GEGEVENS HISTORISCH KADASTER
Transcription
GEGEVENS HISTORISCH KADASTER
GEGEVENS HISTORISCH KADASTER Voorstraat oostzijde 5. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1699 14 1779 18 1818 22 1832 275 - 276 1992 5 roeden 39 34 118,5 cijns £. 0-6-6 " 0-5-8 ƒ. 5,95 Inleiding Reeds in 1699 stond hier volgens de lijsten van cijnsplichtigen een schuur. Deze werd in het eerste kwart van de 18e eeuw "Bou(w)" genoemd. Voor zover valt na te gaan liet Cornelis de Ruyter naast deze schuur een groot pand bouwen. Ten behoeve daarvan werd het erf vergroot en doorgetrokken naar de Oostdijk. In 1803 kocht Abraham van Oeveren het pand aan. Sinds 1792 was hij al eigenaar van de schuur. Het pand is sinds 1967 eigendom van de Oud Gereformeerde Gemeente en dient als pastorie. De huidige panden Voorstraat 1 en 3 worden hier niet behandeld omdat deze na 1832 zijn gebouwd. Het pand Voorstraat 1 werd na 1 februari 1953 Kerkring 3, de in 1873 gebouwde pastorie van de Hervormde Gemeente. Voorstraat 3 was van 1904 tot 1967 pastorie van de Oud Gereformeerde Gemeente Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1699 Gabreel Mouwe (schuur) 1700 - 1714 Markus Andriessen (schuurtje) 1730 - 1732 weduwe de Clercq 1733 Diaconie 1779 - 1801 weduwe Leendert Nelisse 1802 - 1833 Abraham van Oeveren 1832 Abraham van Oeveren Bevolkingsregisters: A 22 1813 -1837 Abraham van Oeveren, landbouwer, winkelier Samenvatting eigenaars : periode eigenaars -1718 Leendert Janssen Vergoudt (ook: van Akeren) 1718 -1732 Johanna Engels, weduwe De Klercq 1733 Diaconie -1788 Barbera Boogert, weduwe Leendert Nelisse, later haar erfgenamen 1788 -1792 Jan Geense 1792 -1832 Abraham van Oeveren -1803 Cornelis de Ruyter 1803 -1832 Abraham van Oeveren Transacties enz: 17 Leendert Janse van Akeren verkoopt aan schout Fransoijs de Klerck de schuur en het erf genaamd Bouw voor £. 7-13-4. N: het kerkhof; O: dorpsland; Z: de twee huisjes van de wed. Van der Cruijssen; W: de Voorstraat. 1718 5 april; RA 5879 C, nr. 59: Leendert Jansen Vergout (ook: van Akeren) verkoopt aan schout De Klerck (N.B. overleden in 1717) de schuur en het erf genaamd Bou. Belendingen worden niet gegeven. Prijs £. 7. De kooppenningen zijn voldaan op 15 oktober 1715. Overdracht vindt plaats aan Janna Engels, weduwe van De Klerck. 1788 22 september; RA 5881, nr. 63: Gilles en Quirijn Nelisse verkopen aan Jan Geense een schuur en erf, naast het huis van de verkopers. Prijs £. 16-13-4 contant. 1792 26 maart; RA 5881, nr. 98: Jan Geense verkoopt aan Abraham van Oeveren een schuur en erf, naast Gilles en Quirijn Nelisse. Prijs £. 28 contant. 1803 4 oktober; RA 5881, nr. 7: Gerard Noordhoek, namens Cornelis de Ruyter, verkoopt aan Abraham Abrahamse van Oeveren een huis en erf naast Krijn Nelisse en Adriaan Verspoor (N.B. deze belendende eigenaar is niet juist). Prijs £. 191-13-4 contant. Voorstraat oostzijde 7. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1779 17 1818 21 1832 277 - 278 1992 7 roeden 7 18 cijns ƒ. 0,90 Inleiding: Het huis, thans Voorstraat 7, werd vermoedelijk tegelijkertijd gebouwd met het grotere pand Voorstraat 9. Het was het gezamenlijk eigendom van Isaack van de Luyster en de erfgenamen van Cornelia van de Luyster. Deze verkochten beide panden aan Margaretha Debbits, weduwe van ds. Johannes van der Kruyssen. In de loop van de 18e eeuw werd dit pand afgebroken. Maarten van den Doel liet hier in 1776 een nieuw huis bouwen, waarvoor hij een bedrag van bijna 260 gulden (£. 42-16-8) leende tegen 5 % rente. Toen zijn kinderen het huis in 1809 verkochten bedroeg de verkoopprijs slechts 219 gulden (£. 36-10-0). Nadat het pand door de gemeente was aangekocht werd het in 1978/1979 gerenoveerd. Kohieren huisschatting 1674 - 1696: jaar belastingplichtige 1696 Isaack van de Luister Kohier bewoners 1681: niet vermeld Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1779 - 1817 Maarten van den Doel 1818 - 1833 Adriaan Noordijke jr. Bevolkingsregisters: A 21 1813 1821 - 1837 Samenvatting eigenaars : periode 1716 1716 1776 1809 1809 1832 belasting 1 haardstede Willem Kaan (arbeider) Adriaan Noorddijk (arbeider) eigenaars erfgenamen Huybrecht Lambrechtssen Margaretha Debbits, weduwe ds. Johannes van der Kruyssen Maarten van den Doel, later zijn weduwe en erfgenamen Engel Beekman Adriaan Noordijke Transacties enz: 1716 24 maart; RA 5879 C, nr. 116: Isaack van de Luijster, mede namens de erven van Cornelia van de Luijster, verkoopt aan Catarina Debijts, weduwe van ds. Johan van der Cruijsse anderhalf huis en erf en een half deel in het tweede huisje. N: de schuur genaamd Bou; O: Oostdijk; Z: huis bewoond door de schout; W: Voorstraat. Verwezen wordt naar een koopcontract. 1776 22 augustus; RA 5882, nr. 123: Schuldbekentenis van Maarten van den Doel: £. 42-16-8 à 5% geleend van Jacob Hart. Onderpand: het huis naast Jan van Oostenden en de schuur van de weduwe Abraham Nelisse. 1809 27 april; RA 5881, nr. 32: Abraham van den Doel, Ary Keizer (gehuwd met Dina van den Doel), Marinus de Groen namens de Diaconie van Sint Philipsland, Kornelia van den Doel, weduwe van Vincent den Braber, Jan Engelvaart, namens Engel van der Linden, rentmeester van de wezen-armen te Oud-Vossemeer, handelend in plaats van Klazina en Janna van den Doel, nagelaten kinderen van Leendert van den Doel en Pieternella Jopse, overleden te Oud-Vossemeer, allen erfgenamen van Josina Hart, weduwe van Maarten van den Doel, verkopen aan Engel Beekman een huis en erf, genummerd A nr. 21, voor £. 36-10-0. In R.A. 5885 nr. 28 de voorwaarden voor de verkoop van de onroerende goederen op 18 januari 1809. Voorstraat oostzijde vanuit het noorden, 1977. De panden zijn vanaf links genummerd 3, 5, 7 enz. Voorstraat 3 was van 1904 tot 1967 pastorie van de Oud Gereformeerde Gemeente. Sindsdien is Voorstraat 5 de pastorie van deze gemeente. Voorstraat oostzijde 9. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer roeden 1691 12 54,5 Van 1699 - 1707 gesplitst in nummers 12 en 13. 1699 12 27,25 1699 13 27,25 1779 16 60 1818 20 51 1832 279 - 280 1992 9 cijns £. 0-4-7 £. 0-4-7 " 0-4-7 " 0-10-0 ƒ. 2,55 Inleiding: Het pand, thans Voorstraat 9, werd vermoedelijk tegelijkertijd met het oorspronkelijke buurhuis Voorstraat 7 gebouwd. Volgens de lijst van cijnsplichtigen behoorde het toe aan de erfgenamen van schout en dijkgraaf Huybrecht Lambrechtssen (Eggebeen), wiens erfgenamen zich Van de Luyster noemden. Deze verkochten beide panden aan Margaretha Debbits, weduwe van de predikant van Sint Philipsland. Het huis werd daarna bewoond door onder andere Johanna Engels, weduwe van Fransois de Klercq, onder andere schout, secretaris en rentmeester van de heerlijkheid. Zijn gelijknamige zoon vestigde zich als timmerman in Steenbergen en hij verkocht het pand in 1737. Kohieren huisschatting 1674 - 1696: jaar belastingplichtige belasting 1696 Jacob van de Luister 1 haardstede Kohier bewoners 1681: niet vermeld Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1691 - 1698 erven Huijbrecht Lambrechtsz 1699 Jacob van de Luyster (nummer 12) 1700 Isack van de Luyster 1701 -1706 Gabriël Mouwe 1699 Isack van de Luyster (nummer 13) 1700 Jacob van de Luyster 1704 -1706 Isack van de Luyster 1707 -1714 Ds. van der Cruyssen 1718 wed. van der Cruyssen 1722 -1732 weduwe de Clercq 1733 François de Clercq 1779 - 1801 Jan van Oostende 1802 - 1817 Aarnoud Steyn 1818 - 1831 Willem Steenpoorte 1832 - 1833 weduwe Willem Steenpoorte Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750, 1758 Arriaentje van Nieuwaarde/Arriantje van Iwaarde Bevolkingsregisters: A 20 1813 - 1837 Willem Steenpoorte (arbeider), later zijn weduwe Samenvatting eigenaars : periode eigenaars -1716 erfgenamen Huybrecht Lambrechtssen 1716 Margaretha Debbits, weduwe ds. Johannes van der Kruyssen -1737 Fransois de Klercq, later zijn weduwe en zijn zoon François de Klerq 1737 - 1759 Cornelis de Bakker 1759 - 1792 Jan van Oostende 1792 - 1822 Willem Steenpoorte 1822 -1832 Petronella van Dijke, weduwe Steenpoorte Transacties enz: 1716 24 maart; RA 5879 C, nr. 116: Isaack van de Luijster, mede namens de erven van Cornelia van de Luijster, verkoopt aan Catarina Debijts, weduwe van ds. Johan van der Cruijsse anderhalf huis en erf en een half deel in het tweede huisje. N: de schuur genaamd Bou; O: Oostdijk; Z: huis bewoond door de schout; W: Voorstraat. Verwezen wordt naar een koopcontract. 1737 15 mei; RA 5885 E, nr. 19: François de Klercq verkoopt aan Cornelis de Backer een huis, schuur en erf gelegen naast Ds. Bierman voor ƒ. 260.contant. 1759 13 juli; RA 5881, nr. 2: Cornelis de Bakker verkoopt aan Jan Jacobse van Oostende; N: plantagie van 't ambacht; Z: wed. van Vrijberghe. Prijs £. 27. 1786 13 oktober; RA 5882, nr. 32: Schuldbekentenis van Jan van Oostende: £. 44-8-4 à 5 % geleend van Johannes Faasse, Tholen. Onderpand is het huis en erf naast Maarten van den Doel en de weduwe Leendert Nelisse. Voldaan op 3 december 1792, doorgehaald 10 december 1792. 1792 10 december; RA 5881, nr. 14: Jan van Oostende verkoopt aan Willem Steenpoorte huis en erf gelegen naast Maarten van den Doel en de erven Nelisse voor £. 100 contant. Voorstraat oostzijde 11. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1818 19 1832· 281 1992 11 roeden 3 cijns ƒ. 0,15 Inleiding: De geschiedenis van de panden Voorstraat 11, 13, 15 en 17 is grotendeels gelijk tot ver in de 18e eeuw. Voor bijzonderheden wordt verwezen naar de inleiding bij Voorstraat 15. In 1790/1791 liet Engel Beekman hier een nieuw huis bouwen. Thans is het pandje in gebruik als garage Voorstraat oostzijde gezien vanuit het zuiden. Aan de rechterzijde zijn vanaf rechts de panden nu genummerd als Voorstraat 31, 29, 27 enz. Op de plaats van de twee woningen na de derde boom rechts staat nu het kerkgebouw van de Gereformeerde Gemeente. Op no. 29 woonde tot 1920 herbergier Jan Kramer. De foto is van kort na 1900. Cijnsplichtigen: periode 1818 - 1821 1822 - 1831 1832 - 1833 Bevolkingsregisters: A 19 1813 1821 -1837 Samenvatting eigenaars : periode 1791 -1830 1830 -1832 cijnsplichtige Engel Beekman weduwe Engel Beekman Jacobus van Nieuwenhuijzen Abraham Reyngoud (arbeider) Jan van Dommelen (arbeider) eigenaars Engel Beekman, later diens weduwe Jacobus van Nieuwenhuyzen Transacties enz: 1791 Op het erf is een huis gebouwd door Engel Beekman: 30 april; RA 5882, nr. 88: schuldbekentenis van Engel Beekman: £. 111-13-4 à 4 % geleend van Willem van der Beek, Steenbergen, wegens de bouw van een huis voor materialen en lonen en wegens betaling aan Jeremias Daene voor hout, spijkers en loon. Onderpand: het nieuw gebouwde huis naast Jan van Oostende en Christiaan van der Vliet. 1825 6 mei; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2896 (60): Testament van Klaasje Walgaart, weduwe van Engel Beekman P.zn., winkelierster, wonende nr. 17, waarbij zij haar twee woningen aan haar zoons toewijst. Woning nr. 19, tussen de huizen van Cornelis Geense en Pieternella van Dijke, weduwe Steenpoorte, getaxeerd op ƒ. 300, is bestemd voor Pieter. 1830 3 december; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2916 (856): Klaasje Walgaart, weduwe van Engel Beekman, te Sint Annaland; Pieter Beekman, bode te Bruinisse en Marinus Beekman, winkelier te Sint Annaland, kinderen van Engel Beekman, verkopen aan Jacobus van Nieuwenhuyzen, boerenknecht te Sint Philipsland, een huis en erf nr. 19, tussen de huizen van Cornelis Geense en Pieternella van Dijke, door de overledene "bij opbouw in eigendom verkregen". Koopsom 400 gulden. Het komt dadelijk in gebruik. 1830 3 december; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2916 (857): Cornelis Geense, timmerman te Sint Philipsland, verkoopt aan Jacobus van Nieuwenhuyzen, boerenknecht te Sint Philipsland, 42 ellen hofgrond, zijnde de cijnsgrond in het dorp, achter het huis van de weduwe en verdere erfgenamen van Engel Beekman, zoals deze grond zich uitstrekt achter dit huis nr. 19; door de verkoper in eigendom verkregen van Maatje Meyer bij onderhandse akte van 27 januari 1820. Koopsom ƒ.12,50. Voorstraat oostzijde 13. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer roeden cijns 1691 11 163 £. 1-7-2 1779 15 59 " 0-9-10 1818 17 29,5 ƒ. 1,50 18 29,5 ƒ. 1,50 1832 (17) 283 (18) 282, 284, 285 1992 13 N.B. De nummers 17 en 18 (1818) zijn later weer samengevoegd. Drie roeden zijn overgegaan naar Voorstraat nr. 11 (kadastraal nummer 281). Inleiding: Voor de geschiedenis van dit perceel tot 1774 wordt verwezen naar Voorstraat 15. In genoemd jaar kochten Christiaan en Geert van der Vliet ieder een vierde deel van het aldaar staande pand. Vermoedelijk was de splitsing in twee delen van de helft van het pand alleen een administratieve aangelegenheid. Van dit perceel werd in 1790 een klein deel afgesplitst. Hierop werd Voorstraat 11 gebouwd. Cijnsplichtigen: periode 1779 - 1817 17 1818 - 1820 1821 - 1833 18 1818 - 1831 1832 - 1832 Bevolkingsregisters: A 18 1813 1821 - 1837 Samenvatting eigenaars: periode 17 1774 - 1829 1829 - 1832 18 1774 - 1829 1829 - 1831 cijnsplichtige Christiaan van der Vliet erfgenamen Christiaan van der Vliet Cornelis Geense Simon van der Vliet Cornelis Geense Jan van der Vliet (arbeider) Simon van der Vliet (arbeider) eigenaars Christiaan van der Vliet, later diens erfgenamen Cornelis Geense Christiaan van der Vliet, later diens erfgenamen Simon van der Vliet Transacties enz: 17 (1779) 1774 5 april; RA 5881, nr. 106: Leendert Dorst, Paulus Geense en Marinus Faasse S.zn. verkopen aan Christiaan van der Vliedt een kwart van een huis en erf, noordzijde, gelegen tussen de zuidelijke helft van dit huis en het huis van Jan van Oostende. Prijs £. 21 contant. 1774 5 april; RA 5882, nr. 101: Schuldbekentenis van Christiaan van der Vliedt: £. 21 à 4% geleend van Jacobus Hart. Onderpand is het vierde deel van het zojuist gekochte huis. 18 (1779) 1774 5 april; RA 5881, nr. 105: Leendert Dorst, Paulus Geense en Marinus Faasse S.zn. verkopen aan Geert van der Vliedt een kwart van een huis en erf, noordzijde, gelegen tussen de zuidelijke helft van dit huis en het huis van Jan van Oostende. Prijs £. 21 contant. 1774 5 april; RA 5882, nr. 102: Schuldbekentenis van Geert van der Vliedt: £. 21 à 4% geleend van Jacobus Hart. Onderpand is het vierde deel van het huis zojuist gekocht. 1829 20 augustus; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2912 (661): Simon van der Vliet verkoopt aan Cornelis Geense, timmerman, de achterhelft van het huis nr. 18, alsmede het gehele erf, voor ƒ. 50. Simon van der Vliet had dit huis verkregen uit de erfenis van zijn vader Geert van der Vliet. Voorstraat oostzijde vauit het zuiden. Het eerste huisje rechts is het huidige pand Voorstraat 17. Het werd van 1840 tot 1969 bewoond door meerdere generaties Faasse. In de woning ernaast, nu Voorstraat 15, woonde van 1895 tot 1898 geneesheer Lukas Plantinga. Hij werd opgevolgd door huisarts Alexander Leonardus van Eldik. Met zijn vrouw Geertje Verlinde en vier kinderen bleef hij Sint Philipsland tot november 1918 trouw. In deze woning bleef tot eind juli 1984 de huisartsenpraktijk gevestigd. Op de voorgrond staat huisschilder Dirk van Splunter. Voorstraat oostzijde 15. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1691 11 1779 14 1818 16 1832 286 - 287 1992 15 roeden 163 59 35,5 cijns £. 1-7-2 " 0-9-10 ƒ. 1,80 Inleiding: Oorspronkelijk stond hier een groot huis, dat als eerste pastorie dienst deed. De oudst bekende vermelding stamt uit 1661 toen de weduwe van ds. Ketelaer het huis verkocht aan ds. Caerman. Vijf jaar later verkocht deze het op zijn beurt aan ds. Bolle. In 1675 kwam het in bezit van Huybrecht Lambrechtssen. In 1726 werd het weer pastorie toen ds. Bierman het pand kocht van de achterkleinkinderen van deze Huybrecht Lambrechtssen. In 1749 werd het door de weduwe van ds. Bierman verkocht aan Maria Blaubeen. In 1768 kochten Marinus Faasse Szn., Paulus Geense en Leendert Dorst gezamenlijk het huis en zij verkochten het in 1774 in delen aan Marinus de Valk (de zuidelijke helft) en aan Christiaan en Geert van der Vliet (ieder een kwart aan de noordelijke zijde, zie Voorstraat 11, 13 en 15). Het huidige huisnummer 15 is, naar wij aannemen, het deel dat door Marinus de Valk werd gekocht. In 1786 ging het over in handen van Jeremias Daene, timmerman/metselaar. De prijs was inmiddels bijna verdubbeld, nl. van 42 Vlaamse ponden naar 81 ponden. Jeremias heeft verschillende malen hypotheek op het huis moeten verlenen en toen hij het in 1801 voor 100 ponden aan Johannes van Dijke verkocht, bleven zijn 'persoon' en zijn goederen onderpand voor een resterende schuld van 50 ponden. In 1804 kwam het in bezit van de winkelier Engel Beekman die iets verder (Voorstraat 11) al een huis had laten bouwen Van 1895 - 1984 was het de woning van de plaatselijke arts. De woning, die sinds 1920 gemeentelijk eigendom was, werd gerenoveerd nadat in 1988 de bovenverdieping grotendeels was verwoest door brand. Kohieren huisschatting 1674 - 1696: periode belastingplichtige belasting 1674 Predikantshuis £. 0-13-4 1675 1676 Ds. van Hattem 1677 - 1690 Cornelis Walraven 1696 Jacobus van de Luister ? 1 haardstede Kohier bewoners 1681: Cornelis Walraven (aantal personen boven 8 jaar: 6) Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1691 - 1698 erven van Huijbrecht Lambrechtsen 1699 - 1700 weduwe van Cornelis Walraven, nu gehuwd met Gabreel Mouwe 1701 - 1714 Gabreel Mouwe 1730 - 1732 erfgenamen van Gabreel Mouwe 1733 ds. Bierman 1779 - 1801 Marinus de Valk 1802 - 1808 Johannes van Dijke 1809 - 1816 weduwe Johannes van Dijke 1817 Pieter van Dijke 1818 - 1821 Engel Beekman N.B. gegevens aangepast. 1821 - 1832 weduwe Engel Beekman Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750 Maria Blaubeen 1758 Maria Blaubeen en Jacoba van Vrijberghe Bevolkingsregisters: A 17 1813 Engel Beekman (winkelier) 1821 - 1837 Klaasje Walgaart, weduwe Beekman, later anderen Samenvatting eigenaars: periode eigenaars (1657)- 1661 ds. Daniël Ketelaer, later zijn weduwe en haar erfgenamen 1661 - 1666 ds. Anthonie Caerman 1666 - 1675 ds. Vincent Bolle 1675 - 1676 Huybrecht Lambrechtssen 1676 - 1726 erfgenamen Huybrecht Lambrechtssen 1726 - 1749 ds. Joachim Bierman, later diens weduwe 1749 - 1768 Maria Blaubeen, weduwe Gaudens van Vrijberghe 1768 - 1774 Marinus Faasse, Paulus Geense, Leendert Dorst 1774 - 1786 Marinus de Valk 1786 - 1801 Jeremias Daene 1801 - 1804 Johannes van Dijke 1804 Jan Jacob de Gruson 1804 - 1816 Engel Beekman 1816 -1832 Klaasje Walgaart, weduwe van Engel Beekman Transacties enz: 1661 28 februari; RA 5879 A, nr. 67: Marijnis van der Vlijet e.a., erven van Philipina van der Vlijet, wed. van Daniël Ketelare, verkopen aan Anthonij Kareman een woonhuis. N: schout Hubrecht Lambrechtse; O: de zeedijk; Z: Jan Classen; W: Voorstraat. Prijs 2050 Carolusgulden, 800 direct, 1250 gulden blijft staan tegen 4,5 %. 1666 1 mei; RA 5879 C, nr. 27 en 28: Anthonij Caerman, predikant, Stavenisse, verkoopt aan Vincent Bolle, predikant, Sint Philipsland een woonhuis. N: Hubrecht Lambrechtsz, schout; O: de sluiswatergang; Z: Jan Classen; W: Voorstraat. Prijs 2025 gulden,te betalen in termijnen, met voorwaarden van verkoop: aan de dienstmeid van ds. Caerman een zilveren ducaton, in de kelder volgt de koper het bier, mutserds, turf en stellingen, met 12 kleerstokken, dit alles voor een kannetje 'abberdaen'. Rente over het restant is 4,5 %. Overeenstemming inzake de verkoop werd bereikt op 3 april 1666. 1675 27 mei; RA 5879 C, nr. 70, 71: Ds. Vincent Bolle, Serooskerke (Schouwen), verkoopt aan Hubrecht Lambrechtsz, dijkgraaf, een woonhuis. N: Hubrecht Lambrechtsz, dijkgraaf; O: de sluiswatergang; Z: Jan Classen; W: Voorstraat. Prijs £. 300, de helft direct. afbetaalt 1677. De koper volgt de huur van ds. Pontiaen van Hattem, alsmede de huur van Cornelis Walraven, die het huis voor de verkoop huurde voor 14 jaar volgens een overeenkomst. 1700 6 november, 25 december 1700; RA 5879 C, nr. 57 - 61: Cornelia Hubrechts van de Luister leent 1000 Carolusgulden à 4 % van Willem Aersen, te Dordrecht. Onderpanden: 50 gemeten, zijnde de erfportie van haar vader Hubrecht Lambrechtsz en haar moeder Neljen Lijnderts, en een woonhuis. Belendingen van het woonhuis: N: Jacob en Isaack van de Luister; O: de zeedijk; Z: Uersel Jans, weduwe van Aderjaen van Poperinge; W: Voorstraat. 1700 25 december; RA 5879 C, nr. 72 - 75: Pieter Abrahamse en Roeckus Arentsen Steijn lenen van Willem Aertsen 1000 Carolusgulden à 4 %. Onderpanden: A. 50 gemeten verkregen door het overlijden van moeder van hun echtgenotes, Cornelia van de Luister, dochter van Hubrecht Lambrechtsz en Neljen Lijnders. N: Isaack van de Luister c.s.; O: -; Z: de herenweg; W: erfgenamen van Jacob van de Luister, alsmede B. circa 10 gemeten wei- en zaailand, N: de genoemde erfgenamen van Jacob van de Luister; O: -; Z: dorpsland en de erfgenamen reeds genoemd; W: erfgenamen van de Vrouwe van Baerlandt; alsmede C. een woonhuis, N: Jacob en Isaack van de Luister; O: zeedijk; Z: Uersel Jans; W: Voorstraat. De lening in tien termijnen van 100 gulden af te lossen. Afgelost in 1726. 1726 5 juni; RA 5879 D, nr. 329, ook RA 5885 D: Cornelis Mol (een derde voor zichzelf en twee derde voor zijn zwagers Cornelis Pietersen van Bostelen en Abram Pietersen van Bostelen) verkoopt aan ds. Joachim Bierman een huis met erf gelegen, N: François de Klerck; O: de zeedijk; Z: Jan van Popering; W: de Voorstraat. Prijs: 500 gulden van 40 groten Vlaams 't stuk. 1735 16 mei; RA 5885 E, nr. 12: Schuldbekentenis van ds. Joachim Bierman: £. 63-6-8 à 4 % schuldig aan het weeskind van Engeltie Molenberg, weduwe van Willem van de Luyster, met name Johannis van de Luyster. Het geld was geleend van de overleden Ary Molenberg. Onderpand: het huis waarin hij woont. Voldaan 6 juni 1743. 1749 7 augustus; RA 5885 E, nr. 77: Nicolaas Goethart, namens Ludovica de Witt, weduwe van ds. Joachim Bierman, in leven predikant te Sint Philipsland, verkoopt aan Maria Blaubeens, weduwe van Gaudens van Vrijberghe, een huis met erf gelegen naast N: Cornelis de Bakker; O: de zeedijk; Z: Rochus Steyn. Prijs: £. 100. 1768 21 april; RA 5887, nr. 69: Resolutie van de Weeskamer. Rekest van Koenraad de Koning te Rotterdam en Gerrit ten Hage, burgemeester van Tholen. Tot de boedel van wijlen Maria Blaubeen, weduwe van Gaudens van Vrijberge, behoren twee hofsteden te Oud-Vossemeer en een huis en erf te Sint Philipsland, die men in het openbaar wil verkopen. Het verzoek daartoe wordt toegestaan. 1768 21 april; RA 5881, nr. 75 en 77: Verkoop door de erven van Maria Blaubeen, weduwe van Gaudens van Vrijberghe, van een huis naast Rochus Steyn en Jan van Oostende. Het huis wordt op 22 juli 1768 geleverd aan de combinatie Marinus Faasse, Paulus Geense en Leendert Dorst. Prijs: £. 81 (zie ook RA 5887, nr. 69). 1768 22 juli; RA 5882, nr. 78: Schuldbekentenis van Marinus Faasse Szn, Paulus Geense en Leendert Dorst: £. 54 à 4 % geleend van Gerrit ten Hage, burgemeester van de stad Tholen, namens Quirinius Karel Pijl Vrijberghe etc. Onderpand het gekochte huis. 1774 5 april; RA 5881, nr. 104: Leendert Dorst, Paulus Geense en Marinus Faasse S.zn. verkopen aan Marinus de Valk de helft van een huis en erf, zuidzijde, gelegen tussen de noordelijke, andere helft van dit huis en het huis van Rochus Steyn. Prijs £. 42 contant. 1779 6 maart; RA 5882, nr. 147: Schuldbekentenis van Marinus de Valk: £. 20 à 4 % geleend van Paulus Geense. Onderpand: huis en erf naast Rochus Steyn en Christiaan van der Vlied. Afgelost: 27 oktober 1786. 1786 27 oktober; RA 5881, nr. 34: Marinus de Valk verkoopt aan Jeremias Daene een huis en erf, gelegen naast Rochus Steyn en Jan van der Vliedt. Prijs £. 80. 1786 27 oktober; RA 5882, nr. 35: Schuldbekentenis van Jeremias Daene: £. 30 à 4 % geleend van Marinus de Valk. Onderpand is zijn heden gekocht huis tussen Rochus Steyn en Jan van der Vlied. Voldaan 1 februari 1800, doorgehaald 18 juni 1801. 1786 4 december; RA 5882, nr. 36: Schuldbekentenis van Jeremias Daene: £. 30-18-4 à 4 % als 2e hypotheek geleend van zijn schoonvader Huybrecht Voshol. Onderpand is zijn heden gekochte huis. Voldaan 21 juni 1791, doorgehaald 21 september 1791. 1787 6 juli; RA 5879 B: Eiser: Abraham Koole, koopman in houtwaren te Zierikzee; gedaagde: Jeremias Daene, timmerman; wegens: geleverd hout in 1786 voor 565 gulden. Eis toegestaan. 1790 22 maart; RA 5882, nr. 84: Schuldbekentenis van Jeremias Daene: £. 100 à 4 % geleend van Dirck van der Beek, Steenbergen. Onderpand: huis waarop twee hypotheken rusten. Doorgehaald 18 juni 1801. 1801 18 juni; RA 5881, nr. 26: Jeremias Daene verkoopt aan Johannes van Dijke een huis, schuur en erf. N: Christiaan en Gerard van der Vliedt; O: 't bos; Z: Johannes van Dijke; W: de straat. Prijs £. 100 contant. 1801 18 juni ; RA 5882, nr. 27: Schuldbekentenis van Jeremias Daene, timmerman/metselaar; hij is £. 50 à 4 % schuldig aan Dirck van der Beek, Steenbergen, wegens leveranties. Onderpand: zijn persoon en goederen. 1804 14 mei; RA 5881, nr. 14, 16: Johannes van Dijke verkoopt aan Jan Jacob de Gruson een huis en erf gelegen tussen Christiaan van der Vliedt en Marinus Marzn. Reyngoud. Prijs £. 116-3-4. De verkoop vond plaats ten huize van Pieter van Dijke (Voorstraat 8), die namens de Diaconie had geboden. 1804 14 mei ; RA 5882, nr. 15: Schuldbekentenis van Jan Jacob de Gruson: £. 50 à 5 % geleend van Johannes van Dijke voor restant koopsom. Onderpand is het verkochte huis naast Christiaan van der Vliet en Marinus Marzn. Reyngoud. Voldaan en doorgehaald 28 november 1804. 1804 28 november; RA 5881, nr. 9: Cornelis Bogers, als lasthebber van Jan Jacob de Gruson verkoopt aan Engel Pieterse Beekman een huis en erf, gelegen naast Christiaan van der Vliet en Marinus Reyngoud M.zn. Prijs £. 145 contant. 1825 6 mei; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2896 (60): Testament van Klaasje Walgaart, weduwe van Engel Beekman Pzn., winkelierster, wonende Voorstraat nr. 17, waarbij zij haar twee woningen aan haar zoons toewijst. Woning nr. 17, tussen de huizen van Cornelis Geense en Andries van der Vliet, getaxeerd op ƒ. 700, is bestemd voor Marinus Beekman. Voorstraat oostzijde 17. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1818 15 1832 288 - 289 1992 17 roeden 22 cijns ¦. 1,10 Inleiding: Voor de geschiedenis van dit perceel tot 1799 wordt verwezen naar het huis ernaast, nummer 15. De afsplitsing vond plaats op het eind van de 18e eeuw. Wellicht was Pieter Steenpoorte de eerste eigenaar. In 1799 verkochten diens erfgenamen de woning aan Johannes van Dijke. Van de eerste helft van de 19de eeuw af tot 1970 werd het huis onafgebroken bewoond door leden van de familie Faasse. Cijnsplichtigen: periode 1815 - 1817 1818 - 1831 1832 - 1833 Bevolkingsregisters: A 16 1813 - 1837 Samenvatting eigenaars : periode - 1799 1799 - 1803 1803 - 1825 1825 - 1832 cijnsplichtige Marinus Ryngoud erfgenamen Marinus Ryngoud Andries van der Vliet Andries van der Vliet (arbeider) eigenaars Pieter Steenpoorte Johannes van Dijke Marinus Reyngoud, later zijn erfgenamen Andries van der Vliet, gehuwd met Janna Reyngoud Transacties enz: 1799 29 oktober; RA 5881, nr. 118: de erven Pieter Steenpoorte (ovl. 10 mei 1799) verkopen aan Johannes van Dijke huis en erf gelegen naast Jeremias Daene en Marinus Steyn. Prijs £. 147. 1803 4 oktober; RA 5881, nr. 11: Johannes van Dijke verkoopt aan Marinus Reyngoud een huis en erf gelegen naast Marinus Steyn en J.J. de Gruson. Prijs £. 166-13-4 contant. 1829 7 maart; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2848 (2505): Schuldbekentenis van Andries van der Vliet, gehuwd met Janna Reyngoud, aan Dingeman van der Wiele, broodbakker te Stavenisse. Geleend wordt ƒ. 300 tegen 5 %. Onderpand is het woonhuis, de schuur en het erf aan de Voorstraat, oostzijde, nummer 16, tussen de huizen van de erfgenamen van Marinus Steyn (ovl.) en de weduwe van Engel Beekman. De helft van dit huis werd op 27 april 1825 gekocht van Marinus Reyngoudt andere helft werd geërfd van de ouders Marinus Reyngoud en Elena van As. Voorstraat oostzijde 19. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1691 10 1779 13 12 1818 14 13 1832 290-291 292 1992 19 roeden 128 29 3 31,5 4,5 cijns £. 1-1-4 " 0-5-10 " 0-0-6 Inleiding: In de cijnsadministratie had het perceel, waarop het pand Voorstraat 19 staat, oorspronkelijk het nummer 10. Door de bouw van huizen werd dit nummer in de loop der tijd opgesplitst in de nummers 19 tot en met 25. Voorstraat 19 is een samenvoeging van twee van deze percelen. Het grootste van de twee ontstond in 1706, het kleinste in 1774. Op de kaart van 1779 zijn deze twee percelen genummerd als 13 en 12; op de kaart van 1818 zijn ze aangeduid als 14 en 13 en op de kadastrale kaart dragen ze de nummers 290/291 en 292. Hierboven is getracht deze splitsing weer te geven. Het noordelijke deel bleef woonhuis, in het zuidelijke deel vestigde Cornelis de Ruyter (1815 - 1883), die aanvankelijk schipper was, een herberg. Op de plaats van de woning en van de vroegere herberg annex woning, die door een slop van elkaar waren gescheiden, werd de kerk van de Gereformeerde Gemeente gebouwd (in gebruik genomen in 1939). De hieronder vermelde gegevens hebben betrekking op het grootste perceel van de twee, tenzij het andere nummer wordt vermeld. De voorgeschiedenis van beide delen wordt beschreven bij Voorstraat 23. Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1706 - 1714 Pieter Janse (van der Loo) 1730 - 1732 Pieter Janse 1733 Paulus van der Loo en Van Poperinge 13/14 1779 - 1813 Rochus Steyn 1814 - 1833 Marinus Steyn 12/13 1779 - 1813 Marinus Faasse J.zn. 1814 - 1833 Pieter Mol Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750 Rocus Steyn, Geertje Meyer 1758 Rocus Steyn, Maatje Wale Bevolkingsregisters: A 15 1813 - 1825 Marinus Steyn (arbeider) 1826 - 1837 Johannes Steyn (arbeider) A14 1813 - 1837 Pieter Mol (arbeider) Samenvatting eigenaars : periode eigenaars 1706 - 1712 Uersel Jans, weduwe van Adriaan van Poperinge 1713 - 1744 Jan van Poperinge, later zijn weduwe 1744 - 1748 Diaconie 13/14 1748 Rochus Steyn - 1823 Marinus Steyn 1823 - 1832 Johannes Steyn 12/13 1774 1776 Jan Faasse J.zn. 1776 - 1799 Marinus Faasse J.zn. 1799 Jeremias Dorst L.zn., later zijn erfgenamen - 1832 Pieter Mol Transacties enz: 1706 10 maart; RA 5879 C nr. 146 - 149: Anijrsel (=Uersel) Jans, weduwe van Adrijaan van Poperinge, verkoopt aan Pieter Janssen van de Loo het woonhuis, schuur en erf waar de verkoopster zelf woont. N: Gabreel Mouwe; O: dijk; Z: Pieter Meijiers; W: Voorstraat. Prijs is 350 Carolusgulden, in termijnen te betalen. Koper is gehouden de rij bomen tussen de schuur en het huis waarin schout De Klerck woont open te laten om aldaar verkoper te laten bouwen. De koper is verplicht het 'sickreet' op het erf weg te nemen ten gebruike van dat erf door de verkoper. Huur moet gestand worden gedaan. Met verkoopvoorwaarden d.d. 20 januari 1706. 1712 30 maart; RA 5879 C nr. 185-187: De erfgenamen van Uersel Jans, weduwe van Adriaan van Poperinck, verkopen aan Johan van Poperinck het woonhuis en erf N: huis bewoond door de schout; O: zeedijk; Z: weduwe van Pieter Jansen; W: Voorstraat. Prijs £. 94, in termijnen te betalen. Met verkoopvoorwaarden d.d. 17 februari 1712. 1712 1 april; RA 5879 C nr. 45: Johan van Poperinck verleent hypotheek op zijn huis aan Cornelis Wale, dijkgraaf. N: huis waarin schout De Klerck woont; O: zeedijk; Z: weduwe van Pieter Jansen; W: Voorstraat. Bedrag £. 8-10-0 voor één jaar tegen 5 %. Afbetaald in 1745; met originele uitgegane akte. 1732 10 september; RA 5886 B, nr. 9: Inventaris van de boedel van Sara Noorthoeck, overgebracht door de weduwnaar Johannis van Poperinge op 10 september 1732 ten behoeve van het weeskind Wouter van Poperinge (4 jaar). - huis te Sint Philipsland, getaxeerd op £. 50. - in de keuken o.a. twee schilderijen. - in het voorhuis schoenmakersgereedschappen zoals leesten, werkstoel en leer, getaxeerd op £. 4-3-4. in het achterhuis o.a. een scheerbekken. Batig saldo £. 43-11-7. 1744 22 februari; RA 5885 E nr. 52: Neeltie Jaght, weduwe en boedelhoudster van Jan van Poperinge verkoopt aan de Diaconie een huis met erf gelegen tussen de weduwe van predikant Bierman en Poulus van de Loo. Prijs 350 Carolusgulden. 1746 - 1748; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland; Diaconierekening; Rokus Steyn koopt een huis van de Diaconie voor 200 gulden kontant en 100 gulden in drie jaar af te betalen, met 5 % rente. 1748 5 april; RA 5885 E nr. 68: Leendert Nelisse en Gabriël Steyn, namens de kerkeraad, verkopen aan Rochus Steyn een huis met erf gelegen naast het huis waarin ds. Pijl woont. O: de dijk; Z: Paulus van de Loo; W: de straat. Prijs 300 Carolusgulden. -o-o-o- 1774 In dit jaar werd opnieuw een deel van het oorspronkelijke perceel afgesplitst. 1774 5 april; RA 5881, nr. 103: Jan de Nijs verkoopt aan Jan Faasse Jzn. een derde deel in een schuur en erf, gelegen tussen het huis van Jan de Nijs en dat van Rochus Steyn, voor £. 6-13-4. 1799 6 juni; RA 5881 nr. 111: Marinus Faasse Jzn. verkoopt aan Jeremias Dorst Leend.zn. een huis en erf naast Jan Nelisse en de weduwe van Cornelis Molengraaf. Bovendien een schuur en erf naast Marinus Steyn en Johannes van Oeveren. Prijs: £ 266-13-4 contant. Voorstraat oostzijde 21. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1818 12 1832 293 - 294· 1992 21 roeden 27 cijns ƒ. 1,35 Inleiding: In 1789 verkocht Johanna van der Vliet, weduwe van Jan de Nijs, een deel van haar erf aan Johannes van Oeveren, die hierop een huis liet bouwen. Hiervoor maakte het perceel deel uit van nummer 23. Onder dat nummer is ook de voorgeschiedenis beschreven. In 1964 werd het pand ingrijpend verbouwd. Cijnsplichtigen: periode 1814 - 1833 Bevolkingsregisters: A 13 1813 - 1825 1826 - 1837 A13b cijnsplichtige Cornelia de Nijs, weduwe Johannes van Oeveren Cornelia de Nijs (arbeidster) Abraham van Oeveren J.zn. (arbeider) (achter A13 werd een huis gebouwd) 1821 - 1837 Samenvatting eigenaars : periode 1789 -1794 1794 -1821 1821 -1832 Transacties enz: Kornelis Reyngoud (arbeider), later anderen eigenaars Johannes van Oeveren Cornelia de Nijs, weduwe J. van Oeveren Jan Abraham en Adriaan van Oeveren 1789 23 november; RA 5881, nr. 77: Johanna van der Vliedt, weduwe van Jan de Nijs, verkoopt aan Johannes van Oeveren 34,5 roeden cijnsbare grond naast het huis en erf van de comparante en dat van Rochus Steyn. 1795 10 oktober; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: De Kerkeraad besluit 200 gulden à 4 % te lenen aan Cornelia de Nijs, weduwe van Johannes van Oeveren, met haar huis als onderpand. 1796 12 mei; RA 5882, nr. 42: Schuldbekentenis van Cornelia de Nijs, weduwe van Johannes van Oeveren: £. 33-6-8 à 4 % geleend van de Diaconie. Onderpand: huis en erf naast Cornelis van den Bosch en Marinus Steyn. Voorstraat oostzijde vanuit het zuiden 1977. Het hoge pand in het midden is het kerkgebouw van de Gereformeerde Gemeente (bouwjaar 1939) Naast het hoekpand staat het hotel-café De Druiventros (Voorstraat 41). Medio 2008 werd het café inpandig grondig gerenoveerd en heeft het nu de naam ‘Cafe ’t Durp’. Sindsdien wordt het geëxploiteerd door de familie M. van der Est-Reijngoudt. Voorstraat oostzijde 23. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1691 10 1779 11 1818 11 1832 295 - 296 1992 23 roeden 128 69 31,5 cijns £. 1-1-4 " 0-11-6 ƒ. 1,60 Inleiding: De huizen die thans de nummers 19, 21, 23 en 25 dragen staan allen op het erf dat in de cijnsadministratie met nummer 10 werd aangeduid. Evenals met de hiervoor beschreven huizen 11 - 17 het geval was, is ook op dit perceel het eerste huis in delen opgesplitst en verkocht. Ook is er bijgebouwd. De geschiedenis tot 1706 van het gehele perceel wordt onder dit huisnummer 23 beschreven. Van 1706 tot 1764 hebben de aantekeningen betrekking op de nummers 25, 23, 21 en een deel van 19. De laatste eigenaar van het gehele perceel was Adriaen van Poperinge. Zijn weduwe Uersel Jans verkocht in 1706 het huis en het grootste deel van het erf aan Pieter Janse van der Loo en zij liet daarna een huisje bouwen op het erf aan de noordzijde (zie verder Voorstraat 19). Na het overlijden van Paulus van der Loo kwam het huis en erf in 1764 in bezit van één van de schuldeisers, namelijk dr. Michiel Ruyte te Zierikzee. Deze verkocht het direct daarna door aan Jan de Nijs. In 1778 werd aan Jan van der Vlied een kamer van het huis met het erf erachter verkocht (zie verder Voorstraat 25). In 1789 werd opnieuw gesplitst. Johannes van Oeveren kocht 34,5 roeden cijnsbare grond (zie verder Voorstraat 21). De weduwe van Jan de Nijs, Johanna van der Vliet, hertrouwde in 1791 met Cornelis van den Bos. Na haar overlijden in 1806 werd het huis twee jaar later door de erfgenamen verkocht aan Pieter Beekman. Kohieren huisschatting 1674 - 1696: periode belastingplichtige belasting 1674 - 1678 Jan Classen £. 0-8-4 (huis en schuur) 1679 Josijnien Jan Clasens 1680 - 1688 Reijnier Anthonissen 1689 - 1690 Adriaen Poperinge 1696 de weduwe van Poperinge 2 haardsteden Kohier bewoners 1681: Josijnien Jan Classen (aantal personen boven 8 jaar: 2) Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1691 - 1698 Reynier Anthonisse 1699 - 1705 weduwe Reynier Anthonisse 1706 - 1714 Pieter Janse 1730 - 1732 Pieter Janse 1733 Paulus van der Loo en Van Poperinge 1779 - 1785 Jan de Nijs 1786 - 1808 weduwe Jan de Nijs 1809 - 1831 Pieter Beekman 1832 - 1833 Willem van 't Veer Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750 Johannes Pieterse van de Loo, Hendrina Reinders, Paulus van de Loo 1758 Jan de Jonge, Wilhelmina van de Loo, Anthony Noordhoek, Cornelia van Straten Bevolkingsregisters: A 12 1813 - 1837 Pieter Beekman (arbeider) Samenvatting eigenaars : periode eigenaars - 1681 Jan Clasz 1681 - 1689 Reynier Antonisse (Harthoorn) 1689 - 1706 Adriaen van Poperinge, later zijn weduwe 1706 - 1730 Pieter Janse van de Loo, later zijn erfgenamen 1730 - 1764 Paulus van de Loo, later diens erfgenamen 1764 dr. Michiel Ruyte 1764 - 1789 Jan de Nijs 1789 - 1796 Johanna van der Vliet, weduwe de Nijs, later haar erfgenamen 1796 - 1808 Cornelis van de Bos 1808 - 1832 Pieter Beekman Transacties enz: 1669 17 oktober; RA 5879 C, nr. 39: Jan Clasz verleent hypotheek op zijn huis en schuren aan de Oostzijde van de straat aan Jacob Faes, rentmeester. N: -; O: -; Z: ds. Bolle; W: -. Het bedrag is £. 54 en het is bestemd voor het verrekenen van tiendenhuur, dijketting en cijnzen van zijn huis tot 1669. 1679 18 november; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: De keuken van Josijntien Jan Claas gehuurd voor school. 1681 27 februari; RA 5879 C nr. 102-104: Rentmeester Marinus van 't Rosevelt, als executeur in de boedel van wijlen rentmeester Jacob Faes, verkoopt met toestemming van Josijntjen, weduwe van Jan Classen en huidige bewoonster en eigenaresse, aan Reijnier Antonissen het huis en erf aan de noordzijde van het dorp, tussen de huizen van Jasper Gilles en Cornelis Walraven. Prijs £. 48; met de voorwaarden. Ingezet op 3 juli 1680 door de koper voor £. 40. Op 26 september 1680 verkocht voor £. 48. 1684 februari; RA 5879 C nr. 131: Reinier Antonissen verleent hypotheek op zijn huis aan Lambrecht van de Moer, brouwer, Sint Annaland. N: Schouts huis; O: dijk; Z: Jasper Gellesen; W: Voorstraat. Het bedrag is £. 25 tegen 6 %. 1685 november/december; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland; De kamer van Reinier Anthonissen gehuurd voor school voor acht gulden. 1689 7 juli; RA 5879 C nr. 167: Johannes van de Luister verkoopt namens zijn schoonvader Reijnier Antonissen aan Heijnderijck van de Moer het woonhuis, N: Schouts huis; O: zeedijk; Z: Job Jacobsen; W: Voorstraat. Prijs is 300 Carolusgulden; 275 gulden direct, de rest in mei 1689. Het huis is verhuurd tot mei 1689 aan Jan Jasper. 1689 26 juli; RA 5879 C nr. 201: Heijnderick van der Moer, brouwer te Sint Annaland, verkoopt namens zijn moeder aan Aderjaen van Poperinge het woonhuis, gekocht van Reinier Antonissen. N: Schoutshuis; O: de zeedijk; Z: Job Jacobs; W: Voorstraat. Prijs 300 Carolusgulden, 200 direct, de rest in termijnen. Afbetaald 1696. 1695 2 augustus; RA 5879 C nr. 259: Overeenkomst tussen Aderjaen van Poperinge (schoenmaker) en Cornelis van de Moer namens diens moeder, betreffende de wederzijdse schulden, waarbij de eerste belooft £. 25 uit te betalen aan de tweede, te betalen met £. 3 per jaar indien mogelijk, anders minder. Van Poperinge verbindt zijn woonhuis N: de weduwe van Cornelis Walraven; O: de zeedijk; Z: Job Jacobs; W: de Voorstraat. Op 28 mei 1696 toont Uersel Jans, de weduwe van Aderjaen Poperinge, de kwitantie van volledige betaling. 1696 28 december; RA 5879 C, nr. 291, 292: Overeenkomst tussen Uersel Jans en weesmannen namens de wezen die zijn verwekt bij haar door Aderjaen Pieter van Poperinge, zijnde Roeckus, Lena, Jacobus en Marij. 1706 10 maart; RA 5879 C nr. 146 - 149: Anijrsel (=Uersel) Jans, weduwe van Adrijaan van Poperinge, verkoopt aan Pieter Janssen van de Loo het woonhuis, schuur en erf waar de verkoopster zelf woont. N: Gabreel Mouwe; O: dijk; Z: Pieter Meijers; W: Voorstraat. Prijs is 350 Carolusgulden, in termijnen te betalen. Koper is gehouden de rij bomen tussen de schuur en het huis waarin schout De Klerck woont open te laten om aldaar verkoper te laten bouwen. De koper is verplicht het 'sickreet' op het erf weg te nemen ten gebruike van dat erf door de verkoper. Huur moet gestand worden gedaan. Met verkoopvoorwaarden d.d. 20 januari 1706. 1730 26 april; RA 5880 nr. 11: Jan Pieter, Marijnis, Cornelis en Janis van de Loo, erven van Krijntie de Bel dragen over aan Poulis van de Loo (lid van de familie) een huis. Er wordt een hypotheek genomen van £. 50 t.g.v. Jan de Cok, Zierikzee. 1730 26 april; RA 5882 nr. 45: Paulus van de Loo verklaart schuldig te zijn aan Jan de Cok, te Zierikzee, £. 50 voor een huis dat comparant van zijn broeders overgenomen heeft. Rente 5 %, m.i.v. 3 december 1730. N: Jan van Poperingen; O: de dijk; Z: Cornelis van de Loo; W: de Voorstraat. Afgelost: 1764 door Cornelis van der Lecq namens Michiel Ruyte. 1756 28 januari; RA 5879 B, gerechtsrol, nr. geen: Eiser: Michiel Ruyte, gehuwd met Johanna de Kok, Gedaagde: Paulus van der Loo. Eis is £. 45-6-8 (het restant van £. 50) wegens de schepenschuldbrief van 26 april 1750 en £. 6-16-0 wegens drie jaar rente à 5 %, samen £. 52-2-8 onder verband van zijn huis. Gedaagde geeft machtiging tot publieke verkoop. 1756 RA 5885 E, nr. 134: Boedelinventaris van Paulus van der Loo, overleden 11 september 1756. O.a. een huis, laatst door hem bewoont. 1764 29 augustus; RA 5884, nr. 43: Besluit van de kerkeraad van Sint Philipsland namens de Diaconie als erfgenaam van de door hen gealimenteerde Paulus van der Loo om in te stemmen met het transport van het door hem nagelaten huis aan de oostzijde van het dorp, staande tussen de huizen van Willem van Nuffelen en Rokus Steyn ten behoeve van dhr. Ruyte, med.doctor te Zierikzee. 1764 28 november; RA 5881, nr. 44: Predikant C.E. Heggers, gevolmachtigde van de kerkeraad, verkoopt een huis, schuur en erf aan Cornelis van der Lecq t.b.v. Michiel Ruyte. N: Rochus Steyn; Z: Willem van Nuffelen. Prijs: £. 45-16-8. 1764 28 november; RA 5881, nr. 46: Cornelis van der Lecq, namens Michiel Ruyte, verkoopt aan Jan de Nijs een huis, schuur en erf. N: Rochus Steyn; Z: Willem van Nuffelen. Prijs: £. 50, te betalen met £. 6 jaarlijks m.i.v. 1 mei 1765. Afgelost: 1789. 1765 6 oktober; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: Het huis (van P. van der Loo) wegens bewezen recht geleverd aan secretaris Van der Lek. 1765 21 oktober; RA 5887, nr. 55: Akte van Schout, Burgemeester en Schepenen namens de Weeskamer. Jan de Nijs, weduwnaar van Martina van Merres, geeft de geringheid van de boedel te kennen. Daarom wordt toegestaan dat Jan de Nijs de goederen zal behouden. Hij belooft zijn minderjarig kind Cornelia (10 jr.) te onderhouden tot haar meerderjarigheid. Hij zal haar laten leren naar haar staat en gelegenheid. In plaats van de legitieme portie ontvangt zij bij haar meerderjarigheid 10 schellingen en 6 groten. 1772 6 juni; RA 5882, nr. 94: Schuldbekentenis van Jan de Nijs: £. 20 à 5% geleend van Cornelis van der Lecq. Onderpand: huis en erf naast Rochus Steyn en Willem van Nuffelen. 1774 5 april; RA 5881, nr. 103: Jan de Nijs verkoopt aan Jan Faasse Jzn. 1/3 deel in een schuur en erf, gelegen tussen het huis van Jan de Nijs en dat van Rochus Steyn, voor £. 6-13-4. 1778 29 juni; RA 5881, nr. 144: Jan de Nijs verkoopt aan Jan van der Vlied een kamer met het erf daarachter, lopende tot aan de watergang en aan het huis van de verkoper, voor £. 24. 1789 23 november; RA 5881, nr. 77: Johanna van der Vliedt, weduwe van Jan de Nijs, verkoopt aan Johannes van Oeveren 34,5 roeden cijnsbare grond naast het huis en erf van de verkoopster en dat van Rochus Steyn. 1791 30 april; RA 5887, nr. 89: Resolutie van de Weeskamer: gelet op de geringheid van de boedel van Johanna van der Vlied, weduwe van Jan de Nijs, wordt overeengekomen dat zij haar kinderen Jannetie, Jan, Christina, Johanna, Cornelis en Johannes de Nijs tot hun 18e jaar zal onderhouden, hun een beroep of ambacht zal laten leren en bij hun bereikte meerderjarigheid een Zeeuwse rijksdaalder zal uitkeren. 1806 12 mei; RA 5885, nr. 9: Uittreksel uit de verkoopakte van onroerende goederen tbv. Cornelis van den Bos. 1808 11 januari; RA 5881, nr. 21: Cornelis van den Bos, weduwnaar van Johanna van der Vliet, en Jan Jr., Christiaan en Cornelis de Nijs, Jacob Kaan (gehuwd met Jannetje de Nijs) en Adriaan Noorddijke (gehuwd met Johanna de Nijs), allen erfgenamen van hun moeder Johanna van der Vliet (eerder weduwe van Jan de Nijs), verkopen aan Pieter Beekman een huis en cijnsbaar erf, plaatselijk gemerkt letter A nr. 12, voor ƒ. 490.-. De Voorstraat rond 1930. In het eerste pand rechts woonde sinds 1927 C. van den Berg. Hij verkocht drogisterijartikelen en scheepsbenodigheden, zijn vrouw A. van den Berg-Verwijs de afdeling manufacturen. Van rechts naar links waren het de huidige panden 25, 23, 21 enz. In 1978 werd het eerste pand rechts onbewoonbaar verklaard en afgebroken. Op deze plaats werd een geheel nieuwe woning gebouwd. Voorstraat oostzijde 25. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1779 10 1818 10 1832 297 - 298 1992 25 roeden 35 33,5 cijns £. 0-5-10 ¦. 1,70 Inleiding: Dit huis Voorstraat 25 ontstond in 1778 toen Jan de Nijs een kamer van het huis met het erf erachter aan Jan van der Vliet verkocht (zie Voorstraat 23). In de 20ste eeuw werd hier een drogisterij annex manufacturenzaak gevestigd. In 1968 werd de woning onbewoonbaar verklaard. In 1978/1979 werd het pand door de Gemeente aangekocht, afgebroken en herbouwd. Daarna werd het verkocht. Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1779 1832 Jan van der Vliet (senior) 1833 diens erfgenamen Bevolkingsregisters: A 11 1813 - 1837 Jan van der Vliet (arbeider), later zijn weduwe Samenvatting eigenaars : periode eigenaars 1778 - 1826 Jan van der Vliet 1826 - 1832 Maatje Steenpoorte, weduwe van der Vliet Transacties enz: 1778 29 juni; RA 5881, nr. 144: Jan de Nijs verkoopt aan Jan van der Vlied een kamer en erf tot aan de watergang en aan verkopers huis, voor £. 24. 1778 29 juni; RA 5882, nr. 145: Schuldbekentenis van Jan van der Vlied: £. 24 à 4 % geleend van Jacob Hart. Onderpand: een kamer en erf, heden aan Jan de Nijs overgedragen. Afgelost 23 november 1789. Voorstraat oostzijde 27. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1691 9 1779 9 1818 9 1832 299 - 300 1992 27 roeden 27 26 29,5 cijns £. 0-4-6 " 0-4-4 ¦. 1,50 Inleiding: De oudst bekende transactie dateert uit 1654; dit betreft de verkoop namens de ambachtsheren. In 1709 werd het huis door de erven van Leunjen Lambrechtsz, weduwe van Job Jacobs, verkocht aan ds. Van der Cruyssen. Diens weduwe verkocht het twee jaar later aan Jacob Noens. In 1715 bleek het echter in bezit te zijn van Adriaan Priem, die het huis verkocht aan Cornelis Pieterse van de Loo, die waarschijnlijk al bewoner was. Uit zijn boedel werd het huis in 1737 verkocht aan Pieter Stoop, die het drie jaar later doorverkocht aan Willem van Nuffelen. Dit is tevens de laatst bekende transactie betreffende dit huis in de onderzochte periode. Kohieren huisschatting 1674 - 1696: periode belastingplichtige belasting 1674 Jasper de bode memorie 1696 niet genoemd Kohier bewoners 1681: Jaspar Gillese (aantal personen boven 8 jaar: 2) Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1691 - 1698 Jaspar Gillesse 1699 - 1701 Job Jacobsen 1702 weduwe Job Jacobsen 1703 - 1704 Leeuntie Jobts 1705 - 1712 Pieter Meijer 1713 - 1714 Adriaan Priem 1730 - 1733 Corn. (Pieterse) van der Loo 1779 - 1808 Willem van Nuffelen 1809 - 1817 Jan Verhage 1818 - 1833 Jannetje van Uffelen, wed. Jan Verhage Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750 Kaatje Waele 1758 niet genoemd Bevolkingsregisters: A 10 1813 - 1837 Jannetje van Uffelen, weduwe Verhage (arbeidster) Samenvatting eigenaars : periode eigenaars - 1654 erfgenamen van Gerard van der Nisse en de Heer van Dirksland 1654 - 1698 Jaspar Gillese 1699 - 1704 Job Jacobsen, later zijn weduwe en erfgenamen 1704 - 1709 Pieter Meijer, gehuwd met Leuntje Lambregtsen, weduwe van Job Jacobse 1709 - 1711 ds. Johannes van der Kruijssen, later zijn weduwe 1711 Jacob Noens - 1715 Adriaen Priem 1715 - 1737 Cornelis Pieterse van de Loo 1737 - 1740 Pieter Stoop 1740 - 1789 Willem van Nuffelen 1789 Jan Verhage - 1832 Jannetje van Nuffelen, weduwe J. Verhage Transacties enz: 1654 20 november; RA 5879 A, nr. 22: Aelbrecht Lambrechtsen, secretaris, verkoopt namens de erven Geeraert van der Nisse en de Heer van Dirksland aan Jasper Gillesen een woonhuis op ambachtsherengrond voor £. 75, te betalen in termijnen. N: Jan Classen; O: sluiswatergang; Z: Cornelis Adrijaensen t'Scravenmoer; W: Voorstraat. 1694 RA 5879 C, nr. 242, 243: Job Jacobs en Leunjen Lambr. ter eenre zijde en weesmannen ter andere zijde voor de wezen van beide comparanten: Frans Jobsen en Lijsbeth Jobts, gewonnen bij Janneken Jaspers en Geertje, Lambrecht en Cornelis Jansen van den Berg, gewonnen bij Jan Geertsen van den Berg (ovl.), maken een accoord. Voorwaarden o.a. : het huis van Job Jacobs zal altijd blijven tot profijt van de langstlevende. 1702 28 december; 5879 C, nr. 83: Leunjen Lambrechtsz, weduwe van Job Jacobs, verklaart dat het huis waarin zij woont en dat de langstlevende mocht blijven bewonen, vrij is van cijns en huisschatting tot heden, zij weet echter niet of dit op de paaibrief die van het huis gemaakt is, aangetekend is. 1708 19 december; 14 mei 1716; RA 5879 C, nr. 245: Overeenkomst tussen de weduwe van Cornelis van den Bergh wegens de erfenis van haar overleden man met Lambrecht van den Bergh en Simon Pieterse Nodde, namens diens dochter Joanna Nodde ? 1709 10 april; RA 5879 C, nrs. 169 - 171: Lambrecht van den Bergh, Cornelis van den Bergh, Jasper Jobsen, Jan Meertens, Aderjaen van Dicke, alsmede de weeskamer namens de wezen van Simon Nodde en Frans Jobsen, als erfgenamen van Leeuntie Lambreghtse, verkopen aan Johan van der Cruijssen, predikant, een woonhuis. N: Pieter Jansen; O: de zeedijk; Z: Bruintie's huis; W: de straat. Prijs £. 42-5-0 contant; met verkoopvoorwaarden d.d. 29 januari 1709. Met verklaring van het ontvangen bedrag t.b.v. Frans Jobsen: "wegens het vercoopen van een huijsken van sijn vader saliger sijn een vierde part van de elff, van het verkoghte huijs dat verkoght is voor de somma van £. 42-5-0 op 10 april 1709." Met bijgevoegde verklaring van Adriaen van Dijcke als borg voor Jasper Jobse van Dijcke voor £. 5-5-0. 16 december 1733. Het bedrag van £. 5-0-4,5 werd getransporteerd door Johanna Engels, weduwe van de secretaris De Klerck, aan Arij Meulenbergh op 15 juli 1718. Op 29 januari 1734 werd het uitbetaald aan Jasper Jobse. 1711 8 april; RA 5879 C, nr. 263 - 267: Margarijta Dibbets, wed. van Johan van der Cruijssen, predikant, verkoopt aan Jacob Noens een woonhuis en erf, N: weduwe van Pieter Janse; O: zeedijk; Z: Josintie de Bruijne; W: Voorstraat. Prijs: £. 35; £. 16-13-4 contant, de rest in termijnen. Met verkoopvoorwaarden d.d. 17 november 1710. Verkocht op 1 december 1710. 1715 29 mei; RA 5879 C: Adriaan Priem verkoopt aan Cornelis Pieterse van Loo een woonhuis en erf. N: de weduwe van Pieter Jansen; O: zeedijk; Z: Cornelis van Atte; W: Voorstraat. Prijs £. 33-10-6. £. 16-13-0 contant, de rest in termijnen. Met verkoopvoorwaarden d.d. 26 maart 1715. 1718 26 januari; RA 5885 D: Adrijaen Priem verkoopt aan Marijnis Meyer een huis of paaibrief ten laste van Cornelis Pietersen van Loo, nog inhoudend £. 16-17-2. Prijs £. 7. 1737 8 april; RA 5885 E, nr. 17 en 37; Adriaan van der Schoor, als sequestor in de verlaten boedel van Cornelis van de Loo, verkoopt aan Pieter Stoop een huis met erf gelegen naast Paulus van de Loo en een Armhuis. Prijs £. 28. 1740 27 april; RA 5885 E, nr. 40: Abraham Boogaert als lasthebber van Pieter Stoop verkoopt aan Willem van Nuffelen een huis met erf gelegen naast (Z) Jan Goeree en (N) Paulus van der Loo. Prijs £. 25. 1757 ? Losse aantekeningen bij verkoop huis Johannes Fokkee: "den 8 april 1737 Pieter Stoop is eijgenaar geweest van een huysje is toen aangekomen Izak Steyn en nu Willem van Nuffelen. Deese man is dood en zijn goed aan de armen". 1765 21 oktober; RA 5887, nr. 51: Akte van Schout, Burgemeester en Schepenen namens de Weeskamer. Willem van Nuffelen, weduwnaar van Catharina Waele, geeft de geringheid van de boedel te kennen. De lasten zijn ruim zoveel als de baten. Daarom wordt toegestaan dat hij de goederen zal behouden. Hij belooft zijn minderjarige kinderen Frans (17 jaar), Gerard (14 jaar) en Jannetie (8 jaar) te onderhouden tot hun meerderjarigheid. Hij moet hen een ambacht of beroep laten leren naar hun staat of gelegenheid. In plaats van hun legitieme portie ontvangen zij bij hun meerderjarigheid 5 schellingen. r Voorstraat oostzijde 29. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: nummer roeden 1691 8 1779 8 1818 8 1832 301 - 302 1992 29 Jaar cijns 24,5 26 25,5 £. 0-4-1 " 0-4-4 ¦. 1,30 inleiding: De eerste eigenaar/bewoner was Cornelis Adriaens Schravenmoer. Hij verkocht het huis echter al in 1657 door. Het huisje was eigendom geweest van de Heer van Dirksland, één van de ambachtsheren van Sint Philipsland, die het als Armhuis beschikbaar stelde. Vermoedelijk door deze bestemming - het werd bewoond door Dingenis de Bruyne, die ondersteuning ontving - kwam het aan de Diaconie. De eerstvolgende gevonden transactie vond plaats in 1739 toen de armmeester Jan Mol het huis verkocht aan timmerman Jan Goeree. In de tussenliggende tijd is Dingenis de Bruyne en later zijn weduwe, bewoner en cijnsplichtige geweest. In 1742 werd Adriaen Boey eigenaar. Na het overlijden van zijn vrouw in 1752 ging de Diaconie zich met het huis bemoeien, vermoedelijk omdat zij ondersteuning had verleend of verleende. Janus Booij gaf de kerkeraad toestemming het huis te verkopen. Dit geschiedde in 1759. In dat jaar verkocht de Diaconie het aan Marinus Klaassen. Na diens overlijden kwam het in bezit van zijn schoonzoon Cornelis van Dijke. Deze werd later vermeld als voortvluchtig. Na het overlijden van zijn vrouw werd zijn boedel in een openbare verkoping verkocht aan de kleermaker/winkelier Hendrik Gerrit Krijgsman. In de 19de eeuw kwam het pand in gebruik als herberg. In 1941 werd het pand grondig verbouwd tot winkel en drogisterij. Aanvankelijk werd deze geëxploiteerd door C. van den Berg, vervolgens tot medio 1976 door zijn zoon P. van den Berg. Thans is het weer een woonhuis. Kohieren huisschatting 1674 - 1696: periode belastingplichtige belasting 1674 Aelijn Jans (memorie) 1696 Dingenis de Bruijne 1 haardstede Kohier bewoners 1681: Dingenis de Bruijne (aantal personen boven 8 jaar: 6) Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1691 - 1698 erven Heer van Dirksland 1699 - 1711 Dingenis de Bruijne 1712 - 1714 Diaconie 1730 - 1733 Diaconie 1779 - 1808 Marinus Klaassen (Klaessen) 1809 - 1831 Hendrik Gerrit Krijgsman 1832 - 1833 weduwe Hendrik Gerrit Krijgsman Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750 niet genoemd 1758 Jan Noordijk, Neeltje Booy Bevolkingsregisters: A9 1813 - 1837 Hendrik Gerrit Krijgsman (kleermaker, winkelier) Samenvatting eigenaars : periode eigenaar - 1657 Cornelis Adriaens Schravenmoer 1657 Cornelis Adrijansz Bertman - 1698 de erven van de Heer van Dirksland 1699 - 1711 Dingenis de Bruyne, later zijn weduwe 1712 - 1739 Diaconie 1739 - 1742 Jan Goeree 1742 - 1759 Adriaen Boey, later diens weduwe en Janus Booij 1759 - 1796 Marinus Klaassen 1796 - 1809 Cornelis van Dijke 1809 - 1832 Hendrik Gerrit Krijgsman, later zijn weduwe Transacties enz.: Drogist P. van den Berg 1657 28 maart; RA 5879 A, nr. 50: Cornelis Adrijansz Schravenmoer verkoopt aan Cornelis Adrijansz Bertman een huis op ambachtsherengrond. N: Jasper Gillesz; O: zeedijk; Z: Adrijaen Adrijaensz; W: Voorstraat. Prijs £. 70, te betalen in termijnen. 1673 29 januari; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: In verband met de slechte staat van de diaconie-kas wordt onder meer besloten het armhuisje waarin Dignus woont te verkopen wegens de dure reparaties die nodig zouden zijn. 1686 24 december; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: De kamer vam Dijngenis Bruijne gehuurd voor school voor negen gulden. 1739 22 april; RA 5885 E, nr. 34: Armmeester Jan Mol verkoopt aan Jan Goeree een huis met erf gelegen N: Pieter Stoop; O: de straat; Z: weduwe Marinus Jobsens. Prijs £. 35. 1741 -1742; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland; Diaconierekening: Jan Goeree kocht een huis van de Diaconie. 1742 9 mei; RA 5885 E, nr. 43: Jan Goeree verkoopt aan Adriaen Boey een huis met erf voor £. 35. 1751 20 oktober; 3 november; 17 november; 5879 B: Eiser: secretaris Adriaen van der Schoor; gedaagde: weduwe Adriaen Booij; wegens koopdagschuld £. 3-8-0; op 17 november 1751 toegewezen. 1759 30 maart; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: J. Booy schrijft in antwoord op een brief van de kerkeraad dat zijn huis geveild kan worden en dat de opbrengst in mindering gebracht kan worden op zijn schuld aan de Diaconie. 13 juli 1759: De kerkeraad besluit het huis niet te veilen, maar aan de Diaconie te houden. J. Noordijk, gehuwd met Neeltje Booy, mag dit blijven bewonen zolang zijn kinderen nog niet in staat zijn de kost te verdienen. 28 september 1759: Maria Booms mag tijdelijk het huisje van Booy bewonen omdat Jan Noordijk daaruit vertrokken is. 28 maart 1760: Marinus Claasse heeft het huis van Janus Booij voor £. 11-10 gekocht. 1759 RA 5881, nr. 4: Ds. Heggers verkoopt namens de Diaconie een huis aan Marinus Klaassen. O: wed. Steendijk; W: Willem van Nuffelen. Prijs: £. 11-10-0. N.B. O moet zijn Z, W moet zijn N. 1765 21 oktober; RA 5887, nr. 52: Weeskamer: Marinus Klaessen, weduwnaar van Geertie van der Sluijs, geeft de geringheid van de boedel aan. De lasten zijn ruim zoveel als de baten. Daarom wordt toegestaan dat hij de goederen zal behouden. Hij belooft zijn minderjarige kinderen Nicolaes (11 jr), Huybregt (7 jr) en Johanna (4 jr) te onderhouden tot hun meerderjarigheid. Hij zal hen een ambacht of beroep laten leren naar hun staat of gelegenheid. In plaats van de legitieme portie ontvangen zij bij hun meerderjarigheid 10 schellingen 6 groten. 1796 12 mei ; RA 5882, nr. 44: Schuldbekentenis van Cornelis van Dijke: £. 16-13-4 à 5% geleend van Jan Breukhoven. Onderpand: huis en erf. N: Jan Verhage; O: -; Z: Johannes van den Bos; W: de Voorstraat, welk huis hij verkreeg krachtens contract d.d. 2 februari 1790, aangegaan met zijn schoonvader Marinus Klaasse en zijn zwager Nicolaas Marinusse. 1796 12 mei; RA 5882, nr. 45: Schuldbekentenis van Cornelis van Dijke: £. 16-13-4 à 5 % geleend van Cornelis Joppe. Onderpand: tweede verband op zijn huis. 1809 1 augustus; RA 5885, nr. 38, 39: Voorwaarden voor de openbare verkoop van de onroerende goederen van Cornelis van Dijke, die voortvluchtig is en zijn overleden huisvrouw Janna Marinusse ten behoeve van hun crediteuren. Met inventaris: - het huis gemerkt A 9; - onder andere een schilderij, vier schilderijen, een bijbeltje, twee boeken, een scheerbekken. 1809 22 december; RA 5881, nr. 42: Marinus Antony Catshoek, door de gemeente aangesteld als sequestor in de boedel van de "fugitieven" Cornelis van Dijke en zijn overleden huisvrouw Janna Marinusse Dees?, verkoopt huis en cijnserf A nr. 9 aan Hendrik Gerrit Krijgsman. Prijs : ƒ. 220.-. 1809 22 december; RA 5882, nr. 43: Schuldbekentenis van Hendrik Gerard Krijgsman: ƒ. 300.- à 5.5 % geleend van Hendrik Machielse. Onderpand: het heden geleverde huis, plaatselijk gemerkt letter A.nr. 9. Voorstraat oostzijde 31. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1691 7 1779 7 1818 7 1832 303 1992 31 roeden 22,5 26 24 cijns £. 0-3-9 " 0-4-4 ƒ. 1,20 Inleiding: Het huis is vele jaren in het bezit van de familie Van Atten geweest. Adriaan Adriaanse van Atten kocht het van de ambachtsheren en in 1732 werd zijn nakomeling Cornelis, die het huis in 1698 uit de boedel overnam, nog als cijnsplichtige genoemd. Door vererving kwam het pand in het bezit van Marinus Jobsen. Daarna werd Adriana Noordhoek, weduwe van Cornelis Steendijk, genoemd. Haar kleinzoon Marinus verkocht het in 1778 aan Arend van den Bos. In 1989 werd het pand door de Gemeente, na aankoop, gerenoveerd. Kohieren huisschatting 1674 - 1696: periode belastingplichtige belasting 1674 - 1689 Pijternelle, wed. Adr. v. Atte £. 0-3-4 1690 Lambrecht van Atten 1696 Lambrecht van Atten 1 haardstede Kohier bewoners 1681: Pieternelle de weduwe (aantal personen boven 8 jaar: 2) Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1691 - 1698 erven Heer van Dirksland 1699 - 1714 Cornelys van Atte 1730 - 1732 Cornelys van Atte 1733 Marinis Jopse 1779 - 1801 Arend van den Bosch 1802 - 1831 Johannis van den Bos 1832 - 1833 weduwe Hendrik Gerrit Krijgsman Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750 Klaassie van Atten, Adriana Noordhoek 1758 Klaassie van Atten, Janna van Attens Bevolkingsregisters: A8 1813 - 1837 Johannes van den Bos (arbeider) Samenvatting eigenaars : periode eigenaar - 1654 erfgenamen van Gerard van der Nisse en de Heer van Dirksland 1654 Adrijaen Adrijaense van Atten - 1698 Lambrecht van Atten, later zijn erfgenamen 1698 - 1721 Cornelis van Atten 1721 - 1762 Marinus Jopsen, later zijn weduwe 1762 - 1778 Adriana Noordhoek, weduwe Steendijk, later Lena Steendijk, weduwe van Jan de Valk en Geert Jagt 1778 - 1788 Arend van den Bos 1788 - 1828 Johannis van den Bos 1828 - 1832 Hendrik Gerrit Krijgsman, later zijn weduwe Transacties enz.: 1654 20 november; RA 5879 A, nr. 21: Aelbrecht Lambrechtsen, secretaris, verkoopt namens de erven van Geeraert van der Nisse en de Heer van Dirksland een woonhuis op ambachtsherengrond aan Adrijaen Adrijaense van Atten. N: Cornelis Adrijaensen t'Scravenmoer; O: sluiswatergang; Z: Jacob Jacobsen de Jonge; W: Voorstraat. Prijs £. 75, te betalen in termijnen. 1698 18 september; RA 5879 C, nr. 28: Frans van Atten en Pieter Roggebandt, gehuwd met Marij van Atten, als erfgenamen van Lambrecht van Atten, verkopen aan Cornelis van Atten het woonhuis van Lambrecht van Atten. N: Armhuis bewoond door Dingenis de Bruijne, aankomende de Vrouwe van Baerland; O: zeedijk; Z: Marij van Atten; W: Voorstraat. Prijs 120 Carolusgulden, te betalen vier maanden na leverantie. 1778 4 juni; RA 5887, nr. 137: Marinus de Valk, oom en voogd over de minderjarige wezen van zijn broer Leenderd de Valk, verklaart dat zijn moeder en de grootmoeder der wezen, Lena Steendijk, weduwe van Geert Klaassen Jagt, is overleden. De boedel is echter gering. Het woonhuis zal, met alle winkelwaren, meubilair en andere goederen, slechts 400 gulden opbrengen waarin de beide wezen de helft toekomt. Daarom is een accoord aangegaan. Marinus de Valk zal blijven in het bezit van het huis, de winkelwaren en goederen en zal alle schulden betalen. In plaats van het aandeel aan de wezen zal hij deze (Lena de Valk, geb. Oud-Vossemeer, 12 jr. en Berendina de Valk, geb. onder Steenbergen, 14 jr.) onderhouden tot hun 20ste jaar en hen een beroep of ambacht laten leren. 1778 4 juni; RA 5881, nr. 138 : Marinus de Valk voor zichzelf en als voogd over de kinderen van zijn broer Leendert de Valk verkoopt aan Arend van den Bosch huis en erf aan de Oostzijde, naast Paulus Geense en Marinus Klaassen. Prijs is £. 30. 1778 4 juni; RA 5882, nr. 139: Schuldbekentenis van Arend van den Bosch: £. 30 à 4 % geleend van de Diaconie. Onderpand: zijn huis naast Paulus Geense en Marinus Klaassen. 1828 20 maart; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2905 (383): Johannes van den Bos, arbeider te Sint Philipsland, en zijn huisvrouw Geertje van Oostende, verklaren schuldig te zijn aan Adriaantje de Ruiter, winkelierster, weduwe van Marinus de Groen en aan de kinderen uit dat huwelijk 260 gulden tegen 5 % rente. Onderpand o.a. het huis en erf nr. 8, tussen de huizen van Jan Geense en Hendrik Gerrit Krijgsman. 1828 30 september; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2907 (474): Johannes van den Bos, arbeider te Sint Philipsland, verkoopt aan Hendrik Gerrit Krijgsman, winkelier te Sint Philipsland, het woonhuis en erf nr. 8, tussen de huizen van Jan Geense en dat van de koper. Hij bezit het reeds meer dan 30 jaar. Koopsom ƒ. 300. Te gebruiken per 1 mei 1829. Voorstraat oostzijde 33. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1691 6 1779 6 1818 6 1832 304 - 306 1992 33 roeden 23,5 27 30 cijns £. 0-3-11 " 0-4-6 ¦. 1,60 Inleiding: In 1654 kocht Jacob Jacobsen de Jonge (Cijs) het pand van de ambachtsheren. In 1657 werd het huis echter al doorverkocht aan Jan Wilms Backer. Volgens de kohieren huisschatting werd het later bewoond door Cornelis van Atten. Het kwam in bezit van Cornelis en Susanna van Schetsen, die het verkochten aan David Lambrechtssen, een broer van schout Huybrecht Lambrechtssen en gehuwd met Marij van Atten. Namens haar kleinkinderen werd het in 1726 verkocht aan Johannes Leendertsen Vergoud (van Akeren?). Officieel waren de kleinkinderen wel eigenaar, maar omdat de Diaconie ondersteuning had verleend aan Maria Davids (van Atten), vloeide de koopsom in de diaconiekas. De weduwe van Johannes Leendersen Vergoud, Adriana Kuypers, hertrouwde in 1741 met Isack Steyn. In 1750 woonde hier Ary de Jong, die gehuwd was met Adriana Vergouw. Isack Steyn verkocht het pand aan de smid Paulus Geense. Deze werd opgevolgd door zijn zoon Jan en later door zijn kleinzoon Marinus Geense. In 1959 werd het pand geheel afgebroken en vervangen door een woning voor de kassier van de Coöperatieve Boerenleenbank, die hier tot 1965 woonde. Sint Philipsland is een Voorstraatdorp. Meer dan 30 binnenschippers hadden in de eerste helft van de 20ste eeuw Sint Philipsland als thuishaven. Velen van hen meerden af aan de zeedijk voor het dorp. Kohieren huisschatting 1674 - 1696: periode belastingplichtige belasting 1674 - 1677 Aert Jans de Loeij £. 0-3-4 1678 - 1679 Arjaen Poperinge 1680 - 1682 Cornelis van Atten 1684 - 1685 schoenmakershuis 1686 - 1688 Cornelis van Schetsen 1689 - 1690 David Lambrechts 1696 Marij van Atten 1 haardstede Kohier bewoners 1681: Cornelis van Atten (aantal personen boven 8 jaar: 2) Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1691 - 1698 Adriaen van Poperinge 1699 Jan Poperinge 1700 - 1714 Pieter Roggebant 1730 - 1732 Pieter Boogaart 1733 Jan Leendertse Vergouw 1779 - 1788 Paulus Geense 1789 - 1833 Jan Geense Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750 Ary de Jong 1758 niet genoemd Bevolkingsregisters: A7 1813 - 1837 Jan Geense (smid) Samenvatting eigenaars : periode eigenaar - 1654 erfgenamen van Gerard van der Nisse en de Heer van Dirksland 1654 - 1657 Jacob Jacobsen de Jonge (Cijs) 1657 Jan Wilms Backer - 1677 Aert Jans de Loeij 1678 - 1679 Adriaan van Popering 1680 Cornelis van Atten - 1689 1689 - 1726 1726 - 1741 1741 - 1762 1762 - 1788 1788 - 1832 Cornelis en Susanna van Schetsen David Lambrechtssen, later zijn weduwe Marij van Atten en erfgenamen Johannes Leendertsen Vergoud, later zijn weduwe Isack Steyn Paulus Geense, later zijn erfgenamen Jan Geense Transacties enz.: 1654 20 november; RA 5879 A, nr. 20: Aelbrecht Lambrechtsen, secretaris, verkoopt namens de erven van Geeraert van der Nisse en de Heer van Dirksland aan Jacob Jacobsen de Jonge een woonhuis op ambachtsherengrond. N: Adrijaen Adrijaensen van Atten; O: de watergang; Z: Jan Huybrechtsen; W: Voorstraat. Prijs £. 75, te betalen in termijnen. 1657 28 maart; RA 5879 A, nr. 49: J. Jacobs Cijs verkoopt aan Jan Wilms Backer een huis op ambachtsheerlijkheid grond. N: Adrijan Adrijans; O: zeedijk; Z: Jan Hubrechts; W: Voorstraat. Prijs £. 74, te betalen in termijnen. 1689 16 maart; RA 5879 C, nr. 168: Meester Pieter van Ziervelt verkoopt namens Cornelis van Schetsen en diens zuster Susanna van Schetsen een huis in de Voorstraat aan David Lambrechts. N: Lambrecht van Atten; O: zeedijk; Z: Albrecht Pieters; W: -. Prijs 200 Carolusgulden, 100 gulden direct, de rest in termijnen; in 1691 afbetaald. 1698 29 april; RA 5879 C, nr. 21, 22: Overeenkomst tussen Marij Aderjaens van Atten, (nu gehuwd met Pieter Roggebandt, eerder) weduwe van David Lambrechts (Eggebeen), en Isaack van de Luister en Johannes van de Luister als neefs en voogden, aangesteld in het testament van David Lambrechts over Aderjaen Davids, nagelaten wees bij Marija Aderjaens van Atten. 1726 8 mei; RA 5879 D, nr. 313; RA 5885 D, nr. 55: Schout Cornelis Wale verkoopt namens de wezen van Adriaen Davijdsen een huis en erf, door de kinderen geërfd van hun grootmoeder Marija van Atten, aan Johannes Leendersen Vergoud, voor £. 24, in termijnen te betalen. N: Marijnes Jobsen; O: zeedijk; Z: weduwe van Teeuwes Dirksens; W: Voorstraat. 1726 -1727; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland; Diaconierekening: Janes Leenderse Vergouw koopt een armhuis "het huisje van Maria Davids". 1762 26 januari. RA 5881, nr. 32: Isack Steyn verkoopt aan Paulus Geense huis en erf. N: de weduwe Steendijk; W: de straat; Z: Engel Endhoven. Prijs £. 28. 1788 28 april; RA 5881, nr. 51: De erfgenamen van Paulus Geense (eerst getrouwd met Adriana Brouwer, daarna met Matie Ponse) verkopen aan Jan Geense twee huizen en erven, w.o. het huis, gelegen tussen het huis van Arend van den Bosch en dat van Engel Endhoven. Prijs voor de twee huizen £. 326. 1788 28 april ; RA 5882, nr. 53: Schuldbekentenis van Jan Geense: £. 261-17-6 à 4 % geleend van Paulus Jr., Josina en Dingenis Geense, ieder voor £. 87-5-10. Onderpand: ten eerste het huis naast Arend van den Bosch en Engel Endhoven en ten tweede de smidse, gelegen tussen Engel Endhoven en Cornelis Molengraaf. Voldaan resp. 7 mei 1790, 20 mei 1791 en 8 juni 1793. Doorgehaald 12 juli 1793. 1826 25 juni; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2896 (77 en 78): Testamenten van Jan Geense en echtgenote Maria Mol, wederzijds op langstlevende. De onroerende goederen betreffen o.a. het woonhuis nr. 7, tussen de huizen van de de erfgenamen van Engel Endhoven en Johannes van den Bos. Voorstraat oostzijde 35. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1699 5 1779 5 1818 5 1832 307 - 308 1992 35 Inleiding: roeden 32 33,5 31,5 cijns £. 0-5-4 " 0-5-7 ƒ. 1,60 De erven van Voorstraat 35 en 37 vormden oorspronkelijk het erf nummer 4 met een oppervlakte van 56 roeden. Vermoedelijk rond 1682 vond er een splitsing plaats. Waarschijnlijk hebben er al eerder twee huizen op dit grote erf gestaan. Het huis op dit erf moet gebouwd zijn in de jaren 50 van de 17e eeuw, want in 1650 wordt het aangeduid als het "lege erf". In 1660 had Jan Huibrechts hier een huis waarop hij hypotheek verleende. In 1682 deed een volgende eigenaar, Aelbrecht Pietersz, hetzelfde. Als zuidelijke belending werd toen het 'smidshuis' genoemd. Namens de wezen van Aelbrecht werd het huis in 1694 verkocht aan Mattheus Dirksz. de Blaey. In 1733 werd door de erfgenamen, waaronder schoonzoon Pieter Boom, een overeenkomst betreffende de boedel van Mattheus en zijn tweede echtgenote Catie de Backer gemaakt. Engel Endhoven kreeg in 1746 het pand in zijn bezit. In de 19de eeuw woonde hier de smid Marinus Geense. De smederij was gevestigd in het buurpand Voorstraat 37. Tot 1953 woonden hier smeden. Kohieren huisschatting 1674 - 1696: periode belastingplichtige belasting 1682 - 1690 Aelbrecht Pieters 1696 Teeus Derckts 1 haardstede Kohier bewoners 1681: Aelbrecht Pieters (aantal personen boven 8 jaar: 3) Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1699 - 1714 Matteeuws Dyrcksen 1730 - 1732 Matteeuws Dyrcksen 1733 Catelintie Backers 1768 - 1801 Engel Endhoven 1802 - 1808 Arnoud Endhoven 1809 - 1817 erven Engel Endhoven 1818 - 1826 Johannes Endhoven 1827 - 1833 Marinus Geense Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750, 1758 Engel Endhoven, Domina Steyn Bevolkingsregisters: A6 1813 Catharina (Kaatje) den Braber (wed. Endhoven) 1821 - 1837 Abraham Verwijs, later anderen Samenvatting eigenaars : periode eigenaar Jan Hubrechts - 1694 Aelbrecht Pietersz. en zijn wezen 1694 - 1717 Mattheus Dircksz de Blaey 1717 - 1733 Catelintie Cornelisse de Backer, weduwe De Blaey 1733 - 1746 Pieter Boom, later diens erfgenamen 1746 - 1801 Engel Endhoven 1801 - 1826 Arnoud Endhoven, later zijn weduwe en Johannes Endhoven 1826 - 1832 Marinus Geense Transacties enz.: 1660 3 maart; RA 5879 A, nr. 66: Jan Hubrechts verleent hypotheek op zijn huis aan Jacob Jan van Ollen. N: Jan Willemsz Backer; O: zeedijk; Z: Jan Willemsz Verbijest; W: Voorstraat. Bedrag £. 8-11-11. 1682 1 maart; RA 5879 C, nr. 108: Aelbrecht Pietersz verleent hypotheek op zijn huis aan Pieter Roggebant. N: Adriaen Poperijnge; O: -; Z: smidshuis; W: Voorstraat. De hypotheek bedraagt £. 13 tegen 6 % rente; twee borgen worden gesteld. Afgelost in 1683. 1694 29 september; RA 5879 C, nr. 236: Arent Roeckesen Steijn, als oom en voogd van de wezen van Aelbrecht Pieters en Agjen Roeckes, verkoopt aan Mateus Derckts de Blaeij het woonhuis van de overledene. N: Marij van Atten; O: zeedijk; Z: Marijnes van Prenten, smid; W: Voorstraat. Prijs: £.67-10-0; £. 10 contant, de rest in termijnen; afgelost in 1710. 1696 5 januari; RA 5879 C, nr. 274: Overeenkomst tussen Mateus Dircktz en Cornelis van de Luister als voogd van de wees van Neeljen Cornelis Eggebeen verwekt door de genoemde Mateus Dircktz. 1733 9 maart; RA 5885 E, nr. 2: Overeenkomst tussen Dirk de Blaeij, Marinus Claesse, Pieter Boom, Jan Witte en Rochus de Blaeij, kinderen en zwagers, betreffende de inboedel van Catie de Backer. Drie pond Vlaams, niet op interest?? Het huis van Mattheus de Blaeij en Catie de Backer, echtelieden. 1751 26 augustus; RA 5885 E, nr. 91: In de rekening van Adriaan van der Schoor betreffende de boedel van wijlen Pieter Boom, komt een aantekening voor dat Engel Endhoven in mei 1746 een huis uit deze boedel kocht en daar hypotheek op verleende. 1765 6 oktober; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland; Engel Endhoven is nog schuldig £. 7-8 met 3 % rente ten behoeve van Pieter en Maria Booms. Dit betreft de afkoopsom van twee delen van een huis ten bate van deze wezen, nagelaten door Adriaan Jaspersse en waarvan Maria Booms moeder was. Toen deze weduwe was werd ze gealimenteerd door de Diaconie. Het resterende derde deel in het huis is van Caatje Boom, gehuwd met Cornelis de Koning. 3 januari 1768: Engel Endhoven heeft zijn schuld afgelost. Daarom zal het huis door de Diaconie op zijn naam worden overgeschreven. 1826 21 april; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2898 (126): Johannes Endhoven verkoopt aan Marinus Geense, hoefsmid, het woonhuis nr. 6, tussen de smederij en het woonhuis van Jan Geense, voor ƒ. 400. Het huis was sinds 15 februari 1826 eigendom van Catharina den Braber, weduwe van Arnoud Endhoven. Voorstraat oostzdije 37. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1691 4 1699 (gesplitst) 4 1779 4 1818 4 1832 309 - 310 1992 37 roeden 56 cijns £. 0-9-4 24 25 27 " 0-4-0 " 0-4-2 ¦. 1,35 Inleiding: In 1650 werd het huis van Cornelis Clemens verkocht aan een bierbrouwer uit Dordrecht en op dezelfde dag doorverkocht aan Jan Willems (Verbijest) en Cleen Jan. Of hier sprake was van een gedwongen verkoop is niet duidelijk. In 1678 wordt het perceel aangeduid als 'het afgebrande huis' en als 'leeg erf'. In 1682 blijkt hier het smidshuis te staan. Aan de overzijde van de straat, op nummer 42, was de eerste smidse gevestigd; de 'smidswinkel' aldaar werd nog in 1667 overgedaan met alle gereedschap en ijzer. In 1678 is sprake van de "oude smidse", zodat de veronderstelling voor de hand ligt dat op de plaats van het afgebrande huis een nieuwe smederij werd gebouwd. Smid Marinus van Prenten heeft het pand wellicht laten bouwen. Hij woonde er waarschijnlijk al in 1679. In 1714 leende hij met de smidse als onderpand nog geld. Behalve smid was hij ook herbergier. Na zijn overlijden trouwde zijn weduwe Petronella Mouwe in 1716 met Adriaan Breur en nadat die was overleden, in 1731 met Jan Mol. Ook Adriaan Breur en Jan Mol waren smid. Na het overlijden van Petronella hertrouwde Jan Mol in 1743 met Catharina Pickaerd. Nadat zij weduwe was geworden verkocht zij in 1757 de smidse en het erf aan Paulus Geense, die de smederij voortzette. Het pand bleef als smidse dienst doen tot de watersnoodramp in 1953. Later werd het herbouwd tot woonhuis. De haven van Sint Philipsland in het begin van de 20ste eeuw. De achtererven van de oostzijde Voorstraat grensden aan de Oostdijk. Rechts op de voorgrond de weegbrug waarop de suikerbieten, die verscheept werden, werden gewogen. Het Wachthuisje, rechts van de korenmolen werd door de landsregering gebouwd in 1742 tijdens de Oostenrijkse sucessieoorlog. Destijds was dit buitedijkse onderkomen “voorzienvan kruit en lont”. Kort na 1800 is het huisje, dat voortaan ’t Wachtje werd genoemd al in gebruik als woonhuis. Het bleef alszodanig dienst doen tot 1972. In dat jaar is het afgebroken. Kohieren huisschatting 1674 - 1696: periode belastingplichtige belasting 1682 - 1690 Aelbrecht Pietersen Kohier bewoners 1681: Marinus van Prenten (aantal personen boven 8 jaar: 3) Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1691 - 1698 Aelbrecht Pietersen 1699 - 1714 Marynes van Prenten 1730 - 1732 Marynes van Prenten 1733 Jan Mol 1779 - 1788 Paulus Geense 1789 - 1833 Jan Geense Bevolkingsregisters: A 5, de smidse, werd niet bewoond. Samenvatting eigenaars : periode eigenaar - 1650 Cornelis Clemens 1650 Schoute, Dordrecht 1650 -1668 Jan Willems (Verbijest) en Cleen Jan 1668 Mattijs Clasz. 1679?-1716 Marinus van Prenten 1716 - 1731 Adriaan Breur, later zijn weduwe 1731 - 1757 1757 - 1788 1788 - 1832 Jan Mol, later zijn weduwe Catharina Pickaerd Paulus Geense Jan Geense Transacties enz.: 1650 11 mei; RA 5879 A, nr. 10: Cornelis Clemens verkoopt aan de heer Schoute, brouwer in de Ancker, Dordrecht, een huis op ambachtsherengrond. N: het lege erf; O: de dijk; Z: het huis van de Heer Overmeer c.s.; W: de straat. Prijs: £. 50 en 4,5 gemeten meekrap op onbetimmerde ambachtsherengrond, aldaar gelegen gemeen met de meekrap van Daem Jacobs. 1650 11 mei; RA 5879 A, nr. 11: De heer Schoute, brouwer in de Ancker, Dordrecht, verkoopt een huis op ambachtsherengrond aan Jan Willems en Cleen Jan. N: het lege erf; O: de dijk; Z: het huis van de Heer Overmeer c.s.; W: de straat. Prijs: £. 50, te betalen in termijnen. 1668 3 oktober; RA 5879 C nr. 39, nr. 34: Jan Willems Verbijest verkoopt aan Mattijs Clasz. een woonhuis "binnen den Rijnck van het dorp" aan de Voorstraat voor £. 66-3-4, te betalen in termijnen. N: Clas Anthonijs; O: zeedijk; Z: de "Smeette" van schout H.Lambrechtsz.; W: Voorstraat. N.B. Vermoedelijk betreft dit het pand Voorstraat 37). 1673 18 juni; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: De predikant gemachtigd om de stenen van het afgebrande huis van Claas den Schilder te verkopen ten bate van de Diaconie. 1714 13 mei; RA 5879 C, nr. 92: Marijnus van Prenten leent van Leendert Hutspot £. 29-5-0 voor één jaar à 5 %. Onderpand is een smidse. 1716 7 oktober; RA 5879 C, nr. 122: Weeskamer. Pieternella Mouwe, weduwe van Marijnus van Prenten, levert de boedelinventaris in. Wezen: Dinna en Cornelia van Prenten. Er zijn meer schulden dan baten. enz. 1757 27 maart; RA 5885 E, nr. 129: Catarina Pikhaerd, weduwe van schout Jan Mol, verkoopt aan Paulus Geense een huis met erf gelegen naast Jacob Rijn. Dit is de smidse en de winkel. Prijs 450 Carolusgulden. 1787 26 maart; RA 5887, nr. 41: Resolutie van de Weeskamer. Als voogd over de minderjarige wezen van Paulus Geense en zijn eerste vrouw Adriana Brouwer, genaamd Paulus (22 jaar), Jozyna (21 jaar) en Dingenis (18 jaar), alsmede over de kinderen bij zijn tweede vrouw Matie Ponse verwekt, genaamd Jannetie (14 jaar), Pieter (9 jaar) en Jan Jacob (2 jaar) benoemd: Jan Geense, zoon van Paulus Geense en als toeziend voogd: Marinus Steyn (over de wezen uit het eerste huwelijk) en voorts Marinus Alewijn te Goes, zwager van de genoemde weduwe Matie Ponse als toeziend voogd naast de weduwe (over de wezen uit het tweede huwelijk). 1787 26 maart; RA 5888, nr. 42: Inventaris van de boedel van Paulus Geense, schepen, ten behoeve van zijn kinderen verwekt bij zijn eerste vrouw, Adriana Brouwer: Jan (31 jaar), Marinus (28 jaar), Joost (26 jaar), Jacomyna (25 jaar, gehuwd met Marinus Steyn), Paulus (22 jaar), Josyna (21 jaar) en Dingenus (18 jaar), alsmede ten behoeve van zijn kinderen verwekt bij zijn tweede vrouw, Matie Ponse: Jannetie (14 jaar), Pieter (9 jaar) en Jan Jacob (2 jaar), overgebracht door de weduwe, Jan Geense (oudste zoon) en Marinus Steyn, voogd resp. toeziend voogd over de minderjarige kinderen uit het eerste huwelijk en Matie Ponse en Marinus Alewijn, toeziend voogd over de jongste, minderjarige kinderen uit het tweede huwelijk. - Paulus Geense en Adriana Brouwer maakten hun testament voor notaris Johannes van Noorden, 14 juli 1766. - Paulus Geense en Matie Ponse maakten onderhandse huwelijkse voorwaarden op 13 december 1773. Haar vader was Pieter Ponse. - huis en erf stonden op cijnsbare grond en een huis en erf, zijnde de smidse met travalje, waarin o.a. een blaasbalg, aambeelden, slijpsteen, hamers, nijptangen enz. getaxeerd op £. 250. - 7 gemet 30 roeden in Sint Philipsland, getaxeerd op £. 120-10-0, bezaaid met koolzaad. - de helft in een wei onder Wolphaartsdijk. - veel vorderingen wegens smidswerk. - opgave van de voorraad, onder andere 30 hoefijzers. - twee schilderijen, boeken (£. 3) een kerkboekje (10 schellingen). - Batig saldo £. 779. 1788 28 april; RA 5881, nr. 51: De erven Paulus Geense (eerst getrouwd met Adriana Brouwer, daarna met Matie Ponse) verkopen aan Jan Geense twee huizen en erven, waaronder de smidse, gelegen tussen het huis van Cornelis Molengraaff en dat van Engel Endhoven. Voor de twee huizen £. 326. Voor ijzer, oud ijzer en kolen : £. 50. 1788 28 april ; RA 5882, nr. 53: Schuldbekentenis van Jan Geense: £. 261-17-6 à 4 % geleend van Paulus Jr., Josina en Dingenis Geense, ieder voor £. 87-5-10. Onderpand: ten eerste het huis naast Arend van den Bosch en Engel Endhoven en ten tweede de smidse, gelegen tussen Engel Endhoven en Cornelis Molengraaf. Voldaan resp. 7 mei 1790, 20 mei 1791 en 8 juni 1793. Doorgehaald 12 juli 1793. 1788 28 april; RA 5885, nr. 54: Rekening aan de Weeskamer door Maatie Ponse, weduwe van Paulus Geense, schepen. Overgebracht aan de weduwe; Jan Geense, die handelt mede namens Joost en Marynus Geense; Marynis Simonsz. Faasse, handelend namens Marynis Steyn, gehuwd met Jacomijntje Geense; Jan Geense als voogd over Paulus, Josina en Dingenis Geense, minderjarige kinderen van Paulus Geense en Adriana Brouwer alsmede aan de rendante zelf en aan Marynis Alewijn, toeziend voogd over Jannetie, Pieter en Jan Geense, nagelaten kinderen uit het laatste huwelijk van Paulus Geense met de rendante, 28 april 1788. - Op 26 maart 1787 in het openbaar verkocht: een huis en erf op cijnsbare grond; een huis en erf idem, zijnde de smederij en travalje, blaasbalk, aanbeelden, slijpsteen, hamers, nijptangen en alle verdere gereedschap. Koper: Jan Geense voor £. 326. - verkocht: 7 gemeten 30 roeden land in de polder, eveneens in het openbaar op 26 maart 1787 voor £. 22-5-0 per gemet: £. 157-19-6. - voor de inventaris van de smederij werd £. 50 betaald. 1826 25 juni; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2896 (77 en 78): Testamenten van Jan Geense en echtgenote Maria Mol, wederzijds op langstlevende. De onroerende goederen betreffen o.a de smidse, Voorstraat nr. 5, tussen de huizen van Cornelis de Ruiter Sr. en de erfgenamen van Engel Endhoven. Voorstraat oostzijde 39. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1691 3 1779 3 1818 3 1832 311 - 312 1992 39 roeden 32,5 38 34 cijns £. 0-5-5 " 0-6-4 ¦. 1,70 Inleiding: Dit huis was oorspronkelijk eigendom van de familie Manrycque en het werd dan ook wel als 'huis van de Hollandse heeren ende meesters" aangeduid, min of meer naar analogie met de boerderij de 'Hollands Hoeve'. Het werd waarschijnlijk al spoedig het woonhuis van de smid, die zijn werkplaats op het ernaastgelegen erf had. Waarschijnlijk kocht schout Huybrecht Lambrechtssen het huis van de familie Manrycque. Zijn zoon Jacobus van de Luister verkocht het in 1678 namens zijn moeder aan Jacob Geersen (Smedt), die er toen al woonde. Jacob Geersen leende in 1674 een som geld om een overgenomen smidswinkel te financieren. Volgens de huisschatting en de cijnslijsten was de volgende eigenaar Marinus van Prenten, die ook smid was (zie Voorstraat 37). In 1746 bleek het huis eigendom te zijn van schout Vincent de Wael (Wale) want hij verkocht het aan schipper/handelaar Jacobus Rijn. Via diens weduwe Petronella den Herder kwam het pand in bezit van haar schoonzoon Cornelis Molengraaf. Later werd het eigendom van zijn dochter Pieternella Molengraaf en haar man Cornelis de Ruyter. Thans is hier een bloemen- en plantenwinkel. Kohieren huisschatting 1674 - 1696: periode belastingplichtige 1674 - 1677 de smids huis 1678 Jacob Gersen 1679 - 1690 Marines van Prenten 1696 " Kohier bewoners 1681: Marines van Prenten (aantal personen boven 8 jaar: 3) Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1691 - 1714 Marinus van Prenten 1730 - 1732 Marinus van Prenten 1733 Fincent de Waal 1779 - 1789 Cornelis Molengraef 1790 - 1808 weduwe Cornelis Molengraaf 1809 - 1827 Cornelis de Ruyter, (senior) 1828 - 1833 Huibrecht de Ruiter Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750, 1758 Jacobus Rijn, Pieternella den Herder Bevolkingsregisters: A4 belasting £. 0-5-0 1 haardstede 1813 - 1837 A 4bis 1821 - 1837 Samenvatting eigenaars : periode - 1678 1678 - 1679 1679 - 1732 1733 - 1746 1746 - 1764 1764 - 1801 1801 - 1826 1826 - 1832 Cornelis de Ruiter (schipper), later zijn weduwe (waarschijnlijk werd een huisje achter A 4 gebouwd) Kornelis Slootmaker (arbeider), later anderen eigenaar familie Manrycque Huybrecht Lambrechtssen, later zijn weduwe Jacob Geersen Smedt (Van den Bergh) Marinus van Prenten Sr, later Jr. Vincent de Wael Jacobus Rijn, later zijn weduwe Petronella den Herder Cornelis Molengraaf, later zijn weduwe Cornelis de Ruyter Pieternella Molengraaf, weduwe De Ruyter Transacties enz.: 1655 30 december; RA 5879 A, nr. 31, 33: Huybrecht Lambrechtse, schout, verkoopt namens Adriana Manrycque en de erfgenamen van Anthonij J. Manrijcque te Voorburg aan Theodora van der Cijs, weduwe van Jhr. Ant. Manrijcque, Heer van Maasdam (moeder van de verkopers) twee aandelen in een huis. N: Jan Willemse; O: watergang; Z: Cornelis Heinderick d'Pover; W: Voorstraat. 1674 4 december; RA 5879 C nr. 69: Jacob Geersen Smedt leent van de erfgenamen van Abram Cruijthoof en Lijsbeth Arts Dijckmans, echtelieden, beiden overleden, een bedrag van £. 33-6-8, wegens de koop van een smidswinkel, met alle gereedschap. Te betalen in termijnen, de eerste maal aan de erfgenamen van de man, de tweede maal aan de erfgenamen van de vrouw (het huwelijk zal kinderloos zijn geweest). 1678 28 januari; RA 5879 C, nr. 91: Jacobus van de Luister verkoopt namens zijn moeder aan Jacob Geersen het huis waar de koper thans in woont. N: het afgebrande huis; O: -; Z: Cornelis Pover; W: Voorstraat. Prijs: 725 Carolusgulden en 3 Carolusgulden voor de Diaconie. Te betalen in termijnen. In 1695 afbetaald aan Willem Willems Meyer als gehuwd met de erfgename van Pieter Geldeloose. 1678 25 februari; RA 5879 C, nr. 86 en 87: Jacob van de Luister verkoopt namens zijn moeder, de weduwe van Huibrecht Lambrechtsz, een woonhuis aan Jacob Geersen Smedt (ook: van den Bergh). N: leeg erf; O: de sluiswatergang; Z: Cornelis Pover; W: Voorstraat. De prijs is 725 Carolusgulden, te betalen in termijnen. Met de voorwaarden van verkoop. 1679 29 december; RA 5879 C, nr. 98: Marines van Prenten is 250 Carolusgulden tegen 5 % schuldig aan Pieter Janse Gekier. Afgelost in 1693. 1697 12 januari; RA 5879 C, nr. 292: Marijnes van Prenten en zijn huisvrouw Maria Dulst verklaren op verzoek van de stadhouder Maerckus Anderijesen hoe op nieuwjaarsdag (1697), 's avonds om 10 uur bij hen kwam Jacobus David, die in hun kamer aan tafel ging zitten en een pint wijn bestelde, waarop Van Prenten, als herbergier, hem aanzegde naar binnen te gaan en dat hij hem aldaar wijn of bier zou tappen, vervolgens nam hij hem bij de arm en leidde hem de kamer uit. Nadien is Jacobus David weer in de kamer gekomen waar ds. Van der Cruijssen, Jacob van de Luister, Pieter Abrahamse, Gaberel Mouwe en Dirckt Jelles waren. Toen rees er enig geschil. Toen heeft Pieter Boegert hem uit de kamer gejaagd. Marija Dults heeft gezien dat Pieter Boegert toen een mes in de hand had. 1746 6 juli; RA 5885 E, nr. 64: Schout Vincent de Wael verkoopt aan Jacobus van Rijn, schipper alhier, een huis met erf gelegen naast Lauewerijs Kock. N: de smidse; W: de straat. Prijs: £. 100. 1758 20 juli; RA 5885 E, nr. 140: Schuldbekentenis van Pitronella den Herder, weduwe van Jacobus Rijn: 1000.- Carolusgulden aan dijkgraaf Marinus Reyngoud, wegens resterende kooppenningen over gekochte groene meede te velde over de teelt 1756, door wijlen Jacobus Rijn van Marinus Reyngoud gekocht. Onderpand: drie huizen waaronder één tussen de smidse en Simon Faasse. 1827 29 oktober; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2904 (323): Pieternella Molengraaf, particuliere te Sint Philipsland, weduwe van Cornelis de Ruiter (ovl. Sint Philipsland 15 februari 1826) (zij maakten hun testament voor notaris E. van Hekke te Zierikzee op 11 september 1790), samen met Adriaantje de Ruiter, winkelierster, weduwe van Marinus de Groen; Cornelis en Jan de Ruiter, schippers en Hubrecht de Ruiter, beurtschipper te Sint Philipsland, kinderen van de overledene, laten in het openbaar veilen o.a. het huis en erf nr. 4, tussen de huizen van Adriaan Verspoor en Jan Geense. Dit pand is verkregen uit de nalatenschap van haar ouders Cornelis Molengraaf (ovl. Sint Philipsland 1 april 1789) en Catharina Cornelia Brand (ovl. Sint Philipsland 31 maart 1800). Gekocht door Huibrecht de Ruiter voor 900 gulden. Borgen: Cornelis Geense, timmerman te Sint Philipsland en Jacob Quist, landman te Nieuw-Vossemeer. 1828 5 mei; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2906 (401): Huibrecht de Ruiter, beurtschipper te Sint Philipsland, verklaart schuldig te zijn aan de Firma J. van den Abeelen en Mees, commissionairs te Rotterdam 1000 gulden à 5 % rente. Als onderpand stelt hij zijn huis en erf nr. 4, tussen de huizen van Adriaan Verspoor en Jan Geense. De Voorstraat ca. 1920. met rechts op de voorgrond de oude Druiventros. De herberg werd toen bewoond door Cornelis Leendert Faasse. De volgende uitbater werd in 1927 Willem Rijstenbil. Hij liet het pand in 1941 afbreken om op dezelfde plaats kort daarna een geheel nieuw hotel-café-restaurant in gebruik te nemen. Ook de Boerenleenbank was hier tot 1964 gehuisvest. Op de achtergrond is de travalje zichtbaar voor het pand Voorstraat 37. Uit de beschrijving bij dit pand blijkt dat op deze plaats al kort na de bedijking in 1645 een smederij was. Laatste smid was Philippus Verlinde. Na zijn vertrek in 1953 werd het smidswerk in dit pand opgeheven. Voorstraat oostzijde 41. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1691 2 1690 1779 2 1818 2 1832 313 - 314 1992 41 roeden 65.5 63 61 cijns £. 0-10-11 " 0-10-16 ƒ. 3,10 Inleiding: De oudst bekende eigenaar/bewoner van dit huis is Antonij Pieterse van den Eijnde. Vermoedelijk liet hij het huis bouwen. Hij liet in 1648 een kamer bijbouwen door Willem Pieters, timmerman uit Nieuw-Vossemeer. De volgende eigenaar was Cornelis Hijnderijcksen Pover. Wellicht was hij het, die in dit pand een herberg vestigde. Die bestemming heeft het nu nog steeds. Hier is gevestigd het hotel-café "De Druiventros". Voor meer bijzonderheden wordt verwezen naar de inleiding bij deze uitgave. Kohieren huisschatting 1674 - 1696: periode belastingplichtige 1674 - 1682 Cornelis Pover 1684 - 1690 Johannes van de Luister belasting £. 0-8-4 1696 Johannes van de Luister 3 haardsteden (voor de Rechtkamer een haardstede kwijtgescholden) Kohier bewoners 1681: Cornelis H. Pover (aantal personen boven 8 jaar: 3) Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1691 - 1706 secretaris Joannes van de Luijster 1707 - 1711 weduwe Van de Luijster 1712 - 1714 Lauwerens Kock 1732 - 1733 Lauwerens Kock 1779 - 1795 Marinus Faasse S.zn. 1796 - 1813 Cornelis Verkouteren 1814 - 1832 Adriaan Verspoor 1833 erven Adriaan Verspoor Voor het "setten van een nieuwe schuere" op het erf werd een recognitie geheven van £. 0-2-0. Deze werd betaald door : 1695 - 1706 Joannes van de Luijster, secretaris 1707 - 1711 weduwe van de Luijster 1712 - 1714 Lauwerens Kock 1730 - 1733 Lauwerens Kock Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750 Rachel de Kok 1758 Rachel de Kok, Simon Faasse Bevolkingsregisters: A3 1813 niet genoemd 1821 - 1837 Adriaan Verspoor (schipper), later Joseph van Nieuwenhuyzen (herbergier) Samenvatting eigenaars : periode eigenaar 1648 Antonij Pieterse van den Eijnde - 1685 Cornelis Hijnderijcksen Pover 1685 - 1706 Johannes van de Luister 1706 - 1713 Willemijntje Reinierse, weduwe Van de Luister 1713 - 1747 Laurens Kock, na huwelijk met W. Reinierse 1747 - 1752 erfgenamen van Laurens Kock 1752 - 1768 Simon Faasse 1768 - 1807 Marinus Simonsz. Faasse, later zijn weduwe en erfgenamen 1807 Cornelis Verkouteren - 1827 Adriaan Verspoor 1827 - 1832 Jozeph van Nieuwenhuizen, later zijn weduwe Transacties enz.: 1648 5 juni; RA 5879 A, nr. 6: Antonijs Pieters van de Eijnde is £. 16 schuldig aan Wilm Pieters, timmerman te Nieuw-Vossemeer, wegens materialen en arbeid aan zijn kamer. Onderpand is het huis, N: Antonijs Pieter van den Eijnde; O: het lege erf; Z: het lege erf; W: de straat. 1652 12 november; RA5879 A, nr. 14: Antonij Pieterse van den Eijnde verleent hypotheek aan Anderijes Costen ten bedrage van £. 69, onder verband van zijn huis en schuur. N: Geeraert van Overmeer; O: de zeedijk; Z: ambachtsherenhuis waarin de molenaar woont; W: de straat. Doorgehaald op 30 april 1690. 1653 28 februari; RA 5879 A, nr. 15: Antonij Pietersen van den Eijnde verleent Benijamin van de Steenne opdracht zijn huis, keet, koten enz. te verbeteren en om onder de zeedijk een nieuwe schuur te bouwen. 1655 17 februari; RA 5879 A, nr. 25: Cornelis Hijnderijcksen Pover, schepen, is 665 Carolusgulden schuldig aan Hubrecht Lambrechtsen, schout, wegens haver, gerst enz. en geleend geld onder verband van diverse losse goederen in het huis en schuur op ambachtsherengrond. Onderpand zijn huis. N: de "Hollanse heeren ende meesters"; O: watergang; Z: molenaarshuis; W: de Voorstraat. Doorgehaald in 1704. 1657 17 oktober; RA 5879 A: Cornelis de Pover heeft aan Jacob Jans van Oollen de verbetering van zijn huis en schuur opgedragen. N: G. van Overmeer; O: zeedijk; Z: het molenaarshuis; W: Voorstraat. Hij is hiervoor nog £. 20 schuldig. Aan Joos Robijn is hij wegens hetzelfde nog schuldig conform de obligatie d.d. 4 februari 1655. 1657 9 december; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: Overeenkomst gemaakt met Cornelis Pover over de huur van zijn schuur waar de diensten worden gehouden. Huursom: £. 4 per jaar (24 gulden). 1657 14 december; RA 5879 A, nr. 53 (?); Cornelis Hijnderijcx Pover, gehuwd met Hijnderijcxen Marijnis, weduwe van Anthonij Pietersz van den Eijnde, is ƒ. 500 schuldig aan Cornelia Aerts van der Leende, wed. van Willem Jan Stoffels van Baerel, wegens geleverd bier. Onderpanden zijn huis en schuur, Belendingen: N: herenhuis; O: straat; Z: Harman van der Ceel; W: dijk. 1657 - 1693; - Rekeningen Diaconie Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: Betaald voor het gedurende twee jaar (1657 en 1658) huren van de schuur waar gepreekt wordt: 48 gulden. Uitgaven voor banken, glasroeden en een zantloper in de preekschuur in 1658. Uitgaven voor het snijden van een wapen om op de klok te gieten, maken van een klokkestoel, het ophangen van de klok en het weer dekken van de schuur in 1659. Betaald aan Cornelis Pover voor het huren van de schuur waar gepreekt wordt over 1659: 24 gulden, enz. 1675 8 augustus; RA 5879 C, nr. 73 - 75: Cornelis Hijder. Pover verklaart schuldig te zijn aan de weduwe van Samuel de Back 914 gulden 15 stuivers. Afgelost 1680. 1680 21 mei; RA 5879 C, nr. 100: Cornelis Pover is £. 10 tegen 6 % schuldig aan de wezen van Willem Meyer. Zijn huisraad is onderpand. 1685 7 maart; RA 5879 C, nr. 139: Cornelis Pover verkoopt aan Johannes van de Luister een woonhuis voor 700 Carolusgulden, de rente op het huis inbegrepen (conform de akte van 12 november 1652); te betalen in termijnen; afgelost in 1690. N: de smidse; O: de zeedijk; Z: molenaarshuis; W: Voorstraat. 1694 27 mei; RA 5885 B: Ambachtsheren geven vergunning aan schout en dijkgraaf Jannis van de Luister om een schuur achter zijn huis bouwen, met een bepaling ten aanzien van de uitweg. 1694 29 september; RA 5879 C, nr. 237 - 241: Rekening door Johannes van de Luister over de failliete boedel van Corn. Heijnd. Pover (ovl.), welke boedel door de familie niet werd geaccepteerd. Van de Luister werd op 22 januari 1693 als sequestor aangesteld. Batig saldo £. 2-12-4. 1704 14 juni; RA 5879 C,nr. 102: Cornelis Pover verkoopt aan Johannes Aelbrechtse van de Luister een huis en erf in de Voorstraat. N: smidshuis; O: zeedijk; Z: molenaarshuis; W: Voorstraat. Prijs 700 Carolusgulden, inbegrepen de rente die daarop staat volgens de schepenakte, gepasseerd door Antonij Pieter van den Eijnde ten behoeve van Anderijs Kosten op 12 november 1652. Te betalen in termijnen. Verwezen wordt naar de leverantie op 7 maart 1685. 1717 16 december; RA 5879 C, nr. 138 - 140: Laurens Kock en Willemijntie Reijnierse, echtelieden, zijn schuldig aan mr. Willem Ockersse, oud-burgemeester en secretaris te Zierikzee, een bedrag van £. 2000 voor één jaar à 5 %. Het geld werd uitgekeerd aan de rentmeester Johan Oostdijk ter betaling van een hofstede met 169 gemeten 129 roeden koren- en weilanden (zie boerderij Bouwlust). Dit is tevens het onderpand, samen met losse goederen, alsmede een huis en erf in het dorp, N: Fincent de Wael; O: de dijk; Z: molenhuis; W: de straat. In 1757 was £. 1016-11-0 afbetaald. Het tekort blijft ten laste van Cornelis Laurense de Kock en zijn huisvrouw. 1752 15 juli; RA 5885 E, nr. 112: Boedelscheiding Laurens de Kock. Simon Faasse, gehuwd met Rachel de Kock, koopt het huis en erf, N: Vincent de Wael; O: de dijk; Z: molenhuis; W: de straat, Prijs: £. 20. 1762 1 november; RA 5883, nr. 33: Testament van Simon Faasse, die ziek is. Hij is gehuwd geweest met Rachel de Kok waaruit kinderen werden geboren. Hij wenst dat zijn huis en goederen niet verkocht zullen worden en dat zijn kinderen bij elkaar en samen blijven tot de jongste 12 jaar zal zijn geworden of eerder in staat zal zijn de kost te verdienen. Alsdan moet ieder der kinderen zich tevreden houden met zijn aandeel. Hij stelt als voogden aan zijn broer Jan Faasse en zijn zwager Willem Meijer. 1768 28 januari; RA 5888, nr. 71: Inventaris van de boedel van Simon Faasse en Rachel de Kok tbv. hun kinderen en erfgenamen: Marinus (ruim 25 jr.), Matie (21 jr.), Jannetie (19 jr.), Louweryna (13 jr.), Adriaentie (12 jr.) en Cornelia (7 jr.) Faasse. Opgesteld door de voogden Jan Faasse en Willem Meyer, alsmede de meerderjarige Marinus Faasse. - huis en erf, bewoond door de overledene, waard £. 60 (kamer, keuken, zolder, schuur); - batig saldo £. 67-11-5. 1793 3 september; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 5238 (649): Boedelinventaris van Marinus Simonse Faasse en Cornelia Pikhaert. Hierin o.a. een huis en erf met herberg getaxeerd op £. 666.13.4. 1807 24 juni; RA 5885, nr. 16: Uittreksel uit de verkoopakte van onroerende goederen t.b.v. Cornelis Verkouteren, weduwnaar van Cornelia Pikhart. 1807 1 oktober; RA 5881, nr. 20: Servaas van den Doel (gehuwd met Adriana Faasse), Jacob Vermeule (gehuwd met Rachel Faasse) en Abraham Mol (gehuwd met Josina Faasse), allen erfgenamen van hun moeder Cornelia Piccart (1e echtgenote van Marinus Faasse), verkopen aan hun schoonvader Cornelis Verkouteren (weduwnaar van Cornelia Piccart) een huis en schuur op cijnserven no.2. Koopsom: ƒ. 3000.-; ƒ.1500.- contant en ƒ.1500.- als toekomend erfdeel van zijn overleden vrouw. Op deze foto, waarop de Zuiddijk als Zeedijk wordt aangeduidt, herkennen we drie beeldbepalende elementen. Alleen de korenmolen De Hoop bleef bewaard. Thans (2008) wordt deze gerestaureerd. Het Wachtje (rechts) viel in 1972 onder de slopershamer. Het dijkhuis (links) verdween vanwege haar bouwvallige staat al in 1968 uit het dorpsbeeld. Voorstraat oostzijde 43. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1699 1 1779 1 1818 1 1832 315 - 316 1992 43 roeden 38 36 37 cijns £. 0-6-0 ¦. 1,85 Inleiding: De ambachtsheren lieten rond 1650 het molenhuis bouwen; in 1740 werd een achterhuis aangebouwd. In 1797 verkocht ambachtsheer mr. J.W. Schorer de molen, het molenhuis met bakkeet en de inventaris voor 4200 gulden aan molenaar Willem Meijer (H.Uil m.m.v. J.A. Klompe, Sint Philipsland, eiland in de Zeeuwse delta 1487 - 1987, Sint Philipsland, 1987, blz. 75 - 77). Zijn gelijknamige zoon Willem overleed hier in 1848. Diens zoon werd hier broodbakker. Na zijn vertrek bleef het bakkerij. Na 1959 werd het cafetaria en later een "doe-het-zelf winkel". Kohieren huisschatting 1674 - 1696: periode belastingplichtige 1674 - 1685 molenaarshuis 1686 - 1690 Cornelis de mulder belasting £. 0-6-8 1696 Cornelis de mulder 3 haardsteden Kohier bewoners 1681: Cornelis de mulder (aantal personen boven 8 jaar: 1) Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1818 - 1821 weduwe Willem Meyer 1822 - 1833 Willem Meyer Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750 Maatje Wale, Willem Meyer 1758 Willem Meyer, Janna de Kok Bevolkingsregisters: A2 1813 - 1837 Janna van der Vliet, later Willem Meyer (molenaar) Samenvatting eigenaars : periode eigenaar c1650 - 1797 Ambachtsheren 1797 - 1812 Willem Meijer 1812 - 1821 Janna van der Vliet, weduwe van W. Meijer 1821 - 1832 Willem Meijer Transacties enz.: Geen transacties bekend. Woning Voorstraat/hoek (Zuiddijk 3) Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1818 73 1832 317 N.B. in 1971 gesloopt roeden 6 cijns ƒ. 0,30 Naast het huis van molenaar Willem Meijer (Voorstraat 43) werd in 1793 een dijkhuis gebouwd dat we rechts op de foto zien. Het nieuwgebouwde huis werd gekocht door Johannes den Braber. Zijn dochter Elizabeth trouwde later met Willem de Rooij. Er was lange tijd een kruidenierswinkel en een broodbakkerij in gevestigd. Het bleef bewoond door dezelfde familie. Elizabeth Johanna Kempeneers-de Rooij woonde er tot haar overlijden in 1961. Daarna nog enige tijd haar zoon Kees. Kort daarop, eind jaren ’60 werd het vanwege de bouwvallige staat gesloopt. Voorstraat westzijde in 1977. In bijna alle panden aandeze zijde van de Voorstraat werd in de loop der eeuwen winkel gedaan of een ambacht uitgeoefend. V.l.n.r. is het de huidige nummering 4, 6, 8, 10, enz. Inleiding: Van dit dijkhuis is slechts één akte bekend. Het pand, dat als Zuiddijk 3 was genummerd, werd in 1971 gesloopt. Het pand werd gebouwd door Johannes den Braber en het bleef bewoond door zijn nakomelingen. Onder meer woonde hier de schipper Willem de Rooij, die gehuwd was met een dochter van Johannes den Braber. Lange tijd was hier een winkel gevestigd. Cijnsplichtigen: periode 1818 1832 Bevolkingsregisters: A1 1813 1821 - 1837 Samenvatting eigenaars : periode 1793 - 1826 1826 - 1832 cijnsplichtige Erven Johannes den Braber Johannes den Braber Johannes den Braber Johannes den Braber, later zijn weduwe Leuntje Danser. eigenaar Johannes den Braber Leuntje Danser, weduwe J. den Braber Transacties enz.: 1793 27 mei; RA 5882, nr. 19R: Johannes Braeber leent van Marinus Faasse S.zn. £. 100 à 5 %. Onderpand is 'het nieuw opgebouwde huis staande onder aan den aprel van den zeedijk over het Moolenhuys'. 1828 18 september; Archieven Gemeente Sint Philipsland, Notulen burgemeester en assessoren en correspondentie: Vergunning verleend aan Willem de Rooij, schipper en winkelier, voor een bakkerij in het huis wijk A, nr. 1. De buren Willem Meyer (korenmolenaar) en Joseph van Nieuwenhuyzen (herbergier) verklaarden geen bezwaar te hebben. Voorstraat westzijde 4. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1779 41 1818 1832 1992 47 267 - 268 4 roeden (afgesplitst) 25 cijns ƒ. 1,25 Inleiding: In 1804 werd dit perceel afgesplitst van het naastgelegen erf (Voorstraat 6). De Diaconie liet hier een nieuw huisje bouwen. Van circa 1880 tot 1963 was in het pand een bakkerij gevestigd. Daarna kwam hier een winkel. Cijnsplichtigen: periode 1818 - 1833 Bevolkingsregisters: A 23 1821 - 1837 Samenvatting eigenaars: periode 1788 - 1833 cijnsplichtige Diaconie Pieter Aarnoudse (arbeider), later Cornelis Reyngoud (arbeider) eigenaar Diaconie Transacties enz.: 1788 1, 26 maart; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: De kerkeraad besluit een 'armhuisje' te laten bouwen voor 400 gulden. 1788 4 juli; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: De bouwkosten bedragen geen 400 doch 530 gulden. 1790 24 april; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: Restant van de bouwsom uitbetaald aan metselaar Adriaan de Jong. 1804 RA 5885 C: Rekening huisschatting. Extra ontvangen van de Diaconie 5 schellingen (betreft een nieuw gebouwd huis). Voorstraat westzijde 6. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1779 41 1818 1832 1992 46 265 - 266 6 roeden 45 (gesplitst) 19 cijns £. 0-7-6 ƒ. 0,95 Inleiding: In 1719 werd in een transactie van huis nummer 8 een leeg erf als noordelijke belending genoemd, in 1751 werd Maarten van Kinderen als buurman vermeld. In 1757 werd dezelfde persoon genoemd, echter met de aantekening 'overleden'. Mogelijk is Maarten de eerste eigenaar/bewoner geweest. Hij was in ieder geval bezitter van dit huis, zoals uit de rekening van 1757 blijkt. De Diaconie verkreeg het huis uit de boedel van Maarten van Kinderen en zij liet het verbouwen. Zij verhuurde het vervolgens aan Jacob Breur die in 1797 overleed. Door de Diaconie werd het huis in 1803 aan Ary Keyzer verkocht. In 1923 werd het pand ingrijpend verbouwd. In 1935 kwam hier een groentewinkel. Thans is in dit een kapsalon gevestigd. Een deel van het erf werd afgesplitst en hierop liet de Diaconie het pand Voorstraat 4 bouwen. Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1779 - 1817 Diaconie 1818 - 1820 Jan Christiaan van der Vliet 1821 - 1833 Diaconie Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750, 1758 geen lidmaten vermeld Bevolkingsregisters: A 24 1813 Ary Keizer (arbeider) 1821 - 1837 Samenvatting eigenaars : periode -1757 1757 - 1803 1803 - ? - 1818 - 1832 Jan Christiaan van der Vliet (arbeider) eigenaar Maarten van Kinderen Diaconie Ary Keyzer Jan Christiaan van der Vliet Diaconie Transacties enz.: 1757 11 februari; RA 5885, nr. 3: Rekening door Adriaan van der Schoor wegens de verkoop van een kudde schapen, eigendom van Maarten van Kinderen t.b.v. diens minderjarige wezen: Catharina en Pieter, krachtens machtiging van Burgemeester en Schepenen d.d. 11 februari 1757. Overgebracht 14 juli 1759. - kudde bracht op £. 71-2-6; - opgave van de onroerende bezittingen van de overledene, onder andere een boek met zilveren sloten; - het huis en erf, nagelaten door de overledene, is verhuurd aan Cornelis Colle van 1 november 1756 tot 1 november 1757 voor £. 4 per jaar. 1757 24 juni; RA 5885 E, nr. 132: Inventaris van de boedel van de overleden Maarten van Kinderen. Deze bezat een huis en erf tussen het kerkhof en Johannes Fokkee. 1758 /1759 Archief Heerlijkheid, inv.nr. 133, Rekening Diaconie. Lambregt Soetens, metselaar te St. Annaland, metselde het huis van wijlen Maarten van Kinderen en ontving daarvoor £. 90. 1759 e.v.; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland; 25 februari 1759: Het huisje van Maarten van Kinderen verhuurd aan Jacob Breur voor 20 gulden per jaar. De huur bedroeg in 1760 £. 3 (18 gulden), in 1763 £. 4 (24 gulden) en daarna 22 gulden per jaar. Vermoedelijk bleef Jacob Breur hier wonen tot zijn overlijden in 1797. 1803 4 oktober; RA 5881, nr. 5: Pieter van Dijke, diaken, namens de Kerkeraad, verkoopt aan Ary Keyzer een huis en erf op 22.5 roeden cijnsbare grond, gelegen naast Pieter van Dijke en 'de armen'. Prijs £. 83-6-8. 1803 4 oktober; RA 5882, nr. 8: Schuldbekentenis van Ary Keizer: £. 66-13-4 à 5 % geleend van de Diaconie wegens restant kooppenningen. Onderpand: zijn heden getransporteerde huis op 22.5 roeden naast Pieter van Dijke en een huis van de Diaconie. Voorstraat westzijde 8. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1712 35 1779 40 1818 45 1832 263 - 264 1992 8 roeden 20 25.5 26 cijns £. 0-3-4 " 0-4-3 ƒ. 1,30 Inleiding: De eerste eigenaar/bewoner was waarschijnlijk Johan Focke (of Fokkee). Na het kinderloos overlijden van zijn zoon Johannes werd het huis in 1758 door zijn erfgenamen verkocht aan Izak Steyn, die het behield tot 1768. Het werd toen eigendom van kleermaker Nicolaas Termaat, later van zijn weduwe en zijn zoon Vincent. Vermeldenswaard is dat Nicolaas Termaat voor de koop hypotheek verleende aan de Diaconie en dat de aflossing van de schuld bestond uit de volledige verzorging gedurende vier jaar van Jan de Maker. In 1798 kocht de uit Tholen afkomstige Johannes van den Tol het huis voor £. 116-13-4 en deze verkocht het in 1801 voor hetzelfde bedrag aan Johannes van Dijke. Zijn zoon Pieter kocht het in 1818 uit de boedel van zijn moeder en na het overlijden van zijn weduwe werd het in 1832 gekocht door haar broer Abraham van Oeveren. In 1827 werd een vergunning verleend om er een broodbakkerij te vestigen. Deze bakkerij werd voortgezet door Damis Everaers, een zoon van de Hervormde predikant, en later ondergebracht in het pand Voorstraat 4. Op het eind van de 19de eeuw was hier een winkel. Nadien werd het weer woonhuis. Cijnsplichtigen: periode 1712 - 1714 1730 - 1733 cijnsplichtige Jan Focke idem 1779 - 1801 Nicolaes Termaet 1802 - 1831 Pieter van Dijke 1832 - 1833 Abraham van Oeveren Azn. Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750, 1758 geen lidmaten vermeld Bevolkingsregisters: A 25 1813 Johannes Wagemaker (arbeider) 1821 - 1837 Adriaan van der Vliet (arbeider), later Marinus Geense (smid) en Marinus van Oeveren (bakker) Samenvatting eigenaars : periode eigenaar 1709 - 1758 Jan Focke, later zijn weduwe en zijn zoon Johannes 1758 - 1768 Izak Steyn 1768 - 1798 Nicolaas Termaat, later zijn weduwe en zijn zoon Vincent 1798 - 1801 Johannes van den Tol 1801 - 1817 Johannes van Dijke, later zijn weduwe Neeltje Klippel 1817 - 1825 Pieter J.zn. van Dijke 1825 - 1831 Adriana van Oeveren, weduwe P. van Dijke 1832 Abraham van Oeveren Abr.zn. Transacties enz.: 1709 17 juni; RA 5879 C, nr. 250; RA 5885 D: Johan Focke leent van de Diaconie van Sint Philipsland 50 Carolusgulden voor één jaar à 5 %. Onderpand zijn huis; N: kerkhof; O: de straat; Z: Lambreght Janse van den Berge; W: dorpsland. 1719 9 mei; RA 5885 D: Johannis Focke geeft hypotheek, £. 24 à 5 %, op zijn huis aan schout Cornelis Wale wegens een schuld aan de weduwe van Cornelis Jansen. Belendingen woonhuis van Johannis Focke N: leeg erf; O: Voorstraat; Z: Lambreght Jansen; W: het erf. 1751 8 november; RA 5885 E, nr. 94: Weduwe Johan Fokkee verkoopt aan haar zoon Johannes Fokkee een huis met erf. N: Maarten van Kinderen; O: de straat; Z: schoolmeester Nicolaas Goethart. Prijs £. 20. 1757 december; RA 5885 E, nr. 137: Voorwaarden voor de verkoop het huis van Johannes Fokkee (ovl.), tussen Nicolaes Goedhart en Maarten van Kinderen (ovl.). 1758 10 maart; RA 5885 E, nr. 137 en 138: De erven Johannes Fokkee, waaronder de minderjarige kinderen van wijlen Pieter Stoop (gehuwd met Dingena Fokkee ovl.) verkopen aan Izak Steyn een huis met erf gelegen tussen schoolmeester Nicolaas Goethart en wijlen Maarten van Kinderen. Prijs £. 31. 1768 5 mei; RA 5881, nr. 77: Izak Steyn verkoopt aan Nicolaes Termaat een huis naast schout Marinus Reyngoud en een huis van de Diaconie Prijs £. 50. 1768 5 mei; RA 5882, nr. 73: Schuldbekentenis van Nicolaas Termaat: £. 50 geleend van de Diaconie, met als tegenprestatie de verzorging van Jan de Maker, die hij "gedurende de tijd van vier agtereenvolgende jaren, beginnende met 6 mei 1768, zal houden en alimenteren, in kost, verplegen, belappen en benaeyen en zulks in alles ordentelijk en na behoren"; af te trekken bij eerder overlijden £. 12-10-0 per jaar. Onderpand het huis en erf naast het huis van schout Marinus Reyngoud en dat van de Diaconie. 1768 26 juni; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland; Door de Diaconie 300 gulden verstrekt aan Nicolaas Termaat, onder verband van diens huis, waarvoor hij de door de Diaconie gealimenteerde Jan de Maker vier jaar zal onderhouden. 1790 3 juni; RA 5882, nr. 78: Schuldbekentenis van Nicolaas Termaat: 50 Carolusgulden à 4 % geleend van de Diaconie. Onderpand is zijn huis en erf. Doorgehaald 2 augustus 1798. 1792 26 maart; RA 5882, nr. 5: Schuldbekentenis van Maria de Vosch, weduwe van Nicolaas Termaat: 100 Carolusgulden à 4 % geleend van de Diaconie. Onderpand: haar huis; haar zoon Cent Termaat doet afstand en is borg voor de eerder door zijn vader geleende 50 Carolusgulden. Doorgehaald 2 augustus 1798. 1797 27 november; RA 5882, nr. 73: Schuldbekentenis van Maria de Vos, weduwe van Nicolaas Termaat: £. 16-13-4 à 4 % geleend van Diaconie. Onderpand: haar huis. Voldaan door haar zoon Cent Termaat, doorgehaald 2 augustus 1798. 1798 2 augustus; RA 5881, nr. 105: Cent Termaat verkoopt aan Johannes van den Tol een huis en erf gelegen naast het huis van Cornelis Reyngoud en dat van de Diaconie, tegen het kerkhof. Prijs £. 125 contant. 1798 2 augustus ; RA 5882, nr. 103: Schuldbekentenis van Johannes van den Tol: £. 116-13-4 à 5 % geleend van Cornelis Nelisse, St. Maartensdijk. Onderpand is het huis en erf naast Cornelis Reyngoud en dat van de Diaconie, heden door Cent Termaat aan hem getransporteerd. Doorgehaald 6 mei 1801. 1801 6 mei; RA 5881, nr. 21?: Johannes van den Tol verkoopt aan Pieter J.zn. van Dijke een huis en erf, gelegen naast Cornelis Reyngoud, de Diaconie en het kerkhof. Prijs £. 116-13-4. 1818 2 maart; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2814 (763): Boedelscheiding van Neeltje Klippel, weduwe van Johannes van Dijke, (ovl. Sint Philipsland 13 juni 1817), waaruit blijkt dat het huis op 31 oktober 1817 in het openbaar is verkocht aan Pieter van Dijke J.zn. voor ƒ. 995. 1827 14 mei; Archieven Gemeente Sint Philipsland, Notulen burgemeester en assessoren en correspondentie: Vergunning verleend aan Marinus van Oeveren voor het vestigen van een broodbakkerij in dit pand. 1832 9 juli en 16 juli; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2924 (1093 en 1106): Adriaan van Dijke, vader en voogd van de minderjarige kinderen in huwelijk verwekt bij zijn nog in leven zijnde huisvrouw Maria Abrahamse van Oeveren, nl. Pieter (20 jaar), Abraham (17 jaar) en Adriaantje (15 jaar), benoemde erfgenamen voor de helft van de nalatenschap van wijlen Adriana van Oeveren, (ovl. Sint Philipsland 28 juni 1831), weduwe van Pieter van Dijke; Abraham van Oeveren, winkelier te Sint Philipsland en diens huisvrouw Adriana Mol, vroedvrouw, ouders van Adriana van Oeveren; Abraham van Oeveren Abrahamszoon, landman te Sint Philipsland; Maria van Oeveren, huisvrouw van Adriaan van Dijke; Marinus van Oeveren, landman te Sint Philipsland; Adriaantje van Oeveren, huisvrouw van Pieter van Ast, wonende te Scherpenisse, broers en zusters van Adriana van Oeveren, erfgenamen voor de andere helft, veilen in het openbaar o.a. het huis, erf, schuurtje en tuin nr. 25, zijnde een broodbakkerij. Koper: Abraham van Oeveren, Abr.zn., landman te Sint Philipsland voor 657 gulden. Het was eerder verkregen door de overleden Pieter van Dijke van de erven van Neeltje Klippel, weduwe van Johannes van Dijke, blijkens proces-verbaal van de openbare verkoop d.d. 31 oktober 1817. Rechts de woningen vanaf nummers Voorstraat 10, 12, 14, enz. Voorstraat 10 is al in 1765 in eigendom gekomen van schout Marinus Reijngoudt. Nog steeds (2008) wordt het bewoond door deze familie. Achtereenvolgens werd hier door vier generaties, namelijk Cornelis, Abraham, Poulus Cornelis, en Pieter Reijngoudt het slagersambacht uitoefend Door de vrouw van de laatste wordt het pand nu nog bewoond. Voor de slagerswinkel staan v.r.n.l. Piet de Kok, schoenmaker Hendrik Kramer, Kees Westbroek met daarnaast de kinderen Truus, Jan, Henk en Jacob Bosman. De ouders van deze kinderen hadden een slagerij op Voorstraat 28. Links op de stoep staat huisarts De Groot. Voorstraat westzijde 10 Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1712 34 1779 39 1818 44 1832 261 - 262 1992 10 roeden 20 24.5 25 cijns £. 0-3-4 " 0-4-1 ¦. 1,25 Inleiding: Van dit perceel zijn slechts twee transacties bekend. De eerste (?) eigenaar Lambreght van den Bergh werd reeds in 1709 als buur genoemd. In 1750 kocht schoolmeester Nicolaas Goedhart het pand. In 1765 kwam het huis in het bezit van schout Marinus Reyngoud. Opmerkelijk is dat dit pand sindsdien onafgebroken in het bezit is van een lid van de familie Reijngoudt Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1712 - 1714 Lambreght Janssen van den Bergh 1730 - 1733 idem 1779 - 1801 Marinus Reyngoud 1802 - 1817 erven Marinus Rijngoud 1818 - 1820 Pieter Ryngoud 1821 - 1833 erven weduwe Cornelis Reyngoudt Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750, 1758 Nicolaas Goedhart, Anna Buytenweg Bevolkingsregisters: A 26 1813 - 1837 Pieter Reyngoud (arbeider) A 26b 1821 - 1837 Cornelis Reyngoud (arbeider) Samenvatting eigenaars : periode eigenaar - 1750 Lambreght Janssen van den Bergh, later diens erfgenamen 1750 - 1765 Nicolaes Goedhart 1765 - 1817 Marinus Reyngoud, later diens erfgenamen 1818 Pieter Reyngoud - 1832 Cornelis Reyngoud Transacties enz.: 1750 9 februari; RA 5885 E, nr. 81: Jan Lambregh en Johannes van Kapellen, erfgenamen van hun vader Jan Lambregtse van den Bergh verkopen aan Nicolaas Goedhart een huis met erf gelegen naast dat van de weduwe Fokkee. O: de straat; Z: Cent Schreel. Prijs £. 55. 1765 8 mei; RA 5881, nr. 47: Voorwaarden van Abram Buytenweg als voogd over de nagelaten kinderen van Nicolaas Goedhart voor de verkoop van huis en erf, N: Isack Steyn; Z: Cent Schreel. Schout Marinus Reyngoud koopt op dezelfde dag voor £. 83. Borgen Gabriël Steyn en Leendert Klippel. Nr. 48: de kerkeraad is gemachtigde van Abram Buytenweg. Voorstraat westzijde 12. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1704 33 1779 38 1818 43 1832 259 - 260 1992 12 roeden 18 18 19.5 cijns £. 0-3-0 " 0-3-0 ¦. 1,- Inleiding: Vermoedelijk werd dit huis omstreeks 1700 gebouwd. De eerste eigenaar was ds. Van der Kruyssen. Gedurende lange tijd is Pieter Fransen, en later zijn weduwe, bewoner geweest. In 1718 werd een hypotheekvordering ten laste van Pieter Fransen door de weduwe Van der Kruyssen verkocht. Na het overlijden van Pieter Fransen bleef diens weduwe, Abigail Hendricks, het huis bewonen. Na haar overlijden in 1730 kwam het pand aan de Diaconie. In 1739 werd het door de Diaconie verkocht aan Cent Schreel. Deze verkocht het op zijn beurt in 1767 aan Johannes Faasse. In 1802 verkocht Cornelis Faasse het pand aan Adriaan Noordijk. De Voorstraat begin vorige eeuw. Thans zijn de woningen rechts bekend als nr. 12, 14, 16, enz. In het eerste huis rechts woonde toen toen timmerman Christiaan Feleus met zijn gezin. Vanaf 1917 tot 1945 werd het bewoond door het gezin van aannemer Lourus Jan Allewijn. Daarna door aannemer Cent van Schelven. Links op de fotostaan voor haar woning Dina Kunst-Smits met dochter Neeltje. Naast deze: Elizabeth van der Poest (in de volksmond: Betje Poes). Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1704 ds. van der Cruyssen 1707 - 1709 idem 1710 - 1714 weduwe ds. van der Cruyssen 1730 - 1732 Pieter France 1733 Adriaen Boey 1779 - 1801 Johannes Faasse 1802 - 1817 Adriaan Noorddijk 1818 - 1820 Paulus Zwagemaker 1821 - 1833 Jan Noordijke Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750 Aarnoudina Steyn (gehuwd met de Rooms Katholieke Vincent Schreel). 1758 Hendrina Steyn Bevolkingsregisters: A 27 1813 Adriaan Noordijk (arbeider) 1821 - 1837 Abraham Maten (kleermaker), later Jan Noordijk (arbeider) Samenvatting eigenaars : periode eigenaar c1700 ds. Johannes van der Kruyssen, later zijn weduwe - 1730 Pieter Fransen, later diens weduwe 1730 - 1739 Diaconie 1739 - 1767 Cent Schreel 1767 - 1801 Johannes Faasse 1801 - 1802 Cornelis Faasse 1802 - 1814 Adriaan Noordijk 1814 - 1832 Jan Noordijk Transacties enz.: 1718 12 januari; RA 5879 C, nr. 30: Nicolaas Wouters, namens Margarita Debitz, weduwe van ds. Van der Cruijsse, draagt over aan de secretaris Arij Meulenbergh een paaibrief ten laste van Pieter Fransz staande op diens huis groot £. 22 en dit voor een bedrag van £. 8. 1739 22 april; RA 5885 E, nr. 30; Jan Mol, als armmeester, verkoopt aan Cent Schreel een huis met erf. N: Lambregt van den Berg; O: de straat; Z: Johannes Steyn. Prijs is £. 38. N.B. N en Z, zoals in de akte vermeld, moeten worden verwisseld. 1741/1742; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland; Diaconierekening: Vincent Scareel kocht een huis van de Diaconie. 1761 27 november; 5879 B: Eiser: secretaris Adriaen van der Schoor; Gedaagde: Cent Schreel; wegens: £. 1-7-0 voor huisschatting en cijns over 1761-1764. 1767 16 april; RA 5881, nr. 64: Cent Schreel verkoopt aan Jan Faasse een huis en erf. N: schout Marinus Reyngoud; Z: Abraham Nelisse; W: de straat. Prijs 50 Carolusgulden. 1801 30 september; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 5240 (939): Johannes Faasse legateert aan zijn broer Cornelis Faasse zijn huis en erf, dat staat tussen de huizen van Johannes Endhoven en Cornelis Reyngoud, onder voorwaarde van levenslange verzorging. 1802 10 mei; RA 5881, nr. 42: Cornelis Faasse verkoopt aan Adriaan Noordijke een huis en erf, gelegen naast Johannes Endhoven en Cornelis Reyngoud. Prijs £. 58-6-8 contant. Voorstraat westzijde 14. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1699 32 1779 37 1818 42 1832 257 - 258 1992 14 roeden 18 18 18.5 cijns £. 0-3-0 " 0-3-0 ¦. 0,95 Inleiding: Dit huis werd kort voor 1700 door ds. Van der Kruyssen gebouwd als geldbelegging. Zelf woonde hij ongetwijfeld op nummer 20 - 24. Zijn weduwe verkocht het huis en erf in 1711 aan Joos Andriesse Hart. Daarna kwam het in bezit van zijn zoon Andries Hart, die het in 1726 van de Diaconie kocht. In 1751 bleek het huis in het bezit te zijn van de Diaconie want het werd toen door hen verkocht aan Cornelis Steendijk. Naast de koopsom van 35 ponden Vlaams nam hij op zich Cornelis Breur, die voor rekening van de Diaconie werd onderhouden, vier jaar lang te verzorgen. De daaropvolgende transactie, in 1775, heeft betrekking op de verkoop van de helft van het huis aan Abraham Nelissen. De Diaconie had besloten zich met het huis te bemoeien en droeg zorg voor herstel. In 1797 werd het huis verkocht aan schoolmeester Johannes Endhoven. Van de tweede helft van de 19de eeuw af was hier een winkel gevestigd. In 1949 werd hier een melkwinkel geopend, thans is in dit pand een slijterij gevestigd. Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1699 - 1709 ds. Van der Kruyssen 1710 - 1712 weduwe ds. Van der Kruyssen 1713 - 1714 Joos Hart 1730 - 1732 Andries Hart 1733 Diaconie 1779 - 1817 Abram Nelisse 1818 - 1827 Johannes Endhoven 1828 - 1833 erven Johannes Endhoven Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750, 1758 huis niet vermeld. Bevolkingsregisters: A28 1813 - 1837 Johannes Endhoven (onderwijzer), later Engel Endhoven en Maarten den Braber Samenvatting eigenaars : periode c1699 - 1711 1711 - 1725 1725 - 1726 1726 - 1751 Diaconie 1751 - 1775 1775 - 1797 1797 - 1832 Transacties enz.: eigenaar ds. Johannes van der Kruyssen, later zijn weduwe Joos Andriesse Hart, later diens erfgenamen Diaconie Andries Hart Cornelis Steendijk, later diens erfgenamen Abraham Nelisse Johannes Endhoven, later diens erfgenamen 1711 16 mei; RA 5879 C, nr. 277: Joos Andriesse Hart leent van de Diaconie van Sint Philipsland 100 Carolusgulden voor één jaar à 5 %. Onderpand een woonhuis; N: weduwe van der Cruijssen; O: de straat; Z: Jacob Davidts; W: dorpsland. 1711 12 juni; RA 5879 C, nr. 280, 281: Margareta Debbits, wed. van Johan van der Cruijssen, predikant, levert een huis aan Joos Andriessen Hart. N: weduwe Van der Cruijssen; O: Voorstraat; Z: Jacob Davidts; W: dorpsland. Prijs £. 32. £. 16-13-4 contant, de rest in termijnen. Met verkoopvoorwaarden d.d. 12 juni 1711. 1725 RA 5885 D,: De weeskamer van Sint Philipsland verkoopt namens de erven van Joos Hart diens huis aan Andries Hart. Prijs £. 26. Levering op Paasdag 1726. 1726 8 mei; RA 5879 D, nr. 319, 320: Ds. Bierman, namens de kerkeraad, verkoopt aan Andries Hart een huis N: weduwe Pieter Fransen; O: de Voorstraat; Z: Jakob Davits; W: dorpsland. Prijs £. 26. 1726 /1727; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland; Diaconierekening: Andries Hart koopt een armhuis. 1739 22 april; RA 5885 E, nr. 33: Armmeester Jan Mol verkoopt aan Johannes Steyn een huis voor £. 39. N: Tanneke Haen; O: de straat; Z: Jacob Davids; W: -. 1741 /1742; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland; Diaconierekening: Johannes Steyn huurt een huis à 16 gulden per jaar. 1751 18 februari; RA 5885 E, nr. 90, 93: Kerkeraad en armmeester verkopen aan Cornelis Steendijk een huis N: Cent Schreel; O: de straat; Z: Ary van Bendegom; W: -. Prijs £. 35, omgezet in vier jaar onderhoud en verpleging van Cornelis Breur. 1751 31 maart; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: Cornelis Steendijk wil één van de Diaconiehuizen kopen, thans bewoond door Jan Noortdijk. N: het huis van Cent Schreel; O: de straat; Z: Ary van Bendegom. Accoord bereikt voor £. 35, per 1 mei 1751. Ter voldoening van de koopsom zal Steendijk Cornelis Breur vier jaar lang onderhouden. 1775 4 april; RA 5881, nr. 115: Lena Steendijk, weduwe van Geert Klaassen Jagt, en Jacob Hart verkopen aan Abram Nelissen de helft van het huis, gelegen naast het huis van Sent Schreel en dat van Izack Steyn. Prijs £. 10. 1774 /1775; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 23 juli 1774: De Diaconie neemt aan de zaak van het huis van Abram Nelisse tegen de weduwe Lena de Valk en Jacob Hart. 1 oktober 1774: Ouderling Jan de Nijs (tevens timmerman) heeft de kosten van reparatie van het huis begroot. Voor het achterhuis geraamd op £. 5. Jacob Hart zal gevraagd worden zijn deel te verkopen voor dezelfde prijs als de weduwe Lena de Valk heeft gedaan. Opdracht tot herstel gegeven. 16 oktober 1774: Ook Jacob Hart heeft zijn deel verkocht. Aan Abram Nelisse wordt door de Diaconie 100 gulden geleend met als onderpand het huis. 31 december 1774 / 1 april 1775: Het huis werd beleend met 100 gulden. 1775 4 april; RA 5882: Schuldbekentenis van Abraham Nelisse: £. 16-13-4 à 4% geleend van de Diaconie. Onderpand: het huis naast Sent Schreel en Izak Steyn. 1797 15 juni; RA 5881, nr. 72: Abraham Nelisse verkoopt aan Johannes Endhoven een huis en erf naast Ary van Bendegom en Johannes Faasse. Prijs £. 58-6-8 contant. Voorstraat westzijde 16 Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1699 31 1779 36 1818 41 1832 255 - 256 1992 16 roeden 18 19 20 cijns £. 0-3-0 " 0-3-2 ¦. 1.- Inleiding: De erfgenamen van Pieter Dingenis verkochten het pand in 1672. De nieuwe eigenaar, Lambrecht van Lijere, deed zijn huis in 1696 over aan de gebroeders Van Dijcke, die het in 1703 op hun beurt verkochten aan Jacob Davidsen. Op welke wijze en wanneer het huis in het bezit kwam van de weduwe van Johan Turcq is niet bekend. Zij verkocht het in 1748 aan Ary van Bendegom. Zijn weduwe Sara Deurloo huwde in 1766 met Izak Steyn en zij wordt in 1779 nog als buurvrouw van Voorstraat 18 vermeld. Haar dochter Sara van Bendegom, die in 1778 huwde met Kommer Noordijk, was van 1802 tot 1808 cijnsplichtig. In 1989 werd dit pand in het kader van de dorpsvernieuwing geheel opnieuw opgetrokken door de gemeente. Kohieren huisschatting 1674 - 1696: periode belastingplichtige belasting 1674 - 1690 Lambrecht Pijeters/ Lambrecht van Lijere £. 0-3-4 1696 Lambrecht van Lijere 1 haardstede Kohier bewoners 1681: Lambrecht Pieters (aantal personen boven 8 jaar: 2) Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1691 - 1698 Adriaen Janssen Pieck 1699 - 1700 Minnekus Jacobsen 1701 - 1702 Willem Jacobsen 1703 - 1714 Jacob Davidsen 1730 - 1733 idem 1779 - 1801 Sara Deurloo, weduwe van Izak Steyn 1802 - 1808 Sara van Bendegom, weduwe van Kommer Noordyke 1809 - 1817 Johannes de Nijs 1818 - 1833 Ary Noordyke Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750, 1758 Ary van Bendegom en Sara Deurlo. Bevolkingsregisters: A 29 1813 - 1837 Arie Noordijk (arbeider) Samenvatting eigenaars : periode eigenaar - 1672 Pieter Dingemans 1672 - 1696 Lambrecht van Lijere 1696 - 1703 Willem en Minnekus Jacobs van Dijcke 1703 Jacob Davidsen - 1748 weduwe van Johan Turcq 1748 - 1766 Ary van Bendegom, later zijn weduwe Sara Deurloo 1766 - 1781 Izak Steyn, later zijn weduwe Sara Deurloo Kommer Noordijk, later zijn weduwe Sara van Bendegom Johannes de Nijs - 1832 Arie Noordijk Transacties enz.: 1672 14 maart; RA 5879 C nr. 59: Gilles Martens Otto als getrouwd met Janneken Dingenis en Nicolas de Wael, gehuwd met Marijken Dingenis, beiden zusters van Pieter Dingenis (ovl.), zijnde erfgenamen van hem, verkopen aan Lambrecht Pijersz. een huis aan de Voorstraat. N: leeg erf; O: Voorstraat; Z: C. de Putter; W: leeg erf. Prijs: £. 15. 1696 3 juli; RA 5879 C, nr. 287: Lambrecht van Lijere verkoopt aan Willem en Mijnnekus Jacobs van Dijcke een woonhuis. N: onbetimmerd dorpsland; O: Voorstraat; Z: Marckus Aenderijesen; W: onbetimmerd dorpsland. Prijs £. 19 contant. 1703 16 mei; RA 5879 C, nr. 90, 91: Willem en Mijnekes Jacobs verkopen aan Jacob Davidsen een woonhuis. N: ds. Van der Kruyssen, bewoond door Joos Hart; O: de straat; Z: de stadhouder Marckus Anderijesen; W: dorpsland. Prijs 150 Carolusgulden, 50 contant, de rest in twee termijnen. Verkopers mogen het nog bewonen tot mei 1704, echter moeten zij het wind- en regendicht houden, d.w.z. de pannen laten strijken en de glazen onderhouden. Afgelost in 1705. 1712 13 februari; RA 5879 C, nr. 181: Jacob Davijdtsen leent van Marijnus Meijers £. 25 voor één jaar à 5 %. Onderpand een woonhuis en erf; N: Joos Hart; O: Voorstraat; Z: Leendert van Akeren; W: dorpsland. 1748 5 april; RA 5885 E, nr. 69: Adriaan van der Schoor, als rentmeester van de weduwe van Johan Turcq, verkoopt aan Ary van Bendegom een huis met erf gelegen naast Johannes Steyn en Frans Kunst. Prijs £. 30. Dat de Voorstraat in 1923 nog met sintels was verhard is hier duidelijk zichtbaar. Het betreft hier een plaatje ter ere van het 25-jarig regeringsjubileum van H.M. Koningin Wilhelmina. Twee Fluplandse boerinnen poseren met hun versierde tweewieler met paard in de Voorstraat voor de woningen v.l.n.r. 18 (ged), 16, 14, 12, 10 en 8. Bij de slagerij van P.J. Reijngoudt op nr. 10 staat de slager en enkele van zijn dochters in de deuropening. Voorstraat westzijde 18. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1691 28 1699 30 1779 35 1818 40 1832 253 - 254 1992 18 roeden 24.25 24.5 27.5 27.5 cijns £. 0-4-0.5 " 0-4-7 ƒ. 1,40 Inleiding: De eerste eigenaar van dit perceel was waarschijnlijk Jan Pietersz. de Winter. Cornelis de Putter verkocht het pand in 1695 aan Marckus Andriesz. van der Clooster, die hier ging wonen. In 1708, toen het werd verkocht aan Leendert van Akeren, bleek er ook een losstaande schuur op het erf te staan. In 1718 verkocht Leendert Janssen Vergoudt (= Leendert van Akeren) het woonhuis aan Roelandt Pietersen van Ziervelt doch de transactie werd verhinderd door Laurens Dane, die tot naasting overging. In 1733 bleek Frans Kunst eigenaar te zijn, hij gebruikte het twee jaar later als onderpand voor een lening. Het bleef daarna in bezit van deze familie. In de 20ste eeuw vestigde zich in dit pand een schoenmaker. Thans is het, na verbouw, opnieuw woonhuis. Kohieren huisschatting 1674 - 1696: periode belastingplichtige belasting 1674, 1675 Cornelis Jans Kemp (boer) £. 0-4-2 1676 - 1678 Job Jacobs 1679 Josijnjen Geers 1680 - 1684 Claes de Beel/Claes Dabel 1685 - 1688 Willem de Wever 1689 - 1690 Willem Coene 1696 de stadhouder Markus 1 haardstede Kohier bewoners 1681: Claas Dabel (aantal personen boven 8 jaar: 2) Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1691 - 1698 de erven van Marinus de Putter's weduwe 1699 - 1713 Markus Andrijesen 1714 Leendert van Akeren 1730 - 1732 Lauwerijs Dane 1733 Frans Kunst 1779 - 1817 Laurens Kunst 1818 - 1831 Frans Kunst 1832 - 1833 erven Frans Kunst Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750, 1758 geen lidmaten vermeld Bevolkingsregisters: A 30 1813 - 1837 Frans Kunst (arbeider), later anderen Samenvatting eigenaars : periode eigenaar - 1670 Jan Pietersz. de Winter 1670 - 1695 Cornelis Marinusz. de Putter 1695 - 1708 Marckus Andriesz. van der Clooster 1708 - 1718 Leendert van Akeren/Leendert Janssen Vergoudt 1718 - 1732 Laurens Dane 1733 - 1778 Frans Kunst 1779 - 1832 Laurens Kunst, later Frans Kunst en diens erfgenamen Transacties enz.: 1670 7 januari; RA 5879 C nr. 46: Cornelis Marijnis de Putter verleent hypotheek op zijn huis aan Jan Pijers. de Wijnter. N: erfgenamen van Pijeter Dijngemans; O: Voorstraat; Z: Ambachtsheren huis; W: Achterstraat. Het bedrag is £. 50; afgelost in 1671; bestemd voor de aankoop van een huis, (Jan Pijers de Wijnter is vermoedelijk de verkoper). 1689 16 maart; RA 5879 C, nr. 177- 183: Rekening door Pieter Jansen Gekier als vader van Catarijna Pieters en als voogd van de nagelaten wees van de weduwe van Cornelis Marijnesz Putter genaamd Pieternella Bernoelje, beiden erfgenamen van hun grootmoeder Aderjaen Willems, weduwe van Marijnes de Putter, over 11 maart 1681 - mei 1688. - onder andere ontvangen van Claes Dabel de huur van het huis van de wees, staande aan de Voorstraat: N: Lambrecht van Lijere; Z: ds. Boeije, over de jaren 1681 - 1684 £. 3-6-8 per jaar. - idem van Pieter van Lee ? over 1684/'85 £. 3-6-8. - idem van Willem Coene over 1685/'86 £. 3-6-8, 1686/'87 £. 3-6-8. Hij huurde het ook in 1687/'88. - Diverse onderhoudswerkzaamheden aan dit huis. 1695 10 maart; RA 5879 C, nr. 244: Cornelis de Putter verkoopt aan Marckus Anderijsz een woonhuis. N: Lambrecht van Lijere; O: Voorstraat; Z: ds. Jan Boeije; W: dorps onbetimmerd land. Prijs 200 Carolusgulden, 100 gulden direct, de rest in termijnen. Doorgehaald in 1760. 1708 12 december; RA 5879 C, nr. 232, 233: Marcus Andriessen van der Clooster verkoopt aan Leendert van Akeren een woonhuis, bewoond geweest door de verkoper, en een schuur (los van het huis staand). N: Jacob Davidts; O: Voorstraat; Z: predikant Van der Kruyssen; W: dorpsland. Prijs 700 Carolusgulden, 200 gulden direct, de rest in termijnen per 50 gulden. Met verkoopvoorwaarden d.d. 12 juli 1708. 1708 17 december; RA 5879 C, nr. 240: Leendert van Akeren leent van Ds. Van der Kruyssen, handelend namens de Diaconie, £. 16.13.4 à 5 % voor een jaar. Onderpand zijn woonhuis N: Jacob Davidts; O: de straat; Z: huis van de predikant; W: dorpsland. 1718 8 maart; RA 5885 D: Leendert Janssen Vergoudt verkoopt aan Roelandt Pietersen van Ziervelt een woonhuis en erf voor £. 54-3-4. Oplevering zal plaats vinden per mei 1718. 1718 5 april; RA 5879 C, nr. 146 - 149: Leendert Janssen Vergoudt transporteert een woonhuis en erf aan Roeland Pietersen van Ziervelt volgens verkoopvoorwaarden van 8 maart 1718. Het object wordt echter genaast door Laurens Daane en Van Ziervelt doet afstand. Verkoper mag hier blijven wonen tot mei 1718. Belendingen N: Jakop Davidsen; O: Voorstraat; Z: Cornelis Noorthoek; W: dorpsland. 1735 19 mei; RA 5885 E, nr. 11: Schuldbekentenis van Frans Kunst: £. 11-13-4 à 3.5 % geleend van zijn zwager Anderies Boers. Onderpand is zijn woonhuis. N: Jacob Davits; O: de straat; Z: Johannes Steyn. 1779 6 april; RA 5886, nr. 146: Adriaan Kunst, Frans Kunst, Cornelis Kunst, Jan Kuypers gehuwd met Henrica Kunst en Adriana Kunst, zoons en dochters van Frans Kunst, overleden te Sint Philipsland, zien af van de nalatenschap en wel speciaal van het door hem nagelaten huis en erf: Voorstraat Westzijde, naast het huis van de weduwe Berbel Nelisse (Z) en weduwe Sara Deurlo (N), ten behoeve van hun broer Laurens Kunst, wonende te Sint Philipsland, die dit huis mag behouden. Opgemaakt te Tholen en Oud-Vossemeer. 1793 10 december; RA 5882, nr. 32: Schuldbekentenis van Laurens Kunst: £. 16-13-4 à 5% geleend van Machiel Mol. Onderpand is het huis en erf naast weduwe Leendert Nelisse en Jacobus van Bendegom. Voorstraat westzijde 20. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer roeden 1726 (perceel en huis gesplitst) 1779 34 26.5 1818 39 26 1832 251 - 252 1992 20 cijns £. 0-4-5 ƒ. 1,30 Voorstraat westzijde vanuit het zuiden met de huidige nrs. 22, 20, 18, enz. met op de achtergrond de twee rijen bomen die het kerkdreefje het aanzicht geven van een laantje. De foto werd kort na 1920 gemaakt. Eerder hadden Marinus Neele en zijn vrouw Adriana Pieternella van de Ree op nr. 22 een kruidenierswinkel. Ernaast, op nr. 20, had de weduwe van Machiel Stols, en later haar twee dochters Cato en Antoinette een kruidenierswinkeltje. In het derde pand was de schoenmakerrij van Hendrik Kramer, later zijn zoon Jan Kramer. De personen voor het eerste pand zijn Willem Kramer, Jannetje KaashoekGunter met zoontje Jan. Daarnaast staat Keetje den Braber-Meijer met haar kleindochters Keetje en Lena Verhage Inleiding: Schoolmeester Cornelis Noorthoek verkocht in 1726 de noordelijke helft van het huis Voorstraat 24 aan schipper Jacob Andriesse Steketee, waardoor er een afzonderlijk perceel ontstond (Voorstraat 20). Steketee behield het slechts twee jaar in eigendom. Johannes Steyn kocht het huis in 1728 en hij verkocht het in 1737 aan Leendert Nelisse. Dit is de laatst bekende transactie met betrekking tot dit huis. Het bleef via de weduwe en Quirinus Lambertus Nelisse en diens echtgenote en vervolgens door Lena Nelisse en haar echtgenoot Johannes Endhoven in de familie tot 1828. Het pand werd in de 20ste eeuw tot winkel bestemd, maar later werd het opnieuw woonhuis. Cijnsplichtigen: (zie nummer 24) periode cijnsplichtige 1730 - 1732 Cornelis Noorthoek 1733 Jan Steyn en Adriaen Leendertse 1779 - 1801 weduwe Leendert Nelisse 1802 - 1820 Krijn Nelisse 1821 - 1827 Johannes Endhoven 1828 - 1833 Cornelis Geense Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750 Leendert Nelesse, Barbel Bogaerds 1758 Barber Bogerts, weduwe L. Nelisse Bevolkingsregisters: A 31 1813 Quirinius Lambertus Nelisse (arbeider) 1821 - 1837 Catrina Wagemaker, weduwe Nelisse, (arbeidster) A 31b 1821 - 1837 Engel Endhoven (arbeider), later Adriaan van Dijke (arbeider) Samenvatting eigenaars : periode eigenaar 1726 - 1728 Jacob Andriesse Steketee 1728 - 1737 Johannes Steyn 1737 - 1751 Leendert Nelisse 1751 - 1785 Barbera Boogert, weduwe Leendert Nelisse 1785 - 1820 Quirinus Lambertus Nelisse, later zijn weduwe 1821 - 1828 Johannes Endhoven, later zijn erfgenamen 1828 - 1832 Cornelis Geense Transacties enz.: 1726 15 november; RA 5885 D, nr. 6: Cornelis Noorthoek verkoopt aan Jacob Anderiesse Steketee de helft van een verhuurd woonhuis. Prijs ¦. 200. Er bestaat een erfdienstbaarheid van de goot t.b.v. Adrijaen Leendertsen. 1726 18 december; RA 5879 D, nr. 371: Cornelis Noorthoek verkoopt aan Jacob Anderiesse Steketee. N: Laurens Dane; O: Voorstraat; Z: Adrijaen Leendertsen; W: dorpsland. Prijs 200 gulden van 40 groten Vlaams het stuk. 1728 8 en 27 oktober; RA 5885 D, nrs. 18 en 60; 27 oktober; RA 5879 D, nr. 429, 430; Jacob Andriesse Steketee verkoopt aan Johannis Steyn een woonhuis. N: Lauwerens Dane; O: Voorstraat; Z: Adriaan Leendersen; W: dorpsland. Prijs ƒ. 200, in termijnen te betalen. 1734 6 april; RA 5886 B, nr. 25: Jan Steijn verklaart schuldig te zijn aan Adriaen Leendertse £. 25 wegens geleend geld à 5 % onder verband van zijn huis. N: de straat; O: Adriaen Leendertse; W: dorpsland. Geroyeerd in 1737. 1737 13 maart; RA 5885 E, nr. 15: Johannis Steyn verkoopt aan Leendert Nelisse een huis gelegen naast Adriaan Leendertse en Frans Kunst. Prijs £. 40 contant. 1828 24 januari; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2905 (365): Engel Endhoven, politiebediende te Sint Philipsland, en Gabriël Endhoven, schoolonderwijzer te Heen, als erfgenamen van hun ouders Johannes Endhoven (ovl. Sint Philipsland 25 december 1826) en Lena Nelisse (ovl. Sint Philipsland 9 augustus 1826) verkopen aan Cornelis Geense, timmerman te Sint Philipsland, het woonhuis en erf nr. 31, staande tussen de huizen van de erven Laurens Kunst en Adriaantje de Ruiter voor 300 gulden. Het huis komt dadelijk in gebruik. Voorstraat westzijde 22. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer c1800 (perceel gesplitst) 1818 38 1832 249 - 250 1992 22 roeden 26 cijns ƒ. 1,30 Inleiding: Omstreeks 1800 werd opnieuw een deel van Voorstraat 24 afgesplitst, waardoor dit perceel Voorstraat 22 ontstond. In 1818 werd Cornelis de Ruyter Jr., kleinzoon van Cornelis Molengraaf als cijnsplichtige vermeld, van 1828 tot 1833 zijn zuster Adriaantje en in 1832 zijn moeder, Petronella Molengraaf. Achter dit pand werd later een woning aangebouwd, die in de volksmond bekend stond als de smidse. In de 19de eeuw werd in het huis aan de Voorstraat een winkel gevestigd. Ook thans is dit het geval. Nu is hier een horlogerie c.a. Cijnsplichtigen: (zie nummer 24) periode 1818 - 1827 1828 - 1833 1832 Bevolkingsregisters: A 32 1813 A 32/A 32b 1821 - 1837 Samenvatting eigenaars : periode c1800 - 1826 1826 - 1832 cijnsplichtige Cornelis de Ruyter Jr. Adriaantje de Ruiter, weduwe M. de Groen Petronella Molegraaf, wed. C. de Ruyter. Cornelis de Ruiter (schipper) Jan de Ruiter (arbeider) en Cornelia van Oeveren, later ook Jakobus van Nieuwenhuyzen (arbeider) eigenaar Cornelis de Ruyter Jr. Petronella Molegraaf, wed. C. de Ruyter. Transacties enz.: 1827 29 oktober; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2904 (323): Pieternella Molengraaf, particuliere te Sint Philipsland, weduwe van Cornelis de Ruiter (ovl. Sint Philipsland 15 februari 1826) (zij maakten hun testament voor notaris E. van Hekke te Zierikzee op 11 september 1790), tesamen met Adriaantje de Ruiter, winkelierster, weduwe van Marinus de Groen; Cornelis en Jan de Ruiter, schippers en Hubrecht de Ruiter, beurtschipper te Sint Philipsland, kinderen van de overledene, laten in het openbaar veilen o.a. het huis en erf nr. 32, tussen de huizen van Adriaan Kunst en Johannes Endhoven. Dit huis was reeds meer dan dertig jaar in het bezit van de overledene en van de weduwe. Aanvankelijk werd het hoogste bod uitgebracht door Jacobus Anthonie Stols, burgemeester te Sint Philipsland, groot 400 gulden. Bij de tweede veiling tenslotte toegewezen voor 600 gulden aan Adriaantje de Ruiter, weduwe van Marinus de Groen. Voorstraat westzijde 24. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1691 25 " 26 " 27 (samenvoeging 3 percelen) 1699 29 1700 " 1779 33 (perceel gesplitst) 1818 37 1832 247 - 248 1992 24 roeden 22 24.5 24.5 cijns £. 0-3-8 " 0-4-1 " 0-4-1/2 68 71 44.5 £. 0-11-0 " 0-7-5 19 ¦. 0,95 Inleiding: Drie oorspronkelijke erven werden in 1699 voor de cijnsheffing samengevoegd. Later vonden er splitsingen plaats zodat uiteindelijk toch weer drie perceelnummers, nl. 20, 22 en 24 ontstonden. In 1678/1679 werd in opdracht van Anthonij de Huybert, heer van Kruiningen, een groot nieuw huis gebouwd of het bestaande ingrijpend verbouwd en vergroot ten behoeve van ds. Pontiaan van Hattem. Door de erfgenamen van de vrouwe van Kruiningen werd het pand verkocht aan ds. Wouters, die dit hetzelfde jaar doorverkocht aan ds. Boeye. Het bleef daarna pastorie want in 1695 verkocht ds. Boeye het aan ds. Van der Kruyssen. Diens weduwe verleende in 1711 hypotheek aan Cornelis Wale en verkocht het in 1717 aan schoolmeester Cornelis Noorthoek. Vermeldenswaard is dat er goudleren behang in het huis aanwezig was; dit werd uitgesloten van de koop. Cornelis Noorthoek splitste het perceel. In 1723 verkocht hij de zuidelijke helft van het huis met een schuur aan Adriaan Leendertse (Voorstraat 24). Drie jaar later volgde de verkoop van de noordelijke helft aan Jacob Andriesse Steketee (Voorstraat 20). Omstreeks 1800 volgde een nieuwe afsplitsing waardoor Voorstraat 22 ontstond. Voorstraat 24 werd in 1792 overgedragen aan Catharina Cornelia Brand, weduwe van Cornelis Molengraaf, nadat overeenstemming was bereikt met de erfgenamen van Adriaan Leendertse. Hoewel de cijnslijsten als volgende eigenaar Caspar Noordhoek opgeven, is uit andere gegevens duidelijk dat dit schipper Adriaan Verspoor moet zijn. Sinds 1975 is in dit pand een drogisterij gevestigd, vanaf 1991 gecombineerd met het postagentschap. Kohieren huisschatting 1674 - 1696: periode belastingplichtige belasting 1674 - 1676 Catolijn het vroetwijf £. 0-4-2 1677 - 1682 ds. Van Hattem 1684, 1685 ds. Reijgersman 1686 ds. Wouters 1688, 1690 ds. Boeije 1696 ds. Van der Cruyssen 4 haardsteden Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige vóór 1699 nr. 25: 22 roeden. 1691 - 1698 de erven van Huybrecht Lambrechtsz. vóór 1699 nr. 26: 24.5 roeden. 1691 - 1693 erfgenamen van de Vrouwe van Kruiningen, 1694 - 1696 idem, met toevoeging: modo den predikant Boije 1697 - 1698 idem, met toevoeging: modo den pred. Van der Kruysen vóór 1699 nr. 27: 24.5 roeden. 1691 - 1698 erfgenamen van de Vrouwe van Kruiningen, na 1699 samen nr. 29: 68 roeden vanaf 1700 samen 71 roeden 1699 - 1709 Ds. van der Kruyssen 1710 - 1714 weduwe ds. van der Kruyssen 1730 - 1732 Cornelis Noorthoek 1733 Jan Steyn en Adriaen Leendertse 1779 - 1789 Cornelis Molengraef 1790 - 1808 weduwe Cornelis Molengraef 1809 - 1817 Caspar Noordhoek (perceel gesplitst !) 1818 - 1833 Adriaan Kunst Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750 Neeltje van Borstelen 1758 Pieter Beekman, Maria Faasse Bevolkingsregisters: A 33 1813 Adriaan Verspoor (schipper) 1821 - 1837 Adriaan Kunst (arbeider) Samenvatting eigenaars : periode eigenaar - 1690 Anthonij de Huybert, later zijn weduwe en haar erfgenamen 1690 ds. Nicolaus Wouters 1690 - 1695 ds. Johan Boeye 1695 - 1717 ds. Johannes van der Kruyssen, later zijn weduwe 1717 1723/6 Cornelis Noorthoek 1723 - 1792 Adriaan Leendertse, later zijn weduwe en erfgenamen 1792 - 1801 Catharina Cornelia Brand (ovl. 1801), weduwe van Cornelis Molengraaf 1801 - 1817 Adriaan Verspoor 1818 - 1832 Adriaan Kunst Transacties enz.: 1674/1678 Archief Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr. 721: Rekeningen ten behoeve van Anthonij de Huijbert, heer van Kruiningen, wegens zijn goederen in Sint Philipsland en Nieuw-Vossemeer, onder andere: - een huisje verhuurd aan Catharina de vroedvrouw, huur: £. 3-2-6. - aanslag 100e penning £. 0-8-4. misschien behoren de volgende panden ook op deze plaats: - een huisje verhuurd aan Jan den Cleermaker, waarvan de huur niet kon worden geïnd ("een arm man met vele kinderen"); aanslag 100e penning £. 1 over 3 jaar; - een huis verhuurd aan Reijnier Anthonis, huur £. 9-12-2. Aanslag 100e penning £. 0-8-4. 1678/1679 Archief Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr. 721: Rekeningen ten behoeve van Anthonij de Huijbert, heer van Kruiningen, wegens zijn goederen in Sint Philipsland en Nieuw-Vossemeer, onder andere: - betaald aan Gilles van der Hoeve wegens arbeid en geleverde materialen t.b.v. het huis bewoond door ds. Van Hattem £. 98; - betaald aan Laureijs van Neurdigen wegens timmerwerk aan dit huis £. 105; - betaald aan mr. Pieter van Sierevelt wegens hetzelfde £. 17-15-0; Adriaen Heijman wegens geleverde glazen £. 10; Jacob de Smit wegens geleverd ijzerwerk £. 16-13-4; aan diverse personen wegens materialen voor dit huis enz. £. 9-11-11. 1690 12 april; RA 5879 C, nr. 203: Rentmeester van Roosevelt verkoopt namens de erfgenamen van de Vrouwe van Kruiningen aan ds. Nicolaes Wouters, Oud-Vossemeer, een woonhuis. N: C. Cornelis de Putter; O: Voorstraat; Z: Jan Geersen; W: Achterstraat. Prijs £. 300 contant. 1690 12 april; RA 5879 C, nr. 204: Johannes van de Luister verkoopt namens ds. Nicolaes Wouters, thans te Oud-Vossemeer, aan ds. Jan Boeije een woonhuis. N: C.Cornelis de Putter; O: Voorstraat; Z: Jan Geersen; W: Achterstraat. De prijs is £. 300 contant. 1695 12 augustus; RA 5879 C, nr. 258: Ds. Jan Boeije, verkoopt aan ds. Johannes van der Cruyssen, een woonhuis. N: Marcus Andrijesen; O: Voorstraat; Z: erfgenamen Huybrecht Lambrechts; W: dorpsland. Prijs 2000 Carolusgulden, contant. 1711 16 december; RA 5979 C, nr. ?: Margarijta Dijbbits, weduwe van ds. Johannes van der Cruijssen, leent van dijkgraaf Cornelis Wale, £. 16-13-4. voor één jaar à 5 %. Onderpand een woonhuis met erf; N: Leendert van Akeren; O: Voorstraat; Z: Gabreel Mouwe; W: dorpsland. De lening werd afgelost in 1712. 1717 17 maart; RA 5879 C, nr. 128-130: Johan van der Cruysse, namens Margarita Debbets, weduwe van ds. Johan van der Cruysse, verkoopt aan Cornelis Noorthoek een woonhuis, erf en schuur. N: Leendert van Akeren; O: Voorstraat; Z: Mouwe's erfgenamen; W: dorpsland. Prijs: £. 54-3-4, (of ¦. 325.--). £. 33-6-8 contant, de rest in twee termijnen. Met verkoopvoorwaarden d.d. 31 januari 1717. Afbetaald 15 augustus 1717. Het goudleer behang blijft aan de verkoper en zal worden uitgenomen. Als tegenprestatie moet de verkoper nieuwe "greijne" goten leggen, voor en achter. 1723 23 februari; RA 5885 D, nr. 10; 17 maart; RA 5879 D, nr. 179: Cornelis Noorthoek, schoolmeester, verkoopt aan Adriaen Leendertsen een half huis met erf gelegen: N: -; O: de straat; Z: Cornelia Mouwens huis (d.i. Cornelia van de Luyster); W: het erf. Prijs £. 31-13-4. Het huis wordt gescheiden d.m.v. een muur in twee panden. Verhuurd aan Boers met een erfdienstbaarheid voor een watergoot. 1744 29 oktober; RA 5885 E, nr. 56: Testament van Adriaen Leendertse t.g.v. Cornelia Mol, dochter van Michiel Mol en Johanna Willems. 1792 9 juni; RA 5886, nr. 8: Akte van notaris Adriaan Jakobze te Veere (zie volgende aantekening). 1792 9 juni en 9 juli; RA 5886, nrs. 8 en 9: Marinus Faasse S.zn., gerechtsbode, als lasthebber (notariële procuratie voor notaris Adriaen Jakobze te Veere, 9 juni 1792) van schipper Kors Kleynman te Veere namens zijn vrouw Johanna van Eeuwen; Isabella van Eeuwen en Machiel van Eeuwen d.d. 3 januari 1790, erfgenamen en kinderen van Cornelia Mol, dochter van Michiel Mol en Johanna Willemse, die erfgenaam is geweest van Adriaen Leenderdse, overleden te Sint Philipsland. Kleynman heeft op 14 januari 1790 met de weduwe van Cornelis Molengraaf, namens de erfgenamen aangegaan een overeenkomst van uitkoop waarbij verkregen is £. 20 mits afziende van verdere aanspraken. Deze som heeft hij op 14 januari 1790 uit handen van de weduwe Molengraaf ontvangen. Marinus Faasse q.q. verklaart over te dragen aan Catharina Cornelia Brand, weduwe van Cornelis Molengraaf een huis en erf N: weduwe Molengraaf; O: -; Z: Leenderd Nelisse; W: Dorpsstraat, voor £. 20 overeenkomstig het genoemde contract van uitkoop. De weduwe accepteert een en ander. Voorstraat westzijde 26. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1691 24 1699 28 1779 32 1818 36 1832 245 - 246 1992 26 roeden 18.5 18.5 22 22 cijns £. 0-3-1 " 0-3-8 ¦. 1,10 Inleiding: De oudst bekende eigenaar is schout Huybrecht Lambrechtssen, die dit pand in 1664 verkocht aan Joos Robijn. Tien jaar later kocht de schout de woning weer van Robijn terug, die toen in het Oude Manhuis in Goes woonde. Het bleef in het bezit van de erfgenamen van de schout. Gabriël Steyn, een kleinzoon van Cornelia van de Luister, dochter van Huybrecht Lambrechtssen, verkocht het pand in 1739 aan Michiel Verberentsen. In 1750 werd schipper/koopman Jacobus van Rijn de volgende eigenaar. Diens weduwe Petronella den Herder heeft het huis en erf waarschijnlijk verkocht, want in 1768 waren deze het eigendom van Cornelis Molengraaf, die het geheel toen verkocht aan Marinus Faasse. Kohieren huisschatting 1674 - 1696: periode belastingplichtige belasting 1674, 1675 Pieter Hijndericks £. 0-3-4 1676 - 1680 Jan Gersen 1682 Jan Markus, de naaier 1684 - 1686 Markus Andries 1688 Isaack van de Luister 1689, 1690 Jan Geersen 1696 Cornelis Mouwe 2 haardsteden Kohier bewoners 1681: Jan Geersen (aantal personen boven 8 jaar: 3) Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1691 - 1698 de erven van Huybrecht Lambrechtsz. 1699 - 1714 Gabriël Mouwe 1730 - 1732 erven van Gabriël Mouwe 1733 Gabriël Steyn 1779 - 1801 Marinus Faasse J.zn. 1802 - 1831 Johannis de Nijs 1832 - 1833 weduwe en erven Johannis de Nijs Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750 niet vermeld 1758 Geert van der Sluijs Bevolkingsregisters: (A35) 1813 Jan Nelisse (arbeider) 1821 - 1837 Agatha Steenpoorte, wed. Nelisse (arbeidster) Samenvatting eigenaars: periode eigenaar - 1664 Huybrecht Lambrechtssen 1664 - 1670 Joos Robijn 1670 - 1673 Pieter Hijndersz. 1673 - 1674 Joos Robijn 1674 - 1739 Huybrecht Lambrechtssen, later zijn dochter Cornelia van de Luister en haar erfgenamen, waaronder Gabriël Steyn 1739 - 1750 Michel Verberentsen 1750 - 1764? Jacob van Rijn, later diens weduwe - 1768 Cornelis Molengraaf 1768 - 1799 Marinus Faasse J.zn. 1799 - 1802 Jeremias Dorst 1802 - 1832 Johannes de Nijs, later diens erfgenamen Transacties enz.: 1664 23 juli; RA 5879 C, nr. 6: Hubrecht Lambrechtsz, schout, verkoopt aan Joos Robijn een woonhuis voor £. 58-6-8 contant. N: het lege erf; O: Voorstraat; Z: Geerart van der Nisse; W: Achterstraat. 1665 1 december; RA 5879 C, nr. 20: Hubrecht Lambrechtsz, landman en schout, leent van Joos Robijn een bedrag van £. 210 voor één jaar tegen 5 %. Onderpanden al zijn goederen. Afgelost in 1667. 1666 19 april; RA 5879 C, nr. 26: Cornelis Swaen leent van Joos Robijn een bedrag van 350 Car. guldens, tegen 6 %. Onderpanden zijn alle goederen. Afgelost in 1668. 1666 1 november; RA 5879 C, nr. 30: Cornelis Swaen Rijs, schepen van Geertruidenberg, leent van Joos Robijn een bedrag van 315 Carolus guldens, voor 3 maanden tegen 10 Car.guldens en bij gebreke 16 %. Onderpanden alle goederen. Afgelost in 1668. 1670 4 juli; RA 5879 C, nr. 42: Joos Robijn verkoopt aan Pijeter Hijnders een woonhuis voor £. 79-3-4, te betalen in termijnen. N: leeg erf; O: Voorstraat; Z: de Vrouwe van der Nissen; W: Achterstraat. 1673 16 september; RA 5879 C, nr. 63: Pieter Hijndersz doet afstand, ten gunste van Joos Robijn, van een woonhuis dat Pijeter Hijndersz had gekocht van Joos Robijn (wordt dus aan hem teruggegeven). 1674 27 januari; RA 5879 C, nr. 64: Transport datum: 27 januari 1674 (akte gepasseerd voor notaris Cornelis Lopse te Goes) Joos Robijn, wonende in het Oude Manhuis, Goes, verkoopt aan Hubrecht Lambrechtsz., dijkgraaf, een huis; "in den Rijnck", voor £. 5-10-0, elk jaar te betalen, zolang Joos Robijn leeft. Het huis is verhuurd, 1 mei 1674 - 1 mei 1675. Op 9 juni 1678 werd het huis door Cornelis Pover namens Joos Robijn geleverd aan Jacob van de Luister, zoon van de weduwe van dijkgraaf Hubrecht Lambrechtsz. 1739 22 april; RA 5885 E, nr. 32; Gabriël Steyn verkoopt aan Michiel Verberentsen een huis met erf gelegen naast Adriaan Leendertse en Dingenis van der Vliet. Prijs £. 32. 1750 9 februari; RA 5885 E, nr. 79: Machiel Verbeernse verkoopt aan schoolmeester Nicolaas Goethart, als gemachtigde van Jacobus van Rijn, een huis met erf gelegen naast Dingenis van der Vliet. O: de straat; Z: Adriaan Leenderse. Prijs £. 24. 1758 20 juli; RA 5885 E, nr. 140: Schuldbekentenis van Pitronella den Herder, weduwe van Jacobus Rijn: zij is 1000 Carolusgulden schuldig aan dijkgraaf Marinus Reyngoud, wegens resterende kooppenningen over gekochte groene meede te velde over de teelt 1756, door wijlen Jacobus Rijn van Marinus Reyngoud gekocht. Onderpand: drie huizen waaronder een huis naast Dingenis van der Vliedt. 1768 5 mei; RA 5881, nr. 76: Cornelis Molengraaf verkoopt aan Marinus Faasse een huis, tussen een huis van Cornelis Molengraaf en Dingenis van der Vlied, aan de westzijde van de straat. Prijs £. 50. 1799 6 juni; RA 5881, nr. 111: Marinus Faasse Jzn. verkoopt aan Jeremias Dorst Leend.zn. huis en erf naast Jan Nelisse en de weduwe van Cornelis Molengraaf. Bovendien een schuur en erf naast Marinus Steyn en Johannes van Oeveren. Prijs £. 266-13-4 contant. 1802 10 mei; RA 5881, nr. 43: Jeremias Dorst verkoopt aan Johannes de Nijs een huis en erf, gelegen naast Jan Nelisse en Adriaan Verspoor, voor £. 200 contant. Voorstraat westzijde 28. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1691 23 1699 27 1779 31 1818 35 1832 243 - 244 1992 28 roeden 21.5 21.5 22 22 cijns £. 0-3-7 " 0-3-8 ƒ. 1,10 Inleiding: Op dit perceel liet mr. Gerard van der Nisse vóór 1667 een huis bouwen. Van het huis en erf zijn vrijwel geen transacties bekend. Van 1707 tot 1714 bleek Abraham Boogert cijnsplichtige te zijn. In 1725 verkocht Pieter de Krijger het pand aan Cornelis de Bruijne, in 1733 wordt voor het eerst Dingenis van der Vliedt vermeld. Het huis werd in 1776 verkocht aan Cornelis Molengraaf. Diens weduwe verkocht het in 1791 door aan Jan Nelisse. In de 20ste eeuw werd hier een slagerij gevestigd. Slager Jacob Bosman (1899-1940) en zijn vrouw Dina Bosman-de Kok met links haar broer Piet de Kok. Bosman vestigde zich in 1926 als slager in het pand Voorstraat 28. Na het overlijden van de slager werd de zaak voortgezet door zijn vrouw en haar broer Piet de Kok. Later werd de slagerij voortgezet door zoon Hendrik Bosma Kohieren huisschatting 1674 - 1696: periode belastingplichtige belasting 1674 - 1676 Jan Hijnd. Snijder £. 0-3-4 1677 diens weduwe 1678 Maddeleene Jaen 1679 Achien Pieters 1680, 1682 Cornelis Adr. 1684, 1685 Dircksen Adr. 1686 - 1690 Barent Pieter 1696 Claes Dabel ? haardsteden Kohier bewoners 1681: Cornelis Aderjaens (aantal personen boven 8 jaar: 2) Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1691 - 1700 de erven van de Vrouwe van Kruiningen 1701 - 1706 de erven van de Heer van Kruiningen 1707 - 1714 Abraham Boogert/Boogaard 1730 - 1732 weduwe De Clercq 1733 Dingenis van der Vliet 1779 - 1789 Cornelis Molengraef 1790 - 1808 weduwe Cornelis Molengraef 1809 - 1817 Cornelis Faasse 1818 - 1833 weduwe Jan Nelisse Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750 Dina Geerling (huisvrouw van Dingenis van der Vliet) 1758 Maatje Dane (weduwe Dingenis van der Vliet) Bevolkingsregisters: A 35 1813 Jan Nelisse (arbeider) 1821 - 1837 Agathe Steenpoorte, wed. Nelisse (arbeidster) Samenvatting eigenaars : periode eigenaar (1667)- 1706 mr. Gerard van der Nisse, later zijn erfgenamen 1707 - 1725 1725 - 1776 1776 - 1791 1791 - 1814 1814 - 1832 Abraham Boogert Pieter de Krijger Cornelis de Bruijne Johanna Engels, weduwe De Clercq Dingenis van der Vliedt, later diens weduwe Cornelis Molengraaf, later diens weduwe Jan Nelisse Agatha Steenpoorte, weduwe Jan Nelisse Transacties enz.: 1667 8 januari; RA 5879 C, nr. 30: Adrijan Anthonis Braber [schoolmeester] verleent cessie aan Hubrecht Lambrechtse, rentmeester van Geerart van der Nisse, op alle goederen, om daarmee te verhalen een schuld van huishuur van 1660 - 1667. 1697 Archief Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr. 722: Rekeningen ten behoeve van de erfgenamen van de vrouwe van Kruiningen wegens de goederen in Sint Philipsland, onder andere: - cijns van een huisje waarvan het erf groot is 21,5 roeden à 2 d. per roede £. 0-3-7. - een huisje verhuurd aan Claes Dabel voor een jaar à £. 2-13-4. - Pieter Roelantse van Siervelt repareerde aan dit huisje voor £. 0-6. 1725 1 augustus; RA 5879 D: nr. 265: Pieter de Krijger verkoopt aan Cornelis de Bruijne een huis voor 112 gulden. N en Z: de huizen van wijlen Cornelia van de Luister; O: de Heerenstraat; W: dorpsland. 1776 22 augustus; RA 5881, nr. 124: Predikant C.E. Heggers, gevolmachtigde namens Dingenis van der Vliedt, verkoopt aan Cornelis Molengraaf een huis en erf gelegen naast Marinus Faasse Jzn. en Izak Waele voor £. 25 contant. 1791 21 september; RA 5881, nr. 94: Catharina Cornelia Brand, weduwe van Cornelis Molengraaf verkoopt aan Jan Nelisse huis en erf, gelegen naast Marinus Faasse Jzn. en Izack de Waal. Prijs £. 72-16-8 contant. Voorstraat westzijde 30. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1691 22 1699 26 1779 30 1818 34 1832 241 - 242 1992 30 roeden 19.5 19.5 20 20 cijns £. 0-3-3 " 0-3-4 ƒ. 1.- Inleiding: Vermoedelijk heeft Huybrecht Lambrechtssen, de eerste schout, op dit erf in 1657 een huisje laten bouwen en het later overgedaan aan Jacob Jans van Ollen, die twee huizen verder woonde (Voorstraat 34). Nadat deze in financiële problemen was geraakt kocht de weduwe van Huybrecht Lambrechtssen het weer terug. Via haar dochter Cornelia van de Luister, eerst gehuwd met Cornelis Walraven en daarna met Gabriël Mouwe, kwam het in bezit van de kinderen van haar dochters. Namens hen verkocht Cornelis Mol, gehuwd met kleindochter Cornelia Pieterse van Borselen, het huis en erf aan Anthony Geerling. Schout Vincent de Wael kocht het huis uit diens boedel waarna zijn schoonzoon Marinus Reyngoud het in 1753 verkocht aan Jacob Boer. Namens diens weduwe werd het huis in 1773 aan Izak Waele verkocht. Na diens overlijden bewoonde zijn weduwe Cornelia Steenpoorte het huis in ieder geval tot 1832. Sinds 1950 is in dit pand een kapperszaak. Kohieren huisschatting 1674 - 1696: periode belastingplichtige belasting 1674, 1675 Adrijaen Pijetersen £. 0-3-4 1676, 1677 Frans Jacopsen 1678 Jan de ... 1679 - 1686 Job Jacobs 1688 - 1690 Pieter Abrahamse, schoenmaker 1696 Cornelis Mouwe 1 haardstede Kohier bewoners 1681: Maddeleenne Crijns (aantal personen boven 8 jaar: 2) Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1691 - 1698 schout Cornelis Walraven 1699 - 1700 Kornelya van de Luijster 1701 - 1714 Gabreel Mouwe 1730 - 1732 diens erfgenamen 1733 Anthony Geerling 1779 - 1817 Izak Waele 1818 - 1833 weduwe Izak Waele Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750 niet genoemd 1758 niet genoemd Bevolkingsregisters: A 36 1813 - 1837 Cornelia Steenpoorte (arbeidster) Samenvatting eigenaars : periode eigenaar 1657 Huybrecht Lambrechtssen (1667)- 1676 Jacob Jans van Ollen 1676 - 1730 Neeltje Leenderts, weduwe Huybrecht Lambrechtssen, later Cornelia van de Luister en erfgenamen. 1730 - 1739 Anthony Geerling 1739 - 1753 Vincent de Wael, later diens weduwe en erfgenamen 1753 - 1773 Jacob Boer, later diens weduwe 1773 - 1832 Izak Waele, later diens weduwe Cornelia Steenpoorte Transacties enz.: 1667 15 september; RA 5879 A, nr. 78: Jacob Jansz van Ollen leent ¦. 4136.- volgens obligatie d.d. 22 november 1666 gepasseerd voor notaris Delfius, van Samuel Jacobs de Back, brouwer in het Zeeuwse Wapen, Rotterdam. Hij verleent daarvoor hypotheek op een kromstevenschuit en op twee huizen: het eerste (Voorstraat 34) N: Armhuis; O: Voorstraat; Z: Jan Pijersz Wijnter; W: Achterstraat. het tweede (Voorstraat 30) N: Ambachtsherenhuis; O: Voorstraat; Z: Armhuis; W: Achterstraat. 1675 8 augustus; RA 5879 C nr. 73 - 75: Weduwe en erven van Samuel de Back ontvangen van Jan Jacobs van Ollen, biersteker, zijn schuldboek, bevattend aantekeningen van geleverde bier- en winkelwaren, over de periode 5 maart 1663 t/m 24 juli 1675, strekkend tot afdoening van zijn schuld. Op 9 augustus 1675 verklaart Ottho Simonsen krachtens dit transport schuldig te zijn aan de genoemde weduwe ¦. 792 - 17 stuivers, idem Cornelis Hijnder. Pover aan haar ¦. 914 - 15 stuivers. Afgelost: 1680. 1676 25 juni; RA 5879 C, nr. 78: Adriaen van der Schoor namens de weduwe van Samuel de Back, brouwer in de brouwerij van "'t Seusche Wapen" te Rotterdam verklaart van het verband te ontslaan het huis (nr. 34) door Jacob Jans van Oolen verkocht aan Adriaen Boenders voor zover het aan haar was verbonden en geeft dit weer aan Van Oolen, alsmede diens schuldboek volgens het accoord voor schepenen van Vossemeer gepasseerd, uitgezonderd de nader aangegeven vorderingen genoemd in dat accoord te weten de vorderingen op Marinis de Putter, Cornelis Pover, de bode en Verburch, alsmede ook het kleine huisje (nr. 30) met de bedongen huur, die Van Ollen verklaart vrijwillig over te geven en zich ermee tevreden stelt dat Van der Schoor dit verkoopt. 1676 RA 5879 C, nr. 80: Adriaen van der Schoor namens Gertie Jacobs van der Kloet, weduwe van Samuel de Back, verkoopt aan Nelien Leenderts, weduwe van dijkgraaf Hubrecht Lambrechtsz, vertegenwoordigd door haar zoon Jacobus van de Luister, een huisje. N: de ambachtsheer; O: de straat; Z: het Armhuisje; W: het dorpsland. "aengenomen hebbende Jaques van Oolen en dat voor " ¦. 200.- contant. Afbetaald: 1677. 1730 31 januari; RA 5880, nr. 5: Cornelis Mol verkoopt aan Anthony Geerling een huis met erf: N: Dingenis de Bruyne. O: Voorstraat; Z: Diaconie; W: Achterstraat, voor £. 20. 1739 6 oktober; RA 5885 E, nr. 35 en 36: Adriaan van der Schoor, als sequestor van de failliete boedel van Antony Geerling verkoopt aan schout Vincent de Wael de boedel w.o. een huis met erf gelegen N: Dingenis van der Vliet; O: de straat; Z: Maes Sockke (vermoedelijk Nicolaus Fokkee). Prijs £. 16. 1753 9 november; zie RA 5881, nr. 95: Kanttekening in de marge : op 9 november 1753 door Marinus Reyngoud aan Jacob Boer verkocht voor £. 12. 1773 24 februari; RA 5881, nr. 95: N.N., gehuwd met Jannetie Meyers, weduwe van Jacob Boer, verkoopt aan Izak Waele een huis en erf, gelegen tussen de huizen van Cornelis Molengraaf en Dingenis van der Vliedt, voor £. 20 contant. 1773 11 april; RA 5882, nr. 98: Schuldbekentenis van Izak Waele: £. 16 à 4% geleend van Diaconie. Onderpand: zijn huis naast Cornelis Molengraaf en Dingenis van der Vliedt. 1828 20 maart; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2905 (378): Cornelia Steenpoorte, particuliere te Sint Philipsland, weduwe van Izaak Waale, en Adriaantje Waale te Sint Philipsland, huisvrouw van Johannes Wagemaker, arbeider, dochter van de overledene, verklaren schuldig te zijn aan Hendrik Gerrit Krijgsman, winkelier te Sint Philipsland 100 gulden à 5 % rente. Als onderpand wordt gesteld het huis en erf nr. 36, tussen de huizen van de weduwe Jan Nelisse en de erven Caspar Noorthoek. Door wijlen Izaak Waale gekocht van Olivier Kanaar volgens transportakte gepasseerd voor Schepenen d.d. 24 februari 1773. Voorstraat westzijde 32. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1691 21 1699 25 1779 29 1818 33 1832 239 - 240 1992 32 roeden 16.5 16.5 21 19 cijns £. 0-2-9 " 0-3-6 ¦. 0,95 Inleiding: Het huis moet reeds voor 1667 in het bezit van de Diaconie zijn gekomen, misschien reeds na het overlijden van Cornelis Adriaens Schravenmoer. In 1661 werd deze nog als eigenaar opgegeven, in 1667 werd het pand als Armhuis vermeld. In 1768 werd het aan Cornelis Molengraaf verkocht zodat de Diaconie dus ongeveer honderd jaar eigenaar is geweest. Het bleef tot op de huidige dag woonhuis. Kohieren huisschatting 1674 - 1696: periode belastingplichtige belasting 1674 Dijngenis Bruijne (memorie) 1696 niet vermeld Kohier bewoners 1681: 'Aeljen' (aantal personen boven 8 jaar: 3) Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1691 - 1714 Diaconie van St. Philipsland 1730 - 1733 idem 1779 - 1789 Cornelis Molengraaf 1790 - 1808 weduwe Cornelis Molengraaf 1809 - 1817 Dirk Jasperse 1818 - 1833 Caspar Noordhoek Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750 niet genoemd 1758 niet genoemd Bevolkingsregisters: A 37 1813 - 1837 Caspar Noordhoek (arbeider), later Mattheus Steenpoorte Samenvatting eigenaars : periode eigenaar - 1654 erfgenamen Geeraert van der Nisse en de Heer van Dirksland 1654 - 1657 Marijnis Willems Poets 1657 -(1661) Cornelis Adrijans 't Scravenmoer (1667)- 1768 Diaconie 1768 - 1790 Cornelis Molengraaf, later diens weduwe 1790 - 1826 Caspar Engelbertus Noorthoek 1826 erfgenamen van Caspar Noorthoek Transacties enz.: 1654 20 november; RA 5879 A, nr. 27: Secretaris Aelbrecht Lambrechtssen, verkoopt namens de erven van Geeraert van der Nisse en de Heer van Dirksland een woonhuis aan Marijnis Willems Poets. N: 't lege erf; O: Voorstraat; Z: Pijeter Jacobs; W: Achterstraat. Prijs £. 75, te betalen in termijnen. 1657 14 maart; RA 5879 A, nr. 28: Marijnis Willems Poets verkoopt aan Cornelis Adrijaens 't Scravenmoer een woonhuis. N: 't lege erf; O: Voorstraat; Z: Pijeter Jacobs; W: Achterstraat. Prijs £. 75, te betalen in termijnen. 1657 28 maart; RA 5879 A, nr. 51: Marijnis Willemsz Poets verkoopt aan Cornelis Adrijansz 't Scravenmoer een huis op ambachtsherengrond. N: Hubrecht Lambrechts, schout; O: Voorstraat; Z: Pijter Jacobs d'Jonge; W: Achterstraat. Prijs £. 70, te betalen in termijnen. 1753 - 1758; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland; Cornelis Fokkee heeft vele jaren in dit huisje gewoond. In 1753 en 1758 wordt dit in de acta vermeld, de huur bedraagt in 1758 £. 2. 1768 26 juni; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: Besloten wordt het armhuis, waarin Cornelis Fokkee heeft gewoond, staande tussen de huizen van de weduwe Jacob Boer en Cornelis Molengraaf te verkopen aan Cornelis Molengraaf voor 56 gulden, in termijnen te betalen. 1768 22 juli; RA 5881, nr. 79: Paulus Geense en Leendert Dorst verkopen namens de Diaconie aan Cornelis Molengraaf een huis met erf, bewoond door Cornelis Fokkee, gelegen naast de weduwe Jacob Boer en Cornelis Molengraaf. Prijs £. 9-6-8. 1790 3 juni; RA 5881, nr. 79: Catharina Cornelia Brand, weduwe van Cornelis Molengraaf, verkoopt aan Caspar Noordhoek huis en erf. N: Cornelis de Ruyter; Z: Izak Waele. Prijs £. 67 contant. 1795 10 oktober; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: De kerkeraad besluit 200 gulden à 4 % te lenen aan Caspar Noordhoek met diens huis als onderpand. 1796 12 mei ; RA 5882, nr. 43: Schuldbekentenis van Caspar Noordhoek: £. 33-6-7 à 4 % geleend van Diaconie. Onderpand: huis en erf naast Cornelis de Ruyter en Izaak Waele. 1828 20 maart; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2905 (376): Stabina Schotsman, arbeidster te Sint Philipsland, weduwe van Caspar Noorthoek (ovl. Sint Philipsland 10 november 1826), tevoren weduwnaar van Neeltje Bestebroer; Frans Noorthoek, arbeider en Cornelia Noorthoek, arbeidster, weduwe van Pieter Steenpoorte (ovl. Sint Philipsland 8 februari 1824), kinderen van de overleden Caspar Noorthoek, verklaren schuldig te zijn aan Adriaantje de Ruiter, winkelierster te Sint Philipsland, weduwe van Marinus de Groen (ovl. Sint Philipsland 16 mei 1827) mede namens haar minderjarige kinderen handelend en aan de overige kinderen van wijlen Marinus de Groen 221 gulden, zijnde de lening van Caspar Noorthoek. Als onderpand wordt gesteld het huis en erf nr. 37, tussen de huizen van de weduwe Machiel Mol en de weduwe Izaak de Waal. Voorstraat westzijde 34. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1691 20 1699 24 1779 28 1818 32 1832 237 - 238 1992 34 roeden 53 53 51 52 Inleiding: Het huis kwam in 1661 in bezit van de schipper, biersteker en winkelier Jacob Jans van Ollen. Hij kwam flink in de schuld te staan bij de leverancier van zijn bier, de Rotterdamse brouwer Samuel de Back, waardoor Van Ollen gedwongen werd zijn pand te verkopen. Van een ander huisje (Voorstraat 30) moest hij zelfs afstand doen. Pieter Abrahamse had in dit pand een winkel. Na zijn overlijden werd deze winkel voortgezet door Rocus Steyn. Johannes Steyn kocht het pand in 1718 aan om het zeven jaar later weer te verkopen aan Adriaan Breur. Diens weduwe, Petronella Mouwe, huwde in 1731 met Jan Mol, die na haar overlijden hertrouwde met Catelijntje Pikkaert. Deze verkocht het huis in 1761 aan Cornelis Molengraaf. De ter plekke gedane bodemvondsten worden beschreven door J.J.B. Kuipers en H. Hendrikse, Het hoofd van de prins: 18de-eeuwse Oranjekeramiek uit Sint Philipsland, in: Nehalennia afl. 87, 1992. Op het eind van de 19de eeuw werd hier een winkel gevestigd. Als zodanig bleef het pand dienst doen tot de watersnood van 1953. Thans is het opnieuw een woonhuis. Jo van Dijke met drie kinderen van slager Bosman, Truus, Jacob en Henk voor de winkel van Johannes Vaders (nr 34) cijns £. 0-8-10 " 0-8-6 ¦. 2,60 Kohieren huisschatting 1674 - 1696: Periode belastingplichtige belasting 1674 - 1677 Jacob Jans van Ollen £. 0-8-4 1678 Jan Hoebeke 1679 - 1686 Job Jacobs 1688 - 1690 Pieter Abrahamse 1696 Pieter Abrahams 3 haardsteden Kohier bewoners 1681. Job Jacobs (aantal personen boven 8 jaar: 3) Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1691 - 1698 weduwe Adriaen Boenders 1699 - 1702 Pieter Abrahamsen 1703 - 1707 diens wezen 1708 - 1714 Rocus Steijn 1730 - 1732 Jan Steijn 1733 Jan Mol 1779 - 1784 Cornelis Molengraaf 1785 - 1817 Cornelis de Ruyter 1818 - 1820 Marinus de Groen 1821 - 1827 Cornelis de Ruyter Sr. 1828 - 1833 Aaltje Hage, weduwe van Machiel Mol Sr. Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750 Jan Mol, Catalina Mol, Maria Faasse 1758 Catalintje Piccart, weduwe Jan Mol Bevolkingsregisters: A 38 1813 - 1837 Marinus de Groen (arbeider) Samenvatting eigenaars : periode eigenaar - 1654 erven Geeraert van der Nisse en de Heer van Urk 1654 - 1661 Pijeter Jacobs d'Jonge 1661 - 1675 Jacob Jans van Ollen 1675 - 1686 Adrijaen Boenders, later diens weduwe 1686 - 1718 Pieter Abrahamsen, later zijn wezen 1718 - 1725 Johannis Steijn 1725 - 1731 Adriaen Breur, later diens weduwe 1731 - 1761 Jan Mol, later diens weduwe 1761 - 1785 Cornelis Molengraaf 1785 - 1827 Cornelis de Ruyter, later diens weduwe 1827 - 1832 Aaltje Hage, weduwe van Machiel Mol Voorstraat westzijde vanaf de huidige nummering 34, 32, 30, enz. Tot 1953 was in het pand nr. 34 de kruidenier, voeder, en kleingoedwinkel van Johannis Hendrik Vaders. In de 19de eeuw woonde vanaf ca. 1840 hier heel- en vroedmeester Jacob Cornelis Lindhout (1810-1888), die gehuwd was met Adriaantje van Dijke. In het vierde pand van links was in de 20ste eeuw o.a. slagerij Bosman gevestigd. Transacties enz.: 1654 1661 1666 1667 1675 20 november; RA 5879 A, nr. 23: Secretaris Aelbrecht Lambrechtssen verkoopt namens de erven van Geeraert van der Nisse en de Heer van Urk aan Pijeter Jacobsen de Jonge een woonhuis op ambachtsherengrond. N: ambachtsheren; O: Voorstraat; Z: Armhuis, nagelaten door Jan Falentijn; W: Achterstraat. Prijs is £. 75, te betalen in termijnen. 16 augustus; RA 5879 A, nr. 73: Schout Hubrecht Lambrechts, gemachtigde van de weduwe en erfgenamen van Jan Leenderse (ovl.), verkoopt krachtens schepenvonnis het huis van Pijeter Jacobs d' Jonge om daaraan een schuld te verhalen. De koper is Jacob Jans van Ollen. N: Cornelijs Adrijans 't Scravenmoer; O: Voorstraat; Z: Armhuis; W: Achterstraat. Prijs £. 16 boven de last van £. 45. Af te lossen met £. 5 per jaar. 19 november; 5879 C nr. 29: Jacob Jans van Ollen, biersteker, verkoopt aan Isack Jans van Ollen een schuit met alle toebehoren, een bed in de kamer met kussens enz., een bed in de achterkeuken, een bed in het kamertje achter de keuken?, een bed in de kelderkamer, de kast in de kamer, 12 stoelen, 6 zitkussens, een baktrog, 3 koperen ketels met een vijzel, 11 tinnen schotels, 6 tafelborden en de winkelgoederen, alsmede alle huisraad. Prijs: 800 Carolusgulden; de goederen worden door Isack geleend aan Jacob. 15 september; RA 5879 A, nr. 78: Jacob Jansz van Ollen leent ¦. 4136 volgens obligatie d.d. 22 november 1666 gepasseerd voor notaris Delfius, van Samuel Jacobs de Back, brouwer in het Zeeuwse Wapen, Rotterdam. Hij verleent daarvoor hypotheek op een kromstevenschuit en op twee huizen: het eerste N: Armhuis; O: Voorstraat; Z: Jan Pijersz Wijnter; W: Achterstraat. het tweede ( Voorstraat 30) N: Ambachtsherenhuis; O: Voorstraat; Z: Armhuis; W: Achterstraat. 8 augustus; RA 5879 C nr. 73 - 75: Weduwe en erven van Samuel de Back ontvangen van Jan Jacobs van Ollen, biersteker, zijn schuldboek, bevattend aantekeningen van geleverde bier- en winkelwaren, over de periode 5 maart 1663 t/m 24 juli 1675, strekkend tot afdoening van zijn schuld. Op 9 augustus 1675 verklaart Ottho Simonsen krachtens dit transport schuldig te zijn aan de genoemde weduwe ¦. 792 - 17 stuivers, idem Cornelis Hijnder. Pover aan haar ƒ. 914 - 15 stuivers. Afgelost: 1680. 1675 9 augustus; RA 5879 C, nr. 75, 76: Marinus de Putter verleent hypotheek aan weduwe en erven van Zamuel de Back op zijn huis. N: Jacob Jans van Ollen; O: Voorstraat; Z: weduwe van Jan Pou; W: Achterstraat. Het bedrag is ƒ. 300 krachtens het transport van Jacob Jans van Ollen d.d. 8 augustus 1675; afgelost : 1676 en 1677. 1675 13 augustus, 5 september 1675; RA 5879 C, nr. 76 en 77: Jacob Jans van Ollen verkoopt aan Adrijaen Boenders, brouwer in het Zeeuwse Wapen (ook: den Hollandse Tuijn), Bergen op Zoom, een woonhuis. N: Armhuis; O: Voorstraat; Z: Marijnis de Putter; W: Achterstraat. Prijs 1100 Carolusgulden contant. Van Ollen mag zeven achtereenvolgende jaren in het huis blijven wonen. De eerste datum betreft de onderlinge overeenkomst, de tweede die van het transport. 1676 25 juni; RA 5879 C, nr. 78: Adriaen van der Schoor namens de weduwe van Samuel de Back, brouwer in de brouwerij van "'t Seusche Wapen" te Rotterdam verklaart van het verband te ontslaan het huis door Jacob Jans van Oolen verkocht aan Adriaen Boenders voor zover het aan haar was verbonden en geeft dit weer aan Van Oolen, alsmede diens schuldboek volgens het accoord voor schepenen van Vossemeer gepasseerd, uitgezonderd de nader aangegeven vorderingen genoemd in dat accoord te weten de vorderingen op Marinis de Putter, Cornelis Pover, de bode en Verburch, alsmede ook het kleine huisje (Voorstraat 30) met de bedongen huur, die Van Ollen verklaart vrijwillig over te geven en zich ermee tevreden stelt dat Van der Schoor dit verkoopt. 1686 1 februari; RA 5879 C, nr. 141: Job Jacobs, namens de weduwe van Samuel de Back, brouwer in de Hollandse Tuyn, Bergen op Zoom, verkoopt aan Pieter Abrahams het woonhuis dat nu bewoond wordt door Job Jacobs, staande binnen de Ring. N: Armhuis; O: Voorstraat; Z: Pieter Geldeloose; W: - . Prijs: 250 Carolusgulden, te betalen in termijnen. 1696 9 mei; RA 5879 C, nr. 281, 282: Pieter Abrahamsz leent van Arent Roeckussen Steijn als voogd van de wezen van Albrecht Pietersz 400 Carolusgulden tegen 4 % voor 1 jaar. Onderpand is zijn woonhuis in de Voorstraat, N: Armhuis; O: - ; Z: Willem Meijer; W: -. Afgelost in 1698. 1698 15 december; RA 5879 C, nr. 30, 31: Pieter Aberamsen leent van Cornelia Jacobs, weduwe van Pieter Geldeloose, £. 100 gedurende een jaar tegen 5 %. Onderpand zijn huis N: Armhuis; O: -; Z: Willem Meijer; W: Achterstraat. Borg is Jacob van de Luister; afgelost in 1710. 1705 10 maart; RA 5879 C, nr. 122: Voorwaarden waarop de Weeskamer overgeeft een winkel met de inhoud daarvan aan Rocus Steijn (winkel van Pieter Abrahamse?) voor £. 167-16-4. 1706 17 april; RA 5879 C, nr. 214, 215: Gabriel Mouwe als administratief voogd en Cornelis Wale als toeziend voogd, lenen van Pijeternella Abrahams een bedrag van £. 77-15-3,5 krachtens een obligatie aan Pieter Abrahamse, groot £. 89-3-7 à 5 %. Onderpand het huis van de wezen N: Armhuisje; O: Voorstraat; Z: Frans van Atte; W: dorpsland. 1711 1 mei; RA 5879 C, nr. 268 - 276: Rekening door Gabreel Mouwe als voogd van de wezen van Pieter Abrahams (ovl.) over 1706 - 1710. - De weduwe van Rocus Steijn betaalt aan huishuur £. 6. 1718 7 maart, 5 april; RA 5885 D, nr. 13, 27; RA 5879 C, nr. 142 - 144: Schout Cornelis Wale, als administrateur van de boedel van de overleden Pieter Abrahamsen, verkoopt een woonhuis en erf aan Johannis Steijn. N: Armhuis; O: Voorstraat; Z: Jan van Atten; W: dorpsland. Prijs £. 54-3-4 (¦. 325). Met verkoopvoorwaarden. 1718 21 april; RA 5879 C, nr. 150: Johannes Steijn leent van Willem van de Luister £. 50 voor één jaar à 5 % met als onderpand zijn woonhuis en erf. N: Armhuis; O: de straat; Z: Jan van Atten; W: Achterstraat. 1725 10 januari; RA 5879 D, nr. 251: Johannes Steyn verkoopt zijn huis aan Adrijaen Breur voor 450 gulden. N: Armen; O: Heerenstraat; Z: Jan Fransen van Attens huis; W: dorpsland. 1742 9 mei; RA 5885 E, nr. 45: Staat en inventaris van de overleden Pieternella Mouwe, huisvrouw van Jan Mol en weduwe van Adriaen Breur, t.b.v. het moederlijk goed voor haar kinderen Adriaen (23 jaar) en Cornelis Breur (18 jaar). 1744 21 februari; RA 5885 E, nr. 51: Testament van Jan Mol en zijn huisvrouw Catalintie Pickaert. 1751 26 augustus; RA 5885 E, nr. 92: Rekening door Adriaan van der Schoor van de boedel van wijlen Adriaen Breur. 1751 26 augustus; RA 5885, nr. 4: Rekening door Adriaan van der Schoor namens de erven van A. van der Schoor wegens de vergissingen in de rekening van wijlen Adriaan Breur, gedaan 26 augustus 1751. Overgebracht 14 juli 1759. 1752 10 augustus; RA 5885 E, nr. 102: Rekening en verantwoording door Jan Mol over de erfenis t.b.v. Cornelis en Adriaan Breur van hun moederlijk portie. 1761 17 juni; RA 5881, nr. 19: Catalyne Pikkaerd, weduwe van Jan Mol verkoopt aan Cornelis Molengraaf een huis en erf. N: Cornelis Fokkee; Z: Dirk Jasperse. Prijs £. 25. 1785 10 maart; RA 5881, nr. 20: Cornelis Molengraaf verkoopt aan Cornelis de Ruyter een huis en erf gelegen tussen het huis van Dirk Jasperse en Anthony Noordhoek (=huurder). Prijs £. 80 contant. 1827 19 juni; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2902 (265): Op verzoek van Adriaantje de Ruiter, winkelierster te Sint Philipsland, weduwe van Marinus de Groen, winkelier (ovl. 16 mei 1827), mede namens haar minderjarige kinderen Cornelia (16 jaar), Thona (12 jaar) en Adriaantje de Groen (7 jaar) en van Jacob de Groen, schippersknecht te Sint Philipsland, van Neeltje de Groen, ongehuwd te Sint Philipsland en Pieternella de Groen, arbeidster te Sint Philipsland, gehuwd met Commer Quist, arbeider te Sint Philipsland, en in tegenwoordigheid van Abraham de Groen, koopman te Bruinisse, als toeziend voogd, allen erfgenamen van de overledene, wordt een boedelinventaris opgemaakt. De roerende goederen bevinden zich in het woonhuis te Sint Philipsland nr. 38. Dit pand bevat: - zijkamer met twee schuiframen, met uitzicht op de straat. Aan de wanden 20 schilderijen, getaxeerd op 350 gulden. - achterkamer aan dezelfde linkerzijde van het woonhuis, met twee schuiframen, met uitzicht op het erf. Hierin een schoorsteen. - achterkamertje, naast het voorgaande aan het eind van de gaanderij, met een schuifraam en een kruiskozijn, met uitzicht op de plaats en het erf. - opkamertje met lichtkozijntje, met uitzicht op de plaats. - stookhuisje op het eind van de plaats. - op de plaats bevindt zich een regenbak. - schuurtje staande tegen het woonhuis, ten noorden daarvan. - winkel in het voorhuis. Hierin onder andere manufacturen, suiker, gort, snuif, thee, rijst en verdere kruidenierswaren, tabak, vegers, borstels, zemen, azijn enz. 1827 29 oktober; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2904 (323): Pieternella Molengraaf, particuliere te Sint Philipsland, weduwe van Cornelis de Ruiter (ovl. Sint Philipsland 15 februari 1826) (zij maakten hun testament voor notaris E. van Hekke te Zierikzee op 11 september 1790), samen met Adriaantje de Ruiter, winkelierster, weduwe van Marinus de Groen; Cornelis en Jan de Ruiter, schippers en Hubrecht de Ruiter, beurtschipper te Sint Philipsland, kinderen van de overledene, laten in het openbaar veilen o.a het huis, schuurtje en erf nr. 38, tussen de huizen van Cornelis Faasse en Caspar Noordhoek. Dit pand is verkregen uit de nalatenschap van haar ouders Cornelis Molengraaf (ovl. Sint Philipsland 1 april 1789) en Catharina Cornelia Brand (ovl. Sint Philipsland 31 maart 1800). Gekocht door Adriaan Mol, landman te Sint Philipsland, voor 1505 gulden, handelend namens zijn moeder, Aaltje Hage, weduwe van Machiel Mol, landbouwster. Borg: haar zoon Abraham Mol, landman te Sint Philipsland. Voorstraat westzijde 36. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1691 19 1699 23 1779 27 1818 31 1832 235 - 236 1992 36 roeden 23 23 24.5 24 cijns £. 0-3-10 " 0-4-1 ¦. 1,20 Inleiding: Nadat de Diaconie het huis als legaat had verkregen is het waarschijnlijk niet lang daarna verkocht. Na enkele transacties kwam dit huis in het bezit van Marinus de Putter aldaar, die meer huizen in zijn bezit had. Via diens kleindochter Catarina Gekiers (Geldeloose) en haar tweede echtgenoot Joos Francke werd het eigendom van Frans van Atten. In 1713 kocht diens zoon Jan het uit de boedel. In 1746 blijkt het eigendom van Jan Marinusse Faasse, gehuwd met Jacomijntje van Atten, te zijn. Volgens een verklaring van dorpsbewoners werd het in 1754 gekocht door Dirk Jasperse. De volgende eigenaar was schipper Cornelis Faasse, die het huis diverse keren als onderpand voor geldleningen gebruikte. Sinds 1976 staat hier het verenigingsgebouw van de Oud Gereformeerde Gemeente. Een luchtopname uit 1949. Linksonder is dijkwoning op de hoek Zuiddijk/Voorstraat zichtbaar. Daarachter de bebouwing van de westzijde van de Voorstraat (westzijde) vanaf nr.46 tot 32. Op de voorgrond is betonnen muur (waterkering) met de coupure zichtbaar die toegang gaf naar en van de afrit naar de haven. Kohieren huisschatting 1674 - 1696: periode belastingplichtige belasting 1674, 1675 Job Jacobs £. 0-3-4 1676 - 1690 Frans van Atten 1696 Willem Meijer? 1 haardstede Kohier bewoners 1681: Frans van Atten (aantal personen boven 8 jaar: 3) Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1691 - 1698 erven Marinus de Putter's weduwe 1699 - 1712 Frans van Atte 1713 - 1714 Jan van Atten 1730 - 1733 idem 1779 - 1817 Dirk Jasperse 1818 - 1833 Cornelis Faasse Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750 Jan Corstiaanse van der Vlied, Jannetje Jagt 1758 Dirk Jasperse, Elisabeth Kaen Bevolkingsregisters: A 39 1813 - 1837 Cornelis Faasse (schipper) Samenvatting eigenaars : periode eigenaar 1651 - 1653 Jan Falentijn 1653 Diaconie - 1659 Antonij Verburch, later diens weduwe 1659 - 1660 Blaes Adrijaensz Tijstelet 1660 - 1668 1668 - 1703 1703 - 1713 1713 - 1744 1744 - 1746 1746 1754 - 1802 1802 - 1832 Jan Pijersz de Wijnter Marinus de Putter, later diens erfgenamen Joos Francke Frans van Atten, later diens erfgenamen Jan van Atten Jan Marinusse Faasse Anthony van Ede Dirk Jasperse, later diens erfgenamen Cornelis Faasse Transacties enz.: 1651 20 september; RA 5879 A, nr. 12: Jan Falentijn is £. 25-13-4 schuldig aan Wilm Pieters, timmerman, Nieuw-Vossemeer, wegens materialen en arbeid aan zijn huis op ambachtsherengrond. N: het lege erf; O: Voorstraat; Z: Anthonij Verburgh; W: Achterstraat. 1653 4 september; RA 5879 A, nr. 16: Jan Falentijn, ziek zijnde, maakt zijn testament en legateert een woonhuis aan de Diaconie, onder voorwaarde dat deze het restant van de hypotheek betaalt. De Diaconie zal ook al zijn onroerende goederen ontvangen. Als er aanspraakmakende erven komen, dan moeten die zich tevreden stellen met 3 Carolusgulden. De locatie van het huis is N: nieuw gebouwde huizen van de Ambachtsheren; O: de straat; Z: het lege erf; W: Achterstraat. 1659 29 mei; RA 5879 A, nr. 60: Crijstijaen Adrijans Verburch, gehuwd met Lauerens Schuijlaers, weduwe van Anthonij Verburch, verkoopt een huis aan Blaes Adrijansz Tijstelet. N: Jacob Jansz van Ollen; O: Voorstraat; Z: Marijnis d' Putter; W: Achterstraat. Prijs £. 76-13-4 en 1 Rozennobel, te betalen in termijnen. 1660 14 januari; RA 5879 A, nr. 64: Blaes Adrijaensz Tijstelet verkoopt aan Jan Pijersz. de Wijnter een woonhuis op ambachtsherengrond. N: Jacob Jansz. van Ollen; O: Voorstraat; Z: Marijnis de Putter; W: Achterstraat. Prijs £. 18-18-10 met de vordering groot ¦. 356 t.b.v. Crijstijaen Adrijansen Verburch. 1668 4 juli; RA 5879 C, nr. 37: Jan Piers de Wijnter verkoopt aan Marijnis de Putter een woonhuis aan de Voorstraat. N: Jacob Jansz van Ollen; O: Voorstraat; Z: Marijnis de Putter; W: Achterstraat. Prijs: £. 66-13-4, te betalen in termijnen. Afbetaald in 1680. 1675 9 augustus; RA 5879 C, nr. 75, 76: Marinus de Putter verleent hypotheek aan weduwe en erven van Zamuel de Back op zijn huis. N: Jacob Jans van Ollen; O: Voorstraat; Z: weduwe van Jan Pou; W: Achterstraat. Het bedrag is ¦. 300 krachtens het transport van Jacob Jans van Ollen d.d. 8 augustus 1675; afgelost : 1676 en 1677. 1703 4 april; RA 5879 C, nr. 87, 89: Joost Francken verkoopt aan Frans Aderjaens van Atten een woonhuis bewoond door Frans van Atten. N: Pieter Abrahamsen; O: Voorstraat; Z: Willem Vos; W: dorpsland. Prijs 230 Carolusgulden contant. Met de verkoopcondities. 1713 8 maart; RA 5879 C, nr. 188: Jacob Davidtsen, gehuwd met Adriaantje van Atte, verkoopt aan Jan van Atte de helft van een woonhuis. N: Pieter Abrahams (ovl.); O: Voorstraat; Z: Abraham Boogaart; W: Achterstraat. Prijs £. 18; £. 10 contant, de rest in twee termijnen. Doorgehaald: 1747. 1746 12 april; RA 5885 E, nr. 60: Jan Marinusse Faasse, gehuwd met Jacomijntje van Atte, verkoopt aan Anthony van Ede een huis. N: Jan Mol; O: de straat; Z: Abraham Boogaert; W: ?. Prijs ¦. 225. 1801 31 oktober; RA 5881, geen nummer: Jacob Cornelis Quist (gehuwd met Cornelia Molengraaf), Cornelis de Ruyter (gehuwd met Pieternella Molengraaf), Rosetta de Rooy, dochter van Johannes de Rooy (was gehuwd met de overleden Jacomijna Molengraaf), verklaren dat Dirk Jasperse in 1754 gekocht heeft een huis, thans staande naast Cornelis de Ruyter en Johannes van Dijke, voor een prijs van £. 25. Er werd £. 15 betaald op verschillende tijdstippen. De erfgenamen van Dirk Jasperse verklaren nu voldaan te zijn. 1802 24 mei; RA 5881, nr. 45: Derk Jasperse verkoopt aan Cornelis Faasse een huis en erf gelegen naast Cornelis de Ruyter en Johannes van Dijke voor £. 110 contant. 1802 24 mei; RA 5882, nr. 46: Schuldbekentenis van Cornelis Faasse: £. 58-6-8 à 5 % geleend van Cornelis de Ruyter. Onderpand is het huis en erf naast Cornelis de Ruyter en Johannes van Dijke, heden door Dirck Jasperse getransporteerd. 1803 20 december; RA 5882, nr. 13: Schuldbekentenis van Cornelis Faasse: ƒ. 800 à 5 % geleend van Marinus Jansse Faasse. Onderpanden zijn een huis op 24.5 roeden cijnsbare grond tussen Cornelis de Ruyter en Johannes van Dijke, en twee hengsten (= schepen) en een boot. Voldaan 23 mei 1807, doorgehaald 2 juni 1807. 1807 2 juni ; RA 5882, nr. 14: Schuldbekentenis van Cornelis Faasse: ƒ. 500 à 6 % geleend van Machiel Mol. Onderpanden: huis op 24.5 roeden cijnsbare grond, no. 39, tussen het huis van Kornelis de Ruyter en Johannes van Dijke, met twee vaartuigen, te weten een hengst en een boot. Voorstraat westzijde 38. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1691 18 1699 22 1779 26 1818 30 1832 232 - 234 1992 38 roeden 64 25 22.5 22 cijns £. 0-10-0 £. 0-3-10 " 0-3-9 ¦. 1,20 Inleiding: Samen met de nummers 40 en 42 behoorde dit perceel tot het grote erf dat oorspronkelijk het cijnsnummer 18 droeg. Het was geruime tijd eigendom van Marinus de Putter en diens erfgenamen. Willem Meijer was gehuwd met een kleindochter van De Putter en hij verkocht het in 1696 aan Willem Vos. In 1740 overleed Abraham Boogert, waarna het pand vererfde aan zijn schoonzoon, de schipper en winkelier Cent (Vincent) den Braber. In 1784 overleed diens weduwe, die ondersteuning had ontvangen van de Diaconie. Dat was de reden dat de Diaconie optrad als verkoper van dit huis aan Machiel Slootmaeker. Pieter van Dijke J.zn. erfde het huis van zijn ouders Johannes van Dijke en Neeltje Klippel en na zijn dood in 1825 bleef het in bezit van zijn weduwe Adriana van Oeveren. Uit haar boedel werd het in 1832 gekocht door Adriaan van Dijke ten behoeve van zijn kinderen die mede-erfgenaam waren. Het pand werd lange tijd bewoond door de oudste van hen, de latere ds. P. van Dijke, predikant van de Afgescheiden Gemeente (thans Oud Gereformeerde Gemeente), 1851 - 1883. De voorkamer van het pand was als postkantoor in gebruik in de periode 1959 - 1968. Nu is het weer woonhuis. Kohieren huisschatting 1674 - 1696: periode belastingplichtige belasting 1674 - 1676 Ms. de Putter (huis en schuur) £. 0-10-0 1677 diens weduwe 1678 - 1679 Adr. Putters (= Adriaentje Willems, weduwe van Marinus de Putter) 1696 Willem Vos 1 haardstede Kohier bewoners 1681: Adriaan van Popering? (aantal personen boven 8 jaar: 3) Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1691 - 1698 de erven van Marijnis de Putters weduwe 1699 - 1703 Willem Vos 1704 - 1712 Jan Poperinge 1713 - 1714 Abraham Boogaart 1730 - 1733 idem 1779 - 1817 weduwe Cent den Braber 1818 - 1831 Pieter van Dijke 1832 - 1833 Adriaan van Dijke c.s. Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750 Cent den Braber 1758 Cent den Braber Bevolkingsregisters: A 40 1813 Neeltje Pieterse Klippel 1821 - 1825 Marinus Geense (smid) 1826 - 1837 Adriana van Oeveren, later Pieter van Dijke A.zn. Samenvatting eigenaars : periode eigenaar - 1658 Antonij Verburgh 1658 Marijnis de Putter, later diens erfgenamen - 1696 Willem Willems Meijer 1696 - 1704 Willem Vos 1704 - 1712 Jan van Poperinge 1712 - 1740 Abraham Boogert 1740 - 1763 Cent den Braber 1763 - 1784 Neeltje Boogaardt, weduwe Cent den Braber 1784 - 1789 Machiel Slootmaeker 1789 - 1807 1807 - 1825 1825 - 1831 1831 - 1832 1832 Johannes van Dijke Pieter van Dijke J.zn. Adriana van Oeveren erfgenamen van Adriana van Oeveren Pieter van Dijke A.zn. Transacties enz.: 1658 31 januari; RA 5879 A, nr. 54: Antonij Verburgh verkoopt aan Marijnis de Putter een woonhuis voor ƒ. 443, te betalen in twee termijnen. Afgelost in 1659. N: Anthonij Verburgh; O: Voorstraat; Z: de oude smidse; W: Achterstraat. 1696 28 mei; RA 5879 C, nr. 286: Willem Willems Meijer verkoopt aan Willem Vos een woonhuis. N: Willem Willems Meijer; O: Voorstraat; Z: Willem Willems Meijer (verkoper); W: Achterstraat. Prijs: 300 Carolusgulden, in termijnen te betalen. 1704 29 oktober; RA 5879 C, nr. 107, 108: Willem Vos verkoopt aan Jan Poperinge een woonhuis in de Voorstraat, bewoond door Jan Poperinge. N: Frans van Atten; O: Voorstraat; Z: Cornelia Geldeloose; W: dorpsland. Prijs: 330 Carolusgulden, contant 100 gulden en het restant in termijnen te betalen. Met verkoopvoorwaarden d.d. 1 mei 1704. 1712 30 maart; RA 5879 C, nr. 183, 184: Johan van Poperinck verkoopt aan Abraham Boogaart een woonhuis en erf. N: weduwe Frans van Atten; O: Voorstraat; Z: Cornelia Geldeloose; W: Achterstraat. Prijs: 330 Carolusgulden of £. 55, in termijnen te betalen. Met verkoopvoorwaarden d.d. 6 maart 1712. 1748 10 mei; RA 5885 E, nr. 72: Schuldbekentenis van Vincent den Braber: 200 Carolusgulden geleend à 5 % van Cornelis Cornelisse Steendijk. Onderpand is zijn huis naast schout De Wael en Anthony van Ede, met zijn winkel en huisraad. 1784 26 april; RA 5881, nr. 16: Machiel Mol, namens de Diaconie, verkoopt aan Machiel Slootmaeker huis en erf, gelegen tussen Marinus Reyngoud en Dirk Jasperse. De prijs is £. 22 contant. 1789 29 november; RA 5881, nr. 76: Machiel Slootmaker verkoopt aan Johannes van Dijke een huis en erf tussen Marinus Reyngoud en Dirk Jasperse. Prijs £. 60 contant. 1832 9 juli en 16 juli; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2924 (1093 en 1106): Adriaan van Dijke, vader en voogd van de minderjarige kinderen in huwelijk verwekt bij zijn nog in leven zijnde huisvrouw Maria Abrahamse van Oeveren, nl. Pieter (20 jaar), Abraham (17 jaar) en Adriaantje (15 jaar), benoemde erfgenamen voor de helft van de nalatenschap van wijlen Adriana van Oeveren, (ovl. Sint Philipsland 28 juni 1831), weduwe van Pieter van Dijke; Abraham van Oeveren, winkelier te Sint Philipsland en diens huisvrouw Adriana Mol, vroedvrouw, ouders van Adriana van Oeveren; Abraham van Oeveren Abrahamszoon, landman te Sint Philipsland; Maria van Oeveren, huisvrouw van Adriaan van Dijke; Marinus van Oeveren, landman te Sint Philipsland; Adriaantje van Oeveren, huisvrouw van Pieter van Ast, wonende te Scherpenisse, broers en zusters van Adriana van Oeveren, erfgenamen voor de andere helft, veilen in het openbaar o.a. het huis, tuin en twee schuren nr. 40. Koper: Adriaan van Dijke voor 1100 gulden. Hij bood voor Pieter, Abraham en Adriana van Dijke, zijn minderjarige kinderen en erfgenamen van de overleden Adriana van Oeveren. Verkregen door Pieter van Dijke A.zn. Voorstraat westzijde 40. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1691 18 1699 21 1779 25 1818 29 1832 230 - 231 1992 40 roeden zie nr. 38 19.5 19.5 21.5 cijns £. 0-3-3 " 0-3-3 ƒ. 1,20 Inleiding: Over dit huis is zeer weinig bekend. Het behoorde oorspronkelijk tot de vele eigendommen van Marinus de Putter, later van diens weduwe Adriaentje Willems, die hertrouwde met Pieter Verburght. Haar dochter trouwde met Pieter Jansen Gekier (Geldeloose) en diens dochter Catarina Pieters (ook wel Geldeloose) met Willem Willems Meijer. Haar neef Cornelis Cornelisse de Putter verkocht het huis in 1693 mede namens haar aan haar man Willem Meijer. Catarina Pieters Gekier (of Geldeloose) hertrouwde in 1701 met Joos Franke en later, in 1713, met Vincent Wale. Hun dochter Jannetje was gehuwd met schout Marinus Reyngoud. Daarna kwam het pand in het bezit van diens gelijknamige zoon. Na zijn overlijden hertrouwde zijn weduwe in 1799 met Dirk Jasperse. De volgende eigenaar werd hun zoon. Door deze verervingen zijn er geen transacties betreffende dit huis aanwezig. Ds. P. van Dijke voegde dit pand in 1859 in verband met zijn groot gezin samen met het buurpand Voorstraat 38. Later werd deze samenvoeging weer ongedaan gemaakt. Sinds 1990 is hier een winkel. Kohieren huisschatting 1674 - 1696: periode belastingplichtige belasting 1674 - 1676 Ms. de Putter 1677 diens weduwe 1678 - 1679 Adr. Putters (= Adriaentje Willems, weduwe van Marinus de Putter) 1696 Willem Meyer 1 haardstede Kohier bewoners 1681: Adriaen van Poperijnge (aantal personen boven 8 jaar: 3) Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1691 - 1698 zie nummer 38 1699 - 1701 Greetie Geldeloose 1702 - 1714 Cornelija Geldeloose 1730 - 1733 Vincent de Waal 1779 - 1801 Marinus Reyngout 1802 - 1817 erven Marinus Reyngout 1818 - 1831 Dirk Jasperse 1832 - 1833 Abraham Reijngoudt M.zn. Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750 Pieter Beekman 1758 niet genoemd Bevolkingsregisters: A 41 1813 - 1837 Dirk Jasperse (arbeider), later Marinus Reyngoudt Samenvatting eigenaars : periode eigenaar - 1693 Marinis de Putter 1693 - 1701 Willem Willems Meijer, later diens weduwe 1701 - 1713 Joos Franke, later diens weduwe 1713 - 1750 Vincent de Waal, later diens weduwe 1750 - 1799 Marinus Reyngoud Sr. en Jr., later Johanna Mol 1799 Dirk Jasperse Sr. en Jr. - 1832 Abraham Reijngoudt M.zn. Transacties enz.: 1689 16 maart; RA 5879 C, nr. 169-176: Rekening door Pieter Jansen Gekier (Geldeloose) als vader van zijn dochter Catarijna Pieters en voogd van de nagelaten wees door de weduwe van Cornelis Marinusz Putter genaamd Pieternelle Bernolje, beiden erfgenamen van hun grootmoeder Aderjaenjen Willems, weduwe van Marinus de Putter, hun beider grootvader, van 11 maart 1681 tot mei 1688. onder andere: - ontvangen van Aderjaen Poperijnge de huur over 1681-1684 van het huis staande aan de Voorstraat, N: Catarijna Pieters; Z: Antonij van Schelde; W: Achterstraat - ontvangen van Cornelis Pover de huur van het genoemde huis over 1684 - 1688; - ontvangen van de verkochte schuur van Aderjaenjen Putters aan de schout Cornelis Walraven voor £. 22. Deze schuur is later door Pieter Jansen Gekier afgebroken voor een bedrag van £. 10-1-4, dat genoemd wordt bij de uitgaven. - diverse onderhoudswerkzaamheden aan het huis. 1693 15 augustus; RA 5879 C, nr. 232: Cornelis Corn. Putter, als erfgenaam van zijn grootmoeder Aderjaantie Willems, weduwe van Marinus de Putter, later van Pieter Verburght, mede handelend namens Catarina Pieters, mede-erfgenaam, verkoopt aan Willem Willems Meijer een woonhuis voor £. 50. N: Catarijna Pieters, nu gehuwd met Willem Willems Meijer; O: Voorstraat; Z: Antonij van Schilde; W: Achterstraat. N.B. Tevens werd overgegeven de diamanten ring met het zegel van Cornelis Putters. Voorstraat westzijde 42. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1691 1699 18 20 roeden cijns zie nr. 38 19.5 " 0-3-3 In 1937 werd de foto van dit stukje Voorstraat gemaakt. Op de voorgrond rechts het thans nog bestaande winkelpand: “De Kleine Winst” van C.M. Neele, nu Voorstraat 42. Nu is het van zijn zoon C.L. Neele, die later ook het pand Voorstraat 40 er bij kocht en daar zijn winkel in vestigde. Op nr. 44 woonde destijds broodbakker G. Braam, die daar zijn broodbakkerij en winkel had. Voorts nog de woningen 46 t/m. 54, waarover u hierna in de inleidingen en transacties kunnen lezen. 1779 1818 1832 1992 24 28 228 - 229 42 20 18,5 " 0-3-4 ¦. 0,95 Inleiding. Op dit perceel heeft waarschijnlijk de eerste smidse gestaan. De eerste transacties hebben betrekking op een huis en een schuur van Jan Flips van Straven, de smid. Opvallend is dat verschillende buren aan de zuidzijde worden genoemd. Mogelijk stond op hetzelfde erf ten zuiden van de schuur, de smidse. Cornelis Jansz Zeeu, die als zuiderbuur van de schuur werd genoemd, verkocht namelijk in 1660 de smidse aan zijn opvolger. In 1667 was nog sprake van de smidswinkel in vol bedrijf, in 1678 werd behalve een woonhuis, een "oude smidse" genoemd. Later werd niet meer over een schuur of een smidse gerept. Misschien was dit de schuur, die later door Pieter Gekier (Geldeloose) werd afgebroken, zoals bij het buurhuis nr. 40 werd vermeld. Het huis zal verbonden zijn geweest met het huis aan de noordzijde want bij de verkoop in 1678 werd bedongen dat de verkoopster over de zolder van het verkochte huis de zolder van de rechtkamer mocht gebruiken, zolang zij zou leven. De eigenaren van het huis zijn door de bekende transacties en de cijnslijsten goed te volgen. In 1937 werd in dit pand een winkel gevestigd. Thans is het samengevoegd met Voorstraat 40. Het voorste deel in onderdeel van de winkel van Voorstraat 40. Het achterste deel is woonhuis. Kohieren huisschatting 1674 - 1696: periode belastingplichtige 1674 - 1676 Ms. de Putter 1677 Quijrien Cornelis 1678 - 1685 Pieter Hase 1686, 1688 Pieter Kosten 1689, 1690 Jan Jaspers 1696 Cornelis Clasz Kohier bewoners 1681: belasting 2 haardsteden Pieter Kosten (aantal personen boven 8 jaar: 4) Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1691 - 1698 zie nr. 38 1699 - 1714 Kornelijs Klaassen, 1730 - 1732 Jacob van Poperinge 1733 Andries Boer 1779 - 1817 Adriaen Waegemaker 1818 - 1831 Cornelis de Nijs 1832 - 1833 weduwe Cornelis de Nijs Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750 niet vermeld 1758 de bewoners worden aangeduid als zijnde 'Rooms' Bevolkingsregisters: A 42 1813 - 1837 Cornelis de Nijs (arbeider) Samenvatting eigenaars : periode eigenaar - 1658 Jan Flijpsen Straven 1658 - 1678 Marijnis de Putter, later zijn weduwe Adriaentje Willems 1678 - 1696 Pijeter Cornelisz Kosten 1696 Anthonij van Schilde 1696 - 1716 Cornelis Clasz. 1716 - 1718 Lena Pieters, weduwe van Antoni Matisse, later haar erfgenamen 1718 - 1721 Jacobus van Poperinge 1721 - 1725 Paulus van de Loo 1725 - 1733 Andries Boers 1733 - 1774 Marinus van den Broeke en erfgenamen 1774 - 1808 Adriaan Adriaense Wagemaker, later zijn weduwe, die hertrouwt met Cornelis Mol 1808 Jacobus Mol - 1821 Cornelis de Nijs 1821 - 1832 Lena Faasse, weduwe C. de Nijs Transacties enz.: 1658 12 juli; RA 5879 A, nr. 57: Jan Flijps Straven verkoopt aan Marijnis de Putter een woonhuis op ambachtsherengrond voor £. 95-16-9, te betalen in termijnen. Afgelost in 1663. N: Jan Flijps Straven; O: Voorstraat; Z: Pijeter Willems; W: Jan Flijps Straven. 1658 12 juli; RA 5879 A, nr. 58: Jan Flijps Straven verkoopt aan Marijnis de Putter een schuur voor £. 56, te betalen in termijnen. N: Jan Flijps Straven; O: Jan Flijps Straven; Z: Cornelis Jansz. Zeeu; W: Achterstraat. 1660 16 januari; RA 5879 A, nr. 65: Cornelis Jansz d'Zeeu verkoopt aan Maerten Pijersz Drijwegen de smidse met alle gereedschap en voorraad voor £. 50, te betalen in termijnen. 1667 14 april; RA 5879 C, nr. 32: Marija Jans Verbijest, weduwe van Maerten Pijersz Smedt, verkoopt aan Jacob Pijersz Smedt de smidswinkel met alle gereedschap en bewerkt en onbewerkt ijzer. Prijs £. 50, te betalen in termijnen. Borg is Hubrecht Lambrechts. Afbetaald in 1670. 1670 13 december; RA 5879 B: Abram Cornelis Kruijthof verklaart schuldig te zijn aan Jacob Pyersen Smedt 290 Carolusgulden wegens de koop van diens smederij met alle gereedschap. 1674 4 december; RA 5879 B: Jacob Geersen Smedt verklaart schuldig te zijn aan de erfgenamen van Abram Cruythoof en Lijsbet Arts. Dijckmans, diens huisvrouw (ovl.), £. 33-6-8 wegens de koop van de smederij. 1678 13 januari; RA 5879 C, nr. 30: Adryaenien Willems, weduwe van Marinus de Putter, verkoopt aan Pieter Costen de oude smidse voor £. 16, te betalen in termijnen. N: de rechtkamer; O: Voorstraat; Z: Pieternella, weduwe Jan Po; W: -. De verkoopster mag over de zolder van het verkochte huis de zolder van de rechtkamer gebruiken, zolang zij leeft. 1678 16 februari; RA 5879 C, nr. 86: Adryaenien Willems, weduwe van Marinus de Putter, verkoopt aan Pijeter Cornelisz Kosten een woonhuis aan de Voorstraat voor £. 16, te betalen in termijnen. N: de verkoopster; O: Voorstraat; Z: de weduwe van Jan Pou; W: de schuur van Marijnis de Putter. 1696 28 maart; RA 5879 C, nr. 166: Ds. Boeije en Coebus Jansen, als oppervoogden van de Diaconie verkopen aan Anthonij van Schilde het woonhuis waarin Pieter Cornelis Costen in woont voor £. 23-7-10, te betalen in termijnen. N: erfgenamen van Adejaentie Pieters; O: Voorstraat; Z: Coebus Jansen; W: Achterstraat. Op dezelfde dag wordt aangetekend dat Antonij Jansen (van Schilde) dit huis heeft getransporteerd aan Cornelis Clasz. 1716 23 maart; RA 5879 C, nr. 115: Schout Fransoijs de Klerck verkoopt ambtshalve aan Lena Pieters, weduwe van Antoni Matisse, een woonhuis en erf van Cornelis Claase waarop door de rentmeester van de tienden beslag is gelegd. N: Cornelia Geldeloose; O: Voorstraat; Z: Cobus Janse's weduwe; W: Achterstraat. Prijs: £. 25, te betalen in termijnen. 1718 21 december; RA 5879 D, nr. 51: Antony Noorthoek, namens de erven van Lena Pieters, weduwe van Antoni Matisse, verkoopt een woonhuis aan Jacobus van Poperinge, Matie Noorthoek en Pieter Noorthoek voor £. 30-10-0. N: Cornelia Geldeloose; O: de Voorstraat; Z: Jacobus Jansens weduwe; W: Achterstraat. 1721 22 februari; RA 5879 D, nr. 109: Jacobus van Poperinge verkoopt aan Paulus van de Loo zijn huis aan de Voorstraat. N: Vinsent Walens huis; O: Voorstraat; Z: weduwe Jacobus Jansen; W: Achterstraat. Prijs £. 23. 1725 26 december; RA 5879 D, nr. 269: Paulus van de Loo verkoopt zijn huis aan Anderies Boers. N: Vinsent Walens huis; O: Voorstraat; Z: Reyniers huis; W: Achterstraat. Prijs £. 26-10-0. 1733 4 november; RA 5886 B, nr. 24: Anderies Boers verkoopt aan Marinis van den Broeke een huis te Sint Philipsland naast het huis van schout Vincent Wale. Z: Reijnier Grampoo. De koopsom bedraagt £. 18 waarvan £. 3-8-0 contant. 1774 28 april; RA 5881, nr. 107: Hendrik Vriens, gehuwd met Maria van den Broeke en mede namens Cornelis van den Broeke; dezelfde als voogd van de twee minderjarige kinderen van zijn broeder Joost van den Broeke en Johanna Ysermans, weduwe van Sent van den Broeke, moeder en voogd van haar minderjarig kind, verkoopt aan Adriaan Adriaense Waegemaeker een huis en erf gelegen naast het huis van schout Marinus Reyngoud en dat van Jacob Hart. Prijs £. 30. 1808 2 juli; RA 5881, nr. 24: Verkoopvoorwaarden voor een huis plaatselijk bekend onder nr. A 42. Verkoop door Anna van Ammerla, weduwe van Cornelis Mol, aan Jacobus Mol voor £. 18. 1808 28 september; RA 5881, nr. 25: Marinus de Groen en Jan Engelvaart, in kwaliteit als armbezorgers. Anna van Ammerla, weduwe van Cornelis Mol heeft haar goederen gecedeert aan Jacobus Mol. Het betreft een bedrag van ƒ. 108.- en het huis nr. A 42. Rente 5 % m.i.v. 7 juni 1809. Borgen zijn Cornelis van den Bos en Pieter Beekman. Voorstraat westzijde 44. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer roeden cijns 1691 17 22 1699 19 22 £. 0-3-8 1779 23 23 " 0-3-10 1818 27 23.5 ¦. 1,20 1832 226 - 227 1992 44 Inleiding De geschiedenis van dit perceel begint al direct met een onduidelijkheid, nl. of er één of twee huizen op het erf stonden. De onduidelijkheid bestaat ook bij het volgende perceel, nr. 42, ook daar is aan de westzijde sprake van een bezit van Jan Flips Straven. Het heeft misschien te maken met het feit dat hier in de buurt de eerste smidse was gevestigd. In 1664 verkocht de derde eigenaar Marijnus Mattussen een huis terug aan Jan Flips Straven, de smid, en op dezelfde dag een tweede huis aan Christiaen van de Stenne. De belendingen van beide huizen zijn exact gelijk. In 1672 kwam het huis in bezit van de familie Pou (of Jansen, Garenpo, Grampoo). De oude smidse was toen misschien al verdwenen, hij werd tenminste niet meer genoemd. De westelijke belending was nog steeds een scheiding door het erf. In 1762 was het huis eigendom van de Diaconie. Deze verkocht het in dat jaar aan Jannetje Jagt. Na het voldoen van de koopsom werd het pand in 1768 overgeschreven op naam van Jacob Hart, met wie Jannetje inmiddels was getrouwd. Via diens erven kwam het in 1808 in het bezit van Johannes Zuidweg, die zich in 1801 vanuit Sint Annaland in Sint Philipsland had gevestigd. Op het eind van de 19de eeuw werd hier een bakkerij gevestigd. In 1984 is het pand verbouwd tot woonhuis. Kohieren huisschatting 1674 - 1696: periode belastingplichtige belasting 1674 - 1682 Pijeternelle, wed. Jan Pou £. 0-2-6 1684 - 1690 Cobes Jansen 1696 Cobus Jansen 1 haardstede Kohier bewoners 1681: Pieternelle Grampoo (aantal personen boven 8 jaar: 3) Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1691 - 1698 Jan Poo 1699 - 1714 Jacob (Cobus) Jansen Garenpoo (Cobus Jansen) 1730 - 1732 idem 1733 Reynier Grampo 1779 - 1817 Jacob Hart 1818 - 1820 Adriaan Steenpoorte 1821 - 1831 Hendrik Gerrit Krijgsman 1832 - 1833 weduwe Hendrik Gerrit Krijgsman Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750 niet genoemd 1758 Jannetje Jagt Bevolkingsregisters: A 43 1813 Adriaan Steenpoorte 1826 - 1837 Cornelis Faasse C.zn. (arbeider) Samenvatting eigenaars: periode eigenaar - 1654 Jan Flijpsen Straven 1654 - 1655 Meus Jorissen van Strijn 1655 Pieter Wilmsen - 1664 Marijnus Mattussen 1664 Jan Flips Straven ?? 1664 - 1671 Chrijstiaen van de Stenne 1671 Cornelis Manesz 1671 - 1672 Jan Jacobs Vel 1672 - 1739 Pieternella Pieters, weduwe Jan Pou (Grampo), later haar erfgenamen 1739 - 1742 Cent Braber 1742 - 1756 Arij de Jong 1756 - 1758 Marinus Goedheer 1758 - 1768 Diaconie 1768 - 1808 Jacob Hart en erfgenamen 1808 Johannes Zuidweg -c1814 Cornelis Verwijs c1814 Adriaan Steenpoorte - 1832 Hendrik Gerrit Krijgsman Transacties enz.: 1654 5 augustus; RA 5879 A, nr. 19: Jan Flijpsen Straven verkoopt aan Meus Jorissen van Strijn een woonhuis op ambachtsherengrond voor £. 33-6-8, te betalen in termijnen. N: Jan Flijpsen Straven; O: Voorstraat; Z: Marijnis de Putter; W: de schuur van Jan Flijpsen met huis en erf. 1655 21 juni; RA 5879 A, nr. 26: Meus Jorissen van Strijnen verkoopt aan Pijeter Wilmsen een woonhuis voor £. 33-6-8, te betalen in termijnen. Het erfscheid tot de helft van het huis (Noord) uit de put van de hof. N: Jan Flipsen Straven met huis en erf; O: Voorstraat; Z: Marijnis de Putter; W: de schuur van Jan Flipsen. 1664 28 april; RA 5879 C, nr. 3: Marijnus Mattussen verkoopt aan Jan Flijps Straven een woonhuis. N: de oude smidse; O: Voorstraat; Z: Otto Sijmons; W: de erve tot de oude vleerbos 11 voet beoosten Marijnus de Putters schuur. Prijs is £. 16, in termijnen te betalen. 1664 28 april; RA 5879 C, nr. 3: Marijnus Mattussen verkoopt aan Crijstiaen van de Stenne een woonhuis. N: de oude smidse; O: Voorstraat; Z: Otto Sijmons; W: erve tot de vleerbos 11 voet oost van Marinus de Putters' schuur. Prijs is £. 20, te betalen in termijnen. Afbetaald in 1666. 1671 24 maart; RA 5879 C, nr. 51: Secretaris Albrecht Lambrechtsz verkoopt namens Jooris van de Steenne, oom en voogd van Jacomijn Crijstyaens van de Steenne, nagelaten wees van Crijstiaen van de Steenne, aan Cornelis Manesz een huis. N: de oude smidse, thans eigendom van Marijnis de Putter; O: Voorstraat; Z: Otto Sijmonsz; W: 'de vledere haege Oost van Marijnis de Putters schuur". Prijs £. 9, £. 4-3-4. contant, de rest in twee termijnen, waarvan de eerste 1 januari 1672 en het restant een jaar later. 1671 24 maart; RA 5879 C, nr. 52: Cornelis Maenesz verkoopt aan Jan Jacobs Vel een woonhuis. N: de oude smidse, eigendom van Marijnis de Putter; O: Voorstraat; Z: Otto Sijmonsz; W: "de vledere haege die staet oost Marijnis de Putters schuire". Prijs: £. 8-8-0, te betalen 1 mei 1671. 1672 24 februari; RA 5879 C, nr. 55: Otto Sijmonsz verkoopt namens Jan Jacobs Vel aan Pijeternella Pijeters, weduwe van Johan Pou, een woonhuis. N: Marijnis de Putter; O: Voorstraat; Z: Otto Sijmonsz; W: het "heijn" (schutting) van Marijnis de Putters schuur. Prijs £. 11, te betalen in termijnen. Afbetaald in 1675. 1739 22 april; RA 5885 E, nr. 31: Reynier Grampoo verkoopt aan Vincent Braber een huis met erf. N: Marinus van den Broeke; Z: het huis van meester Noorthoek. De prijs is £. 36. 1742 9 mei; RA 5885 E, nr. 42: Cent Braber verkoopt aan Ary de Jonge een huis met erf gelegen naast Bastiaen Franken voor £. 36. 1756 juli; RA 5885 E, nr. 127: Arij de Jonge verkoopt aan Marinus Goedheer een huis met erf voor £. 22. N: Marinus van den Broeke; Z: Ds. Sevenhuysen; W: de straat. 1758 17 december; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland; Het huisje van de overleden Neeltje Vergouw (begr. 31 mei 1757), echtgenote van Marinus Goedheer, wordt overgegeven aan de Diaconie. 1762 1 januari; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland; De Kerkeraad besluit het armhuisje, N: Marinus van den Broeke; O: de straat; Z: predikantshuis, te verkopen aan Jannetje Jagt, weduwe Corstiaense, voor £. 10 onder nadere voorwaarden. 1768 3 januari; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland; Jannetje Jagt heeft de koopsom van haar huisje voldaan. Daarom zal het huis door de Diaconie op haar naam worden overgeschreven. N.B. Jannetje Jagt was op 26 december 1763 te Sint Philipsland gehuwd met Jacob Hart. 1768 28 januari; RA 5881, nr. 72: Predikant C.E. Heggers, namens de Kerkeraad, verkoopt aan Jacob Hart een huis en erf, naast de erven Marinus van den Broeke en van Cornelis Faasse. Prijs £. 10. 1808 7 juni; RA 5881, nr. 22: Josina Hart (weduwe van Maarten van den Doel) en Johannis de Nijs voor zich en als lasthebber van Anthony van Hekkien (gehuwd met Lena Hart) en Geert van der Vliet, Willem Meyer (gehuwd met Jannie van der Vliet), Christiaan van der Vliet, Jan van der Vliet, Marinus van der Vliet, Marinus Bil (was gehuwd met Poulina van der Vliet (ovl.)), Jan de Nijs, Christiaan de Nijs, Jacob Kaan (gehuwd met Jannetje de Nijs) Adriaan Noorddijke (gehuwd met Johanna de Nijs), allen erfgenamen van Jacobus Hart en zijn overleden echtgenote Jannetje Jagt (was eerder weduwe van Jan Christiaanse van der Vliet), verkopen aan Johannis Zuidweg het huis en cijnserven, plaatselijk bekend onder A Nr. 43. Prijs ¦. 180. 1808 7 juni; RA 5882, nr. 23; Schuldbekentenis van Johannes Zuidweg: ¦. 192 à 5.2 % ( 5 gld 4 stuivers) geleend van Cornelis van den Bos. Onderpand is het huis plaatselijk bekend onder A Nr. 43. Voorstraat westzijde 46/48. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1691 16 1699 18 1779 22 1818 26 1832 224 - 225 1992 48 roeden cijns 33 39 38.5 £. 0-5-6 " 0-6-6 ¦. 1,95 Inleiding Van oudsher was dit pand een herberg en mede gelet op de verkoopprijzen moet het vrij groot van omvang zijn geweest. Het bezat een uithangbord. De opdracht tot de bouw werd in of kort vóór 1648 gegeven door Cornelis Clemens. Daarna wisselde het vrij vaak en snel van eigenaar. In 1687 kwam het in handen van Pieter Roggebant, gehuwd met Cornelia Aelbrechts van de Luister. Na het overlijden van zijn vrouw huwde hij in 1698 met Maria van Atten, weduwe van David Lambrechtssen Eggebeen. Waarschijnlijk gebeurde dit op huwelijkse voorwaarden en bleef het huis Voorstraat 33 in het bezit van Maria. In 1710 verkocht Maria het huis aan ds. Van der Cruyssen. Na diens spoedige overlijden verkocht diens weduwe het in 1711 aan Gabriël Mouwe, de tweede echtgenoot van Cornelia Huybrechts van de Luister. Uit haar boedel werd het huis in 1718 door Cornelis Mol, gehuwd met een kleindochter van Cornelia, aan de Diaconie verkocht. Het pand diende als pastorie, de dominee moest huur betalen aan de Diaconie. Het pand werd in 1726 verkocht aan schoolmeester Cornelis Noordhoek. Bastiaen Franke was eigenaar van 1741 tot 1750. In het laatstgenoemde jaar kocht ds. Sevenhuysen het pand. In 1786 werd het aangekocht voor rekening van de ambachtsheerlijkheid. Het pand werd verbouwd en vervolgens weer als pastorie verhuurd. In 1798 kocht de Diaconie van de Hervormd Gemeente het huis aan. Tot 1873 bleef het als pastorie in gebruik. Het pand werd hierna gesplitst. Nummer 46 was tot 1970 een werkplaats; thans (2008) is dit gedeelte weer bij het woonhuis getrokken. De Voorstraat vanaf de Zuiddijk ca. 1940 met rechts de oude Druiventros. Het eerste pand links is het huidige pand Voorstraat 46/48. Tot 1873 was dit pand in gebruik als pastorie van de Ned. Hervormde Gemeente Kohieren huisschatting 1674 - 1696: periode belastingplichtige belasting 1674 - 1678 Ottho Sijmons £. 0-8-4 1679 Dercken Adriaens 1680, 1682 Willem Hoebeke 1684 Adriaen van Poperinge 1685 - 1686 schoenmaker 1688 - 1690 Pieter Roegebant 1696 Pieter Roegebant 3 haardsteden Kohier bewoners 1681: Willem Hoeboek (aantal personen boven 8 jaar: 3) Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1691 - 1698 Willem Hoboke 1699 - 1713 Pieter Roggebant 1714 Gabriël Mouwe 1730 - 1732 Gabriël Mouwe 1733 meester Cornelis Noorthoek 1779 - 1788 Cornelis Faasse 1789 - 1796 de pastorie 1797 - 1832 Diaconie Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750 ds. Sevenhuysen 1758 ds. Sevenhuysen, Agatha Johanna de Kemp Bevolkingsregisters: A 44 1813 W.L. van Oosterzee (predikant) 1821 - 1837 S.J. Everaers (predikant) Samenvatting eigenaars : periode eigenaar 1648 - 1652 Cornelis Clemens 1652 - 1657 Marinis de Putter 1657 - 1661 Cornelis Jansz Zeeuw 1661 - 1679 Otto Symons 1679 - 1684 Dercken Adriaens 1684 - 1687 Henderick van de Moer 1687 - 1710 Pieter Pieters Roggebant 1710 - 1711 Ds. Johannes van der Kruyssen 1711 - 1718 Gabriël Mouwe en diens erven 1718 - 1726 Diaconie 1726 - 1741 Cornelis Noorthoek 1741 - 1750 Bastiaen Franke 1750 - 1763 Ds. Gerardus Sevenhuysen 1763 - 1786 Cornelis Faasse 1786 - 1798 Ambachtsheren 1798 - 1832 Diaconie Transacties enz.: 1648 5 juli; RA 5879 A, nr. 5: Cornelis Clemens is £. 60 schuldig aan Wilm Pieters, timmerman te Nieuw-Vossemeer, wegens arbeid en materialen aan zijn huis. N: huis van Jan Flips, de smid; O: de straat; Z: Manis Jobs; W: Achterweg. N.B. Op 26 oktober 1648 de vordering getransporteerd aan Pieter Coenraets, wethouder te Bergen op Zoom. 1652 10 mei; RA 5879 A, nr. 13: Aelbrecht Lambrechtse verkoopt namens Cornelis Clemens te Zaamslag het huis "daer de Fortune uyt hangt" aan Marinis de Putter voor ¦. 1000, te betalen in termijnen. Belast met £. 20, geleend van de ambachtsheren tegen 16 %. Doorgehaald in 1704. N: Jan Flijps van Straven; O: Voorstraat; Z: Manis Jobs; W: ambachtsherenvroon. 1657 10 september; RA 5879 A, nr. 52: Marijnis de Putter verkoopt aan Cornelis Jansz Zeew een woonhuis op ambachtsherengrond. N: Pijeter Willems; O: Voorstraat; Z: Emanuel Jobs; W: Achterstraat. Prijs £. 150. Boven de hypotheek ad. £. 20 ten behoeve van de ambachtsheren. Te betalen in termijnen. Afgelost in 1663. 1661 19 januari; RA 5879 A: Cornelis Jans Zeeuw verklaart schuldig te zijn aan Crijstyne Hondts, poorteres van Tholen, een bedrag van £. 66-13-4 en hij geeft opdracht zijn huis te verbeteren. Onderpanden zijn zijn huis N: Pieter Wilems; O: Voorstraat; Z: Pieter Gillesz d' Backer; W: Achterstraat, en zijn onroerende goederen. 1661 28 juni; RA 5879 A, nr. 71: Cornelis Jansz Zeeuw verkoopt aan Otto Sijmonsz zijn woonhuis. N: Pijeter Willems; O: Voorstraat; Z: Pijeter de Backer; W: Achterstraat. Prijs 780 Carolusgulden, 200 direct, elk jaar 100 gulden. Belast met een schuld aan de ambachtsheren van £. 20. Op 19 januari 1662 (?) werd de som voldaan door Jacob van de Luister aan Janna Zeew, wees, tegen overname van haar recht op het huis. 1662 24 juni; 5879 C nr. 1: Cornelis Jans Zeeuw draagt over een schuldvordering, met uitzondering van £. 33-6-8 die toekomt aan de rentmeester Lijens te Oud-Vossemeer en het bedrag dat Crijstijna Beseus, schoonmoeder van Zeeuw, heeft gehaald uit de kooppenningen, alsmede de vordering op de kerk alhier. 1670 24 februari; RA 5879 C, nr. 40: Otto Sijmonsen verleent hypotheek op zijn huis "daar uyt hanckt het Schelt van Vranckerick" in de Voorstraat. N: Crijstiaen van de Stenne; O: Voorstraat; Z: Adrijan Fransz Pieck; W: Achterstraat. Hypotheeknemer is Hubrecht Lambrechts voor £. 33-6-8 tegen 16 %; afgelost in 1679 door de wees van Cornelis de Zeus aan Jacob van de Luister. 1675 8 augustus; RA 5879 C nr. 73, 74: Ottho Simonsen verklaart schuldig te zijn aan de weduwe en erven van Samuel de Back ¦. 792 - 17 stuivers. Afgelost: 1680. 1678 2 juli; RA 5879 C, nr. 88: Otto Sijmonsen leent van Lambrecht van de Moer, brouwer te Sint Annaland, ¦. 170 tegen 5 % rente. Onderpanden zijn de inboedel en het huis op ambachtsherengrond aan de westzijde van het dorp. N: Pieternelle Jan Poe; O: -; Z: Manes Jobs; W: -. 1679 11 oktober; RA 5879 C, nr. 96: Schout Aelbrecht Lambrechtsz, als sequestor in de nagelaten boedel van Otto Symons, verkoopt aan Dercken Adrjaens een huis. N: Pieternella Jan Poe; O: Voorstraat; Z: Adr. Pieck; W: -. Prijs is 750 Carolusgulden, 500 direct, de rest in termijnen. Met de voorwaarden. 1679 11 oktober; RA 5879 C, nr. 95: Dercken Aderjaens verleent hypotheek aan Aderjaentie Willems, weduwe van Marinus de Schutter, op haar huis N: Pieternella, weduwe van Jan Poe; O: Voorstraat; Z: Adrijaen Pieck; W: -. Bedrag is 200 Carolus gulden tegen 6 %; afgelost in 1683. 1680 11 juli; RA 5879 C, nr. 101: Rekening door schout Aelbrecht Lambrechtsz, als sequestor in de nagelaten boedel van Otte Sijmons, in 1679 overleden. Batig saldo is £. 43-19-9, behoudens enige vorderingen. 1684 28 mei; RA 5879 C, nr. 123: Dircxje Aderjaens, weduwe van Willem Antonis van de Schelde verleent hypotheek aan Jacob Pieters Tijs op het huis N: Pieternelle Jan Poe; O: Voorstraat; Z: Aderjaens Frans Pieck; W: Achterstraat. Bedrag is £. 28 tegen 6 %; afgelost in 1685 (5 oktober de kwitantie getoond.) 1684 4 oktober; RA 5879 C, nr. 133: Dircks Aderjaens verkoopt aan Henderijck van de Moer een woonhuis. N: Pieternella Jan Poe; O: Voorstraat; Z: Pieck; W: Achterstraat. Prijs is 650 Carolus gulden, 300 direct, de rest in termijnen. 1687 28 september; 5879 C, nr. 153: Heijderick van de Moer, namens zijn moeder, verkoopt aan Pieter Pieters Roegbant een huis. N: Jacob Jans Poe; O: Voorstraat; Z: Frans Pijeck; W: Achterstraat. Prijs is 650 Carolusgulden, 300 contant, de rest in termijnen; afgelost in 1692. 1698 18 maart; RA 5879 C, nr. 18-20: Overeenkomst tussen Pieter Pieters Roggebandt, weduwnaar van Cornelia Aelbrechts v.d. Luister, en Cornelis Aelbrecht v.d. Luister met Arent Roeckesen Steijn, als voogden van Dingenjen en Emmeken Pieters Roggebants, wezen van Cornelia v.d. Luister en Pieter Pieters Roggebandt. Pieter verbindt zijn huis aan de Voorstraat N: Coebus Jansen; O: Voorstraat; Z: Frans Pieck; W: Achterstraat. 1698 29 april; RA 5879 C, nr. 21, 22: Overeenkomst tussen Marij Aderjaens van Atten, (nu gehuwd met Pieter Roggebandt, eerder) weduwe van David Lambrechts (Eggebeen), en Isaack van de Luister en Johannes van de Luister als neven aangesteld tot voogden in het testament van David Lambrechts over Aderjaen Davids, nagelaten wees bij Marija Aderjaens van Atten. 1704 22 februari; RA 5879 C, nr. 99, 100: Schepenen verklaren op verzoek van kerk- en armmeesters van Sint Annaland hoe zij op 16 februari 1704 zijn geweest bij Lambrecht van Lijere. Nadat deze zijn testament reeds had gemaakt kwam in zijn gedachten om een legaat te maken van 50 Carolusgulden aan Pieternelle Corn. van Atten. Idem dat zij op 21 februari zijn geweest ten huize van Pieter Roggebandt waar gelezen werd het op 16 februari gemaakte testament van Lambrecht Pieters van Lijere, opgemaakt voor het gerecht. O.a. was aanwezig de advocaat Huijgens en familie. Roggebandt is gehuwd met Marij van Atten. De advocaat verklaarde dat hij de waarde van het testament niet erkende. Hij verlangde een testament opgemaakt in Zierikzee of Sint Annaland. 1710 13 maart; RA 5879 C nr. 251 - 254: Weeskamer. Boedelscheiding van de goederen van de weduwe van Roggebant en haar wezen. Met opgaven van de uitgaven van de boedel over de periode 5 februari 1712 t/m 19 april 1713. 1710 30 april; RA 5879 C, nr. 258 - 262: De weesmeesters met Marij van Atten, weduwe van Pieter Roggebant, verkopen namens de wezen aan Johan van der Kruijssen, predikant, een woonhuis met erf. N: Cobus Jansen; O: Voorstraat; Z: de oude winkel; W: Achterstraat. Prijs: £. 107-6-8, £. 25 contant, de rest in termijnen. Met verkoopvoorwaarden d.d. 20 maart 1710. Het huis blijft verhuurd aan de wezen en de weduwe tot mei 1711 à £. 6 per jaar. 1711 12 juni; RA 5879 C, nr. 278, 279: Margarita Debbits, wed. van Johan van der Cruyssen, predikant, verkoopt aan Gabreel Mouwe een woonhuis. N: Cobus Jansen; O: Voorstraat; Z: oude winkel; W: dorpsland. Prijs 450 gulden, 50 gulden contant, de rest in termijnen van 50 gulden. Met verkoopvoorwaarden d.d. 12 juni 1711. 1723 - 1726; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: Rekeningen door de predikant: 1723 Uitgaven voor werkzaamheden aan het predikantshuis. 1724 1725 1726 De predikant betaalde 1,5 jaar huishuur: 90 gulden; Roeland Pieters maakte twee vensters in de woning. De predikant betaalde een jaar huishuur: 60 gulden. Metselaar Levinus de Breu (te Nieuwerkerk) verwerkte 4000 stenen aan de woning, waaraan hij en zijn jongens drie weken werkten. Cornelis Noordhoek koopt het huis van de diaconie. Op dit pand rustte een obligatie ten laste van de boedel van Cornelia van de Luister (ovl.). Koopsom: 240 gulden contant, het restant in termijnen tegen 4 % rente. 1726 3 en 8 mei, RA 5885 D, nr. 2 en 58; 9 mei, R.A. 5879 D nr. 323, 324: Cornelis Mol, mede namens Izaak van de Luister, voogden over de boedel van Cornelija van de Luijster, draagt over aan de Diaconie van Sint Philipsland een huis en erf voor £. 85-10-0. N: Reynier Grampo; O: Voorstraat; Z: Cornelija van de Luister (ovl.); W: Achterstraat. De verkoop vond plaats op 16 maart 1718. Gedeeltelijk verrekend met een obligatie ten laste van de boedel. 1726 5 juli; RA 5885 D, nr. 8; 2 augustus; R.A. 5879 D, 345, 346, 355: Ds. Bierman, namens de diaconie van Sint Philipsland, verkoopt aan Cornelis Noorthoek een woonhuis voor ¦. 525. N: Reijnier Garampoo; O: de Voorstraat; Z: de erfgenamen (van Cornelia van de Luyster; W: dorpsland. Van de koop is uitgezonderd de bel, die gekocht is door ds. Bierman. Hij mag die eruit halen. Indien Noorthoek de rechtkamer wordt ontnomen of het tappen wordt verboden, dan moet de diaconie het huis terugnemen voor dezelfde prijs, tenzij Noorthoek daarvan vrijwillig afstand doet. 1736 19 oktober; RA 5885 E, nr. 14: Schuldbekentenis van meester Cornelis Noorthoek: £. 20-7-0 à 4.5 % geleend van Abram Boogaert. Onderpand is zijn huis. N: Reynier Grampoo; Z: Gabriël Steyn. 1741 15 november; RA 5885 E, nr. 41 en 46: De weduwe van meester Cornelis Noorthoek verkoopt aan Bastiaen Franken een huis met erf gelegen aan de zuidzijde van het dorp naast Gabriël Steyn en Reynier Grampoo voor £. 98. 1750 9 februari; RA 5885 E, nr. 80: Bastiaen Franke verkoopt aan Nicolaas Goedhart, als gemachtigde van Ds. Gerardus Sevenhuysen, een huis met erf gelegen naast Ary de Jonge. Z: Gabriël Steyn; O: de straat. 1763 13 en 26 juli; RA 5881, nr. 41, 42: RA 5884, nr. 40: Poulus Geense verkoopt namens Gerhardus Sevenhuyse, predikant te Bruinisse, aan Cornelis Faase een huis en erf voor £. 47. N: Diaconie (wed. Jan Corstiaense); Z: Gabriël Steyn. 1786 4 mei; RA 5881, nr. 24: Cornelis Faasse verkoopt aan Adriaan van der Schoor, rentmeester van de Heerlijkheid Sint Philipsland, het huis en erf gelegen tussen Cornelis Corn. Daene en Jacobus Hart voor £. 80. 1798 tweede Paasdag; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: Met instemming van de gemeenteleden wordt besloten de door de predikant bewoonde woning van de ambachtsheren aan te kopen voor £. 200 ten laste van de diakonie. Tot behoud van de woning wordt besloten de muur aan de noordzijde, aan de kant van Jakobus Hart, die in slechte staat is, af te breken en te vervangen door een nieuwe, met een loden goot. 1798 4 juni; RA 5881, nr. 84: Adriaan van der Schoor, als gemachtigde van Jan Willem Schorer en Jacob Hendrik Schorer, ambachtsheren van Sint Philipsland, verkoopt aan de Diaconie een huis en erf voor £. 200 contant. 1799 6 juni ; RA 5882, nr. 112: Schuldbekentenis van de Kerkeraad: £. 100 à 4.5 % geleend van Marinus Faasse Jzn. Onderpand: de pastorie, naast Marinus Dorst en Jacob Hart Voorstraat westzijde vanaf de Zuiddijk (2008) . Vanaf de zeedijk zijn het de huidige nrs. 54, 52, 50, enz. Na meerdere pogingen, die steeds mislukten, heeft de Voorstraat sinds 1994 weer twee rijen bomen. De ruime plantbeddingen werden vooraf gevuld met teelaarde. De beplanting van de Voorstraat werd in 1994 verkregen uit een legaat van mevrouw Voorberg-van Noort. Haar oma, mevrouw van Noort-Vermaas had vroeger een kruidenierswinkel in de Voorstraat. Haar kleindochter, mevrouw Voorberg van Noort wilde graag de Voorstraat in oude luister terug. Zij schonk tijdens haar ernstige ziekte daarom een legaat, groot 30.000 gulden, aan de gemeente Sint Philipsland. Een herinneringstegel aan deze beplanting is aangebracht in de stoep bij Voorstraat 3. Voorstraat westzijde 50. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1691 15 1699 17 1779 21 1818 25 1832 222 - 223 1992 50 roeden cijns 51.5 49 47 £. 0-8-7 " 0-8-2 ¦. 2,35 Inleiding. Over dit huis is weinig bekend uit de beginperiode. De eerste eigenaar was Emanuel Jobs. Nadat het huis in 1658 was verkocht aan Pieter de Backer was het tot 1730 geen onderwerp meer van een transactie. De eigenaars of bewoners moeten in de akten voor de naastliggende huizen worden gevonden. Bij wijze van uitzondering wordt daarvan hieronder een overzicht gegeven. Nadat het een tijd eigendom is geweest van Adriaen Fransen Pieck is het waarschijnlijk in bezit gekomen van Cornelia van de Luister, gehuwd met Cornelis Walraven (1767), die weliswaar een winkel dreef maar waarschijnlijk geen goed zakenman was. Na zijn overlijden hertrouwde de weduwe in 1695 met Gabriël Mouwe. Door vererving kwam het huis in bezit van haar kleinkinderen en uiteindelijk van één van hen, Gabriël Steijn. Deze kocht ook een schuur aan de Achterweg en land uit de oorspronkelijke boedel van Huybrecht Lambrechtssen (van de Luister) zodat de "50 gemeten achter het dorp" ontstonden. Het huis bleef daarna voortdurend met deze schuur en dit land 'verbonden'. Het huis kwam in bezit van zijn dochter Jannetje Steijn. Haar echtgenoot verkocht het in 1777 aan Cornelis Daenen. Deze wist het in 1796 voor bijna het dubbele te verkopen aan Marinus Dorst. Deze was van 1837 - 1851 burgemeester. Het pand bleef geruime tijd in bezit van zijn familie. Kohieren huisschatting 1674 - 1696: periode belastingplichtige belasting 1674 - 1682 Manes huis £. 0-10-4 1684 - 1690 Schouts winkel 1696 Gabriël Mouwe 2 haardsteden Kohier bewoners 1681: niet vermeld Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1691 - 1698 Adriaen Franssen Pieck 1699 - 1700 Kornelia van de Luyster 1701 - 1714 Gabriël Mouwe 1730 - 1732 idem 1733 Abram Pieterse 1779 - 1795 Cornelis Daenen 1796 - 1833 Marinus Dorst Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750 Gabriël Steyn, Arriaentje Meyer 1758 Gabriël Steyn, Marietje Steyn Bevolkingsregisters: A 45 1813 - 1837 Marinus Dorst (landbouwer) Eigenaars volgens transacties naastliggende percelen: 1648 Manes Jobs 1652 idem 1654 Marinus de Putter 1661 Pieter de Backer 1663 Adriaen Fr.zn. Pieck 1668 idem 1670 idem 1672 idem 1676 idem 1676 erven Pier?? 1679 Adriaen Fr.zn. Pieck 1684 idem 1686 winkel van Walraven 1687 Frans Pieck 1698 idem 1710 oude winkel 1711 Adriaen Fr.zn. Pieck 1726 Cornelia v.d.Luister 1735 Gabriël Steyn 1736 idem Samenvatting eigenaars : periode eigenaar - 1658 Emanuel Jobs 1658 Pieter Gillesz de Backer (1663)Adriaan Franssen Pieck (1686)Cornelia van de Luister, later de erfgenamen (1750)- 1774 Gabriël Steijn 1774 - 1777 Jannetje Steijn, gehuwd met Johannes Endhoven 1777 - 1796 Cornelis Daene 1796 - 1832 Marinus Dorst Transacties enz.: 1658 3 juli; RA 5879 A, nr. 56: Maneuel Jobs verkoopt aan Pieter Gillesz de Backer een woonhuis op ambachtsherengrond. N: Cornelis Jansz Zeew; O: Voorstraat; Z: Bastijaen Beledt; W: Achterstraat. Prijs £. 198-6-8, te betalen in termijnen. Manuel Jobs levert aan Franssoeys Adryans Pyeck, koopman te Amsterdam, een paaibrief op Bastiaen Beledt, groot £. 35, een op Hareman Hijnderijcxen van £. 68-6-8 en een op Pyeter Gillesen d'Backer van £. 198-6-8. Op dezelfde datum machtigt Adryan Frans Pyeck, zoon van Frans Adriaens Pyeck, de schout Hubrecht Lambrechtsz om deze bedragen te innen. 1687 7 november; RA 5879 C, nr. 154 en 155: Cornelis Walraven, schout, verkoopt aan Jacob van de Luister, executeur van de boedel van de kinderen van Cornelis Walraven en Cornelia van de Luister, winkelgoederen, o.a. olie, azijn, zeep, kaas, brandewijn, zout, meel, gort, enz. Voorts kousen, garen, lint. Tevens worden verkocht de twee huizen, afkomstig van Pijeck naast meester Pieter en het andere op de Achterstraat, drie paarden, twee wagens en andere losse goederen, huisraad enz. om hieraan te verhalen het bedrag van £. 400 die hij, Walraven, uit de boedel van de grootmoeder van de kinderen, Nelken Lijnders, weduwe van Hubrecht Lambrechtsz., heeft genomen, enz. 1728 27 oktober; RA 5879 D, nr. 427; RA 5885 D, nr. 16: NB.Dit huis wordt meestal samen genoemd met een schuur in de Achterstraat en met ongeveer 50 gemeten land. 1730 26 juli; RA 5880, nrs. 17 en 18: De broers Huijbrecht, Arenhoud en Gabreel Steijn verkopen aan Abraham Pietersen van Borselen 'een woonhuis'. N: Huijbrecht Steijn; O: Voorstraat; Z: de weduwe Ziervelt; W: Achterstraat. Prijs £. 24. 1746 31 augustus;; RA 5885 E, nr. 61: Schuldbekentenis van Gabriël Steyn: £. 433-6-8 à 4 % geleend van Marinus Geense. Onderpanden zijn een huis en schuur in het dorp en 50 gemeten 252 roeden in de polder. Huis: N: Bastiaen Franke; Z: Jan Fase. Doorgehaald 25-4-1774. 1774 28 april; RA 5881, nr. 108: Marinus Steyn Gzn. en Jan van Oostende (gehuwd met Maria Steyn), als mede-erfgenamen van hun vader Gabriël Steyn verkopen aan hun zuster Jannetie Steyn ieder hun derde deel in het huis, schuur en erf, alsmede 50 gemeten 252 roeden land voor £. 10 per gemet of totaal voor 2/3 deel £. 338-18-8. 1774 28 april; RA 5882, nr. 109: Schuldbekentenis van Jannetie Steyn: £. 500 à 4 % geleend van Abraham en Jacob de Hond, Sint Maartensdijk. Onderpand: huis, schuur en erf in het dorp en 50 gemeten 252 roeden in de polder. 1777 13 juni; RA 5881, nr. 128: Johannes Endhoven (gehuwd met Jannetie Steyn Gabriëlsdr.) verkoopt aan Cornelis Cornelisse Daene huis, schuur en erf, alsmede 50 gemeten 252 roeden. Prijs £. 516-13-4. 1777 13 juni; RA 5882, nr. 129: Schuldbekentenis van Cornelis Cornelisse Daene: £. 500 à 4% geleend van Abraham en Jacob de Hond. Onderpanden zijn een huis, erf en schuur in het dorp en 50 gemeten 252 roeden in de polder. 1782 6 juni; RA 5882, nr. 2: Schuldbekentenis van Cornelis Cornelisse Daene: £. 575 à 4 % geleend van Theodorus de Klercq, secretaris van Stavenisse. Onderpanden zijn een huis, schuur en erf in het dorp en 50 gemeten 252 roeden in de polder, de vruchten en de onroerende goederen. 1796 13 juni; RA 5881, nr. 45: Cornelis Cornelisse Daene verkoopt aan Marinus Dorst een huis, schuur en erf en 50 gemeten 252 roeden land. Prijs £. 20 per gemet of totaal £. 1016-16-0. Losse goederen voor £. 50-17-0. 1796 13 juni; RA 5882, nr. 46: Schuldbekentenis van Marinus Dorst: £. 600 à 4 % geleend van Cornelis van der Lecq. Onderpanden zijn een huis, schuur en erf, vruchten en inventaris en 50 gemeten 252 roeden land. Borgen: Machiel Mol, Jan Stoutjensdijk, Stavenisse en Jan Dorst, Sint Maartensdijk. 1796 13 juni; RA 5882, nr. 47: Schuldbekentenis van Marinus Dorst: £. 200 à 4 % geleend van Jan Dorst. Onderpand: tweede verband op een hofstede met 50 gemeten 252 roeden. 1796 28 juni; RA 5882, nr. 48: Schuldbekentenis van Marinus Dorst: £. 200 à 4 % geleend van Machiel Mol. Onderpand: tweede verband op een hofstede met 50 gemeten 252 roeden. 1796 10 juni; RA 5882, nr. 49: Borgstelling ten behoeve van Marinus Leendertsen Dorst: £. 100 door Jan Maartensz Stoutjensdijk, schoonvader van M. Dorst. Voorstraat westzijde 52. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1691 14 1699 16 1779 20 1818 24 1832 220 - 221 1992 52 roeden cijns 28,5 35 32.5 £. 0-4-2 " 0-5-10 ¦. 1,65 Inleiding. De eerste bewoner was waarschijnlijk Emanuel (Manes) Jobs. Als volgende eigenaars werden genoemd Jan Jacobs Mollenaar en Jan Jacobs Vel, welke waarschijnlijk één en dezelfde persoon was. Het huis bleef daarna eigendom van schoolmeester Pieter van Sijerervelt en later van diens weduwe Jannetje Roggebants. Zij verkocht het in 1735 aan Jan Marinus Faasse. Na zijn overlijden in 1776 kwam het huis in bezit van Pieter Mol, die gehuwd was met Rachel Faasse. In 1805 werd het namens de weduwe van Jeremias Dorst aan chirurgijn Adriaan Preesman verkocht, die het zes weken later doorverkocht aan de timmerman Jan Engelvaart. Hij, zijn vrouw Sara Gunst en kinderen vertrokken naar Poortvliet in 1819. Omstreeks 1900 werd hier een winkel gevestigd. Het pand is thans weer een woonhuis. Kohieren huisschatting 1674 - 1696: periode belastingplichtige belasting 1674 - 1690 mr. Pijeter van Sijerevelt £. 0-4-2 1696 Pieter Roelants 2 haardsteden Kohier bewoners 1681: meester Pieter (aantal personen boven 8 jaar: 3) Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1691 - 1704 Pieter van Ziervelt 1705 - 1714 weduwe Pieter van Zierveld 1730 - 1732 idem 1733 Jannetie Roggebant 1779 - 1817 Pieter Mol 1818 - 1820 Jan Engelvaart 1821 - 1831 Hendrik Gerrit Krijgsman 1832 - 1833 weduwe Hendrik Gerrit Krijgsman Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750 Jan Faasse 1758 Jan en Maria Faasse Bevolkingsregisters: A 46 1813 Jan Engelvaart (timmerman) 1821 - 1837 Cornelis de Ruiter (schipper) Samenvatting eigenaars: periode eigenaar (1654)- 1668 Emanuel (Manes) Jobs 1668 - 1672 Jan Jacobs Mollenaar (Jan Jacobs Vel) 1672 - 1705 Pieter van Sijerevelt 1705 - 1735 Jannetje Roggebants, weduwe P. van Sijerevelt 1735 - 1776 Jan Marinusse Fase 1776 Pieter Mol - 1805 Jannetje Wagemaker, weduwe Jeremias Dorst 1805 Adriaan Preesman 1805 -(1819) Jan Engelvaart - 1832 Hendrik Gerrit Krijgsman, later zijn weduwe Transacties enz.: 1654 19 oktober; RA 5879 A, nr. 18: Maneuel Jopsen is 1885 Carolusgulden schuldig aan Adrijaen Fransen Pieck, brouwer, Rotterdam, wegens geleverd bier. Rente 20 stuivers per gulden (5%). Onderpanden zijn een schuit met gereedschap, zijn woonhuis en een huis op ambachtsherengrond aan de Achterstraat. Locatie woonhuis: N: Marijnis Cornelisse de Putter; O: Voorstraat; Z: zeedijk; W: Achterstraat. 1663 6 augustus; RA 5879 C, nr. 2: Emanuel Jobs verleent hypotheek aan de wezen van Maeijken Cornelis, zijn overleden vrouw. Onderpand het woonhuis van Emanuel Jobs N: Adrijan Fransz Pieck; O: Voorstraat; Z: Ambachtsherenhuis; W: Achterstraat. Bedrag: 400 Carolusgulden; het huis is mede belast met 95 Carolusgulden ten bate van Adrijan Fransz Pieck. 1668 2 februari; RA 5879 C, nr. 34: Manes Jobs verkoopt aan Jan Jacobs Mollenaar een woonhuis aan de Voorstraat. N: Adrijan Frans Pijeck, oudbrouwer te Rotterdam in de Krone. O: Voorstraat; Z: Matijs Reiniers; W: -. Prijs: 400 Carolus- gulden, te betalen in termijnen. Afbetaald in 1670. Het huis is belast wegens het moederlijk aandeel aan de kinderen. Cornelis Manissen en Dijerck Manissen verklaren namens hun andere broers voldaan te zijn. Uit het bedrag zal aan Pijeck een som worden afgestaan ten laste van het af te lossen deel in 1669. Afgelost in 1669; doorgehaald. 1672 24 februari; RA 5879 C, nr. 54: Otto Sijmonsz verkoopt namens Jan Jacobs Vel aan meester Pijeter Roelans van Sijerevelt een woonhuis. N: Adrijan Frans Pijeck; O: Voorstraat; Z: Jan Verbijest; W: Achterstraat. Prijs: 550 Carolus- gulden; verwezen wordt naar de dorpskaart; aanbetaling ¦. 100 en daarna elk jaar ¦. 72. Koper protesteert tegen art. 2 van de leveringsvoorwaarden. 1676 23 september; RA 5879 C, nr. 81: Meester Pieter van Zijervelt belooft na een proces voor schepenen binnen veertien dagen £. 54-4-8 te betalen wegens geleverd hout, aan Hubrecht van Aflacken, procureur, namens Rochus Rees, mede namens de weduwe en ergenamen van Francois Rees. Het restant van de schuld, ¦. 100 zal Van Zijervelt binnen 3 jaar in termijnen betalen. Hij verbindt zijn huis N: erfgenamen van Turcq?; O: Voorstraat; Z: Pieter Geldeloose; W: - . De vordering ging later over op de weduwe van M. van Prenten. Afgelost in 1679. 1676 23 september; RA 5879 A, nr. 79: Meester Pieter van Zijervelt verleent hypotheek aan Hubrecht van Aflacken, procurerende namens Rochus Reen, mede namens de weduwe en erfgenamen van Francois Reen, wegens voor diverse bedragen geleverd hout. N: erven Pieck; O: -; Z: Pieter Geldelose; W: -. 1679 20 september; RA 5879 C, nr. 94: Meester Pieter van Ziervelt verleent hypotheek aan Aderjanien Willems, weduwe van Marines de Putter. Het bedrag is 100 Carolusgulden tegen 6 %; afgelost in 1683. N: Adr. Frans Pieck; O: Voorstraat; Z: Pieter Geldeloose; W: -. 1686 2 november; RA 5879 C, nr. 145: Pieter Roelansen van Zijervelt leent 200 Carolusgulden van Pieter Roggebant. Rente 5,5 %. Onderpand is zijn huis N: winkel van Walraven; O: -; Z: Pieter Geldeloose; W: -. Afgelost in 1709. 1704 2 april; RA 5879 C, nr. 101: Pieter Roelandts van Zijervelt stelt als zaakwaarnemer aan Gaberel Mouwe na zijn overlijden om de zaken van de weduwe Janneken Jacobs en haar kinderen te behartigen. 1705 27 september; RA 5879 C, nr. 32: Testament van Pieter Roelansen van Zierveld en Jannetie Roggebant. Legateren aan hun oudste zoon Roelant Pieterse alle timmermans- en beenhakkers gereedschap. Andere kinderen: Adrijana en Isack, Jannetie en Tannetie. Van de twee eersten was Marija Cornelis van der Eijnde moeder. 1735 21 juni; RA 5885 E, nr. 10: Jannetie Rogbants, weduwe van P. Zierveld, verkoopt haar huis aan Jan Marinusse Fase. Prijs ¦. 200 contant. N: Gabriël Steyn; O: de straat; Z: schout Vincent de Waele. 1735 21 juni ; RA 5885 E, nr. 4: Schuldbekentenis van Jan Marinusse Fase: ¦. 21 à 4 % geleend van de Diaconie. Onderpand: zijn gekochte huis. 1760 20 maart; RA 5886, nr. 12: Marinus Mol en Pieternella den Herder, weduwe van Jacob Rijn, aan de ene zijdeen Johannis Mol ter andere zijde treffen een overeenkomst ten aanzien van het beslag op 50 Carolusgulden, die Johannes Mol toekwamen uit de verkoop van zijn huis, hedenmorgen geleverd. Voorshands verklaart Marinus Mol zich tevreden met £. 3-1-8 en Pieternella den Herder met £. 5-5-0. 1805 5 juni; RA 5881, nr. 24: Gerard Noordhoek, namens de weduwe Jeremias Dorst, verkoopt aan Adriaan Preesman, chirurgijn, een huis en erf gelegen tussen dat van de weduwe Marinus Hoek en dat van Marinus Dorst. Prijs £. 45. 1805 30 juli; RA 5881, nr. 27: Cornelis Verkouteren, namens Adriaan Preesman, verkoopt aan Johannis Engelvaart huis en erf, gelegen tussen dat van de weduwe Marinus Hoek en dat van Marinus Dorst. Prijs is £. 54-3-4. 1812 8 augustus; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2758 (145): Jan Engelvaart is 1260 fr 39 c (600 Hollandse guldens) schuldig aan de erfgenamen van Elisabeth Kaashoek, weduwe Leendert Gunst. Rente 5 %. Onderpand is het huis met timmermanswinkel, Voorstraat westzijde nr. 46. N: Marinus Dorst; Z: weduwe Marinus van den Hoek. Voorstraat westzijde 54. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1691 13 1699 15 1779 19 1818 23 1832 218 - 219 1992 54 roeden 33 33 38 40 cijns £. 0-5-6 " 0-6-4 ƒ. 2.- Inleiding. De eerste drie transacties hebben betrekking op een 'keet', die waarschijnlijk voor de bouw van de woning op het erf heeft gestaan. Vermoedelijk werd de keet na 1656 afgebroken. Eén van de ambachtsheren, Geeraert van der Nisse, liet hierna op deze plaats een woning bouwen. In 1672 werd het huis gekocht door Pijeter Jans Gekijer (Pieter Jansz Gekier) voor vijfentwintig Vlaamse ponden terwijl hetzelfde huis door hem in 1664 werd geaccepteerd als onderpand voor een lening van vijftig pond. Pieter Gekier werd waarschijnlijk ook wel Pieter Geldeloose genoemd. Niet alleen kwam deze naam voor dit huis voor in de lijst van cijnsplichtigen, hij werd in die periode ook herhaaldelijk genoemd als zuidelijke buur bij het huis nr. 52 en zijn dochter Catarina gebruikte deze naam in 1701. Catharina werd bij haar eerste huwelijk Catharina Pieters genoemd, bij de volgende respectievelijk Catarina Geldeloose en Katarina Pieters Gekier. In 1755 werd het huis verkocht uit de boedel van Catharina Pieters Gekier(s), weduwe van Vincent Cornelisse Waele, eerder weduwe van Joost Franken en daarvoor van Willem Willems Meyer. In 1825 kocht dijkbaas Cent den Braber (1783 - 1874) het pand aan. De drie huizen aan de Zuiddijk, tussen de Voorstraat en de Achterstraat, zijn gebouwd vanaf ca 1850 tot 1902. De kleine woning links is kort na 1970 afgebroken. Daarnaast was de winkel van Dirk Vermeij, later van zijn schoonzoon Johannes van Oeveren. In het vierde pand op de hoek Voorstraat-Zuiddijk woonde dijkbaas en sluismeester Cent den Braber (zie inleiding en transacties Voorstraat 54). Kohieren huisschatting 1674 - 1696: periode belastingplichtige belasting 1674, 1675 Frans van Atten 1677 - 1678 Rijnier Anthonissen 1682, 1684 Jan de Jonge 1685 - 1690 Goesewijn Bastiaensen 1696 de weduwe van Geldeloose 1 haardstede Kohier bewoners 1681: Reinier Anthonisz (aantal personen boven 8 jaar: 8) Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1691 - 1698 Pieter Geldeloose 1699 Wyllem Wyllemse Meijer 1700 diens weduwe, nu gehuwd met Joos Francke 1701 - 1712 Joos Francke 1713 - 1714 Fincent de Waal 1730 - 1733 idem 1779 - 1817 Marinus Hoek 1818 - 1826 weduwe Marinus Hoek 1827 - 1833 Cent den Braber Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750 niet genoemd 1758 Cornelis de Kok, Cornelia van Bostelen Bevolkingsregisters: A 47 1813 Jannetje Vettings, weduwe Marinus Hoek 1821 - 1825 1826 - 1837 A 47b 1821 - 1825 1826 - 1837 Samenvatting eigenaars : periode - 1655 1655 - 1656 1656 - 1664 1664 - 1668 1668 - 1672 1672 - 1694 1694 - 1755 1755 - 1758 1758 - 1767 1767 - 1825 1825 - 1832 Abraham Reyngoudt (arbeider) Besman den Braber (schipper) Pieter Steenpoorte (arbeider), later Jan van Dommelen (arbeider) Cent den Braber (arbeider) eigenaar erfgenamen van Adriaen Fransen Pijeck Jacob Jobsen en Bastiaen Beleedt Bastiaen Beleedt Geeraert van der Nisse, Heer van Kruiningen. Matijs Reiniers Jehan Willems Verbijest Pijeter Jans Gekijer (= Pieter Geldeloose) Catharina Pieters, huwt Willem W. Meyer, later hertrouwd met Joos Franke en Vincent Waele, later haar erfgenamen Jacob Kip Cornelis Molengraaf Marinus Hoek, later zijn weduwe Cent den Braber Transacties enz.: 1655 21 juni; RA 5879 A, nr. 24: Emanuel Jopsen van Vrijberghe verkoopt namens de erven van Adrijaen Franssen Pijeck aan Jacob Jopsen en Bastijaen Beleedt een keet op ambachtsherengrond. Prijs £. 48-6-8, te betalen in termijnen. N: Emanuel Jopsen van Vrijberghe; O: -; Z: de zeedijk; W: Achterstraat. Manuel Jopsen houdt het recht van een gang door de hof van Jacob Jopsen om water te halen. 1656 3 mei; RA 5879 A, nr. 40: Jacob Jopsen verkoopt aan Bastijaen Beleedt een keet, N: Manes Jopsen; O: Voorstraat; Z: zeedijk; W: Achterstraat. Prijs £. 48-6-8, te betalen in termijnen. Manuel Jopsen behoudt het recht van een gang door de hof van Jacob Jopsen om water te halen. 1661 14 mei; RA 5879 A, nr. 69: Bastijaen Belet verkoopt aan Manuel Jobs een keet voor £. 300. N: Pijeter de Backer; O: Voorstraat; Z: Jan Leendersen; W: Achterstraat. N.B. Het is waarschijnlijk dat de hier bedoelde keet stond op de plaats van Voorstraat 54. 1664 11 maart; RA 5879 C, nr. 4: Schout Hubrecht Lambrechtsz, namens Geeraert van der Nisse, Heer van Kruiningen, verkoopt aan Matijs Rijniers een woonhuis. N: Emanuel Jobs; O: Voorstraat; Z: zeedijk; W: Achterstraat. Prijs: £. 75, te betalen in termijnen, £. 25 direct. Afbetaald in 1667. 1664 19 juni; RA 5879 C, nr. 5: Matijs Reiniers leent van Pijeter Jans Gekijer £. 50, terug te betalen met Kerstmis 1664 met als tegenprestatie £. 2 of anders 16 % per jaar bij gebreke. Borg is Marijnis Jansen Doen, schepen. Vernieuwd op diens weduwe, 23 maart 1668. 1668 4 juli; RA5879 C, nr. 37: Mattijs Reiniers verkoopt aan Jan Willems Verbiest een woonhuis. Prijs: £. 75, te betalen in termijnen. N: Jan Jacobs Mollenaar; O: Voorstraat; Z: zeedijk; W: Achterstraat. 1672 8 augustus; RA 5879 C, nr. 57: Jehans Willems Verbijest verkoopt aan Pijeter Jans Gekijer een woonhuis. Prijs £. 25, aanvankelijk £. 33-6 -8; te betalen in termijnen; afbetaald in 1675. N: meester Pijeter van Zijervelt; O: Voorstraat; Z: zeedijk; W: Achterstraat. 1673 11 juni; RA 5879 C, nr. 62: Jan Willem Verbijest verkoopt een 'paaibrief', groot £. 8-6-8 ten laste van Pijeter Jans Gekier voor £. 7. Onderpand is het huis N: meester Pijeter van Zijervelt; O: Voorstraat; Z: zeedijk; W: Achterstraat. 1755 20 juni; RA 5885 E, nr. 124: Marinus Reyngoud, executeur testamentair voor zijn schoonmoeder Catharina Gekiers, weduwe van Vincent Waele, verkoopt aan Jacob Kip een huis met erf gelegen op het einde van de straat naast Jan Faassen. O: de straat; Z: de zeedijk. Prijs £. 50. 1758 20 juni; RA 5885 E, nr. 139: Jacob Kip verkoopt aan Cornelis Molengraaf een huis met erf voor £. 50. N: de straat; O: de zeedijk; Z: Jan Faassen; W: de Achterweg. 1767 16 april; RA 5881, nr. 63: Cornelis Molengraaf verkoopt aan Marinus van den Hoek een huis, schuur en erf onder de dijk. N: Jan Faasse. Prijs £. 50. 1767 21 mei; RA 5882, nr. 68: Schuldbekentenis van Marinus van den Hoek: £. 50 à 5% geleend van Leendert Klippel. Onderpand is het huis en erf naast Jan Faasse en de zeedijk. 1773 30 april; RA 5882, nr. 99: Schuldbekentenis van Marinus van den Hoek: £. 39-15-0 à 5% geleend van Cornelis Molengraaf. Onderpand: zijn huis en erf naast Jan Faasse en de zeedijk. 1825 13 januari; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2896 (42): De erfgenamen Van den Hoek - Vetting verkopen aan Cent den Braber een woonhuis, schuur en erf, Voorstraat nr. 47, voor ¦. 275. 1825 13 januari; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2896 (43): Cent den Braber leent van Jacobus Stols ƒ. 238,50 tegen 5 %. Onderpand is zijn heden gekochte huis Voorstraat nr. 47 Achterstraat westzijde Inleiding: Nadat alle erven aan de Voorstraat gebruikt waren werd besloten verder te bouwen aan de westzijde van de Achterstraat in aansluiting op de aldaar aanwezige bebouwing. Evenals bij de huizenbouw aan de Voorstraat gaf de ambachtsheer percelen grond uit. Voor het recht om hierop een huis te bouwen moesten de huiseigenaren een cijns betalen aan de ambachtsheer. In de jaren 1799 - 1804 werden twaalf huisjes gebouwd. Daarvoor werd een deel van het bos gerooid. In 1953 werden de huizen op de percelen kadastraal bekend nrs. 188 en 189 gesloopt om een verbinding te maken tussen de Achterstraat en het westelijke dorpsgedeelte. Achterstraat 48 (nummering 1951-1953) Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer roeden (m2) cijns 1832 76 (189ter) 1832 75 (189bis) N.B. in 1953 gesloopt t.b.v. de doorbraak voor de aanleg van de Deldensestraat. Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1828 - 1833 Cornelis Geense/Commer Quist Bevolkingsregisters: A 62, 63 1813 Jacob Termaat (arbeider) 1821 - 1825 Marinus Faasse (schipper) Samenvatting eigenaars: periode eigenaar c1804 - 1832 Cornelis Geense Achterstraat 50 (nummering 1951-1953) Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer roeden (m2) cijns 1804 55 25,5 £. 0-7-4 1818 64 11,5 ƒ. 0,60 1832 64 (188/189) N.B. in 1953 gesloopt t.b.v. de doorbraak voor de aanleg van de Deldensestraat. Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1804 - 1833 Diaconie N.B. Van 1804 - 1817 samen met nr. 63 vermeld onder nr. 55. Bevolkingsregisters: A 61 1813 Cent Reyngoud (arbeider) 1821 - 1825 Maria van der Heide 1826 - 1837 Willem Moeliker Samenvatting eigenaars: periode eigenaar c1804 - 1832 Diaconie Achterstraat 24 Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer roeden (m2) 1804 55 25,5 1818 63 14 1832 63 (190/191) 1992 24 Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1804 - 1833 Diaconie N.B. Van 1804 - 1817 samen met nr. 63 vermeld onder nr. 55. Bevolkingsregisters: A 60 cijns £. 0-7-4 ƒ. 0,70 1813 1821 - 1837 Samenvatting eigenaars: periode c1804 - 1832 Cornelis van den Doel (arbeider) Cornelis Verwijs (arbeider) eigenaar Diaconie Achterstraat 26 Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer roeden (m2) 1804 54 9,5 1818 62 9,5 1832 62 (192/193) 1992 26 Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1804 - 1817 Marinus Jasperse 1818 - 1830 Laurens van Poperen, later zijn weduwe 1831 - 1833 Cornelis Quist Bevolkingsregisters: A 59 1813 Gabriël van Ammerlaan (arbeider) 1821 - 1825 Willem Moeliker (arbeider) 1826 - 1837 Cornelis Quist (arbeider) Samenvatting eigenaars: periode eigenaar c1804 -c1814 Marinus Jasperse c1814 Laurens van Popering (te Tholen) - 1832 Cornelis Quist cijns £. 0-1-8 ƒ. 0,50 Achterstraat 28 Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer roeden (m2) 1818 61 14 1832 61 (194/195) 1992 28 Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1818 - 1820 G. Noorthoek 1821 - 1833 Adriaan Steenpoorte Bevolkingsregisters: A 58 1813 Abraham Porrey (schipper) 1821 - 1837 Adriaan Steenpoorte (arbeider) Samenvatting eigenaars: periode eigenaar c1804 - 1818 Gerard Noordhoek 1818 Adriaan Steenpoorte - 1832 Willem Steenpoorte Transacties enz.: 1828 cijns ƒ. 0,70 20 juni; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2906 (424): Adriaan Steenpoorte, arbeider te Sint Philipsland, verklaart schuldig te zijn aan Adriaantje de Ruiter, weduwe van Marinus de Groen, 100 gulden à 5 % rente. Als onderpand stelt hij zijn huis en erf in de Achterweg, nr. 58, tussen de huizen van Cornelis Quist en de erven van Joost van Sorgen, door hem in eigendom verkregen van Gerard Noorthoek, arbeider te Sint Philipsland, blijkens onderhandse transportakte d.d. 27 juli 1818. Achterstraat 30 Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1818 60 1832 60 (196/197) 1992 30 roeden 14 (m2) cijns ƒ. 0,70 Cijnsplichtigen: periode 1818 - 1833 Bevolkingsregisters: A 57 1813 1821 - 1825 1826 - 1837 Samenvatting eigenaars: periode c1804 - 1825 1825 - 1832 cijnsplichtige Joost van Sorgen, later zijn erfgenamen Pieter Noordhoek (arbeider) Joost van Sorgen (timmerman) Jan van Duren (arbeider) eigenaar Joost van Sorgen Jan van Duuren Achterstraat 32 Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1804 53 1818 59 1832 59 (198/199) 1992 32 roeden 42 13,5 (m2) cijns £. 0-7-0 ƒ. 0,70 De Achterweg rond 1900. De landbouwschuur links hoorde bij de woning Voorstraat 50. Het was destijds van de familie Dorst, die “De 50 gemeten achter het dorp” beboerde. De dame op de foto is schildersdochter Cornelia van Splunter, in de volksmond ‘Kee Splint” genoemd. Rechts daarvan loopt Gert den Braber (1820-1915) . Zijn moeder, Elisabeth den Braber, trouwde later met Willem de Rooij en daarom werd haar zoon gewoonlijk ‘Gert de Rooij’ genoemd. Hij was schipper en later ook lijkdienaar. Keur uit Sint-Annaland poseert op dit plaatje met zijn hondenkar. Hij handeldei n potten en pannen en andere huishoudelijke benodigdheden. Cijnsplichtigen: periode 1818 - 1833 Bevolkingsregisters: A 56 1813 1821 - 1837 Samenvatting eigenaars: periode c1804 - 1832 cijnsplichtige G. Noorthoek, later zijn weduwe Gerrit van den Tol (arbeider) Gerard Noordhoek (arbeider), later Johannes Noordhoek eigenaar Gerard Noordhoek, later zijn erfgenamen Achterstraat 34 Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer roeden (m2) cijns 1804 52 22 £. 0-3-8 1818 58 22,5 ƒ. 1,15 1832 58 (200/201) 1992 34 Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1804 - 1817 Weduwe Jacobus de Groen 1818 - 1831 Jan de Groen 1832 - 1833 Machiel van Dijke Bevolkingsregisters: A 55 1813 Adriaan Kunst (arbeider) 1821 - 1825 Cent Reyngoudt (arbeider) 1826 - 1837 Gilles Kempeneers (arbeider) Samenvatting eigenaars: periode eigenaar c1800 -c1814 Neeltje Kuiper, weduwe van Jacobus de Groen 1814 - 1831 Jan de Groen (te Bruinisse) 1831 - 1832 Machiel van Dijke Transacties enz.: 1831 5 juni; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2919 (944): Jan de Groen, landman te Bruinisse, verkoopt aan Machiel van Dijke, boerenknecht te Sint Philipsland, het huis en erf nr. 55, tussen de huizen van Jacobus Stols en van wijlen Gerard Noordhoek, door hem verkregen door erfenis uit de boedel van wijlen Jacob de Groen en Neeltje Kuiper. Koopsom ƒ. 200. Wordt direct in gebruik genomen. Achterstraat 36 Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer roeden (m2) 1804 51 14,5 1818 57 14 1832 57 (202/203) 1992 36 Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1804 - 1833 Jacobus Stols Bevolkingsregisters: A 54 1813 Pieter van der Ree (arbeider) 1821 - 1837 Aarnout van den Bosch (arbeider) Samenvatting eigenaars: periode eigenaar c1800 - 1832 Jacobus Stols Achterstraat 38 Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: cijns £. 0-2-6 ƒ. 0,70 Jaar 1804 1818 1832 1992 Cijnsplichtigen: periode 1804 - 1817 1818 - 1833 Bevolkingsregisters: A 53 1813 - 1837 Samenvatting eigenaars: periode c1799 -c1814 c1814 - 1832 nummer 50 56 56 (204/205) 38 roeden 13 13 (m2) cijns £. 0-2-2 ƒ. 0,65 cijnsplichtige Nicolaas Geense Cornelis Wagemaker Cornelis Wagemaker (arbeider) eigenaar Nicolaas Geense Cornelis Wagemaker Achterstraat 40 Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer roeden (m2) cijns 1804 49 11,5 £. 0-2-0 1818 55 11,5 ƒ 0,60 1832 55 (206/207) 1992 40 Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1804 - 1831 Willem Monsieur 1832 - 1833 Simon van der Vliet Bevolkingsregisters: A 52 1813 Willem Monsieur 1821 - 1837 Marinus Quist (arbeider), later Simon van der Vliet Samenvatting eigenaars: periode eigenaar c1799 Willem Monsieur - 1829 Cornelis Geense 1829 - 1832 Simon van der Vliet Transacties enz.: 1829 20 augustus; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2912 (662): Cornelis Geense verkoopt aan Simon van der Vliet het huis en erf nr. 52, tussen Cent Wagemaker en Cornelis Wagemaker, voor ƒ. 200. Cornelis Geense heeft dit huis zelf gebouwd. Achterstraat nr. 42, 44 Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1804 48 1818 54 1832 54 (208/210) 1992 42, 44 Inleiding: roeden (m2) 22 23 cijns £. 0-3-8 ƒ. 1,15 Nicolaas Geense liet in 1797 een huis, schuur en werkhuis bouwen aan de Achterstraat. Reeds twee jaar later verkocht hij dit aan Pieter Jasperse. Op zijn beurt deed deze de panden over aan Johannes van 't Veer. In 1805 werd Willem Wagemaker eigenaar. Hij verkocht het aan zijn zoon Cent onder voorwaarde dat hij en zijn vrouw de beschikking mochten houden over een inmiddels bijgebouwd vertrek, met schuurtje. Hierdoor waren hier voortaan twee woonhuizen. Cijnsplichtigen: periode 1804 - 1820 1821 - 1833 Bevolkingsregisters: A 51 1813 - 1837 A 51b cijnsplichtige Willem Wagemaker Cent Wagemaker Cent Wagemaker (arbeider) 1821 - 1825 Marinus van Beveren (timmerman) 1826 - 1837 Jan Verhage (arbeider) Samenvatting eigenaars: periode eigenaar 1797 - 1799 Nicolaas Geense 1799 Pieter Jasperse - 1805 Johannes van 't Veer 1805 - 1809 Willem Wagemaker 1809 - 1832 Cent Wagemaker Transacties enz.: 1797 1799 1799 1805 1809 5 mei ; RA 5882 nr. 66 en 67: Schuldbekentenis van Nicolaas Geense: £. 110-15-4 à 5 % geleend van Bartolomeus Kuyl, Steenbergen, wegens materialen. Onderpand: huis, schuur en werkhuis in de Achterstraat, naast de schuur van Marinus Dorst. N.B. In de marge staat : koper Pieter Jaspers, 7 augustus 1799. Kapitaal 110-15- 4 interest 5-5-1797 - 7-8-1799 12- 9- 2 123- 4- 6 af de koop van 't ..... 75- 0- 0 te kort £. 48- 4- 6 7 augustus; RA 5881 nr. 114 Klaas Geense verkoopt aan Pieter Jaspers een huis, schuur en werkhuis in de Achterstraat, naast de schuur van Marinus Dorst en 't huisje van W. Monsieur. 7 augustus ; RA 5882 nr. 115 Schuldbekentenis van Pieter Jasperse: £. 100 à 5 % geleend van Nicolaas van den Berg. Onderpand: huis, schuur en werkhuis in de Achterstraat naast de schuur van Marinus Dorst en het huisje van Willem Monsieur. Borg is Willem Wagemaker. Voldaan 5 juni 1805. 5 juni; RA 5881 nr. 25 Johannes van 't Veer verkoopt aan Willem Wagemaker, huis, schuur en erf, gelegen tussen Willem Monsieur en de schuur van Marinus Dorst. Prijs : £. 91-13-4. 27 maart; RA 5881 nr. 29: Willem Wagemaker verkoopt aan Cent Wagemaker het huis nr. 48. De prijs is ƒ. 300, onder voorwaarde dat het vertrekje tegen het huis gebouwd, met een schuurtje of loodsje daarachter, ter beschikking zal blijven van de verkoper en zijn vrouw. Slechts één dag na de watersnoodramp in 1953 waagden mensen zich al over het wrakhout in de Achterstraat. De schade in deze straat was vooral aan de achterzijde van de gebouwen bijzonder groot. Veel woningen werden geheel, andere gedeeltelijk verwoest en opniew gebouwd of gerenoveerd. Op de plaats van de landbouwschuur bouwde aannemer W.A. Ligtendag drie nieuw voor zichzelf en zijn familie. Achterstraat nr. 46, 48 en 50 Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1691 30*) 31*) 1699 34 - 36**) 234 1712 37, 38, 39 1779 47 1818 53 1832 53 (211) 1992 46, 48, 50 *) in 1699 vervallen, opgenomen in nrs 34-36 **) vanaf 1712 genummerd 37, 38, 39: tiendschuur. roeden (m2) 130 70 (later 64) " cijns £. 1- 1-8 " 0-10-8 1-19-0 63,5 64,5 " 0-10-7 ƒ. 3,25 Inleiding: Op de plaats van de panden Achterstraat 46, 48 en 50 stonden vermoedelijk oorspronkelijk twee schuren. De eerste transactie met betrekking tot dit de eerste schuur vond plaats in 1671 toen Jan Willemse Verbiest deze verkocht aan Adriaen Cornelis. Na diens overlijden werd dezelfde schuur gekocht door Neeltje Leenders, de weduwe van Huybrecht Lambrechtssen. Waarschijnlijk kwam de schuur na haar overlijden in bezit van Cornelis Walraven, haar schoonzoon en de vader van de twee dochters waarvoor een fideï- commissaire erfenis van hun grootouders beschikbaar was. Deze erfenis bestond o.a. uit 50 gemeten land in de tweede kavel. De andere schuur werd vermoedelijk gebouwd door schoolmeester Pieter Roelantse van Sijerevelt, die tevens timmerman was. Hij verkocht deze in 1683 aan Jacob van de Luister, een zoon van Huybrecht Lambrechtssen. In de akte wordt vermeld dat hij de schuur schonk aan de kinderen van Cornelis Walraven en zijn zuster Cornelia. Hierdoor kwamen beide schuren waarschijnlijk in handen van de twee dochters of van hun kinderen. In 1702 verkocht Gabriël Mouwe, de tweede echtgenoot van Cornelia van de Luister, namens de echtgenoten van de beide dochters een schuur aan de ambachtsheren. Zij gebruikten deze als tiendenschuur. De door hen geheven tienden van het koren werden in deze schuur verzameld. Volgens de cijnslijsten woei deze schuur, die een grote afmeting moet hebben gehad, tussen 1719 en 1722 om. Hij werd niet meer opgebouwd. Of de andere schuur bleef bestaan is niet duidelijk. In 1731 maakt de eigenaar van het zuidelijke pand, Izaak Steyn, een overeenkomst met Abraham Pieterse van Borselen over de schuur van deze laatste. Abraham was één van de zes kleinkinderen die deelden in de fideï-commissaire erfenis en wellicht was hij eigenaar geworden van de schuur. In 1746 blijkt zijn neef en mede-erfgenaam Gabriël Steyn de schuur als onderpand voor een lening te gebruiken. Het is mogelijk dat Gabriël, die in 1732 en in 1734 reeds het door zijn beide broers geërfde land had overgenomen en in 1746 ook het land van zijn neven en nicht Van Borselen kocht, ook de schuur had overgenomen. Hierdoor ontstonden de '50 gemeten achter het dorp', die daarna samen met deze schuur en het woonhuis Voorstraat nr. 50 werden genoemd. Na het overlijden van Gabriël in 1774 kocht zijn dochter, Jannetje Steyn, de delen van haar broer en zuster aan. Nog in hetzelfde jaar trad zij in het huwelijk met Johannes Endhoven. In 1777 kocht de uit Sint Maartensdijk afkomstige Cornelis Daene de schuur, samen met het woonhuis in de Voorstraat en het land in de polder. In 1796 verkocht hij het geheel aan Marinus Dorst, afkomstig uit Stavenisse. De schuur werd na de watersnood van 1953 afgebroken waarna in 1954 op dit erf een complex van drie woningen werd gebouwd (Achterstraat 46, 48 en 50). De Achterweg begin 19de eeuw. In het rechterhuisje woonde toen Jacob Mol 1875-1911en daarachter Helena Faasse-Karreman. Links: Het woonhuis en pakhuis van beurtschipper Pieter Westbroek. Cijnsplichtigen: periode 1691 - 1698 1691 - 1698 1699 - 1702 1704 - 1714 1730 1731 - 1733 1779 - 1795 1796 - 1833 Samenvatting eigenaars: cijnsplichtige Pieter van Ziervelt Adriaen Cornelisse Gabriël Mouwe Tiendenheren 'vermits het omver wayen van de gemeene schuere onbruykbaar is blijven liggen 51 roeden, dus den rendent à 2 d. de roede' [een korting van £. 0-8-6] idem, echter geen korting Cornelis Daene Marinus Dorst periode - 1671 1671 - 1679 - 1683 1679 - 1702 1702 -c1722 - 1774 1774 - 1777 1777 - 1796 1796 - 1832 eigenaar Jan Willemsz. Verbiest Adriaen Cornelis, later zijn erfgenamen Pieter Roelantse van Sijerevelt Neeltje Leenders, weduwe van Huybrecht Lambrechtssen, later haar erfgenamen Ambachtsheren van Sint Philipsland Gabriël Steyn, later diens erfgenamen Jannetje Steyn Cornelis Daene Marinus Dorst Transacties enz.: 1671 12 oktober; RA 5879 C, nr. 53: Jan Willemsz Verbijest verkoopt aan Adrijaen Cornelis een schuur in de Achterstraat: N: leeg erf; O: Achterstraat; Z: leeg erf; W: de tweede kavel. Prijs: £. 40, te betalen in termijnen 1679 13 februari; RA 5879 C , nr. 89 : De schout, als opperweesmeester van de nagelaten goederen van de wezen van Adrijan Cornelis, verkoopt aan Neljen Lenders, weduwe van Hubrecht Lambrechtsz een schuur, N: leeg erf; O: Achterstraat; Z: leeg erf; W: 2e kavel. Prijs: £. 38. 1683 10 maart; RA 5879 C nr. 119: Meester Pieter van Zijerevelt verkoopt aan Jacob van de Luister een schuur, N: de schuur van de schout (Cornelis Walraven); O: Achterstraat; Z: Adr. Frans Pyeckts; W: de heer van Overmeer. Prijs: £. 21, een halve dukaat voor de Diaconie en £. 0-10-6 voor het gelag. Het riet moet in de schuur blijven. N.B. De koper geeft de schuur aan de kinderen van de schout Cornelis Walraven en Cornelia van de Luister. 1702 6 september; RA 5879 C, nr. 80, 81, 84 en 85: Gaberel Mouwe, gehuwd met Cornelia van de Luister, op last van Pieter Abramsz en Roeckus Arentsz Steijn, als erfgenamen van de fidei comissaire goederen behorende tot de boedel van Hubrecht Lambrechts en Neelje Leijnders (Pieter is gehuwd geweest met Neljen Cornelis Walravens, tevens leeft nog Marij Cornelis Walravens, vrouw van Roeckus Steijn, kleinkinderen van de genoemden), verkoopt aan de Ambachtsheren van Sint Philipsland, als eigenaren van de korentienden een schuur in de Achterstraat in gebruik bij secretaris Johannes van de Luister. N: dorpsland; O: dorp; Z: huis van Nicolaes Geerijnck; W: land van Isaack en Cornelia van de Luister. Prijs: £. 30 contant 1705 18 november; RA 5879 C, nr. 134 - 140: Melgijor Carlis, executeur-testementair van de boedel van Philippina Liens, gezegd Mevijus, verkoopt aan Cornelia Slijps, weduwe van Nicolaas de Gooijer, predikant te Sint Maartensdijk, 1/8 deel in de koren- en lammertienden van Sint Philipsland en 1/8 deel in een schuur. N: dorpsland; O: het dorp; Z: zeedijk; W: Gabril's Mouwe land. Prijs: 4000 Carolusgulden. N.B. Uitgezonderd 6 gemeten 10 roeden van de advocaat De Bije. Het betreffende aandeel was gekocht bij de bedijking (1645) door Johan Liens, schepen en Raad van Tholen, gehuwd met Elijsabeth Werckendet, waarna het gekocht werd door Jhr. Diderick van de Werve van Pieter van Laer. De tienden werden geheven door het kapittel van Oud-Munster te Utrecht en toen door de kopers afgekocht en allodiaal gemaakt. Met verkoopvoorwaarden d.d. 26 september 1704. 1722 Archief Heerlijkheid Sint Philipsland; inv.nr. 221: 'vermits het omver wayen van de gemeene schuere onbruykbaar is blijven liggen 51 roeden, dus den rendent nu maar ontfangt gens (234 - 51 =) 183 roeden à 2 st, per roe: £.1-10-6' (moet zijn geweest tussen 1719 en 1722). 1731 4 juni; RA 5885 D, Overeenkomst tussen Isaac Steijn en Abraham Pietersen van Bostelen. Isaac Steijn staat toe aan Abraham van Bostelen om zijn schuur vast te timmeren aan de gevel, met overbrenging van de deur aldaar naar de zijkant van de schuur en het oude deurgat dicht te maken. 1746 31 augustus;; RA 5885 E, nr. 61: Schuldbekentenis van Gabriël Steyn: £. 433-6-8 à 4 % geleend van Marinus Geense. Onderpanden zijn een huis en schuur in het dorp en 50 gemeten 252 roeden in de polder. Belendingen huis: N: Bastiaen Franke; Z: Jan Fase [Voorstraat nr. 50]. Doorgehaald 25 april 1774. 1774 28 april; RA 5881, nr. 108: Marinus Steyn Gzn. en Jan van Oostende (gehuwd met Maria Steyn), verkopen als mede-erfgenamen van hun vader Gabriël Steyn aan hun zuster Jannetie Steyn ieder hun derde deel in het huis, schuur en erf, alsmede 50 gemeten 252 roeden land voor £. 10 per gemet of totaal voor 2/3 deel £. 338-18-8. 1774 28 april; RA 5882, nr. 109: Schuldbekentenis van Jannetie Steyn: £. 500 à 4 % geleend van Abraham en Jacob de Hond, St. Maartensdijk. Onderpand: huis, schuur en erf in het dorp en 50 gemeten 252 roeden in de polder. 1777 13 juni; RA 5881, nr. 128: Johannes Endhoven (gehuwd met Jannetie Steyn Gabriëlsdr.) verkoopt aan Cornelis Cornelisse Daene huis, schuur en erf, alsmede 50 gemeten 252 roeden. Prijs £. 516-13-4. 1777 13 juni; RA 5882, nr. 129: Schuldbekentenis van Cornelis Cornelisse Daene: £. 500 à 4% geleend van Abraham en Jacob de Hond. Onderpanden zijn een huis, erf en schuur in het dorp en 50 gemeten 252 roeden in de polder. 1782 6 juni; RA 5882, nr. 2: Schuldbekentenis van Cornelis Cornelisse Daene: £. 575 à 4 % geleend van Theodorus de Klercq, secretaris van Stavenisse. Onderpanden zijn een huis, schuur en erf in het dorp en 50 gemeten 252 roeden in de polder, de vruchten en de onroerende goederen. 1796 13 juni; RA 5881, nr. 45: Cornelis Cornelisse Daene verkoopt aan Marinus Dorst een huis, schuur en erf en 50 gemeten 252 roeden land. Prijs £. 20 per gemet of totaal £. 1016-16-0. Losse goederen voor £. 50-17-0. 1796 13 juni; RA 5882, nr. 46: Schuldbekentenis van Marinus Dorst: £. 600 à 4 % geleend van Cornelis van der Lecq. Onderpanden zijn een huis, schuur en erf, vruchten en inventaris en 50 gemeten 252 roeden land. Borgen: Machiel Mol, Jan Stoutjensdijk, Stavenisse en Jan Dorst, St. Maartensdijk. 1796 13 juni; RA 5882, nr. 47: Schuldbekentenis van Marinus Dorst: £. 200 à 4 % geleend van Jan Dorst. Onderpand: tweede verband op een hofstede met 50 gemeten 252 roeden. 1796 28 juni; RA 5882, nr. 48: Schuldbekentenis van Marinus Dorst: £. 200 à 4 % geleend van Machiel Mol. Onderpand: tweede verband op een hofstede met 50 gemeten 252 roeden. 1796 10 juni; RA 5882, nr. 49: Borgstelling ten behoeve van Marinus Leendertsen Dorst: £. 100 door Jan Maartensz Stoutjensdijk, schoonvader van M. Dorst. Achterstraat nr. 52 Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1779 46 1818 52 1832 52 (212/213) 1992 52 roeden (m2) 60 61,5 cijns £. 0-10-0 ¦. 3,10 Inleiding: Ten zuiden van de tiendenschuur werd, vermoedelijk omstreeks 1706, een huis gebouwd door Johannes Steyn. Hij verkocht het huis, met de daarbij behorende schuur, aan zijn broer Isaak. Na diens overlijden in 1739 werd zijn zoon Cornelis eigenaar. Hij legateerde het pand in 1782 aan zijn zoon Aarnoud onder voorwaarde dat deze hem levenslang zou onderhouden. In de 20ste eeuw stond hier een landbouwschuur, die in 1956 bestemd werd tot kolenbergplaats. In 1981 werd de alhier gebouwde supermarkt geopend. Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1779 - 1817 Cornelis Steijn 1818 - 1833 Jacobus van Poperen Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750 Jan de Jong en Willemijntje van der Loo 1758 Cornelis Steyn en Adriana Bakkers Bevolkingsregisters: A 50 1813 Aarnout Steyn (arbeider) 1821 - 1837 Abraham Reyngoudt (slager) A 50b 1821 - 1837 Abraham den Braber (arbeider) Samenvatting eigenaars: periode eigenaar c1706 - 1728 Johannes Steyn 1728 - 1760 Isaak Steyn, later zijn weduwe Adriana Liere en erfgenamen 1760 - 1790 Cornelis Steyn 1790 - 1817 1817 - 1832 Aernoud Steyn Jacobus van Popering Transacties enz.: 1707 24 april; RA 5879 C nr. 220: Johan Steyn leent van Johan Cornelisse £. 25 voor één jaar à 5 %. Onderpand zijn huis en erf in de Achterstraat. Afbetaald in 1710. 1714 1 juli; RA 5879 C nr. 93: Leendert Stoffelse, als voogd van Frans Cornelisse van Riel, leent aan Johan Steijn £. 33-6-8 voor één jaar à 5 %. Onderpand het woonhuis en erf N: tiendenschuur; O: Voorstraat (?); Z: huis van Henderick Pieterse; W: Mouwe's land. 1725 13 februari; RA 5885 D nr. 51: Johannes Steyn verleent hypotheek op zijn woonhuis aan zijn broer Isaac Steyn. Bedrag £. 33-6-8 à 4 %, voor één jaar. Belendingen N: dorpsland; O: Achterstraat; Z: Heijnderijk Zegers; W: land waarvan Michael Mol pachter is. 1728 27 oktober; RA 5879d nr. 427 en RA 5885d nr. 16: Johannes Steyn verkoopt aan Isak Steyn een woonhuis en schuur gelegen N: het dorpsland; O: de Agterweg; Z: het huis van Hendrik Zegers; W: het land van juffr. de Kroon. Prijs: 500 gulden van 40 grooten Vlaams het stuk. De koper houdt het gebruikt tot mei 1729. 1731 4 juni; RA 5885 D, Overeenkomst tussen Isaac Steijn en Abraham Pietersen van Bostelen. Isaac Steijn staat toe aan Abraham van Bostelen om zijn schuur vast te timmeren aan de gevel, met overbrenging van de deur aldaar naar de zijkant van de schuur en het oude deurgat dicht te maken. 1754 12 september; RA 5885 E nr. 121: Inventaris van de hofstede in pacht bij Adriana Liere, weduwe van Jacobus Mol [eerder weduwe van Izak Steyn], opgemaakt op verzoek van de weduwe Huyssen, eigenaresse. Tot de boedel behoort een huis in de Achterstraat. 1758 - 1776; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland; 2 maart 1760: Op het huis van Kees Steyn een schepenschuldbrief te vestigen van £. 20 à 4 %. 28 maart 1760: Voor Maria Booms de achterwoning van Cornelis Steyn met een gedeelte van het hof voor een jaar gehuurd à £. 3 per 1 mei 1760. 1760 20 maart; RA 5881, nr. 9: Johannes Mol [gehuwd met Jannetje Steyn] en Jacob Kip [gehuwd met Jacomijntje Steyn] verkopen aan Cornelis Steyn een huis in de Achterweg naast Gabriël Steyn voor 100 Carolus gulden. 1760 20 maart; RA 5882, nr. 10: Schuldbekentenis van Cornelis Steyn: 100 Carolus gulden à 4 % geleend van de Diaconie. 1767 6 februari; RA 5882, nr. 59: Schuldbekentenis van Cornelis Steyn: ƒ. 50 geleend van de Diaconie à 4 %, onderpand is zijn huis in de Achterweg. 1778 9 maart; RA 5882, nr. 136: Schuldbekentenis van Cornelis Steyn: 50 Carolus gulden à 4 % geleend van de Diaconie. Onderpand: zijn huis en erf in de Achterweg. 1782 21 mei; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 5237 (280): Cornelis Steyn legateert aan zijn zoon Aarnoudt Steyn zijn huis waarin zij wonen, met erf en schuur, aan de Achterweg, onder voorwaarde dat hij levenslang door zijn zoon zal worden onderhouden. 1791 8 juli ; RA 5882, nr. 93: Schuldbekentenis van Aarnoud Steyn: £. 16-13-4 à 4 % geleend van Diaconie boven hetgeen al geleend werd door zijn overleden vader Cornelis Steyn. Onderpand: het huis in de Achterweg, hem toegewezen. Snelkoppeling naar raach.JPG.lnk Achterstraat nr. 54 Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer 1699 - 1706 33*) 1707 - 1714 34 roeden (m2) 35 cijns £. 0-5-10 1712 36 1779 45 17 £. 0-2-10 1818 51 16,5 ¦. 0,85 1832 51 (214/215) 1992 54 *) Vermeld vanaf 1699, in 1694 veranderd in nr. 34 en in 1712 in nr. 36. Inleiding: Op de westelijke hoek van de Achterstraat - Zuiddijk werd na de herbedijking een huis gebouwd, spoedig gevolgd door een tweede. Voorzover valt na te gaan werd de eerstgenoemde woning nog in de 17de eeuw afgebroken. De tweede bleef behouden. Landbouwer Nicolaas Geerinck kocht in 1679 dit pand aan en hij verkocht het in 1707 aan Henderick Pieterse Zegers, die in 1735 overleed. Door vererving via zijn dochter, die na het overlijden van haar eerste echtgenoot hertrouwde met Leendert den Bakker, kwam het huis in 1774 in bezit van Johannes den Bakker. Waarschijnlijk verkocht deze het al spoedig aan de in Sirjansland geboren Willem Wagemaker. Deze wordt op de in 1779 gemaakte kaart als eigenaar vermeld. In de 20e eeuw was hier een kapperswinkel. Het pand werd later getrokken bij het pand Achterstraat 56/58 en als cafetaria ingericht. In 1980 volgde afbraak en de bouw van een politiebureau, dat in 1981 werd geopend. Inmiddels is het buiten gebruik gesteld. De Achterstraat in 2008 vanaf de Zuiddijk met links de Spar supermarkt van de fam. De Berg. Daarnaast de woningen met de nrs. 50, 48 en 46. Kohieren huisschatting 1674 - 1696: periode belastingplichtige belasting afgebroken woning: 1674 - 1677 Nelyn Bruine/ Josijnen Geerts £. 0-3-4 1678 Berbel Bruine 1679 Claes de Beel 1680 Josijnien en Hans 1682 Geert met Hans Mateus 1684, 1685 schouts' achterhuizen tweede woning 1674 - 1678 Adrijaen Cornelis (huis en schuur) £. 0-6-8 1679 - 1682 Jan Hoebeke 1684, 1685 Jan Antonis 1686 - 1690 Jan Hoebeke 1696 Nicolaas Geerinck 1 haardstede Kohier bewoners 1681: afgebroken woning: Hans Mateus (aantal personen boven 8 jaar: 5) Josijnje Geels ( " " " 8 " : 3) tweede woning: Jan Hoeboek ( " " " 8 " : 4) Cijnsplichtigen: periode cijnsplichtige 1699 - 1706 Nicolaas Geerinck 1707 - 1714 Louwerens Dane 1730 - 1733 Louwerens Dane 1779 - 1833 Willem Wagemaker Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750 niet vermeld 1758 Nicolaas Termaat en Maria de Vos Bevolkingsregister: A 49 1821 - 1837 Marinus van den Bos (arbeider) Samenvatting eigenaars: periode eigenaar afgebroken woning: - 1650 Heijnderick Jans Engelsman 1650 - 1658 Marinis Jobs van Vrijberge 1658 Herman Hendricksz - 1679 - Adriaen Franssen Pieck tweede woning: - 1662 Bastiaen Beleedt 1662 - 1662 Matthijs Reiniers (Harthoorn) 1662 - 1679 Adriaen Cornelis, later zijn erfgenamen 1679 - 1707 Nicolaes Geerinck 1707 - 1774 Henderick Pieterse Zegers, later zijn erfgenamen 1774 Johannes den Bakker (1779)- 1832 Willem Wagemaker Transacties enz.: 1650 24 maart; RA 5879 A, nr. 9: Heijndrick Jans Engelsman verkoopt aan Marinis Jobs van Vrijberge, biersteker, een huis aan de Achterstraat op ambachtsheren grond; Prijs: £. 15. 1654 19 oktober; RA 5879 A, nr. 18: Maneuel Jopsen is 1885 Carolus gulden schuldig aan Adrijaen Fransen Pijeck, brouwer, te Rotterdam, wegens geleverd bier. Onderpanden zijn zijn woonhuis in de Voorstraat, een schuit met gereedschap en een huis op ambachtsherengrond N: het lege erf; O: Achterstraat; Z: zeedijk; W: Hareman van der Ceel. De rente bedraagt 5 %. 1658 23 april; RA 5879 A, nr. 55: Maneuel Jobs verkoopt aan Hareman Hijnderijcx een huis voor £. 64-10-0, te betalen in termijnen. N: leeg erf; O: Achterstraat; Z: zeedijk; W: kavelsloot. N.B. Beide huizen hebben als zuidelijke begrenzing de Zuiddijk. Het is mogelijk dat ze naast elkaar lagen en dat het de percelen Zuiddijk nr. 14 en Achterstraat nr. 54 betreft. 1662 16 februari; RA 5879 A, nr. 74: Bastijaen Beledt verkoopt aan Mattijs Rijniers een huis (?) voor £. 20. N: Harman Hijnderijcx; O: de Achterstraat; Z: de zeedijk; W: de tweede kavel. De gehuurde dijk zal behoren bij de koop waarvoor Mattijs Rijniers borg moet stellen en de cijns voor de vroon over 1661 moet betalen. 1662 31 mei; RA 5879 C, nr. 1: Mattijs Rijniers verkoopt aan Adrijan Cornelis een huis voor £. 24, te betalen in termijnen. N: Harman Hijndericxz; O: Achterstraat; Z: zeedijk; W: de tweede kavel. Afgelost in 1671. 1679 13 februari; RA 5879 C, nr. 89: De schout, als opperweesmeester van de nagelaten goederen, eigendom van de wezen van Adrijan Cornelis, verkoopt aan Nicolaes Geerinck het woonhuis van Adrijan Cornelis (ovl.). N: Ad.Frans Pieckt, brouwer in de Croone, Rotterdam; O: Achterstraat; Z: zeedijk; W: 2e kavel. Prijs: £. 30, te betalen in termijnen. Afbetaald in 1680. 1707 19 januari; RA 5879 C, nr. 217, 218: Nicolaes Geerinck verkoopt aan Hendrick Pieterse een woonhuis met daaraan een schuur, thans bewoond door de verkoper, in de Achterstraat; N: tiendenschuur; O: Voorstraat; Z: Zuiddijk; W: Gabreel Mouwe's land; voor £. 34-5-0 contant; met verkoopvoorwaarden. De verkoper moet het stro leveren voor het dekken van de ene zijde van het huis. 1774 22 februari; RA 5881, nr 110, 111: De erfgenamen van Leendert den Bakker, t.w. Johannes den Bakker, Cent den Bakker, Frans van Kamp (gehuwd met Johanna den Bakker) en Hendrik Vriens verkopen aan Johannes den Bakker twee naast elkaar gelegen huizen in de Achterweg. Het huis dat aan de zeedijk is gelegen wordt bewoond door Jacob Nelisse, het andere door Aernoldus van den Bosch. De prijs bedraagt £. 20. Achterstraat 54 (nummering 1951-1970: 56/58) Inleiding: Ten zuiden van het pand Achterstraat 54 werd nog een huis gebouwd. De bouw vond in de loop van de 18de eeuw plaats. Eerst in 1774 vernemen we iets over dit pand, toen de erfgenamen van Leendert de Bakker het samen met het hiervoor genoemde pand, verkochten. Leendert de Bakker was in 1739 gehuwd met Petronella Zegers, dochter van landbouwer Henderick Pieterse Zegers, die eigenaar was van het pand nr. 54. De veronderstelling ligt voor de hand dat Henderick Pieterse Zegers de opdrachtgever voor de bouw is geweest. In de 20ste eeuw was in het samengevoegde pand Achterstraat 56/58 café 't Hoekje gevestigd. In 1970 kregen de panden Achterstraat 54, 56 en 58 het nieuwe nummer 54. Het café werd in 1980 gesloopt. Ter plaatse ligt thans een klein parkeerterrein. Bevolkingsregister: A 48 1813 1821 - 1825 1826 - 1837 Abraham Verwijs (arbeider) Johannes Steyn (arbeider) Cornelis Slootmaker Transacties enz.: 1774 22 februari; RA 5881, nr 110, 111: De erfgenamen van Leendert den Bakker, t.w. Johannes den Bakker, Cent den Bakker, Frans van Kamp (gehuwd met Johanna den Bakker) en Hendrik Vriens verkopen aan Johannes den Bakker twee naast elkaar gelegen huizen in de Achterweg. Het huis dat aan de zeedijk is gelegen wordt bewoond door Jacob Nelisse, het andere door Aernoldus van den Bosch. De prijs bedraagt £. 20. Kerkring 1. Inleiding: Op de plaats van het huidige gemeentehuis werd in 1829/1830 door de gemeente Sint Philipsland, met financiële steun van ambachtsheer mr. J.H. Schorer, een nieuwe school gebouwd. Aannemer was Cornelis Geense voor een bedrag van 2150 gulden. Op 30 september 1830 werd de school op feestelijke wijze geopend. In 1862 kreeg het schoolgebouw een nieuwe bestemming, nl. gemeentehuis. In 1960 werd het afgebroken om plaats te maken voor het nieuwe gemeentehuis. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer roeden cijns 1832 77 23,5 geen cijns 1832 B 187bis 1992 1 Schoolstraat 1. Inleiding. Naast de nieuwe school bouwde de onderwijzer Hendrik IJzerman Snoodijk een woning, die achtereenvolgens werd bewoond door de hoofden van de school en door onder andere twee veldwachters. Op de plaats van deze woning werd in 1964/1965 het bankgebouw van de Coöperatieve Boerenleenbank, met kassierswoning, gebouwd. Recentelijk werd het bankgebouw aan de Gemeente Sint Philipsland verkocht ter uitbreiding van het gemeentehuis. De woning werd omgebouwd tot bankfiliaal. Cijns-, kadastrale en huisnummers c.a.: Jaar nummer roeden 1832 78 37 1832 B 187bis 1992 1 Bevolkingsregister: 1826 - 1837 Hendrik IJzerman Snoodijk (onderwijzer) cijns ¦. 1,85 De Nederlands Hervormde Kerk met links de openbare school die in 1829-1830 werd gebouwd. In 1862 werd de school als gemeentehuis in gebruik genomen. Het bleef dienst doen tot de Ramp van 1 februari 1953. In 1962 werd het afgebroken om plaats te maken voor het nieuw te bouwen gemeentehuis aan de Kerkring, dat per 1 januari 1995 overbodig werd vanwege de samenvoeging van de gemeenten Tholen en Sint Philipsland. Thans (2008) wordt inpandig verbouwd tot kerkgebouw voor de Oud Gereformeerde Gemeente b.v. Meestoof De Haan Inleiding: In 1820 werd aan de Oostdijk, in de Henriëttepolder, een meestoof gebouwd. Deze werd "De Haan" genoemd naar de eerste droger: Cornelis den Haan. Door de mogelijkheid om langs chemische weg een rode verfstof te verkrijgen, ging de meekrapcultuur te niet. De stoof werd dan ook omstreeks 1880 gesloten. Cijnsnummer en oppervlakte perceel: Jaar nummer m2 1832 C 50 3240 Bevolkingsregister: 1826 - 1837 Cornelis den Haan (droger), later Andries Neele (droger) 1826 - 1837 Jan de Ruiter (arbeider) Het Stoofhof in het begin van de 20ste eeuw. Aannemer Leen Capelle bouwde deze woningen gedeeltelijk van gebruikte materialen die vrijkwamen bij de sloop van de meestoof De Haan. De aannemer woonde in het eerste huis waar hij samen met zijn vrouw Adriana Smits in de deuropening staat. STOOFHOF Genoemd 1927 (Phl inv. nr. 310/211). De naam houdt verband met de meestoof De Haan die de Geïnteresseerden in de meestoof in 1820 in de Henriëttepolder langs de Oostdijk lieten bouwen voor de verwerking van de wortels van de Rubia tinctorum tot een rode verfstof waarmee onder meer wol werd geverfd. In 1863 werd in de stoof een stoomtuig geplaatst die de stampers aandreef waarmee de gedroogde wortels fijn werden gestampt. Na de uitvinding van de chemische verfstoffen in 1868 verminderde het aantal stoven in Zeeland snel. In De Haan werd de teelt in 1893 nog verwekt. Het gebouw is in 1898 verkocht aan Jacob Leendert Lindhout, timmerman te Oud-Vossemeer. Deze gaat tot gedeeltelijke slopenig over en verkoopt daarna een deel van het Stoofhof aan metselaar Leendert Capelle (het echtpaar bij de eerste deuropening), die er vanaf 1900 jaarlijks enige woningen bouwde. Lindhout sloopte de rest van de stoof in 1900 en bouwde toen nog 5 woningen. In 1929 besloot de gemeenteraad langs de heining van de huizen een met keislag verhard straatje aan te leggen. (J.P.B. Zuurdeeg) Oude Polder Het Oude Baken. Na het gereedkomen van de herbedijking werden op 30 juni 1645 de voorwaarden tot verkaveling van de gronden in de nieuwe polder vastgesteld. De verkaveling zelf geschiedde door het lot en zij stond in verhouding tot ieders aandeel in de kosten van herbedijking. Daartoe werd de polder in zeven kavels opgedeeld. De eerste kavel (kavel A) lag in de noordoosthoek van de polder en was op grond van de verkavelingsvoorwaarden 55 gemeten groot. Deze kavel viel toe aan Martha Vierling, weduwe van Hubrecht Brandijn, te Zierikzee, aan de Vrouwe van de Schilde en aan Johan van der Werve, Heer van Urk. In 1661, 1664 en 1665 wist Huybrecht Lambrechtssen, schout van Sint Philipsland, alle delen aan te kopen. In 1725/1726 kwam de aldaar gebouwde boerderij met de grond in het bezit van Arij Molenbergh. In 1733 werd de kavel aangekocht ten behoeve van de minderjarige kinderen Van der Kroon. In 1760 kocht de uit Ouddorp afkomstige Paulus Heerschap de boerderij aan. Hij werd in 1767 opgevolgd door zijn zoon Thijs. Deze verkocht het geheel vijf jaar later aan de uit Stavenisse afkomstige Nicolaas van den Bergh. Diens weduwe deed de boerderij in 1803 over aan Joseph van Nieuwenhuyzen. Hij liet de gebouwen en het land, samen met 32 bunder in de Henriëttepolder in 1824 in het openbaar verkopen. De nieuwe eigenaar werd Henri Huens uit Antwerpen en het bedrijf werd gepacht door Bastiaan Abraham Kramer. Als naam van deze boerderij komt reeds in 1664 'Het Hoog Baecken' of 'Lecker Beetje' voor. Daarna bleef de aanduiding 'het Hooge Baecken' in gebruik. Thans heet de boerderij: Het Oude Baken. Misschien herinnert de naam aan een baken voor de scheepvaart, dat hier voor de herbedijking aanwezig was. Kohieren huisschatting 1674 - 1716: periode belastingplichtige belasting 1674 - 1690 Hoogbaecken £. 0-15-0 1691 - 1694 Hoegebaaken " 0-17-4,5 1695 - 1716 Isaack van de Luister 1696 Isaack van de Luister 1 haardstede Kohier bewoners 1681: niet vermeld Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750 Marinus Mol, Janna Vroegop 1758 bewoond door Rooms-Katholieken Bevolkingsregisters: A 78 1813 - 1837 Joseph van Nieuwenhuyzen (landbouwer), later Bastiaan Abraham Kramer (landbouwer) A 79 1821 - 1825 Kornelis van Dijke (arbeider) 1826 - 1837 Adriaan Steenpoorte (arbeider) A 80 1813 - 1837 Willem Wagemaker (arbeider), later Jannes de Graaf (schoenmaker) A 81 1813 - 1837 Gilles Kempeneers Samenvatting eigenaars: periode eigenaar 1645 - 1661 Martha Vierling, weduwe van Hubrecht Brandijn (1/3) 1645 - 1665 Vrouwe van Schilde/Johan van der Werve (2/3) 1661 - 1676 Huybrecht Lambrechtssen (1/3) 1664 - 1676 idem (2/3) 1677 - 1725 Jacob van de Luister, later diens erfgenamen 1725 - 1733 Arij Molenbergh, later diens erfgenamen 1733 - 1760 kinderen Van der Kroon 1760 - 1767 Paulus Heerschap, later diens erfgenamen 1767 - 1772 Thijs Heerschap 1772 - 1803 Nicolaas van den Bergh, later diens weduwe 1803 - 1824 Joseph van Nieuwenhuyzen 1824 - 1832 Henri Huens Samenvatting pachters/gebruikers: (1656 - 1658) Jan Claassen Vecke - 1665 Cornelis Daems 1665 -(1667) Willem Geerinck (1708) Gabriël Mouwe ? (1709) (1725)(1733)-(1753) 1760 - 1767 1767 - 1772 1772 - 1803 1803 - 1824 1824 - 1832 Isaack van de Luijster ? Arij Molenberg Michiel Mol, later zijn weduwe Paulus Heerschap, later zijn weduwe Matthijs Heerschap Nicolaas van den Bergh, later zijn weduwe Joseph van Nieuwenhuyzen Bastiaan Abraham Kramer Transacties enz.: 1656 17 juli; RA 5879 A: Jan Classen Vecke levert krachtens arrest zijn vruchten op de hoeve en gronden van Marta Vyerlinck t.b.v. Adryan Romboutsen, volgens veroordeling door de heerlijkheid Poortvliet als borg voor Josijnien Jans, aangehuwd met Jan Classen Vecke. 1661 16 maart; RA 5879 A, nr. 68: Jacob Golsijus, namens Marta Fijerlijs, wed. van Hubrecht Brandijn, Zierikzee, verkoopt aan Hubrecht Lambrechts, schout, 17 gemeten 172 roeden koren- en weiland in de 2e kavel (?) (zie ook 1675, RA 5879 C nr. 72) voor £. 52-15-7 per gemet; verkoopster behoudt het recht van aanwas. Verwijzing voor verdere details naar een overeenkomst van 18 februari 1661. Geheel afgelost in 1666. 1664 20 augustus; RA 5879 C, nr. 18v - 19v: Jhr. Hijnderick van de Werve mede namens Jkvr. Josina van de Werve (procuratie voor Burgemeester en Schepenen van Lier d.d. 2 augustus 1664) verkoopt aan Hubrecht Lambrechtsz., schout, 2/3 deel van 35 gemeten 44 roeden met het 2/3 deel van de gebouwen (huis en schuur) daarop staande, onverkaveld gelegen met de heer van Urk (eigenaar van de andere 1/3) in de 1e kavel, genaamd het Hooch Baecken of Lecker Beetje. Prijs is £. 64-15-0 per gemet (23 gemeten 129.5 roeden) waarvan £. 500 kontant, de rest in termijnen. Afbetaald in 1666. N.B. Verkocht op 26 juli 1664 voor de Overman van de stad Zierikzee. 1665 11 december; RA 5879 C, nr. 22 - 25: Cornelis Daems Beijerlander, namens Johan van de Werve, Heer van Urck enz., verkoopt aan Hubrecht ambrechtsz, schout, 1/3 deel van 35 gemeten 44 roeden, zijnde 11 gemeten 214 roeden 8 voet met 1/3 deel in de gebouwen (huis en schuur), onverkaveld met het andere 2/3 deel (eig. Hubrecht Lambrechtsz.) N en O: zeedijk; Z: de heerweg; W: Hubrecht Lambrechtsz, schout. Prijs is £. 51-5-0 per gemet of £. 631-2-3. - Pachter is Cornelis Daems, die met toestemming de pacht heeft overgegeven aan Willem Geerinck voor de resterende twee jaar tegen £. 2-10-0 per gemet. Verkoop op 28 oktober 1665 ten huize van Mar. de Putter te St. Philipsland (waert in de Prijnse van Oranien), voortgezet op 5 november 1665 aldaar. 1675 RA 5879 C, nr. 72: Schout en schepenen verklaren dat Huijbrecht Lambrechts, dijkgraaf, in eigendom bezit; onder andere: - de gehele 1e kavel, groot 52 gemeten 216 roeden met het woonhuis, schuur en verdere gebouwen genaamd "Hogebacken", gekocht op 16 maart 1661 van Martha Vijerlijncks, weduwe van Hubrecht Brandijn: 17 gemeten 172 roeden aldaar; gekocht op 20 augustus 1664 van Josijna van de Werve en jhr. Heyndricq van de Werve : 2/3 deel in 35 gemeten 44 roeden; op 11 december 1665 gekocht van jhr. Joan van de Werve, Heer van Urk, het resterende 1/3 deel. Dit is thans onbelast. 1682 9 mei; RA 5879 C, nr. 112 - 114: Dijkgraaf Cornelis Walraven en Willem Meyer, Isaack van de Luijster en Nicolaes Geerinck, gezworenen van Sint Philipsland, krachtens machtiging van ingelanden van 24 maart 1682 verklaren schuldig te zijn £. 1000, aan Joh. Rontvis. Het rentepercentage is niet ingevuld. Ingelanden besloten aan te besteden het maken van de doorbraken en gaten in hun zeedijk, veroorzaakt door de vloed van 26 januari 1682. Hiertoe behoorde onder meer het herstel van het gat in de zeedijk op de hoek van het "Hoogen Baecken" lang circa 33 roeden voor £. 4 per roede, alles conform de opgemaakte bestekken. 1695 7 mei; RA 5879 C, nr. 250, 251, nr. 138: Jacobus van de Luister leent van mr. Hubertus Mogge, oud-burgemeester, Zierikzee, een bedrag van £. 433 tegen de penning 20, gedurende een jaar. Onderpand is onder andere 3 gemeten 235 roeden in de 1e kavel N: Isaack vd Luister; O: zeedijk; Z: erfgenamen Corn. Walraven; W: 2e kavel. Afgelost in 1726. 1708 14 november; RA 5879 C, nr. 234 - 236, Overeenkomst tussen Gabreel Mouwe en Cornelia van de Luijster, echtelieden, tot wegneming van geschillen en voor de wezen van Pieter Abrahamse en Rocus Steijn en diens weduwe. O.a.: de eerste zal jaarlijks betalen de pacht van het Hoogbaken, mits daarvan trekkend de vruchten. 1709 2 juli; RA 5879 C, nr. 173 - 176, Gabreel Mouwe leent van Huijbertus Mogge, oud-burgemeester en raad Zierikzee een bedrag van £. 833-6-8 wegens geleend geld aan Isaack van de Luister à de penning 20. Onderpanden zijn de helft in een hofstede c.a. met 64 gemeten 87 roeden, gekocht van Van de Luister, alsmede van een hofstede met 83 gemeten 183 roeden, N: de zeedijk; O: de Heer van Welland; Z: de weg; W: - . N.B. Als borg stelt zich Cornelia van de Luister, huisvrouw van Gabreel Mouwe, onder verband van de andere helft van de genoemde hofstede met 64 gemeten 87 roeden. Medeborg is Maria Walravens, weduwe van Rocus Adriaensen Steijn, geassisteerd door de secretaris Fr. de Klerck onder verband van 25 gemeten land haar vermaakt door haar grootmoeder bij testament. Voorts stelt zich borg Isaack van de Luijster en Huijbert van de Luister. De laatste verbindt daarvoor 1/3 deel van een hofstede met 50 gemeten (d.w.z. 16 gemeten 200 roeden), gelegen N: zeedijk; O: de zeedijk; Z: G. Mouwe; W: Overmeer. 1714 4 april; RA 5879 C, nr. 90, Isaack van de Luijster leent £. 2000 voor de administratie van de secretaris Huijbertus van de Luijster als penningmeester enz. te Oud- en Nieuw-Vossemeer. Onderpand is de hofstede met 50 gemeten 252 roeden genaamd het "Hoogbaken" (hiervan is 1/3 verbonden als hypotheek t.b.v. mr. Huijbertus Mogge door Gabreel Mouwe). Doorgehaald in 1726. 1725 21 november; RA 5879 D, nr. 309, 310: Martina Ockerse, weduwe van oud-burgemeester mr. Huijbertus Mogge, Heer van Renesse, verkoopt aan de secretaris Arij Molenberg de helft van de hofstede en land genaamd het 'Hooge Baken', gelegen N en O: zeedijk; Z en W: Gabriël Mouwe, voor £. 331-5-0. 1726 1 mei; RA 5879 D, nr. 308, 309: Quirijn Molenberg, Noordgouwe, verkoopt aan de secretaris Arij Molenberg de helft van de hofstede met zaai- en weiland genaamd het 'Hooge Baken', gelegen N en O: zeedijk; Z en W: wijlen Gabreel Mouwe, voor £. 362-4-8. 1733 7 januari; RA 5886 B: Voorwaarden voor verkoop door schout Vincent de Waele, voogd over Johannis van de Luijster, Johannis Oostdijk, Leendert de Lange en Tanneken van der Daff, weduwe en erfgenaam van Willem Molenberg, allen erfgenamen van Arij Molenberg. De verkoop betreft een hofstede met 50 gemeten 252 roeden zaai- en weiland, genaamd het Hooge Baken, gepacht door Mighiel Mol, welke pacht gestand moet worden gedaan. Geboden wordt door penningmeester Cornelis van Noorden, Cornelis Mol, Henderick Zegers en tenslotte wordt koper de heer Dusart, handelend namens de wezen van de heer Van der Croon voor £. 17-15-0 per gemet. De koop betreft 1/4 deel van de hofstede. 1733 21 januari; RA 5886 B: Akte waarbij Leendert Pieterse Molenberg verklaart de hofstede, genaamd het Hooge Baken met 50 gemeten 252 roeden, te naasten voor het bedrag waarvoor Mighiel Mol (3/4 deel) en de voogden van de wezen Van der Croons erfgenamen (1/4 deel) dit kochten. 1733 2 maart; RA 5886 B: Schout Vincent de Waal, voogd over Johannis van de Luijster, verkoopt aan Cornelis Dusart als voogd van de minderjarige kinderen van Cornelis van der Croon voor de ene helft en Abram Janse van de Velde als administrerend voogd over de minderjarige kinderen en erfgenamen van Neeltie Davids van Sint Annaland, weduwe van Huijbregt van der Croon, voor de andere helft 1/4 deel in de hofstede het Hooge Baken, in het geheel groot 50 gemeten 252 roeden, gepacht door Mighiel Mol, voor £. 17-15-0 per gemet of £. 225-12-0. 1733 2 maart; RA 5886 B: Leendert de Lange, Tanneke van der Daf (weduwe van Willem Molenberg) en Johan Oostdijk, erfgenamen van Arij Molenberg, verkopen aan Cornelis Dusart, voogd van de minderjarige kinderen van Cornelis van der Croon voor de ene helft en Abram Janse van de Velde als administrerend voogd over de minderjarige kinderen en erfgenamen van Neeltie Davids van Sint Annaland, weduwe van Huijbrecht van der Croon, voor de andere helft 1/4 deel in de hofstede het Hooge Baken à £. 12-10-0 per gemet. Het 1/4 deel in het genoemde werd gekocht van de weduwe van Willem Molenberg à £. 12-10-0 en 1/4 deel gekocht van Johan Oostdijck à £. 15-10-0. 1744 Kaart van Hattinga: baander woont in het dorp. 1752 28 november; RA 5885 E, nr. 108 - 109: Beslaglegging namens Huybrecht van der Kroon, Pieter Grinwis (gehuwd met Maria van der Kroon), Cent Monis, Adriaan Monis, gezamenlijk eigenaars van Hollands Hoeve (128 gemeten 172 roeden, pacht £. 2-1-2) en het Hoogebaaken (50 gemeten 252 roeden, pacht £. 2), op levende have, inventaris en vruchten te velde en in de schuur van Michiel Mol. Pachten verschenen Bamisdag (= 1 oktober): 1746 £. 165-13-9; 1747 £. 366-6-4; 1748 £. 366-6-4; 1749 £. 360-6-2; 1750 - 1752 £. 355. Inventaris opgemaakt door Jan Mol, Marinus Reyngoud en Cornelis de Kok. 1752 1 december; RA 5879 B, gerechtsrol. Eiser: secretaris Adriaen van der Schoor als rentmeester van de ambachtsheren; Gedaagde: Michiel Mol, over een schuld van £. 64-15-5 wegens gehuurde tienden waarvoor 82 schapen in beslag zijn genomen. 1753 22 maart; RA 5885 E, nr. 111: De weduwe van schout Michiel Mol verbindt en geeft over al haar roerende en onroerende goederen aan Jacobus Rijn wegens een schuld van duizend gulden en veertig grooten. 1760 30 oktober; RA 5881, nr. 14: Huybrecht van der Kroon, mede namens zijn zwagers Pieter Grinwis, Cent Monis en Adriaan Monis, verkoopt aan Paulus Matthys Heerschap de Hollands Hoeve 128 gemeten 272,5 roeden en het Hooge Baeken 50 " 252 roeden, samen 179 gemeten 224,5 roeden voor £. 800 en £. 33-6-8 voor twee misputten op beide hoeven. 1760 30 oktober; RA 5882, nr. 15: Paulus Matthijs Heerschap verklaart schuldig te zijn aan de heren Huybrecht van der Kroon, Pieter Grinwis, Cent Monis en Adriaan Monis £. 330-6-8 tegen 5 %. Geen onderpand genoemd. 1767 11 februari; RA 5885, nr. 62: Inventaris van de goederen nagelaten door Paulus Matthijssen Heerschap en Leena Abrahamse Roon, opgemaakt op verzoek van Jacob Krijger en Goris Pijll, voogden. Onder andere: - hofstede met 128 gemeten 272,5 roeden, genaamd de Hollandse Hoeve - idem met 50 gemeten 252 roeden, genaamd het Hooge Baeken - hij bezat ook een hofstede en gronden in Goedereede, gepacht door Matthijs Paulusse Heerschap. 1767 16 april; RA 5881, nr. 65, 83: De erven Paulus Heerschap en zijn weduwe Leijntie Abrahamse Roon verkopen de hofstede het Hooge Baeken, groot 50 gemeten 252 roeden, aan Thijs Paulussen Heerschap voor £. 5 per gemet of voor in totaal £. 254-4-0, met verkoopvoorwaarden d.d. 3 maart 1767. 1767 16 april; RA 5882, nr. 66: Thys Paulusse Heerschap verklaart schuldig te zijn aan Teunis Doeland 1700 Carolusgulden tegen 4 %. Onderpand is de hofstede het Hooge Baeken van 50 gemeten 252 roeden. 1772 15 april; RA 5881, nr. 89, 91: Ties Paulusse Heerschap verkoopt aan Nicolaas van den Berg de hofstede Hoog Baken met 50 gemeten 252 roeden voor £.8 per gemet of in totaal £. 406-14-4. 1772 7 mei; RA 5886, nr. 90: Taxatie van de vruchten te velde op de hofstede en grond van Tijs Paulussen Heerschap en door Nicolaas van den Bergh van hem op 15 april 1772 gekocht, tesamen onder de gehele hofstede c.a. begrepen tot een bedrag van £. 8 per gemet. Totaal bedrag £. 116-13-4. Zaad, gerst, tarwe, grauwe erwten, mee (1 gemet), een misput en paardebonen. 1772 7 mei; RA 5885, nr. 92: Nicolaas van den Berg verklaart schuldig te zijn aan Paulus Rochusse Steyn een bedrag van £. 406-14-5 tegen 3,5 %. Onderpand is het Hooge Baeken. 1786 13 oktober; RA 5882, nr. 30: Nicolaas van den Berg verklaart schuldig te zijn aan Paulus Rochusse Steyn een bedrag van £. 200 tegen 3,5 %. Onderpand is de hofstede het Hooge Baeken. Doorgehaald 9 juli 1792. 1803 6 december; RA 5881, nr. 12: Hendrik Jansz Ockerse, echtgenoot van Menskje Bestebroer, weduwe van Nicolaas van den Berg, verkoopt aan Joseph van Nieuwenhuyzen een hofstede, huis, schuur en 50 gemeten 252 roeden land, met twee arbeiderswoningen, staande en gelegen in de Oude Polder, alsmede 78 gemeten 284 roeden in de Henriëttepolder. Samen 129 gemeten 236 roeden tegen £. 54-15-0 per gemet of in totaal £. 7305-16-5. 1803 6 december; RA 5882, nr. 10: Joseph van Nieuwenhuyzen, landman, verklaart schuldig te zijn aan Hendrik Jansz Ockerse, Stavenisse (gehuwd met Minskje Bestebroer, weduwe van Nicolaas van den Berg), de somma van ¦. 33.800.= Zeeuwse courant tegen 4,5 %, wegens het restant van de kooppenningen voor de op heden geleverde hofstede met in totaal 129 gemeten 236 roeden land. Onderpanden zijn: hofstede van 50 gemeten 252 roeden en twee arbeiderswoningen in de Oude Polder en 78 gemeten 284 roeden in de Henriëttepolder. Voldaan 23 april 1811, doorgehaald 20 mei 1811. 1806 29 april; RA 5881, nr. 7: Johannes de Nijs, namens de Diaconie, verkoopt aan Joseph van Nieuwenhuyzen een huis en erf in de Oude Polder bij de hofstede van de laatstgenoemde. Prijs £. 16-13-4. 1824 18 mei; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2895: Joseph van Nieuwenhuyzen, landman te Sint Philipsland, verkoopt aan Hendrik IJzerman Snoodijk, schoolonderwijzer te Sint Philipsland, handelende namens mr. Hendrik Jacob van Doorn, Gouverneur van Zeeland, alle vruchten te velde, behorende aan de hofstede te Sint Philipsland, nr. 78, te weten: tarwe 13 bunder 4 roeden 43 ellen wintergerst 1 bunder 75 roeden 24 ellen winterzaad 3 bunder 44 roeden 25 ellen zomergerst 2 bunder 44 roeden 88 ellen vlas 4 bunder 00 roeden 38 ellen haver 1 bunder 80 roeden 94 ellen paardenbonen 6 bunder 28 roeden 31 ellen totaal 32 bunder 78 roeden 43 ellen De koopsom bedraagt ƒ. 2382,38 welk bedrag strekt tot betaling van het kapitaal van een hypothecaire obligatie groot 11.000 gulden, gepasseerd ten laste van de verkoper ten behoeve van vrouwe Ester Joanna Pets, weduwe van Jacob Otto le Jeune, voor notaris P.C. Wijnmalen te Steenbergen op 26 augustus 1815. Deze akte is bij akte van transport, gepasseerd voor notaris C. Lach de Bere te Bergen op Zoom d.d. 19 juli 1821, door de erfgenamen van de genoemde vrouwe gecedeerd aan jhr. mr. Jacob Hendrik Schorer, oud-gouverneur van Zeeland en na diens overlijden bij akte van boedelscheiding voor notaris P. van der Graft te Middelburg d.d. 30 december 1822 toebedeeld aan de echtgenote van mr. H.J. van Doorn, vrouwe Adriana Wilhelmina Schorer. 1824 15 juni; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2895: Joseph van Nieuwenhuyzen, landman te Sint Philipsland, laat veilen en verkopen een hofstede, bestaande uit huis, schuur, keet enz. in de Oude Polder nr. 78, met: 21 bunder 19 roeden 62 ellen zaai- en weilanden tegen en nabij de hofstede in één kavel 32 bunder 91 roeden 44 ellen zaai- en weilanden in de Henrittepolder, in drie kavels, beginnende uit de hoek van de zeedijk en de Oostdijk, samen 54 bunder 11 roeden 6 ellen zaai- en weilanden. Voorts drie arbeiderswoningen in de Oude Polder, nrs. 79, 80 en 81, met de daarbij afgestoken erven. De koper komt dadelijk in het gebruik van de hofstede en van de landbouwgereedschappen vanaf juli of augustus 1824. De verkoper en zijn gezin behouden tot 1 mei 1825 het recht van inwoning in de helft van het woonhuis (oostzijde). De koper verkrijgt de arbeiderswoningen in gebruik per 1 mei 1825. De verkoper behoudt gedurende de tijd van inwoning het genot van de tuin en de boomvruchten. De koper moet de wieders en trekkers van het vlas onderdak verlenen in de keet en schuur en voorzien van drinkwater. De koopprijs voor de drie arbeiderswoningen en erven bedraagt 700 gulden. Voor de mest in de put, de hekken, draaibomen en tuinen, voor de dilthouten in de schuur, boorden, bedstedeplanken in het woonhuis en voor de kaart van de hofstede moet 600 gulden betaald worden. Voorts voor enig braakland, kanthooi op de greppels, maaihooi en klavers in de schuur een bedrag van 300 gulden. De koper moet in overleg met de rentmeester van de Heerlijkheid overnemen de drie jaar van de pachttermijn van een gedeelte zeedijk en schor, alsmede van de pacht van de visserij in de Henriëttepolder volgens het pachtcontract d.d. 22 november 1822. Geveild in het openbaar in de herberg van Cornelis de Ruiter C.zn. te Sint Philipsland. Koper: Huibrecht Cornelisse Lievenszoon, schipper te Tholen, handelend namens mr. Hendrik Jacob van Doorn, gouverneur van Zeeland. Koopsom: ƒ. 51 per 41 roeden 69 ellen (N.B. 0.4169 ha = 1 gemet), totaal ƒ. 6603,27. 1824 29 juni; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2895: Joseph van Nieuwenhuyzen, landman te Sint Philipsland, gaat over tot de tweede veiling van het hiervoor genoemde. Dit geschiedt in de herberg van Adriaan Verspoor te Sint Philipsland. Op de laatste inzetting van ƒ. 51 per 41 roeden 69 ellen wordt na enkele verhogingen het laatste bod uitgebracht door Henri Huens, commissionair te Antwerpen, groot ƒ. 125 per 41 roeden 69 ellen, of voor in totaal ¦. 16.223,28½. Voor dit bod wordt de hofstede c.a. definitief aan H. Huens toegewezen. 1824 29 juni; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2896 (53): Pachtcontract. Henri Huens, commissionair te Antwerpen, machtigt Johannes Petrus van der Muure, Bergen op Zoom, een pachtcontract voor de door hem gekochte hofstede, met het daarbij behorende land, af te sluiten. Dit wordt verpacht aan Bastiaan Abraham Kramer voor zeven jaar m.i.v. 11 november 1824 en eindigend op 10 november 1831, voor ¦. 1622,33 per jaar. In de pachtvoorwaarden wordt o.a. vastgelegd dat niet 'wit op wit' (= graan op graan) mag worden verbouwd, dat 1/7 deel in braak moet worden gehouden, dat toestemming nodig is om grasland te scheuren, dat alle stro en kaf tot mest voor het eigen bedrijf moet worden verwerkt en dat aan het eind van de zeven jaar zowel oude als jonge klaver aanwezig moet zijn. 1824 8 juli; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2895: Openbare verkoop, op verzoek van Joseph van Nieuwenhuyzen, van paarden, koeien, bouw- en melkgereedschappen, meubels en een partij droog hout op de hofstede. 1824 8 juli; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2895: Openbare verkoop, op verzoek van mr. H.J. van Doorn, van de vruchten te velde van de genoemde hofstede c.a. in de herberg van Adriaan Verspoor. 1824 30 augustus; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2895: Joseph van Nieuwenhuyzen, landman te Sint Philipsland, verklaart te hebben ontvangen van Henri Huens de koopsom van de hofstede c.a. Hollandse Hoeve. Bij de verloting van de kavels in de herbedijkte polder viel de tweede kavel (kavel B) toe aan de erven Manryque. Volgens deze verdeling uit 1645 was deze kavel 184 gemeten 155 roeden groot en besloeg het land 7/48 deel van de polder. Tot de erven Manryque behoorden in 1653 acht personen. Zij gingen ertoe over de gehele kavel te verdelen tussen deze acht rechthebbenden. Bij die gelegenheid werd een belangwekkende kaart vervaardigd. Het resultaat van de verdeling was als volgt: Geeraert van Overmeer *) 40 gemeten 215 roeden Vrouwe van Maesdam 25 " 263 " Adryanna Manryque 16 " 240 " dr. Aper de Vogel 15 " 133.5 " Jhr. Anthony Manryque 30 " 122 " Geeraert van Overmeer *) 24 " 215.5 " erven van Muetijn Manryque 12 " 19.5 " Hareman van der Ceel 12 " 19.5 " . totaal oppervlakte 178 gemeten 28 roeden *) via zijn weduwe in bezit gekomen van Hareman van der Ceel. Het verschil in oppervlakte kan misschien worden verklaard uit de 6 gemeten 75 roeden die later in bezit bleken van de gebroeders van der Houven (zie 1682, RA 5879 C nrs. 109 en 110). Nadat in 1655 en 1656 Theodora van der Chijs, weduwe van Anthony Manryque, Heer van Maasdam, in het bezit was gekomen van een groot deel van de tweede kavel, verkocht zij dit deel, bijna 100 gemeten, in 1657 aan Huybrecht Lambrechtssen, schout van Sint Philipsland. Huybrecht en zijn vrouw Neeltje Leenders testeerden aan de dochters van hun dochter Cornelia en haar eerste echtgenoot Cornelis Walraven hiervan een aantal, niet aan elkaar grenzende, percelen met in totaal ongeveer 50 gemeten. Deze 50 gemeten werden later een apart bedrijf met het huis en de schuur in het dorp. Voor de verdere beschrijving daarvan wordt verwezen naar het hoofdstuk "50 gemeten achter het dorp". Huybrechts zoon Jacobus van de Luijster slaagde er in 1696 in een ander deel van de kavel, ongeveer 80 gemeten, van de erfgenamen van Catharina Vituï, weduwe van Geeraert van Overmeer en van Hareman van der Ceel, te kopen, zodat hij, samen met zijn erfdeel, het grootste deel van de kavel in zijn bezit kreeg. Na zijn overlijden kwam dit deel, samen met het resterende erfdeel van Huybrecht Lambrechtssen, dus in totaal ruim 125 gemeten, in handen van zijn broer Izak en zijn zuster Cornelia, die inmiddels hertrouwd was met Gabriël Mouwe. In 1709 verkocht Izak zijn helft aan dit echtpaar. Cornelia van de Luister liet een zogenaamde fidei-commissaire boedel na, afkomstig van haar moeder Neeltje Leenders. Krachtens de daarvoor gemaakte bepalingen moest de nalatenschap in tact blijven ten behoeve van de twee dochters van Cornelia: Maria en Neeltje Walraven. Maria huwde Rocus Steyn en Neeltje Pieter Abrahamse van Borselen. Na het overlijden van deze twee vrouwen traden hun kinderen in hun plaatsen ten aanzien van de rechten op deze nalatenschap. Dit waren Aernout, Huybrecht en Gabriël Steyn en Cornelia (gehuwd met Cornelis Mol), Cornelis en Abraham van Borselen. De bepaling dat de boedel in tact diende te blijven zorgde voor problemen in 1715. In dat jaar vond een zware stormvloed plaats, waardoor de dijken van de polder doorbraken. Kort daarvoor of daarna deed zich een dijkval voor. Door middel van het geschot moesten de eigenaren bijdragen in het herstel. Het bleek niet mogelijk onder meer deze bedragen uit de inkomsten van de boedel op te brengen. Daarom verleenden de Staten van Zeeland in 1717 toestemming een deel van de boedel te verkopen om de schulden te voldoen. Vermoedelijk kon de gedwongen verkoop van het land ontweken worden, want eerst in 1726 werd de Hollandse Hoeve, samen met het Hoog Baken, van de hand gedaan. Huijbert van der Kroon uit Oude Tonge en zijn vrouw Neeltje Davids van Sint Annaland, werden de nieuwe eigenaars. De vrouw behoorde tot de naaste familie (dochter van David Lambrechtssen, broer van Huybrecht Lambrechtssen?) en door die omstandigheid moest een andere geïnteresseerde, Vincent Wale, het aanvankelijk door hem gekochte halve deel aan hen overdragen. In 1760 werd de boerderij, evenals het Hoge Baken (zie hiervoor), verkocht aan Paulus Heerschap. Zijn erfgenamen verkochten de boerderij in 1767 aan Maria van Trigt, weduwe van Izak van Hekke, uit Zierikzee. Zij verkocht de hoeve in 1770 aan Jacob van Oeveren uit Sint Annaland. Diens erfgenamen lieten de hofstede in 1829 in het openbaar verkopen. De nieuwe eigenaar werd Adriana van Oeveren, de weduwe van Pieter van Dijke J.zn. Na haar overlijden in 1831 gingen erfgenamen op hun beurt over tot een openbare verkoop. De koper werd Jeremias van Oeveren, zoon van Jacob van Oeveren. De naam Hollandse Hoeve is ontleend aan het feit dat de oudste bezitters, de erfgenamen Manryque, in Holland (Delft) woonden. Hoewel de naam eerst in 1714 voorkomt, zal deze van oudere datum zijn. Kohieren huisschatting 1674 - 1716: periode belastingplichtige belasting 1674 - 1676 Dijkgraaf Hubrecht Lambrecht £. 1 1677 - 1680 diens weduwe 1682 - 1690 Jacobus van de Luister 1691 - 1699 Jacobus van de Luister £. 1-2-6 1700 - 1715 Gabreel Mouwe 1716 Hendrick Pieterse 1696 Jacobus van de Luister 5 haardsteden Kohier bewoners 1681: Jacobus van de Luister (aantal personen boven 8 jaar: 9) Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750 Michiel Mol J.zn., Janna Hartshoorn (echtgenote), Lena Mol en haar 2e echtgenoot Janis Drogendijk 1758 geen lidmaten vermeld Bevolkingsregisters: A 82 1813 Maria Dorst 1821 - 1837 Jeremias van Oeveren (landbouwer) Samenvatting eigenaars: periode eigenaar 1645 - 1657 A) erven Manryque (ca. 98 gemeten) 1645 - 1696 B) erven Overmeer (ca. 80 gemeten) 1657 - 1676 A) Huybrecht Lambrechtssen (van de Luister) 1676 A) erven Huybrecht van de Luister 1696 B) Jacobus van de Luister - 1726 erven Van de Luister (ca. 128 gemeten) 1726 - 1760 Huijbert van der Kroon 1760 - 1767 Paulus M.zn. Heerschap 1767 - 1770 Maria van Trigt 1770 - 1829 Jacob van Oeveren, later diens erfgenamen 1829 - 1831 Adriana van Oeveren 1832 Jeremias van Oeveren Samenvatting pachters/gebruikers: - 1714 Huibrecht van de Luister, later diens erfgenamen 1714 - 1726 Henderick Pieterse Zegers 1726 - 1760 Michiel Mol, later diens weduwe 1760 - 1767 Paulus M.zn. Heerschap 1767 - 1770 ? 1770 - 1829 Jacob van Oeveren, later zijn zoon Jeremias 1829 - 1831 Adriana van Oeveren 1832 Jeremias van Oeveren Transacties enz.: 1653 30 oktober; RA 5879 A nr. 017: Verdeling van de tweede kavel onder de gezamenlijke eigenaren: 1. Vrouwe van Maasdam 25 gemeten 263 roeden N: de zeedijk; O: de Heer van Urk; Z: Adrijanna Manrijque; W: Geeraert van Overmeer. 2. Adrijanna van Manrijque 14 gemeten 262.5 roeden N: de Vrouwe van Maasdam; O: juffr. Brandijns en de Heer van Urk; Z: de weg; W: Geeraert van Overmeer. en 1 gemeten 277.5 roeden N: de weg; O: Aper de Vogel; Z: de Luyster; W: de Heer van Dirksland. 3. Dr. Aper de Vogel 8 gemeten 58 roeden N: de weg; O: de gemeenschappelijke wei van de eigenaren; Z: de Luyster; W: Adrijanne Manrijque. in de Luister 1 gemet 299 roeden en 5 gemeten 76.5 roeden N: de Luister; O: de zeedijk; Z: jhr. Anthonij Manrijque; W: de Heer van Dirksland. 4. Jhr. Anthonij Manrijque 30 gemeten 122 roeden N: dr. Aper de Vogel; O: de zeedijk; Z: Geeraert van Overmeer; W: de Heer van Dirksland. 5. Geeraert van Overmeer 24 gemeten 215.5 roeden N: jhr. Anthonij Manryque; O: de zeedijk; Z: de erfgenamen van Muetijn Manryque; W: de Heer van Dirksland. 6. Erfgenamen van Muetijn Manrijque 12 gemeten 19.5 roeden N: Geeraert van Overmeer; O: de zeedijk en het dorpsland; Z: Hareman van der Ceel; W: de Heer van Dirksland. 7. Hareman van der Ceel 12 gemeten 19.5 roeden N: de erfgenamen van Muetijn Manryque; O: het dorpsland; Z: de zeedijk; W: de Heer van Dirksland. N.B. 40 gemeten 215 roeden waren rechtstreeks toegewezen aan Geeraert van Overmeer. 1655 30 december; RA 5879 A nr. 30: Huybrecht Lambrechtse, schout, namens de erven van Anthonij J. Manrijque te Voorburg, verkoopt aan Theodora van der Chijs, weduwe van jhr. Ant. Manrijque, Heer van Maasdam (moeder van de verkoper) 1 gemet 49 roeden weiland, gemeenliggend met de eigenaren van de 2e kavel, en zijn gedeelte van het huis en de schuur. N: de weg; O: zeedijk; Z: de Luyster; W: dr. Aper de Vogel. 1655 30 december; RA 5879 A nr. 32: Huybrecht Lambrechtse, schout, namens Adriana Manrijque, verkoopt aan Theodora van der Chijs, wed. van jhr. Ant. Manrijque, Heer van Maasdam (moeder van de verkoopster), een deel in de wei, met het huis en de schuur, groot 183 roeden, gemeenliggend met de eigenaars van de 2e kavel. N: de weg; O: zeedijk; Z: de Luyster; W: dr. Aper de Vogel. 1655 30 december; RA 5879 A nr. 34: Huybrecht Lambrechtse, schout, namens dr. Aper de Vogel, Delft, verkoopt aan Theodora van der Chijs, wed. van jhr. Ant. Manrijque, Heer van Maasdam, een deel in de wei met het huis en de schuur, groot 248 roeden en 3 voeten, gemeenliggend met de eigenaars van de 2e kavel. N: de weg; O: zeedijk; Z: de Luyster; W: dr. Aper de Vogel. 1655 30 december; RA 5879 A nr. 35: Huybrecht Lambrechtse, schout, namens dr.Aper de Vogel, Delft, verkoopt aan Theodora van der Chijs, wed. van jhr. Ant. Manrijque, Heer van Maasdam, een perceel zaailand in de 2e kavel, 8 gemeten 58 roeden. N: de weg; O: de gezamenlijke wei waar de boerderij op staat; Z: de Luyster; W: Adrijana Manrijque. 1655 30 december; RA 5879 A nr. 36: Huybrecht Lambrechtse, schout, namens dr.Aper de Vogel, Delft, verkoopt aan Theodora van der Chijs, wed. van jhr. Ant. Manrijque, Heer van Maasdam, een perceel grond in de 2e kavel, groot 1 gemet 299 roeden in de Luyster, gelegen tussen de kavelsloot en de zeedijk. 1655 30 december; RA 5879 A nr. 37: Huybrecht Lambrechtse, schout, namens dr.Aper de Vogel, Delft, verkoopt aan Theodora van der Chijs, wed. van jhr. Ant. Manrijque, Heer van Maasdam, een perceel zaailand in de 2e kavel, groot 5 gemeten 76,5 roeden. N: de Luyster; O: zeedijk; Z: jhr. Anthonij Manrijque; W: scheidsloot. 1655 30 december; RA 5879 A nr. 38: Huybrecht Lambrechtse, schout, namens dr.Aper de Vogel, Delft, verkoopt aan Theodora van der Chijs, wed. van jhr. Ant. Manrijque, Heer van Maasdam, een stuk zaailand in de 2e kavel, groot 6 gemeten, 9 roeden, 9 voeten, gemeenliggend met Johanna de Vogel, huisvrouw van Wouter Abrahamsz van der Houve, met aanwassen. 1655 30 december; RA 5879 A nr. 39: Huybrecht Lambrechts, schout, namens jhr. Anthonij J. Manrijque, verkoopt aan Theodora van der Chijs, wed. van jhr. Ant. Manrijque, Heer van Maasdam (moeder van de verkoper), een perceel land in de 2e kavel, groot 30 gemeten, 122 roeden, verkregen uit de boedel van zijn Vader en van zijn tante Clara Manrijque, voor ƒ. 225. N: -; O: zeedijk; Z: Hareman van der Ceel, gehuwd met de weduwe van Gerrit van Overmeer; W: de scheidsloot. 1656 RA 5879 A, nr. 41: Huybrecht Lambrechts, schout, namens Nycolaes van Myddelhouck, gehuwd met Adrijana Manrijque, verkoopt aan ?? een perceel zaailand, 1 gemet 15 roeden, in de 2e kavel, met recht van aanwas. N: de weg; O: Theodora van der Cijs, wed. van Anthonij Manrijque; Z: de Luyster; W: scheidsloot. Prijs: ƒ. 3582 en 15 stuivers. 1656 RA 5879 A, nr. 42: Huybrecht Lambrechts, schout, namens Nycolaes van Myddelhouck, gehuwd met Adrijana Manrijque, verkoopt aan ?? een perceel zaailand in de 2e kavel, groot 14 gemeten 260 roeden, met recht van aanwas. N: Theodora van der Cijs, wed. van Anthonij Manrijque; O: de 1e kavel of Johan van der Werve en Marta Fijerlinck; Z: de weg; W: erfgenamen van Geeraert van Overmeer. 1657 14 maart; RA 5879 A, nr. 43: Corn. Hijnderijcxsz d'Pover, namens Theodora van der Chijs, wed. van Anthonij Manrijque, Heer van Maasdam, verkoopt aan Hubrecht Lambrechts, schout, een perceel land in de 2e kavel, groot 6 gemeten 9 roeden, 9 voeten, gekocht van dr. Aper de Vogel, gemeenliggend met de huisvrouw of kinderen van Wouter Abramsz van der Houven. N: wed. of erfgenamen van Geeraert van Overmeer; O: het dorp; Z: Harman van der Ceel; W: scheidsloot. Prijs ƒ. 23.200 tegen 40 gr. Vlaams per gulden, te betalen in termijnen; afgelost in 1674. 1657 14 maart; RA 5879 A, nr. 44: Corn. Hijnderijcxsz d'Pover, namens Theodora van der Chijs, wed. van Anthonij Manrijque, Heer van Maasdam, verkoopt aan Hubrecht Lambrechts, schout, een perceel in de 2e kavel, groot 30 gemeten 122 roeden, gekocht van jhr. Anthonij Manrijque. N: Theodora van der Chijs, wed. van Anth. Manrijque; O: zeedijk; Z: weduwe of erfgenamen van Geeraert van Overmeer; W: scheidsloot. Prijs ¦. 23.200 à 40 groten Vlaams per gulden, te betalen in termijnen; afgelost in 1674. 1657 14 maart; RA 5879 A, nr. 45: Corn. Hijnderijcxsz d'Pover, namens Theodora van der Chijs, wed. van Anthonij Manrijque, Heer van Maasdam, verkoopt aan Hubrecht Lambrechts, schout, een perceel land in de 2e kavel, groot 5 gemeten 76.5 roeden, gekocht van dr. Aper de Vogel. N: de Luijster; O: zeedijk; Z: jhr Anthonij Manrijque; W: scheidsloot. Prijs ƒ. 23.200 tegen 40 groten Vlaams per gulden, te betalen in termijnen; afgelost in 1674. Met 1 gemet 299 roeden in de Luyster. 1657 14 maart; RA 5879 A, nr. 46: Corn. Hijnderijcxsz d'Pover, namens Theodora van der Chijs, wed. van Anthonij Manrijque, Heer van Maasdam, verkoopt aan Hubrecht Lambrechts, schout, een perceel land in de 2e kavel, groot 8 gemeten 202.5 roeden, gekocht van dr. Aper de Vogel, en een perceel grond aldaar, groot 1 gemet 15 roeden, gekocht van Adrijana Manrijque, samen 9 gemeten 217.5 roeden. N: de weg; O: de gemene wei waarop het huis en de schuur staan; Z: de Luister; W: grens van de 3e kavel. Prijs ƒ. 23.200 tegen 40 groten Vlaams per gulden, te betalen in termijnen; afgelost in 1674. 1657 14 maart; RA 5879 A, nr. 47: Corn. Hijnderijcxsz d'Pover, namens Theodora van der Chijs, wed. van Anthonij Manrijque, Heer van Maasdam, verkoopt aan Hubrecht Lambrechts, schout, een perceel grond in de 2e kavel, groot 14 gemeten 262 roeden, gekocht van Adrijana Manrijque. N: -; O: grens van de 1e kavel; Z: weg; W: erfgenamen van Geeraert van Overmeer. Prijs ƒ. 23.200 tegen 40 groten Vlaams per gulden, te betalen in termijnen; afgelost in 1674. 1657 14 maart; RA 5879 A, nr. 48: Corn. Hijnderijcxsz d'Pover, namens Theodora van der Chijs, wed. van Anthonij Manrijque, Heer van Maasdam, verkoopt aan Hubrecht Lambrechts, schout, een perceel grond in de 2e kavel, groot 25 gemeten 263 roeden en 297 roeden in de gemene wei waarop het huis en de schuur staan en haar deel in dit laatste; 1 gemet 49 roeden in deze wei, gekocht van Anthonij Manrijque, 183 roeden in deze wei, gekocht van dr. Aper de Vogel; 183 roeden in deze wei, gekocht van Adrijana Manrijque; 65 roeden en 3 voeten in deze wei, gekocht van dr. Aper de Vogel. Tesamen aan land en wei: 97 gemeten 237 roeden, met haar deel in het huis in het dorp. N: Jan Willemsz Vlam; O: zeedijk; Z: Corn. Hijderijcxsz d'Pover; W: straat. Prijs ƒ. 23.200 à 40 groten Vlaams per gulden, te betalen in termijnen; afgelost in 1674. 1659 10 december; RA 5879 A, nr. 63: Hubrecht Lambrechtse, schout ( ene partij) en Hareman van der Ceel, wonende te Delft, gehuwd met Catarijna Vijtu, wed. van Geeraert van Overmeer met diens wezen (andere partij) verdelen de grond waarop de keet en de schuur staan. Aan Van der Ceel valt toe het deel aan de dijk van de Luijster tot de weg dwars af, welk deel hij in erfpacht laat aan Hubrecht Lambrechtse voor £. 20 per jaar. Aan Hubrecht Lambrechtse valt toe het achterste deel waarop de schuur staat, vanaf de Luyster tot de weg. Verwezen wordt naar een kaart. 1661 24 mei; RA 5879 A, nr. 70: Harman van der Ceel, gehuwd met Catharijna Vetu, wed. van Geerart van Overmeer, wonende te Delft, bezit 81 gemeten in kavel B, waard circa 250 Carolusgulden per gemet. 1661 29 mei; RA 5879 A, nr. 75: Harman van der Ceel, gehuwd met Catharina Vijtu, wed. van Geerardt van Overmeer, wonende te Delft, bezit 80 gemeten in kavel B, waard 250 gulden. 1659 10 december; RA 5879 A, nr. 77: Harman van der Ceel, gehuwd met Catharijna Vetu, weduwe van Geerardt van Overmeer, wonende te Delft, verkoopt aan Hubrecht Lambrechts, schout, de erfpacht van 2 gemeten 162 roeden van zijn vrouw en 130.5 roeden van zichzelf, tesamen 2 gemeten 292.5 roeden, in de 2e kavel, met haar deel in de schuur die op deze kavel staat. N: de herenweg; O: de zeedijk; Z: de Luister; W: schout Hubrecht Lambrechtse. Prijs 20 Carolusgulden ; de erfpacht bedraagt £. 3-6-8. 1667 18 november; RA 5879 C, nr. 33: Hubrecht Lambrechtsz., schout en dijkgraaf, schenkt aan zijn zoon Isack Hubrechtsz. van de Luister, die in het huwelijk gaat treden met Cornelia Bols, laatst weduwe van Lijeven Jans de Grave, 10.000 gulden als rente tegen 4 % waarvoor de gever als onderpand stelt 50 gemeten koren- en weiland in de 2e kavel. Afbetaald in 1669. 1675 RA 5879 C, nr. 72: Schout en schepenen verklaren dat Huijbrecht Lambrechts, dijkgraaf, in eigendom bezit, onder andere: - in de tweede kavel, 97 gemeten 237 roeden, gekocht van Theodora van der Chijs, weduwe van Anthonij Manrijque, heer van Maasdam, 14 maart 1657, gelegen aan de zuid- en noordzijde van de gemeenschappelijke ("gemene") weg, en wel in de gemene wei 1 of het ongekaveld land, groot circa 5 gemeten 100 roeden met daarop een schuur en keet staand en waaraan Hubr. Lambrechtsz een woonhuis c.a. aangebouwd heeft, liggende tussen het gemene land (N: de gemene weg; O: de zeedijk; Z: de Luijster, strekkend tot even achter de schuur) 2 3 gemeten 177 roeden, boven hun deel, in de schuur en keet binnen dezelfde gemerken, uitgegeven op 10 december 1659 in erfpacht door Harman van der Zeel aan Hubr. Lambrechtsz voor 20 Carolusgulden 3 4 1 gemet 15 roeden westwaarts, erachter liggend 8 gemeten 202.5 roeden, daarachter westwaarts tot aan de scheidsloot van de 3e kavel tussen de gemene weg en de Luister 5 1 gemet 299 roeden, zuidwaarts, zijnde de Luijster en vandaar "huywaers" tussen de dijk en scheidsloot van de 3e kavel 6 5 gemeten 76.5 roeden en 30 gemeten 122 roeden naast elkaar gelegen, tot aan de weduwe Gerard van Overmeer en vervolgens dit land overstappend. 7 6 gemeten 9 roeden 9 voeten gemeenliggend met de nazaten van Wauter Ab. van der Hoeven 8 een stuk van 12 gemeten 19.5 roeden O: de dijk en dorp; Z: de nazaten van Harman van der Ceel; W: de scheidsloot van de 3e kavel. 9 14 gemeten 262 roeden en 25 gemeten 263 roeden naast elkaar van de gemene weg noordwaarts tot aan de Noorddijk tussen de kavelsloot van de 1e kavel ten oosten en de vrouw van Overmeer ten westen tesamen de genoemde 97 gemeten 237 roeden alsmede het deel in de genoemde schuur en keet. Deze percelen zijn thans onbelast. 1677 18 maart; RA 5879 C, nr. 83: Jacob van der Houven, mede namens zijn broer Apero van der Houven, verkoopt aan Nelijen Lenders, weduwe van Hubrecht Lambrechtsz, 6 gemeten 75 roeden in de 2e kavel, gemeenliggend met de erfgenamen van Hubrecht Lambrechtsz, schout en dijkgraaf. Verwezen wordt naar de kaveling d.d. 28 september 1644 voor notaris Jan Vijver ? te Den Haag. 1682 5 maart; RA 5879 C, nr. 109, 110: Jacob van de Luister verleent hypotheek aan erfgenamen van Agatha Ockersse, overleden, op 14 gemeten land. N: -; O: zeedijk; Z: juffr. Overmeer; W: baning van Claes Geerinck. Prijs 1200 Carolusgulden tegen 6 %. Afgelost in 1688. 1695 7 mei; RA 5879 C, nr. 250, 251: Jacobus van de Luister leent van mr. Hubertus Mogge, oud-burgemeester, Zierikzee, een bedrag van £. 433 tegen de penning 20, gedurende een jaar. Onderpand is onder andere 52 gemeten 285 roeden land in de 2e kavel, N: herenweg; O: zeedijk; Z: de heer Overmeer; W: 3e kavel. Afgelost in 1726. 1696 3 mei; RA 5879 C, nr. 283-285: Jacobus van de Luister, met Isaac van de Luister te St. Annaland als borg, verklaart schuldig te zijn aan de erfgenamen van Catharina Vituï een bedrag van ¦. 5.694, wegens de koop van: 5 gemeten 258 roeden, achter het dorp gelegen: N: -; O: het dorpsland; Z: zeedijk; W: karrevelden of zeedijk. 24 gemeten 215.5 roeden, gelegen als voren: N: koper's ander land; O: zeedijk; Z: -; W: 3e kavel. 40 gemeten 225 roeden: N: zeedijk; O: -; Z: de herenweg; W: 3e kavel. de erfpacht van f. 20 per jaar die op de hoeve en het ongekaveld land rust; het aandeel in de ambachtsheerlijkheid van juffrouw Vituï. Alle percelen zijn gelegen in de 2e kavel. Rente 4 gld. 10 st per 100 per jaar. Indien de comparant de rente binnen 6 weken na de vervaldag betaalt, wordt dit 4 %. Het transport geschiedde door Cornelis van der Heiden krachtens procuratie van Heijnrick de Acquet, raad en vroedschap alsmede oud-burgemeester van Delft als executeur van het testament van juffr. Catharina Vituï, laatst weduwe van Hareman van der Ceel, d.d. 24 april 1696. Afgelost: 1707. 1700 25 december; RA 5879 C, nr. 72-75: Pieter Abrahamse en Roeckus Arentsen Steijn lenen van Willem Aertsen 1000 Carolusgulden à 4%. Onderpand zijn 50 gemeten verkregen door het overlijden van de ouders van hun schoonmoeder Cornelia van de Luister, nl. Hubrecht Lambrechtsz en Neljen Lijnders. N: Isaack van de Luister cs; O: - ; Z: de herenweg; W: erfgenamen van Jacob van de Luister; circa 10 gemeten wei- en zaailand N: de genoemde erfgenamen van Jacob van de Luister; O: -; Z: dorpsland en de erfgenamen reeds genoemd; W: erfgenamen van de Vrouwe van Baerlandt, en een woonhuis: N: Jacob en Isaack van de Luister; O: zeedijk; Z: Uersel Jans; W: Voorstraat (zie Voorstraat oostzijde 15). In tien termijnen van ¦. 100 af te lossen. Afgelost: 1726. 1705 3 september; RA 5879 C: Gabreel Mouwe en Cornelia van de Luister lenen van Mr. Huijbertus Mogge, Zierikzee, een bedrag van £. 100 voor 1 jaar met 5 %. Onderpand is een hofstede c.a. met 83 gemeten 187 roeden, N: zee- dijk; O: de Heer van Welland; Z: zeedijk; W: zeedijk, alsmede onder verband van het huis, schuur c.a. waarin zij thans wonen en onder verband van de helft van de grond, gekocht van de heer van Overmeer, groot 73 gemeten. Doorgehaald: 1726. 1707 6 augustus; RA 5879 C, nr. 221, 222: Gabreel Mouwe en Cornelia van de Luijster, echtelieden en Isaack van de Luijster lenen van mr. Hubertus Mogge, Renesse, een bedrag van £. 500 à 5%. Onderpand zijn 75 gemeten, gekocht van de heer van Overmeer, N: Mouwe's ander land; O: Achterstraat; Z: de dijk; W: de baronesse's land. Doorgehaald: 1726. 1709 10 april; RA 5879 C, nr. 164-168: Isaack van de Luister verkoopt aan Gabreel Mouwe de helft van een hofstede met 64 gemeten 87 roeden N: -; N-O: zeedijk; Z-W: Baronesse van Baerlandt; N-W: zeedijk. De prijs is 8400 Carolusgulden, 5000 contant, de rest in termijnen van 850 per jaar met 5 %. Met verkoopvoorwaarden d.d. 10 april 1709. De hofstede is nog verpacht. De verkoper zal voor de koper een paard houden gedurende vijf winters. Als de verkoper geen paard heeft, moet de koper tien zakken paardebonen leveren, alsmede twaalf koppels hanen en twaalf koppels eenden. 1709 11 april; RA 5879 C, nr. 246, 247: Overeenkomst tussen Gabreel Mouwe en Cornelia van de Luijster. De boerderij en landen, gekocht van Isaack van de Luijster, zal moeten blijven aan de tweede comparant of haar erfgenamen, mits deze betalen de helft van de koopprijs. De tweede comparant verklaart te garanderen dat de 64 gemeten 87 roeden uit de boedel van Jacob van de Luijster (ovl.) als pacht zal blijven aan de eerste, waarvan de pachtsom gelijk zal zijn aan het gemiddelde bedrag van de pacht van de hofstede van Johan de Mauregnault, de hofstede van de Vrouwe van Kattendijke en de hofstede van de markies de Warringe. 1709 25 juni; RA 5879 C, nr. 248: Gabreel Mouwe verklaart voor de kooppenningen van de helft van een huis en schuur met 64 gemeten 87 roeden op 10 april 1709 gekocht van Isaack van de Luijster, speciaal te verbinden de helft van een hofstede met 64 gemeten 87 roeden (zijnde de andere helft!), eveneens gekomen uit de boedel van Jacob van de Luijster (ovl). 1709 2 juli; RA 5879 C, nr. 173-176: Gabreel Mouwe leent van Huijbertus Mogge, oud-burgemeester en raad; Zierikzee, een bedrag van £. 833-6-8 wegens geleend geld aan Isaack van de Luister à de penning 20. Onderpanden zijn de helft in een hofstede c.a. met 64 gemeten 87 roeden, gekocht van Van de Luister, alsmede van een hofstede met 83 gemeten 183 roeden N: de zeedijk; O: de Heer van Welland; Z: de weg; W: -. Als borg stelt zich Cornelia van de Luister, huisvrouw van Gabreel Mouwe, onder verband van de andere helft van de genoemde hofstede met 64 gemeten 87 roeden. Medeborg is Maria Walravens, weduwe van Rocus Adriaensen Steijn, geassisteerd door de secretaris Fr. de Klerck onder verband van 25 gemeten land haar vermaakt door haar grootmoeder bij testament. Tevens stellen zich als borgen: Isaack van de Luijster en Huijbert van de Luister. De laatste verbindt daarvoor 1/3 deel van een hofstede met 50 gemeten (d.w.z. 16 gemeten 200 roeden), gelegen: N: de zeedijk; O: de zeedijk; Z: land van G. Mouwe; W: land van Overmeer. 1714 25 augustus; RA 5879 C, nr. 102, 103: Testament van Heijnderick Pieterse en Lammerdinne Davidts, echtelieden, gepasseerd ten huize van de testerenden, wonende op "de Hollantse Houve" (beiden plaatsen een handmerk). 1715 4 september en 28 oktober; RA 5879 C, nr. 109: Schout en schepenen verklaren op verzoek van Isaacq van de Luyster en Cornelis Mol, voogden en administrateur over de nalatenschap van Cornelia van de Luijster, dat zij genoodzaakt zijn een deel van het bezit of de effecten te verkopen, hoewel het een fidei commissaire boedel betreft, wegens de schulden en voorts door de zware val die de dijken deed doorbreken en vanwege de stormen en watervloeden waardoor het geschot zo hoog was, dat deze niet uit de inkomsten konden worden voldaan Brief aan de Staten van Zeeland van schout en schepenen. Verwezen wordt naar de resolutie van 9 september 1715 over het verzoek van de administrateurs. Schout en schepenen bevestigen de mededelingen in het request en adviseren positief. 1717 2 augustus; RA 5879 C, nr. 120, 121: Uittreksel uit de resoluties van de Staten van Zeeland, d.d. 2 augustus 1717 op het request van Isaacq van de Luijster en Cornelis Mol (zie resolutie 26 maart 1716) om afdoening van het request van 3 september 1715. Het verzoek wordt toegestaan: zoveel als nodig is mag worden verkocht. 1726 9 juli; RA 5879 D, nr. 341: Cornelis Mol, als erfgenaam van Cornelija van de Luijster, verkoopt de "Hollantse hofstede en landen" vanouds genaamd de Hollandse Hoeve, voor wat betreft de ene helft aan Hubert van der Kroon, in huwelijk hebbende Neeltje Davids, en voor wat betreft de andere helft aan Vincent Wale. 1726 9 juli; RA 5885 D: Akte van naasting: Huijbert van der Kroon, te Oude Tonge (gehuwd met Neeltje Davids), naast de "Hollandse Hofstee" van Vincent Wale omdat hij nader in maagschap is dan de verkoper Cornelis Mol. Daarop draagt Vincent Wale de andere helft in de hofstede en gronden over aan Van der Kroon voor dezelfde prijs. 1726 7 augustus; RA 5885 D; zie ook RA 5879 D, nr. 347, 348: Cornelis Wale, schout, Aarnoud Steijn en Cornelis Mol, verkopen aan Huijbert van der Kroon en Neelken Davids van St. Annaland, echtelieden, te Oude Tonge: A een hofstede met 128 gemeten 172 roeden zaai- en weiland, N: de zeedijk; O: de zeedijk; Z: erven Cornelia van de Luister; W: Laurens de Kok en de graaf van Rupelmonde. B vier gemeten, N: de erven Cornelia van de Luister; O: dorpsland; Z: de zeedijk; W: de karrevelden. De prijs is £. 15-15-0 per gemet of in totaal £. 2025-0-7. De goederen zijn afkomstig van Cornelia van de Luister en in pacht bij Hendrik Pieterse Zegers. 1727 22 januari; RA 5886 B, nr. 1: Rekening door Cornelis Waele, Arnoud Steijn en Cornelis Mol van de boedel van Cornelia van de Luijster, weduwe van Gabriel Mouwe, overgebracht 22 januari 1727: - Op 26 juni 1726 werden in het openbaar verkocht een hofstede met 128 gemeten 172 roeden zaai- en weilanden, vanouds genaamd 'de Hollantse Hoeve', laatst bezeten door Cornelia van de Luijster en thans in pacht bij Hendrik Pieterse Zegers. Verkocht voor £.15-15-0 per gemet, in totaal £. 2025-0-7. - Op de Hollantse Hoeve rustte een hypotheek ten behoeve van mr. Jacob Ockersse aan wie de pacht werd betaald. - Van mr. Huybertus Mogge was £. 500 à 5 % geleend waarvoor men 75 gemeten land had verbonden. Geheel trouweloos had Isacq van de Luijster zijn helft van de grond verkocht aan Gabriel Mouwe zonder zijn schuld daarop af te lossen. De betreffende hypotheekakte was gepasseerd voor Schepenen van Sint Philipsland op 7 mei 1695. 1744 Kaart van Hattinga: eigenaars de erven Van der Kroon; baander is Michiel Mol. 1752 28 november; RA 5885 E, nr. 108, 109: Beslaglegging namens Huybrecht van der Kroon, Pieter Grinwis (gehuwd met Maria van der Kroon), Cent Monis, Adriaan Monis, gezamenlijk eigenaars van Hollands Hoeve (128 gemeten 172 roeden, pacht £. 2-1-2) en het Hoogebaaken (50 gemeten 252 roeden, pacht £.2) op levende have, inventaris en vruchten te velde en in de schuur van Michiel Mol. Pachten verschenen per Bamisdag: 1746 £. 165-13-9; 1747 £. 366-6-4; 1748 £. 366-6-4; 1749 £. 360-6-2; 1750 - 1752 £. 355. Inventaris opgemaakt door Jan Mol, Marinus Reyngoud en Corn. de Kok. 1752 1 december; RA 5879 B, gerechtsrol. Eiser: secretaris Adriaen van der Schoor als rentmeester van de ambachtsheren; Gedaagde: Michiel Mol, over een schuld van £. 64-15-5 wegens gehuurde tienden waarvoor 82 schapen in beslag zijn genomen. 1753 22 maart; RA 5885 E, nr. 111: De weduwe van schout Michiel Mol verbindt en geeft over al haar roerende en onroerende goederen aan Jacobus Rijn wegens een schuld van duizend gulden en veertig grooten. 1760 30 oktober; RA 5881, nr. 14: Huybrecht van der Kroon, mede namens zijn zwagers Pieter Grinwis, Cent Monis en Adriaan Monis, verkoopt aan Paulus Matthys Heerschap de Hollands Hoeve 128 gemeten 272,5 roeden en het Hooge Baeken 50 " 252 roeden, samen 179 gemeten 224,5 roeden voor £. 800 en £. 33-6-8 voor twee misputten op beide hoeven. 1760 30 oktober; RA 5882, nr. 15: Paulus Matthijs Heerschap verklaart schuldig te zijn aan de heren Huybrecht van der Kroon, Pieter Grinwis, Cent Monis en Adriaan Monis de somma van £. 330-6-8 tegen 5 %. Geen onderpand genoemd. 1767 11 februari; RA 5885, nr. 62: Inventaris van de goederen nagelaten door Paulus Matthijssen Heerschap en Leena Abrahamse Roon, opgemaakt op verzoek van Jacob Krijger en Goris Pijll, voogden. - hofstede met 128 gemeten 272,5 roeden, genaamd de Hollandse Hoeve - idem met 50 gemeten 252 roeden, genaamd het Hooge Baeken - hij bezat ook een hofstede en gronden in Goedereede, gepacht door Matthijs Paulusse Heerschap. 1767 16 april; RA 5881, nr. 67, 83: De erven Paulus Heerschap en zijn weduwe Leijntie Abrahamse Roon verkopen de hofstede Hollands Hoeve, groot 128 gemeten 272,5 roeden aan Maria van Trigt, weduwe van Izak van Hekke. Prijs is £. 8 per gemet of in totaal £. 1031-5-4 en £. 30 voor de mestput ('mispit'). Met verkoopvoorwaarden d.d. 3 maart 1767. 1770 5 maart; RA 5881, nr. 84: Maria van Trigt, weduwe van Izacq van Hekke, te Zierikzee, verkoopt via notaris Oudesluys aan Jacob Abrahamse van Oeveren, te Sint Annaland, de hofstede genaamd Hollands Hoeve, groot 128 gemeten 272,5 roeden, voor £. 14 of in totaal £. 1804-14-4 en £. 33-6-8 voor de mestput. RA 5881, nr. 85: overdracht voor Schout en Schepenen van Sint Philipsland van Hollands Hoeve: £. 488 contant en £. 1350 tegen 3,5 %. 1770 2 mei; RA 5882, nr. 86: Jacob Abrahamse van Oeveren is schuldig aan Mejuffrouw Maria van Trigt, weduwe van Izak van Hekke, een bedrag van £. 1350, het restant koopsom Hollands Hoeve, rente 3,5 %. In de marge: op 25 april 1798 verklaren Jan van IJsselsteyn en Cornelis Sevenhuyzen dat alles is afgelost. 1798 25 april; RA 5882, nr. 100: Jacob van Oeveren, landman, is schuldig aan de vijf minderjarige kinderen van Caarl Dorst (was gehuwd met de overleden Johanna de Groen) een bedrag van £. 1300 tegen 4 %. Onderpand de hofstede van 128 gemeten 272,5 roeden met de vruchten en de inventaris. 1829 19 maart; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2848 (2510): Openbare verkoping van de Hollandsche Hoeve op verzoek van de erfgenamen van Jacob Abrahamse van Oeveren en Maria Jeremiasse Dorst, t.w. Jeremias van Oeveren, tevens als gemachtigde van Leendert van Oeveren te Wissenkerke, Marinus Mol, gehuwd met Petronella van Oeveren, Cornelia van Oeveren, gehuwd met Cent den Braber. 1829 2 april; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2848 (2524): De hoeve wordt gekocht door notaris W.J. van Voorst Catshoek namens Adriana van Oeveren voor ƒ. 18.177. 1829 27 juli; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2911 (636): Adriana van Oeveren, weduwe van Pieter van Dijke, leent van Jan Schuurbeque Boeye, te Zierikzee, een bedrag van ƒ. 19.000 tegen 5 %. Onderpand is o.a. de hofstede 'de Hollandsche Hoeve', groot 53 bunder 74 roeden 25 ellen. 1832 9 juli en 16 juli; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2924 (1093 en 1106): Adriaan van Dijke, landman te Sint Philipsland, vader en voogd van de minderjarige kinderen in huwelijk verwekt bij zijn nog in leven zijnde huisvrouw Maria Abrahamse van Oeveren, nl. Pieter (20 jaar), Abraham (17 jaar) en Adriaantje (15 jaar), benoemde erfgenamen voor de helft van de nalatenschap van wijlen Adriana van Oeveren, (ovl. Sint Philipsland 28 juni 1831), weduwe van Pieter van Dijke; Abraham van Oeveren, winkelier te Sint Philipsland en diens huisvrouw Adriana Mol, vroedvrouw, ouders van Adriana van Oeveren; Abraham van Oeveren Abrahamszoon, landman te Sint Philipsland; Maria van Oeveren, landvrouw te Sint Philipsland, huisvrouw van Adriaan van Dijke; Marinus van Oeveren, landman te Sint Philipsland; Adriaantje van Oeveren, huisvrouw van Pieter van Ast, wonende te Scherpenisse, broers en zusters van Adriana van Oeveren, erfgenamen voor de andere helft, veilen in het openbaar o.a. een hofstede, bestaande uit woonhuis, schuur, wagenhuis en verder getimmerte, genaamd de Hollandsche Hoeve, in de Oude Polder, met 51 bunder 81 roeden 25 ellen zaai- en weilanden. Ingezet door Jacobus Stols voor ƒ. 11.199,60. Hoogste bieder: Hugo van der Linden, partikulier te Bergen op Zoom, voor ƒ. 16.548. Deze deed het bod voor mej. Pieternella Moerbeek, weduwe van Jacobus van der Linden, winkelierster te Bergen op Zoom. 1832 24 en 25 juli; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2925 (1118 en 1119): Boedeldag Hollandsche Hoeve door de erfgenamen van Adriana van Oeveren. "50 gemeten achter het dorp". Bij deze 50 gemeten gaat het om land in de tweede kavel, 38 gemeten ten noorden van de weg (de Lange Wenden J.K.) en 12 gemeten ten noorden van het dorp en het karreveld. De twee dochters uit het eerste huwelijk van Cornelia van de Luijster erfden die percelen van hun grootouders, Huybrecht Lambrechtssen (van de Luister) en Neeltje Leenders. Dit waren Neeltje Walraven, gehuwd met Pieter Abrahamse van Borselen, en Maria, gehuwd met Rockus Arentsen Steyn. Beide dochters hadden ieder drie kinderen t.w. Cornelia, Abraham en Cornelis van Borselen en Huybrecht, Aarnout en Gabriël Steyn. Cornelia van Borselen huwde op 16 april 1712 te Sint Annaland met Cornelis Mol uit Oud-Vossemeer, waaruit verklaard wordt waarom Cornelis Mol regelmatig op de voorgrond treedt. Via de ouders kregen deze zes nakomelingen van Cornelia ieder een zesde deel van de 50 gemeten, waarvan dus 12 gemeten bij het dorp lagen en 38 gemeten aan de noordzijde van de weg. Cornelis Mol kocht in 1726 en 1731 de delen van zijn zwagers op zodat hij 25 gemeten verkreeg. Hetzelfde deed Gabriël Steyn in 1732 en 1734 met de delen van zijn broers. In 1746 kocht hij de 25 gemeten van Cornelis Mol en kon hij de gehele 50 gemeten gaan beboeren. Hij woonde in de Voorstraat westzijde nr. 50 en hij had een schuur in de Achterstraat (zie aldaar 46, 48 en 50). Samenvatting eigenaars '50 gemeten achter het dorp': periode eigenaar 1645 - 1657 erfgenamen van Manrycque 1657 - 1687 Huybrecht Lambrechtssen (van de Luister), later zijn weduwe 1687 - 1732 Neeltje Walraven, later haar kinderen (de helft) 1732 - 1746 Cornelis Mol, schoonzoon van Neeltje Walraven (idem) 1687 - 1734 Maria Walraven, later haar kinderen (de andere helft) 1734 - 1746 Gabriël Steyn, zoon van Maria Walraven (idem) 1746 - 1774 Gabriël Steyn, later zijn erfgenamen (het geheel) 1774 - 1777 Jannetje Steyn 1777 - 1796 Cornelis Daene 1796 - 1832 Marinus Dorst Transacties enz.: 1667 18 november; RA 5879 C, nr. 33: Hubrecht Lambrechtsz., schout en dijkgraaf schenkt aan zijn zoon Isack Hubrechtsz. van de Luister, die in het huwelijk gaat treden met Cornelia Bols, laatst weduwe van Lijeven Jans de Grave, 10.000 gulden als rente tegen 4 % waarvoor de gever als onderpand stelt 50 gemeten koren- en weiland in de 2e kavel. Afbetaald in 1669. 1676 9 oktober; RA 5885 D: Testament van Neeltghen Leenderts, weduwe van Hubregt Lambrechts 1687 7 november; RA 5879 C, nr. 154, 155: Cornelis Walraven, schout, verkoopt aan Jacob van de Luister, executeur van de boedel van de kinderen van Cornelis Walraven en Cornelia van de Luister, winkelgoederen, o.a. olie, azijn, zeep, kaas, brandewijn, zout, meel, gort enz. Kousen, garen, lint, voorts hangt hiermee samen de verkoop van twee huizen, afkomstig van Pijeck naast meester Pieter (van Sijervelt) en het andere in de Achterstraat, drie paarden, twee wagens, losse goederen, huisraad enz. om hieraan te verhalen het bedrag van £. 400 die hij, Walraven, uit de boedel van de grootmoeder van de kinderen, Nelken Lijnders, wed. van Hubrecht Lambrechtsz, heeft genomen. enz. 1690 13 en 22 november; RA 5879 C, nr. 208, 209: Cornelis Walraven en zijn huisvrouw Cornelia van de Luister transporteren aan hun dochters Neljen Walravens, Marij Walravens en Cornelia Walravens alle vorderingen, effecten, enz. uit de fidei-commisaire boedel van haar vader Huybrechts en Nelken Leijnders. Op 22 november 1690 protesteert Daneel de Blonde namens de crediteuren van Cornelis Walraven hiertegen. 1700 6 november, 25 december; RA 5879 C, nr. 57 - 61: Cornelia Hubrechts van de Luister leent van Willem Aersen, Dordrecht 1000 Carolusgulden à 4 %. Onderpand is 50 gemeten, zijnde de erfportie van haar vader Hubrecht Lambrechtsz en haar moeder Neljen Lijnderts en een woonhuis. 1700 25 december; RA 5879 C, nr. 72 - 75: Pieter Abrahamse en Roeckus Arentsen Steijn lenen van Willem Aertsen, Dordrecht, 1000 Carolusgulden à 4 %. Onderpand is 50 gemeten verkregen door het overlijden van de ouders van hun schoonmoeder Cornelia van de Luister, Hubrecht Lambrechtsz en Neljen Lijnders. N: Isaack van de Luister c.s.; O: -; Z: de herenweg; W: erfgenamen van Jacob van de Luister, alsmede circa 10 gemeten wei- en zaailand: N: de erfgenamen reeds genoemd; O: -; Z: dorpsland en de erfgenamen reeds genoemd; W: erfgenamen van de Vrouwe van Baerlandt en een woonhuis. In tien termijnen van ƒ. 100 af te lossen. Afgelost: 1726. 1709 2 juli; RA 5879 C, nr. 173 - 176: Gabreel Mouwe leent van Huijbertus Mogge, oud-burgemeester en raad, Zierikzee £. 833-6-8. wegens geleend geld aan Isaack van de Luister à de penning 20. Onderpand is de helft in een hofstede c.a. met 64 gemeten 87 roeden, gekocht van van de Luister, alsmede van een hofstede met 83 gemeten 183 roeden. N: de zeedijk; O: de Heer van Welland; Z: de weg; W: -. Als borg stelt zich Cornelia van de Luister, huisvrouw van Gabreel Mouwe, onder verband van de andere helft van de genoemde hofstede met 64 gemeten 87 roeden. Medeborg is Maria Walravens, weduwe van Rocus Adriaensen Steijn, geassisteerd door de secretaris Fr. de Klerck onder verband van 25 gemeten land haar vermaakt door haar grootmoeder bij testament. Voorts stellen zich borg Isaack van de Luijster en Huijbert van de Luister. De laatste verbindt daarvoor 1/3 deel van een hofstede met 50 gemeten (d.w.z. 16 gemeten 200 roeden), gelegen: N: zeedijk; O: de zeedijk; Z: land van G. Mouwe; W: land van Overmeer. 1713 1 juni; RA 5879 C, nr. 75, 76: Inventaris van de losse goederen in de boedel van de wezen van Pieter Abrahamse op verzoek van de weduwe van Gabreel Mouwe, getaxeerd door Johanna Engels en Ida van den Boogaart. 1713 5 juli; RA 5879 C, nr. 80, Testament van Cornelia van de Luister. Erfgenamen zijn Marij Walraven, gehuwd met Johannes Jobsen Steendijk en de kinderen van Pieter Abrahamse en Neltie Walravens. Steendijk wordt uitgesloten als administrateur, in het bijzonder over de fidei commissaire goederen vermaakt aan de kinderen van Marij Walravens. 1713 5 november; RA 5879 C, nr. 77, Kwitantie van Cornelis Mol wegens het erfdeel van zijn vrouw (1/3 deel). 1721 18 maart; RA 5879 C, nr. 77, Idem van Abraham Pieters en Cornelis Pieters (elk 1/3 deel) 1713 14 december; RA 5879 C, nr. 78, Weeskamer. Als administrerend voogd aangesteld over de huizen en gronden van Cornelia van de Luijster (ovl.), weduwe van Gabreel Mouwe: Cornelis Wale. Erfgenamen zijn Maria Walravens, gehuwd met Jan Jobsen Steendick, en Cornelis Mol, gehuwd met Cornelia Pieters. 1726 23 augustus; RA 5885 D; 4 september; RA 5879 D, nr. 359, 360: Cornelis Pietersen van Borselen verkoopt aan zijn zwager Cornelis Mol 1/3 uit 25 gemeten (8 gemeten 142 roeden), liggend gemeen met de kinderen van Rokus Steyn, gepacht door Michiel Mol. Prijs £. 100. 40 gemeten benoorden de Heerenweg, N: Heer van der Kroon; O: het Hoogbaken en de Heer van der Kroon; Z: Heerenweg; W: Heer van der Kroon, en 10 gemeten omtrent het dorp, N: Heer van der Kroon; O: zeedijk; Z: dorpsland en de Heer van der Kroon; W: Laurens de Cok. 1727 22 januari; RA 5886 B, nr. 1: Rekening door Cornelis Waele, Arnoud Steijn en Cornelis Mol van de boedel van Cornelia van de Luijster, weduwe van Gabriel Mouwe, overgebracht 22 januari 1727, onder andere: - Cornelia van de Luijster had onder voorwaarden geërfd van haar moeder Neeltien Leenders, weduwe van Huijbrecht Lambregtse, krachtens een legaat bemaakt bij testament op 7 juli 1679, gepasseerd voor notaris Huybertus van Afflaken. Dit betrof circa 50 gemeten land. Op 13 november 1690 verklaarde zij met haar man Cornelis Walraven voor Schepenen van Sint Philipsland deze nalatenschap te laten aan haar kinderen en stelde haar broer Jacob van de Luijster aan als administrateur. Zij had twee dochters: Maria en Neeltien Walravens. Maria huwde Rokus Steijn waaruit werden geboren: Aernout, Huybregt en Gabriel Steyn. Neeltien huwde Pieter Abrahamse van Borselen waaruit werden geboren Cornelia (gehuwd met Cornelis Mol), Cornelis en Abram. Deze kinderen treden thans in de plaats van hun moeders. - De boedel is verdeeld. Het batig saldo is, na deze verdeling, £.2-17-5. 1731 5 december; RA 5885 D, Abram Pietersen van Borselen verkoopt aan Cornelis Mol 8 gemeten 142 roeden, gemeenliggend met zijn zwager Mol en zijn neef Stijn en ongekaveld. Prijs £. 105. 1732 2 januari; RA 5880, nr. 31 en 32: Abram Pietersen van Borselen verkoopt aan Cornelis Mol 8 gemeten en 112 roeden voor £. 17-10-0 per gemet of voor totaal £. 148-5-8. Het betreft land gelegen bij land van Cornelis Mol. N: schout Arij Meulenberg; O: schout Arij Meulenberg; Z: Heerenweg; W: Juffr. De Kroon en land gelegen bij het dorp: N: Juffr. De Kroon; O: zeedijk; Z: dorpsland, Juffr. De Kroon en de karrevelden; W: burgemeester Laurens de Cok. 1732 13 januari: RA 5885 D; 30 januari: RA 5880, nr. 37 en 38: Huijbregt Steijn verkoopt aan Gabreel Steijn 8 gemeten 142 roeden voor £. 18 per gemet of voor in totaal £. 152-10-4,5. Belendingen: A N: Arij Meulenberg en Juffr. De Kroon; O: Arij Meulenberg en Juffr. De Kroon; Z: Heerenweg; W: Juffr. De Kroon. B (bij het dorp) N: Juffr. De Kroon; O: zeedijk; Z: dorpsland, Juffr. De Kroon en de karrevelden; W: Burgemeester Laurens de Cok. 1734 28 september; RA 5886 B, nr. 29: Aernout Steijn transporteert aan Gabriël Steijn 8 gemeten en 142 roeden. Ten oosten begrensd door de landen van Juffr. Van der Kroon en Lawerijs Kock. Voorts twee 1/3 delen in huizen. Prijs is ƒ. 875 waarvan reeds ƒ. 721 is betaald, het restant tegen 3,5 %. Doorgehaald: 28 augustus 1764. 1743 Rechterlijk archief Bruinisse 4509: Inventaris van de boedel van Cornelis Mol en Cornelia van Borsselen (ovl. 4 januari 1743), onder andere: - 25 gemeten 126 roeden korenland in Sint Philipsland, verpacht aan Gabriël Steijn voor £. 1 per gemet per jaar. 1746 31 augustus; RA 5885 E, nr. 61: Gabriel Steyn leent van Marinus Geene £. 433-6-8 tegen 4 %. Onderpanden zijn: 50 gemeten 252 roeden naast de landen van Monis en Z: de weg; een schuur in de Achterweg en zijn huis in het dorp (zie Voorstraat westzijde 50). 1746 31 augustus; RA 5885 E, nr. 62: Michiel Mol, als gemachtigde van zijn broer Cornelis Mol, verkoopt aan Gabriël Steyn 25 gemeten 126 roeden voor ƒ. 2000. Naast de landen van de heren Monis; Z: de weg. N.B. Dit is de helft van de 50 gemeten 252 roeden die Steyn op dezelfde dag, samen met een huis en een schuur in de Achterweg, beleent. 1774 28 april; RA 5881, nr. 108: Marinus Steyn Gabr.zn., Jan van Oostende (gehuwd met Maria Steyn) als mede-erfgenamen van de boedel van hun vader Gabriël Steyn, verkopen aan hun zuster Jannetie Steyn ieder hun 1/3 deel in het huis, schuur en erf, alsmede 50 gemeten 252 roeden voor £. 10 per gemet of totaal voor het 2/3 deel £. 338-18-8. 1774 28 april; RA 5882, nr. 109: Jannetie Steyn Gabr.dr., leent van Abraham en Jacob de Hond, Sint Maartensdijk, £. 500 tegen 4 %. Onderpand een huis en schuur in het dorp en 50 gemeten en 252 roeden in de polder. 1777 13 juni; RA 5881, nr. 128: Johannes Endhoven, gehuwd met Jannetie Steyn Gabr.dr., verkoopt aan Cornelis Cornelisse Daene het huis, schuur en erf, alsmede 50 gemeten 252 roeden land voor £. 516-13-4. 1777 13 juni; RA 5882, nr. 129: Cornelis Cornelisse Daene leent van Abraham en Jacob de Hond £. 500 tegen 4 %. Onderpand het huis en schuur in het dorp en 50 gemeten en 252 roeden in de polder. 1782 6 juni; RA 5882, nr. 2: Cornelis Cornelisse Daene leent van Theodorus de Klercq, secretaris te Stavenisse, £. 575 tegen 4 %. Onderpand het huis, schuur en erf binnen het dorp, 50 gemeten 252 roeden in de polder, met de vruchten en de inventaris. Afgelost 10 juni 1796. 1796 13 juni; RA 5881, nr. 45: Cornelis Cornelisse Daene verkoopt aan Marinus Dorst het huis, schuur en erf en 50 gemeten 252 roeden voor £. 20 per gemet of in totaal £. 1016-16-0, met losse goederen voor £. 58-6-8, contant. 1796 13 juni; RA 5882, nr. 46: Marinus Dorst leent van Cornelis van der Lecq £. 600 tegen 4 %. Onderpand huis, schuur en erf in het dorp met 50 gemeten 252 roeden, vruchten en inventaris. Borgen Machiel Mol, Jan Stoutjensdijk (Stavenisse) en Jan Dorst (Sint Maartensdijk). 1796 13 juni; RA 5882, nr. 47: Marinus Dorst leent van Jan Dorst, te Sint Maartensdijk, £. 200 tegen 4 %. Onderpand een tweede verband op de hofstede van 50 gemeten 252 roeden. 1796 28 juni; RA 5882, nr. 48: Marinus Dorst leent van Machiel Mol £. 200 tegen 4 %. Onderpand een tweede verband op de hofstede van 50 gemeten 252 roeden. 1796 10 juni; RA 5882, nr. 49: Jan Maartensen Stoutjensdijk, schoonvader van Marinus Dorst, is borg voor £. 100. Bouwlust. In 1645 viel bij de verloting van de kavels van de herbedijkte polder de derde kavel (kavel C) toe aan Jacob van Baerlandt. Hij behoorde samen met Gerard van der Nisse uit Goes, tot de belangrijkste initiatiefnemers van de herbedijking. Samen bezaten zij 2/3 van het schorrengebied, dat opnieuw bedijkt werd. Jacob van Baerlandt (c. 1578 - 1662) was uit Goes afkomstig, maar vestigde zich te Antwerpen. Hij koos, in tegenstelling tot Van der Nisse, voor het Rooms-Katholieke geloof. Door zijn zakelijke belangen bleef Van Baerlandt nauw met Zeeland verbonden. Hij was Heer van Baarland en van Wemeldinge. Ook de heerlijkheid Dirksland, op Goeree-Overflakkee, was in zijn bezit. Via Van Baerlandts dochter Magdalena en haar kleinzoon Maximilien Philip Joseph de Boulogne de Liques, erfde diens zoon, de graaf van Rupelmonde, 1/6 deel van de heerlijkheid Sint Philipsland. In zijn bezit kwam het noordelijk deel van kavel C (met de boerderij Broedershof). Het andere 1/6 deel van de heerlijkheid en het zuidelijk deel van kavel C kwam, met de hier besproken boerderij, aan Marie Louise, gravin van Groesbeke en later aan haar zoon, de markies de Warigny. De markies liet de hofstede in 1717 verkopen aan de pachter, Laurens de Kock. In 1757 kocht François Johan Nebbens, te Zierikzee, de boerderij, met de bijbehorende grond aan. Zijn weduwe, Petronella de Kok, liet de boerderij verkopen aan Johannis van Dijke. Nog steeds is deze boerderij in bezit en in gebruik bij een afstammeling van deze Johannis. In de eerste jaren na de herbedijking was ook in deze kavel sprake van de Noorthoeve en de Zuythoeve. Later geraakten deze namen in onbruik. De benaming "Bouwlust" dateert uit de 19e eeuw. Aan de zuidzijde van de bij deze boerderij behorende grond bevindt zich een opvallende inham. Dit is het restant van de dijkdoorbraak als gevolg van de stormvloed van 26 januari 1682. Als gevolg daarvan moest 16 gemeten 217 roeden van kavel C en 1 gemet 282 roeden van kavel B worden buitengedijkt. Uit de laatstgenoemde kavel werd de grond gehaald voor de aanleg van de nieuwe dijk, het zogenaamde karreveld. Een straatnaam ter plaatse herinnert aan dit gedeelte. Door het verlies aan land werd de oppervlakte van "Bouwlust" teruggebracht tot 169 gemeten 124 (ook 129) roeden. Als gevolg van de oorlogen, waarbij de Zuidelijke Nederlanden betrokken waren, confisqueerde de Staten van Zeeland tijdens de oorlogsperiode de inkomsten uit bezittingen van Zuid-Nederlanders. Tot 1717 behoorde deze boerderij aan Zuid-Nederlanders en om die reden moesten de inkomsten ervan worden afgedragen aan de Rentmeester van de Grafelijke Domeinen in Zeeland beoosten Schelde, die te Zierikzee kantoor hield. De aantekening uit 1702 heeft hierop betrekking, in dat jaar begon nl. de Spaanse successieoorlog (1702 - 1713). Kohieren huisschatting 1674 - 1696: periode belastingplichtige belasting 1674 - 1690 Nicolaes Geerijnck £. 1 1691 - 1704 idem " 1-2-6 1705 - 1706 Johan van de Luister 1707 - 1712 diens weduwe (Willemijntie Reiniers) 1713 - 1716 Louwerens Kok 1696 Nicolaes Geerinck 3 haardsteden Kohier bewoners 1681: Claes Geerinck (aantal personen boven 8 jaar: 7) Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750 Maatje de Jonge, Johannes Booy 1758 Maria Janse Nelevaarts Bevolkingsregisters: A 64 1813 - 1825 Pieter van Dijke J.zn. (landbouwer) 1826 - 1837 Adriaan van Dijke (landbouwer) Samenvatting eigenaars: 1645 - 1717 Jacob van Baerlandt, later zijn erfgenamen 1717 - 1747 Laurens de Kock 1747 - 1752 Matie de Jonge, weduwe van Laurens de Kock 1752 - 1757 Cornelis de Kock 1757 - 1789 François Nebbens, later zijn weduwe 1789 - 1818 Johannes van Dijke, later zijn weduwe 1818 - 1825 Pieter van Dijke J.zn. 1825 - 1831 Adriana van Oeveren, weduwe van Pieter van Dijke 1832 Pieter van Dijke A.zn. Samenvatting pachters/gebruikers: 1645 Daem Jacobs - 1671 Willem Geerinck 1671 - 1704 Nicolaes Geerinck 1705 - 1706 Johannes van de Luister 1707 - 1712 Willemijntie Reyniers, weduwe Johannes van de Luister 1713 - 1747 Laurens de Kock 1747 - 1752 Matie de Jonge, weduwe Laurens de Kock 1752 Cornelis de Kock 1773 - 1812 Johannes van Dijke, later zijn erfgenamen 1812 - 1826 Pieter van Dijke J.zn., later zijn weduwe 1826 - 1832 Adriaan van Dijke Transacties: 1648 RA 5879 A: Vermelding dat op de kavel van de Heer van Dirksland de Noort- en de Zuythoeve gelegen zijn. (N.B. Waarschijnlijk werd deze aanduiding voor alle bedrijven aan de noord- en aan de zuidzijde van de weg gebruikt.) 1651 RA 5879 A: Vermelding dat Daem Jacobs pachter is van de Heer van Dirksland, de Noorthoeve van 163 gemeten en de Zuythoeve van 186 gemeten. 1682 9 mei; RA 5879 C, nr. 112 - 114: Dijkgraaf Cornelis Walraven en Willem Meyer, Isaack van de Luister en Nicolaes Geerinck, gezworenen van Sint Philipsland, krachtens machtiging van ingelanden van 24 maart 1682 verklaren schuldig te zijn £. 1000 aan Johannes Rontvis. Het rentepercentage is niet vermeld. Ingelanden besloten aan te besteden het maken van de doorbraken en gaten in hun zeedijk, veroorzaakt door de vloed van 26 januari 1682, en het leggen van een inlaag nabij de hoeve van Nicolaes Geeringh, groot 160 roeden voor £. 9-18-4 per roede; voorts het herstellen van het gat in de zeedijk tegen de hofstede daar Janneken Leenderts op woont, lang 39 roeden alsmede het herstel van het gat in de zeedijk op de hoek van het "Hoogen Baecken" lang circa 33 roeden voor £. 4 per roede, alles conform de opgemaakte bestekken. De ingelanden zijn reeds belast met 10 schellingen per gemet. Hierboven komt nog £. 1-10-0 per gemet te betalen in handen van penningmeester Marinus van 't Rosevelt. Tevens besloten £. 1000 te lenen. 1689 5 maart; RA 5879 C, nr. 185, 186: Willem Willems Geerinck, weduwnaar van Lijsbet Marijnes Grenckts, met zijn broer Nicolaes Willemsen Gerijnck, alsmede Matteus Marijnesen en Jan Mari.... allen voogden over Geertejen Marijnes, Martijnjen Corstijna, Willemijne en Johannes Willems Geerlijnck nagelaten wezen van Willem Willems Geerlynck en Lijsbet Marines komen overeen, ten overstaan van schout en weesmannen van Sint Philipsland, dat de genoemde Willem Willems Geerijnck als boedelhouder alle effecten van de boedel zal behouden, de lasten zijn eveneens voor hem. Hij zal de wezen onderhouden, voeden, laten leren lezen en schrijven en de meisjes laten leren naaien tot ze 18 jaar oud zijn of gehuwd zijn. De oudste dochter Geerjen zal hebben van haar moeders kleren de mantel en andere kledingstukken. Marijnes ontvangt de gouden ring van zijn moeder en de zilveren beker en een zilveren lepel, die hem als pillegiften werden gegeven. Martijenjen ontvangt ook kledingstukken van haar moeder en twee zilveren lepels. Corstijna krijgt zilverwerk van moeder: drie kettingjes met een schaartje daaraan. Willemijne krijgt moeders grote gouden ronde ring. Johannes ontvangt van zijn moeder de gouden 'marck' ring, met moeders naam daarop. Alle wezen krijgen ook nog twee zilveren dukaten elk, enz. 1689 28 mei; RA 5879 C, nr. 192 - 195: Vertaling van een Franse akte, gepasseerd voor Juljaen de Klerck, notaris te Aath, waarbij Guillaume Albert de Anneux, markies van Warigny, graaf van Buat enz., gouverneur en kastelein van Aath met zijn gemalin Marie Louijse de Grousbeecke, machtiging geven aan Johannes van de Luister, secretaris te Sint Philipsland, en Quirijn Boudens, te Goes, om als hypotheek te verbinden hun hoeve met 169 gemeten 124 roeden land voor een geleend bedrag van ƒ. 1600 van Elisabeth en Janneken Jobs, voor ƒ. 2000 van Mr. Michiel Lange enz. Hun rentmeester is Mr. Pieter Zuijthoff. 1689 30 juni; RA 5879 C, nr. 198 - 200: Johannes van de Luister en Quirijn Boudens q.q. (zie hierboven) stellen tot een hypotheek 169 gemeten 124 roeden land naast het dorp gelegen: N: de Heer van Baerlandt; O: de Heer Overmeer; Z: de dijk; W: de Heer van Kruiningens kinderen, voor ƒ. 1600, ƒ. 2000, ƒ. 600 en ƒ. 3465 enz. Geroyeerd: 1717. 1702 2 oktober; RA 5879 C, nr. 82, 83: Baronesse van Baerlandt en Maximiljaen Philippus Joseph Eugene de Boulogne de Lijques, graaf van Rupelmonde mogen geen pachten of andere inkomsten ontvangen van hun hofstede c.a. maar deze bedragen moeten worden afgedragen aan de rentmeester van de Grafelijke Domeinen in Zeeland beoosten Schelde in verband met de oorlog. Marijnes Meijer en Nicolaes Geerinck zijn gebruikers van het land. Ontvanger van de gelden is schout François de Clercq. Aan hen bekend gemaakt op 12 december 1702. 1717 16 december; RA 5879 C, nr. 132 - 137: Rentmeester Johan Oostdijk, gemachtigde van de markies de Warquis, verkoopt aan Lauwerens Kock een hofstede met 169 gemeten 129 roeden wei- en zaailanden waarvan hij thans pachter is. N: Herenweg; O: Cornelia van de Luister (ovl.); Z: dijk; W: de Heer van Kattendijke. Prijs: £. 2033-3-2. (of £. 12 per gemet). Contant voldaan. Met verkoopvoorwaarden d.d. 16 december 1717. Op 19 januari 1718 werd de kwitantie getoond. 1717 16 december; RA 5879 C, nr. 138 - 140; RA 5885 D nr. 34: Laurens Kock en Willemijnie Reijniers, echtelieden, lenen van mr. Willem Ockersse, oud-burgemeester en secretaris, Zierikzee, een bedrag van £.2000 uitbetaald aan Johan Oostdijk, q.q. voor 1 jaar à 5 %. Onderpand is de hofstede met 169 gemeten 129 roeden koren- en weilanden, losse goederen, alsmede een huis en erf in het dorp: N: Fincent de Wael; O: de dijk; Z: molenhuis; W: de straat. In 1757 was afbetaald £. 1016-11-0. Het tekort bleef ten laste van Cornelis Laurense de Kok en zijn huisvrouw. 1721 19 november; RA 5879 D, nr. 153, 154: Willem van de Luister verkoopt aan Arij Pietersen Meulenberg een blok land, zijnde 1/6 deel van de hofstede en landen bewoond door Laurens de Cok, N: de Heerenweg; O: Cornelia van de Luister; Z: de zeedijk; W: de Heer Huyssens. De prijs bedraagt £. 423-11-6. 1733 25 februari; RA 5886 B: Schout Vincent de Waele, voogd over Johannes van de Luijster, Johan Oostdijk, Leendert de Lange en Tanneken van der Daff, weduwe en erfgenaam van Willem Molenberg, allen erfgenamen van Arij Molenberg, verkopen aan burgemeester Laeuwereijs Kock een blok land genaamd de Sluijsblock, zijnde 1/6 uit de hofstede van de genoemde Laeuwereijs Kock, groot 169 gemeten 129 roeden, door Arij Molenberg gekocht van Willem van de Luijster volgens transport van 19 november 1721 voor £. 12-5-0 per gemet. De koper neemt op zich te betalen aan Jacoba de Wit, weduwe van Raadsheer Ockersse te Zierikzee ¦. 1000 en aan Johan de Kock ƒ. 1000 zijnde deze grond voor 1/6 verbonden in een obligatie ten laste van Laeuwereijs Kock d.d. 16 december 1717. 1744 kaart van Hattinga: Laurens Kok, eigenaar en baander 1752 15 juli; RA 5885 E, nr. 112: Overeenkomst tussen Cornelis de Kock aan de ene zijde, en Simon Faasse (echtgenoot van Rachel de Kock) en Michiel Mol, als voogden van Johanna en Maria de Kock, en Matie de Jonge, weduwe en boedelhoudster van Laurentius de Kock aan de andere zijde. Cornelis de Kock neemt de boedel over met o.a. een schuld van £. 2000. 1756 16 juni; RA 5885 E, nr. 126: Cornelis de Kock, landman, en Neeltje van Borsselen, doen afstand van hun gehele bezit wegens verschuldigde rente van een lening van £. 2000, aan Jacob Ockersse, oud-secretaris Provinciale Rekenkamer, gevestigd op de hofstede met 169 gemeten 135 roeden. 1757 21 juni; RA 5885 E, nr. 131: Cornelis de Kock en Neeltje van Borsselen machtigen Jacob Ockersse om de boerderij te verkopen. 1757 13 oktober; RA 5885 E, nr. 135: Verkoop van de hoeve aan François Johan Nebbens, heemraad van Schouwen, voor £. 6 per gemet, dus in totaal voor £. 1016-11-7. 1757 13 oktober; RA 5885 E, nr. 136: Mr. François Johan Nebbens leent van Jacobus van IJsselsteyn £. 500 tegen 4 %. Onderpand de hofstede van 169 gemeten 129 roeden. 1789 23 november; RA 5881, nr. 74: Cornelis van der Lecq verkoopt namens Petronella de Kok, wed. François Nebbens, aan Johannis van Dijke, schepen, een hofstede met 169 gemeten 124 roeden voor £. 10 per gemet of in totaal voor £. 1694-4-0. De hofstede is gelegen naast het land van J. Bijleveld, Cornelis Daene en Jacob van Oeveren. 1789 23 november; RA 5882, nr. 73: Johannes van Dijke leent van Willem de Bruyn Leendertzn., makelaar te Middelburg, m.i.v. 1 november 1789 £. 1300 tegen 4,5 %. Jaarlijks £. 200 af te lossen. Onderpand hofstede van 169 gemeten 124 roeden; borg Johannes de Wit, wonende onder Sint Maartensdijk, eiland Tholen, voor £. 400. Op 18 september 1800 restant van £. 300 voldaan; doorgehaald: 24 mei 1800. 1793 10 december; RA 5882, nr. 31: Johannes van Dijke leent van de Diaconie £. 100 tegen 4 %. Onderpand is zijn hofstede met 169 gemeten 126 roeden. Voldaan 1 januari 1796; doorgehaald 13 juni 1796. 1818 2 maart; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2814 (763): Boedelscheiding van Johannes van Dijke en Neeltje Klippel. Pieter van Dijke aanvaardt de hem gelegateerde hofstede voor ƒ. 150 per gemet of voor in totaal ¦. 25.412. 1818 2 maart; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2814 (767): Pieter van Dijke en Adriana van Oeveren lenen van Marinus Anthony Catshoek, vrederechter te Tholen, een bedrag van ƒ. 10.000 tegen 5 %. Onderpand is de heden verworven hoeve met de daarbij behorende losse inventaris en de gewassen te velde. 1825 4 augustus; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2897 (90): Pieter van Dijke verpacht de hofstede, bekend onder nr. 64, aan Adriaan van Dijke voor tien jaar. De pacht gaat in op 1 maart 1826 en eindigt op de laatste dag van februari 1836 en ze bedraagt ƒ. 2125,45½ per jaar voor 68 bunder 14 roeden 73 ellen. 1826 6 maart; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2898 (431): Openbare verkoop van paarden, koeien, bouw- en melkgereedschappen en meubels "waarbij zich geen goude of zilvere werken noch horlogien bevinden" op de hoeve bewoond door de weduwe van Pieter van Dijke, landvrouw. De verkoop geschiedt op haar verzoek. 1829 27 juli; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2911 (636): Adriana van Oeveren, weduwe van Pieter van Dijke, leent van Jan Schuurbeque Boeye, te Zierikzee, een bedrag van ƒ. 19.000 tegen 5 %. Onderpand is o.a. de hofstede nr. 64, groot 68 bunder 14 roeden 70 ellen. 1831 30 september; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2920 (981): Uit de boedelbeschrijving van Adriana van Oeveren, weduwe van Pieter van Dijke J.zn., overleden te Sint Philipsland 28 juni 1831, blijkt dat de hofstede werd gelegateerd aan Pieter van Dijke A.zn. Broedershof. Het betreft hier het noordelijk deel van de derde kavel (kavel C), die in 1645 toeviel aan Jacob van Baerlandt. Via zijn dochter Magdalena kwam de kavel in bezit van Zuid-Nederlandse adel. Een kleinzoon van haar was Maximilien Philip Joseph de Boulogne de Liques, die 1/6 van de heerlijkheid Sint Philipsland en de hier besproken boerderij met het noordelijk deel van kavel C, in bezit kreeg. Zijn zoon, de graaf van Rupelmonde, liet de boerderij met de bijbehorende grond in 1734 verkopen aan Johan Turcq, een regent uit de stad Tholen. De boerderij vererfde na het overlijden van Johan Turcq in 1748 aan zijn zoon Willem Hendrik Turcq, Gecommitteerde Raad van de Staten van Zeeland namens Tholen. In 1778 verkocht deze de drie percelen, met een gezamenlijk oppervlak van 21 gemeten 5 roeden, die ten zuiden van de weg gelegen waren. Zijn zoon, mr. Itel Frederik Pottey Turcq, Raadsheer in de Hoge Raad van Holland, Zeeland en West-Friesland te 'sGravenhage, liet de boerderij in 1788 in het openbaar verkopen. Koper werd de pachter Carel Dorst, die zich hier in 1773 uit Stavenisse had gevestigd. In 1798 kocht schout Machiel Mol de boerderij van de erfgenamen. In de eerste jaren na de herbedijking werd de hofstede aangeduid met 'Noorthoeve', de naam "Broedershof" dateert uit de 19de eeuw. Deze naam is vermoedelijk ontstaan rond het midden van die eeuw toen hier vijf broers Mol woonden. Aanvankelijk heette de boerderij: de Vijf Gebroeders. Kohieren huisschatting 1674 - 1716: periode belastingplichtige belasting 1674 - 1690 Willem Willems Meijer £. 1 1691 - 1692 Willem Meijer £. 1-2-6 1696 Marines Meijer 4 haardsteden 1693 - 1716 Marines Meijer Kohier bewoners 1681: Willem Meijer (aantal personen boven 8 jaar: 6) Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750 Geert Klaasse Jagt, Lena Steendijk, Maria van der Heggen 1758 Geert Klaasse Jagt, Lena steendijk, Leendert de Valk Bevolkingsregisters: A 77 1813 - 1837 Marinus Mol Mach.zn. (landbouwer) Samenvatting eigenaars: 1645 - 1734 Jacob van Baerlandt, later diens erfgenamen 1734 - 1788 Johan Turcq, later diens erfgenamen 1788 - 1798 Carel Dorst, later diens erfgenamen 1798 - 1827 Machiel Mol Mar.zn. 1827 - 1832 Marinus Mol Mach.zn. Samenvatting pachters/gebruikers: (1651) Daem Jacobs (1689)Willem Meijer, later zijn weduwe (1702)-(1731) Marijnus Meijer (1734)- 1735 Willem Marinusse Meyer (1747)-(1758) Geert Klaassen Jagt (1773)- 1798 Carel Dorst, later diens erfgenamen 1798 - 1827 Machiel Mol Mar.zn. 1827 - 1832 Marinus Mol Mach.zn. Transacties: 1648 RA 5879 A: Vermelding dat op de kavel van de Heer van Dirksland de Noort- en de Zuythoeve gelegen zijn. (N.B. Waarschijnlijk werd deze aanduiding voor alle bedrijven aan de noord- en aan de zuidzijde van de weg gebruikt.) 1651 RA 5879 A: Vermelding dat Daem Jacobs pachter is van de Heer van Dirksland, de Noorthoeve van 163 gemeten en de Zuythoeve van 186 gemeten. 1698 4 juli; RA 5879 C, nr. 26: Aderjaentie Geerts, weduwe van Willem Willem Meijer en Marines Willemsen Meijer, haar zoon, liquideren over de huur en diensten van de zoon, die 5 jaar op de boerderij werkte. Zij is nog schuldig £. 25. Zij heeft haar testament gemaakt voor notaris Wallenburgh te Tholen. 1702 2 oktober; RA 5879 C, nr. 82, 83: Baronesse van Baerlandt en Maximiljaen Philippus Joseph Eugene de Boulogne de Lijques, graaf van Rupelmonde mogen geen pachten of andere inkomsten ontvangen van hun hofstede c.a. maar deze bedragen moeten worden afgedragen aan de rentmeester van de Grafelijke Domeinen in Zeeland beoosten Schelde in verband met de oorlog. Marijnes Meijer en Nicolaes Geerinck zijn gebruikers van het land. Ontvanger van de gelden is schout François de Clercq. Aan hen bekend gemaakt op 12 december 1702. 1734 19 november; RA 5885 E, nr. 13: De Graaf van Rupelmonde machtigt zijn moeder, die op haar beurt schout Vincent de Wael machtigt, om aan Johan Turcq een hofstede van 170 gemeten 109 roeden te transporteren. De hofstede is verhuurd aan Willem Meyer en in het openbaar verkocht in Middelburg op 18 februari 1735 voor £. 8-10-6 per gemet, totaal voor £. 1466-9-5. Transport in Sint Philipsland op 30 maart 1735. 1735 1 juli; RA 5885 E, nr. 6: De procureurs Adriaan Hutspot en Adriaan van der Schoor leggen op last van Johan Turcq beslag op de goederen en vruchten te velde van Willem Marinusse Meyer wegens verschuldigde pachtpenningen. 1735 1 juli; RA 5885 E, nr. 7, 8: Inventarisatie van het bezit van Willem Meyer door Laurens de Kock, Jan Franssen van Atten en Michiel Mol, met afstandsverklaring door Willem Meyer. 1744 Kaart van Hattinga: eigenaar de Raadsheer Turcq; baander Geert Klaassen. 1778 2 januari; RA 5881, nr. 132: Verkoopvoorwaarden voor drie kavels uit de hofstede van Johan Turcq. 1778 9 maart; RA 5881, nr. 133: Willem Hendrik Turcq verkoopt aan Machiel Mol een kavel van 7 gemeten 126 roeden à £. 13, in totaal voor £. 96-9-2, 1/3 contant, de rest tegen 4 %. N: de weg; O: Mevrouw Nebbens; Z: de Luysterkreek; W: J. Bijleveld (zie verder bij Hermanshoeve: in 1832 percelen nrs. B136 en B137). 1778 9 maart; RA 5881, nr. 134: Willem Hendrik Turcq verkoopt aan Marinus Mol een kavel van 6 gemeten 149 roeden à £. 11, in totaal voor £. 71-9-3. N: de weg; O: Jacob van Oeveren; Z: Mevrouw Nebbens; W: Leendert Dorst (zie verder bij Hermanshoeve: in 1832 percelen nrs. B155 t/m 158). 1778 9 maart; RA 5881, nr. 135: Willem Hendrik Turcq verkoopt aan Leendert Dorst een kavel van 7 gemeten 30 roeden à £. 12-5-0, in totaal £. 86-19-6. N: de weg; O: Marinus Mol; Z: Mevrouw Nebbens; W: Mevrouw Nebbens. (In 1832 percelen B 151 - 154). 1783 20 juni; RA 5881, nr. 7: Verkoop door de erven van Leendert Dorst (Lena Waele, weduwe van Leendert en de kinderen uit eerste huwelijk met Elisabeth Mol) van een kavel van 7 gemeten 30 roeden aan Nicolaas van den Berg voor £. 11-15-0 per gemet. N: de weg; O: Marinus Mol; Z en W: Mevrouw Nebbens. 1786 13 oktober; RA 5881, nr. 33: Nicolaas van den Bergh verkoopt aan Paulus Geense een perceel van 7 gemeten 30 roeden voor £. 25 per gemet of in totaal £. 177-10-0. N: de weg; O: Marinus Mol; Z en W: Mevrouw Nebbens. 1787 29 maart; RA 5881, nr. 43: Verkoop van 7 gemeten 30 roeden door de erven van smid Paulus Geense aan Jan Geense voor £. 22-5-0 per gemet. N.B. Dit perceel is tot heden bekend als de 'smidswei'. Het ligt ten oosten van de kruising van de Oudeweg en de Rijksweg. 1788 27 november; RA 5881, nr. 60, 62: Adriaan van der Schoor, namens Itel Frederik Pottey Turcq, Raadsheer in de Hoge Raad van Holland, Zeeland en West-Friesland, verkoopt aan Caarl Dorst een hofstede van 149 gemeten 114 roeden voor £. 13-10-0 per gemet, in totaal voor £.2016-12-7. De hofstede is gelegen naast de hofstede en landen van Mevrouw de weduwe Huissen van Kattendijke en van Nicolaas van den Bergh. Caarl Dorst is pachter (de pacht over 1788 is hij nog schuldig) en hij kocht de boerderij op een openbare verkoping. Verkoopvoorwaarden d.d. 22 september 1788, RA 5881 nr. 61. 1788 27 november; RA 5882, nr. 64: Caarl Dorst leent van Cornelis van der Lecq £. 2000 tegen 4,5 - 4 %. Onderpand de hofstede van 149 gemeten 114 roeden met de vruchten en inventaris. Doorgehaald: 25 april 1798. 1789 22 oktober; RA 5883, nr. 72: Testament van Karel Dorst en Janna de Groene, echtelieden. Zij ligt ziek te bed. Testament op langstlevende. Als toeziend voogden worden benoemd: Jacob van Oeveren en Jacob de Groene. 1792 10 januari; RA 5885, nr. 4: Inventaris van de boedel van Johanna de Groen (ovl.), echtgenote van Karel Dorst, t.b.v. de kinderen: Jeremias (12 jaar), Abraham (11 jaar), Pieternella (9 jaar), Jacob (7 jaar) en Tannetje (4 jaar). Overgebracht 10 januari 1792. - hofstede: huis, schuren, wagenhuis, keet, c.a. 149 gemeten 114 roeden, waard £. 14 per gemet of £. 2091-6-4 in totaal. - geleend van Cornelis van der Lecq £. 2000 (27 november 1788). 1797 8 december; RA 5886, nr. 74, 75: Verzegeling van een kabinet ten huize van Caarl Dorst, overleden. Ontzegeling vindt plaats in aanwezigheid van Willemyna Dane, weduwe van Carel Dorst. 1798 24 januari; RA 5888, nr. 79: Inventaris van de boedel van Karel Dorst (overleden 5 december 1797) en Willemtje Dane, overgebracht door de weduwe. Dorst was eerder gehuwd met Johanna de Groen waaruit werden geboren: Jeremias (18 jaar), Abraham (17 jaar), Pieternella (15 jaar), Jacob (13 jaar) en Tannetie (10 jaar) en uit het tweede huwelijk met Willemtje Dane: Cornelis (3 jaar) en Johanna (8 weken). Voogd en toeziend voogd over de eerste vijf kinderen zijn: Jacob van Oeveren resp. Marinus Abrahamse de Groen. Idem over de twee jongste kinderen: de weduwe resp. Jan Dorst. - hij bezat een hofstede met 149 gemeten 114 roeden zaai- en weiland, getaxeerd op £. 20 per gemet of £. 2987-12-0 in totaal. - batig saldo £. 1896-16-11. 1798 25 april; RA 5881, nr. 101: Jacob van Oeveren en Marinus de Groen, voogden over de vijf minderjarige kinderen van wijlen Caarl Dorst en Johanna de Groen, en Willemijntie Daene als weduwe van Caarl Dorst, verkopen aan schout Machiel Mol een hofstede van 149 gemeten 114 roeden voor £. 32-10-0 per gemet of £. 4854-17-0 in totaal. Verkoopvoorwaarden: RA 5881, nr. 89. 1798 25 april; RA 5882, nr. 102: Machiel Mol leent van Cornelis van der Lecq, te Stavenisse, een bedrag van £. 4400 tegen 4,5 - 4 %. Onderpanden: 1e de hofstede van 149 gemeten 114 roeden, heden van de erven Dorst gekocht; 2e de hofstede met 130 gemeten 213 roeden, door comparant bewoond; 3e een hofstede met 83 gemeten 182 roeden; 4e een kavel land van 7 gemeten 126 roeden; 5e een kavel land van 6 gemeten 149 roeden. Volledig voldaan 13 maart 1810; doorgehaald: 29 juni 1810. Steene Poort. Bij de verloting van de kavels van de herbedijkte polder in 1645 kwam de vierde kavel (kavel D) in het bezit van mr. Gerard van der Nisse, met Van Baerlandt de belangrijkste initiatiefnemer van de herbedijking. Mr. Gerard van der Nisse (1602 - 1669) woonde te Goes waar hij vele malen burgemeester was. In 1661 werd hij namens Goes lid van Gecommitteerde Raden van de Staten van Zeeland. Hij was ambachtsheer van Nisse en Kruiningen. Zijn dochter Cornelia, Vrouwe van Kruiningen en Zaamslag, huwde met Ridder Johan Huyssen, Heer van Oud- en Nieuw-Vossemeer en lid van het Middelburgse stadsbestuur. Na diens overlijden hertrouwde Cornelia met mr. Anthonie de Huybert, baljuw van Veere en later lid van de Hoge Raad van Holland, Zeeland en West-Friesland te 's Gravenhage. Later, in de 18de eeuw, was het zuidelijk deel van kavel D in het bezit van mr. Cornelis Godin. Diens schoonzoon, Johan Bijleveld, burgemeester van Veere, liet de boerderij in het openbaar verkopen in 1792. Willem Steenpoorte, zoon van de overleden pachter, maakte van zijn voorkeursrecht gebruik door de boerderij te kopen voor het hoogste bod, uitgebracht door Willem van Dalsen, die zich daarom moest terugtrekken. Steenpoorte kocht de boerderij voor 16.000 gulden. Nog in hetzelfde jaar verkocht hij de boerderij door aan Hermanus van Nieuwenhuyzen met 1800 gulden winst. De naam "Steene poort" is ontleend aan de naam van de pachter Adriaan Steenpoorte, die zich met zijn vrouw Wilhelmina Almekinders, in 1755 in Sint Philipsland vestigde vanuit Nieuwland (Walcheren). Kohieren huisschatting 1674 - 1716: periode belastingplichtige belasting 1674 - 1676 Cornelis Lambrechtse £. 1 1677 - 1690 zijn weduwe Janneken Leenderts 1691 - 1716 Arent Steyn £. 1-2-6 1696 Aren Steyn 4 haardsteden Kohier bewoners 1681: Janneken Leenders (aantal personen boven 8 jaar: 7) Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750 Jacob Mol, Adriana Liere, Cornelis Steyn 1758 Adriaan van de Steenpoorte, Willemina Almekinders Bevolkingsregisters: A 65 1813 - 1837 Hermanus van Nieuwenhuyzen (landbouwer) Samenvatting eigenaars: 1645 - 1792 mr. Gerard van der Nisse, later diens erfgenamen 1792 Willem Steenpoorte 1792 - 1832 Hermanus van Nieuwenhuyzen Samenvatting pachter/gebruikers: (1659)-(1668) Marinis Jansz Doen, later zijn weduwe 1669 - 1690 Cornelis Lambrechtsz (Eggebeen), later zijn weduwe 1691 -(1739) Arent Steyn, later Izak Steyn, later zijn weduwe Adriana Liere (1739)- 1754 Jacobus Mol, later zijn weduwe Adriana Liere 1755 - 1791 Adriaan Steenpoorte 1792 - 1832 Hermanus van Nieuwenhuyzen Transacties: 1648 RA 5879 A: Vermelding dat op de kavel van de Heer van Dirksland de Noort- en de Zuythoeve gelegen zijn. (N.B. Waarschijnlijk werd deze aanduiding voor alle bedrijven aan de noord- en aan de zuidzijde van de weg gebruikt.) 1651 1659 RA 5879 A: Aantekening dat Geeraert van der Nisse twee hoeven, de Noort- en Zuidhoeve, op zijn grond heeft. 23 oktober; RA 5879 A: Johan Huyssen, Heer van Vossemeer, laat beslag leggen op de goederen op zijn hoeve en land van Marinis Jans [Doen]. 1674 Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr. 721: De hoeve met 144 gemeten 233 roeden is verpacht aan Cornelis Lambrechts voor £. 300 per jaar. In de hoeve is een nieuwe dorsvloer aangebracht door Pieter van Sierevelt voor £. 6-0-6. Jacob Venne leverde hiervoor het hout. 1674 RA 5879 C, nr. 68: Cornelis Lambrechtsz. heeft getransporteerd aan de heer van Kruiningen tot verzekering van £.900 wegens pachtschuld aan deze over 1672 - 1674 zijn zes werkpaarden, een jong paard gaande op zijn tweede gras, zes melkbeesten, vier tweejarige vaarzen en één éénjarige met een kalf, vier varkens, drie ploegen, één kar en één sleep en voorts alle landbouwgereedschap, zestig hoenders, alle meubels zoals kisten, kasten, lijnwaad, goud, zilver, koper, metaal enz. alsmede alle vruchten te velde: koolzaad, tarwe, gerst, haver, bonen, erwten, oude en jonge mee enz. om daaraan de schuld van £.900 te verhalen. 1679 Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr. 721: De hoeve is weer ingepacht door de weduwe van Cornelis Lambrechts voor £. 280, gedurende zeven jaar. Er is gerepareerd aan deze hoeve voor een bedrag van £. 17-17-6. 1682 9 mei; RA 5879 C, nr. 112 - 114: Dijkgraaf Cornelis Walraven en Willem Meyer, Isaack van de Luijster en Nicolaes Geerinck, gezworenen van Sint Philipsland, krachtens machtiging van ingelanden van 24 maart 1682 verklaren £. 1000 schuldig te zijn aan Johannes Rontvis. Het rentepercentage is niet ingevuld. Ingelanden besloten aan te besteden het maken van de doorbraken en gaten in hun zeedijk, veroorzaakt door de vloed van 26 januari 1682, en het leggen van een inlaag nabij de hoeve van Niclaes Geeringh, groot 160 roeden voor £.9-18-4 per roede, voorts het herstellen van het gat in de zeedijk tegen de hofstede daar Janneken Leenderts op woont, lang 39 roeden alsmede het herstel van het gat in de zeedijk op de hoek van het "Hoogen Baecken" lang circa 33 roeden voor £. 4 per roede, alles conform de opgemaakte bestekken. De ingelanden zijn reeds belast met 10 schellingen per gemet. Hierboven komt nog £.1-10-0 per gemet te betalen in handen van penningmeester Marinus van 't Rosevelt. Tevens besloten £. 1000 te lenen. 1683 10 maart; RA 5879 C, nr. 120, 121: Janneken Leenderts, wed. van Cornelis Lambrechtsz, is schuldig aan Cornelis Rijmelant, rentmeester van de Vrouwe van Kruiningen, een bedrag van £. 504-8-0 wegens pacht over 1680 en 1681 van de hoeve. Onderpand zijn diverse beesten, vruchten en goederen, waaronder een schilderij, en huisraad ten bedrage van £.199. Zij doet afstand van al haar overige goederen om daaraan de schuld te verhalen. 1744 Kaart van Hattinga: eigenaar Heer Jan Jeronimus Huyssen; baander Jacob Mol. 1754 12 september; RA 5885 E, nr. 121, 122: Inventaris van de hofstede in pacht bij Adriana Liere, wed. Jacobus Mol, op verzoek van de wed. Huyssen, eigenaresse. Voorts o.a. een huis in de Achterstraat. Zij verleent cessie aan Susanna Monjou, wed. Huyssen, op al haar goederen. 1755 3 december; RA 5879 B, gerechtsrol: eiser: Adriaan van der Schoor, penningmeester van de polder, gedaagde: Adriaen Steenpoorte, wegens: £. 6-3-11 dijkgeschot over 144 gemeten 233 roeden. 1768 22 augustus; RA 5882, nr. 81: Adriaen Steenpoorte wonende op de hofstede van de erfgenamen van Cornelis Godin, bij comparant in pacht, is schuldig aan deze erfgenamen £. 1073-17-4 met rente, en £. 229-4-6 voor een jaar pacht, totaal £. 1304-2-0. Hij doet afstand van alles aan Johan Bijleveldt, gehuwd met Vrouwe Jacoba Johanna Godin en gevolmachtigde van de erfgenamen. 1768 22 augustus; RA 5885: Inventaris van de in arrest genomen goederen door Jan Bijleveld, schepen en raad van Veere, als gehuwd met Jacoba Johanna Godin, en als lasthebber van mr. Johan Marinus Chalmers, secretaris van de Staten van Zeeland, gehuwd met Susanna Henderika Godin en mr. Guiljame Frederik Godin, schepen en raad van Veere, bewindhebber van de Oostindische Compagnie, de twee dames erfgenamen van mr. Cornelis Godin, en bevonden op zijn hofstede, in pacht bij Adriaan Steenpoorte: - keuken, o.a. een kwarto Bijbel, groot bedrag aan contant geld, in gouden dukaten £. 162-15-0, in zilver £. 493-11-3 en in Zeeuwse rijksdaalders £. 40-3-10.; opperkamer, voorvloer, voorkeuken, zolder, schuur met o.a. acht paarden, veel ander vee, vruchten, zaad enz., ark, o.a. wagens. 1789 16 april; RA 5888: Inventaris van de boedel van Willemina Allemekinders , gehuwd geweest met Adriaen Steenpoorte, ten behoeve van hun kinderen: Matie (gehuwd met Jan van der Vlied), Willem, Adriana (gehuwd met Adriaen Noordijk), Andries, Cornelia, Agatha (23 jaar) en Pieter Steenepoorte (19 jaar), overgebracht door de weduwnaar. De boerderij werd gepacht van burgemeester J. Bijleveld voor £. 241 per jaar. Het batig saldo bedroeg £. 2032-9-10. 1792 31 maart; RA 5881 A, nr. 99: Verkoopvoorwaarden namens Johan Bijleveld, oud-raad en burgemeester van Veere voor een hofstede van 144 gemeten 233 roeden. Pachter was Adriaan Steenpoorte, (ovl.). Diens zoon Willem Steenpoorte maakte gebruik van zijn voorkeursrecht volgens art. 10. Daardoor moest koper Willem van Dalsen zich terugtrekken. Van Dalsen had 16.000 Carolus guldens geboden waarvan 10.000 contant. 1792 4 april; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 5238 (578): Verkoop namens de heer Bijleveld van de hoeve de Steenepoort aan Willem Steenpoorte voor ƒ. 16.000. 1792 25 april; RA 5881 A, nr. 100: Overdracht van de hofstede door Johan Bijleveld aan Willem Steenpoorte. Prijs is £. 2666-13-4, waarvan contant £. 1666-13-4, het restant à 4 %. 1792 25 april; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 5238 (586): Verkoop van de hoeve de Steenepoort door Willem Steenpoorte aan Hermanus van Nieuwenhuijzen voor ƒ. 17.800. 1792 3 september; RA 5881 A, nr. 10: Willem Steenpoorte verkoopt de hofstede aan Hermanus van Nieuwenhuyzen voor £. 2966-13-4 contant. 1792 3 september; RA 5882, nr. 11: Hermanus van Nieuwenhuyzen leent van Adriana de Jonge, weduwe van Marinus Mol £. 1000 tegen 3,75 %. Onderpand de zojuist door Willem Steenpoorte getransporteerde hofstede. 1792 3 september; RA 5886: Hermanus van Nieuwenhuyzen, bouwman, heeft van diverse personen ƒ. 10.000 geleend ter betaling van een deel van de koopsom van de hofstede en landen, bestaande uit huizen, schuren, hut en verdere opstallen, met 144 gemeten 233 roeden landen en wei, gekocht van Willem Steenpoorte en heden voor schepenen getransporteerd. Zijn familie heeft zich borg gesteld zonder een speciaal onderpand. Op het gekochte rust alleen een verband van £. 1000 kustingpenningen ten behoeve van Adriana de Jonge, weduwe van schout Marinus Mol, volgens akte d.d. 3 september 1792. Hij belooft het door hem gekochte niet te zullen verbinden en dit te houden als een soort van contra-borgtocht ten behoeve van zijn familie. Een belening zal alleen toegelaten zijn met schriftelijke toestemming van zijn borgen i.c. Hendrik van Gorsselen of degenen, die in het tekenen van de borgtocht volgt. 1793 10 oktober; RA 5885: Inventaris en rekening van de boedel van Adriaan Steenepoorte (overleden te Sint Philipsland op 5 oktober 1791.) Hij was landbouwer op de hofstede, gepacht van Jan Bijleveld, groot 144 gemeten 233 roeden. De rekening wordt gedaan door Adriaan van der Schoor, gemachtigde van de erfgenamen. Batig saldo £. 1623-9-5,5. Noordhoeve. De boerderij Noordhoeve ligt in het noordelijk deel van de vierde kavel (kavel D), die in 1645 in het bezit kwam van mr. Gerard van der Nisse. Zijn dochter Cornelia huwde met Ridder Johan Hieronymus Huyssen, Heer van Oud- en Nieuw-Vossemeer. Hun dochter Maria Susanna Huyssen trouwde met haar neef, Ridder Hendrik Huyssen. Hun zoon was Ridder mr. Alexander Johan Hieronymus Huyssen, Heer van Kattendijke en Wijtvliet (1717 - 1762), schepen, raad en burgemeester van Middelburg. Na zijn overlijden verkocht de weduwe Anna Hurgronje de boerderij met de bijbehorende grond in 1789 aan Wouter Cornelis van As. Deze overleed echter reeds het jaar daarop. De weduwe Van As, Janna Bruynzeel, hertrouwde in 1791 met Cornelis Marinusse Mol. Daardoor kwam deze in het bezit van de helft van de boerderij. De andere helft nam hij in 1803 over van de kinderen Van As. Cornelis Mol verkocht de boerderij, met de bijbehorende grond, twee jaar later aan zijn halfbroer Machiel Mol, de latere schout. Beiden waren zoons van Marinus Mol, pachter van de Noordhoeve tot zijn overlijden in 1786. De benaming Noordhoeve kwam reeds in 1664 voor. De naamgeving is ontleend aan het feit dat deze boerderij in het noordelijk deel van kavel D lag, in tegenstelling tot de Zuidhoeve, later genoemd: de Steene poorte. Kohieren huisschatting 1674 - 1716: periode belastingplichtige belasting 1674 - 1675 Cornelis Walraven £. 1 1676 Noorthoeve van de Luister 1677 - 1682 Isack van de Luister 1684 Cornelis van de Luister 1685 - 1690 Cornelis van Stee 1696 Willem Meijer 4 haardsteden Kohier bewoners 1681: Isaack van de Luister (aantal personen boven 8 jaar: 7) Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750 Johannes Mol 1758 Marinus Mol, Adriana de Jonge Bevolkingsregisters: A 76 1813 Cornelis Mol (landbouwer) 1821 - 1837 Adriaan Mol Mach.zn. (landbouwer) Samenvatting eigenaars: 1645 - 1789 mr. Gerard van der Nisse, later zijn erfgenamen 1789 - 1803 Wouter Cornelis van As, later zijn erfgenamen 1803 - 1805 Cornelis Mol 1805 - 1827 Machiel Mol 1827 - 1832 Adriaan Mol Samenvatting pachters/gebruikers: (1649)- 1670 Huybrecht Lambrechtssen 1671 - 1675 Cornelis Walraven 1676 - 1681 Isaack van de Luister 1683 - 1691 1692 (1744)- 1747 (1753)- 1793 1793 - 1805 1805 - 1827 1827 - 1832 Cornelis van Stee Willem Meijer (Jr.), later Joost Franke Vincent Wale Marinus Mol, later zijn erfgenamen Cornelis Mol Machiel Mol Adriaan Mol Transacties: 1649 15 juli; RA 5879 A: Huybrecht Lambrechtse wordt genoemd als pachter van Geeraert van der Nisse. 1651 RA 5879 A: Aantekening dat Geeraert van der Nisse twee hoeven, de Noort- en Zuidhoeve, op zijn grond heeft. 1674 Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr. 721: De hoeve met 144 gemeten 233 roeden is verpacht aan Huijbrecht Lambrechts voor £. 258-6-8 per jaar. 1676 RA 5879 A: Jaar van overlijden van Huybrecht Lambrechtse. Hij was pachter van de Noordhoeve en de Kleine Hoeve (zie Reephoeve), die beiden eigendom waren van de Heer van Kruiningen. Hij bezat 97 gemet 237 roe in de polder, waaronder het 'Hoogbaken'. 1677 2 november; RA 5879 A: Jacob Faes, rentmeester van Antoni d'Hubert, Heer van Kruiningen, gehuwd met Cornelia van der Nisse, eist van de weduwe van Hubrecht Lambrechtse £. 460-17-4 wegens achterstallige pacht over twee hoeven: de "Noorthoeve" en "Kleijne Hoeve". De eis wordt namens de weduwe bestreden. 1679 Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr. 721: Het "verckenskot op de Noorthoeve" gerepareerd voor £. 4-17. De "Noorthoeve" is verpacht aan Isaack van (de) Luijster voor £. 280, gedurende zeven jaar. Er is gerepareerd aan deze hoeve voor een bedrag van £. 13-18-2. 1684 10 mei; RA 5879 A, nr. 80: Cornelis Remelant, rentmeester van Cornelia van der Nisse, Vrouwe van Kruiningen, eist van Isaack van de Luijster een bedrag van 18 schellingen 5 groten pacht van 144 gem 233 roeden land over 1680, £. 280 over 1681, £. 33-6-8 voor de huur van de woning enz. enz., totaal £. 644-9-9. 1686 8 juni; RA 5879 C, nr. 142: Cornelis Rijmelant, rentmeester van de erven van de Vrouwe van Kruiningen, doet arrest op de goederen van Cornelis Jans van Stee, bevonden op de 'Noorthoeve' (beesten, gereedschap. vruchten) wegens pachtschuld. 1691 5 juni; RA 5879 C, nr. 211, 215: J. van de Luister, secretaris, namens Cornelis Rimelant, rentmeester van jhr. Huijssen doet arrest op alle goederen op de hofstede bewoond door Cornelis Jansen van Stee wegens pachtschuld. Van Stee vluchtte, een paard werd gevonden bij Isaack van de Luister en vier weggejaagde koeien op de dijk gepacht door Jac. van de Luister, enz. 1691 13 oktober; RA 5879 C, nr. 211, 215: Cornelis Pover en Claes Geerinck, schepenen, verklaren op verzoek van Johannes Hironimus Huijsen, heer van Zaamslag, Vossemeer, Grijpskerke enz. dat zij op 5 juli 1691 zijn geweest op de hofstede van Jacob van de Luister (Hollands Hoeve) om met hem, schout, en de schout van Zierikzee, landbouwgereedschap in arrest te nemen, toebehorende aan Cornelis Jansz. van Stee. Dit landbouwgereedschap had Van de Luister verborgen achter slot en hij weigerde open te doen. De schout van Zierikzee was genoodzaakt dit te laten doen. Ook werd meegenomen een paard en drie koeien van van Stee, die deze probeerde te onthouden aan een arrest van Huijssen. Van de Luister verklaarde die te hebben geleend. 1744 Kaart van Hattinga: eigenaar Heer Kattendyke; baander schout Cent de Waal. 1752 16 december; RA 5879 B: Adriaan Hutspot, rentmeester van mr. Alexander Johan Hieronymus Huyssen, Heer van Kattendijke, Zaamslag, Oud- en Nieuw-Vossemeer, burgemeester en raad van Middelburg, eist van schout Michiel Mol een bedrag van £. 479-1-11 wegens achterstallige pacht voor een hofstede van 144 gemeten 233 roeden. De pacht bedraagt £. 200 per jaar. Over 1750 resteert £. 79-1-11 en over 1751 en 1752 is nog £. 400 verschuldigd. De gedaagde geeft zijn gearresteerde goederen over om publiek te verkopen ter verhaling van deze schuld. 1754 16 oktober; RA 5879 B: Secretaris Adriaen van der Schoor vordert van Marinus Mol een bedrag van £. 34-2-8 wegens dijkgeschot over 1753 van 144 gemeten 233 roeden. 1755 19 november; RA 5879 B: Marinus Mol vordert van Jacobus Reyn een bedrag van £. 150 wegens de koop van 4 gemeten 150 roeden meekrap in 1755. Betaling binnen acht dagen beloofd. 1755 3 december; RA 5879 B: Adriaen van der Schoor, penningmeester van de polder, vordert van Marinus Mol een bedrag van £. 36-3-11 wegens dijkgeschot. 1756 24 november, 27 december; RA 5879 B: Adriaen van der Schoor, penningmeester van de polder, vordert van Marinus Mol een bedrag van £. 77-14-7 wegens dijkgeschot. 1756 30 november; RA 5885 E, nr. 128: Beslaglegging door Adriaen Hutspot, rentmeester van Alexander Johan Hironimus Huijsen, Heer van Kattendijke, Zaamslag en Oud- en Nieuw-Vossemeer, van inventaris en vruchten van Marinus Mol, pachter. Marinus Mol doet afstand van de in de inventaris beschreven goederen. 1786 5 december; RA 5886, nr. 38: Adriana de Jonge, weduwe van Marinus Mol, stelt als toeziende voogd over haar minderjarige kinderen: haar schoonzoon Marinis Mz. Reyngoudt (gehuwd met Janna Mol) en machtigt hem voor alle handelingen met seclusie van de Weeskamer. 1787 19 november; RA 5885, nr. 46: Inventaris van de boedel van Marynis Mol, schout, overleden 13 oktober 1786, en Adriana de Jonge. Overgebracht 19 november 1787. Hun testament werd gepasseerd voor notaris A. Hutspot te St.Maartensdijk 9 maart 1756. Hij heeft in pacht de "Groote Hofsteede". Hij verbouwde meekrap, tarwe enz. Hij had ook een hofstede in pacht van zijn zoon Michiel; aldaar een perceel genaamd "agter den Berg". 1789 25 augustus; RA 5881, nr. 70, 71: Willem de Bruyn Lzn., als gemachtigde van Mevrouw Anna Hurgronje, weduwe van Alexander Huyssen, Heer van Kattendijke, transporteert aan Wouter Cornelis van As de hofstede met 144 gemeten 233 roeden, gelegen naast Caarl Dorst en Jacob de Groen. De koopsom bedraagt £. 16-10-0 per gemet of in totaal £. 2388-16-4. Met verkoopvoorwaarden d.d. 14 juli 1789. 1789 25 augustus; RA 5882, nr. 68: Wouter Cornelis van As is schuldig aan Marinus Geene, secretaris van de stad Middelburg, een bedrag van £. 1700 tegen 4,5 %. Onderpand is de hofstede met 144 gemeten 233 roeden, die heden werd gekocht van Mevrouw de weduwe Huyssen, met de vruchten en de inventaris. 1793 25 september; RA 5885, nr. 21: Inventaris van de boedel van Wouter Cornelisse van As (overleden Sint Philipsland 5 september 1790) en Johanna Bruynzeel, die hertrouwd is met Cornelis Mol. Hun testament werd gepasseerd voor notaris Johannis van Noorden onder Westkerke, 8 maart 1777. Hofstede met 144 gemeten en 233 roeden, getaxeerd op £. 16-10-0 per gemet, in totaal op £. 2388-16-4. Gepacht door Marinus Mol voor £. 234-9-8, thans het 7/7 jaar. 1793 10 december; RA 5886, nr. 30: Wouter Cornelis de Wit, krachtens procuratie van 25 maart 1792 handelend namens Cornelis van As, zoon van Wouter Cornelis van As en Catharina van Dijke verklaart te hebben ontvangen van Cornelis Mol, gehuwd met Johanna Bruynzeel, tevoren weduwe van Wouter Cornelis van As, £. 65-12-0 ter voldoening van zijn erfportie uit de boedel van laatstgenoemde volgens de boe- delinventaris d.d. 25 september 1793 en volgens contract voor notaris W.C. de Wit van 25 oktober 1793 door de gezamenlijke erfgenamen gepasseerd. Idem Jan Klos, lasthebber d.d. 20 oktober 1790 van Pieter Voshol, gehuwd met Maria van As, idem van Cornelis Mol eveneens £. 65-12-0; idem Adriaen van As, idem £. 65-12-0; idem Izack Deurloo, door de magistraat aangestelde voogd over de minderjarige wees, Catharina van As idem £. 65-12-0. Toeziend voogd is F.H. Heron. 1801 24 september; RA 5883, nr. 36: Testament van Cornelis Mol en Janna Bruynzeel, echtelieden. Zij ligt ziek te bed. Testament op langstlevende. Als toeziende voogden worden benoemd zijn broer Machiel Mol en haar broer Pieter Bruynzeel. Zij plaatst een merk. 1803 4 oktober; RA 5881, nr. 6: Leendert van As, Marinus Reyngoud (gehuwd met Lena van As), Cornelis Marinusse Mol en Pieter Bruynzeel, als voogden van de minderjarige kinderen van Wouter van As en Johanna Bruynzeel (Pieter, Cornelia en Willemien), Marinus Cornelisse en Adriana Mol verkopen aan Cornelis Marinusse Mol de helft van de hofstede met 144 gemeten 233 roeden, derhalve 72 gemeten 116,5 roeden, voor £. 25 per gemet of in totaal £. 1809-13-4. 1805 30 december; RA 5881, nr. 36: Cornelis Mol verkoopt aan Machiel Mol de hofstede met 144 gemeten 233 roeden voor £. 6000, bovendien £. 166-13-4 voor het 'mis in de put'. Met een verklaring van Cornelis Mol dat op de hofstede nog een hypotheek rust van £. 600 aan mr. Marinus Geene te Middelburg, aangegaan op 25 augustus 1789. 1805 30 december; RA 5882, nr. 37: Machiel Mol is schuldig aan Cornelis Mol een bedrag van £. 3333-6-8 tegen 4,5 %, zijnde een deel van de koopsom van de hofstede en het land. Onderpand is dezelfde hofstede. Voldaan 12 maart 1807; doorgehaald: 3 juli 1807. De Zwarte Schouw. Bij deze hofstede behoort land dat zowel uit de vierde als de vijfde kavel afkomstig is. In oorsprong behoorde het grootste gedeelte aan Marcus van Dijcke, die in de vijfde kavel (kavel E) bij de verdeling in 1645 82 gemeten toebedeeld kreeg. Van Dijcke liet een hofstede bouwen, die reeds in 1647 werd vermeld. In 1649 werd deze boerderij, met de bijbehorende grond verkocht aan mr. Gerard van der Nisse, één van de ambachtsheren van Sint Philipsland. Omstreeks 1670 werd dit perceel verenigd met de ernaast gelegen grond in de vierde kavel. Daardoor kwam de totale oppervlakte op 144 gemeten 233 roeden. In 1721 verkocht ambachtsvrouwe Henriëtte Margareta de Mauregnault, achterkleindochter van mr. Gerard van der Nisse, de boerderij aan Arij Molenbergh, die pachter was. Hij was schepen en secretaris van Sint Philipsland. Rond zijn nalatenschap ontstond een conflict, dat eerst in 1761 werd beëindigd na een uitspraak van het Hof van Holland, Zeeland en West-Friesland in Den Haag. De boerderij was in 1733 in het bezit gekomen van Bastiaen Francke. Om de aankoop te kunnen financieren leende hij van twee Zierikzeese personen een bedrag van 7800 gulden, met een rente van 4 %. In 1750 en 1751 kwam Francke in grote financiële problemen en was daardoor gedwongen tot verkoop van zijn goederen. Ook zijn boerderij moest verkocht worden. De twee grootste crediteuren, Anna Margaretha Ockersse, weduwe van mr. J.H. van Gelre, en dr. Michiel Ruyte, erfgenamen van de geldschieters, zagen zich gedwongen de boerderij in 1751 te kopen. Het deel van de weduwe Van Gelre kwam later in het bezit van haar kleinzoon, mr. Adriaan de Lange, en het deel van dr. Ruyte werd eigendom van diens schoonzoon mr. Jan van der Wolff. De Lange en Van der Wolff, beiden lid van de Zierikzeese magistraat, verkochten de boerderij in 1788 aan de pachter, Gerard Noordhoek. In de 19e eeuw kwam de boerderij in bezit van P.J. Schillemans uit Bergen op Zoom De naam "De Zwarte Schouw" dateert vermoedelijk uit de 19de eeuw. Kohieren huisschatting 1674 - 1716: periode belastingplichtige belasting 1674 - 1679 Albrecht Lambrechtsz 1680 - 1682 weduwe Albrecht Lambrechtsz 1684 - 1690 Cornelis van de Luister 1691 - 1702 Cornelis van de Luister £. 1-2-6 1696 Cornelis van de Luister 3 haardsteden 1703 - 1716 Arij Molenbergh Kohier bewoners 1681: de weduwe van de schout (aantal personen boven 8 jaar: 7) Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750 Bastiaan Franke, Sara Wale 1758 geen lidmaten vermeld Bevolkingsregisters: A 66 1813 Gerard Noordhoek (landbouwer) 1821 - 1837 Machiel Mol Mach.zn. (landbouwer), later Abraham Stols (landbouwer) Samenvatting eigenaars: 1645 - 1649 Marcus van Dijcke, later diens erfgenamen (82 gemeten) 1645 - 1649 mr. Gerard van der Nisse (62 gemeten) 1649 - 1721 mr. Gerard van der Nisse, later zijn erfgenamen (144 gemeten) 1721 - 1733 Arij Molenbergh, later zijn erfgenamen 1733 - 1751 Bastiaen Franke 1751 - 1788 Anna Margaretha Ockersse, wed. van mr. J.H. van Gelre, en dr. Michiel Ruyte, later hun erfgenamen 1788 Gerard Noordhoek - 1832 P.J. Schillemans Samenvatting pachters/gebruikers: (1662 - 1683) Albrecht Lambrechtsz., later zijn weduwe (1684 - 1702) Cornelis van de Luister (1703)- 1733 Arij Molenbergh, later diens erfgenamen 1733 - 1751 Bastiaen Franke 1751 -(1756) (1776)-(1785) (1785)- 1826 1826 - 1830 1830 - 1832 Johannes Mol Adriaen Wagemaker, later zijn weduwe Adriana Mol Gerard Noordhoek, gehuwd met Adriana Mol Machiel Mol Mach.zn. Kaatje van Nieuwenhuyzen, wed. Machiel Mol Mach.zn. Abraham Stols Transacties: 1647 22 december; RA 5879 A, nr. 1: Marcus van Dijcke, koopman, verleent hypotheek aan dhr. Meermans, te Delft, op zijn hoeve en landen groot in de 80 gemeten. Bedrag ¦. 9000, borg mr. Geeraert van der Nisse. 1647 22 december; RA 5879 A, nr. 2: Marcus van Dijcke geeft aan Geeraert van der Nisse zijn hoeve en gronden in onderpand. De hoeve en gronden waren gekocht van de heer Sas van Weldamme. Doorgehaald: 1704. 1649 9 juli; RA 5879 A, nr. 7: Cornelis Damens verkoopt namens de erven van Marcus van Dijcke aan dijkgraaf Daem Jacobs, handelend namens mr. Geeraert van der Nisse, de boerderij met gronden, groot 82 gemeten 150 roeden. N: Jhr. Dierick van de Werve en de weg; O: 's landswatergang; Z: de zeedijk; W: de heer van Serooskerke; voor £. 50 per gemet of £. 4125 in totaal (Schouwse maat). Te betalen in termijnen. 1674 Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr. 721: De hoeve met 144 gemeten 233 roeden is verpacht aan schout Aelbrecht Lambrechts voor £. 250 per jaar. Hij heeft een oude pachtschuld van voorgaande jaren tot 1669 groot £. 300, die jaarlijks wordt afbetaald met £. 25. 1679 Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr. 721: Aan deze hoeve, bewoond door schout Aelbrecht Lambrechts is gerepareerd voor £. 14-6-4. Tevens is betaald aan Laureijs van Eurdingen voor timmerwerk aan deze hoeve £. 52-10. 1691 4 juli; RA 5879 C, nr. 214: Cornelis Aelbregtsen van de Luijster, gehuwd met Grietje Cornelis Eggebeen waarvan moeder was Jannetje Leenders (ovl.), verklaarde afstand te doen van de boedel van zijn moeders vrouw. 1721 29 juli; RA 5879 D, nr. 121 - 123: Heijndrietta Margurita de Mauregnault, verkoopt aan Arij Pietersen Meulenberg te Middelburg, een hofstede met grond voor £. 1500. N: de Heerenweg; O: Johan Huisen; Z: zeedijk; W: de Heer van Welland. 1721 19 november; RA 5879 D, nr. 153, 154: Willem van de Luister verkoopt aan Arij Pietersen Meulenberg een blok land, zijnde 1/6 deel van de hofstede en landen bewoond door Laurens de Cok, voor £. 423-11-6. N: de Heerenweg; O: Cornelia van de Luister; Z: de zeedijk; W: de Heer Huyssens. 1732 23 april; RA 5886 B: Verklaring betreffende het overlijden van de schout en secretaris Arij Molenberg, die een testament maakte voor notaris Adriaan Hutspot op 24 september 1725 waarbij hij over zijn kleinkind Johannis van de Luyster aanstelt voor wat betreft de administratie van diens goederen: de Weeskamer van Sint Philipsland en als voogd de schout Vincent de Waele en als toeziend voogd Willem Molenberg. 1732 24 april; RA 5886 B: Afschrift van de inventaris van de boedel van Ari Molenbergh ten behoeve van zijn drie kinderen: Willem, Johanna en Dijna en het kind van diens dochter Engeltie Molenbergh en Willem van de Luyster, genaamd Johannis van de Luijster, op aangeven van Willem Molenbergh, Johan Oostdijk, gehuwd met Johanna Molenbergh, Leendert de Lange gehuwd met Dijna Molenbergh en de Weeskamer. Opgemaakt door notaris Hutspot op 24 april 1732: - o.a. in de voorkeuken: een hangend slaghorloge, 10 schilderijen groot en klein, een huisbijbel en enige andere boeken; in de voorkamer 14 schilderijen groot en klein; op de voorvloer: een snaphaan; in het kantoor: twee rottingen; op de zolder: een harp. grote hoeveelheid zilveren voorwerpen; hofstede met 144 gemeten 233 roeden land en wei, getaxeerd op £. 10 per gemet, in totaal £. 1447-15-4; een blok land daarbij gelegen, genaamd de Sluijsblock, groot 27 gemeten 206,5 roeden, getaxeerd op £. 14 per gemet, in totaal £. 787-12-9; een blok land genaammd Het Hooge Baaken, groot 50 gemeten 252 roeden, getaxeerd op £. 13 per gemet of £. 660-18-5 in totaal; een hofstede met 50 gemeten onder Colijnsplaat in pacht bij Leendert de Lange à £. 25, getaxeerd op £. 5 per gemet, in totaal £. 250; blok land onder Sint Maartensdijk; blok land onder Poortvliet; totaal der baten: £. 4650-6-6,5; Hypotheken, schuldig aan raadsheer Willem Ockersse £. 950 à 3,5 % en aan Johan de Kok £. 166-17-4; totaal der lasten: £. 1464-12-0; Batig saldo: £. 3185-14-6,5. 1732 2 mei; RA 5886 B: Juridisch advies over deze boedel, gegeven te Den Haag, 2 mei 1732. 1732 4 juni; RA 5886 B: Resolutie van de Weeskamer. Gelet op dit advies nemen de heren van de Weeskamer genoegen met deze fidei-commissaire last, met bevel om de goederen te verkopen. 1732 26 november; RA 5886 B: Resolutie van de Weeskamer. In plaats van Willem Molenbergh (ovl.) wordt aangesteld als administrerend voogd over de wees Willem van de Luyster, genaamd Johannis van de Luyster, de schout Vincent de Wael en als toeziend voogd burgemeester Laeuwereijs de Kock. 1733 7 januari; RA 5886 B: Rekening door Tannetie van der Daff, weduwe van Willem Molenberg als voogd van de wees van Engeltie Meulenberg, genaamd Johannis van de Luijster. - de eerste knecht is Gabriël Steijn. Andere knechts en meiden zijn Gerrit van der Vliet, Adriaan Watervliet, Leendert Gillesse, Dominicus ..., Jan van der Sluijs, Lena Steijn, Matie Mol Corn.dr. Koba Mol deed thuiswachten. Abraham Boogaard en Johannis Focke deden verschillende landbouwwerkzaamheden en leverden winkelwaren. Adriaan Struiff deed oogstwerk. 5 3/4 dag zaad gedorst door elf Brabanders. - Jan Mol deed smidswerk; Adriaan Leune deed wagemakerswerk; Jan Goeree leverde timmerwerk; Adam den Dekker voerde dekkerswerk uit; Antoni Geldeloose maakte de doodskist; Abraham Boogaard leverde wijn voor het rouwmaal. Batig saldo £. 87-6-11. 1733 25 februari; RA 5886 B: Schout Vincent de Waele, voogd over Johannes van de Luijster, Johan Oostdijk, Leendert de Lange en Tanneken van der Daff, weduwe en erfgenaam van Willem Molenberg, allen erfgenamen van Arij Molenberg, verkopen aan Bastiaen Franke een hofstede met 144 gemeten 233 roeden land en wei. N: de weg; O: burgemeester Johan Hironimus Huijssen; Z: de zeedijk; W: de Heer van Welland. Koopsom £. 11-10-0 per gemet, in totaal £. 1664-18-6. Verkoopvoorwaarden d.d. 7 januari 1733. Schout Wale bood namens Bastiaen Franke. 1733 25 februari; RA 5886 B: Schout Vincent de Waele, voogd over Johannes van de Luijster, Johan Oostdijk, Leendert de Lange en Tanneken van der Daff, weduwe en erfgenaam van Willem Molenberg, allen erfgenamen van Arij Molenberg, verkopen aan burgemeester Laeuwereijs Kock een blok land genaamd de Sluijsblock, zijnde 1/6 uit de hofstede van de genoemde Laeuwereijs Kock, groot 169 gemeten 129 roeden, voor £. 12-5-0 per gemet. De koper neemt op zich te betalen aan Jacoba de Witte, weduwe van raadsheer Ockersse te Zierikzee ¦. 1000 en aan Johan de Kock ¦. 1000 zijnde deze grond voor 1/6 verbonden in een obligatie ten laste van Laeuwereijs Kock d.d. 16 december 1717. 1734 2 juni; RA 5886 B; 1743, 6 juni; RA 5885 E, nr. 54: Rekeningen door Vincent de Waele als administrerend voogd en burgemeester Laeuwereys Kock als toeziend voogd van Johannis van de Luijster overgebracht. - alle goederen zijn thans verkocht; 1735 2 februari; RA 5886 B: Bastiaen Franke verklaart schuldig te zijn aan de wees Johannis van de Luijster £. 364-18-7, aan hem uitgeteld door de voogd Vincent de Wael. De rente bedraagt 4 %. Hij verbindt zijn hofstede met 144 gemeten 233 roeden. De voogd stelt als onderpand 46 gemeten 129 roeden, die zijn eigendom zijn: N: de zeedijk; O: de Heer van Kattendijke; Z: de weg; W: Vincent de Wael. 1745 23 maart; RA 5885 E, nr. 57: Weeskamer: Johannis van de Luister, meerderjarig, pro parte erfgenaam van zijn grootvader Arij Molenberg, vraagt zijn erfdeel op. RA 5885 E, nr. 58; 1747, RA 5885E, nr. 70: rekeningen t.b.v. Johannis van de Luister, nagelaten wees van Engeltie Molenberg door Vincent de Wale en Laurens Kock. 1745 29 september; 20 oktober; 10 november; 8 december; 1746 12 januari; 30 november; RA 5879 B: Eiser: secretaris Adriaen van der Schoor namens de Weeskamer, gedaagde: schout Vincent Waele, voogd van de wees Johannes van de Luijster, - over het doen van rekening en het afleggen van gelden betreffende de nalatenschap van de wees zijn grootvader Arij Molenberg. Op 8 december 1745 aangehouden omdat de schout £. 133-6-8 uitbetaalde met de belofte de rest met de rente binnenkort te voldoen. 1748 5 april; RA 5885 E, nr. 71: Catie Gekiers, weduwe van schout Vincent de Waal geeft volledige volmacht aan haar schoonzoon Marinus Reyngoud. 1750 22 april, 6 mei, 13 mei, 1 juli, 22 juli; RA 5879 B: Eiser: Catharina Gekier, laatst weduwe van Vincent Waele, gedaagde: Basjaen Franken, - over de verrekening van schulden tussen Waele en Franken tot en met 1746. De gedaagde moest uitkeren £. 150 en het dijkgeschot en waterpenningen over 1747. Waele leende aan Franken uit de boedel van de wees Johannes van de Luijster à 4 %. Franken, zoon van de eiseres, moet het verschuldigde betalen: £. 150 met £. 86-17-3,75 dijkgeschot en waterpenningen over 144 gemeten 233 roeden enz. De obligatie van de schuld was van 2 juni 1735. 1758 7 april; RA 5887, nr. 29: Afschrift van het vonnis van het Hof van Holland in de zaak aangespannen door Pieter Heijman, meester-timmerman te Kortgene, en Leendert Versluijs, benoemd bij akte van notaris Hendrik Brouwer van 26 februari 1750 door Leendert de Lange tot voogden over diens dochter, verwekt bij Dina Molenbergh. 1759 15 augustus; RA 5887, nr. 6: Resolutie van de Weeskamer. Ingekomen een rekest van Marinis Ryngoud. Besloten om advies te vragen aan secretaris Adriaan van der Schoor. 1759 8 oktober; RA 5887, nr. 8: Resolutie van de Weeskamer. Besluit op het rekest van Marinis Ryngoud. De weeskamer ontdekte abuizen in de gedane rekeningen. Ryngoud moet deze corrigeren waartoe hem kopieën zullen worden verstrekt van de verkopingen van de goederen van Ary Molenbergh, op zijn kosten. Door de bode zal hem worden aangezegd om binnen 14 dagen over te brengen het slot van de rekening van wijlen zijn schoonvader Vincent Wale à 4 % rente van 9 maart 1747. M.Ryngout moet als sequestor in de boedel van zijn schoonvader binnen drie weken de rekening overleggen d.d. 9 maart 1747 van de boedel van de wees Johannes van de Luijster. 1761 27 mei; RA 5887, nr. 26: Resolutie van de Weeskamer. Betreft het proces voor het Hof van Holland in de bovengenoemde zaak. Burgemeester Ten Hage kan slechts een deel der procestukken overleggen. Hem zal alsnog gevraagd worden de rest in te leveren, desnoods zal dwang worden toegepast via het gerecht. 1761 30 mei; RA 5887, nr. 28: Afschrift van het bevel van het Hof van Holland om het gegeven vonnis na te komen. Met akte van betekening. 1761 10 juni; RA 5887, nr. 27: Resolutie van de Weeskamer. Het Hof van Holland wees vonnis op 7 april 1758. Op 15 juni zal rekening worden gedaan door burgemeester Ten Hage in zijn genoemde kwaliteiten. Aan Marinus Ryngoud zal gevraagd worden eveneens te verschijnen. 1761 25 juni; RA 5887, nr. 20: Afschrift van een notariële akte opgemaakt te Sint Philipsland door Johannes van Noorden, notaris te Tholen. De ene partij is Gerrit ten Hage, oud-burgemeester en schepen van Tholen, handelend namens Marijnes Heijman te Wissekerke (Noord -Beveland), gehuwd met Ma(ij)tje de Lange, enige dochter en erfgenaam van haar vader Leendert de Lange, gehuwd geweest met Dina Molenbergh en tevens namens de genoemde Matje de Lange, die gemachtigd werd door haar man bij notariële akte gepasseerd voor Pieter Michiel de Ligte te Middelburg d.d. 22 mei 1760. Ten Hage handelt tevens namens Pieter Heijman en Leendert Versluijs, beiden te Kortgene, voogden over de wees van Leendert de Lange en Dina Molenbergh en over de minderjarige erfgenamen van Johannes van de Luijster, kind van Willem van de Luijster, daartoe gemachtigd bij een akte van genoemde notaris d.d. 24 juni 1760. De andere partijen zijn Marijnes Mol, Willem Meijer, Adriaan Steenpoorte, Gabriel Steijn, Jan de Nijs en Paulus Geense als schepenen vertegenwoordigend de Weeskamer als bij testament aangestelde voogden over wijlen Jan van de Luijster, en Marijnes Reijngout gehuwd geweest met Jannetje Waale, enige dochter van Vincent Waale. Arij Molenbergh benoemde bij testament, voor notaris Adriaan Hutspot te Sint Maartensdijk op 24 september 1725 gepasseerd, tot zijn erfgenamen zijn kinderen Willem, Johanna, Elisabeth en Dina Molenbergh en het kind van zijn dochter Engeltje Molenbergh en Willem van de Luijster, genaamd Johannes van de Luijster, met verdere bepalingen. De Weeskamer benoemde op 23 april 1732 tot voogd van de laatstgenoemde wees diens oom van moederszijde: Willem Molenbergh. Na diens overlijden deed zijn weduwe, Tannetje van der Daff, rekening en verantwoording. De Weeskamer benoemde daarna als administrerend voogd de schout Vincent Waale en tot toeziend voogd de burgemeester Lauwerens Kock. Deze hebben met andere betrokkenen de goederen van de nalatenschap verkocht en zijn overgegaan tot verdeling. Rekening is gedaan op 9 maart 1747 ten overstaan van Johannes van de Luijster, die toen meerderjarig werd. Het betrof de 5e rekening van die boedel. Er resteerde een schuld van £. 696-14-10 na correctie. Johannes van de Luijster overleed te Goes op 16 februari 1752 zonder kinderen na te laten. De erfportie uit de boedel van Arij Molenbergh verviel daarna aan de minderjarige dochter van Leendert de Lange en Dina Molenbergh, dochter van genoemde Arij Molenbergh. De Weeskamer wordt ervan beschuldigd malversaties te hebben gepleegd en werd aangeklaagd bij het Hof van Holland. Deze veroordeelde de Weeskamer de inventaris van de boedel te overleggen en rekening en verantwoording te doen. Thans wordt een nadere regeling gemaakt. Marinus Ryngout zal namens zijn schoonvader Vincent Waale (ovl.) £. 866-13-4 betalen in termijnen. Verkocht zullen worden zijn weilanden onder Poortvliet. Voorts wordt een regeling getroffen ten aanzien van de proceskosten. 1761 25 juni; RA 5882 nr. 21: Marinus Reyngoud (weduwnaar van Janneke de Wael, enige dochter van de overleden schout Vincent de Wael) verklaart schuldig te zijn aan ??? een bedrag van £. 866-13-4 tegen 4 % rente. Onderpanden: een hofstede met 92 gemeten 111 roeden land, alsmede 16 gemeten land te Sint Philipsland, 20 gemeten land 154 roeden in Poortvliet -0-0-0-0- 1733 25 februari; RA 5886 B: Schout Vincent de Waele, voogd over Johannes van de Luijster, Johan Oostdijk, Leendert de Lange en Tanneken van der Daff, weduwe en erfgenaam van Willem Molenberg, allen erfgenamen van Arij Molenberg, verkopen aan Bastiaen Franke een hofstede met 144 gemeten 233 roeden land en wei. N: de weg; O: burgemeester Johan Hironimus Huijssen; Z: de zeedijk; W: de Heer van Welland. Koopsom £. 11-10-0 per gemet, in totaal £. 1664-18-6. Verkoopvoorwaarden d.d. 7 januari 1733. Schout Wale bood namens Bastiaen Franke. 1733 25 februari; RA 5886 B: Bastiaen Franke verklaart schuldig te zijn aan Jacoba de Witte, weduwe van raadsheer Willem Ockersse en aan Johan de Kock, beiden te Zierikzee, £. 1300 wegens geleend geld, van ieder de helft van dit bedrag. Rente bedraagt 4 %. De gekochte hofstede wordt als onderpand gesteld. Doorgehaald: 31 augustus 1753. 1744 Kaart Hattinga: Bastiaen Franke, eigenaar en baander. 1750 22 juli, 2 september, 16 september; RA 5879 B: Eisers: Anna Margarita Ockerse, weduwe van mr. J.H. van Gelre als mede-erfgename van haar moeder Jacoba de Witte (ovl.), weduwe van mr. Willem Ockersse en dr. Michiel Ruyte, gehuwd met Johanna de Kok, mede-erfgename van haar vader Jan de Kok (ook genoemd Johan de Kok) gedaagde: Bastiaen Franke, wegens - het in 1733 geleende bedrag, groot £. 1300, geleend van Jacoba de Witte, weduwe Ockerse en Jan de Kok à 4 %, volgens akte verleden voor schepenen van Sint Philipsland onder verband van een hofstede met 144 gemeten 233 roeden zaai- en weiland, oost: burgemeester Johan H. Huysen, zuid: zeedijk, west: de Heer van Welland, noord: de weg. 16 september 1750: Franke (dijkgraaf) doet afstand van al zijn goederen, roerende en onroerende, om deze uiterlijk in maart of april 1751 publiekelijk te verkopen. Hij zal voor het juiste beheer zorgdragen, alsmede het inzaaien voor de zomer van 1751 onder nadere voorwaarden zoals £. 25 voor zijn huishouding. 1750 22 juli, 16 juni 1751; RA 5879 B: Secretaris Adriaen van der Schoor eist van Bastiaen Franke £. 22-8-0 wegens koopdagschulden en tiendhuur over 1749. 1751 16 juni; RA 5879 B: Adriaan van der Schoor eist van Bastiaen Franke £. 5-8-0 wegens huur dijketting. 1751 16 juni; RA 5879 B: Eiser: Adriaen van der Schoor, als penningmeester van de dijkage gedaagde: Bastiaen Franke, wegens - £. 77-14-5 restant dijkgeschot over 144 gemeten 233 roeden en £. 5-5-0 over 8 gemeten 28 roeden waarvan 4 gemeten 14 roeden eigendom is van de weduwe Pieter Waele en 4 gemeten 14 roeden van Isack Waele, die de gedaagde over 1750 heeft gepacht, samen £. 82-19-5. 1751 14 juli; RA 5879 B: Eiser: secretaris Adriaen van der Schoor, gedaagde: Bastiaen Franke, - de goederen van Franke zijn publiek geveild, doch er is niets voor geboden. Verzoekt ze te mogen inventariseren om ze daarna in het openbaar te verkopen. Het gerecht staat dit toe. 1751 14 juli; RA 5885 E, nr. 87: Inventaris van de goederen van Bastiaen Franke door secretaris Adriaen van der Schoor tot verhaal van schulden. Verkochte goederen: £. 738-18-10. 1751 14 juli; RA 5885 E, nr. 88: Voorwaarden voor de verkoop door Anna Margrietha Ockerse, weduwe van Johan German van Gelre, te Zierikzee, Michiel Ruyte, gehuwd met Johanna de Kok, en Marinus Reingoud, als executeur in de boedel van zijn vrouws moeder Maria Gekier, laatst weduwe van schout Vincent de Waale, allen hypothecaire crediteuren van Bastiaen Franke, van een "seer schoone Hofstede" gebouwen met 144 gemeten 233 roeden, met een perceel korenland in Sint Philipsland en een perceel weiland weiland in Poortvliet. Koper: burgemeester Iman Cau voor £. 7-10-0 per gemet. 1751 20 oktober; RA 5885 E, nr. 89: Bastiaen Franke levert aan burgemeester Iman Cau, namens Anna M. Ockerse, weduwe van Jan Herman van Gelre en aan Michiel Ruyte de hofstede met 144 gemeten 233 roeden. N: de weg; O: burgemeester Johan Hyronimus Huyssen; Z: de zeedijk; W: de Heer van Welland. 1752 12 november; RA 5885 E, nr. 113: Beslag door Adriaan Hutspot, rentmeester van Alexander Johan Heronimus Huyssen, Heer van Kattendijke, burgemeester van Middelburg, op de goederen, inventaris en vruchten van burgemeester Johan Mol wegens een schuld van Michiel Mol. De vruchten te velde waren: 20 gemeten tarwe 5 " zomergerst 7 " paardebonen 2 " wintergerst 22 " tarwe 3 gemeten zomertarwe 2 " grauwe erwten 12 " zaad 3 " meekrap 1754 16 oktober; RA 5879 B: Secretaris Adriaen van der Schoor eist van Johannes Mol £. 8-7-1 wegens restant huur van tienden en dijkettingen over 1753, £. 11-3-9 als 1/3 deel in de tienden en dijkettingen van zijn vader Michiel Mol over 1752. 1755 17 juli; RA 5885 E, nr. 125: Inventaris van de boedel van Johannes Mol, opgemaakt op last van Adriaen Steengracht namens de eigenaren van de hofstede bewoond door Johannes Mol, met een specificatie van de vruchten te velde. 1755 19 juli; RA 5879 B: Eisers: mr. Adriaan Steengracht, gehuwd met Jacoba Willemina van Gelre, mede namens mr. Jacob Ockerse als voogd van de drie minderjarige wezen van Anna Margrieta Ockerse, weduwe van mr. J.H. van Gelre en van Bonaventura de Lange, gehuwd met Quirina Jacoba van Gelre voor de ene helft en dr. Michiel Ruyte voor de andere helft eigenaar van de hofstede met 144 gemeten 233 roeden land gedaagde: Johannes Mol, pachter, voor £. 650-17-2 wegens pachtschuld tot Bamis (= 1 oktober) 1754 en £. 229-4-7 wegens de lopende pacht. Arrest op de goederen en verkoop wordt toegestaan. 1757 22 juli; RA 5879 B: Eiser: Adriaen van der Schoor namens mr. Adriaen Steengracht gedaagde: Jacobus Reijn, voor £. 43 restant van mee, die Johannes Mol, gewezen pachter van de eiser, had verkocht, alsmede £. 9-19-9 wegens koopdagschuld aan Van der Schoor als vendumeester. 1776 14 oktober; RA 5888: Inventaris van de boedel van Tannetie de Wilde, huisvrouw van Adriaen Waegemaker ten behoeve van de kinderen en erfgenamen: Pieternella Wagemaker gehuwd met Bastjaen Kaen, Adriaen Wagemaker, Willem Wagemaker en Janna Wagemaker. Opgemaakt door Adriaen Wagemaker ten overstaan van Marinus Mol als toeziend voogd over de minderjarige Janna Wagemaker. Adriaen is landbouwer. Bij de hofstede behoort o.a. een wagenhuis, een keet, een karnkot, een kaarnhuis en een schuur. 1785 9 september; RA 5888: Inventaris van de boedel van Adriaan Wagemaker (overleden Sint Philipsland 2 oktober 1783) en zijn huisvrouw Adriana Mol ten behoeve van zijn kinderen: Adriaan, Willem, Pieternella (gehuwd met Bastiaen Kaen), Johanna ('sijnde innocent'), Jannetje (6 jaar), Adriaentje (5 jaar) en Jacomijntje (3 jaar). De eerste vier verwekt bij zijn eerste vrouw Tannetje de Wilde en de overige drie bij Adriana Mol. Overgebracht door de weduwe, die thans is hertrouwd met Gerard Noordhoek en de voogden over de minderjarige wezen. - - Adriaan Wagemaker en Tannetje de Wilde maakten hun testament voor notaris Johannis van Noorden op 14 juli 1766 te Sint Philipsland, waarbij aan de jongste twee kinderen, Maarten en Johanna, werd gelegateerd een som waarvan de langstlevende het vruchtgebruik had. Een boedelinventaris werd overgeleverd op 14 oktober 1776. Maarten overleed voor zijn ouders. Met de tweede echtgenote werd geen testament opgemaakt. de Weeskamer benoemde op 20 oktober 1783 als voogdes de weduwe en Machiel Mol als toeziend voogd. Idem op 14 oktober 1776 Marinus Mol als voogd over de toen minderjarigen. de overledene was landbouwer; hij pachtte de boerderij waarvan de pacht afgedragen moest worden aan Lambertus van Meerten (te Zierikzee) als rentmeester van de eigenaar. De grond is groot 144 gemeten 233 roeden. De pacht bedraagt £. 236-9-5 per jaar. het batig saldo bedraagt £. 236-9-3; het wordt verdeeld onder de erfgenamen. 1788 25 februari; RA 5881, nr. 47, 48: Lambertus van Meerten, namens Jan van der Wolff en Adriaan de Lange, verkoopt aan Gerard Noordhoek een hofstede met 144 gemeten 233 roeden. N: de weg; O: burgemeester Jan Bijleveld; Z: de zeedijk; W: Cornelis van der Lecq en wed. Willem Lodders. Prijs £. 7-10-0 per gemet of in totaal £. 1085-16-5. 1788 22 april; RA 5882, nr. 49: Gerard Noordhoek is schuldig aan Laurens van Hielen, schepen te Nieuw-Vossemeer, een bedrag van £. 1100 tegen 5 %. Onderpand is de hofstede van 144 gemeten 233 roeden, heden getransporteerd. 18 november; RA 5882, nr. 27; Gerard Noordhoek en zijn huisvrouw Adriana Mol, zijn schuldig aan Ds. Justus Wilhelmus de Bruijn, predikant te Koudekerke, ƒ. 5000 tegen 5 %, achterstallige schuld tegen 6 %. Dit is een 2e hypotheek op de hofstede met 144 gemeten en 233 roeden, met vruchten en inventaris. De eerste hypotheek groot ƒ. 6000 werd op 21 maart 1790 verleend aan Cornelis van der Lecq. Deze schuld ging door vererving over op Johannis de Clercq, te Stavenisse. 1808 1827 28/29 mei; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2902 (258): Boedelinventaris opgemaakt op verzoek van Kaatje van Nieuwenhuyzen, landvrouw te Sint Philipsland, weduwe van Machiel Mol Machielszoon, landman, (ovl. 29 december 1826), mede namens haar minderjarige kinderen Aaltje (14 jaar), Mettjen (12 jaar), Machiel (11 jaar), Hermanus (9 jaar), Adriana (7 jaar) en Willem Mol (4 jaar), in tegenwoordigheid van Adriaan Mol, landman te Sint Philipsland, als toeziend voogd. Tot de boedel behoort o.a. een hofstede te Sint Philipsland, nr. 66, waar Machiel Mol Mz. overleden is. De bijbehorende gronden zijn 41 ha, 4 roeden en 53 ellen groot. Totale waarde van de boedel bedraagt ƒ. 7203,33. Bij de lasten o.a. een vordering van de boedel van de overleden Machiel Mol Sr. (ovl. 12 mei 1827), een schuld van ¦. 8475,17. Voorts aan P.J. Schillemans, koopman te Bergen op Zoom, ƒ. 1690,09 wegens verschuldigde pacht van de hofstede en aan J.C. Stapele te Tholen ƒ. 167,85. Totaal van de lasten is ¦. 10.601,96. 1829 31 maart; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2909 (2556): Schuldbekentenis van Kaatje van Nieuwenhuyzen, weduwe van Michiel Mol jaar, wonende op de hofstede nr. 66, t.g.v. Aaltje Hage, weduwe van Michiel Mol sr. De schuld is ƒ. 4.237,58½ groot. 1830 5 maart; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2913 (715): Kaatje van Niewuenhuyzen, landvrouw te Sint Philipsland, weduwe van Machiel Mol Machielszoon, landman, (ovl. Sint Philipsland 29 december 1826), mede namens haar minderjarige kinderen Mattje (15 jaar), Machiel (14 jaar), Hermanus (12 jaar), Adriana (10 jaar) en Willem Mol (7 jaar), en Aaltje Mol, landvrouw, huisvrouw van Abraham Stols, landman te Sint Philipsland, dochter van de overledene, met Adriaan Mol, landman, toeziend voogd over de wezen, laten de boedelinventaris opmaken. Onder andere: roerende goederen, paarden, vee, gereedschappen enz. ter waarde van ƒ. 3984.96. Totaal der baten ƒ. 8774,95. Lasten o.a. aan de heer Schillemans wegens pacht ƒ. 1690. Totaal van de lasten ƒ. 2208,09. Met de boedelverdeling. 1830 23 maart; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2913 (731): Kaatje van Nieuwenhuyzen, weduwe van Michiel Mol Michielszoon, laat in het openbaar verkopen de paarden, koeien, bouw- en melkgereedschappen en huismeubels. Reephoeve. De vijfde kavel (kavel E) werd na de herbedijking in 1645 eigendom van drie personen. Het noordelijk deel kwam in het bezit van twee inwoners van het eiland Tholen. Het ene deel (perceel 11) werd eigendom van Johan Liens, dijkgraaf van Sint Maartensdijk. Hij had de leiding van de herbedijking van Sint Philipsland. Het andere deel (perceel 12) kwam in het bezit van Dirck van der Werve, Heer van Westkerke. Bij dit perceel werd gevoegd 20 gemeten uit de zesde kavel (kavel F). De volgende eigenaren hebben de kavels, met de daarop gebouwde boerderijen, van de hand gedaan. Van perceel 11 werd de landbouwer Willem Willemse Meijer in 1695 eigenaar. Meijer, gehuwd met Catharina, de dochter van Pieter Geldeloose, werd in 1699 schout van Sint Philipsland en hij kocht in 1700 het perceel nummer 12 van ds. Johannes van der Kruyssen. De dominee behield aan zich het recht om aldaar te mogen vissen zo lang hij predikant was in Sint Philipsland. De samenvoeging van beide percelen had tot gevolg dat één van de hofstedes verdween, namelijk die op perceel 11. Van de verkoop in 1700 werd de eerder genoemde 20 gemeten uitgezonderd. Deze werden gekocht door Cornelis Waale, maar zij kwamen via diens nazaten toch weer bij het complex te behoren. De boerderij met bijbehorende grond kwam via leden van de familie Waale in handen van Marijnis Reijngoudt. Hij was schout van Sint Philipsland van 1757 tot aan zijn overlijden in 1783. Reijngoudt werd aangesproken wegens malversaties gepleegd door zijn schoonvader Vincent Waale met de nalatenschap van Arij Meulenbergh (zie "De Zwarte Schouw"). In 1784 verkochten de erfgenamen van Marijnis Reijngoudt de boerderij aan Jacob de Groen. In 1806 kocht Johannes van Dijke het complex aan. De boerderij (op perceel 12) werd in de 17de eeuw en het eerste kwart van de 18de eeuw aangeduid als het "Klein Hoefken" of "Gemeene Hoeftken". De aanduiding Reephoeve dateert uit de 19de eeuw. In deze kavel stond de brouwerij, die door plaatselijk initiatief daar werd gesticht. De aanwezigheid van een zoetwaterbron zal voor de locatie van doorslaggevend belang zijn geweest. Een succes is het niet geworden. Toen het complex in 1784 werd verkocht was de voormalige brouwerij in een huis veranderd, dat toen verhuurd was aan Abram Verwijs. In deze kavel lag ook een stelberg, een restant van de situatie van voor de herbedijking. Deze stelberg werd gebruikt bij hoog water als vluchtplaats voor de schaapherder en zijn kudde. In 1833 werd deze stelberg gedeeltelijk afgegraven om plaats te maken voor het vergroten van een aldaar staande schuur. Kohieren huisschatting 1674 - 1716: periode belastingplichtige belasting perceel 11: 1674 - 1682 Pr. Jans Gekijer £. 0-15-0 1684 - 1690 Pieter Geldeloose 1691 - 1694 idem £. 0-17-4,5 1695 - 1697 weduwe Pieter Geldeloose 1699 Willem Meijer 1696 Willem Meijer 4 haardsteden perceel 12: 1674 het Kleijn Hoefken van de Vrouwe van Kruiningen £. 0-15-0 1675 Davijt Lambrechtse (bewoner) 1676 het Kleijn Hoefken van de Vrouwe van Kruiningen £. 0-15-0 1677 - 1690 Arent Steyn 1691 - 1693 Pieter Geldeloose £. 0-17-4,5 1694 het hoefken daer Arent Steijn 1695 - 1697 weduwe Pieter Geldeloose 1699 ds. van der Cruijssen 1696 weduwe van Geldeloose 3 haardsteden beide percelen samen: 1700 schout Meijer 1701 - 1712 Joos Franck 1713 - 1716 Fincent de Waal Kohier bewoners 1681: perceel 11 Pieter Geldeloose (aantal personen boven 8 jaar: 3) perceel 12 Arent Steyn (aantal personen boven 8 jaar: 5) Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750, 1758 Lena Steyn Bevolkingsregisters: A 73 1813 Cornelis Verwijs (arbeider) 1821 - 1837 Pieter Engsmenger (arbeider), later anderen A 74 1821 - 1837 Marinus Engsmenger (arbeider) A 73 1813 - 1825 Adriaan van Dijke (landbouwer) 1826 - 1837 Jacob Mol (landbouwer) Samenvatting eigenaars: periode eigenaar perceel 11: (46 gemeten 129,5 roeden) 1645 - 1664 Johan Liens, later Cornelis Liens 1664 - 1695 mr. Marinus Corvinck, later diens erfgenamen 1695 - 1700 Willem Willems Meijer perceel 12: (66 gemeten 129.5 roeden) 1645 - 1659 Dirck van der Werve 1659 - 1698 David van der Nisse, later diens erfgenamen 1698 - 1700 ds. Johan van der Kruyssen (46 gemeten 129,5 roeden) 1698 - 1700 Cornelis Waale (20 gemeten) percelen samen: 1700 - 1779 Willem W. Meijer, later diens erfgenamen (92 gemeten 258,5 roeden) 1700 - 1779 Cornelis Waale, later Vincent Wale en diens erfgenamen (20 gemeten) 1779 - 1784 Marinus Reyngoud, later zijn erfgenamen (112 gemeten 258,5 roeden) 1784 - 1806 Jacob de Groen, later zijn weduwe 1806 Johannes van Dijke, later zijn weduwe - 1828 Machiel Mol, later zijn weduwe 1828 - 1832 Jacob Mol Samenvatting pachters/gebruikers: periode gebruiker perceel 11 1662 - 1663 Marijnus Mattus -(1664) Willem Marijnus Matussen, later zijn weduwe (1666)-(1668) Jan Classen (1671)-(1696) Pieter Jansz Gekier (=Pieter Geldeloose), later zijn weduwe (1696)- 1700 Willem Willems Meijer perceel 12 1668 - 1672 Cornelis Lambrechts 1672 - 1676 Huybrecht Lambrechtssen, later zijn weduwe 1677 - 1691 Arent Roocus Steyn 1691 - 1698 Pieter Geldeloose, later zijn weduwe 1698 - 1700 Willem Meijer percelen samen: 1700 - 1713 wed. Willem Meijer, nu gehuwd met Joos Franke, (92 gemeten 258,5 roeden) 1713 wed. Joos Franke, nu gehuwd met Vincent de Waal (idem) 1700 - 1731 Cornelis Waale (20 gemeten) 1731 - 1747 Vincent de Waal (112 gemeten 258,5 roeden) 1747 - 1784 Marinus Reyngoud, later zijn erfgenamen 1784 - 1806 Jacob de Groen , later zijn weduwe 1806 - 1826 Adriaan van Dijke 1826 - 1832 Jacob Mol Transacties enz. perceel 11: 1661 25 juli; RA 5879 A, nr. 72: Cornelys Lijens, heer van Westkerke, is schuldig aan Nelken Dijercks, huisvrouw van Geert Geerts van der Smack, koopman, Rotterdam, een bedrag van ƒ. 3000 tegen 4,5 %. Onderpand is de hofstede in de 5de kavel met 47 gemeten 127,5 roeden; N: de zeedijk; Z: de weg. Afgelost: 1665. 1664 29 maart; RA 5879 A: Marijnus Mattus verleent arrest aan dijkgraaf Cornelis Lijens wegens pacht van zijn hoeve over 1662/1663. 1664 28 juni; RA 5879 C, nr. 7 - 11: Cornelis Lijens, Heer van Westkerke, dijkgraaf van Sint Maartensdijk, verkoopt aan Johan Cram de Jonge, penningmeester, q.q. echter vervangen door Jacob Faes namens Mr. Marinus Corvinck en zijn tante Cornelija Mus, een hoeve, met 46 gemeten 129.5 roeden in de 5e kavel (3 gemeten berekend voor de gebouwen) N: de zeedijk; O: Geerart van der Nisse; Z: de herenlandsweg; W: David van der Nisse, heer van Zaamslag. Prijs is £. 41-13-4. per gemet, echter voor £. 42-5-0. aan Faes; met voorwaarden van de verkoop; de hoeve is verpacht tot Bamis (= 1 oktober) 1665 voor £. 95-16-0. De verkoop vond plaats te Tholen. 1664 4 december; RA 5879 C nr. 17: Crijstijna Cornelis, wed. van Willem Marijnus Matussen doet afstand aan Hubrecht Lambrechtsz, schout, van twee termijnen van "huijspaeijn" van elk £. 5-13-4. 1664 24 december; RA 5879 C, nr. 17: Stijnien Cornelis, wed. van Willem Marijus Mattussen, verkoopt aan Cornelis Lijens, dijkgraaf, twee zwarte merriepaarden, drie koeien (een bonte, een bruine en één met een wit teken op haar 'hoeft'), twee tweejarige kalveren, alsmede alle landbouwgereedschap om daarmee te verhalen £. 200 die Mattussen schuldig was. Het genoemde geeft Lijens te leen, echter meteen opvorderbaar. 1665 8 augustus; RA 5879 C, nr. 20: Cornelis Lijens verkoopt aan Geerart Geertsz. van der Smack de vordering van £. 696-3-3, vervallende 28 januari 1666. Dit bedrag komt van de verkoop van zijn hoeve c.a. aan Marijnus Corvinck en Cornelija Muijs. 1677 28 juli; RA 5879 C, nr. 85: Marijnis Corvijnckt, te Tholen draagt over aan zijn kinderen, gewonnen in het huwelijk met Maria van Loo, 46 gemeten 129.5 roeden in de 5e kavel. Door de transporteur verkregen uit de erfenis van zijn moeder Soete Muse. 1688 24 november; RA 5879 C, nr. 165: Janneken Linders verkoopt aan Cornelis Rijmelant, namens jkvr. Maria Susanna Huijssen, vrouwe van Kattendijke, Wijtvliet enz., 1/6 deel in de brouwerij voor £. 6-13-4. 1690 31 mei; RA 5879 C, nr. 205: Job Jacobs, bode, verklaart dat hij Jacob van de Luister heeft horen zeggen en zien spreken dat Job noch iemand anders in Sint Philipsland zou zien dat de brouwerij daar ooit vandaan zou gaan en dat hij liever de bijl daarin zou slaan voordat deze zou moeten verdwijnen. 1695 27 juli; RA 5879 C, nr. 256, 257: Marinus van Rosevelt, oud-burgemeester namens Aderjana Maria Cornelia Catarina en Solla Margarieta Corvinck (procuratie gegeven te Utrecht op 3 mei 1695), verkoopt aan Willem Willemse Meijer een hofstede met 46 gemeten 129.5 roeden wei- en zaailand, N: zeedijk; O: Johannes Huijssen, Heer van Vossemeer; Z: Herenweg; W: erfgenamen van de Vrouwe van Kruiningen. Prijs is £.15-10-0 per gemet; de koopsom is reeds betaald. Transacties enz. perceel 12: 1658 23 september; RA 5879 A: Overeenkomst tussen jhr. Dyerck van de Werve en Jan Classen Vecke wegens arrest van 18 september 1658 op de vruchten en beesten van Vecke. Deze zal de hoeve binnen acht dagen ontruimen. 1659 31 mei; RA 5879 A, nr. 61: J.Jacobs Faes, rentmeester te Tholen, verkoopt namens jhr. Dijerck van der Werve, Heer van Westkerke, aan Davijt van der Nisse de boerderij en gronden in de 5e en 6e kavel, samen groot 66 gemeten, 129.5 roeden - plus 1/8 in de tienden, uitgezonderd de vordering daarop van de advocaat De Bije, waarover een proces wordt gevoerd - met 1/16 in de ambachtsheerlijkheid. Prijs is ¦. 20.000 tegen 5 %, te betalen in termijnen. 1671 10 december; RA 5879 A: Rentmeester Faes, namens Cornelia van der Nisse, Vrouwe van Kruiningen, doet arrest aan Huijbrecht Lambrechtsse, schout, wegens de pacht van de hoeve door haar gekocht van de Heer van Westkerke. Dit is de 'Noorthoeve' (d.i. noord van de weg) waarvan de pacht verschuldigd is over 1668 - 1671 ad. £. 991-13-4. Hij eist opening van zaken van de koopdag van Marijnis Jans Doen. 1674 Archief Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr. 721: De "cleijne houve" met 66 gemeten 129 1/2 roeden wordt gepacht door Huijbrecht Lambrechts, tesamen met 1/8 in de tienden en 1/16 in de heerlijkheid voor £. 158-6-8. Voor het opbouwen van de keet, die geheel vervallen was, het verlagen van de kelder en andere reparaties werd betaald £. 16-8-11. 1676 RA 5879 A: Jaar van overlijden van Huybrecht Lambrechtse. Hij was pachter van de Noordhoeve en de Kleine Hoeve, die beide eigendom waren van de Heer van Kruiningen. 1676 15 augustus; RA 5879 A: De hoeve in pacht bij wijlen dijkgraaf Huybrecht Lambrechtsse werd direct daarna gebruikt door Aernout Rocussen Steyn, tegen de wil van de weduwe, wier pachttermijn nog loopt. De hoeve is 66 gemet en ze was al 19 jaar in pacht. Dit is de 'Kleine Hoeve'. 1677 2 november; RA 5879 A: Jacob Faes, rentmeester van Antoni d'Hubert, Heer van Kruiningen, gehuwd met Cornelia van der Nisse, eist van de weduwe van Hubrecht Lambrechtse £. 460-17-4 wegens achterstallige pacht over twee hoeven: de "Noorthoeve" en "Kleijne Hoeve". De eis wordt namens de weduwe bestreden. 1679 Archief Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr. 721: Betaald aan Laureijs van Eurdingen voor timmerwerk aan de hoeve bewoond door Rochus Steyn £. 29. 1698 29 mei; RA 5879 C, nr. 6 - 13: Abram Raes en Joris Stoffels Geens als rentmeesters van de Raadsheer Mauregnault, de burgemeester Heer van Vossemeer en de Heer van Kattendijke, verkopen aan Johannes van der Cruijssen, predikant, de hoeve met alle gebouwen en 46 gemeten 129 roeden zaai- en weiland. N: de zeedijk; O: Willem Meijer; Z: Raadsheer de Mauregnault; W: Heer van Welland. Pachter is Willem Meijer, aan wie de pacht gestand moet worden gedaan. Prijs : £.26 per gemet, de helft contant, rest in twee termijnen. Afbetaald: 1700. Dezelfden verkopen aan Cornelis Fransen Wale 20 gemeten zaailand, N: zeedijk; O: Johannes van der Cruijssen; Z: herenweg; W: de Heer van Welland. De prijs is £. 26 per gemet, de helft contant, de andere helft over 7 maanden. Afbetaald: 1700. Met verkoopvoorwaarden d.d. 9 maart (?) 1698. 1700 11 oktober, 8 december; RA 5879 C, nr. 52 - 56, 62, 63, 68, 69: Ds. Johannes van der Cruijssen verkoopt aan schout Willem Meijer de hofstede met 46 gemeten 129,25 roeden N: zeedijk; O: Willem W. Meijer; Z: Raadsheer De Mauregnault; W: de Heer van Welland en Cornelis Wale. Prijs £. 27 per gemet. De helft contant, de andere helft 6 maanden later. De verkoper behoudt het recht om te vissen op de stelberg achter de schuur en in de kreek onder de zeedijk, zolang hij hier predikant is. Koper moet de kastelein Corneles de Brune betalen de helft van diens huur. Op 6 november 1700 verklaart de verkoper het totale bedrag van £. 837-18-7 te hebben ontvangen. Transacties m.b.t. combinatie: 1706 RA 5879 C, nr. 159: Nicolaes Geerinck machtigt Gabreel Mouwe om de opbrengst van 1/3 deel in de brouwerij te ontvangen ter voldoening van een bedrag van £. 4-13-4. 1708 2 april; RA 5879 C, nr. 225: Uittreksel uit het brouwboek van Johannis van de Luijster (ovl.) uit 1704, 1707. 1708 2 april; RA 5879 C, nr. 228: Johannes Steijn, gezworen brouwer, legt een verklaring af op verzoek van Joos Francke. 1713 14 juni; RA 5879 C, nrs. 71, 72: Nicolaas Geerinck, of zijn zoon Marijnus, uit vader's naam, verkopen aan Lauwerens Kock, Cornelis Wale, Arij Molenbergh en Vincent de Waal 1/3 deel van de brouwerij, op de hofstede van de ambachtsheer (= De Mauregnault), onder de Zuiddijk waar Molenberg woont. De koopsom is £. 6-10 contant. 1714 1 februari; RA 5879 C, nr. 88 Jacobus Liere verkoopt aan Isack Steijn 1/3 deel in de brouwerij op de hofstede en erf van ambachtsheer Johan de Mauregnault voor £. 13 contant. 1731 27 september, RA 5886 B: Inventaris van de boedel van schout Cornelis Waele ten behoeve van zijn erfgenamen: Vincent Wale en Pieter Wale, tevens handelend als voogden van de wezen van François Wale; Isac Wale; Matie Wale, gehuwd met Willem Willemse Meijer en Sara Wale, thans gehuwd met Bastiaen Francke, allen erfgenamen. Tot de boedel behoort o.a. 20 gemeten land, getaxeerd op £. 320. 1733? RA 5886 B, nr. 23: Leendert de Lange, Tanneke van der Daf (weduwe van Willem Molenberg), Johan Oostdijk en schout Vincent Wale transporteren aan Bastiaen Francke 1/6 deel in de brouwerij staande op cijnsbare grond van schout Vincent Wale voor £. 11. N.B. Niet gedateerd en ongetekend. 1744 Kaart Hattinga: eigenaar schout Cent de Waal; baander Marinus Reijngoud. 1746 6 juli; RA 5885 E, nr. 63: Laeuwereijs Kock verkoopt aan schout Vincent de Waal 1/6 deel in de brouwerij voor £. 4. 1746 6 juli; RA 5885 E, nr 65: Jan Mol verkoopt aan schout Vincent de Waal 1/6 deel in de brouwerij voor £. 4-5. 1761 25 juni; RA 5882 nr. 21: Marinus Reyngoud, weduwnaar van Janneke de Wael, enige dochter van de overleden schout Vincent de Wael, verklaart m.b.t. de boedel van Arie Molenberg (Zwarte Schouw), schuldig te zijn een bedrag van £. 866-13-4 tegen 4 % rente. Onderpanden zijn een hofstede met 92 gemeten 111 roeden land, alsmede 16 gemeten land te Sint Philipsland en 20 gemeten 154 roeden land in Poortvliet. 1779 21 juni; RA 5882, nr. 152: Marinus Reyngoud is schuldig aan Marinus Faassen S.zn. een bedrag van £. 100 tegen 4 %. Onderpand de hofstede van 112 gemeten 111 roeden. Afgelost: 26 april 1784. 1780 2 oktober; RA 5882, nr. 157: Marinus Reyngoud is schuldig aan Marinus Faassen S.zn. een bedrag van £. 100 tegen 4 %. Onderpand de hofstede van 112 gemeten 111 roeden. Afgelost: 26 april 1784. 1784 26 april; RA 5881, nr. 12, 13: Vincent, Pieter, Cornelis en Marinus Reyngoud, kinderen en erfgenamen van schout Marinus Reyngoudt verkopen aan Jacob de Groen een hofstede, huis, schuur etc., met een huis, voorheen brouwerij, een kavel met 46 gemeten 129 roeden en een kavel met 66 gemeten 129,5 roeden, tezamen 112 gemeten 258,5 roeden, voor £. 12-10-0 per gemet of in totaal voor £. 1410-15-7. Met verkoopvoorwaarden. 1784 26 april; RA 5882, nr. 14: Jacob de Groen is schuldig aan Wouter Cornelis de With, notaris te Tholen een bedrag van £. 700 tegen 4 %. Onderpand is de hofstede van 112 gemeten 258,5 roeden op heden door erven Marinus Reyngoud getransporteerd plus vruchten en inventaris. Afgelost: 9 mei 1787. 1784 26 april; RA 5882, nr. 15: Jacob de Groen is schuldig aan de Diaconie van Sint Philipsland een bedrag van £. 100 tegen 3,5 %. Onderpand is de heden getransporteerde hofstede. Doorgehaald: 9 juli 1792. 1792 9 december; RA 5883: Testament van Jacob Marinisse de Groene en Neeltje Cornelisse Kuijper. Hij ligt ziek te bed en plaatst een merk. Testament op langstlevende. 1806 11 maart; RA 5881, nr. 2, 4; RA 5885: Neeltje Kuyper, weduwe van Jacob de Groen, verkoopt aan Johannes van Dijke een hofstede bestaande uit twee kavels, één van 46 gemeten 129 roeden en één van 66 gemeten 129,5 roeden, samen 112 gemeten 258,5 roeden. Prijs is £. 38 per gemet of in totaal £. 4288-14-10 en £. 100 voor het huis genaamd 'de brouwerij'. Met verkoopvoorwaarden. 1806 11 maart; RA 5882, nr. 5: Johannes van Dijke is schuldig aan Neeltje Kuyper, weduwe van Jacob de Groen, een bedrag van £. 4388-14-10 tegen 5,25 % zijnde de koopsom van de boerderij met 112 gemeten 258,5 roeden en het huis genaamd de 'brouwerij'. Onderpand is de gekochte hofstede alsmede een hofstede met 169 gemeten 124 roeden (Bouwlust), met vruchten en inventaris. 1818 2 maart; G.A. Tholen, notariële archieven, inv.nr. 2814 (763): Boedelscheiding van Johannes van Dijke en Neeltje Klippel. Adriaan van Dijke aanvaardt de hem tegen ƒ. 150 per gemet gelegateerde hofstede niet. Hooge Boomen/Stelhoeve. De 7de kavel (kavel F) werd na de herbedijking in 1645 toebedeeld aan Arent van Tuyll van Serooskerken, telg uit een oud Zeeuws geslacht. In tegenstelling tot de meeste andere boerderijen bleef deze hofstede tot ver in de 18de eeuw in het bezit van de nazaten van Arent. De laatste bezitster was Dorothea van Tuyll van Serooskerken, douarière Van Hohendorff, Vrouwe van Welland en Serooskerke, twee heerlijkheden op Schouwen. Zij liet de boerderij in 1763 in het openbaar verkopen. De nieuwe eigenaar werd Cornelis van der Lek, secretaris te Stavenisse. Aanvankelijk was de helft nog in bezit van de Zierikzeëenaar Willem Lodder, maar in 1791 verkreeg Van der Lek opnieuw de gehele boerderij in zijn bezit. Drie jaar later verkocht hij de boerderij met een zeer forse winst aan de pachter Machiel Mol. Omstreeks 1880 werd het bedrijf opgedeeld tussen enige zonen van Abraham Mol. Het zuidelijk deel omvatte het bedrijf dat nu bekend is als de "Hooge Boomen", het deel ten noorden van de weg werd de "Stelhoeve". Kohieren huisschatting 1674 - 1716: periode belastingplichtige 1674 - 1676 Pieter Verburg 1677 Pieter en Jan Verburg 1678 - 1682 Pieter Verburch 1684 Jacobus van de Luister 1685 Isaack van de Luister 1686 - 1690 Cornelis Wale 1691 - 1716 Cornelis Wale 1696 Cornelis Wale Kohier bewoners 1681: David Lambrechts (aantal personen boven 8 jaar: 6) Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750, 1758 Marinus Reyngoud, Jannetje Wale belasting £. 1 £. 1-2-6 4 haardsteden Bevolkingsregisters: A 67 1813 - 1837 Machiel Mol Mar.zn. (landbouwer), later Abraham Mol (landbouwer) Samenvatting eigenaars: periode eigenaar 1645 - 1763 Arent van Tuyll van Serooskerken, later zijn erfgenamen 1763 - 1794 Cornelis van der Lek c.s. 1794 - 1828 Machiel Mol, later zijn weduwe 1828 - 1832 Abraham Mol Samenvatting pachters/gebruikers: periode gebruiker (1650) Jan Pieters van der Stel (1663)- 1666 Barent Daems 1667 - 1681 Pieter en Jan Verburch 1681 - 1685 Isaack (en Jacobus) van de Luister 1686 - 1731 Cornelis Wale 1732 - 1744 Vincent Wale 1744 - 1750 Pieter Wale 1750 - 1763 Marinus Reyngoud 1764 - 1827 Leendert Dorst/ Machiel Mol 1827 - 1832 Abraham Mol Transacties enz. : 1650 RA 5879 A: Jan Pieters (van der Stel), pachter, cedeert zijn vruchten aan zijn pachtheer. 1673 10 november; RA 5879 C nr. 65: Pieter Jans. Verburch verleent goedwillige condemnatie op zijn goederen: paarden, koeien en andere beesten, meubels, huisraad en vruchten te velde, in de schuur, hoeve en op de gronden, groot 130 gemeten 213 roeden door hem gepacht en eigendom van jhr. Godart Willem Tuyll de Serooskerke, heer van Zoelekerke etc. om daaraan te verhalen een bedrag van £. 1070-7-6 t.b.v. de heer van Zoelekerke wegens verschuldigde pacht over 1667 - 1672 en een deel van 1673. 1677 1 en 4 juni; RA 5879 C nr. 82, 84: Quirijn Bolle, rentmeester van de heer van Zoelekerke en Welland, legt beslag op de beesten, vruchten , meubels enz. van de pachters Pieter en Jan Verburcht. Zij doen daarvan afstand om daaraan de pachtschuld te verhalen. 1679 3 mei; RA 5879 C, nr. 92: Overeenkomst tussen de schout Aelbrecht Lambrechtsz en Jan Verburght, gehuwd met Margriete Aelbrecht, die overleden is. Uit haar boedel houdt de schout zich tevreden met 50 Carolus gulden. Verburght behoudt alle risico, waaronder de pacht van de hoeve. 1679 15 februari; RA 5879 C, nr. 105: Aderjanien Putters, weduwe van Pieter Verburgh en Cristiaen Jan en Marines Verburgh, broers van de overleden Pieter geven toestemming aan oud-burgemeester Cornelis Poes (= Pous te Zierikzee) handelend namens de Heer van Welland voor arrest op alle goederen op de hofstede van de Heer van Welland volgens de opgemaakte in ventaris. 1681 11 maart; RA 5879 C, nr. 106: Pieter Jans (Gekier ?) als voogd van de nagelaten erfgenamen van Adr. Pieters draagt op in eigendom de goederen op de hoeve van de Heer van Welland volgens de opgemaakte inventaris, conform het arrest van de weduwe van Pieter Verburgh c.s. ten behoeve van Quirijn Bolle, gemachtigde van de Heer van Welland, om daaraan te verhalen een schuld wegens pacht. 1681 31 december; RA 5879 C, nr. 107: Bernard Sebrecht, deurwaarder van het Hof van Holland, te Middelburg woonachtig, krachtens arrest van het Hof dd. 7 december 1681 op verzoek van Adriaen Gustaef graaf van Flodrof gehuwd met Margarita Huysen, douarière Dona, eiser, contra Godert Wilhelm van Thuyll van Serooskerke, Heer van Welland, neemt in arrest de hofstede met 130 gemeten 213 roeden, met de gebouwen daarop. 1699 1 oktober; RA 5879 C, nr. 35: Rentmeester Melchior van Cromstrien, ontvanger van Godart Willem de Tuyl Serooskerke, Heer van Welland, toont een kwitantie van Willen en Anna Poes van de afbetaling van een schepenschuldbrief van 18.000 gulden gehypothekeert op een hofstede met 130 gemeten 230 roeden zijnde de 6e kavel alsmede 1/8 deel in de dijk en gorsettingen staande ten name van de Heer van Serooskerke en afgegeven door Quirijn Bolle op 29 april 1680. 1744 Kaart van Hattinga: eigenaar de Heer van Wellant, baender P. de Wael 1763 8 augustus; RA 5881, nr. 36: Cornelis de Jonge, secretaris van het land van Schouwen, verkoopt namens Dorothea van Thuyll van Serooskerke, douarière Van Hohendorff, Vrouwe van Welland en Serooskerke, aan Cornelis van der Lecq, secretaris (te Stavenisse) een hofstede bestaande uit een huis, schuur, keet enz., groot 130 gemeten 213 roeden zaai- en weiland, W: Mr. Steengragt, secretaris van de provincie Zeeland; Z: Leendert den Bakker. Prijs: £. 1-16-8 per gemet of in totaal £. 239-12-0. Van der Lecq kocht deze hofstede c.a. tijdens een openbare verkoop op 23 juni 1763 te Sint Maartensdijk (RA 5881, nr. 35). Marinus Reyngout is pachter tot 1 oktober 1763. De Jonge was tot de verkoop gemachtigd bij notariële akte van 30 juni 1763 (RA 5884, nr. 34). 1778 2 januari; RA 5881, nr. 132: Verkoopvoorwaarden van drie percelen uit de hofstede van Heer Johan Turcq. (Dit zijn in 1832 de kavels Sectie B 136, 137, 151, 152, 153, 154, 155, 156, 157, en 158, alle zuidelijk van de oude weg. Percelen B 151 - 154 naar Leendert Dorst.) 1778 9 maart; RA 5881, nr. 135: Willem Hendrik Turcq verkoopt aan Leendert Dorst een kavel van 7 gemeten 30 roeden à £. 12-5-0, in totaal £. 86-19-6. N: de weg; O: Marinus Mol; Z: Mevrouw Nebbens; W: Mevrouw Nebbens. 1780 6 mei; RA 5883, nr. 156: Testament van Leendert Dorst en Elisabeth Mol, echtelieden. Zij ligt ziek te bed en plaatst een merk. 1783 ??; RA 5886, nr. 3: Rekest aan Schout, Burgemeester en Schepenen van Marinus Mol en Jan Dorst. Op 6 mei 1780 hebben Leendert Dorst en Elisabeth Mol hun testament laten passeren voor Schepenen onder andere met seclusie van de Weeskamer. Eerst overleed de vrouw. De man hertrouwde met Lena Waele en overleed op 4 maart 1783. Gevraagd wordt voogden te benoemen en wel: Machiel Mol, zoon van Marinus Mol, broer van Elisabeth Mol, en voorts Jan Dorst als broer van Leendert. 1783 31 maart; RA 5887, nr. 4: Resolutie van de Weeskamer. Het bovenstaande rekest (RA 5886 fol.3) is toegestaan. 1783 24 april; RA 5887, nr. 5: Resolutie van de Weeskamer. Lena Waele, weduwe van Leendert Dorst en de beide hiervoren genoemde voogden verzoeken de goederen publiekelijk te mogen verkopen. Toegestaan onder voorwaarde om na de verkoop een inventaris op te stellen. 1783 20 juni; RA 5881, nr. 7: Verkoop door de erven van Leendert Dorst (Lena Waele, weduwe van Leendert en de kinderen uit eerste huwelijk met Elisabeth Mol) van een kavel van 7 gemeten 30 roeden aan Nicolaas van den Berg voor £. 11-15-0 per gemet. N: de weg; O: Marinus Mol; Z en W: Mevrouw Nebbens. 1783 7 juli; RA 5887, nr. 6: Resolutie van de Weeskamer. Over de nagelaten wees van Leendert Dorst en Lena Waele genaamd Leenderd wordt als voogd benoemd naast de genoemde Lena Waele: Izak Waele. 1784 18 oktober; RA 5888, nr. 19: Inventaris van de boedel van Leendert Dorst (overleden Sint Philipsland 4 maart 1783) en zijn weduwe Lena Waale en de zes kinderen: Pieternella (19 jr), Marinus (17 jr), Jeremias (15 jr), Jan (9 jr), Adriaan (5 jr) en Leendert Jeremias (geboren na het overlijden van de vader) zijnde de eerste vijf verwekt bij de eerste vrouw: Elisabeth Mol. Overgebracht door Jan Dorst en Machiel Mol, voogden over de eerste vijf kinderen en door Isak Waale, voogd over het jongste kind. Lena Wale was op het moment van de overbrenging reeds hertrouwd met Pieter Ponse. - Leendert Dorst en Elisabeth Mol maakten hun testament voor Schout en Schepenen van Sint Philipsland op 6 mei 1780. In het tweede huwelijk werd geen testament gemaakt. De Weeskamer stelde op 30 maart 1783 als voogden aan Jan Dorst (broer van de overledene) en Machiel Mol (broer van Elisabeth Mol). Op 11 mei 1783 stelden zij tot voogd over het jongste kind aan: Izak Waale, broer van de weduwe. - onder andere grond onder Poortvliet - blok land groot 7 gemeten 30 roeden onder Sint Philipsland. Verkocht aan Nicolaas van den Bergh voor £. 11-15-0 per gemet of £. 83-8-6. - de overledene was landbouwer; hij verbouwde mee, tarwe, koolzaad, grauwe erwten, paardebonen, haver en aardappels. - onder andere twee boeken, twee Bijbels, een Bijbel met lessenaar, snaphaan, barometer, bijenkorf, vijf boerenwagens, 1 aardkar enz. Een windmolen, een kakstoel, enz. - Machiel Mol nam de pacht van de hofstede over - schulden aan Cornelis van der Lek gegeven in 1777 en later. Van deze pachtte Dorst de hofstede, groot 89 gemeten 103 roeden. - Theodorus de Klerk (te Stavenisse) leverde bier - Jeremias en Marinus Dorst waren in de kost bij Cornelis van Sorgen. Aan Jan Verton werd schoolgeld betaald (deze waren dus niet te Sint Philipsland, maar te Stavenisse op Tholen). - chirurgijnswerk door Willem Houwer (te Zierikzee) - batig saldo £. 1050-7-0. - doodkist werd gemaakt te Sint Annaland. Hierbij is gevoegd: Inventaris van de boedel van Pieternella Janse van de Wattyne, weduwe van wijlen Jeremias Dorst ten behoeve van de kinderen: Carel, Jan, Cornelis en Adriaan Dorst, Jacob van Oeveren gehuwd met Maria Dorst en de kinderen van Leendert Dorst (zie hiervoor). Overgebracht op 18 oktober 1784. Zij was te Stavenisse woonachtig. 1786 31 juli; RA 5888, nr. 25: Wijziging van de inventaris van de boedel van Leendert Dorst (zie nr. 19, hiervoor). Zowel baten als lasten waren vergeten op te geven. 1786 4 december; RA 5887, nr. 37: Resolutie van de Weeskamer. Over de minderjarige wezen van Leendert Dorst en Elisabeth Mol, genaamd Marinus, Jeremias, Jan en Adriaen worden om de likwidatie van de boedel van hun grootvader Marinus Mol, schout, tot stand te brengen naast de weduwe van M.Mol, Adriana de Jonge, als voogden aangesteld: Machiel Mol en Jacob van Oeveren. 1791 8 oktober; archieven Stad Zierikzee, voorwaarden verkopingen Overman, 1791 - 1795, nr. 1558: Executeuren van de boedel van wijlen Willem Lodder en Johanna Companje laten in het openbaar verkopen onder andere de helft in een hofstede bestaande uit een huis, schuur, wagenhuis, bakkeet c.a. met 130 gemeten 213 roeden koren- en weilanden, in Sint Philipsland, waarvan de andere helft toebehoort aan baljuw Cornelis van der Lek te Stavenisse. Verpacht aan Machiel Marinusse Mol tot Bamis (= 1 oktober) 1797 voor £. 195 per jaar. Koper wordt Jacobus de Kanter namens Cornelis van der Lek voor £. 5 per gemet of £. 326-15-6 in totaal. 1791 oktober; RA 5881, nr. 95: Machtiging aan schout Machiel Mol om te leveren de helft in een hofstede met huis, schuur, wagenhuis etc. en 130 gemeten 213 roeden land uit de boedel van Willem Lodder en Johanna Companje, aan Cornelis van der Lecq, baljuw en rentmeester te Stavenisse. 1791 16 november; RA 5881 nr. 96: Machtiging van Cornelis van der Lecq aan Machiel Mol t.b.v. van deze transactie (de andere helft was al eigendom van Cornelis van der Lecq). 1792 26 maart; RA 5881 nr. 97: Overdracht van de helft in hofstede zoals hierboven genoemd. Met de condities en voorwaarden. Pachter in deze periode was Machiel Mol tot Bamis (= 1 oktober) 1797. Pacht £. 195 per jaar; huisschatting £. 1-10-0 per jaar. 1794 5 juni; RA 5881, nr. 33: Cornelis van der Lecq verkoopt aan de pachter, schout Machiel Mol, de hoeve van 130 gemeten en 213 roeden voor £. 2350. Contant £. 1150, £. 1200 op een schuldbrief. Met verkoopvoorwaarden d.d. 18 februari 1794 (RA 5881, nr. 34). 1794 5 juni; RA 5882, nr. 35: Machiel Mol leent van Cornelis van der Lecq, baljuw te Stavenisse, £. 1200 tegen 4 %. Onderpand de heden gekochte hoeve met vruchten en inventaris. Doorgehaald: 25 april 1798. Hermanshoeve. De 8ste kavel (kavel G) werd in 1645 geloot door Johan de Knuyt (1587 - 1654), vertegenwoordiger van de Eerste Edele (Prins van Oranje) in de Staten van Zeeland en daardoor één van de machtigste bestuurders van zijn tijd. In deze kavel lag ook het gedeelte grond, dat bij de herbedijking was gereserveerd aan de "gemene zaak". Het behoorde tot het kantoor van de zogenaamde geestelijke goederen. Met de opbrengsten van deze goederen werden onder meer betaald de salarissen van de gereformeerde predikanten en voorzangers. De rentmeester van deze geestelijke goederen verkocht het betreffende perceel, groot 13 gemeten 183 roeden, namens Gecommitteerde Raden van de Staten van Zeeland aan de weduwe van Johan de Knuyt in 1664. De 8ste kavel was op het eind van de 17de eeuw door vererving in het bezit van Henry Cornewall, weduwnaar van Margaretha Laurentia Huijssen. Hij verkocht de boerderij en de grond aan Jacobus van de Luijster. Zijn zuster Cornelia en haar echtgenoot Gabriël Mouwe werden vervolgens eigenaar. In 1726 kocht Henderick Pieterse Zegers de boerderij. Hij was in die tijd de enige Rooms-Katholieke landbouwer op het eiland. Ondanks een uitdrukkelijk verbod werd hij zelfs schepen. Ook Leendert de Bakker was Rooms-Katholiek. Vermoedelijk om die reden weigerde hij mee te betalen aan de onkosten in verband met de oorlog tegen de Fransen en het beleg van Bergen op Zoom, dat in september 1747 moest capituleren. In 1774 kocht Machiel Mol de hofstede en het land. Vier jaar later kocht hij van Johan Turcq een perceel van 7 gemeten 126 roeden in de derde kavel. Dit perceel is tot 1987 bij de "Hermanshoeve" blijven behoren. Hetzelfde is het geval met een perceel van 6 gemeten 149 roeden, eveneens gelegen in de derde kavel, dat hij in 1787 kocht uit de boedel van zijn vader Marinus. De naam "Hermanshoeve" dateert uit de 19de eeuw. Kohieren huisschatting 1674 - 1716: periode belastingplichtige 1674 - 1690 Willem Geerinck 1691 - 1694 Willem Geerijnck 1695 - 1699 Jacobus van de Luister 1696 1700 het gemene hoefken 1701 - 1704 Rocus Steijn 1705 - 1711 Gabreel Mouwe 1712 - 1713 idem nu Hr. Pieterse 1714 - 1715 Gabreel Mouwe 1716 Machiel Mol Kohier bewoners 1681: Willem Geerinck (aantal personen boven 8 jaar: 5) Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750 niet vermeld 1758 bewoond door Rooms Katholieken Bevolkingsregisters: A 72 1813 Machiel Mol, Mach.zn. (landbouwer) belasting £. 0-15-0 £. 0-17-4,5 3 haardsteden 1821 - 1825 Jacob Mol (landbouwer) 1826 - 1837 Johannes Mol (landbouwer) A 72b 1821 - 1837 Leendert Nelisse (arbeider) Samenvatting eigenaars: periode eigenaar 1645 - 1695 Johan de Knuyt, later diens weduwe en erfgenamen 1695 - 1700 Jacobus van de Luister, later zijn erfgenamen 1700 - 1706 Pieter Abrahamse en Rocus Steyn ( voor de helft) 1700 - 1706 Gabriël Mouwe (voor de helft) 1706 - 1726 Gabriël Mouwe, later zijn weduwe en haar erfgenamen (de gehele boerderij) 1726 - 1735 Henderick Pieterse Zegers 1736 - 1739 Adriaan Vriendts 1740 - 1774 Leendert de Bakker, later diens erfgenamen 1774 - 1828 Machiel Marinuszn. Mol, later zijn weduwe 1828 - 1832 Johannes Mol Samenvatting pachters/gebruikers: periode gebruiker (1662)- 1695 Willem Geerinck 1695 - 1700 Jacobus van de Luijster 1701 - 1704 Rochus Steyn (1716)- 1727 Machiel Jacobse Mol 1727 - 1735 Henderick Pieterse Zegers 1736 - 1739 Adriaan Vriendts 1740 - 1774 Leendert de Bakker, later diens erfgenamen 1774 - 1827 Machiel Marinuszn. Mol 1827 - 1832 Johannes Mol Transacties enz.: 1664 20 oktober; RA 5879 C, nr. 13: Marijnis van der Vliet namens Gecommitteerde Raden van de Staten van Zeeland, verkoopt aan Willem Geerinck, handelend namens mevrouw de wed. (De) Knuyt (pachter Anthonij Geldeloos), 13 gemeten 183 roeden onverkaveld land, met het bijbehorende deel in de gebouwen op de 7e kavel. Prijs: £. 52-10-0. per gemet of in totaal £. 714-10-6. £. 18-1-7 voor het aandeel in de gebouwen. 1685 16 februari; RA 5879 C, nr. 137: Caspar Rontvis, arts te Goes, namens Clara Velders, verklaart dat Vrouwe Margrieta Laurentia Huysen bij huwelijkscontract heeft bedongen de administratie van haar goederen, geassisteerd door haar man, Henry Cornewal, en heeft toegestemd dat de hofstede met grond in Sint Philipsland werd gehypothekeerd voor de gift van haar t.b.v. haar kind of kinderen. 1689 5 maart; RA 5879 C, nr. 185, 186: Willem Willems Geerinck, weduwnaar van Lijsbet Marijnes, met zijn broer Nicolaes Willemsen Gerijnck, alsmede Matteus Marijnesen en Jan Mari.... allen voogden over Geertejen, Marijnes, Martijnjen, Corstijna, Willemijne en Johannes Willems Geerlijnck nagelaten wezen bij Willem Willems Geerlynck en Lijsbet Marines (ovl.) komen ten overstaan van schout en weesmannen van Sint Philipsland overeen dat de genoemde Willem Willems Geerijnck als boedelhouder alle effecten van de boedel zal behouden, de lasten zijn eveneens voor hem. Hij zal de wezen onderhouden, voeden, laten leren lezen en schrijven en de meisjes laten leren naaien tot ze 18 jaar oud zijn of gehuwd zijn. De oudste dochter Geerjen zal hebben van haar moeders kleren de 'bratten' mantel en andere kledingstukken. Marijnes ontvangt de gouden ring van zijn moeder en de zilveren beker en zilveren lepel, beide pillegiften. Martijnjen ontvangt ook kledingstukken van haar moeder en twee zilveren lepels. Corstijna krijgt zilverwerk van moeder: drie kettingjes met een schaartje daaraan. Willemijne krijgt moeders grote gouden ronde ring. Johannes ontvangt van zijn moeder de gouden 'marck' ring met zijn moeders naam daarop. Alle wezen krijgen ook nog twee zilveren dukaten elk, enz. 1695 18 juli; RA 5879 C, nr. 245 - 248, 254, 255: Dr. Rontvis, rentmeester van Heijnderick Cornewall, gehuwd geweest met Margaretha Laurentia Huijssen, Vrouwe van Weelden, ingevolge procuratie (Londen, 10 december 1694) van Jan Radaeüs, verkoopt aan Jacobus van de Luister een hofstede met schuur en bakkeet en met 83 gemeten 183 roeden zaai- en weiland voor £. 13 per gemet, de helft contant, de rest Goese markt 1695. Afbetaald: 1696. N: zeedijk; O: de kavel van de Heer van Welland; Z: zeedijk; W: idem. Met verkoopvoorwaarden d.d. 25 maart 1695. 1695 30 september; RA 5879 C, nr. 260, 261: Jacobus van de Luister leent van mr. Hubertus Mogge, oud-burgemeester, te Zierikzee, een bedrag van £. 550 tegen de penning 20, voor een jaar. Onderpand is een hofstede met 83 gemeten 183 roeden. N: de zeedijk; O: de Heer van Welland; Z: zeedijk; W: zeedijk. Afgelost: 1726. 1700 18 november; 25 januari 1701; RA 5879 C, nr. 64 - 67: Isaack van de Luister verkoopt aan Pieter Abramsz. en Roeckus Arentsz. Steijn de helft in de hofstede (huis, schuur en keet) met 41 gemeten 241,5 roeden, ongekaveld met zijn zwager Gaberel Mouwe, gehuwd met Cornelia van de Luister, voor £. 22 per gemet. N: de zeedijk; O: de Heer van Welland; Z: zeedijk; W: idem. 1705 3 september; RA 5879 C: Gabreel Mouwe en Cornelia van de Luister lenen van Mr. Huijbertus Mogge, Zierikzee £. 100 voor een jaar tegen 5 %. Onderpand een hofstede c.a. met 83 gemeten 187 roeden. N: zeedijk; O: de Heer van Welland; Z: zeedijk; W: zeedijk. Tevens worden verbonden het huis, schuur c.a. waarin zij thans wonen en de helft van de grond, gekocht van de Heer Overmeer, groot 73 gemeten. Doorgehaald: 1726. 1706 24 maart; RA 5879 C, nr. 150 - 153: Cornelis Wale, toeziend voogd van de wezen van Pieter Abrahmse, en Rocus Steijn, verkopen aan Gabreel Mouwe de helft van een hoeve met 83 gemeten 113 roeden; N: Noorddijk; O: de Heer van Welland; Z: Zuiddijk; W: zeedijk. Prijs £. 10 per gemet. Met verkoopvoorwaarden dd. 26 februari 1705. 1709 2 juli; RA 5879 C, nr. 173 - 176: Gabreel Mouwe leent van mr. Huijbertus Mogge, oud-burgemeester en raad te Zierikzee, £. 833-6-8. wegens geleend geld aan Isaack van de Luister tegen de penning 20. Onderpanden zijn de helft in een hofstede c.a. met 64 gemeten 87 roeden, gekocht van Van de Luister, alsmede van een hofstede met 83 gemeten 183 roeden, N: zeedijk; O: de Heer van Welland; Z: de weg; W: -. Als borg stelt zich Cornelia van de Luister, huisvrouw van Gabreel Mouwe, onder verband van de andere helft van de genoemde hofstede met 64 gemeten 87 roeden. Medeborg is Maria Walravens, weduwe van Rocus Adriaensen Steijn, geassisteerd door de secretaris Fr. de Klerck onder verband van 25 gemeten land haar vermaakt door haar grootmoeder bij testament. Voorts stellen zich borg Isaack van de Luijster en Huijbert van de Luister. De laatste verbindt daarvoor 1/3 deel van een hofstede met 50 gemeten (d.w.z. 16 gemeten 200 roeden), gelegen: N: zeedijk; O: de zeedijk; Z: land van G. Mouwe; W: land van Overmeer. 1726 7 augustus; RA 5879 D, nr. 349, 350: Cornelis Wale, schout, Aarnoud Steijn en Cornelis Mol verkopen namens de erfgenamen van Cornelija van de Luijster een hofstede met landen aan Hendrijk Pietersen Zegers voor £. 1212-5-11. N: zeedijk; O: de Heer van Welland; Z: zeedijk; W: zeedijk. 1727 22 januari; RA 5886 B, nr. 1: Rekening door Cornelis Waele, Arnoud Steijn en Cornelis Mol van de boedel van Cornelia van de Luijster, weduwe van Gabriel Mouwe, overgebracht 22 januari 1727: - Op 26 juni 1726 werd verkocht aan Hendrik Pieterse Zegers een hofstede met 83 gemeten 182 roeden zaai- en weilanden, in pacht bij Michiel Mol. Verkocht voor £. 14-10-0 per gemet, of £. 1212-5-11 in totaal, waarop een hypotheek in mindering wordt gebracht. 1744 Kaart van Hattinga: Leendert de Bakker, eigenaar en baender 1746 3 november; RA 5885 E, nr. 66: Leendert de Bakker leent van burgemeester Cornelis van Cromstrien £. 100 tegen 3,5 %. Onderpand zijn hofstede van 83 gemeten 182 roeden. 1752 5 december; RA 5879 B, gerechtsrol. Eisers: Michiel en Jacobus Mol, Marinus Reyngout namens de boedel van zijn schoonvader Vincent Waele, Gabriel Steyn, Cornelis de Kok en Gerard Jagt; gedaagde: Leenderd de Bakker - hebben betaald aan het zetten van een wachthuis in verband met de oorlog in 1747/'48 en voor kruit en lood. Waren bereid, evenals op Tholen, 4 stuivers per gemet bij te dragen. Ze hieven zelf een omslag voor dat doel: eerst 2 stuivers per gemet en bij ontoereikendheid nog 1 stuiver per gemet. Daaruit werden voldaan de kosten van het maken van een disselboom en verdere reparaties aan een wagen tijdens het rijden gedurende het beleg van Bergen op Zoom. De Bakker weigerde echter zijn aandeel in deze heffing te voldoen hetgeen de eisers voor hem deden. Hij pacht 84 gemeten. 1760 13 mei; RA 5886, nr. 13; RA 5882, nr 31: Leendert de Bakker, gehuwd met Pieternella Zeegers, tevoren weduwe van Adriaan Vrints ter eenre, en Dielis Verhulst, te Gastel, weduwnaar van Cornelia Vrints, dochter van Adriaan Vrints voornoemd en Pieternella Zeegers ter andere zijde. De nagelaten goederen zijn door Verhulst gekocht, die zal uitbetalen 302 gulden 11 stuivers, 1/3 deel op 1 augustus 1760, de rest vóór 1 augustus 1762. 1774 28 april; RA 5881, nr. 112: Johannes de Bakker, Cent de Bakker, Frans van Kamp (gehuwd met Johanna de Bakker) en Hendrik Vriens, erfgenamen van Leendert de Bakker verkopen aan Machiel Mol Mar.zn. een hofstede met huis, schuur enz. en 70 gemeten dijkersland en 13 gemeten 182 roeden vroonen, tesamen 83 gemeten 182 roeden, voor £. 900 contant. 1774 28 april; RA 5882, nr. 113: Machiel Mol leent van Cornelis van der Lecq £. 800 tegen 4,5 %. Onderpand de heden van de erfgenamen van Leendert de Bakker gekochte hofstede van 83 gemeten 182 roeden. 1778 2 januari; RA 5881, nr. 132: Verkoopvoorwaarden van drie percelen uit de hofstede van Heer Johan Turcq. Dit zijn in 1832 de kavels Sectie B 136, 137, 151, 152, 153, 154, 155, 156, 157, en 158, alle zuidelijk van de Oudeweg. 1778 9 maart; RA 5881, nr. 133: Willem Hendrik Turcq verkoopt aan Machiel Mol een kavel van 7 gemeten 126 roeden à £. 13, in totaal voor £. 96-9-2, 1/3 contant, de rest tegen 4 %. N: de weg; O: Mevrouw Nebbens; Z: de Luysterkreek; W: J. Bijleveld. (Percelen B 136 en 137.) 1778 9 maart; RA 5881, nr. 134: Willem Hendrik Turcq verkoopt aan Marinus Mol een kavel van 6 gemeten 149 roeden à £. 11, in totaal voor £. 71-9-3. N: de weg; O: Jacob van Oeveren; Z: Mevrouw Nebbens; W: Leendert Dorst. (Percelen B 155 t/m 158.) 1787 25 en 30 april; RA 5881, nr. 45, 50: Adriana de Jonge, weduwe van schout Marinus Mol verkoopt 6 gemeten 149 roeden voor £. 25-10-0 per gemet, in totaal voor £. 165-13-4 aan Machiel Mol. N: de weg; O: Jacob van Oeveren; Z: Mevrouw Nebbens; W: erven Paulus Geense (de smids wei). N.B. Deze percelen zijn tot 1987 bij de Hermanshoeve blijven behoren Westeinde Bij de verkaveling in 1645 werd aan de westzijde van de polder, iets ten noorden van de Luister, land vrijgehouden voor het stichten van huizen. Volgens de kaart van de polder Sint Philipsland, die landmeter Gideon Heylinck in 1648 vervaardigde, stonden hier drie huizen, waarvan er een werd aangeduid als 's Heerenhuijs. Vermoedelijk is één van deze drie huizen spoedig daarna gesloopt, want in de bronnen is slechts van twee huizen sprake, met daarbij een schuur. In één van de huizen woonde Jan Barents van Weele, die vanaf het Westeinde een veerdienst onderhield op Sint Annaland. De dienst werd voortgezet door Pieter Gillesz. en Cornelis Pietersz. de Backer. In 1700 werd het veer voor de laatste keer verpacht. De laatste veerman, Geert de Coninck, verdween met de noorderzon. Eerst in 1815 werd door de ambachtsheer weer een veerman aangesteld. Dit was Jacob Kaan, die behalve op Sint Annaland ook een veerdienst op Zijpe onderhield (G.F. Sandberg, Overzetveren in Zeeland, Arnhem 1978, p. 127, 128; H. Uil, m.m.v. J.A. Klompe, Sint Philipsland, eiland in de Zeeuwse delta 1487 - 1987, Sint Philipsland 1987, p. 67, 68). Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750 Anthonie Noordhoek, Jacobus Noordhoek 1758 Lientje Schoutens, Willem Kaen Bevolkingsregisters: A 68 1813 Marinus Engsmenger (arbeider) 1821 - 1837 Jan van Oeveren (arbeider) A 69 1813 Joost Verplanke (arbeider) 1821 - 1837 Pieter van de Ree (arbeider) A 70 1821 - 1837 Jan de Ron (arbeider) A 71 1813 - 1837 Jacob Kaan (schipper) N.B. Dit betreft het veerhuis. Het noordelijke huis . Kohieren huisschatting 1674 - 1716: periode belastingplichtige belasting 1674, 1675 Arent Stijn £. 0-3-4 1676 - 1680 Pieter Henderijcksz. 1682 Jan Job 1684 - 1686 Cornelis van Bracht 1688 - 1707 Lijndert van Ackeren 1696 Jelles Clasz 1 haardstede 1708 - 1716 Fincent (Cornelisse) de Backer Samenvatting eigenaars: periode eigenaar - 1648 Jan Barents van Weele 1648 Antonij Pieters Verhulst - 1659 Pieter Gillesz. de Backer 1659 - 1708 Cornelis Pietersz. de Backer, later zijn weduwe en erfgenamen 1708 - 1754 Vincent de Backer, later zijn erfgenamen 1754 - 1802 Willem Kaan 1802 - 1832 Jacob Kaan Transacties enz.: 1648 9 april; RA 5879 A, nr. 4: Jan Barents van Weele verkoopt aan Antonij Pieters Verhulst een huis bij het Westeinde van de Luijster op vroongrond voor £. 21, in termijnen te betalen. Bij de koop was inbegrepen de pacht van de visserij aldaar en het veer van het Westeinde op Sint Annaland. 1659 31 mei; RA 5879 A, nr. 62: Pieter Gillesz. Backer verkoopt aan Cornelis Pijersz. Backer een huis, in erfpacht, "in het Westdorp" op ambachtsherengrond voor £. 108-6-8, te betalen in termijnen. Afgelost in 1674. N: kavel De Knuyt; O: kavel De Knuyt; Z: Cornelis Jacobsz. Entoven; W: zeedijk. 1659 17 juli; RA 5879 A (zie ook 16 november 1661): Pieter Gillesz. Backer levert de paaibrief op Cornelis Jacobs Entoven ad. £. 22 en één op Cornelis Pijersz. Backer ad. £. 65-13-4 t.b.v. Hareman Cock Jaspers, brouwer in den Haese te Rotterdam. 1683 11 november; RA 5879 C, nr. 129, 130: Akte voor schepenen als weesmannen. Lijsbedt Neerinck, weduwe van Cornelis de Backer, sluit een overeenkomst t.a.v. de uitkoop van haar wezen Aderjaentje Cornelis, Pieter Cornelis, Catelijna Cornelis en Finsent Cornelis. Zij belooft uit te betalen 400 Carolusgulden waarvan 100 gulden direct bij hun trouwen. Zij verbindt haar twee huizen op het Westeinde. In 1697 kwitantie getoond door haar voor 100 gulden betaald aan Pieter. 1708 21 november; RA 5879 C, nr. 237, 238: De erfgenamen van Lijsebeth Backers, die gehuwd is geweest met Jellis Claasen, zijnde mede-erfgenaam, Leendert van Akeren en Matteeuws Dircksen als mede-erfgenamen verkopen aan Fijncent Cornelisse Backer, mede-erfgenaam van zijn moeder (hun aandeel in ?) een woonhuis en schuur alsmede het erf van 59 roeden erfpacht voor £. 58-7-8. N: Gabreel Mouwe's land; O: de Heer van Wellands land; Z: de Luijster en het huis van Jelles Claasen; W: zeedijk. Met verkoopvoorwaarden d.d. 21 november 1708. 1749/1750 Archief Heerlijkheid Sint Philipsland: Gilles Klaessen heeft 115 roeden in erfpacht op het Westeinde à 15 schellingen. 1754 9 december; RA 5885 E, nr. 123: Erven Vincent de Bakker verkopen aan Willem Kaen voor £. 35 een huis, laatst bewoond door de weduwe van Vincent de Bakker, staand op Westeinde. 1769 1 juli; Acta Kerkeraad Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland; De kerkeraad besluit 60 gulden te lenen aan W. Caan onder verband van diens huis aan het Westeinde; rente: 1 Zeeuwse rijksdaalder per jaar. 2 april 1774: deze lening opgezegd. 1 april 1775: In het huis van Willem Caan staat een kamer ter beschikking van de diaconie, die bewoond wordt door Leunte Schouten (moeder van Willem Caan), die ondersteund wordt. Het huis werd aan hem geleverd onder voorwaarde dat de vrouw er haar leven lang mag wonen. Deze kamer wordt thans gratis ter bewoning afgestaan aan Maria Booms. Willem Caan wordt aangemaand rente van zijn schuld te betalen of een hypotheek op zijn huis te nemen. 6 januari 1776: Reinier Noordhoek, thans gehuwd met Maria Booms, mag ook gratis wonen in het huis van Willem Caan, zolang de vrouw leeft. Het zuidelijke huis. Kohieren huisschatting 1674 - 1716: periode belastingplichtige belasting 1674 - 1677 Cornelis de Backer £. 0-8-4 1677 idem, Jan Nerincx, Pijeter Hynder 1678 - 1684 Cornelis de Backer 1685 - 1690 Jelles Claesen 1691 - 1714 Jelles Clasz. 3 haardsteden 1715, 1716 Cornelis Wale Kohier bewoners 1681: Cornelis Baecker (aantal personen boven 8 jaar: 5) Lidmatenlijsten Gereformeerde Gemeente Sint Philipsland: 1750 Matthijs Noordhoek, Dina Grampo 1758 Matthijs Noordhoek Samenvatting eigenaars: periode eigenaar - 1648 Jan Barents van Weele 1648 - 1658 Pieter Gillesz. de Backer 1658 - 1674 Cornelis Jacobs Enthoven, later zijn weduwe 1674 - 1708 Cornelis Pietersz. de Backer, later zijn weduwe en erfgenamen 1708 - 1715 Gilles Claassen, later zijn weduwe 1715 Cornelis Wale - 1832 Abraham Mol Transacties enz.: 1648 9 april; RA 5879 A, nr. 3: Jan Barents van Weele verkoopt aan Pieter Jilles de Backer een huis en bakkeet bij het Westeynde van de Luijster op vroongrond voor 880 Carolusgulden, te betalen in termijnen. O: het lege erf; Z: de bermsloot of 's landswatergang; W en N: scheid van de sloot gelegen tussen Johan de Cnuyt's kavel en de genoemde vroon. 1658 18 oktober; RA 5879 A, nr. 59: Pijeter Gillesz de Backer verkoopt aan Cornelis Jacobs Entoven een woonhuis "in het Westdorp" op ambachtsherengrond voor £. 28, te betalen in termijnen. N: Pijeter de Backer; O: de kavel van Johan de Knuyt; Z: idem; W: zeedijk. 1659 17 juli; RA 5879 A: Pr. Gillesz. Backer levert de paaibrief op Cornelis Jacobs Entoven ad £. 22 en één op Cornelis Pijersz. Backer ad. £. 65-13-4 t.b.v. Hareman Cock Jaspers, brouwer in den Haese te Rotterdam. 1674 14 mei; RA 5879 C, nr. 66: Comerina Flijps, weduwe van Cornelis Jacobs Enthoven verkoopt aan Cornelis Pijersz. de Backer een woonhuis in het Westdorp van het land. N: Cornelis de Backer; O: de kavel van Johan de Knuyt; Z: idem; W: zeedijk. Prijs £. 13-10-6 en 4 sch 2 d drinkgeld; op vroon in erfpacht ontvangen door Cornelis Pijetersz de Backer. 1683 11 november; RA 5879 C, nr. 129, 130: Akte voor schepenen als weesmannen. Lijsbedt Neerinck, weduwe van Cornelis de Backer sluit een overeenkomst t.a.v. de uitkoop van haar wezen Aderjaentje Cornelis, Pieter Cornelis, Catelijna Cornelis en Finsent Cornelis. Zij belooft uit te betalen 400 Carolusgulden waarvan 100 gulden direct bij hun trouwen. Zij verbindt haar twee huizen op het Westeinde. In 1697 kwitantie getoond door haar voor 100 gulden betaald aan Pieter. 1708 RA 5879 C, nr. 239. Jellis Claasen gehuwd geweest met Lisabeth Neerincx, weduwe van Cornelis de Backer, met de verdere erfgenamen: Fincent Cornelisse, Leendert van Akeren en Matteeuws Dircksen komen de boedelscheiding overeen en daarbij is de gerechte helft in een klein huisje en erf, groot 59 roeden op het Westeinde, zijnde erfpacht van 118 roeden land, toegevallen aan Jellis Claasen (dezelfde belendigen als boven). 1715 9 mei; RA 5879 C, nr. 104, 105: Maria van Leeuwen, wed. van Jelles Claasse, verkoopt aan Cornelis Wale, dijkgraaf, een woonhuis en erf op het Westeinde aan de Luijster, met 59 roeden land in erfpacht, naast Fincent de Backer, voor £. 8-13-4 contant. Met verkoopvoorwaarden d.d. 17 april 1715. Het erf is in het geheel groot 118 roeden. Henriëttepolder. Aan de oostzijde van de polder Sint Philipsland werden de aldaar liggende schorren in 1776 ingedijkt in opdracht van mr. J.G. Schorer, lid van Gecommitteerde Raden van de Staten van Zeeland, en van mr. J.A. van de Perre, oudvertegenwoordiger van de Eerste Edele in de Staten van Zeeland, beiden Middelburgers. Het werk ondervond tegenslag door een storm, zodat dit eerst in 1777 gereedkwam. De polder kreeg officieel de naam Henrittepolder naar de initiatiefneemster van de bedijking: Henriëtte Margareta van Hoorn - de Mauregnault, ambachtsvrouwe van Sint Philipsland. De totale kosten van de bedijking en het geschikt maken van de grond voor de landbouw bedroegen 46.200 gulden. In 1779 gingen de eigenaren ertoe over om de gronden te verdelen. Mr. J.G. Schorer verwierf het zuidelijke deel, overeenkomend met 2/3 deel. Mr. J.A. van de Perre kreeg het noordelijke deel, zijnde 1/3 deel. Van de Perre verkocht in 1786 zijn land. Deze gronden kwamen in het bezit van de eigenaar van de boerderij Het Oude Baken. Voor deze 78 gemeten 284 roeden wordt verwezen naar deze boerderij. Mr. J.G. Schorer liet op zijn grond in 1780 een boerderij bouwen. De totale kosten van de bouw bedroegen ƒ. 12.235,10. Nog in hetzelfde jaar werd Pieter de Hamer, afkomstig uit Nieuwland, pachter. Hij werd in 1795 opgevolgd door Jacobus Stols uit Steenbergen. In 1801 kocht deze de boerderij, de grond en tienden aan voor 52.000 gulden. Er staan thans twee boerderijen in de Henriëttepolder, de hoeve Vredenburgh in het noordelijk gedeelte en de Henriëttehoeve in het zuidelijk gedeelte. Bevolkingsregister: A 83 1813 - 1832 1826 - 1837 Samenvatting eigenaars: periode 1780 - 1801 1801 - 1832 Jacobus Stols (landbouwer) Abraham Verwijs (arbeider) eigenaar mr. J.G. Schorer, later zijn kinderen Jacobus Stols Samenvatting pachters/gebruikers: periode gebruiker 1780 - 1795 Pieter de Hamer 1795 - 1832 Jacobus Stols Transacties enz.: 1777 8 december; RA 5882, nr. 130: Adriaan van der Schoor, penningmeester van de nieuwe Henriëttepolder, geeft als onderpand alle schatbare gemeten in de Henriëttepolder, t.w. 236 gemeten 252 roeden, voor de cijns van £. 3-11 jaarlijks op te brengen t.b.v. het kantoor van de geestelijke goederen van de Staten van Zeeland. 1778 4 juni; Archief Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr. 33: Akten voor Schepenen van Sint Philipsland. Cornelis van der Leck verkoopt namens mr. Herman Nederburgh, gehuwd met Dina Adriana Spruyt, en Pieter van der Meulen Dirk.zn., gehuwd met Margaritha Cornelia Spruyt, aan Adriaan van der Schoor, handelend namens mr. Johan Guillielmus Schorer 1/3 en 1/36 uit 1/4 in het 1/6 deel nieuw bedijkte landen in de Henriëtthapolder voor £. 48-3-4, alsmede 1/3 en 1/36 uit 1/4 in het 1/6 deel in de dijken en gorsettingen van Sint Philipsland en van de Henriëtthapolder met de schorren en aanwassen voor £. 18-10. 1778 24 juni; Archief Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr.33: Akten voor Schepenen van Sint Philipsland. Cornelis van der Leck verkoopt namens de kinderen van Stoffelina Zandijk, weduwe van Leonardus van Duyn, aan Adriaan van der Schoor, handelend namens mr. Johan Guillielmus Schorer 1/3 en 1/36 uit 1/4 in het 1/6 deel nieuw bedijkte landen in de Henriëtthapolder voor £. 48-3-4, alsmede 1/3 en 1/36 uit 1/4 in het 1/6 deel in de dijken en gorsettingen van Sint Philipsland en van de Henriëtthapolder met de schorren en aanwassen voor £. 18-10. 1779 10 juni; Archief Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr. 33: Akten voor Schepenen van Sint Philipsland. Mr. Johan Guillielmus Schorer verkoopt aan mr. Johan Adriaen van de Perre de Nieuwerve 1/3 deel in 6 gemeten 288 roeden 2 voeten, zijnde 2 gemeten 96 roeden 1 voet nieuw bedijkte landen in de Henriëtthapolder voor £. 32-2-3, alsmede 1/3 deel in twee porties dijken en gorsettingen van Sint Philipsland, ieder groot 1/3 en 1/36 uit 1/4 in het 1/6 deel, alsmede in de dijken en gorsettingen van de Henriëtthapolder met de schorren en aanwassen voor £. 12-6-8, tesamen £. 44-8-11. 1779 21 juni; Archief Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr. 33: Akte voor Schepenen van Sint Philipsland. Job Vis, notaris en procureur te Zierikzee, verkoopt namens Jan Arend Godard Baron de Vos van Steenwijk tot Nijerwal, landdrost van Vollenhoven, aan de ambachtsheren van Sint Philipsland, mr. Johan Guillielmus Schorer (voor 2/3 deel) en mr. Johans Adriaen van de Perre de Nieuwerve (voor 1/3 deel) 32 gemeten 153 roeden 10 voeten nieuw bedijkte landen in de Henriëtthapolder voor £. 674-10 of 3885 gulden, alsmede 1/6, na aftrek van twee porties van ieder 1/3 en 1/36 uit 1/4 van het genoemde 1/6 deel in de dijken en gorsettingen van Sint Philipsland en van de Henriëtthapolder, met de aanwassen en schorren voor £. 185-16-8 of 1115 gulden, tesamen £. 833-6-8 of 5000 gulden. 1779 21 oktober; Archief Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr. 35: Akte van kaveling van de landen in de Henriëttapolder. Aan mr. Johan Guliëlmus Schorer valt toe: 6e kavel - 45 gemeten 79 roeden 5e kavel - 45 gemeten 79 roeden 4e kavel - 45 gemeten 79 roeden uit de 3e kavel - 22 gemeten 31 roeden aan mr. Johan Adriaen van de Perre valt toe: uit de 3e kavel - 11 gemeten 174 roeden 2e kavel - 33 gemeten 205 roeden 1e kavel - 33 gemeten 205 roeden De polder is groot 236 gemeten 252 roeden (Schouwse maat). De kaveling werd opgemaakt aan de hand van een akte van taxatie van de waarde van de kavels, opgesteld door Dingenis van de Linde en Marijnus Reijngoudt. 1780 14 februari; Archief Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr. 34: Bestek waarnaar mr. J.G. Schorer laat aanbesteden de bouw van een boerderij, bestaande uit een huis, schuur, bakkeet, varkenskot, steenput enz. Het werk diende op 31 augustus 1780 onder dak te zijn en geheel klaar op 1 november 1780 . Aannemer werd Laurens van Hielen voor £. 999. Borgen: Anthony Simonse Quist en Anthonij de Later. De aanbesteding vond plaats bij de wed. Jacob Lindhout in het Koffiehuis te Tholen. De totale kosten van de bouw, inclusief de levering van het hout en het met riet dekken van het dak, bedroegen £. 2040-17. Bij het bestek zijn tekeningen gevoegd. Ontwerper was Johan van der Lek te Oud-Vossemeer. 1780 20 mei; Archief Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr. 34: Overeenkomst waarbij mr. J.G. Schorer verpacht aan Pieter De Hamer een hofstede en landen in de Henriëttapolder gedurende 14 jaar voor 20 gulden per gemet, inclusief de tienden en voor 17 gulden exclusief de tienden. 1786 13 oktober; Archief Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr. 36: Concept-voorwaarden voor de verkoop door Adriaan van der Schoor namens mr. J.A. van de Perre van 78 gemeten 284 roeden land in de Henriëtthapolder, zijnde de 1e, 2e en 1/3 in de 3e kavel. 1786 13 oktober; RA 5881, nr. 28: Volmacht van mr. J.A. van de Perre aan Adriaan van der Schoor, schepen van Tholen, voor de verkoop van 78 gemeten 284 roeden land in de Henriëttepolder. 1786 13 oktober; RA 5881, nrs. 27, 29: Verkoop van 78 gemeten 284 roeden land in de Henriëttepolder aan Nicolaas van den Berg. t.w. 1e kavel 33 gemeten 205 roeden 2e " 33 " 205 " 3e " 11 " 174 " , voor £. 15 / gemet of voor in totaal £. 1084-4 1786 13 oktober; RA 5882, nr. 31: Nicolaas van den Bergh is £. 600 schuldig aan zijn broer Cornelis van den Bergh. De rente bedraagt 3,5 % en onderpand is het heden gekochte land, t.w. 78 gemeten 284 roeden in de Henriëttepolder. De schuld is voldaan op 19 augustus 1796 en doorgehaald op 15 juni 1797. 1794 16 juli; Archief Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr. 34: De pachtovereenkomst tussen mr. J.G. Schorer en Pieter De Hamer wordt voor een jaar verlengd. De pachtsom bedraagt £. 500. 1801 4 mei; Archief Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr. 34: Adriaen van der Schoor verkoopt namens mr. Johan Willem Schorer en David Izack Schorer, de tweede mede namens Hermanus Roijaards, gehuwd met Johanna Henriëttha Schorer, en mr. Jan Hinlopen, gehuwd met Anna Elisabeth Schorer, aan Jacobus Stols een hofstede met 157 gemeten 268 roeden in de Henriëtthapolder, te weten 2/3 in de 3e kavel langs de limietsloot van de landen van Nicolaas van den Bergh, voorts de 4e, 5e en 6e kavel, alsmede 14 gemeten 106 roeden tienden, zijnde 2/3 delen. Koopsom: 50.000 gulden voor de hofstede, grond en tienden en 2000 gulden voor de hekkens, staken en andere losse goederen en de afkoop van de pacht. Hiervan is 19.000 gulden contant voldaan. Voor het restant wordt een schepenschuldbrief gepasseerd tegen 5 % rente. N.B. De verkoop was vastgelegd in een onderhandse akte, getekend te Middelburg d.d. 10 maart 1801 en in een akte, gepasseerd voor notaris Leendert van der Linde te Middelburg, d.d. 4 april 1801. 1801 4 mei; Archief Heerlijkheid Sint Philipsland, inv.nr. 34: Jacobus Stols verklaart schuldig te zijn aan mr. Johan Willem Schorer, mr. Jacob Hendrik Schorer, David Izak Schorer, prof. Hermanus Rooijaards, gehuwd met Johanna Henriëttha Schorer, en mr. Jan Hinlopen, gehuwd met Anna Elisabeth Schorer 33.000 Carolusgulden of £. 5500, af te lossen na vijf jaar, met een rente van 5 % onder verband van de verkochte hofstede, landen en tienden, de vruchten, hooi, stro, paarden, vee, landbouwgereedschappen enz. Index Henriëttepolder. 1786 Bergh, Nicolaas van den 1786 Bergh, Cornelis van den 1778 Duyn, Leonardus van 1780 Hamer, Pieter de 1780 Hielen, Laurens van 1801 Hinlopen, Jan 1780 Later, Anthonij de 1778 Lek, Cornelis van der 1780 Lek, Johan van der 1779 Linde, Dingenis van de 1801 Linde, Leendert van der 1780 Lindhout, Jacob 1778 Meulen, Pieter Dirksz. van der 1778 Nederburgh, Herman 1778 Perre de Nieuwerve, Johan Adriaen van de 1780 Quist, Anthony Simonse 1779 Reijngoudt, Marijnus 1801 Rooijaards, Hermanus 1777 Schoor, Adriaan van der 1801 Schorer, Anna Elisabeth 1801 Schorer, David Izack 1801 Schorer, Jacob Hendrik 1778 Schorer, Johan Guillielmus 1801 Schorer, Johan Willem 1801 Schorer, Johanna Henrittha 1778 Spruyt, Dina Adriana 1778 Spruyt, Margaritha Cornelia 1801 Stols, Jacobus 1779 Vis, Job 1779 Vos van Steenwijk, Jan Arend Godard Baron de 1778 Zandijk, Stoffelina Op 27 juli 1846 kwam bij de gemeente een verzoek binnen om woonruimte vrij te maken voor Commies A. Smaal. Gedacht werd aan het wachthuisje bij de haven, maar, zo berichte de gemeente op 8 augustus 1848: “Wij hebben na gedane onderzoek met geene zekerheid te weten kunnen komen of dat gebouwtje het eigendom van een particulier zoude kunnen zijn”. De woningnood was op dat moment groot. In hetzelfde schrijven deelde de gemeente mee: “dat in de vorige week een soort van huisje of tent in het zogenaamde Karreveld, even buiten het dorp, om huisvesting voor hem en zijn gezin te hebben, welke gebouwtje reeds het zevende van die soort op de genoemde plaats is”. De gemeente voelde zich gelukkig dat het gezin met de oprichting van hetzelve geholpen is kunnen worden. Er bestond echter goede hoop: “dat er met November aanstaande een woning voor Smaal zou zijn welke geschikt is”. Het Karreveld was al voor 1900 volgebouwd met eenvoudige arbeiderswoningen. In het verlengde daarvan werd langs de Zuiddijk nog gebouwd tot 1915. Tot medio 1925 verkocht Adriaan van Dijke, aansluitend, nog vier kavels bouwgrond op de Lange Weide. Daarna werden ten oosten van het Karreveld in 1928 twaalf woningen gebouwd in de Wilhelminastraat. Het dorp in 1653. Detail van de kaart van de verdeling van Kavel B, vervaardigd door Gideon Heylinck Sint Philipsland met op de voorgrond de Krabbenkreek. Op deze foto de Oude polder, met het dorp, en de Anna Jacobapolder ten zuiden van de Rijksweg. Deze in 1938/1940 aangelegde betonweg van de watertoren naar het veer Zijpe-Anna Jacobapolder deelde het eiland in tweeën.