Nederlandse milieu- Europarlementariërs eensgezind

Transcription

Nederlandse milieu- Europarlementariërs eensgezind
‘HOLLAND HOUSE’ POSITIEF OVER DE EUROPESE
AGENDA VAN VERENIGING AFVALBEDRIJVEN
Nederlandse milieuEuroparlementariërs
eensgezind
Esther de Lange, Kartika Tamara Liotard, Bas Eickhout en Gerben-Jan
Gerbrandy. Zeven maanden zijn ze inmiddels in functie, de vier
nieuwe vaste Nederlandse leden van de Commissie milieubeheer,
volksgezondheid en voedselveiligheid van het Europarlement. Wat
kan de Nederlandse afvalsector van hen verwachten? Hoe kijken
ze aan tegen de Europese Agenda van de Vereniging Afvalbedrijven?
Kennismaking met een opvallend eensgezind Holland House.
DOOR MICHEL ROBLES
Om maar direct in majeur te beginnen.
Het nieuwe Nederlandse contingent in de
milieucommissie van het Europarlement
kan zich prima vinden in de Europese
Agenda van de Vereniging Afvalbedrijven.
Van centrum rechts (De Lange: CDA, EVP),
via gematigd liberaal (Gerbrandy: D66,
ALDE) tot groen (Eickhout: GroenLinks,
GREENS/EFA) en rood (Liotard: SP, GUE/
NGL); rond afval ontlopen hun meningen
elkaar en die van de Nederlandse sector
niet zo veel. Dat is wel eens anders
geweest.
Gerben-Jan Gerbrandy zegt op dezelfde
lijn als de Europese Agenda te zitten van
“zoveel mogelijk hergebruik”, met als
belangrijk thema de zogeheten eindeafvalstatus (End of Waste; EoW) van herbruikbare afvalcategorieën. Kartika
Tamara Liotard oppert als enige bedenking
dat recycling niet altijd per definitie - de
meeste - milieuwinst geeft. “Je moet ook
kijken naar bijvoorbeeld energiegebruik,
waterzuivering en transport. Op die
bredere levenscyclusbenadering had wat
meer focus mogen liggen.”
Ook Esther de Lange heeft enkele kanttekeningen. “Als de afvalsector vreest dat
het mis gaat met de ‘einde afval’-status van
bepaalde potentiële grondstoffen, laat ze
dan met concrete voorbeelden komen. Dat
4
afvalforum maart 2010
werkt, abstracties niet.” Verder beklemtoont ze dat je “als Europarlementariër
steeds de vertaalslag moet maken naar de
andere landen. Met name op het gebied van
sluiting van materiaalkringlopen is nog het
nodige missiewerk te verrichten. In andere
lidstaten zijn onze innovatieve technieken
vaak onbekend. Ook als het gaat om afvaltechnologie.” Er liggen kansen, meent De
Lange, zeker nu dossiers weer wat opener
komen te liggen in de aanloop naar de
meerjarenbegroting vanaf 2013 en met een
nieuwe Europese Commissie op het pluche.
De relatie met de Nederlandse afvalsector wordt geprezen. De Lange: “Ze zijn
alert. Heel goed dat in Brussel permanent
lees verder op pagina 6 »
GERBEN-JAN
GERBRANDY (D66):
‘Toepassing van
secundaire grondstoffen
beperkt ons gezoek
naar primaire
grondstoffen.’
ESTHER DE LANGE (CDA):
‘In andere lidstaten
zijn onze innovatieve
technieken vaak
onbekend.’
(foto/photo: Dirk Hol)
ESTHER DE LANGE (EVP):
‘Our innovative
techniques are often
unknown in other
member states.’
‘HOLLAND HOUSE’ POSITIVE ABOUT THE DUTCH WASTE MANAGEMENT
ASSOCIATION’S EUROPEAN AGENDA
Dutch environment
MEPs united
Esther de Lange, Kartika Tamara Liotard, Bas Eickhout and
To start on a high note, the new Dutch
contingent on the European Parliament’s
environment committee is in wholehearted agreement with the Dutch Waste
Management Association’s European
Agenda. From centre-right (De Lange: CDA,
EVP) via moderate liberal (Gerbrandy: D66,
ALDE) to green (Eickhout: GroenLinks,
quite different from most previous years.
Gerben-Jan Gerbrandy says he agrees with
the European Agenda on ‘recycling as much
as possible’, a key theme being the endof-waste (EoW) status for the categories of
recyclable wastes. Kartika Tamara Liotard’s
only misgiving is that recycling does not
always by definition deliver the greatest
environmental benefits. ‘You should also
consider aspects like energy consumption, water treatment and transport. More
attention could have been given to this
broader life cycle approach.’ Esther de
Lange also has a few reservations. ‘If the
waste sector fears that for certain potential raw materials the end-of-waste status
will lead to problems, they should come
up with concrete proposals of their own.
That works; abstractions do not.’ Further,
she stresses that ‘an MEP always has to
consider the situation in other countries.
GREENS/EFA) and socialist (Liotard: SP,
GUE/NGL), their opinions about waste do
not differ much from each other or from
those of the Dutch waste sector. This is
Much still needs to be done to promote
closing materials cycles in particular. Our
innovative techniques are often unknown
in other member states, including those
Gerben-Jan Gerbrandy, the four new permanent Dutch members
of the Committee on Environment, Public Health and Food Safety of
the European Parliament, have been in their new positions for seven
months. What can the Dutch waste sector expect from them? What
do they think of the Dutch Waste Management Association’s European
Agenda? An introduction to a remarkably unanimous ‘Holland House’.
BY MICHEL ROBLES
GERBEN-JAN
GERBRANDY (ALDE):
‘Using secondary
materials reduces our
hunger for primary
raw materials.’
go to page 7 »
(foto/photo: Landelijk Bureau D66)
afvalforum maart 2010
5
(foto/photo: Suzanne van de Kerk / SP)
iemand zit die desnoods ‘gisteren nog’
zorgt dat je terecht kunt bij een specialist.” Eickhout vindt dat afvalbedrijven hun
maatschappelijk belang nog beter zouden
moeten uitdragen. “Laat nadrukkelijker
zien wat met afval tegenwoordig mogelijk
is. Je bent wel eventjes de hele tweede
helft van de productieketen.”
Vier commissieleden, vier uiteenlopende achtergronden. “Natuurlijk, er zijn
verschillen”, stelt De Lange: “Misschien
kiezen andere fracties iets makkelijker
voor nieuwe regelgeving, terwijl ik vind dat
we eerst maar eens goed moeten implementeren wat we hebben. Maar het zijn
nuances.” Samen met plaatsvervangster
Judith Merkies (PvdA, PASD) vormen ze een
opmerkelijk hecht gezelschap. De Lange:
“We proberen gezamenlijk op te trekken.
Nederland heeft er alle belang bij dat
anderen op hetzelfde niveau komen als wij.”
BETERE UITVOERING
Stuk voor stuk beklemtonen de commissieleden dat betere uitvoering van bestaande
regelgeving het efficiëntst is, dus voorrang
heeft. Met op één de bedroevende implementatie van de Stortrichtlijn. Te snel wordt
KARTIKA TAMARA
LIOTARD (SP):
‘Afval is voor ons de
rode draad die bij ieder
onderwerp aandacht
krijgt.’
in het Europarlement geroepen om nieuwe
regelgeving, stelt Liotard. “De snelle roep
komt voort uit onbekendheid met bestaande
Europese regels. Politici zullen het niet
gauw toegeven, maar minder ervaren collega’s zien vaak door de bomen het bos niet
meer. Ik studeer snel, en als je dan voorafgaand aan een debat drie nachten moet
blokken om alles te doorgronden, dan is dat
een slecht teken.” Betere implementatie is
één van de prioriteiten van de Vereniging
Afvalbedrijven in hun Europese Agenda.
Ook de andere prioriteiten, zoals duidelijker recyclingtargets, energie uit afval en
de broodnodige nieuwe Biowaste richtlijn,
staan hoog op de verlanglijstjes van de vier
Parlementariërs.
METEN IS WETEN
Gerbrandy bekijkt thema’s als recycling,
de implementatie-problematiek en Energy
from Waste voor een belangrijk deel
vanuit de optiek van grondstoffenbeheer.
Het steekt hem dat grondstoffenbehoud
vooralsnog niet afdwingbaar is. “De voordelen zijn zó onmiskenbaar, qua klimaat,
lees verder op pagina 8 »
EUROPESE AGENDA: KRINGLOPEN
SLUITEN IN EEN OPEN (EERLIJKE) MARKT
Vorig jaar presenteerde de Vereniging Afvalbedrijven haar nieuwe
Europese Agenda. Het zijn slechte en goede tijden. Enerzijds bieden
innovatietechnologie en de uitbreiding van de Europese Unie kansen. Anderzijds
vormen de interne marktverschillen en economische crisis behoorlijke obstakels.
Naast een gelijkwaardig speelveld is “sluiting van materiaalkringlopen” het
voornaamste streven van de sector, verduidelijkt directeur Dick Hoogendoorn. Dat
sluit aan bij actuele ontwikkelingen binnen de Europese Unie. “Langzaam zie je
een Europese recyclingmaatschappij vorm krijgen, al loop je onvermijdelijk aan
tegen technische én sociale grenzen. Ook energiewinning uit afval wint terrein, en de
Europese Commissie is actief met terugdringen van storten. Tot slot begint het idee
van preventie door productdesign te leven.”
VIJF KERNPUNTEN
UIT EUROPESE AGENDA:
1.Stap voor stap naar een
gelijkwaardig speelveld in Europa
2.Bevorder recyclen
3.Stimuleer energieterugwinning
4.Werk aan uitvoerbare regels,
standaarden en toezicht op
implementatie
5.Afvalmanagement heeft een
sleutelrol op het vlak van
duurzaamheid
De agenda bevat actiepunten op al deze zaken. Zo moeten er snel heldere criteria
voor ‘einde afval’-status komen om de recycling te ondersteunen, onder meer binnen de
Kaderrichtlijn Afvalstoffen en het REACH-dossier. “Het moet geen slepende zaak worden”,
waarschuwt Hoogendoorn. “Als landen productenlijsten zelfstandig gaan invullen krijg je onwerkbare
situaties en moet je achteraf weer gaan corrigeren. Dat hebben we bijvoorbeeld gezien met de afvalstoffenlijsten.”
Op energiegebied krijgt het klimaat nadrukkelijk aandacht en wordt gewerkt aan eenduidige Europese handleiding
voor de berekening van energie-efficiency. Ook volgt de Vereniging Afvalbedrijven nadrukkelijk de discussie over
duurzaamheidscriteria voor biomassa. Samen met verschillende Europese partners wordt tevens gewerkt aan een
protocol om de ‘koolstofprestaties’ van afvalbedrijven uniform te kunnen meten.
De Vereniging Afvalbedrijven ijvert krachtig voor betere implementatie van de stortrichtlijn. Mede daarom worden
aanpassingen bepleit in de technische bijlagen, zoals ondubbelzinnige emissiedoelen en gedragsregels rond best practices.
Nog actueler is de lobby voor een Biowaste richtlijn. Hoogendoorn: “Plastic gescheiden inzamelen en recyclen is aardig, maar
het weegt nul-komma-niks. Voor hergebruikdoelstellingen van 60 procent voor huishoudelijk afval moet je echt met organisch
afval aan de slag. De Europese Commissie aarzelt om met een Initiatief te komen. We zijn teleurgesteld dat ook Nederland
ambivalent, om niet te zeggen negatief, staat tegenover regelgeving die maximaal recyclen en vergisten van bioafval bevordert.”
6
afvalforum maart 2010
EUROPEAN AGENDA: CLOSING RECYCLING LOOPS IN AN OPEN (AND FAIR) MARKET
Last year the Dutch Waste Management Association presented its new European Agenda. It is a time of difficulties and
opportunities. On the one hand, innovative technologies and the expansion of the European Union offer opportunities.
On the other hand, differences within the internal market and the economic crisis throw up considerable obstacles.
Besides a level playing field, ‘closing raw materials cycles’ is the sector’s main goal, explains director Dick
Hoogendoorn. This is consistent with current developments within the European Union. ‘The European recycling
society is gradually taking shape, although progress inevitably runs up against technical and social constraints.
Energy from waste is also gaining ground and the European Commission is taking active steps to reduce landfill.
Finally, the idea of preventing waste through product design is starting to take root.’
The agenda contains points of action for all these issues. Clear criteria for end-of-waste status are urgently
needed to support recycling efforts, for example in the Waste Framework Directive and to facilitate
implementation of the REACH Regulation. ‘This must not become a long dragged-out business,’ warns
Hoogendoorn. ‘If countries make their own product lists we will end up with unworkable situations, which
will then have to put right. We saw this happen with the European Waste Catalogue.’ On the energy front,
due attention is being given to climate change and an explicit European handbook is being prepared on
achieving energy efficiency. The Dutch Waste Management Association is also closely following the debate
on sustainability criteria for biomass. Likewise, it is working with various European partners on a protocol
for a standard measurement of the ‘carbon performance’ of waste companies.
KARTIKA TAMARA
LIOTARD (GUE/NGL):
‘For us, waste is a
recurrent theme that
should be addressed
as each new subject
arises.’
in waste technology.’ De Lange believes
there are opportunities, especially now
that positions on some issues are more
open to discussion in the run-up to the
multiyear budgets from 2013, and following the installation of a new European
Commission.
The four MEPs applaud the good relations
with the Dutch waste sector. De Lange:
‘They are alert. It’s very good that there
is someone permanently in Brussels who
can put you in touch with an expert, if
necessary at a moment’s notice.’ Eickhout
thinks that waste companies should
express their importance to society more
forcefully. ‘Be more forthright about what
can be done with waste nowadays. After
all, you represent just about half of the
whole supply chain.’ The four committee members have very different backgrounds. ‘Of course there are differences,’
says de Lange. ‘Perhaps other parliamentary groups are more comfortable
The Dutch Waste Management Association is making strenuous efforts to improve implementation
of the Landfill Directive, including amending the technical annexes to create unambiguous
emission targets and codes of conduct for best practices. Of more topical interest is the lobby
for a Biowaste Directive. Hoogendoorn: ‘Separate collection and recycling of plastics is
all well and good, but it weighs next to nothing. To achieve the 60% recycling target
for household waste you need to reroute organic waste. The European Commission
is dragging its feet on preparing a new Initiative. We are disappointed that the
Netherlands is also ambivalent, not to say negative, about legislation that
promotes maximum recycling and anaerobic digestion of biowaste.’
with new regulations, whereas I think we
should first concentrate on implementing
what we already have in place. But these
are subtle differences.’ Together with
alternate member Judith Merkies (PvdA,
PASD), they are a surprisingly close-knit
team. De Lange: ‘We try to coordinate our
efforts. The Netherlands has every interest in other countries coming up to the
same level as us.’
FIVE KEY AIMS OF
THE EUROPEAN AGENDA:
1.Stepwise progress towards a
level playing field across Europe
2.Promote recycling
3.Stimulate energy recovery
4.Work for practicable rules, standards
and overseeing implementation
5.Waste management has a key
role to play in sustainability
BETTER IMPLEMENTATION
Each of the committee members stresses
that better implementation of existing legislation is the most efficient way
forward, and should be given priority. At
the top of their list is the woefully inadequate implementation of the Landfill
Directive. Calls for new legislation in the
European Parliament are premature,
colleagues often can’t see the wood for
the trees. I learn quickly, and if you have to
study hard for three nights before a debate
to understand everything, that is a bad
sign.’ Better implementation is one of the
priorities in the Dutch Waste Management
Association’s European Agenda. The
argues Liotard. ‘These hasty demands
stem from unfamiliarity with existing
European legislation. Politicians are
reluctant to admit it, but less experienced
other priorities, such as clearer recycling
targets, energy from waste and the muchneeded new Biowaste Directive, are also
high on the four MEPs’ wish lists.
go to page 9 »
afvalforum maart 2010
7
TOEZICHT-AGENTSCHAP NIET POPULAIR
Afgelopen februari lanceerde de Europese Commissie een voorstel voor een speciaal toezichthoudend
agentschap. De Nederlandse leden van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid
hebben er weinig mee. De Europese Commissie zou het onderwerp implementatie meer naar zich toe moeten
trekken, vindt Europarlementariër Bas Eickhout, “maar ik ben geen voorstander van nóg meer agentschappen.
De inzet moet niet zijn: méér ambtenaren, maar ambtenaren anders inzetten, namelijk op handhaving.”
Evenmin overtuigd is zijn collega Esther de Lange: “De ervaring is dat allerlei bestaande agentschappen
toch een beetje ongeleide projectielen zijn. In de begrotingscontrolecommissie merk ik dat hun
begroting vaak ondoorzichtig is. Dat er meer controle moet komen, is duidelijk. Maar we moeten
eerst af van de situatie dat iedere lidstaat zichzelf controleert.” Bas Eickhout suggereert om het
bestaande milieuagentschap aanvullend te laten toezien op de afvalstoffen- en stortrichtlijn.
De Lange ziet een internationaal opererende equipe voor zich, een mobiel
controleteam met bevoegdheden, functionerend binnen de huidige structuur
van de Europese Unie. “Waar ik wel sympathie voor heb, is het idee
om zo’n instantie in Nederland te stationeren. Hier zitten
tenslotte ook Europol en Eurojust.”
milieu en economisch. Daar blijven we de
Europese Commissie op aanspreken”. Toch
Een beetje naming and shaming kan geen
kwaad.” Eickhout: “Lidstaten moeten met
reageren de Europarlementariërs zuinigjes
op het meest recente Commissie-voorstel
dat die afdwingbaarheid moet verbeteren.
De Commissie wil een speciaal agentschap
in het leven roepen, dat belast wordt met
toezicht op de uitvoering van Europese
afvalregels (zie kader). De Nederlandse
handen gaan er niet van op elkaar. Ze zien
het als het zoveelste agentschap. Meer
heil zien ‘onze’ milieucommissieleden
in positieve financiële prikkels. Om een
voorbeeld te noemen. Volgens Gerbrandy
zit het probleem met de stortrichtlijn,
behalve in gebrekkig toezicht, in de hoge
initiële kosten. ”Europa kan daarbij helpen
door kennisoverdracht en door innovatie
te stimuleren; vanuit directe fondsen of
via goedkope leningen bij de Europese
Investeringsbank.”
In breder verband geldt voor Liotard
als leidraad: de vervuiler - en niet alleen
de weggooier - betaalt. “Ook producenten
moeten meebetalen aan alternatieven voor
plastic voedselverpakking.” Bas Eickhout
denkt daarbij aan gunstiger BTW-tarieven
voor productontwerpen die rekening
houden met recycleerbaarheid. Allereerst
willen Eickhout en De Lange echter nauwkeuriger cijfers zien over wat eigenlijk de
“recycling performance” is van lidstaten.
De Lange: “Hoe mooi onze doelstellingen
ook zijn, we kunnen momenteel niet meten
de billen bloot.”
of ze worden gehaald.”
Meten is weten, stelt De Lange. “Ik
wil niet tot zes cijfers achter de komma
voorschrijven hoe landen de afgesproken
doelstellingen halen, maar wel of dat
gebeurt en of ze voldoende tempo maken.
8
afvalforum maart 2010
PRAGMATISCH MET BIOWASTE
Dan de Biowaste richtlijn, ook een belangrijk thema in de Europese Agenda. “Den
Haag is niet enthousiast over een Biowaste
richtlijn”, zegt De Lange. “Gemeenten en
Kamerfracties, ook het CDA, redeneren:
waarom nóg een nieuw keurslijf, we doen
het toch al goed? Maar ik denk pragmatisch. Nederland loopt voorop. Bouw in de
richtlijn flexibiliteit in. Dan kan iedereen
ermee uit de voeten, terwijl lidstaten toch
meer gaan composteren en CO2 besparen
en minder verbranden en storten.”
Wat betreft een Biowaste richtlijn koestert Gerbrandy, naast de economische
waarde van organisch afval, met name het
verband met - wederom - biodiversiteit en
grondstoffenmanagement: “Toepassing
van secundaire grondstoffen beperkt ons
BAS EICKHOUT
(GROENLINKS):
‘Gft-afval gescheiden
inzamelen moet
verplicht gesteld
worden.’
(foto/photo: GroenLinks)
gezoek naar primaire grondstoffen, dat
veel schade toebrengt aan ecosystemen.”
Eickhout gaat het meer om de omvorming
van een emissiebron van broeikasgassen
naar energiebron. “Gft-afval gescheiden
inzamelen moet verplicht gesteld worden.
Compost als bodemverbeteraar vergroot de
CO2-opname in de bodem. Het Groenboek
van de Commissie is te aftastend. Ik ga
inzetten op scherpere sturing.”
Ondanks alle overeenkomsten hebben
de Europarlementariërs ieder hun eigen
afval-stokpaardjes. Gerbrandy hamert op
het aloude D66-thema innovatie, waaronder
thermische energie uit biologisch afval.
Eickhout pleit voor duurzaamheidscriteria
voor bioenergie. Ook wil hij een krachtiger
beleidsfocus op concrete onderwerpen.
Liotard is net als Gerbrandy extra alert
op illegaliteits-thema’s als sloopschepen,
sluikhandel en de opengaande Europese
asbest-beerput.“Afval”, zegt ze, “is voor ons
niet zozeer een apart hoofdstuk, als wel een
rode draad die bij ieder nieuw onderwerp
aandacht krijgt. Uiteindelijk gaat het om
brede duurzaamheidscriteria. Het nieuwste
onderwerp waar dat speelt zijn nanomaterialen. Welk afval ontstaat er bij de productie
en waar moeten we heen met afgedankte
nanoproducten, vragen wij ons dan af.”
MEASURING WORKS
Gerbrandy approaches topics like recycling, the implementation problem and
energy from waste largely from the perspective of raw materials management. It
galls him that raw materials conservation
is still not enforceable. ‘The advantages
for the climate, the environment and the
economy are undeniable. We continue to
press the European Commission on this
issue.’ Nevertheless, the MEPs reacted
somewhat indifferently to the most recent
proposal by the Commission on improving
this enforceability. The Commission wants
to establish a special agency to oversee
and enforce European waste legislation
(see text box), but the Dutch committee members are not overly enthusiastic
about this. They see it as just another in
a long list of European agencies. ‘Our’
environment committee members have
more faith in positive financial incentives,
to give just one example. According to
Gerbrandy, the problem with the Landfill
Directive, apart from the poor supervision
and enforcement, lies in the high initial
costs. ‘Europe can help by stimulating
knowledge transfer and innovation, either
with direct funding or via low-interest
loans from the European Investment
Bank.’
In broader terms, Liotard endorses the
principle that the polluter – and not just
the disposer – pays. ‘Producers should
also make financial contributions to
developing alternatives to plastic packaging.’ Bas Eickhout suggests more favourable VAT rates for the development and
design of products that can be recycled
more easily. But first, Eickhout and de
Lange want to see more accurate figures
on the recycling performance of the
member states. De Lange: ‘It doesn’t
matter how good our targets are, because
at the moment we can’t measure the
progress being made towards them.’
What’s measured, gets done, he contends.
‘I don’t want to specify how countries
should achieve the agreed targets right
down to the last detail, but that they do so
and whether they are making sufficient
progress. A bit of naming and shaming
would do no harm.’ Eickhout: ‘Member
states should come clean.’
Biowaste Directive, besides the economic
value of organic waste, lie in the link
between biodiversity and raw materials
management. ‘Using secondary materials reduces our hunger for primary raw
materials, which causes much damage to
ecosystems.’ Eickhout is more concerned
about transforming sources of greenhouse
gases to sources of energy. ‘Separate
collection of VGF waste must be made
obligatory. As a soil conditioner, compost
increases carbon sequestration in soils.
The Commission’s Green Paper is too
tentative. I’ll be making the case for more
rigorous steering.’
PRAGMATIC WITH BIOWASTE
Despite all they have in common, the MEPs
each have their own pet topic. Gerbrandy
reiterates the time-honoured D66 theme
of innovation, including thermal energy
from biological waste. Eickhout argues for
Then there’s the Biowaste Directive,
another topic in the European Agenda.
‘The Dutch government is not enthusiastic
about the Biowaste Directive,’ says de
Lange. ‘The local authorities and parliamentary parties, including the CDA, argue
that we don’t need yet another straightjacket because we are already doing the
right thing. But I take a pragmatic view.
The Netherlands is leading the way, so
build flexibility into the directive, and then
everyone can work with it; the member
states will compost more waste, cut CO2
emissions and incinerate and landfill less
waste.’ Gerbrandy’s greatest hopes for a
sustainability criteria for bioenergy, and
also wants to see a stronger policy focus
on concrete topics. Liotard, like Gerbrandy,
is particularly alert to illegal activities,
such as waste ships, illicit trafficking and
the unfurling European asbestos scandal.
‘For us,’ she says, ‘waste is not so much a
separate topic, but a recurrent theme that
should be addressed as each new subject
arises. In the final analysis, it boils down to
applying broad sustainability criteria. The
latest topic this applies to is nanomaterials. What type of waste arises when these
materials are produced, and what do we do
with discarded nanoproducts?’
WASTE IMPLEMENTATION
AGENCY NOT POPULAR
BAS EICKHOUT
(GREENS/EFA):
‘Separate collection of
VGF waste must be
made obligatory.’
Last February the European Commission launched
a proposal to establish a dedicated agency to oversee the
implementation and enforcement of EU waste law. The Dutch
members of the Committee on Environment, Public Health and
Food Safety are not enthusiastic about this proposal. The European
Commission should take the issue of implementation more to heart,
thinks MEP Bas Eickhout, ‘but I do not support the idea of creating yet more
agencies. The way to do this is not to take on more civil servants, but to have
them work differently, with more focus on enforcement.’ His colleague Esther
de Lange is just as unconvinced. ‘Experience shows that the existing agencies
are more or less loose cannons. As a member of the Committee on Budgetary
Control I see that their budgets are often nontransparent. It is evident that more
control is needed, but we first have to abandon the practice of each country regulating
itself.’ Bas Eickhout suggests that the remit of the existing environment agency be
expanded to include supervision of the waste and landfill directives. De Lange envisages
an internationally operating team, a mobile enforcement team with real powers and
operating within the current structure of the European Union. ‘I am in favour of locating
such a body in the Netherlands, though. After all, we also have Europol and Eurojust.’
afvalforum maart 2010
9