Jaarverslag 2012 - Stichting Flore

Transcription

Jaarverslag 2012 - Stichting Flore
Jaarverslag
2012
1
Inhoudsopgave
1
2
3
Leeswijzer
Missie en visie
Organisatiestructuur
4
5
6
Flore Basis
Ruimte om te bloeien
Verslag van het College van Bestuur
Verslag van de Raad van Toezicht
7
8
xtra
xtrb
xtrC
xtrd
9
10
10
14
16
Verslag van het Dagelijks Bestuur van de GMR
Verslag van de agendacommissie
van het Directieberaad
21
23
Flore Extra
Thema Passend Onderwijs
Thema Talentontwikkeling
Thema Opbrengstgericht werken
Thema Informatie- en Communicatie Technologie
24
27
28
28
Samen zijn we Flore
Toekomstbestendige organisatie
Ontwikkeling aantal leerlingen
Ontwikkeling personeelsaantallen
Ontwikkeling schoolgebouwen
Financiën
Jaarrekening 2012
Exploitatierekening 2012
Baten 2012
Lasten 2012
Baten 2013
Lasten 2013
Special Asbest op scholen
Lijst met afkortingen
32
33
33
36
38
39
42
42
43
47
52
52
56
58
Colofon
60
Jaarverslag Stichting Flore 2012
11
12
2
4
6
2
1
Leeswijzer
Met de overgang van 2011 naar 2012 werd ook het Koersplan 2012-2016 van kracht. Het Koersplan kreeg als titel
‘Ruimte om te bloeien, kwaliteit geeft vrijheid’.
De kernwaarden van de organisatie: vooruitstrevend, kwaliteit, daadkracht en duurzaamheid, die zijn vastgesteld in
het Communicatiebeleidsplan van de stichting, liggen ten grondslag aan het koersplan. Het vorige koersplan is tot
stand gekomen gedurende het fusieproces tussen Kaprion en Valete in 2007. Om de organisatie goed te structureren
was het noodzakelijk om in dit plan ook vele praktische zaken op te nemen. Een nieuwe organisatiestructuur en
-cultuur werd daarmee in de steigers gezet. Dit heeft geleid tot een sterke en professionele onderwijsorganisatie die
nu in staat is om de eerder genoemde kernwaarden vorm en inhoud te geven.
In 2012 kunnen we voortbouwen op de verworven kwaliteit en structuur. In het traject van opstellen van het koersplan is er een organisatiebrede dialoog met verschillende geledingen gevoerd over de toekomst van het onderwijs in
het algemeen en de rol die Stichting Flore en haar scholen daarin willen en kunnen spelen. De organisatiebrede dialoog heeft geleid tot een aantal inzichten dat bepalend is voor de manier waarop we onze strategie en organisatie
willen inrichten:
• Er worden door diverse belanghebbenden (waaronder het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
ouders, medewerkers, voortgezet onderwijs) hoge eisen gesteld aan Stichting Flore. Daarnaast heeft de stichting
zelf een hoog ambitieniveau.
• De ontwikkelingen in de maatschappij, en dus ook in het onderwijsveld, gaan snel en maken dat de eisen die aan
het onderwijs en de organisatie ervan, gesteld worden continu in beweging zijn. Deze dynamiek vraagt om flexibiliteit en professionele opmerkzaamheid in alle lagen van de organisatie.
• Er is een behoefte aan een duidelijke richting om keuzes te kunnen maken in de veelheid van de ontwikkelingen
die op de organisatie afkomen en om de accenten te leggen die Stichting Flore onderscheidt van andere besturen.
Genoemde inzichten hebben ertoe geleid dat er voor is gekozen is om het Koersplan 2012-2016 in twee delen op te
stellen.
Deel 1: Flore-Basis
Deel 2: Flore-Extra
Aanvullend willen we met dit deel ruimte voor de scholen creëren om te kunnen bloeien. Stichting Flore heeft
daarom in dit deel gekozen voor een meer organische vorm van organiseren, waarin op hoofdlijnen een aantal relevante thema’s wordt uitgewerkt aan de hand van de volgende vragen:
• Waarom is dit thema belangrijk voor Stichting Flore?
• Wat willen we, werkend vanuit de missie, bereiken op dit thema?
• Hoe gaan we dat vanuit de visie realiseren?
• Wanneer zijn we tevreden?
Jaarverslag Stichting Flore 2012
In dit deel wordt aandacht besteed aan de twintig kernindicatoren van onderwijskwaliteit. Kenmerkend in onze organisatie is dat vanuit heldere financiële en onderwijskwaliteitskaders, op basis van vastgestelde KPI’s, wordt geïnventariseerd, gemonitord en frequent gerapporteerd. Op basis van een analyse van de resultaten worden acties uitgezet
en uitgevoerd.
3
Verantwoording
In dit jaarverslag wordt verantwoording afgelegd over het eerste jaar van het koersplan. U kunt lezen welke doelen
uit koersplan zijn gerealiseerd en op welke wijze.
Ook is dit jaarverslag en de jaarrekening het medium waarin wordt gecommuniceerd met de stakeholders van Stichting Flore. Met het jaarverslag en de jaarrekening legt de stichting verantwoording af aan de overheid over de wijze
waarop zij de publieke gelden besteedt. Het verslag biedt Stichting Flore echter ook de mogelijkheid verantwoording
af te leggen aan verschillende belanghebbenden zoals personeel, ouders, toezichthouders etc.
Dit jaarverslag geeft een toelichting op de organisatie, het beleid en de financiën van Stichting Flore. Nadere informatie per school vindt u niet in dit jaarverslag maar in de 32 afzonderlijke jaarverslagen die de scholen over het schooljaar 2011-2012 hebben opgesteld.
Het verslag is als volgt opgebouwd: de eerste twee hoofdstukken geven inzicht in de organisatiestructuur en de missie en visie van Stichting Flore.
In het hoofdstuk Ruimte om te bloeien wordt verantwoording afgelegd over de behaalde onderwijskwaliteit binnen
de scholen en Stichting Flore. Vervolgens geven de in de hoofdstukken daarna de verschillende betrokkenen, het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad, de voorzitter van het Directieberaad, de leden
van het College van Bestuur en diverse leden van de Raad van Toezicht verslag over het jaar 2012 aan de hand van
het koersplan van Stichting Flore.
De themacoördinatoren doen verslag over de thema’s van Flore-extra in de paragrafen die daarop volgen. In het
hoofdstuk ‘Samen zijn we Flore’ krijgt u een beeld van hetgeen het servicekantoor voor de scholen betekent. In het
hoofdstuk ‘Toekomstbestendige organisatie’ worden de financiële processen en financiën nader toegelicht.
Als uitsmijter kunt u nog lezen hoe we binnen Stichting Flore de verplichte asbestinventarisatie en de daaruit voorvloeiende rapportages het hoofd hebben geboden.
Tenslotte
Kortom, een jaarverslag dat zeer de moeite waard is om te lezen als e-magazine op onze website. De ouders/verzorgers worden op de hoogte gesteld van het jaarverslag, doordat de websites van de scholen gekoppeld zijn aan de
website van Stichting Flore. Op deze manier is het eenvoudig en efficiënt aan te bieden aan onze grootste groep stakeholders: de ouders/verzorgers van de leerlingen die aan onze zorg zijn toevertrouwd.
Jaarverslag Stichting Flore 2012
4
2
Missie en visie
Stichting Flore biedt 8.000 leerlingen kwalitatief hoogstaand onderwijs. Met ruim 800 medewerkers - verdeeld over
32 basisscholen en een servicekantoor - richten wij ons vol overgave op onze kerntaak: het beste uit kinderen halen.
Wij bereiden onze leerlingen voor op de toekomst, hun rol daarin en hun verantwoordelijkheid daarvoor. Wij helpen
de leerling uit te groeien tot een evenwichtig en volwaardig lid van de maatschappij.
Interconfessioneel
Onder Stichting Flore ressorteren scholen met een katholieke, protestants-christelijke en interconfessionele identiteit.
Stichting Flore biedt ruimte voor levensvragen en zingeving voor leerlingen, leerkrachten en andere medewerkers.
Door met de ander deze ruimte in te vullen kun je worden wie je bent. Daarbij wordt uitgegaan van een verbondenheid tussen authentieke scholen op basis van christelijke waarden. Stichting Flore gaat ervan uit dat mensen met hun
verschillende levensbeschouwingen elkaar inspireren, aanvullen en elkaar laten groeien.
Flore-scholen
De 32 Flore-scholen zijn één in verscheidenheid. Iedere school heeft zijn eigen gezicht, onderwijsstijl en werkwijze.
De ene school is groot, de andere klein. Er zijn dorpsscholen en stadsscholen. Er zijn traditionele scholen, brede scholen, een Dalton- en een Jenaplanschool en een school voor speciaal basisonderwijs. Kortom, voor iedere leerling is er
een school die bij hem past.
College van Bestuur en servicekantoor
Het College van Bestuur ziet er op toe dat de onderwijskwaliteit van de Flore-scholen hoog blijft. Op het servicekantoor wordt op een creatieve en op samenwerking gerichte manier de ontwikkeling van het onderwijsbeleid ondersteund. Scholen, maar ook ouders, kunnen er terecht met vragen over de meest uiteenlopende onderwerpen. Het
servicekantoor adviseert, ondersteunt en neemt veel werk uit handen van de schooldirecteuren/scholen, zodat zij zich
kunnen richten op hun kerntaak: het beste uit kinderen halen.
Jaarverslag Stichting Flore 2012
De belangrijkste beleidsvelden zijn:
Onderwijsinhoudelijke zaken:
kwaliteitsbeleid, Passend Onderwijs, ICT-toepassing in de klas, taal- en rekenpilots, opbrengstgericht werken.
Personeelsbeleid:
vervanging, mobiliteit, arbo, werving en selectie, begeleiden nieuwe leerkrachten, opleiden en begeleiden
nieuwe directeuren, bijscholing, cursussen, verzuimpreventie en begeleiding, salarisadministratie,
loopbaanontwikkeling.
Financieel en huisvestingsbeleid:
toedeling van middelen over de scholen, het maken van financiële afwegingen, beleid ten aanzien van beheer,
onderhoud en nieuwbouw.
Algemene Zaken:
communicatie en PR, informatieverstrekking, ontwikkelen van draaiboeken en protocollen,
ouderbetrokkenheid, klachtenbehandeling, ICT-hardware, contractmanagement.
5
Missie
Stichting Flore is een vooruitstrevende en interconfessionele primair onderwijsorganisatie die met persoonlijke aandacht een bijdrage levert aan de ontwikkeling van kinderen vanuit de waarden kwaliteit, daadkracht en duurzaamheid.
Visie
•
•
•
•
Stichting Flore signaleert, selecteert en motiveert om aan te sluiten bij maatschappelijke ontwikkelingen.
Stichting Flore stimuleert op alle niveaus professioneel handelen dat wordt gekenmerkt door aantoonbare verbetering. Op het niveau van de klas gaat deze aantoonbare verbetering verder dan de cognitieve en sociaalemotionele ontwikkeling alleen.
Stichting Flore heeft lef om ontwikkelingen aan te gaan waarvan zowel het verloop van het proces als het eindresultaat nog niet van te voren tot in detail geheel duidelijk is.
Stichting Flore bouwt aan duurzame relaties en duurzame resultaten. De duurzame relaties worden gekenmerkt
door vertrouwen en transparantie. Vanuit deze kenmerken wordt de voortgang van de initiatieven en ontwikkelingen die worden ingezet gemonitord, zodat deze duurzaam van aard zijn. Een goede bedrijfsvoering maakt onderdeel uit van dit handelen.
Kernwaarden
Kernwaarden verwoorden de identiteit van een organisatie. Zij bepalen het karakter van de organisatie en geven richting bij keuzes in de beleidsontwikkeling, strategie en activiteiten. Daarnaast vormen zij de leidraad voor medewerkers hoe zij zich in hun werk gedragen en met elkaar omgaan. Dankzij gedeelde kernwaarden ontstaat er
saamhorigheid die leidt tot betrokkenheid en trots.
Stichting Flore is vooruitstrevend en staat voor kwaliteit, daadkracht en duurzaamheid.
Vooruitstrevend
Bij Stichting Flore wegen wij de maatschappelijke ontwikkelingen. Wij pakken kansen en durven op zoek te gaan
naar ‘out of the box’-oplossingen. Dit komt terug in de manier waarop wij onze leerlingen voorbereiden op hun actieve rol in de (toekomstige) maatschappij.
Kwaliteit
Bij Stichting Flore ontwikkelen leerlingen hun talenten optimaal. Kwaliteit staat of valt met de leerkracht voor de
klas. Daarom investeren wij bij Stichting Flore in de ontwikkeling van alle medewerkers. Wij beschikken over veel deskundigheid in de 32 scholen en versterken elkaar door kennisuitwisseling en het delen van ervaringen. Deze samenwerking levert onderwijskundige, organisatorische en financiële voordelen op.
Daadkracht
Duurzaamheid
Duurzaamheid vormt het hart van ons onderwijs. Bij Stichting Flore bereiden we de leerlingen voor op de toekomst,
hun rol daarin en hun verantwoordelijkheid daarvoor. Wij helpen de leerling uit te groeien tot een evenwichtig en volwaardig lid van de maatschappij. Wij investeren in duurzame relaties, met vertrouwen en transparantie als uitgangspunt. Duurzame resultaten behalen we door het efficiënt inzetten van middelen en het uitvoeren, evalueren en
borgen van plannen.
Bekijk onze film
Jaarverslag Stichting Flore 2012
Vol overgave richten wij ons op onze kerntaak: het beste uit kinderen halen. Om resultaten neer te zetten is daadkracht nodig. We pakken door en maken af waar we aan zijn begonnen. En wij durven keuzes te maken. Dat betekent
soms ook dat we dingen niet doen. Dit alles in het belang van de leerling.
6
3
Organisatiestructuur
Stichting Flore werkt volgens de volgende organisatiestructuur:
Raad van Toezicht
Dhr drs. P.H.M. Roemer
Mevr H.C. Schipperus
Dhr J.F.T. Quick
Dhr C.P.A. Mosch
Dhr J.G. Min
Dhr dr. H. van der Weijden
Dhr M.M.M. Castricum QC
Voorzitter
Lid
Lid, auditcommissie
Lid, remuneratiecommissie
Lid, remuneratiecommissie
Lid
Lid, auditcommissie
De Raad van Toezicht bestaat uit minimaal vijf en maximaal zeven leden. De Raad vergadert ongeveer vijf maal per
schooljaar, of meer indien nodig. De RvT kent een Auditcommissie (AC) die zich bezig houdt met financiële vraagstukken en een Remuneratiecommissie (RC) die zich buigt over het bezoldigingsbeleid voor de leden van het CvB en de
RvT.
College van Bestuur
Voorzitter
Lid (tot november 2012)
Het College van Bestuur is verantwoordelijk voor het bestuur van de stichting en legt hiertoe verantwoording af aan
de Raad van Toezicht.
Jaarverslag Stichting Flore 2012
Dhr A.J.M. Groot
Dhr P.H.F. Claessen
7
Algemeen directeuren
Dhr S.J.C. Konst
Dhr R.W.J. Zaal
Algemeen directeur Onderwijs en Personeel
Algemeen directeur Financiën en Bedrijfsvoering
De Algemene Directie heeft, met inachtneming van de beleids- en financiële uitgangspunten die door het College van
Bestuur zijn vastgesteld, vastgestelde taken en bevoegdheden. Deze taken en bevoegdheden zijn vastgelegd in het
managementstatuut van Stichting Flore.
Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad
Dhr J.P. de Goede
Mevr C.M.B. Wieland
Mevr M. Fygi
Voorzitter
Vice vz/secretaris
Lid
De Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) vertegenwoordigt ouders en leerkrachten van de Flore scholen.
Agendacommissie Directieberaad 2012-2013
Dhr W.J. Schölzel
Dhr L.M.A. Settels
Mw R. Ybema-Kuiper
Mw A.M. Ruiter
Dhr K.J. Wolf
Dhr S.J.C. Konst
Dhr R.W.J. Zaal
Voorzitter (directeur)
Lid, themacoördinator Talentontwikkeling (directeur)
Lid, themacoördinator Passend Onderwijs (directeur)
Lid, themacoördinator Opbrengstgericht werken (directeur)
Lid, thema coördinator ICT (directeur)
Lid (algemeen directeur Onderwijs en Personeel)
Lid (algemeen directeur Financiën en Bedrijfsvoering)
Het directieberaad is het overleg van, voor en door de directeuren. De agenda, het voorzitterschap en de voorbereiding liggen in handen van de agendacommissie die bestaat uit themacoördinatoren/directeuren en de Algemeen Directeur Onderwijs en Personeel en de Algemeen Directeur Financiën en Bedrijfsvoering.
Jaarverslag Stichting Flore 2012
Juni 2012 Onthulling schildje van het officiële
Jenaplancertificaat door wethouder De Boer,
gemeente Heerhugowaard. RKBS De Zonnewijzer is de enige officieel gecertificeerde
Jenaplan school in Heerhugowaard.
8
Directeur
Onder de verantwoordelijkheid van Stichting Flore ressorteren 31 scholen voor bijzonder basisonderwijs en één
school voor speciaal basisonderwijs. De schooldirecteur is belast met de algehele leiding van de school en geeft direct leiding aan de medewerkers. De schooldirecteuren leggen verantwoording af aan het College van Bestuur en de
MR.
Medezeggenschapsraad
Elke school heeft een medezeggenschapsraad (MR). Deze bestaat uit ouders en leerkrachten van de school.
Servicekantoor
De Raad van Toezicht, het College van Bestuur en directeuren laten zich ondersteunen door een servicekantoor. Op
het servicekantoor wordt, zoals al eerder genoemd, op een creatieve manier, op samenwerking gericht de ontwikkeling van het onderwijsbeleid ondersteund. Scholen, maar ook ouders, kunnen er terecht met vragen over de meest
uiteenlopende onderwerpen. Het servicekantoor adviseert, ondersteunt en neemt veel werk uit handen van de
schooldirecteuren/scholen, zodat zij zich kunnen richten op hun kerntaak: het beste uit kinderen halen.
Het doel en de grondslag zijn in de statuten van Stichting Flore in 2012 aangepast.
De nieuwe tekst luid:
De Stichting heeft ten doel het oprichten en in stand houden van (onderwijs)instellingen voor alle vormen van
basisonderwijs, waaronder bijzonder onderwijs, neutraal onderwijs, algemeen bijzonder onderwijs en
samenwerkingsscholen.
Jaarverslag Stichting Flore 2012
Februari, brand in de bovenbouwlocatie van
KBS De Doorbraak, Warmenhuizen
9
Flore Basis
Jaarverslag Stichting Flore 2011
10
4
Ruimte om te bloeien
Stichting Flore is een vooruitstrevende interconfessionele onderwijsorganisatie, die vanuit persoonlijke aandacht een
bijdrage wil leveren aan de ontwikkeling van kinderen vanuit onze kernwaarden; vooruitstrevend, kwaliteit, daadkracht en duurzaamheid. De Flore-kwaliteit van het onderwijs staat bij ons voorop. Dit betekent voor ons als organisatie, dat wij iedere leerling de mogelijkheid willen en kunnen bieden om het maximale uit zichzelf te halen.
Stichting Flore monitort de kwaliteit van haar school. De kwaliteitsindicatoren van de inspectie zijn daarbij richtinggevend en moeten binnen alle scholen in ieder geval als voldoende beoordeeld worden.
Kijken we terug naar het jaar 2012 dan zijn over kwaliteit van onderwijs de volgende conclusies te trekken:
Borging van opbrengsten
De opbrengsten van de scholen van Stichting Flore zijn, gemeten naar de eisen die de Inspectie van het Onderwijs
hiervoor stelt, voor alle scholen van voldoende niveau. Dit betekent dat eind 2012 alle Flore scholen van de Inspectie
een basisarrangement hebben gekregen. Een nuancering is echter op zijn plaats. Ruim een derde van de scholen is
niet in staat om ieder jaar voldoende eindopbrengsten te genereren en ook bij de tussenopbrengsten voor de onderdelen technisch lezen bij de groepen 3 en 4, rekenen bij de groepen 4 en 6 en begrijpend lezen in groep 6, zien we
dat niet alle scholen op ieder onderdeel een voldoende scoort. Een nadere analyse leert ons dat er aandacht moet
blijven voor het technisch leesonderwijs en dat met name het begrijpend lezen op veel scholen een punt van zorg is.
Dit verdient daarom in de komende jaren de nodige aandacht.
In 2012 is het leestraject van het CPS afgerond en monitoring bij de twaalf scholen die deelgenomen hebben, leert
dat we hier een structurele en duurzame verbetering kunnen waarnemen van het pedagogisch en didactisch handelen van de leerkrachten, gekoppeld aan een sterker klassenmanagement. Wel zijn ook bij deze groep scholen de opbrengsten nog wisselend te noemen. Borging van de nieuw verworven vaardigheden is daarom zeker van belang.
Een vijftal scholen heeft weliswaar een basisarrangement, maar de opbrengsten zijn van dien aard,
dat hier sprake is van een wankel evenwicht. Deze scholen zijn gebaat bij een structurele ondersteuning om er zorg
voor te dragen dat de scholen blijvend voldoende opbrengsten behalen.
De cultuur binnen Stichting Flore kan op een aantal scholen nog meer het kenmerk krijgen van het hoog leggen van
de lat, om de onderwijskwaliteit te versterken en om een veilige marge in te bouwen, zodat men niet steeds naar de
inspectienorm hoeft te kijken.
Passend onderwijs voor elke leerling
De zorg voor de kinderen staat binnen de Florescholen centraal. Leerlingen krijgen daar waar nodig extra zorg aangeboden. De leerkrachten houden rekening met de verschillen tussen de leerlingen en zijn in staat om te werken met
Jaarverslag Stichting Flore 2012
Het onderwijsleerproces en het efficiënt gebruik maken van de onderwijstijd is bij alle Florescholen goed te noemen.
Hierin zien we een afspiegeling van de waarden en de normen die we binnen al onze scholen stellen aan het onderwijsleerproces. Op Florescholen heerst een professioneel en positief leerklimaat gekenmerkt door duidelijke uitleg,
een efficiënte organisatie van het onderwijsaanbod, een veilig schoolklimaat en respectvolle omgangsvormen. Een
punt van verdere ontwikkeling en daarom ook van aandacht op een aantal scholen is de mate waarin de leerlingen
actief betrokken worden bij hun eigen leerproces.
11
drie niveaus van instructie. De leerkrachten volgen systematisch de ontwikkeling van hun leerlingen. In 2012 is gekozen voor een nieuw leerlingvolgsysteem genaamd ParnasSys, waarmee in 2013 is gestart. Met dit programma hopen
we het volgen van de leerlingen beter en efficiënter te kunnen organiseren. Punten die op scholen nog nadere aandacht behoeven zijn het systematisch analyseren van de opbrengsten van de leerlingen en op basis van die analyse
kunnen komen tot een beredeneerd aanbod voor leerlingen. Ook het aanbod voor kinderen die meer aankunnen is
voor een groot aantal scholen een punt van ontwikkeling. Wel is het verheugend dat we een groep scholen hebben,
die hierin voorop loopt. Dit is de alliantie Hoogbegaafdheid. Daarnaast zien we veel teamscholing over dit thema,
veelal aangeboden door het instituut Novilo.
Kwaliteitszorg
De directies van de Florescholen worden zich meer en meer bewust van de noodzaak om te komen tot een gestructureerd systeem van kwaliteitszorg. Hierbij evalueert de school onder leiding van de directie jaarlijks de resultaten van
de leerlingen en evalueert men ook regelmatig het onderwijsleerproces. Op basis van deze evaluaties werkt de school
planmatig aan verbeteractiviteiten, binnen de scholen van Stichting Flore jaarlijks vastgelegd in een schoolontwikkelplan (SOP). Alle scholen stellen een jaarverslag op, waarbij een aantal scholen dit verslag ook al gebruikt om zich
naar belanghebbenden, en in ieder geval naar de ouders, over te gerealiseerde onderwijskwaliteit te verantwoorden.
Scholen kunnen de borging van de kwaliteit verder versterken door nog meer planmatig te werk te gaan en vooral
door afspraken vast te leggen en personeel aan te spreken op gemaakte afspraken. Cyclisch leren werken aan onderwijskwaliteit vanuit een gestructureerde zelfanalyse kan scholen duurzaam verder helpen op de weg naar een hogere
onderwijskwaliteit. In 2012 is de laatste groep van acht scholen gestart met een zelfevaluatie- en visitatietraject,
waarin scholen een werkwijze krijgen aangeboden om structuur aan te bieden in de evaluatie en deze ook onderzoeksmatig te kunnen uitvoeren.
Alle scholen van Stichting Flore voldoen aan de wettelijke zaken zoals het opstellen van de jaarlijkse schoolgids, een
schoolplan, zorgplan en jaarverslag.
Talentontwikkeling
Ruimte om te bloeien betekent ook soms ruimte bieden om zaken uit te proberen. Voor experimenten is tijd en geld
nodig. In 2012 heeft het College van Bestuur de Flore KwaliTijd middelen ingesteld, waardoor de scholen voor een
jaar extra middelen kregen om zaken op te pakken. In totaal is € 350.000 beschikbaar gesteld. Van deze regeling is
gretig gebruik gemaakt. Scholen hebben gekeken naar zaken zoals hoogbegaafdheid, mogelijkheden om ICT in te
zetten binnen het onderwijs en ook naar kansen die er liggen in het anders groeperen van kinderen. Iedere school
schrijft op het einde van het traject een verantwoording, waar we in de loop van 2013 de lessen uit hopen te trekken.
Wat kunnen we leren van deze werkwijze en in hoeverre hebben deze initiatieven een bijdrage geleverd aan een
duurzame onderwijsontwikkeling.
Onderwijskwaliteit en de zorg voor deze kwaliteit zijn onderwerpen die blijvend aandacht vragen. Stichting Flore en
haar scholen moeten structureel de vraag stellen hoe de kwaliteit kan worden verbeterd. Ook het Ministerie van
OCW stelt eisen, onder andere aan de beroepskwaliteit van leerkrachten en directeuren.
Binnen Stichting Flore moeten scholen durven om te excelleren en moeten zij worden uitgedaagd om op zoek gaan
naar aspecten waarin zij zich kunnen onderscheiden om de toekomst aan te kunnen.
Jaarverslag Stichting Flore 2012
In 2012 hebben we voor het eerst middelen beschikbaar gekregen voor het versterken van het onderwijs op de gebieden passend onderwijs, opbrengstgericht werken, professionalisering (talentontwikkeling) en het versterken van
wetenschap en techniek. In totaal was ruim € 548.000 beschikbaar. Alle scholen hebben een bedrag per leerling gekregen voor het versterken van de cultuureducatie (€ 10,90) en het verbeteren van het taal- en rekenonderwijs
(€ 15,50).
Deze bedragen zijn in 2012 voor een groot gedeelte ingezet en besteed aan de vastgestelde bestemmingen.
12
Door een goede kwaliteitszorg zijn we gezamenlijk in staat om een duidelijke en herkenbare koers te varen, die leidt
tot duurzame verandering en verbetering van het onderwijs en een permanente verankering van de kwaliteit gevoed
door het doorlopend mensen te prikkelen om na te denken over onderwijs.
Siebrand Konst
Algemeen directeur Onderwijs en Personeel
Flore-KwaliTijdbudget
Het Bestuur van Stichting Flore heeft, met instemming van de Raad van Toezicht, in het najaar van 2011 besloten
om scholen een eenmalig Flore-KwaliTijdbudget ter beschikking te stellen. Dit betrof een bedrag van € 350.000
zijnde een vast bedrag van € 6.900 per school en daarbij een bedrag van € 15 per leerling. Het bedrag is te gebruiken voor een eenmalige versnelling in onderwijskwaliteit. Een eenmalige investering die moet leiden tot een duurzame hogere onderwijskwaliteit. De scholen hebben allemaal een onderbouwing van de inzet ingediend alsmede
een indicatie gegeven van de mogelijk te behalen opbrengsten.
Opbrengsten
Het blijft lastig voor scholen om op dit moment de concrete opbrengsten inzichtelijk te maken. Daar waar het een
investering betreft in scholing en materieel is eenvoudig vast te stellen of dit is gerealiseerd. Ook de investeringen
in optimalisering van leerlijnen, betere afstemming van overdracht en het verbeteren van communicatie en besluitvorming zijn door scholen vertaald in verbeteringen. De inzet van specialisten in de groepen ter ondersteuning van
leerkrachten in hun professionaliseringstraject worden algemeen als zeer positief ervaren. Echter, het is nu nog te
vroeg om dit vertaald te zien in hogere eindopbrengsten en hogere onderwijskwaliteit. De algemene reactie van de
directies is dat zij het beschikbaar gestelde budget goed hebben kunnen inzetten en dat het mede een bijdrage levert aan de integrale verbetering van onderwijskwaliteit.
Jaarverslag Stichting Flore 2012
13
Inzet van Flore-KwaliTijdbudget
Onderwerp
Opmerkingen
Personele inzet
•
•
•
•
•
•
Vrijroosteren leescoördinator voor extra ondersteuning van leerkrachten bij leesonderwijs.
Tijd voor de bouwcoördinatoren om hun rol te herijken en over te gaan tot andere, meer efficiënte,
werkwijze.
Mogelijk maken van collegiale consultatie door middel van vrij roosteren van leerkrachten.
Mogelijk maken van extra inzet van SEN-leerkracht,
intern begeleider en taalspecialisten in de groep ter
ondersteuning van de leerkracht naar verdere professionalisering.
Het tijd beschikbaar stellen voor leerkrachten om de
overdracht van het dossier van leerlingen aan het
einde van het schooljaar te optimaliseren.
Het ontwikkelen van een specifiek onderwijsaanbod
voor meer- en hoogbegaafde leerlingen.
•
Optimaliseren van zelfstandig werken en het professionaliseren van het handelen van de leerkracht
daarin, waardoor leerkrachten meer tijd over houden
voor de specifieke onderwijsbehoefte van kinderen.
•
Tijd vrijmaken voor leerkrachten om zich de analysevaardigheden eigen te maken om betere analyse,
zelfstandig en in bouw-verband, te maken van opbrengsten van leerlingen en groepen.
•
•
Is vaak in samenwerking met andere scholen opgepakt in de Alliantie Meer- en
Hoogbegaafdheid.
Het Opbrengstgericht werken, waar de
analyse fase enorm belangrijk is, wordt
ook in gezamenlijkheid in de Alliantie Opbrengstgericht werken opgepakt.
Scholing
•
•
•
Meestal ingevuld met ondersteuning van
Novilo.
•
Opgedane kennis en ervaring wordt gedeeld via Flore-Kwekerij en/of Flore-dag.
Materieel
Aanschaf iPad per bouw.
De aanschaf is met name bedoeld om de iPad te
gebruiken bij klasseconsultaties door directie of
bouwcoördinatoren en door middel van opnames in het nagesprek met de leerkracht concreter te kunnen inzoomen op zichtbaar of
niet-zichtbaar leerkrachtgedrag.
Jaarverslag Stichting Flore 2012
Scholing voor het hele team in het kader van omgaan in inrichten van het onderwijs voor meer- en
hoogbegaafde leerlingen.
Deelname van leerkrachten mogelijk gemaakt aan
landelijke conferenties zoals MakingShiftHappen en
Singapore rekenen.
14
5
Verslag van het College van Bestuur
Hoewel de focus in onze onderwijsorganisatie natuurlijk ligt op het bieden van onderwijskwaliteit is het goed om regelmatig, en zeker aan het einde van het jaar, stil te staan bij alle goede voornemens, projecten en trajecten. Wat is er
van terecht gekomen? Hebben we onze doelen bereikt en zijn we financieel op de goede weg? Dit jaarverslag 2012
zal integraal en uitgebreid stil staan bij de doelstellingen van onze organisatie en de wijze waarop deze geheel of
deels zijn gerealiseerd.
Het jaar 2012; een spannend jaar waarin krimp, financiën, fusies en bezuinigingen schreeuwden om aandacht van
alle geledingen in onze organisatie. Het CvB dient in deze hectiek op koers te blijven en gelukkig kon daarbij gebruik
gemaakt worden van het vastgestelde Koersplan 2012-2016. Een Koersplan met een stevige, integrale en ambitieuze
inhoud. Tot stand gekomen met een zeer actieve inbreng van het personeel van de scholen, de medezeggenschapsraden, ouders, leden van de Raad van Toezicht en vele anderen die direct of indirect betrokken zijn bij onze organisatie.
Een grote onderwijsorganisatie, met ongeveer 8000 leerlingen en 800 personeelsleden op koers houden in deze roerige tijden valt niet mee. Het Koersplan 2012-2016 geeft richting aan de strategie op lange termijn en vertaalt deze
naar concrete stappen voor de komende periode. Echter de, zich steeds sneller opvolgende, nieuwe inzichten en ontwikkelingen, vragen het uiterste van de organisatie. Het valt dan niet mee om als leerkracht, maar ook als ondersteuner, beleidsmedewerker of bestuurder niet teveel af te dwalen bij “goed onderwijs voor elk kind”. Vooral het nieuwe
regeerakkoord 2012-2016 van de VVD-PvdA regering kan vergaande consequenties hebben voor de samenleving,
maar zeker voor de kwaliteit van onderwijs. Stichting Flore zal dit akkoord moeten vertalen naar het Koersplan 20122016 van Stichting Flore en daar waar noodzakelijk actief moeten anticiperen op aangekondigd beleid.
Jaarverslag Stichting Flore 2012
Flore staat, als interconfessionele vooruitstrevende organisatie voor kwaliteit, daadkracht en duurzaamheid. Vanuit
een intensieve communicatie met alle geledingen, intern en extern, wordt daar vorm aan gegeven. De vele blijken
van waardering en ook constructieve feedback maken duidelijk dat we daarmee op de goede weg zijn. De fusietrajecten van de verschillende scholen in Graft-de Rijp, Akersloot, Limmen, Heerhugowaard en Schoorl-Groet maken ook
hier duidelijk dat consequente betrokkenheid van ouders en personeel in een open en vertrouwenwekkend klimaat
leidt tot een constructief proces met een haalbaar en algemeen geaccepteerd resultaat. Een gefuseerde school
waarin het voor personeelsleden mogelijk wordt gemaakt om ook op langere termijn onderwijskwaliteit te leveren.
In 2012 hebben we afscheid genomen van Peter Claessen als gewaardeerd lid van het College van Bestuur. En dat is
niet zomaar een afscheid, maar een afscheid van één van de grondleggers van onze organisatie, van iemand die zich
ruim 40 jaar ingezet heeft voor goed onderwijs in Heerhugowaard en later ook in de omgeving. En van iemand die
met zijn specifieke kennis en ervaring een belangrijke invloed heeft gehad op de onderwijscultuur van onze organisatie. Een passend afscheid, en dat is het zeker geweest, was dan ook op zijn plaats. Het afscheid gaf de organisatie tevens de mogelijkheid om een nieuwe keuze te maken in de invulling van bestuurlijke organisatie. Daarom is er voor
gekozen om bestuurlijke en operationele verantwoordelijkheid beter te positioneren en over te gaan tot de benoeming van twee algemeen directeuren. Siebrand Konst als algemeen directeur Onderwijs en Personeel en René Zaal
als algemeen directeur Financiën en Bedrijfsvoering. De dagelijkse operationele verantwoordelijkheid van onze organisatie ligt vanaf 1 augustus 2012 in hun handen. De bestuurlijke kaders worden vastgesteld door het College van
15
Bestuur met, op onderdelen, instemming van de Raad van Toezicht en/of Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad. Adrie Groot zal, als enige bestuurder, daar invulling aan geven.
Het Koersplan 2012-2016 geeft niet alleen bouwstenen aan voor de strategische ontwikkeling van Stichting Flore
maar maakt ook een onderscheid in Flore-Basis elementen en Flore-Extra onderwerpen. Deze elementen worden in
dit jaarverslag per onderdeel uitgewerkt en van commentaar voorzien.
De genoemde strategische ontwikkeling is verder gericht op het realiseren van onderwijskwaliteit, door scholen met
een minimale omvang, in brede scholen of integrale kindcentra. Sterke scholen, gehuisvest binnen een voldoende
groot voedingsgebied, zodat de continuïteit is gewaarborgd. Scholen als centraal ontmoetingspunt in de wijk of het
dorp waarin ouders, naast de basisschool, ook gebruik kunnen maken van kinderopvang, jeugd- en welzijnsactiviteiten of gewoon elkaar kunnen ontmoeten. Stichting Flore kent al vele brede scholen en in samenwerking met andere
partijen waaronder de kinderopvang, andere schoolbesturen en de gemeente zal deze ontwikkeling verder worden
ingevuld en geoptimaliseerd. In sommige gevallen blijken deze voorzieningen zeker in het continuïteitsperspectief, alleen maar mogelijk als scholen samen gaan. Niet alleen Flore-scholen, maar soms ook het samengaan met een
school van een ander schoolbestuur. In dit verband is er voor gekozen om de contacten met het ISOB (Stichting voor
openbaar onderwijs in onder andere Heiloo, Schermer, Graft-de Rijp, Akersloot, Egmond en Schoorl-Groet) en De
Blauwe Loper (Stichting voor openbaar onderwijs in Heerhugowaard en Langedijk) te intensiveren. Ook in het kader
van de invoering van Passend Onderwijs per 1 augustus 2014 wordt helder dat niet alleen passend onderwijs, maar
ook andere belangrijke onderwerpen, zoals instandhouding van scholen of het realiseren van een professionele
PABO-opleiding, alleen succesvol kan worden opgepakt binnen een stevige samenwerking tussen schoolbesturen.
Adrie Groot
Voorzitter College van Bestuur
Jaarverslag Stichting Flore 2012
Juli, ondertekening intentieverklaring samenwerking De Blauwe Loper, St. Kinderopvang
Heerhugowaard en St. Flore.
16
6
Verslag van de Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht (RvT) heeft tot taak om toezicht te houden op het beleid van het College van Bestuur en de algemene gang van zaken bij Stichting Flore. Daarnaast is de RvT de werkgever van het College van Bestuur en tevens
haar sparringpartner.
De RvT ziet er op toe dat het gevoerde beleid overeenkomt met wettelijke, statutaire en andere voorschriften en dat
de continuïteit wordt gewaarborgd.
De RvT hanteert de uitgangspunten van de Code Goed Bestuur Primair Onderwijs (in 2004 vastgesteld door de werkgroep Code Bestuurlijk Handelen Primair Onderwijs). Deze code dient nog door alle betrokkenen bij Stichting Flore te
worden besproken.
De raad is lid van de VTOI (Vereniging van Toezichthouders in Onderwijsinstellingen) en heeft zo contact met andere
toezichthouders.
Verantwoording
In 2012 werden, in aanwezigheid van het CvB, zes reguliere vergaderingen van de RvT gehouden.
Voorafgaand aan deze bijeenkomsten vond overleg plaats tussen de voorzitter van de RvT en het CvB. Tijdens dit
overleg werd de algemene gang van zaken in de organisatie besproken, werd de agenda voor de vergaderingen van
de RvT voorbereid en kwamen personele (waaronder arbeidsrechtelijke) zaken aan de orde.
Een terugkerend en belangrijk thema tijdens de vergaderingen van de RvT vormde het bespreken van
de voortgangsrapportages van het Koersplan 2012-16. Onder het kopje kwaliteit wordt hier verder op ingegaan. De
voorzitter en een lid van de RvT hebben met de leden van het CvB gesprekken gevoerd over hun doelstellingen voor
het schooljaar 2011-2012. Deze zijn ook geëvalueerd.
Jaarverslag Stichting Flore 2012
Tweemaal per jaar heeft de voorzitter van de RvT samen met de voorzitter van het CvB een informeel gesprek met
het dagelijks bestuur van de GMR. In 2012 is onder andere gesproken over:
• actuele ontwikkelingen binnen de organisatie;
• de financiële situatie in relatie tot krimp;
• handhaving onderwijskwaliteit;
• stand van zaken samenwerking met andere schoolbesturen en kinderopvangorganisaties;
• rooster van aftreden Raad van Toezicht;
• Transitierapport 2012-2014.
17
Samenstelling
Deze bestaat uit zeven onafhankelijke leden, die voor een periode van vier jaar worden benoemd,
met de mogelijkheid deze termijn één keer te verlengen.
Bij de start van Stichting Flore is rekening gehouden met de verschillende aandachtsgebieden voor de
samenstelling van de RvT.
Naam
Drs P.H.M. Roemer
Dr. H. van der Weijden
M.M.M. Castricum
C.P.A. Mosch
J.F.T. Quick
J.G. Min
Mevr. H.C. Schipperus
Functie
Voorzitter
Lid
Lid
Lid
Lid
Lid
Lid
Benoemd
1-1-2007
1-1-2012
1-1-2012
1-1-2007
1-1-2007
1-1-2007
1-1-2007
Aftredend
1-1-2015 (aftredend)
1-1-2016 (herkiesbaar)
1-1-2016 (herkiesbaar)
1-1-2014 (aftredend)
1-1-2014 (aftredend)
1-1-2013 (aftredend)
1-1-2013 (aftredend)
College van Bestuur
Naam
Functie
Dhr. A.J.M. Groot
Dhr. P.H.F. Claessen
Voorzitter
Lid, uit dienst per 1-11-2012
Commissies
De RvT heeft twee commissies ingesteld, de Auditcommissie en de Remuneratiecommissie. Voor deze commissies zijn
reglementen opgesteld, waarin werkzaamheden en bevoegdheden zijn opgenomen.
Auditcommissie
In de Auditcommissie hebben de heren M.M.M. Castricum en J.F.T. Quick zitting. Hun gesprekspartners vanuit de
stichting zijn de heren A.J.M. Groot en R.W.J. Zaal. Deze commissie houdt zich bezig met financiële vraagstukken.
De Auditcommissie heeft als taak om de RvT te adviseren over met name bedrijfseconomische aspecten, om zo de
besluitvorming te optimaliseren.
Voor de Auditcommissie is een reglement vastgesteld, met daarin een uitgebreide taakomschrijving.
In 2012 is een nieuwe auditcommissie ingericht na het afscheid van de twee voorgaande leden. De commissie heeft
in 2012 drie keer vergaderd. Hierbij zijn onder andere de verschillende rapportages beoordeeld en toegelicht, te
weten de jaarrekening 2011, de voortgangsrapportage van het tweede kwartaal 2012 en de begroting 2013. De adviezen van de auditcommissie inzake deze rapportages zijn integraal overgenomen door de Raad van Toezicht.
Wij hebben kunnen vaststellen dat het solide financieel beleid van Flore ook in 2012 is voortgezet en een goede basis
houdt voor de toekomst. Ook in huidige tijden van krimp en bezuinigingen, is de organisatie hierdoor in staat een
goede financiële koers te varen. Deze koers wordt door de organisatie goed beheerst.
Jaarverslag Stichting Flore 2012
Gezien de nieuwe samenstelling van de auditcommissie is in de overleggen ook veel aandacht besteed aan het verkrijgen van een goed inzicht in de verschillende (financieel georiënteerde) processen van Flore. Wij zijn tevreden over
de coöperatieve en transparante houding van onze gesprekspartners van Flore en de accountant en willen hiervoor
bij deze onze dank uitspreken. Wij hebben er alle vertrouwen in dat deze goede relatie in de toekomst voortgezet zal
worden.
18
Remuneratiecommissie
De Remuneratiecommissie bestaat uit twee leden van de Raad van Toezicht, te weten de heer C.P.A. Mosch en de
heer J.G. Min.
De Remuneratiecommissie wil in deze bijdrage aan het jaarverslag 2012 van de Stichting Flore stilstaan bij een vijftal
onderwerpen.
Plannings- & beoordelingsgesprek leden College van Bestuur
Door de remuneratiecommissie is in 2012 een plannings- en beoordelingsstructuur ontwikkeld voor de leden van het
College van Bestuur. Een gestructureerd plannings- en beoordelingsinstrument was voor het CvB nog niet beschikbaar. Het nieuwe beleid houdt in dat vanaf 2013 een plannings- en beoordelingsgesprek met de leden van het College van Bestuur wordt gevoerd. In het planningsdeel worden de doelstellingen en resultaatafspraken voor het
nieuwe jaar besproken en vastgesteld. Vervolgens wordt in het beoordelingsgesprek teruggekeken op het voorgaande jaar en worden de behaalde resultaten geëvalueerd. Deze gesprekken worden door de voorzitter van de Raad
van Toezicht en de voorzitter van de remuneratiecommissie gevoerd.
Beloning leden Raad van Toezicht
Met ingang van 1 januari 2012 is de vergoeding van de leden van de RvT verhoogd met het percentage van de Consumenten PrijsIndex over het jaar 2011, te weten 2,3%.
De vergoeding voor de leden van de Raad van Toezicht was over 2012 als volgt:
Voorzitter Raad van Toezicht Stichting Flore:
Bezoldiging per jaar: € 3.375 bruto
Vergoeding onkosten per jaar: € 750 netto
Lid Raad van Toezicht Stichting Flore:
Bezoldiging per jaar: € 2.250 bruto
Vergoeding onkosten per jaar: € 500 netto
Werving nieuw lid Raad van Toezicht
Het derde onderwerp betreft de werving van een nieuw lid voor de RvT. Door het vertrek van de leden J.G. Min en
H.C. Schipperus op basis van het vastgestelde rooster van aftreden ontstaan per 1 januari 2013 twee vacatures. Een
vacature, een kandidaat met een financieel-economische achtergrond, kon gelukkig worden vervuld in de persoon
van de heer drs. R. van Seventer. De tweede vacature is gericht op een juridisch-bestuurlijke kandidaat. Deze procedure liep ultimo 2012 nog.
Jaarverslag Stichting Flore 2012
Corporate Governance
De remuneratiecommissie was in 2012 actief betrokken bij de voorbereiding van een discussie over de organisatie
van de governance (het toezicht) bij de Stichting Flore. In 2013 moet dit resulteren in een document waarin de versterking en verbetering van de toezichthoudende structuur van de stichting wordt verankerd. Onderwerpen zoals beschrijving van de bevoegdheden van het CvB en RvT, spelregels bij investeringen en benoemingen, inbedding van
kwaliteit en integriteit in de organisatie, etc. komen in het document aan de orde.
Bestuurders
Arbeidsovk./
Ingang
Taak
Dienst
Beloningen
Bonusbet./
Beloning
Uitsplitsing
werkzaamheden
dienst-
omvang
betrekking
periodiek
gratificatie
bet. op
dienst- verband
verband
Fte
/Interim
Datum
termijn
Vanaf
Tot
D of I
2012
2012
2012
A.J.M. Groot
01-01-2012
31-12-2012 01-01-2007
10
D
93415
1860
14854
P.H.F. Claessen
01-01-2012
31-10-2012 01-01-2007
10
D
74778
250
12044
168193
2110
26897
Totaal bestuurders
19
Samenstelling en beloning leden College van Bestuur
De beloning van de leden van het CvB is op grond van een waardering van deze functie vastgesteld. De functie van
voorzitter is in salarisschaal 16 ingedeeld en de functie van lid College van Bestuur is ingeschaald in salarisschaal 15,
zoals vermeld in de CAO voor het Onderwijs. De voorzitter van het CvB is met ingang van 1 augustus 2012 ingeschaald in salarisschaal 16. Daarnaast heeft hij de beschikking over een dienstauto, waar een eigen bijdrage tegenover staat. De vermelde bedragen zijn gangbaar voor het niveau van deze functies.
Peter Claessen heeft in november 2012 afscheid van onze stichting genomen. Wij zijn hem veel dank verschuldigd
voor alle werkzaamheden die hij voor de Stichting Flore verricht heeft.
Adrie Groot is voorzitter van het CvB. Momenteel wordt onderzocht of het vanuit de nieuwe managementstructuur,
die in de loop van 2012 bij de stichting is ingevoerd, nog nodig is of het CvB met een lid uitgebreid gaat worden.
Kwaliteit
Jaarverslag Stichting Flore 2012
Binnen de Flore organisatie staat het begrip kwaliteit centraal. In het koersplan 2012-2016 worden de beleidsvoornemens geconcretiseerd. Door middel van voortgangsrapportages krijgt de RvT de benodigde informatie om haar toezichthoudende rol professioneel te kunnen vervullen.
In 2012 heeft de raad zich intensief met de volgende onderwerpen beziggehouden.
De pensionering van Peter Claessen vormde de aanleiding om het bestuursmodel tegen het licht te houden. Na uitgebreide discussie is gekozen voor een tweehoofdig College van Bestuur, als groeimodel, omdat vormen van samenwerking met andere besturen worden onderzocht.
In de praktijk van dit moment werken we met een éénhoofdig CvB, ondersteund door twee algemeen directeuren.
Het proces om te komen tot een optimale samenwerking tussen de algemeen directeuren en het CvB, met een scheiding tussen bestuurlijke en operationele verantwoordelijkheid, is nog in volle gang.
Naast de Auditcommissie Financiën en de Remuneratiecommissie, die hun werkzaamheden naar volle tevredenheid
uitvoeren, heeft de RvT de wenselijkheid van het instellen van een Auditcommissie Onderwijs en Personeel besproken. De RvT beschouwt het als een kerntaak om toe te zien op het tot stand brengen, respectievelijk handhaven, van
een hoge onderwijskwaliteit op de Flore-scholen.
Zeker nu het er op lijkt dat het externe toezicht op de scholen aan betekenis zal verliezen en het interne toezicht
steeds belangrijker wordt, kan deze commissie een rol van betekenis gaan spelen. In 2013 zal het eerste overleg van
de commissie met het CvB plaatsvinden.
Zoals blijkt uit het rooster van aftreden, is de raad begin 2015 volledig “vernieuwd”. De zittende leden vinden het
van groot belang om de opgebouwde expertise over te dragen op de nieuwe. We hebben met elkaar besproken op
welke manier dit het beste kan gebeuren. Het streven is om onder begeleiding van een externe deskundige de opgedane kennis en ervaring zoveel mogelijk schriftelijk vast te leggen.
20
Rondrit
Op vrijdag 5 oktober heeft de Raad van Toezicht een bezoek aan een twee Flore-scholen gebracht. In het schooljaar
2012-2013 staat ICT als Flore-extra thema centraal binnen de Flore organisatie. Het was dan ook een logisch gevolg
dat de rondrit van de RvT in het teken van dit thema zou staan. Met de themacoördinator ICT, Karel Wolf, werd een
bezoek gebracht aan de St. Barbara in Tuitjenhorn en de Willibrordschool in Heiloo. Op de St. Barbaraschool werd
aandacht besteed aan de nieuwbouw van de school en hoe de schoolorganisatie daar vorm in heeft gekregen, met
behulp van de nieuwe digitale hulpmiddelen, zoals een draadloos netwerk en een digibord in elke klas. De leden van
de RvT woonden een lesje bij. Op de Willibrordschool kregen de RvT leden les van de leerlingen in groep 8 met behulp van een iPad. Karel Wolf en Wytze Niezen gaven hun visie op lesgeven in de 21e eeuw, met behulp van ICT.
Jaarverslag Stichting Flore 2012
Ondertekening samenwerkingsovereenkomst
VU Centrum Brein en Leren en Stichting Flore
op afscheidsreceptie Peter Claessen, tevens
oprichting Claessen Kas
21
7
Verslag van het Dagelijks Bestuur van de GMR
Inleiding
De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) is een bij wet geregeld orgaan, waarin ouders en personeelsleden zijn vertegenwoordigd. De primaire taak van de GMR is het toetsen van voorgenomen beleid, opgesteld door
het College van Bestuur (CVB) en, conform het GMR reglement, advies geven over of instemmen met voorgenomen
beleidsbesluiten.
De GMR werkt met een dagelijks bestuur (DB). Het DB bestaat uit drie leden, in 2012 allen afkomstig uit de personeelsgeleding. De leden van het DB worden voor één dag per week gefaciliteerd en werken met een omschreven takenpakket.
Het DB wordt tweemaandelijks ondersteund door een juridisch medewerker van de CNVO.
Doel van de ondersteuning is de vergroting van de juridische kennis aangaande medezeggenschap en concrete advisering in praktische aangelegenheden die de GMR betreffen.
Samenstelling en werkwijze van de GMR
De GMR had in 2012 24 zetels, 12 voor de oudergeleding (OGMR) en 12 voor het personeel (PGMR).
In 2012 waren voor de PGMR 12 zetels bezet en 10 voor de OGMR.
Alle leden nemen zitting in één van de drie werkgroepen (Middelen, Onderwijs en Personele Zaken).
In deze werkgroepen worden de aangeboden beleidsdocumenten besproken en zij stellen desgewenst stemadviezen
en adviezen op, die in de eerstvolgende plenaire vergadering worden behandeld.
Welke ontwikkelingen vroegen afgelopen jaar onze aandacht?
1. Het teruglopend aantal leerlingen binnen Flore en de personele gevolgen.
Hierover wordt Decentraal Georganiseerd Overleg gevoerd tussen het College van Bestuur en de vakbonden.
Dit is conform het Sociaal Statuut. Formeel gezien heeft de GMR geen rol bij het DGO. De GMR is vanaf 2009
betrokken bij dit proces. Zij volgt actief de relevante ontwikkelingen, in het bijzonder het personeelsbeleid, de
onderwijskwaliteit en de beoogde fusies tussen scholen.
3. Passend Onderwijs
Het volgen van het invoeringsproces; met name de inrichting van nieuwe samenwerkingsverbanden en ondersteuningsplanraad.
4. De realisatie van het Transitierapport.
De GMR volgt de ontwikkelingen met betrekking tot de bestuurlijke herinrichting van Flore actief.
Jaarverslag Stichting Flore 2012
2. De realisatie van het Koersplan 2012-2016.
Hierbij zijn de kwartaalrapportages leidend voor de GMR. Bij instemmingen op nieuw beleid en aanpassingen
op bestaand beleid wordt gekeken naar de relatie met het Koersplan.
22
5. Het organiseren van cursussen voor GMR en MR.
De GMR wil een professioneel orgaan zijn. Dit wordt onder andere bereikt door het volgen van cursussen.
Ieder jaar organiseert de GMR een GMR- en een MR cursus in samenwerking met de Christelijke Nationale
Vakorganisatie voor het Onderwijs (CNVO) Tijdens deze avonden worden de bevoegdheden van de MR-en besproken. Daarnaast komen de Wet Medezeggenschap Scholen, het MR-reglement, het Medezeggenschapsstatuut en de CAO primair onderwijs aan de orde.
Ook worden er concrete onderwerpen aangaande medezeggenschap besproken en wordt de toepassing van
de reglementen in de praktijk belicht.
Voor de MR-en is op 18 januari 2012 een cursusavond georganiseerd, waarin de artikelen over advies- en instemmingsrecht en concrete onderwerpen aangaande medezeggenschap expliciet zijn besproken; toepassing
van de reglementen in de praktijk. Er namen 36 personen deel aan de cursus.
6. Het organiseren van een jaarlijkse contactavond van het DB GMR met alle MR-en.
Op 18 april 2012 heeft het DB een thema-avond over de “krimp” georganiseerd, waarbij GMR, MR-leden en
alle personeelsleden waren uitgenodigd. Cor Duinmaijer, vakbondsonderhandelaar vanuit het CNVO, en
Siebrand Konst gaven een toelichting op de personele consequenties van een krimpsituatie.
7. Het onderhouden van het contact met de MR-en en het personeel.
Dit aspect acht de GMR van groot belang. De GMR onderhoudt het contact via de Flore Flits en een jaarlijkse
ontmoetingsbijeenkomst voor alle MR-en. Via de mail worden alle MR-en op de hoogte gehouden van de inhoud van de GMR vergaderingen.
De GMR kijkt terug op een vruchtbaar jaar
We hopen in 2013 vanuit onze toetsende rol met een positief kritische houding en vanuit een actieve betrokkenheid
een meerwaarde te kunnen zijn voor onze stichting.
Jos de Goede
Corrie Wieland
Marieke Fygi
Dagelijks bestuur GMR
Jaarverslag Stichting Flore 2012
23
8
Verslag van de agendacommissie van het Directieberaad
Het Directeurenberaad (DiB) heeft zich in 2012 verder ontwikkeld. Hiertoe heeft de agendacommissie bestaande uit
Steven de Wit, Cees Dane, Peter Rokebrand en Wim Schölzel gezocht naar een nieuwe organisatievorm, die recht doet
aan zowel de ontwikkelingen op Floreniveau als op individueel schoolniveau.
De nieuwe agendacommissie bestaat dientengevolge uit een voorzitter (Wim Schölzel) en vier themacoördinatoren
(Karel Wolf, Regina Ybema, Loek Settels en Annemiek Ruiter). De themacoördinatoren zijn directeuren van Flore-scholen die zich gespecialiseerd hebben op één van de thema’s van Flore-extra uit het Koersplan 2012-2016.
De agendacommissie bepaalt gezamenlijk de agenda, in overleg met de algemeen directeur Onderwijs en Personeel
en de algemeen directeur Financiën en Bedrijfsvoering.
Op deze wijze wordt een continue afweging gemaakt met betrekking tot de zaken die in het DiB aan de orde gesteld
worden en een bijbehorende prioritering.
Ook voor de agendacommissie is het Koersplan leidend, waarbij Flore-basis de eerste prioriteit houdt.
De themacoördinatoren en de voorzitter zijn door de directeuren gekozen. Er is een bewuste keuze gemaakt om op
deze wijze de regie van de uitvoering van het koersplan in eigen hand te houden. Middels de coördinatoren zijn de
directeuren meer in de gelegenheid zich te richten op de eigen school. Immers, zij kunnen zich op de themagebieden
laten ondersteunen en de uitwerking op stichtingsniveau wordt voor een deel uit handen genomen. Hierbij is het wel
van belang op te merken dat de directeuren zelf verantwoordelijk blijven voor het behalen van de doelen.
Na afloop van het eerste schooljaar (uiterlijk juni 2013) wordt de werkwijze geëvalueerd.
In een wekelijks overleg tussen de themacoördinatoren en de voorzitter van het DiB worden de dwarsverbanden tussen de thema's, het koersplan en de afzonderlijke schoolontwikkelplannen van de scholen gezocht en bewaakt.
Sinds augustus 2012 wordt op deze wijze steeds duidelijker wat gezamenlijke en wat afzonderlijke wegen zijn.
Het is duidelijk geworden dat een tweetal zaken verder ontwikkeld dient te worden:
1 De organisatie van het DiB. Het is nu een (te) grote groep, die het wenselijk maakt naar andere organisatievormen te zoeken en tegelijk de mogelijkheid biedt aan afzonderlijke directeuren om hun invloed op het beleid te
hebben.
2 De status van het DiB in de totale organisatie. Deze is soms wat onduidelijk, waardoor een reglement een goede
aanvulling zou kunnen zijn.
Jaarverslag Stichting Flore 2012
Doordat het DiB voor een langere periode met dezelfde voorzitter werkt, is een gemeenschappelijk punt ontstaan. De
voorzitter bezoekt de scholen regelmatig (op uitnodiging én ongevraagd) en wordt zo tot een bindende factor in de
grote groep.
24
De voorzitter zoekt hiertoe naar mogelijkheden. Hij oriënteert zich daarbij bij andere stichtingen en neemt de wensen
van de directeuren daarin mee.
Het DiB heeft in het afgelopen jaar gezocht naar gezamenlijkheid en een opbouwende inbreng naar elkaar en naar
Flore. Duidelijkheid is daarbij van groot belang.
Wij zijn daarbij op de goede weg. De formele invulling zal op basis daarvan in het komend jaar ook zeker verder gestalte krijgen.
Wim Schölzel
Voorzitter Directieberaad
Jaarverslag Stichting Flore 2012
Maart, officiële opening brede school
De Hoge Akker door wethouder
Scheltema de Heere, Tuitjenhorn.
RKBS St. Barbara is gehuisvest in deze brede
school.
25
Flore Extra
Jaarverslag Stichting Flore 2012
26
xtra
Thema Passend Onderwijs
Een van de thema’s in het Koersplan 2012-2016 is Passend Onderwijs. Als themacoördinator aan mij de taak om inzicht te brengen in wat de Wet op Passend Onderwijs van onze scholen vraagt en wat dit betekent voor de Florescholen. De Wet op Passend Onderwijs treedt in werking op 1 augustus 2014. In augustus zijn we enthousiast gestart
met het maken van de schoolondersteuningsprofielen. Leidraad voor het opstellen van dit schoolondersteuningsprofiel is de handleiding van de PO Raad. Het format voldoet aan het wettelijk kader en aan het referentiekader.
Met betrekking tot de volgende vier onderwerpen hebben de scholen beschreven wat zij als school kunnen bieden.
• Preventieve en licht curatieve interventies
• De onderwijsondersteuningsstructuur
• Het planmatig werken
• Extra ondersteuningsmogelijkheden
Per onderwerp is een aantal vragen opgesteld, waarop de scholen hebben gereageerd. Hierdoor zijn de profielen stapelbaar en kunnen er conclusies getrokken worden voor het bestuursondersteuningsprofiel.
Als werkvorm is gekozen voor het werken in kleine groepjes scholen. Tijdens deze werkbijeenkomsten werd in goede
gesprekken meningen gevormd en bijgesteld.
Per 1 januari 2013 is de doelstelling uit het Koersplan: ‘Alle scholen van Stichting Flore hebben een schoolondersteuningsprofiel vastgesteld’, gehaald. De volgende stap is het samenstellen van het bestuursondersteuningsprofiel en
het bediscussiëren van de extra ondersteuningsarrangementen.
De SEN alliantie is in oktober bijeen geweest in Warmenhuizen. Per bijeenkomst zijn er ongeveer 10 scholen actief in
dit netwerk. Op basisschool De Doorbraak in Warmenhuizen werd de alliantie geïnformeerd over het werken met
meerbegaafden en sociale vaardigheidstraining. Eerder werden De Boomladder en De Vaart in Heerhugowaard bezocht. De SEN alliantie komt drie keer per jaar bij elkaar om ervaringen uit te wisselen en van elkaar te leren.
Tijdens het Directieberaad en het Flore IB netwerk werden directeuren en intern begeleider bijgepraat door de themacoördinator. Gedurende de laatste maanden van het verslagjaar zijn er contacten gelegd met beleidsmedewerkers
van andere besturen over het nieuw te vormen samenwerkingsverband.
Regina Ybema
themacoördinator Passend Onderwijs
Jaarverslag Stichting Flore 2012
Juni, festiviteiten rondom 100-jarig bestaan
Pater Jan Smitschool en renovatie van het
gebouw
27
xtrb
Thema Talentontwikkeling
De kweekvijver (opleiding tot directeur)
De eerste helft van het jaar 2012 stond in het teken van de Kweekvijver. Zeven talentvolle leerkrachten rondden het
tweede jaar van hun schoolleidersopleiding af. Een drietal senior-directeuren zorgde voor advies, begeleiding en
coaching van deze zeven talenten, met als doel dat zij zo goed mogelijk voorbereid werden op hun mogelijke directeurstaak. Ze hebben op hun eigen school diverse directietaken en een groot schoolontwikkelpunt aangepakt in het
kader van deze opleiding. Er vonden zo’n vijf gespreksmomenten tussen cursist en de coachende directeur. Dit waren
waardevolle en leerzame momenten voor zowel de cursist als de coach! Een goed voorbeeld van “van en met elkaar
leren”. De afstudeerdag had een hoog professioneel gehalte.
In september ging de coördinatie Talentontwikkeling van start. Een breed begrip, maar de KPI’s vanuit het Koersplan
gaven een duidelijk welke onderwerpen van belang zijn. In de tweede helft van 2012 is er hoofdzakelijk aan drie onderwerpen gewerkt:
Dossiervorming
Er is allereerst duidelijkheid verschaft in de terminologie. Het personeelsdossier is verdeeld in een bevoegdheidsdeel,
een bekwaamheidsdeel en een algemeen gedeelte. Daarbij is een overzicht gemaakt welke documenten in welk gedeelte van het dossier thuishoren. De privacy van de medewerkers is hierbij een belangrijk bespreekpunt geweest.
Het document “Flore houdt het bij” is hierop aangepast en is ter controle aan een jurist voorgelegd. Diverse scholen
zijn als pilot, nu een digitaal personeelsdossier aan het opbouwen in ParnasSys.
Competenties
De competenties zijn door de NSA ontwikkeld en van overheidswege zo vastgesteld. Het werken met EFFECt stuitte
bij een aantal directeuren op bezwaar, anderen leek het juist wel wat. Het staat de scholen vrij om te werken met
EFFECt, met WMK of zonder instrument door bijvoorbeeld een gesprek met een collega te voeren. Een ieder organiseert een 360 graden feedback op zijn competenties. Het maken van competenties voor adjunct-directeuren staat in
het voorjaar van 2013 gepland, met het maken van competenties voor intern begeleiders wordt in mei gestart en zal
dus komend schooljaar nog een vervolg krijgen.
De Flore Kwekerij
Loek Settels
themacoöordinator Talentontwikkeling
Jaarverslag Stichting Flore 2012
Dit staat in het teken van de professionalisering van de individuele leerkracht. Daaraan levert teamscholing ook een
bijdrage. Van groot belang is het gevoel van vraaggestuurd werken: wat is belangrijk voor de ontwikkeling van deze
leerkracht, van dit team. Leerkracht en directies hebben daar veel input op gegeven. Ook de themacoördinatoren en
de schoolopleiders hebben vanuit hun onderwerp scholingswensen aangegeven.
De Kwekerij biedt ook de gelegenheid om gebruik te maken van talenten van het eigen personeel. Wie in een bepaald onderwerp deskundig is, wordt uitgedaagd deze met anderen te delen. Het van en met elkaar leren zal hierdoor worden verbeterd.
28
xtrc
Thema Opbrengstgericht werken
De beginsituatie voor het Flore-extra thema Opbrengstgericht werken is opgesteld en de verwachtingen zijn uitgesproken en verwerkt. Opbrengstgericht werken in brede zin betekent doelgericht werken aan onderwijskwaliteit.
Toch ligt de focus van de coördinatie nu met name op de leerresultaten van lezen/taal- en rekenonderwijs.
Daardoor wordt het thema door een aantal scholen als te smal ervaren en niet in het belang van het kind. De afrekencultuur wordt veelvuldig genoemd, vanwege ‘een overwaardering voor cijfers’.
De scholen die participeren in het netwerk opbrengstgericht werken, ervaren de ontwikkeling rondom opbrengstgericht werken als positief en inspirerend. Daar waar de druk vanwege de inspectienorm groot is, vormt het onderwerp
tegelijkertijd een bedreiging.
Andere netwerken binnen Flore, die met onderdelen van opbrengstgericht werken bezig zijn, zijn de taalspecialisten
en het FIB (Flore-intern begeleiders).
De korte termijn ondersteuning op een drietal scholen, waar de eindopbrengsten wederom onder de inspectienormen
dreigden te komen, heeft zijn vruchten reeds afgeworpen.
De resultaten van de Cito M van januari en februari 2013, zullen in de eerste kwartaalrapportage van 2013 vermeld
worden. Uitspraken die de scholen aan de geboden ondersteuning geven zijn:
• ondersteunend;
• op weg helpen;
• luisterend oor;
• op een andere manier naar de situatie kijken;
• gebruik kunnen maken van materialen van een andere school.
Het onderwerp ‘Opbrengstgericht werken’ stuit zowel op weerstand als op belangstelling bij de Flore-scholen. De
wenselijkheid van de autonomie van de scholen enerzijds en het gezamenlijk Flore-breed optrekken ten behoeven
van kwaliteit op de scholen komen regelmatig met elkaar in botsing. Welke onderwerpen uit het Koersplan zijn verplicht en waar heeft een school de vrijheid? Discussies waren er volop.
Na vier maanden werken als themacoördinator is mijn bevinding dat het belangrijk is dat er ondersteuning en coördinatie geboden kan worden bij het ontwikkelen van een opbrengstgerichte cultuur en structuur. Zodat de resultaten
voor lezen/taal en rekenen kunnen verbeteren én dat de verbetering geborgd wordt. Het is enerzijds de taak en verantwoording van de directeur, maar anderzijds ook de gezamenlijke verantwoordelijkheid vanuit de Stichting.
Jaarverslag Stichting Flore 2012
In de laatste maanden van het jaar 2012 is er aandacht besteed aan de voorbereiding van de directietweedaagse op
7 en 8 februari 2013. Uitgangspunt voor dit programma is het Koersplan en de thema’s: Leiderschap en Passend Onderwijs.
Opbrengstgericht werken vraagt om opbrengstgericht leiderschap in alle lagen: de klas, de school en op bovenschools niveau. Goede basiszorg in de groep (passend onderwijs) betekent de leerresultaten op effectieve professionele wijze behalen.
29
Het nieuwe digitale leerlingvolgsysteem ParnasSys is in december geïmplementeerd binnen de schoolorganisaties van
Stichting Flore. Het betekent dat de monitoring op een andere wijze tot stand zal komen. We zitten in een overgangsfase. Nog niet alle scholen hebben hun leerlingresultaten in ParnasSys kunnen plaatsen. In overleg met de algemeen
directeur Onderwijs en Personeel worden de vervolgstappen bepaald.
Het in beeld brengen van de resultaten lezen-taal-rekenen cito M, middels ParnasSys biedt veel mogelijkheden. Nu is
de vraag wat willen we in beeld hebben en wat doen we ermee? Hier zullen we in 2013 antwoord op moeten kunnen geven.
Tevens wordt er aandacht besteed aan twee activiteiten die niet in het projectplan opgenomen zijn:
-Begrijpend lezen onderzoek (vijf Flore-scholen) door de VU, Brein en Leren
-VU-traject Brein en Leren: Wetenschap en techniek (scholen doen praktijkonderzoek).
Annemiek Ruiter
themacoördinator Opbrengstgericht werken
Jaarverslag Stichting Flore 2012
Maart, Floredag 2012. 17 praktijkgerichte
workshops, leren van en met elkaar.
Thema: Duurzaam leren
30
xtrd
Thema Informatie- en Communicatie Technologie
De wereld verandert snel. De toenemende ICT-mogelijkheden op vrijwel alle gebieden, maar vooral de grenzeloze
toegang tot oneindige hoeveelheid kennis en de nieuwe manieren van communiceren (sociale media). Net zoals het
gehele onderwijs, meestal voorzichtig volgend in deze ICT wereld, probeert ook Stichting Flore een antwoord te formuleren op deze grote maatschappelijke verandering.
Gezamenlijke inkoop computers
Zo gaf de gezamenlijke inkoop van computers Flore, vijf jaar geleden, een krachtige impuls, een flinke stap vooruit.
Anno 2012 zijn de keuzemogelijkheden zeer divers op alle gebieden: welke software willen wij (zowel educatief maar
ook besturingssystemen), welke soort devices willen wij, mobiel of vast, hoe organiseren wij het beheer, welke scholing is daarbij van belang etc. etc.
Een lastige bijkomstigheid hierbij is dat elke specifieke vraag of oplossing een specifieke ‘aanvliegroute’ vraagt.
Het grote voordeel van deze keuzemogelijkheden is dat scholen steeds beter passend bij hun specifieke onderwijsvisie hun eigen keuze kunnen maken.
Alle scholen hebben hun ambitieniveau vastgesteld en ongeveer 30% van de Flore scholen hebben hun eerste stap in
deze richting gezet. Er hebben verschillende gesprekken plaats gevonden met de Themacoördinator ICT.
Draadloos netwerk
Een enkele, in de toekomst wellicht belangrijke, ‘vliegbestemming’ wordt binnen Flore verkend door middel van een
pilot, de alliantie draadloos netwerk. Drie scholen experimenteren met mobiele devices. Na een wat stroef begin
waarbij aan de technisch voorwaarden werd voldaan, richt men zich nu op de kerntaak, het onderwijs. Begrippen als
adaptief, efficiënt, motiverend, flexibel en dergelijke. worden steeds zichtbaarder in de school. Tijdens de thema DIB
dag in december hebben alle directies kunnen ervaren hoe dit er in de praktijk uit kan zien.
Mediawijsheid
21st Century Skills
Scholing is evident om mee te kunnen gaan in deze ontwikkeling. Afgelopen half jaar zijn de digibordcursussen in de
kwekerij op alle niveaus goed bezocht.
Ook de Kennis- en Innovatiedagen van Stichting Flore dragen hier aan bij. In november is ingezet op software (KPI uit
het koersplan) en in december is het onderwerp ‘21st century skills’ verkend. Beide dagen zijn goed bezocht en hoog
gewaardeerd.
Jaarverslag Stichting Flore 2012
Altijd en overal beschikken over internet zal op den duur op alle Flore scholen mogelijk zijn. De vraag hoe hiermee
om te gaan, zal prominenter op de onderwijsagenda komen te staan, zoals het ook wordt beschreven in het koersplan. In het Directieberaad van Stichting Flore is gediscussieerd over mediawijsheid. Bovendien is in het directieberaad (themadag in december) inzicht verkregen in de mogelijkheden èn de risico’s van sociale media.
Ook hier speelt de diversiteit en daarmee samenhangende autonomie van de scholen; elke school heeft zijn eigen
visie op onderwijs. Het is onmogelijk en onwenselijk gebleken om een uitputtend Flore mediawijsheidprotocol te formuleren. Wij willen echter wel meer focus en grip (veiligheid), meer behoefte om weloverwogen richting te geven
aan de mediawijsheid van kinderen en Floremedewerkers. Wij hebben dat vastgelegd in de notitie Mediawijsheid.
Mediawijsheid heeft structureel een plek in ons onderwijs gekregen.
31
Zo eerder gezegd, op vrijwel alle gebieden zijn vernieuwingen gaande, vaak met raakvlak op ICT gebied. Zo zal in
2013 met het nieuwe administratie- en leerlingvolgsysteemsoftware ParnasSys worden gestart. Bovendien wordt bekeken hoe het intranet van Flore kan worden verbeterd.
Vraagt deze continue snelle ontwikkeling om een andere kijk op onderwijs? Kunnen wij onze kinderen wel voorbereiden op de toekomst als wij niet weten hoe die wereld er straks uit ziet? Ook in 2013 gaan wij daarmee aan de slag.
Karel Wolf,
themacoördinator ICT
Jaarverslag Stichting Flore 2012
April, leerlingen groep 8 Willibrordschool
geven iPadles aan wethouder Ouderkerken
van de Gemeente Heiloo
32
9
Samen zijn we Flore
De dienstverlening van het servicekantoor
De doelstelling van Flore en haar scholen is het geven van goed onderwijs aan de kinderen. Natuurlijk moet een
school voldoen aan wettelijke kaders, eisen van de onderwijsinspectie en handelen binnen de financiële budgetten,
maar in de wijze waarop een school onderwijs geeft hij zij een redelijk mate van autonomie.
Scholen
Flore heeft onder andere klassikaal georiënteerde scholen, OGO scholen, Jenaplan scholen, een Dalton school. Qua
identiteit zij er verschillen tussen katholiek, protestants christelijk en interconfessioneel. Ook kan een Flore school
zich onderscheiden via thema’s als Wetenschap & Techniek, ICT, muziek en cultuur etc.
Servicekantoor
Er zijn ook zaken waarbij het vanuit deskundigheid of efficiency beter is om werkzaamheden uniform en centraal uit
te voeren.
Het salaris van personeelsleden moet worden betaald, facturen moeten worden betaald, er moet dagelijks en meerjarenonderhoud worden uitgevoerd, grote contracten moeten worden gemanaged, scholing, praktijkbegeleiding, communicatie, coaching, projectmanagement en casemanagement moet worden uitgevoerd.
Deze activiteiten worden uitgevoerd of gecoördineerd door het servicekantoor van Stichting Flore.
Jaarverslag Stichting Flore 2012
33
10
Toekomstbestendige organisatie
Ontwikkeling aantal leerlingen
Leerlingen vormen de toekomst van de organisatie
De basis van Flore en haar scholen wordt gevormd door de leerlingen aan wie onderwijs wordt gegeven. Het aantal
leerlingen is bepalend voor het aantal leerkrachten, het aantal en de grootte van de schoolgebouwen, de bovenschoolse organisatie en het scala aan benodigde lesmaterialen. Al is de onderwijskwaliteit nog zo goed, zonder leerlingen geen Flore scholen…
Om alle leerlingen les te kunnen geven ontvangt Flore geld van het Ministerie van OCW. Per leerling worden bedragen ontvangen en hiervan kunnen leerkrachten worden aangesteld, boeken worden aangeschaft, scholen worden
schoongemaakt en onderhouden etc.
Leerlingenkrimp
De afgelopen jaren is het aantal leerlingen op de Flore scholen gedaald. De verwachting voor de toekomst is dat het
aantal leerlingen verder zal dalen. Minder leerlingen betekent minder inkomsten en dus minder geld voor leerkrachten, huisvesting, leermaterialen etc.
Om zicht te krijgen op de daling van het aantal leerlingen stellen de Flore scholen al vanaf 2009 jaarlijks zelf een
leerlingenprognose op.
Het officiële, door het Rijk vastgestelde meetmoment voor leerlingentelingen is 1 oktober. Basis voor de leerlingenprognose vormt het aantal aanwezige leerlingen op 1 oktober van het jaar. Bekend is wanneer deze leerlingen zullen
uitstromen uit groep 8. Instroom in groep 1 is deels bekend op basis van inschrijving en kan verder worden ingeschat
op basis van gemeentelijke geboortecijfers en ervaringscijfers. Zij-instroom en zij-uitstroom (bijvoorbeeld verhuizing)
is lastiger in te schatten. In januari 2012 hebben de schooldirecteuren een leerlingenprognose opgesteld voor de oktobertelling in 2012, 2013, 2014 en 2015.
In oktober 2012 kon de prognose voor 1 oktober 2012 worden vergeleken met de realisatie:
De gerealiseerde oktobertelling 2012 lag op het totale Flore niveau in lijn met de prognose.
Jaarverslag Stichting Flore 2012
Pognose 01-10-2012
Realisatie 01-10-2012
Verschil
%

aantal leerlingen
7.737
7.759
22
0,3%
34
Onderstaande grafiek geeft inzicht in de ontwikkeling van het aantal leerlingen in het afgelopen jaar en de prognoses voor de komende jaren. In deze grafiek is duidelijk de krimp van het aantal leerlingen te zien. De komende jaren
wordt een krimp verwacht van 3 à 4%.

In maart 2013 wordt een nieuwe leerlingenprognose door de scholen opgesteld.
Jaarverslag Stichting Flore 2012
35
Ontwikkeling aantal leerlingen per maand
Naast prognoses voor de komende jaren wordt maandelijks per school de ontwikkeling van het aantal leerlingen gevolgd. Omdat een school in schooljaren werkt wordt dit per schooljaar, dus niet per kalenderjaar, gevolgd. Voor de
schooljaren 2011-2012 en 2012-2013 (t/m december) ziet de ontwikkeling van het aantal leerlingen er als volgt uit.
2011-2012
2012-2013
Jaarverslag Stichting Flore 2012
36
Ontwikkeling personeelsaantallen
Minder leerlingen, minder personeel
Daling van de inkomsten als gevolg van krimp en bezuinigingen is geen nieuw fenomeen voor Flore. Al in april 2009
is de noodklok geluid en zijn acties in gang gezet om de personele bezetting mee te laten dalen met de daling van
het aantal leerlingen en daling van inkomsten als gevolg van overheidsbezuinigingen. De personele lasten bedragen
immers ruim 80% van de totale lasten.
De grafiek geeft inzicht in de ontwikkeling van de gemiddelde werktijdfactor (in FTE) over de afgelopen jaren en de
begroting. De begroting 2011-2015 is in juni 2011 vastgesteld. Het begrotingsproces schooljaren 2012-2016 in juli
2012 afgerond. De formatiebegroting 2012-2016 ligt in lijn met de vorige formatie begroting 2011-2015. In mei 2013
zullen de schooljaarbegrotingen 2013-2017 worden vastgesteld.
Jaarverslag Stichting Flore 2012
37
Ontwikkeling aantal FTE per maand
Naast prognoses voor de komende jaren wordt maandelijks per school de ontwikkeling van het aantal FTE gevolgd.
Omdat een school in schooljaren werkt wordt dit per schooljaar, dus niet per kalenderjaar, gevolgd. Voor de schooljaren 2011-2012 en 2012-2013 (t/m december) ziet de ontwikkeling van het aantal FTE er als volgt uit.
2011-2012
In de onderstaande grafiek wordt de ontwikkeling van de werktijdfactor (WTF) per maand gepresenteerd voor het
schooljaar 2011-2012. De gemiddelde WTF augustus t/m juni is 495,5. Dit ligt iets (0,8%) hoger dan de begroting.
2011-2012
In de onderstaande grafiek wordt de ontwikkeling van de werktijdfactor (WTF) per maand gepresenteerd voor het
schooljaar 2012-2013. De bezetting start conform verwachting maar in september is een toename in de werktijdfactor zichtbaar. Onder andere het volgende speelt: vanaf het nieuwe schooljaar is de financiering van zwangerschapsverlof veranderd. Zwangerschapsverlof kan niet meer bij het Vervangingsfonds worden gedeclareerd maar de
financiering verloopt via het UWV. Dit betekent dat fte zwangerschapsverlof voortaan zichtbaar wordt in de formatie.
Naast deze verandering is er onder andere ook sprake van extra personele inzet vanuit de Prestatiebox.
Jaarverslag Stichting Flore 2012
38
Ontwikkeling schoolgebouwen
Minder leerlingen, minder schoolgebouwen
Daling van het aantal leerlingen betekent ook daling van de inkomsten om de huisvestingslasten (energie, schoonmaak, onderhoud etc) te kunnen dekken. Minder leerlingen betekent echter ook dat er minder vierkante meters
schoolgebouw nodig zijn. In de praktijk is te zien dat door minder leerlingen, scholen voor een deel leeg staan. In die
situaties waar dat mogelijk is probeert Flore dure leegstand te voorkomen door de huisvestingsituatie te optimaliseren. Onder andere de volgende projecten zijn gaande:
In Schermerhorn zijn de scholen St Joseph en Kompas gefuseerd tot de Bonte Mol. De school bestond nog wel uit
twee gebouwen. Op de plek van de St Josephschool worden op dit moment voorbereidingen getroffen voor de bouw
van een nieuw schoolgebouw. Na oplevering in 2013 zal het oude schoolgebouw van het Kompas worden afgestoten
en worden overgedragen aan de gemeente.
In Akersloot heeft Flore twee scholen: de Johannes- en de Jacobusschool. In beide gebouwen was sprake van leegstand. Met ingang van 1 augustus 2013 zullen beide scholen fuseren. Vooruitlopend op deze fusie is de Jacobusschool per augustus 2012 ingehuisd bij de Johannesschool en zijn tijdelijk extra lokalen gerealiseerd. Het
schoolgebouw van de Jacobusschool is in 2012 afgestoten en overgedragen aan de gemeente.
In Warmenhuizen zijn de Theresia en Vincentiusschool gefuseerd tot De Doorbraak. De Doorbraak bestaat nog wel uit
twee oude schoolgebouwen. Op dit moment worden de voorbereidingen getroffen voor de nieuwbouw van een grote
nieuwe brede school in Warmenhuizen. Na oplevering van de nieuwbouw in 2014 zullen de oude schoolgebouwen
worden afgestoten en worden overgedragen aan de gemeente.
In Schoorl en in Groet hebben zowel Flore als het schoolbestuur ISOB een school staan. Het aantal leerlingen daalt
echter zodanig dat het continueren van twee scholen per dorp niet meer mogelijk is. In goed overleg tussen Flore en
ISOB zullen naar verwachting in 2014 de scholen worden gefuseerd en zal per dorp één school overblijven.
In gemeente Graft–De Rijp staan twee Flore scholen, één in De Rijp en één in Graft. Op dit moment worden de voorbereidingen getroffen voor een nieuwe brede school in de Rijp. Beide Flore scholen volgen een proces tot fusie. Bij
oplevering van het nieuwe gebouw, naar verwachting in 2015 zullen de twee Flore-scholen worden gefuseerd tot één
brede school. De beide oude schoolgebouwen zullen dan worden afgestoten en worden overgedragen aan de gemeente.
In Limmen heeft Flore twee scholen: de Sint Maarten en de Pax Christi. Beide scholen hebben te maken met krimp
van leerlingenaantallen. Op dit moment worden voorbereidingen getroffen voor een fusie tussen de twee scholen.
Naar verwachting zal in 2015 de fusie worden geeffectueerd en zal het gebouw van de Pax Christi worden afgestoten
en overgedragen aan de gemeente.
Jaarverslag Stichting Flore 2012
In Heerhugowaard zijn twee scholen voor speciaal basisonderwijs (SBO) gevestigd, Bommelstein van Flore en de
Witte Raven van de Blauwe Loper. Met ingang van 1 augustus 2013 zullen beide SBO scholen worden gefuseerd tot
één school die wordt ondergebracht bij Flore. De leerlingen worden ingehuisd in het schoolgebouw van Bommelstein.
De Blauwe Loper zal het gebouw van de Witte Raven afstoten en overdragen aan de gemeente.
39
Financiën
De Planning & Control cyclus
Koersplan vormt de basis
De basis van het planning & control proces wordt gevormd door het Koersplan 2012-2016 van Stichting Flore. In dit
koersplan zijn de richting en de doelen beschreven die de stichting wil realiseren.
Kalender- versus schooljaren
Een stichting voor primair onderwijs als Stichting Flore moet zich jaarlijks verantwoorden middels een jaarverslag en
een jaarrekening. Deze jaarrekening dient te worden opgesteld per kalenderjaar, ook de begroting moet daarom worden opgesteld per kalenderjaar.
Een school werkt echter in schooljaren. Personeels-formatieplannen worden per schooljaar gemaakt en ook de
meeste bekostigingen worden per schooljaar vastgesteld.
Stichting Flore heeft er daarom enkele jaren geleden voor gekozen om voor de begroting en de voortgangsrapportage te werken met twee parallelle processen:
1
Een begrotings- en rapportageproces op totaal stichting niveau per kalenderjaar ten behoeve van de externe
verantwoording in de jaarrekening. Volgens de principes die de landelijke Raad voor de Jaarverslaglegging stelt
aan een jaarrekening.
2
Een begrotingsproces en rapportage proces per school en kantoor per schooljaar ten behoeve van de interne besturing op een manier die de directeur begrijpt zonder boekhouder te worden.
Interne besturing per schooljaar
Voor het interne begrotings- en rapportageproces wordt gebruikt gemaakt van door Stichting Flore ontwikkelde
“knips”.
Wat zit er in de knip?
In het meerjarenbegrotings- en rapportageproces op schoolniveau wordt gewerkt met “knips” per schooljaar. De volgende knips worden gebruikt:
De formatieknip:
betreft de formatie-inkomsten en -uitgaven.
De schoolknip:
betreft de direct door een schooldirecteur te beïnvloeden materiële kosten.
De investeringsknip: dit betreft het meerjareninvesteringsplan voor meubilair, leermethoden en ICT.
Het beleid ten aanzien van de inhoudelijke behandeling van de knips is de afgelopen jaren ontwikkeld in het Directieberaad van Stichting Flore. Periodiek vindt evaluatie en bijstelling plaats.
De scholen en het kantoor hebben in mei/juni 2012 een meerjarenbegroting per knip opgesteld. Zo zijn er 33 formatieknips (32 scholen en het kantoor), 33 schoolknips, 99 investeringsknips (33 meubilair, 33 leermiddelen en 33 ICT).
Elke knip bevat vier of meer schooljaren.
Jaarverslag Stichting Flore 2012
Zowel de scholen als het kantoor stellen deze begrotingen op en ontvangen tweemaandelijks voortgangsrapportages. Daarnaast worden kosten waarop een schooldirecteur niet direct invloed heeft zoals kosten van het meerjarenonderhoud, energiecontract, contract met schoonmaakbedrijven etc. begroot door het servicekantoor.
40
Na afloop van een schooljaar legt een school verantwoording af in een schooljaarverslag. De financiële verantwoording in het schooljaarverslag wordt overgenomen uit de financiële voortgangsrapportages per school. Hiermee komende de onderwijsinhoudelijke en de financiële doelen en ontwikkelingen van een school bij elkaar.
Externe verantwoording per kalenderjaar
Om zich volgens de geldende wet en regelgeving te kunnen verantwoorden stelt Flore in december een meerjarenkalenderjaarbegroting vast. De basis hiervoor vormt het Koersplan. Na afloop van elk jaar verantwoordt Flore zich middels een jaarverslag en jaarrekening voorzien van een accountantsverklaring.
Elk kwartaal wordt onder verantwoordelijkheid van de algemene directie van Stichting Flore een koersplan kwartaalrapportage opgesteld. Deze rapportage wordt opgesteld voor het CvB en bevat kwalitatieve, kwantitatieve, financiële
informatie en de voortgang op de Koersplan thema’s.
Het CvB kan zich met deze rapportage verantwoorden aan de RvT, de GMR en de schooldirecties.
Jaarverslag Stichting Flore 2012
Het Koersplan 2012-2016 van de stichting staat op de internetsite van Stichting Flore en is voor iedereen openbaar.
De kwartaalrapportages staan op het intranet van Stichting Flore en zijn toegankelijk voor intern betrokkenen.
41
Versterkende parallelle processen
In een jaar zien deze twee parallelle processen per kalender- en schooljaar er als volgt uit:
Strategisch Koersplan 2012-2016
"Ruimte om te bloeien"
Planning & Control proces Stichting Flore 2012
EXTERNE VERANTWOORDING
dec
jan
mrt
4e
kwartaal
rapportage
Meerjaren
Begroting
kalenderjaar
2e
rapportage
schooljaar
T
INTERNE BESTURING
feb
meerjaren
leerling
prognoses
apr
Jaarverslag
vorig
kalenderjaa
r
3e
rapportage
schooljaar
T
mei
1e
kwartaal
rapportage
4e
rapportage
schooljaar
T
meerjaren
schooljaar
begroting
jun
jul
aug
sep
okt
2e
kwartaal
rapportage
5e
rapportage
schooljaar
T
nov
3e
kwartaal
rapportage
6e
definitieve
rapportage
schooljaar
T
Bestuurs
formatie
plan
T+4
dec
Meerjaren
Begroting
kalenderjaar
1e
rapportage
schooljaar
T1
jaarverslag
van school
T
Het inrichten van twee parallelle processen is complex, maar sluit goed aan bij de kalender- en schooljaar processen
van respectievelijk het bestuur en de scholen. Het voordeel is dat beide processen elkaar versterken. De meerjarenbegroting per kalenderjaar die in december 2011 is vastgesteld plus het Jaarverslag 2011 dat gereed was in april 2012
vormen input voor de meerjarenbegroting per schooljaar die in mei/juni 2012 is opgesteld. Deze meerjaren schooljaar
begroting vormt vervolgens weer input voor de meerjaren kalenderjaar begroting 2013 t/m 2016 die in december
2012 is vastgesteld.
Jaarverslag Stichting Flore 2012
42
Jaarrekening 2012
Exploitatierekening 2012
In onderstaande tabel wordt de exploitatierekening 2012 van Stichting Flore weergegeven:
Exploitatierekening
2011
Realisatie
bedragen x € 1.000
Baten
Totaal Baten
Lasten
Totaal Lasten
Saldo baten - Lasten
Financiele baten en lasten
Exploitatie saldo
Rijksbijdragen OCenW
Overige overheidsbijdragen
Overige baten
Personele lasten
bijzondere personele last
Afschrijvingen
Huisvestingslasten
Leermiddelen
Overige instellingslasten
Financiele baten
34.846
2.489
1.967
39.302
32.537
1.062
3.344
1.283
1.280
39.506
-204
242
39
2012
Realisatie
34.746
2.049
2.270
39.065
32.356
690
1.062
3.117
1.314
1.168
39.706
-641
198
-443
2012
Begroting
33.612
2.335
1.789
37.736
31.733
993
3.063
1.231
1.113
38.132
-396
220
-176
2012
Verschil
RealisatieBegroting
1.134
-286
481
1.329 3,5%
623
690
69
54
84
55
1.574 4,1%
-245
-22
-267
2012
prognose obv
3e kwartaal
34.690
2.030
2.124
38.845 -1%
32.402
690
1.060
3.119
1.290
1.106
39.667 0%
-822
210
-612
Het boekjaar 2012 is afgesloten met een tekort van € -443 dzd. In de begroting was uitgegaan van een tekort van
€ -176 dzd. De prognose op basis van de 3e kwartaalcijfers ging nog uit van een tekort van € -612 dzd.
Zowel bij de baten als de lasten zijn afwijkingen ten opzichte van de begroting zichtbaar. Per saldo liggen de baten
lager dan de lasten. In het derde kwartaal werd de stichting geconfronteerd met een financiële tegenvaller door een
naheffing van de Belastingdienst voor WGA premie in de jaren 2007 t/m 2009. Deze naheffing is geadministreerd
onder de bijzondere personele lasten. Een vervelende situatie, maar omdat Stichting Flore financieel gezond is ze in
staat om een dergelijke tegenvaller op te vangen, zonder dat dit nadelige consequenties heeft voor de scholen of
voor het personeel.
In de volgende paragrafen wordt de ontwikkeling van de baten en de lasten nader toegelicht ten opzichte van de begroting.
Jaarverslag Stichting Flore 2012
43
Baten 2012
De baten 2012 komen € 1.329 dzd (+3,5%) hoger uit dan begroot. Dit wordt met name verklaard door:
€ 143 dzd
Extra baten in verband met groeiregeling 11-12: De bedragen die het bestuur in schooljaar 2011-2012
van het Rijk ontvangt zijn gebaseerd op de leerlingentelling 1-10-2010. Als gedurende het schooljaar
11-12 het totaal aantal leerlingen bij Flore boven een bepaalde grens stijgt, heeft de stichting recht op
een groeitelling. Als gevolg van de krimp was een groeitelling niet begroot. In de realisatie bleek dat het
aantal leerlingen de groeigrens toch bereikte. Als deze grens eenmaal is bereikt is levert nieuwe instroom van leerlingen geld op, per saldo extra inkomsten van € 143 dzd.
Jaarverslag Stichting Flore 2012
Rijksbijdragen OCW: +€1.134 dzd
De verschillen betreffen met name:
€ 170 dzd Hogere bedragen per leerling: Het Ministerie van OCW heeft in september 2012 met terugwerkende
kracht de tarieven per leerling voor het schooljaar 2011-2012 verhoogd. Dit is als zodanig ook in de
boekhouding verwerkt. Ook voor 2012-2013 zijn de tarieven hoger. Door deze onverwachte tariefsaanpassing komen de baten hoger uit dan begroot.
Hogere inkomsten LGF: Ten tijde van het opstellen van de schooljaar (juni 2011) en vervolgens de kalenderjaar (december 2011) begrotingen werden nog grote bezuinigingen op Passend Onderwijs verwacht.
De scholen hebben de begroting van de Leerling Gebonden Financiering (LGF, het rugzakje) daarom toen
behouden opgesteld.
€ 549 dzd
Nieuwe subsidie van uit het Rijk: de Prestatiebox (zie toelichting in kader). Het Prestatiebox budget was
ten tijde van het opstellen van de begroting nog niet bekend.
44
€ 245 dzd
Besteding Prestatiebox 2012
Schoolbesturen ontvangen vanaf 2012, naast de reguliere lumpsumbekostiging, ook een bedrag via de zogenoemde
Prestatiebox. Het budget in de Prestatiebox is grotendeels afkomstig uit het regeerakkoord. Dit geld (Prestatiebox)
ontvangt het bestuur in het kader van het bestuursakkoord primair onderwijs, dat de PO Raad met het Ministerie van
OCW heeft gesloten. Dat akkoord gaat over landelijke ambities met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs.
Het is de bedoeling dat een schoolbestuur in het kader van deze ambities de Prestatiebox inzet om, passend bij de
eigen situatie en op basis van eigen prioriteiten, het onderwijs te verbeteren.
Onderdelen Prestatiebox PO:
• opbrengstgericht werken (bedrag per lln)
• professionalisering (bedrag per lln)
• subsidie cultuureducatie (bedrag per lln)
• professionalisering schoolleider (bedrag per school)
• beschikking per kalenderjaar
• de regeling loopt in principe vier jaar.
Jaarverslag Stichting Flore 2012
45
Prestatiebox bedrag 2012
548.787
bedrag cultuur educatie
bedrag taal en rekenen
36.282
51.765
1. oude afspraken/besluiten
88.046
2. Koersplan Thema coördinatoren DIB
3. IB agendacommissie
3 x 30 uur a € 38 p/u agenda cie 2011-2012
3 x 30 uur a € 38 p/u agenda cie 2012-2013
inhuur deskundigheid 2012-2013
totaal IB
4. compensatie verbeterplan Bommelstein
5. bekostiging verbeterplan Tweemaster
6. facilitering IB en admie kracht werkgr.aanbesteding LVS
119.016
prestatiebox onderdeel
cultuur educatie
professionalisering / opbrengstgericht werken
diverse thema's in koersplan
3.420
3.420
1.500
8.340
professionalisering
8.836
opbrengstgericht werken
15.036
opbrengstgericht werken
4.176
opbrengstgericht werken
7. kosten Claessen kas - VU project
32.000
professionalisering
8. inzet "8.9-budget"
79.811
professionalisering
9. mobiliteit specifiek
105.243
professionalisering
12.880
professionalisering
10. KIC
11. extra inzet mbt aanbesteding LVS
12. verbeterplan zonnewijzer
13. verbeterplan Paperclip
14. DIB thema Dag ICT
15. ondersteuning nieuw leerlingsysteem Parnassys
625
opbrengstgericht werken
1.500
opbrengstgericht werken
900
opbrengstgericht werken
1.300
22.535
professionalisering
professionalisering / opbrengstgericht werken
16. ondersteuning St Michael school
6.849
opbrengstgericht werken
17. 75% kosten I-coach opleidingen
6.225
professionalisering
18. taal/leesproject
8.066
opbrengstgericht werken
NOG NADER TE BESLUITEN
27.335
Voor kalenderjaar 2012 ontvangt Stichting Flore in totaal: € 548.787. Dit wordt op basis van 1/12e maandelijks in de
baten opgenomen.
Jaarverslag Stichting Flore 2012
De onderdelen binnen de Prestatiebox sluiten goed aan bij het koersplan van Stichting Flore. Voor een grootste deel
van de Prestatiebox gelden is op dit moment duidelijk hoe ze binnen Flore ingezet gaan worden.

De Prestatiebox inkomsten worden maandelijks geboekt als baten in boekjaar 2012. Inzet van deze gelden (de lasten) vindt echter plaats gedurende het schooljaar 2012-2013. De lasten drukken dus deels op boekjaar 2013. De lasten ijlen na en dat geeft op dit moment nog een positief effect op het exploitatieresultaat. Na verloop van tijd is het
effect per saldo 0. Over de wijze waarop dit kan worden verantwoord in de jaarrekening 2012 is overleg gevoerd met
de accountant. Het nog niet bestede deel van de Prestatiebox 2012 zal in de jaarrekening zichtbaar worden als bestemmingsreserve. De verdeling van de lasten is als volgt: 2012: € 347.011 en 2013: € 201.707
Voor het bedrag van € 201.707 wordt een bestemmingsreserve “Prestatiebox” opgenomen. Deze dient ter dekking
van de lasten die in 2013 vallen.
46
Overige overheidsbijdragen: -€ 286 dzd
€-350 dzd Lagere baten Vervangings- en Risicofonds: Indien personeel ziek of afwezig is dan worden vervangers ingezet om de groep wel te kunnen blijven draaien. De inzet van vervangers kost geld (loonkosten). Vanuit
het Vervangings- en Risicofonds ontvangt Flore baten ter dekking van deze vervangingsloonkosten. Omdat
de kosten van vervangers lager zijn dan begroot, zijn ook de bijdragen vanuit de fondsen lager.
Vanaf het nieuwe schooljaar is ook de financiering van zwangerschapsverlof veranderd. Zwangerschapsverlof kan niet meer bij het Vervangingsfonds worden gedeclareerd maar financiering verloopt via het
UWV. Deze baten vallen niet meer onder “overige overheidsbijdragen” maar onder de “overige baten”.
€ 22 dzd Betreft egalisatierekening (ter dekking hogere afschrijvingen).
€ 42 dzd Betreft baten voor projecten en divers.
Overige baten: € 481 dzd dit betreft onder andere:
€ 66 dzd Hogere inkomsten uit verhuur: ten opzichte van de huidige realisatie is de begroting van de verhuuropbrengsten te laag geweest.
€ 90 dzd Meer inkomsten uit detachering onder andere is personeel gedetacheerd bij De Blauwe Loper, het samenwerkingsverband en InHolland. De inkomsten zijn hoger dan verwacht.
€ 40 dzd Vrijval oude schuld in de balans.
€ 282 dzd De post overige baten bestaat uit een verzameling van diverse verschillende baten. De begroting blijkt te
behoudend te zijn geweest. De volgende zaken spelen:
De bijdragen vanuit het UWV zijn enerzijds hoger zijn dan verwacht anderzijds zijn deze inkomsten
hoger als gevolg van veranderende financiering van het zwangerschapsverlof. Inkomsten vanuit gemeente voor inzet huisvestingspersoneel. Er zijn er meer SBO rugzakken verstrekt door het samenwerkingsverband. Extra inkomsten in het kader van het project Wetenschap en Techniek.
Jaarverslag Stichting Flore 2012
47
Lasten 2012
De lasten zijn € 1.574 dzd (+4,1%) hoger uit dan begroot. Dit wordt grotendeels verklaard door:
Bijzondere personele last € 690 dzd
Medio 2012 ontving Stichting Flore een naheffing van de Belastingdienst met betrekking tot WGA/WAO premies voor
de jaren 2007 (€ 397 dzd), 2008 (€ 201 dzd) en 2009 (€ 6 dzd). In totaal ± € 604 dzd. Analyse leerde dat de premie
afdracht in die jaren te laag is geweest en dat de premies met terugwerkende kracht zijn verhoogd. Dit was niet eerder bij Flore bekend. Flore heeft het administratiekantoor en de accountant hierop aangesproken. Naast de naheffing
Jaarverslag Stichting Flore 2012
Personele lasten € 623 dzd
€ 558 dzd De loonkosten komen hoger uit. Er is personeel ingezet op de hogere inkomsten uit LGF-financiering (rugzakje), de groeiregeling en middelen vanuit de Prestatiebox. De extra personele inzet is met name ingezet
via Payroll of gedetacheerde leerkrachten.
€-104 dzd Lagere loonkosten voor vervanging bij ziekte, rechtspositioneel- en zwangerschapsverlof
€ 100 dzd Kosten pensioencompensatie. Dit betreft een bedrag dat is betaald aan medewerkers die eerder zijn gestopt met werken. Dit was voor de betreffende medewerkers en de organisatie een goede oplossing maar
dit bedrag was niet begroot. Deze kosten worden bovenschools gedekt uit de Prestatiebox.
€ 69 dzd Diversen: dit betreft onder andere scholing, arbo, en personele dotaties.
48
heeft de Belastingdienst ook € 86 dzd heffingsrente in rekening gebracht voor 2007 (€ 63,5 dzd), 2008 (€ 21,7 dzd)
en 2009 (€ 0,5 dzd). Dit betekent dat deze naheffing en de heffingsrente nu volledig als last moet worden genomen
in het boekjaar 2012. Het betreft loonkosten maar omdat het een incidentele last betreft uit oude jaren wordt dit bedrag verantwoord als bijzondere personele last.
Flore leidt geen financiële schade van de naheffing. Het resultaat over de jaren 2007 t/m 2009 zou bij juiste afdracht
lager zijn geweest, dat wordt nu in 2012 gecorrigeerd.
Afschrijvingen € 69 dzd
Ten tijde van het opstellen van de begroting is een inschatting van de afschrijvingen gemaakt. Deze bleek te laag.
Een deel van deze afschrijvingen wordt wel gecompenseerd middels extra baten via de egalisatierekening.
Huisvestingslasten € 54 dzd
De totale huisvestingslasten liggen grotendeels in lijn met de begroting. Op onderdelen zijn wel verschillen onder andere hogere energie lasten en lagere schoonmaaklasten.
Leermiddelen € 84 dzd
€ 48 dzd Leermiddelen overig: dit betreft onder andere culturele activiteiten.
€ 11 dzd Leermaterialen.
€ 24 dzd Meer kosten gemeente projecten, hier staan ook hogere baten tegenover.
Overige instellingslasten € 55 dzd
De overige instellingslasten bestaan uit een diversiteit van verschillende lasten onder andere kosten voor het administratiekantoor, juridische zaken, kantoorbenodigdheden, telecommunicatiekosten, porti en dergelijke,
contributies/abonnementen, verzekeringen, bankkosten, ICT-kosten etc. Op onderdelen zijn er verschillen zitten tussen begroting en realisatie. Onder andere de ICT exploitatiekosten komen hoger uit dan begroot.
Ontwikkeling en Onderzoek (O&O)
Omdat St. Flore geen activiteiten ontplooit inzake ontwikkeling en onderzoek volgens de definitie in de richtlijnen
voor de jaarverslaggeving, heeft geen van de lasten hierop betrekking.
Financiële baten -€ 22 dzd
Naast de hiervoor genoemde baten en lasten heeft Flore ook financiële, rente-, baten. Als gevolg van een lage rente
komen de financiële baten lager uit dan begroot.
Jaarverslag Stichting Flore 2012
Treasury
Flore beschikt over een treasurystatuut. Treasury is het sturen en het beheersen van, het verantwoorden over en het
toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's. In dit treasurystatuut wordt het treasurybeleid uiteengezet en wordt een beschrijving gegeven van de
bevoegdheden en verantwoordelijkheden in het kader van de treasuryfunctie. Het treasurystatuut heeft tot doel sturing te geven aan de treasuryfunctie en risico's te beperken. Het uitgangspunt van de stichting is dat zij een zodanig
financieel beleid en beheer voert, dat haar voortbestaan in financieel opzicht is gewaarborgd. Het treasurybeleid van
Stichting Flore vindt plaats binnen de kaders van de “Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs
en onderzoek” van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Bij het aantrekken respectievelijk uitzetten
van alle benodigde respectievelijk overtollige middelen wordt gehandeld overeenkomstig de in deze regeling gestelde verplichtingen.
49
Alleen rente, geen beleggingen of derivaten
De stichting houdt haar liquide middelen aan op een Rabobank rekening courant en op verschillende spaar rekeningen bij de Rabobank en de ABN-AMRO.
Stichting Flore belegt geen gelden. De stichting heeft geen aandelen, geen derivaten of wat voor complexe financiële
producten dan ook alleen spaarrekeningen. Het rendement op spaarrekeningen in het huidige financiële klimaat is
beperkt, het risico ook.
Bestemming van het resultaat
Het resultaat 2012 komt uit op een tekort van € 443 dzd. Zoals toegelicht in de paragraaf over de Prestatiebox, zijn
de Prestatiebox baten 2012 al volledig opgenomen in boekjaar 2012. De lasten worden gemaakt gedurende het
schooljaar 2012-2013 en hebben dus voor een deel betrekking op het boekjaar 2013. Om deze lasten dan te kunnen
dekken wordt een Prestatiebox reserve gevuld.
De algemene reserve neemt af met -€645 dzd. De Prestatiebox reserve wordt gevuld met +€202 dzd.
Per saldo €-443.
Toelichting op de balans
Naast het huishoudboekje in de vorm van de exploitatierekening is de financiële balans van de stichting een belangrijk gegeven. Jaarlijks wordt op 31 december de balans opgemaakt. De balans geeft inzicht in de bezittingen en de
wijze waarop deze bezittingen zijn gefinancierd door eigen vermogen dan wel vreemd vermogen.
Activa:
De vlottende activa zijn substantieel toegenomen. Dit wordt in belangrijke mate veroorzaakt doordat er bij de overlopende activa vorderingen zijn geboekt inzake huisvestingsprojecten tbv € 114 dzd en het vervangingsfonds van
€ 115 dzd. Ook zijn de liquide middelen met € 452 dzd toegenomen, hiervan is € 297 dzd afkomstig van het penvoerderschap Techniekproject.
Jaarverslag Stichting Flore 2012
Passiva:
Doordat het negatieve resultaat van 2012 geheel ten laste wordt gebracht van de reserves daalt het eigen vermogen
met € 443 dzd.
De toename op post voorzieningen wordt vooral veroorzaakt door de, in verhouding tot 2011, lage onttrekking aan
de voorziening groot onderhoud.
De kortlopende schulden zijn toegenomen met € 667 dzd. Hiervan wordt € 297 dzd veroorzaakt door het penvoerderschap, € 146 dzd door vooruit ontvangen investeringssubsidies (inrichting Hoge Akker en de vergoeding inzake de
brand bij de Doorbraak) en € 200 dzd inzake het vervangings- en participatiefonds.
50
Toelichting op de balans
Financiële positie Stichting Flore
In 2012 heeft de Inspectie van het Onderwijs een onderzoek ingesteld naar de financiële posities van besturen in het
primair onderwijs (zie toelichting in volgende paragraaf)
Het begrip kapitalisatiefactor werd in dit onderzoek gebruikt om een oordeel te vellen over omvang van de middelen
die een bestuur in haar reserves heeft staan.
De Kapitalisatie factor (KF = Totaal kapitaal -/- Boekwaarde van gebouwen en terreinen) heeft de volgende functies:
De transactiefunctie (TF): de middelen die nodig zijn om de kortlopende schulden te voldoen (Totaal kortlopende
schulden)
De financieringsfunctie (FF): de middelen die nodig zijn om overige vaste activa te kunnen vervangen (Financieringsbehoefte * vervangingswaarde van overige materiele vaste activa)
De financiële bufferfunctie (B): de middelen die nodig zijn om onvoorziene risico’s te kunnen opvangen.
(B = KF -/- TF -/- FF)
Voor diverse elementen zijn signaleringswaarden bepaald door de CVO voor vergelijkbare besturen.
2010
Kapitalisatiefactor
19.564.071
Kapitalisatiefactor %
49,0%
Transactiefunctie
7.375.438
Transactiefunctie %
18,5%
Financieringsfunctie (FB*AW of BW) 7.181.059
Financiele buffer (KF-TF-FF)
5.007.575
Financiele buffer %(KF-TF-FF)
12,5%
2011
17.271.791
43,9%
5.154.794
13,1%
7.519.557
4.597.440
11,7%
2012
1.722.313
45,6%
5.665.176
14,4%
7.963.918
4.293.219
10,9%
Signalerings % CVO
35,0%
8,8%
5,0%
Jaarverslag Stichting Flore 2012
Voor Stichting Flore zien we, samengevat, het volgende beeld:
51
De percentages worden berekend door het aantal euro’s te delen door de totale baten van het betrokken kalenderjaar. Bovenstaande cijfers zijn conform de berekeningswijze van de onderwijsinspectie, gecorrigeerd voor de juiste
aanschafwaarde van de gewaardeerde activa, zonder de bestuursspecifieke correctie ten aanzien van dotatie aan
voorzieningen en afschrijvingen tot en met 2014.
Deze waardes sluiten niet direct aan met de cijfers in de jaarrekening omdat er rekening is gehouden met het private
vermogen, de in de kortlopende schulden opgenomen post “investeringssubsidie overige vaste materiële activa” en
een aanpassing van de historische aanschafwaarde van de overige vaste materiële activa, een en ander conform de
instructies gegeven in het onderzoek van de Inspectie.
De kapitalisatiefactor ligt boven de signaleringswaarde van het CVO. Dit betekent dat er ten opzichte van vergelijkbare besturen meer middelen in reserve worden gehouden.
Dit is deels nodig omdat er meer kortlopende schulden zijn dan bij vergelijkbare besturen. Dit kunnen we zien aan de
transactie functie die hoger is dan de signaleringswaarde.
Na correctie voor de financieringsfunctie zien we een buffer die hoger is dan de signaleringswaarde. Wel daalt deze
vanaf 2010. Deels wordt dit veroorzaakt door bewust afbouwen van de reserves en te investeren in onderwijs kwaliteit, deels omdat er onvoorziene tegenvallers zijn geweest in de vorm van o.a. de naheffing WGA over oude jaren in
2012.
Penvoerderschap projecten
In 2012 heeft Stichting Flore het penvoerderschap op zich genomen van een omvangrijk Wetenschap & Techniek project dat gezamenlijk met diverse partijen in het onderwijsveld wordt uitgevoerd.
De administratie van het project wordt bijgehouden in een rekeningcourant binnen de boekhouding van de stichting.
Dit heeft gevolgen voor de cijfers die wij zien in de balans. De subsidie die voor het gehele project beschikbaar is, is
toegevoegd aan de liquide middelen van Flore. Hier tegenover staat de rekeningcourant opgenomen als een kortlopende schuld. Ultimo 2012 resteert van het totale bedrag € 297 dzd.
In de staat van baten en lasten staat alleen het deel dat de deelname van Stichting Flore aan het project zelf betreft
opgenomen en is, in verhouding, van kleine omvang.
Blik in de toekomst: Exploitatie begroting 2013-2016
De meerjarenbegroting 2013-2016 staat niet op zichzelf. Zoals in een vorige paragraaf is toegelicht vormt deze begroting een onderdeel van een totale planning & control cyclus met leerlingenprognoses, meerjarenbegrotingen en
voortgangsrapportages op verschillende niveaus (per school of totale organisatie) en perioden (school- of kalenderjaren).
In december 2011 is de meerjarenbegroting 2012-2015 door de Raad van Toezicht (RvT) vastgesteld. De begroting
2013-2016 moet in lijn liggen met deze vorige begroting aangevuld met nieuwe inzichten die gedurende 2012 in
beeld zijn gekomen.
begroting 12-15
begroting 13-16
2013
zelfde periode
2014
2015
2016
dec-11
dec-12
In december 2011 is de meerjarenbegroting 2012-2015 door de Raad van Toezicht vastgesteld. Deze meerjarenbegroting vormt de leidraad voor de toekomst. Op basis van nieuwe inzichten en ontwikkelingen kunnen onderdelen binnen de begroting wijzigen. Huidige inzichten, nieuwe leerling-tellingen, nieuwe prognoses, nieuwe
schooljaarbegrotingen zijn immers van invloed op de meerjarenkalenderjaarbegroting 2013-2016 die in december
2012 is vastgesteld. In de onderstaande tabel wordt de nieuwe meerjarenbegroting vergeleken met de begroting
zoals deze vorig jaar is opgesteld.
Jaarverslag Stichting Flore 2012
2012
52
Vergelijk oude en nieuwe begroting
bedragen x € 1.000
Baten
oude begroting
2013
Rijksbijdragen OCenW
32.569
Overige overheidsbijdragen
2.216
Overige baten
1.624
2013
begroting
33.735
1.598
2.058
oude begroting
2014
31.324
2.105
1.594
2014
begroting
32.703
1.500
1.935
oude begroting
2015
30.283
2.029
1.563
2015
begroting
31.557
1.443
1.894
2016
begroting
30.487
1.397
1.854
36.409
37.390
35.023
36.137
33.875
34.894
33.738
30.045
991
3.069
1.063
1.216
31.243
1.005
3.182
1.190
1.168
28.779
941
3.028
1.020
1.233
29.714
966
3.213
1.108
1.278
27.817
929
3.009
981
1.250
28.555
926
3.128
1.062
1.351
27.387
1.011
3.147
1.070
1.397
36.384
37.788
35.000
36.279
33.985
35.023
34.012
26
-399
23
-141
-110
-129
-275
220
220
220
220
220
220
220
246
-179
243
79
110
91
-55
Totaal Baten
Lasten
Personele lasten
Afschrijvingen
Huisvestingslasten
Leermiddelen
Overige instellingslasten
Totaal Lasten
Saldo Baten - Lasten
Financiele baten
Buitengewone lasten
EXPLOITATIE SALDO
In de volgende paragraaf worden de verschillen tussen de “oude” en “nieuwe” begroting 2013 kort toegelicht. De
totale meerjarenbegroting 2013-2016 is te vinden op de internetsite van Stichting Flore.
Vergelijk begrotingen 2013
bedragen x € 1.000
Baten
Totaal Baten
Lasten
Totaal Lasten
Saldo Baten - Lasten
Financiele baten
Buitengewone lasten
EXPLOITATIE SALDO
Rijksbijdragen OCenW
Overige overheidsbijdragen
Overige baten
Personele lasten
Afschrijvingen
Huisvestingslasten
Leermiddelen
Overige instellingslasten
oude begroting
2013
32.569
2.216
1.624
36.409
30.045
991
3.069
1.063
1.216
36.384
26
220
2013
begroting
33.735
1.598
2.058
37.390
31.243
1.005
3.182
1.190
1.168
37.788
-399
220
246
-179
Verschil
1.165
-619
434
980 2,7%
1.198
14
113
127
-47
1.405 3,9%
-424
0
-424
Baten 2013
Als gevolg van de inzichten uit 2012 liggen de baten in de begroting 2013 bijna € 1 mln (2,7%) hoger dan de vorig
jaar opgestelde begroting voor 2013. Dit kent onder andere de volgende verklaringen:
• Verhoogde tarieven per leerling;
• Meer rugzakfinanciering dan vorig jaar begroot;
• Nieuwe subsidie prestatiebox;
• Hogere inschatting overige subsidies.
Als gevolg van veranderende financiering vanuit het Vervangingsfonds (overige overheidsbijdragen) richting UWV
(overige baten) is een verschuiving tussen beide posten zichtbaar. Ten opzichte van de vorig jaar opgestelde begroting 2013 zijn de vervangingsbaten ook verlaagd.
Lasten 2013
Personele lasten +1,2 mln
• Extra personele inzet als gevolg van personele inzet door meer rugzak financiering.
• Inzet van personeel vanuit de nieuwe prestatiebox subsidie onder andere inzet thema coördinatoren koersplan
en verbeterplannen.
• Hogere kosten personeel via payroll dan vorig jaar begroot.
• Mobiliteitskosten.
• Hogere gemiddelde personele last per persoon.
Jaarverslag Stichting Flore 2012
Als gevolg van de inzichten uit 2012 liggen de lasten in de begroting 2013 € 1,4 mln (3,9%) hoger dan de vorig jaar
opgestelde begroting voor 2013. Dit kent dit onder andere de volgende verklaringen:
53
Huisvestingslasten +113 dzd
Als gevolg van krimp en bezuinigingen moeten de huisvestingslasten omlaag. Daling van het aantal leerlingen betekent daling van inkomsten. Niet alleen voor personele inkomsten maar ook de inkomsten voor dekking van onderhoud, schoonmaak en energie.
Minder leerlingen – minder vierkante meters nodig – minder scholen/lokalen.
Voor leegstaande inefficiënt gebruikte ruimtes wordt geen geld ontvangen maar de exploitatie daarvan kost jaarlijks
wel geld. Deze exploitatie kosten stijgen jaarlijks ook als gevolg van prijsindexering etc.
In de oude begroting 2013 was een bezuinigingsdoelstelling opgenomen van € 105 dzd op exploitatielasten huisvesting in verband met krimp. Op basis van de huidige inzichten zal deze doelstelling nog niet in 2013 gerealiseerd kunnen worden. Het afstoten van lokalen of samenvoegen van scholen is een complex proces. De organisatie maakt hier
wel stappen in.
Leermiddelen +127
Dit betreft met name een lage inschatting van projectsubsidies in de vorige begroting en meer inzet van middelen uit
de prestatiebox.
Exploitatiesaldo 2013
Uit het voorgaande blijkt dat de baten begroting 2013 hoger is dan de vorige begroting 2013 (onder andere meer
LGF en Prestatiebox). Tegenover deze hogere baten staan ook hogere lasten. De lasten stijging in de nieuwe begroting 2013 is echter hoger dan de baten stijging. Oorzaak hiervan is met name: hogere kosten personeel via payroll,
mobiliteitskosten, hogere gemiddelde personele last per persoon en de hogere huisvestingslasten.
Ontwikkeling van het Eigen Vermogen
Een belangrijke post op de balans van Stichting Flore is het eigen vermogen. Het eigen vermogen neemt af als de organisatie in haar exploitatierekening verlies lijdt. Het neemt toe als de exploitatierekening een positief resultaat laat
zien.
Flore is een financieel gezonde organisatie en beschikt over een aanzienlijk eigen vermogen. Om te bepalen hoe
hoog het eigen vermogen van Flore zou moeten zijn, is op basis van een risico-inventarisatie het Flore norm vermogen vastgesteld.
Risico Management & Inventarisatie
Enkele jaren geleden is onder leiding van Deloitte accountants een proces van risico-inventarisatie gestart. Eerst met
directeuren en adjunct-directeuren en later ook met de Raad van Toezicht en het College van Bestuur zijn risico’s in
kaart gebracht. Risico’s voor de volgende clusters zijn in kaart gebracht: Leerlingen, Onderwijs en leerlingenzorg, Personeel, Middelen, Besturing en beheer, Externe contacten.
Jaarverslag Stichting Flore 2012
Elk cluster bestond uit ongeveer 10 risico onderwerpen in totaal dus 60 risico onderwerpen. Per onderwerp is een
score gegeven aan het risico: 1 is laag, 5 is hoog risico. Deze risico-inventarisatie score is vervolgens ingevoerd in een
berekeningsmodel van Deloitte. Op basis van dit model wordt dan berekend hoe hoog het eigen vermogen van Stichting Flore moet zijn. Het resultaat op basis van dit proces is: noodzakelijke hoogte van het eigen vermogen = € 10
mln.
Deze inventarisatie staat niet op zichzelf. Ontwikkelingen op het gebied van onderwijskwaliteit, leerlingen, personeel,
financiële middelen worden elk kwartaal toegelicht in de koersplan kwartaalrapportages.
54
Onderzoek onderwijsinspectie
De Flore vermogensnorm is opgesteld op basis van een eigen risico inventarisatie. De onderwijs inspectie heeft, als
onafhankelijk toezichtsorgaan recent ook de financiën van Stichting Flore onderzocht. Op basis van analyse van de
jaarcijfers 2010, aanvullende informatie en begrotingen komt de onderwijsinspectie tot de volgende conclusie:
Jaarverslag Stichting Flore 2012
55
Voorzichtige afbouw van het vermogen
Ontwikkeling Eigen Vermogen
bedragen x € 1.000
Eigen Vermogen
Mutatie Eigen Vermogen
2010
realisatie
13.395
2011
realisatie
13.434
39
2012
realisatie
12.991
-443
2013
begroting
12.643
-179
2014
begroting
12.722
79
2015
begroting
12.812
91
2016
begroting
12.758
-55
De afbouw van het vermogen de komende jaren is voorzichtig, het eigen vermogen biedt nog ruimte om te investeren in het onderwijs. Additionele afbouw van het vermogen is in de begroting 2013-2016 nog niet opgenomen maar
is via een separaat besluitvormingstraject met de Auditcommissie en de Raad van Toezicht mogelijk. De reden voor
voorzichtigheid is onzekerheid over een aantal ontwikkelingen:
• veranderende en lagere financiering en premie stromen met betrekking tot vervanging;
• afnemende reserves van scholen;
• meer dynamiek in ontwikkeling leerlingaantallen;
• mogelijke bezuinigingen.
Voor een nadere toelichting op deze onderwerpen wordt verwezen naar de meerjarenbegroting 2013-2016 die op de
internetsite van Flore staat.
Huidig beleid en nieuwe ontwikkelingen
De uitdaging voor onze organisatie is om, binnen de financiële kaders die voor onze organisatie en het primair onderwijs gelden, door hervormingen en ombuigingen financiële ruimte te creëren voor nieuwe ontwikkelingen. En dit binnen het bestaande exploitatiebeleid. In 2012 is het gelukt om het gehele terrein van scholing te optimaliseren door
het inrichten en open stellen van de Flore Kwekerij. Via een digitale tool kunnen leerkrachten zich aanmelden voor
korte of langlopende scholingstrajecten. Kwalitatieve scholing in-company of op locatie tegen een concurrerend tarief
en gegeven door, door Flore, geselecteerde kennis-partners. De versterking van de professionele onderwijscultuur
door het steeds meer, schoolnabij, organiseren van ondersteuning, onder andere door de inzet van thema-coördinatoren heeft zijn eerste vruchten al afgeworpen. We zetten stevig in op meer betrokkenheid van de werkers in het veld
bij de organisatieontwikkeling en het organiseren van ondersteuning in de school. Opbrengstgericht werken vraagt
om actuele data die efficiënt kan worden ontsloten en vraagt om kennis en vaardigheden bij leerkrachten en directeuren om tot een goede analyse en vertaling naar het onderwijsaanbod te komen. Met de investering in ParnasSys,
beschikbaar vanaf 1 januari 2013 is een aantoonbare boost gegeven aan het organiseren van data en met de inzet
van de Vrije Universiteit in het kader van het opleiden van leerkrachten in onderzoeks- en analysevaardigheden
wordt ook deze noodzakelijke kwaliteit versterkt.
Jaarverslag Stichting Flore 2012
56
11
Special Asbest op scholen
We kregen dit jaar te maken met de asbestinventarisatie op onze scholen.
Uit onderzoek onder scholen is gebleken dat er asbest is toegepast in circa 80% van de schoolgebouwen van voor
1994. Om incidenten met asbest op scholen te voorkomen heeft de Tweede Kamer besloten dat er in 2012 op alle
scholen onderzoek moet plaatsvinden naar de aanwezigheid van asbest. Stichting Flore heeft gehoor gegeven aan
deze oproep door Ingenieursbureau Broomans asbestinventarisaties te laten uitvoeren op de schoolgebouwen ouder
dan 1994.
Bij 11 Flore-scholen is er asbest aangetroffen. Hierbij gaat het om de volgende scholen: Pax Christi, De Bonte Mol, De
Baanbreker, De Doorbraak, De Vaart, De Zevensprong (kinderopvang), St. Michaël, Willibrord, St. Jan, St. Jozef De Rijp,
en de Familieschool.
Nadat de onderzoeksresultaten bekend waren, hebben wij contact gezocht met de GGD. Deze deskundigen hebben
op basis van de onderzoeksrapporten geconcludeerd dat de gezondheid van kinderen, medewerkers en bezoekers
niet in het geding is geweest. Het is veilig om de school te bezoeken.
Asbest ligt gevoelig. Zodra het woordje ‘asbest’ valt, is het eerst wat mensen willen weten of hun gezondheid in het
geding is. Bij scholen gaat het om de veiligheid van de schoolmedewerkers en om de veiligheid van kinderen, waardoor er ook bezorgde ouders betrokken zijn. Het is daarom noodzakelijk om rond deze asbestinventarisatie onrust te
voorkomen en open, eerlijk en duidelijk met alle betrokkenen te communiceren. We hebben hiertoe een communicatieplan opgesteld en alle betrokkenen conform geïnformeerd. Dit heeft goed gewerkt, want er is geen onrust ontstaan, niet bij ouders noch bij personeel.
Jaarverslag Stichting Flore 2012
57
Voor Stichting Flore heeft een veilige werk- en leeromgeving voor medewerkers en leerlingen de hoogste prioriteit.
Daarom hebben we besloten het asbest zo snel en zorgvuldig mogelijk te laten verwijderen door een gespecialiseerd
bedrijf, zodat een optimale veiligheid gedurende en na de sanering gewaarborgd is. Voor de locaties waarbij de gevonden asbest was gekwalificeerd in de urgentie ‘hoog’ is het asbest direct gesaneerd in de herfstvakantie, zodat het
geen gevolgen heeft gehad voor het lesprogramma.
In overleg met Ingenieursbureau Broomans is bepaald of we het asbest met kwalificatie urgentie ‘laag’ en ‘matig’ al
dan niet saneren. De eventuele sanering staat gepland in de meivakantie 2013. Voor alle scholen is een asbestbeheersplan opgesteld, dat van kracht is tot de eventuele sanering. Dit asbestbeheersplan beschrijft welke maatregelen
noodzakelijk zijn om een gebouw waarin asbest verwerkt is veilig te gebruiken, zodat blootstelling aan asbestvezels
wordt voorkomen.
Jaarverslag Stichting Flore 2012
58
12
Lijst met afkortingen
Auditcommissie
Arbeidsduurverkorting
Administratieve Organisatie/Interne Beheersing
Algemene WerkgeversVereniging Nederland
BAPO
BSO
Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen
Buiten Schoolse Opvang
CAO
CFI
CPI
CPS
CvB
CNVO
Collectieve Arbeidsovereenkomst
Centrale Financiën Instellingen (uitvoeringsorgaan van het Ministerie van OCW), heet nu DUO
Consumenten Prijs Index
Christelijk Pedagogisch Studiecentrum
College van Bestuur
Christelijk Nationaal Vakverbond Onderwijs
DB
DiB
DGO
DUO
DZD
Dagelijks Bestuur
Directieberaad
Decentraal Georganiseerd Overleg
Decentraal Uitvoerings Orgaan (uitvoeringsorgaan van het Ministerie van OCW), voorheen CFI
Duizend
F&O
FPU
FTE
Financiën & Organisatie
Flexibele Pensioen Uittreding
Full-time equivalent
GGL
GMR
Gemiddelde Gewogen Leeftijd
Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad
IB
ICT
IGDI
Intern Begeleider
Informatie en Communicatie Technologie
Interactieve Gedifferentieerde Directe Instructie
KPI
Kritische Prestatie Indicator
LB
LGF
Leerkracht salarisschaalniveau B
Leerling Gebonden Financiering
Jaarverslag Stichting Flore 2012
AC
ADV
AO/IB
AWVN
Miljoen
Meerjaren Onderhouds Plan
Medezeggenschapsraad
NKO
Nederlandse Katholieke Vereniging van Ouders
OCW
OCW/LNV
OGMR
Onderwijs Cultuur en Wetenschappen
Onderwijs Cultuur en Wetenschappen/Landbouw Natuurbeheer en Visserij
Oudergeleding van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad
PGMR
PO
PR
Personeelsgeleding van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad
Primair Onderwijs
Public Relations
RC
RKBS
RvT
RT
Remuneratiecommissie
Rooms Katholieke Basisschool
Raad van Toezicht
Remedial Teaching
SBO
SEN
SWV AMR
SWV HHW
Speciaal Basis Onderwijs
Special Educational Needs
Samenwerkingsverband Alkmaar
Samenwerkingsverband Heerhugowaard
VBM
VF
VTOI
WTF
Versterking Bestuur en Management
Vervangingsfonds
Vereniging van Toezichthouders in Onderwijsinstellingen
Werktijdfactor
59
MLN
MOP
MR
Jaarverslag Stichting Flore 2012
60
Colofon
Bestuursnummer: 73919
Stichting Flore
W.M. Dudokweg 47
Postbus 279
1700 AG Heerhugowaard
Contactpersoon:
De heer R.W.J. Zaal
Hoofd Financiën & Organisatie
072 – 566 0214
www.stichtingflore.nl
[email protected]
Ontwerp en opmaak
SdH Vormgeving
Stroet
Jaarverslag Stichting Flore 2012