Afstudeerbundel juni 2006
Transcription
Afstudeerbundel juni 2006
Afstudeeronderzoeken Juni 2006 Civiele Techniek Stevinweg 1 Postbus 5048 2600 GA Delft Telefoon: 015-2788234 Telefax: 015-2784889 Juni-2006.indd 1 04-07-2006 21:02:17 2 Juni-2006.indd 2 04-07-2006 21:02:21 3 Inhoudsopgave Voorwoord 7 Toelichting 8 Samenvattingen Civiele Techniek Structural Engineering Possible use of C-Fix in Porous Asphalt 11 12 Student: R.N. Khedoe Spoorvernieuwing in de London Underground 13 Student: A.M.P. van Rossum Damping of vibrations in slender tubes of arch bridges 14 Student: R. Gerbranda Lifespan enlargement of deck plates of movable steel bridges 15 Student: M.C. Schrieks Technische haalbaarheidsstudie van een ultra-hoge-sterkte betonnen boogbrug 16 Student: J. den Hollander Connections Pile with Upper Structure for Concrete Jetty 17 Student: W. Xia Flexvloer – Onderzoek naar de constructieve aspecten van een nieuw vloersysteem 18 Student: H.G. Burggraaf On Isogeometric Analysis for Crack Modelling 19 Student: W.M. Swolfs A Very Large Floating Container Terminal 20 Student: G.V.P. de Rooij Laser welded steel bridge decks 21 Student: G.H. Stam aalbaarheidsonderzoek vervanging verslechterde houten brugdekken door middel van VVK Brugdekken 22 Student: D. Leliveld Design of an integral bridge by FE modelling 23 Student: E.J.E. Göttgens Larch Round Wood and its applications 24 Student: R. Schuch Adaptive Anticlastic Membrane Structures 25 Prestressed by Edge Cables and Actuators 25 Student: P.C. Oltheten Samenvattingen Civiele Techniek Building Engineering Gekromde Hoogbouw 27 28 Student: M.J. Wiersma Optimizing future risk management at Fluor based on historical project data 29 Student: F.C.P. van Roij Juni-2006.indd 3 04-07-2006 21:02:22 I 4 Inhoudsopgave 0606 Verhoging van de haalbaarheid van weginfrastructurele projecten door toepassing van een publiek privaat samenwerkingsmodel 30 Student: R.M. Schunck Shaping the Virtual Wind Tunnel 31 Student: D.P. Snijders Construction of Prefab Concrete Shells 32 Student: M.K.H.M. van Roosbroeck Kinetic Space Frames 33 Student: P.A. van de Rotten Samenvattingen Civiele Techniek Hydraulic Engineering Smoothed Particle Hydrodynamics 35 36 Student: L. de Wit Feasibility of IGW technology in offloading hoses 37 Student: S.M. Nooij “3D numerical simulation of a harbour flow, applied to Waalhaven, Port of Rotterdam”. 38 Student: H.H. Schonewille Estimating Freak Wave Occurrence Probability in the Agulhas Current 39 Student: A.J. Lansen Influence of a secondary channel on bed morphology and sediment distribution at a river bifurcation 40 Student: J.J. de Nooijer Smart Nourishment of the Frisian Inlet 41 Student: T.M. Kluyver Sand Balance “Loswal Noord” - The Net Contribution of “Loswal Noord” to the Sand Budget of the Dutch Coastal Foundation 42 Student: M.J. Slee Geomatrically open filters in breakwaters 43 Student: E.F. Uelman Vetiver grass as bank protection against vessel-induced loads 44 Student: D.J. Jaspers Focks Design of granular near-bed structures in waves and currents 45 Student: J.P. van den Bos Run-up Reduction through Vetiver grass 46 Student: A. Algera Equilibrium and stability of a double inlet system 47 Student: R.L. Brouwer Siltation of Incheon Terminal basin and the Approach Channel 48 Student: J.J.M. van der Lans Uncertainty in the application of Bay Shape Equations 49 Student: R.F. Lausman Verbetering Zeetoegang IJmuiden: Systeem met keersluis, open tijdens laagwater 50 Student: N.L. van der Zwan Juni-2006.indd 4 04-07-2006 21:02:23 0606 5 Inhoudsopgave Stormvloedkering in de Westerschelde 51 Student: J.M. van der Meer Door grond horizontaal belaste palen 52 Student: I. Cherqaoui Capacity study for the port of Buenos Aires, Argentina 53 Student: R.M. Smits Dynamic Response of a Transatlantic Tunnel to a Hypersonic Train 54 Student: W. Verdouw Samenvattingen Civiele Techniek Watermanagement Studie naar de bandbreedte van een Q(h)-relatie bij de koppeling tussen SOBEK en SIMGRO 55 56 Student: J.C.S. Hornschuh The influence of compartmentalisation on flooding in Central Holland 57 Student: E.P. de Bruine Suitability of natural tracers for determination of runoff generation 58 Student: M. Jasperse Land Subsidence and Water Management in Shanghai 59 Student: Q. Wei Hergebruik van Afvalwater: Duurzame bron of onnodig risico? 60 Student: L. Meijer Substandard Supply Minutes in relation to risk management for water supply 61 Student: S.C. Alberga Development of Indirect Potable Reuse in impacted areas of the United States 62 Student: H.P. Jansen Samenvattingen Civiele Techniek Transport & Planning Netwerkconcepten in Ruimtelijke Planning 63 64 Student: M.C. van Breukelen Machine Learning en het voorspellen van de individuele schadekans 65 Student: C.P.J. van Hinsbergen Openbaar Vervoer Paramaribo: Een netwerk en lijnennet ontwerp 66 Student: S.V. Ferrier Verkeerscirculatieplan voor Hoek van Holland op drukke stranddagen. 67 Student: A. Meurs Verkenning naar de toepasbaarheid van microsimulatie bij beslissingsondersteuning 68 Student: J.R. de Vos Samenvattingen Technische Aardwetenschappen Er zijn deze uitgave geen samenvattingen van de opleiding Technische Aardwetenschappen beschikbaar Juni-2006.indd 5 69 04-07-2006 21:02:23 6 Inhoudsopgave 0606 Samenvattingen Offshore Engineering Concrete LNG FPSO 72 Student: K. Loijen Availability of a weathervaning LNG import import terminal 73 Student: A. van der Pijl Extension of pipelay capacity on Allseas’ Solitaire by S-lift implementation 74 Student: M. Dikkers Samenvattingen van het afgelopen jaar 75 Leerstoelen faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen 83 Juni-2006.indd 6 04-07-2006 21:02:24 0606 7 Voorwoord Voorwoord Een groot aantal studenten Civil Engineering en Applied Earth Sciences heeft, in het bezit van de felbegeerde titel van ingenieur, de faculteit verlaten. In deze bundel presenteren we met trots de kwaliteit van onze afgestudeerden aan de hand van presentaties van hun Master thesis. Aan het taalgebruik kunt u het internationale karakter van onze opleidingen al herkennen. Dat geldt zeker voor onze (engelstalige) MSc-opleidingen, waarvan de studentenpopulatie in toenemende mate een internationale samenstelling krijgt. De MSc-opleiding Applied Earth Sciences loopt hier- Niet alleen tussen landen, ook tussen disciplines bij voorop. Deze opleiding biedt samen met een overschrijden wij grenzen. Een fraai voorbeeld hier- aantal Europese universiteiten de ‘European Mineral van is de nieuwe MSc-variant Geo Engineering die Engineering Course’ en de ‘European Mining Course’ zowel vanuit Applied Earth Sciences als vanuit Civil aan als varianten van de Delftse opleiding. Deze Engineering kan worden gekozen. Beide opleidingen vorm van internationalisering wordt verder ontwik- richten zich – ieder vanuit de eigen invalshoek – op keld op het gebied van Applied Geophysics. Per 1 de ondiepe ondergrond. De samenwerking tussen september 2006 bieden wij met de andere univer- beide opleidingen zal de specialistische kennis van siteiten van de IDEA League (Imperial College de studenten in een breder perspectief plaatsen en London, TU Delft, ETH Zurich, RHS Aken) een geza- in zo de beroepspraktijk nieuwe impulsen geven. menlijke MSc-opleiding Applied Geophysics aan. Dit zijn slechts een paar voorbeelden van hoe de faculteit, de opleidingen, zo grensverleggend als onze studenten tracht te zijn. prof.ir. L. de Quelerij decaan Juni-2006.indd 7 04-07-2006 21:02:24 8 Toelichting 0606 Toelichting Deze bundel bevat samenvattingen van de afstu- De opleiding Technische Aardwetenschappen kent deerverslagen van de studenten die op het inge- ook drie afstudeerrichtingen: nieursdiploma “Civiele Techniek”, “Technische • Resource Engineering Aardwetenschappen”, “Transport, Infrastructure • Petroleum Engineering and Geosciences (with and Logistics” of “Offshore Engineering” aan de Technische Universiteit te Delft hebben behaald. Deze bundel is onder meer bedoeld om de beroeps- specialization in Applied Geophysics, Petroleum Engineering and Reservoir Geology) • Engineering Geology praktijk meer inzicht te geven in de huidige onderwijs- en onderzoeksgebieden van de faculteit Civiele De opleiding Offshore Technology Techniek en Geowetenschappen. In vele gevallen zijn de afstudeerprojecten uitgevoerd in samenwer- De opleiding Transport, Infrastructure and Logistics king met of naar aanleiding van vragen uit de praktijk. Ook kan het voorkomen dat de projecten een Onder aan de pagina van de samenvatting treft u onderdeel vormen van een uitvoerig researchproject het telefoonnummer aan van de medewerker die binnen de onderzoekgroep. Voorop blijft staan dat meer informatie over het afstudeerverslag kan het afstudeerproject primair is bedoeld als afronding geven. Na de samenvattingen van de afstudeerver- van de studiefase voor het verkrijgen van het inge- slagen, treft u achter in de bundel ook een overzicht nieursdiploma, waarvoor op basis van de huidige van de samenvattingen vanaf afgelopen jaar aan. normen nominaal 22 tot 26 studieweken zijn inge- Deze zijn gerangschikt volgens de indeling van de ruimd. In de bundel zijn alle aangeleverde samen- desbetreffende bundel met afstudeerprojecten. vattingen opgenomen, ongeacht de honorering van Binnen de afstudeerrichtingen is een reeks van het bij het afstudeerproject behorende verslag. vakgebieden te onderscheiden, welke alle zijn gerelateerd aan het onderwijs- en onderzoekprogramma Indeling van de bundel van de faculteit. Om u een idee te geven van de De samenvattingen van de afstudeerverslagen zijn fijnere uitsplitsing van deze vakgebieden is achter in gerubriceerd per opleiding en afstudeerrichting. de bundel een lijst van de leerstoelen van de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen opgeno- De opleiding Civiele Techniek kent vijf afstudeer- men met de huidige bezetting. richtingen; • Structural Engineering • Building Engineering • Hydraulic Engineering • Watermanagement • Transport & Planning Juni-2006.indd 8 04-07-2006 21:02:25 0606 Doelstelling van de bundel Met de verspreiding van deze bundel wordt een Toelichting 9 Dienst Onderwijs en Studentenzaken 015-27 85444 / 81765 verbetering van de herkenbaarheid van de Civiele Techniek en de Geowetenschappen beoogd. Tevens hoopt de faculteit met het uitbrengen van deze Dienst Marketing & Communicatie 015-27 87685 / 84694 bundel de communicatie met de praktijk te onderhouden, wat de inzetbaarheid van de civiel-ingenieur ten goede zal komen. Overige inlichtingen Technische Universiteit Delft Faculteit CiTG, Dienst Communicatie Informatie Mocht u naar aanleiding van de in deze bundel Postbus 5048 2600 GA Delft opgenomen samenvattingen nadere informatie willen over de inhoud van een afstudeerproject, dan kunt u contact opnemen met de betreffende sectie. De telefoonnummers vindt u onderaan de pagina bij elke samenvatting. Het is niet altijd mogelijk kopieën van afstudeerverslagen toe te zenden. Ook kunnen er voor het toezenden van afstudeerverslagen kunnen kopieer- en verzendkosten in rekening worden gebracht. U kunt op afspraak de afstudeerverslagen bij de betreffende afstudeerrichting inzien. Juni-2006.indd 9 04-07-2006 21:02:26 10 Juni-2006.indd 10 0606 04-07-2006 21:02:27 0606 11 Samenvattingen Civiele Techniek Structural Engineering Juni-2006.indd 11 04-07-2006 21:02:27 12 Civiele Techniek: Structural Engineering 0606 Possible use of C-Fix in Porous Asphalt Porous Asphalt Concrete or PAC is applied in high More C-Fix binder can be applied in the mix, with quantities on the Dutch motorways as a wearing less drainage, according to test results. Adding more course since 1987. The main problem of PAC is its binder into the mix can increase the film thickness lifespan. The distribution of the lifespan of PAC in the upper part of a porous asphalt layer. The surfaces can vary from 4 to 16 years. Its ravelling strength properties for C-Fix are better than resistance mainly determines the durability of a PAC those of the normal pen grade binder; it has been wearing course. Ravelling or loss of aggregate from shown that the C-Fix mix performs well and even the wearing course is a form of fatigue that occurs better than normal mixtures at normal and high in surface layer of the pavement structure. Due to temperatures. But at lower temperature the C-Fix the open structure of PAC oxygen, water and salt shows a brittle behavior. can easily penetrate into the asphalt layer. This can lead to deterioration of the properties of the Whereas the pure C-Fix binder shows a brittle bitumen and break up the bond between bitumen behavior it becomes more ductile by adding filler and the aggregate structure. This results in loss of into it. Relaxation tests at low temperature shows surfacing material. Improvement has to be found in that C-Fix mixtures have significant more residual improving size, shape and properties of the contact stress than a normal pen grade bitumen mix. bridges between the aggregate particles. The C-Fix can be a replacement, but more research C-Fix is a special binder with low temperature into the low temperature behavior must be susceptibility, very good ageing behavior and conducted; even some modification of the mix is environmental benefits. At the same temperature recommended. and load condition the material appears to have a much higher strength and a higher elastic modulus than normal pen grade binders. The name of CFix is an abbreviation for Carbon Fixation. C-Fix is in essence a very carbon-rich residual fuel. Considering the cycle factors such as the burning of fuels in transportation, heating, mixing etc, the net CO2 saving is reduced to around 150 kg / ton of asphalt mix. C-Fix contains more asphaltenes than a 100 pen bitumen and it behaves as a gel type bitumen. C-Fix contains long chains of carbon. This makes the material a hard binder with higher viscosity and reduced temperature susceptibility compared with 70/100 pen grade bitumen. Asphalt mixtures containing C-Fix are less susceptible to viscous deformation. The main objective is to determine whether C-Fix is a good binder in PAC mixtures and can be used as a replacement for 70/100 pen grade bitumen, with a few comparative tests. Student: Begeleiders: R.N. Khedoe prof.dr.ir. A.A.A. Molenaar, ir. M.F.C. van de Ven, ir. L.J.M. Houben, dr.ir. A.L.A. Fraaij, G. van Emst (C-FIX), W. van der Horst (C-FIX) Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2785066 Juni-2006.indd 12 04-07-2006 21:02:27 13 Civiele Techniek: Structural Engineering 0606 Spoorvernieuwing in de London Underground In 1863 werd de eerste ondergrondse treinverbin- diverse stappen van het vernieuwingsproces te ding gerealiseerd in Londen, waarmee ‘s werelds combineren en zodoende aanzienlijke verhogingen eerste metro een feit was. Inmiddels is het van de productiviteit te realiseren. Daardoor kan Londense metrosysteem uitgebreid tot ruim 400 ook aanzienlijk bespaard worden op de hoge kosten kilometer lengte en maken ruim 3 miljoen passa- van de spoorvernieuwing. giers elke dag gebruik van deze wijze van openbaar vervoer. Door het zeer intensieve gebruik van het Niet alleen is gekeken tijdens het onderzoek naar de spoor is een groot deel van het netwerk toe aan ontwikkeling van de “Adjustable construction”, ook vernieuwing. De omstandigheden waaronder de verbeteringen in logistiek en materieel vormen een spoorvernieuwing plaatsvindt, zijn zeer complex. deel van het afstudeerproject. Door de combinatie Vooral de spoorvernieuwingen in de diepe geboorde van de diverse verschillende oplossingen kan een tunnels, de zogenaamde “Tubes”, zijn zeer kostbaar verhoging van de productiviteit gerealiseerd worden en tijdrovend. Zeer beperkte ruimte, korte beschik- van 65%. Gelijktijdig worden de kosten voor de bare werktijd en een complex logistiek proces zijn vernieuwing teruggebracht tot bijna tweederde van de belangrijkste oorzaken van de geringe productivi- de huidige kosten. Met het huidige vernieuwings- teit gedurende de nachtelijke buitendienststellingen. programma van 7 kilometer spoor in de “Tubes” per Op dit moment is de gemiddelde productiviteit circa jaar, betekent dit een jaarlijkse kostenbesparing van 1,2 meter per nacht per project. De kosten zijn dan circa £10.000.000 (€15.000.000) over het gehele ook in verhouding erg hoog, namelijk rond £4.400 Londense metronetwerk. (€6.600) per meter spoorvernieuwing. De belangrijkste conclusie van het onderzoek is dat Uit deze voorgaande problematiek komt vrijwel het technisch, praktisch en kostentechnisch zeer automatisch de volgende vraagstelling voor onder- goed mogelijk is de “Adjustable construction” toe zoek naar voren: te passen tijdens het vernieuwingsproces van het Kan door gebruikmaking van een hulpconstructie spoor in de diepe tunnels van de Londense metro. het vernieuwingsproces van de spoor aanzienlijk verbeterd worden? Uit deze vraagstelling volgt de doelstelling: Ontwikkelen van een hulpconstructie voor verbetering van de spoorvernieuwing in de Londense metro. De in dit afstudeeronderzoek ontwikkelde hulpconstructie, de zogenaamde “Adjustable construction”, fungeert als een flexibele overgang tussen de bestaande en de nieuwe spoorconstructie. Het principe is gebaseerd op een soort stalen brugconstructie waarover de treinen gedurende de dag kunnen rijden. Tijdens de nachtelijke buitendienststelling kan de constructie eenvoudig verwijderd worden, zodat er voldoende ruimte is voor het realiseren van de nieuwe spoorconstructie. Door toepassing van deze “Adjustable construction” is het mogelijk Student: Begeleiders: A.M.P. van Rossum Prof.dr.ir. C. Esveld, dr.ir. V.L. Markine, ir. G. Arends, ir. L.J.M Houben, N.N. Molenaar-Koç BSc (Volker Rail) Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2783174 Juni-2006.indd 13 04-07-2006 21:02:28 14 Civiele Techniek: Structural Engineering 0606 Damping of vibrations in slender tubes of arch bridges Since the Tacoma Narrows Bridge collapse in 1940, This master thesis is about control of vibrations wind engineering researchers have made great (mainly vortex-induced) of tubes in shortspan efforts towards understanding the aeroelastic bridges. In Chapter 1 an overview is given of phenomena associated with longspan bridges: vibration phenomena in bridges. Chapter 2 focuses vortex shedding, galloping, divergence, flutter, and on the internal dynamic characteristics of structures. buffeting response. Wind-tunnel tests have been widely used for that purpose and considerable In the past several methods have been developed to understanding has been obtained using this tool. suppress vibrations in bridge decks and cables. In Chapter 3 some of these methods are reviewed. In addition, with progress in computer technology, analytical prediction methods in combination For the engineering of bridges in The Netherlands with wind-tunnel testing are now more commonly the NEN and the Eurocode are applicable. In used. The analytical methods yield a great deal Chapter 4 a tubular diagonal is examed using these of information about the aeroelastic phenomena codes and some suggestions are made. and have made it possible to design much longer In Chapter 5 two analytical models are formulated. bridges. These models can be used to verify the numerical Also in shortspan bridges like arch bridges models which are used in Chapter 6. aeroelastic phenomena may occur. On October 22, 2002, during heavy autumn winds and only two The numerical method which is used in Chapter 6 is months after the final floating-in of the bridge, the method of finite differences. Using this method vibrations were recorded in the diagonals of the several damping techniques for tubular diagonals Werkspoor bridge in Utrecht. In the field, vibrations are examined. of the first mode were visually recorded. They had an amplitude of 25 to 50 mm at wind speeds In the last chapter the conclusions are summerized between 5 and 10 m/s. and some suggestions are made for further research. Student: Committee: R. Gerbranda Prof.ir. F.S.K. Bijlaard, ir. C.L. Kamp (Movares), prof.ir. A.C.W.M. Vrouwenvelder, dr.ing. A. Romeijn, dr.ir. P.C.J. Hoogenboom, ir. L.J.M. Houben Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2787438 Juni-2006.indd 14 04-07-2006 21:02:29 15 Civiele Techniek: Structural Engineering 0606 Lifespan enlargement of deck plates of movable steel bridges A considerable number of orthotropic steel bridge Repair heights of 25 and 30 mm are investigated. decks suffer from fatigue cracks in their relatively The reinforcement alternatives which are considered slender deck plate. In case of fixed bridges, the for the design are: Dutch Ministry of Transport designed an effective bridge deck repair method, by replacing the asphalt • Smooth stainless steel bars surface layer by a 60 mm heavily reinforced high • Ribbed stainless steel bars strength concrete layer. This bridge deck repair is • Carbon fibre reinforced polymer (CFRP) bars, sprinkled in with sand already executed at a few Dutch bridges, including the Caland and Moerdijk Bridge. • CFRP laminates, glued on top of the concrete layer In case of movable bridges, such a repair method Two types of experiments are performed. Pull-out is not an option because of weight restrictions. tests are performed to study the bond behaviour These limit the repair height to 30 mm, only to be between concrete and reinforcement and to obtain applied on the heavy traffic lanes. The very small information about the minimum concrete cover height of the concrete layer results in the need for required to prevent splitting of the concrete. a rather effective reinforcement. This implies that Furthermore, bending tests are performed to obtain the reinforcement has to be very dense and stiff, more knowledge on the actual bending behaviour and the internal lever arm between steel deck plate (stiffness, cracking behaviour) of steel plates and reinforcement has to be as large as possible. covered with various repair alternatives. This can be realised by reducing the concrete cover depth and the bar spacing. The use of ultra The most promising alternatives are CFRP bar high performance concrete and non-corroding and ribbed stainless steel reinforcement. The reinforcement materials is a promising option. recommended rebar diameter is 6 mm. Furthermore However, such a design cannot be based on regular a concrete cover depth of 6 mm and a rebar spacing standards. Therefore, tests have to be performed in of 12 mm are recommended. In Table 1 the most order to research the design possibilities and verify important characteristics are listed for steel deck the assumptions made. plates covered with 25 and 30 mm concrete overlays reinforced with ribbed stainless steel (RS) and CFRP bars. Table 1, Alternative characteristics Repair code RS-25 CFRP-25 RS-30 CFRP-30 Stress reduction factor 4.1 3.6 5.6 4.9 Lifespan expectation (year) 416 261 1148 748 Weight added (kg/m²) 63 49 76 62 Height difference (mm) 19 19 24 24 Rebar costs (€ / m²) 275 290 275 290 Repair costs (€ / m²) 395 410 395 410 Student: M.C. Schrieks Committee: Prof.dr.ir J.C. Walraven, Dr.ir.drs. C.R. Braam, P. Buitelaar (Contec ApS), ir. F.B.P. de Jong (RWS), ing. M.H. Kolstein, dr.ing. A. Romeijn Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2784578 Juni-2006.indd 15 04-07-2006 21:02:30 16 Civiele Techniek: Structural Engineering 0606 Technische haalbaarheidsstudie van een ultra-hoge-sterkte betonnen boogbrug In dit afstudeerproject is onderzocht of het tech- dient te worden. De overspanning waar op is gedi- nisch haalbaar is een boogbrug te ontwerpen met mensioneerd is gelijk aan 300 meter. Het brugdek ultra-hoge-sterkte beton. Dit is getoetst door een heeft een breedte van ongeveer 35 meter en de het globaal ontwerp te maken en de bouwmethode te hoogste punt van de boog bedraagt 48 meter. Zie beschouwen. ook de Figuur 1. De vraag van Gemeentewerken Rotterdam is gesteld om gestalte te geven aan het ontwerp van de derde stadsbrug, welke is geïntegreerd in het ontwerp van het nieuwe stadsdeel Parkstad. Aangezien de stad Rotterdam bekend staat om haar beeldbepalende en vooruitstrevende bruggen, is voor de derde stadsbrug gekozen voor een revolutionair ontwerp, namelijk een volledig betonnen boogbrug. De boogbrug is tevens ontworpen met ultra-hoge-sterkte beton. Betonnen boogbruggen zijn recentelijk niet meer gebouwd vanwege de hoge bouwkosten en feitelijk onhaalbare eisen aan de esthetica van de brug. De ontwikkeling van ultra-hoge-sterkte beton lijkt een De dimensies van de boog worden met name ideale toepassing te kunnen vinden in de boogbrug bepaald door globale knik uit het vlak. Dit heeft door de voornamelijk op druk belaste boog. Het tot resultaat dat de betondoorsnede qua spanning materiaal bezit een hoge drukstrekte waardoor zeer niet optimaal kan worden benut. Tevens vormt het slank geconstrueerd kan worden. Daarnaast heeft relatief hoge totale gewicht van de boogbrug een dit beton uitzonderlijke duurzaamheideigenschap- beperking voor een eenvoudige bouwmethode. pen en behoeft daardoor nauwelijks onderhoud. Daarentegen heeft het onderzoek uitgewezen dat Deze gegevens zijn de aanleiding geweest voor het het technisch haalbaar is om de boogbrug uit te onderzoek. voeren in ultra-hoge-sterkte beton en zijn er aspecten aangegeven waardoor het ontwerp verbeterd Het voortraject naar het uiteindelijke ontwerp kan worden. is tweeledig. Eerst zijn de eigenschappen en de toepassingen van het materiaal bestudeerd, waarna de bevindingen van dit deel zijn toegepast in het ontwerp van een doorgaande uitwendig voorgespannen kokerbrug met constante doorsnede. Het laatste is gedaan om ervaring en affiniteit op te doen met het materiaal en de ontwerpberekeningen. Het ontwerp van de ultra-hoge-sterkte betonnen boogbrug is aangevangen met een tweetal afstastende studies naar het krachtenspel in de boogbrug en de invloed van verschillende ontwerpparameters. In de ontwerpberekeningen is voor dit specifieke geval als voornaamste uitgangspunt gehanteerd, dat de slankheid van de boog zo laag mogelijk gehouden Student: J. den Hollander Begeleiders: Prof.dr.ir. J.C. Walraven (TU Delft), Dr.ir. C.B.M. Blom (TU Delft / Gemeentewerken Rotterdam), dr.ir. C. van der Veen (TU Delft), dr.ing. A. Romeijn (TU Delft), ir. L.J.M. Houben (TU Delft) Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, tel. nr. 015-2784578 Juni-2006.indd 16 04-07-2006 21:02:31 17 Civiele Techniek: Structural Engineering 0606 Connections Pile with Upper Structure for Concrete Jetty Numerical analysis and design proposal Delta Marine Consultants has made wide use of the construction procedure. Numerical models are steel pipe piles connected to concrete pile caps as developed for the refined method and the structural substructures of jetties (See Figure 1). However, capacity is compared with the current design. there are no well-developed and validated design The refined method shows advantages in tensile procedures that account for the large bending capacity, especially when shrinkage occurs in the moment on the connection, which is generated structure. by lateral loads (wind, wave, or earthquake). During the service period, the moment should be transferred to steel pile by the interface between concrete core and steel pile. Since the load transfer mechanism in the interface is not clear, it is obligatory to design the connections based on the conservative assumption that the moment is totally resisted by the interface shear force. The contribution of interface normal force is excluded in the moment resistance, due to the lack of knowledge. The current design concept requires welding shear keys inside the steel pile, to ensure the large shear stress can be transferred in the interface Welding on site costs cumbersome labor work and still the quality can not be guaranteed. Therefore great need rises to understand the load transfer mechanism. In this thesis, the load transfer mechanism is studied analytically and validated with numerical simulation. The contributions of interface normal and shear force to the moment resistance are compared, and the result shows that the interface normal force can resist up to 70% of the moment. Based on the numerical analysis, a design proposal is recommended to taking into account of the interface normal force in moment resistance. At the end, a new construction method, to glue particles in the interface, is suggested on account of the ease of Student: W. Xia Committee: Prof.dr.ir. J.C. Walraven, ir. J.A. den Uijl, prof.ir. A.Q.C. van der Horst (DMC), ir. L.A.M. Groenewegen (DMC), prof.dr. L.J. Sluys, ir. L.J.M. Houben Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2784578 Juni-2006.indd 17 04-07-2006 21:02:32 18 Civiele Techniek: Structural Engineering 0606 Flexvloer – Onderzoek naar de constructieve aspecten van een nieuw vloersysteem De flexvloer is een innovatief vloerconcept dat door Dycore wordt ontwikkeld en dat een antwoord wil zijn op vragen die samenhangen met flexibel, demontabel en industrieel bouwen. De vloer heeft een netwerk van inwendige holle ruimten waarin vooraf en/ of achteraf leidingen voor installaties kunnen worden aangebracht. De bovenzijde van de vloer bevat staalvezels en wordt gestort in een speciaal ontwikkelde mal. Daarna wordt de bovenzijde omgekeerd bevestigd aan een onderplaat die wordt voorgespannen. De geometrie van de flexvloer is vooral van grote invloed op de constructieve eigenschappen als dwarskrachtcapaciteit en stijfheid, waarvoor in dit afstudeeronderzoek numeriek, De oorzaak van de verschillen tussen de proefre- analytisch en experimenteel onderzoek is verricht. sultaten en de berekeningen is een slechte kwaliteit verbinding tussen de bovenzijde en de onderplaat Het doel van dit onderzoek ten gevolge van luchtinsluitsels. Aangezien afschui- is om op grond van het ving van het aansluitvlak het maatgevende bezwijk- gelijkwaardigheidbegin- mechanisme is, geeft dit direct een daling van de sel aan te tonen dat de dwarskrachtcapaciteit. Echter met een aanpassing flexvloer op afschuifdraag- van de sterkte- en stijfheidparameters voor de vermogen voldoet aan de verbinding, kunnen de proefresultaten nauwkeurig norm. worden gereproduceerd in DIANA. Opmerkelijk is dat de geometrie van de flexvloer zich moeilijk leent Met diverse handbere- om alleen in 2D gemodelleerd te worden. Door de keningen is de dwars- geometrie van de flexvloer ontstaan er 3D-effecten krachtcapaciteit berekend volgens de Nederlandse die in de 2D-modellen niet goed worden weerge- normen. Tevens is met behulp van het eindige- geven. Het bezwijkmechanisme in de 2D-modellen elementenprogramma DIANA het bezwijkgedrag week af van het mechanisme in de 3D-modellen. van vier proefstukken gesimuleerd in zowel 2D- als Voor dit type vloer zijn 3D-modellen daarom onont- 3D-modellen. Van de vier proefstukken is vervolgens beerlijk. Als de dwarskrachtcapaciteit bepaald met behulp van belangrijkste conclusie kan worden getrokken dat de een drukbank bij Dycore. De dwarskrachtcapaciteit flexvloer voldoet aan de eisen voor de woningbouw. van de proefstukken was maximaal 40% lager dan berekend. Echter afgezet tegen de benodigde reken- De invloed van de geometrie van de flexvloer op waarde in de woningbouw presteren de proefstuk- de stijfheid is onderzocht door de vloer te model- ken een factor 2.8 beter. leren als orthotrope plaat. Als conclusie kan worden getrokken dat op basis van het ribbenpatroon extra stijfheid verwacht mag worden. Student: Begeleiders: H.G. Burggraaf Prof.dr.ir. J.C. Walraven, ir. W.J.M. Peperkamp, dr.ir. P.C.J. Hoogenboom, ing. J. de Wit (Dycore BV) Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2784587 Juni-2006.indd 18 04-07-2006 21:02:33 19 Civiele Techniek: Structural Engineering 0606 On Isogeometric Analysis for Crack Modelling Isogeometric analysis is a new method for the Two different methods, the Partition of Unity analysis of problems governed by partial differential Method (PUM) and enhanced isogeometric analysis, equations. A geometric model is represented were investigated. In both methods, enrichment exactly by basis functions generated from NURBS functions were added to describe the discontinuous (Non-Uniform Rational B-Splines). These basis displacement field. In PUM, the enrichment functions also represent the displacement field functions are defined as the multiplication of the of the problem. Advantages compared to the Heaviside function with all basis functions whose finite element method (FEM) are for example supports are intersected by the crack. In enhanced the elimination of errors in the analysis due to isogeometric analysis, the definition of the geometrical approximations and the potential for a enrichment functions was based on remeshing. new refinement concept, denoted by k-refinement, The Partition of Unity Method was able to represent next to adaptivity techniques as h-refinement and a discontinuous displacement field in case of an p-refinement. arbitrary crack geometry. Also, in case of thin plates, PUM did not show any problems. On the As isogeometric analysis is a new method, the other hand, enhanced isogeometric analysis had potential for crack modelling has not yet been some difficulties with representing a discontinuous examined, even though this is a very interesting displacement field in case of cracks crossing knots. topic in solid mechanics. Therefore, the aim of this Nevertheless, enhanced isogeometric analysis thesis is to examine the potential of isogeometric showed enough potential to warrant further analysis for crack modelling. As B-splines are easier investigation. to work with then NURBS, only geometries based on B-splines were considered. Student: W.M. Swolfs Supervisors: prof.dr.ir. L.J. Sluys, dr.ir. R.B.J. Brinkgreve, dr. G.N. Wells, ir. L.J.M. Houben Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-278 3332 Juni-2006.indd 19 04-07-2006 21:02:34 20 Civiele Techniek: Structural Engineering 0606 A Very Large Floating Container Terminal Floating structures may bring a flexible solution to to the large dimensions of the structure. changing requirements regarding the location, size The corner pontoon of the quay directly facing and function of the port infrastructure. During this diagonal wave attack has to resist the largest loads. thesis the technical feasibility of a floating container Therefore, this pontoon has been designed. The terminal has been researched in co-operation with design is based on simple manual calculations of Van Hattum en Blankevoort. A conceptual design the internal forces of the pontoon. All structural has been made of the floating container terminal parts will be prestressed in two directions. A and its floating elements. Special attention has been rigid connection between the pontoons has been given to the hydrodynamics of the terminal and to developed. The selected concept is a vertical needle the connections between the floating elements. The vs. peg connection with discontinuous trapezoid conceptual design is based on a case study of the concrete studs. The studs (ca. 3000*3000*2500 Western Scheldt Container Terminal. This location mm) are constructed on the sides of the pontoon has a tidal difference of about 4 m. Furthermore the and located on the inner walls. location is characterized by strong tidal movements, currents and mainly short waves. The main loads on The results from DELFRAC the terminal are wave loads, container storage loads have been translated into and gantry crane track loads. The terminal may be static loads. The studs moved to a near-shore location in the course of its are prestressed with 6 lifetime. curved tendons, which are The terminal consists of 120 rectangular pontoon distributed over the height shaped elements with dimensions 180 * 50 * of the stud. Consequently, no sensitive anchors are 16 m, resulting in a terminal of 2100 * 500 m. installed at the front of the connectors. The tendons The pontoons are connected rigidly to each introduce the connection forces into the inner walls other in a stretching bond configuration. The and the top and bottom slab of the pontoon. The concrete pontoons are composed of rectangular tendons are anchored at a cantilever beam behind compartments. Inner walls are positioned an inner wall. The connection is tensioned by jacks, underneath the crane tracks. which are constructed at the sides of the pontoon. Thus, the pontoons can be easily disconnected. The The hydrodynamic behaviour pontoons will be towed from the construction dock of the terminal and the to the site and coupled using a temporary structure. single elements has been During coupling, the pontoon will be de-ballasted studied using the computer and towed into position horizontally. application DELFRAC. The The designed terminal is considered to be terminal has been modelled as technically feasible in the Western Scheldt. The a rigid single-body platform. terminal is most suited for locations with shallow Response motions, wave forces, wave elevations waters with restricted wave and wind loads. round the terminal and connection forces between the pontoons have been determined with spectral analysis of the results from DELFRAC. There is a slight possibility that standing waves will occur in front of the terminal. The wave transmission towards the lee side of the terminal is small. The response motions of the terminal are very small due Student: Begeleiders: G.V.P. de Rooij prof.drs.ir. J.K. Vrijling, prof.dr.ir. J.C. Walraven, ir. W.F. Molenaar, ir. W.J.M. Peperkamp, ir. J.L.F. van Kessel, ir. J.C. Galjaard (Van Hattum en Blankevoort) Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2784587 Juni-2006.indd 20 04-07-2006 21:02:35 21 Civiele Techniek: Structural Engineering 0606 Laser welded steel bridge decks This thesis discusses the fatigue problems in steel stress methods for the design of laser welded joints. orthotropic bridges. Also the problems with respect The test results available have been used to derive to the road surfacing are discussed. The goal of design stress levels according to the Eurocode. this thesis is to look for new materials and welding techniques. The fatigue strength of orthotropic steel bridges can be improved using new materials like multiphase steels. The main subject of this thesis is laser welding. Laser welding can be used to improve the fatigue strength of orthotropic steel decks. However, the geometrical layout and the flexible behaviour of the steel deck have not changed. This was the reason to investigate new deck geometries. The application of laser welded sandwich panels offers good opportunities to improve the deck layout. Sandwich panels have been known for quite a long time and have been used in Much attention has been paid to the available laser several applications such as ship welding equipment and the metallurgical aspects of hulls, yachts and special parts laser welding. of cruise ships. Laser welding makes processing sandwich panels Applying the I-core panels as top plate, supported from one side possible. Till now, the application by stiffeners may be a good way to add stiffness to of laser welded sandwich panels is limited to the steel bridge decks. The mechanical behaviour shows construction of ships’ decks. Jos. L. Meyer Werft, a large reduction of the stresses in the top panel Papenburg, Germany, developed the I-core panel. which enhances the endurance of the road surfacing Meyer was one of the first companies introducing significantly. laser welding into the fabrication of sandwich panels. Other applications of the I-core panel can be found in balconies and footpaths in bridges. To date there is little data available concerning the fatigue strength of laser welded joints. Especially regarding stake welds. The fatigue properties of laser welded joints differ from conventionally welded joints considerably. At this moment, the arc welded joints are designed using hot spot stress, nominal stress or the notch stress method. There is no clear understanding of the applicability of existing fatigue approach methods for the design of laser welded joints. There is no understanding of the applicability of the nominal, hot spot or notch Student: Begeleiders: G.H. Stam Prof.ir. F.S.K. Bijlaard, prof.dr.ir. I. Richardson, dr.ing. A. Romeijn, ing. M.H. Kolstein, dipl. ing. T. Reinert (Jos. L. Meyer Werft, Papenburg, Germany) Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2783174 Juni-2006.indd 21 04-07-2006 21:02:36 22 Civiele Techniek: Structural Engineering 0606 aalbaarheidsonderzoek vervanging verslechterde houten brugdekken door middel van VVK Brugdekken Op korte termijn moeten de houten brugdekken op In deel 2 van de Master Thesis worden de geschie- oude beweegbare bruggen, zoals ophaal-bruggen, denis en de meest recente ontwikkelingen van de basculebruggen en hefbruggen, vervangen worden. toepassing van de vezelversterkte kunststoffen in de Deze brugdekken zijn aangetast doordat zij worden draagconstructies van verkeersbruggen beschreven. blootgesteld aan weer en wind. Daarnaast eist ook In deel 3 zijn vijf voorlopige ontwerpen gemaakt de verkeersbelasting zijn tol, is de toename van van VVK brugdekken, die in staat worden geacht de het wegverkeer vaak groter dan werd aangenomen houten brugdekken te vervangen. De vijf ontwerpen tijdens het ontwerp en heeft de transportsector ook zijn onder te verdelen in twee typen brugdek. Het een aantal onvoorziene ontwikkelingen doorgemaakt. eerste type brugdek bestaat uit pultrusieprofielen en Enkele voorbeelden hiervan zijn de verschillende het tweede type brugdek bestaat uit sandwichpane- asconfiguraties en de ontwikkeling van dubbellucht len. De ontwerpen met pultrusieprofielen bestaan uit naar de breedband. De laatste belast een rijvloer kokervormige pultrusie-profielen, driehoekvormige plaatselijk veel hoger dan het dubbellucht type. pultrusieprofielen en een combinatie van dubbel De brugdekken zijn voornamelijk gemaakt van plan- trapeziumvormige en hexagonale pultrusieprofielen. ken van de tropische hardhoutsoort azobé. Het is Bij de twee ontwerpen van de sandwichpanelen is er echter niet mogelijk deze te vervangen. Een Europees gekozen voor een kern bestaande uit een hexagonale verdrag heeft er toe geleid dat er in Nederland honingraatstructuur en een sinusvormige honingraat- geen azobéhout meer mag worden gebruikt, door structuur. Deze voorlopige ontwerpen worden met het ontbreken van het FSC-keurmerk. Er is een behulp van eenvoudige rekenmethoden en een FE- aantal verschillende oplossingen voor handen voor programma geanalyseerd. het vervangen van de brugdekken, waaronder het Uit bovenstaande analyse volgt dat het beste gebruik van hout met een FSC-keurmerk of door het ontwerp het brugdek bestaande uit driehoekvormige brugdek te vervangen door een betonnen of alumi- pultrusieprofielen is. Dit ontwerp voldoet als enige nium brugdek. aan de doorbuigingseis. Tevens kan dit ontwerp verder worden geoptimaliseerd, omdat het profiel In deze Master Thesis wordt voor het ontwerp van stijver gemaakt kan worden zonder dat er meer een brugdek in vezelversterkte kunststof (VVK) geko- materiaal voor gebruikt behoeft te worden. Het zen. VVK wordt als constructiemateriaal in de civiele nadeel van pultrusieprofielen, de hoge kosten van techniek nog maar recent toegepast en is sterk in de matrijs, is beperkt. De kosten van de matrijs per opkomst. VVK heeft als gunstige eigenschappen dat m2 brugdek wordt snel gereduceerd door het grote het licht en sterk is, waarbij dyna-mische belastingen oppervlak dat een brug heeft in deze verkeersklasse. geen nadelige invloeden hebben. Een ontwerp van Het sandwichpaneel heeft als nadelen dat er meer een rijvloer in VVK zal geen probleem opleveren voor materiaal benodigd is om het brugdek stijver te de fundering, aangezien VVK bijna zeven keer zo licht maken en de hoge arbeidskosten. is als staal. Verder is VVK ook onderhoudsvriendelijk, In deel 4 van de Master Thesis zal het ontwerp van waardoor de onderhoudskosten tijdens de levensduur een brugdek bestaande uit driehoek-ormige pultrusie- minimaal zijn. Nadeel is echter dat het minder stijf is profielen nader uitgewerkt worden. Tevens wordt de dan staal en dat de initiële kosten van een VVK brug- verbinding van het VVK brugdek aan de stalen liggers dek hoog zijn. en de levensduur van het VVK brugdek (vermoeiing) In deel 1 van de Master Thesis wordt de probleem- onderzocht. stelling voorgelegd en zal het materiaal vezelversterkte kunststof nader worden toegelicht. Student: Begeleiders: D. Leliveld Prof.ir. F.S.K. Bijlaard, ing. M.H. Kolstein, dr. A. Romeijn, ir. J.M.A.M. Hol, ir. G. Nagtegaal (Rijkswaterstaat, Bouwdienst) Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2783174 Juni-2006.indd 22 04-07-2006 21:02:37 23 Civiele Techniek: Structural Engineering 0606 Design of an integral bridge by FE modelling The most common design concept for bridges the different types of integral bridge modelling consists of using expansion joints. Because of techniques as applied in the past. A distinction is variation in air temperature and time dependent made between the conventional spring model and a concrete effects, the bridge structure will change non-linear spring model using a FE-package. in dimension in its longitudinal direction. Using expansion joints makes it possible to change Part II of the thesis study performed, contains a dimension freely. Experience however has indicated case study where a single FE package is used to these expansion joints often do not perform apply the integral bridge design concept. Therefore as well as expected. They require considerable a three span integral bridge is modelled with FE maintenance, which undermines the economical program, MSC Marc Mentat. Both bridge deck operation of the bridges. As an answer to these geometry and piles have therefore been modelled problems the jointless bridge was introduced, the with solid elements, containing appropriate concrete integral bridge. characteristics. The non-linear soil behaviour has been modelled with bi-linear springs in order to To analyse integral bridges, in the current situation reflect the soil behaviour sufficiently. of practice, several software tools are used in the course of which the results obtained are combined. To evaluate the pile-soil interaction, a separate The study performed, deals with an alternative analysis is performed to improve the non-linear analysis procedure where, as a first step, a single soil-pile behaviour. Therefore a single pile is FE-package is applied. Preceding a preliminary modelled with MSC Marc Mentat in the course of investigation is performed, describing the most which the pile head is both translated and rotated. important input data on the behaviour of integral Subsequently, the same is done applying Msheet as bridges. Besides the most important advantages a single design tool, developed to analyse retaining and disadvantages of the integral bridge concept, walls or piles. Both results have been compared an extensive description is given of the actual after which the FE 3D model is adapted such, similar granular soil behaviour behind the abutment wall. results are obtained. The case study continues With it, an important phenomenon, the ratcheting with a general description of the most important strain, is discussed. Ratcheting strain implies, a load situations which have to be applied analysing wedge-shaped portion of the retained soil moves integral bridges. Subsequently both bridge deck toward each abutment during the annuals winter and pile have been checked in Ultimate Limit State contraction of the superstructure and concomitant and Serviceability limit State. Maximum stresses movement of an abutment away from the soil. have been taken from FE 3D model by considering When the superstructure expands towards its next contour bands. summer maximum, this soil wedge does not return to its original position. This is due to the inherent Finally a parametric study is performed to evaluate non-linear behaviour of soil which might occur with the influence of independent soil characteristics any type of soil, no matter how properly it is placed. to the entire FE 3D model. With it the increase of As a result of this soil movement, the lateral earth lateral earth pressure coefficients, arising from the pressure tend to increase over time. The preliminary ratcheting strain for instance, is studied as well. investigation treats the most important factors, influencing the ratcheting strain process. To initiate the design of integral bridges with a single FE–package, an overview is given of Student: Begeleiders: E.J.E. Göttgens Prof.ir. F.S.K. Bijlaard, dr. A. Romeijn, dr.ir. C. van der Veen, dr.ir.P.C.J. Hoogenboom, ing. H.J. Everts, ing. N. Kaptijn (Adviesbureau ir. J.G. Hageman B.V.) Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2783174 Juni-2006.indd 23 04-07-2006 21:02:38 24 Civiele Techniek: Structural Engineering 0606 Larch Round Wood and its applications Bij het uitdunnen van bossen komen grote hoeveel- Voor dit afstudeerproject worden deze onderwerpen heden dunningshout vrij. Dit hout wordt voorname- toegepast op inlands Japanse lariks. Hiervoor is lijk verbrand voor de energiesector of versnipperd eerst een analyse gemaakt van de groeiplaatseisen voor bospaden, terwijl het ook uitstekend geschikt en de invloed hiervan op de dichtheid van het hout. is voor constructieve toepassingen. Vanwege de Vervolgens zijn buig- en drukproeven uitgevoerd op kleine diameter (tot 150mm) wordt het dan slechts 20 stammen om de relatie tussen de dichtheid en terug gefreesd tot een uniforme diameter en de sterkte-eigenschappen vast te kunnen leggen. toegepast als rondhout. Om het gebruik hiervan te Tenslotte is deze kennis toegepast op een reeds stimuleren, is het internationale CONIFERS project ontworpen uitkijktoren, uitgevoerd in lariks rond- gestart dat de beschikbaarheid, sterkte-eigenschap- hout, en het daarvoor ontwikkelde verbindingstype. pen en mogelijke constructieve toepassingen onderUit het groeiplaatseisenonderzoek blijkt er een zoekt. zekere relatie te bestaan tussen de bosbouwkundige Site-index en de dichtheid van lariks. Omdat de dichtheid een goede relatie heeft met de sterkteeigenschappen van hout, kan deze Site-index dienen als predictor voor de sterkte van lariks rondhout afkomstig van een bepaalde gespecificeerde lokatie. Op basis van de dichtheid en de knoestafmetingen van een rondhouten stam is een selectiecriterium opgesteld voor de sterkteklassen C40 en C24. Voor het ontwikkelde verbindingstype is de momentcapaciteit bepaald onder invloed van verschillende voorspanningsniveaus. Om een betere relatie te lunnen leggen tussen de Site-index en dichtheid van inlands Japanse lariks, zullen verdere tests uitgevoerd worden op stammen afkomstig van verschillende lokaties in Nederland. Hiermee kan dan ook het opgestelde selectiecriterium gecontroleerd en eventueel aangepast worden. Student: Begeleiders: R. Schuch Prof.ir. F.S.K. Bijlaard, dr.ir J-W.G. van de Kuilen, ir. P.A. de Vries, dr.ir. P.C.J. Hoogenboom, ing. Z. van Olst MBA (Staatsbosbeheer) Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2783174 Juni-2006.indd 24 04-07-2006 21:02:39 25 Civiele Techniek: Structural Engineering 0606 Adaptive Anticlastic Membrane Structures Prestressed by Edge Cables and Actuators Frequently, initial membrane analysis will indicate overstress in one or more areas under one or more load cases. Conventional strategies to decrease these critical stresses until the allowable values are: - adjusting the initial prestress - altering the support conditions - changing the fabric - adding cables As the figure shows, an actuator replaces the tension cable. The main requirements regarding the The disadvantage of these methods (except type of actuator is that it has enough force capacity altering the prestress) is that adjustments of (a minimum of 380 kN) and a minimum stroke the critical stresses can only take place during (linear travel) of 800 mm. A movement ‘to the left’ the design stage. This implies the tensioned (Figure 1) has –till the boundary is reached where membrane structure cannot actively react (adapt) stability can be reached- a positive effect on stress to unanticipated loads. In this Master’s Thesis, a decline. Due to the changing angle that the actuator method has been presented to actively alter the makes with the ground level, the length of the overstresses due to wind uplift for a given saddle element has to change; this is possible due to the shape without changing the prestress-level and minimum stroke demand. the membrane’s shape. To keep in touch with What also has to be considered is how the actuator reality, a case study has been done of a simple can move in y-direction. There are several possible saddle shape inspired on an existing pavilion solutions. Two have been briefly analysed, namely in San Sebastián, Spain. The dimensions of the a rolling and a sliding system. In both cases the design were on purpose chosen larger than what actuator is placed on a trolley, which is connected would be considered as ‘normal’ for such a shape, by two actuators at both far ends. Depending on the namely to make the use of an active control system necessary movement, one of them is activated. necessary. After analysis followed wind load The results of the effect of this adaptive system (uplift) was decisive. The critical stresses were were rather positive; a decrease of the maximum way above allowed for the chosen fabric type. The stress (and hence critical stresses) due to the deformations were large too, even for membrane decisive load case, i.e. wind uplift, of 22% is structure standards. As the purpose of this project considerable. However, controlling the deformations was to dynamically alter the structural solicitation through this method appeared less successful, the during the life span of the structure, a solution as positive effect was negligible. changing the type of fabric was no option. A first attempt to realize stress decrease was by unloading of the edge cables through a swivel. Due to the limited strain capacity of the cables, the achieved corrections were not sufficient. After several other unsuccessful attempts finding a method to control the stresses, the solution was found by moving the foundation point of the tension cable at the decisive area of the fabric (Fig. 1). Student: P.C. Oltheten Begeleiders: Prof.ir. L.A.G. Wagemans, dr.ir. P.C.J. Hoogenboom, ir. R. Houtman (Tentech Delft) Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2785711 Juni-2006.indd 25 04-07-2006 21:02:40 26 Juni-2006.indd 26 0606 04-07-2006 21:02:41 27 0606 Samenvattingen Civiele Techniek Building Engineering Juni-2006.indd 27 04-07-2006 21:02:42 28 Civiele Techniek: Building Engineering 0606 Gekromde Hoogbouw Steeds hogere gebouwen worden gerealiseerd, De stabiliteit van het 250 meter hoge gebouw wordt ook met bijzondere gebouwvormen. In het afstu- in één richting verzorgd door de centrale stijve deeronderzoek zijn de (on)mogelijkheden van een kern waarin zich onder andere expresliften bevin- gekromd hoog gebouw onderzocht. Het gebouwvolume slingert hierbij om de verticale as. Een randvoorwaarde was dat het percentage verhuurbaar vloeroppervlak (VVO) niet nadelig beïnvloed werd door de aanwezigheid van de constructie. den. In de andere richting is de kern smaller en wordt geholpen door de centrale kolommen van de modules middels een outriggerconstructie. Lokale liften zijn afwisselend links en rechts aan de kern gehangen, zodanig dat de gekromde vorm van het gebouw niet aangetast wordt en veel ruimte bespaard In het onderzoek is gebleken dat naast windbelasting ook het eigen gewicht van het gebouw, door de steeds wisselende excen- wordt. Twee vleugels aan weerszijden van de kern zijn opgebouwd met het moduleconcept en geven het gebouw de gewenste gekromde vorm. triciteit, voor grote zijwaartse vervormingen zorgt. Vooral in de bouwfase ontstaan hierdoor problemen omdat deze vervormingen onregelmatig en dus moeilijk te controle- Constructief en technisch gezien is een dergelijk gebouw goed mogelijk. Daarnaast is het percentage VVO dat gehaald kan worden gelijk aan een vergelijk- ren zijn. baar verticaal gebouw, wat zeer Er is een constructief concept verrassend genoemd mag worden. ontwikkeld dat deze vervormingen volledig voorkomt. Het concept berust op druppelvormige modules die ten opzichte van hun eigen middellijn in evenwicht zijn. Twee rijen met gestapelde modules geven samen de gewenste uiterlijke vorm van het gebouw. Door de twee rijen tijdens de bouw fysiek gescheiden te houden zal het geheel alleen verticaal zakken. De modulevormen, en daarmee de gehele gebouwvorm, kunnen willekeurig gekozen worden. Dit geeft ontwerpers veel vrijheid. In een casestudie is dit concept middels een eigen ontwerp getoetst. Student: Begeleiders: M.J. Wiersma prof.dipl.-ing. J.N.J.A. Vamberský (Civiele Techniek TU Delft), prof.ir. F.S.K. Bijlaard (Civiele Techniek TU Delft), ir. H. Mihl (Bouwkunde TU Delft) Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2783174 Juni-2006.indd 28 04-07-2006 21:02:42 29 Civiele Techniek: Building Engineering 0606 Optimizing future risk management at Fluor based on historical project data Background Conclusions Fluor is one of the world’s largest global EPC Fluor’s ongoing effort to re-use historical (Engineering, Procurement and construction) information in order to optimize the risk contractors, with 2005 revenues of US$ 13,2 bn. management process ensures that: The company serves five main industries: Energy “The future of risk projects at Fluor is bright if & Chemicals, Power, Industrial & Infrastructure, we learn from all the risk projects of the past and Government and Global Services. The Haarlem present, and creatively apply what we have learned office is mainly involved in projects in the Energy in our new pursuits”. & Chemicals business line. As a result of recent changes in the market situation of the EPC sector, the projects that Fluor undertakes are becoming ever riskier. Objective The objective of this research was to extract valuable, risk knowledge and experience from a large pool of underutilised, historical risk data covering all project phases. With the re-use of this information, risk management at Fluor can be made more effective in the future. Research and Methods The research distinguishes two major phases in the risk management process: • Pre contract award – initial risk analysis • Post contract award – continuous management of risks In order to establish how this process can be made more effective, both qualitative and quantitative research methods have been used: • Qualitative: - Literature research - Involvement in the Haarlem office’s risk process - Interviews - Case studies - Brainstorm sessions • Quantitative - Analyses of historical risk database Student: Begeleiders: F.C.P. van Roij Prof.dr.ir. H.A.J. de Ridder, ir. F.A.M. Soons, ir. R.B. Jongejan, dr. W.W. Veeneman, ir. A.E. Manger, Fluor Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2786636 Juni-2006.indd 29 04-07-2006 21:02:43 30 Civiele Techniek: Building Engineering 0606 Verhoging van de haalbaarheid van weginfrastructurele projecten door toepassing van een publiek privaat samenwerkingsmodel In de historie van de weginfrastructuur in Nederland Door private partijen en andere invloedrijke organen hebben veel projecten lang moeten wachten voor- als volwaardig partner tijdens de besluitvorming dat zij werden gerealiseerd. Ook zijn er veel wegin- van weginfrastructurele werken te betrekken kan de frastructurele projecten waar al tientallen jaren haalbaarheid, en daarmee de kans op realisatie van op wordt gestudeerd, maar die op dit moment nog weginfrastructurele projecten worden verhoogd. geen definitieve realisatieplannen kennen. Enkele Het PPS – model speelt in op de jongste ontwik- voorbeelden zijn de A2 Maastricht, A3, A4 Delft - kelingen in de bouwwereld, waarin overheden taken Schiedam, A6/A9, A23 en de ring rond Utrecht. Na die oorspronkelijk in handen waren van publieke jarenlang overleg, het doorlopen van veel wettelijk wegbeheerders door private partijen laten uitvoe- vastgelegde procedures en het uitgeven van veel ren. Private partijen willen vroegtijdig bij planont- ontwikkelingsgeld, wordt een project vaak onhaal- wikkeling van publieke projecten worden betrokken baar geacht en belandt het op een dood spoor. De belangrijkste oorzaken zijn het gebrek aan voldoende financiële middelen en het gebrek aan voldoende overeenstemming tussen betrokken partijen. Bovendien schept wet- en regelgeving een beperkend kader waarin een weginfrastructureel werk moet worden gerealiseerd. Door verschillende projecten in samenhang te bekijken kunnen rendabele en onrendabele projecten financieel en/of ruimtelijk gecombineerd worden tot één financieel haalbaar project. (Zie figuur 1) Een dergelijk combinatieproject kenmerkt zich door grootschaligheid en complexiteit. Betrokken partijen hebben een duidelijk spelregelkader nodig waarin zij kunnen acteren. Om daarin te voorzien is een publiek – privaat samenwerkingsmodel (PPS – model) een oplossing. In het PPS – model treden gebruikers, opdrachtgever en leverancier gezamenlijk op als opdrachtgever voor verschillende (deel)projecten. (Zie figuur 2) Partijen plaatsen hun belang in een grotere context. Zo ontstaat een mogelijkheid om vanuit verschillende belangen aan één gemeenschappelijk doel te werken. Partijen zijn eerder bereid een oplossing te accepteren, als zij het proces kennen dat aan besluitvorming is vooraf gegaan. Bovendien sluit de oplossing beter aan op het probleem Student: Begeleiders: R.M. Schunck Prof.dr.ir. H.A.J. de Ridder, ir. P.B. Vermey, dr. J.F.M. Koppejan, ir. G.A. Visser, Arcadis Ned. BV (v/h Ballast-Nedam Infra) Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2786636 Juni-2006.indd 30 04-07-2006 21:02:44 31 Civiele Techniek: Building Engineering 0606 Shaping the Virtual Wind Tunnel Development of a general approach for computational wind engineering (CWE) In the design of buildings, wind load has become pressure distributions, a medium grid with cell sizes an important parameter. Methods to accurately in the order of magnitude of 6x6x6 m3, performs predict the magnitude of these loads are needed reasonably well, the improvements found with the to design and construct buildings in an economic fine grid (3x3x3 m3) are not large enough to state way. For complicated designs this is not an easy that this grid is necessary for design calculations. task, since the building codes and standards do not apply to these designs any more. Using wind The main problems still lie in the limited computer tunnel experiments works well for nearly completed power, which limits the cell size, and the poor designs, but in the earlier design stages they are turbulence modeling, which limits the range of not useful, since they are expensive and time- applicability. consuming. As a solution, computer modeling is proposed, using a technique referred to as Computational Wind Engineering (CWE), which is a sub-domain of Computational Fluid Dynamics (CFD). This report describes the fields that are involved in CWE: fluid dynamics, wind engineering and computational methods (such as finite volume methods and turbulence modeling) and gives an overview of numerous tests that have been performed with the use of FLUENT, which is a CFDsoftware package. These tests where performed within the Van Nalta domain, which has been slightly modified to improve both range of applicability and accuracy. The goal of this thesis was to improve the Van Nalta domain and make it fit to be the basis for a design tool that enables the structural engineer without much knowledge about wind engineering to predict wind loads in the early design stage and to quickly calculate and compare several alternative geometries, finally making shape optimization with respect to wind load possible. It is concluded that a coarse grid, with cells in the order of magnitude of 12x12x12 m3, is necessary to be able to quickly perform series of calculations, for example to determine the governing wind directions. The coarse grid, when certain demands on grid density and quality are met, is able to perform this task. For actual determination of the drag and local Student: Committee: D.P. Snijders prof.ir. L.A.G. Wagemans, prof.dr. Ir. B. Koren, ir. J.L. Coenders, ir. R.P.J.O.M. van Rooij, ir. I. Woudenberg (Corsmit Raadgevend Ingenieurs bv) Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2783990 Juni-2006.indd 31 04-07-2006 21:02:44 32 Civiele Techniek: Building Engineering 0606 Construction of Prefab Concrete Shells Morphology – Surface Segmentation – Concrete Composition – Production Method The construction of prefab concrete shells has Results stagnated. This, in the decennium that much It is concluded that; research is performed on different innovative • There is not one solution for the optimal design- concrete compositions, on the area of integrated production process as all described possibilities computer design and manufacturing and on efficient of morphology, surface segmentation, concrete and low-cost production methods. An integral composition and production method are options and optimal design-production process for prefab for an optimal design-production process. When concrete shells, lacks. the right choice is made between the possibilities for a certain aspect of the design-production The aim of this Master’s Thesis is to make a step process, the design-production process will be in advance in the optimisation of the design- optimised. production process of prefab concrete shell in order to produce mass-customised shells and stimulate their re-flourish. • The mass-customisation of simple, as formfinding as well as free-formed shells, is realistic. • The defining of the optimal design-production The goal will be reached by; process is to be performed by trial-and-error of a - Optimisation of the aspects of the design- relation scheme. production process - Recognition of the relationships between the • When emphasis is on the morphology of the shells, recommended is to start the process by defining morphology, followed by defining the aspects - Defining an integral design-production process concrete composition, and the calculation. The by linking the design, segmentation and the order of the next steps to be followed is variable. production These next steps are the surface segmentation, choosing a production method and defining the The studied aspects of the process from design until connection system. After each decision, feedback the final assembly of the prefab concrete shell’s must be performed to the related aspects. segments are the subjoined five steps; The design and definition of the shape of the thin shell structure Calculation of the structure plus meshing of the structure to perform a FEA The choice of concrete composition The segmentation of surfaces in order to derive individual producible elements The final production of the elements in a formwork Student: M.K.H.M. van Roosbroeck Committee: Prof.ir. L.A.G. Wagemans, Prof.dr.ir. J.C. Walraven, ir. J.L. Coenders Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2783174 Juni-2006.indd 32 04-07-2006 21:02:45 33 Civiele Techniek: Building Engineering 0606 Kinetic Space Frames An exploration into double curved multiple stable space structures Static structures are designed for maximum A statically undetermined kinetic space frame imposed loads which rarely occur. Due to this is designed, according the square-offset-square strategy these structures are 99% of their lifetime configuration with in its top layer mainly static over-dimensioned. In these periods of low imposed bars. Of each pyramid, of four bracings, three are loads the structure could with the same construction static; the bottom layer consists of only adaptive materials create more challenging configurations. elements. A parametric system is developed which The efficiency of the used materials increases. determines the configurations for the space frame, Besides, the re-configuration can be used to which are infinite. The speed of length-adaptation optimise the building qualities for the fast changing is for every adaptive element different during the user demands, one of the main arguments for transformation. Kinetic Architecture. In a case study the kinetic space frame is applied The goal of this Master’s Thesis was to develop as large scale kinetic roof. The application as a dynamic space frame. This space structure large kinetic space roof demonstrates that the can transform it shape but is still stable in all its total amount of steel used for tubes can be configurations. The re-configuration of the space reduced with 36% compared to a conventional frame is a result of lengthening and shortening of space frame. Therefore the structure can create some of the tubes. Therefore one needs adaptive the same configurations as conventional space elements which can change lengthwise. frames with less material. For the short term this only compensates the investments when it is applied on extraordinary buildings like pavilions. However, the implications for the long term are an unknown factor and dependent of further research, also on claddings, and economics. Student: P.A. van de Rotten Committee: Prof.ir. L.A.G. Wagemans, prof.dr.ir. A.C.J.M. Eekhout, ir. J.L. Coenders Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2783990. Juni-2006.indd 33 04-07-2006 21:02:46 34 Juni-2006.indd 34 0606 04-07-2006 21:02:47 35 0606 Samenvattingen Civiele Techniek Hydraulic Engineering Juni-2006.indd 35 04-07-2006 21:02:47 36 Civiele Techniek: Hydraulic Engineering 0606 Smoothed Particle Hydrodynamics In this graduation project the Smoothed Particle A 2D version of SPH is programmed and used in Hydrodynamics (SPH) method is explained several simulations from the hydraulic engineering and demonstrated for some simulations in the practice. Some viscosity benchmark problems application field of hydraulic engineering. SPH is a showed that the artificial viscosity approach indeed Lagrangian particle method which uses a smoothing works like a viscous stress term. Furthermore SPH is function to find spatial dependencies between used to simulate some problems with a free surface. particles. The particles carry all the quantities These include: and no grid is needed. Because the particles can • Breaking dam move themselves the total material derivative of • Bore at a wall quantities can be used, this avoids problems with • Standing wave in a closed basin advective transport. SPH can be used to solve the • Spilling and plunging waves on a beach non-hydrostatic Navier-Stokes equations to model • Flow over a sharp weir water motion. The fluid in SPH is made slightly In these simulations SPH gave realistic results. compressible (density variations maximal 1 %) to get a time derivative of the density and calculate the pressure explicitly from the density. The fluid is not approximated as incompressible because an implicit Poisson equation for the pressure needs to be solved then, which is cumbersome to do in a particle method. Viscous stress terms are simulated he simulations in this thesis show that SPH can with an artificial viscosity. The artificial viscosity is be used in many different situations in hydraulic also needed for numerical stability. The free surface engineering. Especially in problems with large in SPH simply is the transition between an area pressure gradients, fast varying water levels and with particles and an area without. Fast varying or intersecting free surfaces the advantages of SPH intersecting surfaces like in overtopping waves are show to full extend. Unfortunately a small time no problem to model. Boundaries are modeled with step is needed for stability, together with many boundary particles with a repulsive force for all fluid particles needed for enough resolution, this leads particles coming close. Ghost fluid particles are to considerable calculation times. The application created outside of a boundary to prevent artificial of SPH is therefore restricted to local and short boundary effects. phenomena. SPH can be used in situations where many other methods fail, for instance wave overtopping can be simulated in great detail. Although SPH is a relatively new technique in the field of hydraulic engineering, its future looks promising. Student: L. de Wit Committee: prof.dr.ir. G.S. Stelling, prof.dr.ir. A.W. Heemink, dr.ir. M. Zijlema, ir. R.J. Labeur Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2781953 Juni-2006.indd 36 04-07-2006 21:02:47 Civiele Techniek: Hydraulic Engineering 0606 37 Feasibility of IGW technology in offloading hoses Since the late 1950’s offloading hoses are used for the offloading of crude oil in the offshore industry. The main problem with the current offloading hoses is the limited flexibility and the low resistance against fatigue which results in a short lifetime (1 to 12 years). A composite technology called Integral Geodesic Winding (IGW) has been developed at Delft University of Technology which concerns a new type of composing artificial fibres and rubbers. This results in a tubular structure which resists high pressures and is flexible and lightweight. The main topic of this research is whether or not the use of IGW in offloading hoses is feasible, because the technology shows potential for implementation due to the expectation that IGW leads to higher flexibility and a longer lifetime. An important part of the research is to find the influence of the varying diameter that is inherent to the technology on the loss of pressure in the hose. Finally the feasibility is determined by the advantages and disadvantages it offers for two different types of players in the industry: the hose manufacturer and the system engineer / end user who respectively design and use the offloading facility. Student: S.M. Nooij Committee: Prof.dr.ir. G.S. Stelling, prof.ir. J. Meek, drs. R. Booij, dr.ir. J.H. Westhuis Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2783345 Juni-2006.indd 37 04-07-2006 21:02:48 38 Civiele Techniek: Hydraulic Engineering 0606 “3D numerical simulation of a harbour flow, applied to Waalhaven, Port of Rotterdam”. The Port of Rotterdam has requested to investigate and the mixing layer are both important exchange siltation problems and the silt trap in the Waalhaven mechanisms. Sediment and density flows need to be (figure 1). There has been started with the investigated, they can be of major influence. This simulation of the flow in a small scale model harbour can only be simulated by a three-dimensional model. (figure 2) to investigate the flow features and the way they can be modelled. Measurement data of this model harbour have been used for calibration. The value of the chosen horizontal eddy viscosity is of major influence on the resulting flow pattern. The application of two vertical grid-models, the σ-model and the Z-model, has been compared. Harbours with entrance angles of 90 and 45 degrees have been modelled. For the ‘slanting’ harbour two methods for the calculation of the flow Conclusions which can be drawn from this along staircase boundaries have been compared. investigation are that the application of ‘Cut Cells’ With the ‘Cut Cells’ method the control volume or preferably ‘45 degrees closed boundary method’ of the cell is truncated and the velocity is only shows a large improvement on the flow along calculated for the two non-boundary sides of the staircase boundaries. The choice for a vertical Z grid cells. For the ‘45 degrees closed boundary’ or σ-grid model does not influence the result a method the advection terms are corrected as well. lot. It is possible to model the flow at the surface This method can only be applied to 45 degrees of the Waalhaven with DELFT3D (figure 3). It is boundaries with Z-model grids. This method shows questionable if the flow along the bottom, which the largest improvement of the flow along the is important for modelling sediment flows, can be boundary. modelled representatively, because the boundary conditions are dominant. In a sequence to this The Cut Cells method only shows a small investigation the major issues will be the gathering improvement compared to not applying any method. of data for the calibration of the Waalhaven model Both methods are also applied at a 1:1 scale model and to find out the dominant exchange mechanism. for the same harbour geometries and for a 71 Findings and results will be presented in dutch degrees ‘slanting’ boundary. The application of the during this master thesis presentation. ‘Cut Cells’ method shows a larger improvement than at scale 1:200, especially for the 71 degrees slanting harbour. With this knowledge a model has been made for the Waalhaven. Due to the lack of necessary data the model has also been calibrated with help of the scale models. This qualitative Waalhaven model shows that tidal filling Student: Committee: H.H. Schonewille prof.dr.ir. G.S. Stelling, dr.ir. J.C. Winterwerp, ir. J.A.T.M. van Kester (WL|DelftHydraulics), ir. T. Vellinga, ir. M.A.J. de Nijs Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2781953 Juni-2006.indd 38 04-07-2006 21:02:49 Civiele Techniek: Hydraulic Engineering 0606 39 Estimating Freak Wave Occurrence Probability in the Agulhas Current Strong ocean currents, such as the Agulhas Based on these results, a freak wave forecasting current, have been related to the occurrence of system as operated at ECMWF, would therefore freak waves for quite some time, as many ships locally underestimate or overestimate the encounter high waves in these areas. Non-linear occurrence probability when strong ocean counter- self-focusing (or modulation instability) of wave currents are not taken into account. groups has been suggested as the cause of these events. This process can be described by the nonlinear Schrödinger equation, and numerical results, supported by laboratory observations, confirm that waves can be generated with this equation that may be described as freak waves: a single wave as part of a monochromatic wave train growing rapidly, while extracting energy from the surrounding waves. The occurrence probability of such a wave can be expressed in terms of the Benjamin Feir Index (BFI), the ratio of steepness and spectral bandwidth of the wave spectrum. This index can be estimated from wave fields that are predicted with (linear) spectral wave models from predicted wind field. In the present study, the effect of large-scale ocean currents on the evolution of the BFI in such a model (SWAN) is investigated. The SWAN calculations show that the evolution of both steepness and spectral bandwidth of incoming waves is affected by the current field (by energy bunching, current-induced refraction and frequency-shifting), with the results depending on the wind conditions. The combination of the increased steepness and local decrease of spectral bandwidth induces a considerably increase of the BFI (compared to a situation without an ambient current), at locations with strong counter currents and at locations with high velocity gradients. In storm conditions in the Agulhas current, the increase of the “freak wave” probability (a wave height exceeding 2 times the significant wave height of the local wave field), can be one order of magnitude compared to the occurrence probability of Rayleigh distributed linear waves. Student: A.J. Lansen Committee: Prof.dr.ir. G.S. Stelling e.a. Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2783345 Juni-2006.indd 39 04-07-2006 21:02:50 40 Civiele Techniek: Hydraulic Engineering 0606 Influence of a secondary channel on bed morphology and sediment distribution at a river bifurcation For the river forelands “Huissensche Waarden”, waterlevels, is behaving in a comparable way, situated at the south of Arnhem, a project with the risk of causing instability problems near is started with an aim for riverbroadening, (groyne) structures. nature development, recreation and ecological improvement. The most important part of this There will be measured less transport at the project consists of a secondary channel, a river beginning of both branches (Nederrijn & IJssel), bypass alongside the summerbed. Besides because of the decrease in flow velocities. The river advantages like the decrease of the waterlevel tries to recover the sediment transport capacity in case of extremely high water situations, the of the branch and will erode. The mentioned construction of such a secondary channel has also sedimentation and this erosion are temporary some negative consequences. effects: after many years a new bed level equilibrium is reached. In this thesis, the main subjects of research are the resulting morphology changes in the summerbed Variation of the distance between the IJsselkop as well as the distribution of water and sediment at and the channel outflow point and the variation a bifurcation point (IJsselkop), which is situated in of the channel outflow angle do not have a large the area. Two complementary studies are added: impact on the distribution of water and sediment at the influence of variation in the distance between the IJsselkop, even if very wide angles and a large the bifurcation point and channel outflow point secondary channel discharge are chosen. and the influence of variation in channel outflow angle on the water- and sediment distribution at the IJsselkop. The research is executed by using Delft3D, a numerical software package in which flow and bed morphology can be modelled, using a home-made orthogonal grid. An inflow distribution is made from a flow data range of 25 years and geographical terrain information is added to the grid. All model computations are made by using an approximation of the shallow water equations and a sediment transport formula. Construction of a secondary channel in the river forelands will lead to sedimentation in the summerbed alongside it, because of the decreasing flow velocities. The largest volumes of sedimentation will appear in front of the channel inlets during high waterlevels. In spite of their downstream transport and diffusion, they will cause navigability problems. The erosion, which is visible in front of the channel outlet during high Student: J.J. de Nooijer Begeleiders: prof.dr.ir. H.J. De Vriend, dr.ir. C.J. Sloff, ir. H. Havinga, ir. H. Talstra Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2783345 Juni-2006.indd 40 04-07-2006 21:02:50 Civiele Techniek: Hydraulic Engineering 0606 41 Smart Nourishment of the Frisian Inlet Morphodynamic analysis of an innovative way of nourishing The integrity of the Dutch Wadden Sea is redistributed over the ebbtidal delta. threatened by the effects of sea level rise and The current study is an interesting first step in the subsidence due to gas extraction leading to sand investigation of this new type of nourishment only. deficits in the tidal basins. An innovative idea to To develop increased insight it is recommended to mitigate these effects by nourishing the ebbtidal (1) model longer time spans (5 to 10 years) and (2) deltas, thereby promoting sedimentation of the tidal investigate the behaviour of smart nourishments basin, has been put forward in recent years. This with a larger volume. Furthermore our knowledge thesis studies the morphodynamic behaviour of on modeling complex coastal inlets in a realistic these so called smart nourishments for the ebbtidal manner for a longer term needs to be improved. delta of the Frisian Inlet. To investigate if nourishing the ebbtidal delta leads to sedimentation in the basin the following questions are addressed: • How do the hydrodynamic forcings influence the morphological behaviour of the nourished sand, and how do the morphodynamics of the nourished ebbtidal delta and the tidal basin interact? • Where should a smart nourishment be placed in such a way that natural processes redistribute the sand relatively quickly to the benefit of the basin? A model of the Frisian Inlet has been set up in the process based modeling environment of Delft3D. Three situations are studied: (1) a “fixed bottom” with the hydrodynamic forcing of the tide, (2) a “fully” morphological situation with the hydrodynamic forcing of the tide and (3) a “fully” morphological situation with the forcing of tides and waves. For these situations the morphological evolution of seven smart nourishment alternatives is investigated. For a fast redistribution of nourished sand it is advised to nourish the channels. This results in a near immediate effect during flood (import of sediment with flood flows). Exported sediments may be imported in a later stadium when they are brought back into the sediment transport paths (e.g. by wave action). The nourishment alternatives on the ebbtidal delta depend on wave action. Sediment first needs to be stirred up by wave action before it is transported by tidal flows and Student: T.M. Kluyver Committee: Prof.dr.ir. M.J.F. Stive, dr.ir. Z.B. Wang, dr.ir. M van Koningsveld, ir. E.P.L. Elias, ir. G.J. de Boer Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2783345 Juni-2006.indd 41 04-07-2006 21:02:51 42 Civiele Techniek: Hydraulic Engineering 0606 Sand Balance “Loswal Noord” - The Net Contribution of “Loswal Noord” to the Sand Budget of the Dutch Coastal Foundation The port and waterways of Rotterdam need combination of waves and currents) in a direction constant dredging to maintain a nautical depth. South and North alongshore. From this is concluded The spoil from these dredging works was dumped 40 % of the sand emission from LN is transported from 1964 till 1996 on “Loswal Noord” (LN), a South and 60 % North alongshore. 40 % of the dumpsite North of the “Maasgeul”. LN is located in total sand amount of LN determined in 1996 will be the dedicated so-called “Dutch Coastal Foundation” lost for the DCF and equals 56,1 MTDS. Analyzing (DCF), which by definition stretches from dunes till the mass balance of LN leads to the prediction -20 m NAP. The sand budget of this DCF needs to that it will take more than 100 years before LN is be maintained to provide the Dutch coastal defence completely eroded. By then the total contribution with sufficient sand. The objective of this thesis is of LN to the sand budget of the DCF will be 132,4 - to investigate the net contribution of LN to the sand 56,1 = 76,3 MTDS or 47,7 Mm3 sand in-situ. budget of the DCF. The results of this investigation should be Sand emission from LN which is transported interpreted with a certain degree of uncertainty. southwards is assumed to be deposited in the port Geological surveys with representative drillings can and waterways of Rotterdam. Sand emission from determine the actual amount of sand of LN more LN transported northwards remains in the DCF, accurately. The distribution of the sand emission as no net transport cross -20 m NAP is assumed. from LN should be further investigated with a The sand part of the dumped spoil is from 1964 till morphological model. 1996 captured in the DCF. However since 1996 the spoil from the port and waterways of Rotterdam It is recommended to create a wide basis of is dumped offshore the DCF. Hence sand emission consensus for the net contribution of dumping spoil from LN southwards after 1996 is lost for the sand to the sand budget of the DCF. Further research budget of the DCF. on the distribution of artificial sand piles within the DCF is recommended to analyze the contribution to Sand from capital dredging, dredging works offshore coastal defence on short to long term. With these -20 m NAP and from river discharge can have a net recommendations the dumping policy for assigning contribution to the sand budget of the DCF. In 1996 optimal dump locations should be reviewed. the net contribution of LN to the DCF was 132,4 Million Tons Dry Solids (MTDS) or 82,8 Million m3 (Mm3) sand in-situ. The total amount of sand of LN is determined with soundings and geological surveys and is in 1996 140,3 MTDS. A part of this will be transported southwards in time. This part is determined by the asymmetry in sand transport from LN in a direction South and North alongshore. The asymmetry is sand transport from LN is determined by analyzing the probability of exceeding a certain value of seabed shear stress (by Student: M.J. Slee Committee: Prof dr ir M.J.F. Stive, ir G.J. de Boer, ir J.G. de Ronde, ir G. Nederbragt Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2783345 Juni-2006.indd 42 04-07-2006 21:02:52 43 Civiele Techniek: Hydraulic Engineering 0606 Geomatrically open filters in breakwaters A breakwater with a sand core and an unstable During these seven tests, the profile of the core geometrically open filter can be a more economical was measured and visual observations have been solution than a ‘conventional’ breakwater with made. Based on the visual observations the erosion a rock core. Also more flexibility is obtained in process was described. The transport of core designing a breakwater when it is possible to design material was governed by sheet flow transport a breakwater with an unstable geometrically open and suspension transport. With a thick filter filter. For such a breakwater, insufficient knowledge layer and a small grain size the core material was is available to design geometrically open granular mainly transported by sheet flow transport. With filter constructions, which allows an acceptable and a decreasing thickness of the filter layer and an a predictable loss of core material under certain increasing grain size of the filter layer, the transport conditions. At this moment no proper design tool is of core material was increasing and the transport available to design a geometrically open filter for a was shifting from sheet flow transport to suspension breakwater with a sand core. transport. During the tests, a profile develops which resembles a bar profile of a sandy beach. The The Master thesis has two objectives. The first profile of the core was measured by making every objective is to get an insight in the transportation 300 waves a photo through the wall of the flume. of sandy material out the core into a very open These photos were interpreted with the computer granular filter under influence of wave load. in order to measure the profile of the core. The The second objective is to obtain a relation ship amount of erosion was dependent of the grain size between; transport rate of material, initiation of and the filter thickness. An important parameter transport, grain diameter base material, grain is the dimensionless parameter m (m = the filter diameter filter material, thickness of filter layer and thickness divided by the grain size of the filter the hydraulic load. In order to reach the objective, material (df/Df50)). more insight is necessary in the transport process inside the filter layer and at the interface of core and filter. To obtain that, some model tests have been conducted. These model tests have been executed in a wave flume. Nine process based model tests have been performed with regular waves with a height of 10 cm and a period of 1.2 s. The first two experiments were used to tune the test setup. The other seven experiments had different thickness of the filter layer (df) and different grain size (Df50) of the filter material. Due to limitations in time and availability of the facilities other parameters then the df and Df50 such as the wave height and the slope steepness have been kept constant at a value which is typical for breakwaters or wind waves. Student: E.F. Uelman Committee: Prof.dr.ir. M. Stive, E.F. Uelman, dr.ir. H.L. Fontijn, ir. H.J. Verhagen, ir. G. Smith Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2783345 Juni-2006.indd 43 04-07-2006 21:02:53 44 Civiele Techniek: Hydraulic Engineering 0606 Vetiver grass as bank protection against vessel-induced loads In many parts of the world, bank erosion in rivers, relevant soil parameters related to mass failure. An canals and other waterways is a major concern increase in the factor of safety of approx. 20% was for engineering as well as environmental reasons. found, although the result was not significant. Hundreds of hectares of land on riverbanks have The influence of Vetiver grass on so-called “small been lost annually and thousands of kilometers of scale mass failure” (pushing off of material and dykes are threatened by wave erosion caused by shallow seated failure planes) was tested using motorized boats in for example the Mekong Delta, a physical model test. The drawdown caused by Vietnam. passing ships was modeled a large number of times in succession by a wave flume at the Laboratory In a number of tropical countries Vetiver of Fluid Mechanics. The amount of erosion of a grass (Vetiveria zizanioides) is a well-known representation of a bank (with and without Vetiver bioengineering species for decennia now. Recently, grass) was determined and compared. The presence some exploratory tests have been executed to see of Vetiver grass on a cohesive soil resulted in a if Vetiver grass is suitable as erosion protection. reduction of the amount of erosion by 8-10 times on There is, however, still a lack of both qualitative and cohesive soil. quantitative knowledge on the protection of banks by Vetiver grass. This M.Sc. thesis study consisted of a theoretical investigation of all possible influences of Vetiver grass on bank erosion, which resulted in a couple of aspects to be investigated by experiments. The following experiments were carried out: The influence of phreatic level and soil type on the growth rate of Vetiver grass was investigated by an experiment carried out in the Botanical Garden. Significant differences were observed on the influence of soil type and phreatic level on the growth rate of Vetiver grass. Laboratory tests were executed in order to examine the influence of Vetiver grass roots on some Student: D.J. Jaspers Focks Committee: Prof.dr.ir. M.J.F. Stive, ir. H.J. Verhagen, dr.ir. H.L. Fontijn, drs. W.N.J. Ursem Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2783345 Juni-2006.indd 44 04-07-2006 21:02:54 45 Civiele Techniek: Hydraulic Engineering 0606 Design of granular near-bed structures in waves and currents This MSc project studies the design of near- is that the rock transport formula of Paintal (1967) bed structures, more specifically horizontal bed can also be used in the combination of waves protections and offshore pipeline covers. The and a current, provided that the resulting bed present design methods are all based on the shear stress is calculated with the wave-current approach developed by Shields (1936), which is strictly speaking not applicable in non-uniform interaction model by Fredsøe (1984) • For pipeline covers an alternative design approach flow (such as flow around a structure, offshore must be followed, in which the damage to the conditions with a combination of waves and structure is expressed as a dimensionless erosion currents, and increased turbulence rates). Also, area and directly linked to the hydraulic boundary the Shields approach results in a ‘critical stability’ conditions. Several design formulas of this type design philosophy in which no movement of the have been put forward in literature, but there is stones is allowed; it does not allow for other, more little consensus on which (structural and hydraulic) flexible ‘damage-based’ design approaches in which parameters must be included in such a formula some movement of the stones is accepted. Many and the overall goodness-of-fit of these formulas suggestions to overcome these issues have been put on a dataset of scale model tests is low. In this forward in literature, especially in the last decade MSc project the individual (sometimes conflicting) or so. This MSc project reviews a selection of these elements of these formulas are all tested against suggestions and analyses the most promising among the dataset using a regression analysis; eventually them against a dataset of scale model tests. a new design formula is presented that shows less scatter. Also, some practical recommendations on The main results from this research are summarised how to interpret the resulting damage parameter (S-value) are given. as follows: • The critical stability approach (Shields approach) • The damage to horizontal bed protections is likely is also studied for a combination of waves and to be related to the transport of the stones that a current. It follows that the wave-current make up the protection; this transport is caused interaction model by Bijker (1969), already by the current and enhanced by the presence commonly used in engineering practice, can best of the waves. Unfortunately nearly all existing be used in this case in combination with a critical (morphological) transport formulas have been Shields parameter Ψcr = 0.030. developed to predict transport rates of sand, not stones. The transport of stones is essentially different: occasional rolling or sliding along the bed as opposed to bulk transport in suspension. In addition, these formulas use the bed shear stress as the governing parameter, so in order to make them work for a combination of waves and a current the combined bed shear stress must be calculated. This is not straightforward as the current and the waves influence each other in a nonlinear way; various wave-current interaction models to account for this interaction have been put forward in literature. This thesis investigates some of these. The main conclusion Student: J.P. van den Bos Committee: Prof.dr.ir. M.J.F. Stive e.a. Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2783345 Juni-2006.indd 45 04-07-2006 21:02:54 46 Civiele Techniek: Hydraulic Engineering 0606 Run-up Reduction through Vetiver grass Vetiver grass is used in tropical regions to stabilize Tests are conducted on small-scale. Vetiver grass soil structures and arable land. Because of its stiff hedges is modelled as vertical plates with vertical stems and firm roots, flow velocities are reduced slits. The blocking factor is determined by use of and the soil retained. The application of Vetiver the relationship between the water depth and the grass on the outer slope of a dike is investigated specific discharge of a Vetiver hedge. A blocking in this report. The objective is to determine the factor of 75% corresponds with a Vetiver hedge. effect of Vetiver grass hedges on the run-up. Also Different plates with different slit widths are used to the effect of different planting configurations on the determine the effect of the width of the slits on the run-up has to be discussed. results. Different research shows that the layer thicknesses The measures in the tests are chosen so that the and velocities on a location on the outer slope dependency of the results on the openings are is depend on the maximum run-up height and the negligible. For tests it can be derived from theory height of the location. The overtopping volumes that the relative reduction of the run-up height only over a dike depend mainly on the fictitious run-up depends on the blocking factor. The theory that the height and the crest height. reduction of the run-up for the tests is independent of the run-up height could not be rejected. The A dense hedge of Vetiver grass is able to pond results of the tests show a constant reduction of water. A relationship can be found between the the overtopping volumes. The breaker parameter is water depth behind the hedge and the specific important for the reduction of the run-up height. It discharge through the hedge. About the failure is assumed that the different amount of turbulence of Vetiver grass hedges little is known, however in the run-up tip with different breaker parameter, research shows that a Vetiver grass hedge is able to causes the dependency of run-up height on the pond water up to 40 cm. breaker parameter. With a blocking factor of 75% a reduction of the run-up volume of more than 55% is measured. A blocking factor of 60% causes a reduction of the volume of 40%. The flow through the openings in the tests is drag dominant. For larger run-up the flow remains drag dominant. Thus modeling a Vetiver hedge by a plate with larger openings is allowed. An example with the use of Vetiver grass on a dike in Vietnam is worked out. This example shows that with the use of two Vetiver grass hedges on a dike a reduction of 90 cm of the crest height is feasible. This corresponds with a reduction of 20% of the costs and material use in this example. Student: A. Algera Committee: Prof.dr.ir. M.J.F. Stive, ir. H.J. Verhagen, dr.ir. H.L. Fontijn, drs.ing. W.N.J. Ursem Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2783345 Juni-2006.indd 46 04-07-2006 21:02:55 47 Civiele Techniek: Hydraulic Engineering 0606 Equilibrium and stability of a double inlet system Coastal features that are much seen over the world In determining the equilibrium values and stability are barrier island coasts like the Wadden coast of of cross-sectional areas use is made of flow The Netherlands, Germany and Denmark. These diagrams. With the help of these flow diagrams coasts constitute of barrier islands separated by for two situations the stability conditions are tidal inlets with at the landward side a tidal basin. determined: Characteristic for the Wadden Sea is that the tidal basins of each system are not completely separated, but are divided by a topographic high which allows some exchange of water between the basins. As 1. A double inlet system where the basins fluctuate uniformly 2. A double inlet system with partition and opening a result the tidal basins and the tidal inlets that simulating a separately fluctuating water level connect the basins to the North Sea will interact. between the basins To verify whether the model presented in this study generates plausible results an application to the Texel and Vlie basins in the western Wadden Sea is carried out. People who are interested are invited to come and listen to my Thesis Presentation The focus in this thesis is mainly on the effect of this interaction on the cross-sectional equilibrium and stability of the tidal inlets that are part of a double inlet system in order to develop rational management plans for this kind of systems. Student: R.L. Brouwer Committee: Prof.dr.ir. M.J.F. Stive, prof.dr.ir. J. van de Kreeke, ir. T.J. Zitman, dr. H.M. Schuttelaars, dr.ir. Z.B. Wang Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2783345 Juni-2006.indd 47 04-07-2006 21:02:56 48 Civiele Techniek: Hydraulic Engineering 0606 Siltation of Incheon Terminal basin and the Approach Channel Seoul Metropolitan Area is the heart of the fast tidal filling. This mechanism includes two processes. growing South Korean economy. The tidal filling via the Approach Channel into Nowadays, Incheon Port is the only harbour for Incheon Terminal basin and tidal filling via the inter- this area and is expanding very fast. The present tidal area in front of Incheon Terminal basin. The harbour capacity already causes delays for ships latter is involved with the sediment influx in Incheon that have to wait for berthing. Terminal basin caused by the flood current across Subsequently, all the goods must be transported the inter-tidal area. from Incheon Port to their final destination. This causes large congestion problems on the roads from For this study use is made of the one-dimensional Incheon Port to Seoul. To solve these problems network model ‘SOBEK River & Estuary’ (SOBEK the Korean government decided to investigate the RE). The model SOBEK RE provides insight in feasibility of an inland waterway to Seoul. the mechanisms that are caused by tidal filling. Although SOBEK RE is suitable to simulate the tidal On August 28th 2004 a contract was signed for the wave, the capabilities of SOBEK RE with respect to feasibility study and master plan of the “Kyung-In predicting siltation rates in Incheon Terminal basin Canal project” between the Korean Water Resources are questionable. Therefore the suitability of SOBEK Cooperation (KOWACO) and the consortium DHV RE to improve the understanding of siltation in Environment and Transportation and SAMAN Incheon Terminal basin caused by tidal filling is part Engineering Consultants Co. The project consists of: of this study. 1. The Kyung-In Canal connecting the sea with the Han River; 2. Two terminal areas, named Incheon Terminal and Seoul Terminal, at both ends of the canal; 3. The dredging of an Approach Channel. This study focuses on the siltation of Incheon Terminal basin and the Approach Channel. The annual siltation is an important factor in the economical feasibility of the project. To guarantee sufficient water depth for vessels entering Incheon Terminal maintenance dredging or other measures are required. These measures are money consuming and may form an obstacle for navigation. The siltation of Incheon Terminal basin depends on the amount water that enters the harbour basin per tidal cycle and the sediment content of the water. This sediment influx in Incheon Terminal basin is governed by three mechanisms: tidal prism, horizontal eddies in the harbour entrance and density currents. Given a tidal range in Kyunggi Bay that is reaching up to 9 metres in the Project Area, the study mainly focuses on the siltation caused by Student: J.J.M. van der Lans Committee: Prof.dr.ir. M.J.F. Stive e.a. Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2783345 Juni-2006.indd 48 04-07-2006 21:02:57 49 Civiele Techniek: Hydraulic Engineering 0606 Uncertainty in the application of Bay Shape Equations From the several existing empirical equations that variation in the position of the SEP occurs. This describe the planform of a bay, the Parabolic Bay in turn means that the PBSE is a robust method Shape Equation (PBSE) is the only one that explicitly provided the user sees the result of his/her choices assesses an equilibrium bay shape. Research has in placement of the control points. been performed on the uncertainties regarding the static equilibrium planform (SEP) plotted by After quantifying the uncertainty when applying this equation but results have been of qualitative the PBSE to a stable bay an unstable situation nature. By means of an expert elicitation an attempt was analyzed. For this case the bay of Imbituba in was made to quantify this uncertainty by applying southern Brazil was chosen. The construction of a the PBSE on two existing bays in southern Brazil: breakwater to shelter the port of Imbituba in the Taquaras/Taquarinhas and Bay of Imbituba. The south of the bay was accompanied by an increase elicitation was held under experts in the field of in sedimentation of the port. Superimposed plots of coastal/hydraulic engineering and the software the coastline of the bay of Imbituba from different program MEPBAY, was used to translate the position years confirm a general trend of accretion of the of the control points into the SEP’s corresponding to southern part of the bay accompanied with a the bay. The distribution of the location of the SEP retreat of the coastline in the northern part. After along certain profiles of the bay was determined. the application of the PBSE it was clear that the The overall bias of the location of the SEP calculated breakwater caused a change in the equilibrium over the four profiles in the case of Taquaras/ state of the bay. Between 1947 and 2001 the Bay of Taquarinhas Bay is in the order of 40m (landward) Imbituba has changed from a dynamic equilibrium and the average bandwidth is 116 m. The bandwidth to a close to static equilibrium in the northern part and standard deviation of the SEP increase when of the bay and an unstable equilibrium status in the moving alongshore toward the curved section of the southern part. The tendency of the sedimentation bay, meaning that the uncertainty in the application of the southern part of the bay can be explained by of the PBSE is dependent on the particular point looking at the SEP belonging to the new up coast of interest along the bay. From the elicitation was diffraction point (tip of the breakwater): also observed that when volunteers are directly The seaward position of the SEP predicts a need for confronted with the result of the placement of sediment in order to achieve a stable planform. the control points (a plotted SEP) a much smaller Student: R.F. Lausman Committee: Prof.dr.ir. M.J.F. Stive , ir. H.J. Verhagen, dr.ir. P.H.A.J.M. van Gelder, dr. J.E.A.Storms, dr. A.H.F. Klein Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2783345 Juni-2006.indd 49 04-07-2006 21:02:58 50 Civiele Techniek: Hydraulic Engineering 0606 Verbetering Zeetoegang IJmuiden: Systeem met keersluis, open tijdens laagwater Er zijn problemen met de bereikbaarheid van de Midden- en Zuidersluis komen daarom in aanmer- zeetoegang in de IJmond (capaciteits-, breedte- en king voor sloop. De keersluis kan het beste ter kwetsbaarheidproblemen). De zeetoegang bestaat hoogte van de Middensluis geplaatst worden (dit uit een spuisluis en vier schutsluizen (Noorder-, is nautisch gezien de beste optie). De Middensluis Midden-, Kleine en Zuidersluis). Deze samenvat- dient dan te worden verwijderd. ting gaat over een onderzoek naar de haalbaarheid Als afsluitmiddel is gekozen voor de Thames- van een systeem met een keersluis als oplossing. Barrierdeur. Van de alternatieven geeft dit afsluit- De keersluis zal gedurende een percentage van de middel de minste onzekerheden bij toepassing met getijperiode open staan. Hierdoor zal, gedurende de vereiste hoogte (22,5 m) en het te keren verval dat percentage van de tijd, vrije doorvaart mogelijk (5 m). zijn voor de scheepvaart. Voor het overige percen- De gekozen uitvoeringsmethode is die, waarbij de tage kunnen de schepen gebruik maken van de pijlers in bouwkuipen gebouwd, en de drempels schutsluizen. afgezonken worden. Met berekeningen is aangetoond, dat deze methode technisch haalbaar is. De verwachtte knelpunten in de haalbaarheid zijn Vanwege de noodzakelijkheid van trekpalen in de geweest: bouwkuipen zal voor het afdragen van de belastin- • Inpassing van de keersluis in het sluizencomplex gen op de pijlers gebruik worden gemaakt van een • De keuze van het afsluitmiddel van de keersluis paalfundering. Ook deze paalfundering is technisch • De uitvoeringsmethode van de bouw van de keer- haalbaar bevonden. sluis • De fundering van de keersluis De knelpunten zijn geen probleem gebleken voor de haalbaarheid. Daarom kan geconcludeerd worden, Het systeem met een keersluis bestaat uit de keer- dat het mogelijk is om de bereikbaarheid van de sluis zelf en het gedeelte van het Noordzeekanaal zeetoegang in de IJmond te vergroten door het dat wordt bereikt door het getij. Vier varianten aanleggen van een systeem met keersluis. Er moet van zo’n systeem zijn onderzocht met hydraulische nog wel onderzoek gedaan worden naar bijvoor- berekeningen. Er is een dam nodig gebleken bij beeld de economische haalbaarheid. Amsterdam (met gemaal en schutsluizen) om te voorkomen dat de fluctuatie van de waterstanden op het Amsterdam-Rijnkanaal te groot wordt. Een variant met een dam na de Mercuriushaven is het meest functioneel gebleken. Het percentage openingstijd van de keersluis is gemiddeld ca. 40% (bij de huidige toegelaten waterstand van NAP) of ca. 60% per etmaal (bij toegelaten waterstand van NAP+0.50 m, waarbij waarschijnlijk een verhoging van de waterkeringen nodig is). Het ruimtegebruik van de component keersluis is dermate groot, dat er een schutsluis gesloopt moet worden. De Noorder- en spuisluis worden nog gebruikt als de keersluis gesloten is. Alleen de Student: Begeleiders: N.L. van der Zwan Prof.drs.ir. J.K. Vrijling, ir.ing. K.G. Bezuyen, ir. R.J. Labeur, ir. W.F. Molenaar, dr.ir. A. Vrijburcht (RWS Bouwdienst) Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2783345 Juni-2006.indd 50 04-07-2006 21:02:59 51 Civiele Techniek: Hydraulic Engineering 0606 Stormvloedkering in de Westerschelde Na de stormvloed in 1953 heeft Nederland het De oplossing van de stormvloedkering is verder Deltaplan ontwikkeld waarbij bijna alle zee-armen uitgewerkt. Hierbij is met name ingegaan op de in het zuidwesten van Nederland zijn afgesloten. hoofdscheepvaartopening van de kering. In het plan Alleen de Westerschelde is nog helemaal open, met van het ingenieursbureau wordt voor de scheep- name omdat de scheepvaart van en naar Antwerpen vaartopeningen uitgegaan van rising sectordeuren hier van groot belang is. België heeft pas na de met een maximale overspan-ning van 100-150m stormvloed van 1976 het Sigmaplan opgesteld waar- voor de grote containerschepen. Dit soort sector- mee Vlaanderen beschermd moet worden tegen deuren zijn eerder toe-gepast in de Theems en overstromingen. Dit plan is echter nooit voltooid de Eems met een overspanning van ongeveer 60 en België loopt hierdoor ver achter op Nederland. meter. Voor het ontwerp van de stormvloedkering Ingenieursbureau Boorsma B.V. te Drachten heeft dat voor dit afstudeerproject is gemaakt wordt ook een oplossing voor dit probleem gepubliceerd waar- uitge-gaan van sectordeuren in de scheepvaart- bij wordt uitgegaan van een stormvloedkering in openingen en is een maximale overspanning van de Westerschelde. In dit afstudeerproject is nader 145m toegepast. Er is onderzocht in hoeverre deze onderzoek gedaan naar deze oplossing. sectordeuren geschikte afsluitmiddelen zijn voor de scheepvaartopeningen in de Westerschelde en wat Allereerst is de problematiek van de Westerschelde de gevolgen zijn van de schaalvergroting. beschreven en zijn er verschillende oplossingen bekeken. Deze oplossingen zijn met elkaar verge- Tijdens het onderzoek is onder andere gebleken leken en hieruit blijkt dat de stormvloedkering een dat het bestaande hoofddraagsysteem niet meer heel effectieve oplossing is waarbij de bestaande voldoet. Dit systeem bestaat uit plaatliggers van functies van de Westerschelde behouden kunnen verschillende hoogtes welke in de lengterichting blijven en het achterland goed tegen stormvloeden van de deur lopen. Er is een alternatief bedacht kan worden beschermd. waarbij het hoofddraag-systeem bestaat uit een stijve kern in het midden van de deur. Dit ontwerp is gecontroleerd met behulp van het programma STAADpro © (zie figuur). Hieruit is gebleken dat het ontwerp beter voldoet dan het huidige draagsysteem, maar dat de schaalvergroting grote gevolgen heeft op de dimensies en het gewicht van de deur. Ook de vervormingen in het midden van de sectordeur kunnen groot worden en hiervoor zou moeten worden onderzocht of dit uiteindelijk tot schade kan leiden. Student: Begeleiders: J.M. van der Meer Prof.drs.ir. J.K. Vrijling, ir. W.F. Molenaar, dr.ing. A. Romeijn, ir. K. Boorsma (Ingenieursbureau Boorsma B.V.) Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2784587 Juni-2006.indd 51 04-07-2006 21:02:59 52 Civiele Techniek: Hydraulic Engineering 0606 Door grond horizontaal belaste palen In met name West-Nederland bestaat de ondiepe Horizontale grondverplaatsingen: ondergrond uit slappe klei- en veen-lagen. Indien Aan de hand van een praktijkmeting, de No-Recess verticale belastingen op het maaiveld worden proef, heeft een evaluatie van de rekenmethoden aangebracht ontstaan in weinig draagkrachtige plaats gevonden. De geometrie van de HW1 baan gronden naast verticale verplaatsingen ook hori- van de No-Recess proef ziet er axiaalsymmetrisch zontale grond-verplaatsingen. Bestaande en nieuwe uit waaruit geconcludeerd kan worden dat de situ- palen in de omgeving ondervinden hierdoor hori- atie absoluut niet Plane Strain gemodelleerd mag zontale belastingen waardoor buigende momenten worden en dat de methode IJsseldijk–Loof hier niet en dwarskrachten in palen ontstaan. Door deze geschikt voor is. In Plaxis 2D is gebruik gemaakt belastingen kunnen de palen ontoelaatbare scheur- van geavanceerde materiaal-modellen; Soft Soil (SS) vorming vertonen of bezwijken, hetgeen ongewenst en Hardening Soil (HS). De invoerparameters zijn is. De hoofddoelstelling van dit onderzoek is het aan de hand van samendrukkings- en triaxiaalproe- ontwikkelen van een zo eenvoudig mogelijke stan- ven bepaald. Het verloop van de horizontale grond- daard rekenmethodiek voor het berekenen van door verplaatsingen zowel bij SS- als HS-model komt over grond horizontaal belaste palen en het toetsen en het algemeen goed overeen met de metingen. Uit valideren daarvan aan de hand van praktijkmetin- deze validatie is geconcludeerd dat SS- en HS-model gen. In het kader van dit onderzoek zijn de metho- een realistisch beeld kunnen geven van de horizon- den die de horizontale grondverplaatsingen en de tale grondverplaatsingen mits de berekende zettin- grond-paal interactie bepalen geëvalueerd. gen gekalibreerd worden met de gemeten zettingen. Grond-paal interactie: Aan de hand van een eenvoudig fictief geval zijn de methoden met elkaar vergeleken. Als gevolg hiervan kunnen geen absolute uitspraken over de resultaten gedaan worden. Met behulp van een schema met de mogelijke modelcombinaties, zijn verschillende berekeningsvarianten doorgerekend. Begemann-DeLeeuw geeft over het algemeen grotere momenten en is sterk afhankelijk van de randvoorwaarden. MSheet Single Pile vertoont een grote spreiding die afhankelijk is van De horizontale grondvervormingen kunnen bepaald de gekozen invoerparameters. Plaxis 2D is geschikt worden aan de hand van de volgende methoden: alleen voor palen met een kleine h.o.h afstand. IJsseldijk-Loof tabellen en 2D EEM (Plaxis). De Plaxis 3D Foundation modellering is relatief eenvou- grond-paal interactie kan bepaald worden door dig en biedt veel mogelijkheden. Er wordt sterk middel van onderstaande methoden: Begemann- aanbevolen de grond-paal interactie ook aan de DeLeeuw, MSheet Single Pile, 2D EEM (Plaxis) en 3D hand van een praktijkmeting te valideren. EEM (Plaxis). Student: Begeleiders: I. Cherqaoui Prof.ir. A.F. van Tol, dr.ir.P.J. Visser, ing. H.J. Everts, ir. F.J.M. Hoefsloot(Fugro Geotechniek), ir. B.F.J. van Dijk (Geotechniek T&E Consult), dr.ir. R.B.J. Brinkgreve, (Geotechniek PLAXIS B.V) Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2785478 Juni-2006.indd 52 04-07-2006 21:03:00 Civiele Techniek: Hydraulic Engineering 0606 53 Capacity study for the port of Buenos Aires, Argentina Due to global growth of container transportation In the second stage four different Port the port of Buenos Aires handles more and more improvements are simulated. The improvements containers. Now in the year 2005 the throughput is consist of: almost at its highest levels and changes to the (wet) infrastructure are necessary in order to keep up 1. Dredging the access channels with the increase of the container throughput. 2. Introducing better handling equipment 3. Filling up a basin and constructing a new longer No reliable description exists of what the waterway capacity will be for the Port of Buenos Aires with respect to the future Port improvements. Based quay wall 4. Changing the navigational rules for passenger ships on present plans for development of the port, detailed analyses must be made of the congestion At last these four improvements were subjected of the port of Buenos Aires related to the expected to a Cost-Benefit analysis to find the return on increase of traffic. investment and to decide which one is the most beneficial for the port of Buenos Aires The main goal of this Thesis is to determine the capacity of the port of Buenos Aires, with the computer model Harboursim, in relation to future growth of ships and container throughput. The first stage the present traffic flow is simulated to get a base case. Six scenario’s with each a different future traffic growth were implemented in the model with the actual traffic Port configuration (2004). These simulations lead to the main conclusion that when traffic is increasing minor Port improvements are necessary to avoid unacceptable w aiting times. Student: R.M. Smits Committee: Prof.ir. H. Ligteringen, prof.ing. R.S. Escalante, ir. R. Groenveld, dr.ir. R. Verhaeghe Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2784587 Juni-2006.indd 53 04-07-2006 21:03:02 54 Civiele Techniek: Hydraulic Engineering 0606 Dynamic Response of a Transatlantic Tunnel to a Hypersonic Train A transatlantic tunnel from New York to London A critical train velocity of 18.9 ms-1 is found using has been designed in order to create a fast train a dispersion analysis. At this velocity, resonance connection between these two cities. The tunnel occurs and the vertical tunnel displacements grow floats at a depth of 300 m and is attached to the large. For lower velocities, the displacements are seabed by cables. The train will be magnetically localized close to the moving load and decrease levitated and travel in vacuum to minimize friction. exponentially from it. The maximum vertical displacement of 52 m is found at the train’s position The tunnel geometry is determined by balancing the for a train velocity of 10 ms-1. For supercritical horizontal and vertical forces acting on the tunnel: velocities, elastic waves in the tunnel shell will travel the drag force from ocean currents, buoyancy, away from the train. Behind the train, long waves gravity and the force from cables. The resulting with large amplitude can be found. In front of the structure is a steel tunnel with an inner diameter of train, short waves with small amplitude are present. 10 m and a wall thickness of 0.317 m. The Kevlar The maximum vertical displacement is 34 m for a cables (Ø 50 mm) are attached to the tunnel under train velocity of 50 ms-1 and can be found 6000 m a 22.5˚ angle with the vertical in sets of two. The behind the train. For a train velocity of 2200 ms-1, centre-to-centre distance between the cable sets the maximum displacement is 0.80 m. The maximum equals 500 m. Ocean current and a difference stresses caused by the dynamic response of the between gravity and buoyancy cause the tunnel to tunnel for a train traveling at 50 ms-1 are as small as bend 0.084 m upwards and 0.010 m horizontally 6 Nmm -2 and even lower for higher velocities. The between two cable sets. This bending combined calculated stresses and displacement do not raise with the hydrostatic pressure from the ocean yields major structural concerns. a maximum stress of 52 Nmm -2 in the tunnel shell. Based on the proposed tunnel geometry, a dynamic analysis is carried out to determine the tunnel’s steady-state dynamic response to a high velocity train. The tunnel is modeled as an elastic circular cylindrical shell. The water around the tunnel is accounted for by a velocity potential field to model fluid-tunnel interaction. The cables are modeled as two continuous springs along the tunnel. The train is represented as a moving and periodically varying distributed load. The obtained dynamic problem is solved in the frequency-wavenumber domain by applying Fourier transforms to the tunnel’s equations of motion. The results are transformed back into the time-space domain using a FORTRAN program to obtain the tunnel displacements. Student: Begeleiders: W. Verdouw Prof.ir. A.C.W.M. Vrouwenvelder, dr. A.V. Metrikine, dr.ir. W.S.J. Uijttewaal, ir. M. Shamalta Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2783332 Juni-2006.indd 54 04-07-2006 21:03:03 55 0606 Samenvattingen Civiele Techniek Watermanagement Juni-2006.indd 55 04-07-2006 21:03:04 56 Civiele Techniek: Watermanagement 0606 Studie naar de bandbreedte van een Q(h)-relatie bij de koppeling tussen SOBEK en SIMGRO SIMGRO is een simulatieprogramma dat voor het andere ingrepen plaatsvinden. Om dit te toetsen zal modelleren van watersysteem de hydrologische vervolgonderzoek nodig zijn. Er is de mogelijkheid processen mathematisch beschrijft (de bereke- om de rekenmethode van SIMGRO aan te passen. ningen worden uitgevoerd met vergelijkingen die Bij Q(h)-relatie is het debiet afhankelijk van de gebaseerd zijn op wat er in de grond plaatsvindt). waterhoogte in het bakje. In werkelijkheid zal de Voor het modelleren van de stroming van water benedenstroomse waterstand ook een rol spelen. wordt gebruik gemaakt van een vereenvoudiging Door deze benedenstroomse waterstand te verwer- gebaseerd op het bakjesmodel. Het oppervlaktewa- ken (Q(h,dh)-relatie) wordt verwacht een realisti- tersysteem wordt opgedeeld in bakjes en stroming scher resultaat te verkrijgen. Het veranderen van de tussen deze wordt berekend met een peil-afvoer- rekenmethode zal echter veel inspanning vereisen. relatie (Q(h)-relatie). SOBEK is een simulatieprogramma dat voor het modelleren van het oppervlaktewater gebruik maakt van de hydraulische formules. Met SOBEK worden de Q(h)-relaties afgeleiden en gebruikt voor de oppervlaktewaterafvoerberekening in SIMGRO. Bij de huidige koppeling worden na een ingreep in het watersysteem opnieuw de Q(h)-relaties met SOBEK afgeleid. Aangezien dit opnieuw afleiden van de Q(h)-relaties extra tijd kost is het nuttig te onderzoeken wat voor onnauwkeurigheid optreedt als niet opnieuw de Q(h)-relaties worden afgeleid. Om dit te onderzoeken zijn twee situaties gecreeerd: - Een ‘droge’ situatie zonder stuwen - Een ‘natte’ situatie met stuwen en een verhoogd streefpeil van 20 cm Met deze twee situaties kunnen twee ingrepen worden nagebootst. Een ingreep waar de stuwen worden geplaatst en een ingreep waar de stuwen worden verwijderd. De conclusie uit die deze experimenten kunnen worden getrokken is, dat afhankelijk van welk type ingreep en studie en gewenste nauwkeurigheid de Q(h)-relaties opnieuw afgeleid moeten worden. In een watersysteem zijn allerlei ingrepen mogelijk. In dit onderzoek is alleen het effect van ingrepen met een stuw onderzocht. In de discussie in het verslag is kort ingegaan wat er verwacht wordt indien Student: Begeleiders: J.C.S. Hornschuh prof.dr.ir. C. van den Akker, dr.ir. M.J.Baptist, drs. S.C. Kramer, ir. H.J. ten Dam (Royal Haskoning), dr.ir. W.J. Zaadnoordijk (Royal Haskoning) Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2787346 Juni-2006.indd 56 04-07-2006 21:03:04 57 Civiele Techniek: Watermanagement 0606 The influence of compartmentalisation on flooding in Central Holland Door recente ontwikkelingen, onder andere de De belangrijkste uitkomst is dat compartimente- overstromingsramp in New Orleans (USA), krijgt ring hydraulisch het meest effectief is als kleine de overstromingsproblematiek in Nederland bijzon- compartimenten (ca. 10 km2) aanwezig zijn nabij dere aandacht. De staatssecretaris van Verkeer de locatie waar de dijk doorbreekt. In dat geval en Waterstaat stimuleert een discussie over het stijgt het waterniveau in het compartiment zeer veiligheidsbeleid tegen overstromen en wil deze snel en neemt het waterstandsverschil tussen rivier kans aangrijpen om in 2008 dit beleid opnieuw vast en polder af. Dit heeft een remmende werking op te stellen. Daarbij is zowel ruimte voor maatrege- de instroom van nog meer overstromingswater. De len die de kans op een overstroming verkleinen als compartimenteringsdijken moeten wel sterk en hoog maatregelen die de gevolgen van een overstroming genoeg zijn om het water te weerstaan. Indien een beperken. klein compartiment wordt toegepast in dichtbevolkt gebied zijn er binnen het compartiment veel slacht- Compartimentering is een maatregel die de gevol- offers te verwachten, mensen die verrast worden gen van een overstroming tegengaat. Opdeling van door het snel stijgende water. Extra maatregelen het bedreigde gebied in meerdere kleine compar- zullen genomen moeten worden om dit te voorko- timenten kan voorkomen dat het hele gebied over- men, zoals zeer goede evacuatieplannen en –routes. stroomt bij een dijkdoorbraak. In dat geval blijft het overstroomde gebied beperkt tot één of enkele van De uitkomsten van het afstudeerwerk zijn te deze compartimenten. beschouwen als bouwstenen die beleidsmakers en ruimtelijk planologen kunnen gebruiken bij het De dijkringgebieden in Nederland zijn in feite ontwerpen van een ruimtelijke layout voor een compartimenten. Sommige van deze compartimen- polder die de gevolgen van een overstroming mini- ten zijn echter dusdanig groot dat het onwaar- maliseert. Hierbij moet men er wel op bedacht zijn schijnlijk lijkt dat het gehele dijkringgebied zal dat de locatie van een dijkdoorbraak meestal onbe- overstromen bij een dijkdoorbraak. Dijkringgebied kend zal zijn. De te ontwerpen ruimtelijke layout 14: Centraal Holland strekt zich bijvoorbeeld uit van (of compartimenteringsplan) zal dus zeer robuust Rotterdam en Den Haag tot Haarlem en Amsterdam. moeten zijn, zodat een positieve uitwerking op elke potentiële overstroming wordt behaald. Het afstudeeronderzoek heeft zich geconcentreerd op het hydraulisch effect van het opdelen van Centraal Holland in kleinere compartimenten. Hierbij is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van bestaande dijken en verhogingen in het landschap. Ook is er gekeken naar de effecten van andere ruimtelijke ingrepen, zoals sturing van het overstromingwater naar gebieden waar het water relatief weinig schade veroorzaakt. Dit is gedaan door het maken van een schematisatie in het hydrodynamisch model Sobekrural. De hydraulische uitkomsten zijn vervolgens gebruikt om schade en slachtoffers te voorspellen bij een overstroming. Student: Begeleiders: E.P. de Bruine Prof.dr.ir. H.H.G. Savenije (TUD), dr.ir. M.J. Baptist (TUD), ir. S.N. Jonkman (TUD), dr. A.W. Hesselink (RIZA-WRE). Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2785080 Juni-2006.indd 57 04-07-2006 21:03:05 58 Civiele Techniek: Watermanagement 0606 Suitability of natural tracers for determination of runoff generation A study in the Maisbich catchment (Luxembourg) Many hydrological models contain different modules calcium and potassium. For these chemicals a first to estimate storm flow and base flow, but calibration hydrograph separation has been conducted. The of these modules is often problematic. With tracer results of these first separations look promising and calculations it is possible to separate the total runoff provide a basis for further research. into different contributions, thus calibrate common hydrological models. A branch of the Maisbich in Luxemburg was chosen for research. This area is about 0.33 km2 large and mainly agricultural. Many sources are located and investigated. This resulted in an initial classification and conceptualization of three source water types, each linked to a different runoff mechanism and reservoir, namely subsurface water, groundwater and surface runoff. To verify this concept and to conduct a hydrograph separation with these water types, measurements were taken of discharge and several chemicals. Chemical measurements indeed seem to sustain the concept. Each source has been monitored for a number of chemicals. These chemicals are tested for their suitability in tracer calculations. This analysis led to two chemicals, which are suitable as a tracer: Student: Begeleiders: M. Jasperse Prof.dr.ir. H.H.G. Savenije, ir. W.M.J. Luxemburg, ing. A.D. Schuit, dr. L. Pfister (Centre Public de Recherche Gabriel Lipmann, Luxembourg), dipl.-Geol. H. Hofmann (Laboratoire Physique des Radiation, Centre Universitaire de Luxembourg, Luxembourg) Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2785080 Juni-2006.indd 58 04-07-2006 21:03:06 Civiele Techniek: Watermanagement 0606 59 Land Subsidence and Water Management in Shanghai A study into the reason, prevention methods and future development of land subsidence in Shanghai. Land subsidence is a geological process that is accelerated by man through long-term exploration of the groundwater. Land subsidence combined with sea-level rise creates a serious environmental problem in coastal regions. Land subsidence is an international hot issue because it threatens many large cities. This thesis is about land subsidence in Shanghai. In Shanghai, land subsidence leads to permanent loss of ground elevation, lowers the standard of flood prevention measures, and increases the risk of natural disasters such as typhoons, rainstorms, floods and spring tides. In summer, due to the complex interactions of land subsidence, flooding of the Yangtze river, local rainstorms, typhoon surges, and annual high tides, the impact of flood and water logging can be very severe. Urban land subsidence occurs in active regions of economic growth between areas which gives rise to a heat island and an associated rain island. In all, land subsidence is an important factor which affects city development in Shanghai. In this thesis, land subsidence theory is explained in detail. Historical data on land subsidence are used as a reference. Subsequently, present measures are evaluated. Trends in land subsidence are predicted and some suggestions are given on how to solve this problem in the future. Student: Begeleiders: Q. Wei prof.dr.ir. N.C. van de Giesen, dr.ir. F.H.M. van de Ven, dr.ir. R.J. Verhaeghe, ir. D.J. Biron (Witteveen&Bos) Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2781646 Juni-2006.indd 59 04-07-2006 21:03:06 60 Civiele Techniek: Watermanagement 0606 Hergebruik van Afvalwater: Duurzame bron of onnodig risico? In this MSc thesis a case study has been carried Generally spoken there are three ways to re- out about the possibility of re-using the secondary use wastewater for drinking water supply: the effluent of a waste water treatment plant (WWTP) production of drinking water out of secondary as a source for the production of drinking water effluent (direct, planned re-use) artificial recharge in Amsterdam. Amsterdam has two drinking water with waste water effluent (indirect, planned re-use) production locations. The ‘river dune’ production and the current situation with artificial recharge line takes water from the Lekkanaal (near of surface water (unplanned re-use). These three Nieuwegein) and transports it to Vogelensang. alternatives were studied for the drinking water The infrastructure of this production line is about supply of Amsterdam. Basic design considerations 50 years old and Waternet is confronted with the resulted in a block and process diagram. question whether or not they should continue with this water transport. A new, large WWTP is being For all three alternatives the risks, the costs and built at the west side of Amsterdam and will start the environmental were calculated. For the risk operation in 2006. This WWTP will produce an calculation a Monte-Carlo simulation was used amount of secondary effluent that could be used for and (extreme) scenarios were subjected to the the production of drinking water. designs. A closed dune extraction proved its value during these extreme circumstances while the direct re-use of wastewater resulted in high health risks. The calculated costs and environmental impact did show that the direct re-use could have some advantages. The re-use of waste water for the drinking water supply is besides a technical challenge but also a sensitive social subject. For the consumer the continuity of drinking water supply and the quality of the supplied water are issues of their concern. It can be concluded that in the Netherlands there is no shortage of water and therefore the re-use of wastewater adds an unnecessary (microbiological) risk to the drinking water treatment. The re-use of waste water is not necessarily more sustainable than situations without re-use. The advantage of decreasing the discharge of secondary effluent is balanced by the increased energy consumption, since the treatment plants for re-use need membranes. Student: Begeleiders: L. Meijer Prof.ir. J.C. van Dijk, dr.ir. A.L.A. Fraaij (TU Delft), dr.ir. J.P. van der Hoek (Waternet), dr.ir. L.C. Rietveld (TU Delft), ir. P.W.M.H. Smeets (TU Delft) Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2787346 Juni-2006.indd 60 04-07-2006 21:03:07 61 Civiele Techniek: Watermanagement 0606 Substandard Supply Minutes in relation to risk management for water supply The design of drinking water systems, production mains. Recommended was that improved and distribution included, should be designed in maintenance reducing the occurrence of leakages adequate manner to keep functioning in hazardous could decrease OLM. or emergency situations. As time passes systems loose their ability to fulfil their function and Finally OLM is looked at in the broader perspective maintenance, corrective and preventive, becomes of risk management, in which decisions are based necessary. Decisions on design as well as on upon uncertainties. Something is first said about maintenance are often taken based on previous larger production incidents, such as calamities and experiences, as there may be a lot of uncertainties. disasters. These incidents lead in certain situations To cope with decision making under uncertainties to high values of OLM, which hold some ground for risk management is introduced. A risk management including these incidents in the future when talking approach is introduced. This approach is a cyclic about the OLM approach. process consisting of the following phases: risk Another factor decision are often based on is an analysis, risk evaluation and prioritisation, risk economic optimum. A start is made to find an control, and evaluation of risk control measures. appropriate economic optimum for a single main. The economic optimum was between corrective Performance and costs are two key concepts in maintenance and costs for replacement and asset management. The level of performance can renovation. Based on the outcome of this calculation be divided in the level of delivery of water and some recommendations are done. the level of customers’ services. The quantitative and qualitative aspects of the level of delivery are the main focus in the second part of this report. The term OLM was introduced to make the level of performance of delivery towards customers measurable. OLM is a Dutch term that stands for minutes of insufficient delivery per customer per year. Activities, which could lead to OLM incidents, were registered. These activities were divided into activities, which lead to disruption of supply (in transport, distribution and connection mains), and activities leading to pressure and quality incidents. In a pilot study, of which the results are discussed, it became clear that the average OLM value for 2005 was about 36:20min. After this a case study was conducted looking more in depth at the OLM data of 2 companies who participated in the pilot. The objective of this case study was to look more in depth at the main activities causing OLM and possible ways to reduce OLM. For both companies a list of top 3 causes, as well as suggestions for reducing OLM are included in the conclusions. The general conclusion was that the main causes of OLM were activities leading to disruptions in distribution Student: Begeleiders: S.C. Alberga Prof.ir. J.C. van Dijk, prof.dr.ir. J. van Noortwijk, dr.ir. L.C. Rietveld, ir. M. van den Boomen (Kiwa Water Research/Colibri) Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2787346 Juni-2006.indd 61 04-07-2006 21:03:08 62 Civiele Techniek: Watermanagement 0606 Development of Indirect Potable Reuse in impacted areas of the United States Later resources are in short supply in many areas A survey was conducted by collecting historical data of the United States. Water supply is impacted by on each plant as well as visiting the plant. Current the increasing risk of periodic droughts and on- records were obtained including assessments going development. In response to both concerns, of their evolving water treatment technologies. additional water supplies are being developed. Twenty-six projects were reviewed and nineteen Water reclamation is viewed as a new source of of the projects were visited. The relevant laws and water and is being rapidly developed in many regulations that governed the project were also areas, particularly in Southern California, Arizona, reviewed. The various projects were categorized by and Florida. Despite the need for additional water size, technology, goals, successes and failures. The and the promise of water reclamation, there are results are presented in tabular form and patterns technical and institutional barriers that challenge its of successes and failures are identified. Relative implementation and development. costs are presented. In order to quantify the amount of reclamation Technological barriers were not a limiting factor. and the problems associated with its development, Institutional barriers and challenges, such as public a survey of both successful and failed projects perception, local politics, risk communication, in California, Arizona and Florida was performed. and impacts of confusing or partially developed These three states were selected because of the regulations were most often limiting. The most need for reclamation due to arid conditions and successful projects involved the public and other rapid development, as well as previously attempted stakeholders before the conception of the project. successful and unsuccessful projects. Affiliation Lower water reuse objectives (Non-Potable Reuse with Indirect Potable Reuse (IPR) was the main (NPR)) were more easily implemented than higher criterion for selecting projects. IPR is a method of use projects (IPR). There were no examples of reusing treated waters and wastewaters for potable successfully implemented Direct Potable Reuse use through at least one environmental barrier that (DPR) found in the United States. In some cases, serves to isolate, as well as protect consumers. projects that began with IPR goals were converted Examples of barriers include a groundwater basin to or augmented with lower use goals by displacing or reservoir providing more than one-year retention potable water with reclaimed water. time. Projects involving IPR are much harder to implement because of the public’s concern and A review of the technologies of successful projects there are many noteworthy examples. reveals a declining use of traditional water treatment technologies, such as granular media filtration, carbon adsorption, lime clarification, ammonia stripping and chlorination with membranebased technologies, such as (submerged) Micro Filtration (MF), Nano Filtration (NF), Reverse Osmosis (RO), disinfection with Ultra Violet (UV) light, and advanced oxidation with hydrogen peroxide. Student: Committee: H.P. Jansen Prof.ir. J.H.J.M. van der Graaf prof. M.K. Stenstrom (University of California Los Angelos, USA), prof.dr.ir. N.C. van de Giesen dr.ir. J. de Koning Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2783347 Juni-2006.indd 62 04-07-2006 21:03:09 63 0606 Samenvattingen Civiele Techniek Transport & Planning Juni-2006.indd 63 04-07-2006 21:03:09 64 Civiele Techniek: Transport & Planning 0606 Netwerkconcepten in Ruimtelijke Planning De Nota Mobiliteit stelt de weggebruiker centraal gen vanuit de lokale en de regionale omgeving. en geeft de verantwoordelijkheid voor het mobili- Doordat de structuur goed aansluit bij de ruimtelijke teitsbeleid naar lagere overheden. Het ontwerp van structuur ontlasten de routes in oost-westrichting het wegsysteem moet daardoor nog nadrukkelijker aangrenzende gemeenten en blijft de noord-zuidpro- worden geplaatst binnen de context waarin het blematiek vallen onder rijksverantwoordelijkheid. functioneert en haar effecten heeft. In dit onderzoek, voor het wegennet op de corridor Den Haag – De rasterstructuur sluit vanwege een meer gebieds- Amsterdam, zijn allereerst mogelijke netwerkstruc- gerichte aanpak het beste aan bij het nationale turen bepaald en is vervolgens gekeken in hoeverre mobiliteitsbeleid en geeft ook meer mogelijkhe- die aansluiten bij de belangen van de gebruiker, de den om de belangrijkste verkeersknelpunten aan omgeving en de wegbeheerder. te pakken. Uiteindelijk zullen echter strategische keuzes in het kader van Ruimtelijke Ordening en Milieu op een hoger niveau een kader stellen voor de ontwikkelingen op regionaal en lokaal niveau. Ten aanzien van aantasting van het landschap, emissies en ontwikkelingslocaties is het immers niet de omvang maar de locatie die verandert. In het geval van de lijnstructuur concentreert dit zich rond de A4 en bij de rasterstructuur in hogere mate ten westen daarvan. Het onderzoek geeft dus geen pasklaar antwoord op De mogelijkheden om bij de ontwikkeling van het de vraag hoe het netwerk op de corridor Den Haag wegennet de verschillende netwerkniveaus op een - Amsterdam zich in de komende jaren gaat ontwik- goede manier op elkaar af te stemmen zijn te herlei- kelen. Het geeft aan welke gevolgen horen bij een den tot twee denkrichtingen ten aanzien van de bepaalde ontwikkeling en waar extra aandacht aan netwerkstructuur; een lijnstructuur en een raster- moet worden besteed. In dat kader wordt bena- structuur. drukt dat het allereerst van belang is om specifieke In dat onderscheid staat de functie van verbindin- projecten te koppelen aan de gewenste ontwikkeling gen op het tussenliggende schaalniveau centraal; bij van het gehele netwerk. Vervolgens moet dan bij de ontsluitende functie van de noord-zuidrichting hoort ontwikkeling van het wegennet worden aangesloten bij een verbindende functie van de oost-westrichting bij ruimtelijke ontwikkelingen op een hoger niveau. en omgekeerd. De ontwikkeling van het wegennet rond Leiden moet daardoor geleid worden door een totaalvisie ten De lijnstructuur en de rasterstructuur sluiten beide aanzien van de gewenste ruimtelijke structuur in het aan op een deel van de contextuele belangen. Het westelijk deel van de Randstad. onderscheid in schaalniveaus speelt daarbij een grote rol. De lijnstructuur sluit, vanwege de goede doorstroming op de A4 en de randwegen, goed aan op de belangen van de nationale weggebruiker en nationale wegbeheerder. De relatief goede inpassingmogelijkheden van uit te breiden en nieuwe verbindingen sluiten bovendien goed aan op belanStudent: Begeleiders: M.C. van Breukelen Prof.ir. F.M. Sanders, drs. E. de Boer, dr.ir. R. van Nes, ir. P.M. Schrijnen, ing. A. van Es (provincie Zuid-Holland) Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2784915 Juni-2006.indd 64 04-07-2006 21:03:10 65 Civiele Techniek: Transport & Planning 0606 Machine Learning en het voorspellen van de individuele schadekans Jaarlijks gebeuren er in Nederland bijna een miljoen (zie figuur). Bovendien kunnen de bomen bepaalde verkeersongevallen, waarbij bijna 1.000 doden en combinaties die leiden tot een specifieke schade- 19.000 gewonden vallen. De ongevallen kosten kans distilleren, maar niet relevante combinaties bovendien bij elkaar 9 miljard euro. Het is daarom achterwege laten. De regressieformules gebruiken van groot belang het aantal verkeersongevallen altijd allemaal alle combinaties van eigenschappen terug te dringen. in hun voorspelling. Een nadeel van de methode is dat het alleen in categorieën kan voorspellen en Het kennen van de schadekans van één individu is nuances tussen personen daardoor verdwijnen. van belang om twee redenen: (1) het geeft inzicht in welke combinatie van eigenschappen leidt tot Geconcludeerd kan worden dat de gekozen methode een hogere of lagere schadekans en (2) het is voor redelijk geschikt is voor de voorspelling van de verzekeringsmaatschappijen een kans om produc- schadekans van individuen. De mate van voorspel- ten op individueel niveau te ontwikkelen en zo haar ling is echter begrensd. Een deel van de causaliteit, marktaandeel te vergroten. zoals weers- of wegomstandigheden of niet oplettend gedrag van de bestuurder zijn niet vastgelegd De twee verzekeringsmaatschappijen OHRA en Delta in de datasets. Bovendien speelt toeval een grote Lloyd leverden voor dit onderzoek 20.000 verzeke- rol bij verkeersongevallen. ringspolissen met bijbehorende schadegevallen aan. Deze maatschappijen gebruiken een meervoudige regressieformule om de schadekans van nieuwe klanten te voorspellen. Als alternatief op deze regressieformule richt dit onderzoek zich op een Machine Learning techniek, namelijk Decision Tree Learning. Deze vorm van “kunstmatige intelligentie” is een algoritme dat automatisch een beslisboom bouwt en optimaliseert. De 20.000 polissen worden gebruikt om beslisbomen te bouwen. Omdat van al deze mensen bekend is hoeveel schade zij hebben gereden, kan getest worden wat de voorspellende waarde van de beslisbomen is. Er zijn ruim 130.000 beslisbomen gebouwd, waarvan de beste 30 zijn geselecteerd (15 per verzekeraar). Deze bomen voorspellen van de klanten tussen de 60% en 90% correct of zij wel of geen schade zullen gaan rijden in een periode van 3 (OHRA) of 4 (Delta Lloyd) jaar. In vergelijking met de nu gebruikte regressieformules is dat tussen de 0% en 10% beter. Een voordeel van de gebruikte methode is de leesbaarheid van de beslisbomen: men kan gemakkelijk inzien hoe tot de voorspelling is gekomen Student: C.P.J. van Hinsbergen Begeleiders: prof.ir. F.M. Sanders, drs. E. de Boer, dr.ir. A. Verbraeck, ir. W.A. Savenije (TNO) Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2784915 Juni-2006.indd 65 04-07-2006 21:03:11 66 Civiele Techniek: Transport & Planning 0606 Openbaar Vervoer Paramaribo: Een netwerk en lijnennet ontwerp Paramaribo is de hoofdstad van Suriname en is Om in de vraag van de reizigers in Paramaribo te zowel het bestuurscentrum als het economische voorzien, is er een samenhangend OV-netwerk voor centrum van Suriname. Doordat er betere voorzie- Paramaribo ontworpen, waarbij er een optimum is ningen ten opzichte van andere regio’s aanwezig gezocht tussen effectiviteit (dekking) en efficiëntie zijn, heeft Paramaribo ook nog een dominante soci- (minimaal aantal toegangspunten en minimale scha- aal-culturele positie. Hierdoor is de bevolking van kellengte). De snelheid van het openbaar vervoer Paramaribo toegenomen en dus ook de vraag naar wordt mede verhoogd door te kiezen voor wegen mobiliteit. De verhoogde mobiliteit is voornamelijk van hogere orde. Tevens hebben deze wegen een bereikt door een toenemend autogebruik. Echter centrale ligging ten opzichte van het gebied dat is de capaciteit van het wegennet beperkt, waar- ontsloten wordt, waardoor kronkels in het open- door de bereikbaarheid van belangrijke centra is baar vervoernetwerk kunnen worden vermeden. afgenomen. Het is daarom van belang het gebruik Het openbaar vervoer is hierdoor niet alleen snel- van het openbaar vervoer in Paramaribo te stimu- ler, maar ook overzichtelijker en duidelijker voor de leren. Dit kan onder andere door middel van een reizigers. Door omrijden te beperken is het netwerk effectiever en efficiënter openbaar vervoersysteem. korter dan het huidige netwerk. De infrastructuur- In voorgaande onderzoeken is de nadruk gelegd kosten en de impact op de omgeving kunnen hier- op de organisatie en het beleid rondom het open- door worden beperkt. baar vervoer. Hoewel deze aspecten van belang zijn, wordt de basis voor een goed functionerend Een zinvol lijnennet voor de gebruikers bestaat openbaar vervoer gevormd door een goed netwerk voornamelijk uit radiale lijnen van de woongebie- voor het openbaar vervoer en een lijnvoering die den naar de binnenstad van Paramaribo en terug. gebaseerd is op een gedegen herkomst- en bestem- Echter wordt hierdoor de capaciteit van het netwerk mingsonderzoek. overschreden en daarom is ervoor gekozen het vervoersaanbod in ruimtelijke zin te spreiden door het ontwikkelen tangentiële lijnen. Daarnaast is aanbevolen om radiale lijnen, die in elkaars verlengde liggen en dezelfde frequentie hebben, aan elkaar te koppelen. Student: S.V. Ferrier Begeleiders: Prof.ir. F.M. Sanders, dr.ir. R. van Nes, drs. F.C. Hoendermis en drs. E. de Boer Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2784915 Juni-2006.indd 66 04-07-2006 21:03:11 67 Civiele Techniek: Transport & Planning 0606 Verkeerscirculatieplan voor Hoek van Holland op drukke stranddagen. Grote evenementen en publiekstrekkers leiden verkeersvraag en het stroomlijnen van de in- en regelmatig tot congestie en parkeeroverlast. Bereik uitgaande routes, in het bijzonder in de directe baarheidsmaatregelen bij evenementen zijn meestal omgeving van het evenement of van de publieks- gericht op een goede verkeersdoorstroming voor trekker. Door verkeersstromen op kruisende rich- aanvang van het evenement. Opvallend is dat zich tingen te voorkomen, verkeersstromen te scheiden, vaak grotere problemen voordoen na afloop. De het evenementenverkeer beter te faciliteren, te vraag is dus hoe het verkeer voor aanvang, maar homogeniseren en te verdelen over verschillende vooral direct na afloop van een groot evenement of tot op het hoofdwegennet gescheiden routes kan bij plotseling massaal vertrek van een publiekstrek- congestie al voor een groot deel worden voorkomen. ker in goede banen kan worden geleid. In een casestudie naar het strand van Hoek van Onderscheid kan worden gemaakt tussen geplande Holland is een pakket van maatregelen samenge- en ongeplande evenementen (gebeurtenissen). steld. Op topdagen komen ca. 60.000 bezoekers, Geplande evenementen kunnen terugkerend of waarvan de helft met de auto. Gevolg: congestie incidenteel zijn. Verder is het voor de bereikbaar- en parkeeroverlast in woonwijken. Uitgangspunt is heid van belang of het evenement zich op één maatregelen te treffen die enerzijds ingezet kunnen bepaald punt concentreert (puntevenementen), worden om het verkeer op drukke stranddagen in in een bepaald gebied (gebiedsevenementen) of goede banen te leiden en die anderzijds ook toege- dat het evenement zich langs een bepaalde route past kunnen worden in het geval van evacuatie of afspeelt (lijnevenementen). Puntevenementen zijn extreme drukte waarbij planmatige ontruiming een verder te verdelen in gecontroleerde en ongecon- must is. Belangrijkste maatregelen, naast de in troleerde puntevenementen. Bij gecontroleerde uitvoering zijnde 2e Ontsluitingsweg, zijn: oplos- puntevenementen, zoals concerten, is het aantal sen van 3 knelpunten op de Maasdijk, scheiden van bezoekers redelijk tot goed voorspelbaar en zijn recreatief verkeer en overige verkeersstromen door aankomst en vertrek geconcentreerd in tijd. Voor routes (on)aantrekkelijk te maken, instellen van een ongecontroleerde puntevenementen, zoals beurzen, drukte afhankelijk eenrichtingsverkeercircuit i.c.m. is het lastiger het aantal bezoekers te voorspellen. een dynamisch parkeergeleidingsysteem, instellen Lijnevenementen hebben als nadeel dat de kans van een eenrichtingsverkeer op de Maasdijk (1x2 groot is dat kruisende infrastructuur tijdelijk afge- GOW) in geval van extreme drukte of calamiteiten, sloten zal zijn. Daarentegen zijn de bezoekers van ontwikkeling van een recreatieve P+R locatie langs een lijnevenement wel meer gespreid in ruimte. de Hoekse Lijn en het verleiden van strandbezoe- Incidentele ongeplande gebiedsevenementen kers eerder te komen en/of later te vertrekken vormen het grootste gevaar voor het verkeersnet- door parkeren goedkoper te maken in het geval de werk. Gecontroleerde puntevenementen veroorza- bezoeker arriveert of vertrekt buiten de (recrea- ken de sterkste piekbelasting van infrastructuur. tieve) spitsen. Belangrijkste oorzaak van het vastlopende verkeer bij evenementen en publiekstrekkers naast een tekort aan capaciteit is niet-optimaal rijgedrag van automobilisten. Iedere automobilist streeft naar individuele nutsmaximalisatie. Een collectief verlies is het gevolg. De sleutel tot een soepele doorstroming ligt in het voorkomen van een te grote Student: Begeleiders: A. Meurs prof.ir. F.M. Sanders, ir. H. Taale, drs. E. de Boer, ir. J.J. Goosens MBA (dS+V / Gemeente Rotterdam) VVoor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2784915. Juni-2006.indd 67 04-07-2006 21:03:13 68 Civiele Techniek: Transport & Planning 0606 Verkenning naar de toepasbaarheid van microsimulatie bij beslissingsondersteuning Besluitvorming met betrekking tot infrastructurele Overzicht inzetbaarheid microsimulatie bij beslis- of verkeerskundige projecten is veelal complex. singsondersteuning en als overlegmodel Inhoudelijk moet vaak uit een aantal alternatieven worden gekozen. Op het moment dat een beslis- Conclusies sing genomen moet worden zijn de effecten van de Centraal kan geconcludeerd worden dat een micro- alternatieven en hun onderlinge prestaties niet altijd simulatie hulp kan bieden bij beslissingsondersteu- volledig inzichtelijk gemaakt. ning. Het maakt de effecten van voorstellen en Het doel van het onderzoek is om te verkennen of oplossingen inzichtelijk en onderling vergelijkbaar. een microsimulatie zoals PARAMICS toepasbaar kan Het is echter geen noodzaak om hiervoor altijd een zijn bij de beslissingsondersteuning bij infrastructu- microscopisch verkeersmodel te gebruiken. Een rele en verkeerskundige vraagstukken van uiteenlo- macroscopisch model, waarvan de verwachting is pende aard. dat het makkelijker is op te zetten en te onderhouden, kan volstaan in gevallen waarbij de focus ligt Als simulatiepakket is gekozen voor PARAMICS. op verkeerspatronen en intensiteiten. Dit pakket is een microsimulatiepakket dat ieder Het grote voordeel van de microsimulatie is de voertuig individueel modelleert. Op basis van een mogelijkheid om, op plaatsen waarbij het verkeer netwerk bestaande uit knopen, schakels en zones niet naar wens wordt afgewikkeld, verder in te gekoppeld aan een herkomst- en bestemmingstabel zoomen. Hierdoor kan men de oorzaak van proble- kan een microsimulatie worden uitgevoerd. men beter achterhalen. Om te verkennen of PARAMICS toepasbaar kan zijn bij de beslissingsondersteuning bij verkeerskundige vraagstukken zijn een vijftal casestudies en een expertmeeting uitgevoerd. Onderstaande tabel laat de resultaten zien waar de inzet van een microsimulatie als meerwaarde kan dienen. Casestudie Benuttigsmaatregelen Zwolle Ontruiming Vlaardingen Inzetbaarheid bij beslissingsondersteuning Inzetbaarheid als overlegmodel 0 + ++ 0 Alles went behalve een incident + + Microsimulatie als hulpmiddel bij evacuaties (evacuatie Voorne-Putten) 0 + Microsimulatie Hoornbrug te Rijswijk ++ + Inzet PARAMICS bij beslissingsondersteuning (expertmeeting) ++ + Student: Begeleiders: J.R. de Vos prof.ir. F.M. Sanders, ir. R.T. van Katwijk (TNO Bouw en Ondergrond), dr.ir. C. Tampère (TNO Bouw en Ondergrond), dr. M.C.J. Bliemer, Drs. E. de Boer Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, 015-2784915 Juni-2006.indd 68 04-07-2006 21:03:14 69 0606 Samenvattingen Technische Aardwetenschappen Er zijn deze uitgave geen samenvattingen van de opleiding Technische Aardwetenschappen beschikbaar. Juni-2006.indd 69 04-07-2006 21:03:14 70 Juni-2006.indd 70 0606 04-07-2006 21:03:15 0606 71 Samenvattingen Offshore Engineering Juni-2006.indd 71 04-07-2006 21:03:15 72 Offshore Engineering 0606 Concrete LNG FPSO Natural gas is the fastest growing energy source in Two concepts the world’s fuel mix. The most economic solution for have been its long distance transport is to liquefy it. Liquefaction considered. reduces the volume by approximately 600 times. The One concept Liquefied Natural Gas (LNG) is shipped by dedicated is based on a vessels at a temperature of approximately –163 o C. state-of-the- Remote gas fields (far away from existing art concrete (Compact infrastructure) fail to be produced due to technical and economical reasons. Technology development Reinforced Composite) and in gas processing and market developments may one is based on a more make production of these remote gas fields feasible. conventional type concrete. However production of these fields would require a Compact Reinforced Floating Production Storage and Offloading vessel Composite (CRC) is a high (FPSO), which would produce and liquefy the gas. The performance concrete, LNG would then be loaded into shuttle tankers, which which incorporates small deliver the LNG to the gas markets. steel fibres and a very Construction of the LNG containment system is dense reinforcement mesh. time-consuming and constructing a LNG FPSO with Constructing in CRC allows for very slender cross- its large dimensions will impose restrictions on the shipyard capacity to also execute other (LNG) projects sections compared to constructing in conventional simultaneously. The increasing demand for LNG concrete. However the material costs of CRC are carriers will cause the construction prices to rise. Also considerably higher than the costs of conventional taking into account current high steel prices, it may be concrete. interesting to look for feasible alternatives for a steel The hull design also includes production methods FPSO. and a cost estimate. The prospective owner is not As concrete FPSOs may be a solution, Single Buoy dependant on a shipyard to construct a concrete Moorings (SBM) and Gusto liked to investigate the hull. The hull can be constructed in an excavated feasibility of a design for a concrete LNG FPSO. construction site. It was concluded that the costs of an FPSO hull in conventional concrete are competitive with the costs of a steel hull of comparable size. Student: K. Loijen Sponsor: GustoMSC Begeleiders: prof.ir. J. Meek, prof.dr.ir. J.C. Walraven, ir. G.H.G. Lagers, ir. J. van Kessel, ing. W. van Wijngaarden Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, tel. 015-2789445 Juni-2006.indd 72 04-07-2006 21:03:15 73 Offshore Engineering 0606 Availability of a weathervaning LNG import import terminal Offshore LNG (liquefied natural gas) import terminals environmental data that is available from a hindcast provide safe and cost-effective alternatives to shore- database. based terminals. SBM Inc recently completed the engineering of a new-built Floating Storage and Time domain simulations of several 3-hour intervals Regasification Unit (FSRU). The FSRU is a turret- from a database have shown that actual maximum moored, weathervaning LNG import terminal with responses may be significantly differing from values storage capacity and a direct link to the local gas resulting from the lookup tables. However, full time distribution grid. LNG carriers moor to the FSRU in domain (low and wave frequency) simulations for a side-by-side configuration in order to supply LNG a complete database are unfeasible due to long through the midship manifold of the carrier. computation time. FSRU uptime is mainly related to performing a As an alternative to full time domain simulations, successful offloading cycle. Environmental conditions the responses can be computed by a combining time may reduce the FSRU availability when motions of the and frequency domain simulations. Wave frequency concerning vessels rise above the limiting criteria. The responses are derived from the frequency domain, present study provides insight in the hydrodynamic in which calculations are 150 times faster than in the responses in the hold-station, offloading and sail time domain. Non-linear low frequency wave drift away stages of the offloading cycle and consequently responses are computed in the time domain and stored improves the quality of the prediction of terminal in tailor-made lookup tables. Non-linear effects are availability. less notable in low waves and therefore calculations in the frequency domain only (low and wave frequency) In the hold-station phase, the LNG carrier is kept on a can be used to determine the maximum responses for stationary position, 150 m aside of the FSRU, by means significant wave heights up to 2.0 meters. of two assisting tugs. Maintaining control over the LNG carrier is a key parameter. The required tug forces and In the sail away stage of the offloading cycle, the LNG pull angles are computed for every 3-hour timestep of carrier is pulled away from the FSRU once all loading a hindcast weather database. The tug performance in arms and mooring lines have been released. Two tugs waves is addressed by analyzing the wave field around assist the carrier in this operation. The tug forces and the free-floating LNG carrier. Tug operations at the pull angles, needed to compensate for environmental carrier’s bow end appear to be hardly affected but loads, are computed for every 3-hour timestep of an the stern tug operates in an effective significant wave environmental database. The forces and angles can height of 0.2 to 1.8 times the undisturbed incident be evaluated against limiting criteria in order to obtain wave height. As a result, the available bollard pull from statistics on sail away stage feasibility. the tug decreases with 10-16% per metre effective significant wave height. During the offloading stage of the cycle, the carrier is moored alongside the FSRU by means of 16 mooring lines and 4 pneumatic fenders. The maximum loads in the mooring lines and fenders, together with the maximum relative motions at the offloading point, form the limiting criteria. This approach is fast and straightforward but does not account for the detailed Student: A. van der Pijl Sponsor: SBM inc. Begeleiders: prof.dr.ir. J.A. Pinkster, prof.ir. J. Meek, ir. G.H.G. Lagers, dr. M. Naciri Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, tel. 015-2789445 Juni-2006.indd 73 04-07-2006 21:03:16 74 Offshore Engineering 0606 Extension of pipelay capacity on Allseas’ Solitaire by S-lift implementation Deepwater projects, which now are commercially attractive for oil companies, require installation of pipelines. Allseas continuously seeks for technical improvement are left out of consideration in the thesis, so a 2D and for the extension of their pipelaying capacity in approximation is evaluated. deep water. A possibility for further capacity extension The three considered motions create a forced vibration of the vessel Solitaire is the addition of the S-lift of the pipeline on the stinger. Inertia and drag forces system. The name S-lift applies to the S-lay installation are determined by means of a quasi-static catenary method where the system has an additional lift model. The S-lift system and tensioners holding capacity. After the pipe has left the stinger in almost the pipeline possess flexibility, or spring stiffness. vertical direction, two clamps are attached to it. These Accordingly, the four described elements, namely the clamps are suspended from the cantilever by means of forced vibration, inertia force, drag force and spring cables. The combination of S-lift system and tensioners force, are constituting a damped mass spring system. hold the total pipeline weight. The benefit of S-lift is to The response of the pipeline to imposed ship motions reduce the axial strain in the pipeline sections on the is determined by means of this damped mass spring stinger. Furthermore, the S-lift system adds tension model. For all types of pipeline installations, the capacity, enabling heavy pipeline installations and natural frequency of the damped mass spring system flooded installations for deep-water projects. is higher than the frequency of the vessel motions. As a result, forces are spring dominated and the response of the pipeline is nearly equal to the forced vibration. The S-lift clamps and the tensioners jointly absorb the variable load. The load distribution between Slift and the tensioners depends on the stiffness ratio between the two systems. Generally, the stiffness of the tensioner system is higher than stiffness of the Slift system. Hence, the tensioners absorb most of the tension variation. Increase of the S-lift stiffness has little influence on the varying load on the tensioners. Therefore, efforts for stiffness improvements for S-lift are not recommended. The implementation of S-lift has little influence on the maximum diameter that can be installed. S-lift On one hand, the pipelay capacity depends on the enables a 10 to 20 % larger diameter installation. Yet, tension capacity of the S-lift and tensioners. On the the water depth capability is highly extended, with other hand, the maximum strain in the pipeline has to 40 to 60%. In terms of strain and tension limits, pipe stay within certain limits. Highest strain, a combination installation stays workable for wave heights that are of axial and bending strain, is found in the curved 10 to 30% higher. The advantage of S-lift is limited pipeline on the stinger. Axial strain is generated by the for dry installations, but it becomes larger for flooded suspended weight of the pipeline. The bending strain installations. Furthermore, benefits of S-lift are mostly depends on the cross section radius of the pipeline and achieved for installations with a static tension of more the stinger radius. than 500 tons. The influence of the vessel motions on the pipeline tension and maximum strain is included. The motions considered are surge, heave and pitch, each motion with a different phase. Sway, yaw and roll motions Student: M. Dikkers Sponsor: Allseas engineering BV Begeleiders: prof.ir. J. Meek, ir. G.H.G. Lagers, dr.ir. S.A. Miedema, ir. A.L.J. Steenhuis, ir. T. van Norden Voor informatie over het afstudeerverslag kunt u contact opnemen met de afstudeerrichting, tel. 015-2789445 Juni-2006.indd 74 04-07-2006 21:03:17 75 0606 Samenvattingen van het afgelopen jaar Juni-2006.indd 75 04-07-2006 21:03:18 76 Samenvattingen afgelopen jaar 0606 Samenvatting afstudeeronderzoeken maart 2006 Samenvattingen Civiele Techniek Mechanica, Materialen en Constructies Bouwtechniek en bouwproces Voorontwerp en dynamische analyse van een Hoogbouw op ‘Stapeldok’ hardhouten tuibrug voor langzaam verkeer M. Bahri J.J.M. van der Asdonk De “Rotonde” BOUW - Software voor bepaling tuikabel- J.M. Brouns voorspankrachten P.A. Brongers Waardevol verleden... R. M. Burer Bouw - Voorgespannen Spoorbrug in Hogere Sterkte Beton Koelkast of broeikas? H.J. de Bruijn M.D. van Donselaar Experimenteel onderzoek naar de RCM-methode Deployable Structures based on Mechanisms in S.M. van Dalen Nature W.L. Dumans Phenomenological Modelling of Vortex-Induced Vibrations of Deep-Water Risers Constructief ontwerp van het nieuwe stadhuis van W. Hoogkamer Gouda T.E. de Graaff BOUW - Minimum wapening in gewapend betonnen platen Constructief glazen element J. Keijnemans J.F. van Heusden Bouw - IJmeerverbinding Constructief Ontwerp ‘VandenEnde Musicaltheater’ R.L.J. Maes S.T. Kiefte Joint behaviour in microtunnelling processes “Bridge to China” Mohammed Abdelkarim Taher K.T. Lee Innovation of stress and damage reduction in bored Lightness in glass constructions tunnels during construction, J. Luttmer based on a shield equilibrium model Q.C. de Rijke De Haagsche Zwaan G.J. Roos Discontinuous Galerkin methods for elastoplasticity D. Romagosa Sanchez-Monge Een snel wegneembare overkapping van tentdoek N. Roovers Techniek in Mijnbouwkunde R. Sanders Juni-2006.indd 76 04-07-2006 21:03:18 0606 Waterbouwkunde & Geotechniek 77 Samenvattingen afgelopen jaar Theoretical and Experimental study on the placement of Xbloc Large-scale coherent structures in turbulent shallow E. ten Oever flows W. van Balen Itapocú Inlet, Brazil L.M. Perk The evaluation of piping at existing flood defence constructions Planning and technical feasibility study deepwater A.J. Boer port ‘Zona Portuaria Simon Bolivar’, Venezuela S. van Poeteren Erosion resistance of a grass top layer against wave overtopping Transverse slope effects on widely graded sediment W. van den Bos P.E.M. Schoonen Klimaatverandering en Binnenvaart Drifting Sea Ice C.G. Bosschieter T.J. Segboer Admittance policy tidal bound ships A probabilistic flood risk assessment and the impact R. Bouw of compartmentation R.P.G.J. Theunissen Side channels to improve navigability on the river Waal Watermanagement C.A.J. van Dam Saturation in the New York City Watershed Design of a cooling water outfall system M.A. Borst V.N. van Dijk Voorwaarden buitendijkse bebouwing langs rivieren Nourishment Behaviour Delray Beach L.A.C. van Genugten W.M. Hartog Hydrological modelling for a micro hydro-power dam Probabilistic analysis of typhoon induced hydraulic in the Panato creek, Suriname boundary conditions for Suo-nada Bay, Japan T. Lieuw E.N. Klaver Application of a semi-distributed hydrological model Compensation Grouting Experiments in Sand based on the REW approach to the Collie River R.M. Kleinlugtenbelt Basin, Western Australia E. Tromp Humplike nourishing of the shoreface L. Koster Model Predictive Control on Irrigation Canals; application of various internal models The Irrigation System as an Open System; Proyecto R.M.J. Wagemaker Rio Dulce and the Rio Dulce Basin C.N. Lieveld ”De provincie Zuid-Holland zit er warmpjes bij” B.G. van de Weerdhof Jetgrouten R.M. Loeffen Use of culverts in dikes in the floodplain T. Wilms Juni-2006.indd 77 04-07-2006 21:03:19 78 Samenvattingen afgelopen jaar 0606 Estimating the influence of on-farm Conservation The prediction of dross formation and the contain- Practices on the Water Balance, ment of dross on an Industrial Case of the Mzinyathini Catchment in Zimbabwe Aluminium Recycling Plant L. Woltering V.A. de Roode Transport & Planning Petroleum Engineering and Geosciences Functionele eisen voor beweegbare bruggen Deposition of Colored Tracer Latex Particles in C. Hofma Sandstone H. Bennaceur Financieel-economische haalbaarheid van ontwikkeling van meervoudig ruimtegebruik bij Sensitivity Study of Fracture Properties, Related to railinfrastructuur in stedelijk gebied the Production of Hydrocarbons M. Kokshoorn M.W.N. van Galen Woonmilieus aan de Zuiderzeelijn Engineering Geology H.N. Vuong Numerical modelling of rock mass decay in road cuts Optimal utilization of capacity W. Tegtmeier H.J.J. Wieringa Samenvattingen Offshore Engineering Samenvattingen Technische Aardwetenschappen An analytical, numerical and experimental approach Resource Engineering of parametric roll of a tophat in irregular seas F.W. Blaauw Development of a CFD model for a phosphorus producing submerged arc furnace Standardised wave data bases on power level A.T. Adema M.F. Burger The effects of surfactants on the efficiency of solu- Deep water buoys – review study tion gas drive C.R.E. de Groot Ali Barati Pipeline rotation during installation of inline strucAn emf cell to measure thermodynamic properties of tures the magnesium – salt flux – impurity system J. Mulder M. Goense Development of a compliant cone for solid tubular Modelling of Recycling Systems - Applied to Car expansion Recycling R. Schoon Shell G.J. de Haan Dynamic Interaction between Slag and Coke in the Blast Furnace A. Hoogervorst Juni-2006.indd 78 04-07-2006 21:03:20 0606 79 Samenvattingen afgelopen jaar Samenvattingen afstudeeronderzoeken oktober 2005 Civiele Techniek Mechanica, Materialen en Constructies A finite element formulation for microstructure Geluidreductie door een coulissenscherm M. Saarberg evolution M. C. Booij Progressive Collapse of Building Structures R.C. Siersma Innovative Materials and Pavement Structures for Amsterdam Airport Schiphol Parametric Cost Estimating for Greenfield Breweries S. S. Brahmatewari. Pieter Vis Prefabricated Track Construction for the London Distance engineering, Towards a Global Engineering Underground Center (G.E.C.) E. Bronsvoort P.H.H. Voogd Het dwarskrachtdraagvermogen van de statisch Geluidsabsorptie van plafondeilanden onbepaalde ligger Marije Vos S.S. Dharampal Waterbouwkunde en Geotechniek Framework Development for Performance-Based Road Maintenance Contracts Wave Attenuation in Mangrove Forests T.G.F. Ghauharali B. Burger Ontwerp demontabele prefab brugligger per Processen in de transportcyclus rijstrook J.J. Burgers Y. El Malki Analysis of SWAN wave spectra at the A study on the lifetime aspects of the Rheda 2000 Westerschelde track system E.R. Capel P. Konings Morphological analysis and optimization of Dubai Stabiliteit van de boog in stalen boogbruggen nourishment P.B. de Ruiter M.D. van Dijk RAM(S) aspecten voor het ontwerpen van wissels The results of dumping stones on a slope by a side D.L.M. Warmerdam stone-dumping vessel J.A.F. van Duijnhoven Bouwtechniek en bouwproces Artificial surf reef design Lessons for Private Finance Initiative in the H.D. van Ettinger Netherlands M.D. van Geest Boring Efahan’s north-south line R.W. den Hertog “Trillingshinder bij lichtgewicht bouwconstructies” L.M. van Oort Juni-2006.indd 79 04-07-2006 21:03:20 80 Samenvattingen afgelopen jaar 0606 Relation between design and morphology of river- Interactiesysteem tussen betonnen tunnelelementen bypasses in estuarine environments. en een grindfundering B.J.A. Huisman P.J.C. Vervoort Modelling the influence of vegetation on the The influence of stratification on measurements morphodynamics of the river Allier of the overflow concentration on a Trailing Suction J.F. de Jong hopper Dredger K.P.A. Versmissen Safety format and calculation methodology slope stability of dikes Undular hydraulic jumps W. Kanning B.A. wols Een zeewering voor Maasvlakte 2 in caissons Watermanagement L.P.H.C. Krouwel Calibration of a precipitation runoff model for the Kleizakken Hirmand River in Afghanistan and Iran using remote C.J.J. van Kuijk sensing data A.S. Burger Application of Vetiver grass and Cyperus Rotundus on dikes Transitions to more sustainable concepts of urban I. Maaskant water management and water supply R.E. de Graaf Wave damping due to salt marsh vegetation M.C. Meijer Behavior of Particles in a Drinking Water Distribution Network Bowthruster induced damage A. Grefte B.C. Nielsen Water resources of Rio Dulce in Santiago del Estero Wave transmission at various types of low-crested P.A. Schipper structures using neural networks R.P. van Oosten Voorspellen van het gedrag van sediment in leidingen Submarine slope development of dredged trenches H.J.H. Vos and channels T.C. Raaijmakers Maatregelen ter bestrijding van grondwateroverlast in bestaand stedelijk gebied Abstract L.C.E. van de Winckel D. de Rooij Transport & Planning The northern sea defence of Maasvlakte 2 D. van Rooijen De ondergrondse oplossing als gelijkwaardig alternatief in het MER Burial depth of pipelines exposed to ice scour M.L.P. van den Engel I.S.S. Schoonbeek De verkeerskwaliteit gemeten ABSTRACT: Morphological modelling of an artificial W. Folles sand ridge near Hoek van Holland, The Netherlands P.K.Tonnon Juni-2006.indd 80 04-07-2006 21:03:21 0606 Samenvattingen afgelopen jaar Towards more sustainable planning and design of Exploring WAG Miscibility and Dispersion using stormwater control solutions in Brazil Experimental Design B. Gersonius Ahmad Asheghi Hossein De Ondergrond Verlicht Finite Element Analyses of Cahn-Hilliard equations J.M. van Kesteren M. Gholami Gharasoo A generic approach to a route guidance strategy Multi-zone flow allocation F.S. Zuurbier A. Hamid 81 Study on the Enhancement of Transfer Function by Samenvattingen Technische Aardwetenschappen Variance Term in Simulation of Naturally Fractured Reservoir Resource Engineering A. Hashemi Development of an Economic Model to Optimise Fluid Front Detection Using Pulse Test Analysis 84 the Transfer from an Open Pit Operation to an J.H. de Kok Underground Operation E.R. de Lange Experimental Investigation of the conformance of the Classical Deep Bed Filtration Model using X-ray The prediction of dross formation and the contain- computed tomography ment of dross on an industrial aluminium recycling A. Jamankulov plant V.A. de Roode Reduction of oil droplet break-up by choke design adaptation Predictive Hot Metal Silicon Modeling P.J. Kwakernaak R.P. van Losenoord Regularization of water flooding optimization Petroleum Engineering and Geosciences R. Malekzadeh Geological control on porosity distribution-inferen- Improved Upscaled Description of Imbibition in ces from numerical experiments Fractured Reservoirs O.O. Okele A.A. Hossein Inversion of shallow seismic and electromagnetic Contact Angle Measurements to Investigate data to obtain local angle-dependent reflection Oil Recovery Efficiency with CO2 in Fractured coefficients Reservoirs R.P. Maarsen E. Sekhavati Volcanic Ash Beds as an Aid to Understanding Basin- Engineering Geology floor Fan Growth Veronica Lucia Rubio Gallegos Reducing switch alignment problems with SmartSoils B. Fellinga Dynamic multi-phase wellbore flow model S. Amini Modelling Hydraulic Fracture of Boreholes in Clay N. Fierloos Juni-2006.indd 81 04-07-2006 21:03:22 82 Samenvattingen afgelopen jaar 0606 Application of computed tomography to analyse fabric evolution, during triaxial test P.A.T. Moutinho Heeft de CPM in slappe grond een meerwaarde boven de CPT? A. van Uitert Samenvattingen Offshore Engineering Heavy lifting during wave exposure J.W.A.M. IJzermans Scaling of a multiple cable abandonment and recovery system H.M. Kruimel Allseas Pipeline rotation during installation of inline structures J. Mulder Concept desing of a stabilizer for offshore lifting for the J-1600 class heavy lift vessel G.E.J. Roskott The bigger the better? M.A. Snijder Heerema Re-use of obsolete jacket structures for carrying a wind turbine 103 Reinout Storm Installation of large subsea structures with buoyancy tanks for passively controlled deployment J.J.H.F. Verweij Juni-2006.indd 82 04-07-2006 21:03:22 83 0606 Leerstoelen faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen Juni-2006.indd 83 04-07-2006 21:03:23 Leerstoelen faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen 84 Leeropdracht 0606 Naam hoogleraar Telefoon 015-27. . . Afdeling Bouw Sectie ConstructieMechanica Constructie mechanica vacature Dynamica prof.ir. A.C.W.M. Vrouwenvelder Numerieke mechanica vacature 84782 Sectie Civieltechnische Materiaalkunde & Duurzaam bouwen Waarnemend sectiehoofd prof.dr.ir. K. van Breugel Fund. en toegepaste materiaalk. vacature 84954 Sectie Weg- en Railbouwkunde Wegbouwkunde prof.dr.ir. A.A.A. Molenaar 84812 Railbouwkunde prof.dr.ir. C. Esveld 87122 Sectie Gebouwen en Civieltechnische Constructies Algemene constructieleer prof.ir. L.A.G. Wagemans 84752 Betonconstructies prof.dr.ir. J.C. Walraven 85452 Betonmodelleren & materiaalgedrag prof.dr.ir. K. van Breugel 84954 Bouwfysica/installaties prof.ir. J.J.M. Cauberg 83387 Houtconstructies vacature Staalconstructies prof.dr.ir. J. Wardenier 82315 Staalconstructies prof.dr.ir. F.S.K. Bijlaard 84581 Staalconstructies gebouwen prof.ir. J.W.B. Stark 82303 Uitvoering constructies vacature Utiliteitsbouw prof.dipl.-ing.J.N.J.A. Vamberský 85488 Methodisch ontwerpen prof.dr.ir. H.A.J. de Ridder 84921 Bouwinformatica vacature Sectie Bouwprocessen Afdeling Waterbouwkunde en Geotechniek Sectie Vloeistofmechanica Vloeistofmechanica prof.dr.ir. G.S. Stelling Environmental hydroinformatics prof.dr.ir A.E. Mynett 85426 Alg. aspecten v.d. vloeistofmech. prof.dr.ir. J.A. Battjes 85060 Waterbouwkundige Kunstwerken prof.drs.ir. J.K. Vrijling 85278 Kustwaterbouw &Kustmorfodynamica prof.dr.ir. M.J.F. Stive 84285 Havens en scheepvaartwegen prof.ir. H. Ligteringen 84285 Riviermorfologie & rivierwaterbwk. prof.dr.ir. H.J. de Vriend 81541 Offshore Engineering (tot 1/1/2006) prof.dr.ir. J. Meek 84777 Sectie Waterbouwkunde en Offshore Engineering Probabilistische technieken en Juni-2006.indd 84 04-07-2006 21:03:23 0606 Leerstoelen faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen 85 Afdeling Watermanagement Sectie Gezondheidstechniek Rioleringen prof.dr.ir. F.H.L.R. Clemens 85227 Afvalwaterzuivering prof.ir. J.H.J.M. van der Graaf 81615 Drinkwatervoorziening prof.ir. J.C. van Dijk 85227 Sectie Waterhuishouding Hydrologie prof.dr.ir. H.H.G. Savenije 81433 Waterbeheer prof.dr.ir. N.C. van de Giesen 87180 Grondwater hydrologie prof.dr.ir Th. N. Olsthoorn 87346 Afdeling Transport & Planning Sectie Transport & planning Algemene vervoer- en verkeerskunde prof.dr.ir. P.H.L. Bovy 84611 Verkeers- en vervoersmanagement prof.dr. H.J. van Zuylen 82761 Vervoer- en verkeersvoorzieningen prof.dr.ing. I.A. Hansen 85279 Infrastructuur prof.ir. F.M. Sanders 81780 Algemene geologie prof.dr. S.B. Kroonenberg 86025 Productiegeologie prof.dr. S.M. Luthi 86019 Olie- en gasproductiesystemen prof.dr. P.K. Currie BSc.MSc.PH. 86033 Reservoirtechniek vacature Afdeling Geotechnologie Sectie Toegepaste geologie f Sectie Grondstoffentechnologie Sectie Petroleumwinning Sectie Technische geofysica en petrofysica Geophysical imaging methods Prof.dr. W.A. Mulder 83666 Integrated time-lapse methods Prof.dr.ir. R.J. Arts 85190 Technische geofysica prof.dr.ir. C.P.A. Wapenaar 82848 Grondmechanica prof.dr.ir. F. Molenkamp 85280 Grondwatermechanica prof.dr.ir. F.B.J. Barends 85423 Funderingstechniek prof.ir. A.F. van Tol 85478 Ondergronds bouwen prof.ir. J.W. Bosch 82844 Geo environmental engeneering vacature Sectie Geo engineering Juni-2006.indd 85 04-07-2006 21:03:24 86 Samenvattingen afgelopen jaar 0606 Ontwerp en Lay-out: MultiMedia Services TU Delft Druk: Sieca Repro bv, Delft © 2006 Juni-2006.indd 86 04-07-2006 21:03:24
Similar documents
Afstudeerbundel oktober 2006
belast. Dit probleem kan opgelost worden door de gehele constructie opnieuw te ontwerpen maar dit valt buiten de opdracht van het afstudeerwerk. Om deze reden is gestopt met het berekenen van de aa...
More informationCollection July 2007
Concrete overlay of movable steel orthotropic bridges The repair method for movable bridges In 1997 cracks were found in the relatively new
More information