Nederlandse milieu- Europarlementariërs eensgezind
Transcription
Nederlandse milieu- Europarlementariërs eensgezind
‘HOLLAND HOUSE’ POSITIEF OVER DE EUROPESE AGENDA VAN VERENIGING AFVALBEDRIJVEN Nederlandse milieuEuroparlementariërs eensgezind Esther de Lange, Kartika Tamara Liotard, Bas Eickhout en Gerben-Jan Gerbrandy. Zeven maanden zijn ze inmiddels in functie, de vier nieuwe vaste Nederlandse leden van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid van het Europarlement. Wat kan de Nederlandse afvalsector van hen verwachten? Hoe kijken ze aan tegen de Europese Agenda van de Vereniging Afvalbedrijven? Kennismaking met een opvallend eensgezind Holland House. DOOR MICHEL ROBLES Om maar direct in majeur te beginnen. Het nieuwe Nederlandse contingent in de milieucommissie van het Europarlement kan zich prima vinden in de Europese Agenda van de Vereniging Afvalbedrijven. Van centrum rechts (De Lange: CDA, EVP), via gematigd liberaal (Gerbrandy: D66, ALDE) tot groen (Eickhout: GroenLinks, GREENS/EFA) en rood (Liotard: SP, GUE/ NGL); rond afval ontlopen hun meningen elkaar en die van de Nederlandse sector niet zo veel. Dat is wel eens anders geweest. Gerben-Jan Gerbrandy zegt op dezelfde lijn als de Europese Agenda te zitten van “zoveel mogelijk hergebruik”, met als belangrijk thema de zogeheten eindeafvalstatus (End of Waste; EoW) van herbruikbare afvalcategorieën. Kartika Tamara Liotard oppert als enige bedenking dat recycling niet altijd per definitie - de meeste - milieuwinst geeft. “Je moet ook kijken naar bijvoorbeeld energiegebruik, waterzuivering en transport. Op die bredere levenscyclusbenadering had wat meer focus mogen liggen.” Ook Esther de Lange heeft enkele kanttekeningen. “Als de afvalsector vreest dat het mis gaat met de ‘einde afval’-status van bepaalde potentiële grondstoffen, laat ze dan met concrete voorbeelden komen. Dat 4 afvalforum maart 2010 werkt, abstracties niet.” Verder beklemtoont ze dat je “als Europarlementariër steeds de vertaalslag moet maken naar de andere landen. Met name op het gebied van sluiting van materiaalkringlopen is nog het nodige missiewerk te verrichten. In andere lidstaten zijn onze innovatieve technieken vaak onbekend. Ook als het gaat om afvaltechnologie.” Er liggen kansen, meent De Lange, zeker nu dossiers weer wat opener komen te liggen in de aanloop naar de meerjarenbegroting vanaf 2013 en met een nieuwe Europese Commissie op het pluche. De relatie met de Nederlandse afvalsector wordt geprezen. De Lange: “Ze zijn alert. Heel goed dat in Brussel permanent lees verder op pagina 6 » GERBEN-JAN GERBRANDY (D66): ‘Toepassing van secundaire grondstoffen beperkt ons gezoek naar primaire grondstoffen.’ ESTHER DE LANGE (CDA): ‘In andere lidstaten zijn onze innovatieve technieken vaak onbekend.’ (foto/photo: Dirk Hol) ESTHER DE LANGE (EVP): ‘Our innovative techniques are often unknown in other member states.’ ‘HOLLAND HOUSE’ POSITIVE ABOUT THE DUTCH WASTE MANAGEMENT ASSOCIATION’S EUROPEAN AGENDA Dutch environment MEPs united Esther de Lange, Kartika Tamara Liotard, Bas Eickhout and To start on a high note, the new Dutch contingent on the European Parliament’s environment committee is in wholehearted agreement with the Dutch Waste Management Association’s European Agenda. From centre-right (De Lange: CDA, EVP) via moderate liberal (Gerbrandy: D66, ALDE) to green (Eickhout: GroenLinks, quite different from most previous years. Gerben-Jan Gerbrandy says he agrees with the European Agenda on ‘recycling as much as possible’, a key theme being the endof-waste (EoW) status for the categories of recyclable wastes. Kartika Tamara Liotard’s only misgiving is that recycling does not always by definition deliver the greatest environmental benefits. ‘You should also consider aspects like energy consumption, water treatment and transport. More attention could have been given to this broader life cycle approach.’ Esther de Lange also has a few reservations. ‘If the waste sector fears that for certain potential raw materials the end-of-waste status will lead to problems, they should come up with concrete proposals of their own. That works; abstractions do not.’ Further, she stresses that ‘an MEP always has to consider the situation in other countries. GREENS/EFA) and socialist (Liotard: SP, GUE/NGL), their opinions about waste do not differ much from each other or from those of the Dutch waste sector. This is Much still needs to be done to promote closing materials cycles in particular. Our innovative techniques are often unknown in other member states, including those Gerben-Jan Gerbrandy, the four new permanent Dutch members of the Committee on Environment, Public Health and Food Safety of the European Parliament, have been in their new positions for seven months. What can the Dutch waste sector expect from them? What do they think of the Dutch Waste Management Association’s European Agenda? An introduction to a remarkably unanimous ‘Holland House’. BY MICHEL ROBLES GERBEN-JAN GERBRANDY (ALDE): ‘Using secondary materials reduces our hunger for primary raw materials.’ go to page 7 » (foto/photo: Landelijk Bureau D66) afvalforum maart 2010 5 (foto/photo: Suzanne van de Kerk / SP) iemand zit die desnoods ‘gisteren nog’ zorgt dat je terecht kunt bij een specialist.” Eickhout vindt dat afvalbedrijven hun maatschappelijk belang nog beter zouden moeten uitdragen. “Laat nadrukkelijker zien wat met afval tegenwoordig mogelijk is. Je bent wel eventjes de hele tweede helft van de productieketen.” Vier commissieleden, vier uiteenlopende achtergronden. “Natuurlijk, er zijn verschillen”, stelt De Lange: “Misschien kiezen andere fracties iets makkelijker voor nieuwe regelgeving, terwijl ik vind dat we eerst maar eens goed moeten implementeren wat we hebben. Maar het zijn nuances.” Samen met plaatsvervangster Judith Merkies (PvdA, PASD) vormen ze een opmerkelijk hecht gezelschap. De Lange: “We proberen gezamenlijk op te trekken. Nederland heeft er alle belang bij dat anderen op hetzelfde niveau komen als wij.” BETERE UITVOERING Stuk voor stuk beklemtonen de commissieleden dat betere uitvoering van bestaande regelgeving het efficiëntst is, dus voorrang heeft. Met op één de bedroevende implementatie van de Stortrichtlijn. Te snel wordt KARTIKA TAMARA LIOTARD (SP): ‘Afval is voor ons de rode draad die bij ieder onderwerp aandacht krijgt.’ in het Europarlement geroepen om nieuwe regelgeving, stelt Liotard. “De snelle roep komt voort uit onbekendheid met bestaande Europese regels. Politici zullen het niet gauw toegeven, maar minder ervaren collega’s zien vaak door de bomen het bos niet meer. Ik studeer snel, en als je dan voorafgaand aan een debat drie nachten moet blokken om alles te doorgronden, dan is dat een slecht teken.” Betere implementatie is één van de prioriteiten van de Vereniging Afvalbedrijven in hun Europese Agenda. Ook de andere prioriteiten, zoals duidelijker recyclingtargets, energie uit afval en de broodnodige nieuwe Biowaste richtlijn, staan hoog op de verlanglijstjes van de vier Parlementariërs. METEN IS WETEN Gerbrandy bekijkt thema’s als recycling, de implementatie-problematiek en Energy from Waste voor een belangrijk deel vanuit de optiek van grondstoffenbeheer. Het steekt hem dat grondstoffenbehoud vooralsnog niet afdwingbaar is. “De voordelen zijn zó onmiskenbaar, qua klimaat, lees verder op pagina 8 » EUROPESE AGENDA: KRINGLOPEN SLUITEN IN EEN OPEN (EERLIJKE) MARKT Vorig jaar presenteerde de Vereniging Afvalbedrijven haar nieuwe Europese Agenda. Het zijn slechte en goede tijden. Enerzijds bieden innovatietechnologie en de uitbreiding van de Europese Unie kansen. Anderzijds vormen de interne marktverschillen en economische crisis behoorlijke obstakels. Naast een gelijkwaardig speelveld is “sluiting van materiaalkringlopen” het voornaamste streven van de sector, verduidelijkt directeur Dick Hoogendoorn. Dat sluit aan bij actuele ontwikkelingen binnen de Europese Unie. “Langzaam zie je een Europese recyclingmaatschappij vorm krijgen, al loop je onvermijdelijk aan tegen technische én sociale grenzen. Ook energiewinning uit afval wint terrein, en de Europese Commissie is actief met terugdringen van storten. Tot slot begint het idee van preventie door productdesign te leven.” VIJF KERNPUNTEN UIT EUROPESE AGENDA: 1.Stap voor stap naar een gelijkwaardig speelveld in Europa 2.Bevorder recyclen 3.Stimuleer energieterugwinning 4.Werk aan uitvoerbare regels, standaarden en toezicht op implementatie 5.Afvalmanagement heeft een sleutelrol op het vlak van duurzaamheid De agenda bevat actiepunten op al deze zaken. Zo moeten er snel heldere criteria voor ‘einde afval’-status komen om de recycling te ondersteunen, onder meer binnen de Kaderrichtlijn Afvalstoffen en het REACH-dossier. “Het moet geen slepende zaak worden”, waarschuwt Hoogendoorn. “Als landen productenlijsten zelfstandig gaan invullen krijg je onwerkbare situaties en moet je achteraf weer gaan corrigeren. Dat hebben we bijvoorbeeld gezien met de afvalstoffenlijsten.” Op energiegebied krijgt het klimaat nadrukkelijk aandacht en wordt gewerkt aan eenduidige Europese handleiding voor de berekening van energie-efficiency. Ook volgt de Vereniging Afvalbedrijven nadrukkelijk de discussie over duurzaamheidscriteria voor biomassa. Samen met verschillende Europese partners wordt tevens gewerkt aan een protocol om de ‘koolstofprestaties’ van afvalbedrijven uniform te kunnen meten. De Vereniging Afvalbedrijven ijvert krachtig voor betere implementatie van de stortrichtlijn. Mede daarom worden aanpassingen bepleit in de technische bijlagen, zoals ondubbelzinnige emissiedoelen en gedragsregels rond best practices. Nog actueler is de lobby voor een Biowaste richtlijn. Hoogendoorn: “Plastic gescheiden inzamelen en recyclen is aardig, maar het weegt nul-komma-niks. Voor hergebruikdoelstellingen van 60 procent voor huishoudelijk afval moet je echt met organisch afval aan de slag. De Europese Commissie aarzelt om met een Initiatief te komen. We zijn teleurgesteld dat ook Nederland ambivalent, om niet te zeggen negatief, staat tegenover regelgeving die maximaal recyclen en vergisten van bioafval bevordert.” 6 afvalforum maart 2010 EUROPEAN AGENDA: CLOSING RECYCLING LOOPS IN AN OPEN (AND FAIR) MARKET Last year the Dutch Waste Management Association presented its new European Agenda. It is a time of difficulties and opportunities. On the one hand, innovative technologies and the expansion of the European Union offer opportunities. On the other hand, differences within the internal market and the economic crisis throw up considerable obstacles. Besides a level playing field, ‘closing raw materials cycles’ is the sector’s main goal, explains director Dick Hoogendoorn. This is consistent with current developments within the European Union. ‘The European recycling society is gradually taking shape, although progress inevitably runs up against technical and social constraints. Energy from waste is also gaining ground and the European Commission is taking active steps to reduce landfill. Finally, the idea of preventing waste through product design is starting to take root.’ The agenda contains points of action for all these issues. Clear criteria for end-of-waste status are urgently needed to support recycling efforts, for example in the Waste Framework Directive and to facilitate implementation of the REACH Regulation. ‘This must not become a long dragged-out business,’ warns Hoogendoorn. ‘If countries make their own product lists we will end up with unworkable situations, which will then have to put right. We saw this happen with the European Waste Catalogue.’ On the energy front, due attention is being given to climate change and an explicit European handbook is being prepared on achieving energy efficiency. The Dutch Waste Management Association is also closely following the debate on sustainability criteria for biomass. Likewise, it is working with various European partners on a protocol for a standard measurement of the ‘carbon performance’ of waste companies. KARTIKA TAMARA LIOTARD (GUE/NGL): ‘For us, waste is a recurrent theme that should be addressed as each new subject arises.’ in waste technology.’ De Lange believes there are opportunities, especially now that positions on some issues are more open to discussion in the run-up to the multiyear budgets from 2013, and following the installation of a new European Commission. The four MEPs applaud the good relations with the Dutch waste sector. De Lange: ‘They are alert. It’s very good that there is someone permanently in Brussels who can put you in touch with an expert, if necessary at a moment’s notice.’ Eickhout thinks that waste companies should express their importance to society more forcefully. ‘Be more forthright about what can be done with waste nowadays. After all, you represent just about half of the whole supply chain.’ The four committee members have very different backgrounds. ‘Of course there are differences,’ says de Lange. ‘Perhaps other parliamentary groups are more comfortable The Dutch Waste Management Association is making strenuous efforts to improve implementation of the Landfill Directive, including amending the technical annexes to create unambiguous emission targets and codes of conduct for best practices. Of more topical interest is the lobby for a Biowaste Directive. Hoogendoorn: ‘Separate collection and recycling of plastics is all well and good, but it weighs next to nothing. To achieve the 60% recycling target for household waste you need to reroute organic waste. The European Commission is dragging its feet on preparing a new Initiative. We are disappointed that the Netherlands is also ambivalent, not to say negative, about legislation that promotes maximum recycling and anaerobic digestion of biowaste.’ with new regulations, whereas I think we should first concentrate on implementing what we already have in place. But these are subtle differences.’ Together with alternate member Judith Merkies (PvdA, PASD), they are a surprisingly close-knit team. De Lange: ‘We try to coordinate our efforts. The Netherlands has every interest in other countries coming up to the same level as us.’ FIVE KEY AIMS OF THE EUROPEAN AGENDA: 1.Stepwise progress towards a level playing field across Europe 2.Promote recycling 3.Stimulate energy recovery 4.Work for practicable rules, standards and overseeing implementation 5.Waste management has a key role to play in sustainability BETTER IMPLEMENTATION Each of the committee members stresses that better implementation of existing legislation is the most efficient way forward, and should be given priority. At the top of their list is the woefully inadequate implementation of the Landfill Directive. Calls for new legislation in the European Parliament are premature, colleagues often can’t see the wood for the trees. I learn quickly, and if you have to study hard for three nights before a debate to understand everything, that is a bad sign.’ Better implementation is one of the priorities in the Dutch Waste Management Association’s European Agenda. The argues Liotard. ‘These hasty demands stem from unfamiliarity with existing European legislation. Politicians are reluctant to admit it, but less experienced other priorities, such as clearer recycling targets, energy from waste and the muchneeded new Biowaste Directive, are also high on the four MEPs’ wish lists. go to page 9 » afvalforum maart 2010 7 TOEZICHT-AGENTSCHAP NIET POPULAIR Afgelopen februari lanceerde de Europese Commissie een voorstel voor een speciaal toezichthoudend agentschap. De Nederlandse leden van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid hebben er weinig mee. De Europese Commissie zou het onderwerp implementatie meer naar zich toe moeten trekken, vindt Europarlementariër Bas Eickhout, “maar ik ben geen voorstander van nóg meer agentschappen. De inzet moet niet zijn: méér ambtenaren, maar ambtenaren anders inzetten, namelijk op handhaving.” Evenmin overtuigd is zijn collega Esther de Lange: “De ervaring is dat allerlei bestaande agentschappen toch een beetje ongeleide projectielen zijn. In de begrotingscontrolecommissie merk ik dat hun begroting vaak ondoorzichtig is. Dat er meer controle moet komen, is duidelijk. Maar we moeten eerst af van de situatie dat iedere lidstaat zichzelf controleert.” Bas Eickhout suggereert om het bestaande milieuagentschap aanvullend te laten toezien op de afvalstoffen- en stortrichtlijn. De Lange ziet een internationaal opererende equipe voor zich, een mobiel controleteam met bevoegdheden, functionerend binnen de huidige structuur van de Europese Unie. “Waar ik wel sympathie voor heb, is het idee om zo’n instantie in Nederland te stationeren. Hier zitten tenslotte ook Europol en Eurojust.” milieu en economisch. Daar blijven we de Europese Commissie op aanspreken”. Toch Een beetje naming and shaming kan geen kwaad.” Eickhout: “Lidstaten moeten met reageren de Europarlementariërs zuinigjes op het meest recente Commissie-voorstel dat die afdwingbaarheid moet verbeteren. De Commissie wil een speciaal agentschap in het leven roepen, dat belast wordt met toezicht op de uitvoering van Europese afvalregels (zie kader). De Nederlandse handen gaan er niet van op elkaar. Ze zien het als het zoveelste agentschap. Meer heil zien ‘onze’ milieucommissieleden in positieve financiële prikkels. Om een voorbeeld te noemen. Volgens Gerbrandy zit het probleem met de stortrichtlijn, behalve in gebrekkig toezicht, in de hoge initiële kosten. ”Europa kan daarbij helpen door kennisoverdracht en door innovatie te stimuleren; vanuit directe fondsen of via goedkope leningen bij de Europese Investeringsbank.” In breder verband geldt voor Liotard als leidraad: de vervuiler - en niet alleen de weggooier - betaalt. “Ook producenten moeten meebetalen aan alternatieven voor plastic voedselverpakking.” Bas Eickhout denkt daarbij aan gunstiger BTW-tarieven voor productontwerpen die rekening houden met recycleerbaarheid. Allereerst willen Eickhout en De Lange echter nauwkeuriger cijfers zien over wat eigenlijk de “recycling performance” is van lidstaten. De Lange: “Hoe mooi onze doelstellingen ook zijn, we kunnen momenteel niet meten de billen bloot.” of ze worden gehaald.” Meten is weten, stelt De Lange. “Ik wil niet tot zes cijfers achter de komma voorschrijven hoe landen de afgesproken doelstellingen halen, maar wel of dat gebeurt en of ze voldoende tempo maken. 8 afvalforum maart 2010 PRAGMATISCH MET BIOWASTE Dan de Biowaste richtlijn, ook een belangrijk thema in de Europese Agenda. “Den Haag is niet enthousiast over een Biowaste richtlijn”, zegt De Lange. “Gemeenten en Kamerfracties, ook het CDA, redeneren: waarom nóg een nieuw keurslijf, we doen het toch al goed? Maar ik denk pragmatisch. Nederland loopt voorop. Bouw in de richtlijn flexibiliteit in. Dan kan iedereen ermee uit de voeten, terwijl lidstaten toch meer gaan composteren en CO2 besparen en minder verbranden en storten.” Wat betreft een Biowaste richtlijn koestert Gerbrandy, naast de economische waarde van organisch afval, met name het verband met - wederom - biodiversiteit en grondstoffenmanagement: “Toepassing van secundaire grondstoffen beperkt ons BAS EICKHOUT (GROENLINKS): ‘Gft-afval gescheiden inzamelen moet verplicht gesteld worden.’ (foto/photo: GroenLinks) gezoek naar primaire grondstoffen, dat veel schade toebrengt aan ecosystemen.” Eickhout gaat het meer om de omvorming van een emissiebron van broeikasgassen naar energiebron. “Gft-afval gescheiden inzamelen moet verplicht gesteld worden. Compost als bodemverbeteraar vergroot de CO2-opname in de bodem. Het Groenboek van de Commissie is te aftastend. Ik ga inzetten op scherpere sturing.” Ondanks alle overeenkomsten hebben de Europarlementariërs ieder hun eigen afval-stokpaardjes. Gerbrandy hamert op het aloude D66-thema innovatie, waaronder thermische energie uit biologisch afval. Eickhout pleit voor duurzaamheidscriteria voor bioenergie. Ook wil hij een krachtiger beleidsfocus op concrete onderwerpen. Liotard is net als Gerbrandy extra alert op illegaliteits-thema’s als sloopschepen, sluikhandel en de opengaande Europese asbest-beerput.“Afval”, zegt ze, “is voor ons niet zozeer een apart hoofdstuk, als wel een rode draad die bij ieder nieuw onderwerp aandacht krijgt. Uiteindelijk gaat het om brede duurzaamheidscriteria. Het nieuwste onderwerp waar dat speelt zijn nanomaterialen. Welk afval ontstaat er bij de productie en waar moeten we heen met afgedankte nanoproducten, vragen wij ons dan af.” MEASURING WORKS Gerbrandy approaches topics like recycling, the implementation problem and energy from waste largely from the perspective of raw materials management. It galls him that raw materials conservation is still not enforceable. ‘The advantages for the climate, the environment and the economy are undeniable. We continue to press the European Commission on this issue.’ Nevertheless, the MEPs reacted somewhat indifferently to the most recent proposal by the Commission on improving this enforceability. The Commission wants to establish a special agency to oversee and enforce European waste legislation (see text box), but the Dutch committee members are not overly enthusiastic about this. They see it as just another in a long list of European agencies. ‘Our’ environment committee members have more faith in positive financial incentives, to give just one example. According to Gerbrandy, the problem with the Landfill Directive, apart from the poor supervision and enforcement, lies in the high initial costs. ‘Europe can help by stimulating knowledge transfer and innovation, either with direct funding or via low-interest loans from the European Investment Bank.’ In broader terms, Liotard endorses the principle that the polluter – and not just the disposer – pays. ‘Producers should also make financial contributions to developing alternatives to plastic packaging.’ Bas Eickhout suggests more favourable VAT rates for the development and design of products that can be recycled more easily. But first, Eickhout and de Lange want to see more accurate figures on the recycling performance of the member states. De Lange: ‘It doesn’t matter how good our targets are, because at the moment we can’t measure the progress being made towards them.’ What’s measured, gets done, he contends. ‘I don’t want to specify how countries should achieve the agreed targets right down to the last detail, but that they do so and whether they are making sufficient progress. A bit of naming and shaming would do no harm.’ Eickhout: ‘Member states should come clean.’ Biowaste Directive, besides the economic value of organic waste, lie in the link between biodiversity and raw materials management. ‘Using secondary materials reduces our hunger for primary raw materials, which causes much damage to ecosystems.’ Eickhout is more concerned about transforming sources of greenhouse gases to sources of energy. ‘Separate collection of VGF waste must be made obligatory. As a soil conditioner, compost increases carbon sequestration in soils. The Commission’s Green Paper is too tentative. I’ll be making the case for more rigorous steering.’ PRAGMATIC WITH BIOWASTE Despite all they have in common, the MEPs each have their own pet topic. Gerbrandy reiterates the time-honoured D66 theme of innovation, including thermal energy from biological waste. Eickhout argues for Then there’s the Biowaste Directive, another topic in the European Agenda. ‘The Dutch government is not enthusiastic about the Biowaste Directive,’ says de Lange. ‘The local authorities and parliamentary parties, including the CDA, argue that we don’t need yet another straightjacket because we are already doing the right thing. But I take a pragmatic view. The Netherlands is leading the way, so build flexibility into the directive, and then everyone can work with it; the member states will compost more waste, cut CO2 emissions and incinerate and landfill less waste.’ Gerbrandy’s greatest hopes for a sustainability criteria for bioenergy, and also wants to see a stronger policy focus on concrete topics. Liotard, like Gerbrandy, is particularly alert to illegal activities, such as waste ships, illicit trafficking and the unfurling European asbestos scandal. ‘For us,’ she says, ‘waste is not so much a separate topic, but a recurrent theme that should be addressed as each new subject arises. In the final analysis, it boils down to applying broad sustainability criteria. The latest topic this applies to is nanomaterials. What type of waste arises when these materials are produced, and what do we do with discarded nanoproducts?’ WASTE IMPLEMENTATION AGENCY NOT POPULAR BAS EICKHOUT (GREENS/EFA): ‘Separate collection of VGF waste must be made obligatory.’ Last February the European Commission launched a proposal to establish a dedicated agency to oversee the implementation and enforcement of EU waste law. The Dutch members of the Committee on Environment, Public Health and Food Safety are not enthusiastic about this proposal. The European Commission should take the issue of implementation more to heart, thinks MEP Bas Eickhout, ‘but I do not support the idea of creating yet more agencies. The way to do this is not to take on more civil servants, but to have them work differently, with more focus on enforcement.’ His colleague Esther de Lange is just as unconvinced. ‘Experience shows that the existing agencies are more or less loose cannons. As a member of the Committee on Budgetary Control I see that their budgets are often nontransparent. It is evident that more control is needed, but we first have to abandon the practice of each country regulating itself.’ Bas Eickhout suggests that the remit of the existing environment agency be expanded to include supervision of the waste and landfill directives. De Lange envisages an internationally operating team, a mobile enforcement team with real powers and operating within the current structure of the European Union. ‘I am in favour of locating such a body in the Netherlands, though. After all, we also have Europol and Eurojust.’ afvalforum maart 2010 9