schip ek ~erf - SWZ Maritime
Transcription
schip ek ~erf - SWZ Maritime
S C H I P EK 1 4 -D A A G S T I J D S C H R I F T , G E W IJ D O RG A A N V AN AAN ~ERF SCH EEPSBO U W , SCH EEPV A A RT EN HAVENBELANGEN N ED ER LA N D SE V E R E N IG IN G VAN T E C H N IC I OP SCH EEPV A A RTG EBIED CEN TRA LE BOND V A N SCH EEPSBO U W M EESTERS IN N ED ER L A N D IN STITU U T VOOR SCH EEPV A A RT E N L U C H T V A A R T N ED ERLA N D SCH SC H EEPSB O U W K U N D IG PR O EFSTA TIO N IN „SCH IP E N W E R F ” IS O P G E N O M E N H E T M A A N D B LA D „ D E T E C H N IS C H E K R O N IE K ” REDACTIE: M EDEW ERK ERS: Ir. J. W. H E IL w.i., prof. dr. ir. W. P. A. V A N L A M M E R E N en ir. G. D E RO O IJ s.i. Redactie-adres: Burg. s’JacobpIein 10, Rotterdam-2, Telefoon 12 60 30 ERE-COMITÉ : I r . A. W. BAARS, O u d -D irecte u r v an W e rkspoor N .V., A m sterdam : A. T . BR O N SIN G , O u d -D ire c te u r d e r N.V. S to o m v a a rtM aatsc h ap p ij „ N e d e rla n d ” , A m sterd a m ; lr. M. EIKELENBOOM , O u d -D ire c te u r V a n N tev elt, G o u d riaan & Co’s S to o m v a a rt M ij., R o tte rd a m ; P. GOEDK O OP D zn., P re s id e n t-D ire c te u r N ed erla n d sc h e D o k - e n S ch eep sb o u w -M aatsch ap p ij (v .o .I.), A m sterd a m ; W . H. D E M ONCHY, O u d -D irecte u r H o lla n d -A m erik a L ijn , R o tte rd a m ; C. P O T , O u d -D lro cteu r d er N.V. E le c tro le c h n . In d u s trie v / h W . S m it& C o .,S lik k e rv e e r; F .G .S T O R K . D ire c te u r d e r N.V. K on. M ach in efab rie k G eb r. S to r k & Co., H engelo; ir . H . C. W E SSEL IN G , O u d -D irecto u r N.V. K on . M ij. „D e S c h e ld e " , V lissingen; S. VAN W E ST , O u d -D ire c te u r D ok- en W e rf-M a a tse h a p p ij W ilto n F ije n o o rd N .V., S chied am . J a a r - a b o n n e m e n t {bij v o o ru itb eta lin g ) / 30,— , b u ite n N ederland ƒ 50.— , lo sse n u m m ers ƒ 2,— , v an o u d e ja a rg a n g e n f 2,50. UITGEVERS WYT-ROTTERDAM 6 Telefoon 25 45 00 (10 lijnen), Telex 21403, Postrekening 58458, Pieter de Hoochweg 111 V IE R E N D ER TIG STE JA A R G A N G J . B A K K ER , ir. W. VAN BEELEN, p ro f. d r. ir. C. B. BIEZENO, W. VAN DEN BORN, ir . J . P . CO RVER, ir. C. A. P . DELLAERT, L. F . D E R T , C. B. VAN DONGEN, J . P . D R IESSE N , G. F IG E E, ir. W . G E R R IT S E N , TH . VAN D E R GRAAF, J . F . GUGELOT, F . C. H A A N EB RIN K , P . IN TV ELD , p ro f. ir . H . E. JA E G E R , ir. M. C. D E JO N G , ir. C. K A PSEN B ER G , J . VAN K ER SEN , prof. ir. J . J . K O CH , ir . H . J . KOO Y J r . t ir. W . K R O PH O L LER , ir. W . H . K R U Y F F, d r. ir. W. M . M E IJE R , ir . J . C. M ILBORN, ir . A. J . M OLLIN G ER, A. A. N AG ELK ER K E, ir . J . S. PEL, J . C. PIEK , ir. K . VAN D ER PO L S, B. PO T , m r, ir. A. W . Q UINT, ir. W . H . C. E . R Ö SIN G H , ir. D . T . R U Y S, ir . W . P . G . SA R IS, ir. R . F . SCH ELTEM A D E H EER E, d r. P . SCHOENM AKER, d r. J . SPUYMAN, p ro f. ir. E. J . F . T H IE R E N S , ir . J . W . VAN D ER VALK, C. VERM EY, C. VEROLM E, I J . L. D E V R IES, prof. ir . C. M . VAN W IJN GA A RDEN. Overnemen van artikelen enz. zonder toestem ming van de uitgevers verboden. 2 4 FEBRUARI 1967 — N o . 4 JAARREDE, UITGESPROKEN DOOR DE HEER J. HUDIG, VOORZITTER VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE REEDERSVEREENIGING O nder de problem en, welke de voort durende aandacht van de Nederlandse zeescheepvaart vragen, neem t het kostenvraagstuk een uiterm ate belangrijke plaats in. Im m ers, de aanhoudende sterke stij ging van de kosten in het eigen land ver zwakt de concurrentiepositie van de Ne derlandse koopvaardij ten opzichte van het buitenland. In het afgelopen jaar ging dit bovendien gepaard m et een onbevre digende ontwikkeling van het interna tionale vrachtenpeil. De winstmogelijkhe den blijven dientengevolge gering. Ten einde de rentabiliteit te verbeteren, c.q. te herstellen blijft een voortdurend verder gaande rationalisering van het scheepsbe drijf en de walorganisatie een gebieden de eis. Deze ontwikkeling speelt zich af in het voor de scheepvaart ongunstige fis cale klim aat in Nederland: opgeschorte vervroegde afschrijving, gehalveerde in vesteringsaftrek, ontbreken van flexibili teit in het systeem van toe te passen afschrijvingen. De ons omringende m ari tiem e naties kunnen daartegenover een veelal gunstiger klim aat voor hun natio nale koopvaardij stellen. Indien geen wij ziging in het bestel hier te lande zou op treden, zou dit de Nederlandse reders in toenem ende m ate kunnen doen overwe gen hun nieuwbouw niet onder N eder landse vlag te brengen. D it klem t te meer, gezien de enorme investeringen welke ver eist zijn voor m eer gespecialiseerde en geautom atiseerde schepen. O p het gebied van de m oderne ver voerstechnieken w orden van N ederlandse zijde activiteiten ontplooid, hetgeen in toenem ende m ate in sam enwerking m et buitenlandse rederijen geschiedt. N adat reeds in het verkeer op Engeland en Scandinavië schepen, speciaal of in hoofd zaak ingericht voor het vervoer van con tainers en andere unitloads, in de vaart waren gekomen, werd in het afgelopen jaar een roll-on/roll-off schip onder N e derlandse vlag in een ferry-dienst op E n geland in gebruik genomen. In 1967 zal m et een containerdienst op N oord-A m erika, w aarin een Nederlandse rederij p ar ticipeert, een aanvang worden gem aakt. In A m sterdam en R otterdam zijn container-term inals geopend. Hoewel nog geen exacte gegevens be kend zijn, m ag worden aangenom en, dat het wereldgoederenvervoer ook het afge lopen ja a r is toegenom en, doch dat het aandeel van de scheepvaart onder N e derlandse vlag daarm ede geen gelijke tred heeft gehouden. Ogenschijnlijk toont de ontw ikke ling van de om vang van de vloot onder Nederlandse vlag in het achter ons lig gende ja a r een gunstiger beeld dan sedert jaren het geval was. P er 1 januari 1966 telde de vloot 1439 schepen, in totaal m etende 4.743.693 bruto registerton; op 1 januari 1967 waren deze cijfers 1389 schepen met een inhoud van 4.835.729 brt. Een splitsing naar de verschillende categorieën van schepen wijst echter uit dat de totale tonnage van passagierssche pen, vrachtschepen en kustvaarders in deze periode m et omstreeks 50.000 brt is verminderd. Alleen, de tankervloot nam met ± 150.000 b rt toe en deze toeneming bestond hoofdzakelijk uit enkele grote, op de Nederlandse Antillen geregistreer de, tankers van een der internationale oliemaatschappijen aldaar gevestigd. De in opkom st zijnde koopvaardijvlo ten van vele ontwikkelingslanden begin nen meer en meer deel te nemen aan het goederenvervoer overzee. De Ne derlandse reders treden deze jonge vlo ten en deze nieuwe concurrentie in con structieve zin tegemoet en streven — hier en daar reeds m et succes — naar een goede zakelijke samenwerking, onder m eer door het bevorderen van de toe treding tot lijnvaartconferences en door het onderhouden van gezamenlijke lijn diensten m et deze nieuwe rederijen. Ge hoopt wordt dat deze gang van zaken de ontwikkelingslanden tot het inzicht zal brengen dat hun belangen daarm ede be ter gediend worden dan met de thans door vele van hen gevolgde politiek van vlagdiscriminatie, welke helaas in vele ge vallen een samenwerking op bedrijfsni veau in ernstige m ate bem oeilijkt en soms geheel onmogelijk maakt. De noodzaak dit euvel, dat de uitoe fening van het scheepvaartbedrijf volgens gezonde economische principes meer en meer belem m ert, zoveel mogelijk te be strijden noopte de vereniging, daarbij ge steund door andere sectoren van het be drijfsleven, een verzoek tot de Nederland se regering te richten om te bevorderen dat wettelijke voorzieningen worden ge troffen die concrete tegenmaatregelen te gen vlagdiscriminatie mogelijk maken. Op hun vergadering in Oslo op 1 en 2 juni 1966 stelden de ministers, verantwoorde lijk voor Scheepvaartzaken van de 12 landen van de Consultative Shipping Group een aanbeveling van dezelfde strekking op. Men kan slechts hopen dat dit alles tot het beoogde resultaat zal leiden. Een grote mate van eenstemmigheid trad op deze ministersconferentie aan de dag ten aanzien van het moeilijke vraag stuk van de Amerikaanse scheepvaartpolitiek. Met instemming van rederszijde beslo ten de ministers een protestnota tot de Amerikaanse regering te richten, waarin het unaniem afwijzende standpunt dier landen ten opzichte van de eenzijdige re gulering van het conferencewezen door de Federal Maritime Commission en de daaruit voortvloeiende conflicten duide lijk werd geformuleerd. Deze nota werd op 22 november jl. aan de minister van Buitenlandse Zaken te Washington over ONTVANGEN KALENDERS, AGENDA’S ENZ. Wij ontvingen van: N .V. Appingedammer Bronsmotorenfabriek, A ppingedam een Wandkalender met twee maandelijkse indeling. Elk van de kalen derbladen is voorzien van een fraaie reproduktie, de eerste in kleuren. Benzine en Petroleum Handel Maatschappij N .V., Amsterdam een fraaie Wandkalen der met maandelijkse indeling. Elk blad is versierd met een mooie reproduktie in kleuren. Van Dijk’s Scheepsuitrustingen N .V., R ot terdam een mooie uitgevoerde Wandka lender niet twee-maandelijkse indeling. Elk blad is versierd met een fraaie repro duktie, alle in kleuren. Esso Nederland N .V ., ’s-Gravenhage een keurig uitgevoerde wand-maandkalender. Elk kalenderblad toont een mooie repro duktie in kleuren van sohilderachtige plekjes in verschillende Westeuropese landen. Geveke Technische Ondernemingen N.V., Amsterdam een keurig uitgevoerde Wand kalender met maandelijkse indeling. Door omlegging van het blad na elke maand, dient de achterzijde van het omgelegde blad als illustratie, waartoe fraaie reprodukties dienen. N.V. Technisch Bureau J. H. Goud, Rotter dam een doelmatige Wandkalender met maandelijkse indeling. Foto’s van gebou wen en schepen geven een beeld waarin de produkten van Goud werden geïnstal leerd. Van der Giessen-De Noord N.V., Krimpen a.d. IJssel de mooie uitgevoerde prak-' tische twee-wekelijkse kalender voor bureaugebruik. Elk van de bladen is verlucht In de Scheepvaartcommissie van de United Nations Conference on Trade and Development (UNCTAD) slaagde het gesloten front van de ontwikkelingslan den erin door die organisatie een onder zoek naar het peil en de structuur van de zeevrachten te doen instellen. Deze ontwikkeling bevestigt het streven van die landen naar overheidsinmenging in de gang van zaken in het zeescheepvaartbedrijf. Tegenover deze zucht naar overheids bemoeiing, zowel in de Verenigde Sta ten als in de UNCTAD, kan gewezen wor den op het sedert enkele jaren groeiende overleg tussen reders en verladers in Europa, d a t in het afgelopen jaar weder om een hoogtepunt vond in een gemeen schappelijke vergadering op 8 november in Amsterdam, waar vertegenwoordigers van de redersverenigingen der CSG-landen, tezamen m et gedelegeerden van de Europese R aden van Zeeverladers, een groot aantal onderwerpen van gemeen schappelijk belang bespraken in een sfeer van goede samenwerking. Dit beraad leidde onder meer tot enkele aanbe velingen ter bevordering van een goede en vlotte relatie tussen vervoerder en la- dingbelanghebbende. De bezwaren w e l ke -—• ook van overheidszijde — in v e r band met de werkwijze der conferences worden geuit, worden in en door riit overleg op meer doeltreffende wijze u it de weg geruimd dan door o v erheidsinter ventie mogelijk zou zijn. M et betrekking to t de gang van z a ken in het achter ons liggende ja a r k a n tenslotte het volgende worden opgem erkt. In de lijnvaart, waarin om streeks 6 0 % van de Nederlandse vloot em plooi v in d t, was de hoeveelheid vervoerde la d in g over het algemeen niet onbevredigend. Slechts in enkele vaargebieden k o n d e n incidentele vrachtverhogingen p laatsv in den. Zowel in de tram pvaart als in de ta n k vaart zette het jaar 1966 in m et een r e delijk goed vrachtenpeil, doch in b e id e gevallen volgde een kentering: de ta n k vrachtenm arkt begon reeds in jan u ari g e voelig te dalen en de droge lad in g m ark t begon zich in de loop van april in z e e r ongunstige zin te ontwikkelen. H e t g e m iddelde vrachtenpeil bleef beneden d a t van 1965, mede onder invloed v an h e t in de vaart komen van vele nieuwe t a n kers en steeds groter wordende b u lk c a r riers. met een fotoreproduktie, betrekking heb bende op het bedrijf, terwijl een repro duktie in kleuren van door de vennoot schap gebouwde schepen voor afwisseling zorgt. Voor notities biedt deze lijvige kalender ruimschoots gelegenheid. Grenco N .V ., ’s-Hertogenbosch een zeer artistiek uitgevoerde Wandkalender met twee-maandelijkse indeling. Alle kalender bladen prijken met fraaie reprodukties in kleuren van verschillende kunst schilders, welke zioh in het Rijksmuseum te Amsterdam bevinden. Heemaf N .V ., Hengelo een keurig uitge voerde Wandkalender met twee-maande lijkse indeling. D oor omlegging van de bladen na elke twee maanden dient de achterzijde van het omgelegde blad als illustratie, waartoe reprodukties dienen. Holland-AmerikaLijn, Rotterdam een Wand kalender met twee-maandelijkse indeling, voorzien van mooie reprodukties. Japanse Ambassade, ’s-Gravenhage een prachtige Wandkalender met maandelijkse indeling. Aan deze, in Japan vervaardigde kalender, is veel zorg besteed. NedLloyd Lijnen N .V ., Rotterdam een praktische Wandkalender met weekinde ling. Voor notities is veel ruimte beschik baar. Phs. van Ommeren N .V ., Rotterdam een smaakvol uitgevoerde wand-maandkalen der. Alle kalenderbladen zijn in kleuren versierd met ronde en platbodem schepen. N a het verwijderen der kalenderbladen blijft er een boek m et de platen over. N .V . Scheepswerven ,,Piet Hein”, Bolnes/ Papendrecht een degelijke Wandkalender met weekindeling. Op de kalenderbladen is veel ruimte voor dagelijkse notities, terwijl de standen van hoog en laag water zijn vermeld. Behalve de kalenderbladen zijn maandelijks nog fotoreprodukties v an afgeleverde en gerepareerde schepen in gevoegd. Radio-Holland N .V ., Am sterdam een d e g e lijke Wandkalender m et m aandindering, geldig voor de jaren 1967 en 1968, één en ander met sprekend schild. Röntgen Technische Dienst, R otterdam een handige en praktische kalender m et d rie maandelijkse indeling, voorzien v an de bekende magnetisohe ring. Sulzer Brothers Limited, Winterthur, Z w i t serland, in Nederland vertegenw oordigd door Gebr. Sulzer N ederland N .V . te Amsterdam, een fraaie uitgevoarde w a n d maandkalender, op elk blad prijkt een aardige reproduktie in kleuren van sc h il derachtige plekjes in het Alpenland. W. A . van den Tak’s Bergingsbedrijf IV. V., Rotterdam een degelijke W andkalender met weekindeling. Voor notities is ru im te beschikbaar, terwijl ook dagelijks de standen van hoog en laag w ater sta a n vermeld. D ok- en W'erf-Maatschappij Wilton-Fijenoord N .V ., Schiedam een k e u rig uitgevoerde w and-m aandkalender. Op elk kalenderblad een foto in kleuren van afgeleverde, gerepareerde en verlengde schepen. N .V . Bureau Wijsmuller, IJm uiden een keurige Wandkalender met tw ee-m aande lijkse indeling, voorzien van fo to re p ro dukties die op dit bedrijf b e trek k in g hebben. Verder ontvingen wij nog de bekende k lein e agenda’s van: Benzine en Petroleum Handel M aatschappij N .V ., Amsterdam. Holec N .V . (Hazemeyer, Hengelo, H e em a f, Hengelo, Smit, Slikkerveer). Nedlloyd Lijnen, Rotterdam. handigd. MIJNENVEGERS VAN GLASVEZEL-VERSTERKTE door KUNSTSTOFFEN SC. B. SPA U LD IN G en Lezing gehouden op 11 novem ber 1 9 6 5 voor „The Society o f N a v a l Architects and M a rin e En gin ee rs” te N e w York R. J. D E L L A R O C C A Bewerkt door Ir. H . J. W im m e rs vervolg van pag. 56 K O STE N R A M IN G EN Basis voor de ramingen Kostenberekeningen voor de rom pconstruoties van de M SI, M SC en M SO m ij nenvegers zijn gebaseerd op een enkel voudige huid m et een lam inaat van ge weven roving alsmede op de voorgaande ge wichtsberekeningen. D s m ateriaalkosten p er eenheid zijn gegrond op gegevens verkregen van fa brikanten, leveranciers, werven en fabrie ken en vermelden de huidige prijzen. Bij de verwerkingskosten w erd een laag, een gemiddeld en een hoog niveau beschouwd voor de lonen en de algemene bedrijfskosten om deze aan te passen aan de grote variatie in loonschalen, produktiviteit en efficiënte bedrijfsvoering, welke zich in de kunststof botenindustrie voor doet. E en zelfde graduatie werd ingesteld om de kosten te bepalen voor de bouw van één enkele rom p en voor die van een betrekkelijk klein aantal rom pen. Om zorg te dragen voor een gefun deerde vergelijking m et de bekende kos ten van een houten rom p, zijn e r in de berekeningen geen bedragen voor reserve opgenomen, die een werf in zijn kosten ram ing voor onvoorzien zal calculeren. De kostenram ingen die zo verkregen zijn worden bem oedigend geacht voor het prototype en voor de verdere serie van dergelijke schepen van deze afmetingen. D oor het beperkte aantal gegevens dat beschikbaar is over de loonkosten van zulke grote schepen van gewapende kunst stoffen, zijn de resultaten van deze studie noodzakelijkerwijs slechts een benadering. W e zullen echter zien dat relatief grote variaties in loonschalen, vaste bedrijfs kosten en andere kosten echter geringe in vloed hebben op de totale prijs van de rom p, daar de m ateriaalkosten aanzien lijk zijn. D e kosten, die gemoeid zijn m et de technische ontwikkeling van deze projec ten, zijn niet in deze studie opgenomen. Deze om vatten o.a. voorafgaande studies, beproevingsprogram m a’s, ontwikkeling van de bestekstekeningen en bestekken en het uitwerken van de bouw program m a’s. De hier aangenom en algemene bedrijfs kosten w orden echter voldoende geacht voor het vervaardigen van de nodige bouw program m a’s door de bouwmeester en het verrichten van de nodige keuringen enz. De ram ingen houden geen rekening m et eventuele prijswisselingen ofschoon deze belangrijk kunnen zijn, vooral voor het prototype. Materialen De kosten van de grondstoffen voor de glasvers'terkte polyester rom p zijn ver kregen door een diepgaand onderzoek bij fabrikanten en leveranciers. De resultaten van dit onderzoek zijn vermeld in tabel 6. Zo is de prijs van m ethylethylketonperoxyde katalisator op $ 1,55 per lb ge steld. Kleurloze gelcoats, voor deze harsen geschikt, variëren in prijs van 40 tot 46 dollarcent per lb bij levering in tank wagens. D e meeste werven hebben echter niet de gelegenheid om gelcoat harsen in tanks op te slaan en prefereren daartoe levering in vaten w aardoor de prijs stijgt tot 55 a 65 dollarcent per lb, waarbij 60 dollarcent per lb als een gemiddelde is gekozen. TABEL 6. In deze studie is aangenom en dat ker nen gem aakt zullen w orden van polyurethaanschuim m et een dichtheid van 2 lb per cub ft.; het schuim en zal door de werf w orden verricht. Hoewel de leveranciers dit m ateriaal in tankwagens kunnen leveren voor een prijs van 50 à 55 dollarcent p er lb, prefereren de meeste werven de chem icaliën in vaten geleverd te krijgen tegen een prijs van 60 à 70 dollarcent. Een prijs van 65 dollarcent per lb is hiervoor als gemiddelde aangehouden. De prijzen per eenheid van de andere grond stoffen, die gebruikt w orden bij de bouw van de rom p en. de mallen zoals hardhout, kops-balsahout, staal en alum inium , zijn gebaseerd op de gem iddelde prijzen zoals deze op dit ogenblik gelden. Deze prijzen en de kosten van lami naten opgebouwd van ,,général purpose” hars met m at en geweven roving zijn samengevat in tab el 7. D e basiskosten werden verhoogd met een factor voor af val en voor uitval tengevolge van afkeu ringen door keurmeesters. Prijzen van grondstoffen Grondstof Leverancier Prijzen Gemiddelde prijzen „General Purpose” polyester hars MIL-R-7575 B Allied Chemical Corp. American Cyanamid Co. Interchemical Corp. Marco Chemical Corp. Reichhold Chemical Co. 22-28 dollarcent per lb in bulk of in tankauto ge leverd 24 dollarcent per lb Brandvertragende polyesterhars MIL-R-7575 B en 21607 - type 355 Durez Plastics Div. of Hooker Chem. Co. 37,5 dollarcent per lb in bulk geleverd 37,5 dollarcent per lb 25-27-oz geweven roving, Araton of Gustin-Bacon finish, MIL-C-19663 A. Bean Fiber Glass Inc. Fiberglassindustries, Inc. Hess-Goldsmith en Co. J. P. Stevens en Co. United Merchants 46-51 dollarcent per lb in bulk geleverd 49 dollarcent per lb E/a-oz mat OwensCorning M 700 of gel ijk waardig, MIL-M-15617 A Ferro Corp. Gustin-Bacon Mfg. Co. Johns-Manville Corp. Owens-Coming Fiberglas Pittsburgh Plate Glass Co. 46-48 dollarcent per lb in bulk geleverd 48 dollarcent per lb TABEL 7. Prijzen van materialen Werkelijke prijs Prijs Toeslag voor-------------------------------dollarcent afval en dollarcent perlb afkeuren perIb $ perton Materiaal geweven roving lam inaat*)................ mat laminaat0') .................................. gelcoat ................................................ polyurethaanschuim........................... hout .................................................... balsahout ............................................ staal .................................................... aluminium ........................................ ........ ........ ........ ........ ........ ........ .... 37,2 30,6 60,0 65,0 11,3 19,0 9,0 50,0 20 % 20 % 15 % 15 % 15 % 15 % 15 % 15 % 44,6 36,7 69,0 74,8 13,0 21,8 10,3 57,5 1000 822 1545 1676 290 490 230 1290 *) met „General Purpose” hars. De factoren zoals deze gebruikt werden zijn w at conservatief indien het de bouw geldt van een serie commerciële vaar tuigen van kunststof, m aar in dit geval geven ze de strengere keuring weer, zoals deze door de Amerikaanse M arine wordt verlangd. Lage loonschaal 1.50 hr x 2240 - ^ - 1 13 = 260 —— ton / hr ton Gem. loonschaal 2,00 — hr x 2240 ™ - / 13 ton / H et effect van een serieproduktie hr = 345 ton Hoge loonschaal Loonkosten Exacte loonkosten bij de produktie van kunststof boten zijn moeilijk te maken ten gevolge van de grote variaties in de lonen zowel als in produktiviteit. E en onderzoek bij een aantal werven gaf aan dat de huidige lonen voor polyesterbewerkers kunnen variëren van $ 1,50 tot $ 2,50 per uur, afhankelijk van de plaats waar het bedrijf is gevestigd. Om op voldoende wijze m et de verschillende loonschalen rekening te kunnen houden werden de loonkosten gebaseerd op lage, middelbare en op hoge loonschalen, resp. a $ 1,50, $ 2,00 en $ 2,50 per uur. Produktiviteitscijfers variëren bij de bouw van kleine jachten van ongeveer 12 lb per uur tot 20 a 30 lb per uur per man. Voor deze studie is een gemiddelde van 13 1b per m anuur aangenomen voor een serieproduktie van rompen van de hier beschouwde afmetingen. In dit cijfer is de langere impregneertijd verwerkt, die nodig is om een uit geweven roving bestaand lam inaat op te bouwen alsmede de lagere efficiency door het werken op stellingen, de zwaardere kwaliteitseisen en de grotere gecompli ceerdheid van de constructies. Combineert men deze cijfers m et de eerder genoemde looncijfers, dan worden de volgende loonkosten verkregen voor het m aken van glasversterkt polyester rompen, m et verstijvingen, kernen en de nodige reparaties aan beschadigde onder delen. 2.50 hr V oor m arine-opdrachten zijn deze w aarden echter hoger door de strengere controle en de hogere kwaliteitseisen die de Amerikaanse M arine voorschrijft. D aartoe werd een toeslag van 100 tot 150 procent aangenomen voor de be rekening van de algemene bedrijfsonkos ten voor de bouw van deze rom pen. Deze waarden w orden te hoog gevon den voor de overhead bij de vervaardi ging van de mallen d aar deze w erkzaam heden meestal worden verricht door personeel met hogere lonen. D aar de b e langrijkste com ponenten van de over headkosten zoals verzekering, onderhoud, reparatie- en bedrijfsonkosten o n afhan kelijk zijn van de loonschaal, zullen de overheadkosten op basis van de directe loonkosten dienovereenkom stig m oeten w orden verlaagd. Derhalve werden de overheadkosten voor het vervaardigen van de m allen ge steld op 90 % van de directe loonkosten. H e t winstpercentage over m aterialen, lonen en overhead werd gesteld op 10 % . x 2240 — - / 13 ™ ton / hr = 430 —1— ton De loonschaal en de gemiddelde pro duktiviteit voor de andere materialen werden steeds even hoog aangenomen en de loonkosten daarvan zijn als volgt bepaald: Hout 250 - 5 ^ - x 2,75 ton = 690 — ton Staal 1 7 0 - ^ - x 2,75 —™ = ton mh 470™ ton mh Aluminium 600 ■ x 2, 75— = 1650-^ton mh ton mh = manuur De op deze wijze verkregen loonkosten worden representatief geacht voor de hui dige lonen en produktiviteitsschalen voor de betreffende materialen. De gegevens van de loonkosten voor het maken en aanbrengen van de deuren, luiken, masten, gietwerk enz., werden verstrekt door het „Bureau of Ships” en zijn afkomstig van de bouw van houten mijnenvegers. AIgemene bedrijfsonkosten en winst De algemene bedrijfsonkosten (over headkosten) zijn uitgedrukt in een vast percentage van de directe loonkosten. De waarden hiervan, die door de diverse werven werden verstrekt, liepen sterk uit een. Voor de gebruikelijke kunststof botenbouw varieerde de overhead van 80 tot 120 procent van de directe loon kosten. D aar de voorgaande kostencijfers ge baseerd zijn op een serieproduktie, zijn de ramingen aan de hand van deze cijfers niet correct indien het de bouw van een betrekkelijk klein aantal rom pen geldt. Het is bijvoorbeeld een bekend feit dat het aantal m anuren voor de bouw van de eerste rom p van een serie groter zal zijn dan d at voor de tweede of voor de zesde enz. D aartoe is het noodzakelijk een ervaringsfactor in te voeren om de ver m indering van het aantal verw erkte uren tot uitdrukking te brengen,— A an de hand van schaarse gegevens van het „B ureau of Ships” en van b ro n nen uit de industrie, kan gezegd worden dat het aantal verwerkte uren ongeveer gelijk blijft na de 20e rom p en dat dit aantal voor de eerste rom p tussen de 30 en 70 procent hoger ligt, terwijl er een exponentiële betrekking bestaat tussen de eerste en de twintigste rom p. In overeenstemming m et de procedure, zoals deze hiervoor is behandeld, teneinde lonen en overhead te bepalen, werden er 3 w aarden gekozen voor de verhoging van het aantal m anuren voor een enkele rom p, nl. 30, 50 en 70 procent. De ervaringsfactor verstrekt door B u reau of Ships voor hout en kleine kunststofboten komt overeen met 43 procent m eer verwerkte uren voor de bouw van een enkele romp dan voor de bouw van de twintigste romp. De drie waarden voor de m eer ver werkte uren welke in dit rapport gebruikt zijn, houden dit ervaringsgetal in. Bij het toepassen van deze w aarden op de rom pkosten werd verder aangenom en, dat de toeslag van 70 procent geldt voor het gebied m et de hoge lonen en de hoge overheadkosten, de toeslag van 30 p ro cent voor het gebied van de lage lonen en lage overheadkosten terwijl die van 50 procent geldig is voor het gebied van de m iddelm atige lonen en middelmatige overheadkosten. Zodoende geven de uiteindelijke resul taten een absoluut m axim um resp. mini m um voor de rom pkosten voor de ver schillende omstandigheden. De prijs van de machine-installatie, de elektrische installatie, de uitrusting enz. w erden ongewijzigd van de kosten van bestaande schepen overgenomen, en per schip even groot gerekend. Deze aannam e was noodzakelijk daar m en geen nauwkeurige gegevens bezat om trent de variatie in kosten van deze onderdelen, vooral van de gespecialiseer de mijnenveeguitrusting, die beperkt ver krijgbaar is. M alkosten V oor deze ram ingen w erd voor het opbouw en van de huid een uit stalen secties bestaande negatieve m al aangeno m en, terwijl voor de dekken en de vlakke onderdelen, zoals schotten, secties van opbouw dekken en w anden van de dek huizen, houten m allen w erden gedacht. Hierbij m oest rekening gehouden worden m et het aanbrengen van speciale con structies voor stellingen en steigers. D e bedragen voor deze onderdelen w erden bepaald voor de bouw van één rom p zowel als voor de bouw van 20 rom pen en zijn begrepen in de kostprijs van de rom pen in de totale bouwprijs. De prijs van de m allen en speicale stel lingen w erden geschat op $ 85.000 voor de M SI en op $ 120.000 voor de MSC. K osten van de rompconstructie D e resultaten van de kostenramingen van de kunststof rom p van de MSI, MSC en MSO mijnenvegers zijn vermeld in fig. 10, 11 en 12, w aarin ook de be dragen van de houten m ijnenvegers zijn aangegeven. Zij zijn gebaseerd op h e t geraamde gewicht van de uitvoering m et enkele huid en spanten en het gebruik van „general purpose” hars. O m een beter inzicht te krijgen in de rom pkosten is het gewenst deze uit te drukken in de prijs per 1b. Bijvoorbeeld, de kosten per stuk van een serie van 20 houten MSC rom pen die ieder 145 ton wegen is ongeveer $ 337.000 inclusief de winst. D e kosten voor de houten rom p bedragen derhalve ongeveer $ 1,04 p er lb. D e correspon derende prijs voor een glasgewapende polyester rom p inclusief de m allen van een M SC m et een gewicht van 87 ton bedraagt $ 239.000 a $ 303.000 hetgeen neerkom t op een bedrag van $ 1,23 a $ 1,56 p er lb; $ 1,38 p er lb is als een goed gemiddelde te beschouwen. D a ar dit bijna 35 % hoger is dan de kosten p er lb van een houten constructie, is het duidelijk dat de gunstige bouwprijs van de kunststofrom p te danken is aan het lage gewicht. D eze gunstige kosten- NO TE: FR P C O STS B A S E D ON S IN G L E SK IN AND F R A M E S C O N STR U C TIO N W ITH G EN ERAL P U R P O S E R E SIN 5 10 15 NUM BER OF IDENTICAL HULLS Fig. 10. Bouwprijs van de romp, MSI mijnenveger. latie, de uitrusting enz. gelijk zijn aan die van houten schepen. Zo zullen derhalve de krommen van de to tale kosten een zelfde verloop hebben als die van de rompkosten c.f. fig. 10, 11 en 12. Door bij rom pkosten h et constante bedrag voor deze installaties e.d. op te tellen worden de totale kosten verkregen. Vergelijking van de resultaten D oor de toepassing van een kunststof constructie inplaats van een houten wordt een reductie verwacht in de bouwprijs van de romp alleen reeds van ongeveer 10 % van de MSI, 20 % voor de MSC en 16 % voor de M SO -rom p, uitgaande van een serieproduktie en van de gemid delde waarden voor loonkosten en over head. Deze verlaging van de rom pkosten zal minder dan 3 % van de to tale aanbouwkosten uitmaken en is verw aarloosbaar gezien de globale aard van deze ramingen. vergelijking is strikt genomen alleen juist voor schepen zoals de MSI, MSC en M SO w aar een rom p m et zware spanten en een uit dubbele gangen bestaande houten huid, vervangen wordt door een lichtere rom p van gewapend polyester. V oor kleine marineschepen, of die typen m et een rom p opgebouwd van op elkaar gelijmde dunne houten delen, zal het ge bruik van kunststof niet zo’n economisch voordeel geven, daar de gewichtsbespa ring gering is. D e totale kosten W at betreft de totale bouwprijs van glasversterkte polyester mijnenvegers kan worden gezegd dat de kosten van de m achine-installatie, de elektrische instal- Fig. 12. Fig. 11. Bouwprijs van de romp, MSC mijnenveger Bouwprijs van de romp, MSO mijnenveger Voor de constructie v a n een enkele romp zullen de kosten v a n een kunst stoffen romp ongeveer 13 to t 22 % gro ter zijn dan die van een vergelijkbare houten romp, hetgeen voornam elijk te wijten is aan de hoge kosten van de mallen. V oor een seriebouw v an de rompen, maken materiaal, directe lo nen en over headkosten ongeveer, resp. 42, 20 en 25 procent uit van de to tale kosten van de kunststoffen rom p. Hieruit volgt dat de k osten van de romp gevoelig zijn voor variaties in m a teriaal- en fabricagekosten. Het gebruik van een zelfdovende hars zal de kosten van het schip ongeveer 1 % vergroten, m aar dit is aan v aard b aar in dien daardoor een grotere veiligheid wordt verkregen. Bij het beschouwen van de voorgaande kosten, moet er de nadruk op worden gelegd, dat kostenanalyses, wellicht meer nog dan elk ander onder deel van het voorlopige ontwerp, wat be treft hun nauwkeurigheid zeer sterk af hankelijk zijn van de betrouwbaarheid van de gegevens over reeds gebouwde projecten van gelijke aard. Hoewel materiaalkosten vrij nauw keurig opgesteld kunnen worden, kan men de nauwkeurigheid van de loon kosten voor kunststof rompen van deze afmetingen thans nog alleen met „glo baal” aanduiden. De rompen die hier besproken worden, zijn enige malen groter dan die welke reeds zijn gebouwd en er zullen zich vele nieuwe problemen voordoen, die om een oplossing vragen. Deze inspanning vergt extra kosten en deze kunnen beschouwd worden als ont wikkelingskosten welke verdeeld moeten worden over alle in de toekomst te bou wen kunststofschepen van grotere af metingen, daar de resultaten van deze onderzoekingen de gehele kunststoffen industrie ten goede kom t, zowel bij de bouw van handelsschepen als bij die van Marineschepen. B ouw m ethoden De juiste bouwwijze van een enkele of van een serie grote kunststoffen mijnen vegers, is van prim air belang voor deze studie aangezien hun goede operatieve eigenschappen afhankelijk zijn van de kwaliteit en de degelijkheid van de romp. Hiervoor zijn goede m allen nodig en een produktieschema dat een goede en snelle fabricage waarborgt. E r zijn verscheidene uitvoeringen van mallen en verschillende bouwmethoden die alle zullen leiden tot een goed produkt. De denkbeelden of voorstellen die in deze studie zijn behandeld, zijn beperkt tot die van de schrijvers en hun mede werkers, die aan dit onderzoek deel namen. Men heeft niet verder om advies of aanbevelingen gevraagd, aangezien het eigenlijke doel van de studie is te onder zoeken of de kunststoffenbouw voor deze doeleinden wel mogelijk is. De uiteindelijke wijze van uitvoering valt overigens onder de verantwoordelijk heid van de betrokken werf. H ET V ER V A A R D IG EN VAN HUID, DEK, VLOEREN, SCH OTTEN ETC. De mallen Bij de vervaardiging van deze omvang rijke rompen, zijn de kosten van de mal len zeer aanzienlijk tengevolge van de grote afmetingen en gecompliceerde con structie, terwijl deze uitgaven tevens voor een beperkt aantal rompen worden gedaan. Zoals eerder werd gesteld, is de con structie van deze rom pen met een enkele huid en spanten het beste te verwezen lijken in een sterke, uit secties bestaande negatieve mal, gem aakt van staal of van hout. De redenen voor deze keuze zijn het gladde oppervlak van de buitenkant van de huid, de eenvoudige wijze w aarop de glasversterkingen en de hars aangebracht kunnen worden en het feit dat de spanten kunnen worden aangebracht, voordat de mallen verwijderd w orden, alsmede de mogelijkheid om de m allen gemakkelijk te kunnen verwijderen w anneer het schip voor de tewaterlating gereed is. De wijze waarop de rom p w ordt op gesteld, nadat het polyesterw erk gereed is, hangt af van de ervaring en van de outillage van de werf. De voorgestelde mal van de huid be staat uit 9 of 12 afzonderlijke secties die met bouten aan elkaar zijn bevestigd. Het schip w ordt rechtop gebouwd. De mal zou in langsscheepse richting uit 3 of 4 secties kunnen bestaan die elk weer uit 3 delen zijn samengesteld. Nadat de huid is uitgehard en de span ten zijn aangebracht kunnen van iedere sectie de malgedeelten van de huid in de zijde worden verwijderd, waarbij de romp op de onderste delen blijft rusten, w aar door een wieg w ordt gevormd om de romp te kunnen vervoeren. Deze onder ste delen moeten zo w orden ontworpen dat huidafsluiters e.d. aangebracht kun nen worden zonder dat de eerste behoe ven te worden verwijderd. De secties van deze rom p-m al kunnen van y4" of 5/ a" staalplaat worden ge maakt, met langsscheepse spanten en hoofdspanten met een onderlinge af stand van 8 ft. Teneinde een gladde m al te verkrijgen moeten alle lassen worden gladgeslepen; om vervorming van de huid te voor komen dienen de versterkingen onder broken te worden gelast. Een stalen mal zal ongeveer 4 procent meer kosten dan een houten mal, m aar de stalen mal wordt aanbevolen daar deze sterker is. Een mal, die om een langs scheepse as kan draaien w aardoor hars en de glasversterkingen eenvoudiger kun nen worden aangebracht, is niet doel matig daar deze mal ingewikkeld is en de glasversterkingen niet doorlopend in dwarsscheepse richting kunnen worden aangebracht. De dekmallen, welke werden bestu deerd, waren een negatieve mal waarop het dek met de dekbalken ondersteboven worden opgebouwd, en een positieve mal, waarop het dek met de dekbalken m et een in de romp op hun plaats worden opgebouwd. De negatieve mal zou van een lichte constructie met pijpversterkingen moeten worden gemaakt, die voldoende sterkte en stijfheid bezit om aan de einden op getild en gedraaid te kunnen worden. De positieve mal dient uit een groot aantal delen te worden opgebouwd, die nader hand uit het schip m oeten w orden ver wijderd. Op deze wijze verkrijgt m en een ruw oppervlak van de bovenzijde van het dek zodat dit m oet w orden glad gem aakt. Hoewel deze m oeilijker te h an teren is, zal de negatieve mal eenvoudiger en voordeliger zijn w anneer m eer d a n één dek m oet worden vervaardigd. De schotten, vloeren en opbouw en hebben alle gladde oppervlakken en kun nen op een eenvoudige m al g em aakt worden van hoogwaardige glasversterkte pijp van standaardafm etingen, die thans verkrijgbaar is of ze kunnen w o rd en ge m aakt volgens het wikkelprincipe over een draaiende mal. H et ophouw en van de laminaten E r zijn twee m ethoden voor h et op bouwen van de lam inaten, w elke door de A m erikaanse M arine zijn goedgekeurd, nam elijk de m ethode m et doorlopende lagen en die waarbij de lagen overlappend over elkaar worden aangebracht. Bij de eerste werkwijze w ordt o v er de gehele mal een eerste laag glasversterking m et hars aangebracht, waarbij de b an en elkaar iets overlappen. D e volgende la gen, die op dezelfde wijze w orden op gebracht, lopen dus evenwijdig a a n het m aloppervlak. Bij de tweede m ethode w ordt de eerste laag glasversterking met hars opgebracht, w aarna m eteen de tweede laag iets ver springend met de eerste w ordt gelegd, zo dat elke baan aan één zijde o v er een kleine afstand op de m al ligt en a a n de andere zijde over eenzelfde afstan d de buitenste laag van de huid vorm t. V oor de vervaardiging van de h u id van grote schepen blijkt d at de overlapm ethode, waarbij de banen in dw ars scheepse richting lopen, voordelen biedt bij het hanteren van de stroken glas versterking, vooral wanneer deze vooraf met hars zijn geïmpregneerd. In de mal kunnen dan twee of vier ploegen werken, het aantal hangt af van het tijdschem a dat m oet w orden aan gehouden. Elke ploeg heeft één m a n die de hars opbrengt d.m.v. spuiten en drie m annen die met uitrollen zijn belast. De spanten kunnen dan na h e t uit harden van het huidlam inaat w orden aan gebracht. Zou men dit willen doen v o o r dat de huid is uitgehard, dan zou d it vele problem en opleveren. V oor de vervaardiging van de b elan g rijkste com ponenten van de ro m p ; te weten: het huidlam inaat, h u id sp an ten en hoofddekken, zou een continue fabricage de m eest doelmatige zijn. D it zou kunnen worden bereik t m et drie ploegen die ieder acht u u r w erken. Dit continue bedrijf gaat door to td a t de rom p gereed is. D e verhoogde m anuren-kosten zullen ongeveer 15 % bedragen van de prijs voor de rom p en ca. 1 % van de totale aanschaffingsprijs van een m ijnenveger. D aar dit bedrag vrijwel te verwaar lozen is, wordt de doorlopende fabricage van de onderdelen van de rom p aan bevolen. De volgorde van de aanbouw De volgorde van de aanbouw van een grote romp van glasversterkte polyester zou als volgt kunnen geschieden: TABEL 8. Bouwtijden voor MSC mijnenvegers aantal schepen.............................. bezetting polyesterwerkers . ........ bouwtijd voor de romp in maanden machine- en elektrische installatie uitrusting in m aanden.............. totale bouwtijd in maanden . . . . 20 9 5 1 24 3,9 48 1,5 24 2,9 48 1,3 24 2,6 48 1,2 24 2,3 48 1,2 15,0 18,9 15,0 16,5 15,0 17,9 15,0 16,3 15,0 17,6 15,0 16,2 15,0 17,3 15,0 16,2 H et opbouwen van het huidlam inaat. H et aanbrengen van de spanten. H et opbouwen van de schotten en de vloeren. H et aanbrengen van de schotten e.d. H et opbouwen van de dekken. H et aanbrengen van de dekken. H et verwijderen van de romp uit de mallen. H et aanbrengen van de diverse verster kingen en de opbouwen. Sommige stadia kunnen wellicht anders gerangschikt worden, om een betere ver deling van de beschikbare m anuren te verkrijgen. De schotten, vloeren en dekken kun nen eerder gem aakt worden dan de huid, of als men wil aan het begin van de fabricage van de huid, teneinde de bouw tijd te bekorten. H et installeren van belangrijke instal laties kan in dit schema ingepast worden, zoals de mijnenveeg-generatoren, hoofdm otoren, pompen e.d. Kleine elektroni sche apparaten echter moeten later wor den aangebracht, om mogelijke beschadi ging tijdens het opbouwen van de romp te voorkomen. Om een idee van de tijdschema’s te verkrijgen, nodig voor de bouw van kunststoffen mijnenvegers, heeft men voor een MSC mijnenveger voor het polyesterwerk een aantal schema’s ont wikkeld, uitgaande van een effectieve be zetting van 24 tot 48 man, verschillende snelheden van werken, en een „leer” of ervaringskrom m e gelijk aan die welke werd gebruikt bij het bepalen van de kostprijs. De resultaten zijn aangegeven in tabel 8 en geven aan dat de variaties in de bouw tijd van de rom p klein zijn ten opzichte van de 15 m aanden die nodig zijn om de m otoren te installeren, de elektrische in stallatie aan te brengen, het schip uit të rusten enz. V oor de houten M SC mijnenvegers, die in de laatste tijd zijn gem aakt bedroeg de bouwtijd vanaf het leggen van de kiel tot aan aflevering ongeveer 15 a 17 maanden. Hieruit kan dus w orden geconcludeerd dat de bouwtijden voor de constructie van kunststof mijnenvegers ongeveer zul len overeenkom en m et die van de houten mijnenvegers. (slot volgt) N IEUW TRANSITO-COMPLEX VAN BLUE FUNNEL TE KOWLOON, HON GKO NG De Blue Funnel Line heeft onlangs een nieuw transito-com plex (£ . 380.000) in gebruik genom en bij H o lt’s W harf, Kowloon (Hongkong). E r is een b eton nen transitoloods verrezen van 45.000 cub. ft. H et platform w aarop h et geheel is ge bouwd, rust op zware betonnen pijlers met een diam eter van 75 en 120 cm. Alle m oderne faciliteiten zijn aanwezig, zodat de schepen v an de Blue F unnel en Glen Line m et m inim ale vertraging gelost kunnen w orden. H e t w egtransport kan aan de noordzijde van de loods la ding innemen. H ierdoor ondervinden de lossingswerkzaamheden geen vertraging. Het parkeerterrein is bovendien sterk uitgebreid. Tussen 1958 en 1963 is de overslag bij H olt’s W harf m et 70 % toegenom en, nl. van 108.000 tot 183.600 ton. Z W A A R LAADGEREI ZONDER GESEN Het vervoer van zware stukken per schip is altijd een probleem geweest. Met zware stukken wordt hier bedoeld: sleepboten, lichters, transformators, locomotieven, enz. Die stukken zijn in de loop der jaren steeds zwaarder geworden en, omdat ze meestal met de zware boom geladen en gelost moes ten worden, hebben die bomen ook een steeds groter hefvermogen gekregen. Nu is een schip voor het vervoer van dergelijke stukken, die zo langzamerhand 100, 150 ton en meer zijn gaan wegen en wel 30 tot 40 m lang kunnen zijn, niet bij zonder geschikt. Feitelijk worden die stukken stiefmoederlijk bedeeld, want ze vragen eigenlijk om een vlakke vloer om neergezet te worden, maar het scheepsdek is verre van vlak; het heeft zeeg en dekrondte. Daar komt bij, dat doorgaans alleen maar de strook naast de laadhoofden benut kan wor den en die is ook niet bepaald ideaal door het in de weg zitten van verschansingstutten en ook de lierendekhuizen. De vrije ruimte die er voor het stuk overblijft is meestal te smal, waardoor het zo hoog moet worden opgestopt, dat het boven en buiten de reling komt te staan. Het vereist dan wel enige vakkennis het dan een zodanige ondergrond te geven, dat het stevig staat en goed gesjord kan worden. Men moet er altijd op rekenen, dat het schip in een storm kan komen en het zou niet prettig zijn als de last dan van het dek afschoof. Een extra moeilijk geval toont de eerste tekening van een onderlosser, die van Am sterdam naar Chimbote moest worden ver voerd. Deze moest ook boven de verschan sing uit geplaatst worden en stak over een lengte van 26 m niet minder dan 1,60 m buiten boord. Wanneer zo’n stuk met een zware boom aan een gestaagde mast moest worden be handeld, plachten de stagen en de geien in de weg te zitten. Het probleem van de stagen werd vaak opgelost, door ze aan de kant, waar het stuk moest komen, weg te nemen en als compensatie borgstagen aan te bren gen. D it was niet zonder risico en moest wel zeer zorgvuldig bekeken en uitgevoerd wor den. Wanneer er aan beide zijden van het schip een stuk kwam te staan, werd dit pro bleem nog moeilijker, want je kunt nu een maal in zo’n geval niet de stagen aan beide kanten tegelijkertijd wegnemen. J. O U D EN AARD EN Natuurlijk werd er ook gezocht naar een oplossing om de boom te kunnen gebruiken zonder geien. Stiilcken kwam met zo’n boom. De boom w ordt daarbij aan twee hangers opgehangen die de functie van de geien overnemen. Stülcken heeft voor dit tweehangersysteem twee schuin naast elkaar staande masten geconstrueerd, waarbij aan elke mast een hanger wordt bevestigd door middel van een draaibare kop. Bij dit systeem kan de boom over twee laadhoofden werken doordat hij zich tussen de masten door kan bewegen. Wanneer men zware stukken van betrekkelijk kleine af metingen, zoals b.v. locomotieven, moet vervoeren, die dus in het laadruim gezet kunnen worden, is het inderdaad gemakke lijk dat de boom boven twee ruimen kan komen. W aar men anders twee bomen voor nodig heeft, kan men nu volstaan met één. Maar als de stukken zo groot zijn, dat ze niet in het ruim kunnen worden gezet, en dat is meestal het geval, behoeft hij niet boven twee ruimen te kunnen komen. Want met een enkele, ongestaagde mast kan de boom bijna dwarsscheeps komen en kan hij toch wel een stuk, dat naast twee laadhoof den komt te liggen, behandelen. Eén enkele, ongestaagde mast is wel het eenvoudigst, hij zit nooit in de weg, w at bij het tweemastensysteem nog wel eens het geval is. Er is daarom ook een tweehangersystecm ontwikkeld aan een enkele, ongestaagde mast, waarbij een V-vormige zaling is gekozen, waarvan onderstaand het voordeel zal blij ken. Om te zien hoe een boom, hangend aan twee hangers zich gedraagt, gaan we eerst een boom bekijken, die aan één hanger is opgehangen, zoals aan boord van ontelbare schepen het geval is. Figuur 1 toont zo’n boom. Voor het gemak denken we de mast weg en houden geen rekening m et slagzij en trim. L = Lummel H = Hanger (ton) BK1 en BK4 = Boomkop A-A = de verticaal door lummel en hangerton H et probleem van de stagen werd het eerst opgelost doordat men ongestaagde masten ging construeren, maar de geien handhaafden zich nog lang. Tekening no. 2 laat een verscheping zien van twee patrouilleboten van Bremen naar Zuid-Amerika. Ze werden met een drijvende bok aan boord gezet, maar moesten met de boom gelost worden. Het was een schip met een ongestaagde mast, maar met een boom met geien. De eerste boot van boord zetten was natuurlijk het moeilijkst. Het was een hele toer een plaats voor de geien te vinden, zoals de stippellijnen aangeven. Bij het lossen van de tweede boot was dit veel gemakke lijker zoals de getrokken lijnen laten zien. Fig. 1. /1 al |a Fig. 2. W anneer we door een horizontale k ra c h t tegen de boomkop de boom laten draaien , gebeurt dit om de verticaal A-A, waarbij d e boomkop een cirkel beschrijft in het g e projecteerde vlak BK1 — BK4. De b o o m kan in elk willekeurig punt van de d ra a icirkel tot stilstand komen. De voorw aarde van zo’n stand is, dat de punten L — H — BK — P zich in één verticaal vlak bevinden en dat zal in elke richting h et geval zijn. In figuur 2 hebben we de hangerton u it de verticaal A-A gehaald, w aardoor de t o e stand heel anders wordt. D e boom d ra a it nu niet meer om de verticaal A-A, m a a r om de as B-B. Hij zal nu altijd, na aan h e t draaien te zijn gebracht, in het laagste p u n t BK1 tot stilstand komen. W anneer we h e m in punt BK4 brengen en daar loslaten, z a l hij met grote snelheid naar de lage k a n t BK 1 draaien en daar, na wat heen en w e e r gaande bewegingen tot stilstand komen. Eigenlijk is er zuiver theoretisch gezien, nog een tweede punt, w aar de boom in evenwicht zou kunnen blijven staan, nl. h e t punt BK4. D at punt'ligt precies in één v la k m et L — H — BK1 -— P. H et is wel d u i delijk dat dit theorie is, w ant de minste a f wijking van het punt BK4 uit dit vlak z o u de boom, als boven omschreven, naar d e lage kant BK 1 doen draaien. In figuur 3 hebben we een bovenaan zicht getekend van de boom in één h an g er van figuur 1. De stand van L — H l — BK 1 is dus een projectie van de in fig u u r 1 getekende stand rechts van de verticaal A-A. W anneer we nu punt H 1 gaan v e r plaatsen naar H 2, zal de boomkop d e ze beweging gaan volgen en zich van B K 1 naar BK 2 verplaatsen; zo zal bij een v e r plaatsing van H 2 naar H 3 de boom kop van BK 2 naar BK 3 gaan en bij H 3 — H 4 van BK 3 — BK 4. Steeds zal de evenwichtstoestand L -— H — BK — P in één verticaal vlak bereikt worden. Fig. 3. In figuur 4 hebben we de hangen in twee hangers, m et (hangertonnen) H a en Hb. D oor de hanger H a te hanger H b te vieren, zal de boom opge de hangers hijsen en de boom in de IB X .Z richting van B K 2 gaan draaien. W e nem en aan, d at het hijsen en vieren zodanig ge schiedt, dat de boomkop op dezelfde hoogte blijft, o-f anders gezegd, dat de boom hoek m et het horizontale vlak hetzelfde blijft. W anneer de boom in de lijn BK 2 — BK 3 is aangekom en, bevinden zich de punten BK 3 — H b — L — Ha — BK 2 — P in één verticaal vlak en zal hij niet verder draaien. W anneer we n u de hanger H b verder laten vieren en H a stilzetten, kom t de boom in deze laatste hanger te hangen en kom t H b slap te hangen. We hebben dan de toestand van figuur 2 m et de boom rechts van B —• B. W e zouden echter ook het omgekeerde ku n nen doen: H a vieren en H b stilzetten. D an kom t de boom in hanger H b te hangen m aar zou dan, als bij figuur 2 omschreven, naar de kant van BK 3 gaan draaien, in dit geval zover, to t de hanger H a weer stijf kom t te staan. D at zou, afhankelijk hoever H a ge vierd zou zijn, m et een zekere sühok gebeu ren. E r zij nog opgem erkt, dat als de boom in de stand B K 2 is aangekomen, hij niet m eer teruggehaald kan worden, om dat de hanger H b die dit zou m oeten, geen draaim om ent meer zou kunnen uitoefenen. Bij de Stülcken zware boom liggen de punten H 4 — L — H 1 (zie figuur 3) op één lijn, om dat deze boom aan twee kanten, dus boven twee verschillende ruim en, moet kun- Fig. 4. nen werken en daarom tussen de twee masten door m oet kunnen bewegen. Bij dit systeem kan de boom zijn evenwichtstoe stand niet bereiken, om dat de boom, voor het zover is, ergens tegen stuiten zal. Voor een zware boom. aan een enkele, ongestaagde mast, die dus m aar boven één ruim kan werken, heeft een V-vormige zaling grote voordelen. In figuur 5 hebben we zo’n boom en V-vormige zaling getekend. Het is gezien het hierboven betoogde, ge makkelijk te zien, dat bij hijsen van H a en vieren van H b de boom naar Bk 2 gaat I :2o. vJuesTu* Tekening No. 1 Vöopr STBCI>JBALI STA Al OHAA Otjfi OM Kl*POR»GBfiS w er BAUIreU. LAMrt 7 » .VBOTl» IAS3BM. BoiDERS- Vervoer ondertosser van Amsterdam naar Chiinbote, Tekening No. Fig. 5. draaien en daar alleen in hanger H a kom t te hangen. Deze stand is het eindpunt. W an neer de boom door een te snelle draaibeweging door het punt BK 2 zou heendraaien, zou hij toch vanzelf w eer in deze eindstand terugkom en. D oor de keuze van de punten L — H a — Hb kunnen we die eindstand naar wens bepalen. In de figuur is te zien, N IEU W E U IT G A V EN Drie TNO-rapportcn betreffende voorbe handeling van scheepsbouwstaal Van het N ederlands Corrosie Centrum ontvingen wij onderstaande recensie ter publikatie. In decem ber 1965 zijn van het Studie centrum TN O voor Scheepsbouw en N avi gatie drie rapporten verschenen betreffende de voorbehandeling van scheepsbouwstaal. C om m unication N o . 12 C — D e behan deling van lassen van de scheepshuid vóór het aanbrengen van het scheepshuidverfsysteem; door A. M . van Londen en W. M ulder. R eport N o. 79 C — A com parative in vestigation on some pretreatm ent methods in use in the shipbuilding industry; door A. M. van Londen. R eport N o . 80 C — A practical in vestigation onto the influence of different w orking procedures in over-coating zincrich epoxy resins based pre-construction prim ers; door A. M. van Londen en W. M ulder. In com m unication N o. 12 C worden re sultaten van een onderzoek beschreven van diverse wijzen van behandeling van lassen op scheepsstaal voorzien van epoxy zinkrijke verf. D e auteurs hebben de verflaag op verschil- dat als de boom in zijn uiterste stand staat, de hoek a H b in staat stelt de boom w eer terug te halen. W anneer we die punten verkeerd kiezen, zoals figuur 6 laat zien, kom t de boom al leen in hanger Hb. Dat is een uiterst ge vaarlijke stand zoals om schreven is bij figuur 2 (BK 4). N iet alleen zit de hoek a aan de „verkeerde” kant van de boom, zodat hij niet teruggehaald kan w orden, m aar deze zal willen gaan draaien naar de kan t van H b. Als dit zou gebeuren in de riohting vanw aar hij is gekomen, zou hanger H a hem tijdig genoeg kunnen opvangen, m aar als hij zou doordraaien zou er een catastrofe plaatsvinden. D e boom zou m et grote snel heid gaan draaien to t hij ergens tegenaan zou stuiten en hanger H a zou m achteloos zijn in te grijpen. H et is duidelijk, dat de eindstand van de boom bij slagzij en trim iets anders zal zijn dan bij recht liggend schip en daar zal bij het berekenen van de m ast natuurlijk reke ning mede gehouden worden, m aar in prin cipe blijft alles hetzelfde. De berekening moet zodanig geschieden, dat de spannin gen bepaald w orden vanaf de boom stand midscheeps tot zijn eindstand. Wij hebben hierboven gesteld, dat de hanger Hb viert en de hanger H a hijst zo danig, dat de boomhoek niet verandert. M aar men kan het samenspel van de beide hangers op allerlei m anieren variëren; men kan bijv. beide hangers laten hijsen of vieren, of vieren en hijsen tegelijkertijd met verschillende snelheidsvariaties. Op die m a nier kan men de boomkop allerlei lijnen langs een bol laten beschrijven met de lum mel als m iddelpunt. Het is bijzonder inte ressant al de mogelijkheden na te gaan. lende afstand van de las beoordeeld en vin den hierbij significante verschillen. De moeilijkheden met verfsystemen in de omgeving van de lasnaden worden door de auteurs verklaard door galvanische corrosie. Tevens w orden in dit rapport aanwijzingen voor de praktijk gegeven betreffende de be handeling van de lassen voordat deze over geschilderd worden. In rapport N o . 79 C worden de resultaten van een onderzoek m et tien verschillende voorbehandelingsm ethoden van scheepsstaal beschreven. In dit onderzoek zijn de praktijkom stan digheden zoveel mogelijk benaderd door de proefpanelen op de „bilge keel” van vijf N ederlandse schepen te bevestigen. D e m e thode blijkt zeer goed te voldoen en het is te hopen dat to t verdere onderzoekingen op dit gebied zal w orden besloten. Bij een der gelijke voortzetting zouden dan aan de hand van m odelsystemen, waarvan de sam enstel ling kan w orden gepubliceerd, factoren zoals verwering van de ondergrond, invloed van laagdikte en verm enigvuldigingsfactoren voor de verschillende verfdefecten nog verder kunnen w orden bestudeerd. W anneer dan eenzelfde goede statistische uitw erking en weergave kan w orden gerealiseerd als in het bovengenoem de rapport zullen ongetwijfeld vele nuttige aanwijzingen daaruit kunnen worden gedestilleerd. In rapport 80 C worden de resultaten be schreven van een onderzoek naar de invloed Fig. 6. H et m anipuleren m et deze boom is veel handiger dan m et eenzelfde boom met geien. V oor het laatste geval hebben we veel meer lieren nodig en dus ook veel meer mensen, die goed m et elkaar moeten samenwerken. Bovendien hebben we door de geien een heleboel draden aan dek die we bij de geiloze boom missen. van verschillende werkwijzen op het over schilderen van zinkrijke epoxy voorbehandelingsverven. M et verschillende primers behandelde panelen zijn verweerd op een Nederlandse scheepswerf en daarna behan deld door o.a. het wassen met water, borste len, etsen met zuur en overspuiten met een w ashprim er laag. N a deze behandeling werd overgeschil derd m et enige bekende typen scheepshuidverf te weten chloorrubber, aluminiumbitum en en epoxy/koolteer. Vervolgens wer den de proefpanelen geëxposeerd in belucht zeewater. Ondanks het versnellen van de proeven door het reduceren van de laagdikte van de scheepshuidverven — een methode waarover de meningen sterk uiteenlopen — en het gebruik van commerciële produkten, waar van de gegevens onvolledig bekend gemaakt kunnen worden, zijn verscheidene interes sante resultaten verkregen. Gebaseerd op vele resultaten, die in een goed overzicht zijn verwerkt, geven de auteurs aan het eind van het rapport enige werkwijzen voor de behandeling van ver weerde epoxy zinkrijke verven in de praktijk. Samenvattend kan w orden gezegd dat de vele gegevens in de rapporten bijdragen tot een beter begrip van de problemen, die zich voordoen bij de corrosiebescherming van scheepsstaal. Een nauwkeurige bestudering van deze rapporten door allen die op dit gebied werk zaam zijn is zeker aan te bevelen. K. K. HET LASSEN AAN GEÏSOLEERDE SCHEEPSRUIMEN P. E. V A N R IE S E N *) Inleiding Gezien de huidige ontwikkeling, spe ciaal op het gebied van vissersschepen, is het noodzakelijk gebleken om ook het isolatieprobleem in al zijn facetten inten siever te beschouwen. Werd voorheen alleen met kurk geïsoleerd of vaak in het geheel geen isolatie aangebracht, nu wor den moderne isolatiematerialen zoals o.a. polystyreenschuim en polyurethaanschuim aangewend. D eze materialen die speciaal ontwikkeld zijn met het doel om een mini male warmtegeleiding te verkrijgen, heb ben stormenderhand de plaats van kurk ingenomen. Dat nieuwe materialen m et hun speci fieke eigenschappen ook om een aange paste verwerkingsmethode vragen is dui delijk. Zo zal een nieuw materiaal, toege past op een wijze zoals het oude, gangbare isolatiemateriaal kurk, nauwelijks of geen voordelen bieden. H et is daarom dat ook voor de toepassing van een nieuw ontwik keld isolatiemateriaal vooraf een onder Opstelling van de proef Op een vlakke horizontale tafel werd een 10 cm dikke plaat polystyreenschuim gelegd. Hierop werd' een laag van het te onderzoeken hittebestendige isolatiemate riaal aangebracht m et daarop een 6 mm dikke staalplaat (voor schematische weer gave van de opstelling zie figuur 1). Op deze staalplaat werd vervolgens een lasrups gelegd. De tem peratuur loodrecht onder de lasrups tussen het polystyreen schuim en het betreffende hittebestendige isolatiemateriaal werd om de circa 3J cm gemeten met behulp van thermokoppels en geregistreerd op een twaalfpuntsmillivoltcompensator. D e totale lengte waar over werd gemeten bedroeg ca. 40 cm. Om tijdens het lassen schuiven van de staal plaat te voorkomen werden gewichten van 5 kgf per stuk op de hoekpunten van de staalplaat geplaatst, w aardoor een zo goed mogelijk contact van de staalplaat met het hittebestendige isolatiemateriaal tot stand kwam (zie figuur 1). Proefgegevens en -condities De temperatuur van het polystyreen schuim mag niet hoger worden dan 100 °C. lassnelheid ca. 20 cm /m in laselektrode m erk Smit Universalis type zuur 0 3 i mm (snelvloeiend) *) Centraal Technisch Instituut TNO Afdeling Koudetechniek en Mechanische Tech nologie, Delft zoek moet worden gedaan. D e grote voor delen van het materiaal worden dan voor 100 % benut en bovendien kan de invloed van bepaalde ongewenste materiaaleigen schappen door nieuwe constructieve to e passingen of speciale beschermende m aat regelen worden vermeden. Enkele voordelen van kunststofschuim ten opzichte van kurk zijn: 1% — 5 2 X zo goede isolatiewaarde — 10 X zo licht. Nadelen: mechanisch minder sterk minder hoge (ca. 90 °C ). toelaatbare temperaturen Bij het isoleren van schepen zal het isolatiemateriaal tegen de stalen huid w or den aangebracht. H et is niet ónmogelijk dat na aanbrengen tegen de scheepswand nog zal m oeten worden gelast. H et is dus stroomsterkte afm. staalplaat richting lasnaad oppervlakte polystyreenschuim 100— 125 A 700 X 500 X 6 nam langsrichting van belang te weten welke voorzieningen m oeten worden getroffen om het iso la tie m ateriaal te beschermen. E en van deze voorzieningen is het toepassen van bep aal de hittebestendige isolatiem aterialen die dienen om het eerdergenoem de iso la tie materiaal tegen te hoge temperatuur te bescherm en. E en aantal van deze hittebestendige isolatiem aterialen die in de praktijk to e gepast worden zijn: 1. foam glass 2. glasw ol 3. vermiculietplaat Om m eer inzicht in het gedrag van deze materialen te verkrijgen heeft het C .T .I.T N O , afdeling Koudetechniek, hierm ee enige oriënterende proeven gedaan. Hieronder volgt een korte beschrijving van de opstelling die voor het onderzoek is gebruikt. temperatuur °C behandeld m et een bitumenemulsie (in 2 lagen opgebracht) Deze lascondities zijn in de praktijk gebruikelijk bij laswerkzaam heden aan een plaat van ca. 6 mm. Om de invloed van randeffecten van de warmteverspreiding op de meting enigs zins te verminderen was therm okoppel nr. 1 op circa 15 cm van de ra n d van de staal plaat, dus aan het beginpunt van de las rups aangebracht. Bovendien stak de staalplaat aan de voor- en achterzijde ca. 10 cm uit over de rand van het hittebe stendige isolatiemateriaal. De proef werd zodanig uitgevoerd dat alleen de dikte van het hittebestendige isolatiemateriaal als variabele werd aan gehouden om de meest economisch toe te passen dikte te kunnen vaststellen. dikte (cm) foamglass Figuur 2 la s ru p s L t h e rm o k o p p e ls temp. (°C) tem peratuur (°C) 80 70 60 — — I 50 dikte (cm) vermiculiet F ig u u r 4 Ijzeren plaat 700 x 500 x 6 mm H vermiculiet 500x500x20 rim U t polystyreenschuim 62 0*450x100 mm @ «xtra belasting van 5 kg op de 4 hoeken Resultaat Uit de figuren 2, 4 en 5 blijkt dat als de tem peratuur van het polystyreenschuim beneden .100 °C gehouden moet worden, d.w.z. uitgaande van een begintempera tu u r van ca. 20 °C, de temperatuurstijging aan het naar de staalplaat toegekeerde oppervlak van het isolatiem ateriaal tot ca. 80 °C moet worden beperkt. Minstens 20 mm vermiculietplaat, 30 mm foamglass of 35 mm (3 lagen) glaswol dient te wor den aangebracht. 40 30 losrichting ■20 vermiculiet 20 m m J _______________ I_______________ l_______________ I_ 10 15 20 25 temperatuur (°C) — - t i j d (m in) 140 Figuur 3 O m een indruk te krijgen van het isole rend vermogen afhankelijk van de dikte werd onder bovengenoem de om standig heden foamglass van resp. 70, 50 en 22 mm dikte onderzocht; het resultaat is weergegeven in figuur 2. Deze grafiek is opgesteld aan de hand van de m axim um tem peratuur als gevolg van de lasbewerking (zie tabel). E en voorbeeld van dit tem peratuurverloop voor alle respectieve koppels is weergegeven in figuur 3. Op analoge wijze zijn de figuren 4 en 5 voor verm iculiet en glaswol samengesteld. H et isolatiem ateriaal glaswol wordt ge leverd in lagen die gem akkelijk sam en d ru k b aar zijn. Zo kunnen b.v. twee lagen glaswol een dikte hebben die varieert van 10 tot 30 mm, zoals ook op de abscis van figuur 5 is aangegeven. Materiaal soort Dikte mm foamglass foamglass foamglass 70 50 22 — vermiculiet vermiculiet vermiculiet 35 25 20 — Aantal lagen -— — Temp. (max.) °C 47 65 108 47 68 95 2 1 laag glaswol glaswol glaswol 50 40 30 3 3 2 60 80 125 2 lagen 4 6 3 lagen 4 lagen ► dikte (crr) glaswol Figuur 5 Conclusie De resultaten van dit onderzoek hebben een inzicht gegeven in het gebruik van polystyreenschuim onder praktijkomstan digheden bij laswerkzaamheden aan een 6 mm dikke stalen scheepshuid, waarbij aan de binnenkant een polystyreenschuim- isolatie is aangebracht. Hoewel de mate riaaleigenschappen van de meeste isolatie materialen bekend zijn, ontsluit zich hier een uitgebreid terrein van onderzoek op het gebied van constructies waarbij een samenspel tussen de verschillende mate rialen plaatsheeft. Er zijn vooral op het gebied van de isolatietechniek bij scheepsconstructies punten die bijzondere aan dacht vragen, zoals het dynamisch gedrag van de isolatieconstructie, de bevestiging van de isolatie met voorkoming van koude bruggen, het beheersen van h et dam ptransport door de isolatie, enz. enz. M.S. „EÏCHSFELD” TE WATER GELATEN Op 26 november 1966 werd bij de N.V. Scheepswerf „De H oop” te Lobith onder grote belangstelling het m.s. Eichsfeld van de VEB Deutsche Seereederei in Rostock te water gelaten. De doopplechtigheid werd verricht door mevrouw A. Bicnemann-Rick, echtgenote van de heer A. B. Bienemann, één der directeuren van Peja Producten N.V., Arnhem. Bij deze gelegenheid sprak namens de directie van de scheeps werf de heer J. T. A. Nienhuis, die mevrouw Bienemann-Rick als aandenken aan deze gebeurtenis een fraaie broche aanbood. Namens de VEB Deutsche Seereederei in Rostock sprak Han delsrat R. Blankenburger van de Vertretung der Kammer für Aussenhandel der D.D.R. in den Niederlanden, die de goede samenwer king tussen de 3 bouwwerven, die elk een dergelijk schip bouwen, in herinnering bracht. Daarna sprak de heer Bienemann, die voor het geschenk aan mevrouw Bienemann aangeboden, bedankte en het schip een spoedige voltooiing en later een goede vaart toewenste. De hoofdafmetingen zijn: lengte over alles 136 m, lengte tussen de loodlijnen 125 m, breedte op spanten 17,70 m, holte in de Een opname van de doopplechtigheid. zijde tot hoofddek 7,47 m, holte in de zijde tot shelterdeck 10,18 m, diepgang als open shelterdecker 6,67 m en diepgang als ge sloten shelterdecker 7,62 m. Zij wordt voortgestuwd door een hoofdmotor, Stork van 9400 epk., die het schip een snelheid van 17,6 knoop zal geven. Zij heeft een laadvermogen van 7.500 ton en een ruim inhoud van 10.335 m® bale. E r zijn 3 van deze schepen in aanbouw: het m.s. Prignitz, het welk op 11 november jl. bij „D e M erwede” te water gelaten werd en het m.s. Flaeming, hetwelk bij „De Biesbosch” te water werd gelaten op 19 januari 1967. De schepen zijn genoemd naar landstreken in de D.D.R. H et contract voor deze schepen werd, nadat de technische onderhandelingen in Rostock gevoerd waren door „D e H oop” , ge tekend door Nesec (Nederlandse Scheepsbouw Export Centrale). De penvoering geschiedt door „De H oop” voor de rom pen, door „De Biesbosch” voor de machinekam er en door „D e M erwede” voor de verblijven, terwijl „De H oop” als hoofdpenvoerder het contact met de rederij onderhoudt. De schepen zijn uitgerust met koelruimen met een inhoud van 400 m:! en olietanks met een inhoud van 550 m8 (totaal). De schepen zijn op zeer uitgebreide wijze geautom atiseerd. Zij zijn gebouwd onder voorschrift van Lloyd’s Register of Shipping en D.S.R.K. Het schip verlaat de helling. N a de tewaterlating werd op de vrijgekomen helling de kiel gelegd van een schip voor rekening van Compagnie de Navigation „D aher” , Marseille. ECONOM ISCHE ASPECTEN BIJ DE EXPLOITATIE VAN VRACHTLIJNDIENSTEN D e internationale economische wel vaart is in belangrijke m ate afhankelijk van een doelm atig gebruik van schaarse hulpm iddelen en van een juiste verde ling van p rodukten en diensten die uit deze m iddelen w orden betrokken. Kapitaalopbouw in de vorm van gebouwen en uitrusting, ontwikkeling op technisch gebied en specialisatie, is een belangrijk onderdeel van de economische vooruit gang. D e opbouw van kapitaal en de tech nische vooruitgang zijn weer afhankelijk van het verm ogen en de bereidheid van de gem eenschappen om de m iddelen ter beschikking te houden voor de vorming van kapitaal en het ondernem en van we tenschappelijke onderzoekingen. Speciali satie door m iddel van een eenvoudige ar beidsverdeling is m ogelijk in een kleine gem eenschap, welke daarvoor niet be hoeft te beschikken over een ingewikkeld vervoersapparaat, m aar het specialiseren van vaste bronnen, zoals land en de m eeste bedrijfsinstallaties, vergt het func tioneren van een goedkoop en efficiënt vervoerssysteem. H e t betrekkelijk m oderne systeem van internationale specialisatie en uitwisse ling w erd mogelijk gem aakt door de kom st van h et stoom schip, waarm ee ge regelde diensten konden w orden onder houden. Specialisatie en verhoogde produktie w orden beperkt d o o r de om vang van de m ark t en daarom zijn verbete ringen in schepen en besparingen in de kosten van het zeevervoer belangrijke factoren bij het vergroten van de m arkt, w aarvan de om vang w ordt bepaald door de m ogelijkheden tot specialisatie, uit wisseling van goederen, en diensten tus sen de landen en tot verhoogde produktiviteit. V rachtlijnschepen op de grote routes spelen een voornam e rol in het m oderne stelsel v an de internationale handel. Zij m aken een belangrijk onderdeel van de wereldkoopvaardijvloo't uit en vorm en collectief een groep van eerste-klas ton nage, w aarm ee geregelde, frequente en aangekondigde diensten tussen belang rijke groepen van overzeese havens wor den onderhouden. D e regelm aat van hun afvaarten stelt d e exporteurs en im por teurs in staat om toekom stige verkoopp rogram m a’s voor hun overzeese afzet gebieden op te stellen. B ovendien wor den de opslagkosten en de rentes die ver schuldigd zijn bij het financieren van het vervoer der goederen van de produktieplaats n aar de overzeese m arkt, verm in derd. Een analyse van de kosten H e t instandhouden van een vrachtlijn- dienst vergt de verschaffing van een vloot van schepen, die geregelde, be trouw bare diensten verzorgen. Om dat al le soorten lading voor verscheping wor den geaccepteerd, moeten de te gebruiken schepen pasklaar worden gem aakt voor de diensten, waarvoor ze bestem d zijn; en aangezien de verladers hun goederen vlug op de plaats van bestemming wil len hebben, w ordt de snelheid van het schip een factor van betekenis. M aar een hogere snelheid kan alleen w orden ver kregen door verhoging van de m arginale kosten. E en m odern vrachtlijnschip is daarom een duur transportm iddel, dat ongeveer 2 miljoen pond kost. Kosten verbonden aan organisatie en kapitaal zijn hoog. D e laad- en loskosten maken ongeveer 30 procent van het totaal uit. Ook de gages en bijkomende kosten zijn hoog. Vrachttarieven O m dat zij te maken hebben m et een groot aantal verladers, die de meest ver scheidene sorteringen in ladingen ter ver scheping aanbieden, stellen de lijnvaartrederijen de prijzen voor hun diensten vast door een systeem van vaste vracht tarieven voor de verschillende soorten lading. D eze tarieven worden beïnvloed door directe kostenfactoren, zoals laadbaarheid, de verhouding tussen omvang en gewicht, de m ate waarin goederen aan beschadigingen kunnen blootstaan, en ook de w aarde van de artikelen. Al de ze factoren hebben invloed op de kosten van behandeling en van vervoer. H et al gem ene doel van de tariefvracht is om het transport van alle soorten goederen aan te moedigen, w aardoor een optimale benutting van de hiervoor te gebruiken scheepsruim te verzekerd wordt. V racht tarieven w orden voornamelijk beïnvloed door kostenfactoren op lange termijn. De m arktstructuur De d u re walinstallaties en schepen die voor een geslaagde vrachtlijndienst noodzalcelijk zijn, vertegenwoordigen hoge vaste kosten, welke onvermijdelijk zijn, als m en de activiteit op een onverm in derd hoog peil wil handhaven. H et vast stellen van prijzen is een gecompliceerde en m oeilijke opgave, waarbij nog komt dat de vraag betrekkelijk weinig soepel is. De opvattingen uit de leerboeken over een perfecte concurrentie en een vol m aakte aanpassing tussen prijzen en m ar ginale kosten zijn hier zelfs nog veel min der van toepassing dan bij de meeste an dere m oderne economische om standighe den. D e waardevolle diensten w aaraan verladers behoefte hebben en de stabili teit in de tarieven kunnen alleen ver- E. S T Ö R E Y chef van het "Steamship Department” van Alfred Holt & Co. (Blue Funnel Line), Liverpool wezenlijkt w orden in een m arktstructuur, welke een rationeel gebruik van de hulp middelen en een rationeel systeem van prijsvaststelling toelaat. De meeste trades in vrachtlijndiensten hebben zich daarom, georganiseerd in een systeem van Conferences (of groeperingen van scheepvaartlijnen), die een gemeen schappelijke tarievenschaal vaststellen, welke door alle leden w ordt aanvaard. Dat betekent niet d at alle concurrentie wordt uitgesloten: de schepen zijn immers beweeglijke eenheden, de individuele lij nen wedijveren onderling in de kwaliteit van de diensten en op de m eeste trades is men onderworpen aan concurrentie van de zijde van andere soorten van vervoer. In de afgelopen jaren hebben reders en verladers al heel wat gelegenheden ge vonden om formeel van gedachten te wisselen, vooral in E uropa, w aar in 1964 de Associatie van Europese Nationale Reders en de Europese V erladersraden samen een perm anent apparaat opbouw den voor geregelde besprekingen over zaken van gem eenschappelijk belang, waaronder het instandhouden van eer lijke praktijken tussen reders en verla ders. De economische toekom st De bevredigende exploitatiemogelijk heden van vrachtlijndiensten worden be moeilijkt door de kostenprijsstructuur die inherent is aan een bedrijfstak, welke ge regelde en frequente transportm ogelijk heden biedt, die beschikbaar blijven on geacht de schommelingen in de vraag op korte termijn. De lijn v a a rte d e r bevindt zich eigenlijk in eenzelfde situatie als de organisatie die voor het openbare ver voer moet zorgen, alleen is de reder veel minder bij m achte om zijn prijzen door verhoging aan te passen, om dat hij im mers op een internationale m arkt werkt en in sterke m ate afhankelijk is van de goodwill van zijn cliënten. Lange perio den van inflatie m aken een winstgevende exploitatie alleen m aar moeilijker. E n de verwachtingen ten aanzien van de toe komst hebben ook te lijden van een chro nische trend in de scheepvaart naar een verstoord evenwicht tussen vraag en aan bod, zulks als gevolg van het feit dat er soms alleen nieuwe scheepsruim te wordt geproduceerd terwille van nationale prestiges. Schepen die om deze redenen wor den gebouwd veroorzaken een niet-economisch surplus in de vraag, welke vaak in stand w ordt gehouden door verschil lende vormen van subsidie en vlagdiscriminatie. Onder deze om standigheden dient een verstandige lijnvaartreder zijn hulpmid delen meer economisch en produktief te gebruiken. De vraag hoe de kosten zul len uitwerken dient de voornaamste over weging te zijn bij het beleid op elk ni veau, zowel te land als ter zee. Vooruitgang op dit terrein kan alleen worden geboekt, wanneer de bedrijfslei ding op een meer wetenschappelijke ba sis stoelt en wanneer, meer dan thans het geval is, gebruik wordt gemaakt van precisiewerktuigen in de bedrijfsvoering: computers, werkstudies, systeem-analyse en bedrijfsresearch. Voor de exploitatie van een vrachtlijndienst is het nodig, dat er een bouwpro gramma en werkverschaffing komen voor een groot aantal schepen, welke men zou kunnen beschouwen als varende fa brieken, die echter in aanzienlijk grotere m ate aan tal van wisselvalligheden bloot staan dan het geval is met de bedrijven te land. Schepen zijn ook bijzonder duur zame activa en toch vinden er tijdens hun gehele vaarcarrière voortdurend in grijpende technische en economische ver anderingen plaats. Deze veranderingen kunnen betrekking hebben op nieuwe uitrustingen, technische toepassingen of op nieuwe mogelijkheden die van in vloed zijn op de kosten, doordat zij een gewijzigde combinatie van mankracht, uitrusting en materieel noodzakelijk m a ken. Teneinde een volledig profijt te trek ken van de vele fascinerende mogelijk heden die zich in de techniek van de scheepvaart voordoen is het voor de be drijfsleiding van het allergrootste belang, dat zij de veranderingen aanvaardt en uitvoert. Dit is misschien gemakkelijker gezegd dan gedaan, om dat — indien de verandering nuttig en effectief wordt be oordeeld —- een wetenschappelijke ana lyse van alle aspecten, die bij de exploi tatie van een lijndienst een rol spelen, noodzakelijk is. De vraag hoe de kos ten zullen uitwerken wordt al onmiddel lijk gesteld in het ontwerpstadium, dat overigens voorafgegaan moet worden door een grondige studie over de econo misch verantwoorde grootte en snelheid van het schip, de aard van de lading die het op een bepaalde route zal gaan ver voeren en de ladingbehandeling. De in deling van de werkruimten, de centrales en de machines dienen te beantwoorden aan de strengste bedrijfseconomische cri teria. Ook dient men er zoveel mogelijk rekening mee te houden, dart de gegeven omvang ruimte en mogelijkheid toelaat voor onderhoudswerkzaamheden op dek, in de machinekamer en in de verblijven. De bestaande scheepsruimte roept wat dat betreft problemen op, omdat werke lijk grote verbouwingen vermoedelijk te duur zullen worden. Er kan echter al veel worden bereikt door het onderzoeken van werkmethodes, het uitvoeren van kleinere aanpassingen en het invoeren van arbeidsbesparende hulpmiddelen. En we komen ook al een eind in de goede richting wanneer we de omvangrijke hoe veelheid werk op het gebied van admi nistratie en documentatie (doorgaans een aanzienlijke belasting van de arbeid aan boord) vereenvoudigen of anders aan de wal laten verrichten. Om deze ideeën te verwezenlijken zal het personeel tenslotte ook voortdurend herschoold moeten worden en zal men ook moeten beschikken over een alles zins bevredigend communicatiesysteem tussen schepen onderling en met de be drijven aan de wal. H et hierboven uiteengezette denkbeeld met betrekking tot een m eer wetenschap pelijke benadering bij de leiding en de exploitatie is de laatste drie ja a r het voor naamste doel geweest van de Blue Funnelgroep. De groep heeft gebruik gemaakt van moderne werkmethodes in de bedrijfs voering, zoals werkstudie en research en onlangs heeft zij zich diepgaand ingelaten met een onderzoek naar de mogelijkheden van een com puter als hulpmiddel bij het werk, zulks als inleiding to t het defini tief installeren van een dergelijk apparaat. Voor wat de bestaande schepen betreft, zijn uitrustingen en m ethodes geanaly seerd door middel van uitgebreide werk studies. Deze hebben geleid tot de in voering van arbeidsbesparende installa ties en methodes, waardoor m en zuiniger met m ankracht en m aterieel kon gaan omspringen. D e groep heeft acht m oderne vrachtlijnschepen van 13.600 ton bruto en met een snelheid van 21 knoop laten bouwen; twee ervan zijn al in dienst. Bij het ont werp van deze schepen werd door de deskundigen op uitgebreide schaal ge bruik gemaakt van de methodes aan de hand van werkstudies. Doel was een se rie schepen te produceren, voor welke de meest m oderne arbeidsbesparende uitrus ting, materialen en m ethodes gebruikt konden worden. De vaartuigen werden ontworpen voor een snelvrachtdienst tus sen Groot-Brittannië, het Europese Con tinent en het Verre Oosten, waarbij stuk goed, koellading, vloeibare lading, en zo nodig ook lading in containers worden vervoerd. D e verdeling van de laad ruimten, waarbij de capaciteit van de om vang en behandeling der lading voor de ruimen 3, 4 en 5 gelijk zijn en waarbij de dieptanks zijn ondergebracht aan de vóór- en achterzijde van het schip, is zo danig geconcipieerd, d at de ladingbehan deling het kenm erk van kostenbesparing heeft gekregen. Een soepele combinatie van dekkranen en laadbom en maakt het moigelijk de lading snel te behandelen. Alle ruimten voor droge lading zijn voor zien, van luchtverversings- en ontvochtigings-installaties. Op dek kan bij het afm eren met minder personeel worden vol staan, om dat men gebruik maakt van m eer-apparatuur met zelfspannende lie ren. In de m achinekam er is het, dank zij de toepassing van geleiders naar de hoofdcentrale en automatisering mogelijk geworden, dat bij het toezicht op de m a chines op zee volstaan w ordt met één officier, terwijl men de m achinekam er aan de wal zelfs helemaal aan zichzelf kan overlaten. De hoofd- en hulpwerktuigen w orden bediend en gecontroleerd vanuit een akoestisch geïsoleerde centra le, voorzien van air-conditioning en uit gerust met een „D ata logger” , een soort elektronisch brein met 270 aansluitingen, dat voortdurend gegevens verzam elt en opbergt van alle bewegingen van de hoofd- en hulpwerktuigen en van de conditie van de lading. In 200 aanslui tingen zijn alarmgeleidingen aangebracht. De bedieningsapparatuur in het systeem is automatisch, waarbij de keuze en het op peil houden van de tem peratuur van uit de grote centrale in de m achineka mer geschieden. Bij het ontwerp van werkruim ten en m ateriaal is speciaal aan dacht geschonken aan de noodzaak tot een „geprogramm eerd” onderhoud in al le afdelingen. Gegeven de huidige kenm erken van de trade vertegenwoordigen deze schepen het laatste woord in het ontwerp van vrachtlijnschepen. Het ontwerp m aakt het duidelijk, wat er al niet gedaan kan wor den om de hoge percentages in de totale kosten en wel voor rekening van het la den en lossen, het bem annen en het on derhoud, laag te houden. Elke verdere voortgang in het ontwerp en de exploitatie van vrachtlijnschepen zal worden bepaald door revolutionaire veranderingen in de m ethodes v an het verzamelen en het vervoer der lading. De eenheidslading zal belangrijke veran deringen teweegbrengen en het contai nerverkeer zal, wanneer het inderdaad een overheersende plaats in het zeever voer gaat innemen, een geheel nieuwe instelling bij het ontw erpen van exploi teren van schepen noodzakelijk m aken. Twee consortia van Britse reders in de lijnvaart zijn al geruime tijd bezig m et een uitgebreid onderzoek n aar de moge lijkheden van de containervaart op lange afstand; de Blue Funnel-groep is hier ten zeerste bij betrokken, om dat zij deel uit m aakt van één consortium, namelijk Overseas Containers Ltd. De containeromwenteling zal natuurlijk ook verladers en havenbesturen aangaan; de havenbe sturen zullen zeer veel planning op touw moeten zetten, en vermoedelijk heel wat nieuwe investeringen m oeten doen om tegemoet te komen aan een geheel ge wijzigd inzicht wat betreft havenfacilitei ten en procedures, zoals die bij de nieuw ste ontwikkelingen op dit gebied van de containerverlading w orden toegepast. M en mag nooit vergeten, dat vrachtlijn schepen 40 a 50 procent, in sommige trades wel 60 procent, van hun tijd in de havens doorbrengen. Elke verbetering die er toe kan bijdragen om deze verliesge vende factor in de scheepvaart te be dwingen, zal tevens het zeevervoer meer productief maken en op die m anier steun geven aan de belangrijke econo mische taak het transport van de goede ren overzee doeltreffend en goedkoop uit te voeren. TEW A TER LA TIN G M.S. „Z O D IA K ” gebouw d door N .V . K oninklijke Maatschappij ,,De Schelde”, Vlissingen, bestem d voor V.O . Sudoim port, M oskou Mevrouw Balod hanteert het bijltje. Op 21 januari 1967 is op de werf van N.V. Kon. Mij. „De Schelde” te Vlissingen het visverwerkend motorkoelschip Zodiak met goed gevolg te w ater gelaten door mevrouw R. N. Balod, echtgenote van de w aarnem end handelsvertegenwoordiiger vian de U.S.S.R. in N ederland. Dit schip is het laatste van een serie van 6 schepen, welke op 9 juli 1963 en 29 septem ber 1965 bij de werf werden besteld door V.O. Sudoim port te M oskou. D e hoofd afmetingen, zijn als volgt: lengte over alles 103,59 m, breedte 16,60 m, diepgang 5,50 m, draag vermogen 2600 ton. De voortstuwing zal geschieden door een Schelde-Sulzer hoofdm o tor van h et type 8 T A D 48 m et een max. continu verm ogen van Nederlands Normalisatie-instituut, Rijswijk (Z.H.) 50 jaar Normalisatie Zoals reeds eerder is bekendgemaakt, zal op 2 mei a.s. dn het RAI-Congrescentrum h et 50-jarig bestaan van het N eder lands N orm alisatie-instituut worden ge vierd. N aar w ordt vernom en heeft Z.K.H. Prins Bernhard zich bereid verklaard om een gedeelte van de feestelijkheden bij te wonen en zich m et een k ort woord tot de vergadering te richten. V erw acht mag w orden dat een van de m inisters een rede zal houden, w aarna ir. Het motorkoelschip „Zodiak 3000 apk. Aan boord van deze schepen wordt door trawlers aangevoerde vis verwerkt, ingevroren en in koelruimen opgeslagen. Ieder schip heeft twee vriestunnels. Iedere tunnel is in staat per dag 25.000 kg in pak ketten in te vriezen. L. Schepers, president van de N ederlandse M aatschappij voor Nijverheid en H andel en van het K oninklijk Instituut van Inge nieurs, het w oord zal voeren. De heer H. A. R. Binney, vice-president van de International Standardization O rga nization en directeur van het British Stand ard Institution, zal spreken over de intern a tionale normalisatie. Aan de lunch zal ir. E. Hijmans, de eerste directeur van het N orm alisatiebureau, her inneringen ophalen over de beginjaren van de normalisatie. Het congres zal worden geleid door prof. ir. L. H. de Langen, voorzitter van het N ederlands Norm alisatie-instituut. ’s Morgens zal in de Westhal van de RAI, dank zij de medewerking van de PionierAutom obielen Club (P.A.C.), een Verkeersborden-test worden gehouden, waarbij op attractieve wijze de parallel lopende ont wikkeling van industrialisatie en normali satie worden gedemonstreerd. Verwacht wordt dat vele prominenten uit het bedrijfsleven aanwezig zullen zijn op dit belangrijke congres. In de afgelopen vijf tig jaar heeft de normalisatie zich immers ontwikkeld tot een niet meer weg te denken elem ent in onze samenleving: normalisatie is onm isbaar voor een efficiënte bedrijfs voering! M.T. „MOSLI” 13 juli 1966 ’s avonds kwam het Noorse tankschip Mosli van de rederij Mosvold Shipping Co A /S , Kristiansand S, te Noorwegen, ter hoogte van. de Portugese kust in aanvaring met de Griekse tanker Marietta Nomikos. Door deze aanvaring ontstond brand aan dek en geraakte de accommodatie, welke geheel op het achterschip gelegen is, in brand. De bemanning kon zich ter nauwernood in de reddingboten begeven en afstand nemen van het brandende schip. Na enige uren werd de bemanning aan boord genomen van het Noorse schip Bayard. Het vuur in de ladingtanks doofde door nog niet geheel opgehelderde oorzaak uit zichzelf, de accommodatie brandde nog =t 24 uur, waarna de inmiddels te hulp geroepen sleepboot Hercules van Wijs muller nabluste, het schip vastmaakte en naar de Baai van Gibraltar sleepte. Dok- en Werf-Maatschappij WiltonFijenoord N.V. te Schiedam en enkele andere werven ontvingen van de rederij het verzoek de schade in G ibraltar te gaan inspecteren, aan welk verzoek gevolg werd gegeven. Het bleek dat het vuur behoorlijk had huisgehouden. Behalve een groot gat in de huid aan BB-zijde, was al het staal aan BB-zijde boven de waterlijn verbogen en verwrongen. Een kleine 1000 ton staal zou hier vernieuwd moeten worden. H et brugdekhuis achter was volkomen uitgebrand en stond er uitgezakt bij. Dit dekhuis ( ± 600 ton staal) moest geheel vernieuwd worden. De machinekam er was uiteraard in het bovengedeelte ook be schadigd, hoofd- en hulpwerktuigen ble ken echter nog in redelijke conditie te verkeren. D oor de rederij en de verzekeringsmaat schappij werd een specificatie opgemaakt en aan de verschillende werven werd ge vraagd een aanbieding in te dienen. Na vergelijking van de verschillende offertes werd het reparatiew erk aan Wilton-Fijen- oord gegund, met een contracttijd van 178 dagen. Inmiddels was in de Baai van G ibraltar een gedeelte van de lading gelost in een andere tanker, waarna het schip door de sleepboot Zwarte Zee naar R otterdam ge sleept werd. 20 augustus liep het bij H oek van Holland binnen; het overige deel van de lading werd in E uropoort gelost en daarna werd het schip n aar Tankercleaning gesleept voor het schoon- en gasvrijmaken van de ladingtanks. Op 31 augustus 1966 kwam het schip naar de werf van W ilton-Fijenoord. Hier was m en reeds met de bouw van nieuwe secties begonnen, wat mogelijk gemaakt was door het verstrekken van tekeningen door de werf Verolme, die het schip in 1964 gebouwd had. D irect na aankomst van het schip aan de werf werd begonnen m et het slopen van de verbrande gedeelten. Na het slopen werden de nieuwe gedeelten staal als een blokkendoos in elkaar gezet en kon be- gonnen worden m et de nieuwe betim me ring. N a verdere inspectie in de ladingtanks en in de m achinekam er werd door de N oorse classificatiem aatschappij norske V eritas geconstateerd dat nog een ver nieuwing van ± 180 ton staal nodig was. Bovendien moest de gehele stuurm achine m et het roer uitgenom en en nagezien worden. D e hoofdm otor m oest een grondige b eu rt hebben en al de elektrische bekabe ling in de m achinekam er moest vernieuwd worden. O ok w erden in opdracht van de rederij nog verschillende voorzieningen getroffen teneinde h et schip geclassificeerd te krij gen om m et een grotere diepgang te mogen varen, hetgeen neerkom t op een ladingvergroting van ± 3000 m 3 ten opzichte van het oorspronkelijke laadverm ogen van 69.500 m 3. O ndanks het feit dat er buiten het contractw erk nog vrij veel extra w erkzaam heden verricht m oesten worden, slaagde W ilton-Fijenoord erin het schip zelfs nog ± 1 week binnen de oorspronkelijke contracttijd gereed te hebben. D it is door de reders zeer geapprecieerd, ook om dat reeds eerder door W F een schade aan dit zelfde schip binnen contracttijd was opgeleverd. De totale om vang van de reparatie be draagt ruim ƒ 10.000.000,— . W iltonFijenoord is er trots op dat een dergelijk groot karw ei in zo korte tijd tot stand is gebracht. Dit is mogelijk gem aakt door De bekende sleepboot Watergeus van. E. W agenborg’s Scheepvaart- en Expedi tiebedrijf N .V . te Delfzijl heeft, n a een ingrijpende verbouwing, welke door de N.V. Scheepsbouw- en R eparatiebedrijf G ebr. Sander Delfzijl w erd uitgevoerd, op 19 januari een proefvaart gehouden op de Eem s. H et schip werd in 1956 bij de Scheepswerf Amels te M akkum gebouwd en heeft sindsdien vele en goede diensten verleend aan de scheepvaart bij sleepwerk, berging, ijsbreken en hulpverle ning. H et is thans grondig gem oderni seerd, w aardoor de gebruiksm ogelijkhe den zijn vergroot. D oor het opvoeren van de hoofdm otor to t 800 pk w erden de trek k rach t en de snelheid verhoogd, en gelijk gem aakt aan de trekkracht en snel heid van de sleepboten W aterpoort en Waterman. H et schip werd voorzien van een nieuw, zeew aterbestendig alum inium stuurhuis m et een m ast van hetzelfde m ateriaal. De sleepapparatuur w erd verbeterd door de opstelling van een hydraulische trossenwinch van 2 ton, m et klapbare rollen op het achterdek voor het inhalen van de sleeptrossen. V erder w erd het schip uit-’ gerust m et een nieuwe 20 tons sleephaak: m et beveiliging van het fabrikaat Mam-paey D ordrecht. een nauwe en prettige sam enw erking tus sen de technische dienst van de rederij, de vertegenwoordigers van D et norske Veritas, Norw egian U nderw riters en N orsk Sjpkontrol en last but not least tussen de afdelingen Nieuw bouw en R eparatie van W ilton-Fijenoord alsmede enkele afdelin gen van Bronswerk-Fijenoord. Het bewijst eens te meer dat de Neder landse scheepsbouw nog tal van mogelijk heden bezit en perspectieven heeft voor de naaste toekomst, VERBO U W IN G SLEEPBOOT „W A TERG EU S’ IlSiPif.. lip ia ii i.f c -ïh u rw 'j CONTAINERVERVOER EN ASSURANTIE Van R. Mees & Zoonen Assurantiën ont vingen wij onderstaande mededer.ng: Bij het behandelen van dit onderwerp moet allereerst vastgesteld worden aan welke de finitie van het begrip „container” moet wor den gedacht. Wij menen dat hiervoor het beste de omschrijving van de International Standards Organisation (I.S.O.) zou kunnen dienen: „Een container is een vervoersinstrument dat (a) van duurzame kwaliteit is en dus ge noegzaam bestand tegen herhaaldelijk ge bruik, (b) in het bijzonder ervoor gebouwd is om het transport van goederen door één of meer verkeersmiddelen zonder overpakken van de lading te vergemakkelijken, (c) van inrichtingen voorzien is die een gemakkelijke hantering mogelijk maken, vooral bij het overladen van het ene vervoermiddel op een ander, (d) zo gebouwd is dat het gemakkelijk geladen en gelost kan worden en (e) een kubieke inhoud van minstens een kubieke meter heeft.” Deze omschrijving sluit dus bepaalde met de naam „container” aangeduide vervoer middelen uit, zoals bijvoorbeeld de bak met huif (Lancashire-flat) welke bij het „roll on/ roll ofF ’ vervoer van en naar Engeland ge bruikt wordt en de pallets welke eveneens dikwijls als containers aangeduid worden. H et is niet ondenkbeeldig dat uiteindelijk een gecombineerd vervoer van containers en gepalletiseerde lading zal ontstaan. Opval lend is bijv. dat het ms. Atlantic Star dat in dienst van de Atlantic Container Line, waarin o.a. de Holland-Amerika Lijn deel neemt, zal gaan varen, zowel voor het ver voer van containers als voor gepalletiseerde lading is ingericht. De container is in de eerste plaats bedoeld de tijd, benodigd voor laden en lossen van het zeeschip, te beperken waardoor dus de ligtijden van de zeeschepen in de havens en daarmee de daaraan verbonden kosten aan merkelijk verminderd zullen worden. D at de container daarnaast een belang rijke rol zal kunnen gaan spelen bij de ver betering van het goederenvervoer is uiter aard een verheugende bijkomstige factor waarvoor de assurantiewereld een open oog zal moeten hebben daar de behandeling van vele goederen bij transport op de conven tionele wijze over de gehele wereld veelvul dig tot belangrijke schaden leidt. H et zal daarom van groot belang zijn dat de betrokken partijen elkaar zullen weten te vinden en begrip voor elkaar zullen hebben en daarnaar ook zullen handelen. Alleen dan zal de door velen geuite veronderstelling, dat de opkomst van de container een even belangrijke vooruitgang voor de wereld economie zal zijn als de overschakeling van zeil- naar stoomschepen of van houten naar ijzeren schepen is geweest, tot werkelijkheid kunnen komen. De wat geforceerde manier waarop de container is gelanceerd in het Atlantische scheepvaartverkeer tussen de Verenigde Staten en Europa en omgekeerd heeft in de verzekeringswereld de nodige verwarring te weeggebracht, en begrijpelijk. De Europese transportverzekeraars hadden geen enkele er varing met containerverschepingen. De er varingen van de verzekeraars in de Ver enigde Staten, waar de container ongeveer tien jaar geleden voor het eerst werd gebruikt, zijn niet ongunstig te noemen hoewel er naast de voordelen zeker ook nadelen zijn. Een interessant rapport hierover is opgesteld door Mr. C. E. McDowell, vice-president van het American Institute of M arine Underwriters. Dit rapport werd opgenomen in de Fairplay Shipping Journal dd. 10 februari 1966 en bevat enige interessante conclusies waarvan er enkele in dit artikel zijn verwerkt. Wil de container inderdaad aan de ver wachtingen beantwoorden, dan zal deze aller eerst van behoorlijke, degelijke constructie moeten zijn met goede uitrusting voor het vervoer op vervoermiddelen van verschil lende aard en voor een veilige behandeling tijdens de diverse manipulaties welke nu eenmaal gedurende een reis moeten plaats vinden. Belangrijk is ook dat de containers voortdurend aan voldoende onderhoud wor den onderworpen. De normale slijtage van containers tijdens transport is niet onbelang rijk te noemen, vooral zolang nog conven tionele schepen gebruikt worden. Op inge deukte containerdaken blijft water staan, wat tot lekkage aanleiding zal geven. Gedeukte of opengescheurde zijkanten veroorzaken lekkage of maken diefstal mogelijk. Niet goed sluitende deuren kunnen dezelfde ge volgen hebben. De goederenverlader zal er goed aan doen te controleren of de container die hij ter be lading ontvangt, in goede staat verkeert. Ook voor de scheepvaartmaatschappij is dit een belangrijk punt in verband met eventuele aan sprakelijkheden. E r is al een interessante uit spraak van een Franse rechtbank die de con tainer, waarin de goederen door de scheep vaartmaatschappij waren geladen en waar voor een connossement was afgegeven, be schouwde als een deel van het scheepsruim en niet als een collo. Bij de huidige stand van zaken zijn der halve risico’s als diefstal en waterschade ze ker nog niet verdwenen. Een ander risico dat nog moeilijkheden oplevert, is de conden satie. Vooral bij in blik verpakte goederen is dit een moeilijk vraagstuk, dat ook bij de conventionele verlading niet afdoende was opgelost. Weliswaar zijn er geventileerde con tainers, doch de juiste oplossing voor dit ri sico is nog niet gevonden. Een ander belangrijk punt is de kwestie van belading van de container. Bij „huis tot huis” vervoer in de container zal in het alge meen de belading geschieden door de ver zender. Deze zal dan ook deskundig moeten worden voorgelicht over de wijze waarop de container moet worden beladen en de containermaatschappij zal passend separatiemateriaal ter beschikking moeten stellen. On deskundige belading kan to t gevolg hebben dat de inhoud van de container gaat schuiven met alle gevolgen van dien. H et is bekend dat machines als gevolg van onjuiste belading in de container tot schroot werden gevormd. H et ware aan te bevelen, zo dit al niet door bepaalde scheepvaartmaatschappijen wordt gedaan, dat de container voor inlading in het zeeschip wordt gecontroleerd op juiste bela ding. In dit verband moet nog worden opge merkt dat de suggestie dat het gebruik van containers de gebruikelijke verpakking over bodig maakt onjuist is. Reeds v ele schaden zijn veroorzaakt doordat een z w ak k e re ver pakking werd gebruikt en wel sp e c ia a l breukschaden. D it punt speelt vooral bij c o n ta in e r vervoer van „haven naar haven” o f van „expeditiecentrum naar expeditiecentrum ” of tussenvormen daarvan, waar e e n gedeelte van de reis dus buiten de c o n ta in e r in de eigen verpakking zal geschieden. In d ie n deze verpakking zwakker dan de gebruikelijke is, zullen beschadiging en diefstal in g ro te m ate voorkomen. Belangrijk voor het v o o rkom en of ver minderen van schade is dat in d e havens waar containerschepen komen lo ssen en la den bijzondere apparatuur voor h e t rationeel uitvoeren van deze handelingen aan w ezig is, zoals bijv. speciaal voor het b eh an d elen van containers ingerichte laadbruggen. Enkele grote containerm aatschappijen h e b b e n op dit gebied belangrijk werk gedaan. H e t zal dui delijk zijn dat vallen of stoten v a n beladen containers aanleiding kan geven t o t het o n t staan van belangrijke schaden. Een van de factoren w aarm ede d e assura deur bij het beoordelen van zijn risic o rek e ning zal moeten houden, is dat co n tainers bovendeks van het containerschip geladen kunnen worden. Hierbij zal het v o o ra l van belang zijn dat de containers in g o e d e staat verkeren. Ook het punt van v e n tilatie blijkt bij vervoer bovendeks een m oeilijke zaak te zijn, speciaal bij ruw weer. U it het bovenstaande zal d u id e lijk zijn, dat het voorlopig geen uitgemaakte z a a k zal zijn dat voor goederen, welke in co n tain e rs ver laden worden, zonder meer la g e re prem ies zullen worden berekend. E ventuele verlagin gen zullen volgens ervaringsregelen na ver loop van tijd kunnen volgen v o o r bepaalde goederen en voor bepaalde soorten co n ta in e r vervoer. Hierbij zal het noodzakelijk zijn, als hierboven reeds vermeld, dat a lle betro k ken partijen in gezamenlijk o v e rle g kom en tot een optimaal bevredigende situ atie, w aar door de containerisatie inderdaad zou k u n nen zijn de belangrijke om w enteling op ver voersgebied welke men bij de in tro d u c tie van de container heeft voorzien. W a n t hoew el hierboven vooral de voor de tran sp o rtassu radeur voorlopig negatieve kanten v a n de con tainer zijn belicht, heeft con tain erv erv o er reeds diverse malen bewezen dat b e t tot gro te verbeteringen in het goederenvervoer kan leiden. W anneer men er in gezam enlijk over leg in zou slagen om deze n egatieve punten te verbeteren, zal de container o o k voor de verzekeringswereld haar nut h e b b e n gekre gen. N aast de verzekering van de goederen welke in de containers vervoerd w o rd e n , w il len wij een enkel woord wijden a a n de verze kering van de containers zelf w elk e im m ers voor de belanghebbenden een k o stb a re in vestering vormen. Over het algemeen w orden de containers door de eigenaren voor vervoer e n verblijf over de gehele wereld tegen m aterië le schade verzekerd op ,,all risks” condities. D a a rn a a st sluit men meestal voor schade a a n derden een aansprakelijkheidsverzekering. D e m eeste containermaatschappijen leggen e e n zware aansprakelijkheid op stuwadoors e n vervoer ders die de containers naar de e in d b estem ming moeten vervoeren, ten a a n z ie n van ver lies of schade aan een container of chassis, schade aan derden alsmede voor schade aan de lading in de containers welke laatste aan sprakelijkheid w ordt begrensd door de voor het aansluitende vervoer geldende vervoerscondities. Ook voor deze risico’s kun nen verzekeringen worden gesloten. D it brengt ons ten slotte op een voor goe derenassuradeuren belangrijke aangelegen heid, nl. de aansprakelijkheid van de vervoer der en daarm ede het regres van de assuradeur voor schade aan de goederen tegenover de scheepvaartm aatschappij en aansluitende ver voerders. Op dit juridische aspect van het container vervoer willen wij in dit artikel niet al te ver ingaan, tem eer daar ook hier vele ondui delijkheden bestaan welke pas na verloop van tijd zullen w orden opgelost. D oordat in vele gevallen m eer vervoerders worden ingeschakeld bij het vervoer, vooral bij een van „huis tot huis” vervoer, zal het dikwijls moei lijk zijn te bepalen wie voor een bepaalde schade aansprakelijk moet worden gesteld. D aarnaast bestaat nog het probleem hoever de aansprakelijkheid van de scheepvaart m aatschappij ten opzichte van de in een con tainer verpakte goederen gaat. Volgens de „H ague R ules”, die de meeste „ocean bills of lading” in de internationale handel beheer sen, is de aansprakelijkheid van de reder voor verlies van of schade aan een collo be perkt tot $ 500,— . D e grote vraag is nu of de container als collo zal w orden aangemerkt of dat ieder collo, dat in de container wordt vervoerd, als zodanig in de zin van de „Hague Rules” zal worden beschouwd. Ook dit zijn onderwerpen welke van be lang kunnen zijn voor de verzekeringswereld, die daaraan derhalve veel aandacht zal moe ten geven. Misschien d at het „C o n trat Inter national Combiné de M archandises”, dat bij de Internationale K am er van K oophandel in voorbereiding is, enige duidelijkheid zal ge ven inzake deze aansprakelijkheidskwesties. O VERDRACHT M.T.S. „D IO N E” D e N ederlandsche D ok en Scheepsbouw M aatschappij v.o.f. te A m sterdam heeft 31 januari 1967 het 70.S70 tons m otortankschip Dione aan Shell T ankers N.V. overgedragen. D e overdracht vond plaats bij m onde van ir. C. Scherpenhuijsen, directeur van de N.D.S.M . aan de heer D. R odenburg, directeur van de rederij. D e D ione is de laatste van vier schepen van de D -klasse, welke de K oninklijke/Shell groep in 1963 en 1964 bij N ederlandse werven bestelde. Vorig jaar kwam en gereed de D ilom a (NDSM ; 65.000 ton); de D iadem a (W ilton Fijenoord; 65.000 ton) en de Dosina (R .D .M .; 69.250 ton). V oor het grotere draagverm ogen van de D ione ten opzichte van h aar zusterschepen zijn twee redenen aan te wijzen. De vorig jaar van k racht geworden wijzigingen in de vrijboordvoorschriften hebben het mogelijk gem aakt het schip een grotere diepgang te geven dan oorspronkelijk was voorzien. D it levert een winst aan draagverm ogen op van ruim 4000 ton. D aarnaast is bij de D ione een andere constructie toegepast dan bij de drie andere schepen, w aardoor een belangrijke ge wichtsbesparing werd bereikt, welke aan het draagverm ogen ten goede is gekomen. D oor toepassing v an staal van hoge treksterkte in bodem - en dekconstructie en d o o r verm indering van het aantal ladingcom - partim enten (die elk afzonderlijk dus groter w erden) is een ge wichtsbesparing van ruim 1600 ton verkregen. De hoofdafm etingen van het schip zijn: lengte (over alles) 243,84 m, lengte (tussen de loodlijnen) 231,75 m , breedte (naar de mal) 33,53 m, holte 17,43 m, diepgang 13,37 m en bruto register tonnage 39.135 brt. De hoofdm otor is een 9 cilinder Stork m o to r, type SW 9 X 8 5 /1 7 0 B, afgesteld op een vermogen van 18.000 bhp. De m otor wordt van de brug af bediend of u it een speciale, geluid dichte bedieningsruim te in de machinekam er. A an het tegengaan van corrosie van het staal is bij dit schip bijzonder veel aandacht besteed. A l het verw erkte staal werd van te voren gestaalstraald en van een dunne laag „zink-epikote” voorzien. N a het gereedkom en van de samenstellende elem enten van het tankgedeelte en de buitenzijde van vlak en h u id , zijn secties hiervan in een speciaal voor dit doel gebouwde e n verwarm de loods verder met speciale verven behandeld. D e D ione is het 46e schip, dat de N .D .S.M . voor de Ko ninklijke/Shell Groep heeft gebouwd (totale tonnage 613.145 ton). In aanbouw of bestelling zijn voor de Shell nog 4 schepen met een totaal draagverm ogen van 740.000 tons. NEDERLANDSE VERENIGING ¥Ä N TECHNICI OF SCHEEPVAARTGEBIED F IO G S 1 M M Ä 9 m aart 1967 te R otterdam 10 m aart 1967 te Am sterdam Magnetische waterbehandeling tegen corro sie en ketelsteen, door ir. T. I. S. V erm eiren, directeur EPURO N.V., Antwerpen. 23 m aart 1967 te Groningen Pompen en pijpleidingen aan boord, door de heer C. P. Molenaar, Engineer Surveyor to Lloyd’s Register of Shipping. 6 april 1967 te Rotterdam Vouwschotten, door prof. ir. H. E. Jaeger, hoogleraar Scheepsbouwkunde aan de T ech nische Hogeschool Delft. 20 april 1967 te Arnhem Excursie naar het K.E.M.A. (N.V. to t K eu ring van Electrotechnische M aterialen) on der leiding van prof. ir. J. Bekink. Deze excursie is één week vervroegd. Reeds nu w ordt er op gewezen, dat het aantal deelnemers beperkt zal blijven to t 75. Eind m aart a.s. zal aan de leden een deelnemersform ulier worden gezonden, alsmede nadere mededelingen over het program m a van die dag. JA A R D IN E R AFD ELIN G „RO TTERDAM ” H et deed ons veel genoegen, dat wij naar aanleiding van h e t concert, d at voorafging aan het jaardiner 1967 van onze vereniging op 4 februari jl. in „de Doelen” te Rot terdam , de recensie aantroffen van de heer Ido Eyl in het weekblad „De Haven loods” van 9 februari jl. G aarne nemen wij deze recensie nog eens in „Schip en W erf” over: Jaardiner werd geopend met muzikaal aperitief D it verslag over het jaardiner van de Ne derlandse Vereniging van Technici op Scheepvaartgebied, dat in „de Doelen” werd gegeven, zou nim m er in de muziekkolom m en van D e Havenloods zijn versche nen, indien 'het organiserende bestuur van de afdeling „R otterdam ” van deze vereni ging niet op h et originele denkbeeld was gekomen aan dit jaarlijks terugkerende, culinaire festijn een geestelijk aperitief voor af te laten gaan. NIEUWSBERICHTEN P E R S O N A L IA Afscheid D. Prins Op 28 februari 1967 zal de heer D. Prins, Hoofd van de Technische Dienst bij het Loodswezen in h et 4e en 5e district na een dienstverband van 38 jaren, wegens pensionering deze dienst verlaten. T er gelegenheid hiervan zal op genoem de dag een afscheidsreceptie w orden ge houden in de sociëteit van de Nederlandse Vereniging van Technici op Scheepvaart gebied, Stationsplein 45 (ingang A), Rot ter dam-4, van 16.00 to t 18.00 uur. Jubileum A. Keiler Op donderdag 2 m aart 1967 zal de heer A. Keiler, 'directeur N.V. M achinefabriek en Reparatiebedrijf J. H. Keiler te Rot terdam de dag herdenken waarop hij vóór 25 jaar aan de vennootschap w erd ver bonden. Het N ederlands K am er O rkest viel de eer te beurt dit van sm aak en muzikale eru ditie getuigende initiatief tot verwezenlijking te brengen en zo vulde zich de kleine Doelenzaal m et de circa 450 in avondtoilet geklede heren m et hun dames, die vooraf in de wandelgangen een heerlijk kopje mokka gesavoureerd hadden. David Zinm an h ad voor deze gelegenheid een toepasselijk program m a samengesteld, dat begonnen w erd m et de even technisch als muzikaal vertolkte amusementsmuziek „Eine kleine N aehtm usik”, die de destijds 31-jarige M ozart m et geniale hand aan zijn onuitputtelijk oeuvre heeft toegevoegd. H et getuigde van al even fijnzinnige als ingenieuze sm aak de nog jeugdige violiste Emmy Verhey te laten optreden. H aar aandeel in dit „uur, gewijd aan muziek” werd door haar voordracht van het gedegen en technisch 'bekwaam gespeelde E dur vioolconcert van J. S. Bach volkomen ge motiveerd. M en kan haar talentvol spel het beste vergelijken met een zich uit de knop ontluikende 'bloem, in vorm en kleur vol beloften voor 'de toekomst. H et N eder lands K am erorkest paste zich in een dyna misch samenspel m et de soliste volkomen aan bij de boeiende bewegingsstijl van deze muziek. H et concert vond een hoogtepunt in de vertolking van D vorak’s op 34-jarige leef tijd gecomponeerde Serenade in E op. 22 voor strijkorkest; een stemmingsvolle, poëti sche en ook levensvreugdige muziek, die D avid Zinm an m et m uzikale sm aak heeft aangevoeld en dienovereenstemmend door het N ederlands K am er Orkest heeft laten spelen. H et was een alleszins geslaagd experi ment, dat niet nagelaten zal heb'ben zijn stempel te drukken op de culinaire ge nietingen, die 'het schitterende m enu van het jaardiner van de Nederlandse Vereni ging van Technici op Scheepvaartgebied, de geïnviteerden heeft geboden.” Ter gelegenheid 'hiervan zal op genoem de dag een receptie w orden gehouden in de feestzaal van „de Doelen”, ingang Kruisplein 40, te Rotterdam , van 15.00 tot 17.00 uur. heeft samengesteld: R. W. Bos, president; N . J. van Drimmelen, secretaris; J. J. C. M. van Dooremalen, thesaurier en C. Pronk, commissa ris. D . E. Roberts Tot directeur van de G eneral Steam Con tainer Division voor N oord- en MiddenEuxopa is 'benoemd de heer D. E. Roberts. Hij is belast m et de ontwikkeling van containerdiensten in dit gebied. Naast deze functie zal 'hij voorlopig de directie van de G eneral Steam Transport Compiany in R otterdam en Amsterdam blijven waarnemen. Scheepsbouwkundig gezelschap „William Froude”, Delft H et Bestuur van het Scheepsbouwkundig Gezelschap „W illiam Froude” te D elft deelt mede, dat het zich tijdens de buitengewone ledenvergadering van 3 februari jl. als volgt Directie Koninklijke Nederlandse Jaarbeurs T ot plaatsvervangend algemeen directeur van de Koninklijke N ederlandse Jaarbeurs is per 1 april 1967 benoem d de heer A. G. Biemond Jr. De heer Biemond was to t dus verre — in zijn functie van directeur b u i tenland — meer in h e t bijzonder belast met het 'bevorderen van de internationale 'bete kenis van het Jaarbeursgebeuren. Hij zal zijn nieuwe functie vervullen on der statutaire verantwoordelijkheid van de heer V>an der Kwast, algemeen directeur sinds 1961. D e 'heer Biemond trad toe to t de leiding van het Jaarbeursinstituut in de zomer van 1963, toen de Nederlandse Textieljaarbeurs — w aarvan hij vanaf 1952 de leiding had gehad — opging in de Koninklijke Neder landse Jaarbeurs. N.V. Bos en Kalis, Papendrecht M et ingang van 1 februari 1967 zijn bij de N.V. Baggermaatsohappij Bos en K a lis te Papendrecht de volgende benoem in gen geëffectueerd: J. Th. Meijers, directeur; G. D rapers, adjunct-dlirecteur en ir. H. A. Verkerk, adjunct-directeur, zo deelt de m aatschappij mede. Technische Hogeschool, D elft Geslaagd voor h e t doctoraal examen voor elektrotechnisch ingenieur: J. P. M. Akerboom , Nieuwveen; J. G. M. Arkesteijn, M aasland; L. W. R. Biekart, ’s-Gravenhage; G. Blom, H attem ; A. A. Brou wer, U trecht; R. T. G. Cals, Sittard; H . B. Driessen, Capelle a / d IJssel;; W. J. van Gelder, A m sterdam ; J. G. de Lint, ’s-Gravenhage; B. P. J. M arttin, Nijmegen; H. M ulder, ’s-Gravenlhage; J. J. Poort, Zoeterm eer; J. H. Pot, Zwolle; C. van der Toorn, H aarlem ; E. N. Vleeschdraager, D elft; H . M. C. Voorn, Bodegraven. Atlantic, N .V . Technische Handel Mij, Rotterdam M et ingang van 2 januari 1967 is de naam en het adres van bovengenoemde N.V. gewijzigd in: „A tlantic” N.V., Mercuriusstraat 26, Vlaardingen. Telefoon 010 - 34 68 19, telex 22632. Grenco N.V., Rotterdam D e oude adressen van G renco N.V., Rotterdam , t.w. Noordsingel 168, Nwe Binnenweg 100 en Vondelweg 123 zijn ver vallen. H et nieuwe adres luidt: Geyssendorfferweg 60 (Postbus 650) Rotüerdam-22. Telefoon 29 22 00 (4 lijnen). Bond voor Materialenkennis, ’s-Gravenhage Donderdag 16 m aart 1967 zal de Sectie Solderen van de Bond voor M aterialen kennis zich voor de eerste maal presen teren m et een aantal voordrachten over diverse problem en die m et het solderen ver band houden. De Sectie Solderen is een nieuwe loot aan de ruim 40 jaar oude stam van d e Bond voor M aterialenkennis. Zij is voortgekom en uit een Werkgroep Solderen — een groep van specialisten op soldeergebied — die onlangs aansluiting bij de bond heeft gezocht als sectie van de K ring M etalen en van de K ring Hechting. V oorzitter van de sectie is ir. M. C. M aars (Artillerie-Inrichtingen Hembrug, Zaandam ) en secretaris de heer D. van der Torre, M etaalinstituut TNO, Delft. De eerste bijeenkom st wordt, zoals ge meld, op 16 m aart a.s. gehouden en wel in het Gebouw voor K unsten en W etenschap pen, M ariaplaats, U trecht. Zij begint om 10.00 uur. H et program m a omvat de volgende voordrachten: — Ir. R. J. Klein W assink (Philips’ Gloei lam penfabrieken N .V ., Eindhoven): „Enkele fundam entele aspecten van de bevochtiging” •—• D. van der T orre (M etaalinstituut TNO, Delft): „Beproevingen van vloeimiddelen welke gebruikt w orden bij 'het zadhtsolderen” . — A. van ’t H oen (Wirges, W esterwald, Duitsland): „H et zacht- en hardsolderen in de in stallatietechniek, in het bijzonder bij montage van pijpen in verwarmingsinstallaties” . — T. van Schaik (W erkspoor N .V ., A m sterdam): „D e praktijk van het solderen in va cuüm en in een beheerste gasatm os feer” . Na elke voordracht zal gelegenheid be staan to t het stellen van vragen. N adere inlichtingen verstrekt gaarne het bureau van de Bond voor M aterialenken nis, Stadhouderslaan 28, D en H aag. Tel. 070-394930. Nieuwe opdrachten De N.V. Scheepswerf W esterbroek, voor heen J. G. Bröerken te W qsterbroek (Gron.) heeft van W estduitse zijde opdracht ontvangen voor de bouw van twee m otorvrachtschepen van het open/gesloten shelterdektype m et een draagverm ogen van resp. 1050 en 1920 ton. De bruto-inhoud zal 499 en 999 registerton zijn. De voornaam ste 'afmetingen zullen be dragen: lengte over alles 64 m, lengte tus sen de loodlijnen 57 m, breedte 11,10 m, holte 5,85 bij 3,60 m en een beladen diep gang van 5,10 m. D e schepen zullen wor-1 den voortgestuwd door een 1100 pk M A K dieselmotor die ze een dienstsnelheid zul len geven van ongeveer 12 mijl per uur. De schepen zullen resp. in het voor- en na jaar 1967 worden opgeleverd. N.V. Scheepswerf „D e H oop” te Lobith, ontving de opdracht voor de bouw van een bulkcarrier van ongeveer 6.000 ton dw, welk schip geschikt zal zijn voor het vervoer van zware stortlading. H et schip is bestem d1voor Britse reders. H et schip zal geklasseerd w orden onder Lloyd’s Register of Shipping en uitgerust worden met een M .A .N .-hoofdm otor van 3450 epk, welke m otor het schip een snel heid zal geven van 13 knoop. De m achinekam er zal uitgebreid geauto m atiseerd worden. De levering zal plaats vinden in 1968. H et schip zal gebouwd w orden onder bouwnum m er 264. De G rosvenor Shipping Comp. Ltd. te Londen heeft bij Verolme V erenigde Scheepswerven een order geplaatst voor de bouw van een tanker van 23.000 ton dw die ontworpen is voor het vervoer van bi tum en en ruw e olie. D it schip is een zuster schip van de op de Verolmewerf te H eusden in aanbouw zijnde tanker voor de N oorse K loster Rederi. De Shell, waarvoor de tanker gedurende vijftien jaar onder charter zal gaan varen, heeft aan de uitvoering bijzon dere eisen gesteld. H et schip zal op de V er olmewerf te Rozenburg worden gebouwd volgens een m odern ontwerp d a t voldoet aan alle eisen die Lloyd’s Register of Shipping stelt aan schepen voor dit vervoer. Speciale aandacht wordt hierbij besteed aan de veiligheid en het com fort van de bem an ning. De hoofdafm etingen van het schip zijn: lengte over alles 175,26 m, breedte 22,86 m, diepgang 9,601 m en holte 13,40 m. H et zal uitgerust worden m et een V erolm e M .A .N .-hoofdm otor type K 8 7 0 /1 2 0 D m et een vermogen van 9600 BHP. D e snel heid zal liggen bij de 15 knoop. Tewaterlatingen Bij de Scheepswerf Bodewes Volharding N.V. te Foxhol is het motorkustvaartuig Rowin te w ater gelaten, dat wordt ge bouwd in opdracht van de rederij Roelof de W inter e.a. te Groningen. D e Row in behoort tot het half-shelterdektype en heeft een 'draagvermogen van ongeveer L140 ton, bij een bruto inhoud van 499 registerton. De voornaam ste afmetingen bedragen: lengte 64,75 m, breedte 10,30 m, holte tot shelterdek 6,10 m en holte tot hoofddek 3,95 m. De ruim inhoud voor granen zal 63.000 kubieke voet bedragen en voor ba len 57.000 R.N. D e voortstuwing zal ge schieden door een 900 pk Brons-dieselmotor; ook zullen nog twee Lister-diesel hulpm otoren worden opgesteld van elk 62 pk. H et schip krijgt itwee vaste ongestaagde masten met drie laadbom en m et een hijs-1 vermogen van 'drie ton, w aarvan één z.g. zware spier met 15 tons hefvermogen. De bouw geschiedt onder toezicht van Klasse Lloyd’s Register of Shipping 100 A -l en de Scheepvaartinspectie voor de onbeperkte vaart. Op 4 februari 1967 is m et goed gevolg te water gelaten het motorvraohtschip Alcee, bouwnum m er 686 van Scheepswerf „D e W aal” N.V. te Zaltbommel, bestemd voor de Société N avale Caennaise te Parijs. Hoofdafm etingen zijn: lengte 70,00 m, breedte 12,40 m, holte 4,10/7,50 m. In dit schip wordt geïnstalleerd een 4takt, enkelwerkende Smit-Man-motor van het type RBL 669 m et een vermogen van 3000 pk bij 280 om w /m in. Het motorvrachtsohip Alcee wordt ge bouwd onder toezicht van Bureau Veritas voor de klasse: * I 3 /3 L 1.1. A. & C.P. Glacé III R.M.C. Transport de vin en vrac. Op 3 februari 1967 vond op de tot de I.H.C. Holland-groep behorende werf van Verschure & Co. te Amsterdam, de goed geslaagde tewaterlating plaats van de sleep hopperzuiger Draga Colombia, in aanbouw voor de „Em presa Puertos de Colombia”. De doopplechtigheid werd verricht door m ejuffrouw Pola Palacios, dochter van dr. Luis E. Palacios, directeur van de „Em presa Puertos de Colombia”, het rijksha venbestuur van deze Zuidamerikaanse staat. De technische bijzonderheden zijn: lengte over alles 73,10 m, 'breedte 11,88 m, holte 5,48 m, diepgang geladen 4,53 m, hoppercapaciteit 1020 m3 (slib) of 765 ms (zand). De twee schroeven w orden elk aan gedreven door een 6 cilinder Smit-Bolnes dieselmotor van 760 pk bij 300 om w /m in. Zij geven de sleepzuiger een snelheid van ruim 10 knopen. Een 'hydraulisch aange dreven boegschroef, die 2 % ton druk naar stuurboord of bakboordzijde kan geven, vergemakkelijkt het snel omkeren van het schip. De 5 cilinder Smit-Bolnes pompirtotor ontwikkelt 580 pk bij 250 omw/min. De sleepzuiger heeft één zuigbuis (aan stuurboordzijde) m et een diameter van 650 mm en voorzien van een I.H.C. Holland sleepkop met zelfinstellend vizier. Gebag gerd kan worden tot op een diepte van ruim 14 meter. De geheel op het werken in de tropen ingerichte accommodatie biedt plaats aan zes officieren en tien bemanningsleden. Op v erz o e k van d e opdrachtgever is de sleepz u ig e r voorzien van een verhoogd voor sc h ip — om h e t overslaan van golven te v erm inderen e n van een antislingertank. D eze voorzieningen zijn nodig, omdat het w erk terrein v a n de sleepzuiger zal liggen in d e m onding van de Magdalena — de riv ie r die to e g a n g geeft tot de Colombi a a n s e havenstad Barranquilla — waarop de scheepvaart ern stig e hinder ondervindt van e en zandbank, opgew orpen door oost-weststro m e n langs de kust. Deze zandbank m o e t regelm atig worden doorgegraven. De rivierm onding is een berucht stormgat. Van d ecem b er to t a p ril waait e r een straffe n o o rd -o o st p a s s a a t met windstoten tot 100 k m p e r uur. M a a r zelfs bij een deining v a n 2 V2 m eter zal de „kleine” sleepzuiger D ra g a C olom bia volop kunnen blijven door w e rk e n . H e t eerste v a n de twee containersche p en , die Boele in opdracht van Shamrock S h ip p in g Co. L td . te Larne, Noord Ier la n d , bouwt is op 8 februari 1967 aan de eigenaars overgedragen. D ezelfde d a g vond ook de tewaterlating p la a ts van h e t zusterschip Moyle, dat op d ez elfd e nieuw bouw helling als het inmiddels overgedragen m .s. Curran werd gebouwd. D e doopplechtigheid werd verricht door m rs. G. E. C am ero n , echtgenote van een v a n de directeuren van Shamrock Shipping C o. L td. D e ov erd rach t van het m.s. Curran v o n d aan de w e r f plaats, nadat het schip d aa g s tevoren e e n geslaagde proeftocht had g e m a a k t op h e t H aringvliet. N am ens de d irectie werd het woord ge v o e rd door de h e e r Joh. Boele en bij monde v a n m anaging director mr. C. S. Brown w e rd het schip door de rederij overgeno m en. D e technische gegevens van de schepen zijn: lengte o v e r alles 69,80 m, lengte tus se n loodlijnen 64,01 m, breedte 10,97 m, h o lte tot h o o fd d e k 6,25 m, diepgang 5,11 m , snelheid 13 k n oop, container deadweight 1 3 5 0 ton. Proeftochten O p 7 feb ru ari 1967 heeft met goed ge v olg proefgevaren het motorschip Electron, bouw num m er 2 2 0 van N.V. Scheepswerf B odew es G ru n o te Foxhol, bestemd voor R ed erij m.s. „ E le c tro n ” te Groningen. H o o fd afm etin g en zijn: lengte 43,00 m, b re e d te 9,15 m , h o lte 3,46/5,60 m. I n dit schip w erd geïnstalleerd een 2ta k t, enkelw erkende Bronsmotor van het ty p e 6 GV m e t een vermogen van 375 pk bij 250 o m w /m in . H et motorschip E lec tro n werd gebouw d onder toezicht van B u re a u Veritas v o o r de hoogste klasse. O p 8 februari 1967 heeft met goed ge volg proefgevaren het motorschip Jan Tav e n ie r , bouw num m er 490 van Bodewes’ Scheepsw erven N .V . te Martenshoek, be s te m d voor N .V . Zeevaart Maatschappij Z a a n d a m I te Z aandam . H o o fd afm etin g en zijn: lengte 66,50 m, b re e d te 11,30 m , holte 3,75/6,20 m. In dit schip w erd geïnstalleerd een 4ta k t, enkelw erkende M aK-motor van het ty p e 8 Mu 4 5 1 A K m et een vermogen v an 1200 pk bij 3 2 5 om w /m in. H e t m otorschip Jan Tavenier werd ge b o u w d onder to ezich t van Bureau Veritas v o o r d e klasse: I 3 /3 L. 1.1. Glacé I II A . & C.P. Op 9 februari 1967 heeft met goed ge volg proefgevaren het motorschip Balder, bouwnummer 216 van N.V. Scheepswerf „Vooruitgang" G ebr. Suurmeijer te Foxhol, bestemd voor Rederiet Sjplund te Naestved (Denemarken). Hoofdafmetingen zijn: lengte 56,00 m, breedte 10,22 m, holte 3,85/6,10 m. In dit schip w erd geïnstalleerd een 4takt, enkelwerkende M aK-m otor van het type 6 Mu 451 A. m et een vermogen van 800 pk bij 375 om w /m in. H et motorschip Balder werd gebouwd onder toezicht van Bureau Veritas voor de klasse: ► £< I 3/3 L. 1.1. (Glacé III) A. & C.P. Bij Den Helder vond de overdracht plaats van de laatste van de serie van acht zelfvarende zandzuigers, voor rekening van het Aannemingsbedrijf de Vries & van der Wiel te Hilversum. H et is alweer enkele jaren geleden dat door de directie van d it aannemingsbedrijf opdracht aan Scheepvaartkantoor „Inter-' shipping” te W addinxveen werd gegeven voor het opmaken van bouwcontract en bouwbescheiden voor deze serie schepen, welke door de Scheepswerf Bijlsma te W artena gebouwd werden. H et laadvermogen bedraagt 920 ton, ter wijl de afmetingen als volgt zijn: 67 X 8-20 X 2,65 meter. Als hoofdm otor is een 480 pk Bolnes dieselmotor geplaatst, welke tevens via een krukas verlengstuk de 35 cm zandpomp aan drijft. Voor het lenzen van het met het zand m ee komende water, w ordt gebruik gemaakt van twee 100-tons centrifugaalpompen en een 4" dubbelwerkende membraanpomp. Op voor- en achterschip zijn royale, mo derne woningen aangebracht, welke ver w armd worden door C.V.-installaties en ver der voorzien zijn van warm en koud stro m end water. Ter voorkoming van het extra „inbreken” met een bakkenzuiger, zijn de schepen uit gerust met 1 doorlopende beun. De schepen voldoen aan de eisen ter verkrijging van h et Rijnvaartcertificaat en zijn voorzien van alle moderne navigatie middelen. Esso overweegt plan voor bouw van reuzentankschepen Volgens een woordvoerder van het Japan se ministerie van V erkeer heeft een leidende persoonlijkheid van Esso International Inc., R. H. Rogers, die een bezoek brengt aan Japan, in besprekingen m et het hoofd van de afdeling scheepsbouw van het ministerie, Hiroshia Chiba, verklaard, dat zijn m aat schappij een plan overweegt voor de bouw van reuzentankschepen van ruim 300.000 tot 800.000 ton draagvermogen. Esso wil deze schepen hebben om het vervoer van ruwe olie van het Midden-Oosten naar een in N oord-Europa te vestigen groot opslag en distributiecentrum goedkoper te maken. Als dit met dergelijke schepen kan worden bereikt, zal Esso deze in een vooraanstaand scheepsbouwland bestellen, zo zei Rogers. Drijvend dok in Hamburg voor lOO.OOO-tonners Begin september zal Howaldtswerke in Hamburg — als lid van de drie-eenheid Kieler Howaldtswerke, Deutsche W erft en H am burger Howaldtswerke — het tot dusver grootste in W est-Duitsland gebouwde drij vende dok in gebruik nemen voor schepen to t 100.000 dwt; het hefverm ogen is 47.000 ton. De 16 dokpompen kunnen bij een geza menlijke capaciteit van 3500 m 3 per uur een dergelijk schip droog zetten. D e mogelijkheid bestaat het dok m et een sectie te verlengen, w aardoor het dan sche pen tot 135.000 dwt zal kunnen opnem en. Kapitaalkosten per pk in scheepsreactoren D e kapitaalkosten per paardekracht in scheepsreactoren dalen van $ 3 1 5 /a p k in een eenheid van 20.000 apk to t $ 9 0 /a p k bij een grootte van 140.000 apk, volgens een rapport van d e N U S Corp. voor de M aritim e Adrniniistration (M arA d), getiteld; „N uclear Capital Costs an d Cost Trends in M aritim e Applications” . H e t rap p o rt is de tweede van drie die volgens contract voor M arA d door het nucleaire consultatie bureau van W estingbouse w orden opgesteld; het eerste (zie A toom Forum 5, nr. 11, nov. ’66, pag. 2) over splijtstofkosten van scheepsreactoren toonde aan dat de kosten na de eerste kern scherp genoeg daalden, opdat „op nucleaire splijtstof werkende maritieme voortstuwingssystemen econo misch kunnen concurreren m et op fossiele brandstoffen werkende system en” . Deze conclusie werd getrokken onder h et voor behoud „dat de kapitaalkosten de m om en teel verwachte niveaus niet overschrijden”. H et rapport over de kapitaalkosten d a t thans voltooid is toont aan d a t 'de eerder door verschillende specialisten van regering en industrie gem aakte kostenprojecties over eenkomen m et huidige en geprojecteerde prijsschattingen op het gebied van kernener giecentrales. H et gebied van controverse is derhalve teruggebracht to t de econom ie van het maritieme transport: hoe de schepen gebruikt moeten worden. D e kosten van het herladen van splijtstof van met kernenergie voortgestuw de koop vaardijschepen begunstigen reactoren m et hoog vermogen, aldus luidt de conclusie van de derde en laatste studie over de economie van nucleaire voortstuwing do o r de N U S Corp., W ashington D .C. voor de M aritim e A dm inistration (MarAd). D e studie kwam to t de conclusies dat d e herladingstijden en directe kosten grotendeels constant blijven tussen de 70.000-100.000 apk en daarna slechts zullen variëren m et ongeveer 15 % tot de uitersten van 20.000-140.000 apk. D aaruit volgt dat de kosten van herlading een belangrijk grotere bijdrage zullen leve ren tot de totale splijtstofeconom ie bij la gere vermogens dan bij hogere (Nucleonics Week). M .S. Prins der Nederlanden Onlangs keerde het m.s. Prins der N e derlanden van de K oninklijke N ederlandsche Stoomboot-M aatschappij N .V. te A m ster dam na geruim e tijd in reparatie te zijn ge weest bij de Am sterdam sche D roogdokM aatschappij N .V ., n a een 'geslaagde twee daagse beproeving op de N oordzee, in de haven van A m sterdam terug. D e repara ties waren nodig nadat het schip vorig jaar een aanzienlijke bodem schade had opgelo pen nabij de Azoren. D e A.D.M . verwierf eind oktober vorig jaar, in concurrentie m et 8 andere werven de opdracht om de noodzakelijke rep ara ties uit te voeren. Behalve de reparatie van de scheepsbodem werden omvangrijke her stellingen uitgevoerd in de m otorkam er wel ke onder w ater had gestaan. Tegelijkertijd werd de B.&W .motor-installatie door de bou wers, de N.V. M achinefabriek en Scheeps werf van P. Smit Jr., van een brugbediening voorzien. Tijdens de reparatie-periode werd door de A .D .M . ook een verbouwing van een der tigtal passagiershutten uitgevoerd ter verbe tering van het com fort voor de passagiers. Alle hutten beschikken nu over een eigen toilet en douche-inrichting, terwijl de ver w arm ing en ventilatie werd verbeterd en aan de hoogste eisen voldoet. Tevens wer den de voorzieningen tegen brand in over eenstem m ing gebracht m et de in 1966 zeer verzw aarde internationale eisen. Het schip werd door de A .D .M . binnen de daarvoor gestelde tijd gerepareerd en heeft 18 februari jl. zijn dienst via Southam pton op de N ederlandse Antillen hervat. Aanlegplaatsen voor mammoettankers Vier Japanse oliem aatschappijen zullen in de Baai van Tokio, acht kilom eter uit de kust van Anegasaki, twee aanlegplaatsen voor m am m oettankers laten bouwen. De vier m aatschappijen — Idemitsu Kosan Co., M aruzen Oil Co., Fuji Oil Co. en K yokuto Oil Co. — hebben tot dit geza menlijke project besloten om dat het toe nem ende gebruik van m am m oettankers (tankers van meer dan 100.000 ton) het ge bruik van afzonderlijke aanlegplaatsen be zwaarlijk m aakte. Deze aanlegplaatsen, die tegen juni volgend jaar zullen zijn voltooid, zijn geschikt voor tankers van 200.000 ton. D e olie zal via twee onderzeese pijpleidin gen naar de raffinaderijen in de bij Tokio gelegen prefectuur Chiba worden gepompt. Duitse werf toont model van nieuw type vrachtschip Op een persconferentie van de scheeps w erf Blohm en Voss te H am burg is het model getoond van een nieuw' type vracht schip, het „m ulti carrier” systeem „pioneer” . H et vrachtschip bestaat uit geprefabri ceerde elem enten die in vier varianten kun nen w orden gebouwd. D oor die bouwdoosm ethode zullen de bouw, de exploitatie en het onderhoud aan zienlijk m inder kosten dan bij conventionele schepen. Japanse scheepsbouw ervaart concurrentie van West-Europa De Japanse scheepsbouwindustrie kan goed voelen dat W est-Europa weer mee dingt om scheepsbouworders te krijgen, zo is uit kringen van de industrie vernomen, meldt R euter uit Tokio Nederlandse werven kregen dezer dagen in concurrentie met twee Japanse werven opdracht van de N ederlandse Kon. JavaC hina Paketvaart Lijnen voor de bouw van vijf vrachtschepen van 12.000 ton bruto. V erder zagen drie Japanse werven de orders voor de bouw van zes laadkistenschepen voor de Britse Overseas Contai ners Lim ited naar Britse en W estduitse werven gaan. De Japanse scheepsbouwm aatschappij Hi tachi Shipbuilding Engineering Company, die in beide gevallen inschreef, heeft mee gedeeld dat de Europese werven misschien lagere prijzen hebben kunnen vragen, door dat de Japanse werven geen ervaring met de bouw van containerschepen hebben. De m aatschappij wijst er verder op dat de Japanse werven van ongeveer 1960 af steeds meer orders kregen, terwijl Westeuropese werven een grote orderachterstand hadden. Misschien is deze situatie thans omgekeerd, nu Japanse werven een orderachterstand tot drie jaar hebben. De Japanse werven berekenen hogere winstmarges dan eerst, zo zegt Hitachi ver der. Volgens de Japanse maatschappij ver lenen sommige Westeuropese landen meer steun aan hun scheepsbouwindustrie om te kunnen concurreren met Japanse werven. Ten slotte heeft Hitachi meegedeeld dat zij evenals andere Japanse werven enkele hellingen voor de bouw van vrachtschepen heeft verwijderd en in plaats daarvan grote dokken voor de bouw van supertankschepen maakt. Zwedens scheepswerven hebben 4 miljoen ton in orderportefeuille Harde internationale concurrentiestrijd voor nïet-gesubsidieerde industrieën Omstreeks het einde van het vorige jaar had de Zweedse scheepsbouwindustrie een gezamenlijke orderportefeuille, omvattende in tctaal ongeveer 140 schepen met een inhoud van 2,6 miljoen bruto ton, d.i. iets m eer dan 4 miljoen ton d.w. Vergeleken met eind 1965 betekent dit een praktisch ongewijzigd volume, ondanks een nog steeds groot aantal tewaterlatingen en afleverin gen in de loop van het jaar. Aldus een rapport van de Zweedse Vereniging van Scheepsbouwers. E r werden in 1966 op de Zweedse scheepswerven in totaal 65 schepen te water gelaten met een gezamenlijke inhoud van 1,16 miljoen bruto ton. Dit kan worden vergeleken met 74 schepen van totaal 1,22 miljoen bruto ton in 1965. Er werden in 1966 62 schepen afgeleverd met een totale inhoud van 1,13 miljoen bruto ton, te ver gelijken met 76 schepen en 1,33 miljoen ton in het voorgaande jaar. Herfinanciering vorm t een ernstig probleem De orders, waarop de afleveringen van 1966 waren gebaseerd, waren verkregen in een uitzonderlijk scherpe internationale con currentie, hetgeen volgens de vereniging een grote invloed heeft gehad op de winstmar ges. Dit blijkt wei duidelijk uit de verkoop waarde van de tonnage, die ongeveer 1.400 miljoen kronen bedroeg, hetgeen ongeveer even veel is als in 1960, toen er niet meer dan 763.000 bruto ton werd afgeleverd. Een nog veel groter probleem vormt de herfinanciering. De Zweedse werven moe ten concurreren met werven in o.a. Japan en het Verenigd Koninkrijk, die worden ondersteund met officiële kredietfaciliteiten en met rentesubsidies, die niet beschik baar zijn in Zweden. Het probleem van de herfinanciering vorm t ook een van de voor naamste oorzaken van het feit, dat de exportorders, met name die uit Noorwegen, in 1966 een aanzienlijke daling te zien ga ven, aldus het rapport. Ook de exportleveranties daalden in 1966. Er werden in totaal 30 schepen afgeleverd met een gezamenlijke inhoud van 750.000 bruto ton. Dit kan worden vergeleken met 46 schepen van een totale inhoud van 1.050.000 bruto ton in 1965. Van de aan buitenlandse reders afgeleverde schepen wa ren er 21 van totaal 663.000 ton bestemd voor Noorwegen, vier voor het Verenigd Ko ninkrijk, drie voor Denem arken, een voor Finland en eveneens een voor Panama. Het aantal nieuwe orders bedroeg in 1966 ongeveer 60 en om vatte totaal 1,2 miljoen bruto ton. Hiervan waren 25 sche pen van totaal 550.000 ton bestemd voor buitenlandse eigenaars. H et aantal tankers bedroeg 20 met een gezamenlijke inhoud van 550.000 ton, het aantal bulkvrachtschepen bedroeg 20 met een gezamenlijke inhoud van 600.000 ton, en de resterende 2 0 bestonden uit vrachtschepen, koelschepen en verschillende soorten kleinere sche pen. In een resumering van de situatie ver klaart de Zweedse Vereniging van Scheeps bouwers, dat Zweden zijn positie als een van de voornaamste scheepsbouwende lan den in de wereld heeft kunnen behouden. Ondanks het feit, dat er geen subsidies wor den verleend, was niet minder dan 9 % van de wereldtonnage-produktie in Zweden ge bouwd. Om deze positie te kunnen hand haven is het evenwel noodzakelijk, dat de Zweedse scheepsbouwindustrie de beschik king krijgt over verbeterde financieringsmogelijkheden, dat de investeringen worden vrijgesteld van om zetbelasting en dat het research- en ontwikkelingswerk beter wordt ondersteund. Aldus het rapport van de Zweedse Vereniging van Scheepsbouwers. Nederlands Normalisatie-instituut, Rijswijk (ZH) H et Nederlands Normalisatie-instituut heeft opgesteld: N EN 6002 IJzer en staal. Soorten en keu ringseisen. Gietijzer. Algemeen N EN 6002-A IJzer en staal. Soorten en keu ringseisen. Grijs gietijzer NEN 6002-A Toelichting N EN 6002-B IJzer en staal. Soorten en keuringseisen. Wit gietijzer en hardeschilgietijzer NEN 6002-C IJzer en staal. Soorten en keu ringseisen. Smeedbaar gietijzer NEN 6002-D IJzer en staal. Soorten en keu ringseisen. N odulair gietijzer Toelichting: Deze normen vervangen H oofdstuk II van V 1035-11 (Gietijzer). De uitgave in verschillende delen is gekozen om de toe passing te vergemakkelijken en te bevor deren. Ten opzichte van norm ontw erp 1035-11 is zeer veel gewijzigd overeenkomstig de vooruitgang van de techniek, die vooral voor gietijzer bijzonder spectaculair is. Er is gestreefd naar een zo groot moge lijke aanpassing bij Euronorm en en ISOvoorstellen, terwijl een aantal buitenlandse normen is geraadpleegd. Exemplaren van deze normen zijn ver krijgbaar bij het Nederlands Normalisatieinstituut, Polakweg 5 te Rijswijk ((Z.H.), tegen de prijs van respectievelijk ƒ 5,— , ƒ 3,25, ƒ 7 ,— , ƒ 1 ,7 5 en ƒ 4 ,5 0 (NEN 6002-C' en N EN 6002-D) per stuk voor con tribuanten, onderwijsinstellingen en stude renden. Voor overige bestellers bedraagt de prijs respectievelijk ƒ 20,—-, ƒ 1 3 ,— , ƒ 28,— , ƒ 7 ,— , en ƒ 1 8 ,— (N E N ' 6002-C en N EN 6002-D) per stuk. Bij aankoop van 10 of meer exemplaren van deze normen kunnen getalskortingen worden verleend van 5 tot 3 0 % . TSJDSCH Rl FTENREVU E Uittreksels van enige belangrijke artikelen uit buitenlandse tijdschriften, zoals deze worden verwerkt in de kaartzendingen, welke het Nationaal Technisch Instituut voor Scheepvaart en Luchtvaart maandelijks aan de daarop geabonneerden doet toekomen. De aanwinsten der bibliotheek op nautisch, resp. technisch gebied worden eveneens, op kaarten vermeld, aan bovengenoemde abonnees toegezonden. Niet-abonnees kunnen zich afzonderlijk op deze aan winstenlijst abonneren. Inlichtingen worden gaarne verstrekt door de directie van het Instituut, Burg. s’Jacobplein 10, Rotterdam (tel. 13 20 40). „Emergcnce of Bow Bottom of Bulk Carriers in irregular Head Sea Waves”, J. Fukuda en Y. Ono De schrijvers behandelen in dit artikel een studie m.b.t. de vlakversterking van in ballast varende bulkcarriers, teneinde het op treden van de schadelijke invloeden van „slamming” tot een mini mum terug te brengen. De theoretische grondslag van het „paaltjes lopen” bij regelmatige, van voren inkomende golven wordt uiteen gezet, waarna een beschouwing wordt gegeven van de krachten, die onregelmatige golven ter plaatse van het voorschip uitoefenen, bij verschillende diepgangen van in ballast varende schepen. Bijzonder heden over aangerichte schade aan het vlak worden aangehaald en tot in details besproken. De theoretische conclusies en praktische ervaringen worden aan de hand van een aantal grafieken ver duidelijkt. (Technical Review, Vol. 2, No. 3, blz. 217-222, 10 graf., 3 tab.). „New hull-form Ship delivered” H et motorschip Arehimedes, het eerste schip dat werd ontworpen met de Algonquin M ark II scheepsvorm, werd kortgeleden over gedragen aan de Olympus Shipping Co. S.A. De bulkcarrier, die 26.650 ton draagvermogen heeft, is gebouwd door de Osaka Shipbuilding Co. De proeftochtresultaten waren in overeenstemming met die van de modelproeven. De ontwerpers, G. T. R. Campbell Inter national Ltd. te Montreal verklaarden, dat gedurende de proef vaarten in het geheel geen romp trillingen werden geconstateerd en lokale trillingen slechts uiterst zwak optraden. De L/B verhouding bedraagt 6,5 : 1; de blokcoëfficiënt komt op 0,815. De draaicirkel heeft een middellijn van minder dan drie scheepslengten. Ook de koersstabiliteit bleek zeer gunstig te zijn. (Fairplay International Shipping Journal, 22 dec. 1966, blz. 23) „Underwater T.V. Apparatus from the U.S.S.R.” Televisieapparatuur voor gebruik onder water op diepte van 30 meter werd in Rusland ontwikkeld. De camera is ondergebracht in een waterdichte bathysphere. Er zijn twee uitvoeringen: de Crab-1 en de Crab-2, resp. voor gebruik in tamelijk helder en in modderig water. Toepassingsmogelijkheden zijn: onderzoek van de scheepshuid, schroef, betonnen of stalen havenconstructies onder water. Het voor deel van de televisie is hier dat het in tegenstelling met filmopnamen een direct beeld en uitslag van het onderzoek geeft, terwijl de opnamen toch gefilmd kunnen worden. Massafabricage wordt overwogen. (Shipbuilding and Shipping Record, 14 april 1966, blz. 509). „Strength Analysis of Diesel Engine Crankshafts”, J. Hoshino en J. Arai De auteurs beschrijven hoe empirische formules werden opgesteld voor het schatten van spanningen en verschillende delen van de krukas van een dieselmotor. Voor de samenstelling van deze for mules werden 151 modelassen beproefd op buigen en 22 op torsie. Daarna werden metingen verricht aan werkelijke krukassen onder dienstvoorwaarden, waarbij bleek, dat de berekende en dienstmetingen goed met elkaar overeenkwamen. Achtereenvolgens wor den aan een beschouwing onderworpen de spanningsconcentratiefactor van een massieve krukas, de buigspanningsconcentratie-factor en de torsiespanningsconcentratie-factor. De formules worden ge geven, toegelicht door grafieken en tabellen. Ook wordt ingegaan op de gebruikte metingsapparatuur. In de conclusie van hun bevindingen wordt door de schrijvers betoogd, dat het spanningspatroon in een dieselmotorkrukas, met uitzondering van het optreden van span ningen tengevolge van trillingen, met de genoemde formules kan worden berekend. Voor het bepalen van een complete methode voor sterkteberekening van een krukas worden enige nog niet op geloste problemen genoemd. (Transactions o f the Institute of Marine Engineers (Indian Division Supplement), nov. 1966, blz. 39-53, 30 fig., graf. en tab.). „Stability and Trim of the „Sunward” De Sunward (8666 brt) is het grootste passagiers- en autoveerschip, dat tot heden in Noorwegen is gebouwd. H et ontwerp voldoet aan de hoogste eisen van Norske Veritas voor ferry-schepen, de Solas 1960 voorschriften en de regels van de Board of Trade. H et schip is verdeeld in 12 waterdichte compartimenten en het is wat de indeling betreft een twee compartimentenschip. De blokcoëfficiënt is 0,518. In deze verhandeling worden de stabiliteit en de trim besproken en details w orden gegeven van het ledige schip en 12 beladingstoestanden. Uitvoerig wordt ingegaan op de lekstabiliteit. Alle berekeningen van de stabiliteit in beschadigde toestand werden met behulp van een GIER-com puter becijferd. H et schip heeft na symmetrisch inzinken een minimum MG van 5 cm. Een gedetail leerde beschrijving van de Sunward werd o.m. gepubliceerd in „Shipping World and Shipbuilder” van aug. 1966. (Shipping World and Shipbuilder, okt. 1966, blz. 519-524, 3 fig., 6 tab., 1 foto). „Pellet Process means safer Sulphur” Aan de huidige vorm van transport van zwavel per zeeschip — hetzij zwavel in droge, hetzij in vloeibare toestand — kleven grote bezwaren. Hoewel reeds lang zwavel in de vorm van samen geperste kogels bestaat, was het tot nu toe niet mogelijk dit op economische wijze te vervoeren. D oor volgens een bepaalde methode te werk te gaan, is het Elliott Associated Developments Ltd. gelukt geperste kogels van zwavel te vervaardigen welke grote weerstand hebben tegen het opnemen van vocht, de ruwheid van transportbehandeling enz. Gesmolten zwavel wordt toegevoegd aan water, dat een geringe hoeveelheid additieven bevat. Dit water bevindt zich in een spiraalvormige wervelbeweging. Door een bepaald proces ont staan de gewenste zwavelkogels. De transportkosten van zwavel in deze geperste vorm bedraagt circa de helft van die van gestorte, droge zwavel. Bovendien is laden, lossen en transport veel minder gevaarlijk. (The Doek and Harbour Authority, mei 1966, blz. 25, 1 foto). „Two new Marine Hatch Covers developed by Mitsubishi Kobe” De Kobe Shipyard and Eng. W orks van Mitsubishi Heavy In dustries heeft met succes twee nieuwe typen luikafsluitingen ontwik keld, welke speciaal geschikt zijn voor bulkcarriers. De „Friction” en de „Tri-panel” dwarsrollende luiken worden hydraulisch en mechanisch geopend en gesloten. De beide systemen worden ge detailleerd besproken. (Japan Shipping and Shipbuilding, m aart 1966, blz. 28-30, 3 fig.). „Highlights of the Load Line Conference 1966”, D. B. Bannerm an Jr. De auteur vermeldt, dat de door Amerikaanse en Russische in stanties verrichte studies m.b.t. vernieuwing van de „L oad Line Rules” op de I.M .C.O.-conferentie als basis hebben gediend. Ook van Japanse zijde is bij de uiteindelijke vaststelling der voorschriften veel invloed uitgegaan, alsmede van de classificatiebureaus, die een aantal aanbevelingen hadden opgesteld. Besproken worden de voor naamste wijzigingen van de nieuwe regeling, w aarover dit jaar in Londen overeenstemming werd bereikt. Algemeen werd overeen gekomen, dat voor schepen tot een lengte van 330 voet een andere regeling zou moeten gelden dan voor langere schepen, zulks in ver band met de grotere rol die het vrijboord speelt bij de stabiliteit van korte schepen. Als bijzonderheid wordt opgemerkt, dat bij een grotere diepgang geen standaard-eisen zijn opgenomen voor de langsscheepse sterkte, doch d at de classificatiebureaus hierom trent wel voorschriften hebben. Voorts is een bijlage toegevoegd, nl. dat on bemande lichters in de toekom st dieper mogen w orden afgeladen dan bemande, en dat de grenzen betreffende seizoenen zijn gewijzigd, t.w. voor de Oostkust der V.S., de kust van Japan, de kustwateren nabij Zuid-Afrika, enz. De wijze van aanneming van het verdrag komt veel overeen m et die van de Solas 1960. (Marine Technology, juli 1966, blz. 271-272).
Similar documents
de schotse scheepsbouw, havens en scheepvaart
& Bros, Dumbarton. H et experimen tele prototype heeft bij de proeven zeer voldaan en binnenkort zal dan ook worden overgegaan tot de bouw van een tweede, dat naar verwacht wordt volgend jaar voor...
More information