
total des arriérés atteignait 3,1 milliards d’EUR, soit 3 688 EUR en
moyenne par crédit à la consommation et 38 931 EUR par crédit
hypothécaire.
1.2. EVOLUTION DU NOMBRE DE CONTRATS ET DE PERSONNES ENREGISTRÉS
L’évolution du nombre de contrats de crédit et de personnes
enregistrés peut être résumée comme suit (situation en fin d’année):
En comparaison avec l’année précédente, il y avait fin 2014 une
diminution nette de 1,2 % du nombre de contrats (- 140 311 contrats) et
de 0,4 % du nombre de personnes (- 24 992 personnes) enregistrés dans
la Centrale.
1.2. EVOLUTIE VAN HET AANTAL GEREGISTREERDE CONTRACTEN EN PERSONEN
De evolutie van het aantal geregistreerde kredietovereenkomsten en
personen kan als volgt worden samengevat (toestand op het einde van
het jaar):
In vergelijking met het jaar voordien waren er eind 2014 netto 1,2 %
minder contracten (- 140 311 contracten) en 0,4 % minder personen
(- 24 992 personen) geregistreerd in de Centrale.
29748
Au cours de l’année, 1 449 299 nouveaux contrats de crédit ont été
enregistrés. C’est surtout l’évolution des crédits hypothécaires qui est
marquante. Alors que durant le premier semestre, le nombre de
nouveaux crédits hypothécaires se situait encore en moyenne 20 % plus
bas qu’au cours de la même période en 2013, le troisième trimestre a vu
la tendance se renverser complètement. C’est surtout durant les
derniers mois de 2014 que l’octroi de crédits hypothécaires a connu un
pic absolu. L’explication de ce phénomène réside d’une part dans les
taux de crédits particulièrement bas, qui ont amené un grand nombre
d’emprunteurs à refinancer leur crédit hypothécaire, celui-ci étant
repris comme nouveau contrat dans la Centrale, et d’autre part dans
l’anticipation par le consommateur de la diminution de l’avantage
fiscal au logement qui entrera en vigueur en Flandre à partir de 2015. Ce
dernier élément ressort de l’observation d’une croissance bien plus
importante en Flandre que dans les deux autres régions. En conclusion,
443 782 nouveaux crédits hypothécaires ont été enregistrés en 2014, soit
la moitié de plus que l’année précédente.
In de loop van het jaar werden 1 449 299 nieuwe kredietovereenkomsten geregistreerd, waarbij vooral de evolutie bij de hypothecaire
kredieten opvalt. Terwijl in de eerste jaarhelft het aantal nieuwe
hypotheekleningen gemiddeld nog 20 % lager lag dan in dezelfde
periode van 2013, is dit beeld vanaf het derde trimester volledig
omgeslagen. Vooral in de laatste maanden van 2014 kende de
hypothecaire kredietverlening een absolute piek. De verklaring hiervoor is tweeërlei. Enerzijds hebben de erg lage rentevoeten een groot
aantal kredietnemers ertoe gebracht hun woonkrediet te herfinancieren,
hetgeen als een nieuw krediet in de Centrale geregistreerd wordt.
Anderzijds hebben veel consumenten geanticipeerd op het nieuwe,
minder gunstige woonbonusregime dat vanaf 2015 in Vlaanderen in
voege treedt. Dit laatste blijkt uit het feit dat de aangroei in Vlaanderen
aanzienlijk groter is dan in de twee andere regio’s. Uiteindelijk werden
er 443 782 nieuwe hypothecaire kredieten geregistreerd in 2014, hetgeen
de helft meer is dan het jaar voordien.
En outre, 508 863 nouveaux prêts à tempérament (- 0,4 %) et 87 587
ventes à tempérament (- 0,7 %) ont été enregistrés. La diminution de
24,0 % (409 067 contrats) du nombre de nouvelles ouvertures de crédit
est la conséquence d’adaptations techniques effectuées par un nombre
limité de prêteurs en 2013. Abstraction faite de ces opérations, le
nombre de nouvelles ouvertures de crédit reste stable en 2014.
Daarnaast werden er ook 508 863 nieuwe leningen op afbetaling
(- 0,4 %) en 87 587 nieuwe verkopen op afbetalingen (- 0,7 %) gemeld.
De daling van het aantal nieuwe kredietopeningen met 24,0 % (409 067
contracten) is het gevolg van technische aanpassingen die door enkele
kredietgevers werden uitgevoerd in 2013. Wanneer van deze operaties
abstractie wordt gemaakt, blijft het aantal nieuwe kredietopeningen in
2014 stabiel.
Au cours de l’année écoulée, 155 102 nouveaux défauts de paiement
ont été enregistrés à la Centrale. Cela représente une baisse de 0,4 % par
rapport à 2013. Une seule augmentation est observée et concerne les
ouvertures de crédit (+ 4,1 %).
Er werden tevens 155 102 nieuwe betalingsachterstanden in de
Centrale opgenomen. Dit is een daling met 0,4 % tegenover 2013. Enkel
bij de kredietopeningen wordt een toename vastgesteld (+ 4,1 %).
Le nombre de contrats défaillants a augmenté une nouvelle fois: fin
2013, on comptait 522 384 défauts de paiement (+ 3,8 %) pour 350 635
débiteurs (+ 2,7 %). On observe des différences notables selon les types
de crédits. Ainsi, le nombre de défauts de paiement augmente de façon
significative pour les ouvertures de crédit (+ 7,2 %) et les crédits
hypothécaires (+ 5,1 %), alors qu’il diminue légèrement pour les ventes
et les prêts à tempérament (respectivement - 2,0 % et - 0,3 %).
Het totale aantal uitstaande achterstallige contracten groeit aan tot
522 384 (+ 3,8 %) voor 350 635 kredietnemers (+ 2,7 %). Tussen de
kredietvormen zijn er aanzienlijke verschillen. Het aantal betalingsachterstanden stijgt sterk bij de kredietopeningen (+ 7,2 %) en de
hypothecaire kredieten (+ 5,1 %), terwijl het licht afneemt bij de
verkopen en leningen op afbetaling (respectievelijk - 2,0 % en - 0,3 %).
L’impact de la crise reste sensible dans la Centrale. Depuis 2008, le
nombre d’arriérés de paiement ne cesse d’augmenter. L’explication ne
se trouve cependant pas dans une moins bonne qualité des crédits
octroyés actuellement. Le pourcentage de défauts de paiement des
crédits conclus depuis 2009 est globalement plus faible que le
pourcentage de défauts de paiement des contrats octroyés avant la
crise. Les difficultés de paiement auxquelles sont confrontés aujourd’hui
les consommateurs concernent, plus que par le passé, des crédits plus
anciens: 35,1 % des nouveaux défauts de paiement enregistrés en
2014 pour les prêts à tempérament concernent des crédits octroyés il y
a moins d’un an, alors que ce pourcentage était encore de 48,1 % en
2008. Pour les crédits hypothécaires, les nouveaux défauts de paiement
enregistrés en 2014 surviennent, dans 26,5 % des cas, moins de deux ans
après l’octroi du crédit, contre 40,8 % en 2008.
De impact van de crisis blijft voelbaar in de Centrale. Sinds
2008 groeit het aantal betalingsachterstanden aanhoudend. De oorzaak
lijkt echter niet te liggen in een verminderde kwaliteit van de huidige
kredietverlening. De wanbetalingspercentages van de kredieten die
vanaf 2009 werden afgesloten, liggen globaal genomen immers lager
dan de wanbetalingspercentages van de kredieten die vóór de crisis
werden toegekend. Betalingsmoeilijkheden waarmee consumenten
vandaag geconfronteerd worden, hebben ook meer dan vroeger
betrekking op oudere kredieten: bij de leningen op afbetaling deed
slechts 35,1 % van de nieuwe betalingsachterstanden uit 2014 zich
binnen het jaar na het toekennen van het krediet voor, terwijl dit in
2008 nog 48,1 % bedroeg. Bij de hypothecaire kredieten heeft 26,5 % van
de nieuwe wanbetalingen uit 2014 betrekking op een krediet van
minder dan twee jaar oud, tegenover 40,8 % in 2008.
Une répartition détaillée du nombre de personnes selon le nombre de
contrats de crédit enregistrés est présentée dans les tableaux ci-après:
Een gedetailleerde verdeling van het aantal personen volgens het
aantal geregistreerde kredietovereenkomsten wordt in de volgende
tabellen weergegeven:
1.3. EVOLUTION DU NOMBRE D’ALIMENTATIONS
En 2014, la Centrale a traité environ 5 millions d’alimentations, dont
1,4 millions concernait l’enregistrement d’un nouveau contrat de crédit.
Les alimentations ont été effectuées par quelque 250 participants.
1.4. RÈGLEMENTS COLLECTIFS DE DETTES
29749
1.3. EVOLUTIE VAN HET AANTAL BIJWERKINGEN
In 2014 heeft de Centrale ongeveer 5 miljoen bijwerkingen verwerkt.
In 1,4 miljoen gevallen ging het om de registratie van een nieuwe
kredietovereenkomst. De bijwerkingen werden uitgevoerd door ongeveer 250 deelnemers.
1.4. COLLECTIEVE SCHULDENREGELINGEN
Les personnes surendettées ou rencontrant des difficultés financières
importantes peuvent recourir à la procédure de règlement collectif de
dettes. Dans ce cadre, la Centrale des crédits aux particuliers a été
chargée par le législateur de centraliser certaines données relatives à ces
règlements. En plus des données d’identification des personnes qui
bénéficient du règlement, la Centrale enregistre les dates des étapes
importantes de la procédure, comme la date de la décision d’admissibilité du règlement collectif de dettes et les dates de début et de fin des
plans d’apurement. Les renseignements sont fournis par les tribunaux
du travail et les médiateurs de dettes, via le Fichier central des avis de
saisie, de délégation, de cession, de règlements collectifs de dettes et de
protêts.
Personen die geconfronteerd worden met overmatige schuldenlast of
ernstige financiële moeilijkheden kunnen beroep doen op de procedure
van collectieve schuldenregeling. In dat kader werd de Centrale voor
kredieten aan particulieren er door de wetgever mee belast bepaalde
gegevens met betrekking tot deze regelingen te centraliseren. Naast de
identificatiegegevens van de persoon die de regeling geniet, registreert
de Centrale ook de datums van de belangrijkste stappen in de
procedure zoals bijvoorbeeld de datum van de beslissing van toelaatbaarheid van de collectieve schuldenregeling en de begin- en einddatum van de aanzuiveringsregeling. De inlichtingen worden meegedeeld door de arbeidsrechtbanken en de schuldbemiddelaars, via het
Centraal bestand van berichten van beslag, delegatie, overdracht,
collectieve schuldenregeling en protest.
Les tribunaux du travail ont admis 17 552 nouvelles demandes de
règlement collectif de dettes, une diminution de 0,7 % par rapport à
l’année 2013. Le nombre total de personnes enregistrées pour cette
procédure s’établit fin 2014 à 97 065 (+ 5,1 %). On note par ailleurs que
28,6 % des avis enregistrés ont trait à des personnes qui n’ont aucun
crédit défaillant repris dans la Centrale. Cela montre que les causes du
surendettement ne se limitent pas au crédit: de plus en plus de
consommateurs sont confrontés à d’autres difficultés de paiement,
comme celles relatives aux factures d’énergie et de téléphone.
De arbeidsrechtbanken hebben het voorbije jaar 17 552 nieuwe
aanvragen tot collectieve schuldenregeling toelaatbaar verklaard, een
daling met 0,7 % in vergelijking met 2013. Het totale aantal personen
dat voor deze procedure geregistreerd is, loopt eind 2014 op tot 97 065
(+ 5,1 %). Bij 28,6 % van de geregistreerde berichten gaat het om
personen die met geen enkel achterstallig krediet in de Centrale
opgenomen zijn. Hieruit blijkt dat de oorzaken van overmatige
schuldenlast zich niet beperken tot het krediet: steeds meer worden
consumenten geconfronteerd met andere betalingsmoeilijkheden, zoals
bijvoorbeeld schulden met betrekking tot energie- en telefoonfacturen.
A la fin 2014, 38 238 plans de règlement amiable ou judiciaire en cours
sont enregistrés (39,4 %). Sont aussi enregistrés 58 827 avis d’admissibilité pour lesquels les tribunaux n’ont signalé aucun plan d’apurement
à la Centrale (60,6 %). Le fait qu’une majorité des avis d’admissibilité
restent sans suite dans le fichier ne signifie pas nécessairement qu’ils ne
mèneront pas à un plan d’apurement amiable ou judiciaire. Dans plus
de la moitié des cas, il s’agit en effet de dossiers récents de 2013 ou de
2014 et pour lesquels il est normal qu’aucun plan n’ait encore été
finalisé.
Eind 2014 zijn er 38 238 lopende minnelijke of gerechtelijke
aanzuiveringsregelingen geregistreerd (39,4 %). Daarnaast zijn er
eveneens 58 827 berichten van toelaatbaarheid geregistreerd waarvoor
de rechtbanken aan de Centrale nog geen melding hebben gedaan dat
een aanzuiveringsregeling werd afgesloten (60,6 %). Het gegeven dat
een meerderheid van de berichten van toelaatbaarheid zonder gevolg
blijft in het bestand, betekent niet noodzakelijk dat ze in werkelijkheid
niet leiden tot een minnelijke of gerechtelijke aanzuiveringsregeling. In
meer dan de helft van de gevallen gaat het immers om recente dossiers
uit 2013 of 2014, waarvoor het normaal is dat nog geen regeling werd
overeengekomen.
Cependant, plus le temps a passé depuis la décision, plus il est
probable qu’il n’y a pas eu de plan d’apurement, même si la procédure
n’a pas été clôturée, ou que le plan n’a pas été communiqué à la
Centrale. Dans les deux cas, cet enregistrement incomplet a une très
grande incidence sur le consommateur. En effet, comme le règlement
collectif de dettes ne disparaît de la Centrale qu’au terme du plan
d’apurement, le consommateur y reste mentionné tant que l’information fait défaut, même si son plan d’apurement est en réalité déjà
clôturé. Dans ce cas, non seulement l’enregistrement ne répond plus
aux dispositions légales, mais le consommateur court également le
risque que l’accès au crédit lui reste refusé. Cette problématique a été
portée à l’attention du ministre compétent.
Naarmate de datum van de beslissing echter meer in het verleden
ligt, kan echter verondersteld worden dat ofwel geen aanzuiveringsregeling bereikt is maar de procedure toch niet werd afgesloten, ofwel de
bereikte aanzuiveringsregeling niet aan de Centrale gemeld werd. In
beide gevallen is de impact van deze onvolledige registratie voor de
consument zeer ingrijpend. Aangezien de collectieve schuldenregeling
immers pas uit de Centrale verdwijnt na afloop van de aanzuiveringsregeling, betekent dit dat bij het ontbreken van informatie hierover, de
consument toch vermeld blijft, zelfs indien zijn aanzuiveringsregeling
in werkelijkheid reeds beëindigd zou zijn. Op dat ogenblik voldoet de
registratie niet langer aan de wettelijke voorwaarden. Bovendien loopt
de consument het risico dat hem de toegang tot krediet ontzegd blijft.
Deze problematiek werd onder de aandacht van de bevoegde minister
gebracht.
2. NOMBRE DE CONSULTATIONS
Les prêteurs ont l’obligation légale de consulter le fichier de la
Centrale avant l’octroi d’un crédit tombant sous le champ d’application
de la loi du 10 août 2001 relative à la Centrale des crédits aux
particuliers. L’évolution du nombre de consultations individuelles, le
pourcentage de réponses concernant des personnes enregistrées sans
défaut de paiement et celui concernant des personnes enregistrées avec
défaut de paiement sont repris dans le tableau ci-dessous:
2. AANTAL RAADPLEGINGEN
De kredietgevers zijn wettelijk verplicht het bestand van de Centrale
te raadplegen vóór de toekenning van een krediet dat valt onder het
toepassingsgebied van de wet van 10 augustus 2001 betreffende de
Centrale voor kredieten aan particulieren. De evolutie van het aantal
individuele raadplegingen, het percentage antwoorden dat personen
betreft die geregistreerd zijn zonder betalingsachterstand en het percentage antwoorden dat personen betreft die geregistreerd zijn met een
betalingsachterstand, worden opgenomen in volgende tabel:
29750
Le nombre moyen de consultations individuelles par jour ouvrable
s’est élevé à 30 127.
Het gemiddeld aantal individuele raadplegingen per werkdag
bedroeg 30 127.
De plus, la Centrale peut également être consultée dans le cadre de la
gestion de crédits en cours ou de l’octroi et de la gestion de moyens de
paiement. A cette fin, en 2014, 8 176 610 consultations groupées ont été
effectuées.
Daarnaast kan de Centrale ook geraadpleegd worden in het kader
van het beheer van lopende kredieten of in het kader van de toekenning
en het beheer van betalingsmiddelen. In 2014 werden met dit doel 8 176
610 gegroepeerde raadplegingen uitgevoerd.
3. RECETTES ET FRAIS DE FONCTIONNEMENT DE LA CENTRALE
3. ONTVANGSTEN EN WERKINGSKOSTEN VAN DE CENTRALE
En vertu de l’article 12 de la loi du 10 août 2001 relative à la Centrale
des crédits aux particuliers, la Banque nationale de Belgique est
habilitée à récupérer auprès des prêteurs les frais auxquels elle est
exposée pour le fonctionnement de la Centrale.
Krachtens artikel 12 van de wet van 10 augustus 2001 betreffende de
Centrale voor kredieten aan particulieren is de Nationale Bank van
België gemachtigd de kosten die zij maakt voor de werking van de
Centrale, te recupereren bij de kredietgevers.
Les recettes et les frais de fonctionnement pour l’exercice 2014 peuvent être résumés comme suit:
De ontvangsten en werkingskosten voor boekjaar 2014 kunnen als
volgt worden samengevat:
L’exercice 2014 se solde par un surplus de 560 011 EUR, qui revient
aux participants.
Het boekjaar 2014 wordt afgesloten met een overschot van
560 011 EUR, dat toekomt aan de deelnemers.
4. DROIT D’ACCÈS ET DE RECTIFICATION
4. INZAGERECHT EN RECHT OP RECHTZETTING
Conformément aux dispositions légales, la personne enregistrée est
informée d’office et par écrit lorsqu’elle est enregistrée pour la première
fois pour un défaut de paiement dans le fichier de la Centrale. Au cours
de l’année 2014, 102 365 lettres ont été envoyées dans ce contexte.
Overeenkomstig de wettelijke bepalingen wordt de geregistreerde
persoon automatisch en schriftelijk verwittigd wanneer hij voor de
eerste keer met een betalingsachterstand geregistreerd wordt in de
Centrale. In de loop van 2014 werden in die context 102 365 brieven
verstuurd.
En 2014 le nombre de demandes d’accès a diminué de 1,4 %, à
224 233. Fin 2014, 43,8 % des demandes sont effectuées par internet. La
part des demandes écrites s’établit à 26,9 % et dans 29,3 % des cas les
personnes se sont adressées directement aux guichets de la Banque
nationale de Belgique.
Het aantal aanvragen tot inzage is in 2014 met 1,4 % gedaald tot
224 233. Eind 2014 gebeurt 43,8 % van alle aanvragen via internet. Het
aandeel van de schriftelijke aanvragen bedroeg 26,9 % en in 29,3 % van
de gevallen hebben de personen zich rechtstreeks gewend tot de
loketten van de Nationale Bank van België.
En cas de contestation des données enregistrées à son nom, la
personne concernée peut faire appel aux services de la Centrale qui
contactera le prêteur ayant effectué la communication afin de réexaminer le dossier. Le cas échéant, l’existence d’une contestation est indiquée
dans le fichier et communiquée aux prêteurs lors d’une consultation
éventuelle.
In geval van betwisting van de op zijn naam geregistreerde gegevens
kan de persoon beroep doen op de diensten van de Centrale, die contact
zal opnemen met de kredietgever die de melding gedaan heeft,
teneinde het dossier opnieuw te onderzoeken. In voorkomend geval
wordt het bestaan van een betwisting toegevoegd aan het bestand en
meegedeeld aan de kredietgevers naar aanleiding van een eventuele
raadpleging.
5. RAPPORT STATISTIQUE
Dans le cadre de la problématique du surendettement, diverses
institutions et instances demandent régulièrement à la Banque nationale de Belgique des informations de toute nature concernant le
nombre et l’évolution des personnes et des contrats enregistrés dans la
Centrale. Pour satisfaire à cette demande, la Banque nationale de
Belgique publie une série de chiffres clés et de statistiques qui sont
actualisés mensuellement. Elle publie également un rapport statistique
annuel. Tous ces documents peuvent être consultés sur le site internet
de la Banque nationale de Belgique (www.nbb.be).
5. STATISTISCH VERSLAG
In het kader van de problematiek van de overmatige schuldenlast
vragen verschillende instellingen en instanties regelmatig aan de
Nationale Bank van België allerhande informatie betreffende het aantal
en de evolutie van de in de Centrale geregistreerde personen en
contracten. Om aan deze vraag te voldoen, publiceert de Nationale
Bank van België een serie kerncijfers en statistieken die maandelijks
worden geactualiseerd. Daarnaast publiceert ze tevens een jaarlijks
statistisch verslag. Al deze documenten kunnen op de website van de
Nationale Bank van België (www.nbb.be) worden geraadpleegd.
29751
ORDRES DU JOUR — AGENDA’S
PARLEMENT FRANCOPHONE BRUXELLOIS
[C − 2015/31313]
Convocation (1)
Mardi 26 mai 2015, 14 h 15 m
Rue du Lombard, 69, Salle 201
Session ordinaire 2014-2015
Commission de la Santé
Ordre du jour
1. Audition et proposition de résolution relatives à la sensibilisation à la fibromyalgie
Rapporteuse : Mme Barbara d’Ursel-de Lobkowicz
* Lecture et approbation du rapport.
2. Audition relative au Plan bruxellois de réduction des risques liés à l’usage de drogues
Désignation du rapporteur/de la rapporteuse
* Exposé de Mme Catherine Van Huyck, directrice de l’asbl Modus Vivendi, accompagnée de Mme Cécile
Beduwé, évaluatrice.
* Discussion.
3. Divers
Note
(1) Dans les conditions de l’article 20 du Règlement, les réunions des commissions sont publiques.
ANNEXE au Moniteur belge du 26 mai 2015 − BIJLAGE tot het Belgisch Staatsblad van 26 mei 2015
FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE
FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST
WIRTSCHAFT, K.M.B., MITTELSTAND
UND ENERGIE
[C − 2015/202476]
[C − 2015/202476]
[C − 2015/202476]
Liste d’entreprises pour lesquelles il a été
procédé, au sein de la Banque-Carrefour
des Entreprises, au retrait de la radiation
d’office effectuée en vertu de l’article III.42
du Code de droit économique
Lijst van ondernemingen waarvoor in de
Kruispuntbank van Ondernemingen werd
overgegaan tot de intrekking van de ambtshalve doorhaling uitgevoerd overeenkomstig artikel III.42 van het Wetboek van
economisch recht
Liste der Unternehmen, für welche die
Zwangslöschung gemäß dem Artikel III.42
des Wirtschaftsgesetzbuches entzogen
wurde
Pour toute question, nous vous invitons à
consulter le site internet du SPF Economie
(www.economie.fgov.be) ou à contacter le helpdesk de la Banque-Carrefour des Entreprises
au 02/277 64 00.
Als u vragen hebt, kunt u de website van de
FOD Economie (www.economie.fgov.be) raadplegen of de helpdesk van de Kruispuntbank van
Ondernemingen (02/277 64 00) contacteren.
Haben Sie weitere Fragen? Besuchen Sie die
Website des FÖD Wirtschaft (www.economie.fgov.be) oder rufen Sie den Helpdesk der
zentralen Datenbank der Unternehmen (02/277
64 00) an.
No ent. 0400.653.352
Ond. Nr. 0400.653.352
Unt. nr. 0400.653.352
ETABLISSEMENTS VITICOLES ROBERT
SCHIMP ET COMPAGNIE
SCHIMP ET COMPAGNIE
SCHIMP ET COMPAGNIE
date de la prise d’effet du retrait de la
radiation d’office : 28/04/2015
intrekking van de ambtshalve doorhaling
ingaande vanaf: 28/04/2015
Entzug der Zwangslöschung gültig ab:
28/04/2015
No ent. 0427.691.212
Ond. Nr. 0427.691.212
Unt. nr. 0427.691.212
BEBOFI
BEBOFI
BEBOFI
No ent. 0428.058.723
Ond. Nr. 0428.058.723
28/04/2015
Unt. nr. 0428.058.723
AGENCE ET BUREAU DE CONSULTANCE TECHNIQUE ET D’ORGANISATION
DE PROJECTS
DE PROJECTS
DE PROJECTS
27/04/2015
29752
No ent. 0454.105.005
IMMOTRECO
No ent. 0466.276.822
M.M.D.M.C.
No ent. 0466.468.545
STAFF EN CO
No ent. 0472.401.579
A.S.D.
No ent. 0478.957.987
SGCONSEIL
No ent. 0811.235.447
GASTRONOBEL
No ent. 0880.543.531
KAL-TOR
No ent. 0888.115.568
SPRL VERSION ORIGINALE
radiation d’office : 30/04/2015.
Ond. Nr. 0454.105.005
IMMOTRECO
intrekking van de ambtshalve
Ond. Nr. 0466.276.822
M.M.D.M.C.
Ond. Nr. 0466.468.545
STAFF EN CO
Ond. Nr. 0472.401.579
A.S.D.
Ond. Nr. 0478.957.987
SGCONSEIL
Ond. Nr. 0811.235.447
GASTRONOBEL
doorhaling
doorhaling
doorhaling
doorhaling
doorhaling
Ond. Nr. 0880.543.531
KAL-TOR
Ond. Nr. 0888.115.568
ingaande vanaf: 30/04/2015.
Unt. nr. 0454.105.005
IMMOTRECO
Entzug der Zwangslöschung
28/04/2015
Unt. nr. 0466.276.822
M.M.D.M.C.
28/04/2015
Unt. nr. 0466.468.545
STAFF EN CO
28/04/2015
Unt. nr. 0472.401.579
A.S.D.
28/04/2015
Unt. nr. 0478.957.987
SGCONSEIL
07/05/2015
Unt. nr. 0811.235.447
GASTRONOBEL
gültig ab:
gültig ab:
gültig ab:
gültig ab:
gültig ab:
28/04/2015
Unt. nr. 0880.543.531
KAL-TOR
29/04/2015
Unt. nr. 0888.115.568
30/04/2015
*
FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE
FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST
WIRTSCHAFT, K.M.B., MITTELSTAND
UND ENERGIE
[C − 2015/202477]
[C − 2015/202477]
[C − 2015/202477]
Liste d’entreprises pour lesquelles il a été
procédé, au sein de la Banque-Carrefour
des Entreprises, à l’annulation de la radiation d’office effectuée en vertu de l’article III.42, paragraphe 1er, alinéa 1er, 4° du
Code de droit économique
Lijst van ondernemingen waarvoor in de
Kruispuntbank van Ondernemingen werd
overgegaan tot de annulatie van de ambtshalve doorhaling uitgevoerd overeenkomstig artikel III.42, paragraaf 1, 1e alinea, 4° van het Wetboek van economisch
recht
Liste der Unternehmen, für welche die
Zwangslöschung gemäß dem Artikel III.42,
Absatz 1 § 1 4° des Wirtschaftsgesetzbuches annulliert wurde
Pour toute question, nous vous invitons à
consulter le site internet du SPF Economie
(www.economie.fgov.be) ou à contacter le helpdesk de la Banque-Carrefour des Entreprises
au 02/277 64 00.
Als u vragen hebt, kunt u de website van de
FOD Economie (www.economie.fgov.be) raadplegen of de helpdesk van de Kruispuntbank van
Ondernemingen (02/277 64 00) contacteren.
Haben Sie weitere Fragen? Besuchen Sie die
Website des FÖD Wirtschaft (www.economie.fgov.be) oder rufen Sie den Helpdesk der
zentralen Datenbank der Unternehmen (02/277
64 00) an.
No ent. 0464.228.835
Ond. Nr. 0464.228.835
Unt. nr. 0464.228.835
S.C.I.-EUROPE
S.C.I.-EUROPE
S.C.I.-EUROPE
N ent. 0466.984.823
Ond. Nr. 0466.984.823
Unt. nr. 0466.984.823
3 COULEURS.
3 COULEURS.
3 COULEURS.
o
29753
PUBLICATIONS LEGALES ET AVIS DIVERS
WETTELIJKE BEKENDMAKINGEN EN VERSCHILLENDE BERICHTEN
Ruimtelijke Ordening
SOCIETE REGIONALE WALLONNE DU TRANSPORT,
avenue Gouverneur Bovesse 96, à 5100 Jambes
Numéro d’entreprise : 0242.069.339
Convocation à l’assemblée générale ordinaire
Gemeente Lanaken
Overeenkomstig de bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke
Ordening, inzonderheid op afdeling 4, art. 2.2.14 § 2, brengt het College
van Burgemeester en Schepenen ter kennis aan de bevolking dat het
gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Postweg - Hoenderbroekstraat, omvattende :
- plan bestaande en juridische toestand
Les actionnaires de la Société régionale wallonne du Transport (la
« Société ») sont invités à assister à l’assemblée générale ordinaire qui
se tiendra à l’Auditorium des Moulins de Beez, rue du Moulin de
Meuse 4, à 5000 BEEZ, le mercredi 10 juin 2015, à 11 heures, et dont
l’ordre du jour est le suivant :
1. Rapport du Conseil d’administration.
2. Rapport du Collège des Commissaires aux comptes.
3. Approbation des comptes annuels de la S.R.W.T. arrêtés au
31 décembre 2014.
- grafisch plan
4. Information sur les comptes annuels consolidés du groupe TEC
arrêtés au 31 décembre 2014.
- fasering
- stedenbouwkundige voorschriften
5. Décharge aux Administrateurs et aux Commissaires aux comptes.
- memorie van toelichting
FORMALITES D’ADMISSION ET DE PARTICIPATION
opgemaakt overeenkomstig de wettelijke bepalingen en door de
gemeenteraad voorlopig aangenomen in haar vergadering van
27 april 2015, voor eenieder ter inzage ligt op het gemeentehuis van
Lanaken, dienst Ruimtelijke Ordening, van 29 mei 2015 tot 28 juli 2015.
Alle documenten zijn eveneens te raadplegen op www.lanaken.be.
Opmerkingen en bezwaren worden uiterlijk de laatste dag van het
openbaar onderzoek toegezonden aan de gemeentelijke commissie
voor ruimtelijke ordening (GECORO Jan Rosierlaan 1, 3620 Lanaken)
per aangetekende brief of afgegeven tegen ontvangstbewijs.
Lanaken, 13 mei 2015.
(13536)
Assemblées générales
et avis aux actionnaires
Algemene vergaderingen
en berichten aan aandeelhouders
Les propriétaires de titres nominatifs sont priés de se conformer aux
formalités d’admission et de participation décrites dans la convocation
envoyée à chaque actionnaire.
Les propriétaires de titres dématérialisés doivent, au plus tard le
5 juin 2015, déposer au siège social une attestation établie par un teneur
de compte agréé ou l’organisme de liquidation, constatant l’indisponibilité desdits titres jusqu’à la date de l’assemblée générale ordinaire. Les
propriétaires de titres dématérialisés qui souhaitent se faire représenter
à l’assemblée générale ordinaire par un mandataire, doivent, en plus
des formalités précédentes, fournir une procuration au plus tard le
5 juin 2015.
Les porteurs d’obligations, titulaires d’un droit de souscription ou
titulaires d’un certificat émis avec la collaboration de la Société peuvent
assister à l’assemblée générale ordinaire mais avec voix consultative
seulement, à condition qu’ils aient respectés les formalités d’admission
susmentionnées.
(13173)
Caution mutuelle des Métiers et Négoces SCRL,
rue Lambert Lombard 3, 4000 Liège
Revimmo, société anonyme,
rue des Peupliers 4, 5570 Honnay
M. le Président prie les sociétaires d’assister à l’assemblée générale
ordinaire qui se tiendra à Liège, rue Lambert Lombard 3 ( Hôtel de
Copis ), le lundi 15 juin 2015, à 11 heures.
Ordre du jour
1. Rapport de gestion
Assemblée générale ordinaire le 2 juin 2015, à 10 heures, au siège
social. - Ordre du jour : 1. Rapport de gestion. 2. Approbation des
comptes annuels et comptes de résultats au 31 décembre 2014.
3. Décharge à donner aux administrateurs. 4. Affectation du résultat.
Dépôt des titres, cinq jours au moins avant la date de l’assemblée.
(13172)
2. Rapport du commissaire-réviseur
3. Approbation des comptes annuels de l’exercice 2014
4. Répartition du bénéfice
5. Décharge aux administrateurs et au commissaire-réviseur
29754
6. Nomination statutaire.
7. Divers
Pour prendre part à l’assemblée générale, se conformer à l’article 16
des statuts.
(Signé) Jean Willems, président.
(13324)
NEWTON 21 EUROPE,
avenue Gustave Demey 57, bte 3, 1160 Auderghem
Convocation aux assemblées générales ordinaire et extraordinaire
Les actionnaires de NEWTON 21 EUROPE sont invités à assister aux
assemblées générales ordinaire et extraordinaire qui se tiendront au
siège social, avenue Gustave Demey 57, bte 3, 1160 Auderghem, le
12 juin 2015, à 10 h 30 m et dont les ordres du jour sont les suivants :
Assemblée générale ordinaire
1. Examen du rapport de gestion du conseil d’administration et du
rapport particulier du réviseur portant sur l’exercice social clôturé au
31 décembre 2014 (comptes statutaires et consolidés).
2. Examen des comptes annuels de l’exercice social clôturé au
31 décembre 2014 (comptes statutaires et consolidés) et approbation des
comptes annuels statutaires clôturés au 31 décembre 2014.
3. Décision relative à l’affectation des résultats
4. Décharge aux administrateurs
5. Nomination de M. Max LECHEVALIER, comme administrateur
pour une durée de 6 ans, venant à expiration immédiatement après
l’assemblée générale ordinaire de l’an 2021.
6. Renouvellement de mandat de M. Philippe PEDRINI, comme
administrateur pour une durée de 6 ans, venant à expiration immédiatement après l’assemblée générale ordinaire de l’an 2021.
7. Démission de la société DGST & Partners-Réviseurs d’entreprises SC SPRL ayant son siège social à 1170 Watermael-Boitsfort,
avenue Emile Van Becelaere 27A, représentée par M. Michaël DE
RIDDER en tant que commissaire de la société.
8. Confirmation de la mission particulière au réviseur d’entreprises,
la société Delvaux associés-Réviseurs d’entreprises SC SCRL, représentée par Monsieur Pierre DELVAUX pour l’exercice se terminant au
31 décembre 2014.
9. Nomination de la société Delvaux associés-Réviseurs d’entreprises
SC SCRL ayant son siège social à 1380 Ohain (Lasne), chaussée de
Louvain 428, bte 1, représentée par M. Pierre DELVAUX en tant que
commissaire de la société pour une durée de trois ans. Le mandat
arrivera à échéance à l’issue de l’assemblée générale des actionnaires
qui approuvera les comptes annuels au 31 décembre 2017. Fixation des
honoraires.
10. Procurations pour l’accomplissement des formalités de publicité.
Assemblée générale extraordinaire
1. Lecture et discussion des rapports
prorata de leur participation dans le capital. Les actions pourront être
libérées soit en espèces soit en nature par apport de créances en compte
courant que le souscripteur aurait vis-à-vis de la société soit en espèces.
Si toutes les actions ne sont pas souscrites, l’émission ne sera réalisée
qu’à concurrence des souscriptions recueillies.
2.2. Fixation de la première période de souscription à quinze (15)
jours. Décision que les actions nouvelles seront attribuées par préférence aux actionnaires existants au prorata de leur participation dans le
capital à l’issue d’un délai de quinze (15) jours prenant cours à dater de
l’ouverture de la première période de souscription.
2.3. Fixation de la deuxième période de souscription ouverte tant à
des tiers qu’aux actionnaires existants. Pour autant que toutes les
actions n’aient pas été souscrites, les actions nouvelles qui n’ont pas été
souscrites dans le cadre de la première période des souscriptions
pourront être offertes à nouveau à des tiers contactés dans le cadre d’un
placement privé ou aux actionnaires sans égard au prorata de leur
participation dans le capital durant une deuxième période de souscription. Le début et la durée de cette deuxième période de souscription
sera fixée par le conseil d’administration, ce dernier se réservant le droit
de prolonger une nouvelle fois cette période de souscription. Les
actions nouvelles devront être souscrites pour un montant de deux
euros (EUR 2,00) par souscripteur et que plus aucune préférence ne sera
donnée aux actionnaires lors de l’attribution des actions nouvelles à
l’issue de la deuxième période de souscription.
2.4. Souscription et paiement des actions nouvelles.
3. Délégation de pouvoirs au conseil d’administration ou à deux
administrateurs agissant conjointement pour exécuter toutes les décisions
Délégation de pouvoirs au conseil d’administration ou à deux
administrateurs agissant conjointement pour l’exécution des résolutions à prendre sur les objets qui précèdent et faire toutes déclarations,
signer tous documents et pièces concernant ou en rapport avec les
décisions à prendre sur les points précédents à l’ordre du jour ainsi que,
de façon générale, faire tout ce qui est nécessaire ou utile à la réalisation
des décisions à prendre sur les points précédents à l’ordre du jour.
4. Délégation de pouvoirs au Notaire pour la coordination des statuts
Délégation de pouvoirs au Notaire pour la coordination des statuts
et leur dépôt conformément à la loi.
Afin de pouvoir valablement participer et voter à l’occasion des
assemblées générales ordinaire et extraordinaire de NEWTON 21
EUROPE, les actionnaires sont priés de respecter les formalités
d’admission et de participation décrites ci-dessous.
FORMALITES D’ADMISSION ET DE PARTICIPATION
Les règles décrites ci-après s’appliquent aux formalités d’admission
et de participation aux assemblées générales ordinaire et extraordinaire
de la Société du 12 juin 2015.
Pour pouvoir assister aux assemblées, les actionnaires sont priés de
se conformer aux dispositions de l’article 27 des statuts. Les propriétaires d’actions dématérialisées doivent, au plus tard le 8 juin 2015,
déposer au siège social une attestation établie par un teneur de compte
agréé ou l’organisme de liquidation, constatant l’indisponibilité
desdites actions jusqu’aux assemblées générales. Les propriétaires de
titres nominatifs sont priés de notifier au conseil d’administration leur
intention de participer aux assemblées au plus tard à la même date.
1.1. Prise de connaissance du rapport spécial du conseil d’administration et du rapport du réviseur concernant la proposition d’augmentation de capital par apport en nature de créances, établis conformément à l’article 602 du Code des sociétés.
Les actionnaires qui souhaitent se faire représenter aux assemblées
par un mandataire doivent, en plus des formalités précédentes, déposer
au siège social de la société au plus tard le 8 juin 2015, une procuration
signée.
1.2. Prise de connaissance du rapport spécial du conseil d’administration et du rapport du réviseur concernant la proposition d’émission
d’actions nouvelles sans mention de valeur nominale en dessous du
pair comptable, établis conformément à l’article 582 du Code des
sociétés.
Le mandataire ne doit pas être actionnaire et un mandataire peut
représenter plus d’un actionnaire. Les formules de procuration arrêtées
par le conseil d’administration conformément à l’article 28 des statuts
sont disponibles au siège social de la société ou sur son site internet.
2. Augmentation du capital
2.1. Augmentation du capital avec émission d’actions nouvelles sous
le pair comptable pour un montant maximum de quatre millions euros
(EUR 4.000.000,00) représenté par maximum deux millions (2.000.000)
d’actions sans valeur nominale au prix de souscription de EUR 2.
Conformément à l’article 592 du Code des sociétés, les actions
nouvelles seront offertes par préférence aux actionnaires existants au
DROIT DES ACTIONNAIRES DE POSER DES QUESTIONS
Conformément à l’article 540 du Code des sociétés, un actionnaire
peut poser par écrit des questions aux administrateurs et/ou au
commissaire préalablement aux assemblées générales. Ces questions
peuvent être posées préalablement aux assemblées générales par courrier ordinaire au siège social de la Société, par fax 02-733 41 70 ou par
e-mail [email protected]. Elles doivent parvenir à la Société au
plus tard le mardi 9 juin 2015, à 12 heures.
DROIT DES TITULAIRES DE DROITS DE SOUSCRIPTION
Conformément à l’article 537 du Code des sociétés, les titulaires de
droits de souscription peuvent assister aux assemblées générales ordinaire et extraordinaire avec voix consultative seulement. Pour ce faire,
ces titulaires doivent respecter les mêmes formalités d’admission que
celles qui s’appliquent aux propriétaires d’actions et qui sont décrites
ci-avant.
DOCUMENTS DISPONIBLES
Tous les documents concernant les assemblées générales ordinaire et
extraordinaire que la loi requiert de mettre à disposition des actionnaires, pourront être consultés sur le site internet de la Société
(www.newton21.com) à partir de la publication de la présente convocation. A compter de cette même date, les actionnaires pourront
consulter ces documents les jours ouvrables et pendant les heures
normales d’ouverture des bureaux au siège social de la Société, et/ou
obtenir gratuitement les copies de ces documents.
Les demandes de copies, sans frais, peuvent également être adressées
par écrit au siège social de la Société ou par e-mail à l’adresse suivante :
[email protected]
Une copie de ces documents sera transmise sans délai aux personnes
qui, au plus tard le 6 juin 2015, auront rempli les formalités susmentionnées pour être admises aux assemblées. Les personnes qui auront
rempli ces formalités après ce délai recevront une copie de ces
documents lors des assemblées générales ordinaire et extraordinaire.
(13424)
PCB, naamloze vennootschap,
Schumanplein 6, bus 5, 1040 Brussel
Ondernemingsnummer : 0403.085.181
Bericht van bijeenroeping van gewone algemene vergadering
na uitsel, d.d. 25 juni 2015
De aandeelhouders worden uitgenodigd deel te nemen aan de
gewone algemene vergadering na uitstel die zal plaatsvinden in het
Park Inn by Radisson Brussels Midi Hotel, Marcel Broodthaersplein 3,
1060 Brussel, op donderdag 25 juni 2015, om 15 uur, met de volgende
agenda :
1. Jaarverslag van de raad van bestuur over het boekjaar afgesloten
op 31 maart 2015.
Voorstel : De algemene vergadering neemt nota van het jaarverslag
van de raad van bestuur. Er wordt geen enkele opmerking gemaakt.
2. Verslag van de commissaris over het boekjaar afgesloten op
31 maart 2015.
Voorstel : De algemene vergadering neemt nota van het verslag van
de commissaris. Er wordt geen enkele opmerking gemaakt.
3. Goedkeuring van de jaarrekening over het boekjaar afgesloten op
31 maart 2015, alsmede de bestemming van het resultaat.
Voorstel : Goedkeuring van de jaarrekening over het boekjaar afgesloten op 31 maart 2015, alsmede de bestemming van het resultaat.
4. Kennisneming en bespreking van het jaarverslag van de raad van
bestuur over de geconsolideerde jaarrekening, van het verslag van de
commissaris over de geconsolideerde jaarrekening, en van de geconsolideerde jaarrekening over het boekjaar afgesloten op 31 maart 2015.
Voorstel : De algemene vergadering neemt nota van het jaarverslag
van de raad van bestuur over de geconsolideerde jaarrekening, van het
verslag van de commissaris over de geconsolideerde jaarrekening, en
van de geconsolideerde jaarrekening over het boekjaar afgesloten op
31 maart 2015. Er wordt geen enkele opmerking gemaakt.
5. Kwijting aan de bestuurders en de commissaris voor de uitoefening van hun mandaat gedurende het boekjaar afgesloten op
31 maart 2015.
Voorstel : Bij afzonderlijke stemming kwijting verlenen aan de
bestuurders en aan de commissaris voor de uitoefening van hun
mandaat gedurende het boekjaar afgesloten op 31 maart 2015.
Het recht om aan de algemene vergadering deel te nemen wordt
verleend door de boekhoudkundige registratie van de aandelen op
naam van de aandeelhouder uiterlijk op 11 juni 2015, om 24 uur
(Belgisch tijd), hetzij door hun inschrijving in het register van de
29755
aandelen op naam van de vennootschap, hetzij door hun inschrijving
op de rekeningen van een erkende rekeninghouder of van een
vereffeningsinstelling, ongeacht het aantal aandelen in het bezit van de
aandeelhouder op de dag van de algemene vergadering.
De eigenaars van aandelen op naam die aan de vergadering wensen
deel te nemen, moeten de vennootschap uiterlijk op 19 juni 2015 (datum
van ontvangst door de vennootschap) op the hoogte brengen van hun
voornemen. Dit kan per brief gericht worden aan de zetel van de
vennootschap, per email ([email protected]) of per
fax (010-88 72 74).
De eigenaars van gedematerialiseerde effecten moeten uiterlijk op
donderdag 19 juni 2015 een attest neerleggen bij de vennootschap,
afgeleverd door de erkende rekeninghouder of door de vereffeningsinstelling.
Elke aandeelhouder mag zich op de algemene vergadering laten
vertegenwoordigen door een gemachtigde via het volmachtfomulier
dat zich op de website (www.pcb.be) bevindt. De volmacht moet
ondertekend zijn door de aandeelhouder en de originele volmacht moet
uiterlijk op 19 juni 2015 worden neergelegd op de maatschappelijke
zetel van de vennootschap of gestuurd per email (naar bovenvermeld
adres).
De berichten van deelneming en volmachtformulieren die gericht
werden aan de vennootschap met betrekking tot de algemene vergadering dd. 20 mei 2015 blijven geldig voor de gewone algemene
vergadering na uitstel.
Een of meerdere aandeelhouders die samen ten minste 3 % bezitten
van het maatschappelijk kapitaal kunnen te behandelen onderwerpen
op de agenda van de algemene vergadering laten plaatsen en voorstellen tot besluit indienen met betrekking tot de op de agenda
opgenomen of daarin op te nemen te behandelen onderwerpen. Deze
moeten uiterlijk op 3 juni 2015 door de vennootschap worden
ontvangen. Ze mogen per brief gericht worden aan de zetel van de
vennootschap, per email of per fax (naar bovenvermelde adressen).
De aandeelhouders kunnen schriftelijk vragen stellen aan de bestuurders en commissaris per email of per fax (naar bovenvermelde
adressen) uiterlijk op 19 juni 2015 (datum van ontvangst door de
vennootschap).
De documenten met betrekking tot de algemene vergadering kunnen
worden geraadpleegd op www.pcb.be en op de maatschappelijke zetel
van de vennootschap.
De aanvragen van kopieën kunnen gestuurd worden per post, per
e-mail of per fax (naar bovenvermelde adressen).
De raad van bestuur.
(13425)
PCB, société anonyme,
Rond-point Schuman 6, be 5, 1040 Bruxelles
Convocation à l’assemblée générale ordinaire suite à prorogation
du 25 juin 2015
Les actionnaires sont invités à participer à l’assemblée générale
ordinaire suite à prorogation qui aura lieu au Park Inn by Radisson
Brussels Midi Hotel, place Marcel Broodthaers 3, à 1060 Bruxelles, le
jeudi 25 juin 2015 à 15 heures, avec l’ordre du jour suivant :
1. Rapport de gestion du conseil d’administration relatif aux comptes
annuels clôturés au 31 mars 2015.
Proposition : L’assemblée générale prend acte du rapport de gestion
du conseil d’administration et ne formule aucune remarque.
2. Rapport du commissaire relatif aux comptes annuels clôturés au
31 mars 2015.
Proposition : L’assemblée générale prend acte du rapport du commissaire et ne formule aucune remarque.
3. Approbation des comptes annuels relatifs à l’exercice clôturé au
31 mars 2015, ainsi que l’affectation du résultat.
Proposition : Approbation des comptes annuels statutaires sur l’exercice clôturé au 31 mars 2015, ainsi que l’affectation du résultat.
29756
4. Prise de connaissance et discussion du rapport de gestion du
conseil d’administration sur les comptes consolidés, du rapport du
commissaire sur les comptes annuels consolidés et des comptes annuels
consolidés au 31 mars 2015.
Proposition : L’assemblée générale prend acte du rapport de gestion
du conseil d’administration sur les comptes consolidés, du rapport du
commissaire sur les comptes annuels consolidés et des comptes annuels
consolidés au 31 mars 2015 et ne formule aucune remarque.
5. Décharge aux administrateurs et au commissaire pour l’exercice
de leur mandat au cours de l’exercice clôturé au 31 mars 2015.
Proposition : Par vote séparé, octroi de la décharge aux administrateurs et au commissaire pour l’exercice de leur mandat au cours de
l’exercice clôturé au 31 mars 2015.
Le droit de participer à l’assemblée générale est subordonné à
l’enregistrement comptable des actions au nom de l’actionnaire au plus
tard le 11 juin 2015 à 24h00 (heure belge), soit par leur inscription sur le
registre des actions nominatives de la société, soit par leur inscription
dans les comptes d’un teneur de compte agréé ou d’un organisme de
liquidation, sans qu’il soit tenu compte du nombre d’actions détenues
par l’actionnaire au jour de l’assemblée générale.
Les propriétaires d’actions nominatives qui souhaitent participer à
l’assemblée doivent faire part de leur intention à la société au plus tard
le 19 juin 2015 (date de réception par la société). Cela peut être fait par
courrier
au
siège
de
la
société,
par
email
([email protected]) ou par fax (010-88 72 74).
Les propriétaires d’actions dématérialisées doivent déposer au plus
tard le 19 juin 2015 une attestation auprès de la société, délivrée par le
teneur de comptes agréé ou par l’organisme de liquidation.
Chaque actionnaire peut se faire représenter à l’assemblée générale
par un mandataire via le formulaire de procuration qui se trouve sur le
site internet (www.pcb.be). La procuration doit être signée par l’actionnaire et la procuration doit être déposée au siège de la société ou être
communiquée par email au plus tard le 19 juin 2015 (aux adresses
mentionnées ci-dessus).
Les avis de participation et les procurations adressés à la société en
vue de l’assemblée générale du 20 mai 2015 restent valables pour
l’assemblée générale ordinaire suite à prorogation.
Un ou plusieurs actionnaires possédant ensemble au moins 3 % du
capital social de la société peuvent requérir l’inscription de sujets à
traiter à l’ordre du jour ainsi que déposer des propositions de décision
concernant des sujets inscrits ou à inscrire à l’ordre du jour. Ces
requêtes doivent parvenir à la société au plus tard le 3 juin 2015. Elles
peuvent être adressées par courrier au siège de la société, par email ou
par fax (aux adresses mentionnées ci-dessus).
Les actionnaires peuvent adresser leurs questions aux administrateurs et au commissaire par écrit à la société par email ou par fax (aux
adresses mentionnées ci-dessus) et ceci au plus tard le 19 juin 2015 (date
de réception par la société).
Les documents concernant l’assemblée générale pourront être
consultés sur www.pcb.be et au siège social de la société.
Les demandes de copies peuvent être adressées par courrier, par
email et par fax (aux adresses mentionnées ci-dessus).
Le conseil d’administration.
(13425)
SOCIETE ANONYME BRUXELLOISE DES HABITATIONS,
rue Haute 298A, 1000 BRUXELLES
Assemblée Générale des actionnaires le 2 juin 2015, à 11 h 30 m,
au siège social sis à 1000 Bruxelles, rue Haute 298A
Ordre du jour de l’Assemblée Générale Ordinaire
1. Rapport 2014 du Conseil d’administration, vérificateur et commissaire-réviseur ;
2. Approbation des comptes annuels arrêtés au 31/12/2014 et
affectation des résultats ;
2. Décharge des administrateurs, vérificateurs et commissaire-réviseur ;
3. Divers.
Ordre du jour de l’Assemblée générale Extraordinaire
1. Augmentation de capital à concurrence de deux millions d’euros
(2.000.000,00 EUR), pour le porter de cinq cents mille euros (500.000,00
EUR) à deux millions cinq cents mille euros (2.500.000,00 EUR).
L’augmentation de capital sera réalisée par apport en numéraire et par
la création de 17.044 actions du même type et jouissant des mêmes
droits et avantages que les actions existantes et participant aux bénéfices pro rata temporis à partir de la souscription. 2. Décision à prendre
concernant la renonciation au droit de souscription préférentielle prévu
par l’article 592 du Code des sociétés. 3. Souscription de l’augmentation
de capital et libération des actions de capital nouvelles. 4. Constatation
de la réalisation effective de l’augmentation de capital. 5. Modification
de l’article 5 des statuts pour le mettre en concordance avec la décision
d’augmentation du capital. 6. Modification de l’article 20bis des statuts
relatif au pouvoir de représentation en justice. 7. Modification de
l’article 24 des statuts relatif à la date de l’assemblée générale ordinaire
des actionnaires. 8. Procuration pour la coordination des statuts.
9. Procuration à l’organe de gestion pour l’exécution des résolutions
prises.
(13428)
NAAMLOZE VENNOOTSCHAP BRUSSELSE WONINGEN,
Hoogstraat 298A, 1000 BRUSSEL
Algemene vergadering van aandeelhouders van 2 juni 2015, om 11 u. 30 m.
in de maatschappelijke zetel, Hoogstraat, 298A, 1000 Brussel
Agenda van de Gewone Algemene Vergadering
1. Verslag 2014 van de Raad van beheer, verificateur en commissarisrevisor;
2. Goedkeuring van de jaarrekeningen afgesloten op 31/12/2014 en
toewijzing van de resultaten;
2. Ontlasting van de beheerders, verificateurs en commissarisrevisor;
3. Varia.
Agenda van de Buitengewone Algemene Vergadering
1. Kapitaalsverhoging a rato van twee miljoen euro
(2.000.000,00 EUR), om het te brengen van vijfhonderdduizend euro
(500.000,00 EUR) op twee miljoen vijfhonderd duizend euro
(2.500.000,00 EUR). De kapitaalsverhoging zal gerealiseerd worden
door inbreng in contanten en door het creëren van .. (..) aandelen van
hetzelfde type en genietend van dezelfde rechten als de bestaande
aandelen en deelnemend aan de opbrengsten pro rata temporis vanaf
de intekening. 2. Beslissing te nemen betreffende het verzaken aan het
recht op voorkeurrecht voorzien door artikel 592 van het Wetboek van
vennootschappen. 3. Intekening van de kapitaalsverhoging en vrijgeven van de nieuwe kapitaalsaandelen. 4. Vaststelling van de daadwerkelijke realisatie van de kapitaalsverhoging. 5. Wijziging van artikel
5 van de statuten om het in overeenstemming te brengen met de beslissing tot kapitaalsverhoging. 6. Wijziging van artikel 20bis van de
statuten met betrekking tot de vertegenwoordigingsbevoegdheid in
rechte. 7. Wijziging van artikel 24 van de statuten met betrekking tot de
datum van de gewone algemene vergadering van de aandeelhouders.
8. Volmacht voor de coördinatie van de statuten.
9. Volmacht aan het beheersorgaan voor de uitvoering van de
genomen resoluties.
(13428)
“Ghelamco Invest”, naamloze vennootschap,
Zwaanhofweg 10, 8900 IEPER
De houders van effecten worden verzocht de gewone algemene
vergadering bij te wonen die zal gehouden worden op de zetel van de
vennootschap op 13/06/2014, om 9 uur, met volgende agenda :
1. Lezing van het jaarverslag en het verslag van de commissaris
2. Bespreking en goedkeuring van de jaarrekening afgesloten per
31/12/2013 en goedkeuring van de bestemming van het resultaat
3. Kwijting aan de bestuurders en de commissaris
4. Voorstel tot benoeming van de commissaris
29757
Aan de algemene vergadering wordt voorgesteld om Deloitte
Bedrijfsrevisoren BV o.v.v.e. CVBA, vertegenwoordigd door Rik Neckebroeck te benoemen tot commissaris voor een periode van drie jaar.
De houders van effecten worden tevens verzocht de buitengewone
algemene vergadering bij te wonen die zal gehouden worden op het
kantoor van notaris Laga, Stefaan, Gentseheerweg 44, 8870 Izegem op
10 juni 2015, om 10 u. 30 m. met volgende agenda :
1. Besluit tot verhoging van het kapitaal met een bedrag van vijftig
miljoen euro (50.000.000,00 EUR) om het te brengen van
eenenzestig miljoen vierhonderd negentigduizend honderd euro
(61.490.100,00 euro) op een bedrag van honderd en elf miljoen vierhonderd negentigduizend honderd euro (111.490.100,00 EUR) door inbreng
in geld, door creatie van zevenennegentig duizend tachtig (97.080)
nieuwe aandelen zonder vermelding van hun nominale waarde. Op
deze nieuwe aandelen zal ingeschreven worden tegen pari voor een
totaal bedrag van vijftig miljoen euro (50.000.000,00 euro).
2. Offrir le droit préférentiel légal prévu dans l’article 592-593 du
Code des sociétés et repris dans l’article 7 des statuts – rénonciation
éventuelle au droit préférentiel de souscription et aux délais en faveur
de la société Ghelamco Group.
3. Souscription par la société Ghelamco Group aux actions nouvelles
et rémunération au taux d’un quart. Attribution des actions nouvelles.
4. Constatation de la réalisation de l’augmentation du capital.
5. Donner autorisation au conseil d’administration tout pouvoir afin
d’exécuter les décisions prises et à coordonner les statuts.
(13534)
Louis Delhaize, société anonyme,
rue de Ligne 13, 1000 BRUXELLES
Deze zevenennegentig duizend tachtig (97.080) nieuwe aandelen
zullen van dezelfde aard zijn en dezelfde rechten en voordelen bieden
als de bestaande aandelen en zullen in de winsten delen vanaf heden.
Zij zullen volgestort zijn ten belope van één vierde bij hun inschrijving.
2. Aanbieden van het wettelijk voorkeurrecht vervat in
artikel 592-593 van het Wetboek van vennootschappen en hernomen in
artikel 7 van de statuten – eventuele verzaking aan dit voorkeurrecht
en aan de termijnen, ten voordele van de vennootschap Ghelamco
Group.
3. Inschrijving door de vennootschap Ghelamco Group op de nieuwe
aandelen en volstorting ten belope van één/vierde. Toekenning van de
nieuwe aandelen.
4. Vaststelling van de realisatie van de kapitaalverhoging.
5. Machtiging aan de raad van bestuur om de genomen besluiten uit
te voeren en de statuten te coördineren.
De raad van bestuur.
(13534)
Avis de convocation
Mesdames et Messieurs les actionnaires et les obligataires sont invités
à assister à l’assemblée générale annuelle de la société qui se tiendra au
siège social, rue de Ligne 13, à 1000 Bruxelles, le vendredi 5 juin 2015,
à 11 heures, avec l’ordre du jour suivant :
Partie ordinaire
1. Examen du rapport de gestion du Conseil d’administration sur les
comptes sociaux et les comptes consolidés au 31 décembre 2014 et du
rapport du commissaire sur les comptes sociaux et les comptes consolidés au 31 décembre 2014.
2. Prise de connaissance des comptes annuels sociaux et des comptes
consolidés au 31 décembre 2014.
3. Approbation des comptes sociaux au 31 décembre 2014 et affectation du résultat de l’exercice social clôturé au 31 décembre 2014.
“Ghelamco Invest”, société anonyme,
Zwaanhofweg 10, 8900 IEPER
4. Décharge aux administrateurs pour l’exercice de leur mandat au
cours de l’exercice 2014.
5. Décharge au commissaire-réviseur pour l’exercice de son mandat
au cours de l’exercice 2014.
Les porteurs de titres sont invités à assister à l’assemblée générale
annuelle qui se tiendra au siège social de la société le 13/06/2014, à
9 heures, avec l’ordre du jour suivant :
1. Lecture du rapport de gestion et du rapport du commissaire
2. Discussion et approbation des comptes annuels arrêtés au
31/12/2013 et décision concernant l’affectation du résultat
3. Décharge aux administrateurs et au commissaire
4. Proposition du mandat du commissaire aux comptes
6. Renouvellement du mandat d’administrateur de Monsieur Jacques
Bouriez.
7. Pouvoirs pour les formalités de publicité.
8. Divers.
Partie spéciale
1. Approbation et, pour autant que de besoin, ratification de toute
clause de changement de contrôle.
La proposition est faite à l’assemblée générale de nommer Deloitte
Réviseurs d’Entreprises SC s.f.d. SCRL, représentée par Rik Neckebroeck comme commissaire aux comptes pour une période de trois ans.
2. Pouvoirs pour les formalités de publicité.
Les porteurs de titres sont aussi invités à assister à l’assemblée
générale extraordinaire qui se tiendra à l’étude du notaire Laga,
Stefaan, Gentseheerweg 44, 8870 Izegem, le 10 juin 2015, à 10 h 30 m
avec l’ordre du jour suivant :
Formalités d’admission à l’assemblée générale
1. Décision d’augmentation du capital à concurrence de cinquante
millions euros (50.000.000,00 euros) pour le porter de soixante-et-un
millions quatre cent nonante mille cent euros (61.490.100,00 euros) à
cent onze millions quatre cent nonante mille cent euros
(111.490.100,00 euros) par un apport en numéraire, par création de
quatre-vingt-dix-sept mille quatre-vingts (97.080) nouvelles actions
sans mention de valeur nominale. Ces nouvelles actions seront souscrites au pair pour un montant total de cinquante millions euros
(50.000.000,00 euros).
Ces quatre-vingt-dix-sept mille quatre-vingts (97.080) nouvelles
actions seront du même type et offriront les mêmes droits et avantages
que les actions existantes et partageront dans les profits à partir de
maintenant. Elles seront rémunérées au taux d’un quart au moment de
souscription.
3. Divers.
Pour participer à cette assemblée générale, les titulaires de titres
nominatifs et dématérialisés doivent se conformer à l’article 23 des
statuts.
Les titulaires de titres nominatifs doivent signaler pour le 1er
juin 2015 au plus tard, par courrier adressé au siège social de la société,
leur intention d’assister à l’assemblée générale.
Les titulaires de titres dématérialisés doivent déposer pour le
1er juin 2015 au plus tard au siège social de la société, une attestation
établie par le teneur de comptes agrée ou l’organisme de liquidation
constatant l’indisponibilité des titres jusqu’à la date de l’assemblée
générale.
Tout titulaire de titres peut se faire représenter à l’assemblée générale
par un mandataire (actionnaire ou non) dont la procuration doit être
déposée au siège social de la société, rue de Ligne 13, à 1000 Bruxelles,
à l’attention de Mme B. Davourie, pour le 1er juin 2015 au plus tard.
29758
Une copie des comptes annuels et consolidés, des rapports de gestion
et du rapport du commissaire relatifs au dernier exercice peut être
obtenue au siège de la société par les actionnaires ou les obligataires
sur la production de leur titre.
(13535)
Antwerp Hockey Invest, naamloze vennootschap,
Ontspanningslaan 4, 2960 Brecht
Algemene vergadering ter zetel op 12.6.2015, om 20 uur. Agenda :
Jaarverslag - Goedkeuring rekeningen 2014 - Bestemming resultaat Kwijting bestuurders - Diversen.
(13537)
Places vacantes
Openstaande betrekkingen
Université de Liège
Charge à conférer au 1er octobre 2015
Les Autorités de l’Université réfléchissent à l’élaboration d’un plan
stratégique institutionnel dans lequel les plans des différentes facultés
s’intégreront (enseignement – recherche – services à la communauté).
Ce plan stratégique devrait être validé dans les deux ans.
Dès lors, dans un souci de flexibilité et de souplesse, le (la) candidat(e) retenu(e) à une charge à pourvoir en 2015 sera désigné(e) pour
un terme de trois ans.
Une nomination à titre définitif pourra être envisagée à l’issue d’une
évaluation réalisée après deux ans, en conformité avec le plan stratégique institutionnel, et portant sur le domaine/filière dans lequel le (la)
nouveau (nouvelle) chargé(e) de cours a été nommé(e).
Si l’évaluation institutionnelle du domaine/filière est négative, l’intéressé(e) ne pourra pas être prolongé(e) au terme des trois ans.
Si l’évaluation institutionnelle du domaine/filière est positive, l’intéressé(e) pourra être nommé(e) à titre définitif sur la base d’une
évaluation individuelle ou se voir confier un terme supplémentaire,
conformément à la législation (sans que la durée des termes cumulés
ne puisse dépasser cinq ans).
A la Faculté de Médecine vétérinaire :
Une charge à temps plein attachée au Département de Morphologie
et Pathologie, dans le domaine suivant : « Pathologie générale et
autopsies ». Cette charge comprendra des activités d’enseignement, de
recherche et des services à la Communauté.
Tâches d’enseignement :
Assurer, en français, les enseignements théoriques, pratiques et
cliniques relatifs aux unités d’enseignement suivantes :
VETE0031-1 Pathologie générale des animaux domestiques, 60h CT,
6h TPPC, BLOC M1, 6 crédits.
VETE0075-3 Autopsies des animaux domestiques, 20h PCL, BLOC
M3, en co-titularité (partim 10h PCL), 1 crédit.
RAVT3231-1 Santé et reproduction animale en régions tropicales,
42h CT, en cotitularité (partim 7h CT), MS GRAVMT, 5 crédits.
Tâches de recherche :
Les tâches de recherche relatives à la charge à pourvoir consistent (i)
à créer et/ou à développer un secteur de recherche dans le domaine de
la pathologie vétérinaire au sens large, (ii) à publier ses résultats dans
des revues internationales spécialisées avec comité de lecture, (iii) à
disséminer les résultats de ses recherches auprès des intervenants du
secteur et du grand public et (iv) à susciter et à encadrer des mémoires
et des doctorats.
Tâches de service :
Les activités de service relatives à la charge à pourvoir consistent
prioritairement à entretenir une relation gagnant-gagnant avec la
profession vétérinaire au sens large dans le but de maintenir le recrutement de cas cliniques pour la salle d’autopsie à un niveau optimal
pour la qualité de l’enseignement et pour l’accréditation de la Faculté
par l’Association européenne des Etablissements d’Enseignement Vétérinaire. En outre, le (la) titulaire sera chargé(e) (i) de développer un
service de diagnostic pathologique ante mortem spécialisé, (ii)
d’assurer et de diversifier le service de diagnostic moléculaire déjà en
place et (iii) de participer à la mise en place d’un service continu à la
salle d’autopsie (365 jours/an, 24h/24).
Profil :
Le/la candidat(e) est détenteur d’une formation universitaire en
médecine vétérinaire ou est porteur d’un grade académique jugé
équivalent par la commission d’attribution du poste. En outre, le/la
candidat(e) est docteur avec thèse (PhD). Les candidat(e)s doivent
démontrer une pratique préalable de l’encadrement d’étudiants et une
expérience d’enseignement en rapport avec la charge. Ils doivent avoir
publié plusieurs articles originaux peer-reviewed publiés dans des
revues internationales en tant que premier ou dernier auteur.
Est considéré comme un avantage majeur le fait d’être titulaire d’un
diplôme de spécialiste certifié par l’ECVP/ACVP.
En outre, sont considérés comme un avantage :
i. une immersion, préalable à la candidature, dans un laboratoire
situé en dehors de la Fédération Wallonie-Bruxelles (6 mois minimum),
ii. la démonstration d’une capacité autonome à agréger des moyens,
iii. la démonstration de compétences dans le domaine des nouvelles
technologies du diagnostic.
Par ailleurs, les candidats sont d’ores et déjà informés que la
réalisation d’un séjour dans une institution située en dehors de la
Fédération Wallonie-Bruxelles constituera un atout majeur pour
l’évolution de leur carrière.
Tout renseignement complémentaire peut être obtenu auprès du
Professeur D. DESMECHT,
Président du Département de Morphologie et Pathologie,
tél. : + 32-4 366 40 88, courriel : [email protected]. En outre,
des informations sur la charge de cours peuvent aussi être obtenues
auprès de la Direction administrative de la Faculté (Mme E. ORBAN,
tél. : +32 4 366 41 10).
Les barèmes et leurs modalités d’application sont disponibles auprès
de l’administration des ressources humaines de l’Université :
Mme
Ludivine
DEPAS
–
tél.
+ 32-4 366 52 04
–
[email protected].
Les candidat(e)s sont prié(e)s de faire parvenir, par envoi recommandé, à M. le Recteur de l’Université de Liège, place du 20 Août 7,
4000 LIEGE, pour le 01/07/2015.
leur requête assortie d’un curriculum vitae complet rédigé en double
exemplaire;
un exemplaire de leurs publications (en version papier ou en format
électronique) ou un rapport de publications ORBi pour les candidatures
internes;
un exemplaire complet de leur dossier en version électronique
(format PDF) sur un support de leur choix (CD ou clé USB).
Les candidats sont également priés de faire parvenir leur requête
assortie d’un curriculum vitae complet en format électronique à l’adresse
suivante : [email protected]
(13174)
29759
Administrateurs provisoire
Justice de paix de Charleroi I
Voorlopig bewindvoerders
Par ordonnance du 16 avril 2015, sur procès-verbal de saisine d’office
le juge de paix du premier canton de Charleroi a prononcé des mesures
de protection des biens, conformément à la loi du 17 mars 2013,
réformant les régimes d’incapacité et instaurant un nouveau statut de
protection conforme à la dignité humaine, concernant :
Code civil - article 488bis
Burgerlijk Wetboek - artikel 488bis
Justice de paix de Bastogne-Neufchâteau
Par ordonnances des 17 mars et 16 avril 2015, le juge de paix du
canton de Bastogne-Neufchâteau, siège de Neufchâteau, a prononcé
des mesures de protection de la personne et des biens, conformément à
la loi du 17 mars 2013, réformant les régimes d’incapacité et instaurant
un nouveau statut de protection conforme à la dignité humaine,
concernant :
Madame Josette Marie Ghislaine TALBOT, née à Sainte-MarieChevigny le 23 juillet 1939, registre national n° 39.07.23-172.06, de
nationalité belge, célibataire, domiciliée à 6800 Libramont-Chevigny,
Wideumont-Station 193/A.
Maître Jean-François MONIOTTE, avocat, dont l’étude est établie à
6800 Libramont-Chevigny, rue du Serpont 29/A, bte 2, a été désigné en
qualité d’administrateur de la personne et des biens de la personne
protégée susdite.
Pour extrait conforme : le greffier, (signé) LEPINOIS, Françoise.
(69044)
Justice de paix de Beaumont-Chimay-Merbes-le-Château
Par ordonnance du 15 avril 2015, le juge de paix du canton de
Beaumont-Chimay-Merbes-le-Château, siège de Merbes-le-Château a
prononcé des mesures de protection de la personne et des biens,
conformément à la loi du 17 mars 2013, réformant les régimes d’incapacité et instaurant un nouveau statut de protection conforme à la
dignité humaine, concernant :
Madame Valérie WALLEMME, née à Lobbes le 15 octobre 1977,
domiciliée à 6567 Merbes-le-Château, rue Neuve 35.
Maître Cécile CARMON, avocat, dont le cabinet est sis à
6110 Montigny-le-Tilleul, rue de Gozée 137b, a été désignée en qualité
d’administrateur de la personne et des biens de la personne protégée
susdite.
Madame Annie LELIEVRE, domiciliée à 6560 Erquelinnes, place du
Jeu de Balle 9, a été désignée en qualité de personne de confiance de
la personne protégée susdite.
Pour extrait conforme : le greffier, (signé) PLATEAU, Christine.
(69045)
Madame Monique Flore Marie Thérèse GYSENS, née à Thiméon
le 10 novembre 1935, registre national n° 35.11.10-050.74, domiciliée à
6000 Charleroi, Résidence « BRICHART », rue Casimir Lambert 27.
Madame Patricia Lucy DELPORTE, domiciliée à 6000 Charleroi, rue
Tourette 144 RC/D, a été confirmée en qualité d’administrateur des
biens de la personne protégée susdite.
Pour extrait conforme : le greffier, (signé) DEMARTEAU, Jacqueline.
(69047)
Justice de paix de Bruxelles II
Par ordonnance du 21 avril 2015, le juge de paix du deuxième canton
de Bruxelles a prononcé des mesures de protection de la personne et
des biens, conformément à la loi du 17 mars 2013, réformant les régimes
d’incapacité et instaurant un nouveau statut de protection conforme à
la dignité humaine, concernant :
Monsieur Youssef BENMESSOUD, né le 29 novembre 1966, domicilié
à 1000 Bruxelles, rue Haute 298, résidant rue de la Porte Rouge 14, à
1000 Bruxelles.
Madame l’avocat Catherine SANS, domiciliée à 1200 Woluwe-SaintLambert, avenue Paul Hymans 127/8, a été désignée en qualité
d’administrateur des biens de la personne protégée susdite.
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) TIERENS, Brigitta.
(69048)
Justice de paix de Charleroi V
Par ordonnance du juge de paix de Charleroi V, en date du
22 avril 2015 : Maître Sarah BRUYNINCKX, avocat à 6000 Charleroi,
rue Tumelaire 75, a été désignée en qualité d’administrateur des biens
de :
Monsieur Achille DOURLET, né à Charleroi le 14 novembre 1983,
domicilié à 6010 Couillet, rue Nouvelle 5.
Pour extrait conforme : le greffier, (signé) MEERMAN, Laurence.
(69049)
Justice de paix de Châtelet
Justice de paix de Charleroi I
Par ordonnance du 21 avril 2015, sur procès-verbal de saisine d’office
dressé le même jour, le juge de paix du premier canton de Charleroi a
prononcé des mesures de protection des biens, conformément à la loi
du 17 mars 2013, réformant les régimes d’incapacité et instaurant
concernant :
Monsieur Alphonse CERULUS, né à Lambusart le 3 mars 1930,
domicilié à 6220 Fleurus, rue de Moignelée 8.
Maître Vincent DESART, avocat, dont le cabinet est sis à 6000 Charleroi, boulevard Pierre Mayence 35, a été confirmé en qualité d’administrateur des biens de la personne protégée susdite.
Pour extrait conforme : le greffier, (signé) DEMARTEAU, Jacqueline.
(69046)
Suite à la requête déposée au greffe le 25 mars 2015, par ordonnance
du 20 avril 2015, le juge de paix du canton de Châtelet a prononcé des
mesures de protection des biens, conformément à la loi du
17 mars 2013, réformant les régimes d’incapacité et instaurant
concernant :
Madame
Paulette
VANDERELST,
née
à
Steenkerque
le 26 novembre 1934, domiciliée à 6200 Châtelet, Résidence Nouvelle
« Le Châtelet », rue de Couillet 127.
Maître Anny LEJOUR, avocat, dont le cabinet est sis à 6200 Châtelet,
rue du Rempart 11, a été désignée en qualité d’administrateur des biens
de la personne protégée susdite.
Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Arnaud DESCHACHT.
(69050)
29760
Justice de paix d’Etterbeek
Par ordonnance du 15 avril 2015, le juge de paix du canton d’Etterbeek a prononcé des mesures de protection de la personne et des biens,
conformément à la loi du 17 mars 2013, réformant les régimes d’incapacité et instaurant un nouveau statut de protection conforme à
Madame Christiane Marie Anne SIRON, née à Ixelles
le 22 décembre 1959, registre national n° 59.12.22-186.89, domiciliée à
1190 Forest, avenue Wielemans Ceuppens 135/003g, mais résidant
actuellement à la Résidence « Les Fleurs », avenue Le Marinel 146, à
1040 Etterbeek.
Madame Martine GAILLARD, avocate, dont le cabinet est établi à
1050 Ixelles, avenue Louise 391, bte 7, a été désignée en qualité
susdite.
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) STALPAERT,
André.
(69051)
Justice de paix d’Etterbeek
Par ordonnance du 1er avril 2015, le juge de paix du canton d’Etterbeek a prononcé des mesures de protection de la personne, conformément à la loi du 17 mars 2013, réformant les régimes d’incapacité et
instaurant un nouveau statut de protection conforme à la dignité
humaine, concernant :
Madame Fatima EL ABDI, née à Rif (Maroc) en 1936, domiciliée à
1040 Etterbeek, chaussée Saint-Pierre 27.
Monsieur Abdeslam LAZRAK, domicilié à 1050 Ixelles, rue
Van Eyck 40, a été désigné en qualité d’administrateur de la personne
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) STALPAERT,
André.
(69052)
Friedensgericht des Kantons Eupen
Durch Beschluss vom 21. April 2015, hat der Friedensrichter des
Kantons Eupen gemäß Gesetz vom 17. März 2013, zur Reform der
Regelung in Sachen Handlungsunfähigkeit und zur Einführung eines
neuen, die Menschenwürde wahrenden Schutzstatus, Schutzmaßnahmen für die Person und das Vermögen angeordnet, betreffend :
Madame Myriam CHARLOT, enseignante, domiciliée à 5060 Sambreville, route de Fosses 235, a été désignée en qualité d’administrateur de
la personne et des biens de la personne protégée susdite.
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) WATELET, Paul.
(69054)
Justice de paix de Fosses-la-Ville
Par ordonnance du 21 avril 2015, le juge de paix Fosses-la-Ville a
concernant :
Madame Claire SACRE, née à Wanfercée-Baulet le 28 juillet 1929,
registre national n° 29.07.28-112.94, domiciliée à 5190 Jemeppe-surSambre, rue d’Eghezée 133, résidant « ASBL LES GLYCINES », rue
Saint-Martin 66, à 5060 Tamines.
Maître Anne LAMBRECHT, avocat à 5070 Fosses-la-Ville, rue Franceschini 18, a été désignée en qualité d’administrateur des biens de
(69055)
Par ordonnance du 21 avril 2015, le juge de paix de Fosses-la-Ville a
du 17 mars 2013 réformant les régimes d’incapacité et instaurant
concernant :
Monsieur Alphonse Fernand Ghislain BRASSEUR, né à Jemeppe-surSambre le 4 mai 1928, registre national n° 28.05.04-107.08,
domicilié à 5190 Jemeppe-sur-Sambre, rue d’Eghezée 133, résidant
« ASBL LES GLYCINES », rue Saint-Martin 66, à 5060 Tamines.
Maître Anne LAMBRECHT, avocat à 5070 Fosses-la-Ville, rue Franceschini 18, a été désignée en qualité d’administrateur des biens de la
personne protégée susdite.
(69056)
Frau Galina ALIEVA, geboren in Grozny (Russland) am
18. April 1997, Nationalregister Nr. 97.04.18-662.87, wohnhaft in
4720 Kelmis, Thimstraße 7.
Herr Claude FONTEYNE, wohnhaft in 1400 Nivelles, rue de
L’Argayon 5, wurde als Betreuer für die Person und das Vermögen der
vorgenannten Person bestellt.
Für gleichlautenden Auszug: (gez.) Roger BRANDT, Chefgreffier.
(69053)
Par ordonnance du 22 avril 2015, le juge de paix de Fosses-la-Ville a
Monsieur Vincent Dominique Nadine DENUIT, né à Namur
le 31 mars 1996, registre national n° 96.03.31-157.77, domicilié à
5060 Sambreville, route de Fosses 235.
Par ordonnance du 21 avril 2015, le juge de paix Fosses-la-Ville a
Madame Christiane Amélie Alphonsine Ghislaine ROSENBAUM,
née à Longlier le 28 août 1934, registre national n° 34.08.28-124.97,
domiciliée à 6900 Marche-en-Famenne, rue de Grusone 49, résidant
« C.H.R. du Val de Sambre », rue Chère-Voie 75, à 5060 Auvelais.
Monsieur Jean DESPINEUX, retraité, domicilié à 6900 Marche-enFamenne, rue Degrusone 49, a été désigné en qualité d’administrateur
de la personne et des biens de la personne protégée susdite.
(69057)
29761
Justice de paix de Hamoir
Justice de paix de Liège IV
Par ordonnance du 24 avril 2015, le juge de paix du canton de Hamoir
a prononcé des mesures de protection des biens, conformément à la loi
concernant :
Suite à la requête déposée le 07/04/2015, le juge de paix de Liège du
canton de Liège IV, a prononcé une ordonnance le 20 avril 2015, prenant
concernant :
Madame Estelle Andrée Marcelle DE BEL, née à Bruxelles
le 17 février 1937, registre national n° 37.02.17-176.08, domiciliée à
4190 Ferrières, rue Principale 11.
Maître Marielle DONNE, avocat à 4171 Comblain-au-Pont, place
Puissant 13, a été désignée en qualité d’administrateur des biens de
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) SIMON, Maryse.
(69058)
Justice de paix d’Ixelles
Par ordonnance du 23 avril 2015, le juge de paix du canton d’Ixelles
a prononcé des mesures de protection des biens, conformément à la loi
concernant :
Madame Clara PIRRET, née à Uccle le 16 décembre 1925, registre
national n° 25.12.16-260.63, domiciliée à 1050 Ixelles, rue Victor
Greyson 53, « Les Heures Douces ».
Maître Corinne MALGAUD, avocat, ayant son cabinet à
1060 Bruxelles, chaussée de Charleroi 138, bte 3, a été désignée en
qualité d’administrateur des biens de la personne protégée susdite.
Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) CERULUS, Madeleine.
(69059)
Justice de paix de La Louvière
Madame Claudine, Lucienne VANDERCLAUSE, née à Charleroi
le 29 mai 1946, domiciliée à 7100 La Louvière, rue des Fauvettes 8.
Maître Joyce HERRENT, avocate, domicilié à 7000 Mons, rue des
Arbalestriers 1b, a été désigné en qualité d’administrateur des biens de
Pour extrait conforme : le greffier en chef f.f., (signé) POLIART,
Isabelle.
(69060)
Justice de paix de Liège IV
Suite à la requête déposée le 18/03/2015, le juge de paix de Liège du
canton de Liège IV, a prononcé une ordonnance le 20 avril 2015, prenant
concernant :
Madame Ivonne Alberte Maria Aguilon, née à Vaux-sousChèvremont le 9 juillet 1935, registre national n° 35.07.09-136.87,
domiciliée à 4030 Liège, avenue Sluysmans 127.
Maître Sophie THIRY, dont les bureaux sont établis à 4000 Liège, rue
Paul Devaux 2, a été désignée en qualité d’administrateur de
Maître Olivier DEVENTER, dont les bureaux sont sis à 4000 Liège,
rue Sainte-Walburge 462, a été désigné en qualité d’administrateur des
biens de la personne protégée susdite.
Pour extrait conforme : le greffier, (signé) BONTEMPS, Catherine.
(69061)
Madame Mireille Paula Jacqueline SLEURS, née à Rocourt
le 26 janvier 1955, registre national n° 55.01.26-032.59, domiciliée à
4910 Theux, place Martin Boutet 2, résidant « ISoL » - Clinique
« Le Valdor », rue Basse-Wez 145, à 4020 Liège.
Maître Françoise DE JONGHE, avocat, dont les bureaux sont sis à
4620 Fléron, avenue des Martyrs 302, bte 2, a été désignée en qualité
susdite.
Pour extrait conforme : le greffier, (signé) BONTEMPS, Catherine.
(69062)
Justice de paix de Malmedy-Spa-Stavelot
Par ordonnance du 15 avril 2015, le juge de paix de Malmedy-SpaStavelot, siège de Stavelot, a prononcé des mesures de protection des
biens, sur base d’une requête déposée le 17 mars 2015, conformément à
concernant :
Madame Shazia Elisabeth Pascale ROELANDT, née à Verviers
le 14 novembre 1991, registre national n° 91.11.14-348.56, domiciliée à
4800 Verviers, rue des Alliés 33, 3e étage, résidant au CHS « L’Accueil »,
rue du Doyard 15, à 4990 Lierneux.
Monsieur le notaire Charles CRESPIN, ayant son cabinet à
4970 Stavelot, rue Neuve 113, a été désigné en qualité d’administrateur
des biens de la personne protégée susdite.
Pour extrait conforme : le greffier, (signé) PLANCHARD, Valérie.
(69063)
Justice de paix de Namur I
Par ordonnance du 24 avril 2015 (RR n° 15B624 - RW n° 15W61 - Rép.
n° 1868/2015), le juge de paix du premier canton de Namur a prononcé
des mesures de protection des biens, conformément à la loi du
17 mars 2013 réformant les régimes d’incapacité et instaurant
concernant :
Madame Antoinette BARBIER, née à Bouffioulx le 13 décembre 1943,
registre national n° 43.12.13-204.05, domiciliée à 5000 Namur, Home
« Le Chantoir », rue d’Arquet 99.
Madame l’avocat Anne-Cécile ELOIN, dont le cabinet est établi à
5336 Courrière, rue du Fays 43, a été confirmée en qualité d’administrateur des biens de la personne protégée susdite.
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) RULOT, Véronique.
(69064)
Justice de paix de Saint-Nicolas
Suite à la requête déposée par ordonnance du 21 avril 2015, le juge
de paix du canton de Saint-Nicolas a prononcé des mesures de
protection de la personne et des biens, conformément à la loi du
concernant :
Monsieur Calogero CHIARENZA, né le 13 décembre 1957, domicilié
à 4420 Saint-Nicolas, rue Vertbois 55.
29762
Monsieur Mario CHIARENZA, domicilié à 4420 Saint-Nicolas, rue
des Blés 42, a été désigné en qualité d’administrateur de la personne et
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) SARLET, Léa.
(69065)
Justice de paix de Wavre I
Par ordonnance du 15 avril 2015, le juge de paix du premier canton
de Wavre a prononcé des mesures de protection des biens, conformément à la loi du 17 mars 2013, réformant les régimes d’incapacité et
Friedensgericht des Kantons Sankt Vith
Madame Nelly FRIX, née à Beauvechain le 13 avril 1927, domiciliée
à 1320 Beauvechain, rue de la Cure 4, et résidant Home « BETHANIE »,
rue Bois Pirart 127, à 1330 Rixensart.
Durch Beschluss vom 30. März 2015, hat die Friedensrichterin des
Kantons Sankt Vith gemäß Gesetz vom 17. März 2013, zur Reform der
Regelung in Sachen Handlungsunfähigkeit und zur Einführung eines
neuen, die Menschenwürde wahrenden Schutzstatus, Schutzmaßnahmen für das Vermögen angeordnet, betreffend:
Monsieur Luc VOLANT, domicilié à 1320 Beauvechain, rue de
la Cure 4, a été désigné en qualité d’administrateur des biens de
Herrn Guido Waldemar KLEYENS, geboren in Sankt Vith am
9. September 1954, Nationalregister Nr. 54.09.09-209.39, wohnhaft im
« Maison de repos », 4900 Spa, avenue Reine Astrid 131.
Frau Manuella KLEYENS, wohnhaft in 4802 Verviers, avenue Prince
Baudouin 45, wurde als Betreuer für das Vermögen der vorgenannten
Person bestellt.
Für gleichlautenden Auszug: (gez.) Brigitte WIESEMES, Chefgreffier.
(69066)
Justice de paix de Tournai I
Pour extrait conforme : le greffier, (signé) PIRSON, Florence.
(69069)
Justice de paix d’Arlon-Messancy
Mainlevée d’administration provisoire
Suite à la requête déposée le 15 avril 2015, par décision rendue par
le juge de paix d’Arlon-Messancy, siège d’Arlon le 28 avril 2015, il a été
mis fin à la mission de Maître JAMMAER, Thierry, avocat dont
le cabinet se trouve rue Courtois 16, à 4000 Liège, en qualité d’administration provisoire des biens de Monsieur PURNOT, Gaëtan, né à
Liège le 14 septembre 1982, domicilié route d’Arlon 20A, à 6630 Martelange, celui-ci étant à nouveau en état de gérer ses biens.
Pour extrait certifié conforme : le greffier, (signé) Claire LAURENT.
(69070)
Par ordonnance du 14 avril 2015, sur requête déposée au greffe, en
date du 26 mars 2015, le juge de paix de Tournai I a prononcé des
mesures de protection de la personne et des biens, conformément à
concernant :
Monsieur Lorenzo DAYE, né à TOURNAI le 19 février 1982, domicilié
à 7640 Antoing, rue du Coucou 67.
Maître Elise LEMAITRE, dont le cabinet est sis à 7500 Tournai, rue
Rogier 45, a été désignée en qualité d’administrateur de la personne et
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) DEHAEN, Christophe.
(69067)
Justice de paix de Bruxelles I
Suite à l’avis de décès, par ordonnance du juge de paix du
premier canton de Bruxelles rendue le 23 avril 2015, a été levée la
mesure d’administration provisoire prise par jugement du
premier canton de Bruxelles du 3 février 2010, et publié au Moniteur
belge du 17 février 2010, à l’égard de Monsieur Juan Alberto
FERNANDEZ TABOADA, domicilié de son vivant à 1000 Bruxelles, rue
des Capucins 23A, M.R.S. « Résidence Sainte-Gertrude », décédé à
Bruxelles le 2 avril 2015, il a été mis fin, en conséquence, à la mission
de son administrateur provisoire, à savoir : Monsieur Bruno PUTZEYS.
Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) BELARBI, Yamina.
(69071)
Justice de paix de Waremme
Justice de paix de Charleroi II
Waremme a prononcé des mesures de protection des biens, conformément à la loi du 17 mars 2013, réformant les régimes d’incapacité et
Madame Suzanne VANDEBEEK, née à Bastogne le 10 décembre 1967,
domiciliée à 4367 Crisnée, rue Joseph Wauters 45, résidant
Hôpital « Notre-Dame », rue Edmond de Sélys-Longchamps 47, à
4300 Waremme.
Maître Dominique HUMBLET, avocat, dont le cabinet est établi à
4300 Waremme, rue E. Malvoz 32/5, a été désignée en qualité d’administrateur de la personne et des biens de la personne protégée susdite.
Pour extrait conforme : le greffier, (signé) DELVAUX, Stefan.
(69068)
Suite au décès de la personne protégée survenu le 22 avril 2015, à
Montignies-sur-Sambre, les mesures de protection prononcées conformément à la loi du 17 mars 2013, réformant les régimes d’incapacité et
Monsieur Vittorino Georges VISENTINI, né à Couillet le 7 mars 1929,
domicilié à 6061 Montignies-sur-Sambre, Home « Saint-Joseph »,
chaussée de Namur 2/A, décédé à Montignies-sur-Sambre
le 22 avril 2015, ont pris fin de plein droit à la date du décès de
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) DEMARTEAU,
Jean-Marie.
(69072)
29763
Justice de paix de Fontaine-l’Evêque
Justice de paix de La Louvière
Fontaine-l’Evêque a prononcé des mesures de protection des biens,
Suite à la requête déposée le 21-04-2015, par ordonnance du juge de
de paix de La Louviere, rendue le 21-04-2015 :
Madame Madeleine Josiane DEWEERT, née à Montignies-surSambre le 17 octobre 1928, registre national n° 28.10.17-112.36, domiciliée à 6060 Charleroi, quartier Joseph Gailly 18, résidant « Centre Spartacus Huart », rue Baudouin Ier 121, à 6180 Courcelles.
En conséquence, il a été mis fin au mandat d’administrateur provisoire (art. 488bis b) du CC) de Monsieur Alain ELOY, domicilié à
6180 Courcelles, rue Joseph Vanderick 160, lequel a été désigné en
qualité d’administrateur des biens de la personne protégée susdite
conformément au nouveau statut de protection judiciaire.
Monsieur DOULLIEZ, Madeleine Flore Jeanne Laure, né
le 29-08-1938, à PERONNES-LEZ-BINCHE, domicilié à 7100 TRIVIERES (LA LOUVIERE), rue Emile Latteur 7, déclaré incapable par
ordonnance de Monsieur le juge de paix du canton de La Louvière, en
date du 05/08/2014, et déclaré à nouveau apte le 21/04/2015.
II a été mis fin au mandat de l’administrateur provisoire, à savoir :
Maître LEEMAN, Nadine, avocate, domiciliée à 7110 HOUDENGAIMERIES (LA LOUVIERE), rue Liébin 59.
Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Saadia BELLANCA.
(69076)
Monsieur Patrice ELOY, domicilié à 6200 Châtelet, rue Joseph
Wauters 87, a été désigné en qualité de personne de confiance de
Justice de paix de Saint-Josse-ten-Noode
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) PHILIPPE, Christophe.
(69073)
Justice de paix de Fontaine-l’Evêque
Par ordonnance du juge de paix du canton de Saint-Josse-ten-Noode,
en date du 9 avril 2015, mettons fin à la mission de GAILLARD,
Martine, dont le cabinet est établi à 1050 Bruxelles, avenue Louise 391,
bte 7, administrateur provisoire des biens de HENNAUX, Catherine,
né à Schaerbeek le 06-10-1930, domicilié en dernier lieu à 1140 Evere,
avenue du Frioul 20, fonctions lui conférées par ordonnance du juge de
paix du canton de Saint-Josse-ten-Noode, du 31 mars 2011, suite au
décès de la personne protégée survenu à Etterbeek le 10 février 2011.
Le greffier délégué, (signé) Damien LARDOT.
(69077)
Par ordonnance du juge de paix du canton de Fontaine-l’Evêque, en
date du 21 avril 2015, il a été constaté que, conformément à
l’article 488bis d), al. 3, du Code civil, le mandat d’administrateur
provisoire de :
Monsieur Alain NEUVILLE, domicilié à 6440 FROIDCHAPELLE,
Parc Rés. « Le Bosquet » 16, a pris fin de plein droit par le décès de :
VACHAUDEZ, Suzanne Louise Catherine, née à Morlanwelz
le 14 octobre 1926, en son vivant domiciliée et résidant à 6150 ANDERLUES, chaussée de Charleroi 115, décédée le 25 mars 2015, à ANDERLUES, désigné à cette fonction par ordonnance du juge de paix de ce
canton, en date du 7 janvier 2014.
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) PHILIPPE, Christophe.
(69074)
Justice de paix Saint-Josse-ten-Noode
Par ordonnance du juge de paix du canton de Saint-Josse-ten-Noode,
en date du 9 avril 2015, mettons fin à la mission de VAN LIERDE,
Chantal, domiciliée à 1140 Evere, rue de Genève 117B036, administrateur provisoire des biens de VERCAMMEN, Anna, née à Merchtem
le 16-12-1925, domiciliée en dernier lieu à 1140 Evere, « clos de
la Quiétude », avenue de la Quiétude 15, fonctions lui conférées par
ordonnance du juge de paix du canton de Saint-Josse-ten-Noode, du
27 novembre 2014, suite au décès de la personne protégée survenu à
Merchtem le 13 janvier 2015.
Le greffier délégué, (signé) Damien LARDOT.
Justice de paix de Grâce-Hollogne
(69078)
Par ordonnance du juge de paix du canton de Grâce-Hollogne,
rendue le 21 avril 2015, a été levée la mesure d’administration provisoire prise par ordonnance du 3 décembre 2010, à l’égard de :
Monsieur André Joseph Irma CAERS, né à Grâce-Hollogne
le 7 octobre 1950, domicilié à 4400 Flémalle, rue Haute 17, décédé à
Flémalle le 14 janvier 2015.
Il a été mis fin, en conséquence, à la mission de son administrateur
provisoire, à savoir :
Monsieur Jean-François CAERS, domicilié à 4460 Grâce-Hollogne,
rue Neuville 7.
Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Simon DOSSERAY.
(69075)
Suite au décès de la personne protégée survenu le 9 juillet 2012, les
mesures de protection prononcées conformément à la loi du
concernant :
Madame Marie LEONARD, née à Bruxelles le 25 janvier 1917,
résidant à 1210 Saint-Josse-ten-Noode, rue de la Cible 5, ont pris fin de
plein droit à la date du décès de la personne protégée susdite.
Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) LARDOT, Damien.
(69079)
29764
Suite au décès de la personne protégée survenu le 10 janvier 2015, les
concernant :
Suite au décès de la personne protégée survenu le 1er mars 2015,
les mesures de protection prononcées conformément à la loi du
17 mars 2013 réformant les régimes d’incapacité et instaurant
concernant :
Monsieur Adolf VANDECRUYS, né à Bruxelles (district 2)
le 24 février 1925, domicilié à 1140 Evere, « CLOS DE LA QUIETUDE »,
avenue de la Quiétude 83, ont pris fin de plein droit à la date du décès
Monsieur Joseph LEMEER, né à Liège le 19 juin 1943, domicilié à
1140 Evere, avenue Henri Conscience 51, décédé à Evere le 3 mars 2015,
ont pris fin de plein droit à la date du décès de la personne protégée
susdite.
(69080)
(69084)
Justice de paix de Soignies
Suite au décès de la personne protégée survenu le 22 juin 2011, les
concernant :
Par ordonnance de Monsieur le juge de paix du canton de Soignies,
rendue le 28 avril 2015, a été levée la mesure d’administration provisoire prise par ordonnance du 8 septembre 2011, à l’égard de
Monsieur Christian LEEMANS, né à Soignies le 8 octobre 1929,
domicilié à 7061 SOIGNIES, rue du Maïeur 4, cette personne étant
redevenue capable de gérer ses biens.
Monsieur Roger LEPRETRE, né à Ixelles le 3 février 1925, résidant à
1140 Evere, « CLOS DE LA QUIETUDE », avenue de la Quiétude 15,
ont pris fin de plein droit à la date du décès de la personne protégée
susdite.
Il a été mis fin, en conséquence, à la mission de son administrateur
provisoire, à savoir :
(69081)
Maître Jean-Marc GODFRIND, avocat, dont le cabinet est sis à
7060 Soignies, rue de la Station 70.
Soignies, le 28 avril 2015
Pour extrait conforme : le greffier, (signé) BODART, Catherine.
(69085)
Suite au décès de la personne protégée survenu le 7 septembre 2014,
concernant :
Monsieur Franz LAHAYE, né à Nismes le 24 décembre 1930, domicilié à 1140 Evere, clos des Lauriers Roses 26, ont pris fin de plein droit
à la date du décès de la personne protégée susdite.
(69082)
Justice de paix de Thuin
Suite au décès de la personne protégée survenu le 14 avril 2015, les
17 mars 2013, réformant les régimes d’incapacité et instaurant un
nouveau statut de protection conforme à la dignité humaine, concernant : M. Walter VAN OOYEN, né à Anvers le 25 octobre 1947, registre
national n° 47.10.253-71.33, domicilié à 8460 Oudenburg, Vervlotenweg 11, résidant Centre hospitalier Jolimont-Lobbes, rue de la Station
25, à 6540 Lobbes, ont pris fin de plein droit à la date du décès de la
personne protégée susdite.
Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Mahieux, Jean-François.
(69086)
Justice de paix de Tournai I
Suite au décès de la personne protégée survenu le 14 février 2011,
concernant :
Madame Berthe BERRUYER, née le 24 décembre 1921, résidant au
Home « Saint-Joseph », sis à 1140 Evere, rue de la Marne 89, ont pris fin
de plein droit à la date du décès de la personne protégée susdite.
(69083)
Par ordonnance du 28 avril 2015, le juge de paix de Tournai I, a mis
fin à la mission de Me Olivier VERSLYPE, avocat, dont le cabinet est sis
à 7500 TOURNAI, rue de l’Athénée 54, en sa qualité d’administrateur
provisoire des biens de M. Raymond HAMADOU, né à Belœil le
18 juin 1951, domicilié à 7548 Tournai, Logis Paul Carette 39, désigné à
cette fonction par ordonnance du 22 mars 2011, M. Raymond
HAMADOU étant actuellement apte à gérer lui-même ses biens.
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Dehaen,
Christophe.
(69087)
29765
Justice de paix d’Uccle
Vredegerecht Aalst II
Bij beschikking van de vrederechter van het tweede kanton Aalst,
verleend op 6/5/2015, werd VLAEMINCK, Roger, geboren op
1/9/1945, woonplaats : 9280 Lebbeke, Jozef Cardijnstraat 6, verblijfplaats : 9308 Herdersem, A. De Cockstraat 12a, niet in staat verklaard
zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als bewindvoerder : DE
BLEEKERE, Rita, woonplaats : 9280 Lebbeke, Jozef Cardijnstraat 6.
Voor eensluidend uittreksel : Myriam HAEGEMAN, hoofdgriffier
van het vredegerecht van het tweede kanton Aalst.
(69092)
Par ordonnance du juge de paix d’ Uccle, en date du 21 avril 2015, il
est constaté que M. TURKOZ, Ali, né à Emirdag (Turquie) le
2 août 1971, domicilié à 1030 SCHAERBEEK, avenue
Huart Hamoir 134, est actuellement à nouveau capable de gérer ses
biens; en conséquence, il a été mis fin au mandat d’administrateur
provisoire de Me ANTOINE, Jean, avocat, dont le cabinet est sis à
1060 Saint-Gilles, chaussée de Charleroi 138, bte 6.
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) GOIES, Pascal.
(69088)
Vredegerecht Aalst I
Bij beschikking van de vrederechter van het eerste kanton Aalst,
verleend op 15 april 2015, werd VERMOESEN, Bonaventura, geboren
te Aalst op 21 april 1934, gedomicilieerd te 9300 AALST, Kerrebroekstraat 40, niet in staat verklaard zijn goederen zelf te beheren en
kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Mr. Jo RUYSSINCK,
advocaat, met kantoor te 9340 LEDE, Kasteeldreef 44.
Het verzoekschrift werd neergelegd ter griffie op 6 maart 2015.
Vredegerecht Antwerpen VI
Bij beschikking van 27 april 2015, heeft de vrederechter van het zesde
kanton Antwerpen, beschermingsmaatregelen uitgesproken met
betrekking tot de goederen, overeenkomstig de bepalingen van de wet
van 17 maart 2013, tot hervorming van de regelingen inzake onbekwaamheid en tot instelling van een nieuwe beschermingsstatus die
strookt met de menselijke waardigheid, betreffende SOLLIE, Jan Wilfried, met rijksregisternummer 32.04.04-425.58, geboren te Anderlecht
op 4 april 1932, wonende te 2018 ANTWERPEN, WZC SINT-GABRIEL,
Van Peltstraat 25.
Als bewindvoerder over de goederen van voornoemde beschermde
persoon werd aangesteld : STREMERSCH, Jo, wonende te
2000 ANTWERPEN, Haverstraat 1.
Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op
8 april 2015.
Aalst, 6 mei 2015.
Voor eensluidend uittreksel : de griffier, Veerle Van den Abbeele.
(69089)
Antwerpen, 28 april 2015.
Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Michel Gozin.
(69093)
Vredegerecht Arendonk
Bij beschikking van de vrederechter van het eerste kanton Aalst
verleend op 15 april 2015, werd BOEMANS, Christinne, geboren te
Bouillon op 24 januari 1925, gedomicilieerd te 9340 LEDE, Wijstraat 73,
niet in staat verklaard haar goederen zelf te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Mr. Jo RUYSSINCK, advocaat,
met kantoor te 9340 LEDE, Kasteeldreef 44.
Bij beschikking van 22 april 2015, heeft de vrederechter van het
kanton Arendonk, beschermingsmaatregelen uitgesproken overeenkomstig artikel 492/1 van het Burgerlijk Wetboek.
Het verzoekschrift werd neergelegd ter griffie op 19 februari 2015.
Aalst, 6 mei 2015.
(69090)
Bij beschikking van de vrederechter van het eerste kanton Aalst,
verleend op 28 april 2015, werd DE VIJLDER, Marceline, geboren te
Wetteren op 13 oktober 1942, gedomicilieerd te 9230 WETTEREN,
Roosbroecklaan 28, bus 11, verblijvende in het P.C. Zoete Nood Gods,
Reymeersstraat 13A, niet in staat verklaard haar goederen zelf te
beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Mr. Leo
LOOS, advocaat, met kantoor te 9300 AALST, Esplanadeplein 10.
Het verzoekschrift werd neergelegd ter griffie op 5 maart 2015.
Aalst, 7 mei 2015.
(69091)
Mevrouw Jolien Christa Frans SOFFERS, geboren te Turnhout op
18 augustus 1988, met rijksregisternummer 88.08.18-208.89, wonende te
2370 Arendonk, De Vooruit 41, bus 3, verblijvend Onder d’Eike 15A, te
2370 Arendonk, werd onbekwaam verklaard tot het stellen van alle
rechts- en proceshandelingen met betrekking tot de goederen - behalve
mits vertegenwoordiging.
Mr. Maria Lodewijk HERMANS, met kantoor te 2275 Lille, Rechtestraat 4, bus 1, werd aangesteld als bewindvoerder over de goederen
van de voornoemde beschermde persoon.
8 april 2015.
Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Van der Veken,
Marianne.
(69094)
Vredegerecht Arendonk
kanton Arendonk, de beschermingsmaatregel uitgesproken bij beschikking van 7 juni 2007 omgezet overeenkomstig de bepalingen van het
nieuwe artikel 488/1 en volgende van het Burgerlijk Wetboek.
Mevrouw Linda Wilhelmina Teuna CLAASSEN, geboren te
Rotterdam (Nederland) op 15 juli 1962, wonende te 2382 Ravels, Pater
Van den Akkervekenstraat 60, werd onbekwaam verklaard, behalve
mits vertegenwoordiging door de bewindvoerder, met betrekking tot
alle handelingen in verband met de goederen.
29766
De aanstelling van Mr. HOET, Hans Ludo Ferdinand Maria, geboren
te Westmalle op 13 mei 1964, advocaat, met kantoor te 2300 Turnhout,
Graatakker 103, bus 4, werd bevestigd, doch thans in zijn hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen.
Stelt vast dat het verzoekschrift werd neergelegd op 30 maart 2015.
Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Van der Veken,
Marianne.
(69095)
Vredegerecht Bilzen
kanton Bilzen, beschermingsmaatregelen uitgesproken met betrekking
tot de goederen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van
17 maart 2013, tot hervorming van de regelingen inzake onbekwaamheid en tot instelling van een nieuwe beschermingsstatus die strookt
met de menselijke waardigheid, betreffende mijnheer Joseph Marie
Julien DIGNEFFE, geboren te Tongeren op 19 maart 1946, met rijksregisternummer 46.03.19-059.67, wonende te 3621 Lanaken, Heidestraat
101, bus 358, verblijvende in het Medisch Centrum Sint-Jozef, Abdijstraat 2, te 3740 Bilzen.
Mr. Kristien LEIJSSEN, advocaat, met kantoor te 3740 Bilzen, Stationlaan 45, werd aangesteld als bewindvoerder over de goederen van de
voornoemde beschermde persoon.
Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Merken, Ria.
(69096)
Vredegerecht Brugge IV
vierde kanton Brugge, beschermingsmaatregelen uitgesproken met
betrekking tot de persoon en de goederen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 17 maart 2013, tot hervorming van de regelingen
inzake onbekwaamheid en tot instelling van een nieuwe beschermingsstatus die strookt met de menselijke waardigheid, betreffende Mariette
DEMONIE, geboren te Lissewege op 19 februari 1924, wonende te
8200 Brugge, Lange Vesting 160, verblijvende in het WZC MINNEWATER, Prof. Dr. J. Sebrechtsstraat 1, te 8000 Brugge.
Mr Dirk PLANCKE, advocaat te 8310 Brugge, Baron Ruzettelaan 417,
werd aangesteld als bewindvoerder over de persoon en de goederen
van de voornoemde beschermde persoon, met volledige vertegenwoordiging.
Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Impens, Nancy.
(69097)
Vredegerecht Brugge IV
Bij beschikking van 1 april 2015, heeft de vrederechter van het vierde
kanton Brugge, beschermingsmaatregelen uitgesproken met betrekking
tot de persoon en de goederen, overeenkomstig de bepalingen van de
wet van 17 maart 2013, tot hervorming van de regelingen inzake
onbekwaamheid en tot instelling van een nieuwe beschermingsstatus
die strookt met de menselijke waardigheid, betreffende Daniëlle
LAPLANCHE, geboren te Brugge op 22 maart 1954, wonende te
8000 Brugge, Stijn Streuvelstraat 27.
Mr. Hans NEIRYNCK, advocaat, te 8200 Brugge, Zeepziederijstraat 8, werd aangesteld als bewindvoerder over de persoon en de
goederen van de voornoemde beschermde persoon, met volledige
vertegenwoordiging.
Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Impens, Nancy.
(69098)
Vredegerecht Deinze
kanton Deinze, beschermingsmaatregelen uitgesproken met betrekking
die strookt met de menselijke waardigheid, betreffende Anna
DOBBELAERE, geboren te Machelen op 23 april 1921, met rijksregisternummer 21.04.23-244.20, wonende te 9870 Zulte, Groeneweg 95, Dieter
VANOUTRIVE, advocaat, kantoorhoudende te 9000 Gent, Nederkouter
12, werd aangesteld als bewindvoerder over de persoon en de goederen
Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Stevens, Dora.
(69099)
Vredegerecht Eeklo
kanton Eeklo, beschermingsmaatregelen uitgesproken met betrekking
die strookt met de menselijke waardigheid, betreffende mevrouw
Georgette Clementine BRUGGEMAN, geboren te Eeklo op 11 mei 1934,
wonende te 9900 Eeklo, Kriekmoerstraat 91, mevrouw Petra Martine
MALIS, wonende te 9971 Kaprijke, Gravin ’d Alcantralaan 55, werd
aangesteld als bewindvoerder over de goederen van de voornoemde
beschermde persoon.
Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) De Pauw, Sabrina.
(69100)
Vredegerecht Genk
kanton Genk, beschermingsmaatregelen uitgesproken met betrekking
met de menselijke waardigheid, betreffende mijnheer Emiel Louis Jozef
ORIS, geboren te Genk op 12 april 1952, met rijksregisternummer 52.04.12-031.50, WZC MANDANA, 3600 Genk, Stalenstraat 2,
mijnheer David VANDENHOUDT, advocaat, met burelen gevestigd te
3600 Genk, André Dumontlaan 210, werd aangesteld als bewindvoerder over de goederen van de voornoemde beschermde persoon.
Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Groffils, MarieLouise.
(69101)
Vredegerecht Genk
kanton Genk, de inhoud gewijzigd van de gerechtelijke beschermingsmaatregel uitgesproken door de vrederechter van het kanton Bilzen op
31 december 2013, gepubliceerd in het BS van 10 januari 2014, blz. 1254
en nummer 60535, overeenkomstig de wet van 17 maart 2013 tot
hervorming van de regelingen inzake onbekwaamheid en tot instelling
van een nieuwe beschermingsstatus die strookt met de menselijke
waardigheid betreffende mijnheer Hasan ADEMOGLU, geboren te
Novi Pazar op 5 februari 1957, wonende te 3600 Genk, Schabartstraat 43/BU02, uitgebreidt met de handelingen in met verband met de
persoon en Comhair, Jos Walter, geboren te Tongeren op
19 september 1963, wonende te 3600 Genk, Schabartstraat 43/BUO2,
aangesteld als bewindvoerder over de persoon.
Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Coenen, Vicky.
(69102)
Vredegerecht Genk
met de menselijke waardigheid, betreffende mevrouw Petronella
Theresia Maria Rosa Verschuren, geboren te Alphen-Riel op
13 maart 1935, met rijksregisternummer 35.03.13-148.24, wonende te
3600 Genk, Bijlkestraat 46, verblijvend WZC MENOS, Schaapsdries 2,
te 3600 Genk.
Mijnheer Gino BALEANI, advocaat, met burelen te3600 Genk, André
Dumontlaan 210, werd aangesteld als bewindvoerder over de goederen
(69103)
Vredegerecht Genk
die strookt met de menselijke waardigheid, betreffende mevrouw
Joanna Maria Hilde REMANS, geboren te Genk op 9 juni 1926, met
rijksregisternummer 26.06.09-026.01, wonende te 3600 Genk, Heidriesstraat 17, mijnheer Gino BALEANI, advocaat, met burelen te
3600 Genk, André Dumontlaan 210, werd aangesteld als bewindvoerder over de persoon en de goederen van de voornoemde
beschermde persoon.
(69104)
Vredegerecht Gent I
Bij beschikking van 22 april 2015, heeft de vrederechter van het eerste
kanton Gent, beschermingsmaatregelen uitgesproken met betrekking
die strookt met de menselijke waardigheid, betreffende DE BEUF,
Nicole, geboren te Wondelgem op 12 mei 1938, wonende te 9000 Gent,
WZC Avondvrede, Kalvermarkt 1.
Mr. NEELS, Dirk, advocaat, met kantoor te 9000 Gent, Muinklaan 12,
Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Van Parijs,
Nadine.
(69105)
Vredegerecht Gent I
die strookt met de menselijke waardigheid, betreffende BAVAY, Daniël,
geboren te Ledeberg op 25 mei 1936, wonende te 9000 Gent, WZC
Avondvrede Kalvermarkt 1.
29767
Mr. VERBEEST, Nadine, advocaat, met kantoor te 9051 Sint-DenijsWestrem, Driekoningenstraat 3, werd aangesteld als bewindvoerder
over de persoon en de goederen van de voornoemde beschermde
persoon.
Nadine.
(69106)
Vredegerecht Gent I
met de menselijke waardigheid, betreffende SLEECKX, Jeroen, geboren
te Kortrijk op 27 oktober 1980, wonende te 9800 Deinze, Mouterijdreef
43, bus 6.
Mr. MARTENS, Inge, advocaat, met kantoor te 9032 Wondelgem,
Sint-Markoenstraat 14, werd aangesteld als bewindvoerder over de
goederen van de voornoemde beschermde persoon.
Nadine.
(69107)
Vredegerecht Gent I
met de menselijke waardigheid, betreffende VAN DEYNSE, Maria,
geboren te Merksem op 20 december 1937, wonende te 9000 Gent,
Kalvermarkt 1.
Mr. NEELS, Dirk, advocaat, met kantoor te 9000 Gent, Muinklaan 12,
werd aangesteld als bewindvoerder over de goederen van de voornoemde beschermde persoon.
Nadine.
(69108)
Vredegerecht Gent IV
vierde kanton Gent, beschermingsmaatregelen uitgesproken met
inzake onbekwaamheid en tot instelling van een nieuwe beschermingsstatus die strookt met de menselijke waardigheid, betreffende mijnheer
Lucien VAN MELLE, geboren te Gent op 13 januari 1948, wonende in
de V.Z.W. MOZAIEK, te 9041 Gent, Wolfputstraat 106, Frank VAN
VLAENDEREN, advocaat, met kantoor te 9000 Gent, Krijgslaan 47,
Voor eensluidend uittreksel : de afgevaardigd griffier, (get.)
Lanckriet, Sofie.
(69109)
Vredegerecht Geraardsbergen-Brakel
Bij beschikking van 17 april 2015, heeft de vrederechter kanton
Geraardsbergen-Brakel, zetel Geraardsbergen, beschermingsmaatregelen uitgesproken met betrekking tot de persoon en de goederen,
overeenkomstig de bepalingen van de wet van 17 maart 2013, tot
hervorming van de regelingen inzake onbekwaamheid en tot instelling
29768
van een nieuwe beschermingsstatus die strookt met de menselijke
waardigheid, betreffende mevrouw Martha Maria Leontina
LUYSTERMAN, geboren te Ninove op 1 november 1928, met rijksregisternummer 28.11.01-304.40, wonende in het WZC ’t Cautervelt, te
9500 Geraardsbergen, Leopoldlaan 82, mijnheer Herman DE MUNCK,
bediende, wonende te 9400 Ninove, Aalstersesteenweg 269, werd
aangesteld als bewindvoerder over de persoon en de goederen van de
Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Peirlinck, Jürgen.
(69110)
Vredegerecht Grimbergen
kanton Grimbergen, beschermingsmaatregelen uitgesproken met
strookt met de menselijke waardigheid, betreffende mijnheer Antoine
VANDEN EYNDEN, geboren te Elsene op 7 juli 1933, wonende te
1730 Asse, Grobbe 14, bus 3, thans verblijvende in residentie IRIS,
Kareelbakkerijstraat 39, te 1853 Strombeek-Bever.
Mr. Kelly BOSMANS, advocaat, met kantoor te 1730 Asse, Kerkplein 1, werd aangesteld als bewindvoerder over de goederen van de
Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Van den Bosch, Maria.
(69111)
Vredegerecht Grimbergen
kanton Grimbergen, beschermingsmaatregelen uitgesproken met
strookt met de menselijke waardigheid, betreffende mijnheer Kris
Raymond Dany COOREMAN, geboren te Dendermonde op
19 april 1966, wonende te 1851 Grimbergen, Dorpsstraat 18, verblijvende in het Sint Alexiusinstituut, Grimbergsesteenweg 40 te
1850 Grimbergen.
Mevrouw Anneke CAUWENBERGHS, bediende, geboren op
27 september 1967 te Vilvoorde, wonende te 1851 Grimbergen, Dorpsstraat 18, werd aangesteld als bewindvoerder over de goederen van de
Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Van den Bosch, Maria.
(69112)
Vredegerecht Harelbeke
kanton Harelbeke, beschermingsmaatregelen uitgesproken met betrekking tot de goederen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van
met de menselijke waardigheid, betreffende mijnheer Tom Gerard
Claude VIAENE, geboren te Kortrijk op 17 november 1979, met rijksregisternummer 79.11.17-159.97, wonende te 8530 Harelbeke, Kortrijksesteenweg 65, bus 21.
Geachte Jan-Vincent LEFERE, wonende te 8800 Roeselare, SintAmandsstraat 41, bewindvoerder over de goederen van de voornoemde beschermde persoon.
Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Deklerk, Caroline.
(69113)
kanton Harelbeke, beschermingsmaatregelen uitgesproken met betrekking tot de persoon en de goederen, overeenkomstig de bepalingen van
de wet van 17 maart 2013, tot hervorming van de regelingen inzake
die strookt met de menselijke waardigheid, betreffende mijnheer
Mathias Eddy SINNAEVE, geboren te Kortrijk op 7 augustus 1993, met
rijksregisternummer
93.08.07-123.27,
thans
wonende
te
9690 Kluisbergen, Berchemstraat 173, verblijvend in DE LOVIE, Krombeekseweg 82, te 8970 Poperinge, Mr. Véronique HOOGHE, advocaat,
te 8531 Harelbeke, Burgemeester Bruneellaan 14, werd aangesteld als
bewindvoerder over de persoon en de goederen (vertegenwoordiging)
Voor eensluidend uittreksel : de erehoofdgriffier, Vanwettere,
Patricia.
(69114)
Matthias MONTEYNE, geboren te Roeselare op 1 juni 1990, met rijksregisternummer 90.06.01-291.59, wonende te 8520 Kuurne, SintKatriensteenweg 20, mijnheer Stefaan MONTEYNE, wonende te
8520 Kuurne, Sint-Katriensteenweg 20, werd aangesteld als bewindvoerder over de persoon en de goederen (vertegenwoordiging) van de
Patricia.
(69115)
Freddy Albert SAMEYN, geboren te Moeskroen op 10 december 1956,
met rijksregisternummer 56.12.10-193.88, verblijvend in VZW UNIEK Ons Erf, te 8200 Brugge, Chartreuseweg 53, mevrouw Carine Nicole
SAMEYN, wonende te 8530 Harelbeke, Hugo Verrieststraat 22, werd
aangesteld als bewindvoerder over de persoon en de goederen (vertegenwoordiging) van de voornoemde beschermde persoon.
Patricia.
(69116)
Vredegerecht Hasselt I
kanton Hasselt, beschermingsmaatregelen uitgesproken met betrekking tot de goederen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van
met de menselijke waardigheid, betreffende Elisa OLAERTS, geboren
te Genk op 18 mei 1920, met rijksregisternummer 20.05.18-230.73,
wonende te 3500 Hasselt, Paardsdemerstraat 2, bus 2, verblijvend WZC
Sint-Elisabeth, Demerstraat 80, te 3500 Hasselt.
Mr. Dewez, Johan, advocaat, te 3500 Hasselt, Luikersteenweg 187,
werd aangesteld als bewindvoerder over de goederen in het systeem
van vertegenwoordiging.
Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Langens, Miet.
(69117)
Vredegerecht Herne-Sint-Pieters-Leeuw
Bij beschikking van 15 april 2015, heeft de vrederechter kanton
Herne-Sint-Pieters-Leeuw, zetel Sint-Pieters-Leeuw, beschermingsmaatregelen uitgesproken met betrekking tot de goederen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 17 maart 2013 tot hervorming
van de regelingen inzake onbekwaamheid en tot instelling van een
nieuwe beschermingsstatus die strookt met de menselijke waardigheid
voor mevrouw Thérèse Segers, geboren te Sint-Jans-Molenbeek op
10 augustus 1928, met rijksregisternummer 28.08.10-328.16, wonende te
1600 Sint-Pieters-Leeuw, Jules Sermonstraat 17.
Mijnheer Marcel Van Belle, wonende te 1500 Halle, Cypriaan Verhavertstraat 127, werd aangesteld als bewindvoerder over de goederen
Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Partous, An.
(69118)
Vredegerecht Hoogstraten
kanton Hoogstraten, beschermingsmaatregelen uitgesproken met
inzake onbekwaamheid en tot instelling van een nieuwe beschermingsstatus die strookt met de menselijke waardigheid, betreffende
GUILLIAMS, Jeroen, geboren te Mortsel op 18 november 1997,
wonende te 2470 Retie, Nederstraat 3A en verblijvende te 2275 LilleGierle, Het GielsBos, Vosselaarseweg 1.
Voegt toe als bewindvoerders over de persoon en de goederen, zijn
ouders :
29769
met de menselijke waardigheid betreffende mevrouw Dina Olga Madeleine Ghislaine BOUCKAERT, geboren te Izegem op 2 juli 1932,
wonende te 8870 Izegem, Gentseheerweg 150, mevrouw Tine
DEFORCHE, geboren te Izegem op 1 maart 1962, wonende te
8790 Waregem, Keizerstraat 9, werd aangesteld als bewindvoerder over
de persoon en de goederen van de voornoemde beschermde persoon.
Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Freddy DUTHOO.
(69120)
Vredegerecht Kontich
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Kontich, van
20 april 2015.
Werd de volgende persoon aangesteld, in de aangewezen hoedanigheid : VERVULLENS, Greta, geboren te Reet op 7 september 1950,
pensioen, wonende te 2840 Reet, Pierstraat 313, in hoedanigheid van
bewindvoerder-vertegenwoordiger over de persoon en de goederen,
voor HENDRICKX, Yvonne Emilia, geboren te Edegem op
20 augustus 1934, wonende te 2650 Edegem, Strijdersstraat 8/5, verblijvend WZC Immaculata, Oude Godstraat 110, te 2650 Edegem.
3 april 2015.
Overgemaakt aan de bewindvoerder op 28 april 2015.
Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) BOUDREZ, Nancy.
(69121)
Vredegerecht Kortrijk I
kanton Kortrijk, beschermingsmaatregelen uitgesproken met betrekking tot de goederen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van
met de menselijke waardigheid, betreffende mijnheer Wim FEYS,
geboren te Kortrijk op 26 mei 1978, wonende te 8501 Kortrijk, Bozestraat 56/0013, verblijvende in de Kliniek H. Familie, Groeningepoort 4, te 8500 Kortrijk en werd aangesteld als bewindvoerder over de
goederen (vertegenwoordiging) van de voornoemde beschermde
persoon : Mr. Marnix LEFEVERE, met kantoor te 8520 Kuurne, Koning
Boudewijnstraat 146.
Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Quaghebeur, Katrien.
(69122)
1. GUILLIAMS, Marc Franciscus Petrus, geboren te Leuven op
4 maart 1959,
2. AERNOUTS, Kristina, geboren te Schoten op 14 september 1967,
beiden wonende te 2470 Retie, Nederstraat 3A.
Stelt vast dat de te beschermen persoon 18 jaar wordt op
18 november 2015 en zegt derhalve dat huidige beschikking eerst
uitwerking zal hebben op 18 november 2015.
Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Van Gils,
Herman.
(69119)
Vredegerecht Izegem
kanton Izegem, beschermingsmaatregelen uitgesproken met betrekking
tot de persoon en de goederen, overeenkomstig de wet van
met de menselijke waardigheid, betreffende mevrouw Angèle BLIECK,
geboren te Saint-Mard (Frankrijk) op 23 juni 1924, wonende in het RVT
De Pottelberg, te 8500 Kortrijk, Pottelberg 1; en werd aangesteld als
bewindvoerder over de goederen (vertegenwoordiging) van de voornoemde beschermde persoon : mevrouw Annie DESCHEEMAECKER,
wonende te 8820 Torhout, Reigerstraat 3.
Voor eensluidend uittreksel : de erehoofdgriffier, (get.) Lambrecht,
Greta.
(69123)
29770
Marc VANDENBEMPT, advocaat, wonende te 3001 Leuven, Van
Arenbergplein 3, werd aangesteld als bewindvoerder over de goederen
met de menselijke waardigheid, betreffende mijnheer Fabian ISAAC,
geboren te Kortrijk op 16 augustus 1991, wonende te 8500 Kortrijk,
Walle 52; en werd aangesteld als bewindvoerder over de goederen
(vertegenwoordiging) van de voornoemde beschermde persoon :
Mr. Mieke VANWALLEGHEM, met kantoor te 8500 Kortrijk, Roeland
Saverystraat 7A.
Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Verbist, Veronique.
(69127)
Voor eensluidend uittreksel : de erehoofdgriffier, (get.) Lambrecht,
Greta.
(69124)
Aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving
Acceptation sous bénéfice d’inventaire
Code civil - article 793
Burgerlijk Wetboek - artikel 793
met de menselijke waardigheid, betreffende mevrouw Martine
VANNESTE, geboren te Wervik op 25 november 1962, gedomicilieerd
in Den Achtkanter, de Zunnetoren, te 8510 Kortrijk, Kloosterstraat 23,
en werd aangesteld als bewindvoerder over de goederen (vertegenwoordiging) van de voornoemde beschermde persoon : mevrouw
Martine LAFLERE, wonende te 8940 Wervik, Sint-Jansstraat 30.
Suivant déclaration faite au greffe du tribunal de première instance
de Liège division Huy en date du vingt-deux avril deux mille quinze,
les représentants légaux de Floriane Geneviève Frédérique Marie
Ghislaine de KEMMETER. née Namur à vingt juin mil neuf cent
nonante-sept, et de Jean-François Marie Olivier Ghislain de
KEMMETER, né à Namur le vingt-sept juin mil neuf cent nonante-huit,
célibataires, domiciliés à Huy, Rue de la Tête Noire, 22, ont accepté sous
bénéfice d’inventaire la succession de Madame PENE Fernande Renée
Ghislaine, née à Gembloux le six mai mil neuf cent quarante-neuf,
célibataire, domiciliée en son vivant à Rue de France, 1, 4500 Huy,
décédée à Huy le dix-sept mars deux mille quinze.
Fait à Huy, le 4 mai 2015.
(13281)
Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Quaghebeur, Katrien.
(69125)
Vredegerecht Leuven I
Bij beschikking van 31 maart 2015, heeft de vrederechter van het
eerste kanton Leuven, beschermingsmaatregelen uitgesproken met
inzake onbekwaamheid en tot instelling van een nieuwe beschermingsstatus die strookt met de menselijke waardigheid, betreffende Julien
SAELENS, geboren te Winksele op 22 augustus 1943, wonende te
3020 Herent, Provijnsstraat 24A, verblijvend U.C. Sint-Jozef, Leuvensesteenweg 517, te 3070 Kortenberg.
Voegen toe als bewindvoerder : Myriam VAN DEN BERGHE,
advocaat, kantoorhoudende te 3080 Tervuren, De Robianostraat 11,
werd aangesteld als bewindvoerder over de persoon van de voornoemde beschermde persoon.
Voegen toe als bewindvoerder : Jeannine BOGHE, wonende te
3020 Herent, Provijnsstraat 24A, werd aangesteld als bewindvoerder
over de goederen van de voornoemde beschermde persoon.
Voor eensluidend uittreksel : de waarnemend hoofdgriffier, (get.)
Temperville, Karine.
(69126)
Vredegerecht Leuven II
tweede kanton Leuven, beschermingsmaatregelen uitgesproken met
strookt met de menselijke waardigheid, betreffende Philippe MORREN,
geboren op 25 november 1943, wonende en verblijvend Eduard Remy,
Frederik Lintsstraat 33, te 3000 Leuven.
Suivant déclaration faite devant Me Frédéric Dumoulin, notaire à
Durbuy, le 4 mai 2015, Mme Thomas Anne-Marie, née le
27 octobre 1958, domiciliée à 6940 Durbuy, Hautes Voies 4, agissant en
qualité d’administrateur provisoire de Mme Rondelet, Marthe, Odette
Ghislaine, née à Grandhan, le 31 décembre 1920, célibataire, demeurant
et domiciliée à 6940 Durbuy, rue des Aguesses 45, agissant en vertu
d’une autorisation délivrée le 13 avril 2015 par le juge de paix de
Durbuy, a accepté, sous bénéfice d’inventaire, la succession de
Mme Gavrenne, Céleste, Marie Ghislaine, née le 6 septembre 1913, à
Grandhan, célibataire, en son vivant domiciliée à 6940 Durbuy, rue
d’Andenne 13, et décédée le 3 novembre 2014, à Durbuy.
Les créanciers sont invités à faire connaître leurs droits par avis
recommandé adressé au notaire Frédéric Dumoulin, à 6940 Durbuy, rue
Comte d’Ursel 40, dans les trois mois à compter de la présente insertion.
Pour extrait conforme : (signé) Frédéric Dumoulin, notaire.
(13175)
Par déclarations faites le 8 avril 2015, devant le notaire Hervé
Randaxhe, dont l’étude est sise rue de Romsée 2, à 4620 Fléron,
Mme Tihar, Karima, née à Tanger (Maroc), le 27 avril 1977, domiciliée à
1090 Jette, avenue de l’Arbre Ballon 26 C 013, agissant en sa qualité de
mère et titulaire de l’autorité parentale de sa fille mineure, étant Thome,
Yasmine, née à Bruxelles, le 2 septembre 1999, domiciliée à la même
adresse que sa mère, cette dernière ayant été autorisée à agir dans le
cadre de la présente succession, aux termes d’une ordonnance rendue
par le juge de paix du canton de Jette, le 24 décembre 2014 a déclaré
accepter, sous bénéfice d’inventaire la succession, de M. Thome,
Bernard Lucien Gilbert Julien, né à Verviers, le 16 avril 1970, divorcé de
Mme Tihar, Karima, domicilié à 1090 Jette, place Arthur Van
Gehuchten 3, bte 00/1, et décédé à Bruxelles, le 10 novembre 2014.
Les créanciers et légataires du défunt sont invités à se faire connaître
par avis recommandé adressé en l’étude du notaire Hervé Randaxhe, à
Fléron, dans les trois mois de la publication des présentes.
(Signé) Hervé Randaxhe, notaire.
(13176)
Tribunal de première instance du Brabant wallon
L’an deux mille quinze, le vingt-neuf avril, au greffe du tribunal de
première instance du Brabant wallon, a comparu Me L’Hoir, Thierry,
avocat, domicilié à 6210 Frasnes-lez-Gosselies, rue du Déporté 2,
agissant en sa qualité d’administrateur provisoire, des biens de
Mme Hannet, Ida, Clémentine, née à Villers-la-Ville, le 17 octobre 1939,
domiciliée à 6210 Les Bons Villers, rue de l’Encloïtre 4 P 22, Me L’Hoir,
Thierry, étant désigné à cette fonction par ordonnance du juge de paix
de Nivelles, en date du 8 juillet 2014 et autorisé à agir dans la présente
succession par ordonnance du juge de paix du troisième canton de
Charleroi, en date du 7 avril 2015, lequel comparant a déclaré accepter
sous bénéfice d’inventaire la succession de Hannet, Jules, Clément,
Ghislain, né à Villers-la-Ville, le 11 septembre 1942, de son vivant
domicilié à Villers-la-Ville, clos du Baulois 4, et décédé le
22 septembre 2013, à Villers-la-Ville.
Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits
par avis recommandé adressé au domicile du notaire Estienne, Emmanuel, domicilié à 1470 Genappe, rue E. Lutte 15, dans un délai de trois
mois à compter de la date de la présente insertion.
Pour extrait conforme : le greffier, (signature illisible.)
(13177)
Tribunal de première instance du Brabant wallon
L’an deux mille quinze, le vingt-sept avril, au greffe du tribunal de
première instance du Brabant wallon, a comparu Mme Gastmans, Alix,
née le 11 décembre 1997, à Etterbeek, domiciliée à 1030 Schaerbeek, rue
d’Aerschot 198, agissant en sa qualité de mère et détentrice de l’autorité
parentale sur son enfant mineurs, à savoir Van Bastelaere, Elliot, né le
22 juin 2000, à Uccle, domicilié à 1030 Schaerbeek, rue d’Aerschot 198,
celle-ci étant autorisée à agir dans la présente succession par ordonnance du juge de paix du premier canton de Schaerbeek en date du
7 avril 2015, lequel comparant a déclaré accepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession de Peeters, Denise, Octavie, née à Forest, le
4 octobre 1920, de son vivant domiciliée à Wavre, chaussée d’Ottenbourg 221/0311, et décédée le 26 janvier 2015, à Wavre.
par avis recommandé adressé à Me Van Doorslaer, notaire de résidence
à 1370 Jodoigne, avenue des Commandants Borlée 9, dans un délai de
trois mois à compter de la date de la présente insertion.
29771
Conformément aux prescriptions du dernier alinéa de l’article 793 du
Code civil, les comparants déclarent faire élection de domicile en
l’étude de Me Misonne, Anne-Marie, notaire dont les bureaux sont
situés à 4500 Huy, rue Vankeerberghen 19, où les créanciers et légataires
sont invités à faire valoir leurs droits par avis recommandé dans les
trois mois de la présente insertion.
Dont acte signé, lecture faite par les comparants et le greffier,
(signature illisible.)
(13179)
Tribunal de première instance de Liège, division Liège
L’an deux mille quinze, le quatre mai, au greffe du tribunal de
première instance de Liège, division Liège, a comparu Me Roland
Props, avocat, rue des Augustins 26, à 4000 Liège, agissant en qualité
d’administrateur provisoire des biens de Hardy, Charles, né à Liège, le
12 janvier 1956, domicilié rue Brecht 2, 1er étage, à 4840 Welkenraedt,
désigné à cette fonction par ordonnance de la justice de paix du canton
de Limbourg-Aubel, siège de Limbourg, rendue en date du
6 décembre 2012, et à ce autorisé par ordonnance de la justice de paix
du même canton, rendue en date du 23 avril 2015, les deux ordonnances
sont produites en photocopie et resteront annexées au présent acte,
lequel comparant a déclaré és qualites, accepter, sous bénéfice d’inventaire la succession de Delbovier, Olivia, née à Liège, le 17 avril 1927, de
son vivant domiciliée à Liège, rue Sainte-Walburge 352, et décédée le
11 décembre 2014, à Liège.
Code civil, le comparant déclare faire élection de domicile en son étude
dont l’adresse est mentionnée ci-dessus.
par avis recommandé au domicile élu dans les trois mois de la présente
insertion.
Le greffier, (signature illisible.)
(13180)
Tribunal de première instance du Luxembourg,
division Neufchâteau
Pour extrait conforme : le greffier, (signature illisible.)
(13178)
Tribunal de première instance de Liège, division Huy
L’an deux mille quinze, le cinq mai, au greffe du tribunal de première
instance de Liège, division de Huy, a comparu M. Josents, William,
Raymond J., né à Ixelles, le 31 août 1967, domicilié à 4280 Hannut,
avenue des Muguets 18, fils du défunt, agissant à titre personnel et en
qualité de mandataire spécial en vertu de deux procurations faites sous
seing privé dont copies resteront annexées au présent acte aux noms
de :
M. Josents, Yves, Simon Michel, né à Ixelles, le 20 octobre 1968,
domicilié à 4540 Amay, rue de la Pache 3, fils du défunt, agissant à titre
personnel;
Mme Josents, Valérie, Marguerite Jacqueline, née à Cologne, le
28 mars 1972, domiciliée à 9500 Geraardsbergen, Wielgierlaan (Hoe) 1,
fille du défunt, agissant à titre personnel,
lesquels comparants ont déclaré accepter, sous bénéfice d’inventaire,
la succession de Josents, Guy, Emmanuel Gustave, né à Uccle, le
5 octobre 1945, de son vivant domicilié à Wanze, chaussée de
Waremme 206, et décédé le 10 mars 2015, à Wanze.
L’an deux mille quinze, le six mai, au greffe du tribunal de première
instance du Luxembourg, division Neufchâteau, a comparu
Mme Henrard, Sandrine, Jacqueline, L., née à Aye, le 30 juin 1972,
domiciliée à 6870 Mirwart, place Communale 7, agissant en vertu d’une
ordonnance du juge de paix de Saint-Hubert, du 16 avril 2015,
l’autorisant à agir en sa qualité de titulaire de l’autorité parentale sur :
Ronsmans, Quentin, né à Marche-en-Famenne, le 11 janvier 2001;
Ronsmans, Morgane, née à Marche-en-Famenne, le 15 décembre 2007,
laquelle comparante a déclaré accepter, sous bénéfice d’inventaire,
la succession de Ronsmans, Alain, Paul André Ghislain, né à Nivelles,
le 21 août 1968, de son vivant domicilié à Mirwart, place Communale 7,
et décédé le 12 février 2015, à Mirwart.
Code civil, la comparante déclare faire élection de domicile en l’étude
de Me A. Timmermans, notaire à 6870 Saint-Hubert, rue Saint-Gilles 37.
par avis recommandé adressé au domicile élu dans un délai de
Le greffier délégué, (signé) A. Brasseur.
(13181)
29772
De schuldeisers en legatarissen worden verzocht binnen de
drie maanden, te rekenen van de datum van opneming in het Belgisch
Staatsblad, hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen op het
kantoor van notaris MARKEY, Erwin, te 9600 Ronse, Fostierlaan 51.
Tribunal de première instance du Luxembourg,
division Neufchâteau
L’an deux mille quinze, le six mai au greffe du tribunal de première
instance du Luxembourg, division Neufchâteau, tribunal de la famille,
a comparu Me Caroline Bouillon, notaire de résidence à 6830 Bouillon,
rue de l’Hospice 5, agissant en vertu d’une ordonnance sous seing privé
lui donnée par Me Marie-Paule Gremonprez, avocate à 9600 Renaix,
Hoogstraat 28, bus 101, laquelle est dûment autorisée par une ordonnance du juge de paix du canton de Renaix du 1er avril 2015 à agir en
sa qualité d’administatrice provisoire sur M. Rommens, Eddy, François,
Gilbert Roland, né à Renaix, le 24 janvier 1951, domicilié à 9600 Renaix,
boulevard des Anciens Combattants 3, bte 510, laquelle comparante a
déclaré accepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession de Rommens,
Roland, Joseph Gilbert Omer, né à Renaix, le 2 mars 1928, de son vivant
domicilié à Bouillon, rue des Hautes Voies 35, et décédé le
28 décembre 2014, à Libramont-Chevigny.
Code civil, la comparante déclare faire élection de domicile en l’étude
de Me C. Bouillon, notaire de résidence à 6830 Bouillon, rue de
l’Hospice 5.
par avis recommandé adressé au domicile élu dans un délai de
Le greffier délégué, (signé) A. Brasseur.
(13182)
Bij verklaring afgelegd voor notaris Vincent LESSELIERS, met standplaats te Beveren, op 4 mei 2015, heeft mevrouw VAN LIEROP, Cornelia
Anita Dominika, geboren te Simmeren (Duitsland) op 7 maart 1963, van
Nederlandse nationaliteit, echtgenote van de heer ROTSHTEIN, Dan,
wonende te Nederland, AG Hulst, Vestdijkstraat 34561, handelend in
haar hoedanigheid van moeder en wettelijke vertegenwoordiger van
haar minderjarig kind, te weten jongeheer ROTSHTEIN, Indigo,
geboren te Antwerpen op 5 november 2004, van Nederlandse nationaliteit, wonende te Israël, Zohar Center 63, D.N. Hanegev, 8547500, de
nalatenschap van wijlen mevrouw PETERS, Anna Maria, geboren te
Amsterdam (Nederland) op 11 maart 1942, laatst wonende te
9200 Dendermonde, Hof ten Rode 32, overleden te Zele op
24 april 2014, aanvaard onder voorrecht van boedelbeschrijving.
De schuldeisers en legatarissen worden verzocht, binnen de drie
maanden te rekenen vanaf de datum van opneming in het Belgisch
kantoor van notaris Vincent Lesseliers, te 9120 Beveren, Diederik Van
Beverenlaan 42.
Beveren, 18 mei 2015.
Vincent LESSELIERS, notaris.
(13183)
Verklaring van aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving
afgelegd ten overstaan van notaris MARKEY, Erwin, met standplaats
te Ronse, Fostierlaan 51, op 7 mei 2015 :
Voor uittreksel : MARKEY, Erwin, notaris, te Ronse.
(13184)
Krachtens verklaring die afgelegd werd op 05/03/2015, voor JeanMarc Vanstaen, geassocieerd notaris, te 7780 Komen, Wervikstraat 46,
waar keuze van woonplaats gedaan werd, ingeschreven op de griffie
van de rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Ieper,
onder nummer 4249, REP 15/139, door mejuffrouw DERUDDER, Laura
Drieke Lien, geboren te Ieper op zes mei tweeduizend en één (rijksregisternummer 01.05.06-172.24), wonende te 8940 Wervik, Magdalenastraat 74.
Mejuffrouw DERUDDER, Hannah Elke Dio, geboren te Ieper op
negenentwintig juni tweeduizend en twee (rijksregisternummer 02.06.29-146.67), wonende te 8940 Wervik, Magdalenastraat 74.
Handelend bij monde van hun wettelijke vertegenwoordiger, de heer
Dieter Derudder, hiertoe gemachtigd overeenkomstig de wet.
Werd onder voorrecht van boedelbeschrijving aanvaard de nalatenschap van mevrouw VAN DER KELEN, Katia Anne Marie-Paule,
geboren te Gent op één augustus negentienhonderd vierenzeventig
(rijksregisternummer 74.08.01-118.07), wonende te 8940 Wervik,
Magdalenastraat 74., overleden te Wervik op 06/12/2014.
De schuldeisers en legatarissen worden verzocht hun vorderingen
mee te delen bij aangetekende brief op de gekozen woonplaats, binnen
de drie maanden vanaf deze publicatie.
Voor eensluidend uittreksel : (get.) Jean-Marc Vanstaen, geassocieerd
notaris.
(13185)
Verklaring afgelegd ten overstaan van Mr. William de Sagher, notaris,
met standplaats te Poperinge, desgevallend, naam van de associatie :
kantoor
van
de
geassocieerde
notarissen
de
Sagher,
Vandenameele & Planckaert. Boeschepestraat 4, 8970 Poperinge,
E-mail : [email protected] Bankrekening : BNP Paribas Fortis BE78 2850 3342 2286
Identiteit van de declarant : de heer CAMBIE, Joris Adrien Cornelis,
geboren op 22 oktober 1965 te Kortrijk, wonende te 8970 Poperinge,
Elverdingseweg 16.
Woonplaats kiezende op het kantoor van Mr. William de Sagher,
voornoemd.
Optredend : in de hoedanigheid vanvoor de minderjarige erfgerechtigden : wettelijk vertegenwoordiger, zijnde : vader over volgende
minderjarige kinderen :
juffrouw CAMBIE, Lies Katrien Maria, geboren op 7 augustus 1997
te Poperinge,
juffrouw CAMBIE, Trui Anne Marie Lieve Irma, geboren op
26 september 1999 te Poperinge,
Identiteit van de declarant : MIRA, Fatima, geboren te Nador
(Marokko) in 1955, nationaal nummer 55.00.01-138.17, van Belgische
nationaliteit, BTW-nummer nihil, weduwe BOURKANI Mohamed,
wonende te 9600 Ronse, Leuzesesteenweg 95.
de heer CAMBIE, Lorenz Pieter Gabriel, geboren op 11 mei 2001 te
Poperinge,
Optredend in de hoedanigheid van moeder en wettige vertegenwoordiger van haar minderjarig kind, te weten : juffrouw BOURKANI,
Amina, geboren te Ronse op 5 februari 2000, nationaal nummer
00.02.05-118.66, van Belgische nationaliteit, BTW-nummer nihil, ongehuwd, wonende te 9600 Ronse, Leuzesesteenweg 95.
voor wie de heer Joris CAMBIE voornoemd optreedt krachtens een
machtiging afgeleverd op 12 maart 2015; door de vrederechter van het
tweede kanton Ieper, met zetel te Poperinge.
Ingevolge een machtiging afgeleverd door de vrederechter van het
kanton Ronse op 29 april 2015.
Voorwerp van de verklaring : aanvaarding onder voorrecht van
boedelbeschrijving voor de nalatenschap van, BOURKANI, Mohamed,
geboren te Rabat (Marokko) in 1933, van Marokkaanse nationaliteit,
nationaal nummer 33.00.02-233.12, BTW-nummer nihil, echtgenoot
MIRA Fatima, laatst gewoond hebbende te 9600 Ronse, Leuzesesteenweg 95 en overleden te Tanger (Marokko) op 12 september 2014.
juffrouw
CAMBIE,
Jolien
11 november 2003 te Poperinge,
Denise
Christ,
geboren
op
Voorwerp van de verklaring : aanvaarding onder voorrecht
van boedelbeschrijving voor de nalatenschap van mevrouw
VANZIELEGHEM, Simonna Maria Louisa Clotilda, geboren op
11 februari 1939 te Roeselare, laatst wonende te 8970 Poperinge,
Abelestationsstraat 64, en overleden te Ieper op 5 februari 2015.
Verklaring afgelegd op 5 mei 2015.
Handtekening en zegel van de notaris : (get.) William de Sagher,
notaris.
(13186)
29773
Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Mechelen
Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent
Bij akte, verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg
Antwerpen afdeling Mechelen, op vier mei tweeduizend vijftien,
hebben :
Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, op vijf mei tweeduizend vijftien, heeft
THOMAS, BELINDA GINETTE F, geboren te Gent op 11 augustus 1962
en laatst wonende te 9030 Gent, Kantstraat 60 en op verklaring van
betrokkene thans verblijvende te 9030 Mariakerke, Brugsesteenweg
564, bus B; handelend in eigen naam; verklaard onder voorrecht van
boedelbeschrijving de nalatenschap te aanvaarden van wijlen
GEDVILA, Claudine Mariette, geboren te Jumet op 28 mei 1935, in
leven laatst wonende te 9000 GENT, Opgeëistenlaan 414, en overleden
te Gent op 13 februari 2015.
SMETS, INGE MARIA J., geboren te Antwerpen op 3 juli 1970,
wonende te 2160 Wommelgem, Stommehoevenstraat 80;
SMETS, KRISTOF ANDRE M., geboren te Antwerpen op 5 juni 1975,
wonende te 2060 Antwerpen, Joannasteeg 5; beiden handelend in eigen
naam; verklaren onder voorrecht van boedelbeschrijving de nalatenschap te aanvaarden van wijlen SMETS, Leo Livien Leonia, geboren te
Hoboken op 9 oktober 1942, in leven laatst wonende te 2500 LIER,
Transvaalstraat 44H, en overleden te Lier op 31 januari 2015.
kantoor van Mr. De Smedt, notaris, te 2160 Wommelgem, Ternesselei 231.
Staatsblad, hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen ten
huize van THOMAS BELINDA GINETTE F, op verklaring van betrokkene thans verblijvende te 9030 Mariakerke, Brugsesteenweg 564,
bus B.
Gent, 5 mei 2015.
(Get.) Marjan D’Hulster, griffier.
(13190)
Mechelen, 4 mei 2015.
De griffier, (get.) K. Stock.
(13187)
Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Turnhout
Antwerpen, afdeling Turnhout, op vijf mei tweeduizend vijftien, heeft
VERBIST, Diane, geboren te Leuven op 16 januari 1972, wonende te
2230 Herselt, Borchtstraat 27 - handelend in eigen naam, verklaard
onder voorrecht van boedelbeschrijving de nalatenschap te aanvaarden
van wijlen VERBIST, Gerit Alfons, geboren te Herselt op 18 mei 1948,
in leven laatst wonende te 2490 BALEN, Ceylonstraat 9, en overleden
te Balen op 3 januari 2015.
kantoor van VAN THIELEN, Bart, notaris, kantoorhoudende te
2230 Herselt, Herentalsesteenweg 33.
Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, op vijf mei tweeduizend vijftien, heeft
QUINTIJN, REINE, advocaat, met kantoor te 9340 Lede, Poortendries 53.
Handelend in hoedanigheid van voorlopig bewindvoerder, hiertoe
aangesteld bij beschikking van de vrederechter van het eerste kanton
Aalst, d.d. 23 maart 2011, over VELDEMAN, PIP PETRA, geboren te
Aalst op 9 juni 1980 en wonende te 9340 Lede, Smesweg 3; verklaard
onder voorrecht van boedelbeschrijving de nalatenschap te aanvaarden
van wijlen : VAN HERPE, Marie Antoinette Anna, geboren te Balegem
op 29 januari 1923, in leven laatst wonende te 9860 BALEGEM,
Molenbeekstraat 2, en overleden te Oosterzele op 24 januari 2015.
kantoor van Mr. Quintijn, Reine, te 9340 Lede, Poortendries 53.
Gent, 5 mei 2015.
(Get.) Marjan D’Hulster, griffier.
Turnhout, 5 mei 2015.
De afg. griffier, (get.) S. Nietvelt.
(13191)
(13188)
Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Dendermonde
Renonciation aux successions
Oost-Vlaanderen, afdeling Dendermonde, op zes mei tweeduizend
vijftien, heeft Kris SCHELFHOUT, geboren te Dendermonde op
28 april 1979, wonende te 9320 Erembodegem, d’Uitseweg 37, handelend in zijn hoedanigheid van drager van het ouderlijk gezag over de
nog bij hem inwonende minderjarige dochter, zijnde SCHELFHOUT,
JODY, geboren te Jette op 2 augustus 2006, verklaard onder voorrecht
van boedelbeschrijving de nalatenschap te aanvaarden van wijlen
ROMBAUT, Tina, geboren te Aalst op 3 februari 1979, in leven laatst
wonende te 9320 EREMBODEGEM, d’Uitseweg 37, en overleden te
Aalst op 8 maart 2015.
kantoor van Mr. notaris Daniele Breckpot, met standplaats Aalst.
Dendermonde, 6 mei 2015.
De griffier, (get.) V. Durinck.
(13189)
Verwerping nalatenschap
Déclaration faite devant Me Patrick LINKER, notaire, à Jumet,
chaussée de Gilly 65.
IDENTITE DES DECLARANTS :
1. M. VILAIN, Didier, Michel, né à Charleroi le 27 juin 1967, N.N.
67.06.27-153.01, époux de Mme CORSO, Michela, domicilié à Châtelet
(Châtelet), rue de la Blanchisserie 29/0001.
2. Mme VILAIN, Véronique, Marie, née à Charleroi le 13 août 1971,
N.N. 71.08.13-038.52, divorcée, domicilié à Fontaine-l’Evêque (Leernes),
rue Derouck 45.
29774
Lesquels ont déclaré RENONCER purement et simplement à la
succession de leur père, M. VILAIN, Raymond, Georges, Victor, né à
Trazegnies le 25 août 1945, N.N. 45.08.25-103.51, époux de
Mme HEBRON, Juliette, Elise, domicilié en dernier lieu à Courcelles
(Trazegnies), rue de l’Yser 3, décédé à Charleroi (Gosselies) le
21 mars 2015.
Déclaration faite, à 6040 Charleroi (Jumet), le 30 avril 2015.
Signature et sceau du notaire
(Signé) Patrick LINKER, notaire.
(13192)
Tribunal de commerce de Mons et de Charleroi,
division Charleroi
Par jugement du 5 mai 2015, la 1re chambre du tribunal de commerce
de Mons et de Charleroi, division de Charleroi, a prononcé la clôture
par liquidation des opérations de la faillite de la SPRL Travaux
Terrassements Picariello, dont le siège social est sis à 6183 Trazegnies,
rue de Piéton 4A, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le
numéro 0870.802.058, déclarée par jugement du tribunal de commerce
de Charleroi en date du 13 décembre 2011, considère comme liquidateur de la société faillie M. Gianni Picariello, domicilié à 5100 Jambes,
rue René Van Loo 1.
Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. Page.
(13196)
Faillite
Faillissement
division Charleroi
division Charleroi
par liquidation des opérations de la faillite de la SPRL Stuttgart Motors,
dont le siège social est sis à 7140 Morlanwelz, rue du Parc 20, inscrite à
la Banque-Carrefour des Entreprises sous le numéro 0477.440.928,
déclarée par jugement du tribunal de commerce de Charleroi en date
du 2 novembre 2009, considère comme liquidateur de la société faillie
M. Rosario Greco, domicilié à 7170 Manage, place Communale 6.
par liquidation des opérations de la faillite de la SPRL Châssis Philippe,
dont le siège social est sis à 6141 Forchies-la-Marche, rue Malbrough 20, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le
de Charleroi en date du 25 février 2013, considère comme liquidateur
de la société faillie M. Philippe Cleerebaut, domicilié à 6280 Gerpinnes,
rue de la Ferrée 31, bte 003.
(13197)
(13193)
division Charleroi
par liquidation des opérations de la faillite de la SPRL B.S.B., dont le
siège social est sis à 6000 Charleroi, avenue de Waterloo 18/2, inscrite
à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le numéro 0452.759.079,
du 27 mars 2000, considère comme liquidateur de la société faillie
M. Beyaz Spyragelos, domicilié à 7100 La Louvière, rue Harmegnies 8.
division Charleroi
par liquidation des opérations de la faillite de la SA Immobilière de
Fontanges, dont le siège social est sis à 6280 Gerpinnes, allée de la
Commanderie 25, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous
le numéro 0867.092.403, déclarée par jugement du tribunal de
commerce de Charleroi en date du 14 septembre 2009, considère comme
liquidateur de la société faillie M. Etienne Diacre, domicilié à
6280 Gerpinnes, allée de la Commanderie 25.
(13198)
(13194)
.
division Charleroi
division Charleroi
par liquidation des opérations de la faillite de la SPRL Art Business,
dont le siège social est sis à 6000 Charleroi, boulevard Bertrand 25,
inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le
de Charleroi en date du 17 septembre 2012, considère comme liquidateur de la société faillie M. Sébastien Voituron, domicilié à 6042 Lodelinsart, rue Terry-Mouchon 46, bte 021.
par liquidation des opérations de la faillite de la SPRL MJ Robra,
dont le siège social est sis à 6110 Montigny-le-Tilleul, rue du Fer à
Cheval 37, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le
de Charleroi en date du 18 juin 2012, considère comme liquidateur de
la société faillie Me Michel Hubert, avocat à 6230 Vierville, place des
Résistants 3.
(13195)
(13199)
division Charleroi
29775
Tribunal de commerce de Mons et de Charleroi, division Charleroi
par liquidation des opérations de la faillite de la SPRL Ebu, dont le siège
social est sis à 6000 Charleroi, avenue de Waterloo 35, inscrite
du 18 janvier 2012, considère comme liquidateur de la société faillie
M. Mehmet Develi, domicilié à 6044 Roux, rue de Courcelles 180.
(13200)
Par jugement du 5 mai 2015, la première chambre du tribunal de
commerce de Mons et de Charleroi, division de Charleroi, a prononcé
la clôture, pour insuffisance d’actifs, des opérations de la faillite de
Monsieur Henri GIRARDI, domicilié à 6061 MONTIGNIES-SURSAMBRE, rue du Pont 37, inscrit à la Banque-Carrefour des Entreprises
sous le numéro 0660.478.740, déclarée par jugement du tribunal de
commerce de Charleroi, en date du 23.07.2013.
Déclare Monsieur Henri GIRARDI, excusable.
Assistance judiciaire.
Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. PAGE.
(13204)
division Charleroi
Par jugement du 5 mai 2015, la 1er chambre du tribunal de commerce
par liquidation des opérations de la faillite de la SPRL MORETTE
AUTOMOTIVE, dont le siège social est sis à 6220 FLEURUS, rue du
Progrès, 2, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le
de Charleroi en date du 03.12.2012.
Considère comme liquidateur de la société faillie M. Harold
O’CONNOR, sans domicile ni résidence connus en Belgique ou à
l’étranger.
Monsieur Jérémy MANSION, actuellement sans domicile ni résidence
connus en Belgique, inscrit à la Banque-Carrefour des Entreprises sous
Déclare Monsieur Jérémy MANSION, excusable.
(13201)
la clôture pour insuffisance d’actifs, des opérations de la faillite de
Monsieur Patrick UBALDI, domicilié actuellement à 5190 JEMEPPESUR-SAMBRE (section de BALATRE), rue du Pelémont 53, enregistrée
faillite déclarée par jugement du tribunal de commerce de Charleroi
le 17 juin 2013.
Dit ne pas avoir lieu à accorder le bénéfice de l’excusabilité au
sieur Patrick UBALDI.
(13205)
Monsieur Antoine GANTIER, domicilié à 6000 CHARLEROI, rue de
Marcinelle 47/21, inscrit à la Banque-Carrefour des Entreprises sous
Déclare Monsieur Antoine GANTIER, excusable.
(13206)
(13202)
Monsieur Alain SOYEURT, domicilié à 6030 MARCHIENNE-AUPONT, rue du Bierrau 16, inscrit à la Banque-Carrefour des Entreprises
Déclare Monsieur Alain SOYEURT, excusable.
la SPRL DISTRI TRANS NEWS PAPER ABROAD, dont le siège social
est sis à 6040 JUMET, rue Frère Orban 46, inscrite à la Banque-Carrefour
des Entreprises sous le numéro 0831.748.769, déclarée par jugement du
tribunal de commerce de Charleroi, en date du 30.06.2014.
Considère comme liquidateur de la société faillie, Monsieur Philippe
GOORMAN, domicilié à 6040 JUMET, rue Frère Orban 46.
(13203)
(13207)
29776
Rechtbank van koophandel Antwerpen, afdeling Antwerpen
la SCS LES CUISINES ERIKE, dont le siège social est sis à
6031 MONCEAU-SUR-SAMBRE, route de Mons 32, inscrite à
la Banque-Carrefour des Entreprises sous le numéro 0878.999.647,
déclarée par jugement du tribunal de commerce de Charleroi, en date
du 28.10.2009.
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel Antwerpen, afdeling
Antwerpen van 5 mei 2015 werd het faillissement VAN DEN
BRIL A. BVBA, HOOGSTRAAT 17-19, 2850 BOOM, ondernemingsnummer : 0421.678.695, gesloten bij ONTOEREIKEND ACTIEF.
Considère comme liquidateur de la société faillie, Monsieur Iwona
CHRYPANKOWSKA, domicilié à 6030 MARCHIENNE-AU-PONT, rue
de Mons 72, bte 011.
Beschouwd als vereffenaar : de heer Eric Van Den Bril, 2850 Boom,
Hoogstraat 19, b1.
De curator : Mr. TALBOOM, CONSTANT,
LOMBARDENVEST 34/2, 2000 ANTWERPEN 1.
De griffier-hoofd van dienst, M. Caers.
(13212)
(13208)
la SPRL BC-GES, dont le siège social est sis à 6542 SARS-LA-BUISSIERE, rue Chevesne 2, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises
Antwerpen van 5 mei 2015 werd het faillissement NIJDAM TRANSPORT BVBA, BISSCHOPPEN HOFLAAN 323, 2100 DEURNE
(ANTWERPEN), ondernemingsnummer : 0400.796.575, gesloten bij
ONTOEREIKEND ACTIEF.
Beschouwd als vereffenaar : de heer Nijdam Andries, Nederland,
9727 Groningen, Keizerweg 99B.
De curator : Mr. MICHEL, MARTIN, FRANKLIN ROOSEVELTPLAATS 12/18, 2060 ANTWERPEN 6.
(13213)
Considère comme liquidateur de la société faillie, Monsieur Marcel
BAERT, domicilié à 6542 SARS-LA-BUISSIERE, rue Chevesne 2.
(13209)
Antwerpen van 5 mei 2015 werd het faillissement EUROPEAN RETAIL
SERVICES BVBA, DOKTER MAURICE TIMMERMANSLAAN 62,
2170
MERKSEM,
(ANTWERPEN),
ondernemingsnummer :
0440.459.578, gesloten bij VEREFFENING.
Beschouwd als vereffenaar : de heer MARC HUBERT DECLERCQ,
Dokter M. Timmermanslaan 62, 2170 Merksem.
De curator : Mr. VAN RAEMDONCK, MARC, MECHELSESTEENWEG 166, 2018 ANTWERPEN 1.
(13210)
Antwerpen van 5 mei 2015 werd het faillissement DISSIT BVBA,
DELFTEN 23, BUS 65, 2390 MALLE, ondernemingsnummer : 0898.101.719, gesloten bij ONTOEREIKEND ACTIEF.
Beschouwd als vereffenaar : de heer Michael Van Der Weyde,
2960 Brecht, Moessorgskylaan 9.
De curator : Mr. JORIS, WILFRIED, MARKTPLEIN 22, 2110
WIJNEGEM.
(13214)
Antwerpen van 5 mei 2015 werd het faillissement ECO-TYRE BVBA,
ANTWERPSESTEENWEG 57B, 2630 AARTSELAAR, ondernemingsnummer : 0828.063.066, gesloten bij ONTOEREIKEND ACTIEF.
Beschouwd als vereffenaar : de heer Simon Anisimov, 2100 Deurne,
Nieuwe Donk 9.
Antwerpen van 5 mei 2015 werd het faillissement JENNY BVBA,
HOOGSTRAAT 11, 2850 BOOM, ondernemingsnummer : 0424.680.747,
gesloten bij ONTOEREIKEND ACTIEF.
De curator : Mr. LOYENS, JAN, GROTE STEENWEG 417,
2600 BERCHEM (ANTWERPEN).
(13215)
Beschouwd als vereffenaar : de heer Eric Van Den Bril, HOOGSTRAAT 19, 2850 BOOM.
De curator : Mr. TALBOOM, CONSTANT, LOMBARDENVEST 34/2,
2000 ANTWERPEN 1.
(13211)
Antwerpen van 5 mei 2015 werd het faillissement VIVA.M. BVBA,
RIDDER VAN PARIJSSTRAAT 21, 2170 MERKSEM (ANTWERPEN),
ondernemingsnummer : 0871.521.145, gesloten bij ONTOEREIKEND
ACTIEF.
29777
Beschouwd als vereffenaar : de heer Acek Stokowiek, 2170 Merksem,
Ridder Van Parijsstraat 21/2 en de heer Dariusz Stokowiek,
2170 Merksem, Ridder Van Parijsstraat 21/2.
De curator : Mr. COOLS, VEERLE, MECHELSESTEENWEG 12,
6° VERD., 2000 ANTWERPEN 1.
(13216)
Antwerpen van 5 mei 2015 werd het faillissement CONIX SOLUTIONS
BVBA, DRIE EIKENSTRAAT 661, 2650 EDEGEM, ondernemingsnummer : 0872.142.044, gesloten bij ONTOEREIKEND ACTIEF.
Beschouwd als vereffenaar : de heer Johan Conix, Spanje, Murcia,
30384 Mar de Cristal, Avenida Del Mar Menoir 2C Bajo F.
Decurator :Mr.VANDENCLOOT,ALAIN,TABAKVEST47,2000ANTWERPEN 1.
(13217)
KEVIN DAEMS WERD VERSCHOONBAAR VERKLAARD.
De curator : Mr. LOYENS, JAN, GROTE STEENWEG 417,
2600 BERCHEM (ANTWERPEN).
GESLOTEN BIJ ONTOEREIKEND ACTIEF.
(Pro deo)
(13220)
Antwerpen van 6 mei 2015 werd het faillissement RELAXA GCV,
RIDDER BERTHOUTLAAN 50, 2845 NIEL, ondernemingsnummer :
0843.999.968.
Beschouwd als vereffenaar : KARCZEWZSKA,
EETHUISSTRAAT 54/1, 2170 MERKSEM.
AGNIESZKA,
KARCZEWSKA, AGNIESZKA, EETHUISSTRAAT 54/1, 2170 MERKSEM.
KARCZEWSKA,
VERKLAARD.
AGNIESZKA
WERD
VERSCHOONBAAR
De curator : Mr. HENQUIN, MICHEL, KERKSTRAAT 39B, 2940 STABROEK.
(Pro deo)
(13221)
Antwerpen van 5 mei 2015 werd het faillissement DHOORE, ERIC,
ONDER DE BERNAMING « BAGUETTERIE ERVI » AUGUST VAN
DE WIELELEI 161, BUS 5, 2100 DEURNE (ANTWERPEN),
ACTIEF en verschoonbaar verklaard.
De curator : Mr. QUANJARD, BENJAMIN, ADMIRAAL DE BOISOTSTRAAT 20, 2000 ANTWERPEN 1.
(13218)
Antwerpen van 5 mei 2015 werd het faillissement OLD GOLD
COMPANY BVBA, HOVENIERSSTRAAT 55/77, 2018 ANTWERPEN 1,
ACTIEF.
Beschouwd als vereffenaar : de heer Michael Torner, Zweden,
21765 Malmö, Delsjogatan 48.
Antwerpen van 6 mei 2015 werd het faillissement NASHANO GCV,
PRINS LEOPOLDLEI 99, 2640 MORTSEL, ondernemingsnummer : 0871.857.180.
De curator : Mr. LEYSEN, LOUIS, JR., JAN VAN RIJSWIJCKLAAN 17, 2018 ANTWERPEN 1.
(Pro deo)
(13222)
Beschouwd als vereffenaar : KHAIR, MOHAMMED, PASSENDALESTRAAT 43, 2600 BERCHEM.
KHAIR, MOHAMMED, PASSENDALESTRAAT 43, 2600 BERCHEM,
WERD VERSCHOONBAAR VERKLAARD.
2000 ANTWERPEN 1.
(Pro deo)
(13219)
Antwerpen van 6 mei 2015 werd het faillissement HOME RENOVATIONS GCV, ESSENHOUTSTRAAT 206, 2950 KAPELLEN (ANTW.),
ondernemingsnummer : 0844.119.239.
Beschouwd als vereffenaar : K. DAEMS, ESSENHOUTSTRAAT 206,
2950 KAPELLEN.
K. DAEMS, ESSENHOUTSTRAAT 206, 2950 KAPELLEN.
Antwerpen van 5 mei 2015 werd het faillissement BD EXPRESS BVBA,
RUE F. NICOLAY 179, 4102 OUGREE, ondernemingsnummer : 0807.322.486, gesloten bij ONTOEREIKEND ACTIEF.
Beschouwd als vereffenaar : de heer Huda Mohammed Mainul, thans
zonder gekende woon- en/of verblijfplaats in België of in het buitenland.
De curator : Mr. VAN MEENSEL, ERIC, PALEISSTRAAT 12-14,
2018 ANTWERPEN 1.
(Pro deo)
(13223)
Antwerpen van 5 mei 2015 werd het faillissement KESKIN BVBA,
VAN KERCKHOVENSTRAAT 59, BUS 2, 2060 ANTWERPEN 6,
ACTIEF.
29778
Beschouwd als vereffenaar : Mevr. ASENOVA, MINKA, thans zonder
gekende woon- en/of verblijfplaats in België of in het buitenland.
De curator : Mr. PRESENT, MYRIAM, MECHELSESTEENWEG 64,
B101, 2018 ANTWERPEN 1.
(Pro deo)
(13224)
Antwerpen van 5 mei 2015 werd het faillissement GRAFFIO BVBA,
LEEMPUTWEG 59, 2930 BRASSCHAAT, ondernemingsnummer : 0446.728.649, gesloten bij ONTOEREIKEND ACTIEF.
Beschouwd als vereffenaar : de heer Luc De Hoog, 2650 Edegem,
August Coolslaan 5.
Antwerpen van 5 mei 2015 werd het faillissement M.B. CONTENT
PERSONEELSDIENSTEN
BVBA,
LANGBAANVELDEN
18,
2100 DEURNE (ANTWERPEN), ondernemingsnummer : 0847.942.326,
De curator : Mr. GEERINCKX, HERLINDA, SINT-AUGUSTINUSLAAN 3, 2610 WILRIJK (ANTWERPEN).
(13229)
Beschouwd als vereffenaar : de heer YILDIRIM ISMET, 2100 Deurne,
Langbaanvelden 18.
De curator : Mr. VAN STEENWINKEL, JOHAN, J. VAN RIJSWIJCKLAAN 164, 2020 ANTWERPEN 2.
(Pro deo)
(13225)
Antwerpen van 5 mei 2015 werd het faillissement FALCON
INVEST NV, BREDASTRAAT 123, B8, 2060 ANTWERPEN 6,
ACTIEF.
Beschouwd als vereffenaar :de heer JAZWINSKI WLODZIMIERZ,
H8R 221 CANADA, La Salle, rue Bourbonnais 458.
Antwerpen van 5 mei 2015 werd het faillissement S.P. BUSINESS BVBA, KOOLSVELDLAAN 176, 2110 WIJNEGEM, ondernemingsnummer : 0840.541.424, gesloten bij ONTOEREIKEND ACTIEF.
Beschouwd als vereffenaar : de heer Michel Janssens, 2110 Wijnegem,
Koolsveldlaan 176.
De curator : Mr. QUANJARD, BENJAMIN, ADMIRAAL DE BOISOTSTRAAT 20, 2000 ANTWERPEN 1.
(Pro deo)
(13226)
De curator : Mr. HEYSSE, BARBARA, ESMOREITLAAN 5, 2050 ANTWERPEN 5.
(13230)
Antwerpen van 5 mei 2015 werd het faillissement JONG & OUD GCV,
KORTELAAN 6, 2960 BRECHT, ondernemingsnummer : 0808.834.104,
Beschouwd als vereffenaar : de heer CHRISTOPHE DE SAEGER,
2990 Gooreind, Bredabaan 892/3.
Antwerpen van 5 mei 2015 werd het faillissement A.N.E. CARS BVBA,
RIJKMAKERLAAN 7, BUS I, 2910 ESSEN, ondernemingsnummer : 0887.300.867, gesloten bij ONTOEREIKEND ACTIEF.
De curator : Mr. BRUNEEL, GREGORY, BREDESTRAAT 4, 2000 ANTWERPEN 1.
(13231)
Beschouwd als vereffenaar : de heer Miurin, Charles, Pierre,
2910 Essen, Rijkmakerlaan 7, bus 1000.
De curator : Mr. HEYSSE, BARBARA,
2050 ANTWERPEN 5.
ESMOREITLAAN
(Pro deo)
5,
(13227)
Antwerpen van 5 mei 2015 werd het faillissement MILKON BVBA,
HELMSTRAAT 120-3V, 2140 BORGERHOUT (ANTWERPEN),
ACTIEF.
Beschouwd als vereffenaar : de heer Armin Milkon, 2018 Antwerpen,
Justitiestraat 852.
Antwerpen van 5 mei 2015 werd het faillissement ADAP BVBA,
MAGDALENASTRAAT 27-29, 2018 ANTWERPEN 1, ondernemingsnummer : 0837.255.597, gesloten bij ONTOEREIKEND ACTIEF.
Beschouwd als vereffenaar : de heer PIOTR MARCHWINSKI,
2600 Berchem, Klerkenstraat 1
De curator : Mr. MATTHEESSENS, PIETER, LANGE LOZANASTRAAT 24, 2018 ANTWERPEN 1.
(13228)
De curator : Mr. GOOSSENS, BENNY,
2110 WIJNEGEM.
MARKTPLEIN
22,
(13232)
Antwerpen van 5 mei 2015 werd het faillissement THORI BVBA,
KAMMENSTRAAT 72, 2000 ANTWERPEN 1, ondernemingsnummer : 0479.267.496, gesloten bij ONTOEREIKEND ACTIEF.
29779
Beschouwd als vereffenaar : de heer BITTON RIVKA, 2000 Antwerpen, Kammenstraat 72/11.
De curator : Mr. HENDRICKX, JEAN, LANGE LOZANASTRAAT 24,
2018 ANTWERPEN 1.
(13233)
Antwerpen van 5 mei 2015 werd het faillissement BREDENE VASTGOED BVBA, DIKSMUIDELAAN 133, BUS 1A, 2600 BERCHEM
Beschouwd als vereffenaar : CV EURO ENERGY, de heer Adriaan
Geense, Nederland, 3113 AN Schiedam, Fortunaweg 33.
De curator : Mr. CORNILLE, PETER, SANTVOORBEEKLAAN 25,
2100 DEURNE (ANTWERPEN).
(13234)
Antwerpen van 5 mei 2015 werd het faillissement JOHAN DE WITT
BVBA, DOKTER EMIEL VAN DAMMESTRAAT 36/2, 2660 HOBOKEN
Beschouwd als vereffenaar : de heer JEFFREY VAN NEIJENHOFF,
2000 Antwerpen, Tolstraat 65.
De curator : Mr. WOUTERS, LOUIS, JAN VAN RIJSWIJCKLAAN 1-3,
2018 ANTWERPEN 1.
(13235)
Antwerpen van 5 mei 2015 werd het faillissement BROCHILO BVBA,
HOOGSTRAAT 9, 2850 BOOM, ondernemingsnummer : 0443.458.957,
Beschouwd als vereffenaar : de heer Eric Van De Bril, 2850 Boom,
Hoogstraat 9.
2000 ANTWERPEN 1.
(13236)
Antwerpen van 5 mei 2015 werd het faillissement DIAMOND
WORKING COMPANY BVBA, JAN WELTERSLAAN 13,
2100 DEURNE (ANTWERPEN), ondernemingsnummer : 0455.155.969,
Beschouwd als vereffenaar : de heer Daniel Van Hennik, 3274 LA
Heinenoord, Blaaksedijk Oost 27.
De curator : Mr. VAN MEENSEL, ERIC, PALEISSTRAAT 12-14,
2018 ANTWERPEN 1.
(Pro deo)
(13237)
Antwerpen van 5 mei 2015 werd het faillissement HILLEWAERT C. BVBA,
BROECHEMSESTEENWEG 31, 2531 VREMDE, ondernemingsnummer : 0472.754.739, gesloten bij ONTOEREIKEND ACTIEF.
Beschouwd als vereffenaar : de heer
2531 Vremde, Broechemsesteenweg 31.
Christiaan
Hillewaert,
De curator : Mr. JORIS, WILFRIED, MARKTPLEIN 22, 2110 WIJNEGEM.
(Pro deo)
(13238)
Antwerpen van 5 mei 2015 werd het faillissement CHRISTIAAN
BAEKELMANS BVBA, HOOGBOOMSESTEENWEG 81, 2930 BRASSCHAAT, ondernemingsnummer : 0466.298.992, gesloten bij ONTOEREIKEND ACTIEF.
Beschouwd als vereffenaar : de heer Christiaan Baekelmans, zonder
De curator : Mr. VERSTRAETEN, PETER, KIELSEVEST 2-4, BUS 1,
2018 ANTWERPEN 1.
(Pro deo)
(13239)
Antwerpen van 5 mei 2015 werd het faillissement TROPICAL INN
BVBA, OUDE BEURS 10, 2000 ANTWERPEN 1, ondernemingsnummer : 0834.682.129, gesloten bij ONTOEREIKEND ACTIEF.
Beschouwd als vereffenaar : de heer Abu bakhar Abrahim, zonder
De curator : Mr. GROSS, MARC, VAN EYCKLEI 20, 2018 ANTWERPEN 1.
(Pro deo)
(13240)
Antwerpen van 5 mei 2015 werd het faillissement ASNI BVBA,
HANDELSTRAAT 111, 2060 ANTWERPEN 6, ondernemingsnummer : 0834.458.534, gesloten bij ONTOEREIKEND ACTIEF.
Beschouwd als vereffenaar : de heer Samir Rafki, 2060 Antwerpen,
Bisschopstraat 57.
De curator : Mr. PRESENT, MYRIAM, MECHELSESTEENWEG 64,
B101, 2018 ANTWERPEN 1.
(Pro deo)
(13241)
Antwerpen van 5 mei 2015 werd het faillissement JV GROUP BVBA,
OEYVAERSBOSCH 17, BUS B, 2630 AARTSELAAR, ondernemingsnummer : 0828.862.921, gesloten bij ONTOEREIKEND ACTIEF.
29780
Beschouwd als vereffenaar : de heer Joeri Clara Karel Vijt, zonder
De curator : Mr. VAN DER HOFSTADT, SERGE, JAN VAN RIJSWIJCKLAAN 1-3, 2018 ANTWERPEN 1.
(Pro deo)
Beschouwd als vereffenaar : de heer Josephus Dierks, Nederland,
6041 CB Roermond, Slachthuisstraat 7.
De curator : Mr. LAUGS, GUY, MECHELSESTEENWEG 12/8,
2000 ANTWERPEN I.
De griffier-hoofd van dienst, M. CAERS.
(Pro deo)
(13246)
(13242)
Antwerpen van 5 mei 2015 werd het faillissement STEVOS BVBA,
HEILIG HARTSTRAAT 14, 2600 BERCHEM (ANTWERPEN),
ACTIEF.
Beschouwd als vereffenaar : de heer Kloppert, Abraham, Nederland,
3151 VW Hoek van Holland, Van Spilbergstraat 33.
De curator : Mr. MOENS, ANNEMIE, PRINS BOUDEWIJNLAAN 177-181, 2610 WILRIJK (ANTWERPEN).
Antwerpen van 05/05/2015, werd het faillissement DE DORPSHOEVE NV, DIKSMUIDELAAN 173, 2600 BERCHEM (ANTWERPEN), ondernemingsnummer 0423.826.355, gesloten bij ONTOEREIKEND ACTIEF.
Beschouwd als vereffenaar : mevrouw Maryse Wuyts, 2910 Essen,
Sint-Jansstraat 155, bus 2.
De curator : Mr. SCHWAGTEN, WERENFRIED, PRINS BOUDEWIJNLAAN 177-179, 2610 WILRIJK (ANTWERPEN).
De griffier-hoofd van dienst, M. CAERS.
(Pro deo)
(13247)
Mr. VEREECKE, VALERE, KIELSEVEST 2-4, 2018 ANTWERPEN 1.
(Pro deo)
(13243)
Antwerpen van 5 mei 2015 werd het faillissement BENI CARS
ANTWERP BVBA, BREDABAAN 812, 2170 MERKSEM (ANTWERPEN), ondernemingsnummer : 0865.713.419, gesloten bij ONTOEREIKEND ACTIEF.
Beschouwd als vereffenaar : de heer Willemse, 2900 Schoten,
Zilvervosdreef 11
De curator : Mr. VAN MOORLEGHEM, STEPHANE, FRANKRIJKLEI 105, 2000 ANTWERPEN 1.
(Pro deo)
Antwerpen d.d. 05/05/2015, is MIRACLE VOF IN VEREFFENING,
BALANSSTRAAT 2, 2018 ANTWERPEN I, ondernemingsnummer 0502.560.661, op bekentenis failliet verklaard en afgesloten wegens
ontoereikend actief.
Datum staking van betaling : 05/05/2015.
Vereffenaar :
2610 Wilrijk.
Mr. A.
MOENS,
Prins
Boudewijnlaan
177-179,
Geen aanstelling van een curator en een rechter-commissaris.
De griffier, (get.) B. LUYTEN.
(Pro deo)
(13248)
(13244)
Antwerpen van 5 mei 2015 werd het faillissement NOTIAS BVBA,
DESGUINLEI 90, BUS 8A, 2018 ANTWERPEN 1, ondernemingsnummer : 0808.211.225, gesloten bij ONTOEREIKEND ACTIEF.
Beschouwd als vereffenaar : Mevr. Nadine Desbuquois, 2000 Antwerpen, Theodoor Van Rijswijckplaats 7.
De curator : Mr. CORNILLE, PETER, SANTVOORBEEKLAAN 25,
2100 DEURNE (ANTWERPEN).
Antwerpen d.d. 05/05/2015, is FIRST CLASS BVBA IN VEREFFENING, JAN VAN RIJSWIJCKLAAN 227/1, 2020 ANTWERPEN II,
ondernemingsnummer 0895.657.616, op bekentenis failliet verklaard en
afgesloten wegens ontoereikend actief.
Datum staking van betaling : 05/05/2015.
Vereffenaar : Mr.
2018 Antwerpen.
I.
DE
HAES,
Mechelsesteenweg
64B101,
Geen aanstelling van een curator en een rechter-commissaris.
De griffier, (get.) B. LUYTEN.
(13249)
Rechtbank van koophandel Antwerpen, afdeling Hasselt
(Pro deo)
(13245)
De rechtbank van koophandel te Antwerpen, afdeling Hasselt,
tweede kamer, heeft bij vonnis van 30/04/2015, het faillissement op
naam van BKF BVBA, INDUSTRIELAAN 2, te 3590 DIEPENBEEK.
Ondernemingsnummer : 0479.815.151.
Dossiernummer : 6562.
Antwerpen van 05/05/2015, werd het faillissement CIRRES GROUP
BELGIUM BVBA, AMERIKALEI 56, 2000 ANTWERPEN I,
ondernemingsnummer 0449.252.728, gesloten bij ONTOEREIKEND
ACTIEF.
Gesloten verklaard, sluiting bij vereffening (rechts.pers.).
Wordt als vereffenaar beschouwd : Bruggen, Egidius.
Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) V. BOSSENS.
(13250)
29781
naam van NEW STYLE BVBA, KEMPISCHE STEENWEG 3, te
3500 HASSELT.
naam van EUROPEAN FOOD GROUP BVBA, KLOOSTERSTRAAT 45,
te 3930 HAMONT.
Ondernemingsnummer 0464.901.402.
dossiernummer : 6981.
Gesloten verklaard, sluiting ontoereikend actief (rechts.pers.).
Wordt als vereffenaar beschouwd : Van Os, Pieter.
Wordt als vereffenaar beschouwd : Loix, Liliane.
(13255)
(13251)
naam van FINANCIAL ENTERPRISES NV, LOCHTEMANWEG 88/21,
te 3550 HEUSDEN-ZOLDER.
naam van TEC BVBA, ROZENSTRAAT 27/5, te 3500 HASSELT.
Wordt als vereffenaar beschouwd : Bloemen, Kris.
(13256)
Wordt als vereffenaar beschouwd : Voortmans, Joannes.
(13252)
naam van GOOSSENS, BENNY, ZILLEKESSTRAAT 10, te
3980 TESSENDERLO.
Ondernemingsnummer 0698.306.859.
naam van BCS RENOTECH BVBA, VOSSEBERGSTRAAT 8, te
3590 DIEPENBEEK.
Gesloten verklaard, sluiting bij veref. niet-verschoonbaar en pub.
(13257)
Rechtbank van koophandel Antwerpen, afdeling Turnhout
Wordt als vereffenaar beschouwd : Machiels, Tim.
(13253)
Bij vonnis van de tweede kamer van de rechtbank van koophandel
Antwerpen, afdeling Turnhout, d.d. 05/05/2015, werd het faillissement
van M&L INNOVATIONS BVBA, DR.-VAN DE PERRESTRAAT 163,
2440 GEEL, met ondernemingsnummer 0821.245.451, failliet verklaard
op 17/09/2013, afgesloten.
Door vereffening beëindigd.
Vereffenaar : de heer Wouters, Marijn.
naam van SMEIJERS J. BVBA, GESTELSTRAAT 1, te 3583 PAAL.
Met laatst gekend adres : Haneveld 3, 2440 Geel.
De griffier, (get.) L. VERSTRAELEN.
(13258)
Wordt als vereffenaar beschouwd : Smeijers, Josephus.
(13254)
van DE NIEUWE HAARBAZAAR BVBA, STATIONSSTRAAT 84B,
2440 GEEL, met ondernemingsnummer 0830.962.970, failliet verklaard
op 16/04/2013, afgesloten.
29782
Door vereffening beëindigd.
Vereffenaar : de heer Geudens, Marc.
Met laatst gekend adres : Groenplaats 40/15, 2000 Antwerpen.
(13259)
Antwerpen, afdeling Turnhout, van 05/05/2015, werd een verlenging
van de opschorting conform artikel 38 van de wet op de continuïteit
van de onderneming van 31.01.2009, gewijzigd bij de wet van
27.05.2013, toegestaan inzake :
A & S BVBA
met vennootschapszetel te : 2200 HERENTALS, LISSTRAAT 8,
van OMEGA ENVIRONMENTAL TECHNOLOGIES BVBA,
DIAMANTSTRAAT 8/271, 2200 HERENTALS met ondernemingsnummer 0860.226.484, failliet verklaard op 25/11/2014, afgesloten.
met ondernemingsnummer : 0462.951.207,
aard van de handel : PLAATSEN VAN ZWEMBADEN EN PLEISTERWERKEN.
Duur van de verlenging van de opschorting : 3 maanden
(tot 13/08/2015), alleszins tot de zitting van 30/06/2015.
AFGESLOTEN WEGENS GEBREK AAN AKTIVA.
Vereffenaar : Mr. K. Benijts.
Neerlegging reorganisatieplan : 02/06/2015 (griffie).
Met kantooradres : Lierseweg 271-273, 2200 Herentals.
(13260)
Stemming reorganisatieplan : 30/06/2015 om 11 u. 30 m., rechtbank
van koophandel Antwerpen, afdeling Turnhout, de Merodelei 11-13
(zittingzaal), 2300 Turnhout.
(13264)
van KEMPENAARS KENNEL BVBA, RETIESEBAAN 177,
2460 KASTERLEE, met ondernemingsnummer 0473.762.054, failliet
verklaard op 10/06/2014, afgesloten.
Vereffenaar : de heer Van Broekhoven, Kris.
Met laatst gekend adres : Retiesebaan 177, 2460 Kasterlee.
(13261)
Antwerpen, afdeling Turnhout, van 05/05/2015, werd inzake de procedure van gerechtelijke reorganisatie van DE VLIEGENDE
SCHOTEL BVBA, met vennootschapszetel te 2460 KASTERLEE,
GEELSEBAAN 40, met ondernemingsnummer 0466.313.048, aard van
de handel : RESTAURANT, procedure geopend op 13/01/2015, met
aanstelling van de heer GILIS, GUIDO, als gedelegeerd rechter, het
reorganisatieplan gehomologeerd en de reorganisatieprocedure afgesloten.
(13265)
van HOMATRA BVBA, FAZANTLAAN 14, 2382 POPPEL, met
ondernemingsnummer 0833.864.458, failliet verklaard op 22/04/2014,
afgesloten.
Vereffenaars : Mr. T. Van Even, met kantooradres te 2300 Turnhout,
Parklaan 88 en Mr. V. Verhaegen, met kantooradres te 2300 Turnhout,
Steenweg op Zevendonk 60,
(13262)
Antwerpen, afdeling Turnhout, d.d. 05/05/2015, werd de datum van
staking van betaling van het faillissement THEYSKENS, LEO, G.I.
HIJS-, HEF- EN TRANSPORTWERKTUIGEN, geboren op 20/12/1960
te TURNHOUT, ADOLF REYDAMSLAAN 45, 2400 MOL (domicilie),
BURGEMEESTER GEYSKENSSTRAAT 4, 3580 BERINGEN (verblijfplaats), ondernemingsnummer 0845.033.415, failliet verklaard op
25/11/2014, teruggebracht op 25/05/2014.
(13263)
Rechtbank van koophandel Gent, afdeling Oostende
De rechtbank van koophandel Gent, afdeling Oostende,
tweede kamer, heeft bij vonnis d.d. 27/04/2015, de vervroegde
verschoonbaarheid van VAN PRAET, VALERE, wonende te
8400 Oostende, Kroonlaan 12, behandeld.
De gefailleerde werd verschoonbaar verklaard.
Voor eensluidend
H. CROMBEZ.
verklaard
uittreksel :
de
griffier,
(get.)
(13266)
Tribunal de commerce de Liège, division Dinant
Ouverture de la faillite, sur aveu, de : SPEEDXFITNESS SPRL,
ROUTE DE PHILIPPEVILLE(TAR) 55, 5651 TARCIENNE.
Référence : 20150072.
Date de faillite : 20 mai 2015.
Activité commerciale : coach sportif
29783
Curateur : ADAM LAURENT, RUE DE PHILIPPEVILLE 1,
5620 FLORENNES.
Datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van
verificatie van schuldvorderingen : 8 juli 2015.
Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé
du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Liège, division
Dinant, bâtiment B, rue Arthur Defoin 215, 5500 Dinant.
De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (zoals o.m. de personen die zich borg hebben gesteld) kunnen
hiervan een verklaring ter griffie neerleggen (art. 72bis en 72ter Fail.W.).
Dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des
créances : le 1 juillet 2015.
Voor eensluidend uittreksel : De Griffier, V. Soreyn.
2015/104735
Pour extrait conforme : le greffier, V. Fournaux.
2015/104739
Rechtbank van koophandel Gent, afdeling Kortrijk
Opening van het faillissement, op aangifte (bekentenis) (art. 11 FW),
van : WIMBLEDON NV, NOORDSTRAAT 50, 8930 MENEN.
Referentie : 9553.
van : VISOTE BVBA, KALKHOEVESTRAAT 1 KAMER 21,
8790 WAREGEM.
Referentie : 9552.
Datum faillissement : 20 mei 2015.
Handelsactiviteit : Groothandel in elektronische en telecommunicatieapparatuur en delen ervan
Handelsactiviteit : Café en bar + uitbating van sportaccommodatie
Handelsbenaming : TC WIMBLEDON AND LEIE
Handelsbenaming : VISOTE
Curator : Mr
8790 WAREGEM.
Curator : Mr MATTHIJS Carmen, OUDE IEPERSTRAAT 4,
8560 WEVELGEM.
Voorlopige datum van staking van betaling : 21/05/2015
Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn
van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het
vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Gent, afdeling
Kortrijk, Beheerstraat 41, 8500 Kortrijk.
FRANCOIS
Yves,
EERTBRUGGESTRAAT
10,
2015/104738
Voor eensluidend uittreksel : De Ere-Hoofdgriffier, K. Engels.
2015/104753
van : PRO-LED VISION BVBA, BIESTSTRAAT 132, 8790 WAREGEM.
Referentie : 9549.
Opening van het faillissement, dagvaarding, van : HURLUS - FOODS
naamloze vennootschap - IN VEREFFENING, NAJAARSWEG 7,
8520 KUURNE.
Handelsactiviteit : Ontwerpen, vervaardigen en plaatsen van lichtreclame, neonreclame en led-reclame
Referentie : 9551.
Curator : Mr ARSLIJDER Wim, ZULTSEWEG 21, 8790 WAREGEM.
Handelsactiviteit : Verhuur&expl.van eigen of geleasd nietresidentiëel onroeren goed, excl. terreinen. Overige zakelijke dienstverlening
Curator : Mr DEMEULEMEESTER SOFIE, BEHEERSTRAAT 70,
8500 KORTRIJK.
2015/104736
29784
van : FRIMAT BVBA, BIESTSTRAAT 132, 8790 WAREGEM.
Referentie : 9550.
Handelsactiviteit : Groothandel in andere machines en werktuigen
Curateurs : BODEUS ALAIN, RUE DU LIMBOURG 50,
4000 LIEGE 1; RENAUD JEAN-PHILIPPE, QUAI DES ARDENNES 65,
4020 LIEGE 2.
Liège, Place Saint-Lambert 30/0003, 4000 Liège.
Pour extrait conforme : M. SCHENKELAARS greffier chef de service
2015/104584
Curator : Mr DE FRENE ELI, VICHTEPLAATS 27, 8570 ANZEGEM.
2015/104737
Tribunal de commerce de Liège, division Liège
Ouverture de la faillite, sur aveu, de : MIA TITU, BLD DE LA
CONSTITUTION 61, 4020 LIEGE 2, date et lieu de naissance :
16 août 1977 BANGLADESH.
Activité commerciale : snack-sandwicherie
Dénomination commerciale : SAAD
van
:
RUBRECHT
PEDRO,
MOORSELESTRAAT
208,
8560 WEVELGEM, geboortedatum en -plaats : 13 mei 1973 KORTRIJK.
Referentie : 9554.
Handelsactiviteit : Reclamebureau
Handelsbenaming : RECLAME RUBRECHT
Siège d’exploitation : BOULEVARD DE LA CONSTITUTION 61,
4020 LIEGE 2
Curateur : DAVIN RAPHAEL, RUE DES AUGUSTINS 32,
4000 LIEGE 1.
Curator : Mr DEKEYZER JONAH, OUDE IEPERSTRAAT 4,
8560 GULLEGEM.
2015/104586
Voor eensluidend uittreksel : De Ere-Hoofdgriffier, K. Engels.
2015/104754
Ouverture de la faillite, sur aveu, de : DEGOTTE STEPHANE, RUE
DE FEXHE SLINS 19, 4680 OUPEYE, date et lieu de naissance :
23 avril 1941 LIèGE.
Activité commerciale : commerce de gros de boissons
Dénomination commerciale : MAISON DEGOTTE
Siège d’exploitation : ZI DES HAUTS SARTS, 3EME AVENUE 1-9,
4040 HERSTAL
Ouverture de la faillite, sur aveu, de : ARIEL SPRL, RUE LEBEAU
5/61, 4000 LIEGE 1.
Activité commerciale : commerce de détail de vêtements
Dénomination commerciale : ARIEL SYSTEM
Siège d’exploitation : RUE DU MOUTON BLANC 15, 4000 LIEGE 1
Curateur : FAUFRA ALINE, QUAI DE ROME 111, 4000 LIEGE 1.
2015/104587
29785
Curateur : DETRAIT ANNE, RUE DU PARC 19, 7000 MONS.
Date provisoire de cessation de paiement : 21/05/2015
Ouverture de la faillite, sur aveu, de : HABRAN ARNAUD DANY,
AUX GRANDS CHAMPS 74, 4052 BEAUFAYS, date et lieu de naissance : 26 mai 1979 LIEGE.
du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Mons et de
Charleroi, division Mons, Rue des Droits de l’Homme, 7000 Mons.
Pour extrait conforme : le Greffier, I. POLET
2015/104773
Activité commerciale : tansport routier
Dénomination commerciale : ARNAUD HABRAN TRANSPORT
EXPRESS EN ABRéGé A.H.T.E.
Rechtbank van koophandel Gent, afdeling Oudenaarde
Curateurs : CAVENAILE THIERRY, PLACE DU HAUT PRE 10,
4000 LIEGE 1; LIGOT FRANCOIS, PLACE DU HAUT PRE 10,
4000 LIEGE 1.
Opening van het faillissement, dagvaarding, van : D & A FASHION
BVBA, RODE BROECKSTRAAT 86, 9600 RONSE.
Referentie : 2125.
Handelsbenaming : CLEMENTE
2015/104585
Handelsactiviteit : groothandel in kledingaccessoires e.a
Uitbatingsadres : RODE BROECKSTRAAT 86, 9600 RONSE
Curator : Mr RUBBENS Maud, GLORIEUXLAAN 144, 9600 RONSE.
Ouverture de la faillite, sur aveu, de : STEINBAUM CHASSIS SPRL,
RUE HEMRICOURT 2, 4000 LIEGE 1.
Activité commerciale : achat, construction, vente de châssis aluminium
Oudenaarde, Bekstraat 14, 9700 Oudenaarde.
Voor eensluidend uittreksel : M.Fostier, griffier
2015/104752
Curateurs : EVRARD OLIVIER, QUAI MARCELLIS
4020 LIEGE 2; BIEMAR ISABELLE, QUAI MARCELLIS
4020 LIEGE 2.
13,
13,
2015/104588
Rechtbank van koophandel Gent, afdeling Oudenaarde
van : DMB SOLAR BVBA, OUDENAARDSESTRAAT 89/3,
9500 GERAARDSBERGEN.
Referentie : 2124.
Handelsactiviteit : vervaardigen van metalen constructiewerken of
gebinten voor de bouw e.a
Handelsbenaming : BMB SOLAR
Tribunal de commerce de Mons et de Charleroi, division Mons
Ouverture de la faillite, sur aveu, de : FOOD-MAT SPRL, RUE
ADONIS DESCAMPS, 32/B, 7021 HAVRE.
Activité commerciale : vente de matériel de cuisine et art de la table
Uitbatingsadres : KASTANJESTRAAT (GOE) 17, 9500 GERAARDSBERGEN
Curator : Mr DE VUYST Jan, BRAKELSESTEENWEG 639,
9400 NINOVE.
Oudenaarde, Bekstraat 14, 9700 Oudenaarde.
29786
verificatie van schuldvorderingen : 30 juni 2015.
Dissolution judiciaire
Gerechtelijke ontbinding
Voor eensluidend uittreksel : M.Fostier, griffier
2015/104751
Tribunal de commerce francophone de Bruxelles
Tribunal de commerce de Liège, division Verviers
Ouverture de la faillite, sur aveu, de : M&twosuperior; SOLUTIONS
SPRL, LES COURS 2, 4890 THIMISTER.
Le tribunal de commerce francophone de Bruxelles, a, par jugement
de la troisième chambre, salle A, du 04/05/2015, prononcé la dissolution de la SPRL MILAN TRADE, avec siège social à
1080 MOLENBEEK-SAINT-JEAN, chaussée de Merchtem 16, numéro
d’Entreprise 0479.633.029 et sa clôture immédiate conformément à
l’article 182 C.Soc.
Pour extrait conforme : le greffier en chef, N. PINCHART.
(13267)
Activité commerciale : parachèvement
Curateur : LEGRAND DOMINIQUE, RUE DE KIERBERG 24,
4880 AUBEL.
Verviers, Rue du Tribunal 2-4, 4800 Verviers.
de la troisième chambre, salle A, du 04/05/2015, prononcé la dissolution de la SPRL BOUTAB, avec siège social à 1070 ANDERLECHT,
avenue Docteur Lemoine 11, numéro d’Entreprise 0476.918.019 et sa
clôture immédiate conformément à l’article 182 C.Soc.
(13268)
Pour extrait conforme : Yves JORIS, greffier délégué
2015/104749
Tribunal de commerce de Liège, division Verviers
de la troisième chambre, salle A, du 04/05/2015, prononcé la dissolution de la SPRL AMINA MODA, avec siège social à 1070 ANDERLECHT, avenue Clémenceau 24, numéro d’Entreprise 0885.592.578 et
sa clôture immédiate conformément à l’article 182 C.Soc.
(13269)
Ouverture de la faillite, sur aveu, de : HEUSCHEN SEBASTIEN,
CHINHEID 6, 4860 PEPINSTER, date et lieu de naissance : 9 mai 1973
VERVIERS.
Activité commerciale : INSTALLATION DE PORTES SECTIONNELLES
Siège d’exploitation : CHINHEID 6, 4860 PEPINSTER
de la troisième chambre, salle A, du 04/05/2015, prononcé la dissolution de la SPRL JETTE-AUTO, avec siège social à 1180 UCCLE, rue du
Framboisier 14, numéro d’Entreprise 0897.322.650 et sa clôture immédiate conformément à l’article 182 C.Soc.
(13270)
Curateur : HENRY PIERRE, RUE DU PALAIS 64, 4800 VERVIERS.
Verviers, Rue du Tribunal 2-4, 4800 Verviers.
Pour extrait conforme : Yves JORIS, greffier délégué
Le tribunal de commerce de Mons et de Charleroi, division Mons, a
prononcé la dissolution de la société : INSTITUT DE MASSAGE ET
GYMNASTIQUE SPRL, dont le siège social est sis à 7012 JEMAPPES,
place de Jericho 3, B.C.E. n° 0412.744.106 et a prononcé la clôture
immédiate de la liquidation.
Pour extrait conforme : le greffier, (signé) I. POLET.
2015/104750
(13271)
prononcé la dissolution de la société : ORBUSOFT SPRL, dont le siège
social est sis à 7012 MONS (Jemappes), rue des Croix 216, B.C.E.
n° 0415.942.136 et a prononcé la clôture immédiate de la liquidation.
(13272)
29787
Le contrat modificatif modifie le régime légal de la communauté en
faisant entrer dans cette communauté la totalité des droits en pleine
propriété que Madame MOTTART possède dans l’immeuble sis à
1400 Nivelles, avenue de Burlet, 67, cadastrée selon extrait cadastral
récent section C numéro 124/P/6 pour une contenance de trois ares
soixante-cinq centiares, toutes améliorations qui y seront faites à
l’avenir, ainsi que les dettes actuelles et futures relatives à ce bien, à
son amélioration et à son entretien. Les époux CUVELLIER-MOTTART
ont également modifié des dispositions mortis causa.
Le 6 mai 2015
Pour extrait analytique conforme : (signé) Thierry CRUNELLE
notaire à Nivelles.
(13276)
prononcé la dissolution de la société : CARBET SPRL, dont le siège
social est sis à 7034 OBOURG, rue de la Brisée 268, B.C.E.
n° 0418.848.770 et a prononcé la clôture immédiate de la liquidation.
(13273)
prononcé la dissolution de la société : LA TOUR DU DIX-HUITIEME
SPRL, dont le siège social est sis à 7340 PATURAGES, rue Belle Maison
1, B.C.E. n° 0476.396.692 et a prononcé la clôture immédiate de la
liquidation.
(13274)
Régime matrimonial
Extrait de l’acte modificatif du régime matrimonial existant entre
Monsieur GROETEMBRIL, Raymond, et son épouse Mme AMAND,
Liliane, ci-après qualifiés.
Dressé en exécution de l’article 1395 paragraphe 2 du Code Civil
pour être notifié tant à l’Officier de l’Etat Civil qui a célébré le mariage,
qu’au notaire détenteur de la minute du contrat de mariage originaire.
De ce contrat modificatif reçu par Nous, Maître Pol DECRUYENAERE, notaire de résidence à Binche, le 26 mars 2015, et portant la
mention suivante :
IL RESULTE QUE :
Monsieur GROETEMBRIL Raymond Armand Albert, né à HaineSaint-Paul, le 19 septembre 1948, NN : 48.09.19 073-40, et son épouse,
Madame AMAND Liliane Gillette, née à Binche, le 24 février 1952, NN :
52.02.24 054-41, domiciliés ensemble à Binche (ex-Leval-Trahegnies),
Rue Albert 1 er, 172, ont modifié leur régime matrimonial de régime
légal, Monsieur GROETEMBRIL Raymond, déclarant apporter et faire
entrer dans le patrimoine commun, les fonds placés sur les comptes
suivants qu’il possède auprès de la banque Fortuneo :
Huwelijksvermogensstelsel
- un compte courant : BE54 9090 0284 9897.
- un compte épargne : BE60 9093 0124 8270.
- un compte titre : 909-0907886-83.
Aux termes d’un acte portant modification du régime matrimonial
existant entre Monsieur BILLIARD, Christophe François, né à Charleroi
le 17 août 1971 et Madame HERMAND, Catherine Francine Freddy
Ghislaine, née à Ottignies le 26 mai 1976, domiciliés ensemble à 1340
Ottignies-Louvain-la-Neuve, rue du Monument, 2, reçu le 14 avril 2015
par Maître David REMY, notaire à Fernelmont, les dits époux ont
déclaré maintenir le régime légal régissant actuellement leur union,
sous réserve de l’apport d’un immeuble à la communauté et/ou au
patrimoine commun étant : une maison d’habitation sise à 1340
Ottignies-Louvain-la-Neuve, rue du Monument numéro 2,cadastrée
section D numéro 74D 4 pour 4 a 82 ca
Fernelmont, le 5 mai 2015
Pour les requérants, Maître David REMY, notaire à Fernelmont.
(13275)
Un contrat de mariage modificatif du régime matrimonial entre
Monsieur CUVELLIER, Claude Jean Marie Alexandre Henri Ghislain,
né à Lillois-Witterzée le vingt-deux juin mille neuf cent quarante-trois
et son épouse Madame MOTTART, Marie Madeleine Gertrude Elisabeth Gaston Ghislaine, née à Nivelles le vingt-trois janvier mille neuf
cent quarante-cinq, domiciliés et demeurant ensemble à 1400 Nivelles,
avenue de Burlet, 67, a été dressé par acte du notaire Thierry
CRUNELLE, à Nivelles, le 4 mai 2015.
Pour extrait analytique conforme : (signé) Pol Decruyenaere, notaire.
(13277)
Aux termes d’un acte modificatif au régime matrimonial reçu le
sept avril deux mille quinze par Maître Denis Grégoire, notaire associé
de la société de notaires « Denis Grégoire et Renaud Grégoire, notaires
associés », société civile à forme de SPRL, dont le siège est établi à
Moha, rue de Bas-Oha, n°252/A, les époux BARON Jean-Marie Louis
Lambert, né à Bergilers le vingt et un août mil neuf cent cinquante, de
nationalité belge, et MARCHESE Bernadette Philippine Oliva Juliette
Ghislaine, née à Namur le onze octobre mil neuf cent cinquante et un,
de nationalité belge, tous deux domiciliés à (4500) Huy, rue du Puits,
18, mariés à à Huy le trente décembre mil neuf cent nonante-huit sous
le régime de la communauté légale en l’absence de contrat de mariage,
ont apporté conventionnellement une modification à leur régime
matrimonial par l’apport d’un immeuble à ladite communauté maintenue et par une clause de liquidation du patrimoine commun.
Pour extrait conforme : pour les époux BARON-MARCHESE, (signé)
Denis Grégoire, notaire associé.
(13278)
29788
Aux termes d’un acte reçu par Maître Hélène DIRICQ, notaire à
Profondeville, le 6 mai 2015, Monsieur TONNEAU, Gérard Hector, né
à Tournai, le 10 mars 1941 et son épouse Madame MOONS, Patricia
Marie Madeleine Ghislaine Edouard, née à Wépion, le 19 février 1957,
domiciliés ensemble à Namur, Wépion, rue Marcel Lecomte 113, ont
ajouté à leur régime de séparation une société d’acquêts limitée. Aux
termes du même acte, Monsieur TONNEAU a apporté un bien sis à
Namur, Wépion, Rue Marcel Lecomte, 113. Les époux TONNEAUMOONS y ont apporté divers comptes bancaires.
Pour extrait conforme : Hélène DIRICQ, notaire.
(13279)
D’un acte modificatif du régime matrimonial reçu en date du
15 avril 2015 par Maître Catherine JADIN, notaire associé de la société
civile professionnelle ayant revêtu la forme de société privée à responsabilité limitée, dénommée « Olivier de LAMINNE de BEX et Catherine
JADIN - notaires associés », ayant son siège à Waremme, il résulte que :
Monsieur TILMAN, Stéphane Camille Edgard Ghislain, né à Rocoue,
le quatorze janvier mil neuf cent septante-deux et son épouse Madame
TRABELSI, Neïla, née à Liège, le dix-huit décembre mil neuf cent
septante-quatre, domiciliés ensemble à 4254 Geer, rue Champinotte, 36,
se sont mariés le sept février deux mil quinze devant Monsieur
l’Officier de l’Etat Civil de la commune de Geer, sous le régime légal à
défaut de contrat de mariage.
Les époux TILMAN-TRABELSI ont apporté une modification
conventionnelle à leur régime matrimonial.
Cette modification porte sur l’apport au patrimoine commun d’un
immeuble appartenant en propre à Monsieur TILMAN Stéphane.
Waremme, le 5 mai 2015.
Pour extrait conforme : (signé) Olivier de Laminne de Bex, notaire
associé.
(13280)
D’un acte modificatif du régime matrimonial reçu en date du
20 avril 2015, par Maître Olivier de LAMINNE de BEX, notaire associé
de la société civile professionnelle ayant revêtu la forme de société
privée à responsabilité limitée, dénommée : « Olivier de LAMINNE de
BEX, et Catherine JADIN - notaires associés », ayant son siège à
Waremme, il résulte que :
Monsieur SERRA, Patrizio, né à Augusta (Italie) le vingtneuf mars mil neuf cent soixante-trois, de nationalité italienne, et
son épouse, Madame GUITOUN, Christine Adrienne Henriette, de
nationalité belge, née à Waremme le vingt-huit mai mil neuf cent
septante-deux, domiciliés ensemble à 4300 Waremme, clos des
Peupliers 19, se sont mariés devant l’officier d’état-civil de la commune
de Geer le premier septembre deux mille douze, sous le régime de
communauté légale à défaut de contrat de mariage.
Les époux SERRA-GUITOUN, ont modifié leur régime matrimonial.
Cette modification entraine un changement de régime matrimonial,
à savoir : l’adoption du régime de la séparation des biens pure et
simple.
Waremme le 5 mai 2015.
Pour extrait conforme : (signé) Olivier de LAMINNE de BEX, notaire
associé.
(13282)
Par acte du notaire Pierre JOISTEN, de Lierneux, en date du
5 mai 2015, Monsieur FARCY, Grégory Georges Jean Claude Ghislain,
numéro national 76.05.24-407.19, et son épouse, Madame BIETHERES,
Géraldine Henriette Stéphanie Ghislaine, numéro national 79.06.14080.37, domiciliés à 4990 Lierneux (Jevigné), route de Baneux 81, ont
modifié leur régime matrimonial par l’apport par Monsieur Grégory
FRACY, d’un ensemble d’immeubles sis à Lierneux (Jevigné), route de
Baneux 81, en une société créée accessoirement à leur régime de
séparation de biens.
D’un acte reçu par le notaire Philippe BOSSELER, de résidence à
Arlon le 10 avril 2015, enregistré au bureau de l’enregistrement des
actes authentiques d’Arlon le 27 avril 2015, référence 5, volume 0,
folio 0, case 2616, il a été extrait ce qui suit :
Monsieur REGNIER, Pascal Jacques, et son épouse, Madame RODRIGUEZ, Rosario, née à Chauny (France), tous deux domiciliés à
6720 Hachy (Habay), rue des Aubépines 18, mariés sous le régime de la
communauté universelle aux termes de leur contrat de mariage reçu
par Maître Jean-Pierre FOSSEPREZ, notaire à Libramont
le 17 novembre 1990, ont fait dresser un acte notarié portant modification conventionnelle de leur régime matrimonial.
La modification consiste à adopter le régime légal de communauté
tel qu’organisé par les articles 1398 et suivants du Code civil et à
supprimer la clause d’attribution de la communauté au conjoint
survivant.
Arlon, le 4 mai 2015.
Pour extrait conforme : (signé) Philippe BOSSELER, notaire.
(13284)
Suivant acte du notaire Olivier de CLIPPELE, à Bruxelles, en date du
20 avril 2015, Monsieur MULLE de TERSCHUEREN, Michel Jacques
Jean André Marie Ghislain, né à Ixelles, et son épouse,
Madame MASSANGE de COLLOMBS, Cécile Marie Thérèse Andrée
Colette Ghislaine, née à Bruxelles le 30 juin 1947, ont apporté au
patrimoine commun interne adjoint tous leurs droits respectifs en
pleine propriété sur la totalité du bien sis à Woluwe-Saint-Pierre,
une villa avec jardin sise avenue du Tennis 7.
Pour extrait conforme : pour les époux, (signé) Olivier de CLIPPELE,
notaire.
(13285)
Aux termes d’un acte reçu par Maître Jean-Louis MERTENS, notaire
à Leuze-en-Hainaut le 6 mai 2015, les époux TERRYN, Etienne Remi
Constant, né à Ere le vingt-deux novembre mille neuf cent quarantesix, inscrit au registre national sous le numéro 46.11.22-107.82, et
DEMETS, Rita Henrika, née à Moulbaix le trois novembre mille neuf
cent
quarante-neuf,
inscrite
au
registre
national
sous
le numéro 49.11.03-026.20, domiciliés ensemble à Ath, ex-Moulbaix, rue
du But 7, ont déclaré maintenir le régime matrimonial de la communauté existant entre eux sans modifier la clause de partage du patrimoine commun. L’acte contient en outre l’apport au patrimoine
commun par Monsieur Etienne TERRYN, du bien suivant qui lui est
propre pour la totalité en pleine propriété : les constructions d’un bâtiment rural sises à Ath, ex-Moulbaix, chaussée Brunehault +189, cad.
section B, n° 0097F, et par Madame Rita DEMETS, des biens suivants
qui lui sont propres pour la totalité en pleine propriété : une pâture sise
à Bernissart, ex-Ville-Pommerœul, cad. section B, n° 0357A, un terrain
sis à Ath, ex-Moulbaix, chaussée Brunehault +189, sur lequel est
construit le bâtiment rural ci-avant, cad. section B, n° 0097F, et
une maison sise à Ath, ex-Moulbaix, chaussée Brunehault 190, cad.
section B, numéro 0097E.
Pour extrait analytique conforme : (signé) Jean-Louis MERTENS,
notaire.
(13286)
Aux termes d’un acte reçu par le notaire associé Emmanuel LAMBIN,
à Fontaine-l’Evêque le 27 avril 2015, M. FORGET, Christian Albert
Joseph, né à Sedan (France) le 12 novembre 1948, et son épouse,
Mme ROSE, Marie-Ange Rachel, née à Daigny (France) le 7 mai 1947,
domiciliés à 6111 Landelies, rue de Mons 62, mariés à Givonne (France)
le 10 novembre 1967, sous le régime légal français de la communauté à
défaut de contrat de mariage, ont modifié leur régime matrimonial,
notamment en optant pour l’application à leur régime matrimonial de
la loi belge de manière rétroactive et pour l’avenir.
(Signé) E. LAMBIN, notaire.
(Signé) Pierre JOISTEN, notaire.
(13283)
(13287)
Het huwelijksvermogensstelsel bestaan hebbende tussen de heer
MEERSCHAERT, André Leone Prudence, geboren te Sint-Niklaas op
06/05/1949, en zijn echtgenote, mevrouw VAN DEN BRANDEN, Francine Margareta, geboren te Sint-Pauwels op 06/09/1953, samenwonende te 9190 STEKENE, Drieschouwen 129, werd gewijzigd bij akte
verleden voor geassocieerd notaris Maarten DE CLERCQ, te Stekene
(Kemzeke) op 14/04/2015, geregistreerd te Sint-Niklaas op
twintig april tweeduizend vijftien, vijf bladen, geen verzendingen, boek
0, blad 0, vak 6896.
De echtgenoten hebben aan hun huwelijksvermogensstelsel een
minnelijke wijziging aangebracht.
Voor de echtgenoten Meerschaert-Van den Branden : (get.) Maarten
De Clercq, geassocieerd notaris, te Stekene (Kemzeke).
(13288)
29789
Bij akte verleden voor notaris Ghislain Eerdekens, te Neerpelt, op
7 april 2015, hebben de heer PLESSERS, Luc Ghislain, geboren te Bree
op 22 juli 1964, en zijn echtgenote, mevrouw HOUSEN, Maria Ida,
geboren te Bree op 8 mei 1965, samenwonende te 3670 MeeuwenGruitrode, Gruitroderbaan 54, gehuwd onder het beheer van het
wettelijk stelsel bij ontstentenis van een huwelijkscontract, een wijziging aan hun huwelijksvermogensstelsel aangebracht.
Deze wijzigende akte voorziet in de inbreng door mevrouw
HOUSEN, Maria Ida, voornoemd, van twee persoonlijke onroerende
goederen in de huwelijksgemeenschap bestaande tussen haar en de
heer PLESSERS, Luc Ghislain voornoemd.
Neerpelt, 6 mei 2015.
(Get.) Ghislain EERDEKENS, notaris, te Neerpelt.
(13292)
Het huwelijksvermogensstelsel bestaan hebbende tussen de heer DE
VLIEGHER, Lucien Theophiel Jan, geboren te Stekene op
21/10/1949, en zijn echtgenote, mevrouw DE BOCK, Marie Paule
Agnès, geboren te Oudenaarde op 21/12/1953, samenwonende te
9190 STEKENE, Heirweg 105, werd gewijzigd bij akte verleden voor
geassocieerd notaris Maarten DE CLERCQ, te Stekene (Kemzeke), op
16/04/2015, geregistreerd te Sint-Niklaas op twintig april tweeduizend
vijftien, zes bladen, geen verzendingen, boek 0, blad 0, vak 6939.
Voor de echtgenoten De Vliegher-De Bock : (get.) Maarten De Clercq,
geassocieerd notaris, te Stekene (Kemzeke).
(13289)
Uit een akte verleden voor geassocieerd notaris Tom COLSON, te
Maasmechelen, op 10 april 2015, geregistreerd op het eerste registratiekantoor te Tongeren 2, op 21 april 2015, boek 5/000, blad 000, vak 6696,
5 bladen, 0 verzending, ontvangen : VIJFTIG EURO (50 S), de ontvanger : blijkt dat de echtgenoten, de heer HENDRIKX, Robert Mathieu,
geboren te Genk op 6 november 1964, nationaal nummer 64.11.06257.14, en zijn echtgenote, mevrouw RAMAKERS, Nicole Idalie Eliza,
geboren te Neerharen op 27 december 1965, nationaal nummer 65.12.27-195.54, wonende te 3631 Maasmechelen, Sint-Luciestraat 25. hun huwelijksvermogensstelsel hebben gewijzigd doch het
stelsel van wettelijk stelsel hebben behouden, met inbreng van een
onroerend goed door de heer HENDRIKX, Robert door middel van
toevoeging keuzebeding.
Maasmechelen, 5 mei 2015.
Het huwelijksvermogensstelsel bestaan hebbende tussen de heer
JANSSENS, Firmin Frans, geboren te Sint-Gillis-Waas op 19/02/1947,
en zijn echtgenote, mevrouw VEREECKEN, Francine Margareta Joseph,
geboren te Belsele op 16/07/1949, samenwonende te 9190 STEKENE,
Heirweg 114, werd gewijzigd bij akte verleden voor geassocieerd
notaris Maarten DE CLERCQ, te Stekene (Kemzeke) op 20/04/2015,
geregistreerd te Sint-Niklaas op tweeëntwintig april tweeduizend
vijftien, drie bladen, geen verzendingen, boek 0, blad 0, vak 7279.
Voor de echtgenoten Janssens-Vereecken : (get.) Maarten De Clercq,
geassocieerd notaris, te Stekene (Kemzeke).
(13290)
Uittreksel uit de akte houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel van de heer PAUWELS, Henk Edmond Ludo, geboren te
Oostende op 26/02/1972, rijksregisternummer 72.02.26-273.85, en zijn
echtgenote, mevrouw MALENGIER, Heidi Maria Corry, geboren te
Ieper op 03/10/1972, rijksregisternummer 72.10.03-080.54, samenwonende te 8211 Zedelgem (Aartrijke), Ossebilkstraat 69.
Uit de akte houdende wijziging van het huwelijksvermogenstelsel
verleden voor mij, notaris Virginie Daems te Zedelgem, op 14/04/2015,
geregistreerd Brugge 1 op 21.4.2015 boek 7071, register 5, rol 6, blijkt :
1. dat genoemde echtgenoten hun vroeger wettelijk stelsel der
gemeenschap, bij gebrek aan huwelijkscontract wensen te behouden.
2. dat genoemde heer en mevrouw Pauwels-Malengier een onroerend goed hebben ingebracht in de gemeenschap, waarvan zij voor
huwelijk elk voor de onverdeelde helft eigenaar van waren.
3. en toebedeling van deze gemeenschap aan de langstlevende of
keuzebeding.
4. De heer Pauwels verklaart handelaar te zijn en ingeschreven te zijn
in
het
rechtspersonenregister
onder
ondernemingsnummer 0781.232.753.
Voor analytisch uittreksel : (get.) Virginie Daems, notaris.
(13291)
Voor eensluidend beknopt uittreksel : (get.) Tom Colson, geassocieerde notaris.
(13293)
Ondergetekende Mr. Axelle Thiery, geassocieerd notaris, te
Roeselare, verklaart bij deze dat de echtgenoten, de heer CAPPOEN,
Geert Guido, geboren te Wervik op vijf februari negentienhonderd
drieënzestig, en zijn echtgenote, mevrouw MESTDAGH, Anneke Ruth
Rosa, geboren te Roeselare op vijf mei negentienhonderd éénenzestig,
samenwonende te 8800 Roeselare, Koningsstraat 25, gehuwd te Roeselare op twintig juni negentienhonderd zesentachtig, onder het wettelijk
stelsel der gemeenschap blijkens huwelijkscontract verleden voor
notaris Alfons Loontjens, te Izegem op tien juni negentienhonderd
zesentachtig, hun huwelijksvermogensstelsel hebben aangevuld blijkens akte verleden voor haar ambt op 14/04/2015, zonder dat deze
aanvulling de vereffening van het vorig stelsel tot gevolg heeft, onder
meer door inbreng van roerende goederen door mevrouw Mestdagh,
Anneke, voornoemd.
(Get.) Axelle Thiery, geassocieerd notaris.
(13294)
Voor notaris Peter DE SCHEPPER, te Roosdaal, werd op 5 mei 2015
een akte verleden houdende wijziging van het huwelijkscontract tussen
de heer SONCK, Marcel, geboren te Pamel op 23 augustus 1939,
nationaal
nummer
39.08.23-287.92,
identiteitskaart
nummer 592.0666952-61, en zijn echtgenote, mevrouw RUYSSEVELDT,
Rosa Maria Theresia, geboren te Denderleeuw op 13 februari 1939,
nationaal
nummer
39.02.13-360.83,
identiteitskaart
nummer
592-0669607-97, samenwonende te 9470 Denderleeuw, Kasteelstraat
43/2002. Krachtens voormelde wijzigende akte blijven de echtgenoten
gehuwd onder het wettelijk stelsel en een toebedelingsbeding toegevoegd aan hun stelsel
Roosdaal, 5 mei 2015.
Voor beredeneerd uittreksel : (get.) Peter DE SCHEPPER, notaris.
(13295)
29790
Voor notaris Peter DE SCHEPPER, te Roosdaal, werd op 28 april 2015
een akte verleden houdende wijziging van het huwelijkscontract tussen
de heer VAN DEN STEEN, Joseph Marie, geboren te Borchtlombeek op
17 juni 1954, nationaal nummer 54.06.17-503.66, identiteitskaart
nummer 591-8948497-58, en zijn echtgenote, mevrouw VAN DROOGENBROECK, Erna Eveline, geboren te Ninove op 13 januari 1956,
nationaal
nummer
56.01.13-460.42,
identiteitskaart
nummer 591-1167782-04, samenwonende te 1750 Lennik, Gustaaf Breynaertstraat 85A. Gehuwd onder het stelsel van gemeenschap van
aanwinsten blijkens huwelijkscontract verleden voor notaris Jean DE
SCHEPPER, te Roosdaal op 14 juni 1976. Krachtens voormelde wijzigende akte werd door de heer Joseph VAN dEN STEEN, een onroerend
goed in de gemeenschap gebracht en een keuzebeding toegevoegd aan
hun stelsel en een wederzijdse gifle tussen echtgenoten toegevoegd.
1394 van het Burgerlijk Wetboek, welke wijziging niet de vereffening
van het bestaande stelsel voor gevolg heeft gehad doch een wijziging
in de samenstelling van de vermogens.
Voor eensluidend analytisch uittreksel : (get.) Anne Verhaeghe,
notaris.
(13300)
Roosdaal, 28 april 2015.
Voor beredeneerd uittreksel : (get.) Peter DE SCHEPPER, notaris.
(13296)
Uit voormelde akte wijziging huwelijksvermogensstelsel, de dato
10/03/2015, blijkt dat :
Uittreksel uit akte wijziging huwelijksvermogensstelsel, verleden op
10/03/2015, voor notaris Jean Michel Bosmans, te Heverlee (Leuven),
tussen de heer Vonckx, Julien (NN 35.01.22-337.36), en zijn echtgenote,
mevrouw Spreutels, Emilie (NN 40.08.28-200.50), wonende te
3050 Oud-Heverlee, Maurits Noëstraat 41.
Deze wijziging enkel betrekking heeft op :
de inbreng van een onroerend goed door mevrouw Spreutels;
Op 28 april 2015, werd de akte wijziging huwelijkscontract verleden
voor notaris Cadia Scheltens, te Willebroek, tussen de heer GARMYN,
Tomas Maria Antoon Hilda, geboren te Lier op 12 augustus 1967, en
zijn echtgenote, mevrouw BRUYNDONCX, Edwine Marcella Francisca,
geboren te Turnhout op 11 maart 1967, samenwonende te
2830 Willebroek, Brouwerijstraat 5.
de toebedeling van het gemeenschappelijk vermogen door opname
van een keuzebeding.
(Get.) Jean Michel Bosmans, notaris.
(13301)
Voormelde echtgenoten zijn gehuwd onder het wettelijk stelsel bij
gebrek aan huwelijkscontract, ongewijzigd tot op heden naar zij
verklaren.
Blijkens akte verleden voor notaris Wouter Nouwkens, te Malle, op
20/04/2015, hebben de heer GLAZEMAKERS, Ward Jef Joanna Francine, geboren te Schoten op 08/05/1985, en echtgenote, mevrouw DE
VOS, Nadine Augusta Maria, geboren te Brecht op 24/05/1971,
wonend te Malle, Blijkerijstraat 33, gehuwd onder het wettelijk stelsel
bij gebrek aan huwelijkscontract, een wijziging hebben aangebracht in
de zin van art. 1394 BW, door de inbreng van een onroerend goed in
het gemeenschappelijk vermogen.
Via de akte wijziging huwelijkscontract hebbende de echtgenoten een
onroerend goed ingebracht in het gemeenschappelijk vermogen.
(Get.) Cadia Scheltens, notaris.
(13297)
Er blijkt uit een akte verleden voor meester Ilse De Brauwere, geassocieerd notaris met zetel van de burgerlijke vennootschap onder de
vorm van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
« notariskantoor Bael - De Brauwere », te Gent op negen april tweeduizend vijftien, (geregistreerd op het registratiekantoor GENT I-AA op
tien april tweeduizend vijftien (10-04-2015) Register 5. Boek 000.
Blad 000. Vak 7617, Bladen : 5 Verzending : 0, Ontvangen, registratierechten : vijftig euro (S 50,00) De Ontvanger), dat de heer Van
Duynslaeger, Kristof en mevrouw Caroline Vandenhaute, samenwonende te 9680 Maarkedal, Nederholbeekstraat 24, wijzigingen hebben
aangebracht aan hun huwelijksvermogensstelsel.
Voor gelijkvormig uittreksel : (get.) Ilse De Brauwere, geassocieerd
notaris.
(13298)
Uit een akte verleden voor Mr. Daisy Bracke, geassocieerd notaris, te
Ninove (Meerbeke), op 14 april 2015, blijkt dat de heer VANDEN NEST,
Joseph, geboren te Brussel op dertig juni negentienhonderd zesenveertig, en zijn echtgenote, mevrouw VERSTOCKT, Magda Celina,
geboren te Woubrechtegem op zes juni negentienhonderd negenenveertig, samenwonende te 9550 Hillegem, Meerlaan 23, goederen
hebben onttrokken uit het gemeenschappelijk vermogen.
(Get.) Daisy Bracke, geassocieerd notaris.
(13299)
Uit een akte verleden door notaris Anne Verhaeghe, te Meise, op
16 december 2014, met volgende registratievermelding : « Geregistreerd op het registratiekantoor Vilvoorde-AA op zesentwintig december tweeduizend veertien. Register 5. Boek 507. Blad 020.
Vak 0015. Ontvangen registratierechten : vijftig euro (S 50,00) », blijkt
dat de heer VERBESSELT, Franky Johan Charles, geboren te AKEN
(Duitsland (Bondsrep.)) op 14 augustus 1954, (nationaal nummer
54.08.14-391.88), en zijn echtgenote, mevrouw MERCELIS, Maria
Johanna Marcel, geboren te Gent op 16 juli 1955, (nationaal nummer
55.07.16-326.10), samenwonende te 1850 Grimbergen, Achtbundersstraat 31, gehuwd te Grimbergen op 30 december 1977 onder het
wettelijk stelsel blijkens huwelijkscontract verleden voor notaris
GROOTJANS, Paul te Grimbergen op 12 december 1977, hun
huwelijksvermogensstelsel hebben gewijzigd overeenkomstig artikel
Geregistreerd 7 bladen, 0 verzendingen op het Registratiekantoor
Antwerpen 2 op 30/04/2015. Register 5. Boek 0. Blad 0. Vak 11255.
Ontvangen : S 50,00 De ontvanger.
Malle, 6 mei 2015.
Voor beknopt uittreksel : (get.) Wouter Nouwkens, notaris.
(13302)
Bij akte verleden voor notaris Yves Vanden Eycken, met standplaats
te Idegem (Geraardsbergen), op 30 april 2015, hebben de echtgenoten,
de heer TRIBOUT, Arthur Gaston Willem, geboren te Diest op
23 mei 1937, en mevrouw GOEYVAERTS, Raymonde Alphonsine
Victoire Marie, geboren te Brussel II op 4 februari 1944, samenwonende
te 9506 Geraardsbergen (Zandbergen), Boekevijverstraat 2, een wijziging aan hun huwelijksvermogensstelsel aangebracht. Deze wijziging
voorziet de inbreng door de heer TRIBOUT, Arthur Gaston Willem, in
het gemeenschappelijk vermogen van eigen onroerende goederen, de
herroeping van wederzijds gedane giftes en de vervanging door een
verblijvingsbeding met keuzemogelijkheid.
Idegem, 6 mei 2015.
Voor ontledend uittreksel opgemaakt door ondergetekende notaris
Yves Vanden Eycken.
Voor de echtgenoten : (get.) Yves Vanden Eycken, notaris.
(13303)
Bij akte verleden voor notaris Sabine VAN BUGGENHOUT, te Meise,
(Wolvertem), op 4 mei 2015, hebben de heer DE BREUCKER, Dirk Frans
Marco, geboren te Vilvoorde op 3 juli 1969, nationaal nummer 69.07.03353.85, en zijn echtgenote, mevrouw KANUMA CIBALONZA, Micheline, geboren te Bukavu (Congo) op 5 juni 1971, nationaal nummer
71.06.05-542.65, samenwonende te 1850 Grimbergen, Bieststraat 34,
gehuwd onder het stelsel van de scheiding van goederen ingevolge
huwelijkscontract verleden voor ondergetekende notaris Sabine Van
Buggenhout, te Meise (Wolvertem), op 10 september 2009, hun huwelijkscontract gewijzigd, houdende inbreng van onroerende goederen
door voornoemde Dirk DE BREUCKER in het toegevoegd intern
gemeenschappelijk vermogen.
(Get.) Sabine VANBUGGENHOUT, notaris.
(13304)
Bij akte houdende wijziging van huwelijksstelsel, verleden voor
notaris Jean VAN CAUWENBERGH, te Lier, op 06 MEI 2015, tussen de
heer van den BOS, Marcel, geboren te Haarlem (Nederland) op
18 september 1965, en zijn echtgenote, mevrouw JANSSENS, Peggy
Alfons Anna, geboren te Turnhout op 23 mei 1967, samenwonende te
2500 Lier, Plaslaar 39B, werden :
de bepalingen van hun oorspronkelijk huwelijkscontract van scheiding van goederen verleden voor notaris Jean Van Cauwenbergh, te
Lier, op 23 mei 1991 volledig opgeheven en vervangen door een
scheiding van goederen met een beperkte gemeenschap;
een beperkte gemeenschap van onroerend goed en bepaalde
roerende goederen aan het stelsel van de scheiding van goederen
toegevoegd, met inbreng van de gezinswoning te Lier, Plaslaar 39,
bus 2 en roerende goederen in de toegevoegde beperkte gemeenschap;
een toebedelingsbeding toegevoegd inzake de verdeling van de
beperkte gemeenschap.
Lier, 6 mei 2015.
Voor eensluidend uittreksel : (get.) Jean Van Cauwenbergh, notaris,
te Lier.
(13305)
Er blijkt uit een akte verleden voor ondergetekende notaris Dirk
DECLERCQ, te Zwevegem, op tweeëntwintig april tweeduizend en
vijftien, geregistreerd op het registratiekantoor te Kortrijk 1-AA, op
negenentwintig april tweeduizend en vijftien, vijf bladen, geen verzending, register 5, boek 000, blad 000, vak 0147, Ontvangen : vijftig euro
(50,00 S), De Ontvanger, dat de heer VANHOUTTE, Georges Benoni,
identiteitskaartnummer 591-948253514, rijksregisternummer 63.08.15351.93, geboren te Kortrijk op vijftien augustus negentienhonderd
drieënzestig, en zijn echtgenote, mevrouw STAL, Brigitte Robertine
Yvonne, identiteitskaartnummer 591-0826313-72, rijksregisternummer
63.06.03-024.87, geboren te Kortrijk op drie juni negentienhonderd
drieënzestig, samenwonende te Kortrijk (Rollegem), Moeskroensestraat 17.
Gehuwd voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand te Moeskroen
op twintig januari negentienhonderd vierentachtig, onder het wettelijk
stelsel, bij gebrek aan huwelijkscontract, sindsdien niet gewijzigd
verklaard, hun huwelijksvermogensstelsel hebben gewijzigd (kleine
wijziging), zonder wijziging te brengen aan het eigenlijk stelsel zelf.
Voor eensluidend ontledend uittreksel : (get.) Dirk DECLERCQ,
notaris.
(13306)
Bij akte verleden voor Mr. Stijn RAES, notaris, te Gent op
23 april 2015 « Geregistreerd op het registratiekantoor GENT I-AA op
29 april 2015, register 5, boek 000, blad 000, vak 8997, 9 rollen, 0 verz.
Ontvangen vijftig euro, getekend de Ontvanger », hebben de heer
Etienne LEMAIRE en mevrouw Anne CLERICK, samenwonende te
9968 Assenede (Bassevelde), Korenmolenstraat 20, beslist hun huwelijkscontract van scheiding van goederen met gemeenschap van
aanwinsten te wijzigen, door onttrekking van financiële waarden en
aandelen uit de huwgemeenschap.
Gent, 6 mei 2015.
29791
Bij akte verleden voor meester Chris Celis, notaris te Brasschaat, op
vijftien december 2014, hebben de heer DE VET, Richard Armand
Maria, geboren te Turnhout op 14 februari 1946, en zijn echtgenote,
mevrouw CONINCKX, Elvira Martha, geboren te Turnhout op
28 februari 1946, beiden wonende te 2930 Brasschaat, De Vis 75, hun
wettelijk huwelijksvermogensstelsel gewijzigd door toevoeging van
een keuzebeding aan de langstlevende echtgenoot, met behoud van
stelsel.
Voor de echtgenoten : (get.) C. CELIS, notaris.
(13309)
Bij akte verleden voor meester Chris Celis, notaris te Brasschaat, op
18 december 2014, hebben de heer ELSKENS, Philippe Antoon Catharina Jules, geboren te Antwerpen op 20 maart 1958, en zijn echtgenote,
mevrouw COREMANS, Nadine Maria Constant, geboren te Brasschaat
op 7 april 1961, beiden wonende te 2930 Brasschaat, Peter Benoitlei 85,
hun wettelijk huwelijksvermogensstelsel bij ontstentenis van huwelijkscontract, gewijzigd door toevoeging van een keuzebeding aan de
langstlevende echtgenoot, met behoud van stelsel.
Voor de echtgenoten : (get.) C. CELIS, notaris.
(13310)
Uit de akte verleden voor meester Bart Drieskens, geassocieerd
notaris te Houthalen op 31 maart 2015, blijkt dat de heer SNEYERS,
Danny Ludo Victor, geboren te Hasselt op tweeëntwintig juli negentienhonderd zestig, en zijn echtgenote, mevrouw HUIBERS, Lucie,
geboren te Genk op negentien april negentienhonderd zestig, wonende
te 3530 Houthalen-Helchteren, Tramstraat 80, hun huwelijksvermogensstelsel hebben gewijzigd.
Voor de verzoekers : (get.) B. DRIESKENS, notaris.
(13311)
Uit een akte verleden voor geassocieerd notaris Tom COLSON, te
Maasmechelen, op 10 april 2015, geregistreerd op het eerste registratiekantoor te Tongeren II op 17 april 2015, boek 5/000, blad 000, vak 6569,
5 bladen, 0 verzending, ontvangen : VIJFTIG EURO (S 50,00), de
ontvanger : blijkt dat de echtgenoten, de heer LICATA, Angelo, geboren
te Racalmuto (Italië) op 15 mei 1975 (NN 75.05.15-489.89) en zijn
echtgenote mevrouw FUCA, Anna, geboren te Racalmuto (Italië) op
14 september 1975 (NN 75.09.14-328.17), hun huwelijksvermogensstelsel hebben gewijzigd van het stelsel van vreemd recht naar het
Belgische wettelijk stelsel.
Gedaan te Maasmechelen op 5 mei 2015.
Voor eensluidend beknopt uittreksel : Tom COLSON, geassocieerd
notaris.
(13312)
Bij de beschikking van de 17e familiekamer bij de rechtbank van
eerste aanleg te Gent, verleend op 23.04.2015, werd de heer Marnix
MOERMAN, advocaat, met kantoor te 9930 Zomergem, Dekenijstraat 30, aangesteld als curator over de onbeheerde nalatenschap van
wijlen de heer Peter DE RIDDER, geboren te Gent op 19.08.1963, laatst
wonende te 9000 Gent, Jozef Guislainstraat 43 en overleden te Gent op
04.12.2013.
Voor gelijkluidend uittreksel : namens de echtgenoten, (get.) Stijn
Raes, notaris.
(13307)
Alle schuldeisers dienen zich binnen de drie maanden vanaf heden
kenbaar te maken aan de curator.
(Get.) Marnix MOERMAN, curator.
(13313)
Bij akte verleden voor Mr. Chris Celis, notaris, te Brasschaat, op
11 december 2014, hebben de heer CORNELISSEN, Roger Pierre,
geboren te Antwerpen op 27 augustus 1926, en zijn echtgenote,
mevrouw MOORTGAT, Francisca Emilia, geboren te Borgerhout op
10 mei 1927, beiden wonende te 2170 Antwerpen (Merksem), Nieuwdreef 97, bus 3, hun wettelijk huwelijksvermogensstelsel bij ontstentenis van huwelijkscontract, gewijzigd door toevoeging van een keuzebeding aan de langstlevende echtgenoot, met behoud van stelsel.
Ondergetekende, Ingmar De Kegel, geassocieerd notaris te Halle
VERKLAART :
Voor de echtgenoten : (get.) C. Celis, notaris.
(13308)
- dat bij akte verleden voor ondergetekende te Halle op
12 maart 2015 :
De heer Plas, Herman François Julien, geboren te Ukkel op
8 november 1967 en zijn echtgenote, mevrouw Rener, Hilde Aldegonis
Joannes, geboren te Ukkel op 4 december 1968, beiden wonende te
1630 Linkebeek, Haldorp 17, gehuwd te Beersel op 26 september 1992,
een wijziging aanbrachten aan hun huwelijkscontract.
29792
- Dat deze akte gerepertorieerd werd onder nummer 2150152 en
geregistreerd - Geregistreerd 5 bladen, 0 verzending en op het
registratiekantoor Halle op 3 april 2015. Register OBA 5, boek 0, blad 0,
vak 4094.
Succession vacante
Onbeheerde nalatenschap
- Dat deze wijziging noch de wijziging van het stelsel, noch de vereffening van het vorig stelsel tot gevolg heeft.
Te Halle op 6 mei 2015.
(Get.) Ingmar DE KEGEL, geassocieerd notaris.
(13314)
Bij akte verleden voor notaris Ann De Block, te Sint-Amands op
16 april 2015, hebben de heer BESSEMS, Pierre Joseph Victor Ghislain,
geboren te Buggenhout op 17 december 1952 en zijn echtgenote
mevrouw ACHTERGAEL, Irène Virginie Denise, geboren te Aalst op
13 januari 1958, samenwonende te 9255 Buggenhout, Kruisbaan 7,
een wijziging aangebracht aan hun huwelijksvermogenstelsel.
Wijziging : behoud van het wettelijk stelsel, mits inbreng van
een onroerend goed door mevrouw Achtergael, en toevoeging van
een keuzebeding.
Voor de verzoekers : (get.) ANN DEBLOCK, notaris.
(13315)
Blijkens akte ondertekend op 9 april 2015, voor Xavier
DE MAESSCHALCK, te Oostende hebben de echtgenoten
Van Waeleghem, Marnix - Snauwaert, An, wonende te 8020 Oostkamp,
Nieuwstraat 8, een inbreng gedaan van een onroerend goed in de
huwgemeenschap.
Namens de echtgenoten Van Waeleghem, Marnix - Snauwaert, An :
(get.) Pierre DE MAESSCHALCK, geassocieerd notaris.
(13316)
Tribunal de première instance du Luxembourg, division d’Arlon
Une ordonnance rendue, sur requête, le 5 mai 2015 par le président
de division du tribunal de première instance du Luxembourg, division
d’Arlon, section famille, a désigné en qualité de curateur à la succession
vacante de feu SCHANUS, Richard Marcel, né à Thiaumont le
quatre janvier mil neuf cent quarante-six, de son vivant domicilié à
6700 Arlon, rue de Sesselich 4, décédé à Arlon le dix-huit juillet deux
mille douze, Me Dorothée KAUTEN, avocat, à 6700 Arlon, rue de
Diekirch 62.
Arlon, le 6 mai 2015.
Le greffier, (signé) P. HAVERLANT.
(13318)
Tribunal de première instance de Namur, division Namur
Par jugement rendu le 4 mai 2015 (RG 14/656/B), la troisième
chambre du tribunal de la Famille (tribunal de première instance de
Namur, division de Namur), a désigné Me. Emmanuel BOULET,
avocat, à 5100 JAMBES (Namur) rue du Paradis 51, en qualité d’administrateur provisoire de la succession de Mme Lisette LECOUTURIER,
née le 22 juin 1931, domiciliée en dernier lieu à 5030 GEMBLOUX,
chaussée de Charleroi 73/b/4, décédée le 17 juillet 2012.
(Signé) Emmanuel Boulet, avocat.
(13319)
Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Dendermonde
Ingevolge akte verleden voor notaris Nathalie Stadsbader, te Galmaarden op 4 mei 2015, hebben de echtgenoten, de heer Limbourg, Willy
Alfons Omer, met nationaal nummer 46.11.18-345.61, geboren te Nederhasselt op 18 november 1946, en zijn echtgenote mevrouw De Smet,
Magda, met nationaal nummer 49.06.16-318.79, geboren te Zandbergen
op 16 juni 1949, samenwonende te 9400 Ninove, Geraardsbergsesteenweg 142, ingevolge de mogelijkheid hen gegeven door
artikel dertienhonderdtweeënnegentig en volgende van het burgerlijk
wetboek, een minnelijke wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel
laten opmaken maar met behoud van het wettelijk stelsel en dit door :
A) de inbreng door de heer Willy Limbourg van de VOLLE
EIGENDOM, van de grond van volgend tegenwoordig onroerend goed
in de wettelijke gemeenschap van goederen, zijnde :
Het blijkt uit een vonnis uitgesproken op 23 april 2015, door de D37
kamer der rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling
Dendermonde, afdeling familie en jeugdrechtbank, zitting houdende in
burgerlijke zaken, dat Mr. Pieter Pauwels, advocaat, te 9100 SintNiklaas, Apostelstraat 29, werd aangesteld als curator over de onbeheerde nalatenschap van wijlen de heer Jean Pierre Louis VAN den
EEDE, geboren te Dendermonde op 27 december 1951, in leven laatst
wonende te 9220 Hamme, Prieel 16 en overleden te Hamme op
10 december 2014.
Alle schuldeisers dienen zich binnen de drie maanden vanaf heden
kenbaar te maken aan de curator.
Dendermonde, 5 mei 2015.
De afgevaardigd griffier, (get.) M. Beeckman.
(13320)
Stad NINOVE (Nederhasselt) - twaalfde afdeling :
Een woonhuis met aanhorigheden aldaar gelegen, Geraardsbergsestraat 142, waarvan de grond gekadastreerd geweest volgens titel
sectie B, nummer 329/G en deel van nummers 329/F en 332/G met
een oppervlakte volgens in titel vermelde meting van vier are tweeënnegentig centiare zesenvijftig decimilliare, het goed thans
gekadastreerd sectie B, nummer 329/K, met een oppervlakte van
vier are drieënnegentig centiare (4 a 93 ca), alsook van de hypothecaire
schulden door de beide echtgenoten aangegaan op voormeld goed.
B) toevoeging toebedeling van de gemeenschap met keuzerecht.
Namens de verzoekers : (get.) Nathalie STADSBADER, notaris te
Galmaarden.
(13317)
Bij de beschikking van de zeventiende familiekamer bij de rechtbank
van eerste aanleg te Gent, verleend op 23.04.2015, werd de heer Marnix
MOERMAN, advocaat, met kantoor te 9930 Zomergem, Dekenijstraat 30, aangesteld als curator over de onbeheerde nalatenschap van
wijlen de heer Bartel BRUWAERT, geboren te Gent op 25.10.1974, laatst
wonende te 9000 Gent, Onderbergen 86 en overleden te Gent op
17.09.2014. Alle schuldeisers dienen zich binnen de drie maanden vanaf
heden kenbaar te maken aan de curator.
(Get.) Marnix MOERMAN, curator.
(13321)
29793
ANNEXES AU MONITEUR BELGE
BIJLAGEN TOT HET BELGISCH STAATSBLAD
Protection de la concurrence économique
Bescherming van de economische mededinging
Cour d’appel de Bruxelles
La société anonyme de droit public BPOST, anciennement La Poste, dont le siège social est établi à 1000 Bruxelles, Centre Monnaie, identifiée
auprès de la Banque-Carrefour des Entreprises sous le numéro 0214.596.464, partie appelante, représentée par Me GILLIAMS, Hans et Me Jan
BOCKEN, avocats, à 1050 Bruxelles, avenue Louise 99.
contre
1. SPRING, M. VAN RILLAER, Rudy, domicilié à 2800 MECHELEN, Generaal de Wittelaan 11c,
première partie intimée,
qui ne comparaît pas
2. La société anonyme LINK2Biz INTERNATIONAL , dont le siège social est établi avenue Robert Schuman 1, à 1400 Nivelles, inscrite à la
Banque-Carrefour des Entreprises sous le numéro 0437.292.826 et représentée par son curateur, Me Marc-Alain SPEIDEL, dont le cabinet est établi
chaussée de Louvain 523, à 1380 Lasne,
deuxième partie intimée,
représentée par Me Sébastien ENGELEN, avocat, dont le cabinet est établi à 1170 Bruxelles, chaussée de la Hulpe 178.
3. La SA PUBLIMAIL, dont le siège social est établi à 1120 BRUXELLES, rue de Meudon 60,
troisième partie intimée,
représentée par Me VENET, Benjamin, avocat, dont le cabinet est établi à 3090 Overijse, Prins Karellaan 45.
EN PRESENCE DE :
L’AUTORITE BELGE DE LA CONCURRENCE, ayant son siège à 1000 Bruxelles, North Gate III, boulevard du Roi Albert II 16, identifiée
auprès de la Banque-Carrefour des Entreprises sous le numéro 0535.765.741, représentée par son Président, partie qui reprend l’instance du Conseil
de la Concurrence, qui avait son siège à 1000 Bruxelles, North Gate, boulevard du Roi Albert II 16,
Partie intervenante,
représentée par Me VERNET, Philippe et Me DE LOPHEM, Evrard, avocats, à 1050 BRUXELLES, place Flagey 7.
Vu les pièces de procédure et notamment :
La décision du Conseil de la concurrence du 10 décembre 2012 ;
la requête déposée au greffe de la cour par bpost le 9 janvier 2013;
l’arrêt interlocutoire du 24 mai 2013 ;
la requête déposée sur pied de l’article 748 §2 du Code judiciaire par bpost au greffe de la cour le 6 novembre 2013 ;
les observations déposées par Publimail le 8 novembre 2013 ;
les observations de Link2Biz et de l’Autorité déposées le 21 novembre 2013 ;
les « conclusions– accès au dossier » déposées par Publimail au greffe de la cour le 13 janvier 2014;
les conclusions de synthèse concernant l’accès au dossier déposées par Link2Biz au greffe de la cour le 28 mars 2014;
les conclusions déposées par l’Autorité belge de la concurrence au greffe de la cour le 28 mars 2014 ;
les « conclusions de synthèse – accès au dossier » déposées par bpost au greffe de la cour le 18 avril 2014;
I. Faits utiles à la compréhension du litige et antécédents de procédure
Il a été rappelé par l’arrêt interlocutoire du 24 mai 2013 que le 10 décembre 2012 (décision corrigée par une décision du 12 février 2013), le
Conseil de la concurrence a pris une décision n° 2012-P/K-32 qui constate l’existence de plusieurs pratiques restrictives de la concurrence dans
le chef de bpost et lui inflige une amende de 37.399.786 S. Cette décision a été prononcée à la suite de plaintes formées par les sociétés Publimail,
Link2Biz et G3 WorldWide Belgium Spring respectivement les 2 novembre 2005, 8 octobre 2009 et 14 juillet 2010.
Le 9 janvier 2013, bpost a introduit un recours contre cette décision du Conseil de la concurrence sur la base des articles 75 et 76 de la loi sur
la protection de la concurrence économique.
Le 6 février 2013, le conseil du curateur de la faillite de Link2Biz a informé la cour qu’il comparaitrait le lendemain pour intervenir à la cause.
Le Conseil de la concurrence, représenté, d’une part, par son Président et, d’autre part, par l’Auditeur général, a déclaré intervenir volontairement à la cause par un courrier déposé le 6 février 2013, dans lequel il émettait des observations sur la mise en état « afin de sauvegarder la
possibilité pour l’Autorité de la concurrence de défendre sa décision ». La recevabilité de ces interventions et de celle de la future Autorité de la
concurrence a été immédiatement contestée par bpost.
29794
A l’audience d’introduction du 7 février 2013, lors de laquelle Publimail est également intervenue, les parties ont demandé une fixation à la
cour pour plaider sur l’intervention volontaire du Conseil de la concurrence. L’affaire a été fixée à cette fin à l’audience du 26 avril 2013.
Par un arrêt du 24 mai 2013, après avoir constaté que le Conseil de la concurrence n’agissait pas pour le compte de la future Autorité de la
concurrence, la cour a dit son intervention volontaire recevable. En ce que cette intervention devrait s’interpréter comme émanant de l’Auditorat
du Conseil de la concurrence, la cour l’a dite irrecevable.
L’arrêt, qui a été prononcé par défaut à l’égard de Spring, a fixé les délais de mise en état de l’affaire.
Le 5 août 2013, Publimail a déposé des conclusions dans lesquelles elle exposait avoir demandé ab initio l’accès au dossier administratif et de
procédure du Conseil de la concurrence (elle ne précise pas à quelle date, mais un courrier du 28 mai 2013 figure au dossier de la procédure par
lequel le conseil de Publimail demandait à la cour que lui soit adressé une copie de l’inventaire du dossier administratif et de procédure du
Conseil de la concurrence) et avoir réitéré cette demande par courrier du 10 juin 2013. Elle sollicitait dès lors cette autorisation à titre principal et
demandait, à titre subsidiaire, que les parties soient convoquées pour en débattre.
Par un courrier du 6 août 2013, Link2Biz a écrit à la cour qu’il lui apparaissait nécessaire d’obtenir la copie des pièces sur lesquelles le Conseil
de la concurrence s’est fondé pour adopter sa Décision. A cette fin, elle demandait une copie de l’inventaire du dossier administratif et de
procédure du Conseil de la concurrence.
Le 30 août 2013, bpost s’est opposée à ces demandes.
Le 25 septembre 2013, l’Autorité de la concurrence a déposé un acte aux termes duquel elle demande à titre principal de recevoir sa reprise
d’instance et à titre subsidiaire de recevoir son intervention volontaire.
Le 6 novembre 2013, bpost a déposé une requête sur le fondement de l’article 748 § 2 du Code judiciaire. Elle sollicitait de nouveaux délais
pour conclure au motif que Publimail et l’Autorité de la concurrence auraient fait état dans leurs dernières conclusions de nombreux arguments,
pièces et faits nouveaux et pertinents. Ces dernières parties, de même que Link2Biz, ont fait valoir leurs observations.
A l’audience du 7 novembre 2013, l’affaire a été remise afin de permettre aux parties de prendre position sur la demande des parties
intervenantes d’avoir accès à toutes les pièces du dossier de l’auditorat et du Conseil de la concurrence. Les parties précisent qu’il fut convenu
que Link2Biz formaliserait sa demande d’accès au dossier par des conclusions et que bpost lui communiquerait une version non confidentielle de
l’inventaire des dossiers administratifs et de la procédure.
Les parties se sont ensuite accordées sur un nouveau calendrier de mise en état et la cause a été fixée pour plaidoiries.
II. Demandes devant la cour
Dans le cadre limité des débats relatifs à l’accès aux dossiers de procédure et d’instruction, les demandes formées devant la cour sont actuellement les suivantes :
Publimail sollicite à titre principal que la cour l’autorise à consulter l’ensemble des pièces du dossier administratif de procédure du Conseil
de la concurrence. A titre subsidiaire, elle demande à pouvoir prendre connaissance :
de l’ensemble des pièces des dossiers de la procédure et de l’instruction dont l’inventaire indique qu’elles sont non confidentielles ou qu’elles
lui sont accessibles (A et la mention B la concernant) ;
des pièces 42, 54, 55 et 56 du dossier d’instruction, pour autant que Link2biz ne s’y oppose pas;
d’une version non confidentielle des pièces 72, 76 ,77, 81, 84, 86, 90, 91, 96, 109, 111, 117, 119 et 127bis annexe 1 du dossier d’instruction ;
de l’ensemble des pièces suivantes dont elle conteste la confidentialité : annexes 17, 19 et 23 de la pièce 72 ; annexes A1 à D de la pièce 76 ;
annexes A1 à B4, C1 à C45, D1 à D87 de la pièce 77 du dossier d’instruction.
Elle demande également qu’il soit pris acte qu’elle se réserve de conclure additionnellement après avoir pris connaissance des pièces que la
cour l’autorisera à consulter.
Link2biz demande à titre principal à être autorisée à consulter l’ensemble du dossier de pièces et de procédure.
A titre subsidiaire, elle demande qu’il soit ordonné à bpost de produire les documents suivants :
la (version confidentielle de la) réponse consolidée à la demande de renseignements du 5 mars 2009 et ses annexes (document 77 du dossier
d’instruction) ;
la (version confidentielle de la) réponse consolidée à la demande de renseignements du 22 juillet 2009 et ses annexes (document 86 du dossier
d’instruction) ;
la (version confidentielle de la) réponse la demande de renseignements du 14 décembre 2009 et ses annexes (document 91 du dossier
d’instruction) ;
la (version confidentielle de la) réponse à la demande de renseignements du 22 janvier 2010 et ses annexes (document 96 du dossier
d’instruction) ;
la (version confidentielle de la) réponse à la demande de renseignements du 15 juillet 2010 et ses annexes (documents 100 et 111 du dossier
d’instruction) ;
la (version confidentielle de la) réponse à la demande de renseignements du 6 septembre 2009 et ses annexes (documents 117 et 119 du
dossier d’instruction) ;
les échanges entre l’Autorité et les autres routeurs (documents 138 à 249 du dossier d’instruction) ;
les échanges entre l’Autorité et les clients directs (documents 250 à 309 du dossier d’instruction) ;
l’étude Oxera du 26 mars 2010 (document 38 du dossier d’instruction).
Elle demande également de rejeter la demande de bpost visant à lui interdire d’utiliser les documents auxquels l’accès lui serait accordé à
toutes fins étrangères à la présente procédure et de prendre acte qu’elle se réserve de conclure additionnellement en fonction des éléments dont
elle prendra connaissance dans les pièces auxquelles elle demande l’accès.
29795
Bpost demande de rejeter comme irrecevables et non fondées les demandes d’accès au dossier d’instruction et de procédure.
A titre subsidiaire, si la cour devait décider qu’il est nécessaire d’accorder un accès limité, elle demande de lui accorder la possibilité (i) de
conclure, à l’aide des critères dégagés dans la jurisprudence de la cour, sur la question de savoir si ces critères sont effectivement remplis pour
chaque document concerné et (ii), en tout état de cause, de préparer une version non confidentielle desdits documents. Elle sollicite en outre qu’il
soit interdit à Publimail et Link2biz d’utiliser les documents auxquels un accès est éventuellement accordé à toutes fins étrangères à la présente
procédure.
L’Autorité demande à la cour de déclarer les demandes d’accès au dossier irrecevables ou à tout le moins non fondées.
III. Discussion et décision de la cour
1. Objections préliminaires
a. Irrecevabilité des demandes en intervention
L’Autorité et bpost reprochent à Publimail et à Link2Biz d’avoir tardé à formuler leurs demandes d’accès au dossier.
Elles font valoir que Publimail et Link2Biz sont intervenantes à la cause et que leurs demandes d’accès aux dossiers ne peuvent retarder le
jugement de la cause principale (article 814 du Code judiciaire).
L’Autorité semble en déduire que ces demandes devraient, pour ce motif, être déclarées irrecevables (cette conséquence n’est pas clairement
inférée dans les conclusions), bpost soutenant pour sa part que ces demandes sont « nulles ».
Publimail et Link2Biz ne disent rien à ce sujet dans leurs conclusions.
Link2Biz et Publimail sont intervenues à la cause respectivement les 6 février 2013 et 7 février 2013, soit dès l’introduction de la cause. Elles
ont formé des demandes d’accès aux dossiers au début du mois d’août 2013 (Publimail par ses conclusions déposées le 5 août 2013, Link2Biz dans
un courrier du 6 août 2013), après que la cour eut tranché un premier incident relatif à l’intervention du Conseil de la Concurrence et de
l’Auditorat.
Ces demandes d’accéder aux dossiers d’instruction et de procédure ont suscité un incident qui est traité avant la demande principale, ce qui
en diffère assurément le traitement.
Cependant, une intervention ne peut être tenue pour tardive – ainsi que le résume une doctrine que la cour approuve - que « lorsque les
réaménagements du calendrier qu’autorisent, selon les cas, les articles 747, § 2 ou 748, § 2 [du Code judiciaire] provoqueraient ou ne pourraient
conjurer le report de la date de l’audience qui aurait été précédemment fixée aux fins de plaidoiries sur la demande principale ». (J.-Fr. van
Droogenbroeck et B. De Coninck, Les sanctions d’une intervention tardive. Commentaire de l’article 814 du Code judiciaire, in Liber Amicorum
François Glansdorff et Pierre Legros, Bruylant, 2013, p.741).
L’affaire n’étant pas en encore en état lorsque la demande d’accès au dossier a été formée, il n’y a pas lieu d’écarter l’intervention de Publimail
et de Link2Biz.
b. Irrecevabilité des « appels » incidents
Dans les conclusions qu’elles ont déposées respectivement le 5 août 2013 et le 30 octobre 2013, Link2Biz et Publimail se sont pour la première
fois qualifiées d’«appelante(s) sur incident » en sollicitant que la période durant laquelle bpost a commis des infractions soit étendue (Link2Biz
demande à la cour de déclarer que la période pendant bpost avait commis des infractions aux articles 3 de la loi sur la concurrence économique
et 2 du Traité sur le fonctionnement de l’Union européenne relatives aux tarifs des envois publicitaires adressés et aux courriers administratifs,
à l’égard des intermédiaires, s’étend du 27 août 2002 à juillet 2011 et d’adapter le cas échéant l’amende).
Contrairement à ce que soutient bpost, Link2Biz ne demande pas formellement que la responsabilité de bpost dans sa faillite soit établie,
aucune demande n’étant formulée à cet égard.
Aux termes de l’article 76, § 2, al.5 de la LPCE, « les recours prévus à l’article 75 peuvent être introduits par les parties en cause devant le
Conseil par le plaignant ainsi que par toute personne justifiant d’un intérêt ({.).
({)
Dans les cinq jours qui suivent le dépôt de la requête, le requérant doit, à peine de nullité du recours, adresser une copie de la requête par
lettre recommandée à la poste avec accusé de réception, aux parties auxquelles la décision attaquée a été notifiée ({.).
Un recours incident peut être formé. Il n’est recevable que s’il est introduit dans le mois de la réception de la lettre prévue à l’alinéa
précédent ».
Dès lors que bpost a adressé une copie de sa requête à Publimail et Link2biz, par des courriers recommandés avec accusé de réception le
11 janvier 2013, réceptionnés le 14 janvier 2013, elle estime que les « appels » incidents sont irrecevables.
Publimail et Link2Biz ne se sont pas expliquées sur la recevabilité de leurs recours incidents dans les conclusions qu’elles ont consacrées à
leurs demandes d’accès aux dossiers. Dans ses conclusions de synthèse déposées le 29 octobre 2013, Link2Biz soutient la recevabilité de son
« appel » incident en invoquant l’article 4 de la loi du 17 janvier 2003 relative au statut du régulateur des secteurs des postes et télécommunications
belges qui rend le Code judiciaire applicable. Ledit article concerne les « litiges ({) entre les prestataires de services postaux relatifs à la mise en
œuvre des dispositions figurant dans leur licence et concernant l’accès aux éléments d’infrastructure postale ou aux services qui sont offerts dans
le cadre du service universel qui sont nécessaires pour l’exécution d’activités postales ».
C’est à juste titre cependant que bpost objecte que la Décision litigieuse n’a pas été prise sur ce fondement, mais sur celui de la LPCE et du
TFUE.
Il résulte des dispositions précitées de la LPCE que le recours formé par Publimail et Link2Biz est tardif et dès lors irrecevable. L’accès au
dossier sollicité par ces parties ne peut donc leur être accordé dans la mesure où il concernerait des pièces destinées à soutenir ce recours incident
et ces parties ne demeurent parties au litige qu’en leur qualité d’intervenantes volontaires.
c. Saisine limitée
Bpost fait valoir à juste titre que la saisine de la cour, qui est « limitée aux griefs ou éléments pris en considération dans le rapport motivé
de l’auditeur et examinés par le Conseil de la concurrence » (Cass., 20 déc. 2013, Pas., I, p. 2688) , implique que celle-ci ne pourra avoir égard qu’à
la période infractionnelle et aux infractions retenues par le Conseil de la concurrence et que l’accès à des documents qui y sont étrangers ne peut
dès lors être octroyé.
29796
Bpost rappelle à cet égard que le débat porté devant le Conseil de la concurrence par l’Auditorat a concerné la période du mois d’octobre
2009 à 2011 en ce qui concerne les pratiques discriminatoires - limitée à la période du 1er janvier 2010 à fin juillet 2011 par le Conseil - et la période
du mois de mars 2003 à 2011 pour le manque de transparence – grief sur lequel le Conseil de la concurrence a décidé de ne pas se prononcer (le
conseil a considéré qu’ il ne lui appartenait pas « d’aller au-delà de la supervision de la transparence qu’exerce l’IBPT sur base de la législation
postale » (point 273 de la décision).
Publimail et Link2Biz ne répondent pas à cette objection alors pourtant qu’elle influe sur la question de l’accès au dossier.
L’accès au dossier ne pourra dès lors être accordé en tant que les pièces seraient étrangères à l’infraction et à la période infractionnelle
retenues par le Conseil de la concurrence.
2. Rappel des principes quant à l’accès aux dossiers de procédure et d’instruction.
Publimail et Link2Biz ont obtenu la communication des inventaires des dossiers de procédure et d’instruction, conformément à l’accord pris
entre parties.
L’inventaire du dossier de la procédure contient 156 pièces numérotées et celui de l’instruction 315 pièces numérotées ; certaines d’entre elles
sont pourvues d’annexes. Le Conseil de la concurrence a indiqué à côté de chaque pièce inventoriée un code d’accessibilité identifiant la ou les
parties qui peuvent y avoir accès.
En principe, les tiers n’avaient pas accès au dossier devant le Conseil de la concurrence à moins que le Président de la chambre qui traite le
recours au sein du Conseil ne l’autorise. L’accès demandé par Link2Biz a en l’occurrence été refusé.
Le Conseil de la concurrence a refusé de faire droit à la demande d’accès formée par Link2Biz pour les motifs suivants :
« Lorsqu’un tiers est entendu par la chambre qui connait de l’affaire, le président de chambre pourrait envisager de lui donner accès à
certaines ou à toutes les pièces du dossier, dérogeant ainsi au principe suivant lequel le tiers n’a pas accès au dossier, afin de lui permettre
d’informer utilement la chambre au sujet des pratiques restrictives de concurrence faisant l’objet de l’instruction.
En l’espèce, le plaignant doit être en mesure de faire connaître son point de vue à propos de l’objet de l’instruction après avoir pris connaissance de la version du rapport de l’auditeur qui lui sera transmise (la chambre a décidé le 5 juillet 2011 de lui donner accès à une version non
confidentielle du rapport de l’auditeur. Par décision du 15 septembre 2011, elle a pris la même décision en faveur de Publimail).
Sur la base du rapport dont il prendra connaissance, le plaignant peut amener des éléments factuels, économiques et/ou juridiques, qui
peuvent être utiles pour la chambre à ce stade de la procédure. En tant que plaignant, il peut également informer la chambre sur les circonstances
qui l’ont mené à déposer plainte.
L’examen des pièces auxquelles ce rapport fait référence n’est pas indispensable à cet effet. Il n’est dès lors pas nécessaire ni même utile de
déroger dans cette affaire au principe de l’accès au dossier par les tiers » (décision du président de la chambre du 7 juillet 2011 telle que reprise
dans la décision du 10 décembre 2012).
La cour n’est pas liée par les décisions relatives à l’accès ou la confidentialité prises par le Conseil de la concurrence.
Sous les réserves évoquées supra, l’accès au dossier peut être accordé à des plaignants pour des motifs d’efficacité et, notamment, lorsqu’un
moyen déterminant invoqué par la partie mise en cause dans ses conclusions pour soutenir ses griefs à l’encontre de la décision du Conseil,
repose sur des éléments (à décharge) contenus dans le dossier mais inconnus pour la partie plaignante (cf arrêt de la cour du 6 mai 2010).
Il appartient aux parties qui requièrent l’accès de démontrer qu’elles satisfont à ces conditions.
3. Demande d’accès de Publimail.
Il importe peu, contrairement à ce que fait valoir Publimail à titre liminaire, que les inventaires des pièces communiqués ne lui permettent
pas de déterminer si le caractère confidentiel des pièces est contestable ou si les moyens déterminants invoqués par bpost pour contester la
décision reposent sur ces pièces.
L’Autorité et bpost font à juste titre valoir que les débats doivent à ce stade se limiter à la question de l’accès au dossier et que ce n’est que
dans l’éventualité où la cour devait décider de faire droit à cette demande, en tout ou en partie, que la question de la confidentialité des pièces
devra être abordée. Il en résulte également que les considérations de Publimail relatives à l’absence de confidentialité des pièces dont elle demande
l’accès sont à ce stade irrelevantes.
Publimail ne peut se borner à affirmer que l’inventaire de pièces ne lui permet pas de déterminer si les pièces ont ou non un contenu sur
lequel reposent les moyens déterminants invoqués par bpost. Il lui appartenait en effet de vérifier si ces pièces sont ou non invoquées par bpost
dans sa requête pour soutenir sa critique, devant la cour, de la décision du Conseil.
Publimail prétend justifier sa demande d’accès limité aux pièces du dossier qu’elle énumère au motif que le secret des affaires ne prime le
droit à un procès équitable que si l’exercice de ce dernier engendre une violation manifeste de la vie privée de certaines personnes en leur faisant
courir un risque particulièrement grave et très difficilement réparable. Dès lors qu’elle n’est pas un concurrent de bpost mais plutôt un client de
celle-ci, Publimail estime que l’accès au dossier ne peut lui être refusé puisqu’elle ne peut faire usage des informations éventuellement sensibles
qui pourraient lui être communiquées à d’autres fins que celles de sa défense dans le cadre de la présente procédure.
Elle ne rend pas plausible - par ces affirmations générales – que l’accès aux pièces qu’elle vise contribuerait à l’efficacité du processus
décisionnel de la cour.
4. Demande d’accès de LINK2BIZZ.
Link2biz justifie sa demande d’accès à l’intégralité des pièces des dossiers de procédure et d’instruction en invoquant les engagements pris
par bpost - de rendre publique sa politique tarifaire Direct Mail et Admin Mail, de publier ses éventuelles adaptations tarifaires et les nouveaux
tarifs, et de poursuivre son programme d’optimisation du processus de gestion des conventions - à la suite de la décision de l’IBPT du
20 juillet 2011 l’ayant condamnée pour défaut de transparence au sens des articles 144ter et 144bis de la loi du 21 mars 1991 portant réforme de
certaines entreprises publiques.
C’est à juste titre que bpost objecte que par un arrêt du 12 juin 2013 (2011/AR/2481) la cour a estimé que « les manquements mis à charge
de bpost relativement aux tarifs conventionnels pour l’année 2010 du chef de manquements à l’obligation de transparence ne sont pas établis ».
En outre, ni l’obligation de transparence imposée par la loi précitée, ni l’engagement souscrit par Bpost ne requièrent que Link2biz dispose
d’un accès intégral au dossier de procédure et au dossier d’instruction.
29797
Il convient par ailleurs de relever que, répondant à une question préjudicielle posée par la cour dans le cadre du litige relatif à la demande
d’annulation par bpost de la décision de l’IBPT lui infligeant une amende, la CJUE a décidé que « Le principe de non-discrimination des tarifs
prévu à l’article 12 de la directive 97/67/CE du Parlement européen et du Conseil, du 15 décembre 1997, concernant des règles communes pour
le développement du marché intérieur des services postaux de la Communauté et l’amélioration de la qualité du service, telle que modifiée par
la directive 2008/6/CE du Parlement européen et du Conseil, du 20 février 2008, doit être interprété en ce sens qu’il ne s’oppose pas à un système
de rabais quantitatif par expéditeur, tel que celui en cause au principal. » (arrêt du 11 février 2015, bpost (C-340/13)).
Link2Biz ne peut être suivie en ce qu’elle justifie sa demande subsidiaire d’accès limité au dossier afin de lui permettre d’assurer de manière
utile et complète la défense de ses intérêts et l’exercice de ses droits procéduraux. La procédure ne concerne en effet pas la défense des droits
subjectifs de l’intervenant volontaire ou du plaignant.
Cette demande subsidiaire n’est pas davantage justifiée par le caractère historique de certaines données, cette question touchant non à l’accès
aux pièces mais à leur confidentialité – question qui ne doit être traitée que si un accès est accordé.
Link2Biz justifie encore sa demande d’accès à certaines pièces pour contredire le moyen développé par bpost selon lequel le modèle « par
expéditeur » n’induirait pas de traitement différencié entre les expéditeurs et les intermédiaires en ce qu’il leur serait indistinctement applicable.
A propos de cette justification, qui concerne les pièces 77, 86, 91, 96, 100, 109, 111, 117 et 119, lesquelles sont des réponses à des demandes de
renseignement -, bpost rappelle que la cour a déjà décidé qu’ « une prudence particulière s’impose en ce qui concerne les documents saisis lors
de la perquisition par le Service de la Concurrence ainsi que les réponses sur les demandes de renseignement de la part des enquêteurs. Ils ne
doivent en principe pas être accessibles aux tiers afin d’exclure toute crainte de divulgation de données et de voir compromise la coopération et
la sincérité du dialogue entre une entreprise mise en cause et les enquêteurs. Seule une nécessité absolue pourrait justifier l’accès à ces données »
(cf arrêt du 6 mai 2010, n° 42).
A défaut pour Link2Biz de démonter cette nécessité absolue, il n’y a pas lieu de faire droit à sa demande d’accès pour les pièces précitées.
En ce qui concerne les échanges entre l’Autorité et les autres routeurs (documents 138 à 249 du dossier d’instruction) et entre l’Autorité et les
clients directs (documents 250 à 309 du dossier d’instruction), Link2Biz soutient devoir y accéder pour réfuter de manière étayée la thèse de bpost,
selon laquelle le système tarifaire par expéditeur assure une prétendue neutralité économique, mettrait sur un pied d’égalité l’ensemble de ses
clients et conduirait à l’application de conditions équivalentes à l’ensemble des partenaires commerciaux et des clients de bpost, qu’ils soient
expéditeurs ou intermédiaires.
Ces affirmations n’établissent cependant pas que l’accès à ces pièces serait nécessaire pour garantir l’efficacité de la procédure dès lors que
bpost objecte, sans être contredite sur ce point, qu’elle n’en invoque aucune pour fonder ou renforcer les moyens qu’elle développe contre la
Décision.
Selon Link2Biz, l’étude Oxera du 26 mars 2010 (annexe 1 de la pièce 127 (et non pas 38 – qui correspond au nombre de pages du document
- comme indiqué erronément en conclusions) du dossier d’instruction), réalisée à la demande de bpost, est utilisée par celle-ci afin de démontrer
que le modèle «par expéditeur » n’a pas eu d’impact négatif sur les activités des intermédiaires ou même d’effet d’éviction, compte tenu de
l’augmentation du nombre de contrats « intermédiaire » et de la diminution des contrats « expéditeur ». Link2Biz soutient que sa qualité d’ancien
opérateur avisé du secteur lui permettra de critiquer utilement cette pièce.
Bpost objecte que le Conseil et l’Autorité de la concurrence ont tous deux discuté de cette étude dans leurs conclusions et que cette discussion
serait suffisante pour éclairer la cour.
Il apparait toutefois que la position de Link2Biz est de nature à éclairer davantage la cour sur cette étude.
Il convient par conséquent de rouvrir les débats et d’inviter les parties à conclure sur la confidentialité de ce document selon le calendrier fixé
au dispositif du présent arrêt.
Afin de ne pas retarder davantage l’instruction de la cause, et sans préjudice de ce qui pourra être décidé sur le caractère confidentiel de
l’étude Oxera, bpost est d’ores et déjà invitée à en établir une version non confidentielle qu’elle transmettra à Link2Biz.
5. Requête 748 § 2 du Code judiciaire
Bpost a déposé une requête fondée sur l’article 748 § 2 du Code judiciaire et elle demande que de nouveaux délais pour conclure soient
accordés. Elle estime que Publimail et l’Autorité de la concurrence, qui ont déposé leurs conclusions relatives au fond du dossier le 30 octobre 2013
alors qu’elle n’avait plus le droit de répondre, ont produit et font état de nombreux arguments, pièces et faits nouveaux et pertinents au sens de
cette disposition légale.
S’agissant des conclusions de Publimail, bpost expose que cette partie a développé son argumentation pour soutenir son recours incident et
qu’elle produit trois nouvelles pièces (une citation du 27 octobre 2005, des conclusions du 20 octobre 2010 et des conclusions additionnelles et de
synthèse du 28 mai 2013). S’agissant de l’Autorité de la concurrence, bpost expose notamment qu’elle a modifié et étoffé son argumentation,
qu’elle se fonde sur des précédents qui n’étaient pas encore invoqués et qu’elle suggère à titre subsidiaire de poser une question préjudicielle à
la Cour de justice de l’Union européenne.
Link2Biz se réfère à l’appréciation de la cour mais elle sollicite, pour le cas où de nouveaux délais devaient être accordés, à pouvoir également
conclure.
Si les nouvelles pièces communiquées par Publimail sont partiellement déjà connues de bpost, il se justifie néanmoins de permettre à celle-ci
de répliquer sur l’utilisation qui en est faite en conclusions par Publimail, de même que sur les nouveaux développements que ces conclusions
contiennent.
Dès lors qu’il apparait également que l’argumentation de l’Autorité de la concurrence a évolué, il se justifie de permettre à bpost de conclure
à nouveau et de permettre aux autres parties de répondre à ses conclusions.
Toutefois, dans la mesure où l’accès à l’étude d’Oxera est de nature à justifier également que le droit de conclure soit rouvert, les nouveaux
délais seront fixés par l’arrêt qui statuera sur cette question.
29798
IV. Dispositif
LA COUR,
PAR CES MOTIFS,
Statuant par défaut à l’égard de la première partie intimée et contradictoirement à l’égard des autres parties ;
Vu l’article 24 de la loi du 15 juin 1935 sur l’emploi des langues en matière judiciaire,
Dit les appels incidents de Publimail et Link2Biz irrecevables.
Reçoit les demandes d’accès aux dossiers ;
Dit la demande d’accès aux dossiers formée par Publimail non fondée ;
Dit la demande d’accès aux dossiers formée par Link2Biz très partiellement fondée ;
Ordonne d’ores et déjà à bpost d’établir une version non confidentielle de cette étude et de la communiquer à Link2Biz pour le
15 septembre 2015 au plus tard et fixe la cause à l’audience du 24 septembre 2015 à 9 heures pour 60 minutes afin de permettre aux parties de
prendre attitude sur cette version non confidentielle et d’arrêter le cas échéant un calendrier de mise en état sur cette question;
Statuant sur la requête fondée conformément à l’article 748, § 2 du Code judiciaire ;
Dit la requête recevable et fondée,
Sursoit à statuer sur le calendrier de mise en état ;
Ainsi jugé et prononcé à l’audience civile publique de la 18e chambre de la cour d’appel de Bruxelles, le 30 avril 2015.
Où siégeaient et étaient présents :
P. BLONDEEL, président f.f.
M. SALMON, conseiller
F. CUSTERS, conseiller
I. DE DECKER, greffier
I. DE DECKER; F. CUSTERS; M. SALMON; P. BLONDEEL.
(13322)
Moniteur belge, chaussée d’Anvers 53, 1000 Bruxelles. − Belgisch Staatsblad, Antwerpsesteenweg 53, 1000 Brussel.
Directeur : Wilfried VERREZEN

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

Transcription

Similar documents

Hurricane Aerotech

camping apartments mobile homes

DKM SCHLACHTSCHIFF“TIRPITZ” am KAAFJORD

26 27 A traditional Mediterranean house in Sainte Maxime with a

Camping Marjorie plaq 2004-07

septembre + octobre september + oktober

B E LG IQ U E - B E LG IË P. P / P . B 1/ 13 9 2 10 7 0 B R U XE LL

Prospekt - Hôtel de la Sûre

Moyersoen NV