Aan het woord: rector Rik Torfs: `Ingenieurs zijn iets niet en iets wel
Transcription
Aan het woord: rector Rik Torfs: `Ingenieurs zijn iets niet en iets wel
T i j d s c h r i f t v a n d e f a c u l t e i t I n g e n i e u r s w e t e n s c h a p p e n e n VIL v Nr. 23 • oktober 2013 Afgiftekantoor 3000 Leuven 1 • P802104 Aan het woord: rector Rik Torfs: ‘Ingenieurs zijn iets niet en iets wel’, vicerector Georges Gielen: ‘We moeten het imago van het ingenieursberoep verbeteren’ en emeriti, studenten, nieuw VTK-presidium, nieuwe departementsvoorzitter, … Alumni ingenieurs KU Leuven KU Leuven ingenieurt 150 jaar Feestelijke opening Op vrijdag 4 oktober 2013 heeft de Faculteit Ingenieurswetenschappen het feestjaar plechtig geopend met een academische zitting. De presentaties van Michiel Steyaert, Hugo De Man, Jan M. Rabaey en Armand Neukermans vind je op https://eng.kuleuven.be/kuleuveningenieurt150jaar/academische-zitting/openingacademischezitting. Op zaterdag 5 oktober 2013 waren de alumni welkom aan de faculteit en in de departementen, waarna ze voor de receptie en het diner naar de Universiteitshallen trokken. De foto’s van de Ouwzakkenavond de Luxe in de fakbar zijn vrij donker: het was er dan ook heel gezellig. Op zondag 6 oktober 2013 stonden de deuren wagenwijd open voor iedereen. Een bezoekster verwoordde het voor de regionale tv als volgt: ‘Ik vind het prachtig, ik vind het heel knap om te zien hoe de wetenschap in de praktijk kan omgezet worden. ’k Heb heel veel goede ideeën gezien, een heel goede uitleg gekregen, die zelfs voor mij als leek compleet begrijpbaar was.’ Dank aan alle collega’s en alle bezoekers! 2 Inhoud nieuws uit de faculteit masterproefprijzen BST - safety conference ijkingstoets 10 jaar P&O eminente emeriti nieuwe departementsvoorzitter Martine Wevers 3 4 5 6-7 8-9 10-13 14-15 vicerector Georges Gielen rector Rik Torfs reünie 1954, 1958, 1963 & 1988 aankondiging forumavonden getuigenissen onthaalweekend Kylie Joly presidium Fuse 16-17 18-19 20-21 22 23-24 25-26 27-28 Nieuws Prijzen, onderscheidingen, … Naamwijziging departement • ERC Grants 2013 Aan Robert Puers en Sabine Van Huffel, beiden als gewoon hoogleraar verbonden aan het Departement Elektrotechniek, werden ERC Advanced Grants toegekend. Michaël De Volder, postdoctoraal onderzoeker aan het Departement Werktuigkunde, sleepte een ERC Starting Grant 2013 in de wacht. http://www.kuleuven.be/eu/erc/ • Bart Van der Bruggen, gewoon hoogleraar aan het Departement Chemische Ingenieurstechnieken, werd verkozen tot President van de European Membrane Society (EMS) voor een termijn van 2 jaar (2013-2015). http://www.emsoc.eu/ ems/site/home/index.php • Hendrik Van Brussel, emeritus gewoon hoogleraar aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen, werd door de Hongaarse Academie van Wetenschappen (MTA) verkozen tot Honorary Member van de sectie Engineering Sciences. www.mta.hu/articles/new-members-of-the-hungarianacademy-of-sciences-131864/ • De Electa paper ‘Wavelet-based protection strategy for DC faults in multi-terminal VSC HVDC systems’ van K. De Kerf, K. Srivastava, M. Reza, D. Bekaert, S. Cole, D. Van Hertem, R. Belmans heeft de ‘2013 IET Generation, Transmission and Distribution Premium Award’ gewonnen. • Willemen Groep, onder leiding van alumni Johan en Tom Willemen, is verkozen tot Onderneming van het jaar 2013. http://eng.kuleuven.be/algemeen/nieuws/ondernemingvanhetjaar2013 Vanaf 1 oktober 2013 wijzigt de naam van het Departement Architectuur, Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening. De nieuwe benaming luidt Departement Architectuur. Nieuwe professoren Werden aangesteld in het ZAP-kader vanaf het academiejaar 2013-2014: • Karen Allacker, Departement Architectuur • Ozlem Cizer, Departement Burgerlijke Bouwkunde • Tinne De Laet, Faculteit Ingenieurswetenschappen – Dienst Studentenbegeleiding • Dirk Nuyens, Departement Computerwetenschappen • Goele Pipeleers, Departement Werktuigkunde • David Seveno, Departement Metaalkunde en Toegepaste Materiaalkunde • Ruth Vazquez Sabariego, Departement Elektrotechniek Nieuwe departementsvoorzitters • Bart Nauwelaers werd verkozen tot nieuwe voorzitter van het Departement Elektrotechniek in opvolging van Georges Gielen die per 1 augustus 2013 is aangetreden als vicerector van de Groep Wetenschap & Technologie. • Paula Moldenaers werd verkozen tot nieuwe voorzitter van het Departement Chemische Ingenieurstechnieken. Zij volgt Jan Vermant op die ontslagnemend is. Vicerector Groep Wetenschap & Technologie Georges Gielen, gewoon hoogleraar aan het Departement Elektrotechniek, werd aangesteld als vicerector van de Groep Wetenschap & Technologie voor een termijn van vier jaar (1 augustus 2013-31 juli 2017). Arenbergsymposium Op woensdagnamiddag 27 november 2013 organiseert de Faculteit Ingenieurswetenschappen haar jaarlijks Arenbergsymposium in het kader van de Prof. ir. R. Van Cauterenleerstoel. Thema dit jaar is ‘Duurzaam ingenieuren voor mens en maatschappij’. Meer informatie op https://eng.kuleuven.be/vancauterenleerstoel/2013/ In memoriam De universitaire gemeenschap neemt afscheid van: • Thomas Coenen, doctoraatsstudent aan het Departement Chemische Ingenieurstechnieken. Hij overleed in Heverlee op 19 augustus 2013. • Wim Verhaeghe, doctoraatsstudent aan het Departement Werktuigkunde. Hij overleed in Grimbergen op 9 oktober 2013. Masterproefprijzen Tijdens de promotieviering van vorig academiejaar op vrijdag namiddag 5 juli hebben vertegenwoordigers van elf topbedrijven masterproefprijzen uitgereikt aan afstuderenden die een excellente masterproef hebben geschreven in het domein van het bedrijf. Een overzicht van de winnende masterproeven: Alcatel-Lucent prijs uitgereikt door Jos Van Sas, director external affairs Bell Labs aan Tom Vermeulen voor het werk ‘Digitale Zelf Interferentie Onderdrukking voor Full Duplex Communicatie op een USRP’ Annemie Caproens 3 Nieuws Masterproefprijzen ArcelorMittal prijs uitgereikt door Jef Queeckers, operations research specialist systems & models, aan Filip Jorissen voor het werk ‘Verbetering van PCM thermische opslagconcepten en optimaal gebruik in combinatie met warmtepomp’ ASML prijs uitgereikt door Denis Loncke, groepsleider mechanical development atmospheric stages, aan Noë van Bergen voor het werk ‘Tijdsoptimaal padvolgen voor differentieel vlakke systemen: toepassing op een portaalkraan met visiegebaseerde evaluatie’ Atlas Copco prijs uitgereikt door Hans Vande Sande, teamleader motor & drive technology Airtec Divisie, aan Jochen Cobbaert & Dries Vandezande voor het werk ‘Generische benadering voor de energiekarakterisatie en -evaluatie van werktuigmachines’ 4 BESIX prijs uitgereikt door Jean Polet, deputy general manager, aan Bert Van den Zegel & Evert Vermuyten voor het werk ‘Intelligente sturing ter beheersing van overstromingen langs de Demer’ ICsense prijs uitgereikt door Tim Piessens, chief technical officer, aan Petrus Ruan de Clercq voor het werk ‘Public Key Cryptography in 32-bit for Ultra Low-Power Microcontrollers’ imec prijs uitgereikt door Jo De Boeck, chief technology officer, aan Nils Charels & Martijn Flies voor het werk ‘Mitigating the Partial Shading Problem by Reswitching of Solar Cells’ Industriële Adviesraad van het Departement Chemische Ingenieurstechnieken prijs uitgereikt door Ronny Ansoms, voorzitter, aan Pieter Baptist & Yves Christiaens voor het werk ‘Development and Optimization of an alternative production route for dysprosium(III)iodide’ LMS prijs uitgereikt door Herman Vander Auweraer, director global research, aan Axel Van de Walle & Sebastiaan van Aalst voor het werk ‘Remkoppelvariatie bij rijdende wagens, dynamische simulatie, testontwerp en validatie’ Materialise prijs uitgereikt door Ben Geebelen, manager orthopaedic concept development, aan Lieve Thibaut voor het werk ‘Vergelijkende studie van radiografiegebaseerde en CT-gebaseerde patiëntspecifieke musculoskeletale modellen’ VASCO Data Security prijs uitgereikt door Lode Vanstechelman, operational security manager, aan Niels Avonds voor het werk ‘Implementation of a State-of-the-Art Security Architecture in the Linux Kernel’ BST - safety conference Pieter Martens verruimt zijn kennis op de Safety in Action™ conferentie in Nashville, Tennessee. Pieter Martens is industrieel ingenieur biochemie, werkt als preventie-ingenieur voor het Fonds voor de beroepsziekten en volgt de master-na-masteropleiding Safety Engineering aan de KU Leuven. Op woensdag 20 maart 2013 vertrok hij naar Nashville, Tennessee om er deel te nemen aan de BST Safety in Action 2013 conferentie. Het was de eerste keer dat BST® een student heeft gesponsord om deel te nemen aan de conferentie in de Verenigde Staten. Waarom wou je deelnemen aan de wedstrijd om naar de Safety in Action conferentie in Nashville te gaan? Er zijn verschillende redenen waarom ik graag naar de conferentie wou gaan. Eerst en vooral past het onderwerp van de conferentie, veiligheid, heel goed bij de opleiding die ik volg aan de KU Leuven. Daarnaast ligt de focus van de conferentie op het gedragsaspect van veiligheid, een aspect dat mij heel erg aanspreekt. Bovendien vond de conferentie plaats in de Verenigde Staten, een heel andere omgeving dan die waarin ik momenteel werk. In totaal waren er meer dan 2.500 deelnemers, het was de ideale gelegenheid om nieuwe bedrijven en mensen te leren kennen en om te netwerken en ervaringen uit te wisselen. Wat heb jij tijdens de conferentie over jezelf geleerd? Ik ben mij meer bewust geworden van mijn eigen rol en invloed op veiligheid. Zowel bedrijfsleiders als safety managers en mensen op de werkvloer nemen deel aan de conferentie. Alle niveaus binnen een organisatie zijn vertegenwoordigd op de conferentie want je hebt iedereen nodig als je effectief nul ongevallen wilt bereiken. Iedereen moet meedoen in je veiligheidsproces om het te doen slagen. Veiligheid begint bij jezelf. Als jij het goede voorbeeld geeft, dan straalt dit af op anderen. Voldeed de conferentie aan je verwachtingen? 5 Mijn doel was om zoveel mogelijk informatie op te nemen tijdens deze ervaring. Ik had nog maar een beperkte kennis over wat BBS echt inhield en ik ben dan ook met weinig verwachtingen naar de conferentie vertrokken. Er was een zeer ruim aanbod van sessies. Omwille van mijn beperkte achtergrondkennis over BBS, was de conferentie te kort om veel diepgang te krijgen maar het heeft mijn honger om meer te leren over BBS wel aangewakkerd. Op welke manier droeg het thema van de conferentie bij tot jouw opleiding? Het thema van de conferentie sloot heel goed aan bij mijn studies. Het behandelt een aspect (veiligheid op basis van gedrags verandering) dat nauwelijks aan bod komt in het huidige curriculum van de manama-opleiding. Bij bedrijfsbezoeken zag ik dat veel bedrijven wel bezig zijn met BBS (Behaviour Based Safety), maar dit wordt in de opleiding spijtig genoeg niet verder uitgediept. De kennis die ik tijdens de conferentie heb opgedaan geeft mij wel een voordeel. Ook in 2014 nodigt BST studenten uit om deel te nemen aan de Safety in Action conferentie zowel in Europa als in Dallas. Meer informatie over de Safety in Action conferentie vinden jullie op de website: www.safetyconference.com Filip Coumans, Senior Consultant at BST ©2013 BST. Alle rechten voorbehouden. Alle handelsmerken zijn eigendom van BST, geregistreerd bij het OHIM. BST, Behavioral Science Technology en Leading with Safety zijn geregistreerde handelsmerken. Safety in Action is een niet geregistreerd handelsmerk van BST. Veiligheid is altijd in beweging. Prioriteiten, personen, processen en technologie veranderen voortdurend. Het handhaven van een veilige werkplaats vereist personeel dat een gezond gevoel van kwetsbaarheid behoudt en dat de middelen heeft om de omstandigheden te verbeteren die bijdragen tot blootstelling aan ongevallen. BST is een bedrijf dat over de hele wereld consultancy in veiligheid aanbiedt en daarbij bedrijven helpt hun veiligheidsprestaties te verbeteren vanop elk niveau. Meer informatie over BST: www.bstsolutions.com Tijdens de Safety in Action conferentie komt iedereen met een passie voor veiligheid samen om op een interactieve en open manier ervaringen uit te wisselen, van elkaar te leren, praktijkvoorbeelden te bespreken om zo alle veiligheidsinspanningen nieuw leven in te blazen. Meer informatie over de Safety in Action conferenties: www.safetyconference.com. De ijkingstoets: wat hebben Deze zomer hebben wij een eerste ronde gehouden van de ijkingstoets wiskunde voor geïnteresseerde kandidaat-studenten burgerlijk ingenieur en burgerlijk ingenieur-architect aan de drie Vlaamse universiteiten. De organisatie verliep rimpelloos, de opkomst was groot en de resultaten liggen in de lijn van de verwachtingen. Er wordt hard gewerkt aan de verdere ontplooiing en opvolging van dit initiatief. Deze ijkingstoets is geen oriëntatieproef die onbesliste leerlingen studiekeuzes kan aan- of afraden, maar is een vrijblijvende positietest voor leerlingen met een duidelijke studiekeuze. Het doel is succesvolle studenten aan te moedigen en minder succesvolle studenten te stimuleren zich beter voor te bereiden. Studenten die heel slecht scoren ondanks een goede voor bereiding wordt eerder ontraden om de studies aan te vatten. De ijkingstoets is niet bindend: wie niet slaagt, kan nog steeds de studies starten. Deelnemers worden ondervraagd over wiskunde, wiskunde in context en ruimtelijk inzicht (alle vragen en de statistieken staan op de webpagina http://www.ijkingstoets.be/opleiding-ir.php). 6 Van de 612 aspirant-studenten burgerlijk ingenieur (KU Leuven, VUB en UGent) en burgerlijk ingenieur-architect (KU Leuven) die aan de toets van 1 juli deelnamen, slaagden er 345 of 56,37%. Van de 245 studenten die aan de toets van 16 september deelnamen, slaagden er 137 of 55,92%. Gelijkaardige toetsen werden georganiseerd voor de opleidingen wetenschappen, bio-ingenieurswetenschappen, handels ingenieur en industrieel ingenieur. Deze toetsen hadden een aantal vragen gemeenschappelijk, naast specifieke vragen per opleiding. In totaal namen 1.137 aspirant-studenten deel aan de julisessie. De hoge opkomst mag zeker een succes genoemd worden gezien het vrijblijvende karakter van de toets die voor het eerst werd georganiseerd op tien locaties tegelijkertijd. De toets voor de burgerlijk ingenieurs richtte zich wel op leerlingen met ten minste 6 uur wiskunde in de laatste twee jaar van het secundair onderwijs. Geslaagde studenten krijgen aan de KU Leuven de kans om vooraf al één studiepunt te verdienen: met de bevestiging van hun slagen kunnen ze een vrijstelling van één studiepunt aanvragen onder de vorm van Eerder Verworven Kwalificatie (EVK) voor het opleidingsonderdeel Probleemoplossen en Ontwerpen. Wellicht is dit een van de redenen waarom KU Leuven 450 van de 612 deelnemende leerlingen aan de ijkingstoets burgerlijk ingenieur ontving op 1 juli en 169 van de 245 op 16 september. Deze toetsen zijn zeker niet competitief opgesteld. Ze hebben ook niet de bedoeling om het aantal studenten in de STEM (Science, Technology, Engineering and Mathematics) -opleidingen te reduceren. De vraag naar afgestudeerden in deze richtingen is immers veel groter dan het aanbod. we bereikt na de editie 2013? De ijkingstoets is een middel om het aantal studenten met realistische slaagkansen in W&T te verhogen vanaf het eerste jaar. Via de resultaten in de ijkingstoets krijgen de leerlingen een zicht op hun positie in de groep. Enkel studenten met zeer geringe slaagkansen krijgen het advies na te denken over hun studiekeuze. De gedecentraliseerde afname met een centrale coördinatie en registratie via een gemeenschappelijke web pagina maakt de ijkingstoets laagdrempelig voor leerlingen. Bovendien maakt het systeem met meerkeuzevragen een snelle en waardevolle statistische verwerking mogelijk, zodat alle studenten binnen de week hun resultaat met een elektronische boodschap ontvangen. Verdere opvolging wordt in iedere instelling met eigen begeleiding georganiseerd. Figuur 1 IJkingstoets 1 juli burgerlijk ingenieur Verdeling van de scores 15 # studenten 612 Gemiddelde 10.04 Standaarddeviatie 3.464 Aangezien voor eenzelfde opleiding dezelfde vragen en dezelfde quoteringen gegeven worden, is er geen interuniversitaire competitie en is de boodschap naar de jongeren uniform. Navraag bij deelnemende studenten en hun wiskundeleraars leert dat de vragen als goed en relevant gepercipieerd worden, dat ze niet te moeilijk zijn, maar wel voldoende uitdagend. De scoreverdeling van de twee toetsen is in figuur 1 en 2 weergegeven en de slaagcijfers liggen dicht bij de geambieerde waarde van 60% slaagkans. Procent 10 5 0 0.75 2.25 3.75 5.25 6.75 8.25 9.75 11.25 12.75 14.25 15.75 17.25 18.75 20.25 Totale score (herschaald) Figuur 2 IJkingstoets 16 september burgerlijk ingenieur Verdeling van de scores 20 # studenten 245 Gemiddelde 9.89 Standaarddeviatie 3.407 Procent 15 10 5 0 0 2 4 6 8 10 12 Totale score (herschaald) 14 16 18 De ijkingstoets zal verder ontplooid worden in Vlaanderen in de hoop een vlotte overgang van secundair naar hoger onderwijs teweeg te brengen. We willen dit verder uitbouwen tot een erkende en massaal afgelegde toets zodat zonder de deelname verplicht te maken, toch weinig potentiële studenten niet deelnemen. De ervaring heeft ons geleerd hoe we goede vragen moeten stellen die de grens tussen ongeschikte en minimaal geschikte studenten duidelijk maken. Kortom, we hopen dat er minder kansloze studenten in de eerste fase zullen starten. Bovendien bieden deze positioneringsinstrumenten een uitstekende opportuniteit om opvolging van studievoortgang te monitoren. Aan de KU Leuven starten we een onderwijsproject hierover. De niet-geslaagden die toch de studies beginnen krijgen dan in P&O 1, deelvak wiskunde voor probleemoplossen, een intensieve gerichte bijwerking in het begin van hun studies en vergroten daardoor hun slaagkansen. Bovendien kunnen we met de Dienst Studentenbegeleiding van de faculteit betere trajectbegeleiding voorzien, meer globale en inhoudelijke adviezen geven en voor een snellere heroriëntering naar een andere opleiding zorgen. Joos Vandewalle en Riet Callens, Dienst Studentenbegeleiding Faculteit Ingenieurswetenschappen KU Leuven 7 De ingenieur in de kunst P&O viert zijn 10-jarig Joos Vandewalle: Van extrema via vloeiende Overzicht: wat is P&O? P&O staat voor ‘probleemoplossen en ontwerpen’, een reeks van opleidingsonderdelen in de opleiding tot burgerlijk ingenieur die 10 jaar geleden gradueel werd ingevoerd. In september 2003 startte voor de eerste keer P&O 1. Ingenieursstudenten ondervinden nu vanaf het eerste semester wat het betekent om een ingenieur te zijn. Deze opleidingsonderdelen vormen ‘hands-on’ de ingenieurscompetenties van de studenten. Zij krijgen in groep een ontwerpopdracht voorgeschoteld die ze met behulp van kennis uit andere cursussen tot een goed einde moeten brengen. Projectmatig werken, vakintegratie en vakoverschrijding zijn de belangrijkste doelstellingen maar ook vaardigheden als rapporteren, experimenteren en functioneren in groep en attitudes als zorgvuldigheid en verantwoordelijkheid worden aangeleerd. Studenten ervaren waarvoor ze hun andere opleidingsonderdelen kunnen gebruiken, leren werken in team en worden gewaar wat het is om als burgerlijk ingenieur aan een project te werken waarin verschillende kennis domeinen samenkomen. Steeds wordt aandacht besteed aan communicatie, zowel communicatie binnen het team als schriftelijk en mondeling rapporteren. Communicatievaardig heden zijn immers van groot belang voor een ingenieur. 8 Bij de evaluatie wordt de groepsscore individueel bijgestuurd door enkele gequoteerde inhoudelijke vragen en via peer- assessment. Studenten beoordelen anoniem medestudenten op het gebied van inhoudelijke inbreng, werkkracht en de kwaliteit als teamspeler. Hiermee beïnvloeden zij de score van die medestudent. Teamgenoten zijn hiervoor vaak beter geplaatst dan proffen of assistenten die door de grote aantallen moeilijker het proces kunnen beoordelen. Vooral studenten die zich sterk inzetten zijn erg positief over peer-assessment. Zij ervaren het als eerlijker nu het hele team niet nood zakelijkerwijs dezelfde score krijgt voor het teamwerk. Evolutie doorheen het studietraject De opleidingsonderdelen P&O 1, 2, 3 vind je respectievelijk in het 1e, 2e en 3e semester van de opleiding. Verderop in de opleiding heb je nog P&O 5 en 6 die gespreid lopen over het 5e en 6e semester. De probleemgestuurde aanpak wordt door zowel de studenten als door de visitatiecommissies erg gewaardeerd. De visitatiecommissie is een commissie van experts die waakt over de kwaliteit van een opleiding. Een rapport vermeldt expliciet dat het ‘lovenswaardig is dat studenten al van in het eerste jaar via Probleemoplossen en Ontwerpen geconfronteerd worden met componenten van het onderzoeksgebeuren’. Over het studietraject heen worden opdrachten steeds vrijer, evoluerend van een vaststaande opgave met een (quasi)vaststaande oplossing naar keuze in de opgave en meer vrijheid in keuzes voor de oplossing ervan. In de hogere jaren wordt samengewerkt met het bedrijfsleven. Studenten waarderen het om van binnenuit kennis te maken met industriële processen bij het ontwerp en de analyse van de probleemoplossing. bestaan oppervlakken naar scherpe randen Evolutie over de jaren van P&O 1 en 2 Missie naar Mars De eerste drie jaren voerden de studenten opdrachten uit in het thema ‘ruimtevaart’. In het eerste semester kregen ze een reeks van theoretische oefeningen en voerden ze een stuwkrachtexperiment uit. Bij dit experiment wordt water en lucht onder druk uitgestoten en worden druk, temperatuur en kracht opgemeten met als doel theorie en praktijk te vergelijken. In het tweede semester kwam er een grote ontwerpopdracht waarbij ze een waterraket bouwden, de nodige experimenten uitvoerden, de flesraket afschoten en de baan ervan modelleerden en verifieerden. De exacte opdracht varieerde over de jaren: er werd onder een zelf te bepalen hoek door een hoepel geschoten, ze schoten de raket zo hoog mogelijk met een zelf te bepalen hoeveelheid water of de raket nam een ei mee tot op het hoogste punt en er moest voor gezorgd worden dat het ei heelhuids terug de aarde bereikte. Het komende academiejaar wordt het nieuwe thema ‘Missie naar Mars – ingenieurs op ontdekking’. Hoe de opdrachten er precies zullen uitzien, blijft voorlopig nog geheim maar dat het opnieuw uitdagende en motiverende problemen zullen zijn, dat is zeker. De volgende jaren draaiden rond het thema ‘energie’, een breed thema dat toegepast werd op de energiebalans in een studentenkamer, energie in een automotor en energie in het menselijk lichaam dat beschouwd kan worden als een machine. Later in het jaar bouwden studenten een autootje dat op een bepaalde hoogte vertrok, een helling afreed en door toevoeging van ‘een’ energiebron uiteindelijk hoger moest eindigen. Ook hier werd ieder jaar een variatie bedacht op het thema. ‘Technologie in beweging: sport, gezondheid’ was het thema van de laatste drie jaren. Het eerste semester bestond uit verschillende kortere opdrachten. Studenten maakten polyuretaanschuim –voorafgegaan door de nodige berekeningen–, zorgden ervoor dat een camera verschillende proffen kan herkennen, maakten een animatiefilmpje via matrixtransformaties met het programma Maple en ontwierpen een klein autootje of bootje om zo snel mogelijk te starten, op tijd te stoppen en eventueel een balletje af te schieten in een roos. In het tweede semester bouwden ze een tennisbal-, een squash- of een pingpongbaltrainer. Doorheen de jaren werd ondervonden dat het grote voordelen heeft om studenten toestellen te laten bouwen met kleinere dimensies en kleinere optredende krachten: de machines zijn veiliger en bezitten makkelijker voldoende stevigheid. Ieder jaar wordt ingeleid door een ingenieur-on-the-field. Zo kwam Frank De Winne spreken, gaf in een videoboodschap een opdracht aan de studenten en beantwoordde vragen vanuit de ruimte. De professoren Ronnie Belmans en William D’haeseleer vertelden over hun werk respectievelijk als voorzitter van Elia en als lid van de energiecommissie 2030. Wat de studenten sterk aansprak was en is het boeiende seminarie van Koen Bosmans, een jonge ingenieur, oud-student en medeoprichter van CEE-engineering. Er werd gezocht naar de juiste balans tussen studenten volledig vrij laten om tot een oplossing te komen en de studenten begeleiden in het zoeken naar een oplossing. Met te weinig hulp komen ze niet tot een resultaat, met te veel hulp worden hun onderzoeksvaardigheden niet meer aangesproken. Deze balans verschuift doorheen het studietraject naar steeds meer vrijheid. Wat vinden studenten? 90% van de studenten ervaart P&O als belangrijk voor hun opleiding tot ingenieur. Meer dan 90% van de studenten vindt het werken in teamverband een verrijkende ervaring en 75% vindt dit teamwerk echt de moeite waard. Enkele reacties van studenten na P&O 2: ‘het is net als echt werken in de privé’ ‘het was leuk dat we zo vrij waren ons eigen ontwerp uit te bouwen’ ‘tof om te zien hoe verschillend de oplossingen waren’ Demonstratiedagen De demonstratiedag van P&O 3 vindt plaats op woensdag 11 december 2013 tussen 10 en 17 uur in het P&O-lokaal (Celestijnenlaan 300, 3e verdieping). De demonstraties van P&O 2 worden georganiseerd op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag 12, 13, 15 en 16 mei 2014 in de namiddag, ook in het P&O-lokaal. VILv-prijzen De alumnivereniging reikt sinds vorig jaar prijzen uit aan project werk van bachelorstudenten, zowel in de opleiding burgerlijk ingenieur als in de opleiding burgerlijk ingenieur-architect. Meer informatie over de prijzen van vorig jaar vind je op http://eng.kuleuven.be/AlumniVILv/vilv-prijs. De studenten krijgen zo voor hun P&O 3–opdracht een extra stimulans. Sigrid Maene 9 Eminente emeriti In deze tijd van het jaar blikken we traditiegetrouw terug op het rijk gevulde leven van de professoren die dit academiejaar met emeritaat gaan. Een nieuw tijdperk breekt aan voor hen, die wij dankbaar zijn om wat zij enkele generaties ingenieurs hebben bijgebracht, zowel in het onderzoek als in het onderwijs. Jean-Pierre Celis 10 Carrière In 1971 ben ik afgestudeerd als burgerlijk metaalkundig ingenieur aan de KU Leuven en behaalde ik er na mijn legerdienst mijn doctoraat in 1976. Mijn carrière aan de KU Leuven begon in 1978 met een aanstelling als eerstaanwezend assistent. Mijn onderzoeksdomein werd dat van de oppervlaktetechnologie. Ik heb samen met collega Jef Roos een hele onderzoeksgroep kunnen uitbouwen in het domein van de aanmaak van deklagen en dunne lagen. Dat onderzoek werd gaandeweg ook gericht op de functionele eigenschappen van die lagen zoals corrosiebestendigheid en wrijvings- en slijtagegedrag. Bij de start van mijn onderzoek aan MTM hadden we enkel een ‘ouderwets’ potentiostaat (een elektronisch toestel om een elektrode in een elektrolytvloeistof op een gedefinieerde potentiaal ten opzichte van een referentie-elektrode te houden, nvdr). Dankzij externe financiering door IWONL, IWT, FWO en EU en door de intense samenwerking met de industrie en andere onderzoeksgroepen binnen de KU Leuven en aan buitenlandse universiteiten, is de onderzoeksinfrastructuur en kennis in dat domein hier snel gegroeid. Boeiend om dat mee te maken! Memorabele momenten Vrij snel na mijn doctoraat was er vanuit de Belgische industrie, meer bepaald van Sidmar (Zelzate) en Cockerill Sambre (Luik), interesse voor composietdeklagen. Dat heeft aanleiding gegeven tot een eerste zeer groot tripartite project, dat ons de kans gaf personeel aan te werven. Ik heb het altijd belangrijk gevonden om ons onderzoek te kunnen valideren in de industrie. Dat heeft allicht ook voor een deel te maken met mijn achtergrond: geboren Leuvenaar en opgegroeid in de middenstandssector. Het idee om onderzoek te valoriseren, een ‘product’ af te leveren waar nood aan is, waar anderen iets mee doen, heeft mijn carrière hier gestroomlijnd. Een ander gedenkwaardig moment was de oprichting van een spin-offbedrijf door een van mijn doctoraatsstudenten, Dirk Drees. Die spin-off, Falex Tribology gevestigd in Rotselaar, is actief in het domein van de tribologie (wrijving, smering en slijtage) en biedt zowel apparatuur als labotesten en materiaaladvies aan bedrijven die met materiaalproblemen kampen. Verder vond ik elke indiening van een aanvraagdossier voor een onderzoeksproject wel memorabel. In zo’n dossier zit telkens toch een hele uitdaging: werken aan de inhoud en een geschikt consortium samenstellen! De vindingrijkheid van jonge onderzoekers die aan dergelijke projecten meewerkten heb ik steeds gewaardeerd en velen onder hen hebben daarna een mooie industriële of academische carrière in R&D wereldwijd weten uit te bouwen. Favoriet moment van het academiejaar Qua onderwijs, dat vooral bestond uit keuzevakken in de laatste studiejaren, heb ik heel goede herinneringen aan een algemeen vak dat ik gedurende enkele jaren in het eerste jaar niet-materiaalkundige burgerlijk ingenieursstudenten gaf. Een leuke uitdaging om interesse te wekken voor het domein materiaalkunde aan niet-ingewijden! Toekomstplannen Ik word per 1 oktober 2013 emeritus met opdracht. Zo zal ik mijn ervaring verder ten dienste stellen van het Departement MTM en de KU Leuven die mij tijdens mijn carrière toch veel ‘academische’ vrijheid hebben gegeven. Ik zal er zeker mijn wetenschappelijk en industrieel netwerk bij inzetten. Er zijn voorts nog een aantal doctoraten, o.a. bij imec en in het kader van Erasmusovereenkomsten tussen KU Leuven en buitenlandse universiteiten. Ten slotte heb ik ook nog een aantal langere opdrachten aan buitenlandse universiteiten: tot 2017 in Maleisië en binnenkort komt er ook nog een opdracht in Brazilië bij. Extra tijd voor hobby’s zal er uiteraard zijn. Een van mijn hobby’s is het te voet verkennen van de Compostellawegen, telkens zo’n 25 km per dag. Ik plan ook de landen waar ik professioneel was nog ooit eens te bezoeken, nu met mijn echtgenote. En uiteraard betekent het emeritaat ook meer tijd voor mijn zes kleinkinderen, teenagers ondertussen. Ik probeer ze wat ‘wijsheid’ en ‘wereldkennis’ bij te brengen- wijsheid deels gehaald uit de jarenlange begeleiding van studenten en jonge onderzoekers. Boodschap Ik hoop dat de universiteit zich zal ontwikkelen tot een zelfvormende universiteit, met de nodige kritische ingesteldheid tegen allerlei betuttelende politieke inmenging, versnippering, nieuwe (credit)systemen, dit ten voordele van student én lesgever. En voor de studenten nog deze boodschap: ingenieur zijn is een prachtig beroep, of je nu kiest voor een industriële carrière of voor een carrière als onderzoekerdidacticus: genieten zul je ervan, een leven lang! Joos Vandewalle Carrière Ik ben in 1971 afgestudeerd als burgerlijk werktuigkundig-elektro technisch ingenieur aan de KU Leuven. Mijn doctoraat, afgerond in 1976, handelde over systeemtheorie, een onderwerp dat zowat de rode draad door de rest van mijn carrière is geworden. Ik ben dan voor drie jaar vertrokken naar UC Berkeley. Onze oudste zoon is daar geboren. In 1979 zijn we teruggekeerd naar België en heb ik erover getwijfeld of dit wel een juiste keuze was. Uiteindelijk hebben we toch beslist in Vlaanderen te blijven. Ons gezin is verder uitgebreid met nog een zoon en een dochter. Professioneel gezien was de samen werking met de groep die in 1985 naar imec vertrok zeer interessant. Zelf heb ik die stap nooit willen zetten, ik bleef liever iets dichter bij het algoritmische, het wiskundige, dan te gaan voor meer technologie. Het imecverhaal had wel een grote invloed op ons departement: ongeveer de helft van de ESAT-mensen zijn toen naar imec gegaan. Er bleven nog zo’n honderd ESAT-ers over. Ondertussen zijn we sterk gegroeid en het departement telt nu meer dan vierhonderd medewerkers. Ikzelf heb de afdeling SCD opgericht en groot gemaakt. Die afdeling zal na mijn emeritaat gesplitst worden in een afdeling cryptografie (van rond de 60 medewerkers) en een afdeling rond systeemtheorie, algoritmes, datamining, signaalverwerking en bio-informatica (van rond de 100 medewerkers). Wiskundige methodiek is de unificerende factor. Cryptografie heeft in het begin wat opstartproblemen gehad. Landen als Duitsland en Engeland zagen niet graag gebeuren dat dit soort onderzoek open aan universiteiten zou plaatsvinden; Europese projecten lagen toen erg moeilijk. Ik heb altijd een hoge onderwijsbelasting gehad, maar dat lag me. Het opbouwen van een goede, logische lijn in de opleidingsonderdelen en het groeiproces van de studenten begeleiden, heeft me altijd aangesproken. In bijvoorbeeld systeemtheorie vond ik het belangrijk om uiteraard de onderwerpen vanuit de wiskundig algebraïsche kant te benaderen, maar tezelfdertijd mocht het praktische, toepasbare aspect niet uit het oog verloren worden. Memorabele momenten Die hebben vooral met onderwijs te maken. Er is de ijkingstoets, waar ik een leidende rol heb opgenomen. Na het verdwijnen van het toelatingsexamen was er nood aan iets dat een boodschap kon geven aan potentiële studenten, in de zin van ‘de opleiding past volledig bij je capaciteiten’, ‘de opleiding kan voor jou, maar extra inspanning zal nodig zijn’ ofwel – heel belangrijk – ‘de opleiding sluit niet aan bij je capaciteiten’. Na een grondige voorbereiding hebben we vorig jaar een pilootversie gedraaid en is dit jaar de ijkingstoets op grote schaal georganiseerd, met verschillende universiteiten en verschillende opleidingen en met meer dan 1100 deelnemers op 1 juli laatstleden. Een ander memorabel moment was toch ook de BaMa hervorming die ik als vicedecaan heb mogen mee sturen. Ik ben ervan overtuigd dat we een uitstekende keuze hebben gemaakt: niet het oude model waar je pas na twee gemeenschappelijke jaren een keuze kan maken voor de drie volgende technische jaren en ook niet het andere uiterste, het Nederlandse model, waarbij je vanaf dag één een specialiteit kiest. Onze BaMastructuur met drie algemene semesters, drie semesters met hoofd- en nevenrichting en dan vier semesters gespecialiseerde masteropleiding is volgens mij ideaal om een verantwoorde keuze te maken en toch een goede motivatie te behouden. Favoriet moment van het academiejaar Dat is een moeilijke. Als ik toch iets moet kiezen, zou ik gaan voor een vak binnen de opleiding wiskundige ingenieurs technieken, waar de studenten moeten debatteren rond stellingen die te maken hebben met de rol van deze wiskundige ingenieurstechnieken in de bedrijfsomgeving. Boeiend om te zien hoe ze argumenten pro en contra formuleren en hoe dat doorheen dit vak groeit. Toekomstplannen Ik zal nog actief blijven als voorzitter van doctoraatsjury’s en mij ook nog verder blijven inzetten voor de ijkingstoets. Er is ook de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten, ik houd me daar onder andere bezig met wetenschapscommunicatie en het bestuur. En ik zal meer tijd hebben voor mijn hobby, beeldhouwen. Starten met een blok speksteen of serpentijn en eindigen met een beeld dat aan alle zijden aantrekkelijk is en de toeschouwer mooie holle en bolle vormen met open ruimte laat zien, dat geeft voldoening. Boodschap Het ingenieursberoep of de ingenieursstudies moet je zeker niet kiezen omdat dit gemakkelijke studies zouden zijn. Maar de studies en het beroep stellen je in staat om een brede kijk te krijgen op de maatschappij en de evoluties en er ook aan mee te werken. Bovendien zijn er binnen de verschillende ingenieursprofielen zo veel opportuniteiten: je hebt het geluk altijd te kunnen kiezen en doen wat je aanspreekt. 11 Eminente emeriti Dionys Van Gemert 12 Carrière In 1971 studeerde ik af als burgerlijk bouwkundig ingenieur aan de KU Leuven. Daarna ben ik als NFWO-navorsingsstagiair begonnen, toen nog een uitverkoren opdracht. Daarom kreeg ik maar ongeveer de halve wedde van een assistent. Als NFWO-er moest je wel enkel je eigen onderzoek doen, wat dan weer een luxepositie was. Ik werkte in het Laboratorium voor proeven op Materialen, nu Laboratorium Reyntjens, en hielp mee een onderzoekscultuur verder uit te bouwen. Mijn doctoraat behaalde ik in 1976, met differentierekenmodellen voor plaatstructuren op computer, of op ordinator zoals we in die beginjaren van het computergebruik zegden. Sindsdien is differentierekenen vervangen door eindige-elementen-methodes, en heb ik mijn interesses gaandeweg verlegd van structuur analyse naar bouwmaterialen, restauratietechnieken en het composieten. Na het doctoraat werd ik eerstaanwezend assistent en later docent. Ik doceerde toen onder andere ‘gebruik van ordinatoren voor de berekening van constructies’, ‘platen en wanden’, en ‘sterkteleer en elasticiteitsleer’. Zo is mijn carrière hier gestart. Memorabele momenten Misschien de oprichting van onze spin-off in 1993, Triconsult (technologie, restauratie, renovatie), waar we ondermeer onze expertise op het gebied van het versterken van betonconstructies met opgekleefde wapening konden toepassen. Triconsult voerde aanvankelijk voornamelijk studies uit voor renovaties en restauraties van bouwwerken, maar is nu ook actief in onderzoek en ontwikkeling van materialen en componenten, bouwschadeonderzoek, recyclagetechnologieën. En uiteraard de doctoraten die ik heb begeleid, zo’n twintigtal, telkens afgesloten met een gezellig diner met de nieuwe doctor, zijn/haar naaste familie en de juryleden. In 1996 hebben we een eredoctoraat mogen toekennen aan een Japanse collega, Yoshihiko Ohama van Nihon University, dat is ook wel memorabel. Favoriet moment van het academiejaar Daar kan ik niet meteen op antwoorden. Wat mij nog wel telkens weer aangenaam verrast, is dat oud-studenten zich nog steeds de eerste les sterkteleer uit de tweede kandidatuur herinneren. Ik toonde toen dia’s over wat slechte sterkteberekeningen in de praktijk konden teweegbrengen. Dat sprak de groep aan, toen nog zo’n vierhonderd man samen in één zaal, en was blijkbaar ook iets dat blijft hangen. Toekomstplannen Dat zijn er nog veel. Allereerst zijn er zes kleinkinderen tussen de vijf en dertien jaar. Dat zijn vier voetballende jongens en twee volleyballende meisjes. Er kan dus volop gesupporterd worden! Mijn vrouw en ik gaan ook heel graag fietsen, bij ons in de buurt van Ramsel. Verder ben ik ook een redelijk handige doe-het-zelver wat de klussen in huis betreft. Ik doe ook wat vrijwilligerswerk, zoals rolstoelbegeleiding voor minder mobiele senioren van WZC Sint-Barbara in Herselt. En ik maak nu wat tijd om iets anders te lezen dan vakliteratuur. Recent heb ik bijvoorbeeld nog ‘Inferno’ van Dan Brown gelezen, wat ik nogal kunstmatig uitgesponnen vond. ‘Congo’ van David Van Reybrouck kon ik beter smaken. Wetenschappelijk blijf ik nog altijd actief als redactielid van Kluwers HORR (Handboek Onderhoud, Restauratie en Renovatie), als redacteur en auteur. Verder blijf ik actief in WTA Nederland/ Vlaanderen (Wetenschappelijk-Technische groep voor Aanbevelingen inzake bouwrenovatie en monumentenzorg) en in ICPIC (International Congress on Polymers in Concrete), waarvoor ik in 2013 nog meewerkte aan de congressen in Shanghai en Prishtina en de focus nu al ligt op het volgende congres in Singapore in 2015. Boodschap Ik heb nu een evolutie van ongeveer dertig-vijfendertig jaar meegemaakt en daarbij ervaren hoe belangrijk het is te beseffen waar je mee bezig bent, zeker als bouwkundige. De bouwnijverheid en gebouwen verbruiken immers ongeveer de helft van alle primaire grondstoffen, zorgen voor de helft van alle industriële afval (waarvan nu gelukkig het grootste deel al gerecycleerd wordt) en verbruiken ongeveer 40% van alle energie. Door bouwkundigen werd duurzaamheid te lang geïnterpreteerd als hoog performant en met lange levensduur, in plaats van sustainability. Een betere kennis van bouw materialen stelt ons in staat om opportuniteiten te ontdekken en te exploiteren in composieten van onder andere minerale materialen en polymeren om zo de milieu-impact van het bouwen te reduceren. Daarom ook de boodschap: ingenieurs moeten beseffen waarmee ze bezig zijn en welke impact hun activiteit heeft op de maatschappij. Paul Van Houtte Carrière Ik ben in 1970 afgestudeerd als elektrotechnisch-werktuigkundig ingenieur, richting mechanica. Tijdens mijn legerdienst heb ik afgewogen of ik zou kiezen voor de industrie of de universiteit … Het is de universiteit geworden. Bij het Departement Werktuigkunde was er niet direct een opening. Dus ben ik naar het Departement Metaalkunde en Toegepaste Materiaalkunde getrokken en ben er doctoraatsonderzoek op het gebied van vastestofmechanica gestart bij professor Aernoudt. Het ging om multidisciplinair onderzoek dat mij de kans gaf mijn expertise in kristallografische textuur uit te bouwen. Een domein waarin ik, met weliswaar enige uitbreidingen, nog steeds actief ben. Mijn carrière hier is dan gestart met een aanstelling als eerstaan wezend assistent in 1977 en later gewoon hoogleraar in 1996. Memorabele momenten Dat zijn er nogal wat. In 1996 ben ik onverwacht departements voorzitter geworden en ik ben dat gebleven tot 2004. Sinds 2008 ben ik voorzitter van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit van de KU Leuven. Ik ben ook onderbestuurder van de Klasse Natuurwetenschappen van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten. Memorabel is de erecode wetenschappelijk onderzoek die door ons in de Academie, samen met de Franstalige tegenhanger en de beide Belgische Academiën voor geneeskunde, is opgesteld en die nu door alle grote universiteiten in België wordt gebruikt. Er zijn natuurlijk ook toevalligheden die mijn carrière zwaar beïnvloed hebben zoals het leren kennen van buitenlandse onderzoekers, waaruit samenwerking op het gebied van textuuronderzoek is gegroeid. Ik denk hier bijvoorbeeld aan de Universiteit van Metz en van Clausthal-Zellerfeld. Mijn sabbatical aan een Canadese universiteit in 1988 heeft mijn onderzoek meer bekendheid opgeleverd in Noord-Amerika. Ter gelegenheid van mijn emeritaat heeft men daar zelfs een minisymposium op een internationaal congres georganiseerd. Favoriet moment van het academiejaar Ik vond het altijd interessant elk academiejaar kennis te maken met de nieuwe studenten. Verder vond ik ook alle evenementen die de samenhang binnen het departement bevorderen belangrijk: onze jaarlijkse departementsreis, de barbecue voor het personeel en het door de studenten georganiseerde feest. Zulke dingen zijn erg aangenaam en heel goed voor de sfeer. Ons departementaal financieel model werkt trouwens alleen door het handhaven van een goede verstandhouding tussen de ZAP-leden. Toekomstplannen Ik blijf actief in de Academie en de Commissie voor Wetenschappelijke Integriteit. En ik krijg meer tijd voor een van mijn hobby’s: opera’s! Boodschap Als student is het misschien moeilijk in te schatten waar je als ingenieur terecht zult komen. Wordt het de industrie? Of wordt het de universiteit: het onderwijs, het onderzoek of misschien in het bestuur? Wat je ook kiest: kies iets dat je boeit en voldoening schenkt! Ignaas Verpoest Carrière Mijn carrière kende een vrij merkwaardige start. Ik ben in 1972 afgestudeerd als metaalkundig ingenieur. Dan ben ik pastoraal medewerker geworden aan de Universitaire Parochie, gedurende vier jaar met inbegrip van mijn tijd als gewetensbezwaarde. Dit paste bij mijn engagement in de linkse discussie op het gebied van wetenschap en samenleving, een engagement dat ik als student al had. Ook hebben wij toen de Werkgroep ‘En Dan’ opgericht, die binnen de KVIV de vraag naar het maatschappelijk engagement van de ingenieur onder de aandacht wou brengen. Mijn doctoraatsonderzoek – bij de professoren Deruyttere en Aernoudt heb ik in 1981 afgerond. Het onderwerp was vermoeiing. Ik ben aan de universiteit gebleven omdat ik de kans kreeg een nieuw onderzoeksdomein uit te bouwen rond composieten. Samen met mijn medewerkers hebben we nu net een boek over 30 jaar composietonderzoek in Leuven gepubliceerd. Bij de start van dit onderzoek werd er samengewerkt met het Departement Werktuigkunde en met Snauwaert en Donnay, de tennisraketbouwers. Gedurende mijn carrière heb ik heel wat in het buitenland kunnen werken: Stanford, EPFL Lausanne, Kansai (Japan), Bandung (Indonesië), Vietnam, … heel boeiend. Merkwaardig genoeg ben ik gedurende die 30 jaar als enig voltijds ZAP-lid verantwoordelijk geweest voor een onderzoeksgroep die nu een 35-tal onderzoekers telt. De groep telt erg waardevolle senior postdocs, gefinancierd met projectmiddelen. Recent werd een profielvacature ingevuld door een opvolger. Ook de samenwerking met de hogescholen verloopt zeer goed. Memorabele momenten Dat zijn er heel wat. Er zijn natuurlijk de vijftien patenten en de spin-off Econcore. Interessant was het Composites-on-Tour evenement, omdat dit mijn overtuiging dat een wetenschapper moet communiceren met de buitenwereld uitstekend vertolkte. De kans en uitdaging om op een vrachtwagentrailer zo’n tentoonstelling op te bouwen is schitterend. Er zijn twee tours geweest, beide gekoppeld aan een internationale design wedstrijd. Bij de eerste tour, in 2002, hebben we toen 15.000 km door Europa gereden en op meer dan 50 plaatsen onze (vrachtwagen)deuren geopend. We hebben daar toen de prestigieuze Descartesprijs voor wetenschapscommunicatie voor gekregen. In 2006 is er een tweede tour geweest langsheen designcentra in acht Europese steden. Favoriet moment van het academiejaar Ik vond het altijd uitermate boeiend – en ik stak daar dan ook veel tijd in – om masterstudenten te begeleiden. Ik vond het belangrijk dat ze hun eigen onderzoek niet alleen goed uitvoerden, maar ook leerden organiseren en plannen. Toekomstplannen Ik word emeritus met opdracht. Er zijn nog een aantal Europese projecten lopende, alsook onderzoek met Samsonite. Ik ben ook actief in het Europees Wetenschappelijk Comité voor Vlas en Hennep. Kunsttentoonstellingen staan op het lijstje van favoriete activiteiten waar ik nu wat meer tijd voor zal hebben. Boodschap Specifiek voor de onderzoeksgroep zou ik de coördinator van de onderzoeksgroep, parttime ZAP-lid Stepan Lomov, en mijn opvolger David Seveno iets meer ademruimte willen toewensen, dit betekent zo snel mogelijk een tweede voltijdse ZAP-er. Algemeen zou ik (oud-)studenten willen wijzen op hun verantwoordelijkheid in de samenleving. Kritisch zijn is belangrijk. Dat betekent niet dat ze in de politiek moeten gaan, maar wel dat ze zich moeten mengen in het debat rond belangrijke thema’s waartoe ingenieurs kunnen bijdragen, zelfs al wordt het dan concreet en gedetailleerd, zoals over de rol van lichte materialen in het debat rond energietekort. Liliane Pintelon 13 De ingenieur Martine Wevers,in de kunst Joos Vandewalle: Van extrema via vloeiende nieuwe departementsvoorzitter en Martine Wevers werd verkozen tot nieuwe voorzitter van het Departement Metaalkunde en Toegepaste Materiaalkunde in opvolging van Patrick Wollants. Zij is aan deze taak begonnen op 1 augustus 2013 en zal de komende vier jaar aan het roer staan van MTM. Wie is zij, wat drijft haar? In 1981 ben ik afgestudeerd aan de KU Leuven als burgerlijk metaalkundig ingenieur met een eindwerk rond het vermoeiings gedrag van Charnley heupprothesen uit Vittalium® en zes jaar later, in 1987, behaalde ik mijn doctoraat met als onderwerp ‘Identification of fatigue failure modes in carbon fibre reinforced composites’, ook aan de KU Leuven. Dit doctoraat op composietmaterialen was het eerste aan de KU Leuven dat zich toespitste op deze nieuwe materialen, die omwille van hun hoge specifieke sterkte en stijfheid in competitie traden met aluminiumlegeringen. Het vermoeiingsgedrag was echter nog niet voldoende onderzocht omwille van de complexe schadeontwikkeling bij deze materialen. Mijn academische carrière startte als Bevoegd Verklaard Navorser en Onderzoeksdirecteur van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek – Vlaanderen. In 2001 werd ik gewoon hoogleraar. 14 Mijn onderzoek gaat over het ontwikkelen van niet-destructieve meetmethodes voor microstructurele schade in materialen. Voor materialen in gebruik en processen ligt de nadruk op ‘online monitoring’ of ‘structural health monitoring’ technieken. In mijn onderzoeksgroep kun je terecht voor de karakterisatie van de interne structuur van een materiaal met X-stralen computertomografie en ultrageluid en vind je optischevezelsensoren voor de detectie van elastische golven (akoestische emissies) in scheurende materialen naast de klassieke PZT- tasters. Onlangs werd een percolatiesensor ontwikkeld voor de detectie van de aanwezigheid van vloeistoffen in beperkte of gesloten ruimten om corrosie te voorkomen. Wat is MTM, waar staat MTM voor? In het Departement Metaalkunde en Toegepaste Materiaalkunde (MTM) zijn de onderzoeksactiviteiten nu ondergebracht in drie afdelingen SCALINT (structurele materialen), SIEM (functionele materialen) en SeMPeR (duurzaam materialenbeheer). De nieuwe materialen, de materiaalproductie- en materiaal transformatieprocessen die wij in deze afdelingen ontwikkelen, dragen bij tot de technologieën en toepassingen van morgen. Voorbeelden hiervan zijn het werk over nieuwe en verbeterde recyclageconcepten en -processen, biodegradeerbare composieten, nieuwe legeringen ter vervanging van loodhoudende componenten, materialen voor lithiumbatterijen, sensoren op basis van functionele materialen, botscaffolds, gradiënt materialen, … Ons departement heeft een uitstekende internationale reputatie, we staan wereldwijd op de 18e plaats volgens een analyse van de School of Engineering (STI – Sciences et Techniques de l’Ingénieur) of EPFL die de Europese en Amerikaanse instellingen per ingenieursdiscipline onderzocht (QRED). Dit is best iets om fier op te zijn. Ook heeft MTM net een OFD-oefening (Organisatie- en FunctieDesign) en bijbehorende herstructurering achter de rug, die door de vorige departementsvoorzitter, Patrick Wollants, in goede banen werd geleid. Het departement MTM wordt op een vrij unieke manier beheerd, namelijk met één onderzoeksbudget voor het departement, in plaats van de meer gebruikelijke structuur waarbij elke ZAP-er zijn/haar eigen budget beheert. Is MTM een groot departement te noemen? MTM telt toch ongeveer 200 personeelsleden: professoren, administratief en technisch personeel en onderzoekers. De internationale ranking die ik aanhaalde, is uiteraard alleen mogelijk door de technische realisaties en onderzoeks resultaten die verwezenlijkt worden door de inzet van al die medewerkers. Specifiek wat onze professoren betreft zijn er onlangs nogal wat collega’s op emeritaat gegaan. Dit betekent ook dat een aantal jonge professoren voor een nieuwe uitdaging staan. Ik vind het belangrijk om hier een mentorrol op te nemen en ze zo goed mogelijk te coachen om een vlotte start mogelijk te maken. oppervlakken scherpe randen mentor vannaar MTM Wie zijn de voornaamste onderzoekspartners van je departement? Er is heel veel samenwerking. Er is de industrie, die ons onderzoek ook voor een stuk financiert. Een voorbeeld: op basis van een raamakkoord met Umicore, Bekaert en OCAS, konden wij in het verleden een deel van ons onderzoek verder uitwerken en kregen die bedrijven de kans zich strategisch te positioneren. Dit raamakkoord willen we in de toekomst bestendigen. Uiteraard komt er ook een heel stuk financiering via de KU Leuven en van Vlaamse, Belgische en Europese overheden. Voorbeelden van samenwerking binnen de KU Leuven en haar Associatie situeren zich onder andere op het gebied van tissue engineering, NDT (non-destructive testing), composieten, metaalverwerking en duurzaamheid. Het LMRC (Leuven Materials Research Center) is een mooie illustratie. In dit LMRC wordt samengewerkt met negentien onderzoeksgroepen uit negen departementen van drie verschillende faculteiten. De IOF-mandatarissen (Industrieel Onderzoeksfonds) zijn voor onze projecten uiteraard een absolute meerwaarde. Specifiek nog in het kader van de Associatie met de hogescholen is er de cluster Materialentechnologie. Het is een boeiende uitdaging om samen met de betrokken hoge scholen een gepaste samenwerking verder uit te bouwen. 15 Is het onderwijs beperkt tot de opleiding materiaalkunde? Neen, zeker niet. Het Departement MTM verzorgt inderdaad de opleiding tot bachelor en master in de ingenieurswetenschappen: materiaalkunde en een internationale master in materials engineering. Jaarlijks behalen een 30-tal studenten het masterdiploma, wat MTM tot veruit de grootste bron van materiaalkundige ingenieurs in België maakt. Maar de docenten van MTM verzorgen ook cursussen in andere faculteiten en zijn betrokken bij de organisatie van andere masteropleidingen zoals de master in de ingenieurswetenschappen: biomedische technologie en de master nanowetenschappen en nano technologie. Een andere belangrijke opdracht van onze professoren en het onderzoekskader is het begeleiden van doctorandi en het verzorgen van hun doctoraatsopleiding. Deze opdracht is sterk verweven met het onderzoek in MTM. Misschien interessant om te weten is dat heel wat van onze studenten op Erasmusuitwisseling gaan en dat wij internationale studenten rekruteren. We leggen de lat wel hoog. Bijvoorbeeld voor China, vanwaar we heel wat aanvragen krijgen. Onze programmadirecteur gaat nu ter plaatse – binnen een raam akkoord met USTB (University of Science and Technology Beijing) - potentiële studenten interviewen zodat we er zeker van zijn dat we enkel goede studenten toelaten. Het gebouw waarin het departement huist, heeft wel karakter. Het lijkt me een aangename werkomgeving te zijn. Inderdaad, hoewel het functioneel gebruik van ruimte, rekening houdend met de gezondheid van alle medewerkers en studenten en met de veiligheidsvoorschriften, niet altijd een evidente zaak is. Volgens de technische diensten wordt het immers steeds moeilijker om aan de noden van een moderne onderzoeksomgeving te beantwoorden. Nog veel succes met je taak als departementsvoorzitter. Liliane Pintelon De ingenieur de kunst Georges Gielen, in vicerector Groep Joos viavan vloeiende ‘WeVandewalle: moeten Van hetextrema imago het Was je verrast toen de pas verkozen rector jou contacteerde voor het vicerectorschap? Toch wel! Professor Torfs had ik voordien sporadisch ontmoet. Tijdens de campagne van de rectorverkiezing heb ik als departementsvoorzitter alle kandidaten uitgenodigd voor een gesprek op ons departement (een van de grootste in de Groep). Zo heb ik onze nieuwe rector beter leren kennen en blijkbaar vice versa ... Ik was wel aangenaam verrast toen hij mij na zijn verkiezing opbelde. Daarna is het lange tijd stil gebleven: de nieuwe rector heeft toen overleg gepleegd met de voorzitter van de Associatie en de algemeen beheerder, leden van de Raad van Bestuur en nadien de Academische Raad. Tot onze aanstelling een feit was. Je nieuwe functie zal veel tijd en energie opeisen. Blijft er nog tijd voor onderzoek en onderwijs? Ik hoop nog een halve dag per week te kunnen reserveren voor deze taken: ook de vorige rector, professor Marc Waer, is daarin geslaagd. Eén vak zal ik nog zelf doceren. Daarnaast hoop ik mijn doctorandi verder te kunnen begeleiden, maar voor alle zekerheid heb ik toch voor elk van hen een copromotor toegevoegd, zodat hun werk zeker niet in het gedrang komt ... 16 Wat worden je grootste prioriteiten als vicerector? Georges Gielen • geboren in Schriek, een deelgemeente van Heist-opden-Berg; dat is ook de geboorteplaats van rector Rik Torfs, maar in onze kindertijd of jeugdjaren kenden we elkaar niet • Latijn-Grieks gestudeerd aan het Heilig-Hartcollege van Heist-op-den-Berg • was gefascineerd door techniek en wetenschap; mijn eerste studie-interesse was eigenlijk astrofysica (kosmologie) waar ik mijn maturiteitsproef nog over gehouden heb, maar ik koos uiteindelijk voor ingenieur, omwille van de ruimere toekomstmogelijkheden • na de humaniora heb ik tijdens de vakantie wiskunde gestudeerd, als voorbereiding op het toelatingsexamen, dat ik in september met succes aflegde (‘mijn enige septemberzittijd’) • ingenieursstudie aan de KU Leuven (Elektrotechniek), waar ik nadien ook mijn doctoraat behaalde (promotor prof. Willy Sansen) als aspirant van het FWO; daarna gedurende 1 jaar postdoc en visiting professor aan de Universiteit van California in Berkeley (VS), een topuniversiteit op het gebied van ontwerp van geïntegreerde schakelingen • getrouwd, woon in Kessel-Lo, twee kinderen: oudste dochter verleden jaar afgestudeerd als burgerlijk ingenieur elektrotechniek, werkt nu bij Xenics (een spin-off van imec); zoon studeert marketing. Sinds dit jaar zijn de kinderen het huis uit of op kot, en zijn mijn vrouw en ik weer alleen thuis! • was gedurende 5 jaar afdelingsverantwoordelijke van de afdeling ESAT-MICAS, dan 1 jaar departementsvoorzitter Elektrotechniek (ESAT); sinds 1 augustus 2013 vicerector van de Groep Wetenschap & Technologie. We zetten het werk voort van mijn voorganger, professor Karen Maex. Wat betreft onderzoek werden tijdens haar mandaat al strategische profielen voor de nieuwe academische benoemingen gedefinieerd; in 2015-2017 komt normaliter hiervoor een tweede ronde. Ook de bouw van de nodige infra structuur gaat verder, onder andere de corefaciliteiten met een vleugel voor chemieonderzoek (3 departementen zullen er samenwerken) en een vleugel voor het nanocenter; ook ESAT 2 (bureaus en auditoria) groeit elke dag. Er is al een planning voorzien om een gelijkaardige corefaciliteit op te zetten voor biologie (een renovatie van een bestaand gebouw). Telkens is het de bedoeling om state-of-the-art infrastructuur ter beschikking te stellen van onderzoekers uit verschillende gerelateerde disciplines en zo nieuwe samenwerkingsverbanden te doen groeien. Op korte termijn moet ook het gebouw van natuurkunde vervangen worden. Op het gebied van de wetenschappelijke dienstverlening leggen we de nadruk op de valorisatie van het onderzoek en op de spin-offs. Belangrijk hierbij zijn o.a. de oprichting van ‘Knowledge and Innovation Communities’ (KIC) in het kader van het European Institute of Technology (EIT), die een brugfunctie vervullen tussen universitair onderzoek en de industrie. Een bestaande KIC (‘Energyville’) situeert zich rond het thema energie en is een samenwerking tussen Elektrotechniek (ESAT) en Werktuigkunde. Daarnaast werken we nu aan twee nieuwe KIC-aanvragen, één over materialen en een andere rond het thema ‘gezond ouder worden’ (in samenwerking met onderzoekers van de Groep Biomedische Wetenschappen). Wetenschap & Technologie: oppervlakken naar scherpeverbeteren’ randen ingenieursberoep Voor ons onderwijs is het belangrijk de juiste studenten aan te trekken. Het toelatingsexamen voor ingenieurs is al een tijdje afgeschaft. Dat betreur ik: voor veel gemotiveerde leerlingen uit het secundair onderwijs vormde dit examen een uitdaging, het trok hen aan. Sinds kort is er in Vlaanderen wel de vanuit Leuven geïnitieerde ‘ijkingstoets’. Die is niet bindend, maar is een hulpmiddel om het kennis- en redeneerniveau te toetsen voor leerlingen die gekozen hebben voor een studierichting in onze W&T-faculteiten: door te wijzen op eventuele zwakke punten in hun vooropleiding, door vakken aan te duiden waar waarschijnlijk een speciale inspanning nodig zal zijn, enzovoort. Zo’n ijkingstoets mag je trouwens niet verwarren met een oriënteringsproef: deze laatste dient immers om aan te geven welke studierichtingen voor een student geschikt zijn. Buitenlandse ervaring, ook buiten de universiteit, kan bijvoorbeeld een belangrijke meerwaarde betekenen. Over die specifieke toegevoegde waarde van doctoraat en postdoc kan nog verder worden nagedacht. Dit heeft ook veel te maken met de ‘loopbaandruk’ die u aanhaalde bij jonge doctores. Inderdaad, zolang zij aanvoelen dat er buiten de universiteit weinig waardering is voor hun diploma en voor de vaardigheden die zij erdoor hebben ontwikkeld, zullen zij alles in het werk stellen om aan de universiteit te kunnen blijven ondanks het feit dat het aantal ZAP-posities over de jaren niet erg gestegen is. Zo zetten die mensen zichzelf onder druk, meer nog dan de universiteit dat doet. Wij moeten er dus voor zorgen dat een doctoraat en postdocperiode ook door de brede maatschappij naar waarde wordt geschat. Wij blijven ook experimenteren met vernieuwende onderwijs vormen. In de eerste bachelor natuurkunde en wiskunde loopt het project OASE (een initiatief van professor Peter Lievens, decaan Wetenschappen), waar studenten aangespoord worden om proactief de lessen voor te bereiden: deze lessen worden dan een discussie met de docent, eerder dan excathedra onderricht. Als vicerector van de Groep Wetenschap en Technologie heb je nu vijf faculteiten onder je hoede; hoe zie je hun onderlinge verhoudingen? Wij werken ook binnen het secundair onderwijs: onder andere professor Wim Dehaene ontwikkelt projecten voor deze leerlingen en hun (huidige en toekomstige) leerkrachten. In het algemeen moeten we het imago of de perceptie van het ingenieurs beroep verbeteren, en vooral het beroep bekender maken. Tijdens de openingszitting van dit academiejaar werden een reeks problemen naar voren geschoven: de genderproblematiek, het feit dat maar één op dertien gepromoveerde doctores een academische carrière kan starten, en de toenemende publicatiedruk. Hoe reageer je daarop? Wij zijn geen voorstander van het invoeren van vaste gender quota. We gaan voor excellentie en onze beoordelingscommissies houden nu al rekening met een brede waaier van criteria. Vandaag zijn ongeveer 40% van de ZAP-docenten aan de KU Leuven vrouwen: dit moet nog verbeterd worden, maar een dramatisch onevenwicht is het niet (meer); nadien zet deze golf zich door naar de hoofddocenten en hoogleraren. Wat wij opmerken is dat het genderevenwicht aan de KU Leuven redelijk goed bewaard blijft tot na het doctoraat. Vele jonge vrouwen blijken echter af te haken na hun eerste postdocperiode; zij zijn dan ongeveer dertig jaar oud en mogelijks primeert in ons land dan hun gezin. Misschien zou de universiteit in deze periode meer hulp en omkadering kunnen bieden. Wat onze doctoraten betreft: wij moeten er inderdaad voor blijven zorgen dat het doctoraat en het postdocmandaat een toegevoegde waarde hebben, ook voor de 12 doctores op 13 die niet als ZAP-er aan de universiteit blijven. Dit houdt in dat de doctoraatsopleiding naast onderzoeksvaardigheden ook andere vaardigheden en ervaring moet ontwikkelen, die in het bedrijfsleven worden gewaardeerd. Naast de ‘oude’ faculteiten Wetenschappen, Ingenieurswetenschappen en Bio-ingenieurswetenschappen telt onze Groep nu inderdaad ook de nieuwe faculteiten Industriële Ingenieurs wetenschappen (de vroegere industriële hogescholen) en Architectuur (vroeger Sint-Lucas). 17 Elk van onze faculteiten heeft een eigen profiel, en het is absoluut de bedoeling om deze profielen in de toekomst nog sterker te benadrukken. De nieuwe faculteiten hebben hun eigen benoemingscriteria voor academisch personeel en zijn ook verantwoordelijk voor hun eigen doctoraten. Wat het onderzoek betreft; de nieuwe faculteiten zullen dit verder moeten uitbouwen binnen de bestaande departementen aan de universiteit: zo ontstaat binnen die departementen een onderzoekscontinuüm, van fundamenteel nieuwsgierigheid gedreven onderzoek, via fundamenteel toepasbaar onderzoek naar industrieel haalbaarheidsonderzoek. Dit moet onze samenwerking met de bedrijfswereld (ook de KMO’s) verbeteren en het innovatieproces binnen ons industrieel weefsel versnellen. Heb je nog een speciale boodschap voor onze alumni? Het alumnibeleid is een van de prioriteiten van de huidige bewindsploeg. Vicerector Katlijn Malfliet is hiervoor verantwoordelijk. De band met de alumni is voor de universiteit zeer belangrijk. Het is onze bedoeling om deze band in de toekomst nog te versterken. Onze alumni willen zicht krijgen op de steeds verder gaande evolutie van techniek en wetenschap: onder andere de succesvolle VILv-forumavonden spelen hierop in. En zoals gezegd: omgekeerd is het contact met de alumni voor de universiteit belangrijk. Zij geven ons feedback over de relevantie en de kwaliteit van ons onderwijs, zij vormen onze eerste band met de bredere maatschappij en zij dragen in belangrijke mate bij tot onze beeldvorming in deze maatschappij. Veel succes in je nieuwe functie. Yves Willems Rector Rik Torfs: ‘Ingenieurs Op zaterdag 5 oktober verwelkomden de alumni op hun Dag van de Ingenieur niet alleen Rik De Nolf als gastspreker maar ook de nieuwe rector, Rik Torfs. De avond ervoor sloot hij de academische openings zitting van het feestjaar af. De professor Kerkelijk Recht heeft dus bijna het hele weekend mee gefeest met de ingenieurs. En het verschil tussen beide werelden bleek toch niet zo groot. Hoe ziet u de rol van ingenieurs in de maatschappij? Ze zijn iets niet en iets wel. Ze zijn niet de nerds waarvoor ze vaak versleten worden. Dat beeld schrikt mensen af om aan ingenieursstudies te beginnen. Ze zijn zeker niet mensen die alleen met hun vak bezig zijn en daardoor aan een vorm van bewustzijnsvernauwing lijden. Ik denk dat ze wel mensen zijn die niet alleen op het innovatieve vlak een grote rol kunnen spelen maar ook de antisfeer in de maatschappij kunnen temperen. We leven in een wereld waar natuurlijk het gevoel en het hart een plaats innemen, maar waarin het denken ook niet moet ontmanteld worden. In die zin hebben ingenieurs ook - veel meer dan vroeger gedacht - een morele rol. 18 Toen we u gisteren hoorden, bemerkten we de lokroep naar de homo universalis. Is dat de rol van de ingenieur of eerder het ingenio, denken, durven en doen buiten de krijtlijnen? Denken is per definitie buiten de krijtlijnen, anders is het na-apen. De homo-universalis-gedachte is een soort heimwee die ook door ingenieurs wordt gekoesterd. Daarmee moeten we ook durven bekennen (dat geldt voor iedereen trouwens), dat het universeel zijn vooral betekent ‘ook weten wat je niet weet’. Homo universalis dus niet, maar wel een soort mens dat laat zien dat het rationele denken niet desastreus is, maar in een evenwichtige levenshouding kan worden geïntegreerd. Ingenieurs worden te gemakkelijk opzij geschoven voor het surplus aan redelijkheid dat ze volgens mij niet hebben. Alle ingenieurs die ik ken, zijn mensen die heel redelijk kunnen denken, maar die de andere stukken van hun leven niet on hold hebben gezet. In die zin hebben ze vaak een grotere rol te spelen dan ze zelf het gevoel hebben. Daarnet bij uw voorganger Rik De Nolf zagen we ingenieurs in de media, u hebt zelf ook heel wat voorbeelden gegeven van ingenieurs in de medische wereld. We zien dat technologie in alle sectoren van de maatschappij binnendringt. Hoe valt dat dan te rijmen met uw vorige bedenking? Ik denk dat ingenieurs, zoals iedereen trouwens, oog moeten hebben voor de grote stukken van het leven die ze niet echt beheersen. Vroeger was de homo universalis, om het kort te zeggen, iemand die in alle velden van de wetenschap en het denken min of meer thuis was. Vandaag is een homo universalis iemand die in de meeste domeinen weet wat zijn eigen tekorten zijn. Dat is wat anders. Als je daarvan uitgaat, kan je ervoor zorgen dat je samenwerkt met mensen die die eigenschappen wel hebben. Is het ons nog toegelaten om naast het toegepast wetenschappelijk onderzoek ook de grenzen van de kennis te exploreren met inbegrip van het recht op dwalen? Ik denk dat we dat zeker nog moeten hebben. Je moet ook zien hoe het sociologisch zit. De echte mathematische bollebozen zitten vaak bij de burgerlijk ingenieurs. Ik kan alleen maar kijken naar mijn eigen humanioratijd: de allersterkste mathematisch denkende figuren werden burgerlijk ingenieur en niet iets anders. In welke maatschappij voel je je het best? In een maatschappij waar je het succes niet kan interpreteren of in een maatschappij waar je de mislukking kan duiden? De Vlaamse universiteiten leveren te weinig ingenieurs af voor de arbeidsmarkt. Wat moet de universiteit daaraan doen? En bij uitbreiding: wat kunnen alumni daaraan doen? Je moet al heel snel aan mensen in de middelbare school laten zien waar jullie mee bezig zijn, de methodologie van het vak. Het gaat niet over dode berekeningen, maar om bevrijdende concepten. Zeker zo belangrijk is het profiel van de ingenieur. Wie is de ingenieur als mens en hoe leeft hij? Als je die twee zaken kan duiden, sta je al heel ver. U stelt dat wij ons slecht verkopen en dus moeten wij als universiteit misschien vaker naar de middelbare scholen durven stappen om zo vroeger in het parcours de jeugd aan te spreken. Je moet tegen de jeugd ook durven zeggen: wees niet bang van het onbekende. Ze denken te rap dat ze het allemaal niet begrijpen en daarom vluchten ze ervan weg en omarmen ze een wazig discours dat weinig diepgang heeft en op termijn niet gelukkig zal maken. We moeten misschien ook durven zeggen: je begrijpt er nu niets van, maar als je dat allemaal begrijpt, zal je gelukkiger zijn. Mensen moeten buiten zichzelf durven treden. Het is ook niet zo dat om ingenieur te worden, je een stuk van je mensheid moet prijsgeven. Want dat is wat heel vaak gezegd wordt. Toch zijn 70-80% van de ingenieursstudenten jongens. Wat scheelt er aan ons imago dat we er niet in slagen om meisjes die zeker zo sterk en geïnteresseerd zijn aan te spreken? Ik denk echt dat vooroordelen spelen waarbij gedacht wordt aan een ingenieur met een helm op een werf en vrouwen vinden dat niet sexy. Bij de bio-ingenieurs is dat veranderd toen de term ‘landbouw’ uit hun naam verdween en zo de indruk verzwond dat je achter een ploeg met een boerenpaard moest lopen. Hoeveel burgerlijk ingenieurs hebben nog een helm aan? Een kleine fractie. Dat is een visueel beeld dat je moet tegengaan. zijn iets niet en iets wel’ 19 Rik Torfs We zouden er bijvoorbeeld voor kunnen zorgen dat we als ingenieursvereniging ons inwerken bij VTM of VRT en een prachtig ingenieurspersonage krijgen in Familie of Thuis. In uw openingstoespraak ging het essentieel over kritisch denken tegenover vastgeroeste toestanden. Wat zou uw adagium zijn voor de ingenieursfaculteit en haar alumni? Dan moet je natuurlijk overspel bedrijven. Maar ik denk wel dat een soort ‘leven zoals het is’ mogelijk moet zijn. Zoals dat wel gedaan wordt met artsen en advocaten. Ik wil daar zeker met jullie en met een aantal televisiezenders over praten. Dat zou zeker interessant kunnen zijn en een boost geven. Laat niemand los en houd de sfeer erin. Dat bleek vanavond. Ik vond het prachtig dat de techniek faalde en dat dat geen probleem is. Dat is bijna een beeld voor een ingenieur. Ook als we technisch falen, blijven ingenieurs ingenieur. De warmte en de menselijke contacten deden deugd vanavond. Ik zag net ook de huidige voorzitter van LOKO, een bijna afgestudeerde burgerlijk ingenieur verkeerskunde. Hoe staat u tegenover het Angelsaksische model waar welvarende alumni hun alma mater gul sponsoren? Dat belooft ;-) Ik ben voor. Maar dan moet je natuurlijk eerst een land hebben dat mensen in staat stelt om welvarend te worden. De Angelsaksische landen slagen daar beter in dan het belastingdriftige Vlaanderen. Ten tweede betekent dat ook dat we de traditie moeten hebben om onze alumni vanaf het begin heel nabij te zijn. Dat is bij de Angelsaksische universiteiten, en zeker de Amerikaanse, sterk het geval. Wij hebben vaak een periode van even loslaten. Van zodra mensen alumnus of alumna worden, moet je onmiddellijk volgen. De eerste jaren zullen ze natuurlijk geen grote donatie doen. Ze moeten wel voelen dat er een grote betrokkenheid is, wie ze ook zijn. Dat is de sleutel. Iris De Coster Gert Sablon Yvan Verbakel reünie 1954 & 1958 Reünie 1954 Op 23 mei was het bekende restaurant D’Hoogh op de Mechelse Grote Markt het trefpunt voor de jaarlijkse reünie van Promotie 1954. Paul Van Beveren en ikzelf stoten er om 11 uur met Jef Hulsbosch de imposante voordeur van de eettempel open om als ‘onthaalcomité’ de jaargenoten te verwelkomen die al vlug verwacht worden. ‘Pünktlich’ door de trein afgeleverd en met de ringbussen naar het centrum geloodst verloopt alles volgens de timing van de dag. 20 ‘Het onthaalcomité zelf verwelkomd ...’ Wat een verrassing nu ... als wijzelf hier begroet worden door de hele groep ingeschreven vrienden en vriendinnen. Met de auto gekomen ... zijn die recht vanuit de parking onder de Grote Markt hier het restaurant binnengestapt. Het plezier elkaar weer te treffen bij het aperitief was te horen in de ruime receptiezaal, waar gevulde schenkbladen de ronde doen. Als ‘karabiniers van Offenbach’ na het hoofdpeloton binnengevallen wordt ons de vers geschonken crémant d’Alsace aangereikt. En zo kan Paul Van Beveren in zijn welkomstwoord het gezelschap van 23 warm begroeten en het glas heffen op de VILv ... bij de vreugde van dit weerzien. Hij brengt de groeten over van zestien collega’s die er niet bij zijn vandaag: tien die omwille van gezondheidsredenen verstek laten gaan (filmregisseur Fons Pauwels, intussen aan de beterhand, wil zeker meedoen volgende keer ...), een vaste deelnemer is deze keer op reis en drie andere jaargenoten zijn verhinderd. We beseffen maar al te goed dat de promotie sinds de reünie van 2012 weer twee - bijzondere - figuren mist: Joost Vanden Broeck en Theo Van der Waeteren. Diner met een ster Terwijl hapjes aanrukken en crémant aangevuld wordt overloopt Paul Van Beveren het programma van de dag: in hoofdzaak het driegangenmenu dat men ons in de mooie epoque-eetzaal zou voorstellen – culinair op het niveau van de Michelinster die D’Hoogh al ruim dertig jaar draagt. Tussen de gangen door herdenkt Jos Deknopper Joost Vanden Broeck en Theo Van der Waeteren, overleden sinds de vorige reünie. Joost, de bouwkundige, werd een succesvol ondernemer Openbare Werken. Hij had ons al in 1953 verrast met tekeningen van professor de Béthune in ‘Ons Leven’, met diens memorabele uitspraken vereeuwigd onder het studentikoos staatsieportret dat Joost van hem in hét studentenblad had neergezet. Wat Theo Vander Waeteren betekent, behoeft weinig woorden voor GeniaaLlezers; de indrukwekkende laudatio van prof. Eric Van den Bulck is te lezen in nr. 20. En alle promotiegenoten bewaren nu de tekst van Jos Deknoppers In Memoriam. Het gaat in op het aangrijpende getuigenis van ir. Fons Grobben op de begrafenis. Grobben sprak van de acties die onze jaargenoot sinds 2000 opzette in de barrios in Caracas, waarvan NIETS ons ooit ter ore kwam – wij die meenden alles van Theo te weten, tenslotte was hij intens betrokken bij 20 vorige jaarbijeenkomsten. Wat Grobben vertelde viel ‘out of the blue’ voor elk van ons en we worden stil als wij ons de omvang en de impact van dat engagement financieel voorstellen. Bij het In Memoriam worden ook de andere overleden collega’s betrokken en de betreurde echtgenote van Jef Hulsbosch. Paul Van Beveren herinnert ook aan de rol van Jacques Vincent, die alles deed voor onze reünies tot in 1999. En nu op naar de diamanten ... Jos Deknopper Reünie 1958 Het zal weldra 55 jaar geleden zijn dat onze promotie afstudeerde. In de aanloop naar onze lustrumviering op de Dag van de Ingenieur in oktober wordt deze heugelijke gebeurtenis vooraf gevierd in Hasselt. Als verzamelpunt is voor het Borrelhuis gekozen. Vanaf 9.15 uur worden de eerste studiegenoten, al dan niet vergezeld van hun partner, opgevangen door de organisatoren. Bij een lekkere kop koffie en een Hasseltse speculaas komen de gesprekken los. Tegen 10 uur zijn alle 46 deelnemers present en kan de verdeling van het gezelschap in drie groepen gebeuren. Wie voor de stadswandeling koos, wordt door de gids ter plaatse afgehaald. Een tweede groep verkoos het Jenevermuseum aan de overkant van de straat. Door een kundige gids worden zij ingewijd in de kunst van het jenever stoken. Het Modemuseum is voorbehouden voor de laatste groep. Hun wordt een blik gegund in de kleerkast van de Hasseltse zangeres Axelle Red. Na de bezoeken hebben we afspraak in het Krekelhof, een feestzaal in een uniek kader aan de boorden van het Albertkanaal. Het aperitief wordt geserveerd om 13 uur. Onder het nuttigen van heerlijke gerechten worden herinneringen opgehaald uit onze studententijd. Studiemakkers, ons sinds de vorige bijeenkomst ontvallen, worden herdacht. Stemmen gaan op om onze bijeenkomsten in de toekomst vlugger op elkaar te laten volgen. Het gezellig samenzijn wordt afgesloten met de belofte de volgende reünie aan de kust te organiseren. Maurits Somers - Guido Walgrave - Lieven Ponet reünie 1963 & 1988 Reünie 1963 Eindelijk 50 jaar ingenieur Tal van herkenningstekens en zelfs gevederde corsages en rode lopers moeten voorkomen dat we zouden verloren lopen in een eivol programma met een strak scenario. Het blijft merkwaardig ongedwongen en lukt dus wonderwel. We stappen na een koffie over de nog steeds niet versleten Arenbergkasseien naar de tempel van ESAT voor onze feestzitting. Regisseur Theo Speeleveld en Hugo Tas heten ons welkom met een groot scherm opbeurende zonnebloemen. Luidsprekers en gehoorapparaten worden opgezet. Departementshoofd Bart Nauwelaers heet ons hartelijk welkom. Hugo Tas start met een brokje nostalgie: een schitterende beeld- en muziekmontage (van Theo) van onze periode 19581963! We krijgen eerst een biljet van 50 Belgische frank te zien. (Ook een symbolische fractie van onze studiebeurs?) Er volgen vele beelden doorspekt met treffende smartlappen. Em. prof. Hugo De Man, voorheen een imec-specialist naast wijlen prof. Van Overstraeten, brengt ons op zijn eigenste verjaardag (‘happy birthday …’) een zeer boeiende analyse en visie over de rotvaart waarin onze wereld voortraast: ICT-explosie, klimaatwijziging, chaos in de financiële wereld. Disciplines nano-, bio- en neurotechnologie convergeren steeds sneller. Enkel een multidisciplinaire verstrengeling met humane wetenschappen zal het mogelijk maken om geëngageerd en echt innovatief aan de grote maatschappelijke uitdagingen het hoofd te bieden. Wetenschap en industrie worden één. Om daarbij aan de top te komen is echter ook veel talent en geld (investeringen) nodig, vooral in Europa. Vlaanderen levert echter elk jaar 1.000 ingenieurs te weinig af! Het Departement Architectuur van em. prof. Jef Van den Broeck telt nu zowat 50% meisjesstudenten; positief! Hoe zullen we bouwen en leefbaar wonen in de toekomst, denkend aan de uitdagingen van armoede (groeiende slumsteden zoals Kibera, Nairobi, …), de vergrijzing en toenemende migratie en demografische Reünie 1988 Zo! We hebben het weer gehad. 25 jaar alweer. We hadden intussen alweer geboren en afgestudeerd ingenieur kunnen zijn. Dat kan tellen. Daarom moet er gefeest worden. Hoewel we met minder zijn dan we gehoopt hadden, komen we toch weer van heinde en verre: Moskou, Oostende, Londen, Zwevegem, Parijs, Lummen en andere exotische oorden. Op het jaarlijks nieuwjaarsfeestje van een aantal goede vrienden werd besloten om deze keer de Alma achter ons te laten. Gezien de recente financiële moeilijkheden van de Alma getuigde dit achteraf natuurlijk van een uitmuntend financieel-economisch inzicht. Na enkele tochten van onze verkenner-organisator Bart in het Leuvense werd besloten dat de Cubaanse economie nog meer nood had aan een financiële injectie. Fidels Leuvens filiaal ‘El Peligroso’ (in de volksmond ‘den gevaarlijken’) wordt Ons Huis voor één avond op 1 juni 2013. Er wacht ons daar een echt Fiesta Latina (met A!). Mojito’s en andere geestelijke drank maken de tongen weer wat losser na 5 jaar eenzame opsluiting in een of ander bedrijf. Ropa vieja en andere bereide bananen worden dan weer geserveerd om de mojito’s te verdrinken. diversiteit? Jef verwijst naar zijn ervaring met een project in Vietnam na 2000. In West-Europa - ook bij ons - zien we het ontstaan van stedelijke regio’s en metropolisatie. Vlaanderen wordt één stad. Sinds de middeleeuwen zitten we met een zeer dicht wegennet en nu met de kwaal van een zeer verspreide bebouwing die de open ruimte ontoelaatbaar aantast. Er is echter geen duidelijk beleidsniveau voor de aanpak van regionale uitdagingen. Wereldwijd ontwerpt men nu ook CO2-neutrale steden en wijken. Er is dus veel werk aan de winkel! De uitdagingen zijn dus immens en hopelijk ook de doordachte motivatie voor duurzame resultaten. Na de groepsfoto op de trappen van de ESAT-tempel trekken we naar de Oude Kantien voor de receptie en het middagmaal. Sympathiek dat vicerector Georges Gielen ons even komt begroeten op de receptie. We eten smakelijk en praten met een decibelniveau waarbij vakbonden in een fabriek zouden staken. Verschillende sprekers nemen het woord: Herman Derache, preses 1960-1961, Dirk Verhenne en em. prof. Herwig Van Hove, die stelde dat innovatie een totaal menselijke, vrije, kunstzinnige en gratuite creativiteit moet toelaten. Zouden we na die tussen komsten en na 50 jaar ingenieur kunnen bedenken dat ontwikkeling van beschavingen in de toekomst zich veel meer moet toespitsen op een behoefte aan uiteindelijk overleven met zelfbehoud? Met de bedenking dat beschaven veeleer verwijst naar herleiden tot een leefbare kern van vooral spirituele verdieping (welzijn) in plaats van naar een zogenaamd economisch te pletter groeien? Een soort kritische mentaliteit van ‘in der Beschränkung zeigt sich der Meister’ (Goethe)? Na het uitdelen van wat cadeaus en het zingen van het nieuwe jubileumlied: VIJFTIG JAREN, VIJFTIG JAREN IS’T GELEDEN DAT W’HIER WAREN wordt de ijstaart aangesneden. Een onvergetelijk feest! Hartelijke dank! Theo geeft tot slot zijn laatste instructie mee: vanaf 2014 komen we elke derde dinsdag van mei met de partners weer samen. Leo Ryckeboer De databases worden onderhouden (‘Ah, ik dacht dat jij met Veronique getrouwd was.’) en bijgewerkt (‘Nee, wij hebben geen twee maar vier kinderen en ook al een kleinkind’). En dan is er muziek, lekkere muziek, eightiesmuziek (de koffie en taart volgen later). Alle stijlen passeren de revue tot en met Anne Clark. Zoals zo vaak zetten eeuwige rockers Bernard en Liesbeth de dansvloer in vuur en vlam. Bart, voor de gelegenheid in rode broek, Kristien (in gebloemde broek), Veerle, Steve (die zich om misverstanden te vermijden erg herkenbaar heeft gekleed), Hilde, Wim, Katrien, Michel, Erik, Jan en alleman volgen al snel het goede voorbeeld. De meesten zijn dan ook stevig opgewarmd voor een salsalesje ‘after midnight’ en ‘they let it all hang down’. Gezien we de salsa snel onder de knie hebben (in Leuven leerden we immers altijd snel) wordt de eightiesfuif snel hervat. Verder wordt er veel geschreeuwd (ikzelf heb daarna twee dagen geen stem) en een stevig pintje gedronken. Tegen 2 uur zijn de meeste batterijen vrij plat en wordt er afscheid genomen. Volgende keer opnieuw, weer wat anders. Misschien Japanse stijl ter ere van de ‘trendsetting’ Japanreis? Maar moeten we daar echt weer 5 jaar op wachten? Egied Van Gucht Natuurlijk blijft het niet bij eten en drinken. Er wordt veel gepraat en van tafels gewisseld. Oude en minder oude verhalen worden opgehaald à la recherche du temps perdu. 21 Forumavonden 2013-2014 11 december 2013 Chips: meer, sneller, kleiner, slimmer! Coördinator VILv: Patrick Pype Deze forumavond wordt georganiseerd in samenwerking met Leuven.Inc en Ekonomika Alumni Elke 18 maanden de performantie verdubbelen, en dit gedurende meer dan 40 jaar, dat is wat de halfgeleiderindustrie heeft gerealiseerd. De resultaten zijn verbluffend: krachtige en goedkope computerchips, communicatie altijd en overal, en draadloze systemen met grote autonomie. Wat zijn de fysische grondslagen die dit succes hebben mogelijk gemaakt? Hoe is men geëvolueerd van eenvoudige schakelcircuits op silicium naar de huidige slimme chips? Hoe passen ingenieurs dit toe in diverse producten en toepassingen, en wat brengt de toekomst? Wat betekenen deze chips voor de grote maatschappelijke uitdagingen, zoals verkeersmobiliteit, gezondheidszorg, energie-efficiënte gebouwen en steden, CO2-uitstoot, …? Wat is de economische impact van deze ontwikkelingen? We illustreren deze voordracht met talloze voorbeelden, die op het eerste gezicht wellicht sciencefiction lijken, maar het eigenlijk niet zijn. 22 Volgende deskundige sprekers hebben hun aanwezigheid bevestigd: • Leo Warmerdam - Manager Mixed Signal Design Laboratorium, NXP Semiconductors • Danny Goderis – CTO iMinds • Prof. Wim Dehaene – ESAT, KU Leuven Locatie: Auditorium van de Tweede Hoofdwet, Thermotechnisch Instituut Onthaal met broodjes vanaf 19 uur, start om 19.30 uur Via http://eng.kuleuven.be/AlumniVILv/forumavonden-2013-2014/inschrijven-forumavond-11-december-2013 kun je inschrijven. Deelnemen is gratis voor VILv-leden, leden van andere Leuvense alumnikringen en Leuven.Inc-leden. Aan niet-leden wordt een bijdrage van 5€ gevraagd. 18 februari 2014 De technologische singulariteit – ingenieurs en filosofie gaan samen hand in hand 1 april 2014 Succesvol ondernemen voor en door ingenieurs Leuven.Inc/VILv-coördinator: Nicole Desmyter/Gert Sablon VILv-coördinator: Yvan Verbakel Locatie: Auditorium van de Tweede Hoofdwet Computers worden steeds sneller en krachtiger (Wet van Moore) – wanneer worden machines zo goed dat ze zichzelf verbeteren en mensen niet meer nodig hebben? Dat is de technologische singulariteit. Ondermeer Ray Kurzweil heeft hier veel over nagedacht en gepubliceerd. Voor heel veel ingenieurs komt het er vroeg of laat van: een leidende rol opnemen. Voor een kleiner aantal hiervan neemt dit echter heel andere proporties aan: leiding geven aan een heel bedrijf. Op deze forumavond gaan we dieper in op alle mogelijke aspecten die hierbij van belang zijn. We doen dit aan de hand van een aantal getuigenissen, rechtstreeks uit de praktijk, ons gebracht door Vlaamse topondernemers, allen afgestudeerd aan onze eigen faculteit. Na het presenteren van hun eigen visie op succesvol ondernemerschap gaan deze ‘captains of industry’ in op vragen tijdens een debat, gemodereerd door prof. Koenraad Debackere. VTK zorgt voor een warm onthaal Het schachtenweekend Het onthaalweekend van VTK vond dit jaar plaats in Bree. Zo’n 150 eerstejaarsstudenten stonden aan het begin van hun studentenleven en wij moesten ervoor zorgen dat het een begin zou worden dat ze nooit zouden vergeten. Eerst palmde de leeuw met de vlag het station van Genk in, waar onze nieuwsgierige studenten stonden te wachten op een eerste teken van VTK. Na een hele reeks kennismakingsspelletjes en een danske op ‘Eye of the Tiger’ gingen we over tot een quiz. Er wordt wel degelijk nagedacht in onze opleiding en de schachten werden er meteen ingesmeten met de aartsmoeilijke vragen van schachtenmeester Alberick. De vragen waren precies op maat van de archies, die een zeer verdienstelijke 3e plaats haalden! Na de quiz werd de eerste avond afgesloten met een stevige Office Party. Netjes in kostuum werd er gefeest en gedanst tot in de heel, heel vroege uurtjes. Die vroege uurtjes waren voor sommigen misschien té vroeg, want ’s ochtends stonden de proffen er al. Na twee uurtjes vragen stellen over het serieuze gedeelte van het studentenleven was het tijd om onze geliefde kring beter te leren kennen. Het VTK-spel waarbij er verschillende opdrachten vervuld moesten worden, werd op het scherp van de snede gespeeld. De avond werd ingezet met een cantus, voor de meeste schachten meteen hun eerste. Gelukkig was het presidium er nog om de handjes van de eerstejaars vast te houden. Er werden ook een schachtenkoning en -koningin verkozen. Na de cantus doken we weer de fuifzaal in om het weekend af te sluiten. Iedereen (of toch zij die nog konden na de cantus) smeet zich nog een laatste keer op de muziek van Jeff in the mix. De volgende ochtend was iedereen doodop, maar toen moest het hardste werk nog beginnen: de opkuis. Met 150 man werd er geschrobd en geboend tot het er kraaknet uitzag en we met een gerust hart terug huiswaarts konden keren. Ik heb zelf nog verschillende dagen na dit schitterende weekend moeten bekomen van de sfeer, de schachten, de cantus en de feestjes, maar het was het zo hard waard. Laurens Vanden Eynde VTK-Communicatie 23 VTK zorgt voor een warm onthaal: Het schachtenweekend Helemaal in m’n eentje zat ik op de trein van Leuven naar Genk, vol verwachting en uiteraard ook met een beetje zenuwen … Op 17 september kwamen 150 eerstejaarsstudenten, ook wel ‘schachten’ genoemd, van de richtingen burgerlijk ingenieur en burgerlijk ingenieur-architect aan met de trein in Genk. Hier werden ze opgewacht door leden van het VTK-presidium en de fiere mascotte, de leeuw van VTK. Van daar ging het met de bus naar kamphuis De Viggel in Bree. 24 Met een receptie en wat pleinspelen om in de stemming te raken werd het weekend ingezet. Vervolgens werd deze omvangrijke groep opgesplitst in kleinere groepen om beter kennis te kunnen maken met onze mede-ingenieurs-in-spe. Met een barbecue, een quiz en een fuif in het thema ‘office’ werd de dag afgesloten. De volgende ochtend moesten we vroeg uit de slaapzak, ongeacht hoe lang de vorige avond had geduurd. Enkele proffen hadden zich vrijgemaakt om ons in de voormiddag meer te vertellen over de academische kant van het leven in Leuven en we kregen de kans om al enkele prangende vragen te stellen. In de namiddag konden we VTK en de faculteit beter leren kennen via ‘het grote VTK-spel’. ’s Avonds stonden een hamburger en onze allereerste cantus op het menu. Met liederen, bier en later een dansje werd ook dit een lange avond van pret en vertier. Met kleine oogjes en een pak nieuwe vrienden keerde iedereen de volgende dag vermoeid maar voldaan huiswaarts. Christophe Huynen, startende bachelor in de ingenieurswetenschappen Bij het uitstappen bleek dat ik bijlange niet de enige burgie-in-spe was die op die trein had gezeten. Aangekomen op de kampplaats werden we in groepen ingedeeld in alfabetische volgorde, van schaapjes en poesjes tot eekhoorns en kameleons. Om het ijs wat te breken werden er wat gênante spelletjes gespeeld met de 150-koppen-tellende groep: kat en muis, vlaggenstok, zakdoekleggen, dikke Bertha, … Enkel nog het schachtendansje op ‘Eye of the Tiger’ ontbrak, en vanaf toen was het ijs definitief gebroken! Na het avondeten werd er tijd gemaakt voor wat gezonde competitie: een quiz. De avond werd afgesloten met de ‘Office Party’. Zowel schachten als presidiumleden, jongens en iets minder meisjes, iedereen amuseerde zich te pletter tot in de vroege uurtjes … Amper twee uur later werden we al uit ons bed geroepen voor ontbijt. Meteen daarna: proffengesprek. ’s Namiddags werden we onderworpen aan het grote VTK-spel. We leerden op ‘speelse wijze’ over de werking van VTK, BEST, Revue, maar ook hoe pinten te tappen, het VTK-lied te zingen en anti-Apolloonleuzes te roepen like you mean it. Mijn indruk was dat VTK niet alleen een grote kring is, maar ook een super georganiseerde en geëngageerde. Dan kwamen we aan het summum van het weekend: onze allereerste cantus. Muziek, ambiance, competitie, massa’s toosts van Ska, lachen, elkaar toedrinken, je volle blaas ophouden, rijmpjes maken, en nog zoveel meer! Wel heb je als schacht veel om aan te denken: de paginanummers kunnen zeggen, de Latijnse spreuken onthouden, niet in je handen klappen, je codex op de goede manier leggen,… Gelukkig werden we zeer goed bijgestaan door de presidiumleden. Ach ja, aan alle mooie liedjes komt een eind. In dit geval was het einde: de morning-after OPKUIS! Maar dat was helemaal niet erg. Ik heb me echt rot geamuseerd, enorm veel nieuwe mensen leren kennen en ik weet niet wat ik gedaan zou hebben als ik niet had deelgenomen aan dit AWESOME onthaalweekend! Bedankt aan iedereen die het mee heeft helpen realiseren! Nathalie Vermaelen, startende bachelor in de ingenieurswetenschappen Met kanaal Z en Jan De Nul naar Argentinië Vanaf vrijdag 11 oktober brengt Kanaal Z, in samenwerking met Jan De Nul, gedurende zeven weken een informatieve programmareeks over de fascinerende belevenissen van vijf Vlaamse ingenieursstudenten. ‘De Reis’ volgt hen tot in de verste uithoeken van de wereld. Vorig academiejaar hebben Kanaal Z en Jan De Nul in alle Vlaamse provincies universiteiten en hogescholen bezocht om infosessies te geven over De Reis. Geïnteresseerde studenten konden een filmpje over zichzelf en hun motivatie posten op de Facebookpagina van De Reis en de beste kandidaten werden door een jury uitgenodigd voor een gesprek. Van onze faculteit was Kylie Joly, studente bouwkunde, de gelukkige die op reis mocht. Haar verhaal kun je op Kanaal Z zien of nu in GeniaaL lezen. 23 juli, het is eindelijk zover. Tijd om te vertrekken naar Argentinië. Daar mag ik, in de haven van Bahia Blanca (een stad op ongeveer 600 km van Buenos Aires) de onderhoudsbaggerwerken bezoeken die uitgevoerd worden door Jan de Nul. In de luchthaven van Zaventem ontmoet ik de rest van mijn reisgezelschap: Geert, de regisseur; Michael, de cameraman en Heleen, pr-verantwoordelijke bij Jan De Nul. We zullen via een tussenstop in Frankfurt naar Buenos Aires vliegen. Van daaruit staat er een vlucht naar Bahia Blanca op het programma. Het belooft dus een lange reis te worden. zijn geweest door de cameraman, is het tijd om de dag af te sluiten met een mooi shot van de zonsondergang. Na meer dan 24 uur reizen, komen we eindelijk aan. Het eerste wat mij opvalt, is de ijzige kou. In België was het, toen we vertrokken, 34 graden terwijl de temperaturen in Argentinië eerder rond de 10 graden liggen. Nadat we de bagage hebben afgezet in het hotel is het tijd voor de eerste opnames. Dat is mij toch verteld. Blijkt dat ‘eventjes een paar beelden maken’ wel erg lang kan duren. Elke scène moet een aantal keren vanuit verschillende hoeken worden herhaald. Zo ben ik dan ook een aantal keren de sleutel van mijn kamer gaan ophalen aan de receptie en tot vijf keer toe het hotel binnengewandeld. Dag twee: ook nu overvalt de kou mij weer. Vandaag ga ik voor het eerst aan boord van de Marco Polo, het baggerschip. Mijn eerste indruk is dat het een groot schip is. Aan boord wordt dit echter meteen tegengesproken. Het is blijkbaar maar een ukkie. In de voormiddag krijg ik uitleg over de algemene gang van zaken aan boord van het schip. In de namiddag ben ik getuige van het onderhoud van het werktuig dat de grond van de bodem losschraapt. Dit is in feite een soort grote boormachine, met een brede kop. Om de dag af te sluiten brengen we ook nog een bezoek aan het kunstmatige eiland dat we de dag voordien tijdens de rondleiding van op de boot gezien hebben. Dit eiland dient als stort voor het baggerafval, hoewel het voor mij eerder veel weg heeft van een verlaten grondvlakte. Het eiland is echter zo groot dat, wanneer we de andere zijde willen bezoeken (waar nieuwe baggerspecie gestort wordt), we een auto nodig hebben om er te komen. Wanneer de regisseur tevreden is, is het tijd om te vertrekken naar de plaatselijke kantoren van Jan De Nul. Hier krijgen we een korte introductie over de veiligheid op de site. Na dit verplichte nummer gaan we naar de eigenlijke site om een eerste indruk te krijgen van de omvang en activiteiten op het terrein. Omdat ‘het terrein’ grotendeels uit water bestaat, krijgen we de rondleiding per schip. Op dit schip (een multicat voor de kenners) ontmoet ik ook Tim, die mij de komende dagen zal begeleiden. Tijdens de rondleiding krijg ik de ‘Marco Polo’ te zien. Dit is het schip waarmee de eigenlijke baggerwerken worden uitgevoerd. Daarnaast varen we ook voorbij een kunstmatig eiland, gevormd door het uitgebaggerde materiaal. Na uiteindelijk een hele dag achtervolgd te De volgende dag staat er op de site een zinkeroperatie op het programma. Hierbij moet een leiding van enkele honderden meters, gebruikt om baggerafval naar het stort te leiden, verplaatst worden. Op het eerste gezicht is dit een eenvoudige opdracht, maar niets blijkt minder waar. De ruimte is immers zo beperkt dat er voor het verplaatsen van de leiding een speling van maar enkele meters beschikbaar is. Wetende dat er ook nog rekening moet gehouden worden met de stroming zal dit een hachelijke onderneming worden. In een eerste fase laat men de leiding drijven. Dit gebeurt door lucht in de leiding te blazen. Dan begint het echte werk. De leiding kan worden gemanoeuvreerd door elk van de uiteinden te verbinden aan een schip. 25 De schepen kunnen de leiding nu naar zijn nieuwe locatie slepen. Wanneer de leiding zich op de gewenste positie bevindt, wordt ze opnieuw met water gevuld. Hierdoor zakt de leiding weer naar de bodem en is de geblokkeerde waterweg weer open voor de scheepvaart. Terug naar de opnames dan. Om mooie beelden te kunnen maken hebben we de toelating gekregen om te filmen van op een hoog gebouw in de haven. Van hierboven hebben we zicht op de hele omgeving. Langs de ene zijde bevindt zich de stad, langs de andere kant de haven met de baggerwerken. Achter de haven is, tot aan de horizon, een panorama te zien van onbewerkte groene vlaktes. Deze lege vlaktes blijken typisch te zijn voor Argentinië. Het uitzicht wordt vastgelegd op camera, alsook ikzelf, kijkend naar de vergezichten. Maar na een paar minuten heb je zo’n uitzicht wel gezien. Helaas neemt het filmen heel wat meer tijd in beslag. Eenmaal terug in het hotel is het het ideale moment om een aangenaam warm bad te nemen, na een hele dag kou lijden (en dan maar denken dat het in België 25+ graden is). Om de avond af te sluiten wordt er een typisch Argentijnse barbecue gehouden met medewerkers van Jan de Nul. De laatste dag. Vandaag als eerste punt op het programma: een bezoekje aan de workshop waar onderhoudswerken, herstellingen en dergelijke gebeuren. De workshop is in de buitenlucht en zo’n 25 meter lang en 10 meter breed. Op de grond liggen kiezelsteentjes en op enkele plaatsen is er een betonnen oppervlak waar gelast kan worden. Dit was niet wat ik verwacht had, zeker gezien de koude temperaturen. Na het bezoek aan de workshop maken we een toeristisch uitstapje naar de bergen. De weg naar de bergen gaat door het typisch Argentijnse landschap: plat en kaal, met uitzondering van af en toe een eenzame struik of enkele verloren gelopen koeien. In de bergen bewonderen we het fantastische uitzicht. Op sommige bergtoppen is zelfs sneeuw te bewonderen. Een fantastische afsluiter van mijn reis. 26 Voor we naar huis vertrekken, besluiten we eerst Bahia Blanca in te trekken (en ook nog te filmen). Hier brengen we een bezoek aan het oorspronkelijke dorpje, waarrond de stad is uitgegroeid. De meeste muren zijn hier beschilderd en het is er erg gezellig. We maken ook een tussenstop bij de bakker waar eveneens opnames gemaakt worden. Dit is niet zo makkelijk met andere klanten die constant binnen en buiten lopen. Ook het centrum van de nieuwe stad brengen we nog een bezoekje. Erg opvallend hier: honden. In het park waar we eventjes rondlopen, zijn er zeker 30 te vinden. Ze zijn van niemand, dus iedereen geeft ze maar wat te eten. Uiteindelijk moet ik afscheid nemen van Bahia Blanca en is het tijd voor een zeer lange, saaie terugreis naar het warme Belgenlandje. Terug thuis is het tijd om eens terug te blikken op de voorbije dagen. De kans om het project in Bahia Blanca te gaan bezoeken was zeker de lange vliegreis waard. Je komt er terecht in een heel andere wereld waar ik toch veel van geleerd heb. En gevolgd worden door een cameracrew was een aparte ervaring; ze heeft mij een mooi aandenken aan De Reis bezorgd. Tot op tv! Kylie Joly Presidium 2013-2014: standpunten Fuse – Be our spark! Laat van je horen Al doen wij alles wat in onze mogelijkheden ligt om dit jaar zo episch mogelijk te maken, het kan altijd beter. En daarom willen we weten wat er bij de studenten leeft! We zullen de leden geregeld aanspreken, polsen en betrekken bij de organisatie van verschillende activiteiten. Zo richten we bijvoorbeeld een werkgroep op om onze grootste activiteit van het jaar, het Galabal, te verbeteren. Ook Cultuur polst bij de leden welke stad ze willen ontdekken tijdens de jaarlijkse citytrip en IT vraagt naar de bemerkingen rond de nieuwe website. VTK werkt aan haar relaties Bedrijvenrelaties zorgt voor een sterke uitbouw van het online BR-platform. Zo heb je een centraal punt waar je terechtkunt in je zoektocht naar een job, een stage of gewoon meer informatie. Bedrijvenrelaties zorgt ook voor branding, zodat een bedrijf naambekendheid wint bij de studenten. Dit kan door het plaatsen van logo’s op posters, banners, flyers… of een affiche op de site of in het wekelijkse Bakske. Naast branding helpt BR bedrijven bij rekrutering. Het grootste evenement van het jaar, de jobfair, vindt plaats in de Brabanthal. Hier kunnen laatstejaars op zoek naar een job de standjes van een 80-tal bedrijven bezoeken. Naast een breder sectoraanbod zoekt BR ook actief naar internationale partners, om afstuderenden de kans te bieden hun carrière te starten in het buitenland. Voor meer informatie over VTK-bedrijvenrelaties kun je terecht op www.vtk.be of via [email protected]. Niet enkel bedrijvenrelaties maar ook interkringenrelaties dragen we hoog in het vaandel. We eren het aloude adagium ‘Hoe meer zielen, hoe meer vreugd!’ en zetten in op meer dubbelactiviteiten met andere kringen. Zo maken we bovendien duidelijk dat ingenieursstudenten niet de wereldvreemde nerdjes zijn waarvoor sommigen ons zien. VTK-cultuur zal bijvoorbeeld een comedy night samen met VRG organiseren, terwijl Activiteiten een duocantus met Medica en eentje met Apolloon op de planning heeft staan. Ook de jaarlijkse Basement Beats met Apolloon belooft een succes te worden, net zoals de Campus Tour met VRG. Om dit alles extra in de kijker te zetten vervult Communicatie dit jaar ook een pr-functie. Ze zenden persberichten uit, betrekken de media actief bij de activiteiten en maken zo duidelijk waartoe ingenieurs in staat zijn! VTK goes international Aangezien internationale studenten ongeveer 20% van de studentenpopulatie van onze faculteit uitmaken, zou het een schande zijn ze in de kou te laten staan. VTK-internationaal wordt een losstaande post binnen het presidium. Dit team zet zich in voor de integratie van de internationals in Leuven en voor een wisselwerking tussen lokale en internationale studenten. Om de internationals meteen een thuisgevoel te geven organiseren we in september een intensieve internationale openingsweek. Bovendien promoten we het buddysysteem en organiseren we een speeddate. In het midden van het eerste semester organiseren we samen met de Groep W&T, Scientica en LBK een week volledig in het teken van internationalisering, Erasmus en uitwisseling. Verwacht een bombardement van informatie, eten en drinken. Bij al deze activiteiten blijft de grootste hindernis bij internationals de taalbarrière. Om de stap naar activiteiten en engagement kleiner te maken, garanderen we een perfect tweetalige website en Facebookevenementen. De POC-ers en Onderwijs komen naar je toe! Onderwijs zet in op het beter betrekken van de student. We plaatsen op regelmatige basis updates over Bureaus, POC’s en alles wat leeft aan de faculteit en de KU Leuven in het Bakske, op de site en in onze nieuwe Facebookgroep. Maar we willen niet enkel informeren. De site en Facebook zullen ook intensiever gebruikt worden om jullie mening te horen. We promoten onze POC’ers en geven ze een taak als echte studentenvertegenwoordigers. Ze worden een duidelijk aanspreek- en informatiepunt voor hun jaar en richting en werken intensief samen met Onderwijs. 150 jaar ingenieurswetenschappen De KU Leuven ingenieurt 150 jaar en dat moet gevierd worden! In het begin van het tweede semester organiseren we een spetterende feestweek in samenwerking met de faculteit. Het wordt een week die je nog lang zal heugen! Ook Fakbar ’t ElixIr wil dit jaar niet onopgemerkt voorbij laten gaan en biedt doorheen het jaar 150 verschillende dranken aan. Activiteiten geeft in het eerste semester al een voorsmaakje van alle festiviteiten met een cocktailavond met live optredens. Fuse toont haar hart We laten zien dat ingenieurs een hart van goud hebben en organiseren een themaweek in het kader van een passend goed doel, dat alle opbrengst van de activiteiten zal krijgen. Wie ook een speciaal plaatsje in het kloppend hart van Fuse verdient, zijn onze medewerkers. Omdat zij een belangrijk deel van onze werking vertegenwoordigen, zetten we hen met veel plezier nog meer in de bloemetjes. Shiften op Cursusdienst, in het Theokot of in ’t ElixIr leveren meteen bonnetjes of een broodje op. Bovendien zorgt onze vicepreses voor een betere opvolging en regelmatige bedankjes. Karen De Leener 27 Presidiumfoto VTK 2013-2014 Onderste rij van links naar rechts: Thomas Bos, Pieter Maene, Sander Van Gorp, Emily Haest, Tine Exelmans, Robin Ska, Tom Van der Voorde, Stijn De Haes, Bert Van Loock, Monika Froyen. Tweede rij van links naar rechts: Kai Zhang, Stefaan Botteldoorn, Stijn Meul, Maarten Merckx, Jeroen Blommaert, Sebastien Cantillon, Brecht Wuyts, Rob Coekaerts, Eline Vanermen, Matthias van der Hallen, Jorn Hendrickx, Heleen Van Den Noortgate*, Senne Van Woensel. Derde rij van links naar rechts: (geschranst) Willem Schroé, Hans Geypen, Alberick Lismont, Jonas Codron, Elly De Pelecijn, Jeff Geudens, Karen De Leener, Michiel Verbeeck, Elias El Kharraz, Pieter Fiems, Sven Dewilde, Torben Lefebvre, Rob Geuens, Ankatrien Demarsin, Wout Van der Veken, Stephanie Ghekiere, Thomas Van Goethem, Joran Lombahe, Tomas Mertens, Manu De Block, Dario Incalza. Achterste rij van links naar rechts: Daan Wendelen, Koen Certyn, Kristof Dens, Dieter Geboers*, Jeroen Van Hemelen, Kristof Fransen, Dries Claes, Maarten Vander Cruyssen*, Eveline Buyens, Daniël Slenders, Tom Jacobs. Niet op de foto: Dieter Geboers, Kristof Mariën, Laurens Vanden Eynde, Lucas Vanlaer, Maarten Demarsin, Nero Pieters, Niels Gevers *= niet meer in het presidium COLOFON ‘GeniaaL’ is een tijdschrift van de Faculteit Ingenieursweten schappen en VILv - Alumni Ingenieurs KU Leuven, met bijdragen van medewerkers van de faculteit, alumni en studenten. ‘GeniaaL’ verschijnt viermaal per jaar: in januari, april, juli en oktober. verantwoordelijke uitgever: Michiel Steyaert redactie: Riet Callens, Annemie Caproens, Jelle De Borger, Iris De Coster, Karen De Leener, Elke Kalokerinos, Sigrid Maene, Liliane Pintelon, Gert Sablon, Michiel Steyaert, Joos Vandewalle, Yvan Verbakel, Yves Willems, VTK-Communicatie redactieadres: GeniaaL Faculteit Ingenieurswetenschappen Jelle De Borger Kasteelpark Arenberg 1 bus 2200 3001 HEVERLEE tel. + 32 16 32 16 89 fax + 32 16 32 19 82 [email protected] www.eng.kuleuven.be grafisch ontwerp: altera.be drukwerk: Artoos Oudestraat 19 1910 KAMPENHOUT tel. + 32 16 61 83 59