Campuskrant
Transcription
Tijdschrift Toelating gesloten verpakking 2099 Antwerpen X - n° BC 6379 Verschijnt maandelijks, uitgez. juli en aug. Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X België-Belgique P.B. 2099 Antwerpen X PB 8/1779 Campuskrant erkenning: p303221 14 nov 2007 | nr 3 | 19de ja argang | w w w.kuleu ven.be/ck/ t ijdschr if t va n de k.u.leu v en 3 Onderzoek GEVONDEN PAPYRUSCODEX IS BRON VAN MYSTERIES 5 9 Gastcollege Tom Barman DEUS-FRONTMAN DOCEERT OVER MUZIEK EN BEELDENDE KUNST UUR KULtUUR STERRENKIJKEN MET STIJN MEURIS Miljoenste donor Twee keer per jaar helpen studentenverenigingen LBK en Medica het Rode Kruis om de groep trouwe bloeddonoren uit te breiden, met hun initiatief Bloedserieus. De actie kreeg deze keer een bijzonder cachet: de 19-jarige studente Fabienne Van Mierloo is de miljoenste donor sinds de start van Rode Kruis Vlaanderen in 1972. Het ging meteen ook om de elfmiljoenste bloedgift. In het Gymnasium van het sportkot stond Fabienne op 13 november wat van haar bloed af en kreeg ze een geschenkpakket in ruil. (© Rob Stevens) 50 jaar spitsonderzoek naar oorzaken van zwangerschapsvergiftiging Is onvruchtbaarheid een strategie om zwangerschapscomplicaties te voorkomen? V ijftig jaar onderzoek naar zwangerschapsvergiftiging staat centraal tijdens een symposium dat het Departement Vrouw en Kind van de Faculteit Geneeskunde eind deze maand organiseert. Zwangerschapsvergiftiging of pre-eclampsie wordt vastgesteld door een bloeddrukstijging en het verschijnen van eiwit in de urine bij de moeder. In het ergste geval leidt de aandoening tot eclampsie of zwangerschapsstuipen, wat levensbedreigend kan zijn. Foetussen van een pre-eclamptische zwangerschap vertonen vaak een ernstige groeiachterstand. Hoewel de precieze oorzaak nog steeds niet achterhaald is, gaan artsen ervan uit dat de ziekte te maken heeft met een onaangepastheid van de fysiologie van de moeder aan de — belastende — zwangerschapsconditie. “Het onderzoek concentreert zich al jarenlang op het zogenaamde placental bed — dat deel van de baarmoederwand dat onder de placenta gelegen is. Preeclampsie gaat namelijk gepaard met een verminderde toevoer van bloed naar de placenta en men probeert een antwoord te vinden op de vraag naar Verschijningsdata Campuskrant 2007-2008 Eén van de meest gevreesde zwangerschapscomplicaties is pre-eclampsie. De ziekte — die moeder en kind fataal kan zijn — is al sinds de Oudheid bekend maar de precieze oorzaak is nog steeds onduidelijk. De K.U.Leuven is al een halve eeuw koploper in het onderzoek naar zwangerschapsvergiftiging en langzaamaan worden raakvlakken duidelijk met subfertiliteit: misschien is onvruchtbaarheid een strategie van de natuur om pre-eclampsie te voorkomen? Henk Van Nieuwenhove het hoe en waarom van die verstoorde bloedtoevoer, door een beeld te krijgen “Vrouwen die zwanger zijn na een vruchtbaarheidsbehandeling hebben een verhoogd risico op pre-eclampsie.” van de microscopische weefselstructuur van de bloedvaten in de placenta en de defecten die daar optreden”, zegt nr. Verschijningsdatum 4 12 december professor Robert Pijnenborg, als bioloog verbonden aan het Experimenteel Labo Gynaecologie. “Een halve eeuw onderzoek heeft duidelijk gemaakt dat pre-eclampsie een zeer complexe ziekte is, maar in ieder geval te maken heeft met een op het niveau van het placental bed gebrekkige aanpassing aan de zwangerschap. De conditie van de moeder speelt ook een belangrijke rol. Daarom spitst een deel van het onderzoek zich vandaag toe op bepaalde patiëntengroepen, diabetici of zwaarlijvigen bijvoorbeeld, die een hogere kans hebben om pre-eclampsie te ontwikkelen.” 5 16 januari 6 13 februari In vitro ”Statistieken tonen aan dat ook vrouwen met een onverklaard vruchtbaarheidsprobleem en vrouwen die zwanger zijn na een vruchtbaarheidsbehandeling een verhoogd risico hebben op pre-eclampsie — net als op andere zwangerschapscomplicaties zoals vroeggeboorte”, zegt Robert Pijnenborg. “Dat is een zeer intrigerende vaststelling en met de woorden van collega Myriam Hanssens kan men zich afvragen of de natuur soms ingrijpt om te ontsnappen aan de dreiging van preeclampsie.” In de UZ Leuven wordt nog steeds spitsonderzoek verricht om een beter zicht te krijgen op de mechanismen die leiden tot pre-eclampsie. Het ziet er naar uit dat de fysiologie van de vrouw op het ogenblik van de zwangerschap bepalend kan zijn voor de risico’s op het einde van de zwangerschap, zodat aan preventie gedacht moet worden nog voor de zwangerschap een feit is. Symposium ‘The Placental Bed: Pregancy Outcome in Subfertile Women’, van 29 november tot 1 december, Leuven. 7 12 maart 8 16 april 2 Inhoud nieuws 14.11.2007 campuskrant 4 Het EI van Ewout Thesisprijs Website K.U.Leuven krijgt AnySurfer-label 4 dEUS-frontman geeft gastcollege 5 Tom Barman doceert 6 Hoezo onverklaarde lichamelijke klachten? Symposium 6 De VAPL durft op de tafel te kloppen Vereniging Academisch Personeel Ethisch Forum 8 Ingenieurs en ontwikkelingswerk Van Cauterenleerstoel 9 Sterrenkijken met Stijn Meuris De Collega’s: Jan Blanckaert 10 Nieuw examensysteem in SAP 10 Academisch Erfgoed 11 Thermotechnisch Instituut Honderd jaar Vliebergh-Senciecentrum 12 Hoe communiceer je wetenschappen? 13 Publicatie Leven na Leuven: Ivo Marechal 14 CEO Onderneming van het Jaar Kamerbreed Praktijkgebaseerd onderzoek groeit fors 15 16 Associatie “Onze zorgmodellen zijn niet bij de tijd” 17 Leerstoel Kind, Ontwikkeling en Samenleving Nieuwe leerstoel Civil Society 17 Ad valvas 18 19 Rechtgezet Was de verboden vrucht in het aards paradijs een appel? 500 woorden Priester Koen Verheire 20 (© Rob Stevens) 7 Moet de universiteit waarden bijbrengen? Open tropen Met een gevarieerd programma — van sportieve geocoaching tot ‘wetenschap aan de toog’ — wist de eerste Dag van de Leuvense Bio-Ingenieur op 10 november 520 bezoekers te lokken. Doel van de B.Ir.-Dag was om iedereen die op één of andere manier met de faculteit verbonden is samen te brengen. Van de gelegenheid werd ook gebruik gemaakt om de nieuwe Tropische Serres officieel te openen. Het Laboratorium Tropische Plantenteelt van professor Swennen zal er onderzoek op bananenplanten uitvoeren. De twee bezoekers op de foto lijken zich alvast prima thuis te voelen tussen de tropische planten. Forum: Ivo Nuyens over financiering universiteiten Een ‘cordon académique’ voor de humane wetenschappen? Men zal zich herinneren hoe net voor het zomerreces het voorstel van minister Vandenbroucke om de financiering van onze universiteiten mede te gaan koppelen aan hun onderzoeksoutput, aanleiding gaf tot heel wat gemorrel, manifesten, krantenkolommen en dies meer, voornamelijk dan vanuit de hoek der humane wetenschappen. Bekommerd om de “bureaucratisering van de universiteit” en “de academische vrijheid” bepleiten deze verontruste humane wetenschappers in feite de on-meetbaarheid van hun onderzoek en nemen zij verder ook afstand van de “managerachtige, rationele manier” waarop Big Frank zich met hun onderzoek gaat bemoeien. Merkwaardig genoeg is die academische stormloop momenteel geluwd. Reden temeer om orde op zaken te stellen: waarover gaat het debat en waarover zou het in feite dienen te gaan? 1. Dat wetenschappelijk onderzoek tot de hoofdopdrachten van de universiteit behoort, wordt door alle betrokken partijen aanvaard en daarover gaat de discussie dus niet. 2. Er bestaat ook weinig of geen controverse om het verdelen van werkingsmiddelen niet langer en uitsluitend op het aantal — al of niet allochtone — studenten te baseren, maar om ook de onderzoeksoutput hierin te laten meespelen. Bovendien staat niet het principe van een geobjectiveerde verdeelsleutel in vraag maar wel het instrument om tot die objectivering te komen: hoe onderzoeksoutput zichtbaar maken, evalueren, en eventueel meten? 3. Maar waarom doen we in feite onderzoek? Voor de enen gaat het om een doel op zichzelf, een nooit eindigende ontdekkingsreis op zoek naar nieuwe methodologische en theoretische wetmatigheden, “een wispelturig proces van kennisgaring en culturele vorming”. Anderen zweren bij het toepassen en definiëren onderzoek als een instrument om problemen op te lossen. Fundamenteel versus toegepast onderzoek dus. Ten onrechte voorgesteld als twee antipolen want innovatie en toepassing vormen geen concurrentiële objectieven maar wel interdependente punten op een continuüm. Voor het evalueren van onderzoek is dit onderscheid tussen beide types van onderzoek echter wel belangrijk, voornamelijk omdat het twee verschillende, maar complementaire criteria aanreikt voor het evalueren van onderzoeksoutput: kwaliteit en excellentie versus relevantie en impact. Waar staan we met beide criteria in het huidige debat? 4. Vooreerst kwaliteit en excellentie of het strikt naleven van een aantal spelregels die de validiteit van onderzoeksresultaten waarborgen. Ondanks aanhoudend epistemologisch krakeel, bestaat er onder wetenschappers (exacte en humane) een consensus over een reeks methodologische en theoretische criteria voor het toetsen van kwaliteit. Deze criteria vinden hun toepassing in zogenaamde peer reviews: daarmee bewaken we niet alleen de toegang tot onderzoeksfondsen maar ze vormen tevens de sleutel op het slot van nationale en inter- “De notie impact zou wel eens een uitweg kunnen bieden om het stilgevallen debat opnieuw op gang te trekken.” nationale tijdschriften. Voor het fundamenteel onderzoek, ook in de humane wetenschappen, wordt hier gewerkt met bibliometrische indicatoren of het tellen van publicaties en citaties. Met dergelijk instrument wil nu ook de minister natrekken of hij value for money krijgt. De verontruste humane wetenschappers stellen evenwel dat zulk systeem mogelijk werkt voor exacte wetenschappen maar zeker niet voor hun eigen vakgebied waarvoor de “onmeetbaarheid” wordt bepleit. Onze critici wijzen niet alleen relevantie en doenbaarheid van deze metingen van de hand, maar ze formuleren ook geen alternatieve evaluatiemethoden: de klassieke academische toren of, iets modieuzer, een cordon académique rond het eigen vakgebied. pagina 18 campuskrant nieuws 14.11.2007 Het raadsel van de Tongerse papyruscodex Het verhaal van de papyruscodex uit Tongeren leest als een stripalbum van Kuifje. Als bij toeval spitte een pientere museumbediende bij de tijdelijke verhuizing van het Gallo-Romeins Museum een vreemd voorwerp zonder inventarisnummer te voorschijn waarvan men het bestaan niet vermoed had. Papyroloog Willy Clarysse werd erbij gehaald om het grote mysterie uit te vlooien. De ene verrassing volgde op de andere. Henk Van Nieuwenhove P rofessor Clarysse klinkt nog steeds geëxalteerd als hij zijn verhaal doet. “Omdat het Gallo-Romeins museum een grondige beurt krijgt, werd de collectie tijdelijk verhuisd naar de oude gevangenis van Tongeren. Bij die gelegenheid werd een aantal voorwerpen van onder het stof gehaald. Zo vond een van de bedienden in een doos tussen onder meer houten schrijftafeltjes uit de Romeinse tijd, een klein bijna vierkant object dat eruit zag als een stuk boomschors. Het toeval wil dat de man tien jaar voordien de papyrustentoonstelling ‘Keizers aan de Nijl’ die ik georganiseerd had, gezien had. Hij vond dat het object verrassend leek op de papyri die hij daar gezien had. Om zeker te zijn werd ik erbij geroepen, en jawel hoor, de man had het bij het rechte eind.” Middeleeuws Een interessante ontdekking, maar tot hiertoe is er niets sensationeels aan de hand. Vermits de codex wordt gevonden samen met een aantal Romeinse schrijftafeltjes uit de 3de en 4de eeuw na Christus, is de link meteen gelegd. Maar wetenschappers hebben geleerd sceptisch te staan tegenover het vanzelfsprekende. Museumarcheoloog Guido Cremers besloot de codex toch maar aan een radioactief koolstofonderzoek te laten onderwerpen om de precieze ouderdom te bepalen. “Volgens dateringsspecialist Mark Van Strydonck dateert het object met 95 procent waarschijnlijkheid van de periode 880-990 van onze jaartelling”, zegt Willy Clarysse. “De papyrus is dus helemaal niet Romeins, maar stamt uit de vroege middeleeuwen. En dat is des te merkwaardiger omdat de Merovingers en zelfs de Egyptenaren dan al eeuwen geen codices van papyrus meer gebruikten. Die stelling wordt nu dus op de helling gezet door de vondst in Tongeren.” Hersenscan De papyrus is van een fijne kwaliteit. 3 “ ” geciteerd De ingrijpdrempel Het L a atste Nieu ws, 19.10.2007 — Een 15-jarige jongen wordt in Oostende anderhalf uur lang op straat mishandeld en niemand komt tussenbeide: zijn we zo bang om een mens in nood te helpen? Criminoloog Davy Dhondt schreef zijn eindverhandeling aan de K.U.Leuven over ‘de rol van omstanders bij geweld op straat’. “Hoe meer mensen aanwezig zijn, hoe minder snel iemand zal ingrijpen. Omdat iedereen denkt: ‘De anderen grijpen niet in, dus zo erg zal het wel niet zijn.’ Of iedereen denkt: ‘Waarom zou ik iets doen, er zijn hier zoveel mensen.’ Er zijn al gevallen geweest van een kind dat in het water valt en verdrinkt, terwijl er tien mensen staan te kijken. Onbewust schuiven we de verantwoordelijkheid door naar de anderen.” “Als één persoon ingrijpt, zal de rest volgen. Alleen is het de vraag wie als eerste ingrijpt. Je moet als slachtoffer ‘het geluk hebben’ dat er iemand met de juiste achtergrond — zoals een cursus gevechtstechnieken — tussenzit die het initiatief neemt.” Elftaal Het L a atste Nieu ws, 31.10.2007 — De codex dateert verrassend genoeg uit de vroege middeleeuwen (© ingezonden) Allicht werd de codex tijdens de middeleeuwen in een bibliotheek bewaard. Sporen van vocht zijn zichtbaar, waardoor het document bijzonder kwetsbaar is. De codex werd onderzocht door middel van fotografische opnamen onder UV-belichting en niet-destructieve X-straal fluorescentie metingen aan beide zijden. Een CT-scan in het UZ “Dit verhaal is zo onwaarschijnlijk dat ik net als de renners in de Tour de France een tegenexpertise heb gevraagd.” Gasthuisberg maakte het mogelijk om in de papyrus ‘te kijken’ en er op virtuele wijze doorheen te bladeren. “Na grondig onderzoek hebben we nog geen uitsluitsel of er binnenin nog tekst te vinden is, laat staan dat we die nog kunnen ontcijferen”, aldus de Leu- vense papyroloog. “Eén kans op drie is het een bijbel, allicht in het Latijn. Is dat niet het geval, dan wordt het nog boeiender. Het kan ook een heiligenleven bevatten of een kloosterboekhouding. Alleen gespecialiseerde restaurateurs, die het vak meestal hebben geleerd op de rollen van Herculaneum, kunnen ons wijzer maken. Zo’n restauratie is echter heel duur. Eén bladzijde openleggen kost zo’n restaurateur een week werk. Onderzoek zal ook moeten uitmaken of de gebruikte papyrus van Egypte of van Sicilië afkomstig is. Als het papyrus Egyptisch zou zijn, staan we helemaal voor een raadsel.” Tegenexpertise Het merkwaardige van dit verhaal is dat de bewust papyruscodex des te interessanter wordt naarmate hij jonger is. Zo’n code uit de 10de eeuw is uniek in de wereld, en derhalve een anachronisme. Tenzij… “Het is zo onwaarschijnlijk dat ik net als de coureurs in de Tour de France een tegenexpertise heb gevraagd”, lacht Willy Clarysse. Wordt ongetwijfeld vervolgd. Als de tienjarige Arpan Sharma op reis gaat, is de kans groot dat hij zich in de plaatselijke taal kan uitdrukken. Het kind spreekt immers niet alleen Engels en Hindi, zijn ‘moedertalen’ die hij van zijn Brits-Indische ouders leerde. Hij beheerst ook het Frans, Spaans, Duits, Italiaans, Swahili, Chinees, Pools, Thais en Loeganda, een dialect uit het Afrikaanse land Oeganda. (...) Taalwetenschapper Inge Zink (Faculteit Geneeskunde — red.) verwondert zich over het verhaal van de jongen. “Tweetaligheid is voor kinderen helemaal geen probleem, wereldwijd is de meerderheid van de kinderen tweetalig. Ook drie talen leren jongeren met gemak, maar elf? Ik vraag me af of hij zich wel in elke taal goed kan uitdrukken. Wanneer het voor hem moeilijker zal worden een nieuwe taal te leren? Voor je puberteit kan je een taal nog accentloos leren spreken, dus in dat opzicht ben je beter af als je op jonge leeftijd een nieuwe taal leert. Nadeel is wel dat je pas met het ouder worden de grammatica van je eigen taal leert beheersen en die van andere talen ermee kan vergelijken. ” Het Prince-principe De Morgen, 8.11.2007 — Betere diagnose van eierstoktumoren met echografie Een echografie is nauwkeuriger dan bloedonderzoek om te bepalen of een eierstoktumor goed- of kwaadaardig is. Dat blijkt uit een studie onder leiding van professor Dirk Timmerman van de Afdeling Gynaecologische Beeldvorming. Zowel artsen van de UZ als onderzoekers van de Faculteit Ingenieurswetenschappen werkten eraan mee. De resultaten van de studie verschenen gisteren in het Amerikaanse Journal of the National Cancer Institute. Als bij een vrouw een gezwel op de eierstokken vastgesteld wordt, kan de arts een bloedstaal nemen en dat onderzoeken op de aanwezigheid van een zogenaamde tumormerker, het eiwit CA-125. Is de hoeveelheid CA-125 verhoogd, dan kan dat wijzen op ovariumkanker in een vroeg stadium. De methode wordt ook gebruikt na operaties om te zien of de tumoren te- rugkomen, of tijdens chemotherapie om te controleren of de behandeling aanslaat. Maar ze is niet echt nauwkeurig. Goedaardige gezwellen worden soms als kwaadaardig gemarkeerd en omgekeerd, enerzijds omdat CA-125 kan stijgen door goedaardige oorzaken en anderzijds omdat niet alle ovariumkankers een invloed hebben op CA-125. Een alternatief is echografie, beeldvorming met ultrasone geluidsgolven. De verschillende soorten tumoren laten op het scherm een verschillend patroon zien. Een ervaren specialist beeldvorming kan zo het onderscheid maken tussen goedaardige en kwaardige gezwellen. Welke operatie? Uit het onderzoek van professor Timmerman en zijn collega’s bij meer dan 1.000 vrouwen blijkt dat echografie nauwkeuriger is dan een bloedtest. De beeldvormingsspecialisten stelden bij 93 procent van de onderzochte tumoren een correcte diagnose; bij de bloedtest met de CA-125-methode was dat 85 procent. De onderzoekers wijzen op het nut van een echografie en van een degelijke opleiding van specialisten. Dat zou de bloedtesten overbodig kunnen maken. “In de eerste plaats is een correcte diagnose belangrijk voor een goede behandeling en goede genezingskansen,” zegt Dirk Timmerman. “Het soort gezwel bepaalt het soort operatie. Een kwaardaardige tumor wordt verwijderd met een klassieke open ingreep, bij een goedaardige kan het in veel gevallen met een kijkoperatie. Als een kwaadaardige tumor verkeerdelijk als goedaardig wordt behandeld, kun je meer schade veroorzaken dan goed doen.” Als een goedaardige tumor wordt behandeld als een kwaadaardige, zijn er ook negatieve gevolgen voor de patiënte: ze ondergaat onnodig een operatie die zware littekens nalaat. “Daar speelt bovendien de invloed op de gezondheidszorg,” zegt Timmerman. “Een open ingreep vraagt extra onderzoeken, lange uren in het operatiekwartier en een uitgebreide nazorg, met andere woorden: dat kost heel veel. Bij een verkeerde diagnose is dat geld in het water gegooid.” De Amerikaanse popster Prince dreigt ermee duizenden van zijn fans gerechtelijk te laten vervolgen omdat ze, door het illegale gebruik van zijn beeltenis op het internet, het auteursrecht overtreden. (...) Volgens Jos Dumortier, hoogleraar informatie- en technologierecht aan de K.U.Leuven, heeft Prince de wet aan zijn kant, al stelt hij meteen dat het auteursrecht nationaal geregeld is en dus verschilt van land tot land. “In België bestaat er zoiets als het persoonlijkheidsrecht, waar het recht op afbeelding een uitzondering op vormt. Om iemands portret af te drukken en te publiceren heb je in principe de toelating van de betrokkene nodig, tenzij die toevallig voorkomt op een straatbeeld. Ook moet het portretrecht worden afgewogen tegen andere rechten en vrijheden, waaronder de persvrijheid. Zo mag je foto’s van politici of mediafiguren publiceren als die betrekking hebben op actuele gebeurtenissen. Platenhoezen of reportagefoto’s mogen dan weer slechts eenmalig worden gebruikt, in een heel specifieke context.” 4 nieuws 14.11.2007 KORTNIEUWS Maatschappelijk verantwoorde masterscriptie Ewout Stoefs wint EI FETEW wordt FEB Voortaan heet de Faculteit ETEW Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, kortweg FEB. In het Engels wordt dat Faculty of Business and Economics. Top 100 In de World University Rankings van The Times Higher Educational Supplement (THES) staat de K.U.Leuven als enige Belgische universiteit in de top 100, meer bepaald op de 61ste plaats. Overgewicht Ongeveer 1 op 7 van de Vlaamse jongens en meisjes tussen 9 en 10 jaar heeft te kampen met overgewicht. Twee procent lijdt zelfs aan obesitas. Dat blijkt uit een onderzoek onder leiding van professor Jan Seghers (Departement Humane Kinesiologie). Uit een eerste analyse blijkt dat het al dan niet actief zijn in een sportclub en het aantal uren tv-kijken per dag in belangrijke mate het risico op overgewicht bepalen. Buitenlichamelijk Een team van Belgische artsen, onder wie medewerkers van de K.U.Leuven/UZ Leuven is er in geslaagd om de plaats in de hersenen in beeld te brengen die verantwoordelijk is voor de zeldzame out-of-body experience. Het onderzoek verscheen in The New England Journal of Medicine. De vaststellingen dragen bij tot inzicht in de wijze waarop onze hersenen in staat zijn om onze zelfperceptie te creëren. Wetenschappers gaan ervan uit dat een buitenlichamelijke gewaarwording ontstaat wanneer onze hersenen er niet langer in slagen om onze zelfwaarneming, tastzin, gezichtsvermogen en evenwichtszin met elkaar te integreren. Dat kan onder meer gebeuren tijdens een aanval van epilepsie of migraine. Erosie en broeikas Erosie van landbouwgrond, veroorzaakt door onder meer ploegen, heeft weinig of geen invloed op het broeikaseffect. Dat blijkt uit een studie die Kristof Van Oost (Afdeling Fysische en Regionale Geografie) samen met enkele buitenlandse collega’s publiceerde in Science. Ze weerleggen daarmee onder meer de theorie dat de in de grond opgeslagen koolstofdioxide door het omkeren en verschuiven van de grond in de atmosfeer terechtkomen. Nieuw doelwit voor behandeling van blaasziektes Onderzoekers van het laboratorium voor Ion Channel Research en de Afdeling Experimentele Urologie van de K.U.Leuven/UZ Leuven hebben een ionenkanaal geïdentificeerd dat het vullen en legen van de blaas regelt. De ontdekking biedt belangrijke perspectieven voor de behandeling van onder meer incontinentie. Groentetas De K.U.Leuven, de KH Leuven en het Lemmensinstituut bieden hun studenten een Groentetas aan. Daarmee kunnen ze wekelijks voor vijf euro een portie biologische groenten en fruit ophalen, geteeld door de medewerkers van een sociaal tewerkstellingsproject. campuskrant Ieder jaar reikt het Vlaams Netwerk voor Zakenethiek het EI van MVO uit aan studenten die een masterscriptie maakten rond maatschappelijk verantwoord ondernemen. Laureaat dit jaar is bio-ingenieur Ewout Stoefs. Zijn scriptie handelt over ‘Framing als strategie voor effectieve communicatie over fair trade producten’. Promotor was professor Erik Mathijs, landbouw- en milieueconoom aan de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen. Henk Van Nieuwenhove M aatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) is een thema dat zowel vanuit de bedrijfswereld als vanuit de politiek op groeiende interesse kan rekenen. Er is dan ook steeds meer vraag naar academische kennis. Doel van het eindwerk van Ewout Stoefs was aanbevelingen te formuleren die kunnen leiden tot meer effectieve communicatie over fair trade. Om de effectiviteit van de communicatieboodschappen te meten, maakte hij gebruik van framing: de manier waarop een verhaal verteld wordt. Framing staat voor het selectieve gebruik van beelden, symbolen, metaforen en boodschappers en de wijze waarop deze signalen onze gemeenschappelijke en duurzame culturele modellen prikkelen. De studie werd gevoerd in samenwerking met supermarktketen Colruyt en de NGO Vredeseilanden. Stoefs: “Colruyt en Vredeseilanden hebben een project opgestart samen met boerenfamilies in het Afrikaanse Benin om ecologisch en maatschappelijk verantwoord rijst te telen en in de Belgische supermarkten aan de man te brengen.” Buitenbeentje Een van de belangrijkste conclusies uit de masterproef is dat het heus niet zo onoverkomelijk is om de Vlaamse consumenten te winnen voor fair trade producten. Als de boodschap maar op de juiste manier geformuleerd en doorgegeven wordt: “Het probleem zit hem vooral in de gebruikte terminologie. Er wordt geschermd met termen Stoefs’ boodschap naar het beleid: gebruik klare taal om maatschappelijk verantwoord consumeren te stimuleren. als duurzaam, bio, organisch, ecologisch, maatschappelijk verantwoord, Max Havelaar, Colibri, fair trade en dan vergeet ik er nog een aantal. Op de duur zien de mensen door de bomen het bos niet meer.” En dat is meteen de boodschap die hij geeft naar het beleid: klare taal gebruiken in de boodschappen naar de consument om maatschappelijk verantwoord consumeren te stimuleren. Via zijn onderzoek ging Ewout Stoefs als bio-ingenieur landbouwkunde, gespecialiseerd in tropen en sub-tropen, te leen bij diverse andere studiedomeinen, zoals communicatie, marketing, psychologie en toegepaste economie. “In die zin ben ik een buitenbeentje”, zegt hij. “Maar ik denk dat het om nuttige en waardevolle aanvullingen gaat bij mijn curriculum als landbouweconoom, zeker als je interesse hebt voor beleid.” Zelf is hij ondertussen als beleidsmedewerker verbonden aan het Departement Landbouw en Visserij van de Vlaamse Overheid. Had hij dan geen zin om het project in Benin verder op te volgen? “Graag, maar dat zat er voorlopig niet in. Ik ben wel van plan om nog een jaartje in het buitenland te gaan studeren. Ik wil graag nog een master politieke economie halen. Maar eerst ga ik bij de Belgisch Technische Coöperatie nog een coöperantencursus volgen. Ooit zie ik mezelf wel in de tropen terecht komen.” Website K.U.Leuven krijgt AnySurfer-label DIVeRS ITeIT De recent vernieuwde website van de K.U.Leuven kreeg het Anysurfer-label toegekend. Het gaat om een Belgisch kwaliteitslabel voor gebruiksvriendelijke webpagina’s. Al sinds de jaren 70 werkt de Werkgroep Gehandicapte Studenten aan gelijke kansen voor studenten met een functiebeperking, onder meer op het gebied van studiekeuze, huisvesting en sport. Ook bij de vernieuwing van de website werd er in sterke mate rekening mee gehouden dat de pagina’s ook voor blinde, slechtziende, slechthorende en motorisch gehandicapte surfers toegankelijk moeten zijn. “Om het Anysurferlabel te krijgen moet je eerst en vooral voldoen aan een aantal technische criteria”, legt Raf van Kuyck, hoofd van de Cel Internetcommunicatie, uit. “Zo zijn onze webpagina’s nu beter geschikt voor kleinere beeldschermen zoals dat van een gsm of zakcomputer en zijn ze bruikbaar in iedere webbrowser. En uiteraard zijn ze ook heel toegankelijk voor mensen met een functiebeperking. Blinden bijvoorbeeld, die meestal met een brailleregel of screenreader surfen, zullen alleen die informatie lezen of horen die echt relevant is. Onnodige beelden, kleuren of opmaakprofielen kunnen ze eenvoudig uitschakelen. Andere pluspunten — niet alleen voor mensen met een visuele handicap — zijn gemakkelijk vergrootbare lettertypes, duidelijk ingedeelde teksten en het ontbreken van flitsende beelden.” De K.U.Leuven is de eerste Vlaamse universiteit met het label. “Vijf jaar geleden hielden we ook al rekening met toegankelijkheid, maar toen waren de mogelijkheden beperkt,” zegt van Kuyck. “Dankzij nieuwe technologieën gaat het nu een stuk gemakkelijker.” (ll) Stageplaatsen voor studenten met een functiebeperking In het kader van de overeenkomst over e-accessibility met de K.U.Leuven geeft IBM niet alleen financiële en technische steun, maar biedt het bedrijf ook stageplaatsen aan studenten met een functiebeperking. “Studenten met om het even welke handicap — visueel, auditief of motorisch — kunnen bij ons op stage komen”, zegt Yves Veulliet, diversiteitsmanager bij IBM. “Ze zullen ingezet worden op projecten die op het moment van hun stage het meest interessant zijn. Dat kan in het domein van consultancy zijn, maar ook administratie of Human Resources. We willen studenten aantrekken uit uiteenlopende richtingen. IBM richt zich niet langer alleen op de IT-markt. Ook mensen met een achtergrond in economie of rechten mogen zich kandidaat stellen.” De samenwerking is volgens Veulliet een win-win situatie. “Voor studenten is het een uitgelezen kans om van het bedrijfsleven te proeven en in teamverband te werken, terwijl het voor werknemers van IBM een verrijkende ervaring is om jonge mensen met een handicap te begeleiden.” (ll) Studenten met interesse kunnen zich aanmelden bij Studentenvoorzieningen - studeren met een functiebeperking, Naamsestraat 80, (t) 016 32 43 11, [email protected] http://www.kuleuven.be/studieadvies/ functiebeperking.html IBM organiseert een wedstrijd voor universiteitsstudenten die in een korte paper uitleggen wat er volgens hen moet gebeuren om van de 21ste eeuw de Best Century ever te maken. Info: paulvandroog@ be.ibm.com, http://www.ibm.com, http://www.research.ibm.com/ssme campuskrant nieuws 14.11.2007 dEUS-frontman in STUK over de relatie tussen muziek en beeldende kunst De twee grote liefdes van Tom Barman “Het moet klinken als een veulen dat om een bloem met een bij erop dartelt. Met die beeldspraak zou ik mijn violist kunnen inspireren tot de muziek die ik zoek.” In het leven van Tom Barman bevruchten muziek en beelden elkaar constant. Op uitnodiging van de Onderzoekseenheid Kunstwetenschappen komt de muzikant en regisseur praten over die kruisbestuiving. Katrien Steyaert “ T he things which have interested me in painting and in thinking are the things which can’t be located. Or are the things that turn into something else while you locate them.” In die filosofische bewoordingen opent de Amerikaanse kunstenaar Jasper Johns de cd That’s Blue! + Painters Talking. “Is dat geen prachtige intentieverklaring?”, vraagt Tom Barman, dEUS-frontman en enthousiaste samensteller van de jazzcompilatie. De plaat is de zevende in de reeks Blue Note Sidetracks, waarvoor Vlaamse muzikanten als Buscemi en Alex Callier hun favoriete snoepjes uit de catalogus van het legendarische jazzlabel mochten samenbrengen. Een jaar na de release dient Barmans selectie als insteek voor een gesprek over beeldende kunst en muziek in het kader van de lessenreeks ‘Kleur bekennen’ van de Onderzoekseenheid Kunstwetenschappen. “Verwacht geen grote theorieën, ik ben maar een liefhebber”, tempert de Vlaamse rockgod de verwachtingen. “Muziek en beeldende kunst zijn mijn twee grote liefdes, waarover ik graag praat met enthousiaste mensen in een goede setting als het STUK. Ik vind het fijn om dat niet te veel voor te bereiden. Het is een genot om kunsthistorici bezig te horen of vurig geschreven pleidooien te lezen, al begrijp ik er soms maar de helft van. Jan Hoet die oreert over kunst, dat is toch snoepen!” De wereldvermaarde kunstcriticus Clement Greenberg is op That’s Blue! een van de stemmen die met de nummers van onder meer Duke Ellington, Herbie Hancock en Wayne Shorter verweven zijn. “Greenberg bedacht de term ‘abstract expressionisme’ en sponsorde die kunstenaars moreel. De Kooning, Johns, Rauschenberg en andere artiesten op de plaat zijn exponenten van de naoorlogse avant-gardekunst, die gelijktijdig verliep met de vernieuwing in die andere grote kunstvorm: jazz. Ik wilde mensen laten kennismaken met het genre en heb daarvoor eindeloos veel platen beluisterd, een fijne job! Het vaak klassieke werk op Blue Note ligt me minder, ik hou van vrije composities. Andrew Hill en Eddie Gale zijn dé ontdekkingen van de plaat.” Pure schoonheid “That’s Blue!, waarvan begin 2007 al meer dan 5.000 exemplaren verkocht waren, mocht niet de miljardste, saaie compilatie zijn en ik wilde meer doen dan een beat onder de jazznummers zetten. Voor een vernieuwende remix moet je al van goeden huize zijn. Enkele toevalligheden bepaalden mijn koers. Kunstenaar Sergio De Beukelaer, tevens mijn buurman, zag eens hoe mijn beamer mijn muur blauw kleurde. In navolging van Andy Warhols reactie op het werk van Yves Klein riep hij uit: ‘That’s blue!’. Ik wist meteen dat ik mijn titel had.” “Het werd snel duidelijk dat ik met kunstenaars wilde werken. Hoe die over hun werk praten, dat is vaak pure schoonheid! Mijn antennes stelden zich steeds gevoeliger af; een concept helpt om een project vorm te geven. Ik bekeek talloze video’s en selecteerde citaten van interessante artiesten als 5 Onderzoek schetst trends in loopsport Wie loopt, is hip Veel mensen lopen. Almaar méér mensen lopen. Ze doen dat vooral voor hun gezondheid, om elkaar te ontmoeten en plezier te beleven. Een onderzoek van professoren Jeroen Scheerder en Filip Boen van de Faculteit Bewegingen Revalidatiewetenschappen (FaBeR), in samenwerking met de Vlaamse Atletiekliga brengt de loopsport in Vlaanderen in kaart. Ines Minten De meest opvallende trend is de opkomst van de zogenaamde lichte gemeenschappen. Scheerder: “Mensen houden er veel meer vluchtige ontmoetingen op na dan vroeger. Dat merk je niet alleen aan de internetgemeenschappen, maar ook in de loopsport. Minder dan tien procent van de lopers is lid van een atletiekclub. Populairder is met een groepje afspreken om een toertje te gaan lopen. Dat engagement is veel losser dan in een traditionele club.” Lopers vergaderen tijdens het sporten, ze praten bij met vrienden, maar vooral ook ontsnappen ze eventjes aan het dwingende gsm- en e-mailverkeer. Scheerder: “Het fit & fun-principe staat voorop. Anders dan dertig jaar geleden zoekt men niet zozeer het competitieaspect van de loopsport op. Lopen moet vooral recreatief zijn, de conditie verbeteren en de gezondheid op peil houden.” (© Stephan Vanfleteren) voice-over. De Color Field painter Barnett Newman, die een prachtige stem en boeiende ideeën heeft, leverde met L’Errance het blauwe coverbeeld voor de plaat. De puzzel paste.” Kunst en muziek infiltreren het hele leven van Barman. “Vanaf de jaren 60 waren mijn ouders enthousiaste collectionneurs. Ze hadden mooie popart, Japanse beeldhouwwerken, werk van “Ik ben niet het type muzikant aan wie een melodie zich opeens op de bus openbaart.” Léger, Spilliaert, … waarmee ik op een ongedwongen manier vertrouwd raakte. Ik prijs mezelf gelukkig dat ik nu zelf een prille verzameling ben kunnen beginnen. In de marge van de 0110-concerten organiseerde Luc Tuymans vorig jaar Mute, een expositie met eigen werk en dat van collega’s als Fierens, Braeckman en Bijl. Het was een grote verrassing dat ik achteraf een werk kreeg van Guillaume Bijl, waarvoor ik een zwak heb. Het heeft thuis een prominente plaats gekregen.” “Er is een relatie tussen alle dingen. Ook als ik muziek maak, denk ik heel visueel. Ik ben niet het type muzikant aan wie een melodie zich opeens op de bus openbaart. Net als Mauro (Pawlowski, gitarist van dEUS — red.) en Rudy (Trouvé, ex-lid van dEUS — red.) heb ik visuele ideeen over een refrein of de invulling van muzikale passages.” Die komen Barman op dit eigenste moment goed van pas; dEUS legt in december de laatste hand aan een nieuw album, dat in maart 2008 verschijnt. “Je moet dat niet schrijven, maar de laatste plaat is altijd de beste!” Gastcollege Tom Barman, donderdag 22 november om 20u in STUK, Naamsestraat 96. De toegang is gratis. http://www.stuk.be Studenten spelen met succes Verenigde Naties na Begin november nam een team rechtenstudenten met succes deel aan de Model of United Nations (MUN) in Oxford. Tijdens een MUN-conferentie simuleren studenten de werking van de Verenigde Naties. Elk team krijgt een land toegewezen en moet dat zo realistisch mogelijk vertegenwoordigen. Sinds 2005 heeft België een eigen MUN Society, met heel wat Leuvense studenten. Op de MUN in Oxford vertegenwoordigden ze de Russische Federatie. Tijdens hun drie maanden durende voorbereiding lieten ze zich bijstaan door professionele coaches voor speech-, debat- en onderhandelingstraining en werden ze gebriefd door de Russische ambassadeurs in Brussel en Londen. De Belgische delegatie rijfde vijf conference awards binnen en was daarmee het best presterende team. Volgende uitdaging wordt de World MUN in Harvard. http://www.munsocietybelgium.org Democratischer De loopsport zoals we die vandaag kennen is ontstaan in de Verenigde Staten op het eind van de jaren 60. Eind jaren 70 is ze overgewaaid naar Europa. En sinds toen is ze almaar populairder geworden. Eind jaren 70 koos minder dan vier procent van de volwassen sporters voor lopen. Tussen 1979 en 1999 is dat aantal verdubbeld. Van ’99 tot 2006 is het nog een keer verdubbeld, tot 14,3 procent. In de jaren 70 sloegen vooral mannelijke twintigers en dertigers en de hogere middenklasse aan het lopen. Ondertussen is de sport sterk gedemocratiseerd. Lopen is vandaag een sport voor alle leeftijden, voor mannen én vrouwen, uit zowat alle bevolkingslagen. “De trends en evoluties in de loopsport zijn duidelijk”, geeft Jeroen Scheerder aan. “Volgens mij schuilen er geweldige kansen in, zowel voor het beleid als voor de traditionele atletiekclubs. De overheid zou onder ogen moeten zien dat lopen een belangrijke nieuwe vorm van sociaal contact is en dat de sport dus een aanzienlijke maatschappelijke rol kan spelen. Clubs kunnen mee profiteren van de hedendaagse trends door hun aanbod beter af te stemmen op de behoeften van potentiële leden.” U kunt een steentje bijdragen aan het tweede deel van het onderzoek door de enquête in te vullen op http://faber.kuleuven.be/loopsport Recent verscheen ‘Europa in beweging. Sport vanuit Europees perspectief’, Jeroen Scheerder e.a. (red.), Academia Press en Publicatiefonds voor Lichamelijke Opvoeding. 6 onderzoek 14.11.2007 campuskrant Symposium over functionele somatische syndromen Onverklaard? Uitleggen is de kunst Chronischevermoeidheidssyndroom, fibromyalgie, prikkelbaredarmsyndroom… Heel wat aandoeningen flirten met de grens tussen lichaam en geest. De Britse psycholoog Peter Salmon wil in dit verband sleutels aanreiken voor een vruchtbare communicatie tussen arts en patiënt. Of hoe een juiste uitleg wonderen kan doen. Katrien Steyaert O p 30 november organiseren de UZ Leuven en de K.U.Leuven een symposium over functionele somatische syndromen — aandoeningen waarbij geen lichamelijke verklaring wordt gevonden. Het symposium wil de nieuwste inzichten en therapieën onder de aandacht brengen. Zowel de neurobiologie van stress — die bij deze aandoeningen een belangrijke rol speelt — als de klinische praktijk komen hierbij aan bod. “Ongeveer 20 procent van de patiënten die consulteren bij de huisarts en zelfs tot 50 procent bij sommige specialisten heeft lichamelijke klachten zonder aanwijsbare oorzaak”, stelt Peter Salmon, klinisch psycholoog en hoogleraar aan de universiteit van Liverpool, en een van de sprekers op het symposium. Wat doe je als arts in zo’n geval? Een symptoombehandeling starten omdat de patiënt er op aandringt of omdat die het best binnen je medisch denkkader past? Salmon: “Zulke behandelingen helpen vaak niet veel, verspillen de middelen van de gezondheidszorg en kunnen patiënten schaden door ze de hulp te onthouden die ze echt nodig hebben. Een alternatief is een beroep doen op het concept ‘somatisatie’. In dat geval gaat de arts ervan uit dat de klachten berusten op een onderliggende psychische oorzaak waarvoor een psychiatrische behandeling nodig is. Maar deze interpretatie stuit bij veel patiënten op weerstand, want ‘het zit toch niet tussen de oren’!” “En dan is er nog de mogelijkheid om de patiënt naar een psycholoog te sturen voor cognitieve gedragstherapie. Die heeft als doel patiënten beter te leren omgaan met hun klachten en beperkin- gen. Maar gezien de grote aantallen patiënten zullen er nooit genoeg gespecialiseerde therapeuten zijn. Artsen zouden dus manieren moeten vinden om tijdens hun eigen raadplegingen deze patiënten zo goed mogelijk te helpen, of ze minstens op het goede spoor te zetten.” Twistgesprek Salmon analyseerde ruim 400 consultatiegesprekken met de bedoeling te achterhalen wat de huisarts ertoe brengt om patiënten met onverklaarde lichamelijke klachten door te verwijzen naar een specialist. “Doorverwijzing leek in veel gevallen het resultaat te zijn van communicatieproblemen met de patiënt, eerder dan een weloverwogen reactie van de arts op wat de patiënt aanbracht. We stelden vast dat deze patiënten met hun huisarts vaak een soort twistgesprek (‘contest’) voeren. De patiënt probeert uit alle macht serieus genomen te worden en begrip en erkenning van de arts te krijgen, terwijl de arts dat nauwelijks oppikt, er blijft op hameren ‘dat er niets te vinden is’, of uiteindelijk toch maar verdere specialistische onderzoe- ken voorstelt ‘om ervan af te zijn’. In zo’n geval begint voor de patiënt niet zelden een lange lijdensweg doorheen de doolhof van de geneeskunde. We zijn bezig met de studie van elementen uit de consultatie die kunnen voorspellen wat er later precies met zo’n patiënt gebeurt.” Er zijn volgens Salmon ook veel artsen die, wanneer ze een patiënt met functionele klachten over de vloer krijgen, aarzelen om zich in het gesprek te engageren, bijvoorbeeld door geen verdere vragen te stellen over psychosociale thema’s die sommige patiënten wel degelijk aanbrengen. “Artsen zeggen nogal eens dat dit komt omdat ze het te druk hebben, of vermoeid zijn. Maar er zijn wellicht nog andere redenen: misschien willen ze zichzelf emotioneel beschermen of zijn ze bang de patiënt afhankelijk van hen te maken. Recente onderzoeks- quate uitleg aan patiënten: “De technologie van de uitleg moet worden opgenomen in het medisch curriculum. Als de arts in staat is uit te leggen wat er met de patiënt aan de hand is, creëert hij een gemeenschappelijke basis, een ‘common ground’ voor een vruchtbare samenwerkingsrelatie. In plaats van een twistgesprek kan dan een samenwerking ontstaan, die een springplank vormt naar de behandeling.” “Dat gebeurt nog veel te weinig,” vindt Salmon, “hoewel er voor functionele klachten plausibele verklaringsmodellen voorhanden zijn, die verstaanbaar zijn voor de meeste patiënten en berusten op een mix van actuele biomedische kennis en culturele metaforen. Zulke verklaringen kunnen bovendien handvatten bieden voor pragmatische hulp. Bijvoorbeeld, bij patiënten met fibromyalgie, die pijn hebben in alle spieren en gewrichten, kan de arts spreken over ‘overgevoelige pijnmechanismen in de hersenen’ waarop ontspanningsoefeningen en voorzichtige conditietraining een gunstige invloed kunnen uitoefenen.” “Een goede uitleg informeert niet alleen, maar leidt ook tot empowerment van de patiënt”, besluit Salmon. “Symptomen worden in een begrijpelijk kader geplaatst, de echtheid ervan wordt bevestigd én de patiënt krijgt meer grip op wat hem of haar overkomt.” Medewerkers van Salmon probeerden de inzichten uit zijn onderzoek ook al te toetsen in de klinische praktijk. Zo leerden ze artsen meer in te gaan op psychosociale hints van patiënten en deze eventueel in verband te brengen met hun symptomen. “Niet alle patiënten waren echter even enthousiast. Ze hielden er blijkbaar niet van dat hun arts doorging op onderwerpen als ‘stress’, mogelijk uit angst voor een psychisch etiket of verminderde aandacht voor de fysieke aspecten van hun kwaal. We denken dus wel te weten wat er moet veranderen in de communicatie tussen arts en patiënt, maar we zijn er nog niet helemaal uit hoe we dat in de praktijk moeten brengen.” resultaten wijzen alvast in de richting van de tweede veronderstelling.” Symposium ‘Functional somatic disorders. From neuroscience to clinical practice’. Info: [email protected]. In de marge van het symposium wordt het boek ‘Stress, het lijf en het brein. Ziekten op de grens tussen psyche en soma’ (red. prof. B. Van Houdenhove, LannooCampus) voorgesteld. Technologie van de uitleg Van één zaak is Salmon heilig overtuigd: artsen zouden zich meer bewust moeten zijn van het belang van een ade- De VAPL en het personeelsbeleid “De kerntaken van een academicus lopen altijd wel ergens gevaar” De Vereniging Academisch Personeel Leuven is een vereniging van en voor academisch personeel van de K.U.Leuven, aldus hun nieuwsbrief. Ondervoorzitter Karel De Gendt (Faculteit Geneeskunde) legde zijn onderzoek even stil om uit te leggen wat de vereniging precies doet. Ludo Meyvis “ V olgens onze statuten houden we ons bezig met het volgende: ‘het uitdragen van de idee van een universiteit als een onafhankelijk en kritisch denkcentrum, waarin de symbiose van onderwijs, onderzoek en dienstverlening wordt nagestreefd; het bevorderen van het wetenschappelijk onderwijs, onderzoek en dienstverlening; het behartigen van de professionele, sociale en culturele belangen van haar leden; het nastreven van een democratische en efficiënt werkende universitaire gemeenschap.’ Dat is een hele boterham, maar het zijn zaken die elk lid van de univer- sitaire gemeenschap aanbelangen en ik heb de indruk dat onze werking vandaag meer nodig is dan ooit. Wel even duidelijk maken dat we geen vakbond zijn, en dat we er ook niet zijn voor persoonlijk dienstbetoon.” Dialoog “We zijn een gesprekspartner van het universiteitsbeleid, onder andere via de vertegenwoordigers van het academisch personeel in de Academische Raad, waaronder onze voorzitter, professor Louis Vos. Daarnaast zijn we actief in eigen of externe werkgroepen, altijd met de bedoeling in dialoog met de academische overheid te streven naar een vruchtbaarder werkklimaat, waarin het academisch personeel zich zo optimaal mogelijk op zijn kerntaken kan concentreren.” “De kerntaken van een academicus lopen altijd wel ergens gevaar, is het niet door beperkte budgetten dan wel door overdreven regeltjes of dreigende economisering. De spanning die hierin zit zal altijd blijven bestaan: tot op zekere hoogte moét je besparen, moét je dingen regelen, moét je aandacht houden voor de economische aspecten van universitair werk. Maar de vraag is altijd: tot wààr? Als die kerntaken in gevaar komen, creëer je onrust, en dan is het aan een vereniging zoals de VAPL om daarop te wijzen en om soms al eens op tafel te durven kloppen. We stellen ons niet polariserend op ten aanzien van de academische overheid, die zich immers vaak ook gedwongen voelt om bepaalde maatregelen te nemen alleen omdat de externe overheid dat zo wil. We willen ideeën aanleveren, de dialoog tussen de academische basis en de top bevorderen en wegen op het beleid waar dat kan, niet vanuit één bepaalde faculteit of groep, maar vanuit een brede visie op wat de universiteit moet zijn.” pagina 7 campuskrant ethisch forum 14.11.2007 7 Ethicus Bart Pattyn: “Het engagement voor vrijblijvendheid heeft een hypocriet karakter” Is het verkeerd studenten te leren wat goed en fout is? Is het nog steeds de taak van de universiteit om haar studenten morele waarden en sociale verantwoordelijkheid bij te brengen? Of zijn waarden relatief geworden en dus een te mijden onderwerp? Over die vraag handelt het zesde Ethisch Forum van de Universitaire Stichting. Professor Bart Pattyn van het Overlegcentrum voor Ethiek is alvast pleitbezorger voor meer moed in het waardendebat. “We moeten dringend genezen van de schaamte om over waarden te spreken.” H et thema van het Ethisch Forum — morele waarden, goed en kwaad — lijkt op maat gesneden van een katholieke universiteit. Bart Pattyn: “Dat wel, maar je moet het ruimer zien, het debat is zeker niet typisch voor een katholieke universiteit. Ook aan andere, minder geprofileerde universiteiten discussieert men tegenwoordig wel vaker over het morele profiel van een universiteit. Het Ethisch Forum heeft de bedoeling mensen uit álle universiteiten aan het woord te laten.” “De kernvraag luidt: moeten we als academici studenten tijdens de opleiding wijzen op de maatschappelijke verantwoordelijkheid die ze later in de samenleving moeten dragen, of laten we dat in het midden? Willen we bijvoorbeeld een student rechten gewoon de rechtsregels bijbrengen, of wijzen we hem er ook op dat hij zijn kennis moet inzetten voor een betere samenleving?” Paternalisme “Er was een tijd dat niet-staatsuniversiteiten als de K.U.Leuven een onomwonden ideologisch profiel hadden. Rond de jaren zestig heeft zich een kentering voorgedaan, toen het einde van de grote verhalen werd ingeluid. Het leek alsof er niets anders voor in de plaats kwam, alsof er een soort ideologisch vacuüm ontstond, maar dat is slechts schijn: in feite ontstond er een alternatief moreel engagement op basis van een negatief vrijheidsbegrip.” “Om elke vorm van misprijzen in te dijken werd systematisch geweigerd in te vullen wat de moeite waard is om met de fel bevochten vrijheid te verwezenlijken. Men cultiveerde doelbewust Wouter Verbeylen een vrijblijvende sfeer waarin elk individu er zichzelf van kan overtuigen dat het soort leven waarvoor hij koos, even interessant is als dat van om het even wie. Alles wat die vrijblijvende sfeer kan vergiftigen werd en wordt nog steeds als elitair en paternalistisch gedoodverfd. Het was een engagement dat gepaard ging met de ontwikkeling van de vrije markt: niemand wordt geacht zich uit te spreken over de kwaliteit van iemands preferenties als consument.” “Ook het begrip universiteit werd langs die lijnen vertaald: de universiteiten werden zakelijker. Kwalitatief en competitief zijn, werd de nieuwe morele plicht. Men acht zich verantwoordelijk om zo efficiënt mogelijk ‘competenties’ over te dragen, zonder dat men zich inlaat met de beslissing waarvoor die competenties moeten worden aangewend.” Is die waardenvrijheid niet het gevolg van het besef van de relativiteit van de begrippen ‘goed’ en ‘fout’? “Ik denk dat we nog altijd goed genoeg weten welke waarden écht belangrijk zijn. Elke ouder weet dat intuïtief, en zal er in de praktijk niet aan twijfelen zijn kinderen die waarden bij te brengen. Het engagement voor vrijblijvendheid heeft een hypocriet karakter. Mensen weten nog steeds bijzonder goed wat een leven tot een interessant of geslaagd leven maakt, al doet men alsof prestaties relatief zijn.” “Mijn stelling is dat dat negatief vrijheidsbegrip op een punt is gekomen waar het meer negatieve dan positieve consequenties heeft. Een aantal economische problemen waar we vandaag mee geconfronteerd worden, zijn voor een deel culturele en morele problemen. In de wereld van vandaag zijn de sociaal Ontdek jezelf. zwakkeren bijvoorbeeld veel vatbaarder voor de cultuur van ‘instant gratification’, voor de onmiddellijke bevrediging, de gemakkelijke oplossing. Dat heeft op lange termijn gevolgen voor hun succes in het leven, bijvoorbeeld in het aangaan van sociale relaties of het opzetten van een onderneming. Maar niemand vertelt hen nog dat iets waardevols realiseren inspanning kost.” “Om het even heel scherp te stellen: sommige dingen zijn zo waardevol dat het belangrijk is dat men er een inspanning voor doet, en doordat de leidende “Uit angst om politiek incorrect te zijn, durven we niet meer opkomen voor wat we belangrijk vinden. We moeten van die schaamte genezen.” klasse zich niet de moeite getroost dat duidelijk te maken, verraadt ze de zwakkere klassen.” Halfzacht “De oplossing die een universiteit kan bieden, is zeker niet om alleen maar meer cursussen te organiseren waarin we voor de studenten preken. Maar je kan studenten bijvoorbeeld wel in een stage confronteren met sociale milieus die niet de hunne zijn. In de V.S. gebeurt dat al, en het effect van zo’n stage blijkt groot: studenten geloven nadien meer in het belang van sociale voorzieningen, van overleg, van democratisch besluitvorming, dan studenten die geen stage hebben gevolgd. Zo’n confrontatie kan een katharsis teweegbrengen. Als je altijd deel uitmaakt van een meritocratie met alleen maar winnaars, vergeet je al snel dat jouw winst vanuit het perspectief van een ander heel problematisch kan zijn.” Een stage organiseren voor alle studenten lijkt een hele onderneming. Is er binnen de K.U.Leuven ruimte voor dat soort initiatieven? “In het nieuw strategisch plan staat ‘waardenontwikkeling’ als eerste van de vier basisbeginselen vermeld. Dus ja, de ruimte en de wil zijn er zeker. Maar we moeten ervoor zorgen dat het debat hierover grondig gevoerd wordt, om te vermijden dat het als halfzacht geconcipieerd wordt. En we moeten concrete initiatieven formuleren, zoals die stage voor de studenten er één kan zijn.” “Ook op het vlak van onderzoek kan je de krachten bundelen. De universiteit reflecteert vandaag in een te verspreide slagorde. Er wordt te weinig gedebatteerd over wat een leven interessant maakt, waarom bijvoorbeeld cultuur en geschiedenis belangrijk zijn. Dat debat moet en mag niet leiden tot een nieuwe ideologie. Er zijn erg uiteenlopende stijlen waarop men een leven werkelijk de moeite waard kan maken. ” “Rond ‘waarden’ hangt momenteel nog te vaak een odium van subjectiviteit, relativiteit en naïviteit. Uit angst om politiek incorrect te zijn, durven we niet meer opkomen voor wat we belangrijk vinden. We moeten van die schaamte genezen.” Het zesde Ethisch Forum vindt plaats op donderdag 29 november. Voor alle info: http://www.universitairestichting.be/nl/ Kom naar de infodagen op 23 februari, 1 maart en 15 maart 2008. www.kuleuven.be/infodag pagina 6 “Die dialoog bestaat op regelmatige basis in de Academische Raad, en wordt het duidelijkst zichtbaar in debatten, zoals we er op 15 november weer een organiseren, over het loopbaan- en personeelsbeleid. Dat is natuurlijk een van onze belangrijkste aandachtpunten. Tot nu toe kwam het nogal eens voor dat postdocs zonder duidelijkheid over hun verdere loopbaan aan de universiteit bleven ‘hangen’, telkens met tijdelijke of suboptimale mandaten. De universitaire overheid wil dat voorkomen, en wil op geregelde momenten aan ieder personeelslid duidelijk laten weten wat de mogelijkheden — of de onmogelijkheden — precies zijn. Daardoor moeten pijnlijke situaties vermeden worden — denk aan iemand van een jaar of 40, met doctoraat, maar zonder mogelijkheid tot benoeming. Als een dergelijk iemand de universiteit uiteindelijk toch moet verlaten, voelt hij of zij zich in de kou staan. Als we van onze doctorandi en onze doctores willen dat ze ambassadeurs van onze universiteit zijn, dan moeten ze ook goed omkaderd en begeleid worden. Duidelijk gecommuniceerde loopbaanmogelijkheden dragen daar dan zeker toe bij. Uiteraard moet je zélf met je loopbaan bezig zijn, maar het is goed dat de universiteit er af en toe aan herinnert wat kan en wat niet kan.” Oligoteit “Op een ruimer niveau gaat het natuur- lijk over een modern human resourcesbeleid. Dat is duidelijk veel meer dan alleen maar administratieve loopbaanbegeleiding, ook al is die belangrijk. Via een HR-beleid draagt de universiteit ertoe bij dat het personeelsklimaat niet verzuurt en een positieve invulling krijgt. Het gevaar van de ‘braindrain’, dat in sommige faculteiten zeker bestaat, wordt daardoor ook tegengewerkt.” “Fundamenteel om een goed personeelsbeleid uit te werken, is natuurlijk de financiële ruimte. Personeel kost geld, zo simpel is het. Dat de eerste geldstroom heel weinig mogelijkheden laat om creatief en expansief te zijn op personeelsvlak, is een oud zeer. De politieke wereld kiest nogal eens voor kortstondig vuurwerk, het aantrekken van een paar toppers of het subsidiëren van sexy projecten. Hoe belangrijk die ook zijn, ze mogen niet de basis van het personeelsbeleid worden, de basisvraag is en blijft wat ‘de wetenschap’ hiermee gebaat is. Momenteel bestaat er aan deze universiteit toch de indruk dat we hiermee op onderzoeksniveau evolueren naar een oligoteit, eerder dan een universiteit te blijven. Ook in deze discussie over de eigen identiteit van onze Alma Mater wil de VAPL het standpunt van alle academisch personeel verkondigen én verdedigen.” Meer informatie over het debat van 15 november vindt u op http://vapl.kuleuven.be/Aankondigingen.html 8 studiedag 14.11.2007 39ste Van Cauterenleerstoel focust op ontwikkelingssamenwerking campuskrant – advertentie – Kunnen ingenieurs het verschil maken? De Van Cauterenleerstoel buigt zich dit jaar over ontwikkelingssamenwerking. Hoe kunnen ingenieurs een bijdrage leveren? Ines Minten P rofessor Jean Berlamont, departementsvoorzitter Burgerlijke Bouwkunde en voorzitter van de Interfacultaire Raad voor Ontwikkelingssamenwerking: “Alvast op het vlak van transport, telecommunicatie, waterzuivering en -voorziening kunnen ingenieurs een aanzienlijke rol spelen. Een vijfde van de wereldbevolking heeft geen toegang tot zuiver drinkwater. Je ziet ook overal ter wereld steden die uit hun voegen barsten zonder enig plan, niemand weet hoe ze beheersbaar gehouden kunnen worden. Ook daar kunnen we helpen.” Berlamont is een grote voorstander van universitaire ontwikkelingssamenwerking. “We geven de ontwikkelingslanden middelen in handen om zelf onderzoek te doen en zelf experts op te leiden. Op lange termijn is dat volgens mij de meest zinvolle manier om een land vooruit te helpen.” Positief én negatief Tijdens de leerstoel op 28 november komen ook enkele sprekers getuigen over projecten waarbij ze betrokken (geweest) zijn. Professor Joost Duflou van de Faculteit Ingenieurswetenschappen kan zowel positieve als negatieve resultaten aanhalen. “Zo’n vijftien jaar geleden heb ik in Zuidoost-Azië veldwerk verricht naar nieuwe silosystemen. Het was een heel praktisch project dat ter plaatse echter geen ingang heeft gevonden. Onlangs was ik terug in de regio en heb ik er geen spoor meer van teruggevonden.” Duflou heeft zich ook ingezet voor het Asian Institute of Technology. Hij en enkele collega’s zetten hun schouders onder een paar ingenieursopleidingen. “Het instituut doet het nog altijd erg goed. We hebben toch een generatie ingenieurs uit de startblokken geholpen die hun expertise ondertussen kunnen gebruiken in de eigen regio.” Ook oud-studente An Eijkelenburg van de Belgische Technische Coöperatie (BTC) komt tijdens de leerstoel spreken over haar ervaringen in de ontwikkelingssamenwerking. “Je haalt er veel voldoening uit omdat je zulke directe resultaten boekt.” Ze heeft veel ervaring met projecten in Afrika en zag er dat onderhoud vaak een probleem vormt. “Zo was ik onlangs in Oeganda betrokken bij een rehabilitatieproject voor een middelbare school. Met het oog op duurzaamheid ging ik op zoek naar de instelling verantwoordelijk voor onderhoud van schoolgebouwen. Die was er niet. Met dergelijke dingen moet je rekening houden als je infrastructuur opzet.” Ingenieurs uit het westen hebben ook niet altijd een antwoord paraat. Ook dat is iets wat de ontwikkelingssamenwerking leert. “In één van onze watervoorzieningsprojecten in Senegal zit er in sommige streken enorm veel fluor in het water en dat vergt een innovatieve aanpak. Als westerse ingenieur in zo’n totaal andere context word je geconfronteerd met dingen waarop je niet bent voorbereid en waar weinig literatuur over bestaat.” Waardering Bij alle sprekers horen we een zeker ongenoegen over de schromelijke onderwaardering van ontwikkelingssamenwerking. “We zouden onze studenten en onderzoekers ervan moeten kunnen overtuigen dat ontwikkelingssamenwerking een verrijking betekent voor álle partijen. De universiteiten hier krijgen er toch ook interessante onderzoeksprojecten, data en zelfs onderzoekers voor in de plaats? Er ligt een heel onontgonnen terrein voor boeiend wetenschappelijk onderzoek te wachten”, pleit Berlamont. Duflou: “Helaas weegt het op je curriculum niet of nauwelijks door. En veel onderzoekers zijn zo overstelpt door hun eigen onderzoek dat ze zeker geen tijd willen vrijmaken voor werk waar velen nog altijd met een scheef oog naar kijken. Heel jammer. Het zit aan onze universiteiten duidelijk niet helemaal goed tussen wat we zeggen belangrijk te vinden en wat we uiteindelijk doen.” An Eijkelenburg blijft optimistisch: “Ik heb ook mooie voorbeelden gezien van universitaire structuren waarin de ontwikkelingssamenwerking prima is geïntegreerd. Ik heb de indruk dat het een sector is die aan aanzien wint. Ook in onze organisatie zien we almaar meer kandidaten voor projecten in de ontwikkelingssamenwerking.” DE AFRIKAANSE BOER WORDT MET UITSTERVEN BEDREIGD Als we nú niets doen, hangt de Afrikaanse boer. Hij kan niet op tegen de landbouwproducten die Europa in zijn land dumpt. Dus kan hij zijn lening niet terugbetalen. Kunnen zijn kinderen niet naar school. Vlucht zijn familie naar de stad. De Europese Unie haalt vandaag de strop nog strakker aan: Economische Partnerschapsakkoorden (EPA’s) verplichten Afrika om z’n grenzen nog wijder open te stellen voor Europese producten. Daarom vraagt de Afrikaanse boer dringend uw hulp. Steun hem nu. Vóór zijn strijd een ultieme doodsstrijd wordt. www.stopepas.be http://eng.kuleuven.be/ vancauterenleerstoel.html AD KUL.indd 1 000-0000011-11 Voor een leefbare en milieuvriendelijke landbouw in Noord en Zuid slaan milieu-, natuur-, landbouw-, consumenten- en Noord-Zuidorganisaties de handen in elkaar. Want tegen 2015 moet honger de wereld uit! www.detijdloopt.be 18-09-2007 14:57:05 Trillingsgedrag Studenten bouwkunde van de geassocieerde Katholieke Hogeschool Sint-Lieven (KaHo) werken mee aan wetenschappelijk onderzoek naar een betere kennis van de excitatie veroorzaakt door het wandelen van groepen van personen. Dit was één van de doelstellingen van een tweedaagse meetcampagne op de fietsen voetgangersbrug over de E40 in Wetteren, georganiseerd door de professoren Van den Broeck (KaHo), De Roeck (K.U.Leuven) en Guillaume (VUB). Daarnaast werden trillingsmetingen uitgevoerd om het trillingsgedrag van deze (en soortgelijke) constructies beter te doorgronden. Als trillingsbronnen werden daarbij enerzijds het verkeer op de autosnelweg en de wind gebruikt, en anderzijds een aan de VUB nieuw ontwikkelde mechanische spier die onderaan de brug bevestigd werd. Uit deze metingen kunnen de zogenaamde modale parameters bepaald worden: de natuurlijke frequenties, de bijhorende trillingsvormen en de dempingsfactoren. Deze parameters vormen als het ware ‘de handtekening’ van de brug en kunnen gebruikt worden om computermodellen van deze brug te verfijnen. (© ingezonden) campuskrant cultuur 14.11.2007 9 UUR KULtUUR: Stijn Meuris en de Sterren “B-H-V en de opwarming van de aarde, eigenlijk is dat niet belangrijk” Op 21 november vult Monza-frontman Stijn Meuris in het Maria-Theresiacollege een UUR KULtUUR. De titel van zijn programma, ‘Stijn en de Sterren’, prikkelt onze verbeelding: brengt Meuris een hele rist collega-BV’s mee, en zingen die dan allemaal hun eigen versie van ‘Satelliet Suzy’? Helemaal niet, zo blijkt uit het gesprek dat we hadden met de zanger. ‘Stijn en de Sterren’ is een lezing! Tim Vuylsteke E en lezing, meneer Meuris? “Oorspronkelijk was het inderdaad een lezing, ja, maar dan wel eentje waarin niet gelezen wordt. Misschien noem je ’t beter een performance. VEGAS LAS, het productiehuis dat ‘Stijn en de Sterren’ presenteert, heeft een aantal muziekmensen laten praten over iets waar ze mee bezig zijn buiten de muziek, over één van hun hobby’s dus. En mijn hobby is toevallig sterrenkunde. Al sinds mijn vijftiende ben ik begeesterd door het heelal.” “Het uitgangspunt is zeer plezant: ik ben als het ware een docent die het publiek introduceert in de sterrenkunde. En in veel gevallen mag je dat ‘introduceren’ letterlijk nemen. Nochtans komt het onderwerp vaak aan bod in de media, en heeft iedereen er iets over geleerd in de middelbare school. Hoewel, ik heb de indruk dat in het onderwijs de sterrenkunde een doodgeboren kindje is, het extra hoofdstuk dat moet worden gegeven omdat het nu eenmaal op het programma staat. Mensen kijken anno 2007 nauwelijks nog naar boven, terwijl daar nochtans zeer veel te zien is.” Vijf pixels groot “In ‘Stijn en de Sterren’ staan twee begrippen centraal: afstand en tijd. Dat klinkt misschien koud en klinisch — ik ben dan de onvolwassen nerd van 42 die even over zijn favoriete bezigheid komt vertellen — maar eigenlijk is het ontzettend boeiend. Als je even stilstaat bij die begrippen, als je de onmetelijkheid van het heelal vergelijkt met de omvang van onze miniplaneet, dan besef je dat onze beschaving niets voorstelt. Dat betekent echter niet dat ik een cultuurpessimist ben. Integendeel, ik vind het juist hoopgevend dat onze problemen in het licht van het universum geen problemen zijn. Brussel-Halle-Vilvoorde, de opwarming van de aarde, noem maar op, eigenlijk is dat allemaal niet zo belangrijk. We zijn hier maar voor even, op onze blauwe planeet, laat ons er dan het beste van maken.” “Er is één foto — ik toon er heel wat tijdens de lezing, en de mensen zijn altijd verrast dat er zulk mooi beeldmateriaal van de ruimte bestaat — die onze nietigheid perfect illustreert: een foto van de aarde genomen vanaf Mars. Ik vind het de mooiste foto aller tijden, omdat hij heel emotioneel is, metafysisch ook. Onze planeet is een minuscuul stipje — vijf pixels groot — midden in een zwarte oceaan, maar je herkent ze wel. Het groen en blauw kan je heel duidelijk onderscheiden.” “Voor mij is ruimtevaart meer filosofie dan wetenschap. Ik vind ook — hoewel ik een atheïst ben — dat, naarmate we meer te weten komen over het heelal, we tot inzichten komen die bijna bijbels te noemen zijn. Zo hebben we pas in de laatste vijftien jaar ontdekt dat onze zon niet de enige ster is die planeten heeft: het wordt steeds duidelijker dat álle sterren een zonnestelsel hebben. Voor mij is (© Rob Stevens) dat dé ontdekking van de eeuw: de kans dat er ook elders leven bestaat, is nu honderden, duizenden keren groter!” Zen in de weide Waarom is sterrenfreak Meuris ooit muzikant geworden, en geen astronoom? “Eenvoudig, omdat ik slecht was in wiskunde, en de moderne sterrenkunde bijna voor honderd procent uit wiskunde bestaat. Er is trouwens geen enkele wetenschap waar er zo’n grote kloof gaapt tussen theorie en praktijk. Het zijn uiteraard de echte wetenschappers die de revolutionaire berekeningen maken, maar andere takken van de astronomie — zoals het ontdekken van planetoïden in ons zonnestelsel — worden volledig door amateurs beheerst. Geen enkele beroepssterrenkundige houdt zich dáármee bezig.” “Of er raakpunten zijn tussen de sterrenkunde en de muziek? Nee, beide disciplines staan voor mij los van elkaar, al ben ik er wel in dezelfde periode mee begonnen. En er is ook één persoon die beide bezigheden verbindt: Lucas Pellens, onze vaste lichtman, is ook een amateurastronoom. Enkele dagen geleden belde hij mij nog op, midden in de nacht: er was een periodieke komeet ontploft, en ze was nu twee miljoen keer helderder dan normaal. Ik heb meteen ook mijn telescoop op die komeet gericht. Wat ik zag, was overweldigend.” “Verder is astronomie vooral rustgevend: na het helse lawaai van een optreden kan een beetje zen geen kwaad. En wat is er meer zen dan in een koude weide door een telescoop naar de sterren staren?” UUR KULtUUR met Stijn Meuris, 21 november, 21u, Grote Aula, Maria-Theresiacollege, St.-Michielsstraat 6. Na de lezing staat astronomieprofessor Christoffel Waelkens de zanger bij tijdens een vragenronde. (© Rob Stevens) Kunst ad valvas Geen testcijfers of examenregeling aan deze valven, maar schilderijen van kunstenares Lieve Ophalvens. Op 9 en 10 november stelde zij haar werk tentoon tussen de oude geraamtes en ontleedtafels in het Instituut voor Pathologie, met afbraak bedreigd voor de geplande herinrichting van ’s Hertogeneiland. Het gebouw (1906) is een ontwerp van de Luxemburger Vincent Lenertz, toen zowat huisarchitect van de universiteit, en herbergt een aantal waardevolle glasramen van de gerenommeerde glazenier Fritz Roderburg. 10 personeel 14.11.2007 campuskrant Wie is de man of vrouw de Collega’s 36 achter die sympathieke stem die u zo vaak aan de lijn hebt? Of wie schuilt er achter de persoon met wie u een intensieve mailrelatie onderhoudt? In deze rubriek proberen we een gezicht te plakken op die collega met wie u zo goed samenwerkt, maar die u op straat straal voorbij zou lopen. door Tim Willekens Via een berichtje in de mailbox van Evy Verstraeten van AVNet werden we vorige keer verder gestuurd naar Jan Blanckaert (26) van de Aankoopdienst. Daarom trokken we naar de Krakenstraat 3, het gebouw naast de voor velen wat bekendere Universiteitshal in de Naamsestraat. In de Krakenstraat klopt echter onder meer het financiële hart van de universiteit. Op de derde verdieping, net voorbij de volledig vernieuwde boekhouddienst, troffen we Jan aan op de eveneens opgefriste Aankoopdienst. (© Rob Stevens) Jan: “Evy Verstraeten ken ik niet echt. Ik vroeg haar in het bewuste e-mailtje naar het serienummer van een kopieermachine. De inventarisa- tie van die toestellen is maar één van de zaken waarmee ik een tijdlang bezig ben geweest. De taken van de Aankoopdienst zijn enorm veelzijdig, en bovendien is er de laatste jaren ook al flink wat veranderd binnen de dienst.” “Zo houd ik me onder meer ook bezig met gsm’s en met abonnementen. De universiteit heeft op enorm veel zaken een abonnement, denk bijvoorbeeld maar aan internettoepassingen en tijdschriften. Vaak hebben verschillende bibliotheken en diensten bovendien een aparte aansluiting, terwijl het net veel interessanter zou zijn om die te kunnen bundelen en zo bijvoorbeeld betere prijsafspraken te kunnen maken. Die centralisatie is echter geen gemakkelijke opgave. Hoewel de meeste grote aankopen uiteindelijk via de Aankoopdienst passeren, hebben de verschillende afdelingen van de universiteit vaak een grote zelfstandigheid. Meestal zijn er overigens meerdere mensen die hun zegje hebben in een aankoop. Dat maakt dat we soms tussen verschillende vuren te staan komen, en dat niet elke beslissing in dank wordt afgenomen.” “Omdat de universiteit met overheidsgeld werkt, is het van groot belang dat voor de verschillende uitgaven de juiste procedures worden gevolgd. Zo worden alle uitgaven gecontroleerd door een auditor. Als onderdeel van die ‘audit compliance’ wordt er een inventaris aangelegd waarin alle apparaten worden geregistreerd die duurder zijn dan 5.500 euro. Met die registratie houd ik me ook bezig: alle apparaten belanden in mijn map ‘activa’ en krijgen stamgegevens toegekend in SAP.” “Vroeger hoorde de Aankoopdienst bij de Financiële Dienst. Nu zitten we echter apart, bij Algemeen Beheer, zodat de goedkeuring van de aankopen los staat van de aankopen zelf. Bij onze functie komt enorm veel kijken, maar ik doe het graag. De aangename collega’s hebben daar natuurlijk ook veel mee te maken!” “In mijn vrije tijd ben ik voorlopig vooral bezig in mijn nieuwe huis. Ik ben pas verhuisd, en er is nog veel werk aan. Omdat ik nu in het centrum van Leuven woon, kan ik met de fiets naar het werk komen. Dat is natuurlijk een grote luxe.” “Als ik meer échte vrije tijd heb, ben ik graag met muziek bezig. Ik heb saxofoon gespeeld, en nu ben ik nog graag bezig met platenspelers en met mijn grote cd-collectie. Zoals waarschijnlijk bij velen het geval is, zou ik ook graag wat meer aan sport doen, maar daarvoor ontbreekt me voorlopig de tijd.” Jammer genoeg was de werkman die met de vernieuwing van de ramen van de Aankoopdienst bezig was, geen personeelslid van de universiteit. Daarom sloegen we Jans ringmap met ‘activa’ open, waar ons oog viel op Mark Van Camp van Experimentele Geneeskunde. Hij deed dus een aankoop die boven de grens van 5.500 euro lag. Jan kon ons niet meteen vertellen over welke ingewikkelde apparaten het ging, dus we kijken in spanning uit naar de ontmoeting met de volgende collega, nummer 37, op Gasthuisberg. Nieuw examensysteem in SAP Om beter te kunnen inspelen op het flexibele onderwijslandschap van vandaag, ontwikkelde de Dienst AIV een nieuw examensysteem vanuit SAP. “Iedereen op elk moment de juiste informatie en functionaliteit aanbieden en dat op een transparante manier”, vat projectleider en domeinverantwoordelijke Studenten Sien Maes de doelstelling en de meerwaarde van ES-SAP samen. Joke Depuydt S ien Maes: “De hele operatie past binnen een groter plaatje. Met ES-SAP maken we gebruik van de Campus Management Module om student- en onderwijsgerelateerde processen te implementeren. Het voordeel ervan is dat het een heel geïntegreerd systeem is, waarin zowel het onderwijsaanbod als de registratieprocessen, het individuele studieprogramma, en nu ook de examenverwerking vervat zit. Wanneer een student na registratie zijn studieprogramma heeft gekozen, wordt die informatie ‘meegenomen’ in het verdere proces en bij de examenverwerking direct gerelateerd, waardoor duidelijk wordt hoe die student moet worden geëvalueerd. Want de ene studeert deeltijds, de andere heeft meer of minder credits enzovoort.” Voor de student verandert er niet veel? Sien Maes: “Die heeft uiteraard enkel toegang op informatief niveau. De toegankelijkheid is in de eerste plaats opengetrokken naar de andere gebrui- kersgroepen: docenten, voorzitter en secretarissen van de examencommissie, ombudsmensen en vooral ES-medewerkers. Waar docenten vroeger quotatieformulieren invulden, krijgen ze nu als ze dat willen tools waardoor ze zelf rechtstreeks hun examenresultaten kunnen invoeren. We bieden hen bovendien na overleg met de programmadirecteurs ook ruimere beoordelingsstructuren aan, bijvoorbeeld toetsmomenten en onderwijsleeractiviteiten.” “De voorzitter en de secretarissen van de examencommissie krijgen op een ‘pre-deliberatie’ uiteraard toegang om eventueel nog te kunnen ingrijpen. Ook de ombudsmensen kunnen aan de studenten een betere ondersteuning leveren. De ES-medewerkers zullen in het nieuwe systeem veel vlotter voorstellen voor deliberatie kunnen genereren en controleren of dat voor elke student is gebeurd. In plaats van in dit stadium dezelfde relevante gegevens nog eens te moeten invoeren, werken we verder op de eerder geregistreerde informatie.” Helpdesk Meteen de zwakke schakel? Sien Maes: “Menselijke fouten worden zo veel mogelijk opgevangen door controletools. “In augustus hebben we het systeem al eens getoetst. De resultaten hebben de gebruikers overtuigd.” De invoer en het onderhoud van basisgegevens houden we bewust centraal bij de groep celmedewerkers. Het invoeren van percentageberekeningen én de facultaire aanvullingen bijvoorbeeld gebeurt door deze expertgebruikers, waarna de facultaire regels nog eens ter controle gepubliceerd worden. De transparantie in de regelgeving is heel belangrijk, want de ene faculteit stelt dat haar studenten zeker voor vak x moeten slagen, een andere faculteit heeft dan weer andere bijkomende criteria.” “De eerstvolgende januarizittijd is het moment van de waarheid. In augustus hebben we het nieuwe systeem al wel eens getoetst door de examenresultaten parallel te verwerken in het nieuwe en in het oude systeem. De resultaten hebben de gebruikers overtuigd. En ook omdat ze zien hoe ze in het nieuwe systeem veel meer betrokken worden, wordt het makkelijk aanvaard. Om iedereen voor te bereiden zijn er opleidingen en infosessies gepland. Tot slot zorgen we voor een helpdesk die in de korte maar kritische periode die de examens toch zijn, niet alleen langs elektronische weg maar ook telefonisch beschikbaar zal zijn, zelfs ’s avonds en in het weekend.” campuskrant erfgoed 14.11.2007 11 Academisch erfgoed in de kijker (4): Thermotechnisch Instituut Zie ginds komt de stoomstoot In tijden van politieke discussies over groene energie lijken zuchtende stoommachines definitief tot het verleden te behoren. Maar in het Thermotechnisch Instituut zijn enkele robuuste en unieke exemplaren weinig van hun oude glorie verloren. Ze zijn nog actief en de loods waarvan ze deel uitmaken wordt binnenkort in een nieuw kleedje gestoken. Katrien Steyaert O p een bakstenen loods naast het Labo Voertuigtechnologie en Lichtgewichtconstructies staat boven de deur ‘Thermotechnisch Instituut’ (TTI) geblokletterd. Een hoge schouw torent boven het Arenbergpark uit. Als de deur achter me dichtvalt, loopt een siddering over mijn rug. Het ruikt naar smeervet, naar tijden van logge machines, stoomlocomotieven en een niet te stuiten industrieel optimisme. “Na een lange voorgeschiedenis opende het Thermotechnisch Instituut op 21 oktober 1931 zijn deuren”, weet Eric Van den Bulck, de huidige directeur. Het oorspronkelijke plan duidt het aan als een van de ‘bijzondere scholen der universiteit te Leuven’, waar ingenieurs hun technische opleiding kregen. De machines werden gebouwd en gekocht met didactische bedoelingen. “Zo hebben tal van generaties studenten de werking van een stoomturbine leren kennen aan de hand van dit origineel exemplaar van La Meuse.” Het gietijzeren gevaarte rust boven in de enorme ruimte op de zwart-witte tegelvloer. “Nog een origineel stuk is deze Semifix, een semi-verplaatsbare stoommachine die zo’n zeven ton weegt. Nijverheden huurden haar om snel mechanisch vermogen op te wekken in afwachting van een vaste machine. De grote vliegwielen houden de stoomstoten gaande. Hier zie je een kleinere stoommachine die erg bijzonder is omdat ze in twee richtingen kan draaien. Locomotieven gebruikten dat om voor- en achteruit te rijden in het station.” De machine, waarvan er nog maar een vijftal in Vlaanderen zijn te vinden, dateert uit 1901. De studenten van vandaag lopen nog wel eens langs de historische collectie, bijvoorbeeld tijdens een practicum waarin ze de tachtig jaar oude tot diesel- omgebouwde gasmotor aan het werk kunnen zien. Rolls Royce Openmonumentendag, een bedrijfsbezoek van Toyota, het Triptrapfeest voor het personeel van de universiteit Generaties studenten hebben de werking van een stoomturbine leren kennen aan de hand van deze exemplaren. (© Rob Stevens) of concerten, de tot de verbeelding sprekende loods verwelkomt gasten bij verschillende gelegenheden. “De oude loopbrug, die over de hele lengte van het gebouw kan rollen, wordt daarbij nog gebruikt. Tijdens een receptie komen drank en versnaperingen naar boven met de lift voor gasflessen. In september starten we met de bouw van een sterauditorium voor hondertachtig mensen. Via een sponsoractie willen we geld inzamelen om ook de rest van de loods met licht en kleur te verfraaien.” Door de tijdelijke opstelling, in afwachting van de bouwwerken, komt het koninginnestuk van TTI niet helemaal tot zijn recht. Toch is de grote stoommachine met haar reusachtige vliegwiel indrukwekkend. “Het is het enige exemplaar in België dat nog op levende stoom draait. In 1931 kostte het, met extra didactische instrumenten, 110.000 frank. Wekelijks verdraait een technicus de tandwielen opdat ze niet zouden vastroesten. Gelukkig kampen we niet met een gebrek aan plaats. We hebben ook geen gebrek aan steun – in tegenstelling tot wetenschappelijke instrumenten spreken robuuste, traag werkende machines een groot publiek aan.” Dat staat ook perplex bij de aanblik van de Wittle-straalmotor uit 1947, de eerste in zijn soort op het Europese vasteland. “Aan de vooravond van WO II ontwikkelde de Brit Wittle het principe voor de aandrijving van vliegtuigen, maar dat werd lang niet erkend in zijn eigen land, een bittere geschiedenis. In 1954 kreeg TTI een prachtige, nieuwe straalmotor met een stuwkracht van 1630 kg, ontwikkeld door Rolls Royce. De proef, waarbij lucht tegen 500km/ h water verstuift in een grote wolk, is oorverdovend en erg spectaculair. Achteraf volgt spontaan een ontlading bij het publiek. Als de studenten iets onthouden uit hun tijd aan de K.U.Leuven is het die belevenis wel.” http://www.mech.kuleuven.be/tme/ museum/ Eerdere afleveringen uit deze reeks kunt u terugvinden in het archief van Campuskrant, op http://www.kuleuven.be/ck (© Rob Stevens) K.U.Jeugdig De K.U.Leuven opende op 20 oktober voor de derde keer haar ‘Kinderuniversiteit’, met meer dan 400 kinderen op de aulabanken. Kinderen tussen 8 en 13 jaar oud kregen een wetenschappelijk verantwoord bad in de wetenschappen en technologie met colleges over supervulkanen en mega-orkanen, over water en de blauwe planeet, over geheimschrift en cryptografie. Tussendoor gingen ze vlotjes aan de slag op de doe-opstellingen van Technopolis en nadien ontvingen ze een heus Kinderuniversiteitsdiploma. Op 10 november stonden de humane wetenschappen op het programma, en op 24 november volgen de biomedische wetenschappen, met ondermeer een college over vergif en verboden producten (professor Tytgat) en waarom kinderen krijgen soms moeilijk is (professor D’Hooghe). Inschrijven kan op http://www.kuleuven.be/ kinderuniversiteit 12 bijlage voor oud-studenten 14.11.2007 campuskrant –alumnikrant – 100 jaar lerarennascholing in Vliebergh-Senciecentrum “Leuven zag zwart van het volk” “Leuven zag zwart van het volk.” Zo staat het in verslagen over de ‘Nederlandse vakantieleergangen’. De deelnemers waren lange tijd uitsluitend priesters en paters in zwarte toga uit het katholiek middelbaar onderwijs die in Leuven kwamen leren hoe ze hun vak moesten onderwijzen in het Nederlands. Door de jaren evolueerden de Vliebergh-Sencieleergangen tot sessies waar professoren samen met leraren reflecteren over nieuwe evoluties in wetenschap en vakdidactiek. Jaak Poot D “ e Vlaming van 2007 kan het zich niet meer voorstellen, maar nog in de eerste decennia van de vorige eeuw werden bijna alle lessen aan Vlaamse scholen voor middelbaar onderwijs in het Frans gegeven”, vertelt professor Mark D’hoker (Centrum voor Historische Pedagogiek). “De wet van 1883 gaf middelbare scholen van het officieel onderwijs de toelating om een tiental uur per week les te geven in het Nederlands. De bisschoppen hielden die evolutie nog meer dan twintig jaar tegen. Pas vanaf 1906 mochten katholieke scholen tot acht lesuren per week Nederlands gebruiken — inclusief twee uur Nederlands. De leraren waren zelf volledig in het Frans opgeleid en zochten vaak naar hun woorden als ze hun vak in de moedertaal moesten onderwijzen. Bovendien was die moedertaal voor leraren én leerlingen meestal het dialect.” Frans Van Cauwelaert (later parlementslid en burgemeester van Antwerpen) en de Leuvense hoogleraar en voorman van de Belgische Boerenbond Emiel Vliebergh wilden daar wat aan doen en startten in augustus 1907 met de ‘Nederlandse vakantieleergangen’. Ze trokken meteen 145 deelnemers. Uitsluitend mannelijke geestelijken. Vanaf 1909 kwamen er ook lessen voor de zusters, maar dan strikt gescheiden. Pas na de Eerste Wereldoorlog mochten mannen en vrouwen de cursussen samen volgen. Toen werd mgr. J. Sencie voorzitter — vandaar de dubbele naam. Vakdidactiek “De leraren in het katholiek middelbaar onderwijs waren niet geschoold in hun vak: hun bevoegdheid was gebaseerd op hun opleiding aan het seminarie of noviciaat”, vertelt Mark D’hoker nog. Daarom evolueerden de Vlieberghleergangen — zoals ze vanaf 1925 heetten — naar vakinhoudelijke nascholing. Toen na de Tweede Wereldoorlog en de onderwijsdemocratisering de rol van de geestelijken in het onderwijs steeds meer werd overgenomen door leken, werd dit het hoofdaccent. “De laatste decennia staat het vakdidactische centraal in de nascholingen”, zegt huidig voorzitter professor Dirk Janssens (Departement Wiskunde). “Internationaal gaat er steeds meer aandacht naar vakdidactiek en onderzoek daarover. Leraren moeten reflecteren over wat ze doen en hoe ze het doen. We tonen hen de weg om nieuwe tendensen en wetenschappelijke inzichten realistisch te integreren. Daarbij werken we ook samen met de onderwijsbegeleiders en andere centra. Onze cursussen hebben ook een belangrijke sociale functie: vakleraren ontmoeten er elkaar over de scholen en provincies heen. Ze wisselen ervaringen uit en voelen zich gesterkt door de feedback van collega’s.” In 1995 nam toenmalig voorzitter Affiche uit de tweede Schoolstrijd, jaren 1950 (© Archief Amsab) professor Ludo Brandt de band weer op met de algemene reflectie op onderwijs, die sterk aanwezig was in de beginjaren. Het Vliebergh-Senciecentrum organiseert sindsdien jaarlijks een studiedag over algemene onderwijsproblemen. Die aandacht voor de algemene onderwijsproblematiek staat ook centraal in het boek dat werd geschreven om de honderdste verjaardag van het centrum in de verf te zetten, ‘Leraar zijn in Vlaanderen’ en dat een van de eerste publicaties is die specifiek de geschiedenis van de nascholing van leraren in Vlaanderen behandelen. Mark D’hoker, Dirk De Bock en Dirk Janssens (red.), ‘Leraar zijn in Vlaanderen. Terugblik op honderd jaar middelbaar onderwijs en nascholing’, Garant, 2007 KORTALUMNI Alumnireis (1) Van woensdag 16 april tot zondag 20 april organiseert Alumni Lovanienses een city-trip naar de Spaans-Baskische stad Bilbao en de Spaanse Costa Verde. Naast een bezoek aan het historische centrum, het archeologisch museum, de Universiteit van Deusto, de Oude Wijk, het Guggenheim-museum, de Kathedraal en de Begoña Basílica van Bilbao omvat de reis ook een bezoek aan de Costa Verde, met plaatsen als Santander, de grotten van Altamira, Santillana del Mar, San Vicente de la Barquera, Oviedo, Picos de Europa, Oviedo en Llanes. We overnachten in vier- en driesterrenhotels. De richtprijs bedraagt 1.825 euro per persoon bij minimum 25 personen (de prijs daalt naargelang het aantal deelnemers stijgt; maximum 30 deelnemers; supplement van 140 euro voor éénpersoonskamer). Begeleiding: Erik Gobin. Inschrijven via Avatours nv, Koning Albertstraat 86, 8500 Kortrijk, (t) 056 21 50 00, (f) 056 22 39 00, [email protected] http://alum.kuleuven.be/ reizen-alumni/Bilbaoreis.htm Alumnireis (2) Van donderdag 15 mei tot maandag 19 mei organiseert Alumni Lovanienses een vijfdaagse reis naar de Hanzesteden Hamburg, Bremen, Lüneberg en Lübeck, met bijzondere aandacht voor geschiedenis en cultuur. De richtprijs bedraagt 1.580 euro per persoon bij minimum 25 personen (de prijs daalt naargelang het aantal deelnemers stijgt; supplement van 255 euro voor éénpersoonskamer). We overnachten in een viersterrenhotel in Hamburg. Begeleiding: Erik Gobin. Inschrijven via Avatours nv, Koning Albertstraat 86, 8500 Kortrijk, (t) 056 21 50 00, (f) 056 22 39 00, [email protected] http://alum.kuleuven.be/reizen/ duitsland.html#programma Alumnireis (3) G KRIN WS NIEU VILv/KVIV (Brabant) Forumavond ‘De ingenieur en ondernemen’ met getuigenissen en vraagen antwoordsessie 20 november, 19-21u30, Auditorium van het Arenbergkasteel, Kasteelpark Arenberg 1, 3001 Leuven http://www.vilv.be Sinalumni Lezing over de Olympische Spelen in Beijing 2008. 20 november, 20u, MSI 00.28, Mgr Sencie Instituut, Erasmusplein 2, Leuven Info: [email protected], (t) 016 23 92 65 Domus Lovaniensis Brugensis Lezing door prof. Emiel Lamberts: ‘Conservatisme en christen-democratie: stille krachten in de Europese politiek’ 23 november, 20u, auditorium van de Katholieke Hogeschool, Spoorwegstraat 12, Sint-Michiels Brugge Info: [email protected], (t) 056 24 61 31 http://alum.kuleuven.be/verenigingen/ dlb.html november over te maken op 000-0136526-47 Info: [email protected], (t) 016 32 40 02, (f) 016 32 41 90 http://alum.kuleuven.be/verenigingen/ kernbrussel.html Nos Iungit Academia Lezing Torfs – Vermeersch 3 december, 20u, Campus Kortrijk. Info: [email protected], (t) 056 24 61 31 ‘Frederic, een vertelling’, door Jos Meersmans, een avond vol poëzie en muziek 23 november, 20u30, clublokaal Info: [email protected], (t) 016 251164, (f) 016 324190 LUTV Jaarvergadering (accreditering goedgekeurd) 24 november, 9-15u30, SportOase, Philipssite 6, 3001 Heverlee. Prijs (lunch incl.): 150 euro / 120 euro (LUTV lid) Info: [email protected], (t) 016 33 75 57 Kern Brussel Concert o.l.v. Ronald Zollman (programma: Anatole Ljadow, Sergej Rachmaninov en César Franck), gevolgd door toespraak door minister Steven Vanackere en receptie. 30 november, 20u, omroepgebouw Flagey, Flageyplein, Brussel. Prijs: 15 euro (alumni); 25 euro (niet-leden), vóór 20 Alumni Zuid-West-Vlaanderen Leuvens Alumni Orkest Spaanse muziek met op het programma El sombrero de tres picos, suite nr. 1 (M. De Falla, Concierto de Aranjuez (J. Rodrigo) (gitaarsolist Geert Claessens), Ouverture Il barbiere di Seviglia (G. Rossini), El amor brujo, ballet in 1 akte (M. De Falla) 8 december, 20u15, Deberiotstraat 24, Aula Pieter de Somer Info: Jan De Vilder, [email protected], (t) 016 22 43 28, http://www.lao.be Rechtzetting VRG-alumnidag In tegenstelling tot wat eerder was doorgegegeven, zal de VRG-Alumnidag niet op 8 maar wel op 7 maart plaatsvinden. http://www.law.kuleuven.be/alumni/ Van woensdag 18 juni tot zondag 29 juni organiseert Alumni Lovanienses opnieuw een cultuur-historische reis naar de drie Baltische landen en Kaliningrad. We brengen in Litouwen een bezoek aan het historische centrum van Vilnius, aan de stad Trakai, met het Trakai Historical National Park, en aan de stad Kaunas. Verder bezoeken we Kaliningrad en zijn er nog excursies naar Curonian spit, Nida en Klaipeda. We bezoeken vervolgens Letland met de prachtige hoofdstad Riga en Bauska. Ook naar Estland reizen we waar we achtereenvolgens de steden Sigulda en Tallinn aandoen. In de Letse stad Tartut bezoeken we de bevriende universiteit, Tartu Ülikool. We overnachten tien maal in een viersterrenhotel en eenmaal in een driesterrenhotel. De richtprijs zal ongeveer 2.500 euro per persoon bedragen, maar kan nog wijzigen (supplement van 450 euro voor éénpersoonskamer ). Inschrijven via Avatours nv, Koning Albertstraat 86, 8500 Kortrijk, (t) 056 21 50 00, (f) 056 22 39 00, [email protected] http://alum.kuleuven.be/reizen-alumni/ alumnireis-baltische-staten.htm campuskrant publicatie 14.11.2007 13 Marion Crauwels en Luc West schrijven boek over wetenschapscommunicatie “Vermijd vooral een nietszeggende titel” Wetenschapscommunicatie wordt almaar belangrijker. Wetenschappers communiceren met collega’s uit het eigen vakgebied, maar werken ook samen met onderzoekers uit andere disciplines. Ze schrijven voor vakbladen, leveren bijdragen aan populairwetenschappelijke media en doen hun zegje in kranten en tijdschriften, op radio, televisie en internet. Ze spreken op symposia, congressen en voor plaatselijke verenigingen. Al die kanalen bereiken een ander publiek. Al die kanalen vergen een ander soort communicatie. Marion Crauwels en Luc West beseften dat die verschillen het er niet eenvoudiger op maken. Daarom schreven ze een praktische handleiding: Wetenschap communiceren. Tips voor het schrijven over en presenteren van wetenschappelijk onderzoek. Ines Minten J e hebt de natuurtalenten. Wetenschappers die met een vingerknip switchen van wetenschappelijk jargon naar voor iedereen begrijpelijke taal. Niet iedereen heeft dat mechaniekje echter zomaar onder de knie. Luc West (Dienst Communicatie): “Ik heb er alle begrip voor dat sommige mensen niet getraind zijn om duidelijk te communiceren over het eigen onderzoek. Soms is dat gewoon ook heel moeilijk. Je hoort ze bovendien vaak klagen dat ze niet de tijd hebben om bovenop al hun onderzoekstaken ook nog eens te leren hoe ze eenvoudig over hun werk moeten spreken.” En op de vraag wat ze precies doen, krijgt een leek dan bijvoorbeeld het antwoord: “Ik heb aangetoond dat PME-1 een bijkomende functie heeft in de regulatie van PP2A vermits mijn experimenten bewezen dat PME-1 niet alleen PP2AC demethyleert maar ook bindt aan een inactieve PP2A-pool die daardoor gestabiliseerd wordt.” De leek in kwestie kan daarop alleen maar zijn wenkbrauwen fronsen. “Met ons boekje hebben wetenschappers alvast een aantal nuttige principes bij elkaar die hen een stuk vooruit kunnen helpen, zonder dat ze het allemaal zelf bij elkaar moeten zoeken”, legt Luc West uit. Het boek is bedoeld voor de meest uiteenlopende wetenschappers en wetenschappers in spe: van studenten die hun eerste scriptie moeten schrijven tot proffen met jarenlange ervaring. Tips Wetenschap communiceren bestaat uit diverse rubrieken. Hoe schrijf je een verantwoorde wetenschappelijke tekst (van scriptie tot poster voor een symposium)? Hoe pak je het aan als je echt met je tekst naar buiten moet, naar een ruimer publiek dan je gewend bent? Hoe spreek je in het openbaar voor de uiteenlopende soorten publiek die je voor je kunt krijgen? Hoe stel je een persbericht op dat onmiddellijk de aandacht trekt? Alle mogelijke aspecten van communicatie komen aan bod. Aan de hand van concrete tips en uitgewerk- Marion Crauwels. “Die tonen duidelijk het verschil aan tussen wetenschappelijke vakteksten en populaire artikelen. In een Engelstalige technischwetenschappelijke tekst streef je naar volledigheid, je bent voorzichtig met je resultaten en beschrijft ze heel genuanceerd. De Nederlandstalige versie van de tekst is al een tikje toegankelijker omdat hij in onze moedertaal is opgesteld. Vervolgens plaatsen we er een populair-wetenschappelijke tekst naast over hetzelfde onderwerp. Het onderwerp wordt daarin in een veel ruimer kader geplaatst. Ten slotte geven we een persbericht mee voor de algemene media, waarin het onderwerp nog veel korter en ruimer wordt behandeld. Zo ziet een wetenschapper meteen hoe hij zijn teksten kan aanpassen aan het doelpubliek en werken we de hardnekkige misvatting weg dat je foute dingen zegt als je niet elk woord aanvult en nuanceert. Elk medium heeft zijn eigen eisen.” te voorbeelden helpen de auteurs hun lezers een heel eind op weg. Professor Marion Crauwels, coördinator wetenschapscommunicatie aan de Faculteit Wetenschappen: “Titels zijn bijvoorbeeld erg belangrijk. Vooral voor een populariserend artikel in geschreven pers of op het internet moet de kop duidelijk zijn en de aandacht trekken. ‘De wraak van de monsterbacterie’ is een titel die meteen de nieuwsgierigheid opwekt.” Luc West beaamt: “We halen een voorbeeld aan van een artikel op het internet dat de titel ‘De toestand van onze bossen’ meekreeg. Zo’n kop zegt niets, terwijl uit die studie bleek dat twintig procent van de Vlaamse bossen is aangetast door vervuiling. Zet díe informatie boven je artikel en je bereikt veel meer lezers. De titel is tenslotte het eerste wat men van een tekst ziet.” Jargon “Als je het hebt over een baby met pulmonale hypoplasmie, zal de man in de straat wellicht niet weten waar je het over hebt. Moet hij het wel begrijpen? Zeg dan dat de longen van de baby onvoldoende ontwikkeld zijn en zet het “De wraak van de monsterbacterie” of “De toestand van onze bossen?” woord hypoplasmie er tussen haakjes bij”, suggereert Luc West. “Maar duidelijk communiceren gaat verder dan jargon wegwerken. Veel woorden vallen niet onder vaktaal, maar zijn toch te moeilijk voor een breed publiek. Vermijd daarom dure woorden zoals implementeren of excessief. Heb het liever over toepassen of bovenmatig.” “Eén van de sterke punten van het boek zijn de voorbeeldteksten”, vindt Schrijven voor het net Dat geldt ook voor het Internet. Luc West: “Veel onderzoek wordt via het internet aangekondigd. Het is cruciaal om tabellen, grafieken en ander illustratiemateriaal overzichtelijk te maken. Maak ze groot genoeg, met duidelijke kleuren en zorg ervoor dat ze makkelijk afdrukbaar zijn.” Lezen van een scherm is bovendien erg belastend voor de ogen en mensen willen snel door de informatie heen raken. Het moet dus vlot gaan. “Gooi daarom alle ballast uit je tekst. Overtollige woorden gaan eruit. Zinnen van drie regels breek je op in korte, eenvoudige zinnen. En zorg ervoor dat de lezer zo weinig mogelijk moet scrollen.” In het boek bewijzen de auteurs dat het kan. Ze knippen in ellenlange, moeizaam te doorworstelen teksten tot er een samengebald, vlot leesbaar en toch nog steeds correct geheel overblijft. Marion Crauwels en Luc West, ‘Wetenschap communiceren. Tips voor het schrijven over en het presenteren van wetenschappelijk onderzoek’, Acco, 2007, 176 pagina’s, 19 euro Kerstkaarten en jaarkalender Realisatie: nst Communicatie l Marketingadvies arkt 13 bus 5005 BE-3000 Leuven De nieuwe kerstkaarten zijn gearriveerd! Personeelsleden kunnen kaarten voor dienstgebruik vanaf 20 november bestellen via het Centraal Magazijn, kaarten voor persoonlijk gebruik vanaf 26 november in de boetiek. Ook externen kunnen kaarten verkrijgen in de boetiek. De kaarten kosten 5 euro per set van drie en een deel van de opbrengst gaat naar het Fonds voor Allochtone Studenten. Elektronische kaarten zullen beschikbaar zijn vanaf 10 december. Vanaf 3 december is ook een jaarkalender 2008 beschikbaar (gratis voor personeelsleden, 2,5 euro voor externen). denten. s. Students. http://www.kuleuven.be/kerstkaarten Boetiek K.U.Leuven, Universiteitshal, Oude Markt 13, 10-12u en 14-16u. 30/10/07 13:54:22 14 interview 14.11.2007 Leven na Leuven campuskrant Ivo Marechal, burgerlijk ingenieur en CEO van Onderneming van het Jaar “ Koorddansen tussen kantoor en kroost” Als student burgerlijk ingenieur vatte Ivo Marechal (43) het boude en peperdure plan op om met de laatstejaars naar Japan te reizen. Zijn presidium slaagde in het onmogelijke en maakte zelfs een miljoen oude Belgische frank winst. Bijna twintig jaar later staat de Limburger aan het hoofd van Groep H. Essers, de kersverse Onderneming van het Jaar, en draait hij jaarlijks ruim 290 miljoen euro omzet. Interview Katrien Steyaert (© Rob Stevens) De imposante man die me stevig de hand drukt, was als kind een handige Harry. “Ik voelde een gezonde nieuwsgierigheid naar hoe dingen werken en besloot voor ingenieur te studeren in Leuven. De eerste jaren werkte ik hard en regelmatig maar toen ik eenmaal het mechanisme doorhad, ging ik meer de studentikoze toer op. Dat is voor mij altijd meer geweest dan op stap gaan. Met het presidium heb ik mooie jaren beleefd. Een ongelooflijke avond was die waarop we in een zotte bui beslisten Moskou, de traditionele reisbestemming van de vijfdejaars, in te ruilen voor het hippe Japan. Een vliegtuigticket kostte toen nog ruim 40.000 Belgische frank. Via waardeproposities en bedrijven die ook naar het Oosten wilden, kregen we de financiering rond. Ruim 150 studenten genoten van tien dagen Japan en op de koop toe maakten we een miljoen frank winst om later andere projecten mee te sponsoren. Mijn partners in crime werden vrienden voor het leven.” De jonge ingenieur smeedde dankzij de krachttoer ook professionele banden. “Bekaert-Stanwick, een managementadviesbureau, was een van de bedrijven waarmee we onderhandeld hadden. Dat en mijn interesse voor industrieel beleid — een bij hen onontgonnen terrein — zorgde ervoor dat ik als pas afgestudeerde als management consultant aan de slag kon, niet evident voor een ingenieur. Maar ik wist dat ik bij Bekaert het meest kon leren op de kortste tijd.” Hij knikt gedecideerd als ik vraag of hij toen al brandend ambitieus was. “Na enkele jaren stond ik als snotneus aan een veel ouder directiecomité te vertellen hoe ze honderd miljoen frank moesten besparen. Ik besefte dat ik dat geen vijftig jaar wou doen, ik wilde aan de andere kant van de tafel zitten.” Dat is gelukt: Marechal leidt vandaag de transport- en logistieke groep H. Essers, met 2.300 personeelsleden, 900 vrachtwagens, ruim 20.000 internationale klanten en een jaaromzet van ruim 290 miljoen euro. Spaarcenten Voor het zover was, zette Marechal be- langrijke tussenstappen. “Als plant manager bij het constructiebedrijf Portal moest ik mijn ambities waarmaken. Ik kwam mezelf meermaals tegen toen ik in mijn eentje een nieuwe vestiging uit de grond stampte. Na mijn uren rijpte het idee voor een eigen bedrijfje. Ik was voorzitter van de jongeren van KVIV, de Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging, en liep vaak alumni tegen het lijf. Een ervan, een bouwkundig ingenieur, wilde betonijzer op een industriële manier vervaardigen en vond mijn industriële en mechanische ervaring complementair aan zijn kennis.” “Naast onze verantwoordelijke jobs besteedden we talloze nachten en weekends aan de uitwerking van het idee, te gek eigenlijk. Maar ja, ik kom uit een ondernemersfamilie, het zit me in de genen. Ik voelde een droom uitkomen. Toen het plan eindelijk rond was en de investeringsmaatschappij GIMV ons hielp om aan 150 miljoen frank te raken, was Altro Steel geboren.” We schrijven begin jaren ’90. “Het was een ongelooflijke periode in mijn leven, waarin ik het meest mijn rol als ingenieur heb opgenomen. Het lijkt wel een verhaal uit de boekjes: we stampten met twee een bedrijf met 75 mensen uit de grond, dat de op een na grootste in het marktsegment werd en 350 miljoen frank jaaromzet realiseerde.” Maar na zonneschijn komt regen. Of zelfs storm. “Op het moment dat we veel vaste kosten van onze investering hadden, stortte de bouwmarkt in en kwamen goedkope, buitenlandse werkkrachten afgezakt naar ons land. Het was een ongelooflijk moeilijk moment toen we naar ons verstand moesten luisteren en de boeken moesten sluiten.” Vaarwel droom, vaarwel spaarcenten. “Maar ik had mezelf niets te verwijten. Na maanden van bezinning en twijfels kwam ik tot de conclusie dat ik niet alleen een ondernemer maar ook een manager ben. Een bedrijf met 75 mensen runnen ligt me. Ik raapte mezelf bijeen en zocht weer een toffe job.” Dat moest ook, want ondertussen viel er een gezin te onderhouden. “Ik huwde op mijn 25ste en ben nog altijd gelukkig getrouwd. Het is een cliché maar achter elke sterke man staat een nog sterkere vrouw. Ik prijs mezelf ongelooflijk gelukkig dat mijn verstandige echtgenote mijn job begrijpt en een stuk van haar carrière als vertaler-tolk heeft opgeofferd om onze vier kinderen op te voeden. Die zijn nu 11, 10, 7 en 6. Ik ben niet altijd tevreden over het evenwicht tussen mijn privé- en professioneel leven, het is koorddansen. Gelukkig werk ik op een kwartier van thuis, zo kan ik tijd bij mijn kroost door- “Na enkele jaren stond ik als snotneus aan een veel ouder directiecomité te vertellen hoe ze honderd miljoen frank moesten besparen. Ik besefte dat ik dat geen vijftig jaar wou doen, ik wilde aan de andere kant van de tafel zitten.” brengen. It’s lonely at the top maar gelukkig kan ik makkelijk de knop omdraaien. Ik lig niet te woelen in bed, integendeel, mijn vrouw is soms nog tegen me aan het praten als ik al lig te snurken.” Het waw-effect Marechal, die in zijn vrije tijd ook nog aan paardrijden, zeilen en mountainbiken doet, zoekt ook professioneel naar variatie. Na Portal volgt Umicores dochterbedrijf OVP, Plascobel in de volksmond, met 200 werknemers. “Ik heb erg lang gebroed op de sollicitatie voor gedelegeerd bestuurder tot ik het bedrijf begreep en inzag wat een unieke kans het betekende om het te leiden.” Marechal, die tijdens ons gesprek telefoons en binnenwandelende medewerkers zakelijk afhandelt, stapte tien jaar geleden zonder vrees in een nieuwe crisissituatie. “OVP was een vakbondsbastion dat kampte met slechte cijfers en een slechte cultuur. Maar ik had niets te verliezen, ik voelde de drive en Umicore stond achter me. Ze wisten dat ik elke frank drie keer zou omdraaien voor ik hem zou uitgeven. Het werd een zeer speciale ervaring. Dankzij mijn alternatieve achtergrond en met de hulp van anderen — zoiets kan je niet alleen — veranderde het schip van koers en bogen we verlies om in winst.” Geherstructureerd en wel verkocht Umicore haar dochterbedrijf. De nieuwe eigenaar wilde een nieuwe baas. “Dat zijn de regels van het spel, al had ik nog wat willen blijven. Maar had het aan mij gelegen, dan had ik ook nog mijn eigen bedrijf. In 2000 ging ik alleen in op het aanbod van H. Essers omdat de pater familias Noël me beloofde dat ik me langere tijd op de functie van managing director zou kunnen toeleggen. De chemie zat meteen goed tussen mij en Noël en zijn twee dochters, die aandeelhouders zijn.” Ook in Genk, waar de transporten logistieke groep gevestigd is, bracht Marechal groei mee in zijn zog. 750 personeelsleden werden er 2.300, 4 sites in 3 landen werden er 26 in 12 landen. “Die groei was niet vooropgesteld maar Noël en ik zijn rasechte ondernemers. De logistieke markt zit mee en we voerden belangrijke veranderingen door, zoals systemen van rapportering en budgettering en de implementatie van corporate governance. Dat kader ondersteunt de groei en zorgt ervoor dat onze omzet in de komende drie jaar kan verdubbelen. Ja, dat is de ambitie.” In zijn kantoor heeft hij op een kaart van Europa H. Essers’ partners en sites aangeduid. Aan de receptie staat de kersverse trofee van Onderneming van het Jaar 2007 te glimmen. “Het is een onderscheiding voor het hele bedrijf, waarvan de groei, corporate governance en internationalisering blijkbaar gezien mogen worden. De bekroning bewijst ook dat we allang niet meer die vervelende vrachtwagens zijn waarmee u in de file staat. We beheren goederenstromen van producent naar klant pagina 15 campuskrant kamerbreed 14.11.2007 pagina 14 en hebben een heel logistiek apparaat uitgebouwd. De prijs heeft een enorm effect: we trekken nieuwe mensen aan en personeelsleden kunnen thuis fier melden dat ze in de Onderneming van het Jaar werken.” “Het geheim van het succes? We werken asset based — we bezitten onze eigen 15 software, gebouwen en vrachtwagens — en kunnen bogen op flexibiliteit en ons familiaal karakter. We doen niet aan neefjes- en nichtjespolitiek, het zijn alleen Noël en zijn dochters die in de Raad van Bestuur zetelen. Daardoor zijn Hilde en Ann mijn baas en vallen ze tegelijk als werknemers onder mijn gezag. Dat lukt alleen maar door een steengoede persoonlijke verstandhou- ding. Het is opnieuw een spel van evenwichten. De familiale cultuur is ook onze sterkte. Het is misschien niet volgens het boekje maar jaarlijks geven we tien pas afgestudeerde universitairen de kans om als trainee te starten. Die gasten voelen het waw-effect dat ik bij Bekaert-Stanwick had; wat ze hier allemaal niet mogen doen en leren! Als directeur wil ik een structuur creëren waardoor het bedrijf niet van mezelf afhankelijk is en ik hecht veel belang aan aandeelhouderswaarde, dat is de basis voor de toekomst.” Die ziet er alvast veelbelovend uit. “Ik geloof dat we nog een belangrijke rol te spelen hebben op de markt. Ik hoop dat de ingeslagen weg stabiel en langdurig blijkt. We zitten nu op koers en daar zal ik voor blijven vechten.” Leuvense Instituut voor Milieu- en Energierecht en kabinetschef van Vlaams minister Hilde Crevits, werd aangesteld als Honorary Professor of Climate Change Law aan het Centre for Energy, Petroleum, Mineral Law & Policy van de University of Dundee. Professor Deketelaere was de voorbije zomer reeds Visiting Professor of Climate Change Law aan de National University of Singapore. Professor Anne Beeldens van het Departement Burgerlijke Bouwkunde werd verkozen tot vice-president van het International Congress on Polymers in Concrete CPIC, voor de periode 20072010. zoek over een nieuw anti-HIV middel, uitgevoerd in de onderzoeksgroep van professor Dominique Schols. De prijs wordt uitgereikt op Wereld AIDS dag, op 1 december, in de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België. Doctor Kurt Vermeire, postdoctoraal medewerker aan de Afdeling Virologie en Chemotherapie, is de laureaat van de prestigieuze Prijs Dr. Karel-Lodewijk Verleysen. Deze prijs wordt driejaarlijks toegekend aan een beloftevolle, jonge onderzoeker die een belangrijke bijdrage geleverd heeft tot de grondwetenschappelijke of de klinische kennis in de menselijke geneeskunde. Het bekroonde werk beschrijft het onder- Professor Pascale Zimmerman van het Departement Menselijke Erfelijkheid, Afdeling Ontwikkelings- en Moleculaire Genetica, is één van de 18 laureaten van het Young Investigator Programme van de European Molecular Biology Organization. Deze organisatie gaat elk jaar op zoek naar uitmuntende jonge biomedische wetenschappers en ondersteunt hen drie jaar lang op academisch, praktisch en financieel vlak. Benoemd of onderscheiden Professor Brigitte Decallonne, adjunct-kliniekhoofd van de Dienst Endocrinologie van de UZ Leuven, heeft de prijs gewonnen die het Leuvens Kankerinstituut vanaf dit jaar met de steun van het farmaceutisch bedrijf Novartis jaarlijks uitreikt aan een studieproject van het UZ Leuven of de K.U.Leuven dat bijdraagt tot kankerdiagnostiek of -bestrijding. Decallonne kreeg de prijs ter waarde van 25.000 euro voor een studieproject waarbij de kankerspecifieke eiwitexpressie geïdentificeerd werd bij schildklierkanker. Professor Kurt Deketelaere, buitengewoon hoogleraar aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid, directeur van het DE KAMER Adres: Standonckstraat 9, kamer 3 Ligging: gelijkvloers, aan de straatzijde naast de deur Grootte: 20 m2 Huurprijs: 370 euro per maand Aantal studenten: een twintigtal Inboedel: bureau, pc, kleerkast, stoel, zetel, tv, bed op mezzanine, douche en klein keukentje beneden, koersfiets Professor Dionys Van Gemert van het Departement Burgerlijke Bouwkunde ontving de Owen Nutt Award voor ‘outstanding achievements and remarkable leadership in the field of polymers in concrete’. DE BEWONER Naam: Jochen Van Kerckhoven Leeftijd: 19 Studierichting: tweede bachelor rechten Woonplaats: Geel Lief: neen Geslaagd?/!: De keuze voor een rechtenstudie lag bij mij voor de hand. Mijn vader is advocaat, en zijn werk interesseert me al van toen ik nog vrij jong was. Ik wist dan ook al snel dat ik zelf ook rechten zou gaan studeren. Of ik ook advocaat word, is nog niet helemaal zeker, maar ik geloof van wel. Tot nu toe verloopt mijn studie goed. Hoewel ik veel tijd investeer in sporttrainingen — ik doe aan wielrennen — was ik vorig jaar meteen in de eerste zittijd geslaagd. Met de andere rechtenstudenten heb ik niet zo veel contact. Aangezien ik erg veel bezig ben met trainen, ga ik meer om met andere sporters die ik via het Sportkot ken. Zelf Sportkot doen was, ondanks het feit dat ik met topsport bezig ben, niet echt een optie. Een vriend van me doet het wel, maar ik geloof dat ik daardoor het wielrennen zelf te veel zou verwaarlozen. De combinatie met rechten verloopt voorlopig goed en bevalt me prima. KAMER BREED Om de vier weken belt onze man in de straat aan bij een willekeurig Leuvens — of Kortrijks — studentenkot, en onderwerpt een kamer én haar bewoner aan een grondig onderzoek. Deze keer hielden we halt in de Standonckstraat, maar wees op je hoede, want onze reporter verlegt voortdurend zijn terrein. Volgende keer belt hij misschien wel bij jou aan! (© Rob Stevens) Hobby’s: Vooral sport dus. In Leuven rijd ik bij de universitaire ploeg, en daarnaast heb ik onlangs een contract getekend bij een ambitieuze nieuwe wielerploeg, PWS Eijssen. Sinds kort rijd ik bij de beloften. Je merkt toch snel dat het een zwaardere categorie is dan de junioren, waar ik al verschillende ereplaatsen heb behaald. Zo werd ik onder meer zesde en achtste in Parijs-Roubaix, tweede in de Beker van België, en daarnaast heb ik ook nog zo’n drietal gewone koersen per jaar gewonnen. Om die prestaties te behalen, moet ik me wel aan een strikt trainingsschema houden. Tijdens het seizoen ben ik daar toch zo’n vier uur per dag mee bezig. Behalve fietsen loop ik ook, en doe ik aan fitness. Hoezo dit kot?: Vorig jaar zat ik op een gewoon kot, maar toen miste ik toch een eigen douche om me snel te kunnen wassen na de trainingen. Een vriend van me woonde vorig jaar nog in dit studiootje. Hij trok er uit, en zo kreeg ik dus de kans het over te nemen. Kotleven: Mijn kamer is de enige in het gebouw met een eigen keukentje, de rest van de bewoners maakt gebruik van een gezamenlijke keuken. Omdat ik daardoor ook veel minder contact heb met de anderen, ken ik zeker nog niet iedereen die hier woont. Een tijdje geleden hadden we wel een heel geslaagde kotfuif, dat was natuurlijk de ideale gelegenheid om met de anderen kennis te maken. Mijn medebewoners lijken me wel leuke mensen. Uitgaansleven: Wat uitgaan betreft, moet ik natuurlijk ook rekening houden met mijn trainingsschema. Tijdens het seizoen concentreer ik me op het wielrennen en ga ik dan ook niet uit. Daar heb ik eigenlijk weinig problemen mee. Als je vier uur getraind hebt, heb je niet zoveel zin om dat teniet te doen door eens goed door te zakken! Tijdens de eerste week hier in Leuven, toen het wielerseizoen voorbij was, heb ik de schade wel ingehaald en het er eens goed van genomen. In de loop van het jaar kom ik ook nog wel eens spontaan samen met vrienden. De ene keer spelen we dan poker, de andere keer kijken we samen naar een filmpje. Koersfiets: Die is voor mij natuurlijk essentieel. Ik heb er trouwens twee: één om hier in Leuven mee te trainen en één om thuis wedstrijden mee te rijden. Het is een Ridley Noah, volledig uit carbon, met een winkelwaarde die ergens tussen de 3.500 en 4.000 euro ligt. Gelukkig worden ze door onze wielerploeg betaald! (tw) 16 associatie 14.11.2007 campuskrant Praktijkgebaseerd onderzoek kent forse groei Sinds 2003 investeert de Vlaamse Overheid expliciet geld in projectmatig wetenschappelijk onderzoek (PWO) binnen de professionele bacheloropleidingen. In 2007 gaat het om een geldstroom van negen miljoen euro, waarvan ongeveer de helft voor de Associatie K.U.Leuven. “Het resultaat is een sterke groei van het onderzoek in het professioneel hoger onderwijs”, vertelt Hubert Cossey, directeur van het HIVA en voorzitter van de associatiewerkgroep. Jaak Poot H et hogescholendecreet van 1994 definieert PWO als: ‘onderzoek in samenwerking met de universiteiten of derden, waarbij vooraf het onderwerp, de duur en de modaliteiten worden vastgelegd’. “Wij noemen het liever praktijkgebaseerd onderzoek”, zegt Dirk Smits, diensthoofd Cel PWO Vorming & Welzijn aan EHSAL. “Drie aspecten kenschetsen PWO: het maakt gebruik van wetenschappelijke resultaten; het vertrekt vanuit het werkveld; en de resultaten in de vorm van producten, instrumenten of methoden, hebben een impact op het onderwijs aan de hogeschool.” Hij geeft een voorbeeld: “Aan de Katholieke Hogeschool Kempen loopt een onderzoeksproject over het ontbijt van dementerende bejaarden. Dat vertrekt van een heel concrete en praktische vraag in rusthuizen naar vloeibare ontbijtvormen. De onderzoekers vertrekken van resultaten van fundamenteel onderzoek van bio-ingenieurs aan de universiteit. En de resultaten worden straks vertaald in het onderwijs aan de professionele gezondheidswerkers die de hogeschool opleidt.” Nieuwe trends PWO levert voordelen op zowel voor hogescholen als voor de universiteit. Het is een belangrijke stap bij de professionalisering van de hogeschooldocenten en kweekt ook bij hun studenten een gevoeligheid voor het belang van onderzoek en innovatie. Het versterkt ook hun contacten met het werkveld. Bovendien ontdekken hogescholen zo gemakkelijker nieuwe trends die ze in hun onderwijs kunnen integreren. Universitaire onderzoekers krijgen via PWO een unieke kans om te leren uit onderzoek rond zeer specifieke praktijkthema’s die voor hen als onderzoeksonderwerp minder interessant zijn. Universitair wetenschappelijk onderzoek moet leiden tot internationale publicaties. Als het te praktijkgericht is, lukt dat niet. “De universiteit komt via deze tussenstap dichter bij het werkveld”, vertelt Dirk Smits. “Zo loopt er momenteel een onderzoeksproject heel Vlaanderen. Straks kan ook de universiteit die resultaten gebruiken voor verder fundamenteel onderzoek.” Ook de vraag groeit Op dit ogenblik is er per 1.000 bachelorstudenten bijna anderhalve voltijdse onderzoeker en loopt er een zestigtal projecten over meerdere jaren. Cossey: “Nu we goed op dreef komen, neemt het aantal vragen vanuit het werkveld toe en blijkt dat de capaciteit te klein is. Met de huidige financiering is het voor de meeste hogescholen onmogelijk per studiegebied één voltijds onderzoeker in te zetten. Daarom leggen hogescholen en universiteit samen ‘zwaartepuntenonderzoeksprogramma’s’ vast, gezamenlijke thema’s die versnippering tegengaan. En we gaan op zoek naar extra middelen. Precies daarvoor is die basisfinanciering zo belangrijk. Want als je aan een bedrijf, overheidsinstelling of een non-profitorganisatie geld vraagt voor onderzoek, willen ze eerst weten wat je al hebt gerealiseerd.” Dirk Smits: “Die overheidsfinanciering werkt als een hefboom. Bij Ehsal brengen bedrijven, overheidsinstanties en organisaties zoals IWT-Vlaanderen nu al een derde van de middelen in.” Professor Hubert Cossey (l.) en Dirk Smits rond lerarenopleiding. Hogeschoolstudenten observeren er hoe de aanpak van de leraar het gedrag en de resultaten van de leerlingen beïnvloedt. Dat moet leiden tot conclusies over de ken- (© Rob Stevens) merken van leiderschap in de klas. De regionale spreiding van de hogescholen maakt het mogelijk dat professionele bachelors leersituaties observeren in ongeveer 160 scholen verspreid over Meetinstrument Een werkgroep binnen de Associatie K.U.Leuven stelde een raamreglement op met afspraken rond procedures voor de toekenning van de middelen. Ze geeft ook beleidsadvies. Dat vertaalde zich concreet in een visietekst. “Een tijd geleden zijn we gestart met de uitwerking van instrumenten waarmee we de kwaliteit en relevantie van het onderzoek kunnen meten”, vertelt Dirk Smits. “Dat resulteerde in een reeks output-indicatoren die bruikbaar zijn voor alle studierichtingen. Binnen het Vlaamse hogeschoollandschap is onze associatie de enige die zover staat. En maar net op tijd. Want de ministeries voor Onderwijs en Wetenschapsbeleid kondigden aan dat ze de toekenning van de middelen in de toekomst willen koppelen aan performantiecriteria. En daar heb je meetinstrumenten voor nodig. Wij zijn er klaar voor.” (© Rob Stevens) Research dating Jaarlijks organiseert de Associatie K.U.Leuven een Dag van de Associatie waarop ze haar instellingen samenbrengt rond bepaalde thema’s. Dit jaar, op 25 oktober, richtte ze zich tot haar onderzoekers, met lezingen en workshops, maar ook met een bijzonder interactief concept: research-dating. In kleine groepjes stelden de onderzoekers zich aan elkaar voor, waarna ze met elkaar in discussie gingen. Via een doorschuifsysteem kwamen alle onderzoekers — uit verschillende instellingen en disciplines — met elkaar in contact, op zoek naar de ideale ‘match’ voor innoverende samenwerking. In totaal namen 410 onderzoekers deel aan de dag. campuskrant leerstoelen 14.11.2007 17 Golem open u! Nieuwe leerstoel voor hulp aan kinderen met ontwikkelingsstoornissen (© Rob Stevens) Samen met kunstenaar Koen Van Mechelen (links) onthulde Zuster Jeanne Devos op 7 november de CosmoGolem, een vier meter hoge reus die Van Mechelen samen met Up with People en jongeren uit Leuvense scholen en instellingen bouwde. Jongeren konden hun tekeningen en brieven vol dromen en hoop aan de golem toevertrouwen. Het project maakte deel uit van de Week van de Hoop, van 5 tot 8 november, waarin de K.U.Leuven en Rotary Rotselaar de kwetsbaarheid van jongeren centraal plaatsten. Up With People trad ook nog op in SportOase – de opbrengst gaat naar het Zr. Jeanne Devosfonds voor Kinderrechten van de K.U.Leuven, en naar de lokale projecten Sporen, Ter Wende en De Wissel. Een tegenwicht tegen de individualisering Topman Arco krijgt “Ons zorgaanbod is leerstoel aangeboden bij aan herziening toe” pensionering In onze snel veranderende en op perfectie gerichte samenleving lijken kinderen met een handicap wel een anachronisme. Nochtans neemt hun aantal niet af. “We moeten ons afvragen of de bestaande zorgmodellen wel nog aangepast zijn aan deze tijd”, stelt professor Paul De Cock, titularis van de op 30 oktober ingehuldigde Delacroix-leerstoel ‘Kind, Ontwikkeling en Samenleving’. Benedict Vanclooster E r worden minder mongooltjes of kinderen met een open rug geboren en dankzij vroegtijdige opsporing, vaccinatie en innovatieve behandelingstechnieken kunnen kinderen met een waterhoofd of gehoorstoornissen rekenen op betere perspectieven dan vroeger. Daartegenover is het aantal vroeggeborenen en kinderen met een hersenverlamming niet afgenomen. Steeds meer kinderen kampen met een autismespectrumstoornis. Steeds meer ook belanden er in het buitengewoon onderwijs. ”Het gevolg is dat de wachtlijsten van centra voor ontwikkelingsstoornissen en geestelijke gezondheidszorg, van revalidatiecentra, thuisbegeleidingsdiensten en residentiële instellingen onaanvaardbaar lang zijn geworden”, verklaart De Cock. “De hulpverlening blijkt de toestroom niet de baas te kunnen.” De Cock, die verantwoordelijk is voor het Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen (UZ Leuven) en voor de afdeling Jeugdgezondheidszorg binnen het Departement Maatschappelijke Gezondheidszorg, vindt het vooral hoogdringend om de huidige organisatie van onze zorg te heroriënteren. “Het zorgaanbod moet inspelen op de nieuw ontstane behoeften in de samenleving. Scheidingen en wedersamenstellingen hebben voor een gewijzigde gezinscontext gezorgd. Door de prestatiedruk in onze maatschappij kunnen ouders de komst van een kind met een handicap als een rem ervaren op hun persoonlijke carrièreopbouw. Tegelijk vinden in onze geseculariseerde samenleving steeds minder zorgverleners de weg naar de gehandicaptenzorg.” In het beleid daarentegen voelt De Cock veeleer stilstand dan evolutie. “Wat de zorg voor kinderen met een handicap betreft, blokkeren de zaken en zijn de middelen ontoereikend. De Vlaamse en federale overheid spelen een pingpongspel over wie nu verantwoordelijk is voor welk deel van de zorg. Zijn dit persoonsgebonden aangelegenheden of moet ook het Riziv zijn duit in het zakje doen? Om nog te zwijgen van de communautaire complicaties.” Primeur Onder impuls van professor De Cock is een nieuwe leerstoel in het leven geroepen. “Daarmee zullen een aantal doctoraten gecofinancierd worden binnen health services research.” Het is de bedoeling om de zorgmodellen bij de buurlanden te bestuderen, nog meer interdisciplinair te werken en een gezamenlijk opleidingstraject uit te tekenen voor kinderartsen, kinderneurologen, kinderpsychiaters en jeugdartsen. Het Steunfonds Marguerite-Marie Delacroix brengt gedurende vijf jaar telkens een bedrag van 125.000 euro in, waardoor het om een van de grootste leerstoelen ooit aan de K.U.Leuven gaat. Géry Delacroix, afgevaardigd beheerder en kleinzoon van de oprichters van de Stichting Delacroix in Tienen: “De leerstoel strookt perfect met de doelstelling van onze stichting: het welzijn van kinderen en personen met een handicap.” “De Stichting Delacroix werd in 1950 opgericht als een kinderziekenhuis en evolueerde naar een medischpedagogisch instituut voor kinderen met een mentale handicap. Logischerwijze is het aantal volwassenen sindsdien toegenomen. Momenteel verblijven er een 200-tal volwassenen en een 60-tal kinderen bij ons. In 1988 werd naast de Stichting ook een Steunfonds gecreëerd, waarmee we andere goede doelen helpen, onderzoeksbeurzen toekennen en langetermijnprojecten voeren voor handicappreventie. De financiering van een leerstoel is een primeur voor ons.” Toen Arco-topman Rik Branson eind oktober een punt zette achter zijn actieve loopbaan, zochten zijn medewerkers een niet alledaags geschenk voor hem uit. “Riks naam zal verbonden worden aan de nieuwe leerstoel Civil Society”, zegt Francine Swiggers, zijn opvolgster bij Arco, de holding die de financiële ruggengraat vormt van de christelijke arbeidersbeweging ACW. D e treurzang is al vaker gehoord. De individualisering rukt op in onze maatschappij en de bereidheid tot solidariteit vermindert. Professor Erik Schokkaert (ETEW), titularis van de nieuwe Branson-leerstoel: “Als tegenwicht kunnen ziekenfondsen, coöperatieve ondernemingen, vakbonden en bewegingen zoals Greenpeace of Amnesty International het maatschappelijke draagvlak voor solidariteit helpen versterken. Zij houden de gelijkheidsgedachte levendig.” Het geheel van al deze vrijwillige organisaties die mensen op grond van gemeenschappelijke maatschappelijke waarden groeperen, wordt aangeduid met de term civil society. De burgermaatschappij vormt, naast de markt en de overheid, de derde poot waar de samenleving op rust. “Terwijl de economie als wetenschap zich altijd in hoofdzaak heeft toegespitst op de tegenstelling tussen markt en overheid, gaat de laatste tijd meer en meer aandacht naar het belang van de vrijwillige organisaties”, aldus Schokkaert. De Branson-leerstoel, die het onderzoek naar de civil society moet aanzwengelen, weerspiegelt deze tendens. “Het is onder andere de bedoeling om naar een creatief antwoord te zoeken op de spanningsvelden tussen financiële en sociale belangen waar sommige sectoren mee worstelen. Denk maar aan het onderwijs en de gezondheidszorg, waar steeds meer financiële managementtheorieën worden aangewend. Op zich een onvermijdelijke en noodzakelijke evolutie, maar het initiële idealisme en de kwaliteitsgarantie komen erdoor soms wel onder druk te staan”, zegt Schokkaert. Geen of-of-verhaal “Een gezond evenwicht tussen zuiver economische en maatschappelijke waarden heeft ook altijd hoog op de agenda gestaan bij Rik Branson”, vervolgt Francine Swiggers, het nieuwe hoofd van Arco. “Voor een financiële holding als de onze is het financieeleconomische uiteraard van levensbelang, maar onder mijn voorganger is steeds ook de nodige aandacht besteed aan sociale economieprojecten. De leerstoel zinspeelt op deze bekommernis.” “Branson probeerde oog te hebben voor wie minder geluk heeft in het leven. Zo nam Arco heel wat participaties in de coöperatieve vennootschappen Hefboom en Crédal, die respectievelijk in Vlaanderen en Wallonië ‘invoegbedrijven’ ondersteunen, bedoeld voor mensen die in het reguliere arbeidscircuit moeilijk hun weg vinden. Ook onze betrokkenheid bij de sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale kredietvennootschappen illustreert dat Branson verder dacht dan het strikt financiële rendement.” Economie en solidariteit hoeven niet per se als een of-of-verhaal worden benaderd. “Integendeel, de economie kan er alleen maar beter van worden als er meer solidariteit in de samenleving tot stand komt”, denkt Schokkaert. “De economische waarde van de sociale organisaties mag niet onderschat worden. We kunnen moeilijk beweren dat Europa zo buitengewoon slecht boert de laatste tientallen jaren: we behoren tot de welvarendste economieën van de wereld en hebben tegelijk een behoorlijke mate van solidariteit gerealiseerd.” Arco investeert 195.000 euro in de Branson-leerstoel Civil Society, gespreid over een periode van drie jaar. Het bedrijf en de universiteit zijn geen onbekenden voor elkaar. “We ondersteunen al langer de genderstudie van professor Veerle Draulans en het archeologische opgravingsproject van professor Marc Waelkens in Sagalassos”, vertelt Swiggers. “Bovendien begon Rik Branson destijds zijn loopbaan aan het Centrum voor Economische Studiën. Hij hield er uitstekende contacten aan over met de academische wereld en is een aantal wetenschappelijke denkwijzen al die tijd blijven toepassen.” (bvc) 18 valvas 14.11.2007 campuskrant Bevorderingen, aanstellingen en benoemingen Bevorderingen Gewoon hoogleraar Godgeleerdheid Lieven Boeve Economie en Bedrijfswetenschappen Christophe Croux Nico Vandaele Sociale Wetenschappen Jan Van Den Bulck Letteren Ortwijn De Graef Katlijne Van Der Stighelen Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Rudi D’Hooge Wetenschappen Conny Aerts Peter Lievens Minh Tho Nguyen Antoine Van Proeyen André Vantomme Ingenieurswetenschappen Ronald Cools Dominiek Reynaerts Ingrid Verbauwhede Bio-ingenieurswetenschappen Erik Smolders Geneeskunde Reinhilde Jacobs Geert Verbeke Guy Willems Farmaceutische Wetenschappen Myriam Baes Ann Van Schepdael FaBeR Yves Vanlandewijck Buitengewoon hoogleraar Geneeskunde Steven Boonen Philippe Demaerel Jan Deprest Walter Desmet Hein Heidbüchel Robert Hermans Daniel Knockaert Bart Meyns Bart Nuttin Dirk Timmerman Chantal Van Audenhove Frans Vinckier Hoogleraar Godgeleerdheid Axel Liegeois Economie en Bedrijfswetenschappen Siegfried Dewitte Hoger Instituut voor Wijsbegeerte Martin Stone Letteren Jan Papy Katelijn Vandorpe Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Hans De Witte Ferdinand Laevers Walter Schaeken Wetenschappen Hans Van Winckel Thierry Verbiest Ingenieurswetenschappen Jan Degrève Jan Fransaer Gustaaf Roels Bio-ingenieurswetenschappen Johan Buyse Jan Michiels Geneeskunde Johannes Creemers Wim Vanduffel Hugo Vankelecom FaBeR Hilde Feys Deeltijds hoogleraar Sociale Wetenschappen Patrick Develtere Letteren Georgius Verbeeck Wetenschappen Stefan De Gendt Bio-ingenieurswetenschappen Hilde Vandendriessche Geneeskunde Werner Budts Stefaan Callens Marina Danckaerts Jan De Hoon Emmanuel Keirse Luc Mertens Wim Van Paesschen Rik Vandenberghe Rene Westhovens FaBeR Marijke Van Kampen Hoofddocent Economie en Bedrijfswetenschappen Laurens Cherchye Stijn Viaene Sociale Wetenschappen Hans Bruyninckx Stefaan Fiers Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Hilde Colpin Hans Grietens Bio-ingenieurswetenschappen Christophe Courtin Deeltijds hoofddocent Godgeleerdheid Hans Ausloos Robertus Faesen Rechtsgeleerdheid Frank Hendrickx Letteren Eddy Put Kristiaan Van Den Branden Wetenschappen Joseph Snoeks Caroline Van Soom Geneeskunde Bénédicte Dubois Lieven Dupont Paul Enzlin Pieter Evenepoel Peter Hellings Dirk Kuypers Philip Moons Gunnar Naulaers Dirk Ramaekers Vincent Thijs Joris Vermeesch Farmaceutische Wetenschappen Steven Simoens FaBeR Simon Brumagne Ivo Aertsen Luc De Broe Economie en Bedrijfswetenschappen Johannes Van Biesebroeck Gerald Willmann Letteren Barbara Baert Wetenschappen Godelieve Moons Johan Robben Erik Van Der Eycken Karen Vanhoorelbeke Ingenieurswetenschappen Barbara Berendt Vincent Rijmen Jin Won Seo Bio-ingenieurswetenschappen Nadine Buys Geneeskunde Veerle Baekelandt Uwe Himmelreich Maurilio Sampaolesi Deeltijds hoofddocent Rechtsgeleerdheid Stefan Bogaerts Axel Cordewener Maria-Christina Janssens Geert Van Overwalle Ingenieurswetenschappen Lieven De Lathauwer Ingrid De Wolf Patrick Hendrick Geneeskunde Joke Duyck Elena Levtchenko Marleen Peumans Anna Tierens Patrik Verstreken Docent Sociale Wetenschappen Annie Hondeghem Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Martin Euwema Geneeskunde Bert Aertgeerts Godgeleerdheid Annemie Dillen Joris Geldhof Economie en Bedrijfswetenschappen Sabrina Bruyneel Annelies Renders Inneke Van Nieuwenhuyse Sociale Wetenschappen Peter Vermeersch Letteren David Burn Anke Gilleir Idesbald Goddeeris Jean-Christophe Verstraete Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Eva Ceulemans Geraldine Clarebout Ilse Noens Katja Petry Maarten Simons Jeroen Stouten Angelo Van Gorp Karla Van Leeuwen Wetenschappen Mieke De Cock Patrick Degryse Bart Goderis Ingenieurswetenschappen Marc Seefeldt Bio-ingenieurswetenschappen Jean-Marie Aerts Kevin Verstrepen Geneeskunde Chris Ulens Els Wierinck Farmaceutische Wetenschappen Erwin Adams Eveline Lescrinier Deeltijds hoogleraar Deeltijds docent Ingenieurswetenschappen Guido Groeseneken Paul Heremans Marc Heyns Wilfried Vandervorst Geneeskunde Patrick Callaerts Jan Delabie Patrick Matthys Godgeleerdheid Richard Brossem Rechtsgeleerdheid Benoît Allemeeersch Gunter Maes Nicole Plets Sociale Wetenschappen Mark Breusers Steven Eggermont Dirk Heerwegh Hilde Vlaeminck Hoger Instituut voor Aanstellingen en benoemingen Gewoon hoogleraar Ingenieurswetenschappen Frank Moulaert Geneeskunde Guy Boeckxstaens Johan Kips FaBeR Jacques Duysens Buitengewoon hoogleraar Geneeskunde Geert Molenberghs Hoogleraar Hoofddocent Rechtsgeleerdheid Wijsbegeerte Luc Van Liedekerke Letteren Bert Cornillie Helge Daniëls Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Katrijn Ballet Beatrijs De Fraine Wetenschappen Okke Batelaan Carmen Bartic Ellen Decaestecker Ingenieurswetenschappen Patrick Reynaert Bio-ingenieurswetenschappen Imogen Foubert Geneeskunde Bert Bammens Marc De Hert Bart Depreitere Ilse Hoffman Wim Janssens Hauke Kolster Bart Meuris Felix Mottaghy Guido Pieters Wim Teughels Przemyslaw Tylzanowksi Mathieu Vandenbulcke Rudi Vermote Wim Wuyts vervolg pagina 2 Een ‘cordon académique’ voor de humane wetenschappen? 5. Hoe staat het met de noties relevantie en impact in de discussie? Onderzoek heeft inderdaad niet alleen te maken met (top)kwaliteit maar roept daarnaast ook vragen op naar betekenis, nuttigheid, gebruik van datzelfde onderzoek door beleidsmakers, praktijkmensen, spelers op het middenveld, de burger tout court. Merkwaardig genoeg raakt de minister dit nauwelijks aan in zijn betoog en humane wetenschappers houden het hier bij academische retoriek in de aard van “een bepaalde functie vervullen ... aanzetten tot reflectie ... voor nieuwe denkpistes zorgen ...”. Dat klinkt allemaal erg mooi maar hoe dergelijke academische ontboezemingen omzetten in criteria van relevantie en impact is een ander verhaal en dat komt voorlopig bij ons helemaal niet aan de orde. 6. Er bestaan nochtans concrete voorbeelden. Zo heeft onlangs de Nederlandse Academie voor Wetenschappen criteria van relevantie en impact gepubliceerd voor het toegepast gezondheidsonderzoek. Daarin gaat het onder meer om feedback van doelgroepen, verspreiding en gebruik van onderzoeksresultaten, interacties met gebruikers, enzomeer. Een ander voorbeeld komt van de Rotterdamse Erasmus Universiteit. Ervan uitgaand dat de mate waarin onderzoeksresultaten doorklinken in de publieke opinie een goede indicator biedt voor relevantie van onderzoek, ging men na hoe vaak onderzoekers genoemd werden zowel in de Krantenbank, waarin alle artikelen zitten van vijf leidinggevende Nederlandse kranten, als in Overheidspublicaties, een databank met alle officiële beleidsdocumenten van de centrale overheid. De analyse leverde significante verschillen op inzake maatschappelijke relevantie tussen de verschillende universiteiten. Ten slotte een voorbeeld uit Engeland. Eind vorig jaar publiceerde het vaktijdschrift Health Services Research een operationeel model om het impact van gezondheidsonderzoek te beschrijven aan de hand van een dertigtal indicatoren. Dit model werd dit jaar met succes toegepast door een Vlaams consulentenbureau (HERA) om impact van onderzoek in een aantal ontwikkelingslanden in kaart te brengen. 7. Samenvattend zou de notie impact dus wel eens een uitweg kunnen bieden om het stilgevallen debat opnieuw op gang te brengen. Zo kan men bijvoorbeeld onder wetenschappelijke impact niet alleen aantallen van gepubliceerde artikels, maar ook communicatie in brede zin aanpunten. Welke doelgroepen heeft men bereikt? Welke disseminatiemethoden? Was er sprake van onderzoekssamenwerking zowel met producenten als met gebruikers? In hoeverre is de onderzoeksoutput doorgedrongen in onderzoekers- en/of gebruikersnetwerken? Voor beleidsimpact kan men denken aan het bereikte niveau (internationaal, nationaal, lokaal), het type van impact (agenda-setting, wetgevend werk, herdefiniëren, resp. oplossen van een beleidsprobleem), terwijl maatschappelijke impact bijvoorbeeld kan afgelezen worden uit de mate waarin onderzoek effecten vertoont op ons individueel en collectief gedrag, met inbegrip van opvattingen, waarden en normen. Indien humane wetenschappers effectief willen zorgen voor “synthese, kritiek en nieuwe denkpistes in de gemeenschap die hun onderzoek bekostigt”, zoals ze dat zelf zo mooi formuleren, dan kan dat niet vanuit een cordon académique, maar wel met een open debat over kwaliteit en... impact van hun onderzoek. Wie neemt het initiatief? Yvo Nuyens, emeritus hoogleraar en voormalig programmadirecteur bij de Wereldgezondheisorganisatie campuskrant valvas 14.11.2007 Hoger Instituut voor Wijsbegeerte 19 oktober, Annelies Jansoone, Karl Jaspers, Martin Heidegger and the End of Traditional Philosophy. An Investigation of Misunderstandings 22 oktober, Leen De Bolle, Herhaling en differentie: Deleuzes spel zonder grenzen. Een studie van de passieve synthesen van de tijd, de oplossing van het zelf en de eenzinnigheid van het zijn vanuit Différence et Répétition Rechtsgeleerdheid 30 oktober, Kristof De Cock, Milieueffectenrapportering als instrument van milieubeleid en -recht binnen de EU: onderzoek van de project-mer-, planmer- en habitatrichtlijn met het oog op een versterking van de juridische bescherming van het leefmilieu Economie en Bedrijfswetenschappen 2 november, Marco Lyrio, Modeling the yield curve with macro factors Sociale Wetenschappen 24 oktober, Ana Dobre, Europeanisation From A NeoInstitutionalist Perspective: Experiencing Territorial Politics in Spain and Romania Letteren 10 oktober, Hugo Peeters, De briefwisseling van Justus Lipsius in het jaar 1596. Inleiding, editie en commentaar 18 oktober, Evert Peeters, De beloften van het lichaam. Lebensreform in België 18901940 24 oktober, Anne Decelle, ‘Langs elkaar wringende stemmen’. Dialogen met de poëzie van Stefan Hertmans 25 oktober, Ilona Regulski, A Palaeographic Study of Early Writing in Egypt 26 oktober, Sofie De Caigny, Wooncultuur in Vlaanderen tijdens het interbellum Psychologie en Pedagogische Wetenschappen 16 oktober, Bert Schreurs, From Post to Pretest Applicant Reactions. The effect of applicant selection expectations and perceptions on organizational attractiveness 19 oktober, Timothy Verbeemen, Similarity Structures and Categorization in Natural Language 26 oktober, Wolfgang Vanpaemel, In search of abstraction Wetenschappen 10 oktober, Karen Deleersnyder, Lanthanide-mediated organic synthesis: lanthanide(III) compounds as Lewis acid catalysts and cerium(IV) compounds as reagents for reactions in ionic liquids 12 oktober, Steven Brems, Magnetization reversal and domain structure in the polycrystalline Co/CoO exchange bias system 12 oktober, Carmen Francis, Molecular-genetic analysis of Drosophila melanogaster neprilysin 1-5 and Locusta migratoria ECE 22 oktober, Katrien Antonio, Statistical tools for non-life insurance: essays on claims reserving and ratemaking for panels and fleets 22 oktober, Luis Hilmar Valdivieso Serrano, Likelihood inference in processes of Ornstein-Uhlenbeck type 24 oktober, Nele Veldeman, The influence of doping on the physicochemical properties of coinage metal clusters: enhanced stabilities and modified chemical activities 25 oktober, Katrijn Clémer, Electron spin resonance probing of point defects in Si/highk structures and functional oxides 26 oktober, Karolien Lefever, Fundamentele parameterbepaling voor sterren van spectraal type B 29 oktober, Katrien Le Roy, Structure-function analysis of Glycoside Hydrolase Family 32 (GH32) plant invertases and fructan exohydrolases 30 oktober, Kelly Kuppens, Biosynthese van metallothioneïnes in humane hematopoietische precursorcellen 6 november, Annemie Pals, Ecology of desmids in Flemish softwater lakes 8 november, Stijn Bruers, Energy and ecology - Entropy production and the analogy between fluid, climate and ecosystems 9 november, Kristel Janssens, Characterization of beta1adrenergic receptor expression in the rat anterior pituitary 14 november, Evelien Vanhollebeke, Sterpopulaties en stofvorming in de binnenste delen van de Melkweg Ingenieurswetenschappen 12 oktober, Erik Hostens, Distillatie van kwantumverstrengeling in het stabilisatorformalisme 15 oktober, Stefan Boeykens, Overgangen tussen schaalniveaus en ontwerpfazen in een digitaal gebouwmodel 16 oktober, Frederik Gelaude, Computer-gesteund plannen van reconstructieve botchirurgie: optimalisatie van implantaatontwerp door automatisatie, integratie en biomechanische validatie 18 oktober, Mark Henry Rubarenzya, Assessment of the Effect of Change in Land Use and Rewetting on Catchment Hydrology 23 oktober, Chunlan Zhao, Socio-Spatial Transformation in Mao’s China: Settlement Planning and Dwelling Architecture Revisited (1950s1970s) REC HT Doctoraten 23 oktober, Katleen Boussu, Invloed van membraaneigenschappen op fluxvermindering en retentie bij nanofiltratie 24 oktober, Janaka Tennekoon, Geotechnical Characterisation of an Industrial Sludge and Numerical Analysis of Sludge Dam Behaviour 12 november, Pierre Lefebvre, Ontwikkeling van een operatieplanningssysteem voor het multi-assig frezen van complex gevormde werkstukken Bio-ingenieurswetenschappen 10 oktober, Kristien De Sitter, Preparation and characterisation of organic-mineral membranes by the incorporation of nanoparticles in polymers 12 oktober, Thomas Van Nooten, Rol van biogeochemische reacties in de duurzaamheid van permeable reactieve wanden 17 oktober, Bedru Babulo Balana, Economic valuation and management of commonpool resources: the case of exclosures in the highlands of Tigray, Northern Ethiopia 23 oktober, Caroline Aerts, Amorphous Microporous Silica Materials for Oral Controlled Release 6 november, Ellen Fierens, TLXI, a thaumatin-like xylanase inhibitor: isolation, characterisation and comparison with other wheat (Triticum aestivum L.) xylanase inhibiting proteins Geneeskunde 12 oktober, Isabelle Vanden Bempt, Contribution of molecular genetics to the morphological characterization of breast cancer 15 oktober, Saeid Amini Nik, Molecular charateristics of desmoid tumors 24 oktober, Catheleyne D’hondt, Modulation of gap junctional and paracrine intercellular communication by phosphorylation in bovine corneal endothelial cells 30 oktober, Patrick Verschueren, Management of Early Rheumatoid Arthritis 31 oktober, Liesbeth Maes, Role of LpnR3 in the life cycle and pathogenesis of Legionella pneumophila Bewegings- en Revalidatiewetenschappen 18 oktober, Sofie Heuninckx, Age-related compensatory neural recruitment patterns during motor coordination In Memoriam De universitaire gemeenschap neemt afscheid van De heer Jozef Spaepen erelector aan de Faculteit Wetenschappen geboren op 9 januari 1921 en overleden op 12 oktober 2007 Mevrouw Hasibe Gezduci wetenschappelijk medewerkster aan de Faculteit Sociale Wetenschappen geboren op 12 maart 1974 en overleden op 23 oktober 2007 19 gezet door Reiner Van Hove Draagt de appel terecht het stigma van verboden vrucht? V “ ragen welke fruitsoort de verboden vrucht was, is een beetje als proberen te achterhalen wat de ingrediënten van het peperkoeken huisje waren, of wat er in Roodkapjes mandje zat”, zegt bijbelwetenschapper professor Hans Ausloos. “Het paradijsverhaal is nu eenmaal een verhaal: niet historisch gebeurd, hoe graag sommige mensen dat ook zouden willen.” In hoofdstuk 2 van Genesis krijgen ‘de mens en zijn vrouw’ van godswege het verbod om van de boom van kennis van goed en kwaad te eten. Ausloos: “Extremen duiden in de bijbel vaak een totaliteit aan — in dit geval: de kennis van goed en kwaad en alles daartussen. Die kennis behoort alleen God toe, en dus mogen Adam en Eva niet van de boom eten, ze mogen hem zelfs niet aanraken. Maar een slang verleidt Eva ertoe om toch een vrucht van de boom te proeven.” En die vrucht is een appel, toch? “In het Hebreeuws staat er peri, wat ‘vrucht’ betekent. Het Hebreeuws heeft ook een woord voor ‘appel’, dat ongeveer vijf keer — vrij weinig — voorkomt in het Oude Testament, maar niet in het paradijsverhaal. Er is dus een lacune: welke vrucht is het? Dat prikkelt de fantasie en brengt mensen ertoe om zelf een invulling te zoeken.” “De appel als verboden vrucht vinden we voor het eerst terug in literaire teksten uit de vijfde eeuw na Christus. Het gaat niet om theologische werken, maar om poëtische parafraseringen van het paradijsverhaal. Waarom ze precies de appel noemen, is moeilijk te achterhalen. De appel was al wijd verspreid in de vijfde eeuw, en werd misschien gewoon als tuinvrucht bij uitstek gezien. Mogelijk heeft ook de Griekse mythologie een rol gespeeld, meer bepaald de mythe van de Hesperiden, nymfen die een tuin met gouden appelen bewaakten.” De appel is de westerse, christelijke invulling van de verboden vrucht, maar lang niet de enige — of de eerste. Ausloos: “In joodse apocriefe geschriften uit de eerste eeuw na Christus wordt de vijg als de verboden vrucht genoemd, via een logische associatie: Adam en Eva bedekten hun schaamte met vijgenbladen, dus moeten ze wel dicht bij een vijgenboom gestaan hebben. In sektarische teksten uit dezelfde periode vinden we de druif als verboden vrucht terug. Het gaat vooral om geschriften van sekten die zich van de consumptie van wijn onthielden: met hun interpretatie wilden zij zich waarschijnlijk legitimeren.” [conclusie] In het bijbelse paradijsverhaal zal je vruchteloos naar een appel zoeken. 20 de buitenkant 14.11.2007 campuskrant 500 woorden in BEELD Koen Verheire (32), alumnus ziekenhuiswetenschappen, werd op 3 november tot priester gewijd “Zonder God is het geen leven” Interview Reiner Van Hove Thuis in het Pauscollege Wie op woensdag 7 november over het binnenplein van het Pauscollege kuierde, ziet zichzelf binnenkort misschien terug als decorstuk in Thuis. Een opnameploeg van de Eén-soap blikte er enkele scènes in. Trouwe kijkers (ja u, ontken het maar niet) herkennen ongetwijfeld Aisha Fawzi, dochter van Mo en rechtenstudente, vertolkt door Maya Labert (links op de trap). In het volgende nummer van Campuskrant leest u een interview met de Thuis-actrice die écht rechten studeert in Leuven: Lien Van de Kelder. “Ik koos voor de K.U.Leuven vanwege de K. Die vond ik vooral buiten het curriculum. Op de Universitaire Parochie werd ik koordirigent en kon zo, via religieuze liederen, met mijn geloof aan de slag blijven. De opleiding ziekenhuiswetenschappen zelf was me te kwantitatief: problemen en oplossingen omtrent zorg werden vooral cijfermatig geformuleerd.” “Tijdens mijn studie begon ik ernstige levensbeschouwelijke vragen te stellen en kreeg ik heimwee naar geloofservaringen uit mijn jeugd. Ik kwam in een crisis terecht, en in de woeligheid van die crisis is mijn roeping beginnen borrelen.” “Die roeping is niet terug te brengen tot één moment, er zijn een aantal bepalende gebeurtenissen geweest. Zo botste ik op een folder met de titel: ‘Levenskeuzes vanuit het gebed’. Precies wat ik zocht: maandelijks samenkomen om de Bijbel beter te leren lezen en dagelijks een half uur aan Schriftmediatie doen.” “Het celibaat was aanvankelijk een struikelblok. Ik dacht: de mens is ook een seksueel wezen, dit is vragen om problemen. In het jaar dat ik mijn studies afrondde leerde ik leeftijdsgenoten kennen uit Tibériade, een nieuwe religieuze gemeenschap nabij Rochefort. Hun uitstraling en manier van leven hielpen mij over de drempel van het celibaat.” “De clash tussen mijn wetenschappelijke interesse en mijn geloof vond een uitweg toen ik God als ‘een radicaal andere’ leerde zien, als deel van de onzichtbare werkelijkheid. Per slot van rekening ontsnapt ‘God’ aan het meetvermogen van de wetenschap. Dat is puur geloof en steunt op ervaringen die mij doen tintelen. Met God erbij is het leven me veel uitdagender en avontuurlijker: zonder God is het geen leven…” (© Marc Baert, Het Laatste Nieuws) Record sprong Alsof de benen nog niet genoeg afzien tijdens de 24-urenloop, werd in de marge van het evenement dit jaar een wereldrecordpoging jumpen georganiseerd. Voor wie zich daar niets bij kan voorstellen: het ziet er een beetje uit als dansen op een hete plaat. De recordpoging was een succes: op 23 oktober gingen tussen 21 en 22u meer dan 1.500 studenten aan het jumpen, een verdubbeling van het vorige record dat in Rotterdam gevestigd werd. Er stond wel geen gerechtsdeurwaarder mee te huppelen, dus is het record niet officieel en zal het niet in het Guinness Book of Records opgenomen worden. De 24-urenloop zelf werd net als vorig jaar gewonnen door Apolloon. colofon campuskrant C a mpusk r a nt Maandelijks tijdschrift van de K.U.Leuven R edactie Ine Van Houdenhove (hoofdredacteur), Ludo Meyvis, Reiner Van Hove, Wouter Verbeylen Redactieadres Oude Markt 13 - bus 5005, 3000 Leuven (t) 016 32 40 18 (f) 016 32 40 14 [email protected] Adreswijzigingen (personeel en externen) Bie Dehaes, (t) 016 32 37 83 [email protected] Adreswijzigingen (oud-studenten) Erik Gobin, (t) 016 32 40 02 [email protected] Losse medewerkers Joke Depuydt, Lien Lammar, Ines Minten, Jaak Poot, Katrien Steyaert, Benedict Vanclooster, Henk Van Nieuwenhove, Tim Vuylsteke, Tim Willekens “De avond voor mijn wijding probeerde ik me te ontspannen, maar ik ben ‘s nachts toch opgestaan om een theetje te drinken — dat doe ik anders nooit (lacht). Op de dag zelf voelde ik dat alle ogen op mij gericht waren, en dan beleef je een viering toch anders. Na afloop werd ik overrompeld door mensen die me feliciteerden en aanmoedigden. Dat deed me veel plezier: ik sta niet alleen voor die uitdaging.” “Ik wil ondubbelzinnig herkenbaar en aanspreekbaar zijn als priester, ook buiten de parochie. Daarom denk ik eraan een priesterhemd te dragen, al vind ik het jammer dat dat nog dateert uit preutsere tijden. Het is belangrijk dat jongeren die overwegen om priester te worden, zien dat er ook jonge priesters zijn. Als je bovendien gelukkig over straat loopt, doorprik je meteen het cliché van de bejaarde, overwerkte en uitgebluste priester.” “Eén van de grootste uitdagingen voor een priester anno 2007 is om het geloof uit de privé-sfeer te halen. Onze cultuur baadt niet meer in het geloof zoals vroeger: daarom wordt het belangrijker om geloofservaringen uit te wisselen, zodat ze geen taboe worden. Eén van mijn dromen is om een traditionele broodoven te bouwen, en mensen daarrond samen te brengen.” Vormgeving Catapult Lay-out en zetwerk Wouter Verbeylen Fotografie Rob Stevens, Marc Baert, Stephan Vanfleteren Cartoons Joris Snaet Reclameregie Wouter Verbeylen, (t) 016 32 41 46 [email protected] Oplage 35.000 ex. Drukwerk Verheyen Graphics, Deurne Verantwoordelijke uitgever Ronny Vandenbroele, Oude Markt 13 bus 5005, 3000 Leuven Copyright artikels Artikels kunnen overgenomen worden mits toestemming van de redactie. Het volgende nummer verschijnt op 12 december. Suggesties voor artikels zijn welkom op het redactieadres. Campuskrant op Internet: www.kuleuven.be/ck/ (© Rob Stevens) (© Rob Stevens) “Mijn ouders namen me van kinds af aan mee naar de mis in een naburige parochie. Die mysterieuze rituelen maakten indruk op me: de pastoor gaat naar een kastje, doet gordijntjes open, en haalt een blinkend voorwerp te voorschijn… Ik imiteerde die rituelen tijdens het spelen en liet ooit de rol van pastoor toevoegen aan een toneeltje in de lagere school.”
Similar documents
INHOUD - KU Leuven
om historische objecten in te scannen. Ze kunnen die scans dan bestuderen, terwijl de authentieke voorwerpen veilig opgeborgen kunnen worden. En ook in de medische wereld zijn er tal van toepassing...
More informationck18 10 p01
maar de operator OR om verschillende mogelijkheden aan te geven is al heel wat minder bekend.” De problemen doen zich echter niet alleen voor tijdens de zoektocht naar informatie. Hoewel eindverhan...
More information2004 05 nr12 p01
het Nederlands misschien geen belangrijke taal, maar dat is het nooit geweest. Vroeger had je achtereenvolgens het Latijn, het Frans en het Duits, nu het Engels, en in de toekomst wellicht ook het ...
More informationCK26 nr04 - KU Leuven
beperkt, wat op piekmomenten een probleem kan vormen. Zo is 593 keer de toegang tot de winteropvang geweigerd.” Het is er ook niet altijd even aangenaam vertoeven. “Je vindt er een heel explosieve ...
More informationEen fijnere neus voor slechte adem
sigaret. In sommige gevallen is de oorzaak echter minder makkelijk aan te wijzen. “Er zijn veel mensen die last hebben van chronische slechte adem”, zegt doctoraatsstudente Jesica Dadamio van de On...
More information575 jaar K.U.Leuven: feestprogramma
en een licentie sociale communicatie was het via een omweg dat Vera De Boeck in haar huidige job terechtkwam: verantwoordelijke pers en promotie van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis....
More informationmiddeleeuws spektakel in begijnhof filosofie in
starten of het afbouwen van zinloos geworden therapieën; aldus vermijdt de arts onevenredige medische handelingen te stellen. In de intensieve zorg-afdelingen worden medische interventies stopgezet...
More information