13/15 - Watererfgoed

Transcription

13/15 - Watererfgoed
BINNENVAART#13
31 januari 2015
STRAHLOMATIC III, ENI 02305952, in de Wiltonhaven te Schiedam, foto TVDZ, 7-7-2012. 1914 opgeleverd
door Van Andel, Papendrecht als BERGEN OP ZOOM 4 aan N.V. Bergen op Zoom Stoomboot Maatschappij,
Bergen op Zoom. Stoomgoederenboot. 184 ton, 38,76 x 6,04 x . x 1,800 meter. 100 IPK, stoommachine. -vervangen door 120 PK, MAK. -- vervangen door 145 PK, MAK. 1942 verkocht aan N.V. Reederij Koppe,
Amsterdam. (Krant: Trouw, 27-6-1945).
Reederij Koppe staakt veerdienst Lemmer-Amsterdam v.v. LEMMER. Het personeel van Koppe's bootdienst
Lemmer-Amsterdam v.v. is met ingang van 1 Oct. a.s. ontslag aangezegd wegens opheffing van deze dienst.
Een belangrijke lijndienst tussen Lemmer en Amsterdam komt hiermede te vervallen. De Groningen-Lemmer
Stoomboot Mij. zal met de "Jan Nieveen" de dienst nu nog onderhouden. Dit betekent, dat de traditionele
reizen over de voormalige Zuiderzee binnenkort gehalveerd zullen worden. (De Heerenveensche koerier, 2209-1948).
Veerdienst Lemmer—Amsterdam. LEMMER. Met ingang van Zaterdag 9 Juli zullen de boten LemmerAmsterdam v.v. ook overdag varen. De dienst wordt uitgevoerd door de Groningen-Lemmer Stoombootmij. en
Reederij Koppe N.V. te Amsterdam. Alle dagen, behalve Zondags, gaat om 11 uur een boot van Lemmer en om
8.45 uur een van Amsterdam. (De Heerenveensche koerier, 08-07-1949).
BERGEN OP ZOOM 4: 1948 verkocht aan N.V. Reederij Van Der Schuijt, Rotterdam. 1951 herdoopt
SCHELDE. 1972 verkocht aan W. van den Bos, Vlaardingen. 1973 verkocht aan J. van Baalen, Maassluis.
1981 verkocht aan Jeanne B.V., Zwijndrecht, herdoopt JEANNE III. 1988 verkocht aan H. van der Matten
B.V., Dordrecht, herdoopt MADO 7. 1988 verbouwd tot gritstraalboot. 1990 verkocht aan J.W. Junius & Zn.
Beheer B.V., Schiedam, herdoopt GRITSTRAAL. 2001 verkocht aan Smit Industriële Service B.V., Rotterdam,
herdoopt STORM 3. 2002 verkocht aan Mühlhan B.V., Vlaardingen, thuishaven: Schiedam (Mühlhan A.G.,
Hamburg), herdoopt STRAHLOMATIC III.
LADY CONSTANCE kaart: NN/Archief Henry Platje. 1944 opgeleverd door Rassmussen, Vegesack als
mijnenveger aan Deutsche Kriegsmarine. 1949 verkocht aan Yacht Holidays Ltd., Londen-U.K., herdoopt
LADY CONSTANCE. 1949 te Maassluis verbouwd tot passagiersschip door Machinefabriek v/h Reinier van
der Bend en J.C. van der Plas (timmerwerk), 15 passagiers, 28-5-1949 certificaat. 35,60 x 5,74 x . x 1,480
meter. 250 PK, 2 x Deutz. 1949 in dienst gesteld. 19-- herdoopt RHINE STAR. 19-- verkocht aan Rederij
Rhine Star, Woudrichem, in beheer bij M. Smits. 1969 als RHINE STAR verkocht aan H. Koek, Sleeuwijk. 19-gesloopt.
De geschiedenis van Jachtwerf Würth.
De bewoners achter de houten beschoeiing van jachtwerf Würth & Zn. aan de Rotte,
hebben met bloemen en planten het straatje een fleurig aanzien gegeven. Toen de
huisjes in 1904 gebouwd werden, was het hier nog een kleine buurtschap.
Op de hoek van de Kootsekade stond vroeger Oliemolen "De Koot" waar o.a. lijnolie
geperst werd. Op de werf van Würth, stonden nog de oude loodsen die de hellingen
overspannen. Al sinds 1860 werd hier het hout over de Schie naar de Rotte voor de
schepen (pramen) in boomstammen aangevoerd en op de werf met de hand tot
planken gezaagd. Na de tweede wereldoorlog kwamen daar de bouw en reparatie van
stalen jachten bij. Toen de groei van het aantal plezierjachten toenam begon Jachtwerf met het verhuren van
ligplaatsen en winterberging.
Recent zijn de oude loodsen vervangen door nieuwbouw en kunnen wij tal van trotse sloepenbezitters een
plekje voor de winterberging garanderen. Naast deze activiteiten houdt de jachtwerf zich al vele jaren bezig
met de aanleg en onderhoud van beschoeiingen, het vervaardigen van aanlegsteigers en het vervoer van zand
en grond over water. (Bron: jachtwerf-wurth.nl).
Geschiedenis RAAF. Directievaartuig motorsleepboot, type Amsterdammer.
Werf en bouwjaar: S. Seijmonsbergen, Amsterdam, 1920.
RAAF 2002984, foto: TVDZ, 15-10-2014 aan de Bergse Rechter Rottekade te Rotterdam. 10-5-1920 gedoopt
RAAF en te water gelaten, 10-5-1920 meetbrief AMST 4601 N, opgeleverd aan N.V. Koninklijke Nederlandse
Stoomboot Mij., Amsterdam. 12,10 x 3,24 x . x 1,410 meter. Hoogte 2,58 m. Kruiphoogte 2,25 m.
Waterverplaatsing 23,211 m³. 35 EPK, Kromhout M3, ruwoliemotor/gloeikopmotor. 21-9-1942 meetbrief A
11697. 4-11-1952 teboekgesteld: 2984 B AMST 1952. 15-9-1959 verkocht aan V.o.F. A. Gosler & Zonen,
Diemen N.H. 18-11-1963 verkocht aan L. Polderman, Hansweert, 26-11-1963 herdoopt HAAI. 1964 nieuwe
motor: 165 PK, Graymarine #64HN9. 1976 verkocht aan Seijmans Amsterdam. 19-- verkocht aan Nagel
Jutphaas. 1980 verkocht aan dhr. Hagewoud, Steenwijk (geruild voor een jacht), herdoopt TRITON. 1993
verkocht aan D. Dracht, Harderwijk. 19-- motor: 120 PK, 6 cyl, Renault Saviem. 18-3-1996 verkocht aan Han
Kuipers te Rotterdam. 17-11-1996 oorspronkelijk motor geplaatst: 60 EPK, 1.500 omw/min., Kromhout 4 GS
108, N.V. Motorenfabriek D. Goedkoop Jr., Amsterdam #14465. (Motor: besteld door: N.V. Nederlandse
Opslag Mij., Westerkade 2, Rotterdam. Bestemming: Tankinstallatie N.O.M., Butaanweg 17, Rotterdam,
Pernis. Besteldatum 27-09-1955. Leveringsdatum: 30-09-1955. Keerkoppeling Reintjes WAÖ 35.U 2-1.
komm.1396 nr 001237/1. Zitting stuurhut: Afkomstig van Metro type M- 5100 serie 1970/2000). 24-11-1997
herdoopt RAAF. 6-1-1998 na schouw een varend monument nr. 518. Klasse A2. 10-2-2002 kadaster:
oorspronkelijk teboekstelling, Europanummer 200.2984 (brandmerk B AMST 1952) op naam van huidige
eigenaar Han Kuipers. (Info: sleepbootraaf.nl).
Overige sleepboten van de KNSM: ALBATROS, AMSTEL, AREND, ATLAS, BEER, CUBA, HABIB, HET Y,
HEYME GOEDKOOP, IMAD, KIEVIT 1904, KIEVIT 1962, KLEINWIJK, KRAAI, KRACHTWIJK, KROONWIJK,
LEEUW, LIJSTER 1908, LIJSTER 1913, LIJSTER 1958, MEEUW 1912, MEEUW 1949, MUSCH, PANTER,
RAAF, SLEEPWIJK, SPECHT, SPREEUW, TREKWIJK, TIJGER, WOLF, ZWAAN en ZWALUW.
Hulpvaartuigen KNSM en NRM: SPERWER, ROERDOMP, STERN, VALK, GOUDVINK en VLIETWIJK.
Het mooie schip JOZEPHINA aan de Reitdiepskade te Groningen. Een prachtig gerestaureerd zogenaamd
Fries Maatkastje, hoewel men ook wel zegt dat het een Maaskastje is. De eigenaars van dit woonschip
organiseren daar allemaal leuke evenementen op het gebied van muziek. En jaarlijks in november wordt er
het inmiddels beroemde Grootscheeps Scheepsdictee gegeven. De bocht wordt -of werd- ook wel de 'Hoek van
Ameland' genoemd (in vroeger tijden vertrokken hier veerboten naar Schiermonnikoog. (rtvnoord.nl, foto:
TVDZ, 10-1-2015).
Aanpak Noorderhaven van start
Met een door de gemeente georganiseerde inloopavond voor de bewoners van de Noorderhaven is op 17
december 2014 de aanpak van de Noorderhaven van start gegaan.
De avond werd bezocht door circa 30 bewoners van de ruim 60 schepen die momenteel in de haven liggen.
Alle schepen in de Noorderhaven krijgen een nieuw (eigen) adres. De nutsvoorzieningen (water en elektriciteit)
worden opnieuw aangelegd in 19 kasten.
Hierbij zal elke kast worden voorzien van een watertappunt, 4 stroompunten, 5 brievenbussen en een
afzuiginstallatie voor afvalwater.
De schepen die in het voorjaar van 2012 geïnventariseerd zijn voor de riolering komen in aanmerking voor
een door de gemeente betaalde rioolinstallatie. Bewoners van schepen die na deze inventarisatieronde in de
Noorderhaven zijn komen te liggen zullen de kosten van de rioolinstallatie zelf moeten betalen.
Voor de werkzaamheden aan boord van de schepen heeft de gemeente gekozen voor Afmitech Friesland. Men
kan ook zelf een aannemer of scheepswerf kiezen. Voor deze “zelfwerkzaamheid” is € 6000,- exclusief BTW
beschikbaar. Daarvoor kan een lokale scheepswerf in principe een uitstekende maatgemaakte installatie
leveren. We hebben een paar bedrijven genoemd in een eerder artikel over de riolering. Er is veel te zeggen
voor dit alternatief. (woonschepencomite-groningen.nl, 1-2015, foto's TVDZ, 10-1-2015).
Prins Bernhard
Aan de Burgemeester de Jonghkade te Maassluis lag destijds een Kriegsmarine Grau wachtschip. Van origine
was het een binnenvaart passagiersschip dat in 1940 door de Kriegsmarine in Rotterdam was gevorderd.
Door de grijze verf heen was de naam ‘Prins Bernhard’ nog te lezen. Het passagiersschip was in 1938 in
opdracht van de NSR (Nederlandse Stoomboot Rederij) door Bodewes in Millingen a/d Rijn gebouwd. Het had
tot de oorlog een passagiersdienst onderhouden tussen Rotterdam en Mannheim. De Duitsers namen het in
gebruik als wachtschip (drijvende kazerne) onder de naam ‘Eisvogel’ en stationeerde het in de Maassluise
buitenhaven. Op het schip sliepen de matrozen en het walpersoneel van de D-Gruppe van het
34.Minensuchflottille die belast waren met het vrijhouden van zeemijnen in de vaarweg langs de
Noordzeekust van Vlissingen tot Den Helder.
Na de bevrijding in “45 werd het schip, na een opknapbeurt, door de NSRA (Nederlandse Stoomboot Rederij
Akkermans) weer in de vaart gebracht onder haar eigen naam ‘Prins Bernhard’. In 1955 werd het schip
verkocht en gemoderniseerd. Met name de opbouw van het schip werd grondig aangepakt uitgebreid. Onder
de naam ‘Bonn’ heeft het passagiersschip tot 2008 gevaren voor vijf verschillende rederijen. In 2008 werd het
schip ingericht als nachtclub ‘MS Prins Bernhard AB’ en ligt sindsdien in Malmö, Zweden.
(wo2maassluis.tumblr.com, dank aan Rinus van de Ree (info) en Jac. J. Baart (foto).
1938 opgeleverd door N.V.
Scheepswerven
v/h
H.H.
Bodewes, Millingen a/d Rijn
als PRINS BERNHARD aan
N.V. Nederlandsche Stoomboot
Reederij, Rotterdam.
Passagiersschip, 297 ton.
69,40 x 9,85 x . x 1,660 meter.
800 PK, 2 x Deutz.
Het op de Scheepswerf v/h.
H.H. Bodewes te Millingen voor
de Nederlandsche Stoomboot
Reederij
te
Rotterdam
in
aanbouw zijnde ms. "Prins
Bernhard" is eveneens met
goed gevolg te water gelaten De
"Prins Bernhard" is bestemd
voor den dienst RotterdamBazel, is lang circa 70 m. breed
9,35 m en diep 2,15 m. Het
schip wordt voorzien van twee
Deutz Dieselmotoren, met een capaciteit van 400 pk elk. (Het Vaderland: staat- en letterkundig nieuwsblad,
15-04-1938).
Het bij de N.V. Scheepswerven v.h. H. H. Bodewes te Millingen, voor de Nederlandsche Stoomboot Reederij te
Rotterdam gebouwde m.s. "Prins Bernhard" heeft een goed geslaagden proeftocht gehouden. Het schip is
voorzien van twee Voith-Schneider propellers, die tegelijk de aandrijving- en de stuurinrichting vormen. Met
deze propellers, die aangedreven worden door twee Dieselmotoren, met een capaciteit van totaal 800 P.K.
werd een snelheid behaald van ruim 24 K.M. per uur. (De Tijd: 08-07-1938).
Schip zonder roer draait in volle vaart op rivier om eigen as
Een schip van 70 meter lengte, dat geen roer heeft, dat, achteruitvarend, zich heelemaal met stoort aan de
schepen, waar het tusschen ligt, met volle vaart de rivier opvaart en daar om haar eigen as draait - zoodat in
een ommezien het achterste voor geworden is - dat is de "Prins Bernhard" de nieuwe boot van de
Nederlandsche Stoombootreederij. Was deze Nederlandsche scheepvaartonderneming - in 1822 - de eerste op
het vasteland die de stoomvaart beoefende, thans brengt zij Nederland het eerste schip met de Voith
Schneider voortbeweging. Twee van deze Voith-Schneider-schroeven, voortbewogen door Dieselmotoren met
800 P.K. vermogen, die het schip een snelheid van 24 k.m. geven, zorgen voor de besturing. Een roer is
daardoor overbodig. In de stuurhut ziet men een instrument, dat precies lijkt op een autostuur. Daarmee
worden de schoepen van de schroeven gesteld en daarmee wordt ook de snelheid geregeld. De stuurman doet
dat rechtstreeks. De schroeven blijven doordraaien, ook als hij ze van voor op achteruit zet. Daardoor
manoeuvreeren de schepen gemakkelijk, vooral een voordeel bij aanleggen. Het toerental van den motor
behoeft niet verminderd te worden als het schip stopt. Het is daardoor, als het de aanlegplaats verlaat,
onmiddellijk weer op vollen gang. Voor deze schepen kunnen draaistroommotoren gebruikt worden. Deze
schroeven kunnen wij niet beter beschrijven, aldus het Handelsblad, dan een stel messen, dat naar beneden
gericht is en zoo het water snijdt. In den scheepsbodem onder water is een schijf gemonteerd. Daarop staan
verticaal zes langwerpige schroefbladen. De stand van deze bladen kan worden gewijzigd. Door deze wijziging
alleen kan het schip voor- of achteruit varen, terwijl de machine gewoon blijft doordraaien. Roer en
voortstuwing zijn in deze schroef vereenigd. Het schip, gebouwd bij Bodewes te Millingen, kan 1450
passagiers vervoeren. (Nieuwsblad van het Noorden, 08-07-1938, foto: binnenvaart.eu).
PRINS BERNHARD: 1940 in dienst als EISVOGEL bij Deutsche Marine Minensuch-Flottille, Rotterdam. 1945
als PRINS BERNHARD weer in dienst N.V. Nederlandsche Stoomboot Reederij, Rotterdam. 1955 verkocht aan
Preußisch-Rheinische Dampfschiffahrt-Gesellschaft G.m.b.H., Keulen, herdoopt BONN. IVR 4200300. 1967
verkocht aan Köln-Düsseldorfer G.m.b.H., Keulen. 1988 verkocht aan Heinz Arntz G.m.b.H., Duisburg. 1988
verkocht aan AB-Östra Kajen, Karlshamn-Zweden. 2001 verkocht aan S. Björklund, Karlshamn-Zweden.
2008 verkocht aan Prins Bernhard AB, Malmö-Zweden, herdoopt PRINS BERNHARD. (Foto BONN: LM/TVDZ,
8-1982, foto rechts: w.cdn-expressen.se, foto links: faergelejet.dk).
GELRE, foto: Fritz Bubenheim, archief Henry Platje/binnenvaart.eu. 1909 opgeleverd door N.V. Arnhemsche
Sleepsbouw Maatschappij, Arnhem (62) als RIJN & LEK III aan G. Verschoof, Vreeswijk. 29,10 x 5,70 x 3,00 x
1,800 meter. 250 IPK, Stoommachine. 19-- vervangen door 320 PK, MWM. 1935 verkocht aan F. Loomeijer,
Rotterdam, herdoopt PIANTO. 1959 verbouwd tot passagiersschip. 1959 verkocht aan A. Visser & G. den
Herder, Rotterdam, herdoopt GELRE. 1969 verkocht aan H.W. Rensen, Rotterdam, herdoopt DIJNPHINA.
1972 verkocht aan P.G. Bongers & M. van Oosten, Rotterdam, herdoopt RIJNKADE. 1973 verkocht aan
Robovo B.V., Rotterdam. 1976 verkocht aan Schorpioen B.V., Hendrik Ido Ambacht.
1977 opgelegd te Rotterdam, later gezonken en gelicht. (Foto: L. Schuitemaker, 1977). 1982 verkocht aan
onbekende koper te Vreeswijk.1982 opgelegd te Vreeswijk. 2-11-1982 met een sleepboot vertrokken uit
Vreeswijk. 1982 opgelegd te Muiderberg. 2004 gesloopt.
PRINSES IRENE, foto's: ghn/collectie D. Henken, 21-04-1975, Keulen.
PRINSES IRENE: 1896 opgeleverd door Ewald Berninghaus, Duisburg (236) als STADT KÖLN aan Mülheimer
Dampfschiffahrt A.G., Köln-Mühlheim. Passagiersschip. 120 ton. 52,00 x 11,00 x . x 1,380 meter. 260 IPK,
Stoommachine. 19- vervangen 750 pk MWM. 19- vervangen door 2 x 300 PK, Mercedes Benz. 1907 verkocht
aan Köln Mülheimer Dampfschiffahrt A.G., Köln. 1920 verkocht aan Kölner Reederei A.G., Köln. 1925
verkocht aan Theodor & Hugo Basedow Reederei, Lauenburg, herdoopt STADT LAUENBURG. 1958 verkocht
aan Th. Kindermans, Rotterdam. (3370025). 1959 verbouwd van stoomraderboot tot passagiersschip, 266
ton. 58,00 x 6,35 x . x 1,450 meter. 104 passagiers. 1959 verkocht aan Schneider Rederij, Arnhem, herdoopt
PRINSES IRENE. 1962 verkocht aan N.V. Ketel Rederij, Zutphen.
Ramp door stiekem roken. Brand op een Nederlands - Hotelschip PRINSES IRENE Keulen. Waarschijnlijk
doordat drie jonge stewardessen, ondanks een rookverbod, in hun hut sigaretten hebben gerookt. Is op de
Rijn bij Keulen brand uitgebroken op het Nederlandse hotelschip PRINSES IRENE waardoor 20 mensen
omkwamen en 9 werden gewond. Vijf personen verkeerden gisteravond nog in levensgevaar. Een bejaarde
vrouw kwam tijdens de grootscheepse reddingsactie om het leven. De 15 overigen werden gedood
rookverstikking of verdrinking. 1975 bij Heuvelman B.V. te Krimpen a/d IJssel gesloopt. (Binnenvaart.eu).
Rijnschip met minder-validen zonk na brand Zeker 16 Nederlanders bij Keulen omgekomen
(Van een onzer redacteuren) KEULEN — Bij een ramp met het Nederlandse Rijnschip Prinses Irene, vannacht
in Keulen, zijn zeker zestien mensen omgekomen. Zon vijftig zijn — zo meldde de Keulse politie ons
vanmorgen — gewond. De slachtoffers behoorden tot een groep over het algemeen bejaarde minder-validen,
die een Rijnreis maakten, georganiseerd door de R.K. stichting Zonnebloem in Breda. Tot dusver is het
lichaam van één passagier gevonden, vijftien worden nog vermist.
Vannacht omstreeks twee uur ontdekte stuurman Jan de Haan (27) van de Prinses Irene, een schip van
rederij Ketel in Zutphen, de brand, die midscheeps moet zijn ontstaan. Hij begon, samen met de andere
bemanningsleden, direct aan het blus- en reddingswerk, geholpen door de Keulse brandweer. Hot bleek
echter al zeer spoedig onmogelijk om de lager gelegen hutten te bereiken. De daar verblijvende passagiers
moeten dan ook door het vuur zijn omgekomen of — toen het schip na ongeveer een uur zonk — zijn
verdronken. Volgens de Keulse politie waren er 107 opvarenden, van wie 91 passagiers. Reder Ketel
daarentegen gaf ons vanmorgen op, dat er 102 opvarenden waren, van wie ook 91 passagiers. De rederij
deelde ons mee, dat de passagiers afkomstig waren uit het Westen en Zuiden van ons land.
De Prinses Irene was maandag begonnen aan een achtdaagse reis, die naar Rüdesheim zou voeren.
Morgenavond werden schip en passagiers in Arnhem terug verwacht. Gisteren was het schip afgemeerd aan
de Rijnoever in Keulen, vlak bij de Keulse Dom en het centraal station. Bij een inspectietocht ontdekte
stuurman De Haan de brand, die mogelijk in de machinekamer is uitgebroken. Hij alarmeerde daarop meteen
de andere bemanningsleden.
Volgens sommige berichten zouden de Keulse politie en de brandweer niet direct zijn gewaarschuwd. Een
toevallig passerende patrouilleauto van de politie zou volgens deze lezing pas geruime tijd later brand aan
boord van het Rijnschip hebben ontdekt, waarna de brandweer werd gealarmeerd. Omstreeks kwart voor vier
vanmorgen zonk de Prinses Irene. De bergingswerkzaamheden zullen vermoedelijk enkele dagen duren,
omdat in de Rijn op dat punt een sterke stroming staat. (Leeuwarder courant, 19-4-1975).
Reder C.J. Ketel: „Laster keert zichzelf wel!"
"Er stonden tussen de twintigduizend en dertigduizend mensen op de kade en de bruggen. Terwijl een
helicopter van de West-Duitse politie de aanwezigen meende te moeten vermaken met stuntvluchten boven
het gezonken schip, reserveerden ze hun plaatsje voor de nacht. Velen hadden koffiekannen meegenomen en
broodjes, anderen grote schijnwerpers, opdat ze het allemaal toch maar goed zouden kunnen zien. Het was
een groot theater bij een schip met twintig doden".
C.J. Ketel, directeur van de gelijknamige rederij uit Zutphen, haalt wrange herinneringen op aan JX zondag.
Duizenden mensen kwamen toen in Keulen onder vrolijk gelach kijken naar zijn gezonken vakantieschip, de
"Prinses Irene". Een hevige brand aan boord had in de nacht van vrijdag op zaterdag een vreselijk einde
gemaakt aan een plezierige Rijnvaart, waar een gezelschap gehandicapten uit Nederland van had genoten.
Twintig doden werden na lichting van het schip geborgen.
Enkele dagen na de ramp ontstond - wat directeur Ketel "het gereutemeteut in de pers" noemt - berichten
over wantoestanden aan boord van de "Prinses Irene". Er zouden peuken in plastic bakjes en drankflessen in
hutten van personeelsleden gelegen hebben. Vlak voor het begin van de Rijnreis waren twee nieuwe
stewardessen om die reden van boord gevlucht. Volgens Ketel had hun vertrek echter een geheel andere
oorzaak: "Ze zijn aan boord gekomen met de gedachte dat ze een leuk vakantiereisje voor de boeg hadden.
Maar toen ze zagen dat er allemaal invalide mensen meegingen, hadden ze er opeens geen zin meer in".
BACCHANAAL
De brand moet zaterdagmorgen om een uur of twee uitgebroken zijn. Even na vieren kwam het bericht van de
ramp binnen bij directeur Ketel. Het hoofd van de stewardessen had vanuit Keulen in paniek opgebeld met de
mededeling dat er een ernstige brand was uitgebroken. Zonder enige verdere informatie had ze de verbinding
weer verbroken. Ketel: "Ik ben toen direct naar Keulen gereden, waar ik om ongeveer half zes aankwam. Door
Duitse autoriteiten was inmiddels al een persconferentie gegeven, waarop voor onze rederij zeer negatieve
berichten de wereld waren ingezonden. Dat heb ik ze hoogst kwalijk genomen. Ze hadden er bovendien niet
aan gedacht om ons kantoor van de ramp op de hoogte te stellen".
"Voordat wij de zaak konden onderzoeken, deelde de Duitse justitie al aan de pers mee dat de brand was
ontstaan in de hut van drie omgekomen stewardessen. In de nacht van de ramp zou het daar een soort
bacchanaal geweest zijn, terwijl er zorgeloos met brandende peuken zou zijn omgesprongen. Tijdens de
verhoren werd mij met grote klem gevraagd: "Kunt u ervoor in staan dat dit niet gebeurd is? En aangezien wij
zelf op dat moment nog niets wisten, kon ik onmogelijk zeggen: "Het waren zulke oppassende meisjes dat die
nooit in hun hut gerookt kunnen hebben".
STRENGE INSTRUCTIES
"Wij geven onze mensen op dit punt weliswaar zeer strenge instructies, maar er zal in een personeelshut
stellig wel eens een sigaret gerookt of een glas wijn gedronken worden. Toch kon ik (onder andere naar
aanleiding van vaarrapporten) niet geloven, dat het gedrag van deze meisjes de oorzaak van de
verschrikkelijke brand was geweest, ondanks alle sensatieverhalen daarover in de pers. Ik ben echter niet fel
tegen de verzinsels ingegaan, want ik sta op het standpunt dat laster op een gegeven moment zichzelf wel
keert. Ga je er tegenin, dat zegt men trouwens toch: "Dat doet hij terwille van zichzelf, om voor zijn bedrijf nog
te redden wat er te redden valt".
Die laster heeft overigens inderdaad zichzelf gekeerd, want toen het schip eenmaal gelicht was en de lijken
waren geborgen, bleek dat de hut van de drie stewardessen helemaal in tact was. Er werd geen spoor van
vuur gevonden. De arme kinderen moeten door verstikking om het leven zijn gekomen Wel werden
brandhaarden gevonden in twee passagiersverblijven. Om aan de verhalen over een drinkgelag een eind te
maken, hebben we bovendien direct een onderzoek laten instellen naar de toestand in de hut van de drie
meisjes. Er werd geen fles gevonden".
Door Duitse instanties werd (na vragen over de ramp in de Bundestag), geconstateerd dat het schip voldeed
aan de veiligheidseisen, die gelden voor de pleziervaart op de Rijn. Ook hadden mensen van de organisatie
achter het reisje voor gehandicapten (de "Zonnebloem") zich bij een bezichtiging van de "Prinses Irene" vóór de
ramp toch zeer positief uitgelaten over het schip. Ketel: "Er is van de zijde van de "Zonnebloem" dan ook
helemaal geen reactie gekomen in de zin van: "Wij gaan niet meer met u in zee. Ze hebben van tevoren het
hele schip bekeken; dat stellen wij trouwens als voorwaarde bij een reis van een organisatie. Ook zijn de
veiligheidsmaatregelen met hen doorgesproken, eveneens tot volle tevredenheid. Wij hebben wel vaker een
reis met gehandicapten gemaakt en dan passen we altijd deze regel toe: bij elke gehandicapte moet een
tweede persoon in de hut aanwezig zijn om hem te kunnen helpen. Er waren in het geval van de "Prinses
Irene" 92 passagiers aan boord: 36 gehandicapten, 36 begeleiders en 20 man verplegend personeel,
waaronder een arts".
RADERBOOT
De zo triest verongelukte "Prinses Irene" was het eerste schip dat Ketel voor zijn Rijnreizen inzette. Het begon
zijn bestaan in 1896 als radarboot. Na jaren trouwe dienst werd het casco van de boot in 1959 opgekocht
door de Zutphense reder, die het ombouwde tot een voor die tijd zeer modern vakantieschip. Ondanks de
hoge ouderdom van de schuit, keurde de Scheepvaartinspectie de "Prinses Irene" twee jaar geleden goed voor
in ieder geval nog vier jaar.
THEOLOGIE
Overigens was het vroeger helemaal niet de bedoeling van de jonge Cees Ketel om reder te worden. Hij
studeerde voor predikant aan de Gereformeerde Theologische Hogeschool te Kampen. Daar hij echter zelf zijn
studie moest bekostigen huurde hij zomers een vrachtaak waarmee hij reizen organiseerde en van dat geld
dat hij daarmee verdiende, betaalde hij zijn studie. "Later huurde ik schepen met wat meer accomodatie",
vertelt Ketel "en langzaam maar zeker is er een zelfstandige rederij uit voort gekomen. Met mijn studie ben ik
praktisch tot aan m'n kandidaats gekomen; maar ik heb er bewust een streep onder gezet. Als ik met
pensioen ben, ga ik er echter wel mee door".
De schepen van Ketel (drie in totaal, waarvan de "Prinses Irene" de kleinste was) worden in de zomer gebruikt
voor Rijnreizen. 's Winters liggen ze als rivier-hotel bij jaarbeurzen in diverse Duitse steden. De plaats van de
"Irene" zal deze winter echter door een nieuw schip ingenomen moeten worden. Ketel: "Nee, dat schip gaan wij
stellig niet meer herbouwen. Het vuur heeft op diverse plaatsen zijn werk met zo'n kracht gedaan, dat ik het
onverantwoord zou vinden om er nog mee te gaan varen". (Nederlands dagblad, Afke v. d. G.K., 26-04-1975).
Ramp 'Prinses Irene' Brandhaard in hut echtpaar
(Van een onzer verslaggevers - Keulen - Het wordt niet uitgesloten geacht dat de brand op de Prinses Irene is
uitgebroken in de hut van een echtpaar dat de ramp heeft overleefd. De Duitse politie meent zeker te weten
waar de brandhaard zich bevonden heeft. Het vuur moet zijn ontstaan in een hut op het achterste gedeelte
van het onderdek. Het echtpaar, afkomstig uit Hoofddorp weigert ieder commentaar. De officier van justitie in
Zutphen heeft' de zaak in onderzoek. Een woordvoerder van het parket verklaarde dat uiterst omzichtig te
werk wordt gegaan omdat vele bij de ramp betrokkenen nog zeer van het gebeurde onder de indruk zijn. "Voor
het onderzoek wordt extra veel tijd uitgetrokken om te voorkomen dat mensen overhaaste verklaringen
afleggen." De Zutphense officier onthoudt zich voorlopig nog van ieder commentaar. (HVV, 28-4-1975).
In Keulen overleed 21ste slachtoffer "Prinses Irene"
KEULEN — Een 77-jarige vrouw is gisteren overleden als gevolg van brandwonden die zij opliep tijdens de
ramp aan boord van het schip "Prinses Irene" op 19 april, zo heeft de Keulse politie bekend gemaakt. Zij is het
21ste slachtoffer. Volgens de politie kwam de vrouw uit Den Haag, haar identiteit werd echter niet bekend
gemaakt. (Leeuwarder courant, 06-05-1975).
22ste slachtoffer
BREDA - In een ziekenhuis in Keulen is de 74-jarige mevrouw M. Bleéker uit Den Haag overleden aan de
verwondingen die zij bij de ramp met het Rijnschip Prinses Irene had opgelopen. Het aantal slachtoffers van
deze ramp is daardoor op 22 gekomen. Eén slachtoffer is nog in levensgevaar. (HVV, 23-05-1975).
Rampschip onder slopershamer
Het rampschip Prinses Irene zal worden gesloopt: assuradeuren hebben het schip total loss verklaard en
volgens de Zutphense reder-eigenaar C.J. Ketel is herbouw te duur. De boot is inmiddels vanuit Nijmegen
overgebracht naar sloperij Stolk in Hendrik Ido Ambacht. (De Telegraaf, 07-05-1975).
Oorzaak scheepsramp bij Keulen (22 doden) blijft onopgelost
De oorzaak van de scheepsramp op 19 april in Keulen, waarbij 22 opvarenden van het vakantieschip 'Prinses
Irene' om het leven kwamen, kan niet worden vastgesteld.
Volgens reder C.J. Ketel van het schip, dat een voor de vereniging De Zonnebloem georganiseerde Rijnreis
maakte voor bejaarden en mindervaliden, staat het zo goed als zeker vast dat de officier van Justitie in Keulen
de zaak zal seponeren.
De heer Ketel verklaarde, dat uit verhoren en technische onderzoeken van TNO en het Schiff-Fahntsamt in
Duisburg geen oorzaak van de brand kon worden vastgesteld. Wel is met zekerheid gebleken dat de brand
niet ontstond door nalatigheid van drie Nederlandse ziekenverzorgsters. Aanvankelijk dacht men dat deze drie
meisjes, die bij de ramp omkwamen, onvoorzichtig met sigarettepeuken waren omgegaan. (Nieuwsblad van
het Noorden, 11-10-1975).
Passagiersschip en plezierboot de ALKMAAR op de rivier met passagiers aan boord op de drie dekken.
Nederland, 1926. Maker: Fotograaf onbekend/ Spaarnestad Photo/Geheugen van Nederland.
De Alkmaar Packet.
Zaterdagmiddag om 1 uur vertrok voor het maken van een proeftocht van den steiger van de "Alkmaar
Packet" het voor rekening van de Alkmaar Packet door de Ned. Scheepsbouw Maatschappij gebouwde motor
schip "Alkmaar". De geweldige driedekker, hoog en wit, heeft zijn proeftocht schitterend volbracht en de Ned.
Scheepsbouw Maatschappij en de Krombout-motorfabriek kunnen beide bogen op een nieuw succes, 't Gold
hier toch 't in de vaart brengen van een groot schip voor een zeer ondiep vaarwater; een schip, bestemd voor 't
vervoer van een 1300 menschen, terwijl de Zaan een diepte van 2 Meter heeft. Zoo heeft men dus een schip
gebouwd, dat, hoewel 10 Meter van kiel tot zonnetent metend, toch niet dieper steekt dan 1 Meter 65
ongeladen en 1 Meter 85 geladen. Natuurlijk was het bij den bouw van dit schip uitgesloten stoommachines
er in te brengen, daar was de diepgang te gering voor. En dus wendde men zich tot 'den heer D. Goedkoop
Dzn., die er een drietal Kromhout-motoren voor vervaardigde, iedere motor werkend op een eigen schroef. Het
schip heeft drie dekken en, zoo als gezegd, drie hoofdmachines, met een hulpmachine voor electrisch licht,
verwarming, water voor toiletten, pompen, etc. Van een klein platvorm in de machinekamer af, kan één man
de drie telegrafen, de drie handels voor het aanzetten en de drie snelheidsregelaars hanteeren. De machines
worden op gang gebracht door gecomprimeerde lucht, verzameld in 3 tanks, die steeds weer door de motoren
op gepompt worden. De afgewerkte gassen komen in één ketel en worden dan afgevoerd door een hoogen
schoorsteen. Op den proeftocht werden niet meer dan 160 liter ruwe olie verbruikt van 4 à 4 1/2 cent per
liter, waaibij 't gebruik van de pompmachine inbegrepen. Het schip moet 18 K.M. loopen, doch maakte op den
proeftocht 21 1/2 K.M. Het schip is 42 M. lang en meet over de berghouten 8.40 M. Wat deze breedte voor 't
vaarwater beteekent blijkt, als men weet, dat de brugwijdte bij Wormerveer 9.50 M, is. (De Tijd, 7-10-1912).
1912 opgeleverd door Ned. Scheepsbouw Maatschappij, Amsterdam (121) als ALKMAAR aan N.V. Alkmaar
Packet Mij., Alkmaar. 300 PK, 3 x Kromhout. 19-- vervangen door 270 PK, 3 x Brons. 1951 verkocht aan N.V.
Havendienst Spido, Rotterdam, herdoopt ORANJEPLAAT (IVR 3310250).
Spido trots op Nassau- en Oranjeplaat
De Spido heeft met Pinksteren haar vijf en twintigste schip op de Maas varen. Dat is het m.s. "Nassauplaat",
dat met zijn Benz Dieselmotoren duizend passagiers kan voortstuwen. Het zusterschip "Oranjeplaat" is al
enige tijd in de vaart.
Deze door het scheepsreparatiebedrijf K.A. van Brink uit Rotterdam verbouwde en gemoderniseerde schepen,
zijn afkomstig van de beroemde, onlangs geliquideerde Alkmaar Packet. Als "Stierop" en "Alkmaar" hebben zij
duizenden door de kop van Noord-Holland vervoerd, maar herkenning zal voor de oude passagiers moeilijk
zijn. Het hoogste (derde) dek is nl. voor de woelige Maas te gevaarlijk geworden en gesloopt.
"Nassauplaat" en "Oranjeplaat", voorzien van een geluidsinstallatie, zijn speciaal bestemd voor het maken van
dagtochten met grote gezelschappen. En zo zullen deze stoere schepen, de victorie, die in Alkmaar begon, bij
een voortvarend Rotterdams bedrijf voortzetten. (Het Vrije Volk, 28-05-1952).
1996 herdoopt VEERMANSPLAAT. 15-1-1967 verkocht voor sloop aan N.V. H.P. Heuvelman, Krimpen a/d
IJssel, gesloopt in 1967.
Open dagen m.s. SWITZERLAND II van Select Voyages in Rotterdam
Riviercruise aanbieder Select Voyages hield op vrijdag 30 januari, zaterdag 31 januari en zondag 1 februari
2015 "Open dagen" aan boord van riviercruiseschip MS Switzerland II in Rotterdam. Tussen 11 en 16 uur
was het mogelijk een kijkje nemen aan boord van dit schip. Er waren rondleidingen onder leiding van de
bemanning, maar natuurlijk bestond ook mogelijkheid om zelfstandig het schip verkennen. Wanneer aan
boord geboekt werd voor een riviercruise, kreeg men een korting van € 25,- per persoon (uitgezonderd de
kerstshopcruises). (Bron: cruisereiziger.nl, door Miriam, op 11 januari 2015).
Open dagen Feenstra Rijn Lijn in Rotterdam en Arnhem
Feenstra Rijn Lijn hield traditioneel aan het begin van het jaar een aantal "Open Dagen" waarop de
rivierschepen uit haar vloot bezocht konden worden. In Arnhem lagen vier schepen afgemeerd en in
Rotterdam vijf schepen. Aan boord vertelden de medewerkers tijdens een rondleiding meer over alle
mogelijkheden van een riviercruise. Ter afsluiting werd een kopje koffie met iets lekkers aangeboden.
Open dagen in Arnhem: 31 januari en 1 februari, Schepen lagen aan Rijnkade: m.p.s. Poseidon, m.p.s.
Salvinia, m.p.s. Statendam, m.p.s. Azolla (Foto: L. Schuitemaker, 30-6-2006).
Open dagen in Rotterdam: 7 en 8 februari, 11.00 tot 16.00 uur, Boompjeskade: m.p.s. Salvinia, m.p.s.
Poseidon, m.p.s. Statendam, m.p.s. Azolla, m.p.s. Horizon. (Bron: cruisereiziger.nl, door Marco, op 14 januari
2015
Doop Uniworld riviercruiseschip in Amsterdam op 26 maart 2015
Op 26 maart 2015 vindt in Amsterdam de doop plaats van het gloednieuwe riviercruiseschip S.S. Maria
Theresa van rederij Uniworld Boutique River Cruise Collection. Doopmoeder wordt prinses Anita von
Hohenberg, het achterkleinkind van aartshertog Franz Ferdinand en Sophie von Hohenberg. Ze is een directe
afstammeling van Maria Theresa van Oostenrijk, naar wie het schip vernoemd is. Maria Theresa van
Oostenrijk is de laatste heerseres van de Habsburgers.
“Het is een grote eer voor mij om de Habsburgers te representeren in Amsterdam en het schip te dopen in
Amsterdam ter ere van de grote Maria Theresa”, zegt prinses Anita von Hohenberg.
De nieuwe S.S. Maria Theresa (150 passagiers, gebouwd bij GS Yard in Waterhuizen) is een zusterschip van
de S.S. Antoinette. Alle 75 hutten hebben een inpandig balkon. Daarnaast zijn er marmeren badkamers met
L’Occitane badproducten en o.a. butlerservice in de 10 suites. Op het dek bevindt zich een verwarmd
zwembad, binnen is er een lounge, een Leopard bar met luipaard interieur, fitness center, bioscoop en
wasserette.
De S.S. Maria Theresa vaart komend seizoen onder andere van Boedapest naar Amsterdam over de Donau,
een “Tulpen & Windmolens” cruise en kerstmarktencruises.
(Bron: cruisereiziger.nl, door Miriam, op 29 januari 2015, foto S.S. ANTOINETTE, ENI 07001935:
cruisereiziger.nl).
RIVER CHANSON aan boord van de CONDOCK V, foto: Koos Goudriaan, 31-1-2015, Waalhaven, Rotterdam.
CONDOCK V, IMO 8404991, 6.763 GT, eigenaar: H&P Dockschiff G.m.b.H & Co. K.G., Antigua and Barbuda,
in beheer bij Harren & Partner Ship Management G.m.b.H. & Co. K.G., Bremen. 30-1-2015 vanaf Vlissingen
gearriveerd in de Waalhaven Heyplaat, Rotterdam. 2-2-2015 vertrokken naar Bordeaux, 5-2-2015 ETA te
Bordeaux. 5-2-2015 te Bordeaux.
RIVER CHANSON, MMSI: 256560000, thuishaven en vlag: Valletta-Malta, roepsein 9HXL8. 103 x 10 meter.
RIVER CLOUD II, ENI 04800450, foto: L. Schuitemaker, 15-4-2010, Willemstad. 2001 opgeleverd door Grave
B.V., Grave als RIVER CLOUD II aan River Cloud Cruises G.m.b.H., Hamburg. 103,00 x 9,80 x . x 1,500
meter. 88 passagiers. 2 x 720 PK, MAN D 2842 LE. 20-- in beheer bij Hansa Shipping G.m.b.H. & Co. K.G.,
Hamburg. 20-- thuishaven en vlag: Valletta-Malta. 2015 verkocht aan Grand Circle Cruise Line, VallettaMalta (Grand Circle Corporation, Boston, MA).
Grand Circle Travel buys RIVER CLOUD II for 2015, renames it to RIVER CHANSON. New destination:
Bordeaux, Gironde Estuary. River Chanson is the newest member of our privately owned, award winning river
ship fleet. Set to launch in 2015, the M/S River Chanson’s intimate size and comfortable appointments
ensure a relaxing and personal experience. As you discover the beauty of France in a group of no more than
45 travelers, each with its own expert, resident Program Director, you’ll revel in the warm camaraderie of your
fellow American travelers. This river ship has a capacity of just 90 passengers in 44 cabins—all with outside
views. Ship amenities include a bar and lounge, restaurant, library, and a teak-covered Sun Deck. (Grand
Circle Cruise Line).
SUPER SERVANT 4, IMO 8025343, op het Calandkanaal met aan boord de passagiersschepen VIKING
DELLING en SCENIC SAPPHIRE. Foto: Freijsen/Shipspotting, 31-1-2015, Calandkanaal.
SUPER SERVANT 4: 1982 opgeleverd, 12.642 GT, eigenaar: Shuttle Shipping N.V., Willemstad-Curaçao, in
beheer bij Spliethoff Transport B.V., Amsterdam. 29-1-2015 gearriveerd op het Calandkanaal, 3-2-2015
vertrokken naar Fos, Frankrijk, 11-2-2015 ETA te Fos.
SCENIC SAPPHIRE 02330040, MMSI: 248236000, 2008 opgeleverd door Jac. den Breejen B.V., HardinxveldGiessendam als SCENIC SAPPHIRE aan Scenic Tours A.G., Basel. 135,00 x 11,45 x . x 1,650 meter. 171
passagiers. 2 x 1.150 PK, Caterpillar, C 32 Acert Electronic. 2012 thuishaven en vlag: Valletta-Malta.
VIKING DELLING 07001982, 2014 opgeleverd door Neptun Werft, Rostock-Warnemünde (542) als VIKING
DELLING aan Viking River Cruises A.G., Basel. 135,00 x 11,45 x . x 2,000 meter. 190 passagiers. 2 x 1.545
PK, Caterpillar C 32 Acert Electronic. (Foto: D. Henken, 10-04-2014, Dordrecht).
Binnenvaartschip van het Rode kruis komt na de bevrijding met gerepatrieerde oorlogsslachtoffers in de
Amsterdamse haven aan (1945). Fotograaf: Cas Oorthuys, NFA, collectie Nederlands fotomuseum.
IMPALA CAMPANA, type KP4050, 5-11-2014 proefvaart,
12-2014 opgeleverd door Scheepswerf De Kaap B.V. (275)
als IMPALA CAMPANA. Afgebouwd/geïnstalleerd bij
Krobo B.V., Zwartsluis en Breman Ship Engineering,
Genemuiden, de eerste in een serie van 4 stuks voor
Paraguay. 29-12-2014 passage Lelystad richting
Amsterdam.
IMPALA SAN ANTONIO (foto: de Kaap), type KP4050. 1012-2014
proefvaart,
12-2014
opgeleverd
door
Scheepswerf De Kaap B.V. (276) als IMPALA SAN
ANTONIO. Afgebouwd/geïnstalleerd bij Krobo B.V.,
Zwartsluis en Breman Ship Engineering, Genemuiden, de
tweede in een serie van 4 stuks voor Paraguay, de 17e
van Scheepswerf De Kaap voor Zuid-Amerika, 28-122014 passage Leleystad richting Amsterdam. De bouwnummer 277 en 278 volgen in 2015. 12-2014 de
IMPALA CAMPANA en IMPALA SAN ANTONIO te Amsterdam aan boord gezet van de HAPPY DOVER (IMO
9551959), 1-1-2015 vertrokken van Amsterdam naar Gijon, 3-1-2015 ETA te Gijon. 10-1-2015 van Musel
Arnao, Spanje, 22-1-2015 ETA te Ilheus, Brazilië. 1-2-2015 van Buenos Aires naar Las Palmas na gelost te
hebben.
Baggerschiff auf der Jade gesunken
Das 38 Meter lange, holländische Baggerschiff “Johanna Josephine” 349 BRZ (IMO-Nr.: 8650801), geriet am
Morgen des 19.11. auf Höhe der Baustelle des Kühlwasserauslaufs des GDF Suez Kraftwerks in der Jade auf
eine unter Wasser stehende Spundwand und saß dort fest. Der Pontonbagger war dabei gewesen, dort Steine
abzuladen.
Der Seenotrettungskreuzer “Vormann Steffens” sowie die „W 5“ der Wasserschutzpolizei Wilhelmshaven
waren rasch vor Ort. Sie konnten aber nicht verhindern, dass das Schiff über den Bug volllief, sodass
schließlich nur noch der auf dem Vorschiff montierte Bagger des Typs Liebherr R 964 C Litronic sowie das
Heck aus dem Wasser ragten.
Bei dem teilweisen Untergang lief auch eine geringe Menge Diesel in die Jade. Die Crew wurde unversehrt
abgeborgen. Taucher machten sich daran, das unter Wasser liegende Leck abzudichten.
Nachdem die Steine geleichtert waren, damit der Havarist mehr Auftrieb bekam, konnte er wieder
aufgeschwommen und am Vormittag des 21.11. zur Neuen Jade-Werft im Marinehafen von Wilhelmshaven
verholt werden, wo er nun auf einen Dockplatz wartete. Die Ursache der Havarie wurde noch
behördlicherseits weiter untersucht. (Quelle: Tim Schwabedissen, 21.11.14).
JOHANNA JOSEPHINE 8650801, ENI 02205307 van Heuvelman Ibis B.V., Delfzijl. Roepsein PFED. 349 GT.
19-11-2014 geladen met stenen om bij GDF Suez Kraftwerks te Wilhelmshaven te storten, bij de uitlaten van
GDF Suez Kraftwerks tegen een zich onder water bevindende palen gevaren, lek geraakt, op het strand gezet
en gedeeltelijk gezonken, de reddingboot VORMANN STEFFENS en de W5 van de Wasserschutzpolizei waren
snel ter plaatste, de lading gelost en het lek gedicht door duikers.
Weihnachtstage auf der Buhne
Der unbeladene holländische Binnentanker „Fint“, 2332 ts (EU-Nr.: 04033370), lief am 23.12. gegen 04.40
Uhr auf dem Rhein bei Flusskilometer 643,0 auf Grund. Das Schiff lag mit dem Heck auf einer Buhne und
dem Bug in einem Kribbenfeld und kam aus eigener Kraft nicht wieder frei.
Es befand sich wenige hundert Meter nördlich der Rheininsel Nonnenwerth bei Rhöndorf, zuletzt hatte es
eine Ladung Diesel transportiert. Das Schiff sollte voraussichtlich erst nach den Weihnachtsfeiertagen
geborgen werden. (Quelle: Tim Schwabedissen, 25.12.14, Bild: Frank Hohmann, Binnentanker „Fint“ im
Rhein aufgesessen).
Weihnachtstage auf den Buhnen
Seit dem 24.12. um 4.40 Uhr liegt der niederländische Binnentanker "Fint", 2332 ts (EU-Nr.: 04033370), auf
einer Buhne bei Bad Honnef. Schiffsführer Axinte machte ein Problem mit dem Ruder für die Havarie
verantwortlich. Das Notruder reagierte zwar noch, doch es konnte nicht verhindert werden, dass der Tanker
mit rund 10 Knoten auf die Buhne lief.
Das Schiff war nach Köln-Godorf unterwegs, um dort eine Ladung für Basel an Bord zu nehmen. Der Skipper
sprach unmittelbar nach der Havarie andere Schiffe an und bat um Hilfe beim Loskommen. Ein deutsches
Schiff drehte bereits auf, um am Tanker festzumachen. Dies wurde von der Wasserschutzpolizei aber
zunächst untersagt.
Stattdessen wurde der Schubschlepper „Rheinland“ (MMSI-Nr.: 211510040) in Marsch gesetzt, um den
Havaristen mit Unterstützung der holländischen „Dynamica“ (MMSI-Nr.: 244670236) wieder zu befreien.
Auch das Arbeitsboot „Bonn“ (MMSI-Nr.: 211534770) war vor Ort. Neben dem Skipper verbrachten bis dahin
die vier weiteren Crewmitglieder und Weihnachtsbesuch die Feiertage die Zwangspause an Bord.
Das Schiff wurde als „Quo Vadis“ 1974 bei RAL in Irnsum für die Renotrans AG in Basel erbaut. Derzeit läuft
sie für die Marflo 1 BV in Dinteloord. Der Tanker ist 110 Meter lang, 9,5 Meter breit und hat 3,1 Meter
Tiefgang. Von 1982 bis 1990 lief der für die Kaufer Reederei & Co in Würzburg, von 1990 bis 1997 für die
Jegen & Deen BV in von 1997 bis 2001 für die Eibel GmbH in Koblenz und von 2011 bis 2013 für die
N.O.T.V.W. in Breda als „Susann“. (Quelle: Tim Schwabedissen, 27.12.14).
Tankschiff bei Bad Honnef freigeschleppt
Nach drei Tagen ist das im Rhein bei Bad Honnef festgefahrene Tankschiff (FINT) freigeschleppt worden. Wie
die Wasserschutzpolizei in Duisburg am späten Samstagnachmittag (27.12.2014) dem WDR mitteilte, konnte
der Tanker durch ein großes Containerschiff befreit werden.
Ein erster Versuch mit zwei Schleppern war am Morgen gescheitert. Nun wird der niederländische Tanker zu
einer Werft in Duisburg geschleppt und auf Schäden untersucht. Einen Wassereinbruch hat es laut Polizei
nicht gegeben. Andere Schäden seien aber nicht ausgeschlossen. Der Tanker hatte mit dem Heck auf einer in
den Fluss ragenden Buhne gelegen. (Bron: WDR/Foto: WDR/Konrad, 28-12-2014).
Weihnachtstage auf der Kribbe beendet
Der seit dem 24.12. um 4.40 Uhr auf den Kribben bei Rheinkilometer 643 nahe Bad Honnef liegende
niederländische Binnentanker "Fint", 2332 ts (EU-Nr.: 04033370), wurde am 27.12. binnen sechs Stunden
von dem Binnenschiff „Dynamica“, dem Schubboot „Rheinland“ und dem Binnentanker „Magnolia“ befreit.
Sechs Stunden lang hatte sich zunächst ein Schlepper ohne Erfolg, später alle drei Schiffe am Heck
abgemüht, bis der Havarist mit verstärkter Zugkraft endlich loskam und sich dann aber mit einiger Fahrt
Richtung Mehlemer Ufer zubewegte. Schließlich wurde er aber dort gesichert und konnte nach
Untersuchungen die Weiterfahrt zu einer Werft in Duisburg antreten.
Als Auflage des Wasser- und Schifffahrtsamtes wurde diese weitergehende Untersuchung angeordnet. Eine
Genehmigung für die Fahrt zur Werft wurde erteilt. Der Rhein musste nur zwischen 16 und 16.20 Uhr
gesperrt werden. (Quelle: Tim Schwabedissen, 28.12.14).
Kollision bei Neuss
Auf dem Weg von Neuss nach Antwerpen kollidierte am 1.1. das holländische Binnenschiff "Mejana", 4846 ts
(EU-Nr.: 02325825) mit dem belgischen Binnenschiff "Montana" (MMSI-Nr.:205455362) on Jan 1, 2015. Die
“Mejana” war aus Neuss gegen 21.30 Uhr ausgelaufen. Beide Schiffe stießen frontal zusammen. Am 2.1. um
18.20 Uhr machte die mit Containern beladene “Mejana” am Delwaide-Dock in Antwerpen fest. Die "Montana"
wurde an Steuerbord aufgerissen. (Quelle: Tim Schwabedissen, 02.01.15).
Binnenschiff saß auf der Donau fest
Am Nachmittag des 31.12. gegen 15.00 Uhr lief das bulgarische Binnenschiff „Sveti Ilja“1535 ts (EU-Nr.:
8948003) am rechten Ufer der Donau bei Kilometer 2266,200 auf Grund. Das mit 1.000 Tonnen Soja
beladene Schiff war von Ungarn in Richtung Straubing unterwegs. Kurz unterhalb der Donauwaldbrücke
wartete der bulgarische Schiffsführer drei talfahrende Schiffe ab.
Wegen der dem Wasserstand nicht angepassten Abladetiefe kam die „Sveti Ilja“ mit dem Bug am rechten Ufer
fest. Die drei Besatzungsmitglieder mussten die Silvesternacht unfreiwillig an der Havariestelle verbringen.
Wegen des steigenden Wasserstandes erlaubte das Wasser- und Schifffahrtsamt Regensburg am 1.1. einen
Versuch, freizukommen. Gegen 15:00 Uhr wurde der Havarist wieder flott und setzte die Fahrt in Richtung
Deggendorf und weiter nach Straubing fort. Durch das Wasser- und Schifffahrtsamt werden an der
Unfallstelle noch Peilarbeiten durchgeführt. Die Wasserschutzpolizei Deggendorf hat gegen den Kapitän
Ermittlungen aufgenommen. (Quelle: Tim Schwabedissen, 02.01.15).
Binnenschiff auf der Mosel gesunken
In der Nacht zum 5.1. sank das belgische Binnenschiff "Rebel", 1030 ts (EU-Nr.: 02312659), auf der Mosel,
nachdem sie 900 Tonnen Stahldraht in Neuves-Maison geladen hatte. Das Schiff ging am Kai von SAM, einer
Firma, die die Stahlbewehrungen für Beton herstellt, unter. Die Feuerwehr versuchte noch, das Schiff über
Wasser zu halten. Dazu wurden 200 Tonnen Stahl geleichtert. Doch alle Mühen waren umsonst, am Ende
ragten nur noch Teile des Deckshauses und des Decks aus dem Fluss. Die Rettungskräfte, die auch Taucher
einsetzten, legten eine Ölsperre aus und stabilisierten das Schiff so weit, dass die übrige Schifffahrt passieren
konnte. (Bron: ESYS/KAL, 5-1-2015, foto: Dieter Henken, 3-5-2013, Dordrecht).
Barge being pumped out and lightered
On Jan 11 the "Rebel" at 1 p.m. was being dewatered by a Belgian salvage company at the quay in Neuves
Maisons with the cargo of steel coils still being inside the cargo holds. The water level of the port was lowered
by 40 centimeters for this purpose. The remainder of the cargo, which was around 240 tons, was lightered on
Jan 11 and 12. The ship was thought to be scrapped afterwards. It had suffered a dent and a breach in the
starboard side foreship and the bow thruster room had become flooded. It then foundered with a list to port
as the wires still held it at the quay at starboard side. (Bron: Vesseltracker, 12-1-2015).
Tankerneubau trieb vor Boulogne
Am 10.1. wurde gegen 11:00 Uhr das CROSS Gris-Nez alarmiert, nachdem 45 Meilen vor Boulogne der
holländische Schlepper World Tug 1", 221 BRZ (IMO-Nr.: 7000724), den 130 Meter langen Neubau des
Chemikalientankers "Elisa S", der von der Rensen-Driessen Shipbuilding B.V. im Betrieb Santierul Naval
Severnav erbaut worden war, auf dem Weg von Ceuta nach Rotterdam im Sturm verloren hatte.
Der Schlepper "Abeille Languedoc" wurde in Marsch gesetzt, und ein Dauphin Helikopter der Marine in Le
Touquet setzte Männer auf dem Binnentanker ab, die halfen, eine Schlepptrosse festzumachen. Dies gelang
trotz schwieriger Bedingungen in schwerem Sturm, und der Schleppzug nahm Kurs auf Dünkirchen, wo er
am Morgen des 12.1. einlaufen sollte. (Quelle: Tim Schwabedissen, 11.01.15).
Tug lost tank barge
On Jan 10, 2015, around 11:00 a.m. the CROSS Gris-Nez (CROSS), coordinated a towing operation 45
nautical miles off Boulogne. The tug "World Tug 1" had lost the empty 130-m-tank barge "Elisa S" enroute
from Ceuta to Rotterdam in adverse weather conditions. The "Abeille Languedoc" was dispatched by the
maritime prefecture area to take the tank barge in tow. A Dauphin helicopter of the Navy based in Le Touquet
was dispatched to airlift the required personnel onto the barge. After two attempts in very difficult weather
conditions, a towing Connection was established and the tug headed to the port of Dunkirk where the convoy
was expected in the morning of Jan 12. (Bron: Vesseltracker).
AARBURG 04803200, foto: Leo Schuitemaker, 4-8-2009, Volkeraksluizen
Containerschip vaart op Rijn op ankerligger
Een containerschip (Aarburg) is in de nacht van woensdag op donderdag op de Rijn ter hoogte van St. GoarFellen op een voor anker liggend binnenvaartschip (Formosa) gevaren. Er vielen geen gewonden, wel liepen
beide schepen schade op aan de kop. De scheepvaart ondervindt geen hinder van de aanvaring. De vaargeul
is vrij en de binnenvaart kan de plek van de aanvaring gewoon passeren.
Onbekend
Beide schepen liggen nu in de nabijheid van de plek van de aanvaring om de grootte van de schade vast te
kunnen stellen. Hoe de aanvaring heeft kunnen gebeuren, is nog niet bekend. Of de schepen op eigen motor
verder kunnen varen of gesleept moeten worden, wordt eveneens nog onderzocht. (Bron: Totaal Trans, 15-12015).
AARBURG (ENI 04803200), 2004 gebouwd door Kiliya Shipyard, Odessa, 2004 opgeleverd door Erlenbacher
Schiffswerft, Erlenbach als AARBURG aan Seibert G.m.b.H. & Co. K.G., Neckargemünd. 3.297 ton, 135,00 x
11,50 x . 3,200 meter. 1.800 PK, ABC 6 MDZC. 2008 verkocht aan Estra AG., Basel. 2013 verkocht aan
Deymann Reederei G.m.b.H. & Co. K.G., Haren/Ems.
Zwei Schiffe auf dem Rhein kollidiert - Unfallverursacher war alkoholisiert
Die Wasserschutzpolizei ermittelt noch wegen der schweren Schiffshavarie am heutigen frühen Morgen bei St.
Goar. Ein Alkoholtest des talfahrenden Schiffsführers ergab einen Wert von 1,58 Promille.
Ein talfahrendes mit Gefahrgut beladenes Containerschiff kam laut Auskunft der Wasserschutzpolizei gegen
3.30 Uhr heute früh bei Rheinkilometer 559 nach backbord ab und kollidierte frontal mit einem
linksrheinisch am Hafen Hund stillliegenden Gütermotorschiff. Das talfahrende Containerschiff verfiel mit
dem Heck zum rechtsrheinischen Ufer hin und kam fest. Durch die Strömung wurde der Bug des Schiffes
talwärts gedrückt, wodurch das Containerschiff am rechtsrheinischen Rand der Fahrrinne Kopf zu Tal zum
Liegen kam.
An beiden beteiligten Fahrzeugen kam es zu erheblichen Schäden im Bugbereich mit Wassereinbruch beim
stillliegenden GMS. Das komplette Schadensausmaß ist derzeit noch nicht absehbar.
Zum Zeitpunkt des Aufpralls befand sich ein Besatzungsmitglied in der Matrosenwohnung des Stillliegers. Es
kam jedoch zu keinen Personenschäden.
Ein Atemalkoholtest des verantwortlichen Schiffsführers des talfahrenden Schiffes ergab einen Wert von 1,58
Promille. Das Patent des Beschuldigten wurde sichergestellt.
Die Bergungsmaßnahmen wurden im Laufe des Morgens eingeleitet.
Ein Verantwortlicher vom Wasserschutzamt ist vor Ort. Der Rhein ist derzeit nicht gesperrt. Durch die
Revierzentrale Oberwesel wurde ein Begegnungsverbot an der Havarie stelle angeordnet. Die Ermittlungen
dauern noch an. (Bron en foto: wochenspiegellive.de, 15.01.2015).
FORMOSA 02331202, foto: Leo Schuitemaker, 1-7-2009, Volkeraksluizen. 2008 casco gebouwd door
Belgrade Shipyard, Belgrado (B.V. Scheepswerf & Machinefabriek Vahali), 2008 afgebouwd en opgeleverd
door Gebroeders Buijs Scheepsbouw B.V., Krimpen a/d IJssel als FORMOSA aan Formosa V.o.F., Rotterdam.
3.229 ton. 208 TEU. 110,00 x 11,45 x . x 3,630 meter. 1.700 PK, Mitsubishi, S 16 R-C2MPTK.
Betrunkener Schiffsführer verursachte schwere Kollision auf dem Rhein
Das holländische Binnenschiff "Formosa", 3229 ts (EU-Nr.: 02331202), wurde am 15.1. um 3.309 Uhr auf
dem Rhein bei Flusskilometer 559 nahe St. Goar von dem deutschen Containerfrachter "Aarburg", 3297 ts
(EU-Nr.: 04803200), gerammt.
Die "Aarburg" war unterwegs von Duisburg nach Antwerpen, als sie auf einmal nach Backbord vom Kurs
abkam und gegen die bei Hund am Ufer liegende "Formosa" stieß, die mit Raps beladen war. Zum Zeitpunkt
des Zusammenstoßes befand sich nur ein Besatzungsmitglied im Logis im Vorschiff, das aber unverletzt
blieb.
Das Containerschiff driftete dann mit dem Heck zum rechtsrheinischen Ufer und kam fest. Durch die
Strömung wurde der Bug des Schiffes talwärts gedrückt, wodurch das Containerschiff an der
rechtsrheinischen Fahrwasserkante aufsetzte. An beiden Schiffen kam es zu erheblichen Schäden im
Bugbereich und einem Wassereinbruch auf der „Formosa“.
Ein Atemalkoholtest des verantwortlichen Schiffsführers der „Aarburg“ ergab einen Wert von 1,58 Promille.
Das Patent des Beschuldigten wurde sichergestellt. Im Laufe des Morgens wurde die Bergung der Havaristen
eingeleitet. Durch die Revierzentrale Oberwesel wurde ein Begegnungsverbot an der Havarie stelle
angeordnet. Die „Formosa“ wurde in den Hafen an der Loreley geschleppt.
Dort sollte die Ladung auf ein anderes Schiff umgeladen werden, ehe es in eine Werft in den Niederlanden
ging. Die „Aarburg“, die schwere Schäden am Bug wie auch an der Ruderanlage erlitt, wartete auf der Reede
Bad Salzig auf ein anderes Schiff der Reederei Deymann GmbH in Haren/Ems, das es längsseits gekuppelt
zum Zielhafen bringen sollte.
Die „Aarburg“ hat eine Länge von 135,00 Metern, eine Breite von 11,45 Metern und einen Tiefgang von 3,20
Metern. Der Kasko wurde 2004 beim Kiliya Shipyard, Odessa, erbaut und bei der Bayerischen Schiffswerft
Erlenbach ausgerüstet. Erster Eigner war die Seibert GmbH in Neckargemünd, von 2008 bis 2011 lief sie für
die Estra AG in Basel und bis 2013 für die MS Aarburg Schiffsbefrachtung GmbH & Co. KG in
Neckargemünd, ehe sie an die Deymann GmbH ging.
Die „Formosa“ wurde 2008 bei Vahali, Belgrado, erbaut und bei den Gebr. Buijs, Krimpen a/d IJssel
ausgebaut für die Vof. Formosa (S. de Leeuw van Weenen) in Rotterdam. Sie ist 110 Meter lang, 11,45 Meter
breit und hat 3,63 Meter Tiefgang. (Quelle: Tim Schwabedissen, 16.01.15, Bild AARGAU: WSA Bingen).
ESSO NEDERLAND 41, ENI 02306164, bunker- en winkelschip, foto's: P. Boers, 15-01-2015, voor sloop bij
Stolk's Handelsonderneming B.V., H.I. Ambacht. 1937 opgeleverd als sleeptankschip door Ganz & Co.
Electricitats Maschinenbau- Wagon & Schiffsbau A.G., Boedapest als SHELL XVI aan International Inland
Waterway Ltd., Londen-U.K., in beheer bij Shell Transport & Trading Co. Ltd.
22-7-1939 ingeschreven te Rotterdam als HUNGARIA van N.V. Internationale Riviertankscheepvaart Mij.,
Rotterdam, in charter bij N.V. Exploitatie Mij. "Intritas". 913 ton, 72,60 x 10,10 x 2,25 x 1,970 meter. 12
ladingtanks, 1 stoompomp, 150 ton/uur. 27-5-1944 te Ludwigshafen schade opgelopen tijdens een
bombardement, hersteld en weer in de vaart gebracht. 1945 als HUNGARIA verkocht aan N.V. Exploitatie Mij.
"Intritas", Rotterdam. 1961 hermeten, 972 ton, diepgang 2,070 meter.
26-6-1967 verkocht aan B. van Woerden, verbouwd tot bunker- en winkelschip, in gebruik genomen te
Druten als BAROMA III.
19-- verkocht aan Smits Kolen & Oliehandel B.V., Rotterdam, herdoopt S.K. & O. 21, ligplaats Millingen.
19-- verkocht aan Esso Nederland B.V., ’s-Gravenhage, herdoopt ESSO NEDERLAND 41, ligplaats Millingen.
2014 verkocht voor sloop aan Stolk's Handelsonderneming B.V., H.I. Ambacht, 2015 aanvang sloop.
Door de sleepboten EBRO, DONAU en LAUWERZEE van Smit Internationale Sleepdienst zijn in 1939 5
sleepschepen en 1 sleepboot overgebracht van Sulina, Roemenië naar Nederland.
Sleepboot EBRO met een sleepboot en een lichter. 19-6-1939 te Sulina vanaf Rotterdam. 22-6-1939 van
Sulina naar Piraeus. 2-7-1939 van Sulina naar Rotterdam met een sleepboot en een lichter. 11-7-1939 in
positie 36' 22" N.B. en 13' 32" O.L. 16-7-1939 te Algiers. 15-7-1939 in positie 37' 20" N.B. en 5'30" O.L. 17-71939 van Algiers. 25-7-1939 te Sagres, Portugal (als bijlegger), Sulina naar Rotterdam met 2 lichters. 27-71939 te Lissabon. 4-8-1939 bij Kaap Sparto geankerd wegens slecht weer. 21-8-1939 passage Dungeness.
22-8-1939 de DANUBE SHELL (later INTRITAS III) en SHELL 18 (later BOSNIA) gearriveerd te Maassluis met
bestemming Bolnes. 24-8-1939 de EBRO gearriveerd te Vlissingen.
Sleepboot DONAU met twee lichters. 31-5-1939 van Istanbul. 4-6-1939 van Sulina naar Rotterdam met twee
lichters op sleeptouw. 6-6-1939 van Istanbul. 23-6-1939 van Bona* naar Rotterdam. (* mogelijk Annaba,
Algerije). DONAU. (Londen, 1 Juli). De Nederlandsche sleepboot "Donau", met twee lichters van Sulina naar
Rotterdam, is heden met ketelschade te Gibraltar aangekomen. 3-7-1939 van Gibraltar. 7-7-1939 te
Lissabon. 8-7-1939 van Lissabon. 17-7-1939 in positie 45' N.B. 8'5" W.L. van Sulina naar Rotterdam. 22-71939 van Sulina te Bolnes met twee lichters op sleeptouw.
Sleepboot LAUWERZEE met twee lichters. 8-5-1939 passage Gibraltar. 10-5-1939 van Algiers van Rotterdam
naar Sulina. 17-5-1939 van Istanbul. 19-5-1939 van Constanza naar Sulina. 21-5-1939 van Sulina naar
Rotterdam met 2 lichters. 3-6-1939 passage Kaap Bon. 19-6-1939 passage Quessant. 6-1939 te Rotterdam.
De schade aan het schip Almira is aanzienlijk na de aanvaring. (Foto: Kristof Pieters/hln.be).
Leegpompen aangevaren tanker duurt zeker nog tot woensdagavond
Het overpompen van de lading styreen uit de Almira duurt volgens de Antwerpse rampencoördinator Bart
Bruelemans 'in het meest optimistische scenario' nog tot woensdagavond. De beschadigde chemietanker ligt
voor anker in het Belgisch-Nederlandse grensgebied van de Westerschelde.
De Vlamingen hebben de leiding over de bergingsoperatie. Het schip is na de aanvaring doorgevaren, maar
mocht de haven van Antwerpen niet in. De Almira ligt daardoor nog steeds midden op de rivier, maar buiten
de vaargeul, benadrukt de rampencoördinator. Het mag daar pas weg wanneer het brandbare styreen volledig
uit de tanks is verwijderd. Voorzitter Jan Lonink van de Veiligheidsregio Zeeland (VRZ) en burgemeester Jan
Huisman van Reimerswaal erkennen dat onnodig paniek is gezaaid door de waarschuwingen die
achtereenvolgens zijn rondgestuurd. (Bron: PZC, 19-1-2015).
Binnenvaartschip gaf geen voorrang bij aanvaring
Het binnenvaartschip Almira heeft bij het ongeval vrijdagnacht op de Westerschelde geen voorrang gegeven
aan het Noorse zeeschip Marilee, waarop de Marilee op de Almira is gebotst.
Het ongeluk waarbij styreen vrijkwam uit de Almira, is in onderzoek bij officiële instanties als de Inspectie
voor Leefomgeving en Milieu. Die doen nog geen mededelingen, zolang het onderzoek.
Uit een reconstructie valt al wel op te maken dat de Almira vanaf Hansweert door een nevenvaarwater is
gevaren, de Schaar van Waarde en de Schaar van Valkenisse. Ter hoogte van het Verdronken Land van
Saeftinghe moest het schip de hoofdvaargeul passeren, waar toen de Noorse tanker Marilee aankwam uit de
richting van Antwerpen.
De loods heeft de schipper van de Almira nog gewaarschuwd niet voorlangs te passeren. Scheepvaart in de
hoofdvaargeul heeft voorrang op verkeer uit de nevenvaarwater.
De schipper van de Almira heeft ook nog geprobeerd het zeeschip te ontwijken en ook de Marilee is nog naar
links uitgeweken, maar een aanvaring bleek onvermijdelijk.
De verwachting is dat de Almira zoals gepland komende avond leeggepompt zal zijn. Het schip ligt nog ter
hoogte van de Hedwige-Prosperpolder. Waar het straks heengaat, is nog niet bekend. (Bron: PZC, 21-1-2-15,
foto: A. van de Wege/PZC).
ALMIRA (02329408), casco gebouwd door Santierul Naval S.A., Orsova, afgebouwd bij Veka B.V.,
Werkendam, 2007 opgeleverd als ALMIRA aan Almira Tankvaart, Almere. 3.585 ton, 110,00 x 11,45 x . x
4,100 meter. 1.800 PK, 1.326 kW, ABC 6 MDZC. (Foto: Scheepvaartwest.be).
Tanker Almira leeg en gespalkt naar haven van Antwerpen
De beschadigde Nederlandse tanker Almira die vrijdagavond op de Westerschelde in aanvaring kwam met een
zeegaande tanker is leeg en wordt ‘gespalkt’ naar de haven van Antwerpen gesleept. Onder leiding van de
Belgische autoriteiten is de tanker de afgelopen dagen leeggepompt.
Kort voor vrijdag middernacht kwamen de twee schepen op de Westerschelde ter hoogte van de Schaar van
Valkenisse (gelegen tussen de bocht van Bath en Terneuzen) met elkaar in aanvaring. Het binnenschip dat op
weg was richting Antwerpen, bleek structurele schade te hebben opgelopen, waardoor er 140 m3 styreen vrij
kwam. Het schip had 1.000 m3 styreen aan boord. (Bron: Zeelandveilig, 22 januari 2015).
De Duitse sleepboot TAUCHER O. WULF 5 met tankercasco NB-205 gebouwd te Stettin (Polen), foto: Bert
Romeling, http://koopvaardij.blogspot.nl, 20 januari 2015 aankomst te Delfzijl. De sleepboten GRUNO en de
GRUNO II namen de sleep over voor de zeesluis.
Binnenschip in aanvaring met zeegaande tanker
Het Poolse binnenvaartschip Ella is in de nacht van maandag op dinsdag rond drie uur in aanvaring gekomen
met de zeegaande tanker Mar Elena I. De Ella raakte zodanig beschadigd dat er water binnendrong. Dat was
echter zo minimaal dat volgens de Wasserschutzpolizei geen enkel gevaar voor zinken bestond.
De tachtig meter lange Ella (ENI 04004810) was geladen met 1.100 ton graan en verliet haar ligplaats aan de
Kalikade kort om een ander schip weg te kunnen laten gaan. Daarvoor voer de Ella achterwaarts in het
Rethewendebecken en kwam daar in aanvaring met onder de vlag van Malta varend Mar Elna I (134 x 23,15
meter). De tanker liep net de haven uit voor een reis naar Zweden.
Gelost
Door de aanvaring liep de Ella schade op aan stuurboordzijde van het laadruim. Daar kon water naar binnen
lopen, de voorpiek en de machinekamer bleven droog. Eenmaal terug aan de Kalikade, werd de lading uit de
Ella gehaald en werd het water uit het schip gehaald.
De Mar Elena I nam ligplaats in de Ellerholzhaven en kreeg een voorlopig vaarverbod.
Volgens de Wasserschutzpolizei staat de hoogte van de schade nog niet vast. De schipper van de Ella en de
kapitein van de Mar Elena I waren niet onder invloed van alcohol. (Bron: Polizei, 20-1-2015).
Binnenschiff drohte in Hamburg nach Kollision zu sinken
Am 20.1. um 3.11 Uhr kollidierte auf der Rethe in Hamburg der unter Malta-Flagge laufende Tanker "Mar
Elena 1", 11377 BRZ (IMO-Nr.: 9263382), mit dem polnischen Binnenschiff „Ella", 1107 ts (EU-Nr.:
04004810). Die Rethe verbindet den Reiherstieg und den Köhlbrand. Die 80 Meter lange „Ella" erlitt
Wassereinbruch in Maschinenraum und Vorschiff, als sie mit dem Tanker zusammenstieß, und wurde
sinkend an den Kalikai in Wilhelmsburg gelegt, wo die Feuerwehr, die mit bis zu 36 Mann und dem
Löschboot “Johann Georg Repsold” sowie einem weiteren Boot vor Ort war, sie über Wasser zu halten suchte.
Auch das Streifenboot „WS 27“ der Polizei sicherte den Havaristen. Der Einsatz dauerte noch bis in die
Mittagsstunden an. Derweil wurde begonnen, die durchgefeuchtete Weizenladung, insgesamt 1000 Tonnen,
zu leichtern.
Die "Mar Elena 1", die aus Kattwyk gekommen und nach Oxelösund bestimmt war, machte gegen vier Uhr an
Schuppen 76/77 im Ellerholz-Hafen zur Untersuchung fest. Sie hatte keine nennenswerten Schäden davon
getragen. Der Unfallhergang war noch nicht eindeutig geklärt. (Quelle: Tim Schwabedissen, 20.01.15).
Frachter rammte in Kanalschleuse
Am Abend des 21.1. um 22:20 Uhr rammte das mit 1500 Tonnen Raps beladene, deutsche Binnenschiff
„Bavaria 52“, 1898 ts (EU-Nr.: 4403030), in der Schleuse Erlangen das obere Tor. Gegen 22.15 Uhr war das
beladene Schiff auf dem Main-Donau-Kanal in Richtung Bamberg unterwegs und offenbar trotz roter Ampel
in die Schleuse eingelaufen. Die Schleusentore waren zu diesem Zeitpunkt noch geschlossen. Der 60-jährige
Schiffsführer missachtete vermutlich das rote Einfahrtsignal und stieß daraufhin mit dem Bug des Schiffes
gegen das noch geschlossene Obertor der Schleuse. Dieses wurde dabei so stark beschädigt, dass es nicht
mehr funktionsfähig war, die Schleuse musste für den Schiffsverkehr gesperrt werden.
Schiffe können diesen Abschnitt nicht mehr passieren, der Hafen Nürnberg kann nur noch von Süden aus
erreicht werden. Frühestens in einer Woche würde sie wieder freigegeben werden können. Der Schaden lag
ersten Schätzungen zufolge im sechsstelligen Bereich.
Nachdem die Fachkräfte des Wasser- und Schifffahrtsamtes das obere Schleusentor untersucht hatten, war
klar, dass das Schleusentor mittig um etwa einen Meter aus seiner Achse in Richtung Schleusenkammer
verbogen war und daher komplett ausgewechselt werden musste. Der Bereich vor dem Schleusentor wurde
am 24.1. durch Tafeln zum Kanal hin abgesperrt und trockengelegt.
Es galt, das das Tor in eine sichere Ausbaustellung zu bringen, die Rollen zu entfernen und die je 13 Tonnen
schweren auf beiden Torseiten zu lösen. Danach musste das 26 Tonnen schwere Tor, das 13 Meter breit und
5,70 Meter hoch geht bei einem Tiefgang von 1,70 Metern, nach oben herausgezogen werden. Ein
Schwerlastkran und zwei kleinere Kräne wurden für diese Aufgabe angefordert.
Am Tor mussten zunächst neue Anschlagpunkte für die Kranhaken montiert werden. Am späten Abend des
25.1. startete ein erster Versuch, das Tor herauszuheben. Es war noch nicht ersichtlich, ob sich auch die
Rollen und Schienen als Folge der Anfahrung verformt haben. Dadurch würde sich der Aus- und Einbau
erheblich erschweren.
Die einzelnen Bauteile für ein Reservetor wurden am 25.1. ebenfalls bereits angeliefert. Das Ausrichten und
der Zusammenbau der tonnenschweren Teile erfolgte vor Ort an der Schleuse. Die noch fehlenden Bauteile
und Verbindungsmittel wurden bestellt. Die Leitzentrale in Kriegenbrunn, die einschließlich Erlangen
insgesamt 4 Schleusen fernbedient, wies den Schiffen Warte- und Liegeplätze zu. An den Schleusen um
Erlangen herum lagen derzeit 18 Schiffe mit Fahrziel Donau bzw. Main. (Quelle: Tim Schwabedissen/ESYS,
25-1-2015, Bild beschädigtes Schleusentor: WSA Nürnberg).
GIESSENSTROOM 2323578, foto Leo Schuitemaker, 16-10-2007, Rotterdam
Tanker loopt bij Birsfelden omhoog
Het geladen Nederlandse motortankschip Giessenstroom is zaterdagmorgen (24-1-2015) even voor 6 uur op
de Rijn vlak voor de invaart van de sluis bij het Kraftwerk Birsfelden op een zandbank omhooggelopen. De
politie van Bazel gaat uit van een stuurfout als oorzaak.
Om de Giessenstroom weer vlot te krijgen wordt een deel van de lading, 2500 ton diesel, overgepompt in een
ander tankschip. Van lekkage is volgens de politie van Bazel niets gebleken. Door het ongeval, waarbij
niemand gewond raakte, werd de overige scheepvaart gestremd tussen de Dreirosenbrücke en Birsfelden.
(Bron: Schuttevaer).
Binnentanker saß auf Rhein fest
Das holländische Binnentankschiff „Giessenstroom", 3200 ts (EU-Nr.: 02323578), lief am 24.1. gegen 6.30
Uhr auf dem Rhein im Bereich des Birsköpfllis kurz vor der Einfahrt in die Schleuse beim Kraftwerk
Birsfelden auf Grund. Um den Havaristen wieder flott zu bekommen, wurde ein zweiter Tanker gerufen, um
die Ladung von 2500 Tonnen Dieselöl zu leichtern. Danach konnte die „Giessenstroom“ wieder flottgemacht
und in den Schleusenvorhafen gebracht werden. Die Rheinschifffahrt war bis 16 Uhr zwischen der
Dreirosenbrücke und Birsfelden gesperrt. Während der Bergung im Einsatz waren die Polizei BaselLandschaft, die Berufsfeuerwehr Basel-Stadt, die Ölwehr Basel-Landschaft, die Schifffahrtspolizei,
Mitarbeitende der Schweizerischen Rheinhäfen sowie das Schlepp- und Schubboot "Vogel Gryff". Die Ursache
für die Havarie war noch ungeklärt. Die Polizei ging aber von einem Fahrfehler des Schiffsführers aus.
(Quelle: Tim Schwabedissen/ESYS, 25.01.14, Bild: Schweizerische Landeshaefen).
Binnenschiff rammte Eisenbahnbrücke
Das 66,9 Meter lange holländische Binnenschiff "Melvin", 855 ts (EU-Nr.: 02315713), kollidierte am Vormittag
des28.1. in Duisburg-Meiderich mit der Eisenbahnbrücke Krefeld-Uerdingen über dem Rhein-Herne-Kanal.
Um kurz nach 11 Uhr ereignete sich die Havarie, weil der 52-jährige Schiffsführer offenbar beim
Schleusenvorgang unachtsam gewesen war.
Das mit 541 Tonnen beladene Schiff prallte gegen die Brücke der Deutschen Bahn, die daraufhin für etwa
eine Stunde gesperrt wurde, um sie zu. Anschließend wurde sie als unbeschädigt wieder frei gegeben. Der
Schiffsführer aber erlitt einen Schock und wurde notärztlich behandelt.
Das Schiff wurde stillgelegt, weil bei der Kollision Antennen abgerissen wurden, die für die nautischen
Navigationsgeräte an Bord wichtig sind. Gegen 13 Uhr machte es im Südhafen von Duisburg-Wanheimerort
fest. (Quelle: Tim Schwabedissen 29-1-2015, foto: L. Schuitemaker, 11-6-2014, Parkhaven, Rotterdam).
Fluttor klemmte Binnentanker ein
Am Abend des 28.1. wurde das holländische Binnenschiff "Ro-Ver", 2842 ts (EU-Nr.: 02333736), als es von
Tolkamer kommend die Schleuse vom Waal- zum Amsterdam-Rhein-Kanal passierte, von dem Fluttor der
Prince Bernhard bei Tiel eingeklemmt. Das Schiff hatte eine Ladung Nafta an Bord.
Die Tanks blieben unversehrt, der Tanker wurde leicht beschädigt. Die Schleuse wurde zeitweilig gesperrt,
bis das Tor am 29.1. um 9.30 Uhr wieder angehoben war. Die Schifffahrt lief durch die benachbarte Kammer
weiter. Die „Ro-Ver“ wurde an die Seite gelegt. (Quelle: Tim Schwabedissen, 29.01.15).
Betrunkener Schiffer rammte Schleuse
Am 29.1. lief das holländische Binnenschiff "Labor", 502 ts (EU-Nr.: 02309838) in Tor 15 der Schleuse in
Nederweert. Als die Polizei an Bord ging, stellten die Beamten Alkoholgeruch fest. Bei einem Atemalkoholtest
stellte sich heraus, dass der Skipper betrunken war. Die beschädigten Tore der Schleuse konnten bis zum
30.1. wieder betriebsbereit gemacht werden. (Quelle: Tim Schwabedissen, 31.01.15).
JANE AUSTEN, ENI 07002009, casco gebouwd door Belgrade Shipyard, Belgrado (B.V. Scheepswerf &
Machinefabriek Vahali), 1-2015 opgeleverd door Da-Capo B.V., Hardinxveld-Giessendam als JANE AUSTEN
aan Scylla Tours A.G., Basel. 148 passagiers. 110,00 x 11,45 x . x 1,500 meter. 2 x 1.065 PK, Caterpillar
3508 (C) DI-TA electronic. (Foto: C. de Bijl, 11-1-2015, op de Noord bij Zwijndrecht).
ROEKWIJK 2003304, 1949 opgeleverd door N.V. Scheepswerf Piet Hein, Papendrecht als ROEKWIJK aan N.V.
Nieuwe Rijnvaart Maatschappij, Amsterdam. 651 ton. 61,95 x 7,84 x 2,45 x 2,470 meter. 2 ruimen. 2 x 200
PK, Bolnes, later vervangen door 2 x 225 PK, Daimler-Benz. 1974 verkocht aan A.H.C. Waasdorp, 'sGravenhage, herdoopt EL AB. 1989 opgelegd te Amsterdam. 1991 gesloopt bij de N.D.S.M. te Amsterdam.
(Foto: archief H. Platje, de ROEKWIJK afgemaard naast de OTTO en RANDWIJK).
EVERGREEN, IVR 2003124, foto: T. v.d. Zee, 13-9-1990, Beneden Leeuwen. 1948 opgeleverd door N.V.
Scheepswerf Piet Hein, Papendrecht als RANDWIJK (2) aan N.V. Nieuwe Rijnvaart Maatschappij, Amsterdam.
668 ton. 61,95 x 7,84 x 2,45 x 2,470 meter. 2 ruimen. 2 x 200 PK, Bolnes, later vervangen door 2 x 165 PK,
G.M. 1973 verkocht aan P.H. Hendricks B.V., Hendrik Ido Ambacht, herdoopt TRIO 2. 1973 verkocht aan P.
Waasdorp, Amsterdam, herdoopt LIA. 1976 verkocht aan F.D. Teirlinek, Lekkerkerk, herdoopt ORION. 1978
verkocht aan J. Rijfers, Rotterdam, herdoopt EVERGREEN. 1990 verkocht voor sloop en gesloopt.
Zusterschepen:
IRENE ex RIETWIJK 2003113, 1973 herdoopt ASTRID, 1973 STRANGER, 1991 IRENE, 1998 te Duisburg
uitgebrand. (Foto: T. v.d. Zee, 9-6-1993, Kaub).
REEUWIJK 2003114, 1973 herdoopt TRIO, 1973 JENNEKE. (Foto: T. v.d. Zee, 21-8-1991, Ben. Leeuwen).
ROOSWIJK 2003136, 1973 herdoopt LIBRA, 1973 GOLDEN RIVER, 1979 INGE. 1983 SURI JAN B. 1985
LESTO. 1996 sloop. (Foto LESTO: T. v.d. Zee, 21-8-1991 Ben. Leeuwen).
RIJSWIJK 2003104, 1974 herdoopt TRINTEL, 1980 verbouwd tot cement- fabriekschip.
GEMENGD NIEUWS - AANVARING BIJ TERNEUZEN
Belgische sleepboot gezonken. In het kanaal Gent-Terneuzen is het Belgische sleepschip Joseph Lies nabij
Terneuzen in aanvaring gekomen met het Letlandsche stoomschip "Ciltvaira". De "Joseph Lies" zonk vrijwel
onmiddellijk. De schipper M. Wijtmans, diens echtgenoote en een dochtertje van 10 maanden konden zich in
een roeiboot redden en aan wal komen. Bergingsmateriaal van de fa. Herbosch te Antwerpen, eigenaresse van
het gezonken schip, is reeds onderweg. (Bron: Het Vaderland: staat- en letterkundig nieuwsblad, 15-121935).
CILTVAIRA: eigenaar: J. Freymann, J. Zalcmanis & K. Jansons (Latvian Shipping Co.), Riga, bouwjaar 1905,
3.709 BRT, ex PRESIDENT BUNGE van Cie. Royale Belgo-Argentine (A. Deppe), Antwerpen.
Het wrak van de Joseph Lies is met behulp van een drijvende kraan der stad Antwerpen overgebracht naar
het Zuiderdok. De scheepvaart op het kanaal Gent-Terneuzen is hiermede weer vrijgegeven. (Bron: Het
Vaderland: staat- en letterkundig nieuwsblad, 24-12-1935, foto: collectie D. Henken).
Drukte in de Volkeraksluis, foto: L. Schuitemaker, 30-1-2015