working paper `De Uithof`

Transcription

working paper `De Uithof`
Discussienota de Uithof
Utrecht,
ontmoetingsplaats
voor talent
juli 2003
Waarom een discussienota
Met deze discussienota willen wij de raad in een vroegtijdig stadium uitnodigen tot een discussie over
verdere ontwikkeling van De Uithof. Hierbij kan gedacht worden aan ontwikkeling van kennisinstellingen,
science park activiteiten en studentenwoningen met daarbij behorende voorzieningen in De Uithof.
Om op een goede wijze de reeds ingezette ontwikkeling en een aantal actuele plannen te kunnen begeleiden is een discussie over het ambitieniveau van de Uithof noodzakelijk. Een discussie waarvan de uitkomst
inzichtelijk maakt wat dit zal betekenen voor:
•
De positie en het belang van De Uithof voor de stad Utrecht
•
Het specifieke programma van De Uithof
•
Het stedenbouwkundig plan Koolhaas/Zaaijer
In deze discussie is het bereiken van overeenstemming over de toekomst van De Uithof tussen Gemeente,
Universiteit en de andere Uithofpartners (met name Hogeschool van Utrecht, UMC Utrecht) van groot belang om samen te staan voor 'Utrecht, ontmoetingsplaats voor talent'.
De uitkomsten van de discussie zullen de basis vormen voor het opstellen van een nieuwe visie voor De
Uithof. Deze visie zal uiteindelijk als uitgangspunt dienen voor een nieuw bestemmingsplan, dan wel een
doorstart van het bestemmingsplan uit 1996.
Achtergrond
De Uithof is als kenniscentrum van wezenlijk belang voor de verdere ontwikkeling van de stad Utrecht. Jaarlijks trekken de Universiteit en de andere instellingen voor hoger onderwijs vele duizenden nieuwe studenten, die de dynamiek in de stad sterk beïnvloeden. Studenten bevorderen een levendig stadsleven en vormen
een pool van toekomstig hoogopgeleide werknemers. Geen wonder dat veel bedrijven deze regio als aantrekkelijke vestigingsplek zien.
De ontwikkeling van De Uithof tot een kenniscentrum met campus1 waar een belangrijk deel van het universitaire leven, naast de binnenstad, zich afspeelt is reeds ingang gezet. Binnen de contouren van de Uithof
bevinden zich, het Universitair Medisch Centrum Utrecht (AZU, WKZ en CMH), het overgrote deel van de
Universiteit Utrecht, belangrijke onderdelen van de Hogeschool van Utrecht, alsmede Science instellingen
als het Hubrechtlaboratorium (KNAW), de Stichting Ruimte Onderzoek Nederland en het Nederlands Instituut voor Toegepaste Geologie (TNO). Kennis en economie worden ook verbonden in de in aanbouw zijnde
incubator. Op de Uithof zijn op dit moment zo'n 1000 studentenwoningen. De Uithof beschikt daarnaast nog
over enkele detailhandelsvoorzieningen, een horecagelegenheid, een sportcomplex en een botanische tuin.
Tijdens een recent succesvol verlopen culturele zondag, heeft de stad in brede zin kunnen kennismaken met
de Uithof als ontmoetingsplaats.
____________
campus (m.;-`s)[lat.(veld)], het bij een Universiteit behorend terrein (sportvelden enz), ook het terrein waar
studenten(eventueel ook docenten) wonen(in amerika ook bij een middelbare school(college)) (van Dale)
1
Actuele plannen
Er is sprake van een tweetal recente initiatieven die belangrijk zijn voor de verdere ontwikkeling van de
Uithof.
1. Initiatief van Provincie, Gemeente en Universiteit: Science park
De Gemeente Utrecht, de Provincie Utrecht en de Universiteit Utrecht onderzoeken gezamenlijk de haalbaarheid van een Science park in de provincie. Een eerste rapportage is medio februari 2003 verschenen ('Een
Science Park in de provincie Utrecht-Haalbaarheidsstudie). Nadere besluitvorming over de resultaten en
eventuele follow-up moet nog plaats vinden. De Uithof wordt in het onderzoek aangeduid als voorkeurslocatie.
2. Initiatief van de Universiteit Utrecht .
Het initiatief van de Universiteit Utrecht (grotendeels eigenaar van De Uithof) behelst het ontwikkelen van
De Uithof tot kenniscentrum met campus met een eigen karakteristiek. In een brief d.d. 3 mei 2002 heeft het
College van Bestuur van Universiteit Utrecht aan het College van B en W verzocht prioriteit te geven aan de
ontwikkeling van een nieuwe visie op de Uithof als "campus" en de daardoor veranderde relatie tussen de
stad en de Uithof. Voorgesteld wordt om tot een gezamenlijk voorstel te komen.
In de brief spreekt de Universiteit Utrecht de intentie uit om op korte termijn, aanvullend op de al aanwezige
1000 woningen circa 1600 studentenkamers te willen realiseren. Op dit moment is reeds een plan voor 550
studenten woningen aan de Bisschopssteeg in de ontwerpfase en is er optie voor nog eens 300 studenten
woningen als onderdeel van de gestelde intentie. Daarnaast zullen ook ruimere voorzieningen, gericht op de
campus, moeten worden gerealiseerd.
Daarbij spelen de volgende overwegingen voor de Universiteit een rol:
•
Toenemende en blijvende woningnood onder studenten waardoor aanmeldingen van eerstejaars bij
de Universiteit en de hogescholen in Utrecht onder druk komen te staan.
•
Ontbreken van een goed woonklimaat voor studenten. Hiervoor is een groter draagvlak nodig, i.c.
meer studentenkamers, maar ook ruimere voorzieningen.
•
De Uithof is te veel geïsoleerd van de stad.
•
De buitenruimte in De Uithof heeft te weinig kwaliteit als verblijfsruimte.
Het streven van de Universiteit Utrecht naar een campusontwikkeling voor De Uithof wordt onderschreven
door de andere Uithofpartners, met name de Hogeschool van Utrecht en het UMC Utrecht.
Ambities voor De Uithof
A. Positie en het belang van de Uithof voor de stad Utrecht
De Uithof is het kenniscentrum van Utrecht. Die positie is waardevol voor de stad. In relatie met de overige
steden binnen de Deltametropool bepaalt De Uithof mede het gezicht van Utrecht. Hiermee is de positie van
de Uithof vergelijkbaar met die van de historische binnenstad als de iconen van Utrecht. Herkenbare gebieden die als ontmoetingsplek voor mensen fungeren en waar de stad voor een groot deel haar identiteit aan
ontleent. De stedenbouwkundige ontwikkeling van De Uithof tot kenniscentrum met campus moet derhalve
gezien worden in een breder perspectief.
De stad krijgt te maken met een forse stedelijke uitbreiding in de toekomst. Verdichting en uitbreiding van
Utrecht zijn onafwendbaar. In de zone rond A2 en Amsterdam Rijnkanaal treedt grootschalige verdichting
op en een hernieuwde stadsranddefinitie is aan de orde. De Uithof maakt deel uit van de oostelijke stadsrand
in de zone die wordt aangeduid als de Hollandse Waterlinie. Deze bijzondere ligging, het contrast tussen bebouwd en onbebouwd en het bijzondere programma binnen de Uithof, maakt dat het gebied uniek is. Goede
bereikbaarheid, herkenbaar programma, specifieke stedenbouwkundige setting en bijzondere architectuur
met bijbehorende openbare ruimte zijn de thema’s voor verdere ontwikkeling. Goed uitgevoerd kan groei
van de Uithof de stad als geheel een kwaliteitsimpuls geven en de rol als identiteitsdrager en icoon verder
versterken.
B. Gemeentelijk beleid
Economie
Science. De gemeentelijke visie op de Utrechtse economie is neergezet aan de hand van het centrale thema:
'Utrecht, ontmoetingsplaats voor talent'. Binnen het medisch cluster wil Utrecht stevig inzetten op de sector
Sciences. Science ontwikkelingen als een breed spectrum van onderzoeksvelden en economische activiteiten
die aan medische of biologische wetenschappen zijn gerelateerd. De Sciences sector wordt een belangrijk rol
toegedacht in de kennisintensieve "economie van morgen". Utrecht wil het accent leggen op specialistische
niches op het gebied van farmacie, zorg, medische technologie en biotechnologie. Juist op deze velden heeft
Utrecht een sterke kennisbasis. De stad wil zich binnen de Randstad opwerpen als toplocatie voor gespecialiseerde Sciences. De ambitie om te investeren in kenniseconomie hebben de vier grote steden ook gezamenlijk onderstreept in het Manifest van de G4.
In het eerdergenoemd haalbaarheidsonderzoek, uitgevoerd op initiatief van Provincie, Gemeente en Universiteit, wordt De Uithof als voorkeurslocatie aangeduid voor Science ontwikkelingen. In De Uithof zijn al
Science activiteiten gehuisvest (o.a. Hubrecht-laboratorium, SRON, TNO). Het Matthias van Geunsgebouw
is opgezet als een bedrijfsverzamelgebouw. Daarnaast is in het diergeneeskundecluster in De Uithof een
incubator in aanbouw. Dit sluit aan op het streven van de gemeente naar Science ontwikkelingen in of nabij
De Uithof.
Per jaar wordt voor de regio Utrecht een behoefte voorzien van circa 2.000 m2 bvo voor deze Science activiteiten.
Wonen
Studentenhuisvesting. De gemeente hecht belang aan het gegeven, dat studenten die graag in de stad Utrecht
(willen) studeren, hier ook goed kunnen wonen. Daarom heeft de gemeente recent een beleidsnota (Op kamers in Utrecht) ontwikkeld om te komen tot een voldoende aanbod van studentenhuisvesting, in de bestaande stad en de Uithof, samen met o.a. de Universiteit Utrecht, de Hogeschool van Utrecht (HvU) en de SSH
Utrecht. Inzet is om gezamenlijk met alle lokale partijen die actief zijn op het terrein van de studentenhuisvesting in de stad te komen tot het oplossen van het kamertekort. Nieuwbouwlocaties voor studentenhuisvesting zijn in de bestaande stad zeer schaars. De Uithof is in dit kader een locatie voor studenten huisvesting.
Het al gerealiseerde project-Cambridgelaan en het voorstel voor het project De Bisschoppen (Uithof 2)
spelen in op de grote behoefte aan studentenhuisvesting.
Om daarnaast aan de stedelijke vraag naar bepaalde woonmilieus te kunnen voldoen (o.a.dorpsrand/landelijke woonmilieus) zijn er in de toekomst nieuwe locaties nodig. Vanuit dat perspectief worden in de visie
wonen 2030 (maart 2003) ook uitspraken gedaan over De Uithof.
Het is van belang om de Uithof op een goede manier te verbinden met de stad. Dit kan door het wonen langs
de verbindingen en in de Uithof te versterken. Versterking van het wonen in de Uithof zou ook een oplossing
kunnen betekenen voor het huidige matige woonklimaat in de Uithof. Tegemoetkoming aan de vraag naar
extra woningen kan zo bijdragen aan het oplossen van verschillende knelpunten.
Bereikbaarheid
De Uithof is goed ontsloten door autowegen en openbaar vervoer. De gemeente Utrecht streeft naar een
evenwicht tussen het aanbod aan infrastructuur (incl. parkeerplaatsen) en het autogebruik. Het beperken van
de autonome groei van het autoverkeer is daarbij geen doel op zich, maar noodzakelijk om de bereikbaarheid
en leefbaarheid van de stad te kunnen garanderen. Een belangrijk middel om dit te bereiken is de toepassing van parkeernormen. Met het aantal beschikbare parkeerplaatsen wordt in grote mate het aantal bestemmingsritten van en naar De Uithof gereguleerd. Door middel van een goed openbaar vervoernetwerk, waarop
HOV-kwaliteit in de vorm van stiptheid, comfort en snelheid wordt geboden, wordt de Uithof nog beter bereikbaar gemaakt. In de komende jaren zal ook in de Uithof de ontwikkeling van een Hoogwaardig Openbaar
Vervoer (HOV) netwerk gestalte gaan krijgen. Door de ontwikkeling van HOV wordt de samenhang tussen
de verschillende gebieden in de stadsregio versterkt en worden de mogelijkheden voor openbaar vervoer
vergroot. De Uithof wordt vanuit deze rol aangemerkt als locatie voor een stadsrandtransferium (ontwerp
parkeernota maart 2003). Het Transferium wordt middels HOV verbonden met de stad.
Het gehele stedelijke gebied langs de HOV baan kan worden opgewaardeerd. In De Uithof wordt daarbij
gedacht aan het verbeteren van fietsroutes en voetgangersoversteek-voorzieningen in het centrumgebied. Bijzondere aandacht zal moeten worden besteed aan de verkeersveiligheid. Dit alles zal naar verwachting een
positief effect hebben op de beperking van de automobiliteit en de verbetering van het leefmilieu.
Stedenbouwkundig plan van Koolhaas/Zaaijer
Het stedenbouwkundig plan voor De Uithof, Plan Koolhaas/Zaaijer, is in 1995 na uitvoerig en zorgvuldig
overleg met alle belanghebbenden, bestuurlijk vastgesteld en geldt sindsdien als hèt ruimtelijk ontwikkelingskader van De Uithof. Het stedenbouwkundig plan bepaalt voor een groot deel het karakter van de Uithof. Het plan bestaat uit grootschalige clusters van bebouwing in een open en groene setting. Deze clusters
mogen intensief bebouwd worden, dat geldt zowel voor de bebouwingsvlakken als voor de bebouwingshoogtes. Het stedenbouwkundig plan leent zich uitstekend voor dubbelgebruik zodat bijvoorbeeld Science ontwikkelingen en een oplossing voor de verhoogde parkeerdruk prima oplosbaar is.
Tussen de clusters van bebouwing bevinden zich grote open groengebieden die deel uitmaken van het omringende landschap. De openheid van het omliggende landschap is waardevol en moet worden behouden. De
openbare ruimte bepaalt mede de sfeer van de Uithof. Het is van belang dat op korte termijn uitvoering wordt
gegeven aan een passend ontwerp voor de openbare ruimte.
Het stedenbouwkundig plan van Koolhaas/Zaaier biedt de komende decennia voldoende ruimte voor uitbreiding. Een capaciteitstudie heeft aangetoond dat er mogelijkheden zijn voor uitbreiding zonder dat de essentie
van het plan wordt aangetast. Het plan voor de Uithof 2 (wooncomplex De Bisschoppen) maakt dit zichtbaar.
Vergroting van de bebouwingshoogtes is één van de flexibele elementen uit het plan Koolhaas/Zaaier. Het
intensief bebouwen van de bouwvlakken met name vanuit de hoeken en grotere bouwhoogtes levert het optimale contrast tussen bebouwd (stenig) en onbebouwd (groen).
Bestemmingsplan (vigerend)
Wanneer gekozen wordt voor verdergaande functiemenging en intensivering van bebouwing dan moet het
bestemmingsplan worden aangepast. Dit geldt ook voor de inpassing van een transferium. Daarnaast dient
het HOV-traject te worden opgenomen. Dat laatste is van belang omdat de Raad van State deels, o.a. voor het
Uithof deel, goedkeuring heeft onthouden aan het bestemmingsplan "HOV CS-De Uithof".
Voor het plangebied is momenteel het bestemmingsplan "De Uithof" uit 1983 van kracht. Dit bestemmingsplan is op 26 mei 1983 door de gemeenteraad vastgesteld. Zowel in de goedkeuringsfase bij de provincie
(1985) als in de beroepsfase bij de Raad van State (1989) is destijds echter goedkeuring onthouden aan
enkele nader uit te werken woongebieden.
Begin jaren '90 is daarom begonnen met het opstellen van een nieuw bestemmingsplan. Als basis voor dit
bestemmingsplan dient het Plan-Koolhaas/Zaaijer (1993). In mei 1994 is over dit stedenbouwkundig plan
inspraak gevoerd. Na het horen van de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Wonen, is het plan
definitief vastgesteld (juli 1994). Het stedenbouwkundig plan is in de tweede helft van 1994 aangevuld met
een zestal nadere onderzoeken (ecologische, groen- en landschapstudies en een verkeer- en vervoersparagraaf). Ook over deze onderzoeken is inspraak gevoerd (maart 1995). Na het horen van de Raadscommissie
voor Ruimtelijke Ordening en Wonen zijn de onderzoeken definitief vastgesteld (juli 1995). Gelijktijdig met
de inspraak is er, vooruitlopend op het voorontwerp bestemmingsplan, overleg ex. artikel 10 Bro gevoerd
over zowel het stedenbouwkundig plan als de aanvullende onderzoeken. Ook de Provinciaal Planologische
Commissie (PPC) is gehoord. De werkzaamheden aan het bestemmingsplan zijn echter als gevolg van diverse omstandigheden nooit afgerond.
Protocol
Ten aanzien van het privaatrechterlijk handelen is van toepassing het tussen de gemeente Utrecht en de Universiteit Utrecht (destijds Rijksuniversiteit) gesloten protocol d.d. 10 november 1993.
Het Protocol bevat nadere afspraken tussen de gemeente Utrecht en De Universiteit Utrecht terzake van over
en weer (nog) te leveren percelen grond gebaseerd op afspraken uit het verleden.
Daarnaast zijn in het protocol nog een aantal aanvullende afspraken gemaakt, waarbij m.n. de interpretatie
van het bepaalde in artikel 1 van het Protocol “handhaving van de privaatrechtelijke bestemming” en meer
in het bijzonder de in dit artikel opgenomen zinsnede “De universiteit mag het verkochte niet vervreemden
of met enig zakelijk gebruiksrecht bezwaren voor een andere bestemming dan hogere onderwijsdoeleinden.
Indien de bestemming voor hoger onderwijsdoeleinden niet langer gehandhaafd kan blijven, kan aan eigendommen van de universiteit in het universiteitsgebied een andere bestemming niet worden gegeven zonder
schriftelijke toestemming van Burgemeester en Wethouders. Burgemeester en Wethouders kunnen deze toestemming onder voorwaarden verlenen of weigeren, indien zij aannemelijk maken dat het algemeen belang
der gemeente zulks vereist.” nog steeds tussen partijen ter discussie staat.
Discussiepunten
1. Kenniscentrum
Discussiepunt: Verdere ontwikkeling van de Uithof betekent menging van programma. Het accent ligt bij
versterking en uitbreiding passend bij van de kennisinstellingen. Het verder ontwikkelen van Science activiteiten, dubbel ruimtegebruik, moet passen binnen de stedenbouwkundige opzet (plan Koolhaas/Zaaijer) van
de Uithof. Het UMC is een onderdeel van de Uithof. Het UMC sluit goed aan bij de andere kennisinstellingen in de Uithof en heeft voldoende ontwikkelingsmogelijkheden binnen het huidige bouwcluster.
2.a. Campusontwikkeling: wonen
Discussiepunt: Het extra toevoegen van tenminste 1000 eenheden naast de Cambridgelaan en De Bisschoppen heeft gezien de voortdurende tekorten prioriteit. Daarbij kunnen de wooneenheden in De Uithof uiteraard ook een rol spelen bij de huisvesting van buitenlandse gasten en studenten, aio’s, verpleegkundigen,
enz: dus een flexibel aanbod voor de directe relaties van de instellingen in De Uithof.
2.b. Campusontwikkeling: wonen en voorzieningen
Discussiepunt: De diverse bestaande en nog te ontwikkelen wooncomplexen moeten zo geconcentreerd
mogelijk worden ontwikkeld samen met daarop toespitste voorzieningen, zodat een aantrekkelijk woonen leefmilieu ontstaat. Dit zal eveneens de sociale levendigheid en veiligheid in De Uithof verhogen. Het
aanbod van voorzieningen zou gerelateerd moeten worden aan de groepen die in De Uithof zullen werken en
wonen. Het woningbouwprogramma kan een positieve bijdrage leveren aan de begeleiding van routes tussen
de stad en De Uithof.
3. Bereikbaarheid
Discussiepunt: Voor verdere ontwikkeling van de Uithof is een verbeterde bereikbaarheid van het gebied
noodzakelijk. Vanuit het land, regio en vanuit de stad zal de Uithof goed bereikbaar moeten zijn. Ook ingrepen in de stad om het gebied te ontsluiten zijn noodzakelijk. Toevoegen van programma op de Uithof verandert de huidige parkeerbalans. Parkeren moet worden opgelost binnen de bouwclusters. Wanneer gekozen
wordt voor verdere ontwikkeling van bedrijfsmatige activiteiten zal aandacht gegeven moeten worden aan
verkeerskundige inpassing. Toevoeging van studentenwoningen zullen naar verwachting niet van noemenswaardige verkeerskundige invloed zijn op de bereikbaarheid. De eventueel te bouwen extra voorzieningen
(winkels e.d.) zullen qua gebruik een buurtkarakter hebben. De extra voorzieningen trekken dan ook naar
verwachting een geringe hoeveelheid extra (auto)verkeer aan. De Uithof en het Transferium wordt middels
het HOV verbonden met werklocaties elders in de stad.
4. Stedenbouwkundig plan Koolhaas / Zaaijer
Discussiepunt: Het stedenbouwkundig plan Koolhaas / Zaaijer blijft gehandhaafd en hiermee dus ook de
rood - groen verdeling in het gebied. Verdere ontwikkeling van de Uithof hoeft het plan in essentie niet aan te
tasten. De huidige contouren tussen landschap en bouwvlakken blijven gehandhaafd. Op deze wijze levert de
Uithof als herkenbaar kenniscentrum een bijdrage aan de stad en blijft de kwaliteit van het omliggende landschap behouden. Het Transferium past overigens niet binnen het stedenbouwkundig plan.
5 Groen
Het behouden en versterken van de natuur en het landschap is een van de uitgangspunten van Koolhaas /
Zaaijer. De kwaliteit van het omliggend landschap moet worden behouden. Bij het niet handhaven van de
huidige groen - rood contouren moet in ieder geval op een kwalitatief goede wijze worden gecompenseerd.
Kansen hiervoor liggen bij het inpassen van kleinschalig groen en participeren binnen de opgave van de Hollandse Waterlinie middel wandel- en fietsroutes. Op deze wijze wordt de leefbaarheid van het gebied gewaarborgd.
Colofon
De discussienota is opgesteld door de Dienst Stadsontwikkeling, de Dienst Wijken en het Ontwikkelingsbedrijf Utrecht in samenwerking met de Universiteit Utrecht, Universitair Medisch Centrum Utrecht en de
Hogeschool van Utrecht.
juli 2003